Jeugdagenda 2013 Inleiding Voor u ligt de jeugdagenda 2013. Deze bestaat uit Inleiding Overzicht agendapunten 2013 Schematisch overzicht Toelichting agendapunten Op basis van deze jeugdagenda worden concrete acties in gang gezet. De jeugdagenda is concreet dynamisch en resultaatgericht. De Doetinchemse Jeugdagenda in een veranderende omgeving en in nieuw perspectief In de jeugdagenda is jaarlijks sprake van voortschrijdend inzicht in de samenhang der dingen en derhalve zijn de zaken opnieuw geclusterd op basis van de indeling van de zorgmonitor: Materiële Omstandigheden Gezondheid Opvoeden en gezinsrelaties Onderwijs/Werk Sociale Omgeving Verbreden, verbinden, vernieuwen Wij willen de jeugdagenda 2013 graag breder opzetten met een integraal aanbod vanuit de diverse levensdomeinen, c.q. beleidsterreinen. Hiertoe is een afdelingsbijeenkomst gehouden met de vraag of de diverse beleidsmedewerkers agendapunten vanuit hun beleidnotities en/of vanuit het veld konden aandragen. Hierbij hebben wij onze regierol ter hand genomen door vooral te sturen op samenwerking en slimme verbindingen. Verder willen wij steeds meer naar vraaggericht aanbod en op den duur naar een individueel maatwerk aanbod. Naar versterking van het voorliggend veld en naar versterking van outreachend werken. Op basis van bovenstaande uitgangspunten is de jeugdagenda 2013 tot stand gekomen. Agendapunten “oud”en “nieuw” De jeugdagenda bevat niet alle punten van het Doetinchemse jeugdbeleid. Op de Jeugdagenda staan vooral actiepunten. Zoals het woord al zegt vragen deze punten om actie, zoals: beleidssturing (bv. het MFA/Multifunctionele Accommodatie Jeugd); ontwikkeling (bv. schuldhulp jeugdigen of PGO/praktische gezinsondersteuning). Punten die niet langer om actie vragen, omdat zij geen prioriteit hebben of onder de verantwoordelijkheid vallen van een ketenpartner jeugd om te worden doorontwikkeld of te worden ingebed in reguliere activiteiten, of omdat zij afgerond zijn staan niet op de jeugdagenda, maar maken onderdeel uit van het brede jeugdbeleid.
2
Jeugdagenda 2013 Agendapunten MATERIELE OMSTANDIGHEDEN 1. Schulddienstverlening jeugd 2. Huisvesting jongeren: 2.1 Wonen met zorg, dagbesteding, leren en werken 2.2 Stichting Jongeren Opvang Doetinchem 2.3 Coördinatiepunt wonen en zorg kwetsbare jongeren 2.4 Onconventioneel wonen
pag. 11 12 13 14 15 16
GEZONDHEID 3. Lyfstyleprogramma jeugd 4. Preventie activiteiten jeugd 5. Buurtsportcoaches
17 18 19
OPVOEDEN EN GEZINSRELATIES 6. Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG): 6.1 CJG aanspreekpunten 6.2 Opvoedondersteuning 6.3 Uniforme werkwijze 6.4 Mamma weet alles 6.5 Jeugdinterventieteam 6.6 Jeugdmaatschappelijk werk 6.7 Toeleiding Zorg 6.8 Young & Kids en project Jonge Moeders 6.9 Nazorg jeugdige ex-gedetineerden 6.10 Verwijsindex Achterhoek 6.11 Zorgmonitor 6.12 Praktische gezinsondersteuning 6.13 Virtueel CJG 6.14 Interculturele hulpverlening/ cultuursensitief CJG 6.15 Pedagogische civil society
21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
3
4
6.16 Aanpak geweld in afhankelijkheidsrelaties (algemeen): 6.16.1 Huiselijk geweld 6.16.2 Aanpak kindermishandeling 6.16.3 Loverboyproblematiek 6.16.4 Vrouwelijke Genitale Verminking (Project gezonde familie) 6.16.5 ZorgOOG
37 38 39 40 41 42
ONDERWIJS EN WERK 7. Onderwijsachterstandenbeleid 8. Kindcentrum in Noord en Overstegen 9. Versterking basisonderwijs per wijk/dorp 10. Peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie 11. Toezicht kinderopvang 12. Playing for succes 13. Graafschap helpt Scoren 14. Jouw Unit 15. Maatschappelijke stages 16. Talenten behouden en aantrekken voor de Achterhoek 17. Passend Onderwijs
43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53
SOCIALE OMGEVING 18. De Veilige School 19. Stedelijk Jongeren Organisatie Gruitpoort 20. Jongerenraad 21. Sport Service Doetinchem 22. Kwaliteitsimpuls bewegingsonderwijs 23. KNVB straatvoetbal 24. Brede Schoolnetwerk: 24.1 Bredeschoolnetwerk algemeen 24.2 Cultuur en school 24.3 Bibliotheek in school 24.4 De Vreedzame School / De Vreedzame Wijk
54 55 56 57 58 59 60 60 62 63 64
5
Schematisch overzicht Actiepunt
Fase *
Planning/resultaat 2013
Kosten
Dekking
Uitvoerders
Aanbod uitbreiden
pm
Budget minimabeleid
Gemeente, IJsselkring en MEE
Onderzoek
pm
n.t.b.
n.t.b.
Voortzetten van project op nieuwe locaties
€ 60.000
Regionaal budget OGGZ
SJOD
Opdracht verstrekken aan hoofdaannemer
pm
n.t.b.
n.t.b.
Definitieve locatie(s)
pm
n.t.b.
Gemeenten en woningcorporaties
pm
n.t.b. Iriszorg
€ 140.000 € 210.000
Regionaal budget OGGZ Ministerie 40% Partners 60%
€ 70.000
Budget CJG
Ketenpartners jeugd
€ 45.000 € 60.000
Ketenpartners Jeugd
MATERIELE OMSTANDIGHEDEN 1
Schulddienstverlening jeugdigen
2 2.1
Huisvesting jongeren Wonen met zorg, Initiatieffase dagbesteding, leren en werken Stichting Jongeren Uitvoerings Opvang Doetinchem fase (SJOD) Coördinatiepunt Initiatieffase wonen en zorg kwetsbare jongeren Onconventioneel Initiatieffase wonen
2.2 2.3 2.4
Ontwikkel fase
GEZONDHEID 3
Lyfestyleprogramma jeugd
Ontwikkel fase
Onderzoek
4
Preventie activiteiten jeugd Buurtsportcoaches
Uitvoerings fase Initiatieffase
Aanbod uitbreiden
5
Inzet buurtsportcoaches (afhankelijk van besluit december 2012)
Gemeente Sportservice Doetinchem
OPVOEDEN EN GEZINSRELATIES 6 6.1
6.2
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) CJG Uitvoerings Voortzetting werkwijze aanspreekpunten fase en integreren met buurtcoaches wijkwerk nieuwe stijl OpvoedonderUitvoerings Verbreden en versterken steuning fase
6.3
Uniforme werkwijze
6.4
Mamma weet alles
6.5
Jeugdinterventieteam (JIT)
Uitvoerings fase Uitvoerins fase Uitvoerings fase
Voortzetten
pm
Budget CJG Budget Jeugdagenda Budget CJG
Voortzetting
pm
Budget CJG
Voortzetten
€ 70.000
Budget Jeugdagenda Budget CJG Budget Veiligheid Convenant VSV Restant n.t.b.
€ 22.500 € 5.000 6.6
Jeugdmaatschappelijk werk (JMW)
Implementatie fase uitvoerings fase
Voortzetten en uitrollen
€ 112.494 € 279.756
Ketenpartners Jeugd ouders Lindenhout Politie IJsselkring Gemeente OPDC Younieq Lindenhout IJsselkring Sensire Gemeente 6
Actiepunt
Fase
Planning/resultaat 2013
Kosten
6.7
Toeleiding Zorg
Voortzetten
€ 108.440
6.8
Young & Kids en project Jonge Moeders
Uitvoerings fase Uitvoerings fase
Voortzetten
€ 137.045 € 17.000
Uitvoerders Regionaal budget OGGZ Subsidie provincie Budget OGGZ Jeugdagenda Regionaal budget OGGZ en Veiligheidshuis Budget CJG
Lindenhout
Ketenpartners
Stichting Leren door Sport Lindenhout IJsselkring Gemeente Politie Ketenpartners Jeugd Ketenpartners Jeugd
6.9
Nazorg jeugdige exgedetineerden
Uitvoerings fase
Voortzetten
pm
6.10
Verwijsindex Achterhoek (VIA)
Uitvoerings fase
Versterken
€
6.11
Zorgmonitor Praktische gezinsondersteuning Virtueel CJG
Voortzetten en verbredingsonderzoek Aanbod uitbreiden
+ € 20.000
6.12
Uitvoerings fase Uitvoerings fase Uitvoerings fase Uitvoerings fase
Voortzetten
€ 100.000
Regionaal budget OGGZ Budget WMO Budget CJG Budget CJG
Interculturele Voortzetten hulpverlening/ cultuursensitief CJG Pedagogische civil Ontwikkel Versterken sociale society fase verbanden Aanpak geweld in afhankelijkheidsrelaties Huiselijk geweld Uitvoerings Mensen eerder in actie fase laten komen/geweld bespreekbaar maken/ stoppen huiselijk geweld
pm
Budget CJG
pm
Budget CJG
Gemeente Ketenpartners
pm
Steunpunt huiselijk geweld
6.16.2
Aanpak kindermishandeling
Uitvoerings fase
Voorkomen, signaleren, stoppen en beperken
pm
Regionaal budget Vrouwenopvang centrum gem. Arnhem Regionaal budget OGGZ
6.16.3
Loverboyproblematiek Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV) gezonde familie ZorgOOG
Uitvoerings fase Uitvoerings fase
Afspraken maken in de keten Bespreekbaar maken van VGV en/of meisjes besnijdenis Onder aandacht brengen/houden
pm
6.13 6.14 6.15 6.16 6.16.1
6.16.4 6.16.5
Uitvoerings fase
27.667
pm
pm pm
Provinciaal budget Ministerie Regionaal budget OGGZ
Gemeente Ketenpartners Ketenpartners Jeugd Forus/Pharos
GGD Yunio AMK Steunpunt Huiselijk Geweld Diverse zorgpartijen Zorginstellingen Gemeente Hulporganisaties Zorginstellingen Gemeenten Ketenpartners
7
Actiepunt
Fase
Planning/resultaat 2013
Kosten
Dekking
Uitvoerders
Voortzetting boekenpret, VVE en schakelklassen
€ 238.632
Doeluitkering OAB Gemeente Gemeente GSO derden Regulier burget onderwijs
Gemeente Bredeschoolnetwerk Gemeente Onderwijs Ketenpartners Gemeente Schoolbesturen
Uitvoerings fase
3e/4e dagdeel VVE
€ 122.400
Onderdeel doeluitkering OAB
Peuteropvang organisaties.
ONDERWIJS EN WERK 7
Onderwijsachterstandenbeleid
Uitvoerings fase
8
Kindcentrum in Noord en Overstegen Versterking basis onderwijs per wijk/ dorp Peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie (VVE) Toezicht kinderopvang Playing for succes
Ontwikkel fase
Uitvoerings fase Implementatie fase
Voortzetting
pm
Ministerie
GGD
start
pm
Provincie Onderwijs
13
Graafschap helpt Scoren
Uitvoerings fase
Voortzetting
€ 175.000 € 100.000
Regio contract Budget RMC
14
JOUW Unit
Uitvoering
Voorzetten
pm
Onderwijs BVO De Graafschap Stichting Leren door Sport ROC Graafschapcollege Gemeente(n) regio Gemeente RMC
15
Maatschappelijke stages Talenten behouden en aantrekken voor de Achterhoek Passend Onderwijs
Uitvoerings fase Ontwikkel fase
Voortzetting
€ 26.000
Ontwikkel fase
Ondersteuningsprofielen - en plannen opstellen
9 10
11 12
16 17
Uitvoerings fase
€ 35.740 € 3.700.000 € 1.350.000 pm pm
pm pm
Budget Jeugdagenda Europese financiering 75% Provincie 25% Ministerie
Onderwijsinstellingen Gemeente Regio Achterhoek Onderwijs (SWV)
8
Actiepunt
Fase
Planning/resultaat 2013
Kosten
Dekking
Uitvoerders
Budget Jeugdagenda Budget Veiligheid Budget MFA Jeugd
JIT Onderwijs Gemeente
SOCIALE OMGEVING 18
De Veilige School
Uitvoerings fase
Afspraken maken met het onderwijs
pm
19
Stedelijk Jongeren Organisatie de Gruitpoort (SJOG)
Uitvoerings fase
doorontwikkelen
€ 250.000
20
Jongerenraad
Uitvoerings fase
Voortzetting
€ 5.000
Budget Jeugdagenda
21
Sport Service Doetinchem
Uitvoerings fase
Uitvoering basistaken
€ 45.209
Structurele begroting Budget Jeugdagenda
22
Kwaliteitsimpuls bewegingsonderwijs
Uitvoerings fase
Gefaseerd afbouwen
€ 34.791
Gemeente
23
KNVB straatvoetbal
Uitvoerings fase
Voortzetting
€ 5.000
Budget sportstimulering (of Jeugdagenda)
24 24.1
Brede schoolnetwerk (BSN) BSN algemeen Uitvoerings fase
Voortzetten als drager CJG12- in de wijk. Coördinator versterkt CJG werkwijze en sluit aan bij wijkwerk nieuwe stijl Uitvoering t/m eind schooljaar 2012-2013 Realiseren van meerdere vestigingen van Bibliotheek op school
€ 157.000
Budget Bredeschoolnet werk Budget Jeugdagenda
Onderzoeken of project/gedachtengoed ingezet kan worden in de div. wijken
pm
24.2
Cultuur en school
24.3
Bibliotheek in school
24.4
De Vreedzame School / De Vreedzame Wijk
uitvoerings fase Ontwikkel fase Onderzoeks fase
€ 20.000
€ 20.000
Jongeren De Gruitpoort Gemeente IJsselkring JIT Onderwijs IJsselkring Gemeente Sport Verenigingen Graafschapcollege IJsselkring Gemeente Gemeente Graafschapcollege Basisscholen Gemeente KNVB Sport United BredeschoolnetWerk
pm
Onderwijs
pm
Bibliotheek IJsselkring Basisscholen Gemeente Gemeente BSN
9
10
MATERIELE OMSTANDIGHEDEN
1.
Schulddienstverlening jeugd
Doelgroep: jeugdigen, ouder dan 18 jaar, die willen werken aan hun financiële problemen en daar ondersteuning in nodig hebben. Probleem: financiële problemen Oplossing: integrale schulddienstverlening Uitvoering: klantmanagers van het team financiële ondersteuning (Zorgplein) Rol gemeente: initiator, regisseur,opdrachtgever, uitvoerder Met geld omgaan is niet voor iedereen gemakkelijk, zeker niet voor jongeren. Uit onderzoek blijkt dat jongeren meer te besteden hebben, er harder voor werken en veel meer schulden hebben. Zorgen om deurwaarders, te weinig geld voor de dagelijkse uitgaven of permanente strijd thuis om geld zijn een belemmering om deel te nemen aan het maatschappelijk leven of de arbeidsmarkt. Wij vinden het belangrijk dat inwoners actief deelnemen aan de maatschappij en aan de arbeidsmarkt. Daarom bieden wij schulddienstverlening aan. Inwoners (ouder dan 18 jaar) die willen werken aan hun financiële problemen en daarin ondersteuning nodig hebben kunnen zich melden bij het Zorgplein. Het hoofddoel van schulddienstverlening is de actieve deelname van de klant te bevorderen en maatschappelijke kosten te voorkomen. Daarvoor is het belangrijk dat er een financiële stabiele situatie is. Een schuldenvrije toekomst is een secundair doel. We accepteren dat een klant schulden heeft, maar bieden ondersteuning als de klant zijn financiële situatie zonder ondersteuning niet hanteerbaar kan maken. De klantmanagers van het team financiële ondersteuning gaan in gesprek met de klant. In het gesprek met de klant wordt naast het uitvoeren van de voorzieningencheck de hulpvraag vastgesteld en de aanwezige problematiek. Als de klant ondersteuning nodig heeft vanuit de schulddienstverlening dan wordt een plan van aanpak opgesteld. In het plan zijn de verschillende instrumenten beschreven die ingezet worden om te komen tot het hoogst haalbare resultaat. Als daarvoor hulpverlening nodig is dan wordt een maatschappelijke organisatie ingeschakeld (onder andere IJsselkring en MEE). Zijn er financieel technische instrumenten nodig dan worden die ingekocht bij het budget advies centrum (BAC). De klantmanager blijft het plan van aanpak en de instrumenten die daarvoor zijn ingezet regisseren en stuurt waar nodig bij om te borgen dat het resultaat wordt behaald (klantmanagement). In de afgelopen jaren lag de focus bij de uitvoering van schulddienstverlening op een schuldregeling. Een schuldenvrije toekomst is niet voor iedereen mogelijk. Wij vinden het daarom belangrijk dat het aanbod voorziet in diensten om de financiële onrust bij de klant weg te nemen als een schuldregeling (nog) niet mogelijk is. Daarvoor zetten wij in op stabilisatie van de financiële situatie (borgen dat vaste lasten tijdig worden betaald) en op het vergroten van de financiële zelfredzaamheid (het aanleren van goed financieel gedrag). Voorbeelden van diensten en ondersteuning daarbij zijn: budgetbeheer, budgetcoaching en het op orde brengen van de administratie.
11
2.
Huisvesting jongeren
2.1
Wonen met zorg, dagbesteding, werken, leren en vrije tijd
Doelgroep: kwetsbare jongeren van 15 tot 25 jaar. Probleem: kwetsbare jongeren hebben als basis een huis nodig om hun leven weer op de rails te krijgen, maar ook een zinvolle dagbesteding, toeleiding naar scholing en werk en leuke dingen doen in je vrije tijd zijn hierbij onontbeerlijk. Oplossing: een integrale aanpak op alle levensdomeinen en maatwerktrajecten. Uitvoering: ketenpartners jeugd met hoofdaannemer, woningbouwcorporaties. Rol gemeente: initiator Maslow: “De natuur van de mens is erop gericht zijn mogelijkheden en talenten tot ontplooiing te brengen. Dit geldt op sociaal gebied (familie & vrienden) en op maatschappelijk gebied (scholing, baan etc.). Er zijn echter veel belemmeringen die ons afhouden werkelijk uit ons zelf te halen wat er in zit. De piramide van Maslow is een behoeftepiramide die de drijfveren van de mens weergeeft. Als zorg, wonen en inkomen, sociaal gedrag/omgeving niet op orde zijn komt de jeugdige niet tot ontplooiing. Dit is de theorie, maar ook uit bijeenkomsten met het veld is gebleken dat men een domeinoverstijgende, integrale aanpak wenst. Dit zou op meerdere manieren gerealiseerd kunnen worden: 1. een voorziening: Een gebouw, waar men woont, werkt, leert en zijn vrije tijd besteedt. 2. de keten verbinden via een uniforme werkwijze: Gezien de huidige ontwikkelingen, CJG aanpak 12+, welzijn nieuwe stijl, regionale agenda kwetsbare jongeren en transitie jeugdzorg lijkt het zinvoller om een plan uit te werken van de tweede optie. Er zou een team van jongerencoaches ingezet kunnen worden, die de jongeren opzoekt en een trajectaanbod inzet, dat alle levensdomeinen bereikt. Hierbij kan aangesloten worden bij het coördinatiepunt wonen, dat dan een coördinatiepunt wonen, zorg, dagbesteding, werken, leren en vrije tijd zou worden. Afhankelijk van de uitkomsten van de inventarisatie agenda kwetsbare jongeren en de transitie jeugdzorg zal een opdracht geformuleerd worden naar het veld. 2013 zal gebruikt worden om hiervoor een plan uit te werken, dat enerzijds de agenda kwetsbare jongeren bepaalt en tegelijkertijd de voorbereiding vormt voor de komst van jeugdzorg en aansluit bij de outreachend werkwijze CJG 12+ en welzijn nieuwe stijl.
12
Huisvesting jongeren 2.2
Stichting Jongeren Opvang Doetinchem (SJOD)
Doelgroep: risicojongeren 15-25 jaar met huisvestingsproblematiek Probleem: er is een gebrek aan huisvesting met begeleiding voor jongeren met problemen, die hun draai in de maatschappij niet kunnen vinden. Oplossing: een voorziening die met inzet van vrijwilligers snel en adequaat opvang en begeleiding biedt aan deze jongeren. Uitvoering: Stichting Jongeren Opvang Doetinchem Rol gemeente: facilitator, toezichthouder In de overgang van thuis naar zelfstandig wonen kunnen jongeren door gebrek aan vaardigheden in de problemen raken. Deze jongeren missen om diverse redenen de aansluiting op de reguliere weg van wonen, leren en werken. In het uiterste geval kan dit leiden tot dak/thuisloosheid, met risico‟s op afglijden in de criminaliteit. Huisvesting is een essentiële voorwaarde om weer toe te komen aan het verwerven van vaardigheden op andere leefgebieden, zoals beheer van financiën, studie/werk en vrije tijd. In Doetinchem is te weinig betaalbare huisvesting voor niet geïndiceerde jongeren In 2009 is de eerste Jongeren Opvang Doetinchem woning geopend. Hierin worden 4 tot 5 jongeren gehuisvest voor 3 tot 6 maanden. Begeleiding gebeurt door vrijwilligers o.l.v. de coördinator van de Stichting Jongeren Opvang Doetinchem. De hulpverlening wordt gecoördineerd vanuit Lindenhout. Inmiddels is een tweede Jongeren Opvang Doetinchem woning gerealiseerd. Beide Jongeren Opvang Doetinchem woningen zijn bezit van de gemeente en het gebruik is tijdelijk. In het kader van de regionale agenda kwetsbare jongeren en de transitie jeugdzorg vindt er momenteel een inventarisatie plaats waarbij bekeken wordt of het aanbod nog aansluit bij de vraag. De Stichting Jongeren Opvang Doetinchem was een tijdelijke oplossing en er dient gekeken te worden naar slimme verbindingen met bijvoorbeeld begeleid wonen van Lindenhout, waarbij de kracht van het Stichting Jongeren Opvang Doetinchem: onorthodoxe snelle aanpak met inzet van vrijwilligers, behouden kan blijven.
13
Huisvesting jongeren 2.3
Coördinatiepunt wonen en zorg kwetsbare jongeren
Doelgroep: kwetsbare jongeren van 15 tot 25 jaar die zorg en een plek om te wonen nodig hebben. Probleem: het is belangrijk dat er voldoende woon/zorg aanbod is voor kwetsbare jongeren. Dat het aanbod aansluit bij de vraag en dat ze op het juiste moment op de juiste plek geplaatst worden. Oplossing: een coördinatiepunt zorg en wonen. Uitvoering: Lindenhout, De Lichtenvoorde en Wonion Rol gemeente: initiator In het kader van de aanpak woonzorgvoorzieningen kwetsbare jongeren zijn er bijeenkomsten gehouden met het veld, waaruit bleek: 1. er dient regionaal en lokaal gekeken te worden of er voldoende aanbod is; 2. er dient gekeken te worden of het aanbod aansluit op de vraag. Momenteel loopt in het kader van de regionale agenda kwetsbare jongeren en met het oog op de transitie jeugdzorg een inventarisatie om de vraag en het aanbod duidelijk in beeld te krijgen en te kijken of het aanbod nog wel aansluit bij de vraag. Tegelijkertijd werd aangegeven dat er behoefte was aan coördinatie op de vraag en het daarop aansluitende of ontbrekende aanbod, zodat de jongere op het juiste moment op de juiste plek terecht komt, zodat er doorstroom plaats vindt en dichtslibben wordt voorkomen en er vanuit een coördinatiepunt zicht blijft op de jongere en op de vraag. De Achterhoekse woningcorporaties hebben een convenant afgesloten over de toewijzing van woningen aan deze kwetsbare doelgroep. Dit wordt gecoördineerd door Wonion. Lindenhout, De Lichtenvoorde en Wonion zullen gevraagd worden hiervoor een plan van aanpak uit te werken.
14
Huisvesting jongeren 2.4
Onconventioneel wonen
Doelgroep: Jeugdigen 18+ Probleem: behoefte aan woonvorm voor groep mensen die aan de onderkant van de woonladder zitten (waaronder ook zwerfjongeren of jongeren met ernstig psychische problematiek). Oplossing: zoeken naar een woonvorm voor deze specifieke doelgroep (onconventioneel wonen). Uitvoering: gemeente en woningcorporaties Rol gemeente: initiator Onderzocht wordt welke mogelijkheden er zijn voor deze doelgroep: jongeren die aan de onderkant van de woonladder zitten; jongeren die veel overlast veroorzaken; zij zijn overal geschorst (Iriszorg, Leger des Heils); het lukt niet om ze in een traject te krijgen; ze hebben behoefte aan rust en stabiliteit; er is geen sprake meer van intensieve begeleiding; voor cliënten is het belangrijk om hun huisdier mee te nemen (bij veel instellingen is dit niet mogelijk). Het gedrag van deze doelgroep wordt gekenmerkt door sociaal en maatschappelijk onaangepast gedrag voortkomend uit onmacht, geen onwil. Door contact met anderen raakt deze doelgroep overprikkeld. Omgekeerd zijn ze hun omgeving ook snel tot last door hun onvermogen zich aan te passen aan de gangbare leefregels in een normale woonomgeving. In een onconventionele woonomgeving wordt hun leven leefbaar en bezorgen zij de maatschappij geen overlast. In het najaar 2012 heeft er een locatieonderzoek plaats gevonden.
15
16
GEZONDHEID
3.
Lyfestyleprogramma jeugd
Doelgroep: jeugd en jongeren Probleem: risico’s voor de volksgezondheid Uit de E-movo 2011 (Elektronische monitor en voorlichting) blijkt dat een toenemend aantal jongeren slecht scoort op veel gezondheids- en leefstijlfactoren. Het E-movo bevat de meest recente gegevens over de gezondheidsrisico‟s onder jongeren; de gegevens hebben betrekking op gezondheid, psychische klachten en depressie, voeding, gewicht, bewegen, roken, drugs- en alcoholgebruik, seksualiteit (www.ggdgelre-ijssel.nl/Onderzoeksgegevens/Gezondheidsmonitors). De gezondheidsrisico‟s vragen om vraaggestuurd werken. Oplossing: onderzoek naar de mogelijkheden tot de uitvoering van leefstijlinterventies die bewezen effectief zijn gericht op: overgewicht, voeding en bewegen; psychische klachten en depressie. Uitvoering: n.t.b. Rol gemeente: regisseur Overgewicht, voeding en bewegen Op initiatief van overheid, ondernemers en onderwijs is het project Achterhoek 2020 gestart. Eén van de adviezen is de regionale uitvoering van het project GKGK (Gezonde Kinderen in Gezonde Kindomgeving). De interventie wordt uitgevoerd in die wijken/buurten of die basisscholen waar het overgewichtpercentage onder de jeugd het hoogst is. Elke dag één uur lichaamsbeweging en één uur per week theorie over voeding, gezondheid en bewegen. Er moet worden onderzocht in hoeverre deze interventie aansluit in Doetinchem bij de transitie jeugdzorg.. Psychische klachten en depressie In Berkelland en Oost Gelre vindt op dit moment onderzoek plaats naar depressie onder jongeren. De uitkomsten zijn naar verwachting ook relevant voor de andere regiogemeenten. Dit kan leiden tot aanvullende interventies voor de jongeren in Doetinchem. Toegankelijkheid bestaand aanbod Er is reeds veel aanbod. Bijvoorbeeld “Grip op je dip”, een gratis on line interventie van Trimbos voor jongeren met een (dreigende) depressie. Regionale samenwerking Regionaal wordt gewerkt aan een uitvoeringsprogramma lokaal gezondheidsbeleid; dit kan leiden tot (advies tot) extra inzet op het gebied van jeugd en jongeren.
17
4.
Preventieactiviteiten jeugd
Doelgroep: jeugd van 11 tot 23 jaar Probleem: jongeren komen vaak in aanraking met alcohol, drugs, gokken, internet en gamen. Zij zijn over het algemeen meer beïnvloedbaar en nog bezig met het zoeken naar hun identiteit. Oplossing: jongeren bewust maken van de gevolgen van gebruik en begeleiden bij het maken van keuzes: ga je wel of niet gebruiken; gebruik je alleen of met anderen; gebruik je alleen in het weekend of ook op andere dagen. Extra aandacht voor jongeren die meer risico lopen, bijvoorbeeld jongeren met depressieve klachten. Daarnaast ook aandacht voor ouders en beroepskrachten uit o.a. onderwijs, zorg- en welzijn en horeca. Uitvoering: IrisZorg in samenwerking met andere zorginstellingen Rol gemeente: opdrachtgever De preventieafdeling van IrisZorg maakt jaarlijks afspraken over het preventieaanbod met centrumgemeente Doetinchem voor de OGGz. Dit gebeurt ook in samenwerking met de andere regiogemeenten. Ingezet wordt op preventie onderwijs (voortgezet en basis), thuis, reguliere activiteiten enz. Jaarlijkse resultaten worden gepubliceerd in Tendens. Dit geeft een inzicht in alle doelgroepen van IrisZorg In 2011 zijn samenwerkingsafspraken gemaakt tussen het Slingeland ziekenhuis, afdeling kindergeneeskunde over jongeren die met een alcoholvergiftiging binnen komen. Het gaat hierbij om een pilot gericht op jongeren tot 16 jaar. Indien de pilot een succes blijkt te zijn wordt naar uitbreiding gekeken.
18
5.
Buurtsportcoaches
Doelgroep: inwoners (incl. jeugd) met een gezondheidsrisico als gevolg van weinig bewegen Probleem: een onvoldoende passend beweegaanbod voor de bovenbeschreven doelgroepen Oplossing: inzet van Buurtsportcoaches om het beweegaanbod te verruimen en inzichtelijk te maken. Uitvoering: gemeente Doetinchem, sportservice Doetinchem Rol gemeente: initiator De minister van sport heeft geconstateerd dat er in bepaalde gebieden groepen mensen zijn die te weinig bewegen. Buurtsportcoaches kunnen zorgen voor organisatie en uitvoering van een passend aanbod. De gemeente Doetinchem onderzoekt in 2012 de haalbaarheid van het inzetten van 5 Buurtcoaches in Doetinchem. Er wordt gekeken of er in Doetinchem wijken zijn waar de bevolking te weinig beweegt. Verder vindt er een inventarisatie plaats van kansrijke projecten om bij aan te sluiten. In december 2012 wordt besloten of er in 2013 Buurtsportcoaches kunnen worden ingezet.
19
20
OPVOEDEN EN GEZINSRELATIES
6.
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)
6.1
CJG aanspreekpunten
Doelgroep: ouders in de wijken. Probleem: ouders en professionals zoeken iemand bij wie ze terecht kunnen met vragen bij opvoeden en opgroeien. Oplossing: een aanspreekpunt signaleert problemen en is aanspreekbaar/aanklampbaar bij problemen. Uitvoering: Stichting IJsselkring Rol gemeente: opdrachtgever, regisseur, uitvoering en beleid De spil van het CJG in de wijken wordt gevormd door het CJG aanspreekpunt. De functie van CJG aanspreekpunt wordt ingevuld door een algemeen maatschappelijk werker of opvoedondersteuner met de volgende taken: contacten onderhouden met de vindplaatsen (scholen, peuterspeelzalen, kinderopvang, jongerenwerk) zodat ze bekend zijn. Aanwezig op ouderavonden, koffieochtenden ed.; deelname aan zorgstructuur (scholen); telefonisch bereikbaar voor de professionals op de vindplaatsen voor consultatie en verwijzing (06-nummer); uitvoeren van trajecten n.a.v. signalen; toeleiding naar geëigende hulp indien nodig; integrale systeemgerichte intake verzorgen bij problematiek; casemanagement/trajectregie verzorgen, tenzij een andere hulpverlener een betere ingang of oplossing heeft; aanspreekpunt voor de coördinator Zorgnetwerk Doetinchem: opschaling van complexe casus naar Zorgnetwerk Doetinchem en terugkoppeling uit Zorgnetwerk naar het aanspreekpunt; aanspreekpunt voor andere 1e en 2e lijns instellingen. Het CJG aanspreekpunt is de spil in de zorgstructuur in de wijk. Hij vangt signalen op vanuit de school of vanuit de wijk (bv. wijkagent) en gaat erop af en lost de problemen op of leidt toe naar hulpverlening. Er zijn drie varianten aanspreekpunten De drie typen aanspreekpunten: heavy, medium en light Er zijn meerdere vormen van aanspreekpunten. Het type wordt bepaald door de wijk waarin het aanspreekpunt werkt. Vanuit de historie is de werkwijze in Doetinchem dat hulp dichter bij de leefwereld ingezet wordt, naarmate er meer complexe problemen in een wijk voorkomen. *De „couleur locale‟ van de wijk bepaalt de inzet en de manier van werken. * Dit is het geval bij de opvoedingsondersteuners en opbouwwerkers van IJsselkring.
21
Aanspreekpunt heavy: in wijken waarvan bekend is dat er veel mensen met complexe problemen wonen, werken de opvoedingsondersteuners al van oudsher. Ze zijn aanwezig op scholen en peuterspeelzalen op tijden dat ouders hun kinderen naar school brengen: de inloop. Ze zien ouders en worden zelf óók gezien (kennen en gekend worden). Ze gaan op huisbezoek en voeren geen bureaugesprekken. Sinds 2010 werken ze samen met de maatschappelijk werkers die recentelijk vanuit het wijkservicecentrum opereren. a. Het aanspreekpunt medium: de maatschappelijk werkers die nauw samenwerken met de opvoedingsondersteuners werken outreachend, maar daarnaast voeren ze bureaugesprekken. Ze worden ingeschakeld door de opvoedingsondersteuner als er sprake is van bijvoorbeeld schulden. Het verschil is dat ze niet tijdens de inloop aanwezig zijn en minder frequent op andere vindplaatsen zijn om te „kennen en gekend te worden‟. Het aanspreekpunt medium is ook ingezet in wijken waar de problematiek minder complex is. Deze werkers zijn minder gericht op „kennen en gekend worden‟, maar hebben wel frequent contact met de professionals op de vindplaatsen. b. Het aanspreekpunt light: werkt in de overige wijken in een nog meer afgeslankte vorm. De maatschappelijk werkers moeten minimaal drie keer per jaar contact leggen met de vindplaatsen om hun behoefte in beeld te brengen. Ze zijn bereikbaar voor afstemming en samenwerking. Deze termen betekenen dus niet dat de aanspreekpunten light alleen met lichte problematiek te maken hebben. Ook zij werken met gezinnen met complexe problemen, maar minder vanuit „kennen en gekend worden‟. Het CJG aanspreekpunt staat is bezig aan een doorontwikkeling tot buurtcoach. Hun uniforme en outreachende werkwijze dient tot voorbeeld van de werkwijze voor de buurtcoach. De CJG aanspreekpunten gaan dan ook deel uitmaken van de teams buurtcoaches. Voorlopig behouden zij nog hun taakaccent jeugd.
22
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) 6.2
Opvoedondersteuning
Doelgroep: ouders en kinderen Probleem: ouders en kinderen hebben ondersteuning nodig bij problemen met opvoeden en opgroeien. Oplossing: diverse vormen van opvoedondersteuning. Uitvoering: GGD, Yunio, IJsselkring en diverse ketenpartners jeugd. Rol gemeente: opdrachtgever, beleidsregisseur Voor ouders/opvoeders moet het mogelijk zijn om op een laagdrempelige manier antwoord te vinden op vragen over opvoeden en opgroeien. Alledaagse vragen, maar ook als het om zorgen gaat. Het kan gaan om algemene simpele opvoedingsvragen, maar ook om meer specifieke opvoedingsvragen voor specifieke doelgroepen. Opvoedondersteuning is de ruggengraat van het CJG. En moet voor ouders/opvoeders op een laagdrempelige manier toegankelijk zijn. Op de CJG website is het totale aanbod opvoedondersteuning geboden door de diverse ketenpartners jeugd te vinden: Autimaat Bureau Jeugdzorg GGD Gelre IJssel Humanitas Lindenhout MEE Oost-Gelderland Sensire Thuisbegeleiding Yunio JGZ IJsselkring Opvoedondersteuners werken laagdrempelig, outreachend en sluiten aan bij de vindplaatsen in de wijk (school, peuterspeelzaal), maar ook bijv. in de supermarkt. Ook zij werken met de uniforme CJG werkwijze.
23
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) 6. 3
Uniforme werkwijze
Doelgroep: professionals binnen het CJG Probleem: het afstemmen en samenwerken van professionals heeft blijvende aandacht nodig om het uitgangspunt: 1 gezin, 1 plan vorm te geven. Oplossing: het organiseren van werktafels met als uitgangspunt één gezin, één plan, één aanspreekpunt. Uitvoering: partners CJG Rol gemeente: regisseur De werkwijze van het CJG Doetinchem houdt in dat de burger bij iedere CJG ketenpartner altijd aan het juiste adres is. De essentie is dat daar waar de vraag binnenkomt er altijd voor wordt gezorgd dat de burger een antwoord krijgt . Als de ketenpartner waar de burger binnenkomt zelf geen antwoord op de (hulp)vraag kan geven, laat hij de burger niet los, maar zorgt hij ervoor dat de burger terecht komt bij een andere ketenpartner die wel het juiste antwoord kan geven. In het CJG wordt invulling gegeven aan het principe van” één gezin, één plan, één aanspreekpunt”. Er is één casusoverleg ten aanzien van ieder kind of gezin, één totaalplan per gezin voor alle problemen, en één aanspreekpunt voor het gezin en de betrokken hulpverleners. Alle burgers en ketenpartners kunnen terecht bij de aanspreekpunten CJG in de wijk. De aanspreekpunten CJG werken outreachend en vindplaatsgericht. Ze zijn bekend bij de vindplaatsen voor ouders, zoals school, peuterspeelzaal en kinderopvang. Hun taken zijn o.a.: deelnemen aan zorgstructuren op school, zelf ondersteuning en hulpverlening bieden, toeleiden naar geëigende hulp als dat nodig is en fungeren als casushouder. Daarnaast zijn ze aanspreekpunt voor andere eerste- en tweedelijns instellingen. Twee keer per jaar komen in elke wijk professionals van verschillende instellingen die met ouders, jeugdigen en kinderen werken, bij elkaar. Tijdens deze bijeenkomsten staat de werkwijze CJG centraal. Het elkaar kennen en gekend worden is een belangrijk onderdeel van de bijeenkomst. Regionaal wordt de werkwijze 1 gezin 1 plan verder onderzocht en uitgerold over de CJG‟s. In Doetinchem zal dit specifiek aandacht krijgen via aparte besprekingen met de aanspreekpunten en mogelijk via aanvullende scholing (voortschrijdend inzicht). De werkwijze van de aanspreekpunten wordt geïntensiveerd in de werkwijze van de (nieuwe) buurtcoaches. Het aanspreekpunt is de voorloper van de buurtcoach. Signalen uit de werktafel leiden tot nieuwe afspraken, bijvoorbeeld over inschakelen van bureau jeugdzorg ter ondersteuning van de eerstelijns professional in het gezin om te voorkomen dat het gezin zelf naar bureau jeugdzorg moet.
24
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) 6.4
Mamma weet alles
Doelgroep: ouders van kinderen tussen de 10 en 18 jaar. Probleem: tijdens de basisschoolleeftijd spreken ouders regelmatig collega ouders. Op het moment dat kinderen naar het voortgezet onderwijs gaan verandert dit. Ouders maken zich regelmatig zorgen over hun puber(s) en willen dit delen met collega ouders. Oplossing: een netwerk voor ouders. Uitvoering: ouders Rol gemeente: initiator Ouders van pubers hebben vragen, geen problemen. Toch geven deze ouders óók aan dat er veel vragen leven over de wijze van opvoeden, over het omgaan met grenzen, regels, de nieuwe situatie op het voortgezet onderwijs bijvoorbeeld. In de basisschooltijd is het inwinnen van advies makkelijker; aan het schoolhek treft men altijd collega-ouders aan wie vragen even voorgelegd kunnen worden. Of men loopt het klaslokaal even in om met de leerkracht te overleggen. Vanaf het moment dat (pre-)pubers naar het voortgezet onderwijs gaan, vervallen al deze laagdrempelige momenten van informatievoorziening. Men kan vanaf dan terecht bij de mentor, tijdens het 10 minutengesprek of bij een officiële instantie. Die drempel blijkt bij de meeste ouders te hoog; ze hebben vragen, geen problemen. En deze vragen lossen ze graag dicht bij huis op. De netwerkgroepen van „mamma weet alles' bieden hier de mogelijkheid voor. Bij mamma weet alles gaat het om ervaringen delen met andere ouders. De antwoorden op vragen vindt men bij collega ouders. Dat is het uitgangspunt van de netwerken van 'mamma weet alles'. De gemeente heeft in oktober 2011 het initiatief genomen om ouders van jongeren tussen de 10 en 18 jaar bij elkaar te brengen middels een bijeenkomst georganiseerd door de Stichting Mamma weet alles. N.a.v. deze bijeenkomst heeft een groepje ouders het initiatief opgepakt om enkele keren per jaar bij elkaar te komen om hun vragen/zorgen over hun pubers te bespreken.
25
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) 6.5
Jeugdinterventieteam (JIT)
Doelgroep: overlastgevende jongeren van 11 tot 23 jaar. Probleem: jongeren zorgen voor overlast in de Doetinchemse wijken. Oplossing: inzet jeugdtoezichthouders, wijkwachten en politie in samenwerking met JEKK en jongerenwerkers IJsselkring. De overlastgevende groepen en hun problemen zijn in beeld en worden aangepakt, waardoor de overlast in de wijken afneemt en het veiligheidsgevoel van bewoners toeneemt. Uitvoering: Lindenhout Rol gemeente: initiator, opdrachtgever, toezichthouder, beleidsregisseur Om een veilige wijk te garanderen is een integrale aanpak gerealiseerd van gemeente, politie, jeugdtoezicht, JEKK en jongerenwerk. Er wordt een outreachend team ingezet, bestaande uit een jongerenwerker, een jeugdtoezichthouder een JEKK‟er en wijkwachten om problemen vroegtijdig te signaleren en jongeren aan te spreken op hun gedrag. Daarnaast worden zij toegeleid naar activiteiten, hulpverlening en/of dagbesteding. Bij calamiteiten wordt de politie ingeschakeld. Dit team werkt stedelijk en volgt de overlastgevende jeugd in de wijken. Werkt dus probleem gestuurd en vooral outreachend. Dit Jeugdinterventieteam is eigenlijk operationeel als het outreachend teamCJG 12+. Zij hebben deelgenomen aan de werktafels en volgen de uniforme CJG werkwijze. Hun werkwijze zal onderdeel uit gaan maken van de aanpak Wijkwerk Nieuwe Stijl. Het JIT heeft casusoverleggen waarbij de leerplichtambtenaren aanschuiven en op afroep de ketenpartners jeugd.
26
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) 6.6
Jeugdmaatschappelijk werk (JMW)
Doelgroep: leerlingen voortgezet onderwijs (VO-scholen). Probleem: wat betreft problemen op school, kijken de scholen naar de leerlingen en niet naar het systeem. Oplossing: de jeugdmaatschappelijk werker is laagdrempelig signaleert de problematiek in bredere zin en pakt deze systeemgericht op. Uitvoering: regionaal door Sensire, IJsselkring en Lindenhout. Rol gemeente: regisseur Op initiatief van MEE en Younieq (samenwerkingsverband VO) is in oktober 2010 een pilot jeugdmaatschappelijk werk gestart op 2 VO-scholen in de regio. Vanuit verschillende organisaties (IJsselkring, Sensire en Lindenhout) werken 3 jeugdmaatschappelijk werkers samen in een pool, als CJG professional en volgens de CJG werkwijze. Zij maken deel uit van de zorgstructuur op het VO en zijn daarmee de schakel tussen het CJG en het onderwijs: zij zijn de brug tussen onderwijs, woon- en leefsituatie en jeugdzorg. De jeugdmaatschappelijk werkers hebben een meerwaarde voor de school. Zij pakken de problemen aan die voortkomen vanuit de thuissituatie en waar de school geen taak heeft, maar die wel van invloed zijn op school. Deze aanpak moet worden ingebed (inhoudelijk en financieel) zodat er nog meer preventief kan worden gewerkt. Al na deze korte tijd is door het VO uitgesproken dat zij deze succesvolle aanpak op alle VO-scholen uitgerold zouden willen zien. De pilot loopt af per november 2012. Berenschot heeft een evaluatie gemaakt waarin bekeken is of de meerwaarde dusdanig is, dat er in het kader van de CJG aanpak met als stip op de horizon de transitie jeugdzorg, een uitrol over alle VO-scholen in de westAchterhoek moet plaatsvinden. Definitieve besluitvorming vind in het najaar 2012 plaats.
27
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) 6.7
Toeleiding Zorg
Doelgroep: kwetsbare jongeren van 15 tot 25 jaar. Probleem: tot 18 jaar is er (geïndiceerde) jeugdhulpverlening voor multi-probleemjongeren, via Bureau Jeugdzorg, Lindenhout, GGNet etc., maar voor niet geïndiceerde 18+ jongeren met multi-probleem casuïstiek is geen adequate opvang voorhanden. Daarnaast zijn het jongeren die voor de hulpverlening vaak moeilijk te bereiken zijn, je moet ze dus actief opzoeken in hun sociale omgeving. Oplossing: jeugdhulpverleners bereiken de jongeren outreachend en leiden toe naar een passend hulpverleningsaanbod/traject. Uitvoering: Lindenhout Rol gemeente: opdrachtgever, regisseur Multi-probleemjongeren hebben weinig vertrouwen in de hulpverlening en bereiken de reguliere hulpverleningsinstellingen niet. Zij dienen outeachend te worden benaderd. Het is van belang dat zij een vertrouwensband met een hulpverlener krijgen en dat deze de casus coördineert. Outreachend werken en casuscoördinatie zijn sleutelwoorden in de methodiek. Zowel voor de klant als voor de professional is duidelijkheid m.b.t. casuscoördinatie van levensbelang. De jongere zal worden toegeleid naar een passend aanbod. Het project Toeleiding Zorg is gericht op jongeren in de leeftijd van 18 tot 25 jaar. De problematiek van de jongeren is vaak meervoudig en complex en het betreft vaak jongeren welke al een of meer vormen van geïndiceerde hulpverlening ontvangen hebben. De problematiek is dusdanig dat zowel orthopedagogische als psychiatrische deskundigheid en inzet vereist is. Het gaat hierbij om jongeren die vaak niet meer actief zijn in het onderwijs of op de arbeidsmarkt. Ze kunnen niet in eigen levensonderhoud voorzien en er is sprake van schuldenproblematiek. Deze jongeren hebben nauwelijks of geen toekomstverwachtingen. Door het ontbreken van een adequate bron van levensonderhoud, dreigen jongeren vaak (chronisch) crimineel gedrag te ontwikkelen. Door hun ongezonde levenswijze hebben deze jongeren meestal een slechte gezondheid. Negatieve (hulpverlening)ervaringen in het verleden hebben vaak een fundamenteel wantrouwen veroorzaakt in de maatschappij in het algemeen en de hulpverlening in het bijzonder. De integrale aanpak bij Toeleiding Zorg sluit aan bij de verschillende typen hulpvragen, waarbij de afzonderlijke instellingen hun vakmanschap inzetten.
28
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) 6.8
Young & Kids en project Jonge moeders
Doelgroep: jonge moeders (ouders) 15 tot 25 jaar. Probleem: jonge kwetsbare ouders hebben problemen met het opbouwen van een zelfstandig bestaan samen met hun kind(eren).De opvoeding van hun kind(eren) is daarbij van groot belang. Oplossing: het bieden van ondersteuning bij het herstellen van een zelfstandig bestaan en opvoeding voor de kinderen. Uitvoering: St. leren door Sport en IJsselkring. Rol gemeente: opdrachtgever, regisseur Jong en soms ongewild moeder (ouder) worden, al dan niet met een vader in beeld is een ingrijpende gebeurtenis in een jong mensenleven. Het is belangrijk dat deze jonge doelgroep ondersteund wordt bij hun ouderschap en hun blijvende participatie aan de maatschappij, zodat ze de regie op hun eigen leven kunnen houden en hun kinderen kunnen opvoeden tot evenwichtige volwassenen. Project jonge moeders (IJsselkring) Er loopt momenteel een tienermoederproject bij IJsselkring. Dit is vooral gericht op ontmoeting en zorg en vindt 1x per twee weken plaats. Project Young & Kids Het project Young & Kids biedt begeleiding gedurende drie dagen per week op meerdere levensdomeinen en is gericht op (betaalde) maatschappelijke participatie. De beide projecten zijn aanvullend aan elkaar. Het programma van Young & Kids bestaat uit diverse onderwerpen (levensdomeinen) te weten, verzorgen en opvoeden, hulpverlening, wonen, werk & inkomen, sport en vrije tijd en scholing en arbeidsmarkttoeleiding. De moeders/vaders volgen in het programma diverse onderdelen waar de domeinen weer in terugkomen. De totale duur van het traject is gemiddeld 1 jaar, 6 maanden voor het activeringstraject en 6 maanden nazorg. De (ouders) volgen een programma van 3 dagen per week. Dit biedt hen dagritme en structuur en deze groep vormt naast gezin en familie een nieuw netwerk. Er wordt gezamenlijk ontbeten en geluncht. Cruciaal in dit netwerk is de kracht van de begeleidende professional, die vertrouwenspersoon is maar ook bijstuurt, indien nodig. Er wordt met respect met elkaar omgegaan volgens bepaalde normen en waarden. Er is veel aandacht voor gedrag. Als eigen kracht methodiek wordt het eigen initiatief model gehanteerd. Er zijn goede contacten met de kinderopvang en de woningbouwvereniging. Bij gezins- en of gedragsproblematiek zijn er korte lijnen naar JEKK, GGNet en Algemeen Maatschappelijk Werk. Bij escalatie wordt opgeschaald naar het zorgnetwerk. Opvoedondersteuning wordt geboden vanuit het maatschappelijk werk. Voor beroepskeuze en beroepsopleiding zijn er directe contacten met het ROC. Jouw Unit coördineert en registreert de instroom en de uitstroom naar werk.
29
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) 6.9
Nazorg jeugdige ex-gedetineerden
Doelgroep: jeugdige ex-gedetineerden. Probleem: de justitieketen en de jeugdketen werken nog teveel los van elkaar m.b.t. nazorgtrajecten jeugdige ex-gedetineerden. Oplossing: nazorg van jeugdige ex-gedetineerden, preventief, curatief en repressief. Uitvoering: gemeente, politie en diverse ketenpartners jeugd. Rol gemeente: regisseur De gemeenten hebben een taak in de nazorg van jeugdigen ex-gedetineerden. Wanneer de rechter verplichte nazorg aan de jongere oplegt neemt de jeugdreclassering de verantwoordelijkheid van het casemanagement van het nazorgtraject op zich. Als de nazorg niet wordt opgelegd, maar er sprake is van vrijwillige nazorg, is de gemeente verantwoordelijk voor de regie op het traject. En heeft tot taak zorg te dragen voor een geslaagde integratie in de samenleving op de diverse leefgebieden: huisvesting, werk en inkomen, zorg, onderwijs, vrije tijd. Dit sluit naadloos aan bij een aantal ontwikkelingen vanuit de diverse beleidsterreinen: Veiligheid: Veiligheidshuis Jeugdbeleid: CJG12+ OGGZ: Lokale Zorgnetwerken en regionale agenda kwetsbare jongeren Voor het goed organiseren van nazorg is het belangrijk dat de overgang vanuit de justitiële jeugdinrichting naar de gemeente goed geregeld is. Het ministerie van justitie heeft een overlegstructuur ontwikkeld om een beter en intensievere samenwerking te bewerkstelligen tussen alle partners: Justitiële jeugdinrichting Raad voor de Kinderbescherming Jeugdreclassering Gemeente. 1. Netwerkberaad in de inrichting (zonder gemeente) 2. Trajectberaad in de gemeente (met gemeente) Het is belangrijk dat er een vast contactpersoon is binnen de gemeente, als aanspreekpunt voor het Trajectberaad. Aanspreekpunten voor de jongere zijn te vinden binnnen: Trajectberaad JCO CJG 12+/Lokale Zorgnetwerken Jouw Unit Binnen de veiligheidskamer ontmoeten professionals uit de diverse ketens elkaar voor casusbesprekingen.Voorwaarde is dat de casus met het strafrecht te maken heeft of hiermee dreigt in aanraking te komen en niet enkelvoudig is op te lossen. De Veiligheidskamer voor de Oost-Achterhoek wordt gerealiseerd in de gemeente Doetinchem. De casusoverleggen veelplegers jeugd (JCO) vinden hierin plaats. De veiligheidskamers werken intensief samen met het CJG en de lokale zorgnetwerken.
30
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) 6.10
Verwijsindex Achterhoek
Doelgroep: kinderen en jongeren waar zorgen over zijn en waar mogelijk samenwerking door hulpverleners nodig is. Probleem: nog niet iedere organisatie en/of professional maakt goed gebruik van de verwijsindex. Het aanwezige informatiemateriaal voor ouders en jongeren voldoet niet. Oplossing: regionaal nieuwe afspraken maken over de criteria voor het gebruik van de verwijsindex. er wordt een nieuwe brief/folder voor ouders en jongeren (regionaal) ontwikkeld. in de werktafels CJG 12- en 12+ wordt specifiek aandacht besteed aan werken met de verwijsindex waarbij organisaties die weinig of niet registreren actief uitgenodigd worden. Uitvoering: CJG in regionale samenwerking Rol gemeente: regisseur De Verwijsindex Achterhoek (VIA) is een systeem wat ondersteunend werkt aan de samenwerking doordat risicosignalen rondom eenzelfde kind/jongere worden samengebracht. Dit systeem wordt in de hele Achterhoek gebruikt en is aangesloten op de landelijke verwijsindex risicojeugd. Als meerdere signalen bij elkaar komen, ontstaat een match en wordt de coördinatie van de zorg/samenwerking automatisch toegewezen, op basis van een vooraf afgesproken regiemodel. Nu er een periode mee gewerkt is blijkt dat nog niet iedere organisatie en/of professional (goed) gebruik maakt van de verwijsindex. Er is verwarring over de criteria. De ene organisatie registreert alleen in de verwijsindex als er grote zorgen zijn rondom een kind of jongere; de andere organisatie meldt al als er sprake kan zijn van samenwerking tussen hulpverlenende instanties. Regionaal moet opnieuw afgesproken worden wat de criteria zijn voor het gebruik van de verwijsindex. Insteek zal zijn dat niet alleen bij zware zorg gemeld wordt, maar ook bij lichte zorg als er mogelijk sprake is van betrokkenheid van meerdere hulpverlenende instanties. Organisaties/beroepsgroepen die nog niet registreren in de verwijsindex (zoals kinderartsen) worden actief uitgenodigd om de verwijsindex te gebruiken.
31
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) 6.11
Zorgmonitor
Doelgroep: -9 tot 90+ Probleem: er was behoefte aan een cliëntvolgsysteem voor het volgen van OGGz-situaties. Oplossing: in 2010 is de zorgmonitor is in opdracht van de Provincie Gelderland ontwikkeld als registratie- en cliëntvolgsysteem voor multiprobleemsituaties (OGGz). Uitvoering: de zorgmonitor wordt inmiddels gebruikt door Lindenhout, Stichting Jongerenopvang Doetinchem, zorgnetwerk, Iriszorg, Leger des Heils, GGNet en alle partijen, die betrokken zijn bij een casus vanuit het zorgnetwerk. Rol gemeente: initiator, regisseur De Achterhoekse zorgmonitor wordt gebruikt voor registratie van alle complexe zorgsituaties van het lokaal zorgnetwerk, veiligheidshuis en de koppeling met de verwijsindex. In 2012 zijn er diverse aanpassingen in het systeem gedaan, waardoor het systeem gebruiksvriendelijker is geworden. Onderzocht wordt nog hoe de zorgmonitor verder uitgerold kan worden voor de buurtcoaches en voor het project huisuitzettingen. Op dit moment wordt nog onderzocht of er een koppeling met de verwijsindex en een koppeling met het burgerservicenummer mogelijk is.
32
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) 6.12
Praktische Gezins Ondersteuning (PGO)
Doelgroep: gezinnen die zijn vastgelopen in de opvoeding. Probleem: er is behoefte aan tijdelijke intensieve praktische ondersteuning gericht op het zelfoplossend vermogen van het gezin. Oplossing: praktische gezinsondersteuner tijdelijk ter ondersteuning inzetten. Uitvoering: Buurtzorg, Sensire en mogelijk andere aanbieders Rol gemeente: indicatiesteller en opdrachtgever In afstemming tussen CJG en Wmo is de volgende werkwijze afgesproken. Dit gaan we en jaar uitproberen. Een gezin kan worden gemeld bij de Wmo-winkel: de klantmanager van de Wmo-winkel. Deze gaat op huisbezoek; uit dit huisbezoek volgt een indicatie c.q. arrangement; In het geval inzet van PGO nodig blijkt te zijn, formuleert de klantmanager een indicatievoorstel. Hierin wordt de ureninzet genoemd, alsmede de doelen die met de inzet van PGO dienen te worden bereikt; de aanbieder laat aan de klantmanager weten of ze de ondersteuning willen/kunnen leveren. Bij een positief antwoord, wordt de indicatie definitief gemaakt en kan de ondersteuning starten; na afloop van de ondersteuning ontvangt de gemeente van de thuiszorgaanbieder een verslag met daarin een terugkoppeling over de doelen zoals die in de indicatie zijn verwoord; de aard van PGO-1 (overeenkomstig de beschrijving van brancheorganisatie Actiz) is kortdurend en veranderingsgericht, gericht op het versterken van het zelfoplossend vermogen van het gezin. Hierbij past een inzet van maximaal 40 uur over een periode van 3 maanden. Na die tijd moet duidelijk zijn wat de aard en omvang van de gezinsproblematiek is, en welke vervolgondersteuning wenselijk is. Verlenging van PGO hoort in principe niet tot de mogelijkheden, althans, niet vanuit de Wmo.; financiering van PGO geschiedt op basis van facturering; voor PGO geldt net als voor alle andere individuele Wmo-voorzieningen dat de gemeente een eigen bijdrage vraagt van cliënten.
33
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) 6.13
Virtueel CJG
Doelgroep: CJGDoetinchem voor ouders, Jongin Doetinchem en en KlikvoorHulp voor jongeren. Probleem: ouders en jongeren die digitale informatie willen/zoeken. Oplossing: virtuele ondersteuning bij opvoeden en opgroeien. Uitvoering: GGD voor CJGDoetinchem, Stichting IJsselkring voor Pagina Jongin, Stichting IJsselkring en Sensire voor Klik voor Hulp. Rol gemeente: opdrachtgever en beleidsregisseur Gelijktijdig met de start van het CJG in de wijken is het virtuele CJG van start gegaan. Het virtuele CJG bestaat uit de website www.cjgachterhoek.nl/Doetinchem. Uit onderzoek is naar voren gekomen dat ouders behoefte hebben aan informatie en ondersteuning m.b.t. opvoeden en opgroeien via internet. Internet is laagdrempelig, anoniem en 24 uur per dag toegankelijk. Naast informatie kunnen ouders via de site ook advies krijgen. Zij kunnen via e-mail vragen stellen (e-consult). Ook hier zijn afspraken gemaakt over doorgeleiding van de vragen die niet direct kunnen worden beantwoord (uniforme werkwijze). Het virtuele CJG is sinds juni 2012 regionaal ingericht. Naast de website voor ouders hebben de jongeren van Doetinchem hun eigen site: www.jongin.doetinchem.nl De website Jongin is helemaal voor en door jongeren gemaakt en is een succes. De redactie wordt ondersteund door de landelijke Jongin-redactie. Je vind er o.a. een forum waar jongeren vrij en anoniem vragen kunnen stellen en van gedachten kunnen wisselen met leeftijdsgenoten over uiteenlopende zaken, zoals: seks, verslaving, eetstoornissen, werken of studeren, geld, uit huis gaan, geweld en criminaliteit, vrije tijd e.d. Daarnaast zijn er blogs van jongeren over actueel nieuws en een agenda met alle evenementen. Men kan via de website direct met problemen bij een hulpverlener terecht via de link KlikvoorHulp. Regionaal is KlikvoorHulp gestart. De site biedt vooral voor jongeren de mogelijkheid om te mailen of chatten (elke avond op werkdagen) met een maatschappelijk werker. Het verdient overweging om te onderzoeken of ook andere organisaties (Lindenhout, GGNet) zich bij Klik voor Hulp aan kunnen sluiten.
34
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) 6.14
Interculturele hulpverlening/cultuursensitief CJG
Doelgroep: migrantengezinnen Probleem: niet alle migrantengezinnen worden bereikt; de inzet is niet altijd even effectief. Oplossing: ontwikkelen van meer cultuursensitiviteit bij professionals dmv trainingen. Uitvoering: Forum/Pharos Rol gemeente: opdrachtgever Het is bekend dat migrantenouders vaker dan gemiddeld met opvoedingsproblemen kampen en minder goed de weg naar zorginstanties weten te vinden. Instanties vinden migrantenouders en jeugd vaak laat. Professionals in Doetinchem zijn zich hier bewust van. Ze stellen opvallend veel consultatieve vragen aan specialisten in interculturele hulpverlening. Het is beter dat ze zelf hun kennis verbreden en verdiepen. Forum/Pharos organiseert trainingen voor CJG professionals. Een eerste „proeftraining‟ is uitgevoerd in Doetinchem. De eerste training was voor de doelgroep CJG 12-. Er moet een vervolg komen voor professionals die met de doelgroep 12+ (en hun ouders) werken. Doelen: meer kennis over de behoeften van deze gezinnen; inzetten op laagdrempelig contact met gezinnen en verbetering van interculturele communicatie.
35
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) 6.15
Pedagogische civil society
Doelgroep: gezinnen in de wijk. Probleem: opvoeders zoeken en krijgen voor alledaagse opvoedvragen vaak hulp van (gespecialiseerde) professionals, terwijl een deel van deze hulp laagdrempelig in de wijk in de eigen sociale netwerken geboden kan worden. Oplossing: het versterken van de onderlinge betrokkenheid en voor het versterken van de sociale verbanden in de wijk. Uitvoering: CJG aanspreekpunten, buurtcoaches, wijkregisseur, andere professionals in de wijk. Rol gemeente: initiator, facilitator Voor de positieve ontwikkeling van jeugdigen is het van groot belang dat zij opgroeien in een sociale opvoedomgeving, waarin mensen zich betrokken en medeverantwoordelijk voelen. Bijvoorbeeld door een oogje in het zeil te houden als kinderen buiten spelen in de buurt, of door met andere ouders dagelijkse opvoedvragen uit te wisselen. In een sterke pedagogische civil society voelen burgers zich betrokken bij de (opvoeding van) kinderen en jeugdigen in hun omgeving. Binnen zo‟n rijke en sterke sociale omgeving krijgen kinderen de meeste kans zich optimaal ontwikkelen. Hoe ouders, jeugd en buurtbewoners met elkaar omgaan is niet in directe zin te beïnvloeden. De pedagogische civil society kan niet georganiseerd worden door de overheid of instellingen. Wel kunnen omstandigheden gecreëerd worden die uitnodigen tot kennismaking, dialoog, netwerkvorming en het ontwikkelen en uitvoeren van eigen initiatieven. Dat vraagt om innovatieve strategieën en activiteiten, maar vooral ook om een nieuwe manier van werken. Hierbij dient aansluiting te worden gevonden bij wat er al aanwezig is aan activiteiten en initiatieven van burgers. Het versterken van een gedeelde verantwoordelijkheid voor opvoeden en opgroeien sluit goed aan bij een andere belangrijke ontwikkeling in het lokale jeugdbeleid, namelijk het vernieuwde welzijnsbeleid (WMO) en Welzijn Nieuwe Stijl. Daarin zijn eigen kracht van burgers, onderlinge betrokkenheid en sterkere sociale verbanden belangrijke uitgangspunten. Niet langer staat het oplossen van individuele problemen door de professional centraal, maar draait het om de burger en diens eigen kracht. In 2013 wordt uitgezocht hoe de pedagogische civil society handen en voeten krijgt in Doetinchem. Concreet wordt aangepakt: creëren van ontmoetingsplaatsen voor ouders door op meer basisscholen en peuterspeelzalen koffieochtenden voor ouders te organiseren; versterken van informele netwerken in de wijk door buurtcoaches; specifieke aandacht voor activiteiten die voor en door ouders ontwikkeld kunnen worden; meer gebruik van methodieken die van de eigen kracht van de burger en van het sociale netwerk uitgaan (Eigen Kracht methodiek, familienetwerkberaad) door hulpverleners (IJsselkring, MEE en anderen).
36
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties 6.16
Aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties algemeen
Doelgroep: 0 tot 23 Probleem: versterken van de posities van slachtoffers van geweld in huiselijke kring en van geweld binnen professionele (zorg)relaties: geweld in afhankelijkheidsrelaties. Oplossing: het versterken van de positie van (potentiële) slachtoffers (voorkomen, signaleren, stoppen en opvang, schade beperken); het gericht opsporen en aanpakken van daders; het doorbreken van de intergenerationele overdracht van geweld. Uitvoering: gemeente en zorgpartijen Rol gemeente: regisseur Geweld tegen kwetsbare inwoners (incl. jeugd) zoveel mogelijk terugdringen en waar het voorkomt stoppen. Het gaat hierbij om onder andere partnergeweld, kindermishandeling, oudermishandeling, eergerelateerd geweld, seksueel misbruik, vrouwelijke genitale verminking en huwelijksdwang. De invoering van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling maakt hier eveneens onderdeel van uit. Vanuit het ministerie is een brief geschreven om te komen tot een visiedocument voor algemene aanpak en waar mogelijk specifieke acties nodig zijn. Uiteindelijk doel is: verbetering van de sturing binnen het stelsel; zorg dat het stelsel kan inspelen op nieuwe ontwikkelingen; zorg voor een meer samenhangende aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties; stem de regio‟s opvang en veiligheid op elkaar. Dit wordt opgepakt door Centrumgemeente Vrouwenopvang Arnhem in samenspraak met Centrumgemeente Maatschappelijke Opvang Doetinchem.
37
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties 6.16.1. Huiselijk Geweld Doelgroep: -9 tot 90+ Probleem: bijna de helft van de Nederlanders is slachtoffer, of slachtoffer geweest, van huiselijk geweld. Deze vorm van geweld is dan ook de meest voorkomende vorm van geweld in onze samenleving. Lange tijd was het een onzichtbaar probleem omdat het als een privézaak werd gezien. Er kon pas wat aan gedaan worden als men aangifte deed bij de politie. Daar heeft de regering in 2002 verandering in gebracht. De overheid waakt over de veiligheid op straat en achter de voordeur. Oplossing: slachtoffers van huiselijk geweld kunnen contact opnemen met het Steunpunt Huiselijk Geweld. Dit Steunpunt is bedoeld voor de inwoners van alle 19 betrokken gemeenten in Oost- en Midden-Gelderland. Iedereen kan altijd en anoniem terecht voor advies, informatie en hulp: slachtoffers, daders, getuigen en professionals. De bedoeling is om mensen eerder in actie te laten komen, het geweld bespreekbaar te maken en natuurlijk om het te stoppen. Uitvoering: Steunpunt Huiselijk Geweld Rol gemeente: toezichthouder Iedereen kan bellen met het Steunpunt Huiselijk Geweld. Elk binnenkomend telefoontje wordt gesorteerd op postcode. Zo kom je, waar je ook vandaan belt, altijd bij de goede persoon terecht. De medewerkers bieden je een luisterend oor. Ook krijg je advies in hoe je huiselijk geweld bespreekbaar kunt maken en kunt stoppen. Waar nodig verwijzen ze je door naar hulpverlenende instanties. Je kunt dag en nacht anoniem bij het steunpunt terecht. De medewerkers hebben een geheimhoudingsplicht en er gaat geen informatie naar anderen zonder jouw toestemming. In levensbedreigende situaties bel je uiteraard meteen 112. Bij zaken waar de politie moet ingrijpen, bel je (0900) 88 44 (lokaal tarief). Is er sprake van kindermishandeling? Bel dan het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (026) 44 24 222 of (0900) 123 123 0 (5 ct/min)
38
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties 6.16.2. Aanpak kindermishandeling Doelgroep: 0 tot 18 Probleem: onder kindermishandeling wordt verstaan elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel. Oplossing: voorkomen, signaleren, stoppen en beperken van kindermishandeling. Uitvoering: GGD, Yunio, AMK, Steunpunt Huiselijk Geweld, diverse zorgpartijen. Rol gemeente: toezichthouder In het actieplan „Kinderen veilig ” van het Ministerie van V&J is gestart met de Aanpak, gericht op een meer samenhangende bestrijding van kindermishandeling. In het Bestuursakkoord “ Samen aan de slag” van 4 juni 2007 hebben de gemeenten, net als het rijk en de provincies, zich bereid getoond extra inzet te plegen om kindermishandeling aan te pakken. Het traject Regionale Aanpak Kindermishandeling werd landelijk ondersteund door het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) en de regie werd neergelegd bij de 35 Centrumgemeenten Vrouwenopvang. Voor de regio Achterhoek betreft dit de centrumgemeente Arnhem. Door het Ministerie van Jeugd en Gezin en het Nederlands Jeugd Instituut (NJI) werd gevraagd een regionaal werkplan te maken. Dit om invulling te geven aan de volgende kerndoelen: 1. voorkomen dat ouders hun kinderen gaan mishandelen; 2. signaleren van gevallen van kindermishandeling; 3. stoppen van de mishandeling; 4. beperken van de schadelijke gevolgen van de mishandeling. Dit project is in 2011 uitgevoerd door GGD en Yunio. Eveneens is besloten om als Regionaal Handelingsprotocol ZorgOOG te gebruiken. Dit wordt ingebracht in de werktafels rondom CJG, zorgnet enz. (zie ook agendapunt over ZorgOOG). De lokale aanpak van kindermishandeling moet goed verbonden zijn met zowel de lokale jeugdketen als de aanpak van huiselijk geweld in huiselijke kring binnen de Wmo.
39
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties 6.16.3 Loverboyproblematiek Doelgroep: kwetsbare meisjes in leeftijd van 11 tot 23 jaar Probleem: misbruik van personen in een kwetsbare positie Oplossing: komen tot afspraken met partijen in deze keten Uitvoering: maakt onderdeel uit van werkzaamheden van alle zorginstellingen o.a. Lindenhout, MEE, Iriszorg, GGNet enz. Rol gemeente: initiator en toezichthouder Uitrol ketenaanpak jeugdprostitutie/loverboys van Apeldoorn naar de NOG-regio. In de gemeente Apeldoorn is er een ketensamenwerking rondom dit thema opgezet. Hier worden afspraken gemaakt over preventie, vroegsignalering, dossiervorming, weging en kwalificatie, toewijzen van zorgcoördinatie. Meldingen kunnen gedaan worden bij het Steunpunt Huiselijk Geweld. De bedoeling is dat de aanpak ook in de Achterhoek wordt uitgerold, afspraken gemaakt worden in de keten. In het coördinatorenoverleg van de zorgnetwerken is hierover uitleg geweest. Geconcludeerd werd dat de begeleiding/zorginzet onderdeel uit dient te maken van het reguliere zorgpakket van de instellingen. Met de gemeente Apeldoorn dienen hierover nog concrete afspraken gemaakt te worden over de afronding van dit project. Dit wordt vanuit het OGGz gecoördineerd.
40
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties 6.16.4 Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV)(Project gezonde familie) Doelgroep: meisjes tussen 0 en 18 jaar Probleem: risicogroepen bewust maken van het probleem Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV) en/of meisjesbesnijdenis. Oplossing: doel is het voorkomen van VGV bij de risicogroepen in de regio Achterhoek en het aanreiken van nazorg aan vrouwen die reeds besneden zijn. Uitvoering: gemeente, hulporganisaties, zorgaanbieders Rol gemeente: regisseur Het project “Gezonde familie”is speciaal ontwikkeld om migranten die een stapje verder willen dan wat ze denken te kunnen. Het project beoogt moed, zelfbewust zijn en zelfrespect bij te brengen, migranten te helpen bij het verbeteren van hun leven en hun eigen levensdroom (deels) te verwezenlijken. Doelstellingen van het project zijn: risicogroepen bewust te maken van het probleem, namelijk VGV, door onder andere het verzorgen van weerbaarheidcursussen en (seksuele) voorlichting. Risicogroepen bekend maken met de mogelijkheden die de samenleving hier biedt om hun te beschermen en bekend te maken met de sociale kaart: organisaties voor hulpverlening/zorgaanbieders, vrouwenopvang enz.; de sociale netwerken in de omgeving van risicogroepen bewust te maken van het probleem en de urgentie van een gedegen aanpak ervan, door het probleem bespreekbaar te maken binnen deze sociale netwerken. Een sociaal netwerk bevat zowel besturen van zelforganisaties, vrijwilligersorganisaties als informele vriendenkringen; draagvlak creëren onder beleidsmakers, bestuurders, hulpverlenende organisaties en zorgaanbieders voor het bespreekbaar maken en het aanpakken van het probleem; een handvat bieden aan hulpverlenende organisaties en zorgaanbieders om het bereik van risicogroepen te optimaliseren. Doel is het voorkomen van VGV bij risicogroepen in Nederland en het aanreiken van nazorg aan vrouwen die reeds besneden zijn. Risicogroepen zijn voornamelijk migranten uit Afrikaanse landen. In de bijlage bij dit advies treft u het aantal meisjes aan per gemeente per doelgroepland. VGV is in Nederland strafbaar. Er staat een gevangenisstraf op van maximaal 12 jaar of een geldboete van maximaal €76.000,--. Uitvoering Wij zijn als centrumgemeente voor de OGGz benaderd door centrumgemeente voor de Vrouwenopvang en huiselijk geweld Apeldoorn om deel te nemen aan dit project. Het gebied waar dit project uitgerold wordt is de Oost- en Noord Veluwe, IJsselstreek en de Achterhoek. Gekozen is om ook dit project ook in de Achterhoek uit te rollen, gezien de veiligheidsregio NO en de regio van de GGD. Dit is afgestemd met de gemeente Arnhem, waar de Achterhoek regelmatig afspraken overmaakt betreffende de vrouwenopvang en huiselijk geweld. Wat betekent dit? Er is een projectleider aangesteld door de gemeente Apeldoorn. Hij zal het proces begeleiden. Er zullen onder andere zullen trainingen worden gegeven aan sleutelfiguren, huiskamergesprekken worden gevoerd en voorlichtingen worden. 41
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties 6.16.5 ZorgOOG Doelgroep: kwetsbaren, -9 tot 90+ Probleem: kwetsbare jongeren, volwassenen en ouderen. Oplossing: ondersteuning bij signaleren, handelen en communiceren bij zorgelijke situaties. Uitvoering: vanaf mei 2012 in gebruik. Vraagt echter continue aandacht gezien de complexe problematiek en uniforme werkwijze. Rol gemeente: initiator, regisseur ZorgOOG is een regionaal handelingsprotocol/stappenplan voor professionals. Hiermee worden professionals ondersteund bij het signaleren, handelen en communiceren bij zorgelijke situaties, waaronder kindermishandeling en huiselijk geweld. Er zijn 3 varianten gemaakt, voor professionals die werken met jeugd en jongeren, volwassenen en ouderen, die vanaf 24 mei 2012 on line zijn: www.jeugdengezin.zorgoogachterhoek.nl www.volwassenen.zorgoogachterhoek.nl www.ouderen.zorgoogachterhoek.nl De wet Verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling zal binnenkort in werking treden. Het hebben en handelen volgens een meldcode wordt dan een wettelijke verplichting. Dit geldt voor de volgende sectoren: gezondheidszorg onderwijs Kinderopvang maatschappelijke ondersteuning jeugdzorg justitie politie ook zelfstandig werkende professionals, zoals huisartsen, moeten een meldcode hebben en gebruiken. In de regio Achterhoek worden werktafels georganiseerd ter ondersteuning van professionals.
42
ONDERWIJS EN WERK
7.
Onderwijsachterstandenbeleid
Doelgroep: 0 tot 4 jaar. Probleem: kinderen bij wie op zeer jonge leeftijd een (taal) achterstand geconstateerd wordt. Oplossing: zo vroeg mogelijk tegengaan van (taal)achterstand. Doorgaande leerlijn verbeteren door meer aanbod en betere afstemming. Uitvoering: Yunio JGZ Rol gemeente: regisseur Op 10 mei 2012 is het nieuwe beleidsplan Onderwijsachterstanden vastgesteld door de raad, voor de jaren 2012 – 2014. Op hoofdlijnen is het bestaande beleid doorgetrokken met een drietal accentverschuivingen / kaders: 1. prioriteit op VVE; 2. groter bereik van peuters; 3. meer dan taalontwikkeling alleen. Het accent ligt op het zo vroeg mogelijk tegengaan van (taal)achterstanden, waartoe het aanbieden van een passend VVE aanbod de eerste prioriteit heeft. Naast VVE bestaat een aanbod van activiteiten, zoals schakelklassen en boekenpret. Deze activiteiten richten zich ook op het tegengaan van achterstanden. Het consultatiebureau heeft een bijzonder groot bereik. Vrijwel alle kinderen brengen een bezoek aan deze voorziening. Daarom is besloten om de indicatiestelling te laten doen door Yunio JGZ. Uit onderzoek blijkt dat kinderen het meest leren in de thuissituatie. Daarom is het belangrijk om niet alle interventies binnen school of peuteropvang plaats te laten vinden. Boekenpret is het programma dat ouders op weg helpt om te gaan lezen en praten met hun kinderen over onderwerpen die zij op school ook tegen komen. Het is de bedoeling dat alle Doetinchemse kinderen een peuteropvang bezoeken voor twee dagdelen in de week. Kinderen waarvan JGZ inschat dat zij het risico lopen op een achterstand krijgen twee extra dagdelen aangeboden. Kinderen die op de basisschool tegen een achterstand aanlopen kunnen terecht in een van de deeltijd schakelklassen. De gemeente is verantwoordelijk voor de doorgaande leerlijn. Om de afstemming goed plaats te laten vinden is er twee keer per jaar een overleg over de Lokale Educatieve Agenda. Daarbij sluiten aan: de schoolbesturen, organisaties voor peuteropvang, Yunio JGZ, de bibliotheek en vertegenwoordigers van de schakelklassen. Er zijn afspraken gemaakt om op de werkvloer te werken met een uniform kindvolgsysteem. Hiervoor zijn een overdrachtprotocol, een overdrachthandleiding en een standaard overdrachtformulier opgesteld.
43
8.
Kindcentrum in Noord en Overstegen
Doelgroep: inwoners wijk Noord van 0 tot 90+. Probleem: huidige gebrekkige huisvesting basisonderwijs en andere maatschappelijke voorzieningen. Oplossing: nieuwbouw volgens het brede school concept. Uitvoering: gemeente en ketenpartners jeugd. Rol gemeente: opdrachtgever De gemeente Doetinchem is voornemens om een brede school te bouwen met een basisschool; kinderopvang en buitenschoolse opvang; functies van een wijkvoorziening voor inwoners van 0 tot +99 jaar. In de uitvoering willen we graag een vernieuwend concept ten aanzien van bouw en duurzaamheid. We denken aan een modulaire en flexibele opzet met het oog op de toekomstige ontwikkelingen ten aanzien van de bevolking.
44
9.
Versterking basisonderwijs per wijk/dorp
Doelgroep: basisonderwijs Probleem: daling aantal leerlingen Oplossing: versterking basisonderwijs / brede scholen Uitvoering: schoolbesturen Rol gemeente: initiator en facilitator De besturen van scholen voor basisonderwijs bereiden zich voor op de toekomst. Eén van de uitgangspunten van beleid is om in elke wijk of dorp een sterke levensvatbare basisschool te behouden. Dit kan leiden tot fusies of samenvoeging van scholen. De gemeente faciliteert en stimuleert deze ontwikkeling in overleg met de besturen voor de huisvesting. Voorbeelden zijn de voorgenomen bouw van een nieuwe brede school in de wijk Noord en een nieuwe basisschool in Gaanderen.
45
10.
Peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie (VVE)
Doelgroep: peuters 2- 4 jaar Probleem: diverse ontwikkelingsachterstanden. Oplossing: 3e en 4e dagdeel Voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Uitvoering: scholen, kinderopvangorganisties, peuterspeelzalen, bibliotheek Rol gemeente: opdrachtgever, regisseur, toezichthouder In 2011 is het beleid peuteropvang vastgesteld en in september 2011 is het werking getreden. Peuters kunnen twee dagdelen naar de peuteropvang. Peuterspeelzalen bestaan niet meer. Peuteropvang voldoet aan de eisen van de Wet Kinderopvang. De ouders betalen een ouderbijdrage naar inkomen. Wanneer ouders niet voldoen aan de eisen van de Wet Kinderopvang draagt de gemeente bij aan een deel van de kosten. De peuteropvang moet dan wel aan een aantal eisen voldoen. VVE is onderdeel van het beleid peuteropvang en een verplichting uit de wet. Via de JGZ kunnen peuters bij de gemeente aangemeld worden voor een gratis 3e en 4e dagdeel VVE. Wanneer een peuter voldoet aan de doelgroepbepaling wordt er toestemming gegeven tot plaatsing.
46
11.
Toezicht Kinderopvang
Doelgroep: kinderen 0 - 4 jaar Probleem: verantwoorde en veilige kinderopvang Oplossing: toezicht Uitvoering: GGD Rol gemeente: opdrachtgever, regisseur, toezichthouder In de Wet kinderopvang is geregeld dat het toezicht op kinderopvang de verantwoordelijkheid is van de gemeente Doetinchem, maar dat de uitvoering door de GGD wordt uitgevoerd. Inspecteurs van de GGD bezoeken locaties kinderopvang volgens afspraak en soms onverwacht. Zij volgen een controleprotocol waarbij alle aspecten van de wet en bijbehorende beleidsregels e.d. worden gecontroleerd. De gemeente Doetinchem ontvangt een rapport en beoordeelt of er op bevindingen gehandhaafd wordt. Hier zijn het handhavingsbeleid en de Wet kinderopvang leidend.
47
12.
Playing for succes
Doelgroep: 9 tot 14 jaar. Probleem: kinderen hebben buiten schooltijd ondersteuning nodig bij hun leerachterstand. Oplossing: in een inspirerende omgeving van een voetbalstadion (de Vijverberg, Betaald Voetbal de Graafschap), krijgen zij ondersteuning bij terugdringen van hun leerachterstand. Uitvoering: Betaald Voetbal de Graafschap in samenwerking met onderwijsinstanties in de regio Achterhoek. Rol gemeente: facilitator Playing voor Succes is een voor Nederland grensverleggend initiatief waarbij leerlingen in de leeftijd van 9 tot 14 jaar (groep 7 en 8 van het PO en de 1e en 2e klassen van het VO) hun prestaties in taal, rekenen en ict verbeteren. Het gaat hierbij om onderpresterende leerlingen die achterblijven bij het gemiddelde niveau. Dit zou hen voor de rest van hun leven op achterstand kunnen houden en het is daarom belangrijk preventief in te grijpen. Playing for succes draagt structureel bij aan het opheffen van deze achterstand en levert hiermee een bijdrage aan het zelfvertrouwen van de kinderen en geeft hen een positiever zelfbeeld. De kinderen gaan in de inspirerende omgeving van het voetbalstadion aan de slag met opdrachten die aansluiten bij hun interesses. Het werken in een andere omgeving, het leren op een andere manier (bv. stoelen tellen in het stadion) en het ontmoeten van voetballers en trainers, die zich met plezier voor hen inzetten, dagen hen uit tot het leveren van prestaties. Bij Playing voor succes noemt men dit leren met de WOW factor. In 2011 en 2012 zijn een aantal bijeenkomsten geweest met de betrokken partners, waaronder Stichting PRO8, Stichting SAM, Metzo College, Stichting IJsselgraaf, Graafschap College, Betaald Voetbal de Graafschap, gemeente Doetinchem. Het project start in januari 2013, met minimaal 2 groepen per week. Het 2e kwartaal van 2013 moet daar nog een 3e groep bij komen, na de zomervakantie, uiteindelijk 4 groepen.
48
13.
Graafschap helpt Scoren
Doelgroep: voortijdig schoolverlaters van 15 tot 23 jaar. Probleem: voortijdige schooluitval, zonder startkwalificatie. Oplossing: een time out voorziening in een inspirerende –sportomgeving, stadion de Vijverberg, Betaalde Voetbal Organisatie de Graafschap. Uitvoering: Sport United/Leren door Sport in samenwerking met het Graafschap College Rol gemeente: initiator, toezichthouder Er is een groep jongeren die problemen hebben met school en met het behalen van een startkwalificatie. Zij zijn allergisch geworden voor school, thuis en voor we het weten, voor de maatschappij. Zij dreigen buiten spel te raken. Betaalde Voetbal Organisatie de Graafschap heeft sinds 2007 haar deuren geopend voor deze kwetsbare jongeren. In een inspirerende omgeving met rolmodellen uit de voetbalwereld worden ze geholpen hun leven weer vorm en inhoud te geven. Een voetbalomgeving is een aansprekende leeromgeving, maar ook de methodieken sluiten meer aan bij de belevingswereld van de jongeren. Er wordt maatwerk geleverd en er wordt gekeken naar wat men kan en niet naar wat men niet kan om zo uiteindelijk op eigen kracht studie en/of werk weer op te pakken. Op jaarbasis worden 50 jongeren toe geleid naar scholing en/of werk. Er wordt hen een inspirerend programma geboden in een inspirerende omgeving. Succesfactoren: start met een gezamenlijk ontbijt; methodiek en groepsdynamiek; hanteren strakke normen en waarden binnen de groep; begeleiders, die zich identificeren met de doelgroep; krachtige samenwerking met ketenpartners (ROC, JEKK, Iriszorg, jeugdtoezicht); korte lijnen naar jeugdhulpverlening; sport als activeringsmiddel; topsporters als rolmodel.
49
14.
JOUW Unit
Doelgroep: 16 – 27 jaar Probleem: problemen op het gebied van scholing en werk. Oplossing: advies en begeleiding op het gebied scholing en werk. Uitvoering: gemeente en RMC. Rol gemeente: initiator, regisseur,toezichthouder, uitvoerder Jongerenloket/JOUW Unit is er voor alle zaken op het gebied van scholing, werk en inkomen voor jongeren in de leeftijd 16 tot 27 jaar. Jongerenloket/JOUW Unit verzorgt de regionale leer- en kwalificatieplicht voor MBO leerlingen, de RMC-trajectbegeleiding voor voortijdig schoolverlaters, stimuleert leer-/werktrajecten voor werkende jongeren zonder startkwalificatie, voert de Wet werk en bijstand uit en verstrekt informatie aan jongeren. Beoogd wordt dat alle jongeren aan het werk zijn, onderwijs volgen (minstens een startkwalificatie behalen) of ondersteund worden op de weg naar werk en scholing. Jongerenloket/JOUW Unit ziet verschillende aandachts- en actiepunten. Zoekperiode (wachttijd uitkering) Een eerste punt is de met de aanscherping van de Wwb ingevoerde zoekperiode, die de jongere vraagt vier weken actief op zoek te gaan naar scholing en werk. Als de jongere nog onderwijsmogelijkheden heeft, komt de jongere niet in aanmerking voor een bijstandsuitkering. Een actiepunt hierbij is om met scholingsinstellingen goed af te stemmen wanneer iemand wel of geen scholingsmogelijkheden heeft, zodat er geen jongeren tussen wal en schip belanden. Laagdrempelige stage- em leer/werkplekken Ten tweede wordt er naar manieren gekeken om het gebrek aan stage, leerwerk en BBL plekken op te vangen, en meer maatwerk te leveren aan jongeren voor wie scholing en werk niet direct in zicht is. Een ander aandachtspunt blijft voorbereiding op de komst van een Wet werken naar vermogen, in een bepaalde vorm. Tenslotte wordt ook bezien of het project Jongerenloket/JOUW Unit structureel zou moeten worden ingebed en gefinancierd.
50
15.
Maatschappelijke stages
Doelgroep: voortgezet onderwijs Probleem: sommige jongeren ondervinden problemen bij het kiezen van een beroep en/of tonen weinig maatschappelijke interesse. Oplossing: Maatschappelijke stage Uitvoering: MAS Achterhoek Rol gemeente: toezichthouder Alle scholieren in het voortgezet onderwijs moeten verplicht minimaal 30 uur maatschappelijke stage lopen. Tijdens deze stage doen zij vrijwilligerswerk zoals helpen in een buurthuis, sportactiviteiten organiseren of werken op een zorgboerderij. Zo kunnen jongeren tijdens hun schooltijd een bijdrage leveren aan de samenleving. Maatschappelijke stage is een vorm van leren binnen het voortgezet onderwijs. Leerlingen maken tijdens de stage kennis met verschillende kanten van de samenleving. Je doet vrijwilligerswerk om anderen te helpen. Je kunt bijvoorbeeld een wijkfeest of sportactiviteit organiseren of een website maken voor een vrijwilligersorganisatie. Voorbeelden van maatschappelijke stage een sportactiviteit organiseren; meehelpen aan het behoud van de leefomgeving in een woonwijk, bijvoorbeeld door wilgen te knotten of samen met de plantsoenendienst groenvoorzieningen of speeltuinen schoon te maken; helpen bij inburgering; meehelpen in een buurthuis, verzorgingstehuis of bij de scouting; meehelpen bij de organisatie van culturele evenementen, producties of uitvoeringen; helpen bij het samenstellen van een tentoonstelling; een website maken. De scholen in de regio achterhoek hebben afgesproken gezamenlijk vorm en inhoud te geven aan de maatschappelijke stage. De MAS achterhoek is van start gegaan en er is een regio coördinator maatschappelijke stage benoemd die tevens de taken uitvoert van de maatschappelijke makelaar. Zij is de spin in het web en vormt de verbinding tussen alle bij de MAS betrokken partijen in de regio Achterhoek. (de gemeenten, de scholen, de stagebiedende organisaties en de vrijwilligerscentrales). Door deze regionale aanpak ontstaat een goed overzicht op alle activiteiten en zijn de lijnen heel kort. Via www.mas-achterhoek.nl kunnen leerlingen en ouders zich informeren over de maatschappelijke stage in de regio. Daarnaast is de website toegankelijk voor stagebieders en stagemakelaars. En natuurlijk kunnen ook stagecoördinatoren en mentoren er terecht.
51
16.
Talent behouden en aantrekken voor de Achterhoek
Doelgroep: talenten Probleem: wegtrekken talenten Oplossing: optimaliseren, behouden en aantrekken talenten. Uitvoering: gemeente Doetinchem en Regio Achterhoek. Rol gemeente: facilitator De gemeente Doetinchem neemt samen met de Regio Achterhoek deel aan het Europese subproject LaGoTa, wat staat voor Local action Groups on Talent. Kern daarvan is: hoe kunnen regio‟s hun talenten behouden en hoe trek je nieuwe talenten aan? Project sluit aan bij het Doetinchemse economisch actieplan, bijvoorbeeld de acties: Ontwikkeling HBO Onderwijs, Centrum voor Jong Ondernemerschap (kweekvijver voor jong talent en pré starters), ontwikkeling stage-informatiegids, de website www.doetinchemwerkt.nl, etc. Doetinchem en de Regio Achterhoek werkt samen met de Duitse regio‟s Dortmund, Euregio Enschede-Gronau en de Spaanse regio Navarra, waar dezelfde problematiek speelt. Lokale en regionale spelers op de arbeidsmarkt (overheden, maatschappelijke organisaties en ondernemers) zijn zich niet altijd bewust van de impact van hun individuele acties. Dit kan leiden tot suboptimalisatie. De Achterhoek heeft te maken met demografische ontwikkelingen; het wegtrekken van jongeren en het ouder worden van inwoners. Hoe gaat de regio om met de beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel? Het project geeft ten eerste een omschrijving van de regionale arbeidsmarkt (wat hebben we straks nodig aan talent? ) en een nulmeting van bestaande initiatieven op het gebied van het behouden en aantrekken van talent. Vervolgens gaat Doetinchem en de Regio Achterhoek de resultaten vergelijken met de andere partners. In de tweede fase wordt er een verbeterplan geschreven op basis van de uitwisselingen en kansen om de regionale economie te versterken. Het project loopt van maart 2012 tot en met mei/juni 2013.
52
17.
Passend Onderwijs
Doelgroep: basisonderwijs/voortgezet onderwijs/MBO Probleem: het bestaande onderwijsstelsel in het onderwijs slaagt er niet in om alle leerlingen met een onderwijsvraag effectief en efficiënt te helpen. Te veel leerlingen vallen nog tussen wal en schip, waardoor veel talent verloren gaat. Te veel leerlingen doen een beroep op zorg. Het stelsel leidt ertoe dat leerlingen te snel als hulpbehoevend worden bestempeld en te makkelijk worden doorverwezen naar speciaal onderwijs of naar de speciale jeugdzorg. Oplossing: voor elk kind en iedere jongere wordt gestreefd naar onderwijs dat aansluit bij zijn of haar mogelijkheden en talenten. Geen kind mag tussen wal en schip raken. Ieder schoolbestuur krijgt daarom de verantwoordelijkheid om elke leerling die zich aanmeldt bij een school, een passende onderwijsplek aan te bieden. Dit geldt ook voor leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte. Schoolbesturen krijgen een zorgplicht, zodat ouders niet meer zelf op zoek moeten naar een plek voor hun kind. Uitvoering: samenwerkingsverbanden Rol gemeente: regisseur De regionale samenwerkingsverbanden van schoolbesturen krijgen een belangrijke functie in het Passend Onderwijs. Het samenwerkingsverband krijgt de taak om iedere leerling een passende onderwijsplek te bieden. De regionale indeling van de huidige samenwerkingsverbanden is hiervoor door het rijk aangepast. Binnen zo‟n samenwerkingsverband maken scholen afspraken over wie welke kinderen het beste gepast onderwijs kan geven. Het samenwerkingsverband wordt daarmee verantwoordelijk voor de verdeling van de zorgbudgetten en de toewijzing van zorg en ondersteuning aan leerlingen. Hiertoe moet het samenwerkingsverband een ondersteuningsprofiel en -plan opstellen en de scholen een ontwikkelingsperspectief. In het ondersteuningsprofiel staat welke voorzieningen het samenwerkingsverband heeft voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Ook wordt daarin vastgelegd op welke manier passend onderwijs kan worden gerealiseerd voor al haar leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Ook het speciaal onderwijs zal dadelijk onderdeel gaan uitmaken van dit stelsel van onderwijszorg. De verwachting is dat de binnen het speciaal onderwijs ontwikkelde methodieken worden geïmplementeerd in de zorgondersteuning op scholen. Met name bij de keuze voor de ondersteuningsprofielen is afstemming met de gemeenten van belang. De rijksoverheid stelt dit zelfs als randvoorwaarde: er dient sprake te zijn van een „op overeenstemming gericht overleg‟ tussen gemeenten en samenwerkingsverbanden over dit ondersteuningsplan. De ondersteuningsprofielen bepalen de reikwijdte van de zorg die vanuit de school wordt geboden en daarmee dus ook wat (aansluitend) door de gemeenten gedaan moet worden. In deze fase kunnen gemeenten en samenwerkingsverband samen optrekken en keuzes maken over het nodige zorgaanbod, de financiering en verantwoordelijkheden. De wijze waarop scholen, samenwerkingsverbanden en gemeenten over hun samenwerking afspraken maken is vrij. Specifiek MBO: Het Graafschapcollege is door het Ministerie van OCW aangewezen als één van de landelijke pilotscholen in het MBO. In het kader van deze pilot, die als werktiktel heeft „Voorloperaanpak Passend Onderwijs‟ werken Graafschapcollege én de gemeente Doetinchem nauw samen. Het doel van de pilot is om knelpunten op te sporen, die gerelateerd zijn aan de onderlinge samenhang van Passend Onderwijs en de transities op gemeentelijk niveau (transities Jeugdzorg, kanteling AWBZ/WMO en Wet werken naar vermogen). 53
54
SOCIALE OMGEVING
18.
De Veilige School (voor Voortgezet Onderwijs)
Doelgroep: voortgezet onderwijs Probleem: de veiligheid in en om school is niet voldoende gegarandeerd. Oplossing: afspraken maken met convenantpartners waaronder de politie om veiligheid in en om school te garanderen. Uitvoering: politie/ Lindenhout (JEKK)/ Jeugdinterventieteam (JIT)/ scholen. Rol gemeente: regisseur, facilitator Het is van belang dat er in en om school een veilig klimaat heerst. Dit stelt eisen aan het gedrag van een ieder. Acceptabel gedrag op scholen is gezien opvoedingsproblematiek en vervagende maatschappelijke normen en waarden niet altijd meer gegarandeerd en het is belangrijk om hier wat aan te doen en gezamenlijk afspraken te maken. Een veilige school is een zaak van ons allemaal. Bepaalde vormen van gedrag kunnen niet getolereerd worden, bv. bij pesten en bij wetsovertredingen, zoals geweldsdelicten, bezit van wapens etc. dient de politie ingeschakeld te worden. Daarnaast zijn deze vormen van gedrag ook vaak een signaal van een onderliggende hulpvraag. In 2009 is er een convenant gesloten met de scholen voor voorgezet onderwijs. Vanuit het jeugdinterventieteam (JIT) worden nu met name door politie en Lindenhout (JEKK) acties ondernomen om de afspraken uit het convenant handen en voeten te geven: Scholen hebben op basis van de wet op de arbeidsomstandigheden de wettelijke plicht om de veiligheid van iedereen op school te garanderen. Het melden van strafbare feiten, zoals mishandeling, vernieling en diefstal gebeurt echter niet altijd, omdat men niet graag een justitieel traject ingaat. De politie bezoekt nu de scholen om samenwerkingsafspraken te maken en per situatie te kunnen bepalen of justitieel doorpakken al dan niet noodzakelijk is. Dit wekt vertrouwen en werkt drempelverlagend. Ook geeft dit aanleiding voor preventieve acties, waarbij het Lindenhout (JEKK) wordt ingeschakeld. De insteek daarbij is om excessen te voorkomen. Aan bovenstaande signalen zoals mishandeling, vernieling en pestgedrag ligt vaak een hulpvraag ten grondslag. Jongeren zijn geholpen bij een meer preventieve aanpak. Een goede afstemming en samenwerking tussen school en hulpverlening kan daarbij een meerwaarde hebben en kunnen grotere problemen voorkomen. Hiermee wordt de beoogde aansluiting onderwijs, zorg en justitie gerealiseerd. Een van de belangrijkste acties is om uniforme huisregels voor alle VO-scholen in de regio op te stellen in samenspraak met de politie, zodat er meer mogelijkheden komen om bijtijds in te grijpen. Het initiatief hiertoe wordt genomen door de themawijkagent jeugd, die werkt voor de regio West-Achterhoek en voor Doetinchem onderdeel uitmaakt van het Jeugdinterventieteam (JIT).
55
19.
Stedelijk JongerenOrganisatie Gruitpoort (de SJOG)
Doelgroep: 14 – 23 jaar. Probleem/wens: jongeren hebben behoefte aan een eigen accommodatie. Oplossing: multifunctionele accommodatie voor jongeren in de Gruitpoort. Uitvoering: de Gruitpoort Rol gemeente: opdrachtgever en regisseur Functie van de SJOG De SJOG is een plek waar een grote diversiteit aan jongeren elkaar kan en zal treffen. Niet alleen jongeren, die uit zichzelf en op een positieve wijze dingen organiseren of activiteiten/evenementen bezoeken. Het geldt ook voor jongeren die op straat hangen en/of grensoverschrijdend gedrag vertonen. Zij worden toegeleid naar de Gruitpoort door de ketenpartners om ook deze jongeren op een positieve wijze op te nemen in het geheel van te organiseren activiteiten. De Gruitpoort stimuleert het actief deelnemen zoveel mogelijk. Jongeren worden uitgedaagd mee te doen of om iets te ondernemen. Er wordt gekeken en geluisterd naar de doelgroep. Wat willen de jongeren en wat vinden ze. De Gruitpoort biedt zowel de gelegenheid om gebruik te maken van activiteiten, als om activiteiten te ontwikkelen. De SJOG verricht haar activiteiten zoveel mogelijk in en vanuit de Gruitpoort. Wanneer jongeren in de puberteit zijn beland zoeken ze een eigen ruimte om elkaar te ontmoeten. De Gruitpoort heeft hiervoor een eigen „huiskamer‟ beschikbaar gesteld. Doelstellingen. De SJOG heeft de volgende doelstellingen opgesteld: de SJOG is een plek waar 14-23 jarigen de vrije tijd te besteden, leeftijdsgenoten en/of gelijkgezinden te ontmoeten; de SJOG biedt jongeren van 14-23 jaar de ruime de middelen en de personele ondersteuning om hun kansen te benutten en talenten te ontwikkelen. De officiële opening van de SJOG heeft plaatsgevonden op 28 september 2012.
56
20.
Jongerenraad
Doelgroep: 14 tot 23 jarigen. Probleem: jongeren worden te weinig gehoord door politici, beleidsmakers en professionals. Oplossing: een adviesorgaan voor en door jongeren, dat gevraagd en ongevraagd advies geeft. Uitvoering: IJsselkring en jongeren Rol gemeente: initiator en facilitator Als je beleid maakt voor de doelgroep jeugd is het belangrijk om je “klant” te kennen en hem tot uitgangspunt te maken van je beleid, aan te sluiten bij de belevingswereld van de doelgroep en gebruik te maken van hun creatieve energie. In 2008 is de jongerenraad opgericht voor en door jongeren. De jongerenraad Doetinchem is inmiddels een lopende activiteit. Zij komen regelmatig bij elkaar en staan in contact met het bestuur en met beleidsmakers. Zij hebben o.a. het probleem van de wachtlijsten aangekaart en hebben hierover de politiek en de betrokken organisaties uit de brede jeugdketen aangesproken. Deze directe en interactieve manier van (politiek) handelen spreekt de jeugd aan De Jongerenraad heeft een belangrijke rol gespeeld bij het plan om een Multifunctionele Accommodatie voor jongeren vorm en inhoud te geven. En bij de realisatie hiervan zullen zij blijvend betrokken worden. Er is regelmatig overleg met de wethouder jeugd en met de beleidsambtenaren jeugd. Twee leden van de jongerenraad maken onderdeel uit van de cliëntenraad.
57
21.
Sport Service Doetinchem
Doelgroep: sportverenigingen en individuele sporters in Doetinchem. Probleem: het ontbreken van een schakel- en informatiepunt voor sport in Doetinchem. Oplossing: Sport Service Doetinchem Uitvoering: sportverenigingen, gemeente Doetinchem, Graafschap College, IJsselkring en Sport United. Rol gemeente: regisseur, facilitator Sport Service Doetinchem is het schakel- en informatiepunt voor de sport in Doetinchem. Verenigingen kunnen er terecht met vragen en ideeën. Op den duur wordt het de thuisbasis van de sportraad. Sport Service Doetinchem voert verschillende onderdelen van het gemeentelijk sportbeleid uit. Zo verzorgt Sport Service Doetinchem de sport en beweegkalender en de sportwebsite. Ook begeleidt Sport Service Doetinchem het onderzoek naar vrijwilligersproblematiek bij verenigingen en sporttoernooien van het basisonderwijs.
58
22.
Kwaliteitsimpuls bewegingsonderwijs
Doelgroep: basisschoolleerlingen en groepsdocenten . Probleem: basisschoolleerlingen vonden gymlessen te makkelijk en saai Oplossing: bijscholen van groepsdocenten Uitvoering: gemeente Doetinchem, Graafschap College, basisscholen. Rol gemeente: facilitator In 2009 is de kwaliteitsimpuls bewegingsonderwijs van start gegaan. Verschillende groepsdocenten hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zich te laten bijscholen. Verder heeft een bewegingsconsulent (voorbeeld) lessen gegeven op Doetinchemse basisscholen. De scholen die deelnemen aan het project zijn enthousiast. Het is echter moeilijk om nieuwe scholen te vinden. De inzet van „vers bloed‟ is wel noodzakelijk om de impuls te laten slagen. Besloten is om de kwaliteitsimpuls gefaseerd af te bouwen.
59
23.
KNVB straatvoetbal
Doelgroep: jongeren in de basisschoolleeftijd . Probleem: verzoek van de KNVB om bij te dragen aan de organisatie van een straatvoetbaltoernooi. Oplossing: organisatie toernooi in samenwerking met Sport United, het Graafschap College en de KNVB. Uitvoering: gemeente Doetinchem, KNVB, Sport United Rol gemeente: facilitator De KNVB organiseert jaarlijks een straatvoetbaltoernooi. Doel is om alle basisschoolleerlingen de kans te geven deel te nemen aan een voetbaltoernooi met landelijke allure. In 2009 is Doetinchem aangehaakt bij dit initiatief in het kader van sporten in de wijk. De verenigingen organiseren op dit moment sporten in de wijk, maar de gemeente blijft het straatvoetbal ondersteunen. De deelname was in de afgelopen jaren hoog. Het straatvoetbal draagt bij aan sport- en stadspromotie en het bevorderen van een gezonde leefstijl. Veel steden en landelijke gemeenten nemen jaarlijks deel aan het toernooi.
60
1.
Bredeschoolnetwerk
24.1
Bredeschoolnetwerk algemeen
Doelgroep: 0 -12 jaar Probleem: het onderwijsaanbod is gezien vanuit het ontwikkelingsperspectief van het kind niet breed genoeg. Het dient zich te verbreden naar meerdere levensdomeinen. Oplossing: verbreding Onderwijs door het opzetten van een Bredeschoolnetwerk. Uitvoering: Stuurgroep Bredeschoolnetwerk Rol gemeente: regisseur, facilitator, toezichthouder Het Bredeschoolnetwerk, inmiddels dekkend over de gehele gemeente Doetinchem, is opgezet om alle kinderen een gelijke kans te geven zich goed te ontwikkelen. Bijvoorbeeld door eventuele achterstanden weg te nemen en door een goede daginvulling aan te bieden. Om kinderen in hun ontwikkeling te stimuleren, organiseert het bredeschoolnetwerk het hele schooljaar door allerlei activiteiten. Deze activiteiten vinden zowel onder schooltijd als voor en na schooltijd plaats. Ze sluiten aan op de lessen van school maar zijn ook vaak een aanvulling. Ook de ouders worden hierbij betrokken. Elke wijk/dorp heeft zijn eigen activiteitenprogramma. Hierbij wordt gekeken naar de wensen en behoeften van de kinderen, ouders en bewoners van de wijk/dorp. Doel binnen het bredeschoolnetwerk is om een ononderbroken ontwikkelingslijn van kinderen van 0-12 te realiseren door het kind centraal te stellen, maatwerk per wijk te leveren en de samenwerking tussen de instellingen te bevorderen. Het Bredeschoolnetwerk houdt zich, onder aansturing van de stuurgroep, bezig met de volgende onderwerpen: 1. Opvoeden & Opgroeien Met dit onderwerp richt het Bredeschoolnetwerk zich zowel op de kinderen als op de ouders. Ouders en kinderen worden geholpen bij het opvoeden en bij het opgroeien. Deze hulp is verschillend en is afhankelijk van de hulpvraag. De hulp varieert van het geven van informatie, het bieden van gerichte ondersteuning en begeleiding bij het opvoeden (licht pedagogische hulp) tot en met het inschakelen van een hulpverlenende instantie. Er vinden opvoedingsondersteunende activiteiten plaats en tevens vindt er afstemming plaats van activiteiten van instanties voor kinderen met problemen (de lichte coördinatie van zorg). Het bredeschoolnetwerk wil bijdragen aan een sluitend doorgaande lijn. Op deze wijze kunnen stagnaties in de ontwikkeling in een vroeg stadium worden vastgesteld en kan er adequate hulp worden geboden. Dit onderwerp heeft een nauwe relatie met de ontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Het Bredeschoolnetwerk is onderdeel van de CJG werkwijze en de coördinator van het bredeschoolnetwerk coördineert de CJG werkwijze binnen de wijken/dorpen. Hierdoor is zorg en het activiteiten aanbod gekoppeld. 2. Ontwikkelingsstimulering Dit onderwerp omvat de activiteiten op het motorische, cognitieve, creatieve en sociaalemotionele vlak. Het Bredeschoolnetwerk wil met dit onderwerp een aanvulling zijn op datgene wat het kind op de kinderopvang/peuteropvang en basisschool ontvangt. De activiteiten bij dit onderwerp worden binnen het Bredeschoolnetwerk aangeboden in samenwerking met een bondgenoot of een derde partij. 3. Vrijetijdsbesteding De tijden die een kind op de basisschool doorbrengt liggen vast en hebben een verplichtend karakter. Dat ligt anders voor de tijden na school. Het Bredeschoolnetwerk wil het kind in de wijk een zinvolle vrijetijdsbesteding bieden omdat dit goed is voor zijn ontwikkeling. Het kind leert op deze wijze om op een verantwoorde wijze om te gaan met de vrije tijd. Dit voorkomt uitingen van verveling en het bezorgen van 61
overlast. 4. Participatie, iedereen doet mee Het kunnen deelnemen aan de samenleving is niet voor iedereen even gemakkelijk. Door de snelle ontwikkelingen, de complexiteit van de samenleving en andere factoren raken groepen buiten de boot. De interesse om aan activiteiten deel te nemen of ergens bij te horen neemt af. Het Bredeschoolnetwerk wil de mensen zodanig toerusten dat zij mee kunnen doen aan de samenleving: thuis, op school, in de buurt, op de vereniging, op het werk, etc. Ouders worden benaderd om activiteiten van hun kind bij te wonen en/of benaderd om als vrijwilliger te helpen en/of benaderd als opvoeder. Naast ouders (bewoners van de wijk) wil het Bredeschoolnetwerk de kinderen ook nadrukkelijk betrekken. Niet alleen als deelnemer, maar ook als vrijwilliger bij het bedenken en uitvoeren van de activiteiten. Het is de bedoeling dat de kinderen ook zodanig worden toegerust dat zij voldoende zelfvertrouwen krijgen om deel te nemen aan de samenleving. 5. Sociale cohesie De samenhang van de maatschappij is de laatste tijd sterk veranderd. Dit komt vooral doordat oude sociale verbanden plaats hebben gemaakt voor nieuwe. Het traditionele gezin is geen standaard meer en we besteden onze vrije tijd weer anders. Deze veranderingen hebben invloed op de samenhang van de samenleving. Sociale cohesie kenmerkt zich door dat mensen op elkaar betrokken zijn en zich met elkaar verbonden voelen. Bewoners lijken steeds minder op elkaar en bij de buurt betrokken te zijn. Dat uit zich in het elkaar niet kennen, geen interesse voor de leefomgeving, In samenwerking met het wijkwerk wordt door de activiteiten van het Bredeschoolnetwerk getracht ouders en kinderen meer te betrekken bij hun leefomgeving. 6. Voorzieningen in de wijk. In ieder wijk zijn voorzieningen aanwezig die vaak los van elkaar opereren en apart zijn gehuisvest. Het Bredeschoolnetwerk wil, daar waar mogelijk, die voorzieningen bij elkaar brengen zodat deze elkaar kunnen versterken. Gezamenlijke huisvesting en gezamenlijk gebruik van (buiten)ruimtes is hierbij een thema. Op wijk-/dorpsniveau wordt door de partners van het Bredeschoolnetwerk (onderwijs, jgz, kinderopvang/peuteropvang en welzijnswerk) deze onderwerpen vertaald in thema‟s en activiteiten in een jaarlijks werkplan. De bondgenoten zoals de culturele instellingen leveren een bijdrage in het aanbieden van activiteiten.
62
24.2
Cultuur en School
Doelgroep: cultuureducatie basisscholen. Probleem: stopzetten provinciale subsidie na 2012. Oplossing: Muziekschool biedt tijdelijke oplossing. Uitvoering: Muziekschool Oost-Gelderland Rol gemeente: n.t.b. Bureau Cultuur&School Doetinchem (C&SD), een samenwerking tussen Muziekschool en Gruitpoort, is in 2005 opgericht om verbindingen te leggen tussen scholen en culturele instellingen. Het bureau heeft als taak om de actieve makelaar te zijn tussen scholen en instellingen met als doel om zoveel mogelijk kinderen te laten kennismaken met zoveel mogelijk vormen van kunst en cultuur. Dankzij provinciale subsidie, subsidies van een aantal gemeenten en bijdragen van de twee instellingen zelf heeft C&SD zich kunnen ontwikkelen tot een regionaal werkend bemiddelings- en organisatiebureau voor kunsteducatie in het basisonderwijs. Met als resultaat: dienstverlening aan scholen in Doetinchem, Bronckhorst en Oude IJsselstreek en een uitgebreid aanbod kunst en cultuur voor de leerlingen van basisscholen, receptief en actief; een aanbod waarmee jaarlijks ca. 19.000 leerlingen worden bereikt. De financiering van het bureau houdt na 2012 op: provincie Gelderland heeft aangegeven de subsidie van coördinatiepunten cultuureducatie, waaronder C&SD, te stoppen; pogingen van de provincie, EDU Art en Muziekschool om gemeenten ertoe te bewegen de financiering van het bureau over te nemen hebben geen resultaat gehad. Gemeenten - gedwongen door bezuinigingen - zijn hiertoe niet bereid of in staat. Het activiteitenbudget voor schoolvoorstellingen in Doetinchem blijft wel intact; Gruitpoort en Muziekschool (voorjaar 2012) hebben overlegd met schoolbesturen en daaruit bleek dat zij voor het overgrote deel niet bereid zijn te betalen voor bemiddelingskosten (€ 1,80 extra per leerling). Het merendeel geeft aan te kiezen voor lokaal georganiseerde cultuureducatie; door de scholen zelf of door lokale culturele commissies. Er zijn verschillende toekomstscenario‟s voor het bureau besproken waarbij de programma‟s in elk geval voor het schooljaar 2012/2013 doorgaan. De Muziekschool heeft ruimte gevonden om dit mogelijk te maken. Dit betekent dat: 1. de culturele programma‟s die reeds met de scholen besproken zijn, worden uitgevoerd; 2. er is sprake van een overgangsperiode, vanaf januari 2013 tot het einde van het schooljaar 2012/2013 (dus tot de zomervakantie); 3. er is in het schooljaar 2012/2013 geen sprake van het doorberekenen van de bemiddelingskosten; 4. er is geen duidelijkheid over de mogelijkheden voor de schooljaren 2013/2014 en verder.
63
24.3
Bibliotheek op School (BoS)
Doelgroep: leerlingen basisscholen. Probleem: sluiting bibliotheekvestigingen. Oplossing: Bibliotheek op School Uitvoering: Bibliotheek, IJsselkring, basisscholen Rol gemeente: facilitator Met de ombuiging op het bibliotheekwerk komen binnen het regionale budgetcontract met de bibliotheek West-Achterhoek meerdere vestigingen onder druk te staan. In Doetinchem zijn er binnen het Multifunctionele Accommodatie Jeugd (MFA) Oosseld goede ervaringen opgedaan met het concept Bibliotheek op School. Ook landelijke ervaringen geven aan dat dit concept van grote toegevoegde waarde is in het tegengaan van taalachterstand en het bevorderen van leesplezier en daardoor van de leesvaardigheid. Bibliotheek West-Achterhoek en IJsselkring hebben onderzocht of het concept Bibliotheek op School kan worden uitgerold. Dit heeft in juni 2012 geleid tot een convenant dat is ondertekend door de besturen van IJsselgraaf, Gelderveste, Pro8, Het Timpaan, kinderopvang Humanitas, kinderopvang Markant, IJsselkring, bibliotheek WestAchterhoek en de gemeente Doetinchem. Het doel van de ondertekenaars is zich gezamenlijk in te spannen voor het realiseren van meerdere vestigingen van de Bibliotheek op School in de gemeente Doetinchem. Met de sluiting van de vestigingen Gaanderen en De Huet zal in overleg met de aanwezige basisscholen Bibliotheek op School van start gaan. Met een eigen collectie op school, met professionele ondersteuning door leesconsulenten en met tot leescoördinatoren geschoolde leerkrachten. Met de ervaringen in deze pilots is het de bedoeling de komende jaren in andere wijken van Doetinchem een netwerk aan vestigingen Bibliotheek op School te realiseren. Vanuit het Brede School netwerk zal dit worden gestimuleerd.
64
24.2
De Vreedzame School / De Vreedzame Wijk
Doelgroep: basisschoolkinderen en bewoners in de wijk. Probleem: conflicten in de wijk. Oplossing: bewoners elkaar beter leren kennen, elkaar leren accepteren en respecteren. Uitvoering: nader te bepalen Rol van de gemeente: initiator, regisseur In een wijk wonen mensen en spelen ook kinderen met verschillende achtergronden dicht bij elkaar. Dit kan onderling soms irritatie opleveren. Vaak komt dit door onbegrip en dit levert conflicten op. Het komt ook nog wel eens voor dat de mensen die in de wijk worden lastig gevallen (door jeugd uit de wijk) in veel gevallen kampen met psychische problemen of verstandelijke beperkingen. De manier waarop de mensen die last ervaren reageren beïnvloedt het gedrag van de jeugd. Bewoners elkaar beter leren kennen, elkaar leren accepteren en respecteren kan starten met het concept De Vreedzame School en later met De Vreedzame Wijk. De Vreedzame School beschouwt de klas en de school als een leefgemeenschap, waarin kinderen zich gehoord en gezien voelen, een stem krijgen, en waarin kinderen leren wat het betekent om een democratisch burger te zijn: open staan voor en kunnen overbruggen van verschillen tussen mensen, conflicten vreedzaam oplossen, een bijdrage leveren aan het algemeen belang, en actief verantwoordelijk willen zijn voor de gemeenschap. Na de Vreedzame school is het de bedoeling om te investeren in de ouders en andere buurtbewoners zodat de „vreedzame‟ opvoedingsaanpak ook daar gebruikt wordt. Vanuit wijkwerk wordt samen met het Brede School Netwerk onderzocht of De Vreedzame School / De Vreedzame Wijk als project of als gedachtegoed ingezet kan worden in wijken als Oosseld, Schöneveld en Noord. Daar wordt gekeken of er verbindingen gelegd kunnen worden of dat de aanpak ingepast kan worden in bestaande waarden en normen projecten zoals de Kanjertraining op scholen.
65