Koukouloforoi Verhalen, lessen en inspiratie uit de Griekse anarchistische beweging
Cercle Noir - 2013
Inhoud Koukouloforoi Voor een winter met duizend decembers! Solidariteit is een vlam Wij zijn hier/Wij zijn overal/Wij zijn een beeld uit de toekomst De geest van de vrijheid arriveert altijd met een mes tussen haar tanden Communique aan mijn ouders Het exarchia plein en de buurtbijeenkomsten Het park van Alexis Grigoropoulos Uitnodiging voor de vergadering in het bevrijdde gemeentehuis Wat de smeris ons vertelde We begonnen met 300 en kwamen terug met 500 De supermarktonteigeningen waren erg succesvol December revisited We moeten duidelijk maken dat het makkelijk is om aan te vallen We zullen of onze geschiedenis samen bepalen, of haar bepaald laten worden zonder ons De raves en de vrijplaatsen zijn waar het collectieve bewustzijn samenkomt De bezetting van de nationale TV Tegen de muur teringlijers! We komen halen wat ons toekomt... (Zelf)vernietiging is creatie Just a spoonful of sugar helps the medicine go down
4 6 7 9 11 13 15 18 19 21 23 25 26 31 36
Na december Chronologie Signals of disorder Zonder jou draait geen enkel tandwiel... Het tijdperk van de rellen is begonnen Papieren geweren
60 61 76 82 88 94
38 43 48 51 54
Koukouloforoi Koukouloforoi: “De gemaskerden”. Een term gebruikt door de Griekse staat en media (en op ironische wijze door de anarchisten zelf) om anarchisten afwijzend te beschrijven zonder hun politieke inhoud te benoemen. Het enkelvoud is koukouloforos. Alternatieve varianten zijn ‘provocateurs’ en ‘bekende onbekenden’. De Griekse anarchistische beweging krijgt vaak een mythologisch aura aangemeten, opgepompt door een onophoudelijke stroom beelden van rellen, confrontaties met de politie, gul gebruik van molotov cocktails, grootschalige bezettingen en haastig vertaalde communiqués. Door deze lens, en vergeleken met de vrij tamme anarchistische bewegingen, en algehele strijdlust, in voornamelijk Noord-West Europa vormt zich al snel een soort mythe van ‘Grieks exceptionalisme’. Het contrast wordt dan geweten aan ‘speciale omstandigheden’, een soort magische lokale alchemie die de sleutel tot de anarchie lijkt. Het voornaamste verschil lijkt echter meer te liggen in een down-to-earth zelfvertrouwen dan wat anders. Deze mythe kan echter verlammend werken als acties ‘ergens anders’ slechts passief geconsumeerd worden als het zoveelste beeldproduct van het spektakel. Het doel van deze publicatie is dan ook wat licht te laten schijnen op de Griekse anarchistische beweging door middel van vertaalde communiqués, discussiestukken en overleveringen om zo een deel van de mystificering weg te halen. Met de decemberopstand van 2008 plaatste de situatie in Griekenland zich voor het eerst in de internationale schijnwerpers. Het eerste deel van deze publicatie richt zich dan ook op teksten uit deze periode. De teksten variëren van communiqués over losse acties, overleveringen dan deelnemers tot korte beschouwingen over de daden, kracht en tekortkomingen van de Griekse anarchistische beweging. Het tweede deel van de publicatie bestaat uit een chronologisch overzicht van de enorme stroom acties die de schijnwerpers van de internationale media niet haalden tussen begin 2011 en eind 2012, een analyse van de insurrectionaire praktijk, een terugblik op de confrontaties tussen de Stalinistische KKE en groepen demonstraten voor het parlement op 20 oktober 2011, een analyse van de huidige met (internationale) rellen doorspekte periode in de geschiedenis die de Griekse situatie in perspectief plaatst en een tekst over de nevelige herinnering, interpretatie en beleving van de decemberopstand.
4
5
Voor een winter met duizend decembers! December 2008, een moment dat tot de verbeelding van iedere anarchist spreekt. Er is inmiddels al veel geschreven over de opstand die Athene in brand zette, in die koude winter waarin Alexis Grigoropoulos de dood vond aan het uiteinde van de loop van een politiepistool. Maar slechts weinig daarvan is naar het Nederlands vertaald. De in deze publicatie verzamelde teksten zijn afkomstig uit overleveringen van kameraden, analyses van de situatie en communiqués gepubliceerd na diverse acties. Een groot deel is afkomstig uit de boeken ‘We are an image from the future’ en ‘Everyone to the streets’, met aanvulling afkomstig van de diverse contra-informatie websites en vertalingscollectieven. Een chronologisch overzicht van de geschiedenis van de Griekse antiautoritaire beweging, de gebeurtenissen van december 2008 en de diverse acties tot ver in 2009 zijn te vinden in deze boeken, evenals in de Engelstalige publicatie ‘Koukoulofori’ van het NC Piece Corps collectief.
6
Solidariteit is een vlam A.G. Schwarz Solidariteit is een vlam die niet gedoofd kan worden.
Opschrift van een poster ter ondersteuning van de Griekse opstand Het was een ellendige winteravond vastgebonden door de prikkeldraad van de routine en verplichting toen ik besefte dat ik, als ik het mezelf toestond, vrij was om te doen wat ik wilde. Uiteraard was dat niet de eerste keer dat ik dat dacht maar het is een realisatie die gebukt gaat onder de zware verantwoordelijkheid die hierbij komt kijken: ze zinkt als een steen tussen de lege handelingen die onze wereld bevolken en we moeten constant proberen haar weer op te pakken Wat ik die avond wilde was terug gaan naar Griekenland. Ik was moe van het mezelf voeden met de kleinste tekenen van leven die onze droom genereert in deze onherbergzame omstandigheden, of met de dramatische tekenen van elders die men op het internet kan vinden. Maar ik wilde niet naar Griekenland om mezelf bij elkaar te rapen, hoe belangrijk dat ook was. Wat zou ik er aan hebben om mijn inspiratie weer op te pakken als al mijn vrienden langzaam maar zeker verbitterden? Als mensen de opstand in Griekenland niet aandroegen als teken van hoop of als strategische les maar als middel om voor zichzelf te bewijzen dat strijd alleen ergens anders plaats kan vinden, ver weg? Of, erger nog, als mensen zeggen dat de strijd in Griekenland net zo gedoemd tot falen is als elders, zich beroepend op het feit dat het vuur gedoofd was na kerst? Maar in cryptische emails verzekerden Griekse kameraden mij dat ook al was het vuur gedoofd, de situatie was verre van genormaliseerd. Ik besefte me dat wij ons als anarchisten vaak focussen op die vreemde alchemie die plotseling explodeert in de opstand, dat we kwijlen over de opstand zelf, maar over wat daar na komt weten we vrijwel niets. Is dit omdat we gevangen zijn in het wachten op een rel die nooit komt, of vrezen we de eisen die de revolutie aan ons zal stellen, nadat we alles verbrand hebben? En wat zal er gebeuren nadat de boze massa’s van de opstand verdwijnen? Ik voelde de behoefte om naar Griekenland te gaan, om te praten met de mensen daar, om uit te zoeken wat er gebeurde en waarom en om deze verhalen te delen met de rest van de wereld. Dus schreef ik mijn vrienden daar en schreven zij mij terug met hun eigen ideeën en begon ik uit te zoeken hoe ik daar in vredesnaam zou kunnen komen zonder geld, al maanden werkeloos, nog een slachtoffer van de crisis. 7
Plotseling was de duisternis van de winter een mantel voor een gloeiende sintel die wederom in vlammen uit kon barsten. De verplichtingen en routines die mijn toekomst leken te verstikken werden weggeblazen als as. Alles is weer mogelijk. De strijd lonkt naar ons met verlangen.
8
Wij zijn hier / Wij zijn overal / Wij zijn een beeld uit de toekomst Ego te provoco Als ik niet brand Als jij niet brand Als wij niet branden Hoe zal het duister dan ooit tot licht worden? (Nazim Hikmet, “Als Kerem”) Met de angst tussen hun tanden geklemd janken de honden: terug naar de normaliteit – het dwazenfeest is voorbij! De filologen van de assimilatie zijn al begonnen met het opgraven van hun messcherpe liefkozingen: “We zijn klaar om te vergeten, om te begrijpen, om jullie de uitbundigheid van deze paar dagen te schenken, maar gedraag je nu anders halen we onze sociologen, onze antropologen en onze psychiaters erbij! Als goede vaders hebben wij met terughoudendheid jullie emotionele uitbarsting getolereerd – en kijk nu hoe de schooltafeltjes, de kantoren en de winkelruiten ons leeg aangapen! De tijd is gekomen om terug te keren, en wie deze heilige taak weigert zal hard geraakt worden, zal gesociologiseerd worden, zal gepsychologiseerd worden”. Een bevel zweeft over de stad: “Sta jij klaar op je post?” Democratie, sociale harmonie, nationale eenheid en al die andere beerputten die stinken naar de dood hebben hun lijkbleke armen al uitgestrekt. Macht (van de staat tot aan de familie) probeert niet simpelweg om de opstand en haar generalisering te onderdrukken, maar om een subjectieve relatie te produceren. Een relatie die het politieke leven bepaalt, een ruimte van collaboratie, compromis en overeenstemming. “Politiek is de politiek van de overeenstemming; de rest is bendeoorlogen, rellen en chaos.” Dit is de ware vertaling van dat wat ze ons toebrullen, van hun poging om de levende kern van iedere actie te ontkennen en om ons te scheiden en isoleren van dat wat we kunnen doen: niet om twee tot een te maken, maar om constant het ene, iedere keer opnieuw, te delen in twee. Deze grootmeesters van de harmonie, de baronnen van rust en vrede, van wet en orde, roepen ons op om dialectisch te worden. Maar deze trucjes zijn wanhopig oud geworden en hun ellende is o zo doorzichtig in de dikke buiken van de vakbondsbureaucraten, in de levenloze ogen van de bemiddelaars die als aasgieren rond iedere aanval circuleren, rond iedere passie voor het echte. We hebben ze gezien in Mei ’68, we hebben hen gezien in Los Angelos en Brixton en we hebben ze al decennia lang de inmiddels bleke botten van de Polytechnische opstand in ‘73 zien likken. Gisteren zagen we ze weer toen ze, in plaats van op te roepen tot de permanente algemene staking, bogen voor de legaliteit en het stakingsprotest afbliezen. 9
Omdat ze maar al te goed weten dat de weg van de generaliserende opstand de velden van de productie doorkruist – dwars door de bezetting van de productiemiddelen van een wereld die ons verplettert. Morgen brengt een nieuwe dagenraad waar niets zeker is. En wat kan meer bevrijdend zijn dan dit na zoveel jaren ‘zekerheid’? Een kogel was in staat om de gewelddadige sleur van al die identieke dagen te doorbreken. De moord op een 15 jarige jongen was het moment dat er een verschuiving plaatsvond die sterk genoeg was om de wereld om te keren. Een verschuiving van het leven dat zich van de een naar de andere dag sleurt, naar het punt waar zo velen tegelijk denken: “Dat was de druppel, geen stap verder, alles moet anders en we veranderen dat nu!”. De wraak voor de moord op Alex is een wraak geworden voor iedere dag waarop we wakker moeten worden in deze wereld. En wat zo moeilijk leek bleek zo simpel. Dit is wat er gebeurd is, dit is wat we hebben. Als er iets is dat ons bang maakt, is het de terugkeer naar de normaliteit. Want in de verwoestte en geplunderde straten van onze lichtsteden zien we niet alleen de overduidelijke resultaten van onze woede, maar ook de mogelijkheid om te beginnen met leven. We hebben niet langer iets anders te doen dan onszelf nestelen in deze mogelijkheid en haar te transformeren in een geleefde ervaring: door ons te aarden in het dagelijks leven, in onze creativiteit, in onze macht om onze begeertes te materialiseren, in onze macht om niet slechts te overpeinzen maar om het echte op te bouwen. Dit is onze levensruimte. Al het andere is de dood. Zij die willen begrijpen, begrijpen dit. Nu is de tijd om de onzichtbare cellen stuk te slaan die alles en iedereen in zijn of haar lachwekkende kleine leventje gevangen houden. En dit vereist niet slechts enkel of per se een aanval op de politiebureaus of het in brand steken van de banken. Het moment dat men zijn of haar bank verlaat en de passieve overpeinzing van zijn of haar leven achter zich laat om de straat op te gaan, om te praten en te luisteren, het gesloten privébestaan achter zich te laten, brengt een veld van sociale relaties op gang met de destabiliserende kracht van een nucleaire bom. En dit is precies omdat de huidige fixatie van iedereen op zijn of haar microkosmos gebonden is aan de aantrekkingskrachten van het atomaire. Die krachten die de kapitalistische wereld laten draaien. Dit is het dilemma: samen met de opstandelingen, of alleen. En dit is een van de weinige keren dat een dilemma tegelijkertijd zo absoluut en reëel is. Verspreid door het initiatief van de bezetting van het College voor economie en business van Athene
10
De geest van de vrijheid arriveert altijd met een mes tussen haar tanden Surrealistische Groep Athene De ne plus ultra van sociale onderdrukking wordt in koelen bloede onder vuur genomen. Alle stenen, uit het plaveisel getrokken en naar de schilden van de politie of de façades van de commerciële tempels geworpen, alle brandende flessen die hun vuurspoor achterlieten in de nachtelijke hemel, alle barricades opgeworpen op de stadsstraten, hun gebieden van de onzen afsluitende, alle bakken vol consumptieafval dat dankzij het vuur van de revolte iets uit niets werd, alle geheven vuisten onder het schijnsel van de maan, zijn de wapens die zowel de levensadem als de echte macht vormen van niet alleen het verzet maar ook de vrijheid. En het is precies het gevoel van vrijheid dat, op deze momenten, het enige blijft wat het waard is om op te wedden: dat gevoel van de ochtenden in een lang vergeten jeugd, toen alles nog kon gebeuren, omdat het wijzelf zijn, als creatieve mensen, die wakker zijn geworden, niet die toekomstige productieve menselijke machines, die gehoorzame subjecten, de student, de vervreemde arbeider, de eigenaar, de familie man of vrouw. Het gevoel van de vijanden van de vrijheid in het gezicht te kijken en hen niet langer te vrezen. Het is daarom met goede reden dat diegenen die door willen gaan met ‘business as usual’, alsof er niks gebeurd is, zich druk maken. De geest van de vrijheid arriveert altijd met een mes tussen haar tanden, met de gewelddadige wil om de ketenen te breken, al die ketenen die het leven een miserabele sleur maken die slechts dient om de dominante sociale relaties te reproduceren. Maar sinds Zaterdag 6 december werken de steden van dit land niet meer normaal: geen winkeltherapie, geen open wegen die ons naar ons werk afvoeren, geen nieuws over de aanstaande herstelinitiatieven van de overheid, geen hersenloos gezap van het ene reality TV programma naar het andere, geen avondritjes rond het Syntagmaplein, etc., etc. Deze dagen en nachten behoren niet toe aan de handelaren, aan de TV commentatoren, aan de ministers en de politie. Deze dagen en nachten behoren toe aan Alexis! Als surrealisten waren we vanaf het eerste moment op de straten, naast duizenden anderen, in opstand en solidariteit: het surrealisme werd geboren met de adem van de straten en is niet van plan die ooit los te laten. Na het massaverzet tegenover de staatsmoordenaars is de adem van de straten alleen maar warmer geworden, gastvrijer en creatiever dan voorheen. Het behoort niet tot onze mogelijkheden om een algemene lijn voor te schrijven aan deze beweging. 11
Maar we nemen wel onze verantwoordelijkheid in de gemeenschappelijke strijd omdat ze een strijd voor de vrijheid is. Zonder het eens te hoeven zijn met alle aspecten van zo’n massafenomeen, zonder partizanen te hoeven zijn van blinde haat of geweld om het geweld, accepteren wat dat deze fenomenen bestaan met een reden. Laten we deze vurige adem van poëzie in leven houden! Laten we haar tot een concrete utopie omvormen door de wereld en het leven te veranderen! Geen vrede met de politie en haar meesters! Iedereen de straat op! Zij die de woede niet kunnen voelen kunnen beter hun smoel houden!
12
Communiqué aan mijn ouders Tekst geschreven door een middelbare scholiere Ik weet dat ik jullie voor veel dankbaar mag zijn. Jullie hebben mij op de wereld gezet, me gevoed, met te drinken gegeven, me opgevoed. Jullie houden zelfs van me. Of, ten minste, jullie zeggen dat jullie van me zijn gaan houden. De zaken liggen namelijk wat anders. Jullie hebben mij gebaard in een wereld die jullie dwong om me iedere dag ergens achter te laten, om achter jullie klusjes en baan aan te hollen. Jullie hebben me op de wereld gezet en zijn sindsdien altijd op zoek geweest naar een plek om me op te laten vangen. Jullie brachten me naar school en, alsof dat nog niet genoeg was, brachten jullie me ook naar een hoop extra lessen met een extra dosis spanning over een onzekere toekomst. Waarom brachten jullie me op de wereld als die toekomst zo onzeker was? Als deze planeet zo’n gevaarlijke plek is om te leven? Waar bestaat mijn leven dan uit? Twee uur televisie en computerspelletjes per dag? Ik wil de wereld leren kennen, vliegen met open vleugels en alles in een oogopslag zien. Ik wil anderen leren kennen en plezier hebben, blij zijn en niet constant bezig hoeven zijn of ik morgen wel naar school kan omdat mijn werk niet gedaan is. Ik droom van een wereld waar mensen niet op zoek zijn naar een plek om me achter te laten, waar we niet constant gedwongen worden om te werken, waar het niet gevaarlijk is om anderen te ontmoeten, waar de toekomst me niet constant bang maakt en waar geen meesters of slaven bestaan. Ik zie jullie ellende en hoe gewend jullie eraan geraakt zijn en dat wil ik niet. Jullie kunnen mijn hoofd niet laten buigen simpelweg omdat jullie dat al lang doen. Ik wil geen slaaf of baas zijn; ik wil dat mensen mij met rust laten. Ik ben niet bang van deze honden in uniform die jullie zo vrezen. Jullie zien orde en veiligheid in hen. Stop maar met me de les te lezen want ik weet maar al te goed dat deze orde door en door hypocriet is en wat de ‘veiligheid’ betreft zijn ze zelf het grootste gevaar. Ze zijn symbolen van de macht; van jullie eigen autoriteit, van de autoriteit van de leraar, van de politicus, van alle ‘verstandige volwassenen’ die dat soort posities bekleden. Jullie hebben geleerd zo te leven, ik niet. Als ze met mij willen sollen gaan ze het erg moeilijk krijgen. Ze maken geen schijn van kans en dat kunnen ze maar beter onthouden. Ik ben pisnijdig en gevaarlijk, en ik ben verre van de enige. We zijn overal, zelfs in de huizen van deze moordenaars. 13
Waar ze ook gaan, ze gen. Uiteindelijk zullen
kunnen zich niet voor ons verberwij overeind blijven en niet zij.
Wees niet boos op mij, ik doe slechts wat jullie me geleerd hebben. Jullie hebben altijd gezegd dat opstandigheid bahalo is, rotzooi en verwoesting. En nu ik in opstand kom, is rotzooi en verwoesting wat er gaat komen. Ik hou van jullie, op mijn eigen manier, maar ik hou wel oprecht van jullie. Ik moet echter mijn eigen wereld opbouwen om mijn eigen leven in vrijheid te kunnen leven, en om dat te kunnen moet ik deze wereld verwoesten. Voor mij is dat het belangrijkste. Om met jullie taal te spreken: het is mijn plicht. December 2008
14
Het Exarchia plein en de buurtbijeenkomsten Argiris, een al langer actieve anarchist uit Athene Het ging ongeveer zo. We zaten thuis, ongeveer vierhonderd meter van het Exarchia plein. Het was rond juni 2003, een uur of half 3 in de middag, we dronken wat koffie en rookten de eerste joint van de dag. En plotseling werden we gebeld. Een vriend van ons was op het plein, ze zei dat er wat bouwvakkers op het plein waren met wat machines en het leek erop alsof ze iets wilden bouwen, in de toen algemene geest van de Olympische spelen. In die tijd was er sprake van gentrificatie door de hele stad voor de Olympische spelen. We begrepen meteen dat ons moment gekomen was om dit probleem op het plein aan te pakken. Het grappigste was dat meteen toen ik ophing, ook al waren we maar met z’n vieren midden in een grote stad, ik een natuurlijk gevoel van kracht had dat we al deze bouwprojecten zelf tegen konden houden. Het meest interessante gevoel die middag was voor mij dit hartstochtelijke enthousiasme zonder verklaring, dit gevoel van kracht en toewijding. Omdat we besloten dat dit niet zou gebeuren, zou het niet gaan gebeuren. Daar waren we zeker van. Er waren vier van ons en we liepen naar dat plein alsof we een leger waren. We brachten een monster met ons mee en dat monster was de reputatie, de mythologie van de anarchistische beweging in het algemeen. We droegen de kracht van alle acties die ons voorgegaan waren met ons mee. We waren niet slechts met vier, we waren met 2000. Toen we daar aankwamen gingen we direct naar de bouwvakkers toe en vroegen we “wat doen jullie hier? Wie is hier verantwoordelijk voor?” Dat weten we niet, dat weten we niet riepen ze maar ze wezen ondertussen naar een dikke vent die in een café aan de overkant een frappe zat te drinken en de werkopziener was. Hij had de leiding. En toen we met die kerel gingen praten zagen we dat ze al een flink gat hadden gegraven, anderhalve meter diep en twee meter breed. Dus we gingen naar die vent toe en vroegen hem “waarom ben je hier? Wat ga je doen?” “Er zijn plannen voor grote veranderingen op het plein” zei hij. “Dit ligt al vast.” Hij zei dat hij hier niet voor verantwoordelijk was, alleen voor het afmaken van de klus. En wij vroegen hem erg beleefd “wat is dit plan dan, hoe komt het plein er uit te zien?” Hij vertelde dat ze het beeld, het klassieke beeld van de oude god Eros in het midden van het plein, weg zouden gooien. Dit beeld was erg symbolisch voor de vele punk jongeren die hier rond hingen en was een soort beschermengel voor de junks daar.. 15
Mensen schrijven er wat graffiti op, plakken er allerlei posters en aankondigingen op. Het is een beetje het symbolische centrum van het plein. Wij waren uiteraard verbaasd en we vroegen of hij zeker weet dat ze dat beeld weg gaan halen. “Ja, het midden van het plein gaat een fontein worden “ zegt die kerel. De bankjes daar waren oud en vielen van ellende uit elkaar dus wij vroegen of ze die ook gingen vervangen. “Nee, die trekken we uit de grond en hier zetten we iets nieuws neer, cementblokken om op te zitten. Hoe kunnen oude mensen in vredesnaam op die cementblokken gaan zitten? Niemand kan daar toch meer prettig zitten dan?” Riepen wij “Ach wie kan dat nou schelen, hier komen toch geen normale mensen. Het interesseert me geen zak wat je zegt, het ligt gewoon al vast” antwoordde hij. Dus wij zeggen tegen die vent “blijf maar lekker zitten hier en moet jij eens opletten wat er gaat gebeuren.” Die hele middag waren er veel mensen die net zoals wij elkaar aan het bellen waren en hierover in gesprek raakten. En hiermee werd opgeroepen tot een vergadering voor het Exarchia plein. De volgende middag verspreidde het woord zich via de telefoon of persoonlijk en kwamen er 400 mensen bij elkaar. De helft waren bewoners van de wijk en de andere helft waren de anarchisten die hier vaak rondhingen. En toen zijn we naar die bouwplek gelopen en hebben we al die machines in dat gat geflikkerd, ze gesloopt en hebben we tegen de bouwvakkers gezegd dat de mensen van dit plein dit niet toestonden, we stonden het niet toe dat ze een metalen hek rond het plein zouden zetten zodat ze de boel stiekem konden ombouwen. En we zeiden dat wat er in de toekomst hier gebouwd ging worden door de bewoners zelf bepaald zou worden en dat dit openlijk gebouwd zou worden. Uit dit conflict ontstond de vergaderinggroep van het ‘buurtinitiatief van Exarchia’ en deze groep bestaat vandaag de dag nog en speelt een belangrijke rol in het verzet tegen de politieaanwezigheid in de buurt. Door deze georganiseerde strijd werd de bouw flink wat maanden tegengehouden en in de periode die daar op volgde gingen enkele afgevaardigden van de Exarchia buurtvergadering naar het bouwbedrijf om naar de plannen te vragen. In het begin zei het bedrijf dat omdat ze een privé bedrijf waren geen enkele verplichting hadden om de plannen te laten zien.
16
De vergadering besloot dus dat ze geen enkele bouwwerkzaamheden hoefden toe te staan en dat alleen als het bouwbedrijf de plannen van de buurt accepteerde er überhaupt gebouwd zou gaan worden. Dus stelde de vergadering enkele plannen op, waaronder de uitbreiding van het groene deel van het plein met meer bomen en struiken, het behoud van het standbeeld, een afwijzing van de fontein en het bouwen van kwaliteitsbankjes. In het begin stuurde de burgemeester de oproerpolitie naar de wijk om de bouwplek te bewaken. Maar omdat de bewoners het plan hadden gedwarsboomd kon de oproerpolitie het bouwproject niet redden. Ze konden het niet zelf afmaken. En na een maand vertrok de oproerpolitie weer omdat iedere keer als ze even weg gingen, alle machines en hekwerken vernield werden. Dit gebeurde tot drie keer toe en dus werd alle werk stilgelegd voor bijna een jaar. Het was erg grappig omdat er in deze periode geen cement was en de bouwvakkers dus alle losse straatstenen maar hadden weggenomen om aan de bouw te beginnen. Plotseling was het Exarchia plein een en al zand. Ondertussen genoten we hier maar van, zetten we een volleybal net op en kondigden we aan dat we vanaf nu een strand op het plein hadden. Om het plein te verdedigen bleven flink wat anarchistische punks daar. Rondom het plein verzamelden zich allerlei soorten mensen maar in het midden waren er altijd de anarchistische punks. Dat duurde bijna een jaar, dat strand op het plein. Vanwege al deze factoren realiseerde het bouwbedrijf zich dat ze de plannen van de buurtbewoners moesten accepteren en kondigden ze hun verlies aan. Dit vond plaats tijdens de reconstructie rond de Acropolis, in het kader van de Olympische spelen, en dit was toen de eerste twee buurtvergaderingen opgezet werden. Philopapou, rond de Acropolis, was de eerste en daarna was er de groep van de buurtbewoners van Exarchia. Beide groepen waren in staat om de bouwprojecten te stoppen en de gentrificatie tegen te houden. De strijdvaardigheid van deze twee buurtvergaderingen liet talloze anderen opspringen in delen van Athene en in andere steden door heel Griekenland. Dit was het begin van een nieuwe periode in de anarchistische beweging, het contact tussen de krachtige directe actie van de anarchisten en de belangen en begeertes van de buurtbewoners, hun dromen over hun eigen buurt. De buurtbewoners voelden deze samensmelting tussen hun eigen dromen en de kracht van de acties van de insurrectionaire anarchisten en dit was erg goed.
17
Het park van Alexis Grigoropoulos Op zaterdag 7 maart 2009 kwamen 1000 mensen samen op een leegstaande plek die al jaren omringd was door metalen constructiepanelen die de ruimte aan het publieke oog en gebruik onttrokken. Al vijftien jaar lang had de gemeenteraad gezegd dat ze deze plek tot parkeerterrein om zouden toveren en nog steeds lag het er zo bij. Recentelijk had de eigenaar van het stuk grond, dat op 9 miljoen euro geschat werd, besloten om zijn aanbod om daar een park te laten bouwen terug te trekken en was begonnen om bouwplannen op te zetten. Maar een samenkomen van buurtbewoners en anarchisten uit heel Athene handelden eerst. In een dag trokken ze de metalen panelen omver en begonnen hier een park aan te leggen, ze ploegden het asfalt om, bouwden bankjes en plantten bomen. Een van de deelnemers vertelt met trots: “Jarenlang waren deze muren hier en niemand dacht dat hier een lege ruimte achter lag. En de dag dat we ze neerhaalden kon je buren voorbij zien komen om naar deze open plek te wandelen en om zich heen te kijken en de straatnaambordjes nog eens goed te lezen – ze waren verdwaald in hun eigen buurt. We hebben deze plek totaal getransformeerd.” Een bezoeker merkt op: “Weet je wat het beste is? Als je kijkt naar al die oude mensen die het park bewonderen en dat je ziet hoe blij ze zijn.” “Nee,” onderbreekt een Griekse anarchist “het beste is toch echt dat we de stad voor 9 miljoen getild hebben”.
18
Uitnodiging voor de open algemene vergadering in het bevrijdde gemeentehuis van Aghios Dimitrios De bezetting van het gemeentehuis van Aghios Dimitrios Op 6 December 2008 trok speciaal agent Epaminondas Korkoneas zijn pistool en vermoordde een 15 jarige jongen. De woedde die iedereen voelt is gigantisch, ondanks alle pogingen van de overheid en de massamedia om de publieke opinie te desoriënteren. Het is nu overduidelijk dat deze opstand niet slechts een eerbetoon aan het tragische verlies van Alexandros Grigoropoulos is. Er is sindsdien veel gezegd over geweld, diefstal en plunderingen. Voor de media en de machthebbers is geweld alleen dat wat de dominante orde vernietigd. Voor ons, echter, geldt: Geweld is veertig jaar werken voor kruimels en je afvragen of je ooit met pensioen kan. Geweld zijn de obligaties, de gestolen pensioenen, de verzekeringsfondsenfraude. Geweld is gedwongen worden een hypotheek af te sluiten die je slechts in bloed terug kan betalen. Geweld is het recht van de baas op je te ontslaan wanneer het me uitkomt. Geweld is werkeloosheid, ‘flexibel’ werk, een salaris van 700 euro per maand. Geweld zijn de ‘bedrijfsongelukken’ die gebeuren omdat de bazen bezuinigen ten koste van de arbeidsveiligheid. Geweld is het slikken van antidepressiva en vitaminen om het uitputtende werkschema vol te houden. Geweld is immigrant te zijn, te leven in constante onzekerheid met de angst dat je ieder moment het land uitgegooid kan worden. Geweld is tegelijkertijd arbeider, huisvrouw en moeder zijn. Geweld is je dood moeten werken en te horen krijgen om ‘te lachen, we vragen niet zoveel van je’. 19
De opstand van de middelbare scholieren en universiteitsstudenten, van de precaire arbeiders en immigranten, doorbrak dit geweld van de normaliteit. Deze opstand mag niet stoppen! Vakbonden, politieke partijen, priesters, journalisten en zakenlieden zullen doen wat ze kunnen om dit geweld wat we hierboven beschreven voort te zetten. Maar het is niet alleen zij, maar ook wijzelf die verantwoordelijk zijn voor de voortzetting van deze situatie. De opstand heeft een ruimte opengebroken waar we eindelijk onszelf kunnen uitdrukken. Als een verlengstuk van deze opening zijn we doorgegaan met het bezetten van het gemeentehuis van Ag. Dimitrios en de oprichting van een openbare algemene vergadering. Een open ruimte voor communicatie, om de stilte te doorbreken, om actie te ondernemen voor ons eigen leven. Zaterdag 13 december 2008, 7:00pm, openbare algemene vergadering van het gemeentehuis van Ag. Dimitrios. GEEN VERVOLGING! ONMIDDELIJKE VRIJLATING VAN ALLE ARRESTANTEN!
20
Wat de smeris ons vertelde Een korte terugblik op een gesprek tussen een anarchist en een progressieve student met veel anarchistische vrienden, op een nacht in het bezette park… We waren wat aan het praten over de opstand, over de tactieken van de staat, over hoe we de revolutie konden winnen, wat de zwakheden van het anarchistische milieu waren, wat er goed ging. Net zoals alle andere avonden in Exarchia. Sommige nachten was de hele buurt een gigantische bijeenkomst, een zwerm van de zoemende bijen van de revolutie, al pratend, discussierend, theoretiserend, plannend, lachend, socialiserend het netwerk aan het versterken. Op een bepaald moment had ik het over de Kolonaki aanvallen om een methode te noemen om de strijd vers te houden in de geesten van mensen, om te laten zien dat anarchisten ook buiten Exarchia konden handelen, zelfs in de meest rijke buurten. Toen zei hij: “Maar de Kolonaki aanvallen waren het werk van de politie.” “Wat? Waar heb je het over? Ik bedoel die keer in maart toen dertig koukouloforoi al die superdure winkels aan puin sloegen.” “Ja, dat was de politie.” “Niet waar man.” “Jawel. Een aantal wouten hadden dit tegen een vriend van mij gezegd. Ze zeiden ‘ja, dat waren wij.’” “Nou ik kan je verzekeren, het was niet de politie.” “Hoe weet jij dat nou?” “Dat weet ik gewoon.” “Hoe?” “… we kennen die mensen die dat gedaan hebben.” “Dat geloof ik niet, waarom zou de politie zeggen dat zij hier achter zaten?” “Om verdeeldheid te zaaien en de meer agressieve acties in diskrediet te brengen natuurlijk.” 21
“Maar deze vriend is totaal niet politiek, het is onzin om dat tegen een argeloze student te zeggen.” “Nou, kijk maar hoe snel dat gerucht zich in het anarchistische milieu heeft verspreid en de mensen die daar rondom heen hangen…” Het is altijd hetzelfde spelletje. Iedereen moet zijn eigen niveau van betrokkenheid kiezen maar iedereen moet deze aanvallen ondersteunen. We kunnen ze bekritiseren – intern bekritiseren – maar de steun moet er wel zijn. Als we bang zijn om te laten zien dat deze aanvallen ons vreugde brengen, niet per se als onze eigen handelingen maar als onderdeel van onze strijd, dan gaan mensen deze acties als marginaal zien en gaan alle onzekere mensen zich vastklampen aan geruchten dat dit een provocatie van de Staat was bedoeld om de strijd in diskrediet te brengen. Iedereen houdt van een samenzwering die hen tot slachtoffers maakt in een moreel spelletje en niet tot protagonisten die dappere acties ondernamen in schimmige situaties. Het is erg triest om na te denken over alle dappere strijders die de geschiedenisboeken in gingen als politieprovocateurs dankzij mensen die het echte politiewerk op zich namen door de meest vooraanstaande aanvallen van de strijd af te schrijven, die misschien soms slecht richten, maar altijd nodig zijn.
22
We begonnen met 300 en kwamen terug met 500 Andreas, een kraker uit Thessaloniki Op zaterdag kregen we het nieuws van Alexis’ dood te horen via de telefoon. Vijfhonderd mensen kwamen spontaan bij elkaar in de universiteit. Op deze bijeenkomst deelden we de informatie die we hadden maar dit eindigde niet zo best. We konden het niet eens worden over wat we moesten doen en splitsten ons op in tweeën. De kleinste groep bleef rond de universiteit voor hit en run aanvallen en de grootste groep liep richting Egnatia, de hoofdstraat van Thessaloniki om alle banken en luxe winkels kort en klein te slaan. Ik zat in deze tweede groep. Er waren ook kleine groepjes vrienden die door de hele stad doelwitten aanvielen: banken, politiebureaus, etc. Maar deze strategie, of beter gezegd dit gebrek aan strategie, pakte erg goed uit omdat de politie haar krachten moest opdelen en totaal niet wist wat ze konden verwachten. Een groot aantal bevond zich bij de universiteit en was in gevecht geraakt met de studenten daar en verdedigde die nieuwe bouwplek voor de metro en dus waren er geen wouten op Egnatia. We hadden de straten voor onszelf. En dan nog iets: we begonnen met 300 mensen, we vetrokken vanuit Kamara en we kwamen terug met 500 omdat mensen op straat zich bij ons aansloten. Ze waren niet bang omdat we dit allemaal erg kalm deden. Ja, we waren ontzettend boos, we waren ziedend over de dood van Alexis maar we hielden ons hoofd koel. De banken gingen eraan en dus deden we dat, maar we deden het kalm. Een ruit, BAM, volgende ruit, BAM, oh daar is iemand die bang is, nou dan praten we even met hem en brengen we hem aan de kant en op naar de volgende ruit. Niemand had een reden om bang voor ons te zijn, ze sympathiseerden met ons en hadden het gevoel dat ze zich bij ons konden aansluiten en dus deden ze dat. Gewoon, normale lui op straat. In sommige landen is er een kritiek op pacifisme. In Griekenland is er een kritiek op geweld. Maar het is een erg zwart-witte zaak. Iedereen begrijpt dat het een deel van de strijd is maar sommigen vinden het maar niks en anderen vinden het prachtig. Er is weinig middenweg. Als je zegt dat je in het midden staat, dan snapt niemand je meer. Maar ik zit in dat grijze gebied. Ik denk dat het nodig is om voorzichtig te zijn met geweld. Ik zeg niet dat we het niet moeten gebruiken, natuurlijk moet dat, maar doe het kalm aan en zonder de controle over jezelf te verliezen. Je moet koeltjes blijven. En je kan dit toepassen op ieder niveau, ongeacht de hoeveelheid geweld waar het om gaat.
23
Omdat we kalm bleven sloten mensen zich bij ons aan op zaterdagavond en keerden we terug met nog meer mensen. We liepen over Egnatia, vielen het politiebureau aan met allerlei projectielen en keerden weer terug naar dezelfde straat om de overgebleven ruiten in te slaan. Op de eerste dag was het erg onduidelijk wat er aan de hand was. Na de tweede dag waren overal studenten die vuilnisbakken in de fik staken en kapitalistische doelwitten aanvielen. Ze kwamen uit alle hoeken en kieren en deden dit uit zichzelf. Ik zie hier twee verklaringen voor: een is dat ze deden wat ze op televisie zagen, wat ondertussen normaal was. De andere is dat ze onbewust heel goed weten welke mechanismes hun leven verwoesten en deze haten. De media waren zo ontzettend dramatisch in hun bespreking van de rellen. Ik denk dat het een van de redenen is waarom mensen een paar dagen later mee begonnen te doen. Maar op de vierde of de vijfde dag beseften de nationale media dat ze de situatie aan het destabiliseren waren en besloten ze om hun berichtgeving te censureren. Ze lieten geen brandstichtingen meer zien, ze lieten geen massale confrontaties met de politie meer zien en ze verboden de zin ‘studentenrellen’. Maar de buitenlandse media was iets oprechter en was erg geïnteresseerd in de rellen zodat heel Griekenland haar berichtgeving over de rellen via de internationale media binnenkreeg. Toevallig was er in Athene een conferentie over de rol van de media in een democratie zodat alle internationale pers al in het land was toen de gevechten uitbraken. De media waren verward omdat ze het algemene gevoel niet begrepen en ze verneukten hun berichtgeving dan ook flink. Na de studenten kwamen de hooligans, na de hooligans de immigranten en na de immigranten ging iedere uitgebuite persoon de straten op. Je kon zelfs yuppen met stropdassen brand zien stichten bij banken en opa’s en oma’s stenen zien gooien naar de politie omdat deze met traangas op hun kleinkinderen schoten. Tijdens deze dagen waren er zes of zeven grote demonstraties, echt heel grote. De eerste telde rond de 3000 mensen. Iedere demonstratie vernietigde een ander deel van de stad. En deze hele tijd waren er kleine groepjes die de banken en politiebureaus constant opnieuw aanvielen. Dit is niet overdreven, als er rond 5 uur een aanval plaatsvond op een politiebureau dan vond er om vier over vijf nog een aanval plaats door een andere groep. De wouten waren doodsbang en stonden bijna in hun telefoons te janken, schreeuwend om ondersteuning in de veronderstelling dat ze in de fik gezet zouden worden.
24
De supermarkt onteigeningen waren erg succesvol Nikos, een anarchist uit Athene die ruim tien jaar actief is Een type actie dat steeds vaker voorkwam in het jaar voor de decemberopstand was de supermarkt onteigening. We kwamen dan samen met een groep van minstens dertig mensen, deden onze bivakmutsen op en renden de supermarkt in om onze karretjes te vullen met voedsel. De timing was enorm belangrijk. Binnen in de winkel wist iedereen wat ze moesten doen, iedereen bleef bij een groepje en ging nooit alleen een gangpad in en we waren allemaal binnen een minuut naar buiten. Soms zorgden sommigen van ons ervoor dat de aanwezige werknemers gekalmeerd werden en dat dit een onteigening was, dat alle voedsel gratis verdeeld zou worden en dat we tegen het privaat eigendom waren maar niemand pijn wilden doen. En we zorgden er altijd voor dat we snel weer weg waren. Het duurde altijd maar een paar seconden. In Athene deden we deze onteigeningen vaak dicht bij de openluchtmarkten waar veel mensen buiten aan het winkelen waren. Op die manier hoefden we niet ver te gaan om te zoeken naar een plek waar veel mensen waren om het voedsel te verdelen. Nadat we dit een aantal keer gedaan hadden riepen de mensen, als ze ons aan zagen komen, enthousiast uit: “Zij zijn het! Zij zijn het!” en ze juichten en klapten voor ons en waren erg blij om het voedsel mee te nemen. Het was een erg fijn gevoel om deze mensen te betrekken bij onze clandestiniteit. Ze leerden hiermee ook om niet bang te zijn voor de koukoulofori. Die mensen die volledig in het zwart gekleed gingen, met hun bivakmutsen, die altijd de meest extravagante dingen deden stonden aan hun kant. Dat was erg belangrijk.
25
December revisited Void network Wat voor nieuwe middelen en strategieën zijn er ontwikkeld na december? De belangrijkste kenmerken zijn: Consistentie: We doen hard ons best om antwoorden en een directe reactie te vinden op alle aanvallen door de staat en houden het gevecht levende met acties en bijeenkomsten die bijna iedere dag plaatsvinden. We proberen ook bewust zelfopoffering door kameraden te voorkomen, de rellen en confrontaties met de politie zijn goed georganiseerd en uitgerust en vinden plaats waar en wanneer ze de meeste kans van slagen hebben met de minste kans op arrestaties of gewonden aan onze kant. Door deze overwinningen trekt onze strijd constant nieuwe mensen aan. Politiek werk: We luisteren naar de problemen die spelen in de samenleving, proberen in contact te blijven met wat er speelt en we vallen de oorzaken van die problemen aan, niet alleen de gevolgen. De mogelijkheid van onze beweging om een serieuze rol te spelen in de sociale strijd hangt af van in hoeverre we in staat zijn diepe wortels te slaan in de sociale conflicten die er spelen. En in hoeverre we hier anarchistische ideeën kunnen inbrengen en een anarchistische praktijk kunnen laten ontwikkelen. Dit gebeurt door de persoonlijke stimulering van een kritische geest en de collectieve creatie van een open, publieke confrontatie met alle vormen van autoriteit. Cultureel werk: De open vergaderingen, pleinbijeenkomsten, publieke parken en ons openbaar leven in het algemeen neigen ernaar om mensen aan te trekken die strijdbaar zijn en de eigenschap hebben om voor zichzelf te denken. Voor het eerst in jaren zijn anarchisten nu klaar om zich zichtbaar op te stellen in deze maatschappij en nieuwe mensen aan te trekken. Niet alleen door onze offensieve kracht maar ook door onze verdediging van onze gemeenschappelijke ruimtes (zoals onze bezette parken en panden) en het creëren van politieke vrijruimtes (zoals de sociale centra door heel Griekenland). Wat ook erg belangrijk is, is de collectieve cultuur die individuen in staat stelt om te profiteren van dit gemeenschappelijke, communale leven zonder hun individualiteit te verliezen zoals maar al te vaak gebeurt binnen de traditionele linkse groeperingen.
26
De constante verspreiding van contra-informatie: Het overal verspreiden van grote posters (van het 70cm x 50cm formaat) is cruciaal voor ons. Omdat alle verschillende groepen en collectieven zoveel verschillende posters maken is het hele theoretische spectrum over de muren van bijna iedere stad te vinden. Je zou bijna geen boeken meer hoeven te lezen, de theorie staat op de muur! De verspreiding van duizenden gratis flyers, communiqués en brochures gaat samen met het grootschalige gebruik van graffiti en stencils om onze boodschap te verspreiden. Ook zijn er kameraden die vaak naar de centrale pleinen van hun steden gaan met een kleine geluidsinstallatie om muziek af te spelen, flyers uit te delen en politieke teksten hardop voor te lezen. Met deze manier van contra-informatie richten ze de aandacht van mensen op specifieke sociale conflicten, verhogen ze de solidariteit en ontwikkelen ze discussies met voorbijgangers. Kun je enkele voorbeelden geven? 1. De buurtvergaderingen. Die worden georganiseerd met uitnodigingsposters en flyers die van deur to deur worden verspreid om antwoorden op lokale problemen te vinden en die te verbinden met de algemene sociale problemen. 2. De bezette parken bieden een directe verbinding tussen de ecologische problematiek en het alledaagse leven in de stad en produceren nieuwe bevrijdde publieke ruimtes waar verschillende soorten mensen elkaar kunnen ontmoeten en samen kunnen (proberen) te leven. 3. De verschillende kraakpanden bieden allemaal derdak aan de verschillende manieren van tisch denken en helpen deze een publiek gezicht
een onanarchiste geven.
4. De nieuwe sociale centra bieden workshops, gratis lessen, gratis voedsel, goedkoop drinken, gratis boeken, lezingen, filmvoorstellingen, DJ sets, concerten en een open, sociale ruimte om elkaar te ontmoeten. Ze verbinden de meer gepolitiseerde groepen en individuen met de rest van de buurt.
27
5. De kleine stadsguerillagroepjes blijven strijden. Deze worden gevormd door mensen die elkaar door en door kennen en vertrouwen. De enorme waslijst aan confrontaties met de verschillende instituten van de staat en het kapitaal blijft groeien en biedt een signaal aan de maatschappij dat deze doelwitten verantwoordelijk zijn voor de uitbuiting en onderdrukking die we dagelijks meemaken. 6. De actieve anarchistische studentengroepen communiceren iedere dag met elkaar en met andere studenten. Ze vormen de universiteit om tot een publieke ruimte die iedere week tientallen publieke bijeenkomsten organiseert, samen met kameraden van andere politieke groepen en collectieven. 7. We verdedigen gezamenlijk onze publieke autonome zones tegen de politie, neo-nazis, mafia, drugsdealers en projectontwikkelaars. Deze bijeenkomsten produceren een explosieve mix van allerlei soorten mensen die bij elkaar komen en gewend zijn om zich te verdedigen tegen de politie, mafiosi en fascisten. Dit creëert enorm sterke onderlinge banden waardoor de verschillende groepen en vriendenkringen meteen klaar kunnen staan wanneer er gehandeld moet worden. 8. Er zijn veel solidariteitsgroepen en comités die onze gevangenen ondersteunen. De openlijke, publieke ondersteuning voor alle gevangenen geeft uitdrukking aan onze afkeer van het gevangeniswezen en benadrukt de echte oorzaken van criminaliteit in deze maatschappij. Het brengt de anarchistische gevangenen ook dichter bij de ‘non-politieke’ gevangenen wat hen enorm respect en steun binnen de gevangenis heeft opgeleverd. 9. De steun aan Konstantina Kuneva (een schoonmaakster die zuur in haar gezicht gegooid kreeg door een knokploeg van de werkgevers, red.) en alle andere arbeiders laat aan de bazen zien dat als ze een van ons raken, ze de confrontatie met ons allemaal aan moeten gaan. 10. De directe strijd op de werkvloer door de ‘basisbonden’, van onderop georganiseerd en los van de vakbonden, hebben een diepgewortelde, radicale strategie en bewustzijn achter gelaten in de loop van de jaren en staan aan de basis van de strijdbaarheid op de werkvloeren.
28
11. Indymedia (een van de best bezochte websites in Griekenland) functioneert als een strategisch centrum voor alle organisatie en als een digitale publieke aanplakpaal waar aankondigingen voor acties, debatten, bijeenkomsten en andere evenementen worden verspreid. De meeste kameraden beginnen hun dag door de Indymedia kalender te bekijken en te beslissen naar welke actie, bijeenkomst of vergadering ze die dag gaan. 12. Het opzetten van de gezamenlijke piratenzenders en digitale radiostations vanuit de universiteiten en sociale centra verspreidt een boodschap van verzet en creëert de culturele en politieke gemeenschappen hier rondom heen. 13. De straatfestivals, de freeparty beweging, de illegale raves, kraakfeesten, DIY concerten, radicale hip-hop optredens, politieke punk & indie-rock bands, etc. brengen duizenden jongeren in contact met radicale subculturen die nauw verbonden zijn met het anarchistische spectrum en bieden een experimentele vrijheidservaring die niet te repliceren is via boeken en woorden. 14. Het bezetten van het nationale operagebouw, de kantoren van een grote krant en de studio van de staatstelevisie door diverse kameraden met de boodschap om niet langer toeschouwers in hun eigen leven te zijn, “everyone to the streets!”, heeft ook erg geholpen om mensen wakker te schudden en bevorderde de verspreiding van opstandige ideeën. 15. De bezetting van het hoofdkantoor van de GSEE (grootste vakbond, aan de heersende PASOK-partij verbonden) door een grote groep arbeiders gaf een duidelijk signaal af over de rol van de vakbonden in het in stand houden van het kapitalisme en hun collaboratie met de bazen. 16. De antifascistische acties tegen de diverse ultrarechtse groeperingen en partijen (zoals de Gouden Dagenraad, LAOS, etc.) en in solidariteit met de immigranten maakten duidelijk dat de strijd voor ons internationaal is en we alle nationalisme afwijzen. 17. Het video- en mediawerk wat geupload werd over het hele internet werd later zelfs gebruikt door mainstream TV zenders. Deze beelden lieten onder andere zien dat de politie neo-nazi groepen bewapende om demonstranten en immigranten aan te vallen. Ook de amateurbeelden van de moord op Alexis of andere momenten van politiegeweld hebben heel erg bijgedragen aan het rechtzetten van de publieke opinie over deze zaken.
29
18. Het opzetten van de honderden verschillende blogs en websites van allerlei groepen, publicaties en initiatieven hebben de digitale ruimte gemaakt voor het verspreiden van onze boodschap en nieuws, iets wat het monopolie van de mainstream media grotendeels gebroken heeft. 19. De onophoudelijke stroom van flyers, brochures, posters, CDs/DVDs en boeken die gratis worden uitgedeeld in kraampjes of aangeplakt op de muren door alle steden hebben onze boodschap over verschillende zaken in de maatschappij erg helpen verspreiden. Omdat ze hier actief verspreid worden en je er niet naar op zoek hoeft (zoals met het internet) bereikt het grote groepen mensen die hier voorheen nog nooit over nagedacht hadden.
30
We moeten duidelijk maken dat het makkelijk is om aan te vallen. Ego te provoco Na december was er niet veel tijd voor reflectie of zelfevaluatie omdat er zoveel drang was, zoveel wat gedaan moest worden. Maar december eindigde niet van de een op de andere dag, er bleef van alles opduiken, zoals de Kuneva zaak (een strijdbare schoonmaakster die zuur in haar gezicht gegooid kreeg door huurlingen van haar werkgever), en rond Nieuwjaar waren er dan ook bezettingen en gewelddadige demonstraties voor Kuneva. December is nog steeds niet ten einde. Er zijn uiteraard nog de gevangenen van december, de bezette parken, etc. Het is een aanhoudend proces. De revolutie bevroor niet. En de diverse collectieven die de kop opstaken in december blijven hun discours verspreiden en acties ondernemen. Zelfs dit gebouw [waar het interview plaatsvind], het Patision kraakpand, is een gevolg van de bezetting van het hoofdkantoor van de vakbond en de relaties die daar gevormd zijn. Dit alles is een mogelijkheid geweest om een nieuwe manier van leven te testen. Ik zie een hoop interesse in het terugwinnen van het publieke leven. Mensen willen het privé leven achter zich laten, de toenemende privatisering van hun levens. Ze verzetten zich hiertegen en proberen zich publiekelijk uit te drukken en dit is een plek waar we meningen kunnen horen die eerder niet gehoord werden, van mensen die we nog niet kenden, om dingen met hen te ondernemen en nieuwe structuren op te bouwen. De bezetting van het vakbondshoofdkantoor was een echte openbaring. Een week eerder had niemand durven raden dat we zo goed en harmonieus samen zouden kunnen werken. Dit waren voornamelijk mensen die elkaar al jaren kenden plus wat onbekenden maar ik geloofde nog steeds dat we niks met hen zouden kunnen ondernemen. Maar samen organiseerden we het gebouw, kookten we, maakten we schoon, drukten we flyers en posters, discussieerden we en ondernamen we externe acties – sabotage, de coördinatie van aanvallen tussen honderd mensen. En een of twee uur later voerden we die aanvallen met minimale fouten uit. Dit was echt nog nooit eerder vertoond. Hoewel het gros van de revolutionaire middelen die de beweging gebruikt vrij oud en gevestigd zijn – zoals kraken, het opzetten van blogs of de aanvallen – bleken ze erg nuttig in december. Er is een herwaardering van deze oude methoden gekomen en ze hebben een gigantische nieuwe impuls gekregen en meer en meer mensen beginnen ze over te nemen. 31
Een jaar geleden werd kraken niet als iets offensiefs gezien maar nu is het een stuk offensiever, een vorm van aanvallen, en dit komt vanwege de nieuwe relaties die we intern opbouwen. Hetzelfde geld voor de aanvallen. De geweldsmiddelen die tijdens de opstand gebruikt werden zijn enorm wijd verspreid geraakt. Jongeren vielen politiebureaus aan. Supermarkten werden onteigend en mensen die deze methoden nog nooit hadden gebruikt konden dit nu wel doen. De atmosfeer was niet zo gevaarlijk dus veel mensen konden deel nemen. Als je het aantal strijduren telt van de mensen die nu achttien of negentien zijn, zijn dat er meer dan ik er heb tussen mijn zestiende en achtentwintigste, omdat we altijd moesten wachten op 17 november (de herdenking van de opstand tegen de Junta) en de linkse demonstraties en dat was het dan. Dat is de praktische kant van het verhaal. De theoretische kant is dat tijdens de algemene vergaderingen, in de theaters met vijfhonderd aanwezigen we openlijk spraken over de gewelddadige aanvallen die nog nooit eerder plaats hadden gevonden. Dit bereidde mensen voor op het idee dat het wel eens gevaarlijk zou kunnen worden, zodat mensen hier over na gingen denken. En er was geen hiërarchie die bepaalde dat sommige mensen goed genoeg waren om te koken en schoon te maken en flyers te maken en dat er een onzichtbare groep was die in staat was om de aanvallen uit te voeren. Nee: iedereen kookte, maakte schoon en voerde de aanvallen uit. Het was prachtig om mensen betrokken te zien bij deze confrontaties op een manier die eerder ondenkbaar was. Er was een complete stroomversnelling. Betrokken raken bij het plannen en uitvoeren van zo’n aanval werd normaal terwijl dat hiervoor echt een gesloten iets was. Er is een toename geweest in de denktrend van individuen en acties terwijl de losse periferie meer naar het centrum komt en meer en meer betrokken raakt bij de centrale procedures van de beweging. Meer en meer mensen raken betrokken bij kritische discussie en contra-informatie en ook bij de aanvallen en sabotage. Mensen nemen dingen een stuk serieuzer. Voor december was het aan een paar groepen om de contra-informatie uit te voeren zodat iedere groep erg belangrijk en uniek was, maar nu is het zo diffuus, komt het uit zoveel hoeken van de maatschappij dat het belangrijk is om de beelden van december bij ons te houden om de moed en onze herinnering hieraan te bewaren omdat de staat precies dat weg wil vegen.
32
Daarom gebruiken we de beelden van december om het conflict gegeneraliseerd te houden. Persoonlijk ben ik erg tegen de ‘creatieve’ vormen van contra-informatie. Ik denk dat dit het spelletje van het spektakel meespelen is. De situatie is zo serieus en iedereen erkent dit, we hebben geen trucjes nodig. We zijn geen reclamebureau, we zijn een revolutionaire beweging en we zeggen waar het op staat. Mensen zijn daar echt wel klaar voor. Als mensen eerder geen flyer van ons aannamen was dit niet omdat hij niet glimde en er niet helemaal gelikt uit zag maar simpelweg omdat er voor december geen perspectief was, mensen konden het eind van de tunnel niet zien en de tunnel leek niet zo ondragelijk. Maar die is een stuk ondragelijker geworden en mensen zien het einde ervan. Iets moet gedaan worden en iets kan gedaan worden, in hun ogen, dus hoeven we geen marketingtrucjes te gebruiken om met ze te communiceren. Het doel van contra-informatie is om mensen te herinneren aan de redenen waarom we moeten aanvallen. Als mensen overtuigd zijn vinden ze hun manieren wel. Ten tweede moeten we mensen herinneren dat dit door het hele land gebeurde en we niet van straat geslagen zijn; het was niet de repressie die de opstand beëindigde. Ten derde moeten we het duidelijk maken dat het makkelijk is om aan te vallen. En dit doen we door te laten zien dat er continue aanvallen plaatsvinden. Terwijl het regime zichzelf militariseert, moeten wij blijven aanvallen om te laten zien dat het kwetsbaar is en niet de totale ‘veiligheid’ en macht heeft die het beweert te hebben om aan de andere kant een discours te produceren tegen de ‘veiligheidsstaat’ an sich, om haar bestaansredenen in twijfel te trekken. De Griekse samenleving is allergisch voor militaire oplossingen en de staat maakt een grote fout. Er is een grote opstand als gevolg van een politiemoord en wat is hun oplossing? Meer politie. Erg snugger. Alexis werd vermoord door een agent van de speciale eenheid en alle retoriek richtte zich op het idee van onvoldoende training. En nu zetten ze deze speciale eenheid in hun nieuwe Delta eenheid, om met een nog hoger niveau van geweld om te gaan met nog een weekje extra training. Ze schieten zichzelf in de voet. Veiligheid is niet de centrale waarde van de Griekse samenleving, ondanks de pogingen sinds de jaren ’90 door angst over ‘immigranten criminaliteit’ te verspreiden. Daarna waren er de Olympische spelen en de veiligheidsmaatregelen die daar bij kwamen kijken en daarna het nieuwe politiekorps en de camera’s.
33
De Griekse staat aapt de grote Westerse metropolen na. Maar Griekenland is een ander type maatschappij dus dit is een volstrekt idiote aanpak. Ze snappen niet hoe maatschappijen werken en denken zuiver mechanistisch, het werkte in New York zeggen ze, dus moet het hier ook werken. Voor hen zijn er slechts individuen en is er geen maatschappij, het zijn Tatcherieten. De Grieken hebben misschien wel honderd verschillende problemen met camera’s die de inwoners van Londen misschien niet hebben. Mensen breken hier iedere dag honderd wetten, lopen door rood, betalen niet voor de metro. Dus dit soort veiligheid is een leuk woord voor bij de koffie maar als die agent je de parkeer- of snelheidsboete overhandigt denken mensen daar ineens anders over. In Londen denken ze daar misschien weer anders over. Vanuit het oogpunt van de antagonistische sociale beweging zijn er twee in elkaar grijpende manieren om hier mee om te gaan. Een heeft te maken met het tegengaan van de ‘antiterreur’ discours na 9/11, dat van asymmetrische dreigingen en immigranten. Het andere heeft te maken met het tegengaan van de ‘eis’ naar veiligheid in het dagelijks leven. Dus aan de ene kant is de eis voor veiligheid zelf een strategie van de counterinsurgency. Op deze manier voorkomt ze opstand door een verlamde samenleving te bouwen, waar ieder in zijn of haar kleine huisje zit, zich niet bemoeit met publieke zaken en zich alleen op haar ‘eigen’ zaken richt. Aan de andere kant geeft het de staat de ideologische artillerie en de materiële artillerie en de voorbereiding om iedere uitdaging op de straten tegen te gaan. Een manier oom dit fenomeen tegen te gaan is door duidelijk te maken dat dit een oorlogsonderneming is, een oorlogsstrategie van de staat tegen de samenleving. Maar het is anders in Groot Brittannië of Amerika, waar de meeste mensen er van overtuigd zijn dat er corrupte elementen in de staat zitten maar dat de staat an sich te vertrouwen is. In Griekenland geloven niet veel mensen dat, er is een enorm wantrouwen tegenover alle politici. Er is niet echt een maatschappelijk middenveld in Griekenland met een sociaal contract. Er is een lange traditie van eenzijdige dictaten en dit wordt ook zo ervaren, ook al is er in werkelijkheid sprake van een complexere relatie van medeplichtigheid. Verzet is dus een groot goed en op meegaandheid wordt neergekeken. Dat stinkt naar de junta. Veel van de Griekse verbeelding put inspiratie uit waarden van verzet. Uiteraard ligt het in werkelijkheid complexer en is er sprake van sociale medeplichtigheid. Maar in Groot Brittannië is bijvoorbeeld zowel de echte maatschappij als de ideale maatschappij medeplichtig aan het systeem.
34
Traditioneel waren we tegen het gebruik van de media om met het publiek te communiceren. Het is een zaak die al lang speelt in het anarchistische milieu. Er was ooit samenwerking met de media tot de vroege jaren ’90, maar niet meer. Het argument is dat je vervreemding niet met vervreemde middelen kan bestrijden. En je kunt niet beweren dat journalisten tuig en verklikkers zijn en ze tegelijkertijd gebruiken. En op een hoger niveau is het een kwestie van het spektakel, van of je de media überhaupt wel kan gebruiken. Zelfs als er een artikel van je in de krant verschijnt is dat altijd te midden van een stortvloed aan andere stukken zodat het slechts een stukje steriele informatie wordt, het ideaalbeeld van democratisch pluralisme. Samenwerking met de instituties is altijd een obstakel voor de ontwikkeling van autonome structuren. Onze relatie met communicatie is gebaseerd op faceto-face relaties in de straten. Soms zijn we tegen het gebruik van Indymedia, wat vaak het fictieve idee geeft dat we een denkbeeldige gemeenschap van delen hebben, maar materieel is er geen sprake van delen of gemeenschap. Velen zien indymedia dan ook vaak als onderdeel van het spektakel.
35
We zullen of onze geschiedenis samen bepalen, of haar bepaald laten worden zonder ons Algemene vergadering van opstandige arbeiders Wij, handarbeiders, werknemers, werkelozen, flexwerkers, lokalen of immigranten, zijn geen passieve tv-kijkers. Sinds de moord op Alexandros Grigoropoulos op Zaterdagnacht nemen we deel aan de demonstraties, de confrontaties met de politie, de bezettingen in het centrum of in de wijken. Keer op keer hebben we ons werk en onze dagelijkse verplichtingen moeten laten vallen om de straat op te gaan, samen met de scholieren, de studenten en de andere proletariërs in onze strijd. WE HEBBEN BESLOTEN HET GEBOUW VAN DE GSEE* TE BEZETTEN - Om haar om te vormen tot een ruimte van vrije uitdrukking en een ontmoetingsplek voor arbeiders. - Om het mediafabeltje tegen te gaan dat er geen arbeiders bij de confrontaties betrokken zouden zijn, dat deze dagen van woede slechts de aangelegenheid van 500 ‘gemaskerden’ en ‘hooligans’ zouden zijn, waarbij ze op de tv-schermen arbeiders afschilderen als slachtoffers van de confrontaties terwijl de kapitalistische crisis die in Griekenland en wereldwijd talloze ontslagen tot gevolg heeft als een ‘natuurfenomeen’ gepresenteerd wordt. - Om de laffe rol van de vakbondsbureaucraten te fileren in hun pogingen om de opstand te ondermijnen. GSEE en het hele vakbondsmechanisme dat hier aan vast hangt ondermijnt de strijd, verpatst onze arbeidskracht voor wat kruimels en zet het systeem van uitbuiting en loonslavernij vrolijk voort. De opstelling van GSEE afgelopen woensdag was tekenend: GSEE zegde de geplande stakingsdemonstratie af, hield het bij een kleine bijeenkomst op het Syntagma plein en zorgde er tegelijkertijd voor dat mensen daar snel weer weg gingen uit angst dat het virus van de opstand hen zou besmetten. - Om deze ruimte voor de eerste keer te openen – als een voortzetting van de sociale opening opgeworpen door de opstand zelf – als een ruimte gebouwd op onze bijdragen, een ruimte waar we uitgesloten werden. Al deze jaren hebben we ons lot laten afhangen van ‘verlossers’ in allerlei soorten en maten, en uiteindelijk houden we zelfs onze waardigheid niet eens over.
36
Als arbeiders zijn wij begonnen onze verantwoordelijkheid te nemen en zijn we opgehouden met te vertrouwen op ‘wijze leiders’ of ‘kundige vertegenwoordigers’. We moeten zelf een stem krijgen, zelf bij elkaar komen, zelf in gesprek raken, zelf beslissen en zelf handelen. Tegen de algemene aanval die wij voor onze kiezen krijgen. De opbouw van een collectief ‘grassroots’ verzet is de enige manier. - Om het idee van zelforganisatie en solidariteit in de werkplekken te bevorderen, om strijdcomités en collectieve grassrootsverbanden op te zetten, om de vakbondsbureaucratie op te heffen. Al deze jaren hebben we de ellende geslikt, het slappe gelul, het geweld in ons werk. We zijn gewend geraakt aan het tellen van onze verminkten en doden – de zogenaamde ‘arbeidsongelukken’. We zijn gewend geraakt aan het negeren van de migranten – onze klassenbroeders – en hun doodsschreeuw. We zijn moe van leven met de angst en stress van de loonarbeid, de voedselbonnen en een pensioen dat nu nog slechts een nevelige droom in de verte lijkt. Terwijl we strijden om ons leven niet in handen van de bazen en vakbondsvertegenwoordigers te laten, zo zullen we ook de gearresteerde opstandelingen niet in handen van de staat en het juridisch apparaat laten. ONMIDDELIJKE VRIJLATING VAN DE GEVANGENEN GEEN ENKELE VERVOLGING VAN DE ARRESTANTEN ZELFORGANISATIE VAN DE ARBEIDERS OP NAAR DE ALGEMENE STAKING Algemene vergadering van opstandige arbeiders
* GSEE - De Algemene Confederatie van Griekse Arbeiders is de centrale Griekse vakbond.
37
De raves en de vrijplaatsen zijn waar het collectieve bewustzijn samenkomt J.: Een libertaire vrijdenker en organisator van ondergrondse happenings sinds de late jaren ‘80 Laten we zeggen dat er drie verschillende fases zijn in de anarchistische beweging. De eerste fase was in de jaren ’80 en die werd gekenmerkt door Oosterse en Westerse filosofieën, psychedelische inzichten en dat alles in combinatie en non-puriteins. Er was weinig onderscheid daartussen. Maar dit veranderde in het midden van de jaren ’90 toen de beweging ‘veritalianiseerde’ om het zo te zeggen. Ze begon het Italiaanse model over te nemen en begon zichzelf te onderscheiden van haar culturele aspecten en hier afstand van te doen door te zeggen dat de enige manier om effectief te zijn door militantie was. Ze nam een objectievere en materialistischere kijk aan. De grote invloeden uit de jaren ’90 was het Italiaanse autonomia en vooral de Situationistische Internationale en de nieuwe beschouwingen van de metropolis, de kapitalistische centra als metropolis, als plaatsen waar het spektakel materialiseert, en in mindere mate ook stromingen als Green Anarchy vanuit de VS. De Duitse underground en punk beweging hadden ook haar invloed en kenmerkten zich door niet zo tolerant ten opzichte van andere aanpakken te zijn. In de jaren ’80 was het makkelijker om tegelijk over Proudhon of de Doors of psychedelische communes te praten. In de jaren ’90 waren dat twee stromingen. De meest prominente was erg materialistisch en rationalistisch, gebaseerd op Westerse anarchistische denkers. De tweede was voornamelijk een minderheid die zocht naar spiritualiteit en utopie. Deze tweede stroming vond echter een grotere afspiegeling in de rest van de maatschappij. Er waren heel veel mensen die zich in dit alternatieve milieu bewogen, maar ze deden dat voornamelijk in kleine groepjes, ze creëerden geen grotere samenkomsten of vergaderingen zoals de eerste stroming. De derde fase - degene die leidde tot december – is er een waarbij heel veel mensen libertaire ideeën hebben, met een meerderheid die militante ideeën aanhangt en een minderheid die een spirituele en culturele focus heeft. Toen iedereen probeerde om vanuit hun eigen oogpunt het beste te doen en dit allemaal samenkwam werd december geboren. De tweede stroming in de jaren ’90 was gebaseerd op spiritualiteit die vooral via de neo-hippie cultuur uit het buitenland in rave parties of rainbow gatherings kwam. Ze was verbonden met reclaim the streets uit Groot-Brittannië. 38
In de Griekse versie daarvan was er eenheid tussen de twee stormingen maar dat duurde niet lang. Niet vanwege staatsrepressie maar vanwege de interne tegenstrijdigheden van deze eenheid. De ene kant dacht dat de andere slechts een stelletje lifestyle anarchisten was die zichzelf verloren in spiritualiteit en meditatie in plaats van het systeem aan te vallen. Er kwam daarmee een breuk, langzaam maar zeker. Hierdoor is een groot deel van de Griekse anarchistische beweging erg puriteins in haar houding. Ondanks dat het anarchisten zijn kunnen ze je soms erg aan Leninisten doen denken. Ze zijn erg strikt, niet zo flexibel. Maar het zijn al deze tegenstellingen die de beweging zo sterk maken, op de een of andere manier. Omdat in tijden van grote sociale onrust al deze mensen samen kwamen en samen handelden voordat ze weer uit elkaar gingen en in losse stukjes braken. Spiritualiteit is niet zozeer belangrijk voor de revolutionaire strijd als voor het veranderen van hoe je naar de wereld kijkt. Als jij verandert is het een stuk lastiger om onderdrukt te worden. Als je een spiritueel persoon bent en verbonden bent met je innerlijke bewustzijn komt het natuurlijk voor je dat je klaar wilt staan voor andere mensen. Je voelt liefde voor hen, je wilt dat ze ok zijn en je wilt niet dat ze leven in een samenleving die alles uit ze zuigt. Spiritualiteit kan je ook erg effectief maken in wat je wilt doen. Het geeft je een heldere geest, niet beneveld door haat. Een geest die klaar staat om te handelen zonder beïnvloed te worden door de giftige omgeving die deze handelingen vereist. Spiritualiteit stelt je in staat om vrijelijk te handelen zodat je niet langer een slaaf bent, niet van buiten noch van binnen. Omdat je dan begrijpt dat het grote spel van het bestaan alle hogere ideologie overstijgt ben je niet langer definieerbaar, ben je iemand die constant verandert. In de eerste stroming is haat soeverein, haat voor de structuren van het systeem. Voor mensen die hun spiritualiteit ontwikkelen is haat niet geldig, het is vergif. Maar dit betekent niet dat we passief zijn. Dit betekent dat we handelen zonder haat, dat we gewoon daar zijn wanneer we moeten schreeuwen of vechten. Maar we hebben een helder hoofd daarbij. We begrijpen dat de echte vijand niet ‘de Ander’ is, maar de waanzin die onze relaties verstoort. De meesten van deze tweede stroming van pacifisten. Maar als het laatste redmiddel is om te vechten, dan is het idee hier dat we toch echt gaan vechten. Maar vaak alleen als laatste optie, als het is om jezelf te beschermen of om de persoon naast je die geslagen wordt te redden. Alleen dan. We ideologiseren geweld niet, maar we ideologiseren pacifisme ook niet. Dat is voor ons heel belangrijk. Omdat je niet vredig kan blijven als iemand naast je wordt aangevallen. Je vecht maar het belangrijkste is dat je geen haat voelt. 39
Wat vind je van het idee dat spiritualiteit een bourgeois levensstijl kan bevorderen? Dat haten we! Daar zijn we compleet tegen, dat is geen echte spiritualiteit. Dat is een manier om jezelf te drogeren. Spiritualiteit gaat over het ontwikkelen van sterke filosofische systemen die langzaam werken; of soms sneller en je naar een hoger bewustzijn brengen. Het heeft niks te maken met kraaltjes en new age winkels en al die bullshit uit californie. Daar zijn we tegen op dezelfde manier dat we tegen de ideologisering van haat zijn. Dat is een belangrijk verschil dat je ziet tussen Griekenland en de Anglo-Saksische wereld. Niemand van ons ziet spiritualiteit als iets dat je kunt kopen. De meesten van ons zijn zoekers, vrijdenkers. We passen niet in Murray Bookchin’s afkeurende beschrijving van lifestyle anarchisme. We vinden zijn ideeën eigenlijk maar niks. Hij was goed in de jaren ’70 maar daarna wilde hij de hele beweging zijn ideeën opdringen en werd hij eigenlijk maar gewoon een oude zeurkous. Alles wat buiten zijn nauwe idee van anarchisme viel moest in een hokje geplaatst worden en afgeschaft worden. We zijn tegen Bookchin, tegen new age en tegen lifestyle. We zijn niet eens postmodernisten. We kunnen ideeën van Baudrillard en de rest nemen maar die hanteren we op onze eigen manier. Postmodernisme is toch maar een Westers idee tussen de duizenden, het is niet echt iets globaals, het is onderdeel van de mythe en ideologie van het Westen. Mensen van buiten de beweging worden erg aangetrokken door de connectie tussen spiritualiteit en libertaire ideeën. Vooral jonge mensen experimenteren met nieuwe manieren van leven. Sommigen trekken uit de grote stad, sommigen gaan reizen, sommigen vinden manieren om in hun eigen buurt en samenleving te reizen. Dit is niet gecentraliseerd en het volgt niet de aanpak van de hoofdstroming van de anarchistische beweging. Deze mensen zijn iets losser en meer koeltjes. Maar in december gingen ze allemaal de straat op. Ze zaten in de raden, waren op de straten, in de rellen, overal. Op de een of andere manier ging december voorbij de klassieke anarchistische groepen in Griekenland. De raves en vrijplekken vormen een deel van het netwerk waar het collectieve bewustzijn samenkomt. Mensen maken er vriendschappen, gebruiken muziek om zichzelf te uiten, gebruiken psychedelica, of niet. Veel mensen gebruiken niet eens psychedelica, het is slechts een van de manieren om een ecstatische kijk op de wereld te krijgen. De rave cultuur bracht veel mensen terug in connectie met de natuur, met vrije liefde en vrijdenken. Natuurlijk waren er sommige mensen in die subcultuur die er in zaten voor business, maar dat is een heel klein deel. De meeste mensen waren daar voor de bijna heilige atmosfeer die zich ontwikkelde op de feesten. 40
Twee generaties kwamen samen en stonden klaar om de apathie te vernietigen. De meeste mensen op die feesten waren pacifisten, maar er was altijd een sterke minderheid die ook flink aan rellen deelnam, en veel raves eindigden dan ook in rellen. Mensen op de feesten wilden de politie buiten houden en vielen hen dan ook aan en dan had je rellen die de hele nacht duurden. In Griekenland valt de politie ondergrondse feestjes niet zo vaak aan omdat ze bang zijn voor tegenaanvallen. Ze vallen liever feestjes van pacifisten aan. Er waren hier veel aanvallen tegen en niemand vocht terug. Dat is hoe ze de outdoor rave scene van de jaren ’90 kapot hebben gemaakt. Mensen organiseerden raves in de bossen en bergen maar die werden constant aangevallen door de politie. Dit gebeurde niet bij de feestjes in de metropolis of bij de feestjes van anarchisten omdat die mensen klaar waren voor een flink gevecht. En tijdens de rellen stopte het feest dan niet, dat ging gewoon door. Het feest was de bron van de rel en iets waar je je dan weer even in terug kon trekken. Ook in de indie rockscene zijn er massale rellen op concerten geweest. Het is belangrijk om op te merken dat deze festivals plaatsvonden waar geen universiteitsasiel was. De concerten werden niet op de universiteitsplekken gehouden maar meestal in het Pedion Areos Park in het centrum van Athene. In de afgelopen achttien jaar zijn ten minste acht grootschalige rellen begonnen vanuit concerten daar en ondanks dat er geen asiel was kon de politie slechts drie keer het concert opbreken. In Thessaloniki in 2003 vond er een zevendaags festival plaats georganiseerd door Void Netwerk dat zou aanhouden tot de nacht van de grote rellen tegen de EU top. Er waren twee verschillende kraakpanden op de campus, een waar vooral ‘Black Bloc anarchisten’ zaten en de andere waar een antiauthoritaire coalitie zat. De feesten vonden plaats tussen deze twee bezettingen en bleven constant aan de gang. Dit waren grootste momenten. Ik denk dat ze mensen voorbereid hebben op de grote demonstraties en rellen. Het was een unieke ruimte voor nieuwe connecties en ideeën. Voor mij was dit belangrijker dan de demonstratie zelf. Het was een grote eenheid tussen neo-hippies en mensen die helemaal into barricades waren. Er waren veel verschillen, veel discussies, maar op het eind kwam iedereen bij elkaar. Er was een party in September 2006 op de Polytechnische universiteit. Dat werd een massale rel met 7000 mensen. De artiesten kwamen uit heel Europa en speelden gratis. De rellen begonnen rond twee in de ochtend en hielden aan tot zeven of acht uur. De politie schoot traangas af en mensen gingen uit elkaar en kwamen dan weer terug. De hele tijd bleef de party door gaan. Mensen vochten tegen de politie rondom de campus en gingen dan weer terug naar de party. 41
Er was een DJ uit Duitsland die zei dat dit een hoogtepunt voor de rave scene was, hij wikkelde zijn t-shirt om zijn hoofd en ging weer naar het podium om tijdens de rel te blijven draaien. Eind 2001 was er een groot feest in de Propilea, voor het universiteitsrecotraat in centraal Athene. Void Netwerk had het pand 24 uur bezet. Al de stammen kwamen samen, er waren tussen de 5000 en 6000 mensen die de straten bezetten en dansten. De oproerpolitie had ons omringd maar kon niks doen omdat het plein beschermd wordt door het asiel. Dit was een belangrijke gebeurtenis omdat al deze mensen zo’n groot deel van de stad bezet hielden, samen dansten, slogans op de muur schreven. In de ochtend hadden we het gebied rondom een groot metrostation, Panepistimio, overgenomen. Veel forenzen en andere mensen kwamen langs en zagen deze scene en begrepen niet hoe dit kon gebeuren, het lag te ver uit hun belevingswereld. En dit is het belangrijkste aan alles, gaten slaan in de realiteit om mensen te laten zien dat we alles wat we begeren kunnen creëren, dwars door deze blokkades in het algemene bewustzijn van de samenleving heen breken. Dat was erg goed. Voor mij somt dit feest het hele idee van een multidimensionale beweging op.
42
De bezetting van de nationale TV Vortex: iemand uit Athene die al bij de beweging betrokken was toen de opstand uitbrak. NET is een van de drie nationale TV stations en zendt over het hele land uit. Wat daar gebeurt ziet iedereen. En dit hele gebeuren vond plaats op dinsdag 16 december. Als ik het me goed herinner werd dit idee voorgesteld door een vriend die mensen kende die binnen de media werkten en wisten hoe alles daar aan toe ging. Ze wisten precies hoe ze gecompliceerde apparatuur moesten gebruiken en een paar wisten ook hun weg door het specifieke gebouw. Ik weet niet zeker of we het hele gebeuren als anarchistisch kunnen bestempelen omdat er ook een aantal niet-anarchisten aan mee deden. De meeste deelnemers waren zeker weten libertair ingesteld en een aantal waren kunstenaars en artiesten. Mensen die aan films hebben gewerkt, acteurs, documentairemakers, allemaal erg bewogen door de dood van Alexis. En sommigen werden pas actief na de moord. Dus kwamen we bijeen in een kelder voor ongeveer een week en probeerden we alles te organiseren. Dat was niet makkelijk omdat we enorm precies moesten zijn over onze handelingen. Het doel was om het nieuws van drie uur te verstoren, het centrale nieuwsprogramma. Iedereen is dan thuis voor de middagpauze, daarom vonden we dat het beste moment. Het moeilijke was besluiten wie wat ging doen, wat we allemaal gingen doen en wie naar welke kamer zou gaan. We hadden drie hoofddoelen. Een was de controlekamer. Die controleert de studio en vanuit daar kan je zien wat er in de studio gebeurt. Het andere doel was de hoofdkamer. Vanuit daar kan je zien of er iets mis gaat zodat het signaal uitgezet kan worden. En het derde doel was de kamer van de directeur van het TV station. We moesten zeker weten welke kamer op welke verdieping lag en sommige mensen met een manier in en uit het gebouw gaven onze de benodigde informatie. We maakten verschillende kaarten op grote vellen van slagerspapier die we aan de muur prikten zodat we de layout van het gebouw uit het hoofd konden leren. Het was van vitaal belang om niet twijfelachtig over te komen als we daar aan zouden komen, zodat niemand ons tegen zou houden om te vragen waar we heen gingen. Een goede kaart was absoluut noodzakelijk voor de actie. Je kan niet naar binnen wandelen en eruit zien als iemand die daar voor het eerst is. Als je de locatie kent, loop je met zekerheid. De psychologie van de actie is enorm belangrijk. Er waren wat oudere mensen betrokken bij de actie en die waren wat twijfelachtig. Toen de dag naderde begonnen ze de kans op succes te betwijfelen en dat veroorzaakte problemen omdat ze domme vragen gingen stellen tijdens de discussies. 43
De drie kamers bevonden zich op drie verschillende verdiepingen. We moesten erg precies zijn in onze timing, op de seconde af. De mensen die de hoofdkamer binnengingen zouden het eerste team vormen zodat de technici geen kans zouden hebben om het signaal af te sluiten wanneer duidelijk zou worden wat er aan de hand was in de studio. We stuurden dit team 30 seconde of een minuut voor het tweede team dat naar de controlekamer ging, de hoofdkamer in. We hadden besloten dat de mensen die de studio in zouden gaan niet zouden praten, ze zouden gewoon een aantal grote spandoeken vasthouden. De presentator zou uit beeld verdwijnen en plotseling zou je spandoeken in de studio zien. Een daarvan zei “Kijk niet naar ons. Iedereen de straat op!” en “Vrijheid voor de gevangenen van de opstand!” en een kleine met “Vrijheid voor iedereen”. Beide teams bevatten mensen die met de apparatuur om konden gaan. Je had ook iemand nodig die met een TV camera om kon gaan. We besloten dat de mensen die de spandoeken zouden dragen, ongeveer 10 in het totaal, maskers konden dragen als ze dat wilden. Maar niemand van hen koos daarvoor omdat degenen die ervoor kozen om op TV te komen geen hardcore anarchisten waren maar vooral artiesten en acteurs. Misschien zagen ze er een artistiekere in plaats van subversievere kant aan. Maar in ieder geval had geen van hen het uiterlijk van een koukoulofori, een gemaskerde. Eerst dacht ik dat het beter zou zijn als iedereen maskers zou dragen, maar toen ik zag dat de actie een succes was zag ik ook dat deze mensen erg zeker van zichzelf waren. En weet je, als jij het niet erg vind, vind ik het ook prima. Erg dapper. Het derde team zou het kantoor van de manager binnengaan met als doel om het even te kalmeren – hij heeft namelijk TVs in zijn kantoor en weet precies wat er in het gebouw gaande is – zodat hij niet meteen de politie zou bellen. Dit team slaagde daar niet goed in. De anderen waren erg professioneel maar dit team faalde hierin. Die vent kon niet gekalmeerd worden en we hadden besloten om geen geweld te gebruiken. Hij werd helemaal gestoord en rende al gillend de gang in. We kamen niet via de voordeur omdat je daar je ID achter moest laten maar er was een zij-ingang voor de apparatuur. Omdat we met z’n vijftigen waren, wat een flinke groep is, besloten we in kleine groepjes naar binnen te gaan over een periode van twee uur. Mensen gingen dus al om een uur naar binnen zodat we de aandacht niet zouden trekken.
44
We gingen allemaal goed gekleed, erg formeel, Ik droeg een pak, dure schoenen, een erg nette broek. En we hadden er ook voor gezorgd dat iedereen iets bij zich had om te dragen, een folder, een CD, een stapel papier, iets zodat het leek alsof we allemaal wat af te geven hadden bij een of ander kantoor, zodat het leek alsof we met een reden daar rond liepen. Ik zat in het team dat naar de hoofdkamer ging en ons team moest snel zijn en als het nodig was, ik zou niet zeggen agressief, maar we moesten duidelijk maken dat we wisten waarom we daar zijn en dat dit geen grapje was. Het doel was dus om naar binnen te gaan, te zorgen dat ze hun handen van de controlepanelen af hielden. Er waren wat flinke kerels in dit team, we moesten er intimiderend uit zien. Ik voerde het woord: daar niet aankomen, weg blijven, blablabla. Het doel was om vijf minuten in de lucht te blijven, erg ambitieus. En we hoopten dat dan de helikopters nog niet gekomen waren en we genoeg tijd hadden om het gebouw te verlaten. Er was een grote kantine op de eerste verdieping en daar zouden we allemaal samenkomen om samen het gebouw te verlaten, zodat we niemand zouden achterlaten. Ieder team was verantwoordelijk voor haar eigen leden. Ik kwam rond twee uur bij het gebouw aan en ging met een andere teamgenoot naar binnen. We gingen via de zij-ingang naar binnen en rechtstreeks naar de kantine waarvan we de locatie kenden door de kaarten. We wisten al hoe we daar moesten komen, waar we heen moesten, etc. Rond half 3 denk ik dat iedereen daar was in die kantine en we deden allemaal alsof we elkaar niet eens kenden. Rond kwart voor twee waren alleen wij nog de kantine. Daarvoor waren er enorm veel mensen uit het hele gebouw omdat het echt een enorm gebouw is. Maar we acteerden allemaal uitstekend, we deden normaal en sociaal. We besloten om niet rond drie uur naar binnen te gaan maar lieten ze tien minuutjes uitzenden. Iedereen had eerst even de kamers bekeken waar ze heen moesten om zeker te zijn dat de kaarten klopten en kwam daarna terug naar de kantine. Flink wat mensen gingen naar het toilet omdat iedereen gestrest was en moest pissen. Rond zes of zeven minuten na 3 stond iedereen voor hun kamer. Om 9 over 3 deed ik mijn handschoenen aan omdat ik geen vingerafdrukken wilde achterlaten, staken we de hal over en gingen we naar binnen. En toen was er een probleem, we vergisten ons op het laatste moment of deze kamer wel de juiste was of dat we een andere moesten hebben en daarom waren we een paar seconden te laat. Toen we de hoofdkamer binnenkwamen was het tweede team al in de controlekamer, een paar seconden eerder.
45
We hadden geluk omdat de mensen in de hoofdkamer bezig waren met iets en niet door hadden wat er aan de hand was. Ik had de professionele namen voor de apparatuur uit m’n hoofd geleerd zodat ik net kon doen alsof ik wist waar ik het over had. Ik riep “Iedereen blijft van de master af, hou je handen weg van die PLF!”. Ik weet nog steeds niet wat een PLF nu eigenlijk is. Er waren maar twee mensen daar en een daarvan pakte een telefoon. Ik pakte hem bij zijn arm en zei “Nee, jij gaat de komende paar minuten even geen belletjes plegen. Niemand raakt hier gewond, we zijn hier gewoon een paar minuten en dan zijn we weg”. Het was belangrijk om te laten weten dat we vriendelijk waren. De mensen die aan het werk waren in de controlekamer flipten hem totaal toen ons team naar binnen kwam en hen verving in hun stoelen. De regisseur begon te gillen en iemand moest haar kalmeren. We bleven geen vijf minuten, uiteindelijk maar net onder twee minuten omdat er een andere kamer bleek te zijn van waaruit het signaal afgesneden kon worden. Daar wisten we niks van. Na iets meer dan anderhalve minuut zetten ze de reclame aan. Het geluk was dat omdat we besloten om tien na 3 binnen te vallen ze bezig waren een live uitzending uit te zenden vanuit het Griekse parlement waar de premier aan het praten was en plotseling was er een fade in, fade out. Eerst zag je de twee beelden samen en toen verdween de premier gewoon en zag je alleen onze spandoeken nog. Toen de reclame afgelopen was zagen we via de monitoren dat onze mensen uit de studio vertrokken dus zeiden ‘bedankt’ en gingen we weg. We gebruikten nooit de liften zodat we hier niet in vast konden komen te zitten, we gingen met de trap naar beneden, kwamen bij elkaar in de kantine, gooiden wat flyers in de lucht en smeerden hem. Die manager stond daar maar een beetje te flippen en ging live op TV en kondigde aan dat hij door een anonieme groep was aangevallen. Sommige mensen die de spandoeken omhoog hadden gehouden waren bekende artiesten. Toen we vertrokken kwamen mensen uit hun kantoren. Iedereen in het gebouw had schermen en had gezien wat er was gebeurd en ze kwamen kijken om te zien wie we waren toen we vertrokken. Sommigen waren erg blij met ons, sommigen klapten volgens mij zelfs maar dat weet ik niet meer zo goed.
46
Buiten stonden er twee agenten in de tuin. Die zagen ons maar deden niks omdat we met z’n vijftigen waren. Sommigen in onze groep kalmeerden hen om er voor te zorgen dat er niets zou gebeuren, we zeiden dat het over was en we vertrokken. Een van hen probeerde nog grappig te zijn door te zeggen ‘geen probleem, goed om te zien dat jullie ook zonder geweld kunnen werken’. We bleven allemaal samen als blok en gingen daarna uit elkaar. Een vergelijkbare actie vond plaats in Patras. En een week daarvoor was er een vergelijkbaar voorstel geweest in een anarchistische vergadering waar menen er tegen hadden gestemd, die wilden geen onderdeel van het spektakel zijn door zichzelf tussen de reclameblokken te proppen. Veel waren hier eerst tegen maar toen ze het zagen gebeuren denk ik dat ze van gedachten zijn veranderd. Het was erg indrukwekkend. Hierna werd de video van het hele incident constant herhaald op alle andere kanalen.
47
Tegen de muur teringlijers! We komen halen wat ons toekomt… Initiatief van de bezetting van de hogeschool voor economie en business van Athene In deze dagen van woede wordt het spektakel als machtsrelatie, als relatie die een herinnering achterlaat op objecten en bij personen, geconfronteerd met een diffuse tegenmacht die indrukken loskoppelt en hen toestaat zich af te keren van de tirannie van het beeld, hen toestaat zich tot het gevoel te wenden. Gevoel dat altijd als antagonistisch ervaren wordt (het werkt altijd tegen iets0 – maar onder huidige omstandigheden tot een snelle en radicale polarisatie gedreven kan worden. Tegenover de zogenaamd vreedzame karikatuur in de bourgeois media (“Geweld is altijd onacceptabel, overal, altijd”) kunnen wij slechts lachen: hun wetten, de wet van de zogenaamde zachtaardigheid en overeenstemming, van de dialoog en de harmonie, is niets anders een goed ingecalculeerd genoegen in beestachtigheid: de belofte van een slachting. Het democratische regime met haar vreedzame façade vermoord niet iedere dag een Alex omdat ze iedere dag duizenden Ahmets, Fatimas, Jorjes, Jin Tiaos en benajirs vermoord: omdat ze systematisch moord, structureel en zonder genade in de gehele derde wereld, haar wapens gericht op het globale proletariaat. Het is op deze manier, door middel van deze kalme alledaagse afslachting, dat het idee van vrijheid geboren wordt: vrijheid niet als een zogenaamd mensoverstijgend goed, of als een ‘natuurrecht’, maar als de oorlogsroep van de onderdrukten, als de voorwaarde voor burgeroorlog. De geschiedenis van de legale orde en de bourgeoisie hersenspoelt ons met het beeld van een langzame en stabiele vooruitgang van de mensheid waarin geweld slechts een ellendige uitzondering is als gevolg van het handelen van de economisch, emotioneel en cultureel achtergestelden. Maar ieder van ons die verpletterd is tussen de schoolbanken, de kantoorruimtes en de fabrieksmuren weet maar al te goed dat de geschiedenis niets anders is dan een opeenvolging van monsterlijkheden, opgelegd door een morbide wetgevingssysteem. De kardinalen van de normaliteit huilen om de wet die geschonden werd door de kogel van het varken Korkoneas (de moordenaar van Alex). Maar wie weet nu niet dat de kracht van de wet niks anders is dan de kracht van de machtigen? Dat het de wet zelf is die de opeenstapeling van geweld toestaat?
48
De wet is hol van het ene tot het andere bittere uiteinde; ze is betekenisloos, zonder enig ander doel dan het opleggen van geformaliseerde macht. Tegelijkertijd probeert de dialectiek van links conflict, confrontatie en oorlog te codificeren met de logica van het laten samensmelten van tegenstellingen. Op deze manier bouwt ze een orde op; een gepacificeerde toestand waar alles haar keurige kleine plekje heeft. Maar de bestemming van conflict is niet de synthese – net zoals de bestemming van oorlog niet de vrede is. Sociale opstand omvat de condensatie en explosie van duizenden negaties, maar toch bevat ze zelfs niet in een enkele van haar atomen, noch in een enkele van haar momenten, haar eigen negatie, haar eigen einde. Dit weegt altijd zwaar en donker als een zekerheid uit de instituten van de bemiddeling en normalisering, van de beloftes van links om te mogen stemmen vanaf 16 jarige leeftijd tot ontwapening maar het behouden van de politie, de belofte van een verzorgingsstaat, etc. zij die, met andere woorden, zich willen volvreten met de politieke winst die ze uit de wonden van anderen kunnen trekken. De zoetheid van hun compromis druipt van het bloed. Sociaal tegengeweld kan niet verantwoordelijk gehouden worden voor iets wat ze niet aan neemt: ze is vernietigend van begin tot einde. Als de strijd van de moderniteit ons iets te leren heeft is het niet haar tragische hechting aan het subject (klasse, partij, groepering) maar haar systematische antidialectische proces: de handeling van vernietiging draagt niet per se die van schepping in zich mee. Met andere woorden, de vernietiging van de oude wereld en de opbouw van een nieuwe zijn twee discrete maar parallelle processen. De kwestie is vervolgens welke methoden van vernietiging ontwikkeld kunnen worden op diverse punten en momenten in de opstand. Welke methoden kunnen niet alleen het niveau en de breedte van de opstand behouden, maar ook bijdragen aan haar kwalitatieve vooruitgang. De aanvallen op de politiestations, de confrontaties en de wegversperringen, de barricades en de straatgevechten vormen nu een alledaags en gesocialiseerd fenomeen in de metropolis en daarbuiten. En ze hebben bijgedragen aan een gedeeltelijke destabilisering van de cirkel van productie en consumptie. En toch is het slechts een gedeeltelijke aanval op de vijand; direct en overduidelijk voor iedereen maar gevangen in slechts een dimensie van de aanval tegen de heersende sociale relaties. Echter, het proces van productie en circulatie van goederen zelf, met andere woorden, de kapitaalrelatie, wordt slechts indirect geraakt door de mobilisaties. Een geest waart door de brandende stad: die van de oneindige, wilde, algemene staking.
49
De globale kapitalistische crisis heeft de bazen hun meest dynamische, meest chanterende antwoord op de opstand ontnomen: “We bieden je alles, voor altijd, terwijl alles dat zij je bieden een onzeker heden is”. Met het ene bedrijf wat na het andere over de kop gaat zijn het kapitaal en de staat niet langer in staat om iets anders te bieden dan nog meer ellende, krappere financiële toestanden, ontslagen, het inhouden van de pensioenen, uitkeringsbezuinigingen, het vernietigen van het onderwijs. Daarentegen hebben de opstandelingen in slechts zeven dagen laten zien waar ze toe in staat zijn: de stad om vormen tot een slagveld, enclaves van communes vormen door de hele stad heen, isolatie en lachwekkende ‘zekerheid’ achterlaten, een begin maken met de opbouw van een collectieve macht en de totale vernietiging van dit moorddadige systeem. Bij deze historische samenkomst van crisis, woede en een afkeer ten opzichte van de instituten, waar we nu zijn aangekomen is het enige wat deze systeemontregeling om kan zetten in sociale revolutie de totale afwijzing van het werk. Wanneer de straatgevechten plaatsvinden in straten donker door een staking bij de elektriciteitsbedrijven; wanneer de confrontaties plaatsvinden tussen kilos onopgehaald vuil, wanneer de trams de straten afsluiten en de politie tegenhouden, wanneer de stakende leraar de molotov van zijn opstandige leerling aansteekt, dan kunnen we eindelijk zeggen: “Schorem, de dagen van deze maatschappij zijn geteld; we hebben haar geneugten en rechtvaardigheden afgewogen en vonden het allemaal maar erg matig”. Dit is vandaag niet langer een fantasie maar een concrete mogelijkheid: de mogelijkheid om concreet het asfalt te trotseren. De mogelijkheid om de hemel te bestormen. Als dit alles, namelijk de uitbreiding van het conflict naar de sfeer van de productie en circulatie door middel van sabotage en wilde stakingen, voortijdig lijkt, is dat omdat we nog niet beseffen hoe snel macht uit elkaar valt, hoe snel confrontatiepraktijken en tegenmacht zich sociaal verspreiden: van middelbare scholieren die politiestations bekogelen met stenen tot gemeentewerkers en buurtbewoners die gemeentehuizen bezetten. De revolutie hoeft niet plaats te vinden met gebeden richting en eerbied voor ‘de historische omstandigheden’. Ze vind plaats door iedere mogelijkheid in de opstand aan te grijpen in ieder aspect van het sociale: door ieder gebaar van afkeer ten opzichte van de politie om te zetten in een genadeklap voor de fundamenten van dit systeem. Geen genade voor de smeris!
50
(Zelf) vernietiging is creatie Vertaling van een flyer geschreven door ‘opstandige meisjes’, onder andere uitgedeeld in de bezette hogeschool voor economie van Athene We zullen de nacht van 6 december niet snel vergeten. Maar niet omdat de moord op Alexis onbegrijpelijk was. Staatsgeweld, hoezeer het zich ook probeert te beperken tot productievere vormen van soevereiniteit, zal eindeloos terugkeren naar de vertrouwde archetypische vormen van geweld. Ze zal altijd een toestand binnen haar structuren bevatten die het beval tot discipline, surveillance en controle van het lichaam niet gehoorzaamt – waarna liever gekozen wordt voor de vernietiging van dit ongehoorzame lichaam om daarna de politieke prijs van deze keuze te betalen. Wanneer een politieagent schreeuwt: “He, jij daar!” is het subject waaraan dit commando gericht is en dat zijn of haar lichaam in de richting van de autoriteit draait (in de richting van de roep van de politie) standaard ‘onschuldig’ omdat ze gehoorzaamt aan de stem van de autoriteit. Het moment wanneer het subject deze roep niet gehoorzaamt, ongeacht hoe kleinschalig dit moment van ongehoorzaamheid is (als er een leeg waterflesje in plaats van een molotov gegooid is, bijvoorbeeld), is een moment waarop de autoriteit haar betekenis verliest en iets anders wordt: een breuk die gerepareerd moet worden. Wanneer de mannelijke eer van deze fascistenwout beledigt wordt, mag hij moorden om ‘zijn kinderen en familie’ te beschermen (zoals hij zelf zal volhouden). De morele orde en deze mannelijke soevereiniteit – of anders de meest typische vorm van symbolisch en materieel geweld – maakte de moord op Alexis mogelijk; zij bedachten de moord, produceerden haar ‘waarheid’ en maakten haar tot een werkelijkheid. Hiernaast werd, op het tragische limiet van een dood die betekenis geeft aan de levens die in haar schaduw gevormd worden, de opstand een realiteit: deze onbegrijpelijke, onvoorspelbare samentrekking van de sociale ritmes, van de breuk in tijd en ruimte, van de ongestructureerde sociale structuren, van de grens tussen wat is en wat nog gaat komen.
51
Een moment van vreugden en spel, van angst, van passie en woede, van verwarring en van treuren, een dynamiek vol van belofte. Een moment dat, ongeacht alles, zichzelf bang zal maken en de machinaties zal bewaren die haar gemaakt hebben of zichzelf constant zal ontkennen om zo op ieder moment iets anders te worden dan wat ze voorheen was: dit alles om te vermijden te eindigen bij de oorzaak van opstanden verstikt door de normaliteit, opstanden als nieuwe vorm van autoriteit in hun pogingen zichzelf te verdedigen. Hoe werd deze opstand mogelijk? Welk recht van de opstandelingen werd opgeëist, op welk moment voor welk vermoord lichaam? Hoe werd dit symbool gesocialiseerd? Alexis was “onze Alexis”, hij was geen “ander”, geen buitenlander, geen migrant. Middelbare scholieren konden zich met hem identificeren; moeders vreesden hun eigen kinderen te verliezen; stemmen uit het establishment probeerden van hem een nationale held te maken. Het lichaam van de 15 jarige deed er toe, zijn leven was het waard te leven, zijn einde was een aanval op de publieke ruimte – en daarom was rouwen over Alexis mogelijk en nodig. Dit gegeven keerde zich tegen een gemeenschap waar wij opstandigen ons niet mee identificeerden, precies zoals Alexis zich daar niet mee identificeerde. Dit is een gemeenschap waarin velen van ons het privilege hebben om daar toe te behoren omdat anderen ons als hun ‘eigenen’ erkennen. Het verhaal van Alexis zal geschreven worden vanaf zijn einde. Het was een goede knul, zullen ze zeggen. De opstand, die we niet konden voorspellen, werd mogelijk door de scheuren in de autoriteit zelf: een autoriteit die bepaalt welke lichamen er toe doen in het sociale netwerk van machtsrelaties. De opstand, deze lofzang op de sociale non-regulariteit, is een product van die regulariteit… Het is de opstand van ‘ons eigen’ lichaam dat vernietigd werd, voor ons eigen sociale lichaam. De kogel werd afgevuurd op de hele maatschappij. Het was een wond in iedere bourgeois democraat die zijn eigen veiligheid weerspiegeld hoopt te zien in de staat en haar organen. De kogel was een oorlogsverklaring aan de maatschappij. Het sociale contract werd gebroken – er was geen overeenstemming meer. De morele en politieke handeling van verzet werd mogelijk, begrijpelijk, rechtvaardig, zichtbaar op het moment dat ze onder de termijnen en condities werd gebracht van de rechtspraak van de dominante symbolische orde die het hele sociale weefsel omvat. Dit vertrekpunt sluit de rechtmatigheid van de opstand uiteraard niet uit. Omdat de dominante spraak, de autoriteit die naam, vorm en betekenis aan dingen geeft, het bereik van de dominante ideeën waaruit de sociale fragmentatie ontspringt om de hiërarchische sociale relaties te controleren de ‘gemaskerden’ al lang uit deze gemeenschap gesloten had. 52
Die hebben ze klemgezet aan de gevaarlijke grenzen van de gemeenschap om zo het limiet van de ongehoorzaamheid aan te geven. Ze zeggen ons, ons te verzetten maar niet op deze manier, omdat dat gevaarlijk zou zijn zeggen ze. Wat de sociale oorsprong die we in het begin van dit alles vonden ons te vertellen heeft is dat zelfs als we gevangen zijn in een web van autoriteit, zelfs als we haar product zijn, we binnen en tegen haar werken, we zijn wat we doen om te veranderen wie we zijn. We willen dit historische moment de inhoud geven die we voor onszelf hebben uitgezet en niet de betekenis die hier plotseling aan gegeven kan worden. Het is niet mogelijk voor deze autoriteit om geweldloos de grens tussen gehoorzaamheid en autonome actie over te steken, omdat als de rebellen hun masculiniteit moeten verhogen om met de politie te vechten, ze haar tegelijkertijd in twijfel moeten trekken omdat ze de basis vormt van de autoriteit waarmee ze de politie bevechten. En deze ambivalentie ligt aan het hart van onze subjectiviteit, het is een tegenstelling die ons uit elkaar trekt en ze vormt de morele pracht die plaats vind aan de marges van de opstand, buiten en binnen ons, in die stille nachten waarin we ons afvragen wat er nu allemaal gebeurt, wat er fout gegaan is, wanneer we alleen de stilte horen. Niks bestaat zonder de betekenis die hier aan toegekend wordt. Verzetstrategieën kunnen autoriteitstrategieën worden: chaos kan een hiërarchie in sociale relaties vormen tenzij we met onszelf worstelen terwijl we vechten met de wereld, sommige ‘zelven’ die we gevormd hebben als onderdeel van deze wereld: we zijn gegroeid binnen de morele en politieke limieten die deze wereld dicteert, binnen de morele en politieke banden waarin deze zelf geboren wordt… Ze zal zichzelf omvormen tot een nieuwe hiërarchie als we niet masculien macho gedrag in twijfel trekken, dat wild van woede zich laat wegdragen door emotie, zolang we posities innemen die verworden tot autoriteitsposities.
53
Just a spoonful of sugar helps the medicine go down flesh machine / ego te provoco In de afgelopen twee maanden is de counterinsurgency strategie van de Griekse staat een nieuwe fase ingegaan. Als we het hebben over counterinsurgency en niet over repressie, is dat omdat het eerste niet zozeer een militaire interventie is, maar een politieke en sociale techniek om instemming, angst en verslagenheid te produceren. Ze doelt niet op de onmiddellijke vernietiging van de opstandelingen, maar op hun verwijdering uit hun leefruimte: het conceptuele, affectieve en culturele vlak van de opstand. Dit is een preventieve strategie wiens doelwit de weelde aan mogelijkheden is die uit de opstand ontsprongen zijn. Het is ‘low intensity warfare ‘, een politiek-psychologische oorlogsvoering omdat ze de afbreuk van de politieke, sociale en psychologische consistentie tot doel heeft. Het centrale principe van de counterinsurgency is om aan de ene kant “harten en geesten” te winnen en aan de andere kant “de vissen niet uit de zee te halen, maar de zee waarin de opstandelingen zwemmen te laten opdrogen”. Dit gebeurt door te “scheiden en verenigen”. De opstandelingen worden gescheiden van hun mogelijkheden, van hun politieke en sociale affiniteiten, van elkaar. Aan de andere kant wordt sociale onvrede verenigd onder de vlag van de hervormingsroep, door de opstand als iets achterlijks voor te stellen en de krachten van de repressie te verenigen met brede lagen van de bevolking door hen voor te stellen als humanitair, ‘pro-bevolking’ en effectief. I Een eerste doelstelling van de counterinsurgency is het scheiden van de oncontroleerbare delen van de opstand van het terrein waar zij de bovenhand hebben in hun actie. Een proces dat zich uitstrekt van Exarcheia, het universiteitsasiel en de as van Patisionlaan tot het gebied rond Omonoia en de as van Acharnonlaan. Exarcheia wordt gezien als een deel van de metropool waar de onbeheersbare delen van de jeugd samenkomen – de anarchisten, linksen en iedereen die zelfs als ze zelf niet in de aanval gaan, hier geen problemen mee hebben. En het is precies op dat terrein – van sympathie en goedkeuring – waar het counterinsurgency apparaat wordt gemobiliseerd. Een driedaagse politiebezetting van het gebied in Oktober liet de militaire overmacht van de staat zien, met als ondertoon dat dit slechts een fractie van de mogelijke slagkracht was.
54
Sindsdien lokt het kleinste incident een compleet buitenproportionele reactie uit waarvan het centrale doel niet de arrestatie van de deelnemers is maar een soort massale en collectieve wraakoefening op iedereen die zich rond dat tijdstip in dat gebied bevindt. Dit is een strategie van psychologische oorlogsvoering met als doel om de sympathie en tolerantie in het gebied af te laten brokkelen en een zelfdisciplineringsproces in gang te zetten op basis van een omgekeerde perceptie van de relatie tussen een incident en haar gevolgen. Want het is waarschijnlijker dat een ‘interne onvrede’ beter in staat is om een offensief te minimaliseren of te stoppen in de omgeving dan de angst voor pure repressie. Op hetzelfde moment verschuift het publieke debat over het universiteitsasiel als uitvalsbasis voor diverse aanvallen naar de afschildering als een wetteloze ruimte die heroverd moet worden door de staat en de ‘academische gemeenschap’. Met andere woorden, het universiteitsasiel wordt neergezet als een plek die volledig heroverd moet worden, ononderbroken en continu, in plaats van als een instituut dat losse fenomenen produceert die beheerst moeten worden. Het probleem wordt er zo een van de lange termijn en niet van een momentopname, van een permanente situatie en niet een uitzonderingssituatie. De psychologische operaties tegen Earcheia en het universiteitsasiel werden vooraf gegaan door een ‘schoonmaakoperatie’ in de hele binnenstad van de metropool, uitgedrukt in termen van ‘bevolkingsbeheer’ tegenover de armoedige en massaal aanwezige immigranten. De criminalisering van hun bijeenkomsten en de biopolitieke problematisering van hun samenwonen in hygiënische termen (zoals in het geval van het Efeteio kraakpand) verwijderde al meteen het meest onbeheersbare element van de opstand uit het ruimtelijke centrum van de politieke en economische procedures. Toen probeerde men haar deelsegmenten, onder sociaaldemocratische paraplu, te subjectiveren door middel van de politieke assimilatie van immigranten via de schijnbelofte van het legaliseren van hun kinderen, stemrecht in de lokale verkiezingen, ‘toestemming voor een moskee in Athene’ en zelfs het vragen van hun hulpverlening aan de politie. Dit is counterinsurgency par excellence, gericht op de afbreuk van het terrein dat de voorwaarden voor collectivisering schept en gericht op de denkbeeldige hereniging van het gefragmenteerde subject van en binnen de ‘democratische rechtsstaat’.
55
II Op een tweede niveau probeert de counterinsurgency de algemene onvrede los te koppelen van de opstand als dynamiek en mogelijkheid en haar te verenigen met de hervorming. Het opzetten van een ‘doel’ voor de opstandelingen, haar hereniging met de systematische herstructurering, laat de opstandelingen zonder object en maakt iedere verdere handeling vanuit hun kant vreemd en nutteloos in de ogen van anderen. De oplegging van dominante antwoorden op de vragen die door de macht zelf worden gesteld is het halve werk van de counterinsurgency. Een deel van deze strategie is bijvoorbeeld het opzetten van een bijeenkomst tussen de minister van onderwijs en de leerlingen. De dominant opgelegde interpretatie van de opstand was er een die de explosie zag als het gevolg van een ‘gebrek aan democratie’ op de scholen en probeerde dit op te lossen met een ‘nieuw sociaal contract’ tussen de leerlingen, leraren en het ministerie. Dezelfde geest ademt het initiatief van de minister van publieke orde om “bureaus tegen de willekeurige incidenten” op te zetten. Als centrale tactiek van iedere counterinsurgency strategie is deze insluiting van de wijdverspreide onvrede, gezien door de staat als de oorzaak van december, onder de directie van de sociaaldemocratie geplaatst: een machtstechnologie die niet alleen belooft om de sociale en economische tegenstellingen te verbloemen, maar de opstand ook als oorzaak van ‘achterlijkheid’ afschildert, als bron van het uitstellen van het arriveren van ‘een oplossing’. Een basisrol op dit pad naar ‘vrede en normaliteit’ is weggelegd voor institutioneel links, wiens hart en geest al decennia bij de staat liggen. Door op moralistische wijze revolutionair geweld te problematiseren, neemt links haar trouwe rol van de sociale reproductie op door “geweld van alle kanten” te veroordelen. Alle geweld, zegt ‘links’, is ‘geweld om het geweld’, een ‘gemaskerd rechts’ dat geïsoleerd moet worden met veroordelingen of zelfs via demonstraties van de PSDEP (de vakbond van academici). Deze tactiek van evenredige afstand tot ‘alle extremen’ kwam tot uitdrukking in de staat zelf toen ze tegelijk opsporingsbevelen uitvaardigden voor drie gezochte anarchisten en de aanvallers van de schoonmaakster Konstantina Kouneva. Deze roep om ons over te leveren aan het waardesysteem van de staat, deze keer als systeem van ‘dialoog, onderhandeling en overleg’ in plaats van ‘law & order’, scheidt wijdverspreide sociale onvrede van waar deze toe in staat is, en schildert haar af als een reeks eisen die integratie in het moeras van de kapitaal-relatie zoeken. Counterinsurgency is ideaal gezien geen enkel echt gevecht. Het is een oorlog van isolatie, van uitputting, van wegsnijden, die wint door de meest conservatieve instincten in een maatschappij te mobiliseren terwijl ze sociale onvrede en protest recupereert in een context van pacificatie en hervorming. 56
III Uiteindelijk richt de counterinsurgency champagne zich op de afbraak van de interne consistentie en eenheid van de opstand, door een serie afscheidingen te bevorderen die beginnen met de opdeling van de opstandelingen in verschillende categorieën (sociaal, politiek, psychoanalytisch, etc.) en eindigen door hen te scheiden van hun eigen beleefde ervaringen. Aan de ene kant wordt de opstandelingen opgedragen om de vluchtigheid van december, die alle identiteiten destabiliseerde, achter zich te laten en terug naar hun post te gaan: de leerling moet weer leerling worden, de anarchist weer anarchist, de immigrant weer immigrant, de junk een junk, etc. De poorten van de verschillende werelden, die elkaar ontmoetten op de straten en die samen werkten in een gemeenschappelijk negatief project dat praktisch bewees dat de zogenaamd onmogelijke subversie van sociale categorieën mogelijk was, moeten voor altijd sluiten. Aan de andere kant is er de centrale tactiek van het moralistische verhaal van het ministerie van publieke orde over “kinderen en leraren”, “hooligans en politiekelingen”, “relschoppers en ideologen”. Een essentieel onderdeel van deze tactiek is de aansporing van een deel van de opstandelingen om zichzelf af te scheiden of de rest ‘tot rede’ te brengen, gebaseerd op een morele code goedgekeurd door de staat; of op een ‘eerlijk spel’ gericht op zelfdisciplinering waarbij het sociale/klassen-antagonisme opgenomen wordt in een normaliseringsproces overzien door de opstandelingen zelf. Deze zelfdisciplinering van de opstandelingen tegen iedere deterritorialisering van hun praktijk, dit ascetisme van ‘geduld en hoop’, is een centrale techniek in het meest succesvolle apparaat van de normalisering van de afgelopen eeuw: ‘links’. Tegelijkertijd is de criminalisering van bepaalde keuzes en handelingen een klassieke tactiek van depolitisering die hun deelnemers tot makkelijke prooi voor de repressie maakt. Maar een noodzakelijke conditie voor dit alles is hun isolatie van een breder politiek-sociaal milieu waarmee ze verbonden zijn. Dit recept werd met succes getest in de zomer van 2002 via een lobotomie van het sociale geheugen waar links volledig aan meewerkte. De geheime en niet zo geheime opsporingsbevelen voor ‘terrorisme’ vandaag richten zich op het afsluiten van een bredere oncontroleerbare en radicale bevolking.
57
Ze pogen, aan de ene kant, om iedereen te dwingen tot zichzelf onder de loep te leggen om te zoeken naar redenen voor mogelijke beschuldiging en, aan de andere kant, een soort stilte af te dwingen en opluchting bij diegenen die het gevoel hebben dat ze veilig zijn omdat ze niet gekoppeld kunnen worden aan een onofficieel erkende politieke factor, die van de ‘ideologen’ en ‘serieuzen’. Het ministerie creëert daarmee een morbide atmosfeer van opbiechten, verdachtmaking, angst en zelfs onverschilligheid: “Ben ik misschien verdacht?”, “Met welk bewijs kunnen ze me arresteren?”, “Ben ik misschien betrokken bij iets of iemand die me in de problemen kan brengen?”. Of anders: “Ze komen niet voor ons, de klok luidt nu alleen voor mensen zonder principes.”, etc. Deze massale, en tegelijkertijd moleculaire, paranoia als product van een geheime politionele governementaliteit, heeft tot doel het subject van zijn of haar belevingswereld te scheiden, van zijn of haar plek in de wereld: door haar te dwingen om als de staat te denken, net als die stapels lijken, dat zombieleger van patrioten, de organische massa van de ‘Partij van de Orde’, door de mogelijkheid van het hier en nu en de mogelijkheid tot opstandigheid op te offeren voor de zekerheid van de eeuwigheid van de staat.
58
59
Na december December 2008 ligt bij het verschijnen van deze verzameling teksten inmiddels al ruim 4 jaar achter ons, een tijd waarin de hele wereld, en vooral Griekenland, steeds dieper weg zakt in de globale crisis en de politieke en economische situatie met de dag uitzichtlozer lijkt te worden. Er is in die tijd veel gebeurd, de massale opstanden van de Arabische lente, de opkomst en verwatering van de ‘Occupy’ beweging en het ‘indignados’ fenomeen, de rellen in Londen, de massale studentenstrijd in Quebec en een bijna oneindige lijst aan militante confrontaties, stakingen, opstanden en rellen over de hele wereld. De mainstream en alternatieve media staan vaak vol van de berichtgeving over de algemene stakingen en massabewegingen in Griekenland, van de ‘indignados’ en de strijd bij Keretea tot de grote straatrellen die uitbreken tijdens de stakingen. De onderstaande chronologie loopt van begin 2011 tot eind 2012 en probeert een licht te werpen op slechts een greep uit de acties die weinig media aandacht buiten Griekenland kregen, maar niet minder belangrijk zijn in de context van het leveren van een bijdrage aan een klimaat en praktijk van opstandigheid. De chronologie gaat doelbewust niet in op de diverse grootschalige conflicten, zoals de sociale strijd tegen de geplande gigavuilstort in Keratea, tegen de goudmijn in Halkidiki en de massale confrontaties tijdens de algemene stakingen. De focus van de chronologie ligt op de meer alledaagse opstandige acties die duidelijk laten zien dat de mythe van de ‘Griekse uitzondering’ precies dat is, een mythe. Het Griekse opstandige klimaat wordt constant gevoed door een stroom offensieve acties die de anarchistische kritiek in de praktijk uitdrukken en hiermee de as van de grote sociale explosies gloeiend houden, iets wat toegelicht wordt in de tekst ‘Signals of disorder’.
60
Chronologie (2011 - 2012)
2011 5 maart: Diverse autoreductie acties [GRIEKENLAND] In Athene besluiten de buurtvergaderingen van de wijken Petralona, Koukaki en Thissio in het kader van de “I won’t pay” beweging om zogenaamde ‘autoreductie’ interventies te houden bij de metrostations in hun wijken. De kaartjesautomaten worden gesaboteerd zodat mensen gratis kunnen reizen en flyers met instructies in 4 verschillende talen met sabotage instructies en tips over het omgaan met conducteurs worden uitgedeeld. Ook in de wijk Monastiraki worden flyers uitgedeeld en de kaartjesautomaten gesaboteerd terwijl op het plein publieke sprekers de actie uitleggen. Er vinden discussies met voorbijgangers plaats, soms erg sympathiek, sommigen erg fel afkeurend en anderen met gewone interesse en begrip. In Piraeus worden posters en een spandoek opgehangen in het metrostation, worden de kaartjesautomaten gesaboteerd en worden honderden flyers uitgedeeld aan de reizigers van de treinen, bussen en metro. De acties weigeren nog langer stijgende prijzen, torenhoge belastingen en de diefstal van het dagelijks leven te accepteren. 9 maart: Overwinning voor hongerstakende migranten [ATHENE] Sinds 25 januari waren 300 migranten in hongerstaking om erkenning van hun bestaan en een legale status te eisen. Op 9 maart winnen ze, na een lange hongerstaking met internationale solidariteit, enkele concessies van de staat en krijgen ze een 1) sneller een verblijfsvergunning 2) toestemming om te werken 3) toestemming om een verblijfsvergunning aan te vragen. 28 maart: bezetting van de Chileense ambassade [ATHENE] Op maandag 28 maart wordt de ambassade van Chili bezet uit solidariteit met de arrestanten in de Chileense ‘caso bombas’ zaak die beschuldigd worden van diverse aanslagen en in hongerstaking gegaan zijn. De bezetters eisen de onmiddellijke vrijlating van de arrestanten, een einde aan de juridische fabricatie, het intrekken van de gebruikte antiterreurwetgeving uit de Pinochet tijd en een einde aan het gebruik van verlengd voorarrest.
61
12 mei: bezetting universiteit [ATHENE] Op 12 mei wordt het bestuursgebouw van de universiteit van Athene bezet door een groep kameraden in het kader van de algemene staking van de dag daarvoor. Ten minste drie demonstranten zijn zwaargewond het ziekenhuis in geslagen door de politie en een van hen is mogelijk hersendood. Luidsprekers worden opgezet in de bestuurskamer en er vinden twee vergaderingen plaats met de oproep tot een antirepressie en antipolitie demonstratie die in 17 steden gehoor vindt. De kantoren van de regerende PASOK partij werden de vorige nacht aangevallen in VOLOS terwijl er diverse spontane demonstraties ontstonden in verschillende steden. Het arbeidscentrum in Corfu wordt ook bezet en de vergadering daar bereid zich voor op de antirepressiedemonstratie van die avond. 31 mei: antifascistische actie [HERAKLION] In de avond van 31 mei verscheen een groep neo-nazis in de buurt Analipsis in Heraklion. Onmiddellijk verzamelt zich een groep antifascisten die de neo-nazis aanvalt waarna dezen op de vlucht slaan en een van hen achterlaten. De achtergebleven neo-nazi krijgt slechts een milde tik om zijn oren omdat het nog een jonge knul is. 23 juni: antifascistische actie [THESSALONIKI] Een groep antifascisten last het hekwerk van het nationalistische bolwerk ‘Desmi Ellinon’ (Griekse banden) dicht en smeert de ingang in met teer. 17 september: antifascistische actie [AGRINIO] Op zaterdag 17 september, om 20:00, verzamelen zich zo’n 70 antifascisten in een mars naar het lokale kantoor van de neo-fascistische Gouden Dagenraad. De antifascisten trappen de deur in, bestormen het kantoor en slaan alle meubilair en propagandamateriaal kort en klein. Alle aanwezige vlaggen worden naar buiten gegooid en in brand gestoken, onder gejuich en applaus van de lokale bewoners die op het plein in de buurt aanwezig waren.
62
18 oktober: diverse directe acties voorgaand aan algemene staking [GRIEKENLAND] Op Kreta besluit een algemene vergadering van arbeiders om het centrale gebouw van de lokale gemeente te bezetten uit solidariteit met arbeiders door het hele land. In Vyronas worden in de vroege ochtend filialen van de Eurobank, Agrotiki bank, Proton Bank, de Helleens postbank en de Milleniumbank met verfbommen bestookt. In Kavala wordt het lokale arbeidscentrum bezet door een groep arbeiders die het onmiddelijke ontslag van het bestuur van de verraderlijke GSSE en ADEDY vakbonden eist en oproept om algemene vergaderingen van onderop te organiseren. Het bezette gebouw dient als een contra-informatie centrum in de aanloop naar een demonstratie op woensdag. 20 oktober: supermarkt onteigend [PATRAS] Op donderdagochtend 20 oktober onteigend een groep van 50 anarchisten een supermarkt in Patras. Een grote hoeveelheid voedsel wordt meegenomen en onmiddellijk uitgedeeld aan de bezoekers van een openluchtmarkt in de buurt. De groep benadrukt in hun uitgedeelde flyers dat ze “Geen robin hood [zijn] of mensen die al hun problemen al opgelost hebben. We hebben deze actie niet uitgevoerd omdat we verlossers zijn of willen zijn. We zijn simpelweg mensen die begrijpen dat perspectief zich ontwikkeld door strijd, mensen die bij jou in de buurt wonen en vandaag er simpelweg voor kozen om de ellende te doorbreken en ons leven en onze tijd terug te nemen. We beschouwen zulke acties in het hier en nu gericht op een wereld van gelijkheid, solidariteit en wederzijdse hulp – een wereld van individuele en collectieve vrijheid.” 19 november: supermarkt onteigeningen [ATHENE] Rond 18:00 dringt een groep een supermarkt in Exarchia binnen en onteigend daar een grote hoeveelheid levensmiddelen. Eerder die ochtend onteigende een ankere groep kameraden een supermarkt in Galatsi en deelde de goederen vervolgens uit bij een openluchtmarkt terwijl er flyers werden uitgedeeld met de tekst “armoede is niet slechts een beeld op TV. Bewustzijn wordt geboren door aanvallen op de bazen. Onteigeningen nu!”.
63
26 november: supermarkt onteigend [ATHENE] Op zaterdag 27 november onteigend een groep kameraden een filiaal van de Sklavenitis supermarktketen in Exarchia. De ontvreemde levensmiddelen worden uitgedeeld aan voorbijgangers en bezoekers van de nabijgelegen openluchtmarkt. Mensen reageren erg positief en nemen de spullen mee. Flyers achtergelaten bij de actie bevatten slogans als “Hun welvaart is ons bloed” en “Onteigeningen van het kapitaal overal!”. 28 november: aanval op een pandjeshuis [ATHENE] Op maandag 28 november wordt de voorkant van een pandjeshuis in de wijk Kato Petralona in Athene kapot geslagen. Flyers met de slogan “Zwartemarkthandelaren en woekeraars onze wijken uit!” worden achtergelaten. 30 november: supermarkt onteigend [ATHENE] Op 30 november wordt er in de wijk Nea Smyrni in zuid Athene een supermarkt onteigend. De verklaring achtergelaten bij de onteigening roept de arbeidersklasse op om zich te verenigen, tot wilde stakingen, bezettingen, aanvallen op de politie en de onteigening van supermarkten en bedrijven en de overname van de productiemiddelen. 6 december: aanval op de politie [HALANDRI] Tijdens een demonstratie ter herdenking van de moord op Alexis Grigoropoulos in 2008 vallen diverse jongeren een politiebureau aan met stenen en dwingen de politie zich in het gebouw terug te trekken. De voorkant van het gebouw wordt volledig kort en klein geslagen en een politieschild wordt uit de handen van een oproeragent getrokken als trofee. Nadat de politie de demonstranten terugdreef met schokgranaten vernielden deze diverse surveillance camera’s, bankruiten en peperdure auto’s.
64
2012 2 januari: diverse aanvallen [ATHENE] In de avond van 2 januari slaat een groep kameraden de ruiten van een grote fastfoodketen en een prestigieus kwalificatie-instituut in. De actie wordt opgedragen uit solidariteit met gevangene Stella Antoniou. Direct na de actie jagen grote groepen politie de kameraden op waarbij de politie de ruiten van 2 cafe’s kort en klein slaat en de kameraden arresteert. 10 januari: bezetting radiostation [ATHENE] In de ochtend van 10 januari treden 20 leden van het solidariteitscomité voor de rechtszaak van de stadsguerrillagroep ‘Revolutionaire Strijd’ het radiostation van flash.gr binnen en onderbreken ze de uitzending met een solidariteitsboodschap. De actie heeft tot doel om de juridische ‘gag order’, die het verbied om te publiceren over de zaak, te doorbreken. Ondanks het feit dat de medewerkers en managers niet gevraagd hebben om politie-interventie duiken er al snel tientallen motoragenten van de DIAS-brigade op. Na uren belegerd te zijn worden de bezetters gearresteerd. 14 & 20 januari: diverse brandaanslagen [ATHENE] Op 14 januari worden een Audi en Volkswagen dealership in brand gestoken. Op 20 januari wordt een brandbom bij het gebouw van het ministerie van cultuur geplaatst. De bijbehorende verklaring keert zich tegen de staat en het kapitaal en uit solidariteit met diverse gevangen kameraden over de hele wereld. 21 januari: aanval op een pandjeshuis [ATHENE] Op zaterdag 21 januari wordt een brandbom geplaatst bij een pandjes- en woekeraarshuis. De actie is gericht tegen de opkomst van diverse zwarte markt handelaren, woekeraars en andere parasieten die de ellende van gewone mensen proberen te misbruiken om nog meer geld te vergaren.
65
4 februari: aanval op het huis van de president [ATHENE] In de late avond van 4 februari valt een groep gemaskerde kameraden het huis van de Griekse president aan met knuppels en stenen. De persoonlijke lijfwachten van de president, het wachtpostgebouw voor de deur en de officiële voertuigen worden allen aangevallen. De persoonlijke lijfwachten slaan op de vlucht en diverse flyers die solidariteit betuigen met gevangen kameraden worden op straat gegooid. Ze worden daarna achterna gezeten door een groep motoragenten die hen met flashbangs bestoken. Alle kameraden weten te voet te ontsnappen. 6 februari: sabotage [ATHENE] Op maandagochtend worden de openingen van 65 pinautomaten dichtgelijmd door heel Athene. De actie betuigt solidariteit met kameraden die verdacht worden van het kidnappen van de voormalige president van de noord Griekse industriefederatie. 23 februari: diverse brandaanslagen [ATHENE] In de vroege ochtend van 23 februari worden 6 pinautomaten, een bestelbus van de krant Free Sunday en een afdelingsgebouw van het ministerie van cultuur in Exarchia in brand gestoken. De aanvallen worden opgedragen aan politiek gevangene Stella Antoniou, verdacht van deelname aan de stadsguerrillagroep ‘Samenzwering van de vuurcellen’, waarschijnlijk een gefabriceerde aanklacht, en eisen haar vrijheid. Stella is chronisch ziek, iets dat haar gevangenschap enorm bedreigend maakt. 24 februari: antifascistische actie [KALLITHEA] Nadat al enige tijd diverse fascisten dagelijks bijeenkomen op het Kyprou plein vanuit waar ze aanvallen op immigranten organiseren en propaganda verspreiden besluit een groep kameraden hen aan te vallen. De fascisten worden volledig in elkaar geslagen en de overblijvers vluchten met de staart tussen de benen.
66
2 maart: antifascistische actie [HERAKLION] Rond 3 uur ’s middags valt een groep kameraden leden van de Gouden Dagenraad in het industriële deel van Heraklion aan. De fascisten gaven een toespraak op het ‘Kriti TV’ kanaal. Na een korte confrontatie vluchtten de nazis een restaurant in naast het TV station, waarna ze toekeken hoe een van hun auto’s verwoest werd. Terwijl ze de duur barricadeerden konden ze niks doen behalve de politie bellen. Dit incident volgde op de bedreiging van een immigrant in Viannos twee weken eerder waar leden van de Gouden Dagenraad hem een pistool tegen het hoofd hadden gezet. 15 maart: antifascistische actie [PATRAS] Net na 1 uur ’s middags bestormt een grote groep anarchisten en antifascisten de lokale kantoren van de Gouden Dagenraad in Patras. Het kantoor wordt compleet verwoest, slogans worden op de muren gespoten en alle materiaal wordt in brand gestoken en op straat gegooid. 2 april: brandaanslag op stemlokaal en gemeenteauto [TRIKALA] Een communique van de ‘werkeloze anarchisten van Trikala’ eist een brandaanslag op een stemlokaal en een gemeenteauto op en keert zich tegen de hoge werkeloosheid, regionale corruptie, faillissementen , de steeds hevigere politiestaat en de democratische farce. 3 april: solidariteitsmars [ATHENE] Ongeveer 400 mensen nemen deel aan een solidariteitsmars naar het Syntagmaplein. De mars was uit solidariteit met vier gearresteerde demonstranten (na 12 februari) die inmiddels al 2 maanden zonder proces worden vastgehouden. De demonstratie is georganiseerd door diverse buurtvergaderingen, de studentenbond van de hogeschool voor informatica en elektrotechniek (medestudenten van een van de arrestanten).
67
8 april: antifascistische actie [VOLOS] In de middag van 8 april proberen 25 neo-nazis van de Gouden Dagenraad verkiezingspropaganda te verspreiden bij het strand van Volos. Meteen komen 50 antifascisten bijeen om hen te confronteren, iets wat toegejuicht werd door veel voorbijgangers die meehelpen de fascisten weg te jagen. Na een paar minuten confrontatie verstoppen de fascisten (waaronder een regionale verkiezingskandidaat) zich in een koffiewinkeltje in de buurt. Kameraden verzamelen zich voor het café maar de aangesnelde politie houdt hen tegen. De fascistische propaganda wordt weggehaald en er vinden de hele avond antifascistische patrouilles plaats. 14 april: verfbommen [ATHENE] De kantoren van de ultra-conservatieve partij LAOS en het sociaaldemocratische PASOK worden met verbommen aangevallen. Solidariteit gaat uit naar de hongerstakende immigranten. 3 mei: diverse brandaanslagen [ATHENE] De kantoren van DI.SY, Nea Dimokratia en de Cypriotisch-nationalistische studentenorganisatie Ambelokipi (verbonden aan de gouden dagenraad) worden aangevallen. De aanvallen worden opgedragen aan de arrestanten van 12 februari en iedereen die de afgelopen 2,5 jaar de straat opgegaan is. 3 mei: antifascistische solidariteit [ATHENE] Collega bouwvakkers van Nikos Katsifis publiceren een verklaring waarin ze hem verdedigen tegenover zijn arrestatie nadat hij een immigrant bevrijdde uit handen van de politie tijdens een antifascistische demonstratie. juni: grootschalige camera sabotage [omgeving VOLOS] In juni worden 14 surveillancecamera’s in de omgeving van Volos vernietigd. De bijbehorende verklaring keert zich tegen de steeds verder uitdijende surveillancestaat en de inerte ‘slavenmentaliteit’ van veel mensen die dit mogelijk maakt.
68
29 juni: antifascistische actie [IOANNINA] Antifascisten bezoeken de winkel van A. Exarhos, de primaire drukker van propagandamateriaal voor de Gouden Dagenraad in de regio. Alle daar aanwezige fascistische materiaal wordt vernietigd, de eigenaar wordt duidelijk gemaakt dat samenwerking met de Gouden Dagenraad niet getolereerd wordt en op de ruiten wordt “Oorlog aan de supporters van het fascisme” geschreven. 10 juli: fascistische aanslag op autonoom kraakpand Apertus [AGRINIO] In de nacht van 10 juli gaat er een explosieve brandbom af voor kraakpand Apertus. De bom is hoogstwaarschijnlijk geplaatst door leden van de gouden dagenraad, die al eerder probeerden met geweld Apertus binnen te dringen. 12 & 22 augustus: brandaanslagen bij de ‘gouden dagenraad’ [ATHENE] Op 12 augustus wordt het kantoor van de fascistische Gouden Dagenraad in Athene in brand gestoken en op 22 augustus worden de winkel en auto van een parlementslid van de Gouden Dagenraad in brand gestoken. De bijbehorende verklaring keert zich tegen de slachtofferrol die ‘links’ aan neemt en roept immigranten op zichzelf te organiseren in zelfverdedigingsorganisaties en hun onderlinge conflicten achter zich te laten. 1 september: antifascistische demonstratie [ATHENE] Ongeveer 2500 mensen nemen deel aan een antifascistische demonstratie in Athene. Het idee was om een groep ‘autonome’ fascisten (zogenaamde Strasseristische ‘linkse’ fascisten die opstand om proberen te zetten in fascistische sympathieën) te confronteren. Slechts enkele tientallen ‘autonome’ nationalisten zijn aanwezig op het Syntagma plein en worden beschermd door een enorme politiemacht van diverse politiebussen en meerdere groepen oproerpolitie, naast een helikopter die permanent over de stad vliegt. Na de demonstratie vinden enkele antifascistische groepjes de nazi’s en worden deze compleet in elkaar geslagen. 12 september: solidariteitsdemonstratie [VOLOS] In Volos vindt een spontane demonstratie plaats waarbij 80 mensen de straat op gaan uit solidariteit met de ontruiming van het Delta kraakpand in Thessaloniki. De politie blijft afwezig en alleen een auto van de inlichtingendienst wordt gezien. 69
29 september: brandaanslag op een politiebureau [ATHENE] In de nacht van 29 september wordt het politiebureau bij Acropoleos aangevallen met brandende benzinevaten en molotovs. De ingang, diverse autos, motoren, dienstwagens, persoonlijke politieautos en in beslag genomen wagens branden volledig uit. De aanslag is een antwoord op het massale politiegeweld tijdens de algemene staking van 26 september en een signaal dat geen enkele aanval van de politie onbeantwoord zal blijven. 29 september: aanval op een MAT peloton [ATHENE] Om middernacht op 29 september wordt een MAT (oproerpolitie) peloton in de anarchistische Exarchia wijk in ‘commando-stijl’ aangevallen met molotovs. De aanval is een antwoord op de verspreiding door de politie van de persoonlijke gegevens en foto’s in de media van een aantal gearresteerde demonstranten tijdens de laatste algemene staking. 3 oktober: aanval op een goudkoperswinkel [IGOUMENITSA] In de nacht van 3oktober worden de ruiten van een goudkoperswinkel in Igoumenitsa ingeslagen. De goudkopers profiteren enorm van de economische crisis door de familiesieraden en oude kettingen en trouwringen van wanhopige mensen voor lage prijzen in te kopen en duur te verkopen. 6 oktober: antifascistische demonstratie [ATHENE] Een antifascistische demonstratie met ongeveer 900 deelnemers, waaronder veel anarchisten en antiautoritairen, vertrekt vanuit Volos (centraal Athene). Kort na het begin komt het tot confrontaties met een aantal neonazis die van straat geslagen worden. Op hetzelfde moment vond er een ‘heel-Griekse demonstratie tegen de bezuinigingen’ plaats voor hun informele kantoor. Niet meer dan honderd fascisten waren hierbij aanwezig onder zware bescherming van vier politiebussen, een aantal pelotons oproerpolitie, tientallen agenten in burger en een motorbrigade van de politie. De antifascistische demo wordt afgesneden door de politie maar laat zich niet terugdrijven waarna korte confrontaties met de politie uitbreken.
70
10 oktober: antifascistische actie [ATHENE] In Volos trekken 50 kameraden de straat op en plakken posters op de muren terwijl ze informatieve flyers uitdelen. Ze roepen slogens totdat ze aankomen bij het lokale fascistische nest op Skenderani straat. Dan duikt de lokale politiechef op met zijn motorbrigade. Na nog enige minuten te blijven vertrekken de kameraden. 11 oktober: brandaanslag op het kantoor van ‘Democratisch Links’ [ATHENE] In de vroege ochtend van 11 oktober wordt er een brandaanslag uitgevoerd op een kantoor van DIMAR (Democratisch Links) waarbij het hele kantoor uitbrandt. DIMAR maakt deel uit van de dan regerende coalitie, samen met Nea Dimokratia en PASOK. 15 oktober: diverse brandaanslagen [ATHENE] Op 15 oktober worden er 4 pinautomaten, een auto van privaat beveiligingsbedrijf G4S en een overheidsauto in brand gestoken. De opeising bevat een solidariteitsgroet naar de stadsguerrillaorganisatie ‘Samenzwering van de vuurcellen’ en twee voortvluchtige kameraden. 19 oktober: antifascistische motorpatrouille [KAVALA] Ongeveer 35 kameraden op motoren rijden door de centrale straten en wijken uit solidariteit met de arrestanten van de motorpatrouille van 30 september. Bij diverse stops worden flyers over recente gebeurtenissen in Athene en Patras uitgedeeld. 19 november: brandaanslag op twee politiewagens [ATHENE] Twee politiewagens die in de reparatiegarage stonden te wachten worden in brand gestoken. De aanval is opgedragen aan alle gevallen kameraden, de doodgeschoten jongeren, de slachtoffers van politierepressie en alle slachtoffers van de vernederingen van het politieapparaat.
71
23 november: aanval op het gebouw van de juridische raad [ATHENE] Bij het gebouw van de juridische raad in Athene worden de ruiten ingeslagen en diverse verfbommen gegooid. De juridische raad werd specifiek uitgekozen vanwege haar rol in de rechtszaak tegen de stadsguerrillagroep ‘Revolutionaire Strijd’. Het communique noemde ook recente wetgeving zoals de kukulonomos, een verbod dat maskers en capuchons in demonstraties strafbaar stelt als een reden voor de aanval. 1 december: demonstratie in solidariteit met vrijplaatsen [ATHENE] Op 1 december vindt een demonstratie plaats ter verdediging van de kraakpanden, vrijruimtes en sociale centra van Athene. De demonstranten komen op voor de vrijruimtes als basis voor de subversie, als uitvalsbasis voor acties tegen de fascisten, als experimenteringsgrond voor nieuwe sociale relaties, als contrainformatie ruimtes, als onderdak voor volkskeukens, sociale ziekenboegen en als kiem van een nieuwe wereld. 4 december: bomaanslag op kantoor gouden dagenraad [ATHENE] Op 4 december ontploft een dynamietlading bij het kantoor van de gouden dagenraad in Athene. De bom richt grote schade aan het gebouw aan en blaast een gigantisch gat in een van de muren. Er vallen geen gewonden. 6 december: grootschalige rellen bij herdenking dood Alexis [ATHENE] Op 6 december breken door heel Athene grootschalige rellen uit na een demonstratie van 350 middelbare scholieren ter herdenking van de dood van Alexis. De politie probeert de demonstraties die vanuit Exearchia vertrekken te omsingelen door de wijk af te sluiten. De jongeren bestormen een gemeentehuis en raken in gevecht met de DIAS motorpolitie. Diverse brandbommen en stenen worden naar de politie gegooid die zich terugtrekt in een nabijgelegen kiosk. Kort daarna confronteren de jongeren de OPKE ‘criminaliteitspreventie’ politie eenheid terwijl op het Dimadi plein demonstranten slaags raken met de oproerpolitie. Een van de agenten trekt een pistool en richt deze op de demonstranten waarna omstanders hem uitschelden en zich tegen de politie keren. Twee journalisten die proberen foto’s en videomateriaal van de demonstranten te maken (en dit daarna vaak doorspelen naar de politie) worden van straat gejaagd. Ook de auto van de burgemeester moet er aan geloven. Diverse agenten in burger worden herkend en tegen de grond geslagen.
72
13 december: Kantoor Gouden Dagenraad bestormd [VOLOS] In de afgelopen paar dagen zijn diverse evenementen van de Gouden Dagenraad in verschillende steden aangevallen. In de nacht van 12 op 13 december wordt het kantoor van de Gouden Dagenraad in Volos kort en klein geslagen. 20 december: Politieinval bij kraakpand Villa Amalias [ATHENE] Om 7 uur ’s ochtends valt de oproerpolitie Villa Amalias in Athene binnen, op bevel van premier Samaras zelf. 8 Mensen worden gearresteerd, evenals groepen sympathisanten die een paar uur later richting het gemeentehuis trekken. Villa Amalias zelf wordt afgesloten en 24/7 bewaakt door de oproerpolitie. Rond de middag worden er solidariteitsdemonstraties georganiseerd in diverse steden, diezelfde avond vind er een solidariteitsdemonstratie met bijna 2000 deelnemers plaats vanaf de Atheense hogeschool voor economie richting Villa Amalias. Op 21 december wordt Villa Amalias vrijgegeven, de 8 arrestanten worden beschuldigd van het ‘in bezit hebben van materialen voor de fabricatie van explosieven’, waarmee gedoeld wordt op lege bierflessen in de keuken, die ‘gebruikt kunnen worden om molotovs te maken’. Die avond trekken 300 anarchisten naar een buurtevenement in Athene waar burgemeester Kaminis aanwezig is, om zijn speech te onderbreken onder de slogan ‘Villa Amalias wordt het kerkhof van Kaminis’. De 8 arrestanten worden op maandag 24 december op borgtocht vrijgelaten. Op donderdag 27 december wordt het gemeentehuis van Athene bestookt met verfbommen. 28 december: Politieinval bij de Atheense hogeschool voor economie [ATHENE] Op vrijdag 28 december trekken diverse groepen DIAS motorpolitie door de centrale Patission straat en jagen hier straatverkopers (voornamelijk immigranten) op. Enkele straatverkopers schuilen bij de universiteit waarna het OM meteen bevel geeft tot een politieinval bij de universiteit. Van alle locaties kiest de politie slechts de kelders uit waar de vertrekken van de studentengroepen en politieke organisaties zitten. De politie breekt meteen de deur naar de anti-autoritaire vertrekken open en neemt ‘lege bierflesjes, vlaggenstokken en gasmaskers’ in beslag. Ook komt de politie hier ‘plotseling’ achter het feit dat het politieke radiostation 98FM vanuit deze kelder opereert en neemt de apparatuur meteen maar in beslag. De frequentie wordt meteen overgenomen door het commerciële, door politici gesponserde, ‘Free FM’ dat al jaren probeert 98FM uit de lucht te drukken, hoe hard ze ook ontkennen ‘apolitiek’ te zijn. 73
74
75
Signals of Disorder: Anarchie zaaien in de Metropolis A. G. Schwarz In een artikel uit het boek “We are an image from the future: the Greek revolt of December 2008” sprak ik kort over een punt waarvan een vriend met overtuigde om hier dieper op in te gaan. Het idee in kwestie is dat van ‘signals of disorder’ en hun belang bij het verspreiden van rebellie. Voor zover het Griekenland betreft gaat het argument dat door het uitvoeren van acties – voornamelijk gerichte vernielingen en het gooien van molotovs tegen banken en politiestations, de meest overduidelijke symbolen van de kapitalistische uitbuiting en het staatsgeweld in de Griekse maatschappij – insurrectionaire anarchisten subversieve zaadjes hebben gezaaid. Ondanks het feit dat de meeste mensen het toentertijd niet met deze acties eens waren hebben deze zich wel in hun bewustzijn geworteld en op het moment van de sociale ontploffing namen mensen deze vormen over als hun eigen middelen om hun woede uit te drukken waar alle oude vormen van politieke activiteit tekort schoten. Een interessante eigenschap van deze signalen is dat ze met afkeuren begroet worden door dezelfde mensen die ze later kunnen hanteren. Dit is geen verrassing. In de opiniepeilingen van de democratie stemt de meerderheid immers altijd tegen ‘het gepeupel’. In de dagelijkse normaliteit moeten mensen zichzelf vaak genoeg verraden om te overleven. Ze moeten hen volgen die ze niet geloven en datgene ondersteunen waar ze zich niet in kunnen vinden. Vanaf de veiligheid van hun bank juichen ze voor Bonny en Clyde terwijl ze op de openbare weg “Dank U, meneer agent” zeggen tegen de politieagent die hen net een bekeuring heeft uitgeschreven. Deze gecontroleerde schizofrenie is de min of meer rationele respons op het dagelijks leven onder het kapitalisme. Het feit dat onze manier van overleven het leven zelf onmogelijk maakt vereist een permanente cognitieve dissonantie. Het meest logische is dus niet om ‘in discussie met de massa te treden’ of de feiten te delen die ‘het fundament van het kapitalisme’ zullen ontkrachten, feiten die iedereen dagelijks ervaart, en het meest logische is ook niet om ons ‘keurig’ te gedragen, om altijd ons vrolijkste gezicht te laten zien en te verwachten dat onze populariteit maar vanzelf rap zal stijgen. Het meest verstandige is om de Autoriteit aan te vallen waar we maar kunnen.
76
Aanvallen is niet anders dan het communiceren van de redenen van onze aanvallen of het opbouwen van de middelen om te overleven, omdat we overleven om aan te vallen en aanvallen om te overleven en we communiceren omdat communicatie de isolatie aanvalt en de isolatie het leven onmogelijk maakt. Waarom zijn ‘signals of disorder’ aanvallen op kapitalisme en de staat? Uiteindelijk is de politie toch maar de boksbal, het stootkussen van de staat en een van de limiteringen van de opstand van 2008 was dat de anarchisten zich teveel op de politie focusten in plaats van op de staat in al haar vormen. En hoe zit het met het inslaan van verzekerde bankruiten? Het verspreiden van ‘signals of disorder’ zou net zo goed het verspreiden van graffiti kunnen zijn of het vormen van een aanwezigheid op de straathoeken. Is het niet gewoon de ritualisering van doelloze en impotente rebellie zoals de nee-schudders zo snel zullen roepen? Het blijkt dat de duivel in de details zit. Het idée van ‘signals of disorder’ is eigenlijk een omkering van de ‘Broken Windows Theory’ in de politiewetenschappen. Het artikel ‘Broken Windows’ van Wilson en Kelling bracht dit disciplineringsidee als eerste naar voren in 1982 maar het was pas toen Kelling 10 jaar later door de NYC Transit Authority in dienst werd genomen dat dit vlaggenschip van minutieuze sociale controle werd gelanceerd. Met de verkiezing van Rudolph Giuliani als burgemeester van New York in 1993 nam ‘Broken Windows’ stadsbrede dimensies aan en stak al snel de kop op door het hele land. In het begin van de 21e eeuw werd ‘broken windows’ overgenomen door de sociaaldemocratieen van Europa. Onder technocraten is ‘broken windows’ controversieel omdat het makkelijk causaliteit en correlatie kan verwarren: simpelweg omdat gebroken ramen en andere ‘signals of disorder’ vaak gepaard gaan met hogere misdaadcijfers in bepaalde buurten betekend niet dat ze de oorzaak van die misdaad zijn. Soms hoor je de opmerking dat zonder de juiste ‘gevoeligheidstraining’ broken windows disciplinering kan leiden tot repressie gericht op minderheden. Dit slaat echter allemaal de plank mis: de staat is niet geïnteresseerd in het reduceren van criminaliteit, de staat is geïnteresseerd in het vergroten van haar sociale controle en ‘broken windows’ is een cruciale uitbreiding van haar arsenaal. Giuliani’s heerschappij van ‘zero tolerance’ ging niet alleen tekeer tegen zwartrijders en graffitispuiters.
77
Onder zijn leiding werd de NYPD het eerste politiedepartement ooit dat meer arrestaties dan gemelde misdaden rapporteerde. Hele wijken werden leeg getrokken van bepaalde demografische groepen met het deporteren van jonge zwarte mannen naar noordelijkere gevangenissen. Een politieapparaat dat zich hevig richt op de kleinste details van het dagelijks leven, die de kleine strategieën van verzet tegen het leven onder kapitalisme criminaliseert, is een essentieel onderdeel van de expansie van de politiemacht als geheel. Waarom criminaliseert de gemeenteraad van San Francisco op straat zitten of liggen? Waarom verbied de gemeenteraad van Barcelona het openbaar spelen van muziek op straat zonder vergunning? Waarom heeft de overheid in Groot-Brittannië een hele waslijst van verboden, zogenaamd ‘anti-sociaal’ gedrag opgesteld? Omdat het doel van de staat totale sociale controle is. Omdat het pad van het kapitalisme richting de totale commercialisering van de publieke ruimte loopt. Iedere keer wanneer we een nieuwe invasie van staat en kapitaal in de kleine aspecten van het dagelijks leven tegenkomen, iedere keer als we die invasie bestrijden, dan strijden we een potentieel revolutionair gevecht. Als de autoriteit ons meer en meer op nanoniveau gaat controleren dan krijgen de spuitbus, de steen en de molotov hetzelfde belang als de AK-47. Het verspreiden van ‘signals of disorder’ bereikt een aantal dingen. Het vergroot onze tactische kracht door onszelf te trainen in een arsenaal van aanvallen, bezettingen en onbeheersbaarheid. Het onderbreekt het fabeltje van de ‘sociale vrede’ en werpt het onbetwistbare feit op dat er mensen zijn die zich tegen de dominante orde keren en hier tegen strijden. Dit betekent dat de redenen voor deze strijd, de anarchistische kritiek, serieuzer genomen moet worden omdat ze al daadwerkelijk bestaat op de straten. Op deze manier creëren de aanvallen de strijd als een feit op een manier die anders alleen mogelijk zou zijn in tijden van grote sociale onrust en beweging. Om dit effect te bereiken moeten de ‘signals of disorder’ zich expliciet verbinden aan een herkenbare sociale praktijk, een die anders genegeerd zou worden of opgedeeld zou worden in de excentriciteiten van een levensstijl.
78
Mensen moeten weten dat de graffiti en ‘broken windows’ (zowel letterlijk als in de breedste zin van het woord) het werk van ‘de anarchisten’ zijn of een andere groep die een publieke aanwezigheid heeft, omdat ‘signals of disorder’ die geïsoleerd kunnen worden als onderdeel van een soort ‘stedelijke ruis’ met veel legitimiteit weggeveegd kunnen worden met technieken die meestal voorbehouden zijn voor levenloze objecten en uiterlijke onzuiverheden; ze zouden ons van de straten vegen met dezelfde chemische strengheid waarmee ze de graffiti van de muren spuiten. Signals of disorder zijn besmettelijk. Ze trekken mensen aan die ook in staat willen zijn om hun eigen wereld te veranderen en te kneden in plaats van er slechts passief doorheen te wandelen. Ze zijn makkelijk te kopiëren en soms, meestal buiten onze controle of voorspellingen, verspreiden ze zich ver buiten onze kringen. Ze stellen ons, en iedereen, in staat om zichzelf in de publieke ruimte op te werpen, om de commercialisering tegen te gaan, om de wijken die van ons zijn te kneden en om de vruchtbare grond te scheppen waaruit een nieuwe maatschappij kan ontstaan. In een wijk waar de muren bedekt zijn met anarchistische posters, staat prachtige radicale graffiti naast de gebruikelijke tags, blijft reclame nooit lang hangen, zijn de ruiten van luxueuze auto’s, banken en bourgeois restaurants nooit veilig en komen mensen bij elkaar op de straathoeken en in de parken om te praten en wat te drinken. Onze ideeën kunnen serieus bediscussieerd worden buiten onze eigen kleine kringen en de staat zou een gigantische counterinsurgency operatie nodig hebben om überhaupt de hoop te hebben om ons te verdrijven. Wanneer we straffeloos hun kleine wetten kunnen breken laten we zien dat de staat zwak is. Wanneer reclame vernield wordt en de publieke ruimte bevrijd wordt, laten we zien dat het kapitalisme niet absoluut is. Maar op hetzelfde moment moeten we niet de fout maken om het belang van deze praktijk te overdrijven. Soms is het misschien nodig om een ‘bende’ te zijn, maar we zijn nooit enkel en alleen een ‘bende’, als op een bepaald punt alleen onze negativistische kant zichtbaar is, zijn we kwetsbaar voor de totale repressie. Er is een enorme hoop woede die circuleert, zonder toereikende uitlaatklep, waarmee we resoneren door middel van onze aanvallen. Maar er is evenveel liefde die nog harder schreeuwt voor mogelijkheden tot echte expressie. Mensen snakken naar de gemeenschap en solidariteit die het kapitalisme hen onthoud en onze weg uit dit labyrint van isolatie is er een waarbij we opzoek gaan naar anderen en hen tegemoet komen waar ze nu zijn.
79
Om mensen tegen te komen in onze zoektocht naar medeplichtigen. Behalve in de magische ruimte van de rel kunnen we niet op een veilige manier spontaan onze kameraden voor de aanval vinden. Maar in de geestdodende sleur van de alledag vinden we medeplichtigen om de kleine gebaren van verzet mee te delen, de kleine voorproefjes van de commune die we gezamenlijk opbouwen – een verloren conversatie, een flyer die iemand met interesse leest, het collectief delen van een gestolen maaltijd, de samenwerking in een gemeenschappelijke tuin, het uitdelen van giften. De anarchisten moet tegelijkertijd diegenen zijn die beschuldigd worden van schokkende onfatsoenlijkheid en onredelijk ‘extremisme’ op alle juiste momenten (“Ze staken vier politieauto’s in brand op onze vreedzame demonstratie!”) en diegenen die de stad doorgaan om gratis gemeenschappelijke maaltijden te koken en uit te delen, om straatfeesten te organiseren, om filmavonden te organiseren, om collectieve bibliotheken te organiseren, fietsrepratieworkshops te houden en op te duiken bij diverse acties (“kijk, het zijn die aandoenlijke anarchisten weer!”). We zijn het veiligst van de rechterhand van de repressie en de linkerhand van de recuperatie wanneer iedereen grondig verward is of ze ons nu moeten vrezen of van ons moeten houden.
80
81
Zonder jou draait geen enkel tandwiel… Blaumachen Een tekst geschreven enkele dagen na het conflict met de Stalinisten tijdens de rellen van 20 oktober (de tweede dag van de 48-urige algemene staking) voor het Griekse parlement. “Zoals het er nu voor staat, komen de mensen pas de straat op als ze echt bang zijn; en dan komen ze plotseling, allemaal tegelijk… En dan zal de KKE gebruikt worden om ze te stoppen.” Deze verbazingwekkend precieze voorspelling werd gedaan door een oude Trotskyist tijdens een praatje in een café in 2007[1]. In deze tekst kijken we naar de openlijke opkomst van de KKE als politiemacht[2], de gebeurtenissen van 20 oktober, hun betekenis voor de ontwikkeling van de klassenstrijd in Griekenland en hoe ze relateren aan de ontwikkeling van de crisis. We zullen beginnen door kritisch te kijken naar de centrale stelling van de positie die de KKE verwijt dat ze “de arbeidersklasse hebben verraden”. Degenen die deze mening zijn toegedaan, klagen ook dat we “onderling ruzie maken”. Hun positie wekt de indruk dat ze de rol van de KKE in de klassenstrijd in Griekenland over het hoofd ziet. Maar dit is geen slordigheidsfoutje veroorzaakt door onoplettendheid. Wat deze positie niet ziet wordt bepaald door de kern van wat ze wel ziet, door de structuur van haar visie en de inhoud daarvan. Deze visie ziet revolutie als de overwinning van de arbeidersklasse, als de transformatie van de kapitalistische samenleving in een ‘arbeiderssamenleving’, met andere woorden: revolutie zoals de KKE ook zegt deze te zien (met zichzelf op de positie van haar bazen, uiteraard). Daarom beschuldigt zo’n kritiek de KKE van ‘verraad’ in het gevecht voor een gezamenlijk doel. Ze houdt vol dat de KKE het gemeenschappelijke doel van een ‘vrije arbeidersmaatschappij’ verraad omdat ze, in haar praktijk en discours, de politieke vorm van de arbeidersstaat naar voren brengt, in tegenstelling tot het zelfbeheer van de productie en op deze grond keert deze visie zich tegen het gebruik van de slogan “Zonder jou draait geen enkel tandwiel – arbeider, jij kan de zaken besturen zonder de bazen” door de KKE. Het lijkt misschien op het eerste oog paradoxaal, maar het is deze slogan die de essentie van de gebeurtenissen van 20 oktober bevat. De inhoud van deze slogan drukt de kant van de KKE (maar niet alleen die van de KKE en dat is heel belangrijk) uit in dit conflict dat het historische product is van de praktijken in de klassenstrijd in de huidige periode. Een nauwkeurige lezing van de slogan laat zien dat het woord arbeider de sleutel is van de inhoud van de revolutie volgens de KKE (en bepaalde anderen). 82
Deze ‘revolutie’ zal de arbeider als zodanig niet afschaffen, ze zal de proletarische toestand niet opheffen, ze zal de ‘tandwielen’ niet opheffen en de waardeproductie ook niet. In tegendeel, ze roept arbeiders op om te strijden (of, in het geval van de KKE, zich als schapen achter hun hoeders te scharen) om arbeiders te blijven, om door te gaan met het ‘laten draaien van de tandwielen’. De utopische zinsnede ‘zonder de bazen’ betekent ‘uit jezelf’, als arbeiders zonder bazen, zogenaamd als eigen bazen of met de ‘arbeiderspartij’ als baas. Achter de opportunistische kaping van een ‘anarchistische slogan’ door de KKE schuilt het essentiële punt dat arbeid hier een afgescheiden menselijke activiteit blijft na de ‘revolutie’, met alle gevolgen van dien. De verdediging van het parlement en de politie door de KKE op dit kritische moment voor staat en kapitaal, tegenover de aanvallen van een deel van het proletariaat is volledig verenigbaar met deze slogan, vooral omdat zulke aanvallen tegen staat en eigendom alleen mogelijk zijn met de steun van een groot deel van het proletariaat, zoals duidelijk werd op 19 oktober. De verdediging van de arbeid kan niet plaatsvinden in een historisch vacuüm – een ahistorische vorm van werk (zoals naar voren komt in slogans als “wij willen werk, geen werkeloosheid”) bestaat niet – ze is noodzakelijkerwijs de verdediging van de specifieke vorm die de arbeid in de huidige historische situatie aangenomen heeft. Als gevolg hiervan zal de ‘revolutie’, volgens de KKE, de herstructurering van de arbeid zijn op basis van haar historisch bepaalde toestand (iets wat al lang gedaan werd door de Bolsjewieken toen ze de macht overnamen in Rusland als deel van de proletarische revolutie van 1917, net zoals toen de CNT vakbond de fabrieken overnam na de proletarische opstand van 1936 in Spanje). Als we deze conclusies langs de strategie van de KKE leggen om een steeds belangrijkere rol te spelen in de reproductie van de arbeidersklasse, dat wilt zeggen, om kracht te verwerven als reproductiemechanisme van de kapitaalrelatie parallel met de staat, of in sommige gevallen als ‘tandwiel’ van het staatsapparaat, dan is het duidelijk waarom, in de context van het toenemende belang van politietoezicht en interventie in de reproductie van de arbeidersklasse, de KKE de rol van politiemacht moet spelen. En degenen die de KKE aanvielen dan? Hoe is het verklaarbaar, in termen van de bovenstaande redenering, dat een deel van diegenen die het roodfront van de politie aanvielen, dat de weg naar het khaki front van de politie blokkeerde, een groot deel van het wereldbeeld van de KKE omtrent revolutie delen? Heeft het zin om hen te bekritiseren voor hun gevecht tegen de KKE over de controle over de Amalias straat, en effectief over het politieke leiderschap van de beweging? Deels, maar er zit een fout in de vraagstelling zelf, namelijk de vraag omtrent het ‘politieke leiderschap van de beweging’. 83
De betekenis van 20 oktober ligt verborgen onder de oppervlakte van het politieke dispuut. De vraag waarom dit conflict geproduceerd werd, wat haar ware inhoud is en waarom ze nu de centrale zaak binnen de klassenstrijd is[3] in veel landen, kan alleen beantwoord worden als men voorbij de tegenstellingen tussen links en de anarchisten gaat (een tegenstelling van voorgaande revoluties waarbij de “tradities van alle dode generaties als een nachtmerrie op de geesten van de levenden drukken”). Om voorbij deze tegenstelling te gaan moeten we stilstaan bij de inhoud van het ‘anarchistische’ kamp, het zwarte blok of hoe mensen het ook willen noemen (hoewel deze veelvormigheid al een signaal is). Het is bekend dat het deel van degenen die betrokken waren bij de conflicten en ‘organisch’ toebehoort aan de militante anarchistische groeperingen vrij klein is en minder belangrijk wordt naarmate de crisis zich verdiept. Het is ook bekend dat vandaag de dag zelfs gewone arbeiders op de vuist gaan met de politie – vaak zelfs zonder dat hun vakbonden hen hiervoor veroordelen (zie POE-OTA) – net als de werkelozen of soms zelfs de kleinburgerij (taxi eigenaren) die in rap tempo geproletariseerd worden. Degenen die, op welke manier dan ook, aan de basis stonden van de grootschalige rellen van de afgelopen periode zijn niet voornamelijk georganiseerde anarchisten en de invloed van de georganiseerde anarchisten hierop is minimaal. Het is een gemengde groep van jonge (en terwijl de crisis zich verdiept, niet alleen jonge) proletariërs die precair of werkeloos zijn, of middelbare scholieren en universiteitsstudenten zijn. Hun praktijken – voornamelijk rellen zonder specifieke eisen die tegelijkertijd los van en binnen de strijd met eisen plaatsvinden – drukken de huidige impasse van de eisen uit, het gebrek aan toekomst geproduceerd door de crisis, welke een crisis van het bestaan van het loon is en daarmee van de proletarische reproductie. Diegenen die op de vuist gaan met de politie zijn niet zozeer ‘revolutionairen’ die dit doen omdat ze ‘klassenbewustzijn’ hebben; ze zijn beoefenaars van de praktijken die in het leven worden geroepen door de uitsluiting van proletariërs uit de arbeid, door de gewelddadige neerwaartse druk op de middenklasse, door de koortsachtige koers van de crisis van een geherstructureerd kapitalisme en de poging om haar te repareren met een nieuwe ronde van aanvallen vanuit het kapitaal die het bestaan van het loon an sich in twijfel trekken. Deze praktijken zijn ook tot een doodlopend spoor, gezien vanuit de visie die een strategie zoekt naar de overwinning van de arbeidersklasse en het vestigen van een ‘arbeiderssamenleving’. Het is deze impasse die het overstijgen van deze praktijken voorspelt via de klassenstrijd, een overstijging die niet zal resulteren uit hun overheersing over andere praktijken, maar die het product zal zijn van hun conflictueuze gelijktijdige bestaan met de revindicatieve praktijken. 84
Deze overstijging zal slechts mogelijk zijn op het moment wanneer dit conflict niet slechts de dynamiek van de rellen zonder eisen reproduceert, maar ook het nemen van bepaalde maatregelen zal bevatten. Dit conflict wordt objectief geproduceerd – individuele keuzes worden hierin overstegen door de genadeloze slachting van de crisis. Dit was niet zozeer een conflict tussen anarchisten en de KKE voor het parlement – dat leek slechts zo. Zo’n begrip dient slechts de belangen van de KKE, hun meelopers en de politiek georganiseerde anarchisten. Er zullen zeker pogingen zijn – aan beide kanten van het conflict – om hier politieke munt uit te slaan en op de korte termijn kunnen beiden succesvol lijken. Er zal geruzied worden over wie zich het meest bekommerd om de eenheid van de arbeidersklasse, met verwijten over en weer. De ontwikkeling van de crisis zal zich echter verdiepen en de gebeurtenissen van 20 oktober zullen spoedig een onschuldig spelletje met rotsen, een paar molotovs en honderden stokken met rode vlaggen lijken. Het conflict dat, in termen van politiek fetisjisme, een confrontatie tussen anarchisten en de KKE voor het parlement leek, was het product van een intern conflict van proletarische praktijken binnen de hele cyclus van conflicten die begon na de herstructurering van de jaren ’80 (’90 voor Griekenland); ze vormt de essentie van deze cyclus van strijd, gegenereerd en ontwikkeld door de tegenstellingen die nu samenkomen in de huidige crisis. Dit conflict was het historische product van de kapitaalaccumulatie, van de klassenstrijd en niet van bepaalde ‘strategieën’, ‘verraad’, ‘klassenbewustzijn’ en andere ideologische termen. De twee kampen die in snel tempo geproduceerd zijn als gevolg van de condensatie van de historische gebeurtenissen zijn erg vloeibaar; wat vandaag de revolutie lijkt te voorspellen via de overstijging van haar limieten, zal morgen verdeeld lijken; haar interne tegenstellingen, die vandaag niet belangrijk lijken, zullen exploderen. De verdieping van de crisis zal leiden tot praktijken voorbij die van de huidige ‘fase van de rellen’. De rebellen van morgen (en dat zou wel eens niet zo ver weg kunnen zijn) zullen gedwongen worden maatregelen te nemen om de strijd door te zetten die tegelijkertijd overlevingsmiddelen zijn, communistische maatregelen die de crux van de meerwaardeproductie zullen beïnvloeden en nieuwe sociale relaties zullen vormen. De tegenstellingen van militarisme en sexisme, die noodzakelijkerwijs met de rellen arriveren, zullen exploderen in het kamp dat het hele bestaan van de ‘waardevorm’ in twijfel trekt. Interne conflicten komen er aan, nieuwe verdelingen zijn onvermijdbaar.
85
We leven in een maalstroom; er is niks dat ons nu nog kan redden. Iedere poging om de structuur van de huidige sociale relaties te begrijpen, iedere poging om los te breken van de politieke visie op revolutie die, doordat ze enkel politiek is, behoort tot de oude wereld van de voorgaande revoluties, zal zeker bijdragen aan de kritiek op deze wereld. Een wereld die hoe dan ook beeft, als samenraapsel van sociale relaties die opgeheven gaan worden in de komende revolutie. 1. KKE, de Griekse communistische partij 2. Het is niet slechts hun blokkering van de demonstranten die richting het parlement wildentrekken wat de KKE tot politiemacht maakt. Er is bewijs dat de KKE ook de plexiglas politiebarrière op de Via Sophias beschermde en losse ordedienstlinies vormde die het parlement beschermden, zonder dat hier achter KKE demonstranten ‘in burger’ stonden. 3. Deze zaak is zo centraal in Griekenland dat ze de moord op een demonstrant door de politie onder liet sneeuwen. De politie gebruikte zoveel traangas dat ze uiteindelijk iemand vermoorde die ‘de arbeidersklasse beschermde’ door het parlement te beschermen. In veel landen, voornamelijk die in de eerste zone van de kapitalistische accumulatie (de meest recente voorbeelden vonden plaats in Italië en de VS), verschijnt dit conflict in de vorm van een tegenstelling tussen rellen en ‘vreedzame’ bezettingen/demonstraties.
86
87
Het tijdperk van de rellen is begonnen Blaumachen / Agents of Chaos “Niks ontploft zo hard als een olieraffinaderij en opstandelingen houden nu eenmaal van brandende dingen…” (Uitspraak van een financieel analist bij AlJazeera) Een tekst die uitgedeeld werd op 23 februari 2011 tijdens de algemene stakingen in Athene en Thessaloniki De overgangsfase van de crisis: van herstructurering naar opstand Iedere dag voelen we meer van de storm van revolte die over de Afrikaanse en Midden-Oosterse regio’s waait. Het ene land na het andere verschijnt in de krantenkoppen van de internationale pers; ieder geval hetzelfde: conflicten tussen demonstranten en de politie of staatsgetrouwe knokploegen van ieder lokaal, meestal totalitair, regime. Ondanks alle pogingen van het globale spektakel om de proletarische aard van deze opstanden te verbergen en hun interne tegenstellingen maar al te veel te benadrukken, door de gebeurtenissen slechts als een politieke “beweging voor de democratie” of als politieke confrontaties tussen voor- en tegenstanders van de een of andere politicus te presenteren, kan de overduidelijke waarheid niet verborgen worden: die van klasse tegen klasse. De proletariërs gebruiken stenen, molotov cocktails en stokken, de politie is volledig bewapend en zo bang dat ze onmiddellijk en zonder onderscheid schieten om te doden. De proletariërs bezetten gebouwen, blokkeren wegen en steken auto’s in brand, ze branden gevangenissen tot de grond toe af, bevrijden de gevangenen en saboteren de infrastructuur. Het kapitaal bereid zich voor om een nog striktere dictatuur op te leggen. Het zal niet gemakkelijk zijn voor de overgangsregimes om zichzelf te stabiliseren, omdat ze niet in staat zullen zijn om ook maar enkele van de centrale eisen over levensstandaarden van de opstandelingen tegemoet te komen. Egypte en Libië zijn, tot nu toe, de meest serieuze manifestaties van deze opstandige fase van de crisis. Egypte is belangrijk vanwege haar economische en geopolitieke belang in de globale inter-kapitalistische concurrentie en Libië, niet alleen vanwege haar belang als olieproducent, maar ook vanwege het feit dat de staat in rap tempo de controle over de situatie verliest, wat wereldwijd tot paniek heeft geleid. Het huidige accumulatieregime is het resultaat van de eerste herstructurering die plaatsvond in de jaren ’70 en ’80; haar crisis is de keerzijde van het succes van deze herstructurering.
88
Ze is de verdieping van het neoliberalisme zelf dat deze historische situatie heeft geproduceerd, omdat kapitalisme een systeem van tegenstrijdige sociale relaties is. Ongeacht hoe stabiel iedere vorm van accumulatie extern kan lijken, ze draagt de ontwikkeling van haar interne tegenstrijdige dynamiek in zich, die uiteindelijk zal leiden tot de uitbarsting van een crisis. De prestatie van het geherstructureerde kapitalisme, namelijk de triomf van de subsumptie van het hele leven van het proletariaat onder het kapitaal, heeft de reproductie van het proletariaat (en van het kapitalisme in haar geheel) wanhopig afhankelijk gemaakt van de ups en downs van de economie, en daarmee kwetsbaarder voor crisis dan in iedere voorgaande historische periode. In het huidige historische moment bevinden we ons in een overgangsfase van de globale kapitalistische crisis die uitbrak in 2008 en zich nog steeds aan het ontwikkelen is. In deze overgangsfase, probeert globaal financieel kapitaal haar directe devaluering over te slaan doormiddel van de oplegging van de draconische tweede fase van de herstructurering over de hele planeet. De consequenties van deze poging zijn overal zichtbaar, maar ze verschillen in termen van intensiteit en kwaliteit van de aanval tegen het proletariaat, die afhangt van: a) De positie van iedere staat binnen de globale kapitalistische hiërarchie b) De al bereikte vooruitgang van de eerste fase van de opgelegde herstruc turering en, voornamelijk; c) De geschiedenis van de klassenstrijd in iedere regio Over de hele wereld (met uitzondering van China) betekent de herstructurering de reductie van het directe en indirecte loon (pensioenen, uitkeringen, publieke diensten); ze betekent het illegitiem worden van de looneis; ze betekend ook een toename in de prijzen van essentiële goederen, zowel als gevolg van het objectieve mechanisme van de crisis en het feit dat bepaalde delen van het kapitaal duidelijk speculeren met de voedselprijzen. Een resultaat van dit gokken, is dat het meest ondergewaardeerde deel van het proletariaat letterlijk niets meer te eten heeft: “De prijzen zijn zo hoog geworden dat als ik een paar citroenen wil kopen voor mijn pijnlijke keel, ik de hele maand blut ben” zei een arbeider bij het transportministerie in Egypte. Ten midden van de storm van de economische crisis, verdwijnt de staatssubsidie voor een ‘overschots arbeidsbevolking’ en is het resultaat de verspreiding van informele arbeid en armoede. Proletariërs hebben geen andere keuze meer dan te werken (voornamelijk informeel) om te overleven en tegelijkertijd is het, als gevolg van de crisis, onmogelijk om een baan te vinden over een inkomen te vergaren dat de kosten van de reproductie van hun arbeidskracht dekt.
89
Proletariërs eisen hun overleven en dus eisen ze een verlaging van de voedselprijzen, van loonsverhogingen en van baangaranties. Ze eisen wanhopig dat de kapitalisten het kapitalisme redden. Wanneer ze stabiele werkgelegenheid en ‘fatsoenlijke’ lonen eisen, zeggen proletariërs in feite tegen de kapitalisten: “Jullie hebben ons nodig, zonder ons is er een meerwaarde extractie, is er geen kapitaal”. Kapitaal, aan de ander hand, antwoord dat ze het overleven van het proletariaat niet langer kan garanderen en maakt duidelijk dat een (significant) deel daarvan nutteloos is geworden (in termen van ‘waarde’ voor het kapitaal) en, belangrijker nog, dat het begeerde herstel niet de herintegratie van dit overschotsproletariaat bevat; als gevolg hiervan zijn deze proletariërs structureel een overschotsbevolking voor het kapitaal. Historisch gezien wordt de looneis daarmee geproduceerd als zowel een noodzaak als een (structureel, niet cyclisch) dood spoor. De opstand van dit overschotsproletariaat zonder toekomst wordt geconfronteerd met de helderste en botste vorm van de kapitalistische overheersing: de politie. Het is precies het gegeven dat de uitgang van de crisis, vanuit kapitalistisch oogpunt, dit overschotsproletariaat niet bevat dat de politie tot de algemene verschijningsvorm van het huidige kapitalisme maakt. Proletariërs over de hele wereld ervaren hun precaire situatie als verstikkend, haar context getekend door armoede en ghettoisering. De meest in het oog springende voorbeelden zijn Frontex (de grenspolitie van de EU), de militaire en politiediensten ingezet om de grens tussen de VS en Mexico te bewaken, de muur in Palestina, de door het leger bewaakte arbeiderskampen in China, de ‘gated communities’ in Zuid-Amerika of hun equivalent, de favelas, de uitgestrekte sloppenwijken en natuurlijk de Griekse versie van deze situatie, het 12.5 kilometer lange hek bij de grens met Turkije. De hele planeet wordt langzaam maar zeker een door apartheid geregeerde ruimte; moderne bantustans worden opgezet voor de arbeidersklasse. Deze stedelijke repressie verstikt proletariërs en heft een centrale kapitalistische toestand op: die van de ‘vrije’ verkoop van arbeidskracht. In Cairo werd deze stedelijke planologie in rap tempo geïmplementeerd in het afgelopen decennium. De dictatuur van de waardevorm en de economie in haar geheel heeft, in alle regio’s van Afrika en het Midden-Oosten waar we nu proletarische opstanden de kop op zien steken, de vorm van een dictatoriale democratie. De reden dat deze rellen kapitalisten over de hele wereld opgeschrikt hebben is vanwege het feit dat de democratische dictatuur, dit totalitarianisme, nu ook de fantasie van de bourgeoisie in de meer ‘ontwikkelde’ landen is omdat ze de enige manier lijkt om de tweede fase van de herstructurering te implementeren.
90
De demonstraties en rellen begonnen in al deze landen vanuit de reproductiesfeer en de vraag is of de onrust ook de sfeer van de waardeproductie, het epicentrum van het kapitalisme, binnen zal treden. De stakingen die de val van de ‘socialistische’ dictator Mubarak volgden lijken in deze richting te wijzen en de kapitalisten kijken gretig naar die hoek van de wereld, met hun vinger op de trekker omdat deze “El Dorados” plotseling valstrikken voor het kapitaal zijn geworden in licht ontvlambare regio’s wiens toekomst enorm onzeker is geworden. Het ‘grote concurrentievoordeel’ werd, bijna binnen een enkele nacht, een ‘onbeheersbaar risico’. Subcontracting, toerisme, constructiewerk, de textielindustrie en boven alles olie en handelsroutes (Suez en de golf) worden nu allemaal begroet met het vuur van de proletarische opstand. Na Tunesië, Egypte en Libië, waar de opstand nog actief is, proberen Bahrain, Jemen, Iran, Irak en Algerije proletariërs te vermoorden om de opstand uit te stellen. Het Griekse regime probeert ook pro-actief te opereren, tegen de op handen zijnde revolte: aan de ene kant bereid ze de formele oplegging van een soort dictatuur op (mogelijk via verkiezingen) en aan de andere kant probeert ze reacties te sturen richting een populistisch-nationalistische (rechtse of linkse is om het even) weg als tweede optie. De functionarissen van het globale financiële kapitaal, die tijdelijk de Griekse staatsmacht in handen hebben, proberen nu snel staatseigendom te verkopen na hun succes in het verlagen van de lonen. Deze grote uitverkoop is niks anders dan een poging om kapitaal te valoriseren wat (grotendeels) gevangen zit in het Griekse en Europese financiële systeem en het onmiddellijke risico loopt massaal gedevalueerd te worden. Aan de andere kant keren proletariërs zich tegen deze uitverkoop omdat ze begrijpen dat dit een nog grotere vermindering van het indirecte loon en een afname van de levensstandaard in het algemeen met zich meebrengt; ze weigeren nog langer om kaartjes voor het openbaar vervoer en de tol te betalen, ze bezetten gebouwen, ze proberen de effecten van de crisis te verminderen door zoveel kabaal te maken als ze kunnen, maar tot nu toe alleen in de reproductiesfeer. De stakingen in de sectoren die getroffen worden door de herstructurering corresponderen niet met de intensiteit van de aanval; ze zijn niks anders dan het spenderen van de laatste bemiddelingscapaciteiten van de vakbonden. Beide mogelijke strategieën van de Griekse bourgeoisie snijden aan twee kanten. Het opleggen van een dictatuur in Griekenland zal waarschijnlijk het virus van de opstand door heel het mediterrane gebied verspreiden, met alle implicaties die zoiets zal hebben voor alle andere Europese landen.
91
Aan de andere kant zal de afremming van de herstructurering waarschijnlijk de deelname van de Griekse staat in een politiek geünificeerd Europa in twijfel trekken, iets wat haar tot een derderangszone van het kapitaal zal maken. Deze ontwikkeling zou de belangen van een aanzienlijk deel van de Griekse bourgeoisie enorm in gevaar brengen. Voor de proletariërs die in Griekenland wonen is er slechts een weg, welk scenario er ook geïmplementeerd wordt: de steeds radicalere klassenstrijd. De vakbonden zullen niet sneller voor 24-uurs stakingen zoals die vandaag gaan oproepen, maar de fronten van de klassenstrijd zullen zich vermenigvuldigen met het verstrijken van de tijd; en de uitbarsting van opstandigheid kan niet langer uitgesteld worden. De op eisen gerichte strijd van het proletariaat, met haar focus op het bestaan van het loon en zich kerend tegen de verpaupering van de levensstandaard, zullen door hun verdere ontwikkeling en falen uiteindelijk leiden tot een breuk met hun revindicatieve* inhoud. Deze breuk komt al aan het licht in bepaalde gevallen, zoals de strijd bij Keratea, en zal als een onderscheidbare gebeurtenis de kop op steken in ieder gelokaliseerd conflict. De inhoud van de breuken zal de politieke vereniging van de strijdende proletariërs, en daarmee de effectieve bemiddeling van conflicten, onmogelijk maken. De repressie die de “Wij zullen niet voor de crisis betalen” sociale beweging bijvoorbeeld voor de kiezen krijgt kan het conflict bijvoorbeeld naar het punt duwen waar het hele bestaan van de huidige transportmiddelen in gevaar komt. De ontwikkeling van de dynamiek van deze breuken kan nooit voltooid en gestabiliseerd worden in “verworvenheden van de arbeidersklasse”, ze kan slechts het begin zijn van een historisch revolutionair proces.
* Revindicatief – van ‘revindicate’, eisen stellen. ‘Luttes revendicatives’ is een gangbare Franse term, waar geen goed alternatief voor is, voor strijd over lonen en arbeidsomstandigheden of onmiddellijke eisen (in tegenstelling tot politieke of revolutionaire strijd). 92
93
Papieren Geweren Kirilov Vier afgebrande auto’s, gebruind door de vlammen, vergrijsd door de as, staan parallel naast elkaar; zij aan zij aan zij aan zij, passagiersdeuren op het asfalt, ramen die nalatig naar de hemel turen. De nacht voordat ik aankwam in Athene waren de auto’s omvergeworpen vanaf hun normale rustplaatsen en in brand gezet om een barricade voor de poorten van de nationale technische universiteit op te werpen tegen de oproerpolitie. Met z’n drieën stonden we alleen voor de Polytechnische universiteit, een zeldzaam en onkenmerkend stil moment die december, waar alleen de zon, in haar hevige strijd met de wolken, enig teken van conflict vertoont. Om uiteindelijk een stemming te kiezen koos de dag langzaam een overwinnaar, en ik nam even lang de tijd om naar de sedans te staren, in hun rijen met perfecte afstand ten opzichte van elkaar, rustend als domino’s die klaar staan om om te vallen bij de geringste aanraking van een kind. Ik besloot dat de symmetrisch uitgelijnde wrakken meer op een kunstwerk voor in het stadspark leken dan op de nasleep van een opstand. In plaats van in het zwart gehulde opstandelingen, beeldde ik me druïden – misschien wel de eerste echte ‘gemaskerden’, koukouloforoi zoals de Griekse media ze noemt – in die afgefakkelde auto’s boven rotsen verkozen en ongezien de hele nacht door hadden gewerkt aan een soort Brutalistisch Stonehenge. In mijn dagdroom werken deze “bekende onbekenden” voorzichtig maar efficiënt, laten ze de nacht onverstoord, om zich te verzekeren dat de stad de volgende ochtend verbaasd wakker wordt bij dit automonument toegewijd aan de rebellie. Terwijl we genieten van de vluchtige rust, worden we verraden door onze voetstappen omdat ons pad over Stournari straat, met haar tapijt van losse stenen en gebroken glas, stille stappen onmogelijk maakt. Terwijl ik Exarcheia inwandel, gedragen door iets buiten mezelf, verliezen de graffiti slogans en de kleurrijke posters die decoreren wat nog over is van de architectuur de strijd om mijn aandacht van het verkoolde geraamte van wat ooit een gebouw met vijf verdiepingen was. Als een kanker die zo snel om zich heen grijpt dat haar groei zichtbaar is, dringen de donkere sintels de overblijfselen van de muren binnen. De vuurstorm van afgelopen nacht beroofde deze voormalige computer megawinkel van haar façade, slokte haar siliconenhandel op en verving het bouwwerk met een gapende holle grot. En grotten zullen grotten blijven, of ze nu natuurlijk of artificieel zijn, ze zullen de rol spelen die ze al sinds de oudheid spelen, door allegorieën door te geven, boodschappen over te brengen met verblindend licht. Ik begon de dwaasheid te herkennen in de verbeelding dat deze scene een product van nauwkeurig ambachtschap was. Dit was overduidelijk het product van pure woede, en kon niks anders dan dat zijn. 94
Een excessieve woede, een onophoudelijke woede, een woede die door alle ruimte snijdt, ramen verpulverd, werpstenen uit het plaveisel rijt en zich uiteindelijk begraaft in mensen; hun innerlijke kern trillend nalatend als handen na een vuistgevecht. Eenmaal binnen veranderd de woede zoals ze zelf veranderd wordt, wordt ze compleet anders terwijl ze in wisselwerking haar gastheer veranderd, smelt ze de dode, verrotte lagen weg en legt ze nieuw leven bloot. Gehoorzamend aan haar eigen rationaliteit, reist ze op een schijnbaar sporadisch pad, treed ze lichamen binnen en verlaat ze deze weer, nestelt ze zich in alles dat ze tegen komt zoals de geur van seks zich nestelt in alles wat aanwezig is in de hete slaapkamer van een geliefde. De vlijmscherpe scheermessen die we opslokten, in dwangvoeding sinds onze geboorte, die we, ongeacht of we dit nu willen of niet, allemaal pijnlijk in ons dragen - van ons werk naar de school, naar de gevangenis en weer terug naar een thuis dat bijna niet te onderscheiden is van het laatste – werden eindelijk ferm in onze handen gedrukt. En datgene dat gespaard bleef door onze sneden, die fragmenten van deze vieze, miserabele wereld die we niet in stukken hebben gehakt, werden overgelaten om opgeslokt te worden terwijl deze kwaadaardige passies zich ingroeven in de onderlaag van de realiteit en gewelddadig veranderingen aanbrachten op het niveau van de pure substantie, alles tot het laatste ding weg vagend van binnen uit. In deze context van absurde en ondragelijke communicatie waarin ieder van ons tragisch gebonden is, als in de val van een paradoxaal bevel – om te ‘spreken’ moet men ‘communicatie’ afzweren en om te ‘communiceren’ moet men ‘spraak’ afzweren! Curcio en Franceschini (de historische oprichters van de Rode Brigades) Opstand nestelt zich net zo diep in mensen als in de diepten van de maatschappij. In haar dringende taak van verwoesting, slaagt de opstand er in om de statische, onveranderbare ‘aard’ van de mens tot haar slachtoffer te maken. Menselijkheid wordt dan benaderd als een ware creatie, als een potentie om vervuld te worden in het geconstrueerde heden. Met het ontvouwen van nieuwe manieren van leven bloeien nieuwe manieren van ervaren op; van waarneming van omgeving en tijd, en nieuwe relaties tussen mensen; interacties en communicatie. Door objecten van hun namen los te koppelen, symbolen van wat ze symboliseren, holt de rebellie dingen uit die de realiteit, in haar eeuwige golfbeweging, aan onze voeten doet aanspoelen als de nutteloze overblijfselen van een schipbreuk. Eerder dan diepere betekenissen en alternatieve referentiekaders opnieuw op te bouwen, ontwikkelen nieuwe en ongekende manieren van menselijke expressie zich om samen te vallen met veelvoudige veranderingen door zich te openen naar het veld van de mogelijkheden.
95
Teruggedreven naar de slopende normaliteit van het dagelijks leven, ondermijnd door de gewapende vrede die constant alle oprechte ervaring vernederd en alle communicatie tot platte informatie reduceert, ben ik nu bijna niet meer in staat om me voor de geest te halen wat ik meemaakte tijdens die warme december in Athene. Iedere poging daartoe daalt zonder pardon af in bloemrijk hermetisme en jargon, gekoppeld met ongewilde verbale chairoscuro effecten: anekdotische overdrijvingen van de hoogste trede. Om deze glossolalische toestand wat botter te beschrijven zou men kunnen zeggen dat de smaak van de vrijheid nooit benoemd zou kunnen worden in een taal die gewend is aan hielenlikken. Desondanks is wat volgt, na talloze vruchteloze pogingen, enkele bleke overleveringen van de beelden, emoties en herinneringen die misschien alleen adequaat afgeschilderd hadden kunnen worden in die te korte periode van mijn leven toen ik, samen met anderen, geloofde dat alles mogelijk was. Als bevlekte emulsies omhooggehouden tegen een schemerlicht, poogt ieder verhaal op negatieve wijze de onuitsprekelijke transformaties in mensen te beschrijven, door het nodeloze in detail te beschrijven om zo het noodzakelijke wat af te kaderen. Deze methode produceert onvermijdelijk omgekeerde representaties, waar het licht als donker verschijnt en het duister als licht. Daarmee, door de schade van de tijd, is de onvermijdelijke uitkomst van mijn aanbod nu een wazig portret, beelden die slechts helder gezien kunnen worden als men vergelijkbare veranderingen ondergaat, van binnenuit diezelfde verloren momenten. De tijd is gekomen om het ethisch rechtvaardig als de ultieme praktijk te vestigen. Om het leven tot gedicht te maken. En het leven tot gebruik te maken. Katerina Gogou Niet in staat om het tempo waarmee de gebeurtenissen zich voltrokken bij te houden, neigen mijn herinneringen er naar om zich te vermengen en soms zelfs met elkaar te botsen; waardoor soms gebeurtenissen uit mijn geheugen verdwijnen waarvan ik zou willen dat ik ze me kon herinneren. Ik kan me dus niet precies herinneren wanneer ik hem ontmoette, maar als ik terugdenk aan de demonstraties, de vergaderingen en de bijeenkomsten kan ik hem daar vaak plaatsen. Hij was knap, met een lengte die hem lichtjes liet bukken als hij met je sprak en, net als Orwell’s Italiaanse anarchist in ‘Saluut aan Catalonië’, spraken er verhalen uit zijn kenmerkende gelaatstrekken, detailleerden ze zijn persoonlijkheid; zo vol vna openhartigheid dat er geen plek over bleef voor wildheid. 96
Zonder enige van die legendarische Italiaan’s gerechtvaardigde agressie, was zijn gezicht eerder meelevend en zorgde het ervoor dat je hem onmiddellijk aardig vond. Belangrijker nog, ik wilde dat hij mij aardig vond; omdat hij een unieke manier van begroeten had, met een glimlach die je je eigen uniekheid liet herkennen. Veel te nederig om het af te dwingen, kreeg hij respect vrijwillig toegewezen, niet alleen vanwege zijn gedrag maar waarschijnlijk omdat iedereen een glimlach aan hem wilde ontlokken. Tijdens de grote demonstratie in december, na het einde van de mars, brak er een voorspelbare confrontatie uit die slechts tijdelijk onderbroken werd door het Israëlische traangas van de oproerpolitie, een grote ruimte tussen ons en hen achterlatend. Van binnenuit de massa, op veilige afstand van de knuppels van de politie, kon ik vaag iets onderscheiden, iets dat zich een universum verder leek af te spelen, zich in iedere richting bewegend behalve in de linie-formatie van de MAT (oproerpolitie). Je kan me verdenken van over-verfraaiing wat je wilt, je kan me er zelfs voor veroordelen, maar ik zweer dat dit bijna niet te onderscheiden object aan mijn twee door traangas verbrandde ogen verscheen als een ster, verstrikt in alle instabiliteit en chaos van een drietallig kosmisch stelsel. Gegeven de complexe dynamiek tussen de MAT, de boulevard en deze nevelige massa, de manier waarop ze elkaar aantrokken en afstootten, golven van kracht uitstotend en uitwisselend, kan ik niet overtuigd worden van iets anders dan wat ik zag: de chaotische interactie tussen verschillende hemellichamen. Het was pas toen deze drieling dichterbij kwam dat ik hem herkende, in zijn eentje. In plaats van zijn veelgezochte glimlach zag ik, door zijn gasmasker heen, zijn ontblootte tanden tegenover de linie van oproerpolitie. Met meer beestachtige eigenschappen dan menselijke, stormde hij hals over kop op hun schilden af met de impact van een wilde kudde en meteen na de botsing, met een kleine draaiing, wendde hij zich naar de zijkant en wierp zichzelf met dezelfde kracht tegen een bankgebouw, om deze beweging keer op keer op keer te herhalen. Met zijn rug gericht op de groep van toeschouwers, kwam hij ietsje dichter naar ons toe na iedere klap, en vanaf waar ik stond begon ik de Griekse uitdrukking “liters op zijn schouders” te begrijpen omdat het duidelijk werd dat hij ons allemaal in zijn rugzak kon dragen, ongebroken door het gewicht, en het gevecht met dezelfde intensiteit zou kunnen doorzetten. Samen met enkele andere internationalen maakte ik een vergeefse poging om achter hem aan te stormen om meteen teruggedreven te worden, niet door knuppels of schokgranaten, maar door de energie die van de politie afkwam toen ze naar voren stormden. 97
Nu slechts enkele stappen van hem verwijderd kon ik zien dat hij op de een of andere manier gezegend was met een buitengewone mogelijkheid om iedere versleten, rigide benaming los te laten en zich te transformeren in wat hem en zijn doel op dat moment het beste uitkwam. En na wat een erg zorgvuldige selectie bleek, stormde hij met de kracht en lenigheid van een atleet op de advertentiepaal in een bushokje af, sloeg het aan stukken en met de schoonheid en gratie van een danser dreef hij langs de uithalen van de oproerpolitie, naar de andere kant van de straat. Hij sloeg de ruit van een ongelukkig geparkeerde sedan open en toen anderen hem kwamen versterken, richtten zijn handen zich in de auto om die in haar neutraal te zetten. Ik kan van stad tot stad gaan, of de hele aarde rondreizen, te voet als het nodig is, kijkend naar de originele kunstwerken en de monumenten en pracht en praal die ons verleiden om de hoogtepunten van de menselijke bekwaamheid te heroverwegen. Ik kan mijn verbeelding me laten verplaatsen naar het publiek van het Théatre de Champs-Elysées om de originele schok van de schandalige Nijinsky opvoering mee te maken, of simpelweg gaan liggen en de meest fantastische droom dromen. Echter, gemeten tegenover wat er gebeurde in die demonstratie, het vervagen van de grens tussen mogelijkheid en realiteit, de krachtige eenwording van wat we zijn met wat we kunnen doen, zou ieder van deze dingen verschijnen als loom, ongeïnspireerd en zelfs een beetje walgelijk; slechts ondergeschikte beelden van schoonheid gekleurd door het onderworpen bestaan dat we toegewezen krijgen. Sinds die dag kan ik stellen, met ongeëvenaarde zekerheid, dat al het andere een pure teleurstelling is geworden wanneer het naast het pure experiment van leven gehouden wordt, waar voor hem “de straten kwasten werden, de pleinen paletten”; waar de maximale dimensies van de menselijke creativiteit alleen opgeroepen kunnen worden door de Shiva-achtige dans van de verwoesting te dansen. En, tot ieders verbazing, en met perfecte choreografie, werd de auto naar het midden van de straat gebracht en werd ze met een stevige duw richting de even gechoqueerde oproerpolitie geworpen die eindelijk stopten met hun voorwaartse tocht. We zullen als nieuw zijn, lieveling, we zullen alles wat oud en verdorven is, alle rotte kleinburgerlijke neigingen en zonden, wegwassen met bloed. Giaconda Belli
98
Na bijna twee jaar van reflectie en meerdere bezoeken, wordt ik nu pas langzaam in staat om over alles wat ik meegemaakt heb heen te gaan, om het onder te verdelen in hetzij universele culturele fenomenen, specifiek Griekse zaken of bizarre gebeurtenissen uniek aan een opstand. Omdat mijn introductie in Griekenland samenviel met de allereerste opstand die ik ooit mee had gemaakt, neigen sommige reflecties van mij er nog steeds naar om onlosmakelijke combinaties van alle drie te zijn, zoals bijvoorbeeld het voor het eerst horen van de epische kreten van Antartika, muziek uit de Griekse burgeroorlog, uit de luidsprekers van het bezette GSEE gebouw. De passieve opname van de zintuigen, die zich intens en antagonistisch op mij stortten, opschortend heeft de golfbeweging van de opstand het effect dat ze alledaagse omstandigheden versterkt die normaalgesproken in de vorige categorieën zouden vallen: tot op de dag van vandaag verlang ik nog steeds, met een bijna beklemmende nostalgie, naar de smaak van collectief geplunderd voedsel, naar de warmte, de geur en het geluid van de dozijnen uitgeputte opstandelingen, tegen elkaar aan gekropen, slapend in de eerste beste rustige plek die ze konden vinden. En die manifestatie voor het hoofdbureau van de Atheense politie staat helemaal op zichzelf, die is niet tussen de andere voorbeelden te scharen; niet alleen vanwege wat daar gebeurde maar, veel belangrijker, vanwege wie daar kwamen opdagen. Ik ben er zeker van dat ik nooit meer een manifestatie met zoveel kinderen zal zien, en ik bedoel letterlijk kinderen, sommigen zo jong als 10 of 11 jaar. En van allerlei soorten, houdingen en subculturele allianties, inclusief stijlen die apathie en apolitiek schreeuwen ongeacht het land: emo-jongeren, high-school voetbal en rugby sterretjes, gala koningen en koninginnetjes. Vanaf een afstand kon je de linksistische* vlekken amper zien in de zee van kinderen, de oude krantenverkopers waren bijna niet te onderscheiden van de ouderejaars die even lang waren. De opstand had in haar vreugde alle serieusheid uit het meestal plechtige ritueel gehaald en hoewel sommigen, in kleine groepjes lachend, pratend en roddelend op die manier waarop alleen scholieren dat kunnen, waren anderen bezig om op speelse wijze de politie te vernederen door hen met eieren, tomaten en sinasappels te bekogelen. Na achterom te kijken om zeker te zijn dat hun vrienden goedkeurend toekeken, gooiden de dapperdere onder hen stenen naar de politieagenten die het bureau bewaakten. Toen die trend zich begon te verspreiden vuurde de MAT, niet in staat om ook maar de kleinste terugslag voor hun dagelijkse gedrag te incasseren, een traangasgranaat op de groep af. Na het schot brak een rel uit en verspreidden mensen zich zonder enig vooraf opgesteld plan of richting, in en uit de zijstraatjes en op en neer de boulevard.
99
De plotselinge explosies van de schokgranaten, de hitte van de vlammen, de krassende en piepende klappen van de schilden van de oproerpolitie die gespleten werden door de onophoudelijke stenenregen streden met elkaar om dominantie binnen deze chaos. Gegeven de willekeur van de situatie maakten we een totaal willekeurige draai richting een schijnbaar verlaten straat, die compleet geïsoleerd zou zijn geweest als er niet een jonge puber aanwezig was geweest, van rond de moeilijk in te schatten leeftijd van dertien jaar. We hadden hem bijna niet gezien omdat slechts een deel van zijn kleine postuur zichtbaar was, namelijk zijn voeten die enkele centimeters boven de grond hingen. De rest van zijn lichaam werd volledig opgeslokt door een grote vuilniscontainer. Waarschijnlijk als gevolg van onervarenheid duurde het onverwachts lang voordat hij de inhoud in brand had staan. De daaropvolgende frustratie absorbeerde hem volledig in zijn taak, iets waardoor hij zich totaal niet bewust van zijn omgeving was. Hij had dus niet door dat een vrouw, gekleed in een casual zakenpak zo typerend voor haar leeftijd, hem dicht van achteren naderde. De vrouw, die met gemak zijn moeder had kunnen zijn, was gaan schuilen in een winkel toen de rel begon, maar was, in haar aanname dat het ergste deel van de storm voorbij was, de afgelegen steeg in getrokken. Erg rustig legde ze haar hand op de schouder van de jongen. We waren te ver weg om te horen wat ze precies zei tegen de geschrokken knul, die zich prompt omdraaide, geschrokken van haar aanraking, dus renden we naar hem toe, om onze pas langzaam te vertragen toen we beseften dat de vrouw alleen geïnteresseerd was in het berispen van de jongen met dezelfde moederlijke genegenheid waarmee een jonge moeder haar eigen lieve, maar problematische, kind vermanend toespreekt. Als de geschrokken jongen een doorgewinterde militant was geweest, die van achteren beetgenomen werd door iemand die hij niet meteen herkende, vooral tijdens het proces van het begaan van een misdaad, zou hij waarschijnlijk gereageerd hebben met een ferme tik tegen de kaak, om zo zijn pad voor de vlucht veilig te stellen. Maar in plaats daarvan keek de jongen haar zelfverzekerd in de ogen, niet reagerend; de woorden die ze keer op keer tot hem richtte misten hun ondoorgrondelijke doelwit. Zijn nieuw verworven zelfverzekerdheid kwam niet voort uit de ervaring van een geharde militant, maar hij reageerde ook niet met de houding van een doodnormaal kind, dat meestal ineen kruipt als het de les gelezen krijgt door een superieur. Zijn vastgelegde rol in de gebruikelijke uitwisseling tussen een autoritaire volwassene en een jongere weigerend bleef de jongen in een subtiel limbo, de toewijzing van een ander karakter weigerend. Hij weigerde overduidelijk om een andere opgelegde manier van handelen of gedragen te accepteren. 100
Vol van ongehoorzaamheid kon je zijn persoon praktisch uiteen zien rafelen aan de randen. De kracht die vrij kwam bij zijn weigering begon zich op te bouwen tot een spanning. Zo verwarrend en ongemakkelijk was die spanning dat ik niet kon beslissen of ik haar door wilde zien gaan of wilde zien eindigen. De nu verbaasde en geschrokken vrouw geen seconde uit zijn blikveld latend brak hij eindelijk de spanning en sprak tot haar, alsof hij een feit opsomde, “Fuck jou en je kapitalistische dromen en fabeltjes.” Zijn rug stevig naar de vrouw gekeerd, die hem zo onbeleefd onderbroken had, keerde hij meteen terug naar zijn klus om dat o zo hardnekkige vuilnis in brand te steken. De klassenstrijd… is een strijd voor de ruwe en materiële zaken zonder welke geen verfijnde of spirituele zaken zouden kunnen bestaan. Maar deze laatste zaken, die aanwezig zijn in de klassenstrijd, zijn niet aanwezig als visioen van de buit die de overwinnaar toekomt. Ze leven in deze strijd als zelfverzekerdheid, moed, humor, sluwheid en standvastigheid, en hebben effecten die ver terug in het verleden reiken. Ze trekken constant iedere overwinning van de heersers, zowel in het verleden als in het heden, in twijfel. Zoals bloemen zich tot de zon richten, als gevolg van een geheimzinnig heliotropisme, neigt het verleden er naar om zich te richten tot die zon die rijst in de hemel van de geschiedenis. De historisch materialist moet zich bewust zijn van deze meest onopvallende van alle transformaties. Walter Benjamin Net zo vaak als ik gevraagd wordt om mijn ervaringen uit december te delen, even zo vaak wordt ik gevraagd om een soort verklaring te geven over hoe en waarom het kon gebeuren. Maar bij het geven van een adequaat antwoord steken vergelijkbare problemen de kop op. De opstand, door haar hele aard, weigert om gesitueerd of geïnterpreteerd te worden: ze is het onvoorziene begin van het nieuwe dat nooit terug vertaald kan worden in termen die haar voorgingen. De gebeurtenis zelf is een afsplitsing, een fragmentatie, een totale breuk met de causaliteit. De schokgolven van haar breuk vermenigvuldigen zich in een crescendo van wetteloze zwenken die iedere voorbedachte vorm van determinisme tegengaan, iedere plaatsing in mechanistische modellen omzeilen. Haar effecten zijn totaal niet te reduceren tot voorgaande condities – en daarmee is ook alle hersenloze praat over de €700 euro generatie slechts een oefening in de onzin. Proberen lineariteit te herstellen na het feit is niets anders dan een complot om de opstand van haar nieuwigheid te beroven – een plundering van wat haar singulier en uniek maakte. Iedere uitleg die de moeite waard is moet onweerlegbaar berusten op een begrip dat net zo conceptueel ontembaar, oncategoriseerbaar en idiosyncratisch als de rebellie zelf is; dat wil zeggen, de strijd. 101
“Wat me opvalt in de Marxistische analyses,” merkte Michel Foucault ooit op, “is dat ze altijd het vraagstuk van de ‘klassenstrijd’ bevatten maar vaak erg weinig aandacht besteden aan dat ene woord in die zin, namelijk ‘strijd’.” En hetzelfde kan gezegd worden over alle gepacificeerde antwoorden op het sociale vraagstuk; wanneer communisme wegroest in ‘volksrepublieken’ en anarchisme zich terugtrekt in zachtaardig anti-authoritarianisme, zal iedere tendens in haar versteende vorm zich voornamelijk focussen op de definitie van klasse, haar grenzen, lidmaatschap en samenstelling, daarmee de veel belangrijkere complexiteiten opgeworpen door de antagonistische confrontatie tussen de twee tegengestelde klassen negerend. De ijzige weg uitgestippeld door de abstractie volgend, voegen de ideologen, ongeacht hun bedoelingen, zich bij de rangen van de vijand, sluiten ze zich aan bij de andere hoffelijke schriftgeleerden van het koninkrijk der democratie. Het leger van specialisten, de psychologen, sociologen, journalisten, etc. (allen beter beschreven als lijkschouwers) lest, allen op hun eigen onderdanige manier, de dorst van de Macht om op zowel micro als macro niveau constant haar eigen waarheden te produceren, over te brengen en te verspreiden. Dit proces van systematisering werkt aan de ene kant om de orde en haar instituties te representeren als een functionele vereiste, een natuurlijke noodzaak: “Wat je ziet is goed; wat goed is, is wat je ziet”. Aan de andere kant diskwalificeert ze onverenigbare manieren van begrijpen; ze steriliseert opstand, verenigt het onverenigbare en maakt de altijd aanwezige mogelijkheid van verzet ondenkbaar. Een verklaring van opstand vereist een heel andere onderzoeksmethode: een militant onderzoek dat niet simpelweg de realiteit interpreteert en analyseert, maar haar wijzigt; de opgraving van waarheden die niet alleen het gewijde en geheiligde afwijzen, maar ook hun legitimatieproces ondermijnen; kennis die niet simpelweg verkregen wordt, maar die strategisch en tactisch ingezet wordt. De strijd zelf wordt daarmee een matrix van begrip die haar verklarende capaciteit op indringende wijze ontleent uit de strijd op leven en dood tussen de onderworpenen en de onderdrukkers, de overheersten en de heersers, de uitgebuitenen en de uitbuiters. Door de lens van de agressie, spanning en vijandigheid verbrokkelt de evolutionaire visie van de geschiedenis, de illusies van vooruitgang vervangend door een nieuw referentiekader dat het verleden als een ononderbroken en permanente oorlog ziet die altijd woed, zelfs in de meest schijnbaar kalme en vredige periodes. Vanuit het standpunt van het betrokken conflict worden de voorbije periodes dan correct gezien als een opeenvolging van overwinningen en nederlagen in een constant aanhoudende oorlog waar, tot op de dag van vandaag, de overwinnaar onduidelijk blijft. Deze actief nagestreefde versmelting van theorie en praktijk stelt men in staat om het verleden, heden en de toekomst te begrijpen en de geheime band die hen bind. 102
Daarmee houdt de relatie tussen vandaag en gisteren op unilateraal te zijn: in een helder wederkerig proces verheldert het heden het verleden, en wordt het heldere verleden een kracht binnen het heden. Het verleden wordt verlicht door het licht van de gevechten van vandaag, door de zon die rijst aan de hemel van de geschiedenis. In het bovenstaande citaat gebruikt Benjamin een dubbele metafoor over de zon om haar traditionele beeld van de Duitse arbeidersbeweging te ontwijken, zoals in het lied van de sociaal-democratische partij: “Broeders, naar de zon, naar de vrijheid!”. Maar in plaats van een bloem vinden we, met het oog op de Griekse ervaring, een houtachtigere plant met een “geheimzinnig heliotropisme”. De neiging van de opstand om de samenleving te splijten, die binaire scheiding die volgt na de openlijke aankondiging van burgeroorlog, imiterend zou die reikhalzende bloem vervangen moeten worden door de boom uit het gedicht van Yiannis Ritsos die “nooit bloem of vrucht baarde, slechts de zich eindeloos uitstrekkende schaduw die de tuin in tweeën splijt”. Een oude olijfboom, met een stam met zoveel ringen en zoveel geschiedenis: hier de Duitse invasie en hier de burgeroorlog, gevolgd door het regime van de kolonels. Hier de partizanen van Velouchiotis en hier de eerste Dekemvriana en de polytechnische opstand. En hier het verzet, en daar meer verzet, en meer verzet: terreur, onlusten, de berg van Gramos, de detentieeilanden, de doodskampen. Overwinningen en nederlagen. Jaar na jaar van glorieuze geschiedenis, door de jaren heen, de hongerigen, de armen, de gehandicapten, de doden. En hier, tussen de dunnere ringen, de rellen van ’85 en ’86, de studentenopstanden en de moord op Nikos Temponeras, de massa-arrestaties bij de Polytechnische universiteit en de heropleving in de beweging in het afgelopen decennium. Tussen de allerdunste ringen zien we de kinderen, alle jonge antartes [partizanen], afgevoerd naar Tashkent, ‘kindersteden’ van de koningin en de detentiekampen, anderen die voor dood achtergelaten werden; daar vinden we Michalis Kaltezas en Alexis Grigoropoulos, die nooit oud en grijs zullen worden, nooit rimpels zullen kennen en krom zullen lopen, die voor altijd vijftien zullen blijven – nooit die heroïsche leeftijd zullen ontgroeien. Om deze metafoor nog wat verder op te rekken kan ik toevoegen dat het gros van de stam van een lichter hout gemaakt is, een negatieve ruimte die de los staat van, maar toch grenst aan, de jaarringen. En als we die ringen gaan koppelen aan de pogingen van de geschiedschrijvers, schriftgeleerden, archivarissen en zelfs de herinneringen die we zo levendig delen met onze vrienden, dan zou dat lichtere en minder uitgesproken gebied in de stam dat de concentrische ringen omringt samen moeten vallen met alles wat ontsnapt is aan onze herinneringen, de archieven, de boeken en de nieuwsberichten, zelfs aan ons collectieve bewustzijn. Dit is een noodzaak; ze is dat wat onvergetelijk moet blijven, zelfs als niemand haar herinnert. 103
Ze bestaat uit de heroïsche daden van de veel te bescheiden kameraad die nu, na het feit zelf, weigert om op te scheppen over zijn decemberverhaal; het wilde en rebelse, maar slechts een maand durende, leven van het verlegen schoolkind dat, onder druk van de maatschappij, nu terug naar de schoolbanken gekeerd is en zich weer in zichzelf heeft teruggetrokken; en de aanwezigheid van al die onbekende immigranten die gearresteerd en zonder proces terug naar hun land van herkomst gedeporteerd zijn. We zullen hen uiteraard nooit ‘kennen’, maar zonder hennen hadden we nooit een december 2008 gekend. Al zou ieder moment van die maand gearchiveerd worden, tot op de laatste seconde nauwkeurig, dan zou er nog datgene zijn wat aan het net van de schrijvers zou ontsnappen, vluchtend in de vormloze chaos van het vergetene dat noch inert, noch ineffectief is, maar liever standvastig de realiteit volgt, haar omvat, achterna zit. Deze noodzaak maakt inbreuk op de normale gang van zaken, eist haar mogelijkheid op, wacht dat onthullende moment af wanneer civilisatie eens te meer onthuld wordt als niks anders dan een lange, uitgerekte barbaarse catastrofe om vervolgens opnieuw de kop op te steken met alle destructieve wraak van een Bijbelse storm. Op geen enkele manier betekent dit een geduldig wachten op de grote dag van de afrekening wanneer de onderdrukten wederkeren, in tegendeel; ze eist een actieve en onuitroeibare trouw aan de massa der vergetenen. Een verantwoordelijkheid om de noodzaak te beantwoorden door haar onze individuele of collectieve bezigheden te laten vormen. In het geval van de menselijke communicatie betekent een waarheidsgetrouw antwoord niet simpelweg het herdenken van het vergetene door datgene wat verloren was weer tot leven te wekken in woorden, of door alternatieve geschiedenissen en tradities op te bouwen die de herinnering aan de onderdrukten en verslagenen herstelt. Deze pogingen om de vergetenen weer tot leven te wekken zijn net zo hopeloos als de eerder genoemde pogingen om hun wederopstanding tijdens te revoltes, oproeren en opstanden te ontdekken. Omgekeerd zijn geschiedenis en traditie als zodanig alleen mogelijk en overbrengbaar vanwege de noodzaak zelf die de status van alle kennis en begrip bepaalt. Ze blijft bestaan in de oneindig grotere waarde die gevonden wordt in wat onuitgesproken blijft door wat gezegd wordt, door wat onbenoembaar getoond wordt in tegenstelling tot wat helder gearticuleerd wordt in welk essay, gedicht of lied dan ook. Om dit onuitgesproken overblijfsel, dat de duidelijke letters en geluiden omringd, in tekst te lokaliseren is zowel onmogelijk als onbehoorlijk. Het enige belang bij dat wat uitgesproken wordt verhoud zich tot de massa van vergeten zaken op indirecte wijze, als bijdrage aan de voorbereiding van haar terugkeer: een duw in de richting van de voltooiing van het revolutionaire project door middel van de verwoesting van het rijk dat ze weigeren te bewonen. 104
Als ik hier tekort ben geschoten in deze verantwoording, omdat mijn kracht onvoldoende is om deze taak te vervullen, laat ieder van deze pagina’s dan, met de woorden van Titos Patrikios, verworden tot papieren geweren om de heerschappijen van deze wereld omver te werpen. Met verzegelde lippen en pennen die slechts dienen als lansen, laat de stilte zegevieren. Tot dan, op de vooravond van iedere grote herschikking van de maatschappij, laat de laatste en enige woorden zijn: “Strijd of de dood: bloed of de ondergang. Zo wordt de vraag onverbiddelijk gesteld.”
* ‘Linksisme’ (in het Engels ook wel ‘Leftism’) is een nuttig concept van linkscommunistische oorsprong maar enigszins lastig om te definiëren. We zouden het kunnen zien als al die stromingen en bewegingen die de concepten en taal van het (libertair) communisme/anarchisme overnemen maar in feite de linkervleugel van het kapitaal vertegenwoordigen. Vaak is hier het geval dat de ‘kritiek op het kapitalisme’ beperkt blijft tot een kritiek op de bourgeoisie als externe klasse, zonder een daadwerkelijke kritiek op de economische en sociale structuur van het kapitalisme te formuleren. Men wilt hierbij in feite een ‘kapitalisme zonder kapitalisten’ of een ‘kapitalisme onder zelfbestuur’. Ook de diverse sociaaldemocratische en staatskapitalistische groeperingen, van Stalinisten tot Trotskisten, en zelfbenoemde ‘bewegingsleiders’ vallen hier onder. Het is dan ook gebruikelijk dat de Griekse anarchisten en (libertair)communisten zich afzetten tegen ‘linksisme’. 105