http://comcom.uvt.nl/e-view/04-2/inhoud.htm
Online-kranten in Vlaanderen: een historisch overzicht van midden jaren ’90 tot vandaag Hans Beyers (
[email protected])
Inleiding ‘We’re almost out of newspapers that aren’t on-line’
1
Begin 2005 zal het met (toen nog) De Financieel Economische Tijd exact 10 jaar geleden zijn dat in Vlaanderen de eerste nationaal verspreidde krant online ging. Een goede gelegenheid voor een korte terugblik, want er is in die tijdsspanne veel veranderd in het Vlaamse online-krantenlandschap. Want zeker binnen de internetwereld is een decennium een lange periode. Anno 2004 telt Vlaanderen een 9-tal kranten die zich, de één al wat ambitieuzer en succesvoller dan de andere, sinds 1995 één voor één in het online-avontuur hebben gestort: De Standaard, Het Volk en Het Nieuwsblad/De Gentenaar (Vlaamse UitgeversMaatschappij), Gazet Van Antwerpen en Het Belang van Limburg (Concentra Media), De Tijd (NV Tijd), en sinds 2003 ook Het Laatste Nieuws en De Morgen (De Persgroep). Het enige resterende dagblad, De Nieuwe Gazet (behorend tot de laatst vermelde groep), is niet actief op het internet. Tot voor kort konden de websites van De Morgen en Het Laatste Nieuws eerder omschreven worden als business-to-business of business-to-consumer websites: men bood er geen content aan in de zin van dagelijkse inhoudelijke berichtgeving, maar richtte zich tot het lezerspubliek en andere bedrijven/organisaties via het vermelden van bedrijfsstructuren, contactgegevens en andere nuttige informatie met betrekking tot het bedrijf zelf. Daarnaast zien we ook dat men steeds vaker opteert voor niche-berichtgeving (bijvoorbeeld De Morgen met de cultuurwebsite Sherpa) of de zoekertjesmarkt, bijvoorbeeld markt.be of autozone.be (De Persgroep) of hebbes.be (Concentra Media). Uit wat volgt blijkt dat ook de motivatie om de stap van de drukpers naar de cyberwereld te zetten en de manier waarop dit het afgelopen decennium gebeurde, van titel tot titel varieert.
Korte ontstaansgeschiedenis van online-kranten
Verschillende auteurs stellen dat de Amerikaanse politicus Al Gore aan de basis ligt van het ontstaan van de online-nieuwsindustrie. Hij stelde op 15 juli 1990 in The Washington Post immers dat de wereld nood had aan een breed informatienetwerk: ‘Just as the interstate highway system made sense for a postwar America with lots of new automobiles clogging crooked two-lane roads, a nationwide network of information superhighways now is needed to move the vast quantities of data that are creating a 2
kind of information gridlock’. De Clinton-administratie had met het National Information Infrastructureprogramma dan ook een belangrijk aandeel in de opgang van de online-media. In ruwe lijnen moeten we de geschiedenis van de online-journalistiek opsplitsen in 2 grote delen: ten eerste de ontwikkeling van teletekstsystemen en als tweede videotex, waarvan het World Wide Web de laatste en wellicht 3
bekendste stap is (ook Bulletin Boards Systems en online-diensten vallen onder videotex). Het is hierbij dus belangrijk meteen op te merken dat online-communicatie pas boomde bij de opkomst van het wereldwijde web gedurende de jaren ’90, maar dat de geschiedenis ervan teruggaat naar de jaren ’70. Teletekst Teletekst, ontwikkeld door de BBC vanuit het onderzoek naar oplossingen voor slechthorenden, is een elektronisch eenwegs telecommunicatiesysteem dat gebruik maakt van 4 vrije lijnen van het (in Europa uit 625 lijnen bestaande) televisiebeeld om informatie (tekst en grafische elementen) in gedigitaliseerde vorm uit te zenden. Hierbij is het potentieel aan aangeboden informatie redelijk beperkt, maar het kan wel snel geactualiseerd worden. Door deze snelheid heeft teletekst quasiinteractieve kwaliteiten. Bovendien staat er geen beperking op het aantal gelijktijdige gebruikers van het systeem en is het voor iedereen toegankelijk. Het systeem, dat gebruik maakt van wit en 6 kleuren op een zwarte achtergrond, construeert pagina’s van 150 à 200 woorden in 24 rijen van 40 karakters per rij.
4
Figuur 1: Screenshot van de startpagina van Ceefax
De uitvinding van teletekst in 1970 kan beschouwd worden als de eerste aanzet naar onze hedendaagse digitale journalistiek. Nadat er in 1971 een patent op werd genomen, kondigde de BBC
reeds in oktober 1972 Ceefax aan (het eerste teletekstsysteem ter wereld), dat z’n huidige naam dankt aan See Facts (het systeem startte onder de naam Teledata). In 1973 werd het aan het grote publiek voorgesteld, het eerste commerciële gebruik wordt vanaf 1976 gedragen op het kanaal van BBC1.
5
Tegen het einde van de jaren ’90 beschikte in het Verenigd Koninkrijk 60% (oftewel 9,4 miljoen mensen) van de gezinnen over minstens één televisietoestel voorzien van teletekst. In 1980 voerde onder andere The Washington Post tests uit met teletekst. Videotex/audiotex Videotex, in 1971 uitgevonden door Sam Fedida, werd door The British Post Office in de herfst van 1979 commercieel gelanceerd onder de naam Prestel. De Grooff definieert (interactieve) videotex als ‘… een interactief telecommunicatiesysteem om informatie, die in digitale vorm is opgeslagen in een databank, via het telefoonnet en door middel van een speciaal (met decoder en modem uitgerust) ontvangsttoestel op te vragen en/of uit te wisselen’ en later als ‘een openbare online-informatiedienst, waarbij gegevens op een eenvoudige (menugestuurde) manier via het telefoonnet kunnen worden opgevraagd uit online-databestanden die aangesloten zijn op het videotexnetwerk’. Het biedt, via raadpleging op een televisiescherm of een personal computer (een scherm kan 75 tot 120 woorden bevatten), onder andere mogelijkheden tot transactie en consultatie van onderling verbonden gegevensbanken met een onbeperkte hoeveelheid aan informatie en snelle updates, en communicatie 6
via het systeem ‘electronic mailbox’. Een belangrijk verschil met teletekst is dus dat videotex een gesloten tweewegsmedium is. De dienst kende in 1976 haar eerste publieke demonstratie onder de oorspronkelijke naam Viewdata. In 1977 begon een aantal Britse kranten met de experimentele verspreiding van nieuwsberichten via Prestel, dat in 1994 ophield te bestaan (pas eind 1985 werd voor het eerst sinds 1979 winst gerapporteerd). In Frankrijk volgde France Telecom begin jaren ’80 met de ontwikkeling van Teletel (nu gekend als Minitel) waardoor miljoenen mensen (begin jaren ’90 gebruikte reeds één derde van de Franse bevolking het systeem) toegang kregen tot allerlei informatiediensten (financiële diensten, toerisme, opleiding, gezondheid, …). De Minitel is een compacte terminal die bestaat uit een modem, een toetsenbord en een zwart-witscherm van 9 inch of een kleurenscherm van 11 inch. Ten gevolge van het succes van videotex in Groot-Brittannië en vooral Frankrijk werden vooral in de Verenigde Staten en Japan (Character and Pattern Telephone Access Information Network, kortweg CAPTAIN, ontworpen voor communicatie met de complexe Japanse lettertekens) tientallen videotex-initiatieven gelanceerd gedurende de eerste helft van de jaren ’80. Opmerkelijk is dat vooral de overheid zich inzette voor de ontwikkeling van videotex, en dat de Verenigde Staten 7
nagenoeg de enige waren waar het medium door de private sector werd uitgewerkt. Ook België kende een aantal initiatieven met onder andere Mediatel en Editel. De Grooff ziet verschillende redenen voor dit engagement: in eerste instantie wilden de participerende uitgevers hun activiteiten beschermen door geen ruimte te laten voor andere initiatieven, anderzijds zagen ze ook een mogelijkheid tot geografische en produktmatige differentiatie. Daarnaast telde ook het promotionele 8
karakter en het feit dat men via videotex een ruimer publiek kon bereiken. Omwille van een aantal elementen als de vaak hoog oplopende gebruikskosten, dure koop- en huurterminals en het feit dat het gebruik van videotex in de meeste huishoudens het gelijktijdige gebruik van telefoon en televisie
uitsloot, waren de meeste videotex-diensten van kranten niet voldoende succesvol en rendabel. Prestel telde in 1986 niet meer dan 65.000 gebruikers en in 1993 was dit aantal zelfs gedaald tot 9
30.000. In juli 1980 was de Columbus Dispatch het eerste Amerikaanse dagblad dat een videotexkrant publiceerde.
10
Vanaf het midden van de jaren ’80 begonnen verschillende kranten ook te werken met audiotex. Via telefoonnummers die in de papieren krant gepubliceerd werden, konden lezers geautomatiseerde content opvragen in verschillende categorieën (bv. het weer en zoekertjes). Faxkranten Toen eind jaren ’80 het fax-toestel opgang maakte in de meeste bureau’s, kreeg ook de faxkrant een nieuwe kans. Deze kranten, die meestal slechts uit een paar pagina’s bestonden, mikten op specifieke doelgroepen (bv. zakenlui). Al snel werd echter duidelijk dat faxkranten niet de verhoopte winsten creëerde en werden ze afgevoerd. Bulletin Boards Systems (BBS) & consumer online services Als antwoord hierop werd een systeem ontwikkeld dat niet meer steunde op het gebruik van een televisiescherm, maar zich richtte op computerschermen. De aandacht verschoof van klassieke videotex naar de zogenaamde consumer online services, die reeds in de jaren ’60 uitgedacht werden, maar pas opgang maakten door de intrede van personal computers. Volgens Kawamoto begon The Columbus Dispatch in juli 1980 als eerste krant met een elektronische versie via CompuServe te experimenteren. CompuServe is een databank die in 1979 werd opgericht en onder andere beursgegevens, home-shopping en home-banking diensten bood. Bulletin Boards Systems (BBS), uitgevonden in 1978, vormden vanaf de late jaren ’80 de volgende stap in de ontwikkeling van elektronische kranten, vooral omdat ze goedkoper waren dan videotex.
11
Opmerkelijk is dat vooral de kleinere, regionale kranten gebruik maakten van BBS, terwijl grotere kranten zich op consumer online services met Internet Service Providers (ISP) richtten. Riley schrijft dat begin jaren ’90 ‘only a half dozen major newspapers and about a dozen smaller papers had a significant newspaper product or an interactive/online paper on the Web or an Internet provider’.
12
In
1990 lanceert The Albuquerque Tribune als één van de eersten een elektronische versie op basis van BBS.
13
In 1992 meldt de Newspaper Association of America (NAA) dat in de Verenigde Staten en
Canada al 11 kranten over een elektronische versie beschikken. Vanaf datzelfde jaar begint reeds de verschuiving van videotex naar dial-up services als Prodigy, Compuserve en America Online. Door het 14
(officieel) op de markt brengen van Mosaic , de eerste grafische webbrowser, in november 1993 steeg de internettrafiek spectaculair. In januari 1994 schrijft Editor & Publisher dat er wereldwijd ongeveer 20 elektronische diensten van kranten bestaan, waarvan de meeste Bulletin Board Systems; in mei 1995 spreekt het magazine Quill al over 150 Amerikaanse dagbladen.
15
In datzelfde jaar 1995
telde Editor & Publisher ongeveer 330 kranten die online zijn: 38 via BBS, 45 via consumer online services met ISP als America On Line, Prodigy of CompuServe en 230 op het World Wide Web. De doorbraak van kranten op het World Wide Web volgde tussen de tweede helft van 1994 en 1996,
waarbij onder andere USA Today (april 1995), The New York Times
16
(januari 1996, na vanaf 9 juni
1994 eerst via America Online gewerkt te hebben), The Los Angeles Times (april 1996, eerst vanaf oktober 1994 via Prodigy), The Wall Street Journal (april 1996) en The Washington Post online (juni 1996, eerst vanaf juli 1995 via Interchange) gingen. Deze evolutie betekende meteen het einde van de consumer online services. Vanaf 1994 startten ook de eerste Europese kranten met online-edities: The Daily Telegraph (november 1994), The Guardian (april 1995), Le Monde (1995), The Times (1 januari 1996), El Pais (mei 1996). Tegen 1997 rapporteert Editor & Publisher ongeveer 2600 kranten met sites op het World Wide Web of via dial-up services, een jaar later zijn dit er al 3250.
17
Ruwweg
kunnen teletekst en videotex dus beschouwd worden als de voorlopers van de hedendaagse onlinenieuwssites. Kist zag reeds in 1989 drie belangrijke perioden in het elektronisch publiceren: in de periode van midden jaren ’70 tot midden jaren ’80 kwam de digitalisering stilaan op gang, maar was er nog een duidelijke overheersing van papieren informatiedragers merkbaar. Dit veranderde tussen 1985 en 1995, wanneer elektronische alternatieven opdoken die effectief een meerwaarde boden. Vanaf 1995 zien we tenslotte de vervanging van bepaalde produkten door digitale substituten.
18
e
Fang ziet 5 revoluties in de communicatiegeschiedenis: de uitvinding van het schrift in Griekenland (8 e
eeuw voor Christus), de uitvinding van de boekdrukkunst in Europa door Gutenberg (2 helft van de e
15 eeuw), de gecombineerde vooruitgang in papierproductie en druktechnologie die vanaf het midden e
van de 19 eeuw leidt tot de eerste massaproductie van kranten en tijdschriften, de opkomst van de e
fotografie op het einde van de 19 eeuw en tenslotte de ‘Communication Toolshed Home’ waarbij e
e
vanaf de 2 helft van de 20 eeuw de gezinswoning een informatiecentrum wordt dankzij o.a. telefoon en televisie.
19
We zouden hier een zesde revolutie aan kunnen toevoegen, namelijk het
samensmelten van alle voorgaande evoluties met gedigitaliseerde, multimediale en interactieve communicatiepatronen als gevolg. Pryor stelt dat we 3 periodes kunnen onderscheiden in de (voorlopige) geschiedenis van de onlinejournalistiek. In een eerste exploratieve fase van 1982 tot 1992 werd zo goed als alle informatie gecontroleerd door bedrijven als CompuServe en America On Line en was de controle bij de eindgebruiker uitermate beperkt. Er werd door online-kranten onder andere geëxperimenteerd met teletekst, videotex/audiotex diensten en faxkranten, maar dit bleek –zoals hierboven gezegd- al gauw een flop te worden. Deze diensten kenmerkten zich door weinig originele of user-generated content. In de periode tussen 1993 en 2001 startten de eerste online-kranten met de stap naar het net. Grafische elementen werden geleidelijk aan meer geavanceerd, en het gebruik van e-mail boomde. Met de ontwikkeling van HTML en browsers als Mosaic, Netscape Navigator en Microsoft Internet Explorer werden een aantal belangrijke stappen gezet voor de uitbouw van het internet zoals we het nu kennen. In 1994 begonnen de eerste Europese kranten (onder andere The Financial Times) aan hun online-avontuur. In de huidige third wave, die vanaf 2001 opgang maakte, zijn de gebruikers beter uitgerust en de journalisten meer ervaren. Toepassingen als instant messaging en het downloaden
van muziek en software worden steeds populairder door de opkomst van breedband. Centraal in deze derde fase staan ook de draadloze diensten (PDA, GSM, …).
20
De Vlaamse online-kranten De Vlaamse UitgeversMaatschappij (VUM) De online-activiteiten van de VUM (http://www.vum.be) hebben zich steeds laten kenmerken door een grote zelfstandigheid van de verschillende dagbladen die tot de groep behoorden. Bij het opstarten van de websites van De Standaard en Het Nieuwsblad/De Gentenaar in 1995 was er sprake van een eenmansproject met één bezieler en webmaster, namelijk Marc Van Thiel. Zijn opzet was met de site een imago-ondersteunend promotiemiddel uit te bouwen, dat meteen de ook mogelijkheden van het nieuwe medium verkende.
21
Vanaf 1997 werden De Standaard en Het Nieuwsblad/De Gentenaar door de VUM-directie aanzien als aparte business-units die elk hun eigen weg konden gaan. De Standaard Online bouwde de website succesvol verder uit tot één van de meest toonaangevende krantenwebsites van Vlaanderen, Het Nieuwsblad opteerde ervoor geen verdere investeringen op het internet te doen: de invloed van deze beslissingen is vandaag nog steeds zichtbaar bij een bezoek aan beide sites. Het Volk, dat in pas 1995 werd overgenomen door de VUM-groep, startte in 1996 met een eigen website en beheerde die tot midden juni 2001 op volledig autonome wijze. Sinds dan bieden Het volk en Het Nieuwsblad/De Gentenaar een uniforme website aan, die ontwikkeld en ontwerpen werd naar het voorbeeld van de Clickx-site. Na een tijdje kwam daar alweer verandering in toen de site van Het Nieuwsblad een aantal veranderingen onderging. Sinds 1 april 2003 zijn de 3 sites van Het Nieuwsblad/De Gentenaar en Het Volk zo goed als exacte kopieën. De Standaard Online De Standaard Online (http://www.standaard.be of http://www.destandaard.be) wordt door veel mensen beschouwd als hét toonbeeld van de Vlaamse online-krant. Dit geldt zowel op het vlak van de startdatum als wat betreft nieuwscontent en het aanbod aan diensten. De Standaard startte op 5 juli 1995, samen met Het Nieuwsblad/De Gentenaar, als tweede Vlaamse krant met een website. Enkele maanden eerder was ook De Financieel Economische Tijd reeds gestart met een website, maar hierbij ging het louter om een soort elektronische brochure. In 1997 mocht De Standaard Online zelfstandig de toekomst van de website verder uitstippelen: er werd besloten om de webpagina’s verder uit te bouwen tot een volwaardige site met een ruim informatie- en dienstenaanbod dat complementair zou zijn met de papieren krant. Johan Mortelmans, sinds begin 2004 e-publishing manager van de VUM, wil de website dan ook niet zomaar bestempelen als een elektronische krant. De website moet opgevat worden als een koepel voor verschillende projecten en dient ter aanvulling van de papieren krantenversie. Ze speelt de rol van uitstalraam voor het publiek en moet mensen aanzetten een
abonnement te nemen op de papieren krant. ‘De Standaard Online is geen krantenwebsite, maar een volwaardige nieuwssite’, aldus Mortelmans.
22
Begin 1997 werd De Standaard Online voor het eerst in een nieuw kleedje gestoken: vanaf dan wordt de site inhoudelijk verzorgd door de redactie van De Standaard. De internetredactie bestaat uit een 7tal medewerkers (4 webredacteurs, een webmaster, een chef en een publishing manager) en is dagelijks van 9u tot 23.30u bemand. De ontwikkeling en het technisch beheer van De standaard Online is sinds 1 maart 2002 in handen van de websitebouwer Uniway, de servers staan bij het gespecialiseerde Hasseltse hosting-bedrijf HostIT.
23
Op 18 januari 2000 volgt een meer doorgedreven
restyling van de site. In datzelfde jaar 2000 wordt het dienstenaanbod gevoelig uitgebreid. Zo kan de lezer vanaf 15 juni 2000 het Snelnieuws raadplegen, dat dagelijks van 9u tot 19u aangevuld wordt (en daarbuiten afhankelijk van de actualiteit). Ook op zaterdag en zondag wordt er Snelnieuws op de website geplaatst. Eind 2000 lanceerde De Standaard Online een speciale handversie, waardoor men de hoofdpunten uit De Standaard Online kan raadplegen op handcomputers zoals Palm of Pocket PC. In 2001 volgden de vernieuwing van het serverpark (om pieken in de bezoekersaantallen makkelijker te kunnen opvangen) en werd de bandbreedte opgevoerd om het gebruiksgemak van de site te verhogen. Een volgende -en voorlopig laatste- grote stap was de lancering van een volledig vernieuwde site op 21 juni 2002, waarmee het startschot werd gegeven voor de uitbouw van een ganse reeks nieuwe online-diensten. De centrale uitdaging was enerzijds een brede en populaire nieuwssite te blijven, en anderzijds de site in de diepte uit te bouwen. Een primeur was dat de site (met een overgangsperiode van 3 maanden vanaf 21 juni) op 21 september 2002 gedeeltelijk betalend werd. De overstap naar betaalde content kwam er vooral omdat het binnen het eerder bestaande model (uitsluitend gebaseerd op publiciteit) niet meer mogelijk was de verdere ontwikkeling van de site en hoge kwaliteit met elkaar te verzoenen. Heel wat secties bleven gratis (onder andere de volledige startpagina, het snelnieuws, titels en inleidingen van de artikels, het forum, beursinfo, …), maar het archief, de nieuwe PDF-versie en het vervolg op de titels/inleidingen van de artikels werden betalend. De nieuwe site biedt verder SMS-diensten en de op 1 juli 2002 heropgestarte dienst voor PDA’s.
Ook de dagelijkse nieuwsbrief blijft behouden: StandBY (beknopt overzicht met nieuwstitels)
blijft een gratis service, terwijl StandBY Plus (gepersonaliseerde e-mailkrant) vanaf 21 september tot het betalende deel van de website behoort. Sinds 1 juli 2003 kan men De Standaard Online ook gratis draadloos consulteren (op www.standaard.be/imode) via een GSM uitgerust met i-mode-technologie.
24
Bijna één jaar na de laatste grote verandering van de De Standaard Online kwam men op woensdag 15 september 2004 met een vernieuwd design op de proppen. Deze aanpassing zou de eerste stap naar een herziening van de volledige site zijn. De belangrijkste wijzigingen zijn kort samen te vatten als een meer overzichtelijke en compactere navigatiestructuur, meer ruimte voor het Snelnieuws, minder gratis content en een verdere scheiding van de online-krant van de papieren krant. Qua betalingsmodel opteerde men voor een breed open gedeelte met daarnaast een afgesloten sectie, waarvoor het zogenaamde Walibi-principe geldt: eenmaal op de site kan je gebruik maken van alle diensten. Voor een maand betaalt een digitale abonnee 13 , voor 3 of 6 maanden is dit
respectievelijk 35 en 66 . Een jaarabonnement op de site kost 120 .
25
Tenslotte bevat de site een
virtueel discussieforum waar geregistreerde lezers met elkaar kunnen discussiëren over actuele onderwerpen. Ook worden er op geregelde tijdstippen elektronische dossiers met achtergrondinformatie bij de actualiteit aangeboden. Sinds begin april 2004 bevat de site ook een weblog, iets wat wellicht te maken heeft met het weblog-verleden van de nieuwe chef van De Standaard Online Lieve Van de Velde.
26
Op 16 december 2002 werd De Standaard Online door de webmasters van 200 sites verkozen tot Site van het jaar. In de categorie professionele sites stemden de lezers van het computertijdschrift Clickx e
Magazine De Standaard Online naar de 10 plaats. Op 29 oktober 2003 werd De Standaard Online op de Night of the Internet, een organisatie van het maandblad Inside Internet, ook nog eens als beste bekroont in de categorie Senior E-publisher ‘voor de vernieuwing van zijn website en de succesvolle introductie van betalende diensten’. En tenslotte werd de site op 29 januari 2004 ook nog uitgeroepen tot Website van het Jaar door de redactie van Media & Marketing. De jury loofde De Standaard Online hierbij voor de succesvolle invoering van een gedeeltelijk betalende site zonder negatief effect op de globale bezoekcijfers.
27
Het Volk Een tweede krant binnen de VUM-groep is Het Volk, dat in 1995 overgenomen werd van de NV Hoste. Het Volk startte op 6 januari 1996 voor het eerst met een eigen website (http://www.hetvolk.be) en sindsdien werd deze altijd met volledige beslissingsvrijheid en zeggingsmacht onderhouden. Directie, redactie en oprichter Denis De Bruyne wilden door online te gaan hun progressieve karakter in de verf zetten. Op inhoudelijk vlak was Het Volk een baanbreker door het aanbieden van informatie in een nieuwe formule. Was het tot op dat moment de gewoonte nieuws aan te bieden in de vorm van klassieke krantenartikels, dan startte Het Volk met een elektronische zondagskrant en twee jongerenkranten. Het ging hier dus niet enkel over op zichzelf staande artikels die weliswaar ondergebracht konden worden in klassieke rubrieken, maar eerder om aparte magazines binnen de website. Tot voor enkele jaren bood Het Volk haar surfers elke dag slechts 2 berichten per rubriek. Bovendien werd er nauwelijks ruimte geboden voor interactiviteit met en tussen de lezers en waren er ook geen zoekfuncties. De beperkte aanpak weerspiegelde zich verder ook in het aantal journalisten dat zich met het beheer van de website bezighoudt. De website van Het Volk werd net zoals de website van de derde krant van de VUM-groep, Het Nieuwsblad/De Gentenaar, op dat moment beheerd door 2 deeltijdse internetjournalisten, Marc Coppens en Stijn Vercamer. Halverwege juni 2001 kreeg de site een grondige facelift. Het voorbeeld was de site van Clickx!, dat ook deel uitmaakt van de VUM-groep en waarvan de lay-out grotendeels werd overgenomen. Het doel van dit veranderingsproces is het differentiëren van de 3 krantensites om zodoende meer bezoekers aan te trekken. De site werd volledig uitgebouwd met allerlei (neven-) projecten en services: onder andere weerbericht via SMS, archief en nieuws heet van de naald. Sinds eind 2001 is het ook mogelijk een e-mailkrant te
ontvangen. Bovendien startte zowel Het Nieuwsblad/De Gentenaar als Het Volk begin november 2001 met een regionale nieuwsbrief met enkel krantennieuws uit de regio van de lezer. Daarnaast worden ook online-zoekertjes en enkele dossiers aangeboden. Met ingang van 1 april 2003 kregen de 3 websites een zo goed als identieke opmaak. Midden 2003 startte men ook met een SMS-dienst waarbij men verwittigd wordt wanneer er zich belangrijk nieuws voordoet. Het Nieuwsblad/De Gentenaar De derde krantenpoot van de VUM-groep bestaat uit Het Nieuwsblad/De Gentenaar (http://www.nieuwsblad.be/http://www.hetnieuwsblad.be en http://www.degentenaar.be/http://www.gentenaar.be). Tezamen met De Standaard, startten deze 2 kranten dus met een online-versie op 5 juli 1995. Aanvankelijk werd de website beheerd door één webmaster die zowel de site van Het Nieuwsblad/De Gentenaar als die van De Standaard onderhield. De oorspronkelijke bedoeling was louter promotie te maken voor de papieren krant. Een bijkomend argument was het verkennen van de mogelijkheden van het nieuwe medium. Toen Het Nieuwsblad in 1997 autonomie kreeg wat betreft haar webstrategie, werd beslist de website niet verder uit te bouwen omwille van de mindere bedrijfsresultaten. Eind 1998 heeft men zelfs op het punt gestaan de website op te doeken. Uiteindelijk besliste men op zeer bescheiden wijze door te gaan met de site, en half juni 2001 werd de website, net zoals die van Het Volk, volledig opgefrist op basis van de samenwerking met Clickx!. In 2002 kreeg de site van Het Nieuwsblad echter terug een lichtjes afwijkende opmaak tegenover de online-versies van Het Volk en De Gentenaar. Begin april 2003 volgde alweer een volgende aanpassing waardoor de sites er nu identiek uitzien (zie figuren 3, 4 en 5). De site bestond tot 2001 inhoudelijk volledig uit zogenaamde shovelware, d.w.z. dat men uitsluitend de inhoud uit de papieren krant hergebruikte. Naast 4 artikels met actualiteit van de dag, bestond de site verder uit onder andere muziek- en filminformatie en artikels over computer en taal. De oude site bevatte geen zoekfunctie, maar bood wel enige mogelijkheid tot interactiviteit. Zoals hierboven reeds gezegd, werden de sites van Het Nieuwsblad/De Gentenaar en Het Volk midden juni 2001 in een uniform kleedje gestoken. Als uitvalsbasis maakte men daarbij gebruik van de huidige Clickx-website. De drie sites zagen er qua lay-out (en deels ook qua content) hetzelfde uit, alleen met andere logo’s en andere accenten. In de loop van 2002 kreeg de website van Het Nieuwsblad opnieuw een andere lay-out dan die van Het Volk en De Gentenaar. Buiten de verschillende opmaak valt vooral op dat Het Nieuwsblad via een lichtkrant met clickable nieuwsflashes ook de actualiteit doorheen de dag volgt. Aangezien de 3 websites sinds 1 april 2003 quasi identiek zijn, verwijzen we voor de allerlaatste wijziging van de sites naar de paragraaf over Het Volk. Concentra Media
Verschillende maanden voor Gazet van Antwerpen (NV De Vlijt) en Het Belang van Limburg (Concentra) in juli 1996 samensmolten in de Regionale UitgeversGroep (http://www.rug.be of 28
http://www.concentra.be/) , werd door beide kranten beslist dat men online wilde gaan. Toen het samenwerkingsverband van start ging, beschikte Het Belang van Limburg overigens al over een website. Het Belang startte namelijk in 1995 al met een website en die technologische know-how kwam dan ook goed van pas. Concentra hield zich in die periode al bezig met het bouwen van websites en beschikte over een 25 personen tellende afdeling informatietechnologie. Het centrum van de online-bedrijvigheid (lay-out, technische ondersteuning) van de RUG situeert zich bijgevolg nog steeds in Hasselt. Gazet van Antwerpen pikte later aan, om precies te zijn op 23 december 1996. Gazet van Antwerpen/Het Belang van Limburg De mediagroepen rond de Gazet van Antwerpen (http://www.gva.be) en Het Belang van Limburg (http://www.hbvl.be) hebben zich nooit louter en alleen willen beperken tot het uitgeven van papieren kranten. Zo heeft men onder andere een participatie in de Antwerpse regionale televisiezender ATV (een joint venture van de RUG met de Persgroep). Daarnaast houdt Concentra Media zich ook bezig videoproductie, huis-aan-huisbladen en andere magazines en heeft het onder andere belangen in de grafische sector. Voor Gazet van Antwerpen was het opstarten van een webkrant een logische stap in haar evolutie. Aanvankelijk had de website voornamelijk een promotioneel karakter, maar de achterliggende motivatie is -net zoals de site zelf- steeds blijven evolueren. Gedurende de beginfase werd de GVA-site pas ’s ochtends aangepast, op het moment dat de papieren krant in de krantenwinkel lag. Op dat moment ging het louter om een kopie van de papieren krant. Van permanente actualiteit was bijgevolg helemaal geen sprake, eerst en vooral omwille van de beperkte personele middelen (er was op dat moment slechts één redacteur in dienst voor de online-krant), maar bovendien wilde men de eigen papieren titel geen concurrentie aandoen.
29
Het aanbod van artikels
was behoorlijk uitgebreid, maar bestond hoofdzakelijk uit shovelware: berichten werden dus slechts zelden herwerkt voor ze online geplaatst werden. Op het vlak van interactiviteit had Gazet van Antwerpen vrij snel heel wat te bieden: niet alleen werden alle e-mailadressen van de redacteurs en de journalisten in het colofon opgenomen, maar de lezers konden ook al snel met hun indrukken en vragen terecht op een gastenboek. In de periode van 23 december 1996 tot nu werd de site van Gazet van Antwerpen maar liefst 5 keer herwerkt. De huidige lay-out staat sinds begin 2002 online. Voor de nieuwe sites is gebruik gemaakt van tal van moderne technieken en worden allerlei nieuwe services aangeboden.
30
Ook de site van Het Belang van Limburg diende oorspronkelijk in de eerste plaats om de informatie uit de papieren krant een meerwaarde te geven. Vanaf 1997 werd de site verder uitgebouwd: de voorpagina werd aangepast en het aanbod uitgebreid. Interactiemogelijkheden werden niet aangeboden; de krant bood wel zoekfuncties voor de rubriek Zoekertjes.
Sinds enige tijd lijken de online-versies van Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg zowel vormelijk als inhoudelijk sterk op elkaar: de lay-out is, net zoals bij Het Nieuwsblad/De Gentenaar en Het Volk, volledig uniform, maar ook wat betreft de berichtgeving vinden we heel wat gelijkenissen terug. De sites zijn in feite slechts voor 10 à 20% verschillend. Ook qua personeel bestaat er een nauwe samenwerking. Op 1 januari 2002 werd de eigenlijke internetredactie van 9.5 FTE naar 4.5 FTE afgeslankt.
31
Wat de indeling betreft, wijkt men af van de structuur van de papieren krant. Het
nieuwsaanbod bij beide websites draait voornamelijk rond items: de zogenaamde Blikvanger en de Headlines. De Blikvanger vinden we prominent terug op de voorpagina van de site, is steeds vergezeld van een foto en brengt heel kort het belangrijkste (of recentste) nieuws van de dag. Daarnaast zorgen de Headlines op de startpagina voor een overzicht van het belangrijkste nieuws uit de krant van die dag, gecombineerd met updates. Naast het traditionele nieuwsaanbod bieden de sites van Concentra Media hun lezers heel wat extra’s aan. Ook bestond de mogelijkheid om een selectie van nieuwsitems te downloaden op een handcomputer. Als allerlaatste hoogstandje van de RUG-sites
noemen we de webcams. Gazet van Antwerpen was destijds de eerste krant ter wereld die
beelden van webcams van hoge kwaliteit toonde. Midden 2002 werden nog een aantal nieuwigheden aan de sites toegevoegd. Zo is vanaf 6u ’s ochtends de voorpagina van de papieren krant in PDFformaat te bekijken op de site. In augustus 2003 startte men onder de naam Groot Nieuws een SMSdienst die de lezer continu op de hoogte houdt van de belangrijkste gebeurtenissen. De sites boden al eerder WAP- en SMS-diensten aan, meer deze werden na een korte periode stilgelegd.
32
Begin februari
2004 kwam men alweer met een nieuwe lay-out op de proppen (zie figuren 6 en 7), inhoudelijk veranderde er weinig aan de sites. Boris Rousseeuw, ex-webmaster van GVA, verwachtte dat de lay-out van de website er als gevolg van de constante grafische innovaties binnen een jaar weer volledig anders zal uitzien en dat de site als het ware nooit af zal zijn. De hoofdredacteur van Het Belang Van Limburg, Ivo Vandekerckhove, stelt dat de kranten van de Concentra Media ‘nu verder moeten uitgebouwd worden, niet alleen in print, maar ook in andere media. We stomen onze redactie klaar voor het multimediatijdperk. We zullen niet meer alleen nieuws maken voor onze krant, maar ook voor radio, televisie en natuurlijk ook het internet’.
33
Volgens de top van de uitgeverij zouden beide Concentra-websites binnenkort ook starten
met een online-abonnement. De mogelijkheden omvatten onder andere een volledige PDF-versie en toegang tot het archief, waarbij de prijs voor de elektronische versie lager zal liggen dan de papieren editie.
34
Verder zou er ook gewerkt worden aan een systeem waarbij de artikels van de papieren
versie onderaan een uniek nummer meekrijgen, dat -wanneer het op de site wordt ingetikt- de lezer rechtstreeks naar het betreffende online-artikel brengt. Dit gebeurt momenteel reeds bij de lezersbrieven op de site van Het Belang van Limburg (http://www.hbvl.be/nieuwsxtra/lezersbrieven/default.asp). Volgens een krantenbericht van 18 juni 2004 zou Concentra in de loop van 2004 ook beginnen met een betaalsysteem voor haar online-kranten. Zowel Gazet van Antwerpen als Het Belang van Limburg zullen in pdf gedownload kunnen worden en enkel abonnees krijgen toegang tot het archief. Volgens
de directie zal de de prijs voor de elektronische versie waarschijnlijk lager liggen dan die van een gedrukte krant.
NV
Tijd
De Tijd Het management van NV Tijd, het uitgeversbedrijf van De Tijd, kwam reeds vroeg in aanraking met het medium internet, en dit voornamelijk tijdens buitenlandse studiereizen in de Verenigde Staten. De gedachtengang werd op dat moment vooral bepaald door de idee dat men de boot niet wilde missen. De krant was op 23 februari 1995 dan ook de eerste Vlaamse krant met een plaatsje op het internet (http://www.tijd.be of http://www.tijdnet.be), nog verschillende maanden voor De Standaard aan het online-avontuur begon. In het begin was er echter eerder sprake van een soort digitale brochure dan van een volwaardige site. Momenteel geldt de site als referentiesite voor beleggend en ondernemend België en wil men tegelijk ook een dagelijks gebruiksinstrument zijn. Na ruim 1 jaar online te hebben gestaan werd de site op 28 mei 1996 voor het eerst grondig vernieuwd. De site werd Tijdnet gedoopt en de restyling betekende meteen ook de introductie van The Belgian Elektronicle, een nieuwsbrief met financiële informatie die elke avond gratis aan de lezers werd toegestuurd. Deze werkwijze was uniek in de Belgische internetwereld. Bij belangrijke gebeurtenissen in de financiële of economische sector probeerde men dit ook zo snel mogelijk op de website te plaatsen. De huidige website werd in september 1999 opgestart. Tijdnet geeft vanaf dan de ganse dag door nieuwsupdates. Hiertoe is een redactie samengesteld die wel samenwerkt met de papieren krant, maar toch een op zichzelf staand geheel vormt. De opstart van de nieuwe site leverde datzelfde jaar nog 2 titels op: E-publisher van het jaar (uitgereikt door Inside Internet) en Site van 1999 (toegekend door Clickx!). In januari 2001 werd de internetredactie nog verder uitgebreid om vanaf 1 maart 2001 nog meer diensten aan te kunnen bieden. Tijdnet biedt sinds begin 2002 een aparte, digitale versie van de krant aan voor de abonnees van de papieren editie. Wie enkel de elektronische editie wil lezen, betaalt evenveel als een papieren abonnement. Tijdnet is grotendeels gratis, al moet voor bepaalde onderdelen ook geld op tafel komen. In feite kunnen we de site opdelen in 3 grote gebieden: een open gedeelte dat vrij toegankelijk is, een gedeelte met extra diensten voor gebruikers die zich (gratis) registreren, en een betalend gedeelte. ‘Dat gratis gedeelte is eigenlijk een beetje een etalage, waar je kunt proeven en daarachter liggen dan de meer gespecialiseerde services naar waar je kunt opstappen mits betaling’, aldus Guy Muësen, coördinator van Tijdnet.
35
Ook Tijdnet werd in 2002 bekroond door PC Magazine: met ruim twee keer zoveel stemmen als de runner up werd de site (net als vorig jaar) uitgeroepen tot beste businesswebsite. En dat heeft de site van De Tijd niet alleen te danken aan haar goede content, maar ook aan de heldere navigatie en het veelvoud aan nuttige diensten. Ook het jaar daarop, in 2003, werd Tijdnet als beste businesssite verkozen. Een citaat uit het juryrapport: ‘Niet alleen is Tijdnet de beste bron voor zakelijk nieuws, bovendien zijn de extra diensten op deze site stuk voor stuk toppers’.
36
In de business-categorie laat
Tijdnet bekende namen als Kanaal Z, Trends en The Financial Times achter zich. Bovendien dook Tijdnet ook op in de top 10 van de categorie Nieuws. De Persgroep De Persgroep (http://www.persgroep.be) aarzelde bijzonder lang om zich online te begeven: tot midden 2003 beschikte geen enkele van de 3 kranten van de groep (Het Laatste Nieuws, De Morgen en De Nieuwe Gazet) over een content-site die naam waardig. Hier is echter op korte tijd snel verandering in gekomen, want zowel Het Laatste Nieuws (4 juli) als De Morgen (1 december) gingen in 2003 online. De vroegere websites van beide kranten konden eerder omschreven worden als business-to-consumer en/of business-to-business sites, waarbij de focus vooral lag op duidelijke contactinformatie en praktische info aangaande de krant en dienstverlening aan lezers, adverteerders en andere geïnteresseerden. Christian Van Thillo, gedelegeerd bestuurder van de Persgroep, gelooft nochtans sterk in een tweede internetgolf en schat hierbij vooral rubriekadvertenties hoog in. Het Laatste Nieuws De oorspronkelijke website van Het Laatste Nieuws (http://www.hnl.be of http://www.hetlaatstenieuws.be) had als hoofddoel de communicatie tussen de lezers en de krant te bevorderen en werd door de krant zelf dan ook Lezersservice gedoopt. De informatie op de site varieerde van info over promoties, nabestellingen en abonnementen over bedrijfsbezoeken tot dossiers en wedstrijden. In januari 2003 voerde men een paar wijzigingen door in de lay-out: zo vonden we een afzonderlijke indeling voor Zoekertjes met daaronder o.a. Autozone.be, Immonet.be, Markt.be en Vacature.com. Begin juli 2003 startte Het Laatste Nieuws dan uiteindelijk toch met de voorlopige versie van een echte content-site: ‘Voor Het Laatste Nieuws beginnen we met een super soft launch, om tijdens de zomer de knepen van het vak te leren. Pas in september gaan we echt voluit met onze site’, aldus Xavier Verellen, commercieel directeur van De Persgroep op het moment van de lancering.
37
Men
koos er bewust voor geen krantenartikels onder de vorm van shovelware aan te bieden, maar enkel nieuwsberichten van het persagentschap Belga. Met ingang van dinsdag 12 augustus 2003 begon men met eigen berichtgeving naast de artikels van Belga. Daarnaast wil men nieuws en informatie uit externe bronnen gaan brengen. Ook SMS-diensten worden niet vergeten op de site van Het Laatste Nieuws: naast verwittigingen bij belangrijk algemeen nieuws, werd ook een hele reeks SMS-diensten rond sport op poten gezet. Op basis van een analyse van de reacties en het surfgedrag van de
gebruiker in de opstartperiode, die ruim een half jaar duurde, lanceerde men de site vanaf 22 januari 2004 rond een aantal herschikte zogenaamde kanalen. De toegankelijkheid en het entertainmentgehalte staan volgens De Persgroep centraal voor het slagen van een multimediale website. Deze twee elementen spelen in de nieuwe versie van de content-site dan ook een belangrijke rol. Vanuit die hoek overweegt men ook niet meteen om geld te gaan vragen voor site-toegang, maar men zal op termijn wel een aantal nieuwe (betalende) diensten lanceren. Hierbij denkt men voornamelijk aan online-shopping en mobiele toepassingen. De geheroriënteerde content-site biedt bovenop het oude aanbod meer nieuwsberichten aan en deelt al die informatie zoals gezegd op in 3 grote kanalen: Nieuws, Sport en Fun. De structuur van de eerste twee kanalen bleef zo goed als behouden, het derde is nieuw. Op 16 april 2004 volgde nog een kanaal Kids met nieuwtjes, spelletjes en leerrijke/leuke sites. Mick Van Loon is chef Nieuwe Media bij Het Laatste Nieuws, hij wordt bijgestaan door Koen Hellemans en 2 voltijdse freelance-journalisten. Vreemd genoeg vond men het een paar jaar geleden nochtans helemaal niet nodig om met een elektronische versie uit te pakken. Toen leek het volgens De Persgroep verstandiger de activiteiten van Het Laatste Nieuws te beperken tot dat waar men goed in is, namelijk het uitgeven van papieren kranten. Men zag webkranten aanvankelijk vooral als imagoversterkend, en vond een online-krant niet echt de correcte werkwijze voor wie in de toekomst van zijn papieren krant geloofde. Om kort te gaan: men was bij Het Laatste Nieuws (en bij heel De Persgroep in het algemeen) de mening toegedaan dat nieuws brengen op internet pas kon op het moment dat het commercieel verantwoord was. De enige verantwoorde reden om toen met een online-krant van start te gaan, was volgens de groep de lezers in het buitenland te bedienen. ‘We hebben ongeveer een jaar getwijfeld om het te doen. We hebben het uiteindelijk gedaan omwille van een aantal redenen’, aldus manager Nieuwe Media van Het Laatste Nieuws Patrick Van Waeyenberge, ‘maar het grote probleem is dat een internetkrant in België of Vlaanderen niet rendabel is’. Uiteindelijk hebben een 3-tal elementen de doorslag gegeven. Een 38
eerste punt was de Nationale Merkencompetitie , waarvan de resultaten op 12 maart 2003 bekend werden gemaakt. Het Laatste Nieuws kwam er als het sterkste krantenmerk van Vlaanderen uit, ondanks het feit dat de vragenlijst enkel online kon worden ingevuld. Ten tweede gaat men er vanuit dat men op termijn manieren gevonden zal hebben om tot een rendabel model te komen. Tenslotte bevat de Persgroep een aantal andere sites die commercieel belangrijk zijn (onder andere AutoZone, Immonet en Check In) en dus ook acceptabele bezoekerscijfers moeten kunnen voorleggen. Een nieuwssite voor Het Laatste Nieuws kon in deze gedachtengang een interessante mogelijkheid zijn om voor deze trafiek te zorgen.
39
De Nieuwe Gazet Een paar jaar geleden vonden we de site van De Nieuwe Gazet -weliswaar na enig zoekwerk- nog door op de site van Het Laatste Nieuws door te klikken naar de pagina van haar Antwerpse zusterkrant.
40
Zo belandde men op een webpagina die eigenlijk eerder een elektronisch visitekaartje
van De Nieuwe Gazet was. Op één pagina werden kort enkele contactgegevens van de redactie en het e-mailadres van voormalig hoofdredacteur Wim Verhoeven weergegeven. De zogenaamde site
van De Nieuwe Gazet was in realiteit niet meer dan een kleine webpagina binnen de ruimere business-to-consumer (en business-to-business) website van Het Laatste Nieuws. De redactie van De Nieuwe Gazet heeft dan ook nooit geloofd in een internetkrant, volgens hen levert een online-krant over het algemeen niet op wat men ervan verwacht. Als voorbeeld haalt men tal van binnen- en buitenlandse gevallen aan en wordt er verder gesteld dat de websites van Vlaamse kranten niet te vergelijken zijn met de websites van bijvoorbeeld The Guardian of The Times omdat deze kranten wél over gesplitste redactiesystemen beschikken. Journalisten zouden niet optimaal kunnen functioneren wanneer zij voor beide redacties (papieren en elektronische) journalistieke stukken moeten produceren. Omwille van de geografische kenmerken van Vlaanderen (beperkte oppervlakte met een kleine bevolking, en daarnaast ook taalkundig gezien een beperkt werkterrein) is het volgens de krant erg moeilijk om een degelijke internetredactie in Vlaanderen rendabel te maken. Sinds de restyling van de site van Het Laatste Nieuws beschikt De Nieuwe Gazet zelfs niet meer over het vermelde visitekaartje en is de krant als het ware van het internet verdwenen. Ook de website van de Persgroep maakt er geen melding van, in tegenstelling tot Het Laatste Nieuws en De Morgen die er wel worden vermeld. De Morgen 41
Tijdens een NVJ -discussie over de krant en internet op 15 oktober 2001 in Utrecht toonde Yves Desmet, voormalig hoofdredacteur van De Morgen en er momenteel aan de slag als politiek hoofdredacteur, zich tevreden over het feit dat zijn krant geen miljoenen investeerde in een webversie: ‘In het begin was de krant nog even bang de boot te zullen missen, nu zijn we trots geen miljoenen te hebben weggegooid’, aldus Desmet. En in april 2003 zei Yves Desmet nog in het weekblad Humo: ‘Ik denk dat wij zowat de enige krant zijn die geld aan zijn website verdiend heeft, en wel door er niét in te investeren. (...) Ik ben op dit moment niet overtuigd van de rendabiliteit van een krantensite, en als je een krant maakt -op het Net of op papier- blijft dat toch de bottom line’.
42
Tot voor kort bood de site
van De Morgen dan ook enkel een overzicht van contactadressen. Hoe dan ook heeft de Persgroep zichzelf steeds als een multimediabedrijf beschouwd, met naast kranten en tijdschriften onder andere ook commerciële radio en televisie. Ook profileerde de Persgroep (en De Morgen in het bijzonder) zich de laatste jaren steeds nadrukkelijker op de markt van de cultuurberichtgeving. Vandaar dat de Persgroep sinds 2000 een participatie heeft genomen in Sherpa (http://www.sherpa.be), een cultuursite die onder andere tickets verkoopt en recensies brengt.
43
Op de webpagina van De Morgen troffen we naast contactinformatie en info over
abonnementen dan ook een link aan naar de site van Sherpa. Na geruchten (onder andere op Internetjournalist.nl en in de PUB Newsletter) dat De Morgen een ste
website zou voorbereiden, lanceerde de krant naar aanleiding van haar 25
verjaardag op maandag
1 december 2003 uiteindelijk een online-versie (http://www.demorgen.be) die een grafische én inhoudelijke replica van de papieren krant is. Gedurende de maand december was de krant gratis te
raadplegen (mits registratie), maar vanaf het voorjaar 2004 kregen enkel abonnees gratis toegang. Gebruikers die enkel een abonnement op de online-versie willen, konden ook een apart onlineabonnement nemen aan 69 voor 3 maanden of 237 voor een jaarabonnement.
44
De digitale versie van De Morgen is gebaseerd op de papieren editie. Elke pagina van de papieren krant staat in zijn originele opmaak op de site, waardoor het navigeren soms traag verloopt. Diensten (bijvoorbeeld SMS of nieuwsbrieven) worden voorlopig niet aangeboden. De site bevat wel een archief dat teruggaat tot 1 januari 1998. Daarnaast biedt men onder Telex een aanzienlijk aantal op tijdstip gerangschikte updates, waarbij gebruik wordt gemaakt van de Belga-nieuwsfeeds. Rudy Collier, hoofdredacteur van de papieren versie, heeft de leiding over de website. De site werkt niet met een aparte online-redactie. Een mogelijke redenering achter de beslissing van De Morgen is het feit dat vanaf 1 januari 2004 elke bezoeker van een digitale krantenversie (alle PDF-achtige formaten) ook meetelt voor de oplagecijfers 45
van de papieren krant , terwijl een ‘gewoon’ bezoek aan een online-krant alleen voor de Metriwebcijfers in aanmerking komt. De Morgen zal met de nieuwe site dus misschien wel zijn CIM-oplage kunnen opkrikken, en dat kan interessant zijn om adverteerders over de streep te trekken.
46
Toekomstvisie & besluit Over het algemeen heeft de geschiedenis aangetoond dat oudere media nooit volledig vervangen werden door ontwikkelingen op het vlak van nieuwe media. In plaats van opgeslorpt of vervangen te worden door nieuwe media, reageren oudere media veelal door zich te focussen en te specialiseren op hun belangrijkste voordelen: ze passen zich met andere woorden aan aan de nieuwe competitieve omgeving door zich bijvoorbeeld te richten op een beperkter publiek of door nieuwe diensten aan te bieden. In grote lijnen kunnen we een tweetal verklarende argumenten onderscheiden waarom krantenbedrijven zich enkele tientallen jaren geleden op het elektronisch publiceren stortten. Aan de ene kant zien we sinds de jaren ’60 een toenemende tendens naar digitalisering en een stijgend gebruik van televisietoestellen en later computers. Anderzijds constateren we een groeiende bezorgdheid met betrekking tot een aantal factoren op lange termijn zoals de stijgende papier- en drukkosten, de uitdaging voor de advertentiemarkt om een steeds heterogener publiek te bedienen en de stijgende concurrentie in de krantenwereld. Vanuit deze ontwikkelingen participeerden vele krantenbedrijven in de late jaren ’70 en vroege jaren ’80 in projecten rond teletekst en videotex. De meest voorkomende piste (bijvoorbeeld in Frankrijk, Canada en Duitsland) hierbij was dat de uitgevers instapten in staatsinitiatieven, waarbij ze zelf instonden voor het aanleveren van informatie en de nodige specifieke journalistieke expertise. Volgens Carey en Pavlik deden de meeste krantenuitgevers dit echter niet vanuit hun vooruitstrevendheid, maar eerder vanuit angst voor de toekomst.
47
Toen later
bleek dat de meeste van deze initiatieven nagenoeg flopten, werden de geleverde inspanningen drastisch teruggeschroefd en ging met zich op het World Wide Web richten. In de toekomst za de krant in ieder geval blijven veranderen door nieuwe ontwikkelingen op het gebied van nieuwsvoorziening en technologie. Op grond van wat we nu al weten, kunnen we nu al met zekerheid zeggen waar de nieuwe ontwikkelingen de krant als nieuwsmedium achter zich zullen laten: in snelheid, directe berichtgeving, informatie op maat van de consument en in directe toegankelijkheid. Aan de andere kant zal de krant het beter blijven doen in beschouwingen, recensies, reportages en in het op eigen wijze samenstellen van de keuze uit het nieuws. NOTEN
! !
"! #$
#
% & ' $ ( # + & , &* / , 001 56 8 9 && ;
8 .
4
)% "
& "
7 & ! !
00
00 +7
# # 00;
23 4
<
5 -# ;03;
! "
"
: #
8 8 A <
$ C &
#$
4
8 8 A $ 2 5 -#
$
! "
#$
& <
#
8"
+-
#
. ##(
;
8 9 &&
1
8 "
. &
&
$ 1= > 9
< 9$
?
,
& # " + &
7 -,
42
& # " +
#$
, &+ <
- , #
& ", # &-#B
;1; &"
001
& , &+ <
3 - , & ", # &-#B 3
#
13
%
00; ;
'
$
&
00
&
+# ; 3;2 1; # " "# & & $
#
. <
!
" "
= &> ? D
-
%
.#
5
8 .
! &: #
= &>
'
& * & # " + ", " ,
? 5 ' $*
!#
& $
; 3;1
' A0
& # " + ". ##- $
! # #
& <
"! :
#$
& * & # " + ", " $ 4 423 , & - # &
? 5 ' $*
& * &
;
@
8 . ! !# +--< &-! $ !# 8 . < +8 9 &&
&,
< 4
$# - " $ ( & , ,#
! !
*
<+7
# # 00;
& $- $ "! + $#$! , 1! - !
& / , 001 &
<( 10000
& < "
-"
# @ ( #
" ## &
@
8 .
< E '
(< # 2
8 9 &&
4
5
#
+-
$
&
' A-
@ &
=6
2
- &
#
& , < "! +! < -- ! 0 21 4
+
& &
6 '
6
&
3
5' & 3
4
-
= &> 8
&
&
,
#
#
"
&
1
7 ? ! !
;
@
$ - ", * # , & $ + , &
$
0
#
8 001
(
, " , D. 6 & % # 1
& + -
3
& > 8 9 & ",
(
, &
+-
3 < &F 8 9
#
$
, #
@
,
-$-- , 9 # & &F
# &&
00
)'
& +
3
*
+
*
+ ,
&
3,
B0
, & "
. $ & = 6 ' "* = 6-# * & $# 00 89F >
, *$
/ ,
" , 7# - " . $ :> & + &
A* , & "-
1
8 9 & &F , + 00 8 9 & &F = 89F> 6 - +8 9 & &F G + 00 89F 89F 8 & & + 00 8 9 & & - A9 + - 00; 89F ( +8 9 & & # *$ 3# & 3 ! ! +! "! "H& G - &I20 @
6
- +8 9
( +! ! 8 9 & &F 2
( ! ! 8 9 & 8 9 & 8 9 & 4
& C
++&F &F &F
" & 8 % ;0
#
#
00
"
%
;
&" # & $ ,
&
- &
" # && & , & +-
&& "
%
D/A3
= 00 > 0
/ A*
! !
+ "
# "
+,
-
< & &$ - ,
+ -
. $ ! &
+ &
& *-
* + ;;
4+ - ;
'
"
(
;
6 '
,
#
A-
8 %
-M #
= $ N& 3
+ & ,
2
,#
00;
;
#" &
00;
. $
00
& J
& =# ,
"
# 0
"
<# &
,#
= A% >
000
?/'
2
3
% +
&$ -
A%
4
>&
0
L
#
# &&
00;
3 &$ - @ & '+ 3 &$ , & + 3 &$ = 8 ' 9 ? -8 ' E ? = &> $ A 001 0 >
001 A* , 1 -"- - 00;
#- # &
& & F G - &I @0
+ * &I 0@
" # & !3* ! $ < !*
#
/ A* + " & *4+ 001 A% # & = 001> F . $ ! ! , # & ! $ < ! 001+ #
;@
9 "
89 F & ! "! "H& G & + * 4 & $# 00 89F 3 ; 00; 89F - " - & ;0+ 001 89F
"
#
89F
& $ <, & ! & H H 0 001 89F
'
3K 00
%
+ -
" ! &
+"
G
&& 00; , & & & D/A , # & A / , , #+ & >
#
;1
&F
;0
B0
&
'
, & "
4
$
+ -
00; , *$
3 2
001
;2
( ! ! # ! ! 8 ? "
;4
& # "
, ,
6 7 ! & ! & ?" < !! # & ! 0;0 # # 6 7 -
$# &" ",
"
( , # ? $ % & 6 7
10
F 00O < " % #
1
&
( ! ! 9 -& D& , ! !
? 11
8
%
&
" +-
12
5.
" =
" %
& C 001
#
&
" $
G <" " G&I4 4
= . -# , # $ < , & .( 3$+
.(
6" +! & & J ?" 8 # !! # & ! 0; %& ;
?/'
$
& $
,
& 6 7 ' $ 4 ,#
+ -
00;
00;
"
- > 00;
;
M
&
$ %
- $ 8 ? " $ & 8 =# & J ?# !! # & ! 0;02 #>
&
7
= . <
&* , A* & " F-&
,
&
6&+ <
" &I ;1 &Q
2 1 <
7
: ;3
9 4
(< # $#
,
'
&R
&8
9
8 H S
00;
2
+ -
00;
?/' & $#
,
5?,
=
G
8
-
,
000
,#
& >
" & # &
00
( & $#
2
+
" , ! & H " " # &(
&
,#
00 "
, 8
+-
5 ?, !. <
00;
1
5-
000 " $ , @0O &"
- &I 1 + -
G
+ -
& $# 00; 89F " " +! $ G - &I ;1 " # 6 7 8 " & J ?" 8 " " S # !! # & ! 0; #
1@
( ! ! # ! !
+ $ $
! ! 8 ? " # ! ! % :# + -
" #
8 ! P C " , & ! -
+E, 8 # % < # & !
$ # & ? "
+ "
C - >&
" ",
+-
9 "
(
8
00; &8 - A* &, 6 7 % <& ", & & , 6 7 , & + + - 00; ; ! !
&
1;
H + 8
H
#
1
1
+J
8
& ;
+-
>
G &I ; & $#
= &>
# 8
00;
00;
@0
$ & &- ,
<
& $#
00;
00;
!
@0
!