Naam training: AERIUS Calculator Naam casus/opdracht: Voorbereidingsopdracht AERIUS Calculator (PAS Campus 2015) Deze voorbereidingsopdracht dient door alle deelnemers voorafgaand aan de opleiding doorlopen te worden. Deel 1: Inloggen en basisfuncties Stap 1: Open AERIUS Calculator AERIUS werkt het beste met de internet browsers Google Chrome, Firefox en Safari. Open een van deze geldige internetbrowsers, ga naar calculator.aerius.nl
Klik op het AERIUS Calculator symbool. Na het openen zie je onderstaand scherm:
1
2
3
De aangegeven onderdelen zijn de volgende: 1. Basisinstelling Natura 2000: Hier kun je kiezen tussen rekenen voor Natura 2000 (stikstof) of luchtkwaliteit (fijnstof). “Luchtkwaliteit” is een nog te ontwikkelen deel van Calculator. Voor stikstofberekeningen binnen de PAS moet de knop altijd op Natura 2000 blijven staan. 2. Helpfunctie: De helpfunctie geeft hulp over functionaliteiten. De helpfunctie staat in eerste instantie uitgeschakeld. Met een muisklik in het witte blokje (naast 'uit')
activeert u de helpfunctie. Met het witte blokje dat vervolgens verschijnt, kunt u de helpfunctie weer uitschakelen. De helpfunctie geeft u uitleg met een geel informatieballon bij elke willekeurige knop waar de muis overheen beweegt. 3. Informatieknop “I”: Met de informatieknop krijgt u meer informatie over een gekozen punt op de kaart. Stap 2: Oefen met het aan- en uitzetten van de helpfunctie en bekijk enkele gele informatieballonnetjes. Klik op een link in een ballon om naar de handleiding te gaan. Blader even door de handleiding en ga via de link onderaan elke pagina naar de overzichtspagina van de handleiding. Klik de handleiding weer weg. Zet desgewenst de helpfunctie weer uit.
1
2
3
4
5
Andere hoofdknoppen zijn: 1. Handleiding: Klik hier om een nieuwe webpagina te openen met een uitgebreide handleiding. Vanuit de handleiding wordt ook verwezen naar zogenaamde factsheets met diepgaande achtergrondinformatie. 2. Menu: Via dit menu bepaal je welke informatie in de middelste kolom (onder CALCULATOR) wordt getoond. Dit is informatie over de emissiebronnen (locaties waar de stikstof wordt uitgestoten), rekenpunten (locaties waar je op rekent), dan wel de rekenresultaten (effecten op depositie). Door het volgen van de stappen in de middelste kolom kom je meestal automatisch in het betreffende menu terecht. De aangegeven knoppen in de linker kolom gebruik je alleen als je op een bepaald moment terug wilt naar een ander menu. Bijvoorbeeld: als je na het berekenen van
de depositie terug wilt gaan om een emissiebron aan te passen, klik je op “Emissiebronnen”. 3. Basisinstellingen voor de berekening: Voer hier het rekenjaar in, bijvoorbeeld het jaar waarin de aanleg van het project van start gaat. Aan de knop “NOx + NH3” hoeft u niks te veranderen. 4. Rekenconfiguratie: hier kun je instellen met welke rekenpunten moet worden gerekend. In het geval van vergunningaanvragen of een melding voor de NB-wet staat het al standaard ingesteld op ‘Bereken voor Nb-wet vergunning’. 5. Kaartlagen: hier kun je selecteren welke kaartlagen je wilt zien op de kaart rechts. Standaard staat de top10nl kaart open als achtergrond. Ook kun je kiezen om een luchtfoto als achtergrond te tonen. Verder erg handig voor vergunningverlening is de kaartlaag met natuurgebieden en de kaartlaag met weergave van stikstofgevoelige habitats. Kaartlagen verwissel je van plaats door op de naam van de kaartlaag te klikken, ingedrukt te houden en naar boven te slepen. De transparantie van een kaartlaag kun je aanpassen door te klikken op het plusje en vervolgens het schuifje naar links of rechts te zetten. Stap 3: Oefen met de kaartlagen via de kaartlagenknop. Zet de luchtfoto aan door op het streepje te klikken achter “PDOK luchtfoto”, Verander de transparantie van de kaartlaag natuurgebieden naar 100 en daarna op 1. Bekijk het effect hiervan op de kaart en zet hem weer terug op 80. Zet vervolgens de natuurgebiedenkaart uit door het vinkje van deze kaartlaag uit te zetten en klap de legenda weer in via het minnetje. Sluit het de kaartlagen via de knop ‘Sluit’.
Deel 2: Navigeren over de kaart
2 2 Navigeren over de kaart (rechterdeel scherm) kan op vijf manieren:
1 1
1. Zoekfunctie (1): Door in de zoekbalk te klikken en bijvoorbeeld een adres te typen kun je een specifiek adres zoeken. Tijdens het typen zal AERIUS al pogen het adres automatisch aan te vullen. Bij bepaalde suggesties staat een plus, klik hierop om de opties te zien binnen deze suggestie. Klik op een suggestie om deze te selecteren en direct op de betreffende locatie in te zoomen. 2. Knoppen onder (2): Met de plusknop kun je inzoomen, de minknop is voor uitzoomen. Met de pijlen op de ronde knop verschuif je het beeld in de richting van de pijl. 3. Muisnavigatie: Door te klikken op het scherm en (terwijl de je muisklik vasthoudt) te slepen kun je over de kaart navigeren. Door te scrollen met het scrollwiel van je muis kan je in- en uitzoomen. 4. Met de Shiftknop op uw toetsenbord en met de muis selecteer je een gebied worden waarop je kunt inzoomen. 5. Inzoomen door middel van dubbelklikken.
Stap 3: Oefen even met navigeren over de kaart d.m.v. optie 2-5.
Deel 3: Aanmaken bron (nieuwe inrichting) en uitvoeren berekening
In dit deel ga je een aanvraag voorbereiden voor een nieuwe inrichting met één bron, het meest eenvoudige scenario. Het is een locatie wat nu nog grasland is, maar waar een agrariër een nieuw veehouderijbedrijf wil oprichten met één stal. We gaan de nieuwe stal neerzetten op Lekdijk 5b te Amerongen. Dit is een nog onbekende locatie. Stap 4: Zoek de locatie door in elk geval gebruik te maken van de zoekbalk (Tip: locatie 5a is wel bekend). De locatie staat onderstaand weergegeven.
Stap 5: Bron aanmaken. We gaan de bronnen handmatig invoeren. Klik daarom op ‘Zelf bron invoeren’. Na het aanklikken van de knop ‘Zelf bron invoeren’ verschijnt onderstaand overzicht.
Er kunnen drie typen bronnen ingevoerd worden:
Puntbronnen: Een puntbron is een duidelijk aanwijsbare emissiebron op één bepaalde plaats. Voorbeelden van puntbronnen zijn: (industriële) schoorstenen, ventilatieopeningen bij bepaalde typen stallen. Lijnbronnen: modelleren van vervoersbewegingen zoals wegen, spoorwegen en vaarwegen. Oppervlaktebronnen: modelleren van bronnen die verspreid zijn over een groot oppervlakte zoals bepaalde opslagen, industriële complexen waarvan de specifieke bedrijven nog onbekend zijn, mobiele voertuigen die willekeurig in een bepaald gebied rondrijden of open (melkvee)stallen.
Kies in dit geval voor een puntbron. Klik vervolgens op de kaart op de locatie waar je de stal wilt plaatsen en klik op Volgende Stap. Hiermee leg je de locatie vast. Je krijgt nu het volgende scherm:
Rechts van ‘Naam’ staat een blok met ‘Bron 1’. In dit vak kun je een naam van de bron intypen. Bijvoorbeeld ‘Lekdijk 5b’. Nu gaan we de bron specificeren. Klik op ‘Selecteer een sector’ om een keuzemenu uit te klappen. Bij het aanklikken van een optie, worden (afhankelijk van de optie) nieuwe subopties getoond. Kies in ons geval voor ‘Landbouw’ – ‘Stalemissies’. Je ziet nu twee menu’s om de broninformatie verder te specificeren. Klik op de plusjes links van de menunamen om de invulmogelijkheden te zien:
‘Kenmerken’: Hier worden de emissiekenmerken ingevoerd. Deze zijn voor veel bronnen op standaardwaarden ingesteld. Indien nodig kunnen de emissiekenmerken zoals de uitstoothoogte verder gespecificeerd worden. ‘Stalsystemen, dieren en aantallen’: Hier moeten de aangevraagde/vergunde (afhankelijk van de situatie) dieraantallen ingevoerd worden, evenals het type stalsysteem (RAV-code). Tevens is er de mogelijkheid om een stal in te voeren zonder RAV-code, voor stallen met proefstalstatus (zie tabje ‘Afwijkende stal’).
Voor het gemak laten we kenmerken op de standaardwaarden staan. Onder ‘Stalsystemen, dieren en aantallen’ voeren we een stal in met 100 melkkoeien en 70 stuks vrouwelijk jongvee. Begin met de melkkoeien (RAV-code A1.100.1). Zodra je de eerste letter invoert geeft AERIUS suggesties, klik na verdere specificatie op de juiste RAV code en vergeet niet de dieraantallen in te voeren (100 stuks). Klik na het invoeren van de melkkoeien op de knop ‘Bewaar’ en vervolgens op de knop ‘Extra stalsysteem’ om op dezelfde manier 70 stuks jongvee (RAV-code A3) in te voeren. Let op: de twee diercategorieën worden hiermee gekoppeld aan dezelfde stal. Als in de werkelijkheid twee verschillende stallen worden aangevraagd, dien je minimaal twee verschillende bronnen te tekenen. Als je alles goed hebt ingevoerd zie je onderstaand overzicht:
Voor snelle controle van de ingevoerde dieren worden de diersoorten weergegeven door middel van icoontjes (in dit geval dus koeien). Klik op de knop ‘Volgende stap’. Je krijgt nu het overzicht van ingevoerde bronnen te zien. Als je de muisindicator boven de zojuist ingevoerde bron laat hangen, zie je een specificatie van de brongegevens. Dit is met name erg handig bij meerdere bronnen. Zie de ronde cirkel in het figuur hieronder. Controleer of je inderdaad 950 + 273 = 1223 kg NH3 hebt ingevoerd.
Zet het schuifje ‘Naamlabels uit’ op ‘Naamlabels aan’ en zie dat de naam van de bron zichtbaar wordt op de kaart.
Stap 6: Doorrekenen depositie Voor het gemak laten we hier alle instellingen op de standaardwaarden staan, om snel de stikstofdepositie van de zojuist ingevoerde situatie te berekenen. Klik op ‘Bereken’. In het berichtencentrum wordt aangegeven dat de berekening wordt gestart. Tevens krijg je bericht wanneer deze gereed is. Je opent en sluit het berichtencentrum door het sterretje in de rechterbovenhoek te klikken. Oefen met het openen en sluiten van het berichtencentrum.
TIP: Tijdens het rekenen zie je in het midden onderaan een knop ‘Berekenen afbreken’. Zolang deze knop nog met zwarte vette letters te zien is (en dus aanklikbaar) is de Calculator nog aan het rekenen. Na verloop van tijd zie je dat het grafiekje wordt gevuld. Dit geeft een inschatting hoe lang de berekening nog bezig is. Ook zie je het scherm zich vullen met gekleurde hexagonen. Wanneer de berekening is afgerond verschijnen de resultaten.
Stap 7: Resultaten interpreteren Zodra de berekening klaar is verandert de kaart in een kleurrijk hexagonenpallet. Zoom uit en zie onderstaand overzicht:
Je ziet hier de depositietoename door jouw project, op hexagonen die geheel of gedeeltelijk overlappen met een stikstofgevoelig Natura 2000 gebied. Een hexagoon is een zeshoekige honingraat van precies één hectare groot. Depositie in AERIUS wordt per hexagoon berekend. De kleuren geven een toenamegradiënt weer van hoge depositie (donkere kleuren) tot lage depositie (lichte kleuren). Dichtbij onze bron zijn de hexagonen dus ook donkerder gekleurd. Het middenoverzicht is automatisch overgegaan naar de sectie ‘Resultaten’. Dit is te zien omdat ‘Resultaten’ nu donker gekleurd is. Mocht je de bronnen op een later moment de bronnen willen aanpassen, dan klik je op ‘Emissiebronnen’ om weer terug te gaan naar de invoermenu’s. We blijven in het menu Resultaten. Bekijk de vier tabs met resultaten: 1. PAS-wetgeving: geeft informatie over de berekening (nog in ontwikkeling). 2. Grafiek: Geeft het verloop weer van de hoogste depositietoename uitgezet tegen toenemende afstand van de bron. 3. Tabel: Laat per gebied en per habitattype informatie zien. Je ziet de informatie na uitklappen van het plusje. In elk gebied staat het habitattype met de hoogste depositie bovenaan. De getoonde informatie is zelf te bepalen via het drop-down menu boven de gebiedsnamen; de opties zijn: Gesommeerd, Maximum, Gemiddeld en Percentage van KDW. De meeteenheid rechts van het drop-downmenu wordt automatisch aangepast (mol; mol/ha/jr; %). 4. Filter: Geeft de mogelijkheid per gebied, per habitattype, de toename van depositie te tonen. Het filter toont een grafiek van de gekozen selectie. De balken laten zien hoeveel van het habitattype een bepaalde toename-categorie heeft (als je met de muis op een balk staat, worden de oppervlaktes getoond). Links van de getoonde grafiek staat een streep met twee kleine knoppen (één boven en één beneden). Door deze knoppen te verslepen pas je de selectie aan, waarmee alleen de gekozen categorieën op de kaart worden getoond. Zie plaatjes hieronder. Zo kun je bijvoorbeeld alleen toenames groter dan 1 mol/ha/jaar op een bepaald habitattype weergeven.
Stap 8: Resultaat per hexagoon Naast de vier tabs waarin je depositieresultaten over gebieden of habitattypen kunt zien, kun je ook informatie van een specifiek hexagoon opvragen. Om de depositie te zien klik je op een donker gekleurde hexagoon waarvoor een berekening is uitgevoerd (dus een hexagoon die overlapt met een stikstofgevoelig gebied). Klik vervolgens op de Informatie (i) knop, zoals onderstaand weergegeven.
Getoond worden drie informatietypen (druk op de + of – knop voor het in-/uitklappen van informatie): 1. Habitattypen: Klap het plusje voor Habitattypen uit om te zien welke habitattypen aanwezig zijn in het geselecteerde hexagoon. Ook zie je de oppervlakte (hectare) van elk habitattype binnen het hexagoon. De oppervlakte is voor een habitattype nooit meer dan 1 hectare (= oppervlakte hexagoon). Plaats je muiscursor over een habitattype in de kolom en je zult zien dat het habitattype oplicht op de kaart. 2. Depositie: Je ziet de achtergronddepositie evenals de berekende toename van depositie op het hexagoon. 3. Natuurgebieden op deze plek: Als je een hexagoon binnen een natuurgebied hebt geselecteerd, zie je hieronder het betreffende gebied staan. Na het uitklappen van het gebied zie je een kleine samenvatting van alle informatie voor het Natura 2000 gebied dat overlapt met het geselecteerde hexagoon. Let op, de weergegeven informatie in dit laatste onderdeel geldt voor het hele gebied, niet alleen voor het geselecteerde hexagoon.
Bij het uitklappen van het natuurgebied (deel 3 van bovenstaande lijst) zie je ook de legenda en de berekende waardes van drie ‘markers’ die geplaatst worden na een berekening op een (of meerdere) natuurgebieden. Zie rode cirkels onder.
De markers markeren op de kaart na een berekening de drie voornaamste rekenuitslagen: 1. Het hexagoon met de hoogste berekende depositie op het Natura 2000 gebied. 2. Hoogste totale depositie in het Natura 2000 gebied NA toename door bedrijf (inclusief achtergronddepositie) 3. Hoogste procentuele overschrijding van de kritische depositiewaarde (KDW). TIP: Met name de roze marker (hoogste berekende depositie) is van belang voor het
bepalen van het bevoegd gezag voor een grensoverschrijdend gebied. Handigheidjes: -
Met de pijltjesknop (zie blauwe cirkel in bovenstaande figuur) kun je compleet uitzoomen om het gehele Natura 2000 gebied te zien. Je kan de informatieknop “I” ook gebruiken op een plek/hexagoon in de kaart waar geen berekening voor is uitgevoerd; in dat geval wordt alleen de achtergronddepositie getoond of de achtergronddepositie + gebiedsinformatie als het hexagoon overlapt met een natuurgebied.
Stap 9: Exporteren van de gegevens Om de gegevens uit te kunnen wisselen tussen aanvrager en vergunningverlener is er een exportfunctie. Klik op de knop ‘Exporteer’ (zie onder).
Het volgende menu wordt geopend:
Hier kun je kiezen tussen het exporteren van een GML-bestand of een PDF bestand; de PDF wordt ook wel “Vergunningsaanvraagbijlage” genoemd. Beiden kunnen later weer worden ingelezen in AERIUS. In reguliere vergunningaanvragen en meldingen wordt de PDF gebruikt. Selecteer ‘vergunningsaanvraag bijlage’ en vul de gevraagde informatie in. Je ziet verschillende velden die verplicht iets ingevuld moet worden, maar voor deze oefening hoeft dit nog niet nauwkeurig. Vergeet echter niet je eigen e-mail adres in te vullen en te controleren of deze correct gespeld is. Klik na het invullen op ‘Exporteer´. Het berichtencentrum (zie onderaan pagina 8) geeft aan dat de export begonnen is en wanneer deze klaar is. Zodra de export klaar is ontvang je hiervoor een link in de mail. Klik op de link in de mail en sla de PDF op. Het bestand kan op elke gewenste plek worden opgeslagen, bijvoorbeeld op je bureaublad. Let op: het bestand is slechts 72 uur beschikbaar!
TIP: Bij het exporteren zal AERIUS de depositie nogmaals berekenen. Voor
grote berekeningen kan hier enige tijd overheen gaan. Voor berekeningen die lang duren kun je AERIUS wegklikken; ook dan zal AERIUS de e-mail met de link verzenden zodra de berekening klaar is. TIP: Ook in het berichtencentrum rechts op de kaart verschijnt een link naar het exportbestand. Hier kun je het bestand ook ophalen.
Stap 10: De PDF in vogelvlucht Open de PDF. Op de eerste pagina staat een stuk standaardtekst. De tweede pagina is als volgt:
Ingevoerde gegevens en details export
Emissie van project
Locatie van project
De volgende pagina toont in detail de ingevoerde gegevens van de stallen. Daarna wordt de maximale depositietoename voor alle gebieden getoond en tenslotte de specifieke informatie per habitattype, per gebied.
Let bij deze laatste sectie op de eenheid die bekeken wordt. In het geval van vergunningverlening zal met name de maximale depositie in mol/ha/jr relevant zijn.
TIP: Er zijn in principe twee verschillende bestandstypen die kunnen worden ingeladen in AERIUS: een PDF-bestand van een eerdere berekening met AERIUS of een GML-bestand van een eerdere berekening met AERIUS. Ook een Zip-bestand met daarin een AERIUS-bestand kan direct worden geïmporteerd. Voor de techneuten zijn er nog enkele andere mogelijkheden, dit zal worden behandeld in het Campus onderdeel …
Sluit de PDF af (vergeet hem niet op te slaan als je dit nog niet gedaan hebt!).
Deel 4: Aanmaken variant en uitvoeren verschilberekening Stap 11: Opstarten nieuwe berekening Als je gegevens hebt ingevoerd in de Calculator en je wil helemaal opnieuw beginnen, dan kun je de pagina verversen door bijvoorbeeld de functieknop F5 op uw toetsenbord. Mocht je een vraag krijgen als “Weet je zeker dat je de pagina opnieuw wilt laden?”, bevestig deze. We gaan nu een berekening maken op basis van een eerder uit AERIUS geëxporteerd bestand (PDF). Klik nu op ‘Importeren’ en vervolgens op ‘Bestand kiezen’. Kies de PDF die je in deel 3 hebt opgeslagen, klik op ‘Openen’ en vervolgens op ‘OK’. Na het importeren leest de Calculator je project in vanuit de PDF. Controleer of de geïmporteerde gegevens goed zijn ingeladen bij Situatie 1 door met de muis op de bron te gaan staan. Er verschijnt een pop-up met de geïmporteerde brongegevens. De zojuist geïmporteerde situatie is nog niet doorgerekend. Om de depositieresultaten te zien, moet je nog op Bereken klikken; de doorrekening vindt dan plaats met de laatste versie van Calculator. Op het scherm (zie beneden) zie je de stal die je in deel 3 hebt ingevoerd. We gaan er nu van uit dat dit een bestaande stal is, en de referentiesituatie voor een vergunningaanvraag.
Stap 12: Invoeren scenario We gaan nu een tweede situatie invoeren, de gewenste situatie. Klik op ‘Maak variant’ (zie rode cirkel beneden).
De knop ‘Maak variant’ verandert nu automatisch in ‘Situatie 2’. Tevens worden in ‘Situatie 2’ automatisch de ingevoerde bronnen uit ‘Situatie 1’ overgenomen. Je kunt nu:
De ingevoerde bron selecteren, op het potloodje klikken en deze aanpassen. De ‘oude’ bron verwijderen door hem te selecteren en op de prullenbak te klikken of via op de knop ‘Wis alle bronnen’ te klikken. De bron selecteren en er een exacte kopie van maken. Handmatig een nieuwe/tweede bron invoeren middels de knop ‘Nieuw’. Een ander bestand met informatie importeren. De nieuwe bron een andere naam geven.
TIP: je kan een bron selecteren door erop te klikken. De geselecteerde bron wordt hiermee gearceerd. De knoppen ‘bewerk’, ‘verwijder’ en ‘kopieer’ (zie figuur hieronder) worden pas actief nadat je een bron hebt geselecteerd.
bewerken
kopiëren
verwijderen
We willen achter de bestaande stal een nieuwe emissiearme stal bouwen voor 100 kalveren. Verander de naam “Lekdijk 5b” in “koeienstal”. Maak hiervoor in Situatie 2 een nieuwe bron aan via de knop ‘Nieuw’ en kies weer voor een puntbron. Plaats de bron achter de bestaande bron (tussen de bestaande stal en het (geel gekleurde) natuurgebied Kolland & Overlangbroek en druk op “Volgende stap”. Geef de nieuwe bron de naam ‘kalverenstal’ en kies weer voor dezelfde sectorinstellingen. Kies voor RAV-code A4.1 voor een stal met een chemische luchtwasser voor 100 dieren. Klik op “Volgende stap” en “Bewaar”. Je ziet nu twee bronnen onder elkaar staan. Bekijk de invoerparameters van beide bronnen door met de muis over de bronnen te bewegen.
Stap 13: Doorrekenen depositie We gaan nu berekenen wat het effect is op de depositie door het verschil tussen de uitgangssituatie (situatie 1) en de gewenste situatie (situatie 2) door te rekenen. Klik weer op ‘Bereken’. Het berichtenmenu geeft weer aan dat de berekening is gestart en ook wanneer deze gereed is.
Stap 14: Resultaten interpreteren Het getoonde resultatenmenu is sterk vergelijkbaar met het resultaatmenu na het invullen van één scenario. Het verschil is echter dat de resultaten getoond kunnen worden voor ‘Situatie 1’, ‘Situatie 2’ of een ‘Vergelijking tussen de situaties’. Klik hiervoor op de corresponderende tabbladen (zie onder).
Let erop dat de getoonde hexagonen bij het kiezen van een scenario van kleur veranderen afhankelijk van het scenario. In het bovengetoonde beeld tonen de paarstinten het depositieverschil tussen situatie 1 en situatie 2 (berekend wordt situatie 2 – situatie 1). Wederom betekent een donkere kleur een grotere toename in depositie. Je kan de legenda van de depositiekaart bekijken via de kaartlagenknop en vervolgens de legenda uitklappen via het plusje voor de kaartlaag “Depositie NH3”.
Stap 15: Resultaat Bij de ‘Resultaten’ wordt nu zowel de berekende depositie in ‘Situatie 1’ als ook in ‘Situatie 2’ getoond, evenals het verschil tussen beiden (‘Vergelijking’). AERIUS toont in eerste instantie de tabel met de resultaten van de vergelijkingsberekening. Bekijk voor hoeveel Natura 2000gebieden er depositieresultaten zijn en beoordeel of de depositietoename in een van de gebieden uitkomt boven de 1 mol/ha/jaar waardoor er sprake is van een vergunningplicht.
Deel 5: Andere bronnen Naast stalemissies is AERIUS in staat de emissies van een grote verscheidenheid aan andere bronnen in te voeren. In dit voorbeeld gaan we kort een nieuwbouwwijk invoeren met een weg die aansluit op het bestaande wegennetwerk. Stap 16: invoeren lijnbron. We beginnen met de weg. Start AERIUS opnieuw op, bijvoorbeeld met behulp van de functieknop F5. Selecteer ‘Zelf bron invoeren’. Een weg is lijnvormig, dus kies hier voor een lijnbron (zie onder). Bedenk zelf een locatie in Nederland waar je de weg en woonwijk wilt intekenen. De lijnbron kun je tekenen door op de kaart deze punt voor punt (rekening
houdend met bochten) in te tekenen. Je beëindigt de invoer middels een dubbelklik op het laatste in te voeren punt.
Klik na het intekenen van de weg op ‘Volgende stap’. Je kunt de weg een naam/label geven en kies voor de sectorinstellingen ‘Verkeer en vervoer’ en ‘Buitenwegen’. Vervolgens moeten de verkeersbewegingen toegevoegd worden. Lichte verkeersbewegingen zijn auto’s en motoren, middelzware verkeersbewegingen betreft busjes en auto’s met aanhangers en zware verkeersbewegingen betreft vrachtwagens. De 24-uurs gemiddelde bewegingen moeten ingevuld worden evenals een eventueel filepercentage. Per weg kunnen meerdere verkeersbewegingen ingevoerd worden. Bedenk realistische invoergegevens en druk na het invoeren op ‘Volgende stap’. Druk nog niet op Bereken. TIP: Ook voor wegen kun je een vergelijkingsberekening maken tussen twee wegscenario’s. Dit kan een uitbreiding van de weg zijn, maar ook bijvoorbeeld een snelheidsmaatregel.
Stap 17: invoeren vlakbron. Tenslotte gaan we een nieuwbouwwijk invoeren, waarbij de emissielocaties nog niet exact bekend zijn. Druk op de knop ‘Nieuw’ om een nieuwe bron aan te maken en kies voor een oppervlaktebron. Teken aan een van de uiteinden van de weg een vlak. Intekenen van een vlakbron gaat vergelijkbaar met een lijnbron. Door te dubbelklikken geef je het signaal dat het vlak af is. Selecteer ‘Wonen en werken’ en vervolgens ‘Woningen’. Voor deze categorie zijn geen standaardwaarden opgenomen. Je krijgt dan ook onderstaand menu te zien.
Hierin moeten zelf emissie worden ingevuld, bijvoorbeeld op basis van een standaardwaardenrapport of een apart onderzoek. Vul bijvoorbeeld 150 kg/jr NOx in en 150 kg/jr NH3 en klik op ‘Volgende stap’. In het overzicht van bronnen staan symbolen van de sectoren waarmee je de weg van de woonwijk kan onderscheiden.
Bereken de depositie. De resultaten die vervolgens getoond worden zijn dezelfde als de resultaten die getoond worden bij stalemissies. Indien je een PDF exporteert zul je zien dat deze ook gelijk van opzet is.
Tot zover deze voorbereidingsopdracht. Tijdens de opleiding gaan we verder met meer uitgebreidere casussen.