Onderzoeksresultaten Prima Pleegzorg We gaan in op de conclusies van het onderzoek en de verdere ontwikkeling van Prima Pleegzorg: de resultaten in perspectief. We vatten de belangrijkste resultaten samen en presenteren de conclusies. Vervolgens gaan we wat dieper in op enkele punten die de conceptagenda vormen voor de verdere ontwikkeling van Prima Pleegzorg . Tot slot volgen er nog enkele kanttekeningen bij het huidige onderzoek. Samenvatting en conclusies Onder de naam ‘Prima Pleegzorg’ is in 2009 een vernieuwingstraject gestart binnen de Limburgse pleegzorg. De innovatie vindt plaats vanuit Rubicon jeugdzorg, XONAR, William Schrikker Pleegzorg en Bureau Jeugdzorg. Prima Pleegzorg is een visie op pleegzorg die verder is ontwikkeld aan de hand van acht ontwikkellijnen: 1. Vraaggerichte pleegzorg 2. Respectvol samenwerken 3. Sociale NetwerkStrategieën 4. Netwerkpleegzorg 5. Ouders en jeugdigen in de pleegzorg 6. Kleurrijke pleegzorg 7. Pleegzorg Limburg: één gezicht 8. Leren en ontwikkelen in de pleegzorg Sinds 2012 is Prima Pleegzorg in het systeem van de jeugdzorg‐ en pleegzorg in Limburg verankerd. In de periode juli 2011 tot september 2012 heeft Praktikon, op verzoek van Service.jz, een systeemevaluatie uitgevoerd naar de verwachte en feitelijke werking van Prima Pleegzorg. In het huidige rapport wordt verslag gedaan van de resultaten van dit onderzoek. Aan de hand van focusgroep-bijeenkomsten waaraan professionals van de betrokken instellingen hebben deelgenomen is vastgesteld wat de aanleiding was van Prima Pleegzorg, wat de beoogde inhoud is (effecten en doelstellingen) en welke randvoorwaarden nodig zijn om de beoogde inhoud te realiseren. Op deze manier is zicht verkregen over de verwachte werking van Prima Pleegzorg: Prima Pleegzorg in theorie. Vervolgens is aan de hand van casusonderzoek bij begeleiders pleegzorg en enquêtes bij ouders en pleegouders, nagegaan in welke mate de beoogde inhoud en benodigde randvoorwaarden worden bereikt. Op deze manier is een beeld verkregen van de feitelijke werking van Prima Pleegzorg: Prima Pleegzorg in praktijk. Prima Pleegzorg in theorie Uit de resultaten blijkt dat de belangrijkste redenen voor de start van Prima Pleegzorg waren dat er te weinig samenwerking bestond tussen ouders/netwerk en pleegzorg, dat de rol van het sociale netwerk te weinig werd benut en dat er te weinig werd gedacht vanuit de competenties van ouders en pleegouders. Het centrale doel van Prima Pleegzorg is (bijdragen aan) een doorgaande ontwikkeling van het kind (op zowel sociaal-emotioneel als cognitief gebied) in een stabiel en veilig netwerk binnen de context van het gezin en pleeggezin. De regie over de manier waarop het beoogde doel wordt nagestreefd is (zoveel mogelijk) in handen van kind, ouders en netwerk. De ontwikkellijnen ‘Sociale Netwerkstrategieën’ en ‘Vraaggerichte pleegzorg’ gaan daarbij hand in hand, als het kan 1 Onderzoeksresultaten Prima Pleegzorg Limburg
binnen een netwerkplaatsing (‘Netwerkpleegzorg’). De genoemde ontwikkellijnen vormen de kern van Prima Pleegzorg. De twee ontwikkellijnen ‘Ouders en jeugdigen in de pleegzorg’, ‘Leren en ontwikkelen in de pleegzorg’ spelen eveneens een belangrijke rol. De overige vier ontwikkellijnen liggen daar iets verder vanaf ‘Afstemming in de pleegzorg’, ‘Respectvol samenwerken’, ‘Kleurrijke pleegzorg’, ‘Pleegzorg Limburg, één gezicht’. In het onderzoek zijn twaalf beoogde doelstellingen van Prima Pleegzorg naar voren gekomen. De belangrijkste drie zijn: actieteams van ouders en netwerk werken met een zelf opgezet actieplan; er wordt gedacht vanuit de mogelijkheden en competenties van ouders; en er worden meer netwerkplaatsingen gerealiseerd. Naast de twaalf beoogde doelstellingen is in het onderzoek nagegaan welke randvoorwaarden op verschillende niveaus (cliëntsysteem, hulpverlener, team en organisatie) belangrijk zijn. Enkele voorbeelden zijn: de jeugdige wordt geplaatst in het systeem dat volgens het cliëntsysteem de hoogste slagingskans heeft; de focus van de hulpverlener ligt op een doorgaande ontwikkeling van het kind; binnen het team is er sprake van wederzijdse ondersteuning, feedback en intervisie in het werken volgens Prima pleegzorg; en de samenwerking tussen professionals en instanties verloopt positief. Verder zijn we met het onderzoek gekomen tot een specifieke beschrijving van de wenselijk organisatie van Prima Pleegzorg voor wat betreft structuur, werving en selectie, en matching (zie voor een beschrijving paragraaf 2.5). Prima Pleegzorg in praktijk Gegevens afkomstig uit het casusonderzoek en de enquêtes zijn allen herberekend tot rapportcijfers om aan te kunnen geven in welke mate de bedoelingen van Prima Pleegzorg overeenkomen met de praktijk. Het centrale doel van Prima Pleegzorg: een doorgaande ontwikkeling in een stabiel en veilig netwerk wordt ruim voldoende bereikt. De twaalf beoogde doelstellingen worden gezamenlijk voldoende bereikt, waarbij de doelen ‘competentievergroting ouders en pleegouders’ en ‘behoud van familiaal en sociaal netwerk relatief het beste worden bereikt (ruim voldoende). De doelstellingen met betrekking tot familienetwerkberaden en actieteams worden het minst goed bereikt (ruim onvoldoende). De randvoorwaarden die binnen Prima Pleegzorg van belang worden geacht, worden in het geheel genomen in de praktijk ook voldoende gerealiseerd. De realisatie van de randvoorwaarden op het gebied van de hulpverlener worden in vergelijking tot die op de andere niveaus relatief het best gerealiseerd (ruim voldoende). De randvoorwaarden op het gebied van het cliëntsysteem het slechts (bijna voldoende) en die op het gebied van team en organisatie daartussen in (voldoende gerealiseerd). De randvoorwaarden die het best zijn gerealiseerd bevinden zich op het niveau van de hulpverlener: de focus van de hulpverlener ligt op de doorgaande ontwikkeling van het kind, en op het niveau van het cliëntsysteem: het cliëntsysteem accepteert en heeft vertrouwen in de hulpverlening. De randvoorwaarden die het minst goed zijn gerealiseerd bevinden zich op het niveau van het cliëntsysteem: het cliëntsysteem vormt het actieteam en is verantwoordelijk voor de uitvoer van het actieplan (zeer slecht), en het cliëntsysteem ontvangt voldoende informatie om een actieplan te maken (onvoldoende). Uit nadere analyses op het casusonderzoek, blijkt vervolgens dat het beoogde mechanisme van Prima Pleegzorg ook in praktijk zo werkt. Naarmate een hulpverlener meer empowerment bevorderend gedrag laat zien , blijkt het cliëntsysteem meer empowered te zijn, wat een positieve invloed heeft op de doorgaande ontwikkeling van het kind.
2 Onderzoeksresultaten Prima Pleegzorg Limburg
Conclusies Prima Pleegzorg in theorie Het centrale doel van Prima Pleegzorg is (bijdragen aan) een doorgaande ontwikkeling van het kind (op zowel sociaal-emotioneel als cognitief gebied) in een stabiel en veilig netwerk binnen de context van het gezin en pleeggezin. De regie over de manier waarop het beoogde doel wordt nagestreefd is (zoveel mogelijk) in handen van kind, ouders en netwerk, pleegouder(s), families en sociale netwerken. Door oplossingsgericht werken wordt geprobeerd de krachten binnen het sociale en familiale netwerk van het gezin en pleeggezin te versterken zodat ze deze regie (kunnen) nemen en houden. Deze verwachte werking is met name gebaseerd op een systeemgerichte en contextuele benadering. Conclusie 1 De resultaten van de systeemanalyse indiceren dat het beoogde mechanisme van Prima Pleegzorg in de praktijk ook zo werkt: naarmate een gezin meer empowered is, wordt het centrale doel van Prima Pleegzorg (een doorgaande ontwikkeling van het kind in een stabiel en veilig netwerk binnen de context van het gezin en pleeggezin) ook beter bereikt. De begeleider pleegzorg heeft hierop geen directe invloed, maar kan evenwel indirect bijdragen aan het centrale doel van Prima Pleegzorg: naarmate hij/zij meer empowermentbevorderend gedrag laat zien, worden de krachten van het cliëntsysteem ook daadwerkelijk meer versterkt (waarmee een doorgaande ontwikkeling van het kind in een stabiel en veilig netwerk als centraal doel ook beter wordt bereikt). Kanttekening Bij netwerkplaatsingen is het centrale doel, een doorgaande ontwikkeling in een stabiel en veilig netwerk, minder goed bereikbaar dan bij bestandplaatsingen. Niet omdat het cliëntsysteem minder empowered is, maar om andere redenen die we niet empirisch hebben vastgesteld. Als we kijken naar het beeld dat door Van den Bergh (2012) en Van den Bergh & Weterings (2010) wordt geschetst van onderzoek elders naar eventuele verschillen tussen plaatsingen in netwerkgezinnen en bestandsgezinnen dan is dat gevarieerd. Als we kijken naar de aanleiding van een uithuisplaatsing komt uit dossieronderzoek van Van den Bergh & Weterings (2010c) naar voren dat de opvoedingssituatie voorafgaande de plaatsing bij kinderen in een bestandgezin in termen van mishandeling, geweld en verslavingsproblemen van ouders, vaker ongunstiger is dan bij kinderen die in een netwerkgezin zijn komen te wonen. Ook hebben meer kinderen binnen bestandplaatsingen ernstige gedragsproblemen (Vanschoonlandt, Vanderfaeillie, Van Holen, De Mayer & Andries, 2012). Sommige studies laten zien dat kinderen baat hebben bij plaatsing in een netwerkgezin: ze worden minder vaak overgeplaatst naar een ander pleeggezin, presteren beter op school, hebben minder problemen en vaker contact met hun ouders dan kinderen in een netwerkgezin (Holtan, Rønning, Handegård & Sourander, 2005; Strijker, Zandberg & Van der Meulen, 2003). Andere onderzoeken vinden geen verschil voor een positievere invloed van netwerkplaatsingen in vergelijking tot bestandplaatsingen (Oosterman, Scheungel, Slot, Bullens, & Dorelijers, 2007), of laten weliswaar zien dat kinderen die in een netwerkgezin worden geplaatst een minder problematische achtergrond hebben en minder grote ontwikkelingsachterstand te hebben, maar dat netwerkgezinnen in vergelijking tot bestandsgezinnen tijdens de plaatsing mogelijk minder bijdragen aan een verbetering van de eventuele problematiek (Dalm, 2009). Deze laatste bevinding is in lijn met het verschil dat ook in ons onderzoek naar Prima Pleegzorg naar voren komt. Mogelijke redenen waarom het bij netwerkplaatsingen minder goed kan gaan dan bij bestandplaatsingen zijn bijvoorbeeld de onzekerheid of het kind in het gezin kan blijven en de hogere frequentie van de oudercontacten in netwerkgezinnen die de situatie niet alleen kan verbeteren, maar er mogelijk in bepaalde omstandigheden ook voor kan zorgen dat problemen worden veroorzaakt of verergerd (zie bijvoorbeeld Strijker, Zandberg, & Van der Meulen, 2003; Strijker & Knorth, 2007; Oosterman et al., 2007). Ook kan het zijn dat bestandpleegouders mogelijk meer vooruitgang boeken omdat ze vanwege de grotere problematiek meer 3 Onderzoeksresultaten Prima Pleegzorg Limburg
ondersteuningsbehoeften hebben (Loeffen & Portengen, 1998; Van Holen, 2005) en die dan ook krijgen. Voorts is het mogelijk dat bij netwerkgezinnen wellicht minder wordt ingezet op ondersteuning en empowerment omdat men denkt dat daar bij een netwerkplaatsing minder noodzaak toe is. Dat een doorgaande ontwikkeling van het kind in een stabiel en veilig netwerk binnen een netwerkplaatsing minder goed bereikbaar is dan bij bestandsplaatsingen betekent dat (1) netwerkgezinnen meer empowered moeten zijn om het centrale doel van Prima Pleegzorg ‘even goed’ te behalen als bestandsgezinnen. Dit betekent ook dat (2) begeleiders pleegzorg meer empowermentbevorderend gedrag moeten laten zien bij netwerkplaatsingen dan bij bestandsgezinnen (onder gelijke condities). De vragen hierbij zijn niet alleen in hoeverre een grotere empowerment van het cliëntsysteem en meer empowermentbevorderend gedrag van de begeleider pleegzorg bij netwerkplaatsingen mogelijk (en wenselijk) zijn, maar op welk moment we vinden dat het centrale doel, een doorgaande ontwikkeling en stabiel en veilig netwerk, voldoende is bereikt (‘goed is goed genoeg’). Prima Pleegzorg in praktijk De conclusie dat het beoogde mechanisme van Prima Pleegzorg in de praktijk werkt zoals verwacht, betekent nog niet dat op dit moment in de praktijk van Prima Pleegzorg geheel conform het mechanisme wordt gewerkt. Sterker nog, dat we op grond van empirische gegevens hebben kunnen vaststellen dat het centrale doel van Prima Pleegzorg beter wordt bereikt naarmate een cliëntsysteem meer empowered is, en (indirect) naarmate een begeleider pleegzorg meer empowermentbevorderend gedrag laat zien, betekent logischerwijs dat er tussen de pleegzorgplaatsingen van Prima Pleegzorg variatie bestaat in het professioneel handelen volgens Prima Pleegzorg, in de mate waarin cliëntsystemen zijn empowered en in de mate waarin het centrale doel wordt bereikt. Prima Pleegzorg wordt derhalve nog niet overal precies zo uitgevoerd als bedoeld. Deze variatie in de praktijk wordt ook duidelijk als we kijken naar de rapportcijfers die aangeven in welke mate de beoogde inhoud (centrale doel en doelstellingen) en noodzakelijke context (randvoorwaarden) is gerealiseerd. Conclusie 2 Een doorgaande ontwikkeling van het kind in een stabiel en veilig netwerk binnen de context van het gezin en pleeggezin is als centraal doel van Prima Pleegzorg goed gerealiseerd (rapportcijfer 7,3). Rondom het pleeggezin is sprake van een stabieler en veiliger netwerk (8,6) dan rondom het gezin (6,0). Doelstellingen 2 en 4, er wordt gedacht vanuit de mogelijkheden en competenties van ouders en pleegouders, en het familiaal en sociaal kapitaal is behouden gebleven, scoren met een cijfer van 7,4 relatief het hoogst. Conclusie 3 De inhoudelijke doelstellingen van Prima Pleegzorg zijn gezamenlijk voldoende gerealiseerd (rapportcijfer 5,9). Binnen Prima Pleegzorg lukt het ruim voldoende om te denken vanuit de mogelijkheden en competenties van ouders en pleegouders, en het familiaal en sociaal kapitaal te behouden (beide rapportcijfer 7,4). Slecht lukt het vooralsnog om in alle casussen familienetwerkberaden te gebruiken (2,0), en om actieteams volgens de principes van Prima Pleegzorg, te formeren waarin ouders en netwerk werken vanuit een zelfopgezet actieplan (3,5). Bijna voldoende lukt het om ouders actief in de opvoeding te laten participeren en ouders en netwerk regie te laten hebben (5,1 en 5,2). De realisatie van de andere inhoudelijke doelstellingen, zoals contact tussen pleegkind en ouders/netwerk en de mate waarin loyaliteitsproblemen verminderd zijn, ligt rond de ruim voldoende (rapportcijfers tussen 6,7 en 7,1).
4 Onderzoeksresultaten Prima Pleegzorg Limburg
Conclusie 4 De randvoorwaarden van Prima Pleegzorg zijn gezamenlijk voldoende gerealiseerd (rapportcijfer 6,1). Als we kijken naar het niveau waarop de gestelde randvoorwaarden zich bevinden is er evenwel een verschil in realisatie. De randvoorwaarden op hulpverlenerniveau zijn relatief het best gerealiseerd (ruim voldoende, cijfer 7,3), die op het niveau van het cliëntsysteem het minst goed (bijna voldoende, cijfer 4,9). De realisatie van de randvoorwaarden op de twee andere niveaus ligt daartussen in en is voldoende (teamniveau, cijfer 6,2 en organisatieniveau, cijfer 6,0). Nadere toelichting Van alle randvoorwaarden gaat het zeer slecht met de vorming van actieteams en de verantwoordelijkheid van ouders en netwerk voor de uitvoer van het actieplan (cijfer 1,6). Nog lang niet in alle casussen is er sprake van een actieteam volgens de uitgewerkte principes van Prima Pleegzorg. Bijna voldoende is het als het gaat om de steun die het cliëntsysteem ervaart vanuit het netwerk in het nemen van beslissingen in het belang van het kind (cijfer 5,0), de effectmetingen en tevredenheidmetingen (cijfer 4,8), de mate waarin het team de jeugdige laat merken dat het actieplan door iedereen wordt gedragen (cijfer 5,5) en de integrale en intersectorale aanpak van de organisatie volgens de uitgangspunten van Prima Pleegzorg (cijfer 5,9). Zeer goed gaat het met de mate waarin de hulpverlener aansluit bij de waarden, normen en gebruiken van het cliëntsysteem (rapportcijfer 8,9) en de focus van de hulpverlener op de doorgaande ontwikkeling van het kind (cijfer 8,4) (beide op het hulpverlenerniveau) en het vertrouwen van het cliëntsysteem in de professionele hulpverlening (niveau van het cliëntsysteem, cijfer 8,0). Verdere ontwikkeling De resultaten van Prima Pleegzorg in theorie en praktijk zijn besproken met de begeleiders pleegzorg, gedragswetenschappers, managers van Rubicon Jeugzorg, XONAR en BJZ en met de leden van het onderzoeksteam. Tijdens deze besprekingen zijn opvallende resultaten in perspectief geplaatst en is een conceptagenda opgesteld voor de verdere ontwikkeling van Prima Pleegzorg, waarbij het in ieder geval raadzaam is specifieke aandacht te schenken aan: 1. Vergroting van empowermentbevorderend gedrag door hulpverleners 2. Regie ook bij ouders van kinderen die al lang in een pleeggezin verblijven 3. Stevigere inzet op sociale netwerkstrategieën en familienetwerkberaden als instrumenten om de regie bij ouders te laten. 4. Toepassing van Prima Pleegzorg ook bij crisispleegzorgplaatsingen 5. Samenwerking tussen ouders en pleegouders 6. Verbetering van professionele samenwerking: start samen op casusniveau en een vorm van besprekingen voor gezamenlijke casusreflectie Vergroting empowerment bevorderend gedrag door hulpverleners Uit de resultaten komt naar voren dat er bij de pleegkinderen in voldoende mate sprake is van een doorgaande ontwikkeling. Het betreft de sociale, cognitieve en emotionele ontwikkeling en het algehele welzijn van het kind. Dat er zeker niet bij alle kinderen een doorgaande ontwikkeling wordt waargenomen is herkenbaar. Volgens de leden van het onderzoeksteam heeft dit ook te maken met de pleegzorgplaatsing 'an sich'. De plaatsing van een kind in een pleeggezin is toch een stresserende gebeurtenis voor een kind (zie ook De Baat & Bartelink, 2012). Voorts bleek uit de onderzoeksresultaten dat de ontwikkeling van kinderen binnen de context van de pleegzorgplaatsing positiever is naarmate een cliëntsysteem meer empowered is. We hebben niet alleen gezien dat begeleiders pleegzorg hierop een positieve invloed kunnen uitoefenen door meer empowermend bevorderend gedrag te vertonen, maar ook dat begeleiders pleegzorg verschillen in de mate waarin ze dat daadwerkelijk doen. Het gericht in kaart brengen en activeren van krachten bij ouders en pleegouders is voor begeleiders pleegzorg een omslag in het denken over de begeleiding die ze bieden. Deze andere denkwijze is door Prima Pleegzorg bij veel begeleiders pleegzorg al 5 Onderzoeksresultaten Prima Pleegzorg Limburg
in gang gezet, maar nog niet door iedereen even goed geïnternaliseerd. Ook komt deze andere denkwijze nog niet altijd tot uiting in daadwerkelijk gedrag, zo wordt ook door het onderzoeksteam geconstateerd. Daarbij werd tegelijkertijd opgemerkt dat dit ook deels te verklaren is doordat een aantal begeleiders pleegzorg pas het afgelopen voorjaar is getraind in Prima Pleegzorg; zij zijn nog niet 'zo ver' als de medewerkers die in de beginfase getraind zijn. De huidige resultaten geven aan dat de ingeslagen weg van het activeren van krachten van ouders en pleegouders tot de gewenste resultaten leidt. Voor een verdere ontwikkeling en borging van Prima Pleegzorg is het verder vergroten van de competenties voor empowerment bevorderend gedrag van hulpverleners, ook in netwerkgezinnen en casussen waarin dit veel vraagt van de begeleider pleegzorg, dan ook één van de belangrijkste aandachtspunten. In intervisie, casuïstiek en werkbegeleiding, zouden methoden en technieken om ouders en pleegouders te activeren, een prominenter rol kunnen krijgen. Regie bij ouders ook bij langdurende plaatsingen Eén van de kernpunten van Prima Pleegzorg is dat de regie over het hulpverleningsproces zoveel mogelijk bij ouders en het sociale netwerk van ouders ligt. Dat blijkt nog niet altijd op het gewenste niveau te zijn. Met name pleegouders scoren zeer slecht als het gaat om de mate waarin ouders volgens hen de regie hebben (of zouden moeten hebben) over de hulpverlening. Dit is mogelijk te verklaren doordat voor het huidige onderzoek alle pleegouders zijn benaderd voor het invullen van een enquête over Prima Pleegzorg, of doordat pleegouders een ander beeld hebben van, of invulling geven aan de regie van ouders. Tijdens de verschillende bijeenkomsten met professionals is regelmatig aan de orde gekomen dat Prima Pleegzorg vooral expliciet wordt toegepast bij nieuw startende pleeggezinnen en nieuw startende plaatsingen. Bij pleeggezinnen waar kinderen al langer verblijven, waar het goed gaat en er relatief weinig bemoeienis is van de begeleider pleegzorg, worden de uitgangspunten van Prima Pleegzorg veelal niet of minder expliciet toegepast (zoals regie bij ouders, het inzetten van een familienetwerkberaad). Dat betekent dat er een groep pleegouders is die nog niet met de uitgangspunten van Prima Pleegzorg te maken heeft gehad. Het is mogelijk dat deze groep in de enquête oververtegenwoordigd was, waardoor het resultaat ten aanzien van de regie bij ouders, zo laag was. Het is niet duidelijk hoe groot de groep pleegouders is, die nog niet te maken heeft gehad met de uitgangspunten van Prima Pleegzorg. De onderzoeksresultaten impliceren evenwel dat er nog werk te verzetten is als het gaat om het informeren en meenemen van pleegouders in het proces van Prima Pleegzorg. De resultaten van pleegouders over de mate waarin ouders de regie hebben over de hulpverlening, staan in sterk contrast met de mate waarin ouders zelf aangeven de regie over de hulpverlening te hebben. Ouders geven in ruime meerderheid aan dat zij naar hun gevoel wel de regie over de hulpverlening hebben. Deze ouders hebben allemaal met pleegzorg te maken gekregen na de invoering van Prima Pleegzorg. Dit zou erop kunnen wijzen dat in nieuwe pleegzorgplaatsingen, waarin Prima Pleegzorg wordt toegepast, ouders meer dan voorheen ervaren dat zij de regie over de hulpverlening in handen hebben. Bij ervaren pleeggezinnen, waar kinderen al langere tijd verblijven, wordt nu veelal gesteld dat het niet in het belang van het kind is om 'de boel overhoop te gooien' vanuit de uitgangspunten van Prima Pleegzorg en van daaruit nu, de regie meer bij ouders te gaan leggen. Toch zou het voor de verdere ontwikkeling van Prima Pleegzorg goed kunnen zijn om na te gaan in hoeverre je dit principe alsnog bij de wat oudere plaatsingen kunt toepassen. Dit vergt waarschijnlijk een andere aanpak dan bij nieuwe plaatsingen omdat zowel ouders als pleegouders al een bepaalde verhouding hebben tot elkaar, die wellicht bijgesteld moet worden. In het onderzoeksteam werd al aangegeven dat bij oudere plaatsingen Prima Pleegzorg goed toegepast kan worden op het moment dat het moeizaam gaat in het pleeggezin of er zich nieuwe vragen voordoen. Daarnaast zijn er ook oudere plaatsingen waarbij “vanzelf” al werd en wordt gewerkt op een manier die past bij Prima Pleegzorg. In iedere casus moet er in de puberteit een plan komen richting de 18 jaar. Ook dit kan in lopende casussen een aanleiding zijn om de principes van Prima Pleegzorg toe te gaan passen en bijvoorbeeld alsnog een actieteam te gaan formeren. Daarnaast is het voor 6 Onderzoeksresultaten Prima Pleegzorg Limburg
de verdere ontwikkeling van Prima Pleegzorg ook goed om na te gaan of de doorgaande ontwikkeling in pleeggezinnen waar het relatief goed gaat, niet nog verder gestimuleerd kan worden door het inzetten van (elementen van) Prima Pleegzorg. Per casus zouden begeleiders pleegzorg inzichtelijk moeten maken, waarom méér expliciet invulling geven aan de uitgangspunten van Prima Pleegzorg in dit gezin en pleeggezin nu juist wel of geen toegevoegde waarde zou hebben. Stevigere inzet op Sociale NetwerkStrategieën en Familienetwerk Beraad Het werken vanuit Sociale netwerkstrategieën (SNS) is een belangrijk middel om ouders de regie in handen te geven. Door middel van een netwerkverkenning en analyse, gevolgd door een familienetwerkberaad (FNB), resulterend in een actieteam en actieplan, wordt samen met ouders en netwerk nagegaan wat er nodig is om de ontwikkeling van het kind zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Uit verschillende resultaten van Prima Pleegzorg in praktijk blijkt dat het uitvoeren van een FNB, het vormen van actieteams en het maken van actieplannen zeer slecht tot onvoldoende worden uitgevoerd. In de verschillende bijeenkomsten met professionals wordt enerzijds aangegeven dat er wel vaker dan uit het onderzoek naar voren komt, bijeenkomsten zijn met ouders en netwerk, die echter niet volledig aan de criteria van een FNB voldoen. Tegelijkertijd wordt ook herkend dat er nog niet altijd met een FNB, een actieteam en een actieplan wordt gewerkt. Hoe ernstig is dat? Enerzijds wordt door het onderzoeksteam aangegeven dat het uitvoeren van een FNB niet een doel op zich moet worden. Anderzijds wordt gesteld dat een FNB één van de belangrijkste middelen is om de regie bij ouders te kunnen leggen. En pas als je de spelregels van een FNB goed in de vingers hebt, ontstaat er ruimte om naar eigen inzicht variaties aan te brengen in de uitvoer van een FNB. Verder is opvallend dat, ondanks dat er nog niet altijd met een FNB, actieplannen en actieteams wordt gewerkt, ouders en begeleiders pleegzorg beiden aangeven dat ouders in ruim voldoende mate de regie hebben. Lukt het begeleiders pleegzorg dan toch om zonder een FNB de regie bij ouders te laten en waaruit bestaat die regie dan precies? Nader onderzoek zou moeten uitwijzen waarom er in bepaalde gezinnen wel of niet gekozen is voor een FNB in strikte zin en hoe het kan dat desondanks de regie toch in handen van de ouders ligt. Zoals eerder besproken ligt, volgens pleegouders, de regie van de hulpverlening niet tot nauwelijks bij ouders. Dat wordt mogelijk verklaard door een oververtegenwoordiging in de enquête van pleegouders die nog niet met Prima Pleegzorg te maken hebben gehad. Wellicht wordt het deels ook verklaard doordat de positie van pleegouders binnen de driehoek, ouders, hulpverleners, pleegouders, niet in alle gevallen duidelijk is. Een FNB, met daaruit volgend een actieplan en een actieteam, waar pleegouders ook deel van uitmaken, kan dan een rol spelen in een duidelijkere positionering van pleegouders. Waardoor ook voor pleegouders de regierol van ouders zichtbaarder wordt. Naast de belangrijke rol die SNS spelen bij de regierol voor ouders en de positie van pleegouders, zijn ze ook van belang bij het creëren van een stabiel en veilig netwerk rondom het kind, waarop hij ook na zijn 18e jaar kan terugvallen. Uit het onderzoek blijkt dat volgens de inschatting van begeleiders pleegzorg, bij ouders minder vaak dan bij pleegouders sprake is van een stabiel en veilig netwerk. In het onderzoeksteam werd opgemerkt dat door het werken met SNS begeleiders pleegzorg zich veel bewuster zijn geworden van het belang van het sociale netwerk van zowel ouders als pleegouders. De verwachting vanuit het onderzoeksteam is dan ook dat het nog meer inzetten van SNS en FNB op termijn zal leiden tot meer stabiele en veilige netwerken bij ouders. Het werken met SNS en daaruit volgend een FNB, een actieplan en een actieteam zijn daarmee de noodzakelijke middelen om de regie bij ouders te leggen, om pleegouders een duidelijke positie te geven en om het sociale netwerk van ouders en pleegouders te versterken. In dat licht bezien is het voor de verdere ontwikkeling van Prima Pleegzorg uitermate belangrijk dat gestuurd blijft worden op het inzetten van FNB, actieplannen en actieteams. Pas als iedereen er mee werkt, is er ruimte om naar eigen inzicht variaties daarin aan te brengen. Een manier om dat in de praktijk verder vorm te geven, is het gebruik 7 Onderzoeksresultaten Prima Pleegzorg Limburg
maken van de kennis en ervaring die er inmiddels in de teams die zich bezighouden met voorbereiding en selectie van pleeggezinnen, is opgedaan. Deze teams zijn in de organisaties als eerste aan de slag gegaan met Prima Pleegzorg en lopen nu voorop in het gebruik van het sociale netwerk van het gezin bij de voorbereiding en selectie van een nieuwe plaatsing. In de resultaatbespreking met het onderzoeksteam is de mogelijkheid geopperd om de medewerkers van voorbereiding en selectie in de startfase samen te laten werken met de pleegzorgbegeleiders. Bij Bureau Jeugdzorg is een dergelijke werkwijze succesvol toegepast bij de implementatie van de Delta methode. Toepasbaarheid Prima Pleegzorg bij crisisplaatsingen Tijdens de bijeenkomsten met professionals is ook de toepassing van Prima Pleegzorg in crisissituaties een aantal keer aan de orde geweest. Binnen het huidige onderzoek zijn crisisplaatsingen niet specifiek onderzocht. We weten dan ook niet goed hoe Prima Pleegzorg wordt toegepast binnen de crisissituaties. Het lijkt erop dat Prima Pleegzorg in crisissituaties nog niet voldoende wordt toegepast en dat er behoefte is aan meer aandacht hiervoor. Volgens de uitgangspunten van Prima Pleegzorg is het mogelijk om ook in een crisissituatie volgens de principes van Prima Pleegzorg en dan met name volgens de Sociale netwerkstrategieën te werken. Bij een crisis moet het belang van het kind leidend zijn. Ook dan lukt het om mensen uit het netwerk van het gezin rond de tafel te krijgen die in het belang van het kind kunnen denken. Bij de teams Spoed Eisende Hulp van Bureau Jeugdzorg en de teams Acute Zorg binnen de pleegzorgaanbieders is er veel aandacht voor het in korte tijd in kaart brengen van het netwerk en wat daar binnen nog mogelijk is. Deze ervaringen binnen de crisisteams zouden uitgebreid kunnen worden vanuit de uitgangspunten van Prima Pleegzorg en meer moeten worden benut en belicht in de interne afstemming met de pleegzorgteams. Binnen het onderzoeksteam werd aangegeven dat casusreflectie een goed middel zou kunnen zijn om na te gaan hoe Sociale netwerkstrategieën ook in crisissituaties goed kunnen worden ingezet. Pleegzorgbegeleiders, gezinsvoogden, voogdijwerkers en gedragswetenschappers zouden aan de hand van een concrete casus kunnen terugkijken wat er op welk moment is gebeurd, wie er bij was betrokken en hoe besluitvorming tot stand is gekomen. Op die manier zouden verbeterpunten kunnen worden gevonden voor komende crisissituaties. Deze casusreflectie zou deel kunnen uitmaken van de coaching van gedragswetenschappers van zowel BJZ als de pleegzorgaanbieders die momenteel wordt georganiseerd. Samenwerking ouders en pleegouders Ouders maximaal verantwoordelijk maken en houden voor de hulpverlening rondom hun kind, betekent ook dat zij zo maximaal mogelijk betrokken blijven bij hun kind. Binnen de focusgroepbijeenkomsten werd dit ook vertaald naar het deel uit blijven maken van de opvoeding en/of het dagelijks leven van hun kind. Uit de resultaten van Prima Pleegzorg in praktijk blijkt dat ouders, volgens begeleiders pleegzorg, nog lang niet altijd een actieve rol hebben in het dagelijks leven van hun kind. Uitgangspunt van Prima Pleegzorg is dat er altijd gestreefd moet worden naar zo maximaal mogelijke betrokkenheid van ouders bij hun kinderen en dus ook contact tussen ouders en kinderen (uitgezonderd de enkele casus waarin dit écht niet mogelijk / niet in het belang van het kind is). Kinderen kunnen dan zowel met pleegouders als ouders een goede hechtingsband opbouwen. En als dat bij ouders niet vanzelf gaat, dan moeten zij daarbij ondersteund en empowered worden door de begeleider pleegzorg. Als ouders een actieve rol blijven spelen in het leven van hun kind, blijft de mogelijkheid open dat een kind ook op een later moment nog terugkeert naar huis. Deze actieve deelname van ouders aan de opvoeding en het leven van hun kind, vraagt ook wat van pleegouders. Voor sommige pleegouders geldt dat zij uit zichzelf altijd al volgens de uitgangspunten van Prima Pleegzorg werkten, waarbij zij actief de samenwerking met ouders zoeken en met hen besluiten nemen over het kind. Voor andere pleegouders is samenwerking met ouders wellicht minder vanzelfsprekend of minder mogelijk. Voor de verdere ontwikkeling van Prima Pleegzorg is het van belang om nog meer in te steken op samenwerking tussen ouders en pleegouders, ook in de al lopende plaatsingen. 8 Onderzoeksresultaten Prima Pleegzorg Limburg
Vanuit Prima Pleegzorg is de verwachting dat wanneer ouders en pleegouders goed samenwerken er bij het kind minder loyaliteitsproblemen, minder ontwikkelingsproblemen en dus een betere doorgaande ontwikkeling plaats zal vinden. Uit eerdere interviews met pleegkinderen, die in de aanloop van het voorliggende onderzoek bevraagd zijn (zie ook noot 4, paragraaf 1.2), kwam dit ook heel nadrukkelijk naar voren "als het goed gaat tussen hen, dan gaat het goed met mij". Vervolgonderzoek zal moeten uitwijzen of het inderdaad zo is dat een betere samenwerking tussen ouders en pleegouders een positieve bijdrage levert aan de ontwikkeling van het kind. Verbetering professionele samenwerking: start samen op casusniveau Uit de resultaten blijkt dat de samenwerking tussen professionals en instanties voldoende verloopt. Toch komt dit punt in alle besprekingen terug en wordt aangegeven dat dit nog verbeterd kan worden. Door het gezamenlijk volgen van trainingen voor Prima Pleegzorg en Sociale netwerkstrategieën, zijn BJZ en de verschillende pleegzorgaanbieders nader tot elkaar gekomen. Bij BJZ is het werken volgens de uitgangspunten van Prima Pleegzorg nog minder goed geïmplementeerd dan bij de pleegzorgaanbieders. Medewerkers van BJZ hebben vaak maar enkele cases pleegzorg en krijgen in hun dagelijkse werk minder vaak met Prima Pleegzorg te maken. Op momenten dat BJZ en de pleegzorgaanbieders elkaar ontmoeten, zijn ze het op de grote lijnen met elkaar eens. Maar in de uitwerking op casusniveau verschillen ze vaak van elkaar. Om die samenwerking te verbeteren zou het goed zijn wanneer er bij de start van een nieuwe casus afstemming is tussen de betreffende gezinsvoogd/voogdijwerker en de pleegzorgbegeleider, waarin zij als gedeeld uitgangspunt de visie van Prima Pleegzorg hanteren en afspraken maken over ieders rol en verantwoordelijkheid. Belangrijk is wel om daarbij in het oog te houden dat de regie over het hulpverleningsproces bij ouders blijft liggen. In het kader van de borging van Prima Pleegzorg binnen BJZ en de pleegzorgaanbieders ligt er een plan bij de provincie om gedragswetenschappers van BJZ en de pleegzorgaanbieders elkaar regelmatig te laten ontmoeten in het kader van breed afstemmingsoverleg. Dit is niet specifiek bedoeld voor Prima Pleegzorg, maar het is wel een manier om Prima Pleegzorg regelmatig op de agenda te laten verschijnen. Kanttekeningen onderzoek Doel van dit onderzoek was inzicht krijgen in de verwachte en feitelijke werking van Prima Pleegzorg. Er is voor gekozen dit door middel van een systeemevaluatie te doen. Enkele kanttekeningen bij deze systeemanalyse zijn van belang te noemen. Voor het meten van de mate waarin de inhoudelijke doelstellingen en randvoorwaarden zijn gerealiseerd is gebruik gemaakt van diverse vragenlijsten. Sommige doelstellingen en randvoorwaarden zijn aan de hand van verschillende indicatoren gemeten, enkele doelstellingen en randvoorwaarden zijn gemeten aan de hand van één enkele indicator. Het is mogelijk dat deze indicatoren onvoldoende de daadwerkelijke te meten concepten representeerden, dat zou de validiteit van de resultaten kunnen aantasten. De doorgaande ontwikkeling van de pleegkinderen is gemeten door pleegzorgwerkers een inschatting te laten maken ten aanzien van de sociale, cognitieve en emotionele ontwikkeling van het kind. Aan de hand van termen als goed, matig en slecht moesten zij aangeven hoe de situatie was van het kind bij plaatsing, nu en over een half jaar na nu. Omdat het om een inschatting van de begeleider pleegzorg gaat en er geen gebruik gemaakt is van een gestandaardiseerde gedragsvragenlijst als bijvoorbeeld de Child Behavior Checklist (CBCL; Achenbach & Rescorla, 2001), is het mogelijk dat de ontwikkeling van de kinderen onvoldoende betrouwbaar is gemeten. Ook is het mogelijk dat professionele wenselijkheid van de begeleiders pleegzorg een rol heeft gespeeld bij de inschatting van de situatie over een half jaar na nu. Echter ook bij gestandaardiseerde meetinstrumenten is een dergelijke sociale of professionele wenselijkheid niet geheel uit te sluiten. Voorts zijn er aanwijzingen dat de inschattingen van de begeleiders pleegzorg over de (verwachte) ontwikkeling van het kind wel redelijk conform de realiteit zijn. Door middel van een regressie-analyse is er een relevante samenhang gevonden tussen de mate van empowerend gedrag van hulpverleners en de ontwikkelingsuitkomsten van het 9 Onderzoeksresultaten Prima Pleegzorg Limburg
cliëntsysteem. Tezamen met de gegeven feedback vanuit de praktijk indiceert dit dan ook dat de gevonden resultaten een reëel beeld geven van de werkelijkheid. Voor de systeemevaluatie is gericht en veelvuldig gebruik gemaakt van de aanwezige kennis en ervaring van professionals vanuit verschillende organisatielagen. Zo is er gewerkt met focusgroepen waarin op gestructureerde wijze de aanleidingen en de verwachte werking van Prima Pleegzorg in kaart zijn gebracht en is bij het vaststellen van de feitelijke werking zoveel mogelijk gebruik gemaakt van verschillende perspectieven: begeleiders pleegzorg, pleegouders, ouders, gedragswetenschappers en managers. Het onderzoek is onder regie van de stakeholders binnen Prima Pleegzorg opgezet en uitgevoerd, en de tussentijdse bevindingen zijn steeds met de verschillende betrokkenen (BJZ, pleegzorgaanbieders, hulpverleners, gedragswetenschappers, managers) besproken en geduid. De analogie van deze onderzoeksstrategie met de strategie van Prima Pleegzorg mag duidelijk zijn: ook de onderzoekers zijn gericht geweest op het versterken van de krachten van professionals teneinde hen meer zicht en grip te geven op Prima Pleegzorg. Voor het volledige verslag of vragen hierover kan er contact worden opgenomen met XONAR en Rubicon Pleegzorg.
Colofon Praktikon BV is een zelfstandige en onafhankelijke organisatie voor onderzoek en ontwikkeling in de jeugdzorg en onderwijsgerelateerde zorg. Praktikon heeft samenwerkingsrelaties met Entréa, een organisatie voor jeugdzorg, onderwijs, onderzoek in Gelderland en de Radboud Universiteit Nijmegen. De directeur van Praktikon, prof. dr. J.W. Veerman, vervult vanwege Entréa de bijzondere leeropdracht Speciale Kinder- en Jeugdzorg aan de Radboud Universiteit. Het onderzoek naar Prima Pleegzorg is gesubsidieerd door de Provincie Limburg en uitgevoerd in opdracht van Service.jz. Auteurs Drs. Harm Damen en Dr. Coleta van Dam zijn als onderzoekers verbonden aan Praktikon. Drs. Marieke de Graaf is gedragswetenschapper pleegzorg bij Rubicon jeugdzorg en werd voor het project Prima Pleegzorg aangesteld als intern onderzoeker vanuit de zorgaanbieders voor Pleegzorg in Limburg.
10 Onderzoeksresultaten Prima Pleegzorg Limburg