Oneindige missie
20
2
3
Oneindige missie (Over zending en evangelisatie) door Maaike Harmsen
[email protected]
(foto’s: De Verre Naasten)
Deze gemeenteschets is een uitgave van:
Gereformeerde Bijbelstudiebond (GBb)
Bond voor Gereformeerde Jongerenverenigingen (BGJ)
mei 2008
Alles uit deze uitgave mag vrij gekopieerd worden!
4 Inhoud Inhoud
4
Woord vooraf
5
GETUIGEN VAN ONZE HEER – Twee bijbelstudies voor jongeren 12-16 1. Papua’s en wij Inleiding Waar je hart vol van is Indonesië – Papua De zendingsopdracht 2. Hij alleen redt De naam van Jezus Papua 1958 – Papua 2008 Doel Middelen Tabita Handleiding jeugdleiders
7 7 7 7 8 10 12 12 12 13 14 14 16
ZENDING, EEN ONEINDIGE MISSIE – Twee bijbelstudies voor jongeren 16+ 1. Getuigen zijn Inleiding Indonesië – Papua De zendingsopdracht De eerste christen uit Afrika 2. Waarom zending? Waarom laat je ze niet met rust? Mijn antwoord Papua 1958 – Papua 2008 Zending en geloofsgroei Zending, training en ontwikkelingswerk Handleiding gespreksleiders
17 17 17 17 18 19 21 21 21 22 23 24 26
DE WERELD IN – Twee bijbelstudies voor volwassenen 1. Met een stevige basis Missionaire gemeente zijn Het boek Handelingen over zending Hand. 1 : 1-8 Hand. 2 : 1-4 Hand. 2 : 37-42, 46 Hand. 5 : 1-11 Hand. 8 : 1-8 Hand. 8 : 26-40 De wereld in met een stevige basis 2. Met een open houding Hand. 11 : 19-26 Hand. 15 : 28-29 Hand. 15 : 36-40 Hand. 15 : 41; 16 : 40 Hand. 28 : 30-31
27 27 27 28 28 28 29 29 29 30 30 32 32 32 33 33 34
Leesrooster. Liederen om te zingen. Literatuur en internet
35
5 Woord vooraf Hoe een gemeente omgaat met zending en de zending ondersteunt, zegt veel over het missionaire karakter van die gemeente. Want dat laatste begrijpt iedereen wel in Nederland: dat de christenen in eigen land een minderheid zijn gaan vormen, en een culturele ‘afwijking’ van wat normaal gevonden wordt in ons vroeger zo calvinistische landje. En dat het dus tijd wordt om ook missionair te zijn hier, in Nederland. Dat neemt niet weg dat we ook heel rijk zijn als (gereformeerde) christenen in Nederland; we kunnen in vrijheid en vrede onze godsdienst op zondag en doordeweeks belijden en vieren. We hebben een rijke traditie in het lezen en bestuderen van de Bijbel. We hebben een keur aan prachtig bijbelmateriaal in onze eigen ‘stamtaal’ (Nederlands, maar ook Fries en Twents!), we kunnen regelmatig bijbelstudiegroepen en andere opbouwende christelijke conferenties bezoeken, er zijn meerdere bijbelgetrouwe theologische faculteiten, kortom, op globaal niveau zijn we de miljonairs van het wereldwijde christendom. En dan hebben we ook nog aardig wat geld! En wie wat heeft, mag uitdelen. En dat is in het verleden ook veelvuldig gebeurd; soms door particuliere organisaties, maar daarnaast door kerken en kerkverbanden. En tot en met vandaag de dag mogen we in Nederland meewerken aan Christus’ opdracht om alle volken tot zijn discipelen te maken. De ene keer kan het zijn dat we zelf zendelingen uitsturen om ter plekke te vertellen over het evangelie. Een andere keer helpen we een buitenlandse lokale kerk met het evangelisatiewerk. En we maken onze boodschap van de liefde van God duidelijk door naast zijn Woord ook bijbehorende daden te laten zien. In deze gemeenteschets komen al die zaken voor de drie leeftijdsgroepen aan bod; en als voorbeeld voor het zendingswerk heb ik de GGRI op Papua genomen, omdat het dit jaar 50 jaar geleden is dat het zendingswerk in het Boven Digoelgebied begonnen is. In de eerste twee schetsen kun je daarover lezen. Nu is er de laatste tijd in de Gereformeerde Kerken heel wat te doen geweest in het zendings- en kerkelijk opbouwwerk in verschillende landen. Vertrouwen in mensen is geschaad, er zijn teleurstellingen heen en weer tussen de kerk(leiders) uit het buitenland en de zendingscomités van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Bijvoorbeeld: het laatste boek van Adrian Verbree, Papua 50 jaar later, maakt duidelijk dat het voor een jonge kerk niet makkelijk is om te groeien in geloof, hoop en liefde, door de fouten die gemaakt zijn daar en in Nederland. Maar we mogen wel blijven geloven dat God het werk dat Hij begonnen is, niet in de steek zal laten; en dat iedere jonge kerk een pijnlijk groeiproces moet doormaken; trouwens, ‘oude’ kerken net zo goed! (Hebben wij geen Micha-campagne nodig om na te denken over onze hebzucht…?) We mogen allemaal ‘leerling’ van Jezus Christus worden, zijn volgeling zijn; gaan in zijn voetstappen. We blijven wel leerlingen; we volgen Hem, al struikelend, totdat wij allen de stad door de poorten zullen binnengaan. Bataaf, Congolees, Chinees, Papua, Marokkaan… gelovigen uit alle volken! mei 2008 drs. Maaike Harmsen (theologe en docente cultuurfilosofie Christelijke Hogeschool Ede)
6
Bijbelstudies voor jongeren 12-16
Getuigen van onze Heer Twee bijbelstudies over zending en evangelisatie voor jongeren 12-16 jaar
1. Papua’s en wij
Inleiding Opdracht voor thuis: lees Matteüs 28. De verzen 18 tot 20 zijn de kerntekst. Jezus kwam op hen toe en zei: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige
Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’
Als verdere voorbereiding: ● Schrijf op voor jezelf alle opdrachten die de Here Jezus hier geeft aan zijn leerlingen; ● Schrijf ook apart op welke belofte Hij geeft in dezelfde verzen. Waar je hart vol van is Laten we beginnen met een stelling: Zending is reclame maken in het buitenland. Nieuw! De leukste! De Mooiste! De allerrrrrrrrgoedkoopste!! Reclames zijn soms grappig, soms mooi, maar vaak irritant. En of ze nu grappig, mooi of irritant zijn, ze zijn maar voor één ding bedoeld: om jouw onverdeelde aandacht te vragen voor het product dat de reclamemakers willen neerzetten. En dat lukt ze aardig. We onthouden denk ik makkelijker een leuke tune uit een reclame dan de melodie van een klassiek gezang. Waarvoor maak jij reclame? Voor je nieuwe mobieltje, omdat dat model zo handig is? Omdat je het een mooie aanbieding vond? Of voor een goed boek dat je gelezen hebt, en dat je bijgebleven is tot het eind?
7
Bijbelstudies voor jongeren 12-16 Of voor die ene jongen of dat ene meisje, met die mooie diepblauwe/bruine/grijze ogen? Waar je hart vol van is, daar loopt je mond van over. Waar jij warm voor loopt, waar jij honderdtwintig procent achter staat, daar wil je het wel duizend keer over hebben. Dan ga je reclame maken, omdat je het niet laten kunt. Tot vervelens toe voor vrienden en vriendinnen kun je erover beginnen. En zo is het ook met jouw geloof: waar jij voor staat, daar kun je over spreken met anderen. Als jij van Jezus houdt om Wie hij is, als jij zijn naam groot wilt maken in de wereld, dan maak je reclame voor de beste Leider in de hele wereld. We noemen dat: getuigen van onze Heer. Dat is evangelisatie eigenlijk: Want evangelisatie betekent: de blijde boodschap verder vertellen. En als we dat niet alleen in Nederland, in de buurt, doen, maar als we ook in het buitenland ‘reclame’ maken voor God, dan heet dat zending. Indonesië – Papua Ik zal een voorbeeld geven over hoe zending eruit kan zien. Ik neem daarom het Papua-zendingswerk van de Gereformeerde Kerken als voorbeeld. Want het is nu in 2008 precies vijftig jaar geleden dat de verbreiding van de goede boodschap door de kerken op Papua begonnen is. Ik leg eerst iets uit over het eiland en de mensen. Want dan kun je begrijpen hoe ingewikkeld zending bedrijven soms is! Ik wil jullie nu daarom meenemen naar de andere kant van de wereldbol. Dus pak het internet er even bij. Google Earth, Uitzoomen Voer het land Indonesië in. Je zult verbaasd staan over de uitgestrektheid van dat land: het omvat wel 20.000 eilanden. Indonesïe ligt in het hart van Azië. Het vormt een geweldige handelspoort voor vele landen in de omgeving. Indonesië is ontzettend rijk aan grondstoffen: olie, gas, koper, goud, palmolie, hout, rijst. Indonesië heeft het allemaal. Indonesië is niet alleen uitgestrekt, maar ook zeer dichtbevolkt. Het heeft 220 miljoen inwoners, waarvan er 100 miljoen op Java wonen. De meeste inwoners zijn moslim; het is het grootste moslimland ter wereld! Toch is het geen moslimstaat te noemen. Andere godsdiensten mogen ook bestaan en hebben recht op het beleven van het geloof, het bouwen van kerken en theologische opleidingen. In sommige gebieden is er min of meer echte vrijheid van godsdienst. Toch zijn er ook gebieden waar regelrechte onderdrukking is. Maar gemiddeld ziet het leven van een christen er zo uit: - als je je als moslim bekeert tot het christendom, krijg je grote problemen met je familie; - het is voor christenen moeilijker om een kerk te laten bouwen of uitbreiden; - actieve evangelisatie is te allen tijde strikt verboden; - een paar jaar geleden werden er heel wat kerken in de brand gestoken op Java; - en nog moet je soms door een detectiepoortje lopen om een kerkzaal binnen te gaan, omdat men bang is voor bommen!
8
Bijbelstudies voor jongeren 12-16 Opdracht 1 Om over door te praten: Vergelijk dit nu eens met jouw leven als christen hier in Nederland!
Google Earth, Inzoomen Laten we nu eens kijken naar het meest rechts liggende deel van Indonesië. Dat is Papua, het westelijk gedeelte van het op twee na grootste eiland ter wereld. Het inwonertal is ruim twee miljoen. (ter vergelijking: in West-Europa wonen ongeveer 500 miljoen mensen). In dit gedeelte van Indonesië leeft een autochtone (= inheemse) bevolking die christelijk is, terwijl de rest moslim is. De christenen hebben dus een bijzondere positie in dat land! De eerste Europese zendelingen (Ottow en Geissler) kwamen 150 jaar geleden aan op het eiland Mansinam voor de noordkust van Papua. Niemand durfde verder zelfs nog maar het strand van het vasteland op. En nu in 2008: sommige kerken op Papua zijn al meer dan honderd jaar oud. Van generatie op generatie vertellen ze het goede nieuws van het evangelie door, tot op de dag van vandaag. Ook zijn er veel bijbelscholen en theologische opleidingen aan de kusten van Papua. Daar kan men in alle vrijheid en voorlopig zonder gevaar van terrorisme studeren. Verder inzoomen: The Devil’s own Country Je kunt nu op Google Earth nog verder zoeken naar Tanah Merah, een districtshoofdstad aan de rivier de Digoel in het zuiden van de moeraslaaglanden. Op die plek is de gereformeerde zending precies 50 jaar geleden begonnen. Het gebied ten noorden van Tanah Merah werd ‘The Devil’s own Country’ genoemd, omdat het zo ondoordringbaar oerwoud was. De mensen die er leefden, hadden de naam de ergste koppensnellers en kannibalen te zijn. Er was in Tanah Merah vroeger eens een gevangenis. Die had niet eens een hekwerk rondom haar gebouwen. Want als iemand wilde ontsnappen, ging hij toch onherroepelijk dood in het oerwoud… Tot halverwege de vorige eeuw had in dat gebied nog geen Papua een wiel gezien, of een ijzeren vishaak, laat staan een motorboot, vliegtuig of blanke mensen. En toen kwamen de eerste zendelingen uit de Gereformeerde Kerken in Nederland, om ook daar het evangelie te brengen. De eerste zendeling was dominee M.K. Drost, die in 1958 zijn werk begon in dit gebied. Daarna zijn er nog tientallen zendelingpredikanten, artsen, leraressen enz. enz. geweest, die kortere of langere tijd in het gebied hebben gewerkt. Mevr. Elly Nieboer heeft er het langst van allemaal gezeten. Maar liefst 34 jaar heeft zij in de Papuajungle als bijbellerares gewerkt!
9
Bijbelstudies voor jongeren 12-16 En in dat moerasgebied, en later ook in een groot aantal plaatsen aan de kusten is nu een klein gereformeerd kerkverband (GGRI-P), waar wij in Nederland een band mee hebben. In deze kerken komen, nu in 2008, alle generaties van het eiland nog voor. - De grootouders, die als kind in het stenen tijdperk leefden en de eerste zendelingen meemaakten. - De tweede generatie, die leerde lezen en schrijven. Zij konden zo meer dan hun ouders iets van de wereld meemaken, en aan de kusten van Papua konden zij zien hoe de rest van de wereld eruitzag. - De derde generatie, de jeugd, die in het binnenland een baantje zoekt bij een garage of een polikliniek, of bijvoorbeeld economie studeert aan de kust. De zendingsopdracht Laten we nu nog eens kijken naar de tekst van Matteüs 28. De Heer Jezus stuurt zijn leerlingen eropuit om de hele wereld te vertellen over Hem, en over wat Hij gezegd en gedaan heeft. Hij zegt niet: Blijf hier, doe goede werken zodat mensen naar jullie toe komen. Nee, Hij stuurt ze weg, om een boodschap te vertellen! Jezus wil echt dat iedereen de goede boodschap leert kennen. Iedereen, van welk volk ook, mag er helemaal bij horen; ze mogen ook leerlingen van Jezus zijn. Alle volken, dus het Joodse volk, het Griekse volk, het Nederlandse volk, de Duitsers, de Engelsen, de Marokkanen en de Turken, en ook de Papua’s. Er is niet één volk met een speciale status; alle volken zijn gelijk voor Jezus. Nou ja, denk je, wat maakt dat uit? Maar voor heel veel vooral arme volken is het heel bijzonder dat andere mensen naar hen toekomen, omdat ze ook leerlingen van Jezus mogen worden! Wat een eer! Jezus stuurt zijn leerlingen niet alleen eropuit om iets te vertellen. Maar ze moeten alle volken tot leerlingen maken. Dat wil zeggen, dat ze ook in hun eigen levensstijl moeten gaan lijken op… Jezus. Je kunt niet simpelweg zeggen: ik neem alles aan wat Jezus geleerd en gedaan heeft, klaar. Want dan begint het pas: Jezus verlost je van je oude leven, Hij begint een nieuw leven in je. Hij zorgt ervoor dat je een hekel krijgt aan je zonden. Langzamerhand zal er iets te zien zijn van wie Jezus is in jou; soms meer, soms minder. Maar langzamerhand worden alle mensen veranderd, als zij de goede boodschap gehoord hebben en in Hem als hun Redder geloven. Opdracht 2 Verander jij als je de blijde boodschap van het evangelie hoort? Hoe dan? Praat er eens met elkaar over door (eventueel in groepjes van drie) hoe jij daar zelf mee omgaat. In Papua is het verschil tussen de oude levensstijl en de nieuwe christelijke manier van leven groot te noemen. Zo’n halve eeuw geleden gingen ze nog ‘koppensnellen’. Leden van andere stammen werden als vijanden gezien. Uit wraakzucht vermoordden ze die en aten ze op. Dat ‘koppensnellen’ is nu, in minder dan 50 jaar, bijna helemaal verdwenen. De grote angst in de gezinnen om vermoord te worden, is weg. Dat die angst weg is, is één van de grote zegeningen voor de Papua’s.
10
Bijbelstudies voor jongeren 12-16 Vragen en opdrachten 3. Opdracht voor groepjes van drie personen. Probeer een (40x60 cm) reclameposter te maken die past bij de goede boodschap van het evangelie. Wat zouden jullie erop zetten? 4. Bekijk alle foto’s die in deze gemeenteschets staan, eens goed. De Papua’s leven in veel opzichten anders dan wij. Wat valt je daarvan op deze foto’s op? Praat er eens over met elkaar. 5. Schrijfopdracht. Lees de vragen. Ieder schrijft voor zichzelf de antwoorden op. Vergelijk ze daarna met elkaar en praat erover door: a. Hoe leefden de Nederlanders voordat het evangelie hier kwam? b. In welke opvallende dingen leven wij nu anders dan niet-christenen in Nederland? 6. Lees nu eens Handelingen 2 : 43-47. Wat valt je op bij de dingen die de eerste gemeente gedaan heeft? Zijn die allemaal spectaculair, of zijn er ook ‘gewone’ dingen bij? 7. Welk zendingsgebied of project van mensen wordt door jullie gemeente gesteund? Zie je daarover ook info in je kerk, bijvoorbeeld in het blad Naast/? Zoek daar eens naar in de laatste nummers. Maak er een grote poster of collage van, die in de kerk gehangen kan worden.
Voor het gebed Vader in de hemel, dank U wel dat U vol liefde bent. Wilt U van ons blijven houden, ook al doen wij verkeerde dingen? Wilt U ons daar oprecht berouw over geven? Vader, wilt U onze zonden vergeven, niet omdat wij dat verdiend hebben, maar omdat uw Zoon onze straf betaald heeft. Vader, dank U wel dat U altijd naar ons wilt luisteren. Dank U wel dat U altijd klaarstaat, hoe wij ook doen. Vader, wat fantastisch dat U voor ons wilt zorgen! Wilt U ons helpen om iedereen te vertellen hoe goed en groot en liefdevol U bent? Wilt U ons helpen te vertellen over U? En wilt U ook zorgen voor de mensen die werken als zendelingen, die de hele dag van U mogen getuigen?
De kerk van Binamzain gaat uit
11
Bijbelstudies voor jongeren 12-16
2. Hij alleen redt! De naam van Jezus Lezen: Handelingen 4 : 1-12 ‘Want zijn naam is de enige op aarde die redding brengt.’ Terwijl Petrus en Johannes de menigte nog toespraken, kwamen de priesters, het hoofd van de tempelwacht en de sadduceeën op hen af, hevig ontstemd omdat ze het volk onderrichtten en de opstanding uit de dood verkondigden op grond van wat er met Jezus was gebeurd. Ze grepen hen vast en zetten hen gevangen tot de volgende dag, omdat het al avond was. Maar van degenen die naar de toespraak hadden geluisterd, bekeerden velen zich, zodat het aantal gelovigen aangroeide tot ongeveer vijfduizend. De volgende dag kwamen de leiders, de oudsten en de schriftgeleerden bijeen in Jeruzalem, samen met Annas, de hogepriester, Kajafas, Johannes en Alexander, en allen die tot de hogepriesterlijke familie behoorden. Nadat ze Petrus en Johannes in het midden hadden doen
plaatsnemen, begonnen ze het verhoor met de vraag: ‘Door welke kracht of in wiens naam hebt u die daad verricht?’ Petrus antwoordde, vervuld van de heilige Geest: ‘Leiders van het volk en oudsten, nu wij vandaag worden verhoord omdat we een zieke hebben geholpen, en nu ons wordt gevraagd hoe het komt dat hij is genezen, dient u allen en het hele volk van Israël te weten dat deze man hier gezond voor u staat dankzij de naam van Jezus Christus uit Nazaret, die door u gekruisigd is, maar die door God uit de dood is opgewekt. Jezus is de steen die door u, de bouwlieden, vol verachting is weggeworpen, maar die nu de hoeksteen geworden is. Door niemand anders kunnen wij worden gered, want zijn naam is de enige op aarde die de mens redding biedt.’
Opdracht 1 Het gaat om de naam van Jezus! Wat betekent dat voor jou? Laat ieder daar kort iets over vertellen. (Wat moeilijker: je kunt er ook bij betrekken dat het dus niet om de naam van Allah gaat, zoals de moslims beweren.)
Papua 1958 Kun je je voorstellen, hoe ingewikkeld het was om de goede boodschap te brengen aan mensen die nog in het stenen tijdperk leefden? Ze wilden daar heel graag uit toen ze eenmaal de rijkdom van de blanken hadden gezien. Het was voor de zendelingen niet makkelijk om goede ‘reclame’ te maken over het christelijk geloof. Zij leefden immers zo anders dan de mensen in het oerwoud! De zendelingen moesten die vreemde taal leren, weten hoe het oude geloof van die mensen was. Ze moesten ook echt doorvragen wat de mensen nu wilden: christen worden, of gewoon net zo rijk worden als de blanke zendeling: dat was een lastige klus! Want het is niet makkelijk om alleen maar christen te worden (of te zijn!) zonder dat je daar voordelen van verwacht. De blanke zendeling had misschien gewoon de sterkste God, dachten sommigen, en daar kon je je maar het beste bij aansluiten.
12
Bijbelstudies voor jongeren 12-16 Papua 2008 De oude godsdienst is nog lang niet helemaal ‘dood’. Veel mensen hebben moeite om oude gewoontes los te laten. Waarzeggerij, het gebruik van amuletten, het aanroepen van boze geesten, het komt allemaal nog voor. Een mooi voorbeeld: voor het aanleggen van een weg in het oerwoud wordt nog altijd eerst toestemming gevraagd van de ‘heer van de grond’. Dat is de overleden voorouder die de eigenaar is van het stuk land dat men wil betreden. Die toestemming krijgt men door het offeren van een varken en het smeren van varkensbloed op de graafmachines die de weg zullen banen… Nadat de weg zo is ‘geopend’, volgt er een gebed tot de christelijke God, en vraagt men om zijn zegen. De meerderheid van de mensen in de dorpen is niet lid van een gemeente, hoewel ze zichzelf wel christelijk noemen. Veel mensen ervaren nog steeds de grote aantrekkingskracht van de oude godsdienst. Dat komt ook doordat ze vanuit hun oude godsdienst veel verwachtingen hadden van de nieuwe godsdienst, zoals rijkdom. Een moeilijk probleem. De jonge kerken uit Papua van de GGRI-P worstelen daarmee. Het is moeilijk om in één of twee generaties van de oude gewoonten af te komen, terwijl ondertussen de nieuwe tijd al de dorpen binnendreunt in de geluidsboxen! Wat ik allemaal gehoord heb toen ik nog woonde in het binnenland van Papua: eindeloze discodreun met de bijbehorende bewegingen van de jongeren op straat; de oproep tot gebed tijdens de ramadan (het grootste moslimfeest) en als toppunt: ‘Boom boom boom boom, I want you in my room’, welgeteld drie keer hetzelfde discobandje in één nacht, gedurende een aantal weken… ’t Was net een jongerencamping in Zeeland…
Opdracht 2 Moeten we daarom neerbuigend kijken naar ‘jonge ‘kerken? Ik denk dat we daarvoor zelf genoeg fouten maken, maar we weten als westerse christenen die veel mooier te verdoezelen… Hoe denk jij daarover? Noem eens wat van die fouten. Doel Zending houdt niet op met het vertellen van het evangelie. Zoals ik al zei, staat er in Matteüs 28 meer. De Heer Jezus wil dat we zijn leerlingen worden. En daar kunnen heel wat jaren overheen gaan! Waarom wil Jezus meer dan dat mensen de waarheid weten? Wat is het doel dan eigenlijk van zijn zendingsbevel? Wat wil God er eigenlijk mee, dat we zijn Zoon leren kennen en dat we diens leerlingen worden? Wat is zijn doel daarmee? Lees Efeziërs 1 : 5-6 En hij heeft ons naar zijn wil en verlangen voorbestemd om in Jezus Christus zijn kinderen te worden, tot
eer van de grootheid van Gods genade, ons geschonken in zijn geliefde Zoon.
13
Bijbelstudies voor jongeren 12-16 God wil dat we zijn kinderen worden door het werk van zijn Zoon, onze Redder. En het doel daarvan is, dat we Gods genade mogen groot maken. En zo is eigenlijk de cirkel rond. God roept ons allemaal tot Hem, vanuit zijn liefde. Dat doet Hij door de verkondiging van het evangelie, dus ook door evangelisatie en zending. Wij mogen zijn kinderen worden. Om Gods genade te laten zien en om van die genade te genieten in de relatie met Hem! Middelen Als Jezus zijn leerlingen oproept om de blijde boodschap te vertellen, geeft Hij ze de middelen mee om die boodschap van liefde kracht te geven. Hij geeft zijn leerlingen mogelijkheden om bijvoorbeeld zieken te genezen, zodat iedereen de vernieuwende en helende liefde van God kan zien. In het bijbelboek Handelingen zien we heel wat van die wonderen terug. We kunnen vandaag nog steeds de werkende liefde van God laten zien, als we vertellen over Gods liefde voor ons. Door de middelen die wij hebben. In Nederland kan dat de aandacht zijn die we geven aan iemand die eenzaam is of gepest wordt. In het buitenland, in de zending, kan dat zijn doordat we mensen helpen door ontwikkelingswerk op te zetten voor dorpen. Zo kan iedereen een beter bestaan opbouwen. Dit liefdewerk is een onlosmakelijk deel van zending. Want hoe kunnen we vertellen over liefde, als we die niet laten zien?
Opdracht 3 Zoek op de website van De Verre Naasten www.deverrenaasten.nl eens een paar projecten van hulpverlening. Wat spreekt jou aan? Wat is belangrijker denk je: de verkondiging van het evangelie of ontwikkelingswerk? Waarom denk je dat? Praat daar eens met elkaar over door.
Tabita Nog een bijbelgedeelte, Handelingen 9 : 36-43 In Joppe woonde een leerlinge die Tabita heette, in onze taal is dat Dorkas. Ze deed veel goeds voor anderen en gaf vaak aalmoezen. Maar juist in die tijd werd ze ziek en stierf. Ze werd gewassen en in het bovenvertrek opgebaard. Omdat Lydda dicht bij Joppe ligt, stuurden de leerlingen, die gehoord hadden dat Petrus daar was, twee mannen naar hem toe met het dringende verzoek om direct bij hen te komen. Petrus ging meteen met hen mee. Na zijn aankomst werd hij naar het bovenvertrek gebracht, waar de weduwen om hem heen kwamen staan en hem huilend de tunica’s en
mantels lieten zien die Dorkas nog maar pas gemaakt had. Petrus stuurde iedereen weg, waarna hij knielde om te bidden. Na het gebed draaide hij zich om naar het lichaam en zei: ‘Tabita, sta op!’ Ze opende haar ogen, en toen ze Petrus zag ging ze rechtop zitten. Hij nam haar bij de hand en hielp haar overeind, en toen hij de heiligen en de weduwen weer binnengeroepen had, liet hij hun zien dat ze weer leefde. Dit voorval werd in heel Joppe bekend en velen gingen in de Heer geloven. Petrus bleef nog enige tijd in Joppe, bij Simon, een leerlooier.
Een heel mooi voorbeeld van liefdewerk zien we daar in Tabita/Dorkas, hoe zij aan het werk is. Zij gebruikt haar eigen gaven om Gods liefde te laten zien
14
Bijbelstudies voor jongeren 12-16 in haar eigen dorp. Als ze ziek wordt en sterft, wordt ze gemist door gelovigen en ongelovigen. Ontwikkelingswerk is dus een vast onderdeel van zending. Zo is er meer te noemen, bijvoorbeeld een goede voorbereiding van de mensen die worden uitgezonden. Jezus leidde ook zijn leerlingen jarenlang persoonlijk op tot zendelingen. Een ander onderdeel is geld geven. Paulus werd uitgezonden met behulp van geld uit zijn thuisgemeente. En een nog belangrijker onderdeel is het gebed. Voordat Petrus de eerste zendingspreek hield, waren alle leerlingen bijeen in gebed. Zie daarvoor Handelingen 2 : 14-41. Zo kunnen er heel veel verschillende manieren zijn om betrokken te zijn bij het bevel van Jezus. En dat dan nog los van het feit dat we allemaal ‘zendelingen’ zijn op de plaats die God ons geeft! Kerkdienst
Vragen en opdrachten 4. Lees Handelingen 9 : 36-43. Wat zijn jouw gaven? Hoe kun je die voor de zending en als thuisfront gebruiken? Voor zending zijn mensen nodig die: ● kunnen bidden voor zending, ● kunnen meedenken over de koers en de visie op zending, ● kunnen rekenen, ● praktisch kunnen helpen met het regelen van spullen, ● presentaties kunnen houden over zending, ● geld kunnen geven, ● kunnen evangeliseren, ● als ontwikkelingswerker in het buitenland Gods liefde handen en voeten kunnen geven. Schrijf op een vel papier al deze gaven. Bespreek of er nog meer zijn en schrijf die erbij. Nu pakt iedereen twee houten knijpers en schrijft zijn naam erop. Leg de knijper(s) bij wat jij denkt te kunnen doen, of wat je leuk vindt om te doen. 5. Pak een vel papier en schrijf op de ene helft: Strijd van de Papua’s. Schrijf op de andere helft: Onze strijd. Pak allemaal zes post-it plakkers en schrijf drie strijdfronten op per helft. Probeer daarna de belangrijkste punten eruit te halen. Welke fronten in de strijd tegen de duivel hebben de Papua’s? Welke fronten in de strijd hebben wij in Nederland? 6. Welke vormen van zendingshulp zijn er in het buitenland? En wat kunnen wij in Nederland allemaal doen? Wat kan jouw gemeente doen? Voor het gebed Vader in de hemel, U geeft ons allemaal een taak in de wereld om te vertellen over U. Geef ons de kracht om dat te doen, in daden en in woorden.
15
Bijbelstudies voor jongeren 12-16
Handleiding jeugdleiders 12-16 De volgende doelen kunnen aangehouden worden: ● ● ● ● ● ●
Globale kennis van belangrijkste bijbelse argumenten voor zending kennen. Het verband kunnen zien tussen missionair zijn in Nederland en daarbuiten. Een begin kunnen maken welke gave of talent van zichzelf daarbij gebruikt kan worden voor het ondersteunen of uitvoeren van zendingswerk. Het kunnen opzoeken van de zendingsplek die door de plaatselijke gemeente gesteund wordt. Het leren bidden voor zending. Enthousiasme voor evangelisatie en zending aanwakkeren.
Het enthousiasme voor zending en evangelisatie is iets wat uit de kringleiders zelf ook moet komen, om het te kunnen overdragen. Een goede voorbereiding is daarom essentieel! Er staan veel vragen en opdrachten bij de beide schetsen. Wellicht te veel om te gebruiken, maar genoeg om een keuze uit te maken. Ze spreken over het algemeen voor zich. Bij opdracht 2 (avond 1) kan/moet ook aan de orde komen de vraag of je soms niet genoeg gelooft als je geen verandering bij jezelf opmerkt. Let er bij opdracht 3 op dat er op internet gezocht moet worden; dat moet dus van te voren thuis gebeuren. Je kunt ook het blad Naast/ gebruiken. Bij opdracht 4 (avond 1) kunnen de namen genoemd worden van goden die men vroeger vereerde. Je kunt er zelfs bij aan de orde stellen dat nu nog de namen van dagen daaraan herinneren. Benodigdheden voor de opdrachten: - de laatste nummers van Naast/, - grote vellen (gekleurd) papier, - vellen schrijfpapier, - pennen of viltstiften, - post-it plakkertjes.
16
Bijbelstudies voor jongeren 16+
Zending, een oneindige missie Twee bijbelstudies over zending en evangelisatie voor jongeren 16+
1. Getuigen zijn Inleiding Opdracht voor thuis Lees alvast van tevoren Matteüs 28 : 16-20 en Handelingen 8 : 26-40. Je zou kunnen zeggen: zending is reclame maken in het buitenland. Waar maak jij reclame voor? Voor je nieuwe mobieltje, omdat dat model zo handig is, en je het een mooie aanbieding vond? Of voor een goed boek dat je gelezen hebt, en dat je bijgebleven is tot het eind? Of voor die ene jongen of dat ene meisje, met die mooie diepblauwe/bruine/grijze ogen? Waar je hart vol van is, daar loopt je mond van over. Waar jij warm voor loopt, waar jij honderdtwintig procent achter staat, daar wil je het wel duizend keer over hebben. Dan ga je reclame maken, omdat je het niet laten kunt. Tot vervelens toe voor vrienden en vriendinnen, kun je erover beginnen. Prauw uithakken
En zo is het ook met jouw geloof: waar jij voor staat, daar kun je over spreken met anderen. Als jij van Jezus houdt om Wie Hij is, als jij zijn Naam groot wilt maken in de wereld, dan maak je om zo te zeggen reclame voor de beste Leider in de hele wereld. We noemen dat: getuigen van onze Heer. Dat is evangelisatie eigenlijk. Want evangelisatie betekent: de blijde boodschap verder vertellen. En als we dat niet alleen in Nederland, in de buurt doen, maar als we ook in het buitenland reclame maken voor God, dan heet dat zending. Enkele cijfers uit het rapport God in Nederland, 2007 Percentage Nederlanders dat zichzelf … noemt: Atheïst: 14% Agnost: 26% Ietsist: 36% Theïst: 24%
17
Bijbelstudies voor jongeren 16+ In deze bijbelstudie willen we stilstaan bij wat Jezus gezegd heeft over zending (Matteüs 28), en dat toepassen op zending in 2008, en in ons leven nu. Indonesië - Papua Maar eerst krijg je wat info over de zending op Papua, als voorbeeld van hoe zending eruit kan zien. Ik kijk juist naar het Papuazendingswerk van de Gereformeerde Kerken, omdat het nu in 2008 precies vijftig jaar geleden is dat de goede boodschap door gereformeerde zendelingen op Papua begonnen is. Ik leg eerst iets uit over het eiland en de mensen, dan kun je begrijpen hoe ingewikkeld reclame maken soms is! Ik wil jullie nu daarom meenemen naar de andere kant van de wereldbol, dus pak het internet er even bij en ga naar Google Earth. Ik verwijs je voor dit gedeelte naar de kaders op p. 8 en 9-10 van deze gemeenteschets en zie verder ook het kaartje op p. 6. De zendingsopdracht Laten we nu nog eens kijken naar de tekst van Matteüs 28. De Heer Jezus stuurt zijn leerlingen eropuit om de hele wereld te vertellen over Hem, en over wat Hij gezegd en gedaan heeft. Hij zegt niet: Blijf hier, doe goede werken zodat mensen naar jullie toe komen. Nee, Hij stuurt ze weg, om een boodschap te vertellen! Jezus wil echt dat iedereen de goede boodschap leert kennen. En iedereen, van welk volk ook, mag ook er helemaal bij horen; ze mogen ook leerlingen van Jezus zijn. Alle volken, dus het Joodse volk, het Griekse volk, het Nederlandse volk, de Duitsers, de Engelsen, de Marokkanen en de Turken, en ook de Papua’s. Er is niet één volk met een speciale status; alle volken zijn gelijk voor Jezus. Nou ja, denk je, wat maakt dat uit? Wel, dat is voor heel veel vooral arme volken heel bijzonder. Dat andere mensen naar hen toekomen, omdat ze ook leerlingen van Jezus mogen worden! Wat een eer! Jezus stuurt zijn leerlingen niet alleen eropuit om iets te vertellen. Ze moeten alle volken leerlingen maken; dat wil zeggen, dat ze ook in hun eigen levensstijl moeten gaan lijken op… Jezus. Je kunt niet simpelweg zeggen: Ik neem alles aan wat Jezus geleerd en gedaan heeft, klaar. Want dan begint het pas. Jezus verlost je van je oude leven, en begint een nieuw leven in je. Langzamerhand zal er iets te zien zijn van wie Jezus is in jou; soms meer, soms minder. Maar langzamerhand worden alle mensen veranderd, als zij de goede boodschap gehoord hebben en in Hem als hun Redder geloven. Kerkdienst Binamzain
18
Bijbelstudies voor jongeren 16+ De eerste christen uit Afrika Lezen: Handelingen 8 : 26-40 Filippus heeft een bijzondere taak gekregen: hij moet op een bepaalde plek gaan staan, om iemand op te vangen die openstaat voor het evangelie. Hij staat dan op de weg en hij zal wel vreemd hebben opgekeken toen hij een zwarte man zag, in een rijtuig (zoiets had hij zelf niet op dat moment), die een boekrol las en die geïnspireerd was door ZIJN God. En deze vreemdeling, een niet-Jood, was daarin ingespannen aan het lezen. Hij was van ver gekomen om het heil te zoeken. Filippus haast zich naar het rijtuig toe! ‘Begrijpt u wat u leest?’ Filippus ziet dat de man graag wil begrijpen, en hij wil hem helpen. Hij gaat in op de hulpeloosheid van de man, en legt hem uit wat er over Jezus staat in het Oude Testament. De vreemdeling stelt hem dan de vraag: Waarom zou ik niet gedoopt kunnen worden? Zo is er weer een drempel geslecht in de verkondiging van het evangelie. Een vreemdeling die op zoek is naar de ware God in Jeruzalem, vindt Jezus op weg naar huis.
Christelijk Afrika mag er trots op zijn, dat vanuit hun continent de eerste volgeling van Jezus uit de volken voortkwam. Wat een bijzonder moment hier in Handelingen. Je zou verwachten dat in de eeuwen daarna de christelijke kerk vol respect zou kijken naar de Afrikaanse volken, want zij waren de eersten in het erkennen van Jezus als God en Verlosser. Het is heel anders gelopen jammer genoeg…
In Papua is het verschil tussen de oude levensstijl en de nieuwe christelijke manier van leven groot te noemen; in minder dan vijftig jaar is het ‘koppensnellen’ (het uit wraakzucht vermoorden en opeten van vijanden van de andere stam) bijna helemaal verdwenen. De grote angst in de gezinnen om vermoord te worden, is weg. Dat die angst weg is, is één van de grote zegeningen voor de Papua’s.
Vragen en opdrachten 1. Werkvorm, interview Stel dat je met enkele gemeenteleden een interview over de zending zou houden. Welke vragen zou je dan stellen? (Je kunt zo’n interview natuurlijk ook als extra opdracht echt gaan houden! Misschien zijn er in jouw gemeente zelfs mensen die regelrecht bij de zending betrokken zijn (geweest), dan zou je hen voor zo’n interview kunnen vragen!) 2. Weten jullie er iets over hoe de Nederlanders leefden voordat het evangelie hier kwam? En in welke opvallende dingen leven wij nu anders dan niet-christenen in Nederland? 3. Lees nu eens Handelingen 2 : 43-47. Wat is zijn precies de opvallende dingen die de eerste gemeente gedaan heeft? Zijn ze allemaal spectaculair, of zijn er gewone dingen bij? 4. Welke organisatie of welk team van mensen of welk zendingsgebied wordt door jullie gemeente gesteund? Zoek dat uit aan de hand van het blad Naast/ en internet (zie p. 35 in deze gemeenteschets).
19
Bijbelstudies voor jongeren 16+ Extra opdracht voor een stukje verdieping Voor wat meer verdieping kun je ook nog Matteüs 10 lezen. Het gaat in dit gedeelte om de inkadering voor het zendingsbevel in Palestina. Vergelijk dit gedeelte met het hierboven al besproken Matteüs 28 : 18-20, waarin het gaat om het zendingsbevel voor de wereld. Je kunt hierbij als ‘leeshulp’ gebruikmaken van een werkvorm, namelijk de Zweedse methode. Je plaatst dan een ! bij wat jou raakt, een ? bij wat je niet (goed) begrijpt en een Æ bij wat je belangrijk vindt. Denk hierbij na over de volgende vragen en praat er met elkaar over door: Wanneer is voor mensen die tot geloof zijn gekomen, het moment gekomen om gedoopt te worden? En wanneer mogen ze openbare belijdenis van hun geloof doen? Denk bijvoorbeeld aan de doop van de zwarte vreemdeling (Handelingen 8) en die van de cipier en zijn huisgezin (Handelingen 16): zij werden meteen op hun geloof gedoopt. Vergelijk dat met een lange catechisatie vooraf, zoals dat nu in onze kerken meestal gebeurt.
Boma, voorjaar 2007, doop in de rivier
Voor het gebed Vader in de hemel, dank U wel dat U vol liefde bent. U blijft van ons houden, ook al doen wij verkeerde dingen. Vader, wilt U onze zonden vergeven, niet omdat wij dat verdiend hebben, maar omdat uw Zoon onze straf betaald heeft. Vader, dank U wel dat U altijd naar ons wilt luisteren. Dank U wel dat U altijd klaarstaat, hoe wij ook doen. Vader, wat fantastisch dat U voor ons wilt zorgen! Wilt U ons helpen om iedereen te vertellen hoe goed en groot en liefdevol U bent? Wilt U ons helpen goede getuigen van U te zijn? En wilt U ook zorgen voor de mensen die werken als zendelingen, die de hele dag van U mogen getuigen?
20
Bijbelstudies voor jongeren 16+
2. Waarom zending? Gods grote genade Lezen: Efeziërs 1 : 1-6 ‘… tot eer van de grootheid van Gods genade.’ Van Paulus, door Gods wil apostel van Christus Jezus. Aan de heiligen in Efeze, aan de gelovigen die één zijn in Christus Jezus. Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van Jezus Christus, de Heer. Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons in de hemelsferen, in Christus, met talrijke geestelijke zegeningen heeft gezegend.
In Christus immers heeft God, voordat de wereld gegrondvest werd, ons vol liefde uitgekozen om voor hem heilig en zuiver te zijn, en hij heeft ons naar zijn wil en verlangen voorbestemd om in Jezus Christus zijn kinderen te worden, tot eer van de grootheid van Gods genade, ons geschonken in zijn geliefde Zoon.
Werkvorm, Zweedse methode Zet in dit schriftgedeelte een ! bij wat je aanspreekt, een ? bij wat je niet begrijpt, en een Æ bij wat je aandacht wilt geven. Waarom laat je ze niet met rust? ‘Waarom laat je ze niet met rust?’, vroeg mijn buurvrouw toen ik haar vertelde dat ik wilde gaan werken op een bijbelschool in Papua, Indonesië. Ze bedoelde te vragen, waarom we als westerse christenen met onze cultuur en evangelie naar dat gebied zijn gegaan, en nog steeds gaan, om het geloof van de christenen daar te versterken. Voor haar was een andere cultuur, welke mindere kanten die cultuur ook heeft, van net zoveel waarde als de westerse. Humanitaire hulp (gezondheidszorg, voedselhulp) was het enige dat nodig was volgens haar om een andere cultuur te helpen. Maar het binnendringen en veranderen van die andere cultuur was geen heilzame weg: wat maak je wel niet kapot in die samenleving! Vraag 1 ‘Waarom laat je ze niet met rust?’ Wat zou jij zeggen tegen iemand die dat vroeg? Mijn antwoord Het makkelijkste deel van het antwoord is het eerste wat in mij opkwam: ik ben uitgenodigd door de kerken daar om dit werk te gaan doen. En daarmee is er al heel wat goedgemaakt. Maar de dieperliggende vragen blijven daarmee staan: waarom als westerse zendelingen daar naartoe gaan? Wat hebben wij als christenen te zeggen tegen andersgelovigen, dat we zending moeten bedrijven? In het geval van Papua is duidelijk te maken dat de Papua’s zelf om verschillende redenen blij waren met de komst van de zendelingen in het gebied. Het verbod om ‘koppen te snellen’ (= het vermoorden van leden van een andere clan uit wraakzucht om een eerdere moord, of om prestigeslag) gaf alleen al de mensen in het gebied meer lucht om een rustig leven op te bouwen, zonder voortdurend de angst te hebben dat morgen alles voorbij zou kunnen zijn door de moordpartijen. En iedere
21
Bijbelstudies voor jongeren 16+ (ongelovige) westerling kan wel beamen, dat het overwinnen van dat slechte culturele element in de Papuacultuur een overwinning van de mensheid in het algemeen was. Maar het aanbieden van het evangelie dan, is dat geen minachting van een andere cultuur, maak je dan niet te veel kapot? Zendelingen kunnen en mogen niemand dwingen of dringen tot geloof door middel van straf, of door zaken als geld of werk in het vooruitzicht te stellen. Het is de Heilige Geest alleen die de mensen kan overtuigen, dat ze zich gaan bekeren tot God. Het is een hele geruststelling voor ons, dat wij dat niet kunnen en mogen doen. Onze enige opdracht van God in het zendingswerk is: het goede nieuws vertellen en aanbieden, en het laten zien in onze daden. Jongeren doen bijbelstudie
Papua 1958 Kun je je voorstellen, hoe ingewikkeld het was om de goede boodschap te brengen aan mensen die nog in het stenen tijdperk leefden, en daar heel graag uit wilden toen ze eenmaal de rijkdom van de blanken hadden gezien? Het was voor de zendelingen niet makkelijk om goede ‘reclame’ te maken over het christelijk geloof, want zij leefden zelf zo anders dan de mensen in het oerwoud! De zendelingen moesten die vreemde taal leren en weten hoe het oude geloof was. Ze moesten ook echt doorvragen of mensen nu christen wilden worden, of gewoon net zo rijk worden als de blanke zendeling: een lastige klus! Want het is niet makkelijk om alleen maar christen te worden (of te zijn!) zonder dat je voordelen daarvan verwacht; de blanke zendeling had misschien gewoon de sterkste God, dachten sommigen, en daar kon je je maar het beste bij aansluiten. Papua 2008 De oude godsdienst is nog lang niet helemaal ‘dood’. Veel mensen hebben moeite om oude gewoontes los te laten. Waarzeggerij, het gebruik van amuletten, het aanroepen van boze geesten, het komt allemaal nog voor. Een mooi voorbeeld: voor het aanleggen van een weg in het oerwoud wordt nog altijd eerst toestemming gevraagd van de ‘Heer van de grond’, de overleden voorouder die de eigenaar is van het stuk land dat men wil betreden. Die toestemming krijgt men door het offeren van een varken en het smeren van varkensbloed op de graafmachines die de weg zullen banen… Nadat de weg zo is ‘geopend’, volgt er een gebed tot de christelijke God, en vraagt men om zijn zegen.
22
Bijbelstudies voor jongeren 16+ De meerderheid van de mensen in de dorpen is niet lid van een gemeente, hoewel ze zichzelf wel christelijk noemen. Veel mensen ervaren nog steeds de grote aantrekkingskracht van de oude godsdienst, ook omdat de nieuwe nog niet voldaan heeft aan de materiële verwachtingen die men had vanuit de oude godsdienst. Een moeilijk probleem. De jonge kerken uit Papua van de GGRI-P worstelen daarmee. Het is moeilijk om in één of twee generaties van de oude gewoonten af te komen, terwijl ondertussen de nieuwe tijd al de dorpen binnendreunt in de geluidsboxen! Wat ik allemaal gehoord heb toen ik nog woonde in het binnenland van Papua: eindeloze discodreun met de bijbehorende bewegingen van de jongeren op straat; de oproep tot gebed tijdens de ramadan (het grootste moslimfeest), en als toppunt ‘Boom boom boom boom, I want you in my room’,” welgeteld drie keer hetzelfde discobandje in één nacht, gedurende een aantal weken… ’t Was net een jongerencamping in Zeeland…
Om met elkaar over door te praten 2. Moeten we daarom neerbuigend kijken naar ‘jonge’ en nog groeiende kerken? Ik denk dat we daarvoor zelf genoeg fouten maken, maar we weten als westerse christenen die veel mooier te verdoezelen. Vraag: Wat is jouw mening hierover? 3. We hebben zelf al eeuwen kerk-zijn achter de rug, en weten op veel vragen een antwoord. Tenminste, in theorie! – want in de praktijk zijn we vaak nog net zo zondig, alleen op een andere manier. Bijvoorbeeld: in Nederland hebben we een grote Micha-campagne nodig, omdat we te veel kleven aan ons goeie geld. In Papua vinden veel armere mensen het moeilijk om van andermans spullen af te blijven… Vragen: Wat is erger? Wie zijn wij om te oordelen? Zending en geloofsgroei Zending houdt niet op met het vertellen van het evangelie. Zoals ik al zei, staat er in Matteüs 28 meer: de Heer Jezus wil dat we zijn leerlingen worden. En daar kunnen heel wat jaren overheen gaan! Als mensen pas bekeerd zijn, dan mogen ze nog veel leren over wie God is en wat Hij van ze wil. We mogen allemaal nog groeien van genade! Waarom wil Jezus meer dan mensen die de waarheid weten? Wat is het doel dan eigenlijk van zijn zendingsbevel? Wat wil God er eigenlijk mee, dat we zijn Zoon leren kennen en zijn leerlingen worden? Wat is zijn doel daarmee? Lees Efeziërs 1 : 5-6 nu eerst nog eens … en hij heeft ons naar zijn wil en verlangen voorbestemd om in Jezus Christus zijn kinderen te
worden, tot eer van de grootheid van Gods genade, ons geschonken in zijn geliefde Zoon.
23
Bijbelstudies voor jongeren 16+ God wil dat we zijn kinderen worden door het werk van zijn Zoon. En het doel daarvan is, dat we Gods genade mogen groot maken. En zo is eigenlijk de cirkel rond. God roept ons tot Hem, vanuit zijn liefde. Dat doet Hij door de verkondiging van het evangelie, dus ook door evangelisatie en zending.. Wij mogen zijn kinderen worden. Om Gods genade te laten zien en om daarvan te genieten in de relatie met Hem! Zending, training en ontwikkelingswerk Als Jezus zijn leerlingen oproept om de blijde boodschap te vertellen, geeft Hij ze de middelen mee om die boodschap van liefde kracht te geven. Hij geeft zijn leerlingen mogelijkheden om bijvoorbeeld zieken te genezen, zodat iedereen de vernieuwende en helende liefde van God kan zien. In het bijbelboek Handelingen zien we heel wat van die wonderen terug. We kunnen vandaag nog steeds de werkende liefde van God laten zien, als we vertellen over Gods liefde voor ons. Door de middelen die wij hebben. In Nederland is dat bijvoorbeeld de aandacht die we geven aan iemand die eenzaam is of gepest wordt. In het buitenland, in de zending, kan dat zijn doordat we mensen helpen door ontwikkelingswerk op te zetten voor dorpen, zodat iedereen daar een beter bestaan kan opbouwen. Dit liefdewerk is een onlosmakelijk deel van zending, want hoe kunnen we vertellen over liefde, als we die niet laten zien? Ontwikkelingswerk is dus een vast onderdeel van zending. Net als een goede voorbereiding van de mensen die worden uitgezonden. Jezus leidde ook zijn leerlingen jarenlang persoonlijk op tot zendelingen. En een ander onderdeel is geld geven; Paulus werd uitgezonden met behulp van geld uit zijn thuisgemeente. Een nog belangrijker onderdeel is het gebed. Voordat Petrus de eerste zendingspreek hield (Handelingen 2 : 14-41), waren alle leerlingen bijeen in gebed. Zo kunnen er heel veel verschillende manieren zijn om mee te werken aan het bevel van Jezus, los van het feit dat we allemaal ‘zendelingen’ zijn op de plaats die God ons geeft! Gods plan met de wereld, zijn missie is oneindig in breedte (de hele wereld over, alle mensen) en diepte we mogen groeien in Gods genade! Dagopening in Sibumburu door Peter-Jan de Vries
24
Bijbelstudies voor jongeren 16+ Vragen en opdrachten 4. Zie Efeziërs 1 : 1-6. Wat is het doel van God? Welke stappen zijn daarvoor nodig? Welke middelen wil God gebruiken om tot zijn doel te komen? 5. Welke fronten in de strijd tegen de duivel hebben de Papua’s in 2008? Welke fronten in de strijd hebben wij in Nederland in 2008? 6. Werkvorm, bijvoorbeeld schrijfronde of carrouselvorm Schrijfronde: Ieder schrijft zijn reactie een paar zinnen op een vel papier. Daarna geef je je blaadje door aan je buurman/-vrouw, die er zijn/haar commentaar bij schrijft. Herhaal dit met de volgende buurman/-vrouw. Enzovoort. Na enkele rondes bespreek je met elkaar de antwoorden. Carrouselvorm: Ga tegenover elkaar zitten en ga in gesprek met degene die tegenover je zit. Schuif na enkele minuten allemaal een plaats naar links en ga opnieuw in gesprek. Herhaal dit tot je weer tegenover degene zit met wie je begon. Rond plenair af. Welke vormen van zendingshulp zijn er in het buitenland? En wat kunnen wij in Nederland allemaal doen? Wat kan jouw gemeente doen? Hoe kun jij met jouw gaven en talenten ‘zendeling’ zijn op de plek die God jou gaf? 7. 50 jaar zending op Papua. Bekijk alle foto’s in deze gemeenteschets en bespreek met elkaar wat ze bij je oproepen.
Voor het gebed Vader in de hemel, U zendt ons allemaal uit in de wereld met een taak om te vertellen over U. Geef ons de kracht om dat te doen, in daden en in woorden.
25
Bijbelstudies voor jongeren 16+
Handleiding gespreksleiders 16+ Er zijn drie doelen die je in de gaten moet houden, als we kijken naar deze bijbelstudieschets. Doel 1: Het geven van globale kennis van de belangrijkste bijbelse argumenten voor zending. Het verband kunnen zien tussen missionair zijn in Nederland en daarbuiten. Het naar ongelovigen toe kunnen beargumenteren waarom zending er mag zijn. Doel 2: Het ontdekken van gaven of talenten bij het individu voor ondersteuning of uitvoering van zendingswerk. Het leren bidden voor zending. Doel 3: Enthousiasme voor zending aanwakkeren.
Benodigdheden bij opdrachten: Enkele recente nummers van het blad Naast/ Vellen papier en voldoende pennen.
26
Bijbelstudies voor volwassenen
De wereld in Twee bijbelstudies voor volwassenen
1. Met een stevige basis Leesrooster a. Handelingen 1 : 1-8 b. Handelingen 2 : 1-4 c. Handelingen 2 : 37-42, 46 d. Handelingen 5 : 1-11 e. Handelingen 8 : 1-8 f. Handelingen 8 : 26-40 Missionaire gemeente zijn Evangelisatie en alles wat daarmee te maken heeft, staat tegenwoordig flink in de schijnwerpers. Het lijkt wel of iedere kerk bezig is met het herontdekken van de missionaire identiteit van de christelijke gemeente. Wat een enthousiasme roept het op! Jongeren worden ingezet in diensten om de muziek eigentijdser te laten klinken, evangelisatiecommissies kunnen kiezen uit tal van lectuur, websites, cursussen en congressen om de gemeenteleden toe te rusten tot evangelisatiewerk. Prachtig allemaal! De opdracht van onze Heer Jezus om ‘alle volken tot zijn discipelen te maken’ (zie Matteüs 28 slot) wordt ook in Nederland serieus genomen, nu we inzien dat ons land weer zendingsland geworden is. Enkele cijfers uit het rapport God in Nederland, 2007 Percentage Nederlanders dat zichzelf … noemt: Atheïst: 14% Agnost: 26% Ietsist: 36% Theïst: 24%) Er is dus een groeiende aandacht binnen de Nederlandse kerken voor zending binnen Nederland. Maar het lijkt soms of die gepaard gaat met een afnemende belangstelling voor het werk dat er gebeurt op zendingsterreinen buiten ons landje. Want daar zijn heel veel volken die nog nauwelijks van het evangelie gehoord hebben, of waar jonge kerken het gevaar lopen terug te vallen in hun oude geloof en gebruiken.
27
Bijbelstudies voor volwassenen Korte werkvorm Hebben we daar nog hart voor, of zijn we zo bezig met onze eigen individuele gemeente, dat we het oog verliezen voor de ongelovige vreemde buiten onze nationale grenzen? Voelen we ons verbonden met die mensen om ook hen met het evangelie te bereiken? Praat eens kort over deze vragen door in heel kleine groepjes, bijvoorbeeld met degene die naast je zit. (Het is niet de bedoeling om nu al hier diep op in te gaan, want deze vragen komen straks terug. Het gaat er nu alleen om dat je meteen goed in het onderwerp duikt.) Het bijbelboek Handelingen over zending Handelingen kan ons scherp houden om een genuanceerd beeld te houden over wat zending van oorsprong is. En zo begint dit bijbelboek met een uitgebreide vertelling van de eerste zendingsactiviteiten van de gemeente van Christus. Het is een erg herkenbaar boek voor wie op zoek is naar wat voor christenen de rijkdom en diepte, maar ook de moeilijkheden en conflicten zijn juist op het gebied van zending. In dit onderdeel van deze gemeenteschets wil ik een groot aantal hoofdstukken van Handelingen langslopen om na te gaan wat wij mogen denken en doen over zending. Hand. 1 : 1-8. Jezus geeft een ander antwoord In Handelingen 1 vers 1 tot 8 lezen we dat de Heer Jezus aan zijn discipelen vraagt om verder te kijken dan wat zij al hebben met elkaar, het begin van het hemelse koninkrijk. Want zijn discipelen stellen Hem nog eenmaal de vraag, of ze het kunnen laten bij wat ze hebben (consolideren!) met elkaar en met Hem. En ze vragen Hem of zijn werk nu afgerond kan worden met het koningschap voor Israël hier op aarde (vers 6). Jezus geeft als antwoord dat het niet aan hen of aan Hem is, wanneer dat zal gebeuren. Hij zegt dat zij alleen de opdracht hebben niet om stil te blijven staan bij wat zij hebben met elkaar, maar om de wijde wereld in te trekken; tot aan de einden van de aarde toe (vers 8). Een ongehoorde opdracht van Jezus in die tijd waarin het Joodse volk, in onderdrukking door het Romeinse rijk, zo uitzag naar verlossing en herstel van hun aardse rijk. Jezus gaat op dat verlangen niet in, maar wijst zijn leerlingen erop dat ze niet zich terug moeten trekken, maar juist nu, nu ze onder druk staan, ook nog de grenzen open moeten gooien voor vreemdelingen! Een ongehoorde opdracht voor die tijd: toch stond het Oude Testament al vol verwijzingen naar de uitbreiding van het koninkrijk met alle andere vreemde volken (Gen. 12 : 3b; Deut. 4 : 5-8; Jes. 42 : 1-6). Hand. 2 : 1-4. De Heilige Geest, de startmotor van evangelisatie en zending Jezus heeft zijn discipelen de opdracht gegeven om alle volken te bereiken, maar zij mogen wel in gebed afwachten tot zij de Heilige Geest en zijn kracht krijgen om dat werk te doen (Hand. 1). En als de Heilige Geest dan op hen allen neerdaalt (Hand. 2 : 1), dan is het ook meteen voor iedereen duidelijk dat de Heilige Geest nog nooit eerder zo gewerkt heeft in Israël. Zij spreken allen vreemde talen, die ze nooit geleerd hebben. En ze praten over God en zijn werk, iets wat vroeger op die manier toch meer voorbehouden was aan een enkele profeet of gezondene van God. Maar
28
Bijbelstudies voor volwassenen nu kan iedereen in de stad meteen merken: dit is een wel heel bijzondere boodschap van God, want deze is ● aan alle leerlingen van Jezus gegeven, iedereen gelijk; ● aan alle mensen gericht, van welk werelddeel ze ook komen. Gods grote daden op ieders lippen. Alle volgelingen van Jezus profeteren nu over Gods grote daden, jong en oud, man en vrouw, met hoge of lage status in de samenleving (vers 17-18). Wat een bijzondere start van de evangelieverkondiging, tekenend voor de nieuwe situatie van de kerk sinds Pinksteren, nu Jezus door zijn Geest iedereen bij het werk van de verkondiging betrekt! Als de Geest je hart vervult, stroomt je mond ervan over. Dat zul je zelf ook wel ervaren. Of niet soms? Hand. 2 : 37-42, 46. Zending heeft impact op gezinnen en samenleving Petrus laat in zijn toespraak aan zijn gehoor duidelijk zien wat hun fouten zijn geweest in het verleden. Maar hij wijst hun er ook op waar vergeving en verlossing te krijgen zijn, en geeft hun mee dat het hele evangelie niet alleen voor hen is, maar ook voor hun kinderen: hij plaatst zijn gehoor als het ware meteen in het kader van het grote familieportret, het huisgezin van God. Zij mogen ook hun kinderen vertellen wat zij gezien en geleerd hebben, ze mogen zelf doorgeven. Dat hoeft niet door een ‘zendeling’ gedaan te worden, maar dat is hun eigen verantwoordelijkheid. De eerste groep gelovigen vormt zich dan ook al snel als één groot gezin; ze zijn dagelijks bij elkaar (vers 46), eten met elkaar en laten zich vormen door de apostelen. Wat een geloofsgroei kun je dan doormaken, als je fulltime zo bezig bent met elkaar! Hand. 5 : 1-11. Juist een heilige gemeente is ook missionair Je zou denken dat de geschiedenis van Ananias en Saffira mensen zou afschrikken om lid te worden van de gemeente in Jeruzalem. Wie wil er nu bij een club horen, waar eerlijkheid zo serieus gemeend wordt (je ‘ja’ moet ‘ja’ zijn en je ‘nee’ echt ‘nee’), omdat anders God zelf dodelijk ingrijpt? Wat we in deze geschiedenis zien, is de start van het echte gemeenteleven. Daar is geen plaats voor heimelijkheid. Want het was beter voor Ananias en Saffira om minder ‘goed’ te doen dan om hypocriet te geven. De eerste gemeente in Jeruzalem corrumpeert niet; zij blijft heilig en wil streven naar de eer van de heilige Naam van God. En dat heeft effect, samen met de tekenen en de wonderen die de apostelen verrichten. Er is wel heilige huiver (vers 11), maar tegelijk worden mensen ook aangetrokken (vers 14); die willen ook in de kring komen van mensen die helemaal gericht zijn op God zelf. Hand. 8 : 1-8. Vervolging en verkondiging Tot aan hoofdstuk 8 was de christelijke gemeente nog steeds geconcentreerd in en beperkt tot Jeruzalem. De apostelen en de zeven broeders die in hoofdstuk 6 gekozen waren, hadden vast ook genoeg te doen in die grote gemeente van duizenden leden. Toch wilde de Heer dat ook in de rest van het land, buiten Jeruzalem, geëvangeliseerd zou worden. Op zijn tijd gaat dat ook gebeuren, al is het wel via een bijzondere aanleiding. Na de gerechtelijke moord op Stefanus, één van de zeven, hebben de Joodse leiders kennelijk ‘de smaak te pakken’: er ontstaat een zware vervolging tegen de gemeente in Jeruzalem (vers 1). Met het gevolg dat
29
Bijbelstudies voor volwassenen veel christenen de stad uit vluchten en in Judea en Samaria een goed heenkomen zoeken. De kerk in Jeruzalem liep zogezegd leeg, alleen de apostelen bleven nog in de stad achter. Maar deze negatieve ontwikkeling voor de moederkerk had een gunstige bijwerking. Want met de verstrooiing van de christenen werd tegelijk ook het evangelie over heel het land verspreid (vers 4). Het mooie daarbij was dat het evangelie zelfs een blijde weerklank vond in Samaria, de stad die al eeuwen lang de Joden heel vijandig gezind was en waarmee de Joden zelf eigenlijk ook op voet van vijandschap stonden. Maar het evangelie is in staat deze kloof te overbruggen en Joden en Samaritanen te verzoenen (vers 5-8). Hand. 8 : 26-40. De eerste christen uit Afrika Filippus heeft een bijzondere taak gekregen: hij moet op een bepaalde plek gaan staan, om iemand op te vangen die openstaat voor het evangelie. Hij staat dan op de weg en hij zal wel vreemd hebben opgekeken toen hij een zwarte man zag, in een rijtuig (zoiets had hij zelf niet op dat moment), die een boekrol las en die geïnspireerd was door ZIJN God. En deze vreemdeling, een niet-Jood was daarin ingespannen aan het lezen. Hij was van ver gekomen om het heil te zoeken. Filippus haast zich naar het rijtuig toe! ‘Begrijpt u wat u leest?’ Filippus ziet dat de man graag wil begrijpen, en hij wil hem helpen. Hij gaat in op de hulpeloosheid van de man, en legt hem uit wat er over Jezus staat in het Oude Testament. De vreemdeling stelt hem dan de vraag: Waarom zou ik niet gedoopt kunnen worden? Zo is er weer een drempel geslecht in de verkondiging van het evangelie. Een vreemdeling die op zoek is naar de ware God in Jeruzalem, vindt Jezus op weg naar huis. Kerkdienst
Christelijk Afrika mag er trots op zijn, dat vanuit hun continent de eerste volgeling van Jezus uit de volken voortkwam. Wat een bijzonder moment hier in Handelingen. Je zou verwachten dat in de eeuwen daarna de christelijke kerk vol respect zou kijken naar de Afrikaanse volken, want zij waren de eersten in het erkennen van Jezus als God en Verlosser. Het is heel anders gelopen jammer genoeg… De wereld in – met een stevige basis Het is nog maar een begin in deze hoofdstukken van Handelingen, nu er in de gemeente van Christus volgelingen zijn van buiten het Joodse volk. Maar de basis is wel gelegd. Zijn volgelingen waren vol van de goede boodschap, zij gaven er zelf gestalte aan in hun stad en hadden uitstraling op de buitenstaanders. De gemeente bleef heilig, deed geen water bij de
30
Bijbelstudies voor volwassenen wijn om de boodschap ‘aangenamer’ te maken. Het was God zelf die ingreep toen de levensstijl dreigde te verwateren en er dus hypocrisie optrad. En die heiligheid met tekenen en wonderen trok meer mensen aan. Maar daar bleef het niet bij. God zelf zorgde ervoor dat de ontwikkeling van de kerk niet in Jeruzalem bleef steken. De kerk moest naar buiten, verder de wereld in. Dat gebeurde ook. Zelfs in Samaria vond het evangelie gehoor, en nog opvallender misschien: zelfs een Afrikaanse minister kwam tot geloof en werd gedoopt. De wereld in – dat geldt ook voor ons vandaag als Nederlandse, christelijke gemeenten. Dat kunnen we ook op heel veel manieren doen, zoals we ook over tal van verschillende zendingsactiviteiten kunnen lezen in het boek Handelingen. Zending vloeit voort uit het enthousiasme en de liefde voor God, die de Heilige Geest ons geeft – zijn wij daar vol van?
Vragen voor de bespreking: 1. Hebben we nog hart voor buitenlandse zending, of zijn we zo bezig met onze eigen individuele gemeente, dat we het oog verliezen voor de ongelovige vreemde buiten onze nationale grenzen? Voelen we ons verbonden om ook die mensen te bereiken? Teken een cirkel met in het midden: Christus. Daaromheen een cirkel: onze gemeente. En daaromheen, in cirkels (met pijlen aangeven), welke zendings- en evangelisatieactiviteiten je eigen gemeente steunt (op wat voor manier dan ook). 2. Een bijzondere start van de zending (Hand. 2 : 1-4), en tekenend voor impact van Jezus’ opdracht: iedereen de mond vol over Gods grote daden! Jij ook ? 3. In Handelingen 2 : 46 lezen we over de geloofsgroei van de gemeente van Jeruzalem. Praat eens over het volgende met elkaar door: Kunnen wij de pinkstersituatie van de eerste gemeente zomaar overzetten en kopiëren naar ons kerkelijk leven? Wat vind je ervan om een periode onafgebroken met elkaar te bidden, in de Bijbel te lezen en bijbelstudie te doen, bijvoorbeeld in de vorm van een project? Nemen we sowieso nog wel de tijd voor schriftlezing, studie en gebed? 4. Het voorbeeld van Ananias en Saffira geeft ons ook te denken. Laten we niet te gemakkelijk zeggen: ‘O, ik help wel mee met die commissie of werkgroep’, als we het eigenlijk maar half-half willen doen. Dan kun je beter beloven om één avond mee te werken; je ja is dan ja, je nee is nee. Wat vind je daarvan? Streven jullie als gemeente ook naar heiligheid voor God? Er is een christelijke gemeente in Amerika, die in neonletters boven haar kerkdeuren heeft staan: Passion for God (hartstocht voor God). Wat zou je boven de kerkdeuren willen zetten als slogan van jouw kerk?
31
Bijbelstudies voor volwassenen
2. Met een open houding Leesrooster a. Handelingen 11 : 19-26 b. Handelingen 15 : 28,29 c. Handelingen 15 : 36-40 d. Handelingen 28 : 30-31 Hand. 11 : 19-26. De uitbreiding van de christelijke kerk vanuit de heidenwereld: in Antiochïe gebeurt het! Er breekt nu een spannende, vernieuwende fase aan in het zendingswerk. De eerder geleerde inzichten, namelijk dat echt alle volken het evangelie mogen horen en gered kunnen worden, moeten nu in de praktijk worden gebracht. De eerste vreemdelingen die zich bekeerden, waren nog maar individuen (Hand. 8); maar nu lijkt er in de stad Antiochië iets geheel nieuws te ontstaan: Griekse vreemdelingen worden volgelingen van Jezus… Dat is tot zover iets redelijk bijzonders, maar voor de apostelen en volgelingen niet geheel nieuw. Wel is nieuw dat deze Grieken geheel gezamenlijk optrekken met de Joodse volgelingen van Jezus! Zij gedragen zich zoals in Jeruzalem de eerste gemeente begonnen is: ze eten samen, iets wat in die tijd als onrein (en dus zondig) werd beschouwd! In de nieuwe setting van een nieuwe stad lijkt deze nieuwe fase van de christelijke kerk echt wortel te schieten. Joodse volgelingen van Jezus, van buiten Jeruzalem, durven het aan om hier te vertellen over de boodschap van Jezus. Zij zien in dat het evangelie verder gebracht moet worden dan alleen in Jeruzalem, verder dan alleen naar individuele mensen die op zoek zijn naar God in zijn Heilige Land. En in die stad, ver van Jeruzalem ontstaat de christelijke kerk; hier komt de naam ‘christenen’ voor het eerst voor, als aanduiding in de mond van buitenstaanders. Het is volstrekt ongehoord en ongerijmd (ook in hun ogen!) dat vrome Joden opeens samen willen eten met niet-Joden! En wat bindt deze club van mensen dan volgens die buitenstaanders? Jezus Christus, de Gezalfde! Dus worden ze maar ‘gezalfde-volgelingen’ of zo genoemd: christenen. Misschien een scheldwoord in die tijd, maar voor de gemeente zelf een geuzennaam, om trots op te zijn! Hand. 15 : 28-29. Orde op zaken: vrede in heel de kerk Antiochië is bruisend centrum van christelijke zending aan het worden. Maar in de rustiger moedergemeente van Jeruzalem (want men durft op dat moment niets tegen de apostelen van Jezus te doen) ontstaat er onvrede. Er wordt een conferentie georganiseerd, waar alles duidelijk afgesproken moet gaan worden. Maar er vallen heftige woorden (vers 7) en er is onenigheid in het begin van de discussie. Dat staat er zomaar in Handelingen, dat er woordenstrijd was. Dat kan dus ook in de kerk. Dat je eerst met elkaar een woordenstrijd hebt, voordat je gezamenlijk eruit komt – op de belangrijke hoofdpunten dan! Door de zendingsactiviteiten van mensen als Barnabas en Paulus zijn er zulke nieuwe vormen van gemeenten en zulke ‘exotische’ volgelingen van Jezus ontstaan, dat de uitzendende gemeente zich afvraagt wat ook alweer de kern was van de boodschap waarmee ze de zendelingen hebben uitgezonden.
32
Bijbelstudies voor volwassenen Maar het lukt wel om een kernachtige boodschap te formuleren. De christenen uit de heidenen wordt niet te veel opgelegd, maar ook niet te weinig: zij moeten niet overnemen al wat typisch Joods is, maar wel afleggen wat typisch heidens is. En zo mogen zij gericht zijn op de kern van het evangelie voor de heidenen: Jezus verlost en maakt heilig; ook een heiden kan verlost en heilig worden! Wat een bemoediging en bevestiging voor de jonge kerk in Antiochië, zij zijn op de juiste weg! Jeruzalem ziet af van niet-noodzakelijke ‘ballast’ voor de nieuwe christengemeenten, en het evangelie kan vrijuit verkondigd blijven als boodschap voor iedereen! Hand. 15 : 36-40. Orde op zaken: gemeenteopbouw na zending Paulus gaat nu iets doen wat voor hem het meest logische gevolg is van zijn zendingsactiviteiten op dat moment. Hij gaat terug naar de plekken waar hij eerder geweest is, om te kijken hoe het met de jonge gemeenten gaat. Hiermee is weer een nieuwe fase in de zending aangebroken: evaluatie van zending en gemeenteopbouw! Maar het is niet zo dat zijn oude taak, het verkondigen van het evangelie, hiermee opgehouden is. Hij gaat daar ook mee door, tot in Rome later toe. Deze twee dingen, zending (kerkstichting) en gemeenteopbouw, gebeuren allebei tegelijk. Voor beide zaken wordt ruimte gemaakt: voor het onderhoud van de gemeente en de uitbreiding daarvan. Training ambtsdragers
Paulus heeft op zijn eerdere reizen al gemeenten gesticht door leiderschapsstructuren (o.a. oudsten, gebruikmaken van reizende collega’s) in te stellen. Nu gaat hij terug om te kijken of de gemeenten nog bestaan, en hoe ze ervoor staan. En hij zal wel wat misstanden gevonden hebben, maar desondanks, de kern van zijn rondgang was bemoediging! Houd vol! Hand. 15 : 41; 16 : 40. Orde op zaken: eerst bemoediging voor jonggelovigen Paulus spreekt dus overal bemoedigende woorden uit, helpt, onderwijst, preekt en praat, (Hand. 15 : 41; 16 : 40). Jonge kerken en nieuwe kerkleden kunnen snel het gevoel krijgen dat zij minderwaardig zijn ten opzichte van de al oudere, wijzere kerk en kerkleden. Het enthousiasme van het oudere kerklid kan snel omslaan in een verzuchting: weten jullie je nou nog niet te gedragen…, terwijl het gedrag van mensen de lange weg van heiliging nog moet gaan! De goede volgorde die Jezus Christus vraagt van zijn volgelingen, is: vertrouw op Hem, belijd zijn Naam, doe zijn wil. Er is dus veel geduld nodig met toetreders/nieuwkomers in de gemeente. Geloven is ook altijd een leerweg, zeker als het om het aanwennen van de
33
Bijbelstudies voor volwassenen christelijke levensstijl gaat. Maar het is wederzijds: nieuwkomers moeten op hun beurt geduld hebben met traditionele kerkleden, die altijd weer dreigen te verstarren en nuttige vernieuwingen proberen tegen te houden. Hand. 28 : 30-31. Ondanks alles Paulus zit aan het eind van zijn leven twee jaar vast op dezelfde plek. Maar dat verhindert hem daar niet om vrijmoedig over Jezus Christus te praten, en er wordt hem niets in de weg gelegd… Nou ja, een permanente gevangenis en een bewaker dan, maar het lijkt alsof de schrijver van Handelingen bewust de humor daarvan inziet. Paulus kan zijn schrijf- en preekwerk rustig voortzetten, hij hoeft niet meer van hot naar her te lopen, of schipbreuk of honger te lijden; hij zit er ‘eerste klas’ zijn onvermijdelijke executie af te wachten. Zo kan een onverwachte plek, een onverwachte situatie een gelegenheid zijn om het evangelie te verkondigen. God doet de deur van het rondtrekken voor Paulus dicht, maar opent een nieuwe eindweg voor hem, die effect heeft uiteindelijk in heel Rome, en ver daarbuiten!
Vragen voor de bespreking 1. De gemeente in Jeruzalem wil geen niet-noodzakelijke normen opleggen aan de nieuw-gelovigen. Wat verwacht jij van een nieuwgelovige? Wat is noodzakelijk? Wat niet? Kun je je voorstellen dat zendelingen voor dezelfde vragen staan? En dat dat ook het geval is in gesprekken met buitenlandse kerken? Waaraan meten we elkaar? 2. God sluit een deur, maar opent een venster. Kun je een voorbeeld geven uit de zending waaruit dat blijkt? 3. Stelling: ‘Het doel van zending en evangelisatie is kerkplanting / gemeentestichting door middel van de instelling van ambten/oudsten.’ Wat leert de Bijbel over het institueren van een gemeente (zie bijv. Hand. 14 : 23)? Zoek voorbeelden hiervan vanuit zending (buitenland) en evangelisatie (binnenland, gemeentestichtingsprojecten) in het blad Naast/ en op internet (zie achter in deze gemeenteschets). 4. Moeder- en dochterkerken in onze tijd. Moeten moeder- en dochterkerken dezelfde belijdenis hebben? Kunnen dochterkerken echt zelfstandig zijn en zo ook gerespecteerd worden wanneer de zendingsgemeente financieel nog hulpbehoevend is? Praat eens met elkaar door over de moeiten van bevoogding aan de ene kant en het gevaar van een minderwaardigheidsgevoel aan de andere kant. 5. 50 jaar zending op Papua. Bekijk alle foto’s in deze gemeenteschets en bespreek met elkaar wat ze bij je oproepen. Zie voor informatie over Papua en de zending aldaar de kaders op p. 8 en 9-10 van deze gemeenteschets, en ook het kaartje op p. 6.
NB Het wordt aanbevolen om ook de schetsen voor 12-16 en 16+ te lezen!
34
35 Leesrooster gemeentebreed over zending Genesis 12 : 1-3b
Gods ‘missie’: De mens weer terugbrengen in contact met Hem, de mens kan ernaar uit kijken hoe wij met Hem een relatie hebben Deuteronomium 4 : 5-8 De volken rondom ons kijken uit naar de heilzame wijsheden van God Jesaja 42 : 1-6 De eilanden zien uit naar God Marcus 10 : 45 Wat is Jezus’ doel? Matteüs 28 : 16-20 De blijvende zendingsopdracht Romeinen 15 : 8-9 Gods eer is het hoogste doel van zending Efeziërs 1 : 1-6 Alles is op Hem gericht
Liederen om te zingen Psalm 87 Geref. Kerkboek: Gezang 105 : 1, 2, 3, 8 Gezang 121 : 1, 4, 8, 9 Gezang 161 : 1, 2, 3, 4 Gezang 167
Literatuur en internet Om op te zoeken / om in rond te neuzen Naast/, het blad over zending uit de kerken. Het meinummer 2008 gaat geheel over 50 jaar zending op Papua; zie voor de artikelen uit dit nummer ook www.deverrenaasten.nl www.deverrenaasten.nl (de gereformeerde zendingsorganisatie) www.opendoors.nl (over de vervolgde kerken wereldwijd) www.missioncentre.nl (heel veel zendingsorganisaties) http://www.zending.nu (heel veel informatie over zending algemeen) www.zending.startpagina.nl (idem)
Verhalen over de zending Peter Baas, Pi de koppensneller, Kampen, Van den Berg, 1993 Id., Tuu, Kau en de witmensen, Kampen, Kok/Voorhoeve, 1998 Jac. van der Velden, Vreemd vliegt de paradijsvogel, Franeker, Van Wijnen, 1997 Rijke de Wolf, Sapuru, Franeker, Van Wijnen, 1992 Adrian Verbree, Papua 50 jaar later, Zwolle, De Verre Naasten, 2008
Speciaal voor de jeugd Corien Oranje, Sagorups en zoute drop. De overleven-in-de-jungle cursus, Heerenveen, Columbus (i.s.m. De Verre Naasten), 2008 Piet Prins, Wambo-trilogie, Barneveld, De Vuurbaak, 2007 (herdruk) H. Velvis, Siatjoe in het land van de Digoel, Groningen, De Vuurbaak, 1981