Onthaalbrochure
ve 95
Beste student, beste nieuwe medewerker
Ik heet je in naam van het team en mezelf hartelijk welkom op onze afdeling. Je zal veel nieuwe indrukken opdoen en in het begin moeite hebben om alles gecoördineerd uit te voeren. Ik wil je daarin geruststellen: stilaan krijg je alles onder de knie en je krijgt ook de voor jou nodige tijd en ruimte. We zullen je zo snel mogelijk integreren in de groep, maar ook dit zal wat tijd vragen. Ik reken erop dat je open zult communiceren om je integratie te vergemakkelijken. Ik hou van kritische opmerkingen , zeker als ze bedoeld zijn om de zorgverlening te optimaliseren. Schrijf bedenkingen op, want er zijn er veel in het begin die anders verloren gaan in de routine die aanwezig is op de dienst. In de spreekkamer is er een kastje voorzien waar je je gerief kwijt kan, er is ook al een postvakje voor jou. Joke neemt nieuwe medewerkers op sleeptouw doorheen je eerste dagen. Katrien, de opleidingsverpleegkundige is ook iemand waar je voor technische zaken op terug kan vallen. Zij loopt mee op individuele basis en waar noden zijn. Renate, Anne en June zijn de studentenmentoren We wensen je alvast veel werkvreugde Henderyckx Annemie, Hoofdverpleegkundige en het ganse team van ve 095.
1
1. Beschrijving van de afdeling 1.1 Algemene informatie ( 28 bedden) Geneesheren verbonden aan de afdeling PNEUMOLOGIE
Dr. Haenebalcke – hoofdpneumologe en afdelings-aanspreekarts Dr. Van Renterghem – enkel op polikliniek en wachtdienst Dr. Ringoet Dr. De Pauw Dr. Depuydt Dr . Muyldermans o
Aan nieuwe medewerkers graag jezelf voorstellen aan de artsen.
1.2 Voorstelling ploeg: o o o o o o
hoofdverpleegkundige : Henderyckx Annemie bij afwezigheid vervangen door enkele collega’s (aangeduid op de werklijst met D) bachelors en gegradueerde verpleegkundigen Zorgkundigen en hulpverpleegkundigen : hygiënische zorgen, hulp bij de bedeling en hulp bij de maaltijden logistieke assistente: die instaat voor het opvragen van de keuzemaaltijden, op en afdienen van de maaltijden en orde op de afdeling algemeen onderhoudpersoneel
1.3 Enkele verpleegkundigen hebben naast hun taak in de verzorging nog een specifieke taak toegewezen: o o o o o o o o o o o o o o
coach nieuwe verpleegkundigen : Joke Meuleman referentie verpleegkundige palliatieve patiënten en pijnbestrijding: Joke Meuleman referentieverpleegkundige geriatrie : Renate Vandenheede referentieverpleegkundige ziekenhuishygiëne: Claudia Maertens referentieverpleegkundige MVG en dossier : Evy Dedeckere en Lynn Vandecasteele referentieverpleegkundige MUCO : Chris Van Den Nieuwenhuysen referentieverpleegkundige wondzorg : Gwendolyn Dysers referentieverpleegkundige decubitus : Gwendolyn Dysers referentieverpleegkundige diabetes ; Talloen Rudy referentieverpleegkundige fixatie : ; Talloen Rudy – logistieke opvolging door Francine Vermeulen referentieverpleegkundige COPD : Andries Fabienne studentenbegeleiding (stagementoren): Renate Vandenheede, Anne Duclos en June Leenaert bestellen van steriel en niet steriel materiaal op zondagmorgen verantwoordelijk voor opvolging van technische gebreken op de afdeling: Tania Barremaecker ; Opmaken bonnen technische dienst en bestellingen kunnen steeds gevraagd worden aan de administratieve medewerkers Petra Van Tomme en Dolores Vanpachtenbeke
2
2. Uurregeling : betekenis van de codes op de werklijst: D (verantwoordelijke)
Van …. /…. uren 8.00u – 13.00u 14.00u. – 17.00u.
Dagdiensten dagdienst Vroegdienst V6
8.00u tot 12.00u 14.00u tot 18.00u Opm. geen standaardrooster voor medewerkers, wel voor studenten 6.30u-15.00u pauze ifv drukte 6.30u-13.00u zonder pauze; in principe enkel voor niet voltijdse medewerkers mag wel aangevraagd worden in wensenlijst
Late diensten L
12.30u. – 21.00u.
Keukendienst
K6 :08u-14u
Nachtdienst
20.45u-06.45u
3. Afspraken op de verpleegeenheid
afspraken omtrent vakantieregeling & dienslijst: Wensen ten laatste tegen de 25ste van de maand via digitaal kaderversturen die je van de hoofdverpleegkundige via mail krijgt per maand, de kadertjes zijn ook beschikbaar in de mailbox van de afdeling . Maximum 5 harde wensen kunnen in kleur gezet worden. De hoofdverpleegkundige probeert iedereen zijn harde wensen te geven; er is echter nooit een garantie. Onderling wisselen is toegestaan, wel dient rekening gehouden te worden met voldoende mensen die chemotherapie kunnen geven)
wensen naar rato van de prestaties: fulltime (aantal uren)5 / halftime: (aantal uren) 3 enz.)
het werkende WE, dient met collega’s omgewisseld te worden, op jaarbasis kan een vrij WE gevraagd worden die dan indien haalbaar in het rooster gegeven wordt, graag vooraf bevragen.
afwezigheidsmelding: zo snel mogelijk de dienst verwittigen 050/453095 + contact opnemen met de verantwoordelijke vanzodra die aanwezig is tijdens kantooruren; ook de dag voor werkhervatting graag een seintje aan de verantwoordelijke.
studentenbegeleiding : tijdens de verzorging door de studenten is verpleegkundig toezicht vereist (de verpleegkundige is en blijft verantwoordelijk voor de zorgen ook al zijn ze uitgevoerd door studenten).
Er wordt gewerkt in modules; 2 of 3 ifv aanwezigheid studenten,
wanneer de zorgen van de groep patiënten waarvoor men verantwoordelijk gedaan zijn, (zie werkverdeling) wordt er gevraagd om eventueel hulp te bieden aan de andere groep verpleegkundigen die eventueel nog bezig is. M.a.w. er wordt gevraagd om tijdens de verzorging de collegialiteit in acht te nemen.
mag ik er op aandringen om alle dienstruimten ordelijk en net te houden in het belang van iedereen.
3
4. Organisatie op onze afdeling
taak Vroegdienst
taak Late dienst
taak Nachtverantwoordelijke
4.1.Tijdens de weekdagen geldt volgende organisatie:
Vroegdienst: 6.30u. tot 15.00u. met 30 min pauze, tijdstip afhankelijk van de haalbaarheid op de dienst Er zijn 4 vroegdiensten; Verpleegkundige verantwoordelijk voor module ( zie werkverdeling) = verantwoordelijk voor pat. In 2 modules : K 951 -> K 957 en K 958 ->K 986 In 3 modules : K 951 -> K 953 en K 954 -> K 959 en K 960->K 986 De 3de module wordt toegepast wanneer er 3 verpleegkundigen zijn en 3 niet verpleegkundigen vb. 2 studenten en een zorgkundige 6.30u. overdracht door de nachtverpleegkundige en resterende bloedpuncties uitvoeren (tenzij er bloedpuncties zijn voorbehouden voor de studenten ) controle van klaargezette medicatie voor eigen module. Toedienen, afkleven en aftekenen van toegediende medicatie. Ook de IV medicatie nazien t.e.m. 14u. Medicatie moet herkenbaar blijven tot bij de patiënt. Inhalatietherapie wordt in de fiche en ook aan bed afgetekend per toegediende soort inhalatietherapie met eventueel rapportage van verloop in het verpleegdossier of op een evaluatiedocument medicatietekorten opvolgen en eventueel laten meebrengen als de bak gebracht wordt door de logistiek assistente of administratieve medewerker. De verpleegkundige is verantwoordelijk dat de medicatie ook onmiddellijk toegediend wordt als ze meegebracht wordt. indien er nog tijd over blijft wordt er geholpen bij het opdienen van het ontbijt / beddenopschik. 8.30u. stipt: overdracht geven in de dienstkamer aan verantwoordelijke, keukendienst en doktersassistent Korte pauze met collega verantwoordelijke vroegdiensten in de keuken start verzorgingen in eigen module. Opnames in samenspraak andere verpleegkundige toegewezen in je module, aandacht invoeren in PC voor briefing naar de laatdienst en mondeling aan de verantwoordelijke Na de verzorging opschik van de kamers en hulp spoelruimte steeds studenten betrekken in de verzorgingen en nazien of de opgelegde opdrachten correct zijn uitgevoerd door de studenten tijdens of na de verzorgingen: observaties inschrijven (Norton en pijnscore niet vergeten !!) 12.30h briefing (enkel van eigen) module aan laatdienst, aangevuld door verantwoordelijke; daarna (of daarvoor) permanentie in gang, indien een arts toert tijdens de briefing meevolgen voor eigen module. Briefing gaat wel voor. 13.00u.: middagmaal.
4
13.30: nazichttoer van alle patiënten, ophalen en evt. opwarmen van achtergebleven maaltijden, beantwoorden oproepen en evt. observaties verder invullen , opvang opnames , OP- patiënt. 14.00u. nazicht en toedienen IV medicatie 14.45u.: korte overdracht aan de verpleegkundige laatdienst van eigen module Verpleegkundige 2 (1 per module)
6.30u. Overdracht door nachtverpleegkundige. overschakeling van de zoemers op dagdienst = regime 1 naar regime 2 dect eigen module bij zich houden. bij alle patiënten RR + pols ,ook saturatie bij elke pneumopatiënt + zie nota op bord in de verpleegpost voor extra’s. (Op maandag wordt iedereen gewogen, de moduleverantwoordelijke moet de parameters zien of inschrijven indien ze genomen worden door een zorgkundige ifv interpretatie van de parameters) Bij afwijkende waarden dit zo snel mogelijk melden aan Dr. of Dr. assistent tenzij een medicamenteuze behandeling voorgeschreven is. De glycemiewaarden dienen ook steeds gemeld worden aan verantwoordelijke van de module ifv insulinetoediening. 8.00u. kort ontbijt zodat er permanentie is op de gang tijdens de briefing – dect aan zorgkundige geven 8.30u. Klaarmaken van patiënten die naar een onderzoek moeten. Overnemen van dect eigen module tijdens de briefing ;aanspreekpunt voor brancardiers die pat ophalen (dus geen grote verzorgingen opstarten) Verzorging eigen module en aansluitend helpen met de collega’s van de andere module 11.30u. Middagpauze indien haalbaar voor dienst zodat je permanentie kunt opnemen tijdens briefing naar laatdiensten. 13.30: nazichttoer van alle patiënten, parameters opnemen en rapporteren aan verantwoordelijke verpleegkundige. Ophalen en evt. opwarmen van achtergebleven maaltijden, beantwoorden oproepen en evt. observaties verder invullen, opvang opnames, OP- patiënt… Niet verpleegkundige V V 6.30u. – overdracht door nachtdienst koffie zetten voor het ontbijt van de patiënten . nazicht nuchters op transportplank en opdienlijst zodat logistieke medewerker onm. kan starten aandacht patiënten van beide modules die vroeg moeten klaar zijn nazicht nuchters op transportplank en opdienlijst, beide vergelijken 8.00u. hulp opdienen en hulp bij voeding Dect beide modules van 08h tot 09h. Korte pauze met collega’s vroegdiensten met moduleverantwoordelijkheid verdere verzorging in functie van eventuele noden ; eventueel de volgorde van afwerking bijsturen. Pauze ifv haalbaarheid op de dienst 13u klaarzetten bloedaanvragen voor volgende dag en laten nazien door vpk – orde verpleegpost 14u toer met zorgkundige laatdienst afdienen nagebleven koffie, extra aandacht in de kamers voor opruim nachttafel, nazicht niet ingenomen medicatie, melden infusen die op het einde zijn, bescherming kledij patiënt wegnemen
5
Dagdienst: in principe komen dagdiensten niet voor voor medewerkers van ve 095, wel voor studenten 1.
Dagdienst: 8.00u. tot 12.00u. en van 14.00u. tot 18.00u. Voormiddag: 8.00u. – 12.00u. nazicht welke kamers toegewezen nazicht welke van deze patiënten nuchter zijn of op onderzoek moeten hulp opdienen en installeren patiënten ( 8.00u – 11.30u) 8.30u stipt bijwonen overdracht. In samenspraak verpleegkundige module afspreken wie wat opneemt. 12u onderbreking tot 14.00u. Namiddag: 14.00u. – 18.00u.
15.00u. Starten van namiddagtoer. medicatiebak: medicatie in juiste vakjes plaatsen. hulp op- en afdienen avondmaal. zoemerpermanentie tijdens pauze. moment avonddienst. Bij afwezigheid administratieve medewerker doorgegane onderzoeken inschrijven op groene bladen in verpleegfiche na overleg verantwoordelijke, na 17.30h de geplande onderzoeken voor de volgende dag nazien en in PC-transport inbrengen DD: halve dagdienst: idem dagdienst 8.00u. – 12.00u.
Avonddienst 2.
Laatdienst : Van 12:30 tot 21:00u Er zijn3 4 laatdiensten ; 2 verantwoordelijke per module, ( dus steeds 2 modules in de laatdienst), de zorgkundige en een verpleegkundige die de telefoon krijgt tijdens de pauze van de verantwoordelijke en ook aanspreekpunt wordt voor artsen.
Nazicht welke toegewezen module op werkverdeling 12.30 briefing door afdelingsverantwoordelijke en moduleverantwoordelijke vanuit briefing dringend uit te voeren taken opnemen. controle van klaargezette medicatie door verantwoordelijke laatdienst voor eigen module. Toedienen, afkleven en aftekenen van toegediende medicatie. Ook de IV medicatie nazien.( 14u is verantwoordelijkheid van vroegdienst) Medicatie moet herkenbaar blijven tot bij de patiënt. Inhalatietherapie wordt in de fiche en ook aan bed afgetekend per toegediende soort inhalatietherapie met eventueel rapportage van verloop en techniek in het verpleegdossier. tekorten opvolgen en eventueel laten meebrengen als de medicatiebak gehaald wordt door de logistiek assistente/zorgkundige. 14.45u pauze, V diensten nemen over en doen permanentie op de gang 15.00u.start namiddagverzorging samen met andere toegewezen laatdienst extra aandacht voor parameters die afwijkend zijn en opzetten van zoveel mogelijk pat. Opnames in samenspraak andere met verpleegkundige toegewezen in je module, aandacht invoeren in PC voor briefing en mondeling aan de verantwoordelijke 16.15u. controle glycemie (zie overzicht in verpleegpost) en nazicht insulinetoediening. pauze in samenspraak, 30 minuten, niet alle laatdiensten samen als er geen verpleegkundige permanentie is. overzicht klaarmaken om mee te nemen in de avondtoer met info naar de nachtdienst toe.
6
18.45u. Start avond verzorgingsronde – zie uitgewerkte procedure in map in de verpleegpost. alle belangrijke observaties noteren op oranje bladen in de verpleegfiche of intypen in briefing en doorgeven aan diegene die overdracht geeft aan de nachtdienst. (fiches meenemen in avondtoer !)
niet verpleegkundige laatdienst : Van 12:30 tot 21:00u
3.
12.30 briefing door afdelingsverantwoordelijke en/ of moduleverantwoordelijke vanuit briefing uit te voeren taken opnemen. 13u klaarzetten bloedaanvragen voor volgende dag en laten nazien door vpk – orde verpleegpost 14u toer met niet verpleegkundige vroeg opdien koffie, extra aandacht in de kamers voor opruim nachttafel, nazicht niet ingenomen medicatie ;infusen die op het einde zijn, bescherming kledij patiënt, 14.45u pauze, V diensten nemen over en doen permanentie op de gang 15.00u.start namiddagverzorging samen met andere toegewezen laatdienst ; 16u nazicht of medicatiebak reeds verdeeld is in de medicatiekast. 17u hulp opdienen en hulp voeding bij pat waar nodig pauze in samenspraak, 30 minuten, niet alle laatdiensten samen als er geen verpleegkundige permanentie is. 18.45u. Start avond verzorgingsronde. alle belangrijke observaties noteren op oranje bladen in de verpleegfiche en doorgeven aan diegene die overdracht geeft aan de nachtdienst. (fiches meenemen in avondtoer) nazicht en opruim spoelruimte na verzorgingsronde
Taak nachtverpleegkundige: 20.45u. tot 6.45u. 20.45u.: Overdracht van late dienst, 21.00u.: Eerste toer met medicatiewagen: nazien patiënten; slaapmedicatie, pijnmedicatie, infusen, redons, evt. PCA- pomp, urinezakken, controle incontinentiemateriaal… glycemiebepaling bij diabetespatiënten. comfort positionering van de patiënten : bv. fowlerhouding, pas geopereerde patiënten: nazien op bloedingen, RR en Pols, bewustzijn. eventueel beroep doen op de hulp van de omloop nachtverpleegkundige oproepen beantwoorden de medicatieformulieren van de vorige dag verzamelen uit de verpleegfiches, en dan in de enveloppe in de apotheekbak deponeren, nieuwe formulieren in fiches plaatsen. 24.00u.: Tweede toer: AB- toediening, evt. patiënten verversen en droogleggen, + evt. wisselligging geven. pas geopereerde patiënten nog eens nazien. Evt. BD en pols controle. PCA- pomp en infusen nazien. hulp vragen aan hulpverpleegkundige zo nodig tussen de zaalrondes door wordt de medicatie voor de volgende dag klaargezet. evt. hulp vragen aan hulpverpleegkundige 04.00u : Derde toer *****
pas geopereerde patiënten nog eens nazien. Evt. BD en pols controle.
7
Incontinente pat kort wakker maken en op toiletstoel plaatsen – toiletstoel ledigen/ controle incontinentiemateriaal. nazicht infusen PCA- pomp en infusen nazien bijna uit = klaarleggen voor de vroegdienst zodat ze die kunnen meenemen hulp vragen aan omloopnachtdienst zo nodig
06.00u.: Bloedpuncties ; indien pat belt of wakker is na 04h ondertussen deze bloedafname doen zodat pat niet meer wakker moet gemaakt worden. indien meer dan 15 afnames komt de supervisie van ve065 op vraag helpen 06.30u.: Overdracht aan de vroege dienst.
Algemene afspraken voor de nachtdienst Alle belangrijke zaken NOTEREN in de verpleegfiches Indien er speciale gebeurtenissen zijn opgetreden tijdens de nacht, dient er een verslag te worden opgesteld op een incidentenmelding op papier of via intranet en doorgestuurd naar de hoofdverpleegkundig en de dienstoverste (zoals, een reanimatie, een overlijden, problemen met patiënten of bezoekers , diefstal , wanneer een dokter opgeroepen wordt voor een medisch probleem en niet wil komen enz.) Interne afspraken op de verpleegeenheid
Indien er hulp nodig is voor bv.: infuus plaatsen, heffen van extra zware patiënten, enz. supervisie (tel 3500) van wacht van ve 065 opbellen. bij technische problemen (bv.: uitvallen elektriciteit) tel 3900 Bij een reanimatie van een patiënt: rode knop in de kamer indrukken en beginnen met de reanimatie (zie ook reanimatiewagen in de linnenkamer) in de vernieuwde kamers is de blauwe knop de reaknop NB : Je hebt steeds hulp van een omloopnachtdienst die instaat voor twee diensten.
4. Taak verantwoordelijke verdeelkeuken :
8:00u. –
14.00u. post meebrengen navragen nuchters voor elke maaltijd 8u briefing - opdienlijst bijvullen opdienen en afdienen ontbijt en middagmaal aandacht tafels met clineldoekje - water delen bij afruimen orde kamers en nachttafel nazicht medicatiebak; wegbrengen aandacht mee te brengen medicatie mobida - aandacht schema's - waterbedeling temperatuuropvolging alle frigo's nazicht vuilnisbakken en naar spoelruimte brengen dagspecifieke taak zie frigo na hyg zorgen en voor vertrek spoelruimte nazicht zuurstofflessen en defecten grijze bak nazicht fixatiemateriaal -bakken in orde houden aanvullen handdoekjes vpk ruimtes en handontsmetting koffiekar klaarmaken koffie opdienen en afdienen - aandacht water orde keuken voor vertrek naar huis post wegbrengen bij einde shift ontsmetten en opmaak bedden boodschappen labo - cyto - apotheek
8
bloedgasspuitjes wegbrengen naar labo opvolgen achtergebleven materiaal telebrix - moviprep + afkleven op vraag vpk
Hopend op een correcte navolging van deze instructies door iedereen, ben ik er zeker van dat dit ten goede zal komen aan het vlotte verloop van het werk op de afdeling en onrechtstreeks zal dit zorgen voor een goede werkvreugde voor iedereen. Het is niet omdat een taak toegewezen is aan iemand dat collega’s elkaar niet kunnen helpen binnen eigen bevoegdheden, Wij willen er staan als een team.
9
STUDENT
Welkom van de mentoren We heten je van harte welkom en wensen je een leerzame stageperiode. Het team, en in het bijzonder de mentoren, zullen zich inzetten om je te begeleiden bij je leerproces. Twee belangrijke uitgangspunten worden vooropgesteld. 1. Slechts de zorgen die in de theorie en in de praktijk behandeld werden op school, mogen uitgevoerd worden. 2. De aard van de leermomenten wordt bepaald in functie van de stagedoelen en dit in samenspraak met de mentoren en de stageleerkrachten. Vergeet niet! Voor elk probleem, klein of groot van gelijk welke aard ook, spreek de hoofdverpleegkundige of/en een verpleegkundige of/en een mentor aan waar u zich goed bij voelt en zeker de begeleiding van uw school. Blijf er niet mee zitten en laat je stage er niet door beïnvloeden. Studenten van het KHBO, HBOV, Vesalius en studenten uit Nederland. Eerste jaarstudenten: steeds dagdiensten. Tweede jaarstudenten: in samenspraak met school en de afdeling dag - , vroeg - en laatdienst. Derde jaarstudenten: in samenspraak met school en de afdeling dag - , vroeg, laat- en nachtdienst.
Welke leermomenten bieden wij aan: Alle handelingen die een student stelt, dienen te gebeuren onder strikt toezicht van een verpleegkundige. Totaalzorgen Verplaatsingstechnieken Parametercontrole (temperatuur, polsslag, bloeddruk, gewicht, ademhaling, saturatie) Venapuncties Wondzorg: zorgen aan thorax-drains passieve - en met actieve aspiratie, kleine wondzorgen zoals skintears, zorg aan CVK, zorg aan veneuze katheter, ....) Capilaire glycemie bepalingen – insulinetoediening SC inspuitingen (o.a. anticoagulantia) IM inspuitingen (bv. Als voorbereiding op een onderzoek zoals een bronchoscopie) Plaatsen van een perifeer infuus, voorbereiden en aanhangen van een dochtertrousse, Verwisselen van infuuszakken (dit gebeurd steeds onder begeleiding van een verpleegkundige) Toedienen van bloedtransfusie (met begeleiding van een verpleegkundige) TPN klaarmaken en toedienen (met begeleiding van een verpleegkundige) Bloedafnames voor hemoculturen (met begeleiding van een verpleegkundige) Aanprikken totaal implanteerbaar poortsysteem Zuurstoftoediening (strikt op voorschrift). Aërosoltoediening Puffers Juiste technieken aanleren aan patiënten over het gebruik van puffers Opmerking: bijwonen onderzoeken in samenspraak met de hoofdverpleegkundige of verantwoordelijke en toestemming van de patiënt(e)
10
Minder frequent aanwezige leermomenten o o o o
plaatsen van een verblijfsonde blaaskatherisatie: intermittent voor steriele staalafname, plaatsen van verblijfsonde verwijderen van blaassonde verwijderen redondrains
Psychosociaal en relationeel vlak Ook hier is het aanbod van uiteenlopende aard.
zich inleven in de belevingswereld van patiënten met chronische aandoeningen begeleiden van patiënten met een slechte prognose; begeleiden van patiënten in het volhouden van hun therapie; begeleiden van patiënten met angst voor verpleegkundige - technische handelingen, onderzoeken, .... aanleren van hygiënische maatregelen aan diabetespatiënten.
Administratief vlak 3de jaarstudenten Bijwonen van doktersronde Bijwonen van opname Meehelpen nieuwe opnames Correct invullen van verpleegdossiers en MVG II items ( dit betreft ook eerste – en tweedejaarsstudenten) Meehelpen met de taakverpleegkundige tijdens medicatieronde en aanhangen van IV –Medicatie.
Doelen van de dienst die meegenomen worden bij tussentijdse en eindevaluaties van de student. Het is de bedoeling dat de student bij aanvang aan de stagelector en mentoren een schriftelijk overzicht voorlegt met stagedoelen. In de stagedoelen kun je voorop stellen je sterke punten verder te ontwikkelen en te werken aan je zwakke punten. De student is verantwoordelijk voor het eigen leerproces en de vraag naar feedback. Een zorg wordt achteraf besproken met de student zodat hij eruit leert voor de toekomst. Het groeiproces van de student zal voor de evaluatie bepalend zijn.
Doelen van de dienst naar de student toe:
Je hebt de introductiebundel vooraf ingezien om een beter zicht te hebben op de problematiek en de individuele noden van de patiënten. Je voorstellen aan het personeel en patiënten is een elementaire vorm van beleefdheid en wordt in dank afgenomen. Je bent steeds net en verzorgd als je op de VE aankomt. Dit is een zaak van persoonlijke hygiëne. Indien je een zorg gaat uitvoeren steeds het verpleegdossier grondig raadplegen ivm aanwezige infecties en de te nemen maatregelen.
11
Je neemt initiatief om de aanwezige leermomenten te benutten, door concrete afspraken te maken met de verantwoordelijke om onderzoeken, behandelingen… bij te wonen. Tijdig vragen om SC, IM, bloedafnames en wondzorgtechnieken te sparen. Je vult leerdoelen in op begeleidingsfiche, je bespreekt deze met de mentor en de verpleegkundigen zodat ze je daarbij kunnen begeleiden. Je bent verantwoordelijk voor je eigen leerproces, daarom wordt gevraagd de begeleidingsfiche voor te leggen aan de mentor of de verpleegkundige om deze lijst samen na de zorgverlening in te vullen en te bespreken. Je gaat op een tactvolle en beleefde manier van om met de patiënten en het personeel met wie wordt samengewerkt. Je respecteert het BEROEPSGEHEIM en de privacy van de patiënt! Er kunnen geen documenten met een identificatie van de patiënt meegenomen worden naar huis. Je integreert je op een gepaste manier in het team, rekening houdend met de eigenheid van de verpleegeenheid. Je kan zelf vragen stellen en problemen of gegevens aan bod brengen. Je woont de patiëntenoverdracht bij. Je neemt verantwoordelijkheid op. Wees eerlijk, correct en stipt. Eerlijk uitkomen voor eventuele fouten of vergissingen. Je neemt zelf initiatief voor neventaken. Je bent zelf verantwoordelijk voor het opvolgen van een patiënt in samenspraak met de hoofdverpleegkundige en/of de mentoren. Je bent in staat om op een constructieve wijze om te gaan met feedback. Je zorgt ervoor dat je zoveel mogelijk doelstellingen hebt bereikt op het einde van jouw stage. Je neemt maatregelen om kruisinfecties te voorkomen. Je vult op het einde van de stage de studentenenquête in. Bij ziekte of afwezigheid verwittig je steeds je begeleiding van school maar tevens de verpleegeenheid: 050 45 30 95
12
Voorbereiding door de student
Vooraf contacteren van de hoofdverpleegkundige. Onderstaande links openklikken en al eens lezen Info: zie http://www.azsintjan.be Stage bij AZ- St. Jan – Informatie voor verpleging, verzorging en logistiek. De eerste dag: De stagecoördinator en de begeleidingsverpleegkundigen plannen telkens om 9 uur een onthaal op maandag voor de studenten van o.a. volgende scholen: Vesalius, HBOV, KHBO, Howest, Katho, De plaats van afspraak is aan het onthaal (draaideuren vooraan in het ziekenhuis ) Het onthaal bestaat uit: 1. Opwachten aan de voordeur voor een welkomstwoordje; 2. Begeleiden naar de kleedkamers en tijd geven om je om te kleden; 3. Rondleiding binnen onze campus met de belangrijkste plaatsen; 4. Na de rondleiding een kleine presentatie met vooral afspraken en verwachtingen; 5. Zo nodig begeleiden naar de stageplaats. Op je eerste stage heb je volgende documenten mee: 1. Gezondheidsattest; 2. Print voorstelling van de dienst; 3. Print werkpostfiche; 4. Print onthaaldocument.
13
NIEUWE COLLEGA 1. Welkom van de hoofdverpleegkundige Ik heet je in naam van het team en mezelf hartelijk welkom op onze afdeling. Je zult veel nieuwe indrukken opdoen. Ik wil je daarin geruststellen : stilaan krijg je alles onder de knie ! We zullen je zo snel mogelijk integreren in de groep, maar ook dit zal wat tijd vragen. Ik reken erop dat je open zult communiceren om je integratie te vergemakkelijken. We stellen alles in het werk om jou te helpen, daarvoor staat de coach, de begeleidingsverpleegkundigen en het voltallige team klaar om het leerproces mee te begeleiden. We verwachten van jou het initiatief om ervoor te zorgen dat je gedurende de opleiding voldoende “leert” en aanwezig bent op de vormingen die voor jou georganiseerd worden. Dit zullen dan ook de zaken zijn die bij de tussentijdse feedbackgesprekken en functioneringsgesprekken onder andere aan bod zullen komen.
2. Nieuwe medewerker De nieuwe medewerker is verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces. Daarom zal van jouw verwacht worden: 1. dat je op gepaste tijden je opleidingsplan invult; 2. je bespreekt het opleidingsplan met de coach; 3. je volgt de opgelegde vormingen.
2.1: Het persoonlijk opleidingsplan = de POP Het POP geeft je een duidelijk overzicht van de vaardigheden, de beroepskennis en attitudes die van jou worden verwacht op je nieuwe dienst. Bij indiensttreding wordt een nulmeting opgemaakt met de begeleidingsverpleegkundige en coach. Daarna neem je zelf regelmatig initiatief om het POP te overlopen met je coach, hoofdverpleegkundige of begeleidingsverpleegkundige. Deze data plan je best meteen zodat je zeker bent dat je op tijd reflecteert en feedback kunt krijgen i.v.m. jouw leerproces. Het is EEN WERKDOCUMENT, een leidraad voor het volgen van de evolutie van je kennen, kunnen en integreren. Na het doorlopen van het volledige opleidingsplan (ten vroegste na 1 jaar) kunnen maximum 40 uren vorming worden toegekend. Opleidingsplan
Opleidingsplan Nulmeting
3 mnd
6 mnd
9 mnd
1 jaar
Opmerkingen
Gemaakte afspraken Datum Administratie beroepskennis en vaardigheden Zaaldossier: observatieblad, labo uitslagen, medicatiefiche, wondzorg Opnameplanning
2.2: Bespreken van het opleidingsplan Samen met de coach de evolutie bespreken en eventueel de nodige acties ondernemen om je ontwikkeling van de vaardigheden, kennis en integratie op jouw dienst te bevorderen.
14
2.3: Vormingsaanbod en noden Elke nieuwe starter moet in samenspraak met de hoofdverpleegkundige een aantal vormingen volgen die worden vastgelegd door het ziekenhuis. Deze informatie krijg je bij de start van de begeleidingsverpleegkundigen. Vormingen vastgelegd voor de dienst
Verplichte vormingen voor alle nieuwe medewerkers.
Verplichte vormingen voor de dienst ……………………..
Klachtenbehandeling in het ziekenhuis Onthaalnamiddag voor nieuwe personeelsleden Inleiding in het personeelstatuut IDPBW Praktische opleiding: draagbare blusmiddelen Klantgerichtheid voor nieuwe medewerkers Tijdsregistratie: niet langer chinees Aansprakelijkheid van verpleegkundigen en vroedvrouwen Vigigerm pakt de strijd aan tegen infecties Het pijnbeleid in het ziekenhuis Staand orders diabetesbeleid Informatie ivm vormingen bij indiensttreding Het opleidingsplan Centraal patiëntendossier Patiëntenoproepsysteem Rondleiding in het ziekenhuis Gebruik van Dina ( informatica toepassingen) Fixatie van een patiënt Palliatief zorgadviesteam Klinische paden, standaardverpleegplannen enz… Samenwerking met de apotheek deel 1 Samenwerking met de apotheek deel 2 Samenwerking met het laboratorium Zorgprogramma geriatrie CPR en samenwerking met het medisch urgentieteam HACCP voor zorgeenheden Het verpleegkundig dossier Milieubeleid Berekeningen voor verpleegkundigen en vroedvrouwen Basiscursus wondzorg Terugkomnamiddag: feedback nieuwe verpleegkundigen
15
Aanbevolen vormingen voor de dienst …………………..
Implanteerbare poortkatheter Samenwerking met apotheek deel 3: chemotherapie Technische aspecten van een lijktooi Afnemen ECG en interpretatie QRS complex CVD meting Het gebruik van volumetrische-, spuit-, en voedingspompen
3. Coach Op de dienst fungeren een aantal ervaren verpleegkundigen als coach. Zij gaan jou zo goed mogelijk begeleiden en ondersteunen op de werkvloer. Je kunt bij hen terecht met al je vragen met als doel je kennis en vaardigheden verder te ontwikkelen. De coach is ook je vertrouwenspersoon die het integreren in het team stimuleert. Het is goed om met de coach van bij de start: minimum 2 geijkte momenten af te spreken in de eerste twee maanden een aantal vaste momenten af te spreken om de 2 maanden in het eerste jaar. Dit alles in het kader van je POP en integratie in het team.
4.Begeleidingsverpleegkundige Taken
De begeleidingsverpleegkundigen zijn er om jou te ondersteunen en jouw integratie te bevorderen zodat je je kan ontwikkelen tot een goed functionerend teamlid. Voor ve 095 is dit Devooght Katrien t: 050.45.39.27. Uiteraard kun je ook steeds beroep doen op haar collega’s: Ingrid Devos t: 050.45.39.29. begeleidingsverpleegkundigen : Onthaal bij de start in het ziekenhuis. Opvolging en ondersteunen van de POP. Aanbieden van individuele werkvloerbegeleiding. Bepaalde technieken opnieuw inoefenen. Informeren ivm de vormingen. Zorgen dat de nieuwe medewerker zichzelf kan inschrijven voor latere vormingen.
5. Afspraken op de afdeling
Je POP bijwerken na 3-6-9 maand om dan af te sluiten na 1 jaar. Indien daar belangrijke punten uitkomen bespreek je dit met je coach en/of hoofdverpleegkundige. Inschrijven in de nodige vormingen voor jouw afdeling en doorgeven op je wensenlijst elke maand naar je hoofdverpleegkundige zodat hij/zij er rekening kan mee houden op de werklijst.
16
5. Info over patiëntenpopulatie Voorkomende pathologie
Pneumonie Longtumor COPD exacerbatie Pneumothorax Hydrothorax Longembolen Mucoviscidose Longemfyseem Astma TBC (tuberculose) isolatiekamers met negatieve druk K962 ->K 964 kunnen enkel betreden worden na doorlezen van een specifieke bundel, vraag ernaar.
6. Bronnen waar meer info kan gevonden worden Op dienst liggen er 2 boekjes rond zuurstoftherapie en inhalatietherapie. Je wordt verwacht deze door te nemen. De boekjes mogen meegenomen worden in samenspraak met de verantwoordelijke. Er is tevens een cursus pneumonie beschikbaar op de afdeling, je mag deze gerust vooraf komen halen of doornemen bij de start van de stage of werkperiode.
17
TBC Informatiebrochure voor verpleegkundigen Wat is tuberculose of TBC? Tuberculose is een besmettelijke ziekte die door de tuberkelbacterie of de bacil van Koch wordt veroorzaakt. Tuberculose is in ons land een zeldzame, maar geen uitgestorven ziekte. Iedereen kan tuberculose krijgen. Jonge kinderen en personen met lagere immuniteit zijn vatbaarder. Momenteel krijgen in België 12,8 personen per 100.000 TBC. De ziekteverschijnselen zijn onder meer: aanhoudende hoest (langer dan drie weken), pijn op de borst, hemoptoe (bloedfluimen), vermoeidheid, gewichtsverlies, anorexie, rillingen, lichte koorts en nachtelijk zweten. De klachten hoeven niet allemaal tegelijk aanwezig te zijn. Het is zelfs mogelijk dat iemand geen enkele klacht vertoont en toch tuberculose doormaakt.
Overdrachtswegen Tuberculose wordt praktisch uitsluitend langs aërogene weg overgedragen door het inademen van uiterst kleine (2 tot 10 micron), geïnfecteerde “druppelkernen” die bij het hoesten, niezen, lachen, spreken door patiënten met long-, bronchus- of larynxtuberculose uitgestoten worden en in de omgevende lucht blijven zweven. Personen in de nabije omgeving van de patiënt kunnen bacteriën inademen. Als de ingeademde bacteriën de longen binnendringen, veroorzaken die een kleine ontsteking, die meestal spontaan geneest. Bij sommige personen kan TBC ook in andere organen (nieren, beenderen, hersenen, klieren, …) dan de longen te vinden zijn, doordat de bacteriën via het bloed of de lymfeklieren worden meegevoerd. Tuberculose wordt niet overgedragen door middel van eetgerei of voorwerpen noch door rechtstreeks contact met besmette secreties.
18
Besmettingsrisico Het zijn vooral de hoestbuien van patiënten waarbij het sputum positief is bij rechtstreeks microscopisch onderzoek (open longtuberculose), die besmettingsgevaar opleveren. Wanneer de bacillen enkel door kweek kunnen worden aangetoond (gesloten tuberculose of tuberculose buiten de longen), is het besmettingsrisico veel geringer. Ook de intensiteit en de frequentie van het contact met een besmettingsbron zijn medebepalend voor de besmettingskans. Hoe nauwer en hoe langduriger de contacten, des te groter uiteraard het besmettingsgevaar. De belangrijkste preventieve maatregelen betreffen dus de overdracht langs aërogene weg.
Diagnose De tuberculinetest is vooralsnog het beste middel om tuberculose op te sporen. De meest betrouwbare methode is de intradermale test (Mantouxtest.) Dit is het inspuiten van 5 eenheden tuberculine intradermaal aan de buitenzijde van het middelste derde van de onderarm. Correcte toediening en aflezing is belangrijk. Na 72 uur (ten laatste na 5 dagen) wordt het resultaat afgelezen. Soms (bij negatief of twijfelachtig resultaat) is het nodig om enige tijd later een controletest uit te voeren. De grootte van de induratie wordt met een meetlat gemeten. Het type van de induratie wordt bepaald door met de vinger zacht over de injectieplaats te wrijven (van graad I zeer hard tot graad IV week). De patiënt is besmet als de tuberculinetest positief is. Een radiografie bepaalt dan het verdere beleid. Als de longfoto normaal is, betekent dit meestal dat de patiënt niet ziek noch besmettelijk is voor anderen. Het bacterieel onderzoek op sputum is voor diagnose, behandeling en afzonderingsduur van essentieel belang. Er zal bij iedere patiënt onmiddellijk gedurende drie achtereenvolgende dagen (dus geen 3 stalen van dezelfde dag) een microscopisch onderzoek worden verricht op het ochtendsputum (nuchter). Een bacteriële kweek met antibiogram bepaalt welke medicamenten best worden gebruikt. Dit resultaat komt vrij laat; soms pas enkele maanden na afname Indien de onderzoeken telkens negatief zijn, worden de bijkomende voorzorgsmaatregelen type “LUCHT” opgeheven. Bij patiënten met positief sputum zal de concentratie van de tuberkelbacteriën in het sputum tijdens de eerste behandelingsweken op de voet worden gevolgd door het microscopisch onderzoek te herhalen. De snelle vermindering van de bacillendichtheid in het sputum – die vaak al zichtbaar is vanaf de eerste behandelingsweek – is een maatstaf voor de gevoeligheid van de kiemen. In de meeste gevallen is het microscopische sputumonderzoek negatief na het correct toepassen van de therapie gedurende enkele weken.
19
Wanneer vaststaat dat iemand tuberculose heeft, wordt een contactonderzoek gevoerd. Bij personen uit de onmiddellijke omgeving van de patiënt wordt nagegaan of ze door de zieke besmet zijn of misschien zelf ziek zijn. Ze worden ook onderzocht om de ziektebron op te sporen. Dit wordt door het plaatsen van een tuberculinehuidtest en/of het maken van een RX thorax nagegaan. Verpleegkundigen zijn ideale personen om samen met de patiënt een lijst van de personen op te stellen waarmee hij/zij de laatste maanden veelvuldig omging (gezinsleden, familie, vrienden, collega’s, klasgenoten, leden van een vereniging, …). Iedere arts die een geval van actieve tuberculose kent of vermoedt, geeft dit binnen 48 uur verplicht aan bij de dienst Toezicht Volksgezondheid van de provincie. Het is de taak van de verpleeg- en zorgkundigen om de behandelende arts bij te staan door aan de patiënt en zijn contactpersonen informatie te verstrekken over de ziekte en behandeling, door tuberculinetests te plaatsen en door de therapietrouw van de patiënt persoonlijk te controleren.
Bijkomende voorzorgsmaatregelen type “LUCHT” Het niet toepassen van de bijkomende voorzorgsmaatregelen type “LUCHT” is geassocieerd met een transmissierisico dat 2,6 maal hoger is dan indien deze wel worden toegepast. de patiënt wordt onmiddellijk afgezonderd in een éénpersoonskamer in onderdruk; ook wanneer de besmettelijkheid nog niet bacteriologisch is bevestigd, maar kan worden vermoed. Op de kamerdeur wordt een sticker “LUCHT” aangebracht. Kleef een kleine sticker op het bed (transport) en in het patiëntendossier op een zichtbare plaats.
door het dragen van een ultrafiltrerend masker wordt de besmetting via de lucht in de omgeving van de patiënt tot een minimum beperkt. Het kan om redenen van comfort moeilijk de hele dag door de patiënt worden gedragen. De patiënt draagt een ultrafiltrerend masker voor het verlaten van de kamer of als er bezoek in de kamer komt. De ziekenhuiswerkers en bezoekers dragen een ultrafiltrerend masker om te voorkomen dat besmette lucht wordt ingeademd. Het masker wordt steeds gedragen bij het betreden van de kamer zowel in aanwezigheid als bij afwezigheid van de patiënt.
20
Belangrijk! Als zorgverlener zelf het ultrafiltrerend masker correct dragen. Wat is correct?
1. het masker opentrekken en het metalen bandje bovenaan op de neusrug doen aansluiten.
2. elastiekjes hoog (t.h.v. de kruin) aanbrengen. Zoniet lekt het masker onderaan de kin. Er wordt gezorgd dat er steeds maskers te beschikking zijn in de sasruimte (indien aanwezig) of op een kar buiten de kamer. Het masker wordt opgezet door de ziekenhuiswerkers en de bezoekers voor het betreden van de kamer. Het masker wordt aangehouden gedurende de aanwezigheid in de kamer. Bij het verkeerd of niet toepassen van de regels door andere ziekenhuiswerkers, patiënt of bezoekers mag men hierop wijzen! De patiënt zet het masker in de kamer op in aanwezigheid van anderen en buiten de kamer. Voor en na het opzetten en verwijderen van het ultrafiltrerend masker worden de handen ontsmet. Om de bacillenconcentratie in de lucht te verminderen worden bepaalde maatregelen genomen zoals dagverlichting, verluchting van de kamer of een luchtbehandelinginstallatie.
open ramen zorgen voor de aanvoer van verse lucht en verdunnen in grote mate de bacillenconcentratie in de kamer. Jammer genoeg kan een open raam een luchtstroom veroorzaken van de kamer naar de gang toe, wat beslist te mijden is. Luchtbehandelinginstallaties zoals in de drie kamers in onderdruk op VE95 lossen dat probleem op: ze zuigen de kamerlucht aan en filteren deze. Bovendien creëren ze een relatieve onderdruk in de kamer ten opzichte van de gang zodat de verspreiding van besmette lucht naar deze ruimten wordt vermeden. De deur van de kamer moet maximaal gesloten blijven en het venster mag niet worden geopend, zoniet faalt het onderdruksysteem
in de meeste gevallen van tuberculose zullen 2 tot 3 weken bijkomende voorzorgsmaatregelen type “LUCHT” volstaan. In uitgebreide gevallen met holtebeelden in beide longen en vooral in gevallen met resistente bacillen kan het vele weken of zelfs maanden duren vooraleer het besmettingsgevaar is geweken.
21
tijdens de afzonderingsfase zal de patiënt de kamer niet zonder toestemming verlaten. In geval van verplaatsing van de patiënt buiten de kamer, moet deze tijdens deze verplaatsing een ultrafiltrerend masker dragen en moet het personeel van de betrokken dienst over de besmettelijkheid van de patiënt worden verwittigd.
bezoek van familieleden wordt zoveel mogelijk beperkt en slechts voor korte tijd toegestaan. Kinderen en verzwakte personen zijn niet toegelaten. Probeer in eenvoudige woorden de ziekte uit te leggen aan de patiënt en zijn familie om het sociale stigma ten aanzien van TBC op te vangen. Beklemtoon dat bezoek heel belangrijk is voor de patiënt, maar dat de voorschriften met betrekking tot bijkomende voorzorgsmaatregelen type “LUCHT” moeten worden gevolgd.
hoesthygiëne is een eenvoudige, goedkope en zeer doeltreffende maatregel om de transmissie van TBC te voorkomen. De patiënt dekt de mond en de neus tijdens elke hoest- of niesbui goed af met een papieren zakdoek om vochtdruppels op te vangen en aërosolvorming te voorkomen. Na eenmalig gebruik worden de zakdoekjes in een plastiek zakje gegooid dat dagelijks wordt verwijderd. Sputum wordt opgevangen in wegwerpbekertjes die dagelijks worden vervangen. Zakdoekjes, wegwerpbekertjes en plastiek zak worden ter beschikking van de patiënt gesteld.
bij het ontslag van de patiënt wordt de kamer gewoon gereinigd; een uur na ontslag moet daarbij geen masker meer gedragen worden.
bij besmette patiënten wordt enkel materiaal binnengebracht om een periode van 24 uur te overbruggen. Voor voorwerpen die door een TBC-patiënt werden gebruikt, volstaat een algemeen gebruikelijke reiniging. Reiniging en ontsmetting van verzorgingsmateriaal zoals bedpannen, urinaals, … gebeurt bij voorkeur machinaal. Eetgerei ondergaat de normale behandeling (centrale vaatwas).
22
Behandeling
er bestaat een vaccin tegen tuberculose (BCG) dat gemaakt wordt van het afgezwakte Mycobacterium bovis. De bacilli hebben genoeg kracht behouden om een matig effectief vaccin te zijn voor het voorkomen van menselijk tuberculose. Deze vaccinatie is vooral effectief om hersenvliesontsteking bij kinderen te voorkomen, maar beschermt niet tegen een besmetting. Bacillus of Calmette and Guérin vaccinatie is dan ook slechts in beperkt aantal gevallen zinvol.
de behandeling van tuberculosepatiënten blijft problematisch. Niet alleen omwille van de noodzaak tot het combineren van verschillende antibiotica en de langdurige behandelingstijd, maar ook omwille van de toename van de resistentie aan antibiotica. Multiresistente tuberculosebacillen ontstaan frequent ten gevolge van onvoldoende dosering of onvoldoende associatie van de tuberculostatica.
het belang van een correct voorgeschreven en strikte therapie kan niet voldoende worden onderstreept. Bij therapie ontrouwe patiënten is het toedienen van de tuberculostatica onder toezicht de beste profylaxe tegen resistentie.
belangrijk bij de medicamenteuze behandeling is therapietrouw. De toediening van tuberculostatica dient strikt genomen te worden volgens voorschrift om alle tuberkelbacteriën te doden en zo herval en/of resistentie te vermijden. Zo moet in de regel (er worden soms uitzonderingen gemaakt) de volledige dagdosis nuchter en ineens worden ingenomen.
de inname van de medicatie gebeurt, waar mogelijk, onder strikte supervisie. We spreken van “direct geobserveerde therapie” (DOT.) DOT is de controlestrategie voor TBC van de Wereldgezondheidsorganisatie. Het wordt beschouwd als de meest kosteffectieve gezondheidsinterventie. Bij alle patiënten die in onze dienst verblijven dient DOT toegepast! Praktisch wil dit zeggen dat de patiënt zijn medicatie dient in te nemen in aanwezigheid en onder het oog van de verpleegkundige. Dokter en verpleegkundigen dienen aan de patiënt uit te leggen dat dit een algemene regel is, in ieders belang, waarop geen uitzonderingen kunnen worden gemaakt. De
23
patiënt wordt aangemoedigd om alle problemen, die hij met de medicatie ondervindt, te rapporteren.
therapietrouw kan nog op twee andere manieren worden gevolgd: Rifadine veroorzaakt, vooral in de eerste dagen van het gebruik, dikwijls oranje verkleuring van stoelgang en urine. De verpleegkundige kan hierop letten. Nicotibine, een ander belangrijk geneesmiddel, kan in het labo in de urine worden opgespoord.
meestal is de behandeling gebaseerd op het gecombineerd toedienen van 3 à 4 medicijnen, soms zelfs meer. Hieronder volgt een overzicht van de verschillende medicijnen, hun dosering, enkele nevenwerkingen en tijdstip van inname.
1 tabl. 30’ voor ontbijt
Rifampicine RMP (Rifadine) 300 mg (caps.) maag –en darmklachten huidrash, jeuk, … interfereert met metabolisme van andere medicatie hepatotoxisch rode of oranje verkleuring van urine, stoelgang en tranen 2 caps. 30’ voor ontbijt
6 maand
6 maand
Isoniazide INH (Nicotibine) Dosering
300 mg (tabl.)
Nevenwerkingen
perifere neuropathie (pijn + tintelingen in handen) hepatotoxisch (geelzucht) huiduitslag moeheid
Tijdstip inname Gewone duur
Pyrazinamide PZA (Tebrazid) 500 mg (tabl.)
Ethambutol EMB (Myambutol) 400mg (tabl./ amp.)
urinezuur (asymptoma-tisch) gewrichts-klachten huidrash
- visusstoornissen: uitval van rood-groen perceptie, gezichtsscherpte. Is reversibel na innamestop.
3 of 4 tabl Voor of bij ontbijt
3 of 4 tabl Voor of bij ontbijt
2 maand
24
OPMERKINGEN:
AANDACHT BIJ DE OPNAME VAN EEN PATIÊNT: de patiënt administratief in het juiste bed plaatsen; aandacht voor het juiste tarief
patiënt begeleiden naar de kamer - armbandje met naam - Nuchter? (ev. Navragen dr. Ass.); fles water + beker aanbieden - Zuurstofvoorschrift nazien- IV-voorschrift nazien - Anamnese invullen ( zie blaadje bij PC ) -parameters (ook steeds gewicht en saturatie) - uitleg handset - tonen waar kast + lavabo is - MRSA screening en wegklikken in PC – ISAR score invullen bij 75+ patiënten
dossier opmaken - Medisch≈ zie afspraken op karretje med. Dossier - Vpk nazien of patiënt in klinisch zorgpad COPD zit, dan specifiek opgemaakt dossier nemen. ≈ alle blz.; van identificatieklever voorzien ≈ medicatievoorschriften opkleven onder de juiste rubriek (opm: O² voorschrift op 1ste lijn) en medicatie klaarzetten in de medicatiekar – aandacht bij medrol en antico : specifieke sticker gebruiken die bij stempels ligt ≈ staand order 10 steeds invoegen in rode map indien pt ofwel Opgenomen wordt voor de opstart CPAP of voorschrift van insuline of orale antidiabetica heeft
≈ extra parametercontroles (RR – gewicht – diurese saturatie) noteren op bord in de verpleegpost. ≈ eventuele dialysesagen noteren op het bord in de verpleegpost. ≈ alle aangevraagde onderzoeken noteren op het groen blad + versturen (fax of binnenpost) briefing intypen: zie afspraken bij PC verpleegpost
25