Inhoudsopgave Veiligheids- en Hygiënewijzer

2

Inhoudsopgave Veiligheids- en Hygiënewijzer Inleiding ............................................................................................................................................... 4 1.

Bedrijfshulpverlening .......................................................................................................... 6 Niet afgedekte risico’s ..................................................................................... 6 Hoe te handelen bij brand of ontruiming ......................................................... 6 Eerste hulp bij ongevallen ............................................................................... 8 Huisarts ............................................................................................................ 8 Schaaf- en snijwonden ........................................................................................ 9 Letsel aan gebit.................................................................................................. 9 Insectenbeet of –steek .......................................................................................10 Calamiteit en/of bijwerkingen geneesmiddel .........................................................10 Ziek kind ........................................................................................................11 Medicijnen ........................................................................................................12 Toedienen injectie .............................................................................................14 Overlijden ........................................................................................................15 Hoe te handelen bij vermissing/ weggelopen kind .........................................15

2.

Veiligheidsmaatregelen .................................................................................................... 18 Maatregelen ter voorkoming van wiegendood (geldt alleen voor KDV) ......................18 Tillen van kinderen (geldt alleen voor kinderdagverblijf en PG) ................................18 Commodegebruik (geldt alleen voor kinderdagverblijf ) ..........................................19 Knutselen .........................................................................................................20 Busgebruik .......................................................................................................20 Buiten spelen ....................................................................................................21 Uitjes en/of wandelen ........................................................................................21 Warme dagen, buiten en binnen ..........................................................................22

Kwaliteitshandboek Kinderopvang Kits Oonlie Onderdeel Veiligheids- en Versie Paraaf kwaliteitsfunctionaris Hygiënewijzer Inhoudsopgave Augustus 2012

3

3.

Hygiëne ................................................................................................................................... 24 Schoonmaakschema ..........................................................................................24

Bijlagen veiligheids- en hygiëne wijzer .................................................................................. 26 Huisartsenoverzicht .......................................................................................28 Aanvulling buiten spelen ................................................................................30

Kwaliteitshandboek Kinderopvang Kits Oonlie Onderdeel Veiligheids- en Versie Paraaf kwaliteitsfunctionaris Hygiënewijzer Inhoudsopgave Augustus 2012

4

Inleiding De veiligheids- en hygiënewijzer is onderdeel van het kwaliteitssysteem van Kits Oonlie. In deze wijzer komen alle instructies aan de orde die iets met veiligheid of hygiëne te maken hebben. Naast alle werkinstructies in de personeelswijzer, is deze wijzer daarom erg belangrijk bij het inwerken van nieuwe medewerkers. Net als in de personeelswijzer wordt er aangegeven wanneer een instructie alleen geldt voor een bepaalde vorm van opvang, maar ook voor een bepaalde vestiging. In een geval van een calamiteit cq ongeval, dient te allen tijde een ongevallenformulier ingevuld te worden. Er is een formulier voor ongevallen met kinderen en één voor ongevallen met medewerkers. De hoofdleidster zorgt ervoor dat zij voldoende formulieren op de vestiging heeft. Zij kan nieuwe formulieren aanvragen bij de kwaliteitsmedewerker. In het eerste deel van deze wijzer wordt de bedrijfshulpverlening binnen Kits Oonlie uitgelegd. Vervolgens volgen er instructies voor het handelen bij verschillende soorten calamiteiten. Deze instructies bestaan uit het voorkomen van calamiteiten, maar ook instructies voor wanneer er zich een calamiteit voordoet. Het laatste deel van deze wijzer is vooral gericht op hygiëne. De verschillende schoonmaaktaken komen aan de orde, maar ook instructies voor hygiënisch werken op de groepen. Naast de instructies in deze wijzer wordt tevens gebruik gemaakt van de RIVM map. Hierin staan verschillende instructies die betrekking hebben op de hygiëne. Er zal dan ook regelmatig verwezen worden naar dit document.

Kwaliteitshandboek Kinderopvang Kits Oonlie Onderdeel Veiligheids- en Versie Paraaf kwaliteitsfunctionaris Hygiënewijzer Inleiding 16-08-2011

5

6

1. Bedrijfshulpverlening Binnen de kinderopvang is het van belang dat de bedrijfshulpverlening1 goed is geregeld. Alle fulltimermedewerkers worden dan ook verplicht tot het volgen van een BHVopleiding. Tijdens deze opleiding leren zij EHBO handelingen als ook handelingen in geval van brand of ontruiming. De medewerkers met een diploma nemen in geval van een calamiteit het voortouw en zorgen dat de andere medewerkers ondersteuning bieden. Deze wijzer kunnen de BHV-ers en de medewerkers gebruiken in geval van een calamiteit, maar dienen met name de instructies voor het voorkomen van een calamiteit goed te kennen. In dit hoofdstuk wordt eerst aangegeven wat er van de medewerkers verwacht word wanneer er zich iets voordoet waar geen instructies voor zijn; de niet afgedekte risico’s. Vervolgens wordt de ontruimingsprocedure van Kits Oonlie uitgelegd. Niet afgedekte risico’s De kinderen moeten te allen tijde opgevangen worden in een veilige omgeving. Deze veilige omgeving wordt gewaarborgd door de jaarlijkse controle van de GGD, de Brandweer en de werkinstructies die Kits Oonlie hanteert. Helaas zijn niet alle risico’s af te dekken. Wanneer er zich tijdens de opvang iets voordoet, wat niet in het kwaliteitsysteem van Kits Oonlie is omschreven, moet te allen tijde de pedagogisch adviseur, pedagogisch werkbegeleider of de directie om advies worden gevraagd. Per situatie zal gekeken worden hoe er gehandeld dient te worden. Stel dat bijvoorbeeld het luchtalarm afgaat (het is geen 12.00 uur op de eerste maandag van de maand), wat moeten de medewerkers dan doen als ze eenmaal binnen zijn met de kinderen? De pedagogisch medewerkers nemen in dit geval contact op met één van de PA’s of de directie. Wanneer contact niet mogelijk is, om welke reden dan ook, zullen de medewerkers de instructies van de gemeente of hulpdiensten moeten volgen. De medewerkers proberen het nieuws te volgen via de radio. Hoe te handelen bij brand of ontruiming Stappen bij het ontdekken van brand 1. Blijf kalm 2. Meldt de brand - in geval van aanwezigheid handmelder, deze inslaan - waarschuw de aanwezige BHVérs - bel 112 of laat een collega 112 bellen, adresgegevens staan op de alarmkaart bij de deur.

1

Op iedere vestiging is een alarmkaart aanwezig met belangrijke telefoonnumers

Kwaliteitshandboek Kinderopvang Kits Oonlie Onderdeel Veiligheids- en Versie Paraaf kwaliteitsfunctionaris Hygiënewijzer Bedrijfshulpverlening Augustus 2012

7

3. Voorkom uitbreiding - sluit ramen en deuren - blus indien mogelijk de brand met de op de groep aanwezige blusmiddelen IS ZELF BLUSSEN NIET MOGELIJK, START DIRECT DE ONTRUIMINGSPROCEDURE Stappen bij het ontruimen 1. Ontruim altijd als het ontruimingssignaal is afgegeven door: - Indien aanwezig door slow-whoop - Hoofdleidster of BHVér 2. De hoofdleidster (of BHVér , indien hoofdleidster niet aanwezig is) verdeelt de taken, wees kort en bondig - Wie neemt de presentielijst, kindgegevensmap en telefoon mee - Wie belt 112 - Welke medewerkers ontruimen welke groep - In geval van samen gebruik; wie neemt er contact op met medegebruikers - Wie blijven er buiten bij de kinderen - Wie vangt de hulpdiensten op - Wie sluit de ramen en deuren - Wie voert de laatste controle uit 3. Ontruimen - Blijf rustig en straal dit uit naar de kinderen, zij blijven dan ook rustig en zijn makkelijker te begeleiden - Haal eerst de kinderen die het dichtst bij het gevaar zijn bij elkaar en verwijder ze van het gevaar BLIJF BIJ ROOKONTWIKKELING LAAG BIJ DE GROND -

-

-

Babygroep: deel de baby´s in groepjes en verdeel deze over de aanwezige medewerkers. Gebruik indien aanwezig het ontruimingsbedje. Breng de kinderen via de dichtstbijzijnde (nood)uitgang en ga naar de verzamelplaats (deze staat aangegeven op de alarmkaart) Peutergroep: stel de kinderen op in een rij en laat ze de slang of ringen vasthouden. Breng de kinderen via de dichtstbijzijnde (nood)uitgang en ga naar de verzamelplaats (deze staat aangegeven op de alarmkaart). Verleen waar nodig hulp aan de babygroep. BSO: Verdeel de kinderen in groepen en begeleidt de kinderen naar de verzamelplaats.

Kijk voor de dichtstbijzijnde (nood)uitgang op de plattegrond, deze hangt op de groepen. Degene die het pand als laatste verlaat controleert de toiletruimten, speelruimten (en bedjes) om er voor te zorgen dat er niemand achter blijft.


8

VERLAAT NOOIT ZONDER TOESTEMMING DE VERZAMELPLAATS - Op de verzamelplaats wordt aan de hand van de brandweerlijst gecontroleerd of iedereen aanwezig is op de verzamelplaats en het pand heeft verlaten. De hoofdleidster (of diens vervanger) neemt contact op met de directie of de pedagogisch adviseur of pedagogisch werkbegeleider. ALLE BENODIGDE TELEFOONNUMMERS EN ADRESSEN ZIJN WEERGEGEVEN OP DE ALARMKAART. DE ALARMKAART HANGT/LIGT NAAST DE TELEFOON. De hoofdleidster zorgt ervoor dat de meest actuele alarmkaart aanwezig is. Bij wijzigingen geeft hij/zij dit door aan de kwaliteitsmedewerker. Oefening Om er zoveel mogelijk voor te zorgen dat een ontruiming soepel verloopt, wordt de ontruiming regelmatig geoefend. Er wordt geoefend met en zonder kinderen. De oefening zonder kinderen vindt plaats om de teamvergadering. Van deze oefening wordt een verslag gemaakt en deze wordt toegevoegd aan de notulen van de vergadering. Omdat het ook belangrijk is om te weten hoe kinderen reageren op een ontruiming, wordt er ook één keer per jaar met de kinderen geoefend. De ouders/verzorgers van de kinderen worden vooraf aan de oefening middels een brief op de hoogte gebracht. Eerste hulp bij ongevallen

Huisarts Wanneer medewerkers van mening zijn dat er hulp nodig is van een huisarts, dienen de volgende stappen ondernomen te worden: - Roep een leidster die in bezit is van het BHV-diploma. - Verleen het kind eerste hulp en stel het gerust. - Bel de pedagogisch adviseur om te overleggen. - Schat in of het kind hulp van een huisarts behoeft. - Zoek in het kindgegevens formulier van het betreffende kind bij welke huisarts het gezin is aangesloten (en neem het kindgegevensformulier mee naar de huisarts).2 - Bel met deze huisarts en overleg of er een bezoek gebracht moet worden aan de huisarts. - Bel de ouders om ze op de hoogte te brengen en informeer of zij in de gelegenheid zijn om met het kind naar de huisarts te gaan. (dit in verband met een vertrouwd gezicht voor het kind). - Breng de pedagogisch adviseur op de hoogte van het feit dat je met het kind naar de arts gaat en overleg wie je vergezeld. - Bel bij afwezigheid van de huisarts de plaatsvervangend huisarts of de huisarts

2

Wanneer er geen huisarts vermeld wordt op de kindkaart kan er contact opgenomen worden met een bij huisarts waarbij Kits Oonlie is aangesloten, zie bijlage voor overzicht.


9

-

die bij het kinderdagverblijf is aangesloten (zie alarmkaart). De leidster die met het kind mee naar de huisarts gaat draagt de lopende zaken over aan de leidster die achter blijft.

Na het bezoek aan de huisarts dienen tevens de volgende stappen genomen te worden:   

Bij terugkomst belt de leidster die het kind begeleid heeft tijdens het huisarts bezoek de ouders om ze te informeren. Vermeld duidelijk in het schriftje en in de overdracht de oorzaak en een verslag van het bezoek aan de huisarts en de hierbij behorende medische afspraken. Informeer de pedagogisch adviseur.

Schaaf- en snijwonden Kinderen hebben regelmatig een wondje en lopen daardoor een groter risico op infecties. Wanneer een kind een klein open wondje heeft moet infectie voorkomen worden: -

Was de handen VOOR en NA wond- of huidverzorging; Spoel het wondje met water schoon; Dek het wondje af om te voorkomen dat wondvocht of bloed tot besmetting van de omgeving liedt; Verwissel de pleister of het verband regelmatig en in ieder geval als het doordrenkt is met wondvocht of bloed

Zorg als pedagogisch medewerker zelf ook voor dat een wondje wordt afgedekt. Wanneer je niet gerust bent of je de wond zelf kunt verbinden, neem dan contact op met de pedagogisch adviseur en start met instructie “Huisarts”.

Letsel aan gebit Wanneer een kindje door een ongeval letsel aan het gebit heeft, dienen de volgende stappen genomen te worden: - Roep de aanwezige bedrijfshulpverlener (BHV’er) of een leidster die in het bezit is van het BHV diploma. - Laat het kind niet alleen - Stel het kind gerust. - De BHV’er verleent 1e hulp aan het kind d.m.v. de plek schoon te maken met koud water en een koud washandje tegen de plek aan te houden om het bloeden tegen te gaan. - Schat in of er sprake is van dusdanig letsel dat het kind de tandarts moet bezoeken, indien dit het geval is dan dient er altijd eerst overleg te worden gevoerd met de pedagogisch adviseur. - Zoek in het kindgegevens formulier op bij welke tandarts het gezin is aangesloten (en neem het kindgegevensformulier mee naar de tandarts). - Bel de tandarts op en vraag om advies. - Bel bij afwezigheid van de eigen tandarts de plaatsvervanger. - Informeer de ouders over de toestand van het kind en vraag of zij in de gelegenheid zijn om het kind te begeleiden tijdens het tandartsbezoek. (dit in


10

-

verband met een vertrouwd gezicht voor het kind). Informeer de pedagogisch adviseur dat je met het kind naar de tandarts gaat en overleg wie je vergezelt. De leidster die het kind begeleidt tijdens het tandartsbezoek draagt de leidster die op de groep achter blijft de lopende zaken over.

Acties achteraf: - Bel de ouders na het tandartsbezoek op en informeer over hoe het gegaan is. - Vermeld duidelijk in schriftje en in de overdracht de oorzaak, over het tandartsbezoek en over de medische afspraken die er gemaakt zijn. - Informeer de pedagogisch adviseur.

Insectenbeet of –steek Tijdens het (buiten)spelen kan het voorkomen dat een kindje gestoken of gebeten wordt door een insect. -

-

Roep een leidster die in bezit is van het BHV-diploma. Verleen het kind eerste hulp en stel het gerust. Kijk wat er aan de hand is, en probeer er achter te komen door welk dier het kindje gebeten of gestoken is. Verwijder de eventuele angel. Pak het pompje wat het gif uit het lichaam kan zuigen. Je kan het ook met je mond doen, maar dit is minder effectief. Koel de huid op de zere plek, dit verminderd de pijn. Hou het kindje vervolgens goed in de gaten i.v.m. met een eventuele allergische reactie. Zodra er zich een allergische reactie voor doet, treedt het protocol huisarts in werking. Bel de pedagogisch adviseur en daarna de ouders om ze op de hoogte te stellen.

Tekenbeet: Heeft een kind een tekenbeet, verwijs het kindje met de ouders door naar de huisarts

Calamiteit en/of bijwerkingen geneesmiddel Bij bijwerkingen en/of calamiteiten met betrekking tot een geneesmiddel/zelfzorgmiddel dienen de leidsters de volgende acties te ondernemen: - Roep de aanwezige bedrijfshulpverlener (BHV’er) of een leidster die in het bezit is van het BHV diploma. - Laat het kind niet alleen - Stel het kind gerust - De BHV’er verleent 1e hulp aan het kind - Zoek in de kindgegevens map op bij welke huisarts het gezin/het kind is aangesloten - Bel met deze huisarts (indien de tijd het toelaat overleg dan altijd eerst met de pedagogisch medewerker) en overleg of er een bezoek gebracht moet worden en/of hoe er gehandeld dient te worden. Bel bij afwezigheid van deze huisarts de plaatsvervangend huisarts of de huisarts die bij het kinderdagverblijf is aangesloten.


11

-

-

Neem contact op met de ouders van het kind en breng ze op de hoogte van de situatie. Mocht er een bezoek aan de huisarts nodig zijn, mocht er geen sprake van spoed zijn, vraag dan of de ouders in de gelegenheid zijn om met hun kind naar de arts te gaan (dit in verband met een vertrouwd gezicht voor het kind). Vraag of de ouders de vestiging bij terugkomst willen informeren over de situatie of neem zelf contact met de ouders op. Neem het geneesmiddel en/of zorgmiddel mee naar de huisarts, mochten de ouders zelf met het kind gaan geef het middel mee aan de ouders. Neem contact op met kantoor en breng een pedagogisch adviseur op de hoogte van de situatie. Bij spoedeisende hulp bel 112 en laat je (wanneer nodig) telefonisch informeren over eventuele te ondernemen stappen en wacht tot de ambulance arriveert.

Acties na bezoek aan de huisarts en of ziekenhuis: -

Als een leidster het kind heeft begeleidt naar de huisarts en/of het ziekenhuis, neemt zij contact op met de ouders en informeert ze hen over de gemaakte afspraken en/of handelingen. Ook wordt de pedagogisch adviseur geïnformeerd over de genomen stappen, vervolgens wordt kantoor ingelicht. Vermeld duidelijk in het schriftje van het kind en in de overdracht de oorzaak en een verslag van het bezoek aan de huisarts en de hierbij behorende medische afspraken.

Neem de volgende dag contact op met de ouders om te vragen hoe het met het kindje gaat. Ziek kind De dreiging van een grieppandemie wordt steeds reëler. Uitbraken van influenza hebben recent opnieuw bewezen dat besmetting van de mens door aviaire virussen mogelijk is, soms met fatale gevolgen. De snelheid waarmee een (mogelijk) pandemisch virus zich over de wereld kan verspreiden is enorm toegenomen. Kits Oonlie wil de kans op besmetting verkleinen en heeft daarom tijdens een grieppandemie een aangepaste werkinstructie. Procedure als het kind ziek gebracht wordt  Bij het brengen van het kind worden de bijzonderheden gevraagd en besloten of het kind opgevangen kan worden. Heeft het kind koorts boven de 38,5 graden en mogelijk onderstaande symptomen, dan dient er met de hoofdleidster overlegt te worden of het kind opgevangen kan worden.  De hoofdleidster overlegt telefonisch met de pedagogische adviseur.  De pedagogisch adviseur is eindverantwoordelijke in het nemen van de beslissing of het kind wel of niet opgevangen kan worden op het kinderdagverblijf. Procedure als het kind ziek wordt tijdens de opvang.  Alle leidsters houden in de gaten wanneer een kind niet lekker is of wordt en of het mogelijk de Mexicaanse griep kan zijn.


12

 Als het kind twee of meer van onderstaande symptomen3 vertoont dient er overlegt te worden met de hoofdleidster en pedagogisch adviseur; 1. Het kind heeft koorts boven de 38,5 graden. 2. Het kind hoest gedurende dag of heeft last van keelpijn 3. Het kind heeft last van diarree 4. Het kind is lusteloos en vermoeid  De hoofdleidster overlegt met de pedagogische adviseur over de situatie.  De pedagogisch adviseur besluit in overleg met de hoofdleidster of de ouders gebeld dienen te worden.  De vaste leidster van de groep belt met de ouders en adviseert deze telefonisch contact op te nemen met de huisarts en het kind op te halen.  In de overdracht in de communicatiemap wordt duidelijk vermeld dat de ouders gebeld zijn, wat de klachten van het kind waren en of het kind opgehaald is of in overleg met ouders op het kinderdagverblijf is gebleven.  In het schriftje van het kind wordt duidelijk vermeld naar ouders toe wat de symptomen waren en hoe het kind hierop reageerde.  Indien de huisarts daadwerkelijk de Mexicaanse griep constateert dient het kind tot 10 dagen na de symptomen thuis te blijven. Kind met Mexicaanse griep Indien een kind Mexicaanse griep heeft blijft het voor langere tijd (10 dagen) ziek thuis. Er wordt door de groep een kaartje (zelf gemaakt of gekocht) gestuurd om het medeleven te laten blijken. Tevens wordt de pedagogisch adviseur ingelicht. Wanneer een kind in het ziekenhuis verblijft kan er ook door leidsters een bezoek gebracht worden. Ook wordt er contact onderhouden met de desbetreffende ouder over het verloop van de ziekte. Procedure als de Mexicaanse griep heerst  Er wordt een informatiebrief over de Mexicaanse griep op het white board gehangen.  De medewerkers en ouders worden geattendeerd op het ingaan van de werkinstructie Mexicaanse griep

Medicijnen Bij toedienen van medicatie aan kinderen tijdens hun verblijf bij Kits Oonlie, dient ten alle tijden de overeenkomst gebruik geneesmiddelen Kits Oonlie ingevuld te worden en zowel door ouders als de hoofdleidster ondertekend te worden. Via deze overeenkomst geven de ouders hun zeggenschap over aan de vaste leidsters betreffende het toedienen van het geneesmiddel/zelfzorgmiddel. De overeenkomst is terug te vinden in de kindgegevens map. Voor elke keer dat het geneesmiddel/zelfzorgmiddel wordt toegediend, dient de leidster te controleren of zij daadwerkelijk dat middel gaat toedienen waarvoor de overeenkomst

3

Op elke vestiging is tevens een exemplaar aanwezig “Gezondheidsrisico’s in een kindercentrum, de RIVM map waarin ook ziekteverschijnselen worden weergegeven.


13

is getekend. En controleer altijd de houdbaarheidsdatum, als deze is verstreken het middel retourneren aan de ouders. Het toedienen van geneesmiddelen/zelfzorgmiddelen gebeurt uitsluitend door de vaste leidsters van de groep. Indien een kindje een geneesmiddel/zelfzorgmiddel toegediend krijgt, dient dit op het bord en in het “medicijnen toedieningschema” te staan. Na toediening dient dit vermeldt te worden in de overdracht en dient het formulier “medicijnen overzicht per kind” te worden ingevuld. Het medicijn toedieningschema en het medicijnoverzicht per kind zijn beide terug te vinden in de communicatie mao. Onderstaande punten zijn belangrijk: -

-

Het geneesmiddel/zelfzorgmiddel dient altijd in de originele verpakking aangeleverd en bewaard te worden. Zet de naam van het kindje op de verpakking van het geneesmiddel/zelfzorgmiddel. Geneesmiddelen/zelfzorgmiddelen die in de koelkast bewaard dienen te worden ook in de koelkast bewaren, de temperatuur van de koelkast dient tussen de 4-7C te zijn. En anders buiten het bereik van kinderen plaatsen. Bewaar de originele bijsluiter van het geneesmiddel/zelfzorgmiddel, werk nooit met een kopie, want bijsluiters worden regelmatig aangepast. Controleer de inhoud. o Als het geneesmiddel wordt verstrekt op doktervoorschrift en er blijkt verschil te bestaan tussen het doktersvoorschrift en de bijsluiter, overleg dan eerst met de betreffende arts of vraag de ouders om een schriftelijke verklaring van de arts over de gewenste toediening, alvorens je het geneesmiddel toedient. Bij twijfel nooit het geneesmiddel toedienen. o Bij zelfzorgmiddelen dient de leidster het zelfzorgmiddel toe te dienen volgens de bijsluiter. Als de ouders een andere wijze van toediening wensen dan de bijsluiter aangeeft, mag het zelfzorgmiddel niet door de leidster worden toegediend. Het geneesmiddel/zelfzorgmiddel mag alleen worden toegediend als hier thuis al mee is gestart. Laat ouders voordoen hoe het geneesmiddel/zelfzorgmiddel het beste gegeven kan worden of pleeg overleg hierover. Leg deze instructie schriftelijk vast, bij bijzonderheden op de overeenkomst gebruik medicijnen. Eventuele wijzigingen, zoals dosering en/of tijdstip vult de leidster in op het toedieningsschema die zich bevindt in de communicatiemap. Zo gauw als de ouder de overeenkomst medicijnen heeft ondertekend, dient de leidster “Het medicijnen toedieningsschema” in te vullen, deze bevindt zich in de communicatiemap. Toepassing Wet BIG (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg o De wet BIG bepaalt of en welke handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg de medewerkers aan kinderen kunnen bieden. Zie hierboven alle richtlijnen waar van aan de hand de medewerkers medicijnen mogen toedienen binnen Kits Oonlie. Daarnaast benadrukken we nog het volgende:  Het is de medewerkers niet toegestaan kinderen medicijnen toe te dienen d.m.v. injecteren (uitzonderingen in overleg met de pedagogisch medewerker/directie)


14



Het is de medewerkers niet toegestaan de kinderen paracetamol of elk ander middel dat koortsverlagend werkt toe te dienen.

Toedienen injectie Medische handelingen als het toedienen van injecties zijn in principe voorbehouden aan bevoegde beroepsbeoefenaars. Voor bepaalde doeleinden kan hiervan worden afgeweken. Het kan hierbij gaan om het toedienen van insuline bij een kind met diabetes of het injecteren van een kind met een Epi-pen bij een allergische reactie. Wanneer er tijdens een intake gesprek wordt aangegeven dat er bijzondere medicatie moet worden toegediend gaat dit te allen tijde in overleg met de directie van Kits Oonlie. Ouders dienen een algemene medicijnovereenkomst te tekenen. In tegenstelling tot de medicijnovereenkomst voor de reguliere medicatie is een overeenkomst voor bijzondere medicatie geldig gedurende de volledige opvangperiode van het betreffende kind. De directie van Kits Oonlie en de ouders/verzorgers van het kind zijn verantwoordelijk dat medewerkers zich bekwaam voelen bij het toedienen van een injectie. Bij acute nood moet iedere medewerker de handeling kunnen verrichten. Ernstige allergische reactie? Handel als volgt: 1. Bij het vermoeden van een ernstige allergische reactie direct 112 bellen leg uit wat er aan de hand is, je krijgt dan een verpleegkundige aan de lijn. 2. Stel samen met de verpleegkundige de diagnose vast. zij geeft dan ook advies hoe te handelen. 3. Indien er sprake is van een allergische reactie en het kind heeft een epi-pen: epi-pen op de ontblote dij van het kind zetten en injecteren, tenzij verpleegkundige iets anders zegt. 4. Volg verdere instructie op van verpleegkundige met betrekking tot de afhandeling van de eerste hulp (bijvoorbeeld kind naar EHBO van ziekenhuis brengen). 5. Ouders en pedagogisch adviseur informeren. 6. Vul een ongevallenformulier in. Over de omgang met voedselallergie en milde vormen van aandoeningen, bijvoorbeeld aan de luchtwegen, worden bij de intake al afspraken gemaakt. Bijvoorbeeld welke voeding mag al dan niet gegeven worden en welke medicatie moet verstrekt worden. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het intakeformulier, het dagritmeformulier en de medicijnovereenkomst. Indien kinderen met diabetes worden opgevangen door Kits Oonlie wordt er in overleg met ouders per kind gekeken wat de handelswijze is bij optreden van een te hoge/te lage bloedsuikerwaarden.


15

Overlijden Binnen de kinderopvang heb je met vele kinderen, ouders en teamleden te maken. Hoe groter Kits Oonlie wordt, hoe groter de kans dat je te maken krijgt met een sterfgeval. Wanneer dit plotseling gebeurt, kan het moeilijk zijn om rustig na te denken wat er allemaal moet gebeuren. Dit protocol is gemaakt om je te ondersteunen in zo’n situatie. Binnen Kits Oonlie kun je te maken krijgen met verschillende gevallen van overlijden:  Het overlijden van een kind in de groep tijdens de opvang;  Het overlijden van een kind van de groep, thuis of in het ziekenhuis;  Het overlijden van een ouder van een kind of ander gezinslid;  Het overlijden van een teamlid Ieder sterfgeval is een op zichzelf staand geval en zal op deze wijze benaderd worden. Belangrijke aspecten binnen rouwverwerking zijn:  Accepteer elkaars verdriet en toon begrip wanneer iemand het moeilijk heeft. Samen verdriet verwerken kan een grote steun zijn.  Niet iedereen toont z’n gevoelens op dezelfde manier. Als iemand niet huilt wil dat niet zeggen dat hij/zij geen verdriet heeft. Ook zo iemand heeft recht op begrip van z’n omgeving. Toon begrip en respecteer ieders gevoelens.  Vertrouw op de directie. Zij zullen aangeven hoe te handelen op het moment en daarna, naar het kind en z’n ouders, naar het personeel in de groep, naar de overige kinderen van de groep, naar de ouders van de desbetreffende groep en naar de overige ouders en kinderen. Maar ook zullen zij denken aan het versturen van condoleance kaarten, het verzorgen van een grafstuk, het aanwezig zijn bij een avondwake, en/of begrafenis, crematie, het plaatsen ven een rouwadvertentie etc. Actiepunten voor de medewerker/leidster:  Licht bij het vernemen van het overlijden van een kind, teamlid, of ouder/verzorger direct de directie in. Ook buiten de openingstijden van de kinderopvang.  Wacht de handelwijze van de directie af en handel niet zonder met de directie overlegd te hebben. Praat met de andere teamleden en de directie, dit kan een steun zijn in het verwerkingsproces.

Hoe te handelen bij vermissing/ weggelopen kind Wanneer treedt het protocol in werking?  Als een kind, waarbij geen verklaring buiten spelen is getekend, van het plein af is en uit het zicht is verdwenen (geldt alleen voor BSO)  Als een kind, waarbij wel een verklaring is getekend, zich niet binnen de afgesproken tijd heeft gemeld (geldt alleen voor BSO)  Zodra een kind gemist wordt (geldt voor KDV en PG) Directe acties  Waarschuw de hoofdleidster.  Overleg met de hoofdleidster de ernst van de situatie.  Laat één van de pedagogisch medewerkers op de groep letten.


16



Neem contact op met de directie of pedagogisch adviseur en overleg wat verder te doen. Bijvoorbeeld: - Één van de pedagogisch medewerkers gaat zoeken - Als het kind langer dan een uur weg is, de politie op de hoogte brengen. - Andere pedagogisch medewerker zoekt op het kindgegevens formulier het nummer van de ouder(s) en / of verzorger(s) op en belt deze.

Acties achteraf Handel de situatie af met de desbetreffende betrokkenen en pedagogisch adviseur.  Ga na hoe het in het vervolg voorkomen kan worden.  Beschrijf het voorval uitgebreid in de overdracht.


17

18

2. Veiligheidsmaatregelen In het eerste hoofdstuk zijn verschillende instructies gegeven voor het handelen in geval van een calamiteit. Dit hoofdstuk bevat instructies die gevolgd moeten worden om calamiteiten te voorkomen dan wel te verkleinen. Onderstaand al een aantal belangrijke aandachtspunten: -

Haakjes op bedden, boxen, hekjes, etc. Stekkers aan het einde van de dag uit het stopcontact Behouden van overzicht op de groep; zorg dat je altijd ergens zit of staat waar je de groep kunt overzien Sluiten van deuren; tussen de brengen haaltijden zijn is de ingang vanaf de buitenkant op slot Zorg dat je weet waar de EHBO spullen liggen.

Koffie en thee -

bewaar de thee en koffie te allen tijde in een thermoskan zorg ervoor dat de koffie/thee buiten bereik van de kinderen staat, zet kopjes altijd hoog weg en drink nooit koffie/thee wanneer je een kind op schoot hebt

Maatregelen ter voorkoming van wiegendood (geldt alleen voor KDV)  Baby’s worden op hun rug te slapen gelegd. Als ouders dit anders willen dienen ze hiervoor een verklaring te ondertekenen waarbij zij aangeven op de hoogte te zijn van de extra risico’s die dit met zich meebrengt.  Kinderen tot anderhalf jaar worden in een trappelzak te slapen gelegd. Er wordt geen gebruik gemaakt van dekbedjes. Het bedje wordt zo kort mogelijk opgemaakt, dat wil zeggen de voetjes zoveel mogelijk bij het voeteneind, het hoofdje en de schoudertjes bloot.  In de ruimten waar de kinderen verblijven wordt niet gerookt. Dit geldt voor zowel de ouders als de pedagogisch medewerkers.  De slaapkamer moet goed te ventileren zijn. 1x daags 20 minuten ventileren. De gewenste temperatuur in de slaapkamer is 18 graden.  Veilige bedjes, geen plastic speelgoed beesten in bed, geen kleine voorwerpen, geen koordjes, bandjes of touwtjes in het bedje. Koordje van de fopspeen mag niet langer zijn dan 10 cm.  Kinderen worden nooit vastgebonden in bed, tenzij daarvoor een verklaring getekend is (Zie Verklaring ouders Buik/zijligging/vastgelegd in de kindgegevens map)  Kinderen worden nooit met een slab om in bed gelegd.  Regelmatig kijken in de slaapkamer, om de 10 a 15 minuten.  Baby’s niet zomaar een tijd laten huilen. Dat levert extra frustratie op, het kind ligt onrustiger en neigt eerder tot woelen en loopt hierdoor een verhoogd risico.

Tillen van kinderen (geldt alleen voor kinderdagverblijf en PG) Tillen vanuit de kinderstoel/triptrap:  ga achter de kinderstoel/triptrap staan  (Ben je wat kleiner of moet je hoog tillen, ga dan schuin achter de kinderstoel staan)

Kwaliteitshandboek Kinderopvang Kits Oonlie Onderdeel Veiligheids- en Versie Paraaf kwaliteitsfunctionaris Hygiënewijzer Veiligheidsmaatregelen VERSIE augustus 2012

19

   Baby’s        

pak het kind onder de oksels met twee handen of sla een arm om het kind heen rond de borst en steun met een hand op de stoel til het kind dichtbij je lichaam uit de kinderstoel op de grond leggen en weer optillen: til het kind dicht bij je lichaam en zak door je knieën ga met je knieën op de grond zitten voor extra steun laat het kind via je knieën naar de grond “glijden” of leg het op de grond, maar blijf zo dicht mogelijk bij je eigen lichaam en buig niet teveel naar voren ga met je knieën op de grond zitten dichtbij het kind pak het kind op (zonder te ver naar voren te buigen) en breng het zo dicht mogelijk bij je lichaam zet 1 been naar voren en steun op dat been om omhoog te komen zet je andere been erbij.

Hoe pak je een kind vast?  pak het kind met twee handen vast onder de oksels (als het nog erg klein is ondersteun je met je handen ook het hoofd)  ondersteun het kind bij de billen en eventueel bij het hoofd tijdens het dragen  NIET: Til een kind nooit aan de handen op! Hierdoor kan er ernstig letsel ontstaan. AANDACHTSPUNTEN BIJ TILLEN  ga recht voor het kind of de last staan  til vanuit je benen en draai door je voeten te verplaatsen  houd je rug gestrekt  til voorzichtig als je het gewicht van de last niet kent  lasten of kinderen >23 kilo worden niet alleen getild, maar met 2 personen of een hulpmiddel  bereid je tilhandeling goed voor  houd het kind of de last zo dicht mogelijk bij je

Commodegebruik (geldt alleen voor kinderdagverblijf ) Commodegebruik Het verschonen en/of verzorgen van een baby en peuter op de commode brengt risico’s met zich mee. Om het risico op ongelukken te verkleinen onderstaand een punten waar je op moet letten tijdens het verschonen/verzorgen van kinderen op de commode. -

loop NOOIT weg bij de commode zorg dat je tegen de commode aan staat, zodat het kind er niet tussen kan vallen/glijden zodra je je ogen afwendt van het kind, houdt je het kind met één hand vast laat je NOOIT afleiden

LET OP: houd de alcohol (oplossing) altijd buiten bereik van de kinderen. Bewaar dit nooit op de commode.


20

Naast het valrisico zijn er ook risico’s vanwege het mogelijk contact met ontlasting/bacteriën. Er bestaat een aanzienlijke kans dat het kind, medewerker en de omgeving besmet raken met bacteriën, daarom is het belangrijk dat onderstaand in acht wordt genomen: -

verschoon kinderen op een aankleedkussen controleer het aankleedkussen altijd op zichtbaar vuil vervang het aankleedkussen als het beschadigd is zorg dat de bekleding van het aankleedkussen te reinigen is gooi luiers direct weg in een gesloten afvalemmer of luieremmer

Voor het reinigen van het aankleedkussen, gelden de volgende regels: -

maak het aankleedkussen na elke verschoning schoon met allesreiniger verdunt met water, wanneer er bloed vrijkomt, maak je alles schoon met een alcoholoplossing droog het aankleedkussen af met een wegwerpdoekje/tissue reinig het aankleedkussen nooit met billendoekjes, dit laat een vette laag achter wat een broedplaats kan zijn voor bacteriën.

Knutselen Op elke vestiging zijn er voldoende en verschillende knutselmaterialen aanwezig om activiteiten met de kinderen te ondernemen. Op het kinderdagverblijf zijn kinderen met verschillende leeftijden en hiermee samenhangend verschillende ontwikkelingsniveaus. De activiteiten worden hierop afgestemd (voor de peuters zijn er ook Puk activiteiten). -

Tijdens een activiteit is er altijd begeleiding van een medewerker. Let goed op met scharen, lijm en verf (kinderen kunnen zich hieraan bezeren of verwonden) Restjes kunnen hergebruikt worden tijdens andere knutselactiviteiten Na een activiteit moeten alle materialen weer netjes en schoon worden opgeborgen

Alle vestiging hebben een budget voor knutselmaterialen. Één van de medewerkers van de vestigingen is verantwoordelijk voor het in de gaten houden van het budget en het bestellen van de materialen.

Busgebruik Met name de BSO’s maken gebruik van de bussen, maar af en toe maken ook de andere vestigingen een uitstapje met de bus. Voordat er met een bus gereden wordt is het van belang dat onderstaand is gecontroleerd: -

bandenspanning; olie; brandstof; koelvloeistof; ruitenvloeistof;


21

-

gevarendriehoek, EHBOkoffer en noodhamer aanwezig? werken alle gordels en sluitingen?

Wanneer alles in orde is, kan er met kinderen worden gereden. Zet de kinderen in een autostoeltje of verhoging (afhankelijk van de lengte). Kinderen die zelf hun gordel om kunnen doen, moeten WEL worden gecontroleerd. Het is van belang om voor vertrek de volgende aspecten te controleren: -

of alle kinderen goed vastzitten alle kinderen die mee moeten ook daadwerkelijk in de bus zitten (maak vooraf een planning en zorg dat een medewerker zowel op heen- als terugreis dezelfde kinderen vervoerd.

Buiten spelen Als er besloten wordt om met de kinderen naar buiten te gaan, zal één van de medewerkers van de groep, de speelplaats nalopen op zwerfvuil. -

liggen er geen takjes of (scherp) zwerfvuil op de speelplaats kijk ook de zandbak na (ontlasting van dieren) Laan van Muijs/Alkmaar; ligt er op de weg naar de speelplaats geen zwerfvuil

Als de buitenspeelplaats is gecontroleerd en eventueel zwerfvuil is verwijderd, kunnen de kinderen naar buiten. In verband met het naar buiten/binnen gaan aan de “slang” is er een aanvulling, deze aanvulling is opgenomen als bijlage. Zandbak Wanneer de zandbak is gebruikt tijdens het buitenspelen is het belangrijk dat het bijbehorende net wordt strakgetrokken en goed wordt bevestigd (het net zorgt ervoor dat er geen dieren in de zandbak kunnen komen, hierdoor kunnen er geen uitwerpselen van honden en/of katten in de bak terecht komen). Het zand wordt één keer in de twee jaar ververst. Een overzicht hiervan wordt bijgehouden op de centrale administratie.

Uitjes en/of wandelen Voor de kinderen is het erg leuk om af en toe op stap te gaan. Voor de kinderdagverblijven en de peutergroep zal dit veelal een wandeling zijn met kinderwagen en/of bolderwagen. De BSO’s zullen met name tijdens de schoolvakanties er op uit trekken. Geef altijd een de pedagogisch werkbegeleider door als je weggaat en ook wanneer je weer terugbent. Onderstaand een paar belangrijke punten waar aandacht aan besteed moet worden: -

Bepaal vooraf wie het gehele uitje welke kinderen heeft, verander dit gedurende de dag niet, zodat de kinderen weten bij wie ze terecht kunnen (geldt voor BSO);


22

-

Zorg ervoor dat de medewerkers herkenbaar zijn (hesje of T-shirt aan); Doe de kinderen van de BSO een bandje om met het telefoonnummer van de medewerker die gekoppeld is aan het kind die dag; Geef de kinderen een ‘maatje’ voor de dag (geldt voor BSO) Blijf de kinderen tellen; Neem drinken en eventueel eten mee; Neem de kindkaarten mee; Neem de EHBO spullen mee; Neem de brandlijst mee; Neem eventueel droge kleren mee; Laat op de deur een briefje achter dat je op pad bent (met telefoonnummer waarop jullie te bereiken zijn). Als er 1 pedagogisch medewerker om wat voor reden dan ook even kort weg moet zorg er dan voor dat alle kinderen verzameld worden en in het zicht staan van de andere pedagogisch medewerker.

Warme dagen, buiten en binnen Warme dagen (buiten) De kinderen spelen in de zomer veel buiten. Ter voorkoming van verbranding en/of zonnesteek hanteert Kits Oonlie preventieve maatregelen. Wanneer er buiten wordt gedronken wordt water gebruikt in plaats van sap in verband met insecten/ongedierte. Aandachtspunten bij warm weer: - probeer te voorkomen dat de baby’s en/of peuters rechtstreeks aan het zonlicht worden blootgesteld. Zorg ervoor dat ze altijd schaduw hebben. Zorg ervoor dat de kinderen een T-shirt dragen, ook als ze met water spelen (eventueel de kinderen een pet opzetten als het kind dit mee heeft) - smeer de kinderen goed in met minimaal een zonnebrandcrème met factor 25 - mocht er met water worden gespeeld, zorg er dan voor dat er een waterbestendige zonnebrandcrème wordt gebruikt. - Wees op je hoede met wind, de wind koelt de huid af, zodat je niet altijd beseft hoe sterk het zonlicht is Symptomen bij verbranding en/of zonnesteek - Lichte verbranding: veroorzaakt een roze huiduitslag die een onaangenaam gevoel geeft bij aanraking van de huid - Ernstige zonnesteek: de huid wordt rood en is zeer gevoelig bij aanraking van de huid. De huid zwelt, vertoont blaren en wordt nattend. Een ernstige zonnesteek kan gepaard gaan met een ziektegevoel, draainissen en/of bewustzijnverlies. (kinderen met een bleke huid en veel sproeten, roodharige kinderen en kinderen met veel geboortevlekken zijn gevoelig voor zonnesteken. Houd deze kinderen extra goed in de gaten) Mocht het onverhoopt toch voorkomen dat een kindje is verbrand of een zonnesteek heeft opgelopen, volg de handelingen zoals aangegeven in de RIVM- map.


23

Verbranding - gebruik voor het kind een hydraterende crème (om het opgelopen vochtverlies bij te vullen) - om de jeuk te verzachten kan men het kind in bad plaatsen in lauw water, voeg aan het water een huidversoepelende lotion toe om de jeuk te verzachten en de huid weer wat soepeler te maken Zonnesteek - plaats het kind onder een lauwe douche - rol het kind daarna in een handdoek die in koud water is gedrenkt - smeer het kind in met after sun - geef het kind veel te drinken (in verband met het vochtverlies) Wanneer moet er een dokter worden geraadpleegd? Als de huid van het kind zodanig is verbrand dat zich blaren ontwikkelen, als geboortevlekken van kleur, grootte of vorm veranderen of als de kinderen ongewone huiduitslag ontwikkelen als ze in de zon hebben gezeten. Start het instructie huisarts van deze wijzer. Wanneer het erg mooi weer is, wordt er vaak gebruik gemaakt van het zwembadje. Vertel de medewerker dat we zwemluiers gebruiken omdat door ontlasting van kinderen in het zwembadje andere kinderen in contact kunnen komen met ziektekiemen. -

alleen kinderen die niet of nog niet helemaal zindelijk zijn moeten een zwemluier dragen de zwemluier wordt alleen gebruikt voor kinderen die daadwerkelijk in het zwembadje gaan

Warme dagen binnen Als het buitentemperatuur boven de 28 ˚C komt kan er warmte-uitputting optreden, dit kan ontstaan door vochtverlies, zoutverlies of beide tegelijk. Kinderen vormen hierbij zowel lichamelijk als gedragsmatig oogpunt een risicogroep. Daarom is het wenselijk de volgende maatregelen te treffen als de weersvoorspellingen aangeven dat de temperatuur 28 ˚C over hoger wordt. -

doe overdag zo min mogelijk verlichting aan doe de zonneschermen bij binnenkomst naar beneden zet alle ventilatieroosters open maak sanitaire ruimtes op de dag extra schoon zorg voor dwars ventilatie geef extra vocht (niet te koud) aan kinderen en medewerkers en voorkom dorstgevoel plan geen intensieve bewegingsactiviteiten


24

3. Hygiëne Kits Oonlie maakt gebruik van de door het RIVM opgestelde boek voor Hygiëne en Veiligheid. Dit hoofdstuk zal daarom vooral verwijzingen hebben naar dit boek. Er zijn natuurlijk wel een aantal instructies die vooral voor Kits Oonlie gelden. In dit hoofdstuk komt in het kort naar voren hoe Kits Oonlie omgaat met schoonmaken en andere hygiëne-instructies. Twee keer per jaar voeren de kwaliteitsmedewerkers een hygiëne check uit op alle vestigingen.

Schoonmaakschema De medewerkers van Kits Oonlie maken zelf schoon. Onderstaand een voorbeeld schema. Er kan hiervan af worden geweken zolang de frequentie maar niet veranderd. In de RIVM map staan ook mooie checklists die gebruikt kunnen worden. Dagen Maandag

Dinsdag

Woensdag Donderdag

Vrijdag Dagelijks

Taken babygroep Bedjes 1x per maand de bakjes/mandjes Plinten, planken, kasten, box, deuren, raam/deurkozijnen en klein speelgoed Zeiltjes bedjes, commodes Hoesjes dekens, 1x per maand de dekens, grote speelgoed, keuken Meubels Temperatuur koelkast babygroep

Taken peutergroep Bedjes 1x per maand de bakjes/mandjes Plinten, planken, kasten, deuren, raam/deurkozijnen en klein speelgoed Zeiltjes bedjes, commode, dekentjes Meubels, (keuken PCC)

Gezamenlijke taken Dweilen

Speelgoed, alle bakken, klimkussen Temperatuur koelkast (PCC)

Dweilen

Dweilen

Gang stofzuigen Groep stofzuigen Dweilen Toiletten schoonmaken Bedjes verschonen Na elk tafelmoment de tafels schoonmaken en de afwas in de


25

vaatwasser Na elke verschoning het verschoonkussen schoonmaken. Voor het verschonen van de bedjes, hanteert Kits Oonlie de volgende werkwijze: -

op de bedjes in de slaapkamer hangt een schema met welk kindje, waar en wanneer slaapt aan het einde van de dag worden de bedjes opgemaakt voor de volgende dag het hoeslakentje en hoofddoekje worden bewaard in de wasmand, met daarop een knijper met de naam van het kind kinderen die één dag in de week komen, daarvan wordt het beddengoed 1x per maand gewassen voor kinderen die twee dagen of meer komen, gaat het beddengoed in de was na de laatste dag van de week waarop het kindje geweest is.

Alle overige hygiëne instructies die gevold dienen te worden, zijn beschreven in RIVMmap. Jaarlijks wordt de update verstuurd naar de vestigingen, zodat er altijd gewerkt wordt met de meest actuele instructie


26

Bijlagen veiligheids- en hygiëne wijzer

Kwaliteitshandboek Kinderopvang Kits Oonlie Onderdeel Veiligheids- en Versie Paraaf kwaliteitsfunctionaris Hygiënewijzer Bijlagen 16-08-2011

27

28

Huisartsenoverzicht Voor Alkmaar: Huisartsen gezondheidscentrum Daalmeer Alkmaar J.Naberstraat 45 1827 LB Alkmaar 072-5621333 www.huisartsendaalmeer.nl Het telefoonnummer voor spoedgevallen is 072-5620709 overdag en 072-5180618 buiten kantooruren

Voor Heiloo: Huisartsen Hoog en Laag Hoog en Laag 38 1852 AX Heiloo 072-5330066 www.huisartsenhoogenlaag.praktijkinfo.nl spoednummer: 072-5331526 In principe gaan de kinderen die in Heiloo wonen naar de eigen huisarts of diens waarnemer, is er hulp nodig voor een kind dat woonachtig is buiten Heiloo, dan kunnen jullie naar ons komen. Wel is het zo dat het kind dan als gast beschouwd wordt en er een consult afgerekend moet worden: 29,30 euro, jullie krijgen dan een rekening mee die door de ouders weer ingediend kan worden bij de zorgverzekeraar. Voor Limmen: De Limmer Huisartsen Kerkweg 16 1906 AW Limmen 072-5051272 www.delimmerhuisartsen.nl Spoednummer (tijdens kantooruren): 072-5051552 Spoednummer (buiten kantooruren): 072-5180618 (huisartsenpost Alkmaar)

Kwaliteitshandboek Kinderopvang Kits Oonlie Onderdeel Veiligheids- en Versie Paraaf kwaliteitsfunctionaris Hygiënewijzer Bijlagen 16-08-2011 Huisartsenoverzicht

29

30

Aanvulling buitenspelen Kinderdagverblijf Laan van Muijs Kinderen naar buiten brengen - op de groep worden de jassen en schoenen aangetrokken ( kinderen die het zelf doen even controleren - als alle jassen en schoenen aan zijn gaan de kinderen aan de slang. De kinderen worden dan geteld. Als alle kinderen een lusje vasthebben brengen minimaal twee medewerkers de kinderen naar buiten. Één van de medewerkers houdt de deur open, terwijl de andere achteruit voor de groep uitloopt. De medewerker die de deur openhield loopt achter de groep aan. - De voorste medewerker doet de deur van het slot - De kinderen gaan één voor één naar buiten, op dit moment worden de kinderen nogmaals geteld - Ten minste één van de medewerkers blijft buiten bij de kinderen. De tweede leidster is telefonisch bereikbaar. Kinderen naar binnen brengen - de medewerker die buiten is belt om aan te geven dat ze naar binnen willen - aula en keuken worden gecontroleerd door de medewerker die binnen is gebleven - de kinderen gaan aan de slang voor de deur staan - de schoenveter (en sjaals) worden gecontroleerd - de kinderen worden geteld - de medewerker opent, na controle van aula en keuken, de deur - de kinderen gaan aan de slang naar binnen, één medewerker loopt achteruit voor de groep en één medewerker achter de groep (zorg dat de kinderen rustig om de tafels en stoelen heenlopen) - de kinderen doen in de gang zelf hun jas (en schoenen) uit (eventueel worden ze geholpen) Kinderdagverblijf Alkmaar (Kees Boekestraat) Kinderen naar buiten brengen - op de groep worden de jassen en schoenen aangetrokken ( kinderen die het zelf doen even controleren - als alle jassen en schoenen aan zijn gaan de kinderen aan de slang. De kinderen worden dan geteld. Als alle kinderen een lusje vasthebben brengen minimaal twee medewerkers de kinderen naar buiten. Één van de medewerkers houdt de deur open, terwijl de andere achteruit voor de groep uitloopt. De medewerker die de deur openhield loopt achter de groep aan. - Kinderen lopen tot de trap en gaan boven aan de trap zitten. De eerste medewerker brengt de slang naar beneden. De tweede medewerker blijft bij de kinderen. - De eerste medewerker komt terug bij de kinderen en loopt achterstevoren van de eerste trap. De kinderen gaan zelfstandig achter de medewerker aan, van klein naar groot en lopen aan de kant van de trapleuning. - De kinderen gaan op het middenstuk weer zitten tot alle kinderen de eerste trap af zijn (kinderen die niet kunnen lopen, worden getild door de tweede medewerker). Vervolgens gaan ze de tweede trap op dezelfde manier af.

Kwaliteitshandboek Kinderopvang Kits Oonlie Onderdeel Veiligheids- en Versie Paraaf kwaliteitsfunctionaris Hygiënewijzer Bijlagen Augustus 2012 Aanvulling Buiten spelen

31

-

Beneden gaan de kinderen weer zitten tot alle kinderen ook de tweede trap af zijn. Vervolgens pakken alle kinderen de slang weer vast en lopen naar de buitendeur (door de gang naar de klimhal, door de klimhal naar de buitendeur) Kinderen gaan aan de slang naar buiten door de hekken en gaan dan pas van de slang af, op dit moment worden de kinderen nogmaals geteld Ten minste één van de medewerkers blijft buiten bij de kinderen. De tweede leidster is telefonisch bereikbaar.

Kinderen naar binnen brengen - de medewerker die buiten is belt om aan te geven dat ze naar binnen willen, de gang en het trapgat worden gecontroleerd door de medewerker die binnen is gebleven - de kinderen gaan aan de slang, de schoenveters (en sjaals) worden gecontroleerd en de kinderen worden geteld. Aan de slang gaan de kinderen naar de buitendeur. - de medewerker die binnen is opent de deur. De kinderen gaan aan de slang naar de trap ( één van de medewerkers loopt achteruit voor de groep en de andere medewerker loopt achter de groep. - Bij de trap gaan de kinderen zitten. De kinderen gaan op dezelfde manier naar boven, zoals ze ook naar beneden zijn gegaan. Ze gaan dus weer op het tussenstuk zitten tot alle kinderen de eerste trap op zijn, etc. Als ze de tweede trap ook op zijn gaan de kinderen tegen de muur zitten tot ze allemaal boven zijn. De voorste medewerker opent de deur van Kits Oonlie en laat alle kinderen één voor één naar binnen gaan. Op dit moment worden de kinderen nogmaals geteld. - de kinderen doen in de gang zelf hun jas (en schoenen) uit (eventueel worden ze geholpen) Kinderdagverblijf Plan

-

Op de groep worden de jassen en schoenen aangetrokken (kinderen die het zelf doen even controleren) De kinderen gaan aan de slang naar buiten via de hoofduitgang. Met mooi weer wordt er vaak langer buiten gespeeld of buiten afgesloten. Een leidster gaat de kinderen rond 4 uur 1 voor 1 verschonen en dat mag via de nooddeur. De leidster roept het kind onder aan het trapje bij nooddeur. Het hekje onder aan de trap blijft te allen tijde gesloten zodat de kinderen niet zelf de trap op en af kunnen. Samen lopen ze het trapje weer op naar boven/ binnen en ook samen weer naar beneden zodat het kind veilig weer op de speelplaats staat.

Kwaliteitshandboek Kinderopvang Kits Oonlie Onderdeel Veiligheids- en Versie Paraaf kwaliteitsfunctionaris Hygiënewijzer Bijlagen Augustus 2012 Aanvulling Buiten spelen

Inhoudsopgave Veiligheids- en Hygiënewijzer

Recommend Documents