Onze levensbodem om mens te worden :
de psoas
Anna Nys en Veerle Magnus Eindwerk cranio-sacraal opleiding September 2013
Voorwoord.
’t zo triest, geloof me lady, Als je geen leeuw bent maar een baby, gespeend van heldenbloed. Maar dat zou wel anders wezen, mocht ik van mijn angst genezen, Als ik branie had en moed ! Ik zou dagelijks moeten trainen, ik mis de power in mijn genen, Ik ben mak en veel te zoet ! Ik zou klauwen, ik zou brullen, ‘k hoorde niet meer bij de sullen, Als ik branie had en moed !
Lied van de Leeuw, uit “de Tovenaar van Oz”. 2
Na enkele jaren geconfronteerd te zijn met oorsuizingen, besloot ik met veel overtuiging mijn eindwerk voor de opleiding te maken rond dat thema. Ik beloofde mezelf dat mijn eindwerk ook mijn zoektocht zou zijn naar antwoorden op het waarom van dat continu gefluit in mijn oren. Ik was ervan overtuigd dat ik mijn oorsuizingen zou benaderen via het alarmsysteem in ons hoofd. Waar anders in mijn lichaam zou de oorzaak te vinden zijn van iets dat zich in mijn oren voordeed. Maar de maanden verstreken, en er gebeurde niets. Geen inzichten, geen zin om eraan te werken… En vooral niet echt veel verandering. Ik deed wel één belangrijke ontdekking. Door omstandigheden zorgde ik gedurende enkele maanden voor een paard. In de vrieskou van de winter stond ik alle dagen met haar in de piste, en als niet-ruiter was het voor mij een hele uitdaging. Ik moest mij helemaal op haar focussen, en was op die momenten ook heel goed geaard. Ik ontdekte dat ik tijdens die uren met Moneta helemaal niets hoorde in mijn oren. Daar waar ik op alle andere momenten van de dag, wat ook de activiteit was waar ik mee bezig was, steeds gefluit in mijn oren hoorde. Een jaar later kwam heel onverwacht het levensgeheim van mijn moeder aan het licht. Een geheim dat ze een leven lang verzwegen had. De boodschap die ik kreeg veranderde mijn leven in één klap. Van een 1000stukjespuzzel, vielen er 950 stukjes in elkaar. Ik kon opeens helemaal aanvaarden wie mijn moeder geworden was en hoe we ons leven gedeeld hadden. Ik begreep dat ze mij geen levensbodem had kunnen geven. Gebrek aan gronding was een groot thema in mijn leven. Op datzelfde moment kwam bij mij het inzicht dat ik mijn oorsuizingen niet moest benaderen via het alarmsysteem in het hoofd, maar via het alarmsysteem in de buik, de psoasspieren. Daaraan werken en deze versterken, zou uiteindelijk alles in beweging kunnen brengen. Vanaf dan stroomde alles. Ik ontmoette mensen die mij erover spraken, kreeg inzichten over de nood aan gronding in mijn leven. In dit werk heb ik geprobeerd mijn zoektocht daarin te beschrijven. Ik wil daarbij graag mijn kinderen bedanken, die doorheen al die jaren mij vertrouwen gaven, en het geloof dat deze opleiding iets in mijn leven zou betekenen. Ik wil ook Veerle bedanken. De ongedwongen manier waarmee we samen door deze tocht gaan, de manier waarop we elkaar aanvullen, zonder woorden, en zo anders… dat is echt liefde of cranio-sacraal. Anna
3
Cranio-sacraal therapie is een weg voor mij geweest, al van voor ik in de opleiding terechtkwam. Een zachte weg van bevrijding. Door een donkere periode heen opnieuw licht zien en leven voelen opborrelen, alsmaar meer. Misschien is dat de reden waarom ik mijn eindwerk niet eerder heb geschreven. Ik heb het gevoel nog steeds op weg te zijn en dat ook te zullen blijven… Ik liet het dan maar wat aanmodderen, ook al had ik de verplichte modules afgewerkt in 2010 en mijn eindtoets succesvol volbracht in 2012. Blij verrast was ik met de vraag van Anna om samen te werken aan een eindwerk. We zouden samen op weg gaan met de psoas en ervaring opbouwen. Een hele intense weg van oefenen en bijleren… Het thema van de psoas triggerde me. Voor mij was de cursus “diep spierwerk” van een andere orde geweest dan de andere cranio-cursussen. Was dat wel iets voor mij? Had ik het niet goed begrepen dan? Vanwaar die weerstand tegen het spierwerk? Ik nam de uitdaging aan om me hierin te verdiepen en te ervaren wat het met me zou doen. Anna en ik gingen actief met de psoas aan de slag, en we verdiepten ons nog een weekend in de verbinding tussen psoas en hart (bloedsomloop), onder de deskundige begeleiding van Bhaven Heeremans. Zo is er een boeiende wereld verder opengegaan: de wereld in mezelf. Dankbaar voel ik me t.a.v. allen die me in de school van Etienne Peirsman op deze weg begeleid hebben. Heel speciaal wil ik Marijke Baken bedanken omdat zij me vele jaren geleden op deze boeiende weg heeft gezet. Nog lang niet ten einde gegaan, neem ik jullie mee op een stukje weg die ik samen met Anna mocht gaan: een weg van verdieping, een weg van verbinding, een weg van openbaringen, een weg van ruimte innemen, een weg van Liefde. Veerle
4
Inhoudstafel.
Voorwoord 1.
Inleiding
p. 6
2.
De fysieke beschrijving van de spier
p. 8
3.
De energetische beschrijving van de spier
p. 15
4.
De psoas als boodschapper van de middellijn
p. 21
5.
De psoas oefeningen om alleen te doen
p. 30
6.
Cranio-technieken die verbinding maken tussen hart en psoas
p. 35
7.
Ervaringen van Anna
p. 39
8.
Ervaringen van Veerle
p. 48
9.
Brief van Yvette
p. 55
10.
Besluit
p. 57
Boekenlijst
5
1. Inleiding.
Voor een gezond lichaam, een blij hart en heldere gedachten, moet je naar binnen, naar je fysieke midden. Daarnaast is gronden een “must” als je je bewustzijn wil vergroten. De spieren die gronding mogelijk maken zijn de psoasspieren. Ze lopen vanaf het middenrif aan weerszijden van de wervelkolom naar het bovenste deel van de dijbeenbotten. Ze gaan dwars door de buikhersenen naar de benen toe. De psoasspieren stellen je in staat om te lopen. Ze werken zowel synchroon samen, als afzonderlijk, om het been “vrij” te maken zodat je kan lopen. De psoas vormt een diagonale overbrugging dwars door het midden van de buikholte schuin naar voren. Zo ondersteunt de psoas met haar ligging alle buikorganen. Naast de psoas liggen de nieren, ervoor liggen de blaas, buikorganen en voortplantingsorganen. Samen met de adembeweging van het middenrif, masseert de psoas de buikorganen en de ruggengraat. Het bovenste deel van de psoas komt bij het middenrif op een plek van samenkomst die we de Solar Plexus noemen (of 3de chakra). Energetisch wordt deze plek beschouwd als een centrum voor persoonlijke kracht, maar het is ook de plek waar we onze emoties controleren. In dit chakra ligt de sleutel tot het vinden van evenwicht en het beslissen hoe we ons levensdoel zullen bereiken, in plaats van alleen vanuit ons karma of oude emoties te leven. Zowel de fysieke beschrijving (hoofdstuk 2) als de energetische beschrijving (hoofdstuk 3) krijgen een plek in dit werk. Daarnaast hebben we ook ontdekt in een tele-class van Liz Koch dat de psoas de boodschapper van de middellijn wordt genoemd. Daar gaan we in hoofdstuk 4 verder op in. De psoas heeft ons maandenlang bezig gehouden en geboeid. We zijn met eenvoudige oefeningen aan de slag gegaan en ontdekten al snel dat we letterlijk anders in het leven gingen staan. Vanuit een grote nieuwsgierigheid nodigden we Bhaven Heeremans uit om ons nog dieper in de effecten van de psoas mee te nemen. We ontdekten linken met het hart en onze bloedsomloop. Hiermee zijn we verder aan de slag gegaan om te ervaren wat het met ons doet. De basisoefeningen hebben we beschreven in hoofdstuk 5. In hoofdstuk 6 hebben we een aantal sessies uit de cursus met 6
Bhaven Heeremans weergegeven die de link met het vloeibare en het hart maken. En dan zijn we na maanden werken met onze psoas gaan opschrijven wat we zelf doorheen die tijd hebben ervaren. Een boeiende weg van vallen en opstaan opent zich in hoofdstuk 7 bij Anna en in hoofdstuk 8 bij Veerle. In hoofdstuk 9 laten we Yvette even aan het woord. Zij is een stukje weg met ons meegegaan op zoek naar haar eigen psoas. We besluiten met wat ons het meest geraakt en bewogen heeft in hoofdstuk 10. Nog lang de weg niet ten einde gegaan gaan we door.
De oorsuizingen van Anna waren de ingangspoort om deze boeiende weg te gaan en we hopen dat jullie nieuwsgierigheid gewekt is om dit stukje van de wonderlijke wereld die we allemaal zijn met ons verder te ontdekken.
Veel leesplezier!
7
2. Fysieke beschrijving en functie van de psoas.
Omdat dit eindwerk niet de bedoeling heeft een wetenschappelijke beschrijving te geven van de psoas, zullen we dit hoofdstuk beperken. Er zijn andere studenten die voor ons een zeer uitgebreid en waardevol werk hierover gemaakt hebben en waar we jullie zeker naar verwijzen.
De plaats. De psoas is een massieve spier, ongeveer 40 centimeter lang, die de ribbenkast en de romp rechtstreeks met de benen verbindt. Aan beide zijden van de wervelkolom zit een psoasspier. Beiden bestaan uit een psoas major en een psoas minor. Verder is er de iliacus, een waaiervormige spier, die aan de binnenkant van het bekken vastzit. De iliacus en psoas worden samen de iliopsoas spiergroep genoemd. De tonus (spierspanning) van de psoas beïnvloedt het hele bekkengebied via de iliacus. En andersom beïnvloeden de iliacus en ingewanden de gezondheid en vitaliteit van de psoas. De psoas major begint bij de wervelkolom. Zij is verbonden met de12e thoracale wervel en alle 5 de lumbale wervels. Het Ze gaat door het bekken, over de heupgewrichten en hecht zich aan de binnenzijden van de trocanter minor (= uitsteeksel van het dijbeen, femur, voor spieraanhechtingen). De lumbale wervelkolom zit in het centrum van het lichaam, dus kunnen we zeggen dat de psoas onze diepste kern vormt. De psoas minor is een spier die aan het verdwijnen is. Ze begint bij T12 en zit met de dunne pees aan de bekkenbodem vast. Het is waarschijnlijk een overblijfsel van een spier die verdween toen we evolueerden van een half gebogen naar een rechtopstaand wezen. Het is mogelijk om slechts aan één kant een psoas minor te hebben, aan beide kanten, of helemaal geen. De lumbodorsale verbinding (tussen de lumbale wervels en de thoracale wervels) is bijzonder belangrijk. Hier begint de psoas, achter het diafragma, 8
aan de zijkant van T12. Aan de achterkant van T12 begint ook de massieve trapeziumspier die omhoog gaat naar de schedel. Het diafragma is een spierstructuur die de borst scheidt van de buik. Het vormt een vloer voor de borstkas. Het hart rust bovenop het diafragma. Het vormt een dak voor de buikholte, met lever, maag en milt direct eronder. De heupkom zit aan de voorzijde van het bekken, daar waar de kom van het bekken en de bal van het dijbeen samenkomen en een (kogel-) gewricht vormen. Bij deze gewrichten wordt het gewicht overgebracht van één enkele structuur (de romp) naar twee benen. Beweging van de benen gebeurt in de heupgewrichten. Omdat de psoas over de heupgewrichten loopt, beïnvloedt deze spier rechtstreeks de bewegingsmogelijkheden en rotatie in het bekken en de benen. De psoas reageert op de subtiele verschuiving van de zwaartekracht en het been volgt.
De functie. De psoasspier is aan zes gewrichten (wervels) vastgehecht en loopt over twee andere (heup) gewrichten. Zij kan samentrekken of verkorten, zowel als uittrekken of verlengen. Zij is een heupbuigspier en ondersteunt de vrije schommeling van de benen tijdens het lopen en speelt een belangrijke rol in het overbrengen van gewicht van de romp in de benen en de voeten. In het bekken heeft de psoas een schelpachtige vorm die ervoor zorgt dat de bekkenorganen comfortabel in het bekken kunnen rusten. De psoas verleent steun aan ingewanden en organen. Of er genoeg ruimte in de bekkenkom is voor de organen om zich comfortabel te voelen en normaal te functioneren, wordt bepaald door de lengte en de tonus van de psoas. Een soepele psoas heeft invloed op de werking van verschillende andere spieren: -
-
de obturatoren: dit zijn kleine spieren die aan het bekken vastzitten, en die in samenwerking met de psoas de bekkenbasis en de benen bewegingsvrijheid geven, de erector spinae spieren die het gewicht van de ribbenkast ondersteunen, De rechte buikspieren: in stand houden van de voorkant-achterkant,
9
De psoas functioneert als een hydraulische pomp. De beweging duwt vloeistof in en uit de cellen. Bij normaal lopen wordt de psoas geactiveerd, trekt samen en rekt uit bij elke stap. Wanneer de psoas zich vrij beweegt, stimuleert zij een ononderbroken, onbelemmerde stroom van bloed door de belangrijkste slagaders in de benen en de voeten. Ook speelt zij een belangrijke rol in het activeren van endeldarm en anus, zowel als in de doorstroming van de seksuele organen. In onze cultuur besteden we zoveel aandacht aan het versterken van de buikspieren dat we het contact verloren hebben met de diepere lagen van onze structuur. Veel buik- en opdrukoefeningen verzwakken of verkorten de psoas, en veroorzaken stress aan de rugspieren, het middenrif en de buikorganen, waardoor we nog moeilijker in de diepere lagen van onszelf kunnen voelen. De natuurlijke harmonie en het ritme zijn verloren, en de mens, zoals die in het lichaam wordt weerspiegeld, is versplinterd.
Effecten Het skelet zorgt ervoor dat het gewicht in staat is de zwaartekracht te weerstaan. De verhouding tussen de botten onderling zorgt ervoor dat de gewrichten het gewicht goed kunnen overbrengen. De belangrijkste functie van de spieren is om de botten in beweging te brengen. De spieren zijn niet bedoeld om het gewicht te dragen. Doen ze dat wel, dan wordt hun bewegingsvrijheid beperkt en ontstaat er moeheid in de spieren. Uiteindelijk kunnen daardoor de botten beschadigd geraken en zelfs hun vorm veranderen. De bloedsomloop in de omliggende weefsel, de ligamenten en de gewrichten zal verminderen. De psoas is een kernspier. De tonus en lengte van deze spier in rust, samen met de zwaartekracht, beïnvloeden rechtstreeks de verhouding van de beenderen tot elkaar. Deze beïnvloeden op hun beurt de bewegingsvrijheid van de gewrichten. Een verkorte psoas is het resultaat van voortdurende samentrekking en misbruik. Een verkorte psoas veroorzaakt een voorwaartse kanteling van het bekken. Dit zorgt voor rotatieverschillen in de wervelkolom, het bekken en de benen. Door de jaren heen ontstaan krommingen en verdraaiingen die het skelet uit elkaar trekken en het lichaam een onsamenhangend voorkomen geven.
10
En niet alleen onze houding, maar ook onze bewegingsvrijheid wordt daardoor beperkt. Als ons skelet niet volledig in evenwicht zit, zullen onze gewrichten ook vast komen te zitten. Als bv de heupgewrichten vastzitten, bewegen het bekken en de benen als één geheel, en niet meer als afzonderlijk en coördinerende delen. In plaats van de dijbeenknop die in het bekkengewricht roteert, zal het draaien plaatsvinden in de wervelkolom en in de knieën. Dit resulteert in verkrampte spieren op bepaalde plaatsen, en andere spieren die als vervanging functioneren, waardoor een algehele uitputting van de spieren kan optreden. Door een verkorte psoas zal ook de ribbenkast te veel naar voren steken, en eerder de borst- dan buikademhaling bevorderen. De bewegingsvrijheid van het diafragma komt daardoor in het gedrang. Wanneer het diafragma zijn taak niet meer kan uitvoeren (het stimuleren en het masseren van de organen, zenuwen en het bloed), kan het circulatiesysteem worden belemmerd. Door de verkorte psoas en het verstrakte diafragma verkleint de ruimte die in de romp beschikbaar is voor de organen en ingewanden. De voedselabsorptie en -excretie worden verstoord aangezien de stofwisselingssnelheid niet optimaal is. (door de lumbale zenuwvlecht en zijn autonome buren wordt beïnvloed). Hoe de autonome ganglia (zenuwknopen) en de lumbale zenuwvlecht functioneren, is weer van invloed op de werking van de bijnieren en de nieren. Het voortplantingssysteem wordt ook beïnvloed, niet alleen door de zenuwen, maar ook door de organen in het bekken. De aorta, die met de psoas en het middenrif in aanraking komt, beïnvloedt de staat van de psoas en wordt zelf ook beïnvloed door de beweeglijkheid van het middenrif en de psoas.
Samenwerking van de psoas en het diafragma – het verwerken van emoties. De nieren liggen tegen de voorkant van de psoas. In de nieren blijven volgens de holistische Chinese geneeskunde negatieve emoties, zoals angst, vastzitten en maken de nieren strak. Een vloeibare psoas maakt deze emoties los waardoor ze kunnen wegvloeien. De nieren hebben verder een directe samenhang met het hart en haar emoties. De Yang-energie van het hart moet de nieren verwarmen en de zachte koele Yin-energie van de nieren hoort de “hitte” van het hart te temperen.
11
Een belangrijke spiergroep is het diafragma of het middenrif. Het vormt de scheiding tussen buik- en borstholte en maakt onze ademhaling mogelijk. Daarom noemen de Chinezen het ook de spier van de spirit. Het is een grote platte koepelvormige spier met een centraal peesblad. Het middenrif is aangehecht aan de onderribben en komt omlaag bij de inademing. Blokkades en kou in deze zone geven een slechte ademhaling / longfunctie, meer stress en een slechte samenwerking nieren-hart, zoals we al gezien hebben. En andersom geldt hetzelfde, het middenrif reageert negatief op stress. Een goede ademhaling zoals die gepaard gaat met de oefeningen, verbetert de zuurstoftoevoer naar alle cellen van het lichaam en geeft kracht aan de getrainde spieren. Een goede ademhaling helpt ook sterk bij de afvoer van gifstoffen en negatieve emoties. Niet goed afgevoerde gifstoffen zijn een belangrijke oorzaak van spier- en gewrichtsproblemen. De ademhaling bij de oefeningen heeft daardoor ook een gunstig effect op aandoeningen van het bewegingsapparaat en op het bevorderen van positieve emoties.
Verbinding psoas met hart en mediastinum De psoas loopt naar boven nog even door, langs de achterkant van de wervels naar het diafragma toe. Het hart ligt met de onderste puntzijde in een trosje in de bovenste binnenzijde van het diafragma, een beetje als een anker. Hart en diafragma zijn sterk verbonden. Volgens nieuwere fysiologische en psychologische inzichten blijkt dat iedere adem die ik neem een invloed heeft op mijn hart. Bij iedere stemmingswisseling, gevoelswisseling past een eigen ademhaling of ieder gevoel brengt een andere adem. Dus ieder gevoel brengt ook een ander hart, een ander tempo, een ander ritme… Aan de bovenzijde van het diafragma, tussen de longvliezen door, loopt een koker, een soort brede snelweg van zacht bindweefsel waarin belangrijke grote bloedvaten rusten en belangrijke zenuwen lopen. We noemen dit het mediastinum. Het is de ruimte tussen de beide longen in, die ventraal begrensd wordt door het borstbeen en dorsaal door de wervelkolom. (In het mediastinum bevinden zich onder andere het hart, de luchtpijp, de slokdarm, de aorta, een aantal grote bloedvaten, een groot aantal zenuwen, de thymus en vele lymfeklieren.)
12
Vanuit de psoas die aan het diafragma gehecht is, is er ook een verbinding met het mediastinum en in die zin ook met het hart.
Het sympathische systeem. De sympathicus, onderdeel van het autonoom zenuwstelsel, zorgt voor aanpassing van het lichaam aan inspanning en stresssituaties. Wanneer er gevaar dreigt, wordt dit systeem in werking gezet. Het stelt je in staat om te overleven in een al dan niet reële levensbedreigende situatie, om zo te kunnen vechten of vluchten. Het lichaam wordt in paraatheid gebracht door een verhoogde bloeddruk, een versnelde ademhaling, verhoogde zweetproductie, etc. Hormonen die hier vooral voor zorgen zijn norepinefrine, epinefrine en cortisol. Het sleutelwoord is: actie. De psoas vormt een onderdeel van het sympathische systeem, ze reageert spontaan op de enige angst die puur instinctief is - niet afhankelijk van je persoonlijke ervaringen – en dat is de angst om te vallen. Wanneer je bang bent om te vallen krijgen de buigspieren de opdracht om samen te trekken. De psoas is een buigspier. Het organisme sluit zichzelf middels de buigspieren af, trekt naar binnen als bescherming, reikt naar buiten, naar een steunpunt, of bevriest ter plekke: de bevries-, vecht-, en vluchtreflex. Vluchten of vechten: hierbij is het hele organisme verbonden. De strekspieren zijn gestrekt, de bloeddruk stijgt, en er stroomt adrenaline in de bloedbanen. In een normale situatie geef je gevolg aan je angst en je vecht of vlucht. Daarna kan je terugkeren naar ontspanning en balans. In het hedendaagse leven zijn er echter zoveel stressoren dat de stress voortduurt. Uiteindelijk gaat het lichaam zich steeds voorbereiden op de volgende aanval en gaat het een permanente spanning handhaven. Omdat het lichaam de staat van ontspanning niet meer kent, zal het zich niet meer herstellen, en zal het voeding missen. Het centrale zenuwstelsel geeft dan voortdurend de alarmfase “spanning” door aan de organen – nu kunnen er heel gemakkelijk emoties ontstaan, gevoelens die “vast” gezet worden in de orgaanvliezen en de hersenen. Bevriezen: Wanneer iemand niet kan reageren door zich uit een angstaanjagende of vijandige situatie te vechten, of eruit weg te vluchten, gebeurt het dat het individu eruit stapt door zijn verbeelding te gebruiken. Het individu verwijdert zich psychisch van wat hij als een levensgevaarlijke situatie ervaart. Deze fantasie is een krachtige vorm van ontsnappen, maar de prijs is hoog. Zich verbeelden dat de situatie niet bestaat zal de 13
angstreflex niet stimuleren, tevredenstellen of uitputten. In plaats daarvan zal de persoon geen contact hebben met het gevoel en zal het bewustzijnsniveau dalen. Uiteindelijk verlies je contact met je diepe zelf dat je zou aanzetten om actie te ondernemen. De prikkeling is nochtans steeds aanwezig, en de kleinste herinnering aan de levensgevaarlijke situatie zal dat gevoel van angst uitlokken. De psoas speelt daarin een belangrijke rol: door naar binnen samen te trekken, sluit het organisme kwetsbare organen (en het hoofd met de zintuigen) af. De angst spant de ruggengraat rond als een boog, waardoor die zich versterkt tegen eventuele klappen. De psoas verkort, de ademhaling wordt oppervlakkig. Toch blijft de angst permanent door het lichaam circuleren en er is telkens een grotere spierspanning nodig om dat gevoel onder controle te houden. Dit resulteert in starheid in steeds diepere lagen van het lichaam.
Besluit De psoas is door zijn centrale ligging in het lichaam een kernspier. Het vormt een belangrijk weefsel dat bijdraagt aan het goed functioneren van organen, botten, structuren (bloedsomloop, spijsvertering) en helpt ons vlot te bewegen. Vaak wordt deze spier misbruikt als compensatie voor gebreken in andere delen van het lichaam. Ook stress zet zich makkelijk vast op deze spier waardoor zij onder voortdurende spanning komt te staan. Hierdoor kan de psoas haar werk niet meer naar behoren uitvoeren en raakt ze uitgeput, overspannen. Het uit zich in een verkorte psoasspier. Het gevolg is een lichaam dat niet meer goed functioneert met allerlei klachten tot gevolg. Werken aan de psoas is werken aan het welbevinden van het lichaam in zijn geheel. In de twee volgende hoofdstukken komt dit ook tot uitdrukking.
14
3. De energetische beschrijving van de spier
Met dit stukje willen we ingaan op het verband tussen energetisch werk , fysieke oefeningen en anatomie. Als we het krachtcentrum van ons lichaam, de bewegingen en het evenwicht willen onderzoeken dan komen we bij de psoas major spier als een vitale kracht in ons. Het spirituele chakra-systeem, meer bepaald de drie laagste chakra’s, is ook in het gebied van de psoas gelegen, meer bepaald de drie laagste chakra’s. Als de psoas correct wordt gebruikt dan houdt deze het spiritueel proces niet tegen, maar vult het net aan. Dit willen we in dit eindwerk verder verkennen via onze ervaringen.
Het chakra-systeem We baseren ons hier op de leer uit het hindoeïsme, met zeven chakra’s. Deze bevinden zich ter hoogte van het stuitje, net onder de navel, bij de maag, bij het hart, bij de keel, tussen en net boven de wenkbrauwen en bij de kruin. Chakra’s (letterlijk: wielen) zijn ervaarbaar als knooppunten van levensenergie. Van onder naar boven hebben ze een steeds hogere trilling, ze werken dus verfijnder. Het eerste chakra, het basis-chakra, is heel aards; het zevende, het kruinchakra, gaat over het hogere, over spirituele ontwikkeling. Onderling staan de chakra’s in contact via een energiebaan (nadi) die door de wervelkolom stroomt. Chakra’s hebben een essentiële functie: ze zijn bronnen van energie. We nemen constant levensenergie (prana) op uit onze omgeving en we geven energie terug. Letterlijk als we in- en uitademen, maar ook via onze chakra’s. Zij nemen levensenergie van buitenaf op, uit de natuur, de kosmos, zetten dit om in energie die ons kan voeden en verspreiden dit door het lichaam. Op deze manier worden we ‘geladen’: spiritueel, maar ook fysiek, mentaal en emotioneel. Je kunt de zeven energiecentra vergelijken met transformatorhuisjes: de prana komt binnen, de chakra’s zetten deze levensenergie om en geven het weer af aan het lichaam, maar ook aan de buitenwereld.
15
Van fysiek naar spiritueel Hoe werken die chakra’s nu in ons lichaam? Elk chakra is verbonden met bepaalde zenuwknopen, organen en klieren, en ook met bepaalde emoties en gemoedstoestanden. Op die manier heeft de ‘gezondheid’ van een chakra invloed op onze lichamelijke, geestelijke en emotionele gezondheid. Chakra’s zijn gevoelig voor energiestromen zoals gedachten, emoties en overtuigingen. Zij kunnen de energiecentra beïnvloeden en maken dat ze goed of minder goed werken. Op hun beurt kunnen de chakra’s zelf ook onze gedachten en emoties beïnvloeden. Omdat alles met elkaar in verbinding staat, heeft de toestand van het ene chakra ook effect op de andere chakra’s: een geblokkeerd chakra kan maken dat een ander chakra gaat ‘overwerken’. Ben je helemaal gezond en in balans, dan kan de energie onbelemmerd van je stuitje naar je kruin doorstromen; dit wordt kundalini genoemd. In onze levensloop is er een ontwikkeling van onder naar boven; van fysiek naar emotioneel naar geestelijk naar spiritueel. De onderste chakra’s hebben te maken met onze basisbehoeften: een veilig onderkomen, voedsel, voortplanting, je thuis voelen. Als die basis stevig en gezond is, kun je de kwaliteiten van de hogere chakra’s makkelijker in praktijk brengen: je verbinden met andere mensen, psychologische groei, spiritualiteit. Op die onderste 3 chakra’s willen we verder doorgaan omdat zij in het gebied van de psoasspier te vinden zijn en van fundamenteel belang als basis voor een gezond en evenwichtig leven. We nemen er ook het hartchakra bij omdat de verbinding met de psoas doorheen de cursusdagen met Bhaven Heeremans voor ons zo duidelijk en voelbaar zijn geworden.
16
Het eerste chakra: basischakra
Kleur:
rood
Element:
aarde
Ligging:
onder aan de wervelkolom, ter hoogte van het stuitbotje in het perineum tussen anus en geslachtsorgaan
Lichaam:
de bijnieren, die onder andere adrenaline en het stresshormoon cortisol aanmaken, bloed, botten
Thema’s:
basis, veiligheid, lichaam, gezondheid, conditie, materiële manifestatie, leefomgeving, vertrouwen
Mantra:
Ik ben hier, ik weet wie ik ben, ik ben thuis, waar ik ook ben.
Dit chakra wordt ook wel het stuit- of wortelchakra genoemd. Het heeft te maken met onze basis en basisveiligheid, overlevingsdrang en aanwezig zijn in de wereld en je lichaam. Is dit chakra gezond dan voel je je geaard, veilig en gewenst. Is het een tikje op hol geslagen dan kun je last hebben van territoriumdrift of materiële hebzucht. Is het te weinig ontwikkeld dan ben je niet geaard, niet helemaal thuis in je lijf, bang, nerveus of wantrouwend. Een van de hormonen die bij dit chakra horen is adrenaline, die de primitieve vecht- of vluchtreactie oproept, een reactie die helpt te overleven. Je versterkt je eerste chakra door een veilige, aangename basis te creëren in je lichaam. Goed leren gronden kan hierbij helpen. In onze samenleving ligt de nadruk op het mentale en intellectuele vermogen, waardoor we voornamelijk in ons hoofd zitten. We zijn niet zo geneigd om aandacht te besteden aan onze basis. Omdat we meestal niet direct in ons overleven worden uitgedaagd, voelt dit niet als een probleem. Maar ondertussen putten we wel onze basisenergie uit; we voelen ons moe, doelloos en overgeleverd aan de grillen van andere mensen of onverwachte situaties. We hebben vage fysieke klachten, durven niet voor onszelf op te komen en zijn het contact met ons lichaam kwijt. We missen een stevige basis en een goede gronding, maar beseffen dit niet of nauwelijks. Het eerste chakra nodigt ons uit om goed voor ons eigen lichaam te zorgen en er naar te luisteren. 17
Tweede chakra: Heiligbeenchakra Kleur:
oranje
Element:
water
Ligging:
rond het bekken; iets onder de navel bij het heiligbeen
Lichaam:
geslachtsorganen, blaas, bekken, onderrug
Thema’s:
emoties, seksualiteit, voelend waarnemen, soepelheid, verlangen, lust, plezier, overvloed
Mantra:
Ik houd van mijn leven, ik eer mijn lichaam, ik ontvang bij elke inademing plezier, genot en overvloed.
Het tweede chakra wordt ook wel het sacraal- of geslachtschakra genoemd. Het eerste chakra zorgt voor de basis zodat je vanuit het tweede chakra in beweging kunt komen. Een thema dat bij deze energie hoort is het vermogen te genieten op lichamelijk gebied. Dit chakra beïnvloedt de emoties en wordt zelf sterk beïnvloed door je ideeën over plezier, genieten en seksualiteit. Een gezond tweede chakra geeft het gevoel dat de dingen redelijk vanzelf gaan in je leven, vergelijkbaar met een gevoel dat alles stroomt. Je vloeit als het ware van de ene in de andere emotie of situatie. Dit chakra is het centrum van creativiteit, genot, verlangen, emoties, lust en voelen. Ook het dualisme tussen mannelijke en vrouwelijke (seksuele) energie wordt hier het meest direct ervaren. Is het te ver geopend dan geeft dat overdaad: aan eten, drinken, seks, geld uitgeven… Bij een geblokkeerd tweede chakra ontzeg je jezelf plezier en sensuele genoegens. De gulden middenweg is goed voor jezelf zorgen, weten waar je behoefte aan hebt en jezelf dat geven en gunnen: ontspanning, beweging, voeding, geld. En uiteraard ook weten wanneer het genoeg is.
18
Derde chakra: zonnevlechtchakra Kleur:
geel
Element:
vuur
Ligging:
net onder het borstbeen bij de maag (de solar plexus)
Lichaam:
maag, lever, alvleesklier, nieren, milt en galblaas
Thema’s:
verdeling van je levensenergie, wilskracht, macht, ego, vitaliteit, spontaniteit en eigenwaarde
Mantra:
Ik ben het waard: liefde, vriendschap en respect, ik gebruik mijn kracht met wijsheid, ik vertrouw op de goedheid van het leven.
Dit chakra gaat over je kracht en energie en staat voor transformatie en verandering. Het zorgt voor brandstof, energie en voeding – het regelt je energiehuishouding en je stofwisseling. Vanuit dit chakra kom je in actie en verricht je handelingen waarmee je jouw identiteit aan de wereld laat zien: dit ben ik! Het wordt als centrum van ego, gedrag en eigenwaarde gezien. Een gezond en evenwichtig derde chakra zorgt ervoor dat je genoeg energie gedurende de dag hebt, dat je een goede balans hebt tussen in- en ontspanning en voldoende voeding tot je neemt - zowel voeding uit eten als voeding die je haalt uit activiteiten die je doet, uit de waardering die je jezelf geeft en die je haalt uit de omgeving. Omring je jezelf met liefdevolle mensen of sta je steeds bloot aan kritiek? Voel je je verbonden met je omgeving of trek je je eruit terug? Heb je weinig energie of daadkracht, voel je je uitgeput of overspannen, vind je het moeilijk om dingen los te laten en probeer je alles onder controle te houden, dan kan dit duiden op een blokkade in je derde chakra. Ook problemen met je stofwisseling, maag of lever kunnen samenhangen met dit chakra. Onze maatschappij is erg gericht op het derde chakra: presteren, controle, macht, kracht en overmatig egogedrag. De uitdaging die we hebben is om macht te vervangen door innerlijke kracht, controle door vertrouwen en kritiek door liefdevol handelen.
19
Vierde chakra: hartchakra Kleur:
groen/roze
Element:
lucht
Ligging:
bij het hart
Lichaam:
hart, longen, thymusklier, armen , handen
Thema’s:
liefde voor jezelf en de wereld, brug tussen ondersten en bovenste chakra’s, zelfbeeld en eigenliefde, evenwicht, mededogen, relaties, harmonie
Mantra:
Alle liefde woont in mijn hart, ik ben verbonden met alles wat leeft, ik zie vreugde in alle dingen.
Dit chakra is de grote verbinder: het verbindt de onderste drie chakra’s met de bovenste drie; onze instincten met onze hogere vermogens. En het verbindt ons met de grote bron van liefde en met andere wezens. Het zorgt voor een gevoel van innerlijke heelheid, eenheid en balans. Is dit chakra geblokkeerd dan kost het moeite om liefde toe te laten; staat het te ver open, dan kun je jezelf te makkelijk ‘weggeven’. Een gezond open hart zorgt ervoor dat je liefde, verbondenheid en diepe vreugde kunt ervaren en die ook met anderen kunt delen. Je bent in staat je persoonlijkheid te overstijgen, pijn uit het verleden te vergeven en te helen.
Besluit De psoas loopt langs heel wat chakrapunten en heeft ook een sterke verbinding met het hart. Een gezonde psoas heeft dan ook een positieve invloed op onze gronding, ons geaard zijn; op onze creativiteit en seksualiteit; op onze levensenergie en eigenwaarde. Een uitgeputte psoas kan dan ook negatieve gevolgen teweegbrengen in al deze domeinen van ons leven…
20
4. De psoas als boodschapper van de middellijn.
“De Psoas is de boodschapper van de middellijn. Als de psoas niet goed functioneert, dan moet je vooral luisteren naar de boodschap en niet de boodschapper (in dit geval de psoas)veroordelen.” “Don’t shoot the messenger” Deze uitspraak komt van Liz Koch. Deze vrouw heeft jarenlang ervaring opgebouwd in het werken met de psoas. Zij kijkt met andere ogen naar het lichaam dan de meeste mensen doen. De psoas ligt centraal in ons lichaam en is gegroeid vanuit de middellijn. Vanuit het embryologisch model kan men zeggen dat de middellijn het centrum van ons organisme is, de as rond dewelke ons gans lichaam zich opbouwt. De psoas wordt daarom ook de boodschapper van de middellijn genoemd. Om de boodschappen die de psoas ons geeft goed te kunnen begrijpen, is het belangrijk om vanuit een juist beeld naar ons eigen lichaam te kijken. Niet het gangbare ‘bio-mechanisch’ beeld vertelt ons iets over de boodschap, maar wel het – vrij nieuwe – ‘bio-intelligent’ beeld. Wanneer de psoas een boodschap geeft (pijnlijk aanvoelen), wil dat niet zeggen dat er iets misgaat met de psoas. Hij laat ons enkel weten dat de integriteit van onze middellijn gecompromitteerd is. Manipulatie van de psoas is dan niet de juiste reactie om herstel te bewerkstelligen, wel de psoas opnieuw vloeibaar maken. Pas nadien kan gewerkt worden aan het herstel van de tonus van de psoas.
Het bio-mechanisch beeld tegenover het bio-intelligent beeld. In het bio-mechanisch beeld is ons lichaam een object. Binnen in ons lichaam wordt de psoas aanzien als een spier die samentrekt om het been te laten bewegen. De psoas is een heupflexor. Het is een spier die helpt bij de ondersteuning van de wervelkolom. Er wordt vooral gefocust op de mechaniek van het lichaam (zoals de naam het ook al zegt). In een bio-mechanisch beeld zal een psoas die signalen geeft aanzien worden als zwak. Als remedie worden allerlei fitnessoefeningen voorgeschreven om deze spier te versterken. In plaats van een gezonde psoas krijgt men jammer genoeg een spier die nog verder verkrampt en
21
uitgedroogd geraakt. Men probeert de symptomen te bestrijden zonder de oorzaak aan te pakken. Daarnaast staat het bio-intelligent beeld waarin ons lichaam één vloeibaar geheel vormt. De psoas wordt gezien als een intelligent weefsel, een bindweefsel, dat in contact staat met het skelet, de organen, het ademhalingssysteem, het spierstelsel en het zenuwstelsel. De psoas vangt de vibraties van al deze onderdelen van ons lichaam op en fungeert als spreekbuis naar buiten. De psoas is m.a.w. de boodschapper van de middellijn. In een bio-intelligent beeld wordt een psoas die signalen geeft aanzien als uitgeput. Er is niets mis met de psoas, hij geeft alleen de boodschap dat de diepe integriteit van ons organisme gecompromitteerd is. De psoas heeft nood aan rust, ontspanning en voeding om opnieuw soepel en vloeibaar te worden. Oefeningen die rust en ontspanning van de psoas teweegbrengen zullen hier warm aanbevolen worden. Het resultaat is dat niet alleen de psoas hier baat bij heeft, maar dat het hele organisme, de hele mens zich opnieuw gedragen weet en op kracht komt.
Hoe geraakt een psoas uitgeput? Wanneer een systeem in ons lichaam niet voldoende in evenwicht functioneert, gaan we dit compenseren door onze psoas in te schakelen als ondersteuning. Daar is de psoas niet voor bedoeld. De psoas is eigenlijk een neutraal weefsel, of bindweefsel dat een dragende functie heeft. Door deze spier actief te gaan gebruiken als compensatie voor niet-functionerende lichaamsdelen, raakt deze uitgeput. We gaan m.a.w. de psoas misbruiken. Hieronder beschrijven we 2 voorbeelden bij uitstek waarin de psoas verkeerd gebruikt wordt: -
Een eerste voorbeeld betreft het skelet. Een skelet dat niet volledig in evenwicht staat, zal vaak de psoas inschakelen als ondersteuning voor de wervelkolom. Na de geboorte worden de botten verder gevormd door de zwaartekracht. Ze dienen om op de aarde te kunnen rondlopen. In onze botten resoneren we de frequentie van de aarde en daardoor zijn we geaard. Als we geen connectie zouden hebben met de zwaartekracht, dan zouden onze beenderen zich oplossen. Dat is de reden waarom astronauten speciale medicatie moeten nemen tijdens een vlucht in de ruimte. Onvoldoende aarding hebben; onvoldoende 22
connectie hebben met de zwaartekracht, zal ervoor zorgen dat de botten verzwakken. Hierdoor zal de psoas ingeschakeld worden ter compensatie. Het gevolg is uiteindelijk een uitgeputte psoas. -
Een tweede voorbeeld betreft onze proprioceptie of het vermogen van ons organisme om de positie van het eigen lichaam en de lichaamsdelen waar te nemen. Prikkels uit het milieu worden door de zintuigcellen via de sensibele zenuwen naar het centrale zenuwstelsel (CZS) geleid. De proprioceptieve waarneming verschaft het individu daarmee informatie over het eigen lichaam, zoals de stand, beweging en tonus van de ledematen, gewrichten en pezen, het gevoel van "zwaarte" in sommige lichaamsdelen en vermoeidheid of alertheid van de spieren. De proprioceptieve waarneming speelt bijgevolg een belangrijke rol in de opbouw van het lichaamsbesef en maakt terugkoppeling van de lichaamspositie naar het CZS mogelijk. Proprioceptie is een zelfregulerend systeem. Het balanceert, organiseert en informeert. In het skelet zit proprioceptie in de gewrichten. De ligamenten verbinden alle gewrichten. Wanneer de ligamenten verzwakt zijn, ontstaat er een verstoring in het circuit dat de gewrichten met elkaar verbindt. De proprioceptie zal niet optimaal functioneren, en de psoas zal ingeschakeld worden om het evenwicht te bewaren. De psoas krijgt dan de functie van een ligament om de zwakte te compenseren. Aarding, contact met de zwaartekracht kan alleen ontstaan wanneer weefsels in ons lichaam soepel zijn, het skelet goed in evenwicht staat en de ligamenten en gewrichten op een harmonieuze manier met elkaar verbonden zijn. Wanneer dit evenwicht niet bestaat in ons lichaam, gaat ons lichaam het tekort compenseren door spieren aan te spreken. Spieren verliezen daardoor hun elasticiteit, en gaan uiteindelijk strak worden en aanvoelen als botten. Het zenuwstelsel dat door deze spieren heen loopt zal ook geklemd geraken. De psoas maakt deel uit van het sympathisch stelsel. De mens heeft dus geen enkele controle op het al dan niet inschakelen van de psoas ter compensatie van een onevenwicht in ons lichaam. Het gebeurt gewoon. Zo wordt de psoas ingeschakeld als onderdeel van het vlucht-, vecht-, bevriessysteem.
23
De invloed van ons parasympatisch stelsel op de psoas We nemen trauma’s als voorbeeld om dit toe te lichten. Trauma is een toestand bij de mens waarbij het centraal zenuwstelsel overvraagd wordt. Dat wil zeggen dat het CZS méér informatie ontvangt dan het kan verwerken. Trauma is een universeel fenomeen dat niet bepaald wordt door cultuur, religie, ras of leeftijd. Iedereen reageert op een trauma volgens hetzelfde biologisch patroon. Alleen de capaciteit van het CZS om de overvloed aan informatie te verwerken is verschillend. Dieren reageren op een trauma, een onverwachte gevaarlijke gebeurtenis door de vlucht-, vecht- of bevriesreactie. Nadien, wanneer ze opnieuw veiligheid ervaren, zal het lichaam beven, zweten en huilen om de spanning die opgebouwd was opnieuw los te laten en het lichaam te herorganiseren. Daardoor wordt de chemische cascade die gestimuleerd was door het trauma stopgezet en komt er opnieuw volledige rust in het lichaam. Wij, mensen, houden ons vast aan ons verhaal en daardoor gaat het verhaal ook deel uitmaken van het trauma en wordt het normaal ontladingsproces verstoord. We kunnen 2 soorten trauma’s onderscheiden: -
Het harde trauma: is een ervaring die zich éénmalig heeft voorgedaan zoals een ongeval, diefstal, aanval, enz. en in plaats en tijd kan bepaald worden. Het veroorzaakt een fysiek of emotioneel letsel waarvan de oorzaak duidelijk gekend is.
-
Het zachte trauma: zijn traumatische ervaringen die zich voordoen gedurende een lange periode en waarvan we ons vaak niet bewust zijn. Toch leeft de persoon in een permanent gevoel van angst. Het zijn 24
meestal subtiele en doordringende ervaringen die zich voorgedaan hebben tijdens de kindertijd. Pas jaren later zal het trauma het leven van de volwassen persoon saboteren. Voorbeelden zijn armoede, oorlog, allerlei misbruik in het gezin, enz. Bij elke vorm van trauma wordt het sympathisch zenuwstelsel aangesproken. Dit sympathisch zenuwstelsel schakelt de vlucht-, vecht-, bevriesreactie in. Het geeft ons de mogelijkheid om te ontsnappen, te vluchten, rechtop te staan en ons te verzetten, terug te vechten of verlamd te geraken. Tegelijkertijd ontstaat er een chemische cascade die ons lichaam in gang zet om te reageren. Het parasympatisch zenuwstelsel is het systeem dat na de crisis ons lichaam terug in rust zal brengen, de crisissituatie helpt verteren en het organisme waar nodig zal herstellen. Het parasympatisch stelsel geeft ons de capaciteit om van het moment te genieten zonder beleving van angst. Het treedt vooral in werking tijdens de nacht. Slaaptijd is ook hersteltijd van weefsels en organen. Het sympathisch en parasympatisch stelsel zijn geen verschillende onderdelen van het zenuwstelsel, het zijn complementaire systemen die functioneren zoals een “8”, het ene stelsel vloeit in het andere over. Elke vorm van trauma veroorzaakt een verstoring van de vloeiende samenwerking tussen het parasympatisch en het sympathisch stelsel. Door deze verstoring zal de psoas die eigenlijk bedoeld is als neutraal weefsel in ons lichaam aangesproken worden door het sympathisch stelsel (waar het wel deel van uitmaakt) en mee ingezet worden in de vlucht-, vecht-, bevriesreactie. Daardoor geraakt de psoas uitgeput, dan droogt hij uit, wordt korter en verkrampt. De beste manier om de psoas opnieuw vloeibaar en soepel te maken is door eerst het parasympatisch stelsel te ondersteunen. Dat is in elk geval wat dieren doen….! Dieren doen geen oefeningen om hun spieren en hun lichaam te versterken maar dieren gaan na een grote inspanning zichzelf volledige rust geven. Voeding geven aan ons parasympatisch stelsel kan via verschillende wegen: 1. Spel: geen wedstrijd of prestatie maar spel waarin de uitkomst geen belang heeft, enkel de ontspanning 2. Rust: laat het lichaam toe zichzelf te reorganiseren 3. Opnieuw structuur creëren in het leven
25
4. Klank: klank maken of naar klank luisteren kan heel voedend zijn om ons organisme tot een diepe rust te brengen. 5. Bepaalde lichaamshoudingen en zachte bewegingen. Een oefening om het parasympatisch stelsel tot rust te brengen is bv de foetushouding.
De foetus leeft met een veilig gevoel gekruld in de baarmoeder. De rups (zie ook ons wormenbrein) krult zodra er gevaar is. Wanneer wij vallen zal ons lichaam spontaan krullen. Het is een natuurlijke reactie om de wervelkolom soepel te houden en de vitale organen te beschermen. Doordat we het hoofd spontaan hierbij intrekken, beschermen we ook de zintuigen. Door te krullen creëren we stabiliteit in ons organisme, herstellen we de diepe connectie met onze middellijn.
Het herstel van de psoas. Een volgende stap om de psoas te herstellen is ervoor zorgen dat het bekken goed in evenwicht is. Het bekken kunnen we weer centeren door aandachtig te zijn op de manier waarop we zitten. We leven nu eenmaal in een maatschappij waarin we een groot deel van de dag al zittend doorbrengen. Als we zitten wordt de zwaartekracht verdeeld over onze 2 zitbeentjes. Je kan geen goed evenwicht in de wervelkolom hebben, als je niet het lichaamsgewicht op een gelijke manier over de 2 zitbeentjes laat rusten.
26
Om correct te zitten: -
-
Verdeel het lichaamsgewicht op een gelijke manier over de 2 zitbeentjes, dat wil zeggen dat je recht zit op een stoel De benen niet kruisen, daardoor geraken de gewrichten en ligamenten geklemd Niet in een holle stoel zitten, waarbij ons gewicht op het sacrum terecht komt. Het sacrum is het einde van onze middellijn, en door erop te zitten verstoren we de energiecirculatie Knieën en enkels moeten in een rechte lijn over elkaar staan Voor mannen, laat niets in je achterzakken zitten, dat onevenwicht veroorzaakt bij het zitten
De weg naar het hart. De psoas is de spier van het “zijn” en niet de spier van het “doen”. Het maakt deel uit van het parasympatisch zenuwstelsel, een systeem in ons lichaam dat ontstaan is vanuit ons wormenbrein en waar we geen controle op kunnen uitoefenen. Anderzijds moeten we er ook geen moeite voor doen. We kunnen zeggen dat de psoas ons de capaciteit geeft om aanwezig te zijn in het nu, bewust, ontspannen, open en ontvankelijk te zijn. Hoe meer we ons durven open te stellen, hoe meer we van het leven mogen ontvangen. Ons organisme is een vloeibaar energetisch systeem. Wij leven op een elektromagnetisch systeem: de aarde. En de aarde behoort tot een nog groter kosmisch systeem. Het is belangrijk dat we durven herkennen dat wij mensen deel uitmaken van dat vloeiende kosmisch geheel, en door die verschillende vloeibare systemen gevormd worden. Hoe meer een mens in staat is om zijn lichaam te zien als een vloeibaar en levend organisme, hoe meer die mens zal groeien in het besef dat er niet zoveel hoeft gedaan te worden om te leven. We moeten niet ademen, we zijn adem! Er zijn veel dingen waar we ongelofelijk veel moeite voor doen in het leven, die eigenlijk helemaal niet nodig zijn. Vele van onze patronen zijn ons alleen ingefluisterd door een overlevingsdrang, gestimuleerd door angst, trauma’s of onverwerkte emoties.
27
Velen onder ons leven daardoor met een defensief hart, geopend aan de voorkant en gesloten aan de achterkant. We nemen energie uit onze omgeving binnen, maar hebben geen doorstroom naar de aarde toe via de middellijn. Als we ons hart achteraan openen dan maken we verbinding met ons diafragma en via het mediastinum met de psoas en onze middellijn. (zie hoofdstuk 2). Wat we opnemen kan op die manier opnieuw wegvloeien naar de aarde. Daarom is het noodzakelijk om de achterkant van ons lichaam, de achterkant van ons hart te openen. Ons hartbrein is eigenlijk de impuls van ons leven. Het geeft de toon aan ons bestaan en stuurt de resonantie uit waarop alle andere organen van ons lichaam functioneren. Ons hart stuurt meer signalen uit naar de hersenen in ons hoofd, dan onze hersenen signalen uitsturen naar ons hart. Het hart organiseert ook het centraal zenuwstelsel.
Door oefeningen kunnen we de achterkant van ons hart openen. Ga in rustpositie op de mat liggen, met de benen gebogen, zie oefening 1 uit hoofdstuk 5. Leg een half opgeblazen bal onder de rug, net iets onder het hart, op de plaats waar de psoas zich vasthecht aan de wervelkolom. Laat de bal onder de rug stilletjes rollen, geef wat tegendruk met de voeten.
Door deze beweging wordt het weefsel uitgenodigd om in beweging te komen, zachter te worden. Daardoor wordt stilaan de achterkant van het hart geopend. Dit zal ook zorgen voor opening in de mond, de keel en zo doortrekken tot in het bekken.
28
De psoas verspreidt de resonantie van het hart doorheen heel het organisme. Het hart openen is de eenvoudigste en snelste manier om vloeibaarheid te bewerkstelligen. Dit maakt dat ons hartbrein opnieuw de zuivere en vloeiende impuls van ons leven wordt.
In hoofdstuk 6 hebben wij samen met Bhaven Heeremans de weg bewandeld van de psoas naar het hart, via cranio sacrale handelingen.
Besluit Wanneer de mens het contact verliest met kosmische zuivere energie en met de zwaartekracht van de aarde, kan de doorstroming van de energie via de middellijn blokkeren. Het hart is het centrum van onze middellijn. De trilling van ons hart stimuleert onze organen, onze hersenen en ons centraal zenuwstelsel. Wanneer onze middellijn in volledige verbinding met de kosmos en de aarde is, dan stroomt zuivere energie via ons hart naar alle onderdelen van ons organisme. De psoas is de spier die deze trilling verspreidt. Een gezonde en dus vloeibare psoas zorgt voor verbinding tussen de kosmische energie en ons fysieke lichaam.
29
5. Oefeningen die je alleen kan toepassen.
Met rust en ruimte werken aan de psoasspier zal in eerste instantie ongrijpbare angsten en een algehele gevoel van onrust opleveren. Trillingen in de onderste helft van je lichaam, wippende benen en spasmen in het bekken. Angst- en paniekaanvallen waarbij je je adem inhoudt. Ook vluchtreacties. Het is niet voor niets dat de psoas de vecht-, vlucht- en bevriesspier genoemd wordt. Al wat deze spier jarenlang heeft ingehouden komt in zekere mate nu naar boven. Blijf je rustig door oefenen, dan gaat het bekken zich meer en meer ontspannen en de opwindingsprikkels worden gewaarwordingen die zacht door het lichaam gaan stromen. Je wordt je meer en meer bewust van de bekkenbodem, waarbij de spanningen losgelaten kunnen worden en energie van de aarde en Jing van de seksuele organen aan de lichaamsenergie kan worden toegevoegd. Je kan je in dit stadium heel kwetsbaar voelen maar langzaamaan word je emotioneel stabieler. Al je organen krijgen meer adembeweging en ontspanning. Je gaat steeds meer, verfijnder en “in het moment” voelen, gewaarworden wat er in je lichaam gebeurt in antwoord op de buitenwereld of op je eigen gedachten. Je wordt je steeds bewuster van een diepe kracht die in je leeft, waarbij je niet hoeft na te denken, maar die je door het leven loodst als een sterke beschermer.
Ga op een matje op de grond liggen. In bed kan ook, maar dan moet de matras vrij stevig zijn.
Oefening 1. – Psoasontspanning Leg je handen op je heupbeenderen en trek je benen op. Sluit je ogen. Stel je voor dat een energielijn zich verplaatst naar beneden langs je ruggengraat, dan naar voor komt tussen je benen en terug omhoog langs de voorkant van je lichaam. Adem in terwijl de energielijn naar beneden gaat, adem uit terwijl ze naar boven gaat. Adem net iets langer uit dan in. Na de uitademing hou je heel even stil, voor dat je lichaam spontaan zichzelf opent om in te ademen. Ontspan en laat de ruggengraat en het bekken neerliggen op de mat, zonder dat je daarvoor je spieren gebruikt. Voel alsof je knieën over een 30
kapstok hangen. Stel je voor dat er een waterval loopt vanuit je knieën naar je lies, en dat die daar de spieren ontspant. Stel je daarna voor dat er een waterval loopt vanuit je knieën naar je enkels. Neem je tijd. Langzaamaan zal het gewicht van het onderste deel van je ruggengraat ervoor zorgen dat je je ontspant, zonder dat je je best hiervoor doet. Je gaat langzamer ademen. Naarmate je langer ligt zal je bekken zich ruimer neerleggen. Je zal het gevoel hebben dat je bekken dieper in de grond gaat liggen. Er komt meer bewustzijn en openheid in de heupgewrichten, links en rechts van je schaambeen. Leg je vingers hier om er al je aandacht naartoe te brengen. Als de psoas zich ontspant, kan je voelen dat het gewicht van je lichaam zich verplaatst naar je voeten.
Oefening 2. – Psoas release Je bent nu klaar om het been los te maken van het torso. Dit doe je in het heupgewricht. Je ligt met je knieën opgetrokken. Je tilt één knie verder omhoog om het bekken te stabiliseren. Breng het been niet naar de borst, maar houd het op armlengte. Niet trekken, laat je armen en je schouders hangen tegen de grond. Je gaat werken met het andere been. Langzaam laat je dit been naar de grond glijden, in kleine stapjes kan je het been nu strekken. Let op: beweeg alleen je been, niet je bekken, en zet geen kracht. De hele rug (inclusief bekken) blijft op de grond liggen. Als je je rug kromt, beweeg je het bekken met het been mee, en dat is niet de bedoeling. Hou je aandacht in de heupgewrichten. Als de psoas helemaal ontspant, kun je het been bewegen 31
zonder dat de rest van het torso beweegt. Stop als je voelt dat het genoeg is. Het gaat er niet om dat je het been volledig gaat strekken, maar dat je psoasspier versoepelt en zo je been vrijer gaat bewegen in je heupkom. Je kan dit een paar keer herhalen.
Oefening 3. – Arm release Ook de armen moeten helemaal los van de torso kunnen bewegen, zodanig dat de psoas ontspannen blijft. Breng je aandacht naar je heupgewrichten. Voel je gewicht door je bekken heen, naar je benen en voeten gaan. Breng je armen naar omhoog, met de handpalmen naar elkaar toe. Voel het gewicht van je armen als ze zich ontspannen in de schouderkommen. Laat je armen langzaam naar achteren zakken , richting vloer. Houd je armen evenwijdig met je schouderkommen. Als je je gewicht in je bekken houdt, zijn de armen net een hefboom: door hun gewicht strekt de psoas. Je armen hoeven niet helemaal tot op de vloer te komen. Druk ze in elk geval niet tegen de vloer door je onderrug te buigen. Stop de beweging van je armen, zodra je voelt dat je je rug hol trekt. Je hoofd mag meebewegen, je kan met je ogen je armen volgen. Hou je aandacht steeds op je heupgewrichten. Kom dan terug naar de oorspronkelijke positie. Je kan dit een paar keer herhalen.
Oefening 4. – Versterkende psoasoefeningen Aandachtspunten: hou te allen tijde je bekken stabiel, geen verdraaiingen van het bekken als je één been oplicht. Je moet eerst de psoas ontspannen, 32
dan pas versterken, anders gebruik je de verkeerde spiergroepen. Je kan pas de psoasversterkende oefeningen beginnen doen, als je één been languit kan laten glijden zonder dat je bekken kantelt. (zie oefening 2) Begin in de rustpositie, bekken tegen de grond, benen opgetrokken. Ontspan je heupkom. Strek één been. Hef het uitgestrekte been zo hoog als je heupkom (ongeveer 15 cm) en voel tegelijkertijd je gewicht in je gebogen been en de voet die op de grond staat. Het optillen van je been gebeurt door je andere voet (van je gebogen been) in de grond te duwen. Beweeg nu langzaam het gestrekte been op en neer, naar links en rechts en diagonaal. Let op: Als je je been opheft, visualiseer dan dat de psoas als een lepel vanuit je wervelkolom naar je bekken gaat en het been van de vloer schept. Andere oefening: Ga op knieën en ellebogen zitten, verdeel het gewicht over alle vier de contactpunten. Zorg ervoor dat je rug niet hol of bol staat, door je knieën en ellebogen evenwijdig en op de juiste afstand van elkaar te zetten. Strek één been zodanig dat je bekken evenwijdig met de grond blijft. Hou het been stabiel en beweeg het gestrekte been naar links en naar rechts en op en neer. (ca 10-15 cm). Het voelt alsof je been verlengt en vrijkomt in de heupkom. De onderrug en het bekken mogen niet kantelen om het gestrekte been te bewegen. Hou het bekken recht en ontspan vanuit de heupkom.
Oefening 5. – Verlengen van de psoas Om de psoas te kunnen verlengen via stretchen is allereerst psoasontspanning nodig. Door de ontspanning komen de beenderen in een gewichtdragende positie. Het is niet de bedoeling dat onze spieren ons dragen, maar wel onze beenderen. Door de ontspanning gaan de gewrichten in het bekken zich vrijer bewegen. Het verlengen van de psoas maakt het been vrij van de romp en geeft het een grotere bewegingsvrijheid. Hou je aandacht in je heupkom. Span en strek de onderrug niet. Het bekken moet stabiel zijn en op één lijn met de romp. Begin in de rustpositie, bekken tegen de grond, benen opgetrokken. Ontspan je heupkom. 33
Breng één been naar je borst. Trek het been tegen de borst. Hou met je 2 armen je been dicht tegen je borst. Zorg ervoor dat dit been zo op zijn plaats blijft tijdens de oefening. Laat je andere been langzaam omlaag glijden, leg het niet neer op de grond maar hou het even boven de grond. Blijf ontspannen in beide heupkommen. De psoas zal aan de kant van het gestrekte been uitrekken. Zij kan alleen stretchen als het bekken niet met het been mee beweegt. Hou het ene been volledig gestrekt, hou het andere been vast en bied weerstand. Om terug te komen naar de rustpositie, zet je eerst het gebogen been terug op de grond.
Oefening 6. - In contact komen met de psoas. Laat je benen nu op de grond rusten, leg je handen op de rand van je heupbeenderen. Heel losjes erop leggen. Ga met je adem en je aandacht onder je handen. Adem diep en regelmatig. Adem net iets langer uit dan in. Na de uitademing, hou je heel even stil, tot wanneer je lichaam vanzelf weer inademt. Voel hoe de heupbeenderen zichzelf ontspannen, en misschien in je handen zichzelf gaan kenbaar maken met een langzaam (ver)schuivende beweging. Soms voelt het aan als een poes die zich heel subtiel in alle richtingen rolt om gestreeld te worden. Je kan je handen om je bekken leggen met de duim om de rand van je heupbeenderen. Voel hoe door gewoon aanwezig te zijn op die plek, je bekken heel zachtjes breder wordt. Het gebeurt als vanzelf, je hoeft niet te trekken. Je kan ook je vingers over de rand van je bekkenrand leggen en voelen hoe je contact maakt met de psoasspier die binnenin je bekken ligt. Laat alles heel rustig en langzaam gebeuren. Geniet van de vertraging. Je zal dieper gaan ademen, je hoofd zal zichzelf legen, en je krijgt een gevoel van stroming binnenin jezelf. Je kan ook elke bekkenrand apart benaderen, en het andere hand dan gewoon losjes op de maagstreek leggen.
34
6. Cranio-technieken die verbinding maken tussen hart en psoas
Sessie 1 -
Ga met je rechterhand zacht onder thoracale 12 (T12) en voel waar voor jou het midden is. Leg daar je vingers rustig onder. Breng je bovenhand heel zachtjes aan de schouder. Zoek de middellijn in jezelf, ook het 3de ventrikel, het midden in je brein en laat een loodlijn naar je perineum zakken. Onder je vingerkootjes rusten de uitsteeksels van de gewrichten van de cliënt. Zie of je je handen vloeibaar kan maken en hou je aandacht aan de rugzijde van je hand. Des te vloeibaarder jouw handen kunnen worden, des te meer de uitnodiging bij de cliënt binnenkomt om vloeibaar te worden.
-
Verplaats de bovenhand van de schouder naar T3-4 tussen de schouderbladen.
-
Verplaats de ene hand opnieuw naar de schouder maar handpalm verticaal tegen schouder en de andere hand losjes op de knie. Gebruik hiervoor kussentjes zodat je het zelf makkelijk en comfortabel hebt.
-
Eindig zacht aan de voeten. Open je handen onder de benen, net even boven de enkels en voel hoe je het hele lichaam in de achterzijde draagt.
Sessie 2 -
Cliënt vragen om rechtop op tafel te gaan zitten en achter hem gaan zitten (smalle stuk van de tafel). Plaats je vingers op de heupbeenderen en vraag aan de cliënt om in je handen te ademen en in je vingers te zakken. Voel waar het bekken opent en geef daar ruimte. Vraag dan om zachtjes naar links te hellen en hou zelf goed contact met beide 35
heupbeenderen. Terug naar het midden uitnodigen en dan zacht naar rechts laten hellen. Opnieuw naar het midden terugkomen (is belangrijk om je midden te voelen!) en dan langzaam uitnodigen om naar achter over te hellen. Als therapeut kan je je hoofd naar voren brengen als steun voor je cliënt. En dan nodig je terug naar het midden uit. Als er ontladingen komen dan onderbreek je ze niet, maar bevestig je ze. De bedoeling is om in een steeds rustiger tempo van ademen te komen, in long-tide. -
Plaats nu je volle handen aan de onderzijde van de ribben, rond het diafragma. Zorg dat je als behandelaar in die wijdte van je eigen diafragma kan ademen. Maak een zachtvol contact, niet induwen, maar wel wat steun geven.
-
Dan ga je opnieuw naar het bekkendiafragma dat ook een dwarsstructuur is.
-
Dan leg je één hand op het sacrum en de andere tussen de schouderbladen. Je voelt contact tussen sacrum en hart.
-
Tot slot kan je even zachtjes de dura strelen van boven aan de wervelkolom tot aan het sacrum.
Sessie 3 -
Neem met je hand de pols van de cliënt en leg je vingers op de onderkant van de pols waar je contact maakt met een bloedvat, een arterie. Je andere hand leg je los op de enkel.
36
-
Aan de binnenzijde van alle bloedvaten zit fascia. Dus als je contact maakt met een bloedvat, heb je contact met vloeistof maar ook met fascia. Door zachtjes hiermee te spelen (zoals je op een gitaar speelt) help je om de baroreceptoren in de arteriële vaatwand meer tot rust te brengen. Het lichte spel van je vingertoppen geeft een signaal dat er ontspanning mag komen. Rust zelf zoveel mogelijk in je eigen vatenstelsel, in je hart, je bloed.
-
Ga nu aan de rechterkant van je cliënt zitten voor het buikgebied. Stel je de psoas voor en de aorta die eerst één is en op een gegeven moment splitst in twee bekkenslagaders, de arteria illiaca. Leg je vingers op de buikarterie, de aorta. Je hoeft geen druk te gebruiken. Met een lichte aanraking bereik je al genoeg. Als er wat meer ruimte komt, dan kan je daarin wat spelen. Het maakt het weefsel wat meer open.
Sessie 4 -
Plaats je hand zacht onder T2-3-4. In het borstbeen bovenaan zit een richeltje (in het manubrium, bovenste deel van het borstbeen), waarachter de aorta loopt. Ga met je duimmuis tegen het richeltje en laat je vingers en hand verder over de rest van het hart rusten. Zie ook hier weer of je je aandacht aan de achterzijde van je hand kan brengen. Als er beweging onder je hand plaats vindt, laat bewegen, neem er notie van, maar doe verder niets. Laat in je aanwezigheid ruimte. Je hoeft niet te verdwijnen; je blijft aanwezig maar met je aandacht, een mindful aandacht.
-
Plaats allebei je vingers, allebei je handen (niet de handpalmen) over de bovenrand van het schouderblad heen en laat het schouderblad helemaal in je vingertoppen, je vingerkussentjes liggen. Als het hart nog een embryonisch hart is dan is het zo groot als de ruimte van je borstbeen tot aan je schaambeen. En in deze houding hier draag je dat embryonische hartveld. Het is nog een bloedveld eigenlijk. Het is nog geen gevormd hart. Het is een stadium van de ontwikkeling van het hart naar het hart toe zoals wij het kennen. Dus je draagt hier ook eigenlijk het hele bloedsysteem, het vatensysteem in de schouders.
-
Dan breng je (best met kussentje en voldoende ruimte nemen) middelvinger, ringvinger en pink – wijsvinger blijft er gewoon bij langs de 37
zijkant en de duim is vrij – zachtjes aan de rand van de schedel (occiput) overlappend naar cervicale 1-2-3 (rusten gewoon in de vingertoppen). Hou je hand open. Honoreer door jouw aanraking dat weefsel als zacht (ook al is dat niet zo) en dan komt de arterie tevoorschijn. Je oordeelt niet over de nek. Stilaan kan je dan de vloeistofstroom daar gaan voelen. Tegelijk ga je zoeken hoe je je hand nog vloeibaarder kan maken. Kan je het nog iets meer laten smelten? -
Cliënt vragen om op zijn/haar zij te gaan liggen (eventueel kussentje tussen de knieën en onder het hoofd). Ene hand zacht over de schedel en de wijs- en middenvinger van de andere hand leg je heel zachtjes net onder de kaaklijn. De halsslagader (carotis) loopt hier en door die zacht te benaderen en aandacht te geven, ontspant er in het bloedveld letterlijk een stuk spanning, een stuk stress. Heel zacht en met de aandacht aan de buitenzijde van je hand blijven.
38
7. Ervaringen van Anna
Het ontstaan van de oorsuizingen – ontdekkingstocht van mijn leven naar mijn lichaam.
Het had die dag geregend, en het wegdek lag nat. Het gebeurde op een lange oprit van de autosnelweg, in een bocht. Ik reed nog niet snel, en toch te snel, zodat ik de controle over mijn stuur verloor. Eerst hield ik mijn stuur krampachtig vast, en probeerde de auto terug in de juiste richting te brengen. Het duurde maar enkele tellen voor ik alles losliet. Toen had ik maar één gedachte: “dit is het geweest”, met een diep gevoel van aanvaarding en overgave. Uiteindelijk stond mijn auto stil, op de pechstrook, in de tegengestelde rijrichting (nl die waar ik vandaan kwam), met mijn bumper netjes tegen de vangrail. Er was geen materiële schade, alleen een stel flanellen benen onder mijn lijf. In de weken nadien hoorde ik voor het eerst geruis in mijn oren op momenten van stilte. Geruis werd gefluit, af en toe werd dagelijks en later permanent. Vanaf toen leefde ik elke dag met een scherpe fluittoon in mijn oren. Die minderde iets tegen zondagmiddag (met de rust van het weekend) en was tegen maandagmiddag weer helemaal aanwezig. Mijn hoofd woog zwaar, mijn gedachten waren niet meer helder, elk geluid van buitenaf weergalmde in mijn hoofd als een echo. In mijn hoofd botsten gedachten permanent tegen elkaar aan, maar over iets simpels helder nadenken was niet meer mogelijk. Lang dacht ik dat het ongeval schade had veroorzaakt in mijn oren. Vaak beschreef ik mijn oorsuizingen als de knop van een alarminstallatie die geblokkeerd stond, waardoor een sirene niet meer af te zetten was. Alarm, gevaar! Ik leerde verschillende situaties herkennen, zonder er echter verklaringen aan te kunnen geven. -
Geruis of gefluit. De verandering van geruis naar gefluit kon plotseling opkomen . Maar het duurde dagen vooraleer het gefluit terug wegebde.
39
-
-
-
Ik leefde met een groot gevoel van vermoeidheid, precies alsof het gefluit al mijn energie uit mijn lichaam haalde. Uit frustratie greep ik naar de verkeerde voeding (brood, vet en suiker) om mezelf vooruit te helpen in het leven. Ik kon niet toegeven aan mijn vermoeidheid, en verplichtte mezelf tot allerlei nieuwe activiteiten en taken, precies om mezelf te bewijzen dat ik nog leefde. Het gefluit kon opeens scherper toenemen zonder een duidelijke aanleiding, zowel wanneer ik alleen was als onder de mensen.
Stilaan werd ik mij bewust dat het ongeval niet de oorzaak van mijn oorsuizen was, maar alleen de druppel die in mijn lichaam een toestand aan het licht gebracht had die er al jaren leefde. Doorheen de jaren was ik het evenwicht verloren tussen mijn werk, mijn gezin en mezelf. Als moeder was de band met mijn kinderen essentieel, echter werd die steeds moeilijker. Daardoor groeide in mij een sterk gevoel van angst en schuld en daardoor geraakte mijn lichaam totaal uitgeput. Op het moment dat ik een keuze maakte om mezelf daarin te herstellen en opnieuw een waardig leven aan mezelf te geven, klapte het ganse kaartenhuisje dat ik had opgebouwd in elkaar. Ik geraakte bijna alles kwijt: gezondheid, gezin, familie, vrienden en inkomen. Na een periode van intense emoties kwam er een tijd dat ik mezelf helemaal niet meer voelde, ik functioneerde alleen nog om te overleven. Ik probeerde alleen mijn verloren veiligheden te herwinnen, maar stond niet open voor de nieuwe kansen die het leven mij bood. Ik wou verantwoorden waarom ik zoveel onrecht niet verdiende en leefde heel sterk om het verleden te behouden. Ik zat in die periode alleen nog in mijn hoofd oplossingen te zoeken. Dat hoofd van mij was onophoudelijk aan het werk en toch vond het geen oplossingen of antwoorden. Ook voor de meest simpele dagelijkse situaties kon mijn hoofd geen heldere gedachten meer opbrengen.
Naast mijn eigen dagelijkse strijd was er ook het beeld dat ik uitstraalde naar de anderen. Gedrevenheid en uitgelaten lachbuien, ofwel een ondoorgrondelijk masker op mijn gezicht om mijn gevoel van verdriet zeker niet door te laten schemeren. Zeldzaam waren de mensen die dit begrepen 40
als een onderdrukking van de extreme angst waarin ik leefde. Het beeld van de sterke Anna trok de last van anderen nog aan, en die nam ik plichtsmatig bij op mijn schouders. Mijn zoektocht naar antwoorden draaide op niets uit, maar putte mij meer en meer uit. Ik bestond vanbinnen enkel nog uit angst en verlatenheid, zonder contact met mezelf noch met mijn lichaam, en vanbuiten gedroeg ik mij als een clown.
In die stressperiode gebeurde het ongeval. Ik interpreteerde het toen als een boodschap van het leven: “zie eens hoeveel hulp je van het leven kan krijgen als je bereid bent je angsten los te laten”. Tegelijkertijd was het een startknop die ingedrukt werd om mijn lichaam te laten vragen om aandacht van mij. Jarenlang heb ik naar mijn oren geluisterd als “alarm, er is gevaar”. Eigenlijk zeiden mijn oren “luister naar jezelf, wat heb je nodig om je nu veilig te voelen?” Pas op het moment dat ik heb leren kijken en leren zorgen voor mijn eigen innerlijke rust en mijn eigen noden, is er verandering gekomen in de vicieuze cirkel van mijn leven. In die periode werd ik mij ervan bewust dat ik mijn oorsuizingen niet moest benaderen vanuit het alarmsysteem, maar wel vanuit het systeem in ons lichaam dat voor onze innerlijke integriteit zorgt; de psoas. Stilaan zie ik mij beslissingen nemen vanuit een diep bewustzijn dat in mij leeft maar dat met geen woorden uit te leggen is. Dat doet deugd, want ik moet niet meer zoveel moeite doen om antwoorden te vinden. Het antwoord komt, al is het voor mijn hoofd niet altijd duidelijk “waarom” het een juist antwoord is. Maar ik heb ondervonden dat handelen vanuit die innerlijke antwoorden altijd tot een goed resultaat leidt. Nu ik mijn hoofd heb opgeruimd van oude emoties en nutteloze beelden is er weer ruimte vrij om gewone dagelijkse vraagstukken op te lossen die even de aandacht van mijn hoofd vragen en niet langer dan nodig moeten vastgehouden worden. Creativiteit en een beter gevoel voor eigenwaarde begeleiden voortaan mijn leven.
41
De oefeningen van Liz Koch de veranderingen van mijn lichaam naar mijn leven.
In januari van 2013 werd ik mij bewust dat ik het thema “oorsuizen” niet zou benaderen via het alarmsysteem in het hoofd maar wel via het alarmsysteem in het lichaam, of de spier die intens verbonden is met ons diep en instinctief gevoel van veiligheid, de psoas. Ik begon dagelijks de oefeningen te maken uit het boek van Liz Koch, zoals ze beschreven zijn in hoofdstuk 4 van dit werk. Later kwam ik in contact met de psoasspier vanuit de cranio-sacraal therapie, en leerde handelingen die op een hele zachte manier het contact herstellen tussen de psoas, het diafragma, het vatenstelsel (het hart) en het hoofd. In het begin was er enkel de dagelijkse aandacht voor de oefeningen. Ik ontdekte dat ik eerst op een verschillende manier contact maakte met de linker- en de rechterkant van de psoas. Zie oefening 1. Met de linkerkant maakte ik contact, ik kon de spier voelen bewegen en ontspannen onder mijn hand. Aan de rechterkant gebeurde er niets. Maar ik kon aanvaarden dat het zo was, en probeerde enkel mijn aandacht in mijn handen te houden, en niet na te denken over wat daaronder gebeurde. Daarnaast maakte ik dagelijks de andere oefeningen uit de reeks. In het begin als een kind dat oefeningen maakt in de turnles, zonder veel voeling te hebben met de spieren die aangesproken worden, strekkend en bewegend, zonder de energie te voelen binnenin mijn lichaam. Stilaan kwam er verandering. Ik ging de bewegingen zachter en subtieler maken. Ik ging meer aandacht besteden aan de energie die zich verplaatste in mijn lichaam door een beweging, en niet meer zozeer aan de beweging zelf. Ik kwam in contact met beide kanten van mijn psoas, en genoot van rustig luisteren, met mijn aandacht enkel in mijn handen. Vele malen viel ik ’s avonds zo in slaap, of vond ik zo de slaap tijdens wat vroeger onrustige nachtelijke waakmomenten waren. Onder mijn handen voelde ik mijn bekken zich ontwinden. Het voelde als een kat die zich in alle richtingen kronkelt en overal over haar lijf vraagt om aangeraakt te worden. Ik genoot van het groeiende contact met de binnenkant van mijn bekken. Als ik mijn handen op de rand van mijn bekken legde voelde het na een tijdje alsof mijn vingers langer werden en ik zo de binnenkant van mijn bekken kon aanraken en strelen. Die energetische aanraking was zo subtiel en intiem dat ik steeds een diep gevoel van 42
thuiskomen ervaarde. Mijn bekken opende zich en ik voelde een zachte stroom van beneden naar boven opkomen. Mijn hart werd ruimer en ging steviger maar ook rustiger kloppen. Ik kreeg contact met de botten van mijn bekken, met mijn dijbenen, met de spieren die dit alles verbinden. Ik voelde elk onderdeel apart bewegen.
De eerste verandering die ik in mijn dagelijks leven ervaarde, was dat ik anders ging stappen. Meer bewust van de beweging van het dijbeen in mijn bekken, ging ik mijn bekken anders kantelen, en had op die manier de indruk dat mijn benen zich op een vrijere manier bewogen in mijn bekken. Die manier van stappen is iets trager, maar elke stap is meer gedragen. Ik bedoel daarmee dat bij elke stap mijn voet een voller contact maakt met de grond. Mijn enkel en kuit strekken zich languit. Bij de beweging van mijn dijbeen (naar voor) draait mijn bekken zich om de beweging van het been meer ruimte te geven. Mijn bekken en dijbeen zijn niet meer één blok die zich bij elke stap beweegt, maar aparte botten die bij elke stap hun eigen functie uitvoeren. De spier die dit alles verbindt, de psoas, voelt voortaan als een soepel kussentje dat zich tussen de verschillende botten bevindt, en niet meer, zoals vroeger, integraal deel uitmaakt van een blok. Ook als ik een tijd zo stap, voel ik een zachte stroom ontstaan in mijn lichaam waarbij mijn hart als voller aanvoelt. Nu is het bijna een gewoonte geworden om op deze nieuwe manier te stappen.
De volgende verandering die ik ervaarde, was de manier waarop ik projecten ondernam die ik in jaren niet meer had aangedurfd. Met twijfels, maar zonder teveel nadenken, voorzichtig vooruit glijdend. Het eindresultaat is niet meer mijn doel, maar wel de kleine stappen die ik zet in de richting van een te bereiken doel. Daardoor geef ik mezelf veel meer tijd en ruimte om te ervaren welke mogelijkheden zich aanbieden en welke mogelijkheden voor mij haalbaar zijn. Het heeft niet meer zoveel belang hoe het eindresultaat zal zijn, ik geniet van elke stap die mij vooruit brengt bij dat doel. Voorbeelden zijn: het plannen van een zomervakantie, het organiseren van een cursus imv de psoasspier (met een aantal medestudenten) bij mij thuis. Meer en meer krijg ik het vertrouwen dat het project dat ik opstart op één of andere manier wel een goede uitkomst zal hebben. Ik heb minder het gevoel dat ik het alleen moet verwezenlijken, maar kan vertrouwen dat ik de nodige 43
mensen en omstandigheden zal tegen komen die mij vooruit helpen om dat project te verwezenlijken. Elke stap vooruit staat los van het einddoel, en ik merk na een tijd dat al die stappen tezamen geholpen hebben aan het verwezenlijken van mijn project. Het komt dan niet altijd uit op de manier zoals ik het mij oorspronkelijk heb voorgesteld, maar ik kan ervaren dat het resultaat uiteindelijk heel goed bij mij past, en mij in de omstandigheden van het moment de meeste voldoening geeft. Deze nieuwe ervaringen geven mij meer vertrouwen in het leven, en in de manier waarop ik door het leven evolueer. Mijn nieuw gewonnen vertrouwen maakt dat ik ook anders ga reageren in mijn omgang met de mensen om mij heen.
Al die beschreven nieuwe ervaringen zien er wel fantastisch uit. Maar het ging niet allemaal zo gemakkelijk, en de weg was geplaveid met veel twijfels en verwarrende ervaringen. Zo kwam er ook, tussen de goede ervaringen door, een vluchtdrang in mij naar boven. Ik ervaarde tot in het diepste van mijn wezen de drang om alles zomaar te laten vallen en zo ver mogelijk weg te vluchten. Met mijn hoofd wist ik wel dat ik zoiets niet zou doen, maar mijn ganse handelswijze ging uit vanuit die nieuwe vluchtdrang. Nieuw is misschien niet de juiste uitdrukking. Ik besefte na een tijd dat de drang om uit bepaalde situaties te stappen al jaren in mij geworteld zat; ik had het alleen al die tijd onderdrukt. Door meer aandacht te geven aan de psoasspier kwam die onderdrukte impuls opeens aan het licht. Maandenlang zocht ik naar mogelijke uitwegen in mijn leven. Verhuizen, van werk veranderen, met de rugzak naar de andere kant van de wereld vertrekken, mij afzonderen van de rest van de wereld. Ik kon niet anders dan dat gevoel in mezelf toelaten, er aandacht aan geven, en tegelijk besefte ik dat het niet de juiste manier zou zijn om bepaalde situaties op te lossen. Mijn zoektocht naar een nieuw huis heeft mij nochtans veel geleerd. Gedurende 3-4 maanden ging ik een paar keer per week op Immoweb uitkijken naar een ander huis. Na een hele tijd kon ik enkele conclusies trekken: -
ik had niet zozeer nood aan de materie van een nieuw huis, wel aan ruimte ik had zin in creatief bezig zijn aan de herinrichting van mijn leven ik had nood aan meer beweging 44
-
ik had nood om meer tot inkeer te komen en minder afhankelijk te zijn van de buitenwereld
De vluchtdrang beheerste zo sterk mijn wezen dat ik in bepaalde situaties mijn innerlijke stem niet meer kon onderdrukken. Ik kon niet meer zwijgen en over mij heen laten gaan zoals ik zovele jaren had gedaan. Mensen die mij lang kenden waren verbaasd, ze kenden Anna niet als diegene die ontevredenheid toont. Ook ik herkende mezelf niet meer en zocht steeds een evenwicht tussen mijn nieuw besef van eigen veiligheid en mijn oude angst om opnieuw mensen te verliezen. De evenwichtsoefening was wel deugddoend. Stilaan gaf ik mezelf in alle opzichten van het leven meer ruimte. In mijn lichaam, in mijn omgang met mensen en met situaties. Gelukkig reageert niet iedereen negatief op die veranderende Anna, sommigen appreciëren mijn manier om ruimte te scheppen. Door ruimte te geven aan mezelf, kan ik op een andere manier ruimte geven aan anderen.
Bij de keuze die mijn dochter zou maken rond dagelijks pendelen naar de universiteit of op kot gaan, kon ik beide wegen met haar bewandelen met evenveel nieuwsgierigheid en enthousiasme, zonder op enige manier mijn eigen verlangens of mening de bovenhand te laten nemen. Gedurende enkele weken bewandelden we beide paden, zonder dat de eindbeslissing belang had. Ik zag dat ze genoot van het onderzoeken van beide opties. Uiteindelijk kwam het antwoord, helemaal duidelijk, zonder dat één van ons er nog aan twijfelde. Nadien vertelde ze mij hoe verwarrend het eerst was om mijn volle aandacht te ervaren en toch te voelen dat het helemaal haar eigen keuze zou zijn. Eenmaal de eerste verwarring voorbij, kon ze genieten van elke stap die we zetten, en van haar uiteindelijke beslissing.
Uiteindelijk gaf ik mezelf de toestemming eens helemaal te vluchten onder de vorm van een vakantie. Ik vertrok voor 2 weken alleen, in een huisje op een berg, ver weg van toeristen of enige attracties. Als een kind genoot ik van mijn gewonnen vrijheid en leefde helemaal mee met het tempo van mijn lichaam. Ik kon ervaren hoe het echt is om moe te zijn, honger te hebben, in iets zin of geen zin te hebben. Ik plande niet verder dan mijn neus lang is. Doordat ik enkel en alleen voor mezelf leefde kon ik goed voelen wat ik nodig heb om helemaal in contact te blijven met mezelf op elk moment.
45
Ik heb door die ervaring een diepe kracht herwonnen en een hele hoop oordelen achterwege gelaten.
Nu, terug thuis, zie ik een Anna met een grote humor en een herwonnen creativiteit. Mensen die mij plagen staan verbaasd van mijn spontane humoristische reactie, en gaan dan vanzelf gewoon verder zonder in een strijd om energie te vervallen zoals het vroeger vaak gebeurde. Mijn verlangen om te verhuizen is helemaal verdwenen, wel heb ik veranderingen ondernomen aan mijn huis, en ben ik zelf aan het uittekenen hoe ik bepaalde ruimtes ga herinrichten.
Ook mijn voedingspatroon is aan het veranderen. Tijdens die jaren van oorsuizingen liep de energie op bepaalde momenten zo uit mij weg. Zonder dat ik daarvoor enige verklaring had. Ik had vaak behoefte om te compenseren met eten, wat dan uiteindelijk geen goede compensatie bleek te zijn, en de energiestroom vaak nog verstoorde ook, omdat ik dan juist naar een voeding greep die ook nog eens te veel energie van mijn lichaam vroeg om te kunnen verteren – brood, vet en suiker. Na een maaltijd, die dan bedoeld was om mij beter te voelen, was mijn lichaam vaak nog meer uitgeput, wat maakte dat ik mij nog slechter voelde en vaak boos omdat ik niet in staat was om die vicieuze cirkel te doorbreken. Nu begrijp ik beter de boodschappen van mijn lichaam. Wanneer mijn lichaam moe is, of bijkomende energie nodig heeft, of gewoon mij het signaal wil geven dat ik niet in respect voor mijn eigen veiligheid aan het handelen ben, krijg ik signalen die ik nu duidelijker kan onderscheiden. Ik plaats niet meer zoals vroeger alles onder de noemer van “ik heb honger”.
Mijn leven lang heb ik nog nooit zoveel vrijheid gevoeld als nu. Niet omdat ik nu alleen maar mijn goesting doe, maar omdat mijn leven nu veel meer ingericht is volgens keuzes die echt bij mij passen. Als het leven mij een moeilijke situatie voorlegt, dan neem ik ze aan, maar op mijn manier. Ik onderzoek de manier waarop het voor mij veilig, aanvaardbaar en zelf aangenaam kan zijn. En ik ga dan aan de slag om de situatie te creëren, stap per stap, in een veel vollere communicatie met de mensen om mij heen. Gebrek aan bodem was mijn groot levensthema. Ik zal zeker niet beweren dat ik nu al helemaal op een stevige levensbodem kan berusten, maar ik heb 46
de laatste weken ervaren hoe het is om een levensbodem te hebben, en hoe het voelt om vanuit die levensbodem keuzes te maken en beslissingen te nemen. En dat laat ik voor niets nog los. Ik leef voortaan met een sterk contact tussen mijn lichaam en mijn ziel. Op zoek gaan naar die vollere manier van leven en van “mens zijn” is mijn nieuw doel in het leven. En niet meer zoals vroeger, mijn best doen om door iedereen aanvaard te worden. Mijn dochter vertelde mij enkele dagen geleden: “Mama, die nieuwe “ik” van u, ik mag dat wel graag…”. Meer hoeft er niet gezegd te worden…….
En mijn oorsuizingen?..... Want daarmee is het allemaal begonnen. Wel, ik kan niet beweren dat ze helemaal weg zijn. Maar vroeger waren er de oorsuizingen en ik. Nu is er ik en mijn diepe integriteit en mijn oren die af en toe van zich laten horen. Dat af en toe kan wel dagelijks zijn. Vaak is het zo dat ik opeens in de loop van de dag het geruis hoor, en dan besef dat ik het die dag helemaal nog niet gehoord heb. Daardoor ben ik veel meer bereid om te luisteren en op die momenten even stil te staan. Vaak besef ik dan vrij snel waar ik mijn energie weer onzorgvuldig heb verspild, en dan is het mijn keuze om er verandering in te brengen. Die sterke fluittoon hoor ik niet vaak meer. En als hij er is, heb ik nu ook het vertrouwen dat ik er geen dagen moet blijven inhangen, zoals het vroeger gebeurde. Ik ben blij dat mijn oorsuizingen er nog zijn. Zonder die oren van mij, had ik nooit de noodzaak gevoeld om zo diep te gaan zoeken naar de oorzaken. En dan was er, na nog enkele jaren van alleen overleven, misschien iets veel ergers op mijn pad gekomen om mij bij mezelf te brengen. Ik geloof erin dat er een dag komt, dat de oorsuizingen helemaal niet meer nodig zijn, op dat moment ben ik helemaal in staat te leven in volle contact met de diepe kern in mezelf en het mooie lichaam dat ik meekreeg om die ziel een thuis te geven.
47
8. Ervaringen van Veerle
Op weg… Ik ben op weg al jaren lang de weg van mijn leven tracht ik het Leven op het spoor te komen… Met vallen en opstaan ren ik alsmaar verder in een niet weten tot ik helemaal leeggelopen plat val… Ik lig stil in niet kunnen niet weten op de grond van mijn bestaan beland… Er is geen willen er is geen kunnen er is niets meer… Leeg lig ik op de bodem van mijn ziel broos te wezen en voel me gedragen tussen de frustratiegolven om het niet kunnen door… Ik lig en lig en lig tot mijn ogen zich openen en ik kijken kan en ik zie mezelf doorheen de jaren knokken en vechten om gezien te worden… Ik zie mezelf doorheen de jaren een harnas van sterk zijn aantrekken in de hoop het gekwetst worden te vermijden 48
niet wetende dat de kwetsures reeds lang in me zitten… Ik zie mezelf vastlopen in een alsmaar beter willen zijn en kunnen. Ik aanvaard me niet zoals ik ben… Ik begrijp pas nu dat niets anders dan platvallen de razernij van zelfvernietiging kon doen stoppen… Ik mag gewoon zijn en laat de pijn van onmacht uit mijn ogen stromen… Tranen bevrijden tranen zalven tranen luchten op tranen verzachten mijn ziel… En ik kijk opnieuw met nieuwe ogen die dankbaar glimlachen om het Leven mij gegeven… Ik kijk het landschap open dat mijn weg omgeeft en zie de ander/Ander die naast me loopt… En zo is het goed nu gewoon wandelend in het nu verbonden… - Veerle -
49
Het begin… Cranio kwam op mijn weg toen een burn-out nabij was. Het zachte aanraken met heel veel respect voor wat was, hielp me door de donkere nacht heen. Geen gemakkelijke tijd van werkelijk tot stilstand komen en maanden liggen zonder energie en zonder levenslust. Maar ik kwam stilaan weer op kracht en kon vanuit mijn bodem weer het leven gaan opbouwen. Ik was door de cranio geprikkeld geraakt en voor ik er erg in had, zat ik in de opleiding tot cranio-sacraal therapeute. Geboeid door de wereld die voor me open ging, leerde ik voelen met zachte handen naar het diepe ritme waarop het cerebro-spinaal vocht zich vernieuwt. En vanuit die diepte was het mogelijk om alle organen en cellen te bereiken en deze ruimte te geven om los te laten wat niet meer nodig was. Doorheen de verschillende modules opende zich in mij een bewustzijn van de wereld in mij. Ook werd duidelijk hoe alles rondom mij beïnvloed was door wat in mij speelt en omgekeerd. Het lichaam en het functioneren ervan werd – hoe meer ik erover te weten kwam – alsmaar een groter mysterie dat me deed hongeren naar nog meer informatie. Na de verschillende modules en het inoefenen van alle technieken in voorbereiding van de praktische eindproef, voelde ik hoe mijn aanraken zich ook verdiepte. “Warme zachte handen die voelbaar aanwezig waren”, zo verwoordde Tina haar ervaring tijdens de eindproef. Het was een bijzonder gebeuren geworden voor ons allebei. En toen kwam Anna terug op mijn pad om nog een tijd later aan te kloppen met de vraag samen een eindwerk te maken over de psoas. Niet zomaar een theoretisch werk, maar een werk dat moest groeien door zelf met de psoas aan de slag te gaan. We waren toen half april en ik zei volmondig ja! We gingen van start met de basisoefeningen van Liz Koch die we in de cursus diep spierwerk terugvonden. Het duurde een paar weken vooraleer ik werkelijk contact kreeg met mijn psoasspier en de illiacus. Maar eens het zover was, voelde ik ook verandering in mijn staan en mijn doen. Het zette meteen ook een heel proces in gang van gronden, kiezen voor het leven, staan op eigen benen. Ik werd me bewust van wat ik zelf in handen had om hetgeen om me heen gebeurt al dan niet een positieve wending te geven. En ook al had ik dat met mijn hoofd al langer begrepen, toch bleef het moeilijk om vat te krijgen op mijn doen en laten in bepaalde situaties.
50
Op weg met de psoas… Op het werk diende zich al snel een uitgelezen “kans” aan om te oefenen. Te doen met mannen die alleen hun eigen ding willen doen en geen rekening houden met het geheel, was het verrassend hoe ik uit de hoek kon komen. In felle discussies liet ik me niet omver blazen, maar bleef ik rustig ademen. Ik kon ook zeggen wat ik te zeggen had en rake woorden spreken. Ik leek in de storm van het gesprek overeind te blijven en niet van mijn standpunt af te brengen. Niet dat het mij ging om gelijk te halen. Het ging mij vooral om het uitdrukken van de zorg voor het geheel dat maar haalbaar is als iedereen zijn of haar taken naar behoren opneemt en de juiste plaats in het geheel inneemt. En toch bleef het gebeuren van vrij agressief gedrag en vooral het ontbreken van de zorg voor de ander (“als ik er maar beter van word, is het enige dat telt”) in mijn lijf zitten als een onrust die me ’s nachts wakker hield. Hoe kon ik me hierin staande houden en het geheel in goede banen leiden? Op die onrustige momenten ging ik aan de slag met de psoas-oefeningen. Ik voelde me regelmatig vanuit mijn “zorgenhoofd” zakken naar mijn veilige basis. Ik ging maar terug naar bed als ik helemaal in contact met de psoas gekomen, weer rust vond in mezelf. Alsof ik gedragen werd door mijn eigen zijn, in een warme schoot geborgen. Het voelde goed om in mezelf te vinden wat ik nodig had. Maar het proces ging door van altijd opnieuw in onrust en onevenwicht komen, zoeken en voelen naar mijn psoas en opnieuw rust vinden… soms vrij snel, soms heel langzaam of niet. Het besef dat er een ruimte in me zit die draagt en waar ik ten allen tijde naartoe kan gaan of tasten, deed de rust in me toenemen. Een ander iets dat die tijd ’s nachts opdaagde waren dromen over mijn kindertijd. Ik leerde zien hoe ik met één van mijn zussen vooral in een rivaliteit vast was komen te zitten. Niet dat ik beter of sterker wou zijn, maar vergelijken was vaak aan de orde. Toen ik dat snapte, ben ik systematisch in de contacten met die zus uit de rivaliteit gestapt (voor zover ik het in het begin door had). Ik voelde me voldoende op eigen benen staan om los te kunnen komen van de verwachtingen die ik zolang naar haar gekoesterd had. Het gaf en geeft nog een gevoel van vrijheid. Zijn wie ik ben en ook de ander kunnen laten zijn wie zij is. Ik hoop dat ik het vast kan houden of het telkens opnieuw mag ontdekken als het weer weg is.
51
Vloeibaar worden… En toen kwam een tweedaagse over de psoas in verbinding met het hart en de bloedsomloop. Een heel nieuw gegeven van vloeiende aanwezigheid in mij naast de vaste structuren. Ik begon meer ruimte in te nemen, de ruimte die me gegeven is. En de verbinding met wat rondom mij was, nam ook toe. Het deed me denken aan een tekstje van Toon Hermans: “ik ben maar een stipje, een stipje in het geheel, maar zonder dat stipje was de wereld niet compleet.” Het vloeiende in mezelf voelen en toelaten was een opening naar meer vrijheid in mij en om me heen. De psoas loopt door de buikholte het bekken in en hecht zich aan het bovenbeen. Hoe vloeiender de psoas hoe meer ruimte de organen in dat gebied krijgen om hun werk te doen. Ook dat voelde ik bij het dagelijks uitvoeren van de basisoefeningen. Er kwam ruimte vrij in mijn buikholte, meer ontspanning ook waardoor los kon komen wat niet meer nodig was. Mijn adem verdiepte zich op momenten dat ik bewust met de psoas bezig was. Mijn darmen werkten lustig door zodat het gevoel van zwaarte in mijn buik verdween. Maar was er geen contact meer, geen aandacht, dan kreeg ik opnieuw dat gevoel van zwaarte in de buik. Met grote regelmaat (best dagelijks) bewust bezig zijn met de psoas is broodnodig om vaste patronen in jezelf te doorbreken. De oefeningen zijn daarin een goed hulpmiddel gebleken en volhouden is de boodschap.
Zetel van de ziel… “De psoas wordt ook wel de zetel van de ziel genoemd.” Die uitspraak raakte me diep en bracht verbinding met wat ik op een andere plek in andere woorden had gehoord. En ook toen gaf het me een schok. Alsof er iets in me samenviel, een soort puzzel die in mekaar valt. Om mijn ervaring hierover beter te kunnen weergeven neem ik je even mee in de wereld van de psalmen. De psalmen zijn eeuwenoude teksten (meer dan 2500 jaar oud) die in het oude testament te vinden zijn. Ik ben er al jaren mee vertrouwd en schrijf wekelijks wat in me leeft of opborrelt bij het lezen van één van de psalmen. Het zijn teksten waarin mensen ooit uitdrukking gaven aan wat in hen leeft: hoop, vreugde, verdriet, angst, wanhoop, geloof, nijd, vijandigheid, liefde, … Het is in een studieweek over psalm 119 te Nijmegen bij Kees Waaijman dat ik het woord troost op een nieuwe manier ingevuld kreeg.
52
Het woord komt een paar keer terug in de psalm: v. 50: Dit is mijn troost in gebogenheid: ja jouw zegging laat mij leven. v. 76: Weze toch jouw gunst mij tot troost, als jouw zegging voor jouw knecht. v. 82: Ten einde zijn mijn ogen om jouw zegging, ze zeggen: ‘Waarom troost Jij mij?’ Troost is het fundamentele vertrouwen (vanuit het engelse “trust”), dat weerbaar maakt. Het vormt als het ware een soort vlechtwerk waarop je kan bewegen, een basis, een grond. Hier kan je best heel veel zorg voor dragen want als dat begint te lekken, verlies je jezelf tot in je ziel… Voor mij vormt de psoas als het ware mijn “troost”, een vlechtwerk in de diepte van mijn ziel gelegd waardoor ik gedragen ben. Voor het eerst heb ik een concreet aanknopingspunt gevonden waarmee ik kan werken aan mijn vertrouwen, mijn weerbaarheid. Daarmee aan de slag kunnen gaan en er actief contact mee zoeken, is dan ook van fundamenteel belang geworden voor mij. Want als het vlechtwerk lekt, gespannen staat, scheurt, dan is dat rampzalig voor mij. Ik zak dan helemaal weg; verlies mezelf tot in mijn ziel… Mijn psoas verdient dan ook de nodige zorg en aandacht van me en is levensbelangrijk voor me geworden om tot leven te komen. Levensbelangrijk geworden om te kunnen worden wie ik in wezen ben.
De weg verder gaan… Ik zou er dan ook meer aandacht aan besteden en zorg voor dragen en ging verder aan de slag. En door de momenten van verbinding heen, voelde ik sterker aan wat ik wilde en wat nodig was in mijn leven. Alleen bleek het niet zo vanzelfsprekend om in contact met anderen dan ook duidelijk te zijn hierover. En wat nog opviel was dat anderen niet altijd konden horen wat ik te zeggen had. Ik ging ervoor maar kreeg heel veel weerstand te verduren van mensen die zich terechtgewezen voelden. De weg was waardevol maar verdomd moeilijk te gaan. Gelukkig voelde ik gaandeweg ook in mij een ruimte opengaan; een dragende ruimte waarin ik vertoeven mocht en tot rust kon komen. En in die ruimte kon ik gewoon zijn met mijn mooie en kleine kanten. Licht kwam in de duisternis en ik kon zien wie ik in wezen ben en hoe ik me beweeg doorheen 53
het leven. En gaandeweg kwam ik mezelf ook telkens weer tegen. Heel veel vragen bleven onbeantwoord, maar dat voelde ok. Ik had de oefeningen om mee aan de slag te gaan. Ze haalden me opnieuw uit mijn hoofd en deden me opnieuw gronden. En zo groeide door de dagelijkse herhaling, het contact met mijn eigen psoas waar ik altijd naartoe kon. Er kwamen dagen van verbinding en gedragen zijn, maar ook nachten van woelende onrust en akelige dromen. Ik besefte dat ik vanuit de duisternis naar het licht wou. Te lang mezelf verborgen, weggecijferd voor anderen, weggezonken in het duister… Ik wil leven in het licht; zien en gezien worden; er ten volle mogen zijn. Ik wil bestaansrecht en heb ervaren dat alleen ikzelf me dit nu geven kan. Het doet er niet meer toe vanwaar de dingen komen. Het doet er wel toe wat ik ermee doe en waar ik voortaan voor kies. Van kromgebogen vrouw kom ik traagweg wat rechterop te staan. Stap voor stap, met vallen en opstaan. En ik sta op in het besef dat het uiteindelijk niet om mij gaat maar om datgene dat me stuurt doorheen het leven. Ik noem het God – Licht. Daarop vertrouwen en me daaraan toevertrouwen is het enige wat ik te doen heb. Er is geen twijfel meer, er is een weten. Want alles wordt dan pas duidelijk en loopt zoals het moet. Die verbinding koesteren en bewaren is levensbelangrijk geworden voor mij. De psoas vormt hierin een basisgegeven. Zorgen voor mijn psoas is zorgen voor mijn ziel. En zonder die zorg kan het allemaal dramatisch fout gaan lopen. Ik hoop dat ik verder op weg deze ervaring alsmaar intenser mag beleven, alsmaar dieper en subtieler. Wetende dat de weg nog lang niet ten einde is, ga ik rustig voort in vertrouwen dat nog af en toe wankelt, maar diep in mij dragend voelbaar is geworden.
“Stilaan groeit gedragenheid in mij; stilaan groeit ‘er mogen zijn’ stilaan richt ik me op en sta voluit in de zon te stralen tot vreugde van velen” 54
9.
Brief van Yvette
Dag Anna, Op 28/4/2013 en 07/05/2013 kwam ik op consult voor verzwakte beenspieren en lumbale pijn evenals een zeurende pijn in linkerknie en -kuit dat mij veel moeheid gaf. Na 20 minuten wandelen was ik uitgeput en moest uren tot een halve dag recupereren; dus niet normaal want verder ben ik gezond. Jij voelde vooral een storing in het rechter heupgewricht en – been. Er kwam in de sessie bijzonder veel spanning en fysiologische stress los (volgens wat mijn organisme op dat moment aankon). Dit was al voelbaar na de 1ste behandeling met verbetering in de volgende dagen. Maar vooral na de 2de keer, waar borrelende buikgassen en zeer veel ongecontroleerde zenuwtrekkingen aan de rechterkant zich aandienden en bijna niets aan de linkerzijde, was er beterschap voelbaar. Resultaat om te juichen want: op zondag 11/05 kon ik zonder problemen samen met vrienden 5,5 km gaan wandelen zonder pijn noch moe te zijn. En het strafste van al was de ervaring op zaterdag 25/5. Toen ben ik met een groep op culturele stadswandeling getrokken in Luik. We hebben de ganse dag rondgelopen en ik voelde geen pijn. Luik is niet Oostende aan zee als je mij begrijpt in mijn vreugde om het behaalde resultaat. Wel daags nadien ‘gezond’ moe natuurlijk. Het zijn vooral de been/voetoefeningen die je mij leerde voor de psoasrelease en die ik ook dagelijkse deed, die mij het mooie resultaat als cadeau hebben gegeven. Iedere dag kwam die psoas losser en voelde soepeler. Bij deze oefening voelde ik rechts andere spiergroepen méér gespannen dan aan de linker lichaamskant. vb:1) op en neer, en heen en weer was OK langs beide kanten maar de spanningsmoeheid minderde na dagen oefenen (’s morgens en ’s avonds in bed) met als gevolg een groter uithoudingsvermogen. vb:2) de schuine beweging was rechts moeilijker bij: boven links naar onder rechts (als je verstaat wat ik bedoel) met spanning aan buitendijspier. En aan de linkerkant gaf de volgende beweging; / spierpijn aan de lies. Arm release was OK van in het begin, buiklig oefening gaf geen resultaat, dus deed ik ze niet meer.
55
Wat ik wel nuttig vond en nu nog verder doe is de rusthouding met beide handen op de heupbeenkam. Ik zie dit als vorm van meditatie. ‘s Avonds geeft het duidelijk stress-release en…’s morgens net omgekeerd, nl: gezond dynamisme om de dag te beginnen. Zo zie je maar hoe één zelfde houding dieper doorwerkt in het organisme die WEET hoe zelfregulatie werkt. God schiep de mens en dat was een perfecte creatie, zeg ik dan !!!
Yvette
56
Besluit De psoas is gedurende bijna een jaar onze gids geweest op weg naar ons eindwerk. Dat deze spier zoveel invloed zou hebben op verschillende domeinen van ons leven, konden we bij aanvang nauwelijks vermoeden. We gingen deze spieren bestuderen vanuit verschillende invalshoeken en kwamen al snel te weten dat de psoas een kernspier is. Onze gronding, onze aarding, ons evenwicht, onze spijsvertering, ons zenuwstelsel, ja zelfs onze bloedsomloop worden door deze spier sterk beïnvloed. En omgekeerd geeft de psoas een stem aan al deze organen en stelsels in ons lichaam. De toestand van deze spier zegt dus vooral iets over de toestand van het lichaam. De vraag is of we hier kunnen naar luisteren. Wij gingen aan de slag met oefeningen om zelf aan den lijve te ervaren wat o.a. psoas release met ons zou doen. Het resultaat was een weg van vallen en opstaan; vluchten, vechten, bevriezen. We voelden gronding toenemen en leerden onze ruimte innemen. We gingen anders lopen en reageren. We voelden ook heftig weerstanden in ons naar boven komen, angst de nachten beheersen en af en toe de grond even onder onze voeten wegzakken. Maar we vonden telkens weer troost, “trust” in onze psoas. En stap voor stap verdiept het vertrouwen zich in ons leven dat we alsmaar meer in eigen handen nemen. We zijn helemaal nog nergens, maar wel op de goeie weg. En die weg blijven verder zetten, is de uitdaging die we met plezier aangaan. Ons eindwerk is geen theoretisch stuk geworden maar een doorleefd verhaal van twee vrouwen die, geboeid door een spier in het buik- en bekkengebied, op onderzoek zijn gegaan. We hopen dat we ook jou hebben weten te boeien met ons verhaal. Wie weet is een nieuwsgierigheid naar je eigen psoas in jou wakker geworden. Wij gaan alleszins verder op ontdekkingstocht om te ervaren welke wonderlijke dingen het werken met de psoas nog teweeg mag brengen.
Er mag nog iets gezegd worden om dit besluit af te ronden. We ontmoetten elkaar jaren geleden bij het begin van de craniosacraal opleiding, en verloren elkaar na een tijd terug uit het oog.
57
Maar de ondoorgrondelijke fratsen van het leven brachten onze paden weer tezamen. Na enkele losse ontmoetingen op de tafel van Veerle kwam de vraag van Anna: “Wil je mij helpen om deze psoas-weg te bewandelen? Het zal een weg zijn van ontdekken, oefenen en samenwerken.” Als we er nu naar kijken, zien we dat we iets verwezenlijkt hebben dat veel grootser is dan dit hoopje papier, gestuwd door een kracht van goddelijke liefde. We hebben bij elkaar iets gevonden dat woorden overstijgt…
Met z’n tweeën is geen contrabas te groot !
… en we hebben ons daar beide aan overgegeven. Dank u, Anna en Veerle
58
Boekenlijst
Dr. Bercelli David, Soft versus hard trauma, article from EFT Trauma help center Dale Cyndi, Het subtiele lichaam, Altamira-Becht Haarlem, 2009 Draaijer Hetty, Chakra’s, aura’s en energieën: het licht in ons, Mirananda uitgevers Wassenaar, 1983 Feitsma Elske, Chakra lifestyle, over persoonlijke ontwikkeling, chakra’s en yoga, uitgeverij Unieboek/Het Spectrum Houten-Antwerpen, 2012 Koch Liz, The psoas book , vertaald en bewerkt door Anja van Leeuwen, eindwerk 2010 Koch Liz, Summer 2013 Psoas teleclass. Maassen Inge, folder over psoas – Den Haag. Pond David, Chakra’s voor beginners, BBNC uitgevers Rotterdam, 2010 Staugaard-Jones Jo Ann, The vital psoas muscle, connecting physical, emotional and spiritual well-being, Lotus Publishing Chichester England, 2012 Happinez, mindstyle magazine, nummer 1, 2012, p.61 – 64 Waaijman Kees, Hoe streelt jouw zegging mijn gehemelte, de spiritualiteit van psalm 119, Uitgeverij Ten Have, 2012
Internet en eigen archieven voor de foto’s
59