> Retouradres Postbus 93249 2509 AE Den Haag
Stichting Logistiek Expertise Centrum Regio Zwolle Emmastraat 8 8011AG ZWOLLE
8011AG8
Afdeling Uitvoering
Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag Postbus 93249 2509 AE Den Haag www.agentschapszw.nl Contactpersoon
Projectnaam StichtingLECRZ
Datum 30 november 2015 Betreft Beschikking subsidieverlening cofinanciering sectorplannen project 2015RCSP20120
Projectnummer 2015RCSP20120 Onze referentie AGSZW/DH/RCSP/2015/527590 Uw referentie Bijlagen 1 Bezwaarprocedure
Geachte Op 15-09-2015 hebt u in het kader van de Regeling cofinanciering sectorplannen 2015 subsidie aangevraagd voor het project: “StichtingLECRZ”. Gebaseerd op: De Kaderwet SZW-subsidies; Titel 4.2. van de Algemene wet bestuursrecht, hierna: Awb; artikel 2.4 van de Regeling cofinanciering sectorplannen 2015, hierna: Regeling; uw aanvraag van 01-10-2015 en herziene aanvragen van 1-10-2015 en van 18-11-2015 beslist de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot het verlenen van de volgende subsidie: 1. Regeling
:Regeling cofinanciering sectorplannen 2015
2. 3. 4. 5.
:2015RCSP20120 :StichtingLECRZ :1-1-2016 t/m 31-12-2017 :€ 3.095.376
Projectnummer sectorplan Projectnaam Projectperiode Maximaal subsidiebedrag
Deze subsidie wordt verleend voor het realiseren van de in het sectorplan genoemde maatregelen waarvoor u subsidie hebt aangevraagd.
Pagina 1 van 7
Afdeling Uitvoering
De subsidiabele projectkosten zijn als volgt opgebouwd:
Datum 30 november 2015
Projectkosten Maatregel
Onze referentie AGSZW/DH/RCSP/2015/527590
Maximaal
[1]
Maximaal
[2]
Artikel 3.2. Van werk naar een ander beroep bij 125 € 2.354.385 een andere werkgever deelnemers Omscholing In kaart brengen competenties werknemer Begeleiding en bemiddeling naar een nieuwe baan Opzetten en onderhouden infrastructuur van werk naar werk projecten Artikel 3.3. Van werk naar hetzelfde beroep bij 150 € 996.600 een andere werkgever deelnemers Bijscholing In kaart brengen competenties werknemer Opzetten en onderhouden infrastructuur van werk naar werk projecten Artikel 3.4. Vanuit een uitkering op grond van de Werkloosheidswet naar een ander of hetzelfde beroep bij een andere werkgever dan de werkgever waarbij de werkloosheid is ontstaan Omscholing Bijscholing In kaart brengen competenties werknemer Begeleiding en bemiddeling naar een nieuwe baan
275 deelnemers
€ 1.468.000
Artikel 3.5. Van overig naar een ander of hetzelfde beroep Omscholing Bijscholing In kaart brengen competenties werknemer Begeleiding en bemiddeling naar een nieuwe baan
100 deelnemers
€ 892.000
Totaal:
650 deelnemers
€ 5.710.985
De op basis hiervan berekende overhead is :
€
479.769
Aandachtspunten Voor de uitvoering van uw sectorplan wijs ik u op de volgende aandachtspunten: 1. Scholing Scholingstrajecten zijn enkel subsidiabel wanneer de scholing voldoet aan de definitie in artikel 1.1 van de Regeling: een interne of externe opleiding, niet zijnde bedrijfsspecifieke training, met als oogmerk de
[1]
Het maximum aantal keren dat een maatregel kan worden uitgevoerd is met deze beschikking bepaald. [2] Het bij het aantal keren dat de maatregel maximaal wordt uitgevoerd, behorende bedrag aan maximale subsidiabele kosten per maatregel, is met deze beschikking bepaald. Pagina 2 van 7
Afdeling Uitvoering
leerling vakspecifieke beroepsvaardigheden aan te leren, de opleiding leidt tot een erkend diploma of certificaat. 2. FTE’s U voert in uw aanvraag arbeidsuren op van intern personeel dat zich onder andere bezig zal houden met het opzetten en onderhouden van de infrastructuur, bemiddeling en begeleiding. Het opvoeren van de kosten voor de inzet van intern personeel dient op basis van werkelijk gemaakte en aantoonbare (loon) kosten te geschieden. Daarnaast dient op basis van een sluitende of integrale urenadministratie controleerbaar te zijn dat de verantwoorde uren werkzaamheden betreffen voor de directe uitvoering van maatregelen uit het sectorplan .
Datum 30 november 2015 Onze referentie AGSZW/DH/RCSP/2015/527590
Resultaten Met de uitvoering van de maatregelen in uw sectorplan beoogt u concrete resultaten te behalen. Hieronder wordt weergegeven hetgeen u in uw sectorplan en/of aanvullende informatie hebt beschreven. Ik verzoek u bij de voortgangsrapportage en einddeclaratie aan te geven of en in welke mate deze resultaten zijn behaald. Artikel 3.2. Van werk naar een ander beroep bij een andere werkgever Beoogd resultaat: 80 % van de deelnemers. Artikel 3.3. Van werk naar hetzelfde beroep bij een andere werkgever Beoogd resultaat: 80 % van de deelnemers. Artikel 3.4. Vanuit een uitkering op grond van de Werkloosheidswet naar een ander of hetzelfde beroep bij een andere werkgever dan de werkgever waarbij de werkloosheid is ontstaan Beoogd resultaat: 70 % van de deelnemers. Artikel 3.5. Van overig naar een ander of hetzelfde beroep Beoogd resultaat: 60 % van de deelnemers. U heeft aangegeven geen gebruik te maken van de Brug-WW. Deze beschikking vermeldt het verleende subsidiebedrag conform artikel 4.1 van de Regeling. Het uiteindelijke subsidiebedrag zal met inachtneming van artikel 4.5 van de Regeling en de daarbij behorende toelichting worden vastgesteld na ontvangst van- en op grond van uw verantwoording en einddeclaratie. Daarbij wordt rekening gehouden met de in tabel ‘Projectkosten’ bepaalde maxima, de mate waarin de maatregelen zijn gerealiseerd (aantallen, toepassingen en subsidiabele kosten) en of deze realisatie voldoet aan de in de Regeling genoemde verplichtingen. Voorschotten Bij uw aanvraag hebt u aangegeven een of meerdere voorschotten te willen ontvangen. Bij de start van het project kan een voorschot van 10% worden verstrekt. U stelt zich garant voor het aangevraagde bedrag, echter heeft deze garantstelling voor dit project slechts een dekking van € 183.000. Daarom zal het 1e voorschot geen 10% bedragen van de verleende subsidie maar gelijk zijn aan de garantstelling en daardoor € 183.000 bedragen. Vanwege de beperkte garantstelling worden aanvullende voorschotten pas verstrekt na indiening van een voortgangsrapportage waarin de subsidiabele uitgaven voor het project zijn opgenomen en voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring. Wanneer Pagina 3 van 7
Afdeling Uitvoering
aan u een aanvullend voorschot wordt verstrekt, wordt u hierover apart geïnformeerd. In het door u geleverde overzicht is aangegeven hoe de subsidiabele kosten zich ontwikkelen gedurende de looptijd van het sectorplan. Deze prognose die opgenomen is in de volgende tabel, is het uitgangspunt voor de voortgangsrapportage en tevens het meetpunt van de realisatie waarop eventueel op grond van artikel 4.3 lid 5 melding gedaan dient te worden indien er niet aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen kan worden voldaan. Periode vanaf startdatum project 1-1-2016 1-7-2016 1-1-2017 1-7-2017 Totaal
t/m t/m t/m t/m
30-6-2016 31-12-2016 30-6-2017 31-12-2017
Datum 30 november 2015 Onze referentie AGSZW/DH/RCSP/2015/527590
Prognose subsidiabele kosten € 1.363.687 € 1.547.693 € 1.520.162 € 1.759.212 € 6.190.754
Het voorschot van €183.000 wordt binnen zes weken uitbetaald Rapportageverplichtingen Het is van belang dat de accountant reeds in een vroeg stadium wordt betrokken. Ik verwacht dat u als hoofdaanvrager bij aanvang kennis neemt van de in het controleprotocol gestelde eisen. Het controleprotocol dat de accountant dient te gebruiken, vindt u op de site van het Agentschap SZW. Uiterlijk zes maanden na de verzenddatum van deze beschikking, rapporteert de accountant zijn bevindingen met betrekking tot het onderzoek naar de opzet en het bestaan van de AO/IC aan u in de vorm van een rapport van feitelijke bevindingen. U verstrekt aan het Agentschap SZW zo spoedig mogelijk een kopie van het rapport na ontvangst ervan van uw accountant. U dient op grond van artikel 4.4 van de regeling uiterlijk op 27 februari 2017 een tussentijds voortgangsverslag over te leggen over de periode van 1-1-2016 t/m 31-12-2016. Hierbij maakt u gebruik van het elektronisch beschikbaar gestelde formulier. Daarbij toont u door middel van een financiële verantwoording met bijbehorende controleverklaring aan dat de subsidiegelden rechtmatig zijn besteed en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Er dient daarbij gebruik te worden gemaakt van het controleprotocol. De rapportage dient aan te sluiten op het projectplan en vergelijkbaar te zijn met de begroting waarvoor subsidie is verleend. Zoals eerder aangegeven kunt u volgens het bovenstaand schema in aanmerking komen voor een voorschot wanneer u een voortgangsrapportage heeft ingediend over de betreffende periode met een goedkeurende accountantsverklaring. Binnen 13 weken na beëindiging van de uitvoering van alle in de subsidiebeschikking genoemde maatregelen, dient u op grond van artikel 4.5 van de regeling een verzoek in tot het vaststellen van de subsidie. Dit verzoek moet uiterlijk op 2 april 2018 in mijn bezit zijn. Daarbij toont u aan door middel van een financiële verantwoording met bijbehorende controleverklaring dat de subsidiegelden rechtmatig zijn besteed en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Pagina 4 van 7
Afdeling Uitvoering
Als uit de einddeclaratie blijkt dat minder dan 60% van de subsidiabele kosten, zoals genoemd in deze beschikking, is gerealiseerd, wordt het subsidiebedrag op nihil vastgesteld op grond van artikel 4.1, tweede lid van de Regeling. Als naar het oordeel van de minister geen gronden aanwezig zijn om de subsidie op nihil vast te stellen kan de subsidie naar evenredigheid worden verlaagd (artikel 4.3, derde lid van de Regeling).
Datum 30 november 2015 Onze referentie AGSZW/DH/RCSP/2015/527590
De financiële verantwoording geeft duidelijk de baten en lasten weer op welke de gesubsidieerde activiteiten betrekking hebben. De baten en lasten die door middel van interne doorberekeningen zijn toegerekend, dienen te zijn bepaald op bedrijfseconomische en maatschappelijk aanvaarde grondslagen. Voor zover hierin lasten zijn begrepen van materiële vaste activa, worden deze lasten op basis van aanschaffingsprijzen van die activa berekend door middel van aan de projectactiviteiten toerekenbare afschrijvingskosten. Meldingsplicht Krachtens de bepalingen van artikel 4.3 bent u onder meer verplicht melding te doen aan de minister zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is veleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht. Indien u voor dezelfde activiteiten / hetzelfde resultaat reeds uit andere hoofde subsidie ontvangt of heeft aangevraagd, dan wel in verband daarmee andere inkomsten verwerft, anders dan aangegeven in uw subsidieaanvraag, doet u mij daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling. Indien surseance van betaling wordt aangevraagd of in het geval van dreiging of aangifte van faillissement dient u mij hiervan onmiddellijk schriftelijk melding te doen. Onderzoek en inzage Aan deze subsidie is verder de verplichting verbonden dat u desgevraagd aan ambtenaren van mijn ministerie inzage verstrekt in de bijgehouden administratie en alle inlichtingen verstrekt die redelijkerwijs noodzakelijk zijn om een juist inzicht te verkrijgen in de uitvoering van het projectplan en de besteding van de subsidie. Daarnaast bent u verplicht er zorg voor te dragen dat uw accountant medewerking verleent aan een review door ambtenaren van mijn ministerie. U ontvangt hiervoor geen kostenvergoeding. Eventuele kosten vallen onder de toegewezen overhead. Tot slot Mocht blijken dat niet, of niet volledig wordt voldaan aan de in de Regeling cofinanciering sectorplannen en in deze verleningsbeschikking opgenomen verplichtingen dan bestaat de mogelijkheid dat op grond van de artikelen 4:46 en 4:48 van de Awb en artikel 4.2 van de Regeling de verleende subsidie (gedeeltelijk) wordt ingetrokken of op een lager bedrag zal worden vastgesteld. Hierdoor kan tot terugvordering van de betaalde (voorschot)bedragen worden overgegaan. Indien u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u hiertegen in bezwaar gaan. U leest hier meer over in de bijlage.
Pagina 5 van 7
Afdeling Uitvoering
Hoogachtend, De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, Hoofd afdeling Uitvoering,
Datum 30 november 2015 Onze referentie AGSZW/DH/RCSP/2015/527590
M.A.G. Rietbergen Bijlage 1: bezwaar en beroep
Pagina 6 van 7
Afdeling Uitvoering
Bijlage 1 Dit is een beschikking in de zin van artikel 1:3, 2e lid van de Awb. Overeenkomstig de Awb kan tegen deze beschikking schriftelijk bezwaar worden gemaakt door degene wiens belang rechtstreeks bij deze beschikking betrokken is. Daartoe moet binnen zes weken na de dag van verzending van deze beschikking een bezwaarschrift worden ingediend bij:
Datum 30 november 2015 Onze referentie AGSZW/DH/RCSP/2015/527590
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T.a.v. de Directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden, Bureau Ondersteuning team 2 Postbus 90801 2509 LV ’s-Gravenhage (Fax 070 333 4056) Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en ten minste te bevatten de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van deze beschikking alsmede reden(en) waarom de beschikking niet juist wordt gevonden. Het bezwaarschrift dient in de Nederlandse taal te zijn gesteld. Een bezwaarschrift kan ook per e-mail worden ingediend. Dan moet het bezwaarschrift in pdf-formaat als bijlage in de e-mail worden verzonden. Deze bijlage moet een ingescande “natte” handtekening bevatten. Hiermee wordt bedoeld dat het bezwaarschrift met de hand moet worden ondertekend, voordat het wordt ingescand en opgeslagen in pdf-formaat (bij voorkeur met tekstherkenning). Deze e-mail met bijlage moet gezonden worden naar:
[email protected].
Pagina 7 van 7