www.researchportal.be - 21 Oct 2015 14:37:01
Onderzoeksprojecten (2500 - 3000 van 3455) Zoekfilter: Classificaties: Neurologie, neuropsychologie, neurofysiologie, Classificaties: MENSWETENSCHAPPEN (H)
Privacy for Online Messaging KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - COSIC
Onderzoekers: • Maria Claudia Diaz Martinez
Probability, determinism and causation along closed timelike curves KU Leuven Abstract: Closed timelike curves are among the most controversial features of modern theoretical physics. As legitimate solutions to Einstein#s field equations, they allow objects to interact with their own past, creating causal loops which are inherently paradoxical and which violate the principle of causality. Due to its probabilistic character, quantum mechanics may offer a way out of these paradoxes. However, two rivalling quantum theories of closed timelike curves are currently on offer, with inequivalent resolutions of the paradoxes. In order to ascertain their relative success, a clearly defined ontology is needed in both cases, which in turndepends on the interpretation of quantum mechanics adopted. In this PhDproject, both approaches will be compared against one another, focussing on their motivation, successes and shortcomings. In particular, a careful examination will be undertaken of the ontological assumptions underlying both approaches and the role of probability, determinism and c Organisaties: • OE Centr. Logica en Analyt. Wijsbegeerte
Onderzoekers: • Pieter Thyssen • Sylvia Wenmackers
Probing chirality, induction of chirality, enantioselective adsorption, and phase behavior at the liquid-solid interface using scanning probe microscopy. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Moleculaire Visualisatie & Fotonica
Onderzoekers: • Steven De Feyter • Hai Cao
Problems and Prospects for Performance-Based Virtue Epistemology KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centr. Logica en Analyt. Wijsbegeerte
Onderzoekers: • Christoph Kelp
Processen van verandering in modale collocatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Om 'modaliteit' (de uitdrukking van noodzakelijkheid en mogelijkheid) uit te drukken heeft het Engels lexicale –bv. modale bijwoorden (probably, well, …) –, en grammaticale strategieën –bv. modale werkwoorden (could, will, should, may, etc.). De combinatie van deze strategieën –'modale collocatie'– is weinig onderzocht en mist een theoretisch kader. Dit vormt de achtergrond voor mijn onderzoeksvragen: (1)Een frequentiedaling van de modale werkwoorden; (2)Nieuwe constructies die de traditionele modale functies overnemen (bv. havta, gonna); (3)Een weerstand van dalingvan modale werkwoorden die vaak met modale bijwoorden voorkomen. Het voorgestelde onderzoek is een cognitief-functionele benadering met noties van Constructiegrammatica. Het onderzoekt of modale collocatie als een nieuwe constructie met sterke interne afhankelijkheden met een bepaald niveau van schematiciteit moet worden verstaan. Als dit gevonden wordt, kan het aangeven dat we te maken hebben met het constructioneel in kaart komen op toenemend schematische niveaus – 'constructionalisering'. Dit zou dan kunnen verklaren waarom dat de modale werkwoorden die vaak voorkomen met modale werkwoorden een frequentiedaling weerstaan. Ik zal ook nagaan of er competitie bestaat tussen de modale werkwoorden en modale collocatie. De hypothese luidt dat er in modale collocatie verschillende veranderingsprocessen aan het werk zijn (bv. lexicalisering en grammaticalisering) wat resulteert in een continuüm van uitdrukkingen met verschillende graden van schematiciteit en functionele gebruiken. Ik ga er vanuit dat modale collocatie een rol speelt in de huidige frequenties van de modale werkwoorden. Ik zal corpusstudies uitvoeren op data van Oud Engels tot en met het Huidige Engels, en kijken naar de collocatie tussen modale werkwoorden en modale bijwoorden in dezelfde zin, alsook naar de individuele ontwikkeling van de modale bij- en werkwoorden. Hiervoor zal ik parameters gebruiken die belangrijk zijn voor het onderscheiden van gevallen van constructionalisering (generaliteit, schematiciteit en productiviteit), en die traditioneel aan bod komen in de grammaticaliseringsliteratuur. Ik zal statistische tests, zoals de collostructionele analyse, uitvoeren die de bevindingen zullen staven en aanvullen. De studie zal niet alleen inzicht leveren in de werking van Engelse modaliteit, maar ze zal ook de plausibiliteit van constructionele benaderingen tot taalverandering aangeven. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Johan Van der Auwera • Denies Du Mon
Proces-verbaal van de XIIe Vaste Gemengde Commissie Vlaanderen - Québec te Brussel 31 maart 2011 / Werkprogramma voor de jaren 2011,2012 en 2013 Universiteit Hasselt
Abstract: In het kader van de Entente Québec-Vlaanderen zal het Centrum voor Toegepaste Linguïstiek verkennend onderzoek uitvoeren met het oog op een grondig onderzoek met volgende partners en op volgende gebieden: - Samen met het CCDMD-Montréal (Centre collégial de développement de matériel didactique) en zijn universitaire medewerkers - Welke interculturele verschillen bestaan er in de zakelijke onderhandeling tussen Vlaamse en Québecse zakenpartners, en breder tussen WestEuropese en Noord-Amerikaanse zakenpartners. Voor Québec zal ook ingegaan worden op de taalkundige verschillen t.o.v. het standaard Frans. - Samen met het CCDMD en Druide Informatique (Montréal): - Kan en hoe kan de performante taalcorrector Antidote geïntegreerd worden in een nieuw te concipiëren multimediaal e-learning auteursplatform dat tevens text-to-speech voorziet en zo mogelijk intelligente voice recognition. Organisaties: • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek
Onderzoekers: • Martine VERJANS
Productie en consumptie van holglas in het laat-middeleeuwse en vroeg-moderne hertogdom Brabant. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek streeft zes doelstellingen na: 1.het nauwkeurig specifiëren van de kenmerken van het Brabantse gebruiksglas (inclusief de opbouw van een chronotypologie van het holglas voor deze regio via materiaaltechnisch en kunsthistorisch onderzoek; 2.het ontwikkelen van een adequate methodologie voor de studie en analyse van het archeologische gebruiksglas; 3.het uitbouwen van een chronologie en een evolutiepatroon van het gebruik van grondstoffen via het archeologische en historische bronnenmateriaal en natuurwetenschappelijke analyse; 4.het identificeren van transferten van technologische kennis in het gebruik van grondstoffen, technieken, vormen en opbouw van de voorwerpen, door bronnen en materiaalstudie; 5.onderzoek naar consumptie en distributiepatronen van gebruiksglas via de archeologische en de historische bronnen, w.o. meer specifiek door middel van het onderzoek van seriële historische bronnen zoals boedels 6.het samenstellen, uitbreiden en beschikbaar maken van onderzoeksdocumentatie over het Brabantse gebruiksglas door middel van software en digitale toepassingen. De methodologie: het ontwerpen van een specifiek model Vooreerst is gestart met het heuristisch onderzoek en evaluatie van de bronnen en de literatuur. Hierbij worden de verschillende aspecten van productie, consumptie en gebruik voortdurend en in wisselwerking, kwalitatief en kwantitatief kritisch onderzocht. Gelijktijdig hiermee is een werkbaar en handzaam model voor de archeologische verwerking van de glasensembles ontworpen via een uitgebreid en intensief vergelijkend onderzoek van de publicaties van archeologische glascollecties, en toegespitst op de methodologische literatuur. Het ontwerpen van een model biedt de mogelijkheid om het archeologische glas zo ruim als haalbaar te bevragen en te onderzoeken, rekening houdende met de specifieke eigenschappen van de materiaalgroep glas. Daarbij komen ook de meer technische methodologische problemen inzake quantificatie aan bod. Tevens worden de resultaten van de archeologische materiaalverwerking in een ruimer kader geplaatst van de problemen omtrent de interpretatie van archeologisch vondstmateriaal, in casu glas, in termen van het geheel van de laatmiddeleeuwse en vroegmoderne materiële cultuur zoals die gekend kan zijn uit archeologische bronnen en de problemen van de integratie van historische (in de zin van geschreven) en iconografische informatie. de opstelling van een database en een beeldarchief Het evaluerende en vergelijkende onderzoek van de registratie en digitale systemen in gebruik bij de archeologische diensten zoals het Deventer systeem voor aardewerk en glas is afgerond. Dit systeem blijkt onvoldoende mogelijkheden te bieden om de verzamelde archeologische informatie op een grondige manier wetenschappelijk te verwerken. Zodoende is gestart met het opzetten van een eigen database die wel een adequate en voldoende gedetailleerde verwerking van de gegevens garandeert. De verzameling materiaaltechnische onderzoekgegevens werd gedigitaliseerd door middel van een relationele databank, geconstrueerd met het programma Access. De database bestaat uit bestanden per site (op basis van Excelsheets), waarbij elk invoerformulier, per fragment of per individu, 45 velden omvat, met de basisgegevens, depotinformatie, materiaaltechnische en beschrijvende gegevens, evenals, indien beschikbaar het vergelijkingsmateriaal, het iconografische materiaal en de publicatiegegevens. Het is de bedoeling deze databank als werkinstrument beschikbaar te stellen voor verder onderzoek. De beschikbaarheid van de gedigitaliseerde gegevens en het beeldmateriaal maken het opstellen van een beschrijvende catalogus mogelijk, zowel verticaal als horizontaal geschikt en/of typologisch gecatalogiseerd of per site of per regio, of naar gebruik of per periode ingedeeld. Historisch archivalisch en iconografisch onderzoek De archeologische glasvondsten moeten ook gecontextualiseerd en geduid worden in historische zin. Hiervoor en voor de diverse aspecten inzake de productie (grondstoffen, ateliers, werkcondities, economische context) en de consumptie (gebruik, sociale spreiding, functionaliteiten in sociale zowel als in louter pragmatisch gebruikstechnische zin) dient ook onderzoek te gebeuren op andere dan archeologische bronnen. Dit kan in het kader van dit project om tijdtechnische redenen slechts via twee kanalen gebeuren: via de literatuur en (ten dele) de gepubliceerde bronnen enerzijds en via geselecteerde steekproeven anderzijds. Bij deze steekproeven mogen in het bijzonder de volgende activiteiten vermeld worden. De 16de eeuwse boedelinventarissen van Antwerpse kanunniken zijn ter beschikking gesteld door Prof. dr. B. Blondé en dra. Carlolien de Staelen, Dept. Geschiedenis, Universiteit Antwerpen. Ze zijn onderzocht op vermeldingen van voorwerpen in glas. Deze bevindingen worden geconfronteerd met deze uit een grootschalig Nederlands boedelonderzoek (project Rapenburg, Leiden) . Tevens zijn 3046 documenten onderzocht naar voorwerpen in glas uit de gepubliceerde Antwerpse kunstinventarissen uit de periode 1600 1674 . doctoraat De eindresultaten van het onderzoek zullen uiteraard in detail voorgesteld en besproken worden in de doctorale dissertatie van dra. D. Caluwé. Zij heeft de praktische leiding van het archeologische, historische en kunsthistorische onderzoek van de archeologische glasvondsten en hun bredere cultuurhistorische contxt. Voor de selectie van de monsters voor natuurwetenschappelijke analyse wordt steeds beroep gedaan op het advies van prof. Dr. Koen Janssens (UA). Danielle Caluwé verzorgde de selectie en de verwerking van het archeologische materiaal en van het geschreven bronnenmateriaal en de samenstelling van de wetenschappelijke dossiers ter voorbereiding van het onderzoek. Zij bereidde mede alle onderzoeksactiviteiten voor, begeleidde in een aantal gevallen het onderzoek van het materiaal in situ en evalueerde de resultaten. Zij heeft de leiding bij de eindredactie van de publicatie van de resultaten of van deelresultaten van het onderzoek. Op basis van haar onderzoekingen bereidt zij een doctoraat voor, waarvan het indienen in de loop van het jaar 2007 voorzien is. Dit doctoraat biedt een (eerste) chronotypologie van het middeleeuwse en latere gebruiksglas in het vroegere hertogdom Brabant, met een (eerste) status quaestionis en interpretatie van de basisinformatie inzake diverse technische, economische, cultuurhistorische e.a. aspecten van de productie en consumptie van dit glas in het vermelde gebied. Dra. Caluwé is tevens de basis voor de uitbouw van een netwerk van contacten, uitwisseling van informatie en opbouw van samenwerkingsverbanden in binnen en buitenland.
Tenslotte zorgde dra. Caluwé tevens voor de bredere bekendmaking van het lopend onderzoek en project via deelname aan internationale e.a. congressen en wetenschappelijke bijeenkomsten, organisatie van workshops, medewerking aan tentoonstellingen. Tevens mag vermeld worden dat dra. Caluwé actief medewerkt in het organiserend en wetenschappelijk comité dat de verantwoordelijkheid draagt voor de organisatie van het 17th International Congress of the International Association for the History of Glass, dat plaats vond te Antwerpen, Elzenveld, van 3 tot 10 September 2006. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • FRANS VERHAEGHE • Danielle CALUWE • Dries TYS
Production pedlars en peasants in de vroegmoderne Zuidelijke Nederlanden. De lokale economie in een vergelijkend perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil de lokale economieën in twee vroegmoderne regio's vergelijken. Op basis van de expertise opgedaan in het doctoraal onderzoek naar de Aalsterse regio, zal een welomlijnde, comparatieve studie naar het Land van Waas gebeuren. Allereerst beoogt het project de opmaak van een databank van de huishoudeconomie van 600 gezinnen. Vervolgens zullen deze gegevens voor publicaties in internationale tijdschriften worden gebruikt. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Reinoud Vermoesen
Productiviteit, constructionalisatie en "expressieve" constructies: over veranderingen in productiviteit in het Belgische en Nederlandse 19de- tot 21ste eeuwse Nederlands Universiteit Gent Abstract: Het project richt zich tot op de studie van veranderingen in de productiviteit van twee clusters van "expressieve" constructies in het Belgische en Nederlandse Nederlands sinds 1800, nl. binominale constructies van het schat van een kind-type en intensifiërende resultatieven zoals Hij werkte zich dood. Het doel is om meer klaarheid te scheppen over de relatie tussen productiviteit en constructionalisatie. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Timothy Colleman
Productivity, trade and misallocation in China's economic transformation. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid CES Leuven
Onderzoekers: • Johannes Van Biesebroeck • Hang Gao
Proeflijst "theater erfgoed" in het kader van een Topstukkendecreet Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Kunsten en Erfgoed. UA levert aan Kunsten en Erfgoed de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Luc Van Den Dries
Professionaliseren van de voorschoolse kinderopvang. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centrum voor Taal en Onderwijs Leuven
Onderzoekers: • Kristiaan Van den Branden
Professionalisering van leraren en opleiding van docenten in de lerarenopleiding in Zuid-Afrika : haalbaarheidsstudies. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Opleiding en begeleiding van lerarenopleiders en instituten voor lerarenopleiding in Zuid-frika. Organisaties: • Romaanse Talen
Onderzoekers: • MICHEL PIERRARD
Professional socialization of conference interpreters - an ethnographic case study Hogeschool Gent Abstract: Zowel bij beroepsorganisaties van conferentietolken (bvb. AIIC) als bij tolkdocenten en examinatoren in tolkopleidingen en accreditatiejurys van internationale instellingen bestaat een grote behoefte aan duidelijke kwaliteitscriteria voor conferentietolken. In de afgelopen 20 jaar is er voornamelijk empirisch onderzoek gedaan naar verwachtingen van gebruikers van tolkdiensten en naar individuele kwaliteitsparameters, de manier waarop tolken zichzelf evalueren in de praktijk is echter nooit onderzocht. Aangezien dit project een eerste verkenning is van nog onontgonnen terrein, is het de bedoeling van het onderzoek om eerst en vooral gegevens te verzamelen en op basis van analyses van dit materiaal een antwoord te zoeken op vragen als: hoe beoordelen tolken hun eigen prestaties, welke criteria hanteren ze daarbij, hoe wegen ze de verschillende criteria tegen elkaar af, welke (groeps-/sociale) normen spelen hierbij een rol?
Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Russisch-Tsjechisch • Vakgroep Spaans
Onderzoekers: • Veerle Duflou • Hildegard Vermeiren
Professionele teksten schrijven op basis van meerdere (digitale) bronnen Universiteit Antwerpen Abstract: Het schrijven van een zakelijke tekst, bijvoorbeeld een rapport bij een fusie, is een erg complexe activiteit. Voorafgaand schrijfonderzoek heeft geleid tot verschillende bekende schrijfprocesmodellen, maar deze modellen zijn vooral gebaseerd op educatieve omgevingen en enkelvoudige teksten. Professionele schrijvers maken daarentegen vaak gebruik van meerdere (digitale) bronnen om hun zakelijke teksten te schrijven. In het digitale tijdperk waarin (geschreven) communicatie een belangrijke rol vervult, is het belangrijk om deze schrijfvaardigheden te beschrijven. De onderzoeksvraag die we daarom via dit project willen beantwoorden luidt: "Welke schrijfprocessen en strategieën kunnen we onderscheiden als professionele schrijvers zakelijke teksten schrijven op basis van verscheidene (digitale) bronnen?" Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Paul Matthyssens • Luc Van Waes • Mariëlle Leijten
Profilering van de opleidingen in de FEB-portfolio op basis van het disciplinaire future self. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG LIRIS Leuven
Onderzoekers: • Wilfried Lemahieu
project2 Platform "Doctoraat in de Kunsten" Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds haar oprichting in 2006 heeft het Platform 'Doctoraat in de Kunsten' - het Brussels model zich ontwikkeld tot een voldragen, gelegitimeerde omgeving, waar kunstenaars, al dan niet verbonden aan kunsthogescholen, en academici zo goed mogelijk invulling trachten te geven aan een relatief recent begrip, nl het onderzoek in de kunsten. De discussies die het Platform hebben geschraagd werden hoofdzakelijk gevoed door inhoudelijke vragen en de zoektocht naar antwoorden. Tijdens haar eerste 4 jaar van bestaan, heeft het Platform talloze platformmomenten georganiseerd, een hele reeks van speerpuntdebatten uitgevoerd of geprogrammeerd, twee internationale colloquia georganiseerd met een hoge zichtbaarheidswaarde, de twee eerste doctoraten in de muziek in Vlaanderen afgeleverd en 26 andere onderzoeksprojecten opgestart. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Hans DE WOLF
Project Erfgoed van Eeuwen - realisatie van de tentoonstelling en publicatie ter valorisatie van het boekenbezit van de abdijen die in de provincie Antwerpen gelegen zijn. Universiteit Antwerpen Abstract: Project Erfgoed van Eeuwen - realisatie van de tentoonstelling en publicatie ter valorisatie van het boekenbezit van de abdijen die in de provincie Antwerpen gelegen zijn. Organisaties: • Universitair beheer en administratie
Onderzoekers: • Pierre Delsaerdt
Project gericht op de ontwikkeling en capaciteitsopbouw in het kader van ISIS gebaseerde bibiliotheekautomatiseringssoftware (DOCBIBLAS I) voor institutionele universitaire samenwerking 2007-2008. Universiteit Antwerpen Abstract: Project gericht op de ontwikkeling en capaciteitsopbouw in het kader van ISIS gebaseerde bibiliotheekautomatiseringssoftware (DOCBIBLAS I) voor institutionele universitaire samenwerking 2007-2008. Organisaties: • Informatie, Emancipatie & Ontwikkeling
Onderzoekers: • Egbert De Smet
Project MIDP III (Multilingual Information and informatics Development) : Meertaligheid en uitsluiting. Universiteit Antwerpen Abstract: Een punt van discussie in het sociolinguïstische onderzoek naar meertaligheid is of globaliseringprocessen versus regionaliseringsprocessen in de laatste decennia tot meer of minder linguïstische diversiteit geleid hebben, wat onder meer te maken heeft met de veranderlijke en voor een stuk ideologisch bepaalde wijzen waarop de taalpraktijk in meertalige gemeenschappen gecategoriseerd wordt en herleid wordt tot telbare talige eenheden. Minder controversieel is de vaststelling dat deze processen geleid hebben tot een toegenomen visibiliteit en een toegenomen bewustzijn van talige diversiteit, evenals tot een toegenomen sensitiviteit m.b.t. die diversiteit, of kortweg, tot een geïntensifieerd discours rond maatschappelijke meertaligheid. Het onderzoeksproject rond 'Multilingualism and exclusion' start vanuit de hypothese dat dat discours niet altijd rekening houdt met of aanleiding geeft tot maatschappelijke integratie en emancipatie. In de praktijk volgt het discours vaak de mechanismen en effecten van uitsluiting op verschillende niveaus van de samenleving. Het onderzoeksproject en het boek dat uit het project voortvloeit beoogt een kritische analyse van meertalige gemeenschappen (met bijzondere focus op Zuid-Afrika en de Free State Province) en de manier waarop zij een uitdaging vormen voor taalplanners, een kritische analyse ook van het effectieve management van meertaligheid, van de ervaringen van de individuele taalgebruikers in meertalige contexten en in het bijzonder van allerlei 'tools' die ingezet worden om uitsluiting tot stand te brengen, waarbij een van hogerhand opgelegde eentaligheid uiteraard de meest voor de hand liggende is.
Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Reinhild Vandekerckhove • Pol Cuvelier
Project MIDP IV (Multilingual Information and informatics Development) : Meertaligheid van onderuit. Universiteit Antwerpen Abstract: In het overheersende discours rond taalbeleid en -planning, worden taalgebruikers al te vaak beschouwd als de passieve 'ontvangers' van overheidsbeslissingen op het vlak van taal. In tegenstelling met dat discours wil het MIDP IV project de reële betrokkenheid van de zogezegd ondergeschikte of zwakke ontvanger centraal stellen. Het uitgangspunt is dat diegenen die verondersteld worden taalbeleidsmaatregelen te ondergaan en louter te implementeren, in hun dagelijkse talige praktijk en doorheen hun discursieve percepties en interpretaties van taalverhoudingen de taalrealiteit mee vorm blijken te geven en haar bovendien in nieuwe en onverwachte richtingen te sturen. Dit dialectische interactieproces tussen beslissingen 'van bovenuit' en de actieve respons daarop 'van onderuit' geeft vorm aan de taalverhoudingen binnen meertalige gemeenschappen. Dat is de focus van het onderzoek dat binnen het MIDP IV project in de Xhariep (Free State Province, Zuid-Afrika) wordt opgezet en eveneens de focus van de publicatie die uit het project voortvloeit en waarin ook ander internationaal onderzoek over het thema wordt samengebracht. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Reinhild Vandekerckhove • Pol Cuvelier
Project TST Tools voor het Nederlands als Webservices in een Workflow (TTNWW). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is om allerlei bestaande componenten die ontwikkeld zijn in CGN en STEVIN in te passen in een workflowsysteem voor web services dat ontwikkeld wordt in CLARIN-verband, en dit geheel te laten draaien op servers van erkende CLARINcentra, met als doel faciliteiten aan te bieden voor onderzoekers uit de HSS met geen of weinig technische bagage. Deze faciliteiten moeten 1) hen in staat stellen hun onderzoeksvragen beter of makkelijker aan te pakken en 2) mogelijkheden bieden voor het formuleren van nieuwe typen onderzoeksvragen, i.e. onderzoeksvragen die voor CLARIN niet gesteld konden worden of niet doelmatig te beantwoorden waren. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
Project TST Tools voor het Nederlands als Webservices in een Workflow (TTNWW). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is om allerlei bestaande componenten die ontwikkeld zijn in CGN en STEVIN in te passen in een workflowsysteem voor web services dat ontwikkeld wordt in CLARIN-verband, en dit geheel te laten draaien op servers van erkende CLARINcentra, met als doel faciliteiten aan te bieden voor onderzoekers uit de HSS met geen of weinig technische bagage. Deze faciliteiten moeten 1) hen in staat stellen hun onderzoeksvragen beter of makkelijker aan te pakken en 2) mogelijkheden bieden voor het formuleren van nieuwe typen onderzoeksvragen, i.e. onderzoeksvragen die voor CLARIN niet gesteld konden worden of niet doelmatig te beantwoorden waren. Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Stefaan Walgrave
project Vlaamse gebarentaal 2011: ik ben ook maar een mens Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft als doel de productie van een documentaire op basis van levensverhalen van rolmodellen in de Vlaamse dovengemeenschap. De documentaire zal worden uitgegeven door Acco, als dvd, in bijlage bij het boek 'ik ben ook een mens'. Empowerment in de Vlaamse en Globale Dovengemeenschap, gebaseerd op het doctoraatsonderzoek van Dr. Goedele De Clerck. Daarnaast zal de documentaire ook online toegankelijk zijn voor idereen via een website. De verhalen van jongere en oudere dove rolmodellen, mannen en vrouwen van een verschillende achtergrond, geven een divers beeld van inspirerende levenstrajecten van leden van de Vlaamse Dovengemeenschap. Wat doof zijn betekent in het dagelijks leven, maar ook reflecties rond teleurstellingen en hoop, dromen en teleurstellingen, frustraties en uitdagingen, vriendschap en solidariteit... Welke levenswijsheid hebben dove rolmodellen verworven in de loop van hun leven? Wie of wat is voor hen inspirerend geweest? Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Hendrik Pinxten
'Proper to our Genius': A musico-poetic analysis of English opera (c. 1650- c. 1700) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Musicologie Leuven
Onderzoekers: • Pieter Bergé • Katherina Lindekens
Prospectie en opgraving van een finaalpaleolithisch en mesolithisch sitecomplex langs te Molse Nete te Lommel. KU Leuven Abstract: Ten gevolge van de uitbreiding van het industrieterrein Kristalpark in Lommel, wordt een uitgestrekt finaalpaleolithisch en mesolithisch sitecomplex langs de Molse Nete bedreigd. Voorafgaand aan en samen met deze ontwikkeling, voert de Eenheid Prehistorische Archeologie een preventieve prospectie en opgraving uit, in opdracht van Stad Lommel. Kern van het onderzoek is een c. 12 ha bedreigde zone van het sitecomplex. Het onderzoek, de resolutie van registratie en de schaal van opgraving wordt ingegeven door de informatie die in het sitecomplex besloten ligt. Deonderzoeksvragen hebben betrekking op de tijdsdiepte van de occupatie, de evaluatie van het palimpsest probleem en de relatie tussen mens en landschap gedurende de periode vanaf het laatglaciaal tot het midden holoceen. Het onderzoek bestaat uit een prospectie door middel van landschappelijke en archeologische boringen, het graven van proefputten en het opgraven van geselecteerde delen van het
sitecomplex.nbsp; Organisaties: • OG Archeologie Leuven
Onderzoekers: • Bart Vanmontfort • Philip Van Peer
Proteomic analysis of HIV-1 nuclear import. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Moleculaire Virologie en Gentherapie
Onderzoekers: • Zeger Debyser
Protest and Productive Resistance KU Leuven Abstract: Power has changed and our understanding of its mechanisms has become incredibly more complicated since Foucault's publication of the Will to Knowledge in 1976. Though it would be correct to say that to different forms of power, different form of resistance should be applied it seems that though we understand power to be productive nowadays, resistance seemsto be locked in the mind frame of political protest, strikes and demonstrations. In my future dissertation I propose to use Foucault's terminology in order to explicitly define a notion of productive resistance. Productive resistance allows the subject to engage power and to formulate new practices and subjectivities, not in an empty space freed power's presence, but with the building bricks that power has made available. I will claim that Foucault's term of 'counter-conduct' and 'spirituality' areanalytics tools that can be used in order to make visible these different forms of resistance which may be perceived at times as a-politic Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Antoon Braeckman • Guilel Treiber
: Provinciale vergaderingen in het Romeinse Westen. Een studie van de socio-economische impact van concilia op Gallia, Germania en Brittania ( 12B.C. - A.D. 284) Universiteit Gent Abstract: De spreiding en uitgebreide organisatie van de Romeinse provinciale vergaderingen suggereren dat hun invloed verder reikte dan institutionele of politieke aspecten. Ik veronderstel dat ze krachtige platforms vormden voor de ontwikkeling van provinciale netwerken, met sterkere contacten tussen de aan de vergadering deelnemende steden en personen hieruit afkomstig tot gevolg. Ik focus op de sociaal-economische aspecten van deze vergaderingen. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Koenraad Verboven • Andries Johan Zuiderhoek
Provinciesteden in oorlog. Een vergelijking van lokale publieke sferen in de Duitse, Belgische en Nederlandse grensregio's Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek is een vergelijkende geschiedenis van lokale publieke sferen in een grensgebied tijdens WOI. Als we verschillende veranderingen van de civiele ruimte en hun impact op het dagelijks leven willen begrijpen, is het cruciaal om de transformaties in de publieke sferen in oorlogstijd bloot te leggen. Centraal in dit onderzoek staan drie case studies in de Euroregio Maas-Rijn, waar een Centrale macht (het Duitse Rijk), een bezette entente-staat (België) en een neutraal land (Nederland) elkaar 'raken'. Geïnspireerd op twee volumes van Jay Winter waarin het dagelijkse leven in hoofdsteden in oorlogstijd bestudeerd worden, beschouwen we een stad als een ontmoetingsplaats van de imaginaire gemeenschap van de natie met de ervaren gemeenschap van de naburige regio. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Christophe Verbruggen
Psychic Structures and Post/modern Consciousness in the works of John Banville KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Letteren Kulak
Onderzoekers: • Hedwig Schwall • N. N.
Psycholinguïstiek : verwerkings- en verwervingsprocessen van lezen en spellen. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van deze Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap is de integratie van de Vlaamse, Nederlandse en internationale expertise omtrent de studie van (i) de verwerving van lezen en spellen en (ii) de verwerkingsprocessen bij ervaren lezers en spellers. Centraal staat de studie van het lezen en spellen van woorden (herkenning en productie van geschreven woorden), meer bepaald de rol die de fonologie en de morfologie daarbij spelen en het belang van de manier waarop de spelling van de taal deze linguïstische dimensies representeert. Concrete doelen zijn: uitvoering van gezamenlijk empirisch onderzoek door diverse subteams van de WOG (experimenten, corpusanalyses, simulaties), meer bepaald in een cross-linguïstisch perspectief, uitwisseling van expertise in de vorm van personeel en middelen, organisatie van workshops en één internationaal congres. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers:
• Etienne Gillis
Psycholinguïstiek: verwerkings- en verwervingsprocessen van lezen en spellen. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van deze wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap is de integratie van Vlaamse, Nederlandse en internationale expertise omtrent de studie van (i) de verwerving van lezen en spellen en (ii) de verwerkingsprocessen bij ervaren lezers en spellers. Centraal staat de studie van het lezen en spellen van woorden (herkenning en productie van geschreven woorden), meer bepaald de rol die de fonologie en de morfologie daarbij spelen en het belang van de manier waarop de spelling van de taal deze linguïstische dimensies representeert. Concrete doelen zijn: uitvoering van gezamenlijk empirisch onderzoek door diverse sub-teams van de WOG (experimenten, corpusanalyses, simulaties), meer bepaald in een cross-linguïstisch perspectief, uitwisseling van expertise in de vorm van personeel en middelen, organisatie van workshops en één internationaal congres. Organisaties: • CENTRUM VOOR PSYCHOLINGUISTIEK • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Etienne Gillis • Dominiek Sandra
Psychologische en gedragsmatige trek-kwetsbaarheden in de etiopathogenese van ernstige majeure depressie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Bernard Sabbe • Lieve Beheydt
Psychologisering en 'global ethics'. Een kritische analyse van de historische, ethische en politieke aspecten van het fenomeen psychologisering Universiteit Gent Abstract: Dit doctoraatsonderzoek beoogt een empirisch onderbouwd (vanuit mediaonderzoek) antwoord op de vraag of de plaats van de psychologie als discours in de zelfervaring en in de publieke sfeer kwalitatief veranderd is in de laatste decennia - of er een verband is met veranderende socio-economische en culturele omstandigheden (globalisering) en wat de morele en ethische consequenties hiervan zijn voor de betrokken actoren. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Martin Commers
Psycho-neuropolitiek: de "neurological turn" en zijn verband met psychologisering Universiteit Gent Abstract: Dit project binnen de ideologiekritiek en de politieke filosofie analyseert de impact van de neurologische turn in de velden van de politiek en de cultuur. De centrale hypothese is dat de neurologische turn het psychologisch paradigma herbevestigt daar waar het in analogie met psychologisering een ?neurologisering? inhoudt. De drie onderzoeksterreinen zijn: psychologie als wetenschap, cultuur (meerbepaald cybercultuur) en politiek (psycho-biopolitiek. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Gertrudis Van de Vijver
Psychose als realisteitsstoornis: een epistemologisch onderzoek Universiteit Gent Abstract: Dit doctoraat is een kritische literatuurstudie binnen d filosofie van de psychiatrie. Centraal aandachtspunt binnen deze optiek is het epistemologisch vraagstuk naar realiteitstoetsing en hierbij de mogelijkheid tot twijfel, verwarring en waanzin. De opzet van dit doctoraat is een epistemologisch onderbouwde benadering van het psychotische subject bewerken zonder segregatie, maar met aanvaarding van deze subjectieve andersoortige vorm van psychische organisatie. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Gertrudis Van de Vijver
PTEN aggregation in human tumors KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Switch Laboratorium
Onderzoekers: • Frederic Rousseau
Publicatie doctoraatsthesis : "Im Manuskript an den Rand geschrieben". Spiegelschrift und Diskurs in Rainer Maria Rilkes "Die Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge. Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie doctoraatsthesis : "Im Manuskript an den Rand geschrieben". Spiegelschrift und Diskurs in Rainer Maria Rilkes "Die Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge. Organisaties: • Internationale bedrijfscommunicatie
Onderzoekers: • Diana Phillips
Publicatie: "Fremde Gemeinschaften. Deutsch-jüdische Literatur der Moderne". Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Instituut Joodse Studies
Onderzoekers: • Vivian Liska
Publicatie huldeboek G. Kums & H. Roeffaers Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie huldeboek G. Kums & H. Roeffaers Organisaties: • Departement Letteren - overige
Onderzoekers: • Elisabeth Bekers
Publicatie "Huldeboek T. Venckeleer" Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie "Huldeboek T. Venckeleer" Organisaties: • Individueel onderzoek taalkunde
Onderzoekers: • Alex Vanneste
Publicatie monografie "Ecrire l'expérience totalitaire". Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie monografie "Ecrire l'expérience totalitaire". Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Luc Rasson
Publicatie monografie "Maranne et maronne: l'écriture réversible d'André Schwarz-Bart". Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie monografie "Maranne et maronne: l'écriture réversible d'André Schwarz-Bart". Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Kathleen Gyssels
Publicatie monografie "Strukturwandel in Grenzdialekten. Die Konsolidierung der niederländisch-deutschen Staatsgrenze als Dialektgrenze." Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie monografie "Strukturwandel in Grenzdialekten. Die Konsolidierung der niederländisch-deutschen Staatsgrenze als Dialektgrenze." Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Tom Smits
Publicatie monografie "Vocaalreductie in het Standaardnederlands in Vlaanderen en Nederland". Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie monografie "Vocaalreductie in het Standaardnederlands in Vlaanderen en Nederland". Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Hanne Kloots
Publicatie "The Making of Samuel Beckett's Stirring Still / Soubresauts and Comment dire / what is the word, volume 1 van The Beckett Digital Manuscript Project." Universiteit Antwerpen Abstract: 'The Making of Samuel Beckett's Stirrings Still / Soubresauts and Comment dire / what is the word' is het eerste volume van het Beckett Digital Manuscript Project (BDMP). Deze elektronische genetische editie van Samuel Becketts worken is een samenwerkingsproject tussen de Universiteiten van Antwerp en Reading, met steun van het Center for Manuscript Genetics, de Beckett International Foundation, het Harry Ransom Center, de Samuel Beckett Estate. Het project bestaat uit: - 26 electronische modules, die samen het hele oeuvre van Beckett bestrijken. - 26 overeenkomstige monografieën in drukvorm, met bibliografische beschrijvingen van de documentaire bronnen en de reconstructie van de tekstgenese. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Dirk Van Hulle
Publicatie : uitgave binnen de serie 'Studies in Writing' over de thema's 'Writing and Cognition' en 'Writing and Digital Media'. Universiteit Antwerpen
Abstract: Digital media has become an increasingly powerful force in modern society. This volume brings together outstanding European, American and Australian research in "writing and digital media" and explores its cognitive, social and cultural implications. The book is divided into five sections, covering major areas of research: writing modes and writing environments (e.g. speech technology), writing and communication (e.g. hypervideos), digital tools for writing research (e.g. web analysis tools, keystroke logging and eye-tracking), writing in online educational environments (e.g. collaborative writing in L2), and social and philosophical aspects of writing and digital media (e.g. CMC, electronic literacy and the global digital divide). In addition to presenting programs of original research by internationally known scholars from a variety of disciplines, each chapter provides a comprehensive review of the current state-of-the-art in the field and suggests directions for future research. This wide-ranging international volume presents the very best of current thinking in the field and will be indispensable to anyone doing or contemplating work in the area, both for established researchers as well as newcomers, including graduate students. More information: http://www.elsevier.com/wps/find/bookdescription.cws_home/707624/description#description Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Luc Van Waes
Publicatie van de monografie "Writing and Speech Recognition: Observing Error Correction Strategies of Professional Writers". Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie van de monografie "Writing and Speech Recognition: Observing Error Correction Strategies of Professional Writers". Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Mariëlle Leijten
Publicatie van het boek B. De Munck, Learning guild practices. Apprenticeship in Antwerp from the 15th century to the end of the ancien régime (Turnhout, Brepols, 2006). Universiteit Antwerpen Abstract: De middelen van dit project zullen worden gebruikt voor de publicatie van het boek B. De Munck, Learning guild practices. Apprenticeship in Antwerp from the 15th century to the end of the ancien régime. Het boek is het resultaat van een doctoraal onderzoek in het kader van het FWOproject Jongeren tussen opleiding en werk in Brabantse en Vlaamse steden, 1500-1800: sociale, culturele en economische aspecten, dat tussen 1998 en 2002 werd afgerond onder leiding van Prof. dr. Hugo Soly (VUB). Concreet zullen de middelen dienen voor de vertaling en lay out van het werk. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bert De Munck
Publicatie van Ptolemaeïsche papyri uit de verzameling van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis te Brussel. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Objectieven : 1) Een volledige inventaris van de Brusselse teksten dwz dat er een materiële beschrijving dient te worden opgesteld: afmetingen, staat van bewaring, beschrifting recto en verso, kwaliteit van de schriftdragers, factuur van de papyrus, diplomatieke en bibliologische kenmerken . 2) Gezien de slechte toestand waarin de papyri zich bevionden moeten deze gerestaureerd worden , waarbij het meer leesbaar maken van de teksten zeer belangrijk is . Dit zal gebeuren adhv de modernste technieken , zoals de infrarood CCD camera en image enhancing via computer, maar ook door artisanale technieken . 3) Een survey maken van de andere uit dezelfde bron afkomstige teksten in zeer uiteenlopende collecties . Gezien de reeds behaalde resutaten is de kans reëel dat er nieuwe 'links' gevonden zullen worden naar andere papyri, zowel fysisch als inhoudelijk-archivaal . Dit zal gebeuren door studiebezoeken ter plaatse, door gegevensuitwisselingen meet de aldaar werkende papyrologen en door consultatie van visuele databases op het Internet . 4) De materiële studie van de teksten moet toelaten een beter inzicht te krijgen in de technieken die werden toepast in de fabricage-ateliers van de mummiecartonages bij het vervaardigen van papyri en het recycleren van niet bruikbare teksten tot funeriare objecten . 5) De uitgave en becommentariëring van de teksten zal in voortdurend samenspel met teksten uit andere collecties gebeuren . Niet alleen zullen nieuwe toevoegingen van fragmenten leiden tot een beter begrip van de individuele teksten, maar even belangrijk is de reconstrutie van dossiers en archieven . Organisaties: • Latijn-Grieks
Onderzoekers: • WILFRIED VAN RENGEN
Public service leadership in world perspective and Training top civil servants: a comparative research programme KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Instituut voor de Overheid
Onderzoekers: • Geert Bouckaert • Annie Hondeghem
Publiek en privaat gebruik: een online private sfeer in het auteursrecht? Vrije Universiteit Brussel Abstract: Publiek en privaat gebruik: een online private sfeer in het auteursrecht? (zie Engelse abstract) Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Communicatiewetenschappen • Metajuridica
Onderzoekers: • Irina BARALIUC • FABIENNE BRISON • SERGE GUTWIRTH
Publiek en privaat initiatief ten aanzien van de orkesten en concertorganisaties in Brussel tussen 1830 en 1940: een exploratief, interdisciplinair bronnenonderzoek naar het initiatief, de institutionalisering, financiering, programmering e Vrije Universiteit Brussel Abstract: Anno 2005 worden orkesten en concertorganisaties in ons land grotendeels gefinancierd via overheidssubsidiëring. In historisch perspectief blijkt hun hoge mate van afhankelijkheid t.o.v. de overheid pas gegroeid te zijn vanaf de jaren 1930. Hoewel ze sinds hun ontstaan hoofdzakelijk opgericht en gefinancierd werden door vooraanstaande particulieren, had ook de overheid onmiskenbaar een rol in hun maatschappelijke functioneren. In de periode tussen 1830 en 1940 wint het debat omtrent het algemene belang van kunst aan gewicht tegen de achtergrond van de groeiende democratisering en komt na WOI in een stroomversnelling. Er dringt zich een grondige historische studie op van de oprichting en institutionalisering van de belangrijkste orkesten en concertorganisaties, waarbij de interactie tussen particulier en publiek initiatief centraal staat. Vervolgens moet gezocht worden naar de samenhang van deze interactie met het programmerings- en publieksbeleid van deze organisaties. Historisch onderzoek terzake ontbreekt in Vlaanderen, dit in tegenstelling tot de ons omringende landen. Gezien de reële leemte drong zich in eerste instantie een exploratie op van dit probleemgebied, waarbij op systematische wijze de beschikbare bronnen geïnventariseerd en beschreven worden. Deze eerste exploratieve fase (gestart in januari 2006) mondt in een tweede fase - voorwerp van onderhavig onderzoeksvoorstel - uit in de ontwikkeling van een relationele databank waarbij de eerste belangrijkste data zullen worden ingevoerd. Deze databank zal de aanzet vormen voor een interdisciplinair onderzoek waarbij de problematiek vanuit een musicologisch, historisch en sociologisch perspectief op doctoraatsniveau zal worden bestudeerd. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • KATIA SEGERS
QUALETRA. KU Leuven Abstract: Volgens het Directoraat-generaal Justitie van de Europese Commissie zalde behoefte aan juridische vertalingen de komende jaren aanzienlijk toenemen. Redenen daarvoor zijn de steeds groeiende mobiliteit van de EU-burgers en de daarmee gepaard gaande globalisering én de implementatie van Richtlijn 2010/64/EU over het recht op vertolking en vertaling in strafprocedures. Dat heeft belangrijke gevolgen voor de EUlidstaten, debeoefenaars van juridische beroepen, vertalers en uiteindelijk ook voorde opleidingsinstituten. Tot nu toe richtten EU-projecten zich vooral op juridisch tolken en niet op juridisch vertalen.Qualetra beantwoordt aan de Europese oproep voor projecten die de opleiding van vertalers gespecialiseerd in strafzaken bevorderen. Het project wil testen, beoordelings- en evaluatieprocedures onderzoeken en ontwikkelen, alsook opleidingsmateriaal voor juridische vertalers en beoefenaars van juridische beroepen met betrekking tot de specifieke werkomstandigheden van juridische ver Organisaties: • OG QLVL Antwerpen
Onderzoekers: • Hendrik Kockaert
QUALITAS. Assenssing li Quality through Testing and Certification. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG QLVL Antwerpen
Onderzoekers: • Hendrik Kockaert
Quality criteria used for Self Assessment by Interpreters KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • Jose Lambert • N. N.
Quantifying the importance of eco-evolutionary processes structuring natstems KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Luc De Meester • Jelena Pantel
Quantity modification in English KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG FunC Leuven
Onderzoekers: • Kristin Davidse • N. N. • Lobke Ghesquière
Queer Comrades - A Visual Ethnographic Study of Human Rights Activism within China's Contemporary LGBT Movement KU Leuven Abstract: In een samenleving waar rond de LHBT-problematiek (Lesbisch (L), Homo (H), Biseksueel (B), Transgender (T)) vooral stilzwijgen en stigmatisatieoverheersen, begonnen de eerste Chinese LHBT-organisaties vorm te krijgen in de jaren 1990. De focus van deze organisaties was initieel "inwaarts", en spitste zich toe op het verstevigen van LHBT-gemeenschappen die ondersteuning konden bieden en die bijstand konden verlenen aan Chinese LHBT-mensen die compleet geïsoleerd leefden. Gaandeweg keken deze gemeenschappen niet enkel meer "inwaarts", maar verlegden ze hun focus ook "naar buiten" om zo, in brede lagen van de samenleving, meer bekendheid en begrip te creëren rond LHBT. Queer
Comrades (www.queercomrades.com), een LHBT-webcast met een pioniersrol in China, was een van de eerste organisaties die expliciet koos voor een "naar buiten" gerichtefocus en aldus voor een verhoogde zichtbaarheid van LHBT in China. Queer Comrades bestaat sinds 2007, en produceerde reeds meer dan 100 films en nieuwsvi Organisaties: • OG Sinologie Leuven
Onderzoekers: • Marie-Claire Foblets • Nicolas Standaert • Stijn Deklerck
Queer sounds: De functie en betekenis van muziek in de vorming en evolutie van een LGBT-subcultuur in de stad Antwerpen (1960-2010). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Media, beleid en cultuur (MPC)
Onderzoekers: • Henk de Smaele • Bart Eeckhout • Alexander Dhoest
Racism and the Body: A Critical Perspective beyond Racism starting fromEmmanuel Levinas's Philosophy KU Leuven Abstract: Dit project tracht Levinas' conceptie van racisme als de ontkenning vande alteriteit van de Ander uit te diepen. De racist herleidt het verschil van de Ander tot diens fysische verschijning - d.i. tot de 'vorm' - en doet op die manier geweld aan de alteriteit van de Ander. Racismereduceert de alteriteit van de Ander tot diens verschil. Levinas' filosofie van het gelaat als de ethische betekenis probeert de racistische poging van het zelf als totalitaristisch te overkomen door het ontologischimperialisme van het zelf ten val te brengen door de ethische nabijheidvan de Ander te benadrukken. De Ander wordt dan benaderd in zijn of haar ethische betekenis en dus wordt er voorbijgegaan aan zijn of haar 'vorm'. Voor Levinas overstijgt deze niet-reductieve en niet-totaliserende relatie tot de Ander het racisme. De vraag blijft echter of in het herbeschouwen van racisme we de Ander kunnen definiëren als zonder eigenschappen of hem kunnen erkennen als een gelaat 'zonder enig cultureel tooisel'. Organisaties: • OE Husserl-Archief: Centr.Fenomenologie
Onderzoekers: • Varakukalayil Jojo Joseph Varakukalayil • Rudi Visker
Radicaal belichaamde morele emoties. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor Filosofische Psychologie
Onderzoekers: • Willem Lemmens • Erik Myin • Jan Van Eemeren
Radicaal enactivisme. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is een boek af te werken, getiteld 'Enactivism Explicated. Consciousness Clarified', in co-auterschap tussen Professor Dan Hutto (University of Hertforshire, UK), en de promotor (Erik Myin). Het boek -onder contract bij MIT Press- heeft als onderwerp de zogenaamde 'Enactive Approach' of 'enactieve aanpak' van perceptie en bewustzijn. De enactieve aanpak is een hedendaagse poging om het mentale te hersitueren in het belichaamde en gecontextualiseerde handelen van subjecten. In het boek zal een radicale versie van enactivisme uitgewerkt en verdedigd worden, en zal aangetoond worden dat di radicaal enactivisme een plausibele houdiing impliceert ten opzichte van het probleem van het bewustzijn, en tegelijkertijd perfect verzoenbaar is met vooruitgang in de neurowetenschappen. Organisaties: • Centrum voor Filosofische Psychologie
Onderzoekers: • Erik Myin
Radical Evil and the Limit of Free Will KU Leuven Abstract: This will be a systematic investigation into 'Radical Evil', an important concept in Kant's philosophy of religion, exploring the proper place,the complicated meaning, and the possibe deduction of this concept, as well as its significance to Kant's philosophical project and religious theory of German Idealism. Organisaties: • OE Metafysica, Godsdienst- & Cultuurfil.
Onderzoekers: • William Desmond • N. N.
Radiography of the Past Universiteit Gent Abstract: Studie van complexe archeologische sites door middel van niet-invasieve prospectiemethoden, gevolgd door best-practice onderzoek van virtuele reconstructies en management van deze sites. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers:
• Frank Vermeulen
Radiography of the past. Integrated non-destructive approaches to understand and valorise complex archaeological sites Universiteit Gent Abstract: Europees consortium van partners uit Academia en Industrie dat onderzoek uitvoert naar de toepassing en valorisering van nondestructieve prospectietechnieken voor het bestuderen van grote en complexe archeologische sites Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Frank Vermeulen
Rameau and Rousseau: harmony and history in the age of reason. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Musicologie Leuven
Onderzoekers: • Pieter Bergé • Nathan Martin
RASTANEWS. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Economische Geschiedenis Leuven
Onderzoekers: • Erik Buyst
Reactor bypass Universiteit Gent Abstract: The effects of reactor bypass are investigated. Organisaties: • Vakgroep Chemische proceskunde en technische chemie
Onderzoekers: • Guy Marin
Reading Aristotle in Leuven. Continuity and innovation in Peter de Rivos commentaries on "De anima" and "De sensu et sensato" KU Leuven Abstract: Starting from the critical edition of Peter de Rivo#s commentaries on Aristotle#s «De anima» and «De sensu et sensato», a study on the reception of the soul-body problem in the newly formed University of Leuven, in order to shed light on a rather unknown chapter of the late medieval tradition of Aristotelian psychology, and to offer a better understanding of the intellectual climate of fifteenth century Europe. Organisaties: • OE De Wulf-Mansioncentrum
Onderzoekers: • Andrea Robiglio • Violet Soen • Russell Friedman • Serena Masolini
Realisatoren. De opkomst van de architecten tussen crisis en reconstructie. Centraal-Europa 1910-1950 (Diltheyfellowship-VolkswagenStiftung). KU Leuven Abstract: Dit project onderzoekt de opkomst van modernistische architecten rond de periode van de Eerste Wereldoorlog. De aandacht ligt hierbij niet op architecturale stijlkenmerken, maar op de expertenrol die architecten konden vervullen. Geografisch ligt de focus op Centraal-Europa, waarbij vooral aandacht wordt geschonken aan landen die na de Wereldoorlog ontstonden of nieuwe grenzen kregen. Voor deze landen is het bijzonder duidelijkdat modernistische architecten een ruime maatschappelijke invloed uitoefenden, die ver voorbij het specifieke domein van het bouwen ging. De historisch unieke situatie van de nieuw opkomende landen biedt ongetwijfeld inzichten in de relatie tussen experten, de staat en de maatschappij. Deze Centraal-Europese landen steunden sterk op modernistische architecten om hun nieuwe hoofdsteden vorm te geven, en om hun nieuwe openbare gezondheids- en huisvestingsinfrastructuur te ontwerpen. In deze beleidsdomeinen vervulden architecten een doorslaggevende rol, die cruciaal Organisaties: • OG Modern.& Samenlev. 1800-2000 Leuven
Onderzoekers: • Martin Kohlrausch
Real Time Automated Media Production (RAMP). KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG FranItalCo Kulak
Onderzoekers: • Patrick De Causmaecker • Piet Desmet
Reason and Religious Consciousness in Schelling's Later Philosophy KU Leuven Abstract: Mythology and revelation rarely enter the scene of philosophical reflection, but Schelling#s later thought is a marvellous exception. His philosophical clarification of the conception of revelation and of mythology as its presupposition helps us understand human religiosity on the basisof historical sources of religious notions. Nevertheless, Schelling#s endeavour remains a philosophical enquiry, not an empirical-historical
induction. Schelling calls his philosophical approach #positive philosophy# in distinction from the #negative# one, which only moves within the field of conceptual possibilities without being able to deal with actuality. Therefore, my study must elucidate how Schelling, through his critical appropriation of the Kantian reason, is able to deal with such comprehensive religious phenomena and also with man#s actual consciousness of God. In other words, this project considers how philosophical reason finds itself dissatisfied in its negative stage and therefore welcomes Organisaties: • OE Metafysica, Godsdienst- & Cultuurfil.
Onderzoekers: • Ludovicus De Vos • Hsuan-Ming Chen
Reason's Fidelity to the Divine Absolute: Metanoesis, Metaxology, and the Promise of Freedom KU Leuven Abstract: The purpose of this dissertation is to investigate the relationship between faith and reasonthrough a comparative examination of contemporary philosophy of religion in Hajime Tanabe's #metanoesis#and William Desmond's #metaxology.#These two thinkers are selected at least for three reasons: 1) each of them holds his critical stance toward the problem of metaphysics and the theories of religion in Kantian and Hegelian philosophy;2) they both provide original contributions to the discussion concerning reason's capacity to recognize its constitutive relation to the mysterious richness of faith beyond and in the midst of its autonomy; 3) theirpositive account(s)of reason and its relation to faith is given apart from (and sometimes even critical of) the currently dominant discourses in the phenomenological tradition. With these points in mind, this dissertation will elucidate both Tanabe's and Desmond's systematic reconstruction of reason in its intimate continuity with what each of them def Organisaties: • OE Metafysica, Godsdienst- & Cultuurfil.
Onderzoekers: • William Desmond • Takeshi Morisato
Receptie van James Joyce in Oost-Europa. Universiteit Antwerpen Abstract: Het is de bedoeling een beeld te schetsen van de verschillen en overeenkomsten in de receptie van het werk van James Joyce in OostEuropa, voornamelijk tot het midden van de jaren tachtig. De drie periodes in deze receptie zullen bestudeerd worden: de historische achtergrnod, de betekenis van de invloed van de Westerse receptie; de vertalingen, de plaats van Joyce in het curriculum, of men Joyce beschouwde als 'een modern klassieker' en de publicatiegeschiedenis van het werk van Joyce en van de Joyce-kritiek. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Geert Lernout • Marta Goldmann
Recht in de gedaante van het Goede: een Aristoteliaans begrip van autoriteit van het recht. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek vormt een poging de vraag te beantwoorden hoe de actieve burgers van een staat regels naleven wanneer deze regels hen van buitenaf opgelegd worden. Vanuit dit paradigma wordt gesteld dat om regels na te leven, actoren de onderliggende drijfveren moeten erkennen als bestanddelen van rechtsregels die het goede bevorderen. Daarom moet de autoriteit van het recht begrepen worden in een 'ethisch-politieke' zin. Zodoende benadrukken rechtsregels de primaire redenen voor handelen als het goede-bevorderend, en op die manier zijn burgers in staat zich actief in te laten met de fundamentele drijfveren van rechtsregels. Dit model van 'recht in de gedaante van het goede' is in overeenstemming met de idee dat recht een dienst verleent aan burgers en een verschil maakt in het praktisch dagelijkse leven. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Georgios Pavlakos
Rechtspersoonlijkheid gedifferentieerd: de juridische kwalificatie van contractuele vennootschappen met een handelsdoel (België, negentiende eeuw). Universiteit Antwerpen Abstract: Het concept 'rechtspersoon' werd in 1873 in het Belgische vennootschapsrecht verankerd. De wet van 18 mei 1873 omschrijft bepaalde vennootschappen met een handelsdoel als "une individualité juridique distincte de celle des associés". In de lijn van bepaalde benaderingen in (vooral Duitse) doctrine is 'rechtspersoonlijkheid' sindsdien een dogmatisch pakket, een Begriff, waarin tal van juridisch ondersteunde eigenschappen worden gebundeld. Precies het samenklitten van vele van die kenmerken in de dogmatische notie 'rechtspersoon' maakt het moeilijk bepaalde verbanden (commerciële maatschap, feitelijke vereniging) als rechtspersoon te aanzien, hoewel ze nochtans voordeel zouden kunnen halen uit juridische ondersteuning van (bepaalde van) hun acties. De 'rechtspersoon' is een product van een theoretische benadering, en stond in het midden van de negentiende eeuw haaks op de juridische praktijk, zoals die ook weerspiegeld werd in Franse doctrine. Een bottom-up benadering, gericht op de acties van commerciële verbanden, is meer vruchtbaar, niet alleen voor een goed begrip van de geschiedenis van het vennootschapsrecht, maar ook ten aanzien van het positief recht. Doel van het project is een nauwgezet onderzoek van de commerciële acties van contractuele vennootschappen (maatschappen, vennootschappen onder firma), en de ondersteuning daarvan in de procespraktijk van de rechtbanken van koophandel en in doctrine, in de periode van 1804 tot 1873. De op grond daarvan uitgeklaarde gedifferentieerde aspecten van de rechtspersoon worden in verband gebracht met het hedendaags recht. Organisaties: • Onderneming en recht
Onderzoekers: • Anne-Marie Van den Bossche • Dave De ruysscher
Reclaiming Identity: The Potential of Autistic (Self-) representation in Life Writing and Literary Fiction for New Forms of Subjectivity. KU Leuven Abstract: Identiteit herwinnen: het potentieel van autisme(zelf-) representaties in life writing en literaire fictie voor nieuwe vormen van subjectiviteit Organisaties: • OG Literatuur en Cultuur Leuven
Onderzoekers:
• Anneleen Masschelein • Leni Van Goidsenhoven
Reconfiguration, Replacement or Removal? Evaluating the Flemish Post-WarDetached Dwelling and its Part in Contemporary Spatial Planning and Architecture. (Aanpassen, vervangen, of verwijderen? Een evaluatie van de Vlaamse, naoorlogse vrijstaande woning en KU Leuven Abstract: Dit onderzoek heeft zich gericht op de typische overmaat van de naoorlogse, vrijstaande woning in Vlaanderen, en de uitgespreide woonwijken vanlage dichtheid die gevormd worden door deze huizen. De Vlaamse woning is gemiddeld veel groter dan in de meeste Europese buurlanden, en zeker de vele woonwijken bestaande uit vrijstaande woningen kennen een relatieflage dichtheid omdat ook de woningkavels betrekkelijk ruim zijn. Er wordt onderzocht of deze overmaat ruimte biedt voor aanpassing aan hedendaagse normen door middel van verdichting. De normen voor het wonen zijn opdit moment aan verandering onderhevig, omdat de bevolkingssamenstellinggeleidelijk verandert door bijvoorbeeld de vergrijzing en de toename van het aantal kleine huishoudens. Ook ontwikkelt zich nu langzaam een maatschappelijk bewustzijn over een aantal problemen dat met de woonvorm van het vrijstaande huis samenhangen, zoals de moeilijke verkeersafwikkeling en filevorming door afhankelijkheid van de auto, de betaalbaarheid Organisaties: • Architectuur en Maatschappij
Onderzoekers: • Michael Ryckewaert • Hildegarde Heynen • Marinus van de Weijer
Redaktie van het IPrA tijdschrift "Pragmatics" en organisatie van de tweejaarlijkse International Pragmatics Conferences. Universiteit Antwerpen Abstract: Redaktie van het IPrA tijdschrift "Pragmatics" en organisatie van de tweejaarlijkse International Pragmatics Conferences. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren
Redelijke aanpassingen, evenredigheid en de rol van de rechter. KU Leuven Abstract: In dit project wordt een onderzoek gevoerd naar de redelijke aanpassingenplicht. Het concept van de redelijke aanpassingen heeft opgang gemaakt in de VS en is in ons rechtssysteem doorgedrongen dankzij een Europese Richtlijn. De plicht vereist van werkgevers en anderen op wie ze van toepassing is, dat zij de noodzakelijke wijzigingen aanbrengen die ervoor moeten zorgen dat personen met een handicap hun beperking kunnen overstijgen. Voorbeelden zijn: het verlagen van drempels, het aanpassen van uurroosters, het voorzien van tolken e.d. Rechtbanken blijken moeite te hebben bij de invulling en toepassing van dit begrip omdat de wetgeving hieromtrent weinig houvast biedt. Daardoor mislopen personen met eenhandicap vaak de bescherming waar zij recht op hebben. In dit onderzoek wordt getracht een werkbare definitie aan te bieden die het reeds bestaande concept de vereiste diepgang kan geven. In deeerste plaats zal de aandacht gaan naar de onderliggende gelijkheidsbeginselen. Daarnaast zal re Organisaties: • Instituut voor Constitutioneel Recht
Onderzoekers: • André Alen • Stefan Sottiaux • Annelies D'Espallier
Redeneren met Prioriteiten: een Bredere Kijk Universiteit Gent Abstract: Bij geprioriteerd redeneren gaat men uit van graden van plausibiliteit, specificiteit, urgentie, etc. om bepaalde logische problemen op te lossen. Diverse modellen voor zulke redeneervormen zijn reeds ontwikkeld in het verleden. In mijn project zal ik (i) deze modellen verder ontwikkelen en toepassen, en (ii) meer aandacht besteden aan de manier waarop prioriteiten tot stand komen. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Joke Meheus
Redeneren met Prioriteiten: een Bredere Kijk Universiteit Gent Abstract: Bij geprioriteerd redeneren gaat men uit van graden van plausibiliteit, specificiteit, urgentie, etc. om bepaalde logische problemen op te lossen. Diverse modellen voor zulke redeneervormen zijn reeds ontwikkeld in het verleden. In mijn project zal ik (i) deze modellen verder ontwikkelen en toepassen, en (ii) meer aandacht besteden aan de manier waarop prioriteiten tot stand komen. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Joke Meheus
Redeneren over kwantum informatie: een modaal-logisch perspectief op de fundamenten van de kwantum mechanica en de filosofische implicaties ervan. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project staat het logisch redeneren over kwantum informatie centraal. Meer bepaald, stelt dit project een filosofische analyse voor van de kwalitatieve en semantische eigenschappen van kwantum informatie. Door kwantum informatie een ontologisch statuut te geven en er een semantisch betekenis aan toe te kennen, plaatst dit project zich tegenover de huidig heersende opvattingen over kwantum informatie als een louter kwantitatief meetbaar gegeven. We stellen voor om in dit project de notie van 'informatie' een invulling te geven binnen de context van de Modale logica. Dit project stelt tevens de terugkoppeling voor naar het onderzoek in de filosofie van de fysica. Meer bepaald, het analyseren van de ruimtelijke en temporele eigenschappen van kwantum informatie zal nieuwe filosofische implicaties opwerpen voor de gangbare interpretaties van de kwantum mechanica. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • SONIA SMETS • JEAN VAN BENDEGEM
Redeneren tussen theorieën. Een model voor een epistemologie met logische middelen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1 PROBLEEMSTELLING EN SITUERING Eén van de gevolgen van de recente heropleving van de formele epistemologie (Fitelson, 2007), is dat men zich opnieuw is gaan afvragen hoe dit onderzoeksdomein zich tot de standaard kennisleer verhoudt en er uiteindelijk ook weer bij kan aansluiten. Deze vraag dringt zich niet in het minst op voor de formele epistemologie die gebruikmaakt van formeel-logische methoden (voornamelijk d.m.v. epistemische en doxastische logica's, zie Hintikka (1969)). Hoe men een brug tussen de formele en standaard epistemologie kan slaan, is evenwel niet onmiddellijk duidelijk. Volgens Hendrick's "Mainstream and Formal Epistemology" (Hendricks, 2006), moet men in de eerste plaats de structurele gelijkenissen tussen de formele en standaard epistemologie verduidelijken. Het erkennen van een kern van gemeenschappelijke problemen en methoden geeft ongetwijfeld aan waarom het zinvol is om de kloof tussen beide domeinen te dichten, maar het geeft niet aan hoe we hun onderlinge interactie precies kunnen vormgeven. Om hierin te slagen, is het noodzakelijk om formele en niet-formele theorieën op een precieze en systematische manier aan mekaar te linken. Dit aspect van de relatie tussen de formele en standaard kennisleer bleef tot nu toe onderbelicht. Het doel van het voorgestelde onderzoek is om hiervoor een algemeen methodologisch kader uit te werken. Doordat het de precieze relatie tussen formele en informele modellen van de belangrijkste epistemische concepten als onderwerp heeft, onderscheidt dit onderzoek zich duidelijk van de meer voor de hand liggende vraag hoe we logische methoden kunnen aanwenden om problemen uit de standaard epistemologie op te lossen. Het dieperliggende probleem waarop dit onderzoek zich toespitst, is de vraag waarom deze logische methoden, ondanks de vele gekende problemen (Dretske, 1970; Hocutt, 1972), relevant kunnen zijn. Wat hiervoor in de eerste plaats verduidelijkt moet worden, is hoe abstracte en schijnbaar sterk geïdealiseerde modellen voor kennis en overtuiging de meer gesofistikeerde analyses uit de standaard kennisleer kunnen vervolledigen en mogelijk zelfs kunnen corrigeren. Formeler uitgedrukt: kunnen theorieën waarvan de respectievelijke abstractieniveaus niet exact overeenkomen aan mekaar gerelateerd worden? [bemerk de analogie met het probleem van het kennis toekennen in een taal die niet de taal van het kennend subject is en de problemen die rijzen wanneer 'higher-level' theorieën aan 'lower-level' theorieën gerelateerd moeten worden] Door het vanuit dit perspectief te benaderen, verruimen we de oorspronkelijke zoektocht naar potentiële bruggen tussen formele en informele analyses tot een meta-reflectie over het doel en het functioneren van de bekende logische modellen van epistemische en doxastische toestanden. De kern van zo'n meta-reflectie is volgende vraag: hoe kan redeneren binnen een formeel systeem ons iets bijleren over het informele systeem waarop het gebaseerd is? Preciezer, welke informatie over de individuele thesen van een informele theorie kan men uit de (corresponderende) individuele thesen van de gerelateerde formele theorie bekomen? Om een al te enge benadering van deze vraagstelling uit te sluiten, wordt niet enkel de logische representatie van statische noties, maar ook van de dynamische processen die deze toestanden wijzigen in dit onderzoek betrokken. Een uitbreiding met deductieve en communicatieve processen dringt zich daarom op. Op het formele vlak heeft dit vooral betrekking op de epistemische logica's van de tweede generatie die meer aandacht hebben voor sociale, interactieve en dynamische aspecten van de cognitie (Baltag & Moss, 2004; van Ditmarsch et al., 2007). Met betrekking tot de standaard epistemologie, komt dit neer op de integratie van inzichten met betrekking tot 'rechtmatige beweringen' (het probleem van wat geldt als proper assertion, zie DeRose (2002); Douven (2006); Hawthorne (2004); Williamson (2000)) en de voorwaarden voor het bekomen van kennis door getuigenis (de problemen van testimony en trust, zie Coady (1973); Graham (1997); Fricker (2006)). Tenslotte, laat de integratie van het probleem van kennis-uitbreiding door deductief redeneren dit onderzoek ook aansluiten bij één van de meest centrale problemen in de kennisleer en de filosofie van de logica. Samengevat, is het doel van dit project de conceptuele analyse en de formele explicitering van de relatie tussen formele representaties van cognitieve toestanden en acties (die automatisch op een welbepaald abstractie-niveau functioneren) en informele, maar meestal erg genuanceerde inzichten in de interactie van kennis, overtuiging, deductief redeneren, assertion en trust (maar die niet noodzakelijk op een welbepaald of vast abstractie-niveau functioneren). Dit doel kan enkel bereikt worden door middel van een geïntegreerde aanpak. Concreet, omvat dit de uitwerking van (1) een algemene strategie voor het formuleren van 'bridge principles', (2) een generiek formaat en algemeen kader waarin de respectievelijke formele en niet-formele theorieën uitgedrukt, gesitueerd en indien nodig ook bijgestuurd en uitgebreid kunnen worden en (3) de toepassing van deze strategie voor elk van de genoemde epistemische concepten en fenomenen. Doordat de meeste problemen die uit deze initiële vraagstelling voortkomen, benaderd zullen worden vanuit de filosofie van de informatie (in het bijzonder de abstractie-methode), sluit dit project aan bij diverse onderzoekssporen die binnen het doctoraatsonderzoek uitgewerkt werden. De belangrijkste zijn: (i) het verband tussen het logisch pluralisme, de pluralistische interpretering van informatie-inhoud en de abstractie-methode en (ii) de verantwoording aan de hand van infomorfismen van een op adaptieve logica gebaseerd nietmonotoon informatie-concept. 2 'BRUG PRINCIPES' De meest voor de hand liggende illustratie van de problematische relatie tussen formele en informele theorieën, is het verband tussen het theoretische concept van de logische gevolgrelatie en de praktische concepten van het redeneren en het afleiden. Dat het theoretisch concept constitutief of op zijn minst relevant zou moeten zijn voor de actuele praktijk van het (deductief) redeneren, is een wijdverbreide doch vage en meestal slechts impliciet aanwezige veronderstelling. Deze eerder naïeve visie wordt ongetwijfeld versterkt door de historische band tussen de logica, de studie van het redeneren en de argumentatietheorie, maar is daarom nog niet onbetwist. Zo werd bijvoorbeeld het meer pessimistische standpunt dat logica niet in het bijzonder relevant is voor het menselijk redeneren meermaals door Gilbert Harman verdedigd (Harman, 1986). Ook in Fitelson's recentere analyse van de relatie tussen confirmatie en logisch gevolg, vindt men een gelijkaardig standpunt terug (Fitelson, 2006). In het algemeen komt zo'n pessimistische visie neer op de ontkenning dat er niet-triviale 'brugprincipes' bestaan die de formele logische gevolgrelatie met de praktijk van het redeneren verbinden. Ook in de huidige context waar de relatie tussen formele en standaard kennisleer centraal staat, heeft deze pessimistische visie verstrekkende gevolgen. De reden hiervoor is dat de skeptische argumenten die tot dit pessimisme leiden veralgemeend kunnen worden en zo alle 'brug-principes' tussen logische systemen en hun canonieke toepassingsdomein verwerpen. Net zoals de naïeve visie, is ook dit veralgemeende pessimisme niet onbetwist. De argumenten waarop het steunt, beperken niettemin de manoeuvreer-ruimte bij het formuleren van adequate 'brugprincipes'. In het bijzonder tonen deze aan dat de meeste naïeve voorstellen (bv. indien A door ? geïmpliceerd wordt, dan moet wie van alle elementen van ? overtuigd is, ook A aan haar overtuigingen toevoegen) onhoudbaar zijn. Het impliceert het eveneens dat een traditioneel logisch revisionisme (het afzwakken van de onderliggende logica) deze voorstellen niet kan redden. De overtuigingskracht van zo'n veralgemeend pessimisme, is vooral aan de structuur van de bewuste argumenten te wijten. Voor het propositionele geval argumenteert men dat wanneer volgens een deductiestandaard L het zo is dat A door ? geïmpliceerd wordt, terwijl de redenering van ? naar A niet aanvaardbaar is, men de deductiestandaard L moet herzien. Analoog, argumenteert men dat wanneer volgens een epistemische logica L het zo is dat KB door KA geïmpliceerd wordt, hoewel het mogelijk is om A maar niet B te weten, de epistemische logica L aan herziening toe is (voor een doxastische logica is het argument gelijklopend). De cruciale eigenschap van zulke redeneringen, is dat de loutere veronderstelling dat logica constitutief is voor het redeneren volstaat om alle logische systemen (tenzij de lege of nul-logica) zonder meer te verwerpen. Hoewel epistemische en doxastische logica's zelf reeds naar cognitieve relaties verwijzen, zijn zij hier niet immuun voor. De mogelijkheid van een op logica gebaseerde formele epistemologie komt zo op de helling te staan. Eén van de beweringen die doorheen dit onderzoek hard dienen te worden gemaakt, is dat voldoende verfijnde 'brug-principes' het logisch-epistemologisch project wel veilig kunnen stellen. Het belangrijkste inzicht hierbij is dat voor dit doel aanvaardbare 'brug-principes' zelf geen deel kunnen uitmaken van het logisch systeem noch in de object-taal van dat systeem uitgedrukt kunnen worden. 3 ABSTRACTIE In tegenstelling tot de suggestie dat een logischformele kennisleer met adequate 'brug-principes' uitgebreid moet worden, is het meer gangbaar om doxastische en epistemische logica's te interpreteren als representaties van de kennis of overtuigingen van sterk geïdealiseerde agents of als rationaliteits-normen voor diezelfde agents. Zulke verwijzingen naar een geïdealiseerde rationaliteit volstaan echter niet om alle gangbare tegenwerpingen te weerleggen (zie Stalnaker (1991) voor een kritische evaluatie). Ook volstaan zulke manoeuvres niet om te ontkomen aan de 'slippery slope' van het steeds verder afzwakken van de onderliggende logica. De les die we uit dit falen kunnen trekken, is dat we niet via veronderstelde idealiseringen het onderwerp van onze theorieën moeten herzien, maar dat we deze theorieën aan hun respectievelijke abstractie-niveau moeten koppelen. Een kritische blik op Hendricks' voorstel dat formele epistemologie de structuur aanbrengt die nodig is om standaard epistemologische strategieën en methoden (b.v. het construeren van tegenvoorbeelden) te regimenteren, verduidelijkt waarom het belangrijk is om verschillen in abstractie-niveaus te herkennen. Het weerlegt namelijk
de initieel plausibele suggestie dat formele structuren rechtstreeks gebruikt kunnen worden om de in de standaard epistemologie impliciet aanwezige informele structuren te preciseren en te vervolledigen. Het alternatief dat als onderdeel van dit onderzoek voorgesteld wordt, is dat formele structuren gebruikt worden om over minder expliciet uitgewerkte structuren te redeneren. In tegenstelling tot de eerste optie, veronderstelt deze tweede optie niet dat beide structuren of theorieën op hetzelfde abstractie-niveau functioneren. In deze context, draagt de abstractie-methode (Floridi & Sanders, 2004) waarop deze inzichten steunen twee dingen bij: het structureert de zoektocht naar geschikte 'brug-principes' en het geeft een verklaring voor het falen van de meer voor de hand liggende principes. De formele basis voor de idee dat 'brug-principes' geen deel uitmaken van een formele theorie, maar een link vormen die ons toelaat om met die theorie over een andere theorie te redeneren, steunt op Barwise en Seligman's werk over information flow (Barwise & Seligman, 1997). De kern hiervan is het feit dat één theorie informatie kan bevatten over een andere theorie en men bijgevolg de eerste kan gebruiken om over de tweede te redeneren. Als we bedenken dat de meest bekende problemen in de epistemische logica (cfr. de spanning tussen het behouden van elk syntactisch detail versus het streven naar semantische algemeenheid) te wijten zijn aan het feit dat onze intuïtieve structuren meer verfijnd zijn dan hun formele tegenhangers, dan lijkt deze voorstelling van de feiten heel wat accurater dan Hendricks' oorspronkelijke voorstel. Het verder binnen Barwise en Seligman's systeem preciseren van het inzicht dat 'brugprincipes' ons toelaten om 'tussen twee theorieën' te redeneren, heeft als voordeel dat het mede verklaart waarom adequate principes niet alleen relatief zwak, maar ook niet-monotoon zijn. Het in deze context toepassen van Barwise en Seligman's inzichten vormt een nieuw en onverwacht gebruik ervan. De geschetste formele strategie is niet de enige die een uitzicht biedt op adequate 'brug-principes'. Het is zelfs niet de meest plausibele, maar ze biedt wel een aantal unieke voordelen. Wat alle plausibele strategieën verbindt, is het verwerpen van een radicaal logisch revisionisme (enkel de lege logica is onvoorwaardelijk toepasbaar). Samen met de vaststelling dat monotone gevolgrelaties systematisch een te grote en/of te beperkte gevolgverzameling opleveren, is dit van bij het begin een centrale overweging geweest bij de ontwikkeling van adaptieve logica's (Batens, 1997, 2007). Het verschil tussen de adaptieve of niet-monotone aanpak en het huidige voorstel, is dat adaptieve logica's bekeken kunnen worden als logische systemen die zelf de 'brug-principes' bevatten die adequaat zijn voor een bepaald toepassingsdomein. Dit overstappen naar een ander soort logica (i.p.v. het louter afzwakken ervan) biedt ongetwijfeld een meer voor de hand liggende uitweg voor het geschetste probleem, maar sluit een benadering waarbij meer aandacht uitgaat naar abstractie-niveaus en systeem-externe 'brug-principes' niet uit. De voorgestelde aanpak geeft een preciezere analyse van het probleem en van de mogelijkheden om ze op te lossen. De adaptieve aanpak, daarentegen, biedt de mogelijkheid om exclusief te focussen op de exacte structuur van het nietmonotoon redeneren dat nodig is om tussen verschillende theorieën en abstractie-niveaus te redeneren. Beide strategieën zijn eerder complementair en dit uit zich ook in de formele details (in het bijzonder in het feit dat, net zoals 'brug-principes', de werking van adaptieve logica's niet door een verzameling axioma's exhaustief gekarakteriseerd kan worden). 4 BEOOGDE RESULTATEN EN MEERWAARDE Wat is nu precies de meerwaarde van de voorgestelde strategie om de interactie tussen formele en standaard epistemologie te bestuderen? Een antwoord op deze vraag kan gegeven worden vanuit het perspectief van dit onderzoek, maar ook vanuit de specifieke methode die voorgesteld wordt. Zoals vermeld, beperkt dit onderzoek zich niet tot epistemische en doxastische toestanden of tot de rol van het deductief redeneren bij de uitbreiding hiervan, maar heeft het als doel om 'brugprincipes' te formuleren die zowel statische als dynamische en zowel individuele als sociale en interactieve kennistheoretische concepten met mekaar in verband brengen. Naast de breedte van dit onderzoek, is het belangrijk dat de voorgestelde strategie oog heeft voor eigenschappen van de relatie tussen de formele en standaard epistemologie die door andere strategieën niet zo expliciet benaderd kunnen worden. In vergelijking met meer traditionele voorstellen, zoals Streumer's "For all propositions p1 , ..., pn and q, if the conjunction of p1 , ..., and pn entails q, then there is a reason against a person s both believing that p1 , ..., and that pn and believing the negation of q" (Streumer, 2007), heeft de huidige strategie alleszins meer dan minimale logische beperkingen te bieden. In vergelijking met de niet-monotone aanpakken waarbij 'brug-principes' deel uitmaken van het logisch systeem, laat de vooropgestelde strategie het toe om een aantal cruciale onderscheiden explicieter naar voor te brengen. De twee belangrijkste zijn: (i) het verschil tussen louter logische en epistemische of doxastische gevolgrelaties en (ii) het verschil tussen abstractie en idealisering. Het eerste onderscheid wordt reeds ten dele naar voor gebracht door niet-monotone of adaptieve inferenties te beschouwen als epistemische of doxastische gevolgrelaties en ze daarom als conditionele doxastische of epistemische operatoren te formaliseren. Het onderscheid tussen idealisering en abstractie heeft dan weer betrekking op de manier waarop we de door een model voorspelde epistemische eigenschappen interpreteren: dit kan als eigenschappen van de agents waarover we redeneren, maar kan ook als eigenschappen van het gebruikte formele kader zijn. Dit onderscheid is vooral van belang voor de interpretatie van de traditioneel ongewenste eigenschappen van formele systemen: in het eerste geval worden deze eigenschappen veelal als idealiseringen van de cognitieve vermogens van de relevante agents begrepen, in het tweede geval betreft het slechts abstracties (want adequate 'brug-principes' wijzen erop dat het bekomen model geen informatie verschaft met betrekking tot die eigenschappen dit schijnbaar geïdealiseerd zijn). Wanneer 'brug-principes' in het formele model opgenomen worden, zijn het dit soort nuances die verdwijnen. Tenslotte, telt deze aanpak nog twee meer algemene verdiensten. Zo biedt het een nieuw perspectief op de rol van het logisch modelleren binnen de formele epistemologie en herinterpreteert het traditionele argumenten voor logisch revisionisme in termen van het verfijnen i.p.v. het verwerpen van modellen. Ook is dit een project dat niet blijft steken bij de evidente vraag hoe een epistemologie met logische modellen de inzichten van de standaard epistemologie kan incorporeren (van Benthem, 2006), maar biedt het vooral een meer accuraat perspectief op de praktijk van het logisch modelleren. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM • Patrick ALLO
REDI. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Bijzondere Faculteit Kerkelijk Recht
Onderzoekers: • Marco Ventura
Re-documentaire. Migranten, 25 jaar later Hogeschool Gent Abstract: Het project onderzoekt de specifieke beeldtaal van de fotografie, meer bepaald van de documentaire fotografie. Het doel is een onderzoek naar de evolutie van de heersende artistieke consensus binnen de communicatieve velden van de documentaire fotografie over een periode van 25 jaar. Het hedendaagse beeldmateriaal voor het vergelijkend onderzoek vindt aansluiting bij het fotografisch project Immigranten – Een poging tot benadering (1980), een documentaire studie over de toenmalige Gentse migrantengemeenschap. Dit onderwerp is in de loop van 2005-2006 opnieuw gefotografeerd (Re-documentaire) door de studenten fotografie die aan het project meewerkten. Dit levert voor het onderzoek een actueel beeld op van een deel van de migrantengemeenschap in Vlaanderen. Er werken een twintigtal studenten mee op vrijwillige basis, binnen hun keuzevak of aanverwante vakken, naast het AMSAB, het Masereelfonds, de Hogeschool Gent, het Fotomuseum Antwerpen en een aantal professoren van de Universiteit Gent en de Vrije Universiteit Brussel mee. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Fotografie
Onderzoekers:
• Godelieve Colruyt
Reducing the energy consumption of sensor networks KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - MICAS
Onderzoekers: • Wim Dehaene • Sofie Pollin • Marian Verhelst
Reductieverschijnselen in de hedendaagse standaardtaal in Vlaanderen en Nederland. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt de studie van reductieverschijnselen in spontaan, d.w.z. niet-voorgelezen, Standaardnederlands. Reductie wordt onderzocht in mono-, bi- en trisyllabische woorden, meerbepaald in pronomina, suffixen en leenwoorden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van spraak die reeds verzameld, gedigitaliseerd en getranscribeerd is voor het Corpus Gesproken Nederlands en in het kader van het VNC-project Variatie in de uitspraak van het Standaardnederlands. Het spontane VNC-materiaal bestaat uit gesprekken met leerkrachten Nederlands. Uit het Corpus Gesproken Nederlands worden drie componenten geselecteerd: toespraken, mondelinge presentaties en lessen (van niet-neerlandici). Deze drie types spontane spraak zijn zeker vergelijkbaar: telkens gaat het om niet-uitgezonden taal die door één persoon voor een publiek wordt uitgesproken. Specifieke doelstelling van het project is na te gaan of we evidentie vinden voor de stelling dat de uitspraak van hoogopgeleide sprekers zonder taalkundige training verschilt van de uitspraak van leerkrachten Nederlands, die vaak als prototypische standaardtaalsprekers worden beschouwd. Het hier geschetste onderzoek sluit aan bij de hernieuwde belangstelling voor de standaardtaal in Vlaanderen en Nederland, waarbij variatiepatronen in het Standaardnederlands bestudeerd worden vanuit het perspectief van divergentie en convergentie. De studie ligt ook in het verlengde van internationaal onderzoek naar variatie in de standaardtaal, b.v. in het Duits (o.a. Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland) en het Frans (o.a. Frankrijk, Canada, België). Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Etienne Gillis • Georges C De Schutter • Hanne Kloots
Réécriture en ideologie in de manuscripten van de vlaamse 'excellente cronicke'-traditie. Universiteit Gent Abstract: De studie van de herschrijvingsprocessen in een Vlaamse kroniekentraditie (15de-16de eeuw) met aandacht voor de ideologische achtergronden in het licht van de kritische discoursanalyse. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Jan Dumolyn
Réécriture en ideologie in de manuscripten van de Vlaamse 'Excellente Cronicke'-traditie Universiteit Gent Abstract: De studie van de herschrijvingsprocessen in een Vlaamse kroniekentraditie (15de-16de eeuw) met aandacht voor de ideologische achtergronden in het licht van de kritische discoursanalyse. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Jan Dumolyn
Réécriture in de Excellente Cronike van Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit onderzoeksproject is te onderzoeken hoe de verschillende handschriftversie van de belangrijkste vijftiende-eeuwse Vlaamse kroniekentraditie, de zogenaamde ?Excellente Cronike van Vlaanderen?, een proces van ?réécriture? vertonen die specifieke ideologische en narratieve strategiëen weerspiegelen die op hun beurt verbonden kunnen worden met socio-politieke en culturele constellaties in het laatmiddeleeuwse graafschap. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Jan Dumolyn
Reevaluatie van de wetenschappen in de tijd van Renaissance en Humanisme Universiteit Gent Abstract: Nog te dikwijls wordt de renaissance beschouwd als een periode waarin de wetenschappen gestagneerd hebben. Opzet van het project is een reëvaluatie op gebied van optica, kosmografie en astronomie. Het onderzoek zal zowel extern (kennisoverdracht en -verspreiding) als intern (de ontwikkelingen binnen de drie disciplines) gevoerd worden en wil de bijdrage van de Lage Landen tot de Europese Renaissance belichten. Organisaties: • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Fernand Hallyn
Referential formulation in Kuuku Malngkanchi discourse KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG FunC Leuven
Onderzoekers: • Jean-Christophe Verstraete • Clair Elanor Buckland Hill
Referentintroducerende structuren en existentiële werkwoorden Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek beoogt een contrastieve syntactische en lexicale studie in taaltypologisch perspectief van de extentiële werkwoorden, die een referentintroducerende functie hebben in het discours, in het Spaans en het Frans respectievelijk. We stellen ons de vraag in welke mate er in deze Romaanse talen sprake is van een gemeenschappelijke tendens naar grammaticalisatie en/of lexicalisering van referentintroducerende structuren. Organisaties: • Vakgroep Romaanse talen (andere dan het Frans)
Onderzoekers: • Eugeen Roegiest
Reflexiviteit en argumentstructuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Voorwerp van dit project zijn bepaalde klassen van reflexieve constructies binnen enkele Romaanse talen (Catalaans, Frans en Spaans). Het methodologisch kader is gesitueerd in de formele taalkunde. De relatie van reflexiviteit met argumentstructuur, inaccusativiteit en aspect zal centraal staan in deze studie. Aanleiding hiervoor is het bestaan van enkele 'reflexieve klassen' die problematisch zijn voor de hypothese dat Romaanse reflexieve constructies inaccusatief zijndoordat de reflexieve markeerder een lexicaal argument (meer bepaald het extern argument) absorbeert. De absorptiehypothese voorspelt echter niet dat een reflexieve markeerder bij een reeds inaccusatieve constructie gevoegd kan worden (EI president ( es) va mor ir I'any passat (Cat) -De president is vorig jaar gestorven) en ook niet dat deze in een transitieve constructie kan voorkomen zonder dat ook maar één lexicaal argument geabsorbeerd wordt (Juan se ha bebido toda Ia cerveza (Sp) -Juan heeft al het bier opgedronken). In eerste instantie zal een grondige studie uitgevoerd worden van de argumentstructuur. Op basis van dit globaal beeld zal nagegaan worden of se in de probleemgevallen al dan niet geïdentificeerd moet worden als absorbeerder van een lexicaal argument. Aangezien binnen de absorptiehypothese vaak gesteld wordt dat se het extern argument absorbeert, zal in het kader van het argumentstructuur-onderzoek ook ruime aandacht besteed worden aan het fenomeen 'inaccusativiteit' en zijn relatie met reflexiviteit. Wanneer er daarentegen duidelijke aanwijzingen zijn dat se geen lexicaal argument opslorpt, dan zal de vraag worden gesteld naar de status van se op het gebied van de argumentstructuur: gaat het om een adjunct of om een ander type argument? Hier kan mogelijk de studie naar de rol van se in het markeren van aspect opheldering brengen. De vaak aangehaalde aspectuele telische rol van se (als niet-lexicale reflexieve datief) vereist echter een diepgaander onderzoek, aangezien se niet in alle telische constructies kan voorkomen. Bovendien kunnen constructies met de niet- lexicale reflexieve datief atelisch blijven. Er zal onderzocht worden of se in verband kan worden gebracht met een event argument. Ook de relatie tussen lexicale argumenten en event argumenten zal geanalyseerd worden. Het uiteindelijk doel van ons onderzoek is, in de context van de problematische absorptie-gevallen, een antwoord te krijgen op de vraag of se een lexicaal dan wel een constructioneel element is en wat de syntactische en semantische bijdrage is van se in een reflexieve constructie. Organisaties: • Taalkunde • Centrum voor Roemenië studies
Onderzoekers: • Gretel De Cuyper • Liliane Tasmowski
"Refugee Aesthetisc" in Afrikaanse diasporaliteratuur. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze studie belicht de beeldvorming over vluchtelingen in de literaturen van de Afrikaanse diaspora, met name de literaire en discursieve strategiën die Engelstalige auteurs van Frikaanse afkomst aanwenden om de hedendaagse vluchtelingenproblematiek aan te kaarten. Hoewel migratie ongetwijfeld één van de centrale thema's binnen het veld van diaspora- en postkoloniale studies, rijst er steeds vaker kritiek op het geromantiseerde beeld van de nomade en het feit dat economische en politieke omstandigheden buiten beschouwingen worden gelaten. Uitgaande van een kritische benadering van de postkoloniale theorieën rond migratie en van publicaties van het Refugee Studies Centre aan de University of Oxford zal het spanningsveld belicht worden dat ontstaat tussen postkoloniale, sociologische/juridische en literaire vertogen over vluchtelingen, waarbij het de bedoeling isom te komen tot het formuleren van een "refugee aesthetics". Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Elisabeth BEKERS
Regionale expertisenetwerken Brussel-Vlaams Brabant : Uitwerking nascholingsaanbod rond het educatief gebruik van nieuwe media op pedagogisch, technisch en organisatorisch vlak voor het schooljaar 2000-2001. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Uitwerking van een nascholingsaanbod rond het educatief gebruik van nieuwe media op pedagogisch, technisch en organisatorisch vlak. Organisaties: • Scheikunde • Romaanse Talen
Onderzoekers: • GASTON MOENS • MICHEL PIERRARD
Register analysis in new media KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG QLVL Leuven
Onderzoekers: • Dirk Geeraerts • Dirk Speelman • Jocelyne Daems
Reid over persoonsidentiteit KU Leuven Abstract: My research is about the topic of personal identity in Thomas Reid's philosophy. Since Reid's theory of personal identity is still relatively neglected, compared with his other subjects, I will set up a systematic and detailed account of his view. For doing it, I will compare him with Locke, since he criticized Locke's memory based theory of personal identity and since the criticism reveals Reid's own view on this topic. Unlikesome
commentators who claim that Reid believed that personhood (Reid uses the term 'personality') is strictly mental, I think there is a possibility of arguing that his text shows a different view, namely that personhood is something both mental and physical. This interpretation might be particularly useful, when we confront Reid with contemporary reductionism which tries to reduce personal identity to something else (such as psychological continuity). With this interpretation, I will give some answers to the questions which contemporary reductionism raises and s Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Arnold Burms • N. N.
Reinholds Epistemology: The pursuit of certainty through Reinholds three mature phases, the Elementarphilosophie, Rational Realismand Philosophy of Language. KU Leuven Abstract: Karl Leonhard Reinhold (1757-1823) was een invloedrijk denker in de periode van de vroege post-kantiaanse filosofie. Zijn werk blijft in hoge mate overschaduwd door reuzen zoals Fichte, Schelling en Hegel, tot wier ontwikkeling hij heeft bijgedragen. De weinige aandacht die Reinhold heeft gekregen focust op zijn methode, en dit vrijwel uitsluitend binnen de eerste fase van zijn denken. In contrast hiermee probeer ik in mijn project licht te werpen op Reinholds conceptie van kennis zoals die zich ontwikkelt in de loop van zijn drie belangrijkste en methodologisch diverse fasen. Volgens mij is er in deze fasen een gemeenschappelijk doel te onderkennen, namelijk het bereiken van kennis of wetenschappelijke zekerheid. Reinholds eerste fase, de Elementarphilosophie, is veel verschuldigd aan Kants kritische filosofie. Overeenkomstig hiermee verwerpt hij de mogelijkheid van onvoorwaardelijke kennis, of kennis van het ding in zichzelf, en aanvaardt hij de methode die het denkend subject onderz Organisaties: • OE Metafysica, Godsdienst- & Cultuurfil.
Onderzoekers: • Karin de Boer • Elise Frketich
Reinterpreting the Analogy of being: A Dialogue between Erich Przywara and Edith Stein KU Leuven Abstract: The primary focus of this dissertation is to explore the reinterpretation of the analogy of Being in the work of Rich Przywara and Edith Stein.It will thus seek to be a close textual comparison of each thinkers main work: Przywara's 'Analogia' and Stein's 'Finite and Eternal Being'. The point of departure for comparison will be taken primarily from Stein'sown words in the 'Preface of the Author' of 'Finite and Eternal Being' about some of the main similarities and differences between her work andPrzywara's. Following from Stein's own remark the shared similarities between them concerning the relation between philosohy and theology will be treated as well as the similar views on the relation between the creature and Creator. The primary difference that Stein mentions between thetwo is one of method or approach, that is, the historically immanent approach of Przywara and the more supra-historical approach of Stein. I will thus argue that the difference between these two points of departu Organisaties: • OE Metafysica, Godsdienst- & Cultuurfil.
Onderzoekers: • Philip GONZALES • William Desmond
Rekenschapsplichtigheid voor mensenrechtenschendingen door internationale organisaties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project heeft als doel te onderzoeken via welke technieken, mechanismen en fora internationale organisaties en/of hun lidstaten rekenschapsplichtig (kunnen) gemaakt worden voor schendingen van mensenrechten gepleegd door, of toe te schrijven aan, deze internationale organisaties. Er zal in het bijzonder nagegaan worden hoe bestaande mechanismen voor het direct of indirect aansprakelijk stellen van internationale organisaties kunnen verbeterd worden, en welke nieuwe mechanismen kunnen/moeten ontwikkeld worden om die aansprakelijkheid te versterken. De eerste fase van het project zal in de eerste plaats bestaan uit "desk research", d.w.z.grondige literatuurstudie en het uitwerken van een analytisch-conceptueel kader, met een sterke klemtoon op zowel intra-disciplinariteit (het bestuderen van de relatie tussen de rechtstakken "internationaal publiekrecht", "recht der internationale organisaties", "recht van de mensenrechten", deels ook "internationaal strafrecht") als multidisciplinariteit (met openheid naar politieke wetenschappen en filosofie, met name bij de analyse van het begrip "accountability" in zijn diverse verschijnings- en operationaliseringsvormen). Ter verfijning van de probleemstelling en om een sterker empirisch inzicht in de problematiek in het kader van de werking van internationale organisaties te verkrijgen, zullen ook reeds in deze fase interviews (gebaseerd op een kwalitatieve vragenlijst) met geselecteerde personen (met name internationale en nationale ambtenaren; slachtoffers van mensenrechtenschendingen) worden gehouden. Tijdens de tweede fase zal, naast verdere "desk research", de klemtoon nog sterker op empirisch onderzoek liggen, met meer toegespitste interviews van geselecteerde kernactoren in het kader van de desbetreffende case-studies. In een derde fase worden de theoretisch/conceptuele inzichten van de eerste fase getoetst aan de inzichten verworven in het kader van de gevallenstudies van de tweede fase teneinde tot, enerzijds, een meer verfijnd theoretisch kader te komen en anderzijds praktisch relevante conclusies en aanbevelingen te formuleren. Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • STEFAAN SMIS
Relationeel en institutioneel vertrouwen in de internationale handelscircuits van de Nederlanden, 15de-16de eeuw Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de rol van vertrouwen in netwerken en instituties die gebruikt werden door internationale kooplieden in Brugge en Antwerpen in de vijftiende en zestiende eeuw. Uitgaande van de twee categorieën van vertrouwen, namelijk relationeel en institutioneel vertrouwen, wil dit onderzoek nagaan of vertrouwen minder belangrijk werd naarmate nieuwe juridische instellingen en regels gevormd werden die handelstransacties tussen kooplieden moesten vergemakkelijken. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Peter Stabel • Jeroen Puttevils
Relationeel en institutioneel vertrouwen in de internationale handelscircuits van de Nederlanden, 15de-16de eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de rol van vertrouwen in netwerken en instituties die gebruikt werden door internationale kooplieden in Brugge en Antwerpen in de vijftiende en zestiende eeuw. Uitgaande van de twee categorieën van vertrouwen, namelijk relationeel en institutioneel vertrouwen,
wil dit onderzoek nagaan of vertrouwen minder belangrijk werd naarmate nieuwe juridische instellingen en regels gevormd werden die handelstransacties tussen kooplieden moesten vergemakkelijken. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Peter Stabel • Jeroen Puttevils
Religie en Kaste in India: de Mantras van het Anti-Brahmanisme Universiteit Gent Abstract: Mijn onderzoek vertrekt van de hypothese dat de Europese beschrijvingen van de Indische tradities en de Indische samenleving hun structuur en coherentie ontlenen aan een Protestants theologisch kader. Indien deze hypothese klopt, dan komt er een belangrijke vraag naar voren: Hoe en waarom hebben de indische intellectuelen zich diezelfde beschrijvingen eigen gemaakt? Ik onderzoek of het inheemse begrip van de Indische culturele tradities en de Indische samenleving beïnvloed is door de Protestantse theologie. Organisaties: • Vakgroep Vergelijkende cultuurwetenschappen
Onderzoekers: • Balagangadhara Rao
Religieoorlogen in eigen huis? De opkomst en uitdaging van confessioneel gemengde families. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project behandelt de thematiek van religieuze verdeeldheid, bekering en tolerantie aan de hand van een concrete gevalstudie uit de 17-eeuwse Nederlanden. De nagelaten papieren van Jacob Roelants, zoon van een Nederlandse dominee, katholiek bekeerling en uiteindelijk jezuïet, laten toe om deze complexe problematiek in detail te bestuderen op het niveau van een concrete familie. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Guido Marnef
Religieuze aspecten in Chinese literatuur door vrouwen Universiteit Gent Abstract: In dit project onderzoeken we de invloed van het Christendom en van Humanistisch Boeddhisme op de literaire werken van Chinese vrouwelijke auteurs uit de twintigste eeuw. Organisaties: • Vakgroep Talen en Culturen van Zuid- en Oost-Azië
Onderzoekers: • Ann Heirman
Religieuze passies en emoties. Studie van de specificiteit van de passionele gehechtheid in de religie en van de cruciale rol van de begeleidende emoties. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project situeert zich op het raakvlak van de wijsgerige antropologie en de studie van de spiritualiteit. Uitgangspunt vormt de vraag naar de rol van de passies en de emoties in de religieuze gehechtheid. De werkhypothese is dat de recentste ontwikkelingen in de theorie van de passies en emoties in de wijsbegeerte, in casu de morele psychologie, opheldering kunnen bieden voor een hermeneutische opheldering van de volgende aspecten van religie en spiritualiteit: (i) de rol van de emoties in de betekenisincarnatie en religieuze symboliek; (ii) de uitzuivering en cultivering van de passies en emoties in de spirituele ervaring; (iii) de passionele gehechtheid aan het absolute en de ontwikkeling van een attitude van religieus vertrouwen. Organisaties: • VAKGROEP FILOSOFIE • Centrum voor Ethiek
Onderzoekers: • Paul Mommaers • Johan Taels • Willem Lemmens • Walter Van Herck • Guido Vanheeswijck
Religieuze uitingen in de publieke sfeer. Evenwichtsoefeningen tussen de vrijheid van godsdienst en de seculariteit van de staat. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 2.2. Doelstelling van het project. Dit onderzoek wil bijdragen tot de uitbouw van een aan de Belgische context aangepast actueel en theoretisch onderbouwd publiekrechtelijk kader, bruikbaar voor de juridische aanpak van problemen veroorzaakt door de toename van religieuze diversiteit binnen publieke instellingen. Het project bestaat uit 5 taken die hieronder achtereenvolgens worden toegelicht. TAAK 1: het Belgisch publiekrechtelijk kader In de eerste plaats wensen we het bestaande juridische en institutionele kader van de problematiek van de religieuze uitingen in publieke instellingen te analyseren en te systematiseren. Daarbij zal een analyse worden gemaakt van de relevante Belgische publiekrechtelijke beginselen. Artikel 19 van de Gec. Gw poneert de vrijheid van godsdienst en eredienst, de vrije openbare uitoefening ervan, alsmede de vrijheid van meningsuiting zonder overheidsinmenging. Daarnaast verzekeren de artikelen 10 en 191 van de Gec. Gw eenieders gelijkheid voor de wet en de neutraliteit van de overheid ten aanzien van de rechtsonderhorigen. Dit betekent dat de openbare diensten alle burgers in gelijke mate een gelijke dienstverlening dienen aan te bieden, ongeacht hun religie. De vraag rijst naar in hoeverre de uitoefening van een grondrecht in het kader van de neutraliteitsverplichting van de Staat juridisch ingeperkt kan worden. Ook andere grondrechten dan de godsdienstvrijheid kunnen t.a.v. de gestelde problematiek een belangrijke (bijkomende) rol spelen: de uitingsvrijheid, recht op bescherming van het privé-leven, het recht van leden van een minderheidsgroep om hun cultuur te beleven, het recht op (gelijke) toegang tot het openbaar ambt (onder meer beschermd in artikel 25 (c) IVBPR en artikel 11bis GW). De problematiek dient eveneens te worden geanalyseerd in het licht van de nieuwe antidiscriminatiewetgeving van 10 mei 2007. Tenslotte dient te worden ingegaan op de vraag hoe de neutraliteitsverplichting doorsijpelt respectievelijk in de verschillende besturen, in het onderwijs, de rechterlijke macht, ziekenhuizen, enz.. TAAK 2: het Belgisch antidiscriminatierecht Vervolgens zal de Belgische antidiscriminatiewetgeving worden geanalyseerd. Wat betreft de exclusief federale bevoegdheden gelden de drie antidiscriminatiewetten van 10 mei 2007: de Antiracismewet, de Genderwet en de Antidiscriminatiewet. Maar ook in Vlaanderen zijn verschillende antidiscriminatieregels van kracht op het vlak van onderwijs, tewerkstelling bij de Vlaamse overheid en sociaal woonbeleid. Hier gelden het Decreet houdende evenredige deelname aan de arbeidsmarkt en het Gelijke Onderwijs Kansen Decreet (GOK-decreet). Bovendien is er op dit ogenblik een ontwerp van een algemeen Gelijkekansendecreet hangende in het Vlaams Parlement - een decreet dat discriminatie verbiedt op alle domeinen
waarvoor Vlaanderen bevoegd is. TAAK 3: Europees en internationaal mensenrechtenrecht inzake religie en overheid Aangezien de relevante grondrechten ook zijn opgenomen in Europese en internationale verdragen met rechtstreekse werking, moet ook een analyse worden gemaakt van het internationaal en Europees recht terzake. De verschillende rechtsregels vermeld onder TAAK 2 zijn immers voor een groot deel het resultaat van de implementatie van Europese antidiscriminatierichtlijnen. De Europese Commissie en het Europees Parlement, die mede voor de inhoud van de antidiscriminatierichtlijnen verantwoordelijk zijn, klagen aan dat de meeste lidstaten (waaronder België en Vlaanderen) wel voor nationale omzettingswetgeving gezorgd hebben, maar nagelaten hebben deze ook werkelijk operationeel te maken, zodat mede hierdoor onduidelijkheid bestaat over de toepasbaarheid van de regelgeving op concrete problemen en op personen van allochtone origine. TAAK 4: Rechtsvergelijking. Tenslotte zal vanuit een rechtsvergelijkende onderzoekslijn, worden gekeken naar de juridische vormgeving van de relatie tussen religie en overheid en de ontwikkelingen hierrond in Frankrijk, Nederland en Groot- Brittannië (taak 4). In Nederland en Groot-Brittannië is sprake van een vrij grote tolerantie in het beleid ten aanzien van religieuze uitingen in de openbare sfeer waarbij de antidiscriminatiewetgeving een belangrijke rol speelt. Daarom is het relevant om het aldaar geldende publiekrechtelijke kader goed te onderzoeken, en de toepassing en de interpretatie van de bestaande regelgeving in de Nederlandse en Britse rechtspraak en rechtsleer te analyseren. Anderzijds krijgt de keuze voor .tolerantie. in die landen echter meer en meer kritiek te verduren en wint het Franse laïciteitsmodel aan populariteit. Dit model zal daarom tevens aan een grondige analyse wordt onderworpen (regelgeving, rechtspraak en rechtsleer). Deze rechtsvergelijking dringt zich des te meer op omdat het Franse publiekrecht traditioneel een sterke invloed heeft gehad op de ontwikkeling van het Belgisch publiekrecht. TAAK 5: Grondslagenonderzoek Nauw aansluitend bij de analyses en cases behandeld onder de vier vorige taken zal simultaan op meer speculatieve en theoretische wijze worden ingegaan op concepten als gelijkheid, godsdienstvrijheid, secularisme, neutraliteit en de scheiding van kerk en staat binnen een democratische rechtsstaat. De invulling van deze open concepten staat vandaag immers opnieuw ter discussie. De bedoeling is dat hieruit pistes zouden voortvloeien die relevant zijn hetzij voor legislatieve initiatieven, hetzij voor de hermeneutiek van de rechter, of voor beide. Wat het laatste aspect betreft, rijst al onmiddellijk de vraag of het nuttig zou zijn om inzake conflicten rond religie in de publieke sfeer, een methode te ontwikkelen om tot een nauwkeurigere belangenafweging te komen, welke criteria hierbij door de rechter dienen te worden gehanteerd en hoe het gewicht van de verschillende erbij betrokken belangen moet worden gewogen. In deze taak zal, in wisselwerking met het meer toegespitst positiefrechtelijk onderzoek van de taken 1 tot 4, onder meer worden ingegaan op de vraag welk gewicht en welke rechtskracht toekomen en zouden moeten toekomen aan het principe van secularisme, met name de scheiding tussen kerk en staat op institutioneel vlak en de verwante principes van neutraliteit en onpartijdigheid op normatief vlak. Terzake zijn immers verschillende perspectieven en referentiekaders aan het werk die tot uiteenlopende argumentaties en rechtsbescherming leiden (Jonkers, 2006; zie ook Brems, 2004). Academici bezinnen zich vandaag over de vraag of de klassiek liberale interpretatie van dit principe, met name de statelijke plicht tot .hands-off. of verschillende neutraliteit, geen herijking of herdefiniëring behoeft (bvb. Carens en Bader). Anderen wijzen er op dat het principe van scheiding van kerk en staat geen adequaat perspectief zou bieden om de hedendaagse uitdagingen van religie in de politiek, het recht en het publieke leven te benaderen (Van Bijsterveld, 2006). Kortom, er is nood aan een verduidelijking van de verhoudingen tussen het principe van secularisme en de basiswaarden van een democratische rechtsstaat met zijn sterke mensenrechtenstandaarden op het vlak van de religieuze vrijheid en vrijheid van meningsuiting. Hoe verhouden de verschillende conceptualiseringen van neutraliteit/secularisme zich tot de democratische rechtsstaat, waar de bescherming van de vrijheid, de diversiteit en het pluralisme centraal staan? Zijn actief pluralisme of relationele neutraliteit vandaag een dwingende mensenrechtelijke of constitutionele optie die staten moeten implementeren? Organisaties: • Sociaal Recht • Metajuridica
Onderzoekers: • Cécile MATHIEU • SERGE GUTWIRTH • PAUL DE HERT • Alexander DE BECKER
Repertoire als inzet. Een discoursanalyse van de definitiestrijd rond repertoire in het Vlaamse theaterlandschap van 1945 tot nu. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Luc Van Den Dries • Ciska Hoet
Representatie in de marge van het falende beeld. Een onderzoek naar het hedendaagse geschilderde beeld vanuit een interdisciplinaire benadering van Gilles Deleuzes literatuurfilosofie en het residuale beelddenken van Samuel Beckett. Universiteit Antwerpen Abstract: Het debat over de representatie leeft meer dan ooit in de hedendaagse kunst en literatuur. Om er vanuit een wijsgerig perspectief op in te gaan, zal hier een ander gezichtspunt ingenomen worden, met de bedoeling de fundamentele aspecten van het beeld (in het visuele en literaire veld) aan het licht te brengen. Het opzet is niet om een esthetica te formuleren die het beeld een nieuw filosofisch statuut aanmeet. Veeleer zal onderzocht worden hoe ¿ in weerwil van de versnippering binnen de menswetenschappen, waar ieder zijn eigen blinde gevecht met het spook van de representatie voert ¿ een gemeenschappelijke of minstens parallelle ruimte van het representatiedebat kan worden afgebakend waarin filosofie, literatuur en kunst hun praktijk en reflectie kunnen delen. Daarom zal de onderzoeksmethode erin bestaan om, enerzijds, via een omweg, het visuele beeld te bekijken vanuit een ongebruikelijk standpunt, namelijk de literatuur, meer bepaald vanuit het literaire beeld. Doel hiervan is om het beeldend en tekstueel denken, ofwel een beeldsemiotiek en een literaire semiotiek, op elkaar af te stemmen, vanuit de genoemde overtuiging dat een parallellisme in het omgaan met de representatie aantoonbaar is. Anderzijds, om consequent de door deze interdisciplinaire aanpak verrijkte wijsgerige dialoog met het hedendaagse geschilderde beeld verder te zetten en uit te diepen. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Peter De Graeve • Patricia De Keersmaecker
Research project Child Poverty De overgang naar de kleuterschool voor kinderen uit gezinnen in armoede Universiteit Gent Abstract: Voorschoolse voorzieningen kunnen belangrijke positieve effecten hebben, in het bijzonder voor kinderen in armoede en / of met een migratiegeschiedenis. Toch weten we dat ons onderwijssysteem maatschappelijke ongelijkheden reproduceert. In dit kwalitatieve onderzoek volgen we een antal kinderen gedurende hun eerste jaar in de kleuterschool. Door intensieve viedo- en audio-observaties, interviews met ouders en leraren, krijgen we een beeld van de factoren die een positieve of belemmerende invloed hebben op de socialisering van kinderen in armoede en/of kinderen met een migratieachtergrond.
Organisaties: • Vakgroep Sociale agogiek
Onderzoekers: • Michel Vandenbroeck
Response of microbial communities and process performance to changes in substrate composition in anaerobic digestion KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • TC Chemische Procestechnologie De Nayer
Onderzoekers: • Bart Lievens • Raf Dewil
Rethinking Bergsons Naturalistic Approach in Contemporary Philosophy of Religion. KU Leuven Abstract: In contemporary approaches to religion, religion tends either to be reduced to natural mechanistic processes, or to be thought of as independent of these processes. Overlooked in this debate is the position of HenriBergson (1859-1941), who in his work Les deux sources de la morale et de la religion proposes a non reductionistic naturalistic account of religion in terms of #appeal# and #obligation#. This work has beenneglected in English-speaking Bergson scholarship, and in Francophone scholarship few if any attempts have been made to re-actualize Bergson inthis way. In this research project I propose to rethink Bergson#s position in light of what I call the phenomenological, cognitivist and symbolic approaches to religion. This would first entail showing the advantages of Bergson#s naturalistic approach, the main one being that it provides, in contrast to the three other approaches, a unifying framework to make sense of the complexity of religion. Secondly, since naturalism is not an e Organisaties: • OE Centr. Logica en Analyt. Wijsbegeerte
Onderzoekers: • Andreas De Block • Hugh Desmond
Rethinking Social Cohesion : Democratic Affiliation to Inter-Culturality KU Leuven Abstract: Nation and state in the contemporary world often do not coincide. Increasing diversity within the statediminishes the efficacy of democracy, for which a relative #homogeneity# of the population is favorable. This has resulted in a search for new social cohesion schemes to make democracyfunction properly. These intellectual efforts have produced two important schools of thought on social cohesion: namely, liberal nationalism and constitutional patriotism, which are respectively based on #cultural allegiance# and #civic allegiance.# In my research, as a first step, I wish to examine their strengths and weaknesses by reading their key representative thinkers, i.e. Habermas, Ferry, Müller, on the one hand, and, on the other hand, Kymlicka, Miller and Tamir. Weaknesses of civic patriotism include that it is the nature of democracy to not include all of humanity, as well as that it is not possible to separate the political from the cultural and reduce the political solely to a procedural del Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Helder De Schutter • Esma Baycan
Retoriek in Chinese chan (zen) boeddhistische literatuur. Meester Hui Hongs 'Literair chan boeddhisme' als case study Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek bestudeert de positie van de Chinese Chan meester Hui Hong (1071-1128) in het toentertijdse fundamentele debat in chanmiddens over het gebruik van retoriek bij de overdracht van de doctrine van meester op discipel. Hui Hongs positie staat tegenover de dominante trend van die tijd die de nadruk legde op introspectie en 'overdracht zonder woorden'. Organisaties: • Vakgroep Talen en Culturen van Zuid- en Oost-Azië
Onderzoekers: • Bart Dessein
Retoriek in reisbeschrijvingen: de constructie van geloofwaardigheid in Tvoyage van Mher Joos van Ghistele (ca. 1490). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek beoogt te achterhalen welke stilistische, retorische en narratieve technieken werden betrouwbaarheid op te bouwen in Tvoyage van Mher Joos van Ghistele, het verslag van de vierjarige reis naar het Oosten (1481-1485) van Gents edelman Joos van Ghistele (†1516). Door vergelijking met andere Europese reisverhalen over het Oosten (ca. 1450-1510) zal de positie worden bepaald die Tvoyage op dit vlak inneemt ten opzichte van zijn tijdgenoten. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Frank Willaert • Veerle Fraeters • Alexia Nikita Marina Lagast
Retorische-poeticale studie van wetenschappelijke teksten: de "klassieke" wetenschap van Descartes tot Maxwell Universiteit Gent Abstract: De studie van de plaats en de functie van retorische procédés in wetenschappelijke teksten van de 17de tot de 19de eeuw. Retorischepoeticale studie van wetenschappelijke teksten: de "klassieke" wetenschap van Descartes tot Maxwell. Organisaties: • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Fernand Hallyn
Re-Unifying Philosophy through Dis-Unifying Science. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Tussen verschillende recente werken mbt de filosofie van wetenschappen liggen onderhuidse spanningen tussen ontologische en methodologische monisme in pluralisme. Ons doel is het identificeren van deze spanningen teneinde te onderzoeken of een uniforme zaak voor verdeeldheid kan worden gemaakt, dat op hetzelfde moment uitgebreid en rijk aan detail is. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
Revaluing theatrical heritage: challenges and opportunities Kortrijk 22 en 23 januari 2013 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Internationale conferentie in samenwerking met VUB, UGent, Artesis Universiteit Hogeschool en de Stad Kortrijk en FWO Vlaanderen rond theater erfgoed Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Bruno FORMENT
revisting UN peacekeeping: A Postcolonail Interpretation of the Operations in the Sinai Peninsula and the Gaza strip (1956-1967) and on cyprus (1964 Universiteit Gent Abstract: This project is a enquiry into the UN peacekeeping operations in Gaza (1956-1967) and cyprus (1964-1992) with the aim of producing a new innovative analytical framework for a better understanding of UN peacekeeping of the basis of a critique in form of a postcolonial Foucauldian Genealogy Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Eric Vanhaute
Revoluties, onderzoekstradities en rationaliteit Universiteit Gent Abstract: Het project heeft als doel de volgende vragen te beantwoorden: Welke veranderingen kunnen optreden binnen een onderzoekstraditie voordat we ze beschouwen als een nieuwe onderzoekstraditie? Kan de beslissing om een bepaalde onderzoekstraditie verder te ontwikkelen, rationeel zijn? Kan de beslissing om binnen een traditie op een bepaalde manier verder te zoeken, rationeel zijn? Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Erik Weber • Joke Meheus
Re-writing aesthetic ideology: an analysis of fin-de-siècle aesthetic discourse in Vernon Lee's essayistic works KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Tekst en Interpretatie Leuven
Onderzoekers: • Elke D'hoker • N. N.
Rhythm as an artistic and theoretical tool in contemporary choreography KU Leuven Abstract: In the last decades the traditional choreography/performance dichotomy,where the choreography is pre-determined by the performance, is replaced by a holistic approach, in which performance is embedded in a choreographical practice that encompasses it. This repositioning of choreographyhas led to a discrepancy between theory and practice. Since the main research currents in the field of dance take the choreography/performance dichotomy as a starting point, they cannot think this holistic approach.In this research I want to find a new way to analyse #choreographical practice#. I will explore the concept of rhythm as a tool for both ahands-on analysis of the choreographical practice and its theoretical understanding. To do this I will adopt a dual approach. On the one hand Iwill examine the functioning of rhythm in specific choreographical practices: Anne Teresa De Keersmaeker, Jonathan Burrows, Deufert and Plischke and Mette Ingvarsten. On the other hand, my analysis will be built on a n Organisaties: • OE Metafysica, Godsdienst- & Cultuurfil.
Onderzoekers: • Rudi Laermans • Stéphane Symons • Jonas Rutgeerts
RICH: Reflectance imaging for cultural heritage. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Kunstwetenschappen Leuven
Onderzoekers:
• Jan Van der Stock • Luc Van Gool • Frederik Truyen • Melvyn Collier
Richting occupationele autonomie: een vergelijkende survey van de professionele status van taaldocenten in Zuid-Afrika en Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus. UA levert aan Erasmus Mundus de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center) • Toegepaste Taalstudies
Onderzoekers: • Christel Van De Poel
Rituele scripting als een work in progress: codificatie van rituelen voor conflict management en verzoening in de Centrale middeleeuwen Universiteit Gent Abstract: Dit project voert de eerste systematische analyse uit van de relatie tussen de scripting van rituele modi van conflict en verzoening en maatschappelijke ontwikkelingen in de Centrale middeleeuwen. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Steven Vanderputten
Robert Bellarmine's Theology of Pure Nature in the Commentary on Summa Theologiae KU Leuven Abstract: Het project onderzoekt Robert Bellarmine#s begrip van 'het menselijke natuurlijke verlangen om God te zien'. Daarbij wordt aandacht besteed aanBellarmine#s visie op de relatie tussen genade en natuur, van zijn commentaar op de Summa Theologiae tot zijn disputationes. Via een studie vande commentatoren voor Bellarmine wordt nagegaan of hij zijn voorgangersvan nabij volgt, of er juist van afwijkt. De vergelijking zal nieuwe inzichten opleveren over het denken van Bellarmine en zijn bijdrage aan het post-Trentijnse debat over de theologie van de genade. Deze inzichten worden vervolgens toegepast op een studie van de mening van Bellarmine over de mogelijkheid van heidenen tot om natuurlijk geluk te bereiken endaarmee verbonden, verlossing door bovennatuurlijke genade. Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • Mathijs Lamberigts • N. N.
Robert Schumanns en Richard Wagners 'Musikkritik': een stilistische analyse Universiteit Gent Abstract: De stilistische oppositie tussen Robert Schumanns narratieve en Richard Wagners polemische Musikkritik illustreert de rijke formele verscheidenheid in de 19deeeuwse Duitse Musikkritik. Mijn onderzoek zal de stilistische processen in de teksten onderzoeken en ze in een poetica van onderricht tegenover de lezer situeren die vorige notities van ?romantisch elitisme? betwist. Zodoende zal mijn project Schumanns en Wagners fundamentele vernieuwing van de genreconventies van Musikkritik aantonen. Organisaties: • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Francis Maes • Benjamin Biebuyck • Gunther Martens
Roemenië. Revisiting Avant--?Garde Theory Universiteit Gent Abstract: Dit project probeert de Roemeense politieke context en de lokale omstandigheden van Tristan Tzara en Eugene Ionesco's avant-?garde vormen recupereren. Het proefschrift maakt gebruik van een zorgvuldige lezing van de Roemeense geschiedenis en politiek en de kruising met de literaire scène uit die zowel Tzara en Ionesco gekomen, om beter te kunnen situeren de diverse wortels van het Europese modernisme en transnationale avant--?garde. Organisaties: • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Pierre Schoentjes • Marius Hentea
'Role of cancer cell-derived exosomes in immunogenic cell death and as potential biomarkers of anti-tumour immune response' KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo voor Celdoodonderzoek & Therapie
Onderzoekers: • Patrizia Agostinis • Willem Annaert • Johannes Swinnen • Shaun Martin
Role of histone deacetylase 6 (HDAC6) in amyotrophic lateral sclerosis KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract
Organisaties: • Laboratorium voor Neurobiologie (VRC)
Onderzoekers: • Ludo Van Den Bosch • Wim Robberecht • Philip Van Damme
Rol van de CaCO3 cyclus in de klimaatsverandering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het relatief belang van de mariene productie van carbonaten ten opzichte van de globale koolstofcyclus met uitwisseling tussen continenten, atmosfeer en oceanen in beschouwing genomen, wordt geschat op niveau van geologische tijdschaal. De verschillende chemische processen die het gedrag van carbonaten in een marien systeem bepalen worden beschreven in termen van evenwichtsreacties. Deze benadering laat toe de chemische toestand van de koolstofcyclus te beschrijven voor zeewater en om de invloed van biologische activiteit te voorspellen op de distributie van opgelost carbonaat en op saturatiegraad van het systeem ten opzichte van calciet, aragoniet en Mg-calciet. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • Pascale-Emmanuelle LAPERNAT • MARIE-HERMANDE DARO
"Romancing the stone". Herkomst, bewerking en gebruik van natuursteen in een steenloos landschap. Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek analyseerd de vorm, functie, verspreiding, vondstcontext, datering en herkomst van natuursteen gebruiksvoorwerpen (maal-, wrijf- en slijpstenen,...) afkomstig van vroeg-historische (vooral Romeinse) sites in het Vlaamszeelandse kustgebied en in het stroomgebied van lei en schelde (Zandig Vlaanderen), alweer er geen natuurlijjke ontsluiting zijn van hardsteen en steen diende aangevoerd te worden Daarmee worden naast taxonomische ook sociaal-exonomische vragen beantwoord. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Wim De Clercq
Roman Heiligen. Oude romaneske heldendom in de hagiografie van de Late Oudheid en de vroege Middeleeuwen Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Letterkunde
Onderzoekers: • Koen De Temmerman
romeinse publieke badgebouwen in de westelijke mediterrane wereld gedurende de late oudheid. transformatie en continuïteit in stedelijke context Universiteit Gent Abstract: het onderzoeksproject richt zich op de transformaties die de romeinse badcultuur ondergaat tussen de 3de en de 7de eeuw n.C. in Italië en Noord-afrika. de nadruk ligt op publieke badhuizen in stedelijke context: hoe deze op architecturaal en technisch gebied veranderen, hoe ze werden herbruikt en hoe de gemeenschappelijke badcultuur in grote delen van Europa verdween na de Romeinse periode. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Frank Vermeulen
Rondetafels interculturele dialoog. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Minister van Werk en Gelijke Kansen' hebben voor het project ' Rondetafels interculturele dialoog. ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
RSA and respiratory psychophysiology KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Omer Van den Bergh • Ilse Van Diest
Rubens en het Neoplatonisme KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Kunstwetenschappen Leuven
Onderzoekers: • Katlijne Van der Stighelen
Rubens' portretten naar bestaande prototypes KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Kunstwetenschappen Leuven
Onderzoekers: • Katlijne Van der Stighelen
Rubens wetenschappelijk doorgelicht. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoeksproject KMSKA: - onderzoeksprocedures bepalen die gevolgd zullen worden voor het aanmaken van een wetenschappelijke catalogus van de Rubensschilderijen van het KMSKA Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Arnout BALIS
Ruimte en mobiliteit in het werk van Sergio Chejfec. Een analyse van vijf van zijn boeken. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Literat-Discours-Identiteit Leuven
Onderzoekers: • Nadia Lie • Liesbeth François
Ruimtelijk ontwerp als instrument voor een door betrokkenen gedeelde kwaliteitsbepaling KU Leuven Abstract: Kader doctoraatsproject Het doctoraatsonderzoek kadert in het SBO-IWT-onderzoek Spatial innovation, planning, design and user involvement (SPINDUS) dat van december 2009 tot december 2013 uitgevoerd wordt door de onderzoeksgroepen Planning en Ontwikkeling en OSA van de KU Leuven en de School of Architecture, Planning and Landscape van de Newcastle University. Hoofddoel van het SPINDUS-onderzoek is de ontwikkeling van een praktische en pedagogische planning- en ontwerpmethodologie om ruimtelijke kwaliteit te analyseren, te evalueren en te implementeren. Aangezien opinies van gebruikers en verschillende onderzoeksgemeenschappen over wat een ruimtelijke organisatie kwalitatief maakt sterk uiteenlopen is er nood een aan een interdisciplinaire verbreding van het begrip #ruimtelijke kwaliteit# en een vernieuwing van de onderzoeksmethodologie. Hiervoor wordt het SPINDUS-onderzoek interdisciplinair (het betrekken van verschillende ondezoeksdisciplines in een gedeelde methodologie) en tran Organisaties: • Departement Architectuur
Onderzoekers: • Jan Schreurs • Marleen Goethals
Ruusbroec, Opera Omnia Universiteit Antwerpen Abstract: Kritische uitgave van alle werken van Ruusbroec, met moderne Engelse vertaling, Latijnse vertaling (1552) en woordenlijst. Organisaties: • CENTRUM VOOR SPIRITUALITEIT(RUUSBROECGENOOTSCHAP) • Onderzoekscentrum Ruusbroecgenootschap
Onderzoekers: • Paul Mommaers • Guido De Baere • Thomas Mertens
Ruusbroecs Overtocht. De communicatieve contexten van de Middelengelse Ruusbroecvertalingen (handschriften, volkstaligheid, receptiemilieus, spiritualiteit) : een vergelijking van de Engelse en continentale perspectieven. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt een grondige literatuur- en cultuurhistorische studie van de Ruusbroecteksten in het Middelengels (Vanden blinkenden steen en excerpten uit Die geestelike brulocht) in hun handschriftelijke context. Het onderzoek zal zich o.a. richten op vertaalstrategieën (talige en culturele) en de receptiemilieus van zowel de Middelengelse teksten als de Middelnederlandse originelen. De vertalingen zullen bestudeerd worden tegen de bredere achtergrond van de spirituele cultuur van het laat-middeleeuwse Engeland. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ruusbroecgenootschap
Onderzoekers: • Guido De Baere • Thomas Mertens
Ruusbroecs woorden. Een gelemmatiseerde concordantie van de werken van Jan van Ruusbroec. Universiteit Antwerpen Abstract: De bijna voltooide kritische editie van Ruusbroecs werken legt een fundament voor een betrouwbare studie van Ruusbroecs leer en opvattingen. Doel is dit fundament uit te breiden en verder te operationaliseren door middel van een gelemmatiseerde concordantie van het volledige woordmateriaal van Ruusbroec, die bovendien kan dien als de grondslag voor een toekomstig Ruusbroec-lexicon. Het voorgestelde project wil het mogelijk maken de benodigde expertise in te kopen waarover de betreffende onderzoekseenheid, het Ruusbroecgenootschap, niet beschikt.
Organisaties: • Onderzoekscentrum Ruusbroecgenootschap
Onderzoekers: • Thomas Mertens
Rwanda: naar een Kerk als helende gemeenschap. Bijdrage vanuit de kerkelijke basisgemeenschappen in de begeleiding van posttraumatisch lijden KU Leuven Abstract: Na de genocide van 1990 tot 1994 blijft Rwanda nog steeds een geslagenen getraumatiseerde samenleving. Dit doctoraatsproject stelt een pastorale, helende bijdrage voor van de Kerk als antwoord op deze dramatische situatie en dit door een op de gemeenschap gerichte benadering. De optievan #helende gemeenschappen# is trouwens door verschillende praktische onderzoekprojecten uit de klinische psychologie voorgesteld met betrekking tot post-conflict situaties. Deze optie lijkt ook vruchtbaar voor de Kerk die in deze post-conflict-situatie in Rwanda de pastorale zorg vankerkelijke basisgemeenschappen heeft vooropgesteld als een passend antwoord op de situatie. Deze theologische studie is kritisch, praktisch en interdisciplinair te noemen en en verloopt in drie grote stappen. Ten eerste onderzoeken we de trauma#s en wonden in Rwanda en de therapeutische antwoorden hierop, in het bijzonder de antwoorden vanuit de gemeenschap en meer bepaald ook van kerkelijke basisgemeenschappen. Vervolgens be Organisaties: • OE Pastoraaltheol. en Empirische Theol.
Onderzoekers: • Marc Steen
Sabbatverblijf van Prof. Anat FEINBERG: Language, Alienation and Hybrid Identity in the Literary Works of Exiled IraqiJewish Writers. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Vlaams Academisch Centrum (VLAC) kende aan Heidy Margrit Müller en Kamal Kolo (Vakgroep Taal- en Letterkunde, Vrije Universiteit Brussel) een onderzoeksproject toe over Language, Alienation and Hybrid Identity in the Literary Works of Exiled Iraqi-Jewish Authors. Als buitenlandse collega is Prof. Anat Feinberg (Hochschule für Jüdische Studien, Heidelberg) bij het project betrokken. Het onderzoek zal leiden tot publicaties over de literaire werken van auteurs van Iraaks-Joodse afkomst die in de diaspora leven (o.m. Samir Naqqash, Sami Michael, Eli Amir, Shimon Ballas, Naim Kattan, Mona Yahia en Nissim Rejwan). De Joodse gemeenschap was sinds de Oudheid - sinds de Babylonische ballingschap - in Mesopotamië ingeburgerd. In de eerste helft van de twintigste eeuw hebben schrijvers van Joodse afkomst een belangrijke bijdrage geleverd tot de Iraakse literatuur en cultuur. In de periode van 1947 tot 1973 heeft echter bijna de hele Joodse bevolking van Irak (meer dan 120.000 mensen) het land (moeten) verlaten. De romans en verhalen van de auteurs die in hun kindertijd of jeugdjaren uit Irak moesten vluchten, thematiseren zeer genuanceerd enerzijds het leven in de tijd van voor de vervolging en de vlucht, anderzijds de problemen van de immigratie en van het leven als Arabischtalige joden in Israël of in de Westerse wereld, verscheurd tussen culturen die elkaar als vijandig beschouwen. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Kamal KOLO • Margrit MULLER Heidy
Samenwerking bij de uitbouw van het onderzoeksproject "The musician's act of creation" en expertondersteuning. Vrije Universiteit Brussel Abstract: uitbouw van het onderzoeksproject 'the musician's act of creation' en expertondersteuning bij de diverse activiteiten die door het Orpheus Research Centre in Music [ORCiM] worden ontwikkeld in het kader van Artistiek Onderzoek in Muziek. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • KATHLEEN COESSENS
Samenwerking in basisonderzoek tussen bedrijven en universitaire (top) onderzoekers KU Leuven Abstract: Prior empirical studies (e.g. Gambardella, 1992; Cockburn and Henderson, 1998; Fabrizio, 2009; Leten et al., 2011, with the exception of Lim, 2004) have found positive performance consequences of conducting in-housebasic research for firms in the pharmaceutical industry. The primary arguments relate to the deeper insights that basic research can provide toguide the firm in its innovative efforts, and the role of an active involvement in basic research in attracting the most talented researchers to the firm (e.g. Nelson, 1959; Rosenberg, 1990; Salter Martin, 2001). Furthermore, studies suggest that the benefits of in-house basic research are greater when (basic) research is conducted in collaboration with university scientists (Belderbos et al., 2004; Furman and MacGarvie, 2009). The purpose of this project is to explore in much greater detail the role of university scientists as firms key partners in basic research. First of all, we aim to analyze the conditions for effective collabor Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Stijn Kelchtermans • Bart Leten • Massimo Riccaboni
Samenwerking in de media: de impact van interthinking en distributive cognition op nieuwsproductieprocessen. Universiteit Gent Abstract: De centrale onderzoeksvraag van het project is: welke componenten (inclusief interthinking) spelen een centrale rol in de distributie van cognitie bij media en nieuwsproductie en hoe krijgen deze componenten een structurele plaats in de interactie? Het project analyseert segmenten van een corpus van 200 uur aan redactievergaderingen waarin media producten werden geplan, ontwerpvoorstellen werden bediscussieerd en updates en revisies werden gemaakt. Organisaties: • Vakgroep Taal en communicatie
Onderzoekers: • Ellen Van Praet • Geert Jacobs
Samenwerkingsovereenkomst in het kader van het Kansai University EU - Japan Centrum K.U.Leuven. KU Leuven Abstract: In november 2006, Japan's Kansai University founded the Japan-EU Research Center at its sister institution, the Catholic University of Leuven. The Center is tasked with the active promotion of Japanese culture in Belgium in general, and the support and promotion of Japanese Studies in particular. Our first major project was the organisation of the Japan Week, a cultural and educational event that took place in the city of Leuven from March 10 to March 13, 2008. Organisaties: • OG Japanse Studies Leuven
Onderzoekers: • Willy Vande Walle
Samenwerkingsovereenkomst voor de bouw van een mozaïek van de voorkant van de Eerste wereldoorlog met behulp van luchtfoto's van het Britse leger Universiteit Gent Abstract: luchtfotografie Nord Pas de Calais Samenwerkingsovereenkomst voor de bouw van een mozaïek van de voorkant van de Eerste wereldoorlog met behulp van luchtfoto's van het Britse leger Région Nord-Pas de Calais Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Jean Bourgeois
Samenwerkingsproject VUB-ULB: De Groote Oorlog Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Eerste Wereldoorlog, die ook de Wereldoorlog of de Grote Oorlog werd genoemd was een wereldoorlog gecentreerd in Europa die begon op 28 juli 1914 en duurde tot 11 november 1918 (nog altijd bekend als wapenstilstandsdag). Voor een deel werd de wapenwedloop in 1912 en 1913 aangespoord door nationalistische en militaristische groepen, die hun regeringen passiviteit in het gezicht van externe bedreigingen verweten. Sommige historici hebben gewezen op de toenemende populariteit van het militarisme en het radicaal-nationalisme als oorzaken voor de oorlog. Alle grootmachten van de wereld waren bij deze oorlog betrokken, die werden samengesteld in twee conflicterende allianties: de geallieerden (gecentreerd rond de Triple Entente van het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Rusland) en de centralen (oorspronkelijk gecentreerd rond de Triple Alliantie van Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië). Deze bondgenootschappen reorganiseerden zich (Italië vocht voor de geallieerden) en breidden zich uit naarmate er meer landen meededen met de oorlog. Uiteindelijk werden er meer dan 70 miljoen militairen, waaronder 60 miljoen Europeanen, gemobiliseerd in een van de grootste oorlogen in de geschiedenis. Meer dan 9 miljoen soldaten werden gedood, vooral als gevolg van de grote technologische vooruitgang in vuurkracht zonder overeenkomstige ontwikkelingen in mobiliteit. Het was het op vijf na dodelijkste conflict in de wereldgeschiedenis, dat vervolgens de weg vrijmaakte voor politieke veranderingen zoals revoluties in de betrokken landen. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • GUY VANTHEMSCHE
Samuel Beckett, het late tweetalige werk: tekstgenese en elektronisch-kritische editie Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is de analyse van het schrijfproces van het late tweetalige werk van Samuel Beckett op basis van de bewaarde manuscripten. De resultaten van dit tekstgenetisch onderzoek worden toegankelijk gemaakt in de vorm van vijf wetenschappelijke artikelen en van een elektronische editie (met transcripties van alle kladversies plus variantenapparaat) van Not I / Pas moi, Still / Immobile, Stirrings Still / Soubresauts en Comment dire / What Is the Word. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Dirk Van Hulle
SAXS studies of intermediate filaments and small heat-shock proteins KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Biokristallografie
Onderzoekers: • Sergei Strelkov • Aliaksandr Shkumatau
SBO project application "VALIDIV". Valorising Linguistic Diversity in multiple contexts of primary education. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centrum voor Taal en Onderwijs Leuven
Onderzoekers: • Kristiaan Van den Branden • Koenraad Van Gorp • Kathelijne Jordens
Scans van 24.000 clichés 6x6 cm
Universiteit Gent Abstract: Inventarisatie van de verzameling luchtfoto?s van Charles Leva. Deze foto?s zijn eigendom van de Waalse regio en werden in een eerste fase geïnventariseerd. Dit project is bedoeld om de digitalisatie van alle 24000 Waalse beelden (300 dpi, op formaat 10*10) uit te voeren. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Jean Bourgeois
Schaarste en sociale onrust in Afrika: Een kritische analyse KU Leuven Abstract: Dit project behandelt de volgende centrale onderzoeksvraag: waarom zijner tijdens de voedselprijsstijgingen van 2007-2008 rellen uitgebroken in sommige Afrikaanse landen, maar niet in andere? Uit de literatuur blijkt dat economische kenmerken en politieke risicofactoren een belangrijkeinvloed kunnen hebben op het verband tussennbsp;hoge internationale voedselprijzen en gewelddadige protesten. Deze karakteristieken kunnen echter de spreiding van rellen over verschillende Afrikaanse landen onvoldoende verklaren. In dit onderzoek wordt nagegaan in welke mate horizontale ongelijkheden of politieke, sociale en economische ongelijkhedentussen identiteitsgroepen een land kwetsbaar kunnen maken voor het uitbreken van rellen. Horizontale ongelijkheden kunnen volgens sommigen leiden tot politieke instabiliteit en gewelddadige uitbarstingen omdat ze grieven creëren voor de leden van een groep en omdat mobilisatie gefaciliteerd wordt door een gedeelde identiteit. De identiteitsgroep kan gevormdwor Organisaties: • OE LINES
Onderzoekers: • Arnim Langer • Leila Demarest
Schaduwvorsten. De 'politics of intimacy' en de rol van de minister-favoriet in de Habsburgse Nederlanden, 1598-1621 en 1647-1656. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bestudeert de opkomst van de 'valido' of minister-favoriet in de Habsburgse Nederlanden. Historici hebben tot nog toe zelden stil gestaan bij het feit dat het 17de-eeuwse hof van Brussel de thuishaven was van twee machtige vorstelijke gunstelingen die de politieke scène van hun tijd domineerden. Het gaat om Rodrigo Niño y Lasso, mayordomo mayor van de aartshertogen Albrecht en Isabella (1598-1621), en om Johann Adolph von Schwarzenberg, Obersthofmeister van aartshertog Leopold-Wilhelm (1647-1656). Een vergelijkend onderzoek naar de politieke carrières van deze hovelingen hof zal meer klaarheid scheppen in de rol van de 'politics of intimacy' aan het Brusselse hof, en hoopt hierdoor een belangrijke bijdrage te leveren aan de bestaande kennis over de mechanismen van het Habsburgse bewind in de Nederlanden. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Marnix Beyen • Dries Raeymaekers
Scheepvaart binnen de exclusieve economische zone: een vrijheid in gevaar of eerder een gevaarlijke vrijheid? Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met de creatie van de exclusieve economische zone (EEZ) door middel van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het Recht van de Zee (1982 Verdrag) heeft de internationale gemeenschap het probleem van de overbevissing op volle zee (VZ) willen tegengaan. Het juiste juridische statuut van deze nieuwe zone, die zich bevindt tussen de territoriale zee (TZ), waar de kuststaat de soevereiniteit over heeft, en de VZ, gelegen buiten de nationale jurisdictie, gaf tijdens de conferentie aanleiding tot een confrontatie die onopgelost bleef. Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • ERIK FRANCKX
Schriftelijke communicatie en de uitbouw van relatienetwerken in de twaalfde eeuw. De brievencollectie van Stefaan van Doornik als spiegel van het kerkelijke milieu in het Capetingisch koninkrijk. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Centraal in dit onderzoek staat de vraag of middeleeuwse brieven en brievencollecties een beeld kunnen geven van ten eerste de manier waarop bepaalde vormen van communicatie tot stand kwamen, ten tweede van het bestaan van verschillende en uiteenlopende netwerken van relaties, en ten derde van hoe deze netwerken zowel intern als extern functioneren en welke hun impact is op het participerend individu en op de maatschappelijke omgeving. Het onderzoek evolueert vanuit een case-study, waarbij in een eerste fase de brieven van Stefaan van Doornik worden geanalyseerd wat betreft hun taal- en stijlkenmerken, hun doel en de destinatarissen aan wie ze werden gericht; en de vragen omtrent de genese van de brievencollectie worden geconfronteerd met nieuwe concepten als ritualisering, legitimering en inforamtieverspreiding. De uitbreiding van het te onderzoeken bronnenmateriaal alsook de implicatie van sociologische en anthropologische concepten moet in een tweede fase toelaten de leden van de verschillende netwerken te identificeren en zowel de aard als de werkingsmechanismen van de netwerken te karakteriseren en te verklaren. Geplaatst binnen het kader van het Capetingisch koninkrijk in de 2de helft van de 12de eeuw kan het onderzoeken bijdragen tot een beter begrip van de rol van geschreven communicatie binnen politiek-kerkelijke milieus en van de manier waarop brieven en netwerken de processen van maatschappelijke integratie en machtsvorming bevorderen of beperken. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Walter YSEBAERT • GEORGES DECLERCQ
Schrijven over en als Geweld en Herinnering. Een comparatieve en tekstanalytische studie van literaire teksten met betrekking tot de Haïtiaanse boat people en El Corte (Banks, Brathwaite, Dalembert, Danticat, Dove, Ollivier). Universiteit Antwerpen Abstract: Hoewel de media slechts weinig aandacht besteden aan de vaak clandestiene migratie van Haïtianen naar andere Caribische eilanden en naar Florida, gaat het nochtans om een zeer actuele en acute problematiek die nationale en geografische entiteiten overstijgt (Cf. de Marokkaanse illegale immigratie), en waarvan ook de literaire weergave tot op heden weinig of niet onderzocht werd. Dit project bestudeert de Haïtiaanse boat people in een veelzijdig corpus, bestaande uit zowel Engels- als Franstalige romans, novelles, poëzie en jeugdliteratuur van Haïtiaanse auteurs (Edwidge Danticat, Louis-Philippe Dalembert en Emile Ollivier) en 'auteurs d'adoption' (Antillianen, zoals Edward Kamau Brathwaite en Maryse Condé en Amerikanen, zoals Russell Banks). Deze auteurs werden nooit eerder met elkaar vergeleken en zodoende ambieert dit origineel en grensverleggend doctoraatsonderzoek deze hiaat op te vullen. De louter thematische voorstelling van clandestiene immigratie wordt aangevuld met
de vraag of er een schriftuur van het geweld bestaat, en welke de kenmerken hiervan zijn. De vraag op welke manier de auteurs een esthetisch en ethisch verantwoorde 'verbeelding' creëren staat centraal, gezien ze zich engageren om spreekbuis te zijn voor 'ceux qui n'ont pas de bouche' (Césaire) en hen een plaats te geven in de Geschiedenis (in de dubbele betekenis van het collectieve geheugen en de historiografie). De "representatie" wordt nauwkeurig bestudeerd aan de hand van narratologische theorieën, trauma literature and criticism, intertekstualiteit, enz. De inzichten uit het postkolonialisme, populair in de Angelsaksische wereld, en de 'études francophones' worden aangewend om de 'balkanisation' (Glissant) van de Caribische literatuurkritiek tegen te gaan. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Kathleen Gyssels • Gaëlle Cooreman
Schrijven over en als Geweld en Herinnering. Een comparatieve en tekstanalytische studie van literaire teksten met betrekking tot de Haïtiaanse boat people en El Corte (Banks, Brathwaite, Dalembert, Danticat, Dove, Ollivier). Universiteit Antwerpen Abstract: Hoewel de media slechts weinig aandacht besteden aan de vaak clandestiene migratie van Haïtianen naar andere Caribische eilanden en naar Florida, gaat het nochtans om een zeer actuele en acute problematiek die nationale en geografische entiteiten overstijgt (Cf. de Marokkaanse illegale immigratie), en waarvan ook de literaire weergave tot op heden weinig of niet onderzocht werd. Dit project bestudeert de Haïtiaanse boat people in een veelzijdig corpus, bestaande uit zowel Engels- als Franstalige romans, novelles, poëzie en jeugdliteratuur van Haïtiaanse auteurs (Edwidge Danticat, Louis-Philippe Dalembert en Emile Ollivier) en 'auteurs d'adoption' (Antillianen, zoals Edward Kamau Brathwaite en Maryse Condé en Amerikanen, zoals Russell Banks). Deze auteurs werden nooit eerder met elkaar vergeleken en zodoende ambieert dit origineel en grensverleggend doctoraatsonderzoek deze hiaat op te vullen. De louter thematische voorstelling van clandestiene immigratie wordt aangevuld met de vraag of er een schriftuur van het geweld bestaat, en welke de kenmerken hiervan zijn. De vraag op welke manier de auteurs een esthetisch en ethisch verantwoorde 'verbeelding' creëren staat centraal, gezien ze zich engageren om spreekbuis te zijn voor 'ceux qui n'ont pas de bouche' (Césaire) en hen een plaats te geven in de Geschiedenis (in de dubbele betekenis van het collectieve geheugen en de historiografie). De "representatie" wordt nauwkeurig bestudeerd aan de hand van narratologische theorieën, trauma literature and criticism, intertekstualiteit, enz. De inzichten uit het postkolonialisme, populair in de Angelsaksische wereld, en de 'études francophones' worden aangewend om de 'balkanisation' (Glissant) van de Caribische literatuurkritiek tegen te gaan. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Kathleen Gyssels • Gaëlle Cooreman
Schrijven tot "vernieting". De performatieve werking van "Le miroir des simples âmes anéanties" van Marguerite Porete als mystagogisch instrument. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project wil inzicht verwerven in de performatieve werking (agency) van Le Miroir des simples âmes anéanties van Marguerite Porete (d. 1310), een mystieke tekst die door de inquisitie werd veroordeeld. De tekst wordt ontleed vanuit drie onderzoeksvragen: de representatie van het 'ik', het intertekstuele netwerk, en de retorische dynamiek van de compositie. Het analytische instrumentarium wordt samengesteld uit de hedendaagse discoursanalyse (o.m. Bakhtin, Certeau) en de middeleeuwse profane en monastieke retorica. Het onderzoek draagt bij tot een beter begrip van de 'heterodoxie', op het vlak van de literaire middelen, van de laat-middeleeuwse vernaculaire mystiek. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ruusbroecgenootschap
Onderzoekers: • Veerle Fraeters • Virginie Minet
Schrijvers uit de Hispano-Amerikaanse canon in het hedendaags verhalend proza van de Spaanstalige Caraïben, Argentinië en Chili (1990-2010). Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project zal de rol worden onderzocht van de Hispano-Amerikaanse canon (vooral dan met betrekking tot preboomschrijvers (1940/50) en boomschrijvers (1960)) in een representatieve selectie uit het verhalend proza van de Spaanstalige Caraïben, Argentinië en Chili (Cono Sur) tussen 1990 en 2010. Het uitgangspunt is dat de Hispano-Amerikaanse literatuur bij uitstek een herschrijvende literatuur is. Er zal voornamelijk worden ingegaan op de expliciete intertextuele aanwezigheid van relevante figuren uit de nationale en transnationale HispanoAmerikaanse canon, de selectie, de mate waarin en wijze waarop (instemmend, kritisch, parodiërend¿) ze literair worden gerepresenteerd en hun functie. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Rita De Maeseneer
Schrijvers uit de Hispano-Amerikaanse canon in het hedendaags verhalend proza van de Spaantalige Caraïben, Argentinië en Chile (1990-2010) Universiteit Gent Abstract: In dit project zal de rol worden onderzocht van de Hispano-Amerikaanse canon (vooral met betrekking tot preboomschrijvers (1990-2010) en boomschrijvers (1960) in een representatieve selectie uit het verhalend proza van de Spaanstalige Caraïben, Argentinië en Chili (Con Sur) tussen 1990-2010. Door het spanningsveld aantrekking/afstoting ten opzichte van voorgangers in deze twee gebieden te bestuderen, kunnen wetmatigheden aangaande canonvorming in het algemeen worden blootgelegd. Organisaties: • Vakgroep Romaanse talen (andere dan het Frans)
Onderzoekers: • Ilse Logie
Schuldeisers aan de onderhandelingstafel. Naar een herwaardering van het vroeg-negentiende-eeuwse Belgische insolventierecht (1808-1850) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Belgian law regarding indebtedness, proclaimed insolvency (faillite) and bankruptcy (banqueroute, which was a crime), of the first half of the nineteenth century, has traditionally
been labelled as severe and out of touch with commercial reality. This image has been built up mainly from normative texts, and in particular on the basis of some sections of the Napoleonic Code de commerce, even though many other left open amicable approaches. For the period from 1808 until 1850 included, the relative importance and the contents of negotiated solutions, which were agreed upon in the meetings of creditors that were organized upon a debtor's faillite, or which had the form of agreements that were drawn up outside the court, have never been studied. Judicial statistics demonstrate that concordats and extrajudicial arrangements were very important, and they suggest continuity with the eighteenth-century situation. In the proposed project, it will be detailed which strategies creditors pursued when being confronted with financial problems of their debtors, thereby using the possibilities of the open-ended legislative framework. The results of the research will add weight to recent arguments pointing to an optimal bankruptcy proceeding as involving the balancing of interests of debtor and creditors. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • Dave DE RUYSSCHER
Scientific personae in cultural encounters in twentieth century Europe (SPICE). KU Leuven Abstract: Science is not only about content and competence. Being and becoming a scientist is also about embodiment and performance. In order to be acknowledged as a (true, good) scientist one has to incorporate culturally anchored roles and repertoires or scientific personae that signify reliability and trustworthiness. Historically, this constituted a specific challenge for women (and other outsiders) who only very slowly entered professional scientific research in the course of the twentieth-century. One of the reasons for this seems to be that most of the roles and repertoires that were traditionally connected to trustworthiness andreliability were connoted as male (white and upper/middle class).The main objective of this project is to analyse the historical construction of scientific personae through scientific travel and internationalexchange in a sample of representative countries from the European periphery (Belgium, the Netherlands and Sweden), between the 1910s and the1970s.Addit Organisaties: • OG Cultuurgesch. vanaf 1750 Leuven
Onderzoekers: • Katelijne Wils
Scientific research into the assassination of Julien Lahaut. KU Leuven Abstract: De moord op Julien Lahaut is een regelmatig terugkerend vraagstuk uit de Belgischenbsp;politiek. Op 18 augustus 1950 werd de voorzitter van de Communistische Partij in zijn woning te Seraing doodgeschoten. Een week tevoren had hij de plechtige ceremonie van de eedaflegging van deKoninklijke prins Boudewijn verstoord met de uitroep Vive la République. Het gerechtelijk onderzoek sleepte 20 jaar aan en leverde geen resultaten op. Onderzoekers formuleerden sindsdien diverse hypothesen. Zij brachten deze politieke moord in verband brachten met de Koude Oorlog en de Koningskwestie en zagen in de collusie met hogere machten de verklaring voor de mislukking van het gerechtelijk onderzoek. In ons onderzoek worden de omstandigheden van de moord en de publieke reacties van pers en politici geanalyseerd, worden de bestaande hypotheses getoetst aan de hand van nieuw bronnenmateriaal, en wordt een verklaring gezocht voor de mislukking van het gerechtelijk onderzoek. Het onderzoek verloop in samenw Organisaties: • OE Centrum voor Politicologie
Onderzoekers: • Emmanuel Gerard
Secessie als een ethisch en wetenschapsfilosofisch probleem. Italië en de Lega Nord. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Wetenschappelijk onderzoek rond nationaliteit en secessie heeft een ethische dimensie, vanwege de betekenis van dergelijk (historisch, sociaal-economisch) onderzoek voor het ontstaan en de ontwikkeling van secessiebewegingen. De methodologische problemen van weteschappelijk onderzoek, namelijk het bepalen van objectieve criteria van wetenschappelijkheid, krijgen daarom in het beoordelen van onderzoek oversecessie ook een normatieve dimensie, omwille van de politieke consequenties van dergelijk onderzoek. Vooralsnog is er echter weining aandacht besteed aan deze band tussen normatieve en methodologische problemen in onderzoek over secessiebewegingen en etnische conflicten. Dit project bestudeert het wetenschappelijk debat in Italië rond het secessionisme van de Lega Nord, en meer bepaald de samenhang tussen de normen en waarden die wetenschappers in dit debat hanteren enerzijds, hun methodologische opties anderzijds. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS
Secularisatie van de politieke filosofie in de vroege moderne Nederlanden Universiteit Gent Abstract: Een bronnenonderzoek naar de secularisering van de politieke filosofie in de vroege moderne Nederlanden (16de - 17de eeuw), als aanzet tot de Verlichting en moderniteit, en met bijzondere aandacht voor het aandeel dat de christelijke dan wel klassieke traditie had in dit proces. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Martin Commers • Tom Claes
Seculiere naastenliefde? Een kritische bevraging aan de hand van de filosofie van Friedrich Nietzsche. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De centrale vraagstelling luidt: in hoeverre is het behoud van naastenliefde in een seculier wereldbeeld mogelijk? We werken deze vraagstelling verder uit in twee probleemstellingen: (1) in hoeverre is ook vanuit niet-godsdienstige optiek naastenliefde intrinsiek verbonden met het idee van een (religieuze) transcendentie, zodat het realiseren ervan binnen een louter seculier wereldbeeld problematisch wordt? (2) Is er dan een vorm van naastenliefde denkbaar die louter gefundeerd is op seculiere gronden? Op welke manier zou deze dan seculier gefundeerd worden? Wij wensen deze doelstellingen te benaderen aan de hand van de filosofie van Friedrich Nietzsche, waar een niet-godsdienstig wereldbeeld tot in zijn uiterste consequenties is doorgedacht. We maken een omvattende studie van de rol van de naastenliefde in het werk van Nietzsche, vertrekkend vanuit de hierboven geformuleerde probleemstellingen. Deze studie wenst op die manier een analytische bijdrage te leveren vanuit
niet-godsdienstige standpunt aan het debat van een seculiere naastenliefde. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • ELSE WALRAVENS
Sekse als sleutel tot succes? Vroegmoderne gegenderde arbeidsmarkten onderzocht aan de hand van 18de eeuwse Brabantse beroepstellingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Door de arbeidsmarkten van zowel mannen als vrouwen te onderzoeken in het vroegmoderne Brabant stel ik de veronderstelde causale relatie tussen vrouwelijke arbeidsmarktpaticipatie en economische groei in vraag. Aangezien de plaatselijke verschillen belangrijk waren, zullen zowel rurale gebieden als kleine en grote steden onderzocht worden. Daarbij zal een onderscheid gemaakt worden tussen gehuwde, alleenstaande en verweduwde mannen en vrouwen. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Laura Van Aert
Semaduct : combinatie van deductieve en inductieve technieken voor lexicale semantiek Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van dit project is de confrontatie en integratie van deductieve en inductieve benaderingen van computerlinguistiek in het domein van de lexicale semantiek. Subprojecten zijn onder meer: de combinatie van gesuperviseerde en niet-gesuperviseerde leertechnieken voor semantische kennisverwerving en desambiguering, incorporatie van linguistische kennis in inductieve technieken, en de verfijning van bestaande semantische tagsets met behulp van machine learning. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
Semantiek en syntaxis van het werkwoord sentir: een Romaans vergelijkende studie Universiteit Gent Abstract: Het voorgestelde project kadert binnen dit onderzoek naar de polysemie van perceptiewerkwoorden, maar richt zich in het bijzonder tot één zeer complex maar weinig bestudeerd element. Het project beoogt meerbepaald de systematische analyse van de semantische en syntactische eigenschappen van sentir in het Spaans en in vergelijkend perspectief met andere Romaanse talen (Frans, Italiaans, Portugees en Catalaans). Organisaties: • Vakgroep Romaanse talen (andere dan het Frans)
Onderzoekers: • Renata Enghels
Semi-automatische softwareverificatie: technieken en evaluatie. KU Leuven Abstract: Jan Tobias Muehlberg Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers: • Frank Piessens
Semi-autonome onderschikking in het Nederlands en Noors. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Jan Nuyts • Karin Beijering
Semi-insubordinatie in het Nederlands en Noors: grammaticale, semantische en discursieve kenmerken. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Jan Nuyts • Karin Beijering
Semi-supervised leertechnieken voor Informatie Extractie. Universiteit Antwerpen Abstract: Informatie Extractie (IE) heeft als doel het extraheren van relevante data uit een verzameling meer of minder gestructureerde documenten. Huidige systemen werden steeds ontwikkeld op basis van geannoteerde data die echter duur en moeilijk te verkrijgen zijn. Daarom wil dit project IE systemen ontwikkelen door middel van semi-supervised leertechnieken, waarbij gebruik wordt gemaakt van grote verzamelingen nietgeannoteerde gegevens, die gemakkelijk te verkrijgen zijn. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Erik Tjong-Kim-Sang • Jan Paredaens • Walter Daelemans
Semi-supervised leertechnieken voor Informatie Extractie. Universiteit Antwerpen Abstract: Informatie Extractie (IE) heeft als doel het extraheren van relevante data uit een verzameling meer of minder gestructureerde documenten. Huidige systemen werden steeds ontwikkeld op basis van geannoteerde data die echter duur en moeilijk te verkrijgen zijn. Daarom wil dit project IE systemen ontwikkelen door middel van semi-supervised leertechnieken, waarbij gebruik wordt gemaakt van grote verzamelingen nietgeannoteerde gegevens, die gemakkelijk te verkrijgen zijn. Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM)
Onderzoekers: • Jan Paredaens
Semi-supervised leertechnieken voor Informatie Extractie. Universiteit Antwerpen Abstract: Informatie Extractie (IE) heeft als doel het extraheren van relevante data uit een verzameling meer of minder gestructureerde documenten. Huidige systemen werden steeds ontwikkeld op basis van geannoteerde data die echter duur en moeilijk te verkrijgen zijn. Daarom wil dit project IE systemen ontwikkelen door middel van semi-supervised leertechnieken, waarbij gebruik wordt gemaakt van grote verzamelingen nietgeannoteerde gegevens, die gemakkelijk te verkrijgen zijn. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
Sentimentalisme en Modernisme in de Vroege Amerikaanse Narratieve Cinema (1915-1928): De films van Frances Marion. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject stelt zich tot doel een meer complexe invulling van de relatie tussen film en moderniteit te formuleren. Het verband tussen film en moderniteit ' in de `modernity thesis' van David Bordwell omschreven als film als moderniteit, een deel van moderniteit en een gevolg van moderniteit ' kan herzien worden en aangevuld met alternatieve en soms tegenstrijdige invloeden. De esthetische respons op de moderniteitgedachte vervat in het modernisme, presenteerde zichzelf als een belichaming van het `nieuwe' en als een radicale breuk met het verleden, waardoor het zichzelf expliciet positioneerde tegen het sentimentalisme, de dominante culturele expressie uit de vorige eeuw. Het sentimentalisme, geassocieerd met een vrouwelijk publiek en vrouwelijke auteurs, werd door het modernisme gelijkgeschakeld met Victoriaanse waarden en normen en als dusdanig verworpen. Met het bewuste oxymoron `sentimental modernism' heeft Suzanne Clark echter aangetoond dat er binnen de modernistische literatuur geproduceerd door vrouwen nog sporen terug te vinden zijn van deze domestieke traditie, dat zij een bredere, inclusieve meer complexe invulling geven aan de problematische term `modernisme'. Deze alternatieve notie van modernisme geldt ook voor vroege stille klassieke film. In de beginjaren van Hollywood werd vijftig procent van de geproduceerde films geschreven door vrouwen. Deze succesvolle scenaristen putten inspiratie uit de novelles, kortverhalen en toneelstukken uit de vorige eeuw die waren geschreven binnen een sentimentele traditie en die populair, melodramatisch (sensationeel en affectief) waren en zich richtten op een breed vrouwelijk publiek. Naast moderne eigenschappen zoals de productietechniek, een fascinatie met moderne technologieën, montagetechnieken en moderne fenomenen (`flappers', de Nieuwe Vrouw, suffragettes, urbanisatie, kapitalisme, WW1), vertoonde vroege film ook sentimentele aspecten. Het werk van scenariste Frances Marion, de meest succesvolle schrijfster in Hollywood gedurende de stille periode, is exemplarisch voor deze vaststelling. Haar werk binnen Hollywood (van circa 1916 tot 1929) toont aan dat het moderne medium film kan gezien worden als een gedeeltelijke voorzetting van een sentimentele esthetiek, zonder daarbij in te boeten als een moderne en modernistische expressie. Organisaties: • Instituut Joodse Studies
Onderzoekers: • Vivian Liska • Anke Brouwers
Sentimentalisme en Modernisme in de Vroege Amerikaanse Narratieve Cinema : De films van Frances Marion. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject stelt zich tot doel een meer complexe invulling van de relatie tussen film en moderniteit te formuleren. Het verband tussen film en moderniteit ' in de `modernity thesis' van David Bordwell omschreven als film als moderniteit, een deel van moderniteit en een gevolg van moderniteit ' kan herzien worden en aangevuld met alternatieve en soms tegenstrijdige invloeden. De esthetische respons op de moderniteitgedachte vervat in het modernisme, presenteerde zichzelf als een belichaming van het `nieuwe' en als een radicale breuk met het verleden, waardoor het zichzelf expliciet positioneerde tegen het sentimentalisme, de dominante culturele expressie uit de vorige eeuw. Het sentimentalisme, geassocieerd met een vrouwelijk publiek en vrouwelijke auteurs, werd door het modernisme gelijkgeschakeld met Victoriaanse waarden en normen en als dusdanig verworpen. Met het bewuste oxymoron `sentimental modernism' heeft Suzanne Clark echter aangetoond dat er binnen de modernistische literatuur geproduceerd door vrouwen nog sporen terug te vinden zijn van deze domestieke traditie, dat zij een bredere, inclusieve meer complexe invulling geven aan de problematische term `modernisme'. Deze alternatieve notie van modernisme geldt ook voor vroege stille klassieke film. In de beginjaren van Hollywood werd vijftig procent van de geproduceerde films geschreven door vrouwen. Deze succesvolle scenaristen putten inspiratie uit de novelles, kortverhalen en toneelstukken uit de vorige eeuw die waren geschreven binnen een sentimentele traditie en die populair, melodramatisch (sensationeel en affectief) waren en zich richtten op een breed vrouwelijk publiek. Naast moderne eigenschappen zoals de productietechniek, een fascinatie met moderne technologieën, montagetechnieken en moderne fenomenen (`flappers', de Nieuwe Vrouw, suffragettes, urbanisatie, kapitalisme, WW1), vertoonde vroege film ook sentimentele aspecten. Het werk van scenariste Frances Marion, de meest succesvolle schrijfster in Hollywood gedurende de stille periode, is exemplarisch voor deze vaststelling. Haar werk binnen Hollywood (van circa 1916 tot 1929) toont aan dat het moderne medium film kan gezien worden als een gedeeltelijke voorzetting van een sentimentele esthetiek, zonder daarbij in te boeten als een moderne en modernistische expressie. Organisaties: • Instituut Joodse Studies
Onderzoekers: • Vivian Liska • Anke Brouwers
Sentimentalisme en Modernisme in stille Amerikaanse narratieve cinema: de films van Frances Marion (1914-1928). Universiteit Antwerpen
Abstract: Dit onderzoeksproject stelt zich tot doel een meer complexe invulling van de relatie tussen film en moderniteit te formuleren. Het verband tussen film en moderniteit ' in de `modernity thesis' van David Bordwell omschreven als film als moderniteit, een deel van moderniteit en een gevolg van moderniteit ' kan herzien worden en aangevuld met alternatieve en soms tegenstrijdige invloeden. De esthetische respons op de moderniteitgedachte vervat in het modernisme, presenteerde zichzelf als een belichaming van het `nieuwe' en als een radicale breuk met het verleden, waardoor het zichzelf expliciet positioneerde tegen het sentimentalisme, de dominante culturele expressie uit de vorige eeuw. Het sentimentalisme, geassocieerd met een vrouwelijk publiek en vrouwelijke auteurs, werd door het modernisme gelijkgeschakeld met Victoriaanse waarden en normen en als dusdanig verworpen. Met het bewuste oxymoron `sentimental modernism' heeft Suzanne Clark echter aangetoond dat er binnen de modernistische literatuur geproduceerd door vrouwen nog sporen terug te vinden zijn van deze domestieke traditie, dat zij een bredere, inclusieve meer complexe invulling geven aan de problematische term `modernisme'. Deze alternatieve notie van modernisme geldt ook voor vroege stille klassieke film. In de beginjaren van Hollywood werd vijftig procent van de geproduceerde films geschreven door vrouwen. Deze succesvolle scenaristen putten inspiratie uit de novelles, kortverhalen en toneelstukken uit de vorige eeuw die waren geschreven binnen een sentimentele traditie en die populair, melodramatisch (sensationeel en affectief) waren en zich richtten op een breed vrouwelijk publiek. Naast moderne eigenschappen zoals de productietechniek, een fascinatie met moderne technologieën, montagetechnieken en moderne fenomenen (`flappers', de Nieuwe Vrouw, suffragettes, urbanisatie, kapitalisme, WW1), vertoonde vroege film ook sentimentele aspecten. Het werk van scenariste Frances Marion, de meest succesvolle schrijfster in Hollywood gedurende de stille periode, is exemplarisch voor deze vaststelling. Haar werk binnen Hollywood (van circa 1916 tot 1929) toont aan dat het moderne medium film kan gezien worden als een gedeeltelijke voorzetting van een sentimentele esthetiek, zonder daarbij in te boeten als een moderne en modernistische expressie. Organisaties: • Instituut Joodse Studies
Onderzoekers: • Vivian Liska • Anke Brouwers
Serialiteit in de contemporaine 'langetermijntelevisieserie': Remediatie en migratie van het feuilleton. KU Leuven Abstract: Dit project bestudeert nieuwe hedendaagse vormen van televisieseries met een cumulatief verhaal dat een heel seizoen of serie beslaat dit in tegenstelling tot de traditionele tv-serie met afzonderlijke verhalen per aflevering. Dit soort feuilleton, ook wel gekend als de 'langetermijntelevisieserie', is bijzonder populair geworden in het vorige decennium, en verschilt van voorgangers in de complexiteit van de vertelling. Dit project zal focussen op drie facetten van deze tv-series: hoe de narratieve serialiteit teruggrijpt naar vroegere seriële vormen in andere media; hoe de complexiteit van de verhaallijnen een 'vast narrative'vormt, met takken naar andere teksten en media; en hoe serialiteit gegarandeerd wordt via de onderliggende narratologische structuur van de afleveringen, seizoenen en series. Organisaties: • OG Literatuur en Cultuur Leuven
Onderzoekers: • Jan Baetens • Thomas Van Parys
"Seriously, it's just beyond a joke now": Tussen beleefdheid en onbeleefdheid – 'plagen' in Big Brother. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bestudeert 'plagen' in twee varianten van het Engels, en wil zo tekorten in het onderzoek naar beleefdheid en onbeleefdheid remediëren. Het project streeft ernaar (1) om de eenvoudige oppositie beleefdheid/onbeleefdheid die veel vroeger werk karakteriseert te overstijgen, (2) bijzondere aandacht te besteden aan interpretaties vanwege hoorders, (3) de relatie te verduidelijken tussen alledaagse concepten van (on)beleefdheid en analytische begrippen, en (4) de culturele variabilitiet van (on)beleefdheidpraktijken te exploreren. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren
Seven Narratives. An Analysis of the Contemporary Scholarly Discourse onReligion KU Leuven Abstract: Though taking shape in diverse forms of philosophical expression, naturalism functions as a movement of finitazation directed towards both thought and being as they were treated in pre-modern Great Chain (GC)ontology. I aim in this dissertation to trace this reductive movement of thought from the GC to scientific materialism, subsequently elaborating three attempts within naturalism to respond to the problems stemming from SM'sunrelenting reductionism. I conclude with a reflection on the viabilityof naturalism's ontology, even in its alternate forms, by reference to the question of transcendence. Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • William Desmond • N. N.
SF fellowship Ashish ARORA KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Reinhilde Veugelers • Bruno Cassiman • Rene Belderbos
Shakespeare and Irish Romanticism KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Literat-Discours-Identiteit Leuven
Onderzoekers: • Raphaël Ingelbien • Benedicte Seynhaeve
Shakespeare en de Ierse Romantiek. KU Leuven Abstract: Dit project zal leemtes vullen in de studie van de Ierse romantiek en van de internationale receptie van het werk van Shakespeare. Het biedt een analyse aan van de manier waarop drie Ierse romantische schrijvers (Lady Morgan, Charles Robert Maturin and James Clarence Mangan) Shakespearegebruikten. Intertekstuele sporen van Shakespeare in hun werk zullen gecategoriseerd worden aan de hand van intertekstuele theorieën. Hun functie zal dan beoordeeld worden aan de hand van vergelijkingen met andere, gelijkaardige soorten van Shakespeareaanse intertekstualiteit: de openheid voor de invloed van Shakespeare bij de Engelse Romantiek, het ideologisch gebruik van Shakespeare door culturele nationalisten in Europa tijdens de Romantiek, de adapties van Shakespeareaanse plots in griezelromans, postkoloniale herschrijvingen van Shakespeare, en de dubbelzinnige houding van vooral 20ste-eeuwse Ierse schrijvers t.a.v. de meest canonische Engelse auteur. Het project zal verbanden bestuderen tussen het Organisaties: • OG Literat-Discours-Identiteit Leuven
Onderzoekers: • Raphaël Ingelbien
Shifting ground? Nobility, lordship and state formation in sixteenth-century Low Countries (case studies: Brabant and Flanders) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Nieuwe Tijd Leuven
Onderzoekers: • Violet Soen • Miet Adriaens
Signoor in China: Opera's op Nederlandse tekst in Antwerpen (1759-1761). Universiteit Antwerpen Abstract: De geschiedenis van de opera in Antwerpen werd in het verleden slechts sporadisch beschreven. Dankzij de recente vondst van vier opera's op Nederlandse tekst, kan in samenhang met andere historische bronnen voor het eerst systematisch onderzoek worden verricht naar een nog onbeschreven pagina van de Vlaamse muziekgeschiedenis. Uitvoering en analyse van deze werken zal aangeven welke de plaats van dit repertoire is binnen de bredere Europese context. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
Singulariteit en herhaling: Maurice Blanchot over het neutrum en de conditie van de subjectiviteit Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstelling van het project is een Nederlandse vertaling te realiseren van de belangrijkste teksten van Blanchot over het thema van het neutrum. De filosofische relevantie van deze notie wordt door de auteur aangegeven in discussie met het hedendaagse filosofische vertoog dat onder invloed staat van de filosofie van Heidegger en in relatie tot de modernistische transformatie van de narratieve structuur van de roman. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Arthur Cools
Singulariteit en verantwoordelijkheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Op het eerste gezicht lijkt de vraag naar verantwoordelijkheid een vraag naar vrijheid te zijn: is men verantwoordelijkheid voor de eigen handelingen/daden omdat men deze vrijwillig heeft gekozen/verricht? In het recente filosofische debat dat is geïnspireerd door de filosofie van Emmanuel Levinas, wordt verantwoordelijkheid echter begrepen als het gevolg van een appèl, als een opdracht die niet het gevolg is van een vrije keuze, maar die op een passieve manier wordt ontvangen. Dit appèl wordt ontvangen door een singuliere persoon of kan enkel worden beantwoord door deze persoon. Levinas' concept van verantwoordelijkheid werd inmiddels in vraag gesteld door vele critici, zoals Jean-Luc Marion en Paul Ricoeur, die beiden betwijfelen dat Levinas' appèl tot verantwoordelijkheid kan worden begrepen als singulier. De kritieken van Marion en Ricoeur wijzen op het fundamentele probleem van een ethiek van de verantwoordelijkheid: hoe kan een appèl dat per definitie (als appèl van het goede) is geadresseerd aan iedereen,om een antwoord vragen dat ik alleen kan geven? Het volgende onderzoeksproject behandelt precies deze vraag en wil meer bepaald de volgende drie vragen zorgvuldig onderzoeken. 1.) Kan het appèl van het goede singulier zijn zodat het mogelijk wordt om te zeggen dat het mij singularitseert? 2.) Kan een passief appèl voor verantwoordelijkheid resulteren in een concreet ethisch handelen? 3.) In welke zin is vrijheid afhankelijk van een singulier, ethisch handelen? Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Arthur Cools • Geoffrey Dierckxsens
Singulariteit en Verantwoordelijkheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Op het eerste gezicht lijkt de vraag naar verantwoordelijkheid een vraag naar vrijheid te zijn: is men verantwoordelijkheid voor de eigen handelingen/daden omdat men deze vrijwillig heeft gekozen/verricht? In het recente filosofische debat dat is geïnspireerd door de filosofie van Emmanuel Levinas, wordt verantwoordelijkheid echter begrepen als het gevolg van een appèl, als een opdracht die niet het gevolg is van een vrije keuze, maar die op een passieve manier wordt ontvangen. Dit appèl wordt ontvangen door een singuliere persoon of kan enkel worden beantwoord door deze persoon. Levinas' concept van verantwoordelijkheid werd inmiddels in vraag gesteld door vele critici, zoals Jean-Luc Marion en Paul Ricoeur, die beiden betwijfelen dat Levinas' appèl tot verantwoordelijkheid kan worden begrepen als singulier. De kritieken van Marion en Ricoeur wijzen op het fundamentele probleem van een ethiek van de verantwoordelijkheid: hoe kan een appèl dat per definitie (als appèl van het goede) is geadresseerd aan iedereen,om een antwoord vragen dat ik alleen kan geven? Het volgende onderzoeksproject behandelt precies deze vraag en wil meer bepaald de volgende drie vragen zorgvuldig onderzoeken. 1.) Kan het appèl van het goede singulier zijn zodat het mogelijk wordt om te zeggen dat het mij singularitseert? 2.) Kan een passief appèl voor verantwoordelijkheid resulteren in een concreet ethisch handelen? 3.) In welke zin is vrijheid
afhankelijk van een singulier, ethisch handelen? Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Arthur Cools • Geoffrey Dierckxsens
Site catchment analysis van een Romeinse stad: bijdrage tot de studie van romanisatie en urbanisatie in Lusitanië Universiteit Gent Abstract: Het project stelt de introductie voor van een innovatieve, sterk itnerdisciplinaire aanpak in het kader van het archeologische nederzettingsonderzoek binnen de onderzoeksdiscipline van de Romeinse Mediterrane Archeologie. De toepassing van de methode van "Site Catchment Analysis" in het odnerzoek van het Romeinse landschap rond stedensites in het Mediterrane gebied moet een totaal vernieuwde aanpak lanceren van de studie van wisselwerkingen tussen stad en territorium in de Klassieke wereld. Als testgebied wordt een case study uitgewerkt in Romeins Portugal (Lusitanië), waar diverse omstandigheden ideaal zijn voor de uitvoering van deze nieuwe aanpak. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Frank Vermeulen
Situationele factoren bij de productie van geflecteerde woordvormen: een psycholinguïstische en computationele benadering. Universiteit Antwerpen Abstract: De productie van geïnflecteerde woordvormen zoals het meervoud of de verleden tijd wordt traditioneel beschouwd als een proces dat vooral steunt op morfologische, fonologische en syntactische karakteristieken van de basisvorm. Hoewel descriptieve grammatica's in deze context ook metalinguïstische informatie vermelden, wordt daar in recente invloedrijke modellen van taalproductie, zoals Steven Pinkers Words and Rules theorie uit 1999, geen aandacht aan besteed. In een recent experiment toonden wij echter aan dat sprekers van het Nederlands metalinguïstische informatie gebruiken als hen gevraagd wordt meervouden te genereren voor pseudowoorden. Deze resultaten ondermijnen niet enkel Minkers assumptie dat het Nederlands twee default meervouden heeft die enkel op basis van fonologische informatie toegekend worden, maar ze werpen ook de fundamentele vraag op of modellen met een regelgebaseerde component überhaupt in staat zijn om metalinguïstische informatie te incorporeren. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans • Dominiek Sandra • Heike Martensen
Slavische intellectuelen op de Habsburgse Balkan, hun culturele en institutionele netwerken en hun invloed op het cultuurnationalisme in de eerste helft van de negentiende eeuw Universiteit Gent Abstract: De hoofdfiguur van ons onderzoek is Jermey kopitar (1780-1844), een Sloveense intellectueel, die gekenmerkt wordt door zijn pioniersrol in het ontstaan van het Sloveense nationale bewustzijn zijn internationale contacten en netwerken zullen worden bestudeerd in het kader van het Sloveense cultuurnationalisme in de eerste helft van de negentiende eeuw. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Raymond Detrez
Slim Computer-geassisteerde Vertalingsomgeving Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie
Onderzoekers: • Veronique Hoste
S&L : "Speak and Learn": Taalcursus voor uitwisselingsstudenten (17 talen van de EU-lidstaten op Mobile-apparaten) Universiteit Hasselt Abstract: Dankzij de Erasmus, Leonardo en Comenius-programma's, neemt de mobiliteit van jonge Europeanen toe. Echter, het komt heel vaak voor dat studenten moeite hebben om aan te passen aan een nieuw land omdat ze de lokale taal niet spreken. Bovendien hebben ze communicatieproblemen die voortvloeien uit het feit dat het Engels, Duits of Frans, die meestal op scholen worden geleerd als tweede taal, niet wordt gesproken door de mensen van alle EU-lidstaten. Daarom is het zeer nuttig voor de deelnemers van deze programma's om een basiskennis te hebben van de taal van het land waar ze naartoe reizen. Vertrouwd raken met de belangrijkste uitspraakregels en de meest typische standaardzinnen is al erg behulpzaam. Het project "Speak and Learn" zal een meertalige interactief audiovisueel product ontwikkelen. Deze "survival kit" zal worden aangemaakt op basis van de talen van de landen die onder Erasmus, Leonardo en Comenius vallen en zal de Europese jongeren in staat stellen de nodige taal op niveau A1 te leren en, indien mogelijk, hun te introduceren op A2-niveau. Het belangrijkste idee achter het product is om te leren overleven in eenvoudige communicatieve situaties in een vreemde taal, niet via een derde taal, d.w.z. het Engels, maar door middel van de moedertaal. Organisaties: • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek
Onderzoekers: • Martine VERJANS
Smart-eye-D: Haalbaarheidsstudie naar de mogelijkheid om radiografiebeelden van schilderijen met een verhoogd absorptiecontrast te registreren. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project willen we nagaan of het mogelijk is om de kwaliteit van radiografiebeelden, vergaard van 18-20e eeuwse schilderijen, te verbeteren. Hiervoor zijn we op zoek naar een methode die kleine absorptiecontrastverschillen, die tot nog toe onzichtbaar blijven, kan visualiseren.
Organisaties: • AXES • Chemometrie (Mitac 3)
Onderzoekers: • Pierre Van Espen
Smells like teen spirit? Tienertaal, attitudes en identiteitspraktijken in multi-etnische stedelijke vriendengroepen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jürgen Jaspers
SMS4PA : Sound management systems for public adress systems. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het SMS4PA project worden digitale signaalverwerkings-algoritmes onderzocht met als doel het verbeteren van de verstaanbaarheid van gesproken boodschappen in public address (omroep) systemen. Meer specifiek betekent dit dat we onderzoeken hoe we de spraaksignalen zelf kunnen aanpassen zodat deze beter verstaanbaar blijven wanneer ze weergegeven worden in een lawaaierige omgeving. Hiertoe zullen we twee belangrijke groepen technieken toepassen, dynamische compressie en Clear Speech. Met behulp van dynamische compressie [1] zal eerst een snel tijdsvariërende en signaalafhankelijke versterking toegepast worden op het signaal, zodat elk foneem op zich maximaal versterkt wordt (zodat elk foneem op zich zo goed mogelijk hoorbaar is). Daarna zal dit uitgebreid worden met frequentie-afhankelijke versterking, zodat het signaal aangepast kan worden aan de lawaaierige akoestische omgeving. Het Clear Speech aspect van het onderzoek houdt in dat we de spraak op een natuurgetrouwe manier zullen omvormen zodat het lijkt alsof de spreker extra zijn best doet om beter verstaanbaar te zijn. Dit proberen we te bereiken door de spraaksignalen op een niet-uniforme manier te schalen in functie van de tijd (spraak vertragen) [2], en door de formanten van het spraaksignaal aan te passen.
[1] Udo Zölzer, Ed., DAFx - Digital Audio Effects, chapter 5, pp. 95105, John Wiley & Sons, 2002. [2] W. Verhelst, D. Van Compernolle and P. Wambacq. 'A Unified View on Synchronized Overlap-Add Methods for Prosodic Modification of Speech.' In Proc. International Conference on Spoken Language Processing, volume II, pages 63-66, Beijing, China, October 2000. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • WERNER VERHELST • Henk BROUCKXON • Samuel CORVELEYN
Sociaal-economische context en verspreiding van de Vlaamse schilderkunst van de zeventiende eeuw (1585-1700). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Opzet van het project is aan de hand van een samenwerking tussen kunsthistorici en sociaal -economische historici enkele aspecten van de Vlaamse schilderkunst te belichten die totnogtoe onvoldoende belangstelling hebben gekregen: de omstandigheden, collectieve en individuele, waarin de productie georganiseerd en tot stand is gekomen. (A) ; de contemporaine kunstmarkt in zijn meest brede betekenis: een studie van de opdrachtgevers en van de manier waarop het kunstobject functioneert in de verschillende maatschappelijke ''niches" (B) ; de verspreiding vanaf de 17de eeuw van de vlaamse schilderijen over europa, later de wereld en de partiële hergroepering ervan in muscale en andere collecties, waarvan de mechanismen dienen te worden onderzocht. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie • Geschiedenis
Onderzoekers: • HUGO SOLY • CARL VAN DE VELDE
Sociaal-economische ongelijkheid herbekeken. Een onderzoek op de lange termijn en in een comparatief kader: Vlaanderen en Brabant, 15de-18de eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Enerzijds heeft dit onderzoek tot doel onze kennis over economische en sociale ontwikkeling te vergroten. Zo hopen we een breder (historisch) perspectief te kunnen verschaffen aan de in de sociologie en economie steeds terugkerende vragen rond inkomens- en welvaartsongelijkheid en hoe deze adequaat kunnen gemeten worden (Lambert, 2001; Champernowne & Cowell, 1998; Milanovic, 2005). Aangezien de huidige methodes in het historisch onderzoek een aantal belangrijke tekortkomingen vertonen (Blondé, 2004), zal in de eerste fase van het onderzoek voornamelijk op basis van secundaire bronnen een grondige ijking van het methodologisch instrumentarium voor de meting van sociaal-economische ongelijkheid in de vroeg-moderne periode betracht worden. Anderzijds zal ook voor het eerst getracht worden om een beter inzicht te verkrijgen in de lange-termijnevolutie van de Vlaamse en Brabantse maatschappelijke structuren in de vroegmoderne periode. Zowel sociale, politieke, als cultuurhistorische studies lijden immers onder een gebrek aan sociale ijking. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Gerlinde Verbist • Wouter Ryckbosch
Sociaal-economische ongelijkheid in de Zuidelijke Nederlanden, 15de-18de eeuw. Een interdisciplinair onderzoek naar de meting en interpretatie van maatschappelijke ongelijkheden in preïndustriële samenlevingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het thans beschikbare onderzoek naar sociale ongelijkheid in de Zuidelijke Nederlanden, 15de-18de eeuw wordt gekenmerkt door een gebrekkige methodologie en door de afwezigheid van een comparatief en lange-termijn-perspectief. De hoofddoelstelling van dit onderzoeksproject bestaat a) in het aanpassen en toepassen van het meetinstrumentarium voor sociale ongelijkheid in het historisch onderzoek; b) een herevaluatie van de bestaande historiografie over sociale ongelijkheid in het licht van deze vernieuwde onderzoeksaanpak.
Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Gerlinde Verbist • Peter Stabel
Sociaal kapitaal in Antwerpse ambachten, 16de eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt onderzocht hoe het georganiseerde middenveld van het 16de-eeuwse Antwerpen reageerde op de toenemende spanningen binnen het stedelijk weefsel. In de 'lange' 16de eeuw kreeg Antwerpen te maken met ontwrichtende evoluties als het ontstaan van een moderne '(handels)kapitalistische' economie en staatsvormingsprocessen, die proletarisering, massale immigratie en een verlies aan autonomie voor de lokale 'civil society' tot gevolg hadden. De vraag is wat deze ontwikkelingen betekenden voor het 'sociaal kapitaal' in de stad en welke politieke en discursieve acties verenigingen (in casu ambachten) ontwikkelden met het oog op het behoud of de ontplooiing ervan. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bert De Munck
Sociability in media architecture KU Leuven Abstract: Het belang van de gebouwde omgeving als de plaats bij uitstek voor sociale interactie verkleint door de toenemende interactie tussen computers en mensen. Terzelfdertijd hebben ontwikkelingen in licht- en schermtechnologieën en constructiematerialen geleid tot nieuwe vormen van 'media architectuur' die over de mogelijkheid beschikken om de interacties tussenmens en plaats te faciliteren. Media architectuur wordt echter voornamelijk opgericht voor commerciële, artistieke of ontspanningsdoeleinden, leunt niet aan tegen het omliggende sociale weefsel, en negeert de bestaande architecturale en stedelijke structuren.Het onderzoek analyseert functionele parameters die de sociale aanvaarding en relevantie vanmedia architectuur beïnvloeden. Dit moet leiden tot de ontwikkeling vannieuwe architecturale interfaces waarbij de ruimtelijke en sociale kwaliteiten van de omgeving intrinsieke ontwerpparameters zijn. Dit moet leiden tot inzicht van architecten en stedenbouwkundigen in het potentieel van Organisaties: • Departement Architectuur
Onderzoekers: • Andrew Vande Moere • Niels Wouters
Social Cognition and the Emergence of Institutions KU Leuven Abstract: The project aims at developing a theory about the dynamics of institutions as viewed from (i) evolutionary and (ii) historical timescales. It integrates current theories in social ontology with current developments in evolutionary psychology and theories of social cognition. Organisaties: • OE Centr. Logica en Analyt. Wijsbegeerte
Onderzoekers: • Andreas De Block • Filip Buekens • Stijn Van Tongerloo
Social Commerce and business intelligence techniques. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG LIRIS Leuven
Onderzoekers: • Bart Baesens
Sociale cognitie en de emergentie van instituties. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centr. Logica en Analyt. Wijsbegeerte
Onderzoekers: • Andreas De Block • Filip Buekens
Sociale differentiëring van standaardisering en schrijftradities in het Brugse in de periode 1750-1830. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds 1995 (aanvangdatum eerste aspirantmandaat) onderzoek ik de taalsituatie in het 19de-eeuwse Vlaanderen vanuit een historischsociolinguïstische invalshoek. Er wordt daarbij gestreefd naar een overzicht van de feitelijke taalvariatie in de diverse geledingen van de toenmalige samenleving, op basis van origineel bronnenonderzoek. De taalsituatie in Brugge fungeert als case-study. Na het afgeronde onderzoek naar de taal van de lagere en de middenklasse (doctoraat) wordt nu als sluitstuk het taalgebruik van de hogere klassen onderzocht. Hiervoor zullen in diverse archieven originele documenten verzameld worden, die dan nadien bewerkt worden tot een elektronisch bevraagbaar corpus dat geanalyseerd zal worden op het vlak van de spelling, de grammatica en de stijl . Ook aan de functies van de verschillende taalvariëteiten wordt aandacht besteed. Organisaties: • Centrum voor Linguistiek
Onderzoekers: • ROLAND WILLEMYNS • WIM VANDENBUSSCHE
Sociale geschiedenis van de Limburgse Mijnen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Aandacht voor de geschiedenis van de Europese mijnen is de laatste tijd groot. Wat België en Limburg betreft, blijven verschillende aspecten echter onderbelicht, met name de geschiedenis van de werkomstandigheden, arbeidsverhoudingen en syndicalisme in de 20ste eeuw. aan regionale en bedrijfsgebonden specifiteiten werd vrijwel geen aandacht besteed, hoewel deze zeer relevant zijn op het nationale niveau. Dit project wil deze lacunes opvullen. Komen aan bod : gedragingen en aspiraties van de arbeiders, hun onderlinge belangenverschillen, de werkomstandigheden (en meer in het bijzonder de loonvorming en de conflicten daarrond), de syndicalisatie en de arbeidsverhoudingen. de centrale vraagstelling is het nauwe verband tussen de arbeidsomstandigheden en de arbeidverhoudingen : zij werken wederzijds op elkaar in. Organisaties: • Geschiedenis • Metajuridica
Onderzoekers: • PETER SCHOLLIERS • DIRK LUYTEN
Sociale geschiedenis van de Limburgse Mijnen (1917-1985). Arbeidsverhoudingen, arbeidsomstandigheden, lonen, syndicalisme. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt de studie van de sociale geschiedenis van het Limburgse mijnbekken. Er wordt vertrokken van het micro-niveau: de afzonderlijke zetels. Daarbij worden zowel de arbeidsomstandigheden met nadruk op het loon als op de arbeidsverhoudingen en het syndicalisme bestudeerd. Nagegaan wordt op welke wijze arbeidsomstandigheden en arbeidsverhoudingen op elkaar inwerken. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • PETER SCHOLLIERS
Sociale mobiliteit in het klassieke Athene Universiteit Gent Abstract: Een onderzoek naar de mogelijkheden, patronen en determinerende factoren van sociale mobiliteit in het vijfde- en vierde-eeuwse Athene. Het project stelt zich als doel een nieuw interpretatiemodel te ontwikkelen, dat in staat zal zijn de contrasterende visies binnen het academische debat omtrent de aard van de Atheense maatschappij te verzoenen. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Andries Johan Zuiderhoek
Sociale mobiliteit, partnerkeuze, huwelijk en gezinsvorming onder migranten. Een levensloopbenadering van migratie en integratie in drie West-Europese havensteden: Antwerpen, Rotterdam en Stockholm, 1850-1914. KU Leuven Abstract: Met behulp van drie grote historisch-demografische databases (de Antwerpse Cor* Database, de Historische Streekproef Nederland en de Historische Stockholm Database) wordt het integratieproces van migranten in Antwerpen, Rotterdam en Stockholm bestudeerd voor de periode 1850-1914. De focus ligt op drie kernsociologische onderwerpen: sociale mobiliteit, partnerkeuze en gezinsvorming. Er wordt gebruik gemaakt van het levensloopperspectief, aangezien uit voorgaand onderzoek is gebleken, dat dit een uitstekende benadering is voor het bestuderen van de keuzes en ervaringen van migranten. Havensteden vormen de plaats van onverzoek aangezien deze oorden zowel door interne als internationale en zowel door tijdelijke als permanente migranten in groten getale werden bezocht. De keuze voor Antwerpen, Rotterdam en Stockholm heeft te maken met de verschillende economische en demografische structuren waardoor deze havensteden gekenmerktwerden. Wij verwachten dat verschillen op de lokale arbeidsmarkt Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Koenraad Matthys • Jan Kok • Paul Puschmann
Sociale ongelijkheid en mobiliteit in de lange zestiende eeuw: 's-Hertogenbosch en haar Meierij. Universiteit Antwerpen Abstract: De historische belangstelling voor de dynamieken van sociale ongelijkheid is opvallend mager. Vooral met betrekking tot de laat middeleeuwse en vroegmoderne Nederlanden is verrassand weinig geweten over patronen van sociale en economische mobiliteit binnen haar talrijke steden. Gewapend met een aantal uitzonderlijke bronnen hoopt dit project bij te dragen tot onze kennis en begrip van de ongelijkheden en mobiliteiten van een typische ancien régime stad, en van de bijhorende processen van (re)productie. Intergenerationale transfers van allerlei goederen zullen een centrale plaats innemen in zowel analyse als theorie. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Peter Stabel • Jord Hanus
Sociale ongelijkheid en mobiliteit in de lange zestiende eeuw: 's-Hertogenbosch en haar Meierij. Universiteit Antwerpen Abstract: De historische belangstelling voor de dynamieken van sociale ongelijkheid is opvallend mager. Vooral met betrekking tot de laat middeleeuwse en vroegmoderne Nederlanden is verrassand weinig geweten over patronen van sociale en economische mobiliteit binnen haar talrijke steden. Gewapend met een aantal uitzonderlijke bronnen hoopt dit project bij te dragen tot onze kennis en begrip van de ongelijkheden en mobiliteiten van een typische ancien régime stad, en van de bijhorende processen van (re)productie. Intergenerationale transfers van allerlei goederen zullen een centrale plaats innemen in zowel analyse als theorie. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Peter Stabel
• Jord Hanus
sociale rechtvaardigheid en nationale identificatie. Een sociale geschiedenis van oorlogsnationalisme in België, 19141925 Universiteit Gent Abstract: Doel van dit project is een sociaalhistorische analyse van nationalisme van de lagere en middengroepen (in het bijzonder arbeiders, middenstanders en boeren) in België tijdens en na WOI. Dit project richt zich op de vraag waarom en tot op welke hoogte die sociale groepen zich het nationalisme in oorlogstijd toe eigenen, en hoe ze het concreet inzetten in de interactie. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Antoon Vrints
Sociale recrutering, Studie- en carriereverloop van vrouwelijker VUB-afgestudeerden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het projekt beoogt het studie- en carrièreverloop van afgestudeerde VUB-studenten te bestuderen. Hierbij wordt betracht de vraag te beantwoorden of de toename van het aantal studenten zich ook vertaald heeft in een toegenomen proportie vrouwen in kaderfunkties. Meer in detail zal onderzogd worden welk het effekt is van geslacht, sociale achtergrond, studiekeuze en - resultaten, partnerkeuze en alg. levensloop op het carrièreverloop van universitair gediplomeerden. Daarbij wordt de vraag gesteld of er zich verschillen voordoen in carrièreverloop tussen de verschillende cohortes en in welke mate men deze kan toeschrijven aan veranderingen in de ekonomische en sociaal-kulturele kontext. Organisaties: • Sociologie • Geschiedenis
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • MACHTELD DE METSENAERE
Sociale relaties binnen consumptieve praktijken. Welstellende huishoudens uit Antwerpen, tweede helft 17de eeuw eerste helft 19de eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar de sociale relaties die schuilgaan achter en vorm krijgen door consumptieve praktijken via kwantitatief en kwalitatief onderzoek naar het verloop van goederen/diensten en handelspartners aan de hand van huishoudjournalen, huishoudelijke rekeningen en briefwisseling toebehorend aan leden van de Antwerpse elite uit de 17de-18de eeuw. Door na te gaan wat er waar en bij wie werd aangekocht, wordt getracht het consumptief sociaal netwerk en de flow-verbruikspatronen te reconstrueren vanuit de actoren zelf, en aldus het hoe en waarom te ontdekken achter consumptieve praktijken, de daaraan verbonden sociale relaties (krediet, reciprociteit, etc.), de omgang met goederen, en eventuele evoluties ter zake. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Tom De Roo
Sociale relaties en consumptieve praktijken van de Antwerpse elite (17de-18de eeuw). Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar de sociale relaties die schuilgaan achter en vorm krijgen door consumptieve praktijken via kwantitatief en kwalitatief onderzoek naar het verloop van goederen/diensten en handelspartners aan de hand van huishoudjournalen, huishoudelijke rekeningen en briefwisseling toebehorend aan leden van de Antwerpse elite uit de 17de-18de eeuw. Door na te gaan wat er waar en bij wie werd aangekocht, wordt getracht het consumptief sociaal netwerk en de flow-verbruikspatronen te reconstrueren vanuit de actoren zelf, en aldus het hoe en waarom te ontdekken achter consumptieve praktijken, de daaraan verbonden sociale relaties (krediet, reciprociteit, etc.), de omgang met goederen, en eventuele evoluties ter zake. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Tom De Roo
Sociale vernieuwing en artistocratseringsprocessen bij de stedelijke elites van laatmiddeleeuws Vlaanderen. Universiteit Gent Abstract: Het onderzoeksproject is gericht op de samenstelling van de stedelijke elites van de grote en middelgrote steden van het graafschap Vlaanderen in de late middeleeuwen. Dit was een sleutelfase in de gescheidenis van stedelijke elites, waarbij deze zich met groeiend succes wisten te affirmeren tegenover de corporatieve middengroepen. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Marc Boone
Social expectancies and emotions in daily life KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Kwant. Psychologie en Indiv. Verschillen
Onderzoekers: • Peter Kuppens
Social Justice in the European Union: Principles for Distributive Justice KU Leuven Abstract: nbsp;The objective of my project is to develop a conception of distributive justice for the European Union. Whereas most accounts of justice beyond the state take either individuals or states to be agents among which justice hold, my project suggests that a conception for justice beyond the state needs to include two sets of principles: one for justice among individuals and another for justice among states.
Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Philippe Van Parijs • Helder De Schutter • Siba Harb
Social tourism and the perception of the offer. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OE Business Management Research Brussel
Onderzoekers: • Tineke Faseur • Britt Jennes
Socio-dialectologische, fonetische en fonologische eigenschappen van /r/ in het Nederlands. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek beoogt ons inzicht in processen van uitspraakvariatie en uitspraakverandering te verdiepen en opdit terrein nieuwe onderzoeksmethoden te ontwikkelen en uit te testen. centraal daarin staat de /r/, een klank die bij uitstek geschikt is om deze doelen te realiseren: de /r/ kent in het Nederlandse taalgebied een groot aantal verschillende varianten, de /r/ ondergaat op dit moment in snel tempo interessante veranderingen en het gedrag van de /r/ vertoont systematische relaties met zowal taalinterne als taalexterne factoren. Om de aard en gedrag van de Nederlandse r in kaart te brengen zal de /r/ zowal vanuit de productie ald vanuit de perceptie worden bestudeerd en zal expertise uit verschillende taalkundige disciplines worden samengebracht: de fenotiek, de fonologie en de variatielinguïstiek. Organisaties: • Centrum voor Linguistiek • Germaanse Talen
Onderzoekers: • ROLAND WILLEMYNS • Evie TOPS
Socio-economic alternatives for a more inclusive Europe 2020 KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • Ides Nicaise
Sociolinguïstisch-etnografische analyse van (sub)standaardiseringsprocessen op school. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstellingen van dit onderzoek zijn: 1. Onderzoeken welke rol Standaardnederlands en substandaardtalige vormen spelen in dagelijkse interactie op school; 2. Analyseren hoe substandaard-vormen interageren of wedijveren met pedagogische doelen en de stem van de leerkracht; 3. Exploreren welke verhoudingen bestaan tussen micro-klaspraktijken en macro-processen in Vlaanderen. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren • Jürgen Jaspers
Sociolinguïstisch onderzoek van de Griekse private brieven op papyrus en ostrakon Universiteit Gent Abstract: Het project zal (1) de standaardformules in brieven syntactisch bestuderen, en van daaruit de epistolaire gebruiken diachroon onderzoeken. (2) Verder zijn private brieven de beste bron van informatie over het dagelijkse Grieks (koinè): de standaardformules zijn het uitgangspunt voor de lexicale en syntactische variatie in het koinè, met aandacht voor sociolecten, registers en tweetaligheid, vooral in de brieven uit archieven. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Marc De Groote
Socrates en Jeugd Vrije Universiteit Brussel Abstract: Uitwisseling van expertise op het vlak van het vreemdetalenonderwijs Organisaties: • Romaanse Talen
Onderzoekers: • MICHEL PIERRARD
Solid State NMR Characterization of Functional Nanoporous Materials KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse
Onderzoekers: • Johan Martens
Solid State NMR Characterization of Functional Nanoporous Materials KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse
Onderzoekers: • Johan Martens
Sollen, wollen en de conjunctief presens. Naar een enkelvoudige beschrijving van de relatie tussen evidentialiteit, modaliteit en indirecte rede. Universiteit Antwerpen Abstract: De deiktische analyse van sollen, wollen en de conjunctief presens, als indicatoren van indirecte verbale informatie, legt een aantal verschillen bloot in de verhoudingen tussen de spreker en de informatiebron in deze elementen. Deze verschillen worden als indicatief gezien voor een gradueel continuüm tussen de categorieën 'evidentialiteit' en 'indirecte rede', die sterker vervlochten lijken te zijn dan voorgaand onderzoek laat vermoeden. Bovendien werpt de deiktische analyse vragen op over de categoriale status van sollen, wollen en de conjunctief presens als modale dan wel evidentiële elementen. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Tanja Mortelmans • Jeroen Vanderbiesen
Sollen, wollen en de conjunctief presens. Naar een enkelvoudige beschrijving van de relatie tussen evidentialiteit, modaliteit en indirecte rede. Universiteit Antwerpen Abstract: De deiktische analyse van sollen, wollen en de conjunctief presens, als indicatoren van indirecte verbale informatie, legt een aantal verschillen bloot in de verhoudingen tussen de spreker en de informatiebron in deze elementen. Deze verschillen worden als indicatief gezien voor een gradueel continuüm tussen de categorieën 'evidentialiteit' en 'indirecte rede', die sterker vervlochten lijken te zijn dan voorgaand onderzoek laat vermoeden. Bovendien werpt de deiktische analyse vragen op over de categoriale status van sollen, wollen en de conjunctief presens als modale dan wel evidentiële elementen. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Tanja Mortelmans • Jeroen Vanderbiesen
Songs without Sunrise: De Italiaanse Risorgimento in Ierse literatuur en Britse geopolitiek, 1815-1870. KU Leuven Abstract: Werken die de geschiedenis van de Ierse literatuur behandelen, bestedenvaak het meeste aandacht aan de ontpopping van een nationale en nationalistische literatuur aan het einde van de negentiende eeuw. Dit project gaat in tegen deze tendens door de Ierse literatuur van de negentiende eeuw te situeren in de context van internationale betrekkingen. Het einddoel van dit project is te analyseren hoe Ierse en Engelse literatuur reageerden op een ideologische inconsistentie in Britse liberale beleidsvorming omwille van geopolitieke redenen steunden negentiendeeeuwse Britse liberalen de onafhankelijkheid van Italië, maar niet die van Ierland en hoe de interactie tussen deze reacties invloed uitoefende op het ontstaan van moderne diplomatie. In een eerste beweging zal dit project daartoe in kaart brengen welk Ierse schrijvers in Italië verbleven in de periode van het Congres van Wenen (1815) tot de inname van Rome (1870), onderzoeken in welke cirkels zij zich bewogen, en een inventarisati Organisaties: • OG Tekst en Interpretatie Leuven
Onderzoekers: • Ortwijn de Graef • Frederik Van Dam
Sounding sound art. Onderzoek naar bestaande en nieuwe uitdrukkingsvormen in de geluidsinstallatiekunst en de toepasbaarheid ervan Hogeschool Gent Abstract: Het doel van dit onderzoek is bestaande uitdrukkingsvormen in de geluidsinstallatiekunst te ontsluiten en mogelijke nieuwe uitdrukkingsvormen te onderzoeken. In een eerste fase wil de onderzoeker inzicht verwerven in geluidsinstallatiekunst door het begrip te definiëren, de grenzen tussen geluidsinstallatiekunst, experimentele instrumentenbouw en beeldende installatiekunst af te bakenen en door het historisch situeren van deze jonge kunststroming. In een tweede fase wordt uitgegaan van de achterliggende technologieën om de verschillende takken binnen geluidsinstallatiekunst te classificeren en te benoemen. Zowel fysieke als niet-fysieke, en interactieve als passieve geluidsinstallatiekunst komen in dit onderzoek aan bod. In een derde fase worden de gebruikte technologieën uitvoerig beschreven en ontsloten, zodat ze beschikbaar kunnen worden gesteld voor vernieuwingsprojecten binnen het onderwijs. Aansluitend zal het eventuele gebruik van nieuwe technieken in de geluidsinstallatiekunst worden onderzocht. De uiteindelijke doelstelling van het onderzoek is om uitgaande van deze resultaten nieuw werk te creëren. Installatiekunst is een vrij jonge kunststroming die nog in volle ontwikkeling is. De kunstwerken zijn vaak interdisciplinair en sterk afhankelijk van technische ontwikkelingen. Het kunstwerk is niet langer een vastomlijnd werkstuk met een afgebakend begin en einde, maar is onderhevig aan veranderingen door interactie met het publiek, de omgeving, de kunstenaar of door het gebruik van algoritmische software. Tot nu toe ging de muziekgeschiedenis voornamelijk uit van neergeschreven zaken, van vastomlijnde werken. Door dit opusdenken dreigt de documentatie van het huidige muzieklandschap voor een groot deel verloren te gaan. De muziekgeschiedenis is methodologisch niet goed uitgerust voor registratie van het actuele landschap. De ‘compositie’ of het ‘muziekstuk’ wordt nog steeds beschouwd als een vastomlijnd geheel dat door de toeschouwer van op afstand waargenomen wordt. Hoe moeten we nieuwe kunststromingen zoals geluidsinstallatiekunst registreren? Cellulaire geluiden, infrarood, sensoren, enz.: technologische ontwikkelingen uit andere wetenschappen worden opgepikt door geluidskunstenaars. Tot nu toe werden de technologieën die binnen installatiekunst gehanteerd worden nog niet uitvoerig beschreven en bleven ze ontoegankelijk. Met dit onderzoek wil ik de bestaande technologieën beschrijven, nieuwe technologieën onderzoeken en deze informatie beschikbaar stellen voor vernieuwingsprojecten binnen het onderwijs. Organisaties: • Departement Conservatorium • Vakgroep Scheppende Muziek
Onderzoekers: • Laura Maes • Godfried-Willem Raes
Sources from the Medieval Law countries (SMLC). A multiple Database System for The Launch of Diplomata Belgica and for a Completely Updated Version of Narrative Source Universiteit Gent Abstract: Sources from the Medieval Low Countries (SMLC) zal mediëvisten in staat stellen geïntegreerde toegang te krijgen tot twee verschillende online databanken: Diplomata Belgica, dat beschrijvingen bevat (en vaak ook full text en foto?s) van alle charters opgesteld in de Zuidelijke Nederlanden voor 1250, en Narrative Sources, dat een overzicht biedt van de middeleeuwse verhalende bronnen geschreven in de Nederlanden voor ca 1500. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Jeroen Deploige
Souvereiniteit en Rechtsstaat: een studie vaar de bijdrage van de Spaanse scholastici (16de eeyw) en hun 17de-eeuwse volgelingen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE De Wulf-Mansioncentrum
Onderzoekers: • Gerd Van Riel • Helder De Schutter • Andrea Robiglio
Speaking to the Eye : Text, Image and Gender in the Middle Ages and Early Modern Times. Universiteit Antwerpen Abstract: Speaking to the Eye : Text, Image and Gender in the Middle Ages and Early Modern Times. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ruusbroecgenootschap
Onderzoekers: • Veerle Fraeters
Specifieke consultancy opdracht mbt. EU projecten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Specifieke consultancy opdracht mbt. EU projecten. Organisaties: • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS • PIETER BALLON
Spectacle and Critique. A phenomenological theory of art in Levinas KU Leuven Abstract: My project tries to diminish the bad reputation of Levinas's reading ofart by examining the phenomenological insights into the nature of art underlying this scheme. It overviews Levinas's tenents on image-consciousness, on account of which his analysis of the change in the temporality of consciousness is reconstructed. As a result, the scene is set for a critique that relocates art in Levinas's theory of hypostatic manifestation and describes the full scope of the temporal shift between anonymity and conceptuality in the reception of artworks. Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • Rudi Visker
Speech algorithms for clinical and educational applications (SPACE). Vrije Universiteit Brussel Abstract: In vele toepassingen van spraaksynthese, zoals computerondersteund taalleren of leestraining, is het van belang dat een ogenblikkelijke feedbazck kan gegeven worden en dat de geproduceerde spraak zeer natuurlijk en zeer verstaanbaar klinkt. Hier wordt een hierarchisch ontwerp voor de spraaksynthesizer voorgesteld en onderzocht, waarbij de spraak wordt samengesteld als een aaneenschakeling van elementen van uiteenlopende duren (diphonen, syllablen, worden, phrases, zinnen, paragrafen). Om correctieve feedback mogelijk te maken, moet het bovendien mogelijk worden bepaalde woorden extra te benadrukken. Daartoe zal onderzoek verricht worden naar geschikte spraak modificatie strategien. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • WERNER VERHELST
"Speelmansmuziek". Onderzoek naar ontstaan, aard en uitvoering van een vergeten muziekrepertoire in de Zuidelijke Nederlanden (ca. 1650 - 1830). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject stelt de zogenaamde "speelmansmuziek", een belangrijk onderdeel van de volksmuziek in Vlaanderen, centraal en richt de focus op dit onderbelichte gedeelte van het Vlaams muzikaal erfgoed. Dit gebeurt op een innovatieve, interdisciplinaire, contextuele en gecombineerd wetenschappelijk-artistieke wijze. Via onderzoek van historische en muzikale bronnen én wisselwerking met creatieve actoren uit het artistieke veld zullen nieuwe wetenschappelijke en artistieke inzichten tot stand komen met betrekking tot samenstelling, ontstaan, functie, en uitvoering van dit repertoire. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
SPICE IPCA : Service platform for innovative communication environment Vrije Universiteit Brussel Abstract: SPICE is een FP6 Integrated Project waarbij de VUB verschillende luiken waarnam, met name op de communicatiewetenschappelijke, bedrijfskundige en juridische aspecten Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Economisch Recht • Communicatiewetenschappen • Economisch, Monetair en Financieel Beleid • Metajuridica
Onderzoekers: • Anna MOSCIBRODA • CAROLINE PAUWELS • PIETER BALLON • Daniel DE BEER DE LAER • FABIENNE BRISON • SERGE GUTWIRTH • LEO VAN HOVE
Spionnen uit de Eerste Wereldoorlog. De repressie van contraspionage inBelgië en Frankrijk tijdens de Eerste Wereldoorlog - een vergelijkende studie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Romeins Recht en Rechtsgeschiedenis
Onderzoekers: • Jozef Monballyu • Stephan Dusil • Katrin Vanheule
Spiritualiteit van het leiderschap: een overzicht van de discussie. Meteen kritische evaluatie van verwijzingen naar christelijke spiritualiteit KU Leuven Abstract: Opvallend in de geschriften en theorieën over hedendaags leiderschap ishun sterke betrokkenheid op spiritualiteit. Een aantal auteurs sluiten echter bij hun onderzoek iedere praktijk- of relqieqebonden spiritualiteit uit. Anderen komen tot meer genuanceerde conclusies en kennen religieuze spiritualiteit een plaats toe in hun onderzoek. Wij vervoegen deze laatste strekking in onze op til staande studie. Leiderschap, dat altjd gebonden is aan waarden en normen, brengt met zich mee dat het functioneren ervan morele acten impliceert. Wij willen dan ook de verschillende opvattingen omtrent spiritualiteit in verband met leiderschap onderzoeken. Organisaties: • OE Theologische en Comparatieve Ethiek
Onderzoekers: • Johan Verstraeten • N. N.
Spirituality-Based Leadership as a Precondition For Responsible Business. Towards Elucidating the Link between Ethics and Spirituality KU Leuven Abstract: Business is a human and social venture. Almost everyone participates init or gets affected by it directly or indirectly, as far as the presentworld of globalization is concerned. In this regard, business is directly relevant to human flourishing. However, when it lacks a human face, or negatively interferes with human needs and aspirations because of the vested interests of a dominant few, business requires to be integrated into a moral framework. Implementing and increasing ethical rules on business conduct will not however guarantee a solution, not only because ofthe changing situation of the market today, but also because it does not sufficiently pay attention to the necessary conditions for responsiblebehaviour. The actual crisis goes very deep and is characterised by an interrelation between two phenomena: (1) the quest for meaning in the workplace and (2) the spiritual roots of responsible leadership. It is therefore necessary to pay attention to both: spirituality in the work p Organisaties: • OE Theologische en Comparatieve Ethiek
Onderzoekers: • Johan Verstraeten • Josin George
Spirituele Moraliteit. De religieuze orden en de deugden in middeleeuws Europa, 1050-1300 KU Leuven Abstract: Spiritual Morality brengt de ontstaansgeschiedenis van de religieuze orden in de hoge middeleeuwen in kaart op basis van een interne als ook een vergelijkende analyse van de stichtingsdocumenten. Deze documenten laten zien hoe bepaalde spirituele normen en morele structuren de ordes vanaf hun vroegste begin (1050-1300) onderscheidend hebben vormgegeven. Aande hand van een nieuwe methodologie gebaseerd op de formele categorieënidentiteit (primaire ideeën en proposities), autoriteit (instanties en opdrachten) en rationaliteit (structuren en processen), zal de moraliteit van de orden bestudeerd worden in termen van de deugden- en zondenschema#s die in de diverse theoretische en praktische kaders ter sprake komen; kaders die tot nu toe vaak slechts bestudeerd zijn voor singuliere orden en binnen specifieke religieuze domeinen, of buiten een breder intellectueel en spiritueel perspectief op de institutionele geschiedenis. Organisaties: • OE Geschiedenis van Kerk en Theologie
Onderzoekers: • N. N. • Robertus Faesen
Spoken jagen. Een kritische studie van het concept Docetisme en het gebruik ervan in oude en hedendaagse discussies over vroegchristelijke christologie en soteriologie. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Bijbelwetenschap
Onderzoekers: • Joseph Verheyden
Spoken oproepen: Een vergelijkende studie van trauma in stripverhalen Universiteit Gent Abstract: This project aims to analyze representations of individual and collective trauma in comics through a comparative, cross-cultural study. Theories of the implications of comics styles and their interaction with other media are combined with studies on the representation of trauma in private and collective contexts for bringing out the distinctive ways in which comics convey trauma and foster engagement. Organisaties: • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Stef Craps
Sponsorgelden voor de dansvoorstelling deel twee "Rosas danst Rosas" door de Jin Xing Dance Company en dit ikv Kunstproject Master Mould and Copy Room (23 oktober 2011 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sponsoring dansvoorstelling'Rosas danst Rosas' door Jin Xing Dance Company - Kunstproject Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Hans DE WOLF
Sponsoring aan Centrum Neerlandistiek Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sponsoring aan Centrum Neerlandistiek Organisaties: • Centrum voor Linguistiek
Onderzoekers: • PIERRE VAN DE CRAEN
Sponsoring delegatie studenten voor deelname National Model United Nations Seminarie UN (New York) Vrije Universiteit Brussel Abstract: participatie van VUB studenten aan een seminarie in NY van National Model United Nations Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS
Spraakmonitoring: het opsporen, afbreken, en verbeteren van fouten Universiteit Gent Abstract: Zelfmonitoring is het proces waarmee wij nagaan of onze acties volgens plan verlopen, en waarmee we corrigeren wanneer iets fout loopt. Dit project spitst zich toe op alle drie de componenten van monitoring: vergelijken en detecteren, afbreken, en verbeteren van foutieve spraak. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Robert Hartsuiker
Sprachkonfliktforschung in Sprachkontaktgebieten: die öffentliche Meinung zu Aspekten der Position der deutschsprachigen Belgier im belgischen föderalen System. KU Leuven Abstract: Taalconflictonderzoek in taalcontactgebieden: de publieke opinie over aspecten van de positie van de Duitstalige Belgen in het Belgische federale systeemSinds het ontstaan van de Belgische federale staat in 1993 is het Belgische staatsmodel in beweging. Dat gaat gepaard met staatshervormingen en af en toe een politieke crisis. Sinds de regeringscrisis van 2007 wordt steeds luider over de toekomst van het federale België gespeculeerd. Bevragingen bij Nederlands- en Franstaligen over die thematiek zijn de laatste jaren geen zeldzaamheid. De Duitstalige Belgen, die slechts 0,7% van de totale Belgische bevolking uitmaken, worden echter zelden of nooit noch als respondent, noch als onderwerp - bij zulke bevragingen betrokken.Ik sluit dit hiaat met een opiniepeiling over de positie van de Duitstalige Belgen in het Belgische federale systeem, afgenomen bij zowel Duitstalige als niet-Duitstalige Belgen. Deopiniepeiling is de grootste in zijn soort tot nu toe. Ik meet de tolerantie van de nie Organisaties: • OG ComForT Brussel
Onderzoekers: • Guido Vanden Wyngaerd • Anneleen Kristien Louisa Vanden Boer
Spreken in naam van anderen. Een pragmatisch-linguïstische analyse van de eerste persoon meervoud in het discours van de Kamer van Volksvertegenwoordigers in België, Frankrijk, Groot-Brittannië en Nederland, 1870-1940. Universiteit Antwerpen Abstract: Door middel van een systematisch en comparatief onderzoek naar het gebruik van de eerste persoon meervoud in vier West-Europese Kamers van Volksvertegenwoordigers, wil dit project nagaan welke transformaties het fenomeen politieke vertegenwoordiging onderging in een periode van snelle democratisering, en welke identiteiten daarbij tot uitdrukking werden gebracht.
Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Jozef Verschueren • Marnix Beyen • Henk de Smaele
Sprekers, stotteraars en zangers: veranderende vocale praktijken in West-Europa in de negentiende eeuw. KU Leuven Abstract: Het project beoogt een socio-culture geschiedenis van de stem in de negentiende eeuw. Daarbij ligt de nadruk vooral op de stemvormende praktijken van professionele stemexperten uit zowel de medische als de muzikale sfeer: zij trachtten de stemmen van zowel kinderen als volwassenen bewust te vormen en te verbeteren, en bieden zo een blik op heersende vocale conventies. Hoewel het werk van kwakzalvers, zangleraars en laryngologen misschien ver uit elkaar lijkt te liggen, droegen ze allemaal bij aan de constructie en verspreiding van een breder discours over idealeen mooie of lelijke en pathologische stemmen. Bovendien convergeerden de muzikale en medische wereld vaak bijvoorbeeld in het werk van zangleraar en uitvinder van de laryngoscoop Manuel Garcia. Doorheen de bezorgdheid van deze professionals over individuele stemmen, klinkt ook een vertoog over de band tussen stem en identiteit. Stemspecialisten droegen daarmee bij aan gangbare constructies van gender en leeftijd door de voca Organisaties: • OG Modern.& Samenlev. 1800-2000 Leuven
Onderzoekers: • Helena Van Molle • Josephine Hoegaerts
Sprookjes opnieuw bekeken. Studie over de intertekstuele dialoog tussen sprookjestheorie en Duitse, Engelse en Nederlandse sprookjesbewerkingen in de periode van 1970 tot 2000. Universiteit Antwerpen Abstract: Sinds de jeugdliteratuur door de literatuurwetenschappers serieus wordt genomen als onderzoeksveld, worden vooral sprookjes uitvoerig bestudeerd. De meeste aandacht ging tot nu toe uit naar de sprookjes die verzameld zijn door de gebroeders Grimm. `Volwassen' literatuurtheorieën zoals de psychoanalyse, het feminisme, structuralisme en poststructuralisme hebben gezorgd voor nieuwe perspectieven op de oude teksten. Tegelijkertijd was en is er een levendige belangstelling voor de sprookjes bij auteurs en illustratoren. Schrijvers verzinnen nieuwe sprookjes en herschrijven de traditionele versies, en die verhalen worden vaak uitgegeven met vernieuwende illustraties. Voor mijn doctoraatsproject onderzoek ik de wisselwerking tussen het theoretisch discours over sprookjes enerzijds en de fictiebewerkingen anderzijds. Hoewel in beide genres vaak dezelfde ideeën uitgedrukt worden, hebben ze hun eigen mogelijkheden en beperkingen. Aangezien kinderen meestal geen toegang hebben tot literatuurtheoretische teksten, kunnen de sprookjesbewerkingen gedeeltelijk dezelfde functie vervullen: vaak bieden zij immers een kritische blik op de versies van Grimm. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Geert Lernout • Vanessa Joosen
Sprookjes opnieuw bekeken. Studie over de intertekstuele dialoog tussen sprookjestheorie en Duitse, Engelse en Nederlandse sprookjesbewerkingen in de periode van 1970 tot 2000. Universiteit Antwerpen Abstract: Sinds de jeugdliteratuur door de literatuurwetenschappers serieus wordt genomen als onderzoeksveld, worden vooral sprookjes uitvoerig bestudeerd. De meeste aandacht ging tot nu toe uit naar de sprookjes die verzameld zijn door de gebroeders Grimm. `Volwassen' literatuurtheorieën zoals de psychoanalyse, het feminisme, structuralisme en poststructuralisme hebben gezorgd voor nieuwe perspectieven op de oude teksten. Tegelijkertijd was en is er een levendige belangstelling voor de sprookjes bij auteurs en illustratoren. Schrijvers verzinnen nieuwe sprookjes en herschrijven de traditionele versies, en die verhalen worden vaak uitgegeven met vernieuwende illustraties. Voor mijn doctoraatsproject onderzoek ik de wisselwerking tussen het theoretisch discours over sprookjes enerzijds en de fictiebewerkingen anderzijds. Hoewel in beide genres vaak dezelfde ideeën uitgedrukt worden, hebben ze hun eigen mogelijkheden en beperkingen. Aangezien kinderen meestal geen toegang hebben tot literatuurtheoretische teksten, kunnen de sprookjesbewerkingen gedeeltelijk dezelfde functie vervullen: vaak bieden zij immers een kritische blik op de versies van Grimm. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Geert Lernout • Vanessa Joosen
Spymovie. Een onderzoek binnen het audiovisuele veld naar het ‘verborgen’ potentieel van nieuwe media en animatie in zowel narratieve als non-narratieve structuren Hogeschool Gent Abstract: Kunnen de mogelijkheden van het elektronische beeld het medium film transformeren? Via het format van een videodagboek zullen verhaalstructuren afgetast worden door middel van nieuwe technologieën zoals een spycamera, sms, email enerzijds en nieuwe animatietechnieken anderzijds. Onderzocht wordt of het incorporeren van het format en de esthetiek van de nieuwe digitale media, mits in functie gesteld van een artistieke inhoud, ons kan leiden tot een nieuwe audiovisuele beeldtaal. Hierbij is het niet de bedoeling de narratie overboord te gooien, maar wel degelijk ze te verruimen en open te breken, op zoek naar nieuwe verbindingen en vertelwijzen.
Als theoretisch kader heeft dit onderzoek de esthetiek van intensiteiten van de Franse poststructuralist Gilles Deleuze zoals die in zijn filmboeken ‘L’Image-mouvement (1983) en L’Image-temps (1985) vorm kreeg. Deleuze maakte zelf de opmerking dat een analyse van ‘Nieuwe Beelden’ zijn project te buiten ging (Raessens, 2001, 73). Vertrekkkende van dit kader wil dit onderzoek dan ook een stap verder zetten en een link leggen naar de taal van de Nieuwe Media. Als theoretisch kader voor de Nieuwe Media zal Lev Manovich bestudeerd worden. Een zoektocht naar een structurele vernieuwing dus, want in een kloktijd geregeerde narratieve wereld, die een in zichzelf besloten wereld blijkt, is er geen ruimte mogelijk voor wezenlijke transformatie noch andere bestaanswijzen. In een politiek licht gezien stelde Félix Guattari dat de nieuwe media kunnen ingezet worden om te komen tot individuele en sociale praktijken voor zelfvaststelling en zelforganisatie van subjectiviteit als een mogelijk verzet tegen de aanwezigheid van passieve representatieve beelden (Raessens, 2001, 72). Digitale technologie kan met andere woorden subversief aangewend worden omdat het een andere manier van produceren
en distribueren mogelijk maakt. Omwille van dit feit kunnen ze tevens een poort openen naar het bevrijden van artistieke expressie en inhoud, ‘als een verzet tegen het heden’ zoals Deleuze het stelde met zijn gerichtheid op het mogelijke. De filosofische gedachte achter dit onderzoek ligt ook in het verdedigen van het verschil, het anders zijn, als bestaansmogelijkheid. Naar analogie zal daaruit voortvloeiend een kunstwerk ontstaan dat dezelfde gedachte uitademt, vanuit de overtuiging dat kunst en leven onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Voor het praktische luik van dit onderzoek heb ik omwille van bovenstaande gedachte besloten om tijdens het creëren te putten uit mijn persoonlijke leefwereld. Vertrekkende van de optiek dat inhoud en vorm een eenheid vormen, vond ik het een verantwoorde keuze om voor het format van een audiovisueel dagboek te kiezen, waarin fictie en realiteit zich, lineair soms multi-lineair, zullen vermengen. Een ander belangrijk aspect aan dit dagboek-format is dat deze werkwijze zich gemakkelijk leent om het procesmatige van het creatieproces bloot te leggen. Aansluitend bij het bovenstaand geschetst kader, zal dit audiovisuele dagboek als inhoudelijk thema onvermijdelijk haar focus richten op de vrouwelijke identiteit met haar mogelijke diversiteit en transformatie. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Audiovisuele kunsten
Onderzoekers:
Stad, architectuur en koloniale ruimte in Matadi en Lubumbashi, Congo. Een hystorische analyse vanuit translokaal perspectief. Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek wil nagaan hoe de specifieke koloniale stedelijke ruimtes van de Congolese steden Matadi en Lubumbashi zich hebben ontwikkeld tussen 1885 en 1960. De fysieke stedelijke ruimte zal op diverse schalen (stad, gebouw, straat, wijk) worden ontleed vanuit translokaal perspectief en worden gerelateerd aan sociaal-demografisch onderzoek dat de impact van diverse migratiestromen op de totstandkoming van deze steden traceert. Organisaties: • Vakgroep Architectuur en stedenbouw
Onderzoekers: • Johan Lagae • Jean Sebastian Lecocq
Stad en platteland in Oudheid en Middeleeuwen. Archeologische en ethno-archeologische aspecten van de nederzettingsgeschiedenis op het Iberisch Schiereiland en in de Maghreb Universiteit Gent Abstract: Een studie van de nederzettingspatronen op het Iberisch Schiereiland en in de Maghreb met de klemtoon op enerzijds de overgang van de Late Oudheid naar de Middeleeuwen en anderzijds een vergelijking van deze patronen met de actuele toestand in het Hoge Atlasgebied in Marokko en dit vanuit de combinatie van ethno-archeologische vaststellingen en van archeologische bronnen bekomen langs opgravingen. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Johnny De Meulemeester
Stad en samenleving in de Lage Landen 1200-1800: ruimte, kennis, sociaal kapitaal. Universiteit Antwerpen Abstract: In het Antwerpse luik van dit project zal gekozen worden voor onderzoek naar het sociaal kapitaal binnen het laatmideeleeuwse en vroegmoderne stadsleven. De focus zal daarbij liggen op het verenigings- en publieke leven in de brede zin van het woord. Met verenigingsleven wordt verwezen naar ambachten, broederschappen, schuttersgilden, georganiseerde buurten, gezellenverenigingen, en dergelijke meer; met het publieke leven naar optochten en manifestaties over het herbergleven, tot en met de dagdagelijkse interacties op openbare plaatsen. Er zal voor deze verschillende netwerken en settings moeten worden onderzocht op welke manier welke groepen er 'sociaal kapitaal' uit putten. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
Stad en samenleving in de Lage Landen (ca. 1200-ca. 1850). De 'condition urbaine': tussen veerkracht en kwetsbaarheid (City&Society). Universiteit Antwerpen Abstract: Vanuit de nood bredere vergelijkingen te maken en vooral transformatieprocessen beter te kunnen begrijpen willen we in deze nieuwe IUAP fase VII verder chronologisch verbreden tot ca. 1850. Zo kan de transitie naar een moderne samenleving worden meegenomen in de analyse. Centraal in ons onderzoek staat daarom de studie van transformaties en continuïteiten tussen, enerzijds, de middeleeuwen en de vroegmoderne periode en, anderzijds, de vroegmoderne en moderne periode. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
Stad en stadsregio: de samenhang in de ruimtelijke ontwikkeling van Antwerpen en de Kempen, 1950-1990. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Provincie Antwerpen. UA levert aan de Provincie Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Stijn Oosterlynck
Stad en verandering. Naar een nieuwe onderzoeksagenda voor stadsgeschiedenis. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.
Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bert De Munck
Stadsgemeenschappen in de Lage Landen (late Middeleeuwen - 16e eeuw) Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt de historische studie van de stedelijke samenleving in de Lage Landen tijdens een cruciale ontwikkelingsfaze in comparatief perspectief en interdisciplinair door de gebundelde onderzoekscapaciteit van vijf ploegen (Ugent, ULB, UA, Uleiden, Kon. Bib. Brussel) te bevorderen. Vier onderzoekslijnen staan centraal: 1. stad en platteland, economische, sociale en culturele osmose 2. gedragsregulatie 3. stedelijke indentiteit 4. sociale en culturele geschiedenis van de stedelijke middengroepen Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Marc Boone • Hildegarde Symoens
Stadsklanken 18: Onderzoek naar het muziekleven in Antwerpen in de 18de eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject bekijkt het muziekleven in Antwerpen in de breedte, zonder onderscheid te maken tussen de genres, waardoor een breed overzicht ontstaat inzake de plaats en het functioneren van het muziekleven. Tal van onbekende muziek wordt in zijn breder artistiek kader geschetst, waardoor ook de historische uitvoeringspraktijk verder wordt gevoed en de muziek kan worden gesitueerd tegen de achtergrond van de West-Europese muziekgeschiedenis. De band met de actuele uitvoeringspraktijk wordt versterkt door de artistieke eindproducten te clusteren in het totaalconcept 'Stadsklanken 18'. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
Stadsmonitor voor leefbare en duurzame Vlaamse steden: actualisatie, verdere uitwerking en opvolging voor 2005 Universiteit Gent Abstract: Tijdens de periode 2000-2004 werd een stadsmonitor voor de 13 Vlaamse centrumsteden opgemaakt. De stadsmonitor is een instrument dat duurzame richting. In 2005 wordt een groot aantal indicatoren geactualiseerd. Indicatoren waar nog geen gegevens voor beschikbaar zijn worden verder ontwikkeld. In samenwerking met de Hogeschool Gent. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Ruddy Doom
Stadsstudies. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Greet De Block
Stadssymfonieën: Stedelijke moderniteit, film en avant-garde (1920-1940) Universiteit Gent Abstract: Studie over de stadssymfonie, een filmgenre uit het interbellum dat aspecten van de speelfilm, documentaire en experimentele film verenigt. Het genre is nauw verbonden met grootstedelijke moderniteit en de kunst van de toenmalige avant-gardes. Organisaties: • Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen
Onderzoekers: • Steven Jacobs
Standards for networking ancient prosopographies: data and relations inGreco-Roman names. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Oudheid Leuven
Onderzoekers: • Mark Depauw
Stand van zaken E-democratie voor Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek werd door SMIT-VUB uitgevoerd in opdracht van viwta/Vlaams Parlement. Deze studie heeft twee centrale doelstellingen : 1) Een beknopt inzicht bieden met betrekking tot de discussie omtrent e-democratie en de inbedding ervan in de ruimere discussie omtrent democratie.2) Inzicht verschaffen in de praktijk van e-democratie met het oog op een genuanceerde visie op de mogelijkheden, beperktheden en knelpunten in de praktijk vanuit Vlaams perspectief. Van hieruit worden de hiaten in onderzoek, institutionele capaciteit en expertise ter zake in Vlaanderen gedefinieerd. Bovendien worden concrete aanbevelingen geformuleerd voor een sterkere e-democratiepraktijk in Vlaanderen. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Bram LIEVENS • Leo VAN AUDENHOVE
Startkrediet voor 2 jaar met oog op herindiening : Social aspects of technologically mediated environments and pervasive computing. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het voorgesteld project wordt sociologisch onderzoek over opkomende technologiën interactief gecombineerd met technologisch gericht onderzoek. De doelstelling is dus om nieuwe inzichten op zowel technologisch als sociologisch vlak te realiseren op basis van een samenwerking tussen beide disciplines. Algemeen gesteld wordt technologie zowel beschouwd als een technologisch vehikel als een mediatietool voor sociale relaties. Het systeem dat ontwikkeld dient te worden is een pervasief e-learning systeem, meer specifiek een pervasive city guide (PEGASUS). Organisaties: • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS • PETER SCHELKENS
Status van de intellectuele vrouw in de 17de eeuw: de correspondentie van Anna Maria van Schurman (1607-1678). Editie, vertaling en commentaar. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Anna Maria van Schurman was de eerste vrouw die semi-officieel les volgde aan een Universriteit, te weten de Utrechtse Hogeschool (de UNiversiteit Utrecht). Als jong meisje beheerste 12 talen (o.a. Latijn, Grieks, Hebreeuws,...) en ze bezat een diepgaande kennis over de klassieke en eigentijds literatuur. Haar brieven, die nooit gepubliceerd werden in een moderne kritische uitgave - heel wat van haar brieven werden helemaal niet gepubliceerd, nooit vertaald of zelfs maar geïnventarizeers - bevatten essentiële informatie over deze geëngageerdeschrijfster en haar tijdgenoten. Tal van haar brieven bevatten belangrijke passages m.b.t. de sociale en culturele context, filosofische essay's of wetenschappelijke uiteenzettingen en kunnen beschouwd worden als de spiegel van haar tijd, als de belangrijkste bron voor de studie van de positie van de intelectuele vrouw in de 17de eeuw. Anna Maria van Schurman was een humaniste. Haar intellectuele erfenis kan niet beperkt worden tot één enkel wetenschapsgebied. Dit kan een verklaring bieden voorhet interdisciplinair karakter van de uitgave van haar correspondentie en het belang ervan binnen het domein van de vrouwenstudies. Organisaties: • Latijn-Grieks
Onderzoekers: • RUDOLF DE SMET
Stedelijke inkomens. Economische groei en levensstandaard in Brabant, Holland en Luik over de lange termijn, 1500-1900 Universiteit Antwerpen Abstract: De studie van levensstandaarden in het verleden is belangrijk. Niet alleen verduidelijkt een gedifferentieerd historisch begrip van welvaart de groeidynamieken van vroegere economieën, ook voor de sociale geschiedenis is het belang van een juiste inschatting van rijkdom en armoede in het verleden cruciaal. Dit project reconstrueert stedelijke inkomens in de Nederlanden tussen 1500 en 1900. Hierbij wordt gepeild naar totale en gemiddelde inkomens, maar ook naar de inkomens van alle afzonderlijke huishoudens in een aantal representatieve steden. De confrontatie van vergelijkbare steden in Brabant, Holland en Luik laat toe het pre-industriële en vroeg-industriële economische groeiproces precies te duiden. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Jord Hanus
Stedelijke samenleving in de Lage Landen (late Middeleeuwen - zestiende eeuw). Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt door een zowel een chronologische (i.c. Uitbreiding naar de 16de eeuw) als een geografische uitbreiding (opname van een Nederlandse ploeg) de historische studie van de stedelijke samenleving in de Lage Landen, in de meest verstedelijkte kerngebieden (Vlaanderen, Brabant, Holland en Henegouwen), comparatief met wat elders in de Nederlanden en in Europa gebeurt, in een volgende fase vanuit een vernieuwde vraagstelling aan te vatten. Organisaties: • CENTRUM VOOR ANTWERPSE CULTUURGESCHIEDENIS • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Guido Marnef
Stedelijkheid en Semiosis in recentie New York fictie Universiteit Gent Abstract: Een onderzoek over stedelijkheid en semiosis in recente romans (1977-2001), waarin New York City een belangrijke rol speelt. Het onderzoek houdt het midden tussen een pure thematologische benadering en een excessief tekst-georiënteerd poststructuralistische benadering. Stadsliteratuur zal worden beschouwd 1/ als het dramatiseren van existentiële problemen 2/ als het in kaart brengen van semantiseringsprocessen. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Kristiaan Versluys
Steden en nieuwkomers: buurten en aankomsten in periode 1880-1914 en 1980-2015 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar urban question, vergelijkende studie naar ontwikkeling van buurten in periode van 1880-1914 en 1980-2015 Organisaties: • Geschiedenis • Criminologie • Sociologie • Geografie
Onderzoekers: • Anne WINTER • Helga DE VALK • Bas VAN HEUR • ERIC CORIJN • ELISABETH ENHUS
• PATRICK DEBOOSERE
Stenen Status. Stedelijke Identiteit en het Typologische Discours van Particuliere Huizen in de Stad Antwerpen tijdens de Lange Zestiende Eeuw. KU Leuven Abstract: Het onderzoek beschouwt de stad Antwerpen binnen haar 16de-eeuwse omwalling, en concentreert zich op de 15de en 16de eeuw, inclusief voorlopersvia archeologische gegevens vanaf de 9de-10de eeuw en uitlopers tijdensde 17de-18de eeuw. Onderzoeksobject is het particuliere huis als woningen werkruimte, van de bescheiden éénkamerwoning tot het meest luxueuze complex. Van de hoogste categorieën, de koopmanshuizen en stadspaleizen, worden bepaalde architectuurelementen specifiek bestudeerd. De studie is transdisciplinair opgevat en combineert onderzoek van archivalia en iconografie in brede zin met bouwarcheologisch onderzoek van perceel,interne opdeling, constructie en afwerking. Terminologie is daarvan eenbelangrijk onderdeel. Ruimer gezien weerspiegelen de gebouwen de sociale diversiteit en allerhande contexten, en werpen ze een licht op de evolutie van een welvarende havenstad. Organisaties: • Faculteit Wetenschappen
Onderzoekers: • Krista De Jonge
Steunpunt Ruimte: Monitoring & beleidsevaluatie KU Leuven Abstract: Het Instituut voor de Overheid biedt ondersteuning bij de uitwerking van werkpakket 4 - monitoring en evaluatie. De doelstellingen van dit werkpakket zijn:Ondersteunen van de coherentie tussen de onderzoekslijnen en tussen de ruimtelijke processen op verschillende schalen.Voorstellen van nieuwe kwantitatieve en kwalitatieve methoden om ruimtelijke processen en transformaties ruimtelijk te analyseren.Verder ontwikkelen van de ruimtemonitor van een instrument dat de toestand van de ruimte in kaart brengt naar een beleidsondersteunend systeem geschikt voor een cyclisch planningsysteemOntwikkelen van verschillende methodes voor beleidsevaluatie en hetevalueren van een aantal ruimtelijke processen/projecten met het oog op het formuleren van suggesties voor aanpassingen van de planningsinstrumenten, -processen en concepten. Organisaties: • OE Instituut voor de Overheid
Onderzoekers: • Geert Bouckaert
Steunpunt Wonen 2012-2016 Universiteit Hasselt Abstract: Deze overeenkomst betreft de opstart van een steunpunt rond "Wonen" zoals goedgekeurd door de Vlaamse regering voor een periode van Vijf jaar van 01.01.2012 tot 31.12.2015. Partners binnen het project zijn KULeuven, UAntwerpen, Provinciale Hogeschool Limburg, TU Delft en Hogeschool voor Wetenschap en Kunst. Het project wordt uitgevoerd zoals gedefinieerd in voorliggend contract. Organisaties: • ArcK • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten
Onderzoekers: • Griet VERBEECK
Stevin Nederlandstalig Referentiecorpus Hogeschool Gent Abstract: Het SoNaR-project beoogt de aanleg van een groot corpus (minimaal 500 miljoen woorden) hedendaags geschreven Nederlands dat als algemene referentie kan dienen voor allerlei onderzoek naar taal en taalgebruik. Daarbij valt te denken aan beschrijvend onderzoek (zoals dat zijn weerslag vindt in bv woordenboeken en grammatica's), maar ook aan onderzoek op het gebied van de taal- en spraaktechnologie. Voor dergelijk onderzoek is het van groot belang dat men beschikt over grote hoeveelheden data met de mogelijkheid deze data met eigen software te kunnen bewerken. Het corpus zal worden samengesteld aan de hand van het ontwerp dat daartoe werd gemaakt in het D-Coi project. In het corpus worden enkel (standaard) Nederlandstalige teksten opgenomen van na 1954. Dit kunnen teksten zijn die geschreven werden door moedertaalsprekers van het Nederlands, maar ook teksten die door professionele vertalers uit een vreemde taal werden vertaald naar het Nederlands. Er worden teksten verzameld die afkomstig zijn uit uiteenlopende domeinen en genres, waarbij tevens gekeken wordt naar een brede afdekking van onderwerpen. Voor zover mogelijk worden volledige teksten opgenomen. Dit voorkomt dat op voorhand bepaalde soorten onderzoek worden uitgesloten. In het corpus worden teksten opgenomen van Nederlandse en ook van Vlaamse auteurs. Bij het verzamelen van teksten gaat speciale aandacht uit naar teksten waar lezers mee in aanraking komen via nieuwe media. Het gaat daarbij onder meer teksten op websites, sms-berichten, e-mail, en chats. Over het gebruik van taal in dit soort teksten is nog relatief weinig bekend. Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Taaltechnologie • Vakgroep Russisch-Tsjechisch
Onderzoekers: • Veronique Hoste • Orphée De Clercq • Bart Desmet • Lidia Rura
Stimuleringsbeleid voor het ICT-gebruik bij KMO's. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De uiteindelijke doelstelling van dit onderzoek is input te leveren voor een stimuleringscampagne betreffende ICT adoptie en gebruik gericht op de Belgische KMO. Om tot deze input te komen, werd voor het wetenschappelijk onderzoek vertrokken vanuit volgende vijf onderzoeksvragen: (1) Wat is de huidige status van het ICT-gebruik van Belgische (kleine) KMO's? (2) Welke (deel)sectoren kampen met de belangrijkste achterstand wat betreft ICT-gebruik? (3) In welke (deel)sectoren is het opportuun stimuleringsacties te ondernemen en wat zijn de opportuniteiten, noden en behoeften? (4) Wat zijn - ook rekening houdend met de persoonlijke (sociale) karakteristieken van zaakvoerders - de belangrijkste knelpunten en drijfveren die ICT-gebruik beïnvloeden? (5) Hoe kunnen de knelpunten overkomen worden? Of met andere woorden: op welke manier kan het ICT-gebruik in kleine ondernemingen gestimuleerd worden? In dit rapport wordt op zoek gegaan naar antwoorden op deze vijf vragen. Opeenvolgend zullen de volgende zaken besproken worden: (1) de problematiek van ICT adoptie en gebruik in Belgische KMO's, (2) de relevantie van een sector specifieke benadering, (3) de gehanteerde methoden in het onderzoek, en (4) de resultaten van het onderzoek.
Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Jos PIERSON • Dorien BAELDEN
Stopping the Show. Fotografische aspecten van stille slapstick comedy Hogeschool Gent Abstract: Onder de werktitel “Stopping the Show” bestudeert Hilde D’haeyere de verhouding tussen filmbeeld en fotografisch beeld in stille slapstick-shorts. Er wordt onderzocht wat het belang is van fotografische technieken en procédés in de ‘stop-&-start’-esthetiek die typerend is voor slapstick, en op welke manier de fotografische modus van verstilling of stilstand zich verhoudt met de narratieve dynamiek van het genre. Het theoretisch kader steunt op de verwantschap van slapstick met de ‘Cinema of Attractions’ (Tom Gunning, 1986) en op de structurerende motieven ‘pie & chase’ (Donald Crafton, 1988). Voor de visualisering van de onderzoeksresultaten worden audiovisuele presentatievormen uitgetest die de verschillende soorten beeldmateriaal (filmfragmenten, frames, promotionele stills, lobbykaarten, advertenties, pin up foto’s e.d.) aan elkaar linken en het ‘stop-&-start’-ritme thematiseren. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Vormgeving • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk • Vakgroep Autonome kunsten • Vakgroep Audiovisuele kunsten
Onderzoekers: • Steven Jacobs • Sophie Nys • Hilde D'haeyere • Hans Op De Beeck
Stoute en problematische kinderen in de 20ste eeuw: van object naar subject van rechten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de loop van de 20ste eeuw treedt een verschuiving op in de perceptie van 'stoute' en 'problematische' kinderen gaande van het kind als object naar het kind als subject van rechten. De bedoeling van dit project is na te gaan hoe en waarom deze 20-eeuwse evolutie zich manifesteert zowel in het vertoog als binnen de praktijk van de Belgische jeugdbescherming en welke factoren hierin een rol hebben gespeeld. Deze algemene onderzoeksvraag wordt toegespitst op de problematiek van due process voor minderjarige binnen de jeugdbescherming. De probleemstelling wordt vertaald in twee deelvragen die het onderzoek structureren:1) Hoe en waarom evolueert het vertoog inzake due process voor 'stoute' en 'problematische' minderjarigen tussen 1900 en 2000 en in welke mate worden jongeren hierbij als object of subject van rechten aanzien? Deze vraag zal onderzocht worden aan de hand van een uitgebereide bronnenstudie op drie vlakken: 1) 20ste eeuwsebeleidsdocumenten. 2) 20ste eeuwse wetenschappelijke literatuur en 3) literatuur van de actoren in de praktijk van de jeugdbescherming. 2) Hoe gaan kinder- en jeugdrechters in de loop van de 20ste eeuw om met hun discretionaire bevoegdheden binnen de jeugdbeschermingspraktijk en in welke mate benaderen ze minderjarigen hierbij als object of subject van rechten. Dit zal onderzocht worden via diepte-interviews met kinder - en jeugdrechters. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • JENNEKE CHRISTIAENS
Strafuitvoering in Vlaanderen 1796-1940 : een sociologische, criminologische en historische benadering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De bedoeling van dit project is een historisch-criminologisch langetermijn onderzoek te verrichten naar het ontstaan en de ontwikkeling van de strafuitvoering in Vlaanderen sinds de Franse Tijd tot aan de vooravond van de repressie periode (1944-1945).Het project steunt daarbij in belangrijke mate op de steekproefgewijze bevraging van het Belgisch penitentair archief voor dezelfde periode. Drie concrete onderzoeksvragen structureren het onderzoek : (1) welke ideeën worden er in het negentiendeeeuwseBelgië ontwikkeld ten aanzien van criminelen-delinquenten en hun (strafrechterlijke) bestraffing?; (2) wie is de 19de eeuwse gedetineerde of wat is het profiel van deze gedetineerde en hoe verandert dit?; (3) hoe wordt er gestrafd of hoe ontwikkeld de penitentiare praktijk zich in de loop van de 19de eeuw en hoe verhoudt de ideale en verkondigde gevangenis zich tot de penitentiare praktijk? Deze aanvraag betreft een co-financiering van een toegekend FWO-project, waarvan een copie in bijlage wordt toegevoegd. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • SONJA SNACKEN
Strafuitvoering in Vlaanderen 1796-1940 : een sociologische, criminologische en historische benadering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het historisch-ciminologisch onderzoek kent de laatste jaren een bloeiperiode in de ons omringende Angelsaksische landen. Binnen dit onderzoeksveld neemt de 19de en 20ste eeuw een steeds nadrukkelijkere plaats in. In België staat het onderzoek naar de geschiedenis van de straftoemeting, de strafuitvoering, het strafrechtelijk beleid in zijn geheel, echter nog in de kinderschoenen. Over het sociaal en criminologisch profiel van de (19de-eeuwse) gedetineerdeis zogoed als niets gekend. Op een ogenblik dat de archieven van de penitaire instellingen en tehuizen voor bijzondere jeugdzorgop systematische manier geprospecteerden aan de rijksarchieven worden overgedragen is de tijd rijp om deze voor het historisch criminologisch onderzoek uitermate belangrijke bronnen toegankelijk te maken en te betrekken in een onderzoek naar de strafuitvoering. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • SONJA SNACKEN
Strategie en beleid voor de Vlaams-Brusselse media: Een kwantitatief en kwalitatief publieksonderzoek naar het bereik van de Vlaams-Brusselse mediapartners. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Tvbrussel, fm Brussel, Brussel Deze Week en brusselnieuws.be zijn Vlaamse, regionale en hoofdstedelijke media voor zowel de Vlaamse Gemeenschap die woont, werkt, zich ontspant, enz in Brussel en de Rand als voor de andere gemeenschappen in Brussel. Dit onderzoeksvoorstel is een antwoord op de vraag van de Vlaams Minister bevoegd voor Brussel, die heeft beslist om een groot kwantitatief en kwalitatief publieks- en bereiksonderzoek van de 4 mediapartners op touw te zetten. Het voorstel richt zich op het kwalitatieve luik en stelt zich tot doel een adequaat beeld te schetsen van het profiel van het publiek van deze media inclusief een analyse van het aanbod enerzijds, en het
aanleveren van cruciale elementen voor het proces van crossmediale synergie tussen de 4 mediapartners anderzijds. Organisaties: • Communicatiewetenschappen • Brussels Informatie-, Documentatie- en Onderzoekscentrum
Onderzoekers: • KATIA SEGERS • MACHTELD DE METSENAERE
Strategieën bij vreemdetaalverwerving (Duits): de validatie van de meervoudsvorming versus andere indicatoren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is onderzoek naar de rol van strategieën bij vreemdetaalverwerving in een institutionele context. Het gaat daarbij om de verwerving van Duitse meervoudsvormen door Nederlandstalige taalleerders uit het secundair onderwijs (ASO). Een voorbereidend literatuuronderzoek heeft tot doel de psychologische literatuur in een sociolinguïstisch kader (onderwijsmethodes, klascontext, onderwijsdoelen) te interpreteren. Het operationeel onderzoek moet in eerste instantie uitwijzen of de meervoudsvorming als een valide indicator voor strategisch gedrag bij vreemdetaalverwerving gezien mag worden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van verschillende, elkaar aanvullende onderzoeksmethodes (statistische verwerking van schriftelijke tests met foutenanalyse; intro- en retrospectie). Een antwoord op deze vraag zou ook een nieuw licht kunnen werpen op de vraag of meervoudsvormen in een vreemde taal samen met het basiswoord als items geleerd worden of dat de meervoudsvorming op basis van het toepassen van morpho-syntactische regels gebeurt (psycholinguïstisch luik ). Een antwoord hierop heeft vooral pedagogisch-didaktische implicaties voor het vreemdetaalonderwijs. Organisaties: • Germaanse Talen
Onderzoekers: • KATJA LOCHTMAN • MADELINE LUTJEHARMS
Strategieën van de roes. Nietzsches visie op Socrates, de kritische filosofie en retorische taal. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de eerste fase van mijn doctoraatsonderzoek heb ik bestudeerd hoe de antagonistische relatie tussen (zelf)kritisch filosoferen en motivatie of daadkracht in de geschiedenis van de filosofie aan het licht komt. Een eerste tak van mijn onderzoek is een historisch-analytische studie van het vroegmiddeleeuwse begrip acedia, het verlies aan motivatie dat bij ascetische monniken optrad door een te reflexieve levenswijze. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Robrecht VANDEMEULEBROECKE • Marc VAN DEN BOSSCHE
Strategieën van legitimatie. Het spanningsveld tussen de lokale overheid en het verzet in België in een periode van transitie 1944-1946 Universiteit Gent Abstract: Legitimatie en contestatie van gezag als onderdeel van de studie van conflicten en regimecrises zijn een belangrijk studieobject binnen de politieke geschiedenis. De focus ligt op de het lokale niveau dat vaak verwaarloosd wordt, terwijl het juist daar is dat de interactie en spanning tussen overheid en samenleving, alsook de werking van het legimiteitsconcept duidelijker zichtbaar worden. Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis
Onderzoekers: • Bruno De Wever
Strategieën voor 'bordermanagement': de evolutie van de grenzen tussen de Habsburgse Nederlanden en de Nederlandse Republiek, 1580-1660 KU Leuven Abstract: Dit onderzoek focust op de periode gekend als de Tachtigjarige Oorlog, tijdens dewelke de Habsburgse Nederlanden en de Verenigde Nederlandse Provincieën hun vorm kregen als onafhankelijke staten. Tot dit proces behoorde ook het omvormen van de scheidingslijn tussen beiden van een militair front tot een grens waarmee alle partijen akkoord konden gaan. Dit gebeurde gradueel met het ondertekenen van het Twaalfjarig Bestand in 1609en de Vrede van Westfalen in 1648. Gezien de vijandigheid gedurende hetconflict was het voor beide staten echter ook noodzakelijk om op een specifieke manier om te gaan met de nieuw gevormde grenslanden, een noodzaak versterkt door het feit dat de nieuwe staten ook erfgenamen waren vande al versplinterde oude Zeventien Provincieën. Het mag dan ook niet verbazen dat territoriale claims betreffende het gebied van de tegenstander van belang bleven gedurende het hele conflict. Deze complexe situatie resulteerde in de formering van 'management strategies'vanwege de ce Organisaties: • OG Nieuwe Tijd Leuven
Onderzoekers: • Violet Soen • Bram De Ridder
Strategieën voor topic-initiatie door patiënten in hun interactie met dokters: Een etnomethodologische en conversatieanalytische benadering van medische gesprekken in een institutionele Poolse context. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar interactionele strategiën in gesprekken tussen artsen en patiënten is geen vrijblijvende onderneming. Inzicht in de wijze waarop de communicatie verloopt en in de mogelijke communicatieve problemen eigen aan een institutionele medische context, kan rechtstreeks bijdragen tot een optimalisering van de gezondheidszorg. Het voorliggende onderzoeksproject wil daaraan een bijdrage leveren. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren • Matylda Weidner
Strategieën voor topic-initiatie door patiënten in hun interactie met dokters: Een etnomethodologische en conversatieanalytische benadering van medische gesprekken in een institutionele Poolse context. Universiteit Antwerpen
Abstract: Onderzoek naar interactionele strategiën in gesprekken tussen artsen en patiënten is geen vrijblijvende onderneming. Inzicht in de wijze waarop de communicatie verloopt en in de mogelijke communicatieve problemen eigen aan een institutionele medische context, kan rechtstreeks bijdragen tot een optimalisering van de gezondheidszorg. Het voorliggende onderzoeksproject wil daaraan een bijdrage leveren. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren • Matylda Weidner
Strategieën voor topic-initiatie door patiënten in hun interactie met dokters: Een etnomethodologische en conversatieanalytische benadering van medische gesprekken in een institutionele Poolse context. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar interactionele strategiën in gesprekken tussen artsen en patiënten is geen vrijblijvende onderneming. Inzicht in de wijze waarop de communicatie verloopt en in de mogelijke communicatieve problemen eigen aan een institutionele medische context, kan rechtstreeks bijdragen tot een optimalisering van de gezondheidszorg. Het voorliggende onderzoeksproject wil daaraan een bijdrage leveren. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Sigurd D'Hondt • Jozef Verschueren • Matylda Weidner
Strategieën voor woordenschatontwikkeling in de beginfases van academische acculturatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus. UA levert aan Erasmus Mundus de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center) • Toegepaste Taalstudies
Onderzoekers: • Christel Van De Poel
Strategische rol van openbare bibliotheken in het lokaal weefsel. Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van het project is een meer volledig en fijnmazig inzicht te krijgen in de wijze waarop openbare bibliotheken belangrijke strategische partners vormen of kunnen vormen in stadsontwikkeling. Er kan o.a. zo verder gesleuteld worden aan een degelijke "inductieve kennisontwikkeling" ter zake. Organisaties: • Faculteit Ontwerpwetenschappen - overige • Henry van de Velde
Onderzoekers: • Nathalie Vallet • Jan Paredaens
Stratificatie en sociale ongelijkheid in Italië en Lugdunum. Een vergelijkende kwalitatieve epigrafische analyse van de klassenstructuur, machtsverhoudingen en sociale strijd tussen municipale statusgroepen tijdens het Principaat. Universiteit Gent Abstract: Romeinen beschreven hun sociale positie minutieus, maar moderne onderzoekers gebruiken vaak algemene categorieën waarbij ze humiliores behandelen als een ongedifferentieerde 'klasse'. We willen 'statusgroepen' uit lokale Italische gemeenten en de relaties tussen hen onderzoeken en vergelijken met materiaal uit Lugdunum. Hoe zijn machtsverhoudingen, competitie en geweld verbonden met 'klasse' en hiërarchie? We zullen hiervoor concepten van P. Bourdieu gebruiken. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Koenraad Verboven
Stress induced Alternative Splicing in Arabidopsis thaliana KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Vera van Noort
Structurele determinanten van economische performantie in de Romeinse Wereld Universiteit Gent Abstract: SDEP brengt vier Vlaamse en negen internationale onderzoeksteams samen om Romeinse economische ontwikkeling te bestuderen: 1° Welke rol spelen instituties in Romeinse economische groei/contractie ? 2° Is institutionele verandering het gevolg van economische ontwikkeling ? 3° Welke rol speelt ecologie ? Wij combineren archeologische en natuurwetenschappelijke data met modellen uit neo-institutionele economie en ?development economics?in een comparatief lange-termijn perspectief. (http://www.rsrc.ugent.be/sdep) Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Koenraad Verboven
Structurele elaboratie technieken in L2 woordenschatverwerving: het effect van metalinguistische beschouwing op het geheugen Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject zal nagaan wat de bijdrage is van het beschouwen van het vorm-betekenis verband voor L2 woordretentie. Beschouwing van het vorm-betekenis verband betekent dat er een retrospectief een verklaring kan worden gezocht voor de vorm en de betekenis
van linguïstische eenheden. Deze vorm-betekenis verbanden dragen bij tot het opdiepen van de woorden uit het geheugen. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • June Eyckmans
Studie actualiseren indicatoren thema hinder-lawaai Universiteit Gent Abstract: Concreet omvat de opdracht de actualisatie van de volgende indicatoren: ? Geluidsdrukniveau door wegverkeer; ? Percentage van de bevolking blootgesteld aan wegverkeersgeluid; ? Potentieel ernstig gehinderden door lawaai (alle bronnen). Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Dick Botteldooren
Studiecollecties: een uitdagende context binnen universiteiten en musea. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Erfgoed en duurzaamheid
Onderzoekers: • Guy Bovyn • Natalia Ortega Saez
Studiedag (27 mei 2005) : regionale oproepen en interactieve digitale televisie . (RegTV & iDTV) Vrije Universiteit Brussel Abstract: STUDIEDAG 'REGIONALE TELEVISIE EN IDTV': ABSTRACTS 1 - Kijker/gebruiker van regionale digitale televisie In deze sessie nemen we de kijker als uitgangspunt en trekken we uit het voorhanden zijnde publieksonderzoek lessen i.v.m. de inhoudelijke mogelijkheden die regionale televisie in de (nabije) toekomst te bieden kan hebben. We geven eerst een overzicht van en inzicht in de rol, functies, mogelijkheden en betekenis van regionale televisie voor het publiek. We baseren ons hiervoor op (1) onderzoek naar het kijkgedrag en de kijkverwachtingen van de Vlaming, (2) casestudies van regionale tv-zenders in eigen land, (3) onderzoek naar de consumptie van regionale berichtgeving en (4) buitenlands onderzoek naar regionale televisiekijkers. Hoewel van de realiteit wordt uitgegaan, grijpen we de onderzoeken tegelijk aan om een toekomstgericht perspectief te ontwikkelen. Een nieuw televisiebestel met nieuwe mogelijkheden dient zich immers aan. Interactieve digitale televisie biedt inderdaad enkele nieuwe applicaties en interactie - mogelijkheden voor de gebruiker. Deze applicaties zullen kort worden toegelicht, waarbij de specifieke focus ligt op de kijker/gebruiker. Welke applicaties of diensten vindt hij nuttig? Welke applicaties zijn interessant voor regionale omroepen? Welke applicaties kunnen een bedreiging vormen voor regionale omroepen? Door een antwoord te geven op deze vragen, trachten wij enkele specifieke aandachtspunten voor de regionale omroepen aan te reiken die hun strategie inzake digitale televisie mee helpt vorm te geven. 2 - IDTV en beleid - Europees kader en impact op Vlaamse regelgeving, buitenlands beleid inzake IDTV Deze presentatie bestaat uit twee te onderscheiden delen. In het eerste gedeelte wordt de huidige Vlaamse regelgeving inzake regionale televisie (meer bepaald de Decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, zoals meest recentelijk gewijzigd op 5 mei 2004) geschetst binnen het nieuw Europees regelgevend kader voor elektronische netwerken en -diensten. Zowel dit kader als het gewijzigde Decreet worden belicht vanuit het standpunt van de regionale omroepen: wat is er veranderd op het gebied van doorgifteverplichtingen, vergunningen etc., en wat zijn de nieuwe mogelijkheden voor regionale omroepen in een digitale omgeving? Daarnaast wordt ook kort de regelgeving inzake televisie-inhoud besproken en wordt deze ook hier gekaderd in de Europese context -meer bepaald, de Richtlijn Televisie Zonder Grenzen en het herzieningsproces hiervan dat nu aan de gang is. In een tweede gedeelte gaan we in op een ruimere notie van beleid voor regionale omroepen. Dit houdt in dat we op zoek gaan naar beleidsvisies van een aantal Europese overheden inzake regionale omroepen in het digitale tijdperk. Het gaat daarbij om vragen als: denken beleidsmakers aan regionale televisiezenders bij het uittekenen van een (digitaal) omroepbeleid? Hoe zien zij de rol en de werking van regionale omroepen in het televisielandschap? Worden er initiatieven ontwikkeld ter ondersteuning van regionale en lokale omroepen? En ten slotte ook: zijn regionale omroepen in de ons omringende landen bezig met digitale televisie, en zo ja, wat betekent dit voor bijvoorbeeld hun programma-inhoud en het zendgebied waarin zij opereren? Vanzelfsprekend zal bij het hanteren van een dergelijk comparatief perspectief niet uit het oog worden verloren dat niet alleen de historische achtergrond en politieke en economische context van regionale omroepen in andere landen soms grondig verschillen van de Vlaamse situatie, en dat zelfs het begrip 'regionale omroep' een vlag is die vele ladingen dekt. Niettemin kunnen vele van de huidige ontwikkelingen in Vlaanderen niet los worden gezien van hun Europese antecedenten, zowel wat beleidsformulering betreft als voor de technologische, economische en sociale context van digitale televisie. De bedoeling is echter zeker niet een exhaustief overzicht te geven van beleidsopties en ontwikkelingen doorheen de hele Europese Unie, of om al te uitgebreid en technisch op de genoemde contexten in te gaan. 3 - Reclamemogelijkheden Interactieve Digitale Televisie De introductie van Interactieve Digitale Televisie (IDTV) brengt een sterke personalisering van het massamedium televisie met zich mee. IDTV laat de interactief betrokken kijker toe om te interageren met de content van reclameboodschappen. De interactieve mogelijkheden van IDTV brengen zowel bedreigingen als opportuniteiten met zich mee voor adverteerders. De ontwikkeling van VoD en het bijhorende 'time shifting' gedrag van de kijker worden door adverteerders met arendsogen opgevolgd; het skippen van reclamespot wordt door deze technologie immers zeer gemakkelijk. Het traditionele TV business model, dat gebaseerd is op reclame-inkomsten dreigt hierdoor ineen te stuiken. Naast deze bedreigingen, biedt IDTV omgekeerd interessante opportuniteiten voor adverteerders. Zo laat IDTV de adverteerder toe om zeer specifieke doelgroepen te targetten. Daarnaast ontstaan er tal tal van nieuwe reclameformats die zowel vanuit het oogpunt van branding, als van direct mailing veelbelovend zijn. Toch blijven adverteerders sceptisch t.o.v. IDTV om te investeren en te adapteren in hun marketingmix. Tal van variabelen spelen hierbij een rol.
Organisaties: • Culture, Emancipation, Media and Society • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Jos PIERSON • KRISTEL VANDENBRANDE • Veroline CAUBERGHE • Simon DELAERE • Wendy Van den Broeck
Studiedag : Zaken voor de Kunst.(6 mei 2004 - Kunstcentrum deSingel) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Op 6 mei organiseert het steunpunt re-creatief Vlaanderen een studievoormiddag in deSingel te Antwerpen. In de muziek- en de podiumkunstensector is het behalen van een minimum aan eigen inkomsten door gesubsidieerde organisaties sedert enkele jaren een vast gegeven van het subsidiebeleid. De praktijk wijst uit dat vooral de inkomsten uit bedrijfssponsoring voor die organisaties vrij gering zijn. Daarom lanceerde de afdeling Muziek, Letteren en Podiumkunsten van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap eind 2000 een oproep om een onderzoeksproject uit te werken dat moest peilen naar mechanismen en processen die spelen binnen de praktijk van bedrijfssponsoring in de sector van muziek- en podiumkunsten. Deze opdracht resulteerde in het onderzoeksrapport 'Zaken voor de kunst - Onderzoek naar de mechanismen en processen binnen de muziek en podiumkunsten in Vlaanderen anno 2003', uitgevoerd door Prof. dr. Katia Segers en Bram Lievens van de Vrije Universiteit Brussel. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • KATIA SEGERS
Studieopdracht naar wetenschappelijke evaluatie en waardering van de archeologische site Lelle (Berg, Vlaams-Brabant) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Dries TYS
Studieopdracht skeletonderzoek: Fysisch-antropologisch onderzoek van 10 individuen, inclusief fotografie en rapportage. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Stad Antwerpen' hebben voor het project ' Studieopdracht skeletonderzoek: Fysisch-antropologisch onderzoek van 10 individuen, inclusief fotografie en rapportage.' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Dries TYS
Studie van de financiering erediensten en levensbeschouwingen in België. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Centrale Raad der Niet-Confessionele Levensbeschouwelijke Gemeenschappen VZW (CVR/CCL)' hebben voor het project ' Financiering erediensten en levensbeschouwingen in België. ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • HERMAN MATTHIJS
Studie van de impact van het Neolithicum in de Vlaamse zandstreek Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt het Neolithicum in de Vlaamse zandstreek, in het bijzonder in de regio van Zandig-Vlaanderen, in kaart te brengen en te evalueren d.m.v. proefsleuvenonderzoek en systematische boringen op oppervlaktevindplaatsen en vindplaatsen gedetecteerd via luchtfotografische prospectie. D.m.v. koolstofdateringen en paleoecologisch onderzoek zal tevens getracht worden om inzichten te verwerven in de chronologie en de natuurlijke omgeving tijdens het Neolithicum. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Philippe Crombé
Studie van de structurele/topologische en energetische aspecten van complexe DNA- of chromatine-interacties van hogeorde nucleoproteïnecomplexen die betrokken zijn in HIV/AIDS en/of leukemie. KU Leuven Abstract: Het doel van het project is om inzicht te krijgen in de moleculaire interacties die de structuur en energetische aspecten van hoge-orde nucleoproteïnecomplexen bepalen in vitro en in vivo. De ontwikkeling, integratie en implementatie van verschillende individuele-moleculetechnieken, in combinatie met in silico benaderingen en methodes en benaderingen uit de moleculaire biologie en virologie zijn cruciaal voor het welslagen van het project. Het project behandelt verschillende vragen uit het biomedisch onderzoeksdomein die verband houden met de ontwikkeling en behandeling van AIDS en leukemie, en het ontwerp van veiliger vectoren voor gentherapie.
Organisaties: • Afd. Moleculaire Visualisatie & Fotonica
Onderzoekers: • Zeger Debyser • Steven De Feyter • Enrico Carlon • Hiroshi Ujii
Studie van de topografische en chronologische evolutie van Romeinse steden in Marche (Midden-Italië) met behulp van gecombineerde afstandswaarneming en oppvervlakteprospectie Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt de gecombineerde studie van Romeinse urbanisatie in de Adriatische regio Marche met behulp van technieken van systematische veldverkenning, geofysische prospectie, actieve luchtfotografie, materiaalstudie en geomorfologische survey. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Frank Vermeulen
Studie van entanglement vanuit een operationeel perspectief. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1 Projectvoorstel Kwantuminformatie is een onderzoeksdiscipline die de laatste decennia een belangrijke plaats is gaan innemen binnen de computerwetenschappen. Het algemene doel in dit domein is te onderzoeken hoe typisch kwantummechanische concepten, zoals superposities, verstrengeling en lineariteit, kunnen aangewend worden om berekeningen uit te voeren. Vele toepassingen binnen de kwantuminformatie zijn inherent gedistribueerd. Een gedistribueerd systeem bestaat uit een verzameling concurrent agerende entiteiten ("agents") die zich op verschillende locaties bevinden en die hun acties co¨ordineren via communicatie. Organisaties: • Centrum Leo Apostel
Onderzoekers: • Ellie D'HONDT
Studie voor juridische haalbaarheid van de cross border leasing van gemeentelijke uitkeringen in Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: Juridische beschuding en studie van Vlaamse regeleing mst. Gemeentelijke uitkeringen en mogelijkheid tot CBL-overeenkomsten. Studie voor juridische haalbaarheid van de cross border leasing van gemeentelijke uitkeringen in Vlaanderen. Organisaties: • Vakgroep belastingrecht
Onderzoekers: • Ludo Veny
Subject en infinitief in het Portugees en het Spaans Universiteit Gent Abstract: Contrastief, corpusgebaseerd onderzoek naar Portugese en Spaanse infinitiefconstructies met eigen subject. Daarbij wordt aandacht geschonken aan de graad van autonomie van de ondergeschikte zin, aan thematische coherentie en aan de graad van verbaliteit van de infinitief. Organisaties: • Vakgroep Afrikaanse talen en culturen
Onderzoekers: • Eugeen Roegiest • Renata Enghels
Subject en infinitief in het Portugees en het Spaans Universiteit Gent Abstract: Contrastief, corpusgebaseerd onderzoek naar Portugese en Spaanse infiniteitconstructies met een eigen, nominatief subject in adveriale bijzinnen. Daarbij wordt - in een functioneel taalkundig kader - aandacht geschonken aan de graad van autonomie van de ondergeschikte zin, aan thematische coherentie en aan de graad van verbaliteit van de infinitief en propositionaliteit van de bijzin. Organisaties: • Vakgroep Taal en communicatie
Onderzoekers: • Eugeen Roegiest
Subjectiviteit Tagging en Learning Universiteit Gent Abstract: Het SubTLe project wil het eerste onderzoek verrichten naar automatische subjectiviteitsdetectie en -analyse in het Nederlands. Gezien de complexiteit van deze taak streven we hierbij niet naar automatische subjectiviteitsanalyse van om het even welk teksttype, maar van online teksttypes (sociale netwerkingsites, blogs, chats, e.d.) waarvan uit een eerste tekstanalyse blijkt dat subjectiviteit daarin sterk gelexicaliseerd is. Ondanks het brede applicatiepotentieel ligt de focus inhoudelijk op 1 specifieke casus c.q. zelfdoding. Organisaties: • Vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie
Onderzoekers: • Veronique Hoste
Subordinatie of solidariteit? Armenzorg als instrument van dorpselites in de 16de-eeuwse Zuidelijke Nederlanden. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project staat rurale armenzorg centraal, en dat in een periode van grote economische veranderingen en schommelingen die een regionaal zeer uiteenlopende impact hadden. Specifiek wordt er nagegaan in welke mate formele armenzorg (door de armendissen of Heilige Geesttafels) en informele armenzorg (bijvoorbeeld krediet- en pachtrelaties) functioneerden in drie regio's: de commerciële Kustvlakte, het protoindustriële Binnen-Vlaanderen en de communale Kempen. Er wordt in dit project speciaal aandacht besteed aan periodes van subsistentiecrisissen, aangezien dan de verschillen in lokale / regionale economische structuur, machtsbalans en elitebelangen en – strategieën sterk uitvergroot worden.
Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Tim Soens • Eline Van Onacker
Subsidie aan het L.P. Boon-documentatiecentrum. Universiteit Antwerpen Abstract: Wetenschappelijke editie in vierentwintig delen van het Verzameld werk van Louis Paul Boon. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Kristiaan Humbeeck
Subsidie Internationaal Conference ‘De Radicale Verlichting: Het grote verhaal en zijn details' Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het thema van deze internationale conferentie is de zogenaamde, Radicale Verlichting. De Radicale Verlichting verwijst naar een veelzijdige denkstroom binnen het Europese verlichtingsdenken, die grote nadruk legt op politieke hervormingen en activisme, persoonlijke vrijheid, sociale gelijkheid, en de kritiek van de religie. De Radicale Verlichting kan men aantreffen in het werk van een aantal zeventiende-en achttiendeeeuwse materialisten, atheïsten, vrijdenkers, spinozisten en pantheïsten. De algemene doelstelling van deze conferentie is om lopende onderzoek naar de Radicale Verlichting een extra impuls te geven. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Steffen DUCHEYNE
Subsidie Internationaal congres ‘The Radicale Verlichting: Het grote verhaal en zijn details' Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het thema van deze internationale conferentie is de zogenaamde, Radicale Verlichting. De Radicale Verlichting verwijst naar een veelzijdige denkstroom binnen het Europese verlichtingsdenken, die grote nadruk legt op politieke hervormingen en activisme, persoonlijke vrijheid, sociale gelijkheid, en de kritiek van de religie. De Radicale Verlichting kan men aantreffen in het werk van een aantal zeventiende-en achttiendeeeuwse materialisten, atheïsten, vrijdenkers, spinozisten en pantheïsten. De algemene doelstelling van deze conferentie is om lopende onderzoek naar de Radicale Verlichting een extra impuls te geven. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Steffen DUCHEYNE
Subsidie voor evenementen met toeristisch belang en/of internationale uitstraling: Liber Floridus 1121 De Wereld in een boek Universiteit Gent Abstract: Liber Floridus 1121 De wereld in een boek wil de vroeg 12de-eeuwse encyclopedie geschreven door Lambertus, een kanunnik van SintOmaars, bij het bredere internationale publiek in de kijker stellen. Niet alleen het handschrift als object krijgt de aandacht, maar ook de inhoud. In tentoonstelling en publicatie wordt getoond hoe de twaalfde-eeuwse auteur Lambertus van Sint-Omaars naar de wereld keek. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
subsidie woordenboek Vlaamse dialecten Nederlandse Taalunie Universiteit Gent Abstract: De middelen van de Nederlandse Taalunie kunnen aan de volgende werkzaamheden worden besteed: verzamelen, verwerken en ontsluiten van dialectgegevens voor het woordenboek; de inhoudelijke voorbereiding van afleveringen aansluitend bij eerder afgewerkte onderdelen, conform de algemene indeling (Landbouw - Niet-agrarische Vakwoordenschat - Aigemene Woordenschat) en de bijbehorende subcategorieen; Onder de boven beschreven inhoudelijke voorbereiding ressorteren eveneens: het organiseren van additionele opvraging waar nodig; het vervaardigen van digitale lemma's en de controle van de correctheld van het digitale tekstmateriaal; de bedoelde inhoudelijke voorbereiding betreft o.a., zonder daartoe beperkl Ie zijn: de aflevering 'Gewassen: algemeen' (IftND deell), gepland voor 2013; de aflevering 'Paard II' (WVD deell), gepland voor 2014; de anevering 'Bewegingen en ziekten I' (WVD deellll), gepland voor 2015; de anevering 'Bewegingen en ziekten II' (VlND"deellll), gepland voor 2016; de ontwikkeling van een digitale omgeving waarin de woordenboekgegevens en bijbehorende materialen zijn opgeslagen, conform hetgeen is bepaald in artikel 4, 2e, 3e en 4e lid van hel Besluil van de Vlaamse Regering. Organisaties: • Vakgroep Taalkunde
Onderzoekers: • Jacques Van Keymeulen
SuBTLe: Subjectivity Tagging and Learning Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar
Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Departement Sociaal-agogisch werk • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Informatica • Vakgroep Psychologie en pedagogische wetenschappen • Vakgroep Taaltechnologie
Onderzoekers: • Peter Walleghem • Veerle Ongenae • Veronique Hoste • Bart Desmet
Supervision & authority in nineteenth-century European industry (Brussel 8-9 december 2005) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Workshop georganiseerd aan de VUB die resulteerde in de publicatie van Van den Eeckhout (P.), ed. Supervision and Authority in Industry: Western European Experiences, 1830-1939, New York, Berghahn, 2009. Organisaties: • Centrum voor Hedendaagse Sociale Geschiedenis
Onderzoekers: • PATRICIA VAN DEN EECKHOUT
Surnaturel et grâce chez Henri de Lubac: Quelle théologie du salut? KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Geschiedenis van Kerk en Theologie
Onderzoekers: • Mathijs Lamberigts • N. N.
Surrealisme en de 'willekeur' van de metafoor. Een cognitieve benadering van de poëzie van twee generaties experimentele Vlaamse dichters Vrije Universiteit Brussel Abstract: Diverse zonaamde experimentele en postexperimentele poëten die in Vlaanderen werkten tijdens de jaren '50, '60 en later hebben toegegeven dat ze ook heel vertrouwd waren met het surrealisme. Ondanks de link tussen (post)experimentele poëzie en het surrealisme, is er niet veel onderzoek naar dit onderwerp verricht. Het doel van dit project is onderzoek verrichten naar dit onderwerp. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • HANS VANDEVOORDE
Susa lex sed lex - Het rechtssysteem van Susa tijdens de Sukkalmah-periode (1980 - 1530 vot) Universiteit Gent Abstract: Dit project wil het rechtssysteem van de oude stad Susa (West-Iran) tijdens de Oud-Babylonische periode reconstrueren. Het onderwerp van het onderzoek is een verzameling van ongeveer 300 spijkerschrifttabletten: koopcontracten, huurcontracten, leningen, erfdelingen en processen. Uiteindelijk is het de bedoeling de conclusies te vergelijken met het rechtssysteem van de invloedrijke Mesopotamische cultuur. Organisaties: • Vakgroep Talen en Culturen van het Nabije Oosten en Noord-Afrika
Onderzoekers: • Michel Tanret
SustAinable data GovernAnce: Contextual InTegrity as privacY management tool KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OE ICRI / CIR
Onderzoekers: • Joseph Dumortier
Symposium "Bringing Broothaers to Beijing" (ikv China, viering 40 jaar diplomatieke betrekkingen met België) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Symposium "Bringing Broothaers to Beijing" (ikv China, viering 40 jaar diplomatieke betrekkingen met België) Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Hans DE WOLF
Symposium Complexity, Fluency and Accuracy in Second Language Learning Use, Learning and Teaching. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met het huidige project wil deze onderszoeksgroep, in samenwerking met Belgische en buitenlandse partners, haar onderzoeksdomein uitbreiden naar wat de fluency-accuracy-complexity paradox of second language acquisition (Ellis 1994) genoemd wordt. Deze paradox bestaat erin dat de drie belangrijkste parameters van taalcompetentie, nl. vlotheid, accuraatheid en complexiteit, zich schijnbaar onafhankelijk van elkaar ontwikkelen in het tweede-taalleerproces. Sommige tweede-taal (T2) leerders of groepen T2-leerders ontwikkelen een vlot maar weinig complex en weinig accuraat taalgebruik in hun T2, anderen worden accuraat maar weinig vlot en complex in hun taalgebruik, enz. Het voorgestelde onderzoek wil een theoretisch en empirisch gefundeerde verklaring vinden voor deze paradox door de ontwikkeling van deze drie parameters te bestuderen in de taalproductie van Nederlandstalige leerders van het Frans en het Engels. De empirische bevindingen zullen worden gerelateerd aan drie factoren die de hoofdcomponenten vormen in een geïntegreerd model van T2-verwerving en -verwerking.
(a)contextuele factoren: de aard en de hoeveelheid van de T2 input en output van de leerder. Deze factoren veroorzaken variatie in vlotheid, complexiteit en accuraatheid tussen verschillende groepen T2-leerders (inter-groep variatie). (b) individuele factoren : persoonlijkheidskenmerken van de individuele leerder (bijv. graad van extraversie) en zijn socio-psychologische oriëntatie (bijv. sterkte en orientatie van taalleermotivatie). Deze factoren zijn verantwoordelijk voor variatie tussen individuele leerders van eenzelfde groep (inter-individuele variatie). (c) psycholinguïstische factoren: de cognitieve en psycholinguïstische processen en mechanismen in de verwerving en verwerking van T2-kennis. De hypothese is dat deze factoren verantwoordelijk zijn voor de a-synchrone ontwikkeling van vlotheid, complexiteit en accuraatheid in het T2gebruik van de individuele leerder (intra-individuele variatie). De klemtoon in het onderzoek zal vooral liggen op de derde component, de rol van psycholinguïstische factoren in de ontwikkeling van linguïstische T2-compententie. Hierin onderscheiden wij vier subprocessen: verwerving, herstructuring, implementatie en automatisering. 1. Verwerving van nieuwe linguïstische kennis (mentale representaties: symbolen, regels, structuren) door analyse van de T2-input en de integratie van relevante informatie als declaratieve kennis in het lange-termijn geheugen. 2. Implementatie (activering) van taalkennis voor taalgebruik (productie en comprehentie). In navolging van Levelt (1989) en De Bot (1992) wordt aangenomen dat het taalproductieproces drie componenten omvat: een conceptualizer, een formulator en een articulator. Deze componenten werken op basis van procedurale kennis. 3. Automatisering van de aanvankelijk declaratieve kennis in procedurale kennis. Automatisering omvat verschillende fases en subprocessen, zoals compositie (compilatie en proceduralisering) en tuning (generalisatie en discriminatie) (Anderson 1983, 1993). Automatisering maakt verwerkingscapaciteit vrij die wordt aangewend voor de verwerving en implementatie van nieuwe linguïstische kennis (McLaughlin 1987; Van Patten 1987). 4. Herstructuring van bestaande, procedurale kennis als gevolg van de verwerving, implementatie en automatisering van nieuwe declaratieve kennis (McLaughlin 1987, 1990; Karmiloff-Smith 1986). Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • MICHEL PIERRARD
Symptomatologie bij Friedrich Nietzche en René Girard: een confrontatie Universiteit Gent Abstract: Een confrontatie van de symptomatologieën (d.w.z. psychofysiologische duidingen van gedragingen en discours) bij Nietzche en Girard aangaande fenomenen als reactiviteit, dematerialisering, theatraliteit en genialiteit een studie naar de cultuurkritische implicaties van hun symptomatologieën, uitgaande van de concepten schoonheid, liefde en waarheid, en naar de methodologische problemen, verbonden met hun symptomatologieën, met aandacht voor circulariteit en de rol van de taal. Organisaties: • Vakgroep Duits
Onderzoekers: • Benjamin Biebuyck
Syntactische aspecten van taalontwikkelingsstoornissen : de verwerving van determineerders. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van het project is het ontwikkelingspatroon te bestuderen van de vroege morfosyntaxis van 3 groepen van kinderen met een taalstoornis (kinderen met SLI, hoortoestel, cochleair implantaat, CI) in vergelijking met een controlegroep van normaalhorende kinderen en na te gaan of de resultaten kunnen gekoppeld worden aan de klinische eigenschappen van deze kinderen. De focus ligt op één specifiek aspect van de nominale syntaxis, nl. de verwerving van lidwoorden. Het onderzoek richt zich op de volgende vragen: (i) op welke manier verschilt de verwerving van het lidwoordsysteem bij SLI-kinderen met die van kinderen met een normale taalontwikkeling? Is er een tijdelijke of permanente achterstand in de projectie van een overeenkomstig syntactisch niveau en indien dit het geval is, wat is de oorzaak voor deze achterstand?; (ii) is er een verschil in syntactische ontwikkeling tussen CI-kinderen en kinderen die klassieke hoortoestellen gebruiken (cfr. Van den Broek 1998 contra Geers 2003 voor spraakperceptie en -productie)?; (iii) is er een gelijklopende ontwikkeling tussen de syntaxis van zeer vroeg geïmplanteerde CIkinderen en een normaalhorende controlegroep of zijn er gelijkenissen met andere taalstoornissen die typische grammaticale gebreken vertonen?; (iv) Wat zijn de factoren die een invloed hebben op de verwerving van de syntaxis van lidwoorden bij CI-kinderen? (v) uit theorie-intern oogpunt: zijn er argumenten om de projectie van een D-positie toe te schrijven aan neurologische rijping? Is deze projectie gevoelig voor input en derhalve beïnvloedbaar door een toename in auditieve perceptie? Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Etienne Gillis • Martine M R Coene
Syntaxis in Taal en Muziek : Overlap in Globale en Lokale Structuurverwerking Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt de relatie tussen de structurele verwerking van muzikale en linguïstische sequensen (cfr. SSIRH, Patel, 2003). Ten eerste wordt de overlap in globale structuurverwerking onderzocht door dubbeltaakstudies en structureel primingsonderzoek. Ten tweede wordt getracht door middel van muzikale varianten op klassieke psycholinguïstische paradigmata deze relatie te integreren met recente taalsyntaxmodellen(cfr. Pickering & Branigan, 1998). Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Robert Hartsuiker
Syntaxis van Vroeg Vernaculair Chinees: een overzicht (8st-11de eeuw) Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject focust op de ontstaansfase van Vroeg Vernaculair Chinees en is gebaseerd op tekstuele bronnen (waaronder manuscripten) gedateerd tussen de achtste en de elfde eeuw. Het project stelt zich tot doel een beschrijving en een analyse te geven van de ontwikkeling van syntactische structuren uit deze periode. Organisaties: • Talen en Culturen
Onderzoekers: • Ann Heirman
Syntaxis voor de geest. Gesproken taalontwikkeling en ontwikkeling van Theory of Mind in dove kinderen met een cochleair implantaat. Universiteit Antwerpen Abstract: Syntaxis voor de geest. Gesproken taalontwikkeling en ontwikkeling van Theory of Mind in dove kinderen met een cochleair implantaat. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Etienne Gillis • Martine M R Coene
Synthesis and chiroptical study of all-conjugated ABC triblock copolymers KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Polymeerchemie en -materialen
Onderzoekers: • Guy Koeckelberghs
Systematisering en transcriptie van dialectopnamen. Universiteit Antwerpen Abstract: Voor mijn doctoraat "Structuurverandering in grensdialecten" werden in NL en D spraakdata opgenomen. Ze bevatten o.a. taalmateriaal voor 27 onderzochte linguïstische variabelen. Het volledige corpus is grotendeels nog niet ontsloten en bevat waardevolle informatie voor baanbrekend taalveranderingsonderzoek. Voor transcriptie en systematische opslag ervan wordt een jobstudent aangeworven die onder begeleiding van de projectleider zal werken. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Tom Smits
Système critique d'intégration, de numérisation et d'accès aux statistiques pénales belges (1ière phase) Universiteit Gent Abstract: Hoewel de strafrechtelijke statistieken zeer actueel zijn, is het bijna onmogelijk ervan gebruik te maken. Deze vaststelling heeft een parnterschap bijeengebracht (UCL-CHDJ, Ugent-Vakgroep Nieuwste Geschiedenis, SPS, NIS, AGR/AE, NICC), met als doel een systeem uit te werken dat de integratie en kritische terbeschikkingstelling van de statistieken die de Belgische staat sedert haar ontstaan heeft gepubliceerd mogelijk maakt. Dit systeem moet zodanig zijn opgevat dat toekomstige statistieken er kunnen worden ingevoerd. Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis
Onderzoekers: • Karel Velle
Système critique d'intégration, de numérisation et d'accès aux statistiques pénales belges (2ième phase) Universiteit Gent Abstract: Hoewel de strafrechtelijke statistieken zeer actueel zijn, is het bijna onmogelijk ervan gebruik te maken. Deze vaststelling heeft een parnterschap bijeengebracht (UCL-CHDJ, UGent-Vakgroep Nieuwste Geschiedenis, SPS, NIS, AGR/AE, NICC), met als doel een systeem uit te werken dat de integratie en kritische terbeschikkingstelling van de statistieken die de Belgische staat sedert haar ontstaan heeft gepubliceerd mogelijk maakt. Dit systeem moet zodanig zijn opgevat dat toekomstige statistieken er kunnen worden ingevoerd. Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis
Onderzoekers: • Jan Art
Systemic change of the identification of citizens by government. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoeksproject over de ontwikkeling en verspreiding van de Belgische elektronische identiteitskaart van 1999 tot en met 2009. Dit project maakt deel uit van een Europees samenwerkingsverband tussen de Universiteit van Bremen, waarbij gelijkaardige projecten werden uitgevoerd in Spanje, Oostenrijk en Duitsland. Organisaties: • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Ilse MARIEN • Leo VAN AUDENHOVE
Systemisch functionele wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van deze WOG is om, door intensieve workshops en de gecoördineerde publicaties die eruit voort zullen komen, de Systemisch Functionele taalbenadering kritisch te doordenken en verder uit te bouwen op het gebied van theoretische grondslagen, methodologie en beschrijving van taalfeiten. Meer specifiek zal deze WOG zich toespitsen op verheldering van de 'representatieve' en de 'interactieve' functie van de taal, d.w.z. op de 'ideationele' en de 'interpersoonlijke' component van het taalsysteem. Organisaties: • VAKGROEP TAAL EN COMMUNICATIE • Internationale bedrijfscommunicatie
Onderzoekers: • Christian Braecke
Taalaanbod in de taalverwerving: horende kinderen met verschillende SES achtergrond en dove kinderen met een cochleair implantaat.
Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Etienne Gillis
Taal als springplank tot het hoger onderwijs Hogeschool Gent Abstract: - Digitale instapproef taalvaardigheid: alle eerstejaarsstudenten worden online getest op hun taalvaardigheid. - Digitale basiscursus taalvaardigheid in Blackboard: differentieerbaar zelfstudiepakket volgend op de instapproef met theorie en oefeningen. Organisaties: • Departement Lerarenopleiding Ledeganck • Vakgroep Talen en Onderwijs • Vakgroep Pedagogiek en Agogiek
Onderzoekers: • Hanne Vandenbussche • Barber Bossuyt • Bert De Bisschop • Helena Vanhuysse • Liesbet Dutillieux • Sabina Versieck
Taalbijstand in 3 Gentse ziekenhuizen: Percepties van de rollen door gebruikers en verleners van taalbijstand. Hogeschool Gent Abstract: De doelstelling van de studie is nagaan wat de percepties zijn van de betrokken partijen in de triade (arts, tolk/ intercultureel bemiddelaar, patiënt) over de rol van elkaar en over hun eigen rol, alsook een beeld te kunnen krijgen over hoe getolkte consultaties precies verlopen in het ziekenhuis in kwestie. Tijdens de dataverzameling zijn er ook andere vragen naar voor gekomen, zoals bijvoorbeeld in welke mate het concept van patiëntgerichtheid van de arts wordt behouden tijdens getolkte consultaties en of zij een impact hebben op de manier waarop patiëntgerichtheid wordt geprojecteerd. De studie omvat taalsociologisch en interactioneel sociolinguïstisch onderzoek via case studies met gebruik van zowel surveytechnieken (bijv. semi-gestructureerde interviews) als analyses van audio-visueel geregistreerde interacties. Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Engels • Vakgroep Spaans
Onderzoekers: • Dimitra Krystallidou • Hildegard Vermeiren
Taalcommunicatie over kleurgrenzen heen: Zwart Afrikaans in Centraal Zuid-Afrika. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Hoewel de functies van het Afrikaans sedert 1994 grondwettelijk ingeperkt werden, fungeert het Afrikaans nog steeds als lingua franca in verscheidene delen van plattelands en stedelijk Zuid-Afrika. Het vormt de natuurlijke lingua franca in die plattelandse streken van de West- en Noord-Kaap waar het de dominante moedertaal is. Het is ook de dominante lingua franca van het centrale deel van Zuid-Afrika, nl. de Vrijstaat en de Provincie Noordwest, waar de dominante moedertalen respectievelijk seSotho en seTswana zijn, d.w.z. twee genetisch nauw verwante en onderling verstaanbare Bantoetalen die door zwarten gesproken worden. Als moedertaal wordt het Afrikaans in die provincies grotendeels gesproken door Blanke en Kleurlingminderheden, die meestal in stedelijke centra geconcentreerd zijn. Als een lingua franca wordt het meestal door L1 seSotho- en seTswanasprekers gesproken, ten gevolge waarvan het gewoonlijk bestempeld wordt als 'Zwart Afrikaans'. De etnische verscheidenheid van die bevolking die Afrikaans gebruikt voor de dagelijkse omgang brengt een diversiteit aan Afrikaanse variëteiten met zich mee die tot nu toe niet aan diepgaand onderzoek onderworpen werden. Onderzoeksprojecten hebben wat inzicht gegeven in de L2 Zwarte Afrikaanse variëteiten met een seSotho achtergrond, alsook in de Afrikaanse variëteiten die gebruikt worden door Blanke moedertaalsprekers in hun interactie met Zwarten in het algemeen. Verrassend genoeg werden die variëteiten steeds geïsoleerd onderzocht, en het is daarom tot op heden volstrekt onduidelijk (of en) in hoeverre de pragmatische taalcontexten bepalend zijn voor de taalnormen in multi-etnische conversaties tussen eerstetaal- en tweedetaalsprekers van het Afrikaans. Het doctoraatsonderzoek dat ik sedert october 2004 verricht heb werd toegespitst op de in-group dimensie van etnische eerstetaalvariëteiten van het Afrikaans. Die beperking heeft ertoe geleid dat er geen aandacht geschonken kon worden aan een ander cruciaal aspect van de Afrikaanse taalrealiteit: het feit dat het Afrikaans ook een essentieel onderdeel is van het talige repertoire van een belangrijke groep tweedetaalsprekers, d.w.z., moedertaalsprekers van Bantoetalen die hun L2 Afrikaanse variëteiten gebruiken in hun interactie met andere etnische groepen. Vandaag vindt het overgrote deel van interetnische communicatie via L2 Afrikaanse variëteiten plaats tussen Zwarte Zuid-Afrikanen, of tussen Zwarte Zuid-Afrikanen en Blanken of Kleurlingen. In de huidige Zuid-Afrikaanse context waarin etnische machtverhoudingen geherdefinieerd worden, lijkt het wenselijk om een beeld te krijgen van hoe etnische groepen, in het bijzonder de Zwarte groep, zich talig gedragen naargelang van de pragmatische context van het gesprek. Interetnische communicatieprocessen brengen 'accommodatie' met zich mee, d.w.z. samenlopende dynamieken van opwaartse convergentie en neerwaartse divergentie waarbij sprekers pogen om de doeltaal te benaderen of om van de doeltaal af te wijken in het belang van maximale wederzijdse verstaanbaarheid. Dit gebeurt vooral in contexten waar een van de betrokken partners duidelijk minder gemakkelijk toegang heeft tot de prestigenorm dan de andere. . Samen met accommodatie kan interetnische communicatie ook een mate van uitsluiting met zich meebrengen. In die situatie kan etnische solidariteit tot uiting komen in het creëren van een taalbarrière die, enerzijds, de leden van de outgroup moet wijzen op de bestaande etnische afstand, of, anderzijds, de leden van de ingroup afschermt van outgroup-interferenties. Het is de bedoeling van dit onderzoeksproject om de processen van interetnische communicatie te beschrijven zoals ze plaatsvinden in de stedelijke omgeving van Bloemfontein, de hoofdstad van de Vrijstaat en het grootste stedelijke centrum van Centraal Zuid-Afrika. Ik neem daarvoor het taalgedrag onder de loep van de Zwarte inwoners van Bloemfontein (voornamelijk seSothosprekers), zowel binnen de eigen bevolkingsgroep als in hun interactie met de plaatselijke Kleurlingen en Blanken die samen een derde van de Bloemfonteinse bevolking uitmaken. Dit project bouwt voort op het model van Labovs experimenten met Zwart Amerikaans Engels en volgt de door Bell en Johnson (1997) toegepaste methodologie van assymetrische etnische koppeling van sprekers: door informeel groepen van sprekers van drie generationele categorieën op basis van gelijke of ongelijke etniciteit (nl. Zwart met Zwart, Zwart met Kleurling en Zwart met Blank) te confronteren, hoop ik een representatief inzicht te krijgen in de processen van taalaccommodatie en taaluitsluiting tussen, respectievelijk, L2 Afrikaanstalige Zwarten en L1 Afrikaanstalige Blanken, enerzijds, en L2 Afrikaanstalige Zwarten en L1 Afrikaanstalige Kleurlingen, anderzijds. Dit werd nog nooit eerder onderzocht, hoe cruciaal ook voor een correcte inschatting en analyse van de hedendaagse Afrikaanse taalrealiteit. De informatie die deze studie zal opleveren, valt in verscheidene theoretische dimensies uiteen. Vanuit het gezichtspunt van de historische taalwetenschap is mijn cross-generationele studie van Zwart Afrikaans de allereerste grondige studie van de ontwikkelingstendensen in de minst
gedocumenteerde variëteit van het Afrikaans die, ironisch genoeg, met 15 miljoen Zwarte sprekers (van sterk uiteenlopende taalvaardigheidsniveaus) tevens de grootste variëteit van het Afrikaans is. Doordat Afrikaans een kunstmatig etiket is dat gebruikt werd voor alle Nederlandse variëteiten die zich al van in het begin van de 18de eeuw doorheen centraal Zuid-Afrika begonnen te verspreiden, kan het zg. Zwart Afrikaans rechtmatig beschouwd worden als de meest verspreide Nederlands-gebaseerde Creoolse taal of Nederlands-gebaseerde lingua franca. Het kan ook geen twijfel lijden dat de studie van die variëteit verdient om op dezelfde voet geplaatst te worden als die van de aanzienlijk minder gesproken Surinaams-Nederlandse variëteiten, en die van Creoolse of contacttalen in het algemeen. Mijn project vult dus een cruciale lacune in zowel de historische creolistiek als in de geschiedenis van het Zuid-Afrikaanse taallandschap. Vanuit het gezichtspunt van de taalpragmatiek zal mijn studie van het Zwart Afrikaans niet enkel inzichten genereren in de functionaliteit van het Afrikaans, maar onvermijdelijk ook in die van het seSotho en het Engels (zowel in ingroup- als in outgroup-contexten) onder de voornaamste etnische groepen van Centraal Zuid- Afrika, voor wie die talen ook deel uitmaken van de alledaagse taalrealiteit. Bijzonder interessant is de vraag in hoeverre die laatste twee talen opduiken in het door Zwarten gesproken Afrikaans. Met andere woorden: is het gebruik van een Afrikaanse variëteit met een seSotho/Engelse inslag typisch in gesprekken tussen Zwarten en Kleurlingen, terwijl een meer 'conservatieve' vorm van het Afrikaans gehandhaafd wordt in gesprekken tussen Zwarten en Blanken? De vraag waar Afrikaans ophoudt en seSotho of Engels beginnen in de interactie tussen de zwarte groep en de andere groepen is niet enkel cruciaal voor ons onderzoek, ze biedt ook een radicaal nieuw perspectief op het Afrikaans als een multi-etnische contacttaal. Ook taalpragmatisch gezien is het dus vernieuwend en grensverleggend onderzoek. Vanuit een etnografisch gezichtspunt kan mijn studie van de strategieën van taalaccommodatie en taaluitsluiting een belangrijke bijdrage leveren aan het in kaart brengen van de communicatie over kleurgrenzen heen. Gaat taalvariatie in interetnische gesprekken samen met een variatie in onderwerpen, discourse-marking en attitudes? In dit opzicht kan een beschrijving van kleurgebonden variatie in het Zwart Afrikaans als schoolvoorbeeld en basis dienen voor verder onderzoek naar interetnische communicatie in 'kleursensitieve' gebieden van de Derde Wereld zoals Zuid-Amerika (Suriname) en het Caraïbisch gebied. Ik meen; tot slot, dat het hier voorgestelde project ook tegemoet komt aan een aantal bestaande sociale en academische behoeften. Een studie van het Zwart Afrikaans in de interetnische context van Bloemfontein is politiek correct bevonden door die plaatselijke agentschappen die zich met de bevordering van het seSotho bezighouden. Er is bovendien een dringende en reële behoefte aan een gedetailleerd overzicht van hoe en wanneer Zwarte inwoners het Afrikaans gebruiken in ingroup en outgroup contexten, omdat dit inzichten kan verschaffen in de beperkingen van de functionaliteit van seSotho, en daarom richtlijnen kan suggereren voor seSotho corpusplanning in het belang van het ambtelijke drietalenbeleid van de Vrijstaat. Er is bovendien (ook in Vlaanderen) een uitgesproken academische vraag naar dit type onderzoek: ik verwijs bijvoorbeeld naar het feit dat collega's van de Universiteit Antwerpen een studie van het Zwart Afrikaans als een pragmatisch variabele taalentiteit direct relevant bevonden voor hun lopende MIDP-project ('Multilingualism from below') dat ze tot op heden in de Vrijstaat uitgevoerd hebben. Tenslotte wordt de uitkomst van dit project ook van kritisch economisch belang geacht door de leidende Afrikaanstalige uitgeverij in Zuid-Afrika, nl. Naspers, die thans erop uit is om een grotere groep van Zwarte lezers te bereiken via meertalige producten. Dit onderzoeksproject kan rekenen op technische bijstand op verschillende niveau's van het Department of African Languages van de University of the Free State, het Departement Afrikaans van de Universiteit van Stellenbosch alsook van de Pan South African Language Board. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Gerald STELL • ROLAND WILLEMYNS
Taal- en cultuurcontacten in de geschiedenis van het Grieks Universiteit Gent Abstract: (1) Oosterse thema's in het Oudgriekse epos en de Nieuwgriekse folkloristische literatuur van Klein-Azie, (2) linguistische interferentie van Oosterse talen in de "Oostgriekse" koine met name in Klein-Azie en syro-Palestina, (3) areale convergentie in de klein-aziatische Sprachbund. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Freddy Decreus
Taal- en spraaktechnologie: e-leermethodes ter bevordering van interculturele dialoog Universiteit Hasselt Abstract: Het consortium van dit LLP-multilateraal project wil vooreerst een contrastieve studie uitvoeren van de talen-culturen die deel uitmaken van TST-ID (Nederlands, Frans, Slovaaks, Roemeens, Turks). Op basis van deze gegevens en een studie van de niveaus A1-A2 van het CEFRL zullen vervolgens elektronische taalopleidingspakketten ontwikkeld wordne om volwassen leerders warm maken om (ook) andere of nieuwe Europese talen-culturen, die minder onderwezen worden of totnogtoe minder gekend zijn, te leren. Met aantrekkelijk, efficiënt en vernieuwend opleidingsmateriaal en -diensten, makkelijk toegankelijk voor een breed publiek (ook personen met handicap, als dyslexie, gezichtsproblemen), en ludieke promotie- en sensibiliseringsacties rond de producten en de betrokken culturen wil ze het leren van een nieuwe taal en de kennismaking met de cultuur aanmoedigen en stimuleren. Op die manier hoopt het consortium de kleinere Europese talen een plaats te kunnen geven naast de dominante vreemde talen in het Europese aanbod van taalopleidingen en bij te dragen tot de interculturele dialoog. Immers de keuze van de partners gebeurde vanuit het standpunt van de diversiteit: een oud EU-lid (België), een recent (Slovakije), een zeer recent (RO) en een komend (?; TR); drie godsdiensten (Catholicisme, Orthodoxe godsdienst, Islam); Germaanse (Nederlands), Romaanse (Frans, Roemeens), Slavische (Slovaaks) en Turkse talen; vier delen van de EU (West-, Centraal, Oost- en Zuid-Europa). Organisaties: • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek
Onderzoekers: • Willem CLIJSTERS • Martine VERJANS • Anouk GELAN
Taal en spraak van jonge Nederlandstalige kinderen: Horende kinderen en dove kinderen met een cochleaire implantatie. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project onderzoeken we de prelexicale en de vroeglexicale spraak- en taalproductie bij jonge dove kinderen met een cochleaire implantatie (CI) en we vergelijken de verwervingsstadia en -patronen met een groep van horende leeftijdsgenoten. Cruciaal is de vraag of implantatie in het eerste/tweede levensjaar tot gevolg heeft dat kinderen met een CI op het vlak van de spraak- en taalontwikkeling toch binnen de 'normale' grenzen van hun horende leeftijdsgenoten bevinden. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers:
• Etienne Gillis • Paul Govaerts
Taal en verbeelding: Neurale correlaten van tijd- en plaatsrepresentaties bij zins- en tekstbegrip Universiteit Gent Abstract: De functionele neuroanatomie van taalverwerking op tekst- en gespreksniveau is onvoldoende gekend. Taalbegrip van spatiële semantische informatie op zinsniveau zou niet-linguïstische spatiële hersengebieden recruteren. Afgeleide relationele concepten worden (perceptueel of verbaal-propositioneel) opgebouwd in modaliteitsspecifieke hersengebieden. Vraag is of een situatie-model op tekstniveau zich ook van een spatieel (of temporeel) referentiekader bedient en of zins- en tekstniveau hetzelfde neurale correlaat hebben. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Guy Vingerhoets
"Taal" en/vs. "dialect" in het vroegmoderne taalkundige denken: conceptvorming en empirische funderingen, met bijzondere aandacht voor de Oudgriekse achtergrond KU Leuven Abstract: Hoewel de oorsprong van het begrippenpaar taal en dialect teruggaatop de Griekse oudheid, bestaat er geen algemene consensus over de definities van deze termen in het huidige onderzoek. Dit heeft ertoe geleid dat sommige onderzoekers ervoor terugdeinzen de term dialect te gebruiken. Om tot een beter begrip van deze noties en hun moderne conceptuele invulling te komen, is er nood aan een systematische historiografische studie van hun oorsprong en ontwikkeling. Voor de taalkundige geschiedenisvan de noties taal en dialect is de vroegmoderne periode een cruciale fase. Tijdens deze periode werd er gereflecteerd over deze begrippen,waarbij de geleerden hun inzichten toepasten op de studie van de Oudgriekse dialecten, traditioneel ingedeeld in Attisch, Ionisch, Eolisch, Dorisch en koinè (gemeenschappelijk dialect/gemeenschappelijke taal).De nauwe en complexe interactie tussendeze twee aspecten van de vroegmoderne taalstudie is echter nog niet aan een systematische studie onde Organisaties: • OG FranItalCo Leuven
Onderzoekers: • Toon Van Hal • Raf Van Rooy
Taalgebruik en sociale identiteit van Antwerpse jongeren. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bestudeert de manier waarop jongeren hun sociale identiteit construeren d.m.v. hun taalgebruik in interacties met andere jongeren en volwassenen. Er wordt gebruik gemaakt van een gemengde methodologie waarbij zowel observationele als gerapporteerde gegevens worden gebruikt. Respondenten zijn jongeren van 14 tot 16 jaar uit het Antwerpse en de volwassenen met wie ze te maken krijgen. Analyses zijn zowel kwalitatief als kwantitatief. Organisaties: • Taal, media en socialisatie
Onderzoekers: • Annick De Houwer
Taalgebruik, taalvariatie en taalplanning in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1814-1830) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De periode van de hereniging van Noord en Zuid in het "Verenigd Koninkrijk der Nederlanden" (1814-1830) (VKN) was cruciaal voor de status, de vorm en de functie (c.q. zelfs het voortbestaan) van het Nederlands in Vlaanderen. Over die periode is evenwel nauwelijks taalkundig onderzoek beschikbaar op basis van originele bronnen. Bovendien blijkt uit onze voorgaande expertise dat de schaars aanwezige informatie niet alleen ontoereikend is, maar vaak zelfs verkeerd. We willen die lacune invullen met een dubbel onderzoeksplan: 1.enerzijds een interne analyse van taalgebruik en taalvariatie (zowel sociaal als geografisch) in Vlaanderen tussen 1814 en 1830, op basis van een onderzoekscorpus dat we de voorbije jaren lieten samenstellen met externe middelen, en 2.anderzijds, een extern-historiografische analyse van Willems taalpolitiek en taalplanning in het 'vergeten' deel van het Zuiden (Wallonië, Luxemburg, Duitstalige gebieden) en in de kolonies en in de toenmalige Europese taalpolitieke context. Die nauw verweven onderzoekingen worden gebundeld in één goed gestructureerd en geïntegreerd project. Door de permanente wisselwerking tussen beide onderzoekingen garandeert die aanpak een aanzienlijke wetenschappelijke meerwaarde en in een optimaal gebruik van onderzoeksmiddelen. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • ROLAND WILLEMYNS • WIM VANDENBUSSCHE
Taal, macht en identiteit. Universiteit Antwerpen Abstract: De relatie tussen taal, macht, en identiteit wordt onderzocht met het oog op de sociale, politieke, en ideologische fenomenen verbonden aan observeerbare discursieve patronen, taalregimes, en taalhierarchiën, in het bijzonder in diverse institutionele contexten. Organisaties: • Linguistiek • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren
Taalnormen en ?accommodatie in Computer Mediated Discourse. De casus van Berber diasporawebsites Universiteit Gent Abstract: In deze studie wordt één van de centrale claims uit de recente sociale theorie onderzocht, namelijk dat ?traditionele? collectieve identiteiten, gebaseerd op een sociale klassenhiërarchie en ondersteund door lokale en nationale instituties, alsmaar meer en meer vervangen worden door meer dynamische en transnationale groepsidentiteiten die sterk ondersteund worden door de elektronische media. De volgende gerelateerde vraagstellingen worden voornamelijk onderzocht: 1. Hoe worden taalnormen gecreëerd op Berber diasporawebsites? 2. Hoe functioneren diasporawebsites als geïnstitutionaliseerde contexten?
Organisaties: • Talen en Culturen
Onderzoekers: • Michael Meeuwis
Taalnormen en ?accommodatie in Computer Mediated Discourse. De casus van Berber diasporawebsites Universiteit Gent Abstract: In deze studie wordt één van de centrale claims uit de recente sociale theorie onderzocht, namelijk dat ?traditionele? collectieve identiteiten, gebaseerd op een sociale klassenhiërarchie en ondersteund door lokale en nationale instituties, alsmaar meer en meer vervangen worden door meer dynamische en transnationale groepsidentiteiten die sterk ondersteund worden door de elektronische media. De volgende gerelateerde vraagstellingen worden voornamelijk onderzocht: 1. Hoe worden taalnormen gecreëerd op Berber diasporawebsites? 2. Hoe functioneren diasporawebsites als geïnstitutionaliseerde contexten? Organisaties: • Talen en Culturen
Onderzoekers: • Michael Meeuwis
Taaloorsprong, taalverandering en taalfunctionaliteit bij vroegchristelijke Latijnse auteurs. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG FranItalCo Leuven
Onderzoekers: • Pierre Swiggers
Taalproblemen van kansarme jongeren in het onderwijs: ligt de oplossingbinnen of buiten de school? KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centrum voor Taal en Onderwijs Leuven
Onderzoekers: • Kristiaan Van den Branden
Taalproductie in een visuele context Universiteit Gent Abstract: Taal wordt meestal in een visuele context gebruikt. Bij de woordherkenning wordt onmiddellijk visuele aandacht geschonken aan alle objecten in die context die visuele of conceptuele kenmerken delen met het bedoelde object. Dit project onderzoekt visuele aandacht bij woordproductie, en vergelijkt dat met woordherkenning, door de oogbewegingen te registeren terwijl de proefpersonen objecten benoemen en naar instructies luisteren. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Robert Hartsuiker
Taalrepresentatie en -verwerking in het tweetalig geheugen Universiteit Gent Abstract: Dit voorstel beoogt inzicht te verschaffen in de organisatie van het tweetalig geheugen. Het doel is na te gaan of beide talen gerepresenteerd zijn in enerzijds een gescheiden of gedeeld betekenissysteem én anderzijds een gedeeld of gescheiden lexicaal systeem. Bijkomend zal worden onderzocht of diverse woordvariabelen de lexicale of semantische representaties kunnen beïnvloeden. De reactietijdsexperimenten zijn hoofdzakelijk primingstudies. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Robert Hartsuiker
Taalstandaardisering ideologie en media in 19de eeuws Vlaanderen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek totnogtoe heeft onder meer uitgewezen, dat in de 19de eeuw de schrijfvaardigheid van drie vierden van de nietanalfabetische bevolking uitsluitend door persoonlijke (school)opleiding (of het gebrek daaraan) werd bepaald. Welke invloed daarvan uitging naar de middenklasse en het (schaarsere) gebruik van het Nederlands door de sociale elite, wordt nog onderzocht. Alleen de linguïstische output van particularistische activisten (én hun metalinguïstische discours) werd totnogtoe uitvoerig geanalyseerd. Ik zal me in het onderhavige onderzoek vooral op het taalgebruik van de media concentreren. Er zal een representatief kranten- en weekbladencorpus worden opgesteld. Bij de keuze zullen vooral politieke en sociale variabelen centraal staan. Ook de houding van de verschillende kranten t.a.v. de taalkwestie en de taalplanningscontroverse in de 19de eeuw zelf zal als variabele worden gebruikt. Het taalgebruik van de Brugse pers in de 19de eeuw werd nooit eerder geanalyseerd. Uit het contemporaine metalinguïstische discours blijkt nochtans dat daaraan zeer veel belang werd gehecht. Na de analyse van ook dit taaldomein, zal het voor het eerst mogelijk zijn een algemeen overzicht te geven van de belangrijkste aspecten van taalgebruik en taalvariatie in een 19de eeuwse Vlaamse stad en kan men hopen dat daardoor soortgelijke onderzoekingen in andere delen van het land gestimuleerd zullen worden. Op die manier zal op den duur een van de meest betreurenswaardige lacunes in de historiografie van het Nederlands kunnen worden opgevuld. Organisaties: • Germaanse Talen
Onderzoekers: • WIM VANDENBUSSCHE
Taalvaardigheden en attitudes van Nederlandstalige, Franstalige en allochtone leerlingen in het Nederlandstalig secundair onderwijs in Brussel. (Progr : Beleidsgericht onderzoek 98/Beleidsdomein : Brusselse Aangelegenehden) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Nederlandstalig onderwijs in Brussel wordt geconfronteerd met een heterogene schoolpopulatie. De leerlingpopulatie bestaat namelijk niet enkel uit Nederlandstalige kinderen maar ook voor een groot deel uit kinderen uit Franstalige gezinnen. Deze situatie kan verstrekkende gevolgen hebben, zowel voor dagelijkse werking van de scholen, als voor de talige, sociale, psychologische en cognitieve ontwikkeling van de leerlingen. Zij zal dan ook een belangrijke invloed hebben op de verdere relatie tussen de Vlaamse Gemeenschap en de multi-culturele Busselse realiteit. Het project wil de impact van deze niet-geïnstitutionaliseerde vorm van immersieonderwijs bestuderen op: a) de ontwikkeling van kennis en vaardigheden in het Nederlands en hett Frans; b) de ontwikkeling van percepties van en attitudes tav beide landstalen en hun respectievelijke gemeenschappen; bij de Nederlandstalige en de Franstalige jongeren i het secundair Nederlandstalige onderwijs in Brussel. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een cross-sectionele studie met een quasi experimenteelonderzoeksdesign. Organisaties: • Romaanse Talen
Onderzoekers: • MICHEL PIERRARD
Taalvaardigheid aan de start (TaalVaSt). KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Levende Talen
Onderzoekers: • Lieve De Wachter • Caroline Van Soom
Taalvariatie en constructionele semantiek: argumentstructuur-constructies Universiteit Gent Abstract: Het project bevindt zich op het snijpunt van constructiegrammatica, historische taalkunde en variationele sociolinguïstiek. Op basis van uitgebreid kwalitatief en kwantitatief corpusonderzoek naar de semantische eigenschappen van argumentstructuur-constructies in verschillende (regionale, stilistische en diachrone) variëteiten van het Nederlands, wil het project patronen van taalvariatie en -verandering in constructionele semantiek blootleggen en analyseren. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse taalkunde
Onderzoekers: • Johan De Caluwe
Taalvariatie op de Vlaamse openbare omroep. Een onderzoek naar substandaardiseringsprocessen in televisieprogramma's. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstellingen van het project: 1. Substandaardisering in verschillende soorten televisieprogramma's beschrijven; 2. Conversatieanalytisch recente programma's met oudere opnames vergelijken; 3. Linguïstisch-etnografisch beschrijven hoe en op basis van welke criteria programma's worden geconstrueerd. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jürgen Jaspers • Sarah Van Hoof
Taalvariatie op de Vlaamse openbare omroep. Een onderzoek naar substandaardiseringsprocessen in televisieprogramma's. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstellingen van het project: 1. Substandaardisering in verschillende soorten televisieprogramma's beschrijven; 2. Conversatieanalytisch recente programma's met oudere opnames vergelijken; 3. Linguïstisch-etnografisch beschrijven hoe en op basis van welke criteria programma's worden geconstrueerd. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jürgen Jaspers • Sarah Van Hoof
Taalverbod als trauma in de Zweedse en Deense hedendaagse literatuur en film Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt onderzocht hoe de traumatische ervaringen van nationale minderheden in Zweden en Denemarken in literatuur en film worden gerepresenteerd. Het onderzoek betreft de ervaringen van kinderen die met name in de jaren 1950 hun moedertaal niet mochten gebruiken in het kader van een nationalistische assimilatiepolitie. Methodologisch sluit het onderzoek aan bij Postcolonial Studies en Memory and Media Studies. De onderzoeksvraag is hoe het ?koloniale? verleden wordt herinnerd en welke rol literatuur en film daarbij spelen. Organisaties: • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Sophie Wennerscheid
Taalverwerking. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.
Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Dominiek Sandra
Taalverwerving bij jonge kinderen met een cochleaire implantatie : een longitudinaal effectenonderzoek van hun auditieve, spraak- en taalontwikkeling. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project onderzoeken we de auditieve ontwikkeling, de spraak- en taalverwerving bij congenitaal dove kinderen met een cochleair implantaat (CI) geïmplanteerd tijdens het tweede levensjaar. Het doel is systematisch het effect van de CI te onderzoeken op verschillende aspecten van de taal- en spraakontwikkeling: ? Onderzoek van het effect van een CI op het auditieve vlak; ? Onderzoek van het effect van CI op het articulatorisch vlak (de spraak); ? Onderzoek van het effect van CI op de taalverwerving en communicatieve ontwikkeling. In essentie willen we nagaan hoe de toegang tot auditieve informatie evolueert en welke impact die toegang tot de gesproken taal heeft op de eigen spontane spraak en taal van het kind. De wetenschappelijke doelstellingen van het onderzoeksproject zijn (i) descriptief en (ii) fundamenteel psycholinguïstisch. (i)Descriptief: een longitudinale beschrijving van de auditieve ontwikkeling en de spraak-, taal- en communicatie-ontwikkeling na een CI. De descriptie zal ons een antwoord geven op de vraag: verloopt de taalverwerving kwalitatief en kwantitatief zoals bij normaal horende baby's? Is er een kwalitatief en/of kwantitatief onderscheid in de auditieve ontwikkeling, spraak- en taalontwikkeling tussen baby's afhankelijk van de leeftijd waarop ze een CI krijgen? (ii) Fundamenteel psycholinguïstische doelstellingen: ? Onderzoek van de perceptie van segmentele en suprasegmentele karakteristieken van de spraak in relatie tot hun productie; ? Onderzoek van de fonologische ontwikkeling op segmenteel en suprasegmenteel vlak met bijzondere aandacht voor de evolutie van truncatiepatronen; ? Onderzoek van de lexicale en morfosyntactische verwerving met speciale aandacht voor de evolutie van `functiewoorden' of gesloten klasse woorden t.a.v. open klasse woorden, een oppositie gerelateerd aan perceptuele saillantie; ? Onderzoek van communicatieve ontwikkeling, met bijzondere aandacht voor (1) het gebruik en de plaats van spraak tgo. (conventionele) gebaren, (2) het gebruik van interactionele middelen (aandacht trekken/richten/'), (3) de omvang en het gebruik van types interactiebeurten door kind en volwassen conversatiepartner. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Etienne Gillis • Walter Daelemans
Taalverwerving van functionele nominale categorieën uit een vergelijkend Romaans perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: In de huidige generatieve syntaxis wordt algemeen aangenomen dat aan het hoofd van de naamwoordgroep een functioneel hoofd D(etermineerder) staat (zie o.m. Abney 1987) en dat er verschillende lagen van functionele projecties bestaan tussen D en N. Op basis van de analyse van de speciale determineerders al en cel in het Roemeens, zijn in D'Hulst,Coene & Tasmowski (1997) en in Coene (1999) een aantal bijkomende argumenten gegeven die de zogenaamde DP-Hypothese ondersteunen. Indien het inderdaad zo is dat volwassen beschikken over een aantal functionele projecties in hun syntactische structuur, kan men zich terecht afvragen of dit ook het geval is voor de grammatica van kinderen. Uitgaand van de assumptie dat de set van universele taalkundige principes (Universal Grammar) de basis is van de taalverwerving en derhalve cruciaal in de organisatie van de grammatica van kinderen, is het resultaat van dit debat niet zonder belang. Tegen deze achtergrond en gebaseerd op gegevens uit verschillende talen, heeft het voorgestelde project als basisdoelstelling een aantal eigenschappen met betrekking tot de ontologische ontwikkeling van functionele categorieën in kindertaal te ontrafelen. Het onderzoek zal worden gericht op de volgende vragen: (a) hebben we positieve evidentie voor het bestaan van een meer ontwikkeld syntactisch systeem in kindertaal? en (b) zelfs indien het antwoord op (a) affirmatief is: kan de grammatica van kinderen geen functionele categorieën en principes hebben vergelijkbaar met die van volwassenen, echter zonder hieraan compleet identiek te zijn? Vermits taalverwerving van functionele categorieën gevoelig lijkt te zijn aan specifieke taal-input, stellen we voor om de verschijning ervan te bestuderen in ééntalige kinderen in een vergelijkend (hoofdzakelijk Romaans) perspectief. Hierbij zullen we trachten: I. te bepalen of er verschillen bestaan met betrekking tot het moment van verschijnen en/of de frequentie van het gebruik van determineerders in enkele van de belangrijkste Romaanse talen (Frans, Spaans, Italiaans, Roemeens) en II. afhankelijk van het feit of deze morfemen al dan niet op het zelfde tijdstip hun opwachting maken in de bestudeerde talen: uit te zoeken welke de factoren zijn die de gelijktijdigheid of het verschil in verschijning ervan bepalen. Organisaties: • Taalkunde • Centrum voor Roemenië studies
Onderzoekers: • Liliane Tasmowski • Martine M R Coene
Taalzeker aan de Start (ikv Impulsfonds Migrantenbeleid). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding. UA levert aan Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Pol Cuvelier
Taboo and Euphemism in the city of Madrid KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG QLVL Leuven
Onderzoekers:
• Dirk Geeraerts • N. N.
Tackling cybercrime: digital forensics for embedded computer systems and computing applications KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OE ICRI / CIR
Onderzoekers: • Bart Preneel • Stefan Bogaerts • Wouter Joosen • Joseph Dumortier • Frank Verbruggen • Eva Lievens
Tackling Urban Issues with Ludic Engagement KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Architectuur
Onderzoekers: • Thomas Laureyssens • Andrew Vande Moere
talenplatform Vrije Universiteit Brussel Abstract: De talenplatform werd opgericht in April 2009 met als doelstelling het behouden en verder ontwikkelen van toegepaste talenonderzoek met de Erasmus Hogeschool Brussel Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • PIERRE VAN DE CRAEN
Talenplatform Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Platform voor talen werd opgericht in April 2009 ter ondersteuning en verdere ontwikkeling van het onderzoek toegepaste taalkunde van de Erasmus Universiteit College Brussel. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • PIERRE VAN DE CRAEN
Talensensibilisering Universiteit Gent Abstract: Het project Talensensibilisering in het Vlaamse basisonderwijs omvatte de volgende doelstellingen: (1) ondersteunen van de pedagogische begeleidingsdiensten door ze mee in te zetten in een begeleidingstraject rond talensensibilisering in 6 basisscholen; (2) inventariseren van bestaand én ontwikkelen van nieuw lesmateriaal omtrent talensensibilisering; (3) expertise rond talensensibilisering opgedaan via de begeleidingstrajecten maximaal aan de SNPB overdragen. Organisaties: • Vakgroep Vergelijkende cultuurwetenschappen
Onderzoekers: • Piet Van Avermaet
Talent en excellentie in Wetenschap en Techniek. Een interventiestudie in het kader van het project TalentenKracht. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Ervaringsgericht Onderwijs
Onderzoekers: • Ferdinand Laevers • Veerle De Winter
Talige muzikaliteit: experimenteel onderzoek naar het verband tussen muzikaliteit en uitspraakvaardigheid (intonatie en beklemtoning) in de vreemdetaalverwerving. Universiteit Antwerpen Abstract: Recent onderzoek in de vreemdetaalverwerving doet een verband vermoeden tussen muzikaliteit en uitspraakvaardigheid. Experimenteel onderzoek moet uitwijzen of 'gevoel voor ritme en intonatie' - de essentie van muzikaliteit -, samenvalt met de processen die verantwoordelijk zijn voor de uitspraakvaardigheid in een vreemde taal. Indien deze hypothese bevestigd wordt, biedt dit evidente perspectieven voor een wetenschappelijk onderbouwde uitspraaktraining in de vreemdetalendidactiek op basis van inzichten en instructiemethodes uit de muziekpedagogie. Organisaties: • Internationale bedrijfscommunicatie
Onderzoekers: • Veronique Verhoeven • Lieve Vangehuchten
Talige onzekerheid in pluricentrische taalgebieden. Een contrastief onderzoek naar taalnormering en taalattitudes in het Zweedse en Nederlandse taalgebied
Universiteit Gent Abstract: De hypothese dat sprekers in de niet-dominante delen van pluricentrische taalgebieden een grotere talige onzekerheid vertonen dan sprekers in het dominante deel wordt onderzocht aan de hand van opnames van radio- en tv-programma's, waarbij een aantal manifestaties van onzekerheid op verschillende talige niveaus geanalyseerd worden. Theoretische uitgangspunten zijn Clynes theorie over pluricentrische talen en Labovs theorie over 'linguistic insecurity'. Organisaties: • Vakgroep Scandinavistiek en Noord-Europakunde
Onderzoekers: • Genevieve Laureys
Task Force Mineral Resources in Centraal Afrika (TF MIRECA) en Geology for an Economic Sustainable Development (GECO) (Task force voorzitter = Prof. J. Gorus/co-voorzitter Prof. De Putter (KMMA))(=VERLENGING CONO217) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt een herstructurering van de artisanale CU en Co mijnsector in Katanga om het transparanter en efficiënter te maken, en om bij te dragen bij de progressieve formalisering. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • JAN GORUS
Tasting Flanders - Tasting Britain? De Vlaamse emigrant-schilder in het zestiende-eeuwse Groot-Brittanië: wisselwerking tussen heimat en eiland Universiteit Gent Abstract: Binnen recent kunsthistorisch onderzoek zijn verschijnselen zoals migratie en artistieke uitwisseling belangrijke onderzoektopics . Tot heden is slechts gering aandacht besteed aan de creatieve uitwisseling tussen Vlaamse en Britse schilders en de belangrijke bijdrage van de Vlaamse schilders aan de 16e eeuwse Britse (portret-)schilderkunst. Dit onderzoek belichaamt en identificeert het oeuvre, de stijl en schildertechniek van zeven Anglo-Vlaamse portretschilders. Organisaties: • Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen
Onderzoekers: • Maximiliaan Martens
Taxonomie en evolutie van de cyperus soorten (Cyperaceae) met een C3 fotosynthese type Universiteit Gent Abstract: De relaties in Cyperus (Cyperaceae) zijn nog onduidelijk. Deze studie zal helpen bij de reconstructie van de moleculaire 'backbone' van Cyperus. De nadruk ligt op de taxa met C3 fotosynthese en het ontstaan van de C4 clade. Er wordt eveneens gestreefd naar een beschrijvende en fylogenetische revisie van de C3 groep, die beschikbaar zal worden gemaakt via een interactive database. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Paul Goetghebeur • Paul De Vos
Teaching in the Bed of Procrustes - Effectiveness of gender-sensitive strategies with regard to academic achievement, school retardation, unqualified drop-out, the motivation to learn and the aspirations youngsters in secondary education. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Onderwijskunde
Onderzoekers: • Ferdinand Laevers
Technische voorschriften en reglementeringen voor ambachtslui in de Zuidelijke Nederlanden tijdens de 16de-17de en 18de eeuw. Een archivalische en materiaaltechnische confrontatie (Deel 1:De glazeniers) Universiteit Antwerpen Abstract: Het is de bedoeling in diverse archieven technische voorschriften van ambachten op te sporen en te verzamelen. Deze voorschriften zullen worden geconfronteerd met wetenschappelijke data resulterend uit proeven op door ambachtslieden vervaardigde producten. Bij wijze van `case study' zal dit toegespitst worden op het glazeniersambacht. Naast de onmiddellijke wetenschappelijke resultaten, zal het eerste eindproduct bestaan uit een bestand van archivalia en beelden dat door studenten en docenten kan worden gebruikt voor verder onderzoek, zowel aan de Universiteit Antwerpen als aan de Hogeschool Antwerpen. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bert De Munck
Technische voorschriften en reglementeringen voor ambachtslui in de Zuidelijke Nederlanden tijdens de 16de-17de en 18deeeuw. Een archivalische en materiaaltechnische confrontatie. (Deel 2: De glazenmakers) Universiteit Antwerpen Abstract: Het is de bedoeling in diverse archieven technische voorschriften van ambachten op te sporen en te verzamelen. Deze voorschriften zullen worden geconfronteerd met wetenschappelijke data resulterend uit proeven op door ambachtslieden vervaardigde producten. Bij wijze van `case study' zal dit toegespitst worden op het glazenmakersambacht. Naast de onmiddellijke wetenschappelijke resultaten, zal het eerste eindproduct bestaan uit een bestand van archivalia en beelden dat door studenten en docenten kan worden gebruikt voor verder onderzoek, zowel aan de Universiteit Antwerpen als aan de Hogeschool Antwerpen. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bert De Munck
Technologie en democratie Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek zal een Zweeds en Belgisch participatieproject vergelijken ivm laagactief nucleair afval. Het bestudeert ook participatie ivm fusie-energieonderzoek. Technologie en democratie. Organisaties: • Vakgroep Vergelijkende cultuurwetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Pinxten
Technology acceptance and a teacher's interactional self-narrative KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Literatuur en Cultuur Leuven
Onderzoekers: • Frederik Truyen • Piet Desmet • Caroline Stockman
Tegen de klok? Economische groei en tijdsbewustzijn in vroegmodern Europa (Antwerpen & Amsterdam, 16de-18de eeuw) Universiteit Antwerpen Abstract: Het project neemt de (veronderstelde) relatie tussen economische groei en tijdbewustzijn onder de loep, door de ontwikkeling in twee commerciële metropolen (Amsterdam & Antwerpen) over een langere termijn (zestiende - achttiende eeuw) te bestuderen. Dankzij deze nieuwe modus operandi kunnen we een belangrijke bijdrage leveren aan debatten over de aard, de oorzaken en de gevolgen van de industrious en industriële revolutie in vroegmodern Europa. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Gerrit Verhoeven
Tegengestelde krachten. Charles Taylor over sterke waardering, moraal en Nietzsche. Universiteit Antwerpen Abstract: Het thema van moreel pluralisme wordt steeds belangrijker binnen seculaire, postmoderne samenlevingen. Echter, in haar pogingen om met conflicterende waarden om te gaan heeft de filosofische reflectie strategieën ontwikkeld die de spanningen in de hedendaagse morele cultuur onderschatten, vermijden of simpelweg negeren. Tegen deze achtergrond streeft men in dit project naar een filosofisch begrip van moraliteit dat recht doet aan de permanente spanningen tussen concurrerende waarden (cross pressures) binnen de westerse cultuur. Ten eerste, aan de hand van de visie van Charles Taylor op de hedendaagse morele cultuur, die wordt gereconstrueerd door een nauwgezette analyse van zijn begrip 'sterke waardering' (strong evaluation). Ten tweede, door deze analyse te confronteren met Nietzsches analyse van het nihilisme. Organisaties: • Centrum voor Ethiek
Onderzoekers: • Willem Lemmens • Guido Vanheeswijck • Michiel Meijer
Tegengestelde krachten. Charles Taylor over sterke waardering, moraal en Nietzsche. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de rijke filosofie van Charles Taylor. Via een gedetailleerde analyse van zijn concept van sterke waardering worden de hoofdthema's en spanningen binnen Taylors oeuvre als geheel in kaart gebracht. De analyse begint met een reconstructie van sterke waardering in Taylors vroege teksten. Vervolgens worden de verschillende thema's en argumenten behandeld waarin hij het concept van sterke waardering bespreekt. Op basis van deze analyse wordt nader ingegaan op de verschillende methodologische conflicten in Taylors filosofie. In tegenstelling tot de hoofdstroom van het hedendaagse Taylor-onderzoek betoog ik dat de volheid van Taylors werk pas echt tot uiting komt door een onderscheid aan te brengen tussen de filosofisch-antropologische, morele en ontologische implicaties van sterke waardering. Organisaties: • Centrum voor Ethiek
Onderzoekers: • Willem Lemmens • Guido Vanheeswijck • Michiel Meijer
Tekens van de Macht, de Macht van Tekens. Heraldisch en para-heraldisch vertoon van het barokke pausdom, 1585-1667. Universiteit Antwerpen Abstract: Het barokke pausdom maakt intens gebruik van heraldisch en para-heraldisch vertoon om zijn macht te legitimeren. Heraldische symbolen worden toegeëigend en van nieuwe betekenissen voorzien. Dit project onderzoekt achtereenvolgens de media die zijn aangewend, de strategieën waarmee die voorstellingen zijn ingezet en de betekenissen die ze meekrijgen. Het wil zo tot een dynamische cultuurgeschiedenis van politieke representaties in het barokke Rome komen. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Luc Duerloo
Tekstanalyse en zelflerende systemen voor prosodie. Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van dit project is empirisch te onderzoeken of een natuurlijk klinkende prosodie kan worden gegenereerd op basis van twee methodes die recent succesvol zijn gebleken in andere taalverwerkingsdomeinen: (a) robuuste analyse van tekst met behulp van technieken uit information retrieval en information extraction, en (b) geavanceerde zelflerende en meta-lerende systemen.
Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Etienne Gillis • Walter Daelemans
Tekst en muziek in transformatie en interactie. Een onderzoek naar de relatie tussen de vroeg-20ste-eeuwse Duitse poëzie en Arnold Schönbergs vrij-atonale compositietechniek. Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van het project is een analyse van de relatie tussen enerzijds de compositietechnische strategieën in de vrij-atonale werken van Arnold Schönberg en anderzijds de kenmerken van de hiermee verbonden Duitstalige poëzie. Aan de hand van een grondige analytische studie van zowel de muziekpartituur als de getoonzette gedichten (vorm, structuur, inhoud) zal nagegaan worden op welke manier bepaalde aspecten van de contemporaine poëzie mogelijk richtinggevend geweest zijn voor de muzikale compositie. Organisaties: • Instituut Joodse Studies
Onderzoekers: • Vivian Liska • Tanja Mortelmans
Tekstkritische uitgave van de dichtbundel Clair-obscur van Jean Cocteau. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het uitgangspunt van het huidige project is tweeledig. In eerste instantie heeft de kritische uitgave van de Oeuvres poétiques complètes van Jean Cocteau (1999) ons informatie op het vlak van de tekstvarianten opgeleverd die niet in de tekstkritische publicatie zijn opgenomen wegens plaatsgebrek. Aangezien de huidige publicatiepolitiek van de meeste uitgeversconcerns zich concentreert op de zogenaamde "significante varianten", die voornamelijk betrekking hebben op inhoudelijke of thematische aspecten van de poëzie, worden de overige varianten van bijvoorbeeld linguïstische, metrische of visuele aard, achterwege gelaten. Door deze selectie ontstaat ~en onvolledig en vertekend beeld van de poëtische genesis. In de tweede plaats heeft het internationaal colloquium "Editer la poésie", dat we in samenwerking met de ULB in oktober 2003 georganiseerd hebben, de noodzaak aangetoond van een nieuw type tekstkritische uitgave voor poëzie. De aandacht dient niet alleen gericht te worden op alle registers van de dichtkunst waarbij varianten kunnen optreden (fonetische klankmatrijzen, metrum, morfo-syntaxis, spatialisatie, typografische componenten, ...), maar ook op de verschillende "campagnes d'écriture" of schrijffases waarbij recurrente veranderingen optreden die het geheel van deze registers beheren en die bijgevolg belangrijke informatie kunnen opleveren voor de interpretatie van de teksten. Op deze manier is het niet de eindtekst maar de evolutie tussen de verschillende tekstversies onderling die garant staat voor de betekenis. Het doel van dit project is het samenstellen van een volledig nieuw type tekstkritische uitgave voor poëzie. Dit vergt een complementaire en interdisciplinaire aanpak. Allereerst is er het technische luik. Hier staat de aanmaak van een digitale databank centraal. Deze beschrijving verschaft toegang tot alle gedichten in al hun versies: van het eerste klad tot de uiteindelijke drukversie, en maakt een studie van alle registers van de poëtische creatie mogelijk. Het tekstkritische luik biedt vervolgens een inzicht in de complexe evolutie van de poëtische creativiteit. Dit gebeurt via een analyse van het geheel van de informatie die vrijkomt op basis van de studie van de varianten en hun onderlinge interactie. De ontwikkeling van de technische en de tekstkritische aanpak verlopen niet alleen parallel, de synergie die hierbij vrijkomt moet een verruimende rol spelen in de globale uitwerking van het project. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • DAVID GULLENTOPS
Tekstreductie bij live ondertiteling met spraakherkenning. Universiteit Antwerpen Abstract: Schrijven met spraakherkenning is een erg waardevolle en snelle methode gebleken om live televisieprogramma's van (intralinguale) ondertitels te voorzien. Toch zorgen de vaak erg hoge spreeksnelheid van het te ondertitelen bronmateriaal en de beperkte leessnelheid van de kijkers ervoor dat er ingekort en aangepast moet worden. Dit onderzoek gaat op zoek naar de ideale reductiegraad voor de ondertiteling van live programma's. Aan de hand van twee opeenvolgende experimenten worden zowel productie als receptie van real-time ondertitels belicht. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Luc Van Waes • Mariëlle Leijten
Tekstreductie bij live ondertiteling met spraakherkenning. Universiteit Antwerpen Abstract: Schrijven met spraakherkenning is een erg waardevolle en snelle methode gebleken om live televisieprogramma's van (intralinguale) ondertitels te voorzien. Toch zorgen de vaak erg hoge spreeksnelheid van het te ondertitelen bronmateriaal en de beperkte leessnelheid van de kijkers ervoor dat er ingekort en aangepast moet worden. Dit onderzoek gaat op zoek naar de ideale reductiegraad voor de ondertiteling van live programma's. Aan de hand van twee opeenvolgende experimenten worden zowel productie als receptie van real-time ondertitels belicht. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Luc Van Waes
Teksttheatraliteit. Een geïntegreerde benadering op basis van retorische narratologie en opvoeringsanalyse Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project vertrekt van de vaststelling dat proza-adaptaties erg populair zijn in het hedendaagse theater. Ook andere innovatieve performance praktijken vallen op (scenische lezingen, installaties, sociale immersie-projecten enz.). Dit project wil de intersectie onderzoeken van het narratieve en het theatrale, zowel vanuit theoretisch oogpunt als met betrekking tot de hedendaagse opvoeringspraktijken. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Inge ARTEEL • JOHAN CALLENS
TELL ME- EU project Vrije Universiteit Brussel Abstract: TELL ME beoogt het oprichten van een geïntegreerde onderzoeksproject waarbij deskundigen op het gebied van sociale en Gedragswetenschappen, communicatie en media, gezondheidswerkers op verschillende niveaus en specialiteiten en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties om een op basis van bewijs gedrags- en mededeling pakket te ontwikkelen om te reageren op grote epidemische ziekten uitbraken, met name grieppandemieën. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
Tensionele ruimte en creativiteit Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek beoogt wat men een archeologie van de 'tensionele' ruimte zou kunnen noemen in de literatuur en de poëzie in het bijzonder, maar ook in de creatieve en artistieke expressievormen in het algemeen. Het eerste jaar wordt het concept ruimte bestudeerd volgens de fenomenologie en meer bepaald in het werk van Husserl, Heidegger, Bachelard, Merleau-Ponty en Ingarden. Het tweede jaar komen de taalopvattingen i.v.m. ruimtebeleving aan de orde in de semiotische theorieën van Eco, Greimas en Fontanille. Het derde jaar wordt het onderzoek naar de 'tensionele ruimte' toegepast en de kenmerken ervan bepaald aan de hand van het poëtisch werk van Verhaeren, Maeterlinck en Cocteau. Het laatste jaar worden de resultaten van de vorige studies vergeleken met een analyse van de 'tensionele' ruimtelijkheid in de kunstkritiek van Verhaeren, in de illustraties van Minne en Spilliaert van het werk van Maeterlinck en in het grafisch werk van Cocteau. Organisaties: • Esthetica, Verbeelding en Creatie
Onderzoekers: • DAVID GULLENTOPS
Terminale sedatie: praktijk, perspectieven en ethische analyse Universiteit Gent Abstract: Terminale sedatie (TS) hoewel moreel omstreden, komt steeds frequenter voor. Het project bestudeert TS door analyse van beschikbare databases (SENTIMELC, EURELD en IWT-SBO MELC de beschrijving van de feitelijke rechtvaardigingen voor TS-praktijkvarianten en de systematische ethische analyse ervan (in het licht van informed consent, proportionaliteit, surrogaatbeslissingen, de doctrine van het dubbel effect en van doen en laten, etc.) Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Sigrid Sterckx
Terminology Extraction for Semantic Interoperability and Standardization Hogeschool Gent Abstract: De dynamiek van document- en termencreatie vereist een flexibele en accurate terminologie-extractie, die per domein on-the-fly termen kan extraheren. Terminologie-extractie kan eenvoudigweg omschreven worden als de extractie van termen uit eentalige of meertalige documenten. Een eenduidig en gecentraliseerd terminologiebeheer leidt tot een efficiënte productie en distributie van meertalige inhoud. Daarnaast is het ook onontbeerlijk voor indexering en “intelligent informatiebeheer”. Alhoewel de opbouw van bedrijfsterminologielijsten en vertaallijsten heel tijds- en arbeidsintensief is, zijn er nauwelijks grootschalige inspanningen. Bovendien blijken die manueel geconstrueerde lijsten vaak te generiek of te specifiek en zelden up-to-date. Automatische terminologie-extractie biedt hier de oplossing. Het TExSIS project wil een volautomatisch terminologie-extractiesysteem bouwen dat “on the fly” termen extraheert uit mono- en multilinguale documenten. De ondersteunde talen zijn Nederlands, Frans, Duits en Engels, Dergelijke terminologie-extractie is onontbeerlijk voor een eenduidige communicatie, kan geïntegreerd worden in systemen voor computerondersteund vertalen of automatische vertaling en in intelligente zoeksystemen en systemen voor intelligent informatiebeheer. Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Taaltechnologie
Onderzoekers: • Veronique Hoste • Marjan Van de Kauter
Territoriale verspreidingpatronen van residentiële gebieden. Urban sprawl als resultaat van multi scalar territoriale governance processen van land bargaining in de stedelijke agglomeraties Barcelona en Milaan. KU Leuven Abstract: Why are city expanding? Many scholars posed themselves this ques2on. The reasons are many, as studies on land consump2on (as land use change) and urban sprawl have been for decades a hot topic in the interna2onal arena, involving also a wide range of disciplines. This research project intends to be a contribu2on to the debate on urban land consump2on, that is the constant urban expansion of the city. The focus is on a specific urban func2on, namely the residen2al areas, thus the object of this research project is the processes at work leading to residen'al urban sprawl. The literature available on this topic discusses different dynamics and mechanisms leading to residen2al urban sprawl, proposing a variety of condi2ons and paths that produce the expansion of residen2al areas. The aim is to understand why and how ci2es are expanding for fulfilling assumed housing needs. Therefore, the factors explaining different paUerns of residen2al urban sprawl are at the center of the research proce Organisaties: • Faculteit Wetenschappen
Onderzoekers: • Frank Moulaert • N. N.
TeTRRA B - 2de fase: Technologie Transfer & Aanwerving in landelijke gebieden Universiteit Hasselt Abstract: Vele Midden- en Kleinbedrijven (MKB) in de Euregio Maas-Rijn staan meer en meer in sterke concurrentie vanwege de internationalisering van de markten. Een stijging van de grensoverschrijdende technologietransfer is, volgens ons, de manier van oplossing voor deze situatie. Ook al is de toegang tot de knowhow van universiteiten en hogescholen van de EMR bij het MKB veelgevraagd, men moet toch constateren, dat de meeste ondernemers in de directe contactname met een wetenschappelijke coöperatiepartner nog vaak belemmeringen ondervinden. Daarom moeten activerende en vereenvoudigende maatregelen worden voorzien, opdat inzichten uit toegepast onderzoek een toepassing in economie en maatschappij kunnen vinden en tot proces- of produktinnovaties leiden. Dit ook vanuit de achtergrond, dat de
verbreiding van knowhow en de ondernemende valorisatie van economisch relevante resultaten belangrijke factoren zijn, om het concurrentievermogen van een regio te bevorderen. Een centrale rol nemen in deze context ook netwerken tussen actoren in econonomie en wetenschap in. Het in werking stellen en het verzekeren van het voortbestaan ervan, hebben een intensief onderhoud en verzorging nodig, om op lange termijn meerwsarde en concrete resultaten te waarborgen. Naast een tekort aan grensoverschrijdende technologietranfer staat het MKB ook voor de uitdaging, geschikte vakmensen voor hun bedrijfswerkzaamheden te vinden. Dit alom aanwezige gemis van vakmensen maakt het niet eenvoudig voor de bedrijven, in de internationale markt te kunnen concurreren en concurrerend te blijven. Ook het verlies van groei- en innovatiepotentieel gaat daarmee voort - in het ergste geval dreigen de ondernemingen zelfs omzet te verliezen vanwege ontbrekende of wegvallende "slimme koppen". In enkele deelregios van de Euregio bestaan veelvoudige maatregelen, om dit probleem aan te pakken. In het kader van TeTRRA heben de projectpartners zich op het bereik van de akademische vakmensen gefocust, d.w.z. studenten en geslaagden van de in het projekt deelnemende hogescholen. In de grensregio bestaat hieromtrent een grote noodzaak tot handelen. Als dit tekort aan vakmensen op het hoogste opleidingsniveau - een probleem dat in de verschillende deelregio's van de EMR verschillend groot is - niet opgelost wordt, heeft dit verstrekkende gevolgen voor de bedrijven en de economische locatie Euregio Maas-Rijn. Vooral "Brain-Drain" is een ernstig probleem. Dat juist de hoger gekwalificeerden vaak naar de grote steden en naar de bekende bedrijven trekken, omdat ze daar betere carrièrekansen en hogere salarissen verwachten, is in de EMR een bekende problematiek, waar oplossingen voor gevonden moeten worden. Organisaties: • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten
Onderzoekers: • Elke PIESSENS • Ann BIJNENS
TeTRRA : Technology Transfer & Recruiting in Rural Areas Universiteit Hasselt Abstract: Doel van het project is het actief in het werk stellen en verbeteren van de technologie- en kennistransfer en de samenwerking tussen hogescholen, universiteiten en MKB's in de landelijke gebieden binnen de EMR. In dit kader zou enerzijds de uitwisseling tussen wetenschap en economie / bedrijven versterkt worden. Anderzijds zullen contacten en netwerken tussen de bedrijven opgebouwd en verdiept worden. Door het systematische sturen van netwerkactiviteiten zou het economische en technologische prestatievermogen van de MKB's en de ontwikkeling van toepassingsgerichte kennis met name in landelijke gebieden duidelijk verbeterd worden. Daarnaast worden bedrijven intensief geadviseerd en begeleid in de realisatie van innovatieve ideeën tot nieuwe producten, diensten of processen. Bovendien worden randvoorwaarden en structuren ontwikkeld waarmee een verbetering van de lokale tewerkstelling van hoogopgeleide medewerkers bereikt wordt en hun vertrek naar urbane agglomeraties vermeden kan worden. In het kader van dit project gaat een grote tal van bedrijven direct participeren. Organisaties: • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten
Onderzoekers: • Ann BIJNENS
Text Mining met heterogene databanken. Een toepassing op de optimale ontdekking van genetische varianten relevant voor ziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project introduceert een methodologie voor "text mining" met heterogene informatiebronnen en de toepassing ervan in moleculaire genetica en kennismanagement. Bestaande tekstanalyse en graaf-gebaseerde data mining technieken zullen worden uitgebreid om deze methodologie mogelijk te maken. De methodologie wordt toegepast in een biomedische toepassing (ordening van kandidaat ziekte veroorzakende genen) en een kennismanagement toepassing (bepalen van profiel van personen op basis van www informatie). Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero • Peter De Rijk • Jan Paredaens • Walter Daelemans
Textmining uit biologische tekst (BioMinT). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het BioMinT project is de ontwikkeling van generieke text mining software die (1) verschillende types van informatievragen interpreteert, (2) relevante documenten uit de biologische literatuur zoekt, (3) de gezochte informatie uit deze documenten extraheert, en (4) het resultaat presenteert als de vuller van velden in een database of als een gestructureerd rapport. Het consortium bestaat uit biologen (University of Manchester, Zwitsers instituut voor Bio-informatica) en data / text mining groepen (CNTS Universiteit Antwerpen, PharmaDM, Oostenrijks instituut voor AI, Geneve AI Lab). Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
The "Alamire" Choirbooks and the Creation of a Sixteenth-Century Core Musical Repertory KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Musicologie Leuven
Onderzoekers: • David Burn • Serafina Beck
The Alchemy of Jabir ibn Hayyan and its Place in Early Shi'ite Natural Philosophy. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties:
• OG Nabije Oosten Studies Leuven
Onderzoekers: • Daniel De Smet • John Nawas
The Antinomy of Political Reason in Kant, its Solution and ContemporaryDebates KU Leuven Abstract: Contemporary liberal trends of thought in social and political philosophy have again brought to the fore the practical scope of meaning of (in se metaphysical) concepts such as freedom and equality of citizens. In the context of (moral) claims for autonomy, self-determination of individuals and cosmopolitical hospitality of world-citizens on the one hand and political national or globalized coercion [by supra-national political/ juridical institutions] on the other, the multi-faced coercive power of #external# (political) lawgivings has intensified the urgency to rethink the metaphysical foundations of what in fact is shown to be a practical antinomical system of lawgivings. The moral lawgiving based on internal freedom of self-determination is antinomically opposed to the political lawgiving based on external force. Regarding all human beings, how tosaveguard within a (global) determining ambience of interests and powers the being an end-in-itself which is of itself absolute object of Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Bart Raymaekers • Theogene Havugimana
The Arpeggione: its History and Performance Practice KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Musicologie Leuven
Onderzoekers: • Pieter Bergé • Nicolas Deletaille
The Aspect-Modality Interface: a Typological perspective (AMITy). Universiteit Antwerpen Abstract: In de laatste decennia zijn de categorieën van tijd, aspect en modaliteit, de drie belangrijkste categorieën die op het werkwoord gemarkeer worden, vanuit verschillende gezichtspunten bestudeerd. Een van de belangrijke vraagstukken is dat van de relatie tussen deze drie categorieën, zowel synchroon als diachroon, en zoals binnen de grammatica als in discourse. Het is vooral de relatie tussen tijd (en dan vooral de verleden en de toekomstige tijd) en modaliteit (de attitude van de spreker tegenover de propositie) die bestudeerd werd, met bijzondere aandacht voor de band tussen verleden tijd en irrealis of epistemiciteit. Het verband tussen aspect (de interne structuur van een stand van zaken) en modaliteit is veel minder onderzocht, behalve en dan nog in beperkte mate het verband tussen imperfectiviteit en modale betekenis. Het project heeft tot doel de interface tussen aspect en modaliteit te bestuderen, vanuit een synchroon en typologisch perspectief. Meer in het bijzonder zullen, via corpuswerk, de strategieën onderzocht worden waarmee het Frans, Spaans, Italiaan, Nederlands, Engels en Duits met aspect modaliteit kunnen uitdrukken en aldus een panorama te kunnen schetsen van de verschillen en overeenkomsten tussen de 6 talen. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Johan Van der Auwera • Adeline Patard
Theatermaatschappij. Volkstalige literaire cultuur en de ontwikkeling van de vroegmoderne kennissamenleving in de Nederlanden, 1450-1650 Universiteit Gent Abstract: Tussen 1450 en 1650 werd de performatieve literaire wereld het centrum van het West-Europees mediasysteem. Performatieve literatuur werd ook het model bij uitstek voor de organisatie en overdracht van kennis. Dit project bestudeert de manieren waarop de instituties, actoren en media van de theatersamenleving van een vroegmoderne metropool als Antwerpen kennis en informatie opnamen, verwerkten en toegepasten. Organisaties: • Vakgroep Nieuwe geschiedenis
Onderzoekers: • Hildegarde Symoens
Theater zonder verloop: het statuut van de tekst in het postdramatische theater. Universiteit Antwerpen Abstract: De ontwikkeling van het theater in de twintigste eeuw laat zich vatten als overgang van het 'dramatische' theater naar het 'postdramatische' theater. Terwijl de literatuur hieromtrent vooral aandacht heeft voor de lichamelijkheid van het postdrama, wil dit project de consequenties nagaan voor de theatrale omgang met tekst vandaag. Focus van dit 'practice based'-onderzoek is het tijdsverloop eigen aan actuele postdramatische narratieven. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Kurt Vanhoutte
The "Awad el Djouh Affair". Slave Trade, Human Rights and the shaping of the Postcolonial World (1948-1962) Universiteit Gent Abstract: Dit project richt zich op de mediatisering van vermeende slavenhandel vanuit West Afrika naar Saoedi Arabië in het midden van de twintigste eeuw, en de effecten hiervan op Nationale en internationale wetgeving en het dekoloniseringsproces dat vorm kreeg in de jaren '50. Daarnaast richt het zich op recente debatten in Wereldgeschiedenis, door gebruik van translokale en instituional world history benadering. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Jean Sebastian Lecocq
The Balkans: Pathways towards EU integration and Regional Cooperation KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE LINES
Onderzoekers: • Peter Vermeersch
The Beautiful and the Good in Kant's Critique of the Power of Judgment the Systematic Place of Aesthetic Reflective Judgment in Relation to Kant's Practical Theory KU Leuven Abstract: The beautiful endows us with a pleasurable feeling akin to the moral one. In the Critique of the Power of Judgment, Kant identifies beauty as the symbol of the moral good while he characterizes aesthetic reflective judgments as strictly free from cognitive or practical concerns. My project focuses on this peculiar tension between the disinterested characterof beauty and its intimate attachment to morality. A formal minimalist account would fail to explain how the cultivation of taste performs as aunique means to practical ends. And to regard judgment of the beautifulas a kind of disguised rational judgment would infringe upon the former's spontaneity. The solution, I argue, is not to derive an ethical dimension from taste, but to attribute one to taste by recognizing its autonomy and associating it to morality. Based on an extensive examination of contemporary theories, my investigation will have two aspects: (1) connecting taste to determinate moral ideas in dependent beauty, ideal be Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Bart Raymaekers • Weijia Wang
The body as a mirror of the soul: an inquiry into the reception of the Physiognomonica in the Middle Ages and Renaissance. KU Leuven Abstract: Normal 0 21 false false false MicrosoftInternetExplorer4 /* Style Definitions */ table.MsoNormalTable{mso-style-name:Standaardtabel; mso-tstyle-rowband-size:0;mso-tstyle-colband-size:0;mso-style-noshow:yes;mso-style-parent:"";mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt;mso-paramargin:0cm;mso-para-margin-bottom:.0001pt;mso-pagination:widow-orphan;font-size:10.0pt;font-family:"Times New Roman";mso-ansilanguage:#0400;mso-fareast-language:#0400;mso-bidi-language:#0400;} Normal 0 21 false false false MicrosoftInternetExplorer4 /* Style Definitions */ table.MsoNormalTable{mso-style-name:Standaardtabel;mso-tstyle-rowband-size:0;mso-tstyle-colband-size:0;mso-style-noshow:yes; mso-style-parent:"";mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt;mso-para-margin:0cm;mso-para-margin-bottom:.0001pt;mso-pagination:widow-orphan; font-size:10.0pt;font-family:"Times New Roman";mso-ansi-language:#0400;mso-fareast-language:#0400;mso-bidi-language:#0400;}fontfamily:'Segoe UI';mso-ansi-language:NL"> Organisaties: • OE De Wulf-Mansioncentrum
Onderzoekers: • Pieter De Leemans • Russell Friedman • Lisa Devriese
The bright and dark side of leadership KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • Arbeids-, Organ.- & Pers.psychologie
Onderzoekers: • Martin Euwema • Wilmar Schaufeli • Anouk Decuypere
The Camp David Accords: A comparative study of Sadat and Mubarak KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Nabije Oosten Studies Leuven
Onderzoekers: • John Nawas • Talat Shinnawe
The Catholic Culture and the Idea of International Community during the Papacy of Paul VI, in a Historical Perspective. A Study of the Italian Case. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Literat-Discours-Identiteit Leuven
Onderzoekers: • Jan De Maeyer • N. N. • Jacopo Cellini
The changing face of Aristotle's logic at Leuven university (1425-1797). Continuity and innovation in the student notebooks and its European context. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Latijnse Literatuurstudie Leuven
Onderzoekers: • Jan Papy • Christophe Geudens
The changing relationship between metaphysics, physics and mathematics.From Newton to Lagrange (1687-1788) KU Leuven Abstract: This project aims to show that the disentanglement of metaphysics and physics and the corresponding mathematization of physics took much longer, and was much more complex, than is commonly assumed. Reconsidering thechanging relationship between metaphysics, physics, and mathematics in the wake of Newton's Principia (1687-1788), the project challenges the view that the Scientific Revolution immediately gave birth to physics as we know it today. During the seventeenth metaphysical and scientific questions were often intertwined inseparably, and it was only during the eighteenth century that the strong conviction grew that the pursuit of physics must be separated from metaphysical questions. This decline of meatphysics was, as the story goes, inversely proportional to the increased belief in the power of mathematics. However, the geometrical approach ofGalileo, Huygens or Newton hardly looked anything like mathematical physics today, and it was only in virtue of the eighteenth-century dev Organisaties: • OE Metafysica, Godsdienst- & Cultuurfil.
Onderzoekers: • Karin de Boer • Yannick Van den Abbeel
The Christian Church and Communism in Kerala, 1956 - 2006 KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Modern.& Samenlev. 1800-2000 Leuven
Onderzoekers: • Idesbald Goddeeris • Mathew Thekkemuriyil Antony
The Chronology of Urbanization at Tell Tweini Field A KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Nabije Oosten Studies Leuven
Onderzoekers: • Joachim Bretschneider • Anne-Sophie Van Vyve
The Community Design Movement in the United States, 1960-1980 KU Leuven Abstract: The Community Design Movement was a model of participatory planning anddesign which arose in the United States in the early 1960s as a response to large-scale urban renewal programs. In the space of four years (1964-1968), over seventy so-called 'design centers' sprung into existence as independent non-profit organizations supported by US federal funds. Ten years later, fifteen remained and the US architectural profession's interest in social matters had withered. This study seeks to define how the Community Design movement began; understand the theoretical underpinings of the particpants' notivations; and, to place an understudied movement in relation to the mainstream of practice. Organisaties: • Architectuur en Maatschappij
Onderzoekers: • Hildegarde Heynen • N. N.
The Construction of Textual Authority in Early Christianity: An Enquiryinto the Margins of the New Testament Canon KU Leuven Abstract: The present project is concerned with the dynamics of the authority of texts at the margin of the Canon in Early Christianity, and its main objective is to question the nature of the authority enjoyed by Christian texts which eventually were not included in the New Testament. As such, it will assess their reception as mirrored in the Patristic testimonies of Clement of Alexandria, Origen and Eusebius of Caesarea. Also taken into account will be their reception history as reflected in their manuscripts, especially since it is sometimes suggested that the image formed bythe manuscript evidence of these texts might stand in contrast with that formed from Patristic testimonies. Organisaties: • OE Bijbelwetenschap
Onderzoekers: • Joseph Verheyden • N. N.
The dative alternation in varieties of English KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG QLVL Leuven
Onderzoekers: • Benedikt Szmrecsanyi • Melanie Röthlisberger
The development and decline of prepositional adverbials with here and there: a diachronic corpus-based study. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG FunC Leuven
Onderzoekers:
• Kristin Davidse
The development and evolution of clitic doubling in Spanish. A case study of multiple functional load of linguistic signs. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG FunC Leuven
Onderzoekers: • Bert Cornillie • Natalia Milagros Pericchi Paga
The Development of Ethnocentric Attitudes among Belgian Adolescents: the Role of Segregation KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Politicologie
Onderzoekers: • Marc Hooghe • Thomas de Vroome
The Development of Metaphorical Conceptualizations in the Book of Job as refecting the Characters Emotional Development. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Bijbelwetenschap
Onderzoekers: • Pierre Van Hecke
The development of nominal and verbal gerunds from Middle to Late Modern English: towards a semantic and discoursefunctional analysis. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG FunC Kulak
Onderzoekers: • Liesbet Heyvaert • Hendrik De Smet • Lauren Fonteyn
The dissertation focuses on the ontological and categorial analysis of qualitative material properties in the neoplatonic account of Proclus and Simplicius. It will show this to be a highly original analysis with important implications for the explanatory KU Leuven Abstract: The dissertation focuses on the ontological and categorial analysis of qualitative material properties in the neoplatonic account of Proclus and Simplicius. It will show this to be a highly original analysis with important implications for the explanatory model used in the Neoplatonic school. Organisaties: • OE De Wulf-Mansioncentrum
Onderzoekers: • Jan Opsomer • Pieter d'Hoine • Mareike Hauer
The dynamics of student drop-out from College-level Foreign Language Courses. The case of Chinese as a Foreign Language in Zuyd University - Maastricht. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Taal en Onderwijs Leuven
Onderzoekers: • Lies Sercu • N. N.
The Eastern Suburbs of Sagalassos. A Chronological, Functional and Socio-Economical Study of an almost Unknown Antique Urban Phenomenon KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Archeologie Leuven
Onderzoekers: • Jeroen Poblome • Patrick Degryse • Johan Claeys
The effect of written corrective feedback on the interlingual lexico-grammatical errors of Spanish L1 beginners and advanced EFL university writers: a cross-sectional corpus-based study KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract
Organisaties: • OG FunC Antwerpen
Onderzoekers: • Kris Buyse • N. N. • Elke Van Steendam
The Efficiency of the Canonical Institution of the Diocesan Syniod in the Catholic Church of Nigeria. A Juridical Analysis of the Promulgated Particular Post-Synodical Legislations, 1983-2008. KU Leuven Abstract: Summary and relevance of project: The 1983 Code of Canon Law offers theLatin Rite Church much room for local legislation and implementation ofthe universal laws. Some norms require action by the diocesan bishops, while some are optional others are obligatory. The diocesan bishop is obliged by law to make determinations with regard to the administration ofthe sacraments, temporal goods, and the conduct of the clergy. Subsequently, he is free to make determinations, if he so wishes, or leave the situation as it is stipulated in the universal law. For instance, preaching by priests and deacons by virtue of their ordination, ecumenical participation in sacraments, and the administration of certain types of Church goods. To arrive at legislations on these issues and more, the Code proffers the diocesan synod as one of the formal ways.. This doctoral research is an attempt at finding out generally how the celebrated diocesan synods in select-dioceses/vicariates of the nine Ecclesiastical Pr Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • Luc De Fleurquin
The English musical Renaissance KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • Pieter Bergé
The Epistemic Puzzle of Perception. Conscious Experience, Higher-Order Beliefs, and Reliable Processes KU Leuven Abstract: We zijn allemaal wel bekend met situaties waarin we worden misleid dooronze zintuigen: de zwarte stropdas uit de winkel blijkt toch donkerblauw te zijn; het monster in de slaapkamer is niets anders dan de schaduw van een boom uit de achtertuin; niemand noemde je naam terwijl het wel zoklonk. Ook al leiden dit soort situaties misschien tot vergissingen, erlijkt in ieder geval een goede reden te zijn voor die vergissing: de persoon in kwestie ervoer de wereld als anders dan die daadwerkelijk was. Ook al is er dan geen sprake van kennis, de overtuigingen over de wereldlijken in deze situaties wel gerechtvaardigd op basis van de waarneming. De vraag die in deze dissertatie centraal staat, is hoe deze perceptuele rechtvaardiging precies tot stand komt: heeft het te maken met het hebben van bewuste ervaringen, of draait het meer om de betrouwbaarheid van ons perceptuele systeem?Deze vraag is interessant, omdat zintuiglijke waarneming voor ons een van de belangrijkste bronnen van rechtvaardig Organisaties: • OE Centr. Logica en Analyt. Wijsbegeerte
Onderzoekers: • Stefaan Cuypers • Christoph Kelp • Harmen Ghijsen
The eternal and the infinite in Arnold Geulincxs moral philosophy. KU Leuven Abstract: Explores the significance of the concepts of the infinite and the eternal in the moral philosophy of Arnold Geulincx, in the context of his metaphysics, physics, and the thought of his contemporaries. Organisaties: • OE De Wulf-Mansioncentrum
Onderzoekers: • Andrea Robiglio • Michael Jaworzyn
The Ethical Desire of Anti-Philosophy: Between Levinasian Transcendenceand Deleuzian Immanence KU Leuven Abstract: This proposal attempts to resolve the contemporary ethical divide between transcendence and immanence in the philosophies of Emmanuel Levinas and GIlles Deleuze. One of the central issues becomes reconciling the meaning of the human condition in a continually fragmented world beset by an ethics of transcendence that is unable to fully detach itself from a milieu which attaches value to the immanently, if not always presentable, visible. With respect to today#s seemingly untenable contrarian traditions, the purpose of this proposal becomes twofold: To begin with, I will seek to engage the philosophies of transcendence and immanence in a dialogue as to avoid the extremities of an either/or situation; I will then argue that to do this one must look to an event that operates beyond the conceptual framework natural to philosophy, namely art. I propose to approach this dual incommensurability through the modes of expression that are curiously invoked by both lines of thought by analyzing wha Organisaties: • OE Husserl-Archief: Centr.Fenomenologie
Onderzoekers: • Rudi Visker • Kyle Johnston
THE ETHICS OF HUMAN ENHANCEMENT: A CRITICAL ASSESSMENT OF THE PURSUIT OF PERFECTION KU Leuven Abstract: In this dissertation, we aim to understand, analyse and ethically evaluate the phenomenon of Human Enhancement, which is a relentless striving towards perfection, with a view to evolve better people. In the first part of the dissertation we will try to find a good definition of the notion of Human Enhancement. This is a highly contested subject requiring different types of distinctions. In the second part, we attempt to ethically assess
Human Enhancement from various perspectives - mainly based on the philosophical theories/thoughts of Julian Savulescu, Michael J. Sandel, Jürgen Habermas, Peter Sloterdijk, Nick Bostrom, and Bill McKibben. We will develop utilitarian and #dignity#-arguments and we will have to take a stance in the debate about the status of the notion of HumanNature. In the third part, we try to make an intercultural comparison of Western and Eastern perspectives on Human Enhancement, as this moral issue is very much connected to one#s religious, social and cultural con Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Antoon Vandevelde • Arnald Mahesh Irudhayadhason
The Explanation of Qualitative Properties in Neoplatonic Philosophy of Nature and Metaphysics - The Intelligible Causes of Qualitative Properties in Proclus and Damascius KU Leuven Abstract: The research project aims at giving a comprehensive account of the nature and function of the intelligible causes of qualitative material properties as conceived of in the Athenian Neoplatonic school. Organisaties: • OE De Wulf-Mansioncentrum
Onderzoekers: • Jan Opsomer • Pieter d'Hoine • Alberto Kobec
The Explanation of Qualitative Properties in Neoplatonic Philosophy of Science and Metaphysics in Relation to the Neoplatonic Theory of Scienceand the Problem of Metabasis KU Leuven Abstract: Neoplatonic philosophy of nature, combining the Aristotelian analysis of qualitative properties with a micro-physicalist supervenience model derived from the Timaeus, faces the objection of metabasis. I will assess if and how they can avoid this problem and sustain their theory. Organisaties: • OE De Wulf-Mansioncentrum
Onderzoekers: • Jan Opsomer • Philipp Julius Steinkrüger
The Factors Regulatins the Diocesan Bishop's Decisions for reconfiguration (suppression or significant alteration under CIC 1983 canon 515) of Catholic Parishes in England. KU Leuven Abstract: In Engelse katholieke bisdommen, net zoals in Amerika en de andere landen in het Westen, dringt zich meer en meer de vraag op hoe parochies, als individuele gemeenschappen zullen blijven voortbestaan.Dit onderzoeksproject wil een algemeen denkkader ontwikkelen tegen de achtergrond waarvan geldige en relevante beslissingen kunnenworden gemaakt door de diocesane bisschop met betrekking de reorganisatie van parochies. Spijtig genoeg zullen immers moeilijke beslissingen moeten worden genomen in delen van de wereld met een dalende geloofspraktijk en dito middelen (personeel en materiële middelen).Juristen hebben een belangrijke rol te spelen om deze problemen te onderzoeken en te analyseren. Deze studie levert een bijdrage om te komen tot gedragen, canoniek correcte, geïnformeerde en juiste beslissingen die ook worden begrepen door hen die erdoor worden geraakt. Organisaties: • Bijzondere Faculteit Kerkelijk Recht
Onderzoekers: • N. N. • Monica Herghelegiu
The fate of Boccaccio's Decameron in Greek since the 17th century: Exploring translation agency based on an analysis of selected novels KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OG Vertaling & Interc. Transfer Leuven
Onderzoekers: • Lieven D'hulst
The formal semantics of proportional quantification in Dutch and English. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG ComForT Leuven
Onderzoekers: • Hans Smessaert • Daniel Jaspers • Koen Roelandt
The Fragments of Dikaiarchos of Messene. KU Leuven Abstract: De werken van de meeste antieke historici en filosofen zijn vandaag verloren. Ze bestaan alleen nog onder de vorm van verwijzingen bij bewaardeantieke schrijvers. Zulke verwijzingen dragen de enigszins misleidende naam 'fragmenten'. Dit was o.m. het lot van Dikaiarchos (geboren tussen 370-350 v.Chr. en gestorven na 320 v.Chr.), een leerling van Aristoteles. Dikaiarchos schreef over cultuurgeschiedenis, literatuurgeschiedenis, filosofen, politiek, geografie en de ziel.Dit proefschrift verzamelt de 'historische' fragmenten van Dikaiarchos met een Engelse vertaling en een uitvoerig commentaar. Het doel is zijn werk, literaire persoonlijkheid en receptiegeschiedenis te reconstrueren. De term 'historisch' is hier niet in de enge, moderne zin opgevat (d.w.z. als politiek-militaire historiografie) maar veeleer in de antieke zin van 'onderzoek' (historia). Voor elk fragment bespreek ik de context waarin het geciteerd wordt om zo de betrouwbaarheid en de mate van manipulatie te bepalen. De afba
Organisaties: • OG Oudheid Leuven
Onderzoekers: • Willy Clarysse • Stefan Schorn • Gertjan Verhasselt
The genetive alternation in varieties of English KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG QLVL Leuven
Onderzoekers: • Benedikt Szmrecsanyi • Benedikt Heller
The Governance of Ministries in the Catholic Church in Canon and Civil Law. KU Leuven Abstract: Samenvatting:Het canoniek bestuur van kerkelijk organisaties in de domeinen van onderwijs, gezondheid en welzijn in de katholieke kerk behoort hoofdzakelijk tot de verantwoordelijkheid van rechtspersonen die zijn opgericht door de kerkelijke hiërarchie, zoals instituten van godgewijd leven of sociëteiten van apostolisch leven. De laatste decennia werd de seculiere en canonieke verantwoordelijkheid voor deze organisaties meer en meer doorgeschoven naar gelovige leken, die geen geestelijk statuuthebben of lid zijn van kerkelijke instituten of sociëteiten. Vandaag de dag vormen leken de meerderheid in vele bestuursraden en genootschappen in de kerk, hetgeen ook seculiere en canonieke verplichtingen en rechten met zich meebrengt. Deze tendens is volledig in overeenstemming met het gedachtegoed van het Tweede Vaticaans Concilie en de algemene verwachtingen vanwege leken naar een grotere betrokkenheid, samenwerking en deelname aan de opdracht van de kerk en de kerkelijke organisaties. Releva Organisaties: • Bijzondere Faculteit Kerkelijk Recht
Onderzoekers: • Henri Torfs
The Governance of Space: Interdisciplinary Perspectives on the Air-Space Distinction KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Internationaal Recht
Onderzoekers: • Dirk Vandepitte • Christoffel Waelkens • Jan Wouters
The impact of land system on the urban-rural gap in Chin, 1949-2009. An economic-historical reconstruction (Anhui, Jiangsu, Shanghai, Zhejiang) Universiteit Gent Abstract: The main focus in this research is the relationship between the land system and the urban-rural gap in China, in order to understand (a) what the historical dynamics in this relationship are and (b) what improvements can be suggested made to the current land system in order to narrow the gap. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Eric Vanhaute
The impact of metadata on translator performance: how translators work with translation memories and machine translation. KU Leuven Abstract: Professionele vertalers gebruiken verschillende elektronische hulpmiddelen om productiviteit en kwaliteit te verbeteren. De twee meest prominente hulpmiddelen zijn vertaalgeheugens, en meer recent machinevertaling. Dit proefschrift onderzoekt hoe de werking van vertaaltools en hun specifieke grafische gebruikersomgeving de prestatie van vertalers beïnvloeden. De studie werd uitgevoerd in de vorm van een experiment met tien professionele vertalers die werkten van het Engels naar het Spaans op het gebied van softwarelokalisatie. Het onderzoek stelde vast dat vertaalmetadata een verzameling van meta-informatie over de voorgestelde vertaalsuggesties die door de tools ter beschikking wordt gesteld invloed hebben op prestatie-indicatoren zoals snelheid, kwaliteit en typinspanning. De studie stelde ook vast dat vertalers meer tijd doorbrengen met nadenken over hoe ze een bepaald segment kunnen vertalen dan met feitelijk typen of wijzingen aanbrengen in de voorgestelde vertalingen. De resu Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OG Vertaling & Interc. Transfer Leuven
Onderzoekers: • Reinhilde Meylaerts
The infrastructure of globalisation: the Southern Netherlands as translation centre for the Spanish-Portuguese monarchy in the sixteenth and seventeenth centuries KU Leuven Abstract: In the sixteenth century, the territories of the Spanish monarchy formed a world empire that stretched from Europe to America, Asia and Africa.For the first time in history, people, commodities and ideas circulatedon a structured basis between the four known continents in what historians have recently called the first globalisation. When constructing this empire, the Spanish administration relied heavily on printed texts, which were a powerful instrument in what could be called the globalisation of minds, or the creation of one great intellectual space within which knowledge, ideologies and ideas from regions at great geographical distances from each other could circulate. The Southern Netherlands, and specifically Antwerp, were not only a part of this global empire, as a major European typographic centre they played an extremely important role in these globalisation processes. Particularly during the sixteenth and the first half of the seventeenth century, they provided a number o
Organisaties: • OG Nieuwe Tijd Leuven
Onderzoekers: • Werner Thomas • Christian-Henri Pistor
The inhibitory circuitry in the visual cortex of mice with visual deficits KU Leuven Abstract: OT09/22 Vision and cortical plasticity Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Lutgarde Arckens
The Institutionalization of Tolerance: Studies in the Development of a Political Common-Place KU Leuven Abstract: Since its rise to prominence in the seventeenth century, toleration hasretained a central role in modern political debates and in shaping the aspirations of many political movements. However, a number of very important contemporary authors claim that it remains a philosophically elusive concept or a paradoxical virtue. These claims spring from two different sources. On the one hand, these authors question the historical assumption, made by classical liberals, that tolerant societies came to be as the conscious realization of one single virtue, and argue that these societies are better understood as the outcome of contingent political conditions. On the other hand, they worry about the conceptual dimension of toleration and argue that it is not really clear whether toleration as classically defined is a possible attitude at all.
My dissertation will be a philosophical inquiry into the institutionalization of tolerance.It will not only adress the historical and the conceptual issues r Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Antoon Vandevelde • Nikola Krestonosich
The interdiscipline of Cultural Evolution as a new lens on contemporary challenges (indicatief) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Marketing Leuven
Onderzoekers: • Siegfried Dewitte
The International Institute for the Conservation, Archiving & Distribution of Other People's memories Hogeschool Gent Abstract: Dit doctoraatsproject vertrekt van mijn multimediale project “Het Internationaal Instituut voor de Conservatie, Archivering en Verspreiding van Andermans Herinneringen” (IICAVAH). Sinds 2005 is dit het overkoepelde orgaan van mijn artistieke praktijk en hierin tracht ik de sterk met elkaar verweven noties archief en geheugen uit te diepen. Het project steunt zowel op theoretische/filosofische research als op empirisch onderzoek waarbij mijn archief van ‘andermans herinneringen’ als basis dient. Deze steeds groeiende verzameling bestaat uit gevonden egodocumenten waarvan de vindplaatsen variëren van rommelmarkten, tweedehandswinkels en verkoopzalen, tot containerparken en straten. Momenteel focus ik voornamelijk op 8mm-familiefilms maar het archief bevat eveneens een grote collectie video’s, oude foto’s, geluidstapes, persoonlijke documenten en kleine voorwerpen. Deze herinneringsdocumenten worden via foundfootage-technieken zoals ‘cut & paste’ verwerkt tot autonome kunstwerken (films, installaties en grafische werken). Hierbij worden zowel compilatie, collage en appropriatie als techniek gebruikt. Door te focussen op de subjectieve kant van zowel het produceren als het raadplegen van het geheugen, tracht ik te reflecteren over het begrip identiteit (van het individu, het collectief, de geschiedenis, het archief, ...). Door de verweesde herinneringen opnieuw te verspreiden via exposities, filmscreenings en online projecten tracht ik tevens de originele emotionele waarde van de herinneringen te herstellen. De verrichtingen van het IICAVAH zijn bijgevolg pas geslaagd wanneer vertoonde herinneringen zich bij de toeschouwer in het geheugen nestelen waardoor de aanvankelijk verweesde herinneringen nieuwe bestemmingen krijgen. Centraal in dit doctoraat staat de observatie dat er sinds de teloorgang van het modernistische vooruitgangsdenken in de 20ste eeuw1 een paradoxale wending naar het verleden en herinnering in onze westerse cultuur ontstaan is2. Enerzijds lijkt deze obsessieve drang tot herinnering gepaard te gaan met een sterke musealisering3 van het verleden. De groeiende aandacht voor cultureel erfgoed, de expansie van archieven en de oprichting van herdenkingsmonumenten zijn hier slechts enkele getuigen van. Nieuwe technologische ontwikkelingen lijken daarenboven meer dan ooit zelf-musealisatie aan te wakkeren: vandaag de dag wordt het persoonlijke leven excessief geregistreerd door foto’s en video’s en het immer uitdijende internet stelt ons in staat massaal herinneringen te delen via blogs, facebooks en (you)tubes allerhande. Anderzijds bestempelen steeds meer critici onze huidige ‘geheugencultuur’ als een cultuur van amnesie. Pierre Nora ziet hier de verschuiving van milieux de mémoire naar lieux de mémoire als oorzaak. Hiermee doelt hij op het verlies van spontaan en geleefd geheugen ten gevolge van het institutionaliseren van herinneringen. Modern geheugen is, volgens hem, bovenal archivalisch: het is afhankelijk van de materialiteit van het spoor, de directheid van de opname, de zichtbaarheid van het beeld.4 De groeiende aandacht voor geheugen en verleden gaat gepaard met de politisering hiervan en dit lijkt gestuwd door de ‘spektakelmaatschappij’ waarin de media een prominente rol spelen.5 Geschiedenis wordt tegenwoordig op een gelijkaardige manier behandeld als fictie en dit bewerkstelligt het verlies aan historisch bewustzijn. Toch zijn het net deze media – met het internet op kop – die ervoor zorgen dat steeds meer geheugen toegankelijk is. Technologische ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat kennis overal en altijd opvraagbaar is. De massale opslag van herinneringen en de eenvoudige toegankelijkheid hiervan zorgen voor een steeds parate geheugensteun. Maar, vervangen dergelijke geheugendocumenten zo niet het menselijke geheugen? En kun je zo niet stellen dat het niet zozeer de drang naar herinnering maar eerder de angst te vergeten is die heerst? Freud6 leerde ons reeds dat herinneren en vergeten onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Jacques Derrida illustreerde dit samengaan met een zeer eenvoudig en concreet voorbeeld. Tijdens een lezing naar aanleiding van de waarheidscommissie in Zuid Afrika veroorzaakte hij opschudding met volgende stelling: ‘ieder archief produceert tegelijkertijd geheugen en vergeten: wanneer ik iets op een papiertje neerschrijf en dit vervolgens in mijn zak stop, dan doe ik dit enkel omdat ik het zou kunnen vergeten, wetende dat ik het later terug kan vinden zonder dat ik mij intussen hierover zorgen moet maken.’ Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Autonome kunsten
Onderzoekers: • Jasper Rigole • Hans Op De Beeck
The legendaries of Thomas de Maubeuge's Parisian librairie. A study in visual communication in the late Capetingian period. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Kunstwetenschappen Leuven
Onderzoekers: • Barbara Baert • Dominic Delarue
The logic of the gift between altruism and economic exchange: Re-visiting the Logic of Gift-giving and Reciprocal obligation KU Leuven Abstract: PROPOSED OUTLINE OF THE DISSERTATION:
In the past, the logic of the gift-giving as a primitive mode of exchange was dynamically operative inarchaic societies. As such it has attracted the interest of many anthropologists. The logic of the gift-exchange was an operative mechanism of the primitive economy and social relations, sustained by the informal reasoning of primitive societies on the basis of reciprocity. Altruism aims exclusively at serving the interests of the other distinguished from one#s self-interest. Reciprocity has to be strict and immediate in the logic of economic exchange. Within contemporary society, the logic of economic exchange (mostly) seems to deeply determine every human life. The underlying logic of market exchange opens up to the distinguishing characteristics of market realities, such as, self-interest, calculation, profit, utility, etc. In brief, the logic of market economy tends to reduce the mechanism/components, specific to the logic of the gift, to a Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Antoon Vandevelde • N. N.
The Long Detour: Memory and Imagination in Ricoeur's Notion of the Narrative Self KU Leuven Abstract: This dissertation will focus on developing Paul Ricoeur's hermeneutic understanding of human memory and imagination, in order to determine the role that both have to play in the establishment of a coherent sense of self. Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Luc Anckaert • Kristofer Arca
The macroeconomic effects of the development of trade and globalisationduring the Showa period: a comparative analysis of Japan and the European Union KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Japanse Studies Leuven
Onderzoekers: • Dimitri Vanoverbeke
The making of ... een voorleestraditie : een evaluerend onderzoek naar de beleving van het initiatief 'De boekenkaravaan' (leesweb) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Boekenkaravaan wil vooral tonen dat boeken en lezen gewoon heel leuk kunnen zijn. Kinderen worden op een speelse wijze in contact gebracht met boeken. Voorlezen bij de Boekenkaravaan is daarom ook je creatieve en speelse brein laten werken, het is ook zingen, zoeken, spelen, rijmen, raden, lachen, en nog zoveel meer... Door prestatiedruk te vermijden en geen expliciete aandacht te vestigen op het technisch lezen, kunnen kinderen ontspannen tegen boeken en lezen aankijken, wat positieve effecten heeft op het latere leesonderwijs en taalonderricht. Wanneer kinderen zo enthousiast zijn dat ze achteraf effectief zelfstandig boeken gaan lezen, zal dit een enorme meerwaarde betekenen voor hun taalniveau. Net door met boeken bezig te zijn, maken kinderen kennis met een rijk taalaanbod. Boeken bevatten woorden en formuleringen die in het mondelinge taalgebruik niet voorkomen. Zo groeien woordenschat en kennis van grammaticale structuren. Als voorlezer leer je de kinderen ook hoe je een boek leest. De verbale intelligentie wordt voortdurend gestimuleerd. Dit geeft de gezinnen de kans hun taalvaardigheid te verhogen, wat een belangrijke nevendoelstelling is van de Boekenkaravaan. Door samen boeken te lezen, leren kinderen zich tevens voor langere tijd concentreren. Ze leren mee te werken met jou, de voorlezer, ze leren om een eigen inbreng te doen... Dit bevordert hun sociale intelligentie. Door de kinderen te stimuleren om hun fantasie te gebruiken en zelf over het verhaal te vertellen, wordt er aan de muzische intelligentie gewerkt. De Boekenkaravaan stuurt voorlezers het liefst naar gezinnen thuis, omdat het lezen zo buiten de 'leer'-sfeer blijft. Hier kun je als voorlezer bovendien de ouders het gemakkelijkste aanspreken en overtuigen van het belang van voorlezen. Om echter nog meer kinderen te bereiken, wordt er ook voorgelezen bij allerlei organisaties, zoals bijvoorbeeld kinderdagverblijven, speelpleinen, asielcentra, enzovoort. De Boekenkaravaan tracht het voorlezen steeds in te bedden en structureel te verankeren in het gezin of de organisatie. Via de voorlezers probeert de Boekenkaravaan steeds de drempels van de gezinnen te verlagen, door bijvoorbeeld samen met hen naar de bibliotheek te gaan.
Het voorlezen in de gezinnen vormt het fundament voor het vervolgtraject. Daar proberen we de basis in de gezinnen zo te verstevigen, dat ze na het vervolgtraject het voorleesritueel volledig in eigen handen kunnen nemen.
Samenhorigheid in de maatschappij bevorderen We willen een antwoord zijn op de zoektocht van veel mensen om ergens ingebed te zijn, om een deel in het geheel te zijn. Specifiek kansarme gezinnen willen we een kans geven om relaties aan te gaan met mensen die meer ingebed zijn in onze maatschappij, zoals de voorlezers. Voor de beoogde doelgroepen vormt de langzaam opgebouwde relatie met de voorlezers een eerste stap naar een meer uitgebreid netwerk en inbedding in de maatschappij. Specifiek voor jou als vrijwilliger komen de informele relaties met de andere vrijwilligers hier eveneens aan tegemoet. We willen ook mensen over hun eigen grenzen doen kijken, en hen aanmoedigen het contact aan te gaan met diegene die hen minder vertrouwd is. We doen dit in de hoop en het vertrouwen dat stereotiepen zo tenietgedaan kunnen worden, waardoor mensen weer onbevooroordeeld naar elkaar kunnen kijken. De opgebouwde relaties kunnen bovendien de integratie bevorderen van de doelgroepen die we beogen. Met name geldt dit ook voor bejaarden, een voor ons nieuwe doelgroep in schooljaar 2012-2013. Vaak worden bejaarden eveneens als een kansengroep, aangezien zij vaak vereenzamen tussen de muren van een rust- en verzorgingstehuis. Door hen in contact te brengen met kans- en taalarme kinderen (en eventueel hun ouders), gaan we deze vereenzaming tegen. Eveneens worden denkbeelden bijgeschaafd. Zowel over allochtonen als over bejaarden bestaan vaak negatieve denkbeelden, die door dit intercultureel en intergenerationeel contact bijgeschaafd kunnen worden. Voor achtergestelde gezinnen is het vaak een erg grote stap om deel te nemen aan artistieke of culturele activiteiten. Doordat de Boekenkaravaan erg laagdrempelig is, en cultuur letterlijk tot in de woonkamer brengt, is dit een eerste stap in de richting naar meer cultuurparticipatie. Een gezamenlijk bibliotheekbezoek met de voorlezer en het gezin kan de drempelvrees van de gezinnen wegnemen. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Jo Renate BAUWENS
The making of transregional Catholicism Print culture in the Archdiocese of Cambrai (1559-1659) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Nieuwe Tijd Leuven
Onderzoekers: • Johan Verberckmoes • Violet Soen • Alexander Soetaert
The material image-building of Erard de la Marck, Prince-Bishop of Liège. Strategy, components and significance of a versatile discourse KU Leuven Abstract: Zowel de adaptatie aan het vereiste decorum als de opbouw van een persoonlijk imago vormden essentiële componenten in de materiële cultuur van vorsten tijdens het ancien régime, en daarbij stond een breed instrumentarium van toepassingen ter beschikking die resulteerden in een grote productie van bouwwerken, monumenten, kunstwerken en andere realia ten dienste van de gewenste beeldvorming. Het voorgestelde onderzoeksproject concentreert zich op de materiële cultuur van Erard de la Marck, vanuit de vraag in welke mate beide preoccupaties hierin een rol speelden en op welke manier hij tijdens zijn bewind van 1505 tot 1538 als prins-bisschop van Luik daaraan een invulling heeft gegeven, meer bepaald omdat hij door een combinatie van structurele en contextuele factoren afweek van het klassieke heersersprofiel: als gekozen prinsbisschop kon hij in vergelijking met gekroonde hoofden van vorstenhuizen geen dynastiek discours opbouwen, anderzijds combineerde hij in zijn diocees wereldlijke en Organisaties: • Architectuur en Maatschappij
Onderzoekers: • Krista De Jonge • N. N.
The Mediating Role of Value in the Dialogue between Religion and Science: Whitehead, Merleau-Ponty and Charles Taylor KU Leuven Abstract: Can man revere faith and scientific progress, hunger for miracles and MRIs? (Time, 2006, Nov. 5). A question like this has haunted us human beings many times in the history of the world. Without doubt, science and religion are at utter odds in the current scenario. In contemporary debates between science and religion, the understandings of nature and of value have great significance. A dialogue can take place exactly at this level of value, using nature as the common ground. In this, the understandings of nature and the status of value; of value in relation to nature, of value in relation to God, and of value in relation to human self, allbecome core issues. Drawing from the new concepts of nature outlined byAlfred North Whitehead and Merleau-Ponty, and relying upon Charles Taylor#s evaluation of the ethics of disengagement I propose a new line of possible dialogue using nature as the common ground and value as the essential link. Organisaties: • OE Metafysica, Godsdienst- & Cultuurfil.
Onderzoekers: • Veenus Joseph • Henning Tegtmeyer
The Mental Number line, the external number line, and elementary schoolmathematics achievement KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep EERD Brussel
Onderzoekers: • Lieven Verschaffel • Koen Luwel • Dominique Peeters
The 'Mitteleuropa' empire. Geotragiek en dynamiek van de geschiedenis. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project vindt zijn oorsprong in de groeiende interesse voor culturele en maatschappelijke invalshoeken rond Europese integratie, met inbegrip van het recent uitbreidingsdebat. Met wel bijdragen tot de Europese geschiedenis i.s.m. het Europacentrum J. Monnet. Organisaties: • VAKGROEP INTERNATIONALE ECONOMIE, INTERNATIONAAL MANAGEMENT EN DIPLOMATIE • Internationale economie, internationaal management en diplomatie
Onderzoekers: • Evrard Claessens
The Modern Disruption of Scapegoat Mechanisms: on the Secularisation ofCriminal Law KU Leuven Abstract: We propose to apply Girard#s theory on scapegoat mechanisms and their disruption to develop a philosophy of the history of criminal law in early modern times, at least what heavy crime is concerned. Predominantly inthe 18th century a shift is noticeable in the way the penal system functions. Institutions which had hitherto made it possible to punish innocents disappear and instead a far reaching protection of the accused by means of enlightened legal principles comes to the fore. There seems to bealways a force of exclusion operative in criminal law, but this is increasingly countered by other forces which strive for inclusion, meaning that the penal system refuses to bluntly reject a member of society because he is suspicious, and will rather aim to prevent any unrighteous conviction. By letting doubt infiltrate certainty, by making room for the perspective of the persecuted, by implementing procedural obstacles to avoid swift injustice, criminal law seems to attest to a disruption of Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Antoon Braeckman • Wim Decock • Rafael Van Damme
The Modernist Soundscape: Towards a Theory of the Representation and Perception of Sound in Narrative KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Literatuur en Cultuur Leuven
Onderzoekers: • Sascha Bru • Tom Vandevelde
The modern re-creation of Mohism by Hu Shi. KU Leuven Abstract: Deze doctoraatsthesis spitst zich toe op de Chinese 20e eeuwse interpretaties van de mohistische geesten. Deze meningen komen over het algemeenniet aan bod in het bestaande mainstream onderzoek, hoewel er een schataan informatie in vervat zit over de 20e eeuw als een periode van dramatische veranderingen in China. Mijn thesis gaat na welke dingen 20e eeuwse Chinese auteurs herkenden in of toeschreven aan de mohistische geesten. Volgens deze auteurs waren de mohistische geesten niet noodzakelijk een marginaal fenomeen of bijgeloof, dat veraf stond van de mohistische wetenschap en logica, maar stonden de mohistische geesten in nauw verbandmet 20e eeuwse hervormingen en sociale veranderingen. Dit aspect is totnog toe onvoldoende belicht in onderzoek over deze periode. Deze dissertatie biedt een alternatief perspectief op de Chinese 20e eeuwse geschiedenis, door de lens van de mohistische geesten, en toont aan dat de opvattingen over het mohisme en de mohistische geesten van die periode zi Organisaties: • OG Sinologie Leuven
Onderzoekers: • Carine Defoort • Annick Gijsbers
The monetization of southwest Anatolia from the Persian period to the Byzantine era. Questioning monetary production, circulation, use and integration from a regional perspective. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Archeologie Leuven
Onderzoekers: • Jeroen Poblome • Fran Stroobants • Johan Van Heesch
The multiple functional load of grammatical signs. Complements with presupposed modal value in English. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG FunC Leuven
Onderzoekers: • Kristin Davidse • Caroline Gentens
The multiple functional load of Spanish 'que. Work Package 5 of the GOAon The multiple functional load of grammatical signs in text construction and processes of language change (GOA/12/007) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG FunC Leuven
Onderzoekers: • Bert Cornillie • Hendrik De Smet • Maria Sol Sansiñena Pascual
The Myos Hormos Project Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Quseir al-Qadim Project is een 4-jarig multidisciplinair Brits project van de University of Southampton in samenwerking met het Centrum voor de Studie van de Griekse en Latijnse documenten van de VUB. Het doel is het archeologisch onderzoek van de antieke site van Myos Hormos, één van de belangrijke havens uit de Griekse-Romeinse oudheid. Het was, samen met Berenike, het knooppunt van de handel van Rome met het Oosten: import van parels, peper, zijde, geneesmiddelen en exotische kruiden in ruil voor glas, textielen, luxe-ceramiek en edele metalen, maar ook menselijke cargo's, zoals zingende knapen en meisjes, bestemd voor Indische potentaten. de site wed summier onderzocht in 1978,1980 en 1982. Nieuwe opgeavingen zijn dringend nodig wegens- en als onderdeel van - de razendsnelle ontwikkeling van Quseir. De opgravingen zullen in februarie 1999 starten en telkens 6 weken duren. Op basis van vroegere beperkte campagnes kunnen we verwachten een massa geschreven Griekse en latijnse documenten, papyri en ostraka, te vinden in verband met de organisatie van de handel met Indië. De behandeling en de studie hiervan en van de munten zijn toevertrouwd aan het VUB-centrum GRLD. Organisaties: • Latijn-Grieks
Onderzoekers: • WILFRIED VAN RENGEN
The nature, causes and consequences of essentialism about homosexuality KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centr. Logica en Analyt. Wijsbegeerte
Onderzoekers: • Andreas De Block • Olivier Lemeire
The nature of intensity oscillations in the solar corona KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Plasma-astrofysica
Onderzoekers: • Marcel Goossens • Tom Van Doorsselaere
The Notion of Fiction in Nietzsche's Ethical Thinking: An Engagement with Foucault's and Deleuze's Interpretations of Nietzsche's View of Morality KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Husserl-Archief: Centr.Fenomenologie
Onderzoekers: • Nicolas Fernando de Warren
The Novels of Michael Chabon and the Politics and Poetics of Postmodernism KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Literat-Discours-Identiteit Leuven
Onderzoekers: • N. N. • Theodoor D'haen
Theodoor Van Ryswyck (1811-1849) en de Antwerpse literaire romantiek. Universiteit Antwerpen Abstract: In het voorliggende project wordt vanuit een literatuurwetenschappelijk perspectief de functie van literatuur in het moderne natievormingsproces bestudeerd. Het corpus dat daarbij centraal staat is de poëzie van Theodoor van Ryswyck: spilfiguur van de Antwerpse romantische school, overgangsfiguur van een Belgisch naar een Vlaams cultuurnationalisme en dichter van een naar vorm uiteenlopend en naar inhoud overwegend politiek oeuvre. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Piet Couttenier • Adelheid Ceulemans
Théologie d'une pastorale des petites communautés chrétiennes rurales en Afrique: cas du Diocèse de Matadi (RD Congo) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Pastoraaltheol. en Empirische Theol.
Onderzoekers: • Marc Steen • N. N.
Theologie en de zoektocht naar authentieke menselijkheid: Het theologische existentialisme van John Macquarrie KU Leuven Abstract: Dit project onderzoekt de aard en de (mogelijke) blijvende relevantie van existentialistische theologie. Het is een gemeenplaats geworden dat deze theologie haar relevantie verloren heeft. Dit gebrek aan relevantie zou dan ook weerspiegeld worden in de matige belangstelling voor existentialistische theologie in de hedendaagse theologische literatuur. We beogen een kritische bevraging van deze vooronderstellingen door middel vaneen onderzoek naar het theologische oeuvre van één van de belangrijksteexistentialistische theologen uit de Angelsaksische wereld m.n. John Macquarrie (1919-2007). We zullen drie stappen ondernemen. (I) We zullen de hoofdthema#s van de existentiële theologie belichten door middel van een analyse van twee denkers die Macquarrie beïnvloed hebben m.n. R. Bultmann and M. Heidegger. (ii) We zullen de krachtlijnen van Macquarries theologie onderzoeken om zowel de gelijkenissen als de verschillen m.b.t. het denken van Bultmann en Tillich te kunnen analyseren. (iii) Ten Organisaties: • OE Systematische Theologie & Religiewet.
Onderzoekers: • Terrence Merrigan • Vilte Adomaityte
Theologieën van de liefde als strijdliteratuur: Frantz Fanons dekoloniale uitdaging KU Leuven Abstract: Ons onderzoek begint met de persistentie van kolonialiteit, de culturele en epistemologische matrix die het kolonialisme onderbouwde en die bepalend was voor de moderniteit. Vervolgens proberen we de spanning tussenkolonialiteit en theologisch betoog over de liefde dat er niet in slaagt om aandacht te schenken aan kolonialiteit, te verduidelijken en te verhelderen.. Om een aanzet te geven tot een theologie van de liefde die deel kan gaan uitmaken van een dekoloniaal project gaan we aan de slag metFrantz Fanon (1925-61), een denker die werkte vanuit de context van eenslachtoffer van het Franse kolonialisme. Door Fanons denken te gebruiken willen we een christelijke theologie van de liefde her-verbeelden en articuleren, die functioneert, zoals Fanon het noemde, als strijdliteratuur: literatuur die zelf praxis is en ten dienste staat van humanisering. Organisaties: • OE Systematische Theologie & Religiewet.
Onderzoekers: • Jacques Haers • Kristien Justaert • Joseph Drexler-Dreis
Theopolitics van de ruimte: een post-structuralistische verkenning van zonde in het kader van wereldwijde migratie en diaspora KU Leuven Abstract: This interdisciplinary investigation in theological ethics aims to discuss and explore the concept of social sin using post-structuralist philosophy in the context of global migration and diaspora based on the experiences of Filipino migrants by using the concepts of desire and space tounderstand its dynamics. The dissertation seeks to accomplish its five-fold goal namely: 1) to provide a historical-critical review on the development of the concept of social sint o provide theological foundationsand presuppositions for studying it by using post-structuralism, 2) to reappropriate social sin by using the ideas of Gilles Deleuze and Jacques Lacan on desire to provide an anthropology that can by used for ethical feflection on migrant identity, 3) to apply the post-structural interpretation of social sin in the context of global migration and diaspora by analizing how it affects the micropolitical structure of migrants, 4)to utilize the post-structural interpretations of social sin in issu Organisaties: • OE Theologische en Comparatieve Ethiek
Onderzoekers: • Johan Verstraeten • Lawrence Pedregosa
Theoretical study of structure, physical and chemical properties of transition-metal alloy clusters KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Vaste-stoffysica en Magnetisme
Onderzoekers: • Peter Lievens • Ewald Janssens
Theoretische en empirische validering van de lexicale competentie in het Frans in het Europees Referentiekader voor Talen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Taal & Onderwijs Antwerpen
Onderzoekers: • Noëlla Peters • Piet Desmet • Ann-Sophie Noreillie
Theoretische en empirische validering van lexicale competentie in het Engels in het Europees Referentiekader voor Talen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Taal & Onderwijs Antwerpen
Onderzoekers: • Noëlla Peters • Kris Heylen • Britta Kestemont
Theoretische implicaties van elektronische teksteditie Universiteit Antwerpen
Abstract: Het belang van de mogelijkheden van computers in de studie van literaire teksten wordt nog steeds onderschat. Aan de hand van de 'redbacked notebook' die James Joyce gebruikte in het schrijven van de vroegste delen van Finnegans Wake willen we de grenzen en de mogelijkheden onderzoeken van een electronische weergave van genetisch materiaal. Organisaties: • James Joyce Centrum • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Geert Lernout • Dirk Van Hulle
Theoretisch en artistiek onderzoek naar de symbiose van Westerse en niet-Westerse muzikale idiomen Hogeschool Gent Abstract: Kennis- en cultuurverspreiding kennen door de digitaliseringsvloed van de 21e eeuw nieuwe, ongekende hoogten. Naast de verhoogde toegankelijkheid van ons culturele erfgoed, zijn ook de studiemogelijkheden van digitale (muzikale) objecten naar een totaal ander type analyse geëvolueerd, met name Music Information Retrieval, een signaalanalysemethode die toelaat om muzikale informatie te extraheren uit klankopnames. Het resultaat is een patroon of structuur dat met een semantiek wordt verbonden en aldus in de context van een muziektheorie kan worden geïnterpreteerd. Toegepast op archieven van niet-Westerse muziek kan deze innoverende methode tot een herinterpretatie van interculturele beïnvloedingen leiden, en kunnen muziekculturen onafhankelijker van geijkte Westerse culturele concepten geduid worden. De analyse van een (ongekend) muzikaal idioom, moet leiden tot een waaier aan nieuwe klankkleuren, toonschalen, metrische verhoudingen en muzikale vormen die een aanzet kunnen geven tot inspiratie en compositie. Dergelijke vermenging van stijlen en culturen brengt ook vragen met zich mee: Kan muziek van verschillende culturen samengebracht worden zonder één van beide conceptuele denkkaders oneer aan te doen? Moeten er / mogen er bepaalde regels vastgelegd worden? Wat zijn voor de componist de nieuwe muzikale mogelijkheden in een digitale omgeving? Leidt interculturele vermenging tot vervaging van decennia lang gegroeide culturen of brengt het net redding voor kwetsbare orale tradities? Leidt vermenging tot verminking? Al deze onderzoeksvragen staan centraal in een onderzoek dat de muzikale mogelijkheden en onmogelijkheden van interculturatie door huidige digitale media bestudeert en toepast in muzikale praktijk. Organisaties: • Departement Conservatorium • Vakgroep Scheppende Muziek
Onderzoekers: • Lucien Posman • Olmo Cornelis
Theorieën van het fenomenaal bewustzijn: een zoektocht naar een adequaat non-reductionistisch kader. Universiteit Antwerpen Abstract: De basisdoelstelling van het project is een systematisch overzicht te geven van hedendaagse naturalistische theorieën van het fenomenaal bewustzijn (qualia). De nadruk ligt op volgende probleemstelling: alle hedendaagse reductionistische theorieën van het fenomenaal bewustzijn baseren zich op de veronderstelling dat cognitie bestudeerd kan worden zonder melding van het bewustzijn. Het bewustzijn wordt vervolgens gekarakteriseerd in causaal-functionele en representationele termen, onafhankelijk van een fenomenale karakterisering. Onze diagnose is dat reductionisme een onhoudbare positie is, omdat het van het fenomenaal bewustzijn een epifenomeen maakt: er ontstaat dan een onoplosbaar lichaam-geestprobleem, vanwege de onoverbrugbare explanatory gap tussen het fenomenaal bewustzijn en de causale/functionele noties die geassocieerd worden met het bewustzijn. De overbrugging van die kloof vergt een herkadering van het probleem. Organisaties: • VAKGROEP FILOSOFIE • Centrum voor Filosofische Psychologie
Onderzoekers: • Joachim Leilich • Peter Reynaert
Theorievorming in de pragmatiek, metapragmatische studies, en de problematiek van interculturele en internationale communicatie. Universiteit Antwerpen Abstract: 1. ontwikkeling van een coherent beschrijvingskader voor taalgebruiksaspecten (vanuit een linguïstische pragmatiek die wordt benaderd als de cognitieve, sociale en culturele wetenschap van taal en communicatie 2. studie van metapragmatische termen 3. toepassingen op het gebied van de interculturele communicatie (face-to-face) en de internationale communicatie (diplomatie en berichtgeving). Organisaties: • Linguistiek • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren
Theorievorming rond literatuur, trauma en cultureel geheugen Universiteit Gent Abstract: Dr. Ilka Saal (University of Richmond, VA) bezoekt de UGent-onderzoeksgroep "literatuur en trauma" om te werken aan theorievorming rond literatuur, trauma en cultureel geheugen. Ze heeft expertise opgebouwd met het integreren van modellen (Butler, Assmann) zodanig dat een basis ontstaat om de literaire representatie van collectief en structureel trauma te benaderen. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Gert Buelens • Stef Craps
Theory of Urbanism and Architecture (OSA) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Architectuur en Ontwerpen
Onderzoekers: • Susan Shannon • Yi-sheng Yang
The Past Present. An Analysis of Forms of Memory KU Leuven Abstract: I propose to study how a subjective consciousness relates to its past, specifically, how the past continues to live within the subject, how thesubject accesses that past, and how that past is important to the subject. I will explore how a subject is conscious of its past in ways that are: 1) recollective, 2) reflective, 3) involuntary, and 4) evaluative. This fourfold scheme is meant to bring out the diversity of conscious acts that relate to a past, or make it present, namely by constituting a sense of pastness, contrasting the present self against a past-self, unwillingly bending back in the present on to the past, and treasuring past objects and experiences. My express wish is to, on the one hand, expose the complexities of recollection through a presentation of Husserl#s analyses thereof, and on the other hand, show how recollection enjoys too great a privilege as the paradigm of memory. By adopting a sufficiently broad scope in considering how a subject preserves its past, we will Organisaties: • OE Husserl-Archief: Centr.Fenomenologie
Onderzoekers: • Ullrich Melle • Patrick Eldridge
The Photonovel: intercultural appropriation, genre hybridisation and technological remediation of an intermedial practice. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Literatuur en Cultuur Leuven
Onderzoekers: • Jan Baetens • Julio Landim Mano