Wie met Gods klokken schiet, die wint de oorlog niet *)
Tijdens de Tweede Wereldoorlog roofde de bezetter onze kerkklokken. Zonder de hulp van enkele Nederlandsgezinde, moedige Urkers zouden de monumentale luidklokken uit de kerken van Monster, ’s-Gravenzande en Naaldwijk in Duitsland zijn omgesmolten tot munitie. Het verhaal over de Westlandse klokkenroof. Voor de Duitse oorlogsindustrie, die te maken had met een tekort aan grondstoffen, werden onorthodoxe maatregelen getroffen. Op grond van de zgn. metaalverordening van 23 juli 1942 (“ Verordnung über ein Verfügungsverbot, eine Anmeldungspflicht und eine Einziehungsbefugnis für Metallgut”, nr. 79) kreeg de bezetter de bevoegdheid metalen en metalen voorwerpen te vorderen. En die vordering bleef niet beperkt tot gebruiksvoorwerpen als bijv. verwarmingsketels. Vanaf het najaar van 1942 werden op grote schaal de eeuwenoude luidklokken uit de Nederlandse kerktorens weggehaald. Deze klokken zouden worden getransporteerd naar Duitse munitiefabrieken, waar ze werden omgesmolten. Westlandse kerkklokken Al voor het uitbreken van de oorlog is door de Nederlandse regering een lijst opgesteld van monumentale klokken met het doel deze voor vernietiging te vrijwaren. Deze klokken, waaronder de luidklokken uit de kerken van Naaldwijk, Monster en ’s-Gravenzande, waren met verf voorzien van een grote letter “M”. Dit heeft echter niet mogen baten. Eind december 1942 werd een groot aantal klokken in opdracht van de bezetter door de firma Meulenberg uit de Westlandse kerktorens gehaald. We lezen in het dagboek van de Naaldwijkse Jeane Zwinkels: “Zoo stonden dan met Kerstmis onze 3 grote klokken boven op het kerkplein tot grote ergernis van de bevolking” (29 dec 1942). In juli 1943 werd ook de grote Adrianusklok uit de oude kerk in Naaldwijk weggehaald. Omstanders hebben daar stiekem foto’s van gemaakt.
Ook in Wateringen is een foto gemaakt van het uit de toren halen van de klok.
Het werd stil in de Westlandse dorpen. De hele en halve uren werden niet meer geluid en ook de aardappelklok (het signaal voor de tuinder op het land dat de vrouw de aardappelen op het vuur had gezet) werd niet meer gehoord. Jeane Zwinkels: “Onze laatste klok is voor een paar weken verdwenen dus nu galmt er uit de toren een slag op een ijzeren buis. Prachtklank hoor” (dagboek, 8 aug 1943). Opslag in Leerdam Waar de meeste gevorderde klokken meteen werden afgevoerd naar Hamburg, werden onze met een “M” gemerkte klokken, samen met nog 223 andere klokken uit Zeeuwse, Zuiden Noord-Hollandse kerken, tijdelijk opgeslagen in Leerdam, waar ze zouden blijven staan tot eind 1944. In het najaar van 1944 besloot de bezetter de beschermde klokken toch naar de munitiefabrieken in Hamburg te transporteren. In Dordrecht werd het schip “Hoop van zegen” van schipper J. van Dijk gevorderd. Maar omdat Van Dijk niet wilde meewerken, kreeg de onervaren Dordrechtse schipper Homma de opdracht de klokken op het schip te laden. En op 10 november was het zover. Transport over het IJsselmeer Na een vaartocht naar Amsterdam, waar het schip deel ging uitmaken van een convooi van elf schepen, aanvaardde de “Hoop van zegen” eind 1944 in convooi, getrokken door een Duitse sleepboot, haar reis richting Hamburg. Aan boord waren 226 monumentale, eeuwenoude, loodzware kerkklokken, waaronder onze klokken uit ’s-Gravenzande, Monster en Naaldwijk.. Het bericht van het dreigende transport van de beschermde klokken was inmiddels ook tot de Nederlandse regering doorgedrongen. De secretaris-generaal van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft nog krachtig geprotesteerd. Maar zonder succes. Onder barre omstandigheden (harde wind, regen en slecht zicht) voer het convooi richting Urk. Ook in Urk was men gewaarschuwd dat het schip met de bijzondere lading onderweg was.
Uit een na de oorlog teruggevonden brief van de Urker havenmeester Zeeman aan de burgemeester van Urk blijkt dat de Urker vuurtorenwachter Jacob Schraal kort voor aankomst van het convooi expres het licht van de vuurtoren heeft gedoofd. En de gevolgen bleven niet uit. Het convooi liep op 6 januari 1945 vast op de Vormt, een beruchte zandbank enkele honderden meters uit de kust van Urk. De volgende ochtend lukte het om acht schepen uit het convooi vlot te trekken en naar de haven van Urk te slepen. Maar het klokkenschip bleef, samen met twee andere schepen, roerloos op de zandbank liggen. Klokken op de bodem van het IJsselmeer De Duitsers gaven de Urker machinefabrikant A. Hoekman opdracht het klokkenschip los te trekken. Ook Hoekman en zijn mannen wisten welk lot de klokken op het schip beschoren was en overlegden (zo blijkt ook weer uit de brief van de Urker havenmeester) hoe ze de zaak konden saboteren. Zij beklommen het schip en bevestigden de sleepverbinding met de sleepboot zódanig dat door de enorme kracht van de sleepboot de bolders waarop de sleepverbinding was gemaakt, afgesneden zouden worden. Bij de inspectie van het schip verwijderden zij bovendien de borgpinnen van de beschermluiken. De harde wind en hoge golven deden de rest; het schip brak en de klokken belandden op de bodem van het IJsselmeer. Klokken opgevist uit IJsselmeer Kort na de bevrijding, in juli 1945, werden in vijf dagen tijd de klokken een voor een uit het wrak van de “Hoop van zegen” gehaald en op het strand in de Westhaven van Urk gezet. (foto’s van Stichting Urk in oorlogstijd)
Terug naar Amsterdam En weer werden de klokken op een schip geladen. Het schip Eben Haëzer van schipper Jan van Laar vertrok op 9 augustus 1945, geladen met 226 M-klokken en 145 klepels, richting Amsterdam. Daar werden de klokken schoongemaakt, geidentificeerd en geregistreerd. Uitgezocht moest immers worden welke klok aan welke kerk moest worden geretourneerd.
(foto’s ANEFO)
De officiële registratielijst van klokken die aan boord waren van de “Hoop van zegen” is bewaard gebleven.
De klokken komen terug Het zou nog een paar maanden duren voordat de Westlandse kerken hun M-klokken weer terug zouden krijgen. Krant De Westlander bericht in oktober 1945 opgetogen dat Monster en ’s-Gravenzande hun klokken weer terug hebben ontvangen.
Maar de grote luidklok uit Naaldwijk liet nog even op zich wachten. De Westlander schrijft in november 1945 enigszins wanhopig: “De Naaldwijksche klok is zoek”. Toch heeft ook de Naaldwijkse kerk haar M-klok terug ontvangen. (foto A.J. Knoppert)
In De Westlander van 8 februari 1946 lezen we “Onze klokken gaan weer luiden. ’s-Gravenzande, Monster, Naaldwijk en Wateringen hebben het geroofde terug”.
Alle M-klokken uit het klokkenschip zijn dus gered. Dat is helaas niet het geval met een deel van de andere geroofde klokken. Twee kleinere klokken uit Naaldwijk (geen M-klokken) zijn niet teruggekeerd en ook de kerk van De Lier heeft enkele jaren later een nieuwe klok moeten laten gieten.
*) de titel van dit artikel is ontleend aan het opschrift dat enkele Groningers met krijt op hun klokken hadden geschreven kort voordat ze door de bezetter uit de toren werden gehaald
Voor het schrijven van dit artikel is gebruikt gemaakt van gegevens van/uit: -Stichting Urk in oorlogstijd -Nationaal Archief, fotocollectie ANEFO -Artikel “Een klok op stap” van Frans Baars -A.J. Knoppert -Historisch Archief Westland