Groepsplannen bij kleuters Passend onderwijs, 1-zorgroute, groepsplannen, onderwijsbehoefte, groepsoverzichten, handelingsgericht werken (HGW). De kans is vrij groot dat je van deze begrippen gehoord hebt, aangezien de roep naar Passend Onderwijs steeds sterker wordt. In dit artikel over groepsplannen bij kleuters kijk ik specifiek naar de betekenis van de 1-zorgroute bij de kleuters en wat het nu in de praktijk inhoudt. Wellicht gaat elke school weer anders om met de groepsplannen en -overzichten, maar de achtergrond kennis is algemeen. Volgens de 1-zorgroute werk je met een cyclus van waarnemen, beschrijven, plannen en uitvoeren. Deze cyclus heb ik in dit artikel beschreven, gezien door de bril van een kleuterleerkracht. Ik hoor altijd veel weerstand als het gaat om groepsplannen, ik denk dat veel van die weerstand weg te nemen is. Dat kan ik niet alleen, dat moet op schoolniveau gebeuren. Een goed groepsplan levert iets op, in plaats van dat het iets kost! Bianca Oldenbeuving www.jufbianca.nl
JufBianca.nl – laat kleuters spelen en ontdekken met Eigenwijs Onderwijs
INHOUD 1. DE ONDERWIJSBEHOEFTE 1.1 Het groepsoverzicht 1.2. De onderwijsbehoefte benoemen 1.3. Kleuters 1.4. Onderdelen groepsoverzicht 2. HET PLAN 2.1. Het format 2.2. Basisaanbod 2.3. Zwakke en sterke kinderen 2.4. Doelen 2.5. Leerlijnen en planning 2.6 Een plan per thema 3. DOELEN STELLEN 3.1. Je aanbod 3.2. Doelen omschrijven 3.3. Evalueren 4. HOE HET NIET MOET 4.1. Uren besteden aan het evalueren, bijstellen en schrijven van Het Perfecte Plan. 4.2. Een plan schrijven, het in de map stoppen en er nooit meer naar kijken. 4.3. Een plan schrijven voor de inspectie. 4.4. Targets (of nee, doelen) beschrijven aan de hand van CITO scores. 4.5. Zes verschillende instructieniveaus hanteren in een combinatiegroep. 4.6. Niet-realistische plannen schrijven die je nooit kunt uitvoeren. 4.7. Samen met een andere groep hetzelfde groepsplan gebruiken. 4.8. Probeer niet de grillige ontwikkeling van een kleuter in een groepsplan te vangen. 4.9. Doe niet iets ‘omdat het plan het zegt’. 4.10. Luister niet naar mij. 5. AFSLUITING
JufBianca.nl – laat kleuters spelen en ontdekken met Eigenwijs Onderwijs
1. DE ONDERWIJSBEHOEFTE De 1-zorgroute gaat uit van een cyclus, waarbij je steeds eerst kijkt naar de onderwijsbehoefte, vervolgens een plan maakt, daarna actie onderneemt en tot slot weer gaat evalueren. Daarna kijk je opnieuw naar de onderwijsbehoefte, en zo gaat deze cyclus altijd maar door. In de cyclus zie je woorden staan: waarnemen, beschrijven, plannen en uitvoeren. Waarnemen: Je observeert, je ziet wat de kinderen doen, je hoort wat de kinderen zeggen. Beschrijven: Je beschrijft de onderwijsbehoefte van de kinderen. Plannen: Je schrijft een groepsplan. Uitvoeren: Je voert het groepsplan uit, je voert je aanbod uit. Waarnemen: Je evalueert je groepsplan door te observeren. 1.1 Het groepsoverzicht De 1-zorg route gaat uit van de onderwijsbehoefte van een kind. Vooropgesteld: alle kinderen hebben ‘een’ onderwijsbehoefte. Dat is de eerste omslag in het denken: waar je eerder de zorg beschreef die je gaf aan de ‘zorgleerlingen’ of zelfs alleen aan de ‘zwakke leerlingen’, beschrijf je nu de behoefte van álle leerlingen. Je gaat als leerkracht uit van: waar is dit kind nu, waar gaat het heen, en wat heeft het nodig daar te komen. Dat kun je zo klein en zo groot zien als je wil. Een voorbeeld: je kunt zeggen ‘Pietje kan nog niet rijmen, hij moet kunnen rijmen met eindrijm, hij heeft extra oefeningen nodig met rijmen’. Deze onderwijsbehoeften van alle kinderen uit je klas zet je op een groepsoverzicht. Zo’n overzicht is zeg maar een soort foto van je groep: zo ziet je groep er nu uit, deze behoeften hebben de kinderen nu. Al naar gelang de afgesproken werkwijze binnen je school stel je dit overzicht een aantal keer per jaar bij. Bij het maken van je groepsplannen maak je gebruik van dit groepsoverzicht. Hier komen we in een volgend deel op terug. Nog een omslag in het denken, is dat we nu niet meer uit gaan van het kind ‘in het verleden’ gedaan heeft, maar wat het NU doet. Je kijkt dus niet meer naar de score van de CITO toets om te bepalen wat je handelen zou zijn, je kijkt naar wat het kind nodig heeft om een stapje verder te komen. 1.2. De onderwijsbehoefte benoemen Om de onderwijsbehoefte goed te kunnen benoemen, kun je gebruik maken van een handig lijstje hulpzinnen. Dit kind heeft: – een leerkracht nodig die… – een instructie nodig die…
JufBianca.nl – laat kleuters spelen en ontdekken met Eigenwijs Onderwijs
– opdrachten nodig die… – activiteiten nodig die… – een omgeving nodig die… (bron: 1-zorgroute blog) Je ziet hier dat je heel goed kwijt kunt wat een kind nu precies nodig heeft om het doel te kunnen bereiken. Heeft het kind meer instructie nodig, of kan het juist aan het werk met een kortere instructie? Heeft het kind een prikkelarme omgeving nodig? Heeft het kind uitdagende activiteiten nodig? Leert het kind door te doen of door te denken? Moedig je als leerkracht aan, of laat je het kind het juist zelf uitvogelen? 1.3. Kleuters Kleuters ontwikkelen zich sprongsgewijs. Wat ze gisteren niet konden, kunnen ze misschien vandaag wel. Heb je net een plan geschreven om een kind de cijfers aan te leren, blijkt hij/zij ineens ‘het licht’ te zien en de cijfers al lang te kennen! Hoe kun je deze grillige ontwikkeling nu ‘vangen’ in een groepsoverzicht? Denk er aan, zo’n overzicht is een momentopname, je kijkt op dat moment wat de kinderen nodig hebben. Het zou goed zijn deze foto bij de kleuters iets vaker bij te stellen dan men in groep 3 t/m 8 doet. Door steeds opnieuw te kijken wat de onderwijsbehoefte is van de kinderen, kun je je handelen aanpassen op wat er gebeurt in je groep, en loop je minder achter de feiten aan. Want niemand wil toch plannen schrijven die na één lesje weer in de prullenbak kunnen? Kleuters die net 4 jaar geworden zijn, en net naar school gaan, moeten soms gewoon nog wennen aan het schoolse ritme. Hun onderwijsbehoefte mag dan ook zijn: Dit kind heeft behoefte aan een leerkracht die structuur biedt en activiteiten die hem/haar kennis laten maken met school. We kennen toch allemaal wel die kinderen die het eerste half jaar weinig lijken op te pikken, maar daarna (als ze gewend zijn) ineens als een speer ontwikkelen? Die behoefte aan veiligheid en structuur kun je vastleggen in het groepsoverzicht. 1.4. Onderdelen groepsoverzicht Nu weet je dus hoe je de onderwijsbehoefte van een kind moet opstellen. Hoe zet je dat nu in één overzicht? Als het goed is hebben jullie op school afspraken gemaakt over hoe het overzicht eruit moet komen te zien. Zo’n overzicht wordt meestal per vakgebied gemaakt, en bevat in ieder geval de namen van de kinderen onder elkaar, met daarachter hun onderwijsbehoefte. Daarnaast zou je ook nog kunnen beschrijven wat de sterke en zwakke (of positieve en belemmerende) factoren zijn voor elk kind. Zo kun je bij het ene kind opschrijven dat het faalangstig is, en bij het andere kind dat het de Nederlandse taal niet voldoende beheerst. Dat kan gevolgen hebben voor de onderwijsbehoefte. Je kunt er ook voor kiezen de toets scores op te nemen op het overzicht. De vraag is in hoeverre die de onderwijsbehoefte van een kind beïnvloeden. Een kind kan minder goed scoren op CITO maar onder jouw begeleiding de vragen toch goed kunnen
JufBianca.nl – laat kleuters spelen en ontdekken met Eigenwijs Onderwijs
beantwoorden. De onderwijsbehoefte kan dan zijn dat het kind behoefte heeft aan oefeningen met een andere vraagstelling, aangezien het daar op de CITO blijkbaar tegenaan loopt. Bovendien kan een kind ook goed scoren op de CITO toets, maar toch in de komende periode extra aandacht van je nodig hebben. Het is waardevoller kinderen waarvan je denkt dat ze uit gaan vallen preventief te begeleiden, in plaats van af te wachten tot ze inderdaad een slechte toets score halen. Als leerkracht denk je dus vooruit: wat gaat mijn aanbod worden, welke kinderen verwacht ik dat daar moeite mee gaan krijgen en wat hebben zij nodig. Welke leerlingen kennen dit al, en wat hebben zij nodig? Kort samengevat: een groepsoverzicht bevat de onderwijsbehoefte van de kinderen en is een momentopname van wat alle kinderen in jouw groep nodig hebben. Bij kleuters pas je dit overzicht, dat je opstelt per vakgebied, liefst meerdere keren per jaar bij.
JufBianca.nl – laat kleuters spelen en ontdekken met Eigenwijs Onderwijs
2. HET PLAN Nadat je je groepsoverzicht hebt opgesteld of bijgewerkt, kun je beginnen aan je groepsplan. Hierop staat wat je gaat doen met welke kinderen. 2.1. Het format Hoe het plan eruit komt te zien, bepaal je als school zelf. In ieder geval komt erop te staan voor welk vakgebied, welke groep, welke doelen, welke materialen en hoe en wanneer je wilt evalueren. Dat kan er zo uit zien:
2.2. Basisaanbod Eerst ga je beschrijven wat je basisaanbod is. Hiervoor kijk je naar het thema dat je gaat behandelen, je kijkt naar je beredeneerde aanbod of je methode. Welke doelen komen aan bod? Beschrijf niet álle doelen, maar alleen die doelen die specifiek in deze periode behandeld worden. In de periode van herfst tot kerst is dat bijvoorbeeld o.a. rijmen. Bij ‘wat wil ik bereiken’ vul je dan bijvoorbeeld in: de kinderen leren rijmen met eindrijm. In de kolommen ernaast beschrijf je achtereenvolgens wat je gaat doen, hoe, hoe de organisatie verloopt en wanneer en hoe je evalueert. In de eerste kolom komen de namen te staan van de leerlingen die dit basisaanbod zullen volgen. In het groepsoverzicht staat niet dat zij op gebied van taal een andere aanpak nodig hebben. 2.3. Zwakke en sterke kinderen Nu ga je op het groepsoverzicht na welke kinderen wél in aanmerking komen voor een ander aanbod. Deze kinderen zijn zwakker of juist sterker en hebben meer nodig dan alleen het basisaanbod. Je clustert de kinderen in subgroepen, maar zorg ervoor dat je niet meer dan 3 subgroepen hebt in één groepsplan. Het moet immers wel uitvoerbaar blijven! (dit zou dus kunnen resulteren in een basis-groep, een plusgroep en een min-groep) Kijk naar de onderwijsbehoefte van deze kinderen en pas al dan niet je doelen voor de subgroepen aan. Let op: de subgroepen kunnen best dezelfde doelen op krijgen, de manier waarop je die doelen wilt bereiken zal dan wel verschillen. Je kunt in het groepsplan opnemen dat je met deze kinderen veel extra oefent (vul de specifieke momenten in onder het kopje Organisatie), en/of dat je extra materialen gebruikt (onder het kopje Inhoud), en/of je individueel dan wel in kleine groepjes wilt oefenen (onder het kopje Aanpak/Methodiek).
JufBianca.nl – laat kleuters spelen en ontdekken met Eigenwijs Onderwijs
2.4. Doelen Let er op dat je je doelen goed formuleert. Wellicht heb je wel eens van de term SMART gehoord, of ben je er zelfs mee dood gegooid. Houd altijd in de gaten of je doelen duidelijk en vooral meetbaar zijn. Soms is dat heel lastig, vooral bij kleuters. Als je van een kind uit groep 4 wilt weten of hij de spelling van aai-ooi-oei onder de knie heeft, dan houd je een dictee van 20 woorden en stelt als doel: het kind schrijft minimaal 80% van de woorden foutloos. Bij kleuters zijn de resultaten lang niet altijd zo ‘meetbaar’. Dit houdt zeker niet in dat je toetsjes moet bedenken om te controleren of de kinderen de doelen hebben behaald! Als jij tijdens het verloop van het groepsplan de vorderingen van kinderen goed bijhoudt, en bij de evaluatie goed kijkt naar wat het kind gepresteerd heeft, dan mag je als leerkracht erop vertrouwen dat jij weet of het kind het doel behaald heeft of niet. Een voorbeeld: het kind kan rijmen met eindrijm. Tijdens het groepsplan heb je in de grote kring rijmspelletjes gedaan, en je hebt deze herhaald in de kleine kring. Na elke activiteit heb je genoteerd welke leerlingen je opgevallen zijn. Pietje zei dat doos rijmt op zak, snapt hij het wel? Een week later: Pietje zegt ‘hee, die woorden klinken hetzelfde!’, hij begint het door te krijgen. Weer een week later: Pietje kan aangeven of 2 woorden rijmen, maar zelf rijmwoorden bedenken is nog moeilijk. Aan het einde van je thema bepaal je dan wat je met ‘Pietje’ doet: blijft hij tijdens het volgende thema in het subgroepje of kan hij doorstromen naar het basisaanbod? Natuurlijk kun je een rijmwerkblad aanbieden en als doel stellen dat het kind dat blad foutloos moet maken. Je mag je dan wel afvragen of je dat werkblad inzet omdat je dán pas zeker weet of een kind kan rijmen, of dat je het werkblad als toets wilt gebruiken. Vertrouw op je skills als leerkracht! 2.5. Leerlijnen en planning Eigenlijk begint het schrijven van een groepsplan bij de kennis van de leerlijnen van kleuters. Zonder die leerlijnen, zonder een vooropgesteld plan van ‘hier beginnen we en hier komen we uit’, wordt het heel lastig duidelijke en meetbare doelen te omschrijven. Schroom vooral niet er naslagwerken bij te gebruiken, ook als jullie bij de kleuters niet met een methode werken. Kijk bijvoorbeeld eens in de mappen Fonemisch Bewustzijn en Gecijferd Bewustzijn, daarin staat een heel duidelijke opbouw van doelen. Je hoeft de naslagwerken niet daadwerkelijk te gebruiken, als je in je aanbod maar aan de beschreven doelen werkt. Als je de doelen eenmaal helder in je groepsplan hebt opgenomen, wordt het plannen van je thema een stuk simpeler. Bovendien heb je in je plan ook aangeven op welke momenten je met de subgroepen wilt gaan werken, waardoor je direct een solide weekplanning kunt maken. Het voordeel van dit ‘dichttimmeren’ is dat je nooit aan het einde van het thema kunt denken: ja, verrek, hoe ging dat eigenlijk met het rijmen van Pietje? Je hebt hem wekelijks (meerdere malen) geobserveerd en je bevindingen geregistreerd. Sterker nog: als je een keer een
JufBianca.nl – laat kleuters spelen en ontdekken met Eigenwijs Onderwijs
weekje ziek bent, kan een vervanger in één oogopslag zien wat de bedoeling is, en welke kinderen extra zorg nodig hebben. 2.6 Een plan per thema Je zou er bij kleuters voor kunnen kiezen om een groepsplan op te stellen per één of meerdere thema’s, afhankelijk van de duur van je thema. Zo kun je het aanbod bij de doelen aan laten sluiten die op het groepsplan staan. Dus stel dat een thema bij jullie 6 weken duurt, dan schrijf je voor dat thema een plan, en aan het einde stel je het groepsoverzicht bij voordat je een nieuw plan gaat schrijven bij een nieuw thema. Dit klinkt als een enorme klus, maar dat hoeft het niet te zijn! Nogmaals: in een plan beschrijf je wat je aanbod de komende tijd gaat zijn, en dat deed je natuurlijk ook al wanneer je je aanbod voor een thema plant. Het enige verschil zal misschien zijn dat je differentiatie aanbrengt in het aanbod, zodat ook de subgroepen er iets mee kunnen. Het bijstellen van het groepsoverzicht hoeft niet veel tijd te kosten, veel onderwijsbehoeften zullen hetzelfde blijven. Als je je volgende thema gaat plannen, gaat het maken van een groepsplan bijna vanzelf, zeker als je meer gewend raakt aan deze werkwijze.
JufBianca.nl – laat kleuters spelen en ontdekken met Eigenwijs Onderwijs
3. DOELEN STELLEN Van verschillende kanten komt de oproep om kleuters vooral te laten kleuteren. Het opstellen van groepsplannen, het handelingsgericht werken, lijkt niet te rijmen met het vrije spel van een kleuter. Gaat het stellen van doelen samen met de ontwikkeling van een kleuter? Ik denk het wel! 3.1. Je aanbod In het groepsplan beschrijf je welke doelen de kinderen moeten halen. Om te weten welke doelen er de komende periode aan bod komen, kijk je naar je beredeneerde aanbod. Dit kan een methode als Schatkist of Kleuterplein zijn, maar ook een zelf samengesteld aanbod. Je moet goed op de hoogte zijn van de ontwikkelingslijnen van jonge kinderen, zodat je weet welke dingen de kinderen moeten kunnen voor ze jouw opgestelde doel kunnen behalen. Uit de doelen kies je de belangrijkste voor de komende tijd. Neem niet alle doelen in je groepsplan op, dan schiet het zijn doel voorbij! Als in de methode staat dat ‘rijmen’ aan bod komt, hoef je natuurlijk niet exact de activiteit te doen zoals die in de methode staat. Door je juist te focussen op de doelen, en niet op de lessen, krijg je veel vrijheid. 3.2. Doelen omschrijven Doelen stel je altijd op als ‘de kinderen kunnen/kennen/leren…’ Omschrijf je doelen helder en meetbaar, zodat je aan het eind van de periode ook kunt controleren of het doel behaald is. Zeg bijvoorbeeld: de kinderen kunnen de getallen 1 tot en met 5 herkennen en bij deze getallen de juiste hoeveelheid leggen. Kijk altijd naar je groep, jij kent de kinderen het beste. Als volgens de methode de getallen 1-5 aangeboden moeten worden, maar jij weet dat alle kinderen die al kennen, stel dan als doel de getallen 1-10. Of leg juist de nadruk op een ander doel en bied de getallen 1-5 alleen aan als herhaling. Doelen zijn geen afvinklijstje, herhaling is ook belangrijk! In hoofdstuk 2 heb ik het al gehad over de basisgroep en de subgroepen. Het kan best zijn dat de doelen voor deze groepen hetzelfde zijn, maar dat je een verschil maakt in het aanbod van de stof. Je kunt bijvoorbeeld de subgroep met de verlengde instructie eens in een kleine kring uitnodigen, en hen de stof als pre-teaching aanbieden, voordat je het in de grote kring aanbiedt. Of je nodigt kinderen met verkorte instructie uit een opdracht te doen met dezelfde stof, die net iets moeilijker is. 3.3. Evalueren Aan het eind van de periode die op het groepsplan genoemd staat, evalueer je of de kinderen het gestelde doel behaald hebben. In hoofdstuk 2 beschreef ik al dat het echt niet de bedoeling is dat je droog gaat toetsen. Het is immers geen dictee dat je
JufBianca.nl – laat kleuters spelen en ontdekken met Eigenwijs Onderwijs
kunt afnemen, nakijken en waarbij je fouten kunt tellen. Des te belangrijker is jouw observatie: hoe heeft het kind de stof opgepakt? Bedenk dat het aan het eind van een lange periode makkelijker evalueren is als je tussendoor al wat opmerkelijke dingen opschrijft. Leg hiervoor een schriftje of kladblok klaar, of maak er ruimte voor in je groepsmap. Als je goed op de hoogte bent van de ontwikkeling van kleuters, kun je vaak vertrouwen op je gevoel. Heb je de afgelopen periode niets bijzonders gemerkt aan een kind, dan kun je er van uit gaan dat hij/zij het aanbod gesnapt heeft, Voorwaarde is dan wel dat alle kinderen met alle activiteiten mee doen. Kinderen die tijdens een kring niet actief zijn, en daardoor moeilijk te peilen, nodig je eens uit in een kleine kring. Wat je ook kunt doen, is zo’n kind eens bezoeken in de hoek waarin het speelt. Als je bijvoorbeeld wilt weten of het kind kan tellen van 110, kun je dat op de man af vragen, maar in een spelsituatie levert het je veel meer informatie op! Als het kind speelt in de winkel, ga eens langs om iets te kopen. Maakt het kind een kralenplank, vraag dan eens hoeveel kralen het al op de plank heeft liggen. Voordeel is dat je zo veel meer informatie krijgt, en je dus veel gerichter kunt observeren. Als je hier een gewoonte van maakt, hebben de kinderen niet eens door dat je aan het observeren bent. Je bent gewoon de leerkracht die interesse toont en meespeelt! Maak je geen zorgen als kinderen je gestelde doel niet behalen. De ontwikkeling van kleuters verloopt nog steeds sprongsgewijs. Wat ze nu niet kunnen, kunnen ze over 2 weken ineens wel. Vraag je wel altijd af: waarom heeft het kind het doel niet behaald? Waar staat het kind in zijn/haar ontwikkeling? Maak een notitie en laat het doel eventueel in een volgend groepsplan terug komen.
JufBianca.nl – laat kleuters spelen en ontdekken met Eigenwijs Onderwijs
4. HOE HET NIET MOET Het is prettig in één oogopslag te zien welk kind welke zorg van jou nodig heeft. Toch blijven we zuchten en steunen als het om groepsplannen gaat. Ik denk dat het komt doordat we te vaak groepsplannen maken op een verkeerde manier! 4.1. Uren besteden aan het evalueren, bijstellen en schrijven van Het Perfecte Plan. Het Perfecte Plan bestaat niet. En als het schrijven ervan 20 uur kost, is het niet meer Perfect, maar zonde van je tijd. Te vaak hoor ik dat mensen geen tijd meer hebben om hun thema zorgvuldig voor te bereiden, omdat ze teveel tijd kwijt zijn met hun groepsplannen. Ok, een nieuwe manier van werken kost in het begin vaak meer tijd, maar uiteindelijk moet het ons werk natuurlijk vereenvoudigen. Niemand zit te wachten op tijdsverspilling, toch? 4.2. Een plan schrijven, het in de map stoppen en er nooit meer naar kijken. Deze valt natuurlijk weer in de categorie tijdsverspilling. Als je een plan schrijft en het vervolgens niet gebruikt, had je het beter niet kunnen schrijven. Het moet je werk eenvoudiger maken, groepsplannen kunnen daar zeker aan bijdragen. Maar als je ze niet gaat gebruiken, schrijf ze dan ook niet. Dit brengt me meteen bij punt 3. 4.3. Een plan schrijven voor de inspectie. Of voor de directie. Of voor het bestuur. Omdat het moet, dus. Schrijf het plan omdat je je werk wilt plannen. Vaak hoor ik mensen zeggen: je wéét toch waar een kind staat in de ontwikkeling en wat het nodig heeft? Ja, JIJ weet het. Het zit in jouw hoofd. Door het op papier te zetten (en nee, dat doen we NIET voor de inspectie) wordt het overzichtelijker, en kun jij met een gerust hart thuisblijven als je (sorry) je been breekt. Bovendien is het voor het aanvragen van een onderzoek veel eenvoudiger wanneer je eerdere groepsplannen kunt terugbladeren om te zien wat er allemaal met het kind gebeurd is, en wat de effecten ervan waren. Schrijf het plan dus voor jezelf en voor je groep. Of doe het niet. 4.4. Targets (of nee, doelen) beschrijven aan de hand van CITO scores. Je mag best uitspreken wat je verwacht aan groei in de vaardigheidsscores. Je mag ook best de CITO scores vernoemen op het groepsoverzicht, al vraag ik me wel af wat je met die informatie doet. Maar ga alsjeblieft niet als doel beschrijven: dit kind haalt een II op CITO Taal. Beschrijf dan in ieder geval nog andere doelen. Deze doelen passen namelijk bij je aanbod. Of je moet natuurlijk de CITO gaan oefenen, om ervoor te zorgen dat de kinderen een hogere score halen. In dat geval: beschrijf gerust je targets. Doelen. Sorry. 4.5. Zes verschillende instructieniveaus hanteren in een combinatiegroep. Dat is natuurlijk vragen om problemen. Vooral in een combinatiegroep 1-2 zit de differentiatie hem meer in uitwerking en andere vragen/eisen die je stelt, dan in de
JufBianca.nl – laat kleuters spelen en ontdekken met Eigenwijs Onderwijs
instructie. Hanteer liever vier of zelfs drie niveaus (jongste-middelste-oudste kleuter) en deel de kinderen in naar aanleiding van hun onderwijsbehoefte. 4.6. Niet-realistische plannen schrijven die je nooit kunt uitvoeren. Schrijf niet in een plan dat je elke dag 10 minuten met een groepje kleuters gaat zitten om hun woordenschat bij te spijkeren, als je van te voren al weet dat je dat nooit gaat lukken. Maak er dan liever 2 keer per week 15 minuten van (maar zorg er dan ook voor dat je er in je planning rekening mee houdt). Met een plan dat kans van slagen heeft, behaal je eerder succeservaringen. 4.7. Samen met een andere groep hetzelfde groepsplan gebruiken. Geen enkele groep is hetzelfde, dus je kunt niet zomaar elkaars plan gebruiken. Jammer, want dat zou tijd schelen! Natuurlijk kun je wel elkaars doelen overnemen. Het is zelfs mooi als je in een parallelgroep aan dezelfde doelen werkt. Dan kun je namelijk samen je thema voorbereiden. Maar de inhoud van het groepsplan is gestoeld op het groepsoverzicht, en dat is per groep echt verschillend. Schrijf gerust tegelijkertijd aan de groepsplannen, maar pas het plan wel aan je eigen groep aan! 4.8. Probeer niet de grillige ontwikkeling van een kleuter in een groepsplan te vangen. Stel, je hebt een kleuter die moeite heeft met rijmen. HA! Je schrijft in je groepsplan dat je de komende periode extra aandacht gaat besteden aan het rijmen. Je beschrijft een keurig doel, vertelt hoe je gaat evalueren na afloop van de groepsplan periode. En dan, na je eerste rijmlesje, heeft het kind het door. Het plan kan in de prullenbak. Waarschijnlijk heb je zelf een heel duidelijk beeld van de risicokinderen, de kinderen die voldoende hebben aan het basisaanbod en de kinderen die extra uitdaging nodig hebben. Schrijf met die gedachte je groepsplan. Van de basisgroep verwacht je dat ze je basisaanbod zonder al te veel problemen oppakken. Is dat niet zo, dan hebben de kinderen waarschijnlijk iets meer tijd nodig. Risicokinderen die je rijmlesje goed oppikken? Mooi! Maar zet ze niet te snel uit je extra-aandacht-groepje. En daarmee kom ik op punt 9. 4.9. Doe niet iets ‘omdat het plan het zegt’. Stel gerust je plan tussendoor bij, als je merkt dat er iets niet klopt of werkt. Het moet een werkbaar document zijn, niet een keurslijf. Jij bent de leerkracht, jij geeft onderwijs. Jij hebt het plan geschreven, dus mag jij ook beslissen dat iets toch beter anders kan. Sterker nog: van die aanpassing leer je alleen maar hoe je je volgende plan nóg beter kunt maken. Beter afgestemd op jou en op de kinderen. 4.10. Luister niet naar mij. Ja, wie ben ik? Luister vooral niet naar mij als ik je vertel hoe je je groepsplan moet maken. Eigenwijs onderwijs, weet je nog? Helaas (nee, niet helaas, heel fijn!) ben je zeer waarschijnlijk niet de enige leerkracht op je school die groepsplannen schrijft. Luister niet naar mij, maar naar elkaar. Laat je niet VERTELLEN hoe het groepsplan eruit moet komen te zien, maar werk samen aan een werkbaar groepsplan. Een plan
JufBianca.nl – laat kleuters spelen en ontdekken met Eigenwijs Onderwijs
wat met plezier gebruikt wordt. Als je met mij van gedachten wilt wisselen, dan doe ik dat graag. Neem contact op, of reageer hieronder. Dan maken we samen Het Perfecte Plan, ok?
JufBianca.nl – laat kleuters spelen en ontdekken met Eigenwijs Onderwijs
5. AFSLUITING Als het maken van een groepsplan wezenlijk anders is van hoe je normaal gesproken je thema, je aanbod, je werk voorbereidde, kan dat twee oorzaken hebben. Ten eerste kan het zijn dat je voorheen veel werk ‘in je hoofd’ deed. Je bereidde je thema zelf voor, of misschien in overleg met je collega’s. Je bedacht leuke activiteiten die bij het thema pasten. Maar je zette deze voorbereiding niet op papier, en je had wellicht te weinig oog voor de doelen. In dit geval is het alleen een kwestie van op papier zetten wat jullie altijd al deden. Ten tweede kan het zijn dat de manier waarop jullie als school groepsplannen maken, niet past bij hoe jullie werken met kleuters. In dat geval is het goed om samen met je collega’s eens te kijken naar het format, en het aan te passen zodat het bij jullie werkwijze past. Ik heb in dit artikel steeds als voorbeeld ‘rijmen’ genoemd. Dat is wellicht niet een heel goed voorbeeld, het is wel iets dat een kleuter moet kunnen, maar het is ook iets dat aangeleerd moet worden. Met andere woorden: een kleuter leert niet uit zichzelf rijmen als de leerkracht (en de rest van de omgeving) niet rijmt. Rijmen is niet iets dat een kind leert door spel, het is een auditieve vaardigheid. Er zijn natuurlijk een heleboel dingen die een kleuter kan leren door te spelen, waarbij je niet in de kring hoeft te zitten. Voor de verkorte en verlengde instructie hoef je ook niet altijd aan een tafel te zitten en instructie te geven. Beschrijf op je groepsplan gerust ook dat je met de kinderen mee gaat spelen!
JufBianca.nl – laat kleuters spelen en ontdekken met Eigenwijs Onderwijs