De tien geboden van talent Door: Cees Harmsen Recentelijk kreeg ik een verzoek om in het kader van een talentenweek in mijn stadsdeel een lekenpreek in de plaatselijke kerk te verzorgen. Voor iemand als ik, een agnost die alleen bij vrolijke en verdrietige gebeurtenissen een kerkdienst bezoekt, iets om even goed over na te denken. De dominee kwam langs om kennis te maken: een mooi mens, met een rijke praktijkervaring in Latijns-Amerika, een grote belezenheid en een prettige open-mind. Na een warm gesprek was het volstrekt vanzelfsprekend om in te stemmen met het verzoek. Mijn lekenpreek over de tien geboden van talent was een groot succes. Reden om in dit artikel een ingekorte versie van deze lekenpreek te presenteren, gebaseerd op het bekende bijbelverhaal over het ontwikkelen van onze talenten. Ik illustreer dit verhaal graag met een aantal persoonlijk voorbeelden, om jou, beste lezer, aan het denken te zetten over de vraag of, hoe en waartoe de eigen talenten worden ingezet. Talenten in de oudheid Het woord talent verwijst oorspronkelijk naar het nieuwe testament en het verhaal over de rijke man die zijn drie dienaren ieder een aantal talenten geeft om tijdens zijn afwezigheid te beheren. In de tijd waarin het verhaal speelt, stond een talent voor een bepaald gewicht aan goud of zilver, 34,2 kilogram om precies te zijn. Je moest in die dagen behoorlijk lang werken om een talent te verdienen. Veertien jaar maar liefst, was de tijd die een ambachtsman nodig had om met zijn werk een zilveren talent te sparen. Omgerekend naar de huidige zilverprijs, zou iemand met een modaal inkomen hier in Nederland vandaag de dag een kleine anderhalf jaar moeten werken om een talent te verdienen. In die zin zijn we er dus behoorlijk op vooruit gegaan, in de loop van de eeuwen. We maken een grote stap in de tijd en komen uit bij het heden. Bij ons heeft het woord talent een heel andere betekenis. Je hoeft vandaag de dag niet te werken om een talent te verdienen, je krijgt er zomaar, gratis en voor niets, een aantal mee wanneer je geboren wordt. Maar net als 2000 jaar geleden het geval was, blijft het natuurlijk altijd de vraag wat je met die gegeven talenten gaat doen. Dit artikel kan je helpen bij het beantwoorden van die vraag. Wat is talent? Wat is dat eigenlijk precies, talent? Persoonlijk vind ik dit de mooiste omschrijving: talent zegt iets over het gemak waarmee je dingen leert en het gemak waarmee je dingen doet. We kunnen als mens heel veel verschillende dingen leren, maar we verschillen onderling in het gemak waarmee we dat doen. Om een persoonlijk voorbeeld te geven: ik heb de afgelopen jaren geleerd om mijn lichamelijke conditie te verbeteren en mijn lichaam sterker te maken. Daarvoor ga ik twee keer in de week naar de sportschool, waar ik groepslessen bodypump en pilates volg. Dat doe ik al vier jaar en het gaat mij redelijk goed af. Toch is mijn talent op dat vlak niet meer dan gemiddeld. Iedere keer als er nieuwe oefeningen worden geïntroduceerd, sta ik wat te hannesen en kost het mij tijd voordat ik ze beheers. Ik kan het wel, maar het kost de nodige moeite. Er zijn ook mensen in de groep die op sportief vlak over veel meer talent beschikken dan ik en heel makkelijk nieuwe oefeningen oppikken. Daar ben ik soms wel een beetje jaloers op, maar dat is omgekeerd waarschijnlijk ook het geval, want ik beschik over een aantal talenten die zij in mindere mate hebben. Dat gemakkelijke leren, dat talent wat iemand blijkbaar ergens voor heeft, moet wel productief worden aangewend om voor jezelf en voor anderen van betekenis te zijn. Want de ware betekenis van talent blijkt niet uit het bezit, maar uit het resultaat. Om dat resultaat te bereiken, en daarmee je talent te vormen, heb je de beschikking over vier essentiële bouwstenen: intelligentie, persoonlijkheid, waarden en omgeving. Ik ga die toelichten met voorbeelden. De eerste bouwsteen is intelligentie: gedefinieerd als de mate waarin je over bepaalde bekwaamheden beschikt. Belangrijk hierbij is het volgende: het gaat niet om de vraag hoe intelligent je bent, maar hoe je intelligent bent. Je kunt op verschillende manieren intelligent zijn. We nemen vaak alleen taal en rekenen in ogenschouw – de klassieke vormen van intelligentie – maar er is veel meer dan dat. Zo onderscheidt de Harvard psycholoog Howard Gardner acht verschillende, onafhankelijke vormen van
© C. Harmsen / Mindsetter juni 2012
intelligentie. De Britse schrijver en creativiteitsgoeroe Ken Robinson gaat nog een flinke stap verder en stelt provocerend dat er talloze vormen van intelligentie zijn en dat iemands intelligentie netzo uniek is als zijn vingerafdruk. Op basis van eigen praktijkonderzoek onder studenten onderscheid ik 14 vormen van intelligentie, waarbij ik de kanttekening plaats dat er sprake is van enige redundantie, omdat sommige vormen een specificatie zijn van een meeromvattende intelligentie. (bijv. retorische intelligentie als specificatie van linguïstische intelligentie). Mijn doel is ook geenszins om tot een uitputtende classificatie van intelligenties te komen, maar om een bruikbaar inzicht te bieden in de vele vormen waarop een mens intelligent kan zijn. 1
2
3
Vormen van intelligentie: Logisch-analytische intelligentie: denkwerk, uitpluizen en logisch redeneren. Voorbeelden: onderzoek, laboratoriumwerk, technologische innovaties, cijfermatig werk. Linguistische intelligentie: spelen met woorden en gevoel voor taal. Voorbeelden: schrijver, dichter, journalist, reclamewerk, speeches opstellen. Visuele – ruimtelijke intelligentie: denken in plaatjes en beelden, richtingsgevoel. Voorbeelden: oplossingen visualiseren, ontwerpen, tekenen, architect, vormgever. Motorische (kinesthetische) intelligentie: bewegen, sport, goed in je lichaam zitten. Voorbeelden: sporters, instructeurs, dansers. Artistieke intelligentie: schone kunsten, toneel, muziek, dans, schilderen, beeldhouwen. Voorbeelden: kunstenaar, musicus, toneelspeler, acteur, ontwerper Reflectieve intelligentie (het zelf): zelfkennis, gedachten, gevoelens en reflecties. Voorbeelden: het eigen doen en laten onderzoeken, intuïtieve zelfkennis Sociale intelligentie (de ander): mensen kunnen lezen, contact leggen, empathie. Voorbeelden: mensgericht werk in scholen, ziekenhuizen, verenigingen en horeca. Naturalistische intelligentie: interesse in plantenwereld, dierenwereld, natuurlijke fenomenen. Voorbeelden: bioloog, hovenier, agrariër, weerkundige. Naast deze vormen van intelligentie die Gardner onderscheidt, is het mogelijk om ook een aantal afgeleide vormen te benoemen: Ambachtelijke intelligentie: met je handen werken, iets maken. Voorbeelden: de vakman/vakvrouw, die iets fabriceert of repareert. Bestuurlijke intelligentie: regelen, organiseren, voorzitten, leiding geven. Voorbeelden: raad van bestuur, vereniging, vakbond, leerlingenraad. Strategische intelligentie: vooruitkijken, blauwdrukken ontwerpen, visie tonen Voorbeelden: werken aan beleidszaken en maatschappelijke vraagstukken. Retorische intelligentie: anderen voor je ideeën winnen, overtuigen, beïnvloeden. Voorbeelden: mensen die mensen toespreken: presentator, politiek leider, president.
1 Gardner,
H., Multiple Intelligences. New Horizons. New York, 2006. Robinson, K., The Element. How finding your passion changes everything, London, 2009. 3 Het betreft hier onderzoek onder 100 internationale studenten in de periode 2006-2010, tijdens trainingen persoonlijke effectiviteit. 2
© C. Harmsen / Mindsetter juni 2012
Commerciële intelligentie: ruilen, verkopen, zakendoen. Voorbeelden: mensen die goed op hun plek zijn in handel, markt en dienstverlening. Spirituele (wijsgerige) intelligentie: onderzoeken van waarden, levensvragen, zingeving, Voorbeelden: pastoor, dominee, filosoof, humanistisch verzorger. Aan jou de vraag om aan de hand van ervaringen te bepalen over welke intelligenties jij beschikt. Waarin ben je van nature goed? Wat doe je, van kinds af aan, met speels gemak? Wat leer je snel en zienderogen? Nogmaals: het gaat bij intelligentie niet om de vraag of iemand intelligent is, maar hoe iemand intelligent is. Je kunt op heel veel verschillende manieren intelligent zijn. Het zou dan ook een goede zaak zijn om daar in het onderwijs veel meer rekening mee te houden. Ieder mens, ieder kind, leert op zijn eigen manier en ontwikkelt de dingen die het beste bij hem of haar passen. De tweede bouwsteen van talent is persoonlijkheid. Persoonlijkheid wordt vaak beschouwd als iemands karakter, maar dat is niet helemaal juist. Persoonlijkheid is de combinatie van iemands karakter en iemands gewoontes. Karakter is aangeboren en onveranderlijk, gewoontes kun je aanleren en afleren. Dit betekent dat je persoonlijkheid ten dele veranderbaar is, want los van je stabiele karakter, kun je leren en afleren om dingen te doen. Wanneer mensen dus zeggen ‘ zo ben ik nou eenmaal en dat kan ik niet veranderen’, dan is dat maar ten dele waar. Het kan wel degelijk. Het is niet makkelijk, maar het kan wel. Een voorbeeld: ik heb van nature een redelijk vurig karakter. Dat geeft voordelen als enthousiasme, energie en wilskracht, maar ook nadelen als mopperen en driftig gedrag. Zo kan het soms gebeuren dat ik enigszins opgefokt in de auto zit, mopperend op het rijgedrag van al die slechte weggebruikers. Dat is een vervelende eigenschap, die ik van mezelf moet veranderen en ook kan veranderen. Ik kan leren om niet automatisch te reageren op mijn omgeving, maar om te responderen, door bewust te kiezen wat ik doe. Wanneer we het hebben over talenten, is het dus de vraag of je de juiste persoonlijkheid hebt om je aangeboren intelligentie te ontwikkelen. Dan praat je bijvoorbeeld over eigenschappen als zelfsturing, discipline, doorzettingsvermogen en het kunnen weerstaan van verleidingen. Dit is precies het gebied waarop veel jonge, veelbelovende talenten het laten afweten en nooit hun belofte waarmaken. Ze beschikken niet over de vereiste persoonlijkheid en doen te weinig moeite om die gewenste persoonlijkheid te ontwikkelen. Want nogmaals: dat kan wel! Je persoonlijkheid is niet in steen gebeiteld en veranderbaar door nieuwe gewoontes aan te leren en slechte gewoontes af te leren. De derde bouwsteen van talent zijn je waarden. Bij een waarde gaat het om de vraag hoe je betekenis wilt geven aan je leven, wat je belangrijk vindt en wat je drijft. Voorbeelden van waarden zijn vrijheid, moed, avontuur, vertrouwen, liefde, familie, vriendschap, verbondenheid, verantwoordelijkheid, compassie, dankbaarheid. Waarden helpen je op weg naar een gelukkig leven, omdat ze uitdrukken wie je bent en waar je voor staat. Vertaald naar loopbaanwaarden gaat het dan om vragen als: waar ga je voor in je carrière? Wat voor soort werk wil je graag doen? In wat voor soort werkomgeving? Sommige mensen willen bijvoorbeeld veel ruimte om hun eigen ding te doen en hebben liever geen baas die ze vertelt wat er moet gebeuren, anderen werken juist liever in een groep, met een duidelijke taakstructuur en een aanwezige leider. Dat is een verschil in waardenvoorkeur. We leven allemaal vanuit een rangorde van waarden, waarin we meer waarde hechten aan het een dan aan het ander. Maar we zijn ons vaak niet bewust van deze rangorde. Toch is dat belangrijk, want er zijn veel waarden om uit te kiezen en het is een illusie om te menen dat al deze waarden makkelijk verenigbaar zijn. Zo zal iemand die een sterke voorkeur heeft voor waarden als afwisseling en avontuur, het lastig vinden om dit te verenigen met waarden als verbondenheid en loyaliteit, zelfs wanneer hij dat wel graag zou willen. Daarnaast kun je wel praten en nadenken over je waarden, maar dat is slechts een klein deel van het verhaal. Het daadwerkelijk ontwikkelen en versterken van je waarden gebeurt alleen in concrete situaties, waarin je gedwongen wordt om te handelen en keuzes te maken, tussen bijvoorbeeld avontuur en loyaliteit. Door na te denken over de keuzes die je maakt en daar consequenties aan te verbinden, bouw je geleidelijk een samenhangend, richtinggevend waardensysteem op en wordt duidelijk welke talenten je gaat verwerkelijken.
© C. Harmsen / Mindsetter juni 2012
De vierde, en laatste bouwsteen van talent, is de invloed van de omgeving waarin je functioneert. Bij de invloed vanuit de omgeving luidt de vraag of die invloed stimulerend of beperkend is. Word je aangemoedigd om de beste versie van jezelf te ontwikkelen of word je juist beperkt in je doen en laten? En hoe was het vroeger? Ben je opgegroeid in een familie waar het ontwikkelen van je unieke eigenschapen is aangemoedigd, of was het eerder van ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’? De ervaring leert helaas dat er veel talent nodeloos verloren gaat, door slechte invloeden vanuit de omgeving. Zo zag ik onlangs een documentaire over de grote Johan Cruyff, die met het schaamrood op de kaken bekende dat hij ooit, als coach van Ajax, het talent van een speler had beknot door publiekelijk te verkondigen dat die speler, vanwege zijn vreselijke hoge piepstem, nooit een leider op het veld zou kunnen worden. Dat is ook precies wat er is gebeurd, want uitspraken als deze hebben een hoog zelfwaarmakend karakter. De speler in kwestie heeft weliswaar een loopbaan achter de rug waar menig collega jaloers op kan zijn – 8 Nederlandse kampioenschappen en 42 interlands - maar er toch niet alles eruit gehaald wat op grond van zijn bijzondere aanleg mogelijk was geweest. Er zijn legio voorbeelden van trainers, onderwijzers en opvoeders, die jong talent in de kiem smoren, door te roepen, of zelfs maar te denken, dat het nooit wat wordt met een kind, omdat het dom is of geen talent heeft. Ik maak het in loopbaantrajecten nog regelmatig mee dat mensen van middelbare leeftijd, vertellen hoe grievend en pijnlijk het predicaat ‘dom’ voor hen is geweest en hoe moeilijk het is om dat beeld voorgoed uit hun hoofd te krijgen. Daarom mag je stellen dat het uitermate dom is om te beweren dat een kind dom is. Ieder mens, ieder kind, is op zijn of haar manier intelligent en de kunst is om dat te zien en tot bloei te laten komen. Wat geldt voor de opvoeding, geldt ook binnen organisaties. De Amerikaanse onderzoekster Carol Dweck heeft overtuigend aangetoond dat managers met een gefixeerde mindset over intelligentie en ontwikkeling, een sterke neiging hebben om hun medewerkers ‘digitaal’ te beoordelen. Het is wat of het zal nooit wat worden. Deze beoordeling gebeurt vaak onbewust: veel goedbedoelende managers zijn zich er niet van bewust, dat ze een dergelijke mindset hanteren. Daarom is het een goede zaak om bij jezelf na te gaan hoe je denkt over talent, intelligentie en ontwikkeling en wat dit betekent voor je eigen leven en dat van anderen. 4
Tot zover over de opbouw van onze talenten. Om het essentie samen te vatten illustreer de vier bouwstenen met het voorbeeld van een auto, waarbij het gaat om de motor, de brandstof, de bestemming en de weg. De intelligenties waarover je beschikt zijn de motor. Hoe krachtiger de motor, hoe meer mogelijkheden je in principe ter beschikking hebt en hoe comfortabeler je kunt bewegen. Maar dat is bij lange na niet voldoende. Om de motor aan de praat te krijgen heb je brandstof nodig: dat is je persoonlijkheid. Zonder persoonlijkheid, in de vorm van wilskracht en doorzettingsvermogen, krijg je de motor niet goed aan het draaien en slaat hij na verloop van tijd gegarandeerd weer af. Wanneer de motor eenmaal goed draait en de auto functioneert, wil je vervolgens niet doelloos rondjes blijven rijden maar ergens naar toe. Dat is je bestemming: een manier van leven en werken die voor jou waardevol is en op een goede manier uiting geeft aan de talenten waarover je beschikt. En om die bestemming te bereiken heb je ook een goed begaanbare weg nodig: dat is je omgeving, die je aanmoedigt om je talenten naar hartenlust te gebruiken. Bij deze metafoor kun je nog de vraag stellen of je niet eerst je bestemming moet bepalen en pas daarna de motorcapaciteit en de hoeveelheid brandstof die nodig zijn om die bestemming te bereiken. Dit is een veel aangehaald discussiepunt. Ga je in eerste instantie uit van je diepste wensen en verlangens of ga je heel praktisch uit van wat redelijkerwijs mogelijk is, gelet op de capaciteiten waarover je beschikt? In wezen gaat het hier om twee totaal verschillende manieren waarop mensen in het leven staan. George Bernard Shaw zei ooit: ‘De redelijke mens past zich aan de wereld aan. De onredelijke mens volhardt in zijn pogingen de wereld aan hemzelf aan te passen. Derhalve is alle vooruitgang afhankelijk van de onredelijke mens.’ Er zit veel waarheid in deze uitspraak, maar het is niet makkelijk om daarnaar te handelen. De kunst is om een optimistische denkstijl te koppelen aan enige vorm van realiteitszin. Succesvolle mensen weten dit: ze durven grote, gekke gave doelstellingen voor hun leven te bepalen en zijn daarnaast ook uitermate realistisch en praktisch in het ondernemen van actie om die doelstellingen te realiseren. Ze weten wat ze 5
4 5
Dweck, C., Mindset. The New Psychology of Success. New York, 2006. Shaw, G.B., Man and Superman. Cambridge, 1903.
© C. Harmsen / Mindsetter juni 2012
kunnen en begrijpen wat ze moeten doen om het onmogelijke mogelijk te maken. Wanneer het gaat om het ontwikkelen van je eigen talent is het advies derhalve om op basis van een optimistische inschatting van je mogelijkheden, een aantal grote, gekke, gave doelstellingen te bepalen, waarmee je de verwachtingen van jezelf en anderen overtreft. Bij de tien geboden van talent die volgen, komt dit nader aan de orde. Het verhaal van de talenten Tot zover deze inleiding over de vraag wat talent nou precies is. Het tweede deel van dit artikel gaat over de tien geboden van talent. Ik gebruik daarvoor het verhaal over de talenten uit het nieuwe testament, dat Jezus zijn volgelingen vertelt. Ik presenteer hier een licht aangepaste versie van het talentenverhaal, waarin ik vooral inga op de psychologische kant van het gebeuren en de wijsheid die daarin ligt verborgen. In een land, hier ver vandaan, woonde een rijke man in een mooi en groot huis. Hij had drie dienaren die voor hem werkten. Op een dag vertelde hij hen dat hij voor een lange tijd op reis zou gaan. Maar niet zonder hen iets te geven en iets te vragen: ze kregen allemaal een deel van zijn geld, zijn talenten, met de vraag om daar iets goeds mee te doen, in de tijd dat hij weg was.
De eerste dienaar kreeg vijf zakken vol met talenten. De tweede dienaar kreeg twee zakken en de laatste dienaar kreeg er slechts een. De eerste dienaar liep een tijdje rond met het geld en bedacht wat hij er allemaal mee zou kunnen doen. Toen nam hij een besluit: hij zou het land gaan bewerken en irrigeren, zodat de graanoogst kon verdubbelen. Zo gezegd, zo gedaan. Hij kocht gereedschap en graan, en met zijn nieuwe landbouwtechnieken zorgde hij ervoor dat de graanoogst verdubbelde en hij een grote winst maakte. De tweede dienaar had geen verstand van irrigatie en landbouwtechniek. Maar hij had veel liefde en gevoel voor dieren. Dus kocht hij een aantal schapen om een gezonde kudde op te bouwen. Dat ging heel goed: er kwamen veel lammetjes bij, hij kon kaas en melk naar de markt brengen en de wol van de schapen voor een goede prijs verkopen. Zo verdiende ook hij een heel behoorlijk inkomen. Zoals altijd in dit soort verhalen, is er ook iemand die afwijkt van het pad, weinig presteert en als een nietsnut door het leven gaat. De derde dienaar dus. Deze man deed helemaal NIETS! Ja, mopperen op de baas, dat wel Waarom had hij minder gekregen dan de anderen? Waarom zou hij eigenlijk gaan werken als de baas er toch niet was? Er was immers niemand om hem te controleren? Daarom koos hij ervoor om het talent dat hij gekregen had in de grond te verstoppen, om het later aan de baas terug te geven. Dan kon er niets mee gebeuren en kon de baas ook niet boos worden als hij een verkeerde beslissing zou nemen en het geld zou verliezen. Hij was zeer zelfingenomen met deze slimme oplossing en ging rustig onder een boom
zitten, want waarom zou je werken als het niet nodig is? Op een dag mooie nazomerse dag, na vele seizoenswisselingen, kwam de rijke man weer terug in zijn land, op weg naar zijn huis. Al gauw zag hij de eerste dienaar die bezig was het nieuw gewonnen land te bewerken. Hij vertelde aan zijn baas dat hij hem nu tien zakken vol met talenten terug kon geven. De rijke man was hier heel blij mee en nodigde de dienaar uit om met hem mee te komen naar zijn huis, om een welkomstfeest te vieren. Al snel kwam hij ook de tweede dienaar tegen, die met zijn kudde over de velden liep. ‘Baas, riep hij, ik heb veel kaas, melk en wol verkocht en ik kan u vier zakken met talenten teruggeven’. De rijke man was ook hier heel blij mee, en vroeg de dienaar om mee te komen naar zijn huis, om samen het welkomstfeest te vieren. De derde dienaar, die ook nog ergens rond moest lopen was in geen velden of wegen te bekennen. De rijke man moest anderen erop uit sturen om hem te vinden. Toen hij eindelijk verscheen, gaf hij zijn baas het ene talent terug dat deze hem had gegeven. ‘Kijk baas, hier heeft u uw geld terug. Ik heb het in de grond gestopt. Zo kon ik er niets van verliezen’. ‘Waarom heb je er niets meer mee gedaan, vroeg zijn baas, waarom heb je het niet gebruikt om er iets goeds mee te doen’ De derde dienaar stamelde wat slappe excuses en ging zijn baas vervolgens allerlei verwijten maken. Hij was onrechtvaardig, verdiende zijn geld over de rug van anderen en meer van die taal. Zijn baas werd boos, heel boos. Verlaat mijn huis, zei hij, je bent een lafaard en durft mij te verwijten dat ik slecht voor anderen zorg. Ik pak het talent van je af en verdeel het onder de anderen. Want wie heeft zal nog meer krijgen, maar wie niets heeft, zal zelfs wat hij heeft nog worden afgenomen. De tien geboden van talent Tot zover dit mooie verhaal, dat vaak is verteld en op vele manieren kan worden benaderd. Ik gebruik het graag om zo tot de tien geboden van talent te komen. Tien suggesties, om jouw talent, op jouw manier, te gebruiken om iets voor anderen te betekenen.
© C. Harmsen / Mindsetter juni 2012
Eerste gebod: waardeer de talenten die aanwezig zijn. Ik denk persoonlijk dat dit een van de belangrijkste lessen is uit het verhaal dat Jezus zijn toehoorders vertelt over de talenten: waardeer een ieder naar wat hij of zij te bieden heeft. We hebben allemaal onze kwaliteiten en kunnen allemaal, op onze eigen manier iets bijdragen aan onze omgeving. De rijke man in het verhaal is zich goed bewust dat zijn drie dienaren heel verschillend zijn en houdt daar rekening mee. De eerste dienaar krijgt een zwaardere taak dan de tweede dienaar, want daar is alle reden toe. Hij kan meer, dus wordt er meer van hem verwacht. Zo is het ook bij ons: sommige van ons hebben veel talenten meekregen bij onze geboorte, van die mensen mag je tot op zekere hoogte ook best wat meer verwachten. Tot op zekere hoogte, zeg ik nadrukkelijk, want het moet wel stimulerend blijven. De rijke man had naast het uiten van zijn waardering ook tegen zijn dienaar kunnen zeggen: je hebt het fantastisch gedaan, door er vijf talenten bij te verdienen. Ik beloon je daarvoor door er drie aan jou te geven, die je kunt gebruiken om iets voor jezelf te realiseren. Dat zou pas echt stimulerend zijn geweest. Tweede gebod: leer mensen om hun ware talenten te ontdekken en te gebruiken. Het tweede gebod is er een voor opvoeders, leraren en ouders: wees je bewust van de verschillen tussen je kinderen, pupillen of leerlingen. Kijk goed over welke intelligenties ze beschikken en laat ze de dingen doen waar ze goed in zijn. Dat gebeurt nog veel te weinig. Of het nu rapportgesprekken op school betreft of functioneringsgesprekken in de organisatie, we neigen er steeds toe om meer aandacht aan de ‘verbeterpunten’ te schenken dan aan de sterke kanten van het functioneren. Ga in gedachten maar eens even terug naar je eigen schooltijd. Je komt thuis met je kerstrapport: daarop staan twee vijven, een zes, twee zevens en ook twee negens. De ouderavond komt eraan. Met welke leraren willen je ouders graag een kort gesprek: juist, die van de vakken waar je een vijf voor hebt. Het zou veel beter zijn als ze zouden zeggen: ‘probeer van die vijven een zes te maken en laten we praten over hoe je die negens gaat toepassen, want daar ben je een kei in’. Zo zou het moeten, maar wij zijn van oudsher geneigd om te denken dat het overwinnen van zwakheden bijdraagt aan de ontwikkeling van een sterke persoonlijkheid. Dat is een misverstand: je haalt beduidend meer uit je leven, door je te richten op de dingen waar je goed in bent en waar je hart ligt. Derde gebod: gebruik je talenten om van je leven een kunstwerk te maken. Volgens de Franse filosoof Pascal is het leven een korte periode tussen twee eeuwigheden. Om die periode goed te benutten, moeten we volgens de Duitse filosoof Nietzsche laten zien waarom en waartoe wij hier zijn, anders gaat ons leven teveel op een soort toeval lijken. Laat je leven dus niet zomaar verstrijken, maar verplicht jezelf om goed te leven en van je leven een kunstwerk te maken. Hoeveel mensen doen dit, van hun leven een kunstwerk maken? Als je kijkt hoeveel mensen in Nederland nou echt met plezier aan het werk zijn, dan schrik je: dat is maar 20 %. Het overgrote deel, ruim 60%, werkt omdat het nou eenmaal moet en ook best af en toe leuk is, en 20% gaat iedere dag met tegenzin aan de slag. Wat is nou kenmerkend voor de groep die echt met plezier werkt? Ze gebruiken hun talenten naar hartenlust en doen er alles aan om van hun leven een waar kunstwerk te maken. Maak jij van je leven een kunstwerk? Doe jij, waarvoor je bedoeld bent? Als je eerlijk over deze vraag nadenkt, weet je het antwoord. Wanneer je gebruik maakt van je talenten, in een omgeving waar je thuishoort, met mensen die je lief zijn en inspireren, is het antwoord: ja! Wanneer dat niet het geval is, en de echte geestdrift ontbreekt, doe je waarschijnlijk dingen die anderen voor je in gedachten hadden. Je kunt dan best succesvol zijn voor de buitenwereld, maar onder dat uiterlijke succes zit een gevoel van innerlijke leegte. Er is lef en moed voor nodig, om dit in te zien en te veranderen. In dit artikel staan genoeg suggesties om die stap te zetten en een aantal ferme besluiten te nemen. (zie ook het zevende gebod) Vierde gebod: use it or loose it. Dit principe vind je terug bij de laatste dienaar in het verhaal: degene die zijn talenten wegstopt, omdat hij bang is om zijn talenten te verliezen door een verkeerde beslissing te nemen. Hij krijgt een hard oordeel van zijn baas: ‘Jou gooi ik eruit. Jij mag niet op mijn feest komen!"
Pak hem dat talent maar af en geef het aan degene die er tien heeft. Want wie heeft zal nog meer krijgen, maar wie niets heeft, zal zelfs dat wat hij heeft nog worden ontnomen. Die laatste zin klinkt wreed en oneerlijk. Maar het is wel waar: talenten die je niet gebruikt verdorren en uiteindelijk hou je niets meer over, van wat eens een rijk bezit was. Je moet daarom de tijd nemen en jezelf de tijd gunnen, om je talenten te ontwikkelen. In het verhaal was de baas van de dienaar voor lange tijd weg. De dienaar had dus alle tijd om iets met zijn talenten te doen. Maar in plaats van actie te ondernemen ging hij mopperen. Hij was boos en ontevreden. Waarom had hij minder gekregen dan de ander? Dat is toch niet eerlijk?
© C. Harmsen / Mindsetter juni 2012
Het verhaal laat ook zien waarom hij minder heeft gekregen: hij is zijn talent niet waard. Het weinige talent dat hij wel heeft, verspilt hij met niets doen. Hij is als de voetballer die moppert dat hij bij FC Almere speelt, in plaats van bij Ajax. Dus waarom zou hij zijn best doen? Binnen de kortste keren zijn ze hem bij Almere waarschijnlijk ook helemaal zat en zit hij in het weekend thuis op de bank, klagend over hoe oneerlijk de wereld in elkaar zit. Dat is de maatschappelijke boodschap: wie zijn talent niet naar eigen kunnen gebruikt, zal zelfs wat hij heeft nog worden ontnomen. Deze boodschap is vandaag de dag hoogst relevant. Wie stil blijft staan, krijgt het moeilijk. Je moet juist doorgaan, je blijven ontwikkelen, vooruit willen gaan, want anders wordt alles wat je nog hebt, je straks afgenomen door andere mensen, in China of India, die wel bereid zijn om hun talenten volop te gebruiken. Vijfde gebod: neem de volle verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van je talenten. Dit gebod sluit aan bij het vorige. De luie dienaar, die het geld in de grond stopt, blijft zichzelf schoon praten. Hij blijft uitvluchten zoeken voor zijn gedrag en verwijt zijn baas dat deze hem uitbuit, door aan hem te verdienen. Nergens geeft hij blijk van verantwoordelijkheid nemen voor zijn gedrag. We hebben allemaal de neiging om de oorzaak voor kleine en grote problemen in ons leven buiten onszelf te zoeken. Dat is wel zo makkelijk. Het ligt dus nooit aan ons dat we er niet in slagen om onze talenten te realiseren, maar aan de economie, de politiek, de organisatie, de kansen op de arbeidsmarkt en zo kan ik nog tientallen oorzaken noemen. Zolang je echter op deze wijze blijft redeneren, zal er nooit iets veranderen en kom je in het gunstigste geval uit waar de omstandigheden je heen doen drijven. Er is maar één strategie die werkt: ik neem de volle verantwoordelijkheid. Hoe moeilijk dat soms ook mag zijn: ik neem de volle verantwoordelijkheid. Wanneer dingen niet gaan, zoals ze moeten gaan, ga ik niet lopen klagen of mopperen, maar doe ik wat ik binnen mijn mogelijkheden kan doen. Of zoals mijn oma vroeger altijd op z’n Gronings zei: ‘nait soezen’. Ik wil hier nog wel een kanttekening plaatsen. Het stimuleren van het ontwikkelen van je talent gebeurt op basis van een aantal vooronderstellingen: het individuele leven is van belang, de kwaliteit van het eigen leven telt en daar kan iemand zelf invloed op uitoefenen. Dit resulteert in de norm dat je verantwoordelijk bent voor jezelf. Deze norm roept vaak de nodige kritiek op, want het veronderstelt dat het leven tot op grote hoogte maakbaar is. Is dit wel haalbaar voor iedereen? Leidt het niet tot overspannen verwachtingen over wat een mens moet kunnen en willen? Ja en nee. Ja: we moeten uitkijken dat we niet doorslaan en mensen verantwoordelijk gaan stellen voor hun lot, terwijl allerlei omstandigheden hen verhinderen om een zinvol leven te leiden. Dat is onjuist en oneerlijk. Aan de andere kant luidt het antwoord ook ‘nee’: intelligentie is maakbaar en je persoonlijkheid is veranderbaar. Je kunt je verschuilen achter redenen en excuses waarom je talenten niet tot wasdom komen, maar je kunt ook een poging ondernemen om 'op een andere wijze' met jezelf om te gaan, die meer kans biedt op succes. In die zin ben jezelf medeverantwoordelijk voor de kwaliteit van je eigen bestaan. Zesde gebod: durf te kiezen voor je grootsheid. Het vereist durf om je talent groots in de wereld te zetten. We lopen vaak weg voor de dingen waar we echt goed in zijn en kiezen liever voor de dingen waar we middelmatig in zijn, zodat we bescheiden op de achtergrond kunnen blijven. De schrijfster Marianne Williamson brengt dit fraai onder woorden, door te stellen dat onze diepste angst niet is dat we ontoereikend zijn, maar dat we oneindig krachtig zijn. We zijn veel banger voor het etaleren van onze sterktes en onze talenten, dan voor het tonen onze zwaktes. We vragen ons af: wie ben ik, dat ik buitengewoon, talentvol en geweldig zou zijn? Stop daarmee! Ga de strijd aan met dit soort angsten. Verander je denkwijze. Je schiet er werkelijk niets mee op om jezelf kleiner te tonen dan mogelijk is. Het leven is bedoeld om jezelf te creëren en te laten zien wie je bent, niet om jezelf te verbergen. In het verhaal over de talenten, speelt de derde dienaar in dit licht een interessante rol. Ja, hij is lui, zoekt uitvluchten voor zijn gedrag en maakt zijn baas onredelijke verwijten. Daarom is zijn uitsluiting voor het feest terecht. Maar er is ook een andere kant aan het verhaal: de derde dienaar durfde wel een keuze te maken voor een houding die in de tijd waarin Jezus leefde volstrekt ondenkbaar was: hij deed niet wat hij geacht werd te doen, maar koos voor een bepaalde manier van menszijn die de zijne was. Hij is de romanticus, die handelt vanuit de gedachte dat elk individu zelf de invulling van zijn eigen leven bepaalt en dit vorm geeft op basis van zijn innerlijke stem.
© C. Harmsen / Mindsetter juni 2012
De eerste en tweede dienaar zijn opgevoed in het besef dat niet geluk het ware levensdoel is, maar de vervulling van de arbeidsplicht die hen is opgelegd. Zij doen wat ze moeten doen, omdat ze daar de talenten voor hebben en dit van hen verwacht wordt. Ze zijn succesvol in wat ze doen, maar we weten niet of ze ook vervuld zijn met wat ze doen. De derde dienaar is een rebel, die zich afzet tegen zijn baas en zich geroepen voelt om zijn leven op zijn manier te leven, en niet zoals als zijn baas dat voor hem in gedachten had. Je kunt hem bekritiseren om zijn luiheid en zijn laksheid, maar ook hij houdt ons een spiegel voor. Zevende gebod: maak moedig gebruik van je talent. De grote denker Seneca zei zo’n 2000 geleden: ‘Het is niet omdat de dingen moeilijk zijn dat we niet durven, het is omdat we niet durven dat de dingen moeilijk zijn.’ Seneca heeft helemaal gelijk: het is een gebrek aan moed en durf waardoor we moeilijkheden zien die er niet zijn. De vraag is dus waar je de moed vandaan haalt om de dingen te doen die je moet doen om je talent in de wereld te zetten. Die moed krijg je door het besluit te nemen jezelf serieus te nemen en jezelf te verwerkelijken. Dit vraagt om een specifieke levenshouding, waarin het besef aanwezig is dat je zelf een belangrijk aandeel hebt in de bepaling van de kwaliteit van je leven. Dit is een denkbeeld dat door veel grote filosofen wordt gedeeld. ‘Neem bezit van jezelf', schreef Seneca en hij verleek het leven van iemand die dit nalaat met het stuurloos ronddobberen van een schip op een ruwe zee. Ik roep min of meer hetzelfde: ‘neem bezit van je talenten', maak keuzes op grond van je persoonlijke waarden, stel doelen en maak plannen. De ervaring leert dat veel mensen tekortschieten in het verwezenlijken van hun talenten doordat ze lastige situaties uit de weg gaan en niet de moed kunnen opbrengen om de noodzakelijke risico’s te nemen. Misschien kunnen ze een voorbeeld nemen aan Loesje en de diepe levenswijsheid die ligt verborgen in deze zes woorden: leven is het meervoud van lef! 6
Achtste gebod: wees niet hoogmoedig met je talent. Je kent vast wel voorbeelden van mensen in je omgeving die vroeger overliepen van het talent, maar de grote verwachtingen nooit hebben waargemaakt. Boudewijn Groot schreef er een mooi liedje over: Wonderkind van vijftig, met daarin de fraaie tekstregel ‘Een wonderkind van vijftig, dat is een naar geval/ die zoveel had kunnen worden, maar die niks meer worden zal’. Het loopt in zijn liedje niet zo goed af met het voormalige wonderkind ... Hoe komt dat? Je kunt de pech hebben dat je omgeving je niet stimuleert, dat je niet de juiste mensen om je heen hebt en dat het geluk je in de steek laat. Dat kan helaas allemaal gebeuren. Maar je kunt de omgeving ook naar je hand zetten en het geluk voor een groot deel afdwingen. Hoe? Door heel hard te werken aan het uitbouwen van je talent. Louter bezinning op wat je wilt bereiken is verre van voldoende. Je moet hard aan de slag. Als je kijkt naar wat succesvolle mensen met elkaar gemeen hebben, kom je uit bij het getal 10.000. Dat staat voor het aantal uren werken, repeteren en ploeteren, dat deze mensen hebben gedaan. Er zijn talloze voorbeelden hiervan in de sportwereld, de muziekwereld en de zakenwereld. De meeste tennissers worden pas succesvol nadat ze jaren en jaren hebben geoefend. De Beatles braken pas door in Engeland nadat ze jaren achtereen ervaring opbouwden met optredens in kleine zalen en louche nachtclubs. Bill Gates leerde programmeren, door jarenlang en nachtenlang op de computer van de universiteit te experimenteren. Al deze mensen beschikten over enorm veel talent en wisten maar al te goed, dat er veel werk voor nodig is om dit talent te benutten. Ga dus niet op je lauweren rusten, maar neem een voorbeeld aan de mensen die bereid zijn om hun dromen in te vullen met hard werken. Negende gebod: ontdek de schoonheid van je talent. Er is een oud Japans volksverhaal over een jonge, begaafde fluitspeler die bij een meester in de leer gaat. De meester leert hem een simpele melodie te spelen. De jongeling krijgt de technische aspecten snel onder de knie. De meester blijft echter steeds zeggen dat hij iets mist in de uitvoering. De jongeling oefent en oefent, maar de meester blijft zeggen dat hij iets mist. Dit gaat net zolang door tot de jongeling gefrustreerd afhaakt en zich boos en verdrietig terugtrekt in een afgelegen dorp, waar hij jarenlang een schamel inkomen verdient met fluitles geven aan de dorpskinderen. Op een dag halen de dorpsbewoners hem over om deel te nemen aan een concert. Na enig aandringen stemt hij toe. Wanneer hij als laatste van de avond het podium betreedt, speelt hij de melodie die hij jaren terug keer op keer voor zijn meester speelde. Als hij is
6
Dohmen, J. Over Levenskunst. Amsterdam. 2002
© C. Harmsen / Mindsetter juni 2012
uitgespeeld, blijft het sereen stil in de zaal. Dan klinkt van achter uit de zaal ineens de stem van de meester: ‘Als een god.’ Het is een oud verhaal, dat in vele varianten is verteld. Het is de uitnodiging om met je creativiteit een geheel eigen invulling te geven aan je talent, die verder reikt dan het toepassen van de juiste techniek. Het is de meesterkok, die na jaren uitproberen zijn hemelse recept creëert, de schrijver die de mooiste zinnen op papier zet, de hovenier die je betovert met prachtige kleurschakeringen, de goede vriend of vriendin die je hart verwarmt met eerlijke, oprechte aandacht. Dat is de schoonheid van talent. 7
Tiende gebod: gebruik je talent om te doen waarvoor je bedoeld bent. Tot slot een persoonlijke overtuiging. Ik denk dat ieder mens de behoefte heeft om het beste uit zichzelf te halen en voor andere mensen van betekenis te zijn. Op welke wijze dit het best kan gebeuren verschilt uiteraard van persoon tot persoon. Maar de drang is voor iedereen herkenbaar: je ‘zelf’ in de wereld zetten, door gericht gebruik te maken van je talenten en na te denken wat je met je werk voor anderen wilt betekenen. Daar gaat het om. Mijn pleidooi is geen absolute garantie voor succes, want die is er niet. Het leven kent tenslotte vele verrassingen en wendingen, die je zeker niet allemaal van te voren kunt plannen en dat moet je eigenlijk ook niet willen. Wat je wel kunt doen is ondubbelzinnig kiezen voor het talent dat je is gegeven en dat talent gebruiken om voor jezelf en voor anderen, een mooi en rijk leven te realiseren. Tot zover de tien geboden van talent, die zijn bedoeld om te kiezen hoe en waartoe de eigen talenten worden ingezet. Nu komt het aan op de vraag wat je met deze woorden gaat doen. Want denken zonder doen is leeg en doen zonder denken is blind. Daarom hoop ik oprecht dat dit artikel, gebaseerd op een lekenpreek, jou de inspiratie geeft om te doen waarvoor je bent bedoeld.
7
Nachmanovitch, S., Free Play. New York, 1990.
© C. Harmsen / Mindsetter juni 2012