OPBOUW BIOBASED HOLLAND RIJNLAND 2013 RAPPORTAGE FASE 1A SEPTEMBER 2012 ‐ DECEMBER 2012 PLAN VAN AANPAK FASE 1B FEBRUARI 2013 – DECEMBER 2013 Delft, Auteurs: Status:
Januari 2013 Nettie Buitelaar, Leon Mur, Theo Noordman Concept
INHOUD 1.
Samenvatting.................................................................................................................................................. 2
2.
Fase 1A proces en resultaten ......................................................................................................................... 4
3.
Plan van aanpak fase 1B ................................................................................................................................. 6 3.1 3.2 3.3 3.4 3.3
4.
Projectontwikkeling ................................................................................................................................6 Scannen nieuwe kansrijke projecten ......................................................................................................8 Ondersteunde activiteiten ontwikkelen..................................................................................................8 Programmamanagement .......................................................................................................................8 Communicatie ........................................................................................................................................8
Inzet, Uitvoering, Planning, Begroting fase 1B ............................................................................................. 11 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Inzet.......................................................................................................................................................11 Uitvoering..............................................................................................................................................11 Begroting...............................................................................................................................................11 Inzet stakeholders .................................................................................................................................11 Planning ................................................................................................................................................12
5. Bijlage............................................................................................................................................................... 13 5.1 Lijst gesproken personen ......................................................................................................................13 5.2 Overzicht Nog te spreken personen fase 1B ......................................................................................14 4.6 Uitgangspunten project bij aanvang in zomer 2012 .............................................................................15
1.
SAMENVATTING
Aan het eind van de door Holland Rijnland georganiseerde biobased stakeholders bijeenkomst op 16 maart 2012, heeft voorzitter Lenferink het Bio Science Park Leiden, het Kenniscentrum Plantenstoffen en de Kennisalliantie verzocht een plan van aanpak op te stellen om tot een succesvol biobased cluster in de regio te komen. De regio wil kiezen voor die speerpunten waarmee zij binnen de Zuidvleugel, Provincie Zuid‐Holland, Nederland en Europa echt het verschil kan maken. Welke onderdelen van een biobased economie kan de regio beter ontwikkelen dan de rest van de wereld? De grens van de regio Holland Rijnland is hierin niet hard. Wel moeten de projecten in het gebied van Holland Rijnland de belangrijkste basis hebben. In de afgelopen maanden zijn 35 interviews uitgevoerd en zijn de aanbevelingen vanuit de interviews vertaald naar een concreet plan van aanpak voor fase 1B. Deze fase loopt van februari 2013 tot en met december 2013. In het kort beschrijven we hoe we vanuit de huidige situatie naar een sterk biobased cluster toewerken. De eerste inventarisatie overtrof de verwachtingen en daarom is het voorstel om fase 1B te intensiveren door: Meer inzet op projectontwikkeling.
Verder te gaan met verkenningen binnen het bedrijfsleven. Ook in samenwerking tussen kennisinstelling en bedrijfsleven verwachten we goede mogelijkheden voor biobased projecten die kunnen leiden tot extra economische bedrijvigheid. Ontwikkelen van ondersteunende taken en functies voor fase 2 die vanuit maatschappelijke instellingen, bedrijfsleven en andere stakeholders zijn gevraagd. Hierbij valt te denken aan netwerkvorming, verkenningen, subsidieloket, MKB ondersteuning en faciliteiten overzicht.
Tevens worden in fase 1B de volgende algemene activiteiten uitgevoerd: Programmamanagement, afstemming tussen de uitvoerende stakeholders en de opdrachtgever plus twee rapportages, één in juni 2013 en één in december 2013. Communicatie. Er is behoefte om zowel het programma als de projecten bij een bredere groep onder de aandacht te brengen. De uitvoering van fase 1B zal verzorgd worden door het Bio Science Park Leiden, Kenniscentrum Plantenstoffen en de Kennisalliantie. Voor de uitvoering van projecten en verkenningen zal een deel van de uitvoering worden verzorgd door het Centrum voor Milieukunde van de Universiteit Leiden en studententeams. De definitieve begroting volgt half februari 2013. In deze begroting zal ook de inzet van de andere stakeholders worden vastgelegd. De verwachting is dat partijen financieel, in uren of via inzet tijdens workshops een bijdrage zullen leveren.
2.
FASE 1A PROCES EN RESULTATEN
In de periode van juni 2012 tot en met december 2012 zijn 35 interviews uitgevoerd bij bedrijfsleven, kennisinstellingen, overheden en brancheorganisatie. Rond het thema algen is samen met het Hoogheemraadschap Rijnland en de Universiteit Leiden een workshop georganiseerd. Na een eerste verkenning zijn eind oktober 2012 zeven mogelijke lijnen naar voren gekomen die tijdens een tweede stakeholders bijeenkomst op 5 december 2012 zijn gepresenteerd. Voorlopige focusgebieden (zonder prioritering, oktober 2012): 1) Planten en biodiversiteit, inhoudstoffen. De Greenports zijn een uniek gebied voor de bollen en sierteelt. Op de Universiteit van Leiden is veel kennis aanwezig over inhoudstoffen en Naturalis profileert zich als centrum voor biodiversiteit. Een aantal elementen om tot een succesvol cluster te komen is aanwezig en tegelijk kunnen de onderdelen nog beter samenwerken. 2) Raffinage van inhoudstoffen; hoe haal je waardevolle stoffen uit de biomassa? Een tweede logische stap na de kennisontwikkeling over inhoudstoffen is rondom het thema raffinage. Bij algen is de raffinage ook één van de te ontwikkelen onderwerpen, hoe haal je de waardevolle stoffen zo efficiënt mogelijk uit de algen? 3) Verwaarding reststromen. In de regio zijn organische reststromen aanwezig. Vanuit het huishoudelijk afval, greenports, land,‐ en tuinbouw en horeca. Waarde halen uit biologische reststromen is één van de acties die snel geld opleveren. Een aantal partijen uit verschillende branches analyseren de mogelijkheden. Een gezamenlijke verkenning van de mogelijkheden geeft een goed totaalbeeld en brengt ook de mogelijke schaalvoordelen in beeld. 4) Ontwikkeling forensische technieken, Centre of Genomics van de Hogeschool Leiden. Indien bekend is welke waardevolle inhoudstoffen aanwezig zijn in planten, bollen of bomen is de volgende stap om planten de inhoudstoffen maximaal te laten aanmaken. Veredeling speelt in dit thema een centrale rol. Met het Center of Genomics krijgt de regio een unieke faciliteit waarmee het veredelingsproces veel sneller kan worden gemaakt. Het centrum wordt in het voorjaar van 2013 verder opgezet en de focusgebieden worden in deze periode bepaald. 5) Productie biomassa en sluiten kringlopen via algenkweek a) Nutriënten algenproject Heineken. Heineken gaat met een nutriëntrijke afvalstroom en aanwezige restwarmte algen kweken. Door de vermindering van nutriënten gaat Heineken minder lozingsheffing betalen en ontstaat een biomassastroom. De biomassa wordt nu vooral gebruikt voor veevoer. Er zal een verkenning door het Kenniscentrum Plantstoffen plaatsvinden naar de aanwezige inhoudstoffen. b) Nutriënten algenkweek Hoogheemraadschap Rijnland. Een verkenning heeft plaatsgevonden op 20 september tussen de Universiteit van Leiden, Hoogheemraadschap Rijnland en Algea Food and Fuel om kringlopen te sluiten met behulp van algenkweek. Tevens kan de gekweekte biomassa gebruikt worden voor inhoudstoffen en energievoorziening. Uit de verkenning komt de hotspot Alphen aan de Rijn naar voren. 6) Ontwikkelen waterstof toepassingen. Via een patent van de Universiteit Leiden kan met behulp van zonnecellen, zonlicht, water en een speciale coating water worden gesplitst in waterstof en zuurstof. De waterstof is een duurzame, schone en CO2 vrije brandstof. Om deze ontwikkeling te stimuleren willen we in de regio gebruik gaan maken van duurzame waterstof bijvoorbeeld in transport in de regio (bussen, taxi’s, vrachtwagens). 7) Microbiologie, opschaling na onderzoek resistente antibiotica. Steeds meer bacteriën zijn resistent tegen antibiotica. In Leiden vindt onderzoek plaats hoe antibiotica ontwikkeld kan worden die wel werkt tegen resistente bacteriën. Hoe kan je als regio de unieke kennis die ontwikkeld wordt vertalen in economische bedrijvigheid. Welk specifiek deel van de economie wil je in de regio laten landen?
Op 5 december 2012 heeft er een stakeholders bijeenkomst plaatsgevonden. Tijdens deze bijeenkomst zijn de 7 onderwerpen gepresenteerd. Het lijkt er op dat de meeste energie zit op de lijnen en onderwerpen die hierna als voorstel voor fase 1B worden beschreven. Eind januari wordt met een aantal stakeholders gecontroleerd of dit beeld gedeeld wordt. We zien in de resultaten van fase 1A de aanleiding om fase 1B te intensiveren. In periode na 5 december is duidelijkheid ontstaan over gewenste activiteiten voor fase 1B ( februari 2013 – december 2013. In de periode tot half februari 2013 zal bij zoveel mogelijk partijen gecontroleerd worden of het voorstel de juiste lijnen en acties bevat. De voorgestelde lijnen voor verdere ontwikkeling van het Holland Rijnland Biobased programma zijn: 1 Projectontwikkeling a. Inhoudstoffen, raffinage, veredeling. Exacte onderwerp wordt voor eind februari bepaald. b. Algen Heineken en Hoogheemraadschap Rijnland. Ook AKZO en Latexfalt onderzoeken de mogelijkheden voor algenkweek. c. Waterstof toepassingen. Met behulp van een uitvinding van de Universiteit Leiden kan via zonlicht, zonnecellen en een speciale katalysator duurzame waterstof worden geproduceerd. We willen de opgewerkte waterstof als duurzame schone brandstof in het transport gaan gebruiken. 2 Scanning nieuwe kansrijke projecten. Verdere verkenning, bedrijfsleven intensief betrekken. Zoveel mogelijk innovatieve ideeën vanuit bedrijfsleven in beeld krijgen. Fase 1A van september 2012 tot en met december 2013 heeft een aantal kansrijke projecten opgeleverd: Algenkweek bij Heineken en het Hoogheemraadschap, inhoudstoffen in de Greenports en bij Naturalis etc. Tevens merken we dat nog steeds nieuwe initiatieven bekend worden. De lijst met personen van de ‘nog te spreken’ stakeholders bevat in januari 2013 ruim 30 personen en staat ook in de bijlage. 3 Ondersteunende activiteiten ontwikkelen. De gevraagde onderwerpen zijn onder andere: a. Netwerkvorming zowel een algemeen netwerk zoals tijdens de stakeholders bijeenkomsten in 2012 is ontstaan als specifieke netwerken op basis van thema’s. b. Verkenningen, studies. Na de ervaringen met biobrandstoffen heerst het besef dat de komende keuzes in de biobased economie goed moeten worden doorgerekend op de totale impact. Samen met centrum voor milieukunde van de Universiteit Leiden willen we projecten die uitgewerkt gaan worden doorrekenen. c. Subsidieloket. Thema kwam zowel vanuit het bedrijfsleven naar voren als vanuit de kennisinstellingen, echter wel met een verschillend beeld. Zie details in paragraaf 3.3. d. MKB ondersteuning. Innovatie vindt vooral plaats in het MKB. Via KvK en Syntens willen we de ondersteuning vorm gaan geven. e. Faciliteiten overzicht. 4 Programmamanagement en rapportages 5 Communicatie Hoofdactiviteit van fase 1B is en blijft het ontwikkelen van projecten. Tevens zijn er nieuwe ontwikkelingen die we beter in beeld willen krijgen. Zo is een aantal bedrijven al bezig is met het
ontwikkelen van duurzame en biobased initiatieven. Deze partijen kunnen een voortrekkersrol vervullen in de regio. We blijven daarom gesprekken voeren met innovatieve ondernemers, kennisinstellingen en overheden. De vraag vanuit het bedrijfsleven kan door middel van deze aanpak leidend zijn bij de te ontwikkelen projecten. Daarom stellen we voor om meer het accent te leggen op het in kaart brengen van deze initiatieven, zodat het fundament voor fase 2 zo breed en degelijk mogelijk wordt. Om de biobased economie in de Zuidvleugel te stimuleren heeft de provincie Zuid‐Holland de Biobased Clusterregeling ontwikkeld. Innovatieve samenwerkingsverbanden van bedrijven en kennisinstellingen kunnen subsidie krijgen bij de ontwikkeling van projecten. De provincie verwacht 3 tot 6 projecten met een projectomvang van 1 tot 2 miljoen euro met maximaal 50% subsidie te kunnen ondersteunen. De tender voor de clusterregeling sluit medio mei 2013. Voor een aantal van de te ontwikkelen projecten in Holland Rijnland kan de clusterregeling als impuls dienen. Vanuit de regio Holland Rijnland willen we minimaal drie projecten versnellen richting de clusterregeling. We willen samen met de provincie een voorlichtingsbijeenkomst over de clusterregeling organiseren en de projecten ondersteuning bieden de komende periode. In januari en februari 2013 worden de ruwe projectplannen verder uitgewerkt en uiterlijk eind februari komt er een overzicht van welke projecten tot een voldragen en succesvolle aanvraag richting de clusterregeling van de provincie Zuid‐Holland kunnen komen. Tegelijk worden andere regelingen rondom topsectoren en EFRO 2014 verder in kaart gebracht. De tender voor de clusterregeling sluit eind mei 2013.
3. PLAN VAN AANPAK FASE 1B In het plan van aanpak beschrijven we de activiteiten in fase 1B, wat zijn de doelen en wat willen we opleveren in de loop van 2013. Fase 1B Bestaat uit vijf onderdelen: 1. Projectontwikkeling 2. Scanning nieuwe kansrijke projecten in de regio 3. Ondersteunende activiteiten ontwikkelen 4. Programma management 5. Communicatie 3.1
PROJECTONTWIKKELING
Concrete inhoudelijke projecten Inhoudstoffen, raffinage, veredeling, genomics. Het Kenniscentrum Plantenstoffen gaat de belangrijkste teelten in Nederland analyseren op inhoudstoffen. Daarna kunnen projecten ontstaan die; met behulp van veredeling de concentratie van specifieke inhoudstoffen gaan verhogen. raffinage opstellingen ontwikkelen zodat de juiste stoffen uit de planten gehaald kunnen worden. Betrokken partijen zijn onder andere Kenniscentrum plantenstoffen, Flora, PPO, Flinc, Universiteit Leiden, Hogeschool Leiden, Naturalis, Fytagoras, Naktuinbouw. Toegevoegd kunnen worden veredelaars van gewassen en partijen die de ‘hardware’ van de nieuwe raffinage systemen kunnen bouwen. Algen. Algen worden gezien als één van de drie opties om biomassa te maken. De huidige
generaties kweekreactoren zijn vaak open vijvers met een beperkte en onzekere opbrengst. Om algenkweek goed uit te kunnen voeren zijn onder andere nutriënten en restwarmte nodig. De innovatie rondom algenkweek vindt plaats in de kweeksystemen en kennis over groei, reproductie, inhoudstoffen en selectie van algen. Zodra het groeiproces van algen stabiel onder controle is worden ook kansen gezien voor de Greenports. In de kassen is restwarmte aanwezig en de greenports zijn gespecialiseerd in gecontroleerde teelten waardoor hoogwaardige biomassa (algen) gekweekt kan worden.
Heineken: Heineken gaat voor het zuiveren van het afvalwater gebruik maken van algenkweek. Dit bedrijf heeft gekozen voor een gesloten algenkweeksysteem en zal gebruik maken van restwarmte die aanwezig is. Tevens zal een innovatief systeem met ledlampen en CO2 bemesting worden gebruikt. Na een geslaagde test in een kleine reactor loopt bij Heineken nu een proef in een testreactor van 3 kubieke meter (3.000 liter). Na een succesvolle test zal de productie nog verder opgeschaald worden naar grotere reactoren.
Hoogheemraadschap Rijnland (Hotspot Alphen aan de Rijn): Als waterzuiveringorganisatie heeft het Hoogheemraadschap Rijnland een overschot aan nutriënten. In de toekomst wordt een tekort aan onder andere fosfaat verwacht en mede daarom is het belangrijk om nutriënten terug te winnen. De waterschappen hebben onder andere door het programma ‘De Grondstoffen rotonde’ en de ‘Energiefabriek’ aangeven dat dit één van de belangrijke ontwikkelingen is. Uit een eerdere verkenning van het Hoogheemraadschap Rijnland bleek dat met name rondom Alphen aan de Rijn de kansen liggen voor algenkweek en het terugwinnen van nutriënten. Eén van de lege afvalwaterzuiveringinstallaties rondom Alphen aan de Rijn kan gebruikt worden als algenkweek reactor. In de komende periode wordt besproken of synergie tussen beiden algeninitiatieven mogelijk is. Toepassingen waterstof. Andere naam: Solarfuels, productie duurzame schone brandstoffen. De Universiteit van Leiden werkt aan katalysatoren die fotosynthese imiteren om, buiten een plant, biomassa kunnen maken. Eén van de eerste mogelijkheden vanuit deze ontwikkeling is de productie van duurzame waterstof. Hierdoor ontstaat een schone brandstof, na verbranding blijft alleen water over. Mogelijke project beschrijving: een proefopstelling waarbij de nieuwste generatie zonnecellen worden gebruikt om met behulp van speciale zonnecellen, zonlicht en water waterstof te produceren. Waterstof die later gebruikt kan worden in een verbrandingsmotor zodat schoon en duurzaam transport ontstaat. Doelstelling wordt om met een begroting van 1,5 tot 2,0 miljoen euro een werkend concept te laten zien. Waterstof levert het meeste geld op als transportbrandstof. Het kan gebruikt worden onder andere bij het transport rondom de veiling Flora Holland, openbaar vervoer en bussen en het duurzaam mobiliteitscentrum aan de Haagweg te Leiden. Het Duurzaam Mobiliteitscentrum gaf aan graag mee te willen werken aan een project. De andere mogelijke partners worden in de komende periode gepolst.
3.2
SCANNEN NIEUWE KANSRIJKE PROJECTEN
Naast de kansrijke lijnen die hierboven beschreven staan zijn er nog andere projecten waarmee stakeholders verder willen gaan. Verbetering fotosynthese, zodat met minder licht een gelijke of hogere opbrengst kan worden behaald. Tijdens de stakeholdersbijeenkomst herhaalde Flora Holland de wens om de aanwezige kennis te delen met de kwekers. In de greenports maken lichtkosten ongeveer 20% van de totale kosten uit. Tijdens één van de netwerkbijeenkomsten van Flora Holland zal een verdere uitwerking plaatsvinden. Op zoek naar nieuwe initiatieven. Ook in de laatste weken komen er nog steeds nieuwe biobased initiatieven boven. Zie ook in de bijlage de lijst met namen en organisaties die vanuit het netwerk zijn geadviseerd om contact mee op te nemen. Aansprekende voorbeelden zijn: Latexfalt uit Koudekerk a/d Rijn; dit bedrijf is bezig om fossiele stoffen te vervangen door biobased stoffen en om bijvoorbeeld biobased asfalt te ontwikkelen. Jagran uit Hillegom; dit bedrijf kweekt larven van insecten op organische reststromen zodat een hogere opbrengst uit de reststromen gehaald kan worden ten opzichte van vergisting of composteren. Jagran vermaalt de gekweekte larven ten behoeve van eiwitwinning. Jagran gaat met de gemeente Amsterdam en de Meerlanden opstellingen maken waarmee 1.000 kilo eiwitten per dag geproduceerd kan worden. Later kan dit opgeschaald worden naar 20.000 kilo per dag. De eiwitten zijn bruikbaar als bv. veevoer of vismeel. De verwachting is dat nog meer initiatieven in de komende periode gevonden gaan worden. Het voorstel is om door te gaan met de verkennende gesprekken met het bedrijfsleven. 3.3 ONDERSTEUNDE ACTIVITEITEN ONTWIKKELEN Naast ondersteuning bij het ontwikkelen van projecten kwamen vanuit de interviews verzoeken voor brede ondersteuning naar voren. Deze activiteiten willen we in fase 1B vormgeven met als doelstelling om als fundament te kunnen dienen in de volgende fasen. Het gaat om de volgende wensen, behoeften en faciliteiten: Netwerkvorming o Algemeen netwerk, klankbord, keuzes m.b.t. inzet, kruisbestuiving. Een brede groep stakeholders die drie tot vier keer per jaar bij elkaar komt. In 2012 is de klankbordgroep twee keer bij elkaar gekomen, in maart en december. In 2013 willen we de advisory board twee of drie keer bij elkaar laten komen. o Specifiek netwerk, via de uit te werken projecten. In kleinere groepen willen we bepaalde thema’s uitwerken. Deze projectnetwerken zullen rondom één thema worden opgestart. Subsidieloket. Rond dit thema zijn verschillende beelden geschetst. Vanuit het bedrijfsleven het verzoek voor ondersteuning om complete ketens van samenwerkende partijen te krijgen. Leveranciers, toeleveranciers, producenten en eindgebruikers. Ook wordt genoemd de functie om het regionale bedrijfsleven optimaal aan te sluiten op de agenda en subsidiemogelijkheden van de EU.
De Universiteit Leiden wil juist op enkele R&D thema’s meer inzet gaan plegen. De uitkomsten van deze inzet kunnen voor het regionale bedrijfsleven weer als inspiratie dienen. Voor een aantal EU regelingen is het essentieel dat kennisinstellingen met het (MKB) bedrijfsleven samenwerken in projecten en zo de opgebouwde kennis omzetten in praktische toepassingen. o Advies biobased regelingen overzicht mogelijke/ beschikbare regelingen De mogelijkheden voor subsidie via de topsectoren TKI’s en Agentschap NL zullen in de rapportages van juni 2013 en december 2013 worden meegenomen Nog aan te vullen mogelijke verkenning van Luris. Luris start met een programma om op 6 lijnen de aansluiting met het topsectorenbeleid vorm te geven. De thema’s worden eind januari vastgesteld en bevatten waarschijnlijk de lijnen: Life science en health Chemie Agro en food High tech sytems and materials Biobased economy Energie De mogelijkheden voor versterking van het biobased initiatief worden vooral gezien rondom de onderwerpen energie en chemie. EFRO 2014 ‐ 2020 thema’s 1 Energiebesparing bestaande woningen 2 Slimme warmte,‐ en koudenetten 3 Biobased economie In 2013 worden de kaders van de EFRO regelingen voor 2014 tot 2020 uitgewerkt en beschreven. Vanuit de biobased werkgroep willen we het contact met de EFRO schrijversgroepen intensiveren zodat we zo goed mogelijk kunnen aansluiten op de nieuwe regelingen. o Voorbereiden op clusterregeling Clusterregeling 2013 provincie Zuid‐Holland Specifiek voor het thema biobased activeert de Provincie Zuid‐Holland de clusterregeling. De tender is eenmalig, komt snel en zal eind mei 2013 sluiten. De provincie zoekt 3‐6 projetcen met een omvang van 1‐2 miljoen euro die 15 tot 50% subsidie kunnen krijgen. Faciliteiten overzicht in regio (Holland Rijnland of provincie Zuid‐Holland) en afspraken maken over nieuwe faciliteiten en wijze van opschaling (Holland Rijnland en PZH). Bedrijvigheid, starters en MKB. Ondersteuning voor starters en het innovatieve MKB. Verkenningen, studies, bijvoorbeeld hoe om te gaan met reststromen. Wordt gekozen voor de vergistingroute of via de methode die het bedrijf Jagran gebruikt waarmee eiwitten geproduceerd kunnen worden. De verkenningen / studies kunnen bijvoorbeeld via centrum voor milieukunde of via groepen van studenten (Leiden, Delft, Rotterdam) worden uitgevoerd. Ook vanuit de provincie Zuid‐Holland worden in de beschrijving van het BioDelta platform Zuidvleugel een aantal van deze punten besproken. Daar kan bij aangehaakt worden.
Aanpak PZH: wat gaat de provincie doen. De provincie Zuid‐Holland heeft in de afgelopen periode geanalyseerd hoe de biobased economie in de Zuidvleugel versneld ontwikkeld kan worden. De provincie wil het vorm gaan geven via het platform BioDelta Zuidvleugel. Platform BioDelta Zuivleugel samenwerking positionering samenwerking/ Organisatie andere regio's, Intern loket lobby communicatie cross-overs Rijk en Europa verkenningen faciliteiten/ I&O MKB Starters human capital en studies pilots Toeleiding tot BioBase Groene Chemie Huidige projecten MKB programma Clusterregeling Westland Een aantal taken die de provincie wil ontwikkelen komen ook terug in de aanbevelingen voor Holland Rijnland waaronder: Verkenningen en studies Faciliteiten en pilot overzicht Starters en MKB ondersteuning Samenwerking / Cross overs … Het lijkt logisch om de genoemde taken in goed overleg met de provincie te ontwikkelen. In fase 1B zal de exacte invulling plaatsvinden. Gedurende fase 1B zal een aantal varianten van een ondersteunende organisatie die aansluit bij de behoeften van Holland Rijnland en de provincie worden gepresenteerd. 3.4 PROGRAMMAMANAGEMENT Verzorgen van twee rapportages. Eén rapportage eind juni en een afsluitende rapportage eind december 2013. Periodiek overleg met opdrachtgevers en overleg tussen uitvoeringspartners. 3.5 COMMUNICATIE Bekendheid geven aan het biobased cluster dat binnen Holland Rijnland en de provincie ontwikkeld gaat worden. De projecten die we gaan versnellen krijgen, indien gewenst, de rol van showcase. De doelstelling wordt om in 2013 twee nieuwsbrieven te publiceren.
4.
INZET, UITVOERING, PLANNING, BEGROTING FASE 1B
4.1
INZET
Door de succesvolle verkenning in fase 1A en het grote aantal kansen die nu ontwikkeld kunnen worden stellen we voor fase 1B te intensiveren. Projecten ontwikkelen en versnellen naar clusterregeling die eind mei 2013 sluit Scannen nieuwe kansrijke projecten verkennen Ondersteunende activiteiten ontwikkelen Programmamanagement Communicatie De inzet van de stakeholders zal in de periode tot half februari vastgesteld worden. De bijdrage kan bestaan uit: Contante bijdrage Inzet in uren op een van de programmalijnen Ondersteunen van workshops 4.2 UITVOERING
De uitvoering voor het biobased programma Holland Rijnland zal worden geleverd door het Kenniscentrum Plantenstoffen, Bio Science Park Leiden en de Kennisalliantie. Daarnaast willen we inzet organiseren van studententeams en het centrum voor Milieukunde van de Universiteit van Leiden voor bijvoorbeeld verkenningen en projectontwikkeling.
4.3
BEGROTING
Volgt uiterlijk half februari 2013.
4.4
INZET STAKEHOLDERS
De onderstaande partijen delen het beeld om de biobased netwerken verder te ontwikkelen en gezamenlijk projecten te ontwikkelen. De partijen investeren in de komende periode in de ontwikkeling van netwerken en projecten. 1 Flora Holland 2 Naktuinbouw 3 Fytagoras 4 Naturalis 5 Praktijkonderzoek Plant en Omgeving, Lisse 6 Luris 7 Kamer van Koophandel 8 Syntens 9 Hoogheemraadschap Rijnland 10 Omgevingsdienst Daarbij zal worden aangegeven welke partijen bijdragen in de ontwikkelen en de projecten en het programma en welke partijen willen ondersteunen door bij voorbeeld een workshop te faciliteren.
4.5 PLANNING De verwachting is dat de projecten voor de clusterregeling eind mei 2013 ingediend moeten worden. Dit leidt tot een piek in het verkennen en aanjagen in de periode februari tot en met mei. In de planning wordt hiermee rekening gehouden. Met de uitvoerende partners wordt voor half februari de detail planning vastgelegd. Activiteiten voor de komende periode Projectondersteuning focus periode februari tot en met mei 2013 Informatiebijeenkomst in de regio voor de clusterregeling Uitwerken lijnen specifieke thema’s Keuze projecten naar clusterregeling, eind februari Maart ‐ mei 2013, aanvragen ondersteunen clusterregeling Eind mei 2013 clusterregeling biobased indienen Najaar 2013 bekendmaking resultaat clusterregeling en opstart eerste projecten Fase 2 voorbereiding focus voor periode juni 2013 tot en met december 2013. Gesprekken met Agentschap NL over andere mogelijkheden Overige projecten uitwerken. Programma voor fase 2 vormgeven. Verdere verkenning van de biobased initiatieven in de regio en gesprekken met personen die door het netwerk worden geïntroduceerd. Aansluiting maken met andere initiatieven in de provincie.
5. BIJLAGE 5.1 LIJST GESPROKEN PERSONEN 1 Prof. Huub de Groot Universiteit Leiden 2 Maarten Flinkelfogel Luris 3 Carolien Huisman Provincie‐Zuid Holland 4 Prof. Paul Hooykaas Universiteit Leiden 5 Prof Dr. Gilles van Wezel Universiteit Leiden Molecular Systems Bioloog 6 Frans Peter Dechering Hortifair Directeur 7 Dr. Henri Korthout Fytagoras 8 Dr. Wessel Holtman Fytagoras CML centrum voor duurzaamheid en decaan wis en natuurkunde 9 Prof. De Snoo 10 Aletta Nieuwenhuijs Holland Bio Diversity BV 11 Ruud Berbee o.a. Holland Bio Diversity BV 12 Hans Spijker Provincie Zuid‐Holland 13 Fred Wulp Teylingen (sassenheim) 14 Jan Kempers Heineken 15 John van der Willik Hogeschool Leiden 16 Coen Meijeraan Flora Holland 17 Willem van Leeuwen Lector Hogeschool Leiden Toplab 18 Leonie Stortenbeker Beleidsmedewerker economie en toerisme 19 Wessel Holtman tweede gesprek via telefoon 20 Barbara Gravendeel Hogeschool Leiden en Naturalis 21 Jan Wilem Mante Naturalis 22 Bas de Roo Kamer Van Koophandel met Luris samen SU Biomedicine 23 Mei Wang 24 HH Rijnland (5 personen) Workshop algen 20 september 25 Lisette Loonen Omgevingsdienst West Holland 26 Annemiek de Zwart‐Durieux Omgevingsdienst West‐Holland 27 Gerben Zondag Luris 28 John Ruiten Naktuinbouw 29 Monique Wekking Syntens 30 Casper Vroemen Genencor Danisco 23 Laura Zondervan Universiteit Leiden ( 25‐okt) 24 Gert Jan Kramer Shell en universiteit Leiden 25 Arend Krikke Praktijk onderzoek plant en omgeving 26 Max Blondeau Gemeente Leiden duurzaamheidsagenda 27 Ronald Stokkel Beleidstrateeg, gemeente Leiden 28 Art de Boo TNO, bioraffinage 29 Karel Lund Prisna 30 Walter Jansen Jagran Hillegom 31 Chris Verplancke Duurzaam mobiliteitscentrum 32 Etienne le Jeune Nalco Oegstgeest 33 stakeholders bijeenkomst 5 december 34 Coen van de Giessen Centrum voor Milieukunde 35 Fokko Mulder TU Delft energie en waterstof opslag
5.2 OVERZICHT NOG TE SPREKEN PERSONEN FASE 1B DCM Belgie ook vestiging in Valkenburg (ZH), biologische kunstmest, recycling grondstoffen AKZO, via directeur duurzaamheid Arnhem Memon Biologische Kunstmest Piet Schimmel BPF, Eric Roos Baseclear Erna Barel, Bas Reichert Medical Delta Latexfalt, Kouderkerk wil biologisch asfalt ontwikkelen DSM, innovatiegroep Dutch Space Bongers ivm opstart nieuwe zonnecellen PZH Minko Wiersema, Irma Wooning (water pzh) Contacten Heineken waterconvenant Hogeschool Leiden v.d. Willik Biosparc Mr Gerold de Valk. Avery Denisson, biobased adhesives Sing Stichting innovatie glastuinbouw FLINC Flower Innovation center Thomas Harkemeijer TTI Farma. ZF screens Herman Spaink HBD Prisna Jos Zuydgeest Rob Verpoorte Universiteit Biologie Galapagos Janssen (Met Leon) Diverse veredelaars in de sierteelt veredeling Rijk Zwaan Jack de Wit Plant Center Europe Leo van Staalduinen Leidse instrumenten makers school LIS, Dirk Harm Universiteit Leiden, Jan van de Greef Louise Vet NIO onderzoeksdirecteur KVK Bollenstreek Marja Wijntjes Ruud van Vliet Builddesk Waterstof toepassingen Miro Zeeman PPO stelt voor Andries Koops Erik van Seventer Peter Amfelink en Barry Looman project leider IDC bollen
Nuon Warmte: Marnix van Alphen Frank Schoof, voorzitter van de Projectgroep Stadswarmte Leidse Regio: Nem Energy Leiden Verdere zoektocht bedrijfsleven Duurzame ambities Biobased commodities Toepassingen katalyse Energie, warmte en koude netten
5.3
UITGANGSPUNTEN PROJECT BIJ AANVANG IN ZOMER 2012
In juni 2012 hebben het Bio Science Park Leiden, het Kenniscentrum Plantenstoffen en de Kennisalliantie een plan van aanpak gepresenteerd om tot een succesvol biobased cluster in de regio te komen. Het plan van aanpak is erop gericht het netwerk verder te activeren en, na overleg met de stakeholders, af te stemmen elke plannen het meest kansrijk zijn voor de regio. Doel Route Versnellen biobased economie Netwerk activeren Opbouw biobased cluster Projectontwikkeling Periode Tijd Activiteit Periode 1A september 2012 – Netwerk activeren en keuze december 2012 speerpunten voorbereiden Januari 2013 Bevestiging go / no go beslissing periode 1B door opdrachtgevers Periode 1B februari 2013– december Aan de slag met projecten en 2013 programma opleveren. Najaar 2013 besluit go/ no go periode 2 Periode 2 januari 2014 – december Start programma biobased 2015 Holland Rijnland Najaar 2015 Besluit go / no periode 3 Periode 3 januari 16 en verder Bestendige samenwerking Doelstellingen fase 1 De partijen hebben de volgende doelstellingen voor fase 1: 1. Opleveren programma Business Case Biobased Holland Rijnland 2. Netwerk activeren 3. Aan de slag met projecten Op te leveren in december 2013 Programma Financieringsplan vanuit overheden, ondernemers en onderzoek Geactiveerd netwerk Minimaal 3 consortia die aansluiten op topgebieden beleid of EU subsidies rondom KBBE Planning fase 1: opstart Fase 1A: Verkennen - Gereed: december 2012 - Beslissing go / no go naar fase 1B, januari 2013
Fase 1B: Ontwikkelen Gereed: eind derde kwartaal 2013 Go / no go moment naar fase 2 uitbouw
Opstart als onderdeel langer traject Fase 2
Fase 3
Impact
Fase 1
Blaauwberg LEI/ KA
Opstart 16 mnd
2011 / 2012
2012 / 2013
Uitbouwen 2-3 jaar
Bestendige samenwerking
2014 / 2015
2016
Uitvoering business case Tijd
Holland Rijnland Biobased
1
Holland Rijnland Biobased uitwerking opstart Fase 1 Opstart Verkennen Focus gebieden bepalen
Project ontwikkeling
Netwerkontwikkeling
Business case opstellen, programma uitwerken Programma management, bestuur en scenario ontwikkeling
Fase 1 A Verkennen Start maand 1-4.
Fase 1 B Ontwikkelen Maand 5. Holland Rijnland Biobased
Maand 6 – 16. 8