Oorlog en vrede Pleidooi voor actief vredesbeleid “Vrede” is belangrijk, daar zal wel iedereen het mee eens zijn. Zonder vrede – zeker minimaal gedefinieerd als de afwezigheid van oorlog – is samenleven onmogelijk. De meest intuïtieve en de meest wijdverspreide opvatting van “vrede” is de rudimentaire definitie van vrede als een “staat van niet-oorlog”. 1. Oorlogen tussen staten zijn de laatste jaren fel afgenomen. Maar de statistieken van conflicten leren, dat conflicten binnen staten, tussen rivaliserende groepen, dikwijls om etnische en religieuze redenen, de laatste jaren wel fors toegenomen zijn. Zo is bijvoorbeeld het aantal kinderen die betrokken zijn bij gevechten vooral in de Derde Wereld toegenomen. We noemen ze ‘kindsoldaten’, 8, 9 of 10 jaar, met een licht wapen op de schouder. Sinds het uiteenvallen van de voormalige Sovjet Unie, begin van de jaren 90, zijn “Kalasnikovs” wereldwijd verspreid als tweedehandswapen, van de Gaza tot Soedan en elders, voor slechts 10 dollar per stuk. 2. Het aantal vluchtelingen en verplaatste personen, als gevolg van geweld en verdrijvingen, loopt ook in de miljoenen. De vluchtelingenstroom in en vanuit Irak is een schrijnend voorbeeld. Het zestig jaar oude Palestijnse vluchtelingprobleem is een ander voorbeeld van blijvende ellende. Gebruik van geweld is nederlaag voor de mensheid 3. Doorheen gans de geschiedenis hebben de volkeren geweld en oorlog gezien als het middel om hun conflicten op te lossen. Oorlogsvoering werd gezien als een voorzetting van de politiek. Eén van de belangrijke verworvenheden die door velen gedeeld werden sinds het einde van de Koude Oorlog en vooral na de conflicten in de Golf, op de Balkan, in Centraal Afrika en het Midden Oosten, is dat het preventieve aspect van een mogelijk conflict meer aandacht heeft gekregen. In technische termen heet dit: conflictpreventie of conflictvoorkoming. 4. Militair ingrijpen is minder dan ooit een evidente zaak geworden. Diplomaten zullen zich meer en meer dienen te specialiseren in het voorkomen en oplossen van conflicten, geweldloos dus. Bemiddeling bij
1
internationale conflicten zou prioriteit moeten zijn. En de Verenigde Naties zijn de enige instantie die toelating zou kunnen geven om militair geweld, onder duidelijke voorwaarden, te gebruiken tegen landen. Maar het gebruik van geweld is steeds een nederlaag voor de mensheid! 5. Na de val van de Berlijnse Muur, het einde van de Koude Oorlog, en de toenemende aandacht van de Verenigde Naties bij het voorkomen van conflicten, blijven heden ten dage de militaire uitgaven wereldwijd fors stijgen. Sociale en humanitaire noden zijn immens 6. Tot voor kort konden vredesonderzoekers en vredesactivisten beschikken over het jaarlijks verslag van Ruth Leger Sivard die steeds vergelijkingen maakte van de militaire uitgaven met de sociale en humanitaire noden in onze samenleving en wereldwijd. Zo vergeleek zij bijvoorbeeld dat je met de uitgaven van één bommemwerper wel 5 ziekenhuizen zou kunnen bouwen in ontwikkelingslanden. Sinds 1990 zijn het gemiddeld 2 miljoen kinderen van de 3 miljoen slachtoffers die omkwamen bij oorlogsgeweld. Kleine wapens doden jaarlijks ongeveer 500.000 onschuldige slachtoffers. Anti-persoonsmijnen doden ongeveer 25.000 mensen per jaar. Voor de landmijnen is er een bindend internationaal verdrag sinds 1997, maar het is de uitvoering ervan dat vaak de wensen overlaat. Ook inzake kleine en lichte wapens wordt er flink gewerkt door NGOs én diplomaten aan een wereldwijd verbod op deze wapens. De kans bestaat dat zulk verdrag in 2008 werkelijkheid wordt. Militaire uitgaven in 2006 7. Het onafhankelijke Zweedse vredesonderzoeksinstituut SIPRI (http://www.sipri.org/) heeft berekend dat er in 2006 wereldwijd 1204 miljard dollar werd gespendeerd aan militaire uitgaven. Dat was ruim 3,5 procent méér dan het jaar voordien. 8. Tussen 1997 en 2006 stegen de militaire uitgaven met niet minder dan 37 procent! Het zal niemand verbazen dat vooral de hoge Amerikaanse defensiebudgetten voor de oorlogen in Irak en Afghanistan dit cijfer hebben beïnvloed. De VS gaf vorig jaar 529 miljard dollar uit aan bewapening, ongeveer evenveel als het BNP van Nederland. Maar ook landen zoals China en India komen fors opzetten. Voor het eerst lagen de militaire uitgaven van China (49,5 miljard dollar) hoger dan die van Japan (43,7 miljard dollar).
2
9. China is daarmee koploper in Azië en staat vierde op de wereldranglijst. En daar blijft het niet bij. Als Peking de ambitieuze plannen doorzet om het Volksbevrijdingsleger om te vormen tot een moderne strijdkracht zullen de defensie-uitgaven de komende jaren in sterk stijgende lijn gaan. Delegaties van internationale defensiebedrijven bezoeken constant China om een graantje mee te pikken van die verwachte groei. 10. De Japanse defensie-uitgaven daarentegen vertonen al voor het vijfde jaar op rij een dalende tendens, ondanks de nieuwe ambitie om Japanse soldaten te laten deelnemen aan VN-operaties. De Japanese regering is inderdaad van plan om haar artikel 9 in de grondwet aan te passen van “geen deelname aan buitenlandse militaire opdrachten” naar een actieve deelname aan o.m. VN operaties bij geweldpreventie, vredesbehoud en dergelijke. 11. SIPRI berekende dat China, Japan, Groot-Brittannië en Frankrijk ieder ongeveer 4 tot 5 procent van de wereldwijde militaire uitgaven voor hun rekening nemen. De VS en Rusland blijven veruit de twee koplopers in de wapenhandel. Niet toevallig zijn de VS, Rusland, China, Frankrijk en de UK de 5 permanente leden van de VN Veiligheidsraad en willen ziju hun positie niet gewijzigd zien. 12. Tussen 2002 en 2006 waren de VS en Rusland goed voor ruim 30 procent van de internationale wapenhandel. Alle EU-landen samen kwamen op 20 procent. China en India waren de grootste nettoimporteurs van wapens. In de top-10 van grootste importeurs vinden we verder nog vijf landen uit het Midden-Oosten (o.a. Saudi-Arabië en Israël), waardoor Azië veruit de belangrijkste markt is geworden voor wapens. Het verhandelde volume aan conventionele wapens is de laatste vijf jaar met meer dan de helft toegenomen, schrijft SIPRI, een zaak die de veiligheid van de planeet meer bedreigt dan de eventuele nucleaire plannen van Iran of Noord-Korea. 13. Ook ENAAT, het Europese netwerk tegen wapenhandel, publiceerde een brochure die de verbanden blootlegt tussen exportkredieten, armoede, corruptie en wapenhandel. De tekst bevat tal van voorbeelden en sluit af met een reeks aanbevelingen. ENAAT onderzocht het beleid van verschillende Europese openbare kredietinstellingen die wapenexporten verzekeren. ENAAT-brochure via www.enaat.org Oorzaken en uitdagingen
3
14. De vraag naar de oorzaken van geweld en oorlog dienen we blijven te stellen. De strijd om natuurlijke rijkdommen (olie, goud, diamant, coltan of tropisch hardhout), zoals bijvoorbeeld in Centraal Afrika, kan een belangrijke oorzaak van oorlog zijn. Dus grondstoffen als bron van conflict. Verder zijn er de rivaliteit tussen verschillende bevolkingsgroepen of is er de oorlosgzucht van politieke leiders zelf die aanzet geven tot geweld. Ook de strijd om autonomie en territorium kunnen oorzaken zijn van geweld. Maar in vele gevallen zullen de slechte sociale en economische toestanden van volkeren één van de oorzaken zijn om naar het wapen te grijpen. Mensen die gedreven worden door de armoede en de uitzichtloosheid zien vaak een beetje heil in het dragen van een wapen of in het doden van een tegenstander. Maar dat blijft een doodlopende weg! 15. De huidige gevaarzones zijn o.m. een aantal internationale problemen: de verspreiding en modernisering van kernwapens en andere massavernietigingswapens, het machtsoverwicht van één land in de wereld, de illegale wapenhandel, radicalisering van bepaalde groepen en gewelddadige stromingen binnen religies. Dit zijn enkele van de vele uitdagingen voor de nabije toekomst! 16 Beetje bij beetje begint het inzicht te groeien bij een grotere groep van mensen dat geweld nooit vrede kan afdwingen, dat geweld altijd een teken is van onmacht en frustratie, dat fysiek geweld nooit de oplossing kan zijn van problemen. Tegelijkertijd is het werken aan waarheid, gerechtigheid en verzoening één van de grote taken van overheden en sociale bewegingen, voornamelijk in conflictgebieden zoals op de Balkan, Soedan, Oeganda, Grote Meren, Sri Lanka, Midden Oosten, Haiti, Colombia, enz. Vrede blijft een lege huis als het niet verbonden wordt aan waarheid, gerechtigheid en verzoening. Je hebt ze alle drie nodig om tot duurzame vrede te komen. Als iedereen voor vrede is dan … 17. Iedereen is voor vrede, maar niemand ligt er echt wakken van! Is onze vrede het belangrijkst, of geven wij ook prioriteit aan de bedreigingen van het leven en de menswaardigheid van burgers in andere delen van de wereld waar oorlog heerst? 18. De media hebben in deze een immense verantwoordelijkheid. De algemene trend is een eerder dalende interesse in de media voor internationale veiligheid, op de piekmomenten na zoals de oorlog in Irak of de rivaliserende Palestijnse groepen in de Gaza. Maar zulke 4
piekmomenten zijn in vele gevallen ook “show” geworden en het is vaak een kwestie van “er eerst bij te zijn”. De media zullen de publieke opinie voeden met objectieve berichtgeving en analyses. En zo kunnen dan de media én de welingelichte publieke opinie ook de politici en internationale autoriteiten beïnvloeden naar een meer actief internationaal vredesbeleid.
Brussel, 1 juli 2007
Paul Lansu Pax Christi International Ref.: 07-0671
5