www.researchportal.be - 1 Feb 2016 14:04:51
Onderzoeksprojecten (2000 - 2500 van 3455) Zoekfilter: Classificaties: MENSWETENSCHAPPEN (H)
Wie voelt zich geïntegreerd? Een interdisciplinaire analyse van patronen van identificatie en participatie van drie immigrantengroepen in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Werktitel: 'Van Multiculturalisme naar pluriforme accommodatie'. Het doctoraatsonderzoek focust op de vraag of en waarom het multiculturalisme, zowel als een beleidsstrategie als een politiek-filosofisch paradigma, anno 2014 nog steeds kan worden verdedigd. Deze vraag is apert omdat er thans op velerlei wijzen sprake is van een 'backlash against multiculturalism'. Het doctoraat zal concreet bestaan uit vier delen. In deel 1 wordt de zogenaamde 'rise and fall' van het multiculturalisme besproken. In deel 2 wordt ingezoemd op de liberale merites van het multiculturalisme (werkt het?). Deel 3 vormt een analyse van Will Kymlicka's multiculturele filosofie. In hoeverre gaat het op te beweren dat zijn theorie slechts dan kan worden volgehouden als er een substantiële graad van complexiteit, dynamiek en gradualiteit wordt genegeerd? Deel 3 biedt tegelijk de aanzet voor het vierde en laatste deel alwaar de basis van een inclusieve rechtvaardigheidstheorie wordt uitgewerkt. Deze theorie centraliseert het belang van een contextuele erkenningslogica die inclusiever is voor zover de etnisch-culturele diversiteit wordt aangevuld met een notie van 'pluriforme diversiteit'. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman • Patrick Loobuyck
Een cultuurindustrie in transformatie: analyse van de evolutie van de Vlaamse muzieksector sinds 1990. Universiteit Antwerpen Abstract: De muzieksector is wereldwijd in transformatie. Met dit onderzoek willen wij: (1) in kaart brengen welke de belangrijkste veranderingen zijn geweest binnen de Vlaamse muzieksector sinds 1990, met name op het vlak van: 1. omvang en aard (omzet en marktstructuur, te weten densiteit en concentratie) van de Vlaamse muzieksector en haar verschillende groepen actoren ; 2. haar waardenketen, ook in de verticale zin (bijdrage en inkomsten van verschillende schakels in de bedrijfskolom); 3. met bijzondere aandacht voor het profiel en gedrag van de Vlaamse muziekconsument, en het effect daarvan op de horizontale (1) en verticale (2) evolutie van de sector; 4. technologische vernieuwingen, vooral in de sfeer van nieuwe (internet-gedragen) vormen van distributie en promotie (in de brede betekenis: ook bvb. i.t.v. visibiliteit), en hun gevolgen voor 1, 2 en 3; de meest opvallende veranderingen toetsen aan een aantal bestaande theorieën over industrieën in verandering, met de nadruk op bijdrage uit de zogeheten industriële organisatie (economie) en organisatie-ecologie (sociologie). Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Annick Schramme • Arjen van Witteloostuijn
Wetenschappelijke opdracht in de stadsgeschiedenis. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Peter Stabel
Provinciesteden in oorlog. Een vergelijking van lokale publieke sferen in de Duitse, Belgische en Nederlandse grensregio's Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek is een vergelijkende geschiedenis van lokale publieke sferen in een grensgebied tijdens WOI. Als we verschillende veranderingen van de civiele ruimte en hun impact op het dagelijks leven willen begrijpen, is het cruciaal om de transformaties in de publieke sferen in oorlogstijd bloot te leggen. Centraal in dit onderzoek staan drie case studies in de Euroregio Maas-Rijn, waar een Centrale macht (het Duitse Rijk), een bezette entente-staat (België) en een neutraal land (Nederland) elkaar 'raken'. Geïnspireerd op twee volumes van Jay Winter waarin het dagelijkse leven in hoofdsteden in oorlogstijd bestudeerd worden, beschouwen we een stad als een ontmoetingsplaats van de imaginaire gemeenschap van de natie met de ervaren gemeenschap van de naburige regio. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Christophe Verbruggen
Geschiedenis als wapen tegen de ondergang: Syrische historiografie van de twaalfde en dertiende eeuw Universiteit Gent Abstract: Met de realisatie van een diepgaande analyse van structuur en bronnen van de Anonieme Syrische Kroniek tot het Jaar 1234, in verhouding tot andere Syrische historiografische werken van die periode, beoog ik nieuwe inzichten te verschaffen aangaande de structuur en bronnen van dit werk, dat nog nooit in haar geheel werd bestudeerd, en aangaande de methodologie van haar auteur. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Peter Van Nuffelen
Onderzoek naar de inzet en de effecten van sociaal tolken en vertalen Universiteit Gent
Abstract: Dit onderzoek naar de inzet van sociaal tolken en vertalen stelt zich tot doel duidelijke inzichten te verwerven in de manieren waarop het inzetten van de instrumenten van sociaal tolken en vertalen de maatschappelijke doelstellingen van faciliteren (toegankelijkheid en optimale taakgerichtheid van de dienstverlening) en integreren (integratie van de anderstalige) realiseren en de manieren waarop deze instrumenten in diverse sectoren gecombineerd worden met, of het gebruik ervan wordt afgewogen tegen, het inzetten van andere beschikbare instrumenten. Het onderzoek beoogt de formulering en toetsing van een aantal procesmatige hypothesen op het vlak van de gebruiksfrequentie van taalondersteunende middelen, de institutionele besluitvorming door de afnemers en de gepercipieerde functionaliteit van de ingezette middelen en strategieën (taakgerichte facilitering en bevordering van integratie). Deze analyse moet ons in staat stellen om een aantal aanbevelingen te doen die het benutten van sociaal tolken en vertalen versterken. Een tweede eindproduct behelst de ontwikkeling van een instrumentarium om de efficiëntie en effectiviteit van het sociaal tolken en vertalen te monitoren. Organisaties: • Vakgroep Taalkunde
Onderzoekers: • Stefaan Slembrouck
Subsidie Internationaal congres ‘The Radicale Verlichting: Het grote verhaal en zijn details' Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het thema van deze internationale conferentie is de zogenaamde, Radicale Verlichting. De Radicale Verlichting verwijst naar een veelzijdige denkstroom binnen het Europese verlichtingsdenken, die grote nadruk legt op politieke hervormingen en activisme, persoonlijke vrijheid, sociale gelijkheid, en de kritiek van de religie. De Radicale Verlichting kan men aantreffen in het werk van een aantal zeventiende-en achttiendeeeuwse materialisten, atheïsten, vrijdenkers, spinozisten en pantheïsten. De algemene doelstelling van deze conferentie is om lopende onderzoek naar de Radicale Verlichting een extra impuls te geven. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Steffen DUCHEYNE
MOVINGLIFE: Vrije Universiteit Brussel Abstract: Roadmaps voor technologisch onderzoek, implementatie praktijk en beleidsondersteuning. Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Paul QUINN • Ann-Katrin HABBIG • PAUL DE HERT
Ontwikkeling en capaciteitsopbouw van de ISIS gebaseerde "Library Automation Software": ondersteuning en duurzaamheid (DOCBIBLAS III). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Universitair beheer en administratie • Onderzoeksgroep Boek, Bibliotheek en Informatie
Onderzoekers: • Egbert De Smet
Radiography of the past. Integrated non-destructive approaches to understand and valorise complex archaeological sites Universiteit Gent Abstract: Europees consortium van partners uit Academia en Industrie dat onderzoek uitvoert naar de toepassing en valorisering van nondestructieve prospectietechnieken voor het bestuderen van grote en complexe archeologische sites Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Frank Vermeulen
Archeometrisch onderzoek van antiek glas - identificatie van de bronnen van Cu, Sb en Ti via isotopische analyse met (laser ablation) multi-collector ICP-massaspectrometrie Universiteit Gent Abstract: Alle elementen met 2 of meer isotopen vertonen natuurlijke variaties in hun isotopische samenstelling ten gevolge van isotopenfractionatie gedurende fysische processen en/of (bio)chemische reacties. Bepaling van de isotopische samenstelling van een element in antiek glas en vergelijking met deze in ruwe producten mogelijk gebruikt voor de vervaardiging ervan kan informatie opleveren over de herkomst van het effectief gebruikte ruwe uitgangsproduct. Cu kan in glas aanwezig zijn als kleurmiddel, Sb als ontkleuringsmiddel en Ti ten gevolge van Ti-contaminatie van het aangewende zand. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Frank Vanhaecke
Buitenlandse Francqui Leerstoel 2011-12 Universiteit Gent Abstract: Gedurende zes maanden (oktober 2012-maart 2013) was prof. Heikki Pihlajamäki (hoogleraar rechtsgeschiedenis aan de Universiteit van Helsinki) te gast aan de Gentse rechtsfaculteit als internationale Francqui Professor. Hij gaf er verschillende gastcolleges, organiseerde een binnen- en een buitenlands colloquium, begeleidde jonge onderzoekers en gaf enkele master classes voor doctorandi inzake rechtsvergelijkende rechtsgeschiedenis. Organisaties: • Vakgroep Grondslagen en geschiedenis van het recht
Onderzoekers:
• Piet Taelman
Oprichting en uitbouw van Centrum voor Leesonderzoek in Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: Een centrum voor leesonderzoek zal worden uitgebouwd. De drie belangrijkste onderzoekslijnen zijn: (1) tijd nodig voor het herkennen van woorden en variabelen die hierop een invloed hebben, (2) atypische taallateralisatie, en (3) dyslexie bij studenten in het hoger onderwijs. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Marc Brysbaert
PRESCIENT: Privacy en opkomende velden van wetenschap en technologie : naar een gemeenschappelijk raamwerk voor privacygerichte en ethische evaluaties Vrije Universiteit Brussel Abstract: rivacy is a multifaceted concept, a moving target and a salient topic in technology policy-making. PRESCIENT will provide an early identification of privacy and ethical issues arising from emerging technologies and their relevance for EC policy. It will contribute to the quality of research in the field of ethics, by distinguishing between privacy and data protection and analysing the ethical, legal and socio-economic conceptualisations of each. The project unfolds in four stages. The first stage is ANALYSIS: the partners will provide a state-of-the-art analysis of privacy and data protection as conceptualised from an ethical, socio-economic and legal perspective. The second stage is CASE STUDIES wherein the partners will identify the privacy, data protection and ethical issues arising from five different emerging technologies and their applications. The third stage focuses on CITIZENS. The partners will analyse various existing surveys to assess citizen concerns and knowledge of the way in which their data are collected, stored and used and their concerns about new technologies and how their concerns have changed over time. The partners will examine 20 top websites and interview data collectors to assess how easy or difficult it is for citizens to access their information and to find out how it is being used. The fourth and final stage focuses on development of a NEW FRAMEWORK FOR PRIVACY AND ETHICAL IMPACT ASSESSMENTS. The partners will develop four scenarios as an element in this new framework, which is based on an integration of the results of this study and on privacy impact assessment guidelines such as those of the UK. The partners will invite a multi-disciplinary panel of 10 external experts to comment on their deliverables and discuss the issues raised in a workshop at each stage. The project will conclude with a final conference to which experts, policy-makers and other stakeholders will be invited in order to debate the project's findings and recommendations. Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Rocco BELLANOVA • Raphaël GELLERT • SERGE GUTWIRTH • PAUL DE HERT
Verbeelding. Tussen rede en passies, tussen lichaam en geest Hogeschool Gent Abstract: De filosofie heeft altijd haar favorieten en zwarte schapen gehad. Het hoeft geen betoog dat rede en verstand tot haar gunstelingen behoorden, en dat het filosofische discours – zeker in de moderne tijden – scherper en helderder articuleerde waarom de zogenaamde opponenten van rede en verstand te mijden waren. Vertegenwoordigers bij uitstek van het niet-rationele en het onverstandelijke waren het lichaam en wat intiem aan het lichamelijke gekoppeld is: de zintuiglijkheid, de passies of emoties en ook de verbeelding. Sinds de 20ste eeuw zijn lichaam, zintuiglijke waarneming, emoties en – langzamerhand – ook de verbeelding aan een openlijke herwaardering vanuit filosofische hoek toe. In de eerste plaats komt dat duidelijk naar voren in het verlaten van de ongenuanceerde oppositie tussen rede en emotie, of tussen rationeel verstand en lichamelijk onverstand. Lichaam en emoties blijken niet enkel aan de marge cognitief-rationele processen te beïnvloeden, maar zelfs cruciaal te zijn voor het verstandelijk functioneren. In dat opzicht heeft de filosofie zichzelf gecorrigeerd, in interactie met een aantal andere disciplines die steeds meer aandacht zijn gaan besteden aan het lichaam en de wisselwerking met cognitieve processen. Vooral een onderlinge samenwerking van neurowetenschappelijke disciplines, 'embodiment studies' en filosofische studies heeft nieuwe perspectieven op deze vaak complexe problematiek geopend. Nochtans mogen we niet naïef zijn: lichaam, passies en verbeelding hebben zich van in het begin opgedrongen aan het filosofische denken. Wat het zuivere denken leek te hypothekeren, is steeds ook iets geweest wat zelf moest worden gedacht. Naast de orthodoxe filosofische geschiedenis van de rede, is er ook altijd een filosofie van het lichaam, de passies en de verbeelding geweest. Zonder die soms onderhuidse, soms ook zeer expliciete filosofie van het sub- en arationele had een filosofie van de rede zich niet gehandhaafd. In dit onderzoek halen we die filosofie van het lichaam en de verbeelding naar boven. We gaan na welke cruciale etappes de filosofie in haar denken over verbeelding en lichaam heeft afgelegd, en hoe de drie registers van rede, verbeelding en lichaam annex zintuiglijkheid en passies zich tegenover elkaar verhouden. In deze tracering komt ook aan bod op welke manier de studie van de verbeelding zowel verbonden als afgescheiden is geweest van pogingen om vat te krijgen op processen van inspiratie. Deze processen werden nu eens toegeschreven aan fenomenen die het subject te boven gaan, dan weer aan gebeurtenissen die zich in de onpersoonlijke dieptes van het lichaam afspelen. Van daaruit gaan we na hoe de interdisciplinaire samenwerking tussen de bovenstaande domeinen een kader kan bieden voor een hedendaagse kritiek van de verbeelding, tussen cognitie en belichaming in. Deze kritiek kan niet tot stand komen zonder een beroep te doen op de kunsten, en in het bijzonder die artistieke disciplines die het thema van de verbeelding en de lichamelijkheid impliciet of expliciet tot uitgangspunt nemen. Daarbij gaan we in op hoe het lichaam zich niet als een monoliet presenteert, maar een gelaagd gegeven is waarin lichaamsbeeld, lichaamsschema en dieptelichaam elk op een andere wijze constitutief zijn voor motoriek, sensoriek, emoties, (inter)subjectiviteit en het in-de-wereld-zijn van een belichaamd subject. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk
Onderzoekers:
• Helena De Preester
Vooronderzoek ontsluiting abdijbibliotheek Tongerlo. Universiteit Antwerpen Abstract: Het "Vooronderzoek ontsluiting abdijbibliotheek Tongerlo" heeft tot doel om na te gaan uit welke deelcollecties de bibliotheek is opgebouwd, wat er de inhoudelijke zwaartepunten van zijn, en wat er het cultuurhistorisch belang van is. Op basis van een dergelijk vooronderzoek kan dan verder worden gewerkt: in het eindrapport van het project zullen aanbevelingen worden geformuleerd, bv. over de deelcollecties waaraan bij de uiteindelijke catalogisering in een online systeem de voorrang gegeven zal moeten worden. Ook voor de verdere aanpak van conservering en restauratie zal dit een onmisbare basis zijn. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Pierre Delsaerdt
De verbeelding van de roman: naar een herijking van de romanpoëtica's in Italië (1945-1980) Universiteit Gent Abstract: Een studie van de rol van "verbeelding" en "kennis" in de romanpoëtica's van een reeks auteurs die moeilijk of niet kaderen in de huidige dominante visie op de ontwikkeling van de Italiaanse roman tussen 1945-1980, met als doelstelling een bijdrage te leveren tot een herijking van de geschiedenis van de Italiaanse roman in deze periode. Organisaties: • Vakgroep Romaanse talen (andere dan het Frans)
Onderzoekers: • Sabine Verhulst
Monastiek leiderschap als post-charismatische 'routinisering'? Een onderzoek naar de impact van tweedegeneratiehervormers op de ontwikkeling van middeleeuwse kloostergroepen (West-Europa, tiende-vroege twaalfde eeuw) Universiteit Gent Abstract: Dit project wil een nieuw paradigma ontwikkelen voor de studie van hervormingen in het middeleeuwse kloosterwezen tot circa 1150 door de realiteiten van het tweede-generatiebeleid van monastieke leiders voor het eerst systematisch te analyseren. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Steven Vanderputten
Een wijsgerig-antropologisch onderzoek naar de rol van zelfbewustzijn en empathie in de oorsprong en evolutie van moraliteit. Universiteit Gent Abstract: Onderhavig project beoogt de constructie van een wijsgerig-antropologisch en moraalwetenschappelijk model over de rol van zelfbewustzijn en op zelfbewustzijn gestoelde empathie of mindreading in de oorsprong en evolutie van moraliteit. Doel is de bestaande visie op de rol van zelfbewustzijn in moraliteit in de moraalfilosofie te verfijnen en onderbouwen met inzichten en onderzoeksresultaten uit de moderne moraalpsychologie en evolutiepsychologie. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Johan Braeckman
Het trainen van talent? Selectie- en beoordelingsprocedures aan de Academies voor Schone Kunsten in Antwerpen en Den Haag, 1650-1850. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bert De Munck • Dries Lyna
Stedelijke inkomens. Economische groei en levensstandaard in Brabant, Holland en Luik over de lange termijn, 1500-1900 Universiteit Antwerpen Abstract: De studie van levensstandaarden in het verleden is belangrijk. Niet alleen verduidelijkt een gedifferentieerd historisch begrip van welvaart de groeidynamieken van vroegere economieën, ook voor de sociale geschiedenis is het belang van een juiste inschatting van rijkdom en armoede in het verleden cruciaal. Dit project reconstrueert stedelijke inkomens in de Nederlanden tussen 1500 en 1900. Hierbij wordt gepeild naar totale en gemiddelde inkomens, maar ook naar de inkomens van alle afzonderlijke huishoudens in een aantal representatieve steden. De confrontatie van vergelijkbare steden in Brabant, Holland en Luik laat toe het pre-industriële en vroeg-industriële economische groeiproces precies te duiden. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Jord Hanus
Parallel corpora for Dutch word sense disambiguation - Het gebruik van parallelle corpora voor automatische desambiguering van woordbetekenissen in het Nederlands Hogeschool Gent Abstract: De informatie-explosie die we de laatste jaren meemaken op het World Wide Web en de vertaalexplosie die niet alleen een typisch Europees probleem is en ook o.a. samenhangt met de economische realiteit (zoals de kortere levenscyclus van producten en de globalisering van het aanbod), zorgen voor een groeiende vraag naar automatische vertaalsystemen. Ondanks de grote vooruitgang de laatste decennia heeft de performantie van taaltechnologische applicaties, zoals machinevertaling, heden ten dage nog sterk te lijden onder het niet of gebrekkig kunnen omgaan met ambiguïteit [Cabezas en Resnik 2005]. Die ambiguïteit strekt zich uit over alle geledingen van natuurlijke taal: van het niveau van de morfologie (het niveau van de woordopbouw) tot het niveau van een intermenselijke conversatie. Zo zal het automatisch vertaalsysteem Babelfish (Babelfish.altavista.com) “Apple has doubled its profits in 2005.” vertalen naar “De appel heeft zijn winsten in 2005 verdubbeld.” Hoewel “appel”
inderdaad een correcte vertaling is voor “Apple”, is het de verkeerde vertaling in deze context. Ook andere taaltechnologische applicaties, zoals vraag-antwoordsystemen en informatie-retrieval-systemen, hebben te lijden onder het gebrek aan contextuele desambiguering van woordbetekenissen (word sense disambiguation, WSD). WSD staat bekend als één van de moeilijkste problemen binnen de taaltechnologie, aangezien het impliceert dat er een artificieel tekstbegrip opgebouwd wordt: op basis van de context van een woord moet het systeem de correcte woordbetekenis detecteren. Als er in een Engelse tekst sprake is van een “bank” en de tekst bevat verder ook contextuele verwijzingen naar “water”, “river”, “boat”, “geese”, etc. dan moet het systeem automatisch kunnen induceren dat het hier hoogstwaarschijnlijk gaat over een “oever” van een rivier en niet over een “bank” als financiële instelling. Maar ook hier zal Babelfish een zin als “The geese were sleeping on the banks of the Thames” verkeerdelijk vertalen door “De ganzen sliepen op de banken van de Theems.” Een gelijkaardig desambigueringsprobleem stelt zich als de gebruiker een ambigue term, zoals “java” ingeeft in een zoekmachine. Wil de gebruiker dan informatie over de programmeertaal, het Indonesisch eiland of misschien wel de koffie? Zoekrobotten zoals Google (www.google.com/suggest) en Yahoo! (search.yahoo.com) geven de voorkeur aan de meest populaire betekenis op basis van query logs (zie ook [Cui et al. 2002]), wat in het geval van “java” betekent dat vooral query verfijningen gesuggereerd worden met betrekking tot de programmeertaal. In dit project willen we een generiek automatisch WSD systeem ontwikkelen voor het Nederlands. Een dergelijk systeem detecteert woorden met meer dan één betekenis en kent er de contextueel correcte betekenis aan toe. Tot nu toe zijn de state-of-the-art WSD systemen (vooral voor het Engels, zie bijvoorbeeld [Hoste et al. 2002]) gebaseerd op gesuperviseerde leeralgoritmes die leren vanuit gelabelde data: geannoteerde corpora waarin de betekenissen van een woord manueel geannoteerd zijn. Aangezien dergelijke corpora voor het Nederlands nauwelijks voorhanden zijn, en het manueel annoteren van woordbetekenissen erg tijdsintensief en duur is, vertrekken we van parallelle corpora. De methode om van parallelle corpora automatisch woordbetekenissen af te leiden, is gebaseerd op de observatie dat een woord met meer dan 1 betekenis vaak een verschillende vertaling heeft voor deze verschillende betekenissen. Als we bijvoorbeeld op basis van een parallel Nederlands-Engels corpus kunnen achterhalen dat het woord “blik” overwegend als “glance” of als “tin” vertaald wordt, dan kunnen we afleiden dat “blik” tenminste twee betekenissen heeft. Het gebruik van parallelle corpora voor WSD is in een reeks recente studies onderzocht voor o.a. het Engels en het Chinees en wordt beschouwd als een veelbelovende methode [Ng et al. 2003, Shao en Ng 2004, Li en Li 2004, etc]. In dit project willen we de techniek onderzoeken voor het Nederlands. Het gebruik van corpora biedt een bijkomend voordeel. Gezien het bepalen van de mogelijke betekenissen van een ambigu woord subjectief is [Kilgariff 1997], zullen veel woorden in verschillende woordenboeken ook een verschillende set van betekenissen krijgen. Bovendien stelt zich ook een probleem van granulariteit, wat betekent dat het vaak niet duidelijk is hoe gedetailleerd betekenisverschillen moeten weergegeven worden om bruikbaar te zijn in praktische applicaties (zie ook [Resnik en Yarowsky 1997]). Niet alle betekenisverschillen worden immers in alle talen gelexicaliseerd. Zo kan het Engelse “head” perfect vertaald worden door het Nederlandse “hoofd”, onafhankelijk van feit of het nu over een “lichaamsdeel” of een “chef” gaat. In dit project willen we volgende concrete onderzoeksvragen behandelen: In hoeverre is het mogelijk om op een ongesuperviseerde manier automatisch woordbetekenissen te detecteren op basis van parallelle corpora zonder daarbij gebruik te maken van voorkennis uit woordenboeken of andere lexicale bronnen? Enkele van de te onderzoeken onderliggende vragen hierbij zijn: Wat is de foutenlast van de automatisch woordalignatie van de parallelle corpora? Hoeveel syntactische voorkennis is er vereist voor een goede detectie van woordbetekenissen/vertalingen? Wat is de optimale variatie in de contrasterende talen om te komen tot een performante betekenisset? Wat is de optimale granulariteit om te komen tot een goede performantie? Welke verbetering in termen van precisie en recall, kan behaald worden door de integratie van een automatisch WSD systeem in een praktische applicatie? Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Taaltechnologie
Onderzoekers: • Els Lefever • Veronique Hoste
Terminology Extraction for Semantic Interoperability and Standardization Hogeschool Gent Abstract: De dynamiek van document- en termencreatie vereist een flexibele en accurate terminologie-extractie, die per domein on-the-fly termen kan extraheren. Terminologie-extractie kan eenvoudigweg omschreven worden als de extractie van termen uit eentalige of meertalige documenten. Een eenduidig en gecentraliseerd terminologiebeheer leidt tot een efficiënte productie en distributie van meertalige inhoud. Daarnaast is het ook onontbeerlijk voor indexering en “intelligent informatiebeheer”. Alhoewel de opbouw van bedrijfsterminologielijsten en vertaallijsten heel tijds- en arbeidsintensief is, zijn er nauwelijks grootschalige inspanningen. Bovendien blijken die manueel geconstrueerde lijsten vaak te generiek of te specifiek en zelden up-to-date. Automatische terminologie-extractie biedt hier de oplossing. Het TExSIS project wil een volautomatisch terminologie-extractiesysteem bouwen dat “on the fly” termen extraheert uit mono- en multilinguale documenten. De ondersteunde talen zijn Nederlands, Frans, Duits en Engels, Dergelijke terminologie-extractie is onontbeerlijk voor een eenduidige communicatie, kan geïntegreerd worden in systemen voor computerondersteund vertalen of automatische vertaling en in intelligente zoeksystemen en systemen voor intelligent informatiebeheer. Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Taaltechnologie
Onderzoekers: • Veronique Hoste • Marjan Van de Kauter
Passages ‘Managers van Diversiteit’ Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Technologie • Departement Sociaal-agogisch werk • Vakgroep Talen • Vakgroep Sociale wetenschappen
Onderzoekers:
• Charlotte De Kock • Christian Van Kerckhove • Eva Vens • Stefanie Devloo
Acteer de cesuur! Onderzoek naar de bruikbaarheid van de klassieke acteermodellen binnen de postdramatische theateresthetiek Hogeschool Gent Abstract: De Duitse theaterwetenschapper Hans-Thies Lehmann duidt met zijn 'Postdramatisches Theater' op de aanwezigheid van een cesuur binnen de hedendaagse theatertheorie en -praktijk. Het postdramatisch theater dat zich ontwikkelt sinds eind jaren 80, omschrijft hij door te wijzen op de verschillen met het ‘klassieke’ dramatische of aristotelische theater. In het postdramatisch theater staat de tekst niet meer centraal. De tekst is een perifeer element geworden naast andere niet-tekstuele elementen zoals het lichaam (danstheater), het beeld (nieuwe media), geluid (muziektheater), enz., die deel uitmaken van het scenische gebeuren. Het woord wordt er net als het beeld, het lichaam en het geluid, gezien als een teken. De onderlinge verbondenheid van deze tekens creëert in eerste instantie een zintuiglijke gebeurtenis voor de toeschouwer. Deze zintuiglijke belevenis van het hele gebeuren – dus ook van de tekst – staat boven het ‘begrijpen’, ‘het betekenis geven aan’ en het ‘cognitief herkennen van’ het gebeuren. De verruiming van een dramatische naar een postdramatische esthetiek heeft zo zijn gevolgen voor de acteur. Op het eerste gezicht zouden de ‘klassieke’ acteermodellen niet meer toepasbaar zijn op het postdramatische theater en zijn non-tekstuele componenten. Pas wanneer we de relatie tussen de tekstuele en non-tekstuele elementen van het postdramatische gebeuren zien als een tekst, in de betekenis van een opeenvolging van tekens, kunnen we partikels van de klassieke acteermodellen inzetten binnen de postdramatische esthetiek. Dit onderzoek zal zich toespitsten op de breuk tussen het dramatische en postdramatische theater. In eerste instantie stellen we de vraag: wat is de inhoud van de cesuur die Lehmann aanduidt in de theaterpraktijk? En is er hier wel degelijk sprake van een cesuur in de theaterpraktijk, of moet er niet eerder gesproken worden van een kantelmoment? Dit deel van het onderzoek omvat een theoretische analyse van de verschillende aspecten van het postdramatische theater in vergelijking met het klassieke dramatische theater. In tweede instantie gaan we na wat er overblijft van de klassieke acteermodellen, wanneer we die inzetten binnen een postdramatische esthetiek, en dit zowel op het theaterwetenschappelijke als op het kunstpraktische vlak. We vragen ons af in hoeverre partikels van acteermodellen nog geactiveerd kunnen worden binnen het postdramatische theater. Wat kunnen deze acteermodellen, waarin de benadering van de tekst centraal staat, nog zeggen over ‘het beeld’, ‘het lichaam’, ‘het geluid’, e.d., m.a.w. over de niet-tekstuele aspecten van de voorstelling? Hebben deze theorieën nog een functie binnen de gewijzigde context? In hoeverre zijn de tekstgerichte acteermodellen transponeerbaar op het postdramatische theater? In derde instantie wordt er nagegaan wat deze evolutie binnen de theaterpraktijk en de theorie over het postdramatische theater betekent voor het theateronderwijs. Men kan zich de vraag stellen of er nieuwe theorieën en een aangepaste praktijk ontwikkeld moeten worden om de toekomstige acteurs voor te bereiden op de postdramatische theaterpraktijk. Of moet er binnen de gewijzigde theaterpraktijk niet eerder geopteerd worden voor de herwaardering van de klassieke acteermodellen in functie van het postdramatische theater? Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Departement Conservatorium
Onderzoekers: • Katrien Vuylsteke Vanfleteren
La traducción de la ironía en un corpus literario. Análisis basado en fragmentos de novelas hispano-americanas (siglo XX) y sus traducciones al francés, inglés y neerlandés. Hogeschool Gent Abstract: Ironie in vertalingen. Aan de hand van een beperkt (reeds vertaald) corpus wordt nagegaan hoe ironie werd vertaald. Daartoe worden volgende aspecten onderzocht: 1. ironie in literaire werken 2. ironie in vertaling 3. analyse van het corpus. Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Spaans
Onderzoekers: • Hildegard Vermeiren • July De Wilde
Onderzoek naar de performantie van een Nederlandstalig zoeksysteem dat gebruik maakt van de vertaalde MeSH-termen Hogeschool Gent Abstract: We leven in een informatie-maatschappij: het internet brengt informatie die voor de vorige generatie wetenschappers nog ontoegankelijk was binnen handbereik van de gewone leek. Het komt er op aan niet te verdrinken in deze informatiepoel, en efficiëntie als norm te stellen. Een van de factoren die een efficiënte zoektocht naar digitale publicaties in de weg kunnen staan, is de taal. Dit onderzoek spitst zich toe op de biomedische sector, waar het Engels de voertaal is. In hoeverre dit de efficiëntie van een zoekopdracht in PubMed beïnvloedt, zal blijken uit een eerste deelonderzoek. Vervolgens wordt een systeem van ‘federated search’ opgebouwd, waarmee zowel in het Engels als in het Nederlands naar digitale publicaties kan worden gezocht. Belangrijk voor dit doctoraatsonderzoek is dat er duidelijkheid heerst over de soorten retrievalsystemen. Een theoretische studie van de begrippen “thesaurus”, “ontologie”, “gecontroleerde vocabularia”, en “topic maps” vormt een derde deel van dit doctoraatsproject Ten slotte zal de performantie (“recall and precision”) van het Engels-Nederlandse zoeksysteem in een empirisch onderzoek worden getest. Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Taaltechnologie • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Joost Buysschaert • Klaar Vanopstal
Verzameld werk L.P. Boon. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project behelst de wetenschappelijke editie van L.P. Boons werk in 24 delen. Voor gedetailleerde informatie: zie http://www.lpbooncentrum.be/verzameldwerk/ Organisaties:
• Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Kristiaan Humbeeck
L.P.-Boon Verzameld Werk. Universiteit Antwerpen Abstract: Het Verzameld werk van Louis Paul Boon zal worden uitgegeven in 24 delen en bevat naast alle in boekvorm verschenen romans en verhalen, ook bloemlezingen van o.m. de 'Boontjes', het journalistieke werk en de brieven van Boon. Elk deel bevat naast een wetenschappelijk verantwoorde presentatie van de leestekst, ook een informatief nawoord, een tekstverantwoording en een bibliografie. Uitvoerig editiecommentaar, inclusief een integraal variantenapparaat en woordverklaringen, wordt ter beschikking gesteld op de site van het L.P. Boon-documentatiecentrum (www.lpbooncentrum.be), waar ook extra informatie over elk deel van het Verzameld werk te vinden is. De uitgave van het Verzameld werk is een samenwerking tussen het Louis Paul Boon-documentatiecentrum (Universiteit Antwerpen), de Vakgroep Nederlands (Universiteit Gent) en de Amsterdamse uitgeverij De Arbeiderspers. Het Verzameld werk wordt gepubliceerd in een vorm die gericht is op een breed publiek. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Kristiaan Humbeeck
De Jespersen-cyclus. Universiteit Antwerpen Abstract: De term 'Jespersen-cyclus' verwijst naar een set van hypotheses over de ontwikkeling van negatiemarkeerdes. De data waarop de hypotheses steuen komen uit de Europese standaardttalen. Het project heeft twee grote doelstellingen. De eerste doelstelling is een uitbreiding van het onderzoeksterrein naar talen buiten Europa, en de tweede is het verfijnen van de analyse. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Johan Van der Auwera
Het einde van de secularisering? Charles Taylor en Marcel Gauchet over de betekenis van het religieuze in een geseculariseerde wereld. Universiteit Antwerpen Abstract: De confrontatie tussen Gauchet en Taylor gaat uit van de volgende onderzoeksvraag : wat is de cultureel-maatschappelijke betekenis (de 'plaats') van het religieuze in de seculiere wereld? Doelstelling van deze vraag is de aard van de spanningsverhouding te expliciteren zoals die zich vandaag voordoet tussen de religieuze ervaring die wordt uitgedrukt in termen van het heilige, het goddelijke en het transcendente enerzijds en het voortschrijdende proces van secularisering anderzijds. De actualiteit van deze vraag staat buiten kijf : de vraag naar de plaats en de betekenis van het religieuze in onze samenleving komt onder meer tot uitdrukking in de hernieuwde belangstelling voor de religie, het hoofddoekendebat, het fenomeen van het oplaaiend fundamentalisme, de individuele zoektocht naar extreme of bijzondere ervaringen, en dergelijke. Bovendien is een gepaste maatschappelijke reactie op deze verschijnselen gebaat met een zo genuanceerd mogelijk inzicht in de onderliggende historische processen en filosofische betekenissen. Gauchet noch Taylor gaan aan genoemde thema's voorbij ¿ wel integendeel : hun reflecties vertrekken juist van de vaststelling dat het religieuze in een seculiere wereld blijft voortbestaan. Deze problematiek is niet bijkomstig in hun filosofisch werk, maar vormt er het kernstuk van en ze wordt bovendien op een wetenschappelijk vernieuwende manier uitgewerkt : beide auteurs verleggen de uitgangspunten van het klassieke seculariseringsdebat zowel door hun breed historisch perspectief op de rol van de religie in de samenleving als door hun antropologisch-sociologische aanpak. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Walter Van Herck • Guido Vanheeswijck
Zintuigen. Een filosofie van de sensorische modaliteiten. Universiteit Antwerpen Abstract: Waarneming heeft een objectieve en een subjectieve zijde. We nemen gebeurtenissen en objecten waar, maar tegelijkertijd verschijnen deze gebeurtenissen en objecten ons op een bepaalde manier. Een belangrijke rol in de bepaling van 'hoe de objecten ons verschijnen' wordt gespeeld door de zintuiglijke modaliteiten. Filosofen van Aristoteles tot Paul Grice hebben zich over de vraag gebogen wat nu precies de zintuiglijke modaliteiten van elkaar onderscheidt. Wat maakt horen tot horen, en zien tot tot zien? Daarnaast heeft ook de vraag naar wat de sensorische modaliteiten verbindt een grote aantrekkingskracht uitgeoefend op filosofen. Hierom draait de beruchte vraag van Molyneux: wat zou er gebeuren indien een blinde, die objecten op de tast herkent, plots zou zien? Zou deze persoon een bol of een kubus op zicht als een bol of kubus herkennen? In het voorgestelde project zullen de twee vragen naar wat de zintuigen onderscheidt en wat de zintuigen bindt, herbekeken worden in het licht van de sensomotorische contingentietheorie voor waarneming en perceptueel bewustzijn en de opvatting van de filosoof Andy Clark over de 'Extended Mind' en zijn stelling dat mensen wat hij noemt 'Natural Born Cyborgs' zijn: wezens die externe hulpmiddelen zo in hun gedrag integreren dat deze artefacten letterlijk een deel van henzelf worden. Op deze basis zal een nieuwe opvatting over de zintuigen worden geëxploreerd die mogelijk een bevredigend antwoord toelaat zowel op de vraag naar wat zintuigen onderscheidt, als op de vraag naar wat zintuigen verbindt. Bovendien zal vanuit deze nieuwe opvatting over de modaliteiten getracht worden een invulling te geven aan het dubbele karakter van de perceptuele ervaring: dat van objectief zijn en subjectief verschijnen, die de traditionele spanning tussen beide aspecten kan verzachten. Tenslotte heeft de voorgestelde opvatting over de zintuigen belangrijke implicaties voor het debat tussen internalisten en externalisten omtrent de vraag of het mentale zich 'in het hoofd' bevindt, of integendeel, of het mentale en de ervaring zich 'uitstrekt' over de omgeving. Organisaties: • Centrum voor Filosofische Psychologie
Onderzoekers: • Erik Myin
Militaire bezetting als transnationale vorm van politiek. Een sociale en culturele geschiedenis van het Duitse bezettingsbestuur in België tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt het Duitse bezettingsbestuur in België tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog van binnenuit, als een onderling samenhangende en in de maatschappij ingebedde politieke structuur bestudeerd. Door daarbij een intertemporeel comparatief perspectief te hanteren wil het gelijkenissen, continuïteiten en verschillen tussen beide besturen blootleggen. In algemenere termen wil het op die manier inzichten verschaffen in de geschiedenis van het militair bezetten als een specifieke vorm van politiek. Daarbij wordt uitgegaan van het gegeven dat
bezettingsbesturen transnationale politieke organisaties zijn: zij opereren buiten de politieke en maatschappelijke context van de overheden waaraan zij ondergeschikt zijn, en moeten dus zowel tegenover de politieke overheden van hun thuisland als tegenover de bevolking in het bezette land legitimiteit verwerven. Dit project tracht deze processen van legitimiteitsverwerving op het spoor te komen door heel concreet in te zoomen op de sociale samenstelling en cohesie van de bezettingsbesturen en op de interactie van deze bezettingsbesturen met de bevolking van het bezette land. Het situeert zich op het kruispunt tussen politieke, sociale en culturele geschiedenis, maar gebruikt bovendien inzichten uit de organisatiesociologie en uit de culturele antropologie. Op methodologisch vlak zullen prosopografie, netwerkanalyse en discoursanalyse met elkaar worden gecombineerd. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Herman Van Goethem • Marnix Beyen
Haantjesgedrag. Lokale elites in een veranderende samenleving: een comparatief onderzoek naar machtsverwerving in Vlaamse en Brabantse dorpsgemeenschappen (13e-16e eeuw). Universiteit Antwerpen Abstract: Door middel van een vergelijkend onderzoek van twee regio's in de Zuidelijke Nederlanden met een duidelijk verschillend ontwikkelingstraject - de Antwerpse (Noorder-)Kempen en de Vlaamse Kustpolders - wordt met dit project voor het eerst getracht de invloed van deze agrarische transformatie op de organisatie en de dynamiek van lokale elites te verklaren. Vertrekpunt is de vraag óf een vroege en intense commercialisatie van de landbouw lokaal gepaard ging met een parallelle concentratie van economische en politieke macht in handen van 'nieuwe' elitegroepen, en óf omgekeerd in regio's met een meer traditionele plattelandssamenleving zowel bestaande feodale elites als de dorpgemeenschap als collectiviteit langer hun invloed lieten gelden. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Tim Soens
De bescherming van culturele goederen tijdens de gewapende conflicten: naar een integrale preventiestrategie. Universiteit Antwerpen Abstract: Tijdens de 20ste eeuw zijn er heel wat preventiemaatregelen ter bescherming van cultuurgoederen (zowel roerend als onroerend) tijdens gewapende conflicten ontwikkeld. Toch blijkt dat destructie en plunderingen de laatste decennia toenemen. Dit onderzoek wil dan ook nagaan wat de oorzaken zijn voor het falen van deze strategie. Daartoe wordt in een eerste fase een niet-limitatieve inventaris opgesteld van bestaande en ooit toegepaste preventiemaatregelen. Bottom-up, vanuit de verschillende preventiemaatregelen, zal een typologie worden ontwikkled, die vervolgens wordt vertaald in een modelstrategie. Een laatste fase evalueert de voorgaande, door top-down, vanuit de modelstrategie, twee casussen (Kosovo en Irak) te analyseren. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Annick Schramme
De bron van gemaskeerde primingeffecten: het lexicaal of het episodisch geheugen? Universiteit Antwerpen Abstract: Gemaskeerde priming is een techniek waarbij een woord zo kort wordt aangeboden dat het niet bewust kan worden waargenomen, terwijl het toch een effect kan hebben op de verwerkingssnelheid van een onmiddellijk daarop volgend woord. Deze techniek wordt daarom vaak gebruikt in de psycholinguïstiek om de geheugenstructuren en -processen achter woordherkenning te onderzoeken. Recent is echter discussie ontstaan over de lexicale aard van deze zgn. gemaskeerde primingeffecten (zie Bodner & Masson, 2003, 2004, 2006): vertellen ze werkelijk iets over de structuur van het mentale lexicon of reflecteren ze residuele activatie in het episodische geheugen, waar mensen persoonlijke ervaringen opslaan? Een reeks experimenten moet antwoord geven op de vraag of een lexicale interpretatie van het effect verdedigbaar is. Gegeven de populariteit van de techniek, kunnen de uitkomsten van dit onderzoek verstrekkende gevolgen hebben voor de theorievorming m.b.t. het mentale lexicon. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Dominiek Sandra
De internationale handel en de economische ontwikkeling in de Oostenrijkse Nederlanden, 1760-1790. Universiteit Antwerpen Abstract: Met deze onderzoeksaanvraag streven we ernaar de impact te bestuderen van de internationale handel op de economische ontwikkeling van de Oostenrijkse Nederlanden in de achttiende eeuw. Dankzij een systematische verwerking van de douanestatistieken (Raad van Financiën) wordt een omvattende studie van internationale handel en internationale handelspolitiek mogelijk. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Wilhelmina De Smedt
Een nieuwe orde, een nieuwe man. Mannelijkheid en Nieuwe Orde in België, ca. 1930-1945. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt nagegaan wat in België de invloed was van Nieuwe Orde-ideeën op het beeld van de ideale man (ca. 1930-1945). Door een onderzoek van de constructie, receptie en politieke instrumentalisering van manbeelden in (1) de jeugdbeweging, (2) de beeldende kunsten en (3) de nieuwe 'lichaamscultuur' wordt een dieper inzicht bereikt in de relatie tussen gender en politiek in de twintigste eeuw. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Henk de Smaele
Van "schwarz wie holz" tot "zwart als inkt": De Nederlandstalige varianten van "Sneeuwwitje" in het kader van de literatuurhistorische receptie van de sprookjes van Grimm. Universiteit Antwerpen
Abstract: Dit project brengt de belangrijkste tendensen in de Nederlandstalige receptie van de Grimmsprookjes in kaart. Het vergelijkt de vertalingen, bewerkingen, geïllustreerde versies en parodieën van het sprookje "Sneeuwwitje" met de brontekst van Grimm en kadert de stilistische, structurele en inhoudelijke aanpassingen binnen de heersende en wisselende opvattingen rond het sprookje, fantasieliteratuur, de positie van de jeugdliteratuur, en de visies op vertalen. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Geert Lernout • Dirk Van Hulle
Meervoudige identiteiten in een laatmiddeleeuwse en vroegmoderne stad: Mechelen in de 15de en 16de eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil door het analyseren van meervoudige identiteiten die stedelingen aannemen en (re)produceren een meer genuanceerde blik geven op de stedelijke samenleving dan het traditionele sociale en sociaal-culturele onderzoek toelaat. Voor de casus Mechelen in de late middeleeuwen en het begin van de nieuwe tijd zal worden nagegaan hoe stedelingen deze identiteiten construeren (o.a. door hun participatie in het middenveld van sociale organisaties), hoe ze die beleven op het publieke forum en hoe deze identiteiten worden ervaren in het collectieve geheugen (rituelen, historiografie en literatuur). Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Hubert Meeus • Maarten Van Dijck • Frank Willaert • Guido Marnef • Peter Stabel
Godsdienst, herinnering en identiteit in de zeventiende eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: In de zestiende en zeventiende werd Europa geplaagd door een reeks godsdienstoorlogen. Een daarvan was de Opstand, een burgeroorlog die de zeventien Nederlanden uiteen reet. Dit project onderzoekt welke rol herinneringen aan die oorlog speelden in het creëren van nieuwe religieuze en politieke culturen in de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden, en vergelijkt de herinneringsculturen in de Nederlanden met die van andere gebieden waar om het geloof was gestreden. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Guido Marnef
Training van Interpersoonlijke communicatie door natuurlijke taalinteractie met autonome virtuele karakters (deLearyous). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het deLearyous-onderzoeksproject is het ontwikkelen van een interactieve serious 3D-game voor het trainen van interpersoonlijke communicatievaardigheden binnen een professionele context, bvb. in een werkgever-werknemer- of klant-bediende-relatie. Het spel bestaat erin de trainee te laten interageren met autonome virtuele karakters, die op een realistische en expressieve manier inspelen op de input van de speler. Op deze wijze kan de trainee verschillende gedragspatronen en rollen op eigen tempo inoefenen, en dit in een veilige, virtuele omgeving. De rol can CLiPS in het project is de ontwikkeling van algoritmen en methodes voor emotie-analyse van tekst, het detecteren van onderwerpen in tekst, en dialoogvoering. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
Onderzoek in het domein van de jeugdliteratuur in de Lage Landen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Vanessa Joosen
Diamant schaduw en schittering. Diamant een nieuwe betekenis geven met gebruik van nieuwe technologieën. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project is een cross-over tussen artistieke juweelcreatie aan de ene kant en materiaalkennis en -technologie aan de andere kant. Aangezien ons observatievermogen subjectief is, kan de manier van voorstellen heel verschillende gevoelens opwekken. Archetypen en ¿materialen in juwelen, zoals diamant en goud, worden in dit project anders bekeken, anders gemonteerd, en er wordt geëxperimenteerd met nieuwe technieken om kleurveranderingen en hechtingen te optimaliseren. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Gustaaf Van Tendeloo
Een interdisciplinaire analyse van de Prix de Rome (1819-1920) aan de Antwerpse Academie voor Schone Kunsten. Universiteit Antwerpen Abstract: Naar aanleiding van het 350-jarig bestaan van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten zal de Prix de Rome collectie geinventariseerd en onderzocht worden. Op het kunsthistorisch vlak zullen de nauwelijks ontgonnen dossiers van de tweejaarlijkse Prix de Rome (1819-1920) geanalyseerd worden aan de hand van de concepten artistieke kwaliteit en talent. Daarnaast wordt de volledige collectie beeldhouwwerken van de Prix de Rome geïnventariseerd, dit omvat zowel het registreren en labellen van het object als het inventariseren van eventuele schade en de daaraan gekoppelde preventieve en curatieve conserveringsmaatregelen. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
Van persbericht tot nieuwsbericht: wat heeft vertalen ermee te maken? Universiteit Antwerpen Abstract: Wat heeft vertalen ermee te maken? Journalisten beweren vaak dat ze buitenlands nieuws niet vertalen, dat ze steeds (nieuwe) nieuwsartikelen produceren. Voorgaand onderzoek toont aan dat journalisten af en toe weldegelijk dienen te vertalen, ook al zijn ze hier niet steeds voor opgeleid. Door te kijken naar de verschillen tussen een corpus nieuwsartikelen (afkomstig van kranten en nieuwssites) en een corpus anderstalige persberichten waarop deze artikelen zijn gebaseerd, willen we achterhalen wat nu juist de rol en de aard van vertalen is binnen het journalistieke bedrijf. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren
Visualisering van ervaringen: een artistiek onderzoek naar de perceptie van hedendaagse abstracte kunst. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt hoe de ervaring van de toeschouwer bij de presentatie van abstract werk kan beïnvloed worden door de (mentale) context te manipuleren. Het onderzoek gebeurt via experimenten in de vorm van tentoonstellingen, waarbij een spel met context vooropstaat. Artistiek gezien is dit een poging om sociale relevantie te geven aan abstract werk - en tegelijk een zoektocht naar de mate waarin abstract schilderijen eigenlijk daadwerkelijk 'autonoom' zijn. Toon Leën is schilder en video-kunstenaar en combineert beide media in dit project. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Luc Pauwels
Empirisch onderzoek naar objecten bij l-telische en l-resultatieve predicaten in het Spaans Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksvoorstel beoogt een database aan te leggen ter ondersteuning van een ruimer onderzoek naar aspect. De resultaten ivm compatibiliteit object-werkwoordelijke predicaten zullen meer inzicht verschaffen in de aspectuele eigenschappen van objecten en hun interactie met de aspectuele eigenschappen van de werkwoordelijke predicaten. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Gretel De Cuyper
Perceptie en Actie Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit onderzoeksproject is om te betogen dat de menselijke geest beter begrepen kan worden als we, wat ik benoem als 'actie begeleidende perceptuele representaties', als de basiseenheden van onze geestelijke vermogens beschouwen. De menselijke geest, net als de geest van dieren, is gevormd om ons in staat te stellen handelingen met succes uit te voeren. En de overgrote meerderheid van onze acties of handelingen, net als deacties van dieren, zou niet kunnen worden uitgevoerd zonder perceptuele begeleiding. De mentale toestand die bemiddelt tussen perceptie en actie is de elementaire bouwsteen van de menselijke geest. Organisaties: • Centrum voor Filosofische Psychologie
Onderzoekers: • Bence Nanay
Peasants, grote boeren en de opkomst van landelijke goederenmarkten. Test-case: het Land van Waas in de 18e eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoeksproject staat de volgende vraag centraal: hadden landelijke samenlevingen die verschilden in productiestrategieën (inkomensstrategieën), eveneens uiteenlopende consumptiestrategieën? Wanneer we vroegmodern landelijk Europa bekijken, dan merken we op dat samenlevingen gedomineerd door kleine boeren (peasants) functioneerden naast systemen gekenmerkt door grootschalige, kapitalistische landbouw. Tot nogtoe ging de aandacht voornamelijk uit naar de mogelijkheden van die twee systemen om al dan niet economische groei te genereren. Vragen over consumptie werden niet of nauwelijks gesteld. Niettemin tonen studies over (stedelijke) verbruikspatronenaan belangrijke wijzigingen in de achttiende-eeuwse materiële cultuur aan. Het is dan ook de vraag of die wijzigingen eveneens op het platteland aanwezig waren. Het Land van Waas is ontegensprekelijk de ideale testcase voor dit onderzoek. Door tijdgenoten geroemd omwille van zijn kleinschalige (peasant) landbouw kende de regio eveneens een belangrijk poldergebied waar kapitalistische exploitaties gevestigd waren. Op basis van staten van goed zullen de goederenstromen tussen stad en platteland, tussen peasant en grote boer en tussen beide samenlevingen onderzocht worden om zo het beeld van de zogenaamde consumptierevolutie op het achttiende-eeuwse platteland scherp te stellen. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Reinoud Vermoesen
Eerst het eten, dan de moraal: de rol van (nieuwe) media in het verval van de gezamenlijke maaltijd en de impact op de ontwikkeling en activering van morele attitudes en moreel gedrag Universiteit Antwerpen Abstract: Mede door de opgang van televisiegebruik is de gezinsmaaltijd in verval, waardoor ook rituelen van morele socialisatie teloorgaan, wat kan verklaren waarom lage frequenties in gezinsmaaltijden correleren met negatief psychologisch welzijn. Dit project beoogt de relatie tussen eetpatronen, moraliteit en welzijn te analyseren, waarbij de rol van nieuwe media, alsook het samen eten buiten de gezinscontext betrokken worden als nieuwe invalshoek. Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Charlotte De Backer
Ontsluiting van zestiende-eeuwse biechtvaderpreken: transcriptie en aanleg van een database Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject wil de zestiende-eeuwse verzamelingen met biechtvaderpreken ontsluiten. Deze doelstelling wordt bereikt door reeds bestaande microfilms van de prekenhandschriften af te drukken of te scannen en een relevant corpus preken te transcriberen. De concrete gegevens over preken, de handschriften waarin deze voorkomen, en de betrokken predikanten en prekenschrijfsters zullen opgenomen worden in een database, die in later gevolg gekoppeld kan worden in reeds bestaande gegevensbanken. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ruusbroecgenootschap
Onderzoekers: • Petronella Stoop
Yes we canon! Een discoursanalyse van canondebatten in het na-oorlogse theater in Vlaanderen (1945-2010). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Luc Van Den Dries • Ciska Hoet
Demografische en economische veranderingen in de pre-industriële Nederlanden: de aanzet tot een databank van vroegmoderne parochieregisters Universiteit Antwerpen Abstract: Wat veroorzaakte de geboorte van moderne economische groei? Historici en economen verwijzen steeds vaker naar het demografische gedrag van huishoudens om dergelijke grote vragen te beantwoorden. Dit project creëert een omvattende databank gebaseerd op vroegmoderne parochieregisters, en levert zo de noodzakelijke (en ontbrekende) empirische fundamenten voor de studie van demografische en economische verandering in de pre-industriële Nederlanden. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Jord Hanus
Begrijpelijk Nederlands: de toegankelijkheid van de taal van het journaal voor verschillende doelgroepen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VRT. UA levert aan VRT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Reinhild Vandekerckhove • Pol Cuvelier
"Vanavond, in het Grand Théâtre...": De reconstructie van de speelkalender van theatrale opvoeringen in Antwerpen tussen 1660 en 1795 Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project zal resulteren in de creatie van een geannoteerde databank of speelkalender van al de seculiere, hoofdzakelijk commerciële toneelopvoeringen in Antwerpen tussen 1680 en 1795. Deze databank zal worden aangevuld door transcripties van tot nog toe onbekende brieven, geschreven door de toneelimpresario's of directeurs van de verschillende gezelschappen. Het onderzoeksproject ondersteunt en is nauw verbonden met het postdoctorale onderzoeksproject "The business of performance: Theatre impresarios and the dramatic repertoire in the Southern Netherlands between 1680 and 1795". Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Timothy De Paepe
Het consumptielandschap in kaart gebracht: digitalisatie van negentiende-eeuwse adresboeken van Antwerpen en Brugge Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil een database opstellen van adresboeken, en dit voor drie goedgekozen sample-jaren (1837, 1867 en 1897) en voor twee verschillende, maar complementaire steden, Antwerpen en Brugge. Adresboeken zijn onderbenutte bronnen die echter unieke informatie geven rond het morfologisch, sociaal en economisch functioneren van steden. Deze database zal aanvankelijk gebruikt worden in het kader van eigen onderzoek naar de retail-infrastructuur en consumptiepatronen in negentiende-eeuwse steden. Daarna is het de bedoeling de database online te zetten voor breder gebruik door de historisch geïnteresseerde onderzoeksgemeenschap. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Ilja Van Damme
Aan de wieg van de creatieve economie? Een onderzoek naar de lotgevallen van de alumni van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen (1846-1866) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft de ambitie om twee cruciale databanken aan te leggen van Antwerpse bevolkingsregisters (1846 & 1866), die ons een unieke laatste blik bieden op de Antwerpse samenleving vooraleer de oprukkende modernisering haar karakter voorgoed zou veranderen. Deze databanken garanderen een noodzakelijke uitbreiding van mijn huidig onderzoek én een directe impact op zowel het onderwijs als het onderzoek van het hele Departement Geschiedenis. Organisaties:
• Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Dries Lyna
Monografie "De lokroep van de dynastie. Het Habsburgse hof van Brussel onder de aartshertogen Albrecht en Isabella, 1598-1621". Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Dries Raeymaekers
Convenant 2008-2012 Woordenboek Vlaamse Dialecten West-Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: Het project kadert in het globale project ?Woordenboek van de Vlaamse dialecten? en behelst de aanleg van een digitale database en de lexicografische bewerking tot woordenboekafleveringen van de dialectwoordenschat van Frans-, West-, Oost- en Zeeuws-Vlaanderen. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse taalkunde
Onderzoekers: • Magdalena Devos • Jacques Van Keymeulen
Zijde Route (Centraal Azie) - project voor de ontwikkeling van een informatiesysteem ter ondersteuning van de seriele nominatie op de werelderfgoedlijst Universiteit Gent Abstract: Het project zal het proces voor de nominatie van de Zijderoutes tot werelderfgoed ondersteunen door het uitdenken en uitwerken van een aangepast documentatiesysteem. Het gaat daarbij om een aantal seriële grensoverschrijdende nominatie van sites. Het systeem moet de betrokken landen toelaten relevante informatie over het culturele erfgoed voor de nominatie en voor de monitoring te delen en uit te wisselen. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
William Blake, Education, and Eighteenth-Century Print Culture Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt origineel en vernieuwend onderzoek naar de manier waarop William Blake de achttiende-eeuwse print-culturele traditie incorporeert in de visuele retoriek van zijn complexe composities. Blakes verluchtingen zullen worden geanalyseerd in de context van de iconografie van contemporaine prints om tot een revaluatie te komen van zijn positie in het historische overzicht van de Romantiek, dat hem al te lang heeft afgezonderd van de achttiende-eeuwse grondvesten van zijn kunst. Organisaties: • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Sandro Jung
9/12: Het na-bestaan van 11 september in de literatuur Universiteit Gent Abstract: Het voorgestelde project beoogt onderzoek naar het genre van de '9/11-roman', waarin de gebeurtenissen van 11 september onrechtstreeks aan bod komen, of zelfs grotendeels op de achtergrond worden gehouden. De nadruk ligt hier op hoe de aanslagen in het dagelijkse leven blijven nazinderen, en hoe deze infiltratie leidt tot spectralisatie van ruimte en tijd. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Kristiaan Versluys
Een retorisch-narratologisch onderzoek van figuurlijkheid in narratieve settings, met toepassingen op handelingsrijke Duitstalige prozaliteratuur van de vroege moderniteit tot het poëtisch realisme (1660-1880) Universiteit Gent Abstract: Het onderzoeksproject voert een systematische analyse door van de interferentie tussen complexe figuurlijke en stilistische processen enerzijds en gelaagde narratieve settings anderzijds in een historisch gedifferentieerd corpus van handelingsrijke vertellende teksten (Grimmelshausen, Forster, Kleist, Meyer, Keller, Raabe). Hierbij wordt bijzondere aandacht besteed aan de cotextuele verankering van de figuurlijke processen en aan de wijzen waarop ze de lezerbetrokkenheid sturen. Organisaties: • Vakgroep Duits
Onderzoekers: • Benjamin Biebuyck
Indeterminisme en instabilmiteit in negentiende-eeuwse natuurkunde Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject gaat ver het eind-negentiende-eeuwse debat over fysisch deterlinisme, over de verschillende manieren waarop natuurkundigen en filosofen dit determinisme in twijfel trokken of verwierpen, en over de vraag of determinisme beschouwd werd ( en zou moeten worden) ams een puur fysische of als een filosofische aangelegenheid. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Eric Schliesser
Historisch onderzoek 30 jaar OVAM Universiteit Gent Abstract: De Openbare Vlaamse Afvalstoffen Maatschappij in historisch perspectief. Naar aanleiding van de dertigste verjaardag van de afvalstoffenmaatschappij ontstond in 2010 een samenwerking tussen het Instituut voor Publieksgeschiedenis (UGent) en de OVAM, met als doel een vlot toegankelijk boek te schrijven. Om de oprichting van de OVAM te duiden, plaatst het door Torsten Feys geschreven boek de afvalproblematiek en bodemvervuiling in een langetermijnperspectief. Tegen deze achtergrond worden de realisaties, beleidslijnen, interne veranderingen en plannen van de OVAM besproken. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Bruno De Wever • Christophe Verbruggen
Talensensibilisering Universiteit Gent Abstract: Het project Talensensibilisering in het Vlaamse basisonderwijs omvatte de volgende doelstellingen: (1) ondersteunen van de pedagogische begeleidingsdiensten door ze mee in te zetten in een begeleidingstraject rond talensensibilisering in 6 basisscholen; (2) inventariseren van bestaand én ontwikkelen van nieuw lesmateriaal omtrent talensensibilisering; (3) expertise rond talensensibilisering opgedaan via de begeleidingstrajecten maximaal aan de SNPB overdragen. Organisaties: • Vakgroep Vergelijkende cultuurwetenschappen
Onderzoekers: • Piet Van Avermaet
?Het einde van de boerensamenlevingen? Een comparatief onderzoek naar de transformatie van boerensamenlevingen and de impact op sociale relaties en ongelijkheid (Noordwest Europa, Midden-Afrika, de Andes, Oostkust van China, 15002000).? Universiteit Gent Abstract: Dit project peilt naar de historische transformatie van boerensamenlevingen in de context van wereld-systemische expansie binnen een vergelijkend analysekader. De Noordzee regio, Oost Congo, de hoogvlakte van de Centrale Andes en de Yangzi delta vertonen divergerende trajecten van boerenincorporatie, zowel in ruimte (zonering binnen de wereld-economy) als in tijd (incorporatiefases). Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis
Onderzoekers: • Eric Vanhaute
Inventarisatie van de literatuur over stadsstudies Universiteit Gent Abstract: Op basis van een inventarisatie van de literatuur over stadsstudies, ?settler? kolonialisme en politieke economie, kijkt dit proefschrift naar de geschiedenis en de geografie van infrastructurele netwerken (elektriciteit en wegen)om de ruimtelijke modaliteiten van ?settler? kolonialisme en ongelijke ontwikkeling te analyseren in Palestina. In het bijzonder onderzoekt dit proefschrift hoe infrastructuren worden gecoproduceerd en bestuurd en hoe ze politieke en socio-economische ongelijkheid en segregatie in de praktijk creëren. Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Sami Zemni
De poëtica van het Griekse romantische proza (1830-1850) en het genre van de avonturenroman Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt - de relatie te beschrijven van Griekse romantische romans geschreven vóór 1850 met de avonturenroman, en intertekstuele relaties met Antieke of Byzantijnse modellen te tonen; - tekstanalyses te maken om generisch patroon en ideologische functie van Nieuwgriekse avonturenroman aan het licht te brengen; - te bepalen hoe genre en functie passen in de Griekse en Europese Romantiek Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Gunnar De Boel
Ironie in de hedendaagse Franse roman na 1980 Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoek de impact van ironie in de hedendaagse Franse literatuur. Het betreft een onderzoek naar vorm en strategieen gebruikt door een steeds frequenter voorkomende schrijftrant. Het project onderzoekt zowel individuele teksten, als groepen auteurs (ihb les éditions de Minuit) en stelt zich voor tot een classificatie te komen. Organisaties: • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Pierre Schoentjes
Landschappelijke en sociale archeologie van de nomadische volkeren in het Altaj-gebergte van de Bronstijd tot de Turske periode (2de millenium v.C. - 1500 n.C.) Universiteit Gent Abstract: Het Altaj-gebergte ligt bezaaid met funeraire en rituele monumenten van nomadische volkeren (2de millenium voor tot midden 2de millenium van onze tijdrekening). Sedert meeedere jaren zijn valleien van het Altaj grondig geïnventariseerd. Deze data moeten toelaten een landschappelijke evenals sociologische studie van deze culturen op te maken. Tevens willen wij de volledige inventaris van de onderzochte valleien publiceren. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Jean Bourgeois
De Laurion doorgelicht: Archeo-topografische analyse van ertswasserijen en hun watervoorzieningssystemen in de zilverateliers van Attica Universiteit Gent Abstract: Het onderwerp van het voorgestelde onderzoek richt zich tot de Laurionstreek in Attica. Het opzet is via GIS een overzicht te creëren van de aldaar gesitueerde archeologische structuren die in verband kunnen gebracht worden met metallurgische activiteiten. Hierdoor wordt de interne en externe werking ervan als het ware blootgelegd. Specifieke aandacht zal besteed worden aan de watervoorzieningssystemen van de zilverateliers. Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Sami Zemni • Christopher Parker
Oriëntalisme en Franz Cumont: zijn visie op ?Oost? en ?West? binnen de Altertumswissenschaft van de late negentiende en vroege twintigste eeuw. Universiteit Gent Abstract: Cumont biedt een uniek wetenschappelijk dossier: hij publiceerde ca. 800 titels over de religieuze en culturele interactie tussen het antieke Midden-Oosten en het Westen. Hij correspondeerde met toonaangevende geleerden, en schreef dagboeken over zijn reizen in het MiddenOosten wanneer dit onder Europese koloniale controle kwam. Deze diverse communicatiecontexten bieden een unieke gelegenheid voor een genuanceerde reflectie over oriëntalisme and postkolonialisme. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Danny Praet
Interacties tussen fonologie en orthografie met betrekking tot Duitse woordherkenning Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Duits
Onderzoekers: • Martina Penke
Verbale perifrases in het Grieks: een typologisch en diachronisch onderzoek vanuit cognitief- linguïstisch perspectief. Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt het gebruik van verbale perifrases in het postklassiek Grieks op basis van een corpus van vroeg-Christelijke biografische (narratieve) teksten. Het project is ingebed in theorie die gekend is onder de verzamelnaam "Cognitieve Linguïstiek". Volgende doelstellingen staan centraal: (1) definitie en typologie (2) beschrijving van de positie in het verbaalsysteem (3) beschrijving van het gebruik in context (pragmatiek). Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Marc Janse
Stad, architectuur en koloniale ruimte in Matadi en Lubumbashi, Congo. Een hystorische analyse vanuit translokaal perspectief. Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek wil nagaan hoe de specifieke koloniale stedelijke ruimtes van de Congolese steden Matadi en Lubumbashi zich hebben ontwikkeld tussen 1885 en 1960. De fysieke stedelijke ruimte zal op diverse schalen (stad, gebouw, straat, wijk) worden ontleed vanuit translokaal perspectief en worden gerelateerd aan sociaal-demografisch onderzoek dat de impact van diverse migratiestromen op de totstandkoming van deze steden traceert. Organisaties: • Vakgroep Architectuur en stedenbouw
Onderzoekers: • Johan Lagae • Jean Sebastian Lecocq
Digitale containers voor preservatie Universiteit Gent Abstract: Het doel is het creëren van eenvoudig te installeren en gebruiken software voor het verpakken van digitaal erfgoed in digitale containers. Deze containers laten toe de content over te brengen naar een langetermijnarchief. Dezelfde containers laten toe de content te publiceren op internet. Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Sylvia Van Peteghem
Europeana Libraries: Aggregeren van digitale content van Europese bibliotheken Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Sylvia Van Peteghem
Canonvorming, Print Cultuur, en de betekenis van illustratieve parateksten, 1680-1830 Universiteit Gent Abstract: Canonvorming, Print Cultuur, en de betekenis van illustratieve parateksten, 1680-1830 Financierende partij: FWO Organisaties: • Letterkunde
Onderzoekers: • Sandro Jung
Onderzoek naar een evaluatiemethode voor de beoordeling van de duurzaamheid van een architecturaal ontwerp vanaf de vroege ontwerpfases. DESUSA-methode: DEsign SUpport for Sustainable Architecture. Universiteit Hasselt Abstract: Al is duurzaamheid momenteel zeer actueel, toch krijgt 'duurzaam bouwen' nog te weinig aandacht in het huidige architecturaal ontwerpproces. Nochtans biedt het ontwerpproces grote mogelijkheden om impact uit te oefenen op de duurzaamheid van een gebouw. Van bij de start van het ontwerpproces worden immers belangrijke karakteristieken van het gebouw vastgelegd, zoals compactheid en oriëntatie, die impact hebben op de duurzaamheid.Echter, in deze ontwerpfase is er slechts weinig informatie ter beschikking van de ontwerper en worden de meeste beslissingen genomen op basis van intuïtie en ervaring.Bovendien is de beschikbare informatie, zoals checklists en richtlijnen, niet afgestemd op het gebruik ervan tijdens het ontwerpproces en gebeurt de evaluatie van een ontwerp doorgaans op het einde met het oog op de regelgeving. Om ontwerpers bewust te maken van de impact van hun ontwerpbeslissingen op de duurzaamheid van het gebouw, is er daarom nood aan een evaluatiemethode die de ontwerper projectspecifieke feedback geeft, reeds vanaf de vroege ontwerpfase. De algemene doelstelling van dit doctoraatsonderzoek betreft daarom de ontwikkeling van een methode die de evaluatie van de energetische en comfortkwaliteit van het ontwerp toelaat tijdens het ontwerpproces en op basis van het beperkt aantal beschikbare inputparameters reeds vanaf het begin bruikbare feedback geeft aan de ontwerper. De DESUSA-methode moet toepasbaar zijn van bij het eerste schetsontwerp tot aan het uitvoeringsontwerp. Hiervoor moet de rekenmodule meeëvolueren met het ontwerp en afgestemd zijn op de beschikbare inputgegevens van het ontwerp op een bepaald ogenblik. Organisaties: • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten
Onderzoekers: • Griet VERBEECK
Lingua Cluster: Meer euregionale buurtalen-, culturenkennis, hefboom voor euregionale sociale en economische mobiliteit Universiteit Hasselt Abstract: De cluster omvat een zestal acties die enerzijds het geheel van het initieel onderwijs gaande van de kleuterleeftijd tot het hoger onderwijs, en anderzijds ook de arbeidsmarktgerichte voortgezette opleidingen omvatten. Verder zal zowel het onderwijs in de reële klassituatie als het virtueel taalleren aandacht krijgen. Het Centrum van Toegepaste Linguïstiek van de universiteit Hasselt zal op de eerste plaats instaan voor de realisatie van het virtuele talenleerplatform, waarbij niet alleen de zuiver talige component maar ook de cultuurgelinkte communicatieve aspecten zullen aan bod komen. Het platform zal een gevarieerde reeks instrumenten omvatten: een taalleerplatform, een cultuurcommunicatief platform, een sitotheek met een inventaris van geanalyseerde nuttige internetsites, een makelaardij van leermateriaal met een EMR-inslag, de uitwisselingsbeurs voor het opzetten van taalgemengde activiteiten met klassen uit meerdere subregio's van de EMR ... Organisaties: • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek
Onderzoekers: • Martine VERJANS
Co-fin bij OZR1772 : Eergerelateerd geweld en geweld in naam van de eer: mythe of realiteit? Een pilootonderzoek in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Eergerelateerd geweld kan, in de context van migratie, begrepen worden als een vorm van gendergerelateerd, geweld dat als functie heeft cuturele grenzen van minderheidsgroepen te bepalen en de morele eigenheid van de groepsidentiteit af te bakenen ten aanzien van de genderspecifieke normen en waarden van de dominante cultuur in de samenleving. Daarbij worden aan meisjes/vrouwen en jongens/mannen verschillende rollen en normen opgelegd. Eergerelateerd geweld omvat niet alleen (pogingen tot) eremoord en eerwraak maar ook gedwongen huwelijken, gedwongen maagdelijkheid, vrijheidsberoving, opsluiting enz. In tegenstelling tot andere Europese landen (zoals Nederland, Duitsland, het Verenigd Konrnkrijk en Zweden) is er tot op heden, geen grondig en systematisch onderzoek gebeurd naar het fenomeen in Belgie. Voorliggend onderzoek wenst in een eerste fase een brede exploratieve studie uit te voeren in Vlaanderen (voorkomen, kenmerken, types, ) en in een tweede fase een kwalitatief diepteonderzoek uit te voeren dat gericht is op conceptuele verheldering en theoretische begripsvorming. Daarbij wensen we na te gaan wat de betekenis en invloed is van concepten van (mannelijke)eer en (vrouwelijke) bescheidenheid op gebied van seksuele en relationele moraal in enkele culturele minderheidsgroepen, en in welke mate deze al dan niet een invloed uitoefenen op gedragsregulering en sanctionering in de vorm van dwang en geweldpleging. Dit houdt ook in na te gaan wat de relatieve impact is van verschillende factoren en determinanten van geweldpleging in de context van migratie, in welke mate en op welke gronden dit geweld verschilt van andere vormen van partner en intrafamiliaal geweld in de gastsamenleving, en in hoeverre al dan niet sprake is van (angst voor) een stigmatiserende perceptie van de culturele 'ander'. Organisaties: • Onderzoeksgroep Vrouwenstudies • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Jessie VAN DEN HEUVEL • Gily COENE
Politiek buiten de Staat III. Representatie, coördinatie en aansprakelijkheid in multigelaagde settings. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Dit project focust zich op de politiek representatie and beleidsmaking in complexe en multigelaagde systemen. 2 onderzoekslijnen worden bekeken: - de eerste focust zich op de veranderende rol van parlementen als forums van representatie - de tweede focust zich op parlementen in beleidscoördinatie en aansprakelijkheid Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • Sebastian OBERTHUR • CHRISTIAN DESCHOUWER • Irina TANASESCU
Argumentieve netwerken: een nog steeds ontbrekende integratie van filosofische benaderingen van argumentatie met AImodellen, met een toepassing op de wiskundige praktijk. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 3. Onderzoeksdoelen. Ons eerste doel is gebaseerd op de vaststelling dat de beide domeinen van argumentatietheorie en het onderzoek naar argumentatieve netwerken op het huidige moment relatief onafhankelijk van elkaar werkzaam zijn (zoals kan vastgesteld worden door een bibliografische vergelijking). Nochtans is het onze overtuiging dat ze elkaar vruchtbaar kunnen inspireren. Daarom is een vergelijkende studie van beide domeinen dringend nodig. Om te vermijden, evenwel, dat dit geen "louter" theoretisch onderzoek wordt, is ons tweede en meer specifiek doel om, zoals reeds aangegeven, te zoeken naar toepassingen in de praktijk(en) van de wiskunde. Hoewel er reeds een paar bescheiden aanzetten bestaan om bewijzen te lezen als argumentaties, zie bvb. [Abe07], [Ben08a], [Ben08b], dient het "echte" werk nog verricht te worden. Het mag trouwens vermeld worden dat in deze aanzetten Stephen Toulmin, één van de grote verdedigers van de informele argumentatietheorie, een centrale rol speelt. De keuze van de gevalstudie, namelijk het classificatietheorema van de eindige, simpele groepen, is in eerste instantie bepaald door het gegeven dat geen individuele wiskundige in staat is het gehele bewijs te vatten, wat betekent dat het moet 'gedeeld' worden in de wiskundige gemeenschap. Dit betekent zoveel als een uitnodiging om gebruik te maken van argumentatie en argumentatieve netwerken, het kernthema van dit onderzoeksvoorstel. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
Colloquium Internationalisering van de Rand Vrije Universiteit Brussel Abstract: De effecten van de Europese en internationale rol van Brussel blijven niet beperkt tot het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, maar doen zich in toenemende mate ook in de Rand voelen. Internationale instellingen en bedrijven vestigen zich in omliggende gemeenten nabij de Europese hoofdzetel en trekken daarbij diverse diensten en arbeidskrachten aan. Verschillende indicatoren wijzen op een ontnederlandsing van de Rand door de instroom van een permanente anderstalige migratie uit Brussel, maar ook door de aanwezigheid van tijdelijke arbeidskrachten, voornamelijk uit de EU-landen. De internationalisering is er divers en verspreid en vraagt om een meerzijdige analyse. Inzetten op de internationalisering van de economie en de samenleving wordt ook door de Vlaamse Overheid gezien als een economische noodzakelijkheid. Vlaanderen is immers een belangrijke internationale draaischijf en heeft de ambitie om haar positie van Europese topregio te behouden. Internationalisering wordt beschouwd als een noodzakelijk goed met veelal positieve effecten, maar op een aantal terreinen is de impact problematisch en worden passende beleidsantwoorden gezocht. De bedoeling van het colloquium en van de publicatie is een status quaestionis op te maken van het onderzoek in binnen- en buitenland naar de effecten van deze internationalisering op demografisch, economisch, cultureel, sociaal, ruimtelijk, politiek vlak en ook op identiteit en taalgebruik. De internationalisering versterkt immers nog de historische taalveranderingsprocessen te wijten aan de stadsvlucht vanuit Brussel. Terwijl het vroeger om een in hoofdzaak Franstalige inwijking ging vanuit de hoofdstad, zorgt de bevolkingsdruk op Brussel door de instroom van anderstalige inwoners van niet-Belgische origine voor een uitgesteld effect in de Rand. De bevolkingsprognoses voor Brussel wijzen op een sterke toename de komende jaren en de effecten ervan op het vlak van tewerkstelling, huisvesting, onderwijs, taalgebruik, onthaal en integratie stellen ook de beleidsmakers uit de omliggende gemeenten voor grote uitdagingen. Hoe kan worden omgegaan met deze vraagstukken en dat tegen de achtergrond van het beleid van de Vlaamse Overheid en van de provincie Vlaams-Brabant dat er op gericht is om het Nederlandstalig karakter van de gemeenten in de Rand te handhaven, sociale verdringing tegen te gaan en de open ruimten te beschermen? Brussel en het randgebied zijn economisch en functioneel sterk vervlochten, maar administratieve en politieke grenzen maken een coherent beleid slechts mogelijk als alle betrokken overheden en bestuursniveau's hun verantwoordelijkheid opnemen en samenwerken. Zowel het spanningsveld als de samenwerking van steden en hun omringende regio zijn een internationaal gegeven. Daarom zullen ook buitenlandse cases centraal staan. Vergelijkingspunten met Brussel zelf en met andere steden in het land komen eveneens aan bod. Organisaties: • Geschiedenis • Metajuridica
Onderzoekers: • RUDI JANSSENS • ANN MARES • MACHTELD DE METSENAERE
Sponsoring delegatie studenten voor deelname National Model United Nations Seminarie UN (New York) Vrije Universiteit Brussel Abstract: participatie van VUB studenten aan een seminarie in NY van National Model United Nations Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS
OZR opvangmandaat: afwerking doctoraat Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project beoogt een nieuw model op te stellen voor de studie van de socio-economische organisatie van protohistorische culturen obv materiële cultuur studies. Het voorgestelde model baseert zich op de resultaten van het multidisciplinair onderzoek op late Bronstijd aardewerk afkomstig van drie belangrijke Cyprische sites in de Kouris vallei: Alassa, Episkopi-Bamboula en Erimi.
Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • KARIN NYS
Eergerelateerd geweld en geweld in naam van de eer: mythe of realiteit? Een pilootonderzoek in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Eergerelateerd geweld kan, in de context van migratre, begrepen worden als een vorm van gendergerelateerd, geweld dat als functie heeft cuturele grenzen van minderheidsgroepen te bepalen en de morele eigenheid van de groepsidentiteit af te bakenen ten aanzien van de genderspecifieke normen en waarden van de dominante cultuur in de samenleving. Daarbij worden aan meisjes/vrouwen en jongens/mannen verschillende rollen en normen opgelegd. Eergerelateerd geweld omvat niet alleen (pogingen tot) eremoord en eerwraak maar ook gedwongen huwelijken, gedwongen maagdelijkheid, vrijheidsberoving, opsluiting enz. In tegenstelling tot andere Europese landen (zoals Nederland, Duitsland, het Verenigd Konrnkrijk en Zweden) is er tot op heden, geen grondig en systematisch onderzoek gebeurd naar het fenomeen in Belgie. Voorliggend onderzoek wenst in een eerste fase een brede exploratieve studie uit te voeren in Vlaanderen (voorkomen, kenmerken, types, ) en in een tweede fase een kwalitatief diepteonderzoek uit te voeren dat gericht is op conceptuele verheldering en theoretische begripsvorming. Daarbij wensen we na te gaan wat de betekenis en invloed is van concepten van (mannelijke)eer en (vrouwelijke) bescheidenheid op gebied van seksuele en relationele moraal in enkele culturele minderheidsgroepen, en in welke mate deze al dan niet een invloed uitoefenen op gedragsregulering en sanctionering in de vorm van dwang en geweldpleging. Dit houdt ook in na te gaan wat de relatieve impact is van verschillende factoren en determinanten van geweldpleging in de context van migratie, in welke mate en op welke gronden dit geweld verschilt van andere vormen van partner en intrafamiliaal geweld in de gastsamenleving, en in hoeverre al dan niet sprake is van (angst voor) een stigmatiserende perceptie van de culturele 'ander'. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Gily COENE
Lithische technologie van het finaalpaleolithicum en het vroegmesolithicum in de Kempen. Een onderzoek naar gedragsverandering in de overgang van Pleistoceen naar Holoceen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Uitgangspunt en vraagstelling De fabricatie en manipulatie van lithische artefacten is een aan sterke regels gebonden proces dat van generatie op generatie wordt aangeleerd en doorgegeven. Of men er bewust mee uitpakt of niet, deze technologische vaardigheid weerspiegelt altijd een culturele traditie. Veranderingen in de technologische basis van prehistorische culturen kwamen in principe maar moeizaam tot stand, meestal als een noodgedwongen of opportunistische aanpassing aan veranderende omstandigheden. In dit project zoeken we een verklaring voor variabiliteit in de lithische technologie van jager-verzamelaar gemeenschappen in de overgang van de laatste ijstijd naar de huidige tussenijstijd (14000 tot 9000 jaar geleden). Het rijk archeologisch archief van finaalpaleolithische en vroegmesolithische sites van de Kempen vormt hiervoor de basis. Dit onderzoek bouwt verder op recente technologische studies van vergelijkbare ensembles uit de aangrenzende valleien van de Maas (De Bie & Caspar 2000) en de Schelde (Perdaen 2004). Onderzoekskader Intensief onderzoek in de Kempen heeft de laatste jaren nieuw licht geworpen op gedragspatronen van laatglaciale en vroegholocene gemeenschappen. De aandacht ging daarbij vooral naar de studie van nederzettingssystemen en landgebruik (De Bie & Van Gils 2006 & in druk). De eerste kolonisten (de Federmessergroepen), die hier tijdens de Alleröd-oscillatie, op het einde van de laatste ijstijd, de regio bevolkten, installeerden er een strak nederzettingspatroon. In grote mate werd dit bij aanvang van het Holoceen verder gezet (of heropgenomen) door de vroege mesolithische groepen. De aantoonbaar sterke voorkeur voor droge zandruggen nabij (voormalig) open water liet toe een groot aantal (nieuwe) archeologische sites van deze periodes op te sporen en de omvang en rijkdom ervan in kaart te brengen. Enkele bedreigde sites werden ook op grote schaal opgegraven. Dit leverde de laatste jaren heel wat nieuw bronnenmateriaal op. Grondige analyse van de materiële cultuur bleef voorlopig evenwel beperkt tot een deel van één site die reeds vroeger werd opgegraven (Meer-Meirberg; Van Noten 1978). Intersite vergelijkingen tussen ensembles van de betrokken tradities bevinden zich nog in een primair stadium (De Bie 1999). Intussen hebben bovenstaande studies van de valleisites, en doorgedreven onderzoek op de loessgronden (vooral door de Franse school; Valentin 1995, Ducrocq 2001), in aangrenzende regio's heel wat inzichten opgeleverd in de regionale en chronologische variabiliteit van de finaalpaleolithische en vroegmesolithische industrieën. Het inzetten van de daar ontwikkelde sleutels moet toelaten ook op de meer noordelijke zandgronden van de Kempen op zoek te gaan naar diagnostische technologische kenmerken en deze te spiegelen aan de klassieke typologische evolutie van de werktuigen bij deze culturen. Omwille van recurrente problemen van stratigrafische en chronologische controle (door beperkte sedimentatie en posterieure bodemprocessen zijn de materiële resten van de opeenvolgende occupaties op het terrein vaak nauwelijks gescheiden), is deze zoektocht hoe dan ook pertinent. De belangrijkste vraag is evenwel wat de diverse technologieën precies leren over het gedrag van toenmalige gemeenschappen. Binnen dit project willen we verschillende factoren bekijken die van invloed kunnen zijn geweest. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Marc DE BIE
Artisanale kwaliteit van gefermenteerde levensmiddelen: mythe, realiteit, percepties en constructies. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project wil nagaan welke rol het concept "artisanaal" sedert zowat een eeuw speelt met betrekking tot productie, distributie en consumptie van gefermenteerde levensmiddelen. Het bevat twee onderzoeksluiken, het historische en het biotechnologische, die volkomen verstrengeld zijn: het project combineert menswetenschappelijke met biotechnologische benaderingen en methoden. De relevantie ervan is inzicht te verwerven in de relaties tussen sociaal-culturele processen en de voedingstechnologie en -industrie. Organisaties: • Sociaal-culturele voedingsstudies • Geschiedenis • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Anneke GEYZEN • PETER SCHOLLIERS • Luc DE VUYST • FREDERIC LEROY
Digitaliseren innoverende grammatica.
Universiteit Antwerpen Abstract: De opdrachtgever wenst het lesmateriaal voor de grammaticacursus Frans te digitaliseren en er activerende werkwormen aan toe te voegen. De centrale vraag van dit project is: hoe kunnen we het ontwikkelde leermateriaal voor de grammaticacursus Frans het best tot zijn recht laten komen en het toegankelijk maken voor lectoren en studenten? Organisaties: • Individueel onderzoek IOIW
Onderzoekers: • Jozef Colpaert
Het autobiografische pact revisited: het werk van Christine D'haen en Willem Brakman (nieuwe titel). Nieuwe vormen van authenticiteit? Het autobiografische schrijven in de Nederlandstalige letteren na 1995. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de Nederlandstalige literatuur na 1945 is het populaire autobiografische schrijven weinig onderzocht. Nochtans kent dat schrijven met de mediatisering van de literatuur vanaf 1985 en de verwatering van het postmodernisme vanaf 1995 een grote bloei en diversificatie. In dit onderzoeksproject worden naast de klassieke autobiografie ook de pseudo-autobiografie, de autobiografische roman en de autofictie onderscheiden. In deze (sub)genres worden de voorschriften van de klassieke autobiografie - bv. de identiteit van auteur, verteller en hoofdpersonage en de feitelijkheid - op uiteenlopende wijzen overtreden. De hypothese is dan ook dat verschillende vormen van autobiografisch schrijven van verschillende authenticiteitsclaims uitgaan. Het begrip authenticiteit refereert aan de waarachtigheid (ook vraisemblance en vérité du dire) van het beeld dat de autobiograaf van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid oproept. Het gaat dus niet om een objectieve, maar om een subjectieve waarheid. Via een pragma-retorische studie; d.i. een studie die de effecten van de retorische strategieën op het leespubliek onderzoekt, gaat dit project na op welke wijze de tekstuele (bv. de drie-eenheid schrijver-verteller-personage), paratekstuele (bv. de ondertitel), extratekstuele (bv. poëticale geschriften) en contextuele strategieën (bv. mediaoptredens) die de authentificatie van een autobiografische tekst bewerkstelligen, vanaf 1995 veranderd zijn. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • HANS VANDEVOORDE
OpenAIRE: Open Access Infrastructure for Research in Europe Universiteit Gent Abstract: De belangrijkste doelstelling van OpenAIRE is de ondersteuning van de in augustus 2008 door de Europese Commissie geïntroduceerde Open Access?pilot. In het kader van deze pilot (waarvoor ongeveer 20% van het FP7-budget is gereserveerd) worden wetenschappers uit zeven verschillende onderzoeksdisciplines (gezondheid, energie, milieu, informatie- en communicatietechnologieën, onderzoeksinfrastructuren, sociaaleconomische wetenschappen & geesteswetenschappen en de wetenschap in de maatschappij) verplicht om de volledige tekst van hun onderzoekspublicaties wereldwijd toegankelijk te maken via een Open Access-repository van een onderzoeksinstelling of een overkoepelende repository voor een bepaald vakgebied. OpenAIRE moet de wetenschappers helpen te voldoen aan de pilot-eisen, onder andere door middel van een Europese Helpdesk en het opzetten van een OpenAire-portal en e infrastructuur voor de repository-netwerken. Ook wordt in samenwerking met vijf vakdisciplines onderzocht wat de mogelijkheden zijn op het gebied van het beheer van wetenschappelijke gegevens. Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Sylvia Van Peteghem
Archeometrisch onderzoek van beschilderde objecten Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject, dat zich situeert op de grens van het archeologisch en kunstwetenschappelijk onderzoek enerzijds, en de natuurwetenschappen anderijds, omvat het onderzoek van beschilderde objecten. Hierbij worden verschillende analysetechnieken ingezet om pigmenten, bindmiddelen en dragers te bestuderen. Dit project omvat verschillende vraagstellingen over objecten uit verschillende periodes (prehistorie, antieke oudheid, middeleeuwen) en locaties. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Peter Vandenabeele
Erfgoed Antwerpen - Turnhoutstellung Universiteit Gent Abstract: De ontdekking in het Koninklijk Legermuseum van 53 historische luchtfoto?s van de regio Antwerpen tijdens de Eerste Wereldoorlog leidde tot een archeologisch-landschppelijk onderzoek van het wereldoorlog-erfgoed rondom Antwerpen. De historische luchtfoto?s werden gelokaliseerd, gegeorectificeerd en vervolgens werden alle zichtbare relicten gekarteerd. Op basis van deze resultaten werd in een tweede fase een veldprospectie ogpestart om de hedendaagse bewaring van de relicten te achterhalen. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Jean Bourgeois
Naar een taalgerichte lerarenopleiding Hogeschool Gent Abstract: Taal speelt een cruciale rol in het leerproces. Het is dus essentieel dat elke lesgever over een meer dan degelijk niveau van Nederlandse taalbeheersing beschikt om zijn taak naar behoren te kunnen uitvoeren. De laatste jaren is echter gebleken dat een groot deel van de instromende studentenpopulatie in de lerarenopleidingen, heel wat lacunes vertoont in zijn Nederlandse taalbeheersing. Binnen het reguliere vakkenaanbod is er onvoldoende ruimte om hier gericht aan te werken. Niettemin moet elke lerarenopleiding haar studenten de mogelijkheid bieden om zijn Nederlandse taalbeheersing bij te schaven. Met dit project trachten we elektronische tools en leermateriaal te ontwikkelen waarmee studenten zowel op zelfstandige basis als onder begeleiding, gericht aan hun Nederlandse taalbeheersing kunnen werken. Daarnaast wordt ook een vormingsaanbod ontwikkeld dat lerarenopleiders aanleert hoe ze moeten omgaan met de talige diversiteit van hun studentenpubliek en hoe ze bij hun activiteiten als lesgever een voortdurende bijdrage kunnen leveren aan de taalontwikkeling van hun studenten. Dit vormingsaanbod wordt ook vertaald naar het niveau van de studenten als toekomstige leerkrachten en kan op zijn beurt aangeboden worden als leermateriaal. Organisaties: • Departement Lerarenopleiding Ledeganck • Vakgroep Talen en Onderwijs
Onderzoekers: • Bert De Bisschop
Het Franse werkwoord in een constructioneel perspectief Universiteit Gent Abstract: Uitwerken van een globale constructiegrammatica van het Franse werkwoord waarbij drie aspecten centraal staan (1) de uitbouw van een adequate werkwoordtypologie; (2) de analyse van de mechanismen die aan de basis liggen van de meest frequente betekenisextensies; (3) de nauwkeurige analyse van een aantal specifieke werkwoordklassen (perceptie, cognitie, transfer en communicatie) Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Dominique Willems
Hendi, een automatische helderheidstool voor Engels en Nederlands discours in parallelle en vergelijkbare teksten Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Bedrijfskunde Aalst • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Toegepaste Informatica/Wiskunde • Vakgroep Taaltechnologie • Vakgroep Frans • Vakgroep Engels • Vakgroep Spaans
Onderzoekers: • Sonia Vandepitte • Hildegard Vermeiren • Veronique Hoste • Peter Velaerts • Roland Maerivoet • Bart Defrancq
Het kritische gewicht van de psychoanalyse. Een balans van een halve eeuw psychoanalytisch geïnspireerde kritiek op de burgerlijke cultuur. Hogeschool Gent Abstract: Iedereen die de psychoanalyse als wetenschap genegen is, weet dat men voorzichtig moet zijn met het gebruik van psychoanalyse in de cultuurtheorie, maar weinigen zullen eraan twijfelen dat zij iets kan en moet zeggen over allerlei collectieve vormen van idolatrie, enthousiasme, agressie, verslaving, depressie, over de wijze waarop de prestatie- en consumptiecultuur de mens tot in zijn meest intieme affectieve vormen in haar greep heeft, over het belang van onbewuste identificaties en tegenidentificaties in de groep, over allerlei vormen van racisme en ostracisme, enzovoort. De psychoanalyse werd in de tweede helft van de 20ste eeuw dan ook vaak aangewend om niet alleen culturele fenomenen te begrijpen, maar ook als een instrument van kritiek, met name op de manier waarop de burgerlijke samenleving het individu nodeloos psychisch doet lijden. Het is op de ontwikkeling van die cultuurkritiek dat mijn onderzoek zich wil toespitsen. De bedoeling is uiteraard niet om een exhaustief overzicht te schrijven van alle psychoanalytisch geïnspireerde kritische analyses van de burgerlijke cultuur, maar wel om een soort voorlopige balans te maken van het meest belangwekkende dat de psychoanalyse ons op het gebied van cultuurkritiek te bieden heeft. De meeste psychoanalytisch geïnspireerde cultuurkritiek is marxistisch van achtergrond. Men spreekt van ‘freudomarxisme’, een combinatie tussen marxistische ideologiekritiek en analyse van de libidinale oorsprong van symptomen. Ideologie wordt als een collectief symptoom beschouwd van een onbewust conflict waaraan de collectiviteit lijdt. Een typevoorbeeld van zo’n analyse is de poging om Marx’ theorie over ‘het fetisjkarakter van de waar’ te verhelderen met Freuds fetisjismebegrip. Zoals de fetisjist het bestaan van de sexuele differentie (de afwezigheid van de fallus bij de vrouw) ontkent door zich aan een fetisj vast te hechten, zo ontkent de bourgeois in de sfeer van de economische ruil de sociale en dus conflictueuze oorsprong van de waar door de illusie dat de waarde van die waar in de ruil zelf ontstaat. Voor beide, Freud en Marx, geldt de religieuze sfeer als paradigma voor een symptomen producerende toedekking van onderliggende, verdrongen conflicten. In het eerste deel van het proefschrift zal worden stilgestaan bij het belang van de psychoanalyse voor de Frankfurter Schule. Met name twee grote werken worden vanuit die interesse geanalyseerd: Dialektik der Aufklärung (1947) van Theodor W. Adorno en Max Horkheimer, en Eros and Civilization (1955) van Herbert Marcuse. Ook al gaat Marcuses werk veel uitvoeriger in op de freudiaanse theorie, het blijkt dat Adorno en Horkheimers analyse van de paradoxen van de verlichting meer aansluit bij de grondinzichten van Freud dan Marcuses al te optimistische utopisme over de emancipatorische rol die de ‘polymorfe’ driften kunnen spelen, met name zijn geloof dat agressieve impulsen grondig gepacificeerd kunnen worden. Een boeiende uitloper van de Frankfurter Schule is ook het door Nietzsche beïnvloede Life against Death (1959) van Norman O. Brown, met name voor de analyse van de schuldeconomie als wezenlijk voor de burgerlijke psyche. Maar ook bij Brown is de utopische horizon gedateerd. Wat Marcuse, Adorno en Brown ondanks hun grote verschillen met elkaar gemeen hebben, is hun geloof in het emancipatorische karakter van de kunst als sublimatie van de seksuele driften. Een tweede deel zal handelen over een vorm van psychoanalytisch geïnspireerde cultuurkritiek waarin de marxistisch-utopische horizon (nagenoeg) volledig verdwenen is. Twee auteurs worden behandeld. Ten eerste Jean Baudrillard, die in zijn Le système des objets (1968) en La société de consommation (1970) de consumptiemaatschappij beschrijft als een systeem waarin de gebruikswaarde van consumptiewaar slechts een voorwendsel is voor een gegeneraliseerd fetisjisme dat zich blindstaart op objecten die niet meer zijn dan tekens waarmee de mens wordt gevangen in het imaginaire van een totale bevrediging. Ten tweede is er de cultuurcriticus Christopher Lasch die, in de lijn van wat Baudrillard al deed (maar zonder door hem te zijn beïnvloed), met zijn The Culture of Narcissism (1979) niet zozeer de burgerlijke cultuur bekritiseert, maar vooral de pseudo-emancipatorische, ‘linkse’ tegencultuur, die eenvoudig gesteld eigenlijk slechts de zelfonplooiingsmythes van het burgerdom naar de sfeer van de individuele genietingen uitbreidt. De uitgangspunten en conclusies van een kritische theorie hangen natuurlijk telkens in hoge mate af van hoe de desbetreffende auteur Freud interpreteert: legt men de nadruk op de Eros als een drift die verenigt, dan zal men zoals Marcuse al gauw geloven dat een ‘bevrijding’ van het driftleven emancipatorische effecten zal hebben. Komt de nadruk te liggen op het wezenlijk traumatiserende karakter van de seksualiteit, op de (auto)agressieve driften of de doodsdrift, dan zal men daartegenover een kritische terughoudendheid hebben. Toch hoeft een meer ‘pessimistische’ metapsychologie niet te leiden tot cultuurpessimisme of conservatisme. Dit moet duidelijk worden in het derde en belangrijkste deel. Dit deel zal zich toespitsen op de cultuurkritiek van Slavoj Žižek. Zijn denken is grondig beïnvloed door de meest geavanceerde interpretatie van Freud, namelijk die van Jacques Lacan. Volgens Žižek kunnen, kort gezegd, culturele of politieke systemen zich slechts handhaven, omdat ze
ondersteund worden door een onbewust fantasma dat steeds een object van excessief genot betreft. Zo functioneren ideologieën niet zozeer door wat ze letterlijk, op het niveau van de doctrine, beweren, maar doordat ze bij de individuen heimelijk appel doen op dat fantasmatische genot. Žižek is zo interessant omdat hij de lacaniaanse theorie op een verhelderende manier verbindt met de filosofische traditie (Kant, het Duitse idealisme, Marx, Frankfurter Schule, deconstructie), en die theorie weet aan te wenden om de ‘ideologische symptomen’ van de hedendaagse samenleving kritisch onder de loep te nemen. Symptomen zijn bijvoorbeeld de groeiende medicalisering van menselijke problemen, de virtualisering van menselijke relaties, het toenemende racisme, het populisme in de politiek, de lifestyle-cultuur die in alle sectoren van de samenleving oprukt, het vage religieuze bewustzijn van het newage-type, de ironische of zelfs cynische distantie tegenover politiek-ideologische kwesties Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk
Onderzoekers: • Peter De Smet • Frank Vande Veire
Het ‘neopittoreske’ landschapsbeeld. Hogeschool Gent Abstract: In de 18de eeuw trachtte de Engelse schilder William Gilpin (1724–1804) de ‘ideale afbeelding’ van een natuurlijk landschap te creëren. Hij formuleerde een aantal criteria en paste die toe in aquarellen, die volgens hem model stonden voor een ‘perfecte’ afbeelding van het natuurlijke landschap. Later werden deze criteria beschouwd als de principes van het pittoreske en werd hun toepassing ook uitgebreid tot andere media. Sinds het midden van de 19de eeuw en tot op vandaag is er vanuit de fotografie interesse voor Gilpins werk. Dit onderzoeksproject, dat parallel aan de verdere ontwikkeling van mijn artistieke praktijk verloopt en zowel bestaat uit een visueel-artistiek gedeelte als een tekstcomponent, omvat een dubbele vraagstelling. Enerzijds zal worden nagegaan waarom bepaalde landschapsbeelden als pittoresk ervaren worden. Anderzijds zal het belang worden onderzocht van de notie van het pittoreske voor de visualisering van het hedendaagse landschap. Wat is precies de betekenis van het pittoreske vandaag? Is het nog zinvol om deze categorie te hanteren? Is het nog actueel als concept? Hoe verhoudt het zich tot het landschap? Wat zijn de actuele definities en de criteria ervan? Zijn er vandaag andere types van het ideale landschap relevant die vergelijkbaar zijn met het pittoreske? Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Fotografie
Onderzoekers: • Armand Mevis
Als ik geen rood meer heb: een poëticaonderzoek naar de poëzie en de beeldende kunst van Paul Snoek (1933-1981). Hogeschool Gent Abstract: Het betreft een iconologisch-poëticaal onderzoek naar de (neo)romantische motieven in de picturale en verbale beeldtaal van Paul Snoek, met het denken van Lacan als uitgangspunt. Erwin Panofsky, de grondlegger van de iconologie, stelde dat men de iconologische betekenis van een schilderij slechts kan blootleggen, als men in de tijd waarin het tot stand kwam, gelijke ‘wezenlijke tendensen van de menselijke geest’ opspoort, zoals politiek, filosofie, religie en poëzie. Het kunstwerk wordt bekeken als een document waaruit de persoonlijkheid van de kunstenaar en de cultuur van zijn tijd af te lezen vallen. Dit houdt een bestudering van het materiële (picturale en verbale) beeld in. Ik hanteer die methode, maar wil ook aandacht vragen voor het mentale beeld, zowel in de schilderijen van Paul Snoek als in zijn gedichten. Daarom wil ik een lacaniaanse visie op de iconologie ontwikkelen en deze visie op de schilderijen én op de poëzie van Snoek toepassen, met andere woorden met een vernieuwde iconologische blik het beeldmateriaal in zijn poëzie en in zijn schilderijen analyseren. Paul Snoek wordt vanuit literair-historisch perspectief omschreven als een postexperimentele dichter, die onder invloed van de daaropvolgende stromingen sterk evolueerde en op het einde van zijn leven tot de wegbereiders van de neoromantiek gerekend kon worden. Vanuit het onderzoek van de beeldtaal in de poëzie van Snoek wil ik, naast de evolutie en de beïnvloeding, ook de continuïteit en de authenticiteit van zijn werk aantonen: zelfs in Archipel, Snoeks debuut uit 1954, zijn er al motieven te vinden die zijn werk hoofdzakelijk een (neo)romantisch karakter verlenen. Ik zal de in ons taalgebied vigerende interpretaties van de begrippen romantiek en neoromantiek analyseren en er een eigen interpretatie aan toevoegen. Daarnaast wil ik nagaan hoe Snoek zijn opvattingen over werkelijkheid en kunstenaarschap in zijn poëzie en schilderijen gestalte geeft. Daarvoor wil ik een beroep doen op het denken van Lacan, omdat volgens mij heel wat motieven in het werk van een romantische kunstenaar op een lacaniaanse manier geïnterpreteerd kunnen worden. Op die manier wil ik de tragische, psychische spanningen binnen het werk van Snoek blootleggen. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk
Onderzoekers: • Paul Demets
Sounding sound art. Onderzoek naar bestaande en nieuwe uitdrukkingsvormen in de geluidsinstallatiekunst en de toepasbaarheid ervan Hogeschool Gent Abstract: Het doel van dit onderzoek is bestaande uitdrukkingsvormen in de geluidsinstallatiekunst te ontsluiten en mogelijke nieuwe uitdrukkingsvormen te onderzoeken. In een eerste fase wil de onderzoeker inzicht verwerven in geluidsinstallatiekunst door het begrip te definiëren, de grenzen tussen geluidsinstallatiekunst, experimentele instrumentenbouw en beeldende installatiekunst af te bakenen en door het historisch situeren van deze jonge kunststroming. In een tweede fase wordt uitgegaan van de achterliggende technologieën om de verschillende takken binnen geluidsinstallatiekunst te classificeren en te benoemen. Zowel fysieke als niet-fysieke, en interactieve als passieve geluidsinstallatiekunst komen in dit onderzoek aan bod. In een derde fase worden de gebruikte technologieën uitvoerig beschreven en ontsloten, zodat ze beschikbaar kunnen worden gesteld voor vernieuwingsprojecten binnen het onderwijs. Aansluitend zal het eventuele gebruik van nieuwe technieken in de geluidsinstallatiekunst worden onderzocht. De uiteindelijke doelstelling van het onderzoek is om uitgaande van deze resultaten nieuw werk te creëren. Installatiekunst is een vrij jonge kunststroming die nog in volle ontwikkeling is. De kunstwerken zijn vaak interdisciplinair en sterk afhankelijk van technische ontwikkelingen. Het kunstwerk is niet langer een vastomlijnd werkstuk met een afgebakend begin en einde, maar is onderhevig aan veranderingen door interactie met het publiek, de omgeving, de kunstenaar of door het gebruik van algoritmische software. Tot nu toe ging de muziekgeschiedenis voornamelijk uit van neergeschreven zaken, van vastomlijnde werken. Door dit opusdenken dreigt de documentatie van het huidige muzieklandschap voor een groot deel verloren te gaan. De muziekgeschiedenis is methodologisch niet goed uitgerust voor registratie van het actuele landschap. De ‘compositie’ of het ‘muziekstuk’ wordt nog steeds beschouwd als een vastomlijnd geheel dat door de toeschouwer van op afstand waargenomen wordt. Hoe moeten we nieuwe kunststromingen zoals geluidsinstallatiekunst registreren? Cellulaire geluiden, infrarood, sensoren, enz.: technologische ontwikkelingen uit andere wetenschappen worden opgepikt door geluidskunstenaars. Tot nu toe werden de technologieën die binnen installatiekunst gehanteerd worden nog niet uitvoerig beschreven en bleven ze ontoegankelijk. Met dit
onderzoek wil ik de bestaande technologieën beschrijven, nieuwe technologieën onderzoeken en deze informatie beschikbaar stellen voor vernieuwingsprojecten binnen het onderwijs. Organisaties: • Departement Conservatorium • Vakgroep Scheppende Muziek
Onderzoekers: • Laura Maes • Godfried-Willem Raes
Applicatie van recente digitale audio- en video klankanalyses binnen het domein van de stempedagogiek Hogeschool Gent Abstract: In het algemeen wordt stempedagogiek aan het Hoger Kunstonderwijs te weinig onderbouwd door wetenschappelijk onderzoek en publicaties. Uit het gebrek aan onderzoek kan geconcludeerd worden dat dit onderwijstype te vaak steunt op subjectieve oordelen en te persoonlijke interpretaties. Daarom is het doel van dit onderzoek te streven naar meer objectivering van de stemtraining, en dit door inschakeling van wetenschappelijk onderbouwde methodes. Bijzondere aandacht gaat naar het gebruik van digitale klankanalyses, in een meer afgebakend gebied van jazz- en popzang. De diverse aspecten van de zangtechniek kunnen belicht worden door verschillende soorten analyses: zo kan onder andere gebruik gemaakt worden van spectrumanalyse, waardoor een beter inzicht kan gekregen worden in het gebruik van de resonantieholtes voor de formanten, van software voor intonatie-correctie, zodat exacte informatie over de intonatie in de juiste context geplaatst kan worden, van een electro-glottograaf om de bewegingen van het strottenhoofd in kaart te brengen, en dergelijke meer. Vooral de studie van de boventonen krijgt speciale aandacht, omdat deze non-invasief bestudeerd kunnen worden tijdens zang, en de voorlopige onderzoeksresultaten op dit vlak veelbelovend zijn.
Software Op dit moment wordt gewerkt aan het ontwikkelen van een eigen software, Mimmitt, die toelaat om op zeer gebruiksvriendelijke manier de onderzoeksresultaten actief te implementeren in het zangonderricht, waardoor de resultaten van deze studie geoptimaliseerd kunnen worden. De software geeft realtime feedback over de verhouding van de boventonen, in vergelijking met een vooraf opgeslagen modelprofiel. Dit zal de student toelaten om concrete aanpassingen aan de zangtechniek te doen, om het beoogde klankresultaat te bereiken. Organisaties: • Departement Conservatorium • Vakgroep Scheppende Muziek • Vakgroep Theorie • Vakgroep Ensembles • Vakgroep Instrument
Onderzoekers: • Wilfried Van Beveren • Wannes Gonnissen • Maarten Weyler • Kristen Cornwell
Presentatie en conservatie van kunstwerken met organische componenten. Een onderzoek gestuurd door kunsttheoretische, praktische en deontologische vraagstellingen m.b.t. conservatie van bederfelijke materialen. Hogeschool Gent Abstract: Hedendaagse kunstenaars maken steeds meer en gediversifieerder gebruik van organische materialen, zoals voedingsmiddelen, plantaardige of dierlijke weefsels en andere natuurlijke materialen. Een van hun meest nadelige eigenschappen is hun inherent beperkte houdbaarheid en gevoeligheid voor degradatie. Slechte bewaar- en tentoonstellingsomstandigheden kunnen dit ontbindingsproces versnellen. Willen wij hun ontbindingsproces onder controle houden en zo mogelijk afremmen, dan is er nood aan een grondige kennis van alle inwerkende factoren. De conservatie van kunstwerken waarin organische materialen worden gebruikt, stelt derhalve zeer specifieke eisen, die strenger zijn dan voor klassieke kunstwerken, waar relatief inerte materialen gebruikt worden. Degradatie van het kunstwerk kan enerzijds een substantieel onderdeel vormen van dit kunstwerk, maar kan anderzijds de lectuur ervan grondig verstoren. Wat de groep der levensmiddelen betreft, ontbreekt een grondige kennis omtrent het omgaan met kunst die volledig of deels uit levensmiddelen werd vervaardigd. Bovendien worden we steeds vaker met deze kunstwerken en hun specifieke problemen geconfronteerd (denken we maar aan het spraakmakende werk van Fabre tijdens de tentoonstelling Over The Edges, symposia in Bordeaux en Gent). Omwille van beide factoren, enerzijds gebrek aan kennis en anderzijds het steeds groter gebruik van deze materialen, is er nood aan onderzoek op Eat Art. De conserveringsmethoden en technieken ontwikkeld voor kunstwerken met levensmiddelen kunnen trouwens getransponeerd worden naar andere vergankelijke kunstwerken met organische materialen. Tevens kan men voor de conservatie van levensmiddelen in de actuele kunst terugvallen op oplossingen die reeds binnen de voedingsindustrie op vlak van conservering werden ontwikkeld. Dit onderzoeksproject wil via interdisciplinair onderzoek, een antwoord bieden op de vraag naar de optimale condities (tijdens tentoonstellingen, depot en transport) voor kunstwerken die levensmiddelen bevatten. Essentiële doelstelling hierbij is de systematische analyse van de problematiek gesteund op een wetenschappelijke en academisch multidisciplinaire onderbouw met aandacht voor kunsttheoretische omkadering en proefondervindelijke casestudies. Welke houdingen t.a.v. conservatie en restauratie van kunstwerken met organische materialen moeten ingenomen worden? Er zal m.a.w. via kunstwetenschappelijke analyses onderzocht worden welke stellingen men kan poneren t.a.v. het beheer en behoud van vergankelijke kunst. Hoever kan men gaan in de bewaring van deze kunstwerken en zijn ze wel voor de eeuwigheid bestemd? Is het de bedoeling van kunstenaar ze te bewaren of is het een kunstwerk waarbij vergankelijkheid deel uitmaakt van zijn visie? Kunnen er voor dergelijke kunstwerken oplossingen aangeboden worden? Gezien het algemeen cultureel belang van de problematiek en het internationale karakter van de Hedendaagse Kunst ligt het voor de hand ook verschillende musea, onderzoekscentra en restauratoren in binnen- en buitenland bij het onderzoek te betrekken. Dit kan des te verdienstelijker zijn omdat in dit verband zowel nationaal als internationaal nog maar weinig onderzoek op academisch niveau werd verricht. Het is de bedoeling om met dit onderzoek antwoorden en oplossingen te bieden voor vragen en problemen die momenteel rijzen in de wereld van de conservatie van kunstwerken met organische materialen. Het onderzoek wordt opgesplitst in drie deelgebieden: het kunstwetenschappelijke veld, het natuurwetenschappelijke veld en de praktijk. Hoger
genoemde deelgebieden zullen elkaar complementeren; regelmatige onderlinge terugkoppeling en bijsturing zullen noodzakelijk zijn. - Het kunstwetenschappelijke veld: Het gebruik van levensmiddelen is niet eigen aan één kunststroming, waardoor we met uiteenlopende kunstenaarsvisies worden geconfronteerd . Theoretisch uitgangspunt vormt de intentie van de kunstenaar, de studie van kunstenaarshoudingen en diverse artistieke concepten. Omdat dit criterium in de praktijk niet steeds als enige relevante parameter wordt gehanteerd zullen ook afwijkende visies van bv. galerijhouders, restaurateurs, kunsttheoretici en andere protagonisten binnen dit mentale veld op hun praktijk en motivatie worden onderzocht. Voor de bewaring van levensmiddelen in kunstwerken speelt de eetbaarheid slechts zelden een rol; afgezien van hun eventuele symbolische referentie, zijn vooral organoleptische parameters van wezenlijk belang. De vraag dringt zich op hoe met dergelijke kunstwerken om te gaan zonder de integriteit van het kunstwerk aan te tasten. Dienen de werken ‘an sich’ bewaard of primeert het concept ? Hoe kan het een of het andere voor het nageslacht worden bewaard? Welke voordelen en pijnpunten gaan gepaard met documentatie van vergankelijke Kunst? Cruciaal hierbij is het onderzoek naar mogelijke functies van levensmiddelen binnen elk specifiek kunstwerk, naar de impact van deterioratie op visueel, beeldend en semantisch niveau. Pas na deze onderzoeken kan tot besluitvorming m.b.t. al dan niet bewaring (of eventuele ingreep in het proces van deterioratie) van het kunstwerk worden overgegaan. - Het natuurwetenschappelijke veld: De industriële conserveringsmethodes voor levensmiddelen zullen worden getraceerd en er zal worden onderzocht welke hiervan bruikbaar of transponeerbaar zijn m.b.t. het behoud van kunstwerken. Daarom zal in het kader van dit project onder meer worden nagegaan hoe bepaalde conserveringsmethoden (vacuum verpakkingen of vitrinekasten, toevoeging van inerte gassen, nucleaire bestraling, toevoeging chemicaliën, etc.) desbetreffende kunstwerken een langere levensduur kunnen garanderen. Toch kunnen niet alle conserveringsmethoden uit de voedingsindustrie zondermeer toegepast worden in de kunstwereld. Kunst stelt immers andere prioriteiten (langdurige bewaring) dan de voedingsindustrie, waar levensmiddelen voor consumptie worden bewaard. Concreet naar het onderzoek toe, wordt hier de nadruk gelegd op de verscheidenheid in voorkomen van de levensmiddelen. In dit deelgebied wordt de efficiëntie van de conserveringsmethodologie voor levensmiddelen uitgetest en wordt bijzondere aandacht geschonken aan de verhouding tussen de optimale omgevingsfactoren voor de kunstwerken waarin levensmiddelen zijn vervat en de museale omgevingsfactoren gebruikelijk binnen de opslagruimtes enerzijds en hanteerbaar tijdens een tentoonstelling anderzijds. - De praktijk: Dit deelgebied zal zich voornamelijk toespitsen op de toepasbaarheid van de theoretisch gevormde methodieken in het museale veld. Het praktijkgerichte onderzoek zal gerealiseerd worden door het reconstrueren van enkele kunstwerken. De keuze van de casestudies hangt mede af van de resultaten bekomen na het onderzoek binnen respectievelijk het kunst- en natuurwetenschappelijke veld . Kunstwerken die door de kunsttheorie en de kunsthistorische praktijk als waardevol worden aanzien, creaties van nog in leven zijnde kunstenaars en kunstwerken waarbij de vraag naar behoud vanuit de museale sector werd geformuleerd, komen hiervoor in aanmerking. Tevens zullen de casestudies gekozen worden in relatie tot de hanteerbaarheid van de diverse conserveringstechnieken. Deze zijn in gebruiksmogelijkheden afhankelijk van diverse inwendige eigenschappen en factoren van de levensmiddelen zelf. Concreet betekent dit dat elke case in tweevoud zal gereconstrueerd worden: een reconstructie die dient als referentiecase en de andere waarbij men de diverse conserveringsmethoden gaat toepassen door ze in vitrines te integreren waarbij men de interne omgeving gaat wijzigen. Beiden worden vervolgens onderworpen aan een versnelde degradatie. Dit kan men artificieel creëren door de modellen alternerend in klimaatruimtes onder te brengen waarbij ze aan verschillende omgevingsfactoren (licht, temperatuur en relatieve luchtvochtigheid) worden blootgesteld. Dit alles gebeurt uiteraard in nauwe samenwerking met de Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Vormgeving • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk
Onderzoekers: • Julie Gilman • Dirk van Gogh
Optimization of the automated fitting to outcomes expert with language-independent hearing-in-noise test battery and electro-acoustical test box for cochlear implant users (OPTI-FOX). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Joris Dirckx • Martine M R Coene
Die Kreatur: Interreligieuze dialoog en de politieke-theologie van die Kreatur in de Weimarrepubliek (1926-1930). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Rothschild Foundation. UA levert aan Rothschild Foundation de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut Joodse Studies
Onderzoekers: • Vivian Liska
Overdadige Dauw in de Lente-Herfst-Annalen: Syncretische elementen in the theorie van staatsmanschap Universiteit Gent Abstract: Mijn onderzoek betreft de Chunqiu Fanlu, een belangrijk politiek traktaat uit de Chinese traditie, toegeschreven aan Dong Zhongshu, een invloedrijke confucianistische geleerde uit de Han dynastie. In het onderzoek wordt de theorie van staatsmanschap zoals uiteengezet in de syncretische hoofdstukken van de tekst (18-23) geanalyseerd, rekening houdende met de historische context waarin de theorie tot stand kwam. Organisaties: • Vakgroep Talen en Culturen van Zuid- en Oost-Azië
Onderzoekers: • Ann Heirman
De prehistorische bewoningsevolutie van Zandig-Vlaanderen vanuit een landschappelijk perspectief Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een interdisciplinaire GIS-gerelateerde studie van het landgebruik in Zandig-Vlaanderen (NW-België) tijdens de latere fasen van de steentijden (vanaf 13.000 uncal. BP) tot de kmst van de Romeinen. Bedoeling is de rol en impact van het landschap (flora, bodem en klimaat) op het nederzettingssysteem in een multitemporeel kader te analyseren. Hiertoe zullen 3 tot 4 deelgebieden geselecteerd worden, waaronder 2 met een grote densiteit aan archeologische sites (zgn. clustergebieden) en 2 met een lage densiteit (zgn. "lege" gebieden). In dit onderzoek zullen diverse analysemethoden en -technieken gecombineerd worden: paleo-ecologische analyses (pollen, zaden, vruchten, enz), absolute dateringen (AMS, OSL), morfologische terrein - en bodemmodellering (op basis van DHM, SoilGen), bodem-geofysische prospectie (boringen en electro-magnetische sensor), en landevaluatie. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Jean Bourgeois
Site catchment analysis van een Romeinse stad: bijdrage tot de studie van romanisatie en urbanisatie in Lusitanië Universiteit Gent Abstract: Het project stelt de introductie voor van een innovatieve, sterk itnerdisciplinaire aanpak in het kader van het archeologische nederzettingsonderzoek binnen de onderzoeksdiscipline van de Romeinse Mediterrane Archeologie. De toepassing van de methode van "Site Catchment Analysis" in het odnerzoek van het Romeinse landschap rond stedensites in het Mediterrane gebied moet een totaal vernieuwde aanpak lanceren van de studie van wisselwerkingen tussen stad en territorium in de Klassieke wereld. Als testgebied wordt een case study uitgewerkt in Romeins Portugal (Lusitanië), waar diverse omstandigheden ideaal zijn voor de uitvoering van deze nieuwe aanpak. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Frank Vermeulen
God en Darwin in de Lage Landen. Een studie naar de verspreiding en de betekenis van Intelligent Design in Vlaanderen en Nederland Universiteit Gent Abstract: Naar aanleiding van de toenemende media-aandacht onderzoeken we hoe sterk de positie van Intelligent Design is in Vlaanderen en Nederland. Daarenboven zoeken we naar verklaringen voor de opkomst van dit recente fenomeen. We houden daarbij vooral rekening met de verschillen tussen beide contreien, de rol van zingeving en het gebrek aan wetenschappelijke kennis bij een breder publiek. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Johan Braeckman
Historisch-kritische editie van Willem Kloos' poëzie, met een editietheoretisch commentaar Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek is gefocust op een tekstgerichte studie van de volledige poëzie van Willem Kloos. In een historisch-kritische editie worden alle variante lezingen van Kloos' gedichten gepresenteerd. Naast een studie van de ontstaans- en drukgeschiedenis, van de variante lezingen van alle gedichten en een editieverantwoording wordt uitvoerig ingegaan op de receptie(geschiedenis) van Kloos' poëzie. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse literatuur
Onderzoekers: • Yves T'Sjoen
Apocalyps en eschatologie bij de veertiende-eeuwse Middelnederlandse auteurs Jan van Boendale, Lodewijk van Velthem en Jan van Leeuwen Universiteit Gent Abstract: Al snel na het ontstaan van de Apocalyps waren de apocalyptisch-eschatologische denkkaders aan verandering onderhevig. Zeker in de West-Europese middeleeuwen zijn een aantal ogenblikken aan te wijzen waarop ze alternatieve invullingen kregen. In het onderzoek zal nagegaan worden hoe het evoluerende apocalyptisch-eschatologische gedachtegoed bij de veertiende-eeuwse Middelnederlandse auteurs Velthem, Boendale en Van Leeuwen werd gerecipieerd. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse literatuur
Onderzoekers: • Joris Reynaert
Zelfbeschouwing en identiteitsvorming in de vroeg-moderne tijd: betogend proza van Coornhert en Charron Universiteit Gent Abstract: De vroegmoderne periode, zo heeft Michel Foucault betoogd, wordt bij uitstek gekenmerkt door de opkomst van het gouvernementele denken. In dit project woren Dirck Volckertsz. Coornherts Zedekunst dat is wellevenskunste (1586) en Pierre Charron's De la Sagesse (1601) zowel retorisch als inhoudelijk gelezen tegen de achtergrond van Foucaults analyse. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse literatuur
Onderzoekers: • Jurgen Pieters
De bioethische posities in China over stamcelonderzoek, medisch geassisteerde voortplanting en medisch onderzoek Universiteit Gent Abstract: Het project zal onderzoeken welke posities zich ontwikkelen in China over stamcelonderzoek, medisch geassisteerde voortplanting en medisch onderzoek. Dit zal gebeuren door de academische ethische literatuur te bestuderen, samen met de richtlijnen door overheden en beroepsverengigingen in China. De vergelijking met westerse opvattingen en de plaatsing binnen de specifieke culturele context van China moet meer inzicht opleveren. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Guido Pennings
Prehistorische nederzettingspatronenen landgebruik in Zandig Vlaanderen (NW België): een diachrone and geoarcheologische benadering Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een interdisciplinaire GIS-gerelateerde studie van het landgebruik in Zandig-Vlaanderen (NW-België) tijdens de latere fasen van de steentijden (vanaf 13.000 uncal. BP) tot de komst van de Romeinen. Bedoeling is de rol en impact van het landschap (flora, bodem en klimaat)op het nederzettingssysteem in een multitemporeel kader te analyseren. Hiertoe zullen 3 tot 4 deelgebieden geselecteerd worden, waaronder 2 met een grote densiteit aan archeologische sites (zgn. clustergebieden) en 2 met een lage densiteit (zgn. ?lege? gebieden). In dit onderzoek zullen diverse analysemethoden en ?techieken gecombineerd worden: paleo-ecologische analyses (pollen, zaden, vruchten, enz), absolute dateringen (AMS, OSL), morfologische terrein ? en bodemmodellering (op basis van DHM, SoilGen), bodem-geofysische prospectie (boringen en electro-magnetische sensor), en landevaluatie. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Marc Antrop • Marc Van Meirvenne • Philippe Crombé • Peter Finke
INSTAP grant: Onderzoek van de bewoningshorizonten in de Cyprische havenstad 'Hala Sultan Tekke' tijdens de 14de tot 12de eeuw v.o.t. in het kader van het onderzoek van internationale contacten in het oostelijk Mediterrane bekken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project heeft betrekking op het 2012 post-opgravingsonderzoek van de Zweedse opgravingen te Hala Sultan Tekke (Cyprus) (19792005). Aangezien de architectuur en de mobiele materiële cultuur in de huizen C en H getuigen van het kosmopolitisch karakter van Hala Sultan Tekke, zullen de inzichten in de opeenvolgende bewoningsfases en de daaraan gekoppelde materiële cultuur, ook bijdragen tot een beter begrip van 1) de aard van de internationale handelscontacten waarin Hala Sultan Tekke was betrokken, 2) de effecten van groeiende internationale contacten op een gemeenschap, en 3) hoe en waarom Hala Sultan Tekke weerstand kon bieden tegen de algemene beroering veroorzaakt door de Zeevolkeren. De volgende specifieke onderzoeksdoelen worden voor 2012 geformuleerd: 1) In situ studie en digitale documentatie van de architecturale resten, 2) Tien kleinschalige sondages in huizen C en H om de de relatie tussen welbepaalde muren en opeenvolgende bewoningsfases te duiden, 3) Studie van het materiaal dat door de Zweedse missies was opgegraven in huizen C en H, 4) Vergelijking van de resultaten uit deze drie onderzoeken met de data in de archieven van de Zweedse missie. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • KARIN NYS
Corpusonderzoek naar de vertaling van contingente connectoren (Frans-Nederlands, Nederlands-Frans) en vergelijking van connectoren in origineel Frans en vertaald Frans Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Taaltechnologie • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Sonia Vandepitte • Kathelijne Denturck
Piëta. Naar een fenomenologie van het creatieproces Hogeschool Gent Abstract: Een hardnekkige maar onjuiste metafoor die de creatieve activiteit van kunstenaar beschrijft, is die van de goddelijke Muzen. Zij dompelen de kunstenaar in een scheppende roes waarin hij tot een resultaat komt, ‘ondanks zichzelf’. Uitgeput staat hij ten slotte oog in oog met een kunstwerk dat het menselijke te boven gaat, met iets dat hem ‘overkwam’, waar hijzelf geen hand in had. De kunstenaar was tenslotte maar een willoos uitvoerend slachtoffer, een medium, waarin haast alchemistische processen tot uitbarsting kwamen, die nauwelijks met de rede te vatten zijn, laat staan te beschrijven of te analyseren. Uit mijn ervaring in de kunstpraktijk denk ik dat de artistieke creatie niet zo in zijn werk gaat. Artistieke creatie is in zeer hoge mate een proces van actieve en tot op de spits gedreven bewuste processen. Technische vaardigheden en technologische kennis zijn vereist om inzicht omtrent de kunsthistorische ontwikkelingen, iconografie en iconologie, tijdgebonden esthetische opvattingen, uitdrukkingsmogelijkheden van de artistieke media, empathie, alertheid en bewustzijn over psychische processen om te zetten in een beeldend resultaat, met het volle vertrouwen op de artistieke intuïtie die deze ervaringen stuurt. Het resultaat moet zo geloofwaardig zijn, zo vanzelfsprekend, dat deze complexe wisselwerking tussen de ontelbare parameters van de artistieke creatie schijnen op te lossen, en waardoor ze wel afwezig lijken in een kunstwerk dat ‘reveleert’. De magie zal wellicht nooit helemaal uit het kunstwerk verdwijnen. Met het volle besef dat deze complexe praktijk niet te herleiden is tot een optelsom van zeer uiteenlopende invloeden op het creatieve proces, moeten we toch de vraag stellen of het mogelijk is een toegang te vinden tot een beter begrip van dit creatieve proces. Immers, het geleidelijk ontsluieren en demystificeren van het artistieke creatieproces kan ons inzicht bezorgen zonder dat de creatieve praktijk daarmee zelf onmogelijk wordt. Kennis en inzicht in het artistieke proces alleen, bieden geen enkele garantie op een goed artistiek eindresultaat. In het artistieke eindresultaat zal steeds dit ‘magische’ moment opduiken dat ons toont waar de mens toe in staat is. De zoektocht naar het afbakenen en in kaart brengen van dit proces dient m.a.w. juist daartoe om eer te bewijzen aan het menselijke scheppende vermogen. Daarom wordt in dit onderzoek de vraag gesteld of het mogelijk is om inzicht te verwerven in het proces van de artistieke creatie, en met name in de complexiteit van de ervaringen waaruit de creatie van een nieuwe sculptuur plaatsvindt? Om deze vraag te beantwoorden zal de creatie van een nieuwe sculptuur opgestart worden. Dit scheppingsproces wordt dan fenomenologisch beschreven. Mijn oeuvre karakteriseert zich door een spanningsverhouding tussen hedendaagse kunst en traditie. Dit onderzoek moet dan ook leiden tot de
ontwikkeling van een kunstwerk dat uitdrukking geeft aan dit spanningsveld. De kunstgeschiedenis is daarbij een onmetelijk rijke bron van kennis en ervaring waarvan ik mij als kunstenaar bedien. In mijn verhouding tot de kunstgeschiedenis streef ik geen volledigheid na, maar ‘bruikbaarheid’ . Lucian Freud schildert naar een historisch meesterwerk van Rubens of Ingres (Cantz, 2001), Francis Bacon naar Velasquez (Seipel, 2003). Giacometti inspireert zich op de Etruskische sculpturen (Carluccio, s.d.), Beckmann op Rembrandt (Lenz, 2000), Picasso op de antieken, Rodin plundert het oeuvre van Michelangelo, die zich intensief met de antieken bezighoudt (Fergonzi, 1996), zij dienen trouwens ook als voorbeeld voor Kokoschka en Markus Lüpertz (Vierniesel, 1987; Wünsche, 1996) ... Veel van de kunstenaars die ik zelf als artistiek voorbeeld neem, hebben zich intensief en vaak expliciet met de kunsthistorische traditie beziggehouden. Voor deze kunstenaars is de traditie geen dood materiaal, maar een bron van ervaringen en studiemateriaal waaruit de kracht en de mogelijkheden van de beeldende kunsten blijken. Bij de keuze van hun motieven maken ze dan ook vaak gebruik van expliciete referenties naar historische werken, omwille van de expressieve kracht van fragmenten, composities, materialen, ... Belangrijk daarbij is in te zien dat kunstenaars en toeschouwers in het ‘heden’ het historische materiaal steeds naar zich toehalen: ze gaan zelden op zoek naar de oorspronkelijk artistieke (mythische, religieuze, ...) beleving, maar behandelen het historische werk alsof het in de eigen tijd staat. Deze verhouding ten aanzien van de geschiedenis leidt niet tot kunsthistorische stilstand of conservatisme, maar biedt een garantie voor betekenisvolle ontwikkelingen in de kunsten. Kunstenaars vernieuwen veeleer ten aanzien van voorafgaande kunst dan te reageren op gebeurtenissen in de wereld (cf. Martindale, 1990; Merleau-Ponty, 1996). De keuze om artistieke ontwikkelingen te plaatsen in het licht van eerdere kunstwerken is dus een dominante artistieke praktijk. Vanuit deze opvatting start ik met de creatie van een hedendaagse pieta Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Autonome kunsten
Onderzoekers: • Ludwig Vandevelde
De binnenkant van het beeld. Immersie en narrativiteit op het snijpunt van theater en film. Universiteit Antwerpen Abstract: Immersion, een begrip uit de context van Virtual Reality evoceert de lichamelijke beleving wanneer men kopje ondergaat in een andere wereld. Immersie kent evenwel ook een kunsthistorische traditie (Grau, 2003). Vanuit een eeuwenoud verlangen om voorbij de grenzen van de representatie een onmiddellijke of authentieke beleving te evoceren, ontwikkelde de plastische kunst illusionistische beeldstrategieën die de (aandacht van de) toeschouwer vervoerde naar de wereld aan de andere kant van het kader (Gombrich, 1960). Deze visuele verhaalprincipes vonden ook ingang in theater, fotografie en film. Avant-garde experimenten zoals Environmental Theater (Schechner,1973) en Expanded Cinema (Youngblood, 1970) haalden de voorstelling uit zijn conventionele kader en verplaatsten de kijker lichamelijk naar de binnenkant van de beeldruimte. In het kielzog van die evolutie en met de fascinatie voor digitale technologiën als motor, opent zich vandaag in de cultuurpraktijk opnieuw een heterogeen veld van immersieve performances. Dit project wil vanuit de theater- en cognitieve film theorie inzichtelijk maken hoe de veranderde verhouding tot het beeld een herdenking van het bestaande arsenaal aan vertelstrategieën impliceert. Hoe laten vormelijke parameters eigen aan theater en film (dramaturgie, montage, beeldcompositie) zich vertalen naar een immersieve dramatische omgeving? Welke consequenties heeft de perspectiefverschuiving voor de emotionele betrokkenheid (empathie, suspension of disbelief, gevoel van aanwezigheid)? Welke consequenties heeft de beleving van het beeld van binnenuit voor de esthetische ervaring en het kritisch oordeel? Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Kurt Vanhoutte • Nele Wynants
Een hedendaagse technologie voor directe animatietechnieken Hogeschool Gent Abstract: Doelstelling van het onderzoek De doelstelling van het onderzoek is het ontwikkelen van een softwaretoepassing die animatiekunstenaars in staat stelt directe animatietechnieken toe te passen met alle voordelen van de hedendaagse digitale technologie. Er zal prioriteit worden gegeven aan het ontwerpen van een gebruikersomgeving op maat van kunstenaars. Het uitgangspunt is de nood aan een manier om objecten en materialen direct te manipuleren en in verschillende stadia op te slaan zodat een animatie ontstaat. Tijdens het manipuleren van de animatie moeten zoveel mogelijk elementen die een onderdeel van de creatie uitmaken visueel beschikbaar zijn. Aanleiding tot het onderzoek De directe aanleiding tot het onderzoek heeft te maken met het verhuizen van de animatiefilmopleiding naar de nieuwe locatie in de Bijloke. De oude en zeer logge animatietafels uit het analoge animatiefilmtijdperk worden nog steeds gebruikt voor projecten van studenten omdat ze in de ateliers aanwezig zijn . De vraag drong zich op of er een alternatief voor deze apparatuur voorhanden is. Omdat dit niet het geval is hebben we besloten zelf een alternatief te ontwikkelen. De directe animatietechnieken Met directe animatiefilmtechnieken worden beeld per beeld opnametechnieken bedoeld waarbij objecten of materialen onder een digitale foto of videocamera worden gemanipuleerd met als doel beweging te simuleren. Het gaat hierbij om animatietechnieken zoals cut-out animatie (animeren van uitgesneden grafische elementen) en materieanimatie (animeren van zand, olieverf of andere materialen). Met de directe animatietechnieken kunnen plastische resultaten worden bereikt die met zuiver digitale technieken moeilijk realiseerbaar zijn. Anderzijds schept de digitale technologie nieuwe mogelijkheden op technisch en productioneel vlak die de directe technieken een nieuw elan kunnen geven. Probleemstelling Uit gesprekken met kunstenaars blijkt dat zij een groot belang hechten aan de ‘tastbaarheid’ tijdens het creatieproces, iets wat zij als een gemis ervaren bij methoden die uitsluitend met digitale technologie tot stand komt. Zij geven de voorkeur aan het manipuleren van het eigenlijke object of materiaal.
Omdat animatiesoftware door informatici wordt ontwikkeld zijn het vooral technisch georiënteerde gebruikers die de gebruikersomgeving als ‘logisch’ aanvoelen. Het gevolg is dat software vooral geschikt is voor ‘computer-minded’ gebruikers terwijl andere gebruikers vaak afhaken. Verwachte resultaten Door dit onderzoek kan een waardevolle klassieke analoge animatietechniek worden omgevormd tot een nieuwe manier van animatiekunstbeoefening. Door de directheid en de flexibiliteit van deze technologie kunnen nieuwe vormen van animatiefilm ontstaan. Het is moeilijk in te schatten hoe deze technologie zal worden aangewend. We kunnen enkel een instrument aanreiken die nieuwe mogelijkheden biedt op het terrein van de animatiefilm. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Audiovisuele kunsten
Onderzoekers: • Geert Vergauwe
Picturale praktijken in antieke Egyptische muurschilderijen: methodologische benadering en vergelijkende studie met vier XVIIIde dynastie tombes Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoeksproject wordt de schilderkunst in een aantal private tombes (Thebaanse necropolis, Luxor, Egypte) daterend van de XVIIIde dynastie onderzocht. Hierbij wordt een visuele analyse gekoppeld aan macrofotografie, scheerlicht opnames en UV-fluorescentie fotografie. Daarnaast worden een aantal archeometrische technieken ingezet om de gebruikte materialen te analyseren (colorimetrie, IR spectroscopie, UVfluorescentie, X-stralen fluorescentie, Raman spectroscopie). Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Peter Vandenabeele
Religieuze aspecten in Chinese literatuur door vrouwen Universiteit Gent Abstract: In dit project onderzoeken we de invloed van het Christendom en van Humanistisch Boeddhisme op de literaire werken van Chinese vrouwelijke auteurs uit de twintigste eeuw. Organisaties: • Vakgroep Talen en Culturen van Zuid- en Oost-Azië
Onderzoekers: • Ann Heirman
Moments before the flood: Carl de Keyzer Hogeschool Gent Abstract: De probleemstelling is gericht op een fotografisch onderzoek omtrent het risico van overstroming van de Europese kustlijnen tengevolge van de klimaatopwarming. Meer bepaald wordt een fotografisch onderzoek gepland over de latente spanning omtrent het mogelijk gevaar en de wijze waarop de bewoners dit ervaren. Het project omvat 5 werkpakketten: Werkpakket-1: er worden 250 groot-formaatbeelden gepland (65 M.pixels), Werkpakket-2: een website-blog om de reisverslagen te publiceren, Werkpakket-3: netwerking met co-financierders zoals Magnum Photos Parijs en Orange Telecom, Werkpakket-4: een boek op 10.000 ex. wordt uitgegeven in 2013 door 5 uitgeverijen in 5 verschillende landen en Werkpakket-5: een reizende tentoonstelling met Magnum Photos Parijs in 2013. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Fotografie • Vakgroep Autonome kunsten
Onderzoekers: • Carl De Keyzer • Hans Op De Beeck
Het ontwikkelen van hyperpolyfone muziek Hogeschool Gent Abstract: Het ontwikkelen van hyperpolyfone muziek (meerstemmigheid met een eigen tempo en stijl per stem) o.a. door live algoritmische improvisaties vormt de hoofdbrok van mijn onderzoek Organisaties: • Departement Conservatorium • Vakgroep Scheppende Muziek
Onderzoekers: • Hans Roels • Godfried-Willem Raes
Lokale oorlogsgeschiedenis en herdenking van de eerste wereldoorlog Universiteit Gent Abstract: De honderdste verjaardag van de Eerste Wereldoorlog zal niet onopgemerkt voorbijgaan. Tientallen steden en gemeenten maken zich klaar om hun oorlogsverleden uit te pluizen en te presenteren. Maar wat valt er eigenlijk te herdenken? Hoe vertalen we dit verleden naar projecten voor een breed publiek, zonder te vervallen in ?herdenkingsgeweld?? Dit project publieksgeschiedenis wil inspelen op een reële nood in het praktijkveld door enerzijds enkele antwoorden te geven, maar ook door vragen op te roepen. Het einddoel is een praktisch georiënteerde handleiding die het lokale oorlogsverleden in de schijnwerpers plaatst. De initiatiefnemers van herdenkingsprojecten zijn in praktijk immers lokale spelers en ook de subsidiestructuren richten zich op gemeentes en regio?s. Bovendien kan de focus op het lokale de studie van de Eerste Wereldoorlog vernieuwen. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Antoon Vrints
Een web service voor stylometrie- en leesbaarheidsonderzoek voor het Nederlands Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Taaltechnologie
Onderzoekers: • Veronique Hoste
TST Tools voor het Nederlands als Webservices in een Workflow Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Taaltechnologie
Onderzoekers: • Veronique Hoste
Film als audiovisuele compositie? Hogeschool Gent Abstract: Dit onderzoek wil film onderzoeken als een audiovisuele compositie, waarbij klank niet noodzakelijkerwijze ondergeschikt is aan het beeld of het verhaal. Zintuiglijke indrukken kunnen de cognitieve herkenning overstijgen. In een dergelijke compositie wordt eerder een ervaring dan een betekenis overgedragen. Het gaat dan niet alleen om de verbinding van filmische elementen, maar om wat leeft in die elementen: het energetische bewegingskarakter ervan. Dit sluit aan bij Deleuzes esthetiek van intensiteiten, waarin hij stelt dat een cineast in de eerste plaats denkt in beelden en klanken, met een eigen manier om dit materiaal samen te brengen die niet noodzakelijk verwijst naar het linguïstische model: ‘La référence au modèle linguistique est un détour dont il est souhaitable de se dépasser,’ verzucht hij. Ons onderzoek is vooral gericht op de klankband en neemt ‘innerlijke beweging’ als uitgangspunt. Heel dikwijls wordt ‘innerlijke beweging’ automatisch gekoppeld aan de ‘emoties’. Maar is dat wel zo? In dit onderzoek stellen we de vragen: wat is die innerlijke beweging? Hoe kan je die weergeven? Wordt de innerlijke beweging door de muziek weergegeven of door de auditieve laag in haar geheel? Op welke manier verhoudt het auditieve zich dan tot het visuele? Zijn daar compositorische sleutels voor? In hoeverre speelt de interactie tussen klank en beeld hier een beduidende rol? Hoe kunnen we daar dan over spreken (terminologie)? Kunnen we dus spreken over de film als een audiovisuele compositie? Het is de bedoeling een terminologie en een analytische methode voor te stellen die zowel bruikbaar is in de analyse van de klankband van filmfragmenten als binnen het creatieve proces, en zowel voor de cineast als voor de componist en de sounddesigner. "Sound is 50% of a film, at least; sometimes 100%. It is the thing that can add so much emotion to a film. It's a thing that can add all the mood and create a larger world. It sets the tone and it moves things. It has great pull into a world – The sound... without it you've lost half the film." In dit citaat van David Lynch wordt de hiërarchie tussen de auditieve en visuele elementen omgekeerd. Bij Lynch treedt de klank uit zijn utilitaire keurslijf dat ooit bij het ontstaan van de klankfilm door de Amerikaanse filmproductie is bepaald: om puur economische redenen binnen de entertainmentcultuur werd beslist dat de klank op het einde van het productieproces zou komen, ondergeschikt aan de vertelling en het beeld. Er wordt nog steeds gesproken over film als ‘beeldcultuur’, over de ‘toeschouwer’ en over het ‘kijken’ naar films. Het is echter een feit dat een film ook beluisterd wordt en dat het auditieve aandeel in de film niet onaanzienlijk is. Bij de start van de klankfilm in Europa waren trouwens tal van cineasten, componisten en theoretici zich bewust van de mogelijkheden om klank en beeld op een gedehiërarchiseerde manier synchroon te verbinden. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk • Vakgroep Audiovisuele kunsten
Onderzoekers: • Martine Huvenne • Helena De Preester
Onderzoek naar de één-op-éénrelatie in het instrumentaal onderricht in het hoger muziekonderwijs Hogeschool Gent Abstract: Het instrumentonderwijs is sinds decennia gebaseerd op individuele onderwijsmethodes, waarbij een deskundige meester de student initieert in het vak. Meer nog dan in het traditionele klasonderwijs staan ontmoeting en dialoog – tussen de docent en de student – centraal. Deze relatie steunt op de meester-gezel traditie. De meester – het model – demonstreert, luistert, observeert, stuurt, inspireert en geeft commentaar. De gezel – de volgeling – kijkt, luistert, imiteert en zoekt goedkeuring. Vanuit een pedagogisch standpunt zijn er in deze relatie drie belangrijke factoren aanwezig die allen een invloed hebben op het onderwijsleerproces: de docent, de student en de vakkennis. Dit wordt door Imelman (1982) de triadische pedagogiek genoemd. Er bestaat reeds onderzoek met als focus de interactie tussen de student en de docent door middel van observatie (zie bijv.: Persson, 1993 en Zhukov, 2004), maar het accent ligt er voornamelijk op de instrumentdocent en zijn/haar vakdeskundigheid. Men vergeet echter maar al te vaak dat er in de onderwijspraktijk twee mensen zijn die een rol spelen (“it takes two to tango”). Dit onderzoeksproject heeft tot doel de onderwijspraktijk binnen het één-op-één instrumentonderwijs (hoger onderwijs) te onderzoeken, waarbij er aandacht is voor de inbreng en perspectieven van zowel de docent als de student, met als doel het achterhalen en in kaart brengen van deze pedagogische praxis. De eigenheid van deze onderzoeksgroep (instrumentdocenten en studenten) vereist dat er een zekere toenadering ontstaat tussen de onderzoeker en de participanten, waarbij een persoonlijk relatie opgebouwd wordt. Vandaar dat er gekozen wordt voor een kwalitatieve onderzoeksopzet. Op basis van het verzamelde materiaal (audio-opnames, veldnotities en studentenblogs) zal een portret gemaakt worden van deze onderwijspraxis. Dit zal aangevuld worden met diepte-interviews bij de betrokken docenten en hun studenten. Het in kaart brengen van de gangbare onderwijspedagogische praxis die gebruikt worden in het hoger instrumentonderwijs kan een startpunt zijn van reflectie en meer openheid. Organisaties:
• Departement Conservatorium • Vakgroep Muziekagogiek
Onderzoekers: • Philip De Roeck • Ruth Rondas
Spreken in naam van anderen. Een pragmatisch-linguïstische analyse van de eerste persoon meervoud in het discours van de Kamer van Volksvertegenwoordigers in België, Frankrijk, Groot-Brittannië en Nederland, 1870-1940. Universiteit Antwerpen Abstract: Door middel van een systematisch en comparatief onderzoek naar het gebruik van de eerste persoon meervoud in vier West-Europese Kamers van Volksvertegenwoordigers, wil dit project nagaan welke transformaties het fenomeen politieke vertegenwoordiging onderging in een periode van snelle democratisering, en welke identiteiten daarbij tot uitdrukking werden gebracht. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Jozef Verschueren • Marnix Beyen • Henk de Smaele
Artificiële Creativiteit in visuele communicatie en kunst: een algoritme voor spitsvondige, evoluerende conceptontwikkeling en datavisualisatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Met behulp van technieken uit de Artificiële Intelligentie wordt een computeralgoritme ontwikkeld dat een inhoudelijke opdracht (of dataset) ontleedt op kernbegrippen en relaties, daarbij relevante informatie opzoekt, verwerkt, bundelt en deze tenslotte in relatie brengt tot creatieve en visuele oplossingen. Dit algoritme wil menselijke creativiteit nabootsen door bestaande concepten te verbinden en te hercombineren tot er innovatieve visuele uitvoer uit opborrelt. De visuele uitvoer evolueert mee naargelang de inhoudelijke data wijzigt en uitbreidt. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans • Tom De Smedt
De computationele leerbaarheid van morfologisch complexe talen. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstelling van het project: Traditionele systemen voor spellingcontrole maken gebruik van een woordenlijst. Wanneer een woord niet voorkomt in de woordenlijst, markeert het systeem het woord als "fout". Recente systemen (o.a. Németh 2009) benaderen het probleem van spellingcontrole voor agglutinerende talen vanuit een andere invalshoek: een woord wordt beschouwd als een spelfout, als het niet kan worden gegenereerd door eenachterliggend morfotactisch model. In dit project onderzoeken we hoe een spellingchecker kan gebruikt worden als hulpmiddel bij het automatisch leren van een morfotactisch systeem voor het Swahili. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Guy De Pauw • Walter Daelemans
Een nieuwe typologie van onbepaalde voornaamwoorden en bijwoorden. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Johan Van der Auwera • Lauren Van Alsenoy
De interactie tussen tijd en lexicaal en grammaticaal aspect. Een vergelijkend onderzoek naar de polyfunctionaliteit van uitdrukkingen van het heden in het werkwoordelijke paradigma. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt een studie van de interface tussen Aktionsart (of lexicaal aspect) en grammaticale tijd vanuit een taalvergelijkend perspectief, waarbij de aandacht specifiek zal uitgaan naar de interactie tussen de klasse van dynamische werkwoorden en de uitdrukking van tegenwoordige tijd. De hypothese die hier naar voren wordt geschoven, is dat er in verschillende talen bij de verwijzing naar dynamische (i.e. veranderlijke, nietstatische) gebeurtenissen in het heden een conceptueel probleem optreedt, dat leidt tot een opvallende polyfunctionaliteit van de markeerder in kwestie: tegenwoordige tijd bij statische werkwoorden, en een niettegenwoordige interpretatie bij dynamische (bv., als een verleden of toekomende tijd). Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Johan Van der Auwera • Frank Brisard • Marie-Astrid De Wit
Hedendaagse Amerikaanse fictie tussen lokale en globale kennis - Richard Powers, David Foster Wallace, en de informatieroman. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek richt zich op de "post-postmoderne" tendens in de hedendaagse Amerikaanse fictie, met als voornaamste auteurs Richard Powers en David Foster Wallace. Overtuigd dat ironie niet de enige uitkomst is na het failliet van de Grote Verhalen (Lyotard), zien Powers en Wallace de roman als een mogelijke uitweg voor het postmoderne solipsisme van hun literaire voorgangers. Beide auteurs beogen een tekst die informatie zo kan scherpstellen dat lokale kennis alsnog in een tentatief globaal model wordt weergegeven. De centrale vraag die daarom moet worden beantwoord is: hoe kunnen hun romans de illusie van totaliteit opwekken, zonder zelf totalitair te zijn? Een cognitief-narratologische analyse van The Gold Bug Variations (Powers 1991) en Infinite Jest (Wallace 1996) moet deze vraag zowel op vormelijk
als inhoudelijk vlak beantwoorden. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Luc Herman • Toon Staes
Kleren bouwen. Een onderzoek naar ontwerpen in mode via architectuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Kurt Vanhoutte • Alexandra Verschueren
De competitie over de commons in de laat middeleeuwse Kempen: Een onverkend gebied. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Tim Soens • Maïka De Keyzer
Erfgenamen, familiebanden en stedelijke verenigingen. Stedelingen en hun netwerken in 15de en 16de-eeuws Mechelen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Maarten Van Dijck • Peter Stabel • Kim Overlaet
Universalisme vs. particularisme in de transnationale civil society van mensenrechtenorganisaties. Amnesty International USA en Human Rights Watch tussen samenwerking en concurrentie (1978-2008). Universiteit Antwerpen Abstract: Aan het begin van de 21ste eeuw is het aantal NGO's die in de transnationale civiele samenleving opereren bijna ontelbaar. Men kan de proliferatie van mensenrechtenorganisaties (MROs) toejuichen maar men zou zich ook moeten afvragen waarom er zoveel zijn. Weerspiegelt dit een effectieve arbeidsverdeling of wijst het op particularistische belangen? Dit project, dat nauw aansluit bij de recente groei van historisch onderzoek in MROs, focust op de spanning tussen hun universalistische missie en hun particularistische tendensen. De onderliggende hypothese is dat de toegenomen participatie van MROs in een 'mensenrechtenmarkt' een competitie heeft gecreëerd dat soms botst met de universalistische logica van samenwerking en de verdediging van mensenrechten. Met andere woorden: organisatorisch eigenbelang kan het universeel ideaal van de mensenrechten gefragmenteerd en de effectiviteit van de activiteiten en de campagnes van de MROs belemmerd hebben. Deze hypothese zal getest worden via een analyse van de relaties tussen Amnesty International USA en Human Rights Watch voor de periode 1978 ¿ 2008, waarbij een structureel-kwantitatief onderzoek (historische sociale netwerkanalyse) en een kwalitatieve bronnenstudie gecombineerd zullen worden. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Maarten Van Ginderachter • Bart De Sutter
Kerkmuziek en confessionalisering in transformatie. Casus Antwerpen, ca. 1585-1794. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt de wisselwerking tussen religieuze muziek en een stedelijke maatschappij tijdens een periode van belangrijke transformaties te bestuderen. Enerzijds zal nagegaan worden hoe religieuze muziek gebruikt wordt als middel bij het tot stand brengen en handhaven van een confessionele identiteit, anderzijds zal de invloed van religieuze, politieke en sociaal-culturele veranderingen op de productie en consumptie van religieuze muziek in kaart gebracht worden. Via een doorgedreven historische contextualisering van het stedelijk muziekleven en haar actoren wil deze studie nieuwe inzichten ontwikkelen betreffende de mogelijke betekenissen en het functioneren van religieuze muziek binnen een urbane omgeving. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Guido Marnef • Stefanie Beghein
Singulariteit en Verantwoordelijkheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Op het eerste gezicht lijkt de vraag naar verantwoordelijkheid een vraag naar vrijheid te zijn: is men verantwoordelijkheid voor de eigen handelingen/daden omdat men deze vrijwillig heeft gekozen/verricht? In het recente filosofische debat dat is geïnspireerd door de filosofie van Emmanuel Levinas, wordt verantwoordelijkheid echter begrepen als het gevolg van een appèl, als een opdracht die niet het gevolg is van een vrije keuze, maar die op een passieve manier wordt ontvangen. Dit appèl wordt ontvangen door een singuliere persoon of kan enkel worden beantwoord door deze persoon. Levinas' concept van verantwoordelijkheid werd inmiddels in vraag gesteld door vele critici, zoals Jean-Luc Marion en Paul Ricoeur, die beiden betwijfelen dat Levinas' appèl tot verantwoordelijkheid kan worden begrepen als singulier. De kritieken van Marion en Ricoeur wijzen op het
fundamentele probleem van een ethiek van de verantwoordelijkheid: hoe kan een appèl dat per definitie (als appèl van het goede) is geadresseerd aan iedereen,om een antwoord vragen dat ik alleen kan geven? Het volgende onderzoeksproject behandelt precies deze vraag en wil meer bepaald de volgende drie vragen zorgvuldig onderzoeken. 1.) Kan het appèl van het goede singulier zijn zodat het mogelijk wordt om te zeggen dat het mij singularitseert? 2.) Kan een passief appèl voor verantwoordelijkheid resulteren in een concreet ethisch handelen? 3.) In welke zin is vrijheid afhankelijk van een singulier, ethisch handelen? Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Arthur Cools • Geoffrey Dierckxsens
Zoekend oordelen en moreel leven. Functie en grenzen van het reflecterend oordeelsvermogen in Kants 'impure ethics'. Universiteit Antwerpen Abstract: Ik wil me in mijn onderzoek toespitsen op een bepaald aspect van deze 'onzuivere ethiek', namelijk op het belang dat het reflecterend oordeelsvermogen volgens Kant heeft voor de moraliteit. Op de functie van het reflecterend oordeel voor de moraliteit wordt uiteraard reeds gewezen in (commentaren op) Kants KdU. Het reflecterend oordeelsvermogen speelt echter ook een belangrijke (en vaak zelfs een prominente) rol in teksten die tot het domein van Kants 'onzuivere ethiek' behoren. Via een studie van deze teksten wil ik aantonen dat het reflecterend oordeelsvermogen volgens Kant niet alleen een wezenlijk aspect is van de menselijke existentie, maar ook een vermogen, zoniet hét vermogen waarmee de mens aan het morele leven concreet gestalte geeft. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Geert Van Eekert • Liesbet Vanhaute
Taalvariatie op de Vlaamse openbare omroep. Een onderzoek naar substandaardiseringsprocessen in televisieprogramma's. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstellingen van het project: 1. Substandaardisering in verschillende soorten televisieprogramma's beschrijven; 2. Conversatieanalytisch recente programma's met oudere opnames vergelijken; 3. Linguïstisch-etnografisch beschrijven hoe en op basis van welke criteria programma's worden geconstrueerd. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jürgen Jaspers • Sarah Van Hoof
Het eindrijm in de Middelnederlandse epiek (ca. 1200-1500): ontwikkeling, verhouding tot auteurspersoonlijkheid en samenhang met genres. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt het eindrijm in de Middelnederlandse epiek (ca. 1200-1500). Aan de hand van drie onderzoeksvragen wil ik de ontwikkeling ervan in kaart brengen, zijn relevantie voor auteursherkenning bepalen en zijn samenhang met genres onderzoeken. Vanuit een breder literair-historisch perspectief wordt daarbij telkens de vraag gesteld hoe onderscheidend of creatief Middelnederlandse auteurs zich in hun werk opstelden. De methodologie die ik wil gebruiken is computergebaseerd en geautomatiseerd (cf. Hinskens & Van Dalen-Oskam 2007). Het project is op die manier afgestemd op de omvang van het onderzoeksmateriaal en de complexiteit van de onderzoeksvragen. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Walter Daelemans • Frank Willaert • Mike Kestemont
Relationeel en institutioneel vertrouwen in de internationale handelscircuits van de Nederlanden, 15de-16de eeuw Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de rol van vertrouwen in netwerken en instituties die gebruikt werden door internationale kooplieden in Brugge en Antwerpen in de vijftiende en zestiende eeuw. Uitgaande van de twee categorieën van vertrouwen, namelijk relationeel en institutioneel vertrouwen, wil dit onderzoek nagaan of vertrouwen minder belangrijk werd naarmate nieuwe juridische instellingen en regels gevormd werden die handelstransacties tussen kooplieden moesten vergemakkelijken. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Peter Stabel • Jeroen Puttevils
Sociale relaties binnen consumptieve praktijken. Welstellende huishoudens uit Antwerpen, tweede helft 17de eeuw eerste helft 19de eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar de sociale relaties die schuilgaan achter en vorm krijgen door consumptieve praktijken via kwantitatief en kwalitatief onderzoek naar het verloop van goederen/diensten en handelspartners aan de hand van huishoudjournalen, huishoudelijke rekeningen en briefwisseling toebehorend aan leden van de Antwerpse elite uit de 17de-18de eeuw. Door na te gaan wat er waar en bij wie werd aangekocht, wordt getracht het consumptief sociaal netwerk en de flow-verbruikspatronen te reconstrueren vanuit de actoren zelf, en aldus het hoe en waarom te ontdekken achter consumptieve praktijken, de daaraan verbonden sociale relaties (krediet, reciprociteit, etc.), de omgang met goederen, en eventuele evoluties ter zake. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Tom De Roo
Diplomatie in tijden van democratisering. Een onderzoek naar de cultuur van het Belgische diplomatieke corps, 19101940. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project wil verder bouwen op de politiek-culturele aanpak van Van Kemseke en Van Eenoo, en die aanvullen met inzichten uit de discoursanalyse, de sociologie en de Theorie van de Internationale Betrekkingen (cf. Keene, 2007; Kocho-Williams, 2006). De interdisciplinaire studie van de cultuur van het diplomatieke corps wordt opgevat als een 'etnografisch' onderzoek naar de politieke praktijken en vertogen van de diplomaten als sociale groep, om zo hun mentale leefwereld in kaart te brengen. Meer concreet wordt gepeild naar elementen als de zelfbeelden en de (expliciet verwoorde) zelfrepresentatie van de diplomaat op de Belgische ambassade, maar ook naar zijn gedragingen als vertegenwoordiger van een soevereine staat in een buitenlandse hoofdstad. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar de internationale dimensie van de diplomatieke cultuur: Belgische specificiteit wordt steeds afgewogen tegen grensoverschrijdende kenmerken. De analyse van die elementen kan de hoofdonderzoeksvraag van dit project helpen beantwoorden, met name in hoeverre de democratisering de diplomatieke cultuur tijdens het Interbellum beïnvloedde. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Marnix Beyen • Michael Auwers
Project TST Tools voor het Nederlands als Webservices in een Workflow (TTNWW). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is om allerlei bestaande componenten die ontwikkeld zijn in CGN en STEVIN in te passen in een workflowsysteem voor web services dat ontwikkeld wordt in CLARIN-verband, en dit geheel te laten draaien op servers van erkende CLARINcentra, met als doel faciliteiten aan te bieden voor onderzoekers uit de HSS met geen of weinig technische bagage. Deze faciliteiten moeten 1) hen in staat stellen hun onderzoeksvragen beter of makkelijker aan te pakken en 2) mogelijkheden bieden voor het formuleren van nieuwe typen onderzoeksvragen, i.e. onderzoeksvragen die voor CLARIN niet gesteld konden worden of niet doelmatig te beantwoorden waren. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
Project TST Tools voor het Nederlands als Webservices in een Workflow (TTNWW). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is om allerlei bestaande componenten die ontwikkeld zijn in CGN en STEVIN in te passen in een workflowsysteem voor web services dat ontwikkeld wordt in CLARIN-verband, en dit geheel te laten draaien op servers van erkende CLARINcentra, met als doel faciliteiten aan te bieden voor onderzoekers uit de HSS met geen of weinig technische bagage. Deze faciliteiten moeten 1) hen in staat stellen hun onderzoeksvragen beter of makkelijker aan te pakken en 2) mogelijkheden bieden voor het formuleren van nieuwe typen onderzoeksvragen, i.e. onderzoeksvragen die voor CLARIN niet gesteld konden worden of niet doelmatig te beantwoorden waren. Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Stefaan Walgrave
De tegengestelde krachten van de moraal. Friedrich Nietzsche and Charles Taylor over zin, moraal en postmoderniteit. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek biedt – voor de eerste keer – een confrontatie tussen twee filosofen die op het eerste gezicht elkaars tegenpolen zijn: Friedrich Nietzsche (1844-1900), denker van het nihilisme en 'de dood van God', en Charles Taylor (*1931), filosoof van de 'sterke waardering' (strong evaluation) en de onvermijdelijkheid van zingeving. Echter voor beide filosofen staat vast dat de postmoderne mens in een fundamentele identiteitscrisis verkeert door het verlies van een evidente betekenishorizon. Beiden erkennen bovendien ten diepste dát de postmoderne mens zich moreel gezien in een spanningsveld bevindt, en dat het er op aan komt zich te leren bewegen temidden van de tegengestelde krachten van de moraal. Juist in en door de dialoog tussen Nietzsche en Taylor wordt het mogelijk de voorwaarden te onderzoeken van een 'derde weg', tussen de extremen van fundamentalisme en moreel relativisme. Organisaties: • Centrum voor Ethiek
Onderzoekers: • Willem Lemmens • Guido Vanheeswijck • Michiel Meijer
Metafictie en het schrijfprocess. Een genetische benadering van het begrip 'autography' in Samuel Becketts Molloy, Malone meurt, en L'Innommable. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project stelt als doel om een nieuw perspectief te bieden aan H. Porter Abbotts term 'autography' door het te linken aan Samuel Becketts manuscripten, en op die manier terug te keren naar de oorspronkelijke betekenis van het woord 'autograaf': handschrift. Als dusdanig tracht dit project te achterhalen waarom Beckett zijn eigen schrijfproces in zijn werk incorporeerde, en wat deze keuze kan onthullen omtrent zijn poëtica. Door de metafictie in Becketts manuscripten (van Molloy, Malone meurt en L'Innommable) te ontleden en op die manier het schrijfproces van de auteur duidelijk te scheiden van dat van de verteller, tracht het project bovendien een concreter onderscheid te maken tussen de termen 'autography' en 'autobiography'. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Dirk Van Hulle • Wout Dillen
Brusselende taal, bruisende frictie. Een etnografische analyse van talige hybriditeit en zuiverheid op een Brusselse secundaire school. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.
Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren • Jürgen Jaspers
Gilliams en de tekens: een onderzoek naar de weerslag van een doorgedreven verzelfstandiging van het literaire veld op de kritische representatie van de werkelijkheid in (Vlaams) verhalend proza. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Kristiaan Humbeeck • Filip De Ceuster
Antwerpen en het aanbreken van een consumptiemaatschappij, 15e-18e eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Antwerpen en het aanbreken van een consumptiemaatschappij, 15e-18e eeuw. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
Een computationeel psycholinguïstische benadering van primaire taalverwerving. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is de ontwikkeling van een computationeel psycholinguïstisch model van de primaire taalverwerving dat gekenmerkt kan worden als een datagedreven model waarin algemene (i.e., niet specifiek talige) leermechanismen vanuit de input taalkennis (grammatica, lexicon, etc.) verwerven. De term 'computationeel psycholinguïstisch' karakteriseert de aard van het model dat we voor ogen hebben, een model van de taalverwervings- en taalverwerkingsprocessen die de primaire taalverwerving mogelijk maken en bewerkstelligen. De samenstellende delen van die term preciseren ook een methodologische optie: het voorgestelde onderzoek omvat namelijk twee luiken: (1) een psycholinguïstisch luik waarin de verwerving van de natuurlijke taal bestudeerd wordt bij kinderen, gebruik makend van de gangbare psycholinguïstische methodologie, d.i. analyse van corpora van spontane spraak en experimentele toetsing van hypothesen die evt. door het corpusonderzoek gegenereerd worden. (2) een computationeel luik waarin een computermodel van dezelfde taalaspecten wordt geïmplementeerd, gebruik makend van de principes van 'gelijkenis-gebaseerd redeneren'. De relatie tussen de luiken is tweevoudig: (i) De ontwikkeling van een theorie over taalverwerving waarin de rol van structurele aspecten van de taalinput en het zelf-organiserend vermogen van de taalverwerver centraal staan. (ii) Een gezamenlijk studie-object maakt het mogelijk om een vruchtbare wisselwerking tussen de psycholinguïstische data en theorievorming en het computationeel model te bewerkstelligen. Dit houdt o.m. in dat gegevens uit de natuurlijke taalverwerving in de twee luiken van het onderzoek gebruikt worden, nl. als primair studieobject in het psycholinguïstisch luik en als effectief inputmateriaal voor de artificiële verwerver; de performantie van die laatste zal bovendien geëvalueerd worden aan de hand van de taalverwerving en -ontwikkeling van kinderen. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Etienne Gillis
Theorievorming in de pragmatiek, metapragmatische studies, en de problematiek van interculturele en internationale communicatie. Universiteit Antwerpen Abstract: 1. ontwikkeling van een coherent beschrijvingskader voor taalgebruiksaspecten (vanuit een linguïstische pragmatiek die wordt benaderd als de cognitieve, sociale en culturele wetenschap van taal en communicatie 2. studie van metapragmatische termen 3. toepassingen op het gebied van de interculturele communicatie (face-to-face) en de internationale communicatie (diplomatie en berichtgeving). Organisaties: • Linguistiek • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren
Architectuur als werkelijkheid. Theorie, geschiedenis en kritiek van architectuur via het werk van Geert Bekaert Universiteit Gent Abstract: Sinds de jaren vijftig heeft Geert Bekaert consistent en onafgebroken over architectuur en kunst geschreven. Met dit onderzoek wil ik de (architectuur)theorie van Geert Bekaert toelichten, door deze te reconstrueren binnen het internationale landschap van architectuurtheorie en geschiedenis. In het denken van Bekaert is architectuur de eerste en meest complete menselijke activiteit, die ideologie, politiek, esthetiek, economie en filosofie voorafgaat. Architectuur construeert de werkelijkheid waarin het menselijk leven ontwikkeld kan worden. In mijn thesis zal ik dit ?basaal? aspect van de architectuur ? en deze fundamentele kritische theorie ? toelichten en uitbreiden. Organisaties: • Vakgroep Architectuur en stedenbouw
Onderzoekers: • Emiel De Kooning • Bart Verschaffel
Klinisch en neurofysiologisch onderzoek van auditieve discriminatie bij afatici met fonologische inputstoornissen Universiteit Gent Abstract: In deze studie zal de focus liggen op problemen met fonologische inputverwerking bij afatici. Om de gevoeligheid voor fonetische contrasten in afatici en gematchte controles te bestuderen, zullen de Mismatch Negativity en P300 gebruikt worden. Drie blokken van monosyllabische woorden zullen aangewend worden als stimuli. Deze methode moet toelaten om specifieke patronen van contrastgevoeligheid te detecteren.
Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Patrick Santens
Nonnos' Dionysiaka als exponent van de " mozaïkale poëtica" van de erg Late Oudheid. Een structurele , generische en retorische analyse Universiteit Gent Abstract: Laatantieke poëzie wordt graag vergeleken met een mozaïekstructuur, opgebouwd uit verblindende ?tesserae? die een overzicht bemoeilijken. Op Nonnos? Dionysiaka lijkt dit van toepassing. Een structurele, generische (Cairns? Generic Composition) en retorische (a.d.h.v. de antieke retorica) analyse van afzonderlijke episodes uit de Dionysiaka zal leiden tot een beter begrip van de ?mozaïkale poëtica? van Griekse én Latijnse auteurs uit deze periode. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Kristoffel Demoen
De leef- en denkwereld van noordelijke prehistorische jager-verzamelaars: etnografische en etnoarcheologische theorie en analyse van de gedrags- en materiële expressie van de relatie tussen ideologie en ecologie Universiteit Gent Abstract: Het onderzoeksproject bestaat uit de toepassing van het nieuwe antropologische paradigma op de studie van Noord-Europese prehistorische jager-verzamelaars, met focus op de relatie tussen ecologie en ideologie. Doel is de ontwikkeling van een nieuw interpretatief kader voor de analyse van het leven en denken van noordelijke jager-verzamelaars door confrontatie van de antropologische theorie met de FinaalPaleolithische en Mesolithische data. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Philippe Crombé
Aristocratische vrouwen in de wandelgangen van de politiek. Gender, seksuele moraal en de publieke sfeer in Wenen en Londen, 1814/15-1848. Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt in welke mate een toegenomen reikwijdte van de media aristocratische vrouwen deed conformeren aan de seksuele moraal van de middenklasse, waardoor zij van het politieke toneel verdwenen. Het vergelijkt het gebruik van seksuele moraal als een politiek wapen in het liberale Londen en in Wenen dat strenge censuur kende, en dit zowel van binnenin als van buitenuit. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Gita Deneckere
Lords and Ladies of the Rings: An analysis of four literary networks in London and Paris (1900-1920) Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt de werking, samenstelling en het belang van vier culturele netwerken tussen 1900-1920 in Londen en Parijs aan de hand van de literair-sociologische theorie van Pierre Bourdieu. In een case studie wordt dieper ingegaan op de vraag hoe literaire netwerken instrumenteel zijn in de verspreiding van filosofisch, psychoanalytisch en sociologisch gedachtegoed als dat van Bergson, Freud en Marx. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Maryse Demoor
De schrijver als lezer. De poëtica van Vladimir Nabokovs Lectures on Literature Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek beoogt een analyse van het poëticale systeem dat ten grondslag ligt aan Vladimir Nabokovs Lectures on Literature, de colleges wereldliteratuur die de auteur tussen 1941 en 1959 gaf aan de universiteiten van Wellesley en Cornell. Centraal bij deze poëticale analyse staat de interactie tussen de componenten auteur, lezer en autonome status van de literaire teskt. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse literatuur
Onderzoekers: • Jurgen Pieters • Bart Vervaeck
De netwerken van de Vlaamse zakenelite: post-fordisme en de federalisering in België Universiteit Gent Abstract: Ik beoog de reconstructie van de netwerken van het Vlaams Economisch Verbond door middel van een netwerkanalyse. Ik hoop aan te tonen welk aandeel het VEV had in twee fundamentele maatschappelijke tranformaties van de afgelopen veertig jaar: de transitie van een zeer gestandaardiseerde economie (fordisme) naar een flexibele kenniseconomie (post-fordisme) en de federalisering van de Belgische staat. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Bruno De Wever
De emancipatorische elasticiteit van de islam: de relatie tussen goddelijke autoriteit, culturele authenticiteit en menselijke emancipatie in het politieke discours van Egyptische moslimintellectuelen Universiteit Gent Abstract: Mijn doctoraat omvat een onderzoek van de actuele politisering van de islam, aan de hand van een studie van de rol van autoriteit, authenticiteit en emancipatie binnen het hedendaagse discours van moslimintellectuelen in Egypte. Ik leg het politiek-semiotisch proces bloot, een fenomeen waarbij traditionele religieuze tekens potentiële dragers worden van moderne betekenissen, zoals mensenrechten, secularisering, democratie en emancipatie.
Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Sami Zemni • Jo Van Steenbergen
Oorlog, staatsvorming en de sociaaleconomische impact op de samenleving: het Bourgondisch leger onder Filips de Goede (1419-1467) Universiteit Gent Abstract: De studie onderzoekt vanuit militair gezichtspunt de cruciale regeringsjaren van hertog Filips de Goede en tract de verschillende 'staatsvormende' domeinen zoals fiscaliteit, volksvertegenwoordiging, verstedelijking en economie in verband te brengen. Aan de hand van interantionale debatten en discussies vragen we onszelf af in welke mate een politiek van permanente oorlogsvoering, belichaamd door de Honderjarige Oorlog, de vorming van moderne staten in de hand heeft gewerkt (Charles Tilly). Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Marc Boone
Taalvariatie en constructionele semantiek: argumentstructuur-constructies Universiteit Gent Abstract: Het project bevindt zich op het snijpunt van constructiegrammatica, historische taalkunde en variationele sociolinguïstiek. Op basis van uitgebreid kwalitatief en kwantitatief corpusonderzoek naar de semantische eigenschappen van argumentstructuur-constructies in verschillende (regionale, stilistische en diachrone) variëteiten van het Nederlands, wil het project patronen van taalvariatie en -verandering in constructionele semantiek blootleggen en analyseren. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse taalkunde
Onderzoekers: • Johan De Caluwe
Symptomatologie bij Friedrich Nietzche en René Girard: een confrontatie Universiteit Gent Abstract: Een confrontatie van de symptomatologieën (d.w.z. psychofysiologische duidingen van gedragingen en discours) bij Nietzche en Girard aangaande fenomenen als reactiviteit, dematerialisering, theatraliteit en genialiteit een studie naar de cultuurkritische implicaties van hun symptomatologieën, uitgaande van de concepten schoonheid, liefde en waarheid, en naar de methodologische problemen, verbonden met hun symptomatologieën, met aandacht voor circulariteit en de rol van de taal. Organisaties: • Vakgroep Duits
Onderzoekers: • Benjamin Biebuyck
Ontwikkeling van chemische isolatiemethoden en meetprotocols voor koper-, antimoon- en titaanisotopenanalyse van antiek glas door middel van multicollector-ICP- massaspectrometrie. Universiteit Gent Abstract: Een analytische methodiek, bestaande uit (i) het zuiver en kwantitatief isoleren van het analiet (Cu, Sb, Ti) van de begeleidende matrix en (ii) het verwerven van isotopische informatie via multicollector-ICP-massaspectrometrie, zal ontwikkeld worden voor herkomstbepaling van Cu-, SBen Mn- gebaseerde reagentia gebruikt in de oudheid om glas te (ont) kleuren. Ook niet-destructieve (femtoseconde) laser ablatie MC-ICP- MS zal hiertoe ingezet worden. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Frank Vanhaecke
The "Awad el Djouh Affair". Slave Trade, Human Rights and the shaping of the Postcolonial World (1948-1962) Universiteit Gent Abstract: Dit project richt zich op de mediatisering van vermeende slavenhandel vanuit West Afrika naar Saoedi Arabië in het midden van de twintigste eeuw, en de effecten hiervan op Nationale en internationale wetgeving en het dekoloniseringsproces dat vorm kreeg in de jaren '50. Daarnaast richt het zich op recente debatten in Wereldgeschiedenis, door gebruik van translokale en instituional world history benadering. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Jean Sebastian Lecocq
Waarneming en agentiviteit. Hermholtz' psychofysiologische optica als een voorloper van de hedendaagse agentieve/sensorimotorische benadering van de menselijke perceptie Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksvoorstel beoogt de studie van de historische continuïteit tussen Hermann von Helmholtz' psychofysiologische optica en de hedendaagse sensorimotorische/enactieve benadering van de waarneming. Doorheen de analyse van (i) Helmholtz' conceptualisering van het waarnemingsprobleem en (ii) de filosofische grondslagen van zijn waarnemingstheorie in het historische luik, wordt een kritisch perspectief geboden op de sensorimotorische/enactieve benadering in het vergelijkend/systematisch luik. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Gertrudis Van de Vijver
Zegeltraditie en traditionele zegels. Een onderzoek naar familiale continuïteit uitgedrukt door zegels en het zegelen in Oud-Babylonisch Sippar Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek doelt op het definiëren van het gebruik van Oud-Babylonische zegels als uitdrukkingen van de familiale traditie. Aan de hand van de analyse van het zegelgebruik binnen verschillende families zal een bijdrage geleverd worden tot de studie van de Oud-Babylonische samenleving. Het corpus zal samengesteld worden op basis van een unieke zegeldatabasis van het departement Assyriologie (UGent). Organisaties: • Vakgroep Talen en Culturen van het Nabije Oosten en Noord-Afrika
Onderzoekers: • Michel Tanret
Het fenomeen Pirenne (circa 1875 - circa 1975). Een kritisch onderzoek naar succes- en statusvorming Universiteit Gent Abstract: Door zijn egonetwerk te analyseren, wil deze studie de 'organische' manier deconstrueren waarop historicus Henri Pirenne uitgroeide tot een (inter)nationaal fenomeen. Onderzoek van zijn Nachleben moet aantonen hoe de 'mythe' verder werd gereproduceerd. De casus Pirenne zal een licht werpen op de processen van intellectuele sociabiliteit en de invloed van succes en status op de historiografische productie van zijn tijd. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Marc Boone
De ontwikkeling van het Centre for the Study of Local Cultures aan Kuvempu University, India Universiteit Gent Abstract: Het project werkt mee aan de heropleving van de sociale wetenschappen en de menswetenschappen(zowel onderzoek als onderwijs) aan een rurale universiteit in Zuid-India. Het onderzoekscentrum Centre for the Study of Local Cultures (CSLC) richt zich op vernieuwend onderzoek naar de Indiase cultuur en samenleving, voornamelijk rond de problematieken van kaste/ongelijkheid en pluralisme/conflict. De doelstelling is ook om een feed-back loop met de locale samenleving in Karnataka te onderhouden (met NGO's, locale beleidmakers en de officiële instanties). Tegelijk zal er ook gewerkt worden aan de opstart van een Academie die het onderzoek in de menswetenschappen en de sociale wetenschappen op een institutionele manier moet behartigen. Organisaties: • Vakgroep Vergelijkende cultuurwetenschappen
Onderzoekers: • Balagangadhara Rao
Logica, redeneren en rationaliteit Universiteit Gent Abstract: Tijdens de periode van de Wiener Kreis was er een sterke link tussen logica, redeneren en rationaliteit. Om meerdere redenen werd deze link in vraag gesteld. Het idee achter dit project is dat de tijd rijp is om de link te herstellen, niet op basis van klassieke logica, maar op basis van adaptieve logica's. Verschillende domeinen zullen worden onderzocht, zoals moreel redeneren, alledaags redeneren en ampliatief redeneren. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Joke Meheus
De stilte doorbroken. Over de culturele, formele en sociale integratie van mensen met een auditieve beperking. OostVlaanderen, 1750-1900. Universiteit Gent Abstract: Volgens (inter)nationale literatuur waren mensen met een beperking relatief goed geïntegreerd binnen hun gemeenschap tot het midden van de 19e eeuw. Daarna, als gevolg van de industriële revolutie en het medicaliseringsproces, werden ze een onderdrukte groep. Dit onderzoeksproject wil deze hypothese aan een empirisch onderzoek onderwerpen en wil meer inzicht brengen in de sociale positie van doven in Oost-Vlaanderen (1750-1900). Organisaties: • Vakgroep Nieuwe geschiedenis
Onderzoekers: • Isabelle Devos
De seriële aard van experimenten Universiteit Gent Abstract: Dit project stelt een systematische, filosofiesche analyse voor van experimenten opgevat in termen van series. Het project heeft als doel te verhelderen hoe experimenten verbonden worden in reeksen, specifiek in de vroeg moderne periode waar seriële experimenten alomtegenwoordig zijn. De hypothese van het project is dat seriële experimenten alomtegenwoordig zijn. De hypothese van het project is dat seriële experimentatie wordt gebruikt om kennis te genereren. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Maarten Van Dyck • Eric Schliesser
De seriële aard van experimenten Universiteit Gent Abstract: Dit project stelt een systematische, filosofiesche analyse voor van experimenten opgevat in termen van series. Het project heeft als doel te verhelderen hoe experimenten verbonden worden in reeksen, specifiek in de vroeg moderne periode waar seriële experimenten alomtegenwoordig zijn. De hypothese van het project is dat seriële experimenten alomtegenwoordig zijn. De hypothese van het project is dat seriële experimentatie wordt gebruikt om kennis te genereren. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Maarten Van Dyck • Eric Schliesser
De horizonten van de geest: Confucianistisch neotraditionalisme en Chinese identiteit in de filosofie van Tang Junyi Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoeksproject zal het denken van de filosoof Tang Junyi wordent bestudeerd als representatieve (traditionalistische) oriëntatie binnen het hedendaagse Chinese denken. Door een onderzoek van zijn "Het bestaan en de horizonten van de geest" wordt geanalyseerd hoe Tang het de waarde van het Confucianisme voor China en de mondiale samenleving tracht te herinterpreteren en herbevestigen in het aanzicht van de moderniteit. Organisaties: • Vakgroep Talen en Culturen van Zuid- en Oost-Azië
Onderzoekers: • Bart Dessein
Susa lex sed lex - Het rechtssysteem van Susa tijdens de Sukkalmah-periode (1980 - 1530 vot) Universiteit Gent Abstract: Dit project wil het rechtssysteem van de oude stad Susa (West-Iran) tijdens de Oud-Babylonische periode reconstrueren. Het onderwerp van het onderzoek is een verzameling van ongeveer 300 spijkerschrifttabletten: koopcontracten, huurcontracten, leningen, erfdelingen en processen. Uiteindelijk is het de bedoeling de conclusies te vergelijken met het rechtssysteem van de invloedrijke Mesopotamische cultuur. Organisaties: • Vakgroep Talen en Culturen van het Nabije Oosten en Noord-Afrika
Onderzoekers: • Michel Tanret
De perceptie van verandering in het modeveld Universiteit Gent Abstract: Verandering wordt ald inherent beschouwd aan mode door mensen in de mode-industrie en de academische wereld. Waar dat vroeger (begin 20ste eeuw) wel het geval was, wordt er vandaag de dag nauwelijks gereflecteerd over de essentiële status die verandering heeft binnen het modeveld. Dit project onderzoekt de overeenkomsten en verschillen in de attitudes t.a.v. verandering in het modeveld door te focussen op de perceptie van 'cultural intermediaries'. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Freddy Mortier
Sociale vernieuwing en artistocratseringsprocessen bij de stedelijke elites van laatmiddeleeuws Vlaanderen. Universiteit Gent Abstract: Het onderzoeksproject is gericht op de samenstelling van de stedelijke elites van de grote en middelgrote steden van het graafschap Vlaanderen in de late middeleeuwen. Dit was een sleutelfase in de gescheidenis van stedelijke elites, waarbij deze zich met groeiend succes wisten te affirmeren tegenover de corporatieve middengroepen. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Marc Boone
Stratificatie en sociale ongelijkheid in Italië en Lugdunum. Een vergelijkende kwalitatieve epigrafische analyse van de klassenstructuur, machtsverhoudingen en sociale strijd tussen municipale statusgroepen tijdens het Principaat. Universiteit Gent Abstract: Romeinen beschreven hun sociale positie minutieus, maar moderne onderzoekers gebruiken vaak algemene categorieën waarbij ze humiliores behandelen als een ongedifferentieerde 'klasse'. We willen 'statusgroepen' uit lokale Italische gemeenten en de relaties tussen hen onderzoeken en vergelijken met materiaal uit Lugdunum. Hoe zijn machtsverhoudingen, competitie en geweld verbonden met 'klasse' en hiërarchie? We zullen hiervoor concepten van P. Bourdieu gebruiken. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Koenraad Verboven
Over het postmoderne statuut van de klassieke tragedie en de tragische visie: Peter Verhelsts romans and theater(teksten) Universiteit Gent Abstract: Dit project wil de mogelijkheid van een tragische visie in Peter Verhelsts romans en theater(teksten) onderzoeken met bijzondere aandacht voor de relatie tussen zo'n visie en de veelvuldige thema's en motieven uit de klassieke tragedie in zijn oeuvre. Esthetische en ethische analyses zullen resulteren in originele bijdragen tot zowel de interpretatie van Verhelst als tot de postmoderne receptiegeschiedenis van de klassieke tragedie. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Kristoffel Demoen
Moraalwetenschappelijke studie van de ethische problematiek rond de behandeling en begeleiding van pasgeborenen, kinderen en adolescenten met aandoeningen van de seksuele ontwikkeling Universiteit Gent Abstract: Het project zal de verschillende ethisch relevante problemen met betrekking tot interseksueel geboren kinderen bestuderen aan de hand van zowel literatuur- als empirisch onderzoek. Door middel van normatief ethische theorieën kunnen deze resultaten leiden tot een coherente behandelingsaanpak van de pasgeborenen en een begeleidingsplan voor het opgroeiende kind. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Piet Hoebeke • Guido Pennings
Mijn verloren land Universiteit Gent Abstract: Mijn verloren land? is een gezamenlijk project van het IPG, Familiekunde Vlaanderen en Heemkunde Vlaanderen. Het is gestart in het najaar 2011 en loopt tot eind 2012. Het wordt gefinancierd als cultureel erfgoedproject van de Vlaamse Gemeenschap. Nele Provoost was als wetenschappelijk medewerker verantwoordelijk voor de inhoudelijke en praktische uitvoering. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Christophe Verbruggen
Trauma, getuigenis en gemeenschap in postkoloniale Engelstalige literatuur (J. M. Coetzee, Caryl Phillips en Eavan Boland) Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject gaat na hoe de traumatheorie haar Eurocentrisme kan doorbreken en aldus haar zelfverklaarde ethische potentieel kan waarmaken. Het bestaat uit een theoretisch luik waarin de mogelijkheid en zin van een ?postkolonialisering? van de traumatheorie worden onderzocht, en een praktisch luik dat drie gevalstudies omvat van postkoloniale literaire oeuvres die getuigenis afleggen van het lijden veroorzaakt door koloniale onderdrukking. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Gert Buelens
De Rossetti's in context: De poëzie van Dante Gabriel en Christina Rossetti in negentiende-eeuwse Britse en Amerikaanse tijdschriften Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een historiserend en contextualiserend onderzoek naar de al dan niet geautoriseerde publicatie van de poëzie van de Victoriaanse dichters Dante Gabriel Rossetti en Christina Rossetti in negentiende-eeuwse Britse en Amerikaanse tijdschriften. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Maryse Demoor
Ontwikkeling van chemische isolatiemethoden en meetprotocols voor koper-, animoon- en titaanisotopenanalyse van antiek glas door middel van multicollector-ICP- massaspectrometrie. Universiteit Gent Abstract: Een analytischemethodiek, bestaande uit (i) het zuiver en kwantitatief isoleren van het analiet (Cu, SB of Ti) van de begeleidende matrix en (ii) het verwerven van isotopische informatie via multicollector-ICP- massaspectrometrie, zal ontwikkeld worden voor herkomstbepaling van Cu-, Sb- en Mn- gebaseerde reagentie gebruikt in de oudheid om glas te (ont)kleuren. Ook niet-destructieve (femtoseconde) laser ablatie MC-ICP-MS zal hiertoe ingezegt worden. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Frank Vanhaecke
A judgemental theory of collectieve modal knowledge with applications. Universiteit Gent Abstract: In de informatiegerichte maatschappij bouwen rationele agenten hun kennis op op basis van ontvangen informatie. De doelstelling van dit onderzoek is een logica te verkrijgen waarin oordelen met relevante informatie gestructureerd worden en de epistemische attitudes van de agenten uitgedrukt worden door modaliteiten. Er wordt een formele taal ontwikkeld met een multi-bronnen en multi-ontvanger structuur, die toepassingen heeft in de computerwetenschappen en de verkaring van collectieve kennis. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Joke Meheus
Tituli honorarii: monumentale eregedenktekens. Vergelijkend en maatschappelijk onderzoek naar "the epigraphic habit" op het Italisch schiereiland, de westelijke provincies en Asia Minor Universiteit Gent Abstract: Monumentale eregedenktekens vormen de basis van het epigrafisch onderzoek, waarbij nieuw licht wordt geworpen op aspecten van de Romeinse maatschappij, zoals sociale mobiliteit. Zorgde de romainisatiegraad in de provincies voor een imitatie van het model? De invloed van provinciale subculturen wordt nagegaan. Aandacht wordt besteed aan de sociale stratificatie en mobiliteit binnen de provincies en de verhouding tot hét Romeinse samenlevingsmodel. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Koenraad Verboven
Analyse van de ethische verantwoordelijkheid en haar antropologische grondslagen in het denken van Max Scheler en Karol Wojtyla: reconstructie en revaluatie Universiteit Gent Abstract: In het denken van Max Scheler en dat van Karol Wojtyla speelt de ethische verantwoordelijkheid en haar justificatie een grote rol. In mijn onderzoek zal ik hiervan een moraalfilosofische evaluatie maken om vervolgens te kunnen nagaan hoe een pleidooi voor ethische verantwoordelijkheid binnen het domein van "global justice" en "global ethics" op de opvattingen van Scheler en Wojtyla kan steunen en hoe de inzichten van beide denkers in een niet godsdienstig argumentatief raamwerk overeind kunnen blijven als zinvolle verwerping van de morele onverschilligheid en passiviteit.
Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Martin Commers
De vernieuwing van de historische roman na 1975 Universiteit Gent Abstract: Onderzoek oa naar, inhoeverre de nieuwe historische roman afwijkt van de klassieke. In hoeverre de vernieuwing in de historische roman aanlsuit bij de verwennerij in de historiografie. Dit onderzoekproject wel de literaire vernieuweing van de histroische roman bestuderen als een van de motors achter de roman vernieuwing van de late twintigste eeuw. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse literatuur
Onderzoekers: • Bart Vervaeck
Het integrale Joegoslavisme ten tijde van de koninklijke dictatuur (1929-1935) in Joegoslavië - inhoud, verspreiding en wisselwerking met andere nationale ideeën Universiteit Gent Abstract: Dit doctoraatsproject beoogt een onderzoek naar het integrale Joegoslavisme als nationale idee zoals dat van staatswege vastgelegd werd tijdens de koninklijke dictatuur in Joegoslavië (1929-1935). De aandacht gaat uit naar een inhoudelijke definiëring van de Joegoslavische nationale identiteit, de verspreiding van dat nationale bewustzijn, alsook de wisselwerking met andere vormen van nationaal denken in Joegoslavië tijdens deze periode. Organisaties: • Vakgroep Slavistiek en Oost-Europakunde
Onderzoekers: • Raymond Detrez
Taal en verbeelding: Neurale correlaten van tijd- en plaatsrepresentaties bij zins- en tekstbegrip Universiteit Gent Abstract: De functionele neuroanatomie van taalverwerking op tekst- en gespreksniveau is onvoldoende gekend. Taalbegrip van spatiële semantische informatie op zinsniveau zou niet-linguïstische spatiële hersengebieden recruteren. Afgeleide relationele concepten worden (perceptueel of verbaal-propositioneel) opgebouwd in modaliteitsspecifieke hersengebieden. Vraag is of een situatie-model op tekstniveau zich ook van een spatieel (of temporeel) referentiekader bedient en of zins- en tekstniveau hetzelfde neurale correlaat hebben. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Guy Vingerhoets
Subject en infinitief in het Portugees en het Spaans Universiteit Gent Abstract: Contrastief, corpusgebaseerd onderzoek naar Portugese en Spaanse infiniteitconstructies met een eigen, nominatief subject in adveriale bijzinnen. Daarbij wordt - in een functioneel taalkundig kader - aandacht geschonken aan de graad van autonomie van de ondergeschikte zin, aan thematische coherentie en aan de graad van verbaliteit van de infinitief en propositionaliteit van de bijzin. Organisaties: • Vakgroep Taal en communicatie
Onderzoekers: • Eugeen Roegiest
The impact of land system on the urban-rural gap in Chin, 1949-2009. An economic-historical reconstruction (Anhui, Jiangsu, Shanghai, Zhejiang) Universiteit Gent Abstract: The main focus in this research is the relationship between the land system and the urban-rural gap in China, in order to understand (a) what the historical dynamics in this relationship are and (b) what improvements can be suggested made to the current land system in order to narrow the gap. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Eric Vanhaute
INTERcCOM: Interculturele Communicatie in de Euregio Maas-Rijn Universiteit Hasselt Abstract: De Euregio Maas-Rijn, de provincies Limburg en het land Noord-Rijn Westfalen hebben dit onlangs erkend door een omvangrijke ondersteuning van een ambitieus project: INTERcCOM: Interculturele communicatie in de Euregio Maas-Rijn. INTERcCOM wordt ontwikkeld door een internationaal consortium: Provinciale Hogeschool Limburg (PHL), Centrum Toegepaste Linguïstiek - Universiteit Hasselt (CTL-UHasselt), CommArt International (spin-off UHasselt), Hogeschool Zuyd, Institut Supérieur des Langues Vivantes - Université de Liège (ISLV - Ulg), RheinischWestphälische Technische Hochschule (RWTH) Aachen en Gymnasium St. Leonhard Aken. Het project heeft als hoofddoelstelling om op een innovatieve manier en via interactieve e-modules (blended learning) studenten uit de Euregio Maas-Rijn beter te leren communiceren in de drie Euregionale talen: Frans, Nederlands en Duits. Hierbij wordt eveneens rekening gehouden met alle cultuurverschillen die in deze complexe grensregio bestaan. Bovendien voorzien de modules een onderdeel voor (potentiële) studenten afkomstig uit Polen en Turkije. Aan de ontwikkeling gaat een uitgebreid onderzoek vooraf naar taal- en cultuurverschillen, enerzijds tussen de vijf deelregio's van de EMR onderling, anderzijds tussen Turkije, Polen en de EMR. INTERcCOM streeft dus naar een versterking van de communicatieve vaardigheden van toekomstige deelnemers op de Euregionale arbeidsmarkt. Ook om die reden zullen de onderzoeksresultaten verder benut worden ten dienste van de bedrijfswereld. Organisaties:
• Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek
Onderzoekers: • Martine VERJANS
Kritische analyse Sigmund Freuds 'Der Mann Moses'. Hedendaagse reflecties over religie & traditie in naturalistische antropologie. Natuur als overvloed. Niet-reductionistisch alternatief naturalisme: religiekritiek Spinoza, Nietzsche &Freud Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1. Algemene situering van het postdoctoraal onderzoek De voorbije zeven jaar heb ik de religiekritiek van Freud onderzocht. Als postdoctoraal onderzoeker heb ik me toegelegd op de problematiek van het naturalisme in zijn werk over Mozes (Freud, 1939). Voor Freud kan de religie niet vanuit het bovennatuurlijke worden begrepen en hij stelt twee alternatieven voor: de religiekritiek vanuit de wetenschappelijke rationaliteit (onder meer het positivisme, Freud 1927, 1933) of het beschrijven van de religie als een mogelijkheid voor culturele evolutie (Freuds werk over Mozes, waarin het monotheïsme een Verlichting 'avant la lettre' is. Spinoza en Schiller spelen een grote rol). Tegelijk is Freuds denken over religie naturalistisch. Hij ontkent niet dat de beleving van de religieuze mens 'religieus' is, maar wel dat deze beleving het laatste is dat over religie kan worden gezegd. Hiermee begint de zoektocht naar de oorsprong van de religie en de genealogie van de cultuur. In dit kader heb ik ook de invloed van Darwin en Lamarck op Freud geëvalueerd. Vooral in zijn laatste werk biedt Freud een niet-reductionistische visie op de religie (Freud 1939 zie vorig project). 2. Context van het hedendaagse debat omtrent religie en wetenschappen De negentiende-eeuwse tegenstelling tussen religie en wetenschap is nog deels terug te vinden in het hedendaagse debat, wanneer de wetenschappelijke pogingen om de religie te verklaren lijnrecht tegenover de apologie van de eigenheid van de religie staan. Een voorbeeld van deze laatste strekking is Eliade, voor wie elke poging om de oorsprong van de religie te vatten, gedoemd is om de essentie van de religie, het heilige, te miskennen (Eliade, 1969, 158). Daartegenover toont de opmars van evolutionaire interpretaties van de religie het vertrouwen in methodes en veronderstellingen voor de mens en de cultuur, die oorspronkelijk alleen op de biologie van toepassing waren (P. Boyer 1999, S. Atran 2002, D. Hamer 2005, Pinker 2004, Dennett 2005). 'Naturalisme' lijkt dan hoofdzakelijk één invulling te kennen: het wetenschappelijke darwinisme (als adaptationisme). Dit hedendaagse darwinisme draagt echter een aantal basisvooronderstellingen van haar negentiende-eeuwse erfenis mee. Malthus' populatiewet was voor Darwin een 'natuurlijke wet' voor de mens: strijd, tekort en schaarste bepalen menselijke verhoudingen. Natuurlijke selectie betekent dat veranderingen gedacht worden vanuit utiliteit en voordeel. Evolutie ontwikkelt zich volgens een bepaalde rationaliteit, wat leidt tot een optimalisatie van adaptaties en plezier-pijn reflecties veroorzaken vooruitgang. Daarbij heeft de recente convergentie tussen evolutionaire biologie en cognitieve psychologie de aandacht toegespitst op de cognitieve aspecten van evolutie. Naturalisme impliceert de continuïteit tussen de mens en de rest van de natuur. Door deze continuïteit als een analogie tussen natuurlijke en culturele processen te beschouwen, lijken de aanhangers van dit reductionistische naturalisme echter de mogelijkheid verloren te hebben om nieuwe inzichten bij te brengen, die het oorspronkelijke denkkader over de natuur verlaten. Tegelijk wordt deze interpretatie van naturalisme onterecht voorgesteld als het meest overtuigende immanente alternatief voor een essentialistische en transcendente visie op religie. 3. Opzet en invulling van het onderzoek Dit project wil een filosofische uitweg bieden voor de impasse, door de mogelijkheid te onderzoeken van een religiekritiek die wel degelijk naturalistisch is, zonder reductionistisch te zijn. Vanuit de bovengeschetste problematiek en het reeds gevoerde onderzoek komen drie auteurs in aanmerking: Spinoza, Nietzsche en Freud. De hypothese van het project is dat ze een originele bijdrage hebben geleverd aan de naturalistische religiekritiek en dat hun perspectief een mogelijk alternatief biedt voor de impliciete veronderstellingen van het wetenschappelijke naturalisme. Tevens heeft het onderzoek naar een niet-reductionistisch naturalisme ook methodologische implicaties, in het bijzonder voor de 'genetische drogredenering' in het werk van Freud en Nietzsche. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Tinneke BEECKMAN
Metatheatraliteit in het werk van Tennessee Williams. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project behandelt de reflexiviteit in het werk van Tennessee Williams (1911-83), met verwijzingen naar zijn prozawerk wanneer de geneologie van het toneelwerk dit vereist. Hoewel de toneelschrijver doorheen zijn oeuvre op een zelf-bewuste wijze omging met het medium van zijn dramaturgie en van het theater, blijft de systematiek van dit aspect van Williams' werk onderbelicht. Enige academische aandacht werd besteed aan de kunstenaarsfiguren maar een analyse van hun functionaliteit in het kader van een metatheatrale aesthetiek werd nog niet gemaakt. Het project omhelst het werk van Tennessee Williams op zich en situeert het binnen de Amerikaanse traditie van het reflexieve drama. Hierbij wordt een beroep gedaan op Williams' dramatische output, zijn brieven, en notitieboekjes om uit te maken hoe de kunstenaarsfiguren gestalte geven aan de schrijvers ideeën over de aard en functie van de kunst in haar relatie tot de maatschappij. Tenslotte zal de studie rekening houden met een selectie van hedendaagse toneelproducties om uit te maken hoe ze de reflexiviteit van Williams' werk gestalte geven. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • JOHAN CALLENS
VUB Onderzoekscontingent Sabbatical Leave 2011 (Call 2010). Toekenning aan Prof. dr. Jean Paul Van Bendegem : A philosophy of Strict Finitism : Historical and Systematical Overview. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project is het de bedoeling om 28 jaar werk rond strikt finitisme in één geheel samen te brengen. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
Petrografische en geochemische karakterisatie van Gallo-Romeinse aardewerkproducties in Noordwest-Gallië Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt een petrografische en geochemische karakterisatie van Gallo-Romeinse aardewerk in Noordwest-Gallië. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Marc DE BIE
Van 'What-if' verhalen tot 'What-if' alternatieven. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek heeft als doel om twee soorten modaliteiten die een rol spelen bij het redeneren over wiskundige kennis te bestuderen. Enerzijds zijn er de wiskundig-epistemische 'might' modaliteiten (we- modaliteiten) die slaan op wat een bepaalde wiskundige kennis niet kan uitsluiten en anderzijds zijn er de 'what IF' 'counterfactual' modaliteiten (wi-modaliteiten) die verwijzen naar wat het geval zou zijn mocht de
wiskunde er anders hebben uitgezien. Door middel van een formele analyse wil dit onderzoek zowel het specifieke van dit soort modaliteiten contrasteren met de meer gangbare modaliteiten als het onderscheid tussen we- en wi-modaliteiten zelf verduidelijken. Daarnaast wil het de inzichten die hieruit voortvloeien laten aansluiten bij thema's uit de filosofie van de wiskunde. De belangrijkste vragen die in het kader van dit onderzoek rijzen hebben betrekking op de waarheids- en beweerbaarheidsvoorwaarden van deze modaliteiten en van epistemische of indicatieve voowaardelijke zinnen. De context-gevoeligheid van zulke epistemische uitspraken vormt hierbij een cruciale moeilijkheid daar contexten zowel de beweerbaarheid (Stalnaker, 1999) als de waarheidsvoorwaarden ten dele lijken te beïnvloeden (Egan et al., 2005). Een bijkomende moeilijkheid bij wi-modaliteiten is dat deze soms betrekking hebben op tegenlogische alternatieven. Hierdoor lijken ze prima facie triviaal: ofwel zijn ze allemaal waar ofwel allemaal vals. Deze Traditionele opvatting is zeker niet de meest vruchtbare. Een beter inzicht in de wiskundige praktijk en haar formalisering (Löwe & Muller, 2008; Wilhelmus, 2008) lijkt daarom vereist om te begrijpen hoe deze modaliteiten functioneren. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
De roloriëntaties van parlementsleden in een complexer wordende institutionele omgeving. De rol van kiessystemen en van de organisatie van het parlement. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Uitgangspunten Leden van parlementaire assemblees worden altijd geconfronteerd met verschillende verwachtingen. Ze hebben verschillende taken waarop ze beoordeeld (kunnen) worden. Zo wordt van hen verwacht dat zij de bevolking correct vertegenwoordigen. Anderzijds wordt ook verwacht dat ze een bijdrage leveren aan het wetgevende werk. Het politiekwetenschappelijk onderzoek heeft die spanning in kaart gebracht en geanalyseerd met het concept van 'representational roles' (zie vooral Searing, 1994). Het onderzoek waarop dat gebaseerd is, heeft echter nood aan upgrading. De jongste decennia zijn er een aantal ontwikkelingen aan de gang waarvan verwacht kan worden dat zij de roloriëntaties van parlementsleden grondig beïnvloeden. De politieke agenda wordt minder voorspelbaar. De erosie van de traditionele religieuze en sociaaleconomische breuklijnen hebben tot gevolg dat vertegenwoordigers minder duidelijk kunnen afbakenen en definiëren wie of wat ze representeren. De vernieuwde aandacht voor territoriale tegenstellingen creëert ook nieuwe verwachtingen met betrekking tot de manier waarop de band met de te vertegenwoordigen bevolking kan gelegd worden. De toenemende Europese integratie en de sterkere regionalisering zorgen ook voor een (verdere) versterking van de macht van regeringen en voor een toenemend belang van intergouvernementeel overleg. De snelle ontwikkelingen in het medialandschap - steeds meer en diversere media, sterke personalisering - beïnvloeden de manier waarop parlementsleden zich aan de bevolking kunnen presenteren. In het wetgevende werk spelen de partijen een steeds grotere rol. Zij vragen discipline rond een coherente set van ideeën om de kiezer een duidelijk programma te kunnen aanbieden. Die partijdiscipline beperkt het geweten en de kwaliteiten van de individuele verkozenen. De spanning tussen de verschillende rollen van parlementsleden, tussen de verschillende verwachtingen van de kiezers, de partij, de media en de collega's in het parlement is daardoor meer dan ooit een actueel probleem dat om wetenschappelijk onderzoek vraagt. Theoretische inspiratie Daarom lijkt het ons nuttig en relevant om met nieuw empirisch materiaal aan te knopen bij de traditie van onderzoek naar 'representational roles'. We zouden daarbij de aandacht willen toespitsen op 'backbenchers', op parlementsleden die geen deel uitmaken van de regering en voor wie een plaats in de regering ook niet de eerste bekommernis of mogelijkheid is. Backbenchers zijn een interessante groep omdat zij immers, meer dan de frontbenchers, de vrijheid hebben om zelf vorm te geven aan de rollen die ze wensen in te vullen. Roloriëntaties van parlementsleden zijn patronen van cognitieve carrièredoelen en emotionele incentives (samen de motivational core van de rol), van kenmerkende attitudes en van gedragingen. Searing (1994) ontwikkelde de enige typologie die rekening houdt met de diverse rolcomponenten. Hij onderscheidde vier grote roloriëntaties: 'policy advocates', 'constituency members', 'ministerial aspirants' en 'parliament men'. Hoewel zijn kwalitatief werk van onschatbare waarde is en zeker als richtsnoer kan fungeren voor mijn onderzoek, moet gesteld worden dat zijn roltypologie te sterk ingebed is in de Britse context. De bevindingen kunnen niet zomaar getransponeerd worden op andere parlementen, ook al is de tegenstelling tussen parlementsleden die zich eerder toespitsen op het vertegenwoordigende werk (contact met de kiezers) en parlementsleden die zich eerder toespitsen op het wetgevende werk (inhoudelijke specialisatie) een zeer relevante tweedeling gebleken (Thomassen & Esaiasson, 2006). Een bijkomend element is dat de diepte-interviews, die de basis vormen van Searings werk, dateren uit de jaren 1970. Nieuw onderzoek is dus absoluut noodzakelijk om onder meer na te gaan of en hoe rollen beïnvloed worden door de diverse politieke en maatschappelijke ontwikkelingen die we hierboven schetsten. In dat nieuwe onderzoek willen we op twee vlakken proberen nieuw materiaal en nieuwe inzichten aan te brengen. In eerste instantie plannen we ons onderzoek bij een staal van parlementsleden uit veertien verschillende landen. In tweede instantie willen we naast de leden van de nationale parlementen ook de volksvertegenwoordigers op het regionale (deelstatelijke) niveau bevragen (zie ook nog verder). We kunnen daardoor de institutionele context waarin parlementsleden (moeten) functioneren maximaal laten variëren. We sluiten ons daarbij uitdrukkelijk aan bij de traditie van het rational choice institutionalisme. Politieke rollen zijn immers een resultante van het samenspel tussen de individuele voorkeuren en de institutionele setting (Strøm, 1997). Hoewel parlementsleden ontegensprekelijk verschillende doelen proberen te realiseren, toch worden ze allen primair geconfronteerd met de nood aan herverkiezing (Mayhew, 1974). Welke rol ze dan opnemen en hoe ze die invullen, hangt enerzijds af van het electoraal systeem en anderzijds van de organisatie van de parlementaire assemblee. De bredere institutionele context (partijsysteem, relatie tussen partijen en belangenorganisaties, organisatie van de media, volatiliteit van het stemgedrag, ...) mag daarbij ook nooit uit het oog verloren worden. Alleen expliciet comparatief onderzoek kan precies aan het licht brengen hoe dit functioneert. Onze onderzoeksvraag luidt derhalve als volgt: Op welke manier en in welke mate beïnvloeden het electoraal systeem en de organisatie van de parlementaire assemblee de roloriëntaties van parlementsleden? En meer in het bijzonder: hoe beïnvloedt deze institutionele context de keuze voor een roloriëntatie die eerder gericht is op het wetgevende werk dan wel op het vertegenwoordigende werk (policy advocates versus constituency members). Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • CHRISTIAN DESCHOUWER
Amor technologiae. Een kritische reflectie op het gebruik van nieuwe informatietechnologie aan de hand van het werk van Marshall McLuhan en Andrew Feenberg. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Inleiding Nieuwe informatietechnologieën (digitale media) kennen sinds geruime tijd een ontzaglijke opgang. De publieksreceptie ervan verloopt vaak kritiekloos en zelfs 'hartstochtelijk', ondanks steeds kritische waarschuwingen van techniekfilosofen. Onderhavig projectvoorstel stelt de vraag naar die sterke gehechtheid. Ze doet dat - gezien het tribalistische, tot participatie uitnodigende karakter van nieuwe informatietechnologie - op basis van het werk van Marshall McLuhan en Andrew Feenberg. Probleemstelling Het thema behoeft een genuanceerde benadering; wellicht moet vermeden worden de 'liefde voor informatietechnologie' terug te voeren, enerzijds tot lege, technofiele behoeften (cf. Rapp, 1995, 1999), anderzijds tot een symptoom van een beschaving-in-crisis (cf. Bauman, 2005). Enkel in het spanningsveld tussen technofobie en technofilie, tussen dystopie en utopie kan het verschijnsel afdoend behandeld worden. Aldus splitst de probleemstelling zich in twee vragen: 1. Waarom zijn we zo gehecht, verknocht aan onze informatietechnologie, ook al zou deze op controle en uniformisering gericht zijn en eventueel noodlottige effecten
hebben? (dystopisch aspect) 2. Kunnen mensen een voldoende kritisch potentieel ontwikkelen ten opzichte van informatietechnologie, wanneer ze ze doorgaans achteloos omarmen als leniging van - bestaande of nieuw ontstane - behoeften? (utopisch aspect) Deze vragen zijn urgenter dan ooit in een tijd waarin nieuwe 'tools', gadgets en diensten elkaar aan een hoog tempo opvolgen. Niet slechts het effect van informatietechnologie, de bemiddeling van technologische artefacten of hoe mensen met informatietechnologie omgaan zijn aan de orde: ook de sterke emotionele aanhechting tussen mens en informatietechnologie dient in het licht gesteld te worden. 'Verlangen' mensen nieuwe informatietechnologieën? 'Verleiden' deze ons? Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Marc VAN DEN BOSSCHE
De vorming van pre-electorale coalities. Een vergelijkende en exploratieve benadering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Algemene presentatie van het onderzoeksthema Coalitievorming heeft binnen de politieke wetenschappen ruime aandacht gekregen. Coalities zijn inderdaad een belangrijk aspect in de competitie tussen partijen voor bestuursmacht. Het begrijpen en verklaren van het gevormde coalitietype en van welke partij meer kans heeft ertoe te behoren, zijn daarom belangrijke onderzoeksvragen. In de pogingen om deze vragen te beantwoorden, zijn theorieën over coalitievorming constant geëvolueerd. Dit onderzoeksveld heeft voortdurend zijn theoretische modellen aangepast in een poging om succesvol de uitkomst van het onderhandelingsproces tussen verkiezingen en regeringsvorming te voorspellen. Ze omvat theorieën uit een waaier aan disciplines binnen de politieke wetenschappen in zijn ruimste zin. 'Rational choice' theorie, speltheorie, microeconomische analyse, enz. hebben alle een bijdrage geleverd aan onze hedendaagse kennis over coalitievorming. Één van de meest recente aanpassingen en uitbreidingen in deze literatuur, is de verhoogde aandacht voor de institutionele factoren die de keuzes en het gedrag van de partijpolitieke actoren bepalen. Deze institutionele factoren zouden ons in staat moeten stellen te begrijpen en te verklaren waarom de klassieke 'rational choice' georiënteerde voorspellingen in sommige landen beter werken dan in andere. Een andere verandering is de poging om een meer kwalitatieve benadering te gebruiken. Eerder dan te proberen om de overkoepelende mechanismen verder te corrigeren, hebben een aantal auteurs opgeroepen en zich ingezet om onderzoek te doen in een poging om de 'black box' van het coalitievormingsproces te openen. Dit vergt een meer kwalitatieve en 'bottomup' methodologie. Één van de elementen die echter tot dusver ontbreekt, is de aandacht voor pre-electorale coalities of kartels. Deze zijn relevant omdat ze een deel zijn van de set van onafhankelijke of interveniërende variabelen die de uitkomst van coalitievorming kunnen verklaren. Maar hun effect en impact gaan verder dan dat. Kartels beïnvloeden de electorale competitie en daardoor ook de reactie van de kiezers op het electorale aanbod. Ondanks de argumenten om kartels te bestuderen, vertelt het huidig onderzoek ons er zeer weinig over. Onderzoeken die kartels toch aanraken focussen zich vooral op regeringscoalities. Zowel in kwantitatief als kwalitatief onderzoek worden kartels verwaarloosd. 'Case studies' vermelden kartels wel af en toe, maar vaak slechts als een interessant randfenomeen (Golder, 2006). Het gebrek aan aandacht voor kartels is tegelijk treffend en verbazingwekkend. Kartels komen immers vaak voor. In een onderzoek van Sona Golder (2006), een van de eerste en enige onderzoekers die getracht hebben een allesomvattend model op te stellen voor kartelvorming, waren er 240 kartels tussen 1946 en 2002 op het nationale niveau in 23 geïndustrialiseerde parlementaire democratieën. 70% van deze kartels vormden later ook effectief de regeringscoalitie. Dit percentage zou nog hoger liggen als ze ook de regeringscoalities meetelde waarbij het kartel samen met een andere regeringspartner bestuurde. 147 (47,8%) van de 364 wetgevende verkiezingen in het onderzoek telden ten minste één kartel. Dat betekent dat in ongeveer een vijfde (19,2%) van alle verkiezingen die Golder bestudeerde, er een regering werd gevormd op basis van een pre-electorale coalitieovereenkomst. Toen Müller & Strøm (2000) de formele coalitieakkoorden in West-Europese landen bestudeerden, kwamen ze tot de conclusie dat wanneer men alle coalitieregeringen in acht nam, vele beschikten over een 'identificeerbaar coalitieakkoord', en dat meer dan een derde van deze akkoorden gesloten werden voor de verkiezing. Kartels omvatten bovendien ook een normatieve component. Men zou kunnen stellen dat kartels de mogelijkheid bieden om de beste elementen van de meerderheidsvisie op democratie (verhoogde verantwoordelijkheid, transparantie, identificeerbaarheid van de overheid, sterke mandaten) met de beste elementen van de proportionele visie (ruime keuze, beter weerspiegeling van kiezersvoorkeuren in het bestuur) te combineren (Golder, 2006). Pre-electorale coalities vormen een belangrijk element in het functioneren van de democratische overheid (die gebaseerd is op partijen). Daarom geloven we dat het nuttig en belangrijk is om onze kennis over kartels uit te diepen en te verbreden. Concepten en theorieën In de eerste plaats moeten we de definitie van een kartel verduidelijken. Is het voldoende dat een partijleider publiekelijk bekend maakt dat hij met een bepaalde partner wenst te regeren? Is een geschreven overeenkomst nodig? Moet deze overeenkomst naar de kiezer worden gecommuniceerd? We zullen een continuüm gebruiken, voorgesteld door Golder (2006), om de omvang van kartels te bepalen. Dit continuüm varieert van nominatieakkoorden tot een publiek engagement om samen te regeren en zal worden aangevuld met de bijdrage van Duverger (1972) die de nood aan een geschreven coalitieakkoord kort aanraakte. We bouwen ook verder op de bestaande pogingen om kartels te verklaren. Er bestaan ruwweg 2 hypothesen hieromtrent. De eerste werd aangedragen door Shepsle & Bonchek (1997) en Strøm, Budge & Laver (1994) en behandelt het aspect van de kiessystemen. Hoe disproportioneler het kiessysteem, hoe groter de stimulans voor kartelvorming. Het argument hier is vrij duidelijk: indien een electoraal systeem voortdurend grotere partijen bevoordeelt, zullen partijleiders aangemoedigd worden om een alliantie te vormen met andere partijen voor de verkiezing. Golder (2006) voegt hier nog een bijkomende voorwaarde aan toe. Indien disproportionaliteit een invloedsfactor wil zijn, dan moet het aantal partijen voldoende groot zijn. Deze bijkomende voorwaarde werd vroeger ook al geïntroduceerd door Duverger (1963). De disproportionaliteitshypothese stelt dus dat: "Disproportionaliteit de waarschijnlijkheid op kartelvorming verhoogt indien het aantal partijen voldoende groot is (Golder, 2006: 26)". De tweede hypothese benadert kartels als 'signalling devices' die een toekomstige overheid meer identificeerbaar trachten te maken en zo de onzekerheid over welke partijen de regering zullen vormen, vermindert (Roberts, 1988). Er bestaan andere definities van dit concept dat meestal gebruikt wordt in 'case studies' (bvb. Hancock, 1998; Hillebrand & Irwin, 1999), maar de voorgaande definitie heeft het meeste potentieel voor veralgemeenbaarheid. Golder (2006) veronderstelt dat de onzekerheid over de identiteit van toekomstige regeringen correleert met het aantal combinaties voor de vorming van een mogelijke overheid. Het aantal mogelijke combinaties is duidelijk een toenemende functie van het aantal partijen. Golder (2006: 29) formuleert de signalling hypothese als volgt: "Kartelvorming wordt waarschijnlijker indien er een groot aantal partijen aanwezig is". We zullen kartelvorming op dezelfde manier benaderen als coalitievorming, nl. als een 'bargaining proces'. De theorie van Müller & Strøm (1999) zal als belangrijkste basis voor onze analyse dienen. De 'trade-off' tussen 'office, policy and votes' die partijleiders maken wanneer ze een regering vormen, werpt zich ook op bij kartelvorming. Het feit dat kartels zo vaak voorkomen suggereert dat ze een of andere vorm van politiek voordeel opleveren. Maar aangezien ze niet altijd voorkomen, moet het even waar zijn dat er voor partijen ook kosten verbonden zijn aan het coördineren van hun pre-electorale strategieën (Golder, 2006). We verwachten dat partijleiders een kosten-baten analyse voor de vorming van kartels en dat deze analyse gebaseerd is op een afweging tussen 'policy, office and votes'. Deze theorie zal worden uitgebreid met de microeconomische analyse van democratie door Anthony Downs (1957) en de implicaties van het partijlandschap, opgeworpen door Sona Golder (2006). Zij stelt dat de mate waarin partijelites worden geconfronteerd met een gematigde of extreme oppositie een invloed uitoefent op de bereidwilligheid van partijen om een compromis te sluiten over de distributieve en beleidsverschillen heen. Aangezien er uitgebreide literatuur bestaat over post-electorale coalitievorming, zullen we de klassieke coalitietheorieën trachten te integreren in onze analyse. De theorieën van Riker, Gamson, De Swaan, enz. zullen nuttig blijken om te verklaren hoe kartels gevormd worden. Ideologische compatibiliteit en coalitiegrootte zijn twee uitgebreid onderzochte concepten in de klassieke coalitieliteratuur die zeer bruikbaar zijn voor ons onderzoek naar kartels. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • CHRISTIAN DESCHOUWER
Proeflijst "theater erfgoed" in het kader van een Topstukkendecreet Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Kunsten en Erfgoed. UA levert aan Kunsten en Erfgoed de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Luc Van Den Dries
Uitdrukkelijk: een corpusvertaalkundig onderzoek naar de rol van het vertaalproces vs het taalsysteem bij ex/implicitering in vertaalde teksten, aan de hand van de semantische categorie 'wijze' Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Joost Buysschaert
Stopping the Show. Fotografische aspecten van stille slapstick comedy Hogeschool Gent Abstract: Onder de werktitel “Stopping the Show” bestudeert Hilde D’haeyere de verhouding tussen filmbeeld en fotografisch beeld in stille slapstick-shorts. Er wordt onderzocht wat het belang is van fotografische technieken en procédés in de ‘stop-&-start’-esthetiek die typerend is voor slapstick, en op welke manier de fotografische modus van verstilling of stilstand zich verhoudt met de narratieve dynamiek van het genre. Het theoretisch kader steunt op de verwantschap van slapstick met de ‘Cinema of Attractions’ (Tom Gunning, 1986) en op de structurerende motieven ‘pie & chase’ (Donald Crafton, 1988). Voor de visualisering van de onderzoeksresultaten worden audiovisuele presentatievormen uitgetest die de verschillende soorten beeldmateriaal (filmfragmenten, frames, promotionele stills, lobbykaarten, advertenties, pin up foto’s e.d.) aan elkaar linken en het ‘stop-&-start’-ritme thematiseren. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Vormgeving • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk • Vakgroep Autonome kunsten • Vakgroep Audiovisuele kunsten
Onderzoekers: • Steven Jacobs • Sophie Nys • Hilde D'haeyere • Hans Op De Beeck
Zien , rapporteren en interpreteren: de circulatie van optische kennis in de eerste helft van de zeventiende eeuw (Descartes, Gassendi Mersenne) Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Maarten Van Dyck
Tutor Traint Talent (TTT-project) Universiteit Hasselt Abstract: Tutor traint talent is een project waarbij studenten lerarenopleiding ingezet worden als begeleider van leerlingen secundair onderwijs met structurele studie moeilijkheden omwille van etnische achtergrond en/of sociaaleconomische factoren. Het project is ontstaan uit de ervaring dat niet enkel vakspecifieke moeilijkheden leiden tot ontmoedigende resultaten en bijgevolg verlies van studiemotivatie. Het onvoldoende hanteren van abstract taalgebruik in alle vakken, het uit het hoofd leren zonder begrijpen en het beschikken over onvoldoende vaardigheden in plannen en structureren van het leerproces zijn even belangrijk. Om dit te verhelpen worden in scholen studiebegeleiders en leercoaches aangesteld. In het project tutor traint talent worden studenten ingezet als tutor voor begeleiding en ondersteuning van studievaardigheden. Organisaties: • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten
Onderzoekers: • Ermina NAUWELAERTS • Beatrijs NIELANDT
Intonatie van pijporgels met behulp van fysische modellering. Hogeschool Gent Abstract: Alhoewel het concept van de fluit als muzikale klankbron al in de prehistorie bekend was en het om een naar hedendaagse normen betrekkelijk eenvoudig object lijkt te gaan, wachten nog vele vragen omtrent de essentie van de werking ervan op een duidelijk en algemeen aanvaard antwoord. Vandaar dat intonatie van pijporgels tot op heden een vaardigheid is die door ervaren specialisten wordt verricht en als een artistieke daad wordt beschouwd. Het reconstrueren van de oorspronkelijke intonatie is ook de belangrijkste opgave bij restauratie van muziekinstrumenten en dit probleem is vaak het voorwerp van heftige polemieken tussen experten, niet in het minst door het ontbreken van een consensus of zelfs van een minimale gemeenschappelijke taal. Er wordt en werd reeds heel wat onderzoek verricht rond objectivering van het intonatieproces, over het algemeen uitgaande van bepaalde fonemiseringen van klankspecificiteiten en het zoeken naar associaties met de geometrie van de pijp. Veel minder aandacht is tot nog toe gegaan naar het zoeken van correlaties tussen de klank en de luchtstroming in de pijp, wat nochtans de rechtstreekse bron vormt van die klank. Het is natuurlijk een moeilijk onderzoeksterrein, alleen al omwille van de complexiteit van de stromingsverschijnselen en de onmogelijkheid tot rechtstreekse observatie ervan. Het behalen van zinvolle resultaten vereist hier een grondig inzicht in zowel de stroming als de determinerende eigenschappen in de klank, zodat modellen gebouwd kunnen worden die specifiek op het uitwerken van correlaties tussen beide zijn afgestemd. De op dit ogenblik wereldwijd verst gevorderde onderzoeksgroepen op gebied van de akoestiek van orgelpijpen zijn onder meer de afdeling Transportfysica aan de Technische Universiteit Eindhoven (prof. A. Hirschberg), het
Förderverein Orgelforschung in Stuttgart (dr. J. Angster en prof. A. Miklos) en enkele wereldwijd verspreide, individueel werkende onderzoekers, bijvoorbeeld in Frankrijk. In België is er geen specifieke onder¬zoeks¬activiteit op dit gebied, maar aan de Gentse universiteit wordt op enkele plaatsen wel aanverwante research gedaan, waar dit onderzoeksproject zeker aansluiting bij kan vinden. Dit project wil een bijdrage leveren in de problematiek rond de intonatie van pijporgels. Doelstelling is een referentiekader te ontwikkelen, met behulp van de techniek van fysische modellering, in termen waarvan de intonateur tot op zekere hoogte zijn werkwijze kan uitdrukken, en dat eveneens toelaat de specificaties van pijporgels te vervolledigen met interpretatievrije gegevens over de totstandkoming en aard van hun klank. De intonatiekwestie is ook in een aantal grote orgelprojecten in België onafwendbaar aan de orde, in het bijzonder bij enkele belangrijke restauratieprojecten, waar de kunstzin en vaardigheid van de intonateur zich ten dienste horen te stellen van wat oorspronkelijk door de bouwers in de instrumenten werd gelegd. Resultaten: het onderzoek heeft tot doel aan te tonen dat het bij de intonatie in het pijporgel gelegde klankidioom objectief aantoonbaar en kwantificeerbaar is. Het zoveel mogelijk expliciteren en karakteriseren van deze klankidiomen is van het grootste belang, gezien de impact die zij te allen tijde gehad hebben op de muziekschepping. Deze boodschap is bestemd voor al wie in staat is zichzelf permanent te bevragen over muziekuitvoerings¬praktijk en de relatie tussen klankesthetiek in muziekinhoud. Meer algemeen wordt gehoopt met het onderzoek een bijdrage te kunnen leveren tot een beter begrip van productie van (muzikaal) geluid door luchtstromingen en hun interactie met stromingsgrenzen – een vrij recent, boeiend en veelbelovend onderzoeksdomein. Organisaties: • Departement Conservatorium • Vakgroep Scheppende Muziek • Vakgroep Instrumentenbouw
Onderzoekers: • Godfried-Willem Raes • Dirk Steenbrugge
Virtualiteit en herhaling: een fenomenologische ontologie van de virtuele werkelijkheid Universiteit Antwerpen Abstract: De elektronische massamedia - vandaag alomtegenwoordig - worden gekenmerkt door transparantie. Ze verdwijnen om iets anders zichtbaar te maken, bijvoorbeeld een voetbalwedstrijd of een spelomgeving. Dit project wil een fenomenologische beschrijving geven van deze gemedieerde (of virtuele) werkelijkheden, om op basis daarvan inzicht te krijgen in de verhouding van virtuele en niet-virtuele realiteit. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Geert Van Eekert • Erik Myin • Gerardus Gooskens
Onderzoek naar discriminatie en de vervolging van Joden in België tussen 1918 en 1950, door het uitwerken van een databank en het analyseren van de beschikbare gegevens. Universiteit Antwerpen Abstract: In het kader van het project "Onderzoek naar discriminatie en de vervolging van Joden in België tussen 1918 en 1950" en met het oog op de uitwerking van multimediale toepassingen en webapplicaties, zal UA de reeds bestaande Acess-databanken over Jodenvervolging en Joodse aanwezigheid in België verbeteren en aanvullen. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Herman Van Goethem
, an automated bassoon with extended playing possibilities Hogeschool Gent Abstract: research and development towards the realization of a robotic bassoon Organisaties: • Departement Conservatorium • Vakgroep Scheppende Muziek
Onderzoekers: • Godfried-Willem Raes
Participatie in wetenschap en technologie: de constructie van participatie in een participatieve Technology Assessment Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek stelt zich tot doel na te gaan hoe betrokkenen in een iTA-opzet de betekenis van participatie discursief onderhandelen in afweging van de wijze waarop de notie in institutionele discoursen en in iTA wordt uitgedragen. De doelstelling vertaalt zich in drie onderzoeksvragen (OV): (1) Welke invullingen van participatie zijn te onderscheiden in de institutionele discoursen rond wetenschap, technologie en maatschappij en hoe verhouden deze zich tot de wijze waarop participatie voorgesteld wordt in iTAliteratuur? (2) Hoe worden de verschillende interpretaties in antwoord (1) gereproduceerd, dan wel gecontesteerd en getransformeerd in de directe interacties binnen NanoSoc? (3) Hoe nopen de bevindingen van (2) tot een heroverweging van het participatieconcept en de bijhorende iTAaanpak? Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Ilse Loots • Lieve Goorden • Michiel Van Oudheusden
De belichaming van journalistieke waarden geproblematiseerd: een discoursanalyse van de articulatie van institutionele stemmen en identiteiten in de Vlaamse kranten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek richt de aandacht op de discursieve acties van journalisten en hun instituties in situaties waarin essentiële journalistieke waarden gecontesteerd worden. Als onderzoeksobject worden cases geselecteerd waarin de aanwezigheid van externe stemmen en identiteiten in het journalistieke discours het spanningsveld in en tussen deze waarden activeert. Potentiële cases zijn bijvoorbeeld (1) de integratie van de officiële stem van de VS betreffende de aanwezigheid van WMDs in Irak of (2) de integratie van de stemmen van Deense journalistieke instanties omtrent het recente cartoondebat. Deze gevallen van contestatie worden gecontrasteerd met een derde (3) gevalstudie waarin de integratie van een externe stem relatief onproblematisch verloopt. Het gaat hier om een studie van de integratie van de stem van de WTO in economische verslaggeving. De discursieve (re)acties die gepaard gaan met de integratie van dergelijke stemmen worden dan discoursanalytisch onderzocht op
verschillende niveaus. Deze corresponderen met de verschillende discoursanalytische disciplines gaande van poststructuralistische discourstheorie over CDA (Critical Discourse Analysis) tot aan SFL (Systemic Funcional Linguistics). De aandacht zal daarom zowel gaan naar de belichaming van journalistieke waarden in de tekstuele linguïstiek van concrete artikels als naar de professionele identiteiten van de journalisten, naar de identiteit van de krant als bedrijf en van de journalistiek als maatschappelijke institutie zelf. Organisaties: • Culture, Emancipation, Media and Society • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Jo BOGAERTS • Nico CARPENTIER
Brussels China Forum February-May 2011 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • GUSTAAF GEERAERTS
Culturele transfers in the middeleeuwen: het monastieke wezen als generator en mediator van 'seculiere' praktijken van sociale interactie en entertainment (West-Europa, elfde-vijftiende eeuw) Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt het fenomeen van culturele transfers aan de hand van de studie van de rol van middeleeuwse kloostergroepen in de creatie en verspreiding van gezelschapsspelen. Monastieke groepen incorporeerden spelelementen uit de seculiere cultuur en transformeerden ze voor gebruik binnen het klooster en voor de verspreiding van monastieke attituden in de seculiere wereld. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Steven Vanderputten
De fotograaf in de stad. Fotohistorisch en fotografisch onderzoek naar de beeldvorming van de stad, vanuit het oeuvre en de praktijk van stadsfotograaf Edmond Sacré (1851-1921 Hogeschool Gent Abstract: De probleemstelling is gericht op de rol van de fotografie in de beeldvorming van een stad rond 1900, vertrekkend van de praktijk van stadsfotograaf E. Sacré. Een tweede onderzoeksvraag betreft de rol van de stadsfotograaf in de huidige tijd. De onderzoeksresultaten zijn gericht op een dubbeltentoonstelling, een symposium over stadsfotografie met daaraan gekoppeld een catalogus in boekvorm en tevens enkele internationale publicaties. Het project is gepland over 3 werkpakketten: de praktijk van Sacré, de hedendaagse rol van de stadsfotograaf en valorisatie door een tentoonstelling, publicatie en symposium. De uitvoering van die werkpakketten is parallel gepland omdat er wederzijdse interactie wordt verwacht waarbij tussenresultaten mogelijks de uitvoering van de werkpakketten kan beïnvloeden. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Fotografie • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk
Onderzoekers: • Peter De Smet
Poëtische machine. Een onderzoek in het poëtiseren van elektronica. Hogeschool Gent Abstract: Het vertrekpunt van dit onderzoek is de vraag naar de (on)mogelijkheid om kunst te maken met de computer. Aangezien de computer gestuurd wordt door louter logische processen, gaat het evengoed om de vraag of het mogelijk is om op louter logische wijze kunst te maken. Wanneer de kunstenaar gaat programmeren om een kunstwerk te maken, stoot hij onmiddellijk op het rigide en absoluut logische karakter van de computer. In tegenstelling tot wat gebeurt in andere, meer klassieke disciplines, geeft de materie geen antwoord, en wordt er daardoor niets toegevoegd aan wat de kunstenaar zelf doet. Uiteraard is de computer enorm snel in zijn rekenvaardigheid en nauwkeurigheid. Ook staan wiskundige of natuurkundige systemen (zoals bijv. willekeurigheid of chaostheorie) ter beschikking. Wat echter niet kan worden aangewend in een werk, zijn zaken zoals intuïtie, twijfel of absurditeit. Deze vaststelling, in combinatie met het gegeven dat in de mediakunst het creatieproces verschuift van subject naar computer, zorgt voor een paradoxale situatie. Het is de software die het kunstwerk ‘maakt’, zodat de beslissingen die normaal gezien voorafgaan aan het creatieproces, nu vallen tijdens en na het genereren van het werk. Deze ingreep heft de klassieke chronologie van het creatieproces op en maakt de positie van maker en creatie op zijn minst dubbelzinnig. Bovendien is het nu aan de computer om beslissingen te nemen in het creatieproces. Paradoxaal genoeg is het precies deze computer die geen kunst kan maken wegens zijn logische opbouw. Binnen deze tegenstrijdige context vormt de Poëtische Machine een fysieke simulatie van twijfel. De machine bestaat uit de twee vertegenwoordigers van het binaire systeem, 0 en 1. Twee kubussen (zwart/wit), aangedreven door motors in hun beweging naar en van elkaar weg, verbeelden de aarzeling. De twijfel is een middel om de strakke logica van de digitale machine te doorbreken. Er wordt continu geaarzeld tussen 0 en 1, neen en ja, zwart en wit. De tijd die nodig is om deze twijfel softwarematig uit te voeren, verloopt niet samen met de tijd die buiten de computer is. ‘Duration is the transformation of a succession into a reversion, i.e.: THE BECOMING OF A MEMORY.’ (Jarry, A. [1980]. How to Construct a Time Machine. Selected Works. New York: Grove Press, p. 389. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Autonome kunsten
Onderzoekers: • Jan Vercruysse • Jerry Galle
De typografie van het handgedrukte boek in Vlaanderen (1473-ca. 1815). Genres, evoluties en factoren. Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde onderzoek wil een licht werpen op de typografische evoluties van het handgedrukte boek in Vlaanderen en de achterliggende redenen daarvoor bloot leggen door een beperkt aantal goedgekozen tekstgenres over een langere periode onder de loep te nemen. De werkhypothese daarbij is dat typografische ontwikkelingen zich afhankelijk van het soort genre anders, sneller of trager ontwikkelen, een uitgangspunt dat voorlopig door gevalsstudies wordt bevestigd (bv. Van Impe & Bos 2006).
Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Hubert Meeus • Goran Proot
Zimmermann anno 2010. Inventarisatie en (omgevings)analyse van bovengronds bewaarde WO I relicten van de Antwerpen-Turnhoutstellung Universiteit Gent Abstract: Deze opdracht behelst een bureauonderzoek, gevolgd door een grondige inventarisatie op het terrein van de bonvengronds bewaarde militaire verdedigingselementen die niet gedekt zijn door de wOI-foto's van de verzameling Zimmermann. Gekoppeld aan het terreinwerk is een omgevingsbeschrijving en -analyse. Al deze gegevens moeten geïntegreerd worden in een databank en resulteren in kaartmateriaal in GISomgeving en een vierledig rapport waarbij een visie over dit erfgoed duidelijk naar voor gebracht wordt. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Jean Bourgeois
De weergave in het Turks en Oezbeeks van de semantiek van Russische werkwoorden met prefixen. Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Turks
Onderzoekers: • Johan Vandewalle
Lessen gegeven door Dr. An Jacobs aan Hogeschool Antwerpen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Lessen gegeven door Dr. An Jacobs aan Hogeschool Antwerpen Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS • An JACOBS
Dienstenovereenkomst Gemeentelijke begrotingen / Financiële toestand van de Vlaamse Gemeenten Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Persgroep / Het Laatste Nieuws' hebben voor het project ' Dienstenovereenkomst' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • HERMAN MATTHIJS
Vlaanderen in de buitenlandse pers Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Engels • Vakgroep Spaans
Onderzoekers: • Liesbeth De Bleeker • Patrick Goethals • Ellen Van Praet
Design van een leeromgeving voor taalcoaching NT2. Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelstelling van dit project, is de ontwikkeling van een eigen NT2-leeromgeving ter ondersteuning van de 4000 medewerkers van het Zorgbedrijf Antwerpen. Ze begeleiden, verzorgen en staan dagelijks een 1500-tal klanten bij en communicatie speelt hierin een cruciale rol. De NT2-leeromgiving wordt op maat van het Zorgbedrijf ontwikkeld en kan permanent evolueren, afhankelijk van de maatschappelijke en wettelijke evoluties. Organisaties: • Individueel onderzoek IOIW
Onderzoekers: • Jozef Colpaert
De boeddhistische theorie van kinderlijke piëteit en de confucianistische studie van het 'Klassieke Werk van Kinderlijke Piëteit' tijdens de Late Ming Dynastie. Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek bestudeert de studie van het confucianistische "Klassieke Werk van Kinderlijke Piëteit" tijdens de Late Ming Dynastie, vanuit het perspectief van de toen dominante filosofische strekking van de 'drie verenigde religies' (boeddhisme, confucianisme en taoisme). Er wordt meer in het bijzonder nagegaan hoe het confucianisme boeddhistische concepten seculariseerde. Organisaties:
• Vakgroep Talen en Culturen van Zuid- en Oost-Azië
Onderzoekers: • Bart Dessein
Ontwikkeling van toetsenpakket voor taalexamens Frans en NT2 voor onderwijspersoneel Universiteit Hasselt Abstract: In november 2011 kreeg CTL-UHasselt de opdracht toegewezen van het AKOV (Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming) om taaltoetsen Frans en Nederlands (NT2) te ontwikkelen voor het personeel en onderwijzend personeel van Vlaamse lagere scholen, middelbare scholen, centra voor leerlingenbegeleiding, inspectie en CVO's in Vlaanderen en Franstalige scholen op Vlaams grondgebied. We verwijzen naar de omzendbrieven PERS/2010/01 i.v.m. de vereiste taalkennis bij een aanstelling in het onderwijs (http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=14173 en PERS/2010/02 i.v.m. de vereiste taalkennis bij een aanstelling in een Franstalige school of een Nederlandstalige school met een Franstalige afdeling op het grondgebied van het Vlaams Gewest (http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=14174) en de daarin vermelde decreten. Met ingang van 1 september 2009 is een nieuwe regeling van kracht betreffende de vereiste taalkennis bij een aanstelling van een personeelslid in het onderwijs. Het gaat enerzijds om: - de kennis van het Nederlands als onderwijstaal - de kennis van het Frans als verplichte tweede taal in het basisonderwijs. Voor de Franstalige scholen op Vlaams grondgebied gaat het om: - de kennis van het Frans als onderwijstaal, - de kennis van het Nederlands als bestuurstaal en ook - de kennis van het Nederlands als verplichte tweede taal Om een betrekking in het onderwijs te kunnen uitoefenen, moet het personeelslid kunnen aantonen dat het voldoet aan de taalvereisten. Hiertoe dienen deze taalexamens. De afname van de taalexamens gebeurt decentraal door de daartoe geselecteerde CVO in elke provincie. De ontwikkeling van de taaltoetsen werd uitbesteed door de Vlaamse regering, in de persoon van het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming. De toetsen dienen volledig afgestemd te zijn op het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Talen (ERK). Met name toetsen voor de niveaus A2, B1, B2 en C1, voor de vaardigheden lezen, luisteren, spreken en schrijven, worden ontwikkeld. Daarbij is eenduidigheid cruciaal en dient de afstemming van de toetsen op het ERK wetenschappelijk onderbouwd en gevalideerd te zijn. Speciale aandacht wordt besteed aan de parallellie en afstemming tussen de toetsopgaven voor NT2 en voor Frans. Naast de ontwikkeling en validatie van de taalexamens voor beide talen, bestaat de opdracht uit het aanleveren van advies en ondersteuning van disseminatie van de ontwikkelde toetsen. Organisaties: • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek
Onderzoekers: • Martine VERJANS • Anouk GELAN
Curatorschap tentoonstelling L.P. Boon in het Letterenhuis. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Musea en Erfgoed Antwerpen. UA levert aan Musea en Erfgoed Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Kristiaan Humbeeck
De samenstelling van een tentoonstelling L.P. Boon 1912-2012: voor geen chanterikpeu! Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Stad Aalst. UA levert aan Stad Aalst de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Kristiaan Humbeeck
OZR opvangmandaat: afwerking doctoraat Vrije Universiteit Brussel Abstract: Tussen land en zee. Economie en identiteit van het vroegmiddeleeuws Vlaams kustgebied in een Noordzeecontext (500-1000 n.C.). Analyse van de sociale en economische identiteit van de bewoners van het Vlaams kustgebied in de vroege middeleeuwen. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Dries TYS
INSCHRIJVINGEN: Arbeid, arbeidsrelaties en beroepsidentiteiten in hotels, restaurants n cafés (18de-20ste eeuw) Brussel 16/12/2011 - 17/12/2011 Vrije Universiteit Brussel Abstract: De geschiedenis van het dagelijks leven op de werkvloer is een onderontwikkeld terrein en dat geldt zeker voor de horeca. Dit project zal de dagelijkse praktijken op de werkvloer in de Brusselse horeca (1910-1940) bestuderen evenals de expliciete en impliciete, geschreven en ongeschreven regels die er het functioneren stuurden. Daarvoor zal gebruik worden gemaakt van verzoeningsdossiers, vonnissen en persoonlijke brieven van werkgevers en werknemers die zich in de archieven van de werkrechtersraden bevinden. Zij geven een idee van het dagelijkse reilen en zeilen en de manier waarop klagers en verweerders hun taken, hun rechten, hun plichten en hun arbeidsrelatie definieerden. Eveneens gebruikmakend van het bronnenmateriaal van de bevoegde vakbondscentrales en ego-documenten zal het ondoorzichtig statuut van verschillende categorieën binnen het horecapersoneel (koks, maîtres d'hôtel, kelners, serveersters) worden onderzocht, evenals het loonsysteem, de aard van de arbeidsconflicten en de modaliteiten inzake het einde van de werkrelatie. Er zal ook worden nagegaan hoe koks, maîtres d'hôtel, kelners en serveersters hun beroepsidentiteit construeerden. Daarbij zal de aandacht o.m. gaan naar de verschillen tussen de koks die in de coulissen
werkten en het zaalpersoneel dat front stage opereerde en van dienstbaarheid zijn broodwinning maakte. Ook zal het belang worden onderzocht van on the job training en gender in de constructie van een beroepsidentiteit. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • PATRICIA VAN DEN EECKHOUT
Afwerken manuscript 'Radicalizing Enactivism'. Universiteit Antwerpen Abstract: Het is de bedoeling dat in het manuscript Prof. Hutto en Prof. Myin hun versie van het 'enactivisme' presenteren. In het enactivisme van Hutto en Myin wordt radicaler gebroken met traditionele 'cognitivistische' opvattingen dan in standaard enactivisme of de 'Extended Mind' benadering. Organisaties: • Centrum voor Filosofische Psychologie
Onderzoekers: • Erik Myin
Belgian presence at the CAFAM Biennale 2011 te China (Peking) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Anne Teresa De Keersmaeker op de Beijing Dance Academie. Op 20 september opent een belangrijk tentoonstelling in het CAFA Art Museum te Beijing. De Eerste CAFAM Biennale presenteert een brede waaier aan contemporary art uit China en elders, met een speciale focus op de Belgische avant-garde. Dit evenenemt is deel van de officiële viering van 40 jaar diplomatieke betrekkingen tussen China en België, en wordt georganiseerd door de Belgische Ambassade in Beijing. Aangezien België een aantal pioniers van de contemporary dance huisvest, werd er een grote dansspektakel toegevoegd aan het evenement. 'Rosas danst Rosas' is een van de vroegste en meest gevierde stukken van de Belgische choreografe Anne Teresa De Keersmaeker, die zonder twijfel een van de meest internationaal gevierd choreografen is. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Hans DE WOLF
Dat smaakt naar thuis. Voeding, identiteit, plaats en herinnering in Europa vanuit een historisch perspectief (19e en 20e eeuw) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Exploratie van het concept 'thuis' in relatie tot eetcultuur Organisaties: • Geschiedenis • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • PETER SCHOLLIERS • PATRICIA VAN DEN EECKHOUT
Apoikia en metropolis: onderzoek naar de vroegste Griekse kolonisatie (2010-2011) Universiteit Gent Abstract: Onderzoek naar de moedersteden Chalkis (op Euboia) en het Cycladische Naxos van de vroegste Griekse kolonie op Sicilië, Naxos: in welke mate beïnvloedde de kolonie de vorming van identiteit van de moedersteden/moederland? Hielp ze een identiteit kristalliseren? Was men opportunistisch in het smeden van (imaginaire) banden bv. politieke situatie of had de kolonie enkel een praktisch nut? Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Roald Docter
Retoriek in Chinese chan (zen) boeddhistische literatuur. Meester Hui Hongs 'Literair chan boeddhisme' als case study Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek bestudeert de positie van de Chinese Chan meester Hui Hong (1071-1128) in het toentertijdse fundamentele debat in chanmiddens over het gebruik van retoriek bij de overdracht van de doctrine van meester op discipel. Hui Hongs positie staat tegenover de dominante trend van die tijd die de nadruk legde op introspectie en 'overdracht zonder woorden'. Organisaties: • Vakgroep Talen en Culturen van Zuid- en Oost-Azië
Onderzoekers: • Bart Dessein
'Law and Autonomic Computing: Mutual Transformations'- (Besteding sabbatical leave 2009-2010) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Recht en autonome computers : wederzijdse transformaties Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • SERGE GUTWIRTH • Mireille HILDEBRANDT
Over de morfosyntaxis van telbaarheid Hogeschool-Universiteit Brussel Abstract: Theorievorming waarbinnen het onderzoek zich situeert: generatieve grammatica. Methodologie: hypothetisch-deductieve methode
Organisaties: • Centrum voor syntactisch, semantisch en fonologisch onderzoek
Onderzoekers: • JEROEN VAN CRAENENBROECK
Elektronisch Nieuwsarchief. Universiteit Antwerpen Abstract: Ondanks het feit dat nieuwsuitzendingen op radio en televisie duidelijk de belangrijkste bron van informatie zijn geworden binnen de hedendaagse samenleving, stellen we vast dat dit materiaal grotendeels onontgonnen blijft in politicologisch en media-onderzoek. Een van de belangrijkste oorzaken hiervoor is het ontbreken van een adequate en vlot toegankelijke archivering en onsluiting van dit materiaal. Via dit project worden de mogelijkheden onderzocht om radio- en televisienieuwsuitzendingen op electronische wijze te archiveren, en via een gerichte catalogisering, te ontsluiten ten behoeve van het sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Stefaan Walgrave
Stad en samenleving in de Lage Landen 1200-1800: ruimte, kennis, sociaal kapitaal. Universiteit Antwerpen Abstract: In het Antwerpse luik van dit project zal gekozen worden voor onderzoek naar het sociaal kapitaal binnen het laatmideeleeuwse en vroegmoderne stadsleven. De focus zal daarbij liggen op het verenigings- en publieke leven in de brede zin van het woord. Met verenigingsleven wordt verwezen naar ambachten, broederschappen, schuttersgilden, georganiseerde buurten, gezellenverenigingen, en dergelijke meer; met het publieke leven naar optochten en manifestaties over het herbergleven, tot en met de dagdagelijkse interacties op openbare plaatsen. Er zal voor deze verschillende netwerken en settings moeten worden onderzocht op welke manier welke groepen er 'sociaal kapitaal' uit putten. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
Grammaticalisatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Grammaticalisatie is het proces waarbij (combinaties van) zelfstandige woorden in een taal ontwikkelen tot grammaticale markeerders. Het 'maakt' m.a.w. grammatica. Het is een complex proces met fonologische, syntactische en semantische componenten. Het is één van de 'hete' onderzoeksthema's in de huidige diachrone en typologische taalkunde, wereldwijd. Maar verschillende centrale aspecten ervan blijven onvoldoende begrepen en behoeven dringende aandacht. Dit project wil drie dimensies van het proces verder analyseren: - De semantische dimensie: Van objectieve via subjectieve naar intersubjectieve betekenissen - De aard van het proces: Grammaticalisatie en analogie - De teleologie van het proces: Is het proces unidrrectioneel? Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Johan Van der Auwera • Jan Nuyts
Tekens van de Macht, de Macht van Tekens. Heraldisch en para-heraldisch vertoon van het barokke pausdom, 1585-1667. Universiteit Antwerpen Abstract: Het barokke pausdom maakt intens gebruik van heraldisch en para-heraldisch vertoon om zijn macht te legitimeren. Heraldische symbolen worden toegeëigend en van nieuwe betekenissen voorzien. Dit project onderzoekt achtereenvolgens de media die zijn aangewend, de strategieën waarmee die voorstellingen zijn ingezet en de betekenissen die ze meekrijgen. Het wil zo tot een dynamische cultuurgeschiedenis van politieke representaties in het barokke Rome komen. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Luc Duerloo
Schrijven tot "vernieting". De performatieve werking van "Le miroir des simples âmes anéanties" van Marguerite Porete als mystagogisch instrument. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project wil inzicht verwerven in de performatieve werking (agency) van Le Miroir des simples âmes anéanties van Marguerite Porete (d. 1310), een mystieke tekst die door de inquisitie werd veroordeeld. De tekst wordt ontleed vanuit drie onderzoeksvragen: de representatie van het 'ik', het intertekstuele netwerk, en de retorische dynamiek van de compositie. Het analytische instrumentarium wordt samengesteld uit de hedendaagse discoursanalyse (o.m. Bakhtin, Certeau) en de middeleeuwse profane en monastieke retorica. Het onderzoek draagt bij tot een beter begrip van de 'heterodoxie', op het vlak van de literaire middelen, van de laat-middeleeuwse vernaculaire mystiek. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ruusbroecgenootschap
Onderzoekers: • Veerle Fraeters • Virginie Minet
Der Einzige - het vergeten existentialisme van Max Stirner. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt een studie van het vergeten existentialisme van Max Stirner (1806-1856). Eerst wordt onderzocht in hoeverre Stirner naast Kierkegaard kan beschouwd worden als voorloper en grondlegger van het existentialisme ¿ een denkpiste die al vaak is gesignaleerd maar nog nooit is uitgewerkt. Daarna wordt nagegaan wat Stirners filosofische notie van de 'Einzige' kan toevoegen aan het belangrijke twintigsteeeuwse, door het existentialisme aangetrokken debat over de verhouding tussen nihilisme en authenticiteit. Organisaties:
• Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Geert Van Eekert
Antroponymie van de historische Nederlanden (tot 1225). Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt in eerste instantie de realisatie van een Antroponymisch Woordenboek van de (historische) Lage Landen en de aangrenzende gebiedsdelen. Het zal alle persoonsvermeldingen (tokens) van voor 1100 en alle persoonsnamen (types) van voor 1226 bevatten uit de archieven van België, Nederland, Luxemburg, de departement Nord en Pas-de Calais en voormalige Rijnprovincie. Organisaties: • Internationale bedrijfscommunicatie
Onderzoekers: • Georges C De Schutter • Jozef Van Loon
Massaspel in Vlaanderen 1909-1955: opvoering, legitimeringspraktijk en impact van een sociotheatraal genre. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project wenst een omvangrijke leemte in de Vlaamse theatergeschiedenis op te vullen. Het genre dat afwisselend wordt aangeduid als openluchttheater, massaspel of spreekkoor (naargelang aard en omvang) zal worden bestudeerd onder zijn drie voornaamste aspecten: (1) de evoluties die opvoeringen en speelteksten doormaakten; (2) het kritische vertoog dat ter ondersteuning van de theatrale praktijk werd ingezet; (3) de sociopolitieke impact. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Luc Van Den Dries • Frank Peeters
Kenniscirculatie in de Lage Landen. Stromen van technische kennis in het westelijk kerngebied van de Lage Landen tussen ca. 1400 en 1700. Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van dit project is te onderzoeken, hoe de circulatie van technische kennis in de Late Middeleeuwen en het begin van de Nieuwe Tijden (c. 1400-1700) verliep, in welke mate de omvang of wijze van kenniscirculatie veranderingen onderging en waardoor deze veranderingen (of de afwezigheid ervan) kunnen worden verklaard. Er wordt daarbij gefocust op de steden Haarlem en Rotterdam in het Noorden, en Antwerpen en Gent in het Zuiden. Wat de sectoren aangaat, zal het onderzoek zich concentreren op de lakenbereiding (ververs, droogscheerders, persers), de houtbewerking (timmerlieden, schrijnwerkers, kuipers, scheepstimmerlui) en de edelsmeedkunst (goud- en zilversmeden). Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Bert De Munck • Peter Stabel
De scheiding tussen kerk en staat in beweging. Zoektocht naar een passend politiek-filosofisch kader. Universiteit Antwerpen Abstract: De vragen die in dit onderzoek centraal staan zijn: 1. Welke ontwikkelingen doen zich de laatste jaren voor in België die de verhouding tussen levensbeschouwing en de politieke gemeenschap uitdagen? 2. Welke historische en politiek-filosofische modellen bestaan er om met deze evoluties om te gaan? 3. Welke normatieve afwegingen moeten er worden gemaakt bij het 'kiezen' en implementeren van een dergelijk model/perspectief? Organisaties: • Centrum voor Ethiek
Onderzoekers: • Adriaan Overbeeke • Walter Van Herck • Patrick Loobuyck
Hollandus' sporen. Het alchemistische Hollandus-corpus en zijn verspreiding in de Nederlanden en in Europa tot ca. 1600. Universiteit Antwerpen Abstract: Onder de vele fascinerende en tot nu toe nauwelijks bestudeerde alchemistische teksten die in de 16de eeuw in onze gewesten zijn ontstaan, trekt het zogenaamde 'Hollandus-corpus' meteen de aandacht. Het tekstbestand dat op naam van de obscure Isaac Hollandus en/of Johannes Isaaci Hollandus is overgeleverd, vormt de belangrijkste bijdrage uit ons taalgebied aan de Europese alchemistische teksttraditie. Het werd tot in de vroege 19de eeuw in verschillende Europese talen vertaald, gedrukt en afgeschreven. Het onderzoek omvat een studie van de inhoud, de oorsprong en de receptie van dit invloedrijke tekstcorpus. Gezien de omvang en de langdurige doorwerking van het materiaal wordt het onderzoek toegespitst op het tekstbestand tot ca. 1600. De studie van enerzijds de ontstaansgeschiedenis (bronnenonderzoek, datering, auteurschap) en anderzijds de overleveringsgeschiedenis (welke kopieën en vertalingen door welke verzamelaars, editeurs en uitgevers) van de handschriften en drukken zal nieuwe inzichten opleveren over de auteur(s) van de Hollandusteksten en over de kanalen waarlangs deze teksten over heel Europa werden verspreid. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ruusbroecgenootschap
Onderzoekers: • Veerle Fraeters • Guido Marnef
De hedendaagse historische roman over New York City. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek wil een antwoord bieden op volgende vier hoofdvragen: (1) De literair-historische vraag naar aanwijsbare verschuivingen die ons toelaten het fenomeen van de hedendaagse historische roman over New York te duiden binnen de (Amerikaanse) literatuurgeschiedenis. (2) De genretypologische vraag naar de rol van queeste-en zoekverhalen in het bestudeerde corpus. (3) De documentaire vraag naar de omgang van schrijvers met historische bronnen.
(4) De politiek-ideologische vraag naar het eventueel maatschappijkritische gehalte van de fictionele wereldbeelden die auteurs ontwikkelen. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Luc Herman • Peter Stabel • Bart Eeckhout
Hugo Claus en het engagement (1960-1970). Universiteit Antwerpen Abstract: De centrale onderzoeksvraag peilt naar de verhouding van de trits vorm-inhoud-engagement. Is het engagement op inhoudelijk vlak te situeren, zoals bijv. uitgesproken in de tendensroman, of op formeel vlak, bijv. door een specifieke omgang met het (taal)materiaal, of op beide vlakken tegelijk? Sinds het werk van Sartre en Adorno behoort de relatie tussen antithetische begrippen als experiment en engagement, autonomie en expressie, creatio en mimesis tot de kern van het onderzoeksgebied over literatuur, maatschappij en politiek. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Georges Wildemeersch
Radicaal enactivisme. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is een boek af te werken, getiteld 'Enactivism Explicated. Consciousness Clarified', in co-auterschap tussen Professor Dan Hutto (University of Hertforshire, UK), en de promotor (Erik Myin). Het boek -onder contract bij MIT Press- heeft als onderwerp de zogenaamde 'Enactive Approach' of 'enactieve aanpak' van perceptie en bewustzijn. De enactieve aanpak is een hedendaagse poging om het mentale te hersitueren in het belichaamde en gecontextualiseerde handelen van subjecten. In het boek zal een radicale versie van enactivisme uitgewerkt en verdedigd worden, en zal aangetoond worden dat di radicaal enactivisme een plausibele houdiing impliceert ten opzichte van het probleem van het bewustzijn, en tegelijkertijd perfect verzoenbaar is met vooruitgang in de neurowetenschappen. Organisaties: • Centrum voor Filosofische Psychologie
Onderzoekers: • Erik Myin
Micro-economische analyse van de textielhandel rond 1500 in Brugge: de dubbele boekhouding van Wouter Ameide (1498-1507). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project brengt analysemethodes uit de bedrijfseconomie (accountancy, microstudies) en uit de geschiedenis samen om een nieuw licht te werpen op de introductie van productiviteitsverhogende technieken (efficiëntere methodes om informatie te verwerven en beheren) in periodes van grote economische verandering (tijdens de overgangsfase van Brugge naar Antwerpen rond 1500). Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Peter Stabel
Ecologische conflicten, plattelandsgemeenschappen en politieke centralisatie in de Bourgondisch-Habsburgse Nederlanden (ca. 1300-ca. 1570): test-case: het hertogdom Brabant. Universiteit Antwerpen Abstract: De ecologische impact van het laatmiddeleeuwse 'staatsvormingsproces' wordt in vraag gesteld aan de hand van de interventies van lokale overheidsfunctionarissen in de organisatie en regulering van het leefmilieu in Brabantse plattelandsgemeenschappen tussen de 14e en de 16e eeuw. Centraal staat de vraag in hoeverre de centrale overheid reeds in de late middeleeuwen een dominante rol ging spelen in de verdeling van ecologische kosten en baten op lokaal niveau en of dit ten koste ging van traditionele ecologische beheersings- en kennissystemen. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Tim Soens
De Laatste Modernist? Paul De Vree (1909-1982); een interdisciplinaire ontmoeting. Universiteit Antwerpen Abstract: Vertrekkend vanuit zijn interdisciplinaire privé-archief, worden de activiteiten en het netwerk van dichter, criticus, uitgever, kunstenaar en catalysator Paul De Vree (1909-1982) voor het eerst in kaart en in beeld gebracht. Daarbij wordt aandacht besteed aan de rol van het (en dit) archief voor het geheugen van de avant-garde, de visuele poëzie als crossover-strategie van de neo-avant-garde, de rol van het naoorlogse Antwerpen als broeinest van avant-gardeinitiatieven en De Vree als 'missing link' tussen de historische avant-garde (jaren twintig) en de neo-avantgarde (jaren zestig). Het interdisciplinair onderzoek combineert invalshoeken uit literatuurwetenschap, kunstgeschiedenis en theaterwetenschap, en mikt op een tentoonstelling, een monografie en een interdisciplinair symposium met publicatie. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Georges Wildemeersch
Stadsklanken 18: Onderzoek naar het muziekleven in Antwerpen in de 18de eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject bekijkt het muziekleven in Antwerpen in de breedte, zonder onderscheid te maken tussen de genres, waardoor een breed overzicht ontstaat inzake de plaats en het functioneren van het muziekleven. Tal van onbekende muziek wordt in zijn breder artistiek kader geschetst, waardoor ook de historische uitvoeringspraktijk verder wordt gevoed en de muziek kan worden gesitueerd tegen de achtergrond van de West-Europese muziekgeschiedenis. De band met de actuele uitvoeringspraktijk wordt versterkt door de artistieke eindproducten te clusteren in het totaalconcept 'Stadsklanken 18'. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers:
• Bruno Blondé
Onderzoek naar zwarte kleurstoffen gebruikt in de textielindustrie van 1600-1856: historische bronnen versus realia. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil inzicht verkrijgen in het gebruik van ijzerverbindingen bij het zwartverven van textiel en de gevolgen ervan voor de verwering, conservatie (vroegmoderne periode, Antwerpen). Onze hypothese is dat ondanks het verbod op de goedkope en slechte verfprocédés door de ambachten, deze in de praktijk toch veel meer werden toegepast dan men uit historische bronnen kan vermoeden. Onze aanpak bestaat erin de technologische geschiedenis zoals die uit geschreven bronnen naar voor komt, te confronteren met onderzoek op overgeleverd textiel. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bert De Munck
De status van (her-)vertaalde tussentitels bij de restauratie en presentatie van stille film. Universiteit Antwerpen Abstract: Bij de restauratie van stille films met vertaalde tussentitels worden filmarchieven geconfronteerd met etische, esthetische en praktische problemen. Bij gebrek aan wetenschappelijk onderzoek naar de status van de vertaalde ondertitels zijn de restauratieprocedures vaak ad hoc, waarbij een uniforme of wetenschappelijke benadering ontbreekt. Dit onderzoek wil door het beschrijven, categoriseren en analyseren van bestaande stille films en hun vertaalde tussentitels, procedures ontwikkelen die een verantwoorde restauratie van het beeld- én tekstmateriaal mogelijk maken. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Tom Paulus
Capita selecta inzake het gebruik van de blokfluit bij de uitvoering van geestelijke muziek (ca. 1500-1650): variaties op een thema. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de historische rol van de blokfluit in de uitvoering van geestelijke muziek tussen 1500 en 1650. Via gevalsstudies wordt onderzoek verricht naar geselecteerde uitvoeringsparameters die niet expliciet aanwezig waren in de oorspronkelijke muziekbronnen. Bij gevolg wordt ook de rol van de contemporaine musicus bij de uitvoering van deze composities centraal gesteld. De muziek wordt uitgevoerd op verschillende manieren, zodat op basis van comparatief onderzoek nieuwe, praktijk-georiënteerde edities worden gerealiseerd. Historisch onderzoek en onderzoek inzake uitvoeringspraktijk worden dus op elkaar afgestemd. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
De geleende blik. Een onderzoek naar de 'verplaatsing' in tijd en ruimte van het fotografische beeld in de schilderijen van Karin Hanssen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het onderzoek is na te gaan hoe in de hedendaagse schilderkunst gebruik wordt gemaakt van de 'flashback' door de werking ervan te definiëren en af te bakenen naar vorm, inhoud en inzet - dit zowel in de praktijk als in de theorievorming. Het onderzoek naar het formuleren en het gebruik van de fotografische terugblik (flashback) zal gebeuren aan de hand van het beeldende werk (nieuw en bestaand) van Karin Hanssen in vergelijking met dat van verwante kunstenaars. Het soort beeld dat in deze context als bronmateriaal dienst doet, is het publieke, conventionele fotografische beeld uit het recente verleden (ca.1950-ca.1980). Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Kurt Vanhoutte
De publieke rol van kunst. Universiteit Antwerpen Abstract: Kunst is een wezenlijke menselijke activiteit die de bescherming van de wet verdient. De meest hedendaagse grondwetten garanderen een bijzondere bescherming van kunstzinnige uitdrukking als een belangrijk grondwettelijk goed, en erkennen dus de sleutelrol van kunst in het ontplooien van individuen en gemeenschappen. Het project wil licht werpen op de rol van kunst in de publieke sfeer van een democratische polis en conclusies trekken over de bescherming die ze van de staat verdient. Hierbij worden de leden van de locale en internationale hedendaagse kunstgemeenschap gevraagd om de natuur van kunst te heronderhandelen en worden de leden van de rechtsgemeenschap en van het algemene publiek uitgenodigd om hun opvattingen te herzien over de beperkingen en de waarde van kunstzinnige uitdrukking binnen een democratische polis. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Georgios Pavlakos
Jacques-Nicolas Lemmens: leven en werk van een Belgisch organist, gezien vanuit de 19e-eeuwse orgelpraktijk en met focus op de École d'Orgue basée sur le plain-chant romain (1862). Universiteit Antwerpen Abstract: Jacques-Nicolas Lemmens (1823-1881) wordt algemeen beschouwd als een sleutelfiguur voor de ontwikkeling van de orgelmuziek in de 19e eeuw: zijn invloed als pedagoog, virtuoos en componist reikte tot ver buiten de landsgrenzen. In schril contrast met zijn roem staat de beperkte informatie die er over hem te vinden is. Een diepgravend artistiek onderzoek naar zijn betekenis en invloed, samen met de kadering van zijn werk binnen de Europese orgelcontext, en met focus op zijn École d'Orgue basée sur le plain-chant romain (1862) kan een belangrijke bijdrage leveren tot het praktijkonderzoek naar de 19e-eeuwse orgelmuziek in België. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Henk de Smaele
Plenum.be - Het geheugen van de parlementaire democratie. De opbouw van een digitale databank voor de Handelingen van de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers, 1870-1940. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project legt de basis voor een integrale digitalisering van de Handelingen van de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers. Voor de jaren 1870-1940 zullen de door de diensten van de Kamer ter beschikking gestelde PDF-documenten worden omgezet in flexibel doorzoekbare OCR-bestanden, die worden opgeslagen in een duurzame digitale standaard. Door de creatie van een onderzoekswebsite zal de databank publiek toegankelijk worden gemaakt. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Marnix Beyen
Opbouw van een vergelijkingsbestand van typografische kenmerken van het handgedrukte boek geproduceerd tussen ca. 1470 en ca. 1815 in de buurregio's van Vlaanderen Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project voegt een dimensie toe aan het postdoc onderzoek "De typografie van het handgedrukte boek in Vlaanderen (1473-ca. 1815). Genres, evoluties en factoren" door een uitbreiding van het geografisch selectiecriterium. Er wordt een vergelijkings- en toetsingsinstrument opgebouwd door registratie van typografische kenmerken van 250à 300 zorgvuldig geselecteerde handgedrukte boeken geproduceerd tussen 1470-1815 in buurregio's van Vlaanderen. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Goran Proot
WRITINGpro: Kenniscentrum voor schrijfprocesonderzoek Universiteit Antwerpen Abstract: Om schrijfprocesonderzoek een platform te bieden, willen we een digitaal kenniscentrum voor schrijfprocesonderzoek ontwikkelen: WRITINGpro. De belangrijkste doelen van dit kenniscentrum zijn de methodologische kennis voor schrijfprocesonderzoek samenbrengen en hier tevens een databank van schrijfprocesdata aan te koppelen (cf. CHILDES). Website: loggingprogramma's, databank schrijfprocesdata, dataverzameling, data-analyse, FAQ en referenties. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Mariëlle Leijten
Van middeleeuwse standenvertegenwoordiging naar modern parlement. Een onderzoek naar de politieke participatie op gewestelijk en centraal niveau in de Nederlanden Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil op zoek gaan naar de oorsprong van een moderne parlementaire cultuur. De doelstelling van dit project moet worden bereikt door te kijken naar de afgevaardigden van Mechelen op gewestelijk en centraal niveau tussen 1350 en 1850. De gegevens over deze afgevaardigden zal in relatie worden gebracht met de bestaande databanken over lokale ambtenaren, politieke mandatarissen, bestuursleden van verenigingen en sociale groepen. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Maarten Van Dijck
Een web service voor stylometrie- en leesbaarheidsonderzoek voor het Nederlands (STYLENE). Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van het project is de implementatie van een robuust, modulair stysteem voor stylometrie- en leesbaarheidsonderzoek op basis van bestaande technieken voor automatische tekstanalyse en zelflerende technieken, en de ontwikkeling van een web service die onderzoekers in de HSS toelaat teksten te analyseren met behulp van het systeem. Op die manier wil het project recente vooruitgang op het gebied van het computationeel modelleren van stijl en leesbaarheid beschikbaar maken voor onderzoek in de sociale en geesteswetenschappen. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
Drukpersproductie en uitgeversstrategieën in Antwerpen (1585-1648). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek wil nagaan welke rol drukkers en boekverkopers speelden in de vroegmoderne cultuuroverdracht. De drukker-boekverkoper wordt hier niet zozeer opgevoerd als een geleerde idealist die de drukpers zag als een middel om kennis te verspreiden, maar als een pragmatische vakman en handelaar, gedreven door overwegend zakelijke motieven. Een beter begrip van dit zakelijke aspect kan de rol van de drukker/uitgever/boekhandelaar in het communicatieproces verduidelijken.Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Stijn Van Rossem • Pierre Delsaerdt
Onderzoek naar de discriminatie en de vervolging van Joden in België tussen 1918 en 1950 door het uitwerken van een databank en van een museale opstelling en door het analyseren van de beschikbare gegevens. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties:
• Overheid en Recht
Onderzoekers: • Herman Van Goethem
Taalzeker aan de Start (ikv Impulsfonds Migrantenbeleid). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding. UA levert aan Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Pol Cuvelier
Publicatie "The Making of Samuel Beckett's Stirring Still / Soubresauts and Comment dire / what is the word, volume 1 van The Beckett Digital Manuscript Project." Universiteit Antwerpen Abstract: 'The Making of Samuel Beckett's Stirrings Still / Soubresauts and Comment dire / what is the word' is het eerste volume van het Beckett Digital Manuscript Project (BDMP). Deze elektronische genetische editie van Samuel Becketts worken is een samenwerkingsproject tussen de Universiteiten van Antwerp en Reading, met steun van het Center for Manuscript Genetics, de Beckett International Foundation, het Harry Ransom Center, de Samuel Beckett Estate. Het project bestaat uit: - 26 electronische modules, die samen het hele oeuvre van Beckett bestrijken. - 26 overeenkomstige monografieën in drukvorm, met bibliografische beschrijvingen van de documentaire bronnen en de reconstructie van de tekstgenese. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Dirk Van Hulle
Publicatie: "Fremde Gemeinschaften. Deutsch-jüdische Literatur der Moderne". Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Instituut Joodse Studies
Onderzoekers: • Vivian Liska
Recht in de gedaante van het Goede: een Aristoteliaans begrip van autoriteit van het recht. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek vormt een poging de vraag te beantwoorden hoe de actieve burgers van een staat regels naleven wanneer deze regels hen van buitenaf opgelegd worden. Vanuit dit paradigma wordt gesteld dat om regels na te leven, actoren de onderliggende drijfveren moeten erkennen als bestanddelen van rechtsregels die het goede bevorderen. Daarom moet de autoriteit van het recht begrepen worden in een 'ethisch-politieke' zin. Zodoende benadrukken rechtsregels de primaire redenen voor handelen als het goede-bevorderend, en op die manier zijn burgers in staat zich actief in te laten met de fundamentele drijfveren van rechtsregels. Dit model van 'recht in de gedaante van het goede' is in overeenstemming met de idee dat recht een dienst verleent aan burgers en een verschil maakt in het praktisch dagelijkse leven. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Georgios Pavlakos
De idee van een 'civiele cultuur': rechtvaardigheid en stabiliteit in de religieus pluralistische samenleving. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject exploreert, vanuit het perspectief van de politieke filosofie en de ethiek, de mogelijkheid om religieuze diversiteit binnen een samenleving tot een zekere verzoening te brengen. Het concept van een 'civiele cultuur' (culture of civility) wordt hiertoe uitgewerkt. Hieronder wordt de noodzaak verstaan om een niet-institutionele consensus te bereiken over een gedeelde traditie van burgerschap in een context van religieus pluralisme. Organisaties: • Centrum voor Ethiek
Onderzoekers: • Willem Lemmens
Onderzoek naar de depotnoden en -behoeften van erfgoedbeheerders in de provincie Antwerpen: kwantitatieve en kwalitatieve veldanalyse als voorbereidend onderzoek voor een regionaal depotbeleid. Universiteit Antwerpen Abstract: Op lange termijn dient een provinciaal erfgoeddepotbeleid uitgedacht te worden. Om dit beleid zo nauw mogelijk te laten aansluiten bij de reële noden en behoeften van de erfgoedbeheerders met betrekking tot depot, dienen deze laatsten allereerst beter onderzocht te worden. Daarnaast moet worden onderzocht hoe een regionaal depotbeleid een antwoord kan bieden op deze noden en behoeften. Deze twee vragen vormen de rode draad van de studie. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Annick Schramme
BCCM ERP/LIMS project: enterprise resource planning / laboratory information management system Universiteit Gent Abstract: Implementatie van een Laboratory Information Management System (LIMS) ten behoeve van de Belgian Co-ordinated Collections of Micro-organisms (BELSPO/BCCM).
Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Peter Dawyndt
De Laurion doorgelicht: Arche- topografische analyse van ertswasserijen en hun watervoorzieningsystemen in de zilverateliers van Attica. Universiteit Gent Abstract: Het onderwerp van het voorgestelde onderzoek richt zich tot de Laurionstreek in Attica. Het opzet is via GIS een overzicht te creëren van de aldaar gesitueerde archeologische structuren die in verbank kunnen gebracht worden met metallurgische activiteiten. Hierdoor wordt de interne en externe werking ervan als het ware blootgelegd. De specifieke aandacht zal besteed worden aan de watervoorzieningssystemen van de zilverateliers. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Roald Docter
Justitie en Samenleving: Sociopolitieke justitiegeschiedenis in België (1795-2005) Universiteit Gent Abstract: Een interdisciplinair diepgaand onderzoek van de Belgische justitie op vier vlakken: de evolutie van het beleid van de diverse actoren de collectieve praktijken van de actoren profielen van de collectieve actoren in de wereld van het recht een overkoepelend onderzoek gericht op specifieke periodes van ontstaan en crisis. Zo worden 4 thematische domeinen onderzocht: burgerlijk recht, strafrecht, prosopografie en bronnen. Organisaties: • Vakgroep Grondslagen en geschiedenis van het recht
Onderzoekers: • Dirk Heirbaut • Georges Martyn
Apoikia en metropolis: onderzoek naar de vroegste Griekse kolonisatie (2010-2011) Universiteit Gent Abstract: Onderzoek naar de modersteden Chalkis (op Euboia) en het cycladische Naxos van de vroegste Griekse kolonie op Sicilië, Naxos: in welke mate beïnvloedde de kolonie de vorming van identiteit van de moedersteden/moederland? Hielp ze een identiteit kristalliseren? Was men opportunistisch in het smeden van (imaginaire) banden bv. Politieke situatie of had de kolonie enkel een praktisch nut? Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Roald Docter
Studie van de impact van het Neolithicum in de Vlaamse zandstreek Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt het Neolithicum in de Vlaamse zandstreek, in het bijzonder in de regio van Zandig-Vlaanderen, in kaart te brengen en te evalueren d.m.v. proefsleuvenonderzoek en systematische boringen op oppervlaktevindplaatsen en vindplaatsen gedetecteerd via luchtfotografische prospectie. D.m.v. koolstofdateringen en paleoecologisch onderzoek zal tevens getracht worden om inzichten te verwerven in de chronologie en de natuurlijke omgeving tijdens het Neolithicum. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Philippe Crombé
De interactie tussen opslag en verwerking bij het onthouden en representeren van zinnen Universiteit Gent Abstract: Het werkgeheugen is enerzijds betrokken in het begrijpen en produceren van zinnen (onthouden welke woorden voorheen kwamen, onthouden van de woordvolgorde, bijhouden van syntatische informatie, ?) anderzijds wordt het werkgeheugen geholpen door taalgerelateerde aspecten (cf. onthouden van zinvolle woordgroepen tgo losstaande woorden). In dit onderzoeksproject wordt deze wederzijdse interactie van werkgeheugen en zinsverwerking verder onderzocht met behulp van zowel leestaken als werkgeheugentaken. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Robert Hartsuiker • Tim Desmet
Christendom en de Oosterse godsdiensten en Mysterieculten in het werk van Franz Cumont, en het werk van Cumont in de context van het Modernisme (Alfred Loisy) Universiteit Gent Abstract: Dit project wil de visie bestuderen van Cumont op het antieke Christendom vanuit zijn gepubliceerde werken, zijn ongepubliceerde correspondentie met andere geleerden, vooral Loisy en zijn recensies. Verder: zijn theorieën over de vergelijkende studie van religies over Christendom als een mysteriegodsdienst, heidense invloeden op het Christendom en Christendom versus de Oosterse Godsdiensten binnen het Romeinse culturele en politieke universalisme. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Danny Praet
Gebruik van een GIS voor het onderzoeken van een tweedimensionele conceptuele temporele ruimte Universiteit Gent Abstract: Aangezien het triangulaire temporele concept volwaardig gebruik maakt van een tweedimensionale ruimte, levert dit mogelijkheden op met betrekking tot visualisatie en analyse aan de hand vna GISystemen. In dit project wordt getracht deze tweedimensionale conceptruimte voor te stellen via GISystemen, zodanig dat bestaande gesofisticeerde technieken kunnen worden aangewend voor de analyse van tweedimensionale nietruimtelijke gegevens.
Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Martin Valcke • Philippe De Maeyer • Nico Van de Weghe
De dialectwoordenschat omtrent 'Eten en Drinken' in de dialecten van Frans-, West-, Oost- en ZeeuwsVlaanderen' Universiteit Gent Abstract: Digitaal opslaan in een database van dialectlexicografische gegevens voor Frans-, West-, Oost- en Zeeuws-Vlaanderen voor het Woordenboek van de Vlaamse Dialecten (WVD) m.b.t. 'Eten en Drinken'. De relevante dialectwoordenschat wordt opgevraagd iva mondeling en schriftelijk veldwerk en wordt samengevoegd met het reeds voorhanden ongepubliceerde en gepubliceerde materiaal (sedert 1880). Op basis van het materiaal wordt een woordenboekaflevering in het vooruitzicht gesteld binnen Deel III 'Algemene Woordenschat', sectie 2 'het huiselijk leven' Organisaties: • Vakgroep Nederlandse taalkunde
Onderzoekers: • Magdalena Devos • Jacques Van Keymeulen
Handleiding van beleid en procedures - globaal en regionaal programma Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Uro-gynaecologie
Onderzoekers: • Marleen Temmerman
project Vlaamse gebarentaal 2011: ik ben ook maar een mens Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft als doel de productie van een documentaire op basis van levensverhalen van rolmodellen in de Vlaamse dovengemeenschap. De documentaire zal worden uitgegeven door Acco, als dvd, in bijlage bij het boek 'ik ben ook een mens'. Empowerment in de Vlaamse en Globale Dovengemeenschap, gebaseerd op het doctoraatsonderzoek van Dr. Goedele De Clerck. Daarnaast zal de documentaire ook online toegankelijk zijn voor idereen via een website. De verhalen van jongere en oudere dove rolmodellen, mannen en vrouwen van een verschillende achtergrond, geven een divers beeld van inspirerende levenstrajecten van leden van de Vlaamse Dovengemeenschap. Wat doof zijn betekent in het dagelijks leven, maar ook reflecties rond teleurstellingen en hoop, dromen en teleurstellingen, frustraties en uitdagingen, vriendschap en solidariteit... Welke levenswijsheid hebben dove rolmodellen verworven in de loop van hun leven? Wie of wat is voor hen inspirerend geweest? Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Hendrik Pinxten
Yell - Jonge Europeanen houden van talen. Universiteit Hasselt Abstract: Jongeren motiveren om buiten het formele onderwijssysteem vreemde talen te leren is allesbehalve evident. Dit project, dat 11 partners uit 10 landen verenigd, wil in een breed veldonderzoek trachten voorbeelden van goede praktijken te vinden in het non-formele en informele circuit. Het wil gemeenschappelijke kenmerken trachten te vinden en een handleiding op te stellen om de beoogde motivatie van jongeren te bereiken. Het wil tenslotte instrumenten verzamelen in een databank en zorgvuldig ze parametreren om ze voor zoveel mogelijk organisaties en structuren ter beschikking te stellen via een website. Organisaties: • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek
Onderzoekers: • Willem CLIJSTERS • Martine VERJANS
Religieuze uitingen in de publieke sfeer. Evenwichtsoefeningen tussen de vrijheid van godsdienst en de seculariteit van de staat. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 2.2. Doelstelling van het project. Dit onderzoek wil bijdragen tot de uitbouw van een aan de Belgische context aangepast actueel en theoretisch onderbouwd publiekrechtelijk kader, bruikbaar voor de juridische aanpak van problemen veroorzaakt door de toename van religieuze diversiteit binnen publieke instellingen. Het project bestaat uit 5 taken die hieronder achtereenvolgens worden toegelicht. TAAK 1: het Belgisch publiekrechtelijk kader In de eerste plaats wensen we het bestaande juridische en institutionele kader van de problematiek van de religieuze uitingen in publieke instellingen te analyseren en te systematiseren. Daarbij zal een analyse worden gemaakt van de relevante Belgische publiekrechtelijke beginselen. Artikel 19 van de Gec. Gw poneert de vrijheid van godsdienst en eredienst, de vrije openbare uitoefening ervan, alsmede de vrijheid van meningsuiting zonder overheidsinmenging. Daarnaast verzekeren de artikelen 10 en 191 van de Gec. Gw eenieders gelijkheid voor de wet en de neutraliteit van de overheid ten aanzien van de rechtsonderhorigen. Dit betekent dat de openbare diensten alle burgers in gelijke mate een gelijke dienstverlening dienen aan te bieden, ongeacht hun religie. De vraag rijst naar in hoeverre de uitoefening van een grondrecht in het kader van de neutraliteitsverplichting van de Staat juridisch ingeperkt kan worden. Ook andere grondrechten dan de godsdienstvrijheid kunnen t.a.v. de gestelde problematiek een belangrijke (bijkomende) rol spelen: de uitingsvrijheid, recht op bescherming van het privé-leven, het recht van leden van een minderheidsgroep om hun cultuur te beleven, het recht op (gelijke) toegang tot het openbaar ambt (onder meer beschermd in artikel 25 (c) IVBPR en artikel 11bis GW). De problematiek dient eveneens te worden geanalyseerd in het licht van de nieuwe antidiscriminatiewetgeving van 10 mei 2007. Tenslotte dient te worden ingegaan op de vraag hoe de neutraliteitsverplichting doorsijpelt respectievelijk in de verschillende besturen, in het onderwijs, de rechterlijke macht, ziekenhuizen, enz.. TAAK 2: het Belgisch antidiscriminatierecht Vervolgens zal de Belgische antidiscriminatiewetgeving worden geanalyseerd. Wat betreft de exclusief federale bevoegdheden gelden de drie antidiscriminatiewetten van 10 mei 2007: de Antiracismewet, de Genderwet en de Antidiscriminatiewet. Maar ook in Vlaanderen zijn verschillende antidiscriminatieregels van kracht op het vlak van onderwijs, tewerkstelling bij de Vlaamse overheid en sociaal woonbeleid. Hier gelden het Decreet
houdende evenredige deelname aan de arbeidsmarkt en het Gelijke Onderwijs Kansen Decreet (GOK-decreet). Bovendien is er op dit ogenblik een ontwerp van een algemeen Gelijkekansendecreet hangende in het Vlaams Parlement - een decreet dat discriminatie verbiedt op alle domeinen waarvoor Vlaanderen bevoegd is. TAAK 3: Europees en internationaal mensenrechtenrecht inzake religie en overheid Aangezien de relevante grondrechten ook zijn opgenomen in Europese en internationale verdragen met rechtstreekse werking, moet ook een analyse worden gemaakt van het internationaal en Europees recht terzake. De verschillende rechtsregels vermeld onder TAAK 2 zijn immers voor een groot deel het resultaat van de implementatie van Europese antidiscriminatierichtlijnen. De Europese Commissie en het Europees Parlement, die mede voor de inhoud van de antidiscriminatierichtlijnen verantwoordelijk zijn, klagen aan dat de meeste lidstaten (waaronder België en Vlaanderen) wel voor nationale omzettingswetgeving gezorgd hebben, maar nagelaten hebben deze ook werkelijk operationeel te maken, zodat mede hierdoor onduidelijkheid bestaat over de toepasbaarheid van de regelgeving op concrete problemen en op personen van allochtone origine. TAAK 4: Rechtsvergelijking. Tenslotte zal vanuit een rechtsvergelijkende onderzoekslijn, worden gekeken naar de juridische vormgeving van de relatie tussen religie en overheid en de ontwikkelingen hierrond in Frankrijk, Nederland en Groot- Brittannië (taak 4). In Nederland en Groot-Brittannië is sprake van een vrij grote tolerantie in het beleid ten aanzien van religieuze uitingen in de openbare sfeer waarbij de antidiscriminatiewetgeving een belangrijke rol speelt. Daarom is het relevant om het aldaar geldende publiekrechtelijke kader goed te onderzoeken, en de toepassing en de interpretatie van de bestaande regelgeving in de Nederlandse en Britse rechtspraak en rechtsleer te analyseren. Anderzijds krijgt de keuze voor .tolerantie. in die landen echter meer en meer kritiek te verduren en wint het Franse laïciteitsmodel aan populariteit. Dit model zal daarom tevens aan een grondige analyse wordt onderworpen (regelgeving, rechtspraak en rechtsleer). Deze rechtsvergelijking dringt zich des te meer op omdat het Franse publiekrecht traditioneel een sterke invloed heeft gehad op de ontwikkeling van het Belgisch publiekrecht. TAAK 5: Grondslagenonderzoek Nauw aansluitend bij de analyses en cases behandeld onder de vier vorige taken zal simultaan op meer speculatieve en theoretische wijze worden ingegaan op concepten als gelijkheid, godsdienstvrijheid, secularisme, neutraliteit en de scheiding van kerk en staat binnen een democratische rechtsstaat. De invulling van deze open concepten staat vandaag immers opnieuw ter discussie. De bedoeling is dat hieruit pistes zouden voortvloeien die relevant zijn hetzij voor legislatieve initiatieven, hetzij voor de hermeneutiek van de rechter, of voor beide. Wat het laatste aspect betreft, rijst al onmiddellijk de vraag of het nuttig zou zijn om inzake conflicten rond religie in de publieke sfeer, een methode te ontwikkelen om tot een nauwkeurigere belangenafweging te komen, welke criteria hierbij door de rechter dienen te worden gehanteerd en hoe het gewicht van de verschillende erbij betrokken belangen moet worden gewogen. In deze taak zal, in wisselwerking met het meer toegespitst positiefrechtelijk onderzoek van de taken 1 tot 4, onder meer worden ingegaan op de vraag welk gewicht en welke rechtskracht toekomen en zouden moeten toekomen aan het principe van secularisme, met name de scheiding tussen kerk en staat op institutioneel vlak en de verwante principes van neutraliteit en onpartijdigheid op normatief vlak. Terzake zijn immers verschillende perspectieven en referentiekaders aan het werk die tot uiteenlopende argumentaties en rechtsbescherming leiden (Jonkers, 2006; zie ook Brems, 2004). Academici bezinnen zich vandaag over de vraag of de klassiek liberale interpretatie van dit principe, met name de statelijke plicht tot .hands-off. of verschillende neutraliteit, geen herijking of herdefiniëring behoeft (bvb. Carens en Bader). Anderen wijzen er op dat het principe van scheiding van kerk en staat geen adequaat perspectief zou bieden om de hedendaagse uitdagingen van religie in de politiek, het recht en het publieke leven te benaderen (Van Bijsterveld, 2006). Kortom, er is nood aan een verduidelijking van de verhoudingen tussen het principe van secularisme en de basiswaarden van een democratische rechtsstaat met zijn sterke mensenrechtenstandaarden op het vlak van de religieuze vrijheid en vrijheid van meningsuiting. Hoe verhouden de verschillende conceptualiseringen van neutraliteit/secularisme zich tot de democratische rechtsstaat, waar de bescherming van de vrijheid, de diversiteit en het pluralisme centraal staan? Zijn actief pluralisme of relationele neutraliteit vandaag een dwingende mensenrechtelijke of constitutionele optie die staten moeten implementeren? Organisaties: • Sociaal Recht • Metajuridica
Onderzoekers: • Cécile MATHIEU • SERGE GUTWIRTH • PAUL DE HERT • Alexander DE BECKER
ACQUILANG. The development of proficiency in a second language: the role of language status and learning context. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vergelijkende studie van de verwerving van twee vreemde talen (Engels en Frans) in verschillende leercontexten door leerlingen, waarvan de moedertaal niet hetzelfde taalstatuut bezit. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • MICHEL PIERRARD • Alexis HOUSEN
Het ontstaansproces van stedelijke wetgeving: de impact van middengroepen. Antwerpen in de achttiende eeuw. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Stedelijke wetgeving - Antwerpen 18de eeuw Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • HUGO SOLY • Griet VERMEESCH
Mapping the black atlantis of Black Britisch women's Writing and Criticism. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dutch title: Het zwarte Atlantis van zwart-Britse schrijfsters: een verkenning van literatuur en kritiek in zowel Britse als diaspora-context English abstract: This research project on Black British Women's Writing and Criticism aims to offer a thorough examination of a growing field within contemporary British literature that has not yet been treated in its totality in the way that other categories of British women's writing have been. The study proposes to develop a framework for theorizing the field of contemporary writing produced by women of African descent in Britain that takes into consideration the field's British context as well as its positioning on the much broader continuum of literature by women of African descent. To this purpose, it engages with (black) feminism, black/African (feminist) literary criticism, (black) (British) cultural studies, and postcolonial theory. Since black feminist criticism has focused mainly on the admittedly more substantial tradition of African American women's writing, but also on black women's writing from the Caribbean and the continent of Africa, this study examines whether trans-Atlantic connections can be observed or rather a case can made for a specifically British mode of black feminist literary criticism. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers:
• Elisabeth BEKERS • JOHAN CALLENS
Depotonderzoek : Realisatie van depotonderzoek ikv uitbouw van een regionaal depotbeleid. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project onderzoekt de mogelijkheden om voor instellingen die Vlaams documentair erfgoed beheren, tot een geïntegreerd overkoepelend depotbeleid te komen in Brussel. Opdrachtgever: VGC. Organisaties: • Onderzoekscentrum Archivistiek en Hedendaags Documentbeheer • Geschiedenis
Onderzoekers: • Bart BALLAUX • FRANCOIS SCHEELINGS
Redeneren over kwantum informatie: een modaal-logisch perspectief op de fundamenten van de kwantum mechanica en de filosofische implicaties ervan. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project staat het logisch redeneren over kwantum informatie centraal. Meer bepaald, stelt dit project een filosofische analyse voor van de kwalitatieve en semantische eigenschappen van kwantum informatie. Door kwantum informatie een ontologisch statuut te geven en er een semantisch betekenis aan toe te kennen, plaatst dit project zich tegenover de huidig heersende opvattingen over kwantum informatie als een louter kwantitatief meetbaar gegeven. We stellen voor om in dit project de notie van 'informatie' een invulling te geven binnen de context van de Modale logica. Dit project stelt tevens de terugkoppeling voor naar het onderzoek in de filosofie van de fysica. Meer bepaald, het analyseren van de ruimtelijke en temporele eigenschappen van kwantum informatie zal nieuwe filosofische implicaties opwerpen voor de gangbare interpretaties van de kwantum mechanica. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • SONIA SMETS • JEAN VAN BENDEGEM
Scheepvaart binnen de exclusieve economische zone: een vrijheid in gevaar of eerder een gevaarlijke vrijheid? Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met de creatie van de exclusieve economische zone (EEZ) door middel van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het Recht van de Zee (1982 Verdrag) heeft de internationale gemeenschap het probleem van de overbevissing op volle zee (VZ) willen tegengaan. Het juiste juridische statuut van deze nieuwe zone, die zich bevindt tussen de territoriale zee (TZ), waar de kuststaat de soevereiniteit over heeft, en de VZ, gelegen buiten de nationale jurisdictie, gaf tijdens de conferentie aanleiding tot een confrontatie die onopgelost bleef. Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • ERIK FRANCKX
Taalgebruik, taalvariatie en taalplanning in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1814-1830) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De periode van de hereniging van Noord en Zuid in het "Verenigd Koninkrijk der Nederlanden" (1814-1830) (VKN) was cruciaal voor de status, de vorm en de functie (c.q. zelfs het voortbestaan) van het Nederlands in Vlaanderen. Over die periode is evenwel nauwelijks taalkundig onderzoek beschikbaar op basis van originele bronnen. Bovendien blijkt uit onze voorgaande expertise dat de schaars aanwezige informatie niet alleen ontoereikend is, maar vaak zelfs verkeerd. We willen die lacune invullen met een dubbel onderzoeksplan: 1.enerzijds een interne analyse van taalgebruik en taalvariatie (zowel sociaal als geografisch) in Vlaanderen tussen 1814 en 1830, op basis van een onderzoekscorpus dat we de voorbije jaren lieten samenstellen met externe middelen, en 2.anderzijds, een extern-historiografische analyse van Willems taalpolitiek en taalplanning in het 'vergeten' deel van het Zuiden (Wallonië, Luxemburg, Duitstalige gebieden) en in de kolonies en in de toenmalige Europese taalpolitieke context. Die nauw verweven onderzoekingen worden gebundeld in één goed gestructureerd en geïntegreerd project. Door de permanente wisselwerking tussen beide onderzoekingen garandeert die aanpak een aanzienlijke wetenschappelijke meerwaarde en in een optimaal gebruik van onderzoeksmiddelen. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • ROLAND WILLEMYNS • WIM VANDENBUSSCHE
Netwerken van staat en kapitaal: oorlog, militaire instituties en ondernemers in de Nederlanden (ca. 1670 - ca. 1795) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project richt zich op de probleemstelling hoe binnen de Republiek en de Zuidelijke Nederlanden de staat en ondernemers via hun onderlinge netwerken samenwerkten om de middelen voor oorlogvoering te verwerven. Daartoe wordt geanalyseerd in hoeverre dit soort netwerken in de Zuidelijke Nederlanden in structuur en opzet verschilden van die in de Noordelijke Ne-derlanden. Tevens zal worden onderzocht in hoeverre deze netwerken met elkaar overlapten en of de overheden in de Nederlanden een beroep deden op netwerken die ook door bijvoorbeeld Engelse, Duitse of Franse betaalheren werden onderhouden. De centrale vraag van dit project is of het zwaartepunt van die netwerken zich binnen "de macht" (de staat) dan wel binnen "de markt" (handelaars/ondernemers) bevond en in hoeverre het gewicht van "de markt" werd teruggedrongen in de loop van de achttiende eeuw. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • CATHARINA LIS • HUGO SOLY
"Refugee Aesthetisc" in Afrikaanse diasporaliteratuur. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Deze studie belicht de beeldvorming over vluchtelingen in de literaturen van de Afrikaanse diaspora, met name de literaire en discursieve strategiën die Engelstalige auteurs van Frikaanse afkomst aanwenden om de hedendaagse vluchtelingenproblematiek aan te kaarten. Hoewel migratie ongetwijfeld één van de centrale thema's binnen het veld van diaspora- en postkoloniale studies, rijst er steeds vaker kritiek op het geromantiseerde beeld van de nomade en het feit dat economische en politieke omstandigheden buiten beschouwingen worden gelaten. Uitgaande van een kritische benadering van de postkoloniale theorieën rond migratie en van publicaties van het Refugee Studies Centre aan de University of Oxford zal het spanningsveld belicht worden dat ontstaat tussen postkoloniale, sociologische/juridische en literaire vertogen over vluchtelingen, waarbij het de bedoeling isom te komen tot het formuleren van een "refugee aesthetics". Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Elisabeth BEKERS
Fonologische motivering in fraseologie: welklinkende collocaties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Collocaties 'vb. Commit a crime; stark naked) worden algemeen beschouwd als het resultaat van arbitaire conventionalisering. Ze vallen onder Sinclair (1991) het Idiom Principle noemt, d. i. in syntagmatisch verband blijken sommige woorden andere woorden op te roepen. Deze lexicale selectie staat in contrast met het Open Choice Principle waarbij de synoniemen vrij gesubstitueerd kunnen worden (vb. drink/have/taste/enjoy/...wine). de doelstelling van het voorgestelde onderzoeksproject is om na te gaan of die 'motiveringen'(d.i. retrospectieve verklaringe,) worden gevonden waarom sommige woordcombinaties meer kans hebben dan andere combinaties om te worden gestandaardiseerd (als collocaties). De potentiële verklaring waarvan we de plausibiliteit in het voorgesteld project willen evalueren situeert zich op het niveau van de fonologie. Om de reikwijdte van fonologische motivering in colocaties te evalueren is er systematisch onderozek nodig, waarbij (1) methodisch het 'collocatiegedrag' van een staal synoniemparen wordt vergeleken a.h.v. corpusdata, en (2) de potentiële drijfveer van fonologische motivering psycholinguïstisch wordt getoetst a.h.v. gecontroleerde leerexperimenten. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • June EYCKMANS
Rekenschapsplichtigheid voor mensenrechtenschendingen door internationale organisaties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project heeft als doel te onderzoeken via welke technieken, mechanismen en fora internationale organisaties en/of hun lidstaten rekenschapsplichtig (kunnen) gemaakt worden voor schendingen van mensenrechten gepleegd door, of toe te schrijven aan, deze internationale organisaties. Er zal in het bijzonder nagegaan worden hoe bestaande mechanismen voor het direct of indirect aansprakelijk stellen van internationale organisaties kunnen verbeterd worden, en welke nieuwe mechanismen kunnen/moeten ontwikkeld worden om die aansprakelijkheid te versterken. De eerste fase van het project zal in de eerste plaats bestaan uit "desk research", d.w.z.grondige literatuurstudie en het uitwerken van een analytisch-conceptueel kader, met een sterke klemtoon op zowel intra-disciplinariteit (het bestuderen van de relatie tussen de rechtstakken "internationaal publiekrecht", "recht der internationale organisaties", "recht van de mensenrechten", deels ook "internationaal strafrecht") als multidisciplinariteit (met openheid naar politieke wetenschappen en filosofie, met name bij de analyse van het begrip "accountability" in zijn diverse verschijnings- en operationaliseringsvormen). Ter verfijning van de probleemstelling en om een sterker empirisch inzicht in de problematiek in het kader van de werking van internationale organisaties te verkrijgen, zullen ook reeds in deze fase interviews (gebaseerd op een kwalitatieve vragenlijst) met geselecteerde personen (met name internationale en nationale ambtenaren; slachtoffers van mensenrechtenschendingen) worden gehouden. Tijdens de tweede fase zal, naast verdere "desk research", de klemtoon nog sterker op empirisch onderzoek liggen, met meer toegespitste interviews van geselecteerde kernactoren in het kader van de desbetreffende case-studies. In een derde fase worden de theoretisch/conceptuele inzichten van de eerste fase getoetst aan de inzichten verworven in het kader van de gevallenstudies van de tweede fase teneinde tot, enerzijds, een meer verfijnd theoretisch kader te komen en anderzijds praktisch relevante conclusies en aanbevelingen te formuleren. Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • STEFAAN SMIS
De historisch-ecologische analyse van boslandschappen in de Antwerpse Kempen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit interdisciplinaire project worden en aantal oude bossen (permanent aanwezig sinds 1775) in de huidige provincie Antwerpen onderzocht als historische landschappen, waarin naar gelang de bezitsverhoudingen, de toegang tot het bos en de socio-economische strategieën van boseigenaars en -gebruikers, het bos anders conceptueel werd ingevuld (als jachtpark, als vrijwoud, als marktgericht hakhoutbos of als gemeenschappelijk bos), waardoor bossen van elkaar konden verschillen qua beheervorm, botanische samenstelling, eco-technologische inrichting en ruimtelijke inrichting. We willen dus te weten komen welke wederkerige relaties er in het ancien regime bestonden tussen enerzijds sociale en economische variabelen (bezit, macht, markt) en anderzijds landschappelijke en biologische variabelen. Deze vragen worden toegepast op vier oude boscomplexen in de huidige provincie Antwerpen, met zowel een relevante variatie aan socio-economische variabelen, als met een voldoende heuristische mogelijkheden (qua historisch archiefmateriaal, qua natuurhistorische ecologische waarden en qua landschappelijke relicten). In deze samenwerking tussen natuurwetenschappers en humane wetenschappers en tussen twee universiteiten en een overheid (provincie Antwerpen) wordt zo waardevol landschappelijk erfgoed bestudeerd in comparatief perspectief met belangrijke consequenties op zowel methodologisch, thematisch als beheersmatig vlak. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Anneleen DE JAEGHER • Dries TYS
CIM ? Cochlear Implant Music: Bringing music back into the life of cochlear implant users and fostering their rehabilitation and social integration though musical interaction Universiteit Gent Abstract: In dit project ontwikkelen en testen wij een muziek instrument voor mensen met een Cochleair implantaat (CI) waardoor ze muziek kunnen maken en genieten van muziek. We zullen ook de mogelijkheid bieden om dit samen te doen met andere CI-gebruikers en / of andere normaal horende mensen. Het instrument zal worden gecontroleerd door middel van gebaren en het zal directe toegang krijgen tot de elektroden van het cochleair implantaat (zonder gebruik te maken van audio).
Organisaties: • Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen
Onderzoekers: • Marc Leman
AILab Audiovisueel en Interactief Onderzoekslab Hogeschool Gent Abstract: Via het Herculesprogramma voor verwerving van middelzware onderzoeksinfrastructuur is financiering voorzien voor de installatie van een professioneel audiovisueel en interactief onderzoekslabo. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk • Vakgroep Autonome kunsten
Onderzoekers: • Steven Jacobs
Medics on the Move (LL-MoM). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Toegepaste Taalstudies
Onderzoekers: • Christel Van De Poel
De homogene moraliteit van de comedias moralistas van J. Ruiz de Alarcón in vraag gesteld: een reconstructie van de morele heterogeniteit van de Latijnse en Spaanse hypoteksten. Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject stapt af van voorgaande biografisch georiënteerde analyses en stelt de morele homogeniteit van Alarcóns komedies in vraag door ze te plaatsen tegenover de heterogene moraliteit van de bronteksten. Onze voornaamste doelstelling is inzicht verwerven in de totstandkoming en specificiteit van Alarcóns moraliteitsgedachte aan de hand van de studie van de Latijnse en Spaanse bronteksten, gebaseerd op Genettes hypertekstualiteitsmodel. Organisaties: • Vakgroep Romaanse talen (andere dan het Frans)
Onderzoekers: • Eugenia Houvenaghel
Ideeën, internationale bleeidsnetwerken en politieke transfer in de ontwikkeling van de moderne welvaartsstaat. Een ideeëngeschiedenis van de Internationale Arbeidsoragnisatie (IAO) tussen 1930 en 1980 Universiteit Gent Abstract: Centraal staat het onderzoek naar de 'intellectuele rol' van de Internationale Arbeidsorganisatie in het internationaal sociaalpolitieke discours over de oorsprong en de ontwikkeling van de Keynesiaanse welvaartsstaat tussen 1930 en eind jaren 1970. Gebruik makend van het concept 'politieke transfer' wordt de IAO onderzocht als een kennislaboratorium, waar nieuwe modellen, paradigma's en ideeën over de welvaartsstaat werden gegenereerd, uitgewisseld en getransfereerd naar de nationale staten. Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis
Onderzoekers: • Gita Deneckere
Het beeld voorbij de representatie: een virtuele ontologie als basis voor een filosofie van de fotografie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderhavig project stelt zich de filosofische vraag of beelden representaties zijn van objecten in de werkelijkheid. Fotografische beelden in het bijzonder lijken transparante kopieen te zijn van het werkelijke. We kunnen als het ware door en foto heen kijken en de voorgestelde objecten zien alsof we ze rechtstreeks in de werkelijkheid zagen. De meeste fototheoretici hebben het over foto's in termen van gelijkenis, analogie, gelijkvormigheid, herkenning. Dit zijn de categorieen van het model van de representatie. Voor een heleboel 'artistieke' foto's gaat dit model echter niet op. Foto's van Jeff Wall bijvoorbeeld kunnen niet volstaan met een beschrijving van de afgebeelde objecten en gelijkenissen met andere beelden uit de kunstgeschiedenis. De hypothese van dit onderzoek is dat beelden deels actueel zijn (het zijn representaties van objecten) en deels virtueel (ze beschikken over een interne 'poetische' consistentie die niet gerepresenteerd kan worden). Dit project exploreert een niet representatief discours als een alternatief voor de statische, transparante en volledig actuele status van fotografische beelden. Het introduceert dynamische concepten zoals beweging, duur, herhaling, virtuele series en differentiele relaties. Het doel ervan is te voorzien in een discours dat meer recht doet aan de complexiteit van het ('artistieke') beeld. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • KATHLEEN COESSENS
Binnen of buiten de tang? Een corpusgebaseerd onderzoek naar de positie van voorzetselconstituenten in vertaald en niet-vertaald Nederlands Hogeschool Gent Abstract: Een onderzoek naar de positie van Prepositional Phrases (PP's) in bijzinnen ingeleid door het grammaticaal inleidend voegwoord 'dat' in vertaald en niet-vertaald Nederlands - Nagaan welke factoren de variatie bepalen en hoe deze factoren interageren. - Onderzoeken of deze factoren eenzelfde effect hebben in vertaalde en niet-vertaalde teksten. Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Nederlands
Onderzoekers:
• Gert De Sutter • Annelore Willems
Complexiteitsdenken in een post-genomisch tijdperk: een wetenschapsfilosofische studie van Systeem Biologie en de implicaties ervan door (i) moleculaire biologie, (ii) filosofie van de biologie, (iii) duurzame landbouw, (iv) beeldvorming en perceptie mbt Universiteit Gent Abstract: Interdisciplinair onderzoek naar betekenissen en implicaties van het huidge dualisme tussen en internationaal-wetenschappelijke en filosofische bekommernis om levende organismen te beschouwen als complexe, dynamische systemen versus de dominantie van het gencentrische perspectief dat -geholpen door populaire media- de complexiteit van organismen reduceert tot het niveau van DNA-sequenties, en dat als zodanig opinies en beleidsvorming beïnvloedt mbt transgene organismen. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Marcella Holsters • Dirk Reheul • Gertrudis Van de Vijver • Hans Verstraeten
Complexiteitsdenken in een post-genomisch tijdperk: een wetenschapsfilosofische studie van Systeem Biologie en de implicaties ervan door (i) moleculaire biologie, (ii) filosofie van de biologie, (iii) duurzame landbouw, (iv) beeldvorming en perceptie mbt Universiteit Gent Abstract: Interdisciplinair onderzoek naar beteknissen en implicaties van het huidige dualisme tussen en internationaal-wetenschappelijke en filosofische bekommernis om levende organismen te beschouwen als complexe, dynamische systemen versus de dominantie van het gencentrische perspectief dat -geholpen door populaire media- de complexiteit van organismen reduceert tot het niveau van DNA-sequenties, en dat als zodanig opinies en beelidsvorming beïnvloedt mbt trangene organismen. Organisaties: • Vakgroep Plantaardige productie
Onderzoekers: • Dirk Reheul
Denkbeelden in het postgenomisch tijdperk. Wetenschapsfilosofisch onderzoek naar de betekenis van complexiteitsdenken in Systeem Biologie voor de moleculaire biologie en filosofie van de biologie, de duurzaamheidsgedachte in de landbouw en beeldvorming in Universiteit Gent Abstract: Dit interdisciplinaire project brengt onderzoek uit de wijsbegeerte, de moleculaire biologie, de landbouwwetenschappen, en de communicatiewetenschappen samen. In het bijzonder onderzoekt het in hoeverre het complexiteitsdenken in de huidige filosofie van de biologie en de Ssyteem Biologie de orthodoxie van het gencentrisme ondervragen en bijsturen, en welke implicaties een denken in termen van organismen als complexe en dynamische systemen heeft voor het wetenschappelijk-maatschappelijk debat rond duurzame landbouw en voor de beeldvorming rond biologie en (genetisch gemodificeerde) organismen in diverse media. Organisaties: • Vakgroep Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Gertrudis Van de Vijver • Hans Verstraeten
Betekenis tussen structuur en lexicon Universiteit Gent Abstract: Synchroon en diachroon corpusgebaseerd onderzoek naar de relatie tussen semantiek, syntactische structuur en lexicon in drie talen (Nederlands, Engels, Frans), toegespitst op werkwoordstructuren en -alternanties en lexicalisatieprocessen. Betekenis tussen structuur en lexicon. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse taalkunde • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Dominique Willems • Anne-Marie Vandenbergen • Magdalena Devos
Going Downtown. Een kritische analyse van the New Yorkse Downtown Literary scène (1974-1984) Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek stelt zich als doel om als eerste de "Downtown Collection" van de NYU Fales Library op literair-wetenschappelijke en kritisch-objectieve wijze te onderzoeken. De "Downtown Collection" bevat innovatieve fictie, geschreven in de New Yorkse Downtown regio tussen 1974 en 1984, die een cruciale rol heeft gespeeld bij de transformatie van de hedendaagse canon. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Kristiaan Versluys • Bart Verschaffel • Bart Keunen
De oude vrijster. Analyse van de bestaansstrategieën van nooit gehuwde vrouwen tijdens de vroegmoderne tijd. Casus: het Brugse Vrije, 1730-1850 Universiteit Gent Abstract: De bedoeling van deze studie is om te onderzoeken welke strategieën nooit gehuwde vrouwen ontwikkelden om hun bestaan in verschillende productiesystemen te verzekeren tijdens de 18de eeuw. Organisaties: • Vakgroep Nieuwe geschiedenis
Onderzoekers: • Isabelle Devos
De scheiding tussen Kerk en Staat Universiteit Gent Abstract: Er bestaat grote eensgezindheid over de waarde van het principe van de scheiding tussen Kerk en Staat voor onze democratische samenleving. Een precieze omschrijving van dit principe is echter niet voorhanden. Het onderzoek vertrekt van de veronderstelling dat het ondanks de zeer diverse wijzen waarop dit principe in verschillende landen werd ingevuld minstens mogelijk moet zijn om vanuit rechtshistorische, rechtsfilosofische en rechtsvergelijkende hoek aanzetten te geven om tot een preciezere omschrijving te komen. Organisaties: • Vakgroep belastingrecht
Onderzoekers: • Johan Vande Lanotte • Georges Martyn
Ontwikkeling van nieuwe analytische strategieën voor de directe analyse van archeologisch materiaal Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt de ontwikkeling van analytische methodes, voornamelijk op basis van laser ablation - ICP-massaspectrometrie, voor de quasi niet-destructieve element- en isotopische analyse van archeologische materialen (zonder voorafgaandelijke digestie). Prehistorische rotsschilderingen, pre-Romeins en middeleeuws keramiek en Romeinse munten, alle afkomstig uit Spanje, werden als artefacten geselecteerd. De interpretatie van de aldus verkregen gegevens zal in samenwerking met archeologen gebeuren. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Frank Vanhaecke
Ontstaan, betekenis en rol van het supplement: een genologische en geneaologische studie van Britse 19de-eeuwse periodieken en hun addenda Universiteit Gent Abstract: Het voorgestelde onderzoek zal (1) de verschillende vormen beschrijven waarin die voorkomen: als addenda, secties, bijlagen en zelfs afzonderlijke tijdschriften met daaraan gekoppeld genretheoretische conclusies over ondermeer de voorwaarden voor het ontstaan van supplementen (economische redenen, technische of vormimmanente redenen), voorwaarden voor het voortbestaan en de consequenties daarvan voor het literaire veld (2) een genealogie opstellen die de ontwikkeling van een reeks tijdschriften in kaart brengt, de relatie tussen die periodieken, hun redacties en de netwerken aan de basis van die redacties verduidelijkt en de rol van supplementen aangeeft in het voortbestaan en overleven van negentiende-eeuwse periodieken. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Maryse Demoor
Documentaire en de technologieën van het genre. Een discoursanalytische en etnografisch onderzoek naar de veranderende productiecontext van sociale, documentaire genres op de openbare omroep. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek bestudeert recente evoluties binnen factuele, documentaire televisiegenres op de Vlaamse openbare omroep. Documentaire genres werden sinds halfweg de jaren '90 verbreed en gepopulariseerd. Deze verschuiving gebeurde in de context van een openbare omroep die nood had aan een legitimering van haar bestaan binnen een competitief medialandschap en gewijzigd publiek klimaat. Deze studie onderzoekt enerzijds hoe genrediscoursen over documentaire- en de achterliggende productiepraktijken en processen - het handelen van documentairemakers binnen de opendbare omroep reguleren. anderzijds onderzoeken we hoe deze disciplinering genegotieerd wordt binnen het productieproces en hoe dit handelen van documentairemakers bijdraagt aan het genrediscours. In de praktijk betekent deze negotiëring dat documentairemakers tijdens de productie bewust en met een zekere vrijheid omgaan met gangbare discoursen, normen en werkwijzen binnen een dynamisch proces van samenwerking en onderhandeling. De srudie vertrekt vanuit een cultural studies-paradigma, weliswaar benaderd op een kritische wijze en aangevuld met poststructuralistische, Foucauldiaanse theorieën. Bij het onderzoeken van hoe disciplinering tijdens het productieproces gebeurt, worden de concepten 'govermentality' en 'Technologieën' van Michel Foucault gehanteerd. Bij het bestuderen van negotiëringpraktijken wordt beroep gedaan op de concepten 'professionele reflexiviteit' en 'interpretatieve gemeenschap'. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • KRISTEL VANDENBRANDE
Uitwerking van het onderzoeksproject: 'Corpus Rubenianum Burchard, XXV: The Theoretical Notebook'. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Koning Boudewijnstichting - Fonds Rubenianum' hebben voor het project ' Uitwerking van het onderzoeksproject: 'Corpus Rubenianum Burchard, XXV: The Theoretical Notebook'. ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Arnout BALIS
Internationaal colloquium "Welke plaats voor de islam in het nieuwe Europa?" Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds ECICV. UA levert aan ECICV de resultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Training van vroege sociaalcommunicatieve vaardigheden bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis Universiteit Gent Abstract: Kinderen met een autisme spectrum stoornis (ASS) vertonen tekorten in de vroege sociaalcommunicatieve vaardigheden: joint attention, imitatie en symbolisch spel. Deze studie gaat de effectiviteit na van kortdurende interventies om deze vaardigheden te trainen bij jonge kinderen met ASS. Dit gebeurt met het oog op het ontwikkelen van een geïntegreerd behandelingsprogramma. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez
Noden en behoeften omtrent conservering/preservering, ontsluiting en digitaliseren van erfgoedcollecties bij vier conservatoriumbibliotheken in Vlaanderen en Brussel. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit deelonderzoek kadert in en breder onderzoek naar de noden en behoeften omtrent conservering/preservering, ontsluiting en digitaliseren van ergoedbibliotheken dat werd toegewezen aan de UA door de Vlaamse Erfgoedbibliotheek. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Pierre Delsaerdt
Psychologisering en 'global ethics'. Een kritische analyse van de historische, ethische en politieke aspecten van het fenomeen psychologisering Universiteit Gent Abstract: Dit doctoraatsonderzoek beoogt een empirisch onderbouwd (vanuit mediaonderzoek) antwoord op de vraag of de plaats van de psychologie als discours in de zelfervaring en in de publieke sfeer kwalitatief veranderd is in de laatste decennia - of er een verband is met veranderende socio-economische en culturele omstandigheden (globalisering) en wat de morele en ethische consequenties hiervan zijn voor de betrokken actoren. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Martin Commers
Revoluties, onderzoekstradities en rationaliteit Universiteit Gent Abstract: Het project heeft als doel de volgende vragen te beantwoorden: Welke veranderingen kunnen optreden binnen een onderzoekstraditie voordat we ze beschouwen als een nieuwe onderzoekstraditie? Kan de beslissing om een bepaalde onderzoekstraditie verder te ontwikkelen, rationeel zijn? Kan de beslissing om binnen een traditie op een bepaalde manier verder te zoeken, rationeel zijn? Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Erik Weber • Joke Meheus
Expanded Documentary: Een studie naar de mediale mogelijkheden van documentaires Hogeschool Gent Abstract: Wat kunnen de hedendaagse ontwikkelingen in mediale opstellingen voor documentaire filmmakers betekenen? In 1970 beargumenteerde Gene Youngblood in zijn visionair boek Expanded Cinema hoe men met film en video tal van nieuwe mediale experimenten kan ontwikkelen die niet alleen een radicaal andere beleving evoceren, maar die het audiovisuele medium in zijn geheel ook nieuwe betekenissen en een ruimere horizon bieden. Met dit project willen beide promotoren (vanuit hun expertise in respectievelijk de antropologische documentaire en de mediatheorie) deze probleemstelling vooropstellen in een hedendaagse context met betrekking tot documentaires. Hiermee willen we aansluiten bij een internationale tendens die sinds enkele jaren uitdrukkelijk onder de (documentaire) kunstenaars leeft: de zoektocht naar andere reflectiekaders en beeldstrategieën. Mediale opstellingen voorzien hierbij in een ruim register aan alternatieve presentatiemogelijkheden (denken we bijvoorbeeld aan interactieve en generatieve installaties, 3-dimensionale en dynamische visualisaties). Tevens ontwikkelde de mediakunst het laatste decennia in een versneld tempo eigen artistieke benaderingen en visualiseringmethodes die de documentaire een erg creatief instrumentarium kunnen bieden. Dit project wil, vertrekkende vanuit de artistieke praktijk van Jasmina Fekovic, Sarah Vanagt en Laurent van Lancker, nagaan hoe een dialoog tussen documentairefilm, mediakunst en theorie een surplus kan generen. De centrale onderzoeksvraag is hierbij: hoe kan dit team de mediale technieken en logica’s als middel gebruiken voor een verruiming van documentaire demarches? Hoe kan men voorts een reflectie of kritiek ontwikkelen op de bestaande beeldcultuur of kunsttraditie door middel van beeldcitaten, vervreemdingseffecten of heropvoeringen? Hoe kunnen mediale opstellingen het werk vanuit een zintuiglijke en belichaamde benadering, ervaringen van dislocatie, breuken (in plaats, cultuur, tijd), culturele transitie simuleren en versterken? Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk • Vakgroep Audiovisuele kunsten
Onderzoekers: • An van Dienderen • Robrecht Vanderbeeken
Liber Floridus 1121. De wereld in een boek Universiteit Gent Abstract: Liber Floridus 1121 De wereld in een boek wil de vroeg 12de-eeuwse encyclopedie geschreven door Lambertus, een kanunnik van SintOmaars, bij het bredere publiek in de kijker stellen. Niet alleen het handschrift als object krijgt de aandacht, maar ook de inhoud. In tentoonstelling en publicatie wordt getoond hoe de twaalfde-eeuwse auteur Lambertus van Sint-Omaars naar de wereld keek. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers:
• Philippe De Maeyer
Het belang van de vertaling en de vertaler bij de Vlaamse en Nederlandse receptie van het werk van de Oostenrijkse auteur Joseph Roth (1894-1939) Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Duits
Onderzoekers: • Petra Campe • Els Snick
Automatic Monitoring for Cyberspace Applications Hogeschool Gent Abstract: Het doel van het AMICA project is om te exploreren wat nodig en mogelijk is bij het automatiseren van de detectie van schadelijke of alarmerende tekst, foto's of video's in sociale netwerken en blogs. Hierbij wordt uitgegaan van een interdisciplinaire aanpak waarin beeld- en tekstverwerking gecombineerd worden in automatische detectiemethodes. Bij detectie van een ongewenste situatie (bijvoorbeeld cyberpesten, zelfmoordaankondiging) kunnen de relevante gebruikers op de hoogte gesteld worden. Specifieke doelstellingen van het voortraject zijn: 1- De organisatie en mobilisatie van stakeholders door middel van brainstorm-sessies om prioritaire toepassingen te bepalen. 2- Het inschatten van de haalbaarheid van verschillende toepassingen met de ingebrachte technologie (text mining, beeldverwerking, machine learning, information retrieval). 3- Het analyseren van de juridische en privacy aspecten in elk van de geselecteerde toepassingen en het zoeken van expertise op dit vlak. Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Taaltechnologie
Onderzoekers: • Veronique Hoste
Consumptieveranderingen en kerkelijke muziekcultuur in Antwerpen, ca.1650-1750. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit vernieuwende interdisciplinaire project, waar stadsgeschiedenis, muziekwetenschap en uitvoeringspraktijk in dialoog treden, wil de Antwerpse miscomposities uit de (hoog)barok toetsen aan veranderende consumptiepatronen. Zo komen nieuwe inzichten tot stand betreffende processen van compositie, uitvoering, consumptie en receptie alsook een kadering binnen de context van de Europese (muziek)geschiedenis. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Guido Marnef
Waar is de mens? Proeve van een fenomenologische topologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Waar is de mens? Op deze vraag wil het hier voorgelegde onderzoeksproject een antwoord bieden middels een fenomenologische benadering van de plaats en de ruimtelijkheid van de mens. Vertrekkend vanuit het denken van Husserl en vooral Heidegger wordt een poging ondernomen een fenomenologische topologie uit te werken die een alternatief kan bieden voor de wetenschappelijk-objectieve benadering van de ruimte. Dit perspectief lijkt immers niet in staat te zijn de eigenheid van de plaats en de ruimtelijkheid van de mens te denken, omdat ze die reduceert tot de fysisch-mathematische ruimte - de plaats wordt er gedacht als een locatie in de homogene ruimte, de ruimtelijkheid wordt er gereduceerd tot de meetbare afstand tussen die verschillende locaties. De plaats van de mens valt echter niet samen met de positie van ons lichaam in de ruimte, en de ruimtelijke verhouding tussen mens en ding kan niet worden teruggevoerd op kwantificeerbare afstand. Dit project heeft uiteindelijk de bedoeling om op een formeel-ontologische manier een aantal categorieën fenomenologisch te verhelderen (plaats, ruimtelijkheid, nabijheid, verte) en zodoende de eigenheid van de menselijke plaats-ruimtelijkheid filosofisch te onderbouwen. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Geert Van Eekert • Jasper Van de Vijver
Strategieën voor topic-initiatie door patiënten in hun interactie met dokters: Een etnomethodologische en conversatieanalytische benadering van medische gesprekken in een institutionele Poolse context. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar interactionele strategiën in gesprekken tussen artsen en patiënten is geen vrijblijvende onderneming. Inzicht in de wijze waarop de communicatie verloopt en in de mogelijke communicatieve problemen eigen aan een institutionele medische context, kan rechtstreeks bijdragen tot een optimalisering van de gezondheidszorg. Het voorliggende onderzoeksproject wil daaraan een bijdrage leveren. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren • Matylda Weidner
Waanzin, religie en maatschappij in zeventiende-eeuws Brabant. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project staat de relatie tussen waanzin, religie en maatschappij in het zeventiende-eeuwse hertogdom Brabant centraal. Aan de hand van mirakelverhalen en procesdossiers richt het onderzoek zich op de interactie tussen de diverse actoren die geconfronteerd werden met waanzin, om zo de processen van negotiatie en conflict die schuilgaan achter de identificatie, de perceptie en het beheer van krankzinnigheid te grijpen. Aandacht zal daarbij uitgaan naar wisselwerkingen en spanningen tussen de religieuze en wereldse registers waarbinnen waanzin gevat en beleefd werd. Van daaruit wordt het mogelijk abstracte, vaak lineair gedachte begrippen als "secularisering" en "medicalisering" te nuanceren. Organisaties:
• Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bert De Munck • Guido Marnef • Sonja Deschrijver
Vrouwelijke netwerkvorming in het vroegmoderne Aalst: sociaal kapitaal "achter de schermen"? Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt onderzocht in welke soorten netwerken (gehuwde) vrouwen in een (kleine) vroegmoderne stad actief waren en hoe deze netwerken evolueerden onder invloed van belangrijke sociaal-economische en culturele transformaties zoals de "industrious revolution" en de zogezegde "privatisering" van de vroegmoderne vrouwelijke actor. Dank zij de integratie van gendergeschiedenis en studies naar sociaal kapitaal wordt daarbij enerzijds ons begrip van de rol van gender in de productie van sociaal kapitaal vergroot en wordt anderzijds het monolithische onderscheid tussen de "publieke mannelijke sfeer" en de "vrouwelijke private sfeer" historisch geproblematiseerd. Deze inhoudelijkmethodologische insteek zal concreet gemaakt worden voor Aalst, een kleine stad die een exemplarische sociaal-economische transformatie doormaakte, uitstekende bronnenreeksen heeft en zich -vanwege de schaal- uitstekend leent voor een geïntegreerde analyse. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Bert De Munck • Ellen Decraene
De heruitvinding van het verleden. Re-enactment in de hedendaagse dans- en performancekunst. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de impact van re-enactment op de ontologie van hedendaagse dans- en performancekunst. Steeds vaker worden choreografieën of performances uit het verleden hernomen. Dit markeert een fundamentele verschuiving: de behoefte om grensverleggend werk te creëren wordt ingeruild voor een uitgesproken interesse in de artistieke erfenis. Een herziening van de gangbare opvattingen over de wezenskenmerken van deze praktijken dringt zich op. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Kurt Vanhoutte • Timmy De Laet
Tussen Techné en Techniek. Hannah Arendt, Günther Anders, Herbert Marcuse en Hans Jonas. Universiteit Antwerpen Abstract: Heideggers kortstondige omhelzing van het nationaalsocialisme heeft een belangrijke impact gehad op de receptie van zijn wijsgerig oeuvre en dat van diegenen die door zijn denken zijn beïnvloed. In een aantal recente studies heeft men deze problematiek uitgewerkt met betrekking tot het leven en werk van een aantal van zijn joodse studenten. Hoewel hierin enerzijds wordt aangetoond dat hun denken op diepgaande wijze door Heidegger beïnvloed is gebleven en anderzijds dat hun werk grotendeels begrepen kan worden als een reactie op tekortkomingen in Heideggers denken, wordt er echter nergens ingegaan op deze confrontatie in de context van de thematiek die Heidegger in de Einführung in die Metaphysik zelf expliciet heeft aangegrepen als legitimering voor zijn sympathie voor de nationaalsocialistische beweging, namelijk de moderne techniek. In dit onderzoek zal daarom geanalyseerd worden hoe de techniekfilosofie van aantal van Heideggers joodse studenten -Hannah Arendt, Günther Anders, Herbert Marcuse en Hans Jonas- begrepen kan worden als een kritische uitwerking van Heideggers vroege denken van de techniek. Organisaties: • Instituut Joodse Studies
Onderzoekers: • Vivian Liska • Nathan Van Camp
De Middelnederduitse 'Flos unde Blankeflos'. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit receptieonderzoek beoogt te achterhalen op welke wijzen de tekstuele samenstelling van de vijf codices die de Middelnederduitse Flos unde Blankeflos bevatten de receptie van deze tekst beïnvloedt en hoe de handschriften hierin overeenkomen en verschillen. Eerst wordt de overlevering van de tekst onderzocht, tot slot worden tekst en codex t.o.v. de Middelnederduitse literatuur en de Europese Floire et Blanchefleurtraditie besproken. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Frank Willaert • Elisabeth de Bruijn
Poëzie en cultuurpolitiek in het negentiende-eeuwse Vlaanderen: Theodoor van Ryswyck (1811-1849) en de Antwerpse literaire romantiek. Universiteit Antwerpen Abstract: In het voorliggende project wordt vanuit een literatuurwetenschappelijk perspectief de functie van literatuur in het moderne natievormingsproces bestudeerd. Het corpus dat daarbij centraal staat is de poëzie van Theodoor van Ryswyck: spilfiguur van de Antwerpse romantische school, overgangsfiguur van een Belgisch naar een Vlaams cultuurnationalisme en dichter van een naar vorm uiteenlopend en naar inhoud overwegend politiek oeuvre. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Piet Couttenier • Adelheid Ceulemans
"La main de l'histoire se fatigue". Vertogen over verledens in Antwerpen en Brussel tijdens de Franse periode. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.
Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bert De Munck • Marnix Beyen • Brecht Deseure
Het functioneren van theater in een vroegmoderne stad: De relatie tussen inrichting en repertoire van de Antwerpse theaters tussen 1610 en 1746/1762. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek behandelt het georganiseerde theaterleven in Antwerpen tussen 1610 en 1746 vanuit de relatie tussen theatertekst en theatergebouw. Theaterhistorisch onderzoek beperkt zich vaak tot het repertoire enerzijds of tot het gebouw en de uitrusting anderzijds. Voor de periode 1610-1746 ontbreken beide soorten onderzoek voor Antwerpen. Om een zo compleet mogelijk inzicht in het functioneren van het theater te verwerven, wordt in de wisselwerking en de relatie tussen beide aspecten geanalyseerd. Door de toneelteksten (inhoud, impliciete en expliciete opvoeringsgegevens, enz.) te analyseren in relatie tot de theatergebouwen en de speellocaties (technische & semiotische analyse, CAD/driedimensionale computerreconstructies, publiek, schouwburgbestuur, enz.) wordt het mogelijk de evolutie en het functioneren van het theaterleven tussen 1610 en 1746 op een veel diepgaandere manier te reconstrueren, dan wanneer men zich tot één van beide aspecten zou beperken. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Frank Peeters • Hubert Meeus • Timothy De Paepe
Het totaliserende genre. William Gaddis, Thomas Pynchon en de encyclopedische roman in de Verenigde Staten. Universiteit Antwerpen Abstract: 1. Hoe kan de 'encyclopedie' als tekst nuttig worden gemaakt voor de benaming van een literair genre? Denis Diderot definieert de encyclopedie als een geheel van kennis waarin verandering centraal staat (Anderson). Deze definitie gaat wellicht niet zonder meer op voor Diderots eigen encyclopédie; maar werd in elk geval door diverse literatuurwetenschappers (Rasula, Clark) aangegrepen om de encyclopedische roman te beschrijven als de narrativisering van de beperkingen van de encyclopedie. 2. Is het zinvol om Gravity's Rainbow en The Recognitions te rangschikken 'binnen' een bepaald genre? Is de relatief jonge term 'encyclopedische roman' het meest geschikt ter benoeming van de vele vergelijkingspunten tussen deze twee romans? En hoe verhoudt zich de encyclopedische roman tot de Menippische satire (Kharpertian, Weisenburger) en tot de anatomy van Northrop Frye? 3. Hoe doen Gravity's Rainbow en The Recognitions de illusie van totaliteit ontstaan? Wat is de functie van deze totaliteit in de twee romans? Gaddis thematiseert de valsmunterij in de kunstwereld en roept daarbij de vraag op naar de 'authenticiteit' van (het totaliteitsproject van) zijn eigen roman. Pynchon doet bij de lezer een creatieve paranoia ontstaan die de illusie van een coherent geheel tegelijk versterkt en aanvreet. Welke literaire strategieën dragen bij tot deze effecten? 4. Hoe functioneert de encyclopedische roman (met als matrix Gravity's Rainbow en The Recognitions) in het Amerikaanse genresysteem? Is dit een elitair genre, dat wordt gerecipieerd als een uiting van een academisch 'postmodernisme', of wordt de encyclopedische roman veeleer gezien als een signaal van hergroepering op het gebied van de wetenschap, als een indicatie van een blijvend streven naar coherentie en totaliteit in de voorstelling en ervaring van kennis? Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Luc Herman • Petrus Van Ewijk
Pre-industriële sociale structuur en verandering. Ongelijkheid, polarisatie en levensstandaard in de Zuidelijke Nederlanden (ca. 1650-1850). Universiteit Antwerpen Abstract: De opzet van het onderzoek is om door middel van een lange-termijnsstudie (ca. 1600-1850) een beter inzicht te krijgen in de veranderingen en de evolutie van sociaal-economische ongelijkheid en polarisatie aan de vooravond en het begin van de industriële revolutie. Het is een poging om eerst en vooral de evolutie van ongelijkheid, polarisatie en veranderingen in sociaal-economische verhoudingen te meten gedurende deze periode. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Gerlinde Verbist • Wouter Ryckbosch
Exemplaargebaseerde modellen van menselijke zinsverwerking. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de mogelijkheid om een exemplaargebaseerd model van menselijke zinsverwerking te ontwikkelen, dat in staat is om de relaties tussen de verschillende woorden van een zin op een psychologisch adequate manier te identificeren. Om dit model te evalueren wordt nagegaan of de voorspellingen van het model correleren met experimentele gegevens over de verwerking van structureel niet-ambigue en tijdelijk structureel ambigue zinnen. Voor de toetsing van het model beperken we ons tot de relatie tussen het werkwoord en zijn argumenten. Op die manier kunnen een aantal cruciale problemen van menselijke zinsverwerking worden onderzocht. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans • Dominiek Sandra • Bram Vandekerckhove
Politieke strategieën van ambachtslieden onder druk: meesters, gezellen en leerjongens tussen stedelijke overheid en middenveld in 16de-eeuws Antwerpen.
Universiteit Antwerpen Abstract: Deze studie kadert in het onderzoek naar 'civil society' en het 'stedelijke corporatieve middenveld', waarin de focus wordt gelegd op hoe ambachten, als corporatieve verenigingen van beroepsgenoten, stabiliteit wisten te behouden binnen een stedelijke samenleving die stevig onder druk kwam te staan in het turbulente 16e-eeuwse Antwerpen in vergelijking met de aangewende strategieën (politiek, sociaal, economisch en cultureel) van ambachten uit andere Brabantse steden als Mechelen en Leuven. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bert De Munck • Ellen Burm
Van bisschop tot heks: een onderzoek naar de religieuze en mentale leefwereld van gewone gelovigen in het bisdom Antwerpen, 16de-17de eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoeksproject is de focus gericht op de religieuze en mentale leefwereld van gewone gelovigen in het bisdom Antwerpen vanaf de tweede helft van de 16de eeuw tot en met de 17de eeuw. Het uitgangspunt daarbij is dat het kerkelijk pparaat (op de diverse niveaus: bisschop, deken, plaatselijke clerus) en de plaatselijke gemeenschappen van gelovigen geen afgescheiden gehelen zijn, maar culturele en sociale circuits vormen die met elkaar communiceren en op elkaar inspelen. Het impliceert dat zowel de 'officiële' Kerk en de modale gelovigen aandacht moeten krijgen vanuit een dynamisch perspectief. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Guido Marnef • Vrajabhumi Vanderheyden
Medewerking aan het "Beckett Digital Manuscript Project" (FWO Vis.Postdoc.Fel., Anthony CORDINGLEY, Australië, Univ.Rouen-Frankrijk).. Universiteit Antwerpen Abstract: Met de toestemming van de Estate of Samuel Beckett werkt het Centre for Manuscript Genetics (CMG; centrum voor tekstgenetica) aan de UA momenteel, in samenwerkimg met de Beckett International Foundation en het Harry Ransom Humanities Research Center (University of Texas at Austin) aan een digitale genetisch-krititische editie: het 'Beckett Digital Manuscript Project' omvat alle bewaard gebleven manuscripten van Becketts werken. Elk werk vomt een aparte module. Dit internationale samenwerkingsverband is het bredere kader waarbinnen deze projectaanvraag te situeren is. Het project zal erin bestaan, in samenwerkimg met het CMG, de module rond Becketts tweetalige roman "Comment c'est/How It Is" binnen dit kader te realiseren, voortbouwend op het werk van Edouard Magessa O'Reilly. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Dirk Van Hulle
De internationale handel en de economische ontwikkeling in de Oostenrijkse Nederlanden, 1759-1791 Universiteit Antwerpen Abstract: Het project "Internationale handel en economische ontwikkeling in de Oostenrijkse Nederlanden, 1759-1791", heeft als doel om de tot dusver genegeerde, dialectische relatie tussen handel en groei in deze streken tijdens de tweede helft van de achttiende eeuw uit te klaren. De impact van internationale handel zal onderzocht worden aan de hand een aantal economische sleutelsectoren. Dit debat laat een nieuw licht schijnen op zowel de geschiedenis van de Zuidelijke Nederlanden als op het levendige internationaal groeidebat. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Ann Coenen
Diplomatieke ontmoetingen: een cultuurhistorische analyse van de Belgisch-Osmaanse betrekkingen (1838-1914). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bestudeert de diplomatieke contacten tussen België en het Osmaanse Rijk tijdens de periode 1838-1914. Vertrekkende vanuit inzichten uit postkoloniale theorievorming, cultural studies en de Theorie van de Internationale Betrekkingen worden diplomatieke interacties beschouwd als cross-cultural encounters. Concreet wordt ingezoomd op de ervaringen van 'andersheid' van zowel Belgische diplomaten in Istanbul als die van Osmaanse gezanten in Brussel. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Henk de Smaele • Houssine Alloul
Enactivisme en uitgestrekt bewustzijn. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor Filosofische Psychologie
Onderzoekers: • Erik Myin • Victor Loughlin
Repertoire als inzet. Een discoursanalyse van de definitiestrijd rond repertoire in het Vlaamse theaterlandschap van 1945 tot nu. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties:
• Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Luc Van Den Dries • Ciska Hoet
Zij hebben voordere ende breedere inden gheest ende personnelic ghereist": de positie van het laatmiddeleeuwse reisverslag Tvoyage van Mher Joos van Ghistele (ca. 1490) in de middeleeuwse etnografie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek focust op Tvoyage van Mher Joos van Ghistele (ca. 1490), het omvangrijke laatmiddeleeuwse reisverhaal van de al even uitgebreide reis van Vlaams edelman Joos Van Ghistele (¿1516) naar het Nabije Oosten (1481-1485), dat zowel in handschrift als in druk werd overgeleverd en voortreffelijk werd uitgegeven (Gaspar 1998). De ontsluiting van de tekst in de druk en herdrukken van Tvoyage (1557, 1563, 1572) geeft blijk van een encyclopedische receptie. Door vergelijkende analyse met een lateraal corpus van laatmiddeleeuwse en vroegmoderne gedrukte Westerse reisverhalen, en door toetsing van de narratieve kenmerken van Tvoyage in dit laterale corpus, zal worden nagegaan welke kenmerken ervoor hebben gezorgd dat de laatmiddeleeuwse tekst nog ver in de zestiende eeuw werd gebruikt voor zijn encyclopedische waarde. Tot slot wordt een conclusie geformuleerd met betrekking tot de plaats die Tvoyage inneemt in de ontwikkeling van het etnografische (e.i. empirisch-beschrijvende) genre. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Frank Willaert • Veerle Fraeters • Alexia Nikita Marina Lagast
Kierkegaards ethiek van de zelfwording. Een hedendaagse deugdethiek. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor Ethiek
Onderzoekers: • Johan Taels • Jurjan Compaijen
Dynamieken van visionaire lekendevotie. Visioenen en verschijningenin laatmiddeleeuwse en vroegmoderne mirakelboeken in de Nederlanden (1300-1700). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wilt inzicht verwerven in de aard en de ontwikkeling van de visionaire ervaring van leken in de late middeleeuwen en vroegmoderne periode. Daartoe worden gerapporteerde visioenen en verschijningen in laatmiddeleeuwse en vroegmoderne mirakelboeken en collecties die tussen 1300 en 1700 in cultuscentra in de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden tot stand kwamen, bij elkaar gebracht en beschreven naar vorm en inhoud. De combinatie van tekstuele, contextuele en comparatieve analyse zal (1) licht werpen op de karakteristieken van de religieuze ervaring van de visionaire protagonist en mogelijk inzicht geven in de regis-ter- en redactiepraktijken in het cultuscentrum, (2) zowel chronologische evoluties en regionale variaties in de natuur van gerapporteerde lekenvisioenen als de intensiteit en concentratie van hun voorkomen in kaart brengen. Vervolgens zullen (3) de bevindingen geïnterpreteerd worden door ze te correleren met specifieke cultusgerelateerde ontwikkelingen enerzijds, en ontwikkelingen binnen officiële kerkelijke normering en regulering van lekenvisioenen anderzijds. Naast belangrijke conciliaire besluiten en geschriften van katholieke theologische autoriteiten, zullen ook verhandelingen en polemieken van protestantse hand bij het onderzoek worden betrokken. De analyse zal worden geïnformeerd door concepten uit de historische antropologie, de filosofie van de religie en de historische psychologie. Dit project zal leiden tot een gedifferentieerd beeld van de aard en de impact van lekenvisioenen in de late middeleeuwen en de vroegmoderne periode en zodoende op significante wijze bijdragen tot onze kennis van lekendevotie en religieuze volkscultuur. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ruusbroecgenootschap
Onderzoekers: • Veerle Fraeters • Guido Marnef • Jonas Van Mulder
Afwerking twee boekprojecten: *Devorando a Cuba* en *Cinco ensayos sobre narrativa dominicana contemporánea*. Universiteit Antwerpen Abstract: In "Devorando a lo cubano" wordt een gastrokritische benadering, i.e. een lectuur vanuit de culinaire verwijzingen in dialoog met andere invalshoeken, toegepast op een reeks narratieve teksten die handelen over Cuba in de negentiende eeuw en in de zogenaamde Período Especial in Cuba (van 1990 tot heden). In "Cinco ensayos sobre narrativa dominicana contemporánea" worden invalshoeken zoals stad, diaspora, en vooral het historisch trauma van de Dominikaanse Republiek, de dictatuur van Trujillo, belicht in het werk van hedendaagse schrijvers. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Rita De Maeseneer
Automatic monitoring for cyberspace applications (AMICA). Universiteit Antwerpen Abstract: Het AMiCA ("Automatic Monitoring for Cyberspace Applications") project wil relevante wehsites zoals blogs, chat rooms en sociale netwerksites monitoren met het oog op de automatische detectie van schadelijke of alarmerende berichten, foto's en video's. Gezien het stijgend belang van beeld (vb. porno, automutilatie) in dergelijke toepassingen wordt uitgegaan van een interdisciplinaire aanpak waarin tekst- en beeldverwerking gecombineerd worden. Classificatiessystemen zullen gebouwd worden die dergelijke schadelijke berichten "on-the-fly" knnen detecteren. Bij detectie van een kritieke situatie (vh. cyherpesten), worden de relevante gebruikers hiervan op de hoogte gebracht. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
Automatic monitoring for cyberspace applications (AMICA).
Universiteit Antwerpen Abstract: Het AMiCA ("Automatic Monitoring for Cyberspace Applications") project wil relevante wehsites zoals blogs, chat rooms en sociale netwerksites monitoren met het oog op de automatische detectie van schadelijke of alarmerende berichten, foto's en video's. Gezien het stijgend belang van beeld (vb. porno, automutilatie) in dergelijke toepassingen wordt uitgegaan van een interdisciplinaire aanpak waarin tekst- en beeldverwerking gecombineerd worden. Classificatiessystemen zullen gebouwd worden die dergelijke schadelijke berichten "on-the-fly" knnen detecteren. Bij detectie van een kritieke situatie (vh. cyherpesten), worden de relevante gebruikers hiervan op de hoogte gebracht. Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Heidi Vandebosch • Karolien Poels
De Caraïben, een ingebeelde communauteit? Im/passes in comparatief postkoloniaal onderzoek m.b.t. de Afrikaanse diaspora in vijf studies. Universiteit Antwerpen Abstract: In mijn onderzoeksplan probeer ik een tweeledige doorbaak op het gebied van postkoloniale, franstalige literaturen. Ten eerste wordt een aanzet geleverd om de Franstalige Caribische literatuur in relatie te brengen met de anderstalige Caribische literaturen. Dit taaloverschrijdend perspectief wordt toegepast op een studie van 10 auteurs uit de Afrikaanse diaspora die telkenmale tot dezelfde generatie behoren en typologische affiniteiten hebben ("gender", "historiographic metafiction", "travel writing", "la Créole blanche", "la Médée noire"). Ten tweede wordt de "canon" en de "literaire geschiedenis" van de Caraïben herbekeken teneinde te remediëren aan de "balkanisation" van zowel literatuur als kritiek m.b.t. deze regio. Organisaties: • WERKGROEP POSTKOLONIALE LITERATUREN • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Kathleen Gyssels
De Laurion doorgelicht: Archeo-topografische analyse van ertwasserijen en hun watervoorzieningsystemen in de zilverateliers van Attica Universiteit Gent Abstract: Het onderwerp van het voorgestelde onderzoek richt zich tot de Laurionstreek in Attica. Het opzet is via GIS een overzicht te creëren van de aldaar gesitueerde archeologische structuren die in verband kunnen gebracht worden met metallurgische activiteiten. Hierdoor wordt de interne en externe werking ervan als het ware blootgelegd. Specifieke aandacht zal besteed worden aan de watervoorzieningssystemen van de zilverateliers. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Roald Docter
Op zoek naar mannelijkheid. Constructies van mannelijkheid in het werk van Ernest Hemingway en David Herbert Lawrence Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt hoe personages in werken van Lawrence en Hemingway op zoek gaan naar een fundering voor hun mannelijkheid. Dit gebeurt aan de hand van de gendertheorie van Judith Butler, om op die manier niet alleen tot nieuwe inzichten te komen betreffende het onderzochte corpus, maar tevens om de validiteit van de hedendaagse "queer theory" als leesmethode te testen. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Maryse Demoor • Gert Buelens
Klankreductie, frequentie en woordvolgorde. Naar een taalgebruiksgebaseerde analyse van klankreductie in (semi)lexicale constructies Universiteit Gent Abstract: In het onderzoek worden reductiefenomenen over de woordgrenzen heen bestudeerd die niet verklaard kunnen worden door mechanismen als het streven naar uitspraakgemak en woordfrequentie. De onderzoekshypothese is dat de vorming van constructies, zoals beschreven in de constructiegrammatica en het grammaticalisatieonderzoek, kan bijdragen tot verregaande reductie van vaste woordsequenties. De interactie van klankreductie, frequentie en de vorming van constructies wordt in Nederlandstalige corpusdata onderzocht. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse taalkunde
Onderzoekers: • Magdalena Devos
"Postmemory" en postmodern: traumatische geschiedenis en de poëtica van de afwezigheid in recente JoodsAmerikaanse romans Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt de wijze waarop postmoderne historiografische metafictie, via een poëtica van de afwezigheid, gebruikt wordt voor postmemoriale doeleinden door Joods-Amerikaanse derde generatie-auteurs na de Shoah, zoals Jonathan Safran Foer, Nicole Krauss en Michael Chabon. Hun Holocaust-romans ontsnappen paradoxaal genoeg aan de hang van de traditionele historiografie naar verplotting (emplotment), teleologie en afronding (closure) van het trauma. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Kristiaan Versluys • Gert Buelens
Vaderlandse geschiedenis in Nederlandse epen (1766-1795): vormgeving van een historische ervaring? Universiteit Gent Abstract: Centrale onderzoeksvraag is op welke manier Nederlandse epen die verschenen tijdens het stadhouderschap van Willem V (1766-1795) de lezer naar een historische ervaring begeleiden. Het verleden wordt daarbij dienstbaar gemaakt voor contemporaine politieke ideologieën. Dit
project beoogt een interventie in zowel de studie van de 18de-eeuwse Nederlandse literatuur als de conceptuele studie van de verhoudingen tussen literatuur en geschiedschrijving. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse literatuur
Onderzoekers: • Jurgen Pieters
Ontwikkeling van een filosofische theorie voor een geschiedschrijving van het subject, de leefwereld en de ervaring Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is de ontwikkeling van een filosofische theorie die de cultuur- en mentaliteitsgeschiedenis in staat stelt de leefwereld, het subject en de ervaring tot haar onderwerp te maken. Dit zal gebeuren door te vertrekken van de cultuurfilosofie van Ernst Cassirer en door deze te contrasteren met de traditionele hermeneutiek en de historiografische praktijk. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Gertrudis Van de Vijver
Een literair-maatschappelijke hergeboorte van klassieke tragedie na Nietzsche. Een poëticale receptiestudie naar de sociale integratie van een 'klassieke' tragische conditie in Duitse literaire en dramatische teksten, begin 20e eeuw. Universiteit Gent Abstract: Dit project wil de receptie van verhaalstof, taal-en vormstructuren van de klassieke tragedie in het dramatische en poëticale werk van de Duitse dichter Paul Ernst (1866-1933) onderzoeken. Als reactie op de contemporaine samenleving en geïnspireerd door Nietzsche, engageerde hij zijn werken om een artistieke en maatschappelijke ?renaissance? van een ?tragische conditie? te realiseren Organisaties: • Vakgroep Duits
Onderzoekers: • Benjamin Biebuyck
Dynamiek in de Typen-theorie: een logisch kader voor collectieve kennis en informatieverwerking Universiteit Gent Abstract: Er zal gebruik worden gemaakt van een modaal constructief logisch kader om de relatie tussen informatie en kennis te modelleren in redeneerprocessen van de vorm: op voorwarde dat de informatiegegevens x,y,z geverifieerd zijn, beschikt de groep actoren A over de verantwoorde kennis K. Dergelijke redeneervormen treft men impliciet aan in een aantal alledaagse situaties die de basis vormen van intelligente interacties en collectieve beslissingsprocedures. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Joke Meheus
De organisatie van het tweetalig geheugen: Evidentie via gedragsmaten en electrofysiologische technieken Universiteit Gent Abstract: Dit beoogt een beter inzicht te verschaffen in de globale organisatie van het tweetalig geheugen. Op basis van experimentele data zal worden nagegaan hoe lexicale en semantische aspecten van de moedertaal (L1-woorden) en de tweede taal (L2-woorden) zijn gerepresenteerd in het tweetalig geheugen, en welke verbindingen er tussen deze representaties bestaan. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Robert Hartsuiker
Conceptmodellering in vage logica Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit onderzoek is het op realistische wijze integreren van conceptuele informatie in concrete vage logica's. Dit soort integratie laat ons toe om verscheidene tot nu toe moeilijk of niet modelleerbare aspecten van ons dagelijks redeneren alsnog op een precieze wijze na te bootsen (e.g. conceptcombinaties, metaforen, defaults, enz.) Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Joke Meheus
Middeleeuwse stedelijke toponymie in het hertogdom Brabant, spiegel van de stadsontwikkeling? Universiteit Gent Abstract: De centrale vraagstelling richt zich op de middeleeuwse stadsontwikkeling binnen het voormalige hertogdom Brabant. Het is opvallend hoe vaak identiek dezelfde toponiemen voorkwamen in de middeleeuwse steden. Er wordt een pgoing ondernomen om dit intigrerende fenomeen te verklaren en aldus nieuwe inzichten te verwerven over de stedenbouwkundige ontwikkeling en (de evoluties in) het gebruik van de publieke ruimte. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Magdalena Devos • Marc Boone
Psychose als realisteitsstoornis: een epistemologisch onderzoek Universiteit Gent Abstract: Dit doctoraat is een kritische literatuurstudie binnen d filosofie van de psychiatrie. Centraal aandachtspunt binnen deze optiek is het epistemologisch vraagstuk naar realiteitstoetsing en hierbij de mogelijkheid tot twijfel, verwarring en waanzin. De opzet van dit doctoraat is een epistemologisch onderbouwde benadering van het psychotische subject bewerken zonder segregatie, maar met aanvaarding van deze subjectieve andersoortige vorm van psychische organisatie.
Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Gertrudis Van de Vijver
"L'union fait la force? Literaire samenwerking in Groot-Britanië in de lange negentiende eeuw" Universiteit Gent Abstract: Dit doctoraat vormt een belangrijke aanvulling op lopend onderzoek naar literaire samenwerking in de negentiende eeuw, dat hoofdzakelijk focust op schrijverskoppels, maar voorlopig weinig aandacht besteedde aan de rol van salons en schrijversnetwerken. Een theoretisch referentiekader (Perre Bourdieu, Judith Butlers theorie van de " performativity") wordt aangevuld met case studies en onderzoek naar het economisch belang van multiple autorship. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Maryse Demoor
Literatuuronderwijs Herbekeken vanuit een Media en Cultuur Perspectief Universiteit Gent Abstract: In het onderzoek van de groep 'Cultuur & Educatie' over de impact van de narratieve wending in onderwijs en de lerarenopleiding, zal het voorstel van Steven Tösösy de Zepetenk voor een 'systematische en empirische aanpaak' voor het (vergelijkend) bestuderen van literatuur leiden tot een nieuw perspectief op literatuuronderwijs als een subsysteem van cultuur en een vorm van media-onderwijs. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Ronald Soetaert
Fichte's Wissenschaftslehre 1794 als metafysische fundament voor het relevantiewaarheidsconcept in de filosofie van A. Schütz en R. Boehm. (annex, becommentarieerde vertaling van fichte's Wissenschaftslegre 1794). Universiteit Gent Abstract: Fichte's Wissenschaftslehre 1794 als metafysische fundament voor het relevantiewaarheidsconcept in de filosofie van A. Schütz en R. Boehm. (annex, becommentarieerde vertaling van fichte's Wissenschaftslegre 1794). Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Gertrudis Van de Vijver
Van schuldbewustzijn naar taalbewustzijn. Taalhandelingen en de constructie van bewustzijn in het werk van Ivo Michiels Universiteit Gent Abstract: Dit project streeft naar een geïntegreerde narratologische aanpak van taalhandelingen en bewustzijnsrepresentatie in experimenteel proza van de Vlaamse auteur Ivo Mechels. De theorie van taalhandelingen wordt geïntegreerd in een cognitief narratologische benadering van bewustzijn (sconstructie) om de werkin gvan Michiels' experimentele teksten preciezer te kunnen beschrijven. Anderzijds noopt Michiels' proza tot een kritische evaluatie van postklassieke modellen uit de narratologie. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse literatuur
Onderzoekers: • Bart Vervaeck
Het fictionele leven. Een narratologisch-retorische benadering van karakterisering en fictionaliteit in de Griekse biografen van de keizertijd Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject beoogt een formele beschrijving van fictionaliteit in antieke 'non-fictie met duidelijk fictionele inslag', nl. de sofisten- en filosofenbiografieën van de keizertijd (1ste-4de eeuw n. chr.). Dit gebeurt aan de hand van een narratologisch-retorische analyse van de constructie van karakterisering en levert een bijdrage aan onze kennis van de formele specificiteit van fictionele en non-fictionele narratieve literatuur. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Kristoffel Demoen
De ethiek van neuromodulatie Universiteit Gent Abstract: Mijn project is gesitueerd binnen de neurothiek, een domein dat de ethische, wettelijke en sociale implicaties van neurologische kennis en neurologische toepassingen onderzoekt. Ik verricht onderzoek naar de wijsgerige en ethische vragen (zoals vragen over persoonlijke identitiet, mind-body relatie, verantwoordelijkheid en crimineel gedrag) met betrekking tot neuromodulatie (directe interventie in de hersenen) voor psychiatrische stoornissen. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Johan Braeckman
Misschien armer dan gedacht, maar bijzonder respectabel! Genteel poverty en respectabiliteit bij Britse residenten in België en Frankrijk (1815-1914) Universiteit Gent Abstract: In de periode 1815-1914 trokken veel Britten naar België en Frankrijk om er zich voor lange tijd of zelfs permanent te vestigen. Dit project legt het leven van de armere residenten bloot, hun netwerken, hun gehechtheid aan hun Britse/Engelse nationale identiteit en hun nadruk op beleefdheid als een facade waarachter de soms bittere armoede werd verscholen. Organisaties:
• Vakgroep Nieuwste geschiedenis
Onderzoekers: • Bruno De Wever
Whistleblowing als element van corporate governance: ethische risico's en betekenisgeving Universiteit Gent Abstract: Onderzoek gaat na: 1. wat de relatie is tussen voorschrijvende initiatieven binnen een bepaalde samenleving (overheid, belangenvereniging) omtrent whistleblowing en de vermelding ervan in corporate governance codes binnen die samenleving, 2. wat de concrete ervaringen zijn van verschillende stake holders met interne whistleblowing procedures volgens verscheidene modaliteiten (anoniem/confidentieel, in-house/outsourced, recipiënten, ?) Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Martin Commers
Theatermaatschappij. Volkstalige literaire cultuur en de ontwikkeling van de vroegmoderne kennissamenleving in de Nederlanden, 1450-1650 Universiteit Gent Abstract: Tussen 1450 en 1650 werd de performatieve literaire wereld het centrum van het West-Europees mediasysteem. Performatieve literatuur werd ook het model bij uitstek voor de organisatie en overdracht van kennis. Dit project bestudeert de manieren waarop de instituties, actoren en media van de theatersamenleving van een vroegmoderne metropool als Antwerpen kennis en informatie opnamen, verwerkten en toegepasten. Organisaties: • Vakgroep Nieuwe geschiedenis
Onderzoekers: • Hildegarde Symoens
Het gebruik van adaptieve logica's voor de praktijk en de filosofie van de wiskunde en het gebruik van wiskundige tools voor de abstracte analyse van adaptieve logica's Universiteit Gent Abstract: Dit project betreft het onderzoek naar de relatie tussen wiskunde en adaptieve logica's (AL's) op drie verschillende vlakken: er wordt onderzocht hoe (a) AL's kunnen gebruikt worden voor de formele modellering van de praktijk van de wiskunde, (b) AL's problemen van de grondslagen van de wiskunde kunnen oplossen en © wiskundige technieken kunnen gebruikt worden voor de abstracte studie van AL's. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Joke Meheus
Omstreden verleden: de representatie van het verleden en de constructie van het culturele geheugen in de Kroatische, Bosnische en Servische literatuur van de jaren negentig Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een analyse van het belang, de draagwijdte en de rol van het post-Joegoslavische proza van de jaren negentig in de transformatie van het 'culturele geheugen' in Kroatië, Bosnië-Hercegovina en Servië. Organisaties: • Vakgroep Slavistiek en Oost-Europakunde
Onderzoekers: • Raymond Detrez
Een ethische analyse van leeftijd als criterium bij beslissingen in de gezondheidszorg. Universiteit Gent Abstract: Het project zal onderzoeken of en in welke mate het gebruik van leeftijd bij het nemen van beslissingen in de gezondheidszorg een vorm van discriminatie is. Hiervoor zal onder meer een vergelijking worden gemaakt met andere vormen van discriminatie zoals onderscheiden gemaakt op basis van geslacht, seksuele voorkeur enz. De analyse gebeurt binnen het bredere kader van theorieën over verdelende rechtvaardigheid. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Guido Pennings
De epistemische structuren van pseudowetenschappen en de logica van irrationele overtuigingen: een sceptisch en epistemologisch onderzoek Universiteit Gent Abstract: Veel wetenschappers en filosofen beschouwen zogenaamde 'pseudowetenschappen' niet als een interessant onderzoeksobject, omdat deze theorieën 'evident fout' zijn. Niettemin kan een diepgaand epistemologisch en sceptisch onderzoek naar pseudowetenschappen een licht werpen op verschillende interessante kwesties: 1) de cognitieve mechanismen die irritionele overtuigingen ondersteunen, 2) de kenmerkende epistemische structuren van pseudowetenschap, 3) het wetenschappelijk demarcatiecriterium, 4) epistemische immunisatiestrategieën, 5) de dynamiek van intellectueel zelfbedrog. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Johan Braeckman
Giordano Bruno's verbeelding: geheugenkunst tussen magie en wetenschap Universiteit Gent Abstract: Aan de hand van een studie van Giordano Bruno's geheugenkunst (die sterk beïnvloed is door zijn magische leer) wordt de unieke positie van de verbeelding in zijn filosofie belicht. Nadat Bruno's verbeelding doorheen zijn hele oeuvre besproken is, wordt ze in een ruimere wetenschapshistorische context geplaatst om zo het tussenstadium tussen de aristotelische fysica en de moderne wetenschap te illustreren en inzichtelijker te maken. Organisaties:
• Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Wilhelmus Verbaal
Transnationalisme in de medische kennisproductie in en over Congo tijdens de koloniale periode Universiteit Gent Abstract: Aan de hand van het slaapziekteonderzoek met betrekking tot Congo (1899-1960) achterhalen wat het belang was van grensoverschrijdende, wetenschappelijke uitwisselingen en interacties, zowel tussen de Belgische metropool en haar kolonie als tussen de as België/congo en andere metropolen, kolonies, en intergouvernementele instellingen, in de productie van kennis inzake de tropische geneeskunde. Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis
Onderzoekers: • Jean Sebastian Lecocq
Sociale mobiliteit in het klassieke Athene Universiteit Gent Abstract: Een onderzoek naar de mogelijkheden, patronen en determinerende factoren van sociale mobiliteit in het vijfde- en vierde-eeuwse Athene. Het project stelt zich als doel een nieuw interpretatiemodel te ontwikkelen, dat in staat zal zijn de contrasterende visies binnen het academische debat omtrent de aard van de Atheense maatschappij te verzoenen. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Andries Johan Zuiderhoek
Museumarchitectuur: het monografisch model Universiteit Gent Abstract: Architectuurtheoretisch onderzoek naar het belang van architectuur voor het museuminstituut aan de hand van monografische musea, musea over leven en werk van een kunstenaar. Centraal staan de onderlinge verhoudingen tussen scenografie van het leven-en-werk-verhaal, de realiteit van biografische plekken zoals het kusntenaarsatelier en de architectuur van het museum. Theorie en case studies. Organisaties: • Vakgroep Architectuur en stedenbouw
Onderzoekers: • Bart Verschaffel
Een studie van het literatuurkritische werk van Richard Minne in 'vooruit' (1933-1965) Universiteit Gent Abstract: Een studie van het volledige literatuurkritische werk van de dichter Richard Minne in de socialistische krant Vooruit (1933-1965) en van diens positionering als criticus door middel van comparatistisch poëticaonderzoek, literair-institutionele analyse en receptietheoretisch onderzoek. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse literatuur
Onderzoekers: • Yves T'Sjoen
Cerebrale reorganisatie na verworven afasie Universiteit Gent Abstract: De cerebrale (re)organisatie van syntax en werkgeheugen zal gedurende 12 maanden (post-stroke) opgevolgd worden door herhaald fMRI onderzoek. Hierbij worden ook de lokalisatie en uitgebreidheid van het letsel nagegaan. Om het functioneel herstel en de correlaties tussen de verschillende factoren in kaart te brengen zal het fMRI onderzoek telkens gekoppeld worden aan de afname van een uitgebreide taal- en werkgeheugenbatterij. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Guy Vingerhoets
Nieuwe woorden, nieuwe vragen. Constructie van een conceptueel model om de filosofische discussie over de psychologie van moreel gedrag te verbreden Universiteit Gent Abstract: Sinds het eind van de twintigste eeuw ondergaan de moraalpsychologie en de moraalfilosofie een ?sentimental turn?: de nadruk ligt op emoties als motiverende factoren voor moreel gedrag. Maar wat is de rol van ?rationele? cognitieve functies in het tot stand komen van moreel gedrag? Dit onderzoek benadert deze vraag met behulp van inzichten uit evolutiewetenschappen en neurowetenschappen. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Johan Braeckman
De horizonten van Guibertus van Gembloers (1124/25-1214). Historisch-antropologisch onderzoek naar de wereld van een benedictijnse briefschrijver uit de decennia na de 'crisis' van het traditionele cenobitisme Universiteit Gent Abstract: Vanuit de briefwisseling van de benedictijner monnik Guibertus van Gembloers wil dit historisch-antropologische onderzoek nagaan hoe het traditionele benedictinisme in de Zuidelijke Nederlanden zich wist te positioneren, zowel maatschappelijk als spiritueel, tijdens de decennia volgend op de vermeende (crisis' in het traditionele cenobitisme (Van Engen, 1986). Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Jeroen Deploige
Neutralisatie in het lexicon, de grammatica en het discours Universiteit Gent
Abstract: Via een metatheoretische vergelijking van teksten zal in een eerste fase een overzicht gegeven worden van de verschillende invullingen van de term "neutralisatie" in de twintigste-eeuwse linguïstiek. Daarnaast zal ook ingegaan worden op de afbakening van de term "neutralisatie" tegenover andere, verwante noties zoals syncretisme, metaforiek, idiomatische normreferentie, neutraliteit, enz. en op de relatie "neutralisatie""gemarkeerdheid". In een tweede fase zal een empirische studie gemaakt worden van lexical en grammaticale neutralisatie aan de hand van concrete Duitse voorbeelden. Daarvoor zal o.a. gebruik gemaakt worden van COSMAS II. Organisaties: • Vakgroep Duits
Onderzoekers: • Klaas Willems
Machtsevenwicht en internationaal recht. De Europese diplomatie en de uitwerking van de internationale orde, 18de eeuw en post-1945. Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek wil nagaan in welke mate het Europese machtsevenwicht van de vroege achttiende eeuw (1713-1740) terugkeert in de Europese contestatie van de schijnbaar bipolaire wereldorde na 1945. De juridische vertaling van een multipolaire orde vormt daarbij het analytisch kader, de diplomatieke correspondentie (door juristen maar weinig behandeld naast verdragen en doctrine) de voornaamste bron. Organisaties: • Vakgroep Grondslagen en geschiedenis van het recht
Onderzoekers: • Dirk Heirbaut
Kenneth Burkes leesmethode in het spanningsveld tussen de 'intrinsieke' en 'extrinsieke' benadering van literatuur Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek beoogt een analyse van de leesmethode van Kenneth Burke tegen de achtergrond van het spanningsveld tussen 'intrinsic' en 'extrinsic approaches'. Op basis van een corpus aan voorbeeldlezingen, waarbij Burkes analyse van een aantal literaire teksten wordt geconfronteerd met lezingen door generatiegenoten als Brooks, Richards en Girard, probeer ik aan te tonen op welk econcrete manier hij met dit spanningsveld omgaat en hoe het zijn denken heeft beïnvloed. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse literatuur
Onderzoekers: • Jurgen Pieters
Variabele ergativiteit in de Indo-Arische talen van het Zuid-Aziatische subcontinent. Een typologische studie van de ergatiefstructuur in Hindi-Urdu, Bengali, Assamees, Nepali, Marathi, Marwari, Sindhi, Punjabi en Gujarati Universiteit Gent Abstract: Dit typologisch onderzoek van verscheidene Indo-Arische talen omvat twee doestellingen: i) op basis van een synchrone vergelijking meer duidelijkheid scheppen over de diachrone probleemstelling van het verdwijnen of degenereren van de ergatiefconstructie in gespleten ergatieftalen ii) een empirische grondslag bieden voor een beter begrip van het fenomeen ergativiteit en een algemeen geldende definitie ervan. Organisaties: • Vakgroep Duits
Onderzoekers: • Klaas Willems
Spraakmonitoring: het opsporen, afbreken, en verbeteren van fouten Universiteit Gent Abstract: Zelfmonitoring is het proces waarmee wij nagaan of onze acties volgens plan verlopen, en waarmee we corrigeren wanneer iets fout loopt. Dit project spitst zich toe op alle drie de componenten van monitoring: vergelijken en detecteren, afbreken, en verbeteren van foutieve spraak. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Robert Hartsuiker
Antwerpen ontwerpen. Een studie naar de fysieke en sociale ruimte in de stad gedurende het laatste kwart van de negentiende eeuw. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Lokale overheden zijn in de negentiende en twintigste eeuw voortdurend geconfronteerd met de uitdaging gestalte te geven aan de stedelijke ruimtelijke structuur. Hun ambities, plannen en ingrepen betreffen niet alleen het (her)definiëren van de bestemming van de fysieke omgeving, de aanleg of heraanleg van wijken en pleinen, het openen van nieuwe straten en het oprichten van woningen. Beleidsmakers dienen ook rekening te houden met de mogelijke implicaties van ruimtelijke ingrepen. Of hun intenties en realisaties steeds de verhoopte sociale effecten hebben gesorteerd, is één van de kernvragen van dit onderzoeksproject. Deze studie zal pogen om aan de hand van deze vraagstelling de grenzen van de klassieke stedenbouwkundige geschiedschrijving te overstijgen door, om de terminologie van Henri Lefebvre te gebruiken, een brug te slaan tussen de conceived space (de abstracte ruimte zoals deze wordt gepercipieerd door de technici die haar vorm geven) en de space as directly lived (de ruimte zoals deze wordt ervaren door haar bewoners in hun dagelijkse activiteiten). In 1982 wezen R. De Meyer en M. Smets, beiden verbonden aan het departement Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening (ASRO) van de KULeuven, in een bijdrage gepubliceerd in het Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis reeds op de afwezigheid van enig gestructureerd onderzoek naar stedebouwkundige geschiedschrijving in België. Sedert het verschijnen van dit artikel is het aantal publicaties dat onder deze strikte noemer kan geklasseerd worden, alleszins voor hetgeen Antwerpen betreft, al lichtjes gestegen, doch is deze evolutie te beperkt om van een heuse kentering te kunnen spreken. Bovendien is het merendeel van deze studies van de hand van wetenschappers die een architecturale vorming hebben genoten en plaatst dit onderzoek de focus voornamelijk op het bouwbedrijf zelf, op het verleggen van de stenen. De sociaal historicus heeft, met zijn focus op de bewoners van deze veranderende ruimte, op de mensen, dan ook een belangrijke opdracht te vervullen binnen dit luik van de Belgische stadsgeschiedenis. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • CATHARINA LIS
DYLAN : Language dynamics and management of diversity. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project zal de historische, politieke en culturele ontwikkelingen die de huidige linguistische situatie in Europa hebben gevormd aankaarten. Het project beoogt aan te tonen op welke manieren het denken en de verschillende gedragingen, gevormd door verschillende talen, de creatie, overdracht en toepassing van kennis kan promoten. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • PIERRE VAN DE CRAEN
Evo-Mech: Evolutionaire mechanica en de oorsprong van biocomplexiteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In recente jaren is de duale procestheorie in cognitie steeds meer performant geworden in het verklaren van cognitieve, affectieve en sociale processen. Terwijl duale procestheorie in cognitie ons begrijpen van expliciete en impliciete processen heeft verhoogd, is er zeer weinig aandacht geweest voor een toepassing van deze aanpak voor de studie van creativiteit. Creatieve verwezenlijkingen houden nochtans duidelijk zowel bewuste, gecontroleerde en intentionele denkprocessen in als onbewuste, impulsieve en automatische. Verder, alhoewel veel onderzoek heeft aangetoond dat individuele verschillen in de gecontroleerde gewilde reflexieve processen die onderliggend zijn aan het 'Expliciet Systeem' zeer sterk gerelateerd zijn aan psychometrische intelligentie en werkgeheugen, zijn er weinig studies die individuele verschillend hebben onderzocht voor automatische, niet-intentionele en onbewuste processen die het 'Impliciete Systeem' onderliggen. Het onderzoek voorgesteld in dit project beoogt om belangrijke bronnen van variaties in beide denksystemen bloot te leggen en te onderzoeken hoe individuele verschillen in deze twee systemen interageren met mekaar en met persoonlijkheid met de bedoeling om het hoogste niveau van creatieve denken in de kunst en de wetenschap te kunnen voorspellen. Organisaties: • Centrum Leo Apostel
Onderzoekers: • Diederik AERTS
Task Force Mineral Resources in Centraal Afrika (TF MIRECA) en Geology for an Economic Sustainable Development (GECO) (Task force voorzitter = Prof. J. Gorus/co-voorzitter Prof. De Putter (KMMA))(=VERLENGING CONO217) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt een herstructurering van de artisanale CU en Co mijnsector in Katanga om het transparanter en efficiënter te maken, en om bij te dragen bij de progressieve formalisering. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • JAN GORUS
project2 Platform "Doctoraat in de Kunsten" Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds haar oprichting in 2006 heeft het Platform 'Doctoraat in de Kunsten' - het Brussels model zich ontwikkeld tot een voldragen, gelegitimeerde omgeving, waar kunstenaars, al dan niet verbonden aan kunsthogescholen, en academici zo goed mogelijk invulling trachten te geven aan een relatief recent begrip, nl het onderzoek in de kunsten. De discussies die het Platform hebben geschraagd werden hoofdzakelijk gevoed door inhoudelijke vragen en de zoektocht naar antwoorden. Tijdens haar eerste 4 jaar van bestaan, heeft het Platform talloze platformmomenten georganiseerd, een hele reeks van speerpuntdebatten uitgevoerd of geprogrammeerd, twee internationale colloquia georganiseerd met een hoge zichtbaarheidswaarde, de twee eerste doctoraten in de muziek in Vlaanderen afgeleverd en 26 andere onderzoeksprojecten opgestart. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Hans DE WOLF
Is in de mijn iedereen zwart? Materiële cultuur en het dagelijkse leven van Limburgse mijnwerkers, 1900-1960. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het betreft een onderzoek naar de alledaagse handelingen van Limburgse mijnwerkersgezinnen in de periode 1900-1960. Het is verrassend vast te stellen dat het fundamentele proces van versnelde ontwikkeling op het vlak van consumptie en levensstandaard slechts weinig werd onderzocht. Onderhavig projectvoorstel wil net onderzoeken hoe Belgische arbeidersgezinnen die snelle veranderingen beleefd hebben: betekenisgeving aan die "consumptierevolutie" staat dus centraal. De verhouding tussen arbeidersgezinnen, objecten, sociale relaties en bijhorende wisselende associaties worden blootgelegd. De alledaagsheid, die vaak verborgen blijft achter allerlei deuren, wordt hier blootgelegd aan de hand van drie deelvragen. Primo de wooncultuur (inrichting en uitrusting van de mijnwerkerswoningen), die een uitgelezen middel is om een licht te werpen op de aspiraties en wereldbeelden van de bewoners. Secundo staan we stil bij de persoonlijke intimiteit: kledij en kapsels zijn veelzeggend over de manier waarop mensen zich voorstellen naar de buitenwereld toe. Tertio belichten we eet- en feestcultuur, (nieuwe) tradities die in de mijngemeenschap gevierd werden en die kunnen opereren als een constructieve bouwsteen in de werking en de identiteit van een gemeenschap. Dit onderzoek legt voornamelijk de nadruk op het gebruik van foto's als unieke historische bron in de studie naar verborgen, banale praktijken, die bijdragen tot inzicht in actuele problemen. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Joeri JANUARIUS • PETER SCHOLLIERS
De wereld van de Monkey - naar een archeologie van de barokke cultuur. The world of the Monkey - an archeology of baroque culture. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project heeft tot doel de interferenties bloot te leggen tussen het zeventiende-eeuwse visuele regime, de toenmalige kennistheoretische context en de artistieke praxis van het baroktheater. Uitgangspunt voor dit onderzoek vormt het leven en werk van John Wilmot (1647-1680), bijgenaamd The Monkey en tevens graaf van Rochester aan het hof van Charles II. Diverse onderzoekers met een artistieke en/of
wetenschappelijke achtergrond pogen het mentale, intellectuele en tactiele universum van de Monkey te reconstrueren vanuit drie invalshoeken: 1. een kunsthistorische waarbij gepoogd wordt de visuele grammatica van de barok (en haar transhistorische doorwerking) bloot te leggen 2. een filosofische invalshoek waarbij gepeild wordt naar de invloed van diverse dissidente intellectuele stromingen in het zeventiende-eeuwse Europa en 3. een wetenschapshistorische waarin gepeild wordt naar de kennistheoretische invloed van diverse wetenschappelijke ontwikkelingen op het toenmalige visuele regime. Het werk van de Monkey zal dus radicaal ingebed worden in diens leefwereld. Op basis van de bevindingen die dit cultuurhistorisch onderzoek oplevert wordt een interface aangemaakt die op een speelse wijze - conform de barokke poëtica - die gegevens beschikbaar en vooral bruikbaar maakt. Die interface wordt het werkinstrument bij het eigenlijke artistieke onderzoek waarbij gepoogd zal worden de cultuurhistorische bevindingen concreet vorm te geven in een artistiek evenement. Dit project zal niet alleen resulteren in een aantal wetenschappelijke publicaties, maar ook in een doctoraat in de kunsten. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • RUDOLF DE SMET
In de voetsporen van Arnold Geulincx: de filosofische disputaties van Johannes Swartenhengst. Olie op het vuur van de Leidse curatoren in de cartesiaanse strijd gedurende de Vroege Verlichting (1670-1675). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Introductie onderwerp Johannes Swartenhe(y)ngst (1644-?) was een Leidse filosofiestudent die op 22 april 1670 zijn magister in de filosofie behaalde met de verhandeling Disputatio philosophica inauguralis continens Considerationes quasdam circa mentem eiusque functiones; & corpus. In onze eindverhandeling van 2005 hebben wij deze disputatio pro gradu vertaald, en daarnaast hebben wij getracht deze geulincxiaanse disputatie in te bedden in de politieke, religieuze en intellectuele context in de Noordelijke Nederlanden gedurende de Vroege Verlichting (Israel 1995 & 2001; Jacob 1981; Van Bunge 2001). Na zijn doctorale verdediging wordt Swartenhengst tot lector aan de Leidse universiteit benoemd van februari 1672 tot december 1675, en in deze periode produceert hij veertien disputationes sub praesidio die door zijn studenten tijdens de lessen worden verdedigd. In onze 'disseration' van 2006 hebben wij een dergelijke oefendisputatie vertaald die handelt over de natuurlijke wet (Disputatio ethico-politica de lege naturali, 1672). Voor zover wij Swartenhengsts disputaties tot noch toe hebben vertaald herkennen wij naast een algemene cartesiaanse ondertoon ook de doordringende invloed van zijn leermeester Arnold Geulincx (1624-69). Een volledige vertaling en interpretatie van Swartenhengsts werk zal ten eerste nieuw primair bronnenmateriaal aan het licht brengen, en ten tweede biedt het een verbeterd inzicht in de geulincxiaanse filosofie en haar nawerking te Leiden. Wellicht verhelderen deze disputaties daarnaast de aanleiding van het plotselinge ontslag van Swartenhengst en zijn collega C. Bontekoe in het najaar van 1675 (Otterspeer 2002; Thijssen- Schoute 1954; Van Ruler 2003; Wiesenfeldt 2002). Doelstelling onderzoek Vorig jaar hebben wij in The National Library of Scotland (NLS) en de Universitäts- und Landesbibliothek Bonn (ULB) respectievelijk twaalf en twee voorheen onbekende disputaties op naam van Johannes Swartenhengst gevonden (Swartenhengst 1672 t/m 75). Swartenhengst schreef deze disputaties tijdens zijn jaren als lector aan de Leidse universiteit, en vanuit een cartesiaans-geulincxiaanse invalshoek bespreekt hij in deze disputaties zowel ethisch-politieke, logische, als natuurwetenschappelijke kwesties. De twaalf disputaties in de NLS vormen een onderdeel van de weinig bekende Dieterichs Collectie, die in totaal c. 33.000 Duitse en Nederlandse disputaties bevat waarvan een gedeelte uniek en ongekend is. De collectie is samengesteld door de Duitse boekenverzamelaar G.S. Dieterichs (1721-1805), en ze is na diens overlijden opgekocht door The Advocates' Library (voorloper NLS) via J.F. Gleditsch in Leipzig (Nix 2002). Het doel van het voorgestelde onderzoek is ten eerste een overzicht te vormen van deze collectie, die wij inhoudelijk en historisch zullen toelichten op een internationale conferentie te Rotterdam in maart 2007. Ten tweede zullen wij trachten een diepgaand inzicht te verkrijgen in de relatie tussen de denkbeelden van Swartenhengst en Geulincx door middel van een grondige inhoudelijke en filologische analyse van het oeuvre van beide filosofen. Onze derde doelstelling is te achterhalen welke invloed de persoon Johannes Swartenhengst - als zijnde Geulincx' erfgenaam - heeft gehad binnen de zowel op nationaal als universitair niveau woedende strijd rondom het cartesianisme. Dit nieuwe bronnenmateriaal biedt een unieke gelegenheid om de onmiddellijke voortzetting van het geulincxiaanse gedachtegoed, en de receptie van diens filosofie te Leiden, in de eerste jaren na zijn overlijden te bestuderen. Wetenschappelijk belang onderzoek Het wetenschappelijke belang van het voorgestelde onderzoek ligt ten eerste in het feit dat door middel van dit onderzoek nieuwe teksten uit de geschiedenis worden opgelicht, die een aanvulling bieden op het recente onderzoek rondom de Vroege Verlichting in de Nederlanden. Ten tweede worden door middel van dit onderzoek de schijnwerpers gericht op de in Edinburgh aanwezige Dieterichs collectie. Deze in het totaal uit c. 52.000 items bestaande collectie, bevat c. 33.000 zeventiende- en achttiende eeuwse, uit Nederland en Duitsland afkomstige disputaties, die men onvolledig heeft gecatalogiseerd in een handmatig catalogus die enkel in de NLS zelf geraadpleegd kan worden. Dit verklaart waarom verschillende zeldzame, in deze collectie aanwezige disputaties, binnen de Vlaams-Nederlandse onderzoekstraditie rondom de Vroege Verlichting over het hoofd zijn gezien. Een onderzoek naar de disputaties van zowel Swartenhengst, als aanverwante figuren binnen deze collectie, biedt ten eerste een aanvulling op het huidige onderzoek rondom de Vroege Verlichting, en kan daarnaast op lange termijn de hoop bieden op financiering voor een betere catalogisering van de collectie. Ten derde wordt door middel van dit onderzoek naar Swartenhengsts disputaties nieuwe kennis ontsloten omtrent de receptie van Geulincx' filosofie binnen het cartesiaanse landschap in Leiden. In het kader van een receptiestudie van Geulincx' gedachtegoed zullen wij naast Swartenhengsts disputaties ook teksten van zijn andere leerlingen C. Bontekoe, R. Burthogge en P. Hunyadi bestuderen. Daarnaast zullen wij Geulinx' filosofie in verband brengen met het gedachtegoed van gelijktijdige denkers (zoals J. Coccejus, T. Craanen, A. Heereboord, A. Heidanus, J. de Raei, H. Regius, B. Spinoza, G. Voetius en B. de Volder), die allen een component vormen binnen de algemene receptie van het cartesianisme in de Nederlanden. Tenslotte zullen wij ook de invloed van verschillende strekkingen (zoals het atomisme, copernicanisme, erudiet libertinisme, de neo-stoa en het pantheïsme) op het intellectuele debat in beschouwing nemen. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • ELSE WALRAVENS
Tussen land en zee. Kustlandschap, maritieme activiteit en maritieme attitude rond de Noordzee (700-1100). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit doctoraatsproject is een inzicht te krijgen in de interne dynamiek van vroegmiddeleeuwse kustlandschappen rond de Noordzee, om zo de relatie te belichten tussen de politieke en socio-economische organisatie van het binnenland (referenties?) en de handelsnetwerken over de Noordzee (bijv. Hodges 1982, recenter?). Bijzondere aandacht zal daarbij gaan naar het belang dat bewoners van kustgebieden hechten aan de interactie met de zee als landschappelijk element met een bepaalde economische, sociale en ideologische waarde; met andere woorden de maritieme attitude van de kustbewoner, uitgedrukt in zijn (archeologisch herkenbaar) gedrag ten overstaan van de zee. Casestudies Deze maritieme attitude zal onderzocht worden in twee geografische regios (Vlaanderen en Noordoost-Engeland) en op twee chronologische niveaus (8e en 11e eeuw). In elk van deze vier casestudies zal dezelfde analysemethode (cf. infra) toegepast worden. De inventaris zal opgesteld worden aan de hand van bestaande publicaties. Vroegmiddeleeuws Vlaanderen was een grotendeels marginaal landschap. Het economische en culturele kerngebied lag zowel in de Merovingische als in de Karolingische periode ten oosten van de Scheldevallei. Vanaf de 9e eeuw verwierven de grafelijke en kerkelijke autoriteiten geleidelijk controle over de kustvlakte met het oog op tolheffing, zoutontginning en wolproductie. Antwerpen (Tys 2004: 186) was een belangrijk economisch en politiek centrum vanaf de 7e eeuw. Latere Karolingische handelscentra in de regio waren ondermeer Brugge en Veurne. Recent werden ook een aantal sites met een lagere status geïdentificeerd, waaronder zowel handelsplaatsen op het strand (bijv. nabij De Panne) als gecentraliseerde nederzettingen (bijv. Leffinge) (Loveluck and Tys 2002; Tys 2003). Het werk van promotor Dries Tys zal een sleutelrol spelen als
basis voor de inventaris, maar ook als bron van te controleren interpretaties en hypotheses. De belangrijkste factor in Noordoost-Engeland tussen de 8e en 11e eeuw (pre-1066) is ongetwijfeld de vestiging van Scandinavische immigranten en het ontstaan van een hybride Anglo-Scandinavische cultuur (Hadley 2000). Ook in dit gebied wordt de reeds enige tijd beschikbare informatie over centrale plaatsen als York (Hall et al. 2004) aangevuld met recent gepubliceerde projecten die licht werpen op rurale nederzettingen. De voornaamste hiervan zijn de Humber Wetlands survey (Van de Noort 2004) en de opgravingen in West-Heslerton (Haughton, Powlesland et al. 1999) en Cottam (Richards 1999). Dankzij het Portable Antiquities Scheme is bovendien een belangrijke inventaris van oppervlaktevondsten beschikbaar. Inspirerende parallellen voor dit onderzoek kunnen gevonden worden in het werk van Chris Loveluck (1994, 1998, 2001) over meer zuidelijke regios van Engeland. Mijn MA by research (2006-2007) aan de University of York over de veranderingen in het nederzettingspatroon van de Noordoost-Engelse kustvlakte rond 1066 kan gezien worden als een voorbereiding voor deze casestudie op het vlak van literatuurstudie en academische contacten. Methodologie In een eerste fase zal het onderzoek gericht zijn op de nederzetting en haar maritieme attributen, die geanalyseerd zullen worden in drie stappen. Ten eerste is er nederzettingslocatie, waarbij vooral de nabijheid en bereikbaarheid van de zee van belang zijn. Een tweede stap omvat maritieme activiteiten, waarvan de belangrijkste visvangst, zoutproductie en maritieme uitwisseling zijn. Directe archeologische aanwijzingen hiervoor omvatten haveninfrastructuur, overblijfselen van visgerei, afval van de verwerking van vangsten, en concentraties van munten. Ten derde worden maritieme producten onderzocht, afkomstig van zowel intra-regionale maritieme exploitatie als extra-regionale maritieme uitwisseling. Terwijl de voorgaande stap inzicht biedt in het eerste deel van de intra-regionale economische levenscyclus (productie/verwerving) van deze producten, behandelt deze derde stap consumptie en depositie. De belangrijkste informatiebronnen hier zijn het relatieve aandeel van maritieme producten in het dieet (weerspiegeld in voedselresten) en objecten van overzeese afkomst. Voor Vlaanderen was de belangrijkste import keramiek uit het Rijngebied en uit Zuid-Engeland (Tys 2003), voor Noordoost-Engeland slijpstenen uit Noorwegen en Continentale keramiek, metaal en maalstenen (Naylor 2004: 64-80). Gegevens over dieet zijn schaars in Vlaanderen, maar vergelijking met de gegevens uit (Noordoost-)Engeland (Barrett et al. 2004) kan toch toelaten om bepaalde tendenzen te herkennen. Het resultaat van deze analyse zal leiden tot een nederzettingstypologie waarin elk type een bepaalde vorm van interactie met de zee vertegenwoordigt. Door vergelijking van de onderlinge proporties van de types kunnen verschillen tussen tijdsniveaus en regios opgemerkt worden. Vervolgens zullen uit elk type een beperkt aantal goedgedocumenteerde sites geselecteerd worden, waarop een diepgaandere analyse van maritieme attributen wordt toegepast. De eerder kwantitatieve aanpak van de tweede en derde stap van bovenstaande analyse wordt nu aangevuld door een contextuele studie. In het bijzonder zal aandacht gaan naar sociale praktijken rond maritieme activiteiten en objecten, en de relaties ervan met de terrestrische economie en sociale en politieke structuur van het binnenland. Deze analyses op regionaal en lokaal niveau zullen een grondig begrip opleveren van het economische belang en de sociale waarde van de interactie met de zee, en dus van maritieme attitude, op verschillende plaatsen in het landschap. Een laatste stap wordt het verklaren van verschillen tussen Vlaanderen en Noordoost-Engeland op beide tijdsniveaus en van veranderingen doorheen de tijd in beide regios. Deze verklaringen zullen gebeuren in functie van de ontwikkelingen in zowel binnenlandse politieke en socio-economische structuren als veranderingen in het overzeese uitwisselingsnetwerk van de Noordzee. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Pieterjan DECKERS • Dries TYS
Fostering Language resources Network (FlaReNet). Universiteit Antwerpen Abstract: Internationale samenwerking en de creatie van een gemeenschap zijn de belangrijkste positieve factoren voor een coherente ontwikkeling van het gebied van Taalhulpmiddelen in de nabije toekomst. FlaReNet is een Europees forum voor de facilitering van interactie tussen belanghebbenden in het gebied van Taalhulpmiddelen. De organisatie ervan houdt er rekening mee dat Taalhulpmiddelen verschillende dimensies vertonen en vanuit verschillende perspectieven benderd moeten worden: technisch, maar ook organisatorisch, economisch, juridisch en politiek. Het netwerk richt zich eveneens op de multiculturele en multilinguale aspecten die essentieel zijn voor toegang en gebruik van digitale inhoud in het Europa van vandaag. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
You turn me: similarities and differences in art and anthropology Hogeschool Gent Abstract: Tijdens dit onderzoek wordt de relatie tussen artistieke en antropologische praktijken onderzocht met diverse crossculturele creaties als resultaat. In tegenstelling tot het bestaande theoretische discours, waarin verschillende auteurs neokoloniale veronderstellingen van artistieke projecten over de "ander" bekritiseren (zie Geertz 1988; Foster 1995; Irving 2006), voer ik mijn onderzoek bottom-up door het vergelijken van artistieke en antropologische praktijken afgeleid van mijn persoonlijk werk. Het merendeel van de auteurs die "de etnografische kentering in de hedendaagse kunst" (‘The ethnographic turn in contemporary arts’, Hall Foster 1995) bespreken, analyseert het eindresultaat van waaruit zij de etnografische relevantie betogen. Mijn onderzoek vertrekt daarentegen van artistieke praktijken waarbij de theoretische kritiek ter inspiratie dient. Dit postdoctoraal project biedt daarom een studie van een visuele sociale interventie dat proces benadrukt in plaats van het definitieve resultaat als onderwerp voor onderzoek (van. Dienderen, 2008). Tijdens dit onderzoek worden de basiselementen van etnografische methode toegepast: zelfreflectie, interactie, participatie, feedback, contextualiseren, in vraag stellen van essentializerende en eurocentrische categorisering. Concreet worden twee trajecten gerealiseerd: (1) Dog of Flanders: Dit project gaat in op de perceptie van Vlaanderen in Japan, Verenigde Staten en Groot-Brittannië op basis van een 19e eeuwse novelle; (2) Scattering of the fragile cherry blossoms: is een langlopend artistiek onderzoek dat gaat over exotisme, weerstand en vergankelijkheid bij Japanse subcultuur, otaku. De quasi-onzichtbaarheid van vertaling neemt hierbij een centrale plek. De inhoud van beide trajecten leidt tot crossculturele en diverse vormen: documentaires, kortfilm/installatie, publicaties (monografieën, hoofdstukken in edited volumes en artikels internationale tijdschriften), prentkaarten, fotografisch essays, exposities, en academische paperpresentaties. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Autonome kunsten • Vakgroep Audiovisuele kunsten
Onderzoekers: • An van Dienderen • Hans Op De Beeck
Stevin Nederlandstalig Referentiecorpus Hogeschool Gent
Abstract: Het SoNaR-project beoogt de aanleg van een groot corpus (minimaal 500 miljoen woorden) hedendaags geschreven Nederlands dat als algemene referentie kan dienen voor allerlei onderzoek naar taal en taalgebruik. Daarbij valt te denken aan beschrijvend onderzoek (zoals dat zijn weerslag vindt in bv woordenboeken en grammatica's), maar ook aan onderzoek op het gebied van de taal- en spraaktechnologie. Voor dergelijk onderzoek is het van groot belang dat men beschikt over grote hoeveelheden data met de mogelijkheid deze data met eigen software te kunnen bewerken. Het corpus zal worden samengesteld aan de hand van het ontwerp dat daartoe werd gemaakt in het D-Coi project. In het corpus worden enkel (standaard) Nederlandstalige teksten opgenomen van na 1954. Dit kunnen teksten zijn die geschreven werden door moedertaalsprekers van het Nederlands, maar ook teksten die door professionele vertalers uit een vreemde taal werden vertaald naar het Nederlands. Er worden teksten verzameld die afkomstig zijn uit uiteenlopende domeinen en genres, waarbij tevens gekeken wordt naar een brede afdekking van onderwerpen. Voor zover mogelijk worden volledige teksten opgenomen. Dit voorkomt dat op voorhand bepaalde soorten onderzoek worden uitgesloten. In het corpus worden teksten opgenomen van Nederlandse en ook van Vlaamse auteurs. Bij het verzamelen van teksten gaat speciale aandacht uit naar teksten waar lezers mee in aanraking komen via nieuwe media. Het gaat daarbij onder meer teksten op websites, sms-berichten, e-mail, en chats. Over het gebruik van taal in dit soort teksten is nog relatief weinig bekend. Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Taaltechnologie • Vakgroep Russisch-Tsjechisch
Onderzoekers: • Veronique Hoste • Orphée De Clercq • Bart Desmet • Lidia Rura
Professional socialization of conference interpreters - an ethnographic case study Hogeschool Gent Abstract: Zowel bij beroepsorganisaties van conferentietolken (bvb. AIIC) als bij tolkdocenten en examinatoren in tolkopleidingen en accreditatiejurys van internationale instellingen bestaat een grote behoefte aan duidelijke kwaliteitscriteria voor conferentietolken. In de afgelopen 20 jaar is er voornamelijk empirisch onderzoek gedaan naar verwachtingen van gebruikers van tolkdiensten en naar individuele kwaliteitsparameters, de manier waarop tolken zichzelf evalueren in de praktijk is echter nooit onderzocht. Aangezien dit project een eerste verkenning is van nog onontgonnen terrein, is het de bedoeling van het onderzoek om eerst en vooral gegevens te verzamelen en op basis van analyses van dit materiaal een antwoord te zoeken op vragen als: hoe beoordelen tolken hun eigen prestaties, welke criteria hanteren ze daarbij, hoe wegen ze de verschillende criteria tegen elkaar af, welke (groeps-/sociale) normen spelen hierbij een rol? Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Russisch-Tsjechisch • Vakgroep Spaans
Onderzoekers: • Veerle Duflou • Hildegard Vermeiren
Metafysica en secularisatie bij Gianni Vattimo. Universiteit Antwerpen Abstract: Vattimo is een filosoof die veel wordt geciteerd, omwille van zijn provocatieve ideeën, maar die zelden grondig wordt bestudeerd. Zijn populaire 'zwakke denken' is verworden tot een holle slogan waarbij iedereen zich wel iéts kan voorstellen. Mijn project wil het denken van Vattimo volgens twee lijnen analyseren: zijn metafysicakritiek en zijn secularisatiemodel. In het eerste beweert hij Heidegger te volgen, die hij zelf nihilistisch maakt door hem aan de hand van Nietzsche te corrigeren. Hij zet zich daarbij scherp af tegen Derrida. Ik wil hier aantonen dat Derrida de differentie bij Heidegger beter doordenkt dan Vattimo. In het tweede vaart Vattimo een eigen(zinnige) koers en begeeft zich op theologisch vlak. In dit project beperk ik me tot zijn secularisatiemodel, dat wordt vergeleken met dat van Girard. Van beiden kwam onlangs een dialoog uit in boekvorm. Ook dit model van Vattimo blijkt aan ernstige interne zwakheden onderhevig, die zich bij Girard niet voordoen. Een conclusie zet beide lijnen nog eens tegenover elkaar en onderzoekt in hoeverre de problemen met het secularisatiemodel terug te voeren zijn tot problemen met de metafysicakritiek. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Guido Vanheeswijck • Erik Meganck
The Aspect-Modality Interface: a Typological perspective (AMITy). Universiteit Antwerpen Abstract: In de laatste decennia zijn de categorieën van tijd, aspect en modaliteit, de drie belangrijkste categorieën die op het werkwoord gemarkeer worden, vanuit verschillende gezichtspunten bestudeerd. Een van de belangrijke vraagstukken is dat van de relatie tussen deze drie categorieën, zowel synchroon als diachroon, en zoals binnen de grammatica als in discourse. Het is vooral de relatie tussen tijd (en dan vooral de verleden en de toekomstige tijd) en modaliteit (de attitude van de spreker tegenover de propositie) die bestudeerd werd, met bijzondere aandacht voor de band tussen verleden tijd en irrealis of epistemiciteit. Het verband tussen aspect (de interne structuur van een stand van zaken) en modaliteit is veel minder onderzocht, behalve en dan nog in beperkte mate het verband tussen imperfectiviteit en modale betekenis. Het project heeft tot doel de interface tussen aspect en modaliteit te bestuderen, vanuit een synchroon en typologisch perspectief. Meer in het bijzonder zullen, via corpuswerk, de strategieën onderzocht worden waarmee het Frans, Spaans, Italiaan, Nederlands, Engels en Duits met aspect modaliteit kunnen uitdrukken en aldus een panorama te kunnen schetsen van de verschillen en overeenkomsten tussen de 6 talen. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Johan Van der Auwera • Adeline Patard
Masterplannen preservering-conservering en ontsluiting-digitalisering. Universiteit Antwerpen
Abstract: De vzw Vlaamse Erfgoedbibliotheek heeft de taak om de sector van de erfgoed bibliotheken In Vlaanderen in kaart te brengen, en hierbij bijzondere aandacht te besteden aan de problematieken die haar eigen zijn. De mate van preservering en conservering van de bibliotheekcollecties enerzijds, en de mate waarin zij bibliografisch ontsloten en gedigitaliseerd zijn anderzijds, zijn twee specifieke vragen waarop momenteel geen sluitend en representatief antwoord kan worden gegeven. De opdracht bestaat erin om deze twee aspecten ten gronde te beschrijven, gebruik makend van een ruime bevraging van de sector. Omdat in Vlaanderen ongeveer 250 bibliotheken de zorg voor erfgoedcollecties op zich nemen, kan dit onderzoek slechts op basis van een goed uitgewerkte steekproef worden uitgevoerd. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Pierre Delsaerdt
De stilistiek van gezochte eenvoud (apheleia) in romaneske en biografische antieke fictie: Xenophon van Ephese en Xenophon van Athenes Cyropaedia Universiteit Gent Abstract: Dit project bevindt zich op het snijpunt van onderzoek naar antieke romans enerzijds en antieke biografie anderzijds, twee genres van de late oudheid die intercultureel extreem invloedrijk zijn geweest. Het project beoogt lang onbeantwoorde vragen over de literaire aard, achtergrond en lezerspubliek te beantwoorden d.m.v. een vernieuwende methode: een analyze van de constructie van apheleia in romaneske en biografische verhalende literatuur. Organisaties: • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Kristoffel Demoen • Koen De Temmerman
Verbeelding van het lichaam en van innerlijkheid in vroegmodern Engeland, 1500-1700 Universiteit Gent Abstract: Renaissance poëzie en toneel zijn doordrongen van problemen van innerlijkheid en de precaire verbinding tussen lichamelijke, emotionele en psychische ervaringswijzen. Dit project streeft ernaar een reconstructie te geven van culturele en literaire ?master images? van het menselijk lichaam en van innerlijkheid in de vroegmoderne tijd in Engeland en op die manier een bijdrage te leveren tot een literaire antropologie tussen 1500 en 1700. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Ingo Berensmeyer
Monastieke hervorming als proces. Ontwikkeling van een nieuw paradigma voor de studie van institutionele ontwikkeling voor de opkomst van de grote kloosterorden (10de - 12de eeuw) Universiteit Gent Abstract: Dit project wil een nieuw paradigma ontwikkelen voor de studie van institutionele ontwikkelingen en de rol van hervormingen in het middeleeuwse kloosterleven tot circa 1150. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Steven Vanderputten
Opstellen van een afwegingskader voor investeringen in cultureel-erfgoeddepots in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: De onderzoeksdoelen van dit project zijn: A. Het maken van een landschapstekening van de aanwezige erfgoeddepots in de verschillende Vlaamse provincies. B. Onderzoeken welke rol de private sector kan spelen in het bouwen, verbouwen en beheren van depots. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Frederik Swennen • Annick Schramme
Text Mining met heterogene databanken. Een toepassing op de optimale ontdekking van genetische varianten relevant voor ziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project introduceert een methodologie voor "text mining" met heterogene informatiebronnen en de toepassing ervan in moleculaire genetica en kennismanagement. Bestaande tekstanalyse en graaf-gebaseerde data mining technieken zullen worden uitgebreid om deze methodologie mogelijk te maken. De methodologie wordt toegepast in een biomedische toepassing (ordening van kandidaat ziekte veroorzakende genen) en een kennismanagement toepassing (bepalen van profiel van personen op basis van www informatie). Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero • Peter De Rijk • Jan Paredaens • Walter Daelemans
Voltooiing van twee boekprojecten: *Cambridge Companion to Thomas Pynchon* en *Gravity's Rainbow; Domination and Freedom*. Universiteit Antwerpen Abstract: De Amerikaanse auteur Thomas Pynchon, die algemeen wordt gezien als de belangrijkste vertegenwoordiger van het postmodemisme in de literatuur van de Verenigde Staten. Deze onderzoeksfocus heeft recent geleid tot twee boekcontracten met buitenlandse uitgeverijen. Tijdens mijn beoogde sabbatical wil ik deze twee boeken voltooien, en op die manier een belangrijke bijdrage leveren tot het internationale Pyuchononderzoek.
Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Luc Herman
Politieke cultuur in drie vroeg-moderne steden: Een vergelijkende studie van Amsterdam, Antwerpen en Hamburg, 16501790. Universiteit Antwerpen Abstract: Samenwerking aan een wetenschappelijk onderzoeksproject "Political culture in three early modern cities: A comparative study of Amsterdam, Antwerp and Hamburg, 1650-1790" in het kader van een VLAC-fellowship met prof. M. Lindemann (University of Miami, USA). Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Guido Marnef
Archeologische monumenten en petrogliefen in het Altaj-gebergte Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek tijdens het vier maand durend bezoek werd toegespitst op de petrogliefen in het Altaj-gebergte. De Altari-databank van archeologische monumenten in het Altaj-gebergte werd aangevuld en verfijnd op het vlak vna de petrogliefen (identificatie, determinatie, datering). Tevens werd onderzoek verricht naar de landschappelijke relatie tussen de sites met petrogliefen en de funeraire en archeologische sites in de vallei van Dzhazator, van het laat-neolithicum tot de ethnografische periode. Deze landschappelijke studie heeft toegelaten de occupatiestructuur van deze vallei te vatten, over de periodes heen. In het kader van dit fellowship werd gewerkt aan een paper dat ingediend is bij A1-tijdschrift Journal of Field Archaeology. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Jean Bourgeois
Subsidie voor evenementen met toeristisch belang en/of internationale uitstraling: Liber Floridus 1121 De Wereld in een boek Universiteit Gent Abstract: Liber Floridus 1121 De wereld in een boek wil de vroeg 12de-eeuwse encyclopedie geschreven door Lambertus, een kanunnik van SintOmaars, bij het bredere internationale publiek in de kijker stellen. Niet alleen het handschrift als object krijgt de aandacht, maar ook de inhoud. In tentoonstelling en publicatie wordt getoond hoe de twaalfde-eeuwse auteur Lambertus van Sint-Omaars naar de wereld keek. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
Paleolandschappelijk geofysisch onderzoek van de zone Moervaart-Noord Universiteit Gent Abstract: Geofysisch onderzoek waarbij begraven landschapsvormen in kaart werden gebracht als ondersteuning bij de archeologische evaluatie van het onderzoeksgebied Moervaart-Noord (regio Sint-Kruis-Winkel). Hierbij werd de ondergrond geofysisch in kaar gebracht en werden de verschillende paleolandscapsvormen aangeduid. Organisaties: • Vakgroep Bodembeheer
Onderzoekers: • Marc Van Meirvenne
Studie van de financiering erediensten en levensbeschouwingen in België. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Centrale Raad der Niet-Confessionele Levensbeschouwelijke Gemeenschappen VZW (CVR/CCL)' hebben voor het project ' Financiering erediensten en levensbeschouwingen in België. ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • HERMAN MATTHIJS
Het ontsluiten van twee archiefbestanden uit het Moskou-archief aanwezig in het documentatiecentrum van het KLMMRA. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Koninklijk Museum van het Leger en van krijgsgeschiedenis' hebben voor het project ' Het ontsluiten van twee archiefbestanden uit het Moskou-archief aanwezig in het documentatiecentrum van het KLM-MRA.' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • FRANCOIS SCHEELINGS
Vereenvoudiging van de onderzoeksverslaggeving vanwege universiteiten en hogescholen aan de Vlaamse Overheid. Universiteit Hasselt Abstract: Dit project van de 5 Vlaamse universiteiten en de VLIR heeft als doelstelling een voorstel met stappenplan uitwerken voor een vereenvoudigde onderzoeksverslaggeving voor elke universiteit (en hogeschool). Deze nieuwe wijze van verslaggeving moet leiden tot een
vermindering van administratieve lasten, meer efficiëntie en een betere beleidsmonitoring dank zij onmiddellijk beschikbare, kwaliteitsvolle en vergelijkbare gegevens. Het voorliggende project bouwt in de eerste plaats voort op de reeds gemaakte inventaris van rapporteringsverplichtingen met focus op onderzoek van de universiteiten, hogescholen en associaties naar overheden enerzijds en van de Vlaamse overheid naar (supra)nationale overheden anderzijds waarbij eveneens gegevens uit de hoger onderwijssector worden opgevraagd. Deze inventaris werd opgesteld in de schoot van de STIWETO met medewerking van verschillende leden van het projectteam. Organisaties: • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten
Onderzoekers: • Ann PETERS
Voeding en machtsnetwerken aan het Belgische hof in de negentiende eeuw. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Mijn doctoraatsonderzoek wordt gefinancierd in het kader van een GOA, getiteld 'Europese cultuur en identiteit. Convergentie en divergentie in eetgewoonten, 1800-2000'. Dit mandaat eindigt op 31 december 2009. Het is de bedoeling mijn doctoraat te verdedigen in het najaar van 2009, wat zonder meer haalbaar is. Voorliggende aanvraag betreft een postdoctoraal opvangmandaat van 1 jaar. Dit mandaat zou mij de kans bieden mijn doctoraatsonderzoek te valoriseren door middel van bijkomende wetenschappelijke publicaties (in eerste instantie een boek, maar ik wens twee publicaties aan te bieden aan internationale A1-tijdschriften: één artikel dat de nadruk legt op netwerkanalyse van de 19de eeuwse elite in Brussel, een ander artikel dat de eetcultuur aan het hof belicht). Bovendien zou het mandaat mij in de mogelijkheid brengen om aanvragen voor externe postdoctorale financiering voor te bereiden en in te dienen, zowel bij FWO als bij internationale instellingen. Verder zou dit mandaat mij in staat stellen om, in afwachting van externe postdoctorale financiering, geëngageerd te blijven in diverse wetenschappelijke activiteiten, zoals de deelname aan conferenties, het geven van lezingenn de organisatie van sessies in internationale colloquia, et cetera. Voorliggend voorstel biedt een overzicht van de output die reeds gerealiseerd werd binnen het kader van mijn doctoraatsonderzoek en van de mogelijkheden tot wetenschappelijke activiteit tijdens het opvangmandaat. Organisaties: • Sociaal-culturele voedingsstudies • Geschiedenis
Onderzoekers: • PETER SCHOLLIERS • Danielle DE VOOGHT
Juridisch advies met betrekking tot religieuze tekens in onderwijs. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Vlaamse Overheid - dept. Onderwijs en vorming van de Vlaamse Gemeenschap' hebben voor het project ' Juridisch advies met betrekking tot religieuze tekens in onderwijs. ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
Impact of computer-based feedback on ESL-learning Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Sonia Vandepitte
Samenwerking in de media: de impact van interthinking en distributive cognition op nieuwsproductieprocessen. Universiteit Gent Abstract: De centrale onderzoeksvraag van het project is: welke componenten (inclusief interthinking) spelen een centrale rol in de distributie van cognitie bij media en nieuwsproductie en hoe krijgen deze componenten een structurele plaats in de interactie? Het project analyseert segmenten van een corpus van 200 uur aan redactievergaderingen waarin media producten werden geplan, ontwerpvoorstellen werden bediscussieerd en updates en revisies werden gemaakt. Organisaties: • Vakgroep Taal en communicatie
Onderzoekers: • Ellen Van Praet • Geert Jacobs
Postkoloniale theoretisering: identiteit, hybriditeit, creolisering en liminaliteit Universiteit Gent Abstract: Dit project bestudeert de postkoloniale theoretiseringvan concepten als identiteit, hybriditeit, creolisering en liminaliteit. Vooral de literatuur van zwarte Afrikaanssprekenden, van Nederlandstalige schrijvers uit de Caraïben en van immigrantenschrijvers in Nederland en Vlaanderen zal vergeleken worden. Er zal nagegaan worden hoe deze schrijvers de werelk representeren, hoe ze omgaan met hegemonische discours en hoe ze gebruik maken van folkloristische elementen. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse literatuur
Onderzoekers: • Yves T'Sjoen
Ontwikkeling en capaciteitsopbouw van de ISIS gebaseerde "Library Automation Software": Implementatie-initiatieven (DOCBIBLAS II). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doel een implementatie-phase toe te voegen aan het DOCBIBLAS I project waarin een bibliotheek-automatisering gebaseerd op UNESCO's CDS/ISIS technologie werd ontwikkeld. De software is beschikbaar en trainingsmaterialen getest in een workshop, terwijl
een brede ISIS FOSS-community (wereldwijde groep van ISIS-gebruikers) nood heeft aan ondersteuning. Het project wil in de eerste plaats die ondersteuning ontwikkelen voor VLIR/UOS partner-bibliotheken. Organisaties: • Onderzoeksgroep Boek, Bibliotheek en Informatie • Informatie, Emancipatie & Ontwikkeling
Onderzoekers: • Egbert De Smet
INEX: convergerende en tegenstrijdige ethische waarden in het continuüm interne/externe veiligheid in Europa Vrije Universiteit Brussel Abstract: Veiligheid en onveiligheid zijn sociale, culturele en politieke concepten. Het interdisciplinair project INEX is ontworpen rond 2 onderzoeksassen: thematisch en geopolitiek. Het thematische onderzoeksas heeft 4 velden: 1. de ethische gevolgen van de proliferatie van veiligheidstechnologiën 2. de legale dilemma's die zich ontwikkelen van transnationale veiligheidsarrangementen 3. de ethische en waarde vraagstellingen rond de veranderende rol van veiligheidsmensen. 4. de gevolgen van de veranderende rol van buitenlandse veiligheidsbeleid Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Gloria GONZALEZ FUSTER • Rocco BELLANOVA • SERGE GUTWIRTH • PAUL DE HERT
Taxonomie en evolutie van de cyperus soorten (Cyperaceae) met een C3 fotosynthese type Universiteit Gent Abstract: De relaties in Cyperus (Cyperaceae) zijn nog onduidelijk. Deze studie zal helpen bij de reconstructie van de moleculaire 'backbone' van Cyperus. De nadruk ligt op de taxa met C3 fotosynthese en het ontstaan van de C4 clade. Er wordt eveneens gestreefd naar een beschrijvende en fylogenetische revisie van de C3 groep, die beschikbaar zal worden gemaakt via een interactive database. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Paul Goetghebeur • Paul De Vos
Colloquium "De plaats van de Islam in het nieuwe Europa". Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds CISO. UA levert aan CISO de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Sabbatverblijf van Prof. Anat FEINBERG: Language, Alienation and Hybrid Identity in the Literary Works of Exiled IraqiJewish Writers. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Vlaams Academisch Centrum (VLAC) kende aan Heidy Margrit Müller en Kamal Kolo (Vakgroep Taal- en Letterkunde, Vrije Universiteit Brussel) een onderzoeksproject toe over Language, Alienation and Hybrid Identity in the Literary Works of Exiled Iraqi-Jewish Authors. Als buitenlandse collega is Prof. Anat Feinberg (Hochschule für Jüdische Studien, Heidelberg) bij het project betrokken. Het onderzoek zal leiden tot publicaties over de literaire werken van auteurs van Iraaks-Joodse afkomst die in de diaspora leven (o.m. Samir Naqqash, Sami Michael, Eli Amir, Shimon Ballas, Naim Kattan, Mona Yahia en Nissim Rejwan). De Joodse gemeenschap was sinds de Oudheid - sinds de Babylonische ballingschap - in Mesopotamië ingeburgerd. In de eerste helft van de twintigste eeuw hebben schrijvers van Joodse afkomst een belangrijke bijdrage geleverd tot de Iraakse literatuur en cultuur. In de periode van 1947 tot 1973 heeft echter bijna de hele Joodse bevolking van Irak (meer dan 120.000 mensen) het land (moeten) verlaten. De romans en verhalen van de auteurs die in hun kindertijd of jeugdjaren uit Irak moesten vluchten, thematiseren zeer genuanceerd enerzijds het leven in de tijd van voor de vervolging en de vlucht, anderzijds de problemen van de immigratie en van het leven als Arabischtalige joden in Israël of in de Westerse wereld, verscheurd tussen culturen die elkaar als vijandig beschouwen. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Kamal KOLO • Margrit MULLER Heidy
Gertrude Stein in dialoog met Gilles Deleuze: een analyse van modernistische poëzie Universiteit Gent Abstract: Met mijn onderzoek beoog ik de waarde van Deleuzes filosofisch project voor de analayse van modernistische poëzie aan te tonen. Mijn corpus bestaat uit het experimentele werk van Gertrude Stein. Sleutelbegrippen in mijn onderzoek zijn Deleuzes concepten 'littérature mineure' en 'devenir femme'. Ze zullen me in staat stellen een link te maken tussen Steins modernistische poëzie en onze postmoderne literatuurbeleving en aan te sluiten bij de feministische literatuurkritiek. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Maryse Demoor • Bart Keunen
Taal als springplank tot het hoger onderwijs Hogeschool Gent Abstract: - Digitale instapproef taalvaardigheid: alle eerstejaarsstudenten worden online getest op hun taalvaardigheid. - Digitale basiscursus taalvaardigheid in Blackboard: differentieerbaar zelfstudiepakket volgend op de instapproef met theorie en oefeningen. Organisaties: • Departement Lerarenopleiding Ledeganck • Vakgroep Talen en Onderwijs • Vakgroep Pedagogiek en Agogiek
Onderzoekers: • Hanne Vandenbussche • Barber Bossuyt • Bert De Bisschop • Helena Vanhuysse • Liesbet Dutillieux • Sabina Versieck
Onderzoek naar de muziek van Nicolaus A. Huber Hogeschool Gent Abstract: Het opzet van het onderzoek is de bestudering en situering van de muziek van de Duitse componist Nicolaus A. Huber (°1939) vanuit verschillende invalshoeken: de klassieke muziekanalyse, de analysetechnieken zoals momenteel ontwikkeld aan de Univeristeit Gent binnen de cognitieve muziek-psychologie, de muzieksociologie, de muziekgeschiedenis, de uitvoeringspraktijk (opname van een CD met deze muziek), de psychologie-politicologie-theaterwetenschappen (voor zover deze relevant zijn ten aanzien van de werkwijze van de componist), de (artistieke) grensvervaging, e.a. Organisaties: • Departement Conservatorium • Vakgroep Theorie
Onderzoekers: • Filip Rathe
Computerlinguistiek, taal- en spraaktechnologie. Universiteit Antwerpen Abstract: CLIF is de Vlaamse vereniging van onderzoeksgroepen voor computerlinguistiek, taal- en spraaktechnologie. Het doel van de vereniging is het stimuleren van samenwerking op het gebied van onderzoek en de gezamenlijke ontwikkeling van hulpmiddelen die de capaciteiten van individuele deelnemende groepen te boven gaat. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
De politieke eigenheid van Antwerpen. Een politiek-cultureel onderzoek van het Antwerpse electorale gebeuren in 1919, 1928 en 1936. Universiteit Antwerpen Abstract: Het electorale gebeuren in het arrondissement Antwerpen gedurende de nationale verkiezingen van 1919, 1928 en 1936 wordt aan een multi-actoriële politiek-culturele analyse onderworpen. Nagegaan wordt hoe in het discours en de praktijken van politieke elites, intermediaire structuren, journalisten en kiezers de politieke eigenheid van Antwerpen werd gearticuleerd, en in welke mate deze eigenheid berustte op een gevoel van vervreemding tegenover de nationale politiek. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Herman Van Goethem • Marnix Beyen
Sociaal kapitaal in Antwerpse ambachten, 16de eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt onderzocht hoe het georganiseerde middenveld van het 16de-eeuwse Antwerpen reageerde op de toenemende spanningen binnen het stedelijk weefsel. In de 'lange' 16de eeuw kreeg Antwerpen te maken met ontwrichtende evoluties als het ontstaan van een moderne '(handels)kapitalistische' economie en staatsvormingsprocessen, die proletarisering, massale immigratie en een verlies aan autonomie voor de lokale 'civil society' tot gevolg hadden. De vraag is wat deze ontwikkelingen betekenden voor het 'sociaal kapitaal' in de stad en welke politieke en discursieve acties verenigingen (in casu ambachten) ontwikkelden met het oog op het behoud of de ontplooiing ervan. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bert De Munck
Van bisschop tot heks: een onderzoek naar de religieuze en mentale leefwereld van gewone gelovigen in het bisdom Antwerpen, 16de-17de eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject concentreert zich op de religieuze vernieuwingsprocessen van de Nieuwe Tijd aan de hand van een case study over het bisdom Antwerpen. Het stelt de vraag naar de religieuze en mentale leefwereld van gewone gelovigen en gaat daarbij na welke impact uitging van het katholieke Tridentijnse hervormingsprogramma. Het gaat daarbij uit van een dynamisch communicatieperspectief. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Guido Marnef
Decompositie: een tekstgenetisch onderzoek naar literaire meertaligheid. Universiteit Antwerpen Abstract: De opzet van dit project is drievoudig: 1. het compositieproces van meertalige literaire werken reconstrueren; 2. een adequate editiemethode voor de genese van meertalige teksten uitwerken;
3. de studie van het ontstaansproces van meertalige literaire werken aanwenden voor de interpretatie ervan. Hiertoe wordt een initieel onderscheid gemaakt tussen twee soorten meertalige werken, waarbij telkens het latere werk van één auteur als casestudy dient. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Geert Lernout • Dirk Van Hulle
Computationele technieken voor stylometrie voor het Nederlands. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project stellen we een methodologie voor de automatische extractie en analyse van stijlkenmerken voor die we willen toepassen op individuele auteurs (auteursherkenning, zowel van non-fictie als fictie) en groepen van auteurs (extractie van stijlkenmerken geassocieerd met sekse en leeftijdsgroep). De methodologie bevat de volgende onderdelen: (1) Een automatische taalkundige analyse van documenten met behulp van de beschikbare tekstanalyse-instrumenten op het niveau van morfologische structuur, woordsoort, globale syntactische structuur en semantische rollen (subject, object, temporeel, locatie) voor de constructie van potentieel relevante stilistische kenmerken. (2) Gebruik van nietgesuperviseerde en gesuperviseerde leertechnieken voor de selectie van de meest informatieve stilistische kenmerken en de constructie van een model van de stijl van een auteur (of group van auteurs). (3) Evaluatie van de geconstrueerde modellen door (a) vergelijking met stilistische analyses in taalkunde en literatuurwetenschap en (b) empirische toetsing van de voorspellende kracht van de modellen. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Guy De Pauw • Walter Daelemans
Whiteheads "Science and the Modern World" herschreven. Van wetenschapsgeschiedenis naar cultuurdiagnose. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is het herschrijven van SMW, en 'herschrijven' wil zeggen: interpreteren, evalueren en actualiseren in het licht van het gehele oeuvre van Whitehead en van de relevante secundaire literatuur, maar vooral in bet licht van de evolutie van de Westerse cultuur sinds 1925. De cultuurfactor die voor Whitehead de achtergrond en de rode draad bij het schrijven van SMW vormde, was de natuurwetenschap. Ook onze gids bij het herschrijven van SMW is de evolutie van de wiskundige natuurkunde. Maar: hoe centraal de ontwikkelingsgeschiedenis van de mathematische fysica ook moge staan, toch is de bestudering ervan geen doel op zich. Het uiteindelijke doel is het expliciteren van de cultuurfilosofische relevantie van SMW. Om het in een slagzin samen te vatten: samen met Whitehead willen wij de stap zetten van wetenschapsgeschiedenis naar cultuurdiagnose. Of nog: met het herschrijven van SMW willen wij Whitehead herintroduceren als een vanuit de exacte wetenschappen denkende cultuurcriticus. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • André Cloots • Guido Vanheeswijck
De diachronie van Nederlandse modale uitdrukkingen, in het bijzonder de hulpwerkwoorden. Universiteit Antwerpen Abstract: De "empirische" doelstelling van het project omvat een grondige en systematische analyse van de vorm- en betekenisontwikkeling van een steekproef van modale uitdrukkingen, vanaf het Oud- en Vroegmiddelnederlands (Ondl, Vmndl) tot vandaag. De theoretische doelstellingen van het project zijn: - het verfijnen van het inzicht in de processen van grammaticalisatie en (inter)subjectificatie. - het verbeteren van het inzicht in de structuur van de modale betekenissen, hun onderlinge relaties en hun relaties met niet-modale kwalificationele betekenissen en niet-kwalificationele betekenissen. - het aanscherpen van het inzicht in de functionele structuur van, en de vorm-functie-correlaties in de systemen van uitdrukkingsvormen van de verschillende modale betekenissen. - het nagaan van de implicaties van al het voorgaande voor de behandeling van modale betekenissen in een cognitief-functionele taaltheorie, en met name voor de hypothesen in de functionalistische literatuur i.v.m. de gelaagde representatie van kwalificationele categorieën. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Jan Nuyts
Mannelijke homoseksualiteit in Brussel, 1867-1967. Een studie van praktijken en vertogen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil aan de hand van gerechtsdossiers waarin sprake is van mannelijke gelijkgeslachtelijke seksuele handelingen die plaatsvonden in Brussel tussen 1867 (de introductie van het Belgisch Strafwetboek) en 1967 (ontstaan van de homobewegingen) nagaan: (1) welke elitaire en volkse vertogen over homoseksualiteit circuleerden en hoe deze vertogen een invloed hadden op de opbouw van seksuele identiteit van de betrokkenen; (2) welke betekenis stadsontwikkeling had voor de uitbouw van niet-heteroseksuele levensstijlen en identiteiten; (3) welke invloed werd uitgeoefend op dit alles werd uitgoefend door politieke transformaties en machtswissels. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Henk de Smaele
Zingen en lezen. Een onderzoek naar de functies van Zuid-Nederlandse wereldlijke liedboeken in de zeventiende eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Liederen speelden een belangrijke rol in de 17de-eeuwse maatschappij waarin de orale cultuur binnen bepaalde sociale klassen nog zeer dominant was. Van deze orale cultuur kunnen we ons alleen een beeld vormen aan de hand van picturale bronnen en van teksten die in druk en handschrift bewaard bleven. Het object van dit onderzoeksproject vormen de Nederlandstalige wereldlijke liedboeken die in de Zuidelijke Nederlanden verschenen tijdens de 17de eeuw. Dit is een welomlijnd corpus van liedbronnen aangezien slechts twaalf titels zijn bewaard, allemaal uitgegeven tussen 1628 en 1677, die samen 751 liederen bevatten. Het aantal bewaarde exemplaren van deze liedboeken in bibliotheken is gering en het aantal bekende herdrukken blijft, met uitzondering van drie populaire liedbundels, beperkt. Organisaties:
• Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Hubert Meeus
Beeld van de stad. Visuele stadsrepresentatie en stedelijke identiteit in de laatmiddeleeuwse en vroegmoderne Nederlanden (15de-16de eeuw). Universiteit Antwerpen Abstract: Beeld van de stad. Visuele stadsrepresentatie en stedelijke identiteit in de laatmiddeleeuwse en vroegmoderne Nederlanden (15de-16de eeuw). Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Peter Stabel
De Nederlandse literatuur en het literaire bedrijf in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden 1815-1830: interactie en differentiatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Object van onderzoek is de literaire interactie tussen Noord en Zuid tijdens de periode van het Verenigd Koninkrijk (1815-1830) waarin de Nederlandse overheid een actieve taal- en cultuurpolitiek voerde die was gericht op de algehele samensmelting tot één natie van twee landen met een verschillende cultureel en politiek verleden. Het is de bedoeling zowel in Noord- als Zuid-Nederland de productie, distributie en consumptie van literatuur in kaart te brengen en daarbij systematisch na te gaan of en in welke mate er sprake is van interactie en integratie op de diverse domeinen van de literaire communicatie (publicaties, auteurschap, uitgeverij, genootschappen, tijdschriften, literaire kritiek, lezerspubliek etc.) Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Piet Couttenier
Intertekstualiteit en informatiestromen. Universiteit Antwerpen Abstract: Taalkundige studie van de wijze waarop betekenissen worden gegenereerd en getransformeerd in informatiestromen binnen de context van de globalisering. Bijzondere aandacht gaat uit naar intertekstuele processen benaderd vanuit etnografisch ondersteund taalpragmatisch ideologieonderzoek, met focus op verschillen in het gebruik van implicietheid en differentiatie in de verwijzing naar bronnen. De concrete casus die onderzocht zal worden betreft de internationale geschreven media in het Engels, de geschreven pers in het Nederlands in Vlaanderen, en de geschreven pers in het Frans in België, Frankrijk, Congo en West-Afrika. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Patrick Dendale • Jozef Verschueren • Walter De Mulder
Drukpersproductie en uitgeversstrategieën in Antwerpen (1585-1648). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek wil nagaan welke rol drukkers en boekverkopers speelden in de vroegmoderne cultuuroverdracht. De drukker-boekverkoper wordt hier niet zozeer opgevoerd als een geleerde idealist die de drukpers zag als een middel om kennis te verspreiden, maar als een pragmatische vakman en handelaar, gedreven door overwegend zakelijke motieven. Een beter begrip van dit zakelijke aspect kan de rol van de drukker/uitgever/boekhandelaar in het communicatieproces verduidelijken. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Pierre Delsaerdt
Publicatie monografie "Ecrire l'expérience totalitaire". Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie monografie "Ecrire l'expérience totalitaire". Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Luc Rasson
Smart-eye-D: Haalbaarheidsstudie naar de mogelijkheid om radiografiebeelden van schilderijen met een verhoogd absorptiecontrast te registreren. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project willen we nagaan of het mogelijk is om de kwaliteit van radiografiebeelden, vergaard van 18-20e eeuwse schilderijen, te verbeteren. Hiervoor zijn we op zoek naar een methode die kleine absorptiecontrastverschillen, die tot nog toe onzichtbaar blijven, kan visualiseren. Organisaties: • AXES • Chemometrie (Mitac 3)
Onderzoekers: • Pierre Van Espen
Een historisch gedocumenteerde scenische uitvoering van Johann Christian Bachs opera Artaserse. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil Johann Christian Bachs vooruitstrevende opera Artaserse op een historische geïnformeerde manier uitvoeren. Dit betekent dat er in de eerste plaats een kritische partituur dient vervaardigd te worden ¿ er bestaan enkel een aantal originele handschriften van het werk. Vervolgens zal onderzoek gedaan worden naar historische decors, kostuums en regie. Ten slotte worden de studenten van het conservatorium onderwezen in de specifieke uitvoeringspraktijk van deze periode. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
Muziekwetenschappelijke en artistieke studie naar historische en stilistische achtergronden in de Russische opera's van Sergei Prokofiev en het belang van Maddalena als voorstudie voor De Speler en De Vuurengel. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit geïntegreerd artistiek onderzoeksproject stelt de Russische opera's van Sergei Prokofiev centraal. Muziekhistorisch en muziektechnisch onderzoek moet nieuwe inzichten aanbrengen inzake ontstaan, uitvoering, perceptie, stilistische en inhoudelijke achtergronden en hun belang voor het integrale oeuvre van Prokofiev. Dit wordt gekoppeld aan een nieuwe instrumentatie van de éénakter Maddalena en het componeren van een nieuwe kameropera op basis van hetzelfde verhaal. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
Theater zonder verloop: het statuut van de tekst in het postdramatische theater. Universiteit Antwerpen Abstract: De ontwikkeling van het theater in de twintigste eeuw laat zich vatten als overgang van het 'dramatische' theater naar het 'postdramatische' theater. Terwijl de literatuur hieromtrent vooral aandacht heeft voor de lichamelijkheid van het postdrama, wil dit project de consequenties nagaan voor de theatrale omgang met tekst vandaag. Focus van dit 'practice based'-onderzoek is het tijdsverloop eigen aan actuele postdramatische narratieven. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Kurt Vanhoutte
De vroege hydrografie van de stad Gent: een verkennend geomorfologisch onderzoek van het menselijk ingrijpen in de waterhuishouding van het Middeleeuwse Gent (1100-1300). Universiteit Antwerpen Abstract: Menselijke modificaties aan het natuurlijke waterwegennet in de omgeving van de stad Gent liggen aan de basis van één van de meest spectaculaire voorbeelden van stedelijke groei in middeleeuws Europa. Toch bestaan over het onderwerp nauwelijks historische studies. Door integratie van de (schaarse) historische gegevens met recent voor het onderzoek beschikbare geomorfologische en geologische data in een hydrologisch model, wordt met dit onderzoeksproject een belangrijke synergie gecreërd tussen de onderzoeksexerptise binnen het Centrum voor Stadsgeschiedenis (UA) en het Centrum voor Architectuur- en Stedenbouwgeschiedenis (HA). Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Tim Soens
De evolutie van het architectuuronderwijs in Antwerpen 1919-1977. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek heeft als onderwerp de evolutie van het architectuuronderwijs in Antwerpen in de periode 1919-1977. Vooropgesteld wordt dat de architectuuropleiding in de loop van de 20ste eeuw belangrijke veranderingen heeft ondergaan, die in nauwe relatie stonden met de ontwikkeling van een regionaal modernisme enerzijds en de evolutie van het professionele kader van de architect anderzijds. Een diepgaande studie van deze veranderingen moet een bredere basis leggen voor bijkomend onderzoek naar de architecten en het patrimonium van het Antwerpse modernisme. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Henk de Smaele
Achttiende-eeuwse klaviermuziek in de Zuidelijke Nederlanden. Onderzoek naar samenhang en wisselwerking tussen repertoire en instrumentarium. De historische uitvoeringspraktijk in interdisciplinair perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: De 18de-eeuwse klaviermuziek uit de Zuidelijke Nederlanden is een ondergewaardeerd studieterrein. Via onderzoek naar de relatie tussen instrumentarium en repertoire worden nieuwe, musicologisch gegrondveste bevindingen getoetst aan de huidige uitvoeringspraktijk. Daarenboven zal deze uitwisseling van bevindingen ook in belangrijke mate bijdragen aan een juister en vollediger beeld van de 'historische' uitvoeringspraktijk. Hiermee wordt tevens dit repertoire in een ruimere context geplaatst, en zo een belangrijke lacune in de muziekgeschiedschrijving én muzikale praktijk opgevuld. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
Tekstreductie bij live ondertiteling met spraakherkenning. Universiteit Antwerpen Abstract: Schrijven met spraakherkenning is een erg waardevolle en snelle methode gebleken om live televisieprogramma's van (intralinguale) ondertitels te voorzien. Toch zorgen de vaak erg hoge spreeksnelheid van het te ondertitelen bronmateriaal en de beperkte leessnelheid van de kijkers ervoor dat er ingekort en aangepast moet worden. Dit onderzoek gaat op zoek naar de ideale reductiegraad voor de ondertiteling van live programma's. Aan de hand van twee opeenvolgende experimenten worden zowel productie als receptie van real-time ondertitels belicht. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Luc Van Waes • Mariëlle Leijten
Onderzoek en kwalitatieve digitale ontsluiting van de eerste Belgische fotografietijdschriften 'Bulletin belge de Photographie' en het 'Bulletin de l'Association Belge de Photographie'.
Universiteit Antwerpen Abstract: Het project onderzoekt de kwalitatieve digitalisering van de eerste Belgische fotografietijdschriften 'Bulletin belge de Photographie' en het 'Bulletin de l'Association Belge de Photographie'. De resultaten uit het onderzoek worden gebundeld in een kwalitatief lessenpakket, syllabus en een e- book dat wordt aangeboden aan specifieke vakbibliotheken en musea om de informatie toegankelijk te maken voor verder onderzoek. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Herman Van Goethem
De natie in de stad: imagining the nation beyond Benedict Anderson. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project is een aanzet tot internationale samenwerking met partners in Oxford en Leiden. Doel is de historische kennis over natievormingsprocessen in de 19de eeuw in een fundamenteel nieuwe richting te sturen. Met name het paradigma van de imagined communities van B. Anderson wordt ter discussie gesteld via een comparatief onderzoek naar de verbeelding van de natie binnen verschillende stedelijke milieus in België, Nederland en Duitsland. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Maarten Van Ginderachter
Singulariteit en herhaling: Maurice Blanchot over het neutrum en de conditie van de subjectiviteit Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstelling van het project is een Nederlandse vertaling te realiseren van de belangrijkste teksten van Blanchot over het thema van het neutrum. De filosofische relevantie van deze notie wordt door de auteur aangegeven in discussie met het hedendaagse filosofische vertoog dat onder invloed staat van de filosofie van Heidegger en in relatie tot de modernistische transformatie van de narratieve structuur van de roman. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Arthur Cools
Systematisering en transcriptie van dialectopnamen. Universiteit Antwerpen Abstract: Voor mijn doctoraat "Structuurverandering in grensdialecten" werden in NL en D spraakdata opgenomen. Ze bevatten o.a. taalmateriaal voor 27 onderzochte linguïstische variabelen. Het volledige corpus is grotendeels nog niet ontsloten en bevat waardevolle informatie voor baanbrekend taalveranderingsonderzoek. Voor transcriptie en systematische opslag ervan wordt een jobstudent aangeworven die onder begeleiding van de projectleider zal werken. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Tom Smits
Production pedlars en peasants in de vroegmoderne Zuidelijke Nederlanden. De lokale economie in een vergelijkend perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil de lokale economieën in twee vroegmoderne regio's vergelijken. Op basis van de expertise opgedaan in het doctoraal onderzoek naar de Aalsterse regio, zal een welomlijnde, comparatieve studie naar het Land van Waas gebeuren. Allereerst beoogt het project de opmaak van een databank van de huishoudeconomie van 600 gezinnen. Vervolgens zullen deze gegevens voor publicaties in internationale tijdschriften worden gebruikt. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Reinoud Vermoesen
Naoorlogse publieke architectuur en publiek opdrachtgeverschap, een internationaal perspectief Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil een impuls geven aan het internationale onderzoek naar naoorlogse publieke architectuur en opdrachtgeverschap door het opzetten van een comparatief onderzoek naar de definiëring van én het debat over publieke architectuur en opdrachtgeverschap in internationale tijdschriften. Dit onderzoek moet leiden tot een internationaal wetenschappelijk artikel én de conceptuele basis voor de organisatie van een interdisciplinaire studiedag. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Inge Bertels
Zo goed als oud: tweedehandsconsumptie en de opkomst van de moderniteit, ca. 1750-ca. 1870. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project richt zich op de studie naar tweedehands in een tijd van toenemende industrialisering en modernisering (c 1750-1870). Momenteel staat daarbij de dataverwerking van aangelegde bronnen-databases centraal; net als de noodzakelijke comparatieve toetsing aan gelijkaardig internationaal onderzoek. Een zorgvuldig gepland studie- en onderzoeksverblijf aan de University of California in Berkeley, is daarbij prioritair en aangewezen. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Ilja Van Damme
De filosofie van de geste: een onderzoek van de lichamelijke expressie geïnspireerd door Mead, Vygotsky en MerleauPonty. Universiteit Antwerpen
Abstract: Het doel van het project is een gezamelijke publicatie van David McNeill (University of Chicago) en Liesbet Quaeghebeur over enkele theoretische aspecten van multimodaal taalgebruik, d.w.z. het talig uitdrukkingsvermogen bekeken als lichamelijke aangelegenheid eerder dan als zuiver linguïstische. Organisaties: • Centrum voor Filosofische Psychologie
Onderzoekers: • Peter Reynaert
Project MIDP IV (Multilingual Information and informatics Development) : Meertaligheid van onderuit. Universiteit Antwerpen Abstract: In het overheersende discours rond taalbeleid en -planning, worden taalgebruikers al te vaak beschouwd als de passieve 'ontvangers' van overheidsbeslissingen op het vlak van taal. In tegenstelling met dat discours wil het MIDP IV project de reële betrokkenheid van de zogezegd ondergeschikte of zwakke ontvanger centraal stellen. Het uitgangspunt is dat diegenen die verondersteld worden taalbeleidsmaatregelen te ondergaan en louter te implementeren, in hun dagelijkse talige praktijk en doorheen hun discursieve percepties en interpretaties van taalverhoudingen de taalrealiteit mee vorm blijken te geven en haar bovendien in nieuwe en onverwachte richtingen te sturen. Dit dialectische interactieproces tussen beslissingen 'van bovenuit' en de actieve respons daarop 'van onderuit' geeft vorm aan de taalverhoudingen binnen meertalige gemeenschappen. Dat is de focus van het onderzoek dat binnen het MIDP IV project in de Xhariep (Free State Province, Zuid-Afrika) wordt opgezet en eveneens de focus van de publicatie die uit het project voortvloeit en waarin ook ander internationaal onderzoek over het thema wordt samengebracht. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Reinhild Vandekerckhove • Pol Cuvelier
Publicatie monografie "Strukturwandel in Grenzdialekten. Die Konsolidierung der niederländisch-deutschen Staatsgrenze als Dialektgrenze." Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie monografie "Strukturwandel in Grenzdialekten. Die Konsolidierung der niederländisch-deutschen Staatsgrenze als Dialektgrenze." Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Tom Smits
Van een archimedisch pluralisme naar een onderhandeld pluralisme: de relevantie van Indische visies op pluralisme voor een reconceptualisering van de Europese context; Een studie vanuit het werk van Bilgrami. Universiteit Antwerpen Abstract: Vertrekpunt is de vraag hoe religieuze visies een plaats moeten krijgen binnen het politieke discours gegeven een seculiere, maar radicaal plurale sociale en culturele context. De theoretisch-methodologische specificiteit van dit onderzoek is gelegen in de beschouwing van de Indische context die evenzeer pluraal is. Indische politieke filosofen ¿ in het bijzonder Bilgrami ¿ die hierover reflecteren, bieden een interessant standpunt om ook Europese context te reconceptualiseren. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Walter Van Herck
Voorbereiding en eerste proeve van een (gedeeltelijke) vertaling van Ruusbroecs traktaat Die geestelike brulocht. Universiteit Antwerpen Abstract: De vertaling in het Chinees van Ruusbroecs meesterwerk Die geestelike brulocht wordt voorbereid door een grondige lectuur van de zeer letterlijke Engelse vertaling. Hierbij worden de technische begrippen van mystieke aard (wesen, innich, ghemeyn) in hun samenhang genoteerd. Op basis van dit begrippenapparaat wordt de vertaling van de tekst begonnen, waarbij het apparaat permanent wordt aangevuld en bijgesteld. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ruusbroecgenootschap
Onderzoekers: • Robertus Faesen
Arbeid, arbeidsverhoudingen en arbeidsmarkten in West-Europa, 1500-2000. Universiteit Antwerpen Abstract: De voornaamste doelstelling is een nieuw licht te werpen op globale transformatieprocessen die zich sedert de 16de eeuw op het vlak van arbeidsprocessen, arbeidsverhoudingen en arbeidsvormen hebben voltrokken. Het accent ligt op fasen van vermelde maatschappelijke transformatie en het onderzoek van stedelijke vormen van loonarbeid en zelfstandige arbeid. Organisaties: • CENTRUM ANTWERPSE CULTUURGESCHIEDENIS • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Alfons Thijs
Mobiele X-stralen fluorescentie spectrometer Universiteit Gent Abstract: X-stralen fluorescentie analyse (XRF) is een analytische techniek die toelaat om snel en op een niet-destructieve manier de elementcompositie van een object te bepalen. In dit project wordt een mobiele X-stralen fluorescentie spectrometer aangekocht, waardoor archeologische objecten geanalyseerd kunnen worden, wat nuttig is voor diverse archeometrische toepassingen (herkomstbepaling, bepaling van het productieproces, materiaalidentificatie, etc.) Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers:
• Peter Vandenabeele
OptiPIL, a Readability Optimizer for Patient Information Leaflets (optimalisatie van de leesbaarheid van patiëntenbijsluiters) Universiteit Gent Abstract: Ondanks de wettelijke bepalingen betreffende de leesbaarheid van de bijsluiter en ondanks de concrete uitwerking van sjablonen met standaardformuleringen is de bijsluitertekst nog altijd niet echt ?gebruikers?vriendelijk. Het StarTT OptiPIL project vertrekt vanuit een eerder ontwikkeld prototype (IWT TETRA 070103) en zal op korte termijn resulteren in een robuuste web service die state-of-the-art taaltechnologische know-how gebruikt om de leesbaarheid van Engelse en Nederlandse medische teksten te verbeteren. Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Ignace Lemahieu
Geographies of aid intervention in Palestine Universiteit Gent Abstract: Recent scholarship has highlighted the problems associated with aid effectiveness in the occupied Palestinian territories. Faith in economic development to keep alive the ?peace process?, as well as the dominant?post-conflict? framework has shaped most development interventions since the Oslo accords. Less research has been done about the microgeographies of development intervention in general, and the ways in which these practices are negotiated, implemented, and contested, or how they are related to a broader political economy of aid and development. The aim of this conference is thus to explore the ways in which development intervention reshapes socio-political, spatial, economic, and environmental relations in the oPt, in addition to thinking out alternatives for a development that responds to Palestinians needs and rights Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Sami Zemni
Economische Raad voor Oost-Vlaanderen. 55 jaar de stuwende kracht. Universiteit Gent Abstract: In december 1955 werd de Economische Raad voor Oost-Vlaanderen (EROV) boven de doopvont gehouden, met als doel de bevordering van de economische ontwikkeling van de provincie. In 2010 vierde EROV zijn 55-jarig bestaan met dit boek. Het is een terugblik op een lange en intrigerende geschiedenis, ingebed in een ruime economische en politieke context. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Eric Vanhaute
De Nepantla generatie: het identiteitsdiscours in de essays van de tweede generatie Spaanse ballingen in Mexico. Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt het identiteitsdiscours in de essayistische teksten geschreven door de kinderen van de Republikeinse ballingen in Mexico. Deze zogenaamde ?Nepantla? generatie, naar het Nahuatl woord voor ?tussen twee werelden? wordt gekenmerkt door haar complexe en meervoudige culturele identiteit. Door middel van de discoursanalyse van de essays van een representatieve groep van auteurs van deze generatie wordt er onderzocht hoe deze Spaans-Mexicaanse schrijvers erin slaagden een identiteit te construeren vanuit de spanning tussen Europese en de Amerikaanse cultuur. Organisaties: • Vakgroep Romaanse talen (andere dan het Frans)
Onderzoekers: • Eugenia Houvenaghel
Archeologie van versterkte Berber spijkers Universiteit Gent Abstract: In hun verdedigde graanspijkers slaan de Berbers hun oogsten en kostbare goederen op. Dergelijke spijkers werden meestal los van het dorp gebouwd op een gemakkelijk en natuurlijk te verdedigen plaats. Men vindt ze van Marokko tot Tripolitanië. De oudst gedateerde spijkers bevinden zich vermoedelijk in Zuid-Tunesië, maar dit onderwerp heeft er nog geen speciale aandacht gekregen. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Johnny De Meulemeester
Anglo-Amerikaanse modernistishce poëzie en muziek: Ezra Pund, Amy Lowell, Mina Loy en Edith Sitwell Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt het belang van muziek in de poëzie van vier Anglo-Amerikaanse modernistische dichters. Het focust vooral op hoe muziek fungeerde als kritische metafoor en vergelijkingspunt in uiteenzettingen van de schrijvers over hun poëzie en op de manier waarop muzikale vormen en genres zowel formeel als inhoudelijk geïncorporeerd werden in gedichten. Daarbij gaat aandacht naar zowel klassieke als populaire muziek. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Maryse Demoor
Binnewaerts sien: Constantijn Huygens Ooghen-troost en de bijzondere visualiteit van de poëtische ervaring Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een uitvoerige cultuurhistorische analyse van de Ooghen-troost (1647) van de Nederlandse dichter Consantijn Huygens. De analyse tracht de literaire tekst te vatten in de context van contemporaine filosofische, religieuze, esthetische en natuurwetenschappelijke debatten. Centraal staat tevens een poging tot methodologische vernieuwing van het historische literatuuronderzoek en een reflectie op de bijzondere visualiteit van de lectuur van literaire teksten. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse literatuur
Onderzoekers: • Jurgen Pieters
De Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden als een literair en cultureel 'entrepôt' voor de zeventiende-eeuwse Britse letterkunde, 1603-1688 Universiteit Gent Abstract: Het project will via 'close reading' van een ruim corpus van niet-canonieke teksten, in samenhang met een sociaalhistorische studie van de diverse Nederlandse loci waarin zij tot stand kwamen en/of waarop zij betrekking hadden, een nieuw perspectief creëren op de continentale inbedding van de zeventiende-eeuwse Britse literatuur. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Jean Pierre Vander Motten
Studie van de topografische en chronologische evolutie van Romeinse steden in Marche (Midden-Italië) met behulp van gecombineerde afstandswaarneming en oppvervlakteprospectie Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt de gecombineerde studie van Romeinse urbanisatie in de Adriatische regio Marche met behulp van technieken van systematische veldverkenning, geofysische prospectie, actieve luchtfotografie, materiaalstudie en geomorfologische survey. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Frank Vermeulen
Datafusie van multi-modale informatie via geavanceerde signaalverwerking, segmentatie en registratietechnieken Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt de synthese van eendimensionale signaalinformatie en tweedimensionale beeldinformatie nagestreefd in een raamwerk waarin zowel kenmerkclassificatie, beeldsegmentatie en beeldregistratie worden geïntegreerd. Als inputsignalen worden verschillende medische modaliteiten gebruikt: electro-encephalograms, magnetische resonantie beeldvolumes en echografiebeelden van premature baby's. Het uiteindelijke doel van dit project is een theoretisch kader te ontwikkelen waarin de relevante beeld- en signaalinformatie op een hoog niveau gecombineerd kunnen worden in functie van hun diagnostische waarde. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Wilfried Philips
Verbeeldingen van de apocalyps in het hedendaagse Hispano-Amerikaanse verhalend proza, met bijzonder aandacht voor het Cono Sur-gebied Universiteit Gent Abstract: Met dit project willen wij, aan de hand van een concreet corpus van teksten, nagaan hoe de verbeeldingen van de apocalyps in het hedendaagse Hispano-Amerikaanse verhalend proza - vooral dan in dat van Argentinië, Chili en Uruguay - in de loop van de twintigste eeuw zijn geëvolueerd als thema en vorm, en wat hun functie is in een 'post-apocalyptisch' maatschappij (term van Monsivais). Organisaties: • Vakgroep Romaanse talen (andere dan het Frans)
Onderzoekers: • Ilse Logie
Van ruimtelijke analyse tot karakterisering van sites uit de Ijzertijd en de vroeg-Romeinse periode van Noord- en OostGallië Universiteit Gent Abstract: In dit project worden verschillende types archeologische sites (grafvelden, nederzettingen, heiligdommen) uit de late ijzertijd en de vroegRomeinse periode onderworpen aan een grondige gegevensanalyse met de nadruk op kwantificatie, gevolgd door een interne ruimtelijke analyse. Met behulp van een geografisch informatiesysteem en ruimtelijke statistiek wordt getracht meer inzicht te krijgen in de ruimtelijke en socioeconomische organisatie van de sites. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Jean Bourgeois • Philippe De Maeyer
De circulatie van kennis in de vroegmoderne wetenschap (ca. 1450-1800) Universiteit Gent Abstract: De veelheid aan microgeschiedenissen die wetenschapshistorici gedurende de voorbije decennia hebben geproduceerd, hebben aangetoond dat elke vorm van kennis als een locaal geconstitueerde entiteit moet worden beschouwd. Maar hoe is wetenschap dan in staat om die locale context te overstijgen? Hoe circuleert kennis? Ons doel is de processen waardoor wetenschappelijke kennis zijn transculturele positie bereikt in kaart te brengen. Organisaties: • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Fernand Hallyn
Woorden in het vizier - Een psycholinguïstische studie van noticing in de verwerving van woordenschat in een vreemde taal. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Woorden in het vizier - Een psycholinguïstische studie van noticing in de verwerving van woordenschat in een vreemde taal. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers:
• MICHEL PIERRARD • Alexis HOUSEN
Interculturele competentie: de rol van modale partikels bij de verwerving van formeel en informeel taalgebruik in het Duits. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is onderzoek naar de rol van modale partikels bij de verwerving van formeel en informeel taalgebruik van het Duits (bij Nederlandstaligen). De onderzoeksopzet kadert binnen de actuele problematiek van de verwerving van sociolinguïstische competentie ter bevordering van interculturele communicatie. Het voorgestelde onderzoek wil nagaan hoe Nederlandstalige leerders van het Duits omgaan met formeel en informeel taalgebruik in de doeltaal. Daarbij wordt er specifiek gelet op hun interpretatie (receptie) en gebruik (productie) van modale partikels in verschillende registers. Uit het weinige onderzoek totnogtoe over dit thema is namelijk gebleken dat de modale partikels vaak een probleem vormen bij de verwerving van het Duits als vreemde taal, zelfs voor gevorderden. Hierdoor ontstaan bij interculturele communicatie vaak misverstanden, die het imago van het Duits als vreemde taal geen goed doen. Daarom zal er ook worden gekeken naar het verband tussen formaliteit en beleefdheid (gedefinieerd in termen van modaliteit) en de rol van het al dan niet gebruiken van modale partikels daarbij. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • KATJA LOCHTMAN • WIM VANDENBUSSCHE
Meeting the challenges of later modernity through a broadened conception of Western self-understanding. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het huidige onderzoek is deel van het bredere CLEA project en zal het parcours van zelfbegrip examineren. We bezien het parcours van zelfbegrip als een subparcours van de Verlichtingsparcours binnen de Westerse wereldzicht. Meer specifiek zullen we onderzoeken hoe Westerse individu's zichzelf bezien en hoe ze hun daden verantwoorden gebaseerd op dit parcours. Wij zijn we, hoe oordelen we over onszelf en ook, hoe begrijpen of oordelen we over andere culturele opvattingen? De veronderstelling die in dit onderzoek gemaakt wordt is dat de Verlichting parcours onbewust een ondermaatse basis voor het zelfbegrip biedt hetgeen we 'beperkt zelfbegrip' noemen. Onderzoekers bij CLEA erkennen het bestaan van problematische bijeffecten bij beperkt zelfbegrip in de zin dat het gerelateerd lijkt bij problemen op individueel, sociaal en omgevingsniveau. Het is een van de doelen van dit onderzoek op de basis van het gelimiteerde zelfbegrip te beschrijven, alsook de conceptuele verband met de bovenstaand genoemde problemen. Een ander doel is om de eerste stappen te zetten bij een breder basis voor zelfbegrip. We gaan ervan uit dat het conceptueel verwijden een positief effect kan hebben bij de individuele, sociale en omgevingsproblemen. Een derde doel is om het onbewust gelimiteerde zelfbegrip en de bredere perceptie ervan een plaats te geven in de ruimere context van globalisatie. Meers specifiek zullen we onderzoeken in welke wijze diagnoses en oplossing compatibel of incompatibel zijn bij de alter-globalisatie beweging. Organisaties: • Centrum Leo Apostel
Onderzoekers: • Diederik AERTS
Human rights and international legal discourse. 2010: Uitgave tijdschrift. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt de publicatie van een internationaal juridisch tijdschrift. Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • STEFAAN SMIS
Colloquium (contactformum) "natie en democratie" (8-9 juni 2006) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het colloquium richt de focus op de interactie tussen het sociaal-politieke democratiserings-en integratieproces en de Belgische natiestaat in de periode l890-1921. In welke mate werken democratisering en nationalisme op elkaar in? Slagen de leidinggevende kringen er al dan niet in de integratie in het kader van de natiestaat te laten gebeuren? In welke mate versterken beide tendensen elkaar? Welke conflicten ontstaan er met de regionalistische en internationale stromingen? Door ook de oorlogsperiode en de totstandkoming van de massademocratie te incorporeren kan het proces scherp getraceerd worden. Vooral tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt immers meer dan ooit een beroep gedaan op nationalisme. Organisaties: • Brussels Informatie-, Documentatie- en Onderzoekscentrum
Onderzoekers: • ELS WITTE
Wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap (WOG) : Arbeid, arbeidsverhoudingen en arbeidsmarkten in West-Europa, 1500- 2000 (=VERLENGING van FWOWO10) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Arbeid, arbeidsverhoudingen en arbeidsmarkten in West-Europa, 1500-2000' van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen(FWO)is een Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap (WOG), waar PIPA de kerngroep van vormt. Dit onderzoeksnetwerk verenigt onderzoekseenheden uit 17 verschillende wetenschappelijke instellingen. Naast andere onderzoekseenheden uit de VUB en andere Vlaamse (UG, KUL, UFSIA) en Franstalige (ULB) universiteiten, nemen ook onder meer onderzoeksgroepen uit Nederland (IISG, KU Nijmegen, RU Utrecht), Groot-Brittannië (U Cambridge, London School of Economics and Political Science), Frankrijk (Lille III), Italië (UdS Bologna) en de Verenigde Staten (Cornell) deel. Het doel van dit internationale netwerk is een nieuw licht te werpen op de veranderingen die sedert de 16de eeuw hebben plaats gevonden in arbeidsverhoudingen, arbeidsprocessen en arbeidsmarkten, met bijzondere aandacht voor perioden van globale maatschappelijke transformatie, en voor stedelijke vormen van loonarbeid en zelfstandige arbeid. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • CATHARINA LIS • HUGO SOLY
Wetenschappelijke onderzoeksgemeenschappen (WOG) : Onderzoek naar de constructie van integrerende wereldbeelden.(VERLENGING van FWOWO11) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek binnen de nieuwe onderzoeksgemeenschap 'Onderzoek naar de constructie van integrerende wereldbeelden' is een voortzetting van het onderzoek in de vorige onderzoeksgemeenschappen (1995-2000, 2000-2005). Gedurende de laatste jaren van de vorige onderzoeksgemeenschap ontwikkelde zich een intense dynamiek van 'uitbreiding en verdieping'. Er werden daarom nieuwe groepen uitgenodigd. Deze uitbreiding en verdieping is eveneens het gevolg van de interactie met drie gelijklopende FWO-projecten (zie verslag vorige onderzoeksgemeenschap), die elk op zich nieuwe verbanden legden, en nieuwe mogelijkheden voor wereldbeeldenconstructie naar voren brachten. Concreet vloeide dit voort uit de ontdekking van manieren om 'de invloed van context en omgeving' en de niet-klassieke, nietdeterministische, en/of niet-Booleaanse structuur van entiteiten en processen uit het domein van de humane en gedragswetenschappen in kaart te brengen aan de hand van modellen die hun oorsprong vinden in de niet-klassieke (bv. quantum) exacte wetenschappen. We brengen een nieuwe aanpak naar voren, te vergelijken met de 'complexiteits- en chaos aanpak' van de jaren tachtig, waar formele modellen uit de klassieke exacte wetenschappen werden aangewend om entiteiten en processen uit de humane en gedragswetenschappen te bestuderen. Complexiteits- en chaos modellen zijn echter niet in staat om 'de invloed van context en omgeving' te modelleren, daar ze uit klassieke mechanische theorieën voortspruiten. De modellen in deze nieuwe aanpak zijn niet-klassiek. Daarom kunnen ze de invloed van context en omgeving beschrijven. Naast deze uitbreiding van het oorspronkelijke onderzoeksthema naar de exacte wetenschappen toe, is er eveneens een uitbreiding binnen de humane wetenschappen zelf met betrekking tot onderzoek naar de grondslagen van wereldbeelden. Het onderzoeksthema 'identiteit, grens en verschil' wordt verder uitgewerkt en verdiept aan de hand van drie bijkomende thema's: interculturele filosofie, wereldbeelden versus klassieke logica en sociale ontologie. De nieuwe onderzoeksgemeenschap gebruikt nog steeds als kader de vijf hoofdelementen van een wereldbeeld. Onderzoek wordt gepland ter verdieping van het begrip van deze hoofdelementen: (1.1) De constructie van een model van de wereld: onderzoek naar de aard en het functioneren van de wereld (CLEA, PAF, CTS, FBC). (1.2) Een verklaringsmodel van de wereld: naast beschrijven wil men ook verklaren (CWLP, CTS). (1.3) Een waarderingsmodel van de wereld: de manier waarop we waarde toekennen aan de globale werkelijkheid (CWLP, SOPINS, ARC). (1.4) Een model van modelconstructie: met elk model, zij het beschrijvend, verklarend of waarderend, gaat een modelconstructie samen (CLEA, CPM, QIEG, CCE). (1.5) Een geïntegreerd actiemodel: we zijn niet alleen kennend, waarderend en emotioneel betrokken op de wereld, maar ook actief (SOPINS, CLEA, CCE). De nieuwe onderzoeksgemeenschap zal zich in hoofdzaak toeleggen op de volgende nieuwe onderzoeksthema's: (2.1) Relaties tussen verschillende wetenschappelijke domeinen: De wetenschappelijke disciplines focussen zich op specifieke domeinen; natuurkunde op deeltjes en velden, scheikunde op moleculen, biologie op cellen en organismen, sociologie op maatschappijen, enz. Om de resultaten van deze disciplines te integreren bestuderen we de relaties tussen de verschillende domeinen; meer bepaald de evolutionaire processen waardoor een domein (bv. een maatschappij) emergeert vanuit een ander (bv. individuele organismen) (CLEA, CCE, PAF, QIEG, CTS). (2.2) Onderzoek in verband met fundamentele theorieën. Dit onderzoeksthema is gespreid over de exacte en de humane wetenschappen. Een voorbeeld vanuit de natuurkunde: vanuit de quantummechanica onderzoeken we specieke problemen met de bedoeling modellen te bouwen voor verschillende domeinen van de wetenschap die niet specifiek tot het domein van de natuurkunde behoren (CLEA, QIEG, CCE, CTS, CLPS, CICI, CWLP, SOPINS, FBC). (2.3) Modelconstructie: Het uitwerken van modellen gebaseerd op wiskundige constructies die wortelen in (niet-Booleaanse, niet-commutatieve enz.) structuren en hun veralgemeningen. Een dergelijk kader bevat op een natuurlijke manier contextuele invloed (CLEA, QIEG, CCE). (2.4) Evolutie: Onderzoek naar de algemene structuur van evolutie in de verschillende wetenschappelijke domeinen, met speciale aandacht voor biologische evolutie (de rol van zelf-organizatie, context en omgeving) en culturele evolutie. Aandacht voor de actuele filosofisch/ethische debatten omtrent evolutie en Darwinisme en de kritieken op de Neodarwinistische synthese (CLEA, PAF, CCE). (2.5) Identiteit, grens en verschil: studie naar de meest fundamentele bouwstenen van een wereldbeeld: categorieën. Deze categorieën hebben een groeperende functie, door iets als gelijkwaardig, identiek of verschillend te benoemen (SOPINS, FBC, CICI, ARC). (2.6) Interculturaliteit: Categorieën hebben ook een oriënterende of verklarende functie. Belangrijke knelpunten, zoals het belang van de absoluutheid van een wereldbeeld in zijn functie als oriënterend gegeven versus de noodzaak van relativisme van dit wereldbeeld als voorwaarde tot diepgaand intercultureel begrijpen wordt daarom bestudeerd. Verband met de kunstfilosofie, met als grondidee dat kunst een wereldwijd laboratorium is voor de constructie en exploratie van nieuwe hybride wereldbeelden, waarin sprake is van multiple identiteiten (CLEA, DAA, MIM, ISEAT, CICI, CWLP, ARC). (2.7) Wereldbeelden versus traditionele metafysica: In de traditionele (analytische) metafysica worden zeer uiteenlopende methoden gebruikt zoals intuïties, conceptuele analyse, gedachte-experimenten. Wereldbeeldenonderzoek vertrekt vooral van wetenschappelijke bevindingen. Onderzocht wordt of de benaderingen complementair zijn of elkaar uitsluiten (CLEA, ISEAT, ARC, SOPINS, CWLP, MIM, CICI). (2.8) Sociale ontologie: Onderzoek naar de betekenis van een engagement in sociale relaties voor het individu. Centrale vragen van de sociale ontologie zijn cruciaal voor de metafysische funderingen van andere disciplines (CWLP, SOPINS). (2.9) Concepten, creativiteit en attentie: Ontwikkeling van een model voor concepten dat gebruik maakt van het State-COntext-Property (SCOP) formalisme om te beschrijven hoe context geïncorporeerd wordt in de toestand van een concept. Studie van de combinatie van concepten binnen SCOP, aan de oorsprong liggend van het creatieve proces. Onderzoek naar biologische aspecten van creativiteit, zoals het verband van creativiteit met attentie (CLEA, CCE). (2.10) Kennis en constructivisme: Onderzoek naar verschillende begrippen van kennis zoals gebruikt in verscheidene disciplines steunend op de epistemologie van het constructivisme. Studie van de mechanismen van kennisconstructie in mens zowel als in machine, vanuit de visie dat cognitieve systemen eerder hun kennis actief construeren in de plaats van deze passief te ontvangen van buitenaf (CLEA, IWTF). Organisaties: • Centrum Leo Apostel
Onderzoekers: • Diederik AERTS
De bevoogding voorbij? Het spanningsveld tussen pedagogisering en commercialisering in de leefwereld van kinderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De algemene doelstelling van dit onderzoeksproject zijn: nieuwe kennis ontwikkelen over het veranderend kindzijn vanuit interdisciplinair onderzoek, nieuwe methodologische kennis ontwikkelen m.b.t. het onderzoek naar kinderen, alsook een bijdrage te leveren aan het maatschappelijk debat omtrent kindzijn. In dit onderzoeksvoorstel staan de constructie, beleving en invulling van het kindzijn centraal. Wij vatten deze op als een dynamisch proces waarin zowel volwassenen als kinderen een actieve rol vervullen. Vandaag spelen deze processen zich af in het spanningsveld tussen pedagogisering en commercialisering. Dit spanningsveld leidt in de leefwereld van kinderen en in de omgang en relatie tussen kinderen en volwassenen tot wijzigende hiërarchische verhoudingen (cf. Lee, 2001). Deze probleemstelling vertaalt zich naar de volgende twee concrete onderzoeksdoelen en daaruit voortvloeiende onderzoeksvragen: I. Het identificeren en inzicht verwerven in de wijze waarop eigentijdse klassieke en nieuwe pedagogische instanties vorm geven aan het kindzijn met bijzondere aandacht voor de verschillen en overeenkomsten in dit constructieproces. -> Welk kindzijn construeren de klassieke pedagogische instanties (ouders, leerkrachten en klassieke cultuurinstellingen zoals musea) en de nieuwe, meer informele leerplatforms (media, populaire cultuur)? Van welk kindbeeld gaan deze pedagogische instanties uit? Hoe geven deze instellingen het kindzijn vorm? Hoe spreken zij het kind aan, hoe appeleren zij aan het kind?
II. Inzicht verwerven in de constructie van het kindzijn zoals dit door (Vlaamse) kinderen in wisselwerking met het aangereikte en beschikbare symbolische materiaal gebeurt. -> Hoe vullen kinderen zelf hun kindzijn in aan de hand van het hen aangereikte symbolische materiaal? Welke narratieven, verhalen, voorbeelden, rolmodellen die de klassieke pedagogische instanties en nieuwe, informele leerplatforms aanreiken, gebruiken zij om hun kindzijn vorm te geven? Hoe voelen zij zich aangesproken? Hoe beleven zij en gaan zij om met de pedagogisering en/of commercialisering van hun leef- en belevingswereld? Dit onderzoeksvoorstel vindt aansluiting bij een internationale onderzoeksagende die zich in verschillende disciplines die zich met kinderen, media en cultuur bezighouden (pedagogiek, communicatiewetenschap en sociologie) het afgelopen decennium almaar nadrukkelijker heeft geprofileerd. - Ten eerste beschouwt men vandaag kinderen als volwaardige sociale actoren die niet alleen door hun sociale omgeving worden bepaald meer er zelf ook vorm aan geven (cf. Prout, 2002). - Ten tweede heeft het zogenaamde deficitmodel over het bedreigde kind plaats gemaakt voor een meer constructief paradigma dat ernaar streeft de veranderingen in de leefwereld van kinderen, te analyseren, te begrijpen en te verklaren vanuit het perspectief van het kind zelf. Dit sluit niet uit dat kwalijke situaties of evoluties worden gesignaleerd en geïdentificeerd, maar ze vormen niet (langer) het uitgangspunt van onderzoek naar kinderen, media en cultuur (cf. Buckingham, 2000; Marsh et al., 2005). Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • KATIA SEGERS • Jo Renate BAUWENS
De vrijmetselarij en de constructie van nationale identiteiten in België (19e eeuw / vroege 20ste eeuw). Vrije Universiteit Brussel Abstract: De historische relatie tussen vrijmetselarij en de constructie van nationale identiteiten staat volop in de belangstelling. Recent werd een project dat deze problematiek op Europees niveau wil bevragen door de ESF gehonoreerd. Steunend op de jongste theoretische (constructivistische en etno-symbolistische) bevindingen rondom natievorming, wensen de promotoren bij deze werkzaamheden aan te sluiten en de specifieke bijdrage van de Belgische vrijmetselarij tot het construeren van Belgische identiteiten en subidentiteiten te onderzoeken. Daarbij wordt vertrokken van de essentiële spanning tussen het kosmopolitische doel van de organisatie en de reële band met nationalisme. In dat licht wordt de vrijmetselarij, enerzijds, extern beschouwd als afspiegeling van bredere maatschappelijke verschijnselen maar, anderzijds, ook intern als producent van culturele artefacten met expliciet nationaal of nationalistisch karakter. Deze elementen worden onderzocht op diverse niveaus. Vooreerst wordt de graad van "geconstrueerdheid" van nationale identiteiten bevraagd. Vervolgens wordt de relevantie van de lokale, regionale, nationale en koloniale dimensies bekeken. Het recent uit de ex-USSR gerestitueerde archiefmateriaal zal hiervoor ten volle worden benut. Organisaties: • Interdisciplinaire Onderzoeksgroep Vrijmetselarij • Geschiedenis
Onderzoekers: • Anais MAES • JEFFREY TYSSENS
I Promessi Sposi als 'hypotekst': 'verderzettingen' in proza en herwerkingen voor operalibretti. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project neemt in de eerste plaats vanuit een intertekstueel oogpunt de romans tot voorwerp die men traditioneel beschouwt als "verderzettingen" van Manzoni's I Promessi sposi. Ondanks het feit dat deze werken sterker onderworpen geweest zijn aan directe invloeden van Manzoni's roman, zijn ze ten onrechte vergeten door de literatuurstudie. Daar waar ze bij hun eerste uitgave geloofd werden in apologetische recensies, worden ze vandaag nauwelijks nog in beschouwing genomen door moderne onderzoekers, die zich beperken tot enkele oppervlakkige aanhalingen in literaire naslagwerken (enkel La Monaca di Monza van Giovanni Rosini genoot van enkele beperkte autonome kritische beschouwingen). Hun auteurs hadden zich voorgenomen de inhoud van hun model verder uit te bouwen door een bepaalde episode van de roman aan de basis te leggen van een nieuw verhaal, of door de lezer een proleptische of een analeptische vertelling aan te bieden die bijkomende informatie kon verschaffen over de gebeurtenissen beschreven door Manzoni. Het gaat ook hier om historische romans: La Monaca di Monza van Giovanni Rosini (1829), L'Innominato van Luigi Gualtieri (1860), alsook I Figli di Renzo Tramaglino e di Lucia Mondella en Lasco il bandito della Valsassina van Antonio Balbiani (1870 en 1872-73). Ondanks evidente paratekstuele aanwijzigingen, die de bedoeling van deze werken om zich te meten met hun hypotekst duidelijk naar voor brengen, bestaan tot op heden geen gegronde studies die zowel de linguïstische als de thematische aanknooppunten tussen de romans analyseren. Pretenderen de literaire aspecten van deze werken te minimaliseren door hen eenvoudigweg te classificeren onder de rubriek "verderzettingen" zou zonder twijfel gelijkstaan aan een miskenning van hun intrinsieke waarde. Het tweede deel van het project belicht de vormelijke en inhoudelijke aspecten van de reducties van I Promessi sposi voor de opera. In tegenstelling tot de aangehaalde historische romans gaat het in deze gevallen bijna uitsluitend om herwerkingen in versvorm. Ook hun doelstellingen naar het publiek toe zijn verschillend: daar waar de "verderzettingen" in proza in de eerste plaats streven naar een verder uitdiepen van de plot, proberen de libretti aan de hand van een herwerking van cruciale episodes de inhoud van de roman eerder compact aan het publiek voor te stellen. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Ann PEETERS • DIRK VANDEN BERGHE
Internationaal congres: The Contribution of Non-Western Legal Systems to international Human Rights Law. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De conferentie analyseert hoe niet-westerse juridische systemen bijdragen tot het universeel mensenrechtensysteem Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • STEFAAN SMIS