IC Cofinanciering sectorplannen 18 sectorplannen in de zorg

AO/IC Cofinanciering sectorplannen 18 sectorplannen in de zorg

Versie: 23 oktober 2014

INHOUDSOPGAVE

1

INLEIDING

4

2

UITGANGSPUNTEN EN UITVOERINGSKADER

6

2.1 2.2 2.3 3 3.1 3.2 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5

EIGEN BELEID REGELGEVING DE SECTORPLANNEN

6 7 7

FASERING EN PLANNING

9

PROJECTFASERING PLANNING, MILESTONES, DELIVERABLES

9 10

ORGANISATIE VAN HET PROJECT

12

TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN ROL WERKGEVERS ROL HOOFDAANVRAGER ROL SHARED SERVICE CENTRUM EN WEBPORTAL ORGANISATIEMODEL OVERLEGSTRUCTUUR RAPPORTAGESTRUCTUUR ESCALATIEPROCEDURE COMMUNICATIE MET AGSZW

12 14 14 15 15 16 17 17 18

VOORBEREIDING EN INRICHTING

19

BEHEER VAN BESCHIKKINGEN PROCES VAN SUBSIDIEVERWERVING UITVOERINGSOVEREENKOMST OPENSTELLING WEBPORTAL BORGING MARKTCONFORMITEIT TOETS OP ARBEIDSMARKTRELEVANTIE

19 20 21 23 23 26

UITVOERING EN VERANTWOORDING ACTIVITEITEN

29

REGISTRATIEPROCES VERANTWOORDINGSDOCUMENTEN MAATREGELEN 1 T/M 4 + 7 VERANTWOORDINGSDOCUMENTEN MAATREGELEN 5 EN 6 VERANTWOORDINGSDOCUMENTEN OVERKOEPELEND UURLOONBEREKENINGEN

AO/IC Cofinanciering Sectorplannen © 2014 Wecreate Consulting

29 32 34 36 37

Pagina 2 van 68

7 7.1 7.2 7.3 7.4 8 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 9 9.1 9.2

CONTROLE EN BEHEERSMAATREGELEN

39

NORMENKADER ADMINISTRATIE RICHTLIJN SUBSIDIABELE KOSTEN BLAUWDRUK PROJECTDOSSIER CONTROLE- EN BEHEERSMAATREGELEN

39 43 44 45

VERANTWOORDING EN EINDDECLARATIE

47

AFSLUITEN EN COMPLETEREN ACTIVITEITEN CONTROLE DOOR ACCOUNTANT VASTSTELLEN ADMINISTRATIE OPSTELLEN EN INDIENEN EINDDECLARATIE BESCHIKKING SUBSIDIEVASTSTELLING PLANNING

47 47 48 48 48 48

UITKEREN VOORSCHOTTEN EN SUBSIDIE

49

UITBETALING VAN VOORSCHOTTEN VASTSTELLEN VAN SUBSIDIE

49 49

BIJLAGE 1 UITVOERINGSOVEREENKOMST

50

BIJLAGE 2 MAATREGELENPLAN

54

BIJLAGE 3 DEELNEMERSVERKLARING

57

BIJLAGE 4 PRESENTIELIJST INTERNE OPLEIDING

58

BIJLAGE 5 PRESENTIELIJST EXTERNE OPLEIDING

59

BIJLAGE 6 DEELNAME VERKLARING BBL

60

BIJLAGE 7 DEELNAME VERKLARING HBO-DUAAL

61

BIJLAGE 8 VERKLARING ADDITIONELE INSTROOM

62

BIJLAGE 9 VERKLARING NIET TERUGVORDERBARE BTW

63

BIJLAGE 10 HANDTEKENINGENLIJST

64

BIJLAGE 11 OVERZICHT BESCHIKKINGEN

65

BIJLAGE 12 VOORBEELD MAIL ‘AFWIJKING IN P*Q’

66


Pagina 3 van 68

1

Inleiding

De zorgsector heeft in het kader van de sectorplannen een door de minister vastgesteld bedrag toegezegd gekregen van 67,5 miljoen voor scholing. De 16 regionale werkgeversorganisaties hebben besloten dat er per regio 1 brancheorganisatie optreedt als hoofdaanvrager voor het sectorplan uit de regio. Iedere regio heeft een eigen plan en een eigen samenwerkingsverband en een eigen beschikking. In 1 regio zijn 4 sectorplannen ingediend, waardoor het aantal regio’s 15 is, maar het aantal sectorplannen 18. Met de 18 regionale sectorplannen worden medewerkers door scholing voorbereid op de veranderingen in de zorg zoals verdergaande extramuralisering, veranderende zorgvraag, transitie naar een participatiemaatschappij en verdergaande autonomie van medewerkers en cliënten/patiënten. Daarmee wordt een bijdrage geleverd aan de toekomstige inzetbaarheid van medewerkers op de arbeidsmarkt in z’n algemeen en de zorgsector in het bijzonder. Tegelijkertijd wordt het belang van instroom van nieuwe jonge professionals onderkend. Met het oog daarop willen de 18 hoofdaanvragers een extra bijdrage leveren aan de opleiding van nieuwe beroepskrachten. Het betreft leerwerkbanen die zonder de subsidie vanuit het sectorplan zorg niet gerealiseerd zouden worden. De opzet van de 18 sectorplannen zijn voor alle regio’s vrijwel identiek, dit is onderling zo afgesproken. De begrotingen verschillen qua hoogte en soms zijn door de regionale inkleuring per maatregel wat prijsverschillen. Voor de uitvoering en verantwoording van de 18 regionale sectorplannen hebben de hoofdaanvragers besloten om landelijk samen te werken. Deze samenwerking behelst een gezamenlijk Administratieve Organisatie en Interne Controle (hierna AO/IC). De uitvoering en het beheer van deze AO/IC wordt belegd in het Shared Service Centrum (hierna SSC). dit SSC wordt gestuurd door de samenwerkende hoofdaanvragers. Vanuit het SSC wordt ervoor gezorgd dat de hoofdaanvragers op een eenduidige wijze de uitvoering en verantwoording ter hand nemen. Hierbij wordt tevens gebruik gemaakt van een uniform webportal dat alle deelnemende hoofdaanvragers en de deelnemende zorginstellingen, verder werkgevers genoemd, verplicht zijn te gebruiken voor het uploaden van bewijsdocumenten en het administreren en verantwoorden van activiteiten. Er is dus een samenwerking met betrekking tot de uitvoering van de AO/IC, niet met betrekking tot de uitvoering van de maatregelen. De regio’s dienen zich echter wel te houden aan de afspraken over bijvoorbeeld het aantonen van de marktconforme inkoop van opleidingen, controleren van de arbeidsmarktrelevantie, eisen rondom de financiële verantwoording of andere zaken die in deze AO/IC zijn voorgeschreven. Toelichting op indeling AO/IC Dit document beschrijft de Administratieve Organisatie en de Interne Controle (AO/IC) van de samenwerkende hoofdaanvragers en het gezamenlijke SSC. Deze AO/IC heeft als doel een praktische invulling c.q. uitwerking te geven aan de voorwaarden die de “Subsidieregeling Cofinanciering Sectorplannen” aan aanvragende organisaties oplegt. Met behulp van deze AO/IC zijn de hoofdaanvragers in staat de processen rondom de verantwoording van de subsidie te structureren en te borgen. Dit stelt de hoofdaanvragers in staat optimaal gebruik te maken van de subsidiemogelijkheden. Alle bij het project betrokken partijen zijn gehouden aan uitvoering conform de in deze AO/IC vastgelegde procedures en richtlijnen.


Pagina 4 van 68

Hoofdstuk 2 beschrijft het uitvoeringskader van deze AO/IC. In hoofdstuk 3 is de projectplanning en –fasering opgenomen. De organisatie, communicatie en besluitvorming is vastgelegd in hoofdstuk 4. Hoofdstuk 5 geeft inzicht in activiteiten aangaande de inrichting en voorbereiding van het project. In hoofdstuk 6 is de projectuitvoering en de administratieve vastlegging vastgesteld. In hoofdstuk 7 is vastgelegd waarop de interne controle plaatsvindt. En in hoofdstuk 8 en 9 is de afronding, verantwoording en vaststelling van de projecten nader toegelicht. Vastgestelde formats in verband met vereiste documentatie zijn opgenomen in de bijlagen.

Copyright Dit document is eigendom van Wecreate Consulting B.V., opgesteld in opdracht van de 16 regionale werkgeversorganisaties in de zorg, zoals opgenomen in bijlage 11 van dit document. Niets uit dit document mag gereproduceerd of anderszins overgenomen, gekopieerd of vermenigvuldigd worden zonder schriftelijke toestemming van Wecreate Consulting B.V. en haar opdrachtgever(s). Disclaimer Dit document is een uitgave van Wecreate Consulting B.V. Ondanks de zorg waarmee dit document is samengesteld is het niet uitgesloten dat de verschafte informatie op enig moment, als gevolg van ontwikkelingen of gewijzigde inzichten, moet worden herzien of aangevuld. Wecreate Consulting B.V. kan daarom geen verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid aanvaarden voor het gebruik van de informatie in dit rapport.


Pagina 5 van 68

2

Uitgangspunten en uitvoeringskader

Deze AO/IC wordt toegepast om de thans geldende wet- en regelgeving te vatten in werkbare procedures ten behoeve van de deelname door hoofdaanvragers, het SSC en werkgevers aan de uitvoering van dit project. Voor betrokkenen bij het project maakt de AO/IC duidelijk welke taken en verantwoordelijkheden de betrokkenen hebben. Tevens maakt het de scheidslijn tussen het verzamelen en invoeren van gegevens en de controle hierop inzichtelijk. Voor externe partijen borgt de AO/IC dat er conform vereisten wordt gewerkt, resulterend in een juiste, volledige en actuele projectadministratie. In dit hoofdstuk zijn de uitgangspunten vastgelegd die ten grondslag liggen aan de uitvoering en verantwoording van dit project. Deze uitgangspunten vormen het kader waaraan het project moet voldoen. Dit kader komt voort uit:

2.1



Eigen beleid en keuzes van de hoofdaanvrager;



De van toepassing zijnde regelgeving;



De gehonoreerde aanvraag met daarin eventueel aanvullende voorwaarden.

Eigen beleid

Iedere werkgever voert haar eigen beleid uit binnen de kaders ingegeven door de werking van hun cao, gemeentelijk-, regionaal- of rijksbeleid (dan wel enig orgaan dat regels bepaalt voor de betreffende werkgevers). Werkgevers die een beroep doen op dit sectorplan onderwerpen zich aan de regels die de hoofdaanvrager bepaalt. De hoofdaanvrager neemt daarom geen verantwoordelijkheid voor hetgeen de werkgevers vanuit hun eigen beleidsdoeleinden moeten realiseren, maar slechts hetgeen gerealiseerd moet worden vanuit de doelstellingen van het sectorplan. Activiteiten die daar naar het oordeel van de hoofdaanvrager niet onder vallen, komen niet in aanmerking voor subsidiering in het kader van dit plan. Werkgevers die deelnemen aan dit plan moeten daarom zonder enige terughoudendheid alle bepalingen uit deze AO/IC aanvaarden en naleven. Indien dat om welke reden dan ook strijdig is met het eigen beleid, dan dient de werkgever dit zelf te constateren en daarvoor de maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn. De samenwerkende hoofdaanvragers hebben besloten het SSC op te zetten en hier de volgende werkzaamheden centraal te beleggen:  Een gezamelijke en uniforme AO/IC voor alle hoofdaanvragers;  Een gezamelijk en uniform webportal voor de registratie en verantwoording;  Een gezamelijke backoffice die belast is met een 100% tweedelijnscontrole;  Eén accountant die centraal (bij het SSC) alle projecten controleert. Alle deelnemende hoofdaanvragers en de hiermee samenhangende werkgevers voeren het Sectorplan conform deze AO/IC uit en maken hierbij gebruik van het SSC. Het SSC beheert de AO/IC en draagt zorg voor aansluiting met de regelgeving, nieuwe interpretaties en wensen vanuit de samenwerkende hoofdaanvragers.


Pagina 6 van 68

2.2

Regelgeving

Bij de uitvoering en verantwoording van de activiteiten uit dit project is iedere hoofdaanvrager gehouden aan geldende regelgeving. Deze AO/IC is opgesteld met inachtneming van: 

AWB;



Kaderwet SZW subsidies;



De Algemene Regeling SZW subsidies;



De Regeling Cofinanciering Sectorplannen;



Beschikking subsidieverlening.

De 18 beschikkingen zijn op hoofdlijnen gelijk. Uiteraard heeft iedere hoofdaanvrager zijn eigen budget en deelnemersaantal per maatregel. De Leidraad Regeling Cofinanciering Sectorplannen Projectadministratie zoals gepubliceerd door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is geraadpleegd bij het opstellen van deze AO/IC. De AO/IC met bijbehorende bijlagen is in nauw overleg met de accountant tot stand gekomen.

2.3

De sectorplannen

Deze AO/IC heeft betrekking op de 18 gehonoreerde regionale aanvragen van de samenwerkende hoofdaanvragers. De aanvragen zijn begrotingstechnisch en op inhoud gelijk. Ieder sectorplan heeft betrekking op 2 thema’s, met in totaal 7 maatregelen. De 4 maatregelen in thema 1 richten zich op competentie ontwikkeling van medewerkers en de 3 maatregelen in thema 2 richten zich op kwalificerende scholing. Binnen de maatregelen zijn kostensoorten begroot, zoals: externe opleidingskosten, interne instructiekosten, loonverlet deelnemers en loonkosten leerwerktrajecten. Werkgevers kunnen alleen subsidie verkrijgen voor activiteiten die vallen onder de 7 maatregelen en voor kostensoorten welke zijn opgenomen in de begroting van de aanvraag van de hoofdaanvrager. Het volgende schema geeft inzicht in de maatregelen en kostensoorten waarvoor werkgevers subsidie kunnen verkrijgen. Thema

Maatregel

Kostensoorten

Thema 1

1. uitvoering competentiescans

Externe kosten, interne instructiekosten

Thema 1

2. trainingsprogramma, 2 dagen

Externe kosten, interne instructiekosten

Thema 1

3. bijscholingsprogramma, 8 dagen

Externe kosten, interne instructiekosten en loonverletkosten

Thema 1

4. opleidingsprogramma, 16 dagen

Externe kosten, interne instructiekosten en loonverletkosten

Thema 2

5. MBO niveau BBL opleidingen

Loonkosten


Pagina 7 van 68

Thema 2

6. HBO Duaal

Loonkosten

Thema 2

7. EVC trajecten

Externe kosten

De 7 maatregelen en de 4 kostensoorten zijn de basis voor de inriching van de AO/IC. De kostensoorten bepalen welke verantwoording noodzakelijk is om kosten te kunnen subsidiëren en de 7 maatregelen zijn van belang voor de realisatie van de activiteiten in relatie tot de beschikkingen. De 18 aanvragen hebben ieder hun eigen budget en aantallen deelnemers per maatregel. Ook de uitvoeringsperiode (start- en einddatum) is niet voor alle aanvragen gelijk. In bijlage 11 ‘Overzicht beschikkingen’ is een overzicht opgenomen van alle 18 aanvragen. De indirecte activiteiten (overhead), zoals projectleiding, administratie en de accountant worden gefinancieerd via een vastgestelde vergoeding (subsidie) op basis van een staffel gebaseerd op de omvang van het project (de realisatie). Deze kosten hoeven niet verantwoord te worden voor het verkrijgen van de subsidie. De administratie en verantwoording van deze kosten is derhalve buiten deze AO/IC gehouden. Hoofdaanvragers maken hier onderling en intern zelf afspraken over.


Pagina 8 van 68

3

Fasering en planning

Het startpunt van het proces is idealiter de verleningsbeschikking van de aanvraag. Het is echter ook mogelijk dat verleningsbeschikking is afgeven terwijl de voorbereiding (en eventueel uitvoering) van het project al zijn gestart. Het eindpunt van het project is de vastgestelde subsidie (beschikking subsidievaststelling) op basis van de einddeclaratie. Tussen dit start en eindpunt vindt de daadwerkelijke projectuitvoering en verantwoording plaats. In dit hoofdstuk is de projectfasering en planning opgenomen. Aangezien de planning aanvraag-specifiek is wordt hier alleen het proces uiteengezet. Iedere hoofdaanvrager dient zijn eigen specifieke planning te maken op basis van de informatie die is opgenomen in iedere verleningsbeschikking.

3.1

Projectfasering

Het onderstaande processchema toont de projectfasering van het project en benoemt de belangrijkste activiteiten binnen de afzonderlijke fases.

START Beschikking subsidieverlening

Voorbereiding

Uitvoering (start projectperiode)

START •Wordt afgegeven door het Agentschap SZW.

•Communicatie naar de sector •Inrichting SSC en webportal •Opstellen AO/IC en implementeren procedures

•Uitvoering activiteiten •Opleveren documentatie •Administreren en monitoren •Rapportages •Voorschotverzoek

EINDE Beschikking subsidievaststelling

•Vaststelling door het Agentschap SZW

Controle en einddeclaratie •Uitvoeren accountants controle •Opstellen en indienen einddeclaratie

Afsluiting en verantwoording (einde projectperiode) •Stopzetten activiteiten •Completeren administratie •Controleren administratie

Dit is een ideaal proces. In werkelijkheid lopen de eerste 3 fases deels parallel.


Pagina 9 van 68

3.2

Planning, milestones, deliverables

Aangezien de verleningsdatum en projectperiode niet voor alle hoofdaanvragers gelijk is kan er geen uniforme planning worden opgenomen in deze AO/IC. Echter hebben alle hoofdaanvragers zich wel aan dezelfde eisen en processen te houden. Op basis hiervan is hieronder een procesplanning opgenomen. De hoofdaanvragers kunnen deze procesplanning hanteren als basis voor hun eigen specifieke planning.

Tijdlijn en rapportages Maanden

1

2

3

4

5

6

7

8

9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39

start

eind

eind BBL

Rapport van bevindingen AO Accountantscontrole (hardclose) Tussenrapportages Accountantsverklaring Einddeclaratie Voorschotrapportage Kwartaalrapportage

Uitgangspunten voor de belangrijkste formele deadlines zijn: 

Rapport van bevindingen AO: binnen 6 maanden na afgifte verleningsbeschikking;



Tussenrapportages met accountantsverklaring: over de eerste 12 maanden van de uitvoering van het projectplan. De deadline is opgenomen in de beschikking;



Einddeclaratie met accountantsverklaring: 13 weken na afloop van de projectperiode. Houdt hierbij rekening met een mogelijke verlenging voor maatregel 5 en 6, de deadline is opgenomen in de beschikking;



Voorschotrapportage: binnen 2 maanden na einde van iedere 6 maandelijkse periode uit de liquiditeitsprognose melden wanneer de realisatie minder is dan 75% ten opzichte van de prognose over die periode;



Kwartaalrapportages: om te voldoen aan de meldingsplicht, te bepalen door de hoofdaanvrager.

In bijlage 11 ‘Overzicht beschikkingen’ is een overzicht opgenomen van alle 18 aanvragen met daarin opgenomen de projectperiode en de verleningsdatum van de beschikking. Alle aanvragen en beschikkingen worden tevens opgenomen in het webportal, zodat deze inzichtelijk zijn voor de werkgevers, de hoofdaanvragers, de projectleider van het SSC en de accountant. Hiernaast zijn er ook nog de nodige richtlijnen en eisen voor de aanvang en looptijd van activiteiten. Hierna worden een aantal van deze onderwerpen nader belicht. Looptijd Sectorplan en aanvang activiteiten Voor maatregelen 1 t/m 4 en 7 geldt dat binnen 6 maanden na het verlenen van de beschikking een aanvang moet zijn gemaakt met de uitvoering van een van deze maatregelen. Deze maatregelen komen voor een maximale termijn van twee aaneengesloten jaren voor cofinanciering in aanmerking. Deze projectperiode is opgenomen in iedere beschikking. Bij maatregelen 5 en 6 kan iedere hoofdaanvrager een verzoek tot verlenging indienen bij het Agentschap SZW, zodat niet binnen 6 maar binnen 12 maanden na het verlenen van de beschikking een aanvang moet zijn gemaakt met de uitvoering van de maatregelen. Tevens kan de hoofdaanvrager het Agentschap SZW verzoeken om de subsidiabele periode van maatregelen 5 en 6 met 12 maanden te verlengen, zodat deze kosten tot maximaal 36 maanden na de startdatum AO/IC Cofinanciering Sectorplannen © 2014 Wecreate Consulting

Pagina 10 van 68

projectperiode voor subsidie in aanmerking komen. Ook maatregel 5 en 6 komen voor een maximale termijn van twee aaneengesloten jaren voor cofinanciering in aanmerking. Als niet binnen de gestelde termijnen een aanvang is gemaakt met de maatregelen wordt de beschikking tot subsidieverlening ingetrokken. Meldingsplicht algemeen De uitvoering van maatregelen en activiteiten vindt plaats conform de vastgestelde aanvraag. Zodra aannemelijk is dat activiteiten niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht, of anderszins niet aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, dient de hoofdaanvrager dat onmiddellijk, schriftelijk aan het Agentschap SZW voor te leggen. Deze meldplicht omvat alle omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de hoogte van de subsidie. Zie hiervoor ook de paragraaf 5.1 ‘Beheren van de beschikking’. Zesmaandelijkse melding bij een realisatie van minder dan 75% Als de gerealiseerde subsidiabele kosten in de periode van zes maanden waarvoor een voorschot is verleend, 75% of minder bedragen dan de hiervoor begrote subsidiabele kosten (en de voorschotten gemiddeld € 200.000,-of meer per jaar bedragen), dient de hoofdaanvrager dat binnen twee maanden na afloop van die periode aan het Agentschap SZW te melden.


Pagina 11 van 68

4

Organisatie van het project

Bij de inrichting en uitvoering van dit project spelen diverse partijen een rol. Het Agentschap SZW, het samenwerkingsverband, de hoofdaanvrager, de werkgevers, het SSC, de coöperatie, de commissie arbeidsmarktrelevantie en de accountant. Een transparante organisatie en duidelijke projectvoering is essentieel voor de kwaliteit en beheersbaarheid van ieder project. In dit hoofdstuk is de organisatie van de uitvoering vastgelegd.

4.1

Taken en verantwoordelijkheden

Er zijn diverse partijen betrokken bij de uitvoering en verantwoording van het project. Iedere partij heeft een rol in het totale proces en draagt hiermee een bepaalde verantwoordelijkheid. Hierna volgt een uiteenzetting van de betrokken partijen en hun rol in het project. Rol

Organisatie

Personen en functies 1 vast contact voor SSC, per hoofdaanvrager een vaste contactpersoon.

Toelichting

Subsidieverstrekker

Agentschap SZW

Samenwerkings -verband

Vakbond(en) en Regionale werkgeversorgani satie, gemeenten, opleidingsinstitut en, zorgverzekeraars e.d.

Vaste vertegenwoor digers namens contractpartijen

Eindverantwoordelijk voor het sectorplan en garantstelling, iedere partij staat afzonderlijk garant voor het volledige project.

Hoofdaanvrager

Regionale werkgeversorganisatie

Directeur/man ager Regionaal Projectleider (RPL)

Directeur/manager is eindverantwoordelijk voor de uitvoering en verantwoording van de aanvraag.


Verstrekt de subsidie aan de hoofdaanvrager. Controleert de einddeclaratie op de voorwaarden en stelt de subsidie vast.

Projectleider is verantwoordelijk voor: Voorbereiden van uitvoeringsovereenkomsten en maatregelenplannen; Managen en monitoren van de uitvoering van maatregelenplannen; Bewaken realisatie project en communiceren met de landelijke werkgroep, het SSC, de accountant, AGSZW; Managen toets op arbeidsmarktrelevantie; Pagina 12 van 68

-

Dossiervorming; Rapportages en einddeclaratie; Financiële projectadministratie; Communicatie met werkgevers

Commissie arbeidsmarktrelevantie

n.v.t.

Vertegenwoor diger van werkgeversorg anisatie, vertegenwoor diger van werknemersor ganisatie

De commissie is verantwoordelijk voor de toets op de arbeidsmarktrelevantie en koppelt de resultaten terug aan de projectleider van de hoofaanvrager.

Werkgevers

Zorginstelling die deelneemt aan het sectorplan

Directie Projectleider (ZPL) Administratief medewerker

Directie is verantwoordelijk voor de realisatie van de uitvoeringsovereenkomst en het maatregelenplan. Projectleider is aangesteld door de directie als vertegenwoordiger/ manager van het project en als communicatiekanaal voor de hoofdaanvrager en het SSC. Projectleider richt de AO in bij de werkgever en geeft hier leiding aan. Administratief medewerker is verantwoordelijk voor de registratie en verantwoording van de subsidiabele activiteiten conform de procedures en richtlijnen opgenomen in deze AO/IC.

Shared Service Centrum

Ondersteunend bureau onder leiding van het coöperatiebestuur van de samenwerkende hoofdaanvragers

Projectleider (LPL) Administratief medewerkers

Projectleider van het SSC is belast met: Leiding geven aan het SSC; Implementeren van de AO/IC; Beheren en bewaken van de AO/IC; Coördinatie en afstemming met alle regionale projectleiders; Leveren van managementinformatie en rapportages aan/met alle regionale projectleiders; Afstemmen en plannen van accountantsactiviteiten. Contact met Gilde BT over inrichting/bijstelling webportal Administratief medewerkers van het SSC zijn verantwoordelijk voor de 100% tweedelijns controle op de registratie en verantwoording van werkgevers conform de procedures en richtlijnen opgenomen in deze AO/IC. Ook zijn ze belast met het informeren, adviseren en bijsturen van werkgevers om tot een deugdelijke


Pagina 13 van 68

administratie te komen.

Coöperatie

Samenwerkende hoofdaanvragers

Bestuurders: Gerard Nederpelt Piet Verrijt

De coöperatie is opgesteld door de samenwerkende hoofdaanvragers en is eigenaar van het SSC. De bestuurders zijn eindverantwoordelijk voor het SSC

Accountant

Accountantsbureau RA

RA en medewerkers

Is betrokken bij de inrichting en verantwoording van alle aanvragen en levert het volgende:  Rapport van bevindingen AO;  Controleverklaring tussentijdse rapportages;  Controleverklaring einddeclaratie . De accountant stemt de uitvoering van zijn opdracht af met de projectleider van het SSC, die hiervoor overlegt met de projectleiders van de hoofdaanvragers.

4.2

Rol werkgevers

Een werkgever is gedefinieerd als een organisatie die werkzaamheden uitvoert in de zorgsector en valt onder een van de geldende cao’s uit de zorgsector. Zowel leden van een werkgeversorganisatie als niet leden vallen onder deze definitie, alhoewel er verschillende overhead kosten in rekening zullen worden gebracht (zie hiervoor de uitvoeringsovereenkomst in bijlage 1). Een werkgever kan op basis van een voorgeschreven format, het maatregelenplan (zie bijlage 2), subsidie aanvragen bij de hoofdaanvrager. De hoofdaanvrager beoordeelt de aanvraag en wijst deze al dan niet volledig toe. De werkgever voert vervolgens het maatregelenplan uit, conform de voorwaarden in de uitvoeringsovereenkomst en de procedures, eisen en richtlijnen in deze AO/IC. Voor de verantwoording en administratie gebruikt de werkgever het door de hoofdaanvrager beschikbaar gestelde webportal.

4.3

Rol hoofdaanvrager

Ieder samenwerkingsverband heeft een hoofdaanvrager aangesteld. Dit zijn de regionale werkgeversorganisaties. De hoofdaanvrager is namens het samenwerkingsverband verantwoordelijk voor de correcte uitvoering van de sectorplannen en voor het correct uitvoeren van deze AO/IC. Uit oogpunt van efficiency en kostenbesparing hebben de hoofdaanvragers gezamenlijk het SSC opgericht, dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van de gezamenlijke activiteiten zoals het inrichten en exploiteren van het portal en het opstellen van regels die dwingend zijn voor de werkgevers. Echter, ondanks dat er via het SSC veel taken uit handen worden genomen is en blijft de hoofdaanvrager verantwoordelijk voor de uitvoering en AO/IC Cofinanciering Sectorplannen © 2014 Wecreate Consulting

Pagina 14 van 68

administratie van haar eigen plan. Het SSC kan zal op veel terreinen faciliteren, maar indien er specifiek voor een bepaalde regio zaken geregeld moeten worden met AGSZW, dan moet de hoofdaanvrager dit zelf doen.

4.4

Rol Shared Service Centrum en webportal

Het SSC is belast met het beheer van de AO/IC en de uitvoering van de 100% tweedelijnscontrole. Ook verzorgt het SSC in samenspraak met de projectleiders van de hoofdaanvragers alle werkzaamheden van de controlerende accountant. Het SSC is de faciliteit voor de verantwoording en vastlegging van de 18 regionale sectorplannen en alle deelnemende werkgevers. Het SSC valt onder een coöperatie van alle samenwerkende hoofdaanvragers en legt verantwoording af aan het bestuur van de coöperatie. Het bestuur legt op haar beurt verantwoording af aan alle deelnemers, zijnde de hoofdaanvragers, van de coöperatie.

4.5

Organisatiemodel

Onderstaand model toont de wijze waarop betrokken partijen zijn georganiseerd en hoe de hoofdprocessen lopen.

Gecoordineerd overleg

AG SZW

Verlening

Aanvraag

Vaststelling

Declaratie Cooperatie hoofdaanvragers

Hoofdaanvrager (namens samenwerkingsverband)

info

Uitvoeringsovereenkomst

Shared Service Centrum Beheer AO/IC 100% tweedelijns controle Aansturing acc controle Opleveren rapportages

Werkgever docs

Iedere hoofdaanvrager is eindverantwoordelijk voor zijn eigen beschikking, de verantwoording hierover en de financiele afhandeling van de subsidie. Het SSC is facilitair aan de hoofdaanvrager en hiermee aan de werkgevers.


Pagina 15 van 68

4.6

Overlegstructuur

De onderstaande overlegstructuur is vastgesteld. Strategisch overleg De hoofdaanvrager is verantwoordelijk voor de uitvoering en verantwoording van het project. Op strategischniveau zijn er twee vormen van overleg, namelijk: 1. Overleg met het samenwerkingsverband: formeel is het samenwerkingsverband eindverantwoordelijk. Dit samenwerkingsverband staat echter op afstand van de uitvoering en zal een of enkele keren bij elkaar komen om op hoofdlijnen geinformeerd te worden door de hoofaanvrager. Iedere hoofdaanvrager is verantwoordlijk om hierover afspraken te maken met het samenwerkingsverband. In deze AO/IC is geen frequentie opgenomen voor dit overleg. 2. Overleg tussen hoofdaanvragers: Hoofdaanvragers overleggen periodiek op directieniveau met elkaar in het zogenoemde ‘deelnemersoverleg’ RegioPlus. Hier kunnen zaken aangaande de projecten geagendeerd worden. Onderwerpen die op dit niveua besproken worden zijn: 

Algehele voortgang van de projecten;



Ontwikkelingen die de voortgang beinvloeden;



Werking van het SSC;



Functioneren van de AO/IC.

Tactisch overleg Overleg op tactische niveau is gedefineerd als het niveau van de projectleiders (LPL en RPL’s), als verantwoordelijke functionarissen voor de uitvoering en verantwoording van de projecten. De projectleiders hebben tot eind 2014 maandelijks een projectleidersoverleg waarin alle vragen vanuit het regionale niveau onderling en met de landelijke werkgroep kunnen worden besproken. Vanaf 2015 kan de frequentie van het overleg mogelijk omlaag naar 1x per 3 maanden. Daarover wordt later een besluit genomen. Op het niveau van de projectleiders (RPL) worden ook alle eventuele knelpunten besproken rondom het webportal, de werking van de AO/IC, management rapportages en de effecten? daarvan richting AGSZW. Een tweede overleg op tactisch niveau betreft de aansturing van het SSC. Voor bespreking van de dagelijkse gang van zaken en voor het nemen van besluiten hiervoor is het bestuur van de cooperatie verantwoordlijk. Operationeel overleg Op operationeel niveau zijn er overleggen op het niveau van de hoofdaanvrager en op het niveau van het SSC. Daarover het volgende: 1. Hoofdaanvrager: de hoofdaanvrager moet borgen dat de projectleider (RPL) optreedt namens de hoofdaanvrager en moet borgen dat er een projectorganisatie is die de toebedeelde taken kan uitvoeren met het daarbij behorende reguliere werkoverleg. Vanuit de AO/IC wordt niet voorgeschreven wat de frequentie en inhoud is van dit overleg. Het moet zodanig zijn ingericht dat redelijkerwijze verondersteld mag worden dat de projectleider zijn/haar taken naar behoren kan uitvoeren. 2. SSC: binnen het SSC vindt wekelijks een werkoverleg plaats tussen de projectleider (LPL) en het uitvoerende personeel (back-office medewerkers) om de voortgang te bespreken.


Pagina 16 van 68

4.7

Rapportagestructuur

De rapportagestructuur is als volgt: SSC 

De projectleider (LPL) van het SSC rapporteert maandelijks aan het bestuur van de cooperatie over de algehele voortgang van alle projecten en kwaliteit van de administratie . Een en ander is gebasseerd op managementrapportages uit het portal. Daarnaast wordt per aanvraag aangegeven wat de voortgang is en waar knelpunten geconstateerd worden. Het bestuur van de cooperatie rapporteert op hoofdlijnen aan het ‘deelnemersoverleg RegioPlus’, waar alle hoofdaanvragers vertegenwoordigt zijn.



De projectleider (LPL) van het SSC rapporteert maandelijks aan de projectleider (RPL) van iedere hoofdaanvrager over de voortgang van het projecten en kwaliteit van de administratie . Een en ander is gebasseerd op managementrapportages uit het portal. Daarbij wordt aangegeven waar knelpunten geconstateerd worden.



3 maandelijks wordt er een rapportage gemaakt waaruit blijkt of de liquiditeitsprognoses gehaald worden, waarbij, bij een afwijking van > 25% gerapporteerd wordt dat de hoofdaanvrager daarvan melding moet doen aan AGSZW, met het verzoek tot acceptatie van de afwijking. Zie ook paragraaf 5.1.

Projectleider (RPL) van hoofdaanvragers (zie ook paragraaf 3.2) 

De projectleiders rapporteren maandelijks aan hun directie/management wat de voortgang is op hoofdlijnen (p*q per maatregel);



De projectleiders rapporteren na iedere 6 maanden aan hun directie/management over de realisatie in relatie tot de prognose in de beschiking. Zo nodig stuurt de projectleider een rapportage aan AGSZW wanneer de realisatie over de betreffende periode minder dan 75% is. Het SSC wordt hiervan op de hoogte gesteld;



De projectleider dient over de eerste 12 maanden een tussenrapportage in en stemt dit af met het SSC;



De projectleider dient 13 weken na het einde van de projectperiode een einddeclaratie in bij het AGSZW. De projectleider houdt zich hierbij aan de planning zoals opgenomen in Hoofdstuk 8.

Hoofdaanvrager: 

De hoofdaanvrager rapporteert (half) jaarlijks aan het samenwerkingsverband over de algehele voortgang.

4.8

Escalatieprocedure

Er zijn 4 niveaus waarop geëscaleerd kan worden: 1. Projectleider (RPL) - hoofdaanvrager Projectleiders (RPL) moeten bij geconstateerde problemen direct escaleren naar hun directie/ manager, omdat zij uitvoerend verantwoordelijk zijn voor hun eigen plan. Als de problemen ook spelen of kunnen spelen of van invloed zijn op andere hoofdaanvragers informeert de projectleider (RPL) de projectleider van het SSC. Tevens informeert de eindverantwoordelijke van de hoofdaanvrager de andere hoofdaanvragers via bijvoorbeeld via het deelnemers overleg Regio+.


Pagina 17 van 68

2. Hoofdaanvrager De hoofdaanvrager escaleert zo nodig aan het samenwerkingsverband via het deelnemers overleg Regio. 3. SSC SSC escaleert bij geconstateerde problemen direct richting de samenwerkende hoofdaanvragers (het bestuur van de coöperatie), altijd gelijktijdig aan een melding daarvan aan de projectleider van de betreffende regio(‘s) die het betreft. 4. Werkgever De werkgever escaleert bij geconstateerde of voorzien problemen direct naar de hoofdaanvrager.

4.9

Communicatie met AGSZW

De communicatie met AGSZW vindt plaats op 2 niveaus: 1. Hoofdaanvrager naar AGSZW De hoofdaanvrager moet bij cruciale punten altijd zelfstandig communiceren met AGSZW, omdat zij eindverantwoordelijk is. 2. Gecoördineerd overleg met AGSZW De samenwerkende hoofdaanvragers hebben onderling en met AGSZW afgesproken dat een landelijke afvaardiging kan communiceren namens alle hoofdaanvragers. Deze afvaardiging wordt gecoördineerd door het coöperatiebestuur en Regio+. Echter, omdat juridisch gezien de hoofdaanvrager altijd verantwoordelijk is voor haar eigen aanvraag, moet iedere communicatie met AGSZW tevens in cc sturen naar de projectleiders, zodat zij dit kunnen toevoegen aan hun eigen dossier.

Uitkomsten van deze communicatie worden gedeeld met de projectleider van het SSC en de andere aanvragers via de projectleidersbijeenkomsten en/of het deelnemersoverleg.


Pagina 18 van 68

5

Voorbereiding en inrichting

Voordat de werkgevers kunnen overgaan tot het registeren en verantwoorden van activiteiten vindt er nog een proces plaats waarin de hoofdaanvrager en de werkgevers als uitvoerder afspraken maken over het budget, de te subsidiëren maatregelen en activiteiten en de rechten en plichten waaronder dit plaatsvindt. Dit wordt vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst (bijlage 1) en het maatregelenplan (bijlage 2). De wijze waarop dit deelproces wordt uitgevoerd is in dit hoofdstuk belegd. Tevens is in dit hoofdstuk opgenomen wat de uitgangspunten zijn voor de uitvoering en hoe de hoofdaanvragers de thema’s marktconformiteit en toets op de arbeidsmarktrelevantie hebben ingericht.

5.1

Beheer van beschikkingen

De beschikking subsidieverlening is voor iedere hoofdaanvrager de grondslag voor de uitvoering van het project. Voor alle hoofdaanvragers geldt dat in de beschikking een totaal budget en per maatregel een deelbudget en een deelnemersaantal is opgenomen (P*Q). Dit zijn maximale waarden die niet overschreden mogen worden. Voor een goed beheer is een bewaking op deze maatregelen essentieel. De beschikking subsidieverlening is het uitgangspunt voor de verlening en verantwoording van het sectorplan. In het webportal wordt per beschikking een account aangemaakt voor de projectleiders (RPL) van de hoofdaanvragers. De volgende parameters worden hierin vooraf door de projectleider (RPL) ingevuld: 

Startdatum project



Einddatum project



Totaal budget



P*Q per maatregel

Zowel de toegekende maatregelenplannen (zie volgende paragraaf) aan de werkgevers en de werkelijke realisatie (verantwoorde kosten) worden afgezet tegen deze parameters, zodat de projectleiders altijd goed inzicht hebben in de realisatie van het project ten opzichte van de beschikking. Tevens kan op basis hiervan de nodige managementinformatie worden gegenereerd, zodat partijen en belanghebbenden tijdig kunnen worden geïnformeerd. Zie ook paragraaf 4.7. Er zit een spanning tussen de beschikking en de af te sluiten maatregelenplannen per werkgever. De cumulatie van afzonderlijke maatregelenplannen levert waarschijnlijk een ander resultaat op (in P*Q per maatregel) dan is opgenomen in de beschikking. Op het moment dat de in de beschikking opgenomen waarden op P*Q per maatregel worden overschreden is er feitelijk geen juridische grondslag voor subsidie op deze overschrijding. De hoofdaanvrager kan dit risico beheersen door tijdig het AGSZW te verzoeken om een herbeschikking af te geven op basis van de nieuwe inzichten. In de volgende procedure is opgenomen op welke wijze hoofdaanvrager dit proces kunnen uitvoeren en beheren.


Pagina 19 van 68

Procedure ‘hoe om te gaan met managen beschikking P*Q’ De meeste sectorplannen werken met tijdsvakken voor maatregelenplannen van werkgevers. Zodra een tijdvak is gesloten kan de projectleider van de hoofdaanvrager de balans opmaken en constateren waar de (onvoorziene) verschuiving tussen maatregelen optreedt. Conform de onderstaande, met AGSZW afgestemde, procedure en de voorbeeldmail in bijlage 12 dient de projectleider de wijzigingen in P*Q per maatregel voor te leggen aan zijn of haar contactpersoon van SZW. De opgenomen tabellen in bijlage 12 en de regio specifieke onderbouwing en motivering van de afwijkingen zijn hierbij van groot belang.

De procedure is als volgt: 1. Beschikking op aanvraag 2. Openstellen tranche voor werkgevers 3. Indienen maatregelenplannen door werkgevers 4. Cumulatieve afzetten tegen de beschikking 5. Afwijking absoluut en procentueel uitrekenen(tussenmaatregelen en in P*Q ) 6. Onderbouwen afwijkingen en afstemmen met Regio Plus (zie bijlage 12) 7. Afwijkingen melden voor akkoord AGZSW (zie bijlage 12) 8. Afschrift naar Regio Plus (bij nee nadere afstemming met werkgroep) 9. Afsluiten uitvoeringsovereenkomsten met werkgevers 10. Herbeschikking periodiek in overleg met contactpersoon SZW en de landelijke projectleider SSC

5.2

Proces van subsidieverwerving

De werkgevers kunnen aanspraak maken op subsidie door met de hoofdaanvrager een maatregelenplan overeen te komen en de uitvoeringsovereenkomst af te sluiten. Na het afsluiten van de uitvoeringsovereenkomst reserveert de hoofdaanvrager het overeengekomen budget, gespecificeerd per maatregel in kosten en deelnemersaantal (P*Q), voor de betreffende werkgevers. De projectleider (RPL) van de hoofdaanvrager is eigenaar van dit proces en zal bij het tot stand komen van het maatregelenplan sturen op een aantal zaken, namelijk: 

Sturen op juiste verhoudingen tussen maatregel en in P*Q;



Sturen op een realistische begroting die aansluit op de beschikking;



Sturen op een snelle realisatie en verantwoording;



Wijzen op en adviseren over procedure marktconformiteit en arbeidsmarktrelevantie.

Het hierna afgebeelde proces geeft inzicht in de afzonderlijke stappen die leiden tot de uitvoeringsovereenkomst en toegang tot het webportal voor de verantwoording en registratie van de uitgevoerde activiteiten.


Pagina 20 van 68

Proces 1: Maatregelenplan en toegang tot webportal Werkgever

Shared Service Centrum

Zorgregio 2

1 Opstellen en indienen plan

plan

Beoordelen plan

3 NEE

Feedback

5

Akkoord

4 Ondertekenen overeenkomst

JA Opstellen uitvoeringsovereenkomst


6 Uitvoeringsovereenkomst

Invoeren parameters webportal

7 Uitvoering en registratie plan

Inlog

Activatie plan in webportal

Dit proces is essentieel voor een beheersbare uitvoering van de afzonderlijke maatregelenplannen en hiermee voor het totale plan van de hoofdaanvrager.

5.3


Met de uitvoeringsovereenkomst leggen de werkgevers en de hoofdaanvrager vast welke subsidieclaim (trekkingsrecht) de werkgever krijgt toegewezen, voor welke maatregelen en tegen welke voorwaarden deze subsidie kan worden verkregen. De uitvoeringsovereenkomst is in bijlage 1 opgenomen. Een belangrijk onderdeel van de uitvoeringsovereenkomst is het maatregelenplan, zie hiervoor bijlage 2. Uitvoeringsovereenkomst De strekking van de uitvoeringovereenkomst is dat de werkgevers aanspraak kunnen maken op subsidie onder de volgende uitgangspunten: 

Een werkgever kan een subsidie verkrijgen ter grootte van 50% van de subsidiabele kosten ingeval het gaat om activiteiten die betrekking hebben op maatregelen 1, 2, 3, 4 en 7 en 20% van de subsidiabele kosten ingeval het gaat om activiteiten in het kader van maatregel 5 en 6 uit het sectorplan van de hoofdaanvrager;



De aanvraag wordt gedaan door het invullen van het maatregelenplan (bijlage bij de uitvoeringsovereenkomst);


Pagina 21 van 68



Voor de verantwoording is de werkgever verplicht om gebruik te maken van het centraal beschikbaar gestelde webportal en het SSC;



Alle kosten die de hoofdaanvrager maakt en waarvoor geen financiële dekking is, worden doorbelast aan de deelnemende werkgevers;



Voorschotten kunnen door de hoofaanvrager worden uitbetaald, maar hiertoe is geen verplichting.

Maatregelenplan Met de invulling en ondertekening van het maatregelenplan leggen de werkgevers en de hoofdaanvrager vast waar de subsidie voor wordt aangevraagd. Per maatregel wordt een aantal gegevens vastgelegd, hieronder maatregel 1 als voorbeeld. Maatregel 1: Competentiescans Aantal deelnemers:

………

Subsidiabele kosten:

………

Subsidie:

………

Inschatting verantwoorde subsidiabele kosten per kwartaal: Jaar/ kwartaal

Jan-Mrt

Apr-Jun

Jul-Sep

Okt-Dec

2014 2015 2016 Naast het aantal deelnemers en de kosten is er ook een schema opgenomen (zie boven) waarin wordt afgesproken wanneer welke kosten verantwoord zijn in het webportal en hiermee zichtbaar en controleerbaar voor het SSC. Dit geeft de projectleiders van de hoofdaanvragers inzicht in de administratieve voortgang en is het tevens een pressiemiddel wanneer deze voortgang uitblijft. Ook wordt een aantal algemene gegevens vastgelegd in het maatregelenplan, zoals: 

Gegevens contactpersoon;



Gegevens voor betaling;



Wel of geen lid van werkgeversorganisatie;



Wel of niet aanbestedingsplichtig;



Wel of niet BTW-plichtig.

Regio overstijgende werkgevers Er zijn werkgevers die regio overstijgend werken en/ of over meerdere locaties beschikken in verschillende werkgeversorganisatie-regio’s. Voor deze werkgevers geldt dat zij hun maatregelenplan regionaal moeten opknippen. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten: 1. Leidend is de vestigingsplaats van de werkgevers waar de betreffende werknemer werkzaam is, indien dit een fysiek gebouw is. 2. Indien in meerdere gebouwen gewerkt wordt die zich bevinden in meerdere regio’s dan maakt de werkgever een keuze op basis van waar het meest gewerkt wordt en legt deze keuze voor aan de projectleider (RPL) van de betreffende hoofdaanvrager. 3. Indien ambulant gewerkt wordt in meerdere regio’s, dan punt 2 volgen. 4. Projectleiders van de betreffende regio’s voeren overleg om tot een redelijke en billijke verdeling te komen.


Pagina 22 van 68

5. Werknemers kunnen niet deelnemen in verschillende sectorplannen, dit om fraude te voorkomen. Controle hierop wordt uitgevoerd door het SSC via het BSN. In uitzonderlijke gevallen kan het voorkomen dat een landelijke organisatie haar landelijke aanvraag onderbrengt in regio. Het is aan de regionale werkgeversorganisaties om hierover een beslissing te nemen, die helder gecommuniceerd wordt met de betreffende werkgever en waarvan melding wordt gemaakt aan de projectleiders van alle 16 regionale werkgeversorganisaties. Qua verantwoording is het voor AGSZW niet relevant vanuit welke regio de deelnemer is, als maar voorkomen wordt dat er deelnames zijn met hetzelfde BSN in verschillende regio’s.

5.4

Openstelling webportal

Nadat de projectleider van de hoofdaanvrager en de werkgever het maatregelenplan hebben ingevuld en de uitvoeringsovereenkomst correct is ondertekend maakt de projectleider (RPL) het account aan voor de betreffende werkgever in het webportal. Hierbij worden door de projectleider alle parameters ingevoerd die in het maatregelenplan zijn opgenomen. De contactpersoon (ZPL) van de betreffende werkgever ontvangt, nadat alle gegevens door de projectleider (RPL) zijn verwerkt, het inlogaccount, en kan vanaf dat moment gebruik maken van het webportal. De ingevoerde P*Q per maatregel werkt als plafond. Het webportal staat de gebruiker niet toe deze waarden te overschrijden. Op het moment dat de waarden bereikt zijn worden de werkgever en de projectleider (RPL) hierover door het systeem geinformeerd. Maatregelen waarvoor geen deelnemers en kosten zijn begroot zijn voor de werkgevers niet toegangkelijk in het webportal. Zo wordt voorkomen dat de werkgevers kosten verantwoorden voor maatregelen waarvoor ze geen subsidie hebben toegewezen gekregen. De projectleider van de hoofdaanvrager bewaakt en beheert de parameters (P*Q per maatregel) van de maatregelenplannen van de werkgevers in het webportal. De projectleider (RPL) is de enige die maatregelen kan openstellen en bijstellen als hij/zij dit noodzakelijk acht. Hier aan ten grondslag moet altijd een bijgesteld maatregelenplan of een extra maatregelenplan liggen. Ook heeft de projectleider (RPL) zicht op de ontwikkeling van de afzonderlijke maatregelenplannen en de cumulatieve waarden hiervan afgezet tegen de beschikking.

5.5

Borging marktconformiteit

De werkgevers hebben zelf de vrijheid hun opleidingsbehoefte te formuleren en in te kopen binnen de toegekende maatregelen in het maatregelenplan. Om te borgen dat de werkgevers aan de marktconformiteitseis kunnen voldoen (voor de maatregelen 1 t/m 4 en 7) hebben de hoofdaanvragers een uniform en centraal verantwoordingsproces vastgesteld welke is opgenomen in het webportal. In dit proces zijn meerdere opties mogelijk die hierna staan weergegeven. Standaard procedure Het webportal dwingt de werkgevers om via een uniform proces met standaard formats te komen tot een gedegen inkoopdossier welke de toets der kritiek doorstaat. Deze procedure geeft dekking tot het hoogste niveau (boven de € 50.000,-).


Pagina 23 van 68

Hieronder is de operationele werking uiteengezet: 1. De werkgever gaat naar het webportal en maakt een externe (opleidings)activiteit aan. 2. De werkgever formuleert kort de vraag , de gunningscriteria en de doorlooptijd in een vast kader. 3. De werkgever verstuurt de vraag naar minimaal 3 opleiders via het webportal. Voordien heeft werkgever contact gehad met de opleiders over de scholingsvraag en het offerteverzoek. 4. Opleiders ontvangen in de mail de vraag met een hyperlink naar een vast offerteformat. 5. Opleiders vullen de offerte met vaste parameters in, in het webportal. 6. Het webportal stelt een beoordelingsmatrix samen van de 3 offertes. 7. De werkgever geeft aan met welke partij hij een opdracht aan gaat en onderbouwt kort zijn besluit. 8. Het volledige dossier wordt opgeslagen in het webportal. Onderstaand processchema geeft inzicht in het werkproces.

Proces 2: inkoop externe opleiding Werkgever

SSC/ Webportal

Aanmaken externe opleidingsactiviteit

naam activiteit

Invullen format bestek

vraag, omvang, criteria,

Invullen aan te schrijven opleiders

Gegevens opleiders

Opleider(s)

1

2

3

5

4 Versturen link naar inschrijfformulier

Uitnodiging

Opstellen en indienen offerte via vast format

6 Beoordelen offertes, invullen gunningsmatrix

prijs, doel, inhoud, duur, omvang

7 gunningsgegevens


Toe- en afwijzing

Toegang portal

Pagina 24 van 68

Stappen 3,4 en 5 zijn optioneel en hoeven niet perse via het webportal uitgevoerd te worden. Wanneer de werkgevers reeds beschikken over offertes is een uitvraag via het webportal niet meer wenselijk. In dit geval kunnen werkgevers de offertes in PDF uploaden in het webportal. Tevens dient de werkgever de benodigde parameters van de offertes (prijs, duur, inhoud etc) in te vullen in de beoordelingsmatrix in het webportal. Daarna volgt de werkgever de procedure weer vanaf stap 6. Kleine inkooporders tot € 5.000,Relatief kleine inkooporders, tot € 5.000,- per gunning, mogen vrij uit de hand worden gegund, zonder dat hier een verdere verantwoording van de gunning voor hoeft te worden overlegd. Dit betekent voor het portal het volgende: 1. De werkgever wordt bij iedere externe activiteit altijd geconfronteerd met de standaard procedure zoals hiervoor uiteengezet. 2. Echter er verschijnt ook een optie met de tekst ‘vrije inkoop tot € 5.000,-‘. 3. Wanneer de werkgevers dit aanvinken krijgen ze een waarschuwingsscherm met de volgende tekst: Voor inkooporders tot € 5.000,- (opdrachtwaarde excl. BTW) hoeft geen marktconformiteit te worden aangetoond. Wij wijzen u hierbij met klem op de volgende voorwaarden en richtlijnen: 

U mag nooit bovenmatige kosten opvoeren voor dit project



De vrijstelling van € 5.000,- geldt per gunning



U mag opdrachten niet opknippen of spreiden



U dient altijd een verstandig inkoopbeleid te voeren



U mag per opleider maximaal € 5.000,- onder deze vrijstelling laten vallen



U mag per maatregel maximaal € 5.000,- onder deze vrijstelling laten vallen



Bij (het vermoeden van) misbruik van deze vrijstelling loopt u het risico dat kosten achteraf worden afgekeurd

4. De werkgever klikt op akkoord en de activiteit wordt opgeslagen als marktconformiteitsdossier met vrijstelling. Aanbestedingsplichtige organisaties Aanbestedingsplichtige werkgevers moeten zich voor de marktconformiteit aan de geldende aanbestedingswetgeving houden. Dit is geborgd in het maatregelenplan dat iedere werkgever afsluit met de betreffende hoofdaanvrager. In het maatregelenplan moet de werkgever aangeven of zij wel of niet aanbestedingsplichtig is. Aanbestedingsplichtige organisaties moeten voor de verantwoording van externe kosten een kopie van het aanbestedingsdossier uploaden in het webportal. De verwachting is dat aanbestedingsplichtige organisatie niet of nauwelijks deelnemen aan de Sectorplannen. Toets op arbeidsmarktrelevantie De informatie die wordt vergaard bij de marktconformiteitsprocedure is tevens de basis voor de toets op de arbeidsmarktrelevantie voor externe opleidingen. In de volgende paragraaf is dit proces nader uitgewerkt.


Pagina 25 van 68

5.6

Toets op arbeidsmarktrelevantie

Alle opleidingen die in het kader van de Sectorplannen worden uitgevoerd moet inhoudelijk worden getoetst of ze arbeidsmarktrelevant zijn en of ze passen bij de doelstellingen van het sectorplan. Om dit te borgen voert iedere hoofdaanvrager een toetsingsprocedure arbeidsmarktrelevantie uit. Om te voorkomen dat de bijdrage uit de sectorplannen aan de werkgevers gezien kan worden als staatssteun dient er tevens sprake te zijn van een ‘Algemene Opleiding’. Dit is een interne of externe opleiding, niet zijnde bedrijfsspecifieke training, teneinde de leerling vakspecifieke beroepsvaardigheden aan te leren. Oftewel de scholing/ opleiding die gegeven wordt mag niet specifiek gericht zijn op vaardigheden vereist door één specifieke werkgever, maar moet tevens relevant zijn voor het uitvoeren van werkzaamheden elders. Opleidingen die gegeven worden vanuit door de overheid erkende onderwijsinstellingen zoals BBLopleidingen en HBO Duale opleidingen zijn automatisch ‘Algemene Opleiding’ en behoeven niet apart getoetst te worden op arbeidsmarktrelevantie. Echter er moet van deze opleidingen wel worden vastgesteld of deze passen bij de doelstellingen van het sectorplan. Het vaststellen van de arbeidsmarktrelevantie geldt voor opleidingen bij de maatregelen 2, 3 en 4. Eisen aan de opleiding Alle opleidingen dienen te voldoen aan de volgende eisen: 1. De opleiding heeft een algemeen karakter. Dat wil zeggen dat de resultaten van de opleiding tevens relevant zijn voor functies bij andere werkgevers. 2. De opleiding draagt bij aan de employability van de werknemer. 3. De opleiding past binnen de doelstellingen van het sectorplan. 4. Een opleiding duurt minimaal één dag (6 klokuren of 2 x 3 uur) 5. BHV, EHBO en E-learning zijn geen subsidiabele opleidingen. BHV en EHBO alsook andere opleidingen of trainingen die geacht worden deel uit te maken van het reguliere opleidingsbeleid van een organisatie, zijn niet subsidiabel. Ook opleidingen met E-learning als werkvorm komen niet voor subsidie in aanmerking door complexiteit bij de administratieve verantwoording en onderbouwing van gemaakte kosten.

Opzet procedure Het proces op hoofdlijnen is als volgt. Stap 1: Advies bij opstellen activiteitenplan Bij het afsluiten van de uitvoeringsovereenkomst en het opstellen van het maatregelenplan doet de projectleider van de hoofdaanvrager een eerste informele toets op de arbeidsmarktrelevantie van de voorgenomen activiteiten. Dit betekent dat de projectleider de werkgever bevraagt over de uit te voeren opleidingen en in het kader van deze procedure de werkgever adviseert over activiteiten die de werkgevers binnen dit plan voornemens zijn uit te voeren. Deze toets is informeel en wordt niet vastgelegd. Stap 2: Aanmelden opleidingen Nadat de werkgevers en de hoofdaanvrager een maatregelenplan overeen zijn gekomen krijgt de werkgever toegang tot het webportal. In het webportal moet de werkgever onder de aangevraagde maatregelen de opleidingsactiviteiten registreren, voordat er deelnemers kunnen worden aangemeld. Voor iedere opleidingsactiviteit onder de maatregelen 2, 3 en 4 voert de werkgever (of de externe opleider) de volgende gegevens in: AO/IC Cofinanciering Sectorplannen © 2014 Wecreate Consulting

Pagina 26 van 68

a. Naam opleiding b. Naam opleider c. Duur (min. 6 klokuren) d. Doel (> 100 tekens) e. Doelgroep Inhoud (> 250 tekens) f.

Wijze van toetsing

Deze gegevens worden opgeslagen in de database van het webportal. Stap 3: eerste toets projectleider De projectleider van de hoofdaanvrager voert maandelijks een toets uit op de aangemelde opleidingen. Het webportal heeft hiervoor een aparte managementlijst, ‘arbeidsmarktrelevantielijst’, waarin de opleidingen zijn opgenomen. Voor iedere 10e van de maand genereert de projectleider (RPL) de ‘arbeidsmarktrelevantielijst’, waarin alle aangemelde opleidingen van de vorige maand zijn opgenomen. De projectleider beoordeelt de lijst en toets met name op eis 4 en 5. Opleidingen die niet voldoen kan de projectleider afkeuren via een afwijzingsbutton. De niet afgekeurde opleidingen mailt de projectleider in een Excel bijlage door aan de Commissie arbeidsmarktrelevantie. Stap 4: beoordeling door Commissie arbeidsmarktrelevantie De regionale Commissie arbeidsmarktrelevantie wordt per hoofdaanvrager vormgegeven en bestaat minimaal uit een vertegenwoordiger vanuit de werkgevers en een vertegenwoordiger vanuit de werknemers. Deze beoordelingscommissie toetst onafhankelijk of aangemelde opleidingen voldoen aan de uitgangspunten en eisen zoals genoemd in deze procedure. De Commissie arbeidsmarktrelevantie ontvangt uiterlijk iedere 10e van de maand de ‘arbeidsmarktrelevantielijst’ van de voorgaande maand. De Commissie arbeidsmarktrelevantie voert de beoordeling binnen twee kalenderweken uit, neemt hierbij alle eisen zoals in deze procedure vastgelegd in acht, en levert uiterlijk de 24e van de maand het resultaat van de beoordeling op aan de projectleider van de hoofdaanvrager. De beoordeling wordt door de Commissie arbeidsmarktrelevantie uitgevoerd in het door de projectleider aangeleverde Excelformat. De informatie voor de beoordeling wordt per opleiding in de laatste twee kolommen opgenomen. Eén kolom waarin ‘toewijzen’ of ‘afwijzen’ geselecteerd dient te worden en één kolom met de reden van afwijzing voor de afgewezen opleidingen. De Commissie arbeidsmarktrelevantie print de beoordeling uit en één functionaris parafeert iedere pagina en tekent en dateert de laatste pagina. Tevens verstuurt de Commissie arbeidsmarktrelevantie de digitale versie van de ‘arbeidsmarktrelevantielijst’ per mail voor de 24 e van iedere maand aan de projectleider van de hoofdaanvrager. Stap 5 verwerking resultaten De projectleider van de hoofdaanvrager verwerkt de resultaten, die hij voor de 24 e van iedere maand terug krijgt van de Commissie arbeidsmarktrelevantie, uiterlijk voor de 10e van de opvolgende maand in het webportal. Afgewezen opleidingen worden onder vermelding van de genoemde reden afgewezen. De projectleider archiveert de ondertekende papieren versies en de digitaal ontvangen versies in respectievelijk het projectdossier. Alle deelnemer(s)dossiers die samenhangen met afgewezen opleidingen komen (geautomatiseerd) zichtbaar voor de werkgever en het SSC te vervallen o.v.v. de afwijzing op arbeidsmarktrelevantie. AO/IC Cofinanciering Sectorplannen © 2014 Wecreate Consulting

Pagina 27 van 68

Hieronder volgt een stapsgewijs overzicht van de procedure. Proces 3: toets op arbeidsmarktrelevantie Stappen

Wie

Wat

Wanneer

Waarmee

1.Advies bij maatregelenplan

Projectleider hoofdaanvrager

Advies over procedure arbeidsmarktrelevan tie voor opleidingen die onder het project worden gebracht

Voor het afsluiten van het maatregelenplan

Dialoog en advies

2.Aanmelden opleidingen

De werkgever

De werkgevers melden opleidingen aan in het webportal en voeren hierbij de nodige informatie in

Gedurende de uitvoering van het maatregelenplan

In het portal via een vast proces en verplichte invulvelden

3.Eerste toets projectleider


Eerste globale inhoudelijke toets

Voor iedere 10e van de maand

In het webportal met behulp van ‘arbeidsmarktrelevantielijst’

4.Beoordeling door commissie

Commissie arbeidsmarktrelevantie

Inhoudelijke toets

Voor iedere 24e van de maand

In de aangeleverde ‘arbeidsmarktrelevantielijst ’

5.Verwerken resultaten


Verwerken van resultaten in het webportal

Voor iedere 10e van de volgende maand

In het webportal met behulp van ‘arbeidsmarktrelevantielijst’


Pagina 28 van 68

6

Uitvoering en verantwoording activiteiten

De werkgevers die een maatregelenplan uitvoeren verantwoorden deze activiteiten en de daarmee samenhangende kosten in het webportal. De verantwoorde activiteiten worden integraal door het SSC gecontroleerd en beoordeeld zie paragraaf 7.4. Voor de wijze waarop activiteiten moeten worden verantwoord zijn twee dimensies van belang. Namelijk de maatregel waaronder de activiteit wordt uitgevoerd en de kostensoort waarvoor de werkgever subsidie wenst te ontvangen. De kostensoort is bepalend voor de verantwoording die moet plaatsvinden en de maatregelen zijn van belang voor de monitoring van de voortgang van het project en de afzonderlijke maatregelenplannen. In dit hoofdstuk is de wijze waarop activiteiten moeten worden verantwoord door de werkgever vastgelegd.

6.1

Registratieproces

Het proces van registreren en verantwoorden is gestandaardiseerd en ingebouwd in het webportal. Alle werkgevers doorlopen hetzelfde proces. Het webportal dwingt hiermee de werkgevers om op een uniforme wijze te verantwoorden. In deze paragraaf zijn de twee hoofdprocessen uiteen gezet. Het eerste hoofdproces heeft betrekking op de maatregelen 1 t/m 4 en 7 en het tweede hoofdproces heeft betrekking op maatregel 5 en 6. Hoofdproces maatregel 1 t/m 4 en 7 Bij deze maatregelen moet op activiteitenniveau twee zaken worden verantwoord, namelijk de marktconformiteit voor externe opleidingen en de toets op arbeidsmarktrelevantie voor alle opleidingen. Proces 4 geeft inzicht in de wijze waarop de werkgevers activiteiten aanmaken.

Proces 4: aanmaken activiteit 1 t/m 4 + 7 Werkgever

SSC/ Webportal

1 Aanmaken opleidingsactiviteit onder een maatregel

naam activiteit

2 Keuze uit intern of extern

3 Extern: zie proces 2

3 Intern: invoeren opleidingsgegevens


Titel Duur Doel Doelgroep Inhoud Wijze van toetsing

Pagina 29 van 68

Voordat de werkgever groepen/ deelnemers aanmaakt is het noodzakelijk dat de werkgever activiteiten aanmaakt en hierbij de marktconformiteit verantwoordt en de noodzakelijke gegevens voor de toets op de arbeidsmarktrelevantie invoert. De verantwoording van deze zaken is eerder beschreven in proces 2 en 3 in hoofdstuk 5. Onder de aangemelde activiteiten kunnen de werkgevers in het webportal deelnemers opvoeren. Dit kan per individu of per groep. Hiervoor geldt een uniform proces dat leidt tot de noodzakelijke gegevens voor de verantwoording. Tevens maakt het webportal vanuit dit proces een aantal standaard formats aan die de werkgever kan of moet gebruiken voor de verantwoording. Onderstaand proces geeft inzicht in de afzonderlijke stappen en de data welke worden opgeslagen.

Proces 5: aanmaken groep/ deelnemer 1 t/m 4 + 7 Werkgever

SSC/ Webportal

1 Selectie naam activiteit

2 Selectie aanleiding scholing

Paradigma verschuiving Van intra- naar extramuraal Zelfsturing Functieverandering

Invoer opleidingsdata

startdatum einddatum

Invoer deelnemer(s) gegevens

BSN nummer Voorletter Tussenvoegsel Achternaam Geslacht Geboortedatum Bruto maandsalaris

Selectie kostensoorten

Interne instructiekosten Externe kosten Loonverlet deelnemers

Invoer gegevens interne docent

Voorletter Tussenvoegsel Achternaam Geslacht Geboortedatum Bruto maandsalaris Fulltime percentage

3

4

5

6

- Deelnemersverklaring Presentielijst intern Presentielijst extern Uren interne docent


Beschikbare formats, door het webportal gegenereerd

Pagina 30 van 68

Wanneer de activiteiten zijn aangemaakt en de deelnemers aangemeld maakt het webportal per deelnemer een verantwoordingsdossier aan. Voor de werkgever en het SSC is per deelnemer exact inzichtelijk welke documenten moeten worden opgeleverd voor de verantwoording. De basis hiervoor is de kostensoort(en) waarvoor de werkgever subsidie wenst te verkrijgen. Deze kostensoorten zijn in proces 5 aangegeven. Gedurende de uitvoering kan een werkgever besluiten om bepaalde kostensoorten toch niet te verantwoorden. Op dat moment kan de werkgever in het webportal altijd per deelnemer kostensoorten dichtzetten. Hiermee vervalt de verantwoordingsplicht voor die kostensoort en maken de hiermee samenhangende verantwoordingsdocumenten niet langer een onderdeel uit van het dossier. Uiteraard vervalt hiermee ook het recht op subsidie voor de betreffende kostensoort. Hoofdproces maatregel 5 en 6 Maatregel 5 en 6 betreft een loonkostensubsidie voor een beroepsopleiding die in een leerwerkvorm wordt uitgevoerd. Marktconformiteit speelt hierbij geen rol omdat er geen externe kosten zijn. Ook de inhoudelijke informatie over de opleiding is niet nodig omdat beroepsopleidingen per definitie arbeidsmarkt relevant zijn Dit vereenvoudigt het proces tot een aanmeldproces zoals hieronder weergegeven.

Proces 6: aanmaken deelnemer 5 + 6 Werkgever

SSC/ Webportal

1 Aanmaken activiteit onder maatregel

CREBO/ CROHO nr Naam opleiding Naam opleider

Invoer opleidingsdata

Startdatum Einddatum

Invoer deelnemer(s) gegevens

BSN nummer Voorletter Tussenvoegsel Achternaam Geslacht Geboortedatum Uren dienstverband

Selectie doelgroep

- Additionele instroom - Bestaande werknemer

2

3

4

- Deelnemersverklaring Format bewijs van deelname Verklaring additionele instroom


Beschikbare formats, door het webportal gegenereerd

Pagina 31 van 68

Wanneer de activiteit is aangemaakt en de deelnemer is aangemeld maakt het webportal (per deelnemer) een verantwoordingsdossier aan. Voor de werkgever en het SSC is per deelnemer exact inzichtelijk welke documenten moeten worden opgeleverd voor de verantwoording. Wanneer de werkgever onder stap 4 kiest voor ‘additionele instroom’ dient de werkgever hiervoor een aanvullende verklaring aan te leveren die door het webportal wordt gegenereerd en verstrekt. De loonkostensubsidie voor maatregel 5 en 6 wordt berekend op basis van het aantal werkdagen die een deelnemer in het traject zit. Het webportal bewaakt de parameters die hiervoor gelden, zie ook paragraaf 6.3.

6.2

Verantwoordingsdocumenten maatregelen 1 t/m 4 + 7

De vereiste verantwoordingsdocumenten zijn grotendeels afhankelijk van de kostensoort. Daarnaast zijn er enkele documenten die overall per deelnemer of per activiteit geregistreerd worden. In deze paragraaf zijn alle vereiste verantwoordingsdocumenten opgenomen voor de maatregelen 1 t/m 4 en 7. Deelneme rs-dossier Deelnemersverklaring

X

Loonstrook van start opleidingsactiviteit

X

Prestatiebewijs (diploma, certificaat, EVC rapport, competentierapport, presentielijst,)

X

Externe kosten

Marktconformiteitsdossier

X

Kopie factuur

X

Kopie betaalbewijs

X

Interne docent kosten

Interne presentielijst (urenstaat op presentielijst)

X

Loonstrook docent eerste lesdag

X

Loonverlet

Presentielijst (intern of extern)

X

Per deelnemersdossier De volgende documenten dienen altijd aanwezig te zijn, ongeacht de kostensoort. Deelnemersverklaring

Voor iedere deelnemer in het project is eenmalig een deelnemersverklaring nodig. Door het invullen van deze verklaring gaat de deelnemer akkoord met het gebruik van zijn/haar persoonsgegevens voor dit project. De deelnemersverklaring wordt tijdens het aanmeldproces automatisch door het webportal gegenereerd en verstrek aan de werkgever. Een format deelnemersverklaring is opgenomen in bijlage 3

Loonstrook van start opleidingsactiviteit

Voor iedere opleidingsactiviteit is een loonstrook noodzakelijk van de maand waarin de opleiding aanvangt. Hiermee toont de werkgever aan dat de deelnemer een


Pagina 32 van 68

werkende is en het opgegeven BSN kan geverifieerd worden. Loonstrook einde opleidingsactiviteit

Voor opleidingen die langer dan 3 maanden duren is ook een loonstrook noodzakelijk van de laatste maand waarin de opleiding is uitgevoerd.

Prestatiebewijs

Van iedere scholingsactiviteit is een prestatiebewijs noodzakelijk. Hiermee verantwoordt de werkgever dat er ook daadwerkelijk een prestatie is geleverd ten goede van de deelnemer. Er zijn diverse documenten die als prestatie bewijs gelden, zoals: diploma, certificaat, EVC rapport, competentierapport, presentielijst. Voor interne opleiding wordt altijd de interne presentielijst conform bijlage 4 vereist.

Aanvullend voor externe kosten De volgende documenten dienen aanvullend aanwezig te zijn voor het verantwoorden van de externe kosten. Marktconformiteitsdossier

Van iedere aangemelde externe activiteit doorloopt de werkgever de marktconformiteitsroute zoals beschreven in paragraaf 5.5. Activiteiten die niet onder de gunningsvrijstelling van € 5.000,- vallen bevatten de volgende bewijstukken: 

3 offertes;



De beoordelingsmatrix;



De gunningsmail.

Wanneer de marktconformiteitsdocumenten niet op orde zijn krijgt het deeldossier ‘externe kosten’ nooit de status ‘compleet’. Factuur

Met de factuur toont de werkgever aan dat de externe kosten in rekening zijn gebracht.

Betaalbewijs

Het betaalbewijs toont aan de gefactureerde kosten ook daadwerkelijk betaald zijn.

Aanvullend voor interne kosten De volgende documenten dienen aanvullend aanwezig te zijn voor het verantwoorden van de interne kosten. Loonstrook docent

Voor iedere docent moet de werkgever een loonstrook aanleveren van de maand waarin de betreffende docent de eerste activiteit voor het project heeft uitgevoerd. Op basis van deze loonstrook wordt de uurloonberekening uitgevoerd.


Pagina 33 van 68

Interne presentielijst

De docenturen worden verantwoord door de interne presentielijst. Hiervoor hanteren de hoofdaanvragers een vast voorgeschreven format dat is bijgevoegd in bijlage 4. Alleen wanneer het format door de docent en de leidinggevende correct, tijdig en volledig is ingevuld komen de uren en kosten in aanmerking voor subsidie. Het aandeel voor- en nawerk mag maximaal 25% van het totaal bedragen. Het webportal bewaakt dit automatisch.

Aanvullend voor loonverlet deelnemers De volgende documenten dienen aanvullend aanwezig te zijn voor het verantwoorden van de loonverletkosten van deelnemers. Presentielijst (extern of intern)

Voor de verantwoording van het loonverlet van deelnemers is naast het deelnemersdossier een presentielijst noodzakelijk. Voor externe opleiding wordt het format presentielijst in bijlage 5 gehanteerd als uitgangspunt. Voor de interne opleidingen geldt alleen het format dat is bijgevoegd in bijlage 4. Alleen wanneer het format door de docent en de deelnemers correct, tijdig en volledig is ingevuld komen de uren en kosten in aanmerking voor subsidie.

6.3

Verantwoordingsdocumenten maatregelen 5 en 6

Voor de verantwoording van de loonkostensubsidie zijn per deelnemer een aantal documenten noodzakelijk. Deze zijn hierna weergegeven.

Deelnemersverklaring Leerwerkovereenkomst Bewijs van deelname Startloonstrook Eindloonstrook Verklaring additionele instroom Deelnemersverklaring

Dossier X X X X X X Voor iedere deelnemer in het project is eenmalig een deelnemersverklaring nodig. Door deze verklaring gaat de deelnemer akkoord met het gebruik van zijn/haar persoonsgegevens voor dit project. De deelnemersverklaring wordt tijdens het aanmeldproces automatisch door het webportal gegenereerd en verstrekt aan de werkgever. Een format deelnemersverklaring is opgenomen in bijlage 3.


Pagina 34 van 68

Leerwerkovereenkomst

Dit is bij BBL opleidingen de BPVO/POK en bij HBO-Duaal trajecten een leerwerkovereenkomst. De start- en einddatum van de overeenkomst dienen overeen te komen met de aanmelding in het webportal. Het aantal uren van de arbeidsomvang dient ook overeen te komen met de opgegeven uren in het webportal.

Bewijs van deelname

Als de deelnemer binnen de projectperiode de opleiding afrondt, dient de werkgever als bewijs van deelname een kopie van het diploma te uploaden. Wanneer deelnemers tussentijds uitvallen of aan het einde van de projectperiode nog in opleiding zitten kunnen de werkgevers via het webportal een deelnameverklaring downloaden die deels vooraf wordt ingevuld en aangevuld en ondertekend dient te worden door het opleidingsinstituut. Deze ingevulde en getekende verklaring dient dan als bewijs van deelname. In bijlage 6 en 7 zijn de formats van de verklaringen opgenomen.

Startloonstrook

Met de startloonstrook toont de werkgever aan dat de deelnemer een werkende is en is aangevangen met het leerwerktraject. De startloonstrook dient van de maand van de start van het leerwerktraject te zijn. Als er een latere loonstrook wordt aangeleverd wordt de startdatum die leidend is voor de subsidieberekening aangepast door het SSC.

Eindloonstrook

Met de eindloonstrook toont de werkgever aan dat de deelnemer een werkende is. De eindloonstrook dient van de maand van het einde van het leerwerktraject te zijn of de laatste maand van de projectperiode. Als er een eerdere loonstrook wordt aangeleverd word de einddatum die leidend is voor de subsidieberekening aangepast door het SSC.

Verklaring additionele instroom

Voor deelnemers in de doelgroep ‘additionele instroom’ moet een getekende aanvullende verklaring worden geüpload. Middels dit document verklaren de OR en het bestuur gezamenlijk het aantal additionele leerwerkplaatsen voor jongeren. De verklaring wordt aangeleverd door het webportal en is bijgevoegd in bijlage 8.

Verder gelden de volgende uitgangspunten bij maatregel 5 en 6: 

Startdatum BBL altijd na startdatum beschikking (dus alleen nieuwe trajecten);



Maximale subsidiabele duur is 24 maanden;



Maximale einddatum is 1 jaar na einddatum beschikking;


Pagina 35 van 68



Deelnemer in de doelgroep ‘additionele instroom’ zijn bij start van de opleiding jonger dan 27 jaar.

Het webportal bewaakt geautomatiseerd deze paramaters. Het SSC voert hier controles op uit om te waarborgen dat het webportal daadwerkelijk goed is ingesteld.

6.4

Verantwoordingsdocumenten overkoepelend

Er is een aantal overkoepelende documenten die de werkgevers moeten opleveren. Deze documenten gelden dan op activiteitenniveau of voor meerdere kostensoorten. Hierna zijn de documenten nader beschreven. Info arbeidsmarktrelevantie

Van iedere aangemelde activiteit wordt de informatie voor de toets op de arbeidsmarktrelevantie opgeslagen in het webportal. De feitelijk toets wordt uitgevoerd conform proces 3 zoals beschreven in paragraaf 5.6. Activiteiten die de arbeidsmarktrelevantietoets niet doorstaan worden door de projectleider van de hoofdaanvrager op vervallen gezet. Dit betekent dat alle dossiers die gekoppeld zijn aan deze activiteit komen te vervallen.

Btw vrijstelling of verklaring

De werkgevers kunnen btw in aanmerking laten komen als subsidiabele kosten. Een werkgever heeft hierin 3 opties: 1. Volledig vrijgesteld van btw, dan dient de werkgever de verklaring in bijlage 9 te ondertekenen en uploaden. 2. Deels vrijgesteld van btw, dan dient de werkgever de verklaring in bijlage 9 te ondertekenen en uploaden. 3. Btw plichtig, btw is niet subsidiabel. De werkgevers die btw willen opvoeren voor subsidie dienen de verklaring in bijlage 9 te ondertekenen en te overleggen, voordat er externe kosten geregistreerd worden in het webportal. Alleen dan kan btw als subsidiabele kosten worden meegenomen.

Handtekeningenlijst

Iedere werkgever dient een volledige en correct ingevulde handtekeningenlijst te overleggen van alle interne functionarissen die bij het project betrokken zijn. De handtekeningenlijst bevat informatie over de docenten, leidinggevenden van de docenten, de OR functionaris en de Bestuurder van de werkgever. Voor de handtekeningenlijst hanteert de werkgever het format zoals bijgevoegd in bijlage 10.


Pagina 36 van 68

6.5

Uurloonberekeningen

Diverse kostensoorten zijn gestoeld op interne kosten welke tot stand komen middels een intern uurtarief maal een tijdbesteding. Het betreft de volgende kostensoorten: 1.

Interne instructie uren docenten (maatregel 1 t/m 4)

2.

Intern loonverlet deelnemers (maatregel 3 t/m 4)

3.

Loonkostensubsidie leerwerktrajecten (maatregel 5 en 6)

Qua systematiek zijn de uurloonberekening van 1 en 2 gelijk. De uurloonberekening voor de loonkostensubsidie (3) is afwijkend. Ad 1 en 2 interne loonkosten (maatregel 1 t/m 4) Voor deze uurloonberekening zijn 2 varianten mogelijk. Dit is afhankelijk van de periode waarover verloning plaats vindt en het type contract. De werkgever moet in het webportal per deelnemer en docent kiezen voor de van toepassing zijnde uurloonberekening. De berekening is ingebouwd in het webportal. De werkgever hoeft alleen de ontbrekende parameters in te voeren, deze zijn rood weergegeven. Uurloonberekening maand (Fulltime Bruto maandloon * 12) * 1,32 / 1720 = subsidiabel uurloon Uurloonberekening week (Fulltime Bruto periodeloon * 13) * 1,32 / 1720 = subsidiabel uurloon Bron variabelen Bruto loon = eerste loonstrook (eerste activiteit of eerste maand project) 32% opslag = regeling 1720 uur = werkbare uren vastgelegd in de beschikking Fulltime percentage = eerste loonstrook (eerste activiteit of eerste maand project) Deelnemers met 0 urencontracten komen niet in aanmerking voor subsidie op loonverletkosten. Ad 3 loonkostensubsidie (maatregel 5 en 6) De berekening voor loonkostensubsidie is ook ingebouwd in het webportal. De werkgever hoeft alleen de ontbrekende parameters in te voeren, deze zijn rood weergegeven. Bij de uurloonberekening van maatregel 5 en 6 moet worden uitgegaan van het wettelijk minimumloon. . Uurloonberekening minimumloon Minimumdagloon * 1,32 * deeltijdfactor (percentage aanstelling) = subsidiabel dagtarief Berekening subsidiegrondslag Aantal netto werkdagen tussen start- en einddatum * tarief = de subsidiegrondslag voor de 20% loonkostensubsidie Bron variabelen Uitgangspunten subsidiabele periode = regeling Minimumdagloon = regeling 32% opslag = regeling Deeltijdfactor = Loonstrook


Pagina 37 van 68

De subsidiabele kosten worden gebaseerd op het aantal werkdagen die subsidiabel zijn maal het subsidiabele dagtarief. De leeftijd wordt gebaseerd op de leeftijd bij aanvang van de BBL opleiding. De onderstaande minimumdaglonen, per 1 januari 2014, zijn opgenomen in het webportal. leeftijd

per dag

23 jaar en ouder

€ 68,57

22 jaar

€ 58,28

21 jaar

€ 49,71

20 jaar

€ 42,17

19 jaar

€ 36,00

18 jaar

€ 31,20

17 jaar

€ 27,09

16 jaar

€ 23,66

15 jaar

€ 20,57


Pagina 38 van 68

7

Controle en beheersmaatregelen

In dit hoofdstuk is opgenomen aan welke eisen de verantwoordingsdocumenten moeten voldoen en hoe de controle op juistheid wordt uitgevoerd. Tevens is opgenomen waar het totale projectdossier van de hoofdaanvrager uit dient te bestaan.

7.1

Normenkader administratie

Voor de (interne) controle op brondocumenten wordt het onderstaande normenkader gehanteerd. Dit normenkader wordt beschikbaar gesteld aan alle werkgevers en aan alle werknemers van het SSC. In het normenkader zijn alle bewijsstukken opgenomen (eerste kolom dikgedrukt), bij welke deeldossier deze bewijsstukken horen (eerste kolom dungedrukt), op welk niveau het bewijsstuk wordt vastgelegd (tweede kolom) en aan welke normen het dient te voldoen (derde kolom). Document en dossier Deelnemersverklaring Deelnemersdossier

Niveau vastlegging Eenmalig per deelnemer

Norm    

Loonstrook deelnemer Deelnemersdossier

Per deelname

  

 

Diploma, certificaat, deelnameverklaring Deelnemers dossier Externe kosten dossier

Per deelname



  

Marktconformiteits dossier Externe kosten dossier

Per activiteit


  

Naam, datum en ondertekening zijn aanwezig; Ondertekening is door deelnemer gedaan (niet door werkgever i.o.); BSN komt overeen met webportal; Naam komt overeen met webportal. BSN komt overeen met webportal; Loonstrook is van de periode waarin de opleidingsactiviteit is gestart; Voor opleidingen die langer dan 3 maanden duren is een aanvullende loonstrook nodig van het einde van de opleidingsactiviteit; In dienst datum op de loonstrook ligt voor de uitvoering van de opleiding; Brutoloon en omvang dienstverband zijn inzichtelijk en komen overeen met de ingevoerde parameters in het webportal voor de uurloonberekening. Naam deelnemer komt overeen met naam op deelnemersverklaring en de naam in het webportal; Naam opleiding en opleidingsinstituut is vermeld; Datum afgifte certificaat valt minimaal gelijk aan of na datum loonstrook; Indien sprake is van een diploma, dan dient het opleidingsinstituut vermeld te staan met bijbehorende handtekening + datum ondertekening van het opleidingsinstituut. 3 offertes die inzicht geven in inhoud en prijs; Offerte datum ligt voor opleidingsdatum; Offertes zijn niet ouder dan 6 maanden voor

Pagina 39 van 68

   

Factuur Externe kosten dossier

Per activiteit

    

Kopie Betaalbewijs Externe kosten dossier

Per activiteit



   

Presentielijst Loonverlet dossier Externe kosten dossier (als prestatiebewijs) Interne kosten dossier (als prestatiebewijs)

Per activiteit

       

Dagstaat instructie Interne kosten dossier

Per activiteit

     


aanvang van de opdracht; Een beoordelingsmatrix van bepalende variabelen; Een gemotiveerde keuze (gunning) die aansluit op de variabelen en gunningscriteria; Gunningsbericht (mail of brief); De gunningsdatum (mail of brief) ligt na data van de afzonderlijke offertes en voor de aanvang van de activiteit; De relatie tot de opleider, opleiding en de deelnemer(s) zijn duidelijk/aannemelijk; De opleidingsdata vallen binnen de projectperiode; De kosten zijn transparant en sluiten aan bij de offerte; De factuurdatum ligt na de gunningsdatum van de opdracht; De subsidiabele prijs wordt opgenomen in het webportal, zie hiervoor paragraaf 7.2. Het betreft een kopie bankafschrift of uitdraai/ print screen van telebankieren (transactieoverzicht); De relatie naar de werkgever is herleidbaar; De relatie naar de factuur is herleidbaar; Het betaalde factuurbedrag is herleidbaar; In geval van batchbetaling, is een aansluitende batchlijst noodzakelijk. Datum presentielijst valt minimaal gelijk aan of na datum op loonstrook; Namen docent, deelnemer en opleiding staan ingevuld; Er is per dag een begin- en een eindtijd ingevuld; In totaal duurt de opleiding minimaal 6 uren; Presentielijst is per cursusdag zowel ondertekend door instructeur als door deelnemer; Naam deelnemer komt overeen met naam op deelnemersverklaring en het webportal; De relatie naar de factuur is herleidbaar; De opleiding is volledig uitgevoerd binnen de projectperiode. Naam docent, naam opleiding, opleidingsdag en start- en einddatum van de opleiding is vermeld; Het presentielijst gedeelte is ingevuld door de deelnemer(s); Aantal opleidingsuren is vermeld; Aantal uren voor- en nawerk is vermeld; Naam leidinggevende is vermeld; De docent heeft de dagstaat aantoonbaar (datum vermelden) op de opleidingsdag ondertekend;

Pagina 40 van 68



 Loonstrook docent Interne kosten dossier

Eenmalig per docent



 

BPVO/POK/ Leerwerkovereenkomst BBL/HBO loonkostensubsidie

Per deelname

  



 

Start loonstrook BBL/HBO loonkostensubsidie

Per deelname

   

 

Eind loonstrook BBL/HBO loonkostensubsidie

Per deelname

  

  AO/IC Cofinanciering Sectorplannen © 2014 Wecreate Consulting

De leidinggevende heeft de dagstaat aantoonbaar (datum vermelden) binnen 1 week na afloop van de betreffende dag ondertekend; De uren vallen binnen de projectperiode. Loonstrook is van de periode waarin de docent is aangevangen met de eerste activiteit (of eerder); De naam op de loonstrook komt overeen met de naam in het webportal; Brutoloon en omvang dienstverband zijn inzichtelijk en komen overeen met de ingevoerde parameters in het webportal voor de uurloonberekening. De leerwerkovereenkomst is kopie van het origineel; De leerwerkovereenkomst betreft een BBL/HBO Duaal opleiding, geen BOL opleiding; De deelnemer, opleider en opleiding (crebo/crohonummer) zijn vermeld, deze gegevens komen overeen met het webportal; De leerwerkovereenkomst is door alle partijen ondertekend (kenniscentrum hoeft niet te tekenen); De startdatum van de leerwerkovereenkomst ligt na de startdatum van de projectperiode; De subsidiabele periode is correct berekend, zie paragraaf 2.2. BSN komt overeen met het webportal en deelnemersverklaring; Loonstrook is van de eerste maand van de opleiding; Loonstrook ligt niet voor de startdatum van het project; Omvang dienstverband is niet kleiner dan de omvang van het dienstverband volgens de leerwerkovereenkomst; In dienst datum op de loonstrook ligt op of voor de uitvoering van de opleiding; De ingevoerde parameters voor de uurloonberekening komen overeen met de loonstrook. BSN komt overeen met het webportal en deelnemersverklaring; Loonstrook van de laatste maand van de opleiding, of het einde van de projectperiode; Omvang dienstverband is niet kleiner dan de omvang van het dienstverband volgens de leerwerkovereenkomst; In dienst datum op de loonstrook ligt voor de uitvoering van de opleiding; De ingevoerde parameters voor de Pagina 41 van 68

uurloonberekening komen overeen met de loonstrook. Deelnameverklaring / Diploma BBL/HBO loonkostensubsidie

Per deelname

  





Instroomverklaring BBL/HBO loonkostensubsidie

Eenmalig

 

   

Toets arbeidsmarktrelevantie Alle dossier: uitsluitend maatregel 2, 3 en 4

Per opleiding

 



Naam deelnemer komt overeen met naam op deelnemersverklaring en het webportal; Naam opleiding en opleidingsinstituut is vermeld en komt overeen met het webportal; Indien sprake is van een diploma, dan dient het opleidingsinstituut vermeld te staan met bijbehorende handtekening + datum ondertekening van het opleidingsinstituut; Indien er sprake is van een deelnameverklaring dan is de startdatum en einddatum van de deelname ingevuld en de verklaring volledig ingevuld en correct ondertekend; De subsidiabele periode is correct berekend, zie paragraaf 2.2. Aantal leerwerkplaatsen voor additionele instroom is vermeld; Verklaring is getekend door de Raad van Bestuur of een andere daartoe bevoegde orgaan of persoon; Verklaring is getekend door de OR; Verklaring is gedateerd; Het aantal maximale leerwerkplaatsen wordt in het webportal niet overschreden; De deelnemers die in het webportal zijn aangemeld onder ‘additionele instroom’ zijn bij aanvang van de opleiding niet ouder dan 26 jaar. Alle subsidiabele opleidingen zijn door de regionale beoordelingscommissie getoetst; Alle afgekeurde opleidingen en de hiermee samenhangende dossiers zijn op vervallen (niet subsidiabel) gezet; Van alle opleidingen zijn de getekende stukken aanwezig conform de procedure ‘toets op de arbeidsmarktrelevantie’.

Handtekeningenlijst Interne kosten dossier BBL/HBO loonkostensubsidie

Per instelling



De handtekeningenlijst is volledig en door alle functionarissen correct ondertekend.

BTW verklaring Externe kosten dossier

Per instelling



De BTW verklaring is volledig en indien nodig correct ondertekend.


Pagina 42 van 68

7.2

Richtlijn subsidiabele kosten

Bij het opvoeren van kosten dienen de werkgevers en het SCC zich te houden aan een aantal richtlijnen. Niet alle kosten zijn per definitie subsidiabel, ook al zijn de eerder beschreven processen goed doorlopen en de verantwoordingsdocumenten opgeleverd. Hierna is per kostensoort uiteengezet wat subsidiabele kosten zijn en welke richtlijnen in acht moeten worden genomen. Deze richtlijnen worden opgenomen in het webportal, zodat werkgevers hiervan op de hoogte zijn. Het SSC neemt een controle op deze richtlijnen op in haar interne controle protocollen. Externe factuurkosten Bij de externe factuurkosten moeten de volgende richtlijnen in acht worden genomen: 1. Alleen kosten gerelateerd aan subsidiabele deelnemers komen in aanmerking; 2. Alle kostenposten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de opleidingsactiviteit komen in aanmerking; 3. De kosten zijn daadwerkelijk betaald; 4. De prestatie (scholing van de deelnemer) is geleverd binnen de projectperiode; 5. De kosten komen overeen met de marktconformiteitsprocedure. Als het marktconformiteitsdossier niet (meer) aansluit op de in rekening gebrachte activiteiten worden de kosten naar beneden bijgesteld, naar het niveau van de gegunde offerte. Interne docentkosten Bij de interne docentkosten moeten de volgende richtlijnen in acht worden genomen: 1. Alleen kosten van werkelijke uren (instructie voor- en nawerk) ten behoeve van subsidiabele deelnemers komen in aanmerking; 2. De uren voor- en nawerk per activiteit bedragen maximaal 25% van de totale uren per activiteit; 3. De prestatie (scholing van de deelnemer) is geleverd binnen de projectperiode. De interne docentkosten komen tot stand door het uurloon van de docent (zie paragraaf 6.5) te vermenigvuldigen met de scholingsuren die de werkgever per groep invoert in het webportal. Deze parameters dienen overeen te komen met de verantwoordingsdocumenten die de werkgever hiervoor oplevert (zie paragraaf 6.2). Loonverletkosten Bij de loonverletkosten moeten de volgende richtlijnen in acht worden genomen: 1. Alleen kosten van werkelijke scholingsuren van subsidiabele deelnemers komen in aanmerking; 2. De scholing heeft plaatsgevonden in werktijd; 3. De prestatie (scholing van de deelnemer) is geleverd binnen de projectperiode. De loonverletkosten komen tot stand door het uurloon van de deelnemer (zie paragraaf 6.5) te vermenigvuldigen met de scholingsuren die de werkgever per deelnemer invoert in het webportal. Deze parameters dienen overeen te komen met de verantwoordingsdocumenten die de werkgever hiervoor oplevert (zie paragraaf 6.2). Loonkostensubsidie (maatregel 5 en 6) Bij de loonkostensubsidie moeten de volgende richtlijnen in acht worden genomen: 1. Alleen volledige leerwerktrajecten (geen deelcertificaten) komen in aanmerking. De loonkostensubsidie komt tot stand door het uurloon van de deelnemer (zie paragraaf 6.5) te vermenigvuldigen met het aantal werkdagen tussen de start- en einddatum van het leerwerktraject. AO/IC Cofinanciering Sectorplannen © 2014 Wecreate Consulting

Pagina 43 van 68

7.3

Blauwdruk projectdossier

Hieronder is de blauwdruk van het complete projectdossier weergegeven van een hoofdaanvrager. Tevens is weergegeven wie gedurende de uitvoering van het project dossierhouder is. Blauwdruk projectdossier Omschrijving deeldossier

Inhoud dossier

Dossierhouder tijdens uitvoering

Algemeen

Aanvra(a)g(en) Beschikkingen Correspondentie met AGSZW Rapporten van de accountant Maandelijkse voortgangsrapportages Wijzigingsmeldingen aan AGSZW Notulen werkgroep overleggen Notulen aangaande bestuursbesluiten Overige correspondentie Tussenrapportages Einddeclaratie (inclusief alle bestanden) Accountantsverslagen en rapporten

Hoofdaanvrager

Arbeidsmarktrelevantie

Format waarin de opleidingen zijn vastgesteld en beoordeeld. Eventueel aanvullende documentatie aangaande de inhoud en toetsing van de opleiding

Hoofdaanvrager

Marktconformiteit

Uitvraag Offertes (incl. eventuele aanvullingen) Beoordeling (selectie en gunning) Gunningsbesluit Toewijzing(en) en afwijzing(en)

SSC en werkgever

AO/IC

Beschrijving van de AO/IC inclusief alle procesdocumenten

Hoofdaanvrager

Publiciteit

Bewijs van publicitaire acties die aantonen dat het project toegankelijk is voor de volledige sector.

Hoofdaanvrager

Direct activiteiten (uitvoering opleidingen)

Deelnemersverklaringen Loonstroken deelnemers Prestatiebewijzen Facturen Betaalbewijzen Presentielijsten Instructiestaten docenten Loonstroken docenten Leerwerkovereenkomst Diploma / deelnameverklaring Verklaring additionele instroom Handtekeningenlijst Btw verklaring / Btw vrijstelling

SSC en werkgever


Pagina 44 van 68

Financiële administratie

7.4

Ontvangen voorschotten Uitgekeerde voorschotten Overheadkosten Definitieve afrekening subsidie

Hoofdaanvrager

Controle- en beheersmaatregelen

Diverse partijen voeren op verschillende momenten controles uit op dossiers en andere onderdelen. De controles zijn hieronder nader uitgewerkt. Eerste controle en registratie door werkgever Iedere werkgever is primair verantwoordelijk voor de verantwoording van de kosten conform de geldende regelgeving en deze AO/IC. Na het afsluiten van de uitvoeringsovereenkomst en het maatregelenplan krijgt de werkgever toegang tot het webportal. De werkgever kan alleen subsidie realiseren wanneer activiteiten conform deze AO/IC worden aangemeld en verantwoord. Het webportal helpt de werkgever om de juiste gegevens te registreren, de juiste verantwoordingsformats te hanteren en de juiste bewijsstukken op te leveren. Werkgevers kunnen alleen dossiers ter declaratie via het webportal bij het SSC indienen wanneer: 1. Alle noodzakelijke verantwoordingsdocumenten aanwezig zijn; 2. De aanvullende parameters (kosten, uren etc.) zijn ingevuld. Werkgevers worden gedurende het registratieproces en de verantwoording door het webportal geïnformeerd over de eisen, normen en richtlijnen (zie ook paragraaf 7.1). 100% Tweedelijns controle door SSC Het SSC is belast met een 100% tweedelijnscontrole op de door de werkgevers ingediende declaraties. Alle eisen, normen en richtlijnen opgenomen in deze AO/IC zijn hierbij leidend. In het webportal kunnen de administratief medewerkers van het SSC dossiers controleren en goedkeuren. Ieder verantwoordingsdocument wordt afzonderlijk en in samenhang gecontroleerd en zichtbaar goedgekeurd of afgekeurd. Per dossier in het webportal is er een klantcontactpagina waarin alle communicatie met de werkgevers over de verantwoordingsdocumenten en het dossier wordt opgenomen. Wanneer de verantwoording niet voldoet kunnen de administratief medewerkers van het SSC dossiers voor herstel terugzetten naar de omgeving van de werkgevers, zodat werkgevers alsnog de verantwoording op orde kunnen brengen. Wanneer administratief medewerkers van het SSC een dossier volledig hebben afgehandeld kunnen ze het dossier de status ‘compleet’ geven. Het webportal houdt een log bij die registreert welke werknemers welke handelingen verrichten. Aanvullende kwaliteitscontroles SSC Naast de reguliere 100% tweedelijnscontroles voert het SSC aanvullende controles uit om de kwaliteit te kunnen waarborgen en bijzondere risico’s te kunnen beheersen. Hieronder zijn de aanvullende controles kort benoemt.  Periodieke kwaliteitsaudits: een derdelijns controle op complete dossier. Hierbij worden alle aspecten nogmaals gecontroleerd.  Controle op regionale overschrijding via BSN-nummers.  Controle op dubbele deelnemers via BSN-nummers.  Controle op marktconformiteit. o Controle op €5.000,- per werkgever per opleider. o Controle op € 5.000,- per werkgever per maatregel. AO/IC Cofinanciering Sectorplannen © 2014 Wecreate Consulting

Pagina 45 van 68



Controle op ingevoerde P en Q’s beschikkingen en ingevoerde P en Q’s uit maatregelenplannen.

De projectleider (LPL) van het SSC werkt bovenstaande controle- en beheerstaken verder uit in de interne organisatie van het SSC. Zaken die hierbij onder meer worden ontwikkeld zijn: 1. Functiehuis met TBV per functie; 2. Werkprocedures; 3. Controleprotocollen; 4. Service Levels (voor hoofdaanvragers en werkgevers). Controle door accountant Tot slot voert de accountant controles uit om de rechtmatigheid van de kosten vast te stellen.


Pagina 46 van 68

8

Verantwoording en einddeclaratie

In dit hoofdstuk is het proces beschreven van de administratie tot vaststellingsbeschikking. Omdat niet voor alle 18 regionale projecten (beschikkingen) de start- en einddata gelijk zijn kan hier geen kalendermatige planning worden opgenomen. Derhalve is een procesmatige planning uiteengezet.

8.1

Afsluiten en completeren activiteiten

De activiteiten, behoudens maatregel 5 en 6, zijn subsidiabel tot uiterlijk 24 maanden na startdatum conform de beschikking. Voor maatregel 5 en 6 geldt dat deze nog maximaal 12 maanden na de einddatum in beschikking kunnen doorlopen, mits hiervoor schriftelijk toestemming is verleend door AGSZW. Wanneer een hoofdaanvrager hier toestemming voor krijgt start het proces van de einddeclaratie pas 36 weken na de startdatum opgenomen in de beschikking. De werkgevers krijgen de gelegenheid om hun dossiers nog te completeren tot uiterlijk 2 weken na de einddatum van het project. Nog niet complete dossiers na die tijd worden beschouwd als onvolledig en komen niet voor subsidie in aanmerking. Het SSC heeft vervolgens 4 weken de tijd om alle openstaande volledige dossier te controleren en beoordelen. Dit betekent dat het SSC 6 weken na het einde van de projectperiode de administratie sluit. Wanneer een hoofdaanvrager besluit om op de jaarlijkse tussenrapportages een hardclose controle door de accountant uit te laten voeren gelden dezelfde termijnen van 2 weken voor de werkgever en 4 weken voor het SSC.

8.2

Controle door accountant

Nadat het SSC de administratie heeft afgesloten kan de controlerend accountant in overleg met de projectleider van de hoofdaanvrager en de projectleider van het SSC de controle uitvoeren. Het totale controleproces dient uitgevoerd te worden binnen 4 weken tijd. Gedurende de controle is er nauw overleg tussen de accountant, de projectleider van de hoofdaanvrager en de projectleider van het SSC. Tussentijdse bevindingen worden snel gedeeld en mogelijke aanvullende bewijslast wordt zoveel mogelijk gedurende het proces toegevoegd. Het SSC maakt hierover nadere afspraken met de accountant. De administraties zijn per sectorplan ingericht. De accountant zal een verklaring per sectorplan afgeven. Doordat SSC de beschikking heeft over alle administratieve gegevens zal de accountant vanuit 1 plaats kunnen controleren. Als er tussentijds ook hardclose controles hebben plaatsgevonden is de eindcontrole feitelijk een deelcontrole met toevoeging van de andere deelrapportages. De projectleider van de hoofdaanvrager maakt hierover nadere afspraken met de accountant en het SSC.


Pagina 47 van 68

8.3

Vaststellen administratie

De hoofdaanvrager stelt na de controle van de accountant de administratie vast en geeft de opdracht aan het SSC om onjuiste en dus niet subsidiabele dossiers op de status ‘vervallen’ te zetten. Alle goedkeurde dossiers krijgen de status ‘declaratie + projectnummer’.

8.4

Opstellen en indienen einddeclaratie

De projectleider van de hoofdaanvrager stelt op basis van rapportagelijsten uit het webportal de einddeclaratie op. Hierin worden alleen dossiers opgenomen met de status ‘declaratie + projectnummer’. De projectleider kan het SSC verzoeken een review uit te voeren op de einddeclaratie. Dit dient de projectleider van de hoofdaanvrager tijdig af te stemmen met de projectleider van het SSC. Voor het totale proces van het opstellen en indienen van de einddeclaratie heeft de projectleider van de hoofdaanvrager maximaal 3 weken de tijd. De einddeclaratie dient, inclusief accountantsverklaring uiterlijk binnen 13 weken na afloop van het project ingediend te zijn.

8.5

Beschikking subsidievaststelling

De minister beslist binnen 22 weken na ontvangst van het verzoek tot vaststelling van de subsidie. Het kan zijn dat er nadat de beschikking is afgegeven een controle plaatsvindt door de Rekenkamer of een andere daartoe bevoegde instelling. Dit betreft dan in beginsel een controle op de door het ministerie uitgevoerde procedures. In geval van vermoeden van oneigenlijk gebruik of nalatigheden zijn er diverse overheidsinstanties die controles kunnen uitvoeren op projecten of delen van projecten.

8.6

Planning

Hieronder een overzicht van de totale planning van dit proces. Wat

Wie

Doorlooptijd

Deadline


Werkgever

2 weken

2 weken


SSC

4 weken

6 weken

Controle door accountant

Accountant

4 weken

10 weken

Opstellen en indienen einddeclaratie

Hoofdaanvrager

3 weken

13 weken

Vaststellingsbeschiking afgeven

AGSZW

22 weken

35 weken


Pagina 48 van 68

9

Uitkeren voorschotten en subsidie

9.1

Uitbetaling van voorschotten

De uitbetaling van voorschotten is niet landelijk geregeld en dient per regio te worden vastgesteld.

9.2

Vaststellen van subsidie

Het vaststellen van de subsidie per werkgever is niet landelijk geregeld en is daarmee een verantwoordelijkheid van de regio.


Pagina 49 van 68

Bijlage 1

Uitvoeringsovereenkomst UITVOERINGSOVEREENKOMST

De ondergetekenden: 1. Werkgeversvereniging …..…………………………, hoofdaanvrager regionale sectorplan zorg hierna te noemen: “(de) aanvrager”, 2. Arbeidsorganisatie….. …………………gevestigd te (…..), hierna te noemen: “(de) werkgever”, te dezer zake rechtsgeldig vertegenwoordigd door …..……………………… Nemen in aanmerking dat: de wetgever de Regeling cofinanciering sectorplannen (hierna ‘de Regeling’) in het leven heeft geroepen; de aanvrager in het kader van de Regeling voor haar scholingsproject een subsidieaanvraag heeft ingediend. Deze subsidie is door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna ‘het Agentschap SZW’) verleend aan aanvrager; de werkgever in aanmerking wenst te komen voor subsidieverstrekking en daartoe een maatregelenplan (hierna ‘het maatregelenplan’) heeft opgemaakt dat als bijlage 1 aan deze overeenkomst wordt gehecht; de aanvrager deze subsidie onder de navolgende voorwaarden beschikbaar stelt aan werkgever ten behoeve van subsidiabele activiteiten van werkgever.

KOMEN OVEREEN ALS VOLGT: 1.

Subsidiabele maatregelen

1.1. Werkgever is bereid en in staat een of meer van de in het sectorplan opgenomen maatregelen uit te voeren. Werkgever draagt de kosten en verantwoordelijkheid voor de (correcte) uitvoering van die maatregelen. Werkgever wenst conform de regeling subsidie te verkrijgen ter grootte van 50% van de subsidiabele kosten ingeval het gaat om activiteiten die betrekking hebben op maatregelen 1, 2, 3, 4 en 7 uit het sectorplan en 20% van de subsidiabele kosten ingeval het gaat om activiteiten in het kader van maatregel 5 en 6 uit het sectorplan. 1.2. Er wordt door de aanvrager alleen subsidie ter beschikking gesteld aan de werkgever voor subsidiabele maatregelen en subsidiabele kosten, zulks ter beoordeling van het bevoegde bestuursorgaan.

2.

Regelingen, maatregelenplan en webportal

2.1. Door ondertekening van deze overeenkomst verklaart werkgever kennis te hebben genomen van: - de Subsidieregeling cofinanciering sectorplannen inclusief alle wijzigingen; - de Leidraad Regeling cofinanciering sectorplannen; - het Controleprotocol Regeling cofinanciering sectorplannen; - Q&A’s Regeling cofinanciering sectorplannen; - Algemene Regeling SZW-subsidies; - de Kaderwet SZW-subsidies; - de ingediende aanvraag; - de afgegeven beschikkingen.


Pagina 50 van 68

2.2. Werkgever verklaart kennis te hebben genomen van deze en alle andere relevante regelgeving en bescheiden met betrekking tot de door werkgever gevraagde subsidie. Werkgever verklaart al deze regelgeving en eventuele (toekomstige) wijzigingen na te leven en te respecteren en alle maatregelen en activiteiten conform de regelgeving en de beschikking(en) uit te (laten) voeren. 2.3. Werkgever is gehouden maatregelen uit te voeren conform het maatregelenplan (bijlage 1). Indien werkgever niet voldoet aan het maatregelenplan of de regelgeving alsmede wanneer realisatie achterblijft of dreigt te blijven bij het maatregelenplan of bij de realisatie van andere werkgevers, is de aanvrager bevoegd de subsidie te herverdelen. 2.4. Aanvrager faciliteert een webportal ten behoeve van de uitvoering en de (digitale) administratie van de subsidiabele activiteiten. Werkgever is gehouden daar gebruik van te maken en nadere instructies over de administratieve vastlegging en financiële verantwoording van activiteiten en daarmee verband houdende kosten te volgen en na te leven.

3.

Kosten

3.1. Alle kosten die samenhangen met de uitvoering van het maatregelenplan en die niet subsidiabel zijn (waaronder maar niet beperkt tot door de werkgever gemaakte administratie- en beheerkosten) komen voor rekening en risico van werkgever. 3.2. Het is werkgever niet toegestaan om subsidie aan te vragen bij aanvrager voor kosten wanneer die kosten reeds worden gesubsidieerd uit andere bronnen, of een ander sectorplan. 3.3. Overheadkosten van de aanvrager verband houdend met de begeleiding, administratieve vastlegging, (accountants) controle, voortgangsbewaking, rapportage en eindverantwoording van activiteiten uitgevoerd in het kader van het sectorplan, worden, voor zover deze de hiervoor beschikbaar gestelde vergoeding vanuit de wetgever overstijgen, doorbelast aan de werkgevers die participeren in het sectorplan. 3.4. Aanvrager draagt zorg voor een transparante verantwoording van de gemaakte (overhead)kosten, de hiervoor ontvangen vergoeding van de wetgever, en de systematiek om de resterende kosten aan de deelnemende werkgevers toe te rekenen. Daarbij is de verwachting dat maximaal 5% van het aan werkgever ter beschikking gestelde subsidiebedrag moet worden ingehouden ter dekking van overheadkosten. Een en ander is echter mede afhankelijk van de mate en omvang waarin activiteiten worden uitgevoerd en correct verantwoord. 3.5. Aanvrager is verplicht alle zorgaanbieders in de regio de mogelijkheid te bieden deel te nemen aan het sectorplan, ongeacht het lidmaatschap van de organisatie die is opgetreden als aanvrager. Voor nietaangesloten werkgevers geldt dat de aanvrager van het sectorplan een extra inhouding pleegt op het uit te keren subsidiebedrag van 5% ter dekking van gemaakte kosten, waarvoor aangesloten werkgevers via contributies en deelnemersbijdragen reeds betaald hebben. 4.

Omzetbelasting

4.1 De inhoudingen c.q. via nacalculatie in rekening te brengen bedragen ter dekking van kosten als bedoeld in de artikelen 3.4 en 3.5, worden aangemerkt als vergoeding in de zin van de omzetbelasting voor de door aanvrager binnen het kader van deze overeenkomst te verrichten werkzaamheden.


Pagina 51 van 68

4.2 Ten aanzien van de werkzaamheden voor aangesloten werkgevers zal een beroep worden gedaan op de btw-vrijstelling als bedoeld in artikel 11, lid 1, letter u van de Wet op de omzetbelasting 1968. Indien de Belastingdienst op enig moment het standpunt zal innemen, dat aanvrager geen beroep kan doen op deze btw-vrijstelling, zal aanvrager over de in rekening gebrachte bedragen aan werkgever alsnog omzetbelasting in rekening brengen, welke omzetbelasting werkgever aan aanvrager zal betalen. 4.3 Ten aanzien van de werkzaamheden voor een niet aangesloten werkgever zal aanvrager aan werkgever 21% omzetbelasting in rekening brengen.

5.

Administratie, meldingsplicht en bewaarplicht

5.1. De werkgever draagt zorg voor juiste en tijdige vastlegging van alle gegevens, bewijstukken en brondocumenten die nodig zijn voor de realisatie en verantwoording van de in het maatregelenplan opgenomen maatregelen, met gebruikmaking van het door de aanvrager beschikbaar gestelde webportal, onder de condities en voorwaarden die de aanvrager hieraan stelt in het webportal. 5.2. De werkgever zal alle originele brondocumenten voor de verkrijging van en de beoordeling van de subsidie bewaard houden en zal alle wijzigingen in de uitvoering van activiteiten ten opzichte van de aanvraag of andere veranderingen die van invloed (zouden) kunnen zijn op de (hoogte van de) subsidie schriftelijk melden en voorleggen aan de aanvrager. 5.3. De werkgever draagt op eerste verzoek zorg voor juiste en tijdige aanlevering van alle gegevens die aanvrager nodig acht. Op eerste verzoek van de aanvrager legt de werkgever aan de aanvrager binnen 10 werkdagen (schriftelijk) verantwoording af over de tot dan toe behaalde resultaten en gemaakte kosten.

6.

Controle

6.1. De werkgever zal volledig meewerken aan eventuele controles die accountants, de aanvrager, het Agentschap SZW of enige andere instantie wenst uit te voeren met betrekking tot uitgevoerde maatregelen waarvoor subsidie is aangevraagd.

7.

Uitbetaling subsidie

7.1. De aanvrager keert alleen subsidiebedragen uit, wanneer de aanvrager de subsidie zelf ook heeft ontvangen van het bevoegde bestuursorgaan. De aanvrager financiert geen subsidie (voor) uit eigen middelen. 7.2. De aanvrager is niet gehouden enige door haar ontvangen voorschotten op de uit te betalen subsidie (door) te betalen aan de werkgever, voordat definitief positief is beschikt op de einddeclaratie. 7.3. De aanvrager kan meewerken aan tussentijdse doorbetaling van ontvangen voorschotten. Aanvrager behoudt zich het recht voor om in dat geval vooraf zekerheid van werkgever te verlangen, bijvoorbeeld middels een bankgarantie. De aanvrager bepaalt in dat geval de tekst en inhoud van de zekerheidstelling. 7.4 .


Pagina 52 van 68

Indien er subsidie is (door)betaald aan de werkgever en subsidie terug moet worden betaald aan het bestuursorgaan, is de werkgever verplicht om op eerste verzoek van de aanvrager de (door)betaalde subsidie terug te betalen aan de aanvrager, binnen 5 werkdagen na ontvangst van het verzoek van de aanvrager. 7.5. Indien werkgever op enig moment in staat van faillissement komt te verkeren dient werkgever dit direct aan aanvrager te melden. 7.6. Aanvrager en werkgever sluiten de overdraagbaarheid van een aanspraak op subsidie van werkgever op aanvrager uit. 7.7. De aanvrager is nooit meer verschuldigd aan de werkgever dan hetgeen de aanvrager van het bevoegde bestuursorgaan voor de subsidieaanvraag van de werkgever zal hebben ontvangen, zulks onder aftrek van door aanvrager gemaakte kosten.

8.

Aansprakelijkheid

8.1. De aanvrager is noch ten opzichte van de werkgever, noch ten opzichte van derden aansprakelijk voor schade indien – om welke reden dan ook – er na de beschikkingen op de aanvraag wordt afgeweken van de bij de beschikking toegekende subsidie en deze subsidie niet of slechts ten dele wordt betaald. 8.2. De werkgever vrijwaart de aanvrager voor alle aanspraken door derden.

9.

Verbod verrekening en opschorting

9.1. Het is de werkgever zonder voorafgaande toestemming van de aanvrager niet toegestaan om enig bedrag dat zij aan de aanvrager verschuldigd is te verrekenen met hetgeen zij van de aanvrager te vorderen zou hebben, dan wel betalingen op te schorten.

10.

Toepasselijk recht en bevoegde rechter

10.1. Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing. De rechtbank in het arrondissement Den Haag is bij uitsluiting van alle anderen bevoegd om kennis te nemen van eventuele geschillen voortvloeiend uit deze overeenkomst.

Aldus in tweevoud opgemaakt, per pagina geparafeerd en ondertekend te ……………………. op …………………………………….. Aanvrager namens deze: __________________________


Werkgever namens deze: _______________________

Pagina 53 van 68

Bijlage 2

Maatregelenplan

Bijlage 1: Maatregelenplan, behorend bij de uitvoeringsovereenkomst sectorplan Partijen stellen vast dat de werkgever een maatregelenplan uitvoert als onderdeel van het sectorplan (zijnde de subsidieaanvraag) van de aanvrager. Het maatregelenplan betreft extra scholingsactiviteiten die zonder deze subsidiebijdrage niet uitgevoerd zouden worden. De totale subsidiabele kosten bedragen € ………,-, de aangevraagde subsidie bedraagt € ………,-. De uitvoeringskosten, zoals beschreven onder punt 3 van de uitvoeringsovereenkomst, worden in mindering gebracht op de gerealiseerde subsidie. Het maatregelenplan wordt uitgevoerd onder werking van de overeengekomen uitvoeringsovereenkomst. De hierna weergegeven maatregelen voert de werkgever uit, waarbij kosten verantwoord zijn in het door de aanvrager ter beschikking gestelde webportal conform de eisen en instructies die hiervoor gelden.

Maatregel 1: Competentiescans Aantal deelnemers: ……… Subsidiabele kosten: ……… Subsidie: ……… Inschatting verantwoorde subsidiabele kosten per kwartaal: Jaar/ kwartaal

Jan-Mrt

Apr-Jun

Jul-Sep

Okt-Dec

2014 2015 2016

Maatregel 2: Een trainingsprogramma van gemiddeld 2 dagen (6 - 32 uur) Aantal deelnemers: ……… Subsidiabele kosten: ……… Subsidie: ……… Inschatting verantwoorde subsidiabele kosten per kwartaal: Jaar/ kwartaal

Jan-Mrt

Apr-Jun

Jul-Sep

Okt-Dec

2014 2015 2016

Maatregel 3: Een bijscholingsprogramma van gemiddeld 8 dagen (32 - 120 uur) Aantal deelnemers: ……… Subsidiabele kosten: ……… Subsidie: ……… Inschatting verantwoorde subsidiabele kosten per kwartaal: Jaar/ kwartaal

Jan-Mrt

Apr-Jun

Jul-Sep

Okt-Dec

2014 2015 2016


Pagina 54 van 68

Maatregel 4: Een opleidingsprogramma van gemiddeld 16 dagen (120 - 160 uur) Aantal deelnemers: ……… Subsidiabele kosten: ……… Subsidie: ……… Inschatting verantwoorde subsidiabele kosten per kwartaal: Jaar/ kwartaal

Jan-Mrt

Apr-Jun

Jul-Sep

Okt-Dec

Jul-Sep

Okt-Dec

2014 2015 2016

Maatregel 5: Opscholing op MBO-niveau (BBL-traject) Aantal extra trajecten bestaande medewerkers: ……… Aantal deelnemer(s) additionele instroom: ……… Subsidiabele kosten: ……… Subsidie: ……… Inschatting verantwoorde subsidiabele kosten per kwartaal: Jaar/ kwartaal

Jan-Mrt

Apr-Jun

2014 2015 2016 2017 *een prognose op basis van de maandelijkse subsidiabele loonkosten van aangemelde deelnemers

Maatregel 6: Opscholing op HBO-niveau (duaal-traject) Aantal extra trajecten bestaande medewerkers: ……… Aantal deelnemer(s) additionele instroom: ……… Subsidiabele kosten: ……… Subsidie: ……… Inschatting verantwoorde subsidiabele kosten per kwartaal: Jaar/ kwartaal

Jan-Mrt

Apr-Jun

Jul-Sep

Okt-Dec

2014 2015 2016 2017 *een prognose op basis van de maandelijkse subsidiabele loonkosten van aangemelde deelnemers Maatregel 7: EVC-trajecten Aantal deelnemers: Subsidiabele kosten: Subsidie:

……… ……… ………

Inschatting verantwoorde subsidiabele kosten per kwartaal: Jaar/ kwartaal

Jan-Mrt

Apr-Jun

Jul-Sep

Okt-Dec

2014


Pagina 55 van 68

2015 2016 Mutaties binnen en tussen maatregelen kunnen plaatsvinden in overleg met en na akkoord van de aanvrager. Aanbestedingsplichtige organisatie De werkgever is wel / niet (omcirkel wat van toepassing is) een aanbestedingsplichtige organisatie. Aanbestdedingsplichtige organisaties volgen de geldende wet- en regelgeving voor de inkoop en verantwoording van externe activiteiten. Btw plichtige organisatie De werkgever is volledig vrijgesteld van btw / deels vrijgesteld van btw / btw plichtig (omcirkel wat van toepassing is). Bent u volledig vrijgesteld van btw dan dient u de vrijstellingsverklaring van de belastingdienst in het webportal te uploaden. Bent u deels vrijgesteld van btw dan dient u een seperate verklaring te ondertekenen en in het webportal te uploaden. Als u btw plichtig bent is de btw niet subsidiabel.

Gegevens organisatie Naam organisatie: ……………………….. Kvk nr.: ……………………….. Lid of geen lid: wel / niet (omcirkel wat van toepassing is)

Contactgegevens De werkgever wijst één vast contactpersoon aan voor de uitvoering van het maatregelenplan. Deze contactpersoon is het centrale aanspreekpunt voor de realisatie en verantwoording. Voornaam: Tussenvoegsel: Achternaam: Functie: E-mail adres: Telefoonnummer: Mobiele nummer:

……………………….. ……………………….. ……………………….. ……………………….. ……………………….. ……………………….. ………………………..

Betaling De werkgever verzoekt betaling van de gerealiseerde subsidie over te maken op: IBAN: ……………………….. BIC: ……………………….. T.n.v.: ……………………….. Plaats: ……………………….. Bij ‘deels btw plichtig’ of “geen btw plichtig’ kan de aanvullende verklaring via het webportal gedownload worden en uploaden na ondertekenen. Aldus in tweevoud opgemaakt, per pagina geparafeerd en ondertekend te ……………………. op …………………………………….. Aanvrager namens deze:

__________________________


Werkgever namens deze:

_______________________

Pagina 56 van 68

Bijlage 3

Deelnemersverklaring Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het

Logo werkgever

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid inzake de Regeling cofinanciering Sectorplannen

Deelnemersverklaring

Geachte deelnemer, De opleiding(en) die u gaat volgen of heeft gevolgd wordt mede gefinancierd door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Om deze subsidie ook daadwerkelijk te ontvangen moet uw werkgever voldoen aan bepaalde administratieve voorwaarden en wordt er van de deelnemers een aantal gegevens vastgelegd. Conform de Wet op de Bescherming Persoonsgegevens stellen wij u hierbij op de hoogte dat uw werkgever onderstaande gegevens uitsluitend gebruikt voor het verkrijgen van de betreffende subsidie. Tevens wordt, voor het verkrijgen van de subsidie, dit formulier en een kopie van uw loonstrook vastgelegd in de projectadministratie. Via ondertekening van dit document bevestigt u akkoord te gaan met het gebruik van deze gegevens voor dit project. Wij verzoeken u onderstaande gegevens te controleren op juistheid. Gegevens deelnemer BSN-nummer

999999990

Achternaam

Broertjes

Tussenvoegsel Initialen

M.

Geboortedatum

03/04/1988

Geslacht

M

Handtekening deelnemer:

Datum ondertekening:

Deze deelnemersverklaring dient u na ondertekening per ommegaande te verstrekken aan uw werkgever. Mocht één van de bovenstaande gegevens niet juist zijn weergegeven, dan dient u contact op te nemen met uw werkgever.


Pagina 57 van 68

Bijlage 4

Presentielijst interne opleiding Presentielijst interne opleiding (groep per opleidingsdag)

Naam opleiding:

Referentienummer:

Naam Instelling:

Begindatum opleiding:

Plaats opleiding:

Einddatum opleiding: Begintijd opleidingsdag:

Datum opleidingsdag

Eindtijd opleidingsdag:

Deelnemer tekent voor aanwezigheid, verklaart in dienst te zijn bij de instelling, en verklaart dat de opleiding in werktijd heeft plaatsgevonden Achternaam Deelnemer

Voornaam deelnemer

BSN-nummer deelnemer

Handtekening deelnemer

Bij gedeeltelijke aanwezigheid aangepaste aanwezigheidsuren invullen

Ondergetekende (docent) verklaart de aanwezigheid van de deelnemers bij de opleiding en zijn bestede uren voor deze opleiding Uren dagregistratie docent Registreer hier uw uren gerelateerd aan de opleiding

Opleidingsuren op opleidingsdag Voor- en nawerk op opleidingsdag Naam docent

Handtekening docent

Datum ondertekening

Docent autoriseert de urenverantwoording en presentie van de deelnemers op de opleidingsdag

Ondergetekende (leidingevende van de docent) verklaart dat de bestede uren van de docent correct zijn en dat voor alle uren (van deelnemers en docent) loonbetaling plaatsvindt/ heeft gevonden. Naam Leidinggevende

Handtekening leidinggevende

Datum ondertekening

Leidinggevende autoriseert de urenverantwoording binnen 1 week na afloop van de week waar de uren betrekking op hebben Alleen volledige ingevulde, correct ondertekende (door deelnemer(s), docent en leidinggevende) en gedateerde presentielijsten zijn bruikbaar voor de subsidieverantwoording.


Pagina 58 van 68

Bijlage 5

Presentielijst externe opleiding Presentielijst externe opleiding (groep per opleidingsdag)

Naam opleiding:

Referentienummer:

Naam opleidingsinstituut:

Begindatum opleiding:

Plaats opleiding:

Einddatum opleiding: Begintijd opleidingsdag:

Datum opleidingsdag

Eindtijd opleidingsdag:

Deelnemer tekent voor aanwezigheid, verklaart in dienst te zijn bij de instelling, en verklaart dat de opleiding in werktijd heeft plaatsgevonden Achternaam Deelnemer

Voornaam deelnemer

BSN-nummer deelnemer

Handtekening deelnemer

Bij gedeeltelijke aanwezigheid aangepaste aanwezigheidsuren invullen

Ondergetekende (docent) verklaart de aanwezigheid van de deelnemers bij de opleiding Logo of Waarmerk (stempel) opleidingsinstituut

Handtekening docent

Datum ondertekening

Let op! Het moet duidelijk zijn dat de presentielijst van het opleidingsinstituut komt. Dit kan door een bedrijfsstempel of het logo van het opleidingsinstituut aan de presentielijst toe te voegen. Een presentielijst op briefpapier van de opleider voldoet ook. Alleen volledige ingevulde, correct ondertekende (door deelnemer(s) en docent) en gedateerde presentielijsten zijn bruikbaar voor de subsidieverantwoording.


Pagina 59 van 68

Bijlage 6

Deelname verklaring BBL DEELNAMEVERKLARING BBL OPLEIDING

Projectnummer : Projectperiode

:

Met dit document verklaart de opleidingsinstelling dat de deelnemer aan onderstaande BBL opleiding deelneemt of heeft deelgenomen. Dit houdt in dat de deelnemer van ‘datum start BBL traject’ tot ‘datum eind BBL traject’ aan de activiteiten heeft deelgenomen.

Naam deelnemer

:

Geboortedatum deelnemer

:

Naam opleiding

:

Datum start BBL traject

: <startdatum>

Datum einde BBL traject

: <einddatum>

Toelichting:  De startdatum is gebaseerd op de BPVO.  

De einddatum is gebaseerd op de uitstroomdatum van de deelnemer die uitvalt. Wanneer de BBL opleiding de projectperiode overstijgt is de uitstroomdatum gelijk aan de



einddatum van de projectperiode. Voor deelnemers die binnen de projectperiode het BBL traject succesvol afronden dient een kopie diploma als bewijs van deelname te worden aangeleverd.



Door omstandigheden (bijvoorbeeld ziekte) kan een deelnemer incidenteel een activiteit niet hebben bijgewoond. Dit heeft geen invloed op de verklaring.



Deze verklaring dient volledig ingevuld en uitgeprint te worden op briefpapier van de onderwijsinstelling.

Naam opleidingsinstelling

:

Plaatsnaam opleidingsinstelling : ………………………………………………………………...

Naam medewerker

: ………………………………………………………...

Functie medewerker

: ………………………………………………………...

Datum

: …………………………….

Handtekening

: …………………………….

Let op! Deze verklaring dient op briefpapier van het opleidingsinstituut te worden afgedrukt. AO/IC Cofinanciering Sectorplannen © 2014 Wecreate Consulting

Pagina 60 van 68

Bijlage 7

Deelname verklaring HBO-Duaal DEELNAMEVERKLARING HBO-DUAAL OPLEIDING

Projectnummer : Projectperiode

:

Met dit document verklaart de opleidingsinstelling dat de deelnemer aan onderstaande HBO-duaal opleiding deelneemt of heeft deelgenomen. Dit houdt in dat de deelnemer van ‘datum start leerwerktraject’ tot ‘datum eind leerwerktraject’ aan de activiteiten heeft deelgenomen.

Naam deelnemer

:

Geboortedatum deelnemer

:

Naam opleiding

:

Datum start leerwerktraject

: <startdatum>

Datum einde leerwerktraject

: <einddatum>

Toelichting:  

De startdatum is gebaseerd op de leerwerkovereenkomst. De einddatum is gebaseerd op de uitstroomdatum van de deelnemer die uitvalt.



Wanneer het leerwerktraject de projectperiode overstijgt is de uitstroomdatum gelijk aan de einddatum van de projectperiode.



Voor deelnemers die binnen de projectperiode het leerwerktraject succesvol afronden dient



een kopie diploma als bewijs van deelname te worden aangeleverd. Door omstandigheden (bijvoorbeeld ziekte) kan een deelnemer incidenteel een activiteit niet



hebben bijgewoond. Dit heeft geen invloed op de verklaring. Deze verklaring dient volledig ingevuld en uitgeprint te worden op briefpapier van de onderwijsinstelling.

Naam opleidingsinstelling

:

Plaatsnaam opleidingsinstelling : ………………………………………………………………...

Naam medewerker

: ………………………………………………………...

Functie medewerker

: ………………………………………………………...

Datum

: …………………………….

Handtekening

: …………………………….

Let op! Deze verklaring dient op briefpapier van het opleidingsinstituut te worden afgedrukt. AO/IC Cofinanciering Sectorplannen © 2014 Wecreate Consulting

Pagina 61 van 68

Bijlage 8

Verklaring additionele instroom

LOGO WERKGEVER Verklaring additionele leerwerkbanen

versie 02/09/2014

(MBO-BBL en HBO-duaal-trajecten)

Werkgever voert maatregelen en activiteiten uit in het kader van het Sectorplan . In het kader daarvan worden medewerkers door scholing voorbereid op de veranderingen in de zorg zoals verdergaande extramuralisering, veranderende zorgvraag, transitie naar een participatiemaatschappij, en verdergaande autonomie van medewerkers en cliënten/patiënten. Daarmee wordt een bijdrage geleverd aan de toekomstige inzetbaarheid van medewerkers op de arbeidsmarkt in z’n algemeen en de zorgsector in het bijzonder. Tegelijkertijd wordt het belang van instroom van nieuwe jonge professionals onderkend. Met het oog daarop wil een extra bijdrage leveren aan de opleiding van nieuwe beroepskrachten. Het betreft leerwerkbanen die zonder de subsidie vanuit het sectorplan zorg niet gerealiseerd zouden worden. verklaart dankzij de regeling cofinanciering sectorplannen dat zij beoogt de volgende aantallen additionele leerwerkbanen te realiseren in de periode van <startdatum volgens beschikking> tot <einddatum volgens beschikking>. MBO-BBL HBO-duaal

… plaatsen … plaatsen

Ondertekend: d.d. ………………….

Voor akkoord d.d. ……………………………

Raad van Bestuur / Directie

Ondernemingsraad

Naam ………..

Naam …………………..

__________________________


_______________________

Pagina 62 van 68

Bijlage 9

Verklaring niet terugvorderbare BTW

LOGO WERKGEVER

versie 12/09/2014

Verklaring niet terugvorderbare btw Werkgever voert maatregelen en activiteiten uit in het kader van het Sectorplan , zoals vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst tussen beide partijen. Voor de uitvoering van de maatregelen en activiteiten koopt producten en diensten in, zoals onder meer opleidingen en lesmateriaal. De hiermee gepaard gaande kosten worden ten laste gebracht van dit project, zodat hiervoor een subsidiebijdrage kan worden verkregen. Ook niet terugvorderbare btw valt in dit kader onder de subsidiabele kosten. verklaart dat voor alle extern ingekochte diensten en producten waarvoor een subsidiebijdrage wordt gevraagd aan geen btw kan worden teruggevorderd en zal worden teruggevorderd, bij de belastingdienst. De accountant die belast is met de controle op het Sectorplan van kan op dit onderdeel een controle uitvoeren bij . verleent volledige medewerking aan deze controle.

Ondertekend: d.d. …………………. Raad van Bestuur / Directie Naam ………..

__________________________


Pagina 63 van 68

Bijlage 10 Handtekeningenlijst Handtekeningenlijst Naam instelling: LET OP: VUL EERST DE NAMEN IN EN SELECTEER IN KOLOM B DE JUISTE FUNCTIE EN BEVOEGDHEID Naam

Functie en bevoegdheid

Handtekening

Paraaf

Docent; verklaart aanwezigheid van deelnemers

Leidinggevende van de docent; autoriseren van uren van docenten, autoriseren dat docenten en deelnemers in dienst zijn en er loonbetaling heeft plaatsgevonden voor de opleidingsuren Bestuurder; autoriseren van verklaring additionele instroomplaatsen, autoriseren van verklaring niet terugvorderbare BTW Bestuurder; autoriseren van verklaring additionele instroomplaatsen, autoriseren van verklaring niet terugvorderbare BTW

Ondergetekende (bestuurder) verklaart dat de vermelde functie, bevoegdheden, handtekening en paraaf van bovenstaande functionaris(sen) toebehoren aan de functionaris(sen). Naam bestuurder Handtekening bestuurder Datum


Pagina 64 van 68

Bijlage 11 Overzicht beschikkingen Beschikkingen basis informatie

Hoofdaanvrager Projectnr Care2Care 2014RCSP20132 CMO Flevoland / Zowelwerk 2014RCSP20157 deRotterdamseZorg.nl 2014RCSP20118 Sigra 2014RCSP20134 Transvorm 2013RCSP20136 Utrechtzorg 2014RCSP20115 VBZ-KAM 2014RCSP20148 ViaZorg 2014RCSP20120 WGV Zorg en Welzijn ZHZ 2014RCSP20142 WGV Zorg en Welzijn,Achterhoek 2013RCSP20126 WGV Zorg en Welzijn, IJssel Vecht 2014RCSP20116 WGV Zorg en Welzijn, Steden3hoek NW Veluwe 2014RCSP20149 WGV Zorg en Welzijn, Twente 2014RCSP20125 WGV ZorgZijn Werkt 2013RCSP20114 WZW 2014RCSP20129 Zorg aan Zet, St. 2014RCSP20122 ZorgpleinNoord, St. 2014RCSP20126 ZW Plus 2014RCSP20133

Beschikking datum verlening

Start projectdatum

1-8-2014 14-8-2014 14-7-2014 25-7-2014 4-6-2014 23-5-2014 11-9-2014 4-7-2014 22-7-2014 14-5-2014 4-7-2014 11-7-2014 16-5-2014 16-5-2014 4-8-2014 18-7-2014 16-7-2014 18-7-2014

Bedrag subsidie beschikking

Eind projectdatum

1-9-2014 1-7-2014 1-9-2014 1-9-2014 1-4-2014 1-6-2014 1-9-2014 1-9-2014 1-6-2014 1-1-2014 1-6-2014 1-6-2014 1-1-2014 1-6-2014 25-8-2014 1-6-2014 1-6-2014 1-9-2014

31-8-2017 30-6-2016 31-8-2016 1-9-2016 31-3-2016 31-5-2016 1-9-2016 31-8-2016 31-5-2016 31-12-2015 1-6-2016 1-6-2016 31-12-2015 31-5-2016 24-8-2016 1-6-2016 31-5-2016 31-8-2016

€ 3.102.061 € 1.573.219 € 4.708.526 € 4.553.267 € 10.016.626 € 6.206.804 € 2.776.560 € 1.554.659 € 1.607.612 € 1.270.162 € 1.719.600 € 2.511.007 € 2.586.631 € 4.867.990 € 4.622.297 € 4.550.914 € 6.974.165 € 2.407.779

Beschikkingen P*Q max deeln bedrag deeln mtrgl 1 mtrgl 1 mtrgl 2 Hoofdaanvrager Care2Care 615 222937 1800 CMO Flevoland / Zowelwerk 325 58100 2235 deRotterdamseZorg.nl 4030 1209000 3607 Sigra 880 264000 1345 Transvorm 3700 1110000 3500 Utrechtzorg 240 72000 5050 VBZ-KAM 313 93900 1439 ViaZorg 420 126000 603 WGV Zorg en Welzijn ZHZ 430 129000 400 WGV Zorg en Welzijn,Achterhoek 130 39000 600 WGV Zorg en Welzijn, IJssel Vecht 250 75000 30 WGV Zorg en Welzijn, Steden3hoek NW Veluwe 73 21900 400 WGV Zorg en Welzijn, Twente 230 69000 1500 WGV ZorgZijn Werkt 700 210000 2105 WZW 230 69000 5626 Zorg aan Zet, St. 911 273300 1351 ZorgpleinNoord, St. 2517 755100 4306 ZW Plus 250 75000 850


max bedrag deeln mtrgl 2 mtrgl 3 1620000 534400 1120750 672500 1750000 3868300 719500 542700 360000 540000 27000 360000 1350000 1667500 2813000 675500 2153000 425000

442 110 1414 530 1500 550 235 200 270 170 625 900 300 1000 1846 1250 844 300


60 85 175 435 465 120 124 120 70 10 25 30 50 20 100 20 350 70


max bedrag mtrgl 5

deeln mtrgl 6

315 4067280 95 2666113 69 3088550 115 5147584 390 13204672 230 10295168 257 6424391 40 1342848 45 2014272 35 1566656 33 1477133 45 2014272 80 3580928 180 8057088 138 4775217 150 6714240 360 16114176 111 4968537

45 45 20 85 150 105 12 10 10 7 3 10 14 65 30 57 70

max bedrag deeln mtrgl 6 mtrgl 7 847350 2008677 895232 1902368 6714240 3304665 378893 447616 447616 313331 134284 447616 626662 2045745 1342848 2551411 3133312

Pagina 65 van 68

100 20 235 315 35 150 71 100 325 100 30 380 65 118 41 115 -

max bedrag mtrgl 7 182500 31200 282000 378000 42000 180000 85200 120000 390000 120000 36000 456000 78000 141600 49200 138000 -

Bijlage 12 Voorbeeld mail ‘afwijking in P*Q’ Geachte heer, Aan het sectorplan xxx doen inmiddels xx organisaties mee. Deze organisaties vertegenwoordigen ruim xxx fte en daarmee xx% van de werkgelegenheid (fte) in xxx in de sectoren waarop het sectorplan zich richt. Inmiddels is ca. xx% van het bedrag aan cofinanciering met concrete plannen door zorgorganisaties gevuld in die zin dat zij hebben aangegeven op deze onderdelen activiteiten te gaan uitvoeren. De invulling van de resterende ca. xx% volgt later nog. De realisatie termijn loopt tot xxx met een verlenging voor de doorloop van enkele MBO BBL en HBO duaal trajecten. Een verzoek tot verlenging zal separaat bij het aanvragen van een herbeschikking worden ingediend. Op totaalniveau blijven de deelnemers aan het sectorplan xxxx binnen de beschikkingsruimte, afgegeven in de beschikking met uw kenmerk xxx. Ik verzoek u in te stemmen met de wijziging in P*Q zoals uit onderstaande blijkt, e.e.a. conform de uitkomsten van het overleg SZW en Regioplus van 22 september 2014. Op basis van de definitieve opgaves van organisaties wil xxx de uitvoeringsovereenkomsten en het maatregelenplan opmaken. Let op! Onderstaande getallen zijn slechts een voorbeeld. Iedere hoofdaanvrager dient zijn eigen specifieke getallen en percentages is te vullen.

Overzicht sectorplan aanvragen (gecorrigeerd binnen subsidieruimte 1e tranche) Aantallen maatregelen beschikking versus aanvragen en correctie Zorg aan Zet

Mtrg 1

Mtrg 2

Mtrg 3

Mtrg 4

Mtrg 5

Mtrg 6

Mtrg 7

competan tie-scan

Training 2 dgn

Training 8 dgn

Training 16 dgn

BBL MBO

BBL HBO

EVC

beschikking definitief toegewezen afwijking

911

1351

1250

20

150

30

41

1697

5211

1647

158

227

48

15

186%

386%

132%

790%

151%

160%

36%

5

12

15

4

8

4

1

organisaties definitief toegewezen

Budgetbesteding per maatregel beschikking versus aanvragen en correctie Zorg aan Zet

beschikking definitief toegewezen afwijking organisaties definitief toegewezen

Mtrg 1

Mtrg 2

Mtrg 3

Mtrg 4

Mtrg 5

Mtrg 6

Mtrg 7

competan tie-scan

Training 2 dgn

Training 8 dgn

Training 16 dgn

BBL MBO

BBL HBO

EVC

273,300

675,500

4,500,000

144,000

6,714,2 40

1,342,8 48

49,200

1,776,1 84

18,000

509,100

1,430,581

1,545,905

657,654

6,433,9 35

186%

212%

34%

457%

96%

132%

37%

5

12

15

4

8

4

1


Pagina 66 van 68

Subsidiabele kosten

Subsidie

Beschikking

13.699.088

4.550.913

Toegewezen

12.371.359

3.722.644

90,3%

81,8%

Afwijking

Let op! Onderstaande onderbouwing is slechts een voorbeeld. Iedere hoofdaanvrager dient zijn eigen specifieke onderbouwing te formuleren, gebaseerd op de specifieke omstandigheden binnen de regio afgezet tegen de aanvraag en beschikking. Algemeen In algemene zin constateren wij dat deelnemende werkgevers zeer bewust keuzes maken om zoveel als mogelijk medewerkers te scholen en toe te rusten voor het nieuwe werken na de transitie conform de inhoudelijke lijnen zoals beschreven in het sectorplan. Inmiddels is ook meer zicht ontstaan op de te maken kosten en is, o.a. door samenwerking, een groter bereik van medewerkers mogelijk door trainingen goedkoper in te kopen dan waarvan in de begroting werd uitgegaan. Werkgevers zetten hoog in op het voorkómen van ontslag en kiezen ervoor bestaande medewerkers kwalificerend onderwijs aan te bieden zodat zij ook voor de nieuwe arbeidsmarkt fit blijven. Dat gebeurt zowel door het aanbieden van korte competentietrainingen als door beroepskwalificerende scholingsprogramma’s. De MBO BBL scholingstrajecten zijn over het algemeen wat korter van duur en de gemiddelde arbeidscontractduur minder dan waarvan in het sectorplan aanvankelijk werd uitgegaan. Dit heeft onder andere te maken met het feit dat vooral in de VVT sfeer meer medewerkers met een kort dienstverband werken. De loonkosten zijn daardoor lager dan begroot. Daardoor zijn meer kwalificerende bijscholingen mogelijk. Dat laatste is ook vanuit de doelstellingen van het plan wenselijk: meer medewerkers krijgen de kans om hun werk te behouden, maar dan wel op een hoger niveau door de BBL opleiding. Het effect hiervan is dat er meer subsidiabele kosten zijn dan begroot, maar dat er door de lagere BBL subsidie hiervoor niet meer subsidie nodig is. De ruimte die hierdoor ontstaat kan gebruikt worden door ook meer te realiseren op andere maatregelen. Oftewel, door deze voorgestelde wijzigingen wordt er kwalitatief binnen het sectorplan bereikt: meer medewerkers kunnen hun baan behouden tegen gemiddeld per medewerker een lagere subsidie. Dat kan uiteraard alleen als er toestemming is om de verhouding P X Q te veranderen zoals voorgesteld. Zonder deze toestemming zou een lagere P leiden tot een veel lager aantal medewerkers dat hun baan kan behouden. Dat zou volgens ons volledig indruisen tegen de doelstellingen van het sectorplan en zou ook lastig ‘te verkopen’ zijn aan de regio. Werkgevers moet dan verteld worden dat zij voor minder medewerkers perspectief kunnen bieden, doordat voor het oorspronkelijk bedachte aantal medewerkers goedkoper bijgeschoold wordt. Maatregel 1 Werkgevers kiezen er voor medewerkers te faciliteren hun competenties goed in kaart te brengen zodat met gerichte scholing toegewerkt kan worden aan het vergroten van vaardigheden en competenties die nodig zijn in het nieuwe werken. Verder is de verwachting dat de kosten in de praktijk lager uitvallen dan nu voorzien door gezamenlijke inkoop. Maatregel 2 Veel animo bestaat om medewerkers met korte trainingen goed toe te rusten. Daarbij worden goedkopere scholingskeuzes gemaakt dan aanvankelijk voorzien, vooral ook doordat meer gewerkt wordt met werkplekleren en groepgerichte trainingen/vorming. Ondanks dat in het sectorplan in maatregel 2 geen verletkosten zijn opgenomen, hechten werkgevers er aan hun medewerkers met goede en gerichte scholingsprogramma’s nieuwe competenties aan te leren. AO/IC Cofinanciering Sectorplannen © 2014 Wecreate Consulting

Pagina 67 van 68

Maatregel 2, 3 en 4 De scholingstrajecten zijn in het algemeen goedkoper dan waarvan in de periode van aanvraag en begroting werd uitgegaan. Daardoor kan het volume aan scholingsvragen toenemen. De sterke volumestijging wordt op afstand gevolgd door een beperktere stijging van kosten. Verder wordt ingezet op samenwerking en gezamenlijke ontwikkeling van opleidingstrajecten o.a. met inschakeling van het initiële beroepsonderwijs in de regio. Maatregel 4 Werkgevers hechten sterk aan opleidingsprogramma’s om competenties te ontwikkelen die vanwege de transitie van medewerkers wordt verlangd. Reguliere kwalificerende scholing in het MBO of HBO is nog niet altijd toegesneden op de toekomstige situatie en nieuw gevraagde competenties of kan vanwege opleidingsniveau en tijdsinvestering niet aangeboden worden. Daarom kiezen werkgevers vaak voor maatwerkscholing. Deze scholing vindt niet plaats op basis van BPV-overeenkomst, behoort tot contractonderwijs/maatwerk en wordt daarom onder maatregel 4 ondergebracht. Maatregel 5 en 6 Verheugd zijn wij over een groter volume aan BBL MBO en HBO duaal scholingstrajecten. Dit houdt in dat zittende medewerkers door werkgevers in de gelegenheid worden gesteld om hun opleidingsniveau naar een hoger niveau te tillen. Met name van het doorscholen op niveau 3 en van niveau 3 naar niveau 4 wordt veel gebruik gemaakt. Ondanks de volumestijging blijft de stijging van de kosten beperkt doordat in de praktijk uitgegaan wordt van een lagere contractduur dan waarmee in de begroting is gerekend. Maatregel 7 Maatregel 7 blijft wat achter. Te constateren valt dat de aanzienlijke kosten van deze trajecten bij een wat ongewis resultaat en langere doorlooptijd (leidt het EVC traject daadwerkelijk tot vrijstellingen en verkorting van de scholingsduur) werkgevers in het gebruik van deze maatregel remt. In afwachting van uw reactie. Met vriendelijke groet,


Pagina 68 van 68

IC Cofinanciering sectorplannen 18 sectorplannen in de zorg

Recommend Documents