Ontlening
I.
Etymologie
1. Bekijk dit fimpje: Man over woord: http://youtu.be/9FdrumLKPnQ Van waar komt het woord “stakker”?
Van waar komt het woord “piekeren”?
Van waar komt het woord “gazet”?
Wat is etymologie precies?
2. Lees de volgende tekst: Waar komt het woord hersenen eigenlijk vandaan? Binnen de etymologie is er discussie over de oorsprong van het woord hersenen, maar de geschiedenis van het woord in de afgelopen duizend jaar is vrij goed gedocumenteerd. In het middelnederlands, dat rond de dertiende eeuw werd gesproken, worden bijvoorbeeld de woorden hirse (1280) en hersene (1240) al teruggevonden [1]. Deze woorden zijn sterk verwant aan de middelduitse harne en hirni, oud-Engelse hernes en oud-Noors hjarasi. Al deze talen zijn beïnvloed door het proto-Germaans dat werd gesproken rond het begin van de jaartelling.
1
Dat het woord zich over al deze talen heeft verspreid in een redelijk gelijke vorm, suggereert zelfs nog een oudere oorsprong. Inderdaad lijken er in de Europese moedertaal, het proto-indo-europees ook al woorden te zijn geweest voor de hersenen. Als we vierduizend jaar terug zouden gaan in de tijd is het goed mogelijk dat een woord lijkend op krehsn tegen komen. Hier zijn geen geschreven bewijzen meer van, maar dit soort woorden kunnen gereconstrueerd worden op basis van afgeleide woorden in klassieke talen zoals kárã (hoofd) in het oudgrieks en śíras (hoofd) in het klassieke sanskriet. Het is interessant dat het woord hersenen of hersens tegenwoordig alleen in meervoudsvorm voorkomt in het Nederlands. Je zou zeggen dat hersen de enkelvoudsvorm is, maar ook dit is een meervoud van de protoGermaanse vorm [1]. Beide woorden werden zelfs een tijd lang naast elkaar gebruikt, maar uiteindelijk werd hersenen de standaard. Het modern Duitse das gehirn heeft overigens wel een meervoudsvorm (die gehirne). Het woord hersenen heeft dus een interessante geschiedenis en kan (met een beetje giswerk) helemaal herleid worden tot het Proto-Indo-Europees. Het is overigens nog niet helemaal duidelijk wanneer het besef is ontstaan in de geschiedenis dat het brein een bijzonder orgaan is. Hoewel er in het Klassieke Egypte operaties uitgevoerd werden op de hersenen om hoofdpijn te 'verlichten' [2] is het niet duidelijk of er rond deze tijd al verschil werd gemaakt tussen het brein en de schedel. Veel van de antieke woorden voor hersenen kunnen namelijk ook hoofd of kop betekenen.
Wat is Indo-Europees?
Wat is Proto-Indo-Europees?
Van welke betekenis is het woord “hoofd” afgeleid?
3. Opdracht thuis: De etymologiebank: http://www.etymologiebank.nl/ Zoek de oorsprong op van vijf woorden uit je dagelijkse taalgebruik.
2
II.
Historische ontlening
1. Waarom ontlenen wij woorden? We kiezen voor woorden uit andere talen vanuit de volgende overwegingen: a) Woorden die verwijzen naar een zaak of begrip waarvoor in de eigen taal nog geen woord bestaat of die moeilijk te vertalen zijn. Voorbeeld: ombudsman, leasen, thriller
b) Woorden die een nuance kunnen uitdrukken die de eigen taal mist: Voorbeeld: single klinkt zelfbewuster dan vrijgezel. Voorbeeld: souffleren is binnen een toneelcontext het beste woord, in klas noemen we dit voorzeggen.
d) Het ontleende woord is korter en dus krachtiger: Voorbeeld: tutoyeren i.p.v. met jij aanspreken Voorbeeld: lobbyen i.p.v. druk uitoefenen op de politieke besluitvorming.
e) Het ontleende woord is een eufemisme. Dit maakt het makkelijker om zich van een taboe-onderwerp te distantiëren. Voorbeeld: transpireren i.p.v. zweten Voorbeeld: urineren i.p.v. pissen Voorbeeld: tuberculose i.p.v. tering
f) Algemeen aanvaarde synoniemen of woorden met extra zeggingskracht: Voorbeeld: bestseller (= succesboek) Voorbeeld: filosofie (= wijsbegeerte)
2. Hoe komen we tot ontlening? Wat is onze ontleningsgeschiedenis? Ontlening komt tot stand door contacten tussen volkeren: Vb. koffie uit het Turks, heimwee uit het Zwitsers Duits a) Doorheen de geschiedenis ontleenden wij veel aan het Grieks en het Latijn: oudheid leenwoorden
fundament (fundamentum), tafel (tabula), kaas, kool, wijn, bier (biber)
middeleeuwen Leenwoorden en leenvertalingen wetenschap religie leenvertalingen
school, professor, geometrie (Lat.) schema, atoom (Gr.) confessie, evangelie duizendpoot, zeehond, driehoek, naschrift, hoofdstad, voorwerp
3
renaissance tot heden leenwoorden, leenvertalingen en voor-en achtervoegsels, afkortingen boekdrukkunst stedelijke administratie geneeskunde voor-en achtervoegsels
blanco, pagina, ibidem articuleren, obligaat, verbatim, ergo angina, snijtanden, eierstok contra-, ultra-, circa, versus
vandaag nieuwe betekenis aan klassieke woorden, nieuwe afleidingen, samenstellingen nieuwe betekenis nieuwe afleiding nieuwe samenstelling
aquarium senator, medicus, aluminium interbellum
3. Oefeningen: Ontlening uit het Latijn en het Grieks a) Kies het goede Nederlandse synoniem voor het vreemde woord dat hier in een korte zin wordt gebruikt: 1. Er zit een lacune in de wet. a straf b fout c oplossing d leemte 2. Haar opmerking ontlokte een grote hilariteit. a. spanning b vrolijkheid c tegenwerking d warboel 3. Het is en blijft een lumineus idee! a onzalig b schitterend c overvloedig
d walgelijk
4. Het is de traditie dat de nestor een openingswoord spreekt. a. jongste b kloosteroverste c oudste d hoogbejaarde 5. Bij de opleiding van piloten wordt veel gebruik gemaakt van een vluchtsimulator. a schema b nabootser c instructeur d nooduitgang
b) In de rechterkolom staan goede Nederlandse woorden voor de vreemde woorden in de linkerkolom, maar ze staan niet in de juiste volgorde. 1.complex 2.verbaliseren 3.apostrof 4.limiteren 5.frequent 6.compact 7.abrupt 8.divers 9.intact 10. conform
… … … … … … … … … …
verscheiden bondig bekeuren ingewikkeld plots weglatingsteken gaaf beperken overeenkomstig met vaak
4
c) Zou je nu zelf deze woorden kunnen vertalen of omschrijven? cum laude………………………………………………………………………………………………………………………………… verbatim …………………………………………………………………………………………………………………………………. misantroop………………………………………………………………………………………………………………………………. virulent………………………………………………………………………………………………………………………….………… hallucinant……………………………………………………………………………………………………………………………… puissant………………………………………………………………………………………………………………………………….. convergeren …………………………………………………………………………………………………………………………… futiel……………………………………………………………………………………………………………………………………….. dixit…………………………………………………………………………………………………………………………………………
4. Oefeningen: Ontleningen uit andere talen dan Latijn en Grieks Kun je achterhalen waar de volgende woorden thuishoren? Engels
alarm arresteren belevenis beroemd boot budget cannelloni cash eenzaam embargo fresco
Frans
Duits
gitaar grens indruk instrument invloed kleinzoon koala mail mammoet meubel prestige
Spaans Italiaans
Andere
replica research rumba sauna ski snob sofa spies toilet tomaat tunnel
5
III. Ontlening vandaag 1. Soorten ontlening Het Nederlands kan op vier verschillende manieren aan een andere taal ontlenen: • • •
vreemde woorden: zijn nog niet vernederlandst: een mountainbike bastaardwoorden: zijn gedeeltelijk vernederlandst: een prostituee (zonder <é>) geïntegreerde leenwoorden: worden niet meer als vreemde woorden aangevoeld: een muur komt van murus (Latijn)
2. Modewoorden Geef aan in welke categorie deze woorden thuishoren. Ken je van allemaal de betekenis? Geef aan van welke niet en zoek op! 1. 2. 3. 4.
Politiek Media Sport Jongerentaal
absoluut! boho chique catchy crowdsurfen early bird fashionista flashmob killer heels mix and match moves maken nice! penalty preppy shinen skills hebben wannabe like a boss
5. 6. 7. 8.
bag some birds bashing carpoolen celebrity chillen corner dumpingprijzen flex goodybag hashtag kiss & ride match outsourcen phablet sharen übercool vet
Mode Sociale media & internet Algemene omgangstaal Maatschappij & economie
barfen chino coveren dimmen dug out eyecatcher flat tax foregrounden it-girl liken liken sabbatical shopaholic swag top trustkapitaal twerken
6
3. Verengelsing a) Oefening: Wat omschrijvingen?
is
het
gebruikelijke
Engelse
woord
voor
appetizer
zero-tolerance
boardingpass
shareholder
knowhow
customized
allrounder
duty-free
merchandisen
area
deze
salesmanager touroperator
art director
drop-out
voucher
editen
rookie
asap
preview
understatement
goldrush
anchorman
fundraising
headhunten
ghostwriter
braindrain
cold turkey
narrowminded
search-engine
kingsize
adverising agency
consultancy
incrowd
scouten
retail
leasen
aquaplaning
native speaker
accountant
lay-outen
melting pot
red tape
abstract
spin-off
oneliner
blueprint
trainee
in de pipeline
customer
lobbyen
recital
off the record
human resource
service multinational
poll
bypass
manager tycoon
audit
purchase
kick-off
claimen
outcast
peptalk
manager ratrace
niche
trial and error
1. De gangbare term voor moedertaalspreker: degene die een taal als kind via een natuurlijk taalverwervingsproces heeft geleerd……………………………………………………………………. 2. Artistiek leider verantwoordelijk voor de artistieke visie van een bedrijf in de creatieve industrie, grafisch vormgever……………………………………………………………………………………………….. 3. Een schrijver die schrijft onder andermans naam, op diens verzoek. De publicatie verschijnt als ware het van de opdrachtgever………………………………………………………………………. 4. Vertrouwelijk, buiten verslaggeving………………………………………………………………………………….. 5. Stagiair, iemand in opleiding. …………………………………………………………………………………………… 6. Reclamebureau………………………………………………………………………………………………………………….. 7.
Het
huren
of verhuren
van
bepaalde
productiemiddelen
(auto’s,
vliegtuigen,
machines)………………………………………………………………………………………………………………………………… 8. Talentzoeken………………………………………………………………………………………………………………………. 9. Zo snel mogelijk (as soon as possible). …………………………………………………………………………… 10. Presentator in een televisiejournaal of een ander actualiteitenprogramma. ……………….. 11. Een kernachtige, meestal geestige uitspraak die niet langer is dan één zin. ……………….
7
12. Bureaucratie, ambenarij, rompslomp……………………………………………………………………………. 13. Iemand die beroepsmatig zorgt voor het inrichten, leiden, nazien en controleren van boekhoudingen en administraties van instellingen en bedrijven, en daar toe ook bevoegd is……………………………………………………………………………………………………………………………………………… 14. Het wegtrekken van de intellectuele bovenlaag uit arme landen naar rijkere, westerse landen……………………………………………………………………………………………………………………………………… 15. Belastingvrij……………………………………………………………………………………………………………………… 16. Een verkorte, zakelijke, zo objectief mogelijke weergave van de inhoud van een publicatie, uittreksel, samenvatting, excerpt………………………………………………………………………… 17. Werving van fondsen om een project te financieren; fondsenwerving…………………………. 18. Klein hapje of drankje om de eetlust op te wekken, klein hapje bij het aperitief………… 19. Het systematische, strategische en georganiseerde streven om één of meer actoren van (politieke) besluitvorming te beïnvloeden………………………………………………………………………. 20. Iemand die alles kan op een bepaald gebied, duizendpoot…………………………………………… 21. Het commercieel exploiteren van de populariteit van een merk of van bekende personen, zoals filmsterren, entertainers en sporthelden, evenals van figuren uit films, stripverhalen en televisieprogramma`s……………………………………………………………………………… 22. Het van overheidswege strikt doen naleven van de wettelijke voorschriften, waarbij geen enkele overtreding wordt getolereerd, nultolerantie………………………………………………. 23. Districtsverkoopleider, regionaal verkoopleider, verantwoordelijk voor de verkoop binnen een bepaalde regio………………………………………………………………………………………………… 24. Persoon die zich aan alle normale maatschappelijke verantwoordelijkheden onttrekt en geen contact met medemensen meer wenst, een mislukkeling, een eenzaat……………. 25. Klantendienst ……………………………………………………………………………………………………………….. 26. Het verzamelen, samenstellen en ordenen van materiaal dat is bedoeld voor publicatie of presentatie, vooral geschreven materiaal, film of tape……………………………….. 27. Bekrompen, kleingeestig ……………………………………………………………………………………………… 28. Blauwdruk, ontwerp, plan …………………………………………………………………………………………… 29. Voorbereid worden en waarschijnlijk binnenkort gebeuren, eraan zitten te komen. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………. 30. Het glijden van een voertuig of vliegtuig op een nat wegdek en het verliezen van de controle over dat voertuig of vliegtuig, doordat er zich een waterlaagje gevormd heeft tussen de banden en het wegdek. …………………………………………………………………………………….. 31. Sociale competitie, carrièrewedloop ……………………………………………………………………………. 32. Een uitvoering van een muziekprogramma bestaande uit solostukken, over het algemeen door één solist. ………………………………………………………………………………………………….. 33. Advies geven, diensverlening in de vorm van advies. ……………………………………………….. 34. Dit begrip wordt gebruikt om het midden- en kleinbedrijf aan te duiden (detailhandel
8
en dienstverlening). …………………………………………………………………………………………………………… 35. Goudkoorts, goudzoekerskoorts ………………………………………………………………………………… 36. De versmelting van bevolkingsgroepen met verschillende culturen. ………………………. 37. Peiling, enquête ………………………………………………………………………………………………………….. 38. Instapkaart …………………………………………………………………………………………………………………. 39. Een kleine gespecialiseerde markt voor een bepaalde groep producten of services. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… 40. Omleiding rond een vernauwing in een ader door een gezond stukje ader of slagader aan weerskanten van de vernauwing aan te sluiten, overbrugging. ………………………………….. 41. Opmaken, vormgeven …………………………………………………………………………………………………….. 42. Het werven en selecteren van nieuwe werknemers …………………………………………………… 43. Bedrijf met vestigingen in meerdere landen. ………………………………………………………………… 44. Aanspraak maken op; vorderen, (op)eisen of beweren, pretenderen, stellen. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….. 45. Extra groot/lang, super- …………………………………………………………………………………………………. 46. In een keer stoppen met het gebruik van het middel waar de patiënt aan verslaafd is. Ook worden er geen middelen gebruikt die ontwenningsverschijnselen kunnen remmen. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 47. Uitgestotene, verschoppeling, buitenstaander ……………………………………………………………… 48. Het tonen van een gedeelte van een film, een programma of een game voordat die klaar is, zodat je een indruk kunt krijgen. ………………………………………………………………………….. 49. Aangepast ………………………………………………………………………………………………………………………… 50. Proefondervindelijk ontdekken, door te proberen (en soms te falen) tot een oplossing komen. …………………………………………………………………………………………………………………………………… 51. (bedrijfs-, veiligheids-, enz.)doorlichting, inspectie, controle ………………………………………. 52. Aandeelhouder ………………………………………………………………………………………………………………… 53. Inkoopchef, hoofd inkoop ………………………………………………………………………………………………. 54. De deskundigheid, kennis van zaken. ……………………………………………………………………………. 55. Een ticket of kaart die als vervanging voor geld kan dienen of kan dienen als tegoed bij toekomstige uitgaven, reserveringsbewijs, tegoedbon. …………………………………………………. 56. Groep ingewijden, groep mensen die van alles goed op de hoogte is. ……………………….. 57. Een nieuwe entiteit die ontstaat uit een andere (grote) entiteit, bijproduct, neveneffect. ?....................................................................................................... 58. Zoekmachine, zoekprogramma …………………………………………………………………………………… 59. Uitspraak waarmee je iets opzettelijk zwakker uitdrukt dan het in werkelijkheid is. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… 60. Reisorganisator ……………………………………………………………………………………………………………….
9
61. Rijk persoon die een groot deel van een bepaalde bedrijfstak in handen heeft, magnaat, gigant …………………………………………………………………………………………………………………… 62. Personeelschef, directeur personeelzaken …………………………………………………………………. 63. Eerstejaars, nieuweling ………………………………………………………………………………………………… 64. Begin, de start …………………………………………………………………………………………………………….. 65. Bemoedigende speech, opbeurend praatje……………………………………………………………………
4. Zijn leenwoorden een vorm van taalverloedering of taalverrijking? Een enquête uit Taalschrift leverde dit resulaat op maar wat vind jij?
Som minstens twee redenen voor en twee redenen tegen ontlening op: Pro ontlening
Contra ontlening
5. Welke Nederlandse woorden komen het meest voor in andere talen? Dit is de top tien (met tussen haakjes het aantal ontlenende talen): baas (57) gas, kraan (49) pomp (48) pen, bak(je) (47)
pot(je) (46) pak (45) sloep (44) boek, loterij (43)
blok (42) glas (41)
Geloof het of niet, maar het Nederlands heeft bijna 18.000 woorden uitgeleend aan 138 andere talen in de wereld. Welke woorden dat zijn? In het allereerste uitleenwoordenboek ter wereld somt auteur en deskundige Nicoline van der Sijs ze allemaal op. Ze geeft uitleg over hun bestemming en verklaart hoe ze hun weg naar die andere talen gevonden hebben.
6. Teveel Engelse woorden? Is dit erover of niet? We gaan funshoppen met de kids in de summersale!" "Ik kon die screensaver niet downloaden van je homepage, omdat mijn browser crashte." "De human resource manager moet weer een headhunter inhuren omdat de sales manager geswitcht is naar research & development.
10
7. Ontleende uitdrukkingen Oefening: Oefening: Zet de gepaste reactie bij deze situaties: Mer-à-boire
Connecting the dots…
Aha-erlebnis
Nomen est omen!
Chateau Migraine!
Murphy’s Law
Fail!
Mazzltov!
Look what the cat dragged in
Quod erat demonstrandum
11
8. Wat zouden deze ontleende uitdrukkingen kunnen betekenen? betekenis
taal
überhaupht echec Truth
is
in
the
eye
of
the
beholder panta rei Out of the bue Avant la lettre in spe nota bene savoir vivre conditio sine qua non Proost! copy cat un fait accompli sowieso terra incognita Einzelgänger un idiot savant mordicus Point taken! impromptu Nachleben The end justifies the means amuse-gueule Inscha allah Coûte que coûte Cherchez la femme No pun intended Rien ne va plus
12
sangfroid Hic et nunc Comme il faut Ipso facto Heads up Wanderlust So far so good Mutatis mutandis À l’improviste A hot potato The proof of the pudding is in the tasting crime passionel
hoe dan ook een aperitiefhapje een brandend actueel onderwerp een nawerking/ nabloei in elk geval koelbloedig een imitator ontdekkingszin een passionele moord verbeten noodzakelijkerwijs alles vergaat met de nodige aanpassingen (toepasbaar) kost wat kost een noodzakelijke voorwaarde let wel! zonder grap een eenzaat/ zonderling voordat iets bekend werd een mislukking/ een falen
hier en nu waarschuwing vooraf er is een vrouw in het spel onbekend terrein onverwachts het bewijs is het resultaat het doel heiligt de middelen uit het niets omgangsvormen/ manieren/ etiquette Gezondheid! onvoorbereid/ spontaan in wording het is nu te laat zoals het hoort een geleerde dwaas als God het wil alles goed tot dusver een voldongen feit je hebt gelijk het is maar hoe je het bekijkt
9. Andere talen ontlenen ook uit het Nederlands. Welke woorden herken je in de volgende leenwoorden: Blomkal (Noors) Werewolf (Engels) Anker (Russisch) Kerki (Sranan Tongo) Sukiri (Singalees) Bewarskol (Papiamentu)
Komsari (Sranan Tongo) Tarappe (Singalees) Brandy (Amerikaans) Bezi (Papiamentu) Apartheid (Engels)
matroos (Russisch) Kèrekôppu (Singalees) Easel (Engels) Ber (Papiamentu) Buck (Amerikaans) Kowsu (Sranan Tongo)
13
IV. Purismen 1. Is onze taal “zuiver”? Hoe zuiver kan een taal zijn? Zijn purismen taalverrijking of taalverloedering? 2. Onderscheid in de volgende woordenreeks de oorspronkelijke woorden en hun gezuiverde versies? Wat is beter? Wat is juist? trambestuurder
alleenverkoop
uitstalraam
dirigent
monopolie
etalage
heen-en-terug
doelwachter
honorarium
geldbeugel
immigrant
ereloon
living
conducteur
orkestleider
keeper
portemonnee
inwijkeling
retour
huiskamer
3. Wat zijn de correcte woorden voor deze vernederlandsingen? watergladheid regenscherm stortbad weekeinde duimspijker voetpad nagerecht
3. Verbeter deze algemeen Vlaamse uitdrukkingen: afkuisen
nonkel
beenhouwer
foefelen
een alcoholieker
frigo
het gras afrijden
marcelleke
een ajuin
mutualiteit
gelijk wie
noemen
goesting
je ontslag geven
werkzaam zijn te
lopend water
zich situeren
op punt zetten
een teleferiek
verdiep
14
V.
Barbarismen
1. Opfrissing Een leenwoord is een woord ontleend aan een andere taal. Het woord heeft zich volledig aan het Nederlands aangepast en is nog nauwelijks herkenbaar als vreemd. woensdag (Wodans dag), toren (turum), cello Een vreemd woord is een woord overgenomen uit een andere taal dat zich wat betreft uitspraak en spelling niet heeft aangepast aan het Nederlands. timbre, genre, paella, fitness, meeting Een barbarisme is een woord dat, of een zinswending of conventie overgenomen uit een vreemde taal, dat zich gedeeltelijk heeft aangepast aan het Nederlands, bijvoorbeeld wat betreft spelling of uitspraak. Match, e-mailen, computer, baby, journaal, thriller
2. Foute ontleningen: Gallicisme/ Anglicisme/ Germanisme/ … • een anglicisme : verkeerd overgenomen uit het Engels: Ik ga ervoor! = ……………………………………………………………..……………………….. iets uitsorteren =……………………………………………………………………………………… • een dialectisme: verkeerd overgenomen uit het dialect: Kuisvrouw =…………………………………………………………………………………………………. Patat =………………………………………………………………………………………………………….. Moest ik dat doen, ik zou… =………………………………………………………………………… • een gallicisme: verkeerd overgenomen uit het Frans: Dat kost duur.=…………………………………………………………………………..……………….. Recupereren = ……………………………………………………………………………………………… Penaliseren = …………………………………………………………………………………………….. • een germanisme: verkeerd overgenomen uit het Duits autobaan =……………………………………………..……………………………………………..……. eerstens = …………………………………………………….……………………………………………..
15
3. Waar staan de gallcismen in de volgende zinnen? Wat zou wel een juiste Nederlandse omschrijving zijn? a) Weet je wat hij mij vroeg? Of zeventien een paar of een onpaar getal is! ............................................................................................................................ b) We moesten altijd voor onze bank blijven staan, tot de meester zei: “Zet u neer.”. ............................................................................................................................ c) Hij zocht in alle straten van de stad, maar de man in kwestie was verdwenen. ............................................................................................................................ d) Ze doet de was naar de droogkuis, hoewel ze weet hoe duur dat kost. ............................................................................................................................ e) Honderd euro is geen klein bier voor een vereniging zonder winstgevend doel. ............................................................................................................................
4. Oefening: Vertalen. Gebruik niet onnodig leenwoorden waar er goede Nederlandse woorden bestaan: coach inloggen printen goal chillen keyboard dayplanner
5. Oefening 2: Wat zijn de juiste termen voor deze ontleningen in ons dialect? velo chicong seule sjakosj embriage chappe nondedju talon
16
17
18
19