Grote Bickersstraat 76 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel fax e-mail
020 522 59 99 020 622 15 44
[email protected] www.veldkamp.net
Belevingsonderzoek Sectorplannen Onderzoek onder werkgevers in de sectoren zorg, stedendriehoek, procesindustrie en Bouw en Infra uitgevoerd in opdracht van het ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Dieter Verhue en Bart Koenen 25 juni 2015
projectnummer: v6285
Inhoud
1
Samenvattende conclusie
1
2 2.1
Inleiding Aanleiding voor het onderzoek
2 2
2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Sectoren die deelnemen aan het belevingsonderzoek Opzet van het onderzoek Uitvoering Nonrespons Leeswijzer
2 4 4 5 5
3 3.1 3.2
Bekendheid, doelstellingen en verwachtingen Bekendheid en waardering sectorplannen Doelstellingen en verwachtingen
6 6 7
3.2.1
Doelstellingen Duurzame inzetbaarheid Verwachtingen ten aanzien van de eigen organisatie Eindwaardering sectorplannen
7
3.2.2
3.2.3 3.2.4
Bijlage 1 Resultaten per sector
9 10 11
1.
1
Samenvattende conclusie Goede bekendheid sectorplannen en waardering rol overheid De sectorplannen zijn goed bekend in de vier ondervraagde sectoren: driekwart van de ondervraagde werkgevers kent de term ‘sectorplannen’. Bijna acht op de tien ondervraagde werkgevers weet - na een beknopte uitleg te hebben gelezen - dat de trajecten waaraan zij deelnemen deel uit maken van de sectorplannen (79%). De ondervraagde werkgevers staan zeer positief tegenover de bijdrage van de overheid aan de plannen: 89% vindt deze bijdrage (heel) positief. Positieve verwachtingen ten aanzien van de resultaten van de sectorplannen Ruim negen op de tien werkgevers - die aan trajecten meedoen die zijn gericht op het bevorderen van de doorgroeimogelijkheden van hun medewerkers - verwachten dat deze trajecten daaraan zullen bijdragen (93%). Iets minder dan negen op de tien werkgevers verwachten dat de trajecten zullen bijdragen aan de instroom van jongeren (86%), het voorkomen van toekomstige werkloosheid (87%) en verbeteren van arbeidsmarktkansen van zittende medewerkers (86%). Bijna acht op de tien werkgevers verwachten dat de trajecten zullen bijdragen aan het voorkomen van uitval (77%). Van trajecten op het gebied van gezondheid verwachten acht op de tien werkgevers dat ze zullen bijdragen aan de duurzame inzetbaarheid van hun werknemers (79%). Driekwart van de ondervraagde werkgevers in de Procesindustrie en Bouw en Infra verwachten dat de trajecten waaraan ze deelnemen, zullen bijdragen aan het behoud van vakkrachten. Bijna acht op de tien verwachten dat de trajecten zullen bijdragen aan het gemakkelijker aan goed gekwalificeerd personeel kunnen komen (77%). 77% van de werkgevers verwacht dat de trajecten zullen bijdragen aan de begeleiding van mensen naar een andere baan. Werkgevers in de Zorg verwachten relatief vaak dat door deelname aan de trajecten minder mensen ontslagen hoeven worden (79% versus 67% van het totale aantal ondervraagde werkgevers). Een derde verwacht overigens niet dat de trajecten ertoe zullen leiden dat er minder mensen hoeven te worden ontslaan. Ruim een derde verwacht niet dat de trajecten zullen leiden tot het aannemen van meer personeel (35%). Administratieve lasten als verbeterpunt Het merendeel van de ondervraagde werkgevers heeft geen verbetersuggesties voor de sectorplannen. Ruim één op de vijf geeft aan wel verbetersuggesties te hebben. Één op de tien werkgevers heeft een verbetersuggestie gericht op het verminderen van de administratieve lasten, die vaak als omslachtig en tijdrovend worden ervaren”. Positieve eindwaardering deelnemers sectorplannen Alles afwegend staan werkgevers die deelnamen aan het onderzoek positief tegenover de sectorplannen: zo is 23% ‘heel positief’ over de trajecten waaraan men deelneemt en is 63% ‘positief’. Slechts 1% van de ondervraagde werkgevers is negatief over de sectorplannen.
Belevingsonderzoek Sectorplannen | v62835 | © Veldkamp | 25 juni 2015
2.
2
Inleiding
2.1
Aanleiding voor het onderzoek
In het Sociaal Akkoord is afgesproken dat het Kabinet sectorplannen (onder meer gericht op het aan de slag houden van mensen, om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt te ondersteunen en om jongeren werkervaring te bieden) zal cofinancieren. Werkgevers- en werknemersorganisaties in een sector of regio kunnen gezamenlijk een sectorplan opstellen met als doel de arbeidsmarkt op korte termijn en op middellange termijn te verbeteren. Deze sociale partners dragen dan in het sectorplan arbeidsmarktmaatregelen aan waarvoor zij cofinanciering van het rijk vragen. Inmiddels zijn uit de eerste aanvraagtijdvakken in 2013 en 2014 totaal zo’n 77 sectorplannen goedgekeurd en in uitvoering. Een derde aanvraagperiode voor sectorplannen is op dit moment opengesteld en loopt tot en met 15 september 2015. Het ministerie monitort de sectorplannen gedurende de looptijd (via Quick Scans) en de effecten van de sectorplannen worden geëvalueerd tussentijds in 2016 en in 20181. Het ministerie van SZW wil daarnaast graag weten hoe werkgevers in sectoren en regio’s die gebruik maken van de sectorplannen de maatregelen ervaren. Hiervoor heeft zij dit belevingsonderzoek onder werkgevers, de ‘gebruikers’ van sectorplannen, laten uitvoeren. Met dit onderzoek is in kaart gebracht wat de ervaringen en hoe de verwachtingen van deze werkgevers aansluiten bij de doelstellingen van de sectorplannen in hun sector of regio, waarvan zij gebruik maken.
2.2
Sectoren die deelnemen aan het belevingsonderzoek
Enkele sectoren die in oktober 2014 ver genoeg waren met de uitrol van de sectorplannen zijn benaderd voor deelname aan het onderzoek. Hierbij is gestreefd naar een mix van sectoren, regio’s en typen trajecten waaraan men deelneemt. Het onderzoek werd uitgevoerd in de sectoren / regio: Bouw en Infra Procesindustrie Zorg (Twente, Achterhoek, Zuid Holland Zuid, Brabant en Limburg)2 Stedendriehoek
1
Zie brief voortgangsbrief sectorplannen 29 mei 2015 http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2015/05/29/kamerbrief-voortgang-sectorplannen.html en de quick scan van SEO. http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2015/05/29/quickscan-2-evaluatie-sectorplannen.html 2
Er is een beperkt gedeelte van alle sectorplannen in de zorg meegenomen in dit belevingsonderzoek. Van de 18 re-
gio’s die een sectorplan zorg in uitvoering hebben waarin scholingsmaatregelen aan de orde zijn voor het bij- en opscholen van medewerkers in de zorg, zijn er 5 regio’s meegenomen. Het landelijke sectorplan zorg, waarin mobiliteitsen van werk naar werktrajecten aan de orde zijn, is niet in dit onderzoek meegenomen.
Belevingsonderzoek Sectorplannen | v62835 | © Veldkamp | 25 juni 2015
3.
In deze paragraaf volgt een korte beschrijving van de sectorplannen van de sectoren die aan dit onderzoek deelnamen. Bouw en Infra (landelijk) Werkzekerheid en het voorkomen van werkloosheid staan centraal in het sectorplan Bouw en Infra. Zo worden extra leerplekken gerealiseerd voor jongeren tot 27 jaar, worden oudere leermeesters behouden voor de begeleiding van leerlingen en worden werknemers zonder startkwalificaties geschoold om een startkwalificatie te kunnen behalen. Een deel van de werknemers wordt begeleid naar ander werk door bemiddeling en scholing. Ook is er aandacht voor toekomstgerichte scholing van werknemers in onder andere duurzame technologie. De sector Bouw en Infra staat voor grote uitdagingen. Op de middellange termijn dreigt een tekort aan vakkrachten. Het sectorplan Bouw en Infra speelt hier op in en richt zich op het tegengaan van uitstroom van vakbekwame personen uit deze sector. Tegelijkertijd richt het zich op het genereren van nieuwe instroom waar mogelijk. Procesindustrie (landelijk) Met het sectorplan Procesindustrie is onder meer beoogd extra leerwerkplekken te creëren met prioriteit voor mensen van 50 jaar en ouder. Daarnaast worden werkloze jongeren versneld opgeleid met een baangarantie. Verder worden overtollige werknemers uit andere branches begeleid naar werk in de procesindustrie. Ook schoolt de sector zittende werknemers, of laat hen vrijwillig medisch checken. De procesindustrie heeft een sterke behoefte aan nieuwe instroom. Tot 2020 heeft de sector jaarlijks duizenden nieuwe vakmedewerkers nodig. Met het sectorplan wil de branche de verwachte tekorten op de arbeidsmarkt tegengaan door het stimuleren van instroom van jongeren en het verbeteren van duurzame inzetbaarheid van vakmensen. Tot de procesindustrie behoren de textiel-, de voedings- en genotsmiddelenindustrie en de papierindustrie en chemische industrie. Zorg (regionaal) Er is een raamovereenkomst gesloten in april 2014 tussen verschillende partijen in de Zorgsector – ActiZ, VGN, GGZ Nederland, RegioPlus, CNV Publieke Zaak, Nu ’91 en FBZ – en het Ministerie van VWS. Daarin zijn onder meer arbeidsmarktknelpunten in de zorg benoemd, maatregelen die bijdragen aan het oplossen daarvan en een verdeling van taken over de landelijke branches en de arbeidsmarktregio’s. Veel werknemers krijgen als gevolg van de hervormingen in de zorg te maken met een transitie. Daarom zijn in het landelijk sectorplan zorg mobiliteitsen van-werk-naar-werktrajecten opgenomen en in 18 regionale zorgplannen scholingstrajecten. Met de regionale sectorplannen Zorg kunnen medewerkers gebruik maken van een competentiescan/studieadvies, scholingsprogramma’s gericht op de ontwikkeling van competenties die nodig zijn voor het werken in de zorg. Daarnaast zijn met name voor de zittende werknemers extra leer-werk trajecten op mbo of hbo niveau aangeboden. Ook kunnen werknemers een EVC-traject doorlopen.
Belevingsonderzoek Sectorplannen | v62835 | © Veldkamp | 25 juni 2015
4.
Van de 18 regio’s die een sectorplan zorg in uitvoering hebben zijn er 5 regio’s meegenomen in dit onderzoek:
Limburg (arbeidsregio’s: Midden-Limburg, Noord-Limburg, Zuid-Limburg), Noord-Brabant,
Zuid-Holland Zuid (arbeidsregio’s: Drechtsteden, Gorichem), Twente en Achterhoek.
Stedendriehoek (regionaal plan) In het regionale sectorplan Stedendriehoek en Noord-Veluwe is vooral ingezet op het bevorderen van mobiliteit van werknemers en de instroom van jongeren op de arbeidsmarkt. Zo worden nieuwe leerbanen (beroepsbegeleidende leerweg) gerealiseerd en werknemers begeleid naar ander werk, om zo de doorstroom op de arbeidsmarkt te stimuleren. Het sectorplan wordt uitgevoerd in veertien gemeenten: Apeldoorn, Brummen, Deventer, Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Lochem, Nunspeet, Olst-Wijhe, Putten, Voorst, Zeewolde en Zutphen.
2.3
Opzet van het onderzoek
Voordat alle vier sectoren zijn benaderd om deel te nemen aan het onderzoek, is in februari en maart 2015 eerst een pilotonderzoek uitgevoerd onder werkgevers in de zorgsector Brabant en Limburg. De procedure van benadering heeft hierbij model gestaan voor het later uitgevoerde hoofdonderzoek. Het onderzoek werd per mail eerst door de sectormanagers aangekondigd. Na aankondiging hadden werkgevers de mogelijkheid om aan te geven of ze wel of niet aan het onderzoek wilden deelnemen. Werkgevers die wilden deelnemen aan het onderzoek, ontvingen een week na de aankondiging een uitnodiging per email met een unieke link naar een vragenlijst met een gemiddelde invulduur van 13 minuten. Een week na het versturen van de uitnodiging ontvingen de werkgevers die de enquête nog niet hadden ingevuld een herinnering per email. Een week na deze herinnering zijn de niet responderende werkgevers telefonisch benaderd om alsnog deel te nemen aan het onderzoek.
2.4
Uitvoering
Na afronding van de pilot zijn de sectoren en regio’s Zorg Zuid-Holland Zuid, Zorg Twente en Achterhoek, de Procesindustrie, de Stedendriehoek en Bouw en Infra gefaseerd benaderd om deel te nemen aan het onderzoek. Hierbij werd dezelfde procedure als in de pilot gevolgd. In de onderstaande tabel is de fasering van het onderzoek en de respons weergegeven.
Belevingsonderzoek Sectorplannen | v62835 | © Veldkamp | 25 juni 2015
5.
1 | Fasering en respons (in absolute aantallen) Totaal
Procesindustrie
Steden driehoek
Zorg (met pilot)
Bouw en Infra
aankondiging onderzoek
-
1 mei
1 mei
17 april
15 mei
start veldwerk
-
8 mei
4 mei
23 april
3 juni
reminder
-
19 mei
12 mei
7 mei
10 juni
nagebeld
-
week 22
week 22
week 21
Week 25
bruto steekproef
n=836
n=67
n=121
n=89
n=559
respons
n=210 (25%)
n=40 (60%)
n=56 (49%)
n=54 (61%)
n=57 (10%)
In totaal hebben n=210 werkgevers gerespondeerd, wat neerkomt op een respons van 25%. De responspercentages binnen de zorgsector, procesindustrie en stedendriehoek zijn hoog, terwijl de respons in de Bouw en Infra laag is. Dit is te verklaren uit het feit dat de veldwerkperiode in de Bouw en Infra enkele weken korter was (van 3 juni tot en met 22 juni).
2.5
Nonrespons
Er is geen specifiek nonresponsonderzoek uitgevoerd. Wel is in de sectoren zorg, procesindustrie, stedendriehoek alle nonrespons nagebeld met het verzoek alsnog aan het onderzoek deel te nemen. Hierdoor is een goed beeld ontstaan van de redenen waarom werkgevers niet aan het onderzoek hebben deelgenomen. Redenen die naar voren kwamen bij de telefonische herbenadering zijn dat niet de juiste persoon is bereikt, dat men het te druk heeft met andere werkzaamheden of dat men alsnog afziet van deelname aan de trajecten.
2.6
Leeswijzer
De enquêteresultaten zijn weergegeven in afgeronde percentages. Wanneer er door afronding totalen ontstaan van meer of minder dan 100, zijn deze niet gecorrigeerd. De titels van figuren en tabellen betreffen (behoudens enkele uitsplitsingen) de exacte vraagstellingen zoals die aan de respondenten zijn voorgelegd. Bij alle figuren en tabellen is het totale aantal respondenten weergegeven dat de betreffende vraag heeft beantwoord.
Belevingsonderzoek Sectorplannen | v62835 | © Veldkamp | 25 juni 2015
6.
3
Bekendheid, doelstellingen en verwachtingen
In dit hoofdstuk wordt in paragraaf 3.1 eerst de bekendheid en de waardering van de sectorplannen in kaart gebracht. Daarna wordt in paragraaf 3.2 dieper ingegaan op de mate waarin men verwacht dat de maatregelen bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen.
3.1
Bekendheid en waardering sectorplannen
De sectorplannen zijn bij driekwart van de ondervraagde werkgevers bekend (75%). Een kwart heeft niet van de sectorplannen gehoord (25%). 2 | Heeft u voorafgaand aan dit onderzoek weleens gehoord van de term sectorplannen? (n=210; in procenten) heeft u weleens gehoord van de sectorplannen?
Totaal ondervraagde sectoren (n=210)
75
ja
25
nee
Tussen de sectoren zijn enkele verschillen in de mate waarin de sectorplannen bekend zijn. Zo zijn in de zorgsector de sectorplannen alom bekend (93%) terwijl de bekendheid in de stedendriehoek (76%) en procesindustrie (76%) rond het gemiddelde ligt. De bekendheid in de sector Bouw en Infra blijft achter bij de andere drie ondervraagde sectoren (60%)3. Na een korte uitleg in de vragenlijst over de sectorplannen, is vervolgens gevraagd of de ondervraagde werkgevers weten of de trajecten waaraan hun organisaties deelnemen onderdeel zijn van de sectorplannen. Bijna acht op de tien werkgevers geven aan dit te weten (79%). 3 | Uitleg: De sectorplannen zijn plannen gericht op het toekomstbestendig maken van van de Nederlandse arbeidsmarkt. Deze plannen worden voor minimaal de helft gefinancierd vanuit de sector en voor maximaal de helft door de overheid. Vraag: Wist u dat trajecten waaraan uw organisatie deelneemt onderdeel zijn van deze sectorplannen? (n=210; in procenten) wist u dat uw organisatie deelneemt aan de sectorplannen?
Totaal ondervraagde sectoren (n=210)
79
ja
21
nee
De verschillen tussen de sectoren zijn globaal hetzelfde als bij de bekendheid. Bijna alle ondervraagde werkgevers in de zorgsector weten dat hun trajecten deel uitmaken van de sectorplannen (93%). In de stedendriehoek (76%) en procesindustrie (83%) ligt deze kennis rond het gemiddelde. Werkgevers in de Bouw en Infra weten het minst vaak dat de trajecten waar zij aan deelnemen deel van uitmaken van de sectorplannen (65%). 3
De grafieken met alle resultaten per sector zijn als bijlage van de rapportage opgenomen.
Belevingsonderzoek Sectorplannen | v62835 | © Veldkamp | 25 juni 2015
7.
Hoe staan werkgevers tegenover de bijdrage die de overheid aan de kosten van de sectorplannen levert? Een ruime meerderheid van de ondervraagde werkgevers vindt het (heel) positief dat de overheid bijdraagt aan de trajecten binnen de sectorplannen (89%). Er zijn nauwelijks werkgevers die aangeven negatief te staan tegenover de bijdrage van de overheid aan de sectorplannen (1%). Er zijn geen verschillen tussen de sectoren. 4 | Wat vindt u ervan dat de overheid bijdraagt in de kosten van deze trajecten? (n=210)
Totaal ondervraagde sectoren (n=210)
heel positief
3.2
46
positief
43
niet positief, niet negatief
10 1
negatief
heel negatief
Doelstellingen en verwachtingen
In deze paragraaf wordt ingegaan op een aantal doelstellingen van de sectorplannen. We laten eerst zien hoeveel procent van de organisaties de maatregelen uit de sectorplannen hebben ingezet als oplossing voor ervaren knelpunten. Vervolgens laten we zien of de werkgevers verwachten dat deze maatregelen zullen bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen. 3.2.1
Doelstellingen
De relevantie van de voorgelegde doelstellingen is groot. Acht op de tien ondervraagde werkgevers zet de sectorplannen in om de de arbeidskansen en doorgroeimogelijkheden van hun medewerkers én het voorkomen van hun toekomstige werkloosheid op te lossen. Driekwart van de werkgevers zet de maatregelen in om de inval van jongeren te bevorderen en uitval te voorkomen. 5 | In welke mate worden de sectorplannen ingezet om knelpunten in de organisatie op te lossen? (n=210; in procenten) de arbeidsmarktkansen van zittende medewerkers
82
4
14
de doorgroeimogelijkheden van uw medewerkers
83
4
13
het voorkomen van toekomstige werkloosheid van uw medewerkers
80
5
15
de instroom van jongeren
75
7
18
het voorkomen van uitval
76
4
20
dit is een knelpunt
dit is geen knelpunt
dit is geen doel van onze projecten
Belevingsonderzoek Sectorplannen | v62835 | © Veldkamp | 25 juni 2015
8.
Bij de werkgevers die hebben aangegeven de betreffende doelstellingen als knelpunt te beschouwen is in kaart gebracht in welke mate zij verwachten dat de trajecten zullen bijdragen aan de oplossing hiervan. Ruim negen op de tien ondervraagde werkgevers (93%) verwachten dat de trajecten waaraan zij deel nemen zullen bijdragen aan het verbeteren van de doorgroeimogelijkheden van werknemers uit de eigen organisatie (naar een andere functie binnen of buiten de eigen organisatie). Iets minder dan negen op de tien werkgevers verwachten dat de trajecten zullen bijdragen aan de instroom van jongeren (86%), het voorkomen van toekomstige werkloosheid van de eigen medewerkers (87%), de verbetering van de arbeidsmarktkansen van zittende werknemers (86%). Bijna acht op de tien verwachten dat de trajecten zullen bijdragen aan het voorkomen van toekomstige werkloosheid van eigen medewerkers (77%). 6 | In welke mate verwacht u dat de trajecten waaraan uw organisatie deelneemt, zullen bijdragen aan het oplossen van de volgende knelpunten in uw organisatie? (Basis: alleen gevraagd aan werkgevers die de sectorplannen hebben ingezet als oplossing voor het betreffende knelpunt; in procenten) de doorgroeimogelijkheden van uw medewerkers (n=173)
15
de instroom van jongeren (n=159)
15
het voorkomen van toekomstige werkloosheid van uw medewerkers (n=168) de arbeidsmarktkansen van zittende medewerkers (n=171)
het voorkomen van uitval (n=159)
heel sterk
tamelijk sterk
43
35
35
7
36
14
8
42
37
14
10
39
37
15
6
28
enigszins
43
23
niet of nauwelijks
Er zijn op dit punt enkele verschillen tussen de verschillende sectoren:
Zorg: in de zorgsector verwachten werkgevers vaker dan werkgevers in andere sectoren dat de trajecten zullen bijdragen aan de arbeidskansen van zittende werknemers (98% versus 86% van het totale aantal ondervraagde werkgevers).
Stedendriehoek: werkgevers in deze sector verwachten relatief vaak dat de plannen zullen bijdragen aan de instroom van jongeren (95% versus 86% van het totale aantal ondervraagde werkgevers).
Bouw en Infra: werkgevers in deze sector verwachten minder vaak dat de sectorplannen zullen bijdragen aan de doorgroeimogelijkheden van de eigen werknemers (84% versus 93% van het totale aantal ondervraagde werkgevers).
Belevingsonderzoek Sectorplannen | v62835 | © Veldkamp | 25 juni 2015
9.
3.2.2 Duurzame inzetbaarheid Welke verwachtingen hebben werkgevers als het gaat over de invloed van de sectorplannen op de duurzame inzetbaarheid van werknemers? Om deze vraag te kunnen beantwoorden is eerst in kaart gebracht of scholing, mobiliteit en de gezondheid van medewerkers het doel zijn van de trajecten waaraan de ondervraagde werknemers deelnemen. De ondervraagde werkgevers nemen minder vaak deel aan trajecten waarin (het verbeteren van) de gezondheid van werknemers de doelstelling is dan hun scholing en mobiliteit (respectievelijk 81% versus 94% en 90%). 7 | Percentage werkgevers dat de maatregel uit het sectorplan inzet voor dit doel. (n=210; in procenten) scholing (waardoor men beter in staat is werk uit te voeren)
94
mobiliteit (doorgroeimogelijkheden naar andere functies)
6
90
de gezondheid van medewerkers
10
81
19
dit is geen doel van de trajecten waaraan men deelneemt
dit is wel een doel van de trajecten waaraan men deelneemt
Aan werkgevers die scholing, mobiliteit en gezondheid als doelstelling hebben, is gevraagd wat hun verwachtingen zijn. Van scholingstrajecten verwacht 93% dat ze bijdragen aan de duurzame inzetbaarheid van hun werknemers. Van trajecten op het gebied van mobiliteit en doorgroeimogelijkheden van werknemers verwacht 90% dit, bij trajecten op het gebied van gezondheid 79%. 8 | In welke mate verwacht u dat de trajecten waaraan uw organisatie deelneemt zullen bijdragen aan de duurzame inzetbaarheid van uw medewerkers? (Basis: Percentage werkgevers die deze maatregel uit het sectorplan inzetten t.b.v. scholing, mobiliteit of bevorderen van de gezondheid)
scholing (n=198)
15
43
35
7
doorgroeimogelijkheden (n=189)
13
49
28
10
gezondheid (n=170)
heel sterk
tamelijk sterk
9
32
enigszins
38
21
niet of nauwelijks
Er is één verschil tussen de ondervraagde sectoren. Werkgevers in de stedendriehoek denken vaker dan werkgevers in andere sectoren dat trajecten op het gebied van gezondheid niet of nauwelijks zullen bijdragen aan de duurzame inzetbaarheid van hun werknemers (33% versus 21% van het totale aantal ondervraagde werknemers).
Belevingsonderzoek Sectorplannen | v62835 | © Veldkamp | 25 juni 2015
10.
3.2.3 Verwachtingen ten aanzien van de eigen organisatie Tot slot is gevraagd wat men verwacht van de trajecten in relatie tot de eigen organisatie4. 75% van de ondervraagde werkgevers in de procesindustrie en Bouw en Infra verwacht dat deelname aan de trajecten bijdraagt aan behoud van vakkrachten voor de eigen organisatie5. Van alle ondervraagde werkgevers verwacht 78% dat door deelname aan de trajecten het gemakkelijker wordt om aan goed gekwalificeerd personeel te komen. 77% verwacht dat door de sectorplannen meer medewerkers naar ander werk kunnen worden begeleid. Over verwachtingen op het gebied van ontslag en het aannemen van meer mensen zijn de werkgevers verdeeld: ruim een derde van de ondervraagde werkgevers verwacht dat de sectorplannen op deze punten niet of nauwelijks zullen bijdragen. 9 | In welke mate verwacht u dat de trajecten waaraan uw organisatie deelneemt, ervoor zullen zorgen dat binnen uw organisatie [stelling]? (Basis: percentage werkgevers dat de maatregel uit het sectorplan inzet voor deze doelen) vakkrachten behouden kunnen blijven (n=88)
16
41
het gemakkelijker wordt om aan goed gekwalificeerd personeel te komen (n=180)
9
meer mensen naar ander werk kunnen worden begeleid (n=168)
7
minder mensen ontslaan hoeven te worden (n=161)
8
21
8
20
meer mensen kunnen worden aangenomen (n=167)
heel sterk
19
36
32
32
38
38
38
tamelijk sterk
25
alleen voorgelegd aan werkgevers in de procesindustrie en Bouw en Infrastructuur
22
24
33
35
enigszins
niet of nauwelijks
Er zijn enkele verschillen tussen de verschillende sectoren:
Zorg: werkgevers in de zorg verwachten relatief vaak dat door deelname aan de trajecten minder mensen ontslagen hoeven worden (79% versus 67% van het totale aantal ondervraagde werkgevers). Daarnaast verwachten werkgevers in de zorg relatief vaak dat de trajecten waaraan zij deelnemen niet of nauwelijks zullen bijdragen aan het aannemen van meer mensen (51% versus 35% van het totale aantal ondervraagde werkgevers).
Procesindustrie: werkgevers in de procesindustrie denken relatief vaak dat ze door deelname aan de trajecten gemakkelijker aan goed gekwalificeerd personeel kunnen komen (87% versus 77 van het totale aantal ondervraagde werkgevers).
4
De ondervraagde werkgevers hadden bij deze vraag de mogelijkheid om de optie ‘niet van toepassing’ in te vullen.
Werkgevers die de voorgelegde verwachtingen niet van toepassing achten, zijn niet meegenomen in de grafiek. 5
Deze stelling is alleen voorgelegd aan werkgevers in de procesindustrie en Bouw en Infrastructuur.
Belevingsonderzoek Sectorplannen | v62835 | © Veldkamp | 25 juni 2015
11.
3.2.4 Eindwaardering sectorplannen Ook is de vraag voorgelegd hoe werkgevers - alles afwegend - de sectorplannen waarderen. Een ruime meerderheid van de ondervraagde werkgevers waarderen de sectorplannen (heel) positief (86%). Slechts 1% waardeert de sectorplannen negatief. Er zijn geen significante verschillen tussen de vier sectoren. 10 | Alles afwegend, hoe waardeert u als werkgever de trajecten waar u aan deelneemt? (n=210)
Totaal ondervraagde sectoren (n=210)
heel positief
positief
23
63
niet positief, niet negatief
12
negatief
1
heel negatief
Via een open vraag is de mogelijkheid geboden aan de ondervraagde werkgevers om hun antwoorden toe te lichten. In de onderstaande kaders zijn enkele open antwoorden letterlijk weergegeven.
Een werkgever uit de zorg: “Wij hopen door deelname aan de trajecten medewerkers breder inzetbaar te maken op de arbeidsmarkt en ze te kunnen behouden voor de zorgbranche, door bijvoorbeeld opscholing van verzorgende naar verpleegkundige om hiermee de complexere zorg te kunnen blijven bieden met eigen mensen.”
Een werkgever uit de stedendriehoek: “Het is goed om extra te kunnen investeren in opleidingen voor het personeel, het scholingsbudget wordt daardoor verruimd waardoor er meer mogelijkheden zijn. Met de laatste jaren van recessie is het niet gemakkelijk om geld vrij te maken voor scholing. werknemers ervaren het als positief als er sneller iets gebeurd met hun opleidingswensen.”
Een werkgever uit de procesindustrie: “Als werkgever zijn we nu in staat met een beperkt budget meer te doen. Zelfs een achterstand een beetje inlopen. Het vinden van gekwalificeerde medewerkers in de industrie is zeer moeilijk en zo kunnen we meer mensen opleiden.”
Een werkgever uit de Bouw en Infra: “Het is goed dat de overheid investeert in deze plannen, die kansen bieden aan jongeren en waardoor mensen langer in dienst kunnen blijven.”
Belevingsonderzoek Sectorplannen | v62835 | © Veldkamp | 25 juni 2015
12.
Aan het einde van de vragenlijst is via een facultatieve open vraag in kaart gebracht of werkgevers nog verbetersuggesties hebben voor de trajecten. Het merendeel van de ondervraagde werkgevers geeft aan geen verbetersuggesties te hebben (78%). Ruim één op de tien geeft verbetersuggesties aan die specifiek gaan over het verlichten van de administratieve lasten (11%). Een even grote groep geeft andere verbetersuggesties (11%). 11 | Heeft u nog vragen of opmerkingen over verbetersuggesties van voor de trajecten? (n=210; in procenten)
Totaal ondervraagde werkgevers (n=210)
geen suggesties
78
administratieve lasten verlichten
11
11
andere suggestie
In de onderstaande kaders zijn enkele van de facultatieve open antwoorden met betrekking tot verbetersuggesties letterlijk weergegeven.
Een werkgever uit de zorg: “De bijbehorende projectadministraties zijn (opnieuw) een bureaucratische ramp. Dit zou veel beter moeten kunnen!”
Een werkgever uit de stedendriehoek: “Ik vind het initiatief zeer prijzenswaardig. Maar als ik bekijk hoeveel administratieve en beheersmatige rompslomp aan het kunnen voldoen aan de eisen hangt, vind ik de uitwerking ervan niet getuigen van maatwerk.”
Een werkgever uit de procesindustrie: “Dit zijn goede initiatieven, alleen de administratieve verplichtingen zijn te hoog. Dat kan anders worden geregeld.”
Een werkgever uit de Bouw en Infra: “Het is jammer dat de administratieve last zo hoog moet zijn. Hierdoor heb je al 10% van de loonkostensubsidie nodig voor de afhandeling ervan. Verspilling.”
Belevingsonderzoek Sectorplannen | v62835 | © Veldkamp | 25 juni 2015
Bijlage 1 Resultaten per sector 12 | Bekendheid: heeft u voorafgaand aan dit onderzoek weleens gehoord van de term sectorplannen? (n=210; in procenten) heeft u weleens gehoord van de sectorplannen?
Totaal ondervraagde sectoren (n=210)
75
Zorg
25
93
Stedendriehoek
7
76
Procesindustrie
24
70
Bouw en Infra
30
60
40
ja
nee
13 | Uitleg: De sectorplannen zijn plannen gericht op het toekomstbestendig maken van van de Nederlandse arbeidsmarkt. Deze plannen worden voor minimaal de helft gefinancierd vanuit de sector en voor maximaal de helft door de overheid. Vraag: Wist u dat trajecten waaraan uw organisatie deelneemt onderdeel zijn van deze sectorplannen? (n=210; in procenten) wist u dat uw organisatie deelneemt aan de sectorplannen?
Totaal ondervraagde sectoren (n=210)
79
Zorg
21
93
Stedendriehoek
7
76
Procesindustrie
24
83
Bouw en Infra
18
65
ja
35
nee
14 | Draagvlak: wat vindt u ervan dat de overheid bijdraagt in de kosten van deze trajecten? (n=210)
Totaal ondervraagde sectoren (n=210)
Zorg Stedendriehoek Procesindustrie Bouw en Infra
heel positief
positief
46
43
46
39
10 1
50
44
53
49
niet positief, niet negatief
Belevingsonderzoek Sectorplannen I v62835 | © Veldkamp | 24 juni 2015
4
3
14
38
40
10
11
negatief
heel negatief
15 | In welke mate verwacht u dat de trajecten waaraan uw organisatie deelneemt, zullen bijdragen aan het oplossen van de volgende knelpunten in uw organisatie? (Basis: alleen gevraagd aan werkgevers die de onderstaande doelstellingen als een knelpunt beschouwen; in procenten)
Doelstelling: de instroom van jongeren
Totaal ondervraagde sectoren (n=159)
15
Zorg (n=33)
9
Stedendriehoek (n=45)
9
35
36
21
14
48
21
42
Procesindustrie (n=29)
21
Bouw en Infra (n=57)
21
44
31
4
31
38
17
25
15
Doelstelling: de arbeidsmarktkansen van zittende medewerkers
Totaal ondervraagde sectoren (n=171)
10
Zorg (n=55) Stedendriehoek (n=38)
37
15
3
28
42
12
4
15
55
34
Procesindustrie (n=34) Bouw en Infra (n=57)
39
21
47
29
13
2
12
69
15
Doelstelling: voorkomen van toekomstige werkloosheid van uw medewerkers
Totaal ondervraagde sectoren (n=168)
8
Zorg (n=49) Stedendriehoek (n=40) Procesindustrie (n=29) Bouw en Infra (n=48)
42
10
37
47
3
37
45
10
6
35
42
8
14
18
35
33
13
40
19
Doelstelling: doorgroeimogelijkheden van uw werknemers
Totaal ondervraagde sectoren (n=173)
15
Zorg (n=50)
14
Stedendriehoek (n=41)
7
34
39
33
10
35
52
7
Procesindustrie (n=33) Bouw en Infra (n=49)
43
0
46
36
41
Belevingsonderzoek Sectorplannen I v62835 | © Veldkamp | 24 juni 2015
7
27
33
3
16
Doelstelling: het voorkomen van uitval
Totaal ondervraagde sectoren (n=159)
6
Zorg (n=44)
7
Stedendriehoek (n=39)
5
Procesindustrie (n=28) Bouw en Infra (n=48)
heel sterk
28
43
18
23
52
31
14
23
44
21
43
2
25
27
18
44
tamelijk sterk
27
enigszins
niet of nauwelijks
16 | In welke mate verwacht u dat de trajecten waaraan uw organisatie deelneemt zullen bijdragen aan de duurzame inzetbaarheid van uw medewerkers? Selectie: deze vraag is alleen gesteld aan werkgevers die zeggen dat scholing, mobiliteit en gezondheid het doel is van de trajecten waaraan ze deelnemen (in procenten).
Scholing: hierdoor is men beter in staat is zijn werk uit te voeren
Totaal (n=198)
24
Zorg (n=53) Stedendriehoek (n=53)
53
19
38
51
15
Procesindustrie (n=37) Bouw en Infra (n=55)
9
57
30
23
54
16
4
2
6
14
54
3
29
6
Mobiliteit: doorgroeimogelijkheden naar andere functies
Totaal (n=189)
13
Zorg (n=54)
15
Stedendriehoek (n=48)
31
51
37
10
17
48
20
8
28
61
13
Procesindustrie (n=35) Bouw en Infra
49
17
44
Belevingsonderzoek Sectorplannen I v62835 | © Veldkamp | 24 juni 2015
7
8
11
12
Gezondheid: verbeteren gezondheid medewerkers
Totaal
Zorg Stedendriehoek
9
8
38
19
5
23
40
18
Bouw en Infra
21
50
23
Procesindustrie
heel sterk
32
33
36
9
25
41
21
44
tamelijk sterk
6
enigszins
niet of nauwelijks
17 | In welke mate verwacht u dat de trajecten waaraan uw organisatie deelneemt, ervoor zullen zorgen dat binnen uw organisatie [zie de doelstellingen hieronder]? (Basis: alleen gevraagd aan werkgevers die de onderstaande doelstellingen als relevant beschouwen; in procenten)
Meer mensen kunnen worden aangenomen
Totaal (n=167)
Zorg (n=41) Stedendriehoek (n=49)
8
5
38
7
51
27
15
4
35
37
8
Procesindustrie (n=27) Bouw en Infra (n=47)
20
39
15
27
30
19
41
43
34
Minder mensen ontslagen hoeven worden
Totaal (n=161)
8
Zorg (n=46)
7
Stedendriehoek (n=41)
10
15
4
38
37
10
Procesindustrie (n=27) Bouw en Infra (n=47)
21
35
41
15
19
33
22
39
30
43
Belevingsonderzoek Sectorplannen I v62835 | © Veldkamp | 24 juni 2015
41
34
gemakkelijker wordt om aan goed gekwalificeerd personeel te komen
Totaal (n=180)
9
Zorg (n=46)
9
33
Stedendriehoek (n=51)
8
35
36
Procesindustrie (n=33) Bouw en Infra (n=50)
21
32
22
37
22
27
29
36
4
30
40
12
34
22
meer mensen naar ander werk kunnen worden begeleid
Totaal (n=168)
7
Zorg (n=52)
4
Stedendriehoek (n=59)
4
38
38
19
4
24
40
35
Procesindustrie (n=26) Bouw en Infra (n=46)
32
17
31
35
22
31
27
19
48
26
vakkrachten (of goed gekwalificeerd personeel) behouden blijven
Totaal (88)
14
Procesindustrie (n=36)
Bouw en Infra (n=52)
heel sterk
19
10
tamelijk sterk
49
23
39
19
56
22
25
enigszins
Belevingsonderzoek Sectorplannen I v62835 | © Veldkamp | 24 juni 2015
15
10
niet of nauwelijks