Meneer Mølsk Etienne Borgers
Lerarenhandleiding bij de voorstelling voor de groep 1,2,3 en 4 van het basisonderwijs
- 1 -
Inleiding Voor u ligt de lerarenhandleiding bij de voorstelling Meneer Mølsk van Etienne Borgers voor groep 1,2,3 en 4 van het basisonderwijs. Deze voorbereiding bestaat uit twee lessen vooraf en een les na afloop van de voorstelling. Bij het materiaal hoort een CD met 8 tracks muziek die Etienne speciaal voor deze voorstelling heeft geschreven. Informatie over de voorstelling en Etienne Borgers De zanger Etienne Borgers zong zeven jaren bij de a-capellagroep Intermezzo. Zijn opleiding kreeg hij aan het Rotterdams Conservatorium, afdeling popmuziek. De voorstelling Meneer Mølsk is een vervolg op de gelijksoortige voorstellingen Koele Kikkers en
Schaop, die hij de afgelopen 4 jaar over de hele wereld heeft gespeeld. Naast deze kindervoorstellingen is Etienne actief als componist van geluiden en muziek bij diverse theatergroepen en maakt hij korte filmpjes voor televisie.
- 2 -
Les 1 Het Museum voor Geluid. In de voorstelling gaan we Meneer Mølsk ontmoeten. Meneer Mølsk is schoonmaker in een Museum voor Geluid. Hij vindt het allemaal niet zo interessant die geluiden, hij heeft een grote koptelefoon op zijn hoofd en luistert naar harde rock-muziek. Wat is een museum? In het woordenboek staat: Een museum is een gebouw waarin kunstvoorwerpen (schilderijen, beeldhouwwerken) , oudheden (opgravingen uit de oorlog of de graven van de farao’s in Egypte) en curiosa ( poppen, zakdoeken, postzegels) bewaard en ter bezichtiging gesteld worden. Ben jij wel eens in een museum geweest? Wat voor soort museum was dat? Vond je ’t interessant/mooi/leuk/saai/stom? Benodigdheden: cd track 1 tot en met 6 1.1
Geluiden van de Natuur
Zo meteen hoor je het geluid van de wind. Het geluid van de wind kan heel verschillend klinken. Soms waait de wind gewoon een beetje maar soms ook waait ie heel hard en klinkt ie als een storm. En als je in een bos loopt en de wind waait, dan klinkt de wind heel anders dan op het strand. Soms waait het helemaal niet en hoor je niks, dan is het wind-stil. Luister maar eens mee. Je hoort zo meteen vier verschillende geluiden van de wind. Welke wind waait het hardst? Welke wind voelt het koudst denk je? Als je goed luistert hoor je zelfs een wind fluiten, weet jij welke dat is? - 3 -
Draai cd track 1 Bespreek met de kinderen wat ze gehoord hebben. Welk weer denk je hoort bij die wind? Is het goed weer of slecht weer? Is het zomer of winter? Voelt die wind lekker op je huid of doet het misschien wel zeer omdat ie zo hard blaast? Vervolgens gaan we zelf het geluid van de wind maken. Doe het geluid van een zachte wind voor en vraag de kinderen dit na te doen. Dan blaas je heel hard en vraag je de kinderen dit na te doen. Maak vervolgens samen een zacht briesje dat een tijdje blijft klinken en als dat lukt, daarna een heel harde storm. Als laatste kun je gaan spelen met het geluid van de wind; laat de kinderen het geluid van een zacht briesje maken en geef met handbewegingen aan hoe hard de wind gaat waaien. Laat het briesje wat steviger worden, weer wat minder, wat meer totdat je een hele hard waaiende storm hoort, waarna de wind weer langzaam gaat liggen. 1.2 Naast de wind zijn er nog heel veel meer geluiden in de natuur te horen. Soms regent het, soms klinkt de bliksem en natuurlijk zijn er ook dieren in de natuur. Zo meteen ga je luisteren naar 4 verschillende geluidsopnames van de natuur. Welke geluiden hoor je? Zijn er ook geluiden die je niet kent? Draai track 2 t/m 5 Bespreek na ieder fragment wat de kinderen hebben gehoord. Is het goed of slecht weer? Is het zomer of winter? Dag of nacht? Welke dieren heb je gehoord?
- 4 -
Les 2 Geluiden van dieren Benodigdheden: cd track 6 en 7 2.1
dieren
Zo meteen hoor je een heleboel geluiden van dieren. Niet alleen de geluiden die ze met hun bek maken zul je horen, maar ook heel andere geluiden die dieren kunnen maken. Welk dier maakt het geluid dat je hoort? Draai track 6 (tussen ieder fragment zit 10 seconden stilte) (blaten van schaap, fladderen van wegvliegende vogel, koerende duif, miauwende kat, spinnende kat, galopperend paard, knorrend varken, drinkende hond, hijgende hond, blaffende hond, brullende leeuw) Welk dier zou jij het liefst willen zijn? Welke geluid maakt dat dier? Wijs vervolgens kinderen een voor een aan, waarna zij het geluid van het dier maken. Vervolgens gaan we er een dierentuin van gaan maken. De dierentuin wordt langzaam wakker (wijs een voor een kinderen aan die vanaf dan hun geluid mogen gaan maken), midden op de dag (alle kinderen samen) en dan als laatste gaan s’ avonds alle dieren weer een voor een slapen. 2.2 natuurlandschap Fragment 7 is een lange opname van een natuurlandschap. Laat de kinderen er een tekening van maken terwijl ze naar het geluid van de opname luisteren.
-5 –
Tips voor het bezoeken van een voorstelling Indien het een bezoek buiten uw eigen school is (andere school, gymzaal, gemeenschapshuis of theater) vertelt u iets over die andere locatie. Wat treffen de leerlingen daar aan? Hoe dienen ze zich te gedragen? Vraag wie er wel eens in een theater is geweest. Hoe ziet zo’n zaal eruit? Wat gebeurt er? Vertel ook hoe de reis ernaar toe gaat, waar de garderobe en de toiletten zijn en dat de leerlingen eventueel hun schoenen uit moeten trekken als de voorstelling in een gymzaal wordt gespeeld. Vertel tot slot dat aan het begin van de voorstelling het licht uitgaat en wat de kinderen moeten doen als de voorstelling is afgelopen. Als de voorstelling op uw eigen school plaatsvindt, vertel dan dat er kinderen van andere scholen komen kijken, soms ook op andere tijden en dat elke voorstelling ongestoord moet verlopen. Indien u met de bus gaat, zorg er dan voor dat er geen al te uitgelaten stemming ontstaat, die ook tijdens de voorstelling blijft. Hoe kijk je naar een voorstelling? Kinderen moeten vaak nog vertrouwd raken met het kijken naar een voorstelling. Een voorstelling is ‘live’ en wordt dus gemaakt waar je bij bent. Het gedrag van het publiek is van invloed op de kwaliteit van de voorstelling in positieve, maar ook in negatieve zin. Kinderen zijn allemaal vertrouwd met televisie kijken. Toch is er een groot verschil tussen tv kijken en het bijwonen van een voorstelling. Kijken naar een voorstelling - Wordt gemaakt waar je bij bent - Je kunt het volume niet harder of zachter zetten - 6 -
- Je kunt de voorstelling niet zomaar stopzetten - Speelt zich in een speciale ruimte af - Er zijn ook onbekende mensen die ernaar kijken - Er zijn speciale voorzieningen nodig (bv. licht en geluid) - Lopen, praten, eten en schuifelen stoort
Televisie kijken - Het programma is al af als je ernaar kijkt - Je kunt het volume harder of zachter zetten - Je kunt de televisie uitzetten wanneer je maar wilt - Speelt zich in de huiskamer af - Er zijn alleen bekende mensen bij - Er zijn geen speciale voorzieningen nodig - Je kunt lopen, snoepen of praten, dat stoort alleen de mensen die ook kijken, het televisieprogramma heeft er geen last van
De dag van de voorstelling Zorg dat u vijf minuten voor aanvang aanwezig bent. Geef de kinderen vooraf op school de gelegenheid naar het toilet te gaan. Laat kinderen die aan het eind van de ochtend of middag een voorstelling bezoeken eerst even een luchtje scheppen en uitrennen zodat ze geconcentreerd kunnen kijken en luisteren. De - 7 -
kinderen kunnen het beste in groepen de zaal binnenkomen. Kleine kinderen eerst. Leraren kunnen het beste verdeeld over de zaal zitten. Na afloop van de voorstelling klapt het publiek om de spelers te bedanken. Hoe mooier de voorstelling, des te langer is het applaus. Na het applaus verlaten de leerlingen onder begeleiding en volgens afspraak de zaal.
- 8 –
Les 3 Na de voorstelling Benodigdheden: cd track 8 Breng de leerlingen de voorstelling van Meneer Mølsk in herinnering. Gebruik hierbij eventueel een aantal steekwoorden (wind, dierengeluiden, de baby). Vraag wat de kinderen zich nog meer herinneren. Vraag hierbij naar details, bv. Bij welk geluid viel Meneer Mølsk op de vloer? Bij welk geluid ging Meneer Mølsk met de luidspreker rondzwaaien? Hoorspel Vertel de kinderen dat er een heel spannend verhaal komt, maar wel in een andere taal! Toch kunnen de leerlingen begrijpen waarover het gaat. Draai cd track 8 Bespreek met de leerlingen zoveel mogelijk elementen die ze zich herinneren. Geef zo nodig wat hints: - Una giornata particulare = een bijzondere dag - Centre e tuntra zijn twee broers - Ze gaan met hun paardjes naar het centrum van het dorp - Daar komen ze bandieten tegen - Ze horen (entendre) een bom ontploffen - Ze vluchten naar het strand (a la playa) - Maisi i turna = sla de bladzijde om - Aan het strand horen ze allerlei geluiden -
Ze zijn het niet eens
-9-
- Welke geluiden herinneren de leerlingen zich? - Welke dieren/dingen dachten de broers dat ze hoorden? - Dan komen de bandieten terug - Hoe eindigt het verhaal? Loopt het goed af? - Wat betekent arrividerci? - In welke taal is dit hoorspel verteld? Draai nog eens track 8 – Hoorspel
Maak nu zelf een stadshoorspel Verzin met de kinderen geluiden die horen bij de stad. Denk aan sirenes, een klok, een hond, een deurbel, voetstappen, vele auto’s die hard rijden en een auto die toetert enzovoort. Elke leerling krijgt zijn eigen geluid. Eventueel kunt u ook een groep leerlingen hetzelfde geluid geven. Zet de leerlingen in een lange sliert. Vertel nu het verhaal van twee broers die door de stad wandelen. Ze komen langs allerlei geluiden (bij het aantikken van een leerling of groep leerlingen klinkt het geluid). Op het laatst komen de broers aan een grote weg waar erg veel auto’s rijden. De herrie is niet van de lucht…Ze moeten terugrennen en weer helemaal achteraan aansluiten. Twee volgende broers kunnen nu op pad.
Voor meer informatie zie www.etienneborgers.nl Of stuur een mailtje naar
[email protected] - 10 -