www.researchportal.be - 9 Jan 2016 07:19:24
Onderzoeksprojecten (1 - 500 van 814) Zoekfilter: Classificaties: Sociologie
Sociale recrutering, Studie- en carriereverloop van vrouwelijker VUB-afgestudeerden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het projekt beoogt het studie- en carrièreverloop van afgestudeerde VUB-studenten te bestuderen. Hierbij wordt betracht de vraag te beantwoorden of de toename van het aantal studenten zich ook vertaald heeft in een toegenomen proportie vrouwen in kaderfunkties. Meer in detail zal onderzogd worden welk het effekt is van geslacht, sociale achtergrond, studiekeuze en - resultaten, partnerkeuze en alg. levensloop op het carrièreverloop van universitair gediplomeerden. Daarbij wordt de vraag gesteld of er zich verschillen voordoen in carrièreverloop tussen de verschillende cohortes en in welke mate men deze kan toeschrijven aan veranderingen in de ekonomische en sociaal-kulturele kontext. Organisaties: • Sociologie • Geschiedenis
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • MACHTELD DE METSENAERE
Samenstellen van documentatiemap omtrent het thema ' De hedendaagse mens op zoek naar zin' en dit in kader van het programma Toekomstzorg 'The Millenium Conferences 1997' Vrije Universiteit Brussel Abstract: Maatschappelijke gevolgen van veranderingen in de ordening van de werktijd en in de temporale organisatie van andere handelingsverbanden. Doorgaans wordt aangenomen dat de tijdsordening van onze samenleving in grote mate bepaald wordt door de ordening van de bezoldigde arbeid. De werktijd structureert, via de maatschappelijke tijdsordening, de tijdsperspectieven en het tijdsgebruik van de leden van de samenleving; hij maakt de tijd van de tewerkgestelden schaars en werkt daardoor een planmatig, weloverwogen tijdsgebruik in de hand; hij maakt een duidelijk onderscheid tussen de verschillende tijdsbestekken -werktijd/vrije tijd- en kleurt meer in het algemeen de betekenis die aan de tijd wordt gegeven en de houding die tov. tijd wordt aangenomen. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS
Programma tot valorisatie van federale sociaal-ekonomische databanken - Volkstellingsmonografie Huishoudenssamenstelling. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De monografie "huishoudens" is een van de 10 volkstellingsstudies gebaseerd op een vergelijking van de data van 1981 en 1991. Deze data zijn de exhaustieve lijst van personen ongeacht nationaliteit met residentie in België geklasseerd naar (i) de oude NIS-klassificatie en naar (ii) de LIPRO-typologie. Dit laat toe alle personen naar leeftijd onder te brengen in een type van gezin of huishouden, en dit voor elke gemeente en elke statistische sector. Voorts wordt de economische activiteit van alle ingezetenen in de LIPRO-typologie verwerkt. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • RONNY LESTHAEGHE
Analyse van de afwezigheden van de leerlingen uit de scholen in het experiment. Leerplichtcontrole. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS
Culturele verschuivingen in Vlaanderen 1996. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Maatschappelijke gevolgen van veranderingen in de ordening van de werktijd en in de temporale organisatie van andere handelingsverbanden. Doorgaans wordt aangenomen dat de tijdsordening van onze samenleving in grote mate bepaald wordt door de ordening van de bezoldigde arbeid. De werktijd structureert, via de maatschappelijke tijdsordening, de tijdsperspectieven en het tijdsgebruik van de leden van de samenleving; hij maakt de tijd van de tewerkgestelden schaars en werkt daardoor een planmatig, weloverwogen tijdsgebruik in de hand; hij maakt een duidelijk onderscheid tussen de verschillende tijdsbestekken -werktijd/vrije tijd- en kleurt meer in het algemeen de betekenis die aan de tijd wordt gegeven en de houding die tov. tijd wordt aangenomen. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS
UNESCO : participatieprogramma 1997-1998 Les enfants de rue en Afrique Centrale et Australie: bilans et perspectives Vrije Universiteit Brussel Abstract: De bedoeling in miden 1997 een conferentie in te richten over alle aspecten van het straatkinderenprobleem met deelnemers uit Rwande, Burundi,Oegana, Kenya en Tanzania. De conferentie moet uitmonden in een meer regionaal gecoordineerde aanpak van het straatkinderenprobleem. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ERIC ROSSEEL
The Psychology of the European Monetary Union.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek kaderend in Europees project waarbij een aantal psychologische concepten (bv; control , national & social identity , waarden) zullen gehanteerd worden ter verklaring van verschillen in attituden t.o.v. de Europese Unie.Deze gedeeltelijke financiering betreft specifiek de verantwoordelijkheid voor het onderzoek in België(700 respondenten) en Luxemburg(300 respondenten) Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ROLAND PEPERMANS
Immigratie, tewerkstelling en sociale mobiliteit - De levenslopen van Turkse en Marokkaanse mannen in Belgie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderhavig project bestudeert de migratiegeschiedenisscn, de onderwijs- en beroepsontwikkelingen, de tewerkstellingsgeschiedenissen van Turkse en Marokkaanse mannen, verblijfhoudend in Belgie en van minstens 18 jaar oud. Ook kenmerken van de ouders zijn beschikbaar, zodat ook intergenerationele mobiliteit in kaart kan worden gebracht. Op basis van bovenstaande informatiekunnen we subprojecten definiëren: de geschiedenis van de migratie zelf, de onderwijs- en tewerkstellingsgeschiedenissen, de intergenerationele sociale mobilitieit en de indicatoren van sociale en culturele veranderingen. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • RONNY LESTHAEGHE
Houdingen en handelwijzen van artsen rond het levenseinde van patienten. (Co-financiering NFWO-project) Vrije Universiteit Brussel Abstract: In België komt het onderzoek over 'Handelwijzen van artsen rond het levenseinde van patiënten' (HALP) maar langzaam op gang. Verschillende bevragingen van artsen laten zien dat hun attitudes t.a.v. passieve en actieve levensverkorting zijn gewijzigd. Ook de houding van de bevolking is aan verandering onderhevig. Berichten uit de medische praktijk leren dat er thans ook levensverkortend wordt gehandeld. Valide en betrouwbare gegevens inzake attitudes en handelwijzen van artsen rond het levenseinde van hun patiënten ontbreken evenwel geheel in Vlaanderen. Bovendien zijn een aantal bio-ethische vragen bij deze praktijk onbeantwoord. Geschieden deze praktijken wel met inachtneming van voldoende zorgvuldigheidscriteria ? Is de patiënt voldoende voorgelicht over deze beslissingen ? Gebeuren al deze beslissingen op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt ? Deze studie heeft als doel de HALP's in kaart te brengen voor Vlaanderen. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX
Opsporen van 'sentinel health events' via registratie in de centra voor ambulante revalidatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstelling van het project is het opsporen van vermijdbare probleemsituaties 'sentinel (health) events' binnen de centra voor ambulante revalidatie NOK en PSY. Sentinel health events (SHE's) vindt men in de literatuur omschreven als ziektes, aandoeningen of sterftes die vermeden hadden kunnen worden, gezien de medische stand van zaken.Het opsporen van SHE's bij personen met een handicap is een braakliggend terrein. We hebben in samenwerking met de sector heel opvallende probleemsituaties, die cruciaal zijn voor het revalidatiegebeuren, geïnventariseerd. Deze fungeren als waarschuwingssignalen dat er iets fout gelopen is. We construeren en toetsen een model waarin de bijdrage van socio-economische factoren in relatie met andere wordt opgenomen. Indicatoren voor SHE's kunnen de volgende zijn : de tijdspanne tussen het optreden van een stoornis en de contactname met de hulpverlening, uitgestelde hulpverlening t.g.v. wachtlijsten, ... Data worden verzameld op basis van een registratiesysteem dat uitgebouwd werd eveneens in samenwerking met de sector. Hiertoe werd een samenwerkingsverband opgestart met de Stichting Integratie Gehandicapten. Aan het onderzoek participeren momenteel 37 centra, verspreid over Vlaanderen. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX
'kredieten aan navorsers' Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS
Waardenopvoeding: meting van de effecten van de aanpak van de waardenvorming op de maanden van de leerlingen van het laatste jaar secundair onderwijs. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Meting van de effecten van de aanpak van de waardenvorming op de maanden van de leerlingen van het laatste jaar secundair onderwijs.
Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS
Sociologische evaluatie van de inspraakregeling en de consultatieprocedure van het milieubeleidsplan 1997-2001. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Maatschappelijke gevolgen van veranderingen in de ordening van de werktijd en in de temporale organisatie van andere handelingsverbanden. Doorgaans wordt aangenomen dat de tijdsordening van onze samenleving in grote mate bepaald wordt door de ordening van de bezoldigde arbeid. De werktijd structureert, via de maatschappelijke tijdsordening, de tijdsperspectieven en het tijdsgebruik van de leden van de samenleving; hij maakt de tijd van de tewerkgestelden schaars en werkt daardoor een planmatig, weloverwogen tijdsgebruik in de hand; hij maakt een duidelijk onderscheid tussen de verschillende tijdsbestekken -werktijd/vrije tijd- en kleurt meer in het algemeen de betekenis die aan de tijd wordt gegeven en de houding die tov. tijd wordt aangenomen. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS
Steunpunt "Interface Demografie" - Fase II Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Steunpunt Demografie is in opdracht van de Federale Diensten voor Wetenschappelijke, Technische en Culturele Aangelegenheden (DWTC) belast met de ontsluiting van federale databanken voor wetenschappelijk gebruik. Dit betreft meer specifiek de data afkomstig van het Nationaal Instituut voor de Statistiek en het Rijksregister. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • RONNY LESTHAEGHE
Ontwikkeling van doelen en indicatoren m.b.t. preventief gezondheidsgerelateerd gedrag : een literatuurstudie en aanzet tot methodiekontwikkeling. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze studie naar doelstellingen en indicatoren omtrent leefstijl vertrekt van de voorstellen van de Europese afdeling van de Wereldgezondheidsorganisatie in het kader van het 'Health for All'programma. Deze voorstellen omvatten zowel doelstellingen voor het bereiken van een gezonde leefstijl bij de bevolking als indicatoren om op te volgen in hoeverre deze doelstellingen worden bereikt. Voor Nederland, Wales en Vlaanderen werd onderzocht hoe ze de ideeën, doelstellingen en indicatoren van Health for All hebben uitgewerkt en toegepast. Er werden aanbevelingen afgeleid voor het Vlaamse beleid terzake. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX
Project Psychology of the European Monetary Union Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project onderzoekt de attituden t.o.v. de Europese Monetaire Unie, met name de introductie van de Euro. Verschillende sociaal psychologische concepten (vb. equity, nationale identificatie, controle, sociale representaties,..) worden hypothetisch vooruitgeschoven als zijnde van invloed op deze attituden, of worden erdoor beÏnvloed. Dit kan ook verschillen geven tussen de 15 landen van de Europese Unie. Specifiek wordt de verantwoordelijkheid opgenomen voor de coördinatie van het onderzoeksnetwerk in de en van de Europese Unie en voor het onderzoeksgedeelte in België en Luxemburg. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ROLAND PEPERMANS
Het draagvlak bij het maatschappelijk middenveld voor de ontwikkeling van het milieubeleid in het Vlaams Gewest Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS
Het ontwikkelen van een instrument voor jeugdeffectenrapportering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek exploreert de mogelijkheden en de ontwikkeling van een instrument voor jeugdeffectrapportage (JEFF) voor de Brusselse instellingen. Jeugdeffectrapportage heeft als hoofddoelstelling het monitoren van impliciete beleidsdomeinen op hun effecten op jongeren. Omdat internationaal en nationaal geen referentievoorbeelden bestaan (anno 1997), wordt in eerste fase de technische mogelijkheden van het bestuursinstrument effectrapportages onderzocht. Daarna wordt een studie gemaakt van de Brusselse institutionele kaders waarin JEFF kan worden toegepast. Dit alles mondt uit in een voorbeeldinstrument voor de Brusselse instellingen, zodat een technische-bestuurlijk model wordt verkregen dat optimaal is afgestemd op de beleidspraktijk en -cultuur. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • MAARTEN MOENS
De houding van het algemeen publiek in verband met het vakwondswerk in de openbare sector. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS
Opzetten van een steunpunt inzake "Gezondheidseconomie" Vrije Universiteit Brussel Abstract: Opzetten van een steunpunt inzake 'gezondheidseconomie'. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX
Effecten van emotie-inducerende informatie op attituden t.o.v. informatiemateriaal en -bron Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project onderzoekt de mate waarin organisationeel informatiemateriaal( cfr. introductiebrochures) een invloed heeft op die organisatie.Als werkhypothese wordt gesteld dat deze relatie verloopt via de emoties die dit materiaal oproept bij nieuwe werknemers.Dit onderzoek verloopt in diverse fasen.Vooreerst worden beoordelingscriteria voor reëel informatiemateriaal opgespoord ,hetgeen tevens moet leiden tot een schalering van diverse stimuli ( informatiebrochures) op deze criteria.Vervolgens kunnen de stimuli gebruikt worden om een experimentele variatie in de beoordelingscriteria toe te passen waarbij de emotie-inducerende waarde van deze factoren worden onderzocht.In een derde fase wordt tenslotte de verbinding gelegd tussen de geinduceerde emoties enerzijds, en attituden en herinneringen i.v.m. dit materiaal en de informatiebron zelf (nl. de organisatie) anderzijds.Vanuit deze data zal getracht worden om via structurele modelering variabelen zoals informatiefactoren , emoties, materiaalherinnering en ' commitment' op mekaar te betrekken. Dit onderzoek zal ontegensprekelijk een bijdrage leveren tot het begrijpen van communicatieprocessen in het algemeen en organisatiepsychologische processen in het algemeen. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ROLAND PEPERMANS
Vrouwenarbeid en gelegenheidsprostitutie in Centraal- en Oost-Afrikaanse steden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project beoogt, binnen de oost-afrikaanse socio-culturele context na te gaan: A) in welke morele en materiële omstandigheden bepaalde vrouwelijke stedelijke migranten zich begeven in vormen van sex work en prostitutie; B) welke morele en materiële voorwaarden voldaan moeten zijn opdat (stedelijke) sex workers uit de 'business ' zouden stappen en in hoeverre de vrees voor aidsbesmetting een dergelijke beslissing stimuleert; C) in hoeverre de verhandeling van in het oorsprongsdorp gecultiveerde producten op de stadsmarkten sex-workers reële mogelijkheden biedt om een nieuw bestaan uit te bouwen. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ERIC ROSSEEL
Concepties over burgerschap: een vertooganalyse. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project zal door middel van een inhoudsanalyse van teksten die het debat rond burgerschap de laatste jaren bepalen (geschriften van politici, teksten van partijen en drukkingsgroepen, columns, en commentaren van intellectuelen,...) nagegaan worden hoe het vertoog rond utilitair en normatief burgerschap zich ontwikkeld. Beide opvattingen over burgerschap komen aan bod in het huidige debat over de rol van burgers in onze samenleving. Toch klinkt de taal van het utilitair burgerschap sterker door. Het vertoog dat aansluit bij normatief burgerschap blijft doorgaans impliciet, alsof het geen taal heeft waarmee het zich kan uitdrukken. In onze analyses willen we dan ook bijzondere aandacht besteden aan de manieren waarop het normatief vertoog rond burgerschap zich uit. Vertrekkend van de hypothese dat beide vertogen analytisch te onderscheiden zijn, maar in het taalgebruik vaak vermengd worden, willen we ook nauwgezet nagaan hoe beiden manieren van spreken zich tot elkaar verhouden. Organisaties: • Criminologie • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • STEVEN LAUWERS
Levering tabellen uit het rapport "houdingen van jongeren", een secundaire analyse v. houdingen van jongeren en hun onderlinge verschillen ....Alsook verschillen in houdingen tss leerlingen en leerkrachten vr verschillende studierichtingen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Abstract niet beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS
Verwerking van de enquête uitgevoerd onder leden en andere personeelsleden van Vlaamse parastatalen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Abstract niet beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS
Politieke en maatschappelijke participatie van vrouwen in Vlaanderen. Een empirische studie naar de kritiek vanuit vrouwenstudies of het traditionele participatieonderzoek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het participatie-onderzoek gaat er traditioneel van uit dat participatieniveau's lager liggen bij vrouwen dan bij mannen. Deze vaststelling krijgt echter veel kritiek vanuit vrouwenstudies, en dit onderzoek laat toe na te gaan of deze kritiek emprisch houdhaar is. Door middel van focusgroepen wordt nagegaan of er kwalitatieve genderverschillen bestaan in de conceptualisering van politiek en politieke participatie. Aan de hand van een representatieve survey onder de Vlaamse bevolking, die het centrum uitvoert voor rekening van de federale overheid, wordt nagegaan welke factoren een eventueel atwijkend participatiepatroon kunnen verklaren. Door middel van een veldstudie bij politieke en sociale organisaties wordt nagegaan waarom de grotere deelname van vrouwen aan de basis van organisaties zich moeizaam vertaalt in een betere vertegenwoordiging op het besluitvormingsniveau. Een analyse van tijdsbestedingsonderzoek moet toelaten de hypothese te toetsen, als zou de lagere participatie van vrouwen onder meer kunnen verklaard worden door de tijdsdruk die ontstaat door een combinatie van betaalde arbeid en onbetaalde zorgarbeid. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • WENDY SMITS
Vakoverschrijdende thema's in het secundair onderwijs. op zoek naar een maatschappelijke consensus.(OBPWO 1997) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Omwille van de groeiende complexiteit van onze samenleving, wordt er steeds meer de nadruk gelegd op persoonlijke verantwoordelijkheid en zelfsturing vanwege het individu. Het onderwijs kan hierbij, als een van de belangrijkste socialisatieagenten in onze samenleving, een bevoorrechte rol spelen. Temeer daar het onderwijs, meer dan andere actoren, kan werken aan de cognitieve competenties en vaardigheden die deel uitmaken van het burgerschap en de kans op volwaardige en verantwoordelijke participatie aan het maatschappelijke leven kan verhogen. De Vlaamse Overheid wil dit bewerkstelligen door het formuleren van vakoverschrijdende doelstellingen op vlak van burgerschap, milieu, gezondheid, sociale vaardigheden en leervermogen. Het probleem dat zich hierbij stelt, is welke competentie, kennis, inzichten, attitudes en vaardigheden er precies dienen te worden overgedragen in het kader van deze vorming. Om de vakoverschrijdende doelstellingen te specificeren wil dit project nagaan of er een overlapping consensus bestaat bij maatschappelijke actoren over de kennis, vaardigheden en attitudes die via de vakoverschrijdende thema's (milieu-educatie, opvoeden tot burgerzin, gezondheidsopvoeding, 'leren leren' en sociale vaardigheden) zouden moeten worden ontwikkeld. Een eerste stap bestond erin de internationale en nationale juridische teksten en verklaringen in verband met de vakoverschrijdende thema's te onderzoeken om na te gaan welke inhoud aan deze thema's wordt gegeven. Op basis hiervan werden deskundigen uit het maatschappelijk middenveld bevraagd. In een eerste fase van het veldwerk gebeurde dit door middel van semi-gestructureerde diepte-interviews (december 1998 - mei 1999). Nadien werd op basis van de resultaten van deze mondelinge bevraging nog een tweede schriftelijke vragenlijst opgesteld welke eveneens ingevuld werd door de vertegenwoordigers van de verenigingen die bij de mondelinge bevraging betrokken werden. Deze vragenlijsten werden verstuurd in november 1999. Aan de hand van de resultaten van deze bevraging werd vervolgens de bestaande consensus verder afgebakend. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • JESSY SIONGERS
Controle en nazicht van vragenlijst opgesteld door SAGO, analyse van de resultaten en vergelijking van resultaten met andere populaties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract beschikbaar. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS
Sporten als een holebi. Een springplank of struikelblok tot emancipatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In 1998 werd met de steun van de onderzoeksraad van de VUB een onderzoek gestart met als doel de Vlaamse holebi-sportclubs in kaart te brengen (Stouthuysen, P. Ghekiere, E. & Bollaert 1999). Uit dit eerste exploratief onderzoek dat over dit thema in Vlannderen werd uitgevoerd, is gebleken dat de aparte sportbeleving van holebi's niet meer weggedacht kan worden bij de beeldvorming van deze groep. Momenteel zijn het aantal particianten en het aantal beoefende sporttakken nog vrij gring, maar het is duidelijk dat dit 'apart' sporten in stijgende lijn evolueert. Deze trend roept echter heel wat vragen op en leidt vaak tot discussies over de sociaal-integratieve betekenissen en functies van sport. Dragen deze aparte sportclubs en -activiteiten bij tot de integratie van holebi's in de ruimere samenleving of juist niet? Zijn ze een springplank tot emancipatie of vormen ze eerder een struikelblok hiertoe? In welke mate kan participatie aan sport in het algemeen de emanicpatie van holeb's bevorderen? Ons onderzoek, gefinancierd door de Vlaamse gemeenshap departement Gelijke kansen in Vlaanderen, zal een antwoord trachten te geven op bovenvermelde vragen om zo tot enkele concrete beleidsaanbevelingen te komen. Organisaties: • Sportbeleid en -management • Bewegingsagogiek, Sport- en Vrijetijdsbeleid
Onderzoekers: • LIVIN BOLLAERT • PAUL DE KNOP
Empirisch onderzoek uit te voeren aan de hand van een schriftelijke bevraging van huisartsen en specialisten in Vlaanderen betreffende houdingen en handelwijzen van artsen rond het levenseinde van patienten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In Belgie komt het onderzoek over de handelswijzen rond het levenseinde van patienten(HLP) maar langzaam op gang. Verschillende bevragingen van artsen laten zien dat hun attitudes t.a.v. passieve en actieve levensverkorting zijn gewijzigd.Ook de houding van de bevolking is aan verandering
onderhevig.Berichten uit de medische praktijk leren dat er thans ook levensverkortend wordt gehandeld. Valide en betrouwbare gegevens inzake attitudes en handelwijzen van artsen rond het levenseinde van hun patienten ontbreken evenwel geheel in Vlaanderen . Bovendien zijn een aantal bioethische vragen bij deze praktijk onbeantwoord:Geschieden deze praktijken wel met inachtneming van voldoende zorgvuldigheidscriteria ? Is de patient voldoende voorgelicht over deze beslissingen ? Gebeuren al deze beslissingen op uitdrukkelijk verzoek van de patient ? Deze studie heeft als doel de HLP's in kaart te brengen voor Vlaanderen. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • JOHAN BILSEN • LUC DELIENS
Tussen burger en overheid. Een sociologische, politiek-wetenschappelijke en juridisch-wetenschappelijke studie van het middenveld en de democratische politieke structuur. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een sociologische, politiek-wetenschappelijke en juridisch-wetenschapelijke studie van het middenveld en de democratische politieke structuur. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • ANTON DERKS • MARC HOOGHE • WENDY SMITS
De Vlaamse jeugd. Eeen onderzoek naar jeugdculturen, cultuurconsumptie en cultuurproductie in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het hier voorgestelde project stelt zich tot doel de jongerenculturen in Vlaanderen in kaart te brengen. Daartoe wordt de samenhang beschreven tussen attitudes, de waarden en de normen van jongeren enerzijds, hun leefstijl, cultuuruitingen, cultuurpraktijken en mediagebruik anderzijds. Het eerste luik van het onderzoek bestaat uit een kwantitatief onderzoek op basis van een steekproef van een 5000-tal jongeren uit het laatste jaar van het secundair onderwijs. Daarna wordt de samenhang tussen, enerzijds de onderscheiden subculturen, anderzijds de sociaaleconomische achtergrond, de schoolloopbaan en het geslacht nader onderzocht. In een tweede luik willen we dieper ingaan op de Vlaamse jongerencultuur via diepteintervieuws met jongeren en via de analyse van de door hen gebruikte of gemaakte cultuurprodukten. In dit tweede luik, gaat de aandacht voornamelijk naar de symbolen die door jeugdculturen worden gehanteerd. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • DIMOKRITOS KAVADIAS
Interne migratiestromen in België naar huishoudenstype en socio-economische kenmerken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doelstelling van het onderzoek is het in kaart brengen van interne migratiestromen van huishoudens in België tussen administratieve eenheden en tussen functionele geografische entiteiten en ze te analyseren in functie van hun socio-economische kenmerken. Het Steunpunt voor Demografie heeft daartoe een unieke databank opgezet waarbij alle migratiegegevens vanaf 1981 tot 1995 werden verbonden met de gegevens van de volkstelling van 1991. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • RONNY LESTHAEGHE
Opsporen van 'sentinel (health) events' via registratie in de centra voor ambulante revalidatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstelling van het project is het opsporen van vermijdbare probleemsituaties 'sentinel (health) events' binnen de centra voor ambulante revalidatie NOK en PSY. Sentinel health events (SHE's) vindt men in de literatuur omschreven als ziektes, aandoeningen of sterftes die vermeden hadden kunnen worden, gezien de medische stand van zaken.Het opsporen van SHE's bij personen met een handicap is een braakliggend terrein. We hebben in samenwerking met de sector heel opvallende probleemsituaties, die cruciaal zijn voor het revalidatiegebeuren, geïnventariseerd. Deze fungeren als waarschuwingssignalen dat er iets fout gelopen is. We construeren en toetsen een model waarin de bijdrage van socio-economische factoren in relatie met andere wordt opgenomen. Indicatoren voor SHE's kunnen de volgende zijn : de tijdspanne tussen het optreden van een stoornis en de contactname met de hulpverlening, uitgestelde hulpverlening t.g.v. wachtlijsten, ... Data worden verzameld op basis van een registratiesysteem dat uitgebouwd werd eveneens in samenwerking met de sector. Hiertoe werd een samenwerkingsverband opgestart met de Stichting Integratie Gehandicapten. Aan het onderzoek participeren momenteel 37 centra, verspreid over Vlaanderen. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • Greetje DESNERCK
Opsporen van 'sentinel (health) events' via regiostratie in de centra van ambulante revalidatie Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstelling van het project is het opsporen van vermijdbare probleemsituaties 'sentinel (health) events' binnen de centra voor ambulante revalidatie NOK en PSY. Sentinel health events (SHE's) vindt men in de literatuur omschreven als ziektes, aandoeningen of sterftes die vermeden hadden kunnen worden, gezien de medische stand van zaken.Het opsporen van SHE's bij personen met een handicap is een braakliggend terrein. We hebben in samenwerking met de sector heel opvallende probleemsituaties, die cruciaal zijn voor het revalidatiegebeuren, geïnventariseerd. Deze fungeren als waarschuwingssignalen dat er iets fout gelopen is. We construeren en toetsen een model waarin de bijdrage van socio-economische factoren in relatie met andere wordt opgenomen. Indicatoren voor SHE's kunnen de volgende zijn : de tijdspanne tussen het optreden van een stoornis en de contactname met de hulpverlening, uitgestelde hulpverlening t.g.v. wachtlijsten, ... Data worden verzameld op basis van een registratiesysteem dat uitgebouwd werd eveneens in samenwerking met de sector. Hiertoe werd een samenwerkingsverband opgestart met de Stichting Integratie Gehandicapten. Aan het onderzoek participeren momenteel 37 centra, verspreid over Vlaanderen. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • Greetje DESNERCK
Houdingen en handelwijzen van artsen rond het levenseinde van patienten. Een empirisch onderzoek aan de hand van een schriftelijke bevraging van een representatieve steekproef van huisartsen en specialisten in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In België komt het onderzoek over 'Handelwijzen van artsen rond het levenseinde van patiënten' (HALP) maar langzaam op gang. Verschillende bevragingen van artsen laten zien dat hun attitudes t.a.v. passieve en actieve levensverkorting zijn gewijzigd. Ook de houding van de bevolking is aan verandering onderhevig. Berichten uit de medische praktijk leren dat er thans ook levensverkortend wordt gehandeld. Valide en betrouwbare gegevens inzake attitudes en handelwijzen van artsen rond het levenseinde van hun patiënten ontbreken evenwel geheel in Vlaanderen. Bovendien zijn een aantal bio-ethische vragen bij deze praktijk onbeantwoord : geschieden deze praktijken wel met inachtneming van voldoende zorgvuldigheidscriteria ? Is de patiënt voldoende voorgelicht over deze beslissingen ? Gebeuren al deze beslissingen op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt ? Deze studie heeft als doel HALP's in kaart te brengen voor Vlaanderen. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • LUC DELIENS
Verstedelijking en stadsvlucht : migratiebewegingen naar huishoudenstypen en socio-economische karakteristieken in Vlaanderen.(Programma : Beleidsgericht onderzoek '97. Beleidsdomein : Huisvesting.) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Via een geanonimiseerde koppeling van interne migraties in de periode 1991-96 aan de sociaal-economische covariaten opgemeten in de volkstelling van 1991 (Nationale Databank Interne Migraties) worden de migraties qua richting (d.i. tussen steden, randstedelijke gemeenten, banlieue, rurale gemeenten) geanalyseerd in functie van leeftijd, geslacht, type van huishoudensinkomen, onderwijspeil en sociaal-economische status. De eerste hoofdstukken zijn specifiek voor elk van deze covariaten terwijl een afsluitend hoofdstuk een multivariate analyse geeft via een zgn. 'competing risk' logistische regressie. Dit is de meest exhaustieve analyse van interne migraties in België. Uitgebreide cartografie. Referentie: D. Willaert, J. Surkyn, R. Lesthaeghe (2000): 'Stadsvlucht, verstedelijking en interne migraties in Vlaanderen en België', Steunpunt Demografie, Vakgroep Sociaal Onderzoek, VUB, Brussel (rapport op CD-Rom, meerdere hoofdstukken ook op website SOCO, Interface Demography, publications on line) Organisaties: • Sociologie • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • RONNY LESTHAEGHE • DIDIER WILLAERT • JOHAN SURKYN
BIOMED 2 - EURICUS III. The implementation of guidelines for budget control and cost calculation, and their effect on the quality of management of intensive care units in the countries of the European Union Vrije Universiteit Brussel Abstract: As far as costing and budgeting procedures are concerned, a non-systematic diversity across intensive care units (ICUs) and European countries has been observed mainly characterised by the absence of any standardised operationalisation of relevant concepts. Therefore this "reinforced concerted action" will (a) develop guidelines for the standardisation and harmonisation of budgeting and costing procedures in
ICUs in Europe; (b) develop instruments to assess the quality of management in ICUs (medical directors and head nurses); (c) explore the effects of a training about the costing and budgeting guidelines, and their implementation on the cost-effectiveness of ICUs; and (d) explore their effects on the quality of management of ICUs. Organisaties: • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ROLAND PEPERMANS • MARC JEGERS
Van onderwijs naar arbeidsmarkt : hoe verloopt de overgang ?(Programma : Beleidsgericht onderzoek '97. Beleidsdomein : Onderwijs.) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek beoogt in eerste instantie de conceptie en installatie van een instrumentarium dat, op langdurige basis via geregeld crosssectie en panel-onderzoek, de nodige gegevens verzamelt om een permanente databank aan te leggen over de wijze waarop de overgang van onderwijs naar arbeidsmarkt plaats vindt. Hoewel de aansluitingsproblematiek hierbij wordt beschouwd als de centrale focus van de dataverzameling, ligt het in de bedoeling om de problematiek van de 'transitie-periode' breder te beschouwen dan enkel maar de intrede in de arbeidsmarkt en eerder als een continuum dan als een klaar en afgelijnd punt in de tijd. Dit waarnemingsinstrument moet niet enkel leiden tot een beleidsrelevante basisrapportering, maar moet ook de nodige gegevens ter beschikking stellen die de wetenschappelijke wereld toelaten om meer specifieke beleidsrelevante themata met meer diepgang te analyseren. In het kader van dit onderzoek worden 3000 23-jarigen ondervraagd over hun schoolloopbaan en over de transitie van onderwijs naar abeidsmarkt. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Ilse LAURIJSSEN
- Ontwikkeling van een programma voor "data entry" op basis van vragenlijst en suggesties voor codeboek (ov dd 16/11/2000). - Opstellen analyseplan (ov dd 19/03/2001) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS
Opdracht voor redactie van een backgroundpaper ikv Witboek Stedenbeleid (demografische basistendensen) rond topics : migratiebewegingen en alternatieve bevolkingsprojecties vr diverse subgebieden in grootstedelijke migratiebekkens. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bevolkingsprojecties werden uitgevoerd voor de periode 2000-2020. De ruimtelijke eenheden zijn de migratiebekkens en hun zones, en de grote en regionale steden van België. Drie scenario's worden voorgesteld: (1) geen stadsvlucht meer (nulsaldo), (2) een herneming van de stadsvlucht, en (3) een beperkte terugkeer naar de stad. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • RONNY LESTHAEGHE • DIDIER WILLAERT
Longitudinale analyses van culturele waarden in Vlaanderen : de wantrouwige samenleving. (Progr. Beleidsgericht onderzoek 98/Beleidsdomein:planning & statistiek/Thema 60 :Analyses op meetinstrument 'culturele verschuivingen in Vlaanderen) Vrije Universiteit Brussel Abstract: In 1997 verklaarde 48% van de volwassen Vlamingen dat zij geen of weinig vertrouwen hebben in het parlement; 54% had geen of weinig vertrouwen in de regering en 59% geen of weinig vertrouwen in de politieke partijen. Het percentage Vlamingen dat politieke partijen echt vertrouwt was toen al onder de 10 gezakt. De vertrouwenscrisis is inmiddels een vertrouwd verschijnsel. Het wantrouwen is woord en beeld geworden en wij volgen de vertrouwenscrisis via opeenvolgende schokkende gebeurtenissen en onthullingen. Vanaf 1996 is het nochtans mogelijk de aard en de oorzaken van het wantrouwen op een meer systematische wijze te onderzoeken. In 1996 en 1997 werd in de APS-survey gepeild naar het vertrouwen van de Vlamingen in hun instellingen. Met de APS-survey van 1998 en 1999 kunnen we nagaan welke instellingen aan vertrouwen hebben gewonnen en welke aan vertrouwen hebben ingeboet. Bovendien kunnen we onderzoeken wat de aard en de oorzaken van het wantrouwen zijn. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS
Een begeleidend onderzoek bij het Fonds P&V tegen de sociale uitsluiting van jongeren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Reeds sinds de klassieke studie van Alexis de Tocqueville neemt men aan dat participatie aan het verenigingsleven fungeert als een 'leerstoel van de democratie' Door de vrijwillige interactie met anderen zouden actoren gesocialiseerd worden in een meer democratische cultuur, waarin ze de waarde van overleg, verdraagzaamheid en compromis beter leren ervaren. Deze stelling komt keer op keer terug in de literatuur rond participatie en middenveld, maar in feite wordt ze zelden of nooit aan een empirische toets onderworpen. Uit studies blijkt inderdaad dat diegenen die actief zijn in het verenigingsleven er andere waarden op nahoudendan niet-participanten. Ze zijn politiek actiever, hechten meer belang aan democratische procedures, voelen zich minder politiek machteloos en hechten meer belang aan tolerantie. dit verschil is ten dele een gevolg van het feit dat het hier om andere populaties gaat: de participanten zijn over het algemeen hoger geschoold en bekleden een hogere socioeconomische positie dan niet-participanten. Maar ook als men controleert op deze en andere achtergrondvariabelen, blijft er een significant nettoeffect over van participatie. Organisaties:
• Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • MAARTEN MOENS
Controle en nazicht van vragenlijst opgesteld door SAGO, analyse van resultaten en vergelijking van resultaten met andere populaties... Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS
Waardevorming in het secundair onderwijs : Welke invloed hebben scholen op de waarden van jongeren ? Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS
UItdetaillering van de tijdsbudgetenquête naar mobiliteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In opdracht van de Mobiliteitscel van het Departement Leefmilieu en Infrastructuur van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap voert de Vakgroep Sociologie - Onderzoeksgroep TOR van de VUB op de tijdsbudget-databank TOR'99 bijkomende analyses uit naar de mobiliteit van de Vlaming. De TOR'99 databank omvat een representatief staal van 1533 Vlamingen, die in 1999 gedurende een volle week hun tijdsbesteding bijhielden. Waar mogelijk worden vergelijkingen met de tijdsbudget-databank TOR'88 die de onderzoeksgroep TOR in 1988 verzamelde. Deze databank bevat een beperkter staal van de Vlaamse bevolking, dat zijn tijdsbesteding gedurende een kortere periode (2 dagen) registreerde. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • SUZANA KOELET • MAARTEN MOENS
Beeldvorming en beschrijving van de leefwereld van jongeren. (Programma : Beleidsgericht onderzoek '97. Beleidsdomein : Onderwijs.) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het jeugdonderzoek (een gezamelijk project dat uitgevoerd wordt door de V.U.B., de K.U.L., het KATHO-IPSOC en de Erasmushogeschool) zal in de komende drie jaar de leefwereld van jongeren doorlichten. Het omvat een zoektocht naar patronen in de waarden en smaken van jongeren in Vlaanderen. Het houdt zich bezig met het in kaart brengen van smaak- en levensstijlen : Hoe verdelen jongeren zich over diverse smaakcomponenten ? Hoe maken jongeren zelf onderscheiden ? Wat zijn hierbij de achtergrondvariabelen ? Het onderzoek omvat zowel een kwantitatief als een kwalitatief luik. De V.U.B. zal in eerste instantie vooral het kwantitatief luik uitwerken. Dit gebeurt door een analyse uit te voeren op gegevens die verzameld zijn bij 4722 jongeren. De smaakdimensie wordt gemeten aan de hand van muziekvoorkeuren, zenderpreferenties (zowel tv als radio), lievelingsprogramma's, de favoriete lectuur van de jongeren. De verdeling van jongeren over waardepatronen wordt gevoerd op basis van hun verschillende positie op de nieuwe breuklijn en op het vlak van ethische opvattingen. Het kwalitatieve luik houdt onder andere een onderzoek in naar hoe dit zich uit in het dagelijks leven van jongeren. De centrale vraag betreft het verband tussen smaak- en waardepatronen. Kunnen we een correspondentie vinden tussen de diverse waardepatronen enerzijds en de diverse smaakpatronen anderzijds. Indien zo'n relatie ontdekt wordt, moet de rol van jeugdculturen herbekeken worden. Smaakculturen bij jongeren kunnen dan opgevat worden als een socialisatieveld waarlangs ruimere culturele conflicten gereproduceerd worden. Het eerste deel van het werkjaar 1999 bestond vooral uit een secundaire analyse op gegevens verzameld in het kader van het onderzoek naar de effectiviteit van waardevorming op school. In deze analyse werd er gezocht naar het verband tussen smaakpatronen en twee waardedimensies : de nieuwe breuklijn en ethiek. Op basis van deze analyse werd beslist om een vervolgonderzoek op te zetten die zich meer zou verdiepen in het waargenomen verband tussen smaken en de nieuwe breuklijn. Hiervoor werd voor het veldwerk en de vragenlijst het onderzoeksproject gekoppeld aan het project rond leerlingenparticipatie (OBPWO 98.001). Er werd een steekproef genomen van 90 scholen. Vanaf half november 1999 loopt het veldwerk. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Frank STEVENS
Media, signification and information. The mediatization of the public sphere: between dualization and democratization. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De volgende probleemstelling ligt aan de basis van dit onderzoeksproject: centrale onderzoeksvraag is welke rol televisie, de nieuwe informatietechnologie en de pers als informatiemedia spelen bij de hedendaagse transformatie van de publieke sfeer, waarbij de aandacht meer in het bijzonder gaat naar het onderzoek van eventuele maatschappelijke dualiseringsprocessen. Deze basisproblematiek wordt in dit GOAonderzoeksvoorstel vooral onderzocht op het niveau van het publiek: hoe gaat de televisiekijker met dergelijke transformatie en dualisering om, wat heeft dit allemaal concreet voor de mediagebruiker te betekenen en waar komen deze betekenissen eigenlijk vandaan? Dit onderzoek naar significatieprocessen bij het publiek bevat twee essentiele niveaus:1. Het semantische niveau: na een inhoudelijke analyse van de drie verschillende mediavormen en de sociale, technische en integratieve codes die hierbij gehanteerd worden, wordt hier vooral onderzocht welke significatieprocessen er door het publiek geconstrueerd worden. In welke mate is hier sprake van dominante, aberante of genegocieerde decodering ?2. Het pragmatische niveau: hoe wordt de gedecodeerde significatie geïntegreerd in het dagdagelijks sociale handelen van de
mediagebruiker? Hier wordt televisiekijken, het omgaan met bv. Internet en het dagelijks lezen van een krant beschouwd als een onderdeel van een sociale practijk. De sociale kijksituatie speelt hierbij uiteraard een wezenlijke rol. Hier zal vooral onderzocht worden welke sociale interactieprocessen er al dan niet door televisiekijken, informatietechnologie en het lezen van kranten of weekbladen op gang worden gebracht. De ideologische macht, zowel van de zender als van de ontvanger, wordt immers pas echt duidelijk op dit pragmatische niveau cfr. John B. Thompson, 1990, blz. 225-238, 1995; Peter Dahlgren, 1995, blz. 18-23; Joshua Meyrowitz, 1985,1995).Dergelijke significatieprocessen komen echter niet in het luchtledige tot stand. Integendeel, elk significatieproces functioneert binnen reeds vooraf gestructureerde sociale relaties en de kijker put hierbij voortdurend uit een reservoir van mogelijkheden, competenties en middelen die sociaal in hoge mate ongelijk verdeeld zijn (zie Klaus Bruhn Jensen, 1995; J. Corner, 1991). Daarom zullen deze significatieprocessen onderzocht worden bij drie verschillende deelpublieken, die op het vlak van beschikbaarheid over economisch, cultureel, sociaal en symbolisch kapitaal (P. Bourdieu, 1979) op een significante wijze van elkaar verschillen. Vooraf zal nagegaan worden in welke mate dualiseringsprocessen aan het werk zijn op het vlak van de toegang tot en de beschikbaarheid over deze verschillende soorten kapitaal. Dan zal concreet en diepgaand onderzocht worden welke rol het al dan niet beschikken over deze soorten kapitaal speelt bij de significatieprocessen van de drie deelpublieken i.v.m. het informatieve aanbod van de media. Belangrijk hierbij is echter dat geen van de drie deelpublieken omwille van de mindere toegang tot een van de kapitaalvormen en op basis van een reeds vooraf geformuleerde deficiet-hypothese, mag gestigmatiseerd worden als zijnde minder of meer competente ''significatie-producenten'' . In dit onderzoeksproject staat precies de vraagstelling centraal hoe verschillende publieksgroepen van en uit het evoluerend televisueel informatieaanbod welke betekenissen construeren, produceren en integreren in hun eigen leven. Dat diverse televisiepublieken naargelang hun sociaaleconomisclle, politieke en culturele achtergrond welbepaalde significatiepatronen vertonen, wordt weliswaar doorgaans als een evidentie beschouwd, maar werd nauwelijks op systematische wijze onderzocht. Organisaties: • Communicatiewetenschappen • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • DEBBIE DEGEETER • HANS VERSTRAETEN
De nieuwe sociale kwestie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar de mate waarin mensen bereid zijn tot solidariteit en tot steun aan de sociale zekerheid, met de nadruk op risico's die voorspelbaar zijn en/of die kunnen gezien worden als een persoonlijke keuze (persoonlijke verantwoordelijkheid) Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • KOEN PELLERIAUX • Christine TRESIGNIE
ikv AGORA-programma : Gezondheidsverwachting volgens sociaal-economische status. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Steunpunt Demografie VUB analyseert in het kader van dit breder project vooral de differentiële mortaliteit naar socio-economische kenmerken. Deze analyses zijn gebaseerd op de Nationale Databank Mortaliteit & Morbiditeit? die werd aangemaakt door aan hun doodsoorzaken van 1991-96 in een geanonimiseerd bestand te koppelen aan de covariaten gemeten ten tijde van de volkstelling 1991. De analyses geven aan dt de 'ultieme ongelijkheid' in België erg groot is, vooral bij mannen van 45-64 jaar en vrouwen van 40-59 jaar. Ook zeer uitgesproken regionale verschillen blijven bestaan na controle voor individuele kenmerken. Referenties: P. Deboosere, S. Gadeyne (1999): 'De Nationale Databank Mortaliteit: Aanmaak van een databank voor onderzoek naar differentiële sterfte naar socio-economische status en leefvorm', Working Papers Steunpunt Demografie, SOCO-VUB, 1999-7. S. Gadeyne, P. Deboosere (2000): 'Socio-economische factoren in differentiële sterfte van mannen van 45-64 jaar in België', Working Papers Steunpunt Demografie, SOCO-VUB, 2000-1. S. Gadeyne, P. Deboosere (2000): 'Socio-economische factoren in differentiële sterfte van vrouwen van 40-59 jaar in België', Working Papers Steunpunt Demografie, SOCO-VUB, 2000-8. S. Gadeyne, P. Deboosere (2001): 'Sterftetafels naar geslacht, gewest en onderwijsniveau in België, 1991-96', Working Papers Steunpunt Demografie, SOCO-VUB, 2001-2. Organisaties: • Interface Demografie • Sociologie • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • RONNY LESTHAEGHE • Sylvie GADEYNE • PATRICK DEBOOSERE
De stijgende invloed van onderwijsniveau op levenskansen sinds de democratisering van het onderwijs in de jaren '30 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds de democratisering b-van het onderwijs neemt de impact van het verworven satutu (nl. Scolarisatiegraad) op de levenskansen toe. De positie die men inneemt in de samenleving is sinds de jaren '50 steeds minder een zaak van klasse, geslacht, ras, afkomst of andere toegewezen statussen, maar wordt steeds sterker gedetermineerd door het behaalde onderwijsniveau. Zowel op het vlak van tewerkstelling armoede, gezondheid, huisvesting als op houdingen ten overstaan van mens en maatschappij vinden we significante verschillen tussen de verscheidene onderwijsniveaus. Laaggeschoolden doen het minder goed op de arbeidsmarkt, waardoor hun kansen op welvaart afnemen. Scolarisatiegraad lijkt zich bovendien generationeel te bestendigen. Kinderen uit laaggeschoolde gezinnen doen het significant slechter op school dan kinderen uit gezinnen waarvan minstens één van de ouders hooggeschoold is. De mate waarin het onderwijsniveau determinerender geworden is als allocator van de positie die men inneemt in de samenleving vormt de kern van het onderzoek. In de studie wordt op basis van verzamelde gegevens onderzocht in welke mate het onderwijsniveau sinds de democratisering van het onderwijs aan invloed won bij de toewijzing van levenskansen. Onder levenskansen verstaan we de kansen die men krijgt op de arbeidsmarkt, gezondheid, huisvesting, onderwijs,... Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • KOEN PELLERIAUX
Houdingen en handelswijzen van artsen rond het levenseinde van patiënten. Een empirisch onderzoek aan de hand van een schriftelijke bevraging van een representatieve steekproef van huisartsen en specialisten in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1) Wat is de frequentie van voorkomen van handelswijzen rond het levenseinde van patiënten HALP (niet opstarten van een behandeling of staken van een behandeling intensivering van pijn- en /of symptoombestrijding, en toedienen, verstrekken of voorschrijven van levensbeëindigende middelen.2) Omstandigheden van de handelswijzen (bio-etische kwalificaties van deze HALP's) 3) Sociologisch profiel van de betrokken actoren De onderzoeksmethode wijkt fundamenteel af van de methode in de oorspronkelijke aanvraag. Hierdoor werden de kosten ok drastisch verhoogd. Oorspronkelijk was er een "artsenbevraging" voorzien met een steekproefomvang van N=2000. Door een positief advies van de Orde van Geneesheren was het mogelijk een meer betrouwbare en meer valide methode te gebruiken, nl. een "sterfgevallenoderzoek". De handelswijzen van artsen rond het levenseinde van hun patiënten worden dan onderzocht aan de hand van concrete overlijdens. Om de schattingen van de hogervermelde handelswijzen binnen aanvaardbare betrouwbaarheidsintervallen te kunnen realiseren. Dienen we een "gerealiseerde" steekproefomvang van ongeveer 2000 enquêtes te bereiken. Aan een verwachte respons van ongeveer 50% betekende dit een steekproefomvang van 4000 sterfongevallen. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • JOHAN BILSEN • LUC DELIENS
ikv AGORA-programma : Valorisatie van de databank Tijdsbudgetenquête Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Nationaal Instituut voor de Statistiek heeft in de periode tussen 1 november 1998 en 31 december 1999 tijdsbudget-gegevens verzameld bij de leden van ongeveer 3000 Belgische huishoudens. Deze tijdsbudget-enquête werd gekoppeld met de gezinsbudgetenquête. In het onderhavig project werden deze tijdsbudget-gegevens ontsloten en geanalyseerd. Doelstellingen Methodologische ondersteuning bieden om de tijdsbudget-databank van het NIS te exploiteren met het oog op een publicatie door het NIS en het kritisch reflecteren over de pertinentie van het tijdsbudget-onderzoek zoals het uitgevoerd werd volgens de standaarden van EUROSTAT. Het eindproduct bestaat uit (1) de vormgeving van de databank zodat deze gemakkelijker te exploiteren is; (2) het uitvoeren van een aantal thematische deelanalyse m.b.t. de tijdsbesteding van de Belgen; (3) het realiseren van een sociologische studie die gepubliceerd wordt in het tijdschrift van het NIS. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Jessie VANDEWEYER
Longitudinale analyse v culturele waarden in Vlaanderen : Houdingen,attitudes & orientaties v Vlamingen t.o.v. arbeid. (PBO 98:Beleidsdomein Planning & statistiek/Thema 60 :"analyses op meetinstrument "Culturele verschuivingen in Vlaanderen Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit onderzoek staan 4 onderzoeksthema's centraal: het arbeidsethos van Vlamingen, hun arbeidstevredenheid, de mate waarin arbeid een sociale oriëntatie faciliteert en de impact die een mogelijke (toekomstige) dreiging met werkloosheid heeft op dit alles. Deze onderzoeksvragen worden beantwoord door middel van analyses op de data van de surveys van de afdeling Planning en Statistiek. Arbeidsethos: betreft het geheel aan normen en waarden die in de samenleving gelden met betrekking tot arbeid. Over dit concept werd een itembatterij uitgewerkt, die an Vrind-3 werden toegevoegd. Arbeidssatisfactie betreft de tevredenheid van werkenden mbt de diverse aspecten van hun werk. Ook hierover werd een itembatterij toegeoegd aan Vrind-3. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX
Uitwerking van focus groups als sociologische, kwalitatieve onderzoeksmethode met toepassing binnen het kader van onderzoek naar etnische minderheden., i.c. conflicthandtering bij Turkse vrouwen in Vlaanderen en Brussel Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ons onderzoek omvat de uitwerking en evaluatie van 'focus groups' als sociologische, kwalitatieve onderzoeksmethode. Dit wordt beoogt via de vergelijking en triangulatie met andere vormen van kwalitatief onderzoek, zoals observatie, joint- en individuele diepte-interviews en documetnanalyse. Daarbij zoeken we een antwoord op de vragen: welk onderzoeksopzet leidt tot welke toepassingsmogelijkheden en welke zijn daarbij de consequenties zowel op interactieniveau als op inhoudelijk niveau? Beide vragen hangen samen, in die zin dat de inhoudelijke uitdieping van conflicthantering, als gevoelig thema de grenzen verduidelijkt van focus groups als groepsmethode, wat op zijn beurt informatie geeft over het interactieniveau. Het betreft dus een empirisch-kwalitatief onderzoek in de vorm vn verzameling, verwerking en analyse van kwlaitatieve data die we hoofdzakelijk genereren uit focus groups. Enerzijds vergelijken we hierbij diverse setups en samenstellingen van focus groups; anderzijds vergelijken en trianguleren we de bevindingen uit de focus groups met andere kwalitatieve data, om de specifieke eigenschappen en voor- resp. nadelen van de methode na te gaan. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS
ikv AGORA-programma : interne migraties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project kadert in het DWTC-programma m.b.t. de ontsluiting en wetenschappelijke verwerking van ambtelijke data. Via een geanonimiseerde koppeling van interne migraties in de periode 1991-96 aan de sociaal-economische covariaten opgemeten in de volkstelling van 1991 (Nationale Databank Interne Migraties) worden de migraties qua richting (d.i. tussen steden, randstedelijke gemeenten, banlieue, rurale gemeenten) geanalyseerd in functie van leeftijd, geslacht, type van huishoudensinkomen, onderwijspeil en sociaal-economische status. De eerste hoofdstukken zijn specifiek voor elk van deze covariaten terwijl een afsluitend hoofdstuk een multivariate analyse geeft via een zgn. 'competing risk' logistische regressie. Dit is de meest exhaustieve analyse van interne migraties in België. Uitgebreide cartografie. Referentie: D. Willaert, J. Surkyn, R. Lesthaeghe (2000): 'Stadsvlucht, verstedelijking en interne migraties in Vlaanderen en België', Steunpunt
Demografie, Vakgroep Sociaal Onderzoek, VUB, Brussel (rapport op CD-Rom, meerdere hoofdstukken ook op website SOCO, Interface Demography, publications on line) Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • RONNY LESTHAEGHE • DIDIER WILLAERT • JOHAN SURKYN
Onderwijsverniewingsproject (OVP) 2001 : Leerplatform 'Inleiding tot de sociologie'. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS
Waarden en normen in de sport : de Olympische gedachte in de Vlaamse samenleving. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Achter de Olympische spelen zit een gedachtengoed (van de Coubertin) met als waarden: solidariteit, vrede, antidiscriminatie en gelijke kansen voor idereen. Het IOC draagt dit gedachtengoed uit. De Coubertin zag in de internationale sport immers een vorm van verbroedering, die in zijn opvattingen opvoedkundige betekenis diende te hebben voor de jeugd van de toekomst. Het IOC pretendeert deze waarden van de Olympische beweging via het medium sport over te dragen naar de totale maatschappij. In dit onderzoek zal getracht worden na te gaan hoe het grote publiek tegen de Olympische gedacjhte aankijkt en de eventuele discrepantie trachten te verklaren. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • PAUL DE KNOP
Onderzoek naar globalisering en lokalisering in de sport. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Niet alleen spelers en clubs stellen zich in sommige sporten meer en meer terughoudend op ten aanzien van deelname aan de nationale competities maar ook de pers en het publiek tonen minder en minder belangstelling. En dit terwijl de deelname aan die sport op recreatief niveau vaak op een explosieve wijze is toegenomen. Grote internationale competities en events kennen een ongekende populariteit, zowel in toeschouwersaantallen als in kijkdichtheid en uitzendtijd bij sportuitzendingen. Het sportlandschap groeit dus steeds verder uit elkaar. Enerzijds heeft topsport zich ontwikkeld tot een bezigheid voor full-time professionals die meer en meer in de internationale arena werkzaam zijn, betaald door multinationals, in een internationaal gezelschap onder de ogen van een internationaal publiek. En dit terwijl de recreant meer en meer afstand neemt van die waarden die jarenlang kenmerkend zijn geweest voor de sport als daar zijn competitie, verenigingsverband, prestatievergelijking. Een trend die door Crum (1991) de ontsporting van de sport werd genoemd, en gepaard gaat met een lokaliseringstendens: de recreatiesport die lokaal, individueel in los verband beoefend wordt (de opkomst van de volkssporten is hiervan een voorbeeld).Scaalverkleining dus en culturele diversificatie. Niet meer "dat men sport" vormt een onderscheidend kenmerk, maar "hoe", "met"wie" en "in welk verband" (Bourdieu 1998). M.a.w. we merken twee richtingen waarin de sport evolueert : een internationale/ mondiale waar (top)sport meer en meer op het internationale vlak verloopt en een lokale waar (recreatie)sport meer en meer lokaal plaatsgrijpt. "Globalisering/mondialisering" versus" lokalisering" dus. Dit verschijnsel werd door Featherstone (1990) omschreven als de "paradox of culture", of m.a.w. het samen gaan van (in eerste opzicht) tegenstrijdige tendenzen. Dit onderzoeksvoorstel wil deze globalisering en lokalisering van de sport in kaart brengen en de gevolgen ervan voor de organisatei en het beleid van de sport analyseren. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • PAUL DE KNOP
Het geslacht der leerkrachten. Een onderzoek naar de impact van de seksesamenstelling van het leerkrachtencorps en van de sekse van de directie op de cognitieve prestaties, affectieve vaardigheden en waarden van de leerlingen.(OBPWO 99) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderwijsveld is één van de sectoren waar de toenemende participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt het best merkbaar is. Het aantal vrouwelijke leerkrachten is de laatste jaren globaal toegenomen in zowel het basis- als het secundair onderwijs. Hier tegenover staat dat we relatief weinig weten over de mogelijke consequenties van deze maatschappelijke trend. In dit project wordt onderzocht of deze 'feminisering' effecten heeft op de prestaties en de waarden van leerlingen, alsook op aspecten van de schoolwerking. Tot hiertoe werden in buitenlands onderzoek enkel de effecten van de sekse van de leerkracht op de cognitieve prestaties en de affectieve vaardigheden van leerlingen onderzocht. Over attitudevorming is minder geweten. Over de invloed op schoolorganisatorisch vlak is de kennisbasis quasi onbestaand. Al bij al kan dus worden gesteld dat er over het algemeen zeer weinig gekend is over de feminisering van het onderwijs. Daarnaast kan men een aantal kanttekeningen plaatsen bij het bestaande onderzoek. In de eerste instantie gaat het voornamelijk om studies uit Angelsaksische landen. De Britse, Canadese, Australische of Amerikaanse onderwijsstelsels zijn echter niet altijd even gemakkelijk te vergelijken met de Vlaamse situatie. Daarnaast zien we dat het gros van deze studies kwalitatief-beschrijvend van aard zijn, waardoor veralgemeningen worden uitgesloten. Tenslotte kan worden opgemerkt dat de schaarse kwantitatieve analyses geen rekening houden met de complexe, gelaagde schoolstructuur, waardoor de kans op foute conclusies wordt vergroot. Uitgangspunt van dit project is dat zich in de Vlaamse onderwijspraktijk verschillen voordoen tussen scholen op het vlak van prestaties en houdingen tussen de leerlingen. Het is genoegzaam bekend dat de school een invloed heeft op de taal- en rekenvaardigheid van zijn leerlingen. Daarnaast kunnen scholen ook een invloed hebben op de waarden van hun leerlingen. De vraag die werd onderzocht is in hoeverre de sekseratio van het leerkrachtencorps en de sekse van de directie, een invloed hebben op de prestaties en de houdingen van de leerlingen. Daartoe werd gebruik gemaakt van de gegevensbestanden van TIMSS-Repeat (Third International Mathematics & Science Study, 5259 leerlingen ) en van de Vakgroep Sociologie VUB (4727 leerlingen). Vrouwelijke leerkrachten verschillen van mannelijke leerkrachten. Vrouwelijke directeurs verschillen van mannelijke directeurs. Echter, de stelling van Brophy dat "female and male teachers are much more similar to each other than different" lijkt ook voor de gegevens voor Vlaanderen op te gaan. Maar hoewel de verschillen niet zo groot zijn, kunnen we niet ontkennen dat ze er zijn. Op basis van de gevonden verschillen was de vraag of deze vervrouwelijking van het leerkrachtenberoep gevolgen heeft voor het onderwijs dan ook terecht. We bekeken de invloed van de geslachtscontext van de school op de cognitieve prestaties, met name het bisgedrag en de wiskundeprestaties, en op houdingen van leerlingen.
Op de cognitieve prestaties van leerlingen, heeft noch het geslacht van leerkrachten, noch dat van de directie een betekenisvolle invloed. Wanneer niet gecontroleerd wordt voor de vroegere schoolcarrière van de leerlingen, zou men wat betreft het bisgedrag van leerlingen evenwel de verkeerde conclusies kunnen trekken en stellen dat jongens vaker bissen in scholen met relatief meer vrouwelijke leerkrachten. Echter jongens die al gebist hebben, blijken vaker de overstap te maken naar meisjesscholen met een eerder vrouwelijk leerkrachtenteam. De stelling dat een overwegend vrouwelijk leerkrachtenteam een negatieve invloed zou hebben op de cognitieve prestaties van jongens, moeten we op basis van deze analyses verwerpen. Ook wat betreft het wiskundeonderwijs, vonden we geen samenhangen met het geslacht van leerkrachten. De stelling dat vrouwelijke leerkrachten in het wiskundeonderwijs fungeren als rolmodellen voor meisjesleerlingen wordt in onze resultaten niet bevestigd. Meisjes gaan niet beter presteren en gaan geen positievere houdingen ten aanzien van het vak ontwikkelen. Aan de andere zijde vinden we ook hier geen bevestiging voor de stelling dat vrouwen niet adequaat les zouden kunnen geven aan jongens. Ook voor jongens maakt het niet uit of zij nu wiskundeles van een vrouw dan wel van een man krijgen. Met het relateren van geslachtskenmerken van onderwijspersoneel aan de houdingen van leerlingen moet zeer omzichtig worden omgesprongen. Wanneer louter naar de bivariate associatie wordt gekeken, wordt de indruk gewekt dat het geslacht van leerkrachten en directie sterk samenhangen met een aantal houdingen van leerlingen. De schijnbare invloeden van het geslacht van leerkrachten op de houdingen van leerlingen zijn evenwel het gevolg van de sterke correlatie tussen de geslachtsratio van de leerkrachten en die van de leerlingen zelf. Toch worden op het vlak van waardevorming een aantal duidelijke relaties gevonden, althans voor de jongens. Bij de meisjes blijkt de sekseratio van de leerkrachten op school nergens van betekenis te zijn. Bij de jongens wordt voor 5 van de 18 attitudes een significante samenhang gevonden. Jongens getuigen van een minder traditionele visie op rolpatronen en een hoger schoolwelbevinden naarmate er meer vrouwelijke leerkrachten zijn. Verder getuigen jongens van een lagere arbeidsethiek, een negatiever toekomstbeeld en een lager zelfbeeld naarmate zij meer vrouwelijke leerkrachten hebben. Om deze gevonden relaties te duiden, dienden we evenwel onze databank uit te breiden met een aantal kenmerken, zoals bijvoorbeeld de houdingen gemeten bij leerkrachten, hun visie op lesgeven en schoolgebeuren, ... . De opname van nieuwe variabelen in de analyses, impliceert echter ook een vermindering van het aantal cases of respondenten. Bij het uitbreiden van onze databank met nieuwe variabelen, stelden we echter vast dat door de daling van het aantal cases de eerder gevonden verbanden vrijwel allemaal verdwijnen. We moeten daarom concluderen dat er mogelijk een verband bestaat tussen de visie op traditionele rolpatronen, het zelfbeeld, het toekomstbeeld en het schoolwelbevinden van leerlingen en de sekseratio van leerkrachten, maar we kunnen dit op basis van onze data niet met volledige zekerheid bevestigen. Er is wel één houding, met name arbeidsethiek, waar de sekseratio van leerkrachten blijft meespelen, wanneer men de analyses apart uitgevoerd worden voor jongens en meisjes en ongeacht het aantal cases in de databank. De relatie blijft tevens bestaan wanneer wordt gecontroleerd voor de achtergrondgegevens van de leerlingen, de houdingen van leerkrachten, de visie van leerkrachten op het schoolgebeuren en andere schoolkenmerken. We kunnen op basis van onze gegevens echter geen rationele verklaring geven voor deze samenhang. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • IGNACE GLORIEUX • JESSY SIONGERS
Leveren van 25 teksten over communicatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS
Inhoudelijke verwerking van de resultaten uit de campagne "kleurrijk Vlaanderen - mobiliteit". Vrije Universiteit Brussel Abstract: Van 12 maart tot 9 april 2002 organiseerde de Vlaamse Gemeenschap in het kader van het project Kleurrijk Vlaanderen een schriftelijk spontaan respons onderzoek bij de Vlamingen. Via brochures, kranten en het internet werd een enquête verspreid, waarbij aan de hand van 14 stellingen gevraagd werd hoe de mobiliteit er op langere termijn moet uitzien. Deze stellingen werden ondergebracht in 4 rubrieken maatschappelijke knelpunten of conflict-haarden: (1) Flexibiliteit of rigiditeit?; (2) Toenemende druk of verplaatsingscomfort en leefbaarheid?; (3) Gelijke rechten op de weg ?; (4) Responsabilisering of sturing van gedrag? Op elke stelling die voorgelegd werd kom men reageren met akkoord of niet akkoord en telkens ook argumenteren waarom. Aan de onderzoeksgroep TOR van de VUB werd gevraagd een overzicht te geven van de reacties die zijn voortgekomen uit de campagne Kleurrijk Vlaanderen Mobiliteit en een wetenschappelijke reflectie op de ontvangen reacties. Daarbij werden de binnengekomen reacties geïnventariseerd; een overzicht gemaakt van het geheel van reacties met het oog op een presentatie op de slotconferentie; en wetenschappelijke reflectie bij dit materiaal met presentatie op de slotconferentie. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • MAARTEN MOENS • JOERI MINNEN • Leen VAN THIELEN • Jessie VANDEWEYER
Opstellen vragenlijst voor publieksonderzoek binnen de Pianofabriek vzw (jan-febr 2002) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksproject heeft als doelstelling de bezoekers van het Vlaams Gemeenschapscentrum 'De Pianofabriek vzw' in Sint-Gillis in kaart te brengen. Hiertoe werd een registratieformulier en een enquête opgesteld. Gedurende een week in april 2002 werden alle bezoekers van het centrum geregistreerd en bevraagd. Hieruit blijkt dat het Centrum wekelijks bijna 2000 bezoekers bereikt. Het Gemeenschapscentrum bereikt vooral bezoekers uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, maar kent eveneens een nationale en zelfs internationale uitstraling. Verder blijkt dat het publiek van het Centrum heel jong is. De meest populaire activiteiten zijn de dans- en bewegingscursussen. Onder kinderen zijn vooral de taalcursussen populair. Profielen van de deelnemers aan verschillende soorten activiteiten werden opgesteld. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • MICHAEL DEBUSSCHER • Frank STEVENS
Onderzoek naar de verwachtingen mbt het loopbaaneinde en de economische, sociale en culturele factoren die deze verwachtingen beïnvloeden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het huidige sociale zekerheidsstelsel haalt de overgrotemeerderheid van zijn inkomsten uit arbeid. Er dient dan ook een voldoende basis van tewerkgestelden te zijn om het sociale zekerheidsstelsel te schragen. Op dit moment is de activiteitsgraad van oudere werknemers echter schrikwekkend laag. Dit is niet enkel een probleem voor het sociale zekerheidsstelsel, de ouderen verliezen, door zich terug te trekken uit de betaalde arbeid, een belangrijke zingever in hun leven. De lagere activiteitsgraad van oudere werknemers is in grote mate toe te schrijven aan een aantal regelingen die werden uitgewerkt om een vervroegde uittreding van oudere werknemers te bewerkstelligen om de werkloosheid bij de jongeren tegen te gaan. Ondertussen is de vervroegde uittreding een sociale verwachting geworden bij werkgevers en werknemers. Door middel van een representatieve survey onder 45- tot 65-jarigen wil de onderzoeksgroep de eigen visies van werknemers met betrekking tot de eindeloopbaanproblematiek grondig bevragen. Een goede kennis van de meningen van de oudere werknemers is immers een belangrijke sleutel in een juist beleid aangaande de eindeloopbaanproblematiek. In een eerste fase werden 3176 Vlaamse respondenten bevraagd. In een tweede fase werd het onderzoek uitgebreid met een bevraging van 2264 Waalse en Brusselse respondenten. Doel van het onderzoek is om de verwachtingen van de Belgen (Vlamingen, Walen en Brusselaars) met betrekking tot het loopbaaneinde te beschrijven, en de economische, sociale en culturele factoren blootleggen die deze verwachtingen beïnvloeden. Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de Minister van Sociale Zaken en Pensioenen. Samenwerking met P&V stond ons toe het onderzoekuit te breiden naar Brussel en Wallonië. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Inge MESTDAG • Joachim COHEN
Evaluatie van het experiment modularisering in het secundair onderwijs- OBPWO 2000 Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de beleidsnota 'Onderwijs en Vorming 1999-2004', van Minister Vanderpoorten, wordt geopteerd voor het modulariseren van kwalificatiegericht onderwijs. Men merkte namelijk dat vooral in het beroepsonderwijs een zeer hoge mate van ongekwalificeerde uitstroom op te merken viel. Een experimenteel project werd ingevoerd in een 30-tal scholen, men heeft een aantal richtingen tot modules omgevormd. Het onderzoek heeft als bedoeling om enerzijds te evalueren in hoeverre de doelstellingen van de modulaire opleidingsstructuur behaald werden en anderzijds te rapporteren over pedagogisch-didactische vernieuwingen in de scholen en eventuele knelpunten bij de implementatie in de scholen. Het onderzoek bestaat dan ook uit een aantal deelaspecten: ten eerste werd een nulmeting verricht bij leerlingen in de experimentele groep en leerlingen in een controlegroep, ten tweede werd de schoolloopbaan van leerlingen in beide groepen opgevolgd, ten derde werd de invoering van de modulaire opleidingsstructuur in de opleidingen die effectief startten op 1 september 2000 gemonitord worden, tenslotte zal hetzelfde gebeuren voor de scholen die startten op 1 september 2001, daarenboven wordt in deze scholen bevraagd hoe de voorbereiding verliep. De bedoeling van bovenstaande bevragingen is om terug te rapporteren aan het departement onderwijs om de verdere invoering van de modulaire onderwijsstructuur voor te bereiden. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • TOON KUPPENS • TIM PEETERS • KOEN PELLERIAUX
Leerlingenparticipatie nader bekeken. Een kwalitatief en kwantitatief onderzoek naar de betekenis van participatie voor leerlingen, leerkrachten en directies uit het secundair onderwijs. OBPWO 2000 Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Vakgroep Sociologie van de VUB in opdracht van het departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap tijdens het schooljaar 2001-2002 een onderzoek naar de Vlaamse leerlingenparticipatie in het secundair onderwijs uit. Via de schriftelijke bevraging van 3.452 leerlingen, 486 leerkrachten en de schoolhoofden van 59 scholen, wensten we een beeld te krijgen van de huidige omvang en aard van de leerlingenparticipatie en van de mogelijke effecten ervan op de schoolbeleving, de leermotivatie en het sociaal gedrag van de leerlingen. De leerlingen kwamen uit het tweede en het vierde leerjaar secundair onderwijs en uit alle onderwijsvormen (ASO, BSO, KSO en TSO). Hier volgen enkele resultaten van dit onderzoek. Er blijken vele soorten inspraak- en participatiemogelijkheden aanwezig te zijn in Vlaamse secundaire scholen. Dit aanbod is evenwel niet gelijkmatig over de scholen verdeeld. Leerlingen uit de eerste graad krijgen bijvoorbeeld minder kansen om te participeren aan de leerlingenraad en aan de extra-curriculaire activiteiten dan oudere leerlingen, terwijl net zij meer interesse hebben om lid te worden en om actief te participeren op school dan de (iets) oudere leerlingen. Ook in BSO-TSO-scholen is het aanbod aan extra-curriculaire activiteiten en leerlingenraden minder groot. Leerlingen uit deze onderwijsvormen zeggen meer dan leerlingen uit het ASO en het KSO dat de georganiseerde activiteiten op hun school niet leuk en interessant zijn. Zij blijken ook een bepaalde cultuur te ontwikkelen die actieve participatie op school niet onderschrijft en in bepaalde opzichten zelfs belemmert. De meeste schoolhoofden vinden inspraak en participatie zeer belangrijk, maar stellen al snel dat hun school (en vooral zijzelf) voldoende inspanningen levert om dit te garanderen. De meeste leerkrachten menen dan weer - net zoals de leerlingen - dat leerlingen weinig inspraak- en participatieruimte krijgen, maar vinden extra inspraak en participatie voor leerlingen over het algemeen ook niet wenselijk. Gezien de gunstige effecten van inspraak en participatie op de schoolbeleving, de leermotivatie en het sociaal gedrag van leerlingen zullen de visies van de leerkrachten en schoolhoofden (deels) moeten worden bijgestuurd. De leerlingen van hun kant zijn evenwel ook niet altijd voorstander van of geïnteresseerd in leerlingenparticipatie. 61% heeft bijvoorbeeld geen expliciete interesse in de leerlingenraad; 40% staat zelfs eerder weigerachtig tegenover actieve participatie op school. Dit maakt duidelijk dat een participatieve school niet door één aspect kan verwezenlijkt worden, maar zich doorheen heel het schoolleven - in de klas en de school - moet voltrekken. De positieve afloop van dit project is afhankelijk van de gezamenlijke inzet van leerlingen, leerkrachten, directies en andere schoolactoren. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • SASKIA DE GROOF • JESSY SIONGERS • Frank STEVENS
Politieke socialisatie van jongeren in Vlaanderen. De rol van de school, de leerkrachten en de leerkrachtencultuur in de opbouw van de Vlaamse politieke cultuur. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De invloed van verschillende socialisatiecontexten op politieke houdingen zal worden nagegaan. Daarnaast zal worden nagegaan wat de respectievelijke invloeden zijn van de leerkrachten en de scholen. We willen hierbij te weten komen of de leerkrachten medieren tussen de achtergrond van de jongeren enerzijds, de politieke waarden, opvattingen of cultuurpraktijken anderzijds. Vervolgens zal bekeken worden of het bestaan van een leerkrachtencultuur met een eigen symbolische logica, ons toelaat om "goede" politieke socialisatiecontexten van "slechte" contexten te onderscheiden. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • CHRISTIAN DESCHOUWER
Tijdsbesteding v/ Vlamingen : tijdsbudget-onderzoek bij een representatieve steekproef van Vlamingen (Progr. beleidsgericht onderzoek '97) (Progr : Beleidsgericht onderz '97/domein : Cultuur.) + survey 'Culturele verschuivingen in Vl. 99' Vrije Universiteit Brussel Abstract: In ons onderzoeksproject onderscheiden we vier onderling sterk samenhangende aspecten. In het kader van het voorgestelde project: 1) voeren we een tijdsbudget-onderzoek uit bij een aselecte steekproef van ruim 1500 Vlamingen, evenals de eerste analyses op deze data. Hierover wordt een algemeen overzichtsrapport geschreven en gepubliceerd in verschillende papers en tijdschrifartikelen; 2) als voorbereiding van de dataverzamelijk worden de instrumenten ontwikkeld met het oog op periodiek tijdsbudget-onderzoek in Vlaanderen; 3) na de basisrapportering zulllen we de data die in het kader van het onderzoek verzameld werden, toegankelijk maken voor andere onderzoekers; en 4) ter ondersteuning van deze drie eerste aspecten willen we in de loop van het onderzoek de basis leggen voor een documentatie-centrum m.b.t. tijdsbudget-onderzoek en de tijdsbudget-methode en internationale contacten onderhouden en leggen met onderzoekers op dat gebied. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • IGNACE GLORIEUX • SUZANA KOELET • MAARTEN MOENS • Kim COPPENS • Sven SANCTOBIN • Jessie VANDEWEYER
Diaspora, identiteit en politiek. Een studie over de politieke aspiraties van Rwandese vluchtelingen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bevolkingsverplaatsingen spelen een centrale rol in de sociale, politieke en economische geschiedenis van de Grote Meren in OostCentraal Afrika. Sinds de jaren 1960 echter gaat het in toenemende mate om gedwongen verplaatsingen di bovendien plaatsvinden in een context van toenemend geweld. Deze situatie is groeperingen gaan voortbrengen voor wie de "band met het vaderland" op dergelijke wijze werd geïdealiseerd dat de terugkeer bovenaan de politieke agenda kwam te staan. Het gaat hier dus om bewegingen die zich in zekere zin gedragen als diaspora. Het volstaat m.a.w. niet langer om de vluchtelingenproblematiek te benaderen vanuit een louter humanitair standpunt maar als een fenomeen met belangrijke politieke gevolgen. Dit onderzoeksproject stelt zich in de eerste plaats de vraag in welke mate de gebeurtenissen van 1994 in Rwanda hebben bijgedragen tot de vorming van een counter-diaspora. Om op deze vraag te kunnen beantwoorden, en dus te peilen naar de politieke aspiraties en attitudes van de huidige Rwandese vluchtelingengemeenschap, zal er vertrokken worden van een interdisciplinair onderzoekskader. Er zal erst een socio-cultureel profiel worden geschetst van de groep in kwestie. Vervolgens zal bestudeerd worden in welke mate de "oude Rwandese Elite" zich een politiek discours aanmeet dat mensen mobiliseert om een terugkeer te bedingen. Tenslotte zal nagegaan worden of de gemeenschap in kwestie gebruik maakt van de geo-politieke tegenstellingen in de Grote Meren ter financiële of diplomatieke ondersteuning van haar politieke aspiraties. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • JAN GORUS
Van school naar werk : de implementatie van een permanent en logitidunaal waarnemingsinstrumentarium Vrije Universiteit Brussel Abstract: In een ander onderzoeksproject in het kader van PBO97 (Van onderwijs naar arbeidsmarkt) werd een waarnemingsinstrument getest dat de overgang van school naar werk in kaart brengt. Het huidige project beoogt de implementering en de consolidering van dit instrument. Voor de definitieve uitbouw van dit permanent observatorium wordt verder gebouwd op de ervaringen met dit prototype. Geregelde contacten met internationale experten op het vlak van schoolverlatersonderzoek, die onze procedures valideren, staan mede borg voor een zorgvuldige kwaliteitscontrole. Bovendien voorzien wij bij de implementering eerst een fase van brede consultatie van beleidsverantwoordelijken en potentiële gebruikers. Op lange termijn leggen wij met dit project een basis voor longitudinaal onderzoek (cfr. het project 'Van school naar werk' - VLO69) Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • HEIDI BELET • Ilse LAURIJSSEN
Longitudinale analyse van culturele waarden in Vlaanderen: de nieuwe sociale kwestie en de bereidheid tot solidariteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Jaarlijks voert de administratie Planning en Statiestiek een survey uit bij 1500 Vlamingen. Op basis van die gegevens wordt in onderzoek nagegaan in hoeverre de Vlamingen bereid zijn nog bij te dragen voor sociale zekerheid. Het lijkt mogelijk dat het draagvlak voor een sociale zekerheid taant onder druk van de toenemende voorspelbaarheid van risico op ziekte en werkloosheid enerzijds en anderzijds door de perceptie van de sociale zekerheidsstelsels als een reguliere verzekering in plaats van een solidariteitsmechanisme. Deze hypothese wordt in de internationale literatuur naar voor geschoven maar werd voor Vlaanderen nooit getoetst. Precies daarom werd, op onze vraag, in de tweede, 'VRIND-survey' een aantal vragen daaromtrent ingelast. De survey laat eveneens toe de hypothese te toetsen voor verschillende groepen in de
populatief. Het lijkt waarschijnlijk dat de hogergeschoolden, gegeven hun kleiner risico minder bereid zijn om nog bij te dragen aan de sociale zekerheid. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • ANTON DERKS • WENDY SMITS
Onderwijsverniewingsproject (OVP) 2001 : Inleiding tot de wetenschapsmethodologie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Aanleiding/ probleemstelling In de cursus 'Inleiding tot de wetenschapsmethodologie' wordt de studenten o.m. geleerd hoe ze correcte bibliografische verwijzingen maken. Verder wordt de studenten bijgebracht hoe ze correct citeren en parafraseren (met volledige bronvermelding) en hoe ze een bibliografie moeten opstellen. Het systeem dat hiervoor gevolgd wordt is het auteur-jaarsysteem. De eerste kan. Politieke & Sociale Wetenschappen heeft oefeningen bij de cursus, de studenten van de afdelingen economie en handelsingenieur niet. Ook in andere afdelingen moeten studenten leren omgaan met bronnenmateriaal. Vaak hebben ze geen cursus die hen de regels van bronvermelding aanleert. Motivatie en doelstelling Omdat de procedures voor het refereren, citeren en opstellen van bibliografieën vrij exact zijn, kan het niet zo moeilijk zijn om - aanvullend op de hoorcolleges - interactieve programma's te ontwikkelen die toelaten om deze materie te oefenen. D.m.v. deze programma's zouden concrete opdrachten kunnen gegeven worden. Het programma zou de fouten kunnen aangeven en tenslotte de correcte oplossingen kunnen geven. Een dergelijk programma zou ideaal zijn voor die afdelingen die nu geen oefeningen hebben bij deze cursus (Economie en Handelsingenieur). Het zou ook (in combinatie met een handboekje) bruikbaar zijn voor de afdelingen die geen cursus 'wetenschapsmethodologie' hebben, maar uiteraard ook correct moeten kunnen citeren, parafraseren, ... Het correct vermelden van literatuur wordt in onze faculteit aangeleerd in de eerste kan. Veel studenten gebruiken dit echter pas intensief in het afstudeerjaar. Een oefenprogramma zou ideaal zijn om deze leerstof opnieuw op te frissen. Resultaat/ producten die worden nagestreefd De bedoeling van het project zou zijn om dergelijke programma's te ontwikkelen en aan de studenten beschikbaar te stellen via CD-rom. Indien mogelijk zouden deze CD-rom op klein formaat uitgevoerd worden (credit-kaart), zodat ze gemakkelijk overal kunnen meegenomen worden. Bij de CD-rom zou een begeleidend zakboekje komen waarin alle regels voor het correct citeren, parafraseren en vermelden van bronnen kort worden toegelicht. Relatie met competentiegericht leren en onderwijzen Het studiemateriaal zou aanvullend moeten zijn op de hoorcolleges 'Wetenschapsmethodologie' en bruikbaar voor diegenen die geen oefeningen hebben bij dit hoorcollege. Uiteraard zal het ook een hulpmiddel zijn voor de oefeningen bij de cursus. Vorm(en) van flexibilisering Het ontwikkelde studiemateriaal zou ook zelfstandig moeten kunnen gebruikt worden door studenten die deze cursus niet volgen. Heel wat studenten hebben geen afgerond opleidingsonderdeel waarin ze leren citeren en op een correcte manier leren bronnen vermelden. Ook zij moeten echter tijdens oefeningen, werkcolleges en voor hun eindverhandeling literatuur verwerken en er op een correcte wijzen leren naar verwijzen. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX
Analyse toets-enquête "kleurrijk Vlaanderen". Vrije Universiteit Brussel Abstract: Naar aanleiding van het spontaan respons onderzoek over Mobiliteit, georganiseerd door het Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, in het kader van het toekomstproject Kleurrijk Vlaanderen, werd door de Mobiliteitscel van de Vlaamse Gemeenschap een representatieve enquête, met dezelfde vragenlijst georganiseerd. Dit project werd de toetsenquête van het spontaan respons onderzoek. De opdracht voor de onderzoeksgroep TOR van de VUB bestaat in de voorbereiding van de dataverzameling en de analyse van de resultaten en de vergelijking van de resultaten met deze bekomen uit het spontaan responsonderzoek. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • MAARTEN MOENS • JOERI MINNEN • Leen VAN THIELEN • Jessie VANDEWEYER
Nieuwe kwetsbare groepen in de Belgische gezondheidszorg. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit onderzoeksproject is een uitgebreid en juist beeld te schetsen van bevolkingsgroepen die een kwetsbare positie innemen in het systeem van de Belgische gezondheidszorg. Dit met bijzondere aandacht voor de invloed van de zich globaliserende sociale en economische verhoudingen op de toegankelijkheid en (on)gelijkheid van de gezondheidszorg voor deze groepen. Meer bepaald zal er een antwoord worden geformuleerd op de volgende onderzoeksvragen : (1) Welke maatschappelijke groepen kunnen omschreven worden als 'kwetsbaar' binnen het systeem van de gezondheidszorg ? (2) Hoe zien deze groepen er uit in sociaal-economisch en demografisch opzicht ? (3) Welke zijn de belangrijkste knelpunten en noden van deze groepen in relatie met de gezondheidszorg ? (4) Welke zijn mogelijke oplossingen / beleidsmaatregelen voor de geïdentificeerde problemen ? Met dit onderzoeksproject zal eveneens gepoogd worden aan twee belangrijke tekortkomingen van het Belgisch onderzoek naar sociale ongelijkheid in gezondheid tegemoet te komen, namelijk de te geringe terugkoppeling van wetenschappelijke onderzoeksresultaten naar concrete beleidsvoorstellen en de te grote versnippering van het wetenschappelijk onderzoek op dit gebied in belgië. In een eerste, exploratieve fase, zullen bestaande gegevensbronnen geanalyseerd en gesystematiseerd worden. Nadien volgt er een empirisch onderzoeksgedeelte waar de conclusies uit het exploratief onderzoek zullen getoetst worden door middel van een Delphi-studie en een aantal diepte-interviews. Organisaties:
• Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • Christophe VANROELEN
Draagvlak solidariteit en rapportering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek naar de houdingen en attitudes van Vlamingen ten aanzien van solidariteit, het sociaal zekerheidsstelsel en de verzorgingsstaat wordt opgesplitst in 4 deelonderzoeken. In het eerste onderdeel (houdingen ten aanzien van de sociale zekerheid en de verzorgingsstaat) wordt nagegaan hoe de Vlamingen staan tegenover de verzorgingsstaat. Onderkent men de positieve gevolgen van de werking van de verzorgingsstaat, of zijn het eerder de vermeende negatieve gevolgen van de verzorgingsstaat die onder de Vlamingen reeds verspreid zijn? Verder wordt een profilering opgesteld van diegenen die eerder de positieve gevolgen benadrukken en analoog van diegenen die voornamelijk negatieve gevolgen onderkennen. In het tweede onderdeel (risicosolidariteit) wordt nagegaan welke houding de Vlaamse bevolking inneemt tegenover enkele ingrijpende aanpassingen in de financiering van het sociaal zekerheidsstelsel. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds levensstijlaansprakelijkheid, m.a.w. moeten mensen die ongezond leven of een risicovolle levensstijl hebben zelf de prijs betalen voor de kosten die ze genereren? Anderzijds onderscheiden we de levensloopaansprakelijkheid, m.a.w. moeten mensen die slachtoffer zijn van de risico's van het leven, zoals ziekte, handicap of ouderdom een hogere bijdrage leveren? In het derde onderdeel (de steun van de sociale zekerheid) gaat de aandacht naar de steun die Vlamingen verlenen aan het sociaal zekerheidsstelsel. We maken een onderscheid tussen enerzijds redenen of motieven om het stelsel te steunen en anderzijds de financiële noodzaak van het stelsel en de eigen bijdrage daarvoor. Verder wordt nagegaan welke factoren een invloed uitoefenen op deze houdingen. Daarbij wordt de vraag gesteld hoe deze houdingen inspelen op de steun om de verschillende soorten uitkeringen te verhogen. Het vierde onderdeel (de politieke en ideologische inbedding van het draagvlak van de solidariteit) onderzoekt de samenhang tussen de houdingen ten aanzien van het draagvlak van de solidariteit en de politieke positionering van de Vlamingen. Op basis van het politiek landschap wordt een sociologisch en ideologisch profiel opgesteld van het electoraten en hun houding tegenover solidariteit. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Sven SANCTOBIN
Voorbereiding van het project "Eindeloopbaanproblematiek". Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract beschikbaar Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Sven SANCTOBIN
Een verkennend onderzoek naar regionale verschillen in studieprestaties in Vlaanderen en de oorzaken ervan.(OBPWO 2001) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De aanleiding voor dit onderzoek was dat West-Vlaamse studenten meer slaagden voor de toegangsexamens arts en tandarts. De hogere slaagpercentages voor de toegangsexamens zijn geen toeval, want uit dit onderzoek blijkt dat er sterke regionale verschillen zijn in studieprestaties in het Vlaamse secundair en hoger onderwijs. Vier representatieve databanken van Vlaamse secundaire scholen tonen aan dat West-Vlaamse leerlingen beter presteren voor wiskunde, wetenschappen, en leesvaardigheid (PISA2000 en TIMSS), en dat ze minder vaak B- en C-attesten behalen (twee TOR-onderzoeken bij jongeren uit 1996 en 2000). Leerlingen uit Antwerpse en Vlaams-Brabantse scholen behalen iets meer B- en C-attesten. Het scherpste beeld van de regionale verschillen vinden we in de gegevens van de Databank Tertiair Onderwijs (19992000). Van de eerstejaars die recht uit het secundair onderwijs komen, slaagt gemiddeld 43,2 procent, maar bij de West-Vlamingen is dat 53,9 procent. Ook binnen West-Vlaanderen zijn er nog grote verschillen. Studenten uit de arrondissementen Kortrijk, Ieper, Roeselare, Tielt en Diksmuide in het zuidoosten van West-Vlaanderen halen een gemiddeld slaagpercentage van 57,5 procent, dat is bijna 15 procentpunten hoger dan het Vlaams gemiddelde. Aan het andere uiteinde vinden we Brussel terug met een slaagpercentage van slechts 38,8 procent. Dat de slaagpercentages in de stad Antwerpen (en in mindere mate ook in Gent en andere steden) ook lager liggen, wijst erop dat het hier om een (groot)stedelijk probleem gaat. Een analyse van de VLIR-databank toont aan dat deze regionale verschillen voor West-Vlaanderen en Brussel al minstens teruggaan tot het schooljaar 1990-1991. In de acht databanken vonden we verschillende deelverklaringen voor de betere prestaties van West-Vlamingen. Ten eerste kunnen de betere prestaties van West-Vlamingen op leesvaardigheid en wiskunde in het secundair onderwijs ten dele verklaard worden door het kleine aantal allochtonen in West-Vlaamse scholen. Ten tweede kiezen West-Vlamingen minder vaak voor ASO en voor universitaire opleidingen. Dat ze minder hoog mikken en misschien realistischer kiezen, kan een deel van de verschillen in slaagpercentages verklaren. De derde en belangrijkste verklaring voor de betere studieprestaties van West-Vlamingen wordt gevormd door een cluster van culturele kenmerken die samengaan met goede prestaties, en die iets meer in West-Vlaanderen aanwezig zijn. West-Vlamingen komen uit onze analyses als iets conformistischer en gezagsgetrouwer. De concentratie van deze kenmerken op klas- of schoolniveau zorgt voor een klas- of schoolklimaat waar het voor leerkrachten gemakkelijker werken is. Dit is een goede basis voor een 'effectieve' school. De voorsprong in kennis en studiehouding die de West-Vlamingen tijdens het secundair onderwijs opbouwen, nemen ze mee naar het hoger onderwijs waar ze erg hoge slaagpercentages halen. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • TOON KUPPENS
Tijdsbudgetonderzoek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De onderzoeksgroep TOR voert in opdracht van het Vlaams Centrum voor Openbare Bibliotheken een onderzoek naar de profilering van de Vlaamse bibliotheekgebruiker, in termen van achtergrondskenmerken, cultuurparticipatie en levensstijl. Wie maakt gebruik van de openbare bibliotheek in Vlaanderen, hoe onderscheidt de bibliotheekgebruiker zich van de niet gebruiker, betekent bibliotheekgebruik ook de deelname aan
andere vormen van cultuur? De resultaten worden aangemaakt aan de hand van de gegevensbank Tijdsbesteding van de Vlamingen: een tijdsbudgetonderzoek bij een representatieve steekproef van Vlamingen. Een capita selecta van de resultaten wordt door de opdrachthouder voorgesteld op de Studiedag gebruikersonderzoek, georganiseerd door de opdrachtgever op 5 juni 2003. De resultaten vormen de inhoudelijk input in het voorbereidingsproces van een survey, in beheer van de opdrachtgever. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • MAARTEN MOENS
Ethisch-medische kwaliteitszorg van beslissingen rond het levenseinde van patiënten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Adequate zorgverlening voor terminale patiënten krijgt in toenemende mate maatschappelijke en wetenschappelijke aandacht. De overtuiging groeit daarbij dat de kwaliteit van de laatste levensfase een belangrijke bijkomende doelstelling is van de medische zorg. Uit onderzoek blijkt dat artsen frequent beslissingen nemen en handelingen stellen i.v.m. het levenseinde van patiënten (HALP) maar dat dit niet altijd zorgvuldig gebeurt. Zo wordt er bijvoorbeeld niet steeds met de patiënten overlegd bij HALP (Deliens et al., 2000). Een manier om meer rekening te houden met de visie van de patiënt en de ethisch-medische kwaliteit van HALP te verbeteren, is het gebruik van een protocol dat artsen als richtlijn voor hun handelen kunnen gebruiken. In dit onderzoek wordt gepoogd om een dergelijk protocol op te stellen voor de eerstelijnsgezondheidszorg. Het zal ondermeer gericht zijn op het optimaliseren van de participatie en communicatie tussen alle betrokken partijen bij de terminale besluitvorming, het bepalen van hoe de doorverwijzing bij voorkeur verloopt en hoe men het best kan omgaan met een verzoek tot potentieel levensverkortende of levensbeëindigende handelingen. Er wordt geopteerd voor een kwalitatieve methode op basis van half-gestructureerde interviews en focusgroepintervieuws met de betrokken actoren (artsen, verpleegkundigen, palliatieve teams, patiënten met een levensbedreigende aandoening, familieleden van overleden patiënten, enz.). In een eerste fase is de dataverzameling gericht op het inventariseren van de noden en behoeften i.v.m. beslissingen rond het levenseinde. Deze fase moet resulteren in een ontwerpprotocol 'Ethische kwaliteitszorg bij HALP in de eerstelijnszorg'. In een tweede fase wordt dit voorgelegd aan huisartsen en andere betrokkenen en wordt terug via interviews en focusgroepen nagegaan of dit protocol werkbaar is. In totaal worden een vijftgtal interviews en een vijftal focusgroepen voorzien. Het onderzoek loopt van maart 2001 tot maart 2003. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • JEAN BERNHEIM • LUC DELIENS • GRETA VAN DER KELEN • REGINALD DESCHEPPER
Houdingen en handelwijzen rond het levenseinde van patiënten (Halps) in 6 Europese landen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De vooruitgang in de medische technologie en de toenemende aandacht voor de autonomie van de patiënt hebben het wetenschappelijk debat over de rol van de geneeskunde aan het levenseinde van patiënten bevorderd. In dit epidemiologisch onderzoeksproject worden in 6 Europese landen (België, Nederland, Italië, Zwitserland, Zweden, Denemarken) het gedrag en de attitudes van artsen t.a.v. 'beslissingen rond het levenseinde' onderzocht. Twee studies worden opgezet : een retrospectief sterfgevallenonderzoek (N=5000) en een artsenonderzoek (N=3000). Voor het eerste onderzoek zal met een sterfgevallenonderzoek gewerkt worden, voor het tweede onderzoek met een bevraging van een representatieve groep van artsen. Gegevens worden enkel via artsen bekomen, er zijn geen patiënten betrokken bij dit onderzoek. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • JOHAN BILSEN • LUC DELIENS • REGINALD DESCHEPPER
(=VERLENGING van FVO8 )Onderzoek naar de verwachtingen mbt het loopbaaneinde en de economische, sociale en culturele factoren die deze verwachtingen beïnvloeden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het huidige sociale zekerheidsstelsel haalt de overgrotemeerderheid van zijn inkomsten uit arbeid. Er dient dan ook een voldoende basis van tewerkgestelden te zijn om het sociale zekerheidsstelsel te schragen. Op dit moment is de activiteitsgraad van oudere werknemers echter schrikwekkend laag. Dit is niet enkel een probleem voor het sociale zekerheidsstelsel, de ouderen verliezen, door zich terug te trekken uit de betaalde arbeid, een belangrijke zingever in hun leven. De lagere activiteitsgraad van oudere werknemers is in grote mate toe te schrijven aan een aantal regelingen die werden uitgewerkt om een vervroegde uittreding van oudere werknemers te bewerkstelligen om de werkloosheid bij de jongeren tegen te gaan. Ondertussen is de vervroegde uittreding een sociale verwachting geworden bij werkgevers en werknemers. Door middel van een representatieve survey onder 45- tot 65-jarigen wil de onderzoeksgroep de eigen visies van werknemers met betrekking tot de eindeloopbaanproblematiek grondig bevragen. Een goede kennis van de meningen van de oudere werknemers is immers een belangrijke sleutel in een juist beleid aangaande de eindeloopbaanproblematiek. In een eerste fase werden 3176 Vlaamse respondenten bevraagd. In een tweede fase werd het onderzoek uitgebreid met een bevraging van 2264 Waalse en Brusselse respondenten. Doel van het onderzoek is om de verwachtingen van de Belgen (Vlamingen, Walen en Brusselaars) met betrekking tot het loopbaaneinde te beschrijven, en de economische, sociale en culturele factoren blootleggen die deze verwachtingen beïnvloeden. Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de Minister van Sociale Zaken en Pensioenen. Samenwerking met P&V stond ons toe het onderzoekuit te breiden naar Brussel en Wallonië. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Joachim COHEN • Sven SANCTOBIN
Redactie tekst als voorbereiding van het eindrapport voor het tweede toekomstverkennend congres inzake de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Universiteit Antwerpen Abstract: Redactie tekst als voorbereiding van het eindrapport voor het tweede toekomstverkennend congres inzake de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Organisaties: • OASeS - ONDERZOEKSGROEP ARMOEDE, SOCIALE UITSLUITING EN DE STAD • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Projectspecifieke bepalingen met betrekking tot de uitvoering van 'Activiteiten GAS Vrouwenstudies'. Universiteit Antwerpen Abstract: Projectspecifieke bepalingen met betrekking tot de uitvoering van 'Activiteiten GAS Vrouwenstudies'. Organisaties: • Vrouwenstudies • Departement Sociologie - overige
Onderzoekers: • Magda Michielsens
Wetenschappelijk rapport over "instrumenten van sociaal beleid: Europa versus de Verenigde Staten". Universiteit Antwerpen Abstract: Het gaat om een opdracht tot het redigeren van een rapport waarin de vergelijking wordt gemaakt tussen het Europees en Amerikaans sociaal beleid van het voorbije decennium. Het is de bedoeling de belangrijkste verschillen en overeenkomsten in kaart te brengen, zowel algemeen als op specifieke domeinen, waarbij de aandacht vooral uitgaat naar het beleid inzake armoede en sociale uitsluiting, maar ook naar pensioenen en gezondheidszorg. Er zal ook worden onderzocht hoe de Europese ervaring (open coördinatie) kan worden toegepast in de Amerikaanse context, en omgekeerd. Organisaties: • CENTRUM VOOR SOCIAAL BELEID • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon
Tuberculosebestrijding in de Vrijstaat, Zuid-Afrika: van infectie tot genezing, met bijzondere aandacht voor de patiëntencarrière, de socio-economische omgeving en het gezondheidssysteem. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject streeft inzicht na in de vrij onbekende leefwereld van TB patiënten en in de vele hindernissen die moeten worden overwonnen om deze patiënten te genezen. In de praktijk leiden het beleids- en organisatiekader en de schaarse hulpbronnen er vaak toe, dat het langdurige behandelingsplan t.a.v. TB patiënten maar zeer ten dele kan worden gerealiseerd. De studie wil het ingewikkelde pad analyseren van de tuberculose 'carrière': vanaf de diagnose, over de intensieve en follow-up fases heen, tot de variabele uitkomsten van het behandelingsproces. Coproductie University of the Free State, Bloemfontein; Instituut voor Tropische Geneeskunde, Antwerpen; Universiteit Antwerpen. Organisaties: • Welzijnsplanning • Cultuur en welzijn
Onderzoekers: • Herman Meulemans
Knelpunten en evoluties in het woonbeleid in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Knelpunten en evoluties in het woonbeleid in Vlaanderen. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens • Bea Cantillon
Expertrapport Zorgcongres - Themacommissie M/E 01 Universiteit Antwerpen Abstract: Expertrapport Zorgcongres - Themacommissie M/E 01 Organisaties: • Welzijn en verzorgingsstaat
Onderzoekers: • Jozef Breda
Subsidie aan Centrum voor Vrouwenstudies voor de inventarisatie van bestaande codes en richtlijnen. Universiteit Antwerpen Abstract: Inventarisatie van bestaande codes en richtlijnen, die wereldwijd gebruikt worden en die met het vrijwaren van de vrije meningsuiting preventief, autoregulerend of sanctionerend werken om in een later stadium te komen tot het opstellen van een aan de Belgische situatie aangepaste code. Organisaties: • Vrouwenstudies • Departement Sociologie - overige
Onderzoekers: • Magda Michielsens
Werkstress in universiteiten. Universiteit Antwerpen Abstract: Werkstress in universiteiten.
Organisaties: • SOCIOLOGIE • Management
Onderzoekers: • Erik Henderickx
Een sociologische analyse van de wijzigingen in de werking en bedrijfscultuur van de arbeidshoven en -rechtbanken (FWO:G.0242.00) Universiteit Antwerpen Abstract: De studie beoogt een sociologische analyses van de reacties van de verschillende actoren in de arbeidshoven en arbeidsrechtbanken op de (externe) beïnvloeding van de wijzigingen in hun belangen en bedrijfscultuur. Er zal worden gebruik gemaakt van drie relevante theorethische benaderingen: de rechtssociologie, de sociologie van de 'professions' en de sociologie van de organisaties. Naast een globaal beeld van de activiteiten van de arbeidsrechtbang zal bijzondere aandacht worden besteed aan conflicten in de sfeer van de werkloosheid. Organisaties: • CENTRUM VOOR RECHTSSOCIOLOGIE • Centrum voor rechtssociologie
Onderzoekers: • Jean Laenens • Daniël Cuypers • Jean Van Houtte • Francis Van Loon
Vormen en trajecten van armoede in de Europese Unie (European Community Household Panel) Universiteit Antwerpen Abstract: Uitbreiding van het conceptueel kader rond armoede en een longitudinaal en comparatief opzet van het onderzoek zullen leiden naar een vernieuwende analyse van het European Community Household Panel. Organisaties: • ONDERZOEKSGROEP ARMOEDE, SOCIALE UITSLUITING EN MINDERHEDEN • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken • Caroline Dewilde
Deelname aan het decoderingscomité in verband met de detectie van nieuwe vormen van sociale onrechtvaardigheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Het gaat om een opdracht voor de Koning Boudewijnstichting. De verantwoordelijke werd gevraagd om 4 keer per jaar de verhalen van bevoorrechte getuigen te lezen en samen met anderen te analyseren, om er interessante actiepistes voor de stichting uit te halen. Organisaties: • CENTRUM VOOR SOCIAAL BELEID • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Godelieve De Lathouwer
Assistentie bij de imputatie van de European Union Statistics on Income and Living Conditions (EU-SILC-enquête)voorbereidende fase. Universiteit Antwerpen Abstract: Het is de bedoeling om, in samenwerking met de betrokken personen binnen de Algemene Directie Statistiek en Economische informatie, de op het CSB ontwikkelde modellen aan te passen aan SILC 2003 en bij de genoemde directie de nodige methodes te introduceren voor de imputatie van non-response op inkomensvragen. Organisaties: • CENTRUM VOOR SOCIAAL BELEID • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Gerlinde Verbist • Bea Cantillon • Cornelius Van den Bosch
Overbruggingsproject tussen twee FWO-projecten (sociologische analyse van arbeidsrechtbanken en -hoven enerzijds en meting van armoede anderzijds). Universiteit Antwerpen Abstract: Tijdens deze overbrugging zal G. Franssen de sociologische analyse van arbeidsrechtbanken en 'hoven verder afwerken en valoriseren in publicaties. Tevens zal hij voorbereidend werk (literatuurstudie) verrichten voor een nieuw project over de meting van armoede in Europa. Organisaties: • Centrum voor rechtssociologie
Onderzoekers: • Jean Vranken • Francis Van Loon
Laaggekwalificeerden in de kennismaatschappij. Een empirisch en cultuursociologisch onderzoek naar de mogelijkheden voor lager opleiden tot positieve identificatie in het postindustriële script. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De opkomst van de postindustriële kennismaatschappij heeft de sociale structuren in onze samenleving grondig gewijzigd. De doelstelling van dit onderzoek is de culturele consequenties van deze evolutie in kaart brengen. Meer in het bijzonder wilen we de problemen van culturele integratie van lager gekwalificeerden onderzoeken. Dit doen we door de houdingen , waarden en vertogen van lager gekwalificeerden te bestuderen tegen de achtergrond van de algemene maatschappelijke waardering of status sie deze houdingen genieten. daarnaast bestuderen we de positie van de lager gekwalificeerden vanuit het rolbegrip door zowel de zelfdefinities van de leden van deze groep als de maatschappelijke erkennig die deze rollen in onze samenleving genieten, te analyseren. Methodisch kiezen we voor een combinatie van kwalitatief en kwantitatief onderzoek, meerbepaald inhoudsanalyse van actuele politieke en maatschappelijke teksten, focusgroepen en diepteïnterviews met lager opgeleiden en kwantitatieve analyse van surveydata. Organisaties:
• Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • ANTON DERKS
Financiële stromen tussen het Brussels Hoofdstedelijke Gewest en de Gemeenten ikv. interuniversitair colloquium (VERL : Fin. politieke relatie tss gewest en Br. gemeenten 1994-2001 : analyse gew. fondsen en toelagen vr Br. gemeenten) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek richt zich op de verhouding tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Brusselse gemeenten in de periode 19942001. Deze problematiek wordt benaderd vanuit een politiek-financiële invalshoek. Hoewel deze overheden en hun onderlinge verhouding een wezenlijk onderdeel van het 'Brussels model' vormen is hiernaar weinig wetenschappelijk onderzoek verricht. Eerst en vooral werd een inventaris opgemaakt van de fondsen en toelagen die door het Gewest aan de gemeenten verstrekt worden. Een eerste luik van het onderzoek bestaat uit een kwantitatieve analyse, met name de omvang van de financiële stromen in kwestie en de impact ervan op zowel de Gewestelijke als de gemeentelijke begrotingen en rekeningen. Een tweede luik behelst een kwalitatieve analyse van deze problematiek. Er werd onderzocht welk beleid er door het Gewest en de gemeenten ontwikkeld werd, hoe de verhouding tussen beide overheden er uit zag, hoe de politici hiertegen aankeken en welke politieke conflicten er naar voren kwamen. Met andere woorden, het onderzoek richt zich op de verhouding tussen de Brusselse lokale besturen en intermediaire overheden, die een belangrijke positie innemen binnen het 'Brussels model'. Organisaties: • Centrum voor de Interdisciplinaire Studie van Brussel
Onderzoekers: • Joost VAESEN • ELS WITTE
De rol van socio-economische factoren en de organisatie van het revalidatiecentrum in de recuperatie van volwassen hemiplegie patiënten Vrije Universiteit Brussel Abstract: De rol van socio-economische factoren en de organisatie van het revalidatiecentrum in de recuperatie van volwassen hemiplegie patiënten Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • Koen PUTMAN
Medische beslissingen rond het levenseinde MBLs bij kankerpatiënten: een Europees comparatief onderzoek van incidentie van MBLs en attitudes van oncologen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De vergrijzing van de samenleving, de vooruitgang in de medische technologie en de groeiende aandacht in de maatschappij voor de autonomie van de patiënt, hebben geleid tot een grotere wetenschappelijke discussie over de rol van de geneeskunde aan het levenseinde van patiënten. Uit voorgaand epidemiologisch onderzoek is gebleken dat medische belissingen rond het levenseinde van patiënten (MBLs) vooral bij kankerpatiënten zeer frequent voorkomen en dat artsen aan het levenseinde van kankerpatiënten andere opties nemen. De centrale onderzoeksvraag voor dit project is: 'Waarom nemen oncologen en andere artsen aan het levenseinde van kankerpatiënten andere MBLs?' Deze onderzoeksvraag wordt verder uitgediept aan de hand van 3 thema's: (1) de achtergrondkenmerken van MBLs (artsen- en patiëntenkenmerken); (2) de betekenis van 'attitudes' van artsen voor het nemen van MBLs; (3) de betekenis van 'sociale normen' van artsen voor het nemen van MBLs. Deze thema's zullen onderzocht worden aan de hand van verschillende datasets: (1) twee bestaande databestanden van grootschalige sterfgevallenstudies in Vlaanderen (1998) en Nederland (1995) (2) een sterfgevallenonderzoek van kankeroverlijdens in 6 Europese landen in 2001 (5th FW project van de EC) (3) een attitudeonderzoek bij medische oncologen van 6 Europese landen in 2002 (5th FW project van de EC). Organisaties: • Zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • JEAN BERNHEIM • JOHAN BILSEN • LUC DELIENS • Lieve VAN DEN BLOCK • WILLEM DISTELMANS
Onderzoek naar het maatschappelijk draagvlak voor natuurbehoud in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Opstellen van een korf van indicatoren voor het meten van het maatschappelijk draagvlak voor natuurbehoud in Vlaanderen Methodiek voor evaluatie van beleid inzake maatschappelijk draagvlak voor natuurbehoud in Vlaanderen Organisaties: • Welzijnsplanning • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Pieter Leroy • Ilse Loots
Actualisering van hoofdstuk II (Armoede en sociale uitsluiting in de Vlaamse context) uit het VAP 2003 op basis van het nieuwe jaarboek. Universiteit Antwerpen Abstract: Actualisering van hoofdstuk II (Armoede en sociale uitsluiting in de Vlaamse context) uit het VAP 2003 op basis van het nieuwe jaarboek. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Van school naar werk : implementatie van een permanent en longitudinaal waarnemingsinstrumentarium. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksvoorstel kadert binnen een onderzoeksprogramma dat op langere termijn, vanuit multidisciplinair perspectief en gebruik makend van meerdere onderzoeksmethoden, de uitbouw nastreeft van een permanent waarnemingsinstrument met betrekking tot de overgang van school naar werk. Dit waarnemingsinstrument beoogt in twee opzichten een empirische fundering te leggen voor longitudinaal onderzoek: a) periodiek herhaalde bevragingen van gelijkaardige cohortes vormen de basis van consistente tijdsreeksen en laten toe over de tijd de effecten van gewijzigde contexten (inzake economische situatie, beleidsingrijpen, e.d.) op deze overgang te evalueren; b) meerdere meetmomenten per cohorte garanderen dat elke cohorte voor langere termijn kan gevolgd worden. Omdat de bevraging zich bovendien concentreert op het verzamelen van informatie over transitie-momenten garandeert dit een kijk op deze problematiek als een dynamisch en in de tijd verlopend proces. Financiering via PBO97 liet ons toe om een proto-type van werkwijze te testen en zo de basis te leggen voor dit waarnemingsinstrument Financiering via PBO98 liet ons toe om onze werkwijze grondig en met de inbreng van buitenlandse experten te evalueren, een uitgebreide consultatie van beleidsverantwoordelijken en potentiële gebruikers te organiseren en de data (verzameld op basis van een eerste cohorte van 23jarigen en de vervollediging van de Loso-dataset) diepgaand te analyseren. Dit onderzoek in het raam van PBO99 wil de uitbouw van ons onderzoeksprogramma verder consolideren door de realisatie van drie componenten: a) de bevraging van een tweede intrede-cohorte, wat toelaat de panelstructuur op het niveau van de cohorte in werking te stellen en zo het permanente karakter van het observatorium te garanderen; b) een tweede bevraging van de eerste intrede-chorte, gebruikt bij de tekst van het prototype, wat de uitbouw van een longitudinale dataset mogelijk maakt; c) de vervollediging van de data-set Loso-annex. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • HEIDI BELET • Ilse LAURIJSSEN
Analyse van de houding van Vlaamse scholieren tegenover holebi's. Universiteit Antwerpen Abstract: Analyse van de houding van Vlaamse scholieren tegenover holebi's. Organisaties: • Cultuur en welzijn • Cultuur en welzijn
Onderzoekers: • Koen Pelleriaux
De impact van sancties in de werkloosheidsverzekering op herintrede en armoede Universiteit Antwerpen Abstract: De impact van sancties in de werkloosheidsverzekering op herintrede en armoede Organisaties: • CENTRUM VOOR SOCIAAL BELEID • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Godelieve De Lathouwer
Uitvoeren van een vervolgonderzoek inzake het Persoonlijk Assistentiebudget (PAB) Universiteit Antwerpen Abstract: In verschillende landen in Europa worden alternatieve methoden ontwikkeld voor de regeling en financiering van de zorg. Een van de alternatieven waarmee geëxperimenteerd wordt, en dat in sommige landen reeds in voege kwam, houdt een verschuiving in van financiering van de zorgaanbieders (door subsidies) naar het ter beschikking stellen van een budget aan de (potentiële) gebruikers zelf. Met dit project heeft de onderzoeksgroep de taak op zich genomen om het opzetten van een vergelijkbaar experiment in Vlaanderen te begeleiden en de wetenschappelijke evaluatie ervan te verzorgen. Dit experiment is toegespitst op de zorg voor personen met een motorische, mentale of sensorische handicap. Organisaties: • ONDERZOEKSGROEP SOCIOLOGIE VAN DE WELZIJNSZORG EN NON-PROFITSECTOR • Welzijn en verzorgingsstaat
Onderzoekers: • Jozef Breda
Bijdrage aan de publicatie VRIND 2003 m.b.t. het hoofdstuk Welzijn. Universiteit Antwerpen Abstract: Bijdrage aan de publicatie VRIND 2003 m.b.t. het hoofdstuk Welzijn. Organisaties: • Welzijn en verzorgingsstaat
Onderzoekers: • Jozef Breda
Het aanleveren van een geheel aan indicatoren, dat een wetenschappelijk gefundeerd beeld geeft van de armoedesituatie en -bestrijding Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het aanleveren van een geheel aan indicatoren, dat een wetenschappelijk gefundeerd beeld geeft van de armoedesituatie en -bestrijding Vlaanderen. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Maatschappelijke participatie van jongeren. (+ bestelling bij MJA lastens dit project)
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project wil maatschappelijke participatie van jongeren in kaart brengen, zowel via kwalitatief als kwantitatief onderzoek. In de eerste fase wil het project op zoek gaan naar de betekenis van maatschappelijke participatie voor jongeren in Vlaanderen. De decentralisatie van het jeugdbeleid naar het gemeentelijk niveau in 1993 heeft namelijk voor een nieuwe dynamiek gezorgd in het gemeentelijk jeugdwerk en in nieuwe werkvormen in het verenigingsleven in het algemeen en het jeugdwerk in het bijzonder. Maatschappelijke participatie kan dus niet langer herleid worden tot participatie aan een jeugdbeweging of jeugdhuis. Onderzoek heeft namelijk uitgewezen dat participatie aan jeugdverenigingen, maar ook participatie aan verenigingen die niet tot het traditionele jeugdwerk behoren (zoals sociale verenigingen, derde wereldorganisatie) een positieve samenhang vertoont met diverse indicatoren van maatschappelijke integratie. Een differentiatie van maatschappelijke participatie dient zich wel degelijk aan. Het is de bedoeling in het eerste deel om indicatoren van maatschappelijke participatie te ontwikkelen. Deze indicatoren hebben betrekking op diverse werkvormen, kwaliteit en intensiteit van participatie. Hiervoor zal een literatuurstudie en een bevraging van experten plaatsvinden. In het tweede stadium willen we de factoren (zowel individuele als structurele factoren) en motivatie van al dan niet maatschappelijke participatie onderzoeken en de effecten van diverse vormen van maatschappelijke participatie op burgerschapshoudingen, zelfbeeld en vaardigheden. Hiervoor zal een survey afgenomen worden bij een representatieve steekproef van de Vlaamse jongerenbevolking in minstens 60 Vlaamse gemeenten. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Sven SANCTOBIN • WENDY SMITS
Zorgevolutie. Universiteit Antwerpen Abstract: Zorgevolutie. Organisaties: • Sociaal recht : sociaal zekerheidsrecht • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Josse Van Steenberge
Assistentie bij de imputatie van de European Union Statistics on Income and Living Conditions (EU-SILC-enquête)uitvoerende fase. Universiteit Antwerpen Abstract: Het is de bedoeling om, in samenwerking met de betrokken personen binnen de Algemene Directe Statistiek en Economische informatie, de op het CSB ontwikkelde modellen aan te passen aan SILC 2003 en bij de genoemde directie de nodige methodes te introduceren voor de imputatie van non-response op inkomensvragen. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Gerlinde Verbist • Bea Cantillon • Cornelius Van den Bosch
Vergelijkend onderzoek naar de opvang en behandeling van autochtone en allochtone jongeren met gedrags- en/of psychische problemen. Universiteit Antwerpen Abstract: De promotor werkt bij wijze van onderaanneming mee aan dit project waarvan het UZA opdrachtgever is en de Minister van Sociale Zaken hoofdopdrachtgever is. De studie zal vooreerst de literatuur rond de bestaande jeugdhulpverlening (toegankelijkheid en kwaliteit van de hulpverlening aan autochtone en allochtone jongeren) en rond de gedwongen jeugdhulpverlening bestuderen). Verder omvat de studie een bevraging van bevoorrechte getuigen, een dossierstudie van jeugdrechtbanken en diepte-interviews en analyses van autochtone en allochtone jongeren tijdens en na repressieve vormen van hulpverlening. Organisaties: • OASeS - ONDERZOEKSGROEP ARMOEDE, SOCIALE UITSLUITING EN DE STAD • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Evaluatie van het experiment modularisering in het secundair onderwijs. Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie van het experiment modularisering in het secundair onderwijs. Organisaties: • Cultuur en welzijn • Cultuur en welzijn
Onderzoekers: • Koen Pelleriaux
Review in Vlaanderen met betrekking tot het project 'Equity in Education'. Universiteit Antwerpen Abstract: Review in Vlaanderen met betrekking tot het project 'Equity in Education'. Organisaties: • Cultuur en welzijn
Onderzoekers: • Koen Pelleriaux
Effecten van langdurige pensionering op welzijn, gezondheid en sociale integratie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project is het vervolg op het explorerend toekomstgericht onderzoek 'De gemobiliseerde samenleving' dat werd verricht in 1996 voor de Koning Boudewijn Stichting. Het project onderzoekt het fenomeen van de 'busy age' en de evolutie van tijdsdruk over de levensloop. Het project
gaat na wat het verband is tussen tijdsbesteding en het het gevoel van tijdsdruk aan de ene kant, en welzijn en gezondheid aan de andere kant. Binnen dit project wordt er ook aandacht besteed aan de tijdsbesteding van jong gepensioneerden en aan de gevolgen van langdurige pensionering op welzijn. Een ander aspect dat binnen dit project wordt onderzocht is de manier waarop de jongere generaties omgaan met hulpbehoevende ouders en de manier waarop de diensteneconomie zich ontwikkelt in Vlaanderen. België kent een lange traditie van brugpensioenregelingen. Wanneer mensen op de leeftijd van 50-55 jaar op pensioen gaan, hebben zij nog één derde van hun leven in het vooruitzicht, aangezien de gemiddelde levensverwachting in België rond de 85 jaar ligt. Er rijzen dan ook vragen over de manier waarop mensen omgaan met een dergelijke lange post-active fase. We weten zo goed als niks over de gevolgen van zo een uitgerekte fase van inactiviteit. Het project tracht volgende vragen te beantwoorden: hoe actief zijn de gepensioneerden, leidt een lange post-actieve fase tot meer of minder welzijn, een betere of slechtere gezondheid en meer of minder sociale participatie? Binnen dit project worden 1500 Vlaamse 75-jarigen bevraagd om een deskundig antwoord te kunnen formuleren op de vragen omtrent de effecten van langdurige pensionering. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in het kader van een geconcerteerde onderzoeksactie (GOA 19). Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie • Farmacologie • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • ASTRID FAELENS • IGNACE GLORIEUX • INGRID KRISTOFFERSEN • JEAN BERNHEIM • SASKIA DE GROOF
Evaluatie van het experiment modularisering in het secundair onderwijs.(OBPWO 2002) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vanaf het schooljaar 2000-2001 wordt in het Vlaams onderwijs geëxperimenteerd met een modulaire opleidingsstructuur. Dit experiment vindt plaats in 41 modulaire scholen. In dit onderzoek werd nagaan in welke mate de modulaire opleidingsstructuur de gestelde doelen bereikt heeft. Er wordt daarvoor verder gebouwd op het OBPWO 00.04 onderzoek. In dat onderzoek werden de eerste twee cohortes die instapten in het modulair onderwijs en een controlegroep twee keer bevraagd. Daarnaast werd op schoolniveau nagegaan hoe het modulair onderwijs werd ingevoerd en welke de knelpunten zijn. In het hier voorgestelde onderzoek zullen de beide cohortes opnieuw worden bevraagd met het oog op de evaluatie van de gestelde doelstellingen. Daarnaast zal ook ingegaan worden op de pedagogische en organisatorische uitbouw van het project modularisering. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • TOON KUPPENS • TIM PEETERS • KOEN PELLERIAUX
Coping with diversity in tomorrow's Europe. Universiteit Antwerpen Abstract: Coping with diversity in tomorrow's Europe. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
EQUAL-project : Innovative care Universiteit Antwerpen Abstract: EQUAL-project : Innovative care Organisaties: • Sociaal recht : sociaal zekerheidsrecht • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Josse Van Steenberge
Deskundigenadvies aangaande de positionering van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen inzake de gelijkheid van vrouwen en mannen in de islam en meer in het bijzonder wat betreft de problematiek van de sluier. Universiteit Antwerpen Abstract: Deskundigenadvies aangaande de positionering van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen inzake de gelijkheid van vrouwen en mannen in de islam en meer in het bijzonder wat betreft de problematiek van de sluier. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Nachtopvang in de provincie Antwerpen: knelpunten en toekomstperspectieven. Universiteit Antwerpen Abstract: Nachtopvang richt zich tot hulpbehoevenden die thuis wonen, alleen of samenlevend met hun partner of andere personen, maar 's nachts ondersteuning en oppas nodig hebben opdat hun autonomie op termijn verzekerd kan blijven. Het onderzoek is beschrijvend van aard en wil de knelpunten en toekomstmogelijkheden in kaart brengen rondom het fenomeen 'nachtopvang'. Er zullen focusgroepgesprekken worden gevoerd met hulpbehoevenden (ouderen, chronisch zieke en palliatieve patiënten) en interviews afgenomen van hulpverleners en beleidsverantwoordelijken. Organisaties: • Welzijnsplanning • Cultuur en welzijn
Onderzoekers: • Herman Meulemans
Dynamieken aan de onderkant van de samenleving. Een onderzoek naar de rol van depressie in de sociale mobiliteitsprocessen van inkomensarme Belgen.
Universiteit Antwerpen Abstract: Het verband tussen armoede en depressie werd al vaker bestudeerd, maar bijna uitsluitend vanuit een statisch armoedeperspectief: armoede als een langdurige of zelf permanente realiteit die zich concentreert bij gemarginaliseerde groepen in de maatschappij. Dit traditionele beeld over armoede wordt sinds de beschikbaarheid van nationale panels (1980, 1990) en de ontwikkeling van een dynamisch armoedeparadigma evenwel steeds vaker in vraag gesteld: armoede blijkt bijzonder dynamisch te zijn en dringt met verschillende frequentie en duur tot diep in de middenklasse door. Vanuit dit nieuwe paradigma gaan we na of armoede zich in België in gelijkaardige dynamische patronen uit als in het buitenland, daarna gaan we op zoek naar de plaats en rol van depressiviteit in deze processen. Na een toetsing van de sociale selectie-hypothese stellen we volgende onderzoeksvragen: Organisaties: • OASeS - ONDERZOEKSGROEP ARMOEDE, SOCIALE UITSLUITING EN DE STAD • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Empirische visuele methoden en technieken voor het sociaal- en cultureelwetenschappelijk onderzoek: een taxonomischmethodologische studie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject wil een omvattend en actueel theoretisch en methodologische kader construeren voor het gebruik van visuele media en hun producten in sociaal- en cultuurwetenschappelijk onderzoek, waarbij een taxonomische studie van de zeer uiteenlopende actuele en potentiële methoden en technieken, en hun onderscheiden methodologische voordelen, assumpties en knelpunten de centrale component vormt. Daarbij worden zowel de hedendaagse visueel georiënteerde denkrichtingen als de waardevolle maar erg verspreidde en te weinig gekende tradities van de visuele sociologie en antropologie bekeken en in perspectief geplaatst. Organisaties: • ONDERZOEKSGROEP COMMUNICATIEWETENSCHAP • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Luc Pauwels
Policy Measures to Ensure Access to Decent Housing for Migrants & Ethnic Minorities. Universiteit Antwerpen Abstract: Policy Measures to Ensure Access to Decent Housing for Migrants & Ethnic Minorities. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Tweesprakencyclus : Een Wereld van (On)verschil - Diversiteit en Marginalisering van Zuid tot Noord. Universiteit Antwerpen Abstract: Tweesprakencyclus : Een Wereld van (On)verschil - Diversiteit en Marginalisering van Zuid tot Noord. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Tijdsdruk en tijdsschaarte als symptomen van een problematisch tijdsordening? Vrije Universiteit Brussel Abstract: De hedendaagse samenleving is in de ban van de tijd. Op alle niveaus van het maatschappelijke leven heerst een grote bekommernis om tijdsdrukte. Bijna iedereen heeft het druk, als we de populaire druk, druk discours mogen geloven. De roep om minder werkdruk, een betere afstemming tussen werk en gezin en onthaasting klinkt luid. Tijdsdruk is niet alleen een privé-bekommernis. Overheden, het maatschappelijke middenveld en de private sector hebben zich de afgelopen jaren ingelaten met tijdsproblemen. De aandacht voor tijdskrediet, arbeidsduurvermindering, loopbaanonderbreking, het eindeloopbaandebat heeft het laatste decennium de politieke en maatschappelijke agenda mede vorm gegeven. In het proefschrift "Handelen onder druk: een sociologische analyse van tijdsdruk als meervoudige ervaring" gaat Maarten Moens op zoek naar sociologische verklaringen voor het hedendaagse gevoel van tijdstekort. Tijdsdruk is de laatste 15 jaar een aanzienlijke onderzoekstraditie geworden in de sociale wetenschappen. Het debat bevat drie conceptuele elementen. Er wordt verwezen naar het objectief waarneembare handelen met indicatoren als de werklast of de hoeveelheid vrije tijd, naar een aantal maatschappelijke evoluties en naar een subjectieve component. Wat dat laatste betreft gaan sommigen zover tijdsdruk voor te stellen als een ervaring die losstaat van waarneembaar handelen. Het debat verschijnt echter als weinig geïntegreerd. Een eerste luik in dit proefschrift behelst het integreren van deze drie elementen uit het wetenschappelijke debat aan de hand van meer fundamentele sociaal wetenschappelijke theorieën. Tijdsdruk kan op die manier begrepen worden als een subjectieve ervaring van tijd, die een gevolg is van een moeizame temporele integratie van diverse, soms tegenstrijdige handelingsdoelen. Tijdsdruk is een meervoudige ervaring omdat normen, middelen en condities tezamen bepalend zijn voor de wijze waarop actoren temporele integratie bereiken. Op die manier kan worden begrepen dat tijdsdruk een gevolg is van processen van detraditionalisering, van het wegvallen van strikte normerende kaders, van emancipatie en van de toename van materiële en educatieve welvaart. Het tweede luik van het proefschrift omvat de empirische toetsing van de vooropgestelde verklaringsgronden voor de tijdsdrukervaring van actoren. Zo wordt geïllustreerd dat tijdsdruk voortkomt uit een gedetraditionaliseerde arbeidsorganisatie, uit een huishoudensstructuur waarin meer actoren betrokken zijn in het combineren van diverse rollen en uit een vrijetijd waarin niet zozeer rust wordt nagestreefd, maar veeleer intense ervaringen en boeiende ontmoetingen. De empirisch toetsing gebeurde aan de hand van analyses op de Vlaamse tijdsbudgetdata. Deze data bieden de mogelijkheid de banden tussen de meetbare tijdsbesteding en de subjectieve ervaring van tijdsdruk grondig en nauwkeurig te exploreren. Uit deze analyses blijkt dat de ervaring van tijdsdruk deels kan worden verklaard vanuit een drukke tijdsbesteding, maar dat de relaties veel genuanceerder zijn dan doorgaans wordt aangenomen. Zo heeft de tijdsdrukervaring van individuen niet louter re maken met de hoeveelheid betaalde en gezinsarbeid (zoals vaak wordt aangenomen), maar ook met de voorspelbaarheid en het afwijkend karakter van werkuren, met het afstemmen van activiteiten met die van vrienden en familie, met het coördineren van diverse activiteiten en rollen. De hogere tijdsdrukervaring van vrouwen, tweeverdieners, werkende alleenstaanden, hogere beroepsgroepen en hoogopgeleiden kan grotendeels worden verklaard door de specificiteit van hun tijdsbestedingspatronen. Uitbesteding of het gebruik van huishoudelijke technologie zijn bovendien handelingspraktijken die er - tegen de verwachtingen - niet in slagen de tijdsdrukervaring fundamenteel luwen. Het empirisch onderzoek toont aan dat tijdsdruk voortkomt uit een moeizaam temporeel integreren van doelen in een geëmancipeerde en gedetraditionaliseerde samenleving, waarin steeds meer actoren betrokken zijn in een veelheid van activiteiten, rollen en sociale relaties.
Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • MAARTEN MOENS
Tweejaarlijkse bevraging van de eerste generatiestudenten Humane Wetenschappen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sedert 1987 verzamelt het Centrum voor Sociolgie om de twee jaar en bij de aanvang van het academiejaar een aantal gegevens over de ceerste generatiesstudies uit de menswetenschappelijke richtingen aan de VUB. Voor sociologen is het een voorrecht over gegevens te beschikken die over een decennium cross-sectioneel zeer goed vergelijkbaar zijn. Dit biedt ons immers de mogelijkheid doorheen de tijd en beeld te krijgen van en belangrijk segment van de zogehetend 'jeugd van tegenwoordig'. In de studentenenquête wordt steeds gepeild naar de politieke voorkeuren van de studenten. Deze vaste kern aangevuld met socio-demografische gegevens en een aanvullend thema. Zo werd in de vragenlijst van 1999 de aandacht toegespitst op de houdingen van eerste generatiestudenten ten aanzien van het sociaal draagvlak. in 1997 werd de nadruk gelegd op de democratisering van het hoger onderwijs en de houdingen en attitudes ten aanzien van mens en samenleving. Voor de volgende bevraging van de studenten wenst de onderzoeksgroep Tor de survey uit te breiden met een longitudinaal onderdeel. De studenten die tijdens het academiejaar 2001-20052 bevraagd worden, zullen drie jaar later opnieuw bevraagd worden. Beide bevragingen worden gekoppeld, waardoor de invloed kan nagegaan worden van de studierichting op de ontwikkeling en eccentuering van houdingen en attidues. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Jan CLAEYS • MICHAEL DEBUSSCHER
Laaggekwalifiseerden in de kennismaatschappij. Een empirisch en cultuursociologisch onderzoek naar de mogelijkheden voor lager opgeleiden tot positieve identificatie in het postindustriële script. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De opkomst van de postindustriële kennismaatschappij heeft de sociale structuren in onze samenleving grondig gewijzigd. De doelstelling van dit onderzoek is de culturele consequenties van deze evolutie in kaart brengen. Meer in het bijzonder willen we de problemen van culturele integratie van lager gekwalificeerden onderzoeken. Dit doen we door de houdingen , waarden en vertogen van lager gekwalificeerden te bestuderen tegen de achtergrond van de algemene maatschappelijke waardering of status sie deze houdingen genieten. daarnaast bestuderen we de positie van de lager gekwalificeerden vanuit het rolbegrip door zowel de zelfdefinities van de leden van deze groep als de maatschappelijke erkenning die deze rollen in onze samenleving genieten, te analyseren. Methodisch kiezen we voor een combinatie van kwalitatief en kwantitatief onderzoek, meerbepaald inhoudsanalyse van actuele politieke en maatschappelijke teksten, focusgroepen en diepteïnterviews met lager opgeleiden en kwantitatieve analyse van surveydata. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • ANTON DERKS
De theorie van de rechtvaardige oorlog en secessie: principes en case-studies Vrije Universiteit Brussel Abstract: De theorie van de rechtvaardige oorlog en secessie: principes en case-studies Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS
Meting van de doeltreffendheid van studeren via het web. Een vergelijking van drie methoden van onderwijzen en hun effect op de studieresultaten Vrije Universiteit Brussel Abstract: Meting van de doeltreffendheid van studeren via het Web. Een vergelijking van drie methoden van onderwijzen en hun effect op de studieresultaten. Om de leerdoeltreffendheid van de drie methodes (face to face, online en de combinatie van de twee) te onderzoeken werd verder literatuuronderzoek rond een aantal cruciale topics gedaan. Ook wordt door middel van een electronisch databestand dat ontwikkeld wordt in samenwerking met Visual Tools online vragenlijsten geconstrueerd voor de pretesten, testen en post-testen. Op deze manier zal de analyse mogelijk worden van de oriëntaties, motivaties en voldoening van de studenten. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • JACQUES VILROKX
Kwalitatief onderzoek naar de verschuiving van de betekenis toegeschreven aan het verrichten van huishoudelijk werk. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het hier voorgestelde project stelt zich tot doel om aan de hand van diepte-interviews na te gaan of verschillende generaties vrouwen een verschillende betekenis toedichten aan het huishoudelijke werk dat ze verrichten. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vier verschillende soorten betekenissen: voelt men het verrichten van huishoudelijk werk aan als een noodzaak, als een verplichting, als een plicht of als een vorm van identiteitsbevestiging? Deze betekenissen kunnen ook geïnterpreteerd worden als motivaties voor het stellen van huishoudelijk werk. In de eerste twee gevallen (noodzaak, verplichting) wordt het verrichten van huishoudelijk werk geleid door externe motivaties: externe condities of andere mensen zorgen ervoor dat ze bepaalde huishoudelijke taken verrichten. In de twee laatste gevallen (plichtsbesef, identiteitsbevestiging) komt de motivatie eerder van binnenuit. Er is echter ook een andere classificatie van de betekenissen mogelijk. In het geval van noodzaak en identiteitsbevestiging verwacht men een positieve consequentie na het stellen van huishoudelijk werk. Bij verplichting en plichtsbesef gaat men echter een negatieve consequentie bij het niet stellen van deze handeling uit de weg. Meer specifiek zijn we geïnteresseerd in eventuele verschuivingen in betekenis (motivatie) tussen verschillende generaties. Is er een verschuiving van een eerder externe motivatie naar een eerder
interne motivatie op te merken? Of valt een verschuiving op van betekenissen ontleend aan negatieve gedragsconsequenties naar betekenissen ontleend aan positieve gedragsconsequenties? Dit onderzoek is een kwalitatieve aanvulling op een kwantitatief onderzoek verricht in het kader van een FWO-mandaat, waar betekenissen worden geanalyseerd op basis van gegevens uit het Vlaamse tijdsbudgetonderzoek. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • SUZANA KOELET
Recht en maatschappelijke diversiteit. Een rechtsvergelijkende en rechtstheoretische analyse met bijzondere illustraties uit het pluralistisch familierechtstelsel in Maleisië Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een rechtsvergelijkende en rechtstheoretische analyse met bijzondere illustraties uit het pluralistisch familierechtstelsel in Maleisië Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • SERGE GUTWIRTH • KARIN MEERSCHAUT
Samenstelling en uiitgave van de buurtatlas 2001 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De buurtatlas van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest probeert een beeld te schetsen van de residentiële differentiatie op het moment van de Algemene socio-economische enquête op 1 oktober 2001. Vier themas worden belicht: (1) bevolkingskenmerken, (2) gezinskenmerken, (3) de allochtone bevolking, en (4) socio-economische kenmerken. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • RONNY LESTHAEGHE • DIDIER WILLAERT • PATRICK DEBOOSERE
Determinanten van beslissingen van artsen rond het levenseinde: ervaringen, opvattingen en attitudes van huisartsen en specialisten in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De rol van de medische zorg aan het einde van het leven van patiënten is momenteel een belangrijk ethisch vraagstuk met een groeiende wetenschappelijke en matschappelijke aandacht. In België komt het onderzoek over handelswijzen van artsen rond het levenseinde van patiënten HALP's maar langzaam op gang. de resultaten van incidentie onderzoek in Vlaanderen FWO-project G011797 leren ons dat er in de medische praktijk in Vlaanderen ook daadwerkelijk levenskortend wordt gehandeld en dat de beslissingen van artsen rond het levenseinde een vooraanstaande positite hebben in het medisch handelen aan het levenseinde. in de internationale literatuur zijn er, naast een beperkt aantal incidentiestudies, relatief veel attitudestudies gepubliceerd. De meeste van deze studies faalden om de vragen over attitudes te linken aan de feitelijke beslissingen inzake het levenseinde in de medische praktijk. De nieuwe OZR/FWO-studies moet een emirische basis van kennis opleveren over de samenhang tussen de determinanten van beslissingen rond het levenseinde van patiënten en de eigenlijke medische praktijk. In de huidige stand van de wetenschap is het onduidelijk n welk mate de opvattingen en attitudes van de artsen mbt beslissingen rond het levenseinde bepalend zijn voor hun feitelijk gedrag. verder kan ook de vraag worden gesteld in welke mate de attitudes en het gedrag ook worden beïnvloed door de waardeoriëntatie van de arts. Het onderzoeksproject heeft als doel een beter inzicht te krijgen in de redenen, motieven en andere determinanten van de medische praktijk rond het levenseinde zowel van het al dan niet nemen van een dergelijke beslissing, als van de keuze tussen de verschillende alternatieven of HALP-types. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • JOHAN BILSEN • LUC DELIENS • GRETA VAN DER KELEN • REGINALD DESCHEPPER
Productevaluatieonderzoek bij VVKSM. Universiteit Antwerpen Abstract: Scouting is een vrijetijdsbesteding voor heel wat kinderen en jongeren en is vandaag meer dan het stereotype kampvuur. Achter de dagelijkse werking van de groepen zit een uitgebreid pedagogisch plan. Naast het aanbieden van ontspanning heeft VVKSM namelijk ook een opvoedende rol. De vereniging verspreidt de ideeën en principes via verschillende kanalen. Een van hun sterkste punten is namelijk dat ze een gevarieerd aanbod aan ondersteunende publicaties heeft. Het doel van dit onderzoek is om na te gaan in welke mate de achterliggende ideeën doordringen tot de leiding en hoe ze gebruikt worden in de wekelijkse spelactiviteiten. VVKSM wil het nut van bepaalde communicatieinstrumenten, zoals handboeken en de website, laten beoordelen. In hoeverre worden deze geraadpleegd? Worden de handboeken en brochures gelezen? Hoe verloopt de informatieverspreiding? Bereikt deze de basis of niet? Een van de voornaamste knelpunten blijkt namelijk een gebrekkige informatiedoorstroming te zijn naar de basis. Alle scouts- en gidsenleiding wordt aangesproken om deel te nemen aan het kwantitatieve onderzoek door een webenquête in te vullen. De resultaten zijn in de eerste plaats beleidsgericht, maar kunnen tevens een breder publiek aanspreken dat interesse heeft voor de jeugdbewegingssector. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Het begeleiden van NIRAS bij de voorbereiding van het participatie- en besluitvormingsproces inzake de berging van categorie B en C afval en de begeleiding bij de voorbereiding en uitwerking van een "Strategic Environmental Impact Assessment". Universiteit Antwerpen Abstract: Het begeleiden van NIRAS bij de voorbereiding van het participatie- en besluitvormingsproces inzake de berging van categorie B en C afval en de begeleiding bij de voorbereiding en uitwerking van een "Strategic Environmental Impact Assessment". Organisaties:
• Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Erik A O J Van Hove • Ilse Loots
Lokale Integrale Veiligheidsanalyse. (LIVA) Universiteit Antwerpen Abstract: Lokale Integrale Veiligheidsanalyse. (LIVA) Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
De evaluatie van de beleidsmaatregelen uit de Nationale Actieplannen Sociale Insluiting 2001-2003 en 2003-2005 voor het thema "Menswaardig Inkomen". Universiteit Antwerpen Abstract: De evaluatie van de beleidsmaatregelen uit de Nationale Actieplannen Sociale Insluiting 2001-2003 en 2003-2005 voor het thema "Menswaardig Inkomen". Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Samenstelling van een informatiebundel m.b.t. juridische, wettelijke, sociale, sociologische, maatschappelijke elementen inzake de informele arbeid van clandestienen die in België verblijven. Universiteit Antwerpen Abstract: Samenstelling van een informatiebundel m.b.t. juridische, wettelijke, sociale, sociologische, maatschappelijke elementen inzake de informele arbeid van clandestienen die in België verblijven. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Wetenschap en voorzorg in een interactief beleid van technologische risico's. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project ligt de onderzoeksvraag voor welke manieren van kennisinbreng effectief zijn om in een perspectief van voorzorg overweg te kunnen met complexe beleidsproblemen inzake technologie- en risicobeheer. Doel is het ontwikkelen en toetsen van een effectief arrangement voor het grensvlak kennis en beleid, dat de dichotomie wetenschap en voorzorg overstijgt. Het project wil zo een nuttige bijdrage leveren tot het ontwikkelen van praktische procedures en methoden inzake technologie- en risicobeheer, die tegelijk wetenschappelijk is en kadert in voorzorg. Organisaties: • VAKGROEP MILIEU, TECHNOLOGIE EN TECHNOLOGIEMANAGEMENT • Engineering Management
Onderzoekers: • Lieve Goorden
Studie naar de stand van zaken in het onderzoek naar veroudering in België. Universiteit Antwerpen Abstract: Studie naar de stand van zaken in het onderzoek naar veroudering in België. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon
Huwelijksmigratie : migratie en huwelijksdynamiek. Universiteit Antwerpen Abstract: België kent een grote migrantengemeenschap. Zij hebben zich permanent in België gevestigd, maar huwen vaak nog over de grenzen heen met personen uit de herkomstlanden. Deze huwelijksmigratie is bijna de enige wettelijke manier om een verblijfsvergunning in België te krijgen en dus het belangrijkste migratiekanaal. Het koppelen van een huwelijk aan migratie verloopt echter niet altijd probleemloos. De gezinsvormers worden vaak met relatie- en andere problemen geconfronteerd. Dit onderzoek probeert de bestaande literatuur over dit onderwerp in kaart te brengen. Daarnaast bekijkt het de bestaande onderzoeksinstituten in de herkomstlanden die over deze materie onderzoek doen en verzamelt het cijfermatieriaal op het Marokkaanse consulaat in België omtrent huwelijksmigratie. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Grenzen en mogelijkheden van armen als actor in het Belgisch armoedebeleid Universiteit Antwerpen Abstract: Grenzen en mogelijkheden van armen als actor in het Belgisch armoedebeleid Organisaties: • OASeS - ONDERZOEKSGROEP ARMOEDE, SOCIALE UITSLUITING EN DE STAD • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Ruimte voor jeugdwerk. Universiteit Antwerpen Abstract: Ruimte voor jeugdwerk.
Organisaties: • Cultuur en welzijn
Onderzoekers: • Koen Pelleriaux
Bijdrage tot de publicatie VRIND 2004 m.b.t. het hoofdstuk "Gezinnen versterken, zorgen voor mekaar en samenleven" in het bijzonder wat de welzijnsaspecten betreft. Universiteit Antwerpen Abstract: Bijdrage tot de publicatie VRIND 2004 m.b.t. het hoofdstuk "Gezinnen versterken, zorgen voor mekaar en samenleven" in het bijzonder wat de welzijnsaspecten betreft. Organisaties: • Welzijn en verzorgingsstaat
Onderzoekers: • Jozef Breda
Uitvoering van een aantal simulaties m.b.t. de zogenaamde "werkloosheids- en inactiviteitsvallen" in het kader van de werkzaamheden van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Uitvoering van een aantal simulaties m.b.t. de zogenaamde "werkloosheids- en inactiviteitsvallen" in het kader van de werkzaamheden van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Godelieve De Lathouwer
Stedelijkheid in Vlaanderen. Een cultuursociologische analyse. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil het stedelijke samenleven benaderen als een cultureel gegeven. We richten ons daarbij vooral op de culturele dynamiek binnen en tussen steden. Het ontstaan en bestaan van sociale en symbolische grenzen tussen mensen, buurten en steden onderling én het omzetten van een collectief cultureel referentiekader in het dagelijkse handelen zijn hierbij de centrale aandachtspunten. Aan de hand van kwantitatieve analyses proberen we hierop een antwoord te formuleren. Organisaties: • Cultuur en welzijn • Cultuur en welzijn
Onderzoekers: • Jeff Van Ouytsel • Koen Pelleriaux
Ontwikkeling van een sociale conjunctuur-barometer. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkeling van een sociale conjunctuur-barometer. Organisaties: • Welzijn en verzorgingsstaat
Onderzoekers: • Jozef Breda
Actualisatie van het hoofdstuk "Armoede en sociale uitsluiting in de Vlaamse context" uit het VAP 2004 voor het VAP 2005. Universiteit Antwerpen Abstract: Actualisatie van het hoofdstuk "Armoede en sociale uitsluiting in de Vlaamse context" uit het VAP 2004 voor het VAP 2005. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Actualisering van het Vooruitgangsrapport 2001 voor de periode 2001-2004. Universiteit Antwerpen Abstract: Actualisering van het Vooruitgangsrapport 2001 voor de periode 2001-2004. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Databank Statistische Informatie inzake Sociale Inclusie. Universiteit Antwerpen Abstract: Databank Statistische Informatie inzake Sociale Inclusie. Organisaties: • CENTRUM VOOR SOCIAAL BELEID • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon
Student in de 21ste eeuw. Wegen naar alternatieve studiefinanciering voor het hoger onderwijs. Universiteit Antwerpen Abstract: Student in de 21ste eeuw. Wegen naar alternatieve studiefinanciering voor het hoger onderwijs. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers:
• Bea Cantillon
ESF - project Coalition voor Turkse laaggeschoolde vrouwen. Universiteit Antwerpen Abstract: ESF - project Coalition voor Turkse laaggeschoolde vrouwen. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Op zoek naar de culturele betekenis van flexibiliteit. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoeksproject willen we het thema van arbeidsflexibiliteit vanuit een cultuursociologische invalshoek benaderen. We bekijken arbeidsflexibiliteit daarbij van onderuit, vanuit het perspectief van een man of vrouw die met een atypische arbeidssituatie wordt geconfronteerd. Het onderzoek bestaat uit twee luiken. Ten eerste willen we via een kwalitatief onderzoek bij interimwerkers verdere inzichten over de beleving van (contractuele) flexibiliteit vergaren. Ten tweede willen we, aan de hand van longitudinale data van het PSBH, flexibiliteit in loopbaanpatronen in kaart brengen. Organisaties: • Cultuur en welzijn • Cultuur en welzijn
Onderzoekers: • Katrijn Vanderweyden • Koen Pelleriaux
Loopbaanonderbrekers onder de loep. Een leefsituatie- en tijdsbestedingsonderzoek bij de gebruikers van het tijdskrediet in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Loopbaanonderbrekers onder de loep. Een leefsituatie- en tijdsbestedingsonderzoek bij de gebruikers van het tijdskrediet in Vlaanderen. Organisaties: • Cultuur en welzijn
Onderzoekers: • Katrijn Vanderweyden • Koen Pelleriaux
Consumptie als bouwsteen van identiteit. De rol van consumptie in de constructie en expressie van identiteit van jongeren. Universiteit Antwerpen Abstract: De centrale onderzoeksvraag in dit doctoraatsproject is hoe jongeren consumptie hanteren als een instrument voor de constructie en communicatie van hun identiteit. In de huidige postmoderne maatschappij is de identiteit van individuen immers niet langer op voorhand bepaald, maar moet deze zelf geconstrueerd worden. Bovendien moet men deze identiteit ook op een doeltreffende wijze naar anderen communiceren. Consumptie speelt in beide processen een centrale rol. Objecten worden namelijk vaak aanzien als extenties van het zelf. Constructie van de eigen identiteit vindt echter niet plaats in het luchtledige. Consumptie wordt eveneens gehanteerd als communicatiemiddel van identiteit (cfr. Veblen: demonstratieve consumptie). Bij deze twee domeinen zullen niet alleen de keuzes van jongeren centraal staan, maar ook waarom zij welke keuzes maken. De invloed van de peergroup wordt verondersteld hierin van cruciaal belang te zijn. Men koopt namelijk vaak objecten om zich te identificeren met bepaalde groepen of juist om zich te distantiëren van andere. De socio-demografische en economische achtergrond, het gedragen waardenpatroon, de ruimere vrijetijdsbestedingen en het mediagebruik worden eveneens als mogelijk belangrijke invloedsfactoren naar voor geschoven. De benadering van het onderzoek is hoofdzakelijk kwantitatief van aard. Het doel is om door middel van een grootschalige survey bij de 12- tot 18-jarigen in Vlaanderen, een antwoord te formuleren op de verschillende onderzoeksvragen. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans • Jeremi Van Gorp
Onderzoek betreffende de effectieve kostprijs van een Erasmus studieverblijf in het buitenland. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek betreffende de effectieve kostprijs van een Erasmus studieverblijf in het buitenland. Organisaties: • Cultuur en welzijn
Onderzoekers: • Peter Bursens • Koen Pelleriaux
Lokale klachtenbehandeling in Vlaanderen. Een bestuurskundige analyse volgens de 'exit-voice' theorie. Universiteit Antwerpen Abstract: De relatie tussen de burgers en de overheid staat actueel onder druk. Bij overheden bestaat de perceptie van een problematische relatie met de burger (de zogenaamde `kloof' tussen burgers en bestuur) en het gevoel dat hun democratische gehalte en legitimiteit is afgezwakt. Om politiek, bestuur en beleid `dichter bij de burger' te brengen, worden uiteenlopende, wat onsamenhangende initiatieven genomen, die de invloed van maatschappelijke actoren op de beleidsvorming moeten versterken. Deze ontwikkeling ligt in de wetenschappelijke lijn van de `exit-voice' theorie van Hirschman. Om te voorkomen dat ontevreden burgers `exit'-mogelijkheden zouden kiezen (vb. een stem uitbrengen op een extreemrechtse partij), gaan overheden vorm geven aan diverse `voice'-mogelijkheden. Hiermee willen ze kanalen ter beschikking stellen waarlangs burgers hun `stem' kunnen laten horen. Binnen deze context is onmiskenbaar een rol weggelegd voor lokale klachtenbehandeling. Ook lokale besturen worden geconfronteerd met het legitimiteitvraagstuk en voelen de noodzaak om voice-mechanismen vorm te geven. Bovendien wordt klachtenbehandeling in feite het meest verwacht in de lokale besturen. Het gaat immers om een bestuur dicht bij de burgers, waar conflicten tussen burgers en overheidsadministratie zich frequent voordoen. Klachtenbehandeling richt zich op de individuele burger die niet tevreden is over een individuele implementatiebeslissing, die voor die burger van belang is. In dit onderzoek nemen we de sociale realiteit van klachtenbehandeling op lokaal niveau onder de loep. Aan de hand van een theoretische en doorgedreven studie van de nationale en internationale beleids- en managementliteratuur worden concepten gedefinieerd en wordt een ideaaltypische voorstelling gemaakt van het lokale klachtenbehandelingssysteem. Vervolgens zullen we al de bestaande
klachtenbehandelingsinitiatieven bij lokale besturen op een systematische wijze in kaart brengen. We analyseren daarbij de doelstellingen die lokale besturen voor ogen hebben bij het opzetten van een klachtenbehandelingssysteem, evenals de procedurele kenmerken en processen van lokale klachtenbehandeling. De resultaten van dit onderzoek worden aan de hand van discrepantieonderzoek afgezet tegenover het ideaalmodel uit de eerste fase van het onderzoek. De bevindingen van dit discrepantieonderzoek verschaffen duidelijkheid over eventuele tekortkomingen en stellen ons in staat om concrete verbetervoorstellen te formuleren, gevoed vanuit de inzichten die werden verworven in het raam van dit onderzoeksproject. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Ria Janvier • Nancy Peeters
Kwaliteitsverbetering van het sociaal-wetenschappelijk onderzoek door betere dataverwervings- en analysemethoden. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstelling van dit project is een algemene verhoging van de kwaliteit van het onderzoek binnen de vakgroep Sociologie en Sociaal Beleid. Een meetbare indicator van verbetering van de kwaliteit is dat een groter aantal onderzoeksprojecten uitmondt in artikels in wetenschappelijke tijdschriften. Om dit doel te bereiken moet meer aandacht worden besteed aan de gebruikte methoden en technieken, zowel kwantitatieve als kwalitatieve. Organisaties: • VAKGROEP SOCIOLOGIE EN SOCIAAL BELEID • Welzijn en verzorgingsstaat
Onderzoekers: • Jozef Breda • Jean Vranken • Bea Cantillon
Toekomstperspectieven van jongvolwassen Vlamingen, Walen en Brusselaars. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoeksproject "de levensloop van jongvolwassenen" is het vierde project binnen een samenwerkingsverband tussen P&V, Knack, Le Vif/L'express, de RTBF en de onderzoeksgroep TOR van de Vrije Universiteit Brussel. Het eerste project onderzocht in 2001 de solidariteitsgevoelens van Vlamingen en hun steun voor het sociaal zekerheidsstelsel. In 2002 werd de samenwerking voortgezet met een onderzoek bij Belgen naar de eindeloopbaanproblematiek. Dit onderzoek verliep in samenwerking met het Ministerie van Sociale Zaken. Het derde project onderzocht de opinies over de toepassingen van genetica. Zowel binnen verschillende wetenschappelijke disciplines als in beleidskringen bestaat een toenemende aandacht voor de levenslopen van individuen en dan vooral van jongvolwassenen. In de periode van jongvolwassenheid worden jonge mannen en vrouwen immers geconfronteerd met verschillende belangrijke levenskeuzen en transities. Zij moeten beslissen over hun toekomstige levenspatroon en levensstijl. Daarom karakteriseren sommige auteurs deze periode als 'l'âge du choix'. In het algemeen omvat deze levensperiode de overgang van afhankelijkheid naar onafhankelijkheid in financieel, sociaal en emotioneel opzicht, waarbij het opnemen van verantwoordelijkheden een belangrijk aspect is. Op basis van een schriftelijke vragenlijst bij 4666 Belgische jongvolwassenen tussen 18 en 36 jaar, afgenomen in het voorjaar van 2004, trachtten we de levensloop en toekomstverwachtingen van jongvolwassenen in kaart te brengen. Het eerste deelrapport handelt over de levensloop in het algemeen. Het tweede en het derde deelrapport spitsen respectievelijk de aandacht toe op het gezinsleven en de wereld van de (bij)scholing en arbeid. Het vierde en laatste deelrapport handelt over de persoonlijke en maatschappelijke toekomstverwachtingen en -visies van jongvolwassenen in België. In het eerste deelrapport worden drie vragen behandeld: -Bestaat er nog een duidelijke opvatting van de ideale levensloop? -Hoe verhoudt het doorlopen van de levensloop zich tot het gevoel dat de toekomst zich sluit en alternatieve levenspaden worden uitgesloten? -Is de levensloop nog voldoende strak om te spreken van een sociale leeftijd en hoe verhoudt deze zich tot de chronologische leeftijd? In het tweede deelrapport wordt dieper ingegaan op het gezinsleven van jongvolwassenen. Het betreft loopbaantransities als het verlaten van het ouderlijk huis, het samenwonen met een partner, het huwelijk, het krijgen van kinderen en de aankoop van een woning. We gaan op zoek naar de verschillende samenlevingsvormen of huishoudenstypes waarin de jongvolwassenen leven en komen te weten welke transities jongvolwassenen al dan niet willen doorlopen. We gaan dieper in op de houdingen van jongvolwassenen ten opzichte van gezinspatronen, (familie)tradities en huishoudtypes. Hier wordt het verband tussen samenlevingsvorm, aspiraties en levensstijl nader onderzocht. In het derde deelrapport wordt dieper ingegaan op het huidige en toekomstige school- en beroepsleven van jongvolwassenen. We gaan op zoek naar hun arbeidsethiek en loopbaanperspectieven en belichten de toekomstplannen met betrekking tot het levenslang leren en het opnemen van tijdskrediet. We onderzoeken de elementen die de toeleiding naar een bepaald loopbaanperspectief bevorderen. Zo bekijken we of er genderverschillen zijn, regionale verschillen en verschillen naar onderwijsniveau en beroepssituatie. Ook de leeftijd en de levensfase van jongvolwassenen kunnen een rol spelen in de keuze voor een bepaalde loopbaan. Van de arbeidsethiek verwachten we eveneens dat het een invloed uitoefent op de voorkeur voor een bepaald type loopbaan. En tenslotte gaan we na of jongvolwassenen hun loopbaanperspectieven aanpassen met als doel hun vooropgesteld levenspad (familiebetrokken of egobetrokken) vooralsnog te kunnen verwezenlijken. In het vierde deelrapport gaan we dieper in op de beeldvorming van 18- tot 36-jarigen over de eigen persoonlijke toekomst en de maatschappelijke toekomst. Vooreerst onderzoeken we hoe jongeren aankijken tegen hun persoonlijke toekomst, zowel op economisch vlak als meer algemeen. Het algemeen persoonlijk toekomstbeeld blijkt bovendien ingebed te zijn in een breder geheel van persoonlijk welbehagen of onbehagen. We onderzoeken bovendien of onzekerheden op maatschappelijk vlak en onveiligheidsgevoelens (maatschappelijk onbehagen) kunnen leiden tot onzekerheden over de eigen toekomst. De grote rol die het maatschappelijk onbehagen blijkt te spelen in de partijvoorkeur, doet de vraag rijzen welke factoren tot dit maatschappelijk onbehagen leiden. Het maatschappelijk onbehagen blijkt niet zozeer ingegeven door condities maar vooral door de wijze waarop men de toekomst van de samenleving ziet en de verhalen die hierover de ronde doen, zowel face-to-face als via de massamedia. Het geloof in het scenario dat de toekomst van de samenleving gekenmerkt wordt door een meer competitieve economie, een grotere nadruk op prestatie, een toename van politieke machteloosheid, een verdwijnen van de staat, een belangrijker worden van de supranationale beleidsniveaus, een toename van onverdraagzaamheid en racisme en van etnische, culturele en religieuze conflicten, wat we de post-welvaartsstaat genoemd hebben, blijkt een cruciale rol te spelen in het aanzwengelen van het maatschappelijk onbehagen. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • PETER DE VLEESCHOUWER • Sven SANCTOBIN • Lieve SMETS • WENDY SMITS
De relatie tussen sociale participatie, culturele participatie en gevoelens van onveiligheid en etnocentrisme Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het kader van de studiedag 'Vlaanderen gepeild' (september 2005) van de administratie Planning en Statistiek van de Vlaamse Gemeenschap voorziet de onderzoeksgroep TOR in een bijdrage die handelt over de cultuurparticipatie van de Vlamingen. Deze bijdrage zal ondermeer steunen op de APS-surveys van 2003 en 2004 en belicht de relaties tussen de sociale participatie, cultuurparticipatie en mens- en maatschappijbeelden van Vlamingen. In tegenstelling met de idee van de individuele, culturele 'bricoleur' stelt recent Vlaams en Nederlands onderzoek vast dat de smaakvoorkeuren en vrijetijdsbesteding van individuen samenhangen met collectieve determinanten zoals opleidingsniveau, leeftijd, geslacht en familiale herkomst. Sommige auteurs stellen dat bij de studie van de vrijetijdsbesteding echter te weinig rekening wordt gehouden met de sociale netwerken waarin individuen zich bevinden en met de mate waarin deze individuen aan het verenigingsleven participeren. In eerste instantie trachten we na te gaan of de sociale netwerken van een individu zich opwerpen als een 'autonoom' socialiserend milieu en of er inderdaad sprake is van een zelfstandige invloed van sociale participatie, dus gecontroleerd voor factoren als geslacht, opleiding en familiale afkomst, op de cultuurparticipatie van verenigingsleden. Cultuurparticipatie vatten we voor deze studie op als de deelname aan de 'legitieme' cultuur of, anders gezegd, aan hoogculturele activiteiten, zoals museumbezoek, theatervoorstellingen, enzovoort. Dat participatie aan het verenigingsleven gevoelens van onbehagen en een pessimistisch mens- en maatschappijbeeld tegenwerkt, is reeds bekend. De invloed van cultuurparticipatie op dergelijke attitudes is daarentegen minder uitvoerig verkend. Tweede onderzoeksvraag betreft dan ook of de Vlaamse situatie aansluit bij de bevindingen uit internationaal onderzoek en dus inderdaad sprake is van een autonome invloed van cultuurparticipatie op persoonlijke ervaringen van onveiligheid en etnocentrisme. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Jan CLAEYS
Studie naar de wereldwijde vergrijzing en de gezondheid van ouderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek heeft als doel de ijkende vignettes methode te testen die in de WHO-studie "Wereldwijde vergrijzing en gezondheid van ouderen" gebruikt wordt. De vignettes methode wordt gebruikt om de cross-nationale vergelijkbaarheid van adata en/of resultaten uit de Shareenquête te verbeteren. Het eerste doel van het onderzoek bestaat er in om onderzoekers en veldwerkers bijkomedn te trainen in het gebruik van de vignettes methodologie. Een tweede objectief is het interviewen van minimaal 500 random geselecteerde volwassenen, ouder dan 50, met behulp van de drop-off gezondheidsvragenlijst waarin de WHO vignettesmethodologie opgenomen zijn. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
ESIST: verbetering van opleidingen voor schooldirecties. Een Europees perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in het EU-Comeniusprogramma. Organisaties: • STUDIEDIENST IDEA • School Onderwijs Stad & Samenleving (SOS & S)
Onderzoekers: • Paul Mahieu
Wetenschappelijke en administratieve voorbereiding en opvolging van een residentieel seminarie met als titel : "De territoriale pastoraal aangekaart". Universiteit Antwerpen Abstract: Wetenschappelijke en administratieve voorbereiding en opvolging van een residentieel seminarie met als titel : "De territoriale pastoraal aangekaart". Organisaties: • Universitair beheer en administratie
Onderzoekers: • Johan Vanhoutte
Nieuwe migranten op de arbeidsmarkt. Universiteit Antwerpen Abstract: Nieuwe migranten op de arbeidsmarkt. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Uitbreiding en voortzetting van de begeleidende activiteiten in het kader van EU-SILC (European Union Statistics on Income and Living Conditions). Universiteit Antwerpen Abstract: Het is de bedoeling om, in samenwerking met de betrokken personen binnen de Algemene Directe Statistiek en Economische informatie, de op het CSB ontwikkelde modellen aan te passen aan SILC 2004 en bij de genoemde directie de nodige methodes te introduceren voor de imputatie van non-response op inkomensvragen. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Gerlinde Verbist • Bea Cantillon • Cornelius Van den Bosch
Opbouw en actualisatie van de databank "woningen". Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Dit project is erop gericht, vertrekkende van de resultaten van de Algemene Socio-economische Enquête 2001 van het woningformulier, een relevante en coherente databank 'woningen' op te bouwen, te actualiseren en het Nationaal Instituut voor de Statistiek bij te staan in de praktische uitwerking ervan. In een eerste fase worden alternatieve bronnen (administratieve registers, surveys,...) met relevante gegevens opgespoord. Vervolgens worden de hindernissen onderzocht die overwonnen moeten worden bij het gebruik van deze alternatieve bronnen. De kwaliteit en haalbaarheid van het resultaat worden in een volgende stap geëvalueerd en tenslotte wordt (in samenspraak met het N.I.S.) de finale databank geconceptualiseerd. Organisaties: • Sociologie • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • RONNY LESTHAEGHE • Jan VAN BAVEL • JOHAN SURKYN • PATRICK DEBOOSERE
Opbouw en actualisatie van de databank "diploma's en opleidingsniveau van de Belgische bevolking". Universiteit Antwerpen Abstract: De Federale regering besliste dat de Sociaal Economische enquête van 2001 de laatste census zou zijn die in België uitgevoerd werd. Dit project gaat na in welke mate de onderwijsgegevens uit de census van 2001 geactualiseerd kunnen worden met behulp van de onderwijsgegevens van de Vlaamse overheid. Organisaties: • Cultuur en welzijn • Cultuur en welzijn
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans • Koen Pelleriaux • Luc Goossens • Cornelius Van den Bosch
Opdracht om een relevante en coherente databank "continue socio-economische enquête" op te bouwen en te actualiseren -vertrekkende van de resultaten van de algemene sociaal-economische enquête 2001. Universiteit Antwerpen Abstract: Opdracht om een relevante en coherente databank "continue socio-economische enquête" op te bouwen en te actualiseren -vertrekkende van de resultaten van de algemene sociaal-economische enquête 2001. Organisaties: • VAKGROEP SOCIOLOGIE EN SOCIAAL BELEID • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans • Koen Pelleriaux • Luc Goossens • Cornelius Van den Bosch
Studie van tijdreeksen m.b.t. tewerkstelling, inkomensverdeling, socio-demografische compositie, uitgave, transfer en financieringsstructuren voor een representatieve verzameling EU-landen. Universiteit Antwerpen Abstract: Studie van tijdreeksen m.b.t. tewerkstelling, inkomensverdeling, socio-demografische compositie, uitgave, transfer en financieringsstructuren voor een representatieve verzameling EU-landen. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Ive Marx
Microsimulatiemodel Sociale Zekerheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Microsimulatiemodel Sociale Zekerheid. Organisaties: • CENTRUM VOOR SOCIAAL BELEID • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon
Monografie: "Huisvesting en leefomgeving; Atlas: Habitat." Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van dit project is een sociologische en geografisch-ruimtelijke benadering van huisvesting en leefomgeving met als uiteindelijk doel een unieke integratie van resultaten en aandachtspunten door de multidisciplinaire samenwerking en complementaire competentie van onderzoekers uit beide onderzoeksdomeinen en dit ten dienst van het beleid (genereren van beleidsvoorbereidende informatie). Onderzoekspartners zijn: D. Vanneste (KULeuven) en I. Thomas (UCL). De sociologische benadering (Luc Goossens) beoogt inzicht in de actuele huisvestingskwestie (woningvraagstuk) als onderdeel van en gemodelleerd door een verstedelijkte mondiale samenleving die zich ook in België manifesteert. Organisaties: • OASeS - ONDERZOEKSGROEP ARMOEDE, SOCIALE UITSLUITING EN DE STAD • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Opwaartse en neerwaartse mobiliteit in loopbanen van werkenden en werklozen Universiteit Antwerpen Abstract: Opwaartse en neerwaartse mobiliteit in loopbanen van werkenden en werklozen Organisaties:
• CENTRUM VOOR SOCIAAL BELEID • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Godelieve De Lathouwer
Sint-Amands ? Kouterwijk ? Sociologische opvolging en evaluatie van de betrokkenen bij een bodemsanering in een woonwijk Universiteit Gent Abstract: In Vlaanderen zijn er verschillende woonwijken die gelegen zijn op verontreinigde gronden en gesaneerd dienen te worden. Vanuit het sociale stress model en een omgevingssociologische benadering worden de veranderende leefomstandigheden ten gevolge van de sanering opgevolgd. Er wordt getracht een sociologisch model te ontwikkelen die inzicht geeft in het omgaan met de gevolgen van het bodemsaneringsproces in een woonzone. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Johny Vincke
Sterfteoorzaken in België. Een analyse van risicogroepen naar socio-economische en regionale kenmerken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek naar differentiële sterfte in België is mogelijk dankzij de Nationale Databank Mortaliteit. Deze bestaat uit een koppeling van de censusgegevens van 1991 met enerzijds de registratiegegevens over sterfte en migratie tijdens de vijf jaar na de census (van 1/03/1991 tot 1/03/1996) en anderzijds met de gegevens over de sterfteoorzaak uit de sterftecertificaten tot 31/12/1995. Aan de hand van deze databank worden sociale sterfteverschillen in kaart gebracht bij de jongeren en jongvolwassenen (15-29 jaar), de volwassenen (30-44 jaar), de personen van middelbare leeftijd (45-59) en de ouderen (60-74 jaar en 75+ jaar). De indicatoren van socio-economische positie zijn voornamelijk opleiding, beroep, huisvestingskwaliteit en activiteitenstatus. Eerst worden verschillen in algemene sterfte bestudeerd die ontvouwd worden in oorzaakspecifieke sterfteverschillen (kanker, bloed- en hartvaatziekten, externe oorzaken, zoals zelfdoding, verkeersongevallen, etc.). Organisaties: • Interface Demografie • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • RONNY LESTHAEGHE • Jan VAN BAVEL • Sylvie GADEYNE • PATRICK DEBOOSERE
De integratie van kwantitatief en kwalitatief onderzoek met betrekking tot dagelijkse mobiliteit en sociale tijd. Vrije Universiteit Brussel Abstract: This project is a cooperation between Groupe de Recherche sur les Transports (GRT) Facultés Universitaires Notre-Dame de la Paix (FUNDP), Centre dÉtudes Sociologiques (CES)/Facultés Universitaires Saint Louis (FUSL) and TOR/VUB. The project aims at building up a new data base on mobility and activities in Belgium by combining the data sets from two national surveys, conducted in 1999: the national survey on households' mobility (MOBEL) and the national survey on time use (NIS/TOR). Two partners in this project, GRT and TOR, are the best specialists of these data sets since they coordinated their setting up and their exploitation. Fed by questions arising from interviews and qualitative researches, in which CES have acquired large skills, this base will allow analyzing the link between mobility and temporality and to explore the hypothesis about physical efforts minimization in displacements. Finally, in the context of the probable vanishing of Belgian census, this elaborate work on qualitative mobility problems and quantitative surveys will bring up a strategic interest related to the future of transport statistics in Belgium. A particular effort will be achieved aiming to draw conclusions in this direction and to disseminate them. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Jessie VANDEWEYER
Ouderen en onveiligheidsgevoelens. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Lezing in opdracht van de Koning Boudewijnstichting Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • SASKIA DE GROOF • WENDY SMITS
Woonbehoeftenonderzoek voor Willebroek. Universiteit Antwerpen Abstract: Woonbehoeftenonderzoek voor Willebroek. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Wetenschappelijke ondersteuning van de Staten-Generaal van het Gezin. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt voozien in een wetenschappelijk ondersteuning van de tweede Staten Generaal voor het Gezin. Dit houdt in (1) deelname aan het wetenschappelijk comité van de Staten-Generaal en (2) voorbereiding, methodologische follow-up en verwerking van een gezinsenquête. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Het in kaart brengen van het landschap van het vrijwilligerswerk in de sectoren Welzijn, Gezondheid en Cultuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Het in kaart brengen van het landschap van het vrijwilligerswerk in de sectoren Welzijn, Gezondheid en Cultuur. Organisaties: • Welzijn en verzorgingsstaat
Onderzoekers: • Jozef Breda
Inzicht verwerven in het fenomeen van de "nieuwe vrijwilliger" in vergelijking met het traditionele vrijwilligerstype. Universiteit Antwerpen Abstract: Net als de rest van de samenleving is de sector van vrijwilligerswerk onderworpen aan de processen van culturele diversificatie. Steeds meer vervaagt het traditionele beeld van de jeugdwerkvrijwilliger onder de druk van de recente maatschappelijke transformaties. Zowel in de wetenschappelijke literatuur als in de vaktaal komt men de term "nieuwe vrijwilliger" tegen, hetgeen naar de vrijwilliger verwijst met een compleet nieuwe set van motivaties, waarden en verwachtingen. De bedoeling van dit onderzoek, dat in samenwerking met de Stedelijke Jeugddienst Antwerpen wordt georganiseerd, ligt in de exploratie en in zowel theoretische als empirische onderbouw van het fenomeen van de nieuwe vrijwilliger. Wat beweegt deze mensen, wat hopen ze te vinden en welke obstakels komen ze tegen op de weg naar de realisatie van deze hopen ? Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Verkennend onderzoek naar cyberpesten bij jongeren in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: In opdracht van het Vlaams Instituut voor Wetenschappelijk en Technologisch Aspectenonderzoek (viWTA), en op vraag van de Commissie Cultuur, Jeugd, Sport en Media van het Vlaams Parlement, werd een verkennend onderzoek gedaan naar cyberpesten bij jongeren in Vlaanderen. Het onderzoek bestond uit twee delen. In een eerste fase werd de literatuur omtrent (klassiek) pesten, en omtrent jongeren en ICT bestudeerd. Ook de (tot nog toe schaarse) wetenschappelijke onderzoeken omtrent deviante internetpraktijken en cyberpesten werden onder de loep genomen. Op basis van deze literatuurstudie werden hypothesen en onderzoeksvragen geformuleerd. Die werden vervolgens getest en beantwoord door middel van een grootschalige schriftelijke enquête bij 2052 Vlaamse jongeren van het vijfde leerjaar tot en met het zesde middelbaar. Het volledige onderzoeksrapport is terug te vinden op de website van de opdrachtgever: www.viwta.be Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans • Michel Walrave • Heidi Vandebosch
Managing Social Risks through Transitional Labour Markets. (TLM.NET) Universiteit Antwerpen Abstract: Het betreft hier een netwerk van onderzoekers erkend binnen het 5de EU-kaderprogramma (onderdeel::Improving Human Potential Programme) waarvan het CSB lid is. Onderzoek over arbeidsmarktverschuivingenen transities in andere sectoren van de samenleving wordt via seminaries en workshops uitgewisseld en vergeleken met het oog op een bijdrage tot het Europees sociaal model. Organisaties: • CENTRUM VOOR SOCIAAL BELEID • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Godelieve De Lathouwer
Collaboratieve evaluatie van rehabilitatie van beroerte (aanval) in Europa (CERISE). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Inleiding: De revalidatie na CVA is een tijdsintensief gebeuren met een relatief hoge kost en daarom is het belangrijk het effect te meten van verschillende componenten van de revalidatie op de functionele recuperatie na CVA. In de Europese landen worden verschillende regimes gehanteerd en tot op vandaag is er heel weinig geweten over de impact hiervan op de recuperatie. Indien er zich verschillen voordoen, is het belangrijk na te gaan wat hiervan aan de basis kan liggen. Doel: Het doel van CERISE is het vergelijken van recuperatie bij CVA-revalidatie in verschillende centra in Europa alsook de verschillen na te gaan in inhoud en intensiteit van therapie en organisatorische karakteristieken. Om dit te kunnen realiseren werd een vergelijkende studie opgezet tussen 'leading' centra in vier verschillende Europese landen waarbij zowel klinische als organisatorische factoren in beschouwing worden genomen. Methodologie: Het onderzoeksproject heeft 4 onderdelen: (1) vergelijking van het herstelpatroon na CVA bij 4 centra in 4 Europese landen; (2) identificatie van verschillen in therapieaanbod in de betrokken centra die mee verschillen in recuperatie kunnen helpen verklaren. Volgende indicatoren worden in beschouwing genomen: de tijd die patiënten in therapie doorbrengen en de inhoud van kinesitherapie en ergotherapie; (3) analyse van de organisatie karakteristieken van de revalidatie afdelingen: management en arbeidsdeling, teamkaraktersitieken, en fysische omgeving. Verder wordt het aan de hand van kwalitatieve technieken mogelijk om culturele verschillen en interactieprocessen te beschrijven; (4) in de eindfase worden deze elementen samengebracht om indicatoren te identificeren van 'best clinical practice' binnen CVA-revalidatie en informatie aan te reiken voor een verbeterd management van CVA-revalidatie en het verminderen van handicap van de CVA-patiënt op langere termijn. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • Koen PUTMAN
Ouders over speelgoedreclame tijdens de Sinterklaasperiode. Universiteit Antwerpen
Abstract: Ouders over speelgoedreclame tijdens de Sinterklaasperiode. Organisaties: • Departement Sociologie - overige
Onderzoekers: • Magda Michielsens
Gezinsbeleid : impact op gezinnen van beleidsmaatregelen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de mogelijkheden om een Gezins Impact Analyse in te voeren voor Vlaamse beleidsmaatregelen. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Maatschappelijk georiënteerd werkprogramma voor het langetermijnbeheer van categorie B en C afval en CARL project. Universiteit Antwerpen Abstract: Deeltaak 1: Begeleiden en adviseren van NIRAS bij de voorbereiding en uitwerking van een maatschappelijk georiënteerd werkprogramma voor het langetermijnbeheer van categorie B en C afval. De focus ligt daarbij op het uitwerken van voorstellen voor de concrete invulling van een participatieproces rond deze thematiek en de uitwerking daarvan in de praktijk; en dit in nauwe samenwerking met de betrokkenen. Deeltaak 2: Onderzoek en coördinatie van het CARL project, een internationaal sociaal wetenschappelijk onderzoeksproject rond publieke participatie in het beheer van radioactief afval. Dit komt neer op het opmaken van een landenrapport over de huidge stand van zaken in België en het in een verdere fase verder uitdiepen van bepaalde, nog af te bakenen topics, in een comparatieve studie over de deelnemende landen (België, Canada, Slovenië, Zweden en het Verenigd Koninkrijk) heen. Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Erik A O J Van Hove • Ilse Loots
Valide indicatoren van problematische schuldsituaties. Een verkennend onderzoek. Universiteit Antwerpen Abstract: Valide indicatoren van problematische schuldsituaties. Een verkennend onderzoek. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Cornelius Van den Bosch
Doorlichting projecten KBS-Armoedefonds 2002-2005. Universiteit Antwerpen Abstract: De hoofdopdracht van dit project bestaat uit het detecteren van nieuwe en/of vernieuwende projecten, die een meerwaarde kunnen bieden bij het verkennen van toekomstige speerpunten in de armoedebestrijding in België. Hiertoe worden de Nederlandstalige projecten geanalyseerd die in de jaren 2002 tot 2005 een financiële tegemoetkoming ontvingen vanuit het Armoedefonds. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Aandacht in 't Kwadraat. Universiteit Antwerpen Abstract: Aandacht in 't Kwadraat. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Supervisie Vergrijzingsproject. Universiteit Antwerpen Abstract: Aan het Centrum voor Bevolking- en gezinstudie werk een team rond mantelzorg. Dit project garandeert de continuïteit in de begeleiding van het zorgteam. Organisaties: • Departement Sociologie - overige
Onderzoekers: • Therese Jacobs
Etude des effets de l'institution d'un barème uniforme de recouvrement auprès des débiteurs d'aliments de personnes âgées en maison de repos. Universiteit Antwerpen Abstract: Etude des effets de l'institution d'un barème uniforme de recouvrement auprès des débiteurs d'aliments de personnes âgées en maison de repos. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Risicoperceptiestudie bij de Belgische bevolking. Universiteit Antwerpen Abstract: Risicoperceptiestudie bij de Belgische bevolking.
Organisaties: • Centrum voor rechtssociologie
Onderzoekers: • Francis Van Loon
Nieuw en in volle transitie. Wat is de rol van Europa ? Een studie naar de impact van de Europese Unie op de hervormingen van de pensioenstelsels in 6 nieuwe EU-lidstaten in transitie. Universiteit Antwerpen Abstract: De hypothese die we in dit project willen toetsen is dat sedert de (voorbereiding tot) toetreding tot de Europese Unie de Centraal- en OostEuropese transitielanden onder grotere Europese invloed zijn gekomen en zulks zichtbaar is of (zal worden) in hun pensioenbeleid en de sociale doelmatigheid ervan. Deze vraagstelling is van belang, omdat tot op heden de betekenis van Europa op het vlak van sociaal beleid beperkt is gebleven tot de zogenaamde 'Open Methode van Coordinatie' (OMC) -een zachte vorm van uitwisseling van gegevens en van vaststelling van gemeenschappelijke doelstellingen. Volgens de meeste waarnemers heeft de OMC inzake pensioenbeleid een erg beperkte impact op de nationale beleidsvoering terzake. (zie bijvoorbeeld Cantillon, 2004: 35, 38; Scharpf, 2002) Voor de nieuwe lidstaten 'in transitie' zou de OMC evenwel van veel grotere betekenis kunnen zijn. Bij de pensioenhervormingen in de 90'er jaren stonden deze landen immers onder sterke iflvloed van internationale organisaties zoals het IMF en de Wereldbank. Sinds de (voorbereiding tot) toetreding tot de Europese Unie, kan men echter verwachten dat de invloed van de Europese Unie sterk is toegenomen, des te meer omdat deze landen nog steeds in transitie zijn. Deze studie bouwt verder op de licentiaatsverhandeling van Tim Goedemé ('Pensioenen in Oost- en West- Europa. Een vergelijking van het Roemeense en Belgische pensioenstelsel.'). Dit werk opent de vraag naar de rol van Europa in de recente -en nog steeds voortgaande- hervormingen van de pensioenstelsels in de nieuwe (en toekomstige) EU-Iidstaten in transitie. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon • Tim Goedemé
Microcensus 2006. Universiteit Antwerpen Abstract: Het geïntegreerd project MICROCENSUS 2006 heeft als objectief het organiseren van een proefcensus (20% steekproef) op basis van bestaande administratieve databanken, naar analogie met de klassieke tienjaarlijkse Belgische volkstellingen in survey-vorm. De grote socioeconomische thema's uit deze volkstellingen worden door het project gedekt (demografie, onderwijs, socio-economische positie, huisvesting). De doelstellingen zijn enerzijds het opbouwen van technische expertise en logistiek rond de overgang naar een administratieve bevragingswijze; anderzijds wordt erop gemikt een eerste ronde van bruibare socio-economische gegevens van administratieve oorsprong te genereren en te exploiteren. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Godelieve De Lathouwer
Origins of security and insecurity : the interplay of housing systems with, jobs, household structures, finance and social security. (OSIS) Universiteit Antwerpen Abstract: Origins of security and insecurity : the interplay of housing systems with, jobs, household structures, finance and social security. (OSIS) Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Een geïntegreerde benadering van empowerment in het welzijnswerk: individuele en organisatieverschillen Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek gaat over empowerment in het welzijnswerk en focust op die welzijnsorganisaties, -werkvormen en cliëntwelzijnswerkercontacten waarin het thema 'werk' centraal staat. Het opzet is enerzijds de extra verklarende kracht na te gaan van oragnisatie- en werkvormkenmerken op psychologische empowerment van cliënten/deelnemers bovenop de verklarende kracht van welzijnswerker- en cliënt/deelnemerkenmerken en anderzijds te onderzoeken welke kenmerken van welzijnswerkorganisaties en -werkvormen meer/minder empowerend zijn. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
De relatie tussen vertrouwensondersteuning en welbevinden bij holebi's Universiteit Gent Abstract: Dit project bestudeert de impact van vertrouwensondersteuning op stress ervaringen bij Holebi's. Meer bepaald wordt nagegaan of er een verschil van impact is bij algemene Versus minderheidsstress. Tevens wordt deze impact bekeken bij acute en chronische stress. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Johny Vincke
Maatschappelijk onbehagen en de erosie van het maatschappelijk draagvlak van de verzorgingsstaat. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de jaren '70 van de 20ste eeuw kwam de verzorgingsstaat onder zware druk te staan. De grote steun die de verzorgingsstaat tot dan toe kon genieten, werd in vraag gesteld. De verzorgingsstaat zou tot luiheid en een zwakke verantwoordelijkheidszin leiden, zou de spontane structuren van steun en liefdadigheid vernielen, zou mensen in de werkloosheid houden en op die manier ook de economie verzwakken, zo luidde de kritiek. Het opduiken van die kritiek mag echter niet worden verward met het wegdeemsteren van het draagvlak van de solidariteit en de sociale zekerheid. Uit bevolkingsonderzoeken bleek dat, ondanks de economische ontwikkelingen, de neoliberale kritieken en de doorgevoerde hervormingen, de houding van de bevolking tegenover het sociaal zekerheidsstelsel relatief onberoerd en positief bleef. In Vlaanderen zijn geen studies beschikbaar die toelaten een dergelijke evolutie over de tijd te trekken. Een representatieve studie door onze vakgroep uit 2001 bij meer dan 3500 Vlamingen wees wel uit dat de steun voor de verzorgingsstaat vrij groot is, maar dat de scherpe kritiek op de verzorgingsstaat toch ook
zijn weg heeft gevonden naar de opvattingen van een aantal burgers. Men dient daarin toch een erosie van het draagvlak van de solidariteit en de sociale zekerheid te onderkennen. Vandaar de belangstelling voor de oorzaken van die houding. In dit onderzoek nemen we het draagvlak voor solidariteit bij de bevolking onder de loep. We hebben hiervoor zes databanken ter onze beschikking (over een tijdsperiode van 1996 tot 2006). Ten eerste wordt de hoogte van dit draagvlak en de evolutie ervan over de laatste 10 jaar in Vlaanderen geschetst. Ten tweede worden de verklaringen voor de steun voor of het verzet tegen de verzorgingsstaat getoetst. Een dominante stelling luidt dat de steun voor de sociale zekerheid dient te worden verklaard vanuit (welbegrepen) eigenbelang. Volgens deze opvatting steunen mensen de verzorgingsstaat en de sociale voorzieningen omdat zij daar zelf baat bij hebben of zouden kunnen hebben. Een andere veelgehoorde theorie legt daarentegen veel meer nadruk op culturele determinanten, en meent dat de steun voornamelijk dient te worden verklaard op basis van opvattingen, houdingen, overtuigingen en dergelijke meer. De bevindingen worden tenslotte gespiegeld aan een kwalitatief onderzoek. Naast diepgaande kwantitatieve analyses op verschillende databanken, voorzag dit project immers ook in een kwalitatieve aanvulling op basis van diepte-interviews met 23 Vlamingen. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • SASKIA DE GROOF
Evaluatie van de inhoudelijke en financiële aspecten van het Vlaams inburgeringsbeleid. Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie van de inhoudelijke en financiële aspecten van het Vlaams inburgeringsbeleid. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES) • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Familiehereniging: kwantitatieve en kwalitatieve analyse van tendensen en profielen. Universiteit Antwerpen Abstract: Familiehereniging: kwantitatieve en kwalitatieve analyse van tendensen en profielen. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES) • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Statistieken omtrent schuldoverlast bij schuldbemiddelingsdiensten: analyse van vragenlijst & rapportering eerste gegevens. Universiteit Antwerpen Abstract: Statistieken omtrent schuldoverlast bij schuldbemiddelingsdiensten: analyse van vragenlijst & rapportering eerste gegevens. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Verkenning van een specifiek loopbaanpatroon en formulering van aanbevelingen met het oog op remediëring en verbeterde statistische registratie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project schuift drie doelstellingen naar voor: 1) In een eerste fase wordt een inventaris opgemaakt van beschikbaar materiaal dat de Vlaamse loopbaanpatronen zo duidelijk mogelijk in kaart brengen, met oog voor het genderverschil. 2) Er wordt een werkgroep samengesteld en begeleid met vertegenwoordigers uit o.a. beleid, bedrijfswereld en sociale partners. Gevoed door de opmerkingen en conclusies van de werkgroep, worden (beleids)aanbevelingen geformuleerd om het gesignaleerde loopbaanpatroon te doorbreken.
3) Voorstellen worden geformuleerd m.b.t. verbeterde statistische registratie ter vergaring van loopbaangegevens (administratieve databanken en surveys). Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Determinanten van oneigenlijk ziektegedrag bij TB- en HIV/AIDS- patiënten in de Free State en de uitwerking van adequate interventiestrategieën. Universiteit Antwerpen Abstract: Geringe belangstelling voor VCT (voluntary counseling and testing) en ontrouw aan de TB/HIV/AIDS-behandeling bemoeilijken de openbare initiatieven in de Free State om de co-epidemie op grote schaal te bestrijden. In deze strijd is kennis van de determinanten van het ziektegedrag van TB/HIV/AIDS-patiënten van essentieel belang. Het CHSR&D voert surveys uit bij TB- en ART-patiënten in nauwe samenwerking met het Free State Department of Health. Het voorgestelde project beoogt de data systematisch te analyseren en stategieën te ontwikkelen om adequaat ziektegedrag te promoten. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Herman Meulemans
Determinanten van de participatie van civiele maatschappij organisaties aan de 'Poverty Reduction Strategy Papers'.
Universiteit Antwerpen Abstract: Met de 'Poverty Reduction Strategy Papers' werd een nieuwe soort conditionaliteit vanuit de Wereldbank en het IMF aan ontwikkelingslanden opgelegd. Er dient namelijk in het opstellen van zo'n PRSP rekening gehouden te worden met de civiele maatschappij . Hiertoe wordt de participatie van civiele maatschappij actoren aan de PRS processen "verplicht". Onze onderzoeksvraag richt zich op de selectie van de actoren die aan de discussietafel zullen zetelen. Een profiel wordt opgesteld van de betrokken en niet-betrokken organisaties, rekening houdend met zowel een aantal 'resources' die de organisaties ter beschiking hebben, alsook hun netwerken met donoren, overheid en andere civiele maatschappij actoren. Organisaties: • Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer - overige • AID Policy
Onderzoekers: • Nadia Molenaers
De plaats van de wetenschap in de geschreven pers. Universiteit Antwerpen Abstract: In deze studie staat de rol van de geschreven pers in het communiceren over wetenschap centraal. Meer concreet gaat dit onderzoek na wat de plaats is van wetenschap in de Vlaamse dag- en weekbladen en hoe het wetenschappelijk bedrijf (Vlaams maar ook internationaal) hier in beeld komt. Deze analyse wordt aangevuld met een beschrijving van het redactioneel beleid inzake wetenschapsberichtgeving en de rol van de (wetenschaps)journalist hierin. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
De keuze tussen overlevingspensioen en arbeid in de actieve welvaartsstaat. Universiteit Antwerpen Abstract: Het overlijden van een huwelijkspartner kan naast een emotionele ook een financiële weerslag hebben op de overlevende partner en zijn gezin. Daarom heeft de langstlevende echtgenoot/echtgenote recht op een overlevingspensioen. In het kader van de actieve welvaartsstaat is het echter noodzakelijk om ook de weerslag van het verlies van een partner op de arbeidsparticipatie van de weduwnaar/weduwe te analyseren. In dit project wordt het effect van de cumulatie van een overlevingspensioen met een arbeidsinkomen in kaart gebracht door middel van een postenquête. Aan de hand van deze enquête wil het project twee onderzoeksvragen beantwoorden: 1. Welke van de overlevende partners kiezen ervoor een overlevingspensioen op te nemen en welke kiezen ervoor te verzaken aan het overlevingspensioen en wat zijn de redenen om één van beide opties te verkiezen ? 2. Welke van de overlevende partners die een overlevingspensioen opnemen, cumuleren dit met een beroepsactiviteit en wat zijn de moeilijkheden die hierbij ondervonden worden ? Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Exclusion in kind and in mind. Een sociologisch onderzoek naar het verband tussen armoede en depressie vanuit een multidimensioneel armoedeperspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Op basis van het Belgische Huishoudenpanel en de Nationale Gezondheidsenquête van 2001 wordt de aanwezigheid en ontwikkeling van depressies bekeken vanuit een multidimensioneel armoedeperspectief. Dit bracht ons tot de vaststelling dat specifieke vormen van armoede meer dan andere deprimerend zijn, of omgekeerd, door een depressie worden veroorzaakt. Armoede blijkt deprimerend te zijn als een acute, chronische, maar ook als een voorbije ervaring. Omgekeerd blijkt dat depressies niet alleen de kans op een confrontatie met armoede vergroten, maar dat ze ook een barrière vormen om uit de armoede te ontsnappen. In de relatie tussen armoede en depressie speelt relatieve deprivatie een belangrijke rol. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken • Katia Levecque
Steunpunt Gelijkekansenbeleid Universiteit Antwerpen Abstract: Steunpunt Gelijkekansenbeleid Organisaties: • Vrouwenstudies • Departement Sociologie - overige
Onderzoekers: • Magda Michielsens
Steunpunt Gelijkekansenbeleid. Universiteit Antwerpen Abstract: Het steunpunt wil de Vlaamse overheid wetenschappelijk ondersteunen op het vlag van gelijke kansen. Dit gebeurt door op een geïntegreerde manier multidisciplinaire expertise en onderzoekspotentieel te ontwikkelen en ter beschikking stellen. Tevens wil het steunpunt de gegevens, de analyses en onderzoeksresultaten gestructureerd en gericht ontsluiten naar de doelgroepen, andere actoren en het brede publiek. Organisaties: • OASeS - ONDERZOEKSGROEP ARMOEDE, SOCIALE UITSLUITING EN DE STAD • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jozef Breda • Daniël Cuypers • Jean Vranken • Fernand Tanghe • Bea Cantillon
Een statistisch onderzoek met het oog op het verzamelen van basismateriaal over de doelgroep holebi?s Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek betreft een opvolging van het beleidsondersteunend holebi-onderzoek van Vincke en Stevens(1999). Methodologische en inhoudelijke sterktes en zwaktes van het genoemde onderzoek zullen eerst geïnventariseerd worden. Vervolgens zullen beleidsindicatoren omtrent de leefsituatie van holebi?s opgesteld worden op basis van en in vergelijking met ander gelijksoortig Vlaams en Europees onderzoek. Uiteindelijk zal de output het Gelijke kansenbeleid onderbouwen. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Johny Vincke
Ruimte voor woonbeleid (01/01/2004-31/12/2006) Universiteit Gent Abstract: Het Kenniscentrum Woonbeleid is een expertisecentrum dat, ondermeer via een uitgebreide survey onder de Vlaamse huishoudens, basisinformatie verzamelt over wonen en woonbehoeften in Vlaanderen. Aansluitend worden specifieke onderzoeksopdrachten uitgevoerd ter voorbereiding van het Vlaamse woonbeleid. Het kenniscentrum is opgericht op initiatief van de Minister voor Wonen dat de deskundigheid over wonen vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines bundelt in één onderzoeksteam dat een voldoende lange erkenning en financiering heeft en daardoor een stabiele samenwerking kan uitbouwen. Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Ruddy Doom
Tijdsbesteding van de Vlamingen : een logitudinaal tijdsbudget-onderzoek bij een represtatieve steekproef van Vlamingen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het kader van het Programma Beleidsgericht Onderzoek 1997, kreeg de Vakgroep Sociologie van de Vrije Universiteit Brussel de opdracht om een grootschalig tijdsbudget-onderzoek in Vlaanderen uit te voeren (PBO97/3/109). Het veldwerk van dit onderzoek vond plaats in 1999 (periode 15/4 t.e.m. eind oktober). Ruim 1500 Vlamingen tussen 16 en 75 jaar oud worden twee keer mondeling geïnterviewd en vullen gedurende één week een tijdsbestedingsdagboekje in. In het dagboekje noteren de respondenten sequentieel alle activiteiten die ze stellen gedurende de week, telkens met de begin- en eindtijd, de plaats van de activiteit, het eventuele transportmiddel, of er andere aanwezig waren en met wie ze gesproken hebben. Het lopende onderzoek werd zo geconcipieerd dat het kan dienen als aanzet voor longitudinaal tijdsbudgetonderzoek in Vlaanderen, waarbij periodiek bij een aselecte steekproef van Vlamingen een vergelijkbare tijdsbudget-studie zal worden uitgevoerd, zodat trends in tijdsbesteding en tijdsordening kunnen worden waargenomen. In dit projectvoorstel beogen we de voorbereiding en de afname van de tweede golf van het Vlaamse tijdsbudget-onderzoek. Indien we, zoals in Nederland, om de 5 jaar een peiling willen houden, dan vindt de tweede golf plaats in 2004. In onderhavig project stellen we voor om de opgebouwde expertise inzake tijdsbudget-onderzoek maximaal aan te wenden ter voorbereiding van de volgende golf. Om de continuïteit en de optimale valorisatie van het tijdsbudget-onderzoek te garanderen stellen wij een project voor bestaande uit drie stappen, uitmondend in de volgende golf van het Vlaamse tijdsbudget-onderzoek: a) De inhoudelijke en methodologische voorbereiding van het onderzoeksinstrument voor de volgende meting. Dit willen we onder meer doen door het ontwikkelde onderzoeksinstrument te toetsen aan de instrumenten die in andere landen gebruikt worden (o.a. Nederland en het EUROSTATtijdsbudget) en nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen op te sporen waarmee rekening moet worden gehouden bij een volgende peiling. Ook door een internationale vergelijking te maken van onze onderzoeksresultaten met die van andere landen hopen we niet alleen bij te dragen tot een betere kennis van het sociale leven in Vlaanderen, maar ook een beter zicht te krijgen op de mogelijkheden en de beperkingen van ons onderzoeksinstrument. Uiteraard is het bij een eventuele bijsturing van het onderzoeksinstrument van essentieel belang dat de vergelijkbaarheid met de eerste golf niet teloor gaat. b) We willen de data die we verzamelden in '99 maximaal valoriseren door onder meer een reeks workshops te organiseren voor beleidsmedewerkers en onderzoekers. In deze sessies moeten potentiële gebruikers vertrouwd gemaakt worden met de data, gewezen worden op de diverse mogelijkheden van de tijdsbudgetdata en bijgebracht worden hoe deze te gebruiken. Het is de bedoeling het gebruik van de verzamelde data door verschillende beleidsdomeinen te stimuleren en hieruit ook lessen te trekken voor de tweede peiling van het tijdsbudget-onderzoek. c) De vorige twee stappen zouden moeten leiden tot het op punt stellen van het onderzoeksinstrument voor een nieuwe peiling. In 2004 willen we overgaan tot het uitvoeren van het veldwerk van de tweede golf. Het laatste onderzoeksjaar wordt dan benut voor het uitvoeren van de eerste analyses op de nieuwe data. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • IGNACE GLORIEUX • MAARTEN MOENS • Kim COPPENS • Ryfka HEYMAN • JOERI MINNEN • Jessie VANDEWEYER
Steunpunt : Re-Creatief Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het steunpunt heeft als missie om op basis van het wetenschappelijk onderzoek de beleids- en beheerscyclus van het Vlaamse cultuurbeleid te ondersteunen. De basisdoelstelling van het steunpunt is het opbouwen en uitwerken van een systematische set van beleidsindicatoren en het uitwerken van survey-onderzoek in het domein van cultuurpartcipatie. Daarnaast wordt er onderzoek verricht in het domein van het erfgoedbeleid, ICT en tijdsbudgetonderzoek. De verzamelde wetenschappelijke kennis en expertise wordt toegankelijk gemaakt voor de Vlaamse overheid en aan haar overgedragen. Organisaties: • Culture, Emancipation, Media and Society • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Communicatiewetenschappen • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • IGNACE GLORIEUX • MAARTEN MOENS • GERT NULENS
• CAROLINE PAUWELS • KATIA SEGERS • Jan CLAEYS • Frank STEVENS • Dieter VANDEBROECK
Steunpunt : Loopbanen van leerlingen en studenten in het onderwijs en overgang van onderwjs naar arbeidsmarkt. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De centrale doelstelling van het Steunpunt "Loopbanen in het onderwijs en de overgang naar de arbeidsmarkt" is de constructie van gegevensbestanden die toelaten om na te gaan welk pad jongeren volgen van het begin van het basisonderwijs tot de intrede op de arbeidsmarkt. Het Steunpunt is opgebouwd rond twee basiseenheden. Unit A werkt rond 'Loopbanen in het Onderwijs', met als belangrijkste doelstelling de constructie en analyse van gegevensbestanden met betrekking tot de loopbanen van leerlingen in het basisonderwijs. Unit B werkt rond 'Overgang van School naar Werk', waarbij de constructie van longitudinale gegevensbestanden die informatie aanreiken over de manier waarop Vlaamse jongeren de overgang van school naar werk maken, centraal staat. Het is in die tweede eenheid dat de vakgroep Sociologie van de Vrije Universiteit Brussel participeert. Het onderzoeksprogramma van die eenheid is in feite de logische verderzetting van de voorgaande projecten uitgevoerd door de interuniversitaire onderzoeksgroep SONAR ("Studiegroep van ONderwijs naar ARbeidsmarkt"). SONAR werd opgericht naar aanleiding van onderzoeksinitiatieven van de Afdeling Beleidscoördinatie van het Departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap om onderzoek uit te voeren over de manier waarop jongeren de overgang van school naar werk maken. In dat kader werden 3000 jongeren geboren in 1976 bevraagd in 1999 (op 23-jarige leeftijd), 3000 23-jarigen geboren in 1978 (in 2001) en werden de respondenten van geboortecohorte 1976 opnieuw bevraagd in 2002 op 26-jarige leeftijd. Met de financiering in het kader van dit Steunpunt wordt een nieuwe geboortecohorte (1980) bevraagd in 2003 (op 23-jarige leeftijd), worden de gegevens van de geboortecohorte 1978 verder aangevuld tot op 26-jarige leeftijd, en van de jongeren geboren in 1976 zelfs tot op 29-jarige leeftijd. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Nils DUQUET • Ilse LAURIJSSEN • YOLANDA VAN DORSSELAER
De detraditionalisering van het Vlaamse eetpatroon: realiteit of gerucht? Vrije Universiteit Brussel Abstract: Tegenwoordig is de idee dat eten zich aan geen enkele vorm van regels meer onderwerpt, sterk verspreid. Deze idee steunt op een aantal ontwikkelingen die zich de laatste twee eeuwen op vlak van voeding hebben voorgedaan en die aanleiding hebben gegeven tot een detraditionalisering en een destructurering op vlak van eetgewoonten. Essentieel bij de studie van de destructualisering van eetpraktijken is het concept van de traditionele maaltijd. Uit vroeger sociologisch onderzoek bleek dat er een vrij grote consencus bestond over hoe een maaltijd er juist moet uitzien om als maaltijd gedefinieerd te worden. In die zin kunnen we spreken van destructualisering wanneer onze eetpraktijken dit ideaalbeeld steeds minder in acht nemen. Het onderzoek is gebaseerd op de analyse van Vlaamse en Belgische tijdsbudgetgegevens. Het betreft Belgische data uit 1966 en 1999 en Vlaamse data uit 1988, 1999 en 2004, die gegevens bevatten over de duur, het tijdstip en de plaats van de maaltijd, het gezelschap waarin men verkeert bij de maaltijd en het soort maaltijd (warme maaltijd of broodmaaltijd). Ook achtergrondkenmerken zoals de opleiding, de leeftijd, de sociaal-economische status en dergelijke van de respondent zijn opgenomen in deze data. Het feit dat tijdsbudgetgegevens uit verschillende periodes beschikbaar zijn, zal ons toelaten de ontwikkelingen van de plaats van eten in het tijdsgebruik en de tijdsordening over deze periode te schetsen. Organisaties: • Sociologie • Geschiedenis
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Inge MESTDAG • PETER SCHOLLIERS
Geheugenconsolidatie van verbaal en niet-verbaal stimulusmateriaal bij expliciet en impliciet leren Vrije Universiteit Brussel Abstract: Huidige aanvraag ligt in het verlangde van het 4-jarig OZR-mandaat van Inge zeeuws en heeft tot doel toe te laten het doctoraat succesvol af te ronden. Het onderzoek kende vertraging ten gevolge van het gebruikte onderzoeksdesign. Er werd immers gebruik gemaakt van within-subjects designs, waarbioj de deelnemers steeds een sessie uitvoeren onder invloed van d-amfetamine en een sessie met placebo. De afname van een experiment liep hiermee al gauw op tot enkele maanden. Hoewel de data van verscheidene experimenten leiden tot duidelijke conclusies blijven er twee vragen onbeantwoord, waarvoor nog doorslaggevende experimentele data nodig zijn. Het beantwoorden van beide vragen is daarenboven essentieel voor het succesvol afronden van het doctoraat (zie verder in verslag voorbije activiteiten). Met dit project onderzoeken we de consolidatie van verbaal en niet-verbaal materiaal in impliciete en expliciete geheugentaken. Consolidatie verwijst naar de verdere verankering van opgenomen kennis na het leren. Kennis wordt met andere woorden niet plots, maar gradueel in het lange termijn geheugen vastgelegd (McGauch, 2000). Aansluitend op vroeger onderzoek in ons laboratorium werd het consolidatieproces door middel van d-amfetamine onderzocht (Soetens et al 1995; Soetens et al 1993). De voor de hand liggende te beantwoorden vraag is of impliciet leren gemeenschappelijke consolidatie-eigenschappen bezitten (zie verder verslag voorbije activiteiten). Organisaties: • Cognitieve en Fysiologische Psychologie
Onderzoekers: • ERIC SOETENS • Inge ZEEUWS • Natacha DEROOST
Onderzoek naar bibliotheekgebruik in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het kader van dit project kan elke Vlaamse bibliotheek zich via het Vlaams Centrum voor Openbare Bibliotheken inschrijven voor een gebruikersonderzoek. In alle deelnemende bibliotheken wordt een steekproef getrokken uit de ingeschreven leners boven 15 jaar. Aan deze mensen wordt gevraagd een vragenlijst in te vullen en desgevallend worden de uitleengegevens gedurende 6 maanden bijgehouden (van 1 januari tot 30 juni). Naast de klassieke socio-demografische achtergrondvariabelen, wordt in de vragenlijst o.m. ook gepeild naar de tevredenheid met de bibliotheek, hoe de bibliotheek gebruikt wordt, opzoekgedrag in de bibliotheek, en verder ook naar de algemene cultuurparticipatie, mediavoorkeuren, vrijetijdsbestedingen, en houdingen.De deelnemende bibliotheken ontvangen zelf ook een vragenlijst die peilt naar de infrastructuur en de verschillende diensten die de bibliotheek aanbiedt. De uitleengegevens en de antwoorden op de vragenlijst worden centraal
verzameld en verwerkt. Elke deelnemende bibliotheek ontvangt een rapport met resultaten waarin de resultaten van de individuele bibliotheek worden vergeleken met het Vlaams gemiddelde. In een latere fase van het project worden globale analyses m.b.t. het bibliotheekgebruik in Vlaanderen gepland. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Leen VAN THIELEN • Dieter VANDEBROECK
Clusterproject : Valorisatie van transportmodellen voor een duurzaam transport Vrije Universiteit Brussel Abstract: Transport en duurzame ontwikkeling zijn onmiskenbaar met elkaar verbonden. Het feit dat de auto nog steeds het meest gebruikt wordt voor het maken van verplaatsingen heeft duidelijk aangetoonde negatieve effecten op de omgeving. De vooruitzichten voor het autogebruik beloven niet meteen een verandering in deze evolutie. Het vervoer van personen (waartoe we ons in dit project beperken) en de verwachte toekomstige ontwikkelingen leggen dan ook een zware hypotheek op de duurzame ontwikkeling van onze samenleving. Door belangrijke projecten en toonaangevende wetenschappelijke partners in het domein van duurzame mobiliteit samen te brengen kunnen we de wetenschappelijke kennis die aanwezig is in de organisaties van verschillende clusterpartners delen, verspreiden en valideren. Meer specifiek kan deze expertise gestructureerd worden in de volgende onderwerpen, die direct gelinkt zijn aan duurzame mobiliteit: - emissiemodellen - activiteiten-gebaseerde modellering - data consolidatiemodellen - demografie Het doelpubliek van onze acties zijn leden van de verschillende Belgische beleidsniveaus, administratie, onderzoeksinstellingen en studiebureaus. Concreet organiseren we een aantal workshops: een deel intern tussen de verschillende clusterpartners, een ander deel specifiek gericht naar het doelpubliek. Het doel van de workshops is een interactieve benadering van het thema, waarbij de input zowel van de clusterpartners als van het publiek komt. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • SUZANA KOELET
Actualisatie Hoofdstuk II (Armoede en sociale uitsluiting in de Vlaamse context) uit het VAP 2005-2009 op basis van het Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting 2006. Universiteit Antwerpen Abstract: Actualisatie Hoofdstuk II (Armoede en sociale uitsluiting in de Vlaamse context) uit het VAP 2005-2009 op basis van het Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting 2006. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Estimates about the distribution of household income and poverty in Belgium for the year 1995. Universiteit Antwerpen Abstract: De OESO stelt om de vijf jaar een internationale vergelijking op inzake armoede en inkomensverdeling in de OESO-landen. De noodzakelijke cijfers voor België werden berekend door het CSB op basis van ECHP (1995 en 2000) en EU-SILC (2005). Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Gerlinde Verbist • Cornelius Van den Bosch
Aan de onderkant van de technologische samenleving. Kansarmoede en technologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Aan de onderkant van de technologische samenleving. Kansarmoede en technologie. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken • Heidi Vandebosch
Paritaire huurcommissies. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project betreft een onderzoek inzake de implementatie van pilootprojecten betreffende paritaire huurcommissies in opdracht van de Belgische Federale Programmatorische Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Strijd tegen de Armoede en Sociale Economie. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Wetenschappelijke follow-up van drie pilootprojecten van paritaire huurcommissies in Brussel, Charleroi en Gent. Universiteit Antwerpen Abstract: Wetenschappelijke follow-up van drie pilootprojecten van paritaire huurcommissies in Brussel, Charleroi en Gent. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Boekproject "Gezinnen en Gezinsbeleid in België". Universiteit Antwerpen Abstract: De Staten Generaal voor het Gezin boog zich in twee cycli over de actuele problemen van het gezin en het gezinsbeleid. Dit onderzoek heeft tot doel om bij het afsluiten van de tweede clyclus een boek samen te stellen dat een overzicht geeft van het maatschappelijk debat over gezinnen en gezinsbeleid. Hiertoe worden de conclusies van de twee Staten Generaal afgetoetst aan de stem van het middenveld en de inzichten uit de academische wereld. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
De welvaartsevolutie van de bodembescherming in België en de ons omringende landen. Universiteit Antwerpen Abstract: De minimumuitkeringen in de Belgische sociale zekerheid zijn vandaag via de gezondheidsindex automatisch gekoppeld aan de evolutie van de prijzen. Begin 2004 besliste de Belgische regering om vanaf 2007 deze uitkeringen elke twee jaar ook aan te passen aan de welvaartsevolutie. In dit onderzoek gaan we na in hoeverre de sociale minima in de ons omringende landen de welvaartsgroei volgen, en welke mechanismen hiervoor ingezet worden. Wat kan het beleid in deze landen ons leren inzake welvaartsvaste sociale uitkeringen? Welke regelingen zijn mogelijk, en wat zijn hun voor- en nadelen? Het onderzoek valt uiteen in drie luiken. We starten met een actualisatie van de evolutie van de Belgische sociale minima. We gaan na in hoeverre het Belgische beleid koopkracht- en welvaartsvaste minima garandeert. Daarna vergelijken we deze evolutie met de koopkracht- en welvaartsontwikkelingen van de sociale minima in de ons omringende landen. In een Iaatste luik onderzoeken we het recente beleid dat deze landen voeren ten aanzien van de sociale uitkeringen, en met name de mechanismen die ze hanteren om de minima op regelmatige tijdstippen aan te passen aan de koopkracht- of de welvaartsevolutie. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon
Procesevaluatie "zorgnet zelfmoordpreventie". Universiteit Antwerpen Abstract: Het Zorgnet Zelfmoordpreventie pilootproject is in 2006 in de Logo Antwerpen-Noord opgezet om de huisartsen nauwer te betrekken bij de opvolging van personen die een suïcidepoging hebben ondernomen of een verhoogd suïciderisico hebben. In het onderzoek wordt het pilootproject na één jaar werking geëvalueerd. Daartoe werden drie focusgroepgesprekken georganiseerd, waaraan een brede waaier van hulpverleners deelnam, en gebeurde de analyse door middel van NVivo7. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Herman Meulemans
Vrede voor Vlamingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek gaat na wat Vlamingen anno 2007 denken over vrede en geweldloosheid. De kern van het onderzoek is een survey bij 1000 Vlamingen over hun perceptie van vrede en geweldloosheid in de wereld en in de eigen samenleving. Ook wordt er gepeild naar het effectieve en het potentiële vredesengagement van Vlamingen. Die publieke-opiniedata worden ingekaderd in een hele reeks andere deelonderzoeken zoals bevragingen bij deelnemers aan verdesbetogingen, analyses van mediaberichtgeving over oorlog en vrede, analyses van de politieke agenda enzovoort. Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Stefaan Walgrave
Peer Review "Implementatie van de nieuwe uitkering voor werkzoekenden in Duitsland". Universiteit Antwerpen Abstract: Peer Review "Implementatie van de nieuwe uitkering voor werkzoekenden in Duitsland". Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Kristel Bogaerts
Haalbaarheidsstudie over de toekomst van de sociale voorzieningen voor zeelieden in de haven van Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: Haalbaarheidsstudie over de toekomst van de sociale voorzieningen voor zeelieden in de haven van Antwerpen. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Het geweld tussen jongeren in uitgaansbuurten : inventaris en maatregelen genomen door de institutionele actoren Universiteit Gent Abstract: De studie is gekaderd in Daphne II van de Europese Commissie waarbij een comparatief onderzoek in verschillende Europese landen wordt opgestart om de dimensies van het geweld tussen jongeren in uitgaansbuurten en de doeltreffendheid van preventiemaatregelen die door verschillende institutionele actoren worden genomen, na te gaan. Het doel van de studie is om enerzijds een overzicht te geven van de reeds gevoerde onderzoeken rond dit thema en anderzijds om een empirisch onderzoek te doen in drie steden (voor België: Gent, Sint-Niklaas en Oostende) naar uitgaansgeweld en de genomen preventiemaatregelen. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Patrick Hebberecht
Onderzoek naar discriminatiemechanismen rond seksuele geaardheid op de werkplek. Universiteit Antwerpen Abstract: Discriminatie van holebi's op de werkvloer - Over inkomensverschillen, sectorsegregatie en het 'roze' plafond. Holebi's (homomannen, lesbiennes en biseksuelen) bekleden een gestigmatiseerde positie in een samenleving die als heternormatief kan worden omschreven. Nog steeds worden zij met verschillende vormen van discriminatie geconfronteerd. Bovendien kan het negatief anticiperende gedrag van holebi's (het vermijden van potentiële discriminatie) ertoe leiden dat zij hun seksuele identiteit verbergen waardoor ze een deels onzichtbare populatie worden. Deze socio-culturele en individuele factoren kunnen de positie van holebi's op de arbeidsmarkt beïnvloeden. In deze studie willen we nagaan in welke mate discriminatie van holebi's, het ontbreken van een traditioneel relatiemodel voor holebi's, het maken van niet genderstereotiepe keuzes (kiezen voor 'vrouwelijke' of 'mannelijke' beroepen) en het verwerven van vaardigheden gedurende de schoolloopbaan door holebi's, hun arbeidsmarktpositie kan beïnvloeden. We meten dit door inkomensverschillen, sectorsegregatie en het al dan niet voorkomen van een glazen (of 'roze') plafond in kaart te brengen. Via online enquêtering en een case control study worden 900 holebi's vergeleken met 900 hetero's. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Josse Van Steenberge
Armoederisico's van Belgische weduwen en weduwnaars. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bouwt voort op een survey-onderzoek uit 2006 in opdracht van de Minister van Pensioenen en de Federale Overheidsdienst Sociale Zaken. In dat project werden de noden en behoeften van weduwen in kaart gebracht. Tevens werd nagegaan welke van de overlevende partners ervoor kiezen een overlevingspensioen op te nemen -al dan niet gecumuleerd met een beroepsactiviteit- en welke van de overlevende partners ervoor kiezen te verzaken aan het overlevingspensioen. In dit project kijken we, aan de hand van de surveygegevens uit bovenstaande studie enerzijds en de koppeling van deze surveygegevens met administratieve data uit het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming anderzijds, meer in detail naar de situatie van de meest armoederisicovolle weduwen en weduwnaars. Vooreerst willen we nagaan welke de verschillen zijn tussen de meer en de minder armoederisicovolle weduwen en weduwnaars. Enerzijds gaan we hiervoor dieper in op enkele socio-demografische, huishoudelijke, relationele, en inkomens- en uitgavenverschillen; anderzijds gaan we ook na in welke mate meer en minder armoederisicovolle weduwen hun situatie verschillend percipiëren en/of beleven. Ten tweede gaan we op zoek naar enkele verklarende factoren waardoor weduwen en weduwnaars meer kans hebben om in een meer armoederisicovolle situatie terecht te komen. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
P&O/Diversité/Homophobie relatif à une recherche exploratoire sur les représentations de l'homosexualité dans la fonction publique belge. Universiteit Antwerpen Abstract: P&O/Diversité/Homophobie relatif à une recherche exploratoire sur les représentations de l'homosexualité dans la fonction publique belge. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Josse Van Steenberge
Uitvoeren van een bevraging van het publiek van de Brusselse podiumkunsten Vrije Universiteit Brussel Abstract: In opdracht van de Brusselse Schepen van Cultuur, Henri Simons, wordt een studie uitgevoerd naar het profiel van de bezoeker van podiumkunsten in het Brusselse. Het TOR-luik van de studie richtte zich voornamelijk op de praktische begeleiding waaronder de ontwikkeling van de vragenlijst, de steekproeftrekking en de coördinatie van het veldwerk. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Sven SANCTOBIN • Dieter VANDEBROECK
Valorisatie van de microsimulatie van de sociale bescherming. Universiteit Antwerpen Abstract: In het project AG/01/086 werd in opdracht van FOD Sociale Zekerheid door drie universitaire equipes een microsimulatiemodel ontwikkeld waarmee beleidshervormingen in de sfeer van de sociale zekerheid gesimuleerd kunnen worden op geanonimiseerde maar individuele gegevens. Dit model laat in principe toe een zeer gedetailleerd beeld te schetsen van de verdelingsimpact van maatregelen in 6 beleidsdomeinen: de sociale zekerheidsbijdragen, de werkloosheidsvergoedingen, de ziekte en invaliditeitsuitkeringen, de gezinsbijslagen, de pensioenen en de personenbelasting. Het vernieuwende (voor Belgie) en distinctieve karakter van dit model Iigt in het onderliggende databestand dat opgebouwd werd uit administratieve gegevens. De levering van de aangevraagde administratieve gegevens gebeurde in verschillende fazen. [-lierdoor was het onmogelijk om binnen de looptijd van bet project AG/01/086 alle modules met hetzelfde niveau van detail uit te werken. Vooral de module rond pensioenen bleef hierdoor onderontwikkeld. Doelstelling 1 van bet nieuwe project bestaat er in bet model up te daten, uit te breiden en te verfijnen met bijkomende gegevens, Na deze uitbreiding kan bet model gebruikt worden om de verwachtingen met betrekking tot de financiele houdbaarheid van bet sociaal zekerheidssysteem te toetsen. Bij de verdere uitbouw van bet microsimulatiemodel zal bijzondere aandacht besteed worden aan de mogelijkheid beleidsondersteunende informatie te verschaffen met betrekking tot de maatregelen opgenomen in bet wetsontwerp van 13 juli 2005 'houdende een structureel aanpassingsmecbanisme aan de welvaart van plafonds en inkomensdrempels alsook de sociale uitkeringen. (KvV Doc5l 1948/001). Doelstelling 2 van bet nieuwe project bestaat er in om bet model te situeren in een Europees/internationaal perspectief. Meer bepaald zal een overzicht gemaakt worden van andere microsimulatiemodellen met betrekking tot sociale bescberming in de Europese Unie en zal aangegeven
worden hoe bet model kan gebruikt worden om bet l3elgische Nationale Actie Plan ter bevordering van de Sociale Insluiting (NAP/SI) te beoordelen en aldus bij te dragen tot bet Sociale lnsluitingsProces binnen de EU. Doelstelling 3 van bet project bestaat uit bet modelleren van gedragsreacties. Er zal aandacht besteed worden aan bet modelleren van de pensioneringsbeslissing en van beslissingen om al dan niet te participeren in de arbeidsmarkt. Bij bet modelleren van de pensioneringsbeslissing zal getracht worden om de verschillende mogelijke uitstapregelingen, die resulteren in een uitstap uit de arbeidsmarkt voorafgaand aan de opruststelling, zoals werkloosheid, tijdskrediet, invalid iteit, te onderscheiden. Doelstelling 4 van bet project bestaat uit bet beschrijven van een procedure die moet toegepast worden bij een update van bet model, wanneer meer recente administratieve gegevens beschikbaar worden. Doelstelling 5 van bet project, tenslotte, bestaat er in om onderricht te verstrekken aan de potentiele gebruikers van bet model. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Gerlinde Verbist • Bea Cantillon
Poolshoogte: een onderzoek naar de arbeidsmarktsituatie van Poolse migranten in België. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project Poolshoogte omhelst een pilootproject voor syndicale bijstand en dienstverlening naar Poolse werknemers in België. Het project zal trachten in beeld te brengen wie deze Poolse arbeiders zijn, waar zij wonen en werken en welke hun arbeids- en inkomenssituatie is, welke problemen zij tegenkomen en welke dienstverlening zij verwachten. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Consumptie als bouwsteen van identiteit. De rol van consumptie in de constructie en expressie van identiteit van jongeren. Universiteit Antwerpen Abstract: De centrale onderzoeksvraag in dit doctoraatsproject is hoe jongeren consumptie hanteren als een instrument voor de constructie en communicatie van hun identiteit. In de huidige postmoderne maatschappij is de identiteit van individuen immers niet langer op voorhand bepaald, maar moet deze zelf geconstrueerd worden. Bovendien moet men deze identiteit ook op een doeltreffende wijze naar anderen communiceren. Consumptie speelt in beide processen een centrale rol. Objecten worden namelijk vaak aanzien als extenties van het zelf. Constructie van de eigen identiteit vindt echter niet plaats in het luchtledige. Consumptie wordt eveneens gehanteerd als communicatiemiddel van identiteit (cfr. Veblen: demonstratieve consumptie). Bij deze twee domeinen zullen niet alleen de keuzes van jongeren centraal staan, maar ook waarom zij welke keuzes maken. De invloed van de peergroup wordt verondersteld hierin van cruciaal belang te zijn. Men koopt namelijk vaak objecten om zich te identificeren met bepaalde groepen of juist om zich te distantiëren van andere. De socio-demografische en economische achtergrond, het gedragen waardenpatroon, de ruimere vrijetijdsbestedingen en het mediagebruik worden eveneens als mogelijk belangrijke invloedsfactoren naar voor geschoven. De benadering van het onderzoek is hoofdzakelijk kwantitatief van aard. Het doel is om door middel van een grootschalige survey bij de 12- tot 18-jarigen in Vlaanderen, een antwoord te formuleren op de verschillende onderzoeksvragen. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans • Jeremi Van Gorp
AIDS, de eenzame dood? Sociaal kapitaal als hefboom bij de implementatie van antiretrovirale behandelingen in de openbare gezondheidszorg in Zuid-Afrika. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek heeft tot doel de verschillende dimensies van de kwaliteit van het leven van AIDS-patiënten te analyseren. Het begrip "kwaliteit van het leven" dient men in de ruimste zin te interpreteren. Conform met gestandaardiseerde schalen, behelst de meting van kwaliteit van het leven zowel fysiek functioneren als psychisch, sociaal en rolgebonden functioneren en het vermogen om sociaal kapitaal te mobiliseren en ondersteuningsnetwerken in te schakelen. Nadat de verschillende achterliggende dimensies van kwaliteit van het leven van AIDS-patiënten zijn blootgelegd, begint de zoektocht naar de factoren die deze kwaliteit beïnvloeden. Aan de hand van de verzamelde data van ongeveer 400 Zuid-Afrikaanse AIDS-patiënten zal de invloed van deze factoren op de globale kwaliteit van het leven van deze patiënten worden getest. Aan de invloed van hun antiretrovirale behandeling zal in het bijzonder aandacht worden besteed. Het betreft dus een onderzoek naar de dimensies van en de dynamiek achter de kwaliteit van het leven AIDS-patiënten in Zuid-Afrika. Wordt uitgevoerd in samenwerking met het Centre for Health Systems Research and Development (CHSR&D), University of the Free State (UFS), Bloemfontein, Zuid-Afrika. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Herman Meulemans • Edwin Wouters
Viona-Project. Universiteit Antwerpen Abstract: Viona-Project. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Vergelijkende validering van instrumenten om cultuurparticipatie te meten Universiteit Gent Abstract: Vergelijkende validering van de meetinstrumenten voor cultuurparticipatie in de surveys 'Sociaal-Culturele Verschuivingen' (Studiedienst van de Vlaamse Regering) en 'Cultuurparticipatie in Vlaanderen 2003-2004' (Steunpunt Re-Creatief Vlaanderen) in het kader van de studiedag Vlaanderen gepeild 2007. Organisaties:
• Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • John Lievens
Een gezondheidssociologische analyse van de aetiologie van beroepsgerelateerde klachten en aandoeningen bij een patiëntenpopulatie op de eerste lijn door middel van een retrospectief longitudinaal onderzoek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sociaal-economische gezondheidsverschillen zijn een persistent en universeel fenomeen in geïndustrialiseerde landen. In de sociale epidemiologie werden in de loop der jaren verschillende verklaringen vooropgesteld. Een boeiende theoretische discussie hierbij is deze tussen individuele risicobenaderingen en meer structurele, (neo-)materialistische benaderingen. Arbeidsomstandigheden worden traditioneel aanzien als een belangrijke bron van sociaal-economische gezondheidsverschillen. Door radicale transformaties in de productiewijze zijn de arbeidsgerelateerde gezondheidsrisico's drastisch veranderd. Er is een verschuiving van fysieke/ materiële risico's naar meer immateriële gevolgen van werkeisen, controle over het werk, flexibiliteit, onzekerheid, enz. Deze nieuwe "stressoren" werden in het recente verleden uitvoerig onderzocht in psychosociale werkstress modellen. Dergelijk onderzoek is in grote mate geïnspireerd vanuit de individuele risicobenadering. Sociale gezondheidsverschillen in de beroepsbevolking verschijnen hierbij als een gevolg van het "quasi-toevallige" samenspel tussen empirisch meetbare fysieke en psychosociale arbeidsomstandigheden. Een neo-materialistische benadering, daarentegen, benadrukt de fundamentele sociale relaties van ongelijkheid binnen de werkcontext als de echte oorzaken van gezondheidsverschillen in de beroepsbevolking. Arbeidsomstandigheden zijn niet 'ad random' verdeeld, maar hangen samen met klassenrelaties binnen het productieproces en met voordelige sociale kenmerken, zoals opleiding en vaardigheden. Onze centrale onderzoeksvraag richt zich op de manier waarop hedendaagse arbeidsomstandigheden onderling clusteren en ongelijk verdeeld zijn volgens fundamentele sociale posities. Op die manier willen we onderzoeken hoe het geheel van hedendaagse beroepsrisico's en stressoren bijdraagt aan de reproductie van sociaal-economische gezondheidsverschillen binnen de beroepsbevolking. Hierbij gaat bijzondere aandacht naar de gevolgen van werkintensifiëring en werkonzekerheid/ precaire arbeid. De uitkomstvariabelen zijn zelfgerapporteerde indicatoren van gezondheid en welbevinden. Ondanks het feit dat het om essentiële elementen bij de verklaring van sociale gezondheidsverschillen gaat, vormen de structurering en sociale verdeling van beroepsrisico's een verwaarloosd terrein in het onderzoek naar werkstress en welzijn op het werk. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • Christophe VANROELEN
Normen voor kwaliteitsvol maatschappelijk werk. Universiteit Antwerpen Abstract: We onderzoeken in dit project hoe binnen de algemene wettelijke en reglementaire context van de RMI-wet een kwaliteitsvolle hulpverlening kan ontstaan en we ontwikkelen de minimale normen die nodig zijn om kwaliteitsvol maatschappelijk werk door OCMW's te verzekeren. De onderzoeksfinaliteit is een inventarisering en advisering in functie van kwaliteitsvolle begeleiding van de trajecten naar maatschappelijke integratie. Eveneens zullen een aantal beleidsscenario's worden ontwikkeld die betrekking hebben op de regelementering en de omkadering voor wat maatschappelijk werk betreft. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Economisch en sociaal profiel van personen in onwettig verblijf, voor en na de regularisatieoperatie ingesteld door de wet van 22 december 1999. Universiteit Antwerpen Abstract: Hoofdobject van het onderzoeksproject is een zicht te krijgen op maatschappelijke en sociaal-economische positie van geregulariseerde migranten, op het traject dat mensen sedert hun migratie hebben doorlopen - inclusief gedurende de periode van illegaliteit. Tegelijkertijd zal er gepeild worden naar de impact van initiatieven om de bestaanszekerheid en integratie van deze groepen te bewerkstelligen. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Ive Marx • Gerlinde Verbist
Uitbreiding van BRGEOZ78 : Atlas van de noden en het aanbod inzake welzijn en gezondheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project over gezondheid en welzijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, heeft als doel een demografische, socio-economishe en gezondheidstypologie op te maken op het buurtniveau en focust ook op de relatie tussen socio-economische factoren en gepercipieerde gezondheid op het buurtniveau en het individuele niveau. Onderzoeksresultaten worden gepubliceerd in 2006 in een atlas. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL • PATRICK DEBOOSERE
Armoede in de Belgische pers (1980-2003) : de representatie van de arme binnen een individueel of een maatschappelijk schuldmodel ? Universiteit Antwerpen Abstract: Armoede in de Belgische pers (1980-2003) : de representatie van de arme binnen een individueel of een maatschappelijk schuldmodel ? Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Pauwels • Jean Vranken
Armoede in de Belgische pers (1985-2005): de representatie van de arme binnen een individueel of een maatschappelijk schuldmodel?
Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoek wordt nagegaan hoe de Belgische pers 'armoede' en 'de arme' voorstelt. Welke verschillen en evoluties merken we in de representatie van armoede? Leggen de media de verantwoordelijkheid voor armoede impliciet of expliciet bij de arme zelf of bij de maatschappij? Een kwantitatieve en kwalitatieve inhoudsanalyse wordt toegepast op berichten over armoede van vier Nederlands- en vier Franstalige kranten in de periode van 1985 tot 2005. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Onderzoeksexcellentiecentrum SOCIO. Universiteit Antwerpen Abstract: In het onderzoek wordt vooral aandacht besteed aan de uitdagingen waarmee de welvaartsstaat geconfronteerd wordt met name door de volgende ontwikkelingen: de vergrijzing en het toenemend belang van Europa en globalisering meer algemeen. Het onderzoek is gestructureerd rond 8 inhoudelijke en 2 methodologische domeinen : 1. armoede en inkomensverdeling 2. beleid inzake sociale zekerheid en fiscaliteit 3. Europees sociaal beleid 4. vergrijzing 5. gezin 6. arbeid 7. gezondheid 8. onderwijs 9. simulatiemodellen om beleid te evalueren 10. data en indicatoren Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Jozef Breda • Bea Cantillon
Antwerk! Het Antwerps plan om de jeugdwerkloosheid aan te pakken. Universiteit Antwerpen Abstract: Antwerk! Het Antwerps plan om de jeugdwerkloosheid aan te pakken. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon
Doctoraatsopleiding in sociaal beleid en armoede-onderzoek in het kader van de actie Marie Curie (EU). Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek van het centrum voor Sociaal Beleid richt zich op vraagstukken van armoede, inkomensverdeling en de welvaartsstaat. Alnaargelang de interesse van de doctoraatsstudent kunnen onder mee volgende domeinen voorwerp zijn van onderzoek: 1. Studie van armoede en sociale zekerheid in in een internationale context om aldus een beter inzicht te verwerven in de mechanismen die de doelmatigheid van de sociale zekerheid, de tewerkstellingsprogramma's enz. bepalen. 2. Studie van de diplomatiek van armoede en bestaansonzekerheid via grootschalige socio-economische 'panel surveys'. 3. Ontwikkeling, validering en gebruik van alternatieve armoede-metingen. 4. Constructie, evaluatie en validering van vergelijkbare kwantitatieve sociale indicatoren; ontwikkeling van ijkpunten voor welzijn op basis van vergelijkende analyse. 5. Evaluatie van de effecten van voorstellen van belastingshervorming op de sociale zekerheid. Organisaties: • CENTRUM VOOR SOCIAAL BELEID • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon
De multi-dimensionele meting van armoede in Europa: een comparatieve en longtitudinale analyse. Universiteit Antwerpen Abstract: Zowel in sociaal-wetenschappelijke als in beleidskringen groeide de laatste jaren de overtuiging dat de verschillende concepten die gehanteerd worden in het onderzoek naar armoede multi-dimensionaal van aard zijn. Deze multi-dimensionaliteit omhelst twee aspecten. Ten eerste kan armoede zich manifesteren op één of meerdere levensdomeinen. Ten tweede wijzen paneldata op het dynamische karakter van armoede: de meerderheid van de `armen' gemeten op een bepaald moment in de tijd bevindt zich slechts gedurende een korte periode in armoede. Het is in eerste instantie de bedoeling van dit onderzoek om, op basis van het European Community Household Panel, na te gaan in welke mate het mogelijk is een meervoudige armoede-index op te stellen voor de EU-landen. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken • Caroline Dewilde
Kaste, Gemeenschap en Tradities in Karnataka, India Universiteit Gent Abstract: Het veldwerk project onderzoekt de ontwikkeling en het bestaan van een "kastensysteem" in India. In samenwerking met Kuvempu University, Karantaka, India, worden de complexiteiten blootgelegd van een regio van 250 kilometer. Het veldwerk verzamelt de empirische verhalen over het "kastensysteem" die door de lokale bevolking worden overgeleverd. Organisaties: • Vakgroep Vergelijkende cultuurwetenschappen
Onderzoekers: • Balagangadhara Rao
Vroegtijdige differentiaaldiagnosiek tussen Alzheimerdementie, depressie en Mild Cognitive Impaiment bij ouderen: de mogelijkheden en beperkingen van het neuropsychologisch onderzoek
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het is vaak moeilijk om een correcte differentiaaldiagnose te stellen tussen een dementie van het Alzheimertype (DAT) en een depressie; dit omwille van de overlappende cognitieve en affectieve symptomen. Bestaande psychodiagnostische instrumenten voor de detectie van een DAT en een depressie blijken ontoereikend te zijn voor een vroegtijdige differentiaaldiagnose. Nochtans is een vroegtijdige accurate diagnose in het licht van het geven van een adequate behandeling zeer belangrijk. De huidige acethylcholinesterase-inhibitoren, die aangewend worden voor de symptoomstabilisering bij een DAT, zijn immers het meest effectief gebleken inhet beginstadium van de ziekte. Mild Cognitive Impairment (MCI) wordt aangegeven als zijnde een transitiefase tussen een goedaardige ouderdomsvergeetachtigheid en een DAT (m.a.w. een preklinische DAT), waardoor ook het belang blijkt vaan een vroegtijdige differentiaaldiagnose tussen een MCI (die kan evolueren naar een DAT) en een depressie. In ons onderzoek willen we ten eerste nagaan of het met een zelf samengestelde testbatterij (bestaande uit neuropsychologische test en gebaseerd op theoretische modellen m.b.t. geheugen en intellectuele deterioratie) mogelijk is om een onderscheid te maken tussen een DAT en een MCI (als preklinische DAT) aan de ene kant en depressie aan de andere kant. Bijkomend willen we met onze studie nagaan of het met de voorgestelde testbatterij mogelijk is om een eventuele cognitieve achteruitgang (en conversie naar een DAT) te voorspellen (prospectief longitudinaal onderzoek). Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
Smaken en houdingen in de symbolische samenleving. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Empirisch onderzoek stelt geregeld een sterke samenhang vast tussen smaken enerzijds, opvattingen en houdingen anderzijds. Voor die samenhang reiken verschillende theorieën verschillende verklaringen aan. Ten eerste zijn er de theorieën die de nadruk leggen op de invloed van de ouders: wat men het eerst heeft aangeleerd, blijft de grootste invloed uitoefenen. Ten tweede zijn er de theorieën die smaken beschouwen als elementen van groepsbinding. De relatie tussen smaken en opvattingen ontstaat volgens deze theorieën omdat de door de smaken tot groep verbonden individuen een socialisatiemilieu vormen waarin ook opvattingen en overtuigingen zich kunnen verspreiden. Deze twee groepen van theorieën leiden naar nieuwe pistes in het denken over samenhang tussen sociale en culturele structuren. Geen van beide draagt echter inhoudelijke redenen aan voor een welbepaalde samenhang. Een eerste luik van dit onderzoek bestond daarom uit een grondige studie en systematisering van de in de sociologie en in nauw verwante disciplines, aanwezige inzichten over smaken enerzijds, opvattingen en houdingen anderzijds. In een tweede luik werden de toetsbare implicaties van de stellingen via secundaire analyses op gegevens over jongeren getest. Tenslotte zal werd de relatieve invloed van verschillende socialisatievelden op de smaken en houdingen van de jongeren geanalyseerd. Daarbij ging bijzondere aandacht naar de invloed van ouders op de smaken en houdingen van jongeren. Deze analyses resulteerden tevens in een doctoraal proefschrift omtrent de intergenerationele overdracht van smaken en houdingen. Zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek werd uitgevoerd naar de invloed van ouders op de mediavoorkeuren, de maatschappelijke houdingen (etnocentrisme, houding ten aanzien van harde repressie, houding ten aanzien van democratische instellingen, ...) en de smaken van hun adolescente kinderen. Voor de kwantitatieve analyses werd gebruik gemaakt van een dataset waarin gegevens op analoge wijze werden verzameld bij 6974 adolescenten uit het vierde en zesde jaar secundair onderwijs en één van hun ouders. De kwalitatieve studie steunt op diepte-interviews met 20 jongeren van ca. 18 jaar oud en minstens één van hun ouders. De these van de symbolische samenleving werd hierbij als invalshoek gebruikt. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Bram SPRUYT • JESSY SIONGERS
Eénkindgezinnen en kinderloosheid tijdens de eerste en tweede demografische transitie in Europa. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De evolutie van het geboortecijfer determineert in grote mate de toekomstige bevolkingsgroei en structuur, die op hun beurt fundamentele economische consequenties en beleidsimplicaties hebben. Zelfs kleine fluctuaties in het reproductieve gedrag, zowel in de timing als in het uiteindelijke aantal kinderen, hebben gevolgen voor de leeftijdsstructuur en bevolkingsomvang. Het meeste beschikbare onderzoek naar de daling van de vruchtbaarheid in Europa, zowel tijdens de eerste als tijdens de tweede demografische transitie, is gebeurd met behulp van gemiddelde vruchtbaarheidsmaten. In dit onderzoeksproject wordt daarvan afgestapt en wordt de onderkant van de frequentieverdeling naar kindertal onder de loep genomen omwille van het cruciale belang voor de evolutie van de vruchtbaarheid. Hoe evolueert de kinderloosheid en het aantal éénkindgezinnen en waarom? Een eerste onderzoeksvraag is die naar de oorzaken van kinderloosheid en van de toename van het aantal éénkindgezinnen. Voor een stuk zijn kinderloosheid en éénkindgezinnen het gevolg van fysiologische steriliteit en subfertiliteit en van langdurig uitstel van ouderschap dat ongewild leidt tot afstel als gevolg van leeftijdsgebonden infertiliteit. Dat is echter maar één deel van het verhaal. Daarnaast is er ook sprake van een toenemende keuze voor kinderloosheid of voor een enig kind. Die keuze voor een leven zonder of met slechts één kind is nog te weinig onderzocht. Onder welke omstandigheden kiezen Europese mannen en vrouwen er wel of niet voor om een kind te nemen? Wat doet ouders van een enig kind beslissen om niet meer voor een tweede kind te gaan? Zowel bij de eerste als bij de tweede demografische transitie stelt zich de vraag of de toename van het aantal paren zonder of met een enig kind gewoon een extreme manifestatie is van een zich veralgemenende vruchtbaarheids¬controle. Of is er meer aan de hand en vormen kinderloosheid en éénkindgezinnen een aparte problematiek, met eigen achterliggende motivaties? In welke mate kunnen de extreem kleine gezinnen uit de periode van de eerste transitie beschouwd worden als de pioniers van de tweede transitie? Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL
Evaluatie van de kwaliteit van terminale palliatieve zorg in de thuiszorg: het perspectief van de patiënt. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Tot op heden is in Vlaanderen geen patiëntgericht onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van palliatieve thuiszorg, meer specifiek naar de verschillen tussen het palliatieve en reguliere zorgsysteem en naar de meerwaarde van palliatieve zorg voor de levenskwaliteit van terminaal zieke patiënten. Deze studie evalueert de kwaliteit van de palliatieve thuiszorg adhv een prospectief, case-control en longitudinaal patiëntenonderzoek. We vergelijken de kwaliteit van zorg, in termen van het zorgproces (welke zorg precies verleend wordt) en de zorguitkomst (kwaliteit van leven en sterven), van de palliatieve thuiszorgequipes met de kwaliteit van zorg in de reguliere thuiszorg, en bestuderen de evolutie van de kwaliteit van de geleverde zorg gedurende de laatste 6 levensmaanden van terminaal zieke patiënten. We evalueren de zorg adhv informatie van de patiënt zelf, diens mantelverzorger en professioneel verzorger. Via hun huisartsen includeren we minimum 30 patiënten die thuiszorg verkrijgen door de palliatieve thuiszorgequipe Omega (Regio Brussel-Halle-Vilvoorde) en minimum 30 patiënten die reguliere thuiszorg verkrijgen, over een periode van twee jaar inclusie. We matchen deze patiënten minimaal volgens aandoening en levensduurverwachting. We combineren kwantitatieve
(vragenlijsten) en kwalitatieve (semi-gestructureerde interviews) meetinstrumenten om de zorgprocessen en uitkomstmaten op geregelde tijdstippen tijdens de laatste 6 levensmaanden en éénmalig na het overlijden te evalueren. Rekening houdend met de ethische overwegingen bij patiëntenonderzoek, ontwikkelen we strikte ethische procedures en sturen deze ter goedkeuring naar het Ethisch Comité van het AZ-VUB. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • JOHAN BILSEN • LUC DELIENS • Katrien DRIESKENS • Lieve VAN DEN BLOCK • REGINALD DESCHEPPER • WILLEM DISTELMANS
Sterfteverschillen naar socio-economische klasse in België. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In mijn doctoraatsonderzoek werd sociale ongelijkheid in sterfte op een gedetailleerde manier in kaart gebracht. Op basis van een koppeling van de census 1991 en sterftedata uit het register voor de periode 1991-96 werden sterfteverschillen berekend voor verschillende socioeconomische kenmerken (opleiding, huisvestingskwaliteit en beroep) bij Belgische mannen en vrouwen in verschillende leeftijdsgroepen. Op basis van een nieuwe aangemaakte databank voor de periode van de 21ste eeuw en kunnen ook een aantal nieuwe aspecten van sociale ongelijkheid in sterfte in België bestudeerd worden. Dit vervolgonderzoek wormt het voorwerp van een recent aangevraagd postdoctoraal mandaat bij het FWO (januari 2006). Door het doctoraatsonderzoek (dataconstructue, analyses van de data en uitschrijven van het doctoraat) is er de laatste jaren weinig tijd geweest om mijn onderzoeksresultaten te valoriseren in internationale publicaties. Hierdoor zijn mijn kansen op een postdoctoraal mandaat bij het FWO waarschijnlijk relatief klein, vandaar de aanvraag voor een postdoctoraal aanloopmandaat waarbij vooral internationale publicaties op basis van mijn doctoraat betracht zullen worden. N.B.: Gezien de leeftijdsgrens om een postdoctoraal mandaat aan te vragen bij het FWO 36 jaar bedraagt per 1 oktober en er per zwangerschap 1 jaar bij deze maximumleeftijd geteld wordt, heb ik volgend jaar (2007) nog één kans om te postuleren voor een postdoctoraal mandaat bij het FWO (ik bengeboren op 9 oktober 1970 en heb één zoontje). Een eventueel postdoctoraal aanloopmandaat van het OZR zou mij de kans geven om mijn dossier aanzienlijk te verbeteren door de valorisatie van mijn doctoraatsresultaten in de vorm van internationale publicaties. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL
De constructie van sociale classificatieschema's: de beroepsstatistiek in België, Duitsland, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Universiteit Antwerpen Abstract: Sedert het einde van de achttiende eeuw wordt door de statistiek een vloedgolf van 'gedrukte getallen' geproduceerd. De beroepsstatistiek is daarvan een prominent voorbeeld. In het historisch-sociologisch onderzoek is tot op heden vooral aandacht besteed aan de gedrukte getallen. In dit onderzoeksproject wordt echter stilgestaan bij de evolutie van de methodologie en classificatieschema's van die statistiek in België, Duitsland, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Organisaties: • Facultaire Onderzoeksgroep PSW
Onderzoekers: • Raf Vanderstraeten
De onzekere vooruitzichten van de laaggeschoolden in de kennismaatschappij (LoWER3). Universiteit Antwerpen Abstract: De onzekere vooruitzichten van de laaggeschoolden in de kennismaatschappij (LoWER3). Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Ive Marx
De stigmatisering van personen met psychosociale problemen in professionele hulpverlening: een organisatiesociologische studie van de determinanten van en de gevolgen voor de levenskwaliteit Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek focust op de stigmatisering van personen met psychosociale problemen in Vlaamse instellingen uit de geestelijke uit de geestelijke gezondheidszorg. De effecten van deze stigmatisering op de levenskwaliteit van de cliënten worden nagegaan, alsook de determinanten van stigma-ervaringen, met bijzondere aandacht voor de rol van organisatiekenmerken. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
Bijdrage aan tekstboek 'Milieubeleid: analyse en perspectief'. Universiteit Antwerpen Abstract: Hoofdstuk voor een Nederlands tekstboek van Open Universiteit over institutionalisering van Vlaams milieubeleid, geïllustreerd aan de hand van de Vlaamse milieubeleidsplanning. Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Pieter Leroy • Ilse Loots
Onderzoek naar noden en behoeften van vrouwen van vreemde herkomst die zich in een armoedesituatie bevinden. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project zullen we ons concentreren op de armoedesituatie van allochtone vrouwen. We concentreren ons op de spanningsvolle verhouding tussen de leefomstandigheden van de vrouwen in armoede, hun waarden en normen en de gedragspatronen die ze ontwikkelen.
Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Studie met het oog op het opstellen van een inventaris van de goederen en diensten waarvan de toegang en/of tarieven variëren naargelang het geslacht in België en het verzamelen van de rechtvaardigingen voor een verschillende behandeling Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek wil een inventaris opmaken van de goederen en diensten die zowel aan mannen als vrouwen worden aangeboden, maar waarbij de financiële vergoeding of de toegang afhankelijk wordt gemaakt van het geslacht van de koper. Het onderzoek zal bestaan uit drie delen. Het eerste deel betracht een zo grondig mogelijke inventarisatie op te stellen van goederen en diensten waarvoor dit prijs- en/of toegangsverschil bestaat. Het tweede deel zoekt naar de bestaande en gegeven verantwoordingen voor de vastgestelde prijsverschillen. In een derde deel worden beleidsadviezen geformuleerd. Het derde en laatste deel zal een expertgroep van jursten samenstellen die zich zal buigen over de verantwoordingen die in het tweede deel verzameld werden. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans • Daniël Cuypers
Survey of Health, Ageing and Retirement in Europe: Integrating Activities to Access the Time Dimension and to Enlarge the Cross-national Dimension. (SHARE-I3) Universiteit Antwerpen Abstract: Survey of Health, Ageing and Retirement in Europe: Integrating Activities to Access the Time Dimension and to Enlarge the Crossnational Dimension. (SHARE-I3) Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Cornelius Van den Bosch
Microcensus 2006. Universiteit Antwerpen Abstract: Microcensus 2006. Organisaties: • Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen - overige • School en Politiek (SeP)
Onderzoekers: • Dimokritos Kavadias
ATLAS : Valorisatie v/d resultaten v/d sociaal-economische enquête 2001 : Datamanagement, bevolkingsmigraties binnen België, huishoudens en gezinnen, nuptialiteit en vruchtbaarheid; Atlas van België: Bevolking. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project is gericht op de valorisatie van de data van de sociaal-economische enquête 2001 (SEE2001) en omvat 5 deelonderwerpen: controle, verwerking en documentering van de gegevens alvorens deze toe te leveren aan andere wetenschappelijke onderzoeksploegen (1); beschrijven van de interne migraties in België tegen de achtergrond van de kenmerken van de SEE2001 (2); studie van de huishoudens naar omvang en samenstelling met o.m. aandacht voor de socio-economische positie, kwetsbaarheid van non-conventionele huishoudenstypes en de leef- en woonsituatie van bejaarden (3); studie van nuptialiteit en vruchtbaarheid in longitudinaal en periode-perspectief (4) en de opmaak van een Atlas van België rond de belangrijkste bevolkingskarakteristieken komende uit de SEE2001. Organisaties: • Interface Demografie • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • RONNY LESTHAEGHE • Jan VAN BAVEL • DIDIER WILLAERT • Sylvie GADEYNE • KAREL NEELS • JOHAN SURKYN • PATRICK DEBOOSERE
Wijzigende wederzijdse interculturele betrokkenheid van de Marokkaanse Diaspora in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: De literatuur- en documentstudie moet hoofdzakelijk inzichten opleveren omtrent de karakteristieken van het huidige tijdvak en betreffende de uiteenlopende en wijzigende posities daarin van de verschillende generaties autochtonen en allochtonen in Vlaanderen. Diepte-interviews binnen een weloverwogen selectie van bevoorrechte getuigen uit de verschillende relevante categorieën van actoren zullen toelaten de grote krachtlijnen van de processen van wederzijdse interculturele betrokkenheid van de Marokkaanse diaspora in Vlaanderen te detecteren. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Toolbox for Improving the Comparability of Cross-National Survey Data with Applications to SHARE. (COMPARE) Universiteit Antwerpen Abstract: Toolbox for Improving the Comparability of Cross-National Survey Data with Applications to SHARE. (COMPARE) Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers:
• Dimitry Mortelmans • Cornelius Van den Bosch
FWO De Bruycker Trees Universiteit Gent Abstract: The family decline hypothesis herbekeken: een vergelijking van de sociale steun in het familienetwerk van volwassenen in verschillende familietypes. Inzicht wordt verworven in de verschillen in contact en sociale steun met ouders, kinderen en siblings. Aan de hand van een longitudinale analyse wordt gekeken hoe het familienetwerk wijzigt bij een verandering in gezinstype. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Hilary Page • Ronan Van Rossem
Ontwikkeling van een geïntegreerd (sociologisch en psychosociaal) verklaringsmodel voor suïcidale ideatie en pogingen bij Gentse jongvolwassenen tussen 18 en 25 jaar Universiteit Gent Abstract: De constructie van een theoretisch multi level model, dat empirisch getest zal worden in 30 Vlaamse buurten om suïcidale ideatie en pogingen bij jongvolwassenen (18-25 jaar) te verklaren. Hierbij worden eigenschappen van de sociale buurt, de (structurele) omgeving en de inwoners geïntegreerd in één model waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen compositie en contextuele effecten. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Johny Vincke • Cornelis Van Heeringen
Politiek in sociaal werk met groepen? Een actualisatie en reconstructie van de relatie tussen sociaal werk met groepen en politieke actie Universiteit Gent Abstract: Via een geneste meervoudige gevallenstudie formuleren we antwoorden op volgende vragen: - hoe ziet politisering in sociaal werk met groepen er vandaag uit? - hoe komt politisering in sociaal werk met groepen tot stand? - in welke contexten zien we politisering in sociaal werk met groepen (niet) voorkomen of ontstaan? De doelstelling is tot een geactualiseerde typologie te komen van politisering in sociaal groepwerk. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
De invloed van transnationale politiek mobilisatie op binnenlands conflecten. Gevalsstudie: de invloed van de transnationale politiek mobilisatie van de Koerden in Europa op het Turks-Koerdisch conflict Universiteit Gent Abstract: Analyse van de activiteiten van transnationale politieke actoren aan de hand van indicatoren (oa. Operatiegebieden, discours, politieke vertakkingen). De gevalsstudie zal nagaan hoe en in welke mate transnationale politieke actoren (actief binnen de voor het Koerdisch activisme belangrijke Europese netwerksteden nl. Brussel, Keulen en Parijs), een invloed uitoefenen op het conflict in Oost-Turkije en in de regio. Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Sami Zemni
Kwalitatief onderzoek sociale effecten basismobiliteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX
Onderzoek rond Zuid-Afrikaanse samenwerking betreffende cultuur, jeugd en sport gefocust op vier lokale gemeenschapscentra voor de periode 2007-2009. Universiteit Antwerpen Abstract: De wetenschappelijke ondersteuning van dit samenwerkingsproject is erop gericht om de output van het project op verschillende momenten, in haar verschillende dimensies en op verschillende manieren zichtbaar te maken. De nagestreeefde doelstellingen van het project zijn immers situeren zich op verschillende niveaus m.n. - op het niveau van de participanten: Het project wil een bijdrage leveren tot de emancipatie van jongeren via de ontwikkeling van vaardigheden, al dan niet van economische aard; - op het niveau van de centra: De geselecteerde centra ontwikkelen hun werking opdat zijn een schakelfunctie kunnen vervullen in het lokale cultuur-, jeugd- en sportbeleid; - op het niveau van de netwerken tussen de centra en andere lokale actoren: efficiëntie en duurzaamheid zijn cruciale principes. Inbedding van de activiteiten van de centra in de lokale gemeenschap kan een instrument zijn om dit te realiseren. Dit impliceert de uitbouw van relaties met onder andere lokale overheden; - op het niveau van de lokale werking en de link met het nationale niveau: de centra zullen informatie over de verworven ervaringen verspreiden op nationaal niveau en werken aan de ontwikkeling van een Zuid-Afrikaans netwerk. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken • Danielle Dierckx
Leeftijdsgenoten en AIDS preventie. Het ontwikkelen en testen van invloedsmodellen voor de verspreiding van HIVpreventie gerelateerde kennis en houdingen onder Vlaamse scholieren
Universiteit Gent Abstract: AIDS-preventie impliceert gedragsverandering. Voor jongeren zijn leeftijdsgenoten een belangrijke referentiegroep. Dit project onderzoekt de mechanismen van sociale invloed onder jongeren mbt AIDS-preventie kennis, houdingen en gedrag. Verschillende netwerk modellen van sociale invloed worden ontwikkeld en getest op een grote steekproef van Vlaamse middelbare scholieren. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Ronan Van Rossem
De stigmatisering van personen met psychosociale problemen in professionele hulpverlening: een organisatiesociologische studie van de determinanten van en de gevolgen voor de levenskwaliteit Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek focust op de stigmatisering van personen met psychosociale problemen in Vlaamse instellingen uit de geestelijke gezondheidszorg. De effecten van deze stigmatisering op de levenskwaliteit van de cliënten worden nagegaan, alsook de determinanten van stigma-ervaringen, met bijzondere aandacht voor de rol van organisatiekenmerken. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
(VERLENGING ): ATLAS : Valorisatie v/d resultaten v/d sociaal-economische enquête 2001 : Datamanagement. Vrije Universiteit Brussel Abstract: VUB Interface Demography is verantwoordelijk voor het opzetten van een master databestand van de Algemene Socio-Economische Enquête 2001 en voor het opstellen van gebruiksvriendelijke deelbestanden voor alle universiteitsteams die betrokken zijn in de analyses voor de verschillende volkstellingsmonografieën. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • RONNY LESTHAEGHE • Jan VAN BAVEL • JOHAN SURKYN • PATRICK DEBOOSERE
Nieuwe migraties en nieuwe migranten in België. Universiteit Antwerpen Abstract: Nieuwe migraties en nieuwe migranten in België. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES) • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Realisatie onderzoeksrapport Gender en tijdsbesteding" en een bijdrage aan de publicatie "Vrouwen mannen in België. Genderstatistieken en genderindicatoren" Editie 2008. Vrije Universiteit Brussel Abstract: We koesteren graag het beeld dat hedendaagse vrouwen en mannen zich hebben bevrijd uit hun traditionele keurslijf, dat de traditionele rollenpatronen met sterk verschillende gedragsvoorschriften voor vrouwen en mannen in grote mate verleden tijd zijn. Vrouwen hebben nu ook alle kansen om te studeren en carrière te maken en mannen helpen zonder schroom in het huishouden. Nieuwe mannen, zorgende vaders en lieve mama's die het moederschap combineren met een veeleisende carrière zijn de nieuwe cultuurhelden van onze tijd. Ze voeden het idee dat de gedragspatronen van vrouwen en mannen sterk naar elkaar zijn toegegroeid, dat de kloof tussen de leefwereld van vrouwen en mannen erg klein geworden is. Populaire denkbeelden, metaforen, iconen en helden zijn belangrijke signalen die een beeld geven van opvattingen, houdingen en verzuchtingen, ze mogen echter niet verward worden met feitelijke gedragingen of reële omstandigheden. In deze bijdrage gaan we na in welke mate de tijdsbesteding en taakverdeling van vrouwen en mannen daadwerkelijk naar elkaar zijn toegegroeid. Daarvoor analyseren we niet wat vrouwen en mannen daarover denken of vertellen, maar proberen we een zicht te krijgen op hoe ze zich in hun dagelijks leven gedragen. Om een realistisch en vrij genuanceerd beeld van het dagelijks handelen van vrouwen en mannen te vormen, maken we gebruik van het tijdsbestedingsonderzoek 2005 (TBO'05) dat werd uitgevoerd door de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI) van de FOD Economie. Voor dit onderzoek hielden 6.400 Belgen vanaf 12 jaar uit 3.474 huishoudens gedurende 2 dagen hun tijdsbesteding bij in een dagboekje. Een gelijkaardig onderzoek werd uitgevoerd in 1999 en de cijfers zijn ook vergelijkbaar met Belgische tijdsbestedingsgegevens uit 1966. Daar waar mogelijk en opportuun gebruiken we deze gegevens om trends in de tijd te analyseren. Het tijdsbestedingsonderzoek uit 1999 heeft betrekking op 8.382 Belgen van 12 jaar of ouder, uit 4.275 gezinnen. De dataset uit 1966 bevat gegevens van 2.077 Belgen tussen 19 en 65 jaar. De onderzoeksgroep TOR van de Vrije Universiteit Brussel analyseerde de tijdsbestedingsgegevens. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Theun-pieter VAN TIENOVEN
Oost-Europese welvaartsregimes in Sociaal Europa. Een vergelijking van de architectuur en sociale adequaatheid van de inkomensbescherming voor ouderen in drie Oost-Europese landen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project zal handelen over het uitzicht, het ontstaan, de ontwikkeling en de sociale doelmatigheid van de Oost-Europese welvaartsregimes in het kader van 'Sociaal Europa'. Op basis van de typologie van Deacon en een analyse van de sociale indicatoren, zullen drie Oost-Europese landen worden geselecteerd die significant van elkaar verschillen. Omdat het niet mogelijk is om in een tijdsbestek van 4 jaar de gehele samenhang tussen markt, gezin en sociale bescherming (d.i. het welvaartsregime) te bestuderen, zal het onderzoek gefocust worden op de inkomensbescherming van ouderen in ruime zin, met als belangrijkste elementen: de sociaal-economische architectuur van de inkomstenbronnen van ouderen (publieke, private, semi-collectieve en collectieve pensioenen, de compensatie van uitgaven voor gezondheid en huisvesting; inkomen uit arbeid) en het resultaat (de outcomes) hiervan in termen van enerzijds inter- en intragenerationele inkomensongelijkheid en anderzijds armoede bij ouderen.
Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon • Tim Goedemé
Leren voor het Politieke Leven. Het belang van verandering van levensfasen in de ontwikkeling van politieke kennis en politieke attitudes in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project focust op de invloed van veranderingen in de levenscyclus op politieke kennis, attitudes en waarden. De ontwikkeling van het politiek zelfbeeld van individuen stopt niet bij de adolescentie. Ook de overgang naar het hoger onderwijs, naar de arbeidsmarkt, evenals gezinsvorming en sociale mobiliteit beïnvloeden politiek relevante attitudes. Het project beoogt het opzetten van een grootschalige representatieve enquête in Vlaanderen over politieke kennis en attitudes in de leeftijdsgroep 16 tot en met 35 jarigen. Organisaties: • School en Politiek (SeP)
Onderzoekers: • Dimokritos Kavadias
Performantiecriteria voor de werking van de sociale huisvestingsmaatschappijen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bestaat uit 2 fasen: 1) uitwerking van ee mogelijk concept voor performantiemeting in de Vlaamse sociale huisvesting op basis van literatuuronderzoek, aangevuld met interviews. 2) verdere concretisering van het systeem van performantiemeting in overleg met de sector van de sociale huisvesting. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Wouter Van Dooren
Kinderrechten in een geglobaliseerde wereld: van principes tot praktijk. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project is internationaal en interdisciplinair dat aan de analyse van mondiale ontwikkelingsvraagstukken zoals armoede, uitbuiting, migratie en gewapend conflict de dimensie van de rechten van het kind toevoegt. Aan de basis ligt een kritische benadering van kinderrechten en hun emancipatorisch potentieel in een context van globalisering. Organisaties: • Recht en Ontwikkeling
Onderzoekers: • Wouter Vandenhole
Onderzoek over de relatie tussen centrale beleidsvoering en lokale dienstverlening bij OCMW Antwerpen. Het belang van de buurt. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek brengt in beeld hoe de buurt de manier waarop beleidsbeslissingen, regels en procedures van het OCMW Antwerpen worden uitgevoerd, beïnvloedt. Meer specifiek concentreert de vraagstelling zich op hoe met beleidsbeslissingen, regels en procedures inzake activering wordt omgegaan. Het onderzoek genereert een aantal modellen die OCMW Antwerpen kunnen helpen om het spanningsveld tussen centrale beleidsvoering en lokale omstandigheden op een gestructureerde en doorzichtige manier te overbruggen. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Corporate Governance voor de social profit sector. Universiteit Antwerpen Abstract: Corporate Governance voor de social profit sector. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Josse Van Steenberge
PRTNR GZCHT: Partnervorming in een laatmoderne consumptiemaatschappij. Universiteit Antwerpen Abstract: In het Westen is de levensloop van mensen op vlak van gezinsvorming zeer sterk gewijzigd. Door de individualisering van de levensloop bepalen mensen meer dan vroeger hoe hun leven wordt opgebouwd. Trouwen doet men op latere leeftijd of helemaal niet, het huwelijk is ontbindbaar en het krijgen van kinderen wordt steeds meer uitgesteld. In onze partnerrelaties zijn we van een monogamie naar een seriële monogamie geëvolueerd, waardoor zowel het aantal relatiebreuken als het aantal nieuwe relatievormingen zijn gestegen. Binnen de gezinssociologie en demografie is de laatste decennia zeer veel aandacht gegaan naar het in kaart brengen van deze levenslooptransities. Dit doctoraat handelt over de manier waarop mensen elkaar ontmoeten. Hoe worden partnerrelaties aangegaan in een laatmoderne samenleving? Het proces van partnervorming is een transitiedomein dat recentelijk onderhevig is aan sterke veranderingen, onder andere onder invloed van technologische ontwikkelingen. De studie richt zich op het micro-niveau van interacties. Aandacht gaat zowel naar persoonlijke kenmerken (waaronder socio-demografische kenmerken en waardepatronen) als naar eigenschappen van partnerkeuze. Naast de traditionele ontmoetingsgelegenheden zoals werk, school of café wordt ook gekeken naar nieuwe vormen in het kennismakingspatroon zoals cyberdating en professioneel georganiseerde ontmoetingsavonden. De laatste jaren is het aanbod om een (nieuwe) partner te vinden immers sterk toegenomen. Zo nemen datingsites en online huwelijksbureaus snel in aantal toe en worden steeds meer activiteiten georganiseerd om singles te helpen aan een afspraakje. De opzet van het onderzoek is dubbel. Enerzijds wordt aan de hand van kwantitatieve data inzicht gegeven in de processen van partnervorming in het Westen, waarbij verbanden worden gelegd met verscheidene kenmerken. Anderzijds dient een kwalitatieve bevraging om een beeld te krijgen van de betekenis van het aangaan van een partnerrelatie via verschillende gelegenheden.
Organisaties: • Welzijnsplanning • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans • Britt Dehertogh
Loopbaanonderbrekers onder de loep. Een onderzoek naar de leefsituatie en tijdsbesteding van gebruikers van het tijdskrediet in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Eerder onderzoek van de TOR-groep benadrukte de belangrijke functie die bezoldigde arbeid vervult voor de maatschappelijke integratie van individuen. Arbeid is o.m. belangrijk, zoniet onmisbaar voor het ontwikkelen van een sociale oriëntatie en gevoel van verbondenheid met anderen, is een belangrijke bron van (abstracte) sociale contacten, structureert de individuele en sociale tijd en is belangrijk als voedingsbodem voor het sociale weefsel van de samenleving. Het doctoraatsonderzoek van Vanderweyden daagt een aantal van de centrale stellingen van het TOR-onderzoek naar de betekenis van arbeid uit. In haar proefschrift stelt ze de these in vraag dat betaalde arbeid onder alle omstandigheden de beste integrator is. Volgens haar is betaalde arbeid minder onmisbaar voor de sociale integratie van mensen dan doorgaans wordt aangenomen. Zo blijkt dat gepensioneerden, huisvrouwen en deeltijds werkenden onder bepaalde omstandigheden of in bepaalde opzichten hun situatie zelfs gunstiger beleven dan (voltijds) werkenden. De onderzoeksgroep Cultuur en Welzijn van de UA/PSW en de onderzoeksgroep TOR van de VUB wilden in onderhavig project hun expertise samenvoegen en deze problematiek van het belang van arbeid en niet-arbeid voor de sociale integratie nader onderzoeken. Hiertoe gaan we na hoe de sociale integratie verloopt van mannen en vrouwen die bewust hun arbeidsparticipatie (tijdelijk) afbouwen. Het onderzoek bestaat uit het afnemen van een vragenlijst bij ongeveer 1600 Vlaamse loopbaanonderbrekers: 400 mannelijke en 400 vrouwelijke voltijdse onderbrekers en 400 mannelijke en 400 vrouwelijke deeltijdse onderbrekers. Als controlegroep wordt de steekproef aangevuld met ongeveer 300 voltijds werkende Vlamingen. Bij de helft van de loopbaanonderbrekers - egaal verdeeld over de verschillende strata - werden tijdsbudgetdagboekjes afgenomen (voor tijdsbudgetcijfers is geen controlegroep vereist aangezien de resultaten vergeleken kunnen worden met een representatieve steekproef van Vlamingen uitgevoerd in 2004). De combinatie van een uitgebreide vragenlijst en de tijdsbestedingsgegevens zal unieke informatie opleveren over de leefsituatie van een populatie die er bewust voor opteert tijdelijk niet of minder te werken. Sinds 1 januari 2006 wordt het project volledig uitgevoerd door TOR. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Jessie VANDEWEYER • Bert DESMET
Hoe ontstaan verschillen tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt? Vrije Universiteit Brussel Abstract: Gedurende de afgelopen 5 jaar werd in het kader van het SONAR-project intensief meegewerkt aan de uitbouw van een gedetailleerde longitudinale databank over de overgang van school naar werk bij Vlaamse jongeren. Met dit onderzoeksvoorstel wensen we dieper in te gaan op de discrepantie die uit die data blijkt tussen de betere schoolprestaties van meisjes en hun in vergelijking met mannen minder vlotte intrede en minder gunstige positie op de arbeidmarkt. Men zou immers verwachten dat in een meritocratische samenleving betere schoolprestaties ook leiden tot betere arbeidskansen. Vrouwen blijken echter nog steeds geconcentreed te zijn in de lagerbetaalde banen. Voor de verklaring van de geslachtsverschillen in de overgang van school naar werk, schuiven we twee criciale elementen naar voor: enerzijds de verschillende keuze van studierichtingen, en anderzijds de rol van gezinsvorming en ouderschap. Met dit onderzoeksproject beogen we na te gaan in welke mate de studiekeuze en de gezinsvorming de voorsprong van meisjes op school doen omslaan in een achterstand bij de intrede op de arbeidsmarkt en bij de uitbouw van de verdere arbeidsloopbaan. De SONAR-data vormen het basismateriaal voor de analyses, maar we voorzien ook de vaststellingen te toetsen aan, en te vergelijken met gegevens van andere databanken (de LOSO-gegevens, andere databanken waarover de onderzoeksgroep beschikt, en data van internationaal vergelijkbaar onderzoek). Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Ilse LAURIJSSEN
Jongerenwerkloosheid: theorie, beleid en de realiteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het probleem van jongerenwerkloosheid blijft zeer actueel en dient in de huidige socio-demografische context nog meer aandacht te krijgen. Dit onderzoek wil via een kwanttatieve analyse van de reële trajecten die jongeren op diverse arbeidsmarkten doorlopen, een beleidsanalyse en een inventarisering van de theorie, het probleem van jongerenwerkloosheid diepgaand analyseren. De kwantitatieve analyse van trajecten die Brusselse jongeren maken naar en opde arbeidsmarkt vormt het belangrijkste onderdeel van dit onderzoek. In deze analyse wordt ervoor geopteerd een serie van verschillende statuten in rekening te brengen sinds deze jongeren bij de officiële bemiddelingsinstantie zijn ingeschreven. Hiervoor wordt een specifieke techniek van sequentieanalyse toegepast, Optimal Matching analyse (OMA). Ik opteer ervoor om de regio van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als case nader te bestuderen via deze methode om zo een typologie van de trajecten die jongerenwerkloosheid ook nader bekeken vanuit een theoretisch perspectief. Een inventarisering en vergelijking van bestaande theorieën kadert het probleem op macro niveau. Dit krijgt een aanvulling door het gevoerde beleid gericht op jongeren te inventariseren en bestuderen naar effecten via een literatuuronderzoek en diepte interviews bij nationale en internationale experten en beleidsvoerders op de verschillende niveaus. Organisaties: • Sociologie • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL • JACQUES VILROKX • MARJOLEIN GEENS
Uitvoeren van een aantal deelanalyses op de databanken van 'TOR2004". Deze databanken bevatten de tijdsbestedingsgegevens van het onderzoek "Tijdsbesteding van Vlamingen" bij 1778 Vlamingen van 18 tot 75 jaar. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract beschikbaar. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX
Accurate Income Measurement for the Assessment of Public Policies (AIM-AP). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit Europees onderzoeksprogramma is gericht op de verbetering van de vergelijkbaarheid en de toepassingsmogelijkheden van instrumenten, methoden en data voor inkomensmeting en voor de analyse van beleidseffecten op armoede en inkomensverdeling. Het CSB is betrokken bij het eerste deel van programma, dat gericht is op een een analyse van de verdeling van non-cash inkomens en de toepassing van een ruimere inkomensdefinitie. Het gaat om voordelen in natura die mensen halen uit publieke voorzieningen voor onderwijs en gezonheidszorg, als ook om voordelen die voortvloeien uit het bezit van een eigen woning. De resultaten van dit project worden gebruikt om het Europese tax-benefit model EUROMOD verder uit te breiden. Dit model wordt momenteel gebruikt voor analyse en evaluatie van beleid inzake uitkeringen en belastingen. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Gerlinde Verbist • Cornelius Van den Bosch
Actualisatie Hoofdstuk II (Armoede en sociale uitsluiting in de Vlaamse context) uit het VAP 2005-2009 op basis van het Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting 2008. Universiteit Antwerpen Abstract: Actualisatie Hoofdstuk II (Armoede en sociale uitsluiting in de Vlaamse context) uit het VAP 2005-2009 op basis van het Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting 2008. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Beschrijvende analyse van de thematische kaarten (demografie) in het kader van de wijkmonitoring van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vrije Universiteit Brussel Abstract: Beschrijvende analyse van de thematische kaarten (demografie) in het kader van de wijkmonitoring van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL • PATRICK DEBOOSERE
Programmatie thuiszorg- en ouderenvoorzieningen. Universiteit Antwerpen Abstract: De Vlaamse overheid wil een nieuwe regelgeving ontwerpen en zoekt daarbij inspiratie bij de excvellente voorbeelden die in andere landen zijn gerealiseerd. Onze opdracht is om deze inzichten naar de Vlaamse situatie te vertalen . Organisaties: • Welzijn en verzorgingsstaat
Onderzoekers: • Jozef Breda
Lokale netwerken ter bevordering van de participatie van kansengroepen in cultuur en sport. Universiteit Antwerpen Abstract: Lokale netwerken ter bevordering van de participatie van kansengroepen in cultuur en sport. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Danielle Dierckx
Het gebruik van het Engels in Vlaamse media. Een empirisch onderzoek naar de culturele connotaties van het Engels. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoek wordt het gebruik van het Engels in Vlaamse media bestudeerd. Aan de hand van drie case studies wordt door middel van een kwantitatieve en kwalitatieve analyse onderzocht welke culturele waarden het Engels in deze media symboliseert. Bijzonder punt van aandacht daarbij is de rol van subculturen en lifestyles. De bevindingen worden gekoppeld aan theorieën rond culturele globalisering en globalisering van de media. Organisaties: • Taal, media en socialisatie
Onderzoekers: • Annick De Houwer • An Kuppens • Philippe Meers
An activity-based approach for surveying and modelling travel behaviour Vrije Universiteit Brussel Abstract: "Uit het rapport van diverse internationale organisaties blijkt dat o.m. door verstedelijking en globalisering, het belang van vervoer en transport steeds toeneemt. Om deze stijging in kaart te brengen, maar ook omdat regeringen het zich niet kunnen veroorloven dat de beperkingen van het transport een negatieve impact zouden hebben op de toekomstige competitiviteit van hun producten, zijn lange-termijn investeringen noodzakelijk. Om betere lange-termijn beslissingen te realiseren, kan gebruik gemaakt worden van verkeers- en vervoersmodellen. Op internationaal niveau zijn activiteiten-gebaseerde verplaatsingsmodellen de standaard voor het modelleren van verplaatsingsgedrag. Ondanks de grote voordelen van dit soort modellen zijn ze hier in Vlaanderen echter nog niet doorgedrongen tot de praktijk. Met dit project, gecoördineerd door Prof. Geert Wets, directeur van IMOB (LUC), wil men een activiteiten-gebaseerd verplaatsingsmodel ontwikkelen voor Vlaanderen. Nieuw aan dit model is dat het verzamelen van de data over verplaatsingsgedrag op een computergestuurde manier zal gebeuren. De ondervraagde personen zullen hun activiteiten en verplaatsingen ingeven in een GPS-toestel en zullen met behulp van de computer bevraagd worden. Daarbij komt nog dat
dit model dynamisch wordt opgebouwd. Dit heeft als voordeel dat men gemakkelijker kan inspelen op nieuwe wendingen of veranderingen in activiteiten. De specifieke opdracht van TOR binnen dit project bestaat erin na te gaan hoe tijdsbudgetinformatie kan worden geïncorporeerd bij het maken van betrouwbare simulaties van verplaatsings-gedrag. Naast IMOB en TOR, participeren ook volgende onderzoeksgroepen aan dit project: TUEindhoven, Faculteit Bouwkunde, Ruimtelijke Ordening VITO, Energietechnologie en Voertuigtechniek PHL, Onderzoekscel Architectuur, Mobiliteit en Omgeving" Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • SUZANA KOELET
Syntheseverslag opstellen op basis van de wetenschappelijke analyse van het gedeelte over de sociale dimensie van de nationale rapporten over de Bologna implementatie v/d 46 Bolognalanden en, indien van toepassing, een max. van 3 kandidaat-landen. Universiteit Antwerpen Abstract: Ter voorbereiding van de Conferentie van Europese Ministers verantwoordelijk voor hoger onderwijs betreffende het Bologna proces, werd een analyse gemaakt van de maatregelen die in de Bologna landen genomen werden om het gelijke kansenbeleid in het onderwijs te hervormen. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon
De positie van jongeren in een vergrijsde samenleving. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project is in opdracht van de Artesis Hogeschool Antwerpen en kadert in een onderzoeksvoorstel betreffende intergenerationele solidariteit in opdracht van het Agentschap Sociaal-cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Een rechtstheoretische en rechtssociologische studie naar de relatie tussen rechtspraak, rechtschepping en democratie in de opvatting van magistraten in cassatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek wil achterhalen, door middel van een gecombineerde rechtstheoretische (literatuuronderzoek) en rechtssociologische methode (interviews), hoe magistraten in cassatie zélf hun rechtscheppende rol begrijpen. Daarmee wordt onder meer inzicht geboden in de democratische attitude van deze magistraten, en daarmee op een van de meest wezenlijke aspecten van het functioneren van de democratische rechtsstaat. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Leonardus Adams • Koen Van Aeken
Contract voor de 2008 SHARELIFE enquête in België (Nederlandstalig gebied). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project omvat de data-verzameling van Share-life (Golf 3). Zie http://www.share-project.org/ voor meer informatie Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans • Cornelius Van den Bosch
Werkende armen in Vlaanderen, een vergeten groep? Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoeksvragen: -conceptualisering van de 'werkende arme' en de multi-dimensionale meting -problematiek van de werkende aremn in Vlaanderen: omvang en profiel -beleidsmaatregelen: wat leert de buitenlandse ervaring en beleidsalternatieven gesimuleerd Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Ive Marx • Gerlinde Verbist
Inactiviteitsvallen voor personen met een handicap of met langdurige gezondheidsproblemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project zal de bestaande obstakels en activiteitsvallen in kaart brengen die arbeidsgehandicapten ervaren bij de verschillende stappen richting arbeidsmarkt. Een eerste stap in het beantwoorden van de onderzoeksvraag bestaat uit het definiëren en het operationaliseren van de concepten 'arbeidsgehandicapten' en 'inactiviteitsvallen'. We willen een brede definitie hanteren van het begrip 'arbeidsgehandicapten' en van de omschrijving van 'obstakels en inactiviteitsvallen'. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Kristel Bogaerts • Diana De Graeve • Ive Marx
Haalbaarheidsstudie naar een repetitieve prevalentiestudie onder de algemene bevolking (HARPA). Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstellingen van het project: - Gedetailleerde vergelijking van de methodes en designs van algemene prevalentieonderzoeken in andere Europese landen - Evalueren van de sterktes, beperkingen, noodzakelijke voorwaarden en kostprijs van de verschillende opties met het oog op het uitvoeren van een dergelijke studie in België - Het uitvoeren van een beperkte cognitieve test van de op te nemen items in het prevalentieonderzoek in België Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Wetenschappelijke opdracht voor het onderzoek naar welzijnsvernieuwingen in verzorgingsstaten. Universiteit Antwerpen Abstract: Met deze sabbatical willen we een geünifieerde, theoretisch onderbouwde en empirisch valabele analyse van de dynamiek van welzijnsvernieuwingen in verzorgingstaten tot stand brengen. Dat sluit aan bij een stijgende belangstelling voor vergelijkende analyses van zorgmodellen. Organisaties: • Welzijn en verzorgingsstaat
Onderzoekers: • Jozef Breda
De beleving van jonge verkeersslachtoffers (10 tot 18 jaar). Een kwalitatief onderzoek naar de ervaring van een verkeersongeval en de nasleep ervan. Universiteit Hasselt Abstract: Het project beoogt, via een belevingsonsonderzoek, te komen tot een aantal fundamentele inzichten omtrent de manier waarop jonge verkeersslachtoffers (10 tot 18 jaar) betekenis geven aan het verkeersongeval en de nasleep ervan, en dit door rechtstreeks te luisteren naar hun narratieve. De subjectieve beleving van de kinderen staat centraal: er wordt niet uitgegaan van een therapeutische of pedagogische benadering. Het is vanuit de beleving van de kinderen dat het onderzoek vorm krijgt, en niet vanuit een doelstelling gericht op hulpverlening. Organisaties: • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS
De sociale staat van Vlaanderen 2009 : algemene bijdrage binnen het levensdomein A6 'sociale participatie' (voorstel nr. 30) Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit onderzoek wordt een beeld geschetst van de evolutie van formele en informele sociale netwerken in Vlaanderen. Hieruit blijkt dat het ledenkorps van bijna alle soorten verenigingen significant is toegenomen. De toename is vooral toe te schrijven aan het stijgende succes van de sportverenigingen. Bovendien proberen we een aantal van de maatschappelijke ontwikkelingen te achterhalen die een rol hebben gespeeld in de geschetste evolutie van het verenigingsleven. We kijken daarbij ook naar welke groepen over de tijd meer of minder zijn gaan participeren. De groepen die meer zijn gaan participeren zijn de hogergeschoolden, de onregelmatig praktiserende en randkerkelijke katholieken en christelijken en de ouderen. Wat de informele sociale contacten betreft, blijken de heel frequente ontmoetingen te zijn afgenomen, de minder frequente zijn hiervoor in de plaats gekomen. Zowel de formele als informele sociale netwerken blijven ongelijk verdeeld over de bevolking, met als belangrijkste verschil dat de lageropgeleiden meer informeel contact hebben en de hogeropgeleiden vaker lid zijn van verenigingen. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • WENDY SMITS
Ondersteunen van project "Interculturele dialoog". Vrije Universiteit Brussel Abstract: De studie naar een "Interculturele dialoog" werd gesteund door Stichting P&V en maakte daarbij deel uit van een Europees project onder leiding van PREFONDES (Pôle Européen des Fondations de l' Économie Sociale). Het overkoepelende doel van het Europese project was het aanmaken van een uitwisselings- en overlegplatform aangaande interculturele dialoog. Voor het Belgische project viel de keuze op een dialoog over de taalgrenzen heen. Want gezien de moeilijke historische en sociale situatie waar België als tweetalig land mee geconfronteerd wordt, is het belangrijk om op een constructieve en geleide manier een dialoog tot stand te brengen. Onze interculturele dialoog heeft niet onmiddellijk als vooropstelling om tot concrete veranderingen te komen maar hoofdzakelijk om toenadering mogelijk te maken. We willen geen stereotypen, vooroordelen en clichés uit de weg gaan, maar ze net gebruiken om te weten te komen welke beeldvorming er bestaat over de anderstalige. Om deze vooropstelling te bereiken hebben we er voor gekozen om, wat we noemen, een verhalenforum in te richten. Concreet hebben we een 55-tal deelnemers gerekruteerd en hebben we hen, over vijf samenkomsten verspreid, de mogelijkheid geboden om verhalen te vertellen over de andere taalgemeenschap. Nadat al deze verhalen waren verteld en ingezonden, werden ze uiteindelijk aan een narratieve analyse onderworpen. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Kobe DE KEERE
Samenwerkingsovereenkomst: ontwikkeling van focus groups en 15 interviews. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Université de Liège - LENTIC' hebben voor het project ' Convention de collaboration: réalisation d'un focus group et de 15 entretiens. ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst.
Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL
Information patrimoine (OSIRIS) : Organisatie van de statistische informatie van de patrimoniumdocumentatie tbv onderzoek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: zie engelstalig abstract Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL • PATRICK DEBOOSERE
De haalbaarheid van het gebruik van administratieve gegevens voor loopbaanonderzoek. Universiteit Antwerpen Abstract: De haalbaarheid van het gebruik van administratieve gegevens voor loopbaanonderzoek. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Revisie van het moderne. Potenties van het modernistische hoogbouwpatrimonium. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt de problematiek van de woning en de woonomgeving in modernistische hoogbouwwijken onderzocht. Het onderzoek plaatst zich binnen een breder spectrum van onderzoek (sociologie, sociale geografie) naar de ruimtelijke en sociale problemen die zich vandaag stellen in de hoogbouwwijken, gerealiseerd na de tweede wereldoorlog. Het bestaande onderzoek wordt in dit project gecomplementeerd, door een specifiek architectuurwetenschappelijk perspectief (architectuurgeschiedenis, - theorie en ontwerpend onderzoek) te openen op de problematiek van het hedendaagse wonen in naoorlogse modernistische hoogbouwwijken. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken • Karen Kesteloot
AIDS, de eenzame dood? Sociaal kapitaal als hefboom bij de implementatie van antiretrovirale behandelingen in de openbare gezondheidszorg in Zuid-Afrika. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek heeft tot doel de verschillende dimensies van de kwaliteit van het leven van AIDS-patiënten te analyseren. Het begrip "kwaliteit van het leven" dient men in de ruimste zin te interpreteren. Conform met gestandaardiseerde schalen, behelst de meting van kwaliteit van het leven zowel fysiek functioneren als psychisch, sociaal en rolgebonden functioneren en het vermogen om sociaal kapitaal te mobiliseren en ondersteuningsnetwerken in te schakelen. Nadat de verschillende achterliggende dimensies van kwaliteit van het leven van AIDS-patiënten zijn blootgelegd, begint de zoektocht naar de factoren die deze kwaliteit beïnvloeden. Aan de hand van de verzamelde data van ongeveer 400 Zuid-Afrikaanse AIDS-patiënten zal de invloed van deze factoren op de globale kwaliteit van het leven van deze patiënten worden getest. Aan de invloed van hun antiretrovirale behandeling zal in het bijzonder aandacht worden besteed. Het betreft dus een onderzoek naar de dimensies van en de dynamiek achter de kwaliteit van het leven AIDS-patiënten in Zuid-Afrika. Wordt uitgevoerd in samenwerking met het Centre for Health Systems Research and Development (CHSR&D), University of the Free State (UFS), Bloemfontein, Zuid-Afrika. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Herman Meulemans • Edwin Wouters
Het niet opnemen van counseling m.b.t. HIV onder tuberculosepatiënten in Zuid-Afrika: onderzoek met het oog op gefundeerde interventie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het niet opnemen van counseling m.b.t. HIV onder tuberculosepatiënten in Zuid-Afrika: onderzoek met het oog op gefundeerde interventie. Organisaties: • Centrum voor rechtssociologie
Onderzoekers: • Francis Van Loon
Het carrièreverloop en de toekomstperspectieven van de (jonge) UA-vorser. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit onderzoek is met behulp van een websurvey na te gaan hoe de carrièreopbouw bij academisch personeel verloopt. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Ontwikkeling van expertise en expertise-uitwisseling in verband met de ontsluiting van erfgoed over immigratie naar Vlaanderen en Brussel in de 20ste eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkeling van expertise en expertise-uitwisseling in verband met de ontsluiting van erfgoed over immigratie naar Vlaanderen en Brussel in de 20ste eeuw.
Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Voedselveiligheid en conflict: een onderzoek naar de situatie in Assam (India) en de Chittagong Hill Tracts (Bangladesh) via een 'livelihood'-benadering Universiteit Gent Abstract: Er is rond voedselveiligheid en conflict de laatste jaren veel gedaan, maar men vergeet te vaak de bevolking als actieve actor. Dit voorstel stelt de bevolking centraal en onderzoekt de voedselsituatie, de voedselstrategieën en de evolutie van sociale structuren in tijden van conflict. De livelihood-benadering is met haar open aanpak de ideale methode om dit te doen. Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Koen Vlassenroot
De ongrijpbare smaak. Een onderzoek naar de sociale productie en reproductie van smaakvoorkeuren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderwerp van deze doctorale studie is het in kaart brengen van de smaakstructuren van een representatief staal van de Vlaamse bevolking en deze smaakstructuren op hun beurt te verbinden met de sociale structuur. De ideeën van de socioloog Pierre Bourdieu zullen worden toegepast in een Vlaamse context, waarbij zowel statistische analyse als een reeks diepte-interviews zullen worden gebruikt. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Dieter VANDEBROECK
Studie duurzame activering binnen de Belgische OCMW's. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel is op kwalitatief en kwantitatief niveau het traject te kunnen bestuderen van personen die geactiveerd werden door de Belgische OCMW's. Het leefloon, het equivalent leefloon en de verschillende activeringssubsidies die door de POD Maatschappelijke Integratie beheerd worden, vormen een onderdeel van de sociale zekerheid. Het is op basis van de Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming dat het traject van de geactiveerde OCMW-cliënten moet worden onderzocht. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken • Danielle Dierckx
OCMW's en dakloosheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek gaat na in welke mate en op welke manier de OCMW's in België diensten ontwikkelen als antwoord op de hardnekkige en complexe problematiek van dak- en thuisloosheid. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken • Danielle Dierckx
Cultuurparticipatie in de levensloop. Leeftijds- of cohorte-effect ? Universiteit Gent Abstract: Cross-sectionele surveys laten niet toe om leeftijdsverschillen in cultuurdeelname uiteen te leggen in verschillen die begrepen kunnen worden door het ouder worden enerzijds en het opgegroeid zijn in andere historische condities anderzijds. Via een longitudinaal opzet waarin data van opeenvolgende jaargangen van de Survey naar Sociaal-Culturele Verschuivingen worden gehanteerd worden voor tien culturele activiteiten leeftijds- en cohorteverschillen ontrafeld. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • John Lievens
De amateurkunstenaar in beeld gebracht. Omvang en profiel van de actieve amateurkunstenaar Universiteit Gent Abstract: Het doel van deze studie is een uitgebreid beeld te schetsen van de amateurkunstensector. Op basis van zowel een bevolkings- als een ledenonderzoek werd een gedetailleerd beeld gegeven van het profiel van de amateurkunstenaars. Naast een socio-demografisch profiel, werd tevens onderzocht wat de drijfveren en ambities van amateurkunstenaars zijn, in welke sociale context men de creatieve hobby's beoefent, hoeveel tijd en geld er in deze kunstbeoefening kruipt, de ervaren drempels, ... . Het onderzoek maakt eveneens een vergelijking tussen amateurkunstenaars en niet-amateurkunstenaars op het vlak van hun sociaal netwerk, hun receptieve cultuurparticipatie en deelname aan het verenigingsleven. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • John Lievens
De amateurkunstenaar in beeld gebracht. Omvang en profiel van de actieve amateurkunstenaar. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van deze studie is een uitgebreid beeld te schetsen van de amateurkunstensector. Op basis van zowel een bevolkings- als een ledenonderzoek krijgen we duidelijk zicht op het profiel van de amateurkunstenaars. Naast een socio-demografisch profiel, komen we eveneens te weten wat hun drijfveren en ambities zijn, in welke sociale context men de creatieve hobby's beoefent, hoeveel tijd en geld er in deze kunstbeoefening kruipt, de ervaren drempels, ... . Het onderzoek maakt eveneens een vergelijking tussen amateurkunstenaars en niet-
amateurkunstenaars op het vlak van hun sociaal netwerk, hun receptieve cultuurparticipatie en deelname aan het verenigingsleven. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Kobe DE KEERE • Sven SANCTOBIN • JESSY SIONGERS • WENDY SMITS • Guido VANGOIDSENHOVEN
Etude de faisabilité de l'utilisation des données de l'Agence intermutualiste. Onderzoek naar het gebruik van gegevens van het Intermutualistisch Agentschap. Vrije Universiteit Brussel Abstract: geen abstract beschikbaar Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL • PATRICK DEBOOSERE
Vergrijzing in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Een van de belangrijkste sociale uitdagingen voor Vlaanderen en Europa is aankomende veroudering van de bevolking. In dit kader stellen zich drie grote beleidsproblemen: I) de manier waarop de lasten van de vergrijzing verdeeld worden tussen generaties en binnen generaties onderling; ii) de uitbouw van een betaalbare en hoogstaande zorgvoorziening die voor iedereen toegankelijk is; iii) het optimaliseren van de deelname van ouderen aan het economische, sociale, politieke en culturele leven zodat de kennis, ervaring en vaardigheden van de ouderen nuttig ingezet kunnen worden. Bij al deze uitdagingen is het Vlaamse beleidsniveau betrokken. Vlaanderen kan met een planmatige aanpak op het gebied van ouderzorg, arbeidsbeleid, belastingen, huisvesting, onderwijs en socio-cultureelbeleid een belangrijke en noodzakelijke bijdrage leveren aan de uitdagingen waarvoor de vergrijzingsproblematiek ons stelt. Voor het ontwikkelen van een dergelijke strategie zijn goede beleidsinstrumenten onontbeerlijk. Dit project staat in voor de ontwikkeling van dit beleidsinstrument dat uit de volgende delen bestaat: -Het ontwikkelen van een longitudinaal databestand voor Vlaanderen met gegevens over inkomen, levensomstandigheden, gezondheid en zorgbehoeften van de ganse bevolking in het algemeen en de ouderen in het bijzonder. -Het ontwikkelen van een dynamisch micro-simulatiemodel voor Vlaanderen dat meting van beleidshervormingen toestaat. -Het meten van trends in intra- en intergenerationele verdeling van inkomen en rijkdom in Vlaanderen. -Het maken van een projectie van de gezonde levensverwachting. -Het meten van economische gevolgen van de vergrijzing in Vlaanderen. -In kaart brengen van trends in formele en informele zorgnetwerken. -Parameters van Vlaams zorgbeleid in Europees vergelijkend perspectief plaatsen. Organisaties: • Welzijn en verzorgingsstaat
Onderzoekers: • Jozef Breda
Vergrijzing in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Een van de belangrijkste sociale uitdagingen voor Vlaanderen en Europa is aankomende veroudering van de bevolking. In dit kader stellen zich drie grote beleidsproblemen: I) de manier waarop de lasten van de vergrijzing verdeeld worden tussen generaties en binnen generaties onderling; ii) de uitbouw van een betaalbare en hoogstaande zorgvoorziening die voor iedereen toegankelijk is; iii) het optimaliseren van de deelname van ouderen aan het economische, sociale, politieke en culturele leven zodat de kennis, ervaring en vaardigheden van de ouderen nuttig ingezet kunnen worden. Bij al deze uitdagingen is het Vlaamse beleidsniveau betrokken. Vlaanderen kan met een planmatige aanpak op het gebied van ouderzorg, arbeidsbeleid, belastingen, huisvesting, onderwijs en socio-cultureelbeleid een belangrijke en noodzakelijke bijdrage leveren aan de uitdagingen waarvoor de vergrijzingsproblematiek ons stelt. Voor het ontwikkelen van een dergelijke strategie zijn goede beleidsinstrumenten onontbeerlijk. Dit project staat in voor de ontwikkeling van dit beleidsinstrument dat uit de volgende delen bestaat: -Het ontwikkelen van een longitudinaal databestand voor Vlaanderen met gegevens over inkomen, levensomstandigheden, gezondheid en zorgbehoeften van de ganse bevolking in het algemeen en de ouderen in het bijzonder. -Het ontwikkelen van een dynamisch micro-simulatiemodel voor Vlaanderen dat meting van beleidshervormingen toestaat. -Het meten van trends in intra- en intergenerationele verdeling van inkomen en rijkdom in Vlaanderen. -Het maken van een projectie van de gezonde levensverwachting. -Het meten van economische gevolgen van de vergrijzing in Vlaanderen. -In kaart brengen van trends in formele en informele zorgnetwerken. -Parameters van Vlaams zorgbeleid in Europees vergelijkend perspectief plaatsen. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Vergrijzing in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Een van de belangrijkste sociale uitdagingen voor Vlaanderen en Europa is aankomende veroudering van de bevolking. In dit kader stellen zich drie grote beleidsproblemen: I) de manier waarop de lasten van de vergrijzing verdeeld worden tussen generaties en binnen generaties onderling; ii) de uitbouw van een betaalbare en hoogstaande zorgvoorziening die voor iedereen toegankelijk is; iii) het optimaliseren van de deelname van ouderen aan het economische, sociale, politieke en culturele leven zodat de kennis, ervaring en vaardigheden van de ouderen nuttig ingezet kunnen worden. Bij al deze uitdagingen is het Vlaamse beleidsniveau betrokken. Vlaanderen kan met een planmatige aanpak op het gebied van ouderzorg, arbeidsbeleid, belastingen, huisvesting, onderwijs en socio-cultureelbeleid een belangrijke en noodzakelijke bijdrage leveren aan de uitdagingen waarvoor de vergrijzingsproblematiek ons stelt. Voor het ontwikkelen van een dergelijke strategie zijn goede beleidsinstrumenten onontbeerlijk. Dit project staat in voor de ontwikkeling van dit beleidsinstrument dat uit de volgende delen bestaat: -Het ontwikkelen van een longitudinaal databestand voor Vlaanderen met gegevens over inkomen, levensomstandigheden, gezondheid en zorgbehoeften van de ganse bevolking in het algemeen en de ouderen in het bijzonder.
-Het ontwikkelen van een dynamisch micro-simulatiemodel voor Vlaanderen dat meting van beleidshervormingen toestaat. -Het meten van trends in intra- en intergenerationele verdeling van inkomen en rijkdom in Vlaanderen. -Het maken van een projectie van de gezonde levensverwachting. -Het meten van economische gevolgen van de vergrijzing in Vlaanderen. -In kaart brengen van trends in formele en informele zorgnetwerken. -Parameters van Vlaams zorgbeleid in Europees vergelijkend perspectief plaatsen. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon • Cornelius Van den Bosch
Sociale en economische gevolgen van de vergrijzing in Vlaanderen en Europa. Hoe kan het beleid inspelen op Vlaams niveau. Universiteit Antwerpen Abstract: De toenemende levensverwachting van steeds talrijker wordende generaties brengt hoe dan ook een groeiende zorgvraag met zich, vooral in de groep van de oudste ouderen. Hoe deze zorg verdeeld wordt tussen de verschillende actoren is een centraal vraagstuk. Onze bijdrage is beperkt tot de inbreng vanuit het persoonlijke netwerk: gezin, familie, buren en vrienden. Hoe zal deze inbreng in de toekomst evolueren? Is een vooruitberekening van het volume mantelzorg haalbaar? Waar zijn er knelpunten, waar openen er zich opportuniteiten? Organisaties: • Welzijn en verzorgingsstaat
Onderzoekers: • Therese Jacobs
Upgraden van de enquête van gezondheid, vergrijzing en uittreding in Europa - voorbereidende fase.(SHARE-PREP) Universiteit Antwerpen Abstract: Upgraden van de enquête van gezondheid, vergrijzing en uittreding in Europa - voorbereidende fase.(SHARE-PREP) Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Cornelius Van den Bosch
Concrete uitwerking van het opleidingsvoorstel voor islamkaders. Universiteit Antwerpen Abstract: Concrete uitwerking van het opleidingsvoorstel voor islamkaders. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman • Walter Nonneman
Vademecum van gemeenschappelijke EU-indicatoren in het kader van de open coördinatiemethode voor sociale bescherming en sociale integratie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project draagt bij tot de activiteiten van de Sub-Group Indicatoren (ISG) van het Directoraat Generaal Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Gelijke Kansen van de Europese Commissie. In het kader van dit project wordt een vademecum ontwikkeld dat de werkzaamheden van de ISG samenvat, zowel met betrekking tot methodologische vraagstukken als in haar politieke dimensie. Het eindrapport omvat vooreerst; een aantal horizontale hoofdstukken met betrekking tot de ontwikkeling en het gebruik van sociale indicatoren in het kader van de Open Coordinatiemethode voor Sociale Bescherming en Sociale Insluiting; ten tweede fiches voor elke indicator waarover een akkoord werd bereikt of die wordt besproken; ten derde een webapplicatie die deze fiches omvat. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon • Cornelius Van den Bosch
Wat hebben gezinnen nodig om rond te komen? Minimumbudgetten en minimum inkomensbescherming. (MINIBUDGET) Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project is het ontwikkelen van minimumbudgetten voor een groot aantal Belgische modelgezinnen. Deze minimumbudgetten kunnen nuttig gebruikt worden voor (1) het meten van de omvang en de diepte van armoede en sociale uitsluiting, (2) als richtlijn bij de vaststelling van aanvullende steun, bij het bepalen van schuldafbetalingsplannen, bij de vastlegging van onderhoudsgelden, en dergerlijke, (3) het evalueren van de doeltreffendheid van de minimum inkomensbescherming, (4) het aanmoedigen van Belgische en Europese beleidsvoerders om maatregelen te nemen voor een sociaal inclusieve samenleving. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Cornelius Van den Bosch
Evaluatieproject Europese Werkgelegenheidsstrategie. Studie werkloosheid en leefloon. Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatieproject Europese Werkgelegenheidsstrategie. Studie werkloosheid en leefloon. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Ive Marx
Onderzoek naar de behoefte inzake vrijetijdsbesteding van de Antwerpse jeugd. Universiteit Antwerpen Abstract: Met dit project wensen we de vrijetijdsbehoeften van Antwerpse tieners in kaart te brengen. Aangezien het een beleidsgericht onderzoek betreft zullen de finale doelen van de studie zich op het vlak van informatieverstrekking en beleidssuggesties bevinden. De centrale onderzoeksvraag van het project luidt: Welke behoeften hebben Antwerpse tieners inzake vrijetijdsbesteding en op welke manier kan de stedelijke jeugddienst aansluiten bij de behoeften? Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Steunpunt Milieu & Gezondheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Zie continuering in het Steunpunt Milieu en Gezondheid 2007-2011 (project 21603) Organisaties: • Welzijnsplanning • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Ilse Loots
Het verband tussen overheidsaanwezigheid en lokale sociale levenskwaliteit. Een onderzoek in de wijken van vier Vlaamse steden Universiteit Gent Abstract: De centrale onderzoeksvraag van dit project betreft de relatie tussen de fysieke aanwezigheid van een overheid enerzijds en de kwaliteit van het sociaal leven in een wijk anderzijds. Er zal een meetinstrument voor het concept 'fysieke aanwezigheid van een overheid' ontwikkeld worden. De kwaliteit van het sociaal leven zal gemeten worden aan de hand van objectieve en subjectieve data. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Herwig Reynaert • Carl Devos
Scheiding in Vlaanderen: Oorzaken en gevolgen van echtscheiding onderzocht Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft als doel inzicht te verkrijgen in de oorzaken en gevolgen van echtscheiding. Hiertoe worden gescheiden personen vergeleken met gehuwden mbt socio-demografische kenmerken, ouderschap, partnerschap, welbevinden, gezondheid, dienstgebruik, sociaalnetwerk, waarden, enz. De data wordt verzameld vanuit een multi-actor perspectief: beide partners, een kind en de ouders van het (ex-) koppel worden bevraagd. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
Het oplossend karakter van publieke en private vormen van geschillenbeslechting voor hedendaagse conflicten. Een analyse van vier maatschappelijke relevante domeinen Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek richt zich op vier vormen van conflicten: huurgeschillen, arbeidsgeschillen, consumentengeschillen en geschillen inzake intellectuele eigendomsrechten. Aan de hand van interviews, dossieranalyses en gesprekken met betrokken partijen in die geschillen beoogt het onderzoek een inventarisatie te maken van de verschillende vormen waarop deze geschillen afgehandeld kunnen worden, hun context en hun voor- en nadelen. Uiteindelijke doelstelling is het rapporteren over deze vier conflictvormen en hun afhandeling in een internationale publicatie die tevens op een studiedag voorgesteld zal worden. Als spin-off van het onderzoek zullen tevens vier naslagwerken (één per conflictvorm) samengesteld worden. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Paul Ponsaers
Het risico op H.I.V.-infectie bij homo- en biseksuele mannen. De ontwikkeling van een niet-individualistisch verklaringsmodel Universiteit Gent Abstract: Seksueel risicogedrag bij MSM neemt toe. Dit vertaalt zich concreet in een stijging sinds 1997 van nieuwe infecties binnen deze subpopulatie. Dit onderzoek is zowel individueel als structureel gericht. We verenigen kennis en attitudes binnen gehanteerde preventiestrategieën, combineren ze met cognities en sociale netwerken, binnen datingsystemen, van MSM. Finaal situeren we risicogedrag binnen deze ontstane ruimte. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Johny Vincke
COVIVE: Social and economic impact of ageing in Flanders and Europe. How can policy at the Flemisch level respond? Vrije Universiteit Brussel Abstract: CoViVE is een interuniversitair consortium dat onderzoek voert naar de socio-economische impact van de vergrijzing in Vlaanderen en Europa. Centraal staan de verdeling van de economische last van de veroudering tussen en binnen generaties, de kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg, en de participatie van ouderen in het arbeidsbestel en het maatschappelijk leven. CoVive wordt gecoördineerd door het Centrum voor Sociaal Beleid - Herman Deleeck. De financiering is afkomstig van het Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen (IWT). Doelstellingen
Een van de belangrijkste sociale uitdagingen voor Vlaanderen en Europa is aankomende veroudering van de bevolking. In dit kader stellen zich drie grote beleidsproblemen: i) de manier waarop de lasten van de vergrijzing verdeeld worden tussen generaties en binnen generaties onderling; ii) de uitbouw van een betaalbare en hoogstaande zorgvoorziening die voor iedereen toegankelijk is; iii) het optimaliseren van de deelname van ouderen aan het economische, sociale, politieke en culturele leven zodat de kennis, ervaring en vaardigheden van de ouderen nuttig ingezet kunnen worden. Bij al deze uitdagingen is het Vlaamse beleidsniveau betrokken. Vlaanderen kan met een planmatige aanpak op het gebied van ouderzorg, arbeidsbeleid, belastingen, huisvesting, onderwijs en socio-cultureelbeleid een belangrijke en noodzakelijke bijdrage leveren aan de uitdagingen waarvoor de vergrijzingsproblematiek ons stelt. Voor het ontwikkelen van een dergelijke strategie zijn goede beleidsinstrumenten onontbeerlijk. Dit project staat in voor de ontwikkeling van dit beleidsinstrument dat uit de volgende delen bestaat: Het ontwikkelen van een longitudinaal databestand voor Vlaanderen met gegevens over inkomen, levensomstandigheden, gezondheid en zorgbehoeften van de ganse bevolking in het algemeen en de ouderen in het bijzonder. Het ontwikkelen van een dynamisch simulatiemodellen voor Vlaanderen die meting van beleidshervormingen toestaan. Het meten van trends in intra- en intergenerationele verdeling van inkomen en rijkdom in Vlaanderen. Het maken van een projectie van de gezonde levensverwachting. Het meten van economische gevolgen van de vergrijzing in Vlaanderen. In kaart brengen van trends in formele en informele zorgnetwerken. Parameters van Vlaams zorgbeleid in Europees vergelijkend perspectief plaatsen. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • RONNY LESTHAEGHE • Jan VAN BAVEL • PATRICK DEBOOSERE
Aanpak van ongelijkheid in gezondheid in België. (TAHIB) Vrije Universiteit Brussel Abstract: zie Engelstalige abstract Organisaties: • Interface Demografie • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL • Sylvie GADEYNE • PATRICK DEBOOSERE
Status Questionis van de Belgische Sociale Zekerheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt de uitwerking van een status questionis van de Belgische sociale zekerheid in al haar facetten. Deze wordt opgebouwd rond vier grote delen waarbinnen onder meer de vooropgestelde elementen inzake principes, doelstellingen, financiering, etc. aan bod zullen komen maar waarbinnen evenzeer aandacht zal besteed worden aan de institutionele vormgeving (opbouw, stelselkenmerken, etc.) van het stelsel, aan het sociaal zekerheidsbeleid alsook de maatschappelijke fenomenen en veranderingsprocessen die hierop van invloed zijn. Ook de Europese context en dimensie zal een plaats krijgen in het rapport. Een bijzonder aandachtspunt vormt de tijdsdimensie. De focus ligt immers niet enkel op de huidige stand van zaken maar het stelsel zal ook bestudeerd worden met oog voor de belangrijke evoluties uit het verleden en met oog voor de toekomst. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon
De impact van individuen, organisaties en instituties op de lengte van de loopbaan (CARLE). Universiteit Antwerpen Abstract: Hoewel een lage activiteitsgraad bij 45- en 55-plussers een algemeen gegeven is in Europa, bestaat er een grote divergentie tussen de lidstaten (Hoge Raad Werkgelegenheid, 2004). België is hekkensluiter. De Europese doelstelling is tegen 2010 een werkzaamheid van 50% bij 55plussers te bereiken. Met de huidige 30% is België hier ver van verwijderd. Op basis van internationale comparatieve analyses willen we in dit project onderzoeken welke factoren het arbeidsmarktgedrag van oudere werknemers en werkzoekenden beïnvloeden, namelijk (a) de vervroegde uittrede afremmen, (b) de herintrede aanmoedigen, (c) succesvolle mobiliteit van oudere werknemers bevorderen en (d) hun deelname aan employability-verruiming stimuleren. We onderscheiden hierbij drie niveaus van beïnvloedende factoren: (1) individuele kenmerken van oudere werknemers en werkzoekenden (bv. afgelegd loopbaantraject); (2) huishoudkenmerken (bv. arbeidsmarktpositie en inkomen van de partner, gezamenlijke financiële middelen) en (3) prikkels die institutionele actoren creëren om uittrede af te remmen, herintrede te stimuleren en employability te verruimen. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Etude concernant l'inventaire des informations sollicitées auprès des CPAS par les différents niveaux de pouvoir. Universiteit Antwerpen Abstract: De studie "administratieve vereenvoudiging binnen de OCMW's" bestudeert de administratieve gegevens die de OCMW's aan de verschillende overheidsdiensten moeten bezorgen, zowel op het federale, het gemeenschaps- en het gewestelijk niveau. We proberen in deze studie deze gegevens zo exhaustief mogelijk te inventariseren. Deze studie heeft als doel een vermindering van de administratieve belasting van de OCMW's te realiseren. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken • Danielle Dierckx
Armoedekoffer in Brussel. Universiteit Antwerpen Abstract: Het traject 'Armoedekoffer' kadert in de afsprakennota lokale netwerken voor de bevordering van vrijetijdsparticipatie in het Brussels Hoofdstedelijk gewest 2009-2010. Doelstellingen: 1) Aanreiken van instrumenten aan personen in armoede die weinig of geen toegang hebben tot culturele participatie. 2) Verhogen van kansen tot actieve en passieve cultuurparticipatie door mensen in armoede zodat het gelijkekansenbeleid als beleidsgegeven een zichtbare plaats krijgt in de inhoudelijke beleidsdomeinen. 3) Duiding geven aan en zichtbaar maken voor een breed publiek van de impact van armoede in historisch perspectief, in het leven van mensen. 4) Faciliteren van erfgoedparticipatie door met personen in armoede aan de slag te gaan, vanuit hun dagelijkse leefwereld in de armoede. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken • Danielle Dierckx
RSA+ / het activeringselement in het Belgische leefloonsysteem getoetst aan alternatieven in de buurlanden. Universiteit Antwerpen Abstract: RSA+ / het activeringselement in het Belgische leefloonsysteem getoetst aan alternatieven in de buurlanden. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Natascha Van Mechelen • Bea Cantillon
Europese strategie tegen kinderarmoede. Universiteit Antwerpen Abstract: We evalueren de huidige Lissabon-strategie naar de rol die Europa opneemt ten aanzien van de bestrijding van kinderarmoede. We vertrekken vanuit de sleuteldocumenten die de Lissabon-strategie vormgeven. We starten bij het Verdrag van Lissabon. Daarna nemen we de documenten die verschenen zijn na de herziene Lissabon-strategie van 2005. Ten slotte focussen we op de voorbereiding naar de herziening in 2010. We screenen de meest relevante documenten op hun aandacht voor en impact op kinderarmoede. Vanuit een sterkte-zwakte-analyse van de bewandelde paden en actuele discussies formuleren we beleidssporen, die bruikbaar zijn voor de hervormingen van het Europese beleid, waarvoor in 2010 de basis wordt gelegd. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Danielle Dierckx
Sport voor allen? Een comparatief-sociologische analyse van actieve sportbeoefening in de Europese Unie. Universiteit Gent Abstract: In deze studie gaan we na (1) in welke mate van sportbeoefening en de sociale gelaagdheid van sportbeoefening verschilt in EU-landen (2) of deze inter-landelijke verschillen terug te brengen zijn tot socio-economische landenkenmerken (3) of er, onafhankelijk van deze landenkenmerken, meer structurele verschillen tussen landen merkbaar zijn en of deze kunnen worden teruggebracht tot systematische verschillen in welvaartsbeleid. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Johny Vincke
Vooronderzoek naar de kenmerken en hulp- en dienstverleningsbehoeften van maatschappelijk kwetsbare jongvolwassenen Universiteit Gent Abstract: In dit vooronderzoek worden de kenmerken van maatschappelijk kwetsbare jongvolwassenen en hun behoefte aan doelgroepspecifieke zorg- en dienstverlening onderzocht en wordt het concept van maatschappelijke kwetsbare jongvolwassenen afgebakend en geoperationaliseerd. Het onderzoeksmateriaal werd verkregen uit een literatuurstudie, focusgroepen met jongvolwassenen en sleutelfiguren en interviews met experts. Tenslotte werd op basis van de bevindingen een ontwerp van vervolgonderzoek geformuleerd. Organisaties: • Vakgroep Sociale agogiek
Onderzoekers: • Nicole Vettenburg
Research Toekenning: visiting fellowship Vrije Universiteit Brussel Abstract: Research Grant: visiting fellowship Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Helga DE VALK
Onderzoek rond gezinsherenigers in België. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek rond gezinsherenigers in België. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
De rol van verplegers bij Euthanasie en ander medische levensbeëindiging beslissingen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Verplegers zijn, als de grootste groep van professionele zorgverplegers, automatisch betrokken bij het levensbeëindiging. Deze studie onderzoekt de attitude van Vlaamse verplegers bij het levensbeëindiging. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Medische Sociologie
Onderzoekers: • LUC DELIENS • Els INGHELBRECHT
Onderschatting van work-family conflict: inhoudelijke en methodologische kwesties Universiteit Gent Abstract: Work-family conflict (WFC) en de gevolgen ervan voor het welbevinden van vrouwen worden onderschat. Redenen voor vertekening van resultaten zijn tweevoudig:- respondenten gebruiken strategieën tegen WFC die bijwerkingen hebben voor hun welbevinden en ondervinden sociale druk die leidt tot sociaal wenselijk antwoorden.- non-respondenten participeren niet juist omwille van een hoge mate van WFC. Er is een nonresponsbias Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Bart Van de Putte
Wetenschappelijke ondersteuning van het Generations and Gender Project. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project omvat de wetenschappelijke begeleiding van de dataverzameling van de Belgische GGS. De Generations and Gender Survey beoogt een longitudinale benadering van gezinsvorming en -ontbinding, vruchtbaarheid en pensionering waarbij gepeild wordt naar de intenties die deze onwikkelingen sturen. Ook thema's inzake gezinszorg, personenzorg en emancipatie komen in de vragenlijst aan bod. Het GGP-project heeft als specifiek doel verklaringen te bieden voor de waargenomen verschuivingen inzake partnerrelaties enerzijds en de relaties tussen generaties (kind-ouder en ouder-kindrelaties, vruchtbaarheid, zorg voor vorige en volgende generaties) anderzijds. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
De opmaak van een boek over de goede gebruiken rond het project "Experten in het leven in armoede en sociale uitsluiting". Universiteit Antwerpen Abstract: De opmaak van een boek over de goede gebruiken rond het project "Experten in het leven in armoede en sociale uitsluiting". Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken • Danielle Dierckx
Het aanpakken van de schaarste op de Belgische arbeidsmarkt via migratie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het aanpakken van de schaarste op de Belgische arbeidsmarkt via migratie. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Ive Marx • Ninke Mussche • Veerle De Maesschalck • Vincent Corluy
Interculturele dialoog Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Stichting P&V' hebben voor het project ' Interculturele dialoog. ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Kobe DE KEERE
Impact van 10 jaar Europese Ontmoetingen van mensen die in armoede leven. Universiteit Antwerpen Abstract: De belangrijkste doelstelling van het project is het beschrijven en analyseren van de impact van tien jaren van Europese bijeenkomsten van mensen die in armoede leven. Een andere focus richt zich op de verbetering van de participatiemodellen in het overheidsbeleid ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Danielle Dierckx
Monitoring van de kwaliteit van zorgen rond levensbeëindiging in Vlaanderen. (MELC-study)
Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van de studie is tweevoudig. Eerst wil de studie de zorgbeslissingen aan het einde van het leven evalueren in de medische praktijk in Vlaanderen, en deze gegevens vergelijken met de gegevens in Nederland. Verder wenst de studie kwaliteitsindicatoren te ontwikkelen voor zorg en beslissingen aan het levenseinde. Organisaties: • Persoon en vermogen
Onderzoekers: • Thierry Vansweevelt
Prisma - veldanalyse cultureel erfgoed: Uniforme bezoekersregistratie & Modelsurvey voor publieksonderzoek Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft twee doelstellingen: 1) het ontwikkelen van een instrument voor uniforme bezoekersregistratie bij publiek toegankelijke erfgoedorganisaties en 2) het ontwikkelen en optimaliseren van een eenvormige basissurvey en handleiding voor het opzetten/uitvoeren van publieksonderzoek. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Henk Roose
Oost-Europese welvaartsregimes in Sociaal Europa. Een vergelijking van de architectuur en sociale adequaatheid van de inkomensbescherming voor ouderen in drie Oost-Europese landen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project handelt over de ontwikkeling en de sociale doelmatigheid van de Oost-Europese welvaartsregimes in het kader van 'Sociaal Europa'. Meer in het bijzonder wordt op de inkomenspositie van ouderen gefocust. Aan de hand van verschillende kwantitatieve technieken wordt de impact geschat van verschillen tussen landen en verschillen binnen landen doorheen de tijd met betrekking tot sociaal beleid op de inter-en intragenerationele inkomensongelijkheid. In het bijzonder wordt het belang onderzocht van verschillen in 'inkomenspakketten' (publieke en private pensioenen, compensatie van de uitgaven voor gezondheid en huisvesting, inkomen uit arbeid) voor de adequaatheid van de inkomens. Op deze manier draagt dit project bij tot een beter begrip van de impact van het sociaal beleid op ongelijkheid en armoede en wordt er een bijdrage geleverd aan de literatuur over de evolutie van welvaartsregimes. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon • Tim Goedemé
De invloed van Europese studentenmobiliteit op Europese identiteit en later migratiegedrag. Universiteit Antwerpen Abstract: Algemene onderzoeksdoelstelling: Het ontwikkelen van een empirisch gebaseerd theoretisch model over de invloed van Europese studentenmobiliteit (ESM) binnen de Europese ruimte op Europese identiteit en verder migratiegedrag Bijkomende doelstellingen: (a) Het begrijpen van ESM patronen binnen Europa en enkele specifieke Europese landen. (b) Het begrijpen van de push en pull factoren van ESM. (c) Het begrijpen van de invloed van het "jaar in het buitenland" op Europese identiteit en verder migratiegedrag. (d) Het definiëren van de motivatiefactoren die mobiliteitsbeslissingen van Europese studenten beïnvloeden en het begrijpen van hun aspiraties. Samenvatting Het onderwerp van hoog opgeleide migratie heeft binnen migratieonderzoek veel aan belang gewonnen het laatste decennium. Studenten worden in veel studies beschouwd als een specifieke categorie van de hoog opgeleiden, of minstens als een voorloper van hoog opgeleide migratie. Hoewel studentenmobiliteit sterk aan belang heeft gewonnen binnen Europa blijft dit fenomeen onderbestudeert, zowel conceptueel als methodologisch. Dit doctoraatsonderzoek focust op Europese studentenmobiliteit, de push en pull factoren en de invloed van deze specifieke mobiliteitsvorm op Europese identiteit en de migratiebeslissingen en aspiraties van Europese studenten. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman • Christof Van Mol
Wat verklaart socio-economische ongelijkheden in gezondheidsgedrag? Vaccinatie van kinderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project gaat op zoek naar verklaringen voor socio-economische ongelijkheden in gezondheidsgedrag, meerbepaald in het vaccinatiegedrag van ouders met betrekking tot hun kinderen. Ter illustratie: in 2005 kreeg in kansarme gezinnen in Vlaanderen 1 kind op 5 minstens 1 van de aanbevolen dosissen van het gecombineerd zuigelingenvaccin1 niet binnen de aanbevolen leeftijdsrange toegediend. In nietkansarme gezinnen ging het om 1 kind op 10 (Testelmans et al., 2006). Gelijkaardige ongelijkheden worden ook stelselmatig voor ander gezondheidsgedrag vastgesteld (Bury, 2005), maar de onderliggende mechanismen zijn onduidelijk. We combineren empirische (administratieve en enquête-) gegevens met gerandomiseerde experimenten om het relatief belang van de door ons naar voren geschoven mechanismen te meten en te kwantificeren. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme • Cornelius Van den Bosch • Eva Lefevere
Persoonlijkheidskenmerken en politieke voorkeuren. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit doctoraatsproject heeft tot doel om de relatie tussen psychologische kenmerken en politieke voorkeuren te onderzoeken aan de hand van grote representatieve steekproeven op comparatieve wijze tussen meerdere landen en met een bredere definitie van politieke voorkeuren dan "politiek conservatisme". Om dit doel te bereiken wordt het doctoraatsproject opgedeeld in drie successieve fasen. De eerste fase is een meetfase en heeft tot doel de meetinstrumenten uit de World Value Studies te valideren. De tweede fase bekijkt het verband tussen persoonlijkheidskenmerken en politieke voorkeuren op een substeekproef van enkele strategisch uitgekozen case studies. De derde en centrale fase zal de centrale onderzoeksvraag modelleren in comparatief perspectief, gebruik makend van de World Values Study (WVS).
Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans • Sabrina De Regt
Armoede en inkomensongelijkheid bij ouderen, en armoede en arbeidsmarktparticipatie bij ouders en kinderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoeksplan heeft als thema "Pensioenen en inkomenspositie van ouderen, in België en de EU, nu en in de toekomst." De maatschappelijke context van de vergrijzing van de bevolking, mobiliteit en migratie (van buiten de EU), enz. vormt een uitdaging om het wettelijk pensioenstelsel betaalbaar én legitiem te houden, zonder stijging van de armoede onder ouderen. De wetenschappelijke uitdaging betreft een beter begrip van het effect van de welvaartsstaat op het feitelijke inkomen en welvaart, met bijzondere aandacht voor ongelijkheden in de inkomensverdeling. Het project spitst zich toe op de onderwerpen: 1) armoede en ongelijkheid bij ouderen, met als doelstelling een beter begrip van welke pensioensystemen met welke kenmerken onder welke sociaal-economische omstandigheden effectief bescherming bieden aan ouderen tegen armoede en laag inkomen; 2) armoede en arbeidsmarktparticipatie bij ouders en kinderen, met als doelstelling een beter begrip (via een structureel model) van de relaties tussen sociaal beleid, gezinsvorming, arbeidsmarktgedrag, beschikbaar inkomen en het risico op armoede bij gezinnen met kinderen. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Cornelius Van den Bosch
Dataverzameling Sharelife (Golf 3 Share-Vlaanderen). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project omvat de data-verzameling van Share-life (Golf 3). Zie http://www.share-project.org/ voor meer informatie Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
De validering van een instrument voor de evaluatie van stages door de studenten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project betreft een kwantitatieve studie naar de validiteit en betrouwbaarheid van een instrument voor de evaluatie van stages door studenten in het hoger onderwijs, meer bepaald de KHM. Er zal worden nagegaan of het door KHM ontwikkelde testinstrument voldoet aan een aantal wetenschappelijke criteria. Daarvoor zullen verschillende validerings- en betrouwbaarheidstoetsen worden uitgevoerd op data die in een testfase met dit instrument werden verzameld. Op deze wijze kan het testinstrument verder worden verfijnd en afgewerkt. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Wetenschappelijke opdracht rond visuele communicatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Wetenschappelijke opdracht rond visuele communicatie. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Luc Pauwels
Ontsluiting van erfgoed over immigratie naar Vlaanderen en Brussel in de 20ste eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontsluiting van erfgoed over immigratie naar Vlaanderen en Brussel in de 20ste eeuw. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Opstellen van een verkennende nota over schijnhuwelijken. Universiteit Antwerpen Abstract: Het betreft hier het opstellen en de redactie van een nota over schijnhuwelijken die aanzet tot reflectie en aanbevelingen en pistes voor verder onderzoek formuleert. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Culturele deelpublieken, cultuurbeleving en attitudes Universiteit Gent Abstract: Doel van dit onderzoek is tweeledig. Het wil enerzijds instrumenten ontwikkelen en valideren die esthetische disposities en attitudes tegenover kunst meten via (publieks)surveys. Anderzijds wil het de gemeten disposities in verband brengen met persoonskenmerken. Die kenmerken betreffen zowel veldspecifieke ervaringen, zoals genrespecifieke competentie/ervaring als socio-demografische variabelen, zoals leeftijd, opleiding of beroepscategorie. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Johny Vincke
On track with gender. Universiteit Antwerpen Abstract: Case studie naar "Gender Equality and Changing Aid Modalities" in Tanzania. Organisaties: • AID Policy
Onderzoekers: • Nathalie Holvoet • Elizabeth Inberg
De evolutie van een minimuminkomensbescherming in de EU. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project zal zich richten op het analyseren van de evolutie van de minimuminkomensbescherming in de EU de afgelopen tien jaar, evenals de waargenomen cross-country verschillen gebaseerd op de meest recente gegevens. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Natascha Van Mechelen
Onderzoeksbeurs voor wetenschappelijk onderzoek aan Livia Anquinet . (Stichting Emmanuel Van der Schueren) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Heel wat wetenschappelijk kankeronderzoek is de voorbije jaren uitgegaan naar diagnostiek, genezing en levensverlening van mensen met kanker, met succes. De vijfjaars overlevingskans van kankerpatiënten is de laatste jaren toegenomen, mede dankzij de vroege detectie van kanker en de technologische vooruitgang van medische behandelingen. Toch overlijdt binnen vijf jaar nà diagnose nog zowat de helft van alle kankerpatiënten, en gaan investeringen voor wetenschappelijk onderzoek zelden naar deze groep van mensen. Voor deze terminale patiënten verschuift de aandacht van de geneeskunde van cure naar care, en wel door het optimaliseren van comfort van de patiënt. Voor sommige patiënten echter, blijft het psychisch en fysisch lijden ondraaglijk ondanks goede palliatieve zorg. In deze gevallen kan terminale sedatie een laatste redmiddel zijn. Terminale sedatie is het continu in diepe sedatie of coma houden van een patiënt tot diens overlijden met behulp van slaapmedicatie. In België is deze praktijk in toenemende mate onderwerp van menig medische, ethische en maatschappelijke debatten omwille van zijn gelijkenissen met euthanasie. Ondanks de ophef rond deze praktijk blijkt uit recent onderzoek in Vlaanderen en België dat terminale sedatie relatief vaak wordt uitgevoerd aan het levenseinde, in 8.2% van alle overlijdens in Vlaanderen in 2001. In recent nog niet gepubliceerd onderzoek blijkt dat deze praktijk in alle zorgsettings in Vlaanderen substantieel gestegen is. Met deze studie wensen we binnen een Europees consortium (Vlaanderen, Nederland en het Verenigd Koninkrijk) na te gaan wat de klinische kenmerken zijn van terminale sedatie in verschillende zorgsettings (hospitaal, thuis, verpleeghuis), wat de motieven en determinanten zijn voor terminale sedatie, en hoe de kwaliteit van overlijden beoordeeld wordt door artsen, verpleegkundigen en nabestaanden. Dit onderzoek tracht het grijze gebied rond de praktijk van terminale sedatie uit te klaren, wat ons in staat zal stellen heldere strategieën te ontwikkelen om de praktijk van terminale sedatie te optimaliseren. Omdat hiervoor in de medische praktijk in Vlaanderen geen richtlijnen werden geïmplementeerd, zal deze studie belangrijke inzichten verwerven voor het opstelllen van zo'n richtlijnen. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • LUC DELIENS
Wetenschappelijke ondersteuning in het project SSL2309. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Universiteit Antwerpen - UA' hebben voor het project ' Wetenschappelijke ondersteuning in het project SSL2309.' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX
Mensen, plaatsen, beleid en trajecten sociale bijstand. Een gemengde multilevel analysemethode van de sociale bijstandtrajecten in Vlaanderen en de gevolgen daarvan voor de beleidsvorming. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek focust op bijstandstrajecten en de link tussen ruimtelijke kenmerken en maatschappelijke dienstverlening in de context van de OCMW's in Vlaanderen. De maatschappelijke finaliteit is om de doelmatigheid van de dienstverlening te verhogen en de brug te slaan tussen de ruimtelijke en sociale beandering van maatschappelijke problemen. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Danielle Dierckx
Welke Islam voor welk Europa? Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Koning Boudewijnstichting. UA levert aan de Koning Boudewijnstichting de onderzoeksresultaten naar de studie "Welke Islam voor welk Europa?" onder de voorwaarden zoals vastgelegd in het contract. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Organisatie studiedag (oktober 2010) over Chronische zorg : sociaal wetenschappelijke kijk op chronische ziekte. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het kader van het Europees voorzitterschap van België wordt in oktober 2010 een internationale studiedag georganiseerd over 'chronisch zorg'. Op die studiedag wordt de problematiek besproken over de wijze waarop in Europa kan worden omgegaan met het groeiend
probleem van de chronische aandoeningen. Binnen die studiedag wordt o.a. gevraagd een sociaal wetenschappelijke kijk te presenteren op chronische ziekte. De studiedag wil niet alleen stilstaan bij biomedische en gezondheidsorganisatorische vraagstellingen rond chronische aandoeningen, maar ook de maatschappelijke kijk aankaarten. Een internationale strategie ontwikkelen mbt chronische ziekte vraagt ook een reflectie over de plaats en rol van chronische ziekten in onze maatschappij, in de sociale bescherming en wijze waarop deze groep maatschappelijk kan integreren en actief participeren. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • MARCUS LEYS
Supplement Federaal Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting. Universiteit Antwerpen Abstract: De Universiteit Antwerpen verzorgt voor rekening van de POD Maatschappelijke Integratie een supplement aan het jaarlijkse Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting waarbij er specifieke aandacht wordt geschonken aan de federale bevoegdheden. Het supplement zal niet uitsluitend de voor de hand liggende bevoegdheden bestuderen, met name de sociale zekerheid en de sociale bescherming, maar eveneens Justitie, Gezinsbeleid, Gehandicaptenbeleid, Financiën. Er wordt ook telkens een link voorzien voor de verschillende thema's met het Europese niveau. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken • Danielle Dierckx
HEALTHYLIFE EXP: Onderzoek naar een indicator inzake de gezondheidsverwachting zonder activiteitsbeperking. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project wil de bruikbaarheid van enquëtes en van administratieve databanken evalueren als alternatieve gegevensbronnen voor de volkstelling ikv het berekenen van de levensverwachting zonder beperkingen volgens opleidingsniveau. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • PATRICK DEBOOSERE
Stedelijke sociale uitdagingen. Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelstellingen zijn het analyseren en begrijpen met welke toekomstige uitdagingen verschillende soorten van Europese steden zullen worden geconfronteerd en welke aanpak succesvol kan zijn om ze aan te pakken. De overkoepelende vraag is welke rol het cohesiebeleid kan en moet spelen in dit verband. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken • Danielle Dierckx
Economische verandering, levenskwaliteit en sociale cohesie (EQUALSOC). Universiteit Antwerpen Abstract: Equalsoc is een netwerk gefinancierd door de Europese Commissie onder het 6de Kaderprogramma. Het netwerk bestaat uit 13 Europese onderzoekscentra waarvan de Commissie heeft geoordeeld heeft dat ze bijzonder niveau van academische expertise op vlak van sociale ongelijkheid en cohesie hebben opgebouwd. Het netwerk wil vergelijkend onderzoek stimuleren op vlakken zoals tewerkstelling en arbeidsmarkt, inkomensverdeling en mobiliteit, onderwijs en sociale mobiliteit, gezin en sociale netwerken, culturele differentiatie en sociaal kapitaal. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Joris Ghysels • Ive Marx • Gerlinde Verbist • Bea Cantillon • Godelieve De Lathouwer • Cornelius Van den Bosch
Ontwikkeling van een visueel en multimediaal georiënteerde methodologie voor onderzoek van websites als sociaalculturele databron. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject wil een wezenlijke bijdrage leveren tot de onwikkeling van een meer geëigend onderzoeksinstrumentarium voor de wetenschappelijke ontsluiting van het internet als sociale en culturele databron. In het bijzonder wordt de ontwikkeling beoogd van een analyseinstrument dat het verbale en puur inventariserende niveau weet te overstijgen en de rijke visuele en multimediale structuur en inhoud van het internet op gepaste wijze kan vatten en wetenschapplijk hanteerbaar maken. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Luc Pauwels
Surveyonderzoek naar de impact van co-ouderschap op de loopbanen van mannen en vrouwen. Universiteit Antwerpen Abstract: Om een beeld te krijgen van verblijfsco-ouderschap in de praktijk met zijn financiële en organisatorische consequenties, is het van belang dat we allereerst cijfers hebben over het percentage (echt)gescheiden koppels dat bij aanvang van hun (echt)scheiding 'kiest' voor het stelsel van verblijfsco-ouderschap (los van het percentage co-ouders in de praktijk). Een kwantitatief beeld van verblijfsco-ouderschap in de praktijk zou bijgevolg gebaseerd moeten zijn op de (echt)scheidingsdossiers die behandeld zijn bij de rechtbank. Deze geven ons bovendien ook een overzicht van de daaraan gerelateerde financiële regeling die getroffen werd met betrekking tot de kinderen. Een tweede stap bestaat er vervolgens uit te onderzoeken hoe het de (echt)gescheiden koppels, die zich (in 2002) geëngageerd hebben voor
verblijfsco-ouderschap, verder vergaan is in de praktijk. Dit laatste willen we doen door een steekproef van deze ex-partners te bevragen aan de hand van een kwantitatieve survey die peilt naar de actuele verblijfsregeling, de financiële regeling en de respectievelijke uitgaven voor de kinderen door beide ouders en de evolutie van beroepssituatie van de ouders. De steekproef van 2002 wordt aangevuld met een tweede steekproef uit 2006 om het effect van de nieuwe wet op het verblijfs-co-ouderschap in te kunnen schatten. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Onderzoek bijzondere jeugdbijstand. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject beoogt een grondig onderzoek naar: -de bestaande noden in de sector bijzondere jeugdbijstand in de provincie Antwerpen -de oorzaken van de tekorten in het aanbod bijzondere jeugdbijstand (vb. de kloof tussen de geprogrammeerde en effectieve capaciteit) -de sociologische mechanismen die aan de stijgende vraag ten grondslag liggen -de manieren waarop op deze situatie kan worden ingegrepen worden Organisaties: • Facultaire Onderzoeksgroep PSW
Onderzoekers: • Therese Jacobs • Kristel L R Driessens
Onderzoek naar de sociale en schoolse situatie van Congolese en Rwandese jongeren te Brussel. Universiteit Antwerpen Abstract: Het betreft een onderzoek naar de sociale en schoolse situatie van Congolese jongeren in zowel het Nederlandstalige als het Franstalige onderwijs te Brussel (meestal tweede generatie) waarbij zo precies en exhaustief mogelijk kwantitatieve gegevens opgezocht en ingebracht worden (o.m. betreffende de demografie, de familiale en socio-economische situatie, de concentratie in bepaalde scholen, de gekozen onderwijsvormen, de schoolse resultaten), maar waarbij het grootste deel besteed wordt aan een kwalitatieve, antropologische invulling van deze gegevens via participerende observatie en semi-gestructureerde interviews. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman • Paul Mahieu
The survey of Health, Ageing and Retirement in Europe (SHARE LEAP). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Universiteit van Tilburg. UA levert aan de Universiteit van Tilburg de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
24u. zorgsteunpunt binnen het Zorgbedrijf Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: Bij de onderzoeksopdracht '24u zorgsteunpunt binnen het Zorgbedrijf Antwerpen' zal volgende opdracht worden uitgevoerd: onderzoek naar de huidige en toekomstige zorgbehoeften, het zorggebruik van het huidige aanbod en de mogelijkheden van de nieuwe zorgvormen (PAS, ADL-Steunpunt). Organisaties: • Welzijn en verzorgingsstaat
Onderzoekers: • Jozef Breda
Regressie analyse van loopbaanpatronen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project vertrekt van een OMA-loopbaantypologie van Duitse werknemers. Het doel van het project is inzicht te verwerven in de determinanten van deze loopbanen. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Voorbereiding van de Staten-Generaal Inburgering en Integratie 2010: Organisatie en rapportering van de werkgroep 'Werk'. Universiteit Antwerpen Abstract: Organisatie van de werkgroep 'Werk' en opstellen van een discussietekst die de voornaamste uitdagingen oplijst binnen het thema 'Werk' om de integratie van nieuwe Vlamingen te bevorderen. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Ive Marx
(On)veiligheidsbeleving en de rol van buurgesitueerde instituties Universiteit Gent Abstract: Opzet van het onderzoek is om op kwalitatieve wijze na te gaan welke rol buurtgesitueerde instituties - private (familie, vrienden) en publieke instituties (politie, stadsdiensten) alsook instituties georganiseerd op buurniveau (Kerk, bedrijven, scholen, ?) - spelen in de (on)veiligheidsbeleving van de buurtbewoners. Op die manier willen we de toepasbaarheid van de sociale desorganisatietheorie in het verklaren
van onveiligheidsgevoelens verbeteren. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Paul Ponsaers
Stigma en psychische ziekte in een cross-nationaal perspectief Universiteit Gent Abstract: Deze studie vormt een deel van een cross-nationaal comparatief onderzoek naar stigmatisering, met als einddoel het opstellen en testen van een multidisciplinair multilevel model. Aan de hand van gestandaardiseerde face-to-face interviews in een representatieve steekproef van de algemene bevolking worden in een 25-tal landen de denkbeelden, attitudes en gedragsintenties tegenover personen met psychische problemen vergeleken. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
Analyse van zorgtrajecten van kinderen met een aangeboren gehoorverlies in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Analyse van zorgtrajecten van kinderen met een aangeboren gehoorverlies in Vlaanderen. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX
Van uitstel komt afstel? Een longitudinale analyse naar nieuwe patronen van gezinsvorming aan de hand van de volkstelling van 1991 en de algemene socio-economische enquête van 2001. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De focus van dit doctoraatsproject is gelegen op de tweede kwestie waarbij de mechanismen achter de vruchtbaarheidsrecuperatie worden onderzocht bij vrouwelijke cohorten die een nieuwe standaard hebben gezet met betrekking tot uitstel van vruchtbaarheid in België. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL
Echtscheiding en scheiding in Vlaanderen. Risicofactoren, gevolgen en beleidsimplicaties Vrije Universiteit Brussel Abstract: De analyse van de risicofactoren van familiebreuken is een cruciale eerste stap. Deze factoren verwijzen naar de aspecten van het partnerschap, het ouderschap, de socioculturele en sociaal netwerk, het welzijn en de geestelijke gezondheid, de socio-economische context, en tenslotte, de ouderlijke risicofactoren. Een basisstrategie is het vergelijken van koppels in hun eerste huwelijk met gescheiden koppels. De data voor dit project wordt verzameld vanuit een multi-actoren perspectief. Om een idee te krijgen van wat de risicofactoren kunnen zijn, analyseren we de beschermende factoren van stabiele huwelijken. Kinderen die nog thuis wonen worden geïnterviewd. Een ander belangrijk deel van het netwerk zijn de ouders van de echtgenoten. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL
Aansluitend bij Steunpunt (VLO170) geeft de Vlaamse Overheid opdracht aan jeugdonderzoeksplatform om versneld een jeugdmonitor af te nemen in Brussel. VUB TOR-onderzoeksgroep staat in voor de coördinatie van het veldwerk. Vrije Universiteit Brussel Abstract: abstract niet beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • JESSY SIONGERS
IWT Overbruggingsbeurs (4 maanden): Titel wordt later aangevuld Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doctorandus Koen Meeussen is momenteel binnen mijn onderzoeksgroep aangesteld op een doctoraatsbeurs, gefinancierd door het vierjarig IWT SBO project 'Monitoring Quality of End-of-Life Care (MELC) Study'. Deze aanstelling loopt af op 31 augustus 2010. Bij deze wens ik een aanvraag in te dienen voor een predoctoraal opvangmandaat met een looptijd van vier maanden (1 sept 2010 - 31 dec 2010) zoals beschreven in het reglement van de Facultaire Navorsingscommissie (art A.2), teneinde Drs Koen Meeussen in de mogelijkheid te stellen zijn doctoraat 'Monitoring Quality of Care at the End of Life' af te werken. De onderzoeker heeft in de voorbije 4 jaar origineel en baanbrekend onderzoek opgezet en uitgevoerd met een vier-jaar durende continue registratie van levenseindezorg in België via het een representatief netwerk van huisartsen. Daarnaast heeft hij prof dr Lieve Van den Block (Huisartsgeneeskunde) ondersteund in de opstart en uitvoering van een Europese studie in dit kader. Aan het eind van zijn reguliere aanstellingsperiode, zal hij 5 van de beoogde 6 A1 papers voor zijn proefschrift hebben afgewerkt en ingediend bij internationale peer-reviewed tijdschriften. Eén paper is reeds gepubliceerd in the British Journal of General Practice [IF:2.442], en één in BMC Public Health [IF:2.223] wat onlangs de quotering "highly accessed" heeft gekregen. Twee papers zijn gesubmit en in review bij respectievelijk the European Journal of Public Health [IF:2.313], en the Journal of Pain and Symptom Management [IF:2.324]. Een vijfde artikel is vergevorderd en zal eind augustus 2010 ingediend worden bij the Journal of the American Medical Association (JAMA). Verder is Koen Meeussen ook co-auteur van een A1 paper gepubliceerd in the Journal of Pain and Symptom Managment [IF:2.324] en van een A1
paper gesubmit bij Medical Care [IF:3.241]; eerste auteur van een Nederlandstalige publicatie in Huisarts Nu, en eerste auteur van een hoofdstuk in het boek "Living and Dying Well: palliative and end-of-life care for older people" uitgegeven door Oxford University Press (in press). De bijkomende 4 onderzoeksmaanden zijn gewenst om de papers en doctoraat af te kunnen ronden tegen eind december 2010. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • LUC DELIENS
Controle van databank "Projecten vredesopvoeding" Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Vlaams Vredesinstituut' hebben voor het project ' Controle van databank "Projecten vredesopvoeding". ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX
Toevoegen van een longitudinale component aan het Gezondheidsinformatiesysteem Health information System II (BELHIS II) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project onderzoekt de voorwaarden voor het toevoegen van longitudinale informatie in een gezondheidsinformatiesysteem. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL • PATRICK DEBOOSERE
Studie: "Demografische veranderin: concept en implementatie van een monitoring instrument ten behoeve van de regionale planning". i.k.v. het project DC NOISE i.k.v. Interreg IVB. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het belangrijkste doel van dit project is om de Noordzee regio voor te bereiden om met zijn demografische toekomst om te gaan. Er zijn zowel nadelen als voordelen verbonden aan de veranderende economische en sociale opportuniteiten die in dit proces aan bod komen. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL • JOHAN SURKYN
Jeugdonderzoekplatform: jeugdmonitor in Brussel Universiteit Gent Abstract: De Brusselse JOP-monitor is een grootschalig surveyonderzoek, dat de levensomstandigheden, de leefwereld en het gedrag van scholieren tussen 12 en 18 jaar in het Nederlandstalige secundaire onderwijs in Brussel onderzoekt (N=2.513). Thema?s die daarbij aan bod komen zijn: het schoolwelbevinden, antisemitisme, delinquentie, de ideale levensloop, drank- en drugsgebruik, consumptieafhankelijkheid, onveiligheidsgevoelens en participatie aan het verenigingsleven. Organisaties: • Vakgroep Sociale agogiek
Onderzoekers: • Nicole Vettenburg
Evaluatie van de steun van het Europees Sociaal Fonds voor gendergelijkheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds FGB. UA levert aan FGB de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Danielle Dierckx
ERASMUS MUNDUS PROGRAMMA "external cooperation window" - GRANT AGREEMENT. Deel Kost dhr. Carlos MACHADO (55 % voltijds) ikv ERASMUS MUNDUS agreement tussen EC en Erasmus Hogeschool.(EMEC9) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deel Kost dhr. Carlos MACHADO (55 % voltijds) ikv ERASMUS MUNDUS agreement tussen EC en Erasmus Hogeschool.(EMEC9) Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL • JACQUES VILROKX
Oprichting en lancering van het Belgisch Child Alert Plan (Child Focus) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL Abstract Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers:
• ELISABETH ENHUS • MARCUS LEYS
Hoe demografische veranderingen vorm geven aan intergenerationele solidariteit, welzijn en sociale integratie: een multilink kader. (MULTILINKS) Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van deze studie is te onderzoeken hoe veranderende sociale contexten, van macro-sociale tot micro-interpersoonlijke contexten, sociale integratie, welzijn en intergenerationele solidariteit beïnvloeden binnen diverse Europese landen. Debatten over vergrijzing focussen hoofdzakelijk op de leefomstandigheden van de ouderen. Onze benadering bouwt voort op drie premises. Ten eerste, vergrijzing beïnvloedt alle leeftijdsgroepen: de jongeren, de middelbare leeftijd en de ouderen. Ten tweede, er zijn cruciale interdependenties tussen familiegeneraties en tussen mannen en vrouwen. Ten derde, we moeten alle analytische niveaus erkennen en onderscheiden: het individu, de dyade (ouder-kind, partners), familie, regio en land. Op basis van deze drie premissen, onderzoeken we (a) multiple banden binnen families (bv. transfers omhoog en omlaag in de familiebanden), interdependenties tussen oudere en jongere familieleden; (b) multiple banden over de tijd heen (meting op verschillende tijdspunten, op verschillende plaatsen, op verschillende punten in de individuele en de familiale levensloop); (c) multiple banden tussen aan de ene kant nationale en regionale contexten (bv. beleidsregimes, economische omstandigheden, normatief klimaat, religiositeit) en aan de andere kant individueel gedrag, welzijn en waarden. Doorheen het project zullen we methodologische strategieên testen, ontwikkelen en gebruiken die een gezond beleid mogelijk maken. Door het identificeren van intergenerationele zorgsystemen (dwz. combinaties van kinderopvang en zorg voor de kwetsbare ouderen) en hun tekortkomingen, willen we een bijdrage leveren aan het begrijpen van risico's op sociale isolatie en/of het ontbreken van de noodzakelijke steun en zorg. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Samenwerking in de media: de impact van interthinking en distributive cognition op nieuwsproductieprocessen. Universiteit Gent Abstract: De centrale onderzoeksvraag van het project is: welke componenten (inclusief interthinking) spelen een centrale rol in de distributie van cognitie bij media en nieuwsproductie en hoe krijgen deze componenten een structurele plaats in de interactie? Het project analyseert segmenten van een corpus van 200 uur aan redactievergaderingen waarin media producten werden geplan, ontwerpvoorstellen werden bediscussieerd en updates en revisies werden gemaakt. Organisaties: • Vakgroep Taal en communicatie
Onderzoekers: • Ellen Van Praet • Geert Jacobs
Invloed van het KIES-programma op de beleving van echtscheiding. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Sexual Health in Flanders "SEXPERT" Universiteit Gent Abstract: De algemene doelstelling van het project is de seksuele gezondheid van 14 tot 80-jarigen in Vlaanderen in kaart te brengen. Een deel van het project (werkpakket 1) bestaat uit het organiseren van overlegplatforms waar wetenschap, praktijk en beleid elkaar ontmoeten om het onderzoek uit te denken en de resultaten te interpreteren. Voor een tweede luik (werkpakket 2) van dit onderzoeksproject zullen we een grootschalige, representatieve studie opzetten waarbij indicatoren van seksuele gezondheid worden gemeten evenals hun determinanten. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • John Lievens
Sexual gezondheid in Vlaanderen ?SEXPERT? Universiteit Gent Abstract: Het Sexpert project heeft tot doel om de seksuele gezondheid in Vlaanderen in kaart te brengen. Aan de hand van interviews werd data verzameld omtrent de aanwezigheid van seksuele dysfuncties, ervaring met zwangerschap, ervaring met seksueel geweld, eerste keer seks... Daarnaast werd gepeild naar mogelijke correlaten/verklaringen: zowel sociologische variabelen (bv.cultureel kapitaal), psychologische variabelen (bv. relationeel welzijn) als biologische variabelen (bv. testosteronwaarden) werden hierbij opgenomen. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Guy T'Sjoen
Tijdelijke en circulaire migratie in België. Universiteit Antwerpen Abstract: De studie beoogt een analyse van de tijdelijke en circulaire migratie in België, zowel wat betreft de empirirische bewijzen als het bestaande en toekomstige beleid. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Dirk Vanheule
Welvaart, inkomensverdeling en armoede in Vlaanderen in internationaal perspectief.
Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Ive Marx • Bea Cantillon • Cornelius Van den Bosch
Onderzoek naar het fenomeen huwelijksmigratie Universiteit Gent Abstract: Dit project brengt de migratie naar Vlaanderen in het kader van een huwelijk of samenwoonst met een in Vlaanderen verblijvende resident in kaart voor de periode 2008-2011. De omvang van het fenomeen wordt geschetst, alsook de verdeling naar herkomstregio, verblijfplaats, type partner en evolutie. De resultaten zijn gebaseerd op een extractie uit het rijksregister van alle partnermigranten en hun partners. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • John Lievens
OBPWO: Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek: Oorzaken en motieven van de vroegtijdige uittrede van leraars. Een empirisch onderzoek. (Eindeloopbaan) Vrije Universiteit Brussel Abstract: abstract niet beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Filip VAN DROOGENBROECK • Jasper DE SMEDT • JESSY SIONGERS
Burn-out bij huisartsen : preventie en oplossingen Burn-out des médecins généralistes : prévention et solutions(s) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit onderzoek is aanbevelingen maken voor de preventie en behandeling van burnout bij huisartsen in België. Het onderzoek omvat (a) een literatuurstudie, (b) een overzicht van nationale en internationale ervaringen, (c) kwalitatieve interviews, (d) een Delphi-onderzoek. Delen (a) en (b) worden uitgevoerd door KCE, delen (c) en (d) door de ULB en de VUB. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • PATRICK DEBOOSERE
Consultatie van andere artsen bij euthanasieverzoeken en andere beslissingen aan het levenseinde van patiënten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit is een verzoek voor een MATCHINGFONDS bij een goedgekeurd en lopend onderzoeksproject van IWT (MELC project 'Monitoring the quality of end-of-life care in Flanders'). Gevraagde middelen dienen tot financiering van een 4de jaar doctoraatsbeurs voor de onderzoeker drs. Yanna Van Wesemael. Betrokkene trad in het 2e projectjaar in dienst ter vervanging van drs. Kathleen Van Hulle, waardoor haar maar drie jaar restte voor de uitvoer van het onderzoek en voorbereiding van haar proefschrift. Aangezien alle materiële kosten voor de dataverzamelingen gedekt zijn door de IWT-middelen, worden enkel personeelskosten aangevraagd voor het vierde jaar als doctoraatsbursaal voor het vervolledigen van de overig artikels en het proefschrift. Eenbelangrijk deel van haar studie is reeds uitgevoerd of wordt momenteel uitgevoerd: 1) Bevraging via postenquête over de activiteiten van alle LEIFartsen (N=132) (i.e. artsen die consult bieden aan behandelende artsen over o.m. euthanasie). een deel van de resultaten werd verwerkt in een artikel voor een internationaal tijdschrift; 2 andere artikels aan de hand van deze dataverzameling zijn in voorbereiding. 2) Voorjaar 2009 wordt door de onderzoeker een grootschalige survey bij Belgische artsen (N=3000) uitgevoerd over hun houdingen en ervaringen omtrent euthanasieverzoeken, medische beslissingen, en consultatie van collega artsen bij euthanasie. alle voorbereidingen, incl. positief van het ethisch comité UZ, voor deze studie zijn gedaan en de data zullen klaar zijn voor analyses in het najaar van 2009. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • LUC DELIENS
Het milieuwereldbeeld en milieurelevant gedrag van jongeren: een interdisciplinaire benadering. Universiteit Antwerpen Abstract: Op interdisciplinair wijze worden het milieuwereldbeeld en het milieurelevant gedrag van jongeren in Vlaanderen en in ontwikkelingslanden onderzocht. Een belangrijk aandachtspunt is de invloed van persoongebonden kenmerken en sociale contextgegevens. Ook de impact van milieueducatieve initiatieven in verschillende contexten wordt onderzocht, waarbij aandacht uitgaat naar verschillen tussen culturen, tussen subculturen en tussen urbane en rurale samenlevingen. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Ilse Loots • Peter Van Petegem • Johan Bastiaensen
De invloed van Europese studentenmobiliteit op Europese identiteit en latere migratie-intenties. Universiteit Antwerpen Abstract: Algemene onderzoeksdoelstelling: Het ontwikkelen van een empirisch gebaseerd theoretisch model over de invloed van Europese studentenmobiliteit (ESM) binnen de Europese ruimte op Europese identiteit en verder migratiegedrag
Bijkomende doelstellingen: (a) Het begrijpen van ESM patronen binnen Europa en enkele specifieke Europese landen. (b) Het begrijpen van de push en pull factoren van ESM. (c) Het begrijpen van de invloed van het "jaar in het buitenland" op Europese identiteit en verder migratiegedrag. (d) Het definiëren van de motivatiefactoren die mobiliteitsbeslissingen van Europese studenten beïnvloeden en het begrijpen van hun aspiraties. Samenvatting Het onderwerp van hoog opgeleide migratie heeft binnen migratieonderzoek veel aan belang gewonnen het laatste decennium. Studenten worden in veel studies beschouwd als een specifieke categorie van de hoog opgeleiden, of minstens als een voorloper van hoog opgeleide migratie. Hoewel studentenmobiliteit sterk aan belang heeft gewonnen binnen Europa blijft dit fenomeen onderbestudeert, zowel conceptueel als methodologisch. Dit doctoraatsonderzoek focust op Europese studentenmobiliteit, de push en pull factoren en de invloed van deze specifieke mobiliteitsvorm op Europese identiteit en de migratiebeslissingen en aspiraties van Europese studenten. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman • Christof Van Mol
Een tijd van zorgen en verzorgd worden: een crossnationale vergelijking van de organisatie van verloskundige zorg en het welbevinden van moders Universiteit Gent Abstract: In de postdoctorale fase worden twee doelstellingen nagestreefd: 1) de verderzetting van de studie van het spanningsveld tussen de organisatie van formele en informele zorg en tewerkstelling op het welbevinden van moders en vaders, 2) de uitbreiding van de crossnationale vergelijking van Vlaanderen en Nederland met andere landen in de aanloop naar een nieuwe dataverzameling. Er wordt aansluiting gezocht met sociologische theorievorming over medicalisering, gender en de welvaartstaat en werk-gezin conflict. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
Etnische minderheden op de arbeidsmarkt: de rol van sociaal kapitaal Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt nagegaan in welke mate individueel sociaal kapitaal de kwantitatieve en kwalitatieve achterstelling van etnische minderheden op de Belgische arbeidsmarkt kan verklaren. In het eerste deel wordt onderzocht in welke mate er etnische verschillen in sociaal kapitaal zijn. In het tweede wordt nagegaan in welke mate deze verschillen bijdragen tot de benadeelde posities van etnische minderheden op de arbeidsmarkt. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Bart Van de Putte
Cultuurdeelname in Vlaanderen: cultuurpublieken, cultuurbeleving en attitudes Universiteit Gent Abstract: Doel van dit onderzoek is tweeledig. Het wil enerzijds instrumenten ontwikkelen en valideren die esthetische diposities en attitudes tegenover kunst meten via (publieks)surveys. Anderzijds wil het de gemeten disposities/ attitudes in verband brengen met persoonskenmerken. Die kenmerken betreffen zowel veldspecifieke ervaringen, zoals genrespecifieke competentie/ervaring als socio-demografische variabelen, zoals leeftijd, opleiding of beroepscategorie. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Johny Vincke
Een etnografisch onderzoek naar het belang van schoolkenmerken en de ruimere sociale context voor de ontwikkeling van etnische stereotypen en ervaringen van rascisme en discriminatie bij middelbare schoolstudenten in Vlaanderen. Universiteit Gent Abstract: In deze studie wordt etnografisch onderzoek uitgevoerd in twee secundaire scholen in Vlaanderen met een specifiek profiel ten einde inzicht te verwerven in ervaringen die allochtonen hebben met racisme en discriminatie, de stereotypen die allochtonen en autochtonen van elkaar ontwikkelen en de factoren en processen die verschillen in ervaringen m.b.t. racisme en etnisch stereotypering kunnen verklaren. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Mieke Van Houtte
Tijdsonderzoek in kaart gebracht. Een diagnose van de impact van diverse methoden van tijdsregistratie ondersteund door data-analyse. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Tijd is een centrale dimensie in ons leven. Onderzoek naar tijd geeft ons een inzicht in het dagdagelijkse handelen en is daarom een uitstekend uitgangspunt om een zicht te krijgen op maatschappelijke krachten. De onderzoeksgroep TOR ontwikkelde reeds een aanzienlijke expertise op het vlak van tijdsonderzoek en kwam in aanraking met een variëteit van methodes om te peilen naar tijdsbesteding. Ondanks dat de ons beschikbare tijdsonderzoeken op basis van verschillende methodes gelijktijdig werden afgenomen, leiden ze vaak tot verschillende resultaten. Momenteel begrijpen we de vertekening eigen aan de verschillende tijdsregistratiemethodes zeer slecht. De centrale vraagstelling in dit fundamenteel methodologisch project luidt dan ook: "Wat is het effect van diverse methodes van tijdsonderzoek bij het peilen naar het tijdsgebruik van mensen?" Hierbij zal enerzijds aandacht geschonken worden aan de verschillen tussen surveybevraging en dagboekregistratie. Anderzijds zal de studie zich toespitsen op de impact van de diverse methodes van dagboekregistratie. Wanneer de effecten van de verschillende bevragingsmethoden worden vergeleken, zal worden nagegaan of hier ook systematische verschillen optreden, hetzij naar type tijdsbesteding, hetzij naar achtergrondkenmerken van de respondenten. De bedoeling is een overzicht te geven van de effecten van verschillende bevragingsmethodes om op die manier de resultaten van die bevragingsmethoden beter te kunnen situeren. We zullen de verschillen niet enkel situeren, maar ook ondersteunen met data-analyse. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers:
• IGNACE GLORIEUX • JOERI MINNEN
OBPWO: Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek: haalbaarheidsstudie van een monitoringsysteem voor antisociaal gedrag en onveiligheidsgevoelens op school. Vrije Universiteit Brussel Abstract: abstract niet beschikbaar Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Kobe DE KEERE • Femke WYBOUW
Onderzoek met betrekking tot het formuleren van doelstellingen en aanbevelingen in het kader van een vernieuwd sporten bewegingsbeleid voor personen met een handicap in Vlaanderen (met ad hoc middelen van het steunpunt CJS) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek met betrekking tot het formuleren van doelstellingen en aanbevelingen in het kader van een vernieuwd sport- en bewegingsbeleid voor personen met een handicap in Vlaanderen (met ad hoc middelen van het steunpunt CJS) Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • VEERLE DE BOSSCHER • MARC THEEBOOM
Dienstverleningsopdracht betreffende gezondheidseconomisch onderzoek Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Deloitte FAS, a division of Deloitte Consulting CVBA' hebben voor het project ' Services Agreement Consulting services related to health economics support for the reimbursement of Xarelto at Bayer' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • Koen PUTMAN
In- en uitsluiting in het jeugdwerkveld. Praktijken van aanspreken en ondersteunen en nieuwe jeugdleiders Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek betreft de instap en uitval van jeugdlediers in Vlaamse jeugdverenigingen. Hierbij ligt de focus op het 'jeugdwerk als machtspraktijk' en institutionele praktijken van aanspreken en odnersteunen van nieuwe jeugdleiders. De bedoeling is een bijdrage te leveren tot de pedagogische discussie over de participatieproblematiek in het verenigingsleven. Organisaties: • Vakgroep Sociale agogiek
Onderzoekers: • Maria De Bie
Uitvoering van actieve-inclusiestrategieën: overzicht per land. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EC. UA levert aan EC de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Ive Marx
Tevredenheidsonderzoek "Focus op Deurne". Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoeksproject focussen we op de tevredenheid van de 70.000 inwoners van Deurne. We zijn zowel geïnteresseerd in hun globale levenstevredenheid als in hun tevredenheid over het lokale politieke bestuur. Hiervoor gebruiken we een subtiele mix van zowel kwantitatieve als kwalitatieve onderzoekstechnieken. Enerzijds vertrekken we van multilevel modellen om de belangrijkste determinanten te bepalen die leiden tot ontevredenheid. In die modellen baseren we ons zowel op individuele surveygegevens als op administratieve gegevens met betrekking tot de Deurnse statistische sectoren. De surveygegevens resulteren uit een toevalssteekproef, gestratificeerd in functie van de statische sectoren met het oog op een optimale territoriale spreiding. Anderzijds zullen we ook een beperkt aantal van onze respondenten fysiek samenbrengen om hen te laten discussiëren over specifieke 'critical incidents' die werden aangevoerd in de survey. Op deze manier hopen we een beter inzicht te verwerven in de processen die leiden tot ontevredenheid. Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Nathalie Vallet • Peter Thijssen
Revisie van het moratorium voor residentiële opvang voor zorgbehoevende ouderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds KCE. UA levert aan KCE de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Facultaire Onderzoeksgroep PSW • Welzijn en verzorgingsstaat
Onderzoekers: • Jozef Breda
Naar een vernieuwd beleid rond beweging en sport voor senioren in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Naar een vernieuwd beleid rond beweging en sport voor senioren in Vlaanderen. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Twee-meting van het topsportklimaat Vrije Universiteit Brussel Abstract: Talent, ambitie en engagement vormen de basis, maar investeren in topsport is een must om te kunnen concurreren in de mondiale medaillewedloop. Zonder een gestructureerd topsportbeleid op verschillende niveaus dreigt men tussen de topsportlanden te verdwijnen. Daarom is het belangrijk om, als men wil blijven meestrijden op het hoogste niveau, het gevoerde beleid steeds opnieuw te evalueren en te vergelijken. Door de verschillende belangengroepen uit het topsportlandschap in Vlaanderen te ondervragen, kunnen de ontwikkelingen en verwachtingen blijvend in kaart gebracht worden. In dat opzicht voert VUB, in samenwerking met het Bloso, BOIC en het departement CJSM, in 2011 en 2012 een onderzoek naar het topsportklimaat. Doelstelling: de omgeving waarin de topsporters zich ontwikkelen verbeteren. In 2003 werd met de 0-meting van het topsportklimaat in Vlaanderen voor de eerste keer onderzocht hoe het topsportbeleid in Vlaanderen op efficiënte en effectieve wijze kon worden verbeterd. Die gegevens werden internationaal vergeleken en leidden tot een concurrentieanalyse van Vlaanderen (en Wallonië) ten opzichte van vijf andere landen. Dat onderzoek werd in 2007 herhaald (enkel in Vlaanderen: de 1-meting van het topsportklimaat, waarbij de Vlaamse topsporters én toptrainers het topsportbeleid evalueerden. Vier jaar later, in 2011, gaat de 2-meting van het topsportklimaat in Vlaanderen van start. Om te achterhalen hoe concurrentieel Vlaanderen is, worden de resultaten van het onderzoek ook gebruikt voor een internationale vergelijking. Daarbij wordt via een scoresysteem het topsportsucces in de verschillende landen gemeten. In totaal werden voor de 9 pijlers meer dan 100 kritische succesfactoren (KSF) gemeten bij alle landen. De missie van het SPLI SS1-onderzoek is heel duidelijk: de ontwikkeling van een internationaal netwerk dat onderzoeksexpertise en nnovatie in topsportbeleid ontwikkelt, coördineert en de verspreiding van die expertise verspreidt onder beleidsmakers en onderzoekers. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • VEERLE DE BOSSCHER
Cijferboek lokaal cultuurbeleid. Vrije Universiteit Brussel Abstract: geen abstract beschikbaar. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Theun-pieter VAN TIENOVEN
Islamonderricht in het gemeenschapsonderwijs: wat staat er op het spel? Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Gracienne Lauwers
Studie over jongeren (van 18 tot 25 jaar) en het recht op maatschappelijke integratie. Universiteit Antwerpen Abstract: Ten eerste willen we een zicht krijgen op de kenmerken van de studenten die een leefloon of een equivalent leefloon aanvragen. Ten tweede staan we stil bij de wetgeving inzake studenten en (equivalent) leefloon en doen een verkennende studie inzake de implementatie van de bestaande wetgeving. In een derde deel gaan we kort in op de doorstroom van studenten uit de bijstand. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Daniël Cuypers • Bea Cantillon
Studie over jongeren (van 18 tot 25 jaar) en het recht op maatschappelijke integratie. Universiteit Antwerpen Abstract: Ten eerste willen we een zicht krijgen op de kenmerken van de studenten die een leefloon of een equivalent leefloon aanvragen. Ten tweede staan we stil bij de wetgeving inzake studenten en (equivalent) leefloon en doen een verkennende studie inzake de implementatie van de bestaande wetgeving. In een derde deel gaan we kort in op de doorstroom van studenten uit de bijstand. Organisaties: • Persoon en vermogen
Onderzoekers: • Daniël Cuypers
OBPWO: Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek: Haalbaarheidsstudie van een monitoringsysteem voor capaciteitsbehoeften in het leerplichtonderwijs.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit onderzoek worden er volgende vragen gesteld: - Onderwijsvraag: In welke mate worden leerlingenaantallen aangestuurd door demografische factoren dan wel processen van schoolkeuze? Wat zijn de mogelijkheden om leerlingenprognoses te maken? Welke prognosemodellen kunnen gebruikt worden en wat zijn de datavereisten van deze modellen? Hoe kunnen leerlingenaantallen vertaald worden in termen van capaciteiten? - Onderwijsaanbod: wat zijn de mogelijkheden om de aanbodcapaciteit in kaart te brengen? - Wat zijn de governance aspecten verbonden aan de capaciteitsproblematiek? Wat is de rol van centrale en lokale besturen, welke actoren dienen en kunnen een rol spelen in de aanpak van deze problematiek, wie kan hierin de regierol opnemen? Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • PATRICK DEBOOSERE
Uitvoering van een toekomstgerichte woonanalyse van de gemeente Schilde. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Gemeente Schilde. UA levert aan de Gemeente Schilde de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Wetenschappelijke ondersteuning van de kinderdimensie in de Armoedebarometer 2011, selectie en analyse van de indicatoren voor de opvolging van het beleid en ondersteuning bij de ontwikkeling van beleidsadvies. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Kinderrechtencommissariaat. UA levert aan Kinderrechtencommissariaat de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Danielle Dierckx
Diversiteit en pluraliteit in de publieke ruimte: sociaal leren en burgerschap. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Sociale cohesie-indicatoren voor de Vlaamse regio. De ontwikkeling van uitgebreide sociale cohesie indicatoren op lokaal niveau in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het strategische doel van dit project is de ontwikkeling van beleidsinstrumenten, in het bijzonder de ontwikkeling van sociale indicatoren voor Vlaanderen. De grote hoeveelheid Vlaams statistisch materiaal op het gebied van criminaliteit, onveiligheidsgevoelens, inkomen, sociale participatie e.d. is niet eerder samengebracht in een coherente dataset, die ter beschikking staat van een brede groep sociale actoren. In dit project wordt een dergelijke dataset samengesteld door een team van Vlaamse experten; elk met een uitgebreide ervaring in hun vakgebied (criminaliteit, sociale zekerheid, sociale participatie en lokale uitgaven) In de tweede fase van dit project wordt additionele data verzameld door middel va neen survey onder de Vlaamse bevolking, waarbij theoretisch relevante subgroepen oververtegenwoordigd worden. De keuze van deze subgroepen gebeurt op basis van de resultaten van het eerste projectdeel. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon
Steunpunt Milieu en Gezondheid (2007-2011). Universiteit Antwerpen Abstract: Het ondezoeksprogramma 2007-2011 is de verderzetting van het Steunpunt Milieu en Gezondheid 2001-2006: Sociaalwetenschappelijk onderzoek en procesbegeleiding in het interuniversitair consortium Milieu en Gezondheid, in het bijzonder voor de humane biomonitoring, voor de risicocommunicatie daarbij en opzet van een Fasenplan voor Actie (structuur geven aan co-design van onderzoek en de interpretatie van onderzoeksresultaten uit de humane biomonitoring). Nieuwe onderwerpen in dit steunpunt zijn de selectie(procedure) voor hot spots in Vlaanderen voor humaan biomonitoringsonderzoek en onderzoek naar sociale ongelijkheid in de context van milieu en gezondheid. Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Ilse Loots • Lieve Goorden
Steunpunt Gelijkekansenbeleid (2007-2011). Universiteit Antwerpen Abstract: Het steunpunt wil de Vlaamse overheid wetenschappeiijk ondersteunen op het vlak van gelijke kansen. Dit gebeurt door op een geïntegreerde manier multidisciplinaire expertise en onderzoekspotentieel te ontwikkelen en ter beschikking stellen. Tevens wii het steunpunt de gegevens, de analyses en onderzoeksresultaten gestructureerd en gericht ontsluiten naar de doelgroepen, andere actoren en het brede publiek. Organisaties:
• Burgerschap, gelijkheid en diversiteit (CED) • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans • Josse Van Steenberge • Therese Jacobs • Petra Meier • Jozef Breda • Daniël Cuypers • Walter Nonneman • Bea Cantillon
Steunpunt Werk en Sociale Economie. Kwaliteit van banen en loopbanen (2007-2011). Universiteit Antwerpen Abstract: Het Steunpunt Werk en Sociale Economie is door de Vlaamse Regering erkend als beleidsvoorbereidend en beleidsondersteunend steunpunt. Het Steunpunt WSE is een kenniscentrum dat expertise opbouwt en ter beschikking stelt over de thema's werk, arbeidsmarkt en sociale economie. Het stelt zich tot doel de kennis over deze thema's te bundelen en uit te breiden door middel van eigen onderzoek. Het Steunpunt WSE probeert om zoveel mogelijk onderzoek te baseren op reeds beschikbare databanken en speelt een belangrijke rol bij de ontsluiting van momenteel in het arbeidsmarktonderzoek onderbenutte databanken. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Steunpunt Werk en Sociale Economie. Sociale economie (2007-2011). Universiteit Antwerpen Abstract: Het Steunpunt Werk en Sociale Economie is door de Vlaamse Regering erkend als beleidsvoorbereidend en beleidsondersteunend steunpunt. Het Steunpunt WSE is een kenniscentrum dat expertise opbouwt en ter beschikking stelt over de thema's werk, arbeidsmarkt en sociale economie. Het stelt zich tot doel de kennis over deze thema's te bundelen en uit te breiden door middel van eigen onderzoek. Het Steunpunt WSE probeert om zoveel mogelijk onderzoek te baseren op reeds beschikbare databanken en speelt een belangrijke rol bij de ontsluiting van momenteel in het arbeidsmarktonderzoek onderbenutte databanken. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Josse Van Steenberge
Determinanten en effecten van sociaal-ethnische segregatie in het basisonderwijs. Universiteit Antwerpen Abstract: De centrale doelstelling van dit onderzoeksproject is inzicht te krijgen in de omvang, oorzaken en gevolgen van sociaal-etnische segregatie in het basisonderwijs in Vlaanderen. De sociaal-etnische segregatie in het onderwijs wordt om verschillende redenen als een maatschappelijk probleem beschouwd, maar toch bestaat er amper wetenschappelijk onderzoek over in Vlaanderen. Dit project wil ten eerste nagaan hoe verspreid het fenomeen van sociaal-etnische segregatie in Vlaanderen eigenlijk is. Ten tweede wil het een antwoord bieden op de vraag wat de determinanten zijn van sociaal-etnische segregatie in Vlaamse basisscholen. Ten slotte is het de bedoeling te onderzoeken wat de effecten zijn van deze sociaal-etnische segregatie. Organisaties: • School Onderwijs Stad & Samenleving (SOS & S) • EduBROn
Onderzoekers: • Christiane Timmerman • Paul Mahieu
Institutioneel comparatief onderzoek over actieve vergrijzing: multi-level onderzoek naar de determinanten van uittrede, herintrede en investering in inzetbaarheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Hoewel een lage activiteitsgraad bij 45- en 55-plussers een algemeen gegeven is in Europa, bestaat er een grote divergentie tussen de lidstaten (Hoge Raad Werkgelegenheid, 2004). België is hekkensluiter. De Europese doelstelling is tegen 2010 een werkzaamheid van 50% bij 55-plussers te bereiken. Met de huidige 30% is België hier ver van verwijderd. Op basis van internationale comparatieve analyses willen we in dit project onderzoeken welke factoren het arbeidsmarktgedrag van oudere werknemers en werkzoekenden beïnvloeden, namelijk (a) de vervroegde uittrede afremmen, (b) de herintrede aanmoedigen, (c) succesvolle mobiliteit van oudere werknemers bevorderen en (d) hun deelname aan employability-verruiming stimuleren. We onderscheiden hierbij drie niveaus van beïnvloedende factoren: (1) individuele kenmerken van oudere werknemers en werkzoekenden (bv. afgelegd loopbaantraject); (2) huishoudkenmerken (bv. arbeidsmarktpositie en inkomen van de partner, gezamenlijke financiële middelen) en (3) prikkels die institutionele actoren creëren om uittrede af te remmen, herintrede te stimuleren en employability te verruimen. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
De hybride identiteit van de hiv/aidspatiënt: kwalitatief onderzoek naar de impact van antiretrovirale geneesmiddelen op het leven van hiv/aidspatiënten in Zuid-Afrika
Universiteit Antwerpen Abstract: Antiretrovirale geneesmiddelen hebben aids getransformeerd van een acute, degeneratieve ziekte in een chronische, ongeneeslijke aandoening. De chronische ziekte is niet langer een aanval van buitenaf en dient bijgevolg ook deel te worden van de identiteit van de hiv/aidspatiënt. Het onderzoeksproject tracht de mechanismen bloot te leggen langs dewelke de ziekte en de behandeling het leven en de bijbehorende identiteitsconstructie beïnvloeden. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Edwin Wouters
Arbeid, Gezin & Sociaal Beleid. Een analyse van socio-economische differentiatie in gezinsvorming op basis van een Administratief Socio-Demografisch Panel (ASDP) voor België. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt - analoog met onderzoek in Denemarken en Duitsland - de aanvraag van administratieve panelgegevens van Sociale Zekerheid en Rijksregisters in België voor de analyse van i) recente trends in vruchtbaarheid en ii) socio-economische differentiatie in de combinatie van gezin en arbeid. De resultaten worden geïnterpreteerd in het licht van de literatuur rond welvaartstaatregimes en onderzoek naar ongelijk gebruik van voorzieningen. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Karel Neels
Televisie 2.0: aanbod en gebruik van transmediale fictie Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek bestudeert transmediale TV-fictie, d.w.z. fictieseries die uit meer bestaan dan een TV-programma. In de eerste fase focust het onderzoek op het aanbod: hoe en waarom doet de transmediale tendens zich voor en uit welke onderdelen kan de uitgebreide televisietekst bestaan? In de tweede fase wordt het gebruik onderzocht: hoe reageert het publiek op de uitnodiging om zich via diverse kanalen te engageren met een serie? Organisaties: • Media, beleid en cultuur (MPC)
Onderzoekers: • Alexander Dhoest
Interventie door de huisarts als participatieverhogende maatregel voor het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Universiteit Antwerpen Abstract: Participatieverhogende maatregelen voor de borstkankerscreening zijn een noodzaak gezien het aantal deelnemers momenteel te laag is (45%), waardoor de doeltreffendheid van het bevolkingsonderzoek daalt. Met dit onderzoek willen we cijfermatig nagaan wat het effect is van een interventie door de huisarts als 'informator, motivator en verwijzer' op de participatie bij vrouwen uit de doelgroep. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Sofie Van Roosbroeck
Steunpunt Gelijkekansenbeleid. Universiteit Antwerpen Abstract: Het steunpunt wil de Vlaamse overheid wetenschappeiijk ondersteunen op het vlak van gelijke kansen. Dit gebeurt door op een geïntegreerde manier multidisciplinaire expertise en onderzoekspotentieel te ontwikkelen en ter beschikking stellen. Tevens wii het steunpunt de gegevens, de analyses en onderzoeksresultaten gestructureerd en gericht ontsluiten naar de doelgroepen, andere actoren en het brede publiek. Organisaties: • Persoon en vermogen
Onderzoekers: • Daniël Cuypers
Wetenschappelijke input armoedetoets. Universiteit Antwerpen Abstract: Opmaak van een wetenschappelijke bijdrage als insteek voor het proefproject armoedetoets op het decreet sociale bescherming - luik kindpremie, overeenkomstig de afspraken gemaakt met de kabinetten van ministers Lieten en Vandeurzen en de bevoegde administratie. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Natascha Van Mechelen
Steunpunt Cultuur, Jeugd en Sport - Onderzoekslijn Jeugdbeleid Universiteit Gent Abstract: Binnen de onderzoekslijn Jeugdbeleid worden volgende opdrachten uitgewerkt: - de jeugdmonitor: levert op een longitudinale wijze data over diverse aspecten van en evoluties in de leefwereld van jongeren - de inventarisering en synthetisering van bestaand jeugdonderzoek De gevraagde output correspondeert in grote mate met de opdrachten die het Jeugdonderzoeksplatform (JOP) sinds 2003 voorbereidt en aanlevert. Organisaties: • Vakgroep Sociale agogiek
Onderzoekers: • Nicole Vettenburg
Steunpunt Beleidsrelevant Onderzoek Cultuur, Jeugd en Sport (2007-2011) Universiteit Gent
Abstract: Het steunpunt is een interdisciplinair en interuniversitair consortium en heeft als doel om op basis van wetenschappelijk onderzoek de beleids- en beheerscyclus van het Vlaamse cultuur-, jeugd- en sportbeleid te ondersteunen. De basisdoelstellingen van het steunpunt zijn het opbouwen en uitwerken van een systematische set van beleidsindicatoren en het uitwerken van survey-onderzoek in het domein van cultuur-, jeugd- en sportpartcipatie. De vakgroep Sociologie aan de UGent staat in voor de coördinatie van dit Steunpunt en de coördinatie van de participatiesurvey. Daarnaast wordt er onderzoek verricht in het domein van de kunsten en het erfgoed. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Hans Waege
Determinanten en effecten van sociaal-etnische segregatie in het basisonderwijs Universiteit Gent Abstract: De centrale doelstelling van dit onderzoeksproject is inzicht te krijgen in de omvang, oorzaken en gevolgen van sociaal-etnische segregatie in het basisonderwijs in Vlaanderen. De sociaal-etnische segregatie in het onderwijs wordt om verschillende redenen als een maatschappelijk probleem beschouwd, maar toch bestaat er amper wetenschapplijk odnerzoek over in Vlaanderen. Dit project wil ten eerste nagaan hoe verspreid het fenomeen van sociaal-etnische segregatie in Vlaanderen eigenlijk is. Ten tweede wil het antwoord biedenop de vraag wat de determinanten zijn van sociaal-etnische segregatie in Vlaamse basisscholen. Ten slotte is het de bedoeling te onderzoeken wat de effecten zijn van deze sociaal-etnsiche segregatie. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Mieke Van Houtte
Determinanten en effecten van sociaal-etnische segregatie in het basisonderwijs Universiteit Gent Abstract: De centrale doelstelling van dit onderzoeksproject is inzicht te krijgen in de omvang, oorzaken en gevolgen van sociaal-etnische segregatie in het basisonderwijs in Vlaanderen. De sociaal-etnische segregatie in het onderwijs wordt om verschillende redenen als een maatschappelijk probleem beschouwd, maar toch bestaat er amper wetenschappelijk onderzoek over in Vlaanderen. Dit project wil ten eerste nagaan hoe verspreid het fenomeen van sociaal-etnische segregatie in Vlaanderen eigenlijk is. Ten tweede wil het een antwoord bieden op de vraag wat de determinanten zijn van sociaal-etnische segragatie in Vlaamse basisscholen. Ten slotte is het de bedoeling te onderzoeken wat de effecten zijn van deze sociaal-etnische segregatie. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Mieke Van Houtte
Taken uit te voeren door Interface Demografie in het kader van het project "Transnationale Pilot Monitoring". Vrije Universiteit Brussel Abstract: Behalve klimaatverandering en globalisatie is demografische verandering één van de meest belangrijke uitdagingen binnen Europa waarvan de eerste gevolgen al zichtbaar zijn. Demografische veranderingen laten verschillende trends zien, zoals een absolute bevolkingsafname, ontgroening, vergrijzing, minder werknemers, veranderende etnische samenstelling en groei van eenpersoonshuishoudens. Deze ontwikkelingen hebben gevolgen voor bijvoorbeeld de arbeidsmarkt, het draagvlak voor voorzieningen, de woningmarkt en de zorgvraag. Ook Twente heeft ? en krijgt in de toekomst nog sterker ? te maken met deze ontwikkelingen. De gemeenten in Twente zien de ontwikkelingen op zich af komen. We bekijken hoe we op tijd maatregelen kunnen nemen zodat we klaar zijn voor de toekomst. Dit gebeurt op verschillende terreinen. Zo is Regio Twente bijvoorbeeld trekker van het transnationale project DC NOISE ('Demographic Change: New Opportunities in Shrinking Europe'). DCNoise It's your future In het project DC NOISE werken regio's uit verschillende landen samen. Zij gaan de uitdaging aan en gaan op zoek naar nieuwe praktische oplossingen. Meedoen in dit transnationale project biedt de mogelijkheid om ideeën uit te wisselen, nieuw beleid en 'best practices' uit te proberen en passende strategieën te ontwikkelen die relevant zijn voor de regio's in Europa. Het helpt om demografische veranderingen op de bestuurlijke agenda's te krijgen en het biedt financiële ondersteuning om te kunnen experimenteren en creatieve oplossingen te vinden. Dat betekent ook een omslag in het denken, van groei naar stabilisatie of krimp; investeren in kwaliteit, in plaats van kwantiteit. In oktober 2008 is het startschot gegeven voor het project DC NOISE. Met de slogan 'It's your future' van dit vierjarige Interreg-project wordt duidelijk dat mens en toekomst centraal staan. Staatssecretaris Ank Bijleveld is ambassadeur van het project DC NOISE. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL • JOHAN SURKYN
Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek cultuur jeugd en sport : -Thema Cultuur (subthema Sociaal Cultureel Werk en vrijwilligerswerk-SCW):M.Elchardus en I.Glorieux (zie VLO171) -Thema Cultuur (subthema E-cultuur en digitalisering):C.Pauwels -Thema Jeu... Vrije Universiteit Brussel Abstract: De voorbije decennia ervaarden wetenschappers en beleidsmakers de nood aan meer structurele aandacht voor jeugdonderzoek in Vlaanderen. De geringe systematische uitbouw van jeugdonderzoek leidt tot gefragmenteerde en weinig interdisciplinaire onderzoeksopzetten en tot een gebrek aan theorievorming en interpretatie. Om deze versnippering tegen te gaan werd in 2003 op initiatief van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken het Jeugdonderzoeksplatform opgericht. Het Jeugdonderzoeksplatform is een interdisciplinair en interuniversitair samenwerkingsverband tussen de vakgroep sociale agogiek (UGent), de onderzoeksgroep jeugdcriminologie (K.U.Leuven) en de onderzoeksgroep Tempus Omnia Revelat (Vrije Universiteit Brussel), dat in 2007 werd geïntegreerd in het Steunpunt voor beleidsrelevant onderzoek Cultuur, Jeugd en Sport. Binnen het Jeugdonderzoeksplatform wordt de structurele aandacht voor het jeugdonderzoek vertaald in twee activiteiten: (1) een systematische ontsluiting door inventarisering en synthese van bestaand onderzoek in Vlaanderen en (2) de uitbouw van recurrente metingen met het instrument de jeugdmonitor om de leefwereld van kinderen en jongeren en de evoluties hierbinnen in beeld te brengen. Binnen de onderzoekslijn 'Jeugdbeleid' is het inventariseren en synthetiseren van Vlaams jeugdonderzoek een continue opdracht vormen. Permanent worden recente onderzoekspublicaties (gepubliceerd in 2000 of later) opgezocht en ingezameld. Vervolgens wordt voor elk afgerond onderzoek een gedetailleerde onderzoeksfiche opgemaakt die relevante informatie overzichtelijk weergeeft. Deze fiches vormen de basis voor het opmaken van een syntheserapport en worden online ter beschikking gesteld op de website van het JOP. Eind 2004 verscheen een voorlopig syntheserapport en eind 2005 werd een synthese in boekvorm gepubliceerd. Via website en publicaties wordt bijgedragen tot het ontsluiten van
bestaand wetenschappelijk onderzoek naar een ruim doelpubliek: beleidsmakers, wetenschappers en praktijkwerkers. De jeugdmonitor van het JOP werd ontwikkeld om basisgegevens over de leefwereld, de levensomstandigheden en de activiteiten van kinderen en jongeren te verzamelen. Vanuit bestaande vraagstellingen in buitenlandse monitorsystemen en Vlaams jeugdonderzoek, en met inbreng van de reflectiegroep, werden in 2004-2005 thema's en subthema's afgebakend die de basis vormen van de jeugdmonitor in zijn huidige vorm. Er wordt zowel gepeild naar objectieve, subjectieve en gedragsgerelateerde gegevens. Deze monitor wordt om de vier jaar afgenomen Vergelijkingen tussen de bevindingen van de opeenvolgende metingen doorheen de tijd laten trends in de leefwereld en levensomstandigheden van jongeren zien die relevant zijn voor het beleid. Op theoretische gronden is het aangewezen een aparte jeugdmonitor te ontwikkelen en af te nemen. Jeugd vormt een specifieke categorie en bij een representatieve steekproef van de bevolking is de steekproef voor de 14-25 jarigen niet noodzakelijkerwijze representatief. Bovendien is de groep zo divers dat er een voldoende grote steekproef moet worden getrokken om nog zinvolle analyses uit te voeren op de onderscheiden deelgroepen (bv. de opdeling naar onderwijsvorm bij de 14-18jarigen). Ook de bereikbaarheid van jeugdigen is zeer uiteenlopend (b.v. meerderjarigen onder de 25 jaar: een deel van hen werkt, een deel studeert, sommigen wonen thuis, anderen zitten op kot). Niet alleen stellen zich andere steekproefvereisten, ook op inhoudelijke gronden is het noodzakelijk en verantwoord dat een apart instrument voor de bevraging van de jongeren wordt ontwikkeld. B.v. bepaalde vormen van participatie en cultuur passen niet in het kader van een algemene bevraging. Zo loopt jeugdparticipatie via andere vormen en verenigingen dan participatie bij volwassenen. Jeugdcultuur is vaak niet gelijk te stellen met wat volwassenen als cultuur zien. Digitalisering bij jongeren heeft eveneens een ander patroon dan bij volwassenen. Anders gesteld: jongeren hebben eigen participatieculturen en eigen instellingen, smaakpreferenties en leefpatronen, zodat het evident lijkt deze apart onder de loupe te nemen. Er wordt ook een specifiek Brusselse toets ingebouwd in het onderzoeksopzet via een bijkomende bevraging van een representatieve steekproef van Nederlandstalige schoolgaande jeugd in Brussel Een derde doelstelling van het steunpunt is eerder horizontaal van aard en spreidt zich zowel over de inventariserings- en syntheseopdracht als over de surveyopdracht uit. Het gaat erom om het JOP in te bedden in internationale netwerken en de kennisopbouw niet te beperken tot Vlaanderen. Organisaties: • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Tempus Omnia Revelat • Sportbeleid en -management • Sociologie • Menselijke Fysiologie • Accountancy, Auditing en Bedrijfsfinanciering • Bewegingsvorming en Sporttraining • Biometrie en Biomechanica
Onderzoekers: • WILLIAM DUQUET • MARK ELCHARDUS • IGNACE GLORIEUX • Katrien LAUWERYSEN • Lilith ROGGEMANS • Lindsay JACOBS • Sarah HERBOTS • GERT NULENS • CAROLINE PAUWELS • JO VAN HOECKE • PAUL WYLLEMAN • VEERLE DE BOSSCHER • DIANE BREESCH • ROMAIN MEEUSEN • Sven SANCTOBIN • MARC THEEBOOM • KRISTINE DE MARTELAER
ICT in Wel en Wee Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het project leggen we heel sterk de nadruk op de 'sociologische' en maatschappelijke randvoorwaarden voor het gebruik van technologie. het accent ligt niet op de technologie, maar op een behoefte en preferentie benadering. We laten ons zeer sterk inspireren door constructie TA benaderingen die gebaseerd zijn op wetenschappelijke benaderingen die aantonen dat technologie sociaal geconstrueerd wordt in zijn gebruikers- en maatschappelijke context. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • MARCUS LEYS
OZR-opvangmandaten 'afwerking doctoraat' Vrije Universiteit Brussel Abstract: OZR-opvangmandaten 'afwerking doctoraat' Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX
Tweede geboorten in Europa: oorzaken van recente trends en scenarios voor de toekomst. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De toekomstige evolutie van het geboortecijfer bepaalt in grote mate de toekomstige leeftijdsstructuur van de bevolking en is, daarom alleen al, van fundamenteel maatschappelijk belang. Dit onderzoeksproject wil daarom bijdragen aan de internationale inspanningen om de wetenschappelijke fundamenten te verbeteren van vruchtbaarheidsscenario's voor de toekomst. Dat zal gebeuren door te focussen op tweede geboorten in Europa. Het belang van tweede geboorten is aan het toenemen in die zin dat het verschil tussen extreem lage vruchtbaarheid (minder dan 1,3 kinderen per vrouw) en "gewoon" lage vruchtbaarheid onder het vervangingsniveau in grote mate ligt bij de kans op
tweede geboorten. Hoewel uitstel van eerste geboorten de voorbije jaren in grote mate tot een daling van de periodevruchtbaarheid heeft geleid, blijkt de toename van de kinderloosheid niet de belangrijkste motor achter de lage vruchtbaarheid in Europa. Nochtans is er tot nu toe veel minder onderzoek gebeurd over de timing van en kans op tweede geboorten dan over eerste geboorten. Ondertussen zijn uit de literatuur wel een aantal interessante theoretische denkpistes te distilleren die aan systematisering, operationalisering en empirische toetsing toe zijn. Het is de ambitie van dit project om dat te doen op basis van bestaande surveydata en geaggregeerde statistieken. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL
Globalisering, arbeidsonzekerheid en gezinsvorming. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoekskader en probleemstelling Waar "industrialisering" en "modernisering" belangrijke trefwoorden waren om maatschappelijke veranderingen in het Westen in de 19de en een groot deel van de 20ste eeuw te beschrijven, lijkt "globalisering" het trefwoord voor sociale verandering sinds het einde van de 20ste eeuw. Omdat dit concept te pas en te onpas in de mond genomen wordt, is een eenduidige definitie geen overbodige luxe. Blossfeld e.a. (2005) stellen dat dit begrip vier met elkaar verweven, structurele verschuivingen samenvat, nl. (1) de internationalisering van de markten en de afbrokkeling van nationale grenzen, (2) de intensifiëring van concurrentie d.m.v. deregulering, privatisering en liberalisering, (3) de toegenomen verspreiding van kennis o.i.v. nieuwe communicatietechnologieën en (4) een toegenomen belang van het marktmechanisme dat sterk afhankelijk is van toevallige 'shocks' ergens ter wereld. Hoewel globalisering zich het meest expliciet in de publieke sfeer manifesteert, staan de vermelde verschuivingen niet los van veranderingen in de private sfeer. Ook in die private sfeer is de voorbije decennia heel wat veranderd. Het Westen werd de voorbije decennia onder meer gekenmerkt door een forse toename van het ongehuwd samenwonen, historisch lage vruchtbaarheidscijfers, uitstel van ouderschap en nooit eerder geziene niveaus van echtscheiding. Deze evoluties werden door Lesthaeghe en Van de Kaa (1986) ondergebracht onder de noemer 'de tweede demografische transitie'. Deze transitie startte ruwweg al in de jaren 1960 maar er zijn aanwijzingen dat globalisering tegenwoordig een aantal van de genoemde tendensen in het gezinsleven versterkt (Blossfeld e.a., 2005). De focus van dit doctoraatsproject ligt precies op de verbanden tussen globalisering en hedendaagse processen van gezinsvorming. Op welke manier beïnvloedt globalisering individuele beslissingen m.b.t. samenwonen, huwen en het krijgen van kinderen? Globalisering, het levensloopperspectief en gezinsvorming Het levensloopperspectief heeft zich de laatste jaren in het gezinsonderzoek een welverdiende plaats toegeëigend. Dit perspectief heeft aandacht voor het dynamische karakter van de levensloop, voor de invloed van macroprocessen en voor de koppeling tussen trajecten binnen verschillende levensferen (Kalmijn, 2003). Een individu is immers niet enkel partner, echtgenoot/echtgenote of ouder (in de private sfeer) maar combineert deze rollen vaak met rollen in de publieke sfeer. Veranderingen op vlak van gezinsvorming worden in het wetenschappelijke debat dan ook niet zelden in verband gebracht met veranderingen op vlak van arbeid. Zowel de theoretische als de empirische focus ligt daarbij vooral op de combinatie van beroepsarbeid en moederschap (zie o.a. Sobotka, 2004). Van recentere datum is de aandacht voor de invloed van globalisering op gezinsvorming (zie o.a. Blossfeld e.a., 2005; Sobotka, 2004). Blossfeld e.a.(2005) argumenteren dat 'onzekerheid' één van de kernbegrippen is die globalisering als macroproces koppelt aan de manier waarop jongvolwassenen vandaag de dag hun levensloop inkleuren (Blossfeld e.a. 2005, p.2; Sobotka, 2004, p.20). De geschetste mechanismen creëren namelijk een aanzienlijke mate van structurele onzekerheid die op haar beurt een belangrijke impact heeft op de toekomstplannen en -visies van jonge mannen en vrouwen. Het concept 'onzekerheid' wordt door Blossfeld e.a. (2005, pp.18-19; Sobotka, 2004, p.20) theoretisch en empirisch verder uitgediept door een onderscheid te maken tussen economische onzekerheid, temporele onzekerheid en onzekerheid m.b.t. arbeidsrelaties. Blossfeld e.a. (2005, p.16) formuleren de volgende basishypothese. Door de toegenomen onzekerheid is het vandaag de dag moeilijker om weloverwogen, rationele keuzes te maken. Dit draag ertoe bij dat jongvolwassenen beslissingen op de lange baan schuiven die een langdurig engagement met zich meebrengen, zoals trouwen en (vooral) het krijgen van kinderen. In de plaats daarvan kiezen zij voor meer vrijblijvende alternatieven zoals het ongehuwd samenwonen. Ondanks de aantrekkelijkheid van deze hypothese wijst Sobotka (2004, p.21-22) er op dat het verband tussen onzekerheid en gezinsvorming erg complex is. Meer bepaald moeten belangrijke genderaspecten in rekening worden gebracht. Zowel de genderopvattingen op macroniveau als deze op microniveau spelen wellicht een intermediaire rol in het verband tussen onzekerheid en gezinsvorming. Eveneens mag de rol van zogenaamde 'institutionele filters' (Blossfeld e.a., 2005, p.6) niet uit het oog verloren worden. Met deze term wordt bedoeld dat het onderwijssysteem, de geïnstitutionaliseerde arbeidsrelaties, het welvaartsregime en het gezinsbeleid van een bepaald land een intermediaire rol spelen. Meer onderzoek naar de complexe relatie tussen (de verschillende vormen van) onzekerheid en beslissingen i.v.m. gezinsvorming en de rol van gender en zogenaamde 'institutionele filters' daarin is dan ook noodzakelijk (Sobotka, 2004, p.22). Onderzoeksvragen Dit doctoraatsproject komt tegemoet aan deze oproep en gaat meer specifiek in op de rol van de flexibilisering en 'vertijdelijking' van arbeid. Dit zijn deelaspecten van globalisering waarmee vele Westerse landen het hoofd boven water trachten te houden in een steeds globalere concurrentiemarkt. Ook in Vlaanderen neemt het aandeel tijdelijke werknemers (met contract van bepaalde duur of tewerkgesteld als uitzendkracht) sinds de tweede helft van de jaren 1990 stelselmatig toe. Levenslange werkzekerheid bij één werkgever komt steeds meer op de helling te staan. Gevolg van deze flexibilisering en vertijdelijking van arbeidsrelaties is een toename van het fenomeen van jobonzekerheid. De Witte (2006, p.252) definieert dit als 'de bezorgdheid over het voortbestaan van de huidige arbeidsplaats'. In termen van Blossfeld e.a. (2005) verenigt jobonzekerheid zowel economische als temporele onzekerheid in zich. Onderzoek wijst uit dat de mate van jobonzekerheid correleert met een aantal sociaal-demografische (bv. opleiding en sociale klasse) en psychologische karakteristieken maar ook samenhangt met structurele maatschappelijke factoren (bv. werkloosheidsgraad) (De Witte, 2006, p.256-257). De Witte wijst erop dat jobonzekerheid niet alleen negatieve gevolgen heeft voor het werkgerelateerde welzijn van de werknemer maar ook voor zijn of haar algemene welbevinden. Bovendien kan verwacht worden dat, uitgaande van het levensloopperspectief en het theoretisch kader dat Blossfeld e.a. vooropstellen, mannen en vrouwen hun gepercipieerde jobonzekerheid mee in beschouwing nemen in beslissingen m.b.t. gezinsvorming. Enerzijds heeft jobonzekerheid immers belangrijke gevolgen voor de financiële zekerheid en stabiliteit van jonge mensen, in het bijzonder voor lageropgeleiden (economische onzekerheid). Anderzijds heeft jobonzekerheid een effect op de tijdshorizon waarbinnen jonge mensen hun toekomst plannen en engagementen aangaan (temporele onzekerheid). Beide vormen van onzekerheid worden meer dan eens in verband gebracht met de timing van uit huis gaan, samenwonen, huwen en de komst van kinderen. Samengevat luiden de onderzoeksvragen van dit doctoraatsproject als volgt. Hoe beïnvloeden flexibele en tijdelijke arbeidsvormen beslissingen m.b.t. uit huis gaan, samenwonen, huwen en de stap naar het ouderschap? Welke rol speelt het fenomeen 'jobonzekerheid' daarin? Is dit verband verschillend voor mannen en vrouwen? Op welke manier beïnvloeden 'institutionele filters' de relatie tussen enerzijds flexibele en tijdelijke arbeidsvormen en jobonzekerheid en anderzijds tussen jobonzekerheid en gezinsvorming? Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL
Stigmatisering als belemmering voor de effectiviteit van geestelijke gezondheidszorg (GGZ)? Universiteit Gent Abstract: Deze studie gaat na in welke mate stigmatisering van personen met psychische moeilijkheden een belemmering vormt voor de doeltreffendheid van organisaties in de geestelijke gezondheidszorg in Vlaanderen. Daarenboven wordt de impact op de doeltreffendheid van het ruimere gezondheidszorgsysteem bestudeerd door aan de hand van internationale data het verband met (differentieel) zorggebruik na te gaan. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
EU-TEMPUS: Central Asian Network for Quality Assurance and accreditation (CANQA) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ontwikkeling en uitvoering van kwaliteitsborging en cultuur van de kwaliteit in het hoger onderwijs van Centraal-Azië Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL • Carlos MACHADO GARCIA
De impact van individuen, organisaties en instituties op de lengte van de loopbaan (CARLE - tweede fase). Universiteit Antwerpen Abstract: Hoewel een lage activiteitsgraad bij 45- en 55-plussers een algemeen gegeven is in Europa, bestaat er een grote divergentie tussen de lidstaten (Hoge Raad Werkgelegenheid, 2004). België is hekkensluiter. De Europese doelstelling is tegen 2010 een werkzaamheid van 50% bij 55plussers te bereiken. Met de huidige 30% is België hier ver van verwijderd. Op basis van internationale comparatieve analyses willen we in dit project onderzoeken welke factoren het arbeidsmarktgedrag van oudere werknemers en werkzoekenden beïnvloeden, namelijk (a) de vervroegde uittrede afremmen, (b) de herintrede aanmoedigen, (c) succesvolle mobiliteit van oudere werknemers bevorderen en (d) hun deelname aan employability-verruiming stimuleren. We onderscheiden hierbij drie niveaus van beïnvloedende factoren: (1) individuele kenmerken van oudere werknemers en werkzoekenden (bv. afgelegd loopbaantraject); (2) huishoudkenmerken (bv. arbeidsmarktpositie en inkomen van de partner, gezamenlijke financiële middelen) en (3) prikkels die institutionele actoren creëren om uittrede af te remmen, herintrede te stimuleren en employability te verruimen. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Capaciteitsproblematiek Vrije Universiteit Brussel Abstract: Consultancyopdracht aangaande de wetenschappelijke ondersteuning bij het uittekenen van een kader voor de ontwikkeling van een onderbouwde prognose van het aantal leerlingen per gemeente en van het aandeel van GO!-scholen daarin. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • JOHAN SURKYN • PATRICK DEBOOSERE
De impact van internet als een informatiebron en communicatiemiddel op ouder-gezondheidszorg - professionele relatie op kraamafdelingen Vrije Universiteit Brussel Abstract: OZR-opvangmandaten 'afwerking doctoraat' Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • MARCUS LEYS
Risicovechtsporten: Nemen van maatregelen in verband met het inperken van de gezondheidsrisico's bij vechtsporten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Opdracht is om beleidsvoorstellen rond vechtsporten in Vlaanderen op basis van resultaten van een rondetafelconferentie te formuleren Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Scientific visualisation and visual scientific literacy: a study of new imaging practices and their impact on knowledge building and communication. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus. UA levert aan Erasmus Mundus de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Luc Pauwels
Expertnota welvaartstraat/open grenzen. Universiteit Antwerpen Abstract: De relevantie van deze nota schuilt in een uitgesproken nood aan inzichten in hoe de hoge druk op de huidige welvaartsstaat en haar hulpverleningsdiensten kan worden verlicht. OCMW's, CAW's en andere diensten worden geconfronteerd met een toenemend aantal probleemsituaties met een verhoogde complexiteit en diversiteit. De expertnota moet een basis vormen waarop diverse hulpverleningsorganisaties en beleidsmakers zich kunnen baseren om hun aanbod en regelgeving bij te sturen. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers:
• Danielle Dierckx
Van Emirdag naar België. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds KBS. UA levert aan KBS de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Personalisering van welzijnszorg en collectieve identiteit in de Disability Rights Movement een vergelijkende studie van het Verenigd Koninkrijk en Vlaanderen. Universiteit Gent Abstract: Deze studie onderzoekt de hervorming van welzijnszorg en de relatie met de Disability Rights Movement (DRM). De DRM ontplooide zich in de context van traditionele aanbodgerichte sociale diensten. Deze studie zal ontwikkelingen in het Verenigd Koninkrijk en Vlaanderen grondig onderzoeken om het inzicht te vergroten in het verband tussen persoonsgebonden zorg en de collectieve identiteit van de DRM. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
Personalisering van welzijnszorg en collectieve identiteit in de Disability Rights Movement een vergelijkende studie van het Verenigd Koninkrijk en Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: Deze studie onderzoekt de hervorming van welzijnszorg en de relatie met de Disabilitiy Rights Movement (DRM). De DRM ontplooide zich in de context van traditionele aanbodgerichte sociale diensten. Deze studie zal ontwikkelingen in het Verenigd Koninkrijk en Vlaanderen grondig onderzoeken om het inzicht te vergroten in het verband tussen persoonsgebonden zorg en de collectieve identiteit van de DRM. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
Benchmarkstudie 2011: Evaluatie van het Vlaams topsportbeleid - internationale benchmarkstudie 2011 - transfer federaties.(vervolg VLV120) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De internationalisering van topsport en het belang van topsport doet het onderzoek naar de succesvolle organisatiestructuren in topsport op algemeen, maar ook op sporttakspecifiek niveau toenemen. Het ontbreekt in de literatuur echter om een coherent theoretisch model om competitiviteit in topsport te meten. Competitiviteit van industrieën en landen is in de economie een veelgebruikt concept en zal in dit project toegepast worden op een sporttak, nl atletiek, door de meso- en macrodeterminanten van competitiviteit in atletiek te bepalen en internationaal te vergelijken. In een eerste fase werd een conceptueel model ontwikkeld door de combinatie van literatuur en meer recente resource-based literatuur, aangevuld met 21 kwalitatieve interviews en 13 vragenlijsten bij internationale atletiekexperts. In een tweede fase zal dit conceptueel model empirisch getoetst worden, door de determinanten van competitiviteit internationaal te vergelijken. Mixed research methods worden gebruikt op het niveau van dataverzameling en analyse. Door een scoresysteem te ontwikkelen wordt gestreefd om de competitiviteit van landen op objectieve wijze te meten en te vergelijken. Dit conceptueel model en scoresysteem zullen in 2011 verder gevalideerd wordenn mbt de content-, constructvaliditeit en criteriumvaliditeit. Obv dit onderzoek zal een dieper inzicht verworven worden in de prestatiebepalende factoren van topatletiek en wordt een eerste conceptueel model ontwikkeld om de competitiviteit in een sporttak te meten. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • VEERLE DE BOSSCHER
Aan te vullen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Aan te vullen Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
OZR-opvangmandaten 'afwerking doctoraat' Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het kwantitatief bepalen van de gezondheidseffecten van verkeersmaatregelen Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management • Medische Sociologie
Onderzoekers: • CATHY MACHARIS • Koen PUTMAN
ERASMUS MUNDUS PROGRAMMA "external cooperation window" - GRANT AGREEMENT. Deel Kost dhr. Carlos MACHADO ikv ERASMUS MUNDUS contract tussen EC en Erasmus Hogeschool.(INBEMec9_08-12) Vrije Universiteit Brussel Abstract: ERASMUS MUNDUS PROGRAMMA "externe samenwerkingskader" - overeenkomst Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers:
• Jan VAN BAVEL • JACQUES VILROKX
Creating a Level Playing Field Vrije Universiteit Brussel Abstract: EU program 'preparatory actions in the field of sport': sport and social inclusion Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Thuishulp aan kwetsbare personen in Duitsland, België, Groot-Brittanië en Italië: een vergelijking van de zorgregimes in een context van diepgaande verandering. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de UCL. UA levert aan de UCL de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Facultaire Onderzoeksgroep PSW • Welzijn en verzorgingsstaat
Onderzoekers: • Jozef Breda
Demografische diversiteit en de evolutie van sociale entiteiten: een ecologische studie van het gedrag en de effectiviteit van teams, organisaties, bedrijfstakken, netwerken en gemeenschappen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bestudeert de determinanten en gevolgen van demografische diversiteit van teams, organisaties, bedrijfstakken, netwerken en gemeenschappen. Demografische diversiteit kan betrekking hebben op verzamelingen van mensen of organisaties. Zowel mensen als organisaties kunnen min of meer divers zijn in termen van bijvoorbeeld leeftijd, geslacht en persoonlijkheid (mensen), of leeftijd, omvang en strategie (organisaties). Een belangrijke vraag betreft de wijze waarop diversiteit evolueert en tot stand komt, en wat de implicaties hiervan zijn voor het gedrag van de sociale entiteiten waarvan mensen en organisaties deel uitmaken? Het programma is baanbrekend omdat het aantal studies dat expliciet aandacht besteedt aan diversiteit als centrale variabele beperkt is (en dit ondanks het grote belang ervan). Het project is bovendien uniek in zijn multi-methodische, multi-disciplinaire en "multi-level" aanpak. Ten eerste, worden theorieën ontwikkeld met behulp van mathematische modellering en simulaties, welke vervolgens empirisch worden getoetst met nieuwe paneldatebestanden. Ten tweede, zullen inzichten van verschillende economische en sociaal-wetenschappelijke disciplines worden geïntegreerd. Ten derde, zal de interactie tussen de verschillende niveaus van analyse systematisch bestudeerd worden. het project kent een uitgesproken organisatie-ecologische invalshoek. Dit impliceert dat nadruk ligt op het begrijpen van de evolutie en adaptie van sociale entiteiten via modellering van processen van toetreding, groei, krimp en uittreding in relatie tot demografische diversiteit. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Christophe Boone • Arjen van Witteloostuijn
Civiel effect inburgering. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds HIVA. UA levert aan HIVA de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Sociologie en de natuur: op zoek naar verklaringen voor de variatie in de gepercipieerde risico's van de opwarming van de aarde en de bereidwilligheid tot duurzaam handelen Universiteit Gent Abstract: Een empirisch sociologisch onderzoek naar de maatschappelijke aspecten van milieuproblemen (bv. Global warming) en nieuwe technologische ontwikkelingen (bv. Nanotechnologie). Specifieke aandacht gaat uit naar de ecologische en sociale determinanten van ecologische risicoopercepties en duurzame handelingen. Hiervoor wordt een multidisciplinaire benadering uitgewerkt waarin sociaal-psychologische, sociologische en cultureel-antropologische risicoperspectieven worden samengebracht. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Johny Vincke
De belichaming van journalistieke waarden geproblematiseerd: een discoursanalyse van de articulatie van institutionele stemmen en identiteiten in de Vlaamse kranten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek richt de aandacht op de discursieve acties van journalisten en hun instituties in situaties waarin essentiële journalistieke waarden gecontesteerd worden. Als onderzoeksobject worden cases geselecteerd waarin de aanwezigheid van externe stemmen en identiteiten in het journalistieke discours het spanningsveld in en tussen deze waarden activeert. Potentiële cases zijn bijvoorbeeld (1) de integratie van de officiële stem van de VS betreffende de aanwezigheid van WMDs in Irak of (2) de integratie van de stemmen van Deense journalistieke instanties omtrent het recente cartoondebat. Deze gevallen van contestatie worden gecontrasteerd met een derde (3) gevalstudie waarin de integratie van een externe stem relatief onproblematisch verloopt. Het gaat hier om een studie van de integratie van de stem van de WTO in economische verslaggeving. De discursieve (re)acties die gepaard gaan met de integratie van dergelijke stemmen worden dan discoursanalytisch onderzocht op verschillende niveaus. Deze corresponderen met de verschillende discoursanalytische disciplines gaande van poststructuralistische discourstheorie over CDA (Critical Discourse Analysis) tot aan SFL (Systemic Funcional Linguistics). De aandacht zal daarom zowel gaan naar de belichaming van journalistieke waarden in de tekstuele linguïstiek van concrete artikels als naar de professionele identiteiten van de journalisten, naar de identiteit van de krant als bedrijf en van de journalistiek als maatschappelijke institutie zelf. Organisaties:
• Culture, Emancipation, Media and Society • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Jo BOGAERTS • Nico CARPENTIER
Prisoners on the move. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Europees project rond sport in gevangenissen Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
INEQ CITIES: socio-economische ongelijkheid in sterfte: evidentie en beleid in Europese steden Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project probeert ongelijkheid in sterfte in kaart te brengen in een comparatieve studie van 15 Europese grootsteden waarbij de aandacht ook gaat naar het beleid dat in elke stad wordt uitgevoerd om die ongelijkheid te herleiden. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • PATRICK DEBOOSERE
OBPWO: Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek: Maatschappelijke baten en kosten van onderwijs en leerervaring. Een micro-benadering. (Sociale effecten) Vrije Universiteit Brussel Abstract: abstract niet beschikbaar. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • JESSY SIONGERS • Frank STEVENS
Lakmoestest voor de social investeringsstaat. De impact van het Nederlands en Belgisch beleid op armoede en sociale ongelijkheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Verschillende Europese welvaartstaten hebben zich gedurende de laatste twee decennia 'heruitgevonden' als 'sociale investeringsstaten' (Giddens, 1998): waar vroeger de meeste aandacht ging naar 'passieve' inkomensbescherming, ligt voortaan de nadruk op participatie in de arbeidsmarkt en investeringen in menselijk talent. Dit onderzoek poogt de relatie te onderzoeken tussen de sociale investeringsstaat en armoede/inkomensongelijkheid. Ondanks het feit dat vele beleidsdocumenten een 'natuurlijke symbiose' veronderstellingen tussen werkgelegenheidsgroei en armoede, suggereren sommige onderzoeken dat deze relatie in realiteit veel complexer is. Om de centrale onderzoeksvraag te beantwoorden, zullen de effecten van het Nederlands en Belgisch sociaal beleid worden onderzocht. Nederland en België kunnen beschouwd worden als 'most similar cases': beide landen zijn vergelijkbare open transiteconomieën, maar verschillen op het vlak van hun brede beleidsoriëntatie. Terwijl Nederland het nieuwe beleidsparadigma grotendeels omarmde, worden de beleidsevoluties in België eerder aanzien als 'incrementeel'. Het project bestaat concreet uit drie delen. Allereerst zal de evolutie van de inkomensarmoede en inkomensongelijkheid in kaart gebracht worden voor beide landen en dat voor een relatief lange periode. Vervolgens zal een nauwkeurige studie gemaakt worden van de voornaamste beleidsevoluties in beide landen. Finaal zal er gepoogd worden om beide bevindingen aan elkaar te koppelen. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon • Cornelius Van den Bosch • Olivier Pintelon
SHARE-België, Golf 4. Universiteit Antwerpen Abstract: Het huidige project behelst de uitbreiding van de SHARE database, i.e. de creatie van de SHARE golf 4 database. Binnen dit project wordt de longitudinale steekproef opnieuw bevraagd om de veranderingen sinds de laatste golf te registreren. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Cornelius Van den Bosch
SHARE-België, Golf 4. Universiteit Antwerpen Abstract: Het huidige project behelst de uitbreiding van de SHARE database, i.e. de creatie van de SHARE golf 4 database. Binnen dit project wordt de longitudinale steekproef opnieuw bevraagd om de veranderingen sinds de laatste golf te registreren. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Het concept "kinderkwetsbaarheid" in Sub-Saharisch Afrika. Een theoretische studie met empirische validering. Universiteit Antwerpen Abstract: Bij het begin van de 21ste eeuw was er een groeiende aandacht voor de impact van HIV/AIDS op kinderen in Sub-Saharisch Afrika. De laatste jaren is de aandacht van de beleids- en de academische wereld verschoven van wezen naar een bredere groep 'wezen en kwetsbare kinderen'. In dit kader heeft dit project tot doel een multidimensioneel concept kinderkwetsbaarheid in Zuid-Afrika te ontwikkelen. Na een conceptuele fase met kwalitatieve validering, zal het concept empirisch gemeten worden door middel van structurele vergelijkingsmodellen en
longitudinale analyse. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans • Edwin Wouters • Caroline Masquillier
Sociologische analyse van milieuvraagstukken en van omgevingsbeleid. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt aan welke voorwaarden moet worden voldaan en welke stappen dienen doorlopen opdat een plan of programma op realistische, efficiënte en maatschappelijk gedragen manier kan worden vertaald in een concreet project. Daarbij zal zowel naar inhoudelijke als proces elementen worden gekeken. Allereerst wordt een theoretisch kader ontwikkeld om onder meer volgende vragen te behandelen: (a) In welke mate en op welke basis kan van een gegeven plan of programma worden vastgesteld of de meeste pertinente belangen werden meegenomen bij de opmaak en deliberatie (bv. middels een publieke consultatie) ervan? (b) Werden de meest pertinente probleempunten, door de diverse betrokken actoren aangehaald, op adequate wijze mee in rekening genomen? (c) Op welke criteria kan men pertinentie en adequaatheid beoordelen? Vervolgens wordt het door NIRAS opgemaakte "Afvalplan" als casus bestudeerd. Daarbij zal worden nagegaan in welke mate dit plan (en de manier waarop het tot stand is gekomen) erin geslaagd is een antwoord te bieden op uiteenlopende verwachtingen omtrent het beheer van het hoogradioactief afval in België en hoe het door diverse actoren werd ontvangen. Zo zal onder meer een analyse gebeuren van de ingediende reacties tijdens het openbaar onderzoek van 2010, alsook een media-analyse van de berichtgeving in de pers omtrent het "Afvalplan" in de periode 2009-2011. Het onderzoek naar de totstandkoming van het "Afvalplan" en het daarrond gevoerde consultatieproces zal worden aangevuld met een comparatieve analyses van vergelijkbare beslissingstrajecten rond hetzelfde type afval in enkele andere landen (met name: Frankrijk, GrootBrittannië, Zwitserland en Canada). Op basis van deze analyses zullen lessen worden getrokken en aanbevelingen geformuleerd omtrent mogelijke pistes voor het verdere verloop van het besluitvormingsproces in deze materie. Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Anne Bergmans
Twee onderzoeksprogramma's in structurele sociologie: Sociaal kapitaal en reproductieve gezondheid en naar een structurele sociologie van het globale systeem Universiteit Gent Abstract: Structurele sociologie is een in Vlaanderen vrij onbekend vakgebied. In dit onderzoeksprogramma worden principes van de structurele sociologie uitgewerkt in twee domeinen: 1) nalelijk hoe sociaal kapitaal en invloedsprocessen gedragsveranderingen m.b.t. reproductieve gezondheid bewerkstelligen, en 2) dat va het globale systeem: een longitudinale analyse van de effecten van het globale netwerk tussen landen op het onwikkelingpotentieel van deze landen. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Ronan Van Rossem
Onderschatting van work-familiy conflict: inhoudelijke en methodologische kwesties Universiteit Gent Abstract: Work-family conflict (WFC) en de gevolgen ervan voor het welbevinden van vrouwen worden onderschat. Redenen voor vertekening van resultaten zijn tweevoudig: - respondenten gebruiken strategieën tegen WFC die bijwerkingen hebben voor hun welbevinden en ondervinden sociale druk die leidt tot sociaal wenselijk antwoorden - non-respondenten participeren niet juist omwille van een hoge mate van WFC. Er is een non-responsbias. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Bart Van de Putte
Van uitstel komt afstel? Een longitudinale analyse naar nieuwe patronen van gezinsvorming aan de hand van de volkstelling van 1991 en de algemene socio-economische enquête van 2001. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoeksopzet en probleemstelling De voorbije decennia is de vruchtbaarheid op doorgedreven wijze gedaald. In nagenoeg alle Europese landen ligt het totaal vruchtbaarheidscijfer sinds de jaren 1970 onafgebroken onder het vervangingsniveau van 2,1 kinderen per vrouw. Deze ontwikkeling is deels het gevolg geweest van het uitstel van het ouderschap naar steeds latere leeftijden (Bongaarts & Feeney, 1998). Dit impliceert dat de recuperatie van het totaal vruchtbaarheidscijfer naar de toekomst toe zal afhangen van (a) verdere ontwikkelingen met betrekking tot de timing van vruchtbaarheid, en (b) de mate waarin uitgestelde geboorten daadwerkelijk worden gerealiseerd op latere leeftijden (Lesthaeghe & Willems, 1999). De focus van dit doctoraatsproject is gelegen op de tweede kwestie waarbij de mechanismen achter de vruchtbaarheidsrecuperatie worden onderzocht bij vrouwelijke cohorten die een nieuwe standaard hebben gezet met betrekking tot uitstel van vruchtbaarheid in België. Onderzoeksvraag Sinds het midden van de jaren 1960 is het vruchtbaarheidsregime in België grondig gewijzigd. Het totaal vruchtbaarheidscijfer daalde tot onder het vervangingsniveau, terwijl de gemiddelde moederschapsleeftijd bij de geboorte van het eerste kind bleef stijgen. Op basis van de volkstellingsgegevens van 1991 reconstrueerde Neels (2006) de pariteitsspecifieke vruchtbaarheidspatronen tussen 1960 en 1990 in België. Hieruit bleek dat vrouwen geboren tussen 1960 en 1965 nieuwe standaarden hebben gezet met betrekking tot het uitstel van een eerste en tweede geboorte. De analyse van de cohortenprofielen toonde aan dat de uitstelbeweging in belangrijke mate werd gedreven door de democratisering van het onderwijs, de toename van het opleidingsniveau, en de gestegen arbeidsmarktparticipatie van vrouwen. Een dergelijk uitstelgedrag werd echter reeds aangetroffen bij hoogopgeleide en beroepsactieve vrouwen uit de vroege jaren 1920. Dit impliceert dat de uitstelbeweging van de afgelopen decennia dus niet zozeer van innovatief vruchtbaarheidsgedrag getuigt, maar veeleer moet worden begrepen als een gevolg van de forse toename van het aandeel hoogopgeleide en beroepsactieve vrouwen. Tegenover het uitstel van eerste en tweede geboorten staat een vrij algemeen afstel van geboorten van derde en hogere rang. Ongeacht opleidingsniveau en arbeidsmarktparticipatie blijken nog maar weinig vrouwen een geboorte van derde en hogere rang te realiseren. Een opmerkelijke vaststelling is dat de stap naar een derde geboorte in België nog het vaakst wordt gezet door hoogopgeleide vrouwen (ibidem). Desalniettemin blijkt uit recente surveygegevens een toenemende preferentie voor steeds kleinere gezinnen. Een groeiend aandeel vrouwen zegt nog maar één kind te willen (Goldstein, Lutz & Testa, 2003). Omdat de vruchtbaarheidsprofielen in België retrospectief werden gereconstrueerd op basis van de volkstellingsgegevens van 1991 kon tot nu toe nog maar weinig worden gezegd over
de vruchtbaarheidsrecuperatie bij sterk uitstellende generaties en de factoren die in dit verhaal een rol spelen. Vrouwen geboren tussen 1960 en 1965 waren op het einde van 1990 bijvoorbeeld nog maar 25 tot 30 jaar oud, terwijl de gemiddelde moederschapsleeftijd bij de geboorte van het eerste kind rond de 27 à 28 jaar schommelt. Door gebruik te maken van de gekoppelde volkstellingsgegevens van 1991 en 2001 wordt het echter mogelijk om de observatieperiode met 10 jaar uit te breiden. Op die manier ontstaat een prospectief onderzoeksdesign waardoor de vruchtbaarheidsrecuperatie kan worden bestudeerd tussen 1991 en 2001. Dit zijn de jaren waarin de sterk uitstellende generaties het gros van hun vruchtbaarheid zullen realiseren. Leidt hun uitstel tot afstel? En welke factoren oefenen een bevorderlijk dan wel een remmend effect uit op de vruchtbaarheid? Beide vragen staan centraal in het voorgestelde doctoraatsonderzoek. De effecten van arbeid en gezin In vorig onderzoek werd het uitstel van het ouderschap gerelateerd aan het verhoogde opleidingsniveau en de gestegen arbeidsmarktparticipatie van vrouwen. De investering in een carrière vraagt tijd en verhoogt de opportuniteitskosten die aan het moederschap zijn verbonden. Vanuit die optiek kan een verder uitstel van het moederschap worden verwacht naarmate vrouwen hun kansen weten te verzilveren op de arbeidsmarkt. Sinds een aantal jaren stelt men echter vast dat landen met een hoog aandeel tewerkgestelde vrouwen precies de hoogste totale vruchtbaarheidscijfers laten optekenen (Brewster & Rindfuss, 2000). Het is natuurlijk de vraag of deze verbanden op geaggregeerd niveau zich ook voordoen op individueel niveau. Desalniettemin roept een dergelijke vaststelling nieuwe vragen op met betrekking tot de relatie tussen vruchtbaarheid en vrouwelijke arbeidsmarktparticipatie. Dit verband getuigt van een complexer karakter dan vaak wordt gedacht. Zo suggereert recent onderzoek voor Vlaanderen dat het moederschap onder afgestudeerde en samenwonende vrouwen typisch wordt uitgesteld door drie groepen: zij die helemaal geen job hebben, zij die juist een heel drukke baan hebben, en zij die een deeltijdse baan hebben maar vrezen om hun werk te verliezen. Ook regionale karakteristieken spelen een rol: uitstel van ouderschap is het meest uitgesproken in regio's met een hoog vrouwelijk werkloosheidscijfer en in regio's met een hoge mate van genderongelijkheid op de arbeidsmarkt (Van Bavel & De Wachter, 2007). Uit het voorgaande blijkt dat verschillende facetten van de arbeidsmarkt een verschillende impact uitoefenen op het uitstel van het ouderschap. Blijft echter de vraag wat de implicaties zijn van dit uitstel met betrekking tot de vruchtbaarheid die uiteindelijk wordt gerealiseerd. En in het bijzonder de factoren die in dit verhaal een rol spelen. Hoe hangen vol- en deeltijdse banen samen met het krijgen van een kind? Wat is de impact van het aantal uren werk per week? Speelt het type job een rol? Is de sector van tewerkstelling van belang? Werk in de overheidssector gaat doorgaans gepaard met betere faciliteiten om arbeid en gezin met elkaar in overeenstemming te brengen dan werk in de privésector (Mandel & Semyonov 2006). De bovenstaande vraagstellingen kunnen echter niet op afdoende wijze worden beantwoord zonder rekening te houden met de karakteristieken van partner en gezin. Is er bijvoorbeeld sprake van betekenisvolle interacties tussen de beroepsactiviteit en het opleidingsniveau van beide partners? In de literatuur wordt het belang van een gezinsperspectief in steeds belangrijkere mate onderkend, maar heeft voorlopig niet geleid tot systematisch onderzoek vanuit dat perspectief vanwege een gebrek aan geschikte data. De effecten van huisvestingskenmerken Hoewel sinds de jaren 1980 een aantal studies werden uitgevoerd met betrekking tot huisvesting en gezinsvorming, is de relatie tussen huisvesting en vruchtbaarheid nog maar zelden onderzocht. Volgens Mulder (2006) is er sprake van een tweezijdige relatie: demografisch gedrag oefent een impact uit op huisvesting, net zoals huisvesting een invloed uitoefent op demografisch gedrag. In dit onderzoek zal dieper worden ingegaan op het tweede luik van dit verband, en meer bepaald of huisvestingskenmerken een rol spelen in de vruchtbaarheidsrecuperatie van sterk uitstellende generaties. Huisvesting en gezinsvorming hangen echter bijzonder sterk samen, in die mate zelfs dat het vaak moeilijk is om te spreken van directe causale verbanden. Meestal worden beide beslissingen in samenspraak genomen of beïnvloed door gemeenschappelijke factoren. Desalniettemin achten we het belangrijk om deze denkpiste verder te exploreren. In dit project worden daartoe drie huisvestingskenmerken geoperationaliseerd: de vraag of men eigenaar dan wel huurder is van een woning, of het type woning een rol speelt (appartement of huis), en wat de impact is van de kwaliteit van de woning (al dan niet comfortabel, aanwezigheid van een tuin). Daarnaast wordt ook gekeken of kenmerken van de overkoepelde woningmarkt een rol spelen. Welke impact gaat bijvoorbeeld uit van regionale kenmerken zoals huur- en kostprijzen van woningen? Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • PATRICK DEBOOSERE
Vergrijzing en gezondheid van migrantenpopulaties: diabetes bij Belgen van Turkse en Marokkaanse origine. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Probleemstelling Een aanzienlijk deel - zo'n 15 % - van de Belgische bevolking is van vreemde afkomst. Hoewel migratiestromen naar België tijdens het afgelopen decennium in toenemende mate gediversifieerd zijn, vormen migrantengemeenschappen uit vroegere migratiegolven nog steeds de belangrijkste buitenlandse bevolkingsgroepen in België. Op 1 januari 2002 waren de vijf omvangrijkste vreemde bevolkingsgroepen in België (genaturaliseerden en vluchtelingen inbegrepen): de Italianen, de Marokkanen, de Fransen, de Turken en de Nederlanders (Eggerickx, Bahri & Perrin, 2006; Snel & Marx, 2007). Diversificatie van migratiestromen blijft niet beperkt tot een verscheidenheid aan herkomstlanden. Ook het leeftijdsprofiel van migranten diversifieert. Eén van de meest saillante demografische karakteristieken is de veroudering van Turkse, Maghrebijnse en Congolese migranten. Familiale hereniging met ouders en grootouders speelt hierin een belangrijke rol. Het zijn trouwens niet alleen de immigratiestromen, die door een tendens tot veroudering gekenmerkt worden. Ook de al aanwezige migrantenpopulaties vergrijzen. Vier decennia na hun aankomst als gastarbeiders bereiken Turkse en Marokkaanse immigranten de pensioengerechtigde leeftijd. Velen van hen hadden een relatief kort verblijf in België voor ogen. Wanneer ze genoeg geld gespaard hadden, zouden ze naar hun herkomstland terugkeren. Maar in plaats daarvan kwamen ook hun families naar België en groeien hun kinderen en kleinkinderen hier op. Zelfs wanneer ze nog naar hun land van herkomst terug willen, zijn de familiebanden in België vaak sterker dan die in het land van oorsprong. In de nabije toekomst zal België dan ook met omvangrijke groepen oudere immigranten geconfronteerd worden. Dat zal aanzienlijke implicaties op het vlak van gezondheid hebben (Eggerickx, Bahri & Perrin, 2006; Snel & Marx, 2007). Over het algemeen hebben volwassen immigranten in westerse populaties een hogere levensverwachting dan autochtone volwassenen (Deboosere & Gadeyne, 2005). Toch blijkt uit onderzoek dat (oudere) migranten gemiddeld een relatief slechtere gezondheid hebben dan autochtone Belgische leeftijdsgenoten. Op basis van de gezondheidsenquêtes van 1997, 2001 en 2004 vinden we dat Belgen van Turkse en Marokkaanse origine hun gezondheid minder positief evalueren dan mensen van Belgische afkomst. Na controle voor leeftijd zijn de kansen op een minder goede gezondheid zowel voor Belgen van Turkse als van Marokkaanse origine veel groter dan die van mensen van Belgische afkomst. Eén van de verklaringen voor dit gezondheidsverschil ligt bij diabetes. Diabetes mellitus type 2 is een ernstige metabolische ziekte, waarvan de hoofdkenmerken een verminderde glucosetolerantie en een verhoogde bloedsuikerspiegel (glycemie) met glucose in de urine (glucosurie) zijn. Deze insulineresistente vorm van diabetes komt vooral voor op oudere leeftijd (> 40 jaar). Het is bovendien een ongeneeslijke aandoening, die gepaard gaat met een verhoging van de overlijdenskans (Capet e.a., 1999; Weyne, 2000). Of zoals Baeyens (2007) het verwoordt: 'Le diabète est un assassin silencieux'. Wereldwijde vergrijzing, inclusief die van migrantenpopulaties, en toenemende zwaarlijvigheid zullen in de toekomst voor een verhoogde diabetesprevalentie zorgen. Het kostenplaatje voor zowel individu als samenleving zal zeer groot zijn. Preventie van diabetes type 2 is bijgevolg erg belangrijk. Onderzoek naar het relatieve belang van de verschillende risicofactoren is een conditio sine qua non voor een efficiënt preventief beleid. Preventie van diabetes mellitus type 2 wint bovendien nog aan belang, omdat de risicofactoren voor deze vorm van diabetes grotendeels dezelfde zijn als voor andere aandoeningen, zoals cardio- en cerebrovasculaire ziekten (Capet e.a., 1999). Diabetes type 2 is sterk leefstijlgebonden. Deze ziekte is sterk gelieerd aan zowel voedingsgewoonten als lichaamsbeweging. Zowel in voedingsgewoonten als in fysieke activiteitsniveaus worden relatief sterke sociaaleconomische gradiënten teruggevonden. Personen met een hoger opleidingsniveau maken meer kans om gezonde voedingspatronen te hebben dan lagergeschoolden. Het aantal personen met hoofdzakelijk een sedentaire vrijetijdsbesteding neemt af naarmate het opleidingsniveau stijgt (Beck, Vanroelen & Louckx, 2002). Onderzoeksvragen In vele landen worden etnische verschillen in diabetesprevalentie teruggevonden. Uit de klinische praktijk en uit onderzoek zijn er sterke aanwijzingen voor een hogere diabetesprevalentie bij de Turkse en Marokkaanse migrantenpopulatie in België. Daarom richt dit onderzoek zich in de eerste plaats op deze bevolkingsgroep. De centrale vraagstelling van dit doctoraat luidt: welke socio-
economische determinanten en specifieke culturele mechanismen zijn verantwoordelijk voor een hogere prevalentie van diabetes type 2 in de gemeenschap van Turkse en Marokkaanse origine in België? De gezondheid van migranten is het resultaat van een complex samenspel van factoren. De gezondheidssituatie in het land van herkomst, het migratieproces en determinanten in het land van bestemming spelen een cruciale rol. Als gezondheidsdeterminanten in het land van bestemming worden vaak aangewezen: gezondheidsgedrag, fysieke omgeving, sociale netwerken, toegang tot de gezondheidszorg, psychosociale stress en discriminatie. Het vóórkomen van deze specifieke determinanten bij migranten moet in een meer algemene context van genetische factoren, socio-economische factoren, cultuur en acculturatie geplaatst worden (Middelkoop, 2001). Een accuraat zicht op het relatieve belang van de verschillende gezondheidsdeterminanten is een vereiste voor een effectief gezondheids- en preventiebeleid. In dit doctoraat zullen wij in het kwantitatieve luik vooral focussen op socio-economische factoren, die een rol spelen in de hogere diabetesprevalentie in de gemeenschap van Turkse en Marokkaanse origine in België. Gezondheid is immers een sociaal fenomeen. Gezondheid draagt niet alleen bij tot overleven en sterven, maar is ook het resultaat van verschillende sets van risicofactoren gedurende het leven. Daarnaast willen we aan de hand van kwalitatief onderzoek nagaan welke specifiek culturele mechanismen verantwoordelijk zijn voor een hogere prevalentie van diabetes type 2 bij de Turkse en Marokkaanse gemeenschap in België. Een aantal auteurs (Vassart, 2005; Ferrant, 2007) vindt aanwijzingen voor een hogere prevalentie van diabetes mellitus type 2 bij Belgen van Turkse en Marokkaanse origine. Deboosere en Gadeyne (2005) stellen bij Marokkaanse vrouwen in België (25-54 jaar) een oversterfte ten gevolge van diabetes vast. De Belgische gezondheidsenquêtes van 1997, 2001 en 2004 geven aan dat de prevalentie van diabetes type 2 hoger is bij Belgen van Turkse en Marokkaanse afkomst (respectievelijk 6,0 % en 5,5 %) dan bij mensen van Belgische origine (3,5 %). Ook Nederlands onderzoek (Dijkshoorn, Uitenbroek & Middelkoop, 2003; Kriegsman e.a., 2003) toont aan dat de prevalentie van diabetes mellitus type 2 bij personen van Turkse, Marokkaanse en Surinaamse afkomst hoger is dan bij personen van Nederlandse origine. Over de determinanten en specifieke mechanismen, die voor deze hogere prevalentie verantwoordelijk zijn, is geen Belgisch onderzoek beschikbaar. Bij onze noorderburen deden Dijkshoorn, Uitenbroek & Middelkoop (2003), Kriegsman e.a. (2003) en Middelkoop (2001) onderzoek naar risicofactoren voor de hogere diabetesprevalentie bij mensen van Turkse, Marokkaanse en Surinaamse origine. Zij focusten daarbij vooral op zwaarlijvigheid. Wij zullen ons niet alleen concentreren op de relatie tussen zwaarlijvigheid en diabetes type 2, maar ook op de invloed van lichamelijke activiteit, voeding en psychosociale stress op zowel zwaarlijvigheid als diabetes mellitus type 2. Deze verbanden zullen wij bovendien binnen een ruimer socio-economisch en cultureel raamwerk plaatsen. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL • PATRICK DEBOOSERE
Ontwerpen methodiek klantentevredenheidsstudie Groen- en Recreatie domeinen provincie Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Provincie Antwerpen. UA levert aan de Provincie Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Peter Thijssen
SAFEII: Seksuele bewustwording voor Europa ? verzekeren van gezonde toekomstige generaties die van elkaar houden en voor elkaar zorgen Universiteit Gent Abstract: Geslachtsgemeenschap op jonge leeftijd wordt vaak beschouwd als seksueel risicogedrag, met negatieve gevolgen voor de fysieke gezondheid, en jongeren die vroeg starten met seks zouden daar later ook vaker spijt over hebben. Deze kwalitatieve studie onderzoekt de mate waarin de seksuele keuzes die jongeren maken op jonge leeftijd al dan niet problematische gevolgen hebben. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Mieke Van Houtte
SPLISS-Coördinatie: Sportbeleid factor leidt tot International Sporting succes. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Internationale vergelijking van topsportbeleid op nationaal niveau Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • VEERLE DE BOSSCHER
Gegevensregistratie in het Sociaal Cultureel Volwassenwerk Vrije Universiteit Brussel Abstract: geen abstract beschikbaar Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Theun-pieter VAN TIENOVEN • JOERI MINNEN
Aansluitend bij (VLO244) steunpunt JOP geeft de Vlaamse Overheid opdracht om een jeugdministor af te nemen in Antwerpen en Gent. Vrije Universiteit Brussel Abstract: geen abstract beschikbaar Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Filip VAN DROOGENBROECK • Loes VAN HASSELT • Lien GEERINCK
• Sven SANCTOBIN
Project boek FACIT. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Provincie Antwerpen. UA levert aan de Provincie Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Danielle Dierckx
Onderzoek naar samenwerkingsmodellen voor een afgestemd stedelijk en stadsregionaal woonbeleid. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de KULeuven. UA levert aan de KULeuven de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Ria Janvier • Wouter Van Dooren
Samenwerkingsvormen tussen ondersteunende diensten van gemeente en OCMW: een bestuurskundige en juridische analyse. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project bestaat erin om een studie uit te voeren over de manier waarop de samenwerking tussen gemeente en OCMW geoptimaliseerd kan worden binnen het huidige regelgevende kader. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Ria Janvier • Wouter Van Dooren • Koen Verhoest