Voorbereidingsopdracht
Binnenkort start je met de opleiding vakbekwaam persoon bovenleiding 1500 V (VP BVL). De opleiding duurt in totaal vier dagen. Daarna volgt een examen (theorie en casus) van stichting railAlert. Het resultaat van de opleiding is: ― Het zorgen voor een veilige werkplek doordat jij je als vakbekwaam persoon bovenleiding verantwoordelijk voelt voor het goed toepassen van de RLN00128. Een belangrijk uitgangspunt daarbij is dat je actief vraagt om een duidelijke instructie van de werkverantwoordelijke (WV)/ ploegleider (PL) en deze beoordeelt. ― Goed voorbereid zijn op het examen VP BVL 1500V. De vier opleidingsdagen bij Railinfra Opleidingen bestaan zowel uit theorie- als praktijkmomenten. Voorafgaand aan de opleiding krijg je een voorbereidingsopdracht om je een voorstelling te maken van de opleiding en om de vereiste voorkennis op te halen. Om het geleerde direct naar jouw praktijk te vertalen en extra te oefenen voor het examen, krijg je huiswerkopdrachten mee. Naar de eerste opleidingsdag moet je het volgende meenemen: ― twee exemplaren van de ingevulde checklist ‘meeloopopdracht’ (één voor jezelf en één voor de opleider). ― antwoorden van de technisch inhoudelijke toets (worden nabesproken tijdens lesdag 1). Hieronder volgen de twee voorbereidingsopdrachten: ― Meelopen als voldoende onderricht persoon (VOP) met een WV/PL. ― Technisch inhoudelijke kennis ophalen. De eerste opdracht neemt naast de spanningloosstelling zelf een half uur in beslag. Het ophalen van de technisch inhoudelijke kennis duurt naar schatting één a twee uur (afhankelijk van je voorkennis).
Meelopen Ter voorbereiding op de opleiding VP BVL vragen we je om alvast na te denken over het mogelijke resultaat van de opleiding VP BVL voor jou. Om je dat te kunnen voorstellen, loop je als VOP een dienst mee met een WV of PL voorafgaand aan de eerste opleidingsdag. Tijdens deze dienst moet minimaal: ― de bovenleiding worden uitgeschakeld, getest en geaard. ― de bovenleiding bedrijfsgereed worden gemaakt.
13 augustus 2009 Voorbereidingsopdracht Opleiding VP BVL 1500 V
opleidingen
1
1. Loop als VOP een dienst mee met een WV/PL en let daarbij in ieder geval op: ― Waaruit de instructie die je van de WV/PL krijgt bestaat. ― Welke documenten (schema’s en tekeningen) de WV/PL gebruikt. ― Welke stappen de WV/PL neemt voor het uitschakelen, testen, aarden en bedrijfsgereed maken. ― Welke van deze stappen jij als VOP uitvoert. ― Met wie de WV/PL communiceert. ― Hoe de WV/PL beoordeelt dat de bovenleiding weer veilig berijdbaar is. 2. Noteer in de checklist ‘meeloopopdracht’ de volgende punten die relevant zijn voor jouw als toekomstig VP BVL: ― Belangrijke aandachtspunten ― Vragen die je nog hebt ― Het eindresultaat van de opleiding voor jou als VP (Welk resultaat heb jij na de opleiding bereikt als VP BVL, oftewel wat denk je te leren tijdens de opleiding VP BVL?) ― De reacties uit je werkomgeving, als je na de opleiding als VP BVL je taken uit gaat voeren. 3. Licht tijdens de eerste dag jouw punten uit de checklist ‘meeloopopdracht’ toe.
13 augustus 2009 Voorbereidingsopdracht Opleiding VP BVL 1500 V
opleidingen
2
Checklist ‘Meeloopopdracht’
Aandachtspunten
Eindresultaat opleiding
Vragen
Reacties uit omgeving
13 augustus 2009 Voorbereidingsopdracht Opleiding VP BVL 1500 V
opleidingen
3
Technisch inhoudelijk kennis ophalen Het examen van de stichting railAlert bestaat uit een theorie en casusexamen. Het theorie-examen bestaat naast vragen over de RLN000128 ook uit een aantal technisch inhoudelijke vragen. Toelatingsvoorwaarde voor de opleiding VP BVL is de opleiding Monteur Bovenleiding. Tijdens de opleiding Monteur Bovenleiding heb je de technisch inhoudelijke kennis geleerd. Ter voorbereiding op de opleiding is het van belang dat je deze technische inhoudelijke kennis ophaalt. 1. Maak de technisch inhoudelijke toets bovenleiding door per vraag het antwoord in te vullen. Maak daarbij gebruik van: · OVS00024 en OVS00059 / BVLM deel 2 · De deelnemersmap Monteur Bovenleiding 2. Neem je antwoorden mee naar de eerste opleidingsdag.
13 augustus 2009 Voorbereidingsopdracht Opleiding VP BVL 1500 V
opleidingen
4
Technisch inhoudelijk toets bovenleiding
Alleen bestemd voor opleidingsdoeleinden Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, kunnen fouten en onvolledigheden niet geheel worden uitgesloten. Railinfra Opleidingen aanvaardt geen aansprakelijkheid, ook niet voor directe schade, ontstaan door of verband houdende met de toepassing van de door Railinfra Opleidingen gepubliceerde uitgaven.
Alle rechten voorbehouden Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Railinfra Opleidingen.
Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 j het Besluit van 10 juni 1974, St.b.351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471, en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezing, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot Railinfra Opleidingen te wenden.
Uitgave 5 februari 2008 Opleidingscode Riac2006
©Railinfra Opleidingen 2008
13 augustus 2009 Technisch inhoudelijk toets bovenleiding
opleidingen
1.
Stel u gaat een draagkabel trekken op de vrije baan bij een vast systeem. De velden zijn 70 meter lang, en de temperatuur is 20 °C. Gevraagd: a. Wat is de trek in de draagkabel in onbelaste toestand? b. Wat is de doorhang van de draagkabel in belaste toestand? Antwoord: a.
b.
2.
Gegeven: Nadat er wijzigingswerk is uitgevoerd ziet u bij een vast systeem een zwevend wiel, waarvan de H-maat + 190 cm bedraagt. De temperatuur is 30 °C, en de sectielengte is 1600 meter. Gevraagd: Hoeveel cm moet uit de rijdraad worden gehaald om de gewichten op de juiste hoogte te krijgen? Schrijf de uitwerking ook op. Antwoord:
3.
Gegeven is een sectielengte rijdraad van 1600 meter bij een temperatuur van 25 °C. Gevraagd: Bepaal de hoogte van de gewichten vanaf +BS bij: a. een zwevend wiel; b. een wiel met drukschoor. Antwoord: a.
b.
13 augustus 2009 Technisch inhoudelijk toets bovenleiding
opleidingen
4.
Deze vraag heeft betrekking op een gesloten spaninrichting bij een vast systeem. Gebruik bij deze vraag Bijlage 1. ― Gevraagd: ― Maak een schets van een gesloten spaninrichting van één spoor. ― Geef hierin de veldlengtes aan. ― Om welke reden is gekozen voor deze veldlengtes? ― Geef in de schets de verschuiving van de rijdraden aan. Antwoord: c.
5.
Deze vraag betreft hangdraden bij een vast systeem. a. Omschrijf waarom de doorhang van de rijdraad tussen twee hangdraden niet groter mag zijn dan 5,5 mm en geef aan hoe men binnen deze marge blijft. b. Waar en om welke reden wordt hangdraadvermeerdering toegepast? c. Wat is de maximale afstand tussen twee hangdraden bij hangdraadvermeerdering? Antwoord: a.
b.
c.
6.
Deze vraag gaat over hangdraden. a. Welk type hangdraad moet men toepassen bij een hangdraadlengte van 20 cm. in een systeem met vast afgespannen draagkabel? De afstand, hangdraad tot vastpunt bedraagt 400 meter. b. Welk type hangdraad moet men toepassen bij een hangdraadlengte van 50 cm. in een systeem met vast afgespannen draagkabel? De afstand, hangdraad tot vastpunt bedraagt 300 meter. Antwoord: a. b.
13 augustus 2009 Technisch inhoudelijk toets bovenleiding
opleidingen
7.
Een boog met verkanting bij een vast systeem heeft een straal van 1000 meter. De gemeten X-maat bedraagt 31 cm. Bepaal: a. Maat b1 en b2. b. Maat c. c. Waar wordt het draagkabelsteunpunt gemonteerd, boven de rijdraad of boven hart spoor? d. Welke uitvoering zijwaartse bevestiging moet worden toegepast? e. Op welke wijze kan de c-maat gecorrigeerd worden? Antwoord: a. b. c. d. e.
8.
Gegeven is een boog met verkanting en een straal van 1800 meter. De gemeten X-maat bedraagt 25 cm. Bepaal: a. maat C; b. maat b1 en b2; c. welk type zijwaartse bevestiging hier moet worden toegepast; d. is de ligging van de draagkabel boven hart spoor of boven de rijdraad. Antwoord: a. b. c. d.
9.
In de afgelopen periode hebben we geconstateerd dat de "ideale" rijdraadkruising niet bestaat. Op welke punten moet worden gelet om toch een goede rijdraadkruising te bouwen? Noem tenminste vijf punten. Antwoord:
13 augustus 2009 Technisch inhoudelijk toets bovenleiding
opleidingen
10.
Deze vraag betreft een leidingonderbreker. a. Wat is de functie van een leidingonderbreker? b. Waar worden leidingonderbrekers zoal toegepast? c. Noem tenminste drie voorwaarden die bijdragen tot een goede ligging van de leidingonderbreker. Antwoord: a. b.
c1. c2. c3.
11.
Deze vraag betreft elektrische verbindingen. a. Waarop moet je letten bij het monteren van elektrische verbindingen? b. Waar en om welke redenen worden elektrische verbindingen geplaatst op de vrije baan? Antwoord: a.
b.
13 augustus 2009 Technisch inhoudelijk toets bovenleiding
opleidingen
12.
Op welke punten moet je letten, wanneer je een nieuw stuk rijdraad in de bestaande rijdraad inlast? Noem tenminste drie punten. Antwoord: 1.
2.
3.
13.
Deze vraag heeft betrekking op een open spaninrichting bij een vast systeem. Gebruik bij deze vraag Bijlage 2. a. Maak een schets van een open spaninrichting over één spoor. b. Geef hierin de veldlengtes aan. c. Geef in de schets de verschuiving van de rijdraden aan. d. Geef in de schets aan, waar isolatoren worden geplaatst. e. Waarom worden de uitlopen van een open spaninrichting onder spanning gebracht? f. Waarom worden de hangdraden in het overnameveld van een openspaninrichting verschoven ten opzichte van elkaar gemonteerd? Antwoord: e.
f.
14.
Waarom komt er op het emplacement over het algemeen geen versterkingsleiding voor? Antwoord:
13 augustus 2009 Technisch inhoudelijk toets bovenleiding
opleidingen
15.
Wat wordt verstaan onder systeemhoogte? Antwoord:
16.
Waarom worden in bogen met een boogstraal kleiner dan 1500 m. geen Y-draden toegepast? Antwoord:
17.
Aan welke drie voorwaarden moet een bochtaftrek voldoen? Antwoord: 1.
2.
3.
13 augustus 2009 Technisch inhoudelijk toets bovenleiding
opleidingen
Bijlage 1: Gesloten spaninrichting
Hart spoor 1/1
1/2
1/3
1/4
1/5
1/6
1/7
1/8
1/9
1/11
1/10
1/12
Bijlage 2: Open spaninrichting
Hart spoor 1/1 1/1
1/2
1/3
1/5
1/4
1/6
1/7
1/8
1/9
1/11
1/10
1/12