Postadres: Postbus 93 9460 AB Gieten tel.: (0592) 26 77 77 fax: (0592) 26 77 99 Bezoekadres: Spiekersteeg 1, Gieten Internetadres: www.aaenhunze.nl
OMGEVINGSVERGUNNING UI TG EBREI DE PROCEDURE Nr. 119160 Burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze
beschikkende op de aanvraag van: adres:
die is gedagtekend op: en is ontvangen op: voor: op het perceel:
Dierenpension De Open Ruimte de heer R. Roelofs Rolderstraat 8 9444 XC Grolloo 2 september 2014 2 september 2014 het nieuw bouwen van een dierenpension Rolderstraat 8 9444 XC Grolloo
De volgende overwegingen hebben geleid tot het besluit. Toetsing De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De aanvraag betreft de volgende activiteiten: het bouwen van een bouwwerk (artikel 2.1 lid 1 onder a Wabo); het veranderen van een inrichting (artikel 2.1 lid 1 onder e Wabo); het aanleggen/wijzigen van een uitweg (artikel 2.2 lid 1 onder e Wabo). De aanvraag is getoetst aan de Wabo, het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor). Ontvankelijkheid Na ontvangst van de aanvraag is deze aan de hand van de Mor getoetst op ontvankelijkheid. Daarbij is gebleken dat een aantal gegevens ontbrak. De aanvrager is daarom op 3 oktober 2014 in de gelegenheid gesteld om aanvullende gegevens te leveren. De aanvullende gegevens zijn ontvangen op 22 december 2014. Hierdoor is de wettelijke procedure verlengd met 80 dagen. De aanvraag en de latere aanvulling daarop bevat voldoende informatie voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit(en) op de fysieke leefomgeving. Coördinatieregeling De gemeenteraad heeft voor het bestemmingsplan ‘Rolderstraat 8 Grolloo, dierenpension De Open Ruimte’ en de omgevingsvergunning op 28 mei 2015 besloten om de coördinatieregeling zoals bedoeld in artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening toe te passen. Ter inzage legging Van 24 september 2015 tot en met 4 november 2015 heeft een ontwerp van de deze beschikking ter inzage gelegen en is een ieder in de gelegenheid gesteld om zienswijzen naar voren te brengen. Van deze gelegenheid is gebruik gemaakt.
Behoort bij omgevingsvergunning: Bouwadres:
119160 Rolderstraat 8 in Grolloo
Door Alderse Baas advocaten is namens de heer Ligtendag en mevrouw Ligtendag-Van Velsen een zienswijze ingediend. Deze zienswijze richt zich op het feit dat het ontwerpbesluit omgevingsvergunning niet voldoet aan het vigerende bestemmingsplan. Deze constatering is juist, maar is tevens de aanleiding om middels de genoemde coördinatieregeling omgevingsvergunning te verlenen nadat het genoemde bestemmingsplan ‘Rolderstraat 8 Grolloo, dierenpension De Open Ruimte’ is vastgesteld. De zienswijze geeft gaan aanleiding om de beschikking aan te passen of van medewerking af te zien. Vaststelling bestemmingsplan De gemeenteraad heeft op 28 januari 2016 het bestemmingsplan ‘Rolderstraat 8 Grolloo, dierenpension De Open Ruimte’ vastgesteld. Hierdoor kan deze omgevingsvergunning worden verleend. Besluit Burgemeester en wethouders besluiten, gelet op artikel 2.1, 2.2, 2.10, 2.14 en 2.18 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning te verlenen. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de bijgevoegde gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend voor de volgende activiteiten: het bouwen van een bouwwerk (artikel 2.1 lid 1 onder a Wabo); het oprichten/veranderen van een inrichting (artikel 2.1 lid 1 onder e Wabo); het aanleggen/wijzigen van een uitweg (artikel 2.2 lid 1 onder e Wabo). De volgende werkzaamheden vormen een onderdeel van het besluit: 1. het oprichten en in werking hebben van een dierenpension op het perceel Rolderstraat in Grolloo ter vervanging van het bestaande dierenpension op dit perceel; 2. het aanleggen van een inrit. Voorschriften, vergunningbladen en nog aan te leveren gegevens Aan deze vergunning zijn voorschriften verbonden. De voorschriften zijn opgenomen in de vergunningbladen ‘het bouwen van een bouwwerk’, ‘het veranderen van een inrichting’ en ‘het aanleggen/wijzigen van een uitweg’. Deze vergunningbladen zijn onderdeel van dit besluit. In de vergunningbladen leest u tevens de motivering van het besluit. De vergunningbladen zijn als bijlage toegevoegd bij deze vergunning. Datum: Het college van de gemeente Aa en Hunze,
mevrouw mr. M. Tent secretaris
de heer drs. H.F. van Oosterhout burgemeester
Opgegeven bouwkosten (exclusief BTW)
: €
Leges omgevingsvergunning: Bouwen bouwwerk Welstandstoets Beoordelen verkennend bodemonderzoek Exploiteren inrichting Aanleggen inrit
: : : : :
€ € € € €
12.437,50 888,00 117,00 0,00 0,00
Totaal
: €
13.442,50
600.000,00
Voor het bovenvermelde legesbedrag zult u binnenkort een factuur ontvangen. 2
Behoort bij omgevingsvergunning: Bouwadres:
119160 Rolderstraat 8 in Grolloo
Beroepsclausule Met ingang van de dag na die waarop het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning ter inzage zijn gelegd kan gedurende zes weken beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (Postbus 20019, 2500 EA Den Haag) door: een belanghebbende die tijdig een zienswijze omtrent het ontwerpbestemmingsplan en/of de ontwerpbeschikking van de omgevingsvergunning bij de gemeenteraad kenbaar heeft gemaakt een belanghebbende die aantoont dat hij redelijkerwijs niet in staat is geweest zijn zienswijze omtrent het ontwerpbestemmingsplan en/of de ontwerpbeschikking van de omgevingsvergunning bij de gemeenteraad kenbaar te maken een belanghebbende die bezwaar heeft tegen de wijzigingen ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan en/of de ontwerpbeschikking van de omgevingsvergunning. Het indienen van een beroepschrift heeft geen schorsende werking. Als er gedurende de beroepstermijn een verzoek om voorlopige voorziening bij de Voorzitter van voornoemde Afdeling is ingediend, wordt de inwerkingtreding van het bestemmingsplan en omgevingsvergunning opgeschort totdat op dat verzoek is beslist.
3
Behoort bij omgevingsvergunning: Bouwadres:
119160 Rolderstraat 8 in Grolloo
Vergunningblad bouwen bouwwerk Aanvrager Datum aanvraag Registratienummer Locatie van activiteit
: Dierenpension De Open Ruimte, de heer R. Roelofs : 02-09-2014 : 119160 : Rolderstraat 8 in Grolloo
Overwegingen en toetsingen De omgevingsvergunning moet worden geweigerd als de activiteit als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a Wabo niet voldoet aan de in artikel 2.10 Wabo gestelde toetsingsaspecten. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden. Toetsing Bouwbesluit 2012 De activiteit voldoet aan de voorschriften die zijn gesteld bij of krachtens het Bouwbesluit 2012. Gelet hierop kan de omgevingsvergunning worden verleend. Bouwverordening gemeente Aa en Hunze De activiteit voldoet aan de bouwverordening van de gemeente Aa en Hunze. Gelet hierop kan de omgevingsvergunning worden verleend. Bestemmingsplan De locatie Rolderstraat 8 in Grolloo bevindt zich in het gebied waarvoor het bestemmingsplan ‘Rolderstraat 8 Grolloo, dierenpension De Open Ruimte’ is vastgesteld. Het perceel heeft hierin de bestemming ‘Maatschappelijk - dierenpension’. De aangevraagde activiteit is hier niet mee in strijd. Gelet hierop kan de omgevingsvergunning worden verleend. Welstand Het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, waarop de aanvraag betrekking heeft, is niet in strijd met redelijke eisen van welstand zoals neergelegd in de gemeentelijke welstandnota. Gelet hierop kan de omgevingsvergunning worden verleend. Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het (ver)bouwen van een bouwwerk zijn er geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. Voor de activiteit ‘het bouwen van een bouwwerk’ zijn onderstaande voorschriften aan de vergunning verbonden.
Voorschriften en voorwaarden Algemeen De plaats en het peil van het gebouw/bouwwerk moet door de gemeente worden uitgezet. Het bouwen moet plaatsvinden in overeenstemming met de bepalingen van het Bouwbesluit, de Bouwverordening van de gemeente Aa en Hunze en de krachtens die regelingen gestelde nadere regels. De verleende vergunning inclusief de tekeningen en andere bijlagen moeten altijd op de bouwlocatie aanwezig zijn. Als een controlerend ambtenaar daar om vraagt, moeten deze gegevens ter inzage worden gegeven. Als binnen 26 weken na het onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning niet met de bouw wordt begonnen, kan het bevoegd gezag de vergunning intrekken. Als de bouwwerkzaamheden langer dan 26 weken stilliggen, kan het bevoegd gezag de vergunning intrekken.
4
Behoort bij omgevingsvergunning: Bouwadres:
119160 Rolderstraat 8 in Grolloo
De bij graafwerkzaamheden vrijkomende grond mag op het kadastrale perceel worden hergebruikt. Voor het opbrengen en afgraven/afvoeren van grond en zand geldt dat dit moet voldoen aan het Besluit Bodemkwaliteit. Dit betekent dat de aan en af te voeren partij gekeurd moet zijn. Materiaal- en kleurmonsters moeten, voordat met de bouw wordt begonnen, voor goedkeuring worden ingediend bij de het bouwtoezicht. Pas na goedkeuring mogen de materialen en kleuren worden toegepast. De afvoer van hemelwater van gebouwen moet zodanig zijn dat er geen verontreiniging van water, bodem of lucht optreedt. Ter plaatse van de hemelwaterafvoeren moeten bladvangers worden toegepast.
Brandpreventief Gebruiksmelding Het is verboden om zonder of in afwijking van een gebruiksmelding een bouwwerk in gebruik te nemen of te gebruiken indien daarin meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn. Indien blijkt dat er meer dan 50 tegelijk aanwezig zullen zijn dient een gebruiksmelding tenminste 4 weken voor de voorgenomen aanvang van het gebruik schriftelijk bij het bevoegd gezag te zijn ingediend. Een gebruiksmelding kan ingediend worden bij het Omgevingsloket online (www.omgevingsloket.nl). Bouwbesluit - Afdeling 2.9 Beperking van het ontwikkelen van brand en rook Artikel 2.69 Beloopbaar vlak: in afwijking van artikel 2.67 geldt voor de bovenzijde van een vloer, een trap en een hellingbaan die grenst aan de binnenlucht, rookklasse s1fl en brandklasse Dfl, beide bepaald volgens NEN-EN 13501-1. In de bouwbesluittoets is dit niet beschreven. In tekening BA-01 is dit wel vermeld. Uitgaande hiervan akkoord. Bouwbesluit - Afdeling 6.5 Tijdig vaststellen van brand In de tekening is aangegeven dat rookmelders conform NEN 2555 zullen worden geplaatst. In de bijbehorende bouwbesluittoets is aangegeven dat er een brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie wordt aangebracht. De rookmelders dienen tenminste te voldoen aan NEN 2555. Indien toch wordt gekozen voor een NEN 2535 met 2575 installatie dan dient voorafgaand een PvE aan de gemeente te worden overlegd.
Archeologische monumentenzorg Meldingsplicht conform art. 53 van de Monumentenwet: Als bij de bodemverstoring toch archeologische sporen en/of resten tevoorschijn komen, moet onmiddellijk het werk worden stilgelegd. Tevens dienen de aangetroffen sporen en / of resten gemeld te worden bij de contactpersoon archeologie van de gemeente (dhr. C. Houx: (0592) 267795 /
[email protected]) en bij de provinciaal archeoloog (dhr. W. van der Sanden: Westerbrink 1, 9405 BJ, Assen, (0592) 365220 / 06 22662601 /
[email protected]).
Meldingsplicht De volgende werkzaamheden moeten aan de toezichthouder van de gemeente worden gemeld: Werkzaamheid Hoe Wanneer Aanvang van het werk (inclusief ontgravingswerkzaamheden)
analoog of digitaal *
uiterlijk 2 dagen voor de start van het werk
Storten van beton
analoog of digitaal *
uiterlijk 2 dagen voor aanvang
Einde van de werkzaamheden
analoog of digitaal *
uiterlijk op de 1 werkdag van de dag van beëindiging van het werk
*
e
Een analoge melding kan door gebruikmaken van de bij deze vergunning gevoegde antwoordkaartjes. Een digitale melding heeft echter onze voorkeur. Op onze website vindt u onder "Online regelen" / "Alle formulieren" de "Kennisgeving aanvang werkzaamheden" en "Kennisgeving voltooiing werkzaamheden".
5
Behoort bij omgevingsvergunning: Bouwadres:
119160 Rolderstraat 8 in Grolloo
Vergunningblad veranderen inrichting Aanvrager Datum aanvraag Registratienummer Locatie van activiteit
: Dierenpension De Open Ruimte, de heer R. Roelofs : 02-09-2014 : 119160 : Rolderstraat 8 in Grolloo
Overwegingen en toetsingen Aanvraag Er is omgevingsvergunning aangevraagd voor de activiteit “exploiteren van een inrichting” voor het geheel vernieuwen van een dierenpension waarvoor al eerder vergunning werd verleend (art 2.1, eerste lid onder e, Wabo, revisievergunning). De aanleiding is de vernieuwing en modernisering van het pension. Situering De inrichting is gelegen op het perceel Rolderstraat 8 te Grolloo, kadastraal bekend als gemeente Rolde, sectie X, nummer 11. De inrichting ligt in het agrarisch buitengebied. In de directe omgeving van het bedrijf is een enkele woning en een agrarische bedrijfswoning gelegen. Toetsing vergunningplicht De inrichting is getoetst aan het Besluit omgevingsrecht (Bor), bijlage I onderdeel C, en valt in elk geval onder de beschrijving van de volgende categorieën: - Categorie 8.1 Inrichtingen voor; a. het kweken, fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren; - Categorie 8.3. Als categorieën vergunningplichtige inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, tweede lid van dit besluit, worden inrichtingen aangewezen voor: a. het in de buitenlucht houden van honden of roofvogels of vogels van de familie papegaaien, lori’s, kaketoes, pelikanen, kraanvogels, pinguïns, parelhoenders, reigers en roerdompen en het geslacht pauwen. De gemeente is in deze het bevoegd gezag. Activiteitenbesluit De inrichting is op basis van artikel 1.2 van het Activiteitenbesluit milieubeheer een inrichting type C. Dit betekent dat bepaalde voorschriften uit dit besluit en de bijbehorende ministeriele regeling rechtsstreek van toepassing zijn. De aanvrager heeft op 16 december 2014 ook een melding op grond van het Activiteitenbesluit ingediend. De informatie uit aanvraag omgevingsvergunning wordt voor zover van toepassing, tevens gezien als aanvullende informatie op de melding Activiteitenbesluit zoals bedoeld in artikel 1.10 van dit besluit. De melding Activiteitenbesluit zal in een aparte procedure worden afgerond. RIE De Europese IPPC-richtlijn verplicht de lidstaten om bedrijven met een grote milieu impact te reguleren door middel van een integrale vergunning gebaseerd op de best beschikbare technieken. De IPPC richtlijn en 6 sectorrichtlijnen op het terrein van industriële emissies zijn aangescherpt en opgenomen in de nieuwe Richtlijn industriële emissies (RIE). De richtlijn is op 6 januari 2011 in werking getreden. De aangevraagde activiteit wordt niet genoemd in deze richtlijn. De RIE is daarom niet betrokken bij de beoordeling van de aanvraag en het opstellen van de beschikking.
6
Behoort bij omgevingsvergunning: Bouwadres:
119160 Rolderstraat 8 in Grolloo
Bestaande situatie Op 26 oktober 1993 is vergunning ingevolge de Wet milieubeheer verleend voor een dierenpension voor honden en katten. Op 3 oktober 2005 zijn de voorschriften ambtshalve aangepast. Deze vergunning wordt volgens de Invoeringswet Wabo gelijkgesteld aan een omgevingsvergunning. Aangevraagde situatie Het dierenpension wordt geheel vernieuwd en gemoderniseerd door verplaatsing en nieuwbouw op de locatie. In het pension vindt opvang plaats van (maximaal 87) honden, katten en ook konijnen, cavia’s en andere kleine huisdieren. Tevens zijn aanwezig: een trimsalon, algemene ruimten, een binnenterrein en een parkeerplaats. Coördinatie Waterwet Er is geen sprake van een inrichting, waartoe een IPPC-installatie behoort, van waaruit stoffen als bedoeld in artikel 6.2 van de Waterwet in het oppervlaktewater worden gebracht. Een vergunning ingevolge de Waterwet is daarom niet nodig. De coördinatieregeling volgens paragraaf 3.5 artikel 3.16 van de Wabo is niet van toepassing. Besluit kwaliteitseisen externe veiligheid inrichtingen milieubeheer In de inrichting worden geen werkzaamheden uitgevoerd met of bevinden zich geen stoffen in een omvang die worden genoemd in artikel 2 van het Besluit kwaliteitseisen externe veiligheid inrichtingen milieubeheer. De onderhavige inrichting valt niet binnen het toepassingsgebied van dit besluit. Milieu-effectrapportage Ingevolge het Besluit milieu-effectrapportage (hierna Besluit m.e.r.) moet voor bepaalde activiteiten een milieu-effectrapportage (Mer) worden gemaakt. Hiermee wordt bereikt dat voldoende milieuinformatie beschikbaar is voordat besluiten worden genomen over activiteiten die belangrijke gevolgen voor het milieu kunnen hebben. Het Besluit m.e.r. geeft aan in welke gevallen een Mer moet worden gemaakt en wanneer een Mer-beoordelingsplicht geldt. De in de aanvraag beschreven activiteiten zijn niet vermeld in de eerste kolom van onderdeel C en/of onderdeel D van de bijlage bij het Besluit m.e.r. en er is derhalve geen sprake van een Mer(beoordelings)plicht.
Beoordeling van de aanvraag algemeen Inleiding De aanvraag heeft betrekking op hetgeen is bedoeld in artikel 2.1, lid 1 aanhef en onder e Wabo in samenhang met artikel 2.6 Wabo (revisievergunning). Voor deze inrichting gelden algemene regels uit het Activiteitenbesluit en de bijbehorende ministeriële regeling (Activiteiten regeling). Voor een aantal onderwerpen waarop de aanvraag betrekking heeft, blijft het nodig om ze in een vergunningprocedure te toetsen en daaraan mogelijke specifieke voorschriften te verbinden. De Wabo omschrijft in artikel 2.14 het milieuhygiënische toetsingskader van de aanvraag. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden. Activiteitenbesluit Voor vergunningplichtige inrichtingen type C zijn bepaalde voorschriften van het Activiteitenbesluit en de bijbehorende Activiteitenregeling rechtstreeks werkend. Binnen de inrichting vindt een aantal activiteiten plaats waarvoor hoofdstuk 3 uit het Activiteitenbesluit direct werkende regels stelt. Het gaat hier om de onderstaande activiteiten genoemd in de paragrafen: 3.1.3 Lozen van hemelwater, dat niet afkomstig is van een bodembeschermende voorziening; 3.2.1 Het inwerking hebben van een stookinstallatie, niet zijnde een grote stookinstallatie. Daarnaast zijn voorschriften van Hoofdstuk 1 en Afdeling 2.1 (zorgplicht), 2.2 (lozingen), 2.3 (lucht), 2.4 (bodem) van toepassing voor zover dit voortvloeit uit de activiteiten binnen de inrichting. De voorschriften die in deze vergunning zijn opgenomen zijn die voorschriften voor aspecten en activiteiten die niet zijn geregeld in het Activiteitenbesluit en de bijbehorende Activiteitenregeling.
7
Behoort bij omgevingsvergunning: Bouwadres:
119160 Rolderstraat 8 in Grolloo
Toetsingskader milieu De aanvraag heeft betrekking op het veranderen of veranderen van de werking van een inrichting of mijnbouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 aanhef en onder e Wabo. De Wabo omschrijft in artikel 2.14 het milieuhygiënische toetsingskader van de aanvraag. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden. Bij onze beslissing op de aanvraag hebben wij: - de aspecten genoemd in artikel 2.14 lid 1 onder a van de Wabo betrokken; - met de aspecten genoemd in artikel 2.14 lid 1 onder b van de Wabo rekening gehouden; - de aspecten genoemd in artikel 2.14 lid 1 onder c van de Wabo in acht genomen. In de onderstaande hoofdstukken wordt dit nader toegelicht, waarbij wij ons beperken tot die onderdelen van het toetsingskader die ook daadwerkelijk op onze beslissing van invloed (kunnen) zijn.
Beoordeling van de aanvraag specifiek Provinciale Omgevingsverordening De aanvraag met de bijgevoegde gegevens is getoetst aan de Provinciale Omgevingsverordening. De inrichting is niet gelegen in een gebied waar op grond van de verordening regels zijn gesteld ter bescherming van de kwaliteit van het grondwater met het oog op de waterwinning en niet gelegen op een industrieterrein waaromheen ingevolge hoofdstuk V van de Wet geluidhinder een zone is vastgesteld. Gedeputeerde staten van Drenthe behoeven op grond van artikel 6.3, lid b en c, van het Besluit omgevingsrecht geen advies uit te brengen met betrekking tot onderhavige aanvraag. Gemeentelijk beleid Op 17 februari 2010 is het Milieubeleidsplan in de Raad vastgesteld. Wat betreft de vergunningverlening Wet milieubeheer zijn er een tweetal onderdelen waar rekening mee moet worden gehouden, te weten geluid en geur. Voor beide onderdelen geeft het milieubeleidsplan aan dat niet gekozen wordt voor gebiedsgericht beleid. Naast het Milieubeleidsplan is op 22 september 2009 beleid vastgesteld met betrekking tot de directe en indirecte doorwerking van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Wat betreft de indirecte doorwerking wordt bij vergunningverlening het uitgangspunt gehanteerd dat alleen voor het aspect dat de inrichting vergunningplichtig maakt specifieke voorschriften worden gesteld en dat de overige onderdelen, ook voor zover zij niet rechtstreeks werkend zijn, zoveel mogelijk dienen aan te sluiten bij de voorschriften gesteld in het Activiteitenbesluit. Toekomstige ontwikkelingen Op het aanvraagformulier zijn geen toekomstige ontwikkelingen aangegeven. Er worden geen toekomstige ontwikkelingen verwacht ten aanzien van de inrichting of de omgeving die voor de beoordeling van belang zijn. BBT Hierbij is rekening gehouden met de bijlage 1 van de Regeling omgevingsrecht aangewezen BBTdocumenten. Beste beschikbare technieken Getoetst is aan de eis om de voor de inrichting in aanmerking komende Beste Beschikbare Technieken (BBT) toe te passen (artikel 2.14 van de Wabo in samenhang met artikel 5.4 van het Bor). Daarnaast dient rekening te worden gehouden met de documenten die in artikel 9.2 van de Regeling omgevingsrecht (Mor) zijn aangewezen. In bijlage 1 van de Mor zijn in tabel 1 de documenten opgenomen waarmee rekening moet worden gehouden voor zover het de daarbij vermelde installaties betreft. Met de in tabel 2 van de bijlage opgenomen documenten moet rekening worden gehouden voor zover deze betrekking hebben op onderdelen van of activiteiten binnen de inrichting. De activiteiten van de inrichting zijn getoetst aan bijlage 1 van de Mor. De activiteiten vallen niet onder één van de genoemde categorieën uit tabel 1. De toetsing aan de in tabel 2 genoemde documenten zijn nader uitgewerkt in de desbetreffende milieuaspecten. De volgende documenten zijn in dit kader bij de beoordeling van de aanvraag betrokken: Circulaire energie in de milieuvergunning, Handreiking Wegen naar preventie bij bedrijven, Werkboek wegen naar preventie bij bedrijven, Nederlandse richtlijn bodembescherming. 8
Behoort bij omgevingsvergunning: Bouwadres:
119160 Rolderstraat 8 in Grolloo
Overige milieuaspecten Geluid De belangrijkste geluidsbron van een dierenpension wordt gevormd door het geblaf van honden. Het maximaal aanwezig aantal honden bedraagt in het hoogseizoen (juli, augustus) 87 stuks. De honden kunnen alleen in de dagperiode (07.00-19.00 uur) worden gehaald of gebracht. De honden bevinden zich tussen 19.00 en 08.00 uur in de afgesloten binnenkennels. De kennels zijn zo ingedeeld dat de honden elkaar niet kunnen zien. Tussen 08.00 en 19.00 is een deel van de honden maximaal 3 uur in groepjes op het binnenterrein en de rest in de buitenkennels. Rond het gehele gebouw (inclusief buitenkennels) zorgt een scherm voor extra afscherming. Een ander geluidsbron wordt gevormd door verkeersbewegingen van auto’s van en naar het parkeerterrein, maximaal 50 x 2 = 100 bewegingen in de dagperiode. Handreiking industrielawaai en vergunningverlening De geluidsbelasting als gevolg van een inrichting wordt getoetst aan de ‘Handreiking industrielawaai en vergunningverlening (VROM, 1998)’, verder te noemen de ‘Handreiking’. De Handreiking is opgesteld als hulpmiddel bij het voorkomen en beperken van hinder door industrielawaai. De gemeente Aa en Hunze heeft nog geen beleid ten aanzien van industrielawaai vastgesteld. De Handreiking bepaalt dat, indien een gemeente nog geen beleid ten aanzien van industrielawaai heeft vastgesteld, niet van de hoofdstukken 2 en 3 inzake de gemeentelijke nota industrielawaai en de grenswaarden gebruik kan worden gemaakt. Voor het opstellen van de geluidsgrenswaarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau moet dan aansluiting worden gezocht bij hoofdstuk 4 van de Handreiking. Bij het stellen van de geluidsvoorschriften kan worden gekozen uit drie omgevingstypen: 1. Landelijke omgeving, 2. Rustige woonwijk, weinig verkeer, 3. Woonwijk in de stad. De aard van de omgeving van de woningen in de directe omgeving van de inrichting komt het best overeen met “landelijke omgeving”. Bij deze woonomgeving wordt een richtwaarde voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr, LT) aanbevolen van 40, 35 en 30 dB(A) in respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode. Voor de maximale geluidsniveaus (LAmax) dient gestreefd te worden naar het voorkomen van waarden die meer dan 10 dB boven het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau zijn gelegen. Als grenswaarde voor de maximale geluidsniveaus (LAmax) geldt 70, 65 en 60 dB(A) in respectievelijk de dag-, avonden nachtperiode. Indirecte hinder In het kader van de Wet milieubeheer dient aandacht te worden besteed aan het aspect van indirecte hinder ten gevolge van de inrichting. Als voorbeelden van dergelijke hinder kunnen worden genoemd: overlast welke gepaard gaat met het komen en gaan van grote aantallen bezoekers en het aan- en afrijden van gemotoriseerd verkeer. De indirecte hinder als gevolg van het wegverkeer van en naar de inrichting wordt getoetst aan de Circulaire ‘Geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting; beoordeling in het kader van de vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer’ van 29 februari 1996. De circulaire is bedoeld als een handreiking voor het bevoegd gezag voor de wijze waarop met dit aspect in het kader van de Wet milieubeheer kan worden omgegaan. Bestaande situatie en rechten Bij wijziging of revisie van een omgevingsvergunning moet het bevoegd gezag rekening houden met bestaande rechten. Tot op zekere hoogte kan het bevoegd gezag bestaande rechten van een inrichting inperken (art. 2.6 lid 3 Wabo). Uit jurisprudentie blijkt dat het inperken van rechten kan als een inrichting ontoelaatbare nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaakt. Bestaand recht gaat niet alleen over eerder vergunde geluidruimte maar ook over vergunde activiteiten. Milieugevolgen De inrichting is gelegen aan de kruising Vredenheim - Hogeveldweg en de Rolderstraat (N376). De omgeving kan gekarakteriseerd worden als “landelijke omgeving”. De dichtstbijzijnde woning bevindt zich op circa 100 meter van de grens van de inrichting. 9
Behoort bij omgevingsvergunning: Bouwadres:
119160 Rolderstraat 8 in Grolloo
De geluidemissie door de inrichting ontstaat met name door geblaf van honden en aan-en afvoerbewegingen van personenauto’s. De vigerende milieuvergunning is van 2 november 1993 en deze is op 3 oktober 2005 geactualiseerd. In deze vergunning is 50 dB(A) etmaalwaarde vergund als het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) op de gevels van omliggende woningen. Als maximaal geluidniveau (L Amax) zijn waarden vergund die 20 dB(A) boven het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau liggen. Uit het akoestisch onderzoek “Geluidsbelasting in de omgeving van dierenpension Rolderstraat 8 Grolloo” van 22 april 2015 door Buijvoets Bouw- en Geluidsadvisering, blijkt dat in de aangevraagde situatie de geluidsbelasting op omliggende woningen flink naar beneden gaat ten opzichte van de vergunde sitiatie.. Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) neemt op dichtstbijzijnde woning met 5 dB(A) af en de piekniveaus gaan 8 dB(A) naar beneden. In de dagperiode kan voor wat betreft het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau niet voldaan worden aan de richtwaarde van 40 dB(A) die bij een landelijke omgeving hoort. Aan het bestaand recht van 50 dB(A) kan ruimschoots worden voldaan. De berekende waarde van 45 dB(A) wordt in de voorschriften opgenomen. In de avond- en nachtperiode zitten de honden in afgesloten binnenkennels. Daardoor is de geluidsbelasting op omliggende woningen verwaarloosbaar. Aan de norm voor het maximaal geluidniveau (LAmax) kan in de representatieve bedrijfssituatie ruimschoots worden voldaan. Berekend is een piekniveau van 60 dB(A) in de dagperiode. Deze waarde wordt in de voorschriften opgenomen. In de avond- en nachtperiode zitten de honden in afgesloten binnenkennels. Daardoor is de geluidsbelasting op omliggende woningen verwaarloosbaar. Indirecte hinder Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat aan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) ruimschoots wordt voldaan. Bodem Bij de beoordeling van de vergunningaanvraag is rekening gehouden met het aspect preventieve bodembeschermende maatregelen en het behoud van een duurzame bodemkwaliteit. De voorschriften met betrekking tot de emissie naar de bodem zijn gebaseerd op de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten (de NRB). De NRB kent geen verdergaande vorm van preventieve bodembescherming dan het verwaarloosbaar bodemrisico. Een verwaarloosbaar bodemrisico kan echter volgens de Bodemrisico-checklist van de NRB vaak op verschillende manieren worden gerealiseerd. Globaal is de NRB-aanpak samen te vatten als "vloeistofdichte vloeren met een minimum aan gedragsvoorschriften", of "kerende vloeren en/of lekbakken met een zwaar accent op de daarop toegesneden gedragsvoorschriften". Door het houden van dieren zou er verontreiniging van de bodem kunnen plaatsvinden. Dit wordt echter voorkomen doordat de dierenverblijven als vloeistofkerende voorziening uitgevoerd worden. Op het binnenterrein dat als speelweide gebruikt wordt zouden uitwerpselen de bodem kunnen verontreinigen. In de voorschriften is hierover een voorwaarde opgenomen om uitwerpselen regelmatig te verwijderen. Verder vinden er geen bodembedreigende activiteiten plaats. Binnen de inrichting zal hiermee sprake zijn van een verwaarloosbaar bodemrisico. De aangevraagde activiteiten worden beschouwd als regulier voor deze bedrijfstak. De te treffen voorzieningen om tot een verwaarloosbaar risico op bodemverontreiniging te komen zijn standaard. Er is geen aanleiding gezien om een nulsituatie- en eindsituatiebodemonderzoek te eisen. Lucht De activiteiten van de inrichting brengen geen bijzondere emissies naar de lucht met zich mee. De voorschriften uit afdeling 2.3 van het Activiteitenbesluit zijn van toepassing. 10
Behoort bij omgevingsvergunning: Bouwadres:
119160 Rolderstraat 8 in Grolloo
Geur Gelet op de afstand tot woningen van derden zal er naar verwachting geen sprake zijn van geuroverlast. Bovendien dienen uitwerpselen regelmatig te worden verwijderd uit dierenverblijven die geheel of gedeeltelijk in de openlucht liggen. Stookinstallatie Het in werking hebben van een stookinstallatie, niet zijnde een grote stookinstallatie, is in paragraaf 3.2.1 genoemd als een activiteit in hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit. Deze voorschriften zijn rechtstreeks op de activiteit van toepassing. In de vergunning zijn hiervoor geen voorschriften opgenomen. Afvalwater Vrijkomend huishoudelijk afvalwater wordt geloosd op de riolering. Afvalwater als gevolg van het schoonmaken van de kennels wordt via een bezinkput op de riolering geloosd. Hemelwater wordt geloosd op een sloot. Hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit geeft direct werkende regels voor voornoemde lozingen. Afvalstoffen Het aspect afval is beoordeeld aan de Handreiking “Wegen naar preventie bij bedrijven” (InfoMil 2005) en de Handleiding “Wet milieubeheer en de verruimde reikwijdte” (VNG, 2001). Indien jaarlijks meer dan 25 ton bedrijfsafval en/of 2,5 ton gevaarlijk afval ontstaat zijn afvalstoffen milieurelevant en is preventie van belang. In de inrichting komt volgens het aanvraagformulier in beperkte mate bedrijfsafval vrij. Het betreft mest en kadavers, huishoudelijk afval van kantine/kantoor. Gezien de aard en de omvang van de afvalstoffen die vrijkomen wordt een preventie-onderzoek niet zinvol geacht. Het opslaan en afvoeren van dode dieren (kadavers) is geregeld bij of krachtens de Regeling dierlijke producten. In de vergunning zijn hiervoor geen voorschriften opgenomen. Wel is een aantal algemene voorschriften voor afvalstoffen aan de vergunning verbonden. Energie Het energieaspect is beoordeeld op basis van de circulaire “Energie in de milieuvergunning” (InfoMil, oktober 1999) en de Handleiding ”Wet milieubeheer en de verruimde reikwijdte” (VNG, 2001). De inrichting gebruikt een beperkte hoeveelheid energie. De hoeveelheden zijn zodanig klein dat de inrichting als niet energierelevant wordt aangemerkt. Inrichtingen met een jaarlijks energieverbruik 3 minder dan 25.000 m aardgas(equivalent) en tegelijk minder dan 50.000 kWh elektriciteit worden daarin als niet energierelevant bestempeld. In de vergunning zijn daarom geen voorschriften ter bevordering van het zuinig gebruik van energie opgenomen. Wel is een voorschrift opgenomen dat het energieverbruik moet worden geregistreerd. Andere wetten en regels Het verlenen van deze vergunning houdt niet in dat hiermee is voldaan aan de bepalingen die in andere wet- en regelgeving zijn gesteld dan wel op grond hiervan worden voorgeschreven.
CONCLUSIE Wij zijn van mening dat de nadelige gevolgen voor het milieu die de inrichting kan veroorzaken, worden voorkomen of tenminste in voldoende mate beperkt door naleving van het gestelde in de aanvraag en de aan deze vergunning verbonden voorschriften.
11
Behoort bij omgevingsvergunning: Bouwadres:
119160 Rolderstraat 8 in Grolloo
In deze beschikking zijn onderstaande voorschriften en voorwaarden opgenomen.
VOORSCHRIFTEN EXPLOITEREN INRICHTING ALGEMEEN 1.1 Het aantrekken van insecten, knaagdieren en ongedierte moet worden voorkomen. Zo vaak de omstandigheden daartoe aanleiding geven, moet doelmatige bestrijding van insecten, knaagdieren en ander ongedierte plaatsvinden. 1.2 a. Het houden van vogels of zoogdieren vindt plaats boven een vloeistofkerende voorziening. b. Het onder 1.2.a gestelde is niet van toepassing indien uitwerpselen, voedselresten en dierlijke bijproducten regelmatig worden verwijderd. 1.3 Dierlijke uitwerpselen dienen regelmatig te worden verwijderd uit dierenverblijven die geheel of gedeeltelijk in de open lucht liggen. 1.4 De in de inrichting aangebrachte of gebruikte verlichting moet zodanig zijn afgeschermd dat er geen directe lichtstraling buiten de inrichting waarneembaar is. 1.5 In de inrichting moet een centraal registratiesysteem aanwezig zijn waarin informatie omtrent onderhoud, metingen, keuringen, controles en gegevens van relevante milieuonderzoeken worden bijgehouden. In het registratiesysteem moet ten minste de volgende informatie zijn opgenomen: - de schriftelijke instructies voor het personeel; - de resultaten van in de inrichting uitgevoerde milieucontroles, keuringen, inspecties, metingen, registraties en onderzoeken; - meldingen van ongewone voorvallen, die van invloed zijn op het milieu, met vermelding van datum, tijdstip en de genomen maatregelen; - afgifte bewijzen van (gevaarlijke) afvalstoffen; - registratie van het jaarlijks energie- en waterverbruik; - registratie van klachten van derden omtrent milieuaspecten en daarop ondernomen acties; - een afschrift van de vigerende omgevingsvergunning(en) met bijbehorende voorschriften en meldingen. 1.6 De in het vorig voorschrift bedoelde informatie moet in ieder geval tot aan het beschikbaar zijn van de resultaten van de eerst volgende meting, keuring, controle of analyse, maar ten minste gedurende vijf jaar in de inrichting worden bewaard en ter inzage gehouden voor de daartoe bevoegde ambtenaren.
AFVALSTOFFEN 2.1 Het is verboden: a. gevaarlijke afvalstoffen te mengen met afvalstoffen, niet zijnde gevaarlijke afvalstoffen; b. afvalstoffen te mengen met andere afvalstoffen die wat betreft aard, samenstelling of concentraties niet vergelijkbaar zijn, en c. afvalstoffen te mengen met stoffen of materialen, niet zijnde afvalstoffen. 2.2 Het verbod, bedoeld in voorschrift 2.1, aanhef en onder b, is niet van toepassing op afvalstoffen, voor zover: a. de afvalstoffen geen gevaarlijke afvalstoffen zijn; 12
Behoort bij omgevingsvergunning: Bouwadres:
119160 Rolderstraat 8 in Grolloo
b. de afvalstoffen niet van buiten de inrichting afkomstig zijn, en c. het gescheiden houden en gescheiden afgeven van de afvalstoffen redelijkerwijs niet kan worden gevergd. 2.3 Afvalstoffen moeten worden bewaard in een gesloten (pers)container. 2.4 Het is verboden afvalstoffen op of in de bodem te brengen met het doel ze daar te laten. 2.5 Het is verboden afvalstoffen te verbranden.
GELUID 3.1 Het meten en berekenen van de geluidsniveaus en het beoordelen van de meetresultaten moet plaatsvinden overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai, uitgave 1999. 3.2 Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten, alsmede door het transportverkeer binnen de grenzen van de inrichting, mag ter plaatse van de gevel van gevoelige gebouwen niet meer bedragen dan: - 45 dB(A) tussen 07.00 en 19.00 uur; - 40 dB(A) tussen 19.00 en 23.00 uur; - 35 dB(A) tussen 23.00 en 07.00 uur. 3.3 Het maximale geluidniveau (LAmax) veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten, alsmede door het transportverkeer binnen de grenzen van de inrichting, mag ter plaatse van de gevel van gevoelige gebouwen niet meer bedragen dan: - 60 dB(A) tussen 07.00 en 19.00 uur; - 55 dB(A) tussen 19.00 en 23.00 uur; - 50 dB(A) tussen 23.00 en 07.00 uur. 3.4 De in de periode tussen 07.00 en 19.00 uur in voorschrift 3.3 opgenomen maximale geluidsniveaus LAmax niet van toepassing zijn op laad- en losactiviteiten; 3.4 Honden moeten tussen 19.00 en 08.00 uur in de afgesloten binnenkennels zitten 3.5 Ramen en deuren en andere ventilatieopeningen van een binnenkennel voor honden mogen uitsluitend zijn geopend gedurende de uitlaatperiode van deze groep honden, dus wanneer er géén honden in het betreffende dierenverblijf aanwezig zijn.
13
Behoort bij omgevingsvergunning: Bouwadres:
119160 Rolderstraat 8 in Grolloo
Vergunningblad aanleggen uitweg Aanvrager Datum aanvraag Registratienummer Locatie van activiteit
: Dierenpension De Open Ruimte, de heer R. Roelofs : 02-09-2014 : 119160 : Rolderstraat 8 in Grolloo
Overwegingen en toetsingen De omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien de activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder e Wabo niet voldoet aan de in artikel 2.18 Wabo en artikel 2.1.5.3. van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Aa en Hunze gestelde toetsingsaspecten. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden. Toetsing De activiteit voldoet aan de gestelde toetsingsaspecten. Gelet hierop kan de omgevingsvergunning op deze grond worden verleend. Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het aanleggen of wijzigen van een uitweg zijn er geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. Voor de activiteit ‘het aanleggen/wijzigen van een uitweg’ zijn onderstaande voorschriften aan de vergunning verbonden.
Voorschriften en voorwaarden
De inrit dient uitgevoerd te worden conform bijgaande tekening. De totale breedte van de inrit mag maximaal 5,00 meter bedragen. De aan te brengen verharding dient te bestaan uit (beton) klinkers. De aanleg mag door uzelf worden uitgevoerd. Minimaal drie werkdagen voor aanvang der werkzaamheden moet aanvrager dit melden bij de afdeling Ruimte. Onderhoud van de uitweg is voor rekening van de vergunninghouder. Ook schade veroorzaakt door derden moet door of in opdracht van de vergunninghouder worden hersteld. Eventueel hieruit voortkomende kosten zijn voor rekening van de vergunninghouder. Gesloten verhardingen (beton, asfalt) op gemeentelijke grond zijn niet toegestaan.
14
Behoort bij omgevingsvergunning: Bouwadres:
119160 Rolderstraat 8 in Grolloo
Afmetingen voor de uitweg
erfgrens
te stellen opsluitbanden
te stellen opsluitbanden
5.00 m
1
te straten klinkers
1.00 m
1
1.00 m 45 o
45
kant weg
o
6.40 m
15
1
1