www.researchportal.be - 14 Feb 2016 02:58:50
Onderzoeksprojecten (750 - 800 van 3455) Zoekfilter: Classificaties: MENSWETENSCHAPPEN (H)
Smells like teen spirit? Tienertaal, attitudes en identiteitspraktijken in multi-etnische stedelijke vriendengroepen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jürgen Jaspers
Smart-eye-D: Haalbaarheidsstudie naar de mogelijkheid om radiografiebeelden van schilderijen met een verhoogd absorptiecontrast te registreren. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project willen we nagaan of het mogelijk is om de kwaliteit van radiografiebeelden, vergaard van 18-20e eeuwse schilderijen, te verbeteren. Hiervoor zijn we op zoek naar een methode die kleine absorptiecontrastverschillen, die tot nog toe onzichtbaar blijven, kan visualiseren. Organisaties: • AXES • Chemometrie (Mitac 3)
Onderzoekers: • Pierre Van Espen
S&L : "Speak and Learn": Taalcursus voor uitwisselingsstudenten (17 talen van de EU-lidstaten op Mobile-apparaten) Universiteit Hasselt Abstract: Dankzij de Erasmus, Leonardo en Comenius-programma's, neemt de mobiliteit van jonge Europeanen toe. Echter, het komt heel vaak voor dat studenten moeite hebben om aan te passen aan een nieuw land omdat ze de lokale taal niet spreken. Bovendien hebben ze communicatieproblemen die voortvloeien uit het feit dat het Engels, Duits of Frans, die meestal op scholen worden geleerd als tweede taal, niet wordt gesproken door de mensen van alle EU-lidstaten. Daarom is het zeer nuttig voor de deelnemers van deze programma's om een basiskennis te hebben van de taal van het land waar ze naartoe reizen. Vertrouwd raken met de belangrijkste uitspraakregels en de meest typische standaardzinnen is al erg behulpzaam. Het project "Speak and Learn" zal een meertalige interactief audiovisueel product ontwikkelen. Deze "survival kit" zal worden aangemaakt op basis van de talen van de landen die onder Erasmus, Leonardo en Comenius vallen en zal de Europese jongeren in staat stellen de nodige taal op niveau A1 te leren en, indien mogelijk, hun te introduceren op A2-niveau. Het belangrijkste idee achter het product is om te leren overleven in eenvoudige communicatieve situaties in een vreemde taal, niet via een derde taal, d.w.z. het Engels, maar door middel van de moedertaal. Organisaties: • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek
Onderzoekers: • Martine VERJANS
Slim Computer-geassisteerde Vertalingsomgeving Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie
Onderzoekers: • Veronique Hoste
Slavische intellectuelen op de Habsburgse Balkan, hun culturele en institutionele netwerken en hun invloed op het cultuurnationalisme in de eerste helft van de negentiende eeuw Universiteit Gent Abstract: De hoofdfiguur van ons onderzoek is Jermey kopitar (1780-1844), een Sloveense intellectueel, die gekenmerkt wordt door zijn pioniersrol in het ontstaan van het Sloveense nationale bewustzijn zijn internationale contacten en netwerken zullen worden bestudeerd in het kader van het Sloveense cultuurnationalisme in de eerste helft van de negentiende eeuw. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Raymond Detrez
Situationele factoren bij de productie van geflecteerde woordvormen: een psycholinguïstische en computationele benadering. Universiteit Antwerpen Abstract: De productie van geïnflecteerde woordvormen zoals het meervoud of de verleden tijd wordt traditioneel beschouwd als een proces dat vooral steunt op morfologische, fonologische en syntactische karakteristieken van de basisvorm. Hoewel descriptieve grammatica's in deze context ook metalinguïstische informatie vermelden, wordt daar in recente invloedrijke modellen van taalproductie, zoals Steven Pinkers Words and Rules theorie uit 1999, geen aandacht aan besteed. In een recent experiment toonden wij echter aan dat sprekers van het Nederlands metalinguïstische informatie gebruiken als hen gevraagd wordt meervouden te genereren voor pseudowoorden. Deze resultaten ondermijnen niet enkel Minkers assumptie dat het Nederlands twee default meervouden heeft die enkel op basis van fonologische informatie toegekend worden, maar ze werpen ook de fundamentele vraag op of modellen met een regelgebaseerde component überhaupt in staat zijn om metalinguïstische informatie te incorporeren. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans • Dominiek Sandra
• Heike Martensen
Site catchment analysis van een Romeinse stad: bijdrage tot de studie van romanisatie en urbanisatie in Lusitanië Universiteit Gent Abstract: Het project stelt de introductie voor van een innovatieve, sterk itnerdisciplinaire aanpak in het kader van het archeologische nederzettingsonderzoek binnen de onderzoeksdiscipline van de Romeinse Mediterrane Archeologie. De toepassing van de methode van "Site Catchment Analysis" in het odnerzoek van het Romeinse landschap rond stedensites in het Mediterrane gebied moet een totaal vernieuwde aanpak lanceren van de studie van wisselwerkingen tussen stad en territorium in de Klassieke wereld. Als testgebied wordt een case study uitgewerkt in Romeins Portugal (Lusitanië), waar diverse omstandigheden ideaal zijn voor de uitvoering van deze nieuwe aanpak. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Frank Vermeulen
Singulariteit en Verantwoordelijkheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Op het eerste gezicht lijkt de vraag naar verantwoordelijkheid een vraag naar vrijheid te zijn: is men verantwoordelijkheid voor de eigen handelingen/daden omdat men deze vrijwillig heeft gekozen/verricht? In het recente filosofische debat dat is geïnspireerd door de filosofie van Emmanuel Levinas, wordt verantwoordelijkheid echter begrepen als het gevolg van een appèl, als een opdracht die niet het gevolg is van een vrije keuze, maar die op een passieve manier wordt ontvangen. Dit appèl wordt ontvangen door een singuliere persoon of kan enkel worden beantwoord door deze persoon. Levinas' concept van verantwoordelijkheid werd inmiddels in vraag gesteld door vele critici, zoals Jean-Luc Marion en Paul Ricoeur, die beiden betwijfelen dat Levinas' appèl tot verantwoordelijkheid kan worden begrepen als singulier. De kritieken van Marion en Ricoeur wijzen op het fundamentele probleem van een ethiek van de verantwoordelijkheid: hoe kan een appèl dat per definitie (als appèl van het goede) is geadresseerd aan iedereen,om een antwoord vragen dat ik alleen kan geven? Het volgende onderzoeksproject behandelt precies deze vraag en wil meer bepaald de volgende drie vragen zorgvuldig onderzoeken. 1.) Kan het appèl van het goede singulier zijn zodat het mogelijk wordt om te zeggen dat het mij singularitseert? 2.) Kan een passief appèl voor verantwoordelijkheid resulteren in een concreet ethisch handelen? 3.) In welke zin is vrijheid afhankelijk van een singulier, ethisch handelen? Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Arthur Cools • Geoffrey Dierckxsens
Singulariteit en verantwoordelijkheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Op het eerste gezicht lijkt de vraag naar verantwoordelijkheid een vraag naar vrijheid te zijn: is men verantwoordelijkheid voor de eigen handelingen/daden omdat men deze vrijwillig heeft gekozen/verricht? In het recente filosofische debat dat is geïnspireerd door de filosofie van Emmanuel Levinas, wordt verantwoordelijkheid echter begrepen als het gevolg van een appèl, als een opdracht die niet het gevolg is van een vrije keuze, maar die op een passieve manier wordt ontvangen. Dit appèl wordt ontvangen door een singuliere persoon of kan enkel worden beantwoord door deze persoon. Levinas' concept van verantwoordelijkheid werd inmiddels in vraag gesteld door vele critici, zoals Jean-Luc Marion en Paul Ricoeur, die beiden betwijfelen dat Levinas' appèl tot verantwoordelijkheid kan worden begrepen als singulier. De kritieken van Marion en Ricoeur wijzen op het fundamentele probleem van een ethiek van de verantwoordelijkheid: hoe kan een appèl dat per definitie (als appèl van het goede) is geadresseerd aan iedereen,om een antwoord vragen dat ik alleen kan geven? Het volgende onderzoeksproject behandelt precies deze vraag en wil meer bepaald de volgende drie vragen zorgvuldig onderzoeken. 1.) Kan het appèl van het goede singulier zijn zodat het mogelijk wordt om te zeggen dat het mij singularitseert? 2.) Kan een passief appèl voor verantwoordelijkheid resulteren in een concreet ethisch handelen? 3.) In welke zin is vrijheid afhankelijk van een singulier, ethisch handelen? Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Arthur Cools • Geoffrey Dierckxsens
Singulariteit en herhaling: Maurice Blanchot over het neutrum en de conditie van de subjectiviteit Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstelling van het project is een Nederlandse vertaling te realiseren van de belangrijkste teksten van Blanchot over het thema van het neutrum. De filosofische relevantie van deze notie wordt door de auteur aangegeven in discussie met het hedendaagse filosofische vertoog dat onder invloed staat van de filosofie van Heidegger en in relatie tot de modernistische transformatie van de narratieve structuur van de roman. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Arthur Cools
Signoor in China: Opera's op Nederlandse tekst in Antwerpen (1759-1761). Universiteit Antwerpen Abstract: De geschiedenis van de opera in Antwerpen werd in het verleden slechts sporadisch beschreven. Dankzij de recente vondst van vier opera's op Nederlandse tekst, kan in samenhang met andere historische bronnen voor het eerst systematisch onderzoek worden verricht naar een nog onbeschreven pagina van de Vlaamse muziekgeschiedenis. Uitvoering en analyse van deze werken zal aangeven welke de plaats van dit repertoire is binnen de bredere Europese context. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
Shifting ground? Nobility, lordship and state formation in sixteenth-century Low Countries (case studies: Brabant and Flanders) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract
Organisaties: • OG Nieuwe Tijd Leuven
Onderzoekers: • Violet Soen • Miet Adriaens
Shakespeare en de Ierse Romantiek. KU Leuven Abstract: Dit project zal leemtes vullen in de studie van de Ierse romantiek en van de internationale receptie van het werk van Shakespeare. Het biedt een analyse aan van de manier waarop drie Ierse romantische schrijvers (Lady Morgan, Charles Robert Maturin and James Clarence Mangan) Shakespearegebruikten. Intertekstuele sporen van Shakespeare in hun werk zullen gecategoriseerd worden aan de hand van intertekstuele theorieën. Hun functie zal dan beoordeeld worden aan de hand van vergelijkingen met andere, gelijkaardige soorten van Shakespeareaanse intertekstualiteit: de openheid voor de invloed van Shakespeare bij de Engelse Romantiek, het ideologisch gebruik van Shakespeare door culturele nationalisten in Europa tijdens de Romantiek, de adapties van Shakespeareaanse plots in griezelromans, postkoloniale herschrijvingen van Shakespeare, en de dubbelzinnige houding van vooral 20ste-eeuwse Ierse schrijvers t.a.v. de meest canonische Engelse auteur. Het project zal verbanden bestuderen tussen het Organisaties: • OG Literat-Discours-Identiteit Leuven
Onderzoekers: • Raphaël Ingelbien
Shakespeare and Irish Romanticism KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Literat-Discours-Identiteit Leuven
Onderzoekers: • Raphaël Ingelbien • Benedicte Seynhaeve
SF fellowship Ashish ARORA KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Reinhilde Veugelers • Bruno Cassiman • Rene Belderbos
Seven Narratives. An Analysis of the Contemporary Scholarly Discourse onReligion KU Leuven Abstract: Though taking shape in diverse forms of philosophical expression, naturalism functions as a movement of finitazation directed towards both thought and being as they were treated in pre-modern Great Chain (GC)ontology. I aim in this dissertation to trace this reductive movement of thought from the GC to scientific materialism, subsequently elaborating three attempts within naturalism to respond to the problems stemming from SM'sunrelenting reductionism. I conclude with a reflection on the viabilityof naturalism's ontology, even in its alternate forms, by reference to the question of transcendence. Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • William Desmond • N. N.
"Seriously, it's just beyond a joke now": Tussen beleefdheid en onbeleefdheid – 'plagen' in Big Brother. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bestudeert 'plagen' in twee varianten van het Engels, en wil zo tekorten in het onderzoek naar beleefdheid en onbeleefdheid remediëren. Het project streeft ernaar (1) om de eenvoudige oppositie beleefdheid/onbeleefdheid die veel vroeger werk karakteriseert te overstijgen, (2) bijzondere aandacht te besteden aan interpretaties vanwege hoorders, (3) de relatie te verduidelijken tussen alledaagse concepten van (on)beleefdheid en analytische begrippen, en (4) de culturele variabilitiet van (on)beleefdheidpraktijken te exploreren. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren
Serialiteit in de contemporaine 'langetermijntelevisieserie': Remediatie en migratie van het feuilleton. KU Leuven Abstract: Dit project bestudeert nieuwe hedendaagse vormen van televisieseries met een cumulatief verhaal dat een heel seizoen of serie beslaat dit in tegenstelling tot de traditionele tv-serie met afzonderlijke verhalen per aflevering. Dit soort feuilleton, ook wel gekend als de 'langetermijntelevisieserie', is bijzonder populair geworden in het vorige decennium, en verschilt van voorgangers in de complexiteit van de vertelling. Dit project zal focussen op drie facetten van deze tv-series: hoe de narratieve serialiteit teruggrijpt naar vroegere seriële vormen in andere media; hoe de complexiteit van de verhaallijnen een 'vast narrative'vormt, met takken naar andere teksten en media; en hoe serialiteit gegarandeerd wordt via de onderliggende narratologische structuur van de afleveringen, seizoenen en series. Organisaties: • OG Literatuur en Cultuur Leuven
Onderzoekers: • Jan Baetens • Thomas Van Parys
Sentimentalisme en Modernisme in stille Amerikaanse narratieve cinema: de films van Frances Marion (1914-1928).
Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject stelt zich tot doel een meer complexe invulling van de relatie tussen film en moderniteit te formuleren. Het verband tussen film en moderniteit ' in de `modernity thesis' van David Bordwell omschreven als film als moderniteit, een deel van moderniteit en een gevolg van moderniteit ' kan herzien worden en aangevuld met alternatieve en soms tegenstrijdige invloeden. De esthetische respons op de moderniteitgedachte vervat in het modernisme, presenteerde zichzelf als een belichaming van het `nieuwe' en als een radicale breuk met het verleden, waardoor het zichzelf expliciet positioneerde tegen het sentimentalisme, de dominante culturele expressie uit de vorige eeuw. Het sentimentalisme, geassocieerd met een vrouwelijk publiek en vrouwelijke auteurs, werd door het modernisme gelijkgeschakeld met Victoriaanse waarden en normen en als dusdanig verworpen. Met het bewuste oxymoron `sentimental modernism' heeft Suzanne Clark echter aangetoond dat er binnen de modernistische literatuur geproduceerd door vrouwen nog sporen terug te vinden zijn van deze domestieke traditie, dat zij een bredere, inclusieve meer complexe invulling geven aan de problematische term `modernisme'. Deze alternatieve notie van modernisme geldt ook voor vroege stille klassieke film. In de beginjaren van Hollywood werd vijftig procent van de geproduceerde films geschreven door vrouwen. Deze succesvolle scenaristen putten inspiratie uit de novelles, kortverhalen en toneelstukken uit de vorige eeuw die waren geschreven binnen een sentimentele traditie en die populair, melodramatisch (sensationeel en affectief) waren en zich richtten op een breed vrouwelijk publiek. Naast moderne eigenschappen zoals de productietechniek, een fascinatie met moderne technologieën, montagetechnieken en moderne fenomenen (`flappers', de Nieuwe Vrouw, suffragettes, urbanisatie, kapitalisme, WW1), vertoonde vroege film ook sentimentele aspecten. Het werk van scenariste Frances Marion, de meest succesvolle schrijfster in Hollywood gedurende de stille periode, is exemplarisch voor deze vaststelling. Haar werk binnen Hollywood (van circa 1916 tot 1929) toont aan dat het moderne medium film kan gezien worden als een gedeeltelijke voorzetting van een sentimentele esthetiek, zonder daarbij in te boeten als een moderne en modernistische expressie. Organisaties: • Instituut Joodse Studies
Onderzoekers: • Vivian Liska • Anke Brouwers
Sentimentalisme en Modernisme in de Vroege Amerikaanse Narratieve Cinema : De films van Frances Marion. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject stelt zich tot doel een meer complexe invulling van de relatie tussen film en moderniteit te formuleren. Het verband tussen film en moderniteit ' in de `modernity thesis' van David Bordwell omschreven als film als moderniteit, een deel van moderniteit en een gevolg van moderniteit ' kan herzien worden en aangevuld met alternatieve en soms tegenstrijdige invloeden. De esthetische respons op de moderniteitgedachte vervat in het modernisme, presenteerde zichzelf als een belichaming van het `nieuwe' en als een radicale breuk met het verleden, waardoor het zichzelf expliciet positioneerde tegen het sentimentalisme, de dominante culturele expressie uit de vorige eeuw. Het sentimentalisme, geassocieerd met een vrouwelijk publiek en vrouwelijke auteurs, werd door het modernisme gelijkgeschakeld met Victoriaanse waarden en normen en als dusdanig verworpen. Met het bewuste oxymoron `sentimental modernism' heeft Suzanne Clark echter aangetoond dat er binnen de modernistische literatuur geproduceerd door vrouwen nog sporen terug te vinden zijn van deze domestieke traditie, dat zij een bredere, inclusieve meer complexe invulling geven aan de problematische term `modernisme'. Deze alternatieve notie van modernisme geldt ook voor vroege stille klassieke film. In de beginjaren van Hollywood werd vijftig procent van de geproduceerde films geschreven door vrouwen. Deze succesvolle scenaristen putten inspiratie uit de novelles, kortverhalen en toneelstukken uit de vorige eeuw die waren geschreven binnen een sentimentele traditie en die populair, melodramatisch (sensationeel en affectief) waren en zich richtten op een breed vrouwelijk publiek. Naast moderne eigenschappen zoals de productietechniek, een fascinatie met moderne technologieën, montagetechnieken en moderne fenomenen (`flappers', de Nieuwe Vrouw, suffragettes, urbanisatie, kapitalisme, WW1), vertoonde vroege film ook sentimentele aspecten. Het werk van scenariste Frances Marion, de meest succesvolle schrijfster in Hollywood gedurende de stille periode, is exemplarisch voor deze vaststelling. Haar werk binnen Hollywood (van circa 1916 tot 1929) toont aan dat het moderne medium film kan gezien worden als een gedeeltelijke voorzetting van een sentimentele esthetiek, zonder daarbij in te boeten als een moderne en modernistische expressie. Organisaties: • Instituut Joodse Studies
Onderzoekers: • Vivian Liska • Anke Brouwers
Sentimentalisme en Modernisme in de Vroege Amerikaanse Narratieve Cinema (1915-1928): De films van Frances Marion. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject stelt zich tot doel een meer complexe invulling van de relatie tussen film en moderniteit te formuleren. Het verband tussen film en moderniteit ' in de `modernity thesis' van David Bordwell omschreven als film als moderniteit, een deel van moderniteit en een gevolg van moderniteit ' kan herzien worden en aangevuld met alternatieve en soms tegenstrijdige invloeden. De esthetische respons op de moderniteitgedachte vervat in het modernisme, presenteerde zichzelf als een belichaming van het `nieuwe' en als een radicale breuk met het verleden, waardoor het zichzelf expliciet positioneerde tegen het sentimentalisme, de dominante culturele expressie uit de vorige eeuw. Het sentimentalisme, geassocieerd met een vrouwelijk publiek en vrouwelijke auteurs, werd door het modernisme gelijkgeschakeld met Victoriaanse waarden en normen en als dusdanig verworpen. Met het bewuste oxymoron `sentimental modernism' heeft Suzanne Clark echter aangetoond dat er binnen de modernistische literatuur geproduceerd door vrouwen nog sporen terug te vinden zijn van deze domestieke traditie, dat zij een bredere, inclusieve meer complexe invulling geven aan de problematische term `modernisme'. Deze alternatieve notie van modernisme geldt ook voor vroege stille klassieke film. In de beginjaren van Hollywood werd vijftig procent van de geproduceerde films geschreven door vrouwen. Deze succesvolle scenaristen putten inspiratie uit de novelles, kortverhalen en toneelstukken uit de vorige eeuw die waren geschreven binnen een sentimentele traditie en die populair, melodramatisch (sensationeel en affectief) waren en zich richtten op een breed vrouwelijk publiek. Naast moderne eigenschappen zoals de productietechniek, een fascinatie met moderne technologieën, montagetechnieken en moderne fenomenen (`flappers', de Nieuwe Vrouw, suffragettes, urbanisatie, kapitalisme, WW1), vertoonde vroege film ook sentimentele aspecten. Het werk van scenariste Frances Marion, de meest succesvolle schrijfster in Hollywood gedurende de stille periode, is exemplarisch voor deze vaststelling. Haar werk binnen Hollywood (van circa 1916 tot 1929) toont aan dat het moderne medium film kan gezien worden als een gedeeltelijke voorzetting van een sentimentele esthetiek, zonder daarbij in te boeten als een moderne en modernistische expressie. Organisaties: • Instituut Joodse Studies
Onderzoekers: • Vivian Liska • Anke Brouwers
Semi-supervised leertechnieken voor Informatie Extractie. Universiteit Antwerpen Abstract: Informatie Extractie (IE) heeft als doel het extraheren van relevante data uit een verzameling meer of minder gestructureerde documenten. Huidige systemen werden steeds ontwikkeld op basis van geannoteerde data die echter duur en moeilijk te verkrijgen zijn. Daarom wil dit project IE systemen ontwikkelen door middel van semi-supervised leertechnieken, waarbij gebruik wordt gemaakt van grote verzamelingen nietgeannoteerde gegevens, die gemakkelijk te verkrijgen zijn.
Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Erik Tjong-Kim-Sang • Jan Paredaens • Walter Daelemans
Semi-supervised leertechnieken voor Informatie Extractie. Universiteit Antwerpen Abstract: Informatie Extractie (IE) heeft als doel het extraheren van relevante data uit een verzameling meer of minder gestructureerde documenten. Huidige systemen werden steeds ontwikkeld op basis van geannoteerde data die echter duur en moeilijk te verkrijgen zijn. Daarom wil dit project IE systemen ontwikkelen door middel van semi-supervised leertechnieken, waarbij gebruik wordt gemaakt van grote verzamelingen nietgeannoteerde gegevens, die gemakkelijk te verkrijgen zijn. Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM)
Onderzoekers: • Jan Paredaens
Semi-supervised leertechnieken voor Informatie Extractie. Universiteit Antwerpen Abstract: Informatie Extractie (IE) heeft als doel het extraheren van relevante data uit een verzameling meer of minder gestructureerde documenten. Huidige systemen werden steeds ontwikkeld op basis van geannoteerde data die echter duur en moeilijk te verkrijgen zijn. Daarom wil dit project IE systemen ontwikkelen door middel van semi-supervised leertechnieken, waarbij gebruik wordt gemaakt van grote verzamelingen nietgeannoteerde gegevens, die gemakkelijk te verkrijgen zijn. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
Semi-insubordinatie in het Nederlands en Noors: grammaticale, semantische en discursieve kenmerken. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Jan Nuyts • Karin Beijering
Semi-autonome onderschikking in het Nederlands en Noors. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Jan Nuyts • Karin Beijering
Semi-automatische softwareverificatie: technieken en evaluatie. KU Leuven Abstract: Jan Tobias Muehlberg Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers: • Frank Piessens
Semantiek en syntaxis van het werkwoord sentir: een Romaans vergelijkende studie Universiteit Gent Abstract: Het voorgestelde project kadert binnen dit onderzoek naar de polysemie van perceptiewerkwoorden, maar richt zich in het bijzonder tot één zeer complex maar weinig bestudeerd element. Het project beoogt meerbepaald de systematische analyse van de semantische en syntactische eigenschappen van sentir in het Spaans en in vergelijkend perspectief met andere Romaanse talen (Frans, Italiaans, Portugees en Catalaans). Organisaties: • Vakgroep Romaanse talen (andere dan het Frans)
Onderzoekers: • Renata Enghels
Semaduct : combinatie van deductieve en inductieve technieken voor lexicale semantiek Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van dit project is de confrontatie en integratie van deductieve en inductieve benaderingen van computerlinguistiek in het domein van de lexicale semantiek. Subprojecten zijn onder meer: de combinatie van gesuperviseerde en niet-gesuperviseerde leertechnieken voor semantische kennisverwerving en desambiguering, incorporatie van linguistische kennis in inductieve technieken, en de verfijning van bestaande semantische tagsets met behulp van machine learning. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers:
• Walter Daelemans
Sekse als sleutel tot succes? Vroegmoderne gegenderde arbeidsmarkten onderzocht aan de hand van 18de eeuwse Brabantse beroepstellingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Door de arbeidsmarkten van zowel mannen als vrouwen te onderzoeken in het vroegmoderne Brabant stel ik de veronderstelde causale relatie tussen vrouwelijke arbeidsmarktpaticipatie en economische groei in vraag. Aangezien de plaatselijke verschillen belangrijk waren, zullen zowel rurale gebieden als kleine en grote steden onderzocht worden. Daarbij zal een onderscheid gemaakt worden tussen gehuwde, alleenstaande en verweduwde mannen en vrouwen. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Laura Van Aert
Seculiere naastenliefde? Een kritische bevraging aan de hand van de filosofie van Friedrich Nietzsche. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De centrale vraagstelling luidt: in hoeverre is het behoud van naastenliefde in een seculier wereldbeeld mogelijk? We werken deze vraagstelling verder uit in twee probleemstellingen: (1) in hoeverre is ook vanuit niet-godsdienstige optiek naastenliefde intrinsiek verbonden met het idee van een (religieuze) transcendentie, zodat het realiseren ervan binnen een louter seculier wereldbeeld problematisch wordt? (2) Is er dan een vorm van naastenliefde denkbaar die louter gefundeerd is op seculiere gronden? Op welke manier zou deze dan seculier gefundeerd worden? Wij wensen deze doelstellingen te benaderen aan de hand van de filosofie van Friedrich Nietzsche, waar een niet-godsdienstig wereldbeeld tot in zijn uiterste consequenties is doorgedacht. We maken een omvattende studie van de rol van de naastenliefde in het werk van Nietzsche, vertrekkend vanuit de hierboven geformuleerde probleemstellingen. Deze studie wenst op die manier een analytische bijdrage te leveren vanuit niet-godsdienstige standpunt aan het debat van een seculiere naastenliefde. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • ELSE WALRAVENS
Secularisatie van de politieke filosofie in de vroege moderne Nederlanden Universiteit Gent Abstract: Een bronnenonderzoek naar de secularisering van de politieke filosofie in de vroege moderne Nederlanden (16de - 17de eeuw), als aanzet tot de Verlichting en moderniteit, en met bijzondere aandacht voor het aandeel dat de christelijke dan wel klassieke traditie had in dit proces. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Martin Commers • Tom Claes
Secessie als een ethisch en wetenschapsfilosofisch probleem. Italië en de Lega Nord. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Wetenschappelijk onderzoek rond nationaliteit en secessie heeft een ethische dimensie, vanwege de betekenis van dergelijk (historisch, sociaal-economisch) onderzoek voor het ontstaan en de ontwikkeling van secessiebewegingen. De methodologische problemen van weteschappelijk onderzoek, namelijk het bepalen van objectieve criteria van wetenschappelijkheid, krijgen daarom in het beoordelen van onderzoek oversecessie ook een normatieve dimensie, omwille van de politieke consequenties van dergelijk onderzoek. Vooralsnog is er echter weining aandacht besteed aan deze band tussen normatieve en methodologische problemen in onderzoek over secessiebewegingen en etnische conflicten. Dit project bestudeert het wetenschappelijk debat in Italië rond het secessionisme van de Lega Nord, en meer bepaald de samenhang tussen de normen en waarden die wetenschappers in dit debat hanteren enerzijds, hun methodologische opties anderzijds. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS
Scientific research into the assassination of Julien Lahaut. KU Leuven Abstract: De moord op Julien Lahaut is een regelmatig terugkerend vraagstuk uit de Belgischenbsp;politiek. Op 18 augustus 1950 werd de voorzitter van de Communistische Partij in zijn woning te Seraing doodgeschoten. Een week tevoren had hij de plechtige ceremonie van de eedaflegging van deKoninklijke prins Boudewijn verstoord met de uitroep Vive la République. Het gerechtelijk onderzoek sleepte 20 jaar aan en leverde geen resultaten op. Onderzoekers formuleerden sindsdien diverse hypothesen. Zij brachten deze politieke moord in verband brachten met de Koude Oorlog en de Koningskwestie en zagen in de collusie met hogere machten de verklaring voor de mislukking van het gerechtelijk onderzoek. In ons onderzoek worden de omstandigheden van de moord en de publieke reacties van pers en politici geanalyseerd, worden de bestaande hypotheses getoetst aan de hand van nieuw bronnenmateriaal, en wordt een verklaring gezocht voor de mislukking van het gerechtelijk onderzoek. Het onderzoek verloop in samenw Organisaties: • OE Centrum voor Politicologie
Onderzoekers: • Emmanuel Gerard
Scientific personae in cultural encounters in twentieth century Europe (SPICE). KU Leuven Abstract: Science is not only about content and competence. Being and becoming a scientist is also about embodiment and performance. In order to be acknowledged as a (true, good) scientist one has to incorporate culturally anchored roles and repertoires or scientific personae that signify reliability and trustworthiness. Historically, this constituted a specific challenge for women (and other outsiders) who only very slowly entered professional scientific research in the course of the twentieth-century. One of the reasons for this seems to be that most of the roles and repertoires that were traditionally connected to trustworthiness andreliability were connoted as male (white and upper/middle class).The main objective of this project is to analyse the historical construction of scientific personae through scientific travel and internationalexchange in a sample of representative countries from the European periphery (Belgium, the Netherlands and Sweden), between the 1910s and the1970s.Addit Organisaties: • OG Cultuurgesch. vanaf 1750 Leuven
Onderzoekers: • Katelijne Wils
Schuldeisers aan de onderhandelingstafel. Naar een herwaardering van het vroeg-negentiende-eeuwse Belgische insolventierecht (1808-1850) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Belgian law regarding indebtedness, proclaimed insolvency (faillite) and bankruptcy (banqueroute, which was a crime), of the first half of the nineteenth century, has traditionally been labelled as severe and out of touch with commercial reality. This image has been built up mainly from normative texts, and in particular on the basis of some sections of the Napoleonic Code de commerce, even though many other left open amicable approaches. For the period from 1808 until 1850 included, the relative importance and the contents of negotiated solutions, which were agreed upon in the meetings of creditors that were organized upon a debtor's faillite, or which had the form of agreements that were drawn up outside the court, have never been studied. Judicial statistics demonstrate that concordats and extrajudicial arrangements were very important, and they suggest continuity with the eighteenth-century situation. In the proposed project, it will be detailed which strategies creditors pursued when being confronted with financial problems of their debtors, thereby using the possibilities of the open-ended legislative framework. The results of the research will add weight to recent arguments pointing to an optimal bankruptcy proceeding as involving the balancing of interests of debtor and creditors. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • Dave DE RUYSSCHER
Schrijvers uit de Hispano-Amerikaanse canon in het hedendaags verhalend proza van de Spaantalige Caraïben, Argentinië en Chile (1990-2010) Universiteit Gent Abstract: In dit project zal de rol worden onderzocht van de Hispano-Amerikaanse canon (vooral met betrekking tot preboomschrijvers (1990-2010) en boomschrijvers (1960) in een representatieve selectie uit het verhalend proza van de Spaanstalige Caraïben, Argentinië en Chili (Con Sur) tussen 1990-2010. Door het spanningsveld aantrekking/afstoting ten opzichte van voorgangers in deze twee gebieden te bestuderen, kunnen wetmatigheden aangaande canonvorming in het algemeen worden blootgelegd. Organisaties: • Vakgroep Romaanse talen (andere dan het Frans)
Onderzoekers: • Ilse Logie
Schrijvers uit de Hispano-Amerikaanse canon in het hedendaags verhalend proza van de Spaanstalige Caraïben, Argentinië en Chili (1990-2010). Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project zal de rol worden onderzocht van de Hispano-Amerikaanse canon (vooral dan met betrekking tot preboomschrijvers (1940/50) en boomschrijvers (1960)) in een representatieve selectie uit het verhalend proza van de Spaanstalige Caraïben, Argentinië en Chili (Cono Sur) tussen 1990 en 2010. Het uitgangspunt is dat de Hispano-Amerikaanse literatuur bij uitstek een herschrijvende literatuur is. Er zal voornamelijk worden ingegaan op de expliciete intertextuele aanwezigheid van relevante figuren uit de nationale en transnationale HispanoAmerikaanse canon, de selectie, de mate waarin en wijze waarop (instemmend, kritisch, parodiërend¿) ze literair worden gerepresenteerd en hun functie. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Rita De Maeseneer
Schrijven tot "vernieting". De performatieve werking van "Le miroir des simples âmes anéanties" van Marguerite Porete als mystagogisch instrument. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project wil inzicht verwerven in de performatieve werking (agency) van Le Miroir des simples âmes anéanties van Marguerite Porete (d. 1310), een mystieke tekst die door de inquisitie werd veroordeeld. De tekst wordt ontleed vanuit drie onderzoeksvragen: de representatie van het 'ik', het intertekstuele netwerk, en de retorische dynamiek van de compositie. Het analytische instrumentarium wordt samengesteld uit de hedendaagse discoursanalyse (o.m. Bakhtin, Certeau) en de middeleeuwse profane en monastieke retorica. Het onderzoek draagt bij tot een beter begrip van de 'heterodoxie', op het vlak van de literaire middelen, van de laat-middeleeuwse vernaculaire mystiek. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ruusbroecgenootschap
Onderzoekers: • Veerle Fraeters • Virginie Minet
Schrijven over en als Geweld en Herinnering. Een comparatieve en tekstanalytische studie van literaire teksten met betrekking tot de Haïtiaanse boat people en El Corte (Banks, Brathwaite, Dalembert, Danticat, Dove, Ollivier). Universiteit Antwerpen Abstract: Hoewel de media slechts weinig aandacht besteden aan de vaak clandestiene migratie van Haïtianen naar andere Caribische eilanden en naar Florida, gaat het nochtans om een zeer actuele en acute problematiek die nationale en geografische entiteiten overstijgt (Cf. de Marokkaanse illegale immigratie), en waarvan ook de literaire weergave tot op heden weinig of niet onderzocht werd. Dit project bestudeert de Haïtiaanse boat people in een veelzijdig corpus, bestaande uit zowel Engels- als Franstalige romans, novelles, poëzie en jeugdliteratuur van Haïtiaanse auteurs (Edwidge Danticat, Louis-Philippe Dalembert en Emile Ollivier) en 'auteurs d'adoption' (Antillianen, zoals Edward Kamau Brathwaite en Maryse Condé en Amerikanen, zoals Russell Banks). Deze auteurs werden nooit eerder met elkaar vergeleken en zodoende ambieert dit origineel en grensverleggend doctoraatsonderzoek deze hiaat op te vullen. De louter thematische voorstelling van clandestiene immigratie wordt aangevuld met de vraag of er een schriftuur van het geweld bestaat, en welke de kenmerken hiervan zijn. De vraag op welke manier de auteurs een esthetisch en ethisch verantwoorde 'verbeelding' creëren staat centraal, gezien ze zich engageren om spreekbuis te zijn voor 'ceux qui n'ont pas de bouche' (Césaire) en hen een plaats te geven in de Geschiedenis (in de dubbele betekenis van het collectieve geheugen en de historiografie). De
"representatie" wordt nauwkeurig bestudeerd aan de hand van narratologische theorieën, trauma literature and criticism, intertekstualiteit, enz. De inzichten uit het postkolonialisme, populair in de Angelsaksische wereld, en de 'études francophones' worden aangewend om de 'balkanisation' (Glissant) van de Caribische literatuurkritiek tegen te gaan. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Kathleen Gyssels • Gaëlle Cooreman
Schrijven over en als Geweld en Herinnering. Een comparatieve en tekstanalytische studie van literaire teksten met betrekking tot de Haïtiaanse boat people en El Corte (Banks, Brathwaite, Dalembert, Danticat, Dove, Ollivier). Universiteit Antwerpen Abstract: Hoewel de media slechts weinig aandacht besteden aan de vaak clandestiene migratie van Haïtianen naar andere Caribische eilanden en naar Florida, gaat het nochtans om een zeer actuele en acute problematiek die nationale en geografische entiteiten overstijgt (Cf. de Marokkaanse illegale immigratie), en waarvan ook de literaire weergave tot op heden weinig of niet onderzocht werd. Dit project bestudeert de Haïtiaanse boat people in een veelzijdig corpus, bestaande uit zowel Engels- als Franstalige romans, novelles, poëzie en jeugdliteratuur van Haïtiaanse auteurs (Edwidge Danticat, Louis-Philippe Dalembert en Emile Ollivier) en 'auteurs d'adoption' (Antillianen, zoals Edward Kamau Brathwaite en Maryse Condé en Amerikanen, zoals Russell Banks). Deze auteurs werden nooit eerder met elkaar vergeleken en zodoende ambieert dit origineel en grensverleggend doctoraatsonderzoek deze hiaat op te vullen. De louter thematische voorstelling van clandestiene immigratie wordt aangevuld met de vraag of er een schriftuur van het geweld bestaat, en welke de kenmerken hiervan zijn. De vraag op welke manier de auteurs een esthetisch en ethisch verantwoorde 'verbeelding' creëren staat centraal, gezien ze zich engageren om spreekbuis te zijn voor 'ceux qui n'ont pas de bouche' (Césaire) en hen een plaats te geven in de Geschiedenis (in de dubbele betekenis van het collectieve geheugen en de historiografie). De "representatie" wordt nauwkeurig bestudeerd aan de hand van narratologische theorieën, trauma literature and criticism, intertekstualiteit, enz. De inzichten uit het postkolonialisme, populair in de Angelsaksische wereld, en de 'études francophones' worden aangewend om de 'balkanisation' (Glissant) van de Caribische literatuurkritiek tegen te gaan. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Kathleen Gyssels • Gaëlle Cooreman
Schriftelijke communicatie en de uitbouw van relatienetwerken in de twaalfde eeuw. De brievencollectie van Stefaan van Doornik als spiegel van het kerkelijke milieu in het Capetingisch koninkrijk. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Centraal in dit onderzoek staat de vraag of middeleeuwse brieven en brievencollecties een beeld kunnen geven van ten eerste de manier waarop bepaalde vormen van communicatie tot stand kwamen, ten tweede van het bestaan van verschillende en uiteenlopende netwerken van relaties, en ten derde van hoe deze netwerken zowel intern als extern functioneren en welke hun impact is op het participerend individu en op de maatschappelijke omgeving. Het onderzoek evolueert vanuit een case-study, waarbij in een eerste fase de brieven van Stefaan van Doornik worden geanalyseerd wat betreft hun taal- en stijlkenmerken, hun doel en de destinatarissen aan wie ze werden gericht; en de vragen omtrent de genese van de brievencollectie worden geconfronteerd met nieuwe concepten als ritualisering, legitimering en inforamtieverspreiding. De uitbreiding van het te onderzoeken bronnenmateriaal alsook de implicatie van sociologische en anthropologische concepten moet in een tweede fase toelaten de leden van de verschillende netwerken te identificeren en zowel de aard als de werkingsmechanismen van de netwerken te karakteriseren en te verklaren. Geplaatst binnen het kader van het Capetingisch koninkrijk in de 2de helft van de 12de eeuw kan het onderzoeken bijdragen tot een beter begrip van de rol van geschreven communicatie binnen politiek-kerkelijke milieus en van de manier waarop brieven en netwerken de processen van maatschappelijke integratie en machtsvorming bevorderen of beperken. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Walter YSEBAERT • GEORGES DECLERCQ
Scheepvaart binnen de exclusieve economische zone: een vrijheid in gevaar of eerder een gevaarlijke vrijheid? Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met de creatie van de exclusieve economische zone (EEZ) door middel van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het Recht van de Zee (1982 Verdrag) heeft de internationale gemeenschap het probleem van de overbevissing op volle zee (VZ) willen tegengaan. Het juiste juridische statuut van deze nieuwe zone, die zich bevindt tussen de territoriale zee (TZ), waar de kuststaat de soevereiniteit over heeft, en de VZ, gelegen buiten de nationale jurisdictie, gaf tijdens de conferentie aanleiding tot een confrontatie die onopgelost bleef. Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • ERIK FRANCKX
Schaduwvorsten. De 'politics of intimacy' en de rol van de minister-favoriet in de Habsburgse Nederlanden, 1598-1621 en 1647-1656. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bestudeert de opkomst van de 'valido' of minister-favoriet in de Habsburgse Nederlanden. Historici hebben tot nog toe zelden stil gestaan bij het feit dat het 17de-eeuwse hof van Brussel de thuishaven was van twee machtige vorstelijke gunstelingen die de politieke scène van hun tijd domineerden. Het gaat om Rodrigo Niño y Lasso, mayordomo mayor van de aartshertogen Albrecht en Isabella (1598-1621), en om Johann Adolph von Schwarzenberg, Obersthofmeister van aartshertog Leopold-Wilhelm (1647-1656). Een vergelijkend onderzoek naar de politieke carrières van deze hovelingen hof zal meer klaarheid scheppen in de rol van de 'politics of intimacy' aan het Brusselse hof, en hoopt hierdoor een belangrijke bijdrage te leveren aan de bestaande kennis over de mechanismen van het Habsburgse bewind in de Nederlanden. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Marnix Beyen • Dries Raeymaekers
Schaarste en sociale onrust in Afrika: Een kritische analyse KU Leuven
Abstract: Dit project behandelt de volgende centrale onderzoeksvraag: waarom zijner tijdens de voedselprijsstijgingen van 2007-2008 rellen uitgebroken in sommige Afrikaanse landen, maar niet in andere? Uit de literatuur blijkt dat economische kenmerken en politieke risicofactoren een belangrijkeinvloed kunnen hebben op het verband tussennbsp;hoge internationale voedselprijzen en gewelddadige protesten. Deze karakteristieken kunnen echter de spreiding van rellen over verschillende Afrikaanse landen onvoldoende verklaren. In dit onderzoek wordt nagegaan in welke mate horizontale ongelijkheden of politieke, sociale en economische ongelijkhedentussen identiteitsgroepen een land kwetsbaar kunnen maken voor het uitbreken van rellen. Horizontale ongelijkheden kunnen volgens sommigen leiden tot politieke instabiliteit en gewelddadige uitbarstingen omdat ze grieven creëren voor de leden van een groep en omdat mobilisatie gefaciliteerd wordt door een gedeelde identiteit. De identiteitsgroep kan gevormdwor Organisaties: • OE LINES
Onderzoekers: • Arnim Langer • Leila Demarest
Scans van 24.000 clichés 6x6 cm Universiteit Gent Abstract: Inventarisatie van de verzameling luchtfoto?s van Charles Leva. Deze foto?s zijn eigendom van de Waalse regio en werden in een eerste fase geïnventariseerd. Dit project is bedoeld om de digitalisatie van alle 24000 Waalse beelden (300 dpi, op formaat 10*10) uit te voeren. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Jean Bourgeois
SBO project application "VALIDIV". Valorising Linguistic Diversity in multiple contexts of primary education. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centrum voor Taal en Onderwijs Leuven
Onderzoekers: • Kristiaan Van den Branden • Koenraad Van Gorp • Kathelijne Jordens
SAXS studies of intermediate filaments and small heat-shock proteins KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Biokristallografie
Onderzoekers: • Sergei Strelkov • Aliaksandr Shkumatau
Samuel Beckett, het late tweetalige werk: tekstgenese en elektronisch-kritische editie Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is de analyse van het schrijfproces van het late tweetalige werk van Samuel Beckett op basis van de bewaarde manuscripten. De resultaten van dit tekstgenetisch onderzoek worden toegankelijk gemaakt in de vorm van vijf wetenschappelijke artikelen en van een elektronische editie (met transcripties van alle kladversies plus variantenapparaat) van Not I / Pas moi, Still / Immobile, Stirrings Still / Soubresauts en Comment dire / What Is the Word. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Dirk Van Hulle
Samenwerkingsproject VUB-ULB: De Groote Oorlog Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Eerste Wereldoorlog, die ook de Wereldoorlog of de Grote Oorlog werd genoemd was een wereldoorlog gecentreerd in Europa die begon op 28 juli 1914 en duurde tot 11 november 1918 (nog altijd bekend als wapenstilstandsdag). Voor een deel werd de wapenwedloop in 1912 en 1913 aangespoord door nationalistische en militaristische groepen, die hun regeringen passiviteit in het gezicht van externe bedreigingen verweten. Sommige historici hebben gewezen op de toenemende populariteit van het militarisme en het radicaal-nationalisme als oorzaken voor de oorlog. Alle grootmachten van de wereld waren bij deze oorlog betrokken, die werden samengesteld in twee conflicterende allianties: de geallieerden (gecentreerd rond de Triple Entente van het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Rusland) en de centralen (oorspronkelijk gecentreerd rond de Triple Alliantie van Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië). Deze bondgenootschappen reorganiseerden zich (Italië vocht voor de geallieerden) en breidden zich uit naarmate er meer landen meededen met de oorlog. Uiteindelijk werden er meer dan 70 miljoen militairen, waaronder 60 miljoen Europeanen, gemobiliseerd in een van de grootste oorlogen in de geschiedenis. Meer dan 9 miljoen soldaten werden gedood, vooral als gevolg van de grote technologische vooruitgang in vuurkracht zonder overeenkomstige ontwikkelingen in mobiliteit. Het was het op vijf na dodelijkste conflict in de wereldgeschiedenis, dat vervolgens de weg vrijmaakte voor politieke veranderingen zoals revoluties in de betrokken landen. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • GUY VANTHEMSCHE