www.researchportal.be - 7 Feb 2016 16:47:16
Onderzoeksprojecten (250 - 300 van 3455) Zoekfilter: Classificaties: MENSWETENSCHAPPEN (H)
Ex abundantia cordis. Een godsdienstfilosofisch onderzoek naar de rol van emoties in de religie. Universiteit Antwerpen Abstract: Vooral in de filosofie van de geest en in de moraalfilosofie werden diverse theorieën van de passies en de emoties opgesteld. Deze theorieën werden nog niet toegepast op het specifieke domein van de religieuze passies en emoties. Dit onderzoeksproject wil door genoemde toepassing inzicht verkrijgen in volgend vraagstuk. Hinderen, begeleiden of constitueren emoties de religieuze houding van het subject? Organisaties: • DEPARTEMENT FILOSOFIE EN RELIGIEUZE WETENSCHAPPEN • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Willem Lemmens • Walter Van Herck
Lied, muziek en dans in het Zuid-Nederlandse toneel van de zeventiende eeuw. Een onderzoek naar de functie van muzikale elementen. Universiteit Antwerpen Abstract: In vrijwel alle 17de-eeuwse toneelopvoeringen komen muzikale elementen voor. Liederen waren vaak een structureel onderdeel van de tekst, muzikanten zorgden voor begeleiding en sfeerschepping, dans en ballet moest de voorstelling visueel aantrekkelijk maken. Het project wil zowel de literaire, musicologische als theaterwetenschappelijke aspecten van het Zuid-Nederlandse toneel bestuderen aan de hand van een aantal literair-muzikale parameters aan de productiezijde, zowel bij de auteurs als bij de uitvoerenden, en aan de zijde van het publiek. Daarbij wordt gelet op institutionele, geografische, gender- en genreverschillen. Organisaties: • CENTRUM VOOR NEDERLANDSE LITERATUURGESCHIEDENIS • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Hubert Meeus
De invloed van spraakherkenning op het schrijfproces. Contrastief onderzoek naar de invloed van spraakherkenning, dicteerapparatuur en toetsenbord en muis op het schrijfproces. Universiteit Antwerpen Abstract: In het voorliggende project willen we ons, door een contrastieve benadering tussen spraakherkenning, dicteermodus en toetsenbord&muis-modus, enerzijds richten op modusspecifieke kenmerken van schrijfprocessen. Anderzijds hopen we een bijdrage te kunnen leveren aan de fundamentele theorievorming over cognitieve schrijfprocessen door aan de hand van ons onderzoek modusoverstijgende of universele cognitieve processen te beschrijven. Organisaties: • VAKGROEP TAAL EN COMMUNICATIE • Management
Onderzoekers: • Luc Van Waes
IUAP - PIA V/09 Universiteit Gent Abstract: Onderzoek van de transformatie in urbane en rurale context binnen het Romeinse Rijk. Interdisciplinaire archeologische benadering van de overgang van de laat-Romeinse Oudheid naar de Vroege Middeleeuwen. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Frank Vermeulen
Stadsgemeenschappen in de Lage Landen (late Middeleeuwen - 16e eeuw) Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt de historische studie van de stedelijke samenleving in de Lage Landen tijdens een cruciale ontwikkelingsfaze in comparatief perspectief en interdisciplinair door de gebundelde onderzoekscapaciteit van vijf ploegen (Ugent, ULB, UA, Uleiden, Kon. Bib. Brussel) te bevorderen. Vier onderzoekslijnen staan centraal: 1. stad en platteland, economische, sociale en culturele osmose 2. gedragsregulatie 3. stedelijke indentiteit 4. sociale en culturele geschiedenis van de stedelijke middengroepen Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Marc Boone • Hildegarde Symoens
Boardtechnologieën voor de volgende generatie gigabit communicatiesystemen Universiteit Gent Abstract: Het voorgestelde onderzoek richt zich op de ontwikkeling van nieuwe processen, nodig voor het verkrijgen van een leidinggevende rol in de vervaardiging van gedrukte schakelingen voor meerdere tientallen Gigabits/s. Dit onderzoek omvat de ontwikkeling van een technologie voor het maken van micro-via-gaten via laser-ablatie, de ontwikkeling van een Flip-Chip montageproces voor hoge frequenties en de hiermee gepaard gaande ontwerp- en karakteriseringstechnieken. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Luc Martens • André Van Calster • Daniël De Zutter • Peter Van Daele
De Belgische mondiale expansie (1831-1914). Een systematisch onderzoek naar de determinanten, actoren en evolutie van de Belgische koloniale en de financieel-industriële expansie, vanaf Leopold I tot de eerste wereldoorlog. Universiteit Gent Abstract: Gedurende de 19de eeuw was België betrokken bij een mondiale expansie die enerzijds voortkomt uit koloniale aspiraties en anderzijds uit de financiële, industriële en commerciële mondialisering van de Belgische bank- en ondernemerswereld. Dit onderzoek stelt zich tot doel een systematisch overzicht te leveren van deze dubbele Belgische expansiebeweging en de dynamiek hierachter te onderzoeken. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Coolsaet
Secularisatie van de politieke filosofie in de vroege moderne Nederlanden Universiteit Gent Abstract: Een bronnenonderzoek naar de secularisering van de politieke filosofie in de vroege moderne Nederlanden (16de - 17de eeuw), als aanzet tot de Verlichting en moderniteit, en met bijzondere aandacht voor het aandeel dat de christelijke dan wel klassieke traditie had in dit proces. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Martin Commers • Tom Claes
De relevantie van niet-klassieke logica's voor de wetenschapsfilosofie, de filosofie van de wiskunde en de taalfilosofie Universiteit Gent Abstract: Dit project betreft een samenwerking tussen drie Vlaamse centra voor wijsgerige logica (Ugent, KULeuven, VUB). Het basisidee is dat klassieke logica's fundamentele tekorten vertonen en daardoor ongeschikt zijn als instrumenten om problemen uit e wetenschapsfilosofie, de filosofie van de wiskunde en de taalfilosofie adequaat aan te pakken. Het Gentse onderzoek is gericht op adaptieve logica's en toepassingen ervan in de wetenschapsfilosofie. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Diderik Batens
Nietzsches mythopoëem van de 'eeuwige terugkeer': zijn visie op antieke mysteriën en het vroege christendom, invloed op zijn literaire en filosofische praktijk en interactie met de filologische en godsdiensthistorische debatten terzake Universiteit Gent Abstract: Het project wil in de eerste plaats nagaan welk visies Nietzsche op antieke mysterie-culten enerzijds en het vroege christendom anderzijds uitwerkt. Ten tweede willen we aandacht besteden aan Nietzsches verhouding tot de "Altertumswissenschaft" van zijn tijd - in het bijzonder tot de studies over de mysteriën. Ten derde wil het onderzoek de narrativiteit van de terugkeerleer diepgaand onderzoeken en de evoluties en perspectieven die Nietzsches werk er tegenover inneemt in kaart brengen. Ten vierde streeft het onderzoeksproject naar de uitdieping van Nietzsches concept van 'interculturele transactie'. Organisaties: • Vakgroep Duits
Onderzoekers: • Benjamin Biebuyck • Danny Praet
Ethiek van klokkenluiders: naar een normatieve ethiek betreffende de signalisatie van corruptietendensen in formele organisaties in een tijd van 'globalisering' Universiteit Gent Abstract: ?Klokkenluiders? zijn mensen die wantoestanden binnen organisaties waar ze werkzaam zijn, kenbaar maken. Vanaf 1970 is het een maatschappelijk thema, maar wettelijke beschermingstatuten komen pas vanaf 1990 tot stand buiten de VS. Dit onderzoek gaat na welke tendensen waar te nemen zijn in legitimering van dergelijke beschermingstatuten, maakt een ethische evaluatie daarvan en formuleert aanbevelingen voor beleid ter zake. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Martin Commers
Slavische intellectuelen op de Habsburgse Balkan, hun culturele en institutionele netwerken en hun invloed op het cultuurnationalisme in de eerste helft van de negentiende eeuw Universiteit Gent Abstract: De hoofdfiguur van ons onderzoek is Jermey kopitar (1780-1844), een Sloveense intellectueel, die gekenmerkt wordt door zijn pioniersrol in het ontstaan van het Sloveense nationale bewustzijn zijn internationale contacten en netwerken zullen worden bestudeerd in het kader van het Sloveense cultuurnationalisme in de eerste helft van de negentiende eeuw. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Raymond Detrez
Vage kennis: de creatief handelende mens in religieuze en wetenschappelijke verklaringssystemen. Een wetenschapsfilosofisch onderzoek naar conceptuele netwerken als identiteitsdynamieken Universiteit Gent Abstract: Het project wil nagaan welke wereldbeeldmodellen en wetenschappelijke kennissystemen voldoende breed en open toelaten om creativiteit te vatten. Daarbij zoeken we om creativiteit in religie en wetenschap samen te kunnen vatten. Vage kennis: de creatief handelende mens in religieuze en wetenschappelijke verklaringssystemen. Een wetenschapsfilosofisch onderzoek naar conceptuele netwerken als identiteitsdynamieken.
Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Hendrik Pinxten
Verdwenen cultuurlandschappen in het grensgebied van Vlaanderen en Nederland Universiteit Gent Abstract: Dit VNC-project laat drie wetenschappelijke onderzoekers (Geuch de Boer, geograaf Alexander Lehouck, archeoloog Nele Vanslembrouck, historica) los op westelijk Zeeuws-Vlaanderen en het Meetjesland. Deze internationale samenwerking (Wageningen Universiteit en Universiteit Gent) heeft de verklaring van de landschapsgenese en transformatieprocessen in deze regio tot doel. Het historisch luik spitst zich voornamelijk toe op de reconstructie van het middeleeuwse landschap, eeuwenlang geteisterd door overstromingen en volledig verdwenen ten gevolge van de militaire inundaties tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Erik Thoen
Krediet, vertrouwen en sociale relaties te Antwerpen in de 18de eeuw Vrije Universiteit Brussel Abstract: Buitenlands historisch onderzoek suggereert dat consumptiepatronen in de Nieuwe Tijd ingrijpende veranderingen hebben ondergaan. Uit onderzoek van boedelinventarissen is gebleken dat er in de loop van de 18de eeuw meer en een gevarieerder aantal consumptiegoederen werden aangeschaft. Hoe huishoudens deze (nieuwe) consumptiegoederen konden aankopen blijft echter een open vraag. Niet alleen omdat voor dezelfde periode werd vastgesteld dat de koopkracht er op achteruitging, maar ook en vooral wegens het gebrek aan contante betaalmiddelen. Om die reden is een historisch onderzoek naar krediet in de vroegmoderne periode uiterst relevant. Voor wat de Zuidelijke Nederlanden betreft werd er immers enkel maar onderzoek verricht naar de in de zeventiende eeuw opgerichte Bergen van Barmhartigheid. Doel van dit doctoraat is licht te werpen op de betekenis van krediet in relatie tot de zogenaamde consumptierevolutie. Uitgangspunt vormt de vraag in welke mate sociale middengroepen in Antwerpen in kredietnetwerken betrokken waren en wat daar de economische en sociale implicaties van waren. Wie kreeg er met andere woorden toegang tot krediet en waarom? Welke rol speelden eer, reputatie en vertrouwen op de stedelijke kredietmarkt? Daarnaast wordt ook onderzocht op welke manier financiële conflicten werden opgelost. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • HUGO SOLY • Bart WILLEMS
Grensgevallen. Aspecten van 'het uitzonderlijke' - een dialoog met vier 20ste eeuwse denkers (Schmitt, Camus, Jaspers, Foucault) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project stelt de verheldering van 'het uitzonderlijke' (als 'datgene wat niet in te passen valt') centraal. Er wordt ingegaan op de specifieke betekenis van het uitzonderlijke voor het denken en voor de ervaring. Het wijsgerig instrumentarium nodig om deze problematiek te behandelen, zal worden opgebouwd door een analyse van vier verschillende en 20ste eeuwse denkers (Schmitt, Camus, Jaspers, Foucault) en wel via twee parcours' (een situationeel en een strikt filosofisch parcours). In het eerste parcours wordt er nader ingegaan op de biografische en de ideeënhistorische situatie van de denkers. Enerzijds wordt de link gelegd tussen hun denkwegen (fascinatie voor uitzonderingen) en hun levensloop (persoonlijke ervaringen, temperamenten en keuzes); anderzijds wordt de Romantiek geopperd als een sleutelperiode voor het begrijpen van de 20ste eeuwse antagonismes omtrent de uitzonderingsproblematiek (m.n. als een periode waarin het koppel 'norm(aliteit)-uitzondering' uit evenwicht geraakte). In het tweede parcours worden de denkers in kwestie twee aan twee tegen elkaar uitgespeeld - om zo het aspect van het 'uitzonderlijke' binnen hun werk naar boven te halen en de bruikbare concepten en denkbeelden die dan aan het licht komen te analyseren, te vergelijken en indien mogeljk te accapareren in functie van mijn opzet. Enerzijds stel ik Schmitt tegenover Camus ('primaat' versus 'instrumentaliteit' van het uitzonderlijke), anderzijds Jaspers tegenover Foucault (een 'micro'- versus een 'macro'-perspectief). Dit aldus geconstrueerde denkinstrumentarium zal toelaten vervolgens een eigen denkweg uit te stippelen, waarbij de fascinatie voor en de wijsgerige betekenis van 'het uitzonderlijke' wordt uitgediept en het problematische ervan wordt verduidelijkt. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JOZEF VAN BELLINGEN • Marc VAN DEN BOSSCHE • Therese DEPOORTER
Van Sisyphus naar Icarus: sporen van het existentialisme in de postmoderne roman Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project onderzoekt de relaties tussen het literaire existentialisme en postmodernisme. Het bestudeert die verhoudingen vanuit twee cruciale aspecten: het mensbeeld (de leegte, de absuriditeit enzovoort)en het wereldbeeld (de revolte, de revolutie, de terreur). Die aspecten worden zowel op het formele vlak bestudeerd (de narratieve strategieën) als op het inhoudelijke (de thematiek). Concreet wordt vertrokken van de spanning tussen Camus en Sartre en van het literaire existentialisme van Jan Walravens en Anna Blaman. Via postmoderne theorieën over het subjectloze ik en de revolte, wordt dan overgestapt naar het postmoderne werk van auteurs als Peter Verhelst en Atte Jongstra. Organisaties: • Germaanse Talen
Onderzoekers: • BART VERVAECK
Bevorderen van een etisch bewustzijn in het secundair en hoger onderwijs: xenotransplantatie van insuline produceerende varkenscellen als casestudie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Nieuwe medische ontwikkelingen, die mogelijk risico's inhouden voor de samenleving geven aanleiding tot hevige ethische discussies. Het brede publiek is vaak weinig geïnformeerd over deze nieuwe technieken en beperkt zich vaak tot een emotionele argumentatie. Ook in het secundair en het paramedisch hoger onderwijs beschikt men momenteel niet over hanteerbare modellen die het ethisch bewustzijn stimuleren. De onderzoeksgroep ontwikkelde in het kader van onderzoek naar de attitudes van verschillende deelpopulaties t.o.v. toekomstige transplantatie van insulineproducerende varkenscellen een discussietechniek (inhoudelijk en procesmatig), die mits enige aanpassing ook zijn toepassing kan hebben in een opvoedkundig project. Zo zou de toepasbaarheid van het model van Bach, dat tot doel heeft het ethisch bewustzijn te stimuleren, bij groepen
leerlingen (ASO) en studenten verpleegkundige, getoetst worden.Wij willen nagaan in hoeverre de interventie (les omtrent xenotransplantatie, gericht opzoeken van informatie, participeren in focusgroep-gesprekken) een invloed heeft op het ethisch bewustzijn. Daarbij worden twee metingen voorzien aan de hand van de door ons ontwikkelde vragenlijst (Diabetes: nieuwe behandelingsmethoden). Deze metingen moeten ons inzicht verschaffen in de evolutie die de leerlingen en studenten vertonen inzake de argumenten (aard en hoeveelheid) die zij hanteren i.v.m. (T0 en T1) en hun houding t.o.v. xenotransplantatie en medisch-ethische problemen. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
Vorm, Inhoud en Volgorde van responscategorieën bij Surveyonderzoek. Een fundamenteel onderzoek naar de impact van responscategorieën op responsgedrag. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ondanks het feit dat bij surveyonderzoek fouten in de constructie van vragenlijsten vaak aangehaald worden als verklaring voor responsbias, gebrekkige kwaliteit van de data en onverwachte resultaten, werd de omvang van dit probleem nog weinig onderzocht. Dit project wil op een systematische manier de mogelijke impact van de gehanteerde responscategorieën bij ratingschalen (zoals het aantal categorieën, even of oneven, het gebruik van ankerpunten, de keuze van de labels, ...) onderzoeken. Het eigenlijke onderzoek omvat twee delen: 1) In het experimenteel survey worden verschillende versies van een vragenlijst (dezelfde items, te beoordelen op verschillende responsschalen) op 2 tijdstippen bij dezelfde respondenten afgenomen. Daarbij worden bij elke afname alle verschillende versies verspreid (een deel van de deelnemers krijgt eerst versie A, later B, bij andere deelnemers is de volgorde omgekeerd) om zo test-hertest effecten uit te sluiten. Deelnemers in de controlegroep krijgen 2 keer dezelfde versie. 2) Bij het laboratoriumonderzoek worden in verscheidene experimenten verschillende schaaltypes onderling vergeleken. Enerzijds wordt het responsgedrag op verscheidene schaaltypes vergeleken op indirecte manier, door dezelfde items op verschillende schaaltypes te laten beoordelen. Anderzijds worden verschillende schaaltypes meer direct onderling vergeleken via cross-modality matching. Tenslotte wordt ook de preferentie voor de verschillende reponsmodaliteiten bevraagd. Het uiteindelijke doel is om grootteorden van responseffecten bij verschillende schaaltypes en in verschillende contexten te meten en om te komen tot een reeks gefundeerde aanbevelingen voor het aanmaken van vragenlijsten. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ROLAND PEPERMANS • PETER THEUNS • Walentina COOLS
Biografie Ernest Ezra Mandel (1923-1995). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Historisch-biografisch onderzoek naar de rol en betekenis van E. Mandel in de IVde Internationale en in de Belgische politiek. Organisaties: • Centrum voor de Interdisciplinaire Studie van Brussel • Geschiedenis
Onderzoekers: • PETER SCHOLLIERS • GUY VANTHEMSCHE • ELS WITTE
Productie en consumptie van holglas in het laat-middeleeuwse en vroeg-moderne hertogdom Brabant. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek streeft zes doelstellingen na: 1.het nauwkeurig specifiëren van de kenmerken van het Brabantse gebruiksglas (inclusief de opbouw van een chronotypologie van het holglas voor deze regio via materiaaltechnisch en kunsthistorisch onderzoek; 2.het ontwikkelen van een adequate methodologie voor de studie en analyse van het archeologische gebruiksglas; 3.het uitbouwen van een chronologie en een evolutiepatroon van het gebruik van grondstoffen via het archeologische en historische bronnenmateriaal en natuurwetenschappelijke analyse; 4.het identificeren van transferten van technologische kennis in het gebruik van grondstoffen, technieken, vormen en opbouw van de voorwerpen, door bronnen en materiaalstudie; 5.onderzoek naar consumptie en distributiepatronen van gebruiksglas via de archeologische en de historische bronnen, w.o. meer specifiek door middel van het onderzoek van seriële historische bronnen zoals boedels 6.het samenstellen, uitbreiden en beschikbaar maken van onderzoeksdocumentatie over het Brabantse gebruiksglas door middel van software en digitale toepassingen. De methodologie: het ontwerpen van een specifiek model Vooreerst is gestart met het heuristisch onderzoek en evaluatie van de bronnen en de literatuur. Hierbij worden de verschillende aspecten van productie, consumptie en gebruik voortdurend en in wisselwerking, kwalitatief en kwantitatief kritisch onderzocht. Gelijktijdig hiermee is een werkbaar en handzaam model voor de archeologische verwerking van de glasensembles ontworpen via een uitgebreid en intensief vergelijkend onderzoek van de publicaties van archeologische glascollecties, en toegespitst op de methodologische literatuur. Het ontwerpen van een model biedt de mogelijkheid om het archeologische glas zo ruim als haalbaar te bevragen en te onderzoeken, rekening houdende met de specifieke eigenschappen van de materiaalgroep glas. Daarbij komen ook de meer technische methodologische problemen inzake quantificatie aan bod. Tevens worden de resultaten van de archeologische materiaalverwerking in een ruimer kader geplaatst van de problemen omtrent de interpretatie van archeologisch vondstmateriaal, in casu glas, in termen van het geheel van de laatmiddeleeuwse en vroegmoderne materiële cultuur zoals die gekend kan zijn uit archeologische bronnen en de problemen van de integratie van historische (in de zin van geschreven) en iconografische informatie. de opstelling van een database en een beeldarchief Het evaluerende en vergelijkende onderzoek van de registratie en digitale systemen in gebruik bij de archeologische diensten zoals het Deventer systeem voor aardewerk en glas is afgerond. Dit systeem blijkt onvoldoende mogelijkheden te bieden om de verzamelde archeologische informatie op een grondige manier wetenschappelijk te verwerken. Zodoende is gestart met het opzetten van een eigen database die wel een adequate en voldoende gedetailleerde verwerking van de gegevens garandeert. De verzameling materiaaltechnische onderzoekgegevens werd gedigitaliseerd door middel van een relationele databank, geconstrueerd met het programma Access. De database bestaat uit bestanden per site (op basis van Excelsheets), waarbij elk invoerformulier, per fragment of per individu, 45 velden omvat, met de basisgegevens, depotinformatie, materiaaltechnische en beschrijvende gegevens, evenals, indien beschikbaar het vergelijkingsmateriaal, het iconografische materiaal en de publicatiegegevens.
Het is de bedoeling deze databank als werkinstrument beschikbaar te stellen voor verder onderzoek. De beschikbaarheid van de gedigitaliseerde gegevens en het beeldmateriaal maken het opstellen van een beschrijvende catalogus mogelijk, zowel verticaal als horizontaal geschikt en/of typologisch gecatalogiseerd of per site of per regio, of naar gebruik of per periode ingedeeld. Historisch archivalisch en iconografisch onderzoek De archeologische glasvondsten moeten ook gecontextualiseerd en geduid worden in historische zin. Hiervoor en voor de diverse aspecten inzake de productie (grondstoffen, ateliers, werkcondities, economische context) en de consumptie (gebruik, sociale spreiding, functionaliteiten in sociale zowel als in louter pragmatisch gebruikstechnische zin) dient ook onderzoek te gebeuren op andere dan archeologische bronnen. Dit kan in het kader van dit project om tijdtechnische redenen slechts via twee kanalen gebeuren: via de literatuur en (ten dele) de gepubliceerde bronnen enerzijds en via geselecteerde steekproeven anderzijds. Bij deze steekproeven mogen in het bijzonder de volgende activiteiten vermeld worden. De 16de eeuwse boedelinventarissen van Antwerpse kanunniken zijn ter beschikking gesteld door Prof. dr. B. Blondé en dra. Carlolien de Staelen, Dept. Geschiedenis, Universiteit Antwerpen. Ze zijn onderzocht op vermeldingen van voorwerpen in glas. Deze bevindingen worden geconfronteerd met deze uit een grootschalig Nederlands boedelonderzoek (project Rapenburg, Leiden) . Tevens zijn 3046 documenten onderzocht naar voorwerpen in glas uit de gepubliceerde Antwerpse kunstinventarissen uit de periode 1600 1674 . doctoraat De eindresultaten van het onderzoek zullen uiteraard in detail voorgesteld en besproken worden in de doctorale dissertatie van dra. D. Caluwé. Zij heeft de praktische leiding van het archeologische, historische en kunsthistorische onderzoek van de archeologische glasvondsten en hun bredere cultuurhistorische contxt. Voor de selectie van de monsters voor natuurwetenschappelijke analyse wordt steeds beroep gedaan op het advies van prof. Dr. Koen Janssens (UA). Danielle Caluwé verzorgde de selectie en de verwerking van het archeologische materiaal en van het geschreven bronnenmateriaal en de samenstelling van de wetenschappelijke dossiers ter voorbereiding van het onderzoek. Zij bereidde mede alle onderzoeksactiviteiten voor, begeleidde in een aantal gevallen het onderzoek van het materiaal in situ en evalueerde de resultaten. Zij heeft de leiding bij de eindredactie van de publicatie van de resultaten of van deelresultaten van het onderzoek. Op basis van haar onderzoekingen bereidt zij een doctoraat voor, waarvan het indienen in de loop van het jaar 2007 voorzien is. Dit doctoraat biedt een (eerste) chronotypologie van het middeleeuwse en latere gebruiksglas in het vroegere hertogdom Brabant, met een (eerste) status quaestionis en interpretatie van de basisinformatie inzake diverse technische, economische, cultuurhistorische e.a. aspecten van de productie en consumptie van dit glas in het vermelde gebied. Dra. Caluwé is tevens de basis voor de uitbouw van een netwerk van contacten, uitwisseling van informatie en opbouw van samenwerkingsverbanden in binnen en buitenland. Tenslotte zorgde dra. Caluwé tevens voor de bredere bekendmaking van het lopend onderzoek en project via deelname aan internationale e.a. congressen en wetenschappelijke bijeenkomsten, organisatie van workshops, medewerking aan tentoonstellingen. Tevens mag vermeld worden dat dra. Caluwé actief medewerkt in het organiserend en wetenschappelijk comité dat de verantwoordelijkheid draagt voor de organisatie van het 17th International Congress of the International Association for the History of Glass, dat plaats vond te Antwerpen, Elzenveld, van 3 tot 10 September 2006. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • FRANS VERHAEGHE • Danielle CALUWE • Dries TYS
De relevantie van niet-klassieke logica's voor de wetenschapsfilosofie, de filosofie van de wiskunde en de taalfilosofie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project brengt de diverse expertises bij elkaar die te vinden zijn in de diverse Centra voor Logica en Wetenschapsfilosofie aan de universiteiten van Gent (Prof.dr. Diderik Batens), Brussel en Leuven (Prof.dr. Roger Vergauwen). Alle onderzoekers delen een interesse in het gebruik van niet-klassieke logica's - het kan handelen over paraconsistent, ampliatieve, adaptieve, modale en strikt eindige logica's - om problemen aan te pakken in de wetenschapsfilosofie, de filosofie van de wiskunde en de taalfilosofie. De resultaten van dit onderzoek worden o.a. in het vaktijdschrift 'Logique et Analyse'. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
Vage kennis : de creatief handelende mens in religieuze en wetenschappelijke verklaringssystemen. Een wetenschapsfilosofisch onderzoek naar conceptuele netwerken als identiteitsdynamieken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Uitgaande van het werk van Leo Apostel (atheïstische spiritualiteit) en van Rik Pinxten (goddelijke fantasie), is het de bedoeling te exploreren op welke wijze kennis tussenkomt in het vormen van identiteiten en conceptuele netwerken. De hypothese dat vage kennis eerder dan precies omlijnde, exact formuleerbare kennis meer geschikt is om deze vormen te helpen ontwikkelen staat centraal in dit onderzoek. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
Ontwikkeling van een contextuele, niet deterministische evolutietheorie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het algemeen doel is de ontwikkeling van een wiskundig formalisme voor de beschrijving van evolutie dat haar zelforganiserende, contextuele, en niet-deterministische aspecten beschrijft. De specifieke doelen zijn de uitbouw van de neo-Darwinistische formele beschrijving van evolutie rekening houdend met emergentie en niet-determinisme, gebruik makend van het wiskundige tralietheoretisch formalisme dat oorspronkelijk werd ontwikkeld voor de beschrijving van contextuele en niet-deterministische interactie in de microwereld; dit formalisme implementeren in een computermodel; dit computermodel gebruiken om korte en lange-termijn gevolgen te voorspellen voor artificieel geïntroduceerde contextuele interacties, zoals (1) genetische manupulatie, en (2) introductie van allochtone soorten in een ecosysteem. Organisaties: • Centrum Leo Apostel
Onderzoekers: • Diederik AERTS
Een systematisch onderzoek naar de hoedanigheid en betekenis van muziek in de Grieks antieke mythologie Vrije Universiteit Brussel Abstract: De algemene probleemstelling van deze studie is de vraag naar het voorkomen van het thema muziek in de Grieks antieke mythologie. De doelstelling is tweeledig : 1) de hoedanigheid doorgronden waaronder muziek zich in de Griekse mythen voordoet, en 2) de betekenis daarvan duiden in het licht van pertinente musicologische theorieën.. In het mythologisch onderzoeksdeel wordt er eerst een geëigende methodologie ontwikkeld, aan de hand waarvan de gekende muzikale mythen dan aan een individuele en vergelijkend onderzoek worden onderworpen. Er wordt gezocht naar het voorkomen van het thema muziek in a) de individuele muzikale mythen b) het corpus der muzikale mythen c) het samenstel der Griekse mythologie. In het musicologisch onderzoeksdeel worden eerst de pertinente muziektheoretische concepten uitgetekend, waaraan de mythologische onderzoeksresultaten dan worden gerelateerd. Er wordt nagegaan in hoeverre de mythologische bevindingen kunnen convergeren met de musicologische theorieën omtrent a) het mythisch substraat en de metaforische eigenschappen van muziek b) de sociaal-religieuze werking en verankering van muziek en c) de ritualistische grondslagen van muziek. De einddoelstelling is te concluderen tot de algemenere betekenis van het specifiek voorkomen van muziek in de Griekse mythologie. Organisaties: • Centrum Leo Apostel
Onderzoekers: • Diederik AERTS
ONTOBASIS Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar theorievorming, constructie, diensten en toepassingen van ontologien. Hun rol in databanken, web semantiek en computationele linguistiek. Organisaties: • Onderzoek naar Software Technologie en Toepassingen • Web en Information System Engineering • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • ROBERT MEERSMAN • RAUL ROMERO • Peter SPYNS • OLGA DE TROYER
Sociale differentiëring van standaardisering en schrijftradities in het Brugse in de periode 1750-1830. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds 1995 (aanvangdatum eerste aspirantmandaat) onderzoek ik de taalsituatie in het 19de-eeuwse Vlaanderen vanuit een historischsociolinguïstische invalshoek. Er wordt daarbij gestreefd naar een overzicht van de feitelijke taalvariatie in de diverse geledingen van de toenmalige samenleving, op basis van origineel bronnenonderzoek. De taalsituatie in Brugge fungeert als case-study. Na het afgeronde onderzoek naar de taal van de lagere en de middenklasse (doctoraat) wordt nu als sluitstuk het taalgebruik van de hogere klassen onderzocht. Hiervoor zullen in diverse archieven originele documenten verzameld worden, die dan nadien bewerkt worden tot een elektronisch bevraagbaar corpus dat geanalyseerd zal worden op het vlak van de spelling, de grammatica en de stijl . Ook aan de functies van de verschillende taalvariëteiten wordt aandacht besteed. Organisaties: • Centrum voor Linguistiek
Onderzoekers: • ROLAND WILLEMYNS • WIM VANDENBUSSCHE
Beleidsvoorbereidend onderzoek VUB (BVO) (Topic 4) : Samenwerkingsakkoord tussen de Gewesten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar het juridisch kader van samenwerkingsakkoorden tussen de Gewesten. Organisaties: • Economisch Recht • Staats- en Bestuursrecht
Onderzoekers: • Kaat LEUS • KOEN BYTTEBIER
Ontwikkeling van een contextuele theorie voor concepten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Als algemeen doel wensen we een formalisme te ontwikkelen voor de beschrijving van concepten dat expliciet hun contextuele aard in rekening brengt. Als specifieke doelen willen we het tralietheoretisch wiskundig formalisme dat oorspronkelijk werd ontwikkeld in veralgemeende quantummechanica voor de beschrijving van contextuele interacties in de microwereld aanpassen om een formele bechrijving uit te bouwen van de contextuele manier waarop concepten worden gebruikt om betekenis te genereren; de performantie van deze contextuele theorie voor concepten vergelijken met de bestaande prototype-en exemplaartheorieën, door gebruik te maken van reeds bestaande datasets voor typicaliteitsbeoordelingen, responstijden van categorisatiebeslissingen, exemplaargenereer-frequenties, frequenties in een categoriebenoemingstaak voor zowel enkelvoudige concepten als conjunctieve concepten; onderzoeken van de performantie van de contextuele theorie voor concepten op nieuwe datasets voor zeer contextuele situaties waar hetzelfde concept deeluitmaakt van verschillende conjuncties. Organisaties: • Centrum Leo Apostel
Onderzoekers: • Diederik AERTS
Ontwikkeling van een contextuele, niet-deterministische evolutietheorie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het algemeen doel is de ontwikkeling van een wiskundig formalisme voor de beschrijving van evolutie dat haar zelforganiserende, contextuele, en niet-deterministische aspecten beschrijft. De specifieke doelen zijn de uitbouw van de neo-Darwinistische formele beschrijving van evolutie rekening houdend met emergentie en niet-determinisme, gebruik makend van het wiskundige tralietheoretisch formalisme dat oorspronkelijk werd ontwikkeld voor de beschrijving van contextuele en niet-deterministische interactie in de microwereld; dit formalisme implementeren in een computermodel; dit computermodel gebruiken om korte en lange-termijn gevolgen te voorspellen voor artificieel
geïntroduceerde contextuele interacties, zoals (1) genetische manupulatie, en (2) introductie van allochtone soorten in een ecosysteem. Organisaties: • Centrum Leo Apostel • Biologie
Onderzoekers: • PHILIP POLK • Diederik AERTS
Strategieën bij vreemdetaalverwerving (Duits): de validatie van de meervoudsvorming versus andere indicatoren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is onderzoek naar de rol van strategieën bij vreemdetaalverwerving in een institutionele context. Het gaat daarbij om de verwerving van Duitse meervoudsvormen door Nederlandstalige taalleerders uit het secundair onderwijs (ASO). Een voorbereidend literatuuronderzoek heeft tot doel de psychologische literatuur in een sociolinguïstisch kader (onderwijsmethodes, klascontext, onderwijsdoelen) te interpreteren. Het operationeel onderzoek moet in eerste instantie uitwijzen of de meervoudsvorming als een valide indicator voor strategisch gedrag bij vreemdetaalverwerving gezien mag worden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van verschillende, elkaar aanvullende onderzoeksmethodes (statistische verwerking van schriftelijke tests met foutenanalyse; intro- en retrospectie). Een antwoord op deze vraag zou ook een nieuw licht kunnen werpen op de vraag of meervoudsvormen in een vreemde taal samen met het basiswoord als items geleerd worden of dat de meervoudsvorming op basis van het toepassen van morpho-syntactische regels gebeurt (psycholinguïstisch luik ). Een antwoord hierop heeft vooral pedagogisch-didaktische implicaties voor het vreemdetaalonderwijs. Organisaties: • Germaanse Talen
Onderzoekers: • KATJA LOCHTMAN • MADELINE LUTJEHARMS
De verbondenheden van het weten. De posities en verantwoordelijkheden van de wetenschappen en de wetenschappers in een democratische rechtsstaat Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dat wetenschap en techniek een algemene en beslissende impact hebben op onze levens, maatschappijen en leefmilieus trekt niemand meer in twijfel. Verbazend genoeg, daarentegen, blijft de stelling overeind dat de wetenschap zich beperkt tot het vaststellen van 'feiten' terwijl de politiek als verantwoordelijkheid heeft de 'waarden' te bepalen. Deze stelling doet echter geen recht aan de diverse dynamische verstrengelingen van wetenschap ('natuur') en maatschappij ('cultuur'), zoals ze aan het licht gebracht zijn door de praktijk zelf van de wetenschappen, door sommige wetenschapsdenkers (zoals Foucault, Serres, Stengers en Latour) en door de claims van sociale bewegingen (zoals o.m. inzake biogenetica, milieu, cloning, enz.) Wij gaan ervan uit, dat is voor ons het 'nieuwe feit', dat de kwestie de impact van de wetenschappen vandaag de dag moet worden onderzocht met verwijzing naar de 'democratische rechtsstaat'. Aldus dienen begrippen-principes zoals de juridische bemiddeling van rechten en belangen, de democratische participatie, de rule of law (rechtsstatelijkheid), transparantie en accountability, het algemeen belang, de mensenrechten en de individuele vrijheid, voortaan deel uit te maken van de vereisten - de contraintes - van het wetenschappelijk werk. Het komt erop aan de gevolgen hiervan te onderzoeken met betrekking tot de wetenschappelijke activiteit en de universitaire vorming, omdat die begrippen-principes alleen pertinent kunnen zijn wanneer zij steunen op een actieve interesse en openheid van alle wetenschappers voor de activiteiten en kennis van hun collega uit andere disciplines en meer zelfs, van hun medeburgers. Thans moet kennis worden ontwikkeld die 'interessant' is in de etymologische betekenis van dat woord, waarbij interesse staat voor het creëren van verbanden, voor het scheppen van verbindingsmogelijkheden. Anders gezegd roept de kwestie van de impact van de wetenschappen spontaan de vraagstelling op van het publieke karakter/algemeen nut van de wetenschappen en het wetenschappelijk onderzoek. Want indien de wetenschappen en de democratische rechtsstaat aan elkaar worden geweven, dan rijst enerzijds de vraag naar de plaats- en rolbepaling van het algemeen belang in het wetenschappelijk onderzoek, en anderzijds deze naar de voorwaarden waaronder een onderzoek publiek kan zijn of worden, zowel inhoudelijk (ten aanzien van welke doelstellingen en belangen ?) als formeel (door middel van welke procedure ?). Voorliggend onderzoek heeft dus tot algemeen doel de technisch-wetenschappelijke activiteiten binnen een democratische rechtstaat te conceptualiseren. Theoretisch gesproken komt het erop neer de verbanden tussen wetenschappen en maatschappij te herbeschouwen aan de hand van twee inter- of transdisciplinaire case-studies (de gecorreleerde mens en de biotechnologie en voedselveiligheid). Op juridisch vlak dienen de noodzaak en de grenzen van de juridische bemiddeling met betrekking tot de technisch-wetenschappelijke activiteiten te worden omschreven en bepaald. Vanuit politiek en constitutioneel oogpunt zal, met betrekking tot deze activiteiten, worden gestreefd naar de uittekening van nieuwe vormen van vertegenwoordiging, machtsevenwichten en transparantie. Vanuit ethisch perspectief zal de aandacht gaan de talrijke huidige conflictzones tussen wetenschapsbeoefening en ethiek. Meer concreet wensen we procedurele middelen tot stand te brengen, die, of ze van juridische, ethische of andere aard zijn, kunnen bijdragen tot de implementatie van de theoretische en conceptuele resultaten van dit onderzoek. De belangrijkste originaliteit van dit project is echter educationeel van aard, en betreft de vorming van de vorsers zelf. Ons onderzoek wil immers een 'actieonderzoek zijn (een recherche-action) of nog, een 'experiment' dat samen en interactief met vorsers uit verschillende hoeken wordt gevoerd, waarbij de wederkerige uitsluiting (op grond van onwetendheid) wordt overstegen. Er kan inderdaad enkel op het terrein zelf naar mogelijkheden worden gezocht om een gemeenschappelijke belangstelling, werkzin of 'eetlust' tot stand te brengen vertrekkende van onderling verschillende opvattingen en gebruiken. Ons project streeft er aldus naar om op proefondervindelijke wijze, de nieuwe educationele noodwendigheden van wetenschapspraktijken verbonden met de democratische rechtsstaat te duiden (graduate training school). Naast de meer klassieke doelstelling van 'productie van kennis' zoals in de verschillende work packages wordt beschreven, wil dit project dus trachten te komen tot de 'productie van communicatie tussen de verschillende vormen van weten' : deze worden hier niet benaderd als inhouden die eenieder zich kan toeëigenen, maar wel vanuit het oogpunt dat ze moeten 'tellen' , 'wegen' en deel uitmaken van de manier waarop alle vorsers hun vragen stellen. Daarom spreken we van 'verbondenheden' (of 'loyauteiten') in beide betekenissen van dat woord. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie • Metajuridica
Onderzoekers: • Hans COMIJN • Daniel DE BEER DE LAER • Laurent DESUTTER • Karen FRANCOIS • SERGE GUTWIRTH • Wim Jan SCHREURS • JEAN VAN BENDEGEM
Perspectives on mathematical practices - (internationale conferentie 24-26 oktober 2002) Vrije Universiteit Brussel Abstract: In recente tijden is er een zekere verschuiving aan de gang van theoretisch gerichte filosofie van de wiskunde (zogenaamde 'grondslagenstudies') naar een filosofie die meer aandacht heeft voor de wiskundige praktijk zelf in navolging van het pionierswerk van Imre
Lakatos. Dit congres wil een stand van zaken brengen in verband met deze nieuwe ontwikkeling. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie
Onderzoekers: • Bart VAN KERKHOVE • JEAN VAN BENDEGEM
De heropbouw van de joodse gemeenschap te Antwerpen na de Tweede Wereldoorlog (1944-1960). Universiteit Antwerpen Abstract: De heropbouw van de joodse gemeenschap te Antwerpen na de Tweede Wereldoorlog (1944-1960). Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Veerle J W M Vanden Daelen • Herman Van Goethem
Interculturele communicatie in rechtbanken.(deel 1 en 2) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project stelt zich tot doel (i) een wetenschappelijke analyse te bieden van vertaal- en communicatiestoornissen in strafzaken waarbij anderstalige verdachten betrokken zijn en de mogelijke gevolgen aan te duiden die dergelijke stoornissen op de rechterlijke besluitvorming kunnen hebben; (ii) denkpistes van mogelijke aanbeveling terzake voor te stellen. Het onderhavige voorstel heeft betrekking op een eerste pilootproject voor de duur van twee jaar, met een eerste contractuele overeenkomst voor 1 jaar. Organisaties: • Linguistiek • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren
The 'Mitteleuropa' empire. Geotragiek en dynamiek van de geschiedenis. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project vindt zijn oorsprong in de groeiende interesse voor culturele en maatschappelijke invalshoeken rond Europese integratie, met inbegrip van het recent uitbreidingsdebat. Met wel bijdragen tot de Europese geschiedenis i.s.m. het Europacentrum J. Monnet. Organisaties: • VAKGROEP INTERNATIONALE ECONOMIE, INTERNATIONAAL MANAGEMENT EN DIPLOMATIE • Internationale economie, internationaal management en diplomatie
Onderzoekers: • Evrard Claessens
Wetenschappelijke bijstand door Dr. Gustaaf CORNELIS in project transgenereationele ethiek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project is het de bedoeling om een enquête die in een vorig project werd gehouden onder het personeel van het SCK-CEN af te ronden (conclusies en interpretaties). De enquête heeft betrekking op problemen van radioactief afval en verwante problemen en de ethische implicaties hiervan. Bedoeling is ook de databank ter beschikking te stellen van het SCK-CEN na beëindiging van dit project. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
Asielloze wereld: exil en vlucht in Lion Feuchtwanger's Exil, Anna Seghers' Transit en Albert Drach's Unsentimentale Reise Universiteit Antwerpen Abstract: Asielloze wereld: exil en vlucht in Lion Feuchtwanger's Exil, Anna Seghers' Transit en Albert Drach's Unsentimentale Reise Organisaties: • Literatuurwetenschap
Onderzoekers: • Vivian Liska • Liesbeth Haagdorens
Editie van: GERARD WALSCHAP, Kritisch werk, dl. 1 (1922-1926) Universiteit Antwerpen Abstract: Het tot stand brengen van een chronologisch geordende en geannoteerde editie van Walschaps kritieken en journalistieke bijdragen uit het interbellum (verschenen in 21 kranten en tijdschriften). Dit omvangrijke tekstgeheel is van eminent belang voor grondiger kennis van Walschaps literatuuropvattingen en zijn rol als vernieuwer van de Vlaamse roman. Ook in ruimer perspectief is het relevant, daar het een unieke kijk biedt op het Europese artistieke, maatschappelijke en politieke gebeuren van bedoelde periodes. Organisaties: • CENTRUM VOOR NEDERLANDSE LITERATUURGESCHIEDENIS • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Joris Gerits • Karel Wauters
Onderzoek in het domein van de politieke cultuurvorming. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek in het domein van de politieke cultuurvorming. Organisaties: • ONDERZOEKSGROEP BURGER EN POLITIEK • Extremisme en democratie
Onderzoekers: • Caspar Mudde
Een analyse van interactieprocessen tijdens de Gugulutu-Seven ondervragingen van de Zuid-Afrikaanse Waarheids- en Verzoeningscommissie, met speciale aandacht voor de verteksting van maatschappelijke debatten en tegenstellingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil dieper ingaan op de communicatieve interactionele processen tijden de zittingen van deze WVC. We baseren ons hierbij op de observatie dat Zuid-Afrika, wegens de erfenis van de apartheid en door de verscherping van de economische tegenstellingen een verscheurde, uitermate gefragmenteerde samenleving is. Onze analyse gaat na (1) hoe deze verscheurdheid tot uiting komt tijdens de zittingen van de WVC, en (2) of de WVC er effectief in slaagt deze tegenstellingen te overbruggen, hoe ze dit tracht te doen, etc. Organisaties: • INTERONDERZOEKSGROEP TAALKUNDE (IOTa) • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Pol Cuvelier • Jules Frans Daems
Gezamelijke studie van java hele programma-analyses Universiteit Gent Abstract: Met het oog op een efficientere en effectivere code-generatie werden een aantal heleprogramma-analyses ontwikkeld. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Koenraad De Bosschere
Multilingual subtitling of multimedia content (MUSA). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van MUSA is het creeren van een multimodaal, multilinguaal systeem dat spraak en andere audio omzet naar transcripties in tekst, deze transcripties vertaalt naar andere talen, en dan ondertitels genereert op basis van deze vertalingen. MUSA zal voor het Engels, Frans, en Grieks gemaakt worden. Een state-of-the-art spraakherkenningssysteem zal uitgebreid worden en aangepast aan de context van het project. Een innovatief scenario voor automatische vertaling zal ontwikkeld worden waarin machinevertaling, vertaalgeheugens en term-substitutie gecombineerd zullen worden. De Antwerpse groep is verantwoordelijk voor de samenvatting van zinnen ten behoeve van ondertitelgeneratie met behulp van een automatische analyse van de taalkundige structuur van de zin. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
Financiele-fraudepreventiegeorienteerde informatiebronnen steunend op ontologietechnologie (FF POIROT) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project beoogtom voor verschillende talen (Nederlands, Italiaans, Frans en Engels) een computerbeheerd gemeenschappelijke kennisbron (= formeel beschreven combinatie van concepten en de onderlinge betekenisvolle relaties) op te stellen voor het financieel-forensisch domein. Deze kennisbron (=ontologie), of delen ervan, kunnen eventueel commercieel uitgebaat worden als een onderdeel van een Web Service. De ontologie kan een XML database of een RDF Schema instantie zijn. Organisaties: • Onderzoek naar Software Technologie en Toepassingen
Onderzoekers: • ROBERT MEERSMAN
De bevuiling van de verbeelding. Obscene en morbide theatraliteit in het theater van de late twintigste eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: De bevuiling van de verbeelding. Obscene en morbide theatraliteit in het theater van de late twintigste eeuw. Organisaties: • Theaterwetenschap • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Luc Van Den Dries • Thomas Crombez
Excuses door politieke actoren als vorm van herstel na normovertreding : conceptuele doorlichting van de ethische betekenis en analyse van casussen uit de politieke realiteit binnen staten en op internationaal niveau. Universiteit Antwerpen Abstract: Over heel de wereld zien we op het politieke niveau na normovertreding onderhandelingen over verantwoordelijkheid, schuld en over herstel. Opvallend daarbij is de vraag naar excuses en de bereidheid om excuses uit te drukken. We willen het inzicht verdiepen in excuses op het publieke niveau. Mogelijke functies en beperkingen van dit fenomeen worden aangegeven. Enerzijds vraagt dit een analyse van het ethische conceptuele veld rond excuses. Anderzijds wordt ook de politieke realiteit van het fenomeen in kaart gebracht en verder uitgediept aan de hand van verschillende casussen. Organisaties: • Politieke wetenschappen • Internationale politiek
Onderzoekers: • Yvan Vanden Berghe • Ellen Verguts
Verschijningsvormen van het sublieme in het werk van de Amerikaanse auteur Don DeLillo. Universiteit Antwerpen Abstract: Het concept van het Sublieme in de filosofische traditie van Edmund Burke en Immanuel Kant ontwikkelde zich voor het eerst tot een centraal paradigma in de Romantiek, toen sterke emoties uiterst belangrijk werden voor literatoren zelf en in het oordeel van literatuurcritici. Het concept onderging een eigen evolutie, en varianten en aanpassingen op het originele idee werden in een groot deel van de postmoderne literaire praktijk en kritiek opnieuw een dominant gegeven. Dit doctoraat beoogt in dialoog met en door gebruik van bestaande theorieën over het Sublieme tot een definitie te komen van de specifieke
verschijningsvormen van het concept in het werk van de postmoderne Amerikaanse auteur Don DeLillo. De centrale doelstelling bestaat erin om op basis van die definitie het Sublieme tot een nieuw verklaringsmodel te verheffen voor essentiële recurrente thema's in DeLillo's oeuvre en zo een voor het DeLillo onderzoek verrijkende analyse te kunnen bieden. Om een helder kader voor deze uiteenzetting te verzekeren, schetsen we eerst een historisch overzicht van het Sublieme en bespreken we de voor de auteur kenmerkende thema's vanuit en in samenhang met verschillende hedendaagse kritische perspectieven op zijn werk. Organisaties: • Literatuurwetenschap • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Luc Herman • Jasmine Vervenne
Functies van audiovisuele prosodie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het hier voorgestelde onderzoeksproject richt zich op een functionele benadering van visuele en verbale prosodie (samengevat als 'audiovisuel prosodie') in gesproken interacties. Het is intuitief duidelijk dat prosodie een belangrijke communicatieve functie heeft: prosodie kan uitingen voorzien van 'extra' informatie die niet reeds besloten ligt in de woorden of de syntactische structuur van een zin. Terwijl we al redelijk wat weten over de pragmatiek van verbale prosodie, is echter nog onvoldoende duidelijk hoe auditieve cues combineren met visuele informatie voor het signaleren van bepaalde communicatieve functies. De meeste evidentie over de rol van visuele cues is impressionistisch en anecdotisch van aard, en de weinige descriptieve resultaten over visuele signalen zijn niet zo expliciet dat ze bijvoorbeeld kunnen worden geincorporeerd in een echt computationeel model. Meer specifiek wil ik me richten op de signaalwaarde van audiovisuele prosodie voor het aangeven van beurtwisseling (2.1), informatiestructuur (2.2), positieve en negatieve terugmeldingssignalen (2.3) en emotionele en attitudinele connotaties van uitingen (2.4). 2.1 Beurtwisseling : Uit eerder onderzoek komt naar voren dat gesprekspartners in een dialoog heel precies de beurt van elkaar kunnen overnemen. In dit postdoc project wil ik nagaan in hoeverre gesprekspartners in de beurtwisseling gevoelig zijn voor specifieke visuele cues: daarbij kan ik voortbouwen op inzichten van ethnomethodologen die eerder aantoonden dat oogcontact erg van belang is voor het aangeven van het einde van een 'turn'. 2.2 Informatiestructuur : Uit vroeger werk is gebleken dat sprekers auditieve prosodie gebruiken om belangrijke (nieuwe, contrastieve) informatie te onderscheiden van minder belangrijke (gegeven). Dat gebeurt, voor talen zoals het Nederlands en het Engels, doorgaans door middel van distributie van toonhoogteaccenten. Uit verkennend onderzoek blijkt nu dat luisteraars ook 'accenten' waarnemen op basis van wenkbrauwbewegingen (eerder werk samen met Emiel Krahmer). Dit werk zou ik graag verderzetten, waarbij het mij van belang lijkt om dit crosslinguistisch op te zetten. 2.3 Feedback: Tijdens mijn vorige mandaat heb ik me in belangrijke mate gericht op het gebruik van auditieve prosodie voor het aangeven van 'positieve' en 'negatieve' terugmeldingssignalen. Pilotonderzoek geeft aan dat gesprekspartners ook erg gevoelig zijn voor specifieke visuele prosodie die hetzelfde doel dienen (met name bewegingen van wenkbrauwen, hoofd , ogen en mond), en dat die op interessante manier interageren met auditieve prosodie. 2.4 Attitutidinele en emotionele structuur: Uit verschillende studies is gebleken dat mensen via prosodie kunnen signaleren wat ze vinden van een uiting die ze uitspreken (attitude), of hoe ze zich voelen terwijl ze een uiting produceren (emotie). Het een open vraag is hoe auditieve en visuele cues in dynamische stimuli emotie en attitude kunnen signaleren. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Marc Swerts • Walter Daelemans
Reflexiviteit en argumentstructuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Voorwerp van dit project zijn bepaalde klassen van reflexieve constructies binnen enkele Romaanse talen (Catalaans, Frans en Spaans). Het methodologisch kader is gesitueerd in de formele taalkunde. De relatie van reflexiviteit met argumentstructuur, inaccusativiteit en aspect zal centraal staan in deze studie. Aanleiding hiervoor is het bestaan van enkele 'reflexieve klassen' die problematisch zijn voor de hypothese dat Romaanse reflexieve constructies inaccusatief zijndoordat de reflexieve markeerder een lexicaal argument (meer bepaald het extern argument) absorbeert. De absorptiehypothese voorspelt echter niet dat een reflexieve markeerder bij een reeds inaccusatieve constructie gevoegd kan worden (EI president ( es) va mor ir I'any passat (Cat) -De president is vorig jaar gestorven) en ook niet dat deze in een transitieve constructie kan voorkomen zonder dat ook maar één lexicaal argument geabsorbeerd wordt (Juan se ha bebido toda Ia cerveza (Sp) -Juan heeft al het bier opgedronken). In eerste instantie zal een grondige studie uitgevoerd worden van de argumentstructuur. Op basis van dit globaal beeld zal nagegaan worden of se in de probleemgevallen al dan niet geïdentificeerd moet worden als absorbeerder van een lexicaal argument. Aangezien binnen de absorptiehypothese vaak gesteld wordt dat se het extern argument absorbeert, zal in het kader van het argumentstructuur-onderzoek ook ruime aandacht besteed worden aan het fenomeen 'inaccusativiteit' en zijn relatie met reflexiviteit. Wanneer er daarentegen duidelijke aanwijzingen zijn dat se geen lexicaal argument opslorpt, dan zal de vraag worden gesteld naar de status van se op het gebied van de argumentstructuur: gaat het om een adjunct of om een ander type argument? Hier kan mogelijk de studie naar de rol van se in het markeren van aspect opheldering brengen. De vaak aangehaalde aspectuele telische rol van se (als niet-lexicale reflexieve datief) vereist echter een diepgaander onderzoek, aangezien se niet in alle telische constructies kan voorkomen. Bovendien kunnen constructies met de niet- lexicale reflexieve datief atelisch blijven. Er zal onderzocht worden of se in verband kan worden gebracht met een event argument. Ook de relatie tussen lexicale argumenten en event argumenten zal geanalyseerd worden. Het uiteindelijk doel van ons onderzoek is, in de context van de problematische absorptie-gevallen, een antwoord te krijgen op de vraag of se een lexicaal dan wel een constructioneel element is en wat de syntactische en semantische bijdrage is van se in een reflexieve constructie. Organisaties: • Taalkunde • Centrum voor Roemenië studies
Onderzoekers: • Gretel De Cuyper • Liliane Tasmowski
De verwerving van fonoactische en prosodische kennis bij kinderen : een empiristisch, inductief alternatief voor de huidige nativistische, deductieve benadering. Universiteit Antwerpen Abstract: In het huidige onderzoek naar de verwerving van fonologie wordt vaak beroep gedaan op Optimality Theory als verklaringskader. Volgens dit nativistisch, deductief model wordt linguïstische kennis in het taalsysteem van het kind gerepresenteerd, en vormt daar een aparte module met expliciete taalkennis (de `competence'). In dit project exploreren / ontwikkelen we een empiristisch, inductief alternatief voor deze benadering. Een empiristisch, inductief model wordt hierbij omschreven als een model waarin het mentaal lexicon centraal staat bij de verwerving. Linguïstische kennis wordt in het lexicon opgebouwd en opgeslagen.
Dit contrast tussen taalsysteem en lexicon zal in vier cruciale verschilpunten uitgewerkt worden: 1. Regels versus analogie 2. Stadia versus lexicale diffusie 3. Minimale versus maximale rol van de input 4. Competence versus processing In dit project focussen we op de verwerving van fonotaktische en prosodische kennis. Deze twee thema's worden immers vaak aangehaald als voorbeelden van deductieve verwerving. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Helena Taelman • Etienne Gillis