OOK INSPIRATIE UIT DE REGIO
TECHNIEKPACT.NL
PAGINA 2 | OOK TECHNIEKPACT
PAGINA 3 | OOK TECHNIEKPACT
INHOUD VOORWOORD
5
KIEZEN VOOR TECHNIEK
6
→ → → → → →
NOORD: TECHNIEKLOKAAL IN WINKLER PRINS NOORDVLEUGEL: ICT IN DE WOLKEN OOST: TECHYOURFUTURE ZUIDOOST: STEM II OP KINDANTE PO ZUIDWEST: TECHNOCENTRUM ZEELAND ZUIDWEST: TECHNIEK OP ZUID
8 12 16 20 24 28
LEREN IN DE TECHNIEK
32
34 38 42 46 50 54 58 62 66
→ → → → → → → → →
NOORD: CENTRUM VOOR INNOVATIEF VAKMANSCHAP WATER NOORD: BEDRIJFSVAKSCHOOL TECHNIEK DRENTHE NOORDVLEUGEL: MASTERPLAN TECHNIEK AMSTERDAM NOORDVLEUGEL: DOORBURGEREN OOST: CENTRUM VOOR INNOVATIEF VAKMANSCHAP TECHWISE TWENTE OOST: WERKEN EN LEREN MET ENERGIE ZUIDOOST: TECHNIEKKETEN NOORD- EN MIDDEN LIMBURG ZUIDOOST: CENTRE OF EXPERTISE FOOD ZUIDWEST: MEIDEN IN TECHNIEK
WERKEN IN DE TECHNIEK
70
72 76 80 84 88
→ → → → →
NOORD: F-TOP NOORDVLEUGEL: TECHNISCH TALENT WERKT IN NOORD-HOLLAND OOST: TECHNICAMPUS STEDENDRIEHOEK ZUIDOOST: BRAINPORT TALENT CENTRE ZUIDWEST: REGIONAAL SECTORPLAN MARITIEME TECHNIEK
COLOFON
92
PAGINA 4 | OOK TECHNIEKPACT
PAGINA 5 | OOK TECHNIEKPACT
VOORWOORD Een technieklokaal voor basisschoolleerlingen, een leerwerktraject op hbo-niveau voor niet-technici, en een bedrijfsvakschool nieuwe stijl om maritieme technici op te leiden en te behouden voor de sector. Het zijn stuk voor stuk voorbeelden van projecten die laten zien hoe regionaal invulling wordt gegeven aan de acties uit het Techniekpact. Het Techniekpact leeft! En dat willen we u met Ook Techniekpact! laten zien. Bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en overheid in de regio’s hebben elkaar gevonden in samenwerkingsverbanden. Zij hebben hun activiteiten gebundeld en versterkt om te zorgen voor voldoende slimme en vakbekwame technici, nu en in de toekomst. Door projecten uit te voeren die ertoe leiden dat meer leerlingen kiezen voor een techniekopleiding, meer leerlingen en studenten met een technisch diploma ook aan de slag gaan in een technische baan en mensen die werken in de techniek behouden blijven voor de sector. En dat is nodig. Om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren en beter te laten aansluiten op de regionale arbeidsmarkt, om te zorgen dat toekomstige vakmensen beschikken over de juiste vaardigheden voor de toekomst. Om de innovatiekracht van het bedrijfsleven in de regio’s goed te benutten en te zorgen voor een sterkere economie. Ook dat is het Techniekpact! De resultaten van alle inspanningen landelijk, regionaal en lokaal kunt u vinden in de voortgangsrapportage Nationaal Techniekpact 2020 d.d. 15 juni 2015. Het voorliggende boekje dient ter illustratie hiervan. Maak kennis met concrete projecten binnen de lijnen Kiezen voor, Leren in en Werken in de techniek, leer van hun aanpak én laat u inspireren om ook een bijdrage te leveren. Tot slot wil ik, namens de trekkers van de vijf landsdelen en de andere leden van de Landelijke Regiegroep Techniekpact, alle geïnterviewde bedanken voor hun openheid en enthousiasme. Een compliment aan jullie en alle andere betrokkenen die veel energie steken in de uitvoering van Techniekpact in de regio’s. Jullie kunnen trots zijn op geboekte resultaten. De kracht van het Techniekpact is doen. Daar levert u een unieke bijdrage aan.
Doekle Terpstra Aanjager Nationaal Techniekpact 2020
KIEZEN VOOR TECHNIEK
PAGINA 6 | OOK TECHNIEKPACT
PAGINA 7 | OOK TECHNIEKPACT
INTRODUCTIE
KIEZEN VOOR TECHNIEK
Kiezen voor techniek begint met een duidelijk beeld van ‘technologie’ of ‘techniek’ en van wat je er mee kunt doen. Veel jongeren - en hun ouders - hebben dit beeld onvoldoende. Daarom zetten basisscholen, scholen voor voortgezet onderwijs, bedrijven en regionale overheden zich in voor uitdagend techniekonderwijs voor alle jongeren van 4 tot 18 jaar. Vaardigheden als creativiteit, ondernemingszin, probleemoplossend vermogen, samenwerking, initiatief, leiderschap en ICT-vaardigheden staan hierbij centraal. Deskundige docenten met kennis van het bedrijfsleven zijn cruciaal om jongeren inspirerend techniekonderwijs te bieden. Immers, ‘goed voorbeeld doet goed volgen’. Het opleiden en bijscholen van huidige docenten en werven van docenten uit het bedrijfsleven zijn daarom mede belangrijke speerpunten in het Techniekpact.
KIEZEN VOOR TECHNIEK
PAGINA 8 | OOK TECHNIEKPACT
PAGINA 9 | OOK TECHNIEKPACT
NOORD
TECHNIEKLOKAAL IN WINKLER PRINS
De openbare school voor voortgezet onderwijs Winkler Prins in Veendam heeft op de onderbouwlocatie een technieklokaal ingericht waar basisschoolleerlingen van groep 7 en 8 vier keer per jaar aan de slag gaan met een techniekopdracht. Zij worden daarbij begeleid door vrijwilligers. Naast een financiële bijdrage van drie gemeenten en de scholen wordt het project gesponsord door het bedrijfsleven.
MEER OP INTERNET ↘↘
www.winklerprins.nl
→→
Landsdeel: Noord
→→
Techniekpact Spoor: Kiezen Projectleider: Roel Hummel Doel: Met het Technieklokaal wil Winkler Prins basisschoolleerlingen enthousiasmeren voor techniek en technische vervolgopleiding. Projectpartners: VO Winkler Prins, gemeenten Veendam en Menterwolde, ondernemers.
→→ →→
→→
Op de meeste basisscholen is geen technieklokaal en om kinderen goede technische opdrachten te laten uitvoeren is een lokaal nodig waar ze kunnen solderen, zagen en boren. De Winkler Prins in Veendam wil graag meewerken aan de oplossing van dit knelpunt en stelt daarom op de onderbouwlocatie een technieklokaal beschikbaar. Sinds januari 2014 krijgen in dit lokaal ruim 1000 leerlingen van 23 basisscholen uit drie gemeenten – Veendam, Menterwolde en Oude Pekela - techniekles. Zij worden daarbij begeleid door zo’n veertig vrijwilligers. Deze vrijwilligers zijn bijna allemaal gepensioneerd en afkomstig uit de technieksector.
PAGINA 10 | OOK TECHNIEKPACT
KIEZEN VOOR TECHNIEK
GEZAMENLIJK Het project wordt betaald door de gemeente, de scholen en het bedrijfsleven gezamenlijk. Voor het Technieklokaal is een coördinator aangesteld die contact onderhoudt met de vrijwilligers, roosters maakt, de basisscholen de digitale, voorbereidende lesstof toestuurt en het materiaal en het gereedschap op orde houdt. Daarnaast zijn er de kosten voor materiaal, gereedschap, machines, de training van de vrijwilligers en de eigen leerkrachten. Het bedrijvennetwerk Veendammer Ondernemers Compagnie (VOC) steunt het project financieel uit een verhoging van de contributie en in natura. “De gemeenten Veendam en Menterwolde dragen samen ongeveer een kwart van het benodigde budget bij”, vertelt Roel Hummel, directeur Onderbouw en projectleider. “De scholen voor basisonderwijs en wij betalen ongeveer de helft en het bedrijfsleven sponsort ons voor de rest. Voor de komende drie jaar krijgen we met de huidige toezeggingen de begroting waarschijnlijk wel sluitend.” Winkler Prins is zelf lid geworden van VOC en neemt deel aan activiteiten om zo bedrijven voor dit project en het techniekonderwijs te interesseren. “Dit project is een samenwerking tussen het basis- en het voortgezet onderwijs, tussen openbaar, protestants-christelijk en katholiek onderwijs en tussen scholen van verschillende signatuur, zoals Dalton- en Jenaplanscholen. Dat, de verbinding met het bedrijfsleven en de samenwerking met vrijwilligers roepen veel enthousiasme op.”
“Aanvankelijk richtte het Techniekpact zich vooral op het vmbo en de doorstroom naar het mbo. Dat het zich nu verbreedt, juich ik toe. Ook binnen de pabo’s is er meer belangstelling voor wetenschap en techniek-onderwijs. Zo komen er meer leraren Techniek op de basisscholen. Het imago van techniek en technologie verandert in positieve zin en dat komt mede door het Techniekpact.” - Roel Hummel
PAGINA 11 | OOK TECHNIEKPACT
ENTHOUSIAST
ONDERWIJSPRIJS
Voor Winkler Prins zijn er drie belangrijke redenen om mee te doen aan het project. Hummel: “We willen leerlingen enthousiast maken voor een opleiding in techniek of science. Dat kan de basisberoepsgerichte leerweg installatietechniek zijn, maar ook de Technische Universiteit of de Hogere Laboratoriumschool. Ten tweede willen we de doorgaande leerlijn primair- voortgezet onderwijs voor techniek verbeteren. We hebben zo’n traject ook aan de uitstroomkant met het mbo. Ten derde werkt het project drempelverlagend. Dankzij dit project zijn de kinderen in totaal acht keer op de school geweest voordat ze naar de brugklas gaan.”
Vorig jaar won Winkler Prins de Onderwijsprijs Groningen in de voorronde van de Nationale Onderwijsprijs. Sindsdien vertonen ook andere scholen belangstelling voor het project. Hummel ziet met vertrouwen de toekomst van het concept tegemoet. “In 2020 is wetenschap- en techniekonderwijs opgenomen in de kerndoelen van het basisonderwijs. Daar hebben scholen dan ook lokalen en materialen voor nodig. Hier is een ruim, modern, goed geoutilleerd lokaal, dat kunnen we zo gebruiken. Straks staat techniek bij iedereen duurzaam op het netvlies.”
TOENEMENDE BEHOEFTE AAN TECHNICI In de provincie Groningen is er een tekort aan goed opgeleide technici, en gezien de ontwikkelingen in de regio zal de behoefte aan technici toenemen. Op het gebied van energie en duurzaamheid gebeurt er veel. In Eemshaven bouwt Google een datacenter dat energie gaat gebruiken van een windmolenpark en ook in de bouw zijn er kansen, vertelt Hummel. “Vanwege de aardbevingen is er behoefte aan vaklieden die kunnen restaureren en huizen aardbevingbestendig kunnen maken. Daar komen ongetwijfeld weer nieuwe technieken en materialen aan te pas. Die beweging zien de bedrijven ook. Uitzendbureaus zijn actiever geworden met bemiddelen.”
TIPS Voor dit soort projecten zijn meerdere kartrekkers nodig, mensen die zich enthousiast inspannen om het tot een succes te maken. Zorg ervoor dat het project niet afhankelijk is van één of twee kartrekkers, maar maak de projectgroep breder. Investeer in vrijwilligers. Organiseer gezellige bijeenkomsten als een maandborrel en bedrijfsexcursies voor deze groep en laat ze meedoen aan activiteiten die voor de teamleden van de school worden georganiseerd.
KIEZEN VOOR TECHNIEK
PAGINA 12 | OOK TECHNIEKPACT
PAGINA 13 | OOK TECHNIEKPACT
→→ →→ →→
NOORDVLEUGEL
ICT IN DE WOLKEN
De Almeerse scholen Stad College en Helen Parkhurst organiseren voor talentvolle ict-leerlingen het project ICT in de Wolken. Hierin werken leerlingen van het vmbo, havo en vwo aan projecten in opdracht van bedrijven en instellingen.
MEER OP INTERNET →→
www.ictindewolken.nl
→→
→→
Landsdeel: Noordvleugel, Metropoolregio Amsterdam Techniekpact Spoor: Kiezen Voorzitter Stuurgroep: Pieter Hogenbirk, Project manager ICT in education, Almeerse Scholengroep Doel: Vmbo-, havo- en vwo-leerlingen die meer dan gemiddeld geïnteresseerd zijn in ict extra uitdaging bieden. Projectpartners: Scholen voor voortgezet onderwijs Stad College en Helen Parkhurst, gemeenten Amsterdam en Almere, bedrijven.
Iedere school voor voortgezet onderwijs kent ‘whizzkids’, leerlingen die gefascineerd zijn door de wereld van ict. Niet altijd komt het reguliere onderwijsaanbod voldoende tegemoet aan de behoefte die deze leerlingen hebben aan uitdaging op hun eigen niveau. En dat is jammer, want deze talentvolle leerlingen kunnen prima doorstromen in de informatica-opleidingen van het mbo of hbo. Om deze leerlingen wel een uitdagende leeromgeving te bieden, is het project ICT in de Wolken – met een knipoog naar the Cloud - opgericht.
PAGINA 14 | OOK TECHNIEKPACT
KIEZEN VOOR TECHNIEK
LEVENSECHTE OPDRACHTEN Het project is in 2012 gestart in Amsterdam en in 2013 uitgebreid naar Almere. De scholen Stad College (vmbo) en Helen Parkhurst (havo/vwo) voeren het project uit. Stad College kent een ICT-route, Helen Parkhurst biedt het vak Informatica aan. De twee lesuren per week die zijn bestemd voor de ICT-route respectievelijk Informatica worden voor aan het project deelnemende leerlingen ingevuld met ICT in de Wolken. Per jaar worden er drie of vier projecten uitgevoerd. Tijdens de projecturen werken leerlingen aan levensechte opdrachten, afkomstig van bedrijven en instellingen buiten de school. Dat laatste is belangrijk. Hogenbirk: “Een echte opdracht van een bedrijf is veel motiverender dan schoolse opdrachten. Het maakt het leren relevanter. Een deel van de opdrachten voeren ze ook buiten de school uit. Drie of vier keer per projectperiode gaan de leerlingen naar het bedrijf dat de opdracht heeft gegeven. Het wordt daarmee serieus, ze zien dan hoe de dynamiek in zo’n bedrijf is. Daarnaast heeft het als voordeel dat ze apparatuur kunnen gebruiken die op onze scholen niet voorhanden is, zoals een 3D-printer.”
“Het is van groot belang dat er meer technisch en bèta-georiënteerde mensen bijkomen, niet alleen in Nederland maar in heel Europa. Dat is goed voor het ondernemersklimaat en stimuleert innovatie. Dat die mensen er komen is niet vanzelfsprekend. Het is daarom belangrijk dat we doorgaande leerwegen organiseren, leerlingen - ook meisjes! - inspireren en motiveren voor een bepaalde richting, bedrijven betrekken bij onderwijs. Het onderwijs moet niet los staan van omgeving en heeft een rol bij de voorbereiding op werk. Techniekpact 2020 draagt bij aan het versterken van het verband tussen onderwijs en omgeving.” - Pieter Hogenbirk
PAGINA 15 | OOK TECHNIEKPACT
GEMEENTEN EN BEDRIJVEN
SAMENWERKING
De gemeenten Amsterdam en Almere subsidiëren het project. Metropool Regio Amsterdam heeft de ambitie om één van de topregio’s te worden in de digitale wereld. Het beleid van de gemeenten is er dan ook op gericht ict-talent de kans te geven zich te ontwikkelen en te ontplooien. “Techniekpact 2020 heeft ook invloed op deze beleidslijn”, zegt Hogenbirk. “Subsidie is nodig om een project als dit van de grond te krijgen.” Ook medewerking van het bedrijfsleven is een belangrijke succesfactor. “Grote bedrijven zoals IBM zien de noodzaak en hebben mogelijkheden om leerlingen te begeleiden. Kleinere bedrijven zijn lastiger over de streep te trekken. Door te vertellen over de successen en ze te wijzen op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid, krijgen we sommige bedrijven wel zover. Het is ook voor hen belangrijk, het is moeilijk om aan goede technici te komen. Over vier jaar zijn deze leerlingen beschikbaar voor de arbeidsmarkt. Dan helpt het als ze je bedrijf al kennen. Wij werken nu samen met onder meer webdesign-bedrijf IJssoft en de gemeente Almere. Die leveren opdrachten of helpen bij de uitvoering.”
Het project is nu afhankelijk van subsidie, maar het is de bedoeling dat het op eigen benen kan staan. “Ik ben tevreden als het is ingebed in het reguliere onderwijs, als het een stroom is die leerlingen kunnen kiezen als onderdeel van hun vo-opleiding. Op dit moment zijn we aan het onderzoeken of we met meer Almeerse scholen kunnen samenwerken. Als er meer leerlingen zouden deelnemen, kunnen de kosten per leerling omlaag.” Daarnaast wil Hogenbirk de samenwerking met het ROC en de hbo versterken. “We willen graag een doorgaande leerlijn tot stand brengen. Daarnaast willen we ook studenten laten participeren, zodat het niveau van de opdrachten hoger wordt. Daar gaan we nog mee aan de slag.”
TIPS Leg in een vroeg stadium contacten met mbo- en hbo – opleidingen en leg vast wat de aard van de samenwerking is. Laat studenten uit het mbo en hbo participeren in de projecten, daarmee komen de projecten op een hoger niveau Zeker in het begin moet een school extra financiering vinden voor het project. Geld moet worden vrijgemaakt of gevonden bij andere partijen. Het kan niet budgetneutraal.
KIEZEN VOOR TECHNIEK
PAGINA 16 | OOK TECHNIEKPACT
PAGINA 17 | OOK TECHNIEKPACT
→→ →→ →→ →→
→→
Landsdeel: Oost Techniekpact Spoor: Kiezen Projectleider: Jos Brunninkhuis, directeur TechYourFuture Doel: TechYourFuture ondersteunt het onderwijs met het ontwikkelen van nieuwe praktijkgerichte leeromgevingen, zodat onderwijsprofessionals een actueel en juist beeld scheppen van bèta en techniek. Projectpartners: Hogescholen Saxion en Windesheim en Universiteit Twente
OOST
TECHYOURFUTURE
In het Nationaal Techniekpact 2020 hebben alle basisscholen in Nederland zich verbonden aan het doel om Wetenschap en Techniek (W&T) in 2020 structureel aan te bieden. Voor veel leerkrachten is die aandacht voor W&T nog een uitdaging. Gelukkig zijn er voor docenten voldoende mogelijkheden om ondersteuning te krijgen met lesmateriaal en handvatten voor een andere didactische aanpak.
MEER OP INTERNET ↘↘
www.techyourfuture.nl
TechYourFuture, Centre of expertise TechniekOnderwijs, is een initiatief van de hogescholen Saxion en Windesheim en de Universiteit Twente om onderwijs, overheid, onderzoek en ondernemingen samen te brengen. Het Centre ondersteunt het onderwijs bij de ontwikkeling van nieuwe betekenisvolle en praktijkgerichte leeromgevingen, waarbij leerkrachten een actueel beeld scheppen van bèta en techniek.
PAGINA 18 | OOK TECHNIEKPACT
KIEZEN VOOR TECHNIEK
MASTERCLASS Dit voorjaar organiseert TechYourFuture samen met hogescholen Saxion en Windesheim bijvoorbeeld de masterclass ‘Taal en Wetenschap en Techniek in het basisonderwijs.’ Tijdens deze masterclass krijgen leerkrachten inzicht in de mogelijkheden die het vak Wetenschap en Techniek biedt om taalvaardigheid van kinderen te stimuleren. De W&T-les biedt mooie kansen om de woordenschat van kinderen uit te breiden. “We zijn bezig om een blauwdruk te ontwikkelen voor de pabo om W&T in de opleiding vorm te geven”, zegt Brunninkhuis, directeur van TechYourFuture. “Het moet geen vak erbij worden, we willen W&T integreren in andere vakken. Het gaat om de houding van de leerkracht ten opzichte van W&T. ”
LESSENSERIES TechYourFuture wil vooral aansluiten bij bestaande organisaties en instanties die zich ook met onderwijs en W&T bezighouden. Zo is er samen met Kennisnet gewerkt aan een project over Energie in het kader van de reeks onlinelessen. De serie ‘WatNou?’ biedt digitale lesideeën bij actuele thema’s. Met de afdeling educatie van NEMO wordt er aan twee pilots gewerkt: ‘Engineer’ voor het PO en ‘Tube Your Future’ voor het VO. Ook deden scholen in Twente dit jaar mee aan de First Lego League, een Challenge waarbij kinderen met zelfgebouwde karretjes, die worden aangestuurd met een afstandsbediening, een race houden. Brunninkhuis: “Een basisschool uit Almelo won de vierde prijs in de Benelux finale. ”
“Techniekpact 2020 heeft voor bewustwording gezorgd. Dat er stevige afspraken zijn gemaakt tussen het ministerie van OCW en de PO-Raad over de invoering van Wetenschap & Techniek in het basisonderwijs is voor ons een grote steun. We hoeven basisscholen niet uit te leggen dat Wetenschap & Techniek geen vrijblijvende aangelegenheid is.” - Jos Brunninkhuis
PAGINA 19 | OOK TECHNIEKPACT
TRADITIONEEL BEELD
DOORLOPENDE LEERLIJN
Twente is een ‘High Tech’ regio. Er zijn veel HTSM bedrijven, gericht op ontwikkeling van Smart Materials, waarbij mechatronica en elektronica belangrijke sectoren zijn. Voor het bedrijfsleven is het daarom van belang dat leerlingen op jonge leeftijd al kennismaken met de wereld van de techniek. “Jongeren hebben vaak een traditioneel beeld van de techniek”, zegt Brunninkhuis. “Een beeld van vieze handen, veel lawaai, en er werken geen vrouwen of mensen met een bi-culturele achtergrond. Dat beeld moeten we proberen bij te stellen. Techniek is modern, gaat over samenwerken en ict. Het werkveld wordt bovendien internationaler, dus ook talen zijn belangrijk.”
De overgang van de ene schoolsoort naar de andere vormt ook een knelpunt. “We stimuleren scholen bij de ontwikkeling van doorlopende leerlijnen”, zegt Brunninkhuis. “Leerlingen krijgen soms in het voortgezet onderwijs dezelfde stof als in het basisonderwijs en dat is niet stimulerend.” Voor Brunninkhuis is het project TechYourFuture geslaagd als leerkrachten W&T-lessen duurzaam integreren in het curriculum. “W&T krijgt dan een plek in lerarenopleidingen en onderwijs. Door intensieve samenwerking tussen onderwijs en ondernemingen kunnen we de behoefte aan meer en beter geschoolde technici op termijn oplossen. ”
ONTWIKKELTEAMS
CENTRES OF EXPERTISE
Voor leerkrachten heeft W&T niet altijd prioriteit. Brunninkhuis: “Scholen worden afgerekend op taal en rekenen. Mede door de eisen van Cito-toetsen ervaren leerkrachten veel werkdruk. Maar er is ook sprake van handelingsverlegenheid. De huidige generatie leerkrachten heeft op de pabo geen les gehad in W&T. TechYourFuture helpt deze leerkrachten om in ontwikkelteams lessencycli op te zetten. Het gaat erom dat leerkrachten zich bewust worden van de kansen die W&T biedt.”
Centres of expertise zijn publiek-private samenwerkingsvormen waarin onderwijs en bedrijfsleven gezamenlijk werken aan en investeren in toekomstgerichte hbo-opleidingen. Daarnaast voeren de Centres of expertise toegepast onderzoek uit. TechYourFuture onderzoekt hoe het keuzemoment van jongeren zodanig is te beïnvloeden dat zij een weloverwogen, structurele keuze maken voor een bèta- of technische (vervolg)opleiding.
LOOPBAANORIËNTATIE Ook in het primair onderwijs is loopbaanoriëntatie al belangrijk. Brunninkhuis: “We willen graag dat er over techniek gesproken wordt aan de keukentafel, op school, overal. Kinderen zijn makkelijk enthousiast te maken en zijn uit zichzelf ontdekkend en onderzoekend. Ouders moeten ook wennen aan moderne beelden van techniek”. TechYourFuture organiseert daarom samen met scholen ouderavonden over W&T. Daarbij worden expliciet vrouwelijke technici uitgenodigd om te vertellen over, bijvoorbeeld, nanotechnologie of biotechnologie.
TIPS We moeten doorgaan op de ingeslagen weg. Scholen moeten straks zelf W&T invulling geven, maar voorlopig is stimulering en facilitering nog nodig. Het is belangrijk verschillende initiatieven in de regio’s goed te inventariseren en bij elkaar te laten aansluiten. De site techniekonderwijs.nl brengt initiatieven per regio goed in beeld.
KIEZEN VOOR TECHNIEK
PAGINA 20 | OOK TECHNIEKPACT
PAGINA 21 | OOK TECHNIEKPACT
→→ →→ →→ →→
ZUIDOOST
STEM II OP KINDANTE PO
In het project STEM-II werken 37 scholen van zes verschillende schoolbesturen samen aan het ontwikkelen van wetenschaps- en technologieonderwijs. Het doel daarvan is de nieuwsgierigheid van kinderen te behouden en te stimuleren. Daarnaast wil het project bereiken dat leerkrachten hun onderwijs zo vorm gaan geven, dat leerlingen een onderzoekende en ontwerpende houding ontwikkelen.
MEER OP INTERNET ↘↘
www.kindante.nl
→→
Landsdeel: Zuidoost Techniekpact Spoor: Kiezen Projectleider: Fons Vossen Doel: Het vasthouden en stimuleren van een nieuwsgierige leerhouding bij leerlingen en leerkrachten, een lesaanbod creëren waarbij het onderzoekend en ontwerpend leren centraal staat en professionalisering van leerkrachten in het vormgeven van een onderwijsprogramma waarin Wetenschap en Techniek vanzelfsprekend een onderdeel vormen. Projectpartners: Schoolbesturen Mosa Lira, Innovo, Kom Leren, Triade, Adelante en Kindante, Nieuwste Pabo in Sittard, LED Limburg Economic Development en Provincie Limburg.
In 2013 namen vijftien scholen van Kindante – een schoolbestuur van 45 scholen in de gemeenten Beek, Echt-Susteren, Maasgouw, Schinnen, Sittard-Geleen en Stein – deel aan STEM I, een pilot voor wetenschaps- en technologie-onderwijs. STEM staat voor Science, Technology, Engineering and Math. Het experiment beviel en zo is besloten om het programma verder uit te rollen en daarbij ook andere schoolbesturen te betrekken. Aan STEM II nemen de besturen Mosa Lira, Innovo, Kom Leren, Triade, Adelante en Kindante deel.
PAGINA 22 | OOK TECHNIEKPACT
“Het belangrijkste doel is dat we kinderen leren deel te nemen aan een samenleving vol onzekerheden”, zegt Yvon Prince, bestuursvoorzitter van Kindante. “We weten niet hoe de wereld er in de toekomst uitziet en welke kennis en vaardigheden mensen dan nodig hebben. Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en onbevangen. Die onbevangenheid moeten ze behouden.” Het project krijgt vorm in vier fases. In de eerste fase, die dit schooljaar plaatsvindt, wordt het invullen van wetenschaps- en technologieles ‘voorgedaan’ door externe lesaanbieders. Leerkrachten krijgen hulp om zelf ook deze lessen te geven. In de tweede fase gaan leraren zich professionaliseren. Prince: “Het eigenaarschap moet bij leerkrachten liggen. We verwachten dat leraren een scholingsvraag ontwikkelen. Het is de bedoeling dat wetenschaps- en technologie-onderwijs wordt geïntegreerd in het onderwijsaanbod. Met De Nieuwste Pabo ontwikkelen we een professionaliseringsprogramma dat recht doet aan de scholingsvraag van de leerkrachten.”
DRONES Een voorbeeld van een les ‘wetenschap en technologie’ geeft André Nijboer, coördinator Wetenschap, Technologie & Samenleving van Stichting Kindante in groep 3. Na een uitleg van wat bovenaanzicht, zij-aanzicht, enzovoorts betekent, en oefeningen met die begrippen, laat hij met Google Earth kinderen naar hun eigen straat kijken. “Dat hadden ze nog nooit gezien, dat was geweldig”, zegt Nijboer. Daarna laat hij een drone opstijgen. “Die drone maakt filmpjes en foto’s van boven. Op het smartboard hebben we die bekeken. Het lesdoel: leren dat er verschillende standpunten zijn van waaruit je iets kunt waarnemen, is ruimschoots gehaald en tegelijk is hun woordenschat uitgebreid.”
Yvon Prince: Sacha Ruland Fotografie
KIEZEN VOOR TECHNIEK
SCHOLINGSVRAAG
“Dankzij Techniekpact 2020 staat Wetenschap en Techniek in de belangstelling. Wetenschap, Technologie en Samenleving, zoals het bij ons heet, moet op alle scholen een vanzelfsprekende plek krijgen. Het basisonderwijs leidt niet op voor de arbeidsmarkt. Maar we willen wel kinderen afleveren die hun talenten optimaal kunnen inzetten en zo bijdragen aan de samenleving. ” - Yvon Prince
PAGINA 23 | OOK TECHNIEKPACT
ONDERWIJSVERNIEUWING
TECHFINDER
Uiteindelijk leidt het project STEM II tot onderwijsvernieuwing. Prince: “We willen dat de leerkracht minder afhankelijk wordt van methodes en concepten en anders leert kijken naar kinderen. Het eigenaarschap van het onderwijsleerproces komt bij het kind te liggen. Kinderen gaan zelf ontdekken, op zoek naar informatie, samenwerken met anderen. De leerkracht ondersteunt de kinderen daarbij en geeft er ook richting aan.” Naast de bijdrage aan onderwijsvernieuwing ziet Prince ook voordelen voor de regio. “We willen kinderen binden aan de regio. Deze kinderen hebben straks een completer beeld van de beroepsmogelijkheden. Ook hoogwaardige technologie hoort daarbij. Bovendien leveren we toekomstige werknemers af die kritisch en oplossingsgericht zijn en in staat om zichzelf nieuwe vaardigheden aan te leren.”
Een van de manieren waarop leraren in het basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs zich kunnen laten inspireren, is via het vorig jaar gelanceerde Techfinder. Techfinder is een website waarop bedrijven en andere aanbieders van excursies, lesbrieven, films en evenementen per provincie gerangschikt staan. De leraar die een lesprogramma voorbereidt, heeft na drie muisklikken een overzicht van de beschikbare mogelijkheden. Peter Cox, projectleider van Techfinder: “Er staan nu 680 producten op. Vroeger moest de leraar zich oriënteren met folders of door verschillende websites te bezoeken. Nu hoeft hij alleen maar in te vullen voor welke groep hij iets zoekt en wat het thema moet zijn, en er verschijnt een aanbod.”
SCHOLENNETWERK In het scholennetwerk WTE van regio Zuid (Limburg en Noord-Brabant) vertegenwoordigt Kindante Zuid Limburg. “Het scholennetwerk is belangrijk, omdat we hier ervaringen en kennis kunnen delen”, zegt Prince. “Het geeft een impuls in de regio’s, mede door de financiële middelen van het ministerie van OCW. We laten graag met ons meedenken en denken ook graag mee met anderen. Iedere regio ontwikkelt weer een ander concept en dat is goed, er zijn straks meerdere concepten nodig.”
TIPS Als bestuur moet je de randvoorwaarden scheppen. Zorg voor zo min mogelijk bestuurlijk gedoe. De mensen moeten het zelf ontdekken, zelf oppakken. Stimuleer ze daarin. Kinderen zijn daarvoor goede ambassadeurs, die zijn vaak enorm enthousiast over W&T-onderwijs.
KIEZEN VOOR TECHNIEK
PAGINA 24 | OOK TECHNIEKPACT
PAGINA 25 | OOK TECHNIEKPACT
→→ →→ →→
→→
→→
Landsdeel: Zuidwest Techniekpact Spoor: Kiezen Projectleider: Dick Schipper, directeur Technocentrum Zeeland Doel: Technocentrum Zeeland wil knelpunten tussen onderwijs en de technieksector in Zeeland helpen oplossen. Projectpartners: Technocentrum Zeeland wordt in stand gehouden door onderwijsinstellingen, overheden en ondernemers gezamenlijk.
ZUIDWEST
TECHNOCENTRUM ZEELAND
Technocentrum Zeeland is een onafhankelijke intermediaire organisatie die zich richt op het versterken van de banden tussen onderwijs en de technische sector. Dat doet het Technocentrum door activiteiten te initiëren, te coördineren en te ondersteunen die de knelpunten tussen technisch (beroeps)onderwijs en arbeidsmarkt in Zeeland helpen oplossen.
MEER OP INTERNET ↘↘
www.technocentrumzeeland.nl
Technocentrum Zeeland is een van technocentra die in 2000 door het ministerie van OCW zijn opgericht om de regionale samenwerking tussen overheden, ondernemers en onderwijs te verstevigen. Na 2010 hebben de participerende bestuurders in het Technocentrum de bekostiging ervan overgenomen. Zeeland kent veel technische industrie, zoals de havens, chemieconcerns en energiebedrijven en een omvangrijke foodsector. In vergelijking met de rest van Nederland is er in Zeeland een redelijk grote instroom in de techniekopleidingen en kiezen havo- en vwo-scholieren relatief vaak een Natuur en Techniek-profiel. Maar door de bevolkingskrimp dreigt er toch krapte op de Zeeuwse arbeidsmarkt. Het is daarom belangrijk de interesse voor techniek onder leerlingen te stimuleren.
PAGINA 26 | OOK TECHNIEKPACT
KIEZEN VOOR TECHNIEK
BEDRIJF + SCHOOL Een zeer succesvol project dat Technocentrum Zeeland uitvoert, is Bedrijf + School. Bedrijf + School is een database van bijna 400 Zeeuwse en Vlaamse bedrijven in de technische sector. “Hiermee maken we het voor leraren makkelijker om samen met bedrijven activiteiten te organiseren”, vertelt directeur van Technocentrum Zeeland Dick Schipper. “De bedrijven zijn vindbaar via de website www.bedrijfplusschool.eu. Leraren die een bedrijfsbezoek willen organiseren, stageplekken zoeken of iemand willen uitnodigen om een gastles te komen geven, kunnen via deze website rechtstreeks de contactpersoon benaderen met wie ze zaken kunnen doen. Ook kunnen ze via de website de Techniekbus reserveren. Zeeland is een uitgestrekte provincie met veel water. Er is altijd een vervoersprobleem. Met de Techniekbus kunnen groepen leerlingen bedrijfsbezoeken afleggen tegen een kleine vergoeding of kosteloos.” De bus is populair. Jaarlijks worden er 300 bedrijfsbezoeken mee afgelegd.
TECHNIEKAMBASSADEURS Een ander succesvol traject is de cursus ‘techniekambassadeur.’ In deze cursus worden opleidingsmanagers of –coördinatoren van bedrijven in vijf bijeenkomsten bijgeschoold in de methodiek en didactiek van andere doelgroepen dan de geijkte mbo-stagiairs. “Soms zijn bedrijven te gericht op stagiairs die meteen kunnen instromen”, zegt Schipper. “Het kweken van interesse bij leerlingen van de basisschool en het voortgezet onderwijs is minstens zo belangrijk. Er zijn meer mogelijkheden dan leerlingen vaak denken. Techniekambassadeurs geven gastlessen op scholen en laten leerlingen op een enthousiasmerende manier kennismaken met de technieksector.”
“Het goede van Techniekpact 2020 is dat alle relevante stakeholders het gezamenlijk hebben ondertekend. Daarmee wordt de urgentie van het vinden en behouden van voldoende technisch en technologisch geschoold personeel onderkend. Door Techniekpact 2020 worden de mogelijkheden van de technische sector bekender en dat is belangrijk voor de economie en Nederland. Maar het moet niet blijven hangen op het niveau van bestuurders. Uiteindelijk gaat het erom wat de leerlingen ervan merken, dat leerlingen zien dat er veel meer mogelijk is dan ze dachten.” - Dick Schipper
PAGINA 27 | OOK TECHNIEKPACT
GIRLS FUTURE
VOORTZETTING
Ook spant het Technocentrum zich in om meer meisjes te interesseren voor technische beroepen. “Dat doen we met het magazine Girls Future”, zegt Schipper. “We maken het blad samen met de doelgroep. We willen natuurlijk graag weten wat meiden interessant vinden, maar ook wat we vooral niet moeten doen.” Het blad wordt verspreid onder leerlingen en op ouderavonden van alle Zeeuwse scholen voor voortgezet onderwijs. Uit onderzoek van Platform Bèta Techniek blijkt dat de belangstelling onder meiden voor de technische sector toeneemt. “Er zijn veel stimulerende initiatieven, zoals van het landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek VHTO”, zegt Schipper. “Girls Future draagt ook aan die vergrote interesse bij.”
Met de verschillende trajecten bereikt het Technocentrum Zeeland jaarlijks zo’n 20.000 leerlingen en studenten. Omdat het huidige businessplan afloopt in 2016, is het spannend wat er daarna gaat gebeuren. “Het zou jammer zijn als onze projecten zouden stoppen”, zegt Schipper. “Voor de uitvoering van het Techniekpact is het belangrijk door te dringen in de haarvaten van de regio. Er zijn mensen nodig die elkaar kennen en de juiste partijen bij elkaar weten te brengen. Het Technocentrum vervult deze rol in Zeeland.”
MINIZONNEBOOT Technocentrum Zeeland ondersteunt ook specifieke projecten. Schipper: “Een van de mooiste projecten voor het basisonderwijs hebben we ontwikkeld samen met Zeeland Port Promotion Council, ZPPC. In de periode maart tot en met mei krijgen de leerlingen een gastles en bedrijfsbezoek en vervolgens gaan ze in de klas aan de slag met een opdracht. Afgelopen jaar was de opdracht: ontwerp een minizonneboot. Tijdens de Open Havendag in Vlissingen hebben we een minizonnebotenrace georganiseerd. Jonge werknemers, stagiairs en leerlingen van het mbo helpen met boten maken. Zo ondersteunen we leerkrachten.”
TIP Richt in iedere regio weer een Technocentrum in of zorg voor stevige netwerken waarin zowel bedrijfsleven als onderwijsorganisaties vertegenwoordigd zijn. Op die manier kun je de lijntjes kort houden.
KIEZEN VOOR TECHNIEK
PAGINA 28 | OOK TECHNIEKPACT
PAGINA 29 | OOK TECHNIEKPACT
→→ →→ →→
→→
→→
ZUIDWEST
TECHNIEK OP ZUID
In Rotterdam liggen mooie loopbaanmogelijkheden in de techniek en in de haven. Dat betekent dat leerkrachten aandacht moeten geven aan techniek en aan de beroepsbeelden die daarbij horen, ook en juist in de kansarme wijken. Met het project Techniek op Zuid schoolt de pabo van de Hogeschool Rotterdam basisschoolleerkrachten in het geven van interessant techniekonderwijs.
MEER OP INTERNET ↘↘
www.emiopzuid.nl
Landsdeel: Zuidwest Techniekpact Spoor: Kiezen Projectleider: Tamara van Heel, docent Natuur en Techniek (IVL-Pabo)en Programmaleider LOB- Techniek op Zuid Doel project: Basisschoolleerkrachten toerusten om basaal techniekonderwijs te kunnen geven en ze laten kennismaken met beroepsbeelden in de technieksector. Projectpartners: binnen de Hogeschool Rotterdam: opleiding Industrieel Vormgeven, ICT, lerarenopleidingen voorgezet onderwijs, lector ouderparticipatie; lokaal: educatieve instellingen, zoals het Maritiem museum en Educatief Informatiecentrum Mainport Rotterdam; Roffab en Stadslab; regionaal: Technetkring Noord, andere lerarenopleidingen, Wetenschapsknooppunt Zuid-Holland.
Rotterdam Zuid is een migrantenwijk. Veel gezinnen wonen er maar kort en scholen staan voor veel uitdagingen. Leerlingen naar een kansrijk beroep laten uitstromen is daarom een van de doelen van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ), een investeringsprogramma waarin Rijk, gemeente en onderwijs samenwerken om de problemen het hoofd te bieden. In de werkgroep Loopbaanoriëntatie van NPRZ ontwikkelen scholen samen een aanpak om de loopbaanoriëntatie op Zuid te verbeteren. Een van die aanpakken is ‘Techniek op Zuid’. Dit programma krijgt een extra stimulans door Techniekpact 2020.
PAGINA 30 | OOK TECHNIEKPACT
KIEZEN VOOR TECHNIEK
ZITTENDE LEERKRACHTEN Techniek op Zuid is een programma waarbij leraren van basisscholen een jaar lang worden bijgeschoold in techniekonderwijs en loopbaanoriëntatie (LOB). “De techniek is een kansrijke sector. Daarom is het belangrijk dat je bij jonge kinderen al interesse kweekt voor technische beroepen. Maar leraren hebben er niet altijd affiniteit mee en missen ook vaak de kennis. Daarom hebben we een programma ontwikkeld waarbij zittende leerkrachten worden geschoold in techniek”, vertelt Tamara van Heel, docent Natuur en Techniek (IVL-Pabo)en Programmaleider LOB-Techniek op Zuid. In eerdere projecten om techniek op de basisschool te bevorderen, viel op dat de scholen in Rotterdam Zuid daarin afwezig zijn. “Ook scholen met een moeilijke leerlingpopulatie moeten de kans krijgen te participeren in dit soort innovatieve trajecten. Daarom ben ik blij met de stimulans die uitgaat van Techniekpact.”
“Techniekpact 2020 draagt bij aan de status van het beroep van leraar. De impact van dit beroep op de samenleving wordt hiermee onderschreven. Leerkrachten zijn bezig mensen op te leiden voor de toekomst, niet met het afwerken van een onderwijsprogramma. Techniekpact 2020 neemt leerkrachten hierin uiterst serieus. Leerkrachten zijn mensen die zien waar de leerling staat in zijn ontwikkeling.” - Tamara van Heel
PAGINA 31 | OOK TECHNIEKPACT
VIER BASISSCHOLEN
ATTITUDE
In Techniek op Zuid participeren de volledige teams van vier basisscholen. Het is belangrijk dat alle leerkrachten meedoen en ook een enthousiaste directeur is een belangrijke succesfactor. “Het doel is leerkrachten bekend te maken met de beroepsbeelden in de sector en ze goede ervaringen te laten opdoen. We organiseren excursies en bedrijfsbezoeken en geven ze handvatten voor het inrichten van techniekles. Ook gesprekken met ouders over loopbaanoriëntatie komt aan bod. Het is geen kant-en-klare scholing, we kijken gericht wat er per school nodig is. Een techniekcoördinator is bijvoorbeeld belangrijk, voor de keuzes van leermiddelen, het beheer van het materiaal en het onderhouden van het curriculum. Daarnaast moeten alle groepsleerkrachten in ieder geval het basiscurriculum techniek beheersen. Anders kun je techniekonderwijs niet goed inbedden in de school en kun je als leerkracht er niet goed over praten met ouders. Dat hebben we wel geleerd uit vorige projecten.”
Een zichtbaar effect is dat leerkrachten die met het programma meedoen, meer zelfvertrouwen hebben gekregen. “De leerkrachten op de basisschool Ibn-i-Sina hebben een geïntegreerde themaweek over Rotterdam georganiseerd, compleet met excursies en tentoonstellingen. In die week is ook veel aandacht besteed aan techniekonderwerpen. Van te voren zagen de leerkrachten ertegenop, maar leerlingen waren zo enthousiast en het ging zo goed, dat ze zelfbewuster zijn geworden. Het is belangrijk dat ze durven, dat de attitude van de leerkracht verandert.”
OUTILLEREN Meestal is er op de scholen geen technieklokaal, zelfs geen handvaardigheidslokaal. Het risico is dan dat techniekles een knutseluurtje wordt. De pabo heeft daarom contact gezocht met studenten van de opleiding Industrieel Ontwerpen. Deze studenten ontwikkelen nu een ‘mobiel technieklokaal’. Daarnaast zijn er meer oplossingen. Van Heel: “Er zijn ook contacten met vmbo-scholen waar basisschoolleerlingen in buitenschoolse programma’s in de technieklokalen kunnen werken. Maar je moet het goed blijven integreren in het basisschoolprogramma.” Ook kunnen basisscholen onderling samenwerken, bijvoorbeeld met een centrale inkoop van materiaal. Van Heel: “Dat is een van de onderwerpen waar het besturennetwerk zich over gaat buigen. We moeten scholen goed outilleren.”
TIPS Ga naar bedrijven toe. Als leerkrachten in de praktijk zien wat techniek inhoudt, kunnen ze het beroepsbeeld beter overbrengen op hun leerlingen. Samenwerken met basisscholen biedt pabo’s inzicht in waar de scholen in de praktijk tegenaan lopen, en waar je studenten tegenaan lopen als ze stage lopen op die scholen.
LEREN IN DE TECHNIEK
PAGINA 32 | OOK TECHNIEKPACT
PAGINA 33 | OOK TECHNIEKPACT
INTRO
LEREN IN DE TECHNIEK
Het technisch beroepsonderwijs vervult een spilfunctie binnen het Techniekpact: zonder uitstekend beroepsonderwijs geen goed opgeleide en vakbekwame technici. Daarom zet het Techniekpact stevig in op het versterken van het technisch beroepsonderwijs. De kwaliteit van het onderwijs en de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt staan of vallen met de betrokkenheid van het bedrijfsleven en een goede praktijkcomponent in het beroepsonderwijs. Daarom slaan bedrijfsleven uit technische sectoren, vmbo-scholen, mbo- en hbo-instellingen en overheden de handen ineen om meer goed opgeleide vakkrachten en docenten naar de technische sectoren te trekken.
LEREN IN DE TECHNIEK
PAGINA 34 | OOK TECHNIEKPACT
PAGINA 35 | OOK TECHNIEKPACT
NOORD
CENTRUM VOOR INNOVATIEF VAKMANSCHAP WATER
Leerlingen in het vmbo en mbo denken niet zo gauw aan een loopbaan in de watersector. Dat gaat veranderen als het aan het Centrum voor innovatief vakmanschap Water in Leeuwarden ligt. In dit Centrum werken bedrijven en scholen samen aan het opleiden van mbo-vakmensen voor functies in watertechnologie en watermanagement.
MEER OP INTERNET ↘↘
www.civwater.nl
→→ →→ →→ →→
→→
Landsdeel: Noord Techniekpact Spoor: Leren Projectleider: Marcel van der Horst Doel: CIV Water wil een betere samenwerking realiseren tussen onderwijs en bedrijfsleven bij het opleiden van excellente mbo-vakmensen in de watertechnologie. Projectpartners: Onder meer waterschappen, waterbedrijven, Wetsus, Centre of expertise Watertechnology en onderwijsinstellingen die betrokken zijn bij het vormgeven van watergerelateerd onderwijs.
Friesland is niet alleen voor toeristen een waterland. In Leeuwarden wordt een WaterCampus ingericht. In deze innovatieketen voor de watertechnologie vinden onderzoeksinstituten, samenwerkende bedrijven, overheden en onderwijsinstellingen elkaar. Onderdeel van de WaterCampus is het Centrum voor innovatief vakmanschap Water. Het centrum werkt intensief samen met bedrijven en opleidingen aan flexibele in-, om- en bijscholingstrajecten op het gebied van water. De betrokken opleidingen zijn gericht op mbo-functies bij onder meer drinkwaterbedrijven, waterschappen, laboratoria, de toeleverende industrie (zoals de maakindustrie en installateurbedrijven) en de afnemende industrie, zoals food en tuinbouw. Het gaat hierbij om analisten, laboranten, beheerders, operators en (proces)technici.
PAGINA 36 | OOK TECHNIEKPACT
LEREN IN DE TECHNIEK
KENNIS BIJ ELKAAR GEBRACHT “De huidige werknemers hebben niet altijd voldoende kennis van watertechnologie, en moeten dus worden bijgeschoold”, vertelt Marcel van der Horst, directeur van CIV Water. “Zo gaf Waterbedrijf Vitens aan dat hun procesoperators goede technici zijn, maar meer moeten weten over water en bodem. Die vraag hebben ze bij ons neergelegd. Afgelopen anderhalf jaar hebben we met docenten van de opleiding MBO Life Sciences van Friesland College en Nordwin College en met watertechnologen uit het bedrijf zelf modules ontwikkeld om de procesoperators bij te spijkeren. Het bijscholingstraject wordt dit najaar ingezet. Vervolgens passen we de modules aan voor gebruik op het mbo. Dit is echt een voorbeeld van de opbrengst van samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. Niet alleen weten docenten van de ROC’s nu beter wat procesoperators bij een waterbedrijf moeten kennen en kunnen, het bedrijf heeft ook beter zicht op de mogelijkheden van het mbo.”
“In samenhang met het Techniekpact 2020 zijn hier in de provincie veel initiatieven ontplooid, zoals onderwijsprogramma’s en subsidies voor werkgevers om zij-instromers en jongeren te interesseren voor werken in de techniek. De watersector is tot nog toe weinig in beeld voor jongeren om in te gaan werken. De watersector wordt niet als ‘techniek’ ervaren. Het imago van vies en zwaar speelt minder. Maar bij de waterschappen, drinkwaterbedrijven en rioolzuiveringsbedrijven zijn wel veel goed opgeleide technici nodig. Dat jongeren vanuit het vmbo doorstromen in een techniekopleiding, is goed voor de gehele waterbranche. ” - Marcel van der Horst
PAGINA 37 | OOK TECHNIEKPACT
WERKNEMER NIEUWE STIJL
CENTRA VOOR INNOVATIEF VAKMANSCHAP
Bedrijven krijgen te maken met een vervangingsvraag, wat voor hen een belangrijke reden is te participeren in CIV Water. “Er zijn onderzoekers nodig om innovaties uit te denken en nieuwe toepassingen te ontwerpen, maar er zijn ook slimme handen nodig om machines en apparatuur te bouwen”, zegt Van der Horst. “Dat kunnen hbo’ers zijn, maar beter nog mbo-afgestudeerden.” Naast het bijscholen van zittende werknemers is daarom een belangrijk vraagstuk hoe de werknemers van de toekomst zo goed mogelijk kunnen worden opgeleid. Van der Horst: “De vakman of – vrouw nieuwe stijl moet iemand zijn die zich ervan bewust is dat wat hij of zij doet, consequenties heeft voor verderop in de keten. Het is iemand die de eigen professionalisering ter hand kan nemen. Deze vraag nemen we mee bij het ontwikkelen van een opleidingstraject. Hierin werken we samen met TNO en hun programma Vakman Nieuwe Stijl.”
De Centra voor innovatief vakmanschap zijn publiek-private samenwerkingsvormen waarin onderwijs en bedrijfsleven gezamenlijk werken aan en investeren in toekomstgerichte mbo-opleidingen. De Centra zijn gericht op de Topsectoren. Het CIV Water sluit aan bij Topsector Water.
DUURZAAM ZUIVEREN Een belangrijke opgave is om jongeren te interesseren voor de watersector. De invalshoek van ‘riolering’ is daarbij niet zo aantrekkelijk, weet Van der Horst. “We praten daarom niet over afvalstoffen maar over grondstoffen. Het rioolwater kun je duurzaam zuiveren, zodat het grondstoffen oplevert. Dat kan op meerdere manieren: biologisch, chemisch, mechanisch. Dat is interessant voor een bepaalde groep jongeren. Mbo-studenten participeren in toegepast onderzoek van hbo, universiteit of bedrijfsleven.” Volgens van der Horst moet daarbij het vraagstuk de insteek zijn. “Het is het probleem dat triggert, niet het vak. Bijvoorbeeld: een camping heeft een vraag rond afvalwater. Om dat op te lossen heb je kennis nodig van techniek, technologie, biologie en natuurkunde.”
TIP Mensen uit het bedrijfsleven en het onderwijs begrijpen elkaar niet altijd even goed. Woorden kunnen vanuit het bedrijfsperspectief een andere lading hebben dan voor onderwijsmensen. Het is daarom belangrijk om steeds na te gaan of de ander werkelijk begrijpt wat je zegt. Het helpt om over concrete vraagstukken te praten. Zeg niet: ‘De opleidingen sluiten niet aan bij de behoefte van het bedrijfsleven’, maar ‘De procesoperators hebben te weinig verstand van water’.
LEREN IN DE TECHNIEK
PAGINA 38 | OOK TECHNIEKPACT
PAGINA 39 | OOK TECHNIEKPACT
→→ →→ →→
NOORD
BEDRIJFSVAKSCHOOL TECHNIEK DRENTHE In de Bedrijfsvakschool Techniek Drenthe werken bedrijven het Drenthe College in Emmen intensief samen aan een opleidingstraject tot verspaner. De tweejarige opleiding vindt grotendeels plaats binnen de bedrijven. Mbo-docenten verzorgen theorielessen en aanvullende lessen praktijkvaardigheden. De kleinschaligheid en de nauwe samenwerking met bedrijven maken trajecten op maat mogelijk.
MEER OP INTERNET ↘↘
www.bvtdrenthe.nl
→→
→→
Landsdeel: Noord Techniekpact Spoor: Leren Projectleider: John van der Laan, initiatiefnemer en stichtingsbestuurslid Doel: De Bedrijfsvakschool Techniek Drenthe wil jongeren opleiden tot verspaner, later eventueel ook andere technische beroepen. Daarnaast wil BVT Drenthe de kloof tussen onderwijs en bedrijfsleven dichten door nauw aan te sluiten bij actuele ontwikkelingen in de technieksector. Projectpartners: Landes High End Machining, Machinefabriek Emmen en Tooling Holland (initiatiefnemers) en andere bedrijven, gemeente Emmen en de provincie Drenthe
Bedrijfsvakschool Techniek Drenthe is een stichting waarin veertien bedrijven participeren. Het doel ervan is het opleiden van verspaners. Een verspaner maakt onderdelen van, bijvoorbeeld, metalen en kunststoffen voorwerpen met (computergestuurde) machines. De veertien bedrijven hebben allemaal behoefte aan instroom van verspaners, en de schrik sloeg hen dan ook om het hart, toen een paar jaar geleden bleek dat het ROC Drenthe College in Emmen zou stoppen met de verspaner-opleiding. “Er zijn in deze regio ongeveer zestig bedrijven op enigerlei wijze met verspanen bezig”, zegt John van der Laan, initiatiefnemer en bestuurslid van de stichting. “Het is daarom belangrijk dat er aanbod is. Met een aantal ondernemingen die werkzaam zijn in de verspaning hebben we nu de Bedrijfsvakschool opgericht.” Het belang voor de regio is groot. Van der Laan: “Binnen vijf jaar stromen er zo’n 110 mensen uit, dus we krijgen te maken met een aanzienlijke vervangingsvraag. Daarnaast wil je als bedrijf ook kunnen groeien. Daar heb je goede vakmensen voor nodig. Als je die in je eigen regio niet vindt, is het een optie te verhuizen naar een andere regio.” Met het Techniekpact Noord-Nederland investeert de provincie Drenthe in een sterke technieksector. De provincie en de gemeente Emmen hebben dan ook een startsubsidie beschikbaar gesteld.
PAGINA 40 | OOK TECHNIEKPACT
LEREN IN DE TECHNIEK
CULTUURVERSCHIL In november 2014 hebben de eerste elf jongeren tussen de 16 en de 21 jaar hun contract getekend. De BVT detacheert hen bij de leerbedrijven voor drie dagen in de week. De andere twee dagen worden theorie- en praktijklessen verzorgd door docenten van het Drenthe College. “Dit is anders dan een gewone BBL-opleiding”, zegt Van der Laan. “Er is een groot verschil in cultuur tussen een school en een bedrijf. De jongens moeten bijvoorbeeld al om half 8 beginnen. Er moet echt gewerkt worden, de hele dag, ze moeten omgaan met meerderen, er heersen andere normen en waarden dan op school. Het is uitgesloten dat je gaat spelen met je mobieltje bijvoorbeeld.” Daarnaast is de opleiding ook veel meer ‘up to date’. “De ontwikkelingen gaan zo snel, materialen en machines veranderen voortdurend. Ieder halfjaar is er wel een aanpassing in de software. Dat is voor een schoolopleiding niet bij te benen.”
“Techniekpact 2020 zorgt voor een stroom aan publiciteit over techniek en techniekopleidingen. Daardoor worden andere instanties beter bereikbaar. De kracht van de Bedrijfsvakschool is de samenwerking tussen overheden, bedrijfsleven en onderwijsinstellingen. Dat gaat makkelijker nu er veel aandacht is voor de technieksector.” - John van der Laan
PAGINA 41 | OOK TECHNIEKPACT
SCHOLINGSPOOL
BALANS
De bedrijven en BTV-Drenthe vormen samen een ‘scholingspool’. De bedrijven geven hierin aan welke theorie- en praktijklessen er nodig zijn om de jongeren in de nieuwste technieken te scholen, en hebben zo veel invloed op lesstof. Tijdens de drie dagen dat de jongeren in het bedrijf werken, worden ze begeleid door een praktijkopleider van het bedrijf. Sommige praktijkopleiders hebben al veel ervaring, anderen worden begeleid door Opleidingsbedrijf Metaal OBM. OBM ontfermt zich ook over de jongeren die het tempo niet kunnen bijbenen. “Twee van de elf blijken meer tijd nodig te hebben om op het juiste niveau te komen”, zegt Van der Laan. “We willen natuurlijk niet dat zij in de bakken van het UWV belanden, daarom bieden we ze een ander traject aan.”
Bedrijfsvakschool Techniek Drenthe moet in de toekomst een ‘merk’ zijn als het gaat om opleidingen tot verspaner. Ook andere technische opleidingen horen in de toekomst tot de mogelijkheden. Van der Laan: “Ik ben tevreden als we over vijf jaar goede vakmensen hebben afgeleverd en een goede balans hebben gevonden tussen de behoeften voor de korte termijn van de bedrijven en de behoeften van jongeren die een degelijke opleiding nodig hebben om ook op langere termijn in de sector werkzaam te kunnen blijven.”
VAKMANSCHAP De Bedrijfsvakschool is een succes. In de afgelopen maanden heeft Van der Laan de jongeren zien groeien. “Ze komen binnen als pubers op weg naar de volwassenheid, en nu zie ik kerels die een goede stap zetten naar vakmanschap.” Ook de ROC-docenten zijn enthousiast. “Er was al jaren bijna geen instroom meer. Voor docenten is het motiverend om weer een klas te hebben. Ook de inrichting van de werkplaats, met nieuwe machines, nieuwe besturingen, helpen daarbij.”
TIP Het is belangrijk als bedrijven samen te werken in een opleidingstraject en gezamenlijk in gesprek gaat met een ROC. Bedrijven zijn soms beducht dat ze investeren in jongeren die dan uiteindelijk voor een ander bedrijf gaan werken. Over die schaduw moet je heen kunnen springen.
LEREN IN DE TECHNIEK
PAGINA 42 | OOK TECHNIEKPACT
PAGINA 43 | OOK TECHNIEKPACT
→→ →→ →→ →→
NOORDVLEUGEL
MASTERPLAN TECHNIEK AMSTERDAM
Leerlingen van de theoretische leerweg van het vmbo (mavo) kunnen zeker enthousiast worden gemaakt voor een vervolgopleiding op niveau 4 van het mbo en vervolgens eventueel hbo. Om dat te bereiken is het in de eerste plaats nodig dat leerlingen en hun ouders kennismaken met de wereld van de technologie. Masterplan Techniek Amsterdam zet met dit doel de Technologieroute in.
→→
Landsdeel: Noordvleugel, Metropoolregio Amsterdam Techniekpact Spoor: Leren Projectleider: Joost van Elten Doel: Leerlingen van de theoretische leerweg van het vmbo diepgaand laten kennismaken met de wereld van techniek. De opbrengst hiervan is dat leerlingen de keuze voor een loopbaan in de techniek bewuster maken en de instroom in technische opleidingen verhoogt. Projectpartners: Elf Amsterdamse vmbo-scholen (mavo), het ROC van Amsterdam, het Hout- en Meubileringscollege, 150 bedrijven uit Amsterdam en de gemeente Amsterdam (afdelingen Onderwijs en Economische Zaken)
In Masterplan Techniek Amsterdam werken het bedrijfsleven, het voortgezet onderwijs en de overheid in de Amsterdamse regio structureel samen met het doel om de instroom in en gekwalificeerde uitstroom uit de technische opleidingen te verhogen. Masterplan Techniek voert zeven projecten uit.
MEER OP INTERNET ↘↘
www.toptechniekinbedrijf.nl/samenwerkingsverband-detail.html/samenwerkingsverband/53
PAGINA 44 | OOK TECHNIEKPACT
LEREN IN DE TECHNIEK
ORIËNTATIE Een van die projecten is de Technologieroute. “Elf Amsterdamse mavo-scholen doen mee”, vertelt projectleider Joost van Elten. “In de eerste twee leerjaren gaat het om kennismaking. De leerlingen oriënteren zich op de verschillende sectoren, zoals Techniek, Zorg en Welzijn of Economie. Wij bieden workshops techniek aan, organiseren excursies, gastlessen en bedrijfsbezoeken. Jongeren en hun ouders hebben vaak een eenzijdig beeld van de technische sector. Wij laten ze realistische voorbeelden zien. ” In het derde en vierde leerjaar biedt Masterplan Techniek Amsterdam onderwijsprojecten aan, waarbij bedrijven optreden als opdrachtgever. Deze projecten worden voor een deel uitgevoerd op ROC-instellingen en begeleid door mbo-studenten en –docenten. “We bieden projecten aan in verschillende sectoren, zoals bouwkunde, laboratoriumtechniek en robotica. Doordat ze buiten de school komen, krijgen leerlingen een breder beeld en doen ze een diepere ervaring op dan bij een les uit een boek of op een open dag op het mbo.”
BOUW JE DROOM Een voorbeeld van een levensechte opdracht is het project ‘Bouw je droom’. Zo heeft woningbouwcorporatie Ymere vmbo-t-leerlingen gevraagd een nieuw ontwerp te maken voor een leeggestripte woning. Mavo-leerlingen moeten in de woning zelf in de weer met infraroodmeters, ze moeten een nieuwe indeling maken en naderhand een tekening afleveren in het programma Sketch Up en een maquette. De tekening en de maquette moeten ze zelf presenteren aan de woningbouwvereniging. Van Elten: “Vmbo-leerlingen worden zelfbewuster van het werken aan projecten. En bij de presentatie hoor je dan: ‘Dit is leuk, hier wil ik in verder.’ En dat is het doel! Zoiets bereik je niet met voorlichting alleen.”
“De Technologieroute staat niet op zichzelf. Het is één van de zeven projecten van het Masterplan Techniek Amsterdam, dat ook niet op zichzelf staat want het Masterplan past binnen het landelijke Techniekpact 2020. Juist de brede, landelijke aanpak zorgt voor aandacht voor techniek bij scholen, ouders, overheden en dat komt dit project weer ten goede. Een aantal jaren geleden was techniek in Amsterdamse mavo’s nauwelijks denkbaar, en kijk nu eens.” - Joost van Elten
PAGINA 45 | OOK TECHNIEKPACT
TOETSING
OPLEIDINGSHUIS
Hoe de school het programma afsluit, verschilt. Sommige scholen laten het werkstuk meetellen als sectorwerkstuk, anderen maken er een zevende vak van, met de presentatie aan ouders als afsluiting. Van Elten pleit ervoor het vak zoveel mogelijk in te bedden in het curriculum en er ook examen in te laten doen. Dan wordt het serieus genomen. De beroeps- en kwaliteitseisen zijn afkomstig van het mbo, aangepast naar het niveau van het vmbo. “Maar het belangrijkste is een goede opdracht, goede begeleiding en de presentatie aan ouders en opdrachtgever. Daar leren ze van.”
In het Masterplan Techniek Amsterdam zijn per sector onderwijs en opleidingen in een publiek-private samenwerking ingericht. In vier technische sectoren - Mobiliteitstechniek, Installatietechniek/Elektrotechniek, Bouwtechniek en Logistiek - wordt momenteel gebouwd aan samenwerkingsverbanden waarbinnen al het onderwijs voor de desbetreffende sector wordt ondergebracht. In de toekomst zal in een zogenoemd ‘Opleidingshuis’ initieel beroepsonderwijs en om- en bijscholing onder één (virtueel) dak worden aangeboden. De Technologieroute met de onderwijsprojecten voor de theoretische leerweg van het vmbo zal hierin een plaats krijgen.
INTENSIEVE SAMENWERKING De bedrijven participeren vanuit welbegrepen eigenbelang - er is een structureel tekort aan goed opgeleide technici – maar ook vanuit betrokkenheid bij de sector als geheel. “Vooral in het middenkader zien we een mismatch tussen aanbod van arbeidskrachten en werkgelegenheid”, zegt Ruud Porck, projectleider PPS Installatie-/elektrotechniek. “Toekomstige specialisten op mbo 4-niveau moet je tijdig enthousiasmeren. Dat begint op de mavo al. We willen leerlingen hebben die vaktrots uitstralen, die techniek snappen, ook als die niet direct zichtbaar is.” De grote slagkracht van het project Technologie is volgens Porck het gevolg van de intensieve samenwerking tussen onderwijs, ondernemers en de overheden. “We willen allemaal dat de jeugd kiest voor een carrière met toekomstperspectief. In dit traject zijn er concrete afspraken gemaakt met de directeuren van bedrijven en scholen en met de gemeente Amsterdam. ”
TIPS Investeer in samen optrekken. Als docenten en opleiders uit de bedrijven vanaf het begin meedenken over de opzet en de projectopdrachten, ontstaat eigenaarschap. Dat is belangrijk. Faciliteer de mensen die het moeten doen. Zorg dat docenten tijd en ruimte krijgen voor het ontwikkelen van projectopdrachten en materiaal. Goede projectideeën zijn belangrijk. Maak het levensecht, maak niet te schools en ga naar het bedrijfsleven.
LEREN IN DE TECHNIEK
PAGINA 46 | OOK TECHNIEKPACT
PAGINA 47 | OOK TECHNIEKPACT
→→ →→ →→ →→
NOORDVLEUGEL
DOORBURGEREN
Capabel en het Tech College van ROC Midden Nederland bieden vakopleidingen aan in de techniek gecombineerd met extra aandacht voor taal en rekenen. De deelnemers stromen uit op mbo niveau 1 en 2. Deze opleiding is op maat gemaakt voor nieuwkomers en vluchtelingen, zodat zij hun kansen kunnen vergroten op de arbeidsmarkt. Deelnemers en bedrijven maar ook de onderwijsinstelling profiteren van deze instroom.
MEER OP INTERNET ↘↘
http://tech.rocmn.nl
→→
Landsdeel: Noordvleugel Techniekpact Spoor: Leren Projectleider: Kees de Waerdt Doel: Een laagdrempelige techniekopleiding bieden aan mensen met een achterstand in de Nederlandse taal en deze bemiddelen naar werk. Projectpartners: Capabel, ROC Midden Nederland, gemeenten
Nieuwkomers en vluchtelingen die een taalcursus of inburgeringscursus hebben gevolgd, kunnen daarna niet zomaar de Nederlandse arbeidsmarkt op of een opleiding gaan volgen. Hun taalniveau is meestal onvoldoende om op eigen kracht een baan of opleidingsplaats te verwerven. Sinds 1998 biedt ROC Midden Nederland voor deze doelgroep techniekopleidingen aan op mbo niveau 1. De deelnemers worden breed opgeleid in timmer-, las-, installatie- en elektrotechniek. De kandidaten worden doorverwezen door de re-integratiebureaus of uitkeringsinstanties van de gemeenten in het voedingsgebied van ROC Midden Nederland.
PAGINA 48 | OOK TECHNIEKPACT
SUPERGEMOTIVEERD
LEREN IN DE TECHNIEK
Op de locatie in Amersfoort, waar de niveau 1-opleidingen worden gegeven, nemen 120 deelnemers deel aan het programma. “Ze zijn er altijd”, zegt Peter de Roon, coördinator instroom en loopbaanbegeleider. “Deze groep is supergemotiveerd. De deelnemers komen niet alleen uit Amersfoort, Utrecht en de directe omgeving, maar ook uit gemeenten als Nieuwegein of Mijdrecht en zelfs Den Bosch, omdat het aanbod daar ontbreekt. Vaak hebben ze ook nog een baan als schoonmaker of krantenjongen om hun inkomen aan te vullen. Het gaat om jongens en mannen die meestal tussen de 20 en de 30 jaar zijn. Soms hebben ze een gezin of verplichtingen aan hun familie.”
NEDERLANDSE TAAL Het programma is speciaal afgestemd op deze doelgroep. Zo krijgen de deelnemers acht uur Nederlands en vier uur rekenen, veel meer dan in de gewone dagopleiding. Ook de vakdocenten besteden aandacht aan de taal, vooral vaktaal en het communiceren op de werkvloer. Daarnaast krijgen deze studenten veel begeleiding, zoals bij het invullen van formulieren en het aanvragen van studiefinanciering. De Roon: “Wij zorgen ook voor de stageplekken. Aan de telefoon maken ze vaak geen goede indruk. Maar als ze eenmaal aan de slag zijn in het bedrijf gaat het vrijwel altijd goed.” De stage wordt intensief begeleid. Alle adressen worden minimaal tweemaal bezocht door de docenten. De nieuwe exameneisen voor niveau 2 ziet De Roon met enige zorg tegemoet. “Er worden zwaardere eisen gesteld aan taal en rekenen en Nederlandse taal blijft een probleem voor deze mensen. Een vakdiploma, zonder doorstroomrechten naar niveau 3, zou een uitkomst zijn voor deze groep.”
“Het Techniekpact geeft een positieve stimulans om ook nieuwe doelgroepen toe te leiden naar de arbeidsmarkt van techniek.” - Peter de Roon
PAGINA 49 | OOK TECHNIEKPACT
PROJECT ‘DOORBURGEREN’ De opleidingen voor niveau 1 zijn succesvol: per jaar haalt 80 tot 85 procent het diploma. De helft daarvan stroomt in op de arbeidsmarkt. Vaak kunnen ze terecht bij de bedrijven waar ze stage hebben gelopen. De andere helft heeft de capaciteiten om door te stromen naar niveau 2. Voor deze groep is in de zomer van 2014 het project ‘Doorburgeren’ in het leven geroepen. ‘Doorburgeren’ is een gezamenlijk project van Capabel Onderwijsgroep – een organisatie die zich richt op het organiseren van onderwijs voor mbo-deelnemers met een taalachterstand - en ROC Midden Nederland. Er zijn opleidingen in twee domeinen: elektrotechniek en procestechniek. Ook hier krijgen de deelnemers extra taal, rekenen en begeleiding.
BEDRIJVENNETWERK De Roon heeft een groot bedrijvennetwerk. Op zo’n honderd bedrijven – installatiebedrijven, carrosseriebedrijven, wasmachinezaken, keukeninstallateurs - kunnen stagiairs terecht. “Bedrijven hebben behoefte aan breed inzetbare assistenten op niveau 1 en metaal- en installatietechnici op niveau 2”, zegt De Roon. “En die zijn heel moeilijk te vinden. We voorzien met deze opleiding echt in een behoefte.” Niet alleen de bedrijven, ook ROC Midden Nederland zelf plukt de vruchten van het doelgroepenbeleid. “Op het vmbo zijn in de basisberoepsgerichte leerweg, de traditionele toeleverancier voor niveau 1 en 2, bijna geen leerlingen meer in de techniekafdeling. Dat betekent dat ook de mbo-groepen moeilijk vol te krijgen zijn. Dat probleem hebben we bij ROC Midden Nederland niet, wij hebben voldoende instroom in niveau 1 en 2 om de opleiding te bekostigen. Dus het mes snijdt aan twee kanten.”
TIPS VOOR ROC’S Het is belangrijk in de communicatie rekening te houden met een andere doelgroep dan vmbo-gediplomeerden. ‘Doorburgeraars’ zijn meestal ouder dan 20 en moeten op een andere manier worden aangesproken. Deze doelgroep is ook gemotiveerder om onderwijs te volgen dan de doorsnee vmbo-verlater. Digitale invulformulieren vormen vaak een onneembare hindernis voor mensen die afkomstig zijn uit laaggeletterde landen. Verplichte velden als ‘Welke basisschool hebt u doorlopen’ zijn door hen niet in te vullen. Kijk door het uiterlijk heen. Een jongeman met een petje tot in zijn ogen kan een goede student zijn. De deelnemer is niet alleen leerling, maar ook klant. Wat heeft deze klant nodig om succesvol de opleiding te doorlopen? Werk klantgericht en niet aanbodgericht. De taalachterstand van de deelnemer is niet enkel het probleem van de docent Nederlands; het hele team moet er in alle lessen aan werken. Extra studieloopbaanbegeleiding is een essentieel instrument voor deze doelgroep.
LEREN IN DE TECHNIEK
PAGINA 50 | OOK TECHNIEKPACT
PAGINA 51 | OOK TECHNIEKPACT
→→ →→ →→ →→
OOST
TECHWISE TWENTE
→→
Landsdeel: Oost Techniekpact Spoor: Leren Projectleider: Bert Wessels Doel: TechWise Twente wil de uitstroom van mbostudenten op niveau 4 en 5 (AD) vergroten en het opleidingsniveau van mbo-techniekstudenten verbeteren. Daarnaast ondersteunt TechWise Twente HTSM-bedrijven door de oprichting van één loket voor afstemming tussen vraag en aanbod, pooling en uitwisseling van technici. Projectpartners: ROC van Twente, REMO, SMEOT, STODT, VMO, Technologiekring Twente (TKT), de ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en technische detailhandel Uneto-VNI en wordt ondersteund door regionale en landelijke overheden.
CENTRUM VOOR INNOVATIEF VAKMANSCHAP Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap TechWise Twente is een coöperatie waarin het bedrijfsleven een sturende rol heeft. Het Centrum wil een brugfunctie vervullen tussen bedrijven en onderwijs door vraaggestuurde, ‘state of the art’- opleidingen te organiseren in de HTSM-domeinen Mechatronica, Robotica- en Visionsystemen, Engineering en Productietechnologie voor mbo-studenten.
MEER OP INTERNET ↘↘
Twente is een van de topregio’s in Europa op het gebied van High Tech Systems and Materials (HTSM). Mbo’s, hogescholen en universiteiten leiden op in en doen onderzoek naar onder meer duurzame energie, mechatronica, robotica en nieuwe materialen. De bedrijven in de maakindustrie zijn innovatief en houden zich bezig met procesverbeteringen. Deze bedrijven hebben vakkrachten nodig die flexibel en breed inzetbaar zijn. “Door de vergrijzing hebben we binnenkort 700 vacatures in de HTSM-sector”, zegt Bert Wessels, directeur van het Centrum voor Innovatief Vakmanschap TechWise Twente. “Per jaar stromen er 300 tot 400 mbo-afgestudeerden uit. Daar moeten we een antwoord op zoeken.” Met een intensieve samenwerking tussen overheid, onderwijsinstellingen en bedrijfsleven pakt TechWise Twente dit vraagstuk op.
http://twente.com/techniekpact/projecten/mbo-centrum-voor-innovatief-vakmanschap-techwise-twente
PAGINA 52 | OOK TECHNIEKPACT
LEREN IN DE TECHNIEK
COÖPERATIEVE VERENIGING Het Centrum heeft gekozen voor een coöperatieve vereniging als rechtspersoon. De huidige leden van de coöperatie komen uit het ROC van Twente, de Regionale Elektro en Metaal Opleidingen REMO, Stichting Metaal en Elektro Opleidingen Twente SMEOT en bedrijfsopleiding STODT Toekomsttechniek (onderwijs) en uit de Verenigde Maakindustrie Oost VMO, Technologiekring Twente (TKT) en de ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en technische detailhandel Uneto-VNI (bedrijfsleven). De coöperatie wordt ondersteund door de Regio Twente, de provincie Overijssel en het ministerie van OCW en kent een adviesraad met leden uit Opleidingsbedrijf Metaal OBM, Kennis- en adviescentrum voor technisch vakmanschap Kenteq en hbo Saxion. Een belangrijk doel van TechWise is een betere afstemming van de technische opleidingen op de arbeidsvraag en de technologische ontwikkelingen in de regio. Het organiseren van mbo-topopleidingen en de organisatie van masterclasses, stages en post-mbo-opleidingen geeft de mogelijkheid om op deze vraag en op de ontwikkelingen in te spelen. “Het Techniekpact 2020 heeft als doel om ouders, leerlingen en studenten bewuster te maken van techniek, vanaf het basisonderwijs tot de universiteit. Talenten mogen niet verloren gaan. Ook in bedrijven groeit de bewustwording dat de ontwikkeling snel gaat en dat ‘een leven lang leren’ noodzakelijk is. Het Techniekpact Twente heeft onder meer als doel om afgestudeerden te stimuleren om in Twente te blijven wonen en werken. Door onze vele contacten met bedrijven willen we onder meer via stages studenten vasthouden.” - Bert Wessels
PAGINA 53 | OOK TECHNIEKPACT
ANDER TYPE WERKNEMER
KENNISCREATIE
“De huidige en toekomstige functies op mbo-niveau vragen om een ander type werknemer”, zegt Wessels. “De orders worden kleiner, maar ook complexer en gevarieerder. Daardoor veranderen de functies bij bedrijven.” Op bijeenkomsten voor bedrijven en docenten inventariseerde TechWise de wensen van het bedrijfsleven. “Bedrijven willen technici met een goede basiskennis in werktuigbouwkunde of mechatronica en kennis van de talen Engels en Duits. Maar het allerbelangrijkste vinden ze de attitude van de student c.q. werknemer: de bereidheid om te blijven leren.” TechWise gebruikt de input van de bedrijven graag om de opleidingen bij het ROC van Twente, REMO, SMEOT en STODT verder aan te scherpen. Zo wordt er gevraagd om meer specialisatiemogelijkheden in vakgebieden als engineering, robotica- en visionsystemen. Wessels: “Wat we willen is één loket opzetten, waar bedrijven terechtkunnen met hun vragen. We willen samenwerken, opleiden en werken aan innovaties.
TechWise Twente wil niet alleen betere opleidingen organiseren, maar ook nieuwe kennis creëren. Daartoe zoekt het Centrum samenwerking met de partners in onderzoek en onderwijs. Zo wordt samen met Laser Applicatie Centrum (LAC) van Universiteit Twente gewerkt aan de ‘Smart Welding Factory’, om lasrobot productieproces rendabeler te maken. Met hogeschool Windesheim wordt gewerkt aan composietproductietechnologie en met de Saxion Hogeschool en bedrijven aan het ontwikkelen van een 3D-metaalprintlaboratorium.
CENTRUM VOOR INNOVATIEF VAKMANSCHAP TechWise Twente is een Centrum voor innovatief vakmanschap. Binnen een Centrum werken ondernemers, wetenschappers, docenten en studenten samen aan het bevorderen van de kwaliteit van het onderwijs. Deze publiek-private samenwerkingsverbanden richten zich op een topsector die in de regio sterk vertegenwoordigd is. Het CIV TechWise Twente richt zich op de topsector ‘High Tech Systems and Materials’ (HTSM) met de vakgebieden mechatronica, robotica- en visionsystemen, precisie-engineering en productietechnologie.
TIP Technisch onderwijs is specialistisch en vraagt voortdurende bijscholing van technici. Bied daarom voor werknemers van 23 jaar en ouder onderwijs op maat aan. Het is daarbij belangrijk flexibel om te gaan met het toepassen of inzetten van keuzedelen, zodat er onderwijs op maat – op basis van de vraag uit het bedrijfsleven - gegeven wordt. ‘Fit for the Future’ is hierbij het credo.
LEREN IN DE TECHNIEK
PAGINA 54 | OOK TECHNIEKPACT
Bedrijvenmarkt: Rien Drenth, Hoofd Adviesgroep Energie & Telecom** bij Arcadis (l), in gesprek met Biran Mustafa, kandidaat-student Werken en Leren
PAGINA 55 | OOK TECHNIEKPACT
→→ →→ →→ →→
OOST
WERKEN EN LEREN MET ENERGIE
Duurzame energie is sterk in ontwikkeling. Daarom heeft de energiesector een groeiende behoefte aan werktuigbouwkundigen en elektrotechnici met kennis over de energievoorzieningen van morgen. Het Expertisecentrum SEECE in Arnhem ondersteunt met het programma Werken en Leren met Energie niet-technici in hun zoektocht naar een loopbaan in de energiesector.
MEER OP INTERNET ↘↘
specials.han.nl/sites/seece
→→
Landsdeel: Oost Techniekpact Spoor: Leren Projectleider: Mieke de Vries Doel: Werken en Leren met Energie is een programma dat technisch talent in staat stelt een baan bij een energiegerelateerd bedrijf te combineren met een hbo-opleiding Elektrotechniek of Werktuigbouwkunde. Projectpartners: Bedrijven in de energie- en milieutechnologiebranche en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN).
Het Sustainable Electrical Energy Centre of Expertise (SEECE) zorgt voor meer en beter opgeleide technici, die verstand hebben van duurzame elektrische energie. Door onderzoek en samenwerking met regionale energiebedrijven brengt SEECE onderwijs over duurzame elektrische energie naar een hoger niveau. Daarnaast wordt kennis over duurzame elektrische energie omgezet in commercieel haalbare producten en diensten. SEECE werd opgezet door zes partijen: vijf bedrijven in de energie- en milieutechnologiebranche (Tennet, Alliander, DNV, GL, Alfen en kiEMT) en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Inmiddels zijn er veel meer partijen betrokken bij SEECE. Deze zijn verbonden als partner of deelnemer.
PAGINA 56 | OOK TECHNIEKPACT
LEREN IN DE TECHNIEK
WERKEN EN LEREN MET ENERGIE Een van de trajecten van SEECE is Werken en Leren met Energie. Werken en Leren met Energie is een speciale variant van de hbo-deeltijdopleidingen Elektrotechniek en Werktuigbouwkunde. Niet-technische zij-instromers en technici op mbo-niveau worden in een leerwerktraject opgeleid tot werktuigbouwkundige of elektrotechnisch ingenieur. “Het merendeel van de studenten heeft in een andere sector gewerkt,” vertelt Mieke de Vries, projectleider van SEECE. “Zo hebben we een dierenarts, een psycholoog, informatici, maar ook mensen die na de havo zijn gaan werken en nu toch verder willen leren.” Momenteel nemen aan beide opleidingen in totaal zeventig leerwerk-studenten deel.
PROGRAMMA Het programma bestaat uit een vierjarige deeltijdopleiding plus een jaar voorbereiding. Deelnemers werken drie dagen in de week bij een van de aangesloten bedrijven en volgen twee dagen de deeltijdopleiding bij de HAN. SEECE werft kandidaten en helpt ze bij het vinden van een werkplek. “In het voorbereidingsjaar spijkeren we ze zo nodig bij in vakken als wis- en natuurkunde, verzorgen we sollicitatietraining en laten we ze kennismaken met de bedrijven. Zo kunnen wij de kandidaten leren kennen en zij kunnen ontdekken of het echt iets voor ze is.” De bedrijven investeren door de deelnemers een salaris te betalen en te zorgen voor begeleiding op de werkvloer. Vooral in het eerste jaar is veel begeleiding nodig. “Door hun werkervaring zijn ze meestal wel snel inzetbaar. Iemand met commerciële kennis kan bijvoorbeeld beginnen bij de afdeling technische inkoop”, zegt De Vries. Tijdens de deeltijdopleiding bij de HAN volgen de zij-instromers hetzelfde programma als de mbo-instromers die al in de werktuigbouwkunde of elektrotechniek werkzaam zijn. Daarnaast volgen de zij-instromers extra practicumlessen, om werkplaatsvaardigheden op te doen.
“Techniekpact 2020 is waardevol omdat er vanuit verschillende invalshoeken samengewerkt wordt aan het arbeidsmarktvraagstuk voor techniek. Het Techniekpact laat zien dat dit een gezamenlijk vraagstuk is dat alleen in gezamenlijkheid, door ondernemers, overheid, opleidingen, opgelost kan worden. ” - Mieke de Vries
PAGINA 57 | OOK TECHNIEKPACT
REGULIER
CENTRES OF EXPERTISE
Het programma is twee jaar geleden gestart. Er zijn in totaal zeventig deelnemers. De Vries is blij met het succes en hoopt dat het traject op den duur een regulier opleidingstraject kan worden. “Een combinatie van werken en leren kennen we wel voor het mbo, maar niet voor het hbo. Daarnaast is het mooie van dit traject dat studenten vraagstukken die ze op de werkvloer tegenkomen, in de opleiding als projectopdracht zouden kunnen oppakken. Zo snijdt het mes aan twee kanten. Grotere vraagstukken kunnen we bij verschillende lectoraten van de HAN onderbrengen, zoals de lectoraten Meet- en Regeltechniek, Duurzame Energie en Automotive. Het moet vanzelfsprekend worden dat de hogescholen en bedrijven samenwerken aan concrete technische vraagstukken.”
Het Sustainable Electrical Energy Centre of Expertise (SEECE) is een van de 26 Centres of expertise die in Nederland zijn opgericht om de kwaliteit van het hbo-onderwijs te bevorderen. Ondernemers, wetenschappers, overheden, docenten en studenten vormen publiek-private samenwerkingsverbanden die aansluiting zoeken op de regionale kennisinfrastructuur. De Centres dragen bij aan de werving van studenten en leveren een bijdrage aan innovatieprocessen.
BEDRIJVENMARKT Zowel grote als kleine bedrijven in de driehoek Arnhem-Nijmegen-Achterhoek werken enthousiast mee. Op de Bedrijvenmarkt Werken en Leren met Energie, die SEECE 17 april in Arnhem organiseerde, gaven dertien bedrijven acte de présence. De dag was een succes, vertel De Vries: “Er kwamen dertig potentiële instromers op af. Nu breken de weken aan waarin er vervolgafspraken worden gemaakt tussen bedrijven en kandidaten. Dit met het doel de kandidaten aan een geschikte werkplek te helpen en bedrijven aan talentvolle medewerkers.” In totaal zijn er zo’n 25 bedrijven die al ervaring hebben met een Werken en Leren student.
TIP Het is belangrijk om goed te kijken naar de behoeftes van de sectoren in de eigen regio. Sectoren als energie, chemie en automotive verschillen wezenlijk van elkaar. Probeer de verbinding te zoeken tussen wat de school kan bieden en wat de sector nodig heeft. Lever maatwerk.
LEREN IN DE TECHNIEK
PAGINA 58 | OOK TECHNIEKPACT
PAGINA 59 | OOK TECHNIEKPACT
→→
Landsdeel: Zuidoost
→→
Techniekpact Spoor: Leren Projectleider: Tjeu van de Laar Doel: Meer instroom in het techniekonderwijs en een betere kwalitatieve en kwantitatieve afstemming op de regionale arbeidsmarkt. Projectpartners: Stichting Gilde Opleidingen, Fontys Hogeschool Venlo, Stichting Onderwijs Midden-Limburg, Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs, Stichting Onderwijsgemeenschap Venlo e.o, bedrijven uit de regio Keyport 2020 en Noord-Limburg, provincie Limburg.
→→ →→
ZUIDOOST
TECHNIEKKETEN NOORD EN MIDDEN LIMBURG
Meer instroom in het technisch onderwijs, minder uitval, betere aansluiting bij de vraag van het bedrijfsleven en beter inspelen op de ontwikkelingen in de technieksector. Dat is het doel van Techniekketen Noord- en Midden-Limburg. Door de invoering van een doorlopende leerlijn van basis- en voortgezet naar beroepsonderwijs en door de inzet van nieuwe didactische concepten, wordt dit doel bereikt.
→→
In de Techniekketen werken onderwijs, bedrijven en gemeenten samen. De uitgangspunten van het Techniekpact 2020 en het Techniekpact Limburg vormen de leidraad bij de concrete activiteiten. Daarnaast sluit de Techniekketen aan bij de ambities binnen de Keyport- en Greenportregio. De provincie Limburg is een krachtige aanjager.
MEER OP INTERNET ↘↘
www.keyport2020.nl/nl/projecten/alles/onderwijsinfrastructuur-techniekketen-keyport-2020-en-noord-limburg
PAGINA 60 | OOK TECHNIEKPACT
LEREN IN DE TECHNIEK
BEWEGING “Ongeveer drie jaar geleden constateerden wij dat er nog maar 724 leerlingen instroomden in de techniekopleidingen in het vmbo. Inmiddels zijn dat circa 1.200 leerlingen”, vertelt Tjeu van de Laar, directeur van de afdeling Techniek van ROC Gilde Opleidingen in Roermond /Venlo en projectleider van Techniekketen Noord- en Midden-Limburg. “Sommige scholen overwogen om de techniekopleiding dan maar te sluiten. Maar als je dat doet, zullen de bedrijven ook vertrekken uit de regio.” Om dit tij te keren, hebben de onderwijsinstellingen Stichting Gilde Opleidingen, Fontys Hogeschool Venlo, Stichting Onderwijs Midden-Limburg, Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs en Stichting Onderwijsgemeenschap Venlo e.o. de handen ineen geslagen. “Om de instroom te verhogen, moeten we als onderwijs aan de slag. Maar we hebben ook de gemeenten en het bedrijfsleven erbij betrokken. Er is een beweging ontstaan.”
CURRICULUM De participerende onderwijsinstellingen in de Techniekketen hebben een zesjarige doorlopende vmbo-mbo-techniekopleiding ontworpen, waarbij het laatste jaar in het vmbo gecombineerd wordt met het eerste jaar in het mbo. “In het derde leerjaar wordt het praktijkgedeelte van het vmbo afgesloten”, vertelt Marianne van Wegberg, voorzitter van de Centrale Directie van de Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs in Weert . “In het vierde leerjaar doen de leerlingen eindexamen vmbo in de algemeen vormende vakken. Tegelijk krijgen ze praktijklessen van mbo-docenten.” Daarnaast maken vmbo-leerlingen al in het eerste leerjaar kennis met het bedrijfsleven. Van Wegberg: “We betrekken de bedrijven actiever dan vroeger bij het onderwijs. We kijken ook als vmbo naar de toekomstige vraag in het bedrijfsleven. We zoeken de aansluiting. Welke type werknemer is straks nodig en welke vakkennis? Bedrijven, ouders, leerlingen en docenten betrekken we bij de ontwikkeling van het curriculum.”
“Techniekpact 2020 gebruik ik vaak als breekijzer. Het tekort aan goed opgeleide technici is een nationaal vraagstuk. Het urgentiebesef is er, we moeten er iets mee. Wij hebben de vertaalslag van het landelijke vraagstuk gemaakt naar de regionale situatie. Wat betekent kiezen / leren / werken voor onze regio? Door Techniekpact 2020 ontstaat er consistentie. De focus is duidelijk.” - Tjeu van de Laar
PAGINA 61 | OOK TECHNIEKPACT
PROJECTEN
VERVOER
Bij ‘Techniek’ moet niet alleen gedacht worden aan de traditionele technische sector, vertellen Van de Laar en Van Wegberg. Van Wegberg: “Ook in de gezondheidszorg en de recreatie kom je techniek tegen. In het derde leerjaar vmbo hebben we dit jaar in opdracht van de gemeente een ontwerp laten maken voor een ‘zintuigenpark’, gericht op mensen met een beperking. Daarbij is beleving belangrijk: smaak, geur, gezicht, gehoor, maar ook slimme bewegwijzering. Een andere opdracht kwam van de Sligro, daarvoor hebben we een opbergbox ontworpen. Het gaat bij die opdrachten om leren samenwerken, taken verdelen, de kwaliteit bewaken.” Van de Laar vult aan: “Er komen nieuwe beroepen aan, denk aan ‘technisch verpleegkundige’, dat bestaat nog niet, maar kan heel goed ontstaan. Ook zullen er aanpassingen nodig zijn in woningen van mensen die langer thuis wonen. Er komt een heel werkveld bij. Dat betekent dat we ook met andere instellingen en bedrijven dan de geijkte in gesprek zullen gaan over stageplekken en gastlessen.”
Praktijklokalen worden gecentraliseerd, zodat de kwaliteit hoog kan blijven. Dat betekent dat leerlingen op soms jonge leeftijd ver moeten reizen. Van de Laar: “Een vijftienjarige die een opleiding in de bouw wil volgen, moet daarvoor naar Venlo. Dat betekent dat we vervoer moeten regelen.“ Dat is een gezamenlijke verantwoordelijkheid, vinden Van de Laar en Van Wegberg. Van Wegberg: “Daarover zijn we in gesprek met gemeenten en de provincie. Omdat ook zij het gemeenschappelijke belang zien, verwacht ik wel een oplossing.”
TIPS Door erover te praten met besturen, directeuren, gemeenten, ouders, ontstaat er een gemeenschappelijk urgentiebesef. Het draagvlak dat je zo creëert, moet je snel omzetten in acties. Mensen merken dan meteen dat er iets gebeurt. Werk zowel top down als bottom up. Zowel de besturen als de docenten en de ouders en leerlingen moeten weten wat deze koers voor hen betekent . Regelgeving kan belemmerend werken. Toch is er meer mogelijk dan op het eerste gezicht lijkt. Wees creatief en ga in gesprek met het ministerie van OCW. Wie een goed verhaal heeft, vindt meestal wel gehoor.
LEREN IN DE TECHNIEK
PAGINA 62 | OOK TECHNIEKPACT
PAGINA 63 | OOK TECHNIEKPACT
→→ →→ →→ →→
ZUIDOOST
CENTRE OF EXPERTISE FOOD
Centre of Expertise Food is een publiek-privaat samenwerkingsverband van vier hogescholen die samen met het bedrijfsleven toegepast onderzoek uitvoeren naar actuele vraagstukken in de voedselindustrie. Het doel hiervan is om het onderwijs op de hbo’s beter af te stemmen op de ontwikkelingen in de foodsector. Daarnaast beschikken bedrijven door deze samenwerking sneller over antwoorden of oplossingen.
MEER OP INTERNET ↘↘
www.kcagro.nl/nl-NL/Coalities
→→
Landsdeel: Zuidoost Techniekpact Spoor: Leren Programmaleider: Hans Hilbrands Doel: Samen met het bedrijfsleven toegepaste onderzoeksprogramma’s ontwikkelen op de thema’s gezonde productsamenstelling, beleving van voedsel door de consument en duurzame productie van voedingsmiddelen; het toegankelijk maken van kennis voor bedrijven in de voedselsector; en onderwijsprogramma’s ontwikkelen die aansluiten bij actuele ontwikkelingen. Projectpartners: HAS Hogeschool, Van Hall Larenstein, Hogeschool Inholland, Hogeschool Vilentum, externe stakeholders (bedrijven)
Centre of Expertise Food (CoE Food) is een samenwerkingsverband van de hogescholen HAS Hogeschool (’s Hertogenbosch en Venlo), Van Hall Larenstein (Leeuwarden en Velp), Vilentum Hogeschool (Dronten, Almere en Wageningen) en Inholland (Delft en Amsterdam). Het doel van CoE Food is het ontwikkelen van toegepaste kennis en zo bij te dragen aan vernieuwing van het onderwijs en innovaties in de markt. CoE Food ontwikkelt daartoe onderzoeksprogramma’s op relevante food-thema’s, die mede door het bedrijfsleven - vertegenwoordigd in de Bedrijvenraad – zijn vastgesteld. De focus ligt op drie thema’s: gezonde productsamenstelling, beleving van voedsel door de consument en duurzame productie van voedingsmiddelen. “De consument wordt steeds kritischer”, zegt Hans Hilbrands, Directeur Food Technology van HAS Hogeschool en de programmaleider. “Het is daarom belangrijk om transparant te zijn over voedselketens en over productieprocessen. Ook is het belangrijk om gezonde voeding te produceren, met minder suiker en vet, terwijl het voedsel toch smaakvol blijft. Bedrijven zijn op zoek naar manieren om aan die vraag te voldoen.”
PAGINA 64 | OOK TECHNIEKPACT
LEREN IN DE TECHNIEK
CONSERVERINGSTECHNIEKEN Het CoE Food heeft de ambitie om de aantrekkelijkheid van het onderwijs in de Agri&Food-sector te vergroten. Studenten laten werken aan echte vragen van het bedrijfsleven, is een manier om onderwijs interessanter te maken. Een van de lopende projecten van CoE Food is een onderzoek naar de noodzaak van nieuwe conserveringstechnieken. Op verzoek van de vestiging in Boxmeer van machinefabriek voor de vleessector Marel Townsend Further Processing BV onderzoeken de hogescholen Van Hall Larenstein (VHL) en HAS Hogeschool de mogelijkheden van nieuwe conserveringstechnieken. “In dit project zie je de kracht van de samenwerking in de praktijk”, zegt Hilbrands. “HAS Hogeschool brengt procestechnologische kennis en expertise in, VHL brengt kennis in van microbiologie en er participeren naast Marel nog een Duits bedrijf en een adviesbureau dat zich bezig houd met warmtetechnologie.” Het onderzoek heeft voor het onderwijs op beide hogescholen veel meerwaarde. Zo hebben de betrokken docenten en studenten hun kennis op hun vakgebied - vleestechnologie, procestechnologie, microbiologie en voedselveiligheid - kunnen verdiepen en vindt er kennisdeling plaats tussen VHL en HAS Hogeschool. Daarnaast ontwikkelen studenten en docenten hun onderzoeksvaardigheden. Ten slotte zorgt de intensieve samenwerking met externe partners ook voor spin-off op andere gebieden, zoals stageplaatsen, gastsprekers, excursies en onderwijsmaterialen.
“Het Centre of Expertise Food heeft als doel de samenwerking tussen bedrijfsleven via gezamenlijke kennisontwikkeling goed te laten functioneren. Techniekpact 2020 benadrukt het belang van deze samenwerking. Met het Centre of Expertise Food geven we hieraan vorm en inhoud.” - Hans Hilbrands
PAGINA 65 | OOK TECHNIEKPACT
LANGLOPEND ONDERZOEK
CENTRES OF EXPERTISE
Naast de studenten die van dit onderzoek hun afstudeerproject hebben gemaakt, nemen docenten aan het onderzoek deel. “Een afstudeerproject duurt twintig weken”, zegt Hilbrands, “maar een onderzoek als dit neemt twee jaar in beslag. Daarom zetten we docent-onderzoekers met specifieke expertise in, die zorgen voor de continuïteit.” Bedrijven zijn geïnteresseerd in dit type langlopend onderzoek, weet Hilbrands. “Anders dan bij de universiteit, waar het fundamenteel onderzoek plaatsvindt, ligt aan toegepast onderzoek een concrete vraag ten grondslag en is er ook een eindtijd. Op deze manier kunnen hogescholen samen met bedrijven toegepaste kennis creëren.”
Centre of Expertise Food is een van de 26 Centres of expertise die in Nederland zijn opgericht om de kwaliteit van het hbo-onderwijs te bevorderen. Ondernemers, wetenschappers, overheden, docenten en studenten vormen publiek-private samenwerkingsverbanden die aansluiting zoeken op de regionale kennisinfrastructuur. Het CoE Food sluit aan bij de topsector Agri&Food.
MKB-BEDRIJVEN De bedrijven waarop het Centre of Expertise Food zich met name richt, lopen voorop met innovaties. De sector ‘Agri&Food’ behoort tot de topsectoren. In tegenstelling tot grote bedrijven, beschikken MKB-bedrijven meestal niet over Research en Development-afdelingen en vinden zij ook niet makkelijk hun weg naar subsidies. Een belangrijk doel van CoE Food is om ook de innovatiekracht van het MKB te stimuleren. Hilbrands: “Soms komt een bedrijf zelf met een vraag. Maar wij kunnen ook bepaalde innovatievragen voorleggen aan mogelijk geïnteresseerde bedrijven en andere externe partijen. Een van de onderzoeksprojecten die we hebben opgestart is ‘Voeding voor Senioren’. Daarmee willen we nieuwe producten ontwikkelen voor deze doelgroep, bijvoorbeeld een hartig tussendoortje voor mensen met kauw- en slikproblemen. Daaraan doen een groep van bedrijven en zorginstellingen mee. Zo maken we innovaties ook voor MKB-bedrijven interessant.”
TIP Om voortgang te boeken in een onderzoek is het belangrijk dat binnen de onderwijsinstelling mensen zich ‘eigenaar’ voelen van de kennisontwikkeling. Het Centre of Expertise Food heeft bijvoorbeeld binnen de hogescholen docentonderzoekers de regie gegeven over een onderzoeksthema.
LEREN IN DE TECHNIEK
PAGINA 66 | OOK TECHNIEKPACT
PAGINA 67 | OOK TECHNIEKPACT
→→ →→ →→ →→
ZUIDWEST
MEIDEN IN TECHNIEK
Het Stanislascollege in Delft vindt dat techniek en technologie ook voor vrouwelijke leerlingen aantrekkelijk moet zijn. Daarom is er voor de meiden een nieuw onderwijsprogramma ontworpen. Het project Meiden in Techniek is tegelijk bedoeld om het techniekonderwijs eigentijdser en daarmee aantrekkelijker te maken voor alle leerlingen.
MEER OP INTERNET ↘↘
www.stanislascollege.nl
→→
Landsdeel: Zuidwest Techniekpact Spoor: Leren Projectleider: Henrique Dekkers Doel: Het project Meiden in Techniek Delft stimuleert meisjes in de beroepsgerichte leerwegen van het vmbo een keuze te maken voor de technische sector. Het project biedt hiervoor een integrale aanpak waarbij ook onderwijsvernieuwing een belangrijke element is. Projectpartners: Gemeente Delft, TU Delft, VHTO, Technology & Fun / Karrenbeld Design
In het voorjaar van 2012 kozen vijf meiden voor de technische richting van de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg van de vmbo-afdeling van het Stanislascollege in Delft. Om te voorkomen dat zij snel weer zouden afhaken, zorgde het Stanislascollege samen met Landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek VHTO en ontwerpbureau Karrenbeld Design voor een gericht aanbod. Zo wordt het met financiële ondersteuning van de gemeente mogelijk om deze groep deels bij het Science Centre van de Technische Universiteit op te leiden. Daarnaast organiseert de school workshops ‘gender en didactiek’ voor docenten, om hen te helpen het onderwijs beter af te stemmen op meiden.
PAGINA 68 | OOK TECHNIEKPACT
VROUWELIJKE TECHNICI
LEREN IN DE TECHNIEK
Het Stanislascollege besteedt veel aandacht aan de keuze voor techniek van meiden. Directeur van het vmbo Henrique Dekkers: “Jaarlijks brengen wij meisjes in contact met vrouwelijke technici. Daarnaast participeren wij in de vmbo-mbo brug. Daarbij nemen vmbo-meisjes een kijkje bij diverse technische opleidingen en bedrijven, zoals ontwerpbureaus, ziekenhuizen en grafische opleidingen. Ook wordt bij de voorlichting Mechatronica/besturingstechniek en programmeren en coderen nadrukkelijk op meiden gemikt, onder meer door een link te leggen met zorg en e-health.”
HEFBOOM Dekkers gebruikt het project Meiden in Techniek (MiT) als hefboom om het techniekonderwijs eigentijdser te maken. “Delft is een techniekstad. Maar maakindustrie is er niet veel, de meeste bedrijven hebben technici nodig die kunnen ontwerpen, oplossingen bedenken. Daarop moeten we als onderwijs inspelen en daarin moeten we ook samenwerking zoeken met het bedrijfsleven.” Zo werkt het Stanislascollege samen met onder meer gebouwenbeheerder Priva en de fabrikant van verpakkings- en sorteermachines voor groente, fruit en bloemen Aweta. Dekkers: “Door de samenwerking met Aweta kunnen wij de meiden een blik achter de schermen in het bedrijf geven zodat zij inzicht krijgen in de mogelijkheden die er zijn in een technisch bedrijf. Ook ontdekken ze daar voor welke uitdagingen bedrijven komen te staan en hoe die opgelost worden.”
“Het helpt als er tegelijkertijd op verschillende plekken initiatieven worden ontplooid om de instroom in technische opleidingen te vergroten. Techniekpact 2020 betekent dat er op verschillende niveaus steun is voor projecten als Meiden in Techniek. “ - Henrique Dekkers
PAGINA 69 | OOK TECHNIEKPACT
DESIGN-BUREAU
HIGHTECHCENTREDELFT
De meeste techniekdocenten zijn nog traditioneel opgeleid en niet gewend aan didactische concepten die uitgaan van de creativiteit van de leerling. Daarom heeft Dekkers voor het project Meiden in Techniek een docent aangesteld die een eigen design-bureau heeft. Hij stimuleert leerlingen zelf een ontwerp te verzinnen en gebruikt daarbij high tech-apparaten. De zittende docenten van het Stanislascollege hebben inmiddels workshops gevolgd bij deze docent en er vindt vakkenintegratie plaats tussen natuur-, schei- en wiskunde en techniek. Dekkers: “De meiden bij MiT maken bijvoorbeeld verlichtingsornamenten met een lasersnijmachine. Daarnaast volgen ze ‘traditioneel’ onderwijs waarin ze onder meer werkplaatsvaardigheden leren, want ze moeten straks wel examen doen in Techniek Breed.”
De opleidingslocatie gaat komend schooljaar verhuizen van Het Science Centre van de TU naar het HighTechCentreDelft. HighTechCentreDelft (HTCD) is een ‘samenwerkverband’ van onderwijs, overheden en bedrijfsleven en heeft als doel techniek te bevorderen. Daarmee sluit het HTCD aan bij De Techniekagenda Haaglanden 2013-2015. Deze Techniekagenda wordt onder meer uitgewerkt in de online community voor professionals uit het onderwijs, bedrijfsleven en overheid in de Haaglanden ‘Geslaagd in het vak 2.0’. Een van de actielijnen hiervan is het opzetten van doorlopende leerroutes vmbo-mbo 2/3. In het HTCD werkt het Stanislascollege samen met onder meer ROC Mondriaan, de Haagse Hogeschool en verschillende bedrijven in Delft.
TECHNISCHE KEUZEDELEN Met de invoering van de vernieuwde beroepsprogramma’s kiest het Stanislascollege ervoor om Dienstverlening en Producten (D&P) aan te bieden als profiel met daarnaast keuzedelen Techniek. “Dat geeft de meeste ruimte aan de leerlingen om keuzes te maken en ervaringen op te doen in het kader van loopbaanoriëntatie en komt het meest tegemoet aan mijn opvatting van goed techniekonderwijs. Ook aan de voorbereidende functie van het vmbo wordt zo recht gedaan”, zegt Dekkers. “Met deze aanpak houden we het breed en gaan we creatief om met Techniek. De harde techniek, zoals bouw en elektra, stop je dan in de keuzedelen. Ik ben tevreden als er van de 300 leerlingen in de bovenbouw 30 tot 50 meisjes-leerlingen naast het profiel D&P technische keuzedelen kiezen.”
TIP Besteed niet teveel tijd aan voorbereiding. Speel in op het moment, anders mis je het geschikte ogenblik. Wij zijn begonnen zonder curriculum, maar we waren wel enthousiast, bezield en geïnspireerd. Problemen los je op als ze zich voordoen.
WERKEN IN DE TECHNIEK
PAGINA 70 | OOK TECHNIEKPACT
PAGINA 71 | OOK TECHNIEKPACT
INTRO
WERKEN IN DE TECHNIEK
De technische sector is één van de meest dynamische sectoren van de economie. Technische ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op en economische groei en krimp hebben direct gevolgen voor de omzet van bedrijven. Deze dynamiek heeft ook grote gevolgen voor werknemers: kennis veroudert snel en bij economische neergang dreigt werkloosheid. Dit betekent dat slimme investeringen nodig zijn om vakkrachten voor het bedrijf, voor de sector en voor de techniek te behouden. De sociale partners nemen samen met de Rijksoverheid en de regio’s maatregelen die zijn gericht op het behoud van vakkrachten. De inzet daarbij is om, door te investeren in duurzame inzetbaarheid, medewerkers zo lang mogelijk voor het bedrijf en de sector te behouden. Als dat niet mogelijk is, wordt gekeken naar mogelijkheden binnen andere technische sectoren.
WERKEN IN DE TECHNIEK
PAGINA 72 | OOK TECHNIEKPACT
PAGINA 73 | OOK TECHNIEKPACT
→→ →→ →→
→→
→→
NOORD
Landsdeel: Noord Techniekpact Spoor: Werken Projectleider: Michiel Jansen, regiomanager bij het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds OOM voor Friesland, Drenthe en Groningen Doel: F-TOP richt zich op het verbeteren van de aansluiting van vraag en aanbod op de Friese arbeidsmarkt in de technische sectoren. Projectpartners: Provincie Fryslân, vakverenigingen FNV Bondgenoten, CNV Vakmensen en De Unie, werkgeversorganisaties Koninklijke Metaalunie en Uneto-VNI, de aangesloten opleidingsfondsen OOM en OTIB en het UWV.
F-TOP
Met het project F-TOP zullen de komende drie jaar ongeveer 250 werkzoekenden een baan in de technische sector vinden. Arbeidsmarktcoaches brengen vacatures en werkzoekenden bij elkaar. Geschikte kandidaten volgen een scholings- en begeleidingstraject, waarmee zij snel inzetbaar worden en behouden blijven voor de technische sector.
MEER OP INTERNET ↘↘
www.fryslan.frl/wurkje
F-TOP is een project van de provincie Fryslân, vakverenigingen FNV Bondgenoten, CNV Vakmensen en De Unie, de werkgeversorganisaties Koninklijke Metaalunie en Uneto-VNI en de aangesloten opleidingsfondsen OOM en OTIB. Het project richt zich op het verbeteren van de aansluiting van vraag en aanbod op de Friese arbeidsmarkt in de technische sectoren. De provincie Fryslân ondersteunt dit initiatief vanuit het investeringsprogramma Wurkje foar Fryslân. Hiermee wil de provincie de Friese economie versterken.
PAGINA 74 | OOK TECHNIEKPACT
WERKEN IN DE TECHNIEK
OPLEIDINGSPLAN “In dit project gaat het erom mensen uit de technische sector, die hun baan hebben verloren door de crisis, weer aan het werk te helpen”, zegt Michiel Jansen, regiomanager van Opleidingsen Ontwikkelingsfonds OOM en projectleider van F-TOP. “Deze mensen hebben jarenlange ervaring in de metaal- of technische installatiebranche, maar niet aantoonbaar het vakmanschap waarnaar bedrijven op zoek zijn. Tussen het niveau van de werkzoekende en de kennis die ondernemers de komende jaren nodig zullen hebben, zit een hiaat. Dat hiaat willen we opvullen.” F-TOP zet daartoe twee arbeidsmarktcoaches in. Deze coaches gaan actief op zoek naar vacatures bij bedrijven en inventariseren welke kennis en vaardigheden nodig zijn om die vacatures in te vullen. Jansen: “In februari hebben we een onderzoek uitgevoerd. Daaruit komt naar voren dat veel technische bedrijven latente vacatures hebben. De coaches sporen die op en zoeken samen met het UWV in het werkzoekendenbestand naar geschikte kandidaten.” Vervolgens gaan de coaches in gesprek met de mensen die in principe plaatsbaar zijn, om in kaart te brengen welke kennis en vaardigheden moeten worden bijgebracht. Daarna maken zij met de werkgever en de kandidaat een opleidingsplan. “Zowel de werkgever als de kandidaat moeten zich inspannen”, zegt Jansen. “De werkgever en de werknemer zullen het plan moeten uitvoeren om de kandidaat zo snel mogelijk het vak te laten leren.” “F-TOP is een uitvoering van Techniekpact 2020 op Friese schaal. De samenwerking tussen de provincie, de sociale partners en het UWV is belangrijk om tot succes te komen. Op provinciaal niveau zie je veel initiatieven. We kunnen van elkaar leren en elkaar behoeden voor valkuilen.” - Michiel Jansen
PAGINA 75 | OOK TECHNIEKPACT
OP DE WERKVLOER
SERVICEPUNT TECHNIEK
Bedrijven ontvangen per geplaatste kandidaat 3.500 euro om de kosten van scholing en begeleiding te dekken. “Welke scholing er nodig is, is afhankelijk van de vraag”, zegt Jansen. “Soms gaat het om basisvaardigheden, soms om zeer specifieke kennis die je alleen op de werkvloer kunt leren. Neem bijvoorbeeld plaatbewerking voor schepen. Hoe je de vervorming van een staalplaat voor een scheepsromp moet toepassen, is iets wat je alleen in de praktijk kunt leren. Daar moet je fingerspitzengefühl voor ontwikkelen. In technische beroepen gaat het vaak om het aanleren van vaardigheden, inzicht verkrijgen, meters maken, tijd investeren. Maar dan kunnen mensen ook binnen een half jaar goed inzetbaar zijn.” De werknemers komen in dienst bij de werkgever en ontvangen een normaal loon. Na een proefplaatsing van twee maanden volgt er een contract van minimaal een half jaar. Jansen: “Het gaat niet om een piekperiode waarin extra handjes nodig zijn en het is ook geen werk met behoud van uitkering. We gaan voor duurzame banen.”
Het nieuw op te richten Servicepunt Techniek zorgt voor de uitvoering. Binnen dit Servicepunt werken de werkgevers- en de werknemersorganisaties nauw samen met UWV, de Friese gemeenten en het Friese beroepsonderwijs. De branches Metaalbewerking en de Technisch Installatiebranche nemen de verantwoordelijkheid voor de matching, de instroom,de scholing en de begeleiding van Friese werkzoekende technici. Jansen: “Je hebt met veel schakels te maken, en alle partijen willen grip houden op het proces. Volgens mij zullen we met deze formule erin slagen om het project goed op poten te zetten. Het Servicepunt Techniek staat dichtbij de markt. De sociale partners vormen de stuurgroep, het UWV en de provincie zijn adviserende leden. Als projectleider vanuit OOM zorg ik voor de dagelijkse gang van zaken.”
SUCCES Over een jaar vindt er evaluatie plaats. “Dan moeten we zien of het vruchten afwerpt”, zegt Jansen. “Het project is geslaagd als we over een jaar de behoeftes van de werkgevers in kaart hebben gebracht en op schema zitten met de bemiddeling. Vijftig bemiddelingen in het eerste jaar zou mooi zijn bijvoorbeeld. Na de evaluatie gaan we de komende jaren verder invullen.”
TIP De arbeidsmarktcoaches zijn cruciaal voor het succes van het project. Het moeten mensen zijn die het bemiddelen in hun genen hebben en die goed zijn ingevoerd in de branche, zodat zij de goede kandidaten kunnen selecteren.
foto: Sander van der Torren
WERKEN IN DE TECHNIEK PAGINA 76 | OOK TECHNIEKPACT
PAGINA 77 | OOK TECHNIEKPACT
→→ →→ →→
→→
→→
Landsdeel: Noordvleugel Techniekpact Spoor: Werken Voorzitter stuurgroep Servicepunt Techniek: Margreet Westerbeek Doel: werkzoekende technische vakmensen zo snel mogelijk weer aan het werk te helpen en tegelijk ondernemers te helpen hun vacatures gericht te vervullen. Projectpartners: werkgevers- en werknemersorganisaties, UWV en opleidingsfondsen
NOORDVLEUGEL
TECHNISCH TALENT WERKT
Het project Technisch Talent Werkt in Noord-Holland heeft als doel om werkzoekende technische vakmensen zo snel mogelijk weer aan het werk te helpen en tegelijk ondernemers te helpen hun vacatures gericht te vervullen. Doordat er veel partijen bij het project betrokken zijn, ontstaan er ruime mogelijkheden tot matchen.
MEER OP INTERNET ↘↘
www.techniekraad.nl/technisch-talent-werkt
Het project Technisch Talent Werkt in Noord-Holland is opgezet door Servicepunt Techniek Noord-Holland, een samenwerkingsverband van Koninklijke Metaalunie, UNETO-VNI, FME/CWM, Kenteq, SWA, vakbonden FNV Bondgenoten en CNV Vakmensen, UWV, opleidingsfondsen OOM, OTIB en A&O in Noord-Holland. Het doel van het project is om werkzoekende technische vakmensen zo snel mogelijk weer aan het werk te helpen. De Vakraad Metaal & Techniek ondersteunt het project financieel. Daarmee kunnen kandidaten extra scholing volgen om vakbekwaam te worden voor de nieuwe functie.
PAGINA 78 | OOK TECHNIEKPACT
WERKEN IN DE TECHNIEK
SECTORDESKUNDIGHEID “Het tekort aan technisch geschoold personeel is een probleem, maar werkloosheid is dat ook”, zegt Margreet Westerbeek, regiosecretaris van Koninklijke Metaalunie. “Aan de ene kant zijn er de werkgevers, die zeer specifiek opgeleide mensen zoeken, aan de andere kant vinden er vaak reorganisaties plaats waardoor mensen hun baan dreigen te verliezen. Je wilt voorkomen dat mensen met een technische opleiding in de bakken van het UWV terechtkomen.” Het project Technisch Talent Werkt vormt een netwerk waarin veel kennis rond reorganisaties en vacatures samenkomt. Westerbeek: “Er zijn heel veel functies in de technieksector. Het is een brede, complexe sector. Niet iedereen is zomaar overal plaatsbaar. Welk niveau heeft iemand, met welke machines heeft hij of zij ervaring, welke vakdeskundigheid brengt de werknemer mee? Om dat te beoordelen is er sectordeskundigheid nodig. Die sectordeskundigheid is aanwezig binnen het project Technisch Talent Werkt.”
OMSCHOLEN Het is belangrijk om werknemers van wie de functie op de tocht staat, indien nodig, snel te kunnen omscholen naar ander werk. “Er zijn bijvoorbeeld veel CNC-verspaners nodig”, zegt Westerbeek. “Mensen met die specifieke deskundigheid zijn er niet veel. Maar soms zijn mensen uit de metaal of de elektrotechniek om te scholen tot CNC-verspaner. Het gaat erom dat we gebruik maken van alle scholing en ervaring die iemand heeft.” Een groot probleem is volgens Westerbeek het tekort aan technici van mbo niveau 3 en 4. “Werkgevers zoeken een duizendpoot die breed inzetbaar is, communicatief sterk, goed zelfstandig kan werken én gespecialiseerd is in heel specifieke technieken of machines.”
“Het is heel goed dat de overheid krachtig inzet op techniek, op maakindustrie. Op landelijk en provinciaal niveau is er veel aandacht voor. Techniekpact 2020 heeft een belangrijke impuls gegeven aan het techniekbeleid. Een gezamenlijke agenda van ondernemers, overheden en onderwijsinstellingen is belangrijk om samenhang te creëren in het beleid richting onderwijs en arbeidsmarkt.” - Margreet Westerbeek
PAGINA 79 | OOK TECHNIEKPACT
GEMEENTEN
VERTROUWEN
Ook de Noord-Hollandse gemeenten zijn betrokken bij het project en financieren een deel van de organisatie ervan. Zeventien van deze gemeenten maken deel uit van de netwerkorganisatie Regionaal Platform Arbeidmarktbeleid NoordHolland-Noord. “Deze mensen zijn geïnteresseerd in hoe wij samenwerken, hoe wij de betrokkenheid van werkgevers en werknemers organiseren. De gemeenten hebben nu ook nieuwe taken gekregen. Het is belangrijk een goed werkende arbeidsmarkt te hebben, zodat mensen niet in een uitkering vervallen. Ik merk dat ze ons ook steeds beter weten te vinden als het gaat om het beoordelen van re-integratieprojecten. Niet alle projectvoorstellen zijn even kansrijk. Dat is niet alleen weggegooid geld, het is ook voor de werkloze een domper als de scholing toch niet blijkt aan te sluiten op de arbeidsmarkt.” Op provinciaal niveau is het de TechniekRaad die een belangrijke rol speelt in Noord-Holland. “Voormalig gedeputeerde Jan van Run heeft zich echt sterk gemaakt voor de techniekopleidingen van vmbo- tot en met hbo-niveau. Er wordt weer geïnvesteerd in technisch onderwijs en techniek krijgt, mede door het Techniekpact, weer meer aandacht. Daardoor hebben de technische opleidingen hun instroom weten te vergroten.”
Het project Technisch Talent Werkt is zeer succesvol. Niet alleen wordt de doelstelling – 150 mensen naar een baan helpen – ruimschoots gehaald voor het einde van de projectperiode in december 2015, ook is er een stevige infrastructuur neergezet. “Het duurt even voor het vertrouwen er is. Mensen moeten elkaar leren vinden. Nu de mensen elkaar kennen en weten wat ze aan elkaar hebben, kunnen we nog meer bereiken. Voorwaarde is dan wel dat we de coördinator vanuit de sectororganisaties kunnen behouden. Het is echt cruciaal om met iemand te werken die zo sectorspecifiek op de hoogte is. Het Servicepunt vanuit het UWV is belangrijk, maar de sector is zelf ook verantwoordelijk.”
TIP Richt in iedere regio een Servicepunt Techniek op. Met zo’n Servicepunt kun je gericht mensen behouden voor de technieksector en - eventueel via scholing – van baan naar baan leiden.
WERKEN IN DE TECHNIEK
PAGINA 80 | OOK TECHNIEKPACT
PAGINA 81 | OOK TECHNIEKPACT
→→ →→ →→ →→
→→
Landsdeel: Oost Techniekpact Spoor: Werken Projectleider: Jan Jansen, directeur Technicampus Doel: De Technicampus wil meer instroom genereren in de sectoren bouw, metaal en installatietechniek. Projectpartners: Opleidingsbedrijven Bouwmensen, DeTechnO/OBM, InstallatieWerk Oost & Flevoland, ROC Aventus, provincies Overijssel en Gelderland en gemeente Deventer
OOST
TECHNICAMPUS STEDENDRIEHOEK
Opleiding- en innovatiecentrum Technicampus is een samenwerkingsverband van drie opleidingsbedrijven en een ROC in de stedendriehoek Apeldoorn, Deventer en Zutphen. Hier worden mbo-studenten in de beroepsbegeleidende leerweg opgeleid voor de bouw-, metaal- en installatiesector. De Technicampus is gevestigd op een industrieterrein en heeft de uitstraling van een bedrijf.
De Technicampus is een publiek-private samenwerking van de opleidingsbedrijven DeTechno (metaalindustie), Bouw Mensen (bouw) en InstallatieWerk Oost & Flevoland (installatie- en elektrotechniek) en ROC Aventus. In de Technicampus bieden zij opleidingen aan in de beroepsbegeleidende leerweg op mbo-niveau 2, 3 en 4. De praktijkopleiders op de Technicampus komen uit het bedrijfsleven. ROC-docenten zorgen voor onderwijs in de algemeen vormende en de vaktheoretische vakken.
MEER OP INTERNET →→
http://www.technicampus.nl
PAGINA 82 | OOK TECHNIEKPACT
WERKEN IN DE TECHNIEK
BEDRIJFSLEVEN “De maakindustrie is sterk in de Stedendriehoek Apeldoorn, Deventer en Zutphen. Nu de economie weer aantrekt, stijgt ook de vraag naar technici”, zegt Jan Jansen, directeur van de Technicampus. “Daarom is het belangrijk om techniek zichtbaar te maken en instroom in technische opleidingen te verhogen.” Het bestuur bestaat uit de directeuren van regionale bedrijven. ROC Aventus is betrokken als partner en staat garant voor de kwaliteit van de opleiding. “We hebben, in goede samenwerking met Aventus, de BBL-opleidingen als het ware uit de school naar het bedrijfsleven gehaald. De samenwerkende bedrijven kunnen zo meer invloed uitoefenen op de opleiding. Daarmee ondervangen zij een belangrijk knelpunt dat zij in de ROC’s signaleren, namelijk dat de opleiding een grotere afstand heeft tot de werkelijke praktijk in het bedrijf.”
OPLEIDINGSBEDRIJVEN De opleidingsbedrijven zijn ontstaan in de jaren ’80. Er was veel werkeloosheid en de technieksector wilde wel mensen opleiden, maar kon geen banen garanderen. Bedrijven in dezelfde sector richtten opleidingsbedrijven op, die de werknemers/leerlingen in dienst nam en bij de bedrijven detacheerde. Opleidingsbedrijven maken het mogelijk snel te schakelen tussen opleiding en bedrijfsleven. Wanneer het bedrijfsleven om nieuwe vaardigheden vraagt, kan het opleidingsbedrijf daarop meteen inspelen. Het samengaan van opleidingsbedrijven van drie sectoren is uniek volgens Jansen. “De bouw, de metaal en de installatietechniek hebben ieder hun eigen cultuur. Het is een proces geweest van omarmen en loslaten. Nog steeds is het soms een zoektocht, wanneer praat je namens de eigen sector en wanneer gebruik je de vlag van de Technicampus? De opleidingsbedrijven bestaan al zo lang en hebben een bepaalde naamsbekendheid. Maar we willen nu dat Technicampus een merk wordt.”
“Techniekpact 2020 betekent voor ons dat we de wind in de rug hebben. De thema’s kiezen, leren en werken geven een richting aan. In de regio worden veel seminars en masterclasses en andere promotieactiviteiten ontwikkeld, waardoor techniek een beter imago krijgt. Het Techniekpact stimuleert en ondersteunt de techniekopleidingen. We zien dat er meer aandacht komt voor techniek op de scholen. ” - Jan Jansen
PAGINA 83 | OOK TECHNIEKPACT
PROMOTIE
INNOVATIE
De Technicampus is een goed voorbeeld van publiek-private samenwerking. Naast het bedrijfsleven en de onderwijsinstelling participeren de provincies Overijssel en Gelderland en de gemeente Deventer. Zij ondersteunden het opleidingsbedrijf financieel voor de opstartfase en verlenen ook subsidie bij de doorontwikkeling en verbreding. “We willen de opleidingen optimaliseren. Ook willen we de procesindustrie binnenhalen, zegt Jansen. “Daarnaast willen we techniek veel meer gaan promoten. Dat is ook een van de subsidievoorwaarden. Samen met de vmbo-scholen ontwikkelen we nu een aanpak om vmbo-leerlingen bij ons een verdieping op hun reguliere lessen te bieden. Daarmee willen we een beter beroepsbeeld creëren. De omgeving van de Technicampus is realistischer dan een schoolse omgeving en we kunnen ze ook interessantere dingen laten doen dan op school.” Ook de jaarlijkse Techniekweek is een aanleiding om de techniek te promoten. “De afgelopen keer ontvingen we ruim 450 basisschoolleerlingen die een vogelhuisje hebben gemaakt. Daarbij zorgden we dat ze met alle drie de sectoren in aanraking kwamen.”
De Technicampus bestaat nu anderhalf jaar en over de instroom aan BBL-leerlingen heeft Jansen niet te klagen. Dit schooljaar zijn er 150 deelnemers en voor volgend jaar is er een groei voorzien. Maar de Technicampus moet niet alleen traditioneel opleiden. Ook innovatie moet een plek krijgen. Jansen: “We kunnen het mbo meer verbinden met het hbo. Wat ik voor me zie, is dat bedrijven een innovatieopdracht bij ons neerleggen en dat mbo- en hbo-studenten daarmee gezamenlijk aan de slag gaan. Daarmee haal je laatste ontwikkelingen in je organisatie. Op kleine schaal doen we al zoiets. Een bedrijf wilde van een kleine schoffelmachine de dieselmotor vervangen door een elektrische. Dat hebben onze mbostudenten samen met het kenniscentrum Cleantech Center gedaan. Doordat de opdrachtgever meekijkt en het eindproduct ook echt gebruikt gaat worden, is dat voor de jongeren veel interessanter dan een schoolse opdracht.”
TIP Zoek de samenwerking en sluit aan bij de ontwikkelingen in de regio. Het is beter complementair te zijn dan het wiel opnieuw uit te vinden.
WERKEN IN DE TECHNIEK
PAGINA 84 | OOK TECHNIEKPACT
PAGINA 85 | OOK TECHNIEKPACT
→→ →→ →→ →→
ZUIDOOST
BRAINPORT TALENT CENTRE
Brainport Talent Centre is een samenwerkingsverband van bedrijfsleven, onderwijs- en kennisinstellingen en overheden uit de Brainport regio en Nederland. Het doel is om de ‘vijver’ van technici en informaticaspecialisten te vergroten, zodat bedrijven hun vacatures beter kunnen invullen. Brainport Talent Centre zoekt en matcht kandidaten via de Brainport Talentbox en onderneemt wereldwijd activiteiten om te zorgen voor een continue stroom van talent naar de Brainport regio.
MEER OP INTERNET ↘↘
www.talentbox.nl
→→
Landsdeel: Zuidoost Techniekpact Spoor: Werken Programmamanager: Yvonne van Hest Doel: Het Brainport Talent Centre is een samenwerkingsverband van bedrijfsleven, onderwijs- en kennisinstellingen en overheden met als doel nationaal en internationaal tech- en IT-talent aan te trekken, te delen en te behouden en om expertise op dat gebied te ontsluiten. Projectpartners: Partnerschap van 28 bedrijven en kennisinstellingen, waaronder: ASML, Bosch, NTS Groep, Frencken, TNO, Segula, Vanderlande, Holst Center, Neways, FEI, Inalfa Roof Systems, Smits Machinefabriek, Dorel.
Het Brainport Talent Centre is een programma van Brainport Development, een economische ontwikkelingsorganisatie die samen met partners uit bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid werkt aan het versterken van Brainport Regio Eindhoven. Het Brainport Talent Centre heeft als doel intensieve samenwerking te bewerkstelligen tussen bedrijven en kennisinstellingen als het gaat om het aantrekken en delen van talent. Een belangrijk uitgangspunt is dat de talenten zelf centraal staan. Het opzetten van dit Brainport Talent Centre was een wens van de werkgevers in Brainport regio Eindhoven, een belangrijke ‘thuishaven’ van de topsector High Tech Systemen.
PAGINA 86 | OOK TECHNIEKPACT
WERKEN IN DE TECHNIEK
TECHNOLOGIEPACT BRAINPORT In deze regio werken gemeenten en high-tech-bedrijven als ASML, FEI en Philips in ketens met mkb-bedrijven en in samenwerking met kennisinstellingen zoals TU/e, Fontys, TNO en Holst Centre aan innovaties op het gebied van onder meer energie, mobiliteit en gezondheid. Vooruitlopend op Techniekpact 2020 stelde Brainport Development in februari 2013 het ‘Technologiepact Brainport’ op, waarin een voorzet wordt gedaan voor maatregelen op nationaal en regionaal niveau die de ontwikkeling van de regio en de economische groei zou stimuleren. Aantrekken van (internationaal) bètatechnisch talent is in dit Technologiepact Brainport een van de actielijnen. De ondertekening van het Techniekpact 2020 een paar maanden later maakt een versnelde uitvoering van dit Technologiepact Brainport mogelijk.
“Techniekpact 2020 is voor ons een belangrijke versneller. Met Techniekpact 2020 erkennen overheden, onderwijsinstellingen en bedrijven gezamenlijk dat er inspanningen nodig zijn. Er is veel beweging op de arbeidsmarkt en in het onderwijs. Daar moeten we op blijven inspelen. Waar we nu in de regio mee bezig zijn, is een nieuwe visie, een technologiepact 2.0. De invulling moet vooral op regionaal niveau gebeuren, dan kun je flexibel en dynamisch blijven. Maar we hebben ook meer flexibiliteit op landelijk niveau nodig, de wereld verandert nou eenmaal steeds sneller.” - Yvonne van Hest
PAGINA 87 | OOK TECHNIEKPACT
BRAINPORT TALENTBOX
NETWERKEN
De Brainport Talentbox is een onderdeel van het Brainport Talent Centre.“Er is een groot tekort aan technologisch en it-talent”, zegt Yvonne van Hest, Programmamanager Arbeidsmarkt bij Brainport Development. “Met de Talentbox kunnen we over de hele wereld kandidaten vinden voor beschikbare banen. Het systeem analyseert een cv en laat zien welke bedrijven vacatures hebben die matchen met het profiel van de kandidaat. Daarnaast is met de werkgevers afgesproken dat zij kandidaten die zij zelf afwijzen, maar die wel het juiste profiel hebben, doorverwijzen naar andere werkgevers.” De Talentbox wordt gefinancierd door regionale overheden en werkgevers gezamenlijk. Via de Talentbox komen er starters, ervaren professionals en afstudeerders van over de hele wereld naar Eindhoven. Omgekeerd vertrekken Nederlanders naar het buitenland, om daar ervaring op te doen. De Talentenbox bevat nu, na een half jaar, zo’n 1.000 profielen. Er doen inmiddels 28 bedrijven en kennisinstellingen mee.
Een derde activiteit is het opzetten van netwerken. “Hiermee willen we zowel kennisdelen als de naamsbekendheid van de regio vergroten. Het wordt een online en live netwerk waarin vakmensen, zoals chief technology officers maar ook professoren, met elkaar ervaringen uitwisselen en deze delen met vakmensen uit de hele wereld. We willen via dit netwerk onder meer communiceren over Brainport: waar zijn we goed in in onze regio, waar zijn we trots op. Daarnaast zijn er steeds meer internationals in onze regio. Als zij teruggaan naar hun eigen land, of weer naar een ander land verhuizen, wil je hen als ambassadeur van de Brainport regio kunnen inzetten. En dat doen ze graag, mits ze hier een prettige tijd hebben gehad.”
BRANDING Naast Brainport Talentbox voert Brainport Talent Centre ook andere stimuleringsactiviteiten uit. “Branding is erg belangrijk. Hoogopgeleiden moeten weten van ons bestaan. Daarom staan we op beurzen en onderhouden we contacten met onder meer Leuven en Spaans Baskenland.” Een succesvol programma is het Erasmus+-programma. Buitenlandse mbo,- hbo- en universitair geschoolden kunnen met Europese middelen een traineeship doen in Nederlandse bedrijven. “In Spanje is veel werkloosheid onder jongeren. Wij krijgen hiermee talenten binnen en zij doen internationale ervaring op. En als de economie in Spanje aantrekt, hebben ze er daar ook wat aan.”
TIP Kijk naar wat je regio of stad aantrekkelijk maakt voor de technici die je werft en maak daarvan gebruik bij je werving. Dit doe je door continu in gesprek te zijn met je doelgroepen, de talenten dus. Weten wat zij willen is essentieel. Blijf dynamisch. Over drie jaar kan de wereld er heel anders uitzien.
WERKEN IN DE TECHNIEK
PAGINA 88 | OOK TECHNIEKPACT
PAGINA 89 | OOK TECHNIEKPACT
→→ →→ →→ →→
ZUIDWEST
REGIONAAL SECTORPLAN MARITIEME TECHNIEK
In de regio Rotterdam, Drechtsteden en Gorinchem werken de overheid, onderwijsinstellingen en bedrijven samen om de instroom in de technische sector te bevorderen. Met het Sectorplan Maritieme Techniek krijgen de initiatieven die zij ontwikkelen een extra impuls. Zo wordt met de bedrijfsvakschool nieuwe stijl een manier gevonden om maritieme technici op te leiden en te behouden voor de sector.
MEER OP INTERNET ↘↘
www.metalent.nl
→→
Landsdeel: Zuidwest Techniekpact Spoor: Werken Projectleider: Marco de Korte, directeur van Deltametaal Doel: Jongeren scholen en begeleiden door het ontwikkelen van praktijkgerichte werkconcepten en voorlichting geven over deze trajecten en over de maritieme sector. Projectpartners: Bedrijven, werkgevers- en werknemersorganisaties in de regio Rijnmond en de Drechtsteden, landelijke en regionale overheden, ROC’s en scholen voor voortgezet onderwijs in de Drechtsteden, Gorinchem en Rijnmond.
Maritieme technologie is een van de sectoren die behoren tot de Topsector Water. Het Sectorplan Maritieme Techniek sluit hierbij aan. Nederland heeft een sterke positie in de waterbouw, de scheepvaart en de offshore. De hoofddoelstelling van het Sectorplan Maritieme Techniek is om op korte termijn 100 extra leerwerktrajecten te realiseren. Daarmee wordt de jeugdwerkloosheid tegengegaan en, door het leveren van maatwerk, duurzame inzetbaarheid van technici bevorderd. Het plan heeft twee richtinggevende doelen: het ontwikkelen van praktijkgerichte leerwerkconcepten en het geven van voorlichting over de maritieme sector en over deze leerwerktrajecten. De uitvoerder van het Sectorplan Maritieme Techniek is Metalent, een initiatief van Deltametaal. Deltametaal is een vereniging van regionale bedrijven, vakbonden en overheden.
PAGINA 90 | OOK TECHNIEKPACT
WERKEN IN DE TECHNIEK
INSTROOM “In de regio Drechtsteden en Rijnmond zijn er veel jongeren die interesse hebben in de maritieme sector, vooral jongeren die uit gaan stromen op mbo 2-niveau”, zegt Marco de Korte, directeur van Deltametaal. “Deze groep willen we daadwerkelijk aan de slag krijgen en houden. Daarnaast zien we dat de techniek gecompliceerder wordt. Er zijn mensen nodig met een hoger niveau, mbo 3/4 of hbo. Wanneer mensen in het buitenland aan het werk zijn op een schip of een boorplatform, moeten ze zelfstandig tekeningen kunnen lezen en storingen kunnen opsporen. Daarom willen we nieuwe toestroom vanuit de kader- en theoretische leerwegen van het vmbo en het havo. De BOL, de beroepsopleidende leerwegen waarin ze nu instromen, is meestal de weg naar een kantoorbaan. Met ons nieuwe didactische concept van de bedrijfsvakschool brengen wij ze op hetzelfde niveau, maar dan met meer praktische vaardigheden.”
BEDRIJFSVAKSCHOOL De bedrijfsvakschool biedt leerwerkbanen aan en duale mbo- en hbo-trajecten. Leerlingen werken drie dagen in de week bij een bedrijf en volgen twee dagen in de week de opleiding op een van de bedrijfsvakscholen. “Die twee dagen worden ingevuld door de ROC’s en door grote bedrijven die participeren in dit concept. Hier worden specifieke vaardigheden aangeleerd of mensen bijgeschoold. Dit gaat op maat: vmbo’ers die bijvoorbeeld de economische richting hebben gevolgd, leren hier versneld metaalvaardigheden. Of als een bedrijf met een specifiek draai-freesproces werkt, dan geven de docenten van de ROC’s daarin les.” Niet alleen mbo- en hbostudenten, maar ook mensen die werkloos zijn geworden wegens reorganisatie, worden hier omgeschoold. Het bedrijfsschoolconcept is succesvol. “In september 2014 stroomden veertig extra jongeren in. De scholingspool Metalent groeide daarmee naar 120. Daarnaast hebben we twaalf werklozen weer aan de slag geholpen. Deze zijn onder meer afkomstig uit andere bedrijven in onze sector, die hebben moeten reorganiseren.”
“De bestuurlijke insteek van Techniekpact 2020 en de insteek van het Sectorplan Maritieme Techniek versterken elkaar. Wij maken de vertaalslag van het landelijke naar het regionale en lokale niveau.” - Marco de Korte
PAGINA 91 | OOK TECHNIEKPACT
WERKGELEGENHEID
SCHOLINGSACTIVITEITEN
Het Sectorplan Maritieme Techniek wordt gefinancierd door de bedrijven uit de regio, opleidingsfondsen en de Rijksoverheid gezamenlijk. “Voor de bedrijven in de regio is het Sectorplan interessant, omdat er veel werkgelegenheid is in deze sector. Het plan biedt een oplossing voor de vervangingsvraag. Het zijn niet alleen grote bedrijven als IHC Merwede, Hollandia, Heerema en Damen die investeren. Ook kleine bedrijven sluiten zich aan. Op dit moment zijn er 120 jongeren aan het werk in veertig à vijftig bedrijven.” Een van de doelen is om de jeugdwerkloosheid te bestrijden. Daarom participeren ook de regionale overheden in het plan. “Zo hebben we met de sociale dienst in Schiedam, het Werkgeversservicepunt Rijnmond, Baanbrekend Drechtsteden en de Regionale Sociale Dienst Alblasserwaard/Vijfheerenland projecten opgestart om kandidaten uit de bijstand en uit de werklozenbestanden naar onze sector toe te leiden.”
De band met het onderwijs is een belangrijke succesfactor. “Metalent werkt samen met alle ROC’s in de regio’s Drechtsteden, Gorinchem en Rijnmond, en met 25 scholen voor voortgezet onderwijs”, zegt De Korte. “We geven voorlichting en bieden docenten de mogelijkheid om via docentstages, gastlessen en -colleges, bedrijfsbezoeken en bedrijvenkringen hun kennis te verdiepen.” De investering via het Sectorplan is een flinke stimulans voor het versterken van de scholingsactiviteiten van Metalent. “We willen qua niveau uitbreiden, maar ook inhoudelijk. Eerst werkten we alleen voor de metaalsector, daar is nu ook elektrotechniek en mechatronica bijgekomen. Daarnaast zoeken we meer bedrijven waarbinnen we scholing kunnen organiseren.”
TIP Zorg voor draagvlak bij de bedrijven in de regio. Bedrijven zoek specifieke technici, en daar vloeien opleidingsvragen uit voort. Onderwijsinstellingen moeten met die vragen aan de slag, bijvoorbeeld in de vorm van bedrijfsvakscholen.
PAGINA 92 | OOK TECHNIEKPACT
COLOFON Grafisch ontwerp: Mels Broekman, Slem Teksten: Susan de Boer Redactie: Sonja van der Poel - Ministerie van Economische Zaken Irma Tems - Ministerie van Economische Zaken Erica Wortel - Platform Bèta Techniek Drukwerk: Xerox / OBT te Den Haag
Juni 2015 © Techniekpact
WWW.TECHNIEKPACT.NL
PAGINA 94 | OOK TECHNIEKPACT
WWW.TECHNIEKPACT.NL