primair TAAL LEZEN juni 2011 - nr. 1
Inhoud:
Pag. 2
Opbrengst van taalonderwijs bij kleuters
Redactioneel Pag. 3
Kleuters ontwikkelen hun taal vooral door het in voor hen betekenisvolle situaties te gebruiken. Anders gezegd: de
Opbrengst van
combinatie ‘spreken, luisteren, ervaren en doen’ blijkt het
taalonderwijs bij
meest succesvol voor taalontwikkeling. Het is aan de leraar
kleuters
om in de groep een klimaat te creëren, waarin taal leren met en van elkaar een dagelijks feestje is met mooie
Pag. 8
opbrengsten. Zie pagina 3
Het luisterboek vond ik het leukst Pag. 11 Studie effectiviteit Taallijn Pag. 12
Vroeg Engels, hoe doe je dat? ‘Early English is hot’. Maar gaat Vroeg Engels niet ten koste van moedertaalverwerving? Krijgen allochtone leerlingen
Vroeg Engels,
met een taalachterstand geen problemen met NT2? Moet
hoe doe je dat
Vroeg Engels niet door native speakers gegeven worden? Moeten kinderen al niet veel te veel tegenwoordig? Kortom:
Pag. 16
is Vroeg Engels niet schadelijk en als het niet schadelijk is, hoe introduceer ik Vroeg Engels op een verantwoorde manier
Rekenen op groep 0
aan mijn leerlingen in de onderbouw van de basisschool? Klaas Hoorn gaat in op alle twijfels en vragen. En legt uit dat
Pag. 19
Engels in de onderbouw niet veel tijd hoeft te kosten. Zie pagina 12
Nieuws Pag. 21 Klankgebaren, een hulpmiddel
Invloed van het nieuwe voorlezen
Pag. 23 Het is belangrijk om kinderen voor te lezen. Kinderen die op jonge Colofon
leeftijd door hun ouders of op school regelmatig worden voorgelezen, hebben aantoonbaar meer succes tijdens hun verdere schoolloopbaan. Steeds meer wordt er door ouders en scholen gebruik gemaakt van luisterboeken en gedigitaliseerde prentenboeken als aanvulling op het ‘traditionele’ interactief voorlezen. Welke effecten hebben deze relatief nieuwe manieren van voorlezen op de talige ontwikkeling van kinderen? Zie pagina 8
l ee ct io n da
Re
Robots en taal
Australische wetenschappers hebben
enerzijds en de bijbehorende auditieve
Tine Noorda stelt dat het belangrijk is het
twee robots ontwikkeld die een eigen
vorm van de spraakklank anderzijds.
papieren prentenboek nog niet weg te
spreektaal kunnen creëren. De robots
Het klankgebaar kan worden gezien als
doen, ze legt uit waarom.
– genaamd Lingodroids – hebben het
een handvorm die de klank visualiseert
vermogen om zelf woorden te verzinnen
en dus ‘betekenisvol’ maakt. Met het
Minister Van Bijsterveldt was op 12 mei
voor nieuwe plekken die ze bezoeken.
klankgebaar wordt gebruik gemaakt van
op een conferentie over Vroeg Vreemde
De woorden die ze zichzelf aanleren, ge-
meerdere sensorische ‘input-kanalen’
Talen Onderwijs (VTTO). Ze zei daar: “Met
bruiken ze in conversaties met elkaar en
tegelijk. Zien, horen, voelen, bewegen
Vroeg Vreemde Talen Onderwijs inves-
worden opgeslagen in hun geheugen. De
en beleven. Door op deze manier de
teren we in toekomst van de huidige
apparaten bezoeken een plaats, verzin-
klank-teken-koppeling aan te bieden en
generatie leerlingen.” De minister laat
nen een willekeurige combinatie van syl-
te stimuleren, is het leggen van de as-
door de Rijksuniversiteit Groningen sa-
laben voor die plek en delen dat nieuwe
sociatie tussen letters en klanken en de
men met de Universiteit Utrecht uitzoe-
woord vervolgens met elkaar. De robots
inprenting daarvan in het geheugen, niet
ken wat de invloed van Vreemde Talen
trainen hun woordenschat door spellen
van één zintuig afhankelijk. In dit verhaal
Onderwijs is op de beheersing van het
met elkaar te spelen. Alhoewel je wellicht
leggen de schrijfsters uit hoe klankgeba-
Nederlands. Wetenschappers vermoeden
in de ontwikkeling van robots kunt spre-
ren kunnen worden toegepast en welke
dat Vroeg Vreemde Talen Onderwijs goed
ken van een betekenisvolle stap, maakt
methoden er zijn.
is voor de beheersing van het Nederlands,
deze informatie toch ook weer duidelijk
met name bij taalzwakke leerlingen. De
hoe bijzonder taal en taalontwikkeling
Tine Noorda schrijft over de opmars van
resultaten van het onderzoek van RUG en
eigenlijk is. Het vermogen van de mens
de luisterboeken en gedigitaliseerde
UU zijn pas in 2013 bekend. De minister
om spelenderwijs te leren, is tot nu toe
prentenboeken. Deze boeken zorgen er
wacht die resultaten af om vervolgens
slechts fractioneel en met
haar beleid te bepalen.
heel veel inspanning na
“Maar”, zei de minister
te bootsen.
in goed Nederlands, “Good policy should
Kleuters ontwikkelen hun
not be built to go fast. It
taal ook vooral door het
should be built to go far.”
in voor hen betekenisvolle situaties te gebrui-
Klaas Hoorn schrijft over
ken, schrijft Dolf Janson.
de trend om vroeg Engels
Ze leren in interactie met
op basisscholen te geven.
elkaar, met hun omgeving
Hij gaat in op de vraag
en met hun leerkracht.
van leraren waarom je
Janson neemt herkenbare
kinderen zo vroeg met
situaties in de kleuterklas
Engels zou moeten con-
en neemt het gedrag van
fronteren. Hij gaat in op
de leerkracht onder de
de taalverwerving en de
loep. Hoe ontvang je ou-
pragmatische aspecten
ders en hun kinderen op
en hoe je vroeg Engels
hun eerste dag, maar ook
kunt implementeren en
daarna? Hoe richt je je
vormgeven in de school.
lokaal in, hoe interactief stel je je op en hoe geef je feedback?
voor dat kinderen steeds vaker worden
Taal en taalonderwijs zijn levende zaken
Dolf Janson merkt op dat het belangrijk
voorgelezen door computerstemmen,
en het denken erover, het onderzoek naar
is, dat attributen er voor kunnen zorgen
maar heeft dat effect op de talige ontwik-
aspecten van taalontwikkeling is in volle
dat de aandacht van kleuters vastgehou-
keling van kinderen. Vullen deze nieuwe
gang. Het duurt nog even voor we robots
den kan worden.
vormen van voorlezen het gewone voorle-
hebben ontwikkeld die een taalontwikke-
zen aan, of kunnen ze het voorlezen door
ling en taalbeheersing vertonen, die lijken
Bij het aanleren van taal aan kleuters
de juf vervangen? In een onderzoek onder
op die van de mens zelf. Wellicht helpt de
helpen klankgebaren, volgens Evelien
42 kleuters blijkt onder andere dat ze zelf
taallerende computer ons wel de taalont-
Krikhaar en Karlijn Dielissen, doordat
het liefste naar een luisterboek luisteren.
wikkeling van mensen, jonge mensen,
een expliciete relatie wordt gelegd tussen
Maar blijft het verhaal ook hangen en
steeds adequater vorm te geven. En dat is
de visuele vorm van het teken (de letter)
levert het een grotere woordenschat op?
natuurlijk nooit weg.
2
TAAL LEZEN primair | juni 2011 | nr.1
Op en br gs t
Opbrengst van taalonderwijs bij kleuters Dolf Janson
Kleuters ontwikkelen hun taal vooral door het in voor hen betekenisvolle situa-
mag voorlezen. Op andere scholen lig-
ties te gebruiken. Anders gezegd: de combinatie ‘spreken, luisteren, ervaren en
gen er ‘werkjes’ klaar, waarmee ze zelf of
doen’ blijkt het meest succesvol voor taalontwikkeling. In dat licht is het inte-
samen met de begeleidende ouder, aan de
ressant om na te gaan wat in de onderbouw ‘opbrengstgericht werken aan taal’
slag mogen. Dit soort inloopactiviteiten
betekent en wat dan die opbrengsten kunnen zijn.
lokt uit om over een boek (of de inhoud daarvan) of het werkje (of het onderwerp daarvan) te praten, zeker als wordt aange-
Taalstimulering
dracht van de basisschool. Laten we eens
moedigd dat de ouders meedoen. In klas-
Taalonderwijs in kleutergroepen is een
wat activiteiten volgen.
sen waar de ouders zelf niet allemaal goed
lastig fenomeen. Leraren die werken
Nederlands spreken, kan dat spannend
met kleuters weten dat maar al te goed.
Inloopactiviteiten
zijn. Vaak hanteert men op zo’n school de
Op de vraag naar specifieke taalactivi-
Het begint vaak al bij de binnenkomst van
regel dat er alleen Nederlands gesproken
teiten, komt dikwijls als antwoord “Taal
de kinderen. Op veel scholen komen de
mag worden. Stimuleert zo’n activiteit hen
doe je de hele dag!” Dat is ongetwijfeld
leerlingen van groep 1/2, al dan niet samen
dan om mee te doen of schrikt het juist
waar, maar is dat alledaagse taalgebruik
met een ouder, al voor schooltijd de klas
af? Als het gaat om het stimuleren van de
daarmee ook taalonderwijs? Het gericht
binnen. Op sommige scholen liggen er
taal-/denkontwikkeling is het trouwens
aandacht geven aan (het stimuleren van)
boekjes op de tafels waarin de kinderen
zeer de vraag of het goed is om tegen te
taalontwikkeling hoort wel bij de op-
mogen gaan ‘lezen’, of waaruit de ouder
gaan dat er in de eigen taal over een boek
TAAL LEZEN primair | juni 2011 | nr.1
3
t gs br en Op
of een spelactiviteit gepraat wordt.
Hierin zitten de kinderen paarsgewijs
werp of dier, hetzij een tot puzzelstukjes
tegenover elkaar en kunnen zo elkaar hun
verknipte foto van een voorwerp, een dier
belevenis vertellen. Op een teken schuiven
of persoon, die om beurten mogen worden
tenboek bijvoorbeeld) kan de goed be-
de kinderen in de buitenkring een paar
gepakt en geïnterpreteerd. In een kleine
heerste eigen taal wel eens een veel beter
stoelen door en vertellen elkaar daar nog
kring, en zelfs in tweetallen, komt het
communicatiemiddel zijn dan gebrekkig
eens hun verhalen. Op deze manier hoe-
gesprek dan vanzelf wel op gang, zeker
Nederlands. De schooldag is nog niet eens
ven de kinderen niet zo lang te wachten
als de opdracht is de foto eerst voor de
echt begonnen en de dilemma’s rond het
en kunnen ze meerdere keren hun verhaal
ander(en) te beschrijven, zodat zij kunnen
taalonderwijs dienen zich al aan...
vertellen en naar een ander verhaal luis-
raden waar het (bij) hoort.
Voor de begripsvorming of voor het benoemen van emoties (in een pren-
teren en steeds weer reacties krijgen en Op veel scholen beginnen de kleuters daar-
geven.
na met een kring, of liever gezegd, dé kring.
Op je knieën Introducties van onderwerpen en verha-
De leraar geeft dat soms aan met een liedje:
Uitlokken en stimuleren
len van ervaringen vragen dikwijls om
“Wij gaan beginnen, wij gaan beginnen, wij
Een andere aanpak is enkele kinderen iets
een vervolg. Kinderen willen er zelf mee
gaan beginnen, ja, ja! (bis)” Zo’n liedje dat
laten vertellen naar aanleiding van een
aan de gang, willen het verhaal nog eens
steeds op cruciale momenten terugkeert,
onderwerp dat aansluit bij ieders ervarin-
herhalen, er over tekenen of het uitspelen
helpt de kleuters de orde van de dag te
gen, bijvoorbeeld wat je zegt onderweg van
in de speelhoek. Taal wil klinken en is een
herkennen en geeft hen tegelijk de tijd om
huis naar school, of dingen die in de buurt
fijne begeleider van doen. De kunst is om
over te schakelen naar de nieuwe activiteit.
veranderd zijn, of wat je tegen regen doet,
de kinderen daartoe uit te dagen. Dat kan
Deze liedjes nodigen uit om mee te doen
of wat je doet om je zin te krijgen (Van
door het inrichten van een –wat afge-
en zich zo de woorden en het ritme eigen
Norden 2009). Ook kan een belangrijke
schermde– vertelplek, waar de voorwerpen
te maken. Dan volgt vaak een vast ritueel
ervaring (thuis of onderweg) aanleiding
of platen een plaats krijgen bij een bankje
van namen lezen, de datum goed zetten,
tot een verhaal zijn. Door de fasen in die
of wat grote kussens of zitzakken. Een
het weer benoemen, het dagprogramma
beschrijving te markeren met symbolen
aardig idee om taal uit te lokken, is de
In plaats van een gezellig gesprek gaat de interactie van de leraar dan over ‘opletten’, ‘rechtzitten’ doornemen aan de hand van pictogram-
(bv. groen voor hoe het begon, oranje voor
klassenpop. Dit is een (niet al te gedetail-
men: in veel kleutergroepen is dit, in een of
het midden, of de hoofdgebeurtenis en
leerde) pop die in de klas ‘woont’ en daar
andere variant, een vanzelfsprekendheid.
rood voor het einde, de afloop) kunnen
een eigen plek heeft. Soms komt hij (of zij)
Begrippen worden gebruikt in een context
andere kinderen worden uitgedaagd het
tevoorschijn om wat te vertellen, maar ook
en dagelijks herhaald. Jonge kinderen zijn
verhaal aan de hand van die markerin-
kunnen de kinderen naar hem/haar toe
gevoelig voor zulke rituelen, doordat ze
gen nog eens na te vertellen (Damhuis
om hem/haar even bij te praten over wat
daarin zelf kunnen voorspellen wat komen
& Litjens 2003). Het organiseren van een
zij belangrijk vinden. Eventueel kan hij/
gaat, wat zowel een gevoel van competen-
gezamenlijke ervaring, bv. het bekijken,
zij zelfs in het weekend met kinderen mee
tie en verbondenheid, als van een zekere
beluisteren of betasten van iets midden in
om te logeren (De Clerq e.a. 2007). Teke-
autonomie geeft.
de kring, helpt ook om te leren vertellen,
ningen over het gespreksthema worden
elkaar aan te vullen en op elkaar te reage-
op een passe-partout geplakt en opgehan-
Afhakende kinderen
ren. Zeker als het voorwerp niet bekend is
gen op kinderhoogte. Dat laatste is een
Aansluitend mogen in veel groepen de
of er niet aan alle kanten hetzelfde uitziet,
belangrijk aandachtspunt bij het inrichten
kinderen vertellen. Dat lijkt een prachtige
zullen verschillende waarnemingen elkaar
van een kleuterlokaal. Je moet eens op je
kans op taalontwikkeling, maar de wer-
moeten aanvullen. De rol van de leraar
knieën gaan zitten en het lokaal op kleu-
kelijkheid valt vaak tegen. Om van 25 tot
is daarbij vooral waarnemingen uitlok-
terhoogte bekijken. Veel leraren schrikken
30 kinderen de ‘verhalen’ aan te moeten
ken en problematiseren (“Hé, hoe kan dat,
als ze merken hoe weinig de inrichting
horen, vergt van de leraar al veel con-
hij zag toch echt een vierkant!”), reacties
rekening houdt met de kinderen zelf!
centratie en uithoudingsvermogen. Geen
aanmoedigen en samenvatten wat de kin-
wonder dat de kinderen na enige tijd gaan
deren met elkaar te weten zijn gekomen.
Juist om de vervolgactiviteiten aantrek-
afhaken. In plaats van een gezellig gesprek
Hoewel dit best af en toe met een grote
kelijk te maken, moeten ze heel toe-
gaat de interactie van de leraar dan over
kring kan, lenen zich deze laatste varian-
gankelijk zijn voor de kleuters, zodat ze
‘opletten’, ‘rechtzitten’, ‘van elkaar afblij-
ten meer voor kleine kringen. Als kleuters
er langs kunnen lopen en het kunnen
ven’, afgewisseld met wat obligate reacties
dat eenmaal gewend zijn, blijken zij zelfs
aanraken of aanwijzen. Dat lokt interactie
op wat de kinderen vertellen. Gelukkig zijn
zonder de leraar een observatiekring te
en dus functioneel taalgebruik uit. In de
er steeds meer scholen die dit anders doen.
kunnen houden. Een leuke variant hierop
speelhoek komen (echte!) attributen die
Een van de alternatieven is het gebruik van
is het werken met foto’s. Hetzij een serie
horen bij het thema en die daarmee spel
een dubbele kring (binnen- en buitenkring).
van verschillende details van een voor-
uitlokken. Dit in plaats van dingen die
4
TAAL LEZEN primair | juni 2011 | nr.1
Op en br gs t
al te bespreken waarover het verhaal
zal gaan. Tijdens het voorlezen kan dieper op woorden of situaties worden ingegaan en worden de kinderen gestimuleerd voorspellingen over het verloop te doen, en conclusies te trekken over de gevolgen van een gebeurtenis. Na afloop kan niet alleen over het verhaal worden nagepraat, maar kunnen de platen van het verhaal aanleiding zijn om in tweetallen het verhaal nog eens ‘te lezen’, het verhaal uit te spelen of op andere manieren elementen uit dat verhaal te gebruiken in een van de hoeken. Het is dan de taak van de leraar om de kinderen zelf de relatie met het verhaal te laten verwoorden en eventueel de eigen variant te laten vergelijken met het echte verhaal. Voorlezen heeft, naast deze betrokkenheid- en taalstimulerende functie, ook nog een ander nut. Schrijftaal is, zelfs in boeken voor kleuters, toch een beetje anders dan spreektaal. Dat geldt zeker voor de taal die de kinderen zelf gebruiken. Kennismaking met en wennen aan die wat meer formele taal is belangrijk voor het begrijpen van ‘schooltaal’, maar ook voor de ontwikkeling van de eigen taal: woordenschat en zinsbouw worden gevoed door goede voorbeelden. Ook het lezen met verschillende stemmetjes, waardoor de rolverdeling in een verhaal transparanter wordt, helpt kleuters om meer grip op de verhaallijn en de samenhang in de gebeurtenissen te krijgen. Tegelijk blijkt nu even niet bij het thema passen. De
dat weer aanleiding tot imitatie in de lees-
kinderen moeten hun spel niet ondanks
Interactief voorlezen
of speelhoek, waardoor de kinderen hun
de inrichting, maar dankzij de inrichting
Interactief voorlezen werkt, zo weten we
repertoire aan taalexpressiemogelijkhe-
kunnen spelen. Het is aan te bevelen dan
inmiddels. Zelfs in het vmbo is het nu ook
den kunnen uitbreiden.
tegelijk eens te letten op de actualiteit
geïntroduceerd. Iedere leraar weet wel zo
van de inrichting. In hoeveel huis- of
ongeveer wat interactie en interactief is,
Leren van letters
speelhoeken staat nog een telefoon met
dus lijkt interactief voorlezen niet zo’n
Als gerichte taalactiviteiten in kleuter-
Beginnende geletterdheid is rijker dan letters leren
groepen ter sprake komen, dan wordt vaak direct gedacht aan het min of meer geïsoleerd aanleren van letters en het benoemen van klanken. Hoewel dit ook een aspect van het taalonderwijs aan
een draaischijf en ontbreken een com-
zware opgave. Toch is lang niet elk voorle-
kleuters is, en de magie van het leren van
puter of mobieltjes? Met name telefoons
zen, waarbij af en toe vragen worden ge-
letters voor de meeste kinderen niet pas
zijn voor kinderen steeds weer een goede
steld, het interactieve voorlezen, zoals dat
in groep 3 plaats vindt, moet het belang
stimulans om te praten en hun wensen
door o.a. het Expertisecentrum Nederlands
hiervan ook weer niet worden overdreven.
en gedachten te uiten: een ander vertel-
is uitgedragen (Van Kleef & Tomesen 2002).
Beginnende geletterdheid is rijker dan
len hoe het met je gaat, iets bestellen,
In feite gaat het om het stimuleren van
letters leren. In veel groepen 3 wordt trou-
iemand uitnodigen of om hulp vragen.
kritisch en logisch denken. Dat gebeurt bij-
wens toch niets gedaan met de voorken-
Imitatiespel moet kunnen aansluiten bij
voorbeeld door, op basis van de gegevens
nis van die 10-15 letters die schoolbreed
wat zij buiten de school meemaken.
op de voorplaat (kaft) van het boek, vooraf
voor groep 2 is afgesproken, in het kader
TAAL LEZEN primair | juni 2011 | nr.1
5
t gs br en Op
van het dyslexieprotocol. “Het is zo’n
Feedback benutten
verbeterd of uitgebreid, maar wordt een
Een voorbeeld van een dergelijke
reactie op de inhoud gegeven al was de
moet houden”, formuleerde een leraar van
communicatieve methode is de indeling:
formulering van het kind correct. Bij
groep 3 dat treffend, en dus werden gewoon
expanderen, modelleren en corrigeren
corrigeren wordt de uiting van een kind
alle letters weer als nieuw geïntroduceerd...
(Goorhuis-Brouwer & Immelman 2010).
herhaald, maar dan in de correcte vorm,
Leren lezen begint vooral met het begrijpen
In feite zijn het drie varianten op feedback
zonder verdere toevoegingen. Ook hier
van taal en met wat wel begrijpend luisteren
benutten. Het geven van feedback, zo blijkt
gaat het om een positieve feedback en niet
wordt genoemd. Zoals leren lezen ten diep-
uit reviews van onderwijsonderzoek, is de
om de gemaakte fouten in te wrijven.
ste als doel heeft om geschreven teksten te
meest effectieve interventie van leraren,
begrijpen, zo heeft leren luisteren vooral tot
mits dit direct aansluit bij wat de leerling
Summatieve toetsing
doel de ander te begrijpen. Uit het voor-
laat zien en horen en dus bij de onderwijs-
Opbrengstgericht werken roept bij velen
gaande moge duidelijk zijn dat daarop in
behoefte van die leerling. Het is daarom
associaties op met toetsen. Natuurlijk
de eerste groepen van de basisschool het
niet vreemd dat deze drie taalinterven-
is het nuttig om na te gaan of de lessen
accent ligt. Daarmee is groep 2 meer dan de
ties effect hebben op het taalleren van
resultaat hebben gehad en of de gestelde
plek waar kinderen worden voorbereid op
kinderen: zij spelen direct qua vorm en/of
doelen zijn bereikt. Ook kan het zinvol zijn
groep 3. De opbrengst van de eerste twee
inhoud in op wat een leerling zegt en ne-
om na te gaan of de resultaten volgens
groepen van de basisschool is niet dat de
men die leerling daarmee heel serieus. Bij
verwachting zijn en passen bij de moge-
leerlingen geschikt zijn om naar groep 3 te
expanderen neemt de leraar de taaluiting
lijkheden van de leerlingen, ook in verge-
gaan, maar dat ze goede taalgebruikers zijn
van een kind over, breidt die uit en geeft
lijking met andere scholen. In de eerste
die zijn begonnen met kritisch en logisch
die in een goede vorm terug.
plaats zijn de opbrengsten echter dat wat
te denken. Daartoe staan de leraar verschil-
Typerend daarbij is de bevestigende for-
de leerlingen meemaken en verwerven
lende middelen ter beschikking. Naast
mulering, die bij voorkeur begint met een
aan kennis, vaardigheden en inzichten.
aandacht voor (het taalgebruik van) de leer-
woord als ‘ja’ of ‘juist’, zodat de leerling
Dat laat zich dagelijks observeren.
lingen en de motivatie om hen op veel ver-
zich door deze feedback niet afgewezen
Belangrijk is dat de kinderen het zelf
schillende en betekenisvolle manieren met
voelt. Bij model-leren, de naam zegt het
ook kunnen ervaren als opbrengsten.
taalverschijnselen in aanraking te brengen,
eigenlijk al, treedt de leraar op als model,
Scholen die werken met een (taal)portfolio
zijn verschillende technieken mogelijk om
door het goede voorbeeld te geven in de
weten, dat het terugkijken naar eerdere
hun actuele taalgebruik te versterken en
reactie op de taaluiting van een kind.
resultaten kinderen inzicht geeft in hun
verbeteren.
Daarbij wordt niet die taaluiting zelf
voortgang. Ook het duidelijk zijn over
gedoe als ik daar ook nog rekening mee
figuur 1 kwadrantenmodel: evalueren door leraar en leerling (naar: Berg, L. v.d., Kroon, H., Vos, B. de, (2011) Leren en beoordelen in samenhang; Utrecht: APS)
6
TAAL LEZEN primair | juni 2011 | nr.1
Op en br gs t
gestelde doelen en manieren om die te
van belang te weten wat de manier was
bereiken, helpt om de leerlingen inzicht te
waarop zo’n verhaal eerder werd verteld,
geven in hun vorderingen. In dat kader is
zodat zowel leerling als leraar kunnen
het handig om gebruik te maken van het
nagaan wat nu beter ging en wat de
Atherton, J.S. (2011) Teaching and
onderscheid in vier vormen van evaluatie
volgende keer nog anders kan worden.
Learning; What works and what doesn’t
die kunnen worden ingezet. Bij kleuters
Zoals uit het kwadrantenschema (figuur 1)
[On-line: UK] retrieved 9 May 2011 from
is vooral de summatieve toetsing interes-
blijkt, is het zinvol ook de leerling hierbij
http://www.learningandteaching.info/
sant, doordat hiermee de vorderingen van
actief te betrekken, zodat die doelen die
teaching/what works.htm
nu kunnen worden vergeleken met een
getoetst gaan worden ook de doelen van
Clercq, H. de, Vandevoordt, K., Verbeeck,
eerder moment of met het na te streven
de leerling kunnen zijn. Dat klinkt mis-
I., (2007): Kleuterhoekenboek; Mechelen:
doel.
schien nogal hoogdravend op het niveau
Plantyn
De centrale vraag bij summatieve toetsing
van kleuters. Toch blijkt het te helpen als
Damhuis, R., & Litjens, P. (2003): Monde-
is: “Hoe ver ben ik nu?”
ook zij actief meedenken over hun eigen
linge communicatie – Drie werkwijzen voor
Bij formatieve toetsing gaat het vooral om
doelen, waarbij zowel voorbeelden van
mondelinge taalontwikkeling; Nijmegen:
een andere vraag, namelijk “Beheers ik
andere kinderen als de voorbeelden en
Expertisecentrum Nederlands.
het of niet?” Bij heel concrete doelen als
suggesties van de leraar behulpzaam kun-
Goorhuis-Brouwer, S. & Imelman, J.
weten wat dit woord betekent of welke
nen zijn.
(2010): Meedoen en leren – psychologie en
letter bij deze klank hoort, is formatieve
Literatuur:
pedagogiek van
toetsing goed in te zetten. Bij veel andere
Net zoals kinderen elkaar inspireren in de
het jonge kind; Baarn/Utrecht/Zutphen:
taalvaardigheden is dat een stuk lastiger,
speel- of de constructiehoek, zo kunnen
Thieme-Meulenhoff
doordat die op allerlei niveaus kunnen
ook bewust ervaren taaluitingen in de
Kleef, M. van & M. Tomesen (2002):
worden uitgevoerd. Stel dat het doel was
directe omgeving kinderen inspireren tot
Stimulerende lees- en schrijfactiviteiten in
‘een gebeurtenis die je net hebt meege-
nieuwe stappen in hun taalontwikkeling.
de onderbouw; Nijmegen, Expertisecen-
maakt, begrijpelijk kunnen beschrijven
Het is aan de leraar om in de groep een
trum Nederlands
voor de andere kinderen’, dan kan dat op
klimaat te creëren, waarin taal leren met
Norden, S. van, (2009): Taal leren op eigen
vele manieren, die allemaal voldoen aan
en van elkaar een dagelijks feestje is met
kracht; Assen: Kon. Van Gorcum.
deze doelbeschrijving. In zo’n geval is het
mooie opbrengsten.
TAAL LEZEN primair | juni 2011 | nr.1
7
T tw alig ik e ke lin g
on
Nieuwe invloeden op de talige ontwikkeling
“Het luisterboek vond ik het leukst” Tine Noorda Het is belangrijk om kinderen voor te lezen. Kinderen die op jonge leeftijd door
kinderen. Ook Bus en de Jong (2007) heb-
hun ouders of op school regelmatig worden voorgelezen, hebben aantoonbaar
ben gunstige effecten van digitale prenten-
meer succes tijdens hun verdere schoolloopbaan. Voorlezen zorgt niet alleen
boeken gevonden voor de woordenschat-
voor ontspanning, stimulatie van creativiteit en het prikkelen van de sociaal
ontwikkeling, met name voor kinderen
emotionele ontwikkeling van kinderen, maar heeft ook gunstige effecten op
met een taalachterstand. Hoe echter de
de talige ontwikkeling. Steeds meer wordt er door ouders en scholen gebruik
verhouding is tussen digitale prentenboe-
gemaakt van luisterboeken en gedigitaliseerde prentenboeken als aanvulling
ken, luisterboeken en interactief voorlezen
op het ‘traditionele’ interactief voorlezen. Dit heeft tot gevolg dat kinderen niet
in relatie tot het woordenschatniveau en
meer alleen door volwassenen of oudere kinderen worden voorgelezen, maar
de leeservaring, was tot dusver nooit on-
steeds vaker door ‘computer-stemmen’. Nu deze relatief nieuwe manieren van
derzocht. Met een experiment op twee ba-
voorlezen, luisterboeken en gedigitaliseerde prentenboeken, steeds vaker ge-
sisscholen in Noord Nederland is getracht
bruikt worden, is het van belang te weten welke effecten ze hebben op de talige
hier verandering in te brengen. In totaal
ontwikkeling van kinderen.
deden er 42 kleuters uit groep 1/2 mee aan een onderzoek waarin op drie verschillende manieren werd voorgelezen. De
Digitale prentenboeken
tekstbegrip en woordenschat te zijn. Het
gebruikte prentenboeken waren Bolder en
Uit recente onderzoeken blijkt dat digitale
nadeel hiervan is dat kinderen, in het
de boot, Kleine Kangoeroe en Rokko Krokodil*.
prentenboeken veelbelovend zijn als het
bijzonder kinderen die moeite hebben met
gaat om uitbreiden van de woordenschat.
het begrijpen van een verhaal, verveeld
Voorleesexperiment
Kinderen die twee keer per week een
kunnen raken als ze telkens naar hetzelfde
Vooraf aan het experiment werden de
digitaal, geanimeerd prentenboek ‘lezen’,
verhaal ‘moeten’ luisteren, omdat dit goed
kinderen getest op hun individuele
kunnen hun woordenschat daardoor met
voor ze is. Verhallen constateert echter dat
woordenschat-niveau, hun boekgebonden
600 woorden per jaar uitbreiden. Deze
kinderen wel geboeid blijven tijdens het
woordkennis en hun leeservaring. Het
schatting maakt Marian Verhallen (2009)
herhaald bekijken van een geanimeerd
woordenschatniveau werd bepaald met de
op basis van haar promotieonderzoek aan
prentenboek. Dit is een van de redenen
Peabody Picture Vocabulary Test-III-NL.
de Universiteit Leiden. Herhaald gecon-
waarom digitale prentenboeken veelbe-
De boekgebonden woordkennis van de
fronteerd worden met hetzelfde verhaal
lovend kunnen zijn als het gaat om het
kinderen werd gemeten door middel
blijkt het beste voor de ontwikkeling van
bevorderen van de talige ontwikkeling van
van een voor dit onderzoek ontworpen
8
TAAL LEZEN primair | juni 2011 | nr.1
e g lig lin Ta kke i tw
on
vocabulairetest. Hiervoor werden moeilijke woorden uit de drie gebruikte prentenboeken geselecteerd en aan de kinderen voorgelegd. Met de derde test werd de leeservaring van elk kind in kaart gebracht. Hiervoor is de VLES-K leeservaringtest gebruikt, een instrument dat door de Rijksuniversiteit Groningen is ontwikkeld. De test meet wat de leeservaring van een kind is, door afbeeldingen van hoofdpersonen uit een grote selectie prentenboeken te laten zien. Bij de afbeeldingen worden vragen gesteld. Verondersteld wordt dat hoe meer vragen het kind goed heeft, hoe meer leeservaring het kind rijk is.
‘De wereld is veel groter dan mijn buidel, en ook veel mooier,’ zei Mama Kangoeroe.
eerd. Zo moesten ze exact voorlezen wat
welk boek ze het leukst vonden en welke
‘Kijk maar es hoe de vlinders door de lucht
er in het boek stond en mochten ze geen
manier van voorlezen ze het fijnst vonden.
fladderen, van bloem naar bloem.’
woorden weglaten of veranderen. Inter-
Fragment uit Kleine Kangoeroe
actie konden ze creëren door het stellen
De resultaten van dit onderzoek zijn onder
van vragen aan de kinderen. Deze vragen
te verdelen in drie categorieën: verhaalbe-
mochten niet gaan over de betekenis van
grip, vooruitgang in boekgebonden woord-
een bepaald woord. De vragen mochten
kennis en voorleesplezier. Op basis van de
wel gaan over de inhoud van het ver-
testjes die de kinderen voorafgaand aan
haal. De keuze om kinderen in groepjes
het experiment maakten, werd bepaald of
van zeven te laten rouleren, is gemaakt
ze een grote of kleine woordenschat had-
op basis van eerder onderzoek door van
den en veel of weinig leeservaring.
Elsäcker & Verhoeven (2001). Deze onderzoekers vergeleken de interactie tijdens
Verhaalbegrip
klassikaal voorlezen en voorlezen aan een
Het blijkt dat de kinderen minder van het
groepje van zes kinderen. Het bleek dat de
verhaal begrijpen als ze een luisterboek
kinderen die in een kleine groep werden
beluisteren, dan wanneer de andere twee
voorgelezen, tien keer zo veel op de inhoud
voorleesmethodes worden gebruikt. Ze
De testleider vroeg ‘welk dier kan flad-
van het verhaal reageerden dan bij het
konden namelijk meer dan de helft van
deren?’ waarna het kind uit de vier
klassikaal voorlezen. Bovendien konden
het verhaal goed terug vertellen als ze
plaatjes zijn of haar antwoord kon
deze kinderen de verhalen beter navertel-
interactief waren voorgelezen, of als ze
kiezen.
len en scoorden ze beter op een testje met
het digitale prentenboek hadden bekeken,
betrekking tot tekstbegrip.
maar als ze het verhaal via het luisterboek te horen hadden gekregen, wisten ze min-
Tijdens het voorleesexperiment rouleer-
Plezier meten
der dan de helft na te vertellen. Kinderen
den de kinderen in groepen van zeven van
Na het voorleesexperiment werd bij de
met een kleine woordenschat begrijpen
de ene voorleesmethode naar de andere.
kinderen opnieuw de kennis van het
minder van het luisterboek dan kinderen
Zo hoorden alle kinderen de drie verha-
boekgebonden vocabulaire gemeten. Ze
met een grote woordenschat. Tijdens het
len, steeds via een andere voorleeswijze.
kregen dezelfde vragen als de vragen die
interactief voorlezen en het bekijken en
Wanneer het eerste groepje begon met de
hen vooraf gesteld waren. Hierdoor kon
beluisteren van het digitale prentenboek,
gedigitaliseerde versie van Rokko Krokodil,
gemeten worden welke effecten de ver-
was er geen verschil in verhaalbegrip
werd het tweede groepje uit ditzelfde boek
schillende voorleeswijzen op het leren van
tussen kinderen met een hoge of een lage
interactief voorgelezen door de juf en zat
nieuwe woorden uit een boek hadden. Als
woordenschat. Veel of weinig voorlees-
de derde groep individueel achter de com-
tweede werd de kinderen gevraagd om de
ervaring lijkt overigens geen invloed te
puter met het luisterboek. Na een pauze
drie verhalen na te vertellen. Uit de vertel-
hebben op de mate waarin de kinderen de
werd het volgende prentenboek gelezen
lingen kon worden opgemaakt in hoeverre
verhalen begrijpen, en daarbij is er geen
en ten slotte, opnieuw na een onderbre-
ze het verhaal begrepen hadden. Ten slotte
verschil tussen de drie voorleesmethodes.
king, het laatste boek. De twee juffen die
werd gemeten hoeveel plezier de kinderen
de voorleeswijze ‘interactief voorlezen’
hadden beleefd aan de verschillende ver-
Welk dier kan fladderen?
uitvoerden, zijn hier vooraf over geïnstru-
halen. Hiervoor werd de kinderen gevraagd
Nadat de kinderen waren voorgelezen,
TAAL LEZEN primair | juni 2011 | nr.1
9
T tw alig ik e ke lin g
on
begrepen ze gemiddeld twee woor-
den meer dan daarvoor. Alle drie de voorleesmethodes zorgen voor een toe-
mogen doen achter een eigen computer. Zowel het bekijken van het digitale prentenboek
name van die boekgebonden woordkennis.
als het interactief voorle-
Dat wil zeggen dat kinderen bijvoorbeeld
zen, vonden beide plaats in
vooraf nog niet de vlinder noemden bij
een groepje. Dit bijzondere
de vraag ‘welk dier kan fladderen?’, maar
resultaat zou verder uitge-
nadat ze waren voorgelezen wel. Het woor-
zocht kunnen worden. Als
denschatniveau hangt niet samen met het
het gaat om verhaalbegrip,
leren van nieuwe woorden die in het boek
waar het luisterboek dus het
voorkomen: kinderen met een grote of klei-
minst aan bijdraagt, dan valt
ne woordenschat leren ongeveer even veel
te vermelden dat de effecten
‘boekgebonden’ woorden door het voorle-
van digitale prentenboeken
zen. Maar er zijn wel sterke aanwijzingen
en van interactief voorle-
dat de voorleeservaring van de kinderen
zen vergelijkbaar zijn. Dit is
hier een rol bij speelt. Kinderen met weinig
best ‘knap’ van het digitale
voorleeservaring bleken in verhouding
prentenboek, omdat deze het
namelijk veel baat te hebben bij het digitale
dus kan opnemen tegen de
prentenboek als het gaat om leren van
voorlezende juf! Maar digitale
nieuwe ‘boekgebonden’ woorden.
prentenboeken blijken niet meer begrip op te leveren dan
Als je kinderen vraagt wat ze de leukste
het interactief voorlezen in kleine groepjes.
manier vinden om een verhaal te leren
Ze ‘winnen’ dus niet van de juf. Verder is
Literatuur
kennen, blijkt dat de voorkeur van de
het opmerkelijk dat met name kinderen
Bus, A.G. & Jong, M.T. de (2007). Een
meeste kinderen uitgaat naar het beluis-
met weinig voorleeservaring, baat lijken te
witte is een poes, een zwarte een kat.
teren van een luisterboek. Het interactief
hebben bij digitale prentenboeken als het
In: De wereld van het jonge kind, 5:
voorlezen en het digitale prentenboek
gaat om het leren van nieuwe woorden die
258-261.
komen op een gedeelde tweede plaats.
in het boek staan. Dit komt overeen met
Elsäcker, W. van & Verhoeven L. (2001).
Een bepaald woordenschatniveau of een
eerder onderzoek naar de effecten van
Interactief lezen en schrijven. Nijme-
bepaalde mate van voorleeservaring heb-
digitale prentenboeken voor kinderen met
gen: Expertisecentrum Nederlands.
ben geen effect op deze keuze.
een taalachterstand (o.a. 2007 en 2009).
Genechten, G. (2005). Kleine Kangoeroe. Hasselt - Amsterdam: Clavis Uitgeverij.
Leukste voorleesmanier
Toch leveren digitale prentenboeken in het
Gosen, M., Besselse, M., Glopper, K. de &
Het luisterboek is verkozen tot leukste
algemeen niet veel meer op voor de kleu-
Berenst, J. (2009). De ontwikkeling van
voorleesmanier, terwijl het voor het minste
ters dan interactief voorlezen. Belangrijk
een instrument voor het meten van de
verhaalbegrip blijkt te zorgen. Een verkla-
is dus om het papieren prentenboek niet
voorleeservaring van kleuters. In: Toe-
ring hiervoor zou kunnen zijn dat kleuters
te vervangen door een digitale versie. De
gepaste Taalwetenschap, 82: 69-78.
het leuk vinden om individueel iets te
digitale prentenboeken zijn wellicht vooral
Hoogstad, A. (2005). Bolder en de boot.
interessant voor gebruik in de thuissitu-
Amsterdam: Pimento.
Na de Pabo studeerde Tine Noorda
atie en voor het herhaald aanbieden van
Maliepaard, B. (2010). Digitalisering
Communicatie- en Informatieweten-
een prentenboek aan kinderen met weinig
brengt prenten. In: Lezen, 5, 2: 8-9.
schappen aan de Rijksuniversiteit
leeservaring. Wellicht geldt het ‘verande-
Marsh, J. (2008). Digital beginnings:
Groningen. Voor haar Masterscriptie
ring van spijs doet eten’ ook voor voorle-
Young children’s use of popular culture,
bedacht ze een onderwerp dat zowel
zen: wissel het leuke luisterboek af met
media and new technologies in homes
met onderwijs als met communicatie
het leerzame digitale prentenboek, maar
and early years settings. In: A.G. Bus
te maken heeft. Dat onderwerp werd
blijf vooral ook gezellig interactief voorle-
& S.B. Neuman (Eds.), Multimedia
voorlezen. De titel van de scriptie is:
zen aan kleine groepjes kinderen.
and Literacy Development: Improving
“Er was eens een onderzoek naar de ef-
Achievement for Young Learners. NJ:
fecten van drie verschillende manieren
Meer informatie?
Taylor & Francis.
van het voorlezen van prentenboeken
De gehele masterscriptie is te downloaden
Mooren, P. (2000). Het prentenboek als
op het verhaalbegrip, woordkennis en
via: http://tinyurl.com/scriptie-noorda.
springplank. Nijmegen: SUN.
de leesattitude van kinderen in de leef-
Voor vragen:
[email protected].
Verhallen, M.J.A.J. (2009). Video sto-
tijd van 4 tot 5 jaar”. Tijdens de Anéla/
rybooks as a bridge to literacy. Proef-
VIOT Juniorendag won Tine met een
* De drie digitale prentenboeken die
schrift. Leiden: Universiteit Leiden.
posterpresentatie over haar scriptie de
gebruikt zijn voor dit onderzoek, werden
Wijs, I. de & Hurk, N. van den (2001).
1e prijs.
beschikbaar gesteld door Christiaan
Rokko Krokodil. Arnhem: Ziederis.
Coenraads van Het Woeste Woud.
10
TAAL LEZEN primair | juni 2011 | nr.1
a Ta jn lli
Studie effectiviteit Taallijn Het Expertisecentrum Nederlands gaat onderzoek doen naar het effect van Taal-
lopende studies van ieder drie jaar. Het
lijn, die ooit ontwikkeld is om bestaande VVE-programma’s te versterken op het
totale onderzoek zal in vijf jaar afgerond
gebied van Taal. Doel is om het gat te verkleinen tussen ‘normale’ en ‘risicokin-
worden. De eerste studie richt zich op
deren’. Werkt het?
de effectiviteit van Taallijn binnen de peuterspeelzaal waarbij gekeken wordt welke factoren effectief zijn in het stimu-
Evidence-based werken
werken aan woordenschat, interactief
leren van de taalontwikkeling bij peuters.
In het onderwijs, zowel in de voorschoolse
voorlezen/beginnende geletterdheid,
In het afgelopen schooljaar hebben 70
periode als in het primair en voortgezet
peuters en ICT en ouderbetrokkenheid:
peuterspeelzaalgroepen (450 kinderen)
onderwijs, worden verschillende methoden
het portfolio. Taallijn is een vorm van
deelgenomen. De tweede studie richt
gebruikt om de (taal)ontwikkeling van kin-
thematisch werken waarbij in elk thema
zich op het effect van Taallijn op de taal-
deren te stimuleren. Ondanks de goede in-
(activiteitencyclus) deze vijf speerpunten
ontwikkeling van kleuters in groep 1 van
tentie van deze methoden, is het vaak (nog)
behandeld worden.
de basisschool. In het schooljaar 20112012 wordt gestart met het interventie-
niet wetenschappelijk bewezen dat deze methoden effectief zijn. Het ministerie
Een leidster kan zelf een cyclus vormgeven
van OCW wil dat er meer evidence-based
op basis van de interesses en het niveau
jaar van deze studie.
gewerkt gaat worden in het onderwijs.
van de groep. Op deze manier is het ook
Door dit onderzoek verwacht het
Met andere woorden: dat er gewerkt gaat
mogelijk Taallijn te combineren met een
Expertisecentrum Nederlands inzichten
worden met methodes waarvan bewezen
VVE-programma dat in de groep gebruikt
te krijgen in welke factoren effectief zijn
is dat ze effectief zijn. Daarom heeft het
wordt. De activiteiten binnen dat program-
in het stimuleren van de taalontwikke-
kinderen’ te verkleinen en te voorkomen
ma worden dan op een ‘Taallijn-manier’
ling van het jonge kind.
dat kinderen met een taalachterstand star-
aangeboden. Elke Taallijn-activiteitency-
Om zo een stap verder te kunnen zetten
ten aan de formele educatie in groep 3.
clus bestaat uit een aantal fasen en draait
in het terugdringen van de taalachter-
om een centraal prentenboek. In elke
standen.
ministerie het actieprogramma ‘Onderwijs Bewijs’ uitgeschreven. Uit de 112 aanvragen zijn uiteindelijk 18 onderzoeksvoorstellen gehonoreerd, waaronder een aantal onderzoeken die door het Expertisecentrum Nederlands worden uitgevoerd. Eén van deze onderzoeken, uitgevoerd in samenwerking met de Radboud Universiteit Nijmegen, is het Taallijnproject. Dit project onderzoekt de effectiviteit van de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) werkwijze Taallijn. Taalontwikkeling stimuleren Taallijn is ontwikkeld om bestaande VVE-programma’s te versterken op het gebied van taal, zodat kinderen met een taalachterstand op de peuterspeelzaal en in de onderbouw van de basisschool extra gestimuleerd worden in hun taalontwikkeling. Doel is om het gat tussen de ‘risicokinderen’ en de ‘normaal ontwikkelende
Taallijn stimuleert via leidster- en leer-
fase (Introductie, Kernwoorden, Verhaal-
krachtvaardigheden de taalontwikkeling
lijn, Doorgaan op het thema en Napraten)
Het Expertisecentrum Nederlands is nog op
van jonge kinderen. Zo gaan de leidsters
wordt het boek voorgelezen, worden (kern)
zoek naar basisscholen die in 2011-2012 mee
onder andere aan de slag met interactief
woorden geoefend en wordt het thema
willen werken aan dit onderzoek.
voorlezen en gaan ze in gesprek met de
verbreed en verdiept.
Hierbij is het niet van belang dat u werkt met
kinderen over gebeurtenissen en ervarin-
Taallijn. Heeft u interesse, dan kunt u zich
gen. Er wordt door Taallijn op vijf speer-
Effectonderzoek
opgeven bij Loes van Druten.
punten ingezet: gesprekken met peuters,
Het onderzoek beslaat twee parallel
(024-361 27 44 of
[email protected]).
TAAL LEZEN primair | juni 2011 | nr.1
11
els ng gE Vr oe
Vroeg Engels, hoe doe je dat?
Klaas Hoorn
‘Early English is hot’. Steeds meer basisscholen beginnen met Engels vanaf
leeftijdsfase) en pragmatische aspecten
groep 1. De leerkrachten zijn enthousiast, de kinderen vinden het ‘cool’. Toch
(wat doe je met taal, waarom gebruik je
zijn er ook leerkrachten die aarzelen. Zij vragen zich af: ‘Waarom zou je jonge
een taal). Het vraagt ook om nuchterheid
kinderen al zo vroeg met Engels willen confronteren?’ In dit artikel wordt inge-
bij het overwegen van de voors en tegens:
gaan op de vraag hoe je het lesgeven in het Engels aan jonge kinderen bij jou op
het is niet zo dat alleen jonge kinderen in
school kunt implementeren en vorm geven.
de taalgevoelige periode (0 – 7 jaar) snel Engels leren. De stelling ‘Vroeg Engels moet’ is onzin. Janet van Hell (*1) merkt
Om antwoord te kunnen geven op die
kijken naar alle facetten die te maken
terecht op dat ook oudere kinderen heel
vraag heb je eerst kennis nodig over hoe
hebben met taalverwerving: neurologische
snel taalstructuren oppikken. Maar op
moedertaalverwerving en vreemdetaalver-
aspecten (hoe werkt het brein bij taalont-
grond van wetenschappelijk onderzoek
werving bij jonge kinderen plaats vinden.
wikkeling), leerpsychologische aspecten
mag je zeker zeggen: ‘Engels leren, hoe
Je moet daarbij op een eerlijke manier
(cognitieve ontwikkeling in een bepaalde
jonger, hoe beter’. In dit artikel wordt deze
12
TAAL LEZEN primair | juni 2011 | nr.1
oe Vr gE ng
de thuisomgeving niet stimulerend is voor
groep 1 te begin-
op de vraag hoe je het lesgeven in het
de ontwikkeling van de moedertaal. Het is
nen met Engels.
Engels aan jonge kinderen bij jou op school
daarom belangrijk dat allochtone leerlin-
Integendeel, uit
kunt implementeren en vorm geven.
gen ook in de thuisomgeving voldoende
onderzoek blijkt
els
laatste visie uitgelegd en wordt ingegaan
communiceren in hun moedertaal, waarbij
dat VVTO juist
Vroeg Engels schadelijk?
de thuisomgeving wordt gestimuleerd om
positieve effecten
De discussie rond Vroeg Vreemde Talen
interactief met (moeder)taal om te gaan:
heeft op taal-
Onderwijs (VVTO) roept vragen op: gaat
prentenboeken lezen, uitleg geven, feed-
ontwikkeling en
Vroeg Engels niet ten koste van moe-
back geven, zodat de woordenschat wordt
overige school-
dertaalverwerving? Krijgen allochtone
vergroot. Ik ben van mening dat dit direct
prestaties. Toch
leerlingen met een taalachterstand geen
getransfereerd kan worden naar kinderen
zien leerkrachten
problemen met NT2? Moet Vroeg Engels
die tweetalig zijn door het spreken van een
op tegen de start
niet door native speakers gegeven worden?
dialect.
met Engels in de onderbouw.
woordig? Hoe kun je het Engels aan jonge
Totale onderdompeling
Van tegenstander naar voorstander
kinderen zo verzorgen dat het spelender-
Er zijn ook verschillende onderzoeken
Tijdens een workshop Vroeg Engels in de
wijs gebeurt en niet programmagericht?
gedaan naar de didactiek van het VVTO.
VVE minor (Vroeg en Voorschoolse Edu-
Kortom: is Vroeg Engels niet schadelijk en
Dit onderzoek laat in de eerste plaats zien
catie) op de Marnix Academie in Utrecht
als het niet schadelijk is, hoe introduceer
dat totale onderdompeling effectiever blijkt te
vroeg ik studenten om twee groepen te
ik Vroeg Engels op een verantwoorde ma-
zijn dan gedeeltelijke onderdompeling (Clyne,
vormen in een Lagerhuisdiscussie. Mijn
nier aan mijn leerlingen in de onderbouw
Jenkins e.a. 1995). Met totale onderdompe-
stelling was scherp: VVTO moet! Van de
van de basisschool?
ling wordt gedoeld op situaties waarin een
twaalf studenten waren er twee die in het
leerling gedurende langere tijd zeer inten-
‘ja-kamp’ gingen staan. De bezwaren van
Deze vragen hoor ik regelmatig als ik in
sief aan een vreemde taal wordt blootge-
de tien andere studenten kwamen over-
scholen vertel over My name is Tom, een
steld. Er wordt een situatie nagebootst die
een met de bezwaren van leerkrachten die
lespakket Engels voor de onderbouw van
overeenkomt met een langdurig verblijf
ik hoor in het veld. Ik hoorde bezwaren als
de basisschool waar ik als auteur aan heb
in het land van de doeltaal. Leerlingen en
“Waar moet ik de tijd vandaan halen?” en
meegewerkt. Veel antwoorden zijn
leerkrachten communiceren nagenoeg
“Kinderen moeten al zo veel en dan komt
inmiddels al gegeven in het drieluik in
volledig in de te leren taal. De hoeveel-
er ook nog eens Engels bij”. Ook hoorde
TAAL LEZEN primair (juni 2009) waarin
heid taalaanbod kan worden vergroot door
ik het bezwaar dat met het invoeren van
Anke Herder & Kees de Bot en Tine Stegen-
gebruik te maken van Engels als instructie-
Vroeg Engels op school de tijdsdruk en
ga–Burgers hun visie geven op VVTO.
taal (Aarts en Ronde, 2006:13). In de tweede
werkdruk toenemen en “we moeten al
In de volgende alinea’s som ik eerst kort
plaats blijkt dat als het Engels door een
zoveel”. Toen ik gaandeweg de discussie
de conclusies uit deze artikelen op, daarna
native speaker wordt verzorgd, dit tot betere
met de studenten de stelling veranderde
zal ik proberen vooral een antwoord te
resultaten leidt en tot een betere uitspraak
in ‘VVTO is goed voor jonge kinderen’, liepen
geven op de vraag: Vroeg Engels, hoe doe
van de leerlingen dan als het Engels gege-
echter alle studenten die eerst ‘nee’
je dat?
ven wordt door een non-native speaker.
hadden gezegd, toch naar het ‘ja-kamp’.
Rol thuisomgeving
En tot slot blijkt uit dergelijk onderzoek
studenten uit dat ze bij het woord ‘moe-
Uit onderzoek in verschillende landen
dat je bij jonge kinderen het beste kunt
ten’, afhaken. Doorvragend bleek dat men
is gebleken dat VVTO geen negatieve gevol-
beginnen met oefeningen die gericht zijn
vooral twijfelde aan de eigen vaardigheid
gen heeft voor de moedertaalverwerving.
op het luisteren (receptieve vaardigheden),
in Engels. Een terechte constatering, want
Internationaal onderzoek heeft aange-
om vanuit het luisteren te communiceren
leerkrachten moeten zelf wel goed Engels
toond dat kinderen van 0 – 7 jaar zich in
met elkaar: interactief taalonderwijs, ook
spreken als ze Engels geven. “Juist daarom
de ‘taalgevoelige periode’ bevinden: ze zijn
bij Engels. Met jonge kinderen moet je
vinden wij het belangrijk dat onze leerlin-
in die periode in staat om een paar talen
vooral bezig zijn: samen liedjes zingen in
gen op tijd en goed Engels leren spreken”,
tegelijk te leren (o.a. Goorhuis – Brouwer
het Engels, samen spelletjes spelen in het
aldus de studenten. In het gesprek daarna
2007). Natuurlijk is een goede simultane
Engels of samen activiteiten doen volgens
was de basale vraag: hoe pak je dit dan
taalverwerving ook weer afhankelijk van
de ideeën van de Total Physical Response,
aan en hoe geef je Engels een plek in het
andere factoren: het opleidingsniveau van
waarbij leerlingen fysiek nadoen wat er in
curriculum?
de ouders en daarmee de mate waarin er
het Engels wordt gezegd. De gedachte die
sprake is van voldoende taalaanbod en
hieraan ten grondslag ligt, is dat visu-
Behoefte van leerkrachten
interactie, de mate waarin een leerling de
ele, auditieve en fysieke waarneming en
Om leerkrachten te ondersteunen bij het
tweede taal beheerst en de status van de te
beleving er voor zorgen dat het leerproces
invoeren van VVTO, hebben we, als au-
leren talen (Broekhof, 2007). Broekhof geeft
effectief verloopt en dat kennis wordt ver-
teurs, de methode My name is Tom ontwik-
ook aan dat aandacht voor de eigen taal
ankerd (Groot, 2006). Kortom, er zijn geen
keld. We wilden een methode ontwikkelen
belangrijk is, voor veel kinderen geldt dat
leerpsychologische bezwaren om al in
die zou passen bij de behoefte van leer-
Moeten kinderen al niet veel te veel tegen-
Toen ik vroeg wat er gebeurde, legden de
TAAL LEZEN primair | juni 2011 | nr.1
13
els ng gE Vr oe
krachten naar makkelijk en flexibel
om input en ‘that’s it’?
het computerprogramma het hart van het
Deze kritiek was terecht en we beseften
lespakket zou zijn, blijkt handpop Tom
dat we ons teveel hadden laten leiden door
juist hèt middel te zijn om kinderen te
naar VVTO en taaldidactiek. Aanvankelijk
de weerstand die er soms is bij leerkrach-
stimuleren tot het ‘doen’ en ‘spreken’ van
kozen we daarom voor een methode die
ten in de onderbouw tegen Vroeg Engels,
Engels. Tom spreekt alleen Engels en dat
zou bestaan uit een computerprogramma
omdat ze al een grote werkdruk ervaren
weten de leerlingen. Tom kan in de eerste
waarmee leerlingen zelfstandig en zelf-
We beseften dat de ‘taalgevoelige periode’
plaats gebruikt worden bij de thema’s die
ontdekkend aan de slag konden gaan. Het
van jonge kinderen juist een grote kans
aan de orde komen in de handleiding bij
programma was gebaseerd op de ideeën
biedt om meer te doen dan louter recep-
de kringgesprekken. Maar het is nog veel
van totale onderdompeling: leerlingen
tieve vaardigheden aanleren, “let’s speak
mooier als Tom af en toe opduikt tijdens
werden door middel van voorbeeldanima-
English”! Het gaat bij elke taal toch om
alle andere lessen. Bijvoorbeeld als de leer-
lesmateriaal en die zou voldoen aan recente inzichten uit onderzoek
lingen bezig zijn met het maken van bloemen van gekleurd papier. De leerkracht steekt haar hand in de arm van de pop en Tom bemoeit zich met het werk van de kinderen. “Wow, that’s great: flowers! I like flowers! I can see so many colours: red, blue, green, yellow. Let’s see, who’s got a blue flower? Janet, please give me the blue flower?” Als Tom op deze manier wordt gebruikt, is de leerkracht al heel vroeg bezig met CLIL, Content and Language Integrated Learning. (*2) Leerlingen en leerkracht voelen zich veilig door Tom. Hoewel de leerlingen weten dat de juf de pop ‘hanteert’, leven ze zich helemaal in. Als ze iets niet begrijpen, kan de juf even uit de rol van Tom stappen en vragen of ze Tom wel goed begrepen hebben. Handpop Tom zorgt er tevens voor dat de leerkracht die wat onzeker is over haar eigen vaardigheid, over haar bezwaren heen stapt en geniet van de communicatie van haar leerlingen met Tom, in het ties meteen in het Engels aangesproken.
communicatie?
Engels.
my house, my school, my birthday, waren
Van de computer naar de klas
Niet programmagericht
zo duidelijk dat leerlingen meteen konden
Twee leerkrachten uit de onderbouw van
Het is belangrijk om het Engels in de
begrijpen wat er bedoeld werd.
basisschool de Vuurvogel in Amersfoort
onderbouw niet programmagericht aan te
Deze animaties, over de thema’s my family,
hebben samen met ons, als auteurs van
pakken. Dat lijkt tegenstrijdig met de
So far so good, zou je zeggen. Met het
het computerprogramma, nagedacht over
ontwikkeling van het lespakket My name is
computerprogramma My name is Tom had
de manier waarop jonge kinderen met
Tom. Het tegendeel is waar. My name is Tom
de leerkracht geen actieve rol bij het VVTO:
elkaar in het Engels kunnen communice-
is ontwikkeld om leerkrachten te helpen
de leerlingen in de onderbouw konden ge-
ren. Een van de leerkrachten is expert op
om over de drempel te stappen die zij
woon zelfstandig in de ‘hoeken’ aan de slag
het gebied van coöperatieve werkvormen
soms als hoog ervaren. De uitgeschreven
en Engels kreeg een plekje op het planbord,
en deze unieke samenwerking heeft er
kringgesprekken en kringactiviteiten in de
kortom, adaptief Engels in de onderbouw
uiteindelijk toe geleid dat wij naast het
handleiding geven hen het idee, dat het
was een feit!
computerprogramma nu ook een lespro-
helemaal niet moeilijk is om met jonge
gramma met kringactiviteiten hebben
kinderen Engels te doen. Het is niet de
Het gaat om communicatie
ontwikkeld: een activiteitenprogramma
bedoeling om de onderdelen in de hand-
Maar niets was minder waar. Toen we het
waarbij de leerlingen uitgedaagd worden
leiding chronologisch af te werken, waarbij
computerprogramma uitprobeerden op een
tot communiceren in de Engelse taal. Tij-
je precies weet wat je doet in groep 1, 2 of
aantal basisscholen, kregen we al snel com-
dens het ontwikkelen van dit programma
3. Dat zou juist funest zijn, omdat jonge
mentaar. Men was zeer te spreken over het
met kringactiviteiten is handpop Tom
kinderen heel verschillend in hun taal-
digitale product, maar vroeg zich af: ‘is dit
‘geboren’. Tom blijkt een schot in de roos
ontwikkeling staan. Als auteurs van My
alles’? Gaat het bij Vroeg Engels dan alleen
te zijn. Terwijl wij als auteurs dachten dat
name is Tom proberen we te laten zien hoe
14
TAAL LEZEN primair | juni 2011 | nr.1
oe Vr gE ng els
je op een eenvoudige manier handen en voeten kunt geven aan Vroeg Engels. We hopen dat het de leerkracht aanzet tot het zelf bedenken van kringgesprekken met handpop Tom en tot het ontwikkelen van (zelf bedachte) kringactiviteiten, die passen bij het thema wat op dat moment aan de orde is. Native speakers Het leidt geen twijfel dat jonge kinderen het beste Engels leren van een native speaker (die overigens wel leerkracht moet zijn). Als dit niet mogelijk is, kun je als school kiezen voor experts binnen het team die de Engelse taal goed beheersen en de Engelse lessen verzorgen. Als je Engels juist wilt integreren in andere vakken of het situationeel wilt inzetten (CLIL), dan is de eigen leerkracht toch de aangewezen persoon om Engels te verzorgen. In de onderbouw wordt vaak thematisch gewerkt en het is juist mooi om
who’s there), bewegen (TPR) (*4): sit down,
je leerlingen. En de leerlingen? Die vinden
daarbij aan te sluiten. Je kunt met elkaar
stand up, touch your nose, touch your
Engels: “Cool”!
afspreken dat bij elk thema ook iets ge-
hair etc.), met de handpop communiceren
daan wordt met Engels. Als we het thema
(shake hands: hello, my name is…).
‘dierendag’ behandelen, dan zingen we ook
*1 Janet van Hell, Kritieke periodes voor taal leren bestaan niet, Didaktief nr. 8, oktober
een liedje over dieren in het Engels. We
Engels in de onderbouw hoeft niet veel tijd
2010
leren een mooi rijmpje in het Engels, of we
te kosten. Een Engels liedje zing je na het
leren samen de Engelse woordjes ‘where’
eten, of bij het naar buiten lopen. TPR kun
en ‘there’ door heel eenvoudig aan elkaar
je doen tijdens de gymles, je kunt stapspel-
te vragen: “Where is the dog?” “There is the
letjes doen op het plein. De uitdaging is
*3 www.europeesplatform.nl
dog!” “Where is the cat”? There is the cat!”
vooral: je wilt wereldburgers maken van
*4 Total Physical Response
*2 http://www.teachingenglish.org.uk/ think/articles/content-language-integrated-learning
Sit down, stand up Naast My name is Tom is er veel ander lesmateriaal voor Vroeg Engels te vinden
Klaas Hoorn is opleidingsdocent aan de Marnix Academie in Utrecht en een van de au-
op de website van het Europees platform
teurs van My name is Tom (www.mynameistom.nl). My name is Tom is een leerlijn Engels
(*3). Methodes, liedjesboeken, activerende
voor de onderbouw van de basisschool die vooral nadruk legt op de natuurlijke manier
werkvormen, picture dictionaries enz.
van taalverwerving bij kinderen. De leerlijn sluit goed aan bij nieuwe onderwijsvormen,
Op de website vindt u ook informatie over
zoals natuurlijk leren, ervaringsgericht leren en zelfontdekkend leren. Maar ook binnen
te verkrijgen subsidie als uw school start
traditionelere vormen van onderwijs is deze leerlijn goed in te zetten.
met Vroeg Engels en informatie over de te nemen stappen om te komen tot Vroeg
My name is Tom is ‘an introductory course’: leerlingen in de onderbouw worden op een
Engels in de onderbouw. Uit ervaring weet
speelse manier voorbereid op het Engels in de bovenbouw. De kinderen maken kennis
ik dat leerkrachten in de onderbouw heel
met Tom, een jochie uit Engeland dat ze van alles vertelt over zijn “family”, “house”,
creatief zijn in het bedenken van allerlei
“school” en “birthday”. Door het zingen van liedjes, het doen van spelletjes en het wer-
taalactiviteiten en taalspelletjes. Dezelfde
ken op de computer maken de leerlingen op een speelse manier kennis met de Engelse
activiteiten kun je vaak integraal overne-
taal. My name is Tom sluit goed aan bij bestaande lespakketten voor de bovenbouw. Ook
men bij het leren van de Engelse taal. Mijn
My name is Tom komt met een lespakket voor de bovenbouw. Hoorn werkt daarbij sa-
advies is: gebruik die creativiteit ook bij
men met drie nieuwe auteurs, allen native speakers én leerkracht in het basisonderwijs.
Engels en je zult zien: het werkt! Het gaat
Het digitale gedeelte is een belangrijk onderdeel van het lespakket. Er zijn vier cd-roms
niet om grote dingen, maar om eenvou-
die een rijke woordenschat aanbieden en een handig leerlingvolgsysteem bevatten. In
dige lesactiviteiten: samen Engelse liedjes
de handleiding staan (in het Nederlands en Engels) klassengesprekken met handpop
zingen, spelletjes doen (I spy with my little
Tom beschreven. Ook bevat de handleiding diverse kringactiviteiten, liedjes en kopieer-
eye and the colour is…red), rijmpjes opzeg-
bladen. U kunt de handpop Tom bestellen op www.handpop.nl.
gen (in de spiegel: I brush my hair, look,
TAAL LEZEN primair | juni 2011 | nr.1
15
0 p Gr oe
Twee visies op de Voorschool
Rekenen op groep nul? Kees de Glopper & Willemijn van den Geest
Het is bekend dat jonge kinderen op hun vierde verjaardag de basisschool bin-
interactief taalonderwijs, en instrumen-
nenstappen met grote onderlinge verschillen in hun ontwikkeling. In Rotterdam
ten waarmee het ontwikkelingsniveau
is nieuw beleid ontwikkeld, bekend onder de noemer ‘groep nul’. Voor TAAL
van kinderen al op heel jonge leeftijd kan
LEZEN primair spraken Kees de Glopper en Willemijn van den Geest van het Etoc
worden vastgesteld. Toch is het niet zo dat
van de Rijksuniversiteit Groningen met een voor- en tegenstander van de invoe-
de verschillen tussen jonge kinderen be-
ring van een nieuwe vorm van voorschoolse educatie: Hugo de Jonge, wethouder
langrijk zijn afgenomen. Dat baart zorgen,
Onderwijs, Jeugd en Gezin te Rotterdam, en Sieneke Goorhuis-Brouwer, hoogle-
omdat deze verschillen aan het begin van
raar Spraak- en taalstoornissen bij kinderen aan de Rijksuniversiteit Groningen.
de schoolloopbaan samenhangen met het verdere schoolsucces: het leren van de basisvaardigheden, latere schoolvorderin-
Het is bekend dat jonge kinderen op hun
tijden, net als het beleid dat er op gericht is
gen en het uiteindelijk bereikte onderwijs-
vierde verjaardag de basisschool betreden
deze terug te dringen. Zo heeft de Voor- en
niveau. Het hoeft dan ook niet te verbazen
met grote onderlinge verschillen in hun
Vroegschoolse Educatie (VVE) tot doel de
dat er op gezette tijden nieuw beleid wordt
ontwikkeling van taal, geletterdheid en
ontwikkeling van kinderen te stimuleren
ontwikkeld en uitgezet. Een nieuwe lande-
cognitie. De ene kleuter is de andere niet.
en zo bij te dragen aan het terugdringen
lijke ontwikkeling is die van de Voorschool.
Jonge kinderen verschillen enorm van
van verschillen die kinderen verderop
In Rotterdam is dit nieuwe beleid bekend
elkaar. Vanuit de optiek van de school en
in hun schoolloopbaan kunnen gaan
onder de noemer ‘groep nul’.
haar doelstelling kun je stellen dat som-
hinderen. Ook in het beleid van en voor
mige kleuters voor lopen, en anderen een
basisscholen zijn allerlei initiatieven aan te
Voor TAAL LEZEN primair spraken wij met
achterstand hebben. Voorsprong en achter-
wijzen die gericht zijn op het voorkomen
een voor- en tegenstander van de invoering
stand hangen niet alleen samen met het
en bestrijden van achterstanden.
van deze nieuwe vorm van voorschoolse educatie. We interviewden Hugo de Jonge,
lidmaatschap van verschillende sociaaleconomische of etnisch-culturele groepen.
Verschillen
wethouder Onderwijs, Jeugd en Gezin te
Ook binnen groepen is de individuele vari-
Er zijn de laatste decennia veel nieuwe
Rotterdam, en Sieneke Goorhuis-Brouwer,
atie heel groot. Ontwikkelingsverschillen
ontwikkelingsstimulerende materialen
hoogleraar Spraak- en taalstoornissen bij
en onderwijsachterstanden zijn van alle
en onderwijsconcepten ontworpen, zoals
kinderen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Beiden zijn betrokken bij en begaan met de ontwikkeling van groep nul. De Jonge is verantwoordelijk beleidsmaker en bevlogen pleitbezorger, Goorhuis-Brouwer verklaard tegenstander van verschoolsing van de leer- en leefomgeving van jonge kinderen. Waarom groep nul? Volgens Hugo de Jonge is de huidige vorm van voorschoolse educatie niet toereikend: de taalachterstand waarmee kinderen de voorschoolse educatie ingaan, wordt niet ingelopen. Het resultaat van voorschoolse educatie is, volgens De Jonge, nog steeds dat er gebrekkig Nederlands sprekende kinderen op school zitten. De kwaliteit van de voorschoolse voorzieningen is dus niet zodanig dat de achterstand vóór de basisschool wordt ingelopen. Gebrekkig Nederlands sprekende kinderen hebben vervolgens veel aandacht nodig, die volgens De Jonge ook ten koste gaat van
16
TAAL LEZEN primair | juni 2011 | nr.1
oe Gr p 0
voor die voorschoolse periode.’ - Er komt een intensief ouderprogramma waarin ouders actief betrokken worden bij het boeken van resultaat. Dit houdt bijvoorbeeld in dat ouders zelf gaan meehelpen de taalachterstand van hun kind te beperken, door zelf ook Nederlands te leren en dit thuis ook te spreken. Rotterdams antwoord De kritiek dat met dit initiatief het eigen karakter van de VVE verloren zou gaan, kent De Jonge, maar hij deelt die niet. Hij is van mening dat men met die kritiek de professionaliteit van de mensen die voor de klas staan, maar ook van de scholen tekort doet. ‘Het beeld dat we tweejarige peuters met een brilletje en een boekje in hun bankje gaan zetten, dat is absoluut niet aan de orde’, zegt De Jonge. Volgens hem zijn er tal van speelse methoden te vinden om de taalachterstand die kinderen al hebben, in te halen en de taalontwikkeling op een leuke manier te stimuleren. Rotterdam zal daarbij leer- en werkvormen gebruiken die passen bij de leeftijd van het kind. Ook de zorg dat scholen te opbrengstgericht zouden werken, wuift De Jonge weg: ‘Ik vind dat juist een verademing.’ Volgens De Jonge stellen scholen steeds meer ontwikkelingsdoelen voor zichzelf die ze ook echt willen halen. ‘Dat is een prima tendens die ik van harte steun.’ De oplossing? Voor Sieneke Goorhuis-Brouwer staat het belang van goede voorschoolse educatie buiten kijf. Ook met de langetermijndoeandere kinderen in de klas. In Rotterdam,
HBO-niveau voor de klas te staan, zodat
len van het Rotterdamse onderwijsbeleid
maar ook breder op landelijk niveau,
er in feite een echte leerkracht voor de
is zij het van harte eens: de resultaten
wil men zich nu gaan inzetten voor een
klas staat.
van de basisschoolleerlingen kunnen
oplossing daarvoor. De plannen voor groep
-D e huidige voorschoolse educatie betreft
en moeten omhoog. Waar Goorhuis-
nul houden in dat kinderen op vroegere
vier dagdelen. Dit wordt verhoogd naar
Brouwer afhaakt, is bij de introductie van
leeftijd naar school gaan en daar dan ook
minimaal vijf dagdelen.
groep nul op grond van het vermeende
op zeer jonge leeftijd kennis maken met de
-G roep nul wordt onder de aansturing van
onvoldoende resultaat van de VVE. Dit is
Nederlandse taal. Op deze manier hoopt
de basisschool gebracht en wordt een
volgens haar een verkeerde manier om
de gemeente Rotterdam taal- en leerach-
eerste groep van de basisschool. Door het
de beoogde doelen te bereiken. ‘Het is
terstanden bij vooral allochtone kinderen
inbedden van het voorschoolse onderwijs
hetzelfde als zeggen: “Dit medicijn werkt
tegen te kunnen gaan.
in de onderwijszorgvoorzieningen - die
niet dus ik geef de dubbele dosis.” Dan
er op een basisschool wel zijn en op een
ben je een slechte dokter!’ Goorhuis-
0 ≠ VVE
peuterspeelzaal niet- wordt er volgens De
Brouwer stelt dat men in de beoordeling
Groep nul in Rotterdam verschilt volgens
Jonge duidelijk gestuurd op resultaat en
van de VVE en haar resultaten rekening
De Jonge op vier punten van de bestaande
opbrengstgericht werken. De Jonge zegt
moet houden met de enorme variatie in
VVE-voorzieningen:
hierover: ‘We geloven in de winst die een
de vroege taalontwikkeling van kinderen.
- Er komt op zijn minst één leerkracht op
basisschoolsetting zou kunnen betekenen
Deze is vergelijkbaar met de variatie in
TAAL LEZEN primair | juni 2011 | nr.1
17
0 p oe Gr de groeicurves die we kennen van het consultatiebureau. De plannen voor de voorschool zijn er sterk op gericht alle kinderen terug te brengen naar de norm. Als het aan wethouder De Jonge en andere voorstanders van groep nul ligt, wordt daar al bij driejarigen mee begonnen. ‘Een slechte keuze’, vindt GoorhuisBrouwer, ‘het eigen tempo van een kind is niet beïnvloedbaar, in de periode van 0 tot 7 jaar moet men kinderen niet dwingen van hun eigen ontwikkelingspad af te wijken.’ Taal is niet los verkrijgbaar Volgens Goorhuis-Brouwer gaan er twee dingen mis in de vooronderstellingen met betrekking tot de huidige VVE. Ten eerste worden er veel meer kinderen dan nodig en verantwoord als risicokind bestempeld, simpelweg omdat men geen rekening houdt met het eigen leertempo van een kind. Op de tweede plaats wordt er onterecht vanuit gegaan, dat de taalachterstand louter voortkomt uit een gebrek aan blootstelling aan het Nederlands. Hierbij wordt geen rekening gehouden met genetisch bepaalde verschillen in taalvermogen, noch met het feit dat er sprake kan zijn van gehoorproblemen of mentale retardatie. Het probleem van Goorhuis-Brouwer met de plannen voor groep nul heeft vooral betrekking op het vroegtijdig starten met het gebruik van cijfers en letters. ‘Mijn kritiek is dat ze cijfers en letters introduceren op het moment dat kinderen nog niet die denkstappen hebben gemaakt dat ze snappen wat ze met die symbolen moeten. Als mijn kleinkind van vijf schrijft: “Voor oma”,
Zwakke kinderen zullen in groep nul, 1 en
gevreesd? Gaat het lukken om hoog-
dan zegt ze: “Dat heb ik mooi nagetekend
2 dubbel in de knel komen. In een omge-
geschoolde leidsters voor de groepen te
hè, oma?” En dat heeft niets met begrip van
ving met kinderen die al veel meer kunnen,
krijgen? En staan zij straks voor, nee liever
schrift te maken, dat is vormherkenning.’
worden de zwakke kinderen erg onder druk
tussen de kinderen, met de specifieke
Goorhuis-Brouwer merkt op dat taal gekop-
gezet. ‘Kinderen worden faalangstig van de
expertise die nodig is voor het stimuleren
peld is aan de mentale structuur die een
Cito, die Cito-toetsen horen niet in groep 1
van de ontwikkeling van jonge kinderen?
kind heeft: ‘Taal is niet los verkrijgbaar.’ Dit
en 2.’
Lukt het om de ouders van de doelgroepleerlingen te bereiken? En helpt het als
uit zich, volgens Goorhuis-Brouwer, onder andere in het feit dat kinderen tussen 0-7
Groep nul in 2029
anderstalige ouders zelf ook Nederlands
jaar verschillende taalontwikkelingsfasen
Hoe gaan de Rotterdamse groepen nul er
leren, om dit thuis ook te gaan gebruiken?
doorlopen. Pas in de laatste fase kunnen ze
in de komende jaren uitzien? En wat is het
Of verhindert dit juist een goede moe-
ook echt letters en cijfers snappen.
landelijke beeld rond de Voorschool? Hoe
dertaalontwikkeling van de kinderen, in
vrij en speels komen driejarigen straks
welke taal dan ook? En met hoeveel drang
Goorhuis-Brouwer stelt dat met groep nul de
hun voorschooldagen door? En gaan de
en welke dwang gaat dat gepaard?
verschoolsing zal toenemen, wat ten koste
regie van de basisschool en de cultuur van
gaat van het vrije spel van kinderen. ‘We
het opbrengstgerichte werken de grootste
Allemaal vragen waarvan de antwoorden
willen veel te didactisch zijn, maar we moe-
verschillen tussen kinderen terugdringen,
in de toekomst liggen. In 2029 weten we
ten hun eigen spontaniteit niet remmen.’
zonder de neveneffecten waarvoor wordt
het. Dan is groep nul volwassen…
18
TAAL LEZEN primair | juni 2011 | nr.1
eu Ni ws
BoekStart baby’s hebben grote voorsprong in onderwijs Duursma van de Rijks-
en onlangs opende voorzitter van de
universiteit Groningen/
Tweede Kamer, Gerdi Verbeet, de 500ste
ETOC kun je niet vroeg
BoekStartlocatie in Den Haag. Inmiddels
genoeg beginnen met
zijn er na de start landelijk ruim 75.000
voorlezen. Uit Ameri-
BoekStartkoffertjes uitgereikt..
kaans onderzoek blijkt dat er grote cognitieve
De bibliotheken werken hierin samen met
effecten zijn als moe-
gemeenten, consultatiebureaus en de kin-
ders al voor het tweede
deropvang. Een bijkomend voordeel van
levensjaar beginnen
BoekStart is dat ook de ouders van baby’s
met voorlezen. Al
in de bibliotheek komen en zelf weer
vanaf vijf maanden zijn
boeken gaan lezen. Alle ouders van baby’s
baby’s in staat om naar
van drie maanden ontvangen een brief
boekjes te grijpen. Hun
van de gemeente met een waardebon voor
BoekStart is een landelijk leesbevorde-
zicht is dan nog beperkt, maar ze hebben
het rode BoekStartkoffertje. Zij kunnen dit
ringproject, oorspronkelijk afkomstig uit
wel al een grote voorkeur voor zwart-wit
gratis koffertje met boekjes en informatie
Groot-Brittannië, dat het lezen met baby’s
plaatjes. Vanaf zeven maanden zien baby’s
over het voorlezen aan baby’s ophalen bij
wil bevorderen. Baby’s vinden het leuk
zoals volwassenen. ‘Lezen’ helpt hen bij
de bibliotheek. De baby wordt dan gratis
om voorgelezen te worden en om zelf te
het focussen van hun blik, want dat kun-
lid van de bibliotheek en de ouders krijgen
spelen met stoffen (knisper)boekjes. Het
nen ze nog niet goed. Daarnaast is het een
een rondleiding waarbij vooral aandacht is
versterkt de band tussen ouder en kind.
goede manier om woorden aan beelden te
voor de speciaal ingerichte BoekStarthoek
Bovendien blijkt uit Brits onderzoek dat
koppelen.
met een collectie babyboekjes.
lezen, het later gemiddeld beter doen op
In januari 2009 werd de aftrap gegeven van
www.boekstart.nl of op
school. Volgens onderzoeker Elisabeth
BoekStart in vijf bibliotheken in Brabant,
www.kunstvanlezen.nl
kinderen die als baby al werden voorge-
Praten Met Volle Mond
Taalniveau van leidsters omhoog Voor de taalontwikkeling van kinderen is het cruciaal dat leidsters in peuterspeelzalen en de kinderopvang het Nederlands goed beheersen. Onderzoek laat zien dat het taalniveau van veel leidsters zorgwekkend is, vooral in de grotere steden. Toch zijn veel kinderen afhankelijk van deze leidsters voor de ontwikkeling van hun Nederlandse taalvaardigheid. De publicatie Praten Met Volle Mond is een oefenboek voor leidsters en ROC-studenten die hun taalaanbod in gesprekken met jonge kinderen willen verbeteren.
De eisen die de Regionale Opleidingen
worden in bijscholingscursussen voor
Centra (ROC’s) stellen, zijn te laag om
leidsters.
leidsters op te leiden tot goede ‘taalvoorbeelden’. Praten Met Volle Mond kan op
In het boek staan uitgewerkte voorbeeld-
deze opleidingen gebruikt worden om de
gesprekken met baby’s, dreumesen en
mondelinge taalvaardigheid van aan-
peuters. Deze gesprekken vinden plaats in
komende leidsters op een hoger niveau
verschillende situaties, zoals tijdens het
te krijgen. Het boek kan ook gebruikt
eten, buitenspelen of knutselen. De ge-
TAAL LEZEN primair | juni 2011 | nr.1
19
ws Ni eu sprekken bieden een rijke bron van
Praten Met Volle Mond is ontwikkeld door
Praten met Volle Mond -Taalstimulerende
Sardes, ITTA (Universiteit Amsterdam) en
gesprekken met jonge kinderen - Een oefenboek
de CED-Groep Rotterdam in het kader van
voor opleiding en praktijk. Utrecht: Sardes,
en zinnen opgenomen, die de kern van het
Vversterk, het landelijke programma voor
2010
gesprek vormen. Daarnaast bevat het boek
de professionalisering van de voor- en
een grammaticatoets en oefeningen voor
vroegschoolse sector. Sardes en de CED-
grammatica en woordenschat. Ook is een
Groep hebben voor leidsters een training
dvd met praktijkvoorbeelden opgenomen,
ontwikkeld om de taalkwaliteit te verster-
die docenten kunnen gebruiken om met
ken. Werken volgens de uitgangspunten
studenten te praten over kwaliteit van
van Praten Met Volle Mond maakt deel uit
taalaanbod.
van deze training.
taal voor de kinderen. Bij elk gesprek zijn praktische lijstjes met de woorden
Te bestellen via www.sardes.nl
Prentenboek van het Jaar 2012 Mama kwijt van de Ierse illustrator Chris Haughton is gekozen tot het Prentenboek van het Jaar 2012. Een jury van Nederlandse jeugdbibliothecarissen koos dit boek uit het aanbod van prentenboeken die in 2010 verschenen. In totaal selecteerde de jury tien titels voor peuters en kleuters. Deze boeken staan centraal tijdens De Nationale Voorleesdagen 2012 (van woensdag 18 januari t/m zaterdag 28 januari). Doel van deze jaarlijkse campagne is het stimuleren van voorlezen aan kinderen die zelf nog niet kunnen lezen.
Chris Haughton (Dublin, 1978) is illustrator en vormgever en woont in Londen. Hij illustreert o.a. regelmatig
De Prentenboek TopTien voor De Nationale Voorleesdagen 2012:
voor The Guardian en voor verschillende grote reclamebureaus. Mama
Ik ben de beste
Lucy Cousins
Leopold
kwijt is zijn eerste prentenboek. Hij
Wat het lieveheersbeestje hoorde
Julia Donaldson & Lydia Monks
Gottmer
kwam op het idee om een prenten-
Zaza speelt doktertje
Mylo Freeman
Clavis
boek te maken na het bezoeken van
Mama kwijt
Chris Haughton
Gottmer
Daar buiten loopt een schaap
Mies van Hout
Lemniscaat
Ikke niet!
Nicola Killen
Luister
eekhoorn op zoek naar zijn mama.
Netjes wachten in de rij!
Tomoko Ohmura
Gottmer
Speciaal voor de Voorleesdagen komt
Vliegensvlugge vlieg
Michael Rosen & Kevin Waldron
Lemniscaat
Mama kwijt uit in een mini-editie met
Bramenjam
Natascha Stenvert
The House of Books
Meneer René
Leo Timmers
Querido
een tentoonstelling over Dick Bruna. In Mama kwijt valt een klein uiltje uit het nest en gaat daarna met hulp van
DVD voor € 5,-.
20
TAAL LEZEN primair | juni 2011 | nr.1
Kl an e kg n re ba
Over de werking van klankgebaren
Klankgebaren, op een aantrekkelijke manier letters leren Evelien Krikhaar en Karlijn Dielissen
Het ontwikkelen van een geautomatiseerde klank-teken-koppeling is een belang-
eerste deel van het onderzoek richtte zich
rijke voorwaarde voor het leren lezen. Bij het leren lezen en spellen, is het ver-
op het gebruik van klankgebaren binnen
standig om zoveel mogelijk kanalen in te schakelen: het horen, zien, bewegen
het aanvankelijk leesonderwijs. Hieruit
en handelen. Daarmee wordt de stap naar leren lezen vereenvoudigd. Evelien
bleek dat leerkrachten van reguliere en
Krikhaar van het Expertisecentrum Nederlands en haar scriptiestudente Karlijn
speciale basisscholen erg positief zijn over
Dielissen onderzochten verschillende methodes van de inzet van klankgebaren.
het toepassen van klankgebaren in de kleutergroepen. Deze leerkrachten hadden de ervaring dat klankgebaren een goede
Voor het aanbieden van letters en het
woorden of concepten die met zowel de
motorische en visuele ondersteuning zijn,
stimuleren van de klank-teken-koppeling
letter als de klank geassocieerd kunnen
waardoor kinderen klanken inderdaad
worden momenteel in het onderwijs in de
worden. Het proces van het aanleren van
beter kunnen onthouden. Daarnaast gaven
groepen 2 en 3 verschillende hulpmiddelen
de letters is daarmee multi-sensorieel van
ze aan dat klankgebaren passen bij de ma-
ingezet, zoals het inrichten van lettertafels,
aard, omdat er gebruik wordt gemaakt
nier waarop kleuters leren. Een leerkracht
het voorlezen van prentenboeken, het wer-
van meerdere sensorische ‘input-kanalen’
schreef: ‘Kinderen, en vooral kleuters, leren
ken met woordvelden en het zelf maken
tegelijk: het visuele, het auditieve, het
totaal. Auditief, visueel, bewegend, tastend:
van letters van schuurpapier of klei. Op
tactiele, het motorische en het emotionele
doen is leren. Alles moet in het werk ge-
Door zelf gebruik te maken van klankgebaren, leren kinderen bovendien ook via hun eigen lichaam sommige scholen worden ook klankge-
kanaal. Kortom: zien, horen, voelen, bewe-
steld worden om de letter eigen te maken,
baren ingezet om de letters aan te leren.
gen en beleven. Door op deze manier de
hier passen gebaren goed bij.’
Voorbeelden van methoden waarin klank-
klank-teken-koppeling aan te bieden en te
gebaren zijn opgenomen, zijn Lezen moet je
stimuleren, is het leggen van de associatie
In het tweede deel van het onderzoek is
doen (Timmermans & De Wit-Gosker, 1994),
tussen letters en klanken en de inprenting
daadwerkelijk in een aantal kleutergroe-
Zo Leer je Kinderen Lezen en Spellen (Schra-
daarvan in het geheugen, niet van één
pen gedurende een aantal weken gewerkt
ven, 2004) en Spreekbeeld (Vonk, 2004).
zintuig afhankelijk. Door zelf gebruik te
aan letterkennis met behulp van klank-
maken van klankgebaren, leren kinderen
gebaren uit twee verschillende methoden
Multi-sensorieel
bovendien ook via hun eigen lichaam (ook
(Spreekbeeld en Zo Leer Je Kinderen Lezen en
Het doel van de inzet van klankgebaren
wel ‘embodied cognition’ of ‘belichaamd
Spellen). Een controlegroep bleef werken
is het bieden van ondersteuning bij het
leren’ genoemd). Het uitvoeren van klank-
met de gangbare methode Veilig Leren
aanleren en automatiseren van de (wil-
gebaren past dan ook bij theorieën rondom
Lezen (geen klankgebaren). Het doel was
lekeurige) klank-teken-koppeling. Het
belichaamde cognitie. Deze theorie stelt
hier het zoeken naar mogelijke effecten
klankgebaar kan worden gezien als een
dat het lichaam kan bijdragen aan het
van gebruik van klankgebaren op het
handvorm die de klank visualiseert en dus
begrijpen en onthouden van vaardigheden
aanleren en beklijven van letterkennis, en
‘betekenisvol’ maakt. Met het klankgebaar
zoals lezen en rekenen. In verschillende
of verschillende klankgebaar-methoden
wordt een expliciete relatie gelegd tussen
studies werden bewijzen voor deze theorie
ook verschilden in hun effectiviteit. Uit
de visuele vorm van het teken (de letter)
gevonden (Glenberg et al, 2004; Broaders et
observaties tijdens het onderzoek bleek,
enerzijds en de bijbehorende auditieve
al., 2007).
dat kinderen door het gebruik van klank-
vorm van de spraakklank anderzijds.
gebaren enthousiast raakten om steeds
Hierbij wordt soms ook de articulatiewijze
Onderzoek in de praktijk
nieuwe gebaren en nieuwe letters te leren.
(mondmotoriek) van de klank betrokken.
Het gebruik van klankgebaren bij het
De kinderen uit dit onderzoek lieten weken
Daarnaast wordt ook wel gebruik gemaakt
aanleren van een aantal letters is onlangs
na de interventie zien, dat ze de aangebo-
van semantische aspecten van bekende
onderzocht bij kleuters uit groep 2. Het
den klankgebaren ook hadden onthouden
TAAL LEZEN primair | juni 2011 | nr.1
21
ba re n kg e an
Kl
en zowel konden herkennen als
letter, maar kan ook gevormd zijn op basis
zelf uitvoeren. Het beheersen en zelf
van articulatiewijze van de klank, of een
kunnen gebruiken van de klankgebaren
betekenisassociatie hebben, bijvoorbeeld
leek kinderen zelfvertrouwen te geven.
door uitbeelding van een voorwerp waar-
Sommige kinderen gebruikten de klankge-
bij de eerste klank van de naam van het
baren voor zichzelf als geheugensteuntje
voorwerp met het gebaar wordt aange-
wanneer ze een teken moesten benoemen
duid. Soms zijn het ook combinaties van
of een letter aan moesten wijzen. Er was zo
deze aspecten samen.
veel enthousiasme voor het leren van de
- In de methode Zo Leer je Kinderen Lezen en
gebaren dat enkele kinderen ook zelf geba-
Spellen (ZLKLS) worden vooral klankgeba-
ren hadden bedacht bij nieuwe letters.
ren gebruikt die extra visuele ondersteuning bieden bij het schrijven van de letter.
Verschillende methoden
In de handleiding staat dan ook dat de
De klankgebaren uit de twee methoden ver-
kinderen de gebaren met hun linkerhand
schillen op een aantal aspecten van elkaar,
moeten maken zodat ze bij sommige
zowel in vorm als in gebruik.
letters de schrijfwijze van hun hand af
- In de methode Spreekbeeld wordt gebruik
kunnen kijken. Wanneer kinderen het
gemaakt van een combinatie van het
klankgebaar zelf juist uitvoeren kunnen ze
gebaar, een betekenisvolle tekening waarin
dus de letter in de handvorm zien, en dit
een letter is verwerkt en een verhaal
zou kunnen helpen bij het goed en snel
volledig eenduidig in de gekozen aanpak.
waarbij eveneens de articulatiewijze van
onthouden en herkennen van letters.
Zo wordt bij ZLKLS met het klankgebaar vaak de lettervorm weergegeven, maar niet
de klank wordt benadrukt. Hierdoor worden meerdere sensorische modaliteiten
Uitvoerbaarheid
altijd: voor de letter ‘e’ wordt de articula-
gebruikt en ‘kanalen’ geactiveerd.
Klankgebaren kunnen ook verschillen in
tiewijze van de klank uitgebeeld, en is in
de mate van iconiciteit (afbeelding van de
het klankgebaar het teken (de vorm van de
vormen een extra visuele geheugensteun
letter) en motorische complexiteit (hoe
letter) niet af te lezen. Bij Spreekbeeld wordt
bij klankgebaar en letter. De associatie
gemakkelijk het gebaar uit te voeren is). In
voor de letter ‘e’ een combinatie gebruikt
van het gebaar met de vorm van de letter
het geval van de letter ‘d’ is het klankge-
van een semantische associatie (uitbeelden
wordt door het verhaal bij de afbeelding
baar van Spreekbeeld gemakkelijker uitvoer-
van het tillen van een emmertje met de
nog eens versterkt. Door de emotie die het
baar dan het klankgebaar van ZLKLS, waar-
linkerhand) en een letter-uitbeelding die te
verhaaltje rond het klankgebaar oproept,
voor beide armen en een beweging nodig
zien is in de vorm van de tillende hand.
wordt de letter nog meer verinnerlijkt en
zijn. Beide klankgebaren zijn wel in gelijke
wordt de aandacht voor het klankgebaar
mate iconisch, omdat ze het letterteken
De mate van motorische complexiteit en
en de tekening vergroot. Het klankgebaar
uitbeelden. Dit geldt niet voor alle klank-
iconiciteit kan van invloed zijn op het
zelf is soms gebaseerd op de vorm van de
gebaren, en de methoden zijn ook niet
aanleren en onthouden van de klankge-
- De tekeningen van de ‘spreekbeelden’
baren. Over het algemeen kan aangenoLetter d- Spreekbeeld (Vonk, 2004, p. 15)
men worden dat sterk iconische gebaren
Spreekbeeld: ‘Dit meisje heeft een beetje een dik achterwerk. Soms roepen andere
makkelijker worden geleerd dan zwak
kinderen: ‘Dikke, dikke … dikke derrière!’’ Maar dat kan haar niks schelen. Ze loopt
iconische gebaren (Tolar et al., 2007).
gewoon we, steekt haar vinger omhoog en zegt d(uh). Als je goed kijkt zie je dat ze een
Daarnaast zorgen sterk iconische gebaren
d-tje met haar hand maakt.’
voor meer ondersteuning bij het leerpro-
Klankgebaar: ‘Maak de stok van deze letter altijd met de rechterwijsvinger en steek
ces (Markham & Justice, 2004). Er is nog
hem in de lucht. De andere vingers maken het bolletje van de d. Doe alsof je een
niet eerder onderzoek gedaan naar het
propje wegschiet tussen duim en middelvinger. Als je dit zachtjes met je vingers naar
effect dat de mate van multisensorialiteit,
je oor doet, dan hoor je ook een d. Als je dit tegen je wang doet, dan voel je ook de plof
iconiciteit en motorische complexiteit van
van de d. Het klankgebaar moet in spiegelbeeld worden voorgedaan.’
de verschillende klankgebaren heeft op
Klankinformatie en articulatie: ‘Ploffende klank met stemgeluid. De tongpunt maakt
het aanleren en onthouden van letters.
een afsluiting tegen het tandvlees vlak achter de bovenvoortanden; deze afsluiting
In dit onderzoek, dat inventariserend van
wordt met een plof en met stemgeluid losgelaten.’
aard was, werd als verwachting aangehouden dat de klankgebaar-methode
Letter d- Zo Leer je Kinderen Lezen en Spellen (Schraven, 2004, p. 63)
die meerdere sensorische modaliteiten
Horen: ‘Licht ploffend geluid.’
aanspreekt het meest effect sorteert. Bij
Zeggen: ‘Mond iets open. Tong maakt een ‘klapje’ tegen de achterkant van de boven-
de hier vergeleken methodes is Spreekbeeld
tanden.’
meer multi-sensorieel van aard dan Zo
Gebaar: ‘Leerkracht legt rechterarm (leerling linkerarm) om het hoofd en de linkerarm
Leer je Kinderen Lezen en Schrijven. Ver-
(leerling rechterarm) tegen het hoofd recht omhoog. Daarna bewegen de armen naar
wacht werd dan ook dat de kinderen die
voren en liggen de armen in de ‘d’-vorm op de bank.’
de klankgebaren van Spreekbeeld kregen
22
TAAL LEZEN primair | juni 2011 | nr.1
Colofon TAAL LEZEN primair is een uitgave van Uitgeverij School BV / Meppel en AT Consult Postbus 41, 7940 AA Meppel tel. 0522-855333; fax 0522-855300 Redactieadres: AT Consult BV t.a.v. Cocky de Valk Postbus 543 4100 AM Culemborg e-mail:
[email protected] Redactie: Joanneke Prenger (Expertisecentrum taal, onderwijs en communicatie), Marian Bruggink (Expertisecentrum Nederlands), Dolf Janson (APS) en Mieke van Diepen (Marnix Academie Utrecht) Eindredactie: Cocky de Valk
aangeboden het beste zouden scoren op letterkennis, zowel direct na de training als in een follow up meting weken later. Basis voor verdere studie De klankgebaren die gebruikt werden in
Referenties
de interventie-periode in de groepen 2
Broaders, S.C., Cook, S.W., Mitchell,
leverden enkele verschillen op in de scores
Z. & Goldin-Meadow, S. (2007). Making
op actieve en passieve kennis van letters,
children gesture brings out implicit
klanken en klankgebaren, maar er wer-
knowledge and leads to learning.
den geen eenduidige significante effecten
Journal of Experimental Psychology, vol.
gevonden in voor- of nadeel van een van
136, 4, 539-550.
beide methodes. Helaas konden vanwege
Glenberg, A.M., Gutierrez, T., Levin, J.R.,
het relatief geringe aantal aangeboden let-
Japuntich, S & Kaschak, M. (2004).
ters (9) en bijbehorende klankgebaren en
Activity and imagined activity can
de kleine proefpersoon-groepen ook geen
enhance young children’s reading
significante effecten gevonden worden van
comprehension. Journal of Educational
het gebruik van klankgebaren in aanvulling
Psychology, 96, 424-436.
op de gebruikte methode voor letterkennis
Markham, P.T. & Justice, E.M. (2004),
zonder klankgebaren (Veilig Leren Lezen).
Sign language iconicity and its influence on the abilitiy to describe the
De positieve praktijkervaringen van
function of objects. Journal of Communi-
zowel leerkrachten als leerlingen lijken
cation Disorders, 37, 535-546.
aan te geven dat het waardevol kan zijn
Schraven, J. (2004). Zo Leer je Kinderen Le-
om klankgebaren op te nemen als vast
zen en Spellen. Zutphen: Stichting TGM.
onderdeel in huidige methodes (zoals
Timmermans, P. & De Wit-Gosker, T.
Veilig Leren Lezen en Schatkist) om zo het
(1994). Lezen moet je doen. Stichting
letteraanbod te verrijken. Of dit ook
leerplanontwikkeling.
daadwerkelijk letterkennis beter laat be-
Tolar, T.D., Lederberg, A.R., Gokhale, S. &
klijven, is nog niet met zekerheid vast
Tomasello, M. (2007), The Development
te stellen. Hiervoor zal aanvullend onder-
of the Ability to Recognize the Meaning
zoek uitgevoerd moeten worden waarbij
of Iconic Signs. Journal of Deaf Studies
gebruik wordt gemaakt van een grotere
and Deaf Education, 13 (2), 225-240.
steekproef en een ruimer letteraanbod in
Vonk, Y. (2004). Spreekbeeld, een leer-
een langere interventieperiode.
middel voor kinderen met beginnende
Het huidige onderzoek was noodgedwon-
leesproblemen. Logopedie en Foniatrie, 6,
gen beperkt in omvang, maar kan gezien
620-625.
worden als een waardevol vooronderzoek
Wentink, H., Verhoeven, L. & Druenen,
en een goede basis voor verdere studie
van, M. (2010). Protocol leesproblemen
van gebruik en effect van klankgebaren in
en dyslexie voor groep 1 en 2. Nijmegen:
groep 2 van de basisschool.
Expertisecentrum Nederlands.
Abonnementenadministratie: Abonnementen Administratie, t.a.v. Hetty Rozeman Eekhorstweg 1, 7942 JC Meppel. T: 0522 855 330 E:
[email protected] Plein Primair + taalkatern 6 x PP + 3 x taalkatern E 67,75 België E 67,75 Buitenland overig E 83,85 3x Plein Primair + taalkatern E 31,50 (prijzen zijn incl. 6% btw). Een abonnement kan ieder moment ingaan en schriftelijk tot uiterlijk twee maanden vóór beëindiging van het jaarabonnement worden opgezegd. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd. Adreswijziging schriftelijk drie weken van tevoren zenden aan de abonnementenadministratie, onder vermelding van het betreffende tijdschrift, oud en nieuw adres, beide met postcode en abonnementsnummer. Nadat u zich heeft geabonneerd, ontvangt u een acceptgirokaart met daarop de abonnementsprijs. Advertentie-exploitatie: Recent B.V. Postbus 17229 1001 JE Amsterdam tel: 020-3308998 fax: 020-4204005 email:
[email protected] Vormgeving /opmaak & lithografie: FIZZ reclame + communicatie Druk: Ten Brink B.V. © 2010. Het verlenen van toestemming voor publicatie in dit tijdschrift houdt in dat de auteur de uitgever, met uitsluiting van ieder ander, onherroepelijk machtigt bij of krachtens de Auteurswet door derden verschuldigde vergoeding voor copiëren te innen of daartoe in en buiten rechte op te treden en dat de auteur ermee instemt dat de uitgever deze volmacht overdraagt aan de door auteurs- en uitgeversvertegenwoordigers bestuurde Stichting Reprorecht tot welke overdracht de uitgever zich enerzijds verbindt en dat deze Stichting aan de te innen gelden een in overeenstemming met haar statuten en reglementen bepaalde bestemming geeft. ISSN 1389-2371
TAAL LEZEN primair | juni 2011 | nr.1
23