Onderzoek Tijdelijk Huisverbod veiligheidsregio Haaglanden (versie 1.3, oktober 2010)
Aanleiding onderzoek Per 1 januari 2009 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de wet Tijdelijk Huisverbod. In de Stuurgroep Huisverbod Haaglanden is besloten vanaf 1 maart 2009 hier uitvoering aan te geven. De uitvoering van de wet Tijdelijk Huisverbod is daarmee ongeveer een jaar bezig. In centrumgemeente Den Haag zijn tussen maart en december 2009 meer dan 100 huisverboden afgegeven. In de centrumgemeente Delft zijn er in die periode 19 huisverboden afgegeven. Het tijdelijk huisverbod is bedoeld om het huiselijk geweld verder terug te dringen. Het houdt in dat een uit huis geplaatste in beginsel tien dagen zijn of haar woning niet meer in mag en in die periode ook geen contact mag opnemen met de slachtoffers. De maatregel biedt de mogelijkheid om in een noodsituatie te voorzien in een afkoelingsperiode waarbinnen de nodige hulpverlening op gang kan worden gebracht en escalatie kan worden voorkomen. Het verbod kan ook worden opgelegd bij kindermishandeling of een ernstig vermoeden daarvan. Het huisverbod wordt in de vorm van een beschikking uitgereikt door de burgemeester. De uitvoering van de wet Tijdelijk Huisverbod vraagt om een combinatie van politieinzet en hulpverlening, met als basis een bestuurlijk besluit. Om hieraan binnen regio Haaglanden richting te geven, zijn in een regionale Stuurgroep Huisverbod afspraken gemaakt. Vervolgens zijn binnen de centrumgemeenten Den Haag en Delft uitvoeringsafspraken gemaakt die de samenwerking praktische handen en voeten geeft. De afspraken hebben betrekking op hulpverlenende instanties, politie, de Steunpunten Huiselijk Geweld en gemeenten voor de uitvoering van het huisverbod. De samenwerkingsafspraken lopen vanaf het moment dat er een politiemelding van huiselijk geweld is tot en met het moment dat het huisverbod wordt beëindigd en de uit huisgeplaatste weer terug naar huis mag. De bovengenoemde samenwerking binnen regio Haaglanden is regelmatig tegen het licht gehouden bijvoorbeeld in reguliere overleggen. Daarnaast is in september 2009 een beknopte evaluatie opgeleverd aan de Stuurgroep Huisverbod Haaglanden, met als belangrijkste focus de samenwerking. Hier bleek dat bij vrijwel alle respondenten de behoefte leeft om inzicht te krijgen in de effecten van het tijdelijk huisverbod en de maatregelen hieromtrent op de betrokken cliënten zelf. Deze effectmeting is als aanbeveling aan de stuurgroep meegegeven. De Stuurgroep Huisverbod Haaglanden heeft in de behandeling van de evaluatie deze aanbeveling overgenomen en daarmee aangegeven een effectmeting te wensen, met een focus de effecten van een huisverbod op de betrokken cliënten. Inleiding. Dit onderzoek moet meer inzicht moeten verschaffen in de effecten van het tijdelijk huisverbod en de maatregelen hieromtrent op de betrokken cliënten. Een belangrijke vraag hierbij is in welke effecten men geïnteresseerd is.
Het uiteindelijke doel van alle interventies op het gebied van huiselijk geweld is het stoppen van huiselijk geweld. Om dit te bereiken moeten zowel pleger als slachtoffer bereid zijn anders om te gaan met relatieconflicten, waarbij de pleger andere oplossingen leert kiezen dan het hanteren van huiselijk geweld. De vraag naar de effecten van het tijdelijk huisverbod spitst zich dan toe op de vraag of het tijdelijk huisverbod en de maatregelen hieromtrent de houding en het gedrag van slachtoffer en pleger ten aanzien van relatieconflicten in positieve zin beïnvloed hebben. Hoewel de maatregel tijdelijk huisverbod en de hierbij behorende hulpverlening na een fase van veranderen en aanpassen redelijk eenvormig geworden is, moet de maatregel toegepast worden op uiteenlopende situaties en een diversiteit mensen. De eerste rapporten over de gevolgen van het tijdelijk huisverbod op slachtoffer en pleger laten uiteenlopende reacties zien. Positieve ervaringen waren dat slachtoffers zich opgelucht voelde, beter over hun situatie gingen nadenken en de drempel om hulpverlening te accepteren verlaagd werd. Een recente Amsterdamse studie laat zien dat zowel uithuisgeplaatsten als achterblijvers als de professionals het over eens waren dat sterke punten van het tijdelijk huisverbod waren: de time out, de snelheid van de hulpverlening, aandacht voor zowel uithuisgeplaatsten als achterblijvers, uitzetten van een goed hulpverleningsplan, de hulpverlening weten te vinden na afloop van het tijdelijk huisverbod.1 Negatieve ervaringen van uithuisgeplaatsten en achterblijvers waren: schaamte en vrees voor reactie van de omgeving, boosheid en het gevoel de controle kwijt te zijn en het gevoel dat de machtverhoudingen tussen binnen de relatie ongewenst veranderden. 2 3 Er werd geklaagd over onnodig hard opreden van de politie, fouten in de procedure, onvolledige informatie over mogelijkheden opvang uithuisgeplaatste, hulpverlening onvoldoende gericht op achterliggende problemen, discontinuïteit door wisseling hulpverlener. 1 Het is voorstelbaar dat het tijdelijk huisverbod op verschillende mensen een wisselend effect heeft: in de ene situatie kan dit positief zijn en de geweldspiraal doorbreken, terwijl in een andere situatie iemand juist het gevoel heeft onrecht aangedaan te worden door deze maatregel, waarna de situatie eerder verslechterd. In het zoeken naar effecten van het tijdelijk huisverbod is het daarom van belang te zoeken naar factoren die het succes van het huisverbod dan wel positief of negatief beïnvloeden. Doel van het onderzoek. Doel van dit onderzoek is de effecten van het tijdelijk huisverbod op de middellange termijn te onderzoeken. De onderzoeken naar het tijdelijk huisverbod die tot nu toe in Nederland zijn uitgevoerd beperkten zich tot het tijdelijk huisverbod zelf. Er werd gekeken naar succes en faalfactoren bij de uitvoering van het tijdelijk huisverbod, naar de achtergronden van de uithuisgeplaatste en de achterblijvers en naar de hulpverlening. Om te beoordelen of de maatregel uiteindelijk een gewenst effect heeft is het van belang de 1
F. van Rooij, J. ten Haaf, M. Segeren. Het tijdelijk huisverbod in Amsterdam. GGD Amsterdam. Maart 2010. 2 Directie openbare orde en veiligheid, operationeel team. Tussentijdse rapportage tijdelijk huisverbod Amsterdam. Sept 2009 3 Van Keeren E. Een onderzoek naar uitvoering van de wet ‘Tijdelijk huisverbod voor de daders van huiselijk geweld’ in Rotterdam. Projectgroep Cheer mei 2009.
mening van de betrokkenen na een wat langere periode te kennen. De ervaringen van de betrokkenen hebben even kunnen bezinken, en de hulpverlening, zover deze gestart is, is opgang gekomen of al afgerond. Belangrijke vragen die aan de orde moeten komen zijn: hoe is de situatie na het tijdelijk huisverbod veranderd, is het huiselijk geweld ook op de wat langere tijd gestopt en hoe kijkt men terug op de ervaring van het tijdelijk huisverbod en de geboden hulpverlening. In Oostenrijk wees een evaluatie van het tijdelijk huisverbod in 2005 uit dat op de lange termijn ook die partners die in eerste instantie tegen de maatregel waren, omdat deze hen bijvoorbeeld hun relatie had gekost, het huisverbod uiteindelijk als positief waardeerden. Het had hun de mogelijkheid gegeven de beslissing te durven nemen om de relatie te verbreken. Deze partners benadrukken het belang van het feit dat de politie hen serieus nam en direct actie ondernam.4 Dit onderzoek richt zich op zowel de uithuisgeplaatsten als de achterblijvers. Het is vooral de bedoeling hun ervaringen met het tijdelijk huisverbod te beschrijven; direct na het huisverbod, maar ook na een middellange periode van 6 maanden. De vraagstellingen van het onderzoek. 1. Hoe wordt het tijdelijk huisverbod door pleger en slachtoffer beleefd tijdens het huisverbod en hoe is de waardering voor deze maatregel zes maanden na het huisverbod. 2. Wat is de invloed van het tijdelijk huisverbod en de maatregelen hieromtrent op de houding en het gedrag van slachtoffer en pleger ten aanzien van relatieconflicten in de eerste 6 maanden aansluitend op het tijdelijk huisverbod. 3. Hoe wordt de hulpverlening samenhangend met het tijdelijk huisverbod door pleger en slachtoffer ervaren: welke elementen werden als positief, welke als negatief ervaren direct na en 6 maanden na het tijdelijk huisverbod. Schema. De vetgedrukte tekst in het onderstaande schema laat zien tot welk deel zich dit onderzoek beperkt.
Tijdelijk THVB
Effect bij en 6 mnd en na het THVB
RiHg
Geen Tijdelijk THVB
Effect ?
RiHg = risicotaxatie-instrument huiselijk geweld THVB = huisverbod 4
Tweede Kamer der Staten-Generaal vergaderjaar 2005-6. Regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat (Wet tijdelijk huisverbod)
Het effect op de betrokkenen (uithuisgeplaatste en achterblijvers) wordt beoordeeld tijdens het opleggen van het tijdelijk huisverbod (of hier vlak na) en na een periode van 6 maanden Tijdens of vlak na het tijdelijk huisverbod kan alleen een indruk worden verkregen van de situatie zoals deze tot dan toe was en gevraagd worden naar de mening van pleger en slachtoffer over de opgelegde maatregel. Na een periode van 6 maanden kan iets gezegd worden over de gevolgen die de maatregel gehad heeft op het vóórkomen (of stoppen) van huiselijk geweld. Terugkijkend op de maatregel kunnen zowel de uithuisgeplaatste als achterblijver aangeven wat positief en wat negatief was. Daarnaast kan een beschrijving worden gegeven van de gebeurtenissen die zich hebben voltrokken, zoals: is de hulpverlening opgestart, is dit afgerond en hoe is dit afgerond, en hoe kijkt men hier tegen aan, wat zijn de gevolgen voor de relatie geweest. Het onderzoek wordt afgerond met beleidsaanbevelingen die voortvloeien uit dit onderzoek. Methode. Het onderzoek is observationeel, beschrijvend en zal uitgevoerd worden doormiddel van het afnemen van semi-gestructureerde interviews bij zowel pleger als slachtoffer. De overwegingen waarom gekozen is voor deze vorm van onderzoek staan beschreven in de bijlage. De interviewleidraad zal in eerste instantie worden ontwikkeld op basis van de onderzoeksvragen. Er zal hierbij zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van kennis van onderzoekers en informatie opgedaan bij eerdere onderzoeken in Nederland. Hierbij moet gedacht worden aan het Verwey-Jonker instituut en de GGD Amsterdam die soortgelijke onderzoeken in het verleden hebben uitgevoerd. Populatie Zowel achterblijvers als uithuisgeplaatsten wordt gevraagd mee te werken aan dit onderzoek, zodat naast een beeld van de afzonderlijke betrokkene, er een indruk verkregen kan worden van het gezinssysteem waar de betrokkenen deel van uitmaken. Personen worden geworven uit de groep die een tijdelijk huisverbod opgelegd hebben gekregen en hun gezin of achterblijvers. Het tijdelijk huisverbod zal op verschillende mensen een ander effect hebben. In steden als Den Haag en Delft is het daarbij van belang aandacht te besteden aan de belangrijkste etnische groepen in de stad: Hagenaars met een Nederlandse, een Turkse, een Marokkaanse en een Hindostaanse achtergrond. Dat mensen met een niet Nederlands achtergrond een belangrijke groep vormen binnen de groep mensen die een huisverbod krijgt opgelegd, blijkt uit de registratie van het huisverbod in de eerste 3 maanden van 2010. Bij de in totaal 61 geregistreerde huisverboden had een derde van de plegers een Nederlandse achtergrond, een derde een Turkse of Marokkaanse achtergrond en een derde een andere niet Nederlandse achtergrond. Het is uit ander onderzoek bekend dat in het bijzonder Marokkanen moeilijk te motiveren zijn mee te doen aan een dergelijk interview, de ander groepen zouden relatief gemakkelijk te werven zijn. Hoewel getracht moet worden een niet al te scheef aanbod van personen uit de verschillende etnische groepen te krijgen, zal het onderzoek ook
binnen een redelijke tijd moet worden afgerond. Daarom zal, naast de extra inspanning die het zal kosten om mensen uit etnische minderheidsgroepen te werven, de deelnemers ook gevraagd worden een acculturatievragenlijst in te vullen. Met behulp van een dergelijke vragenlijst kan worden gemeten in hoeverre de Nederlandse culturele waarden en normen zijn overgenomen door de ondervraagden. Het is dan mogelijk de antwoorden te relateren aan zowel etnische afkomst als aan de mate van acculturatie van de ondervraagde. We zullen hierbij gebruik maken van de vragenlijst die door het NIVEL is gebruikt voor de tweede nationale studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk. Omdat dergelijke vragenlijsten onderwerpspecifiek zijn, kan de vragenlijst van het NIVEL alleen als voorbeeld of richtlijn worden gebruikt en zal de vragenlijst dus moeten worden aangepast. Werving Nadat de politie een tijdelijk huisverbod heeft opgelegd krijgt iedereen naast algemene informatie over het tijdelijk huisverbod een brief over dit onderzoek overhandigd. Daarna wordt iedereen binnen de periode van het tijdelijk huisverbod door de betrokken hulpverleners persoonlijk gevraagd aan dit onderzoek mee te werken. Dit zal zowel aan de achterblijver als aan de uithuisgeplaatste gevraagd worden. Dit verzoek wordt niet gedaan door de politie. De betrokkenen bevinden zich in een crisis situatie en kunnen zich gemakkelijk door de politie onder druk gezet voelen. Dit maakt bovendien de kans op uitval groter, doordat mensen later spijt krijgen van de beslissing mee te doen aan dit onderzoek. Enerzijds is zal het mogelijk lastig zijn plegers en slachtoffers bereid te vinden voor een interview tijdens het tijdelijk huisverbod en is het eenvoudiger te vragen of men een vragenlijst zou willen invullen. Anderzijds is het de ervaring dat de respons bij het invullen van een dergelijke vragenlijst vooral bij mensen uit etnische minderheidsgroepen (zonder hulp van een interviewer) bijzonder laag is. Om toch de mening van voldoende achterblijvers en uithuisgeplaatsten te krijgen wordt gekozen voor beide benaderingen. Alle personen die een tijdelijk huisverbod krijgen opgelegd worden in het begin van het traject door de hulpverlener gevraagd of zij geen bezwaar hebben te worden geïnterviewd. Bij geen bezwaar aan deelname zal een informed consent getekend worden en worden de namen doorgegeven aan de onderzoeker. Deze zal zo snel mogelijk contact leggen en afspraken maken voor een eerste interview. Indien er wel bezwaar tegen het interview, wordt gevraagd om toch mee te willen werken aan dit onderzoek door middel van het invullen van een vragenlijst. Er zal zoveel mogelijk gestreefd worden zowel achterblijvers als uithuisgeplaatsten uit een gezinssysteem bij het onderzoek te betrekken, maar wanneer een van beide niet meewerkt kan de ander wel participeren in het onderzoek. In het eerste kwartaal van 2010 werden er in de regio Den Haag 84 en in de regio Delft 24 tijdelijk huisverboden opgelegd, wat neerkomt op bijna één huisverbod per dag. Wanneer we uitgaan van 300 huisverboden per jaar (6 per week) en wanneer 25% wil mee werken, komt dit neer op 3 interviews per week (een á twee plegers en een á twee slachtoffers).
Uitgaande van een gemiddelde van drie interviews kan na 20 weken het aantal van 60 interviews (30 met de pleger en 30 met het slachtoffer) gehaald zijn. Na 6 maanden worden de respondenten opnieuw benaderd. In totaal zullen na een jaar dus 120 interviews afgenomen zijn. De regionale verdeling van de interviews zal plaatsvinden volgends de eenderde – tweederde verdeling die tot nu toe is aangehouden (dus 20 binnen de DWO5 gemeenten en 40 binnen de regiogemeenten Den Haag. Interviews Alle respondenten zullen twee keer ondervraagd worden: de eerste tijdens het huisverbod en de tweede keer 6 maanden na dit huisverbod. De eerste keer (meting) in de periode van het huisverbod kan alleen het directe effect van het huisverbod op het gezin zichtbaar gemaakt worden. Bij de tweede meting (na 6 maanden) kunnen de onderzoekers ingaan op de effecten van het huisverbod op de wat langer termijn. Hoe is het huisverbod ervaren door de leden van het gezin, wat is er terecht gekomen van het hulpaanbod dat bij het huisverbod aangeboden werd en hoe heeft het gezin dit ervaren? Wat is het effect geweest van het tijdelijk huisverbod op de onderlinge relatie en daarmee samenhangend het huiselijk geweld. Om er achter te komen of het geweld daadwerkelijk is gestopt (of verminderd), is het belangrijk om beide partners apart te spreken. Als er nog sprake is van geweld is de kans groter dat dit geuit wordt wanneer de partners apart worden gesproken. Een half jaar na het huisverbod zijn er verschillende scenario’s mogelijk, het gezin, de partners kunnen samen zijn maar ook uit elkaar zijn. In het laatste geval zal geprobeerd worden met beide partners een interview te houden, voorwaarde is wel dat ze hier beide voor openstaan. Het is raadzaam om beide interviews door dezelfde persoon te laten interviewen omdat er dan een soort vertrouwensband kan ontstaan, dit is voor de respondenten prettig, beide partijen hoeven niet meer aan elkaar te wennen in het tweede interview. Bovendien vergroot dit de kans dat, als er nog sprake is van huiselijk geweld, dit bij het tweede interview gemeld wordt. Verder uitwerking/planning Een onderzoeker zal aan de hand van een literatuur studie en contacten met organisaties die eerder onderzoek hebben uitgevoerd naar het tijdelijk huisverbod een vragenlijst ontwikkelen. Er is al veel bekend over waarom een situatie kan escaleren tot huiselijk geweld. Hierbij gaat het om onderliggende structuren in relaties, persoonlijke problemen die kunnen aanzetten tot huiselijk geweld, gebruik van alcohol en/of drugs et cetera. Op basis van dit vooronderzoek zal een vragenlijst worden samengesteld met deels gesloten en deels open vragen. De open vragen worden gesteld om ruimte te geven aan nieuwe inzichten en standpunten. Proefinterviews Om te beoordelen of het haalbaar is om de respondenten te spreken tijdens het huisverbod willen we graag eerst drie proef interviews doen. Belangrijke aandachtspunten zijn: 5
Delft, Westland, Pijnacker&Nootdorp en Midden Delfland.
-Is men bereid om mee te werken -Is men in staat om tijdens of vlak na het tijdelijk huisverbod vragen te beantwoorden? -Lukt het om ook de uithuisgeplaatste te spreken Voor dit onderzoek moet een aantal interviewers beschikbaar zijn. De interviews moeten in het Nederlands, Turks en Marokkaans kunnen worden afgenomen. Hiervoor is een poule van interviewers nodig, waardoor er snel afspraken gepland kunnen worden. Hiervoor zal een aantal interviewers van tevoren worden geïnstrueerd. Wanneer we uitgaan van 3 interviews per week, kan na een periode van zes maanden de eerste interviewronden afgerond worden. Hierna kan gestart worden met de tweede interviewronde. Binnen 12 maanden zullen alle deelnemers twee keer uitputtend benaderd zijn voor de twee metingen Analyse en verwerking van de resultaten. Alle interviews worden helemaal opgenomen, en worden naderhand helemaal (verbatum) uitgeschreven. Met behulp van speciale hiervoor ontwikkelde software kunnen de interviews geanalyseerd worden. Aan de hand van de op voorhand in de vragenlijst opgenomen thema’s zullen de uitspraken uit de interviews worden gecategoriseerd. Nieuwe uitspraken die niet onder deze thema’s vallen, kunnen als nieuwe categorie worden toegevoegd. Analyse en rapporteren zal ongeveer vier maanden kosten. Geschatte duur en kosten van het onderzoek Totale duur van het onderzoek 21 maanden - 5 maanden voorbereiding - 12 maanden data verzameling - 4 maanden rapportage Geschatte kosten Junior onderzoeker Senior onderzoeker Interviewers Totaal
0,7 fte gedurende 21 maanden 0,05 fte gedurende 21 maanden 1200 uur ± 30 euro/uur
82.000 euro 14.500 euro 36.000 euro 122.500 euro
Bijlage 1 Overwegingen bij keuze vorm van onderzoek 1. Het uitvoeren van een effectstudie betekent dat het effect van het tijdelijk huisverbod afgezet wordt tegen een alternatief. Dit alternatief kan bijvoorbeeld zijn: niets doen, de cliënten aanmelden bij de Haaglandse Aanpak, of verwijzen naar het ASHG. De groep die het tijdelijk huisverbod krijgt opgelegd, moet dan overeenkomen met de groep die de alternatieve mogelijkheid krijgt aangeboden. Het beste kan dit via randomisering van de totale groep in verschillende behandelingsgroepen. Voordeel van deze vorm van onderzoek is dat het goed mogelijk is een uitspraak te doen over de meerwaarde van het tijdelijk huisverbod. Een probleem bij dit onderzoek is dat cliënten geïnformeerd moeten worden over dit onderzoek, moeten besluiten mee te doen en vervolgens op basis van toeval ingedeeld worden in een groep die een tijdelijk huisverbod krijgt opgelegd en een groep die dit niet krijgt. Onze verwachting is dat een dergelijk opzet zowel voor de betrokken agenten als de cliënten moeilijk uitvoerbaar is. Een Amerikaans onderzoek waarbij deze opzet gevolgd werd (plegers werden ofwel gearresteerd, kregen het advies een dag uit huis weg te gaan, of kregen alleen een waarschuwing) bleek inderdaad zeer moeizaam uitvoerbaar te zijn, waarbij de meeste betrokken agenten nauwelijks mee deden om mensen te includeren.6 2. Een alternatief is de bovenstaande opzet maar dan met twee gescheiden groepen. Bijvoorbeeld in een deel van de stad wordt iedereen ingedeeld in groep tijdelijk huisverbod en in een ander te vergelijken deel van de stad iedereen in de alternatieve groep. Wanneer alle betrokken partijen met deze opzet akkoord kunnen gaan lijkt een dergelijke opzet mogelijk. Gezien het feit dat de maatregel echter al is doorgevoerd, zal deze opzet op veel weerstand kunnen stuiten. 3. Een derde mogelijke opzet van het onderzoek richt zich meer op de ervaringen en meningen van de cliënten en betrokken hulpverleners. Dit kan doormiddel van een (liefst mondeling) afgenomen enquête ofwel een gestructureerd interview of doormiddel van een niet gestructureerd diepte-interview. Hiervoor zou een in eerste instantie kwalitatieve opzet het meest geschikt zijn. In deze opzet wordt een aantal mensen (zowel slachtoffers als plegers) gevraagd mee te werken aan dit onderzoek. Mensen die mee willen werken worden in de periode van het tijdelijk huisverbod, of hier vlak na geïnterviewd door een onderzoeker. Dit interview betreft de situatie voor het tijdelijk huisverbod ten aanzien van relatieconflicten en de ervaringen met het tijdelijk huisverbod. Er zal gevraagd worden naar de houding van de betrokkenen ten aanzien van relatieconflicten en conflictbeheersing. In de periode na het tijdelijk huisverbod zullen wij de betrokken gedurende een periode van 6 maanden volgen. Nagegaan wordt of de houding ten aanzien van relatieconflicten veranderd is en of uiteindelijk het gedrag in omgaan met conflicten. Betrokken hulpverleners worden over deze cliënten kunnen worden ondervraagd over de door hun opgemerkte veranderingen bij de cliënt. 6
Sherman LW, Berk RA. The specific deterent effects of arrest for domestic assault. American sociological review. 1984 (49): 261-272
Voordeel van dit onderzoek is dat het inzicht kan geven in wat de cliënten vinden van het tijdelijk huisverbod (zoals de commissie dit vraagt). Dat beschreven kan worden welke factoren goed of stimulerend gewerkt hebben en welke factoren juist belemmerend of negatief gewerkt hebben. Nadeel is dat op deze manier niet echt onderzocht kan worden hoe effectief de maatregel als geheel is op het terugdringen van het huiselijk geweld. Uitwerking van methode 3 3a. Individuele diepte-interviews. Deze vorm van onderzoek wordt gebruikt wanneer er sterke sociale normen over het onderwerp bestaan, de ideeën over dit onderwerp zeer ver uiteen kunnen lopen, een product of concept getoetst moet worden waarover men in de regel niet met elkaar spreekt. Al deze dingen zijn van toepassing op huiselijk geweld. Echter het afnemen van diepte interviews, het uitwerken hiervan evenals de analyse zijn zeer arbeidsintensief. Dit betekent dat er waarschijnlijk maar een beperkt aantal interviews gedaan kan worden, waardoor het moeilijk is een representatief oordeel te geven over maatregel tijdelijk huisverbod. 3b. De gestructureerde interviews. Het afnemen van een gestructureerd interview gebeurt aan de hand van een vragenlijst. De onderwerpen waarover gepraat wordt liggen vast. Er is bij deze methode weinig ruimte voor onverwachte meningen zoals bij de diepteinterviews. Voordeel van deze methode is dat het afnemen hiervan eenvoudiger is. Er kan gewerkt worden met meerdere interviewers (wat noodzakelijk zal zijn wanneer er verschillende etnische groepen ondervraagd moeten worden). Hierdoor kunnen meer interviews afgenomen worden dan bij de diepte–interview methode waardoor het uitvoeren van enkele kwantitatieve analyses mogelijk wordt.
Bijlage 2 Globale vragenlijst Vraagpunten 1 meting tijdens huisverbod Achtergrond kenmerken - Samenstelling gezin - Leeftijden - Duur relatie - Etnische achtergrond - Dagbesteding - Inkomen - Wie heeft het huisverbod Schets van de problematiek - Beschrijving van hoe het geweld in het algemeen tot stand komt (open vraag met aandachtspunten: psychische problematiek, alcohol/drugsgebruik) Wat is er vooraf gegaan aan de oplegging van het tijdelijk huisverbod? - Sinds wanneer sprake van huiselijk geweld? - Is er sprake van eerdere hulpaanbod? - Wie heeft deze hulp geboden (GGZ,BJZ, Jutters etc.) Wat is de reden voor het huisverbod? - Wat was de directe aanleiding? - Kan de respondent uitleggen waarom het huisverbod is opgelegd? - Begrijpt de respondent, wat de maatregel inhoudt? - Hoe beoordeeld de respondent de opgelegde maatregel in het algemeen - Hoe denkt de respondent dat het huisverbod wordt ervaren door de andere leden van het gezin? - Hoe denkt de respondent dat het huisverbod wordt ervaren door de omgeving/familie Hoe zinvol wordt het tijdelijk huisverbod ervaren met betrekking tot - Het stoppen van het huiselijk geweld - De toekomst van de relatie Hulpaanbod - Welk hulpaanbod is aangeboden bij huisverbod? - Hoe ervaart de respondent dit? - Wat zijn de verwachtingen van de hulp? Wat verwacht de respondent van de toekomst?
Vraagpunten 2: 6 maanden huisverbod Achtergrond kenmerken - Samenstelling gezin - Dagbesteding/inkomen Wat is de stand van zaken: welke invloed heeft het tijdelijk huisverbod gehad op - De relatie - De positie van de respondent - Het stoppen van het huiselijk geweld Hulpaanbod - Welk hulpaanbod is aangeboden bij huisverbod? - Hoe heeft de respondent dit ervaren? - Wat waren de verwachtingen van de hulp? - Zijn deze uitgekomen? Hoe is naar de mening van de respondent het huisverbod ervaren door de andere leden van het gezin, wat betreft het Hoe kijkt men terug op het huisverbod? Hoe ziet de respondent de toekomst?