Omgevingsvergunning (uitgebreide procedure) Burgemeester en wethouders van de gemeente Dordrecht hebben op 19 maart 2012 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van GMB Civiel B.V., Postbus 4028, 2980 GA te Ridderkerk voor het ontwerpen en plaatsen van een kadeconstructie met damwand op het perceel Maasstraat locatie De Stadswerven te Dordrecht, kadastraal bekend gemeente Dordrecht, sectie/nr. I2030. De aanvraag is geregistreerd onder nummer / 765825.
Besluit Burgemeester en wethouders van de gemeente Dordrecht besluiten, gelet op artikel 2.1, 2.10 en 2.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) de omgevingsvergunning te verlenen. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken deel uitmaken van de vergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder het stellen van voorschriften voor de volgende activiteiten: 1.
het bouwen van een bouwwerk
2.
het gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan.
De aanvraag valt onder paragraaf 3.3. “uitgebreide voorbereidingsprocedure” van de in de Wabo aangegeven gevallen waarvoor een omgevingsvergunning dient te worden aangevraagd. De categorieën waarvoor de “reguliere voorbereidingsprocedure” volgens paragraaf 3.2. van de Wabo moet worden gevolgd is niet van toepassing op deze omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken deel uitmaken van de vergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder het stellen van voorschriften voor de volgende activiteit(en): - Het (ver)bouwen van een bouwwerk. - Het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan. Onderdeel van het besluit vormen: - Het bouwen van een bouwwerk in strijd met het bestemmingsplan; - Het gebruik van gronden in strijd met het bestemmingsplan, i.c. artikel 10 bestemmingsplan “De Stadswerven”. Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De aanvraag is beoordeeld voor het bouwen van een bouwwerk aan artikel 2.1.lid 1, onder a, voor het gebruiken van het bouwwerk in strijd met het bestemmingsplan aan artikel 2.1, lid 1, onder c juncto artikel 2.12, lid 1 onder a sub 3º, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Voorts is de aanvraag getoetst aan het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriele regeling omgevingsrecht. Gebleken is dat uw aanvraag voldoet en daarom verlenen wij u de gevraagde omgevingsvergunning. De gemeenteraad heeft op 13 november 2012 verklaard geen bedenkingen te hebben tegen het project. Zienswijzen Het ontwerp van de omgevingsvergunning van 20 september tot en met 31 oktober 2012 voor een ieder ter inzage heeft gelegen; Inhoud zienswijze De heer K. de Ridder, Schuitenmakersstraat 1, bij schrijven d.d. 15 oktober 2012 een zienswijze heeft ingediend omdat volgens indiener het stenen talud al gerealiseerd is en dit dus geen plan is; Deze omgevingsvergunning echter geen betrekking heeft op het stenen talud, maar op een nieuwe damwand aan de zuidzijde van de Kop van de Staart; 1
Volgens indiener van de zienswijze de damwand de overlevingskans van de kraanbaan beperkt; Deze zienswijze echter grond mist daar de kraanbaan aan de noordzijde van de kop van de Staart is gelegen, terwijl de aanleg van de damwand aan de zuidzijde is voorzien; Wij de zienswijze over de kraanbaan om die reden hebben aangemerkt als een inspraakreactie op het voorontwerp e van de “2 herziening bestemmingsplan De Stadswerven, locatie Kop van de Staart” Afwijking Dat de omgevingsvergunning op grond van artikel 2.10 Wabo geweigerd dient te worden indien de aanvraag in strijd is met het bestemmingsplan. Dat op grond van artikel 2.12 lid 1 onder a sub 3º van de Wabo van het bestemmingsplan kan worden afgeweken, indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. Dat het gelet op het voorgaande, de goede ruimtelijke onderbouwing en het feit dat aan de Beleidsregels voor het afwijken van bestemmingsplannen wordt voldaan redelijk wordt geacht om gebruik te maken van de hiervoor genoemde bevoegdheid. Met toepassing van artikel 2.12 lid 1 onder a sub 3 van de Wabo wordt van artikel 10 van het bestemmingsplan "De Stadswerven" afgeweken.
Overige bijgevoegde documenten De volgende documenten worden meegezonden met het besluit en zijn als gewaarmerkte stuk bijgevoegd: - Aanvraagformulier; - Bestek nr. IBD/2011/514484 ingekomen 5 juni 2012; - Ontwerpnota Damwand B-Zuid ingekomen 5 juni 2012; - Situatietekening A3 ingekomen 5 juni 2012; - Inleiding op de ruimtelijke onderbouwing van het ontwerp besluit projectomgevingsvergunning damwand stadswerven; e
- Regels 2 herziening bestemmingsplan De Stadswerven, locatie Kop van de Staart; e
- Toelichting 2 herziening bestemmingsplan De Stadswerven, locatie Kop van de Staart; e
- Plankaart 2 herziening bestemmingsplan De Stadswerven, locatie Kop van de Staart; - Kaart Ontwerp projectbesluit; - Raadsbesluit verklaring van geen bedenkingen d.d. 13 november 2012; - Overzicht situatie tekening C17 53-34 wijziging A d.d. 22 juni 2012; - Doorsneden tekening C17 53-35 wijziging A d.d. 22 juni 2012; - Rapport bouwrijp maken Maasstraat en omgeving ingekomen d.d. 5 juni 2012; - Damwandberekening BER110071 versie 4.0 ingekomen d.d. 5 juni 2012; - Overzichtstekening kade en oevers C17 53-34; - Rapport D-Sheet Pilling 9.2 ingekomen d.d.5 juni 2012 (trosbelasting); - Rapport D-Sheet Pilling 9.2 ingekomen d.d.5 juni 2012 (waloplegging); - Berekeningen vertificatie ankerkracht ingekomen d.d.5 juni 2012 ; - Overzicht boldervoorziening ingekomen d.d.5 juni 2012; - aanvulling waterspanningen doorsnede 5 ingekomen d.d.5 juni 2012; - Berekening ontwerprapport stalen damwand versie 2.0 ingekomen d.d 5 juni 2012; - Berekening Archikon deksloof kadewand ingekomen d.d. 5 juni 2012; - Tekening constructieoverzicht Archikon ST01 ingekomen d.d. 5 juni 2012; - Berekening IOB deksloof kadewand ingekomen 5 juni 2012; - DO damwand tekening 11-031-38 ingekomen 5 juni 2012; - DO damwand tekening principedetails11-031-39 ingekomen 5 juni 2012;
2
Meldingen aanvang werkzaamheden Het volgende moet binnen de aangegeven termijn aan de betreffende afdeling bekend worden gemaakt: 1.
Ten minste 4 dagen voordat u met de werkzaamheden begint, dient u de datum waarop die werkzaamheden beginnen te melden bij de afdeling Toezicht en Handhaving Bureau Inspectie Drechtsteden van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid. U kunt daartoe (telefonisch) contact opnemen met de betrokken inspecteur van die afdeling tel 078 – 770 85 85. U kunt ook gebruik maken van het bijgaande kaartje "Kennisgeving van bouwhandelingen".
2.
Zodra het totaal aan werkzaamheden waarop deze omgevingsvergunning betrekking heeft gereed is, dient u daarvan schriftelijk mededeling te doen aan de afdeling Toezicht en Handhaving van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid. Voor deze gereedmelding kunt u gebruik maken van het bijgaande formulier "Formulier gereedmelding".
3.
Het is niet toegestaan om (een gedeelte van) het bouwwerk in gebruik te nemen of te geven wanneer: - u het bouwwerk nog niet gereed heeft gemeld, en/of - het bouwwerk in afwijking van de omgevingsvergunning is gebouwd.
4.
Deze omgevingsvergunning is alleen geldig voor degene aan wie de vergunning is verleend (de vergunninghouder). Voordat een ander dan de vergunninghouder van deze vergunning gebruik mag maken, dient de omgevingsvergunning te worden overgeschreven op naam van die ander. Alleen de vergunninghouder of zijn rechtsverkrijgende kan daartoe een verzoek tot ons richten.
Beroepsclausule De beschikking treedt in werking na afloop van de termijn voor het indienen van een beroepsschrift. Indien u zich niet met dit besluit kunt verenigen, is het mogelijk binnen zes weken na verzending van het besluit schriftelijk een gemotiveerd beroep in te stellen bij de Rechtbank, sector Bestuurecht, Postbus 7003, 3300 GC Dordrecht. Zo mogelijk dient hierbij een afschrift te worden overlegd van het besluit waarop het geschil betrekking heeft. Bij het indienen van een beroepschrift wordt een griffierecht geheven. Over de hoogte hiervan kunt u zich wenden tot de sector Bestuursrecht van de Rechtbank te Dordrecht (tel. 078 – 6391391). Indien tegen dit besluit een beroepschrift is ingediend, kan, overeenkomstig artikel 8.81 van de Algemene wet bestuursrecht, een verzoek aan de voorzieningenrechter van de rechtbank, sector Bestuursrecht, Postbus 7003, 3300 GC Dordrecht worden gedaan om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter kan een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Bij verzoekschrift tot het treffen van een voorlopige voorziening moet een afschrift van het beroepschrift worden gevoegd. Tevens wordt hiervoor een griffierecht geheven. Over de hoogte hiervan kunt u zich wenden tot de sector Bestuursrecht van de Rechtbank te Dordrecht (tel. 078 – 6391391). U kunt ook digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht.aspx. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden. Alle rechten worden voorbehouden deze omgevingsvergunning naar aanleiding van een bij ons ingediend beroepschrift te herroepen. Bekendmaking Het besluit tot verlening van deze omgevingsvergunning wordt bekendgemaakt in het weekblad "de Stem van Dordt" en de Staatscourant. Deze bekendmaking vindt doorgaans plaats op de eerste woensdag ná de week waarin de omgevingsvergunning is verzonden. Intrekking omgevingsvergunning De omgevingsvergunning kan worden ingetrokken: - als blijkt dat de vergunning is verleend op basis van onjuist of onvolledig ingediende gegevens; - als blijkt dat niet is voldaan aan een in deze vergunning gestelde voorwaarde; - als binnen 26 weken na het onherroepelijk worden van de vergunning niet met de werkzaamheden is begonnen; - als tussen het begin en het einde van de werkzaamheden deze werkzaamheden langer dan een aaneengesloten periode van 26 weken stilliggen; 3
- als de vergunninghouder daarom verzoekt. Van de geheven leges wordt, conform de legesverordening, een gedeelte terugbetaald indien de omgevingsvergunning binnen twee maanden na de datum van verlening op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder wordt ingetrokken, én er op dat tijdstip nog niet met de werkzaamheden is begonnen. Aanvullend van toepassing verklaard De in Bijlage I en Bijlage II – deel A en B genoemde voorwaarden, overwegingen en mededelingen horen bij en maken deel uit van de omgevingsvergunning, verleend op ## ## aan GMB Civiel B.V., Postbus 4028, 2980 GA te Ridderkerk.
Aldus opgemaakt te Dordrecht, ## november 2012 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dordrecht namens dezen,
De burgemeester
A.A.M. Brok
De secretaris
M.M. van der Kraan
Deze beschikking (omgevingsvergunning) is aan de aanvrager verzonden op: ## november 2012
4
BIJLAGE I Overwegingen en mededelingen die niet specifiek activiteiten gerelateerd zijn maar betrekking hebben op de omgevingsvergunning als geheel.
Overwegingen Aan het besluit liggen de volgende inhoudelijke overwegingen ten grondslag:
dat de Regeling omgevingsrecht bepaalt voor de betreffende activiteiten welke stukken er ten minste bij een aanvraag moeten worden ingediend; dat deze minimaal vereiste stukken bij indiening van de aanvraag in onvoldoende mate waren ingediend om de aanvraag op een juiste wijze te kunnen behandelen; dat aanvrager daarom op 10 mei 2012 schriftelijk is verzocht om de aanvraag aan te vullen; dat op 5 juni 2012 voldoende stukken ter aanvulling zijn ontvangen om de aanvraag verder te behandelen; dat daarnaast nog stukken ontbreken die, op grond van de Regeling omgevingsrecht artikel 2.7 lid 1, weliswaar vereist zijn maar "later" ter beoordeling mogen worden ingediend; dat die "later in te dienen stukken" onder Bijlage II, Deel A, onder A van deze beschikking zijn opgesomd en dat daarbij is aangegeven wanneer die stukken uiterlijk moeten worden ingediend;
Mededelingen De volgende mededelingen hebben betrekking op de betreffende activiteit: 1.
Een omgevingsvergunning wordt verleend behoudens rechten van derden. U dient dus rekening te houden met eigendomsrechten, wettelijke regelingen of afspraken in de privaatrechtelijke sfeer. Ook komt het veroorzaken van onrechtmatige hinder door slopen met een rechtsgeldige vergunning voor uw risico. Daarom adviseren wij u om uw bouwplan te bespreken met belanghebbenden zoals buren, eigenaren enz. Ook de gemeente kan onder belanghebbende worden begrepen. U heeft als houder van de vergunning zelf de plicht om na te gaan wie in dit geval belanghebbenden zijn. Deze vergunning sluit bijvoorbeeld niet uit en loopt in geen enkel opzicht vooruit op de (omgevings) vergunning of melding die u mogelijk nodig heeft voor: - het slopen van (gedeelten van) bouwwerken (sloopmelding). Info: 14078; - het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond. Info: (078) 770 46 47. - het maken en hebben van een uitweg. Info: (078) 14078; - het kappen van bomen. Info: (078) 14078; - bouwen in een waterwingebied. Info: (078) 613 13 99; - graven in of bouwen op of in een dijk (hoofdwaterkering). Info: (088) - 97 43 422 Waterschap Hollandse Delta Ridderkerk de heer R. Smit); - lozing op oppervlaktewater buiten de hoofdwaterkering. Info: (010) 402 62 00.
5
1.
Het is verstandig om dit plan in een vroeg stadium te bespreken met kabel-, leiding- en grondbeheerders. U kunt hierover gratis contact opnemen met het "KLIC", telefoon 0800-0080.
2.
Bij het aantreffen van ondergrondse olieopslagtanks en/of materialen/stoffen, hetzij vaste of vloeibare, welke gevaar voor het leefmilieu kunnen opleveren, dient onverwijld contact te worden opgenomen met de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, Noordendijk 250 te Dordrecht, telefoon (078) 770 85 89.
6
BIJLAGE II - DEEL A Overwegingen, voorschriften en mededelingen die betrekking hebben op de activiteit: “Het bouwen van een bouwwerk”.
Overwegingen Aan het besluit liggen de volgende inhoudelijke overwegingen ten grondslag:
dat voor het onderhavige gebied het bestemmingsplan "De Stadswerven" van kracht is; dat het bouwplan is gesitueerd binnen de bestemming “Binnenstedelijk woongebied en Waterstaatsdoeleinden”; dat het gebruik van de damwand en onderliggende gronden in strijd is met artikel “10” van dit bestemmingsplan, omdat de op de plankaart aangegeven bouwgrenzen tussen de bestemming Binnenstedelijk woongebied en Waterstaatsdoeleinden worden overschreden waardoor delen van de te plaatsen damwanden en aan te winnen gronden vallen binnen de bestemming Waterstaatsdoeleinden; dat het bouwplan geen afbreuk doet aan de door het bestemmingsplan beschermde belangen; dat het bouwplan derhalve stedenbouwkundig/ruimtelijk aanvaardbaar wordt geacht; op 26 maart 2012 is het bouwplan voor advies voorgelegd aan de welstandscommissie. De welstandscommissie is van oordeel dat het bouwplan niet in strijd is met redelijke eisen van welstand. Ingestemd wordt met dit advies van de welstandscommissie; het bouwplan, voorzover het de stukken betreffen die bij de aanvraag zijn gevoegd, is getoetst aan de overige voorschriften van de bouwverordening. De stukken maken in voldoende mate aannemelijk dat het bouwplan voldoet aan de overige voorschriften van de bouwverordening; dat verder de verplichtingen tijdens de werkzaamheden en algemene informatie in verband met dit plan en/of in het belang van derden onder uw aandacht worden gebracht. Gelet op onder meer het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, de bouwverordening, het Bouwbesluit, de Wet ruimtelijke ordening, de Monumentenwet 1988 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Voorschriften Aan de omgevingsvergunning zijn de volgende voorschriften verbonden: 1.
Een bouwwerk moet, met inbegrip van de daarmee verbandhoudende (bouw)werkzaamheden, voldoen aan alle voorschriften van de bouwverordening en het Bouwbesluit. Bij de beoordeling van een aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is reeds aan veel van die voorschriften getoetst. Toch blijven er nog voorschriften over die pas tijdens of na het bouwen kunnen worden getoetst. Dit betekent dat het uw verantwoordelijkheid is om er tijdens het bouwen voor te zorgen dat er niet in strijd wordt gebouwd met de voorschriften van de bouwverordening en het Bouwbesluit. Hierbij geldt overigens dat er niet in afwijking van de verleende omgevingsvergunning mag worden gebouwd. Voor informatie hierover kunt u contact opnemen met de de afdeling Toezicht en Handhaving van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, telefoon 078 – 770 85 85.
7
Mededelingen De volgende mededelingen hebben betrekking op de betreffende activiteit: A.
Op grond van de Regeling omgevingsrecht aanvraag bouwvergunning, mogen stukken als bedoeld in artikel 2.7 lid 1 van deze Regeling op een "later" tijdstip worden ingediend. De volgende "later in te dienen stukken" dienen binnen de daarbij aangegeven termijn (in 3-voud, tenzij anders is afgesproken) ter beoordeling te worden aangeleverd bij de afdeling Toezicht en Handhaving van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid:
1.
Uiterlijk 3 weken vóór aanvang van desbetreffende bouwwerkzaamheden: a.
Constructiegegevens (berekeningen, tekeningen e.d.) met betrekking tot belastingen en belastingcombinaties (sterkte en stabiliteit) en van de uiterste grenstoestand van alle (te wijzigen) constructieve delen van het bouwwerk alsmede van het bouwwerk als geheel. Hieronder worden ten minste verstaan: - hulpconstructies, bouwkuipen en damwanden; - paalgegevens, -berekeningen en -tekeningen; - kalenderstaten en doormeetgegevens (*: direct na het aanbrengen van de palen); - betonberekeningen/-tekeningen fundering;
b.
Bouwveiligheidsplan en toegankelijkheid bouwplaats;
Let op: Wanneer de hierboven vermelde stukken niet tijdig worden ingediend, kan de omgevingsvergunning worden ingetrokken
B.
Tijdens de (bouw)werkzaamheden dient u, krachtens hoofdstukken 4 en 7 van de bouwverordening, met de volgende verplichtingen rekening te houden:
1.
Met de (bouw)werkzaamheden mag niet worden begonnen voordat: a.
de rooilijnen en/of de bouwgrenzen op het bouwterrein zijn uitgezet;
Hiertoe dient u geruime tijd van te voren contact op te nemen met de betrokken inspecteur van de afdeling Toezicht en Handhaving Bureau Inspectie Drechtsteden van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid. 2.
Opdat de wapening van de betonconstructie kan worden gecontroleerd, dient u ten minste 2 dagen voordat u beton gaat storten (telefonisch) contact op te nemen met de betrokken inspecteur van de afdeling Toezicht en Handhaving van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.
3.
Let op: In hoofdstuk 4 van de bouwverordening zijn nog meer verplichtingen in verband met de (bouw)werkzaamheden opgenomen. Een aantal daarvan worden verderop in deze beschikking uitgelicht.
4.
U dient de veiligheid op en om de bouwplaats in voldoende mate te waarborgen. Voor informatie hierover kunt u contact opnemen met de betrokken inspecteur van de afdeling Toezicht en Handhaving van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.
5.
Het bij of door het bouwen vrijkomende afval dient gescheiden te worden ingezameld volgens artikel 4.11 van de bouwverordening. Voor informatie hierover kunt u contact opnemen met de betrokken inspecteur van de afdeling Toezicht en Handhaving van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.
6.
De vergunning (incl. bijbehorende tekeningen c.a.) en het bouwveiligheidsplan dient altijd op de plaats van het bouwwerk aanwezig te zijn. Wanneer een inspecteur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid daarom vraagt, dient u deze stukken ter inzage te geven.
8
7.
Hinder (als bedoeld in art. 7.3.2 van de bouwverordening) zoals het veroorzaken en/of het verspreiden van stank, stof, vocht, irriterend materiaal, geluid en trilling dient te worden voorkomen. Hieraan kunnen tijdens de uitvoering nadere eisen worden gesteld. Let op: Het onder B genoemde betreft een selectie van een aantal relevante bepalingen uit de bouwverordening van de gemeente Dordrecht; aan deze niet uitputtend bedoelde weergave van diverse bepalingen uit de bouwverordening kunnen geen rechten worden ontleend.
C. 1.
Tot slot wordt het volgende onder uw aandacht gebracht: Aanvulling van de bouwput dient, voorzover dit aan of in de openbare weg plaats vindt, te geschieden met zand of grond ter goedkeuring van de gemeente. Hiertoe dient u contact op te nemen met Stadsbeheer, telefoon (078) 639 67 70.
2.
Voor het permanent bereikbaar en/of beschikbaar blijven van de openbare weg, dient u vóór de start van de (bouw)werkzaamheden, contact op te nemen met Stadsbeheer, telefoon (078) 770 46 42.
3.
Voor inlichtingen en mededelingen omtrent de uitvoering van de (bouw)werkzaamheden kunt u contact opnemen met de afdeling Toezicht en Handhaving van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.
9
BIJLAGE II - DEEL B Overwegingen die betrekking hebben op de activiteit: “Het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, regels gesteld door Rijk of Provincie of een voorbereidingsbesluit (artikel 2.12)”.
Overwegingen Aan het besluit liggen de volgende inhoudelijke overwegingen ten grondslag: dat voor het onderhavige gebied het bestemmingsplan "De Stadswerven" van kracht is; dat het gebruik van de damwand en onderliggende gronden bouwplan is gesitueerd binnen de bestemming “Binnenstedelijk woongebied en Waterstaatsdoeleinden”; dat het gebruik van de damwand en onderliggende gronden in strijd is met artikel “10” van dit bestemmingsplan, omdat de op de plankaart aangegeven bouwgrenzen tussen de bestemming Binnenstedelijk woongebied en Waterstaatsdoeleinden worden overschreden waardoor delen van de te plaatsen damwanden en aan te winnen gronden vallen binnen de bestemming Waterstaatsdoeleinden; dat op grond van 2.11 tweede lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een aanvraag voor het gebruiken van gronden of bouwwerken die strijdig is met het bestemmingsplan tevens kan worden verleend indien dat door het toepassen van artikel 2.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht mogelijk is. dat op grond van artikel 2.12 eerste lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de aanvraag kan worden verleend indien -
de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan met toepassing van de in het bestemmingsplan opgenomen
-
in de in het Besluit omgevingsrecht aangewezen gevallen;
-
indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een
regels inzake afwijking;
goede ruimtelijke onderbouwing bevat; dat het bouwplan derhalve stedenbouwkundig/ruimtelijk aanvaardbaar wordt geacht; dat er sprake is van de uitgebreide procedure als genoemd onder paragraaf 3.3. van de in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) aangegeven gevallen; “dat het voorontwerp van de “2e herziening bestemmingsplan De Stadswerven, locatie Kop van de Staart” dan ook als ruimtelijke onderbouwing daarvan dient en tegelijk met de ontwerpvergunning voor inspraak ter inzage wordt gelegd;” dat het voorontwerp van deze herziening bij deze vergunning is gevoegd; dat het ontwerp van de omgevingsvergunning van 20 september tot en met 31 oktober 2012 voor een ieder ter inzage heeft gelegen; dat K. de Ridder, Schuitenmakersstraat 1, bij schrijven d.d. 15 oktober 2012 een zienswijze heeft ingediend; dat volgens indiener het stenen talud al gerealiseerd is en dit dus geen plan is; dat deze omgevingsvergunning echter geen betrekking heeft op het stenen talud, maar op een nieuwe damwand aan de zuidzijde van de Kop van de Staart; dat volgens indiener van de zienswijze de damwand de overlevingskans van de kraanbaan beperkt; dat deze zienswijze echter grond mist daar de kraanbaan aan de noordzijde van de kop van de Staart is gelegen, terwijl de aanleg van de damwand aan de zuidzijde is voorzien; 10
dat de zienswijze over de kraanbaan om die reden is aangemerkt als een inspraakreactie op het voorontwerp van de e “2 herziening bestemmingsplan De Stadswerven, locatie Kop van de Staart” dat de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid per brief d.d. 15 oktober 2012 te kennen heeft gegeven geen gebruik te maken van haar adviesrecht met betrekking tot externe veiligheidsaspecten. Wel wordt geadviseerd om bij de ontwikkeling van het plangebied in contact te treden met de lokale brandweer voor wat betreft de advisering over de brandveiligheid van de bouwwerken en de bereikbaarheid en de bluswatervoorziening van het plangebied; dat de aanvraag een goede ruimtelijke onderbouwing bevat conform artikel 5.1.3 van het Besluit ruimtelijke ordening. dat het gebruiken van gronden bouwwerken niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening aangezien de aanvraag een goede ruimtelijke onderbouwing bevat zodat toepassing kan worden gegeven aan artikel 2.12 eerste lid onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. dat het college heeft besloten, gelet op bovenstaande overwegingen en belangen van derden, medewerking te verlenen aan het plan en de gevraagde activiteiten.
11
