opdrachtgever Burggolf Herkenbosch project AANVRAAG COMMITTED TO GREEN nummer datum
kantoor Roermond Kapellerlaan 179 Postbus 120 6040 AC Roermond Telefoon 0475 330 271 Fax 0475 330 010 E-mail
[email protected] kantoor Arnhem Sw. De Landasstraat 59 6814 DB Arnhem Telefoon 026 443 4460 Fax 026 443 4462 E-mail
[email protected]
eerdere datum trefwoorden
1335-AC mei 2004
EINDCONCEPT
december 2003 committed to green, golfbanen, natuurbeheersplan
© Taken Landschapsplanning bv
mei 2004
Niets uit dit rapport of bijbehorende tekeningen mag worden verveelvoudigd en of openbaar gemaakt op welke wijze dan ook zonder schriftelijke vermelding van opdrachtgever en Taken Landschapsplanning bv, noch mag het zonder bronvermelding worden gebruikt voor enig ander doel dan waarvoor het is vervaardigd.
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Inhoudsopgave Blz. 3
1.
Inleiding
2. 2.1. 2.2.
Administratieve gegevens Registratieformulier Committed to Green Intentieverklaring Committed to Green
5 5 14
3. 3.1. 3.2. 3.3.
Basisgegevens Overzicht rapportages inzake natuurwaarden Ruimtelijke ordening Vergunningen en inspecties
17 17 20 25
4. 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.4.1. 4.4.2. 4.4.3. 4.4.4. 4.4.5. 4.4.6. 4.4.7. 4.4.8.
Natuurbeheersplan Introductie Beheersvisie Beheerszonering Beheerseenheden en -aspecten Bodem en reliëf Boskern, bosstrook (kaart 3.2) Bosrand Rough Fairway Poel Fauna Paden en bebouwing
27 27 28 29 32 36 41 48 52 56 59 64 69
5. 5.1. 5.2. 5.3. 5.4.
Milieuzorgplan Doel Afvalstromen en grondstoffen Recente ontwikkeling Monitoring en evaluatie
71 71 71 72 75
6.
Strategisch verbeterplan
77
Bijlage 1. Monitoring Bijlage 2.Referenties Bijlage 3. Begrippen
79 98 100
2 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
1.
Inleiding
Vanaf de ontwerpfase, eind tachtiger jaren van de vorige eeuw, is het samengaan van golfsport, natuur en landschap voor Burggolf Herkenbosch een vanzelfsprekendheid. Ook na de aanleg is de aandacht hiervoor niet verwaterd. Sterker nog: de ontwikkelingen in de maatschappelijke visie op natuur zijn op de golfbaan op de voet gevolgd. Monitoring, natuurdoelen en aandachtssoorten, beheersbegeleiding, biotoopverbetering, het versterken van het draagvlak voor zowel natuur op de golfbaan als voor een golfbaan in de natuur; dit alles illustreert de houding van golfbaan Burggolf Herkenbosch ten opzichte van natuur. In deze trend past het internationale programma Committed to Green (CtG). De ingrediënten, die nodig zijn voor een erkenning, zijn reeds grotendeels beschikbaar. Ze zijn geconformeerd aan de handleiding van de Nederlandse Golf Federatie en geactualiseerd. Doel van het voorliggend rapport is een compleet pakket te bieden, als eerste stap naar de erkenning CtG. De rapportage bestaat uit achtereenvolgens formele, beschrijvende en ondersteunende onderdelen: - het registratieformulier - de intentieverklaring van de CtG-commissie - natuurbeheersplan - milieuzorgplan - strategisch verbeterplan - referenties - verklarende woordenlijst Naast dit onderbouwende kader is een praktisch kader in voorbereiding (“Handboek natuurbeheer”), waarin de actiepunten uit het natuurbeheersplan en het milieuzorgplan zodanig uitgewerkt worden, dat greenkeepers/beheerders hiermee goed voorbereid aan de slag kunnen.
Taken Landschapsplanning bv
3
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
4 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
2.
Administratieve gegevens
2.1.
Registratieformulier Committed to Green
Taken Landschapsplanning bv
5
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
6 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Taken Landschapsplanning bv
7
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
8 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Taken Landschapsplanning bv
9
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
10 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Taken Landschapsplanning bv
11
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
12 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Taken Landschapsplanning bv
13
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
2.2. Intentieverklaring Committed to Green
14 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Taken Landschapsplanning bv
15
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
16 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
3.
Basisgegevens
3.1. Overzicht rapportages inzake natuurwaarden Ten tijde van de planontwikkeling om te komen tot de aanleg van de baan in 1985 is een eerste globale inventarisatie gemaakt van de aanwezige vegetatie. In 1992 is een voorontwerp beheersplan opgesteld om het natuurgericht beheer van de baan planmatig te kunnen uitvoeren. Als in 1995 de behoefte aan uitbreiding van de baan duidelijk wordt, worden in het beoogde uitbreidingsgebied de natuurwaarden systematisch geïnventariseerd en geregistreerd. Het beoogde uitbreidingsgebied is van oorsprong identiek aan het gebied waarin de golfbaan is aangelegd (beide naaldhoutaanplant op reliëfrijke stuifzanden). Hierdoor is de bestaande baan bruikbaar als referentiegebied voor het aangeven van de natuurontwikkelingsmogelijkheden ingeval overgegaan zou worden tot uitbreiding van de baan. Vanaf dat moment is een monitoringssysteem opgezet om de ontwikkelingen van de natuurwaarden in beeld te brengen. Na een reeks van waarnemingen is de conclusie dat door gericht beheer heischrale vegetaties toenemen en dat minder algemene en zeldzame planten diersoorten ontwikkelingskansen krijgen. Op de volgende pagina wordt een overzicht gegeven van alle beschikbare achtergrondrapportages met betrekking tot natuur en milieu op Burggolf Herkenbosch.
Taken Landschapsplanning bv
17
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
rapport nr titel doel (inv.)jaar rapport nr titel doel (inv.)jaar rapport nr titel doel (inv.)jaar rapport nr titel doel (inv.)jaar rapport nr titel doel (inv.)jaar rapport nr titel doel (inv.)jaar rapport nr titel doel (inv.)jaar rapport nr titel doel (inv.)jaar rapport nr titel doel (inv.)jaar rapport nr titel doel (inv.)jaar rapport
Golfbaan (aangelegd 1992) 1044-B bijlage A Partiële herziening buitengebied Bestemmingswijziging (t.b.v. aanleg) 1985 1044-Z Beheersplan (voorontwerp) Richtlijnen natuurgericht beheer 1992
1335-G Inventarisatie, evaluatie natuurwaarden Stand van zaken natuurontwikkeling 19921996 1997 1335-H Effectennormering Indicatie voor compensatie op basis van 1335-B en 1335-G 1997 1335-L Monitoring ontwikkeling natuurwaarden Tussenrapportage t.b.v. overleg 1997 1335-Q Monitoring natuurwaarden Inventarisatie en evaluatie 1992-1998 1999 110502/ZFO/033/50008 Arcadis Maatschappelijke en planologische beoordeling uitbreiding Behandeling bestemmingsplan Raad van State 1999 1335-S Monitoring natuurwaarden Beschrijving “nulsituatie” 2000 1335-T Verslag beheersbegeleiding 2000 Beschrijving activiteiten en maatregelen 2000 1335-U Verkenning randvoorwaarden Rapportage t.b.v. herkansing uitbreiding 2001 1335-S1 (appendix 1335-S)
1335-W
18 bv
Uitbreidingslocatie (bosgebied)
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
nr titel doel (inv.)jaar rapport nr titel doel (inv.)jaar
Golfbaan (aangelegd 1992) Beheerskaart/beheersinstructies Registratie werkwijze en resultaten 2002
Uitbreidingslocatie (bosgebied) Monitoring herpetofauna Completering “nulsituatie” 2001
1335-X Monitoringsverslag 2000/2001 Aantonen natuurontwikkelingsmogelijkheden 2000/2001
Taken Landschapsplanning bv
19
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
3.2.
Ruimtelijke ordening
Inleiding Door middel van topografische kaartfragmenten van vóór de aanleg van de golfbaan en van de situatie ná realisering van de baan wordt een algemeen beeld opgeroepen ter ondersteuning van de vertaling in de ruimtelijk ordeningskaders.
Topografie 1988 (bron: Topografische kaart van Nederland 1:25.000)
20 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Topografie 1996 (bron: Topografische kaart van Nederland 1:25.000)
Taken Landschapsplanning bv
21
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Streekplan (POL) In het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) uit 2001is de locatie ingekleurd als de categorie ‘vitaal landelijk gebied’ (Perspectief 4 c.q. P4). Het betreft hoofdzakelijk landbouwgebieden met een grote variatie aan landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten. Daarnaast komen op kleinere schaal woonbebouwing, al dan niet solitaire bedrijfsgebouwen, toeristisch-recreatieve voorzieningen en infrastructuur voor. Ingevolge die verfijning komt op de plankaart voor deze locatie de aanduiding “golfbaan” voor. Ook op de kaart toeristisch-recreatieve structuur is de locatie als golfbaan aangegeven. De baan wordt aan 3 zijden begrensd door bos- en natuurgebieden, die onderdeel zijn van de Provinciale Ecologische Structuur (PES); aan de vierde zijde ligt bedrijventerrein. De baan zelf behoort niet tot de PES. Kaartfragment POL
22 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Bestemmingsplan De bestemming van de golfbaan ligt vast in het Bestemmingsplan Buitengebied -Golfbaan- van de Gemeente Melick en Herkenbosch (1987). Het circa 65 ha grote gebied is ondergebracht in één bestemming, namelijk ‘Golfterrein”, met meervoudige bestemmingsdoeleinden. De gronden zijn bestemd voor golfsportbeoefening, instandhouding van bos, houtopstanden en natuurterrein, ondergeschikt recreatief medegebruik alsmede tot behoud of herstel van de, plaatselijk hoge, natuurwetenschappelijke waarden. Aan de bestemming zijn een aantal randvoorwaarden verbonden: - ten minste 30 ha moet in stand worden gehouden als bos of houtopstand; - ten minste 2500 m wegen of paden moeten kunnen worden gebruikt voor recreatief medegebruik; - ten hoogste 18 holes of fairways, met een gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 30 ha en waarvan ten minste 20% als natuurterrein in stand wordt gehouden; - enkele zones zijn uitgesloten van aanleg van holes (randen en omgeving voormalige dassenburcht); - buiten het bebouwingsvlak mogen uitsluitend een aantal schuilhutten worden gebouwd. Teneinde het aanwezige reliëf (markante stuifzandparaboolduinen) te beschermen is het wijzigen van het maaiveld aanlegvergunningplichtig gesteld. Het areaal in stand te houden bos of houtopstanden is door middel van een bij het bestemmingsplan behorende inrichtingstekening vastgelegd. Wijzigingen zijn slechts mogelijk op basis van een aanlegvergunning.
Taken Landschapsplanning bv
23
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Kaartfragement bestemmingsplan
24 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
3.3. Vergunningen en inspecties In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de verleende en/of aangevraagde vergunningen op Burggolf Herkenbosch. Datum
aard vergunning
object / doel
16-04-1991
aanlegvergunning
maaiveldwijziging t.b.v. aanleg tees, greens, poelen
27-02-1992
bouwvergunning
clubgebouw
22-03-1999
bouwvergunning
uitbreiding clubgebouw
06-04-2004
bouwvergunning
werktuigenloods
1995
Besluit inzake stoffen die ozonlaag aantasten
01-10-1998
Besluit horeca-, sport- en
exploitatie golfbaan
recreatie-inrichtingen CPR 9-6 16-06-2003
Idem: nadere eisen gesteld met betrekking tot afvalwater
Op 29 oktober en 1 november 1999 en 15 december 2000 zijn inspecties uitgevoerd. De vergunningen op basis van de van kracht zijnde regelgeving (Wet Milieubeheer, Besluit inzake stoffen die ozonlaag aantasten 1995) zijn toereikend bevonden.
Taken Landschapsplanning bv
25
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
26 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
4.
Natuurbeheersplan
4.1.
Introductie
In paragraaf 3.1. is een overzicht gegeven van de verslaglegging van de werkwijze om de natuurwaarden tot ontwikkeling te laten komen en die ontwikkelingen te registreren. De aanmelding voor Committed to Green is een passend moment om het vorontwerp beheersplan uit 1992 te actualiseren. Het Beheersplan is samengesteld uit twee lagen. Allereerst is er het streefbeeld waar naartoe wordt gewerkt en dat is verwoord in de beheersvisie. Beschreven worden de hoofddoelstellingen die als toetsingskader gelden voor ontwikkelingen die raken aan de aspecten natuur, landschap en milieu. Op basis van de indeling in beheerseenheden worden de doelstellingen vervolgens gemotiveerd vertaald in richtlijnen voor het beheer. Basis hiervoor is het beheersplan (voorontwerp) uit 1992. Ten behoeve van de praktische toepassing van de beheersrichtlijnen worden voor alle beheersitems werkinstructies geschreven en gebundeld in het Handboek Beheer. Dit handboek kan voortdurend worden aangevuld met beheersitems of nieuwe inzichten in beheer. Het verband tussen Beheersplan en Handboek Beheer is als volgt te schematiseren. Natuurbeheersplan
Handboek Beheer
(1335-AC hoofdstuk 4) Beheersvisie
(in voorbereiding) - streefbeeld - hoofddoelstellingen - toetsingskader
Beheerseenheden
- richtlijnen - motivatie
Beheersitems
- overzicht
- kaarten <->
- werkinstructies - beheersschema
Taken Landschapsplanning bv
27
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
4.2. Beheersvisie Hoofddoelstelling natuur Door middel van natuurontwikkeling wordt een maximale benutting van de ecologische potenties nagestreefd, binnen de randvoorwaarden die de golfsport stelt. Nader uitgewerkt betekent dit: • bestaande natuurlijke kenmerken van grondwater, bodem en reliëf handhaven en zo mogelijk de kwaliteit ervan verbeteren • maximale biotoopvariatie nastreven • beheer nauwkeurig afstemmen op aanwezige/te verwachten flora en fauna • samenhang met natuur in de directe omgeving versterken, vooral ten gunste van reptielen, amfibieën en insecten, met name gericht op het Nationaal Park De Meinweg • natuurbeleving en betrokkenheid bij medewerkers, clubleden, golfspelers en bezoekers (wandelaars) bevorderen. Hoofddoelstelling landschap Door middel van het creëren van een optimale afwisseling van openheid en beslotenheid, afgestemd op het bestaande reliëf, wordt de landschappelijke variatie bevorderd. Nader uitgewerkt betekent dit: • bestaande markante stuifzandreliëf handhaven • accentueren verschillen tussen parklandschap en natuurlandschap • behoud cultuurhistorische waarden (Hubertuspoel) • landschappelijke beleving waarborgen door behoud toegankelijkheid Hoofddoelstelling milieu Door middel van een op natuur en mens afgestemd beheer wordt zorggedragen voor een gezonde ecologische basis. Nader uitgewerkt betekent dit: • verdroging tegengaan: minimale beregening en maximale inzet van regenwaterhergebruik, waardoor benutting van grondwater tot een minimum wordt beperkt • verontreiniging tegengaan: uitsluitend toepassing van biologische bestrijding en/of volledig afbreekbare bestrijdingsmiddelen • vermesting tegengaan: uitsluitend toepassing van natuurlijke meststoffen en een uitgekiende mestgift op fairways, tees en greens • verstoring tegengaan: door middel van beplanting optimale beschutting bieden aan verstoringsgevoelige fauna • versnippering tegengaan: optimale verbindingen onderhouden met omliggende bosecosysteem (voorzieningen in raster) en heide-ecosysteem en migratieroute langs spoorbaan (corridors)
28 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
4.3. Beheerszonering Van zuidwest tot noordoost is een overgang waar te nemen die loopt van relatief cultuurlijk en intensief gebruik naar meer natuurlijk en extensief gebruik. Deze overgang was reeds voor de aanleg in basis aanwezig, ook nu nog komt de landschappelijke variatie tot uitdrukking. Dit gegeven wordt benut om de ontwikkeling van een ecologische strategie verder uit te bouwen. Niet overal worden gelijke ambities nagestreefd. Daarom wordt de golfbaan in 4 landschappelijke zones verdeeld, elk met eigen ambities (figuren 1 en 2). Deze zonering geeft houvast bij het stellen van prioriteiten. Het is te beschouwen als een toetsingsbasis voor alle veranderingen op de baan, zowel vanuit ecologische en landschappelijke, als vanuit (spel-)technische en logistieke motieven. Voorbeelden voor het gebruik van de zonering: • We willen reptielenbiotoop verbeteren: in welke zone kunnen we dan het best beginnen? • Er moet een halfverharde verbinding komen van A naar B; waar is deze het best te integreren?
Taken Landschapsplanning bv
29
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
figuur 1. Landschappelijke zones: ruimtelijke situering Thema
Kenmerken
Doelgroepen
Doelsoorten
Beheer
Erf
Hoge gebruiksintensiteit
Erfvogels
Kerkuil
Vlindertuin
Weinig reliëf
Vlinders
Koninginnenpage
Natuureducatie
Omgeving clubhuis
ve
Ver van NP
voorzieningen
Putting greens Driving range Parkeerterrein Park
Matige
Parklandschapvogel Gekraagde rood-
Poelbeheer
gebruiksintensiteit
s
staart
Bosrandontwik-
Matig reliëf
Amfibieën
Alpenwatersala-
keling
Ruime lange holes
Libellen
mander
Verloofing
Openheid
Vlinders
Kamsalamander
Bosstroken
Vleermuizen
Gehakkelde aurelia
Poelen
Watervleermuis Bos
Matige
Bosvogels
Groene specht
Dekking fauna
gebruiksintensiteit
Zoogdieren
Das
Geïntegreerd
Ree
bosbeheer
Veel reliëf Boskernen Rust Heide
Lage gebruiksintensiteit
Reptielen
Zandhagedis
Verschralings-
Matig reliëf
(Hei)schrale flora
Struikheide
Beheer
Openheid
Vlinders
Muizenoortje
Aansluiting op
Potenties heide
Sprinkhanen/krekels Heivlinder
Grenzend aan NP
Knopsprietje
NP door middel van corridor
Ver van ingang
figuur 2. Landschappelijke zones: kenmerken
30 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Taken Landschapsplanning bv
31
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
4.4. Beheerseenheden en -aspecten Kaart 1 achterin rapport Aan de hand van beheerseenheden, zoals vastgelegd in het ontwerpbeheersplan (Taken Landschapsplanning, 1992; rapportnummer 1044-Z) worden de mogelijkheden voor ecologisch beheer en aanvullende inrichtingsmaatregelen uiteengezet. Uitgangspunt is het streefbeeld dat in voornoemd beheersplan voor ogen stond. In 1997 is het beheersplan geëvalueerd aan de hand van een vergelijking van natuurwaarden van vóór de aanleg met die van na de aanleg (Taken Landschapsplanning, 1997; rapportnummer 1335-G). Hieruit volgden aanbevelingen, vooral voor die punten die nog niet voldoende konden beantwoorden aan het streefbeeld. Bij ecologisch beheer gelden te allen tijde een aantal vuistregels: Sleutel Potenties
Toelichting ·
Benut deze zo veel als mogelijk
·
Elke plek heeft een specifiek beheer nodig, afgestemd op de plaatselijk mogelijkheden
Stabiliteit
·
Fluctuaties in abiotisch milieu, bijvoorbeeld wisselende waterstand,
vermijden Variatie
·
Binnen de mogelijkheden die in een terrein bestaan (vooral bepaald door voedsel- en vochtverschillen) een optimale variatie nastreven
Fasering
·
Zorg dat elk jaar/periode een andere plek zich in een ander successie-/ beheersstadium bevindt
Continuïteit
·
Op de lokatie afgestemd beheer ongewijzigd blijven uitvoeren (dus niet voortdurend wisselen
Sturen
·
Voorbeeld: maaien vlak voor de bloei zorgt voor terugdringen van ongewenste planten; maaien na de zaadval bevordert gewenste planten
Fauna
·
Stem beheerswijze en beheerstijdstip af op de aanwezige fauna ter voorkoming van verstoring
figuur 3.
32 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Vuistregels ecologisch beheer
Daarnaast zijn er verschillende aandachtspunten per beheerseenheid. Beheerseenheden zijn ecologische eenheden met een bepaalde gelijkvormige opbouw. Ze zijn te beschouwen als ecotopen. Dit zijn terreingedeelten met vaste kenmerken (vocht, voeding, reliëf), waar een kenmerkende groep planten en dieren zich thuis voelt, bijvoorbeeld bos, heide of een poel. Extra aandacht bij beheer vragen de overgangen tussen ecotopen. Juist hier kan de soortenrijkdom groot zijn, mits het beheer op de situatie is afgestemd. Met name de fauna profiteert van de talrijke overgangssituaties op de golfbaan.
figuur 4. Beheerseenheden (schematische dwarsdoorsnede)
figuur 5.
Taken Landschapsplanning bv
33
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Streefbeeld ecologie op de golfbaan (schematische dwarsdoorsnede)
34 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
De onderscheiden beheerseenheden worden aan de hand van de navolgende trefwoorden beschreven: Oppervlakte: Landschap: Natuur: Aandachtssoorten: soorten Trend: 1992 Streefbeeld: al,
Indicatie in omvang Landschappelijke kenmerken en waarden Ecologische betekenis en belangrijkste soortgroepen Specifiek voor golfbaan Herkenbosch vastgestelde om beheer te toetsen Ontwikkelingsproces flora en fauna vanaf de aanleg in Natuurdoeltypen en referentie-vegetaties (volgens Bal et
1995) Wensen: Ambities ten aanzien van flora en fauna Beheersplan 1992: Terugkoppeling naar eerdere voorstellen (ontwerp beheersplan 1992) Kanttekening bij beheersplan 1992: Evaluatie/ nuancering voorstellen in ontwerpbeheersplan Aanvullingen beheersplan 1992: Afstemming beheer op de beheerseenheid Doelen, termijnen en toetsing Beleid/financiering: Mogelijke invalshoeken ter voorbereiding van uitvoering. Beheersitems: Opsomming items die binnen de beheerseenheid extra aandacht krijgen in de vorm van werkinstructies. De werkinstructies worden gebundeld in het “Handboek beheer”. Indien van toepassing worden achtergronden van specifieke beheersthema’s in een “kader” verder uitgewerkt.
Taken Landschapsplanning bv
35
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
4.4.1. Bodem en reliëf Kaart 2.1 achterin rapport Oppervlakte:
60 ha (dwz: terreingedeelte waarvan abiotiek ongewijzigd, omkeerbaar gewijzigd of op microschaal gewijzigd) Landschap: markant stuifzand reliëf (paraboolvorige rivierduinen) Natuur: fundament, dat onveranderd de randvoorwaarden biedt aan flora en fauna Aandachtssoorten: niet van toepassing Trend: eutrofiëring en verzuring blijven knelpunt Streefbeeld: markante stuifzandreliëf als samenhangende en waarneembare eenheid behouden Wensen: - tegengaan effecten van eutrofiering en verzuring (externe oorzaken) - tegengaan daling grondwaterspiegel (externe/interne oorzaken) Beheersplan 1992: ontwerp respecteert bodem en reliëf volledig en vraagt geen expliciete aandacht voor wat betreft beheer Kanttekening bij beheersplan 1992: voedsel- en vochttoestand zijn aan de bodemomstandigheden gerelateerd en worden beïnvloed door vermesting en verdroging. Het milieuzorgplan draagt zorg voor het behoud van deze bodemfactoren Aanvullingen beheersplan 1992: Beheer van bodem en reliëf bestaat uit handhaven van de bestaande situatie en tegengaan van negatieve ontwikkelingen met vooral externe oorzaak (verzuring, vermesting, verdroging). Interne negatieve ontwikkelingen worden geminimaliseerd door het nemen van milieutechnische maatregelen. Te denken valt aan afdichten van de bodem van de stortplaats voor maaisel, beperking van onttrekking van grondwater door intern waterbeheer, beperking van uitspoelen van meststoffen en gebruik van biologische bestrijdingsmethoden. Geen wijzigingen in bodem en reliëf, tenzij afgravingen of ophogingen op microniveau ten behoeve van de aanleg van nieuwe poelen in ingesloten laagten of ten behoeve van het verbeteren van reptielenbiotoop.
36 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Bij inrichting en beheersitems moet de locatiekeuze zorgvuldig afgestemd worden op de potenties (bijvoorbeeld verschralingsbeheer en heideontwikkeling voorrang geven op de meest voedselarme en droge bodemtypen). Doelen, termijnen en toetsing:
Geen actieve doelen, doch permanente handhaving van de aardkundige waarden.Toetsing is niet van toepassing Beleid/financiering: de aardkundige waarden (bodem, water en reliëf) van het gebied zijn door middel van het bestemmingsplan beschermd. Er mag dus niets van het oorspronkelijke reliëf worden gewijzigd. Kleine aanpassingen waarbij grondverzet plaatsvindt zijn wel toegestaan, bijvoorbeeld om een bunker aan te leggen of een steilrand te versterken als broedbiotoop van de zandhagedis. Beheersitems: - gebied met gelijke bodemkenmerken - stuifzandreliëf/kamlijn - ingesloten laagte
Taken Landschapsplanning bv
37
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
foto 1. Stuifzand
figuur 6. Dwarsdoorsnede
Aardkundige waarden Aardkundige waarden hebben betrekking op de niet-levende natuur. In vakjargon heet dat het abiotisch milieu. Aardkundige waarden gaan over geologie, geomorfologie en bodem. Het meest toegankelijk is de geomorfologie, dat letterlijk ‘aard-vormen-kunde’ betekent. In Herkenbosch bestaan de aardvormen bij de gratie van ooit stuivend zand. Je kunt rustig stellen dat stuifzand en alle aardvormen die daarbij horen kenmerkend zijn voor de zandgronden van Nederland. Stuifzandgebieden zijn heden ten dagen vrijwel overal in Nederland begroeid of bebost. Is dat niet het geval dan spreekt men van ‘levend stuifzand’. De vormen liggen dan niet vast; de duinen kunnen elk jaar weer anders zijn als gevolg van continue uitblazing en opeenhoping elders. Levend stuifzand is zeldzaam: om dat te bekijken kun je het best naar de Drunense Duinen, het Kootwijker Zand of Hulshorster Zand gaan. Ook in de kustduinen, bijvoorbeeld in de Kennemerduinen, alwaar het proces van verstuiving weer moedwillig op gang wordt gebracht, kun je een
38 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
indruk krijgen van de processen. Deze gebieden zijn voldoende uitgestrekt om de werking van de wind tot recht te laten komen.
Taken Landschapsplanning bv
39
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Bovendien bestaat daar geen gevaar voor overstuiving van dorpen of kostbare landbouwgrond. Duizenden jaren terug, in de laatste IJstijd, was stuivend zand bepaald geen zeldzaamheid. Door de ijzige koude - tot zo’n tienduizend jaar geleden - waren de zandgronden van Nederland slechts spaarzaam begroeid. Het landschap had het uiterlijk van een toendra. De wind had vrij spel. Ook in MiddenLimburg heerste in die tijd de combinatie van zand, weinig begroeiing en straffe westenwinden en werd het fijnkorrelige zand als een golvend deken over het landschap neergelegd. (Geologen spreken treffend van ‘dekzand’)
40 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
4.4.2. Boskern, bosstrook Kaart 2.2. achterin rapport. Oppervlakte: bosstrook) Landschap: transparant) Natuur: Aandachtssoorten: Trend:
35 ha (waarvan ongeveer 5 ha boskern en 30 ha vormen de contouren van de holes (overwegend
(schuwe) bosvogels, zoogdieren bosuil, havik, groene specht, zwarte specht, ree, das stabiel, das weer gesignaleerd, holenbroeders en struweelvogels nog weinig aanwezig Streefbeeld: bos van arme zandgrond (eiken-berkenbos) in zuidoosten overgang naar bos van leemgrond (beuken-eikenbos) Wensen: - das terug - dekking voor grotere zoogdieren, met name ree - meer bosvogels (vooral meer veeleisende/schuwe bosvogels en holenbroeders) Beheersplan 1992: - hoogdunnen/dunnen - verwijderen exoten - kleinschalige kap - verwerken deel takafval - pleksgewijs open trekken strooisellaag - vrijstellen loofhout - inboeten - handhaven 10% dikke naaldhout - maaien conform rough Kanttekening bij beheersplan 1992: Tot exoten worden de Amerikaanse eik en de Amerikaanse vogelkers gerekend en niet,in tegenstelling tot het beheersplan,de grove den. De grove den is in sommige percelen de moeite waard om vrij te zetten en te behouden. Wellicht eerder 20-30% van dikke naaldhout behouden, vanuit ecologisch oogpunt (structuur- en soortvariatie) en vanwege een gevarieerder vegetatiebeeld. Aanvullingen beheersplan 1992: Nu houtproductie sinds de aanleg van de golfbaan een ondergeschikte functie is, ligt de weg vrij voor geïntegreerd bosbeheer. De voordelen van geïntegreerd bosbeheer zijn
Taken Landschapsplanning bv
41
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
groot. Ecologische en landschappelijke motieven spelen daarin de hoofdrol. Zie voor een overzicht het kader ‘geïntegreerd bosbeheer’. Het omvormen van naaldbos met een eenvormige opbouw en een soortenarme ondergroei naar een gevarieerd gemengd bos met een rijke ondergroei is een zaak van lange adem. Er kan begonnen worden op enkele proefplekken van maximaal 70 x 70 m. Deze plekken worden geselecteerd uit de op kaart aangegeven vlakken. Opstanden in stakenfase met potenties voor natuurlijke verjonging, die bovendien weinig verstoringsgevoelig zijn en niet direct aan een hole grenzen, hebben de voorkeur. Uit recent terreinonderzoek op de golfbaan blijkt, dat natuurlijke verjonging al gaande is op plekken waar zonlicht doordringt, zoals bosranden en op plekken met windworp. Doelen, termijnen en toetsing:
In 2004-2005 worden in twee tot drie proefvlakken van elk maximaal 1 ha maatregelen in het kader van geintegreerd bosbeheer uitgevoerd. Vande proefvlakken wordt een vegetatieopname van de kruidlaag, struiklaag en boomlaag gemaakt. Na 5 jaar moet duidelijk effect waarneembaar zijn in de proefvlakken: een bedekking van de kruidlaag met minstens 100% toename, idem voor de struiklaag. Daarnaast moeten heidesoorten zich in het bos hebben gevestigd (in elk geval struikheide, maar ook soorten als brem, kruipbrem eb tormentil). Op basis van de resultaten wordt een bosbeheersplan
42 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
opgesteld voor alle bosstroken en boskernen van de golfbaan. De uitvoering van het bosbeheersplan start in 2010 en gebeurd per hole. Tot doel wordt gesteld binnen 5 jaar een waarneembare toename van soorten broedvogels (20%) foeragerende vleermuizen (20%). In 2009, zijnde een monitoringsjaar, wordt in de proefvlakken een vegetatieopname gemaakt en wordt de natuurlijke opslag (struiken en bomen) beoordeeld op kwaliteit en soortensamenstelling. De resulaten vinden doorwerking in het bosbeheersplan. Het effect op flora en fauna kan pas getoetst worden enkele jaren na een beheersronde voor een baangedeelte (monitoringsjaar 2015). Het effect zal vooral moeten blijken uit de toename van vogelsoorten, en foerageerbewegingen van vleermuizen. Beleid/financiering: In het bestemmingsplan is vastgelegd dat, uitgaande van 60 ha terreinomvang het areaal natuur/bos groter of gelijk is aan 30 ha en het areaal holes kleiner of gelijk aan 30 ha. In de meest recente opmeting (2003) blijkt dat bos een oppervlakte beslaat van 35,77 ha. Bij het open maken van bos moet gekapt worden. Hiervoor geldt volgens de Boswet een meldingsplicht en een herplantplicht. Zolang het gaat om beheerskap, zoals dunningen, vervalt deze plicht. Selectieve, kleinschalige kap met als doel een gevarieerder bosbeeld te krijgen is toegestaan, mits de afstand van stamvoet tot stamvoet niet meer bedraagt dan
Taken Landschapsplanning bv
43
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
1,5 x de hoogte van de bomen. Voor Herkenbosch is die afstand maximaal 25 m. De open plekken mogen bovendien elk
Beheersitems:
niet meer dan 10 are bedragen. Als voor geïntegreerd bosbeheer is gekozen, kunnen grotere stukken gekapt worden tot een maximum van 0,5 ha. Er mag binnen het terrein niet meer dan 10% van het bosareaal gekapt worden. Voor de golfbaan betekent dat een maximum van 3,5 ha, verdeeld over minimaal 6 locaties. Natuurlijke verjonging op dergelijke open plekken heeft de voorkeur boven herplant. Er kan dan een verzoek tot uitstel van herplant tot 6 jaar worden aangevraagd. Het verjongingsproces moet dan wel binnen 3 jaar op gang zijn gekomen (controle). Na 6 jaar kan zo nodig een verlenging van het uitstel worden aangevraagd. Een deel van het bos blijvend omvormen tot open natuurterrein, dus met ontheffing van de herplantplicht, kan alleen als elders gecompenseerd wordt. Dit wordt alleen onder voorwaarden goedgekeurd, bijvoorbeeld in het kader van herstel heidebiotoop of cultuurhistorische waarden. De recente aanplanten die het areaal bos op de golfbaan sinds de aanleg verhoogd hebben mogen niet ter compensatie worden ingezet. - geïntegreerd bosbeheer - ecologische piramide bestaand/nieuw - takkenril bestaand/nieuw - dicht bos - bijzondere bomen/struiken
44 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
BOS
foto 2. Bos
figuur 7. Doorsnede bos
Taken Landschapsplanning bv
45
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
mei 2004 1335-AC
In feite is het meeste bos op de golfbaan bosrand, namelijk bos dat klimatologische en ecologisch onder invloed staat van de open omgeving. Deze randzone is zo'n 50 m breed. Bij een breedte van minimaal 50-70 m en een omvang van 0,5 ha is in de kern bosklimaat merkbaar. Bij een bosklimaat is het vochtgehalte relatief hoog, worden temperatuurextremen getemperd en is de invloed van wind gering. Bos vanuit een ecologische optiek vraagt om nog wat ruimere maten: pas bij 100 m is ook ecologisch een boskern te ontwikkelen, waarin strikte bossoorten zich thuis voelen. Voor bosfauna is de verstoringsgrens cruciaal; voor een ree en voor schuwe bosvogels zoals groene specht en gaai is deze 30 m. Een smaller bos lijkt ecologisch meer op een klein landschapselement, waarin de randinvloeden overheersen. Een bos bestaat ecologisch gezien uit een zoom (0,5-5 m), een mantel (2-20 m) en een kern (minimaal 50 m) met elk specifieke soortgroepen.
46 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
GEÏNTEGREERD BOSBEHEER BOSBEHEER Bos onder geïntegreerd bosbeheer biedt ecologisch en landschappelijk tal van voordelen boven traditioneel beheerd bos: 1.
als gevolg van selectieve kap ontstaat meer ruimte voor de meest krachtige of waardevolle bomen; deze kunnen dan fraai uitgroeien;
2.
een eindbeeld met kale stammen en alleen bovenin een kruinlaag wordt voorkomen; bij de huidige geringe variatie in ouderdom binnen de opstanden is het hele bos in eenzelfde ontwikkelingsstadium en komt het moment dat het hele bos in een korte periode kaprijp is of als gevolg van ouderdom houtteeltkundig moet worden afgeschreven;
3.
ondergroei krijgt kans zodra het kroondek wordt geopend, waardoor de vegetatiestructuur verbetert; de ecologische meerwaarde stijgt (veel meer variatie in soorten plekken, dus veel meer soorten planten en dieren); in het beginstadium vooral veel ruigte met veel kleine zoogdieren: stapelvoedsel voor carnivoren, roofvogels en uilen; in een later stadium meer kans voor vlinders door zonlicht en variatie aan nectar- en waardplanten;
4.
grotere variatie tussen open/dicht en loof/naaldhout, waardoor een aantrekkelijker beeld ontstaat
5.
struik- en kruidlaag (grassen, varens, bosplanten) ontwikkelen zich: voedsel voor herbivoren (ree, konijn, haas) en dekking voor wild (ree, haas, konijn) door struiklaag;
6.
meer doorluchting door openheid in bosstroken, waardoor meer toevoer CO2 boven grasvegetaties van fairways, zodat grasgroei verbetert en vervilting minder ernstig is (meer lucht, meer licht en minder vocht);
7.
door verloofing minder naaldval en meer bladval: bladeren vallen geconcentreerd in enkele weken op de fairway en kunnen in tegenstelling tot naalden, waarvan het hele jaar door nieuwe aanvoer, weggeblazen worden in de bosrand of op hopen;
8.
eenvormige bestanden (monoculturen) maken het bos kwetsbaar voor ziekten en plagen; gevarieerde bestanden zijn minder kwetsbaar;
9.
9.kans op windworp vermindert door veranderde luchtcirculatie als gevolg van een verbeterde vegetatiestructuur;
10. loofhout levert organisch en chemisch goed strooisel en niet zo'n zure humus: dit komt ten goede aan de bodemkwaliteit en bodemleven en tenslotte aan het hele bosecosysteem
Taken Landschapsplanning bv
47
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
4.4.3. Bosrand Kaart 2.3. achterin rapport. Lengte: Landschap:
circa 10 km het landschap wordt beleefd langs de bosranden; het verloop en de kwaliteit ervan beïnvloedt de landschappelijke kwaliteit. Natuur: planten, vleermuizen, kleine zoogdieren, parklandschap/struweelvogels, dagvlinders Aandachtssoorten: struikheide, vleermuis, hermelijn, gekraagde roodstaart, bruine eikenpage/eikenpage gehakkelde aurelia (zoom) Trend: heide ontwikkelt snel, fauna voorzichtige toename Streefbeeld: struweel-, mantel- en zoombegroeiing (sleedoorn-bramenverbond, wilgenroosjes-verbond, klissen-verbond, struikheide-kruipbrem-assocatie) Wensen; - structuur in heidevegetaties - rafelige bosrand met inhammen - bloemrijke bosrand - soortenrijke fauna Beheersplan 1992: - hoogdunnen - verwijderen exoten - verwerken deel takafval - pleksgewijs opentrekken strooisellaag - handhaven 10% naaldhout - maaien conform rough in verband met braamopslag Kanttekening bij Beheersplan 1992: Tot exoten worden de Amerikaanse eik en de Amerikaanse vogelkers gerekend en niet de grove den, zoals in het ontwerp beheersplan werd genoemd. Aanvullingen beheersplan 1992: Grove dennen zijn in sommige bosranden de moeite waard om vrij te zetten en te behouden, vanuit ecologisch oogpunt en vanwege een gevarieerder winterbeeld. Het vrijzetten van bijzondere boomsoorten of markant uitgegroeide bomen heeft prioriteit (zomereik, wintereik, moseik). Braam en distel treden slechts lokaal op en vormen nergens een knelpunt ten aanzien van bijzondere ecologische waarden, zoals heidevegetaties. Bovendien zijn zowel braam
48 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
als distel de belangrijkste nectarleveranciers voor een groot aantal in het gebied aanwezige vlindersoorten. Doelen, termijnen en toetsing: bosrand
Vanaf 2004-2005 worden markante bomen in de
vrijgezet. Dit wordt beschouwd als een opstart naar bosrandbeheer. De noordelijke bosranden van holes geel 2 en geel 8, waarin enkele markante bomen staan, worden vervolgens als eerste verder gedund. Tot doel wordt gesteld dat in deze bosranden heide-ontwikkeling versneld op gang komt (tussen 2004 en 2009 neemt de bedekking met meer dan 100% toe). Ook het aantal plantensoorten neemt toe met minstens 50%. Het aantal vlinderwaarnemingen moet in de beheerde randen onder gelijke omstandigheden 50% meer zijn dan in de onbeheerde randen. In de overige randen is de ongewenste opslag van grove den, lijsterbes en berk in 2006 onder controle. Op basis van het bosbeheersplan (2010) worden de bosranden gefaseerd per hole aangepakt. Zowel in 20042005 - bij aanvang van de werkzaamheden – als in 2009 wordt de heidebedekking in kaart gebracht. Er worden per rand soortlijsten gemaakt om de flora-diversiteit te kunnen toetsen. Tevens wordt in 2009 de vlinderstand van de beheerde randen vergeleken met het totaal aan randen. Beleid/financiering: In de bosrand mag selectief en kleinschalig gekapt worden zonder meldingsplicht. Voorwaarde is dat de onderlinge afstand tussen de stamvoet van resterende bomen beperkt blijft tot ongeveer 20 m (voor Herkenbosch, uitgaande van boomhoogten van 15 m). Bij grotere afstanden kan aangeplant worden met inheems loofhout. Inhammen tussen 0,1 en 0,5 hectare zijn ook mogelijk, maar moeten wel worden gemeld. Uitgaande van natuurlijke verjonging blijft het bosareaal gelijk. Na uitkap van de holes tijdens de aanleg van de baan is op veel plaatsen een onnatuurlijk harde bosrand ontstaan. Zoom en mantel ontbreken. Bos inwaarts verleggen van de bosrand ten einde een natuurlijke bosrand te ontwikkelen is toegestaan. De (hogere) struiklaag die zich zal ontwikkelen wordt conform de Boswet tot het areaal bos gerekend. De Subsidieregeling Natuurbeheer biedt mogelijkheden
Taken Landschapsplanning bv
49
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Beheersitems:
voor een financiële tegemoetkoming bij het beheer van bestaande natuur (Rijkssubsidie; aan te vragen via Laser). - bosrandbeheer - heidebeheer
50 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
BOSRANDONTWIKKELING
foto 3. Bosrand golfbaan
Figuur8. Bosrand (patroon)
Taken Landschapsplanning bv
51
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
mei 2004 1335-AC
Bosranden vervullen een belangrijke ecologische en landschappelijke betekenis. In feite is het meeste bos op de golfbaan te beschouwen als bosrand, aangezien de invloed van het randeffect 50 m is. Beheersingrepen in de bosrand zijn in eerste instantie erg zichtbaar en niet altijd gewaardeerd, maar heeft op den duur ook het meeste effect. Landschappelijk gezien biedt een bosrand beslotenheid en luwte voor de holes, maken oriëntatie beter mogelijk en zorgt voor variatie en spanning in het landschapsbeeld. De ecologische betekenis is groot: alle soortgroepen zijn vertegenwoordigd: vleermuizen, roofvogels en grotere zoogdieren foerageren langs de bosrand, kleine zoogdieren en struweelvogels vinden een geschikt habitat in de struiklaag, parklandschapvogels zijn gebaat bij de afwisseling van open en gesloten gebieden, de meeste soorten vlinders vinden waard- en nectarplanten in de mantel- en zoomvegetaties, reptielen foerageren en zonnen op en rond kale plekken en amfibieën vinden er hun land- en winterbiotoop. Een hoogwaardige bosrand voldoet aan de volgende kenmerken: 1.
vormt een doorlopende structuur, waardoor oriëntatie en jacht voor bepaalde soortgroepen wordt verbeterd;
2.
heeft inhammen waarin een microklimaat heerst, dat vooral door vlinders wordt gewaardeerd, vooral wanneer de expositie van de bosrand west, zuidwest of zuid is. Deze inhammen zijn bij veel insecten in trek, daar komen vervolgens weer vleermuizen op af;
3.
hebben een complete opbouw met zoom en mantel die plek bieden aan een diversiteit aan planten
4.
waaronder veel nectar- en waardplanten voor vlinders;
zijn gesitueerd op enige afstand van een parallel pad, zodat verstoring en tred door recreatie beperkt
worden.
4.4.4. Rough Kaart 2.4. achterin rapport Oppervlakte: Landschap:
10 ha onderdeel open ruimten, waardoor stuifzandreliëf beleefbaar wordt en oriëntatie beter mogelijk is Natuur: planten, dagvlinders, reptielen Aandachtssoorten muizenoor, kruipbrem, zandoogjes, zandhagedis, kommavlinder Trend: geleidelijke toename van soorten en bedekking Streefbeeld: droge heide, droog schraal grasland, plekken open zand (struikheide-kruipbrem-associatie, zilverhaver-verbond, borstelgras-verbond, buntgras-verbond) Wensen: - meer soorten bloeiende kruidachtigen - groter oppervlakte schraalgrasland en heide - voor de bosrand staande solitaire loofbomen of
52 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
boomgroepen - meer vlinders en reptielen Beheersplan 1992: - maaien en afvoeren (1 x per 1 tot 3 jaar) - pleksgewijs plaggen en afvoeren - heide extensief maaien (1 x per 4-6 jaar) of plaggen (1 x per 12 jaar) - afvoeren bladafval (vooral in heidevegetaties) Kanttekening bij beheersplan 1992: Heide kan extensiever beheerd worden, mits vergrassing niet overheersend is. Belangrijk is ook het voortdurend (jaarlijks) nalopen op bosopslag. Vroegtijdig verwijderen kost weinig moeite en verstoort nauwelijks. Het beeld dat jarenlange verschraling heeft opleverd is helaas niet altijd hetgeen voor ogen stond: dor en soortenarm gras, zonder de verwachte bloeiende kruidachtigen. Kale plekken worden als knelpunt gezien en nu ingezaaid ter voorkoming van modder/erosie. Aanvullingen beheersplan 1992: In de roughs ligt de meeste ecologische speelruimte. Het golfspel laat op grote delen van de roughs ruimte voor een hogere begroeiing. Een voorbeeld zijn de pars 3 holes, waar tussen tee en green niet gespeeld hoeft te worden. De mogelijkheden zijn verder afhankelijk van helling en slagrichting. Voor Herkenbosch is de speelruimte die het spel biedt aan ecologie vergeleken met de potenties vanuit bodem en reliëf. Het meest in aanmerking voor verschraling komen de meest voedselarme bodems op hellend terrein. In tegenstelling tot de green, tee en fairway wordt de rough geheel onbemest gelaten. Doelen, termijnen en toetsing: maaien en
Bij voortzeting van het vereschralingsbeheer (een maal afvoeren maaisel, plaatselijk zelfs geheel niet maaien) zal het aantal schraalgrasland en heischrale soorten op de rough toenemen. IN 2004-2005 wordt het maximaal haalbare oppervlak van de rough uit het reguliere beheer genomen. Gestreefd wordt naar een toename van kruidachtigen met 25% in 2006, 50% in 2009 en 100% in 2012. Hieronder bevinden zich naast schraalgraslandsoorten ook heide-soorten, waaronder struikheide. Het aantal
Taken Landschapsplanning bv
53
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
soorten vlinders op het totale terrein houdt gelijke tred met de verschraling. Het aantal waarnemingen van nectarzoekende vlinders neemt aanzienlijk sterker toe. Het meten daarvan is nauwelijks zinvol, omdat de vlinderstand per jaar sterk verschilt en vergelijking daarom weinig oplevert. Het oppervlak “schrale plekken” neemt toe met 100% in 2012. In 2006, 2009 en 2012 worden totaallijsten gemaakt van de kruidlaag van alle roughs. Dit levert vergelijkingsmateriaal waarmee de gestelde doelen getoetst kunnen worden. In deze jaren wordt ook de bedekking met “schrale plekken” gekarteerd (een “schrale plek” wordt gekenmerkt door een vegetatiebedekking van minder dan 25%). Beleid/financiering: De Subsidieregeling Natuurbeheer biedt mogelijkheden voor een financiële tegemoetkoming bij het beheer van bestaande natuur (Rijkssubsidie; aan te vragen via Laser). Beheersitems - verschralingsbeheer - plaggen
54 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
VERSCHRALING
foto 4. Rough met schraalgrasland
figuur 9. Verschraling door gefaseerd maaibeheer (voorbeeld) (bron: Handboek natuur op golfbaan 1996)
Taken Landschapsplanning bv
55
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
mei 2004 1335-AC
Wanneer er in een gebied een hoog voedselaanbod is, profiteren bepaalde plantensoorten daar van, zoals brandnetels, zuring, hondsdraf (nitrofiele soorten), maar ook veel grassen. Zij groeien, snel, zijn zeer algemeen en maken de vestiging van andere soorten moeilijk. Het zijn dominante planten. De hoge voedselrijkdom in de bodem komt dus bovengronds tot uitdrukking. Op zich niet erg, maar als je natuurwaarden wilt verhogen is dit niet wenselijk. Een hoge natuurwaarde bereik je door de aanwezigheid van veel verschillende soorten planten (diversiteit) en veel ongewone planten (zeldzaamheid). En hoe meer soorten planten, des te meer soorten insecten, omdat die vaak afhankelijk zijn van één of enkele plantensoorten. Natuurbeheerders streven daarom naar een zo schraal mogelijk milieu. Hoe verschraal je? (1) Door te maaien en het maaisel af te voeren of (2) door afplaggen van de vegetatie en de bovenste bodemlaag en de plaggen af te voeren of (3) door grazers in te schakelen (rund, schaap, paard). Bij alledrie methoden wordt voeding afgevoerd. Op de golfbaan komt maaien het meest in aanmerking. Helaas komt er via de lucht weer voeding bij (door vervuiling of slordige bemesting). Om grassen te ontmoedigen wordt eind mei, begin juni gemaaid; vlak voor de bloei van grassen. Dan wordt de meeste plantenmassa, dus voeding afgevoerd, waardoor grassen langzaam uitgeput raken. Bovendien worden er geen zaden geproduceerd. Zo wordt verspreiding tegengegaan. Het grootste effect is te verwachten wanneer vervolgens in augustus of september weer wordt gemaaid, nadat bloeiende kruiden hun zaden hebben laten vallen. Op te zeer vergraste of vervilte delen is plaggen de enige oplossing Zandgrond is van nature al arm aan voedingsstoffen. Een voordeel dus. Toch zal er verder verschraald moeten worden. Zeker na een ingreep waarbij plotseling veel licht op de bodem komt of de bodem verstoord wordt. Bijvoorbeeld na de aanleg van holes. Licht en bodemverstoring maken in de bodem opgeslagen voeding vrij. Daar profiteren in het begin distels, brandnetels en wilgenroosjes van. Op zandgrond is één keer per jaar maaien in augustus/september vaak voldoende om na enkele jaren effect te zien: het maaisel wordt steeds minder en er verschijnen nieuwe planten. Dat scheelt beheerskosten en levert een mooier beeld op.
4.4.5. Fairway Kaart 2.4. achterin rapport. Oppervlakte: Landschap:
15 ha onderdeel open ruimte waardoor stuifzandreliëf beleefbaar wordt en oriëntatie mogelijk is Natuur: voedselgebied lijsterachtigen, jachtgebied roofvogels, jachtgebied vleermuizen Aandachtssoorten: vleermuis, grote lijster, buizerd Trend: vermoedelijk stabiel Streefbeeld: droog grasland (zilverhaver-verbond) Wensen: - meer (voedselzoekende) fauna (kraaien uitgezonderd)
56 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
- meer gevarieerde flora Beheersplan 1992: - frequent maaien (8-12 x per jaar) - maaisel afvoeren (1 x per jaar) - kale plekken doorzaaien met roodzwenkgras-struisgras Kanttekening bij Beheersplan 1992: Kale plekken aan de rand van een rough, dus buiten de speelzone, kan men beter niet direct inzaaien. Zeker wanneer deze een zonnige (zuidwestelijke) expositie hebben en de bodem zandig is. Dit zijn belangrijke onderdelen van biotoop van reptielen (zandhagedis) en dagvlinders (heidevlinder en kommavlinder). Verder zijn dit kiemplekken voor schraalgrasland- en heidesoorten. Aanvullingen beheersplan 1992: De fairway op pars 3 holes, waarvan er vier zijn, wordt nauwelijks of niet gebruik: als handicap moet hier in 1 keer naar de green geslagen worden. Er is dan veel ruimte voor de ontwikkeling van een hogere vegetatie tussen tee en green. Natuurlijke hazards worden toegejuicht: zij verhogen de landschappelijke en ecologische waarde en leveren bovendien een extra dimensie aan het spel. Voorbeelden: liggende boomstammen (na selectieve kap in de bosrand naar fairway slepen), een zandkuil of een groep struiken. Dit soort hazards verhogen de veiligheid, mits juist geplaatst: men moet immers hoog opslaan om de hazard te passeren. Het aanleggen van paden voor buggy’s en klepelmaaier heeft een voordeel: verdichting en verstoring van de bodem is daarmee geconcentreerd aan één zijde, waardoor andere de potenties aan de andere zijde beter benut kunnen worden. Doelen, termijnen en toetsing: In 2004-2005 wordt een minimale begrenzing van de fairway vastgesteld. De bemesting en beregening van de fairway is reeds minimaal. Bestriiding van is geheel biologisch. Een meer natuurlijke begrenzing van bunkers wordt als doel gesteld, zeker op plaatsen waar de bunker aan rough grenst (model “oude bunkers”). Beleid/financiering: niet van toepassing Beheersitems: - natuurlijke hazards - bemesting
Taken Landschapsplanning bv
57
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
58 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
4.4.6. Poel Kaart 2.5. achterin rapport. Oppervlakte: Landschap:
maximaal 0,5 ha Hubertuspoel als cultuurhistorisch element, om differentie tussen holes onderling te geven, ter oriëntatie op de holes en als toevoeging belevingswaarde Natuur: amfibieën, libellen, drenkplaats Aandachtssoorten: heikikker (pioniersoort), kamsalamander (goede ambassadeur voor alle amfibieën). Trend : stabiel Streefbeeld: zoet watergemeenschap, rietland en ruigte (verbond van kleine fonteinkruiden, vlotgras-egelskop-verbond, moerasspirea-verbond) Wensen: - regenwaterbuffering combineren met een grote poel - uitbreiding met amfibieën van zeer ondiepe plassen - meer bijzondere libellen Beheersplan 1992: - uitbaggeren, uitdiepen en schonen (1 x per 4 jaar) - maaien oeverzone (1 x per jaar) - maaien ruigte/ zoom (1 x per 4 jaar) - afvoeren maaisel Kanttekening bij Beheersplan 1992: Uitbaggeren is een beheersmaatregel die zo min mogelijk moet gebeuren vanwege de onvermijdelijke verstoring van het watersysteem. De verwachting is dat de noodzaak tot uitbaggeren voorlopig gering is. Er is namelijk weinig bladval en de bodem is overal voedselarm. Verstoring van het waterecosysteem door vis en (exotische) watervogels moet worden voorkomen. Aanvullingen Beheersplan 1992: Poelen moeten niet als losse elementen elementen worden gezien, die alleen maar wat toevoegen aan de belevingswaarde en het spel. Poelen vormen een onmisbaar onderdeel van het leefgebied van amfibieën en libellen (als vertegenwoordigers van watergebonden insecten) en vormen onderdeel van het leefgebied van sommige vlinders, vogels en zoogdieren. Niet alleen de kwaliteit van de poel zelf moet optimaal zijn, ook de omzomende vegetaties dienen natuurlijk zijn. Dat is niet mogelijk, binnen de kaders van het spel. Toch zal er
Taken Landschapsplanning bv
59
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
altijd wel één zijde van de poel zijn waar extensief beheer inpasbaar is. Bij voorkeur ligt deze randzone aan de noordof oostzijde en sluit deze aan op een goed ontwikkelde bosrand. Zo worden zomer- en winterbiotoop van verschillende soorten amfibieën naast elkaar gecreëerd. Tevens kunnen schuwe zoogdieren vanuit de beschutting van de hoge begroeiing het water bereiken (drinkplaats, jachtgebied). De kwaliteit van elke poel afzonderlijk staat voorop: niet alleen de waterkwaliteit, maar ook het onderwaterprofiel, de vegetatie en het evenwicht tussen waterflora- en fauna. Jaarlijkse toetsing van deze kwaliteit is essentieel. Bij de aanleg van nieuwe poelen geldt dat deze op plekken met potentie moeten liggen, dus met ruimte voor natuurontwikkeling rondom en dat er vooral grote delen heel ondiep zijn, waardoor deze in de loop van de zomer droogvallen. De groep van pioniersoorten op de baan is namelijk ondervertegenwoordigd.
60 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
foto 5. Poel golfbaan
figuur 10. Poel als voortplantingsbiotoop
Taken Landschapsplanning bv
61
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
mei 2004 1335-AC
POELEN ALS VOORTPLANTINGSBIOTOOP Een poel is een kunstmatig, van overig water geïsoleerde zoetwaterplas. Oorspronkelijk zijn poelen aangelegd met als primaire functie het voorzien in de behoefte van drinkwater voor het vee op plekken waar zoet water niet direct voorhanden was. Poelen komen dus voornamelijk voor in de hogere en drogere delen van Nederland. Meestal liggen ze in de omgeving van bebouwing. In dorpskernen hadden de poelen soms ook een functie als bluswater, spoel/waswater of werden gebruikt voor opvang van regenwater om wateroverlast aan de bebouwing te voorkomen. De poelen op de golfbaan zijn weliswaar aangelegd, maar hebben een natuurlijk karakter. Zij houden qua verschijningsvorm en ecologie het midden tussen een ven en een poel. Het doel bij de aanleg van een poel is tegenwoordig het maken van een extra leefgebied, dat gericht is op de voortplanting van o.a. amfibieën en libellen Bij de aanleg van een poel, zijn een aantal aspecten doorslaggevend voor het succes: ·
omvang is minimaal 25 m2 (vanwege buffering en voldoende variatie)
·
diepte is in het midden minimaal 1,5 m
·
waterdiepte varieert; diepe en zeer ondiepe zones
·
buffering tegen verdroging (verdroging voor augustus is funest)
·
goede waterkwaliteit (geen vervuiling of instroom meststoffen)
·
zuurgraad tussen pH 5 en pH 7
·
enting met zuurstofleverende planten uit naburig en vergelijkbaar water
·
goede inval zonlicht (opgaande begroeiing aan noord/oostzijde)
·
landbiotoop in directe omgeving, vanwege overwintering in bosrand, struiken en dood hout
·
geen vis (vissen eten larven/ eieren of wroeten waardoor water troebel wordt)
·
binnen bereik van een gezonde amfibieënpopulatie
Poelen zijn niet alleen belangrijk als voortplantingsbiotoop voor veel soorten amfibieën, sommigen overwinteren er ook in de modderige bodem. Bij poelen met een aangebrachte bodem (folie, bentoniet of leem) is het daarom zaak om daarboven een bodemlaag aan te brengen. Bovendien geeft het een bescherming voor de extra kwetsbare bodem. Tussen de amfibieën zitten weinigeisende soorten, zoals bruine kikker en kleine watersalamander, maar ook soorten die meer specifieke eisen stellen. De kamsalamander (ook bekend als grote salamander) is misschien wel de moeilijkste van het stel: als deze zich in een poel stand weet te houden, betekent dit dat voor vrijwel alle soorten de situatie voldoet. Mits er in de nabijheid gezonde populaties voorkomen (maximale afstanden variëren sterk per soort, maar liggen meestal tussen 1 en 5 km). De kamsalamder verdient het predikaat ‘ambassadeur van de amfibieën’. De kamsalamder heeft relatief voedselrijk water nodig met vrij diepe delen enerzijds en ondiepe, rijk begroeide delen anderzijds. Het voorkeursbiotoop is niet voor niets een strang of wiel in het rivierengebied. Aan de andere kant zijn er pioniersoorten van heideterreinen en deze hebben zuurder, voedselarmer water nodig, vaak ondiep en droogvallend in de nazomer en met weinig waterplanten. Voorbeelden zijn heikikker en rugstreeppad. Water dat voor amfibieën geschikt is, wordt ook door libellen (echte libellen en waterjuffers) als voortplantings- en voedselgebied graag bezocht. Libellen en waterjuffers leggen er hun eitjes en brengen als larve het grootste deel van hun leven onder water door. De larven overwinteren in de
62 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
bodem. Meer dan bij amfibieën verhoogd een gevarieerde oevervegetatie met riet- of biezenzone de mogelijkheden en dus het aantal soorten. Tenslotte worden poelen in een droog stuifzandgebied graag bezocht door dorstige zoogdieren. De insectenrijkdom boven het wateroppervlak trekt vleermuizen (vooral de watervleermuis).
Doelen, termijnen en toetsing: het
Het behoud van de gevarieerde amfibieenpopulatie is
voornaamste doel. Omdat de poelen klein zijn, is de omgevingsinvloed groot. Tot doel wordt gesteld dat alle poelen door minimaal 5 soorten amfibieen per jaar gebruikt worden als voortplantingsbiotoop. Stabiliteit in de abiotiek en biotiek is het streven. Voor het gehele terrein wordt tot doel gesteld minaal 8 soorten per jaar. Elk monitoringsjaar worden ale poelen op pH, EGV, helderheid, eventuele verstoring (vis, eenden, ophoping organisch materiaal) onderzocht. Tevens wordt de geschiktheid als voortplantingsplaats beoordeeld (voortplantingssucces per soort). Beleid/financiering: De Subsidieregeling Natuurbeheer biedt mogelijkheden voor een financiële tegemoetkoming bij het beheer van bestaande natuur (rijkssubsidie; aan te vragen via Laser). Life III is een financierings-programma van de EU, dat conform Europese richtlijnen biotoopverkenning voor prioritaire soorten subsidieert. In de poelen gaat het om prioritaire soorten kamsalamander, poelkikker en (in potentie) heikikker. Het gaat om 30 tot 50% van de kosten van beheersmaatregelen. Beheersitems: - bestaande poel - nieuwe poel - bestaande poel vergroten tot regenwaterbassin
Taken Landschapsplanning bv
63
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
4.4.7. Fauna Kaart 2.6 achterin rapport. Oppervlakte: niet van toepassing Landschap: raster onopvallend, overige voorzieningen idem Natuur: betreft alle faunagroepen Aandachtssoorten: met betrekking tot migratie: das, ree Trend: uitwisseling van fauna neemt toe Streefbeeld: zie voorgaand (per beheerseenheid) Wensen: - uitbreiding interactie met omgeving - optimale diversiteit aan soorten die kenmerkend zijn voor de regio Beheersplan 1992: - das: gefaseerde omvorming naaldhout naar loofhout met hakhoutbeheer - hermelijn: takkenbossen, ruigten op kapvlakten (met maaibeheer) - grootoorvleermuis: dunnen, holle en dode bomen als overstaanders - laatvlieger: kapvlakten, dunnen, oude bomen als overstaanders - bosuil: bosrandontwikkeling met maaibeheer (mantel/zoom), oude bomen sparen, nestkasten - gekraagde roodstaart: houtstapels, oude bomen, hakhoutbeheer (tzt), nestkasten - heikikker: openheid rond poel (kap), ruigtkruidenrand (maaibeheer) - gladde slang: dunnen, zoomontwikkeling (opslag verwijderen/maaibeheer) - bruine eikenpage: eikenaanplant onder hakhoutbeheer, bloemrijke ruigten Kanttekening bij beheersplan 1992: De grote aandacht voor de fasering en het tijdsstip van beheer die bij elk soort wordt genoemd is zeer terecht en wordt grotendeels overgenomen in het onderhoudsschema. De genoemde soorten zijn indicatief voor de baan en vertegenwoordigen meerdere soorten; het zijn als het ware “ambassadeurs” voor bepaalde soortgroepen. Genoemde soorten zijn de voorbije 10 jaar geconstateerd op de baan, uitgezonderd de heikikker en de bruine eikenpage. Extra aandacht in het beheer voor deze soorten is nodig en zal
64 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
een breed positief effect hebben. Aanvullingen beheersplan 1992: Omdat de golfbaan direct aansluit op het Nationale Park De Meinweg is gerichte biotoopverbetering bijzonder kansrijk. Er kan met eenvoudige middelen aan biotoopverbetering worden gedaan. Natuurlijke nestholten zijn te allen tijde te prefereren boven nestkasten. Het duurt echter minstens 50 jaar voor de vrijgezette of aangeplante loofbomen voldoende holten leveren. In deze periode zijn nestkasten een goede oplossing. Vergelijkbare motieven gelden voor de aanleg van broedhopen voor reptielen, vleermuiskasten en weipalen. Ook de poelen op folie zijn ecologisch te motiveren: het grondwater is de afgelopen decennia dermate gezakt dat natuurlijke natte milieus zijn verdwenen en voorlopig ook niet zijn te verwachten. De voorzieningen voor fauna worden gemaakt van natuurlijke en bij voorkeur gebiedseigen materialen. Er mogen geen onafbreekbare middelen ten behoeve van verduurzaming gebruikt worden. Verder zijn de voorzieningen zo sober en onopvallend mogelijk, zodat ze onderdeel vormen van het landschap. Doelen, termijnen en toetsing: Hoewel de zandhagedis vanaf 1997 zich voortplant binnen de grenzen van de golfbaan, is de populatie reptielen niet evenwichtig. Doel is om in 2006 vier soorten reptielen permanent op de golfbaan te herbergen (zandhagedis, hazelworm, levendbarende hagedis en gladde slang). Tweede doel is de das permanent terug op de baan (in de vorm van een bewoonde burcht). Een verdubbeling van het aantal holenbroeders en de vestiging van vleermuizen in het zomerseizoen - door gebruikmaking van de kasten – zijn eveneens belangrijke doelen. Behalve een verschraling en het bosbeheer, draagt een verscheidenheid aan kleine biotoopvebeterendre maatregelen hieraan bij. Dit alles moet leiden tot een aanzienlijke vergroting van de faunadiversiteit met 20% voor 2006, 40% voor 2009 en 60% voor 2012. Elk monitoringsjaar worden de populaties van de genoemde soorten beoordeeld op kwaliteit en stabiliteit
Taken Landschapsplanning bv
65
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
(aantal individuen, samenstelling per soort, verspreiding binnen het terrein). Beleid/financiering: Life III is een financieringsprogramma van de EU, dat conform Europese richtlijnen biotoopverkenning voor prioritaire soorten subsidieert. Prioritaire soorten waarvoor Life III in principe subsidie verleent zijn voor wat betreft de golfbaan: zandhagedis, gladde slang en enkele soorten vleermuizen.
66 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
NATIONAAL PARK DE MEINWEG
figuur 11. Nationaal Park De Meinweg (De Rolvennen)
foto 6. Zandhagedis
Taken Landschapsplanning bv
67
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
mei 2004 1335-AC
Golfbaan Herkenbosch grenst direct aan het Nationaal Park De Meinweg, waardoor soortgerichte biotoopverbetering een hoge effectiviteit kent. De Meinweg is een natuurgebied van circa 1600 ha onder beheer van onder andere Staatsbosbeheer (hoofdbeheerder) met uitgestrekte heidevelden en dennenbossen, geheimzinnige vennen, kristalheldere beekjes en loofbossen. In het afwisselende gebied komen voor Nederland unieke hoogteverschillen voor, die zijn ontstaan door verschuivingen en barsten in de aardkorst. Hierbij zijn terrassen gevormd met steile overgangen van 2 tot 30 meter hoog. Dwars op deze ‘treden’ liggen de beekdalen van de Roode beek en de Boschbeek. De beken hebben nog een vrij natuurlijk, kronkelend verloop met stroomversnellingen, grindbanken en veel bijzondere waterorganismen, waaronder het zeldzame visje de beekprik. Het veelzijdige Nationaal Park De Meinweg is een geschikt leefgebied voor allerlei dieren, mede omdat het aan een uitgestrekt bosgebied in Duitsland grenst. Vrijwel overal komen wilde zwijnen en reeën voor en er zijn zo’n honderd verschillende vogelsoorten waargenomen, waaronder kraanvogels. Daarnaast staat het gebied bekend vanwege de rijkdom aan wilde planten, insecten, amfibieën en reptielen. De Meinweg biedt goede mogelijkheden voor wandelaars, fietsers en ruiters (mits in bezit van een ruiterpenning van de gemeente Roerdalen) ( bron: Handboek Natuurmonumenten 2002)
Beheersitems:
- broedvogelkast - vleermuiskast (cluster) - broedhoop zandhagedis - broedhoop kevers - weipalen - steilrand - dassenburcht - corridor reptielen - uittredeplaats ree - wildraster - wildrooster - faunapoortje
68 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
4.4.8. Paden en bebouwing Kaart 2.7. achterin rapport. Oppervlakte: Landschap: Natuur:
3 ha nieuw slingerend padenpatroon, nieuwe bebouwing uitwisseling fauna omliggend bosecosysteem (meer schuwe bosvogels, grotere zoogdieren) Aandachtssoorten: mierenleeuw, kerkuil, koninginnepage Trend: bebouwingsoppervlak en (onverharde) paden ten behoeve van de golfsport toegenomen Wensen: - meer (beleefbare) natuur direct rond clubhuis en langs openbare paden - informatievoorziening over natuurwaarden op enkele cruciale plekken Beheersplan 1992: - maaien 1 m uit padrand (1 x per jaar) - afvoeren maaisel - aanbrengen van grintzand (indien noodzakelijk 1 x per 4 jaar) Kanttekening bij beheersplan 1992: geen opmerkingen Aanvullingen beheersplan 1992: Na enkele jaren ervaring in het gebruik van de baan en een toename van het gebruik van buggy's bleek dat het beter was paden op de fairways aan te leggen konden worden in plaats van een ongebaand belopen of berijden van de baan. Voordeel is dat een ongebreidelde bodemverdichting en verstoring van flora en fauna wordt voorkomen. Nadeel is dat de paden logischerwijs op de overgang bosrand-rough zijn gesitueerd: juist hier zijn de grootste kansen voor natuurontwikkeling. De meeste paden zijn aan de ecologisch minder interessante zijde gesitueerd. Natuureducatie is een belangrijk onderdeel van de visie ‘natuur en landschap op de golfbaan Herkenbosch’. Paden en bebouwing bieden aanknopingspunten voor informatievoorziening over landschap, flora en fauna. Doelen, termijnen en toetsing: De beleving van natuurwaarden, zowel voor golfspelers als voor recreanten, is het belangrijkste doel. In 2006 zullen de eerste middelen hiertoe worden ingezet. Natuurbeleving
Taken Landschapsplanning bv
69
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
laat zich moeilijk meten. Beleid/ financiering: Interreg III en Euregio voorzien in subsidiemogelijkheden voor informatievoorziening met betrekking tot natuurwaarden. Het gaat om 35% van de kosten van dergelijke voorzieningen. Beheersitems: - bebouwing - directe omgeving bebouwing - openbare toegang - pad met recreatief medegebruik - pad ten behoeve van golfsport
70 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
5.
Milieuzorgplan
5.1.
Doel
Het milieuzorgplan beoogt niet alleen strikte naleving van de milieuwetgeving (zie 3.3. Vergunningen en inspecties) te bewerkstelligen, maar tevens een proces op gang te brengen waarbij voortdurend aandacht is voor de effecten van de bedrijfsvoering op het milieu. In dat bewustwordingsproces gaat de aandacht uit naar de meest doelmatige aanwending van grondstoffen en gerichte beïnvloeding van het ontstaan van afval en de wijze van verwerking ervan. Overigens looft de Provincie Limbrug een prijs uit voor duurzame ondernemer van het jaar (Duurzame Ondernemers Prijs: zie www.ProvincieLimburg.nl).
5.2. Afvalstromen en grondstoffen - Riolering en (hemel)water Het gebouwencomplex is van oudsher aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel voor wat betreft de droogweerafvoer (dwa). Het hemelwater van daken en terrassen is afgekoppeld en kan middels een zaksloot infiltreren. Voor het parkeerterrein is bewust gekozen voor aanleg in halfverharding in de vorm van gebroken puin zodat geen afwateringsvoorziening nodig is; het regenwater kan ter plaatse infiltreren. Het beregenen van de baan gebeurt met ijzerarm grondwater. Op jaarbasis is het verbruik 40.000 m3. - Bedrijfsafval Het bedrijfsafval wordt volgens onderstaande sortering op afroep opgehaald door gecertificeerde bedrijven. Afvalstromen en nummers: Accu’s J15/889296 Witgoed CE8/79B9011 Olie houdend garage afval J15/199146 Lege emballage J15/869510 Schilders KGA-plus J15/6V902U Afval olie 0306403
Taken Landschapsplanning bv
71
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Ontvetter J15/1C9038 Olie water slip mengsel (Olie afscheider) CE8/8539488 Afgewerkte olie 05KW26017204 Maaisel, snoeisel en bladafval worden gecomposteerd en elders hergebruikt. Oud ijzer wordt opgehaald via een plaatselijke vereniging. - Huishoudelijk afval Het huishoudelijk afval wordt afgevoerd door middel van de reguliere reinigingsdienst. Papier wordt gescheiden afgevoerd. - Opslag gevaarlijk stoffen Opslag van gevaarlijke stoffen gebeurt conform de hiervoor gestelde eisen. - Verdere bijzonderheden Bij extreme droogte wordt op de baan een rookverbod ingesteld, er mag dan uitsluitend nog worden gerookt bij het starthuisje. Hier hangt tevens een brandblusser. Verder is er voor brand en calamiteiten de gehele dag een ranger op de baan aanwezig, die telefonisch in contact staat met de balie en greenkeepers. - Gebruik conditioneringsmiddelen Bemesting wordt toegepast op de greens, tees en fairways - gift op jaarbasis 220 kg zuivere N (stikstof) en 220 kg zuivere K (kalium) -. Fosfaat, calcium en magnesium worden in beperkte mate toegediend. Engerlingen worden bestreden met aaltjes. Mosgroei wordt tegengegaan door gebruik van ijzersulfaathoudende middelen.
5.3. Recente ontwikkeling Doorgevoerde milieu-inspecties (zie paragraaf 3.3) brachten aan het licht dat inrichting en beheer van het opslagdepot verbetering behoefden. In samenhang met ontwikkelingen in de arboregelgeving is besloten vergunning te vragen voor een bedrijfsgebouw op enige afstand van de bestaande bebouwing. De bouwvergunning is verleend per 06-04-2004. Gekozen is voor een locatie aan de rand van de baan, bereikbaar via bestaande wegen (zie figuur: locatie te bouwen loods). Gunstige bijkomstigheid van de gekozen locatie is dat werkverkeer en bezoekend verkeer van elkaar gescheiden worden. Bij realisering van dit bouwwerk wordt naast de noodzakelijke voorzieningen
72 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
voor het personeel uit oogpunt van arboregels tevens voorzien in doelmatige en milieuvriendelijk opslagcapaciteit voor de benodigde bedrijfsgrondstoffen. Ook wordt voorzien in een opslagruimte voor groenafval die voldoet aan de milieuvoorschriften (vloeistofdichte vloer; opvang percolatiewater in bufferkelder; periodiek ledigen met lozing op rioolstelstel). Door het treffen van deze bouwkundige voorziening is een belangrijke inhaalslag gemaakt op het gebied van milieuzorg.
Taken Landschapsplanning bv
73
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
figuur 12. Locatie te bouwen loods
74 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
5.4. Monitoring en evaluatie Aan de hand van registratie van grondstoffengebruik en monitoring van resultaten vindt jaarlijks evaluatie plaats.
Taken Landschapsplanning bv
75
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
76 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
6.
Strategisch verbeterplan
Hoewel veel bereikt is op het gebied van natuurbehoud en -ontwikkeling, zijn verschillende kansen nog niet optimaal benut. Bovendien blijft een vinger aan de pols noodzakelijk. Maatregelen ter verbetering zijn nodig om uiteindelijk het streefbeeld te bereiken. En te waarborgen. Dat kan niet in een keer, maar gebeurt stapsgewijs. Op weg naar het streefbeeld zijn de volgende onderdelen van belang: Communicatie intern De CtG-commissie speelt hierin de belangrijkste rol. Deze zal jaarlijks in januari/februari bijeen komen om het voorafgaande jaar te evalueren en om de lijnen voor het komende jaar uit te zetten. Mogelijk moet de prioritering van maatregelen of zelfs het streefbeeld worden bijgesteld. Het CtG-team koppelt terug naar het management, bestuur, leden en bezoekers van de baan. Het versterken van het interne draagvlak is hiervan het voornaamste doel. De communicatiemiddelen zijn divers: mededelingen en kleine exposities in de entree van het clubgebouw, natuurscorekaarten, artikelen in het clubblad Swing, natuurinformatie in het terrein zelf en excursies voor greenkeepers, leden en bezoekers. Uitvoering van maatregelen Het opstellen van een prioriteitenlijst is een van de eerste stappen die de CtGcommissie moet nemen. Bij Burggolff Herkenbosch staat de omvorming van monotoom naaldbos naar gevarieerd bos bovenaan op de lijst. Uit monitoringsresultaten blijkt dat hier de grootste stagnatie in natuurontwikkeling is, terwijl de kansen juist groot zijn. Hiermee samen hangt bosrandontwikkeling en heidebeheer. Voorgesteld wordt om met een proefvlak geïntegreerd bosbeheer te starten. Eveneens hoge prioriteit heeft de biotoopverbetering voor zandhagedis en das. Voor beide kunnen betrekkelijk eenvoudig gerichte maatregelen worden getroffen. Een derde actiepunt ligt op het gebied van intern waterbeheer in combinatie met de poelen. Beheersbegeleiding Aansluitend op het natuurbeheersplan wordt een “Handboek Beheer” samengesteld. Hierin komen de beheersitems uit het Natuurbeheersplan (zie hoofdstuk 4) uitvoerig aan de orde. Praktische richtlijnen maken een goede
Taken Landschapsplanning bv
77
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
uitvoering van de maatregelen mogelijk. Het handboek kan voortdurend worden geactualiseerd en kan worden ingevoegd in het werkschema van de greenkeeper. Bij het handboek hoort een kaartenset en een beheersschema (beheersfrequenties en beheersperiodes). In sommige gevallen is specialistische ecologische of technische kennis nodig. Dat gebeurt in de vorm van beheersbegeleiding en wordt elk jaar door het CtG-team vastgelegd (externe adviseurs). Monitoren en auditen Om de drie jaar wordt het terrein op flora en fauna onderzocht door middel van een monitoringsprogramma (zie bijlage 1). Er wordt een verslag gemaakt van de resultaten en conclusies. De groeiende reeks van monitoringsresultaten geeft inzicht in de ontwikkelingen. Op grond hiervan kan het beheer worden bijgestuurd of gericht worden ingegrepen. Een monitoringsjaar is altijd direct voorafgaand aan het jaar van een audit, zodat de auditor een actueel beeld heeft van de ontwikkeling van natuurwaarden. Ter referentie wordt het bosgebied ten westen van de Asenrayerweg geïnventariseerd met gelijke intensiteit en methodiek. Communicatie extern Ter versterking van het maatschappelijk draagvlak worden de behaalde resultaten geregeld naar buiten gebracht. Dat kan variëren van persbericht tot een publicatie in een vakblad. Daarnaast is natuurbeleving ter plekke een belangrijk middel om de ontwikkelingen kenbaar te maken. Informatievoorzieningen (bord/folderkast) bij de entreepunten van de openbare recreatieve routes door het terrein kunnen hierbij helpen.
78 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Bijlage 1.
Monitoring
Monitoringsprogramma Vanaf 1986 onderzoek gedaan naar de flora en fauna op golfbaan Herkenbosch. In eerste instantie beperkt qua intensiteit en aantal soortgroepen. Vanaf 1996 wordt volgens een vaststaand monitoringsprogramma geïnventariseerd, geregistreerd en geëvalueerd. Monitoring is het systematisch en met een vaststaande frequentie gedurende een langere periode registreren van waarnemingen. Door de systematiek is monitoring navolgbaar en zijn resultaten vergelijkbaar. Primair doel is het volgen van en inzicht krijgen in de ontwikkeling van de natuurwaarden op de verschillende onderdelen van de golfbaan (in het beheersplan beheerseenheden genoemd: bos, bosrand, rough, fairway, poel). Vooral veranderingen in de flora zijn relatief snel en daarom voor dit doel goed bruikbaar). Bovendien is het registreren ervan makkelijk, relatief weinig tijdrovend en goed navolgbaar. De toevalsfactor is bij het doen van waarnemingen – in tegenstelling tot bij faunawaarnemingen – klein. Continuïteit in het volgen van de ontwikkelingen is essentieel. Op basis van de resultaten van de monitoring wordt het beheer geëvalueerd. Als blijkt dat het tot doel gestelde streefbeeld niet wordt gehaald kan het beheer worden bijgesteld, binnen de randvoorwaarden die het golfspel stelt. Dit betekent dat de conclusies uit de monitoring moeten worden vertaald in aanbevelingen ten aanzien van het beheer en de inrichting. Dat gebeurt door een bijstelling van en/of aanvulling op de maatregelen zoals verwoord in het beheersplan. Als referentiegebied geldt het westelijk aangrenzende bosgebied; een gebied dat sterke overeenkomst vertoont met de golfbaan van vóór de aanleg. De golfbaan heeft een omvang van 63 hectare; het referentiegebied meet 28 hectare. Vanaf 1995 is dit gebied regelmatig geïnventariseerd volgens dezelfde methodiek als de golfbaan, dat wil zeggen met een gelijke intensiteit (0,5 uur/ha/jaar), onder gelijke omstandigheden en met gebruikmaking van dezelfde hulpmiddelen en/of werkinstructies. De golfbaan en het bosgebied liggen ter weerszijde van de Asenrayerweg,
Taken Landschapsplanning bv
79
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
binnen de Gemeente Roerdalen. Ecologisch gezien liggen beide terreinen zeer gunstig: direct ten noorden en oosten strekt het NP De Meinweg zich uit; een ecologisch kerngebied voor veel soortgroepen, waarvan vooral de zeer rijke herpetofauna (amfibieën en reptielen) opvallend is. De zuidgrens van beide gebieden wordt gevormd door de voormalige goederenspoorweg, waarvan de bermen en taluds een zeer belangrijke habitat- en verspreidingsfunctie vervullen voor veel planten en dieren van schrale, doorgaans droge en open milieus.
figuur 1. Ecologische samenhang rond de bestaande 18-holes golfbaan (1) en het referentiegebied (2)
Het monitoringsprogramma is opgesteld op basis van de kennis uit vroegere inventarisaties op de golfbaan en het bosgebied. Een tiental soortgroepen wordt tijdens minimaal vier terreinbezoeken geïnventariseerd (figuur 2).
80 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Aspect
Resultaat
Terreinbezoek April/me
Mei/ju
Juli/au
i
ni
g
λ
µ
λ
λ µ
Sept/okt
Dec/ja n
Hogere planten - soortlijst - verspreidingskaart aandachtsoorten - struikheide Vleermuizen
Patroon (kaartreeks) - soortlijst - verspreidingskaart alle soorten
Zoogdieren (ov) - soortlijst - verspreidingskaart
µ
µ
Broedvogels
- soortlijst
λ
λ
Wintervogels
- soortlijst
Amfibieën
- soortlijst (per poel)
Reptielen
- soortlijst - verspreidingskaart
µ
λ
µ
µ
λ
λ
µ
µ
µ
µ
λ
µ
λ
λ
λ
µ
aandachtsoorten Vlinders
- soortlijst - verspreidingskaart alle soorten
Sprinkhanen en
- soortlijst
krekels Insecten
λ - soortlijst
µ
µ
µ
µ
(overig)
figuur 2. Monitoringsaspecten, resultaat en bijbehorend terreinbezoek
Er gelden vaste inventarisatieroutes voor de golfbaan en het bosgebied (figuur 3). Waarnemingen langs de brede bospaden en spoorwegbermen die de golfbaan en het potentiële uitbreidingsterrein begrenzen worden eveneens bij de resultaten betrokken, doch apart aangemerkt. In feite is 1996 als eerste monitoringsjaar te beschouwen; van dat jaar bestaat een betrekkelijk goede momentopname van de natuurwaarden van de golfbaan. De eerste (onvolledige) inventarisatie van het referentiegebied vond plaats in 1995. Vanaf 1997 wordt het huidige golfbaanterrein en het bosgebied ten westen daarvan volgens bovenstaande methodiek op natuurwaarden geïnventariseerd. De frequentie van de monitoring kan - afhankelijk van de snelheid van het ontwikkelingsproces – geleidelijk teruglopen: van elk jaar
Taken Landschapsplanning bv
81
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
naar éénmaal per twee jaar tot éénmaal per vijf jaar.
figuur 3. Inventarisatieroutes golfbaan en bosgebied (benut als referentiegebied)
Overzicht per soortgroep Deze bijlage geeft een beknopt overzicht van de monitoring. Per soortgroep wordt aangegeven hoe is onderzocht, wat de resultaten waren in de periode 1992 - 2003, welke conclusies daaraan verbonden werden en hoe dat resulteerde in maatregelen. Voorts worden de nog (onvoldoende) benutte kansen vermeld. Voor een uitgebreide toelichting wordt geadviseerd een van de betreffende monitoringsrapporten te raadplegen. Een overzicht van alle rapporten is te vinden op pagina 18 van het natuurbeheersplan. Hogere planten “Rode-Lijstsoorten” Hondsviooltje, kruipbrem, vogelpootklaver. Werkwijze Hoewel een volledige soortenlijst niet wordt nagestreefd, is in 1997/1998 een redelijk complete opname van de soortensamenstelling van het gehele terrein
82 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
gemaakt. In andere jaren werden, met het oog op het doel, vooral aandachtssoorten genoteerd in de volgende beheerseenheden: bosrand, rough en poel. In een monitoringsjaar gebeurt dat minimaal eenmaal per jaar (mei-juni). Het verspreidingspatroon van heidevegetaties gebeurt in juli/augustus. Deze kartering wordt benut om de soortlijst te verifiëren en aan te vullen. Doel Registratie van de voortgang van verschraling en heideontwikkeling. Toetsing stabiliteit ecosysteem aan de hand van het aandeel kenmerkende soorten versus verstoringsindicatoren. Resultaten Soortlijsten 1992, 1996, 1997, 1998, 2001. Verspreidingskaarten verschralingsindicatoren (stippen). Reeks verspreidingskaarten struikheide (patronen) Conclusie Het aantal soorten hogere planten bedraagt op de golfbaan (afhankelijk van het meewegen van de randinvloed) 180 tot 240 % ten opzichte van het referentiegebied. De diversiteit is dus sterk toegenomen. Dit is voor een deel veroorzaakt aan storingssoorten en exoten. In 1997/1998 bereikte het aandeel daarvan een maximum van 30% om vervolgens af te nemen. Na correctie op deze soorten wordt een toename van de diversiteit op 200% geschat. De toename van verschralingssoorten is duidelijk. Het meest illustratief is de voorspoedige ontwikkeling van struikheide: van een bekende groeiplaats van voor 1992 naar 45% van de bosranden (1,33 ha). Over een oppervlakte van ongeveer 3 ha (30%) ontwikkelt de rough zich langzaam tot droog schraalgrasland. Implementatie Het beheer van de roughs en bosranden werd afgestemd op het bevorderen van struikheide en heischrale flora. Delen van roughs werden minder vaak, soms zelfs geheel niet meer gemaaid, voor zover inpasbaar in het golfspel en de doorstroming. Verbeterpunten Potentieel verschralingsgebied is 70%: hier liggen nog onbenutte kansen voor een soortenrijk droog, schraalgrasland. De heide-ontwikkeling stagneert in de richting van de fairway (te veel invloed bemesting of paden) en in de richting van het bos (te veel schaduw). Hier liggen mogelijkheden ter verbetering.
Taken Landschapsplanning bv
83
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Vleermuizen “Rode-Lijstsoorten” Geen “Rode-Lijstsoorten” (Nationale Rode Lijst). Alle aangetroffen soorten: TNB. Werkwijze Vanaf 1997 is tijdens de monitoringsjaren intensief geïnventariseerd op vleermuizen. Van voor 1996 is alleen de dwergvleermuis bekend. Zowel de aanwezigheid, als wel het foerageergedrag is bestudeerd. Minimaal twee avond-nachtbezoeken zijn nodig voor een redelijk compleet beeld van de vleermuizenstand. Hierbij zijn de holes en overige open plekken bezocht, gebruikmakend van een bat-detector. Met name de inventarisatie in 2001 levert, mede dankzij gunstige omstandigheden, een betrouwbaar beeld. Doel De vleermuizenstand geeft inzicht in de vegetatiestructuur van de bosranden, de beschikbaarheid van divers voedselaanbod (diversiteit aan insecten) en daarmee de volledigheid van het ecosysteem. Resultaten Soortlijsten 1997, 1998, 2001 en 2003. Verspreidingskaart van alle waarnemingen vanaf 1997 geeft inzicht in foerageergedrag en favoriete foerageergebieden. Conclusie Het aantal geregistreerde soorten en vliegbewegingen is toegenomen sinds de aanleg. Vanaf 1997 is dat ook duidelijk aantoonbaar. De laatste jaren foerageren 6 soorten op de golfbaan, met een voorkeur voor de ruimere holes en het parkachtige gedeelte rond het clubhuis. Ook de poelen zijn favoriet vanwege de insectenrijkdom. Implementatie Om te voorkomen dat soorten vleermuizen de golfbaan als geschikt foerageergebied niet voldoende bereiken door een te grote afstand tot (zomer)verblijfplaatsen, zijn 40 kasten in clusters van 5 opgehangen op voorkeursplekken. Verbeterpunten Open bosranden en meer ruigte zullen de foerageermogelijkheden doen
84 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
toenemen. Aandacht voor de omgeving van de poelen en de omgeving van het clubhuis hebben daarin prioriteit. Ook open plekken in bos trekt weer eigen soorten aan. Aan schuilmogelijkheden is ruimschoots voldaan, nu 40 kasten zijn opgehangen. Zoogdieren (overig) “Rode-Lijstsoorten” Geen “Rode-Lijstsoorten” aangetroffen (Nationale Rode Lijst). Werkwijze Alle waarnemingen (zicht, prenten, predatie, haren en dergelijke) worden tijdens alle terreinbezoeken genoteerd. Gedurende de wintermaanden wordt bij een dun sneeuwdek een specifiek sporenonderzoek gehouden. De omgeving van de rasters krijgen bijzondere aandacht. Doel Uit de toestand van de zoogdieren valt af te leiden hoe volledig het ecosysteem is (voldoende voedselaanbod en aanwezigheid predatoren), of de verstoringsdruk niet te groot wordt en of er voldoende dekking beschikbaar is. Resultaten Soortlijsten 1002, 1996, 1997, 1998, 2001. Van de das bestaat een verspreidingskaart van alle waarnemingen. Er zijn onderzoeksresulaten met betrekking tot het gebruik van faunapoortjes (19..) Conclusie Het aantal soorten zoogdieren ligt tijdens de gehele reeks rond 10 soorten; iets lager dan in het referentiegebied, waar het onder andere het wild zwijn veelvuldig voedsel zoekt. Elk jaar worden er meerdere soorten predatoren waargenomen. Verstoring is voor deze soortgroep de voornaamste beperkende factor. Toch is de das, die haar leefgebied in de regio weer aan het uitbreiden is, vanaf 2001 weer geregeld op de golfbaan om voedsel te zoeken. Implementatie Het wildraster en de daarin aangebrachte faunapoortjes functioneren goed; zij vormen voor alle kleinere zoogdieren, maar ook voor das en ree geen belemmering. Ook de ecologische piramides en de verlofing van het dennenbos zijn positief (waarborg voedsel en dekking)
Taken Landschapsplanning bv
85
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Verbeterpunten Verstoring kan verminderd worden door extra aandacht te besteden aan dekking rond voedselgebieden. Rond opengekapte gebieden, waar wordt gefoerageerd, is stimuleren van een dichte struiklaag en het aanbrengen van takkenrillen gewenst. Ook de omgeving van de reeds lang niet belopen dassenburcht verdient aandacht. Broedvogels “Rode-Lijstsoorten” Geelgors (GE), groene specht (KW). Werkwijze De gevolgde werkwijze geeft een indicatie van de broedvogelsamenstelling en van de dichtheid per soort. (het betreft nadrukkelijk geen territoriumkartering). Er worden tweemaal twee telronden per jaar gehouden in de ochtend en namiddag/avond (april-juni). Doel Er onstaat inzicht in de vegetatiestructuur (gelaagde opbouw), in de natuurlijkheid van het bos, in de variatie aan boomsoorten en ouderdom, in de dekkingsmogelijkheden en de aanwezigheid van rustgebieden en tenslotte in de volledigheid van het ecosysteem (ruim aanbod aan voedsel) Resultaten Soortenlijsten 1996, 1997, 1998 en 2001. Conclusie Er is een lichte toename geconstateerd van het aantal soorten broedvogels (vergelijking 1996 met 2001). Van 35 naar 39 soorten (inclusief de soorten die een territorium aan de rand van het gebied hebben en zich ook op de golfbaan laten zien). Onder het aantal nieuwe soorten en soorten die niet in het referentiebos voorkomen, bevinden zich voornamelijk parklandschapvogels en cultuurvolgers. Verstoringsgevoelige soorten verdwenen niet na de aanleg of hebben zich weer hergevestigd. Ook het aantal waarnemingen van foeragerende roofvogels is niet verminderd. Implementatie Natuurlijke opslag in de bosranden , waardoor een gezonde vegetatiestructuur ontstaat, wordt bevorderd. Hierdoor wordt voorzien in een
86 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
ruimer biotoopaanbod. Nestkasten (31 stuks voor 7 vogelsoorten) zijn opgehangen om het tekort aan natuurlijke holten in het relatief monotone bos een hoofd te bieden. Verbeterpunten De opbouw van de bosranden kan nog verder verbeterd worden; een extra stimulans is hier op zijn plaats, in combinatie met veropening van het bos. Wel zijn een beperkt aantal percelen dicht en verstoringsvrij bos om schuwere (bos)soorten voor de toekomst te behouden. Amfibieën “Rode-Lijstsoorten” Heikikker (KW), kamsalamander (KW), poelkikker (KW), vinpootsalamander (KW). Werkwijze Minimaal tweemaal per jaar worden alle poelen met behulp van schepnet (en ’s avonds zaklamp) onderzocht op adulten, eieren en larven (april-juni). Tijdens alle overige bezoeken worden (sub)adulten in het landbiotoop geregistreerd. Voor zover aanleiding daartoe is wordt het waster van de poelen getest op zuurgraad en voedselrijkdom. Hieruit kan een advies volgen om een uitvoerig waterkwaliteitsonderzoek te starten. Doel Het ecologisch evenwicht van een poel wordt zichtbaar: is het water niet te zuur, te voedselrijk, te troebel of zijn er vissen of andere ongewenste fauna aanwezig? In een stabiele poel kunnen in deze regio 6 tot 8 soorten leven en zich voortplanten. De aanwezigheid van de kamsalamander is veelbetekenend: deze is indicator voor een stabiel en gevarieerd waterbiotoop. Resultaten Er zijn gegevens over de soortensamenstelling (per poel) voor 1996, 1997, 1998, 2001 en 2001 beschikbaar. Van 1997 en 1998 zijn waterkwaliteitsgegevens beschikbaar. Conclusie In 2003 werd een maximum aantal soorten amfibieën gemeld: 9 soorten, waarbij de hervestiging van de kamsalamander als meest positief signaal wordt gezien. De relatief kleine en geïsoleerde poelen zijn nogal kwetsbar
Taken Landschapsplanning bv
87
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
voor verstoring van buitenaf. Tijdig kunnen ingrijpen is belangrijk. Implementatie De poelen leveren sinds de aanleg van de baan een nieuw voortplantingsbiotoop, waarvan dankbaar gebruik wordt gemaakt. Inmiddels is een extra poel aangelegd, zijn de poelen geschoond en wordt gepoogd de poelen vrij te maken van (goud)vissen en exotische eenden die het evenwicht verstoren (met als gevolg vertroebeling en een onnatuurlijk scherpe overgang in de oeverzone. Het landbiotoop is verbeterd sinds takkenrillen en ecologische piramides schuilmogelijkheden bieden. Verbeterpunten De poelen moeten een paar maal per jaar worden beoordeeld op ecologisch kwaliteit; dit om tijdig te kunnen ingrijpen. Verder kan de omgeving van de meeste poelen wat ruiger, met de nadruk op de overgang naar bosranden. Tenslotte maakt de aanleg van enkele nieuwe poelen of het vergroten van poelen de amfibieën-populatie (en ook andere watergeboden soorten) minder kwetsbaar.
88 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Reptielen “Rode-Lijstsoorten” Adder (KW), gladde slang (BE), hazelworm (KW), zandhagedis (KW). Werkwijze Een uitvoerig terreinbezoek op een geschikte dag in juli/augustus is meestal voldoende om de samenstelling van de reptielenpopulatie te toetsen. Tijdens de overige terreinbezoeken worden aanvullende waarnemingen gedaan. Reptielen houden zich bij voorkeur op in zon geëxponeerde, structuurrijke heidevegetaties in de bosranden. De heidekartering loopt bij voorkeur synchroon met het inventariseren van reptielen. Doel Reptielen vertellen ons over microklimaat en microreliëf en een mozaïek van dichte heidevegetatie en kale, snel opwarmende plekken. Bij dichtgroeien van een vegetatie verdwijnen de reptielen. Resultaten Soortlijsten van 1992, 1996, 1997, 1998, 2001 en 2003. Van de zandhagedis zijn gegevens over verspreiding (kaartjes), aantallen, populatiesamenstelling, eiafzetplaatsen beschikbaar. Conclusie Na een terugval is soorten en aantallen zijn de vier te verwachten soorten weer goed vertegenwoordigd. Hieronder valt ook de ringslang, die als predator van o.a. hagedissen de soortgroep compleet maakt. Implementatie Op de meest geschikte plaatsen zijn broedhopen voor de zandhagedis aangelegd. Hiervan profiteren ook andere reptielen. Verder is het ingezette verschralingsbeheer en de aanleg van takkenrillen en ecologische piramides bevorderlijk voor de reptielenstand, zeker wanneer deze niet te veel in de schaduw liggen. Verbeterpunten Hoewel het gebied niet het voorkeursbiotoop van de adder is, heeft deze soort hier vroeger geleefd. Door meer ruigte rond de poelen en uitbreiding van de heidevegetaties is de hervestiging van de adder mogelijk. Het oppervlak geschikt reptielenbiotoop kan in de bosranden nog aanzienlijk worden uitgebreid. Bijvoorbeeld door de aanleg van broedhopen en
Taken Landschapsplanning bv
89
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
veropening van de bosranden. Ook een open corridor in de noordoosthoek van het terrein naar het Nationaal Park is gewenst. Ook in het NP wordt momenteel gewerkt aan biotoopverbetetering ten gunste van reptielen (50 m brede corridors en behoud heidevegeaties). Tenslotte kan bekeken worden of bunkers niet (gedeeltelijk) geschikt kunnen worden voor zandhagedissen. Vlinders “Rode-Lijstsoorten” Koninginnepage (GE), heivlinder (GE). Werkwijze: Minimaal drie maal per jaar worden op zonnige, windluwe dagen de bosranden en open plekken op vlinders onderzocht. Niet alleen dagvlinders, maar ook dagactieve nachtvlinders worden genoteerd. Gezien de leefwijze in meerdere generaties gaat de voorkeur uit naar: eind april - begin mei, eind juli-begin augustus en september. Doel Vlinders zijn de beste graadmeter voor ecologisch groenbeheer. Deze reageren vrij snel op wijziging van beheer. De vlinderstand zegt veel over het aanbod van nectar- en waardplanten in de roughs en bosranden en over een geschikt microklimaat. Verschralingsbeheer resulteert bovendien in een toename van (minder algemene) soorten. Resultaten Soortlijsten van 1992, 1996, 1997, 1998, 2001, 2003. Kaarten van alle waarnemingen beschikbaar. Conclusie In 10 jaar tijd zijn steeds meer soorten waargenomen. Het warme 2003 was een topjaar met 19 soorten dagvlinders. De vlinderstand is echter niet veel hoger dan in het referentiebos. Wel vind er een geleidelijke verschuiving plaats van de groep opportunisten (algemeen) naar meer natuurvlinders (minder algemeen). De laatste groep, die van echte kritische soorten, is letterlijk marginaal aanwezig. Implementatie Voor vlinders is in directe zin nog weinig uitgevoerd. Het heidebeheer en verschralingsbeheer is bevorderlijk voor de vlinderstand.
90 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Verbeterpunten Bosrandbeheer met als doel het creëren van open, luwe plekken, zal voor vlinders een grote verbetering zijn. In de open plekken is extra aandacht voor verschraling nodig om heide en heischrale vegetaties terug te krijgen. In de directe omgeving kunnen nectarplanten worden aangeplant; het doel daarvan is overigens vooral educatief en draagvlakvergrotend. Sprinkhanen en krekels “Rode-Lijstsoorten” Gouden sprinkhaan (KW), sikkelsprinkhaan (GE). Werkwijze Een goed gekozen inventarisatie (warme zomermiddag) kan voldoende informatie leveren over de toestand van deze soortgroep. Synchroon met vlinder- en reptielenonderzoek. Doel Deze soortgroep levert informatie over verschraling, voldoende kale plekken en een diverse vegetatiestructuur. Reageert negatief op externe invloeden zoals verzuring en vermesting. Resultaten Soortlijsten van 1996, 1997, 1998, 2001 en 2003. Conclusie De diversiteit aan soorten is behoorlijk hoog. In de warme zomer van 2003 werden 10 soorten waargenomen. Implementatie Voor deze soortgroep is in directe zin nog weinig uitgevoerd. Het heidebeheer en verschralingsbeheer werken positief door. Zie verder onder vlinders. Verbeterpunten: Insecten (overig) “Rode-Lijstsoorten” Geen “Rode-Lijstsoorten” aangetroffen (Nationale Rode Lijst).
Taken Landschapsplanning bv
91
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Werkwijze Enkele geschikte micro-biotopen worden jaarlijks onderzocht op bijzondere soorten van bosbiotoop, zoal de neushoornkever en vliegend hert. Doel Informatie verzamelen over de toestand van specifieke milieus en beoordelen of deze geschikt zijn voor de vestiging van bijzondere soorten. Resultaten Incidentele waarnemingen, niet jaarlijks. Conclusie Het bos is potentieel geschikt voor bijzondere insecten; de houtstapels en het ouder en gevarieerder worden van het bos draagt hieraan bij. Implementatie Op plaatsen waar met geringe aanpassingen ten gunste van specifieke insecten verbetering mogelijk was, is dat onmiddellijk gebeurd, bijvoorbeeld het weghalen van houtsnippers in de schuilhutten ten behoeve van de mierenleeuw. Verbeterpunten Voor verschillende soorten kunnen microbiotopen worden gecreëerd, zodra het gebied in potentie geschikt is bevonden. Dood hout, stervend hout, open zonnige plekken en onbegroeide zandbodems of steilranden kunnen verder worden bevorderd.
92 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Soort Baardvleermuis Dwergvleermuis Grootoorvleermuis Laatvlieger Rosse vleermuis Watervleermuis
Golfbaan 1992 1996
1997
1998
2001
µ
µ
µ µ µ
µ µ µ µ µ
µ µ µ
Das Wild zwijn Blauwe reiger Geelgors Groene specht IJsvogel Tapuit Torenvalk Zwarte specht Alpenwatersalamander Heikikker Kamsalamander Poelkikker Middelste groene kikker Rugstreeppad Vinpootsalamander Adder Gladde slang Hazelworm Levendbarende hagedis Zandhagedis
µ
λ µ
λ µ
µ µ
λ µ
µ
2003 µ µ µ µ µ µ
Bosgebied 1995 1997 µ
2000
2001
µ
µ µ
µ
µ µ µ µ
λ µ
µ
µ
µ
µ
λ µ
µ
µ µ µ
µ
µ
µ λ λ
λ λ
λ λ
λ µ λ
µ
µ
λ µ
µ
λ µ µ λ
µ
µ µ
λ µ λ µ
λ λ λ λ µ λ
λ µ λ µ µ
µ
µ
µ
µ
µ
µ
µ
λ λ λ
λ λ µ λ
µ λ
Argusvlinder Heivlinder Icarusblauwtje Koninginnepage Geelsprietdikkopje
λ
µ
λ λ µ λ
λ λ µ λ
λ λ
λ
λ
λ µ λ
λ µ λ
µ
λ
λ
µ
λ µ λ λ λ µ λ µ
rijksdoelsoort, waargenomen provinciale doelsoort/prioritaire soort, waargenomen idem; aan rand gebied idem; aan rand gebied "Rode-Lijstsoort" (Nationaal)
figuur 4a. “Rode-Lijstsoorten”; doelsoorten (Rijk) en doelsoorten/prioritaire soorten (Provincie Limburg)
Taken Landschapsplanning bv
1998
93
µ
λ
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Soort Boshavikskruid Buntgras Egelboterbloem Fraai hertshooi Gewone dotterbloem Gewoon biggenkruid Gewoon muizenoortje Grasklokje Grondster Hondsviooltje Jacobskruiskruid Kruipbrem Liggend hertshooi Liggend walstro Moerasrolklaver Sint Janskruid Tandjesgras Tormentil Vogelpootklaver
Golfbaan 1992 1996 λ λ
µ
µ µ
1997 λ λ µ
1998 λ λ µ
µ µ µ
µ µ µ
2001 λ λ µ λ
2003
Bosgebied 1995 1997 λ λ
µ µ µ
µ µ
1998 λ λ
2000 λ
µ
µ
µ λ
µ λ λ
µ λ λ µ
µ
µ
µ
µ
µ
µ
λ
λ
λ
λ
µ
µ µ µ µ
µ λ
λ µ
λ µ µ
µ λ µ
µ
µ µ
rijksdoelsoort, waargenomen provinciale doelsoort/prioritaire soort, waargenomen idem; aan rand gebied idem; aan rand gebied "Rode-Lijstsoort" (Nationaal)
figuur 4b. “Rode-Lijstsoorten”, doelsoorten (Rijk) en doelsoorten prioritaire soorten (Provincie Limburg)
94
λ µ λ
µ
λ µ
bv
mei 2004 1335-AC
Taken Landschapsplanning
µ
µ λ
2001
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Deelgebied/ aandachtspunt boskern: open bos
kansen
mogelijke knelpunten
soortgroepen
corridor (verbinding) structuurvariatie loofhout dood hout staand dood hout liggend
verdwijnen dekking acceptatie beeld boswet
boskern: dicht bos
sporkenhoutstruweel jong sparrenbos ecologische piramides loofhout heide (zoom) waardplanten (mantel) nectarplanten
noodzaak dunning
rough
waardplanten nectarplanten kale (zon) plekken
inzaai bemesting spelhandicap/ doorstromen spelers
vogels parklandschap reptielen paddestoelen mossen korstmossen invertebraten zoogdieren (dekking) roofvogels overige vogels zoogdieren amfibieën (winter) dagvlinders sprinkhanen/krekels heischrale flora dagvlinders sprinkhanen/krekels invertebraten reptielen vleermuizen (foer)
poel
voortplantingsbiotoop amfibieën
amfibieën (zomer) libellen
faunavoorzieningen
nestkasten broedvogels vleermuiskasten broedbiotoop zandhagedis weipalen
Vermesting verdroging vis eenden Onderhoud
gebouwen/tuin
nectarplanten nestkasten voorlichting
Onderhoud
vlinders erfvogels
bosrand
figuur 5. Kansen en knelpunten
Taken Landschapsplanning bv
95
spelhandicap/ doorstromen spelers
holenbroeders vleermuizen reptielen bijen
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
verschraling Soortgroep hogere planten
++++
vleermuizen
microreliëf/- vegetatie-
stabiliteit
klimaat
structuur
ecosysteem
+
+
++++
+
+++
++
++
+
++++
++++
++++
+
++
+++
+
+
zoogdieren(ov
waterkwaliteit
rust
mei 2004 1335-AC
volledigheid ecosysteem
(+) ++
) broedvogels amfibieën
++
reptielen
+
+++
++
vlinders
++
++++
+++
sprink/krekels
+++
+
+
insecten (ov) ++ ++ + + beperkt indicatief ++ matig indicatief +++ indicatief ++++ sterk indicatief voor desbetreffende kwaliteit ( ) gedeeltelijk indicatief
++++
+
(+++)
figuur 6. Sleutel tot kwaliteit
96 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Taken Landschapsplanning bv
97
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Bijlage 2.
Referenties
Bal, D. et al (2002) Handboek natuurdoeltypen in Nederland IKC Natuurbeheer, Wageningen Beije, H.M. et al (1994) Bos- en natuurbeheer in Nederland Deel 1: levensgemeenschappen Backhuys Publishers, Leiden Boontjes, J. et al. (1996) Natuurlijk golfen - bouwstenen voor een planningsprocedure. Werkgroep Recreatie en Toerisme, Landbouw Universiteit wageningen/Grontmij Ruimtelijke Inrichting Gemeente Melick en Herkenbosch (1987) Toelichting, voorschriften en plankaart behorende bij de 1e partiële herziening Bestemmingsplan Buitengebied van de Gemeente Melick en Herkenbosch. Golfbaan (rapport nr 1044-C) Kamerman, S. (1997) Groen golfen Intermediair; 33/34 Ministerie LNV Geïntegreerd bosbeheer Nederlandse Golffederatie (2003) Handleiding Committed to Green Provincie Limburg (2002) Handboek Streefbeelden voor Natuur en Water in Limburg Provincie Limburg (2001) Provinciaal Omgevingsplan Limburg
98 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Sierdsma, H. (1995) Broedvogels en beheer. SOVON/SBB Stichting voor Bodemkartering (1968) Bodemkaart van Nederland, blad 58 Oost (Roermond) Stortelder, A.H.F. et al (2001) Beheer van bosranden K.N.N.V. Uitgeverij, Utrecht Taken Landschapsplanning bv (1992) Golfbaan Herkenbosch - Beheersplan (voorontwerp) (rapport nr 1044-Z) Beheersmaatschappij Echt bv, Roermond Taken Landschapsplanning bv (1995) Golfbanen en natuur en landschapswaarden (rapport nr 1306-A) Provincie Noord-Brabant Taken Landschapsplanning bv (2002) Golfbaan Burggolf Herkenbosch - Monitoring natuurwaarden 2001 met terugblik vanaf 1992 (rapport nr 1335-X) Exploitatie Maatschappij Antonius b.v. Vlinderstichting (2001) Praktisch natuurbeheer: vlinders en libellen K.N.N.V. Uitgeverij, Utrecht Vlinderstichting/Grontmij/Werkgroep recreatie en Toerisme (1996) Natuur op golfbanen - handboek Nederlandse Golf Federatie/Ministerie van LNV Wolfert, H.P. (1989) Geomorfologische waarden in het streekplangebied Noord- en MiddenLimburg Staring Centrum, Wageningen
Taken Landschapsplanning bv
99
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Bijlage 3.
Begrippen
aandachtssoort (geïntroduceerd in Natuurbeleidsplan 1995) plant- of diersoort, dat vanuit Rijksbeleid extra aandacht krijgt (er wordt een beschermingsplan voor opgesteld en uitgevoerd) abiotisch milieu geheel van bodem, reliëf, water en lucht (niet-levende natuur) beheer techniek om toestand en/of verschijningsvorm van een landschapselement te behouden biodiversiteit verscheidenheid aan soorten planten en dieren biotisch milieu geheel van planten en dieren (levende natuur) biotoop groei- of leefgebied van een plant of dier (of een groep van planten en dieren) burcht woonplaats van een das/dassenfamilie doelsoort soort die voor een of meerdere natuurdoeltypen (in rijks- of provinciaal beleid) kenmerkend is en is vastgesteld als graadmeter voor de biodiversiteit en daarmee voor de natuurwaarde ecologisch beheer extensieve onderhoudsvorm waarbij natuurlijke processen worden begeleid, met als doel inheemse flora en fauna te ontwikkelen
100 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
ecologische hoofdstructuur (geïntroduceerd in Natuurbeleidsplan 1995) het samenhangende geheel van kerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en verbindingszones in Nederland; afgekort tot EHS ecologische verbindingszone (geïntroduceerd in Natuurbeleidsplan 1995) zone waarlangs planten en dieren zich kunnen verplaatsen ecologisch het samenhangende geheel van planten en dieren en hun standplaats of leefgebied ecosysteem samenhangend geheel van elkaar onderling beïnvloedende planten en dieren en hun omgeving in een bepaalde tijd ecotoop gebied met gelijke kenmerken van niet-levende natuur (klimaat, bodem, water en reliëf) en levende natuur (planten en dieren) EHS Ecologische Hoofd Structuur exoot soort waarvan het natuurlijke verspreidingsgebied buiten Nederland ligt fauna dierenwereld van een regio flora de plantenwereld van een regio fourageergebied gebied waar door dieren regelmatig voedsel wordt gezocht habitat leefgebied van een dier
Taken Landschapsplanning bv
101
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
mei 2004 1335-AC
herpetofauna amfibieën en reptielen van een gebied hydrologie waterhuishouding, op te delen in de water-huishouding ondergronds (grondwater) en bovengronds (oppervlaktewater)
indicatorsoort plant of dier dat kenmerkend is voor één of meerdere ecotopen of specifieke omstandigheden daarbinnen kerngebied (geïntroduceerd in Natuurbeleidsplan 1995) gebied dat door de aanwezige hoge natuurwaarde als verbreidingskern kan dienen van planten en dieren kensoort plantensoort die in een plantengemeenschap vaker (of even vaak maar dan in grotere hoeveelheid) voorkomt dan in andere plantengemeenschappen en die daardoor kenmerkend is voor deze plantengemeenschap landschap het geheel van abiotische (bodem, water en terreinvormen), biotische (planten en dieren) en artificiële (kunstmatige) elementen en hun onderlinge samenhang, alsmede de door deze elementen gevormde ruimtelijke structuur mantel vegetatie van struiken en klimplanten in een bosrand migratie verplaatsing van planten en dieren tussen leefgebieden, bijvoorbeeld langs een haag milieu de eisen die een plant, dier (en mens) stelt aan zijn directe leefomgeving; deze worden
102 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
bepaald door klimaat, terreinvorm, bodem, waterhuishouding en de invloed van andere planten en dieren en de mens milieuvriendelijk beheer beheer zonder gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen, maar met deels natuuronvriendelijke middelen, met als doel een net beeld te handhaven monitoring het voortdurend en systematisch volgen, vastleggen en toetsen van de toestand van natuur en milieu natuur het geheel van planten en dieren dat zich, zonder toedoen van de mens, bij de omstandigheden van de plek ontwikkelt (sturing of bijstelling van de mens is mogelijk) natuurdoeltype in rijks- of provinciaal beleid na te streven natuur natuurontwikkelingsgebied (geïntroduceerd in Natuurbeleidsplan 1995) gebied met te benutten potentiële natuurwaarden NBP Natuurbeleidsplan (rijksnota, 1990) PES (uit streekplan Noord- en Midden-Limburg) Provinciaal Ecologische Structuur; een uitwerking van de Ecologische Hoofdstructuur van Nederland poel natuurlijk of gegraven plasje als drinkplaats voor vee (plaatselijk ook als voorraadbassin bluswater) belangrijke als biotoop voor amfibieën plantengemeenschap homogene vegetatie van een bepaalde plek populatie groep dieren van een zelfde soort
Taken Landschapsplanning bv
103
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
mei 2004 1335-AC
refugium laatste uitwijkplaats voor planten of dieren die vroeger algemeen verspreid voorkwamen rode lijst(-soort) plant of dier, genoteerd op de rode lijst van bedreigde en kwetsbare soorten in Nederland reliëf wisseling in terreinhoogte schraal voedselarm schraalgrasland relatief voedselarm grasland onder extensief beheer, waarin veel minder algemene en zeldzame planten groeien
soortgroep groep van soorten die qua levensvorm verwantschap vertonen (flora; zoogdieren; vogels; amfibieën, reptielen, insecten) standplaats groeiplaats voor een plantensoort (vochtvoorziening, voedselvoorziening, lichtinval, zuurtegraad en substraat zijn voor de soort geschikt) stuifduin lage heuvel die bestaat uit ophoping van door de wind aangevoerd fijn zand; de vorm en richting van de heuvel is bepaald door de toenmalige overheersende windrichting stuifzandreliëf complex van lage heuvels ontstaan door ophoping van verstoven fijn zand; in de middeleeuwen, maar ook later veroorzaakt door overbegrazing waardoor de vegetatie verdween en de wind vrij spel kreeg
104 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
vegetatie de verschijningsvorm van planten in samenhang met de plek waar zij groeien en in de rang schikking die zij uit zichzelf hebben aangenomen verschralingsbeheer beheer dat gericht is op de afname van de hoeveelheid voedingsstoffen in de bodem (door het afvoeren van maaisel, begrazen of weghalen van de bovenste, voedselrijke bodemlaag) zoom begroeiing van vrij hoge kruidachtige planten aan een bosrand of houtsingel
Taken Landschapsplanning bv
105
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
106 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
mei 2004 1335-AC
Committed to Green Registratieformulier Naam van de golfclub: Burggolf Herkenbosch B.V.
Adres: Stationsweg 100
Datum: ______/____/_2003___
Herkenbosch Postcode: 6075 CD
Tel: 0475-529529
Fax: 0475-533580
E-mail:
[email protected] Website: www.burggolf.nl Committed to Green Coördinator: Naam: M. Hermans Tel: 0475-529522 Fax: 0475-533580 E-mail:
[email protected]
Functie in de Club:
Handtekening:
Baanmanager
Algemene informatie 1.
Informatie golfclub:
Aantal holes: 18
Openingsjaar: 1991
Totale oppervlakte:
± 65 ha
Hierna uitgevoerde veranderingen (jaar, beschrijving)
* De term ‘club’ wordt gebruikt voor zowel verenigingsbanen als commercieel geëxploiteerde banen.
In deze: Burggolf Herkenbosch B.V. 2
Taken Landschapsplanning bv
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
2.
Wie is de eigenaar van de grond?
■ Club/B.V. ❐ Anders
3.
❐ Lokale overheid
❐ Commercieel Bedrijf
❐ Privé persoon
_______________________
Het belangrijkste doel van de club is:
❐ het organiseren van belangrijke toernooien en voor de leden ❐ voor leden en introducés ■ toegankelijk voor alle golfers ❐ Anders _______________________
4.
Leden: Dames
Heren
Aantal leden t/m 21 jaar
21
41
Aantal volwassenen
287
436
308
477
Fulltime
Parttime
Aantal 50+ leden Totaal aantal leden
5.
Aantal personeelsleden in de club:
Management en administratie
1
3
Greenkeepers en baan personeel
5
3
Golf Professional(s)
4
1
Shop / receptie
2
2
Restaurant
-
-
Schoonmaakploeg
1
1
Anders (ballenrapers/rangers)
0/1
3/2
Totaal
14
15
Taken Landschapsplanning bv
3
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
6.
Infrastructuur van de club:
■ Restaurant ■ Bar ■ Shop ❐ Hockey e.d. ❐ Anders _______________________
7.
■ Driving Range
❐ Hotel
Hoe is de club met de andere faciliteiten verbonden? Restaurant
Shop
Driving range
Hotel
■
■
■
❐
❐
❐
■
■
❐
❐
■
❐
❐
❐
❐
❐
❐
❐
❐
❐
Eigendom van de club De club beheert zelf De club besteedt uit Anders:_____________
8.
mei 2004 1335-AC
_________
Zijn de leden betrokken bij natuur en milieu?
❐ Zeer betrokken en gemotiveerd ■ Gedeeltelijk betrokken ❐ Niet betrokken
9.
Maakt uw club gebruik van externe adviseurs
■ Agronomist
❐ Golfbaanarchitect
■ Ecoloog (Taken Landschapsplanning bv)
■ Anders: veldbioloog (Taken Landschapsplanning bv) planoloog (Taken landschapsplanning bv)
Informatie Ruimtelijke Ordening, Natuur en Milieu 10.
Wat is planologische bestemming van de regio waarin uw golfbaan ligt (streekplan, bestemmingsplan)? Welke vergunningen (milieuvergunning, bouwvergunning, etc.) heeft de golfclub?
Zie rapport 1335-AC hoofdstuk 3
4
Taken Landschapsplanning bv
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
11.
Hebt u informatie over de flora en fauna van uw golfbaan?
❐ Neen ■ Ja, datum, titel, auteur?
12.
Zie rapport nr 1335-AC hoofdstuk 3
Is er een natuurbeheerplan voor de golfbaan?
❐ Neen ■ Ja, datum, titel, auteur?
13.
Zie rapport nr 1335-AC hoofdstuk 4
Liggen er delen van de baan in door de overheid beschermd gebied (b.v. waterwingebied)?
❐ Neen
■
Ja, met een oppervlakte van ongeveer ______1_____ ha
Toelichting: Dassenburcht is door middel van voorschriften in het bestemmingsplan beschermd
14.
Is er door de overheid enige verplichting opgelegd t.a.v. natuur - en milieu beheer bij het verstrekken van de vergunningen?
❐ Neen
■ Ja, geef een toelichting: zie rapport nr 1335-AC hoofdstuk 3 De aardkundige waarden van het gebied zijn door middel van het bestemmingsplan beschermd
15.
Wat doet de club momenteel aan verbetering van natuur en/of milieuaspecten?
- Beheer gericht op natuurontwikkeling in bos, bosranden, roughs en poelen - Biotoopverbetering in het bijzonder voor herpetofauna - Aanbrengen van voorzieningen ten behoeve van fauna (nestkasten, vleermuiskasten, weipalen etc.)
16. ■Neen
Zijn er archeologische of historische elementen aanwezig op de golfbaan? ❐ Ja, geef een toelichting:
Taken Landschapsplanning bv
5
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
17.
mei 2004 1335-AC
In welk landschap is de golfbaan gesitueerd?
❐ Links/Kust
■ Bosgebied
❐ Park
❐ Heide
❐
Agrarisch gebied ❐ Stedelijk
❐ Wetland (b.v.
uiterwaarden)
■ Anders, paardenhouderij
gebied
18.
Het voormalige landgebruik was:
❐ Akkerland
■ Weiland
❐ Natuurgebied
❐ Industrie
■ Bos ❐ Anders:
___________
Graag een overzichtskaart van de golfbaan en eventueel kopieën het bestemmingsplan en vergunningen bijvoegen. Zie paragraaf 3.2. (Ruimtelijke ordening) en 3.3. (vergunningen)
6
Taken Landschapsplanning bv
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
19.
Structuur van het Management
Hoe is de club georganiseerd? Graag het passende organigram aangeven. Dit helpt ons om de procedure van besluitvorming en de communicatiestroom binnen de club te leren kennen:
❐ Het volgende organigram is van toepassing:
■ Het volgende organigram is van toepassing:
Als geen van deze voorbeelden voor uw club past verzoeken wij u uw eigen situatie hieronder aan te geven:
20.
Hoe is het Bestuur van uw vereniging georganiseerd?
Het aantal leden in het bestuur is ❐ Twee jaar ■ Anders: 4 jaar
Taken Landschapsplanning bv
9
7
en deze worden gekozen elk:
❐
jaar
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
mei 2004 1335-AC
Het "Committed to Green Team"
Het "Committed to Green" programma is opgesteld om een inzicht te geven in de interacties tussen de golf en natuur en milieu. Om zo efficiënt mogelijk te werken is het belangrijk om een Committed to Green Team op te richten. Dit team is verantwoordelijk voor de uitvoering van het programma. Eén van de eerste taken van het “Committed to Green Team” is het formuleren van een intentieverklaring t.a.v. de natuur en milieu doelstellingen, het vaststellen van de huidige situatie, het opstellen van streefbeelden en van de actieplannen om deze te bereiken. 21.
Het is aan te bevelen de volgende personen te vragen om deel uit maken van het “Committed to Green Team”
Sleutelpersonen
Eventueel bijkomende personen
■ de manager, vertegenwoordiger van het
❐ de agronomist of consultant van de club
Bestuur ■ de hoofd greenkeeper ■ een lid van de baancommissie
❐ een lokale natuur/milieu-expert (vereniging, lid,…) ■ Taken Landschapsplanning bv, dhr. P van Kan en dhr. S. Jansen (zie 22)
22.
Wie maakt deel uit van het “Committed to Green Team”? Gelieve de huidige samenstelling weer te geven.
Team leden
Functie binnen de club (greenkeeper, lid,….)
Coördinator/ Contact Persoon
Taak binnen het "Committed to Green Team”
Baanmanager
Managing
Hoofd Greenkeeping
Coördinatie uitvoering
Baancommissie
Contact leden
Extern adviseur
Adviseur ecologie en landschap
Naam: M. Hermans Naam: J. Ruyter Naam: Naam:
M. Stassen P. van Kan
8 bv
Taken Landschapsplanning
mei 2004 1335-AC
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
Naam:
Extern adviseur
S. Jansen
Veldbioloog: adviseur maatregelen
Naam: Naam:
Intentieverklaring De intentieverklaring is een geschreven document waarin de golfclub haar standpunten en principes betreffende natuur en milieu verklaart. Deze verklaring is de basis voor het "Committed to Green" programma en is het algemene kader voor het vastleggen van de doelstellingen.
23.
Onderstaande aspecten kunnen in de intentieverklaring worden opgenomen:
■ een continue verbetering van natuur beheer; ■ alle relevante regelgevingen respecteren; ■ de impact op het milieu door alle activiteiten binnen de club te minimaliseren door de
het principe van de ‘best beschikbare techniek’ toe te passen; ■ het optimaliseren en het efficiënte gebruik van bronnen (water, energie, produkten,…); ■ het geven van de gepaste opleiding voor alle personeelsleden; ■ het verbeteren van communicatie tussen alle niveaus binnen een club; ■ de gebruikers van de golfclub natuur en milieubewuster maken en de gemeenschap daarvan op de hoogte te stellen;
Taken Landschapsplanning bv
9
burggolf herkenbosch aanvraag committed to green
24.
mei 2004 1335-AC
Het formuleren van een intentieverklaring komt tot stand na een actieve discussie met de leden en het personeel. Het is belangrijk dat de club in zijn geheel dit initiatief steunt.
■ ■
de intentieverklaring is besproken met en wordt toegepast door de leden van de club de intentieverklaring is besproken met en wordt toegepast door het personeel van de
club ■ de manager én het administratieve personeel ■ de greenkeepers ■ de personeelsleden van uitbestede faciliteiten (restaurant, hotel, pro-shop)
25.
Wij verzoeken u uw intentieverklaring bij te voegen:
De intentieverklaring moet worden afgedrukt op papier met het briefhoofd of logo van de club en is getekend door de voorzitter en eventueel de exploitant/eigenaar van de baan. Deze verklaring hangt in het clubhuis en is gekoppeld aan het ‘Certificaat van Deelname’ van het programma “ Committed to Green”. ■
Onze intentieverklaring is bijgevoegd.
10 bv
Taken Landschapsplanning