Op zoek naar mooie geluiden Lerarenhandleiding Basisonderwijs groep 1, 2, 3 en 4
Geachte leerkracht, Binnenkort gaan uw leerlingen met onze slagwerker Joep Everts ‘Op zoek naar mooie geluiden’ tijdens een workshop slagwerk en ritme van Het Gelders Orkest. Joep laat de leerlingen op een actieve manier ervaren hoe het is om met verschillende materialen om te gaan, zelf te spelen, te reageren op aanwijzingen en hoe het is om in een groep samen te spelen. Als voorbereiding op deze workshop kunt u ervoor kiezen zelf een paar lessen te geven. In deze lessen werkt u met de leerlingen aan: luisteren, bewegen op ritme, klanken ontdekken, samenspelen. Daarnaast zullen de leerlingen al enkele slaginstrumenten leren kennen. In les 1 gaat het over ritmes en het maken van eenvoudige bodysounds; les 2 bouwt hierop voort en er worden start- en stoptekens geoefend. In les 3 wordt de workshop op school besproken. Na de workshop kunt u de evaluatieles (les 4) doen. Wij wensen u veel succes bij de voorbereiding en hopen dat u en uw leerlingen veel plezier beleven aan de workshop.
2
Les 1 Ritmes en bodysounds Doel: Leerlingen leren met beweging te reageren op ritme en maken geluiden met hun eigen lichaam. Benodigdheden: Speelzaal, trommel. Tijdsduur: 30 minuten (de tijdsduur van de lessen zijn richtlijnen).
Spelsuggestie 1: Beginpositie: De leerlingen lopen rond in de speelzaal terwijl de leerkracht op een trommel slaat. Langzame tikken zijn grote stappen, snelle zijn kleine stapjes. Geen geluid betekent stilstaan. Spelen met sneller/ langzamer worden, leerlingen moeten meegaan. Varieer met hard en zacht: zacht als een muisje op de tenen lopen, stampen als een olifant. Dit kunt u op de trommel duidelijk laten horen. Spelsuggestie 2: Beginpositie: de leerlingen liggen op hun buik op de grond in een kring, gezichten naar het midden, armen gestrekt naar voren. Allen gaan nu met hun handen op de grond slaan. De leerkracht geeft het tempo aan (zoals met de trommel). U kunt weer variëren in tempo. Als de leerlingen goed reageren kunt u ook een leerling de leiding geven. Wissel af met voeten trappelen. Vraag wat harder klinkt en wissel dan af met hard (handen) en zacht (voeten, er vanuit gaande dat de leerlingen geen schoenen dragen) Voorbeeldritmes: Klappen: _.._
of
. . . . __
of
._._
of
____ . .
__ = lang . = kort Spelsuggestie 3: Beginpositie: de leerlingen staan in de kring. Vraag aan de leerlingen welke geluiden ze nog meer kunnen maken met hun lijf (body sounds). Ze hebben tot nu toe met hun handen op de vloer geslagen maar waar kun je nog meer op slaan? (Ze kunnen in hun handen klappen, met hun vingers knippen, op hun benen slaan, op hun borst slaan. Ook kunnen ze hun stem gebruiken door bijvoorbeeld de wind na te bootsen (pffft) of de regen (ptptpt)). Welk geluid klinkt het hardst/ zachtst? Spelsuggestie 4: Beginpositie: de leerlingen staan in de kring. We gaan een geluid doorgeven: een leerling bedenkt een geluid en geeft dit aan de buurman door, die het weer aan zijn buurman doorgeeft. U kunt dit de hele kring laten doorlopen maar als dit te lang gaat duren, laat u na een paar leerlingen een nieuw geluid doorgeven.
3
Les 2 Vervolgles ritmes en bodysounds Doel: Leerlingen leren met beweging te reageren op ritme en maken geluiden met hun eigen lichaam en leren om tegelijk te stoppen en te beginnen. Benodigdheden: Speelzaal, trommel. Tijdsduur: 30 minuten (de tijdsduur van de lessen zijn richtlijnen). Warming-up: Herhaal in verkorte versie spelsuggestie 1 uit les 1. Spelsuggestie 4: Beginpositie: De leerlingen staan in een ruime kring. De leerkracht slaat op de trommel, de leerlingen doen 4 passen naar elkaar toe, keren om en doen 4 passen terug. Iedereen kan hardop 1-2-3-4 meetellen. Het tempo kan gevarieerd worden. Spelsuggestie 5: Beginpositie: De leerlingen staan in twee rijen, zeer ruim tegenover elkaar. Eén leerling staat aan de kant zichtbaar voor de anderen. Dit is de leider. Spreek met de leerlingen een begin- en een stopteken af. De leerkracht slaat op de trommel, de leerling geeft beginteken. De leerlingen gaan naar elkaar toe lopen op het ritme van de trommel. Na een paar tikken geeft de leerling een stopteken. Dit wordt herhaald tot de leerlingen direct tegenover elkaar staan. Dan gaan de leerlingen terug naar de beginpositie en is een andere leerling aan de beurt om aan te geven. Iedereen moet tegelijk beginnen en stoppen, net als in een orkest. Het tempo kan gevarieerd worden. Spelsuggestie 6: Beginpositie: De leerlingen staan of zitten in de kring. De leerkracht klapt een kort ritme (zie voorbeeldritmes onder of het ritme van een bekend liedje). De hele groep doet dit tegelijk na. U kunt afspreken dat de leerlingen meteen volgen, u kunt ook het begin- en stopteken gebruiken. Herhaal dit een paar keer en laat dan de leerlingen om de beurt een ritme doen, terwijl de hele groep het dan herhaalt. Voorbeeldritmes: Klappen: _.._
of
__ = lang . = kort
4
. . . . __
of
._._
of
____ . .
Les 3 Voorbereiding op de workshop Doel: Leerlingen weten wat hen tijdens de workshop slagwerk te wachten staat, wat slagwerk is en welke instrumenten er zijn. Benodigdheden: Klaslokaal, digitaal schoolbord met internetverbinding, potloden. Tijdsduur: 20 minuten (de tijdsduur van de lessen zijn richtlijnen). Klassengesprek. De leerkracht vertelt dat de leerlingen een workshop slagwerk gaan doen. De workshopleider van Het Gelders Orkest komt straks met een heleboel slagwerk op school, waar de leerlingen op mogen spelen. Wat is slagwerk? Wat behoort er allemaal tot het slagwerk? B.v. trommels, belletjes, triangel, pauken, gong, xylofoon, bekkens (zie de afbeeldingen op de volgende pagina voor het digibord. Volgorde gelijk). Hoe klinken deze instrumenten, weet iemand dat? Sla je altijd met je handen? Waar sla je nog meer mee? (beluister de YouTubefilmpjes, zie links op volgende pagina voor het digibord.) Spelsuggestie 7 en 8: Beginpositie: de leerlingen zitten aan hun tafeltje met een potlood bij de hand. Strakjes gaan ze met de workshopleider samenspelen. Hoe spelen ze straks allemaal tegelijk? Wie gaat dat aangeven? Laat de hele klas trommelen met potlood op tafel. Geef nu aan dat ze harder mogen spelen door de armen langzaam omhoog te doen. Armen naar beneden betekent zachter. Herhaal een paar keer. Laat de leerlingen nu met de voeten stampen op dezelfde manier als boven. Verdeel de klas in 2 groepen: groep 1 stampt , groep 2 tikt met potlood. Laat de groepen om en om spelen maar ook tegelijk. Vraag hoe ze dat vinden klinken. Als 2 groepen tegelijk tikken en stampen, horen ze dan zichzelf nog? Dit gaan de leerlingen in de workshop met echte instrumenten doen.
5
Slagwerkinstrumenten en geluidsvoorbeelden
Link naar YouTubefilmje bodypercussie >>>
Link naar YouTubefilmpje Finger Tapping >>>
Link naar YouTubefilmje allerhande slagwerk >>>
6
Verwerkingsles Doel: Leerlingen kunnen vertellen over hun ervaringen in de workshop. Zij kunnen een ritme uit de workshop herhalen. Benodigdheden: Klaslokaal. Tijdsduur: 30 minuten (de tijdsduur van de lessen zijn richtlijnen).
Klassengesprek. Gesprek over de workshop. Vragen aan de leerlingen: Hoe vonden de leerlingen de workshop? Konden de leerlingen goed meedoen in de groep? Waren de begin- en stoptekens van de workshopleider anders dan van henzelf? Vonden de leerlingen dat ze een orkest waren? Wat vonden de leerlingen het hardst klinken? Wat vonden de leerlingen het mooiste instrument? Herinneren de leerlingen zich nog een bepaald ritme dat ze in de workshop hebben gedaan? Dit kan de leerkracht nog eens herhalen.
Contactgegevens Heeft u nog vragen, opmerkingen, suggesties? Neem dan contact op met de afdeling educatie van Het Gelders Orkest: Het Gelders Orkest Afd. Educatie Postbus 1180 6801 BD Arnhem 026—789 01 30
[email protected] www.hetgeldersorkest.nl/educatie Meer informatie over workshopleider Joep Everts: www.Klanklichaam.nl
© 2012 Het Gelders Orkest
7