ONDERZOEKSRAPPORT GINA CONRADI
Aanleiding/motivatie Laatst bedacht ik me dat 3D printen eigenlijk een nieuwe vorm van kunst is. Met 3D printen kan je nieuwe kunst maken, maar je zou ook hele kunstwerken na kunnen maken. Hier ben ik over na gaan denken en ik vroeg me af of er door de digitalisering nog meerdere vormen van “kunst” zijn ontstaan, en zijn er ook kunstvormen verdwenen? In mijn essay zal ik digitalisering uitleggen en hoe dit invloed heeft op kunst. Vervolgens zal ik zoeken naar kunstvormen die ontstaan zijn en onderzoeken of er kunstvormen zijn verdwenen. Hypothese Mijn verwachting van dit onderzoek is dat ik verschillende kunstvormen kan vinden die zijn ontstaan dankzij de digitalisering, denk bijvoorbeeld aan 3D printen. Ik denk niet dat er veel kunstvormen compleet zijn verdwenen, daarom ben ik benieuwd of ik dat kan achterhalen. Ik hoop dat ik zo interessante dingen kan ontdekken om te verwerken in mijn essay.
Doelstelling Mijn doel is om een leuke en vooral interessante essay te schrijven. Ik heb volgens mij nog nooit een essay geschreven, daarom is het al een hele uitdaging. Ik hoop verschillende kunstvormen te vinden die zijn verdwenen door de digitalisering, vooral omdat ik eigenlijk denk dat dat er weinig of geen zijn. Mijn doel is dus om die te vinden en ook te achterhalen hoe dit dan precies komt.
WAT HOUDT DIGITALISERING IN?
Wat houdt digitalisering in? Digitalisering betekent voornamelijk een andere vorm van informatieopslag en -distributie. Digitale informatie is flexibeler en minder aan specifieke opslag- en distributiemedia gebonden dan analoge informatie. Digitalisering maakt informatie beweeglijker. Het wordt bijvoorbeeld makkelijker om informatie te kopiëren. Daarnaast zijn er door digitalisering verschillende soorten van taal, nieuwe vormen van informatieoverdracht ontstaan die je ook wel multimedia kunt noemen. Ook de toegankelijkheid van elektronische informatie verandert. Interactiviteit betekent dat gebruikers de afloop van het informatieproces kunnen beïnvloeden. Daarnaast kan digitale informatie op een veel efficiëntere en snellere manier via heel veel elektronische netwerken worden verspreid. Dat biedt nieuwe mogelijkheden om informatie en cultuur voor mensen toegankelijk te maken. Ook biedt digitalisering burgers en consumenten de mogelijkheid om
op verschillende manieren elektronisch met elkaar te communiceren. Je kunt bijvoorbeeld een virtuele gemeenschap stichten en zogenaamde peer-topeer netwerken behoort ook tot de mogelijkheden. Internet is het belangrijkste product van digitalisering. Ook interactieve televisie ontvangen via gedigitaliseerde kabelnetwerken is een product van de digitale revolutie. Er is sprake van een verandering in het proces van communicatie tussen mensen onderling en tussen mensen en tal van instituties, met name in de cultuursector. De mogelijkheden om informatie en cultuur op grote schaal te verzenden en ontvangen zijn nog nooit zo groot geweest. Dat geldt ook voor de participatie in allerlei vormen van cultuur. 1
1 TNO- Rapport - Cultuursrecht, auteursrecht en digitalisering - 5 september 2003
WELKE VORMEN VAN KUNST BESTAAN ER AL?
Binnen de kunst zijn verschillende stijlperioden en ook veel verschillende schilderstijlen. Zie de Europese kunststromingen. Beeldende kunst • Schilderkunst en Tekenkunst Al de vroegste mens gebruikte kleuren om in rotswanden afbeeldingen te maken van de wereld om hem heen. In later tijden is de teken- en schilderkunst geëvolueerd tot een ontzettend brede kunstvorm, met uitingen in vele vormen. Van figuratief (“je ziet wat het is”) tot abstract (“je voelt en ervaart wat het zou kunnen zijn”). Uit de schilderkunst zijn andere kunstvormen ontstaan, waartoe bijvoorbeeld de mengvorm van tekening en tekst, de strip, behoort. Veel andere kunstvormen zijn terug te voeren op de schilderkunst: borduurwerk is bijvoorbeeld een vorm die in plaats van verf garen neemt. • Fotografie • Grafiek • Beeldhouwkunst
De beeldhouwkunst omvat een grote verscheidenheid aan kunstuitingen, van niet alleen praktische gebruiksvoorwerpen als potten en bekers tot installaties op stadspleinen en langs snelwegen, die soms zelfs kunnen bewegen. Tussen beeldhouwkunst en schilderkunst is een grote band te zien. Ook hier is sprake van figuratieve kunst en abstracte kunst. Een groot verschil is dat beeldhouwkunst ook in praktische voorwerpen terug te vinden is (hoewel ook schilderkunst afgebeeld wordt op koekblikken en dergelijke, en als muurschildering onderdeel van de architectuur kan uitmaken). • Moderne media Onder moderne media vallen kunstvormen als videokunst, audiovisuele installaties, digitale media. Ook wel multimedia of nieuwe media genoemd. Theater Door zijn lichaam en stem in te zetten in het uitbeelden van de wereld om hem
heen èn de wereld van de goden maakte de mens al een vroege vorm van theater. Tegelijkertijd ontstonden muziek en dans als kunstvormen, die vaak samengaan. Door de oude Grieken werd het theater tot volwassen kunstvorm gebracht, en nadat de Romeinen het van de Grieken overnamen, en later lieten doodbloeden, ontstonden in de vroege Middeleeuwen weer nieuwe vormen van theater. Eerst in de kerk, later voor de deur van de kerk, en nog later ver van de kerk vandaan. Tegenwoordig wordt theater vooral op speciaal daarvoor gemaakte locaties gebracht. Ook bij deze kunst wordt verschil gemaakt tussen realistisch en abstract theater. Muziek Net als theater vindt muziek zijn oorsprong in de riten van primitieve volken. Langzaam leerde de mens om van de materialen om zich heen instrumenten te maken, die elk een ander geluid voortbrachten. Van holle boomstam tot drumstel, van rietje
tot klarinet. Muziek heeft een enorme reikwijdte: de klassieke componisten die harmonisch componeerden, de trommels van de primitieve volkeren, de basdreun van moderne dance, de moderne klassieke componisten die atonale werken neerzetten. Dans Ook in dans is er de figuratieve en de abstracte vorm. Het ontstaan van dans gaat gelijk op met het ontstaan van het theater, waarbij je kunt zeggen dat er in de eerste vormen nauwelijks onderscheidt te maken is tussen dans en theater. Ook nu gebruiken dans en theater veel dezelfde manieren van opbouw van een werk, waarbij tegenwoordig zelfs vaak tekst te horen is in dans. Filmkunst De filmkunst of cinematografie is een kunstvorm die niet altijd tot de kunst wordt gerekend omdat het amusement zou zijn en daarom onder de populaire
(cultuur) zou vallen. De films die niet alleen zijn gemaakt voor amusement, maar die de toeschouwer tot denken aanzetten en meer doen dan alleen vermaken worden wel tot de kunst gerekend. Zulke artistieke films worden over het algemeen zelden vertoond in grote bioscopen maar vaker in de wat kleinere filmhuizen. Architectuur Architectuur is de kunst en wetenschap van het ontwerpen van de gebouwde omgeving, inclusief landschappen, steden, gebouwen en interieurs. Soms wordt architectuur ook ‘bouwkunst’ genoemd. Mengkunst (Cross-over) Het combineren van verschillende kunstvormen en disciplines noemt men soms cross-over. Ook het combineren van verschillende uitingen binnen een bepaalde kunstvorm (hiphop met klassieke muziek bijvoorbeeld) wordt cross-over genoemd. Al vanaf het begin van de kunsten worden er uitwisselingen
en mengvormen gemaakt. Voorbeelden van mengkunst vindt men bij De Groep, die enerzijds figuratieve en abstracte kunst wilde combineren en anderzijds teken-/schilderkunst, beeldhouwkunst en architectuur. Een andere naam voor cross-over mengkunst is: eclecticisme. Dat staat voor het streven verschillende stijlelementen te versmelten tot iets nieuws. Strip Het stripverhaal is een gecombineerde kunstvorm, waarbij tekst en beeld samen een geheel vormen.
WAT IS DE SAMENHANG TUSSEN KUNST EN TECHNOLOGIE?
Samenhang kunst en technologie Het experiment met de nieuwe technologische media maakte deel uit van een grotere beweging die onvrede had met de commerciële situatie binnen de kunstwereld. Een stroming die daaruit voortkwam was de ‘Art and Technologybeweging’. Twee mensen daarbinnen hebben mogelijkheden geschapen voor kunstenaars om met andere disciplines samen te werken. Sindsdien hebben kunstenaars gemakkelijker toegang tot bedrijven en laboratoria. Vooral in de Verenigde Staten hebben steeds meer bedrijven een artist in residence in dienst. Ook sommige universiteiten hebben instituten opgericht die de samenwerking tussen de disciplines bevorderen. Het aantal kunstenaars dat zich ook wetenschapper kan noemen is nog wel weinig. Wetenschap en technologie zijn inmiddels wel nauw met elkaar verbonden. De tijd
tussen een wetenschappelijke ontdekking en het moment waarop deze wordt omgezet in technologie wordt steeds kleiner. Ook is er veel publieke belangstelling voor natuurwetenschappelijke ontwikkelingen. De invloed hiervan op het werk van kunstenaars is moeilijk te meten. Vormen/geschiedenis van kunst en technologie vroeger In de renaissance waren kunst en wetenschap min of meer hetzelfde. Scientia betekende techniek, kennis of vakkundigheid en behoorde tot de zeven vrije kunsten. Een concept dat vaak wordt begrepen vanuit deze tijd is dat van de uomo universale (de universele mens), bij uitstek vertegenwoordigd door Leonardo da Vinci. Hij kende de geschriften uit de klassieke oudheid, studeerde humanistische filosofie, was op de hoogte van nieuwe wetenschappelijke en technische ontwikkelingen en hij was kunstenaar, schrijver en theoreticus.
Kunstwerken worden pas vanaf de Renaissance in opdracht gegeven, waarbij de uitvoering van het thema werd overgelaten aan de kunstenaar, net zoals vorm en stijl. Het maken van kunst werd een beroep, of je roeping. Dat wil niet zeggen dat de kunstenaar al werd beschouwd als een schepper van ideeën. Van de ideeën werd verondersteld dat ze al aanwezig zijn in de natuur. De kunstenaar moest ze in de vorm van absolute schoonheid naar buiten te brengen. Tijdens de Renaissance werd ook het centraal perspectief uitgevonden. Mensen waren niet meer tevreden met nauwkeurige observaties van de optische wereld, maar ze zocht naar een orde in de natuur en wilde die onderbrengen in een mathematisch systeem. Mathematische orde stond gelijk aan formele schoonheid. Kunst en wetenschap waren dus nauw met elkaar verbonden. In de eeuwen daarna begon de opkomst
van stijlen zoals barok, maniërisme, rococo en neoclassicisme. Dit was de tijd van wetenschappers, filosofen en grote ontdekkingsreizen. Kunst en wetenschap hadden een gemeenschappelijke belangstelling voor tijd, ruimte en licht. In de achttiende en het begin van de negentiende eeuw, tijdens de industriële revolutie, komt de kunstenaar op zichzelf te staan. Vanaf deze tijd kreeg de kunstenaar een eigen plaats in de samenleving. Het werd nu zijn taak om de waarheid in de natuur tot uitdrukking te brengen. De wetenschap zocht ook naar een in de natuur verborgen waarheid. Dit gebeurde in de vorm van natuurwetten. De kunst wilde de algemene waarheid weergeven, terwijl de moderne wetenschap zich op de waarheid ging richten en zich daartoe verdeelde in specialisaties. Hier ligt dan misschien wel het begin van de verdeling van kunst en wetenschap.
In de negentiende eeuw zijn er ook wisselwerkingen geweest tussen kunst en wetenschap, zoals de opkomst van fotografie en film. Toch namen veel kunstenaars een kritische houding aan tegenover de industriële ontwikkeling. Dit lijkt te worden weerspiegeld door de opkomst van neostijlen en stromingen die zich baseren op een idealisering van de Middeleeuwen. In de twintigste eeuw zijn er weer toenaderingspogingen tussen kunst en wetenschap. Kunstenaars pasten bijvoorbeeld nieuwe materialen en technieken toe en een kleine groep liet zich inspireren door wetenschappelijke ontdekkingen. Ook werd er gefilosofeerd over de overeenkomsten en verschillen tussen kunst en wetenschap. Overeenkomsten waren het experiment en de creativiteit; de verschillen lagen in de doelstelling en het resultaat. In de jaren zestig gingen kunstenaars
experimenteren met video, laser, holografie en de computer. Er werd een parallel getrokken tussen ontwikkelingen in de wetenschap.
WELKE NIEUWE TECHNIEKEN ZIJN ER ONTSTAAN?
Nieuwe media en technieken De tijd na 1975 is zonder enige twijfel de tijd van de hoogwaardige technologie, de “high-tech” technologie die het beeld van technologie bepaalt voor veel mensen. Het begin van de enorme vlucht is rond 1975, als Gordon Moore zijn eerste processoren op de markt brengt. Hoewel ze niet echt veel voorstellen, begint een hobbyist al snel een bedrijfje dat rond de chips van Moore’s bedrijf Intel “computers voor de huiskamer” aanbiedt - aansprekend voor amateur-elektrotechnici, die computers alleen nog maar kennen van de kamergrote machines die sinds de jaren 40 ontwikkeld zijn. Daarna gaat het snel. Steeds kleiner wordende transistoren maken dat steeds meer mogelijk is. Digitale horloges doen hun intrede, computers worden populair - eerst onder hobbyisten, later als kantoorapparaten. Radio’s worden kleiner en kleiner, daarna draagbaar. Een grote
kast met transistorbuizen uit 1930 die een lokaal station kon ontvangen wordt een wereldontvanger ter grootte van twee pakjes boter. De introductie van software om computers te bedienen en later om met hardware te integreren vuurt de technologische vernieuwingen aan – software maakt het makkelijk om veel mogelijkheden in simpele en dus goedkope hardware te proppen. In 1991 breekt het internet door. De computerrevolutie verandert in een mum van tijd in een communicatierevolutie. E-mail en world wide web over modems escaleren tot hogesnelheidsnetwerken om software, databestanden en berichten uit te wisselen. Kon men al steeds sneller berichten van over hele wereld ontvangen via de televisie en radio, nieuwe media maken interactie mogelijk - of maken het mogelijk om persoonlijke contacten op te bouwen over heel de wereld.
De meest recente stap in de elektrotechnische vernieuwing is die van de mobiele telecommunicatieapparatuur. Het begin is de mobiele telefoon, waarin al snel computer en (video)camera geïntegreerd worden - de link met het bestaande communicatienetwerk. Tegelijkertijd vinden enorme vooruitgangen plaats op het gebied van natuurkunde, scheikunde en biologie. Ziekten worden overwonnen, de ruimte wordt verkend, het menselijk genoom in kaart gebracht. Nieuwe materialen maken het mogelijk om lichtere voertuigen en gebouwen te fabriceren die ook nog eens sterker zijn dan oudere constructies. Het is belangrijk hier het onderscheid te maken met eerdere periodes. Hoewel auto’s en ovens al veel eerder algemeen beschikbaar waren, werden ze pas algemeen beschikbaar toen deze zaken gevorderd waren van het technologische tot het technische stadium. Pas sinds kort
kan iedereen meedoen met de opkomst van nieuwe technologie (in zekere gebieden) in het technologische stadium en invloed uitoefenen op de vormgeving van de technologie en latere techniek. En niet alleen in wetenschappelijke zin - de uitwisseling van bestanden over het internet heeft bijvoorbeeld in deze periode een discussie aangewakkerd over de voortgaande vorm en waarde van klassieke ideeën over zaken als auteursrechtelijke bescherming. Hoe dragen deze nieuwe technieken bij aan het ontstaan van nieuwe vormen van kunst? De digitalisering heeft in de kunstwereld voor een ware revolutie gezorgd. Zowel de creatie, consumptie als conservatie van kunst zijn hier ingrijpend door veranderd. Sinds tekst, geluid, muziek, afbeeldingen en bewegende beelden in een binaire basisstructuur van nullen en enen over het world wide web reizen, is er naast de reguliere kunstwereld
als het ware een elektronische kunstwereld ontstaan. Kunstenaars creëren netkunst, micromusic of theatergames. Laptop, iPod en mobiele telefoon fungeren als theater, concertzaal of bibliotheek en het publiek is interactief. In beleidsmatig opzicht vraagt de voortgaande e-culturele ontwikkeling om een ver vooruitziende blik. Sinds de Raad voor Cultuur medio 2003 de nota eCultuur: van i naar e publiceerde, is er uitgebreid gepraat en nagedacht over de relatie tussen de digitaliseringsgolf en de wereld van kunst en cultuur. Desondanks concludeert Riemer Knoop in Boekman dat de overheid vijf jaar later nog te traag op deze ontwikkelingen reageert. Een verklaring hiervoor is wellicht te vinden in de bijdrage van Paul Rutten, die stelt dat we de toekomst van een nieuwe informatietechnologie meestal in de achteruitkijkspiegel waarnemen. ‘Nieuwe media worden doorgaans allereerst
gebruikt om datgene te doen waarvoor we de oude gebruikten’, schrijft hij. ‘Zo is een e-book geen boek, maar we kunnen dit nieuwe verschijnsel slechts begrijpen in termen van de bekende toepassing.’ Doordat we nog niet in staat zijn virtuele verschijnselen vanuit hun eigenheid te doorgronden, blijft het moeilijk hier adequaat op in te spelen. Andere kunstsectoren laten een vergelijkbaar beeld zien en blijven in zekere zin blind voor de nieuwe mogelijkheden die in het verschiet liggen. In de internationale entertainmentindustrie, de commerciële popmuziek voorop, speelt internet een belangrijke rol als communicatie-, promotie- en distributiekanaal. ‘Als we dat vergelijken met de gesubsidieerde kunsten cultuursector’, constateert Willem Wijgers, ‘slagen we er nog niet in om bezoekers, kijkers en kopers via dit medium te verleiden, laat staan te omarmen.’ Snel de repetitieruimte in, een webcam of mobiele telefoon en een bureaulamp zijn
al voldoende om een fijn filmpje over je nieuwe dansproject te maken, zo spoort hij podiumkunstenaars aan. De digitalisering van de Nederlandse filmindustrie komt moeizaam op gang, vindt François Stienen. De hamvraag daarbij luidt: wie moet voor de noodzakelijke investeringen opdraaien? Producenten, distributeurs en bioscoopketens spelen elkaar de bal toe. In andere sectoren gaat de digitalisering juist razendsnel. In de popindustrie betekenden downloads aanvankelijk een financiële strop, maar volgens Koos Zwaan voorzien merchandise, mediarechten en digitale rechten in de vraag naar een nieuwe inkomstenbron. Ook erfgoedinstellingen digitaliseren inmiddels op grote en kleine schaal. Marco de Niet ziet het als een immense uitdaging om ‘al die informatiediensten zo aan elkaar te koppelen dat er werkelijk sprake is van één landelijke infrastructuur met groot gebruiksgemak voor cultuurparticipanten’. Het consortium Beelden voor de Toekomst
maakt zich sterk voor de redding van het audiovisueel erfgoed. Honderdduizenden uren film-, audio- en videomateriaal en miljoenen foto’s in archieven blijven dan online behoed voor erosie, schimmels of inktvraat, schrijft André Waardenburg. Digitalisering leidt ook tot uitdagende kunstvormen. Zo laat Pablo Cabenda zien hoe de game-industrie haar artistieke vleugels uitslaat naar de kunstwereld. Overal, van (pop)muziek en theater tot beeldende kunst en architectuur, dringt de invloed van computergames door. Arie Altena interviewt mediakunstenaar Michiel Koelink, die digitale kunst een plek geeft in het kunstonderwijs. Ook maakt hij met workshops robot-bouwen en filmenmetje-mobiel middelbare scholieren enthousiast. Internet brengt een brede cultuurparticipatie met zich mee, maar gaat de voorkeur daarbij uit naar hoge of naar lage cultuur? ‘Voor de generatie die na 1980 is geboren, heeft internetgeen geheimen. Hun virtuele wereld bestaat
vooral uit msn, games en het downloaden van muziek’, stelt onderzoeker Jos de Haan vast. ‘Het is nog maar de vraag of ze ook de digitale weg naar de culturele rijkdom uit het verleden weten te vinden.’ Internet zou in de toekomst wel eens bij kunnen dragen aan de verdringing van de traditionele cultuur door de populaire cultuur. In een serie e-praktijken brengt de redactie van Boekman voorbeelden van zowel traditionele als populaire cultuur op internet voor het voetlicht: van een virtuele theatersoap en een site met jongerenrecensies tot een digitaal schrijversmuseum, een digitale bibliotheek en een digitale cultuurzender. Van game over is nog lang geen sprake. Deze Boekman brengt de ins en outs van de duizelingwekkende digitalisering in de kunstwereld breed in beeld en hoopt daarmee het denken over de digitale toekomst naar een volgend level te tillen.2 2 Boekman Redactioneel - Kunst en digitalisering - geen datum
WELKE KUNSTVORMEN ZIJN ER ONTSTAAN?
Uitleg over nieuwe kunstvormen De meest bekende kunstvormen die de laatste jaren zijn ontstaan zijn de video, computers, internet en muziek. Deze nieuwe kunst, die de laatste jaren sterk in opkomst is, gebruikt geen potloden, penselen en verf, maar elektronische kleuren, programmeertaal, video of digitale camera en het internet om hun ideeën vorm te geven. De nieuwe kunstenaars presenteren hun werk op video of op het World Wide Web of op videoband. Galerieën en musea beginnen steeds meer belangstelling te krijgen voor deze nieuwe kunstvormen. Video ontpopte zich als een heel geschikt medium voor de kunstvorm, die in feite afgeleid is van de performance -art. Daarin presenteert de kunstenaar zich aan het publiek, in een eenmalige vorm . Hij maakt een bepaald artistiek concept zichtbaar. Hij doet dit op een bepaalde plaats en op een bepaald moment . Ondanks zijn keuze voor een eenmalige opvoering ontstond toch de behoefte die performance vast te leggen op een manier die recht deed
aan het conceptuele én aan het aan tijd gerelateerde karakter ervan. Het medium video bood uitkomst. Videokunst In een wereld waar vooral de televisie de opinies, meningen en vooroordelen vormt – en ook in potentie een altijd aanwezig oog is via beveiligingscamera’s – hebben kunstenaars in video-installaties een nieuwe kunstvorm ontdekt. We kijken en worden bekeken op t.v. schermen die zogenaamd niet kunnen liegen. In het begin werd de videocamera meer gebruikt als een uitbreiding van het oog van de kunstenaar, en het scherm als een gelijke van een schilderij . Pas veel later werd het grote en volstrekt vernieuwende aspect van video ontdekt en konden de kunstenaars met behulp van video een nieuw soort verhaal creëren. Nog later zou dit een stap verder worden gevoerd. Pas aan het eind van de jaren tachtig werd beseft dat video niet alleen het oog maar de geest nadoet, niet het proces van zien maar van het denken. Met
deze opmerkelijke ontdekking hebben videokunstenaars als Gary Hill (1951) en Bill Viola (1951) het tot een medium gemaakt waar het bewustzijn mee kan worden vastgelegd. Videoclip Videoclips zijn een betrekkelijk jonge visuele categorie bestaande uit menging van beeld en muziek, door platenmaatschappijen geproduceerd met het doel om hun producten te verkopen. Het is een vorm van reclame, waarin in een paar minuten een bepaald idee, een emotie of een verhaal wordt verbeeld of alles tegelijk. Al decennia lang is de popmuziek veel aantrekkelijker voor de jeugd dan welke vorm van beeldende kunst dan ook. Met de opkomst van de videoclip is er een nieuwe kunstvorm geboren die muziek en beeld in zich verenigt. Ondanks de enorme productie op dit gebied en ondanks de grote populariteit is er tot nu toe, met uitzondering van het Groninger Museum en het Museum of Modern Art
in New York, nog weinig aandacht aan besteed vanuit de museumwereld. Dat zal wel te maken hebben met het commerciële doel waarmee de clips geproduceerd worden. Een ander probleem is dat er zoveel kaf tussen het koren te vinden is, dat velen, ten onrechte, de mening hebben dat het hele fenomeen als zodanig als rotzooi beschouwd kan worden. De kunstgeschiedenis is echter zeker wel in de videoclips opgenomen: verbanden met werken uit vroegere kunststromingen zijn er volop (bijvoorbeeld het Franse surrealisme , het Duitse expressionisme, de Dadaïstische beweging – met name de werken die doen denken aan het werk van de cineast Buñuel, Dalí , Magritte, De Chirico komen veelvuldig voor), evenals de abstracte cinema uit de jaren twintig en de experimentele films uit de jaren zestig.
cineasten-in-spé zich aan de productie van videoclips hebben gewaagd, als training vóór de aanvang van het grote werk. Het medium is uitstekend geschikt om mee te experimenteren zonder onoverkomelijke financiële schade op de lopen. Experimenten zijn er nog steeds en de digitale computertechnieken bieden steeds nieuwe mogelijkheden. Alles wat met de nieuwe media (video, computers, internet, muziek) te maken heeft, neemt, na een aantal jaren experimenteren, vandaag de dag een zeer grote vlucht. Kunstenaars worden echte techneuten. De nieuwe media prikkelen hen tot spectaculaire experimenten. 3
Verwijzingen naar film liggen natuurlijk voor de hand, al was het alleen al vanwege het feit dat men in de jaren tachtig vele 3 Kunstkijker.org - Nieuwe media, computerkunst - geen datum
WELKE KUNSTVORMEN ZIJN ER VERDWENEN?
Door de digitalisering zijn er waarschijnlijk ook kunstvormen verdwenen. Neem bijvoorbeeld poezie. Een onderzoek heeft aangetoond dat mensen bijna geen pozie meer lezen:
voldoende om een band te vestigen en te onderhouden. De middelen en de techniek mogen veranderen, wat blijft is de kracht van een sterk format, waarbinnen je je publiek periodiek verrast met zaken die het engagement bevestigen en versterken.” 5
“In 1992, 17 percent of Americans had read a work of poetry at least once in the past year. 20 years later that number had fallen by more than half, to 6.7 percent. Those numbers come from the national Survey of Public Participation in the Arts (SPPA), a massive survey that’s run every few years as part of the Census Bureau’s Current Population Survey.” 4 Ook de boekdrukkunst ligt onder druk, maar er zijn nog genoeg mensen die wel boeken lezen, of tijdschriften. Verbeek zei in Adformatie als motivatie van haar voorspelling: “Ik koop nóóit meer een tijdschrift. Ik zie alles via internet”. Maar het zelf bij elkaar googelen en rss’en van informatie is niet 4 Washington post - Poetry is going extinct, government data show - 24 april 5 Frankwatching - Waarom er over 5 jaar nog tijdschriften zullen zijn - 21 Augustus 2013