Dorestad teruggevonden
Ontdekking Het vroegmiddeleeuwse Dorestad verdween na de negende eeuw van de kaart. Pas rond 1840 werd de stad teruggevonden, bij toeval. Kort daarna deed het RMO opgravingen en rond 1920 is opnieuw een groot stuk van de stad onderzocht. Van 1967 tot 1978 werd meer dan 35 hectare opgegraven door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek – de grootste opgraving ooit in Nederland. Ook nu nog wordt af en toe onderzoek gedaan naar de Karolingische stad, het laatst in 2007/2008.
De mensen begraven
Dood Tussen de woonwijken lagen tenminste drie grote grafvelden. De meeste begravingen zijn christelijk, met het hoofd naar het oosten, in houten kisten en zonder bijgaven. Maar er lagen ook oudere graven, waarin wel voorwerpen waren meegegeven aan de doden. De grafvelden waren lang in gebruik en de skeletten lagen vlak naast en boven elkaar. Sommige mensen waren begraven in dure kalkstenen sarcofagen. Die personen moeten een hoge kerkelijke of juist wereldlijke status hebben gehad.
Wonen en werken in de stad
Leven In Dorestad stonden honderden huizen. Dichtbij de oever was het behoorlijk volgebouwd, verder naar achteren waren de huizen groter en lagen ze verder uit elkaar. Elk huis lag op een omheind erf, had een waterput en één of meer afvalkuilen. Er stonden ook openbare gebouwen: kerkjes, een munthuis, mogelijk een hal voor bijeenkomsten. De Doresteders hadden diverse beroepen: er waren vissers en boeren, maar ook gespecialiseerde ambachtslieden en handelaars, geestelijken en bestuurders.
Laten zien wie je bent
Identiteit Dorestad had een heel gevarieerde bevolking. Er was een grote elite, die zich onder andere met het bestuur en de verdediging bezighield en het christendom promootte. Deze groep hoorde bij de keizer, de plaatselijke graaf of de bisschop. De elite toonde haar rijkdom en macht door dure wapens te dragen en zich te paard te verplaatsen. Ook lieten de hooggeplaatsten graag zien dat ze zich luxe kleren en accessoires konden veroorloven en dat ze op de hoogte waren van de laatste mode en wetenschap.
De fibula van Dorestad in context
Schatkamer De fibula van Dorestad is een unieke vondst en een icoon van de Nederlandse archeologie. Deze grote ronde mantelspeld uit circa 800 is versierd met edelstenen en kleurig inlegwerk in kruisvormige patronen. Er zijn overeenkomsten met de zevende-eeuwse kerkschatten en ronde mantelspelden die we hier tonen. De fibula van Dorestad lijkt echter het meest op edelsmeedwerk uit de omgeving van het keizerlijke hof, met name op versierde boekbanden. Waarschijnlijk heeft het sieraad ooit op een boek of kistje gezeten.
Schepen in de haven
Water De ligging langs het water was voor Dorestad zowel een bron van rijkdom als een probleem. De rivier was de belangrijkste handelsroute, die ervoor zorgde dat schepen overal vandaan de haven konden bereiken. Maar de Rijn was ook onrustig en verplaatste zich steeds. De Doresteders hebben enorm geïnvesteerd in het beheersbaar houden van de rivier en het aanwinnen van land in de drassige oeverzone. In de haven zijn resten van meer dan 150.000 palen gevonden, visfuiken en stukken van schepen.
Kopen en verkopen
Markt Tijdens het hele vaarseizoen was Dorestad een soort permanente jaarmarkt. De hele wereld kwam er samen en het was een multiculturele ontmoetingsplek aan de noordgrens van het Karolingische rijk. Er werd van alles verkocht en overal klonk het gerinkel van muntgeld, dat ook in Dorestad zelf werd geslagen. De marktbezoekers brachten niet alleen hun koopwaar mee, maar ook hun eigen mode, gewoontes en taal. De markt moet een kosmopolitische sfeer hebben gehad.
Een wereldwijd netwerk
Handel Op de markt van Dorestad werden handelsproducten van heinde en verre aangeboden. Rijnwijn, zout, bont, Italiaans glaswerk, Scandinavische sieraden, prachtige zwaarden, manuscripten, jachthonden en slaven. De Doresteders profiteerden van zowel de vraag als het aanbod in luxe artikelen. Wijnvaten zijn in Dorestad leeggeschonken en hergebruikt, aardewerk en glas is zowel aangeschaft als doorverkocht. Tot in het hoge noorden kwamen producten terecht die uit of via Dorestad waren gekomen.
Goedschiks of kwaadschiks
Confrontatie Dorestad is ontstaan in het omstreden grensgebied tussen de Friezen en de Franken. De stad kon pas tot bloei komen nadat tegen 700 de strijd definitief beslist werd in het voordeel van de Franken, die zich Karolingers gingen noemen. Tijdens de relatieve rust van de Karolingische tijd beleefde Dorestad haar hoogtepunt. Vanaf 834 had de stad vrijwel jaarlijks te kampen met aanvallen van Vikingen. Uiteindelijk ging de stad mede daardoor ten onder. Dorestad begon én eindigde dus met confrontaties tussen culturen.
Het naleven van Dorestad
Beeldvorming Vanaf de negentiende eeuw, toen Dorestad herontdekt werd, zijn er afbeeldingen gemaakt van de stad. Meestal zijn daarin twee elementen duidelijk aanwezig: een zicht op de haven en de plunderingen van de Vikingen. De schoolplaat van Isings uit 1927 is hét beeld waarvan de meeste mensen Dorestad kennen. Voor deze tentoonstelling zijn nieuwe schoolplaten gemaakt. Deze laten zien dat elk beeld iets zegt over de Middeleeuwen, maar ook over de eigen tijd en over de maker zelf.