www.researchportal.be - 9 Jan 2016 08:54:34
Onderzoeksprojecten (1500 - 1550 van 3455) Zoekfilter: Classificaties: MENSWETENSCHAPPEN (H)
Het evalueren van de Humane Wetenschappen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project levert een bijdrage tot het meten van de bredere maatschappelijke impact van academische monografieën uit het vakgebied Geschiedenis. Het bouwt verder op eerdere aanwijzingen dat de publicatie-output van de sociale en humane wetenschappen een informerende rol kan spelen ten behoeve van een breed niet- strikt academisch lezerspubliek. De analyse gebruikt hiertoe een nieuwe, 'altmetrische' dataset, de lezersbeoordelingen (een numerieke score) en de besprekingen (geschreven tekst) verzameld op Goodreads.com, een niet-academische en nietcommerciële webstek gewijd aan het verzamelen van lezersbeoordelingen van boeken uit alle genres en disciplines, daarbij inbegrepen Geschiedenis. Deze data werd verrijkt met bibliografische beschrijvingen uit OCLC Worldcat en gecontrasteerd met citatiedata uit academische tijdschriften geïndexeerd in Scopus. De methodologie bestaat uit het berekenen van correlaties: 1° tussen academische (citatie-) impact en maatschappelijke impact (scores en besprekingen), en 2° tussen een grote maatschappelijke impact en diverse boekkarakteristieken zoals jaar en land van publicatie, uitgever, auteursprofiel en onderwerp. Als aanvulling dient een kwalitatieve analyse van de geschreven boekbesprekingen. Organisaties: • Universitair beheer en administratie
Onderzoekers: • Tim Engels
Het fenomeen Pirenne (circa 1875 - circa 1975). Een kritisch onderzoek naar succes- en statusvorming Universiteit Gent Abstract: Door zijn egonetwerk te analyseren, wil deze studie de 'organische' manier deconstrueren waarop historicus Henri Pirenne uitgroeide tot een (inter)nationaal fenomeen. Onderzoek van zijn Nachleben moet aantonen hoe de 'mythe' verder werd gereproduceerd. De casus Pirenne zal een licht werpen op de processen van intellectuele sociabiliteit en de invloed van succes en status op de historiografische productie van zijn tijd. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Marc Boone
Het fictionele leven. Een narratologisch-retorische benadering van karakterisering en fictionaliteit in de Griekse biografen van de keizertijd Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject beoogt een formele beschrijving van fictionaliteit in antieke 'non-fictie met duidelijk fictionele inslag', nl. de sofisten- en filosofenbiografieën van de keizertijd (1ste-4de eeuw n. chr.). Dit gebeurt aan de hand van een narratologisch-retorische analyse van de constructie van karakterisering en levert een bijdrage aan onze kennis van de formele specificiteit van fictionele en non-fictionele narratieve literatuur. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Kristoffel Demoen
Het Franse werkwoord in een constructioneel perspectief Universiteit Gent Abstract: Uitwerken van een globale constructiegrammatica van het Franse werkwoord waarbij drie aspecten centraal staan (1) de uitbouw van een adequate werkwoordtypologie; (2) de analyse van de mechanismen die aan de basis liggen van de meest frequente betekenisextensies; (3) de nauwkeurige analyse van een aantal specifieke werkwoordklassen (perceptie, cognitie, transfer en communicatie) Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Dominique Willems
Het functioneren van theater in een vroegmoderne stad: de relatie tussen inrichting en repertoire van de Antwerpse theaters tussen 1610 en 1746. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek behandelt het georganiseerde theaterleven in Antwerpen tussen 1610 en 1746 vanuit de relatie tussen theatertekst en theatergebouw. Theaterhistorisch onderzoek beperkt zich vaak tot het repertoire enerzijds of tot het gebouw en de uitrusting anderzijds. Voor de periode 1610-1746 ontbreken beide soorten onderzoek voor Antwerpen. Om een zo compleet mogelijk inzicht in het functioneren van het theater te verwerven, wordt in de wisselwerking en de relatie tussen beide aspecten geanalyseerd. Door de toneelteksten (inhoud, impliciete en expliciete opvoeringsgegevens, enz.) te analyseren in relatie tot de theatergebouwen en de speellocaties (technische & semiotische analyse, CAD/driedimensionale computerreconstructies, publiek, schouwburgbestuur, enz.) wordt het mogelijk de evolutie en het functioneren van het theaterleven tussen 1610 en 1746 op een veel diepgaandere manier te reconstrueren, dan wanneer men zich tot één van beide aspecten zou beperken. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Frank Peeters • Hubert Meeus • Timothy De Paepe
Het functioneren van theater in een vroegmoderne stad: De relatie tussen inrichting en repertoire van de Antwerpse theaters tussen 1610 en 1746/1762. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek behandelt het georganiseerde theaterleven in Antwerpen tussen 1610 en 1746 vanuit de relatie tussen theatertekst en theatergebouw. Theaterhistorisch onderzoek beperkt zich vaak tot het repertoire enerzijds of tot het gebouw en de uitrusting anderzijds. Voor de periode 1610-1746 ontbreken beide soorten onderzoek voor Antwerpen. Om een zo compleet mogelijk inzicht in het functioneren van het theater te
verwerven, wordt in de wisselwerking en de relatie tussen beide aspecten geanalyseerd. Door de toneelteksten (inhoud, impliciete en expliciete opvoeringsgegevens, enz.) te analyseren in relatie tot de theatergebouwen en de speellocaties (technische & semiotische analyse, CAD/driedimensionale computerreconstructies, publiek, schouwburgbestuur, enz.) wordt het mogelijk de evolutie en het functioneren van het theaterleven tussen 1610 en 1746 op een veel diepgaandere manier te reconstrueren, dan wanneer men zich tot één van beide aspecten zou beperken. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Frank Peeters • Hubert Meeus • Timothy De Paepe
Het gebeuren van de waarheid: de hermeneutische theologie in dialoog met Alain Badiou.nbsp; KU Leuven Abstract: Alain Badious afwijzing van de hermeneutiek daagt de hermeneutische theologie uit om stil te staan bij haar waarheidsverstaan. Hoe kan er, in het licht van Badious kritiek, binnen het kader van de hermeneutische theologie nog over de waarheid van religieuze tradities gesproken worden? Met het hier voorgestelde onderzoek willen we antwoorden formuleren op deze vraag. In confrontatie met Badiou beogen we zo het project van de hermeneutische theologie te verdiepen. Dit opzet concretiseren we aan de hand van volgende vier onderzoeksvragen: (1) Wat is het alternatief dat Badiou biedt voor de hermeneutiek? (2) Welke zijn de mogelijkheden van Badiou voor de hermeneutische) theologie? (3) Biedt Badiou werkeleijk een alternatief voor de hermeneutiek? (4) Hoe draagt een discussie van Badiou bij aan het ontwikkelen van een waarheidsconcept voor de (hermeneutische) tehologie? Organisaties: • OE Systematische Theologie & Religiewet.
Onderzoekers: • Jacques Haers • Frederiek Depoortere
Het gebruik van adaptieve logica's voor de praktijk en de filosofie van de wiskunde en het gebruik van wiskundige tools voor de abstracte analyse van adaptieve logica's Universiteit Gent Abstract: Dit project betreft het onderzoek naar de relatie tussen wiskunde en adaptieve logica's (AL's) op drie verschillende vlakken: er wordt onderzocht hoe (a) AL's kunnen gebruikt worden voor de formele modellering van de praktijk van de wiskunde, (b) AL's problemen van de grondslagen van de wiskunde kunnen oplossen en © wiskundige technieken kunnen gebruikt worden voor de abstracte studie van AL's. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Joke Meheus
Het gebruik van heel grote tekstcorpora om automatisch structuur te vinden in natuurlijke taal. Universiteit Antwerpen Abstract: van teksten en woordenboeken in vele verschillende talen. Deze corpora worden nog niet altijd gebruikt bij het onderzoeken van taalhypothesen en fundamentele vragen in de linguïstiek. Computers worden nu meer en meer gebruikt, en dit onderzoek wil bijdragen aan het ontwikkelen van deze trend. Het uiteindelijke doel is het introduceren van bestaande technieken in de taaltechnologie om specifieke hypotheses over taalstructuur, -functie, -verandering en 'typologie beter te kunnen bestuderen. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans • Fien De Meulder
Het gebruik van het antieke christendom binnen de romantica als onderdeel van de politieke religie van het Italiaanse fascisme Universiteit Gent Abstract: Het project onderzoekt de positie van religie, christelijke en pagane, in het Italiaans fascisme, meer bepaald in de zogeheten 'romanità' of 'Romeinsheid'. Deze mythe was één van de steunpijlers van het fascisme. Het onderzoek naar de positie van religie kadert in de idee van fascisme als vorm van moderne, politieke religie. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Freddy Decreus
Het gebruik van het Engels in Vlaamse media. Een empirisch onderzoek naar de culturele connotaties van het Engels. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoek wordt het gebruik van het Engels in Vlaamse media bestudeerd. Aan de hand van drie case studies wordt door middel van een kwantitatieve en kwalitatieve analyse onderzocht welke culturele waarden het Engels in deze media symboliseert. Bijzonder punt van aandacht daarbij is de rol van subculturen en lifestyles. De bevindingen worden gekoppeld aan theorieën rond culturele globalisering en globalisering van de media. Organisaties: • Taal, media en socialisatie
Onderzoekers: • Annick De Houwer • An Kuppens • Philippe Meers
Het gebruik van nominale en verbale gerundieven in hedendaags Engels. Een multifunctionele comparatieve analyse. KU Leuven Abstract: Dit project bestudeert het hedendaagse gebruik van de Engelse nominale en verbale gerundiefconstructie. Nominale gerundieven hebben de interne structuur van een gewone nominale groep (zoals in (1)), verbale gerundieven hebben een interne structuur die meer gelijkt opdie van de
zin (zie 2): Is [achieving of the minimum wall thickness] () sufficient to meet fitting design requirements? (COCA) (2) I remembered [him using the word malfunction]. (BNC)Gerundieven (en dan in het bijzonder verbale gerundieven) zijn reeds uitgebreidbeschreven in de literatuur. Bestaande analyses slagen er echter niet in om te verklaren wat precies het verschil is tussen beide structuren inhet hedendaagse Engels, en ze kunnen ook niet verduidelijken waarom de taalgebruiker in bepaalde structurele en discursieve contexten het ene type verkiest boven het andere. Dit project wil de functionele kenmerken van beide constructies opsporen die het gebruik ervan bepalen, en dit vanuit een aantal verschillende perspectie Organisaties: • OG FunC Kulak
Onderzoekers: • Liesbet Heyvaert
Het gebruik van riviervalleien door prehistorische jagers-verzamelaars: een studie in de oostelijke Vlaamse Vallei KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Archeologie Leuven
Onderzoekers: • Philip Van Peer
Het geheugen van het rijk: de post-imperiale geschiedschrijving van de Late Oudheid Universiteit Gent Abstract: Dit project biedt de eerste alomvattende studie van alle historiografische tradities in het Middellandse Zeegebied in de periode 300-800 n. Chr. Het vertrekt van de hypothese dat de geschiedschrijving van deze periode beschreven kan worden als post-imperiaal: de literaire, culturele en politieke tradities van het Romeinse Rijk blijven het referentiepunt zelfs op het moment dat het rijk grotendeels was verdwenen als politieke eenheid. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Peter Van Nuffelen
Het geloof verliezen: James Joyce en religie. Universiteit Antwerpen Abstract: James Joyce verloor al vroeg zijn katholieke geloof en dit werd een belangrijk thema in zijn werk. Maar zjin interesse voor geloof en ongeloof bleef centraal in zjin latere werk dat dank zij een grondig onderzoek van zijn manuscripten en notebooks voor het eerst ook factueel onderzocht kan worden. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Geert Lernout
Het gesproken Nederlands in Vlaanderen. Percepties en attitudes van een 'spraakmakende' generatie Universiteit Gent Abstract: In Vlaanderen is in de laatste decennia van de 2e0 eeuw de tussentaal ontstaan, een nieuwe omgangstaal, met ingrediënten uit zowel de dialecten als de standaardtaal. Om de huidige ontwikkelingen in het gesproken Nederlands te kunnen begrijpen is onderzoek nodig naar de percepties en attitudes van jonge Vlamingen, de nieuwe spraakmakende gemeente, ten aanzien van die tussentaal en de standaardtaal. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse taalkunde
Onderzoekers: • Johan De Caluwe
Het gesproken Nederlands in Vlaanderen. Percepties en attitudes van een ?spraakmakende? generatie. Universiteit Gent Abstract: In Vlaanderen is in de laatste decennia van de 20e eeuw de tussentaal ontstaan, een nieuwe omgangstaal, met ingrediënten uit zowel de dialecten als de standaardtaal. Om de huidige ontwikkelingen in het gesproken Nederlands te kunnen begrijpen is onderzoek nodig naar de percepties en attitudes van jonge Vlamingen, de nieuwe spraakmakende gemeente, ten aanzien van die tussentaal en de standaardtaal. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Jacques Van Keymeulen • Johan De Caluwe
Het geweten en zijn bezwaren: een grondig onderzoek. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor Ethiek
Onderzoekers: • Willem Lemmens • Liesbet Vanhaute
Het grondvesten van het tiantai-boeddhisme in de Tiantai bergen: Legitimatietechnieken in de oprichting en heroprichting van een boeddhistische orde op een Chinese bergkam. Universiteit Gent Abstract: De Boeddhistische Tiantai schoolgebouw was anders dan alle andere scholen van het Chinese boeddhisme, want het bleef beperkt aan de Tiantai Mountains, terwijl andere scholen verspreid over heel China. Ik zal aantonen dat de Tiantai school toewijding aan dit gebied het gevolg van de toewijding aan de school oprichter, zhiyi, die de Tiantai koos Bergen als locatie voor zijn school. Organisaties:
• Talen en Culturen
Onderzoekers: • Bart Dessein
Het grondvesten van het tiantai-boeddhisme in the Tiantai-bergen: Legitimatietechnieken in de oprichting en heroprichting van een boeddhistische orde op een Chinese bergkam Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoeksproject zal de ontwikkeling van het boeddhistische kloosterleven op de Tiantai-bergen onderzocht worden. De Tiantaibergen waren het heiligdom van een belangrijke Chinese boeddhistische school die kloosters had verspreid over de bergketen. De algemene religieuze infrastructuur van de orde zal onderzocht worden, evenals de tradities van de individuele monastieke instellingen. Organisaties: • Vakgroep Talen en Culturen van Zuid- en Oost-Azië
Onderzoekers: • Bart Dessein
Het Guido Gezellearchief: ontsluiting en valorisatie. Inventaris van het volledige corpus poëziehandschriften en brieven en een archiefeditie van de briefwisseling. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt de ontsluiting en valorisatie van het Guido Gezellearchief, in depot aanwezig in de historische collectie van de Openbare Bibliotheek te Brugge, ten nauwste gekoppeld aan het wetenschappelijk Gezelleonderzoek bij het Centrum voor Nederlandse Literatuurgeschiedenis (CNL) aan de UFSIA. De ontsluiting creëert via Internet een vlotte, multimediale en permanente toegang tot de bestanden van het Gezellearchief en biedt ook de mogelijkhedi de resultaten van het wetenschappelijk Gezelleonderzoek langs elektronische weg aan te bieden. Rekening houdend met de stand van het onderzoek en de haalbarheidsfactor bestaat het resultaat in de ontsluiting van het corpus van de poëzie en de brieven van Gezelle, waarbij van elke documentaire bron in het archief een digitale kopie, een inventarisbeschrijving en een wetenschappelijk verantwoorde teksteditie in de vorm van een archiefeditie aangeboden wordt. //..Het project biedt (1) de sleutel tot een adequate raadpleging, zowel voor de geïnterseerde gebruiker als voor de navorser, (2) de ondersteuning van het wetenschappelijk onderzoek en (3) een verantwoorde en veilige conservering van 19de eeuwse archiefbestanden. //..Over de noodzaak van de systematische ontsluiitng van en vlotte toegankelijkheid tot het overgeleverde archiefmateriaal van Gezelle, een van de belangrijkste auteurs van de Nederlandse literaire canon, bestaat al lang eensgezindheid. Dat Gezelle centraal staat in het Vlaams cultureel erfgoed staat buiten kijf. De collectie poëziehandschriften is van zeer groteliteraire en cultuurhistorische waarde, maar ook andere onderdelen vanhet archief zijn belangrijk voor onderzoek op het gebied van literatuurgeschiedenins, cultuurgeschiedenis, geschiedenis van de Vlaamse Beweging, de taalkunde, sociologie, volkskunde en antropologie. Het archief vormt de essentiële bron voor het wetenschappelijk Gezelleonderzoek. De poëziehandschriften en de brieven vormen het sluitstuk hiervan en de ontsluiting hiervan is absoluut prioritair. Organisaties: • CENTRUM VOOR NEDERLANDSE LITERATUURGESCHIEDENIS • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Piet Couttenier
Het hedendaagse theater in Vlaanderen : een nieuwe periode. Een onderzoek naar de voorzichtige pogingen naar een vernieuwd maatschappelijk engagement en de theatrale vormen die daarbij gebruikt worden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek situeert zich op twee vlakken. Enerzijds is er de vraag of het nog mogelijk is om van hedendaags Vlaams theater te spreken. Internationale coproducties met Nederland ,Franstalig België , Duitsland en de USA zijn schering en inslag. Wat is de weerslag hiervan voor de functie en de plaats in de maatschappij in Vlaanderen. Anderzijds nemen theatermakers vandaag weer graag hun maatschappijkritische rol op. Meer en meer verwijzen ze expliciet naar de rol die theater in de maatschappij speelt , waarbij -niet onbelangrijk voor ons onderzoekBrussel opnieuw een belangrijke rol schijnt te spelen. Merkwaardig hierbij is ook dat door de overheid het toch wel zeer " multiculturele " Vlaamse theaterlandschap uitgespeeld wordt als een belangrijk en representatief facet van de Vlaamse cultuur. Organisaties: • Germaanse Talen
Onderzoekers: • BART VERVAECK
Het hiërarchische lexicon: een ontrastief onderzoek naar productiviteit en schematiciteit van nominale composita in het Duits, Nederlands en Zweeds Universiteit Gent Abstract: Het project onderzoekt de productiviteit en schematiciteit van nominasle samenstellingen in het Duits, Nederlands en Zweetds. A.d.h.v. lexicologische en corpuslinguïstische gegevens worden convergeties en divergenties in kaart gebracht en conclusies getrokken m.b.t. de morfologische theorievorming (met speciale aandacht voor de theorie van het 'hiërarchische lexicon' binnen de constructiemorgologie), de Germaanse taalkunde en de contrastieve taalkunde. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Torsten Leuschner
Het hof in brussel in de zeventiende eeuw: de creatie van de Maison Royale de Bruxelles Universiteit Gent Abstract: De samenstelling van het habsburgs hof in Brussel hing grotendeels af van de inzichten van de landvoogd. Omstreeks 1660 wijzigde dit. Sindsdien werden hovelingen niet langer aangeduid als behorend tot de landvoogdelijke hofhouding, maar als leden van het Maison Royale de Bruxelles. Het is deze overgang, van een variërende naar een permanente hofhouding, die tijdens dit onderzoekverblijf zal worden bestudeerd. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • René Vermeir
Het horizontale denken. Een reflectie op de structuren en de grenzen van het filosofische denken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project bestaat uit een verheldering van de structuren en de grenzen van het filosofische denken. Als hypothetisch vertrekpunt wordt de Arendtiaanse distinctie tussen denken en kennen aangenomen en geïnterpreteerd als een ideaaltypisch conceptueel kader waarbinnen het denken verschijnt als een activiteit met een eigen dynamiek en een eigen structuur. Deze door dit kader onderscheiden activiteit, wordt vervolgens
verder van binnenuit geanalyseerd door ze als een 'dynamische structuurgansheid' voor te stellen, die wordt geconstitueerd door drie interdependente, op elkaar inwerkende 'luiken' die elk een aantal formele kenmerken verzamelen die gewonnen worden uit een reflectie op de ervaring van het denken. In een eerste luik wordt de architectoniek van de denkactiviteit verhelderd. Hier worden haar dialogische structuur, het conceptualiseren en de taligheid, haar destructiviteit, haar gerichtheid op 'meaning' en haar temporaliteit als structurele kenmerken onderzocht. In een tweede luik komt het subjectieve en idiosyncratische aspect van elk filosofisch denken aan bod. Het filosofische denken zal hier als een reflexief-omgaan-met de 'immediacy' van het individuele geworpen-zijn geduid worden. In het derde luik wordt ingegaan op de constitutieve rol die de geschiedenis van de filosofie speelt voor het filosofische denken. Als 'geobjectiveerde neerslag' van gewezen subjectief denken vormt de traditie een corpus dat steeds al wordt meegedacht in het filosofische denken. Door tenslotte aan te tonen hoe deze voor een systematische analyse onderscheiden luiken wederzijds en circulair op elkaar inwerken zullen de grenzen en structuurgansheid van het filosofische denken als 'einheitliches Phänomen' oplichten. Hier kan dan ook de aangenomen striktheid van de hypothetische distinctie ondervraagd en gerelativeerd worden. Organisaties: • Centrum voor de Studie van Verlichting en Vrije Denken • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Marc VAN DEN BOSSCHE • MAURICE WEYEMBERGH
Het huwelijk als vennootschap: de juridische positie van gehuwde vrouwen in de zestiende-eeuwse Zuidelijke Nederlanden Vrije Universiteit Brussel Abstract: In the early modern Low Countries, the household was by law built on cooperation between spouses. It was construed as a partnership, which made that the wife - since she was an 'associate' - could sign contracts that were beneficial for the household. Assessing the extent to which this autonomous behaviour was allowed in legal terms, thus detailing the legal position of married women, will contribute to debates on the impact of law on gender status in history, and to discussions regarding the patriarchal nature of sixteenth-century family law, contract law and patrimonial law. It will allow for an adjustment of older legal-historical scholarship that sets forth the general incapacity of married women to sign contracts and to act in court without the authority of their husband. The proposed project will advance conclusions on the basis of an analysis of different types of rules and law that in the 1500s were in use in Antwerp and in Leuven, both of which had a different economic setting and legal regime as to family estates. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • Dave DE RUYSSCHER • Eva SCHANDEVYL
Het integrale Joegoslavisme ten tijde van de koninklijke dictatuur (1929-1935) in Joegoslavië - inhoud, verspreiding en wisselwerking met andere nationale ideeën Universiteit Gent Abstract: Dit doctoraatsproject beoogt een onderzoek naar het integrale Joegoslavisme als nationale idee zoals dat van staatswege vastgelegd werd tijdens de koninklijke dictatuur in Joegoslavië (1929-1935). De aandacht gaat uit naar een inhoudelijke definiëring van de Joegoslavische nationale identiteit, de verspreiding van dat nationale bewustzijn, alsook de wisselwerking met andere vormen van nationaal denken in Joegoslavië tijdens deze periode. Organisaties: • Vakgroep Slavistiek en Oost-Europakunde
Onderzoekers: • Raymond Detrez
Het Joodse karakter van de Paulinische Jezus. Een exegetische analyse van Rom 1,3; Rom 9,5 en Gal 4,4 KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Bijbelwetenschap
Onderzoekers: • Reimund Bieringer • Jaroslaw Moeglich
Het karakter van de Priesterlijke Traditie in de Pentateuch: het vloedverhaal (Gn 6,59,19) als testgeval KU Leuven Abstract: Voorliggend onderzoeksproject focust op het karakter en de literaire vorm van de Priesterlijke traditie in de Pentateuch, en dit aan de hand van een detailanalyse van het zogenaamde #Vloedverhaal# in Gn 6,5#9,19 alstestperikoop. Het eerste deel van het beoogde proefschrift zal de geschiedenis van het onderzoek van en het wetenschappelijke debat over de aard van P bespreken, door de aandacht te richten op de twee belangrijkste modellen: P als zelfstandige brontekst en P als creatieve redactie. Het tweede deel zal een literair-kritische en redactie-historische analyse van Gn 6,5#9,19 doorvoeren, teneinde de aard van P in deze particuliere tekst op het spoor te komen en aldus fundamenteel bij te dragen tot de karakterisering van de Priesterlijke traditie in de Pentateuch. Organisaties: • OE Bijbelwetenschap
Onderzoekers: • Bénédicte Lemmelijn • Jianfeng Li
Het kasteel Van Aqaba en de oorsprong van Khans in Jordanië : een archeologische benadering. Universiteit Gent Abstract: Deze bijzondere studie kadert in een breder onderzoek met betrekking tot de bewaard gebleven Karavanserails in Jordanië, waarvan het grootste deel door mij werd ondemomen. De combinatie van deze studies zal resulteren in de eerste diachronische beschrijving en analyse van de herkomst en ontwikkeling van de Khans in Jordanië.
Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Jean Bourgeois
Het kerkjuridisch perspectief van kerkelijke basisgemeenschappen (BECs) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Bijzondere Faculteit Kerkelijk Recht
Onderzoekers: • Vincent Mynem Sagandoy • Marco Ventura
Het klankbeeld in de theatrale ruimte. Een onderzoek naar geluidsdramaturgie in de hedendaagse podiumkunsten. Universiteit Antwerpen Abstract: De vraag wordt gesteld naar de dramaturgische functie van het geluidsontwerp in de hedendaagse podiumkunsten. In de recente theaterdramaturgie worden lichaamsbeelden gekoppeld aan klankbeelden. Daarom moeten de mechanismen worden geanalyseerd, die verantwoordelijk zijn voor deze koppeling van concepten. Aan de hand van de elektro-akoestische geluidstheorie wordt nagegaan of technische parameters en mechanismen vertaalbaar zijn in dramaturgische principes, en vice versa. Organisaties: • Theaterwetenschap • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Luc Van Den Dries
Het kritische gewicht van de psychoanalyse. Een balans van een halve eeuw psychoanalytisch geïnspireerde kritiek op de burgerlijke cultuur. Hogeschool Gent Abstract: Iedereen die de psychoanalyse als wetenschap genegen is, weet dat men voorzichtig moet zijn met het gebruik van psychoanalyse in de cultuurtheorie, maar weinigen zullen eraan twijfelen dat zij iets kan en moet zeggen over allerlei collectieve vormen van idolatrie, enthousiasme, agressie, verslaving, depressie, over de wijze waarop de prestatie- en consumptiecultuur de mens tot in zijn meest intieme affectieve vormen in haar greep heeft, over het belang van onbewuste identificaties en tegenidentificaties in de groep, over allerlei vormen van racisme en ostracisme, enzovoort. De psychoanalyse werd in de tweede helft van de 20ste eeuw dan ook vaak aangewend om niet alleen culturele fenomenen te begrijpen, maar ook als een instrument van kritiek, met name op de manier waarop de burgerlijke samenleving het individu nodeloos psychisch doet lijden. Het is op de ontwikkeling van die cultuurkritiek dat mijn onderzoek zich wil toespitsen. De bedoeling is uiteraard niet om een exhaustief overzicht te schrijven van alle psychoanalytisch geïnspireerde kritische analyses van de burgerlijke cultuur, maar wel om een soort voorlopige balans te maken van het meest belangwekkende dat de psychoanalyse ons op het gebied van cultuurkritiek te bieden heeft. De meeste psychoanalytisch geïnspireerde cultuurkritiek is marxistisch van achtergrond. Men spreekt van ‘freudomarxisme’, een combinatie tussen marxistische ideologiekritiek en analyse van de libidinale oorsprong van symptomen. Ideologie wordt als een collectief symptoom beschouwd van een onbewust conflict waaraan de collectiviteit lijdt. Een typevoorbeeld van zo’n analyse is de poging om Marx’ theorie over ‘het fetisjkarakter van de waar’ te verhelderen met Freuds fetisjismebegrip. Zoals de fetisjist het bestaan van de sexuele differentie (de afwezigheid van de fallus bij de vrouw) ontkent door zich aan een fetisj vast te hechten, zo ontkent de bourgeois in de sfeer van de economische ruil de sociale en dus conflictueuze oorsprong van de waar door de illusie dat de waarde van die waar in de ruil zelf ontstaat. Voor beide, Freud en Marx, geldt de religieuze sfeer als paradigma voor een symptomen producerende toedekking van onderliggende, verdrongen conflicten. In het eerste deel van het proefschrift zal worden stilgestaan bij het belang van de psychoanalyse voor de Frankfurter Schule. Met name twee grote werken worden vanuit die interesse geanalyseerd: Dialektik der Aufklärung (1947) van Theodor W. Adorno en Max Horkheimer, en Eros and Civilization (1955) van Herbert Marcuse. Ook al gaat Marcuses werk veel uitvoeriger in op de freudiaanse theorie, het blijkt dat Adorno en Horkheimers analyse van de paradoxen van de verlichting meer aansluit bij de grondinzichten van Freud dan Marcuses al te optimistische utopisme over de emancipatorische rol die de ‘polymorfe’ driften kunnen spelen, met name zijn geloof dat agressieve impulsen grondig gepacificeerd kunnen worden. Een boeiende uitloper van de Frankfurter Schule is ook het door Nietzsche beïnvloede Life against Death (1959) van Norman O. Brown, met name voor de analyse van de schuldeconomie als wezenlijk voor de burgerlijke psyche. Maar ook bij Brown is de utopische horizon gedateerd. Wat Marcuse, Adorno en Brown ondanks hun grote verschillen met elkaar gemeen hebben, is hun geloof in het emancipatorische karakter van de kunst als sublimatie van de seksuele driften. Een tweede deel zal handelen over een vorm van psychoanalytisch geïnspireerde cultuurkritiek waarin de marxistisch-utopische horizon (nagenoeg) volledig verdwenen is. Twee auteurs worden behandeld. Ten eerste Jean Baudrillard, die in zijn Le système des objets (1968) en La société de consommation (1970) de consumptiemaatschappij beschrijft als een systeem waarin de gebruikswaarde van consumptiewaar slechts een voorwendsel is voor een gegeneraliseerd fetisjisme dat zich blindstaart op objecten die niet meer zijn dan tekens waarmee de mens wordt gevangen in het imaginaire van een totale bevrediging. Ten tweede is er de cultuurcriticus Christopher Lasch die, in de lijn van wat Baudrillard al deed (maar zonder door hem te zijn beïnvloed), met zijn The Culture of Narcissism (1979) niet zozeer de burgerlijke cultuur bekritiseert, maar vooral de pseudo-emancipatorische, ‘linkse’ tegencultuur, die eenvoudig gesteld eigenlijk slechts de zelfonplooiingsmythes van het burgerdom naar de sfeer van de individuele genietingen uitbreidt. De uitgangspunten en conclusies van een kritische theorie hangen natuurlijk telkens in hoge mate af van hoe de desbetreffende auteur Freud interpreteert: legt men de nadruk op de Eros als een drift die verenigt, dan zal men zoals Marcuse al gauw geloven dat een ‘bevrijding’ van het driftleven emancipatorische effecten zal hebben. Komt de nadruk te liggen op het wezenlijk traumatiserende karakter van de seksualiteit, op de (auto)agressieve driften of de doodsdrift, dan zal men daartegenover een kritische terughoudendheid hebben. Toch hoeft een meer ‘pessimistische’ metapsychologie niet te leiden tot cultuurpessimisme of conservatisme. Dit moet duidelijk worden in het derde en belangrijkste deel. Dit deel zal zich toespitsen op de cultuurkritiek van Slavoj Žižek. Zijn denken is grondig beïnvloed door de meest geavanceerde interpretatie van Freud, namelijk die van Jacques Lacan. Volgens Žižek kunnen, kort gezegd, culturele of politieke systemen zich slechts handhaven, omdat ze ondersteund worden door een onbewust fantasma dat steeds een object van excessief genot betreft. Zo functioneren ideologieën niet zozeer door wat ze letterlijk, op het niveau van de doctrine, beweren, maar doordat ze bij de individuen heimelijk appel doen op dat fantasmatische genot. Žižek is zo interessant omdat hij de lacaniaanse theorie op een verhelderende manier verbindt met de filosofische traditie (Kant, het Duitse idealisme, Marx, Frankfurter Schule, deconstructie), en die theorie weet aan te wenden om de ‘ideologische symptomen’ van de hedendaagse samenleving kritisch onder de loep te nemen. Symptomen zijn bijvoorbeeld de groeiende medicalisering van menselijke problemen, de virtualisering van
menselijke relaties, het toenemende racisme, het populisme in de politiek, de lifestyle-cultuur die in alle sectoren van de samenleving oprukt, het vage religieuze bewustzijn van het newage-type, de ironische of zelfs cynische distantie tegenover politiek-ideologische kwesties Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk
Onderzoekers: • Peter De Smet • Frank Vande Veire
Het landhuis en de spanning tussen moderniteit en traditie in Vlaams verhalend proza: naar een nieuwe lectuur van Maurice Gilliams Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject beoogt een belangrijke herziening van de gangbare academische opvattingen over Maurice Gilliams (1900-1982). Het wil een nieuw licht werpen op het imago van Gilliams, de schrijver 'wiens literaire wereld weinig verband hield met de onmiddellijk aansprekende actualiteit of gangbare voorstellingswereld'. (M. de Jong) Zoals Gilles Deleuze op overtuigende wijze heeft laten zien dat er een andere Proust bestaat dan de van het werkelijke leven vervreemde schrijver die tussen gecapitonneerde muren louter autonome literatuur voor esthetische fijnproevers produceert, zo wil dit project – met gebruikmaking van de meest recente methoden in de literatuurwetenschap – aantonen dat er een andere Gilliams bestaat dan de naar perfectie strevende producent van in zichzelf besloten esthetische objecten. Gilliams zal worden gesitueerd in een culturele context waarin de Vlaamse Beweging een prominente rol speelt en de autonomistische poetica minder vanzelfsprekend is dan in bijvoorbeeld Engeland of Frankrijk. Om Gilliams ook in een internationale context de plaats te geven die hij als modernist verdient, zal zijn werk systematisch in verband worden gebracht met dat van de Engelse romancier en sociale criticus E.M. Forster (1879-1970). Dat zal gebeuren via het literaire topos van 'het landhuis', dat zowel in het oeuvre van Gilliams als in dat van Forster een prominente plaats inneemt. Beide schrijvers cultiveerden ook het imago van de 'geestesaristocraat'. Daarbij moet worden opgemerkt dat Forster in tegenstelling tot Gilliams wél degelijk een hogere opleiding had genoten en lid was van een familie die alle gravitas en sociale invloed had die de Gilliamsen niet hadden. Tegen deze achtergrond zal het voorgestelde onderzoek Gilliams' zorgvuldig geconstrueerde elitistische imago ter discussie stellen. Concreet luidt de centrale onderzoeksvraag: welk effect beoogt en sorteert een schrijver van stilistisch hoogwaardige Vlaamse fictie als Maurice Gilliams in de context van een zich emanciperend Vlaanderen als hij zich het imago van een aristocraat aanmeet, terwijl hij in werkelijkheid evenals de meeste prominente actoren in het literaire veld behoort tot de middenklasse? Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Kristiaan Humbeeck • Filip De Ceuster
Het Latijnse 'sprookje': een literair-functionalistische benadering Universiteit Gent Abstract: Dit project wil inzicht verwerven in het functioneren van een aantal Latijnse teksten in hun omgevende literaire velden en in relatie tot de volkstalige traditie van het literaire sprookje. Het zal resulteren in een literair-historische analyse van hoe deze teksten zich zelfbewust hebben gepositioneerd ten opzichte van bepaalde spanningen in het veld tussen modernistische/innovatieve en classicistische/conservatieve tendensen. Organisaties: • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Wilhelmus Verbaal
Het leismo: een sociolinguïstische vergelijkende studie tussen Andalusië en Madrid Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek beoogt een synchronische analyse van het "leismo" in het Spaans - het gebruik van de datiefvorm daar waar men, vanuit syntactisch oogpunt, de accusatiefvorm verwacht - in Andalusië en Madrid. Men zal trachten niet alleen de zuiver linguïstische factoren op te sporen, maar ook, middels enquêtes ter plaatse, de sociolinguïstische factoren te bepalen die de bovengenoemde alsnog kunnen verstoren. Organisaties: • Vakgroep Romaanse talen (andere dan het Frans)
Onderzoekers: • Eugeen Roegiest
Het leven van Apollonius van Tyana, door Flavius Philostratus. Literaire allusie en compositorische eenheid, literair spel en ideologische ernst Universiteit Gent Abstract: Literaire, retorische en cultuurhistorische analyse en contextualisering van een van de belangrijkste werken uit de Tweede Sofistiek, "het leven van Apollonius van Tyana", door de Griekse auteur Flavius Philostratus (tweede - derde eeuw) Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Marc Van Uytfanghe • Kristoffel Demoen
Het lichaam in de Nederlandse prozavernieuwing op de grenzen van modernisme en postmodernisme (1960-1970) Universiteit Gent Abstract: Dit project wil de narratieve presentatie van het lichaam en de innovatieve functie ervan onderzoeken in de Nederlandstalige prozavernieuwing 1960-1970. Aan de hand van negen romans, die de verschillende vernieuwende tendensen vertegenwoordigen, analyseer ik in een eerste stap de thematische beschrijving van het lichaam via metonymie en metaforiek, en de narratologie van het lichaam. In een tweede stap onderzoek ik hoe vernieuwend dit thematisch en narratologische lichaam is. Organisaties: • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Bart Vervaeck
Het lichaam-subject als transcendentale voorwaarde voor taalgebruik. Merleau-Ponty en het actuele debat rond belichaamdheid in de linguïstische pragmatiek. Universiteit Antwerpen
Abstract: Door de recente introductie van 'belichaamdheid' in de linguïstische pragmatiek ligt de vergelijking met het taalfilosofische werk van Merleau-Ponty, de denker van het lichaam-subject, voor de hand. Op deze manier kunnen twee wetenschapsgebieden die beide de taal als object hebben, maar die in de praktijk weinig weet hebben van elkaars werk, tot een vruchtbare uitwisseling komen. Organisaties: • Centrum voor Filosofische Psychologie
Onderzoekers: • Walter De Mulder • Peter Reynaert
Het literaire en literair-kritische werk van Bernard Frank (1929-2006). KU Leuven Abstract: Het opzet van dit driejarige onderzoeksproject is een tekstuele, intertekstuele en contextuele analyse van het literair-kritische en het literaire werk van de Franse criticus, journalist en romanschrijver Bernard Frank (1929-2006). Deze casestudy over een belangrijke maar niettemin onderbelichte figuur uit de naoorlogse Franse literatuur wordt aangegrepen om een centrale problematiek uit de hedendaagse literatuurgeschiedschrijving en literatuurtheorie te onderzoeken. Meer bepaald wordt via de analyse van het werk van Frank de inzetbaarheid nagegaan van zowel meer traditionele als recente concepten voor de beschrijving van literaire fenomenen en literaire dynamiek van de twintigsteeeuwse Franse literatuur: "autonomie"/ "heteronomie", "links"/ "rechts", "politisering"/ "depolitisering", "engagement"/ "stijl", "sacralisering"/ "Devalorisering" of nog "avant-garde"/ "arrière-garde". Tegelijk beoogt dit project de eigenheid van het literaire en literair-kritische spreken van Frank in kaart Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • Jan Baetens • Laurence Van Nuijs
Het literaire veld in het 11de-eeuwse Konstantinopel. De poëtische corpora van Ioannes Mauropous, Christophoros van Mytilene en Michaël Psellos: een contextuele studie Universiteit Gent Abstract: Retorisch-genetische en literair-sociologische studie van het poëtische oeuvre van de drie midden-byzantijnse dichters Ioannes Mauropous, Christophoros van Mytilene en Michaël Psellos (11de eeuw). Doelstellingen: tekstkritische verbeteringen, hermeneutische verklaring en literatuurwetenschappelijke anlayse, met behulp van het instrumentarium van Pierre Bourdieu. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Kristoffel Demoen • Marc De Groote
Het literariteitsdenken in het modernisme herbekeken: over de fonograafen grammofoon in de literatuur van de Lage Landen, 1890-1940. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Literatuur en Cultuur Leuven
Onderzoekers: • Sascha Bru
Het maatschappelijk 'gezicht' van kunst en cultuur. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoeksproject wil het maatschappelijk 'gezicht' van kunst en cultuur onderzoeken of dus nagan welke plaats kunst en cultuur bekleden binnen het maatschappelijk gebeuren. Deze interdisciplinaire studie wil dus niet alleen alle aandacht richten op monocausale verbanden, maar integendeel kunst en cultuur opvatten als maatschappelijke activiteiten die onlosmakelijk verbonden zijn met het maatschappelijk gebeuren in het algemeen en de sociale structuur in het bijzonder. Als basisgedachte hanteren we de stelling dat artistieke en culturelel activiteiten niet alleen essentiële, maar tevens noodzakelijke handelingen zijn die in belangrijke mate mee vorm geven aan maatschappelijke mechanismen en structuren. In een eerste luik willen we onderzoeken hoe het kunstbegrip ontstond en evolueerde doorheen de geschiedenis, en aangeven hoe het zich historisch verhoudt tot veranderende maatschappelijke structuren. In een tweede luik willen we de verhouding tussen kunst en cultuur en sociale structuue onderzoeken met een economische analyse van de vraag naar kunst en cultuur. In een derde luik bestuderen we de relatie tussen kunst en realiteit, waarbij we enerzijds onderzoeken op welke wijze het beeld de realiteit representeert en anderzijds op welke wijze de interpretatie van de realiteit via het beeld verloopt. Vanuit de interdisciplinaire theoretische analyses van dit onderzoeksproject wilen we vervolgens werken naar een globale visie omtrent het maatschappelijk 'gezicht' van kunst en cultuur, waaruit we conclusies hopen te trekken naar het cultureel beleid toe. Als vierde luik van dit onderzoeksproject willen we daarom ook ruimer samenwerkingsverband opstarten met collega's uit het artistiek hoger onderwijs, dat theoretische analyse koppelt aan praktisch beleidsvoorbereidend onderzoek. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
Het mag opnieuw over geloof gaan. Een verkenning van Merold Westphals fenomenologie van het geloof in het licht van de gevolgen ervan voor een hedendaagse godsdienstfilosofie en fundamentele theologie KU Leuven Abstract: De actuele respons op het probleem van de ontotheologie heeft een spanning gecreëerd tussen theologen en filosofen aangaande de wijze waarop men God kan denken buiten als grond van het bestaan, hoe zo'n God het bestaan ontmoet, en of dergelijke pogingen om aan de ontotheologie te ontsnappen niet meer problemen veroorzaken dan dat ze er oplossen. Merold Westphals fenomenologie van het geloof postuleert dat geloof een wijze van verstaan is dat op intellectueel vlak de gelijke is van het wetenschappelijk-berekenende denken, en beter de relatie kan articuleren tussen God en mens. Het doel van dit onderzoeksproject bestaat erin deze fenomenologie van het geloof te bestuderen om te zien of het de verhouding tussen geloof en rede kan herdefiniëren zonder in de ontotheologie terug te vallen. De idee van een geleefde fenomenologie van het geloof als een intellectueel en ethisch vertoog kan wellicht de rol van de rede, intuïtie en geloof in de huidige cultuur herbepalen. De gevolgen hiervan voor Organisaties: • OE Systematische Theologie & Religiewet.
Onderzoekers: • Lieven Boeve • Justin Sands
Het (mee)lijdende lichaam voor Diderot Pijn en kwelling in de beeldende kunst en podiumkunsten (ca. 1600 - 1790) 21 + 22/11/2013 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Conferentie naar aanleiding van de 300ste verjaardag van Diderot. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Karel VANHAESEBROUCK
Het messianisme en zijn transformaties in het theater. Een vergelijkend onderzoek naar de betekenis van mythe en religieuze beeldvorming in het Vlaamse toneel. Universiteit Antwerpen Abstract: Het is bekend dat de scharnierpunten van de internationale theatergeschiedenis worden gemarkeerd door omwentelingen in de omgang met christelijke mythen (klassieke tragedie, barokke treurspel, romantisch drama). De begrippen ÔsubjectiviteitÕ en Ômythische ordeÕ vormen ook in het zogenaamde postmetafysische tijdperk de polen waarrond zich de reflectie van kunst beweegt. Met name het Vlaamse theater in de twintigste eeuw kan geduid worden in termen van het religieuze. Een historisch parallel, die toalaat de appropriatie van de christelijke mythevorming te onderzoeken ten aanzien van twee kernperioden, is in dat opzicht verhelderend. De eerste periode loopt van 1965 tot 1975 en onderscheidt zich door de betrachtingen van een avant-garde die inzichten als die van Artaud, Grotowski en Brecht articuleert in termen van authenticiteit en ontvoogding. De tweede periode loopt van 1985 tot heden en biedt in eerste instantie interessante aanknopingspunten in het werk van Alain Platel, Jan Decorte, Erik De Volder en Filip Vanluchene. De algemene hypothese hieromtrent luidt dat de eerste periode een antithetische houding ten aanzien van de christelijke mythe tentoonspreidt, terwijl de tweede in de mythe precies de onhoudbaarheid reflecteert van het antithetische denkschema als zodanig. Het recente theater geeft met andere woorden de onhoudbaarheid aan van binaire opposities door te wijzen op de structurele ambivalentie van elk idealisme. Organisaties: • Theaterwetenschap • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Luc Van Den Dries • Kurt Vanhoutte
Het metatheater van Tennessee Williams Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project tracht enkele van de minder vaak bestudeerde toneelstukken, geschreven door de Amerikaanse toneelschrijver Tennessee Williams(1911-1983) die gebruik maakte van de metatheatrale theorie, te onderzoeken. Dit onderzoek zal proberen Williams dramatisering van verschillende houdingen tegenover het toneel door te lichten en zo een beter inzicht te verkrijgen van zijn eigen kunst. Het doel is om een studie te maken van Williams metadrama dat zich in de loop der tijd ontwikkelde, terwijl de algemene literatuur verschoof van het modernisme naar het meer zelf-reflecterende postmodernisme. Uiteindelijk, daar het studiemateriaal bedoeld was om gespeeld te worden, zal mijn studie een aantal producties van William belichten. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • JOHAN CALLENS
Het Middellandse-Zeegebied als een linguïstisch areaal : Synchrone structuren en diachrone processen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het is de bedoeling van het project te onderzoeken in hoeverre de talen van rond de Middellandse Zee elkaar beinvloed hebben op het gebied van de grammatica. Het onderzoek viseert vooral fonologie en morfologie. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Johan Van der Auwera • Andreas D Ammann
Het moderne subject in hedendaagse politieke filosofie. Een epistemologische en metafysische analyse van het postfoundationalistische perspectief op subjectiviteit. Universiteit Gent Abstract: Wijsgerig onderzoek naar politieke ontologie; voornamelijk door vergelijking van epistemologische en metafysische assumpties met betrekking tot het subject in vroeg-moderne politieke filosofie en binnen de post-foundationalistische strekking in de hedendaagse politieke filosofie. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Gertrudis Van de Vijver • Emiliano Acosta
Het 'moeilijke' probleem van het bewustzijn: een epistemologische benadering. Een interdisciplinair onderzoek naar de conceptuele beperkingen van het denken over het bewustzijn. Universiteit Antwerpen Abstract: De kern van het hard problem of consciousness (het 'moeilijke probleem van het bewustzijn') (Chalmers) is de vraag hoe de essentieel fysische processen in ons zenuwstelsel aanleiding kunnen geven tot de essentieel niet-fysische, kwalitatieve ervaringen (qualia) die ons fenonenaal bewustzijn constitueren. Zowel filosofen als wetenschappers hebben geprobeerd deze vraag te beantwoorden. Organisaties: • Centrum voor Filosofische Psychologie
Onderzoekers: • Joachim Leilich • Lars De Nul