! !
Onderzoeksopzet Adviesrapport Twenty Four Webvertising
! Jort van der Heide (320012) Communicatiesystemen 11 - 11 - 2013, Groningen
ADVIESRAPPORT
!1
Voorwoord
Voor u ligt de onderzoeksopzet van mijn afstudeeropdracht. Deze opdracht is voor het bedrijf Twenty Four Webvertising uit Veendam uitgevoerd in het kader van de afstudeeropdracht voor de opleiding Communicatiesystemen aan de Hanze Hogeschool Groningen.
Ik wil graag Stefan Veldman bedanken voor zijn begeleiding tot nu toe, daarnaast wil ik Peter Zwart bedanken voor de begeleiding vanuit de opleiding.
ADVIESRAPPORT
!2
Inhoudsopgave ! 1. Inleiding
4
1.1 Het probleem
4
2. Projectkader
6
3. Theoretisch kader
7
3.1Backoffice systemen
7
3.1.1 Enkele voorbeelden
9
3.2 Webapplicaties
11
3.2.1 Welke gereedschappen?
12
3.3 Usability
12
3.3.1 Usability testen
13
4. Doelstelling
15
4.1 Interventiecyclus
15
5. Onderzoeksmodel
16
5.1 Verwoorden onderzoeksmodel
16
6. Onderzoeksvragen
17
6.1 Eerste centrale vraag
17
6.2 Tweede centrale vraag
18
6.3 Derde centrale deelvraag
19
Literatuurlijst
20
ADVIESRAPPORT
!3
1. Inleiding ! Twenty Four Webvertising is een reclamebureau uit Veendam welke zicht voornamelijk richt op het verkopen van digitale advertenties op regionale nieuwswebsites door heel Nederland. Het bedrijf is in 2007 opgericht door de huidige eigenaar, Stefan Veldman. Wat begon als een eenmanszaak is inmiddels uitgegroeid tot een onderneming met tien verschillende werknemers, verdeeld over drie verschillende afdelingen: de afdeling techniek, de afdeling administratie en de afdeling verkoop. Waarbij de afdeling techniek wordt beslagen door twee medewerkers, de administratie afdeling door één medewerker en de verkoopafdeling door zeven medewerkers (inclusief de directeur). De afdeling verkoop houdt zich voornamelijk bezig met telefonische acquisitie van de digitale advertenties op de verschillende nieuwssites. De medewerkers op de technische afdeling maken - na een verkoop - een advertentie op en plaatsen deze advertentie online. De administratie afdeling verstuurt de factuur en houdt bij of de advertentie op tijd betaald wordt. Om het bedrijfsproces sneller te laten verlopen heeft Twenty Four Webvertising enkele systemen in gebruik genomen, dit zijn drie verschillende systemen namelijk: het administratiesysteem, het bannersysteem en het beheersysteem. Het administratiesysteem beheert de facturen en betalingen, het beheersysteem wordt gebruikt om advertenties online te zetten en het bannersysteem gebruikt men om verkopen bij te houden.
1.1 Het probleem De drie verschillende systemen werken onafhankelijk van elkaar waardoor er verschillende problemen ontstaan, bijvoorbeeld: als er een verkoop is gedaan moet deze uiteindelijk in alle drie de verschillende systemen worden ingevoerd. Doordat de systemen niet met elkaar kunnen communiceren is het mogelijk om één verkoop op verschillende manieren in te voeren in de systemen. Door middel van onderstaand praktijkvoorbeeld wordt het probleem geïllustreerd.
Een praktijkvoorbeeld: een verkoop wordt ingevoerd in alle drie systemen. Elke verkoop krijgt een datum mee wanneer de advertentie online moet. In het administratiesysteem staat dat de banner op 1 november 2013 online moet, in het bannersysteem staat de banner pas 15 november online moet. Wat gebeurt er? De banner wordt pas 15 november online gezet terwijl de klant 1 november al een factuur krijgt voor de advertentie. De klant wordt geacht te betalen voor een dienst welke nog niet is geleverd, gevolg: klachten van klanten wat weer leidt tot stress op de werkvloer van Twenty Four Webvertising
!
ADVIESRAPPORT
!4
Daarnaast worden sommige systemen als verouderd ervaren en missen medewerkers bepaalde functionaliteiten binnen het systeem.
!
ADVIESRAPPORT
!5
2. Projectkader
De drie verschillende systemen worden gebruikt door de medewerkers van Twenty Four Webvertising. De medewerkers geven aan dat de systemen niet voldoen aan haar eigen eisen en dat er functionaliteiten worden gemist. Tijdens het vooronderzoek, door middel van gesprekken met de eigenaar van Twenty Four Webvertising, is het projectkader, welke hieronder verder wordt beschreven, geschetst. Tijdens het onderzoek wordt er gekeken naar de huidige bezetting van de verschillende systemen van Twenty Four Webvertising. Er zijn verschillende problemen vastgesteld door het bedrijf, deze worden aan de hand van het onderzoek gediagnostiseerd (is het daadwerkelijk een probleem) en zo ja, wat kan Twenty Four Webvertising er aan doen? Het probleem is dat de verschillende systemen niet met elkaar kunnen communiceren, waardoor één verkoop in drie verschillende systemen moet worden ingevoerd, naast dat dit extra werk met zich meebrengt zorgt het er ook voor dat er fouten gemaakt kunnen worden. Gegevens kunnen verschillend worden ingevoerd waardoor in systeem X andere gegevens staan dan in systeem Y. Dit is een probleem omdat het voor frustraties op de werkvloer zorgt (medewerkers zijn veel tijd kwijt na een verkoop) en doordat de gegevens niet in alle systemen op dezelfde manier wordt ingevoerd ontstaan er fouten waardoor advertenties te vroeg, te laat, niet juist of zelfs helemaal niet online komen te staan. Wat weer leidt tot klachten vanuit de klanten, wat weer leidt tot meer frustratie bij de medewerkers. De medewerkers hebben hier allemaal last van, zij maken namelijk dagelijks gebruik van de verschillende systemen en worden dus dagelijks geconfronteerd met de onmogelijkheden van de huidige inrichting van de systemen. De huidige systemen zijn ontwikkeld in de tijd dat het bedrijf nog een eenmanszaak was, daardoor zijn deze systemen niet berekend op de huidige bezetting van tien verschillende medewerkers.
!
ADVIESRAPPORT
!6
!
3. Theoretisch Kader ! Om een Programma van Eisen op te kunnen stellen zullen verschillende theorieën bekeken worden. In dit hoofdstuk staan de drie belangrijkste theorieën die gebruikt worden tijdens het onderzoek.
!
3.1Backoffice systemen ! In de meeste organisaties vind je een frontoffice en een backoffice (in sommige organisaties is er zelfs nog plek voor een midoffice).Waar een frontoffice de plek is waar „het geld wordt verdient” door de medewerkers beslaat de backoffice de afdelingen van een organisatie welke op zichzelf geen geld in het laatje brengen. Alsnog is de backoffice een cruciaal onderdeel van een organisatie. De backoffice dient als de ruggengraat van een organisatie, aan het oppervlak niet zichtbaar, wel onmisbaar. Afdelingen als Human Resource Management, IT en Administratie zijn afdelingen die veelvoorkomend zijn in de backoffice, deze afdelingen dragen niet direct bij aan de winst maar zijn wel direct betrokken bij de prestaties van de frontoffice medewerkers. Indirect dragen backoffice medewerkers bij aan de prestaties van een organisatie. (Tatum, 2013)
!
Om bedrijfsprocessen sneller te laten verlopen hebben organisaties systemen aangelegd waardoor de werkzaamheden in de backoffice sneller en efficiënter uitgevoerd kunnen worden. Steeds vaker ziet men ook dat de verschillende afdeling gebruik maken van systemen die met elkaar kunnen communiceren, waardoor gegevens gemakkelijker uit te wisselen en sneller op te vragen zijn.
!
Een backoffice systeem beschikt volgens Technopedia (2008) vaak over de volgende functionaliteiten: • Inventarisatie beheer • Financiële administratie • Personeelszaken • Kwaliteitscontrole • Overige administratie • Klantenadministratie
!
ADVIESRAPPORT
!7
Backoffice systemen worden door de provider vaak modulair afgeleverd. Dat betekend dat het systeem gebouwd kan worden aan de hand van specifieke eisen; functionaliteiten kunnen worden toegevoegd; of juist weggelaten. Afhankelijk van de situatie.
!
Ondanks de opkomst van backoffice systemen lopen vele bedrijven nog achter op het gebruik van deze systemen. In een tijdsperiode waarin tijd een steeds schaarser goed wordt is het verstandig om te kijken naar manieren om sneller (en efficiënter) te werken. Als 10 tot 20% van de tijd van medewerkers die werken met een backoffice systeem, verloren gaat omwille van foutief een foutief ontworpen backoffice systeem, is er voor bedrijven nog voldoende winst te behalen. (The Back Office: The Next Competitive Battlefield, 2012)
! ! !
ADVIESRAPPORT
!8
! ! 3.1.1 Enkele voorbeelden Om het begrip backoffice systemen verder te verduidelijken worden er in dit hoofdstuk enkele voorbeelden gegeven van backoffice systemen en haar functionaliteiten.
FuelOffice
FeulOffice is een backoffice systeem welke ontworpen is voor pompstation-houders. Met het systeem kunnen de verschillende bedrijfsprocessen van een tankstation op een efficiëntere wijze worden afgedaan. Doordat het systeem rechtstreeks in contact staat met de leveranciers van het pompstation kunnen er eenvoudig orders worden geplaatst en verwerkt binnen het systeem.
Voorbeelden van functionaliteiten: • • • • • •
!
Elektronisch artikelvergelijk Elektronische Pakbon en Factuur Elektronische klachtenmelding. Geïntegreerde grafieken en statistieken module Verregaande koppeling met leverancierssystemen Elektronische service & support desk
Screenshots:
ADVIESRAPPORT
!9
Questor.net
Als je als manager meerder verkooppunten moet beheren ontstaat er al snel een onoverzichtelijke situatie. Questor brengt het overzicht terug door alle verkooppunten aan elkaar te koppelen om zo een helder en overzichtelijk beeld te scheppen van de volledige administratie.
!
Voorbeelden van functionaliteiten: • • • •
Centraal beheren en aansturen van meerdere verkooppunten Uitgebreide rechtenstructuur en persoonlijke configuratie Uitgebreide (persoonlijke) rapportages voor meer inzicht Minder administratie door koppelingen met andere Quarto oplossingen en externe systemen • Bewezen betrouwbaarheid
! ! ! !
Sherpaan
Sherpaan is een backoffice systeem welke erop is gericht houders van webwinkels te ondersteunen in hun dagelijkse werkzaamheden. Het systeem houdt alle orders bij, ook de backorders, afwijkingen in orders, geretourneerde orders en terugbetalingen. Het systeem functioneert als spil tussen bankrekeningen, payment provider, het magzijn, leveranciers en de klant.
Voorbeelden van functionaliteiten: • • • • • • • •
Inkoop Magazijn Verkoop Point Of Sale (POS) Orderverwerking Betalingsverwerking Klantenservice Retouren
! Screenshot: ! !
ADVIESRAPPORT
!10
!
3.2 Webapplicaties Een webapplicatie is een programma welke op een webserver draait en welke vervolgens via een webbrowsers kan worden benaderd. Een webapplicatie maakt gebruikt van scripts en kan verschillende gegevens uit een database halen. Een voorbeeld van een webapplicatie is Gmail, waar je doormiddel van het surfen naar een website binnen je browser, je mail kan ophalen, versturen en bijhouden. (Wikipedia, Webapplicaties).
Webapplicaties bieden volgens Merckx (2011) verschillende voordelen als het gaat om het gebruik ervan, namelijk:
!
Géén extra software nodig
Iedereen die een computer heeft, beschikt over een browser waarmee hij of zij webpagina’s kan bekijken. Er hoeft dus géén aparte software worden geïnstalleerd om de webapplicatie te benaderen en te gebruiken. Werkt op iedere computer
Niet elke computer werkt hetzelfde, er zijn verschillende besturingssystemen waar gebruik van wordt gemaakt. Zo is er Windows, OSX (voor Apple computers) en Linux. Software die gemaakt is voor Windows is niet per definitie geschikt voor OSX en Linux en vice versa. Om de software aan te kunnen bieden op alle drie de platformen, zullen er drie verschillende programma’s moeten worden ontwikkeld. Een webapplicatie heeft hier géén last van, deze wordt ingeladen via een webbrowser, welke niet afhankelijk is van een bepaald besturingssysteem. En webbrowser is hetzelfde op Windows, OSX en Linux. Updaten gaat automatisch
Waarbij je desktopapplicaties met regelmaat moet updaten, door het installeren van nieuwe bestanden, is dat bij webapplicaties niet het geval. Als de software door de ontwikkelaar wordt aangepast, is de applicatie gelijk bij iedereen up-to-date. Het kan dus niet meer voorkomen dat een gebruiker niet de mees recente versie gebruikt. Naast de voordelen hangen er ook een aantal nadelen aan het gebruiken van webapplicaties, dit zijn volgens Merckx (2011) namelijk de volgende: Kwetsbaar doelwit
Webapplicaties zijn tegenwoordig een veelvoorkomend doelwit van hackers. Webapplicaties zijn vaak niet goed geprogrammeerd, waardoor een kwaadwillende de applicatie onbruikbaar kan maken. Daarnaast kunnen dezelfde kwaadwillende, gegevens buit maken die je liever niet openbaar wilt hebben als bedrijven.
ADVIESRAPPORT
!11
Actieve connectie is een vereiste
Een webapplicatie is ten alle tijden afhankelijk van een internet connectie. Zonder deze connectie kan de applicatie niet worden gebruikt. Door de recente veranderingen op het gebied van webapplicaties wordt het steeds gemakkelijker en aantrekkelijker om een webapplicatie te bouwen, de komst van HTML5 heeft een reeks aan nieuwe mogelijkheden gebracht waardoor applicaties meer kunnen, zowel op het gebied van data-opslag, snelheid en functionaliteit. Op dit moment zijn er vele gereedschappen en frameworks beschikbaar waarmee men snel en eenvoudig een stabiele webapplicatie kan worden ontwikkelt. De tijd dat een applicatie enkel en alleen werd ontwikkeld voor desktop-omgevingen ligt achter ons, webapplicaties hebben de toekomst. (Merckx, 2011)
!
3.2.1 Welke gereedschappen? Door open-source gereedschappen die vrij gebruikt kunnen worden is het ontwikkelen van een webapplicatie steeds toegankelijker geworden. Het wiel hoeft niet meer opnieuw worden uitgevonden, er zijn genoeg frameworks beschikbaar welke men kan gebruiken als basis voor haar webapplicatie. Om een voorbeeld te noemen; met Boilerplate (www.html5boilerplate.com) kan men een geraamte voor haar webapplicatie downloaden, in dit pakket zit de basis functionaliteiten waaraan een moderne webapplicatie moet voldoen. Als je gebruik maakt van een framework als Boilerplate is je applicatie bijvoorbeeld gelijk ingericht om te gebruiken op mobiele devices (responsive webdesign). Open-source projecten als Boilerplate zorgen ervoor dat het bouwen van een webapplicatie niet meer een proces is waar vanaf het begin alles zelf ontwikkeld en geprogrammeerd dient te worden, ten gunste van de tijd.
!
3.3 Usability Usability zorgt ervoor dat de manier waarop de informatie aangeboden wordt effectief, efficient en naar tevredenheid kan worden gebruikt. Usability is het veel gebruikte systeem voor gebruiksvriendelijkheid (Wat is usability, 2006). Gebruikers van een systeem willen zonder belemmeringen gebruik kunnen maken van dit systeem. De usability van een systeem is afhankelijk van degene die het systeem gebruikt en van de taak die op dat moment uitgevoerd dient te worden, naast deze specifieke kenmerken zijn er ook een aantal kenmerken die fundamenteel zijn voor een goede usability, namelijk: learnability, efficiency, memorability, errors en satisfaction. (Nielsen, 1993). Learnability
ADVIESRAPPORT
!12
Hoe gemakkelijk is iets te leren? Kan een gebruiker snel aan de slag of is er een hoge leercurve alvorens een gebruiker het systeem volledig meester is? Het is van cruciaal belang dat de basiselementen van een systeem snel te doorgronden zijn voor iedere gebruiker. Efficiency Het gaat erom dat gebruikers van het systeem de juiste informatie op een snelle en correcte manier op hun beeldscherm krijgen. Uit de grote hoeveelheden informatie die in het systeem staan moet snel gesorteerd en gefilterd kunnen worden, om zo de juiste informatie naar boven te krijgen. Memorability Een gebruiker moet het systeem ook nog kunnen gebruiken als hij of zij enige tijd geen toegang heeft gehad tot het systeem. Het gaat erom dat de gebruiker zo snel mogelijk weer terug op haar oude niveau kan werken met het systeem. Errors Het streven naar een systeem zonder fouten is een nobele maar niet altijd een reële. Het is een lastige opgave om alle mogelijke fouten op te sporen en deze te ontsluiten. Het gaat er ook om hoe een systeem met fouten omgaat. Wees bij een fout helder naar de bezoekers toe en geef aan welke acties zij nu kan ondernemen. Satisfaction Gebruikers moeten met plezier een systeem kunnen gebruiken, ofwel voldoening halen uit het werken met het systeem. Dit is inherent aan hoe gemakkelijk iemand zijn of haar doel kan bereiken door middel van het systeem. Kan een doel gemakkelijk bereikt worden? Dan is de voldoening waarschijnlijk hoog.
3.3.1 Usability testen Bij het testen van een systeem op usability kan men in drie fases testen of het systeem voldoet aan de eisen van de gebruikers. Voordat een systeem wordt ontwikkeld wordt er gekeken naar de doelgroep; diegene die het systeem uiteindelijk gaan gebruiken. Door het houden van een enquete kunnen de informatiebehoeften van de doelgroep in kaart worden gebracht, vervolgens kunnen deze wensen mee worden genomen als het product ontwikkeld wordt (Valsplat, 2010). Als er uiteindelijk een product is ontwikkeld wordt kan deze ook getest worden op de usability. Dit kan bijvoorbeeld door een paper-prototype te ontwikkelen, welke voorgelegd wordt aan
ADVIESRAPPORT
!13
de gebruikers. Een paper-prototype is vaak een ruwe schets van het eindelijke ontwerp; zie ook onderstaande afbeelding.
(Tribal IM, 2011) Als er een eindproduct is ontwikkeld kan deze vervolgens ook weer getest worden, dit kan door middel van eye-tracking. Eye-tracking is een methode waarmee het oog van een gebruiker gevolgd kan worden. Hierdoor kan er worden geconstateerd waardoor iemand afgeleid wordt of wat iemand verwacht als hij of zij een bepaalde handeling verricht.
! ! !
!
ADVIESRAPPORT
!14
4. Doelstelling
De doelstelling van dit onderzoek kan je opdelen in twee verschillende delen. Het eerste gedeelte (het A gedeelte) beschrijft het doel van het onderzoek, het tweede gedeelte (het B gedeelte) beschrijft de stappen die nodig zijn om een bijdrage te leveren aan het eerste gedeelte (Verschuren en Doorewaard, 2007).
!
A
Het doel van het onderzoek is een Programma van Eisen en een proof of concept te ontwikkelen voor het nieuwe backoffice systeem van Twenty Four Webvertising.
door
!
B
het opstellen van een Programma van Eisen aan de hand van de beschikbare literatuur, welke vervolgens wordt getoetst bij de eindgebruikers en bij vakexperts op het gebied van backoffice systemen, webapplicaties en usability. Waarna een definitief Programma van Eisen ontstaat plus een proof of concept.
4.1 Interventiecyclus Tijdens het onderzoek worden de drie verschillende systemen onder de loep genomen; waar schort het aan bij deze systemen en wat kan er beter? Wat moet Twenty Four Webvertising veranderen aan haar systemen om de huidige problemen te voorkomen. Het onderzoek zal uiteindelijk leiden tot een Programma van Eisen waar uiteindelijk een proof of concept uit voorkomt. Kijkend naar Verschuren en Doorewaard (2007) vindt het onderzoek plaats in de ontwerpfase. Het probleem is namelijk vastgesteld en gediagnostiseerd door Twenty Four Webvertising, de problemen zijn reeds beschreven in het projectkader evenals de oorzaken van het probleem. De huidige systemen voldoen niet, waar moet een nieuw systeem aan voldoen, hoe ziet dit systeem er uit?
!
ADVIESRAPPORT
!15
5. Onderzoeksmodel Medewerkers
Vooronderzoek
Programma van Eisen
Analyse resultaten Backoffice systemen Programma van Eisen
Proof of Concept
Webapplicaties Analyse resultaten Usability
!
Experts vakgebied
! A.
B.
C.
D.
5.1 Verwoorden onderzoeksmodel
! Het onderzoek model bestaat uit vier verschillende fases. Namelijk fase A tot en met fase D. Iedere fase is een aparte stap binnen het onderzoek. Fase A bestaat uit het vooronderzoek wat is gedaan bij Twenty Four Webvertising en het bestuderen van de relevante theorieën voor dit onderzoek. De theorieën zijn gebruikt om een Programma van Eisen op te stellen, dit is het eerste deel van fase B. Vervolgens, als dit Programma van Eisen helder is wordt deze getoetst aan de betrokken medewerkers, de eindgebruikers, van het systeem. Ook wordt het Programma van Eisen getoetst bij experts op het vakgebied van Backoffice systemen, webapplicaties en usability.
!
Hier opvolgend zullen de resultaten van de theorie en de resultaten uit het onderzoek naast elkaar neer worden gelegd. Vervolgens worden deze resultaten in fase C geanalyseerd. Wat zegt de theorie, wat zeggen de gebruikers en wat zeggen de experts? Aan welk Programma van Eisen moet het nieuwe systeem voldoen? Vervolgens worden er afwegingen gemaakt en wordt er een definitief Programma van Eisen opgesteld voor het nieuwe systeem, dit gebeurd in fase D. Aan de hand van dit Programma van Eisen wordt een proof of concept gemaakt welke dient om aan te geven of het nieuwe systeem technisch haalbaar zal zijn.
!
ADVIESRAPPORT
!16
!
6. Onderzoeksvragen 6.1 Eerste centrale vraag De eerste centrale vraag luidt als volgt Aan welke Programma van Eisen moet het nieuwe back-end systeem van Twenty Four Webvertising voldoen, om aan te sluiten bij de wensen van het bedrijf en haar medewerkers?
!
De deelvragen van de eerste centrale vraag luiden als volgt 1. Welke gebreken zijn reeds bekend, welke eisen ontbreken op dit moment? 2. Aan welke eisen moet een backoffice systeem voldoen? Volgens de meest recente theorieën. 3. Op welke manier wordt een goede webapplicatie ontwikkeld? Volgens de meest recente theorieën. 4. Aan welke gebruiksvriendelijkheid eisen moet het systeem voldoen wil het optimaal functioneren voor haar eindgebruikers? Onderzoeksmethode Deze vragen worden beantwoordt doormiddel van deskresearch en vooronderzoek. Tijdens gesprekken met de eigenaar zullen de huidige problemen boven het licht komen. Daarnaast wordt er gekeken naar de actuele kennis op het gebied van backoffice systemen, webapplicaties en usability. Om vervolgens een Programma van Eisen op te stellen waaraan het nieuwe systeem zal moeten voldoen. Dit betreft fase A van het onderzoeksmodel.
ADVIESRAPPORT
!17
6.2 Tweede centrale vraag De tweede centrale vraag luidt als volgt
!
Wat is de mening van de medewerkers en experts op verschillende vakgebieden over het voorlopige Programma van Eisen, welke is opgesteld na de eerste centrale vraag?
De deelvragen van de tweede centrale vraag luiden als volgt 1. Sluit het Programma van Eisen aan bij de wensen en ideeën van de eindgebruikers? 2. Sluit het Programma van Eisen aan bij verschillende specialisten binnen de vakgebieden; backoffice systemen, webapplicaties, usability. Onderzoeksmethode De eindgebruikers — de tien medewerkers van Twenty Four Webvertising — zullen deelnemen aan een interview waarin het voorlopige Programma van Eisen wordt meegenomen. Vervolgens wordt ditzelfde interview gehouden met minimaal twee experts per vakgebied (dus: twee usability experts, twee backoffice experts en twee webapplicatie experts).
ADVIESRAPPORT
!18
6.3 Derde centrale deelvraag De derde centrale vraag luidt als volgt Op welke manieren verschilt het Programma van Eisen welke is opgesteld naar aanleiding van de eerste centrale vraag met de uitkomsten van de interviews? En hoe leidt deze Programma van Eisen tot een proof of concept.
!
De deelvragen van de derde centrale vraag luiden als volgt 1. Welke overeenkomsten zijn er te vinden tussen de interviews en het opgestelde Programma van Eisen? 2. Welke verschillen zijn er te vinden tussen de interviews en het opgestelde Programma van Eisen? 3. Welke concessies moeten er worden gedaan voordat er een definitief Programma van Eisen kan worden opgesteld? 4. Als de definitieve Programma van Eisen bekend is; wat voor een proof of concept vloeit daar dan uit voort? Onderzoeksmethode Het Programma van Eisen, welke is opgesteld na de eerste centrale vraag, wordt vergeleken met de uitkomsten van de verschillende interviews met gebruikers en experts op de verschillende vakgebieden. Deze lijsten worden naast elkaar neergelegd en waar nodig wordt het Programma van Eisen aangevuld met resultaten uit de interviews. Tegenstrijdigheden tussen de interviews en het Programma van Eisen moeten worden afgewogen. Uiteindelijk leidt dit tot een definitief Programma van Eisen.
ADVIESRAPPORT
!19
!
Literatuurlijst
Doorewaard, P. V. (2007). Het ontwerpen van een onderzoek.
Nederland: Boom Lemma uitgevers. Jones, O. &. (2008).
Merckx, K. (2011). Webapplicaties. Academic Service. Nielsen, J. (1993). Usability Engineering. Academic Press, Boston. Waas. I (2011). Paper Protoyping, Tribal Internet Marketing. Valsplat. (2010). Usability onderzoek en advies. Opgeroepen op 7 november, 2013, van Valsplat: http://valsplat.nl/usability Wikipedia. (2013, 8 november 2013). Informatiekunde. Opgeroepen op november 9, 2013, van Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Webapplicatie
ADVIESRAPPORT
!20