WW gemeente
w
Oosterhout
WD-fractie mevr. G . P . H . van Alphen Burg. V a n Oerslaan 26 4902 LL O O S T E R H O U T
Datum 15 januari 2014
Uw kenmerk BCA/AB
Ons kenmerk IO.1400464
In behandeling bij A . H . J . Burger tel. 0162-489222
Onderwerp
Vragen ex art. 41 RvO (transitie jeugdzorg)
Geachte mevrouw Van Alphen Op 18 december jl. hebt u schriftelijke vragen ex art. 41 van het Reglement van Orde van de Oosterhoutse gemeenteraad gesteld over de transitie jeugdzorg. Wij beantwoorden uw vragen als volgt. Vraag 1. Begin november heeft de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd (TSJ) haar rapprort uitgebracht over de ingediende Regionale Transitie Arrangementen (RTA). De Regio West-BrabantOost wordt door het TSJ ingedeeld in categorie 2. De TSJ is van mening dat het RTA procesmatig is opgesteld en dat concretisering wel noodzakelijk is. Ook aandacht voor de uitwerking van de implementatieplannen acht de TSJ voor deze regio zeer wenselijk. Aanbieders zijn wel actief betrokken bij de uitwerking van het RTA. De regio geeft aan dat door alle zorgaanbieders een garantie van zorgcontinuïteit is gegeven. Wat gaat u doen om dit te verbeteren en meer concreet te worden of wat is er inmiddels gedaan? Antwoord 1. De procesafspraken die wij in het R T A hebben opgenomen, worden op dit moment geconcretiseerd. Voor de transitie jeugdzorg werken wij samen in de Regio West-Brabant-Oost. Deze regio bestaat, naast onze gemeente, uit Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Breda en de zogenaamde Dongemondgemeenten (Aalburg, Drimmelen, Geertruidenberg, Werkendam en Woudrichem). De gemeenten Breda en Woudrichem hebben namens de regio overleg gevoerd met vertegenwoordigers van zorgaanbieders en huidige financiers. Samen zijn thema's benoemd voor de verdere concretisering van het RTA. Deze thema's worden momenteel in een spoorboekje verder uitgewerkt, zodat we vanaf januari aan de slag kunnen met de stappen die zowel gemeenten, zorgaanbieders als financiers moeten zetten. De voortgang van de in het spoorboekje opgenomen acties wordt periodiek besproken met de betrokken instellingen. Aan de hand daarvan wordt het spoorboekje steeds geactualiseerd.
postadres Postbus 10150,4900 GB Oosterhout
telefoon K 0 1 6 2
e-mail
[email protected]
bezoekadres Slotjesveld 1 Oosterhout
fax (0162)42 3174
internet www.oosterhout.nl
De thema's die in het spoorboekje aan de orde komen, hebben betrekking op generalisten en generalistische zorg, toegang tot specialistische zorg, specialistische zorg in W B O , bovengemiddelde specialistische zorg en infrastructuur.
S/raag 2. Graag een reactie op de punten waarop getoetst is en de regio negatief heeft
gescoord.
Antwoord 2. De T S J heeft op achttien beoordelingscriteria getoetst. Deze treft u aan in bijlage 1. De commissie heeft criteria 3, 4, 5, 7, 9, 10, 11 en 12 negatief beoordeeld: Voor de negatieve beoordeling geldt een algemene verklaring. Op het moment dat de R T A ' s werden opgesteld, was er nog geen officieel wettelijk en financieel kader beschikbaar waaraan de arrangementen moesten voldoen. Daarom is ervoor gekozen de nodige marges en voorbehouden in het R T A in te bouwen. Het arrangement is dus bewust zo globaal mogelijk opgesteld. Zoals wij in het antwoord op vraag 1. al hebben aangegeven, zullen gemeenten en zorgaanbieders het arrangement de komende maanden nader invullen. Daarbij zullen wij terdege rekening houden met de opmerkingen van de Transitiecommissie.
Vraag 3. Hoeveel Oosterhoutse jeugdigen zijn erbij de zorgaanbieders
ingeschreven?
Antwoord 3. Voor een uitgebreid en gedetailleerd overzicht verwijzen wij graag naar bijlage 2.
Vraag 4. Hoeveel Oosterhoutse jeugdigen schat u in zijn nu bij aanbieders ingeschreven nog geen contact is gelegd?
waarmee
Antwoord 4. Wij hebben met name zicht op het zorggebruik de instellingen en organisaties en minder bij de de vrijgevestigde zorgverleners. Daarbij is vanwege de verschillende bekostigings-en afrekeningssystematieken de registratie van het zorggebruik niet altijd eenduidig; de registratie betreft veelal aantallen zorgtrajecten en pgb's en niet aantallen 'unieke' jeugdigen. Het is daarom voor ons niet mogelijk de gevraagde inschatting te geven.
Vraag 5. Kunt u inzicht geven waar voor Oosterhout de risico's liggen, m.a.w. met hoeveel en welke vorm van zware, intensieve zorg krijgen we in Oosterhout mee te maken?
gevallen
Antwoord 5. Deze risico's zijn maar deels in te schatten. W e weten hoeveel jeugdigen Oosterhout telt die nu zijn aangewezen op zware en intensieve zorg (zie tabel in bijlage 2). Het is echter veel moeilijker aan te geven met hoeveel nieuwe gevallen we in Oosterhout vanaf 2015 te maken krijgen.
Vraag 6. Is er sprake van speciaal onderwijs buiten de regio? Antwoord 6. In het kader van de transitie jeugdzorg werken negen gemeenten samen in de regio West-Brabant Oost. Het merendeel van de Oosterhoutse leerlingen die speciaal onderwijs volgen, doet dit binnen deze regio. Een beperkt aantal kinderen volgt speciaal onderwijs buiten deze regio,
bijvoorbeeld aan de Mythylschool in Tilburg, De Halm in Goirle en de school van het Pedagogisch Instituut van de Hondsberg in Oisterwijk. De regio waarin de gemeenten de transitie jeugdzorg voorbereiden, komt overigens niet overeen met de regio Passend Onderwijs. De regio-indeling Passend Onderwijs is een ministeriële verantwoordelijkheid. Onze regio Passend Onderwijs bestaat, naast Oosterhout, uit de gemeenten Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Breda, Dongen, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Gilze en Rijen, Rucphen en Zundert. Ook als we kijken naar de regio P a s s e n d Onderwijs, volgt een aantal Oosterhoutse leerlingen onderwijs buiten de regio.
Vraag 7. Welke deelnemende gemeenten hebben ook met zware en intensieve zorg te maken? Graag de aantallen per deelnemende gemeente. Antwoord 7. Als met zware en intensieve zorg voornamelijk wordt gedoeld op de trajecten waaraan de meeste kosten zijn verbonden, dan kunnen wij hiervan een beeld geven op basis van de aantallen gesloten jeugdzorg in de regio. Gesloten jeugdzorg wordt ook wel jeugdzorg-plus genoemd. Jeugdzorg-plus biedt intensieve hulp aan jongeren met ernstige gedragsprobemen die zich aan de noodzakelijke behandeling onttrekken en voor wie de kinderrechter een "machtiging gesloten jeugdzorg" heeft afgegeven. Het aantal indicaties voor jeugdzorg-plus in de regio West-Brabant-Oost levert het volgende beeld op: Gemeenten West-Brabant-Oost Aalburg Alphen- Chaam Baarle- Nassau Breda Drimmelen Geertuidenberg Oosterhout Werkendam Woudrichem Totaal WBO
Indicatie Jeugdzorg Plus (Gesloten Jeugdzorg) 0 0 0 20 5 5 5 0 0 35
Vraag 8. Waarin hierin nog geen inzage is, wanneer kunt u die dan wel geven en hoe gaat u de raden hierover informeren? Antwoord 8. Zie ons antwoord op vraag 7.
Vraag 9. Wij hebben begrepen dat de input van de gemeenteraden tijdens de informatieavond op 30 oktober verwerkt gaat worden, a. Kunt u aangeven wat u hieronder verstaat?
over de transitie
jeugdzorg 1
b.
Bent u niet net als de VVD van mening dat meningvorming uitsluitend voorbehouden tijdens raadsvergaderingen omdat de input op de bijeenkomst op 30 oktober niet representatief is voorde raad van Oosterhout, laat staan de 9 gemeenteraden?
is
Antwoord 9. In het voorjaar van 2014 komt uw raad te spreken over het (regionale) beleidskader voor de transitie jeugdzorg. Bij het opstellen van dit document zal mede worden ingespeeld op de vragen die hierover bij gemeenteraden leven. Wij zijn het met u eens dat het niet zo kan zijn dat opvattingen zoals die geuit zijn tijdens de informatieavond van 30 oktober, ook richtinggevend kunnen zijn voor de inhoud van dit document. Zoals u in uw vragen terecht opmerkt, kan meningsen besluitvorming ook over dit onderwerp alleen in de vergadering plaatsvinden van de gemeentera(a)d(en).
Vraag 10. Kunt u inzichtelijk maken voor de raad wat het budget voor Oosterhout is vanaf 2015? Antwoord 10. Het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur heeft begin december een brief verstuurd, waarin het de gemeenten meer duidelijkheid biedt over de financiële consequenties van de overheveling van het budget jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Nieuwe inzichten, verbeteringen in de databestanden en aanpassing van de definitie van het woonplaatsbeginsel hebben geleid tot een nieuw budget. De nieuwe berekeningen resulteren in een budget voor Oosterhout van ê 11.019.858. Dit is één procent meer dan het eerdere budget. Voor de totale regio West-Brabant-Oost bedraagt het budget 667.906.021. r
Hoogachtend, BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN OOSTERHOUT,
, burgemeester,
secretaris.
l
Bijlage 1: Checklist beoordelingscriteria 1. 2.
3. 4.
5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
13. 14. 15. 16. 17. 18.
Het arrangement heeft betrekking op het jaar 2015 Het arrangement heeft betrekking op cliënten die op 31-12-2014 in zorg zijn en op cliënten die op 31-12-2014 een aanspraak op zorg hebben, maar deze zorg op dat moment nog niet krijgen. Het arrangement heeft betrekking op alle zorg waarvoor gemeenten vanaf 2015 verantwoordelijk worden Het arrangement heeft betrekking op zorgaanbieders(eerste lijn, tweede lijn jeugd- en opvoedhulp, jeugd-ggz, jeugd-lvb, uitvoerders van jeugdbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering en het A M K Het arrangement heeft betrekking op de uitvoering van maatregelen voor jeugdbescherming en jeugdreclassering en de activiteiten van het A M K De afspraken over continuïteit van pleegzorg in het arrangement kennen geen maximumduur Het arrangement geeft aan hoe en bij wie de toeleidingsfuncties met ingang van 2015 zijn belegd Het arrangement geeft aan of bestaande aanbieders de zorg aan "zittende cliënten" in 2015 met de voorgenomen budgetten van gemeenten zullen continueren Het arrangement geeft aan hoe gemeenten de zorgcontinuïteit van "wachtlijstcliënten" realiseren Het arrangement geeft aan welk budget gemeenten in 2015 voornemens zijn aan te wenden per aanbieder, per type zorg en voor hoeveel jeugdigen en trajecten. Het arrangement bevat een inventarisatie van de frictiekosten per aanbieder Het arrangement bevat een onderbouwing van de frictiekosten per aanbieder op basis van de door de gemeenten aangegeven plannen over zorginkoop per 1-1-2015.zij verwachten op basis van de door de gemeenten aangegeven plannen over zorginkoop per 1-1-2015 Uit het arrangement blijkt op welke wijze en in hoeverre frictiekosten worden beperkt Het arrangement is opgesteld na goed overleg met de huidige financiers en de relevante aanbieders Het arrangement is opgesteld door de samenwerkende gemeenten in een regio De regio die een arrangement heeft opgesteld stemt stemt overeen met de indeling die aan de V N G is aangereikt Het arrangement is op bestuurlijk niveau in de regio vastgesteld Het arrangement is uiterlijk 31 oktober 2013 door de T S J ontvangen
Bijlage 2: cijfers transitie jeugdzorg gemeente Oosterhout Cijfers Bureau Jeugdzorg Cliënttraject Vanaf het moment dat een jeugdige als cliënt bij B J Z geaccepteerd wordt (in vrijwillig kader, J B of JR) start het zogenaamde cliënttraject. Binnen dit traject kunnen verschillende zaken gelijktijdig of na elkaar lopen: » Indicatiestelling voor specialistische zorg, resulterend in één of meerdere aanspraken voor specialistische zorg; » Casemanagement: de contactpersoon van B J Z volgt en evalueert, na indicatiestelling, het hulpverleningstraject. Indien nodig wordt er een nieuwe indicatie gesteld; » Uitvoering van de J B en/of JR-maatregel. Gestart cliënttraject versus gestart traject De instroomgegevens betreffen twee soorten gegevens: het kader (vrijwillig of gedwongen) waarin een nieuw cliënttraject is gestart en het aantal gestarte trajecten in een bepaald kader. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat in de loop van een nieuw (cliënt)traject dat gestart is in het vrijwillige kader een jeugdbeschermings- of jeugdreclasseringsmaatregel volgt. Andersom kan bij een cliënttraject dat gestart is in het gedwongen kader na afloop van een maatregel een traject in het vrijwillige kader worden opgestart. Het kader waarin een cliënttraject start geeft dus aan waar een jeugdige instroomt. Het aantal trajecten geeft aan hoe vaak er in een jaar binnen een nieuw of bestaand cliënttraject een O T S , voogdij of J R traject wordt gestart.
Jaartal
2011 Gebruik Jeugdbescherming
90
Gebruik Jeugdreclassering
85
Gebruik geaccepteerde aanmeldingen B J Z Gebruik gemelde kinderen A M K
125
Cijfers bureau Jeugdzorg totaal Aantal gestarte nieuwe cliënttrajecten Waarvan start in vrijwillig kader
2012
95 315 160 132
128 112
Waarvan start in gedwongen kader Waarvan start met J B maatregel
28 17
16 6
Waarvan start met J R maatregel
11 30
10 18
Gestarte voogdij trajecten Gestarte J R trajecten
^
^
15
13
Aantal nieuwe meldingen onderzoek A M K
47
59
Aantal gestarte onderzoeken A M K
48
59
Uitstroom: aantal afgeronde onderzoeken
47
59
1
Gestarte O T S Trajecten:
Let op: deze cijfers geven het kader aan waarin een nieuw cliënttraject gestart is niet het totaal aantal gestarte trajecten binnen een kader. Deze laatsten worden weergegeven vanaf de tabel gestarte OTS trajecten, voogdij trajecten en gestarte JR trajecten. 1
AMK Aantal binnengekomen zorgmeldingen
60
43
Aantal afgeronde zorgmeldingen
57
50
Aantal unieke jeugdigen met cliënt traject waarbij B J Z betrokken is
267
237
59
51
Manier waarop B J Z betrokken is Begeleiding naar hulp Uitvoering J B
56
52
(voorlopige) O T S
48
42
(voorlopige) voogdij
8
10
Uitvoering J R Lopende zorgtrajecten
50 115
33 117
Beëindigd traject J B (OTS)
17
24
Beëindigd traject J B (voogdij)
^
0
Beëindigd traject J R
36
30
Gemiddelde trajectduur beëindigde trajecten in dagen (voorlopige) O T S
679
857
(voorlopige) voogdij
1145
-
Jeugdreclassering
637
765
Cijfers Jeugd en opvoedhulp provinciaal gefinancierde ondersteuning van en hulp aan jongeren en hun ouders bij opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van kinderen belemmeren. Het gaat daarbij om zowel vrijwillige hulpverlening als gedwongen interventies om hulp in het belang van de jeugdige mogelijk te maken. 2
Unieke jeugdigen en gebruikers De analyses gaan over unieke jeugdigen, behalve waar gebruikers worden weergegeven. Wanneer een jeugdige meerdere vormen van zorg ontvangt, wordt die slechts één keer meegeteld als unieke jeugdige. Indien er een indeling naar zorgvormen wordt getoond, staat een jeugdige alleen bij de zwaarste zorgvorm. Als in een analyse het aantal gebruikers wordt weergegeven, dan wordt een jeugdige die meerdere vormen zorg ontvangt wel meerdere keren meegeteld bij het totaal aantal gebruikers.
Zwaarste zorgvorm Wanneer een jeugdige op een peildatum meerdere zorgvormen ontvangt, kan deze ingedeeld worden bij de zwaarste zorgvorm. Als de zwaarste zorgvorm wordt weergegeven, telt een jeugdige alleen mee voor deze zorgvorm. Hierbij geldt de volgorde van zwaar naar minder zwaar: Residentieel > Daghulp > Pleegzorg > Ambulant > Observatiediagnostiek. Bijvoorbeeld: een jeugdige vangt aan met een residentieel product, een pleegzorg product en een ambulant product in 2010. Het residentiële product wordt beëindigd gedurende 2011, het pleegzorg product in 2012 en het ambulante product in 2013. O p peildatum 1-1-2011 zal deze jeugdige alleen
2
Cijfers gebruik Provinciale jeugdzorg en Gesloten jeugdzorg uit de jeugdmonitor
onder residentiële zorg meegeteld worden, omdat dit product op dat moment de zwaarste zorg omvat. Op peildatum 1-1-2012 telt deze jeugdige alleen mee onder pleegzorg en op peildatum 1-1-2013 alleen onder ambulant.
Jaartal
2011
Totaal Jeugd S Opvoedhulp
215
Ambulante zorg
105
Verblijf, accommodatie deel/voltijd J&O)
75
Verblijf pleegzorg
30
3
Aantal unieke jeugdigen dat is gestart met zorg bij een jeugdzorgaanbieder in 2012 Totaal unieke jeugdigen, dat is ingestroomd Waarvan nieuwe instroom
86 72
Terugkeer (herhaalde instroom)
22
Terugkeer > 31 dgn en ^ 61 dgn Terugkeer > 61 dgn en <= 365 dgn
6
Totaal aantal unieke jeugdigen dat zorg van een jeugdzorgaanbieder heeft afgerond
81
Aantal unieke jeugdigen in zorg en aantal gebruikers in zorg in 2012 Totaal aantal unieke jeugdigen in zorg in 2012 Observatiediagnostiek -
2012
Ambulant Pleegzorg
184 11 171 31 37
Daghulp Residentieel Totaal gebruikers
16
38 4
288
Aantal jeugdigen in zorg op 1 januari 2012 per zorgvorm 5
Totaal aantal unieke jeugdigen in zorg op 1 januari 2012 Observatiediagnostiek -
Ambulant Pleegzorg
103 2 81 24
De in de tabel opgenomen cijfers zijn voorlopig; voor meldingen bij het AMK vanaf 2010 en voor overige zorg vanaf 2011 . Het totaal van de financieringsbron Provincie (kolom 2) en de verschillende provinciale voorzieningen, zoals jeugd en opvoedhulp, hebben betrekking op unieke jongeren. Jongeren kunnen van meerdere provinciale voorzieningen gebruik maken. Het totaal van de financieringsbron Provincie komt daarom niet overeen met de som van de onderliggende provinciale voorzieningen. Jeugdigen die meerdere vormen van zorg ontvangen, worden per zorgvorm meegeteld. Een jeugdige telt per zorgvorm op 1 januari 2012 mee 3
4
5
Daghulp
19
Residentieel
18
Aantal jeugdigen in zorg op 1 januari 2012 per zwaarste zorgvorm 6
Totaal aantal unieke jeugdigen in zorg op 1 januari 2012 Observatiediagnostiek
103 2
Ambulant
46
Pleegzorg
20
Daghulp
19
Residentieel
18
Cijfers jeugdigen met een beperking De zorg voor jeugdigen met een beperking heeft betrekking op jeugdigen met een somatische, lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking. Jeugdigen met een beperking hebben afhankelijk van de beperking - te maken met allerlei bijkomende problematiek, waaronder psychiatrische problemen (relatie met jeugd-GGz) en opvoedings-Zgedragsproblemen. Deze zorg wordt gefinancierd uit de A W B Z . De toegang tot de jeugd-AWBZ voor jeugdigen met een beperking wordt verzorgd door het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg). Jaartal
2011
A W B Z totaal
200
A W B Z gebruik (zorg zonder verblijf)
175
A W B Z indicatie (zorg met verblijf)
25
2012
Aantal VG-cliënten 0-17 jr
125
Aantal L G cliënten 0-17 jr
10 5
Aantal Z G - cliënten 0-17 jr Aantal V G cliënten extramuraal Geen begeleiding Wel begeleiding
30
7
2013
120 5
25
70
75
Aantal V G cliënten intramuraal Aantal kinderen met indicatie voor extramurale en intramurale A W B Z - zorg Extramuraal Geen begeleiding, persoonlijke verzorging of kortdurend verblijf Wel begeleiding, persoonlijke verzorging of kortdurend verblijf
25
20
40
25
90
90
Intramuraal
25
20
V G = verstandelijk gehandicapt
6 7 8
Een jeugdige telt per zorgvorm op 1 januari 2012 maar één keer mee, in de zwaarste vorm Aantal cliënten per 1-1-2012 Aantal cliënten per 1-1-2013
8
LG= lichamelijk gehandicapt ZG= zintuigelijk gehandicapt Cijfers Jeugd G G Z De geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen biedt hulp aan kinderen en jongeren met psychiatrische of psychosociale klachten die zo ernstig zijn dat zij in hun ontwikkeling worden bedreigd. De hulp wordt verleend door (klinisch) psychologen, psychiaters en (sociaal-) psychiatrisch verpleegkundigen. De toegang tot de j e u g d - G G z wordt gevormd door huisarts, psychiater en Bureau jeugdzorg. Het merendeel van de verwijzingen naar de jeugd-GGz komt van de huisarts. Deze zorg wordt deels gefinancierd uit de Zvw (kortdurend = korter dan een jaar) en deels uit de A W B Z (langdurig = langer dan 1 jaar). Uit de zorgverzekeringswet wordt gefinancierd: » Eerstelijns zorg zonder verblijf voor jeugdigen met psychische problemen » Tweedelijns zorg voor jeugdigen met psychische problemen zonder verblijf » Tweedelijns zorg voor jeugdigen met psychische problemen met verblijf 9
Uit de A W B Z wordt de zorg voor jeugdigen met psychische problemen met verblijf gefinancierd. De groep cliënten met een indicatie voor G G z jonger dan 18 jaar komt niet voor in de CIZcliëntgroepen. Bureau Jeugdzorg is het bevoegde orgaan om indicaties te stellen voor minderjarigen bij wie de zorgvraag voortkomt uit de grondslag Psychiatrie. Het CIZ is voor de indicatiestelling bij deze kinderen niet bevoegd. Cliënten die vóór hun 18e door een Bureau Jeugdzorg zijn geïndiceerd voor AWBZ-zorg en daarnaast jeugdhulpverlening ontvangen, krijgen zo nodig tot hun 23ste indicaties van Bureau Jeugdzorg. Alle andere cliënten onder de 18 jaar worden door het CIZ geïndiceerd. Dit betreft dus cliënten jonger dan 18 jaar met (een) andere grondslag(en) dan Psychiatrie. Jaartal
2010
Totaal Zvw Jeugdzorg
720
Gebruik jeugd G G Z 1 lijn
230
e
-
2 lijn e
Met verblijf Aantal gestarte trajecten geïndiceerde G G Z - zorg J e u g d - G G z (AWBZ) -
Jeugd- G G z (ZVW)
Cijfers ZVW-zorg uit de jeugdmonitor
500 20 35 76