1% c_SJ
gemeente «yVÖ Heemskerk
(ONTWERP) BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING (uitgebreide procedure) Burgemeester en Wethouders van Heemskerk hebben op 8 december 2010 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het bouwen van een supermarkt, winkels en woningen op perceel Beethovenstraat te Heemskerk. De aanvraag is geregistreerd onder de volgende nummers: Squit XO : OM-2010-0070 Decos : ZO/2010/0057 Burgemeester en wethouders besluiten, gelet op artikel 2.1, 2.2 en 2.10 t/m 2.22 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning te verlenen. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend voor de volgende activiteiten: - het slopen van een bouwwerk; - bouwen van een bouwwerk; - het afwijken van het bestemmingsplan; - het maken of veranderen van een uitweg; Procedure Wij hebben dit besluit voorbereid volgens de procedure van paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Wij hebben de aanvraag voor: het bouwen van een bouwwerk beoordeeld aan de criteria in artikel 2.10 Wabo; het slopen van een bouwwerk beoordeeld aan de criteria genoemd in artikel 2.18 Wabo juncto hoofdstuk 8 van de bouwverordening; het veranderen, maken of aanleggen van een uitweg beoordeeld aan de criteria genoemd in artikel 2.18 Wabo; het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, regels gesteld door Rijk of Provincie of een voorbereidingsbesluit beoordeeld aan de criteria genoemd in artikel 2.12 Wabo; Daarnaast hebben wij de aanvraag getoetst aan het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriele regeling omgevingsrecht. Uw aanvraag voldoet aan de van toepassing zijnde voorschriften en daarom verlenen wij u de gevraagde omgevingsvergunning. Overige bijgevoegde documenten De volgende documenten worden meegezonden met het besluit en zijn als gewaarmerkte stukken bijgevoegd:
,
q cj$i J&f C Moomcl/ofl/
gemeente ^ J H e e m S k e r k mk^m^^
Bekend onder de nummers: Squit XO: OM-2010-0070 Decos .
zo/2010/0057
Pagina 2 van 16
Belanghebbenden die tegen het voornemen hiertoe een zienswijze hebben ingediend of belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen zienswijze te hebben ingediend kunnen, indien zij het niet eens zijn met deze beslissing, binnen zes weken na de datum van verzending ervan beroep instellen bij de rechtbank Haarlem, Sector Bestuursrecht, Postbus 1621, 2003 BR Haarlem of digitaal via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Degene die beroep heeft ingediend kan, indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist, tevens een voorlopige voorziening vragen bij de Voorzieningenrechter, Postbus 1621, 2003 BR Haarlem. Vastgestelde bouwkosten: € 9.850.000,Heemskerk, 22 maart 2011 Hoogachtend, namens burgemeester en wethouders van Heemskerk,
A. Hobby Medewerker bureau vergunning en handhaving
q C_Ï,-J . «&rCUaomclai*b
gemeente ^ U H e e m S k e r k 4_)_W^^
Bekend onder de nummers: Squit XO : OM-2010-0070 Decos .
zo/2010/0057
Pagina 3 van 16
Inhoudsopgave De volgende onderdelen horen bij en maken deel uit van de omgevingsvergunning, verleend op 22 maart 2011 voor het project bouwen van een supermarkt, winkels en woningen op het perceel kadastraal bekend Heemskerk Kadastraal, sectie D nummer 9324, plaatselijk bekend Beethovenstraat in Heemskerk. • •
Procedureel blz. 4 Onderdeel:
- het slopen van een bouwwerk blz. 10; - bouwen van een bouwwerk blz. 7; - het afwijken van het bestemmingsplan blz. 13; - het maken of veranderen van een uitweg blz. 14;
q _st
gerente ^Heemskerk ))__ X
Bekend onder de nummers:
r
ï
ï
S
Pagina 4 van 16
Procedureel Gegevens aanvrager Op 8 december 2010, hebben wij een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen. Het betreft een verzoek van: Green Development B.V, Postbus 371, 2400 AJ te ALPHEN AAN DEN RIJN. Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: - bouwen van een supermarkt, winkels en woningen Gelet op bovenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor de volgende in de Wabo omschreven omgevingsaspecten: - het slopen van een bouwwerk; - bouwen van een bouwwerk; - het afwijken van het bestemmingsplan; - het maken of veranderen van een uitweg; Bevoegd gezag Gelet op bovenstaande projectbeschrijving, alsmede op het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de daarbij horende bijlage zijn wij het bevoegd gezag om de integrale omgevingsvergunning te verlenen. Daarbij zijn wij er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in ons besluit alle relevante aspecten aan de orde komen met betrekking tot de fysieke leefomgeving, zoals ruimte, milieu, natuur en aspecten met betrekking tot bouwen, monumenten en brandveiligheid. Verder dienen wij ervoor zorg te dragen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd. Ontvankelijkheid Artikel 2.8 van de Wabo biedt de grondslag voor een geharmoniseerde regeling van de indieningsvereisten. Dit betreft de gegevens en bescheiden die bij een aanvraag om een omgevingsvergunning moeten worden gesteld om tot een ontvankelijke aanvraag te komen. De regeling is uitgewerkt in paragraaf 4.2 van het Bor, met een nadere uitwerking in de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor). Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze aan de hand van de Mor getoetst op ontvankelijkheid. Daarbij is gebleken dat een aantal gegevens ontbrak. De aanvrager is middels de brief van 02-03-2011 in de gelegenheid gesteld om aanvullende gegevens te leveren. We hebben de aanvullende gegevens ontvangen op 04-04-2011. Hierdoor is de wettelijke procedure verlengd met 33 dagen. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag alsmede de latere aanvulling daarop voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook ontvankelijk en in behandeling genomen. Termijnen De behandeling van aanvraag vindt plaats op basis van de uitgebreide omgevingsvergunning procedure, conform paragraaf 3.3. van de Wabo, met een standaard termijn van 26 weken welke volgt uit afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Deze termijn is opgeschort met 33 dagen waarbinnen gewacht is op aanvullende gegevens.
nnmnn nt n
q c-b'r e * f C Hoomcl/o»"l/
gemeente ^ J H e e m S k e r k Ak^m^^
Bekend onder de nummers: Squit XO : OM-2010-0070 Decos ,
zo/2010/0057
Pagina 5 van 16
Ter inzage legging Vanaf 7 april 2011 tot en met 18 mei 2011 heeft een ontwerp van de deze beschikking ter inzage gelegen en zijn belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om zienswijzen naar voren te brengen. Van deze gelegenheid is [wel / geen] gebruik gemaakt. Samengevat betreft het de volgende zienswijze(n): [samenvatting zienswijzen]. Over deze zienswijzen merken wij het volgende op: [reactie op zienswijze(n)]. Op grond van artikel 2.27 Wabo wijst het Bor of een bijzondere wet categorieën van gevallen aanwijzen aan waarvoor geldt dat een omgevingsvergunning niet wordt verleend dan nadat een daarbij aangewezen bestuursorgaan heeft verklaard dat het daartegen geen bedenkingen heeft. Omdat het hier een geval betreft als vermeld in artikel 6.5 van het Besluit omgevingsrecht, wordt de omgevingsvergunning niet verleend dan nadat het daarbij aangewezen bestuursorgaan heeft verklaard dat het daartegen geen bedenkingen heeft. In dit kader hebben wij onverwijld na ontvangst van de aanvraag een exemplaar daarvan toegezonden aan de gemeenteraad. Op 31 maart 2011 hebben wij van de gemeenteraad van Heemskerk een (ontwerp) verklaring ontvangen waaruit blijkt dat er, gelet op het belang van een goede ruimtelijke ordening, geen bedenkingen zijn tegen het verlenen van de gevraagde vergunning. Gelet hierop is de verklaring van geen bedenkingen van rechtswege gegeven zonder dat daarbij is bepaald dat voorschriften aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden. Daarnaast hebben wij geen gebruik gemaakt van artikel 3.9 Wabo, op grond waarvan wij bevoegd zijn de aanvraag met maximaal zes weken te verlengen. De uiterlijke behandeltermijn eindigt derhalve op 11 juli 2011.
namnnn)n
q _sj j£\f V Uaomclforlr
gemeente « ^ J H e e i T I S k e r k £ ^ ^ ^
Bekend onder de nummers: Squit XO : OM-2010-0070 Decos.
zo/2010/0057
Pagina 6 van 16
Onderdeel: Het bouwen van een bouwwerk
Voorschriften Aan de omgevingsvergunning zijn de volgende voorschriften verbonden: -
-
-
-
-
Het bouwen moet geschieden overeenkomstig de bepalingen van het Bouwbesluit en de Bouwverordening van de gemeente Heemskerk en de krachtens deze verordening gestelde nadere regels Plaatsbepaling en hoogteligging van het bouwwerk dienen, voor zover nodig in overleg met bouwen woningtoezicht te worden vastgelegd. In het belang van de bouwinspectie is het noodzakelijk dat de start van de bouwwerkzaamheden ten minste vijf dagen voor de aanvang gemeld wordt via bijgevoegd kaartje of www. heemskerk, nl/bouwmelding. Bij de uitvoering van het bouwwerk dienen de eventueel op de tekening(en) door bouw- en woningtoezicht aangegeven correcties en/of aanwijzingen in acht te worden genomen. Ter beoordeling van onder andere de: Funderingen; Betonconstructies; Staalconstructies; Vloer-, wand- en dakconstructies; Stabiliteit; moeten nadere tekeningen en berekeningen in tweevoud aan bouw- en woningtoezicht worden overgelegd. Constructietekeningen en berekeningen van bouwonderdelen die gefaseerd worden uitgevoerd, mogen gefaseerd worden ingediend. Constructietekeningen en berekeningen van het desbetreffende bouwonderdeel dienen minimaal 3 weken voor aanvang van de werkzaamheden te worden ingediend. Alvorens mag worden begonnen met de bouw van het bouwonderdeel dienen de constructietekeningen en berekeningen te zijn gecontroleerd, goedgekeurd en gewaarmerkt door bouw- en woning toezicht van de gemeente Heemskerk. Eventuele op die tekeningen/berekeningen aangegeven correcties en/of wijzigingen moeten worden verwerkt, waarna de tekeningen/berekeningen opnieuw ter goedkeuring moeten worden overlegd.
Aanvullende voorschriften: Het Programma van Eisen voor de sprinkler-, ontruimings- en brandmeldinstallatie, alsmede de droge blusleiding wordt nog ter goedkeuring aan de brandweer Kennemerland voorgelegd voor de aanvang van werkzaamheden aan deze installaties. Installaties, welke doorgemeld worden naar het Meldkamer- .Informatie- en Coördinatiecentrum Kennemerland moeten zijn gecertificeerd, alvorens deze worden aangesloten.
q _S(
^ Heemskerk J\__
Bekend onder de nummers: k-y-y:
ZCX-\XX7 Pagina 7 van 16
Overwegingen Aan het besluit liggen de volgende inhoudelijke overwegingen ten grondslag: Ingevolge artikel 2.10 Wabo dient de aanvraag om omgevingsvergunning te worden geweigerd indien een van de in dit wetartikel genoemde weigeringsgronden zich voordoet. Deze weigeringsgronden zijn: a. het bouwwerk voldoet niet aan de voorschriften van het Bouwbesluit; b. het bouwwerk voldoet niet aan de voorschriften van de Bouwverordening; c. het bouwwerk is in strijd met de voorschriften van het bestemmingsplan, de beheersverordening, het exploitatieplan of algemene regels van het rijk of de provincie, als bedoeld in artikel 4.1, derde lid en 4.3, derde lid, Wro; d. het bouwwerk voldoet niet aan redelijke eisen van welstand; e. het advies van de commissie voor tunnelveiligheid als bedoeld in artikel 6, derde lid, onder b, Wet aanvullende regels veiligheid en wegtunnels daartoe aanleiding geeft. Bouwbesluit Wij hebben uw bouwplan getoetst aan het Bouwbesluit. Wij hebben geoordeeld dat de aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens aannemelijk maken dat het bouwen waarop de aanvraag betrekking heeft aan het Bouwbesluit voldoet. Bouwverordening Wij hebben uw bouwplan getoetst aan de Bouwverordening gemeente Heemskerk. Wij hebben geoordeeld dat de aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens aannemelijk maken dat het bouwen waarop de aanvraag betrekking heeft aan deze Bouwverordening voldoet. Bestemmingsplan Onderhavig bouwwerk is gelegen binnen het bestemmingsplan gedeeltelijk Heemskerk Dorp, Heemskerk Dorp 5e wijz. 1965 en Heemskerk Centrum. Het project is in strijd met de geldende bestemmingen en voorschriften omdat geen rekening is gehouden met de ontwikkeling van een supermarkt en appartementen. Op grond van artikel 2.10 lid 2 hebben wij de aanvraag omgevingsvergunning tevens aangemerkt als een aanvraag voor een planologisch strijdig gebruik als bedoelt in artikel 2.1 eerste lid onderdeel c van de Wabo en wordt de vergunning slechts geweigerd indien vergunningverlening met toepassing van artikel 2.12 niet mogelijk is. Zie verder het onderdeel afwijken bestemmingsplan. Welstandscriteria De Stichting Welstandszorg Noord-Holland, commissie Kennemerland, heeftop 31 januari 2011 een positief advies afgegeven over het bouwplan. Wij zien geen reden van dit advies af te wijken. Het bouwplan voldoet op grond van het advies aan redelijke eisen van welstand zoals bedoeld in artikel 12, lid 1 van de Woningwet; Tunnelveiligheid Het opvragen van een advies aan de commissie tunnelveiligheid is voor deze aanvraag niet aan de orde.
q cSt
Bekend onder de nummers:
gemeente e^f V Haamelf ark
^mieemskerk
s
q u i t x o : OM-2010-0070
£__m^^
Decos.
zo/2010/0057
Pagina 8 van 16
Conclusie Gelet op het voorgaande zijn er ten aanzien van deze activiteit geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren.
Toetsingsdocumenten De volgende toetsingsdocumenten zijn bij de inhoudelijke beoordeling betrokken.
Onderdeel: Het slopen van een bouwwerk
Voorschriften Aan de omgevingsvergunning zijn de volgende voorschriften verbonden: • •
De aanvang van de sloopwerkzaamheden dient ten minste twee dagen van te voren te worden gemeld aan Bouw - en Woningtoezicht. Alvorens met de sloopwerkzaamheden mag worden begonnen dient de aanvrager bij de afd. planontwikkeling en bouwtoezicht van de gemeente een plan in te dienen waarin is aangegeven; - a. de veiligheid tijdens het slopen, onder andere de afsluiting van - b. het terrein, de wijze van slopen, de afvoer van sloopafval -c. eventueel gescheiden in een chemische en in een niet -d. chemische fractie en de te volgen (afvoer) route, overleg -e. met politie.
-f. de bescherming van nabijgelegen bouwwerken. De aanvrager dient alvorens met slopen wordt begonnen, contact op te nemen met de nutsbedrijven en eventuele gemeentelijke instanties in verband met de mogelijke aanwezigheid van elektra- gas- water- riolerings en andere leidingen. Een eventuele in de grond aanwezige olietank dient bij de gemeentelijke milieuafdeling te worden aangemeld. Voor het verwijderen van een olietank worden afzonderlijke eisen gesteld. Het scheiden en gescheiden afvoeren van het sloopafval dient te geschieden naar een daartoe bestemde bewerkingsinrichting of verwerkingsinrichting die over een vergunning beschikt ingevolge de Wet milieubeheer, ten minste inhoudende een scheiding in een chemische fraktie en in een niet chemische fractie. Indien asbesthoudende materialen tijdens de sloop worden aangetroffen dienen deze onder nader te stellen eisen te worden verwijderd. De houder van de sloopvergunning moet een afschrift van de sloopvergunning ter hand stellen aan het gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf, dat het slopen krachtens aanneming van werk zal uitvoeren. De houder van de sloopvergunning moet, indien het verwijderen van asbesthoudende materialen waarop de vergunning betrekking heeft krachtens aanneming van werk zal worden uitgevoerd, de aanvang van het verwijderen van asbesthoudende materialen, vóórdat met de werkzaamheden wordt begonnen, melden aan het districtshoofd van de
q ci'r
nQmQOn»0e*5rV H a a m e l f a r k gemeente « J ^ J J i e e m S K e r K 4___m^^
-
-
Bekend onder de nummers:
Squitxo:OM-20i0-0070 D e c o s . zo/2010/0057
Pagina 9 van 16
Arbeidsinspectie, regio Noordwest in Amsterdam. De houder van de sloopvergunning moet daarbij tevens meedelen welk bedrijf de werkzaamheden uitvoert en het tijdstip waarop met de werkzaamheden wordt begonnen. Indien sloopactiviteiten ter plaatse van de niet toegankelijke ruimten gaan plaatsvinden, dient een nader onderzoek voorafgaande aan de sloop uitgevoerd te worden naar de aanwezigheid van asbest (asbestinventarisatie type B). Indien sloopactiviteiten ter plaatse van de niet geïnventariseerde ruimten gaan plaatsvinden, dient een nader onderzoek voorafgaande aan de sloop uitgevoerd te worden naar de aanwezigheid van asbest (asbestinventarisatie type A).
-
Voor zover redelijkerwijs uitvoerbaar moet eerst de in een bouwwerk aanwezige asbesthoudend materialen worden verwijderd, voordat het bouwwerk wordt gesloopt. Bij het verwijderen van asbesthoudende materialen moeten de best bestaande technieken worden toegepast om verontreiniging van het milieu met asbest te voorkomen. Hierbij moet worden gedacht aan: a. voor het verwijderen nat maken van het asbesthoudend materiaal; b. voor het verwijderen aanbrengen van een fixeermiddel op het asbesthoudend materiaal; c. voor het verwijderen inpakken van het asbesthoudend materiaal in plastic; d. het zo veel mogelijk als één geheel verwijderen van het asbesthoudend materiaal; e. tijdens en na het verwijderen effectieve stofafzuiging aan de bron. - Asbesthoudende materialen die vrijkomen bij sloop moeten onmiddellijk worden verzameld en in afgesloten, niet luchtdoorlatend verpakkingsmateriaal worden opgeslagen. Niet luchtdoorlatend verpakkingsmateriaal, waarin asbesthoudende materialen zijn opgeslagen, moet worden opgeslagen in een afgesloten container of afgesloten opslagplaats. Indien asbesthoudende materialen door vorm of formaat niet in niet-luchtdoorlatend verpakkingsmateriaal kunnen worden opgeslagen, moeten de asbesthoudende materialen in afgesloten container worden opgeslagen. Niet-luchtdoorlatend verpakkingsmateriaal of containers, waarin asbesthoudende materialen zijn opgeslagen, moeten op duidelijke wijze worden voorzien van de aanduidingen die zijn voorgeschreven op grond van het Etiketteringsbesluit asbestbevattende materialen Warenwet en zodanig worden afgevoerd dat verontreiniging van met milieu met asbest wordt voorkomen.
Overwegingen Aan het besluit liggen de volgende inhoudelijke overwegingen ten grondslag: Ingevolge artikel 2.18 Wabo juncto hoofdstuk 8 uit de gemeentelijke bouwverordening dient de aanvraag om omgevingsvergunning te worden geweigerd indien een van de in dit wetartikel genoemde weigeringsgronden zich voordoet. Deze weigeringsgronden zijn opgenomen in artikel 8.1.6 van de Bouwverordening, te weten: • •
de veiligheid tijdens het slopen onvoldoende is gewaarborgd en ook door stellen van voorschriften niet op een voldoende peil kan worden gewaarborgd; de bescherming van nabijgelegen bouwwerken in verband met het slopen onvoldoende is gewaarborgd en ook door het stellen van voorschriften niet op een voldoende peil kan worden gewaarborgd;
i» oVf
Bekend onder de nummers:
„nn,nnn*n r^Üft H o o m c L a r l f gemeente «j^JHeetTISkerk ^_\^^^P
• • •
Squit XO : OM-2010-0070 Decos . zo/2010/0057 Pagina 10 van 16
een vergunning ingevolge de Monumentenwet 1988 of een provinciale of een gemeentelijke monumentenverordening is vereist en deze niet is verleend; een vergunning ingevolge een leefmilieuverordening op grond van de Wet stads- en dorpsvernieuwing is vereist en deze niet is verleend; een aanlegvergunning op grond van het bestemmingsplan of op grond van een voorbereidingbesluit is vereist en deze niet is verleend.
Conclusie Gelet op het voorgaande zijn er ten aanzien van deze activiteit geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren.
Toetsingsdocumenten De volgende toetsingsdocumenten zijn bij de inhoudelijke beoordeling betrokken
q obj
n«m«nn*« JSfi H O O m C lf OI*lf gemeente « y ^ M i e e m S K e r K ^k^m^^
Bekend onder de nummers: SC Uit X0 !
i
OM-2010-0070 . zo/2010/0057 Decos Pagina 11 van 16
Onderdeel: Afwijken van de bestemming: Voorschriften Voorschriften ten aanzien van het gebruik van gronden behorende bij en verbonden aan het (ontwerp) besluit omgevingsvergunning voor het bouwen van een supermarkt, winkel, woningen, een parkeergarage en parkeergelegenheid op maaiveld op het projectgebied 'Beethovenstraat' conform artikel 2.22 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; Artikel 1 Onder projectgebied 'Beethovenstraat' wordt verstaan: Het gebied tussen de Beethovenstraat, Maerelaan, Cesar Franckstraat en de begraafplaats bij de Laurentiuskerk, zoals aangegeven op het besluitvlak behorende bij de ruimtelijke onderbouwing van de omgevingsvergunning. Artikel 2 De gronden binnen het projectgebied 'Beethovenstraat' mogen worden gebruikt voor: a supermarkt; b commerciële ruimten; c 80 woningen; d verkeer; e verblijfsgebied; f 157 parkeerplaatsen; g een ondergrondse parkeergarage ten behoeve van 111 auto's, inclusief in- en uitritten; h nutsvoorzieningen; i groenvoorzieningen en voorzieningen voor de waterhuishouding; met de daarbij behorende: j gebouwen; k bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Artikel 3 Onder gebruiken wordt verstaan: gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven. Artikel 4 Als commerciële ruimten worden aangemerkt: a detailhandel, met uitzondering van detailhandel in volumineuze goederen; b dienstverlening; c één horecabedrijf in categorie 1 of 2, met een maximale brutovloeroppervlakte van 300 m2; d kantoor; e maatschappelijke voorzieningen; Artikel 5 Onder detailhandel wordt verstaan: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
fi <j>( tSi
gemeente «f^OHeemskerk
Bekend onc onder de nummers: OM-2010-0070 Ik cos: ZO/2010/0057 Pagina 12 van 16
***™
Artikel 6 Onder volumineuze goederen wordt verstaan: goederen die vanwege hun omvang een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling, zoals goederen in bouw- en doe-het-zelf producten, automobielen, motorfietsen, boten, caravans, e.d. Artikel 7 Onder dienstverlening wordt verstaan: het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij afnemers rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen. Artikel 8 Onder horecabedrijf in categorie 1 wordt verstaan: een horecabedrijf met als hoofdactiviteit het (hoofdzakelijk) overdag verstrekken van zwak- en nietalcoholische dranken en etenswaren aan bezoekers van andere functies, met name functies als centrumvoorzieningen, zoals onder andere een koffie-/theehuis, ijssalon, croissanterie, lunchroom, dagcafé, dagrestaurant en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen horecabedrijven, hieronder niet begrepen hotel, herberg of andere logiesverstrekkende functies. Artikel 9 Onder horecabedrijf in categorie 2 wordt verstaan: een horecabedrijf met als hoofdactiviteit het verstrekken van maaltijden en met als nevenactiviteit het verstrekken van (hoofdzakelijk) zwak- en niet-alcoholische dranken zoals een restaurant, cafetaria, snackbar, of gelijkwaardige horecabedrijven, hieronder niet begrepen hotel, herberg of andere logiesverstrekkende functies. Artikel 10 Onder kantoor wordt verstaan: een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen/het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het afnemers niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen. Artikel 11 Onder maatschappelijke voorzieningen wordt verstaan: culturele, educatieve, medische, sociale en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen. Artikel 12 De gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van detailhandel in de vorm van een supermarkt bedraagt maximaal 2.300 m2. Artikel 13 De gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van het gebruik in de vorm van een commerciële ruimten bedraagt maximaal 1.300 m2.
q est o n m „™*« e ^ f f C H a a m e l f a r l f
gemeente < } ^ J H e e m s k e r k É_\jÊ^
Bekend onder de nummers: s w*xo; OM-2010-0070 Decos.
zo/2010/0057
Pagina 13 van 16
Artikel 14 Onder brutovloeroppervlakte wordt verstaan: de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een (dienstverlenend) bedrijf of instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke. Artikel 15 Als woning wordt aangemerkt: een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden te gebruiken om te wonen, met in begrip van een aan huis gebonden beroep of bedrijf. Artikel 16 Onder een aan huis gebonden beroep wordt verstaan: een beroep, dat in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend, waarbij het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en die een ruimtelijke uitwerking of uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming zijn. Hieronder worden begrepen: advocaat, accountant-administratieconsulent, alternatieve genezer, belastingconsulent, bouwkundige, architect, fysiotherapeut, gerechtsdeurwaarder, huidtherapeut, interieurarchitect, juridisch adviseur, kunstenaar, leraar, logopedist, notaris, organisatie-adviseur, orthopedagoog, psycholoog, raadgevend adviseur, redacteur, registeraccountant, stedenbouwkundige, tolkvertaler, tuin- en landschapsarchitect, verloskundige en daarmee vergelijkbare beroepen. De bedrijfsmatige activiteiten als opgenomen in de bijlage bij deze voorschriften vallen niet onder aan huis gebonden beroep. Artikel 17 Onder een bedrijf aan huis wordt verstaan: een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit aan huis die niet valt onder een aan huis gebonden beroep, maar wel onder de selectie van bedrijfsmatige activiteiten als opgenomen in de bijlage van deze voorschriften. Artikel 18 De uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf in samenhang met het wonen: a mag geen onevenredige hinder opleveren voor de woonomgeving; b mag geen afbreuk doen aan het woonkarakter en de woonkwaliteit van de woonwijk; c dient de woonfunctie te ondersteunen, d.w.z. dat de persoon die de activiteit uitoefent tevens bewoner is van de betreffende woning; d mag uitsluitend binnen de woning, dus inpandig, worden uitgeoefend; e dient ondergeschikt te zijn aan de woonfunctie, met dien verstande dat: maximaal 30% van de vloeroppervlakte van de woning mag worden gebruikt voor de bedoelde activiteiten, met een maximum van 45 m2; het genoemde maximum oppervlak, het totaal is van de oppervlakken binnen de woning; f er mag geen reclame gemaakt worden aan of bij het pand, met uitzondering van een klein bord, met een maximum oppervlak van 0,5 m2, voor de mededeling van het beroep, de openingstijden e.d.; g er mag geen detailhandel plaatsvinden, met uitzondering van een beperkte verkoop als ondergeschikte nevenactiviteit van de beroepsmatige activiteit; h er mag geen horeca plaatsvinden.
q c-sv nflmnnn(n
J£{f t H a a m e l f a r l f
gemeente ^ U H e e m S k e r k 6___\W\^P'
Bekend onder de nummers: Sc uit x o :
l
OM-2010-0070
Decos.
zo/2010/0057
Pagina 14 van 16
Artikel 19 Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 15 ten aanzien van het toestaan van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit aan huis, mits: a. de bedrijfsmatige activiteit voldoet aan de criteria uit artikel 18 onder a tot en met h; b. de activiteit valt onder de selectie van bedrijfsmatige activiteiten van de VNG bedrijvenlijst als opgenomen in de bijlage van deze voorschriften; c. geen bedrijfsmatige opslag plaatsvindt in de open lucht; d. wordt uitgeweken naar een andere locatie, zodra de uitoefening van de bedrijfsmatige activiteit aan huis hinderlijk wordt voor de woonomgeving. Artikel 20 Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 18 onder e tot een oppervlak van 55 m2, mits: a de uitoefening van het aan huis gebonden beroep blijft voldoen aan de criteria uit artikel 18 onder a tot en met h; b geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden. Artikel 21 Onder verkeer wordt verstaan: a afwikkeling van het doorgaande verkeer; b verblijfsgebied; c voet- en fietspaden; d parkeervoorzieningen; alsmede voor: e bermen en groenvoorzieningen; f voorzieningen voor de waterhuishouding; g geluidwerende voorzieningen; h nutsvoorzieningen; i kunstobjecten; met de daarbij behorende: j gebouwen, zoals abri's; k bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals bruggen; I werken, geen bouwwerken zijnde. Artikel 22 Onder gebouwen wordt verstaan: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. Artikel 23 Onder bouwwerk wordt verstaan: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
q cb '*
„*„,«„«♦* e&f i Hoomclfoi-lf gemeente * ^ J J i e e t T 1 S k e r k
Bekend onder de nummers: Sc uilxo :
l
Decos,
4_\M\_^P
OM-2010-0070 zo/2010/0057
Pagina 15 van 16
Artikel 24 Tot een gebruik in strijd met de verleende omgevingsvergunning wordt in ieder geval begrepen: a een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de verleende omgevingsvergunning gerichte gebruik en onderhoud; b een gebruik van gronden als statlings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de verleende omgevingsvergunning gerichte gebruik en onderhoud; c een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting, erotisch getinte vermaaksfunctie, dan wel ten behoeve van prostitutie. Artikel 25 Onder seksinrichting wordt verstaan: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar. Artikel 26 Onder erotisch getinte vermaaksfunctie wordt verstaan: een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal. Artikel 27 Onder prostitutie wordt verstaan: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. Overweging Aan het besluit liggen de volgende inhoudelijke overwegingen ten grondslag: Ingevolge artikel 2.12 lid 1 Wabo heeft de aanvraag betrekking op een activiteit als bedoelt in artikel 2.1 eerste lid onder sub a3 en kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing b evat; Het project is voorzien van een ruimtelijke onderbouwing en maakt onderdeel uit van het ontwerp besluit omgevingsvergunning. Vanuit praktisch oogpunt wordt hiernaar verwezen.
Conclusie Gelet op het voorgaande zijn er ten aanzien van deze activiteit geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren.
t
q cSt c^Tf C Uoomclforlf
Bekend onder de nummers: Squit XO : OM-2010-0070
gemeente ^ O H e e m S k e r k £j_\-P*
Decos.
zo/2010/0057
Pagina 16 van 16
Onderdeel: Het maken van een inrit/ uitweg
Overwegingen Aan het besluit liggen de volgende inhoudelijke overwegingen ten grondslag: Ingevolge artikel 2.18 Wabo juncto artikel 2.1.4.3 uit de algemeen plaatselijke verordening (Apv) kan de aanvraag om omgevingsvergunning worden geweigerd indien een van de in dit artikel genoemde weigeringsgronden zich voordoet. Deze weigeringsgronden zijn: a. De bruikbaarheid van de weg a. Het veilig en doelmatig gebruik van de weg b. De bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving c. De bescherming van groenvoorzieningen in de gemeente Bruikbaarheid van de weg De geplande uitwegen hebben geen nadelige invloed op de bruikbaarheid van de aansluitende wegen. De veiligheid en doelmatig gebruik van de weg De geplande uitweg heeft geen negatieve consequenties voor de veiligheid en doelmatig gebruik van de weg. De bescherming van het uiterliik aanzien van de omgeving De geplande uitweg heeft geen negatieve consequenties voor de bescherming van uiterlijk aanzien van de omgeving. De bescherming van groenvoorzieningen in de gemeente De geplande uitweg heeft geen negatieve consequenties voor de bescherming van groenvoorzieningen in de gemeente. Conclusie Gelet op het voorgaande zijn er ten aanzien van deze activiteit geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren.