Ontwerp - Strategisch Veiligheids- en Preventieplan BRUGGE : SVPP Brugge 01/07/2013-31/12/2013 periode : 01-07-2013 - 31-12-2013
Tussen enerzijds : De Staat vertegenwoordigd door de Minister van Binnenlandse Zaken, gevestigd in de Wetstraat 2 te 1000 Brussel en de Minister van Werk, gevestigd in de Ernest Blerotstraat 1, 1070 Brussel, verder de Staat genoemd En anderzijds : De Stad BRUGGE, vertegenwoordigd door de Gemeenteraad, waarvoor optreden De Heer Renaat LANDUYT, Burgemeester en De Heer Johan COENS, Stadssecretaris , en die handelen in uitvoering van de zitting van de Gemeenteraad van __/__/____ en die verder de Gemeente wordt genoemd. Handelend in uitvoering van de beslissing van de Ministerraad van 26 april 2013. Wordt afgesproken wat volgt :
1
ALGEMENE BEPALINGEN 1. Op basis van het strategisch veiligheids- en preventieplan en rekening houdend met de bepalingen in het Koninklijk Besluit en onder voorbehoud van de beschikbare kredieten, wordt een bedrag van 403.848,88 EUR toegekend aan de Stad BRUGGE. Het bedrag van 373.526,00 EUR wordt toegekend via het SVPP. Het bedrag van 21.647,36 EUR wordt toegekend via het bijkomend contingent gemeenschapswachten Activa 346. Het bedrag van 8.675,52 EUR wordt toegekend via het dispostief gemeenschapswachten Activa 90.
2. Dit contract treedt in werking op 1 juli 2013 en eindigt op 31 december 2013. 3. De lokale overheden verbinden er zich toe de subsidies van de Federale Staat zo doeltreffend en efficiënt mogelijk te besteden, conform de voorschriften van het besluit van 12 juni 2013 en op verzoek alle mogelijke uitleg over de aanwending van de subsidies te verstrekken. Zij aanvaarden iedere controle en zullen er hun medewerking aan verlenen.
2
1. DISPOSITIEF COÖRDINATIE 1.1. Algemene doelstellingen 1.1.1. Tot stand brengen, bevorderen en besturen van een lokaal geïntegreerd en integraal preventiebeleid 1.1.2. Aanwending van het strategisch veiligheids- en preventieplan 1.2. Strategische Doelstellingen 1.2.1. Een goede administratieve, logistieke en financiële opvolging van het plan en opvolging met de subsidiërende overheid verzekeren Operationele doelstellingen - Het noodzakelijke en bekwame personeel aanwerven Te verwachten resultaten - Aanwerving van het voltallige voorziene personeel binnen de 6 maanden volgend op het afsluiten van het plan - Realisatie van functieprofielen binnen de 6 maanden volgend op het afsluiten van het plan - Het uitwerken van een aanwervingsprocedure binnen de 6 maanden volgend op het afsluiten van het plan Indicatoren - Aantal effectieve aanwervingen/ aantal voorziene aanwervingen= 100% - Het bestaan van een functieprofiel voor de aanwerving van personeel - Het bestaan van een aanwervingsprocedure
- De adequate vorming van het personeel verzekeren Te verwachten resultaten - De personeelsleden volgen opleiding en vorming Indicatoren - Aantal gevolgde opleidingen is minimum 1 per personeelslid
- De investeringen realiseren die noodzakelijk zijn voor het verloop van de initiatieven voorzien in het plan Te verwachten resultaten - Realisatie van de noodzakelijke investeringen
3
Indicatoren - Aantal gerealiseerde investeringen/Aantal voorziene investeringen= 100%
- De terbeschikkingstelling van lokalen verzekeren Te verwachten resultaten - Terbeschikkingstellen van de lokalen binnen de 6 maanden volgend op het afsluiten van het plan Indicatoren - Het bestaan van adequate lokalen
- Een klassementsysteem, eigen aan het plan, uitwerken Te verwachten resultaten - Realisatie van een klassementsysteem eigen aan het plan binnen de 6 maanden volgend op het afsluiten van het plan Indicatoren - Het bestaan van een typisch klassementsysteem
- Een boekhouding en opvolging uitwerken specifiek voor het plan Te verwachten resultaten - Realisatie van een specifiek boekhoudingssysteem binnen de 6 maanden volgend op het afsluiten van het plan - Realisatie van een uitgavenstaat op korte, middellange en lange termijn binnen de 6 maanden volgend op het afsluiten van het plan. Indicatoren - Het bestaan van een typisch boekhoudingssysteem - Het bestaan van een specifiek budgetartikel voor het plan
- De communicatie met de subsidiërende overheid verzekeren Te verwachten resultaten - Overdracht van alle informatie aangaande het plan aan de subsidiërende overheden Indicatoren - Kennis van de richtlijnen opgesteld door de subsidiërende overheid
1.2.2. Een samenwerkingsverband tussen de verschillende lokale preventieacties en een afstemming met de zonale politionele preventie verzekeren Operationele doelstellingen
4
- Coördinatiestructuren eigen aan het plan uitwerken Te verwachten resultaten - Het SVPP maakt onderdeel uit van de besprekingen van het veiligheidsberek van de stad. - Het veiligheidsberek komt minstens 1x/jaar samen. - Voorbereiding en opvolging van het veiligheidsberek - Oprichting van het beperkt stuurcomité binnen de 6 maanden volgend op het afsluiten van het plan - Voorbereiding en opvolging van het beperkt stuurcomité - Organiseren van maandelijkse interne vergaderingen Indicatoren - Het SVPP maakt deel uit van de agenda van het veiligheidsberek: ja/neen - Aantal vergaderingen van de CPR - Het bestaan en opsturen van een dagorde van het veiligheidsberek aan de deelnemers voorafgaand aan de bijeenkomst - Verslag van de vergaderingen van het veiligheidsberek is gerealiseerd en opgestuurd naar de deelnemers - Respecteren van de reglementaire richtlijnen aangaande de oprichting van het beperkt stuurcomitécomité - Aantal vergaderingen van het beperkt stuurcomité is minstens 1. - 2 wekelijks coördinatorenoverleg en 2 maandelijks team preventie.
- Deelnemen aan bestaande overlegstructuren Te verwachten resultaten - Deelname van de preventieambtenaar aan de zonale veiligheidsraad Indicatoren - Aantal deelnames van de preventieambtenaar aan de zonale veiligheidsraad
- Adequate en relevante partnerships tot stand brengen Te verwachten resultaten - Ontwikkeling van een netwerk van partners Indicatoren - Het bestaan van een netwerk van partners binnen de 6 maanden volgend op het afsluiten van het plan
5
1.2.3. Een permanent evaluatieproces van het plan verzekeren Operationele doelstellingen - Opvolging en bijwerking van de lokale veiligheidsdiagnostiek (LVD) Te verwachten resultaten - Bijwerken van de boordtabellen die door de subsidiërende overheid ter beschikking werden gesteld - Actualisering van de lokale veiligheidsdiagnostiek. - Uitwerken van rapporten die in overeenstemming zijn met de voorgeschreven richtlijnen Indicatoren - Uitwerking van boordtabellen rekening houdende met de voorgeschreven richtlijnen(termijn, vorm, structuur, inhoud) - Uitwerking van een stand van zaken betreffende de lokale veiligheidsdiagnostiek. - Uitwerking van tussentijdse en finale evaluatierapporten rekening houdende met de voorgeschreven richtlijnen (termijn, vorm, structuur, inhoud)
1.2.4. Verzekeren van informatie naar de bevolking Operationele doelstellingen - Specifieke communicatie-instrumenten ontwikkelen betreffende de initiatieven genomen op het lokale niveau op het gebied van preventie Te verwachten resultaten - Realisatie van een stand van zaken betreffende de steun/kanalen van communicatie die er bestaan op het lokale niveau binnen de 6 maanden volgend op het afsluiten van het plan. Indicatoren - Het bestaan van een stand van zaken binnen de zes maanden volgend op het afsluiten van het plan
- Een zichtbaarheid van de preventiediensten verzekeren Te verwachten resultaten - Specifieke identificatie van de gemeentelijke preventiedienst te midden van de andere gemeentelijke diensten Indicatoren
6
- Plaats en statuut van de preventiedienst te midden van het gemeentelijke organigram binnen de 6 maanden volgend op het afsluiten van het plan. - Het bestaan van brochures van de preventiedienst binnen de 6 maanden volgend op het afsluiten van het plan. - Het bestaan van een internetsite binnen de 6 maanden volgend op het afsluiten van het plan.
7
2. INBRAAK Jaarlijks worden heel wat inwoners van de stad Brugge geconfronteerd met het feit dat inbrekers inbreken of proberen in te breken in hun woning. Deze inbraken vormen niet alleen een financiële aderlating voor de gedupeerden, ook emotioneel kan een inbraak of een poging tot inbraak gevolgen hebben. Een groot aantal inbraken wordt georganiseerd op grote schaal door rondtrekkende dadergroepen. Anderzijds stellen we ook vast dat heel wat inbraken gepleegd worden door lokale daders en gelegenheidsdieven. De modus operandi waarop de verschillende daders de woning betreden verschilt naargelang het type daders. De kans op een inbraak kan makkelijk verkleind worden door een aantal kleine technopreventieve maatregelen te nemen. 2.1. Algemene doelstellingen 2.1.1. Het voorkomen, aan het licht brengen en verminderen van inbraak en/of de onveiligheidsgevoelens met betrekking tot inbraak 2.2. Strategische Doelstellingen 2.2.1. Verminderen van het risicogedrag Operationele doelstellingen - Kandidaat bouwers en verbouwers en andere burgers informeren dat inbraakpreventieve maatregelen fiscaal atrekbaar zijn. Te verwachten resultaten - De bevolking (zowel particulieren als zelfstandigen) maakt gebruik van de mogelijkheid om inbraakpreventieve ingrepen fiscaal af te trekken. - Zelfstandigen en particulieren komen bij de technopreventieve adviseur langs in het kader van verhoogde fiscale aftrek. Indicatoren - Het aantal (aan)vragen tot fiscale aftrek is minimum 3. - Het aantal spontane aanvragen tot advies nav. de fiscale maatregelen is minimum 3.
- Het verlenen van TPA bij nieuwbouwprojecten Te verwachten resultaten - Ingaan op alle vragen tot TPA bij nieuwbouw, verbouw of beveiliging van gebouwen. Indicatoren - Het aantal gegeven adviezen tov. het aantal aanvragen is > of = 90%.
- Informeren en sensibiliseren van de Brugse bevolking en/of specifieke doelgroepen. Te verwachten resultaten
8
- Bereiken van 500 Bruggelingen. Indicatoren - Aantal voordrachten + aantal deelnemers - Aantal verspreide folders. - Aantal aanwezigheden op evenementen + aantal bereikte personen.
2.2.2. De negatieve gevolgen gelinkt aan slachtofferschap doen afnemen Operationele doelstellingen - Het verlenen van hercosi-bezoeken door de wijkinspecteurs Te verwachten resultaten - 75% van de SO's van inbraak krijgen binnen de week een bezoek van de wijkinspecteur(SO-bejegening, So-hulp en TPA) - Er wordt ingegaan op alle aanvragen tot een huisbezoek door de wijkinspecteurs. Indicatoren - Het aantal uitgevoerde bezoeken binnen de week is > of = 75%. - Het aantal uitgevoerde huisbezoeken tov het aantal aanvragen is > of = 90%.
2.2.3. Een geïntegreerde en integrale aanpak bevorderen Operationele doelstellingen - De wijkinspecteurs zijn opgeleid om TPA te geven Te verwachten resultaten - Nieuwe wijkinspecteurs volgen de cursus TPA - Er worden navormingen georganiseerd tbv de wijkinspecteurs - De technopreventief adviseur staat in voor de opvolging en ondersteuning van de werkzaamheden van de wijkinspecteur ikv. hercosi Indicatoren - Aantal wijkinspecteurs dat cursus volgt - Minstens 1 navorming. - Dagelijkse opvolging van feiten, maandelijkse schriftelijke feedback per district en 3-maandelijkse mondelinge feedback. - Aantal wijkinspecteurs dat tevreden is over de opleidingen
- Er is een werkgroep inbraak waarin door preventie en lokale politie een geïntegreerde aanpak wordt uitgewerkt
9
Te verwachten resultaten - De werkgroep inbraak komt 2 maal samen Indicatoren - Aantal vergaderingen werkgroep - Aantal acties.
- Er worden goede contacten onderhouden met diverse diensten binnen de lokale politie Brugge Te verwachten resultaten - Inbraakpreventie gebeurt op basis van actuele gegevens - Er is overleg tussen de preventiewerker en lokale politie om vakantietoezicht te koppelen aan een aantal technopreventieve maatregelen Indicatoren - Min. 1 x/week contact met de strategisch analist en lokale opsporingsdienst - Het aantal contactmomenten
10
3. FIETSDIEFSTAL Brugge wil zich profileren als fietsstad bij uitstek. Heel wat Bruggelingen verplaatsen zich met de fiets. Er zijn dan ook heel wat fietsen in gebruik. Het probleem van fietsdiefstal stelt zich makkelijker dan in steden waar minder gefietst wordt. Als zwak punt kunnen we voornamelijk de stationsomgeving en uitgaansbuurten waarnemen. Daar fietsdiefstal frequent voorkomt en de mensen de indruk krijgen dat de ophelderingsgraad laag is zakt de aangiftebereidheid van de fietsgebruiker wanneer hij slachtoffer wordt van fietsdiefstal. Hierdoor beschikt de politie over weinig gegevens waardoor ook motivering van het misdrijf heel moeilijk te achterhalen is. We moeten er dus voor zorgen dat de aangiftebereidheid verder gestimuleerd wordt en mensen gesensibiliseerd worden inzake fietsdiefstalpreventie. (zie ook Lokale veiligheidsdiagnose) 3.1. Algemene doelstellingen 3.1.1. Het voorkomen, aan het licht brengen en verminderen van fietsdiefstal en/of de onveiligheidsgevoelens met betrekking tot fietsdiefstal 3.2. Strategische Doelstellingen 3.2.1. Verminderen van het risicogedrag Operationele doelstellingen - Fietsdiefstal wordt ontmoedigd door het merken van fietsen met het rijksregisternummer. Te verwachten resultaten - Er zijn verschillende momenten aan de bevolking aangeboden waarop ze hun fiets gratis kunnen laten merken. Indicatoren - Een 15-tal markeermomenten van fietsen. - Aantal gemarkeerde fietsen bedraagt minimum 1000.
- De Brugse bevolking is er zich bewust van hoe fietsdiefstal kan voorkomen worden. Te verwachten resultaten - Er wordt een folder omtrent fietsdiefstalpreventie aangeboden - Er is een mobiele tentoonstelling voorhanden waarmee de bevolking geregeld gesensibiliseerd wordt - Via stadsmagazine Bruggespraak worden fietsers gesensibiliseerd over het belang van een goed gesloten fiets - Gemeenschapswachten en veiligheidsbeambten informeren Bruggelingen over het belang van een goed slot.
11
- Fietshandelaars worden ingeschakeld in het overtuigen van fietsers van het belang van een goed slot en het merken van de fiets. - Gemeenschapswachten verspreiden een fietshanger met info over goed gesloten fietsen. Indicatoren - Minstens 100 folders worden verspreid. - Bestaan van een infostand binnen de 12 maand. - De mobiele tentoonstelling wordt min 5x gebruikt op diverse aangelegenheden - Er gebeurt sensibilisatie via het stadsmagazine: ja/neen - Gemeenschapswachten en veiligheidsbeambten informeren Bruggelingen over het belang van een goed slot: ja/neen - Een 10-tal fietshandelaars engageert zich om hun klanten te sensibiliseren inzake fietsdiefstalpreventie - Er worden minstens 1500 fietshangers verspreid.
3.2.2. De negatieve gevolgen gelinkt aan slachtofferschap doen afnemen Operationele doelstellingen - Gestolen fietsen worden goed beheerd en zoveel als mogelijk terug bezorgd aan de eigenaar Te verwachten resultaten - Slachtoffers van fietsdiefstal worden op de hoogte gebracht dat hun fiets teruggevonden werd. - Er worden verkoopsmomenten georganiseerd waarop de stad fietsen die meer dan 6 maanden bewaard werden, verkoopt. Indicatoren - 100% van de slachtoffers van wie de fiets teruggevonden werd worden gecontacteerd door de medewerkers van de fietsendienst en de dienst gemeenschapswachten. - 1 op 10 teruggevonden fietsen worden terug aan de eigenaar bezorgd - Vanaf 100 degelijke fietsen wordt een verkoop georganiseerd.
- Slachtoffers van fietsdiefstal zijn overtuigd van het nut van het aangeven van fietsdiefstal Te verwachten resultaten
12
- Minstens 50 % van de bezoekers aan de fietsendienst die SO geworden zijn van fietsdiefstal hebben spontaan aangifte gedaan van de diefstal Indicatoren - Aantal bezoekers en % dat aangifte doet
3.2.3. Een geïntegreerde en integrale aanpak bevorderen Operationele doelstellingen - De stedelijke preventiedienst neemt deel aan dienstoverschrijdend overleg mbt. fietsveiligheid/fietsdiefstal Te verwachten resultaten - Regelmatig overleg Indicatoren - Er is min. 2 maal een dienstoverschrijdend overleg rond fietsgebruik in Brugge
3.2.4. Potentiële daders van overtredingen ontraden Operationele doelstellingen - Er zijn regelmatige zoekacties naar gestolen fietsen op fietsdiefstalgevoelige plaatsen. Te verwachten resultaten - Regelmatige controle van gemerkte fietsen op fietsdiefstalgevoelige plaatsen. Indicatoren - Minstens 1 zoekactie per jaar naar gestolen, gemerkte fietsen.
13
4. GAUWDIEFSTAL Met zijn sterk toeristische functie en zijn centrumfunctie op gebied van onderwijs, handel en dienstverlening trekt de stad Brugge dagelijks duizenden bezoekers. De grote mensenstroom trekt ook minder leuke figuren aan die van de onoplettendheid van burgers en toeristen profiteren om geldbeugels, handtassen en andere goederen te ontvreemden. Uit de lokale veiligheidsdiagnose komt dit fenomeen op de tweede plaats. 4.1. Algemene doelstellingen 4.1.1. Het voorkomen, aan het licht brengen en verminderen van gauwdiefstal en/of de onveiligheidsgevoelens met betrekking tot gauwdiefstal 4.2. Strategische Doelstellingen 4.2.1. Verminderen van het risicogedrag Operationele doelstellingen - Gemeenschapswachten en veiligheidsbeambten informeren burgers en toeristen over het goed beschermen tegen gauwdiefstal Te verwachten resultaten - De gemeenschapswachten zijn aanwezig op 10 markten, braderieën, festiviteiten of koopjesdagen met een duidelijke boodschap rond gevaren van gauwdiefstal. - Er worden 25 affiches en 250 folders verspreid onder burgers, toeristen en handelaars Indicatoren - Het aantal aangedane plaatsen en/of evenementen is > of = 10. - Het aantal verspreide folders is > of = 250 en het aantal affiches is > of = 25.
- Ook handelaars helpen de boodschap rond gauwdiefstal te verspreiden. Te verwachten resultaten - 125 handelaars die de boodschap helpen te verspreiden Indicatoren - Aantal handelaars die zich inschakelen in gauwdiefstalpreventie.
4.2.2. Potentiële daders van overtredingen ontraden Operationele doelstellingen - Zichtbare aanwezigheid van gemeenschapswachten en veiligheidsbeambten in het straatbeeld tijdens drukke manifestaties Te verwachten resultaten
14
- Gemeenschapswachten en veiligheidsbeambten zijn zichtbaar aanwezig tijdens drukke manifestaties Indicatoren - Dagelijkse preventieve aanwezigheid van min. 7 uur tijdens toeristisch seizoen door veiligheidsbeambten aan de kust - Regelmatige preventieve aanwezigheid van 5 uur in de binnenstad tijdens drukke manifestaties.
15
5. JEUGDCRIMINALITEIT Vanaf 1993 werd de Stad Brugge geteisterd door een enorme graffitiplaag. De stadszones waar veelvuldig graffiti werd aangebracht, boden een verloederde indruk. In 1996 werd beslist om een geïntegreerd graffitibeleid uit te werken. De sterkte van dit beleid is dat er vanuit verschillende invalshoeken rond eenzelfde fenomeen gewerkt wordt: zowel repressief, curatief, artistiek als sensibiliserend. Door het systematisch verwijderen van de illegaal aangebrachte graffiti geraken illegale graffiteurs ontmoedigd en verhoogt de drempel automatisch om op een egale ondergrond nieuwe graffiti te spuiten.Daarnaast wordt Brugge net als elke andere middelgrote stad geconfronteerd met heel wat jongeren die om uiteenlopende redenen terecht komen in kleine criminele handelingen: vandalisme, pesterijen, diefstal, spijbelen,
en deze zorgen voor overlast in het uitgaansleven, de school, in parken en op pleinen,
Vanuit de stedelijk preventiedienst wordt een project ondersteund dat zich zeer expliciet richt op jongeren waarvan de normerende kaders (deels) weggevallen zijn. Dit project richt zich op alle jongeren in Brugse, in het bijzonder in de binnenstad en de deelgemeente St-Jozef. 5.1. Algemene doelstellingen 5.1.1. Het voorkomen, aan het licht brengen en verminderen van jeugdcriminaliteit en/of de onveiligheidsgevoelens met betrekking tot jeugdcriminaliteit 5.2. Strategische Doelstellingen 5.2.1. De negatieve gevolgen gelinkt aan slachtofferschap doen afnemen Operationele doelstellingen - Nieuwe graffiti en aanplakkingen in de Brugse binnenstad en deelgemeenten wordt systematisch en kosteloos verwijderd Te verwachten resultaten - De helft van de illegale graffiti wordt binnen de week, rest binnen de maand verwijderd. - Illegale aanplakkingen met politieke boodschappen of hinderend aangebracht worden binnen de week verwijderd. - Alle nieuw, illegaal aangebrachte graffiti wordt verwijderd tenzij hoeveelheid > 1000m² dan minstens 1000m². Indicatoren - Termijn waarbinnen de illegale graffiti verwijderd wordt - Termijn waarbinnen de illegale aanplakkingen verwijderd worden - Aantal m2 graffiti die verwijderd wordt
16
- Nieuwe graffiti wordt snel gemeld aan bevoegde diensten door gemeenschapswachten. Te verwachten resultaten - Gemeenschapswachten melden nieuwe graffiti binnen de 2 dagen Indicatoren - Termijn waarbinnen de gemeenschapswachten nieuwe graffiti melden
- Nieuwe graffiti wordt snel gemeld aan de stedelijke preventiedienst door stadsdiensten en burgers Te verwachten resultaten - Aangebrachte illegale graffiti wordt aangegeven aan de stedelijke preventiedienst: ja/neen - Burgers kennen het principe van gratis graffitiverwijdering voor graffitislachtoffers Indicatoren - Hoeveelheid illegale graffiti dat aangegeven wordt - Aantal burgers dat melding doet van illegale graffiti op hun eigendom
5.2.2. Potentiële daders van overtredingen ontraden Operationele doelstellingen - De Brugse bevolking alsook de jongeren krijgen signalen dat kunstzinnige en legale graffiti een gewaardeerde plaats heeft in Brugge, maar dat niet legale graffiti niet kan Te verwachten resultaten - Een aantrekkelijke kleurenfolder met uitleg over het geïntegreerd graffitibeleid - Persartikels Indicatoren - 50 graffitifolders verspreiden bij nieuwe slachtoffers van graffiti. - Min. 1 persartikel over diverse aspecten van graffiti: gratis verwijdering, positieve kracht van artistieke graffiti, verbod op illegale graffiti.
- Graffitiminnende jongeren zijn zich bewust van het positieve graffitibeleid van de stad Brugge en kennen de gedoogzone Te verwachten resultaten - Per dag zijn minstens 5 jongeren regelmatig actief in de gedoogzone. - Er ontstaan geen andere zones in Brugge waar graffiti zich systematisch verder ontwikkelt
17
Indicatoren - aantal jongeren dat per dag actief is aan de gedoogzone - Aantal onstane zones waar systematisch gespoten wordt.
- In Brugge zijn er meerdere aantrekkelijke locaties en happenings waar zowel graffers als taggers terecht kunnen en betrokken worden Te verwachten resultaten - Er wordt minstens 1 graffitikunstproject georganiseerd. - Er wordt minstens 1 initiatief rond hip-hop en graffiti-cultuur georganiseerd, waarop Brugse en andere jongeren uitgenodigd worden Indicatoren - aantal graffitikunstprojecten - aantal initiatieven rond graffiti- en hip-hop-cultuur.
5.2.3. Een geïntegreerde en integrale aanpak bevorderen Operationele doelstellingen - Er is een goede communicatie met de lokale politie in het kader van een geïntegreerd graffitibeleid Te verwachten resultaten - Regelmatig overleg met lokale politie-opsporingsdienst - Uitwisseling van vaststellingen lokale politie Indicatoren - Er is minstens 1 contact met de lokale politie. - Maandelijks overmaken van graffiti-vaststellingen.
- Er is een goede communicatie met culturele en jeugdpartners ifv. een geïntegreerd graffitibeleid Te verwachten resultaten - Regelmatig overleg met vzw Entrepot-jeugddienst ifv beheer gedoogzone Indicatoren - Er is minstens 1 contact met de jeugddienst-Entrepot per trimester
- De jeugdpreventiewerkers maken een overzicht van alle probleemhaarden van kleine criminaliteit van, door en tussen jongeren, daarnaast ook een overzicht van alle organisaties die met deze 'probleemjongeren' werken
18
Te verwachten resultaten - De jeugdpreventiewerkers hebben een goed zicht op deze problematiek en gebruiken deze om projecten op te zetten Indicatoren - Bestaan van een overzicht binnen de 6 maanden volgend op het afsluiten van het plan.
- Er is regelmatig overleg met andere professionals die in contact komen met deze doelgroep. Te verwachten resultaten - Professionals uit diverse welzijnsorganisaties hebben minstens 1 maal contact mbt. aanpak van dit soort jongeren in Brugge. Indicatoren - Het bestaan van een overlegmoment binnen de 6 maanden na afsluiten overeenkomst
5.2.4. De resocialisatie van probleemjongeren bevorderen Operationele doelstellingen - De jeugdpreventiewerkers zijn dagelijks aanwezig in het straatbeeld en op parken en pleinen om de jongeren in hun eigen omgeving op te zoeken, aan te spreken en indien nodig door te verwijzen. Te verwachten resultaten - De jeugdpreventiewerkers spreken jongeren aan om deel te nemen aan activiteiten van het jeugdpreventiewerk. Indicatoren - De jeugdpreventiewerkers zijn dagelijks gemiddeld 4 uur aanwezig op straat.
- Waar nodig worden jongeren met de nodige ondersteuning doorverwezen naar meer gespecialiseerd hulp- of dienstverlening Te verwachten resultaten - Er zijn minstens een 10-tal doorverwijzingen naar andere gespecialiseerde dienstverleners. Indicatoren - Aantal doorverwijzingen
19
6. DRUGGERELATEERDE MAATSCHAPPELIJKE OVERLAST Overlast naar aanleiding van misbruik van legale en illegale middelen situeert zich niet alleen op straat maar ook in secundaire scholen, de gezinssfeer, het uitgaansmilieu, jeugdverenigingen, de voorzieningen bijzondere jeugdzorg, de gevangenis en bij artsen. De overlast in deze sectoren uit zich enerzijds in zogenaamde druggerelateerde criminaliteit (diefstal, rijden onder invloed, slagen en verwondingen, financiële problemen,
) en anderzijds in een verhoogd onveiligheidsgevoel bij de (directe) omgeving. Daarnaast zorgen misbruik en verslaving voor een stijging in de terugbetaling van opnames, doktersbezoeken en medicatie door het RIZIV. Onrechtstreeks zorgen gezondheidsproblemen van de misbruikers voor (over)last op de hulpverleningsinstellingen waar de vraag vaak groter is dan het aanbod. Voor Brugge werd nav. een lokaal beleidsplan drugpreventie een omgevingsanalyse opgesteld met daarin een aantal specifieke conclusies waarrond gewerkt zal worden. 6.1. Algemene doelstellingen 6.1.1. Het voorkomen, aan het licht brengen en verminderen van druggerelateerde maatschappelijke overlast en/of de onveiligheidsgevoelens met betrekking tot druggerelateerde maatschappelijke overlast 6.2. Strategische Doelstellingen 6.2.1. Een geïntegreerde en integrale aanpak bevorderen Operationele doelstellingen - De stedelijke preventiedienst organiseert een adviesraad Te verwachten resultaten - De adviesraad is samengesteld en geïnstalleerd - De adviesraad komt om de 3 maanden samen - Er is verslaggeving van de adviesraad Indicatoren - Samenstelling en installatie van de adviesraad binnen de 6 maanden na afsluiten overeenkomst - 3-maandelijkse bijeenkomst van de adviesraad - Bestaan van een verslag
- De stedelijke preventiedienst maakt het beleidsplan op. Te verwachten resultaten - Het realiseren van het drugbeleidsplan. Indicatoren
20
- Het bestaan van het beleidsplan.
- De stedelijke preventiedienst is verantwoordelijk voor de opmaak van een actieplan dat regelmatig geëvalueerd en aangepast wordt Te verwachten resultaten - Het realiseren van een actieplan met een uitvoerige beschrijving per actie - Het actieplan wordt regelmatig geëvalueerd en aangepast Indicatoren - Het bestaan van een actieplan - Evaluatie van het actieplan
- De stedelijke preventiedienst participeert aan provinciaal, regionaal en Vlaams drugoverleg in functie van afstemming van preventieactiviteiten Te verwachten resultaten - Er is vertegenwoordiging op regelmatige basis in ander overleg - Er is verslaggeving van het overleg Indicatoren - Min. 1x participatie in ander overleg - Bestaan van verslaggeving
- De stedelijke preventiedienst organiseert in functie van de acties op regelmatige tijdstippen werkgroepen per sector (onderwijs, jeugd, voorzieningen bijzondere jeugdzorg,...) Te verwachten resultaten - Er is actieve deelname van de sectoren aan de werkgroepen - Realiseren van verslaggeving van de werkgroepen Indicatoren - Minstens 1 vergadering van de werkgroepen. - Bestaan van verslaggeving van de werkgroepen
- De stedelijke preventiedienst vult de omgevingsanalyse aan en houdt deze up to date in nauwe samenwerking met de leden van de adviesraad Te verwachten resultaten - Realiseren van een omgevingsanalyse voor de stad Brugge - Actualisering van de omgevingsanalyse voor de Stad Brugge
21
Indicatoren - Bestaan van een geactualiseerde omgevingsanalyse
- Het begeleiden van onderwijsinstellingen en voorzieningen bijzondere jeugdzorg in de opmaak en actualiseren van een drugbeleid in de organisatie Te verwachten resultaten - Een 5-tal scholen en/of voorzieningen en/of andere organisaties werken aan de opmaak van een drugbeleidsplan. Indicatoren - Aantal begeleidingen.
- Organiseren van een bijeenkomst tussen de stedelijke preventiedienst, Middelpunt en CLB om de intentieverklaring 'Drugbeleid op school' te evalueren Te verwachten resultaten - De intentieverklaring wordt toegepast, permanent geëvalueerd en opgevolgd in de praktijk Indicatoren - Evaluatie intentieverklaring
- De leidraad voor een goede samenwerking tussen secundaire scholen, lokale politie en het drugoverlegplatform wordt toegepast, permanent geëvalueerd en opgevolgd in de praktijk Te verwachten resultaten - Er is een evaluatie door de scholengemeenschappen en de lokale politie Indicatoren - Bestaan van een evaluatie
- De stedelijke preventiedienst organiseert samen met de werkgroepen op regelmatige tijdstippen informatiemomenten met het oog op uitwisselen van ervaringen en kennis tussen de intermediairen Te verwachten resultaten - Er wordt minstens 1 lunchdebat voor de voorzieningen bijzondere jeugdzorg georganiseerd. Indicatoren - Aantal lunchdebatten.
22
- Organiseren van vorming op maat voor intermediairen, op hun vraag. Te verwachten resultaten - Er wordt ingegaan op alle aanvragen. Indicatoren - Het aantal gegeven vormingen tov het aantal aanvragen is > of = 90%.
- Uitvoeren van attitudevorming- en peereducation-projecten rond drugpreventie Te verwachten resultaten - Minstens 1 vorming jeugdadviseurs. - Minstens 10 deelnemers per vorming Indicatoren - Het aantal vormingen jeugdadviseurs - Het aantal deelnemers
6.2.2. De resocialisatie van druggebruikers bevorderen Operationele doelstellingen - Het organiseren van outreach-activiteiten Te verwachten resultaten - Minstens één preventiewerker werkt minstens éénmaal per week vindplaats gericht. - Deze preventiewerkers zijn bekend bij de doelgroep van zowel risicojongeren als probleemgebruikers en zijn voor hen ook effectief aanspreekpunt bij hulpvragen. - Waar nodig wordt doorverwezen naar het gespecialiseerde hulpverleningsinstanties Indicatoren - Aanwezigheid door min. 1 preventiewerker per week op de vindplaatsen: ja/neen - Bestaan van contacten met doelgroep: ja/neen - Bestaan van doorverwijzingen naar gespecialiseerde instellingen: ja/neen
- Er bestaat een vroeginterventieproject (VIP) voor jongeren tussen 15 en 18 jaar oud, die reeds met gebruik bezig zijn, maar die nog niet voldoen aan de criteria van afhankelijkheid. Te verwachten resultaten - Minstens 2 preventiewerkers zijn ingeschakeld in het groepsprogramma en de individuele begeleiding van de jongeren. - Er worden minstens 10 jongeren met ernstige problemen inzake levensvaardigheden in het project opgenomen.
23
Indicatoren - Aantal preventiewerkers dat ingeschakeld zijn in het jongerenproject VIP - Het aantal jongeren dat start in het project VIP
- Er wordt ondersteuning geboden aan initiatieven die zich richten tot probleemjongeren: aanleveren van intervisie, supervisie en concrete casusbegeleiding Te verwachten resultaten - Er wordt minstens 1 initiatief dat zich richt tot probleemjongeren intensief ondersteund - Er worden waar nodig kortdurende, motivationele interventies opgezet vanuit cognitief gedragstherapeutisch denkkader. - Het aantal kwetsbare jongeren met ernstig spijbelgedrag vermindert. Indicatoren - Aantal intervisiemomenten binnen time-out teams dat het CGG N-W-Vl. realiseert. - Bestaan van kortdurende interventies binnen de context van spijbelprojecten en time-out project: ja/neen - Bestaan van zorgperiodes voor jongeren met illegaal druggebruik en gedragsproblemen: ja/neen
- Er is een duidelijk onthaal, oriëntatie en toeleiding naar gespecaliseerde drughulpverlening van het Dagcentrum De Sleutel Te verwachten resultaten - Er zijn gemiddeld 200 aanmeldingen in dagcentrum De Sleutel. - 80% van de aanmeldingen in het dagcentrum De Sleutel stroomt door naar oriëntatie en wordt verder geholpen in een gespecialiseerde hulpverlening. - De eerste afspraak in dagcentrum De Sleutel wordt gerealiseerd binnen de eerste week na aanmelding en de oriëntatie binnen de streefduur van twee weken. - Het percentage afhakers in de loop van de oriëntatie bedraagt maximum 20%. Indicatoren - In dagcentrum De Sleutel: registratie van minstens 200 aanmeldingen, 160 oriëntaties en maximaal 32 afhakers in de module oriëntatie. - Registratie van de duur van en het aantal contacten binnen de oriëntatie. - Periode waarbinnen de eerste afspraak in het dagcentrum gebeurt. - Percentage afhakers in de loop van de oriëntatie
24
7. SOCIALE OVERLAST Asociaal en respectloos gedrag: Het sociaal verkeer loopt door uiteenlopende redenen vaak minder vlot, wat zich uit in tal van ergernissen, klachten, onverdraagzaamheid, ongeduld. Het lokaal bestuursniveau wordt vaak geconfronteerd met tal van klachten over kleine ergernissen, die vaak terug te brengen zijn tot een gebrek aan basisrespect voor de eigenheid van elke stadsbewoner. Vaak is een zekere spanning onvermijdelijk en moet de ergernis teruggebracht worden tot ongeduld en onverdraagzaamheid. Om hieraan te verhelpen wil de stad Brugge een actief beleid voeren rond positieve ingesteldheid als tegengif tegen een sluipende verzuring. Uitgaansoverlast: De stad Brugge telt heel wat uitgaansgelegenheden in het stadscentrum. Gezien deze stad in een relatief kleine oppervlakte deze uitgaansfunctie moet combineren met een toerisme-, woon-, -werk- en shoppingfunctie is een goede onderlinge afstemming en overlastbeperking noodzakelijk. Via verschillende methodes (coaching, vorming, overleg, sensibilisering v/h uitgaanspubliek) wordt er gewerkt aan overlastfenomenen als straatlawaai, klein vandalisme, wildplassen, wildparkeren, dronken sturen etc. Als oorzaak van heel wat voormelde overlastfenomenen is er uiteraard ook aandacht voor het beperken van misbruik van alcohol en illegale middelen. Met de cafébazen wordt op een structurele manier samengewerkt via het labelproject '+café'. Buurtgebonden sociale overlast: Een aantal fenomenen rond sociale overlast en kleine criminaliteit zijn buurtgebonden en hangen samen met een aantal risicofactoren die sterker vertegenwoordigd zijn. Het gaat vaak om buurten waar een minder sterke socio-economische groep woont, wat met zich meebrengt dat een aantal achterstandskenmerken er meer dan gemiddeld vertegenwoordigd zijn: schoolse achterstand, werkloosheid, minder modaal gezinsleven, grotere groep leefloners, We vinden deze concentraties terug in de Noordelijke stadsrand (St-Pieters, St-Jozef, Zeebrugge) en een deel van de oude binnenstad. De stad Brugge wil sociale overlast in deze buurten structureel wegwerken. Een buurtwerker in deze aandachtswijken werkt versterkend op het sociaal weefsel en probeert zo sociale overlast tot een minimum te herleiden. Daarnaast is er een overlastbemiddelaar actief die zeer gericht buurtgebonden overlastklachten op een geïntegreerde en integrale wijze tracht aan te pakken. Algemene overlast ikv. stedelijke omgeving : Brugge heeft als middelgrote stad een grote centrumfunctie voor de omliggende omgeving: dit concentreert zich in een aantrekkingskracht op vlak van werkgelegenheid, sociale en private dienstverlening, uitgaan, onderwijs, huisvestings,
Daarenboven heeft Brugge een zeer sterk toeristische aantrekkingskracht.
Deze grote aantrekkingskracht biedt heel wat kansen, maar brengt ook de stedelijke leefbaarheid onder druk. Deze verhoogde druk resulteert in volgende fenomenen (zie ook lokale veiligheidsdiagnose): zwerfvuil en verloedering, gauwdiefstal, vandalisme, fietsdiefstal, verkeerd gebruik van openbaar infratstructuur, hondenpoep... Een aantal van deze fenomenen worden zeer uitgebreid aangepakt (zie hoger). Een aantal andere proberen we te reduceren via het verhogen van de sociale controle en toezicht. 7.1. Algemene doelstellingen 7.1.1. Het voorkomen, aan het licht brengen en verminderen van sociale overlast en/of de onveiligheidsgevoelens met betrekking tot sociale overlast 7.2. Strategische Doelstellingen
25
7.2.1. Potentiële daders van overtredingen ontraden Operationele doelstellingen - Cafébazen worden gecoacht om potentiële daders van overtredingen/overlast rond volgende thema's aan te pakken: geweld, wildplassen, geluidsoverlast en wildparkeren Te verwachten resultaten - Min. 8 bezoeken per week en min. 240 bezoeken aan cafébazen door de horecacoach Indicatoren - Aantal bezoeken.
- Organiseren van vormingssessies voor cafébazen rond overlastthema's (bijv. wildplassen, agressie, wildparkeren, nachtlawaai, verstandig drankgebruik, gebruik van illegale middelen Te verwachten resultaten - Min. 1 vormingssessie. - Min. 30 deelnemers per sessie Indicatoren - Aantal vormingssessies. - Aantal deelnemers
- De stedelijke preventiedienst lanceert campagnes rond actuele overlastthema's in het uitgaansleven (vb. wildplassen, agressie, wildparkeren, nachtlawaai, verstandig drankgebruik, gebruik van illegale middelen) Te verwachten resultaten - Het realiseren van campagnes rond die thema's Indicatoren - Min. 2 campagnes.
- De horecacoach treedt waar mogelijk en wenselijk bemiddelend en informerend op mbt. geluidsoverlast Te verwachten resultaten - Problemen rond nachtlawaai veroorzaakt door uitgaansoverlast worden ism de horecacoach behandeld Indicatoren - De horecacoach wordt betrokken in dossiers inzake nachtlawaai in het uitgaansleven: ja/neen 26
- Er worden campagnes ontwikkeld rond verstandig alcoholgebruik en geen gebruik van verslavende middelen Te verwachten resultaten - Bestaan van zomer- en wintercampagne rond gebruik van alcohol en drugs in uitgaansleven Indicatoren - 1 campagne: campagnemateriaal, verspreide aantallen en evt. deelnemers
- Alle betrokkenen en het grote publiek worden geïnformeerd via de pers over de initiatieven rond uitgaansoverlast Te verwachten resultaten - Min. 3 keer aanzienlijke persaandacht voor het project (artikels, reportages, meldingen, ) Indicatoren - Bestaan van persaandacht
7.2.2. Een geïntegreerde en integrale aanpak bevorderen Operationele doelstellingen - Het bestaan van een lange termijnvisie mbt een positief uitgaansklimaat in de stad Te verwachten resultaten - Er worden regelmatig suggesties en denkpistes inzake positief uitgaan overgemaakt aan het stadsbestuur - De visietekst wordt door het stadsbestuur aanzien als een nuttig adviserend instrument om haar beleid rond uitgaansleven mee vorm te geven - Er wordt een opvolgingsstructuur in het leven geroepen om de visietekst positief uitgaan te implementeren Indicatoren - De visietekst positief uitgaan wordt door het stadsbestuur erkend: ja/neen - Suggesties worden door het stadsbestuur overgenomen: ja/neen - Het bestaan van een opvolgingsstructuur: ja/neen
- Er is een gecoördineerd overleg en informatiedoorstroom tussen de partners uitgaansoverlast Te verwachten resultaten
27
- Iedere 2 à 3 maanden organiseert de preventiedienst de bijeenkomsten van de stuurgroep +café, met vertegenwoordigers van de politie, het jeugdwerk, de gezondheidszorg, de preventiedienst en de horeca-sector - Er is regelmatig overleg tussen de politie, betrokken stadsdiensten en een aantal uitbaters gegroepeerd door een bepaalde buurt, een probleem of een bepaald evenement Indicatoren - Termijn waarbinnen de stuurgroep samenkomt - Het aantal overlegmomenten met café-uitbaters en andere partners bedraagt min. 3.
- Er is een goede communicatie met de uitbaters die participeren in het project +café Te verwachten resultaten - Er wordt een Algemene Vergadering georganiseerd voor de +-café-uitbaters Indicatoren - Een algemene vergadering werd georganiseerd. - Er is een goede opkomst (min. 75%) en een positieve waardering van de algemene vergadering
- Er is ondersteuning van de Brugse horeca in initiatieven ten voordele van een bruisend uitgaansleven Te verwachten resultaten - Er wordt een cafégids uitgebracht waarbij een groot aantal cafés op het stadsplan van Brugge worden aangeduid, met extra aandacht voor + -cafés Indicatoren - De cafégids wordt op 10.000 exemplaren verspreid in een aantal openbare plaatsen en in alle vermelde cafés
- Er is een deskundig en bruikbaar kader van waaruit de dossiers kunnen behandeld worden: een adequate methodiek om overlast in kaart te brengen en een adequate en gefundeerde methodiek om overlasthaarden aan te pakken Te verwachten resultaten - Er is een analyse-instrument om overlast te definiëren - Er is een goed beeld van de stad en de probleemzones Indicatoren
28
- Bestaan van het analyse-instrument: ja/neen - Gebruik van het analyse-instrument en de ruimtelijke vertaling ervan in een kaart: ja/neen
- Het buurtwerk vertaalt beleidsacties van het lokaal bestuur en andere instanties naar de buurt Te verwachten resultaten - Het stedelijk buurtwerk is op de hoogte van de acties van lokale en andere overheden die betrekking hebben op de buurten St-Pieters, St-Jozef, Zeebrugge - Het stedelijk buurtwerk informeert via allerlei kanalen (bewonersvergadering, brief, buurtenkrant,
) de bewoners Indicatoren - Bestaan van bewonersvergaderingen, bewonersbrieven, buurtkranten per buurt: ja/neen
- Er worden acties georganiseerd om de leefbaarheid in de buurt te versterken: propere buurt, verkeersveiligheid Te verwachten resultaten - Ism de dienst leefmilieu en tal van plaatselijke verenigingen worden verschillende milieuactiviteiten georganiseerd (opkuisactie, milieukwis, educatieve film,
), nav. de maand van de Netheid. - De buurtwerking werkt mee aan projecten inzake verkeersveiligheid. Indicatoren - Er is minstens 1 keer aandacht voor propere buurt: actieprogramma rond propere buurt nav. maand van de netheid - er is minstens 1 keer aandacht voor verkeersveilige buurt.
- Het stedelijk buurtwerk onderhoudt contacten met verschillende lokale verenigingen en organisaties, in het bijzonder het dienstencentrum en de wijkmaatschappelijk werker van het OCMW Te verwachten resultaten - Er is minstens 1 maal overleg/contact tussen het stedelijk buurtwerk en lokale actoren/organisaties in het kader van het stimuleren van de leefbaarheid. Indicatoren
29
- Min. 1 maal contact met andere buurtgebonden organisaties
- Er is een goede infrastructuur voor de locatie van de stedelijke buurtwerken in Zeebrugge/St-Pieters. De infrastructuur van de plaatselijke buurtwerkingen wordt goed gebruikt, de afspraken met de stad worden goed nageleefd Te verwachten resultaten - Oude stationsgebouw Zeebrugge wordt als buurthuis ingericht en grondig gerenoveerd - Bestaande gemeenschapshuis in Zeebrugge wordt functioneel gerenoveerd. - Buurtcontacpunt in St-Pieters krijgt een meer centrale ligging Indicatoren - Het oude station van Zeebrugge functioneert als buurthuis: ja/neen - Het gerenoveerde gemeenschapshuis van Zeebrugge is terug operationeel: ja/neen - Er is een voorstel voor een meer centrale lokatie voor het buurtwerk in St-Pieters: ja/neen
7.2.3. De sociale controle bevorderen Operationele doelstellingen - Het uitgeven en verspreiden van een buurtkrant-verenigingsgids-verwelkomingsbrochure nieuwe bewoners Te verwachten resultaten - Er is een driemaandelijkse buurtkrant die door de bevolking gelezen wordt - In een of meerdere buurten wordt een verenigingsgids en/of een verwelkomingsbrochure voor nieuwe bewoners opgesteld Indicatoren - 2 buurtkranten per buurt. - Bestaan van nieuwe verenigingsgids in één van de vermelde buurten: ja/neen
- Het stedelijk buurtwerk ondersteunt een particuliere bewonersorganisatie in de ontwikkeling van een activiteitenaanbod of biedt zelf een activiteitenaanbod aan Te verwachten resultaten - Er is een gevarieerd activiteitenaanbod dat toegankelijk is voor alle buurtbewoners Indicatoren - bestaan van een activiteitenkalender
30
- aantal deelnemers per activiteit (min.10 per activiteit)
- Het stedelijk buurtwerk organiseert een vormingsaanbod in de buurt Te verwachten resultaten - Er is een gevarieerd vormingsaanbod ism diverse partners Indicatoren - Er zijn 2 vormingen per buurt met telkens min. 10 deelnemers
- Het organiseren van het wijkcultureel feest 'wijk up' ism buurtbewoners Te verwachten resultaten - Het wijkcultureel feest 'wijk-up' werd georganiseerd. Indicatoren - Per buurt is er een programma van het wijkcultureel festival, met een 30-tal vrijwillige medewerkers en min. 100 bezoekers
- Het stedelijk buurtwerk organiseert op regelmatige basis instuifmomenten Te verwachten resultaten - Er zijn een 5-tal activiteiten per buurthuis. Indicatoren - Aantal activiteiten per buurthuis - Aantal deelnemers per activiteit
- Er worden gemeenschapswachten en veiligheidsbeambten in het stadscentrum en de deelgemeenten ingezet die zichtbaar in het straatbeeld aanwezig zijn Te verwachten resultaten - Dagelijkse aanwezigheid van geüniformeerde gemeenschapswachten in de binnenstad. - Dagelijkse aanwezigheid van veiligheidsbeambten op de Dijk van Zeebrugge tijdens het toeristisch seizoen - Regelmatige aanwezigheid (éénmaal per maand) in de buurten van de Brugse deelgemeenten. Indicatoren - Aanwezigheid van gemeenschapswachten in de Binnenstad: ja/neen - Aanwezigheid van veiligheidsbeambten op de Dijk tijdens toeristisch seizoen: ja/neen - Aanwezigheid in de buurten van de Brugse deelgemeenten: ja/neen
31
- Gemeenschapswachten en veiligheidsbeambten melden allerlei defecten aan de openbare infrastructuur Te verwachten resultaten - Gemeenschapswachten en veiligheidsbeambten melden allerlei defecten aan betrokken diensten of instanties Indicatoren - Defecten en meldingen worden door gemeenschapswachten en veiligheidsbeambten doorgegeven: ja/neen
- Gemeenschapswachten en veiligheidsbeambten worden ervaren als laagdrempelige aanspreekfiguren door zowel bezoekers als bewoners Te verwachten resultaten - Gemeenschapswachten en veiligheidsbeambten worden gemakkelijk aangesproken door toeristen en burgers. Indicatoren - Burgers stellen hulp- en informatievragen aan gemeenschapswachten en veiligheidsbeambten: ja/neen
- Gemeenschapswachten en veiligheidsbeambten organiseren specifieke toezichten nav. specifieke overlastfenomenen Te verwachten resultaten - Nav. tal van manifestaties of fenomenen worden gemeenschapswachten ingezet (100-dagen-viering, toezicht station-uitgaansbuurten, toezicht fietsenstallingen, ) Indicatoren - Gemeenschapswachten en veiligheidsbeambten worden ingezet nav. specifieke manifestaties: Ja/neen.
7.2.4. De negatieve gevolgen gelinkt aan slachtofferschap doen afnemen Operationele doelstellingen - Buurtbewoners kunnen steeds met alle vragen, klachten en opmerkingen terecht in het buurtcontactpunt Te verwachten resultaten - De buurtwerker heeft een vaste permanentie in het buurtcontactpunt, ook op andere momenten kunnen buurtbewoners bij de buurtwerker terecht
32
Indicatoren - Per buurthuis 2 maal per week een halve dag permanentie - Er worden een 20-tal spontane bezoekers op de permanentiemomenten begroet
- Het beantwoorden van vragen mbt huisvesting, sociaal statuut, financiële en materiële hulp,slachtofferschap misdrijven Te verwachten resultaten - De buurtwerker beschikt over een netwerk van contacten om de vragen snel te kunnen beantwoorden - De buurtwerker zorgt voor een goede doorstroming van informatie via verslaggeving en persoonlijke contacten met de verschillende stadsdiensten Indicatoren - Een 5-tal hulpverleningsdossiers van hulpbehoeftige bewoners wordt grondig opgevolgd - Het bestaan van contacten met gespecialiseerde hulpverleners/instellingen: ja/neen
33
Dit strategische veiligheids- en preventieplan werd ondertekend te Brussel op __/__/____ Elk der contractanten verklaart een ondertekend exemplaar ontvangen te hebben.
Voor de Federale Staat,
Mevrouw Joëlle MILQUET, Minister van Binnenlandse Zaken en Mevrouw Monica DE CONINCK, Minister van Werk
Voor de Gemeente,
De Heer Renaat LANDUYT, Burgemeester en
De Heer Johan COENS, Stadssecretaris
34