Onderzoek naar stimulans bètakeuze bij meisjes op een VO school
Bron: http://www.wiskundemeisjes.nl/category/grapjes/
Onderzoeker: Jeske Coolen Begeleider: Ruurd Taconis Datum: Juni 2009
2
Voorwoord
Allereerst wil ik alle leerlingen en docenten van een VO school (de naam van de school is t.b.v. publicatie geanonimiseerd) bedanken die hebben meegewerkt aan dit onderzoek d.m.v. een interview of enquête. Tevens wil ik Ton Kox bedanken voor zijn geduld, Ruurd Taconis voor zijn nauwgezette begeleiding bij dit onderzoek en Lesley de Putter voor haar bijdrage aan het literatuuronderzoek. Tot slot wil ik San bedanken voor zijn opbouwende kritiek en vertrouwen. Goirle, juni 2009 Jeske Coolen
3
4
Inhoudsopgave
Samenvatting...............................................................................................................9 1 Algemene Inleiding .................................................................................................13 1.1 Aanleiding tot het onderzoek ............................................................................13 1.2 Probleemstelling...............................................................................................13 1.3 Opzet van het onderzoek .................................................................................14 1.4 Afbakening onderzoeksgebied .........................................................................16 1.5 Opbouw rapport................................................................................................16 2 Bevindingen literatuuronderzoek ............................................................................19 2.1 Inleiding ............................................................................................................19 2.2 Bevindingen m.b.t. homogene klassen bij bètavakken.....................................19 2.3 Bevindingen m.b.t. andere maatregelen...........................................................20 3 Resultaten leerlingenenquête .................................................................................25 3.1 Inleiding ............................................................................................................25 3.2 Significante verschillen tussen ‘feit’ en ‘ideaal’ .................................................26 3.2.1 Inleiding......................................................................................................26 3.2.2 Meisjes met N&T versus meisjes zonder N&T ...........................................27 3.3.3 Jongens versus meisjes.............................................................................29 3.3 Maatregelen .....................................................................................................32 3.3.1 Inleiding......................................................................................................32 3.3.2 Jongens en meisjes apart ..........................................................................32 Inleiding...........................................................................................................32 Meisjes met N&T versus meisjes zonder N&T: Stellingen ..............................33 Meisjes met N&T versus meisjes zonder N&T: Open vraag ...........................34 Jongens versus meisjes: Stellingen ................................................................35 Jongens versus meisjes: Open vraag .............................................................37 3.3.3 Promotieteam.............................................................................................37 Inleiding...........................................................................................................37 Meisjes met N&T versus meisjes zonder N&T: Stellingen ..............................37 Meisjes met N&T versus meisjes zonder N&T: Open vraag ...........................39 5
Jongens versus meisjes: Stellingen ................................................................40 Jongens versus meisjes: Open vraag .............................................................41 3.3.4 Overige maatregelen..................................................................................41 Inleiding...........................................................................................................41 Meisjes met N&T versus meisjes zonder N&T: Meerkeuzevraag ...................42 Meisjes met N&T versus meisjes zonder N&T: Open vraag ...........................44 Jongens versus meisjes: Meerkeuzevraag .....................................................44 Jongens versus meisjes: Open vraag .............................................................45 3.4 Meisjes met N&T over doorstroom naar technische vervolgopleidingen ..........46 4 Docenteninterviews ................................................................................................49 4.1 Inleiding ............................................................................................................49 4.2 Resultaten docenteninterviews: Open vraag ....................................................49 4.3 Resultaten docenteninterviews: Aankruisvraag................................................51 5 Conclusies ..............................................................................................................55 5.1 Inleiding ............................................................................................................55 5.2 Conclusies per onderzoeksvraag .....................................................................55 5.3 Beantwoording van de hoofdvragen .................................................................60 5.4 Factoren die de leerlingeninterviews mogelijk hebben beïnvloed.....................61 6 Aanbevelingen........................................................................................................65 Referenties ................................................................................................................67 Bijlagen......................................................................................................................71 Bijlage I: Gelezen publicaties .................................................................................71 Bijlage II: Leerlingeninterviews ...............................................................................81 II.i Opzet leerlingeninterviews .............................................................................81 II.ii Resultaten leerlingeninterviews.....................................................................85 Bijlage III: Leerlingenenquête ...............................................................................109 Bijlage IV: Tabellen Wilcoxon Signed Ranks toets bij verschillen N&T ÅÆ geen N&T, inclusief Negative en Positive Ranks...........................................................117 Bijlage V: Tabellen Wilcoxon Signed Ranks toets bij verschillen j ÅÆ m, inclusief Negative en Positive Ranks..................................................................................125
6
Bijlage VI: Antwoorden van de meisjes bij vraag 29, uitgesplitst op wel/geen N&T ......................................................................................................................133 Bijlage VII: Antwoorden van de jongens bij vraag 29 ...........................................141 Bijlage VIII: Antwoorden van de meisjes bij vraag 40, uitgesplitst op wel/geen N&T ......................................................................................................................147 Bijlage IX: Antwoorden van de jongens bij vraag 40 ............................................153 Bijlage X: Antwoorden van de meisjes bij vraag 46, uitgesplitst op wel/geen N&T ......................................................................................................................159 Bijlage XI: Antwoorden van de jongens bij vraag 46 ............................................161 Bijlage XII: Antwoorden van meisjes bij vraag 47.................................................163 Bijlage XIII: Opzet docenteninterview...................................................................165 Bijlage XIV: Resultaten open vraag, docenteninterview .......................................167
7
8
Samenvatting
‘Zouden meer meisjes op een VO school voor N&T en/of een technische vervolgopleiding kiezen als we werken met aparte jongens – en meisjesklassen bij de bètavakken (natuur-/schei-/wiskunde), startend in de onderbouw?’ Dit vroeg de directie van een VO school zich tijdens één van haar vergaderingen af. Deze gedachtewisseling was de eerste stap die ertoe heeft geleid dat ik onderzoek heb gedaan naar mogelijk te nemen maatregelen om meisjes te stimuleren voor techniek op een VO school. Aparte jongens – en meisjesklassen bij de bètavakken, aangedragen door de directie van een VO school, is één van de mogelijke maatregelen. In eerste instantie heb ik dan ook literatuuronderzoek gedaan naar het effect van homogene klassen bij bètavakken. Ook heb ik literatuuronderzoek gedaan naar andere mogelijk te nemen maatregelen. Vervolgens heb ik onder de leerlingen van een VO school m.b.v. een interview en een enquête onderzocht welke van deze maatregelen leerlingen goede maatregelen vinden en m.b.v. een interview heb ik onderzocht hoe bètadocenten er over denken, steeds met het oog op het verhogen van het aantal meisjes dat op een VO school kiest voor techniek. Uit literatuuronderzoek blijkt dat homogene klassen bij bètavakken niet leidt tot betere prestaties, maar wel tot een beter zelfbeeld t.a.v. deze vakken. De leerlingenenquête toont aan dat het beeld dat leerlingen van een VO school hebben van homogene klassen niet eenduidig is: uit de stellingen volgt een positief beeld, maar uit de open vraag juist een negatief beeld ter bevordering van het verhogen van het aantal meisjes dat N&T kiest. Uit de stellingen van de enquête volgt dat de meisjes, evenals als de jongens, van een VO school, homogene klassen bij bètalessen prima vinden en dat het scheiden van klassen op geslacht bij de bètavakken meisjes kan stimuleren om N&T te kiezen. Sommige meisjes denken dat meisjes dan meer of op een andere manier in aanraking komen met techniek. Uit de open vraag van de enquête over homogene klassen bij bètavakken blijkt juist dat de meerderheid van de meisjes én jongens het helemaal niet zien zitten, met als voornaamste reden dat men in heterogene klassen elkaar juist kan helpen. Afwijkend van de meisjes vindt de meerderheid van de jongens dat bij homogene klassen de meisjes uitleg van de jongens missen. Meisjes vinden over het algemeen dat docenten natuur- /schei-/wiskunde aan jongens anders uitleggen dan aan meisjes. Andere maatregelen om meer meisjes te stimuleren voor techniek zijn in de literatuur bekeken. Uit het literatuuronderzoek blijkt dat het vooral ‘het bekend maken met’ van belang is en effect heeft om meisjes te stimuleren voor techniek. Daarbij kan een vrouwelijk rolmodel, voor de klas of tijdens voorlichtingsdagen/excursies, een belangrijke factor zijn. Verschillende andere maatregelen worden aangedragen, zoals een promotieteam voor N&T, meer activiteiten m.b.t. techniek en meer voorlichting o.a. in de les over het vak in de bovenbouw. Tegelijkertijd moeten de vaklessen natuur-/schei-/wiskunde zelf aantrekkelijker worden voor meisjes, door bijvoorbeeld in de les te refereren naar zaken in het dagelijks leven en informatie te geven over o.a. inhoud en nut van de vakken c.q. vervolgopleidingen.
9
Van een aantal van deze maatregelen is in de leerlingenenquête onderzocht wat de meisjes (en jongens) van een VO school ervan vinden, of het leidt tot meer meisjes met N&T en/of een technische vervolgopleiding. Daarbij is in eerste instantie gekeken naar het verschil tussen de feitelijke situatie en de ideale situatie volgens leerlingen op een VO school. Over het algemeen blijkt hieruit dat meisjes verandering in de lessen natuur – , schei – en/of wiskunde, meer mogelijkheden bij activiteiten gericht op techniek, maar vooral meer voorlichting willen. Meisjes zonder N&T willen bij natuur-/wis-/scheikunde minder vaak zelf ontdekkend leren en minder vaak in groepjes werken. Meisjes met N&T vinden dat docenten natuur-/schei-/wiskunde in de les meer moeten doen om het vak aantrekkelijker voor meisjes te maken, dat activiteiten op het gebied van techniek vaker moeten gebeuren, inclusief excursies gericht op meisjes, en dat er meer voorlichting over N&T en aanverwante zaken nodig is. Opvallend is dat de jongens juist minder enthousiasme over het vak en meer groepswerk bij de bètavakken willen. Vervolgens zijn de wenselijkheid van maatregelen voortkomend uit de gelezen publicaties en eigen ideeën onder de leerlingen van een VO school onderzocht. Hieruit volgt dat zowel de meisjes, met in het bijzonder de meisjes zonder N&T, als de jongens denken dat een promotieteam voor N&T niet veel baat zal hebben. Ook het uitdelen van flyers en het maken van een website met informatie over N&T en/of technische vervolgopleidingen worden niet stimulerend gezien. Het uitnodigen van vrouwelijke technici op school of rondgeleid worden op een technische vervolgopleiding door een vrouwelijke student worden wél gezien als een stimulans voor meisjes om N&T of een technische vervolgopleiding te kiezen. Op de vraag naar overige ideeën wordt door meisjes, met en zonder N&T, gereageerd dat er meer informatie c.q. voorlichting over N&T en bijbehorende mogelijkheden moet komen. Meisjes zonder N&T vinden dat er bij de bètavakken meer rekening moet worden gehouden met de manier van denken en het gevoel van meisjes met betrekking tot techniek. Verder komen de jongens met soortgelijke ideeën als de meisjes: meer informatie en voorlichting. Op de vraag welke maatregelen volgens meisjes met N&T op een VO school nodig/wenselijk vinden om meer meisjes met een N&T-profiel eveneens enthousiast te maken voor een technische vervolgopleiding, volgt dat de school meer werk moet maken van voorlichting op en buiten school over technische vervolgopleidingen en de toekomstmogelijkheden van N&T door mensen in de techniek, zowel door mannen als vrouwen, eventueel d.m.v. een studiemarkt of een promotieteam. Met behulp van een interview is aan verschillende bètadocenten van een VO school de bevindingen uit de leerlingenenquête voorgelegd, met als doel te onderzoeken of er onder de docenten draagvlak is voor de volgens leerlingen wenselijke maatregelen, om in kaart te brengen wat de docenten hieraan kunnen/willen bijdragen. Hieruit volgt dat bètadocenten niet bereid zijn om minder zelfontdekkend te laten leren of minder in groepjes te laten werken. Dit is tegen de wens van de meisjes in, maar komt juist overeen met die van de jongens. Tevens zijn bètadocenten geen voorstander van meer excursies gericht op meisjes en techniek, wat juist door de leerlingen een belangrijke factor wordt gevonden om meer meisjes te stimuleren voor techniek. Misschien is de formulering in het docenteninterview niet goed genoeg geweest. Echter bètadocenten staan wel open voor maatregelen zoals het vak aantrekkelijker maken voor meisjes, meer technische projecten gericht op meisjes en gastcolleges met vrouwelijke (en eventueel mannelijke) technici. Verder 10
geven bètadocenten aan al bezig te zijn met het verstrekken van informatie over N&T, vervolgonderwijs, het vak in de bovenbouw, ze leggen al relaties met het alledaagse leven en ze stimuleren meisjes N&T te kiezen. Opvallend is dat leerlingen aangeven dat dit niet genoeg gebeurt.
11
12
1
Algemene Inleiding
1.1
Aanleiding tot het onderzoek
Op een VO school wordt het profiel Natuur – en Techniek (N&T) door meisjes minder vaak gekozen dan door jongens. Desondanks wordt in het verslag van Carol van de Riet ‘Onderzoek naar de profielkeuze Heerbeeck College Best’ –[bron: 8], duidelijk dat in de periode 1999 – 2003 het aantal meisjes met N&T op een VO school goed te noemen is in vergelijking met landelijke aantallen: het aandeel meisjes met N&T was op een VO school 3% in 4-havo en 10% in 5-vwo, landelijk is dit 3% respectievelijk 5%. De directie van een VO school wil dit niet alleen behouden, maar wil ook het aantal meisjes in het N&T-profiel en de doorstroom ervan naar het HBO en WO verbeteren. Daarom is het van belang te onderzoeken welke maatregelen hierop van invloed kunnen zijn, wat leerlingen goede maatregelen vinden en hoe docenten (die ermee te maken hebben) er over denken. Specifiek valt te denken aan het creëren van jongens – en meisjesklassen voor bètavakken. De directie van een VO school heeft mij opdracht gegeven dit te onderzoeken.
1.2
Probleemstelling
De hoofdvragen van dit onderzoek zijn als volgt te omschrijven: A. Hoe kan men op een VO school Best zorgen voor meer meisjes in de N&Trichting én de doorstroom ervan naar HBO/WO? B. Welke maatregelen, o.a. volgend uit vraag A, zijn wenselijk volgens leerlingen en docenten van een VO school? C. Is het creëren van meisjesklassen (aansluitend op vraag A) wenselijk volgens leerlingen en docenten op een VO school? De vraag is of het creëren van jongens – en meisjesklassen voor bètavakken een effectieve maatregel is én of het wenselijk is volgens leerlingen en docenten van een VO school. Als uit dit onderzoek blijkt dat homogene klassen bij bètavakken een wenselijke maatregel is om een hoger aantal meisjes met N&T en/of een hoger aantal meisjes in de doorstroom ervan naar het HBO en WO te creëren, zal ik aanbevelen dat er een vervolgonderzoek moet komen, waarbij daadwerkelijk klassen gesplitst worden op geslacht. Als echter blijkt dat homogene klassen bij bètavakken niet een wenselijke maatregel is, zal ik aanbevelen dit zeker niet toe te passen en te grijpen naar andere maatregelen die mogelijk volgen uit dit onderzoek, ter bevordering van het aantal meisjes dat kiest voor N&T en/of een technische vervolgopleiding. Om antwoord te kunnen vinden op de hoofdvragen hanteer ik de volgende onderzoeksvragen: 1. Wat beïnvloedt meisjes om wel of niet te kiezen voor bèta?
13
2. Welke maatregelen hanteert men op andere scholen om te zorgen voor meer meisjes met N&T en/of meer meisjes die een technische vervolgopleiding kiezen? 3. Is het creëren van een meisjesklas een effectieve maatregel om te zorgen voor meer meisjes in de N&T-richting én de doorstroom ervan naar HBO/WO? 4. Wat vinden meisjes uit havo-5, vwo-5 en vwo-6 van een VO school zinvolle maatregelen om te zorgen voor een stijging in het aantal meisjes dat N&T en/of een technische vervolgopleiding kiest? Hierbij vraag ik mezelf af: - Welke vakken kunnen een bijdrage leveren? - Wat moet er in de lessen gebeuren? - Hoe wordt N&T/techniek aantrekkelijker voor meisjes? - Welke manier van lesgeven/werken vinden meisjes fijn? - Wat kan de docent doen?(doceerstijl, projecten/doeopdrachten, stereotype gedrag docent, werkvorm, individuele (advies)gesprekken, houding t.o.v. vak) - Zijn er docenten die meisjes hebben gestimuleerd om N&T te gaan doen? Zo ja: op welke manier? - Wat kan de school eraan bijdragen? (science-wing, Jet-net, mannelijke of vrouwelijke docent, informatie/voorlichting over N&T en/of aansluitende vervolgopleidingen, jongens en meisjes gescheiden les (bij het vak…), begeleiding decaan/mentor/vakdocent). - En wat betekent dat voor de jongens? - Overig 5. Wat vinden bètadocenten van een VO school van de maatregelen om te zorgen voor meer meisjes met N&T en/of een technische vervolgopleiding die zijn aangedragen door leerlingen? Hierbij vraag ik mezelf af: - Wat kan de docent doen?(doceerstijl, projecten/doeopdrachten, stereotype gedrag docent, werkvorm, individuele (advies)gesprekken, houding t.o.v. vak, voorlichting over vak/vervolgopleidingen) - Zijn er docenten die meisjes hebben gestimuleerd om N&T te gaan doen? Zo ja: op welke manier? - Mening over homogene klassen m.b.t. keuze N&T door meisjes? Deelvraag 1 tot en met 3 beantwoord ik op basis van literatuuronderzoek, deelvraag 4 en 5 beantwoord ik op basis van een leerlingeninterview, een leerlingenenquête en een interview met bètadocenten een VO school.
1.3
Opzet van het onderzoek
Omdat de directie van een VO school wil weten of het scheiden van klassen op geslacht een effectieve maatregel kan zijn om meer meisjes te stimuleren om te kiezen voor N&T en/of een technische vervolgopleiding, heb ik hiernaar gezocht in de literatuur. Daarnaast heb ik literatuuronderzoek gedaan naar bestaande maatregelen die (kunnen) leiden tot meer meisjes in N&T en/of meer meisjes die een technische vervolgopleiding kiezen. De resultaten van mijn literatuuronderzoek
14
worden in hoofdstuk 2 beschreven. Een kort overzicht van de gelezen literatuur en mijn bevindingen: Werken met homogene klassen blijkt over het algemeen positief te zijn voor het zelfbeeld van meisjes m.b.t. bètavakken en voor de werkhouding van jongens m.b.t. bètavakken –[bronnen: 4, 16]. Maar wat betreft de prestaties van meisjes bij bètavakken tonen de meeste studies aan dat scholen met homogene klassen niet significant beter scoren dan heterogene scholen –[bronnen: 1, 2, 5, 7, 9, 15, 16]. Daarnaast komt in de gelezen publicaties duidelijk naar voren dat er meer werk moet worden gemaakt van de voorlichting over N&T om meer meisjes in de N&T-richting te krijgen –[bronnen: 6, 8, 10, 11, 12, 14]. Verschillende maatregelen worden aangedragen. Daarbij wordt een vrouwelijk rolmodel, voor de klas of tijdens voorlichtingsdagen/excursies, als belangrijke factor genoemd –[bron: 11, 12, 13, 14]. In mijn onderzoek zal ik me richten op de vraag hoe leerlingen en docenten denken over homogene klassen. Tevens zal ik bovenstaande ideeën m.b.t. voorlichting in mijn leerlingeninterviews verwerken. Allemaal met als doel te bekijken hoe een VO school ervoor kan zorgen dat meer meisjes kiezen voor N&T en/of een technische vervolgopleiding. Om te weten te komen wat de mening van meisjes en bètadocenten op een VO school is, heb ik na het literatuuronderzoek mijn onderzoek voortgezet met het afnemen van interviews onder meisjes uit 5-havo, 5-vwo en 6-vwo. Hierbij heb ik uit elke lichting (minstens) twee meisjes gekozen elk van de profielen N&T, N&G en E&M/C&M, gelet op het profieladvies ten aanzien van het profiel N&T dat ze destijds in het derde leerjaar kregen. - Ik heb (minstens) twee meisjes met N&T geïnterviewd, de één met een positief en de ander met een negatief N&T-advies. - Ik heb (minstens) twee meisjes met N&G geïnterviewd, beide met een positief N&T-advies. - Ik heb (minstens) twee meisjes met E&M/C&M geïnterviewd, beide met een positief N&T-advies. Tijdens de interviews wilde ik weten wat de redenen waren van hun keuze (wel of niet N&T). Tevens wilde ik van hen weten wat de school had moeten of kunnen doen om (meer) meisjes in de N&T-richting te krijgen. Van de meisjes uit 5-havo en 6-vwo die wél N&T gekozen hebben, wilde ik ook weten of ze wel of niet een vervolgopleiding gaan doen die aansluit op het N&Tprofiel, dus of ze een technische studie gaan doen en wat hun reden(en) hiervoor zijn. Tevens wilde ik weten wat de school volgens hen zou moeten of kunnen doen om ervoor te zorgen dat meer meisjes voor een technische vervolgopleiding kiezen. De opzet en de verslagen van het interview heb ik als bijlage in dit rapport opgenomen (bijlage II). De reacties van deze leerlingeninterviews dienen als leidraad voor de vragen van een leerlingenenquête. Eind schooljaar 2007 – 2008 heb ik leerlingen van 5-havo, 5vwo en 6-vwo op een VO school geënquêteerd. De enquête heb ik afgenomen onder zowel jongens als meisjes, om te voorkomen dat meisjes het gevoel hadden dat ze apart behandeld werden, wat weer van invloed zou kunnen zijn op de uitslag van de enquête.
15
Tevens kan ik hiermee opvallende meningsverschillen tussen meisjes en jongens op een VO school in beeld brengen. Met 291 leerlingen de enquête hebben ingevuld, waarvan 275 serieus, is een respons gehaald van 94.5%. Van de 275 bruikbare enquêtes zijn er 140 ingevuld door meisjes (50,9%) en 135 door jongens (49,1%). Bij de analyse van de enquêteresultaten heb ik een significantieniveau van 0.05 gehanteerd. De opzet en de verslagen van de leerlingenenquête heb ik als bijlage in dit rapport opgenomen (bijlage III). Na de leerlingenenquête volgde nog het afnemen van interviews met docenten natuurkunde, scheikunde en wiskunde op een VO school. Van elk bètavak heb ik twee docenten een paar vragen voorgelegd, waarbij ik ervoor heb gezorgd dat de geïnterviewden per vak: - een mannelijk en een vrouwelijk docent en - een onderbouw – en een bovenbouwdocent zijn. Ik heb ervoor gekozen om de docenteninterviews pas na de leerlingenenquête te houden, zodat ik de resultaten van de leerlingenenquête kon voorleggen aan de betreffende docenten. Hiermee wilde ik nagaan in hoeverre bètadocenten van een VO school open staan voor bepaalde maatregelen die volgen uit de leerlingenenquête. De opzet van het docenteninterview heb ik als bijlage in dit rapport opgenomen.(XIII)
1.4
Afbakening onderzoeksgebied
In mijn onderzoek richt ik me op meisjes in de vijfde klas HAVO en VWO en de zesde klas VWO, omdat zij hun profielkeuze al gemaakt hebben en dus kunnen aangeven waarom zij die keuze gemaakt hebben. Tevens zijn zij inmiddels bezig met de voorbereidingen op een vervolgopleiding, dus de verwachting is dat ze beter dan meisjes uit klas één tot en met vier in staat zijn aan te geven wat er volgens hen anders of beter moet / had moeten gebeuren om te zorgen voor een hogere aanmelding van meisjes voor N&T en de doorstroom ervan naar het HBO en WO. Daarnaast richt ik me in dit onderzoek op docenten die lesgeven in bètavakken, omdat deze vakken de dominante factor zijn van het profiel N&T.
1.5
Opbouw rapport
Na de samenvatting en de inleiding worden in hoofdstuk 2 de bevindingen van het literatuuronderzoek uiteengezet. In hoofdstuk 3 worden de resultaten van de leerlingenenquête bekeken, gericht op de antwoorden van de meisjes, uitgesplitst op wel of geen N&T-profiel. Tevens wordt er een uitsplitsing gemaakt op geslacht, waarbij de antwoorden van de jongens erbij genomen zijn. In hoofdstuk 4 wordt gekeken naar de reacties van de docenteninterviews. 16
In hoofdstuk 5 staan de conclusies, in hoofdstuk 6 de aanbevelingen. Tot slot zijn verschillende bijlagen toegevoegd.
17
18
2
Bevindingen literatuuronderzoek
2.1
Inleiding
Het onderzoek is o.a. gericht op de wenselijkheid van aparte jongens – en meisjesklassen bij bètavakken onder leerlingen en docenten van een VO school. Maar of het ook een effectieve maatregel is om meer meisjes te stimuleren voor N&T en/of een vervolgopleiding, is nog maar de vraag. Daarom heb ik, samen met mijn collega Lesley de Putter, in eerste instantie literatuuronderzoek gedaan naar homogene klassen bij bètavakken. Onze bevindingen op basis van de gelezen publicaties vat ik samen in paragraaf 2.2. Omdat ik wil weten of er naast het werken met homogene klassen bij bètavakken ook ervaringen zijn met andere maatregelen die gericht zijn op het stimuleren van meer meisjes met N&T en/of een vervolgopleiding ervan, heb ik in de literatuur tevens gezocht naar maatregelen die andere scholen of instanties hiervoor hanteren/aanprijzen. De resultaten van deze zoektocht vat ik samen in paragraaf 2.3. Een overzicht van alle gelezen publicaties heb ik als bijlage toegevoegd (bijlage I).
2.2
Bevindingen m.b.t. homogene klassen bij bètavakken
Er zijn allerlei onderzoeken gedaan naar ‘single-sex’- onderwijs, maar de resultaten komen niet overeen. Het ene onderzoek beweert dat meisjes veel baat hebben bij gescheiden lessen, betreffende het zelfbeeld, zelfvertrouwen, maar dat de prestaties uiteindelijk achterblijven –[bron: 4, 16]. Het andere onderzoek zegt dat bij het werken met homogene klassen bij bètavakken de prestaties van meisjes bij bètavakken verbeteren –[bron: 4,15]. Weer een ander onderzoek zegt dat er helemaal geen verschil te merken is tussen de prestaties van meisjes op ‘single-sex’-scholen en die van meisjes op ‘mixed’-scholen –[bron: 5]. Daarnaast zijn er ook verschillende meningen over de invloed van gescheiden klassen op jongens: de ene studie zegt dat jongens er baat bij hebben op het gebied van prestaties, meer geordend te werk gaan en eventueel zelfs een breder interesseveld ontwikkelen. De andere studie zegt juist dat jongens slechter gaan presteren doordat ze desinteresse ontwikkelen; jongens raken er minder gemotiveerd door – [bron: 15, 16]. Lesley de Putter, docent scheikunde op een VO school en onderzoeker bij de lerarenopleiding van de TUe, heeft samen met mij aanvullend literatuuronderzoek gedaan. Hieruit blijkt o.a. dat er veel scholen zijn waarin meisjes apart les krijgen. Echter het merendeel van deze scholen zijn zogenaamde 'privé' scholen. Privé scholen selecteren aan de poort op geschiktheid van de leerling voor de school, op capaciteiten, afstamming etc. Je krijgt binnen deze scholen dus een populatie die graag op die school wil zijn en blijven (it is an honour to be here). Om hieruit algemene conclusies te trekken is dus niet mogelijk. Er zijn enkele scholen waar historisch altijd al gescheiden les wordt gegeven op een paar vakken en buitenschoolse activiteiten na. Een van deze scholen geeft aan dat 19
meisjes inderdaad minder traditioneel kiezen na de middelbare school en dat zij betere prestaties zien. De oorzaken hiervoor zijn volgens de literatuur meerledig: - Je hebt bijvoorbeeld de verschillende leerstijlen - Voorbeeldgestuurd onderwijs - Man of Vrouw voor de klas - Verwachtingen van de school en ouders zijn anders, omdat de school anders is (social and peer pressure) Scholen in het basisonderwijs geven aan dat juist jongens beter gaan presteren van het gescheiden les hebben. Er is een heel groot onderzoek opgezet waarin alle 'CITO'-scores, school –, pakket – en vervolgstudiekeuzes over geheel Australië zijn bekeken. Daaruit blijkt er geen enkel significant verschil te zitten in de keuzes die dames maken. Een hoge citoscore plus een interesse voor techniek leidt tot techniek, waar je ook op school zit. [Bronnen: 1, 2, 5, 7, 9, 15, 16.] Conclusie: het werken met homogene klassen bij bètavakken wordt over het algemeen gezien als positief voor het zelfbeeld van meisjes m.b.t. bètavakken. Tevens geven verschillende studies aan dat een positieve invloed heeft op bijvoorbeeld de inzet/werkhouding van jongens. Aangaande de prestaties van meisjes bij bètavakken tonen de meeste studies aan dat homogene scholen niet significant beter scoren dan heterogene scholen. In mijn onderzoek zal ik me verder alleen richten op de vraag hoe leerlingen en docenten denken over homogene klassen.
2.3
Bevindingen m.b.t. andere maatregelen
Naast literatuur over homogene klassen heb ik ook een aantal stukken gelezen die mij verder kunnen helpen met het vinden van maatregelen om meer meisjes te stimuleren om voor N&T en/of een technische vervolgstudie te kiezen. Op een aantal scholen wordt m.n. gewerkt aan het voorlichtingstraject –[bron 11 en 12]. Er wordt meer aandacht besteed aan het promoten van de technische tak. Maatregelen die daarvoor o.a. gebruikt worden zijn: - een promotieteam (bestaande uit meisjes uit de bovenbouw) dat helpt bij het geven van voorlichting door te vertellen over hun eigen ervaringen en keuzes, flyers en ander promotiemateriaal uit te delen op bijv. de open dag of voorlichtingsavond, etc.; dit kan drempelverlagend werken en meisjes hebben een voorbeeld nodig; - docenten gevoelig maken voor het geven van genderinclusief onderwijs; dit kan door eerst een studiemiddag hierover te houden; met genderinclusief onderwijs wordt bedoeld dat men rekening houdt met de verschillen in leer – en werkstijlen tussen jongens en meisjes; - een database opstellen van vrouwelijke alumni die werken in de technische sector; deze vrouwen kunnen als rolmodel dienen, want zoals al eerder gezegd is: meisjes hebben eerst een voorbeeld nodig; tevens kunnen deze vrouwen laten zien wat voor werk je allemaal kan doen met techniek; dit kan tijdens
20
voorlichtingsdagen, maar ook in een decaanuur; tevens kan er gedacht worden aan een dagje meelopen; - decanen, mentoren en vakdocenten ervan bewust maken dat het belangrijk is dat ook meisjes voor techniek kiezen, met als doel in de lessen of bij de profieladvisering hiermee iets te doen; - een website maken speciaal voor meisjes. Hierop kunnen allerlei linken staan naar websites die erop gericht zijn meisjes te stimuleren om voor techniek te kiezen; - een leerlingenpanel voor feedback opzetten; - betrek ouders bij de profielkeuze. Wel wordt duidelijk dat een beter op meisjes afgestemde voorlichting niet veel zal helpen als niet ook de vaklessen zelf aantrekkelijker worden voor meisjes. Ook in de afgenomen leerlingeninterviews gaven meisjes die niet N&T-profiel gekozen hadden aan dat in de vaklessen van natuurkunde, scheikunde en/of wiskunde de onderwerpen hen niet aanspraken, de inhoud in de bovenbouw lastig in te schatten was, de moeilijkheidsgraad als erg hoog werd gezien, het nut ervan onduidelijk was en de mogelijke vervolgopleidingen die mogelijk aanspraken niet bekend waren. Daarom is het o.a. belangrijk dat er een link gelegd wordt met zaken in het dagelijkse leven, maar ook dat er informatie wordt gegeven over de inhoud en moeilijkheidsgraad van de vakken, werkvormen, projecten en het nut van de vakken c.q. vervolgopleidingen. Laat zien dat een technische opleiding leuk kan zijn, geen vieze handen, wel samenwerken, creatief bezig zijn, etc. Dit kan o.a. met behulp van workshops of projecten, waarbij wordt samengewerkt met allerlei instanties en bedrijven. Wek de interesse van meisjes! –[Bronnen: 6, 8, 10, 11, 12, 14.] Tevens komt veel naar voren dat het voor meisjes erg belangrijk is een voorbeeld of rolmodel te zien. Er zijn (meestal i.s.m. VHTO) hierover veel sites te vinden. Meisjes zijn vaak onzeker over hun prestaties bij de exacte vakken en ze onderschatten hun capaciteiten; dit in tegenstelling tot jongens. –[Bronnen: 11, 12, 13, 14.] Elise Boltjes heeft een manier ontwikkeld die speciaal erop gericht is om vooral meisjes te stimuleren voor abstracte studies te kiezen: voorbeeldgestuurd onderwijs. Hierin komt o.a. naar voren dat meisjes meer toegeven aan hun onzekerheid en dat ze het gevoel willen hebben dat ze de stof begrijpen. Daarom gaat voorbeeldgestuurd onderwijs uit van concrete voorbeelden die grip op de stof geven. De basis bestaat uit twee hoofdzaken: 1. vind eerst de grote lijn, 2. herken die lijn en pas die toe in een nieuwe situatie. Zo kom je verder op abstract niveau. –[Bron: 1.] Uit de literatuur gelezen door Lesley de Putter blijkt dat het vooral via 'bekend zijn met' werkt, als je mensen wil stimuleren om bètatechniek te kiezen. (Onder het mom van: wat de boer niet kent. . ."). Als je ouders of iemand in de directe omgeving iets technisch doen, doe je dat zelf sneller ook. Maar vriendjes die elkaar nalopen en zouden beïnvloeden is geen betekenisvolle factor. Voor een VO school zouden excursies naar technische bedrijven of opleidingen, nuttige gastcolleges door technici en overige 'bekend maakt bemind' acties een goed begin zijn. [Bronnen: 3, 8, 10.] Je kunt dus concluderen dat uit de gelezen publicaties duidelijk naar voren komt dat er, om meer meisjes in de N&T-richting te krijgen, meer werk moet worden gemaakt van de voorlichting over N&T. Verschillende maatregelen worden aangedragen, zoals een promotieteam voor N&T, meer activiteiten m.b.t. techniek en meer 21
voorlichting o.a. in de les over het vak in de bovenbouw. Leg een link met zaken in het dagelijkse leven en geef informatie over de inhoud, werkvormen, projecten, moeilijkheidsgraad en het nut van de vakken c.q. vervolgopleidingen. Tevens wordt duidelijk dat een vrouwelijk rolmodel, voor de klas of tijdens voorlichtingsdagen/excursies, een belangrijke factor kan zijn om meer meisjes te stimuleren N&T en/of een technische vervolgopleiding te kiezen. Deze ideeën gebruik ik voor mijn leerlingeninterviews.
22
23
24
3
Resultaten leerlingenenquête
3.1
Inleiding
In eerste instantie heb ik gekeken naar de significante verschillen tussen hoe vaak volgens de leerling nu iets gebeurt, wat ik in het verslag benoem als ‘feit’, en hoe vaak volgens de leerling iets zou moeten gebeuren om hem/haar te stimuleren N&T te kiezen, wat ik in het verslag benoem als ‘ideaal’. Dit betreft item 1 tot en met 28 van de leerlingenenquête, zie ook figuur 1 hieronder, en wordt besproken in paragraaf 3.2. Item: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Betreft: Een docent natuur-/wis-/scheikunde geeft nooit/soms/vaak/heel vaak advies of N&T iets is voor mij. Docenten natuur-/wis-/scheikunde zijn nooit/soms/vaak/heel vaak enthousiast over hun vak. Docenten natuur-/wis-/scheikunde geven nooit/soms/vaak/heel vaak uitleg op een manier zodat ik het snap. Een docent natuur-/wis-/scheikunde vertelt nooit/soms/vaak/heel vaak wat je later met het vak kunt. Docenten natuur-/wis-/scheikunde geven nooit/soms/vaak/heel vaak veel uitleg voor de klas. Docenten natuur-/wis-/scheikunde laten je nooit/soms/vaak/heel vaak zelf ontdekkend leren. Bij natuur-/wis-/scheikunde werken we nooit/soms/vaak/heel vaak in groepjes. Docenten natuur-/wis-/scheikunde geven nooit/soms/vaak/heel vaak een voorbeeld bij de theorie. Het vak natuur-/wis-/scheikunde behandelt nooit/soms/vaak/heel vaak onderwerpen die ik interessant vind. In de les natuur-/wis-/scheikunde doen we nooit/soms/vaak/heel vaak proefjes. Docenten natuur-/wis-/scheikunde laten nooit/soms/vaak/heel vaak relaties tussen de theorie en het alledaagse leven zien. Bij ons op school heb je nooit/soms/vaak/heel vaak natuur-/wis-/scheikunde van een vrouwelijke docent. Bij natuur-/wis-/scheikunde krijg je nooit/soms/vaak/heel vaak stof die te maken heeft met biologie. Docenten natuur-/wis-/scheikunde laten nooit/soms/vaak/heel vaak de leuke kanten van hun vak zien. Docenten natuur-/wis-/scheikunde zijn nooit/soms/vaak/heel vaak aardig. Excursies naar technische bedrijven doen we nooit/soms/vaak/heel vaak. Meelopen bij technische vervolgopleidingen doen we. nooit/soms/vaak/heel vaak. Op school een (mid)dag bezig zijn met praktische opdrachten over techniek, gebeurt nooit/soms/vaak/heel vaak. 25
19 20 21 22 23 24 25 26 27 28
Projecten of praktische opdrachten doen we nooit/soms/vaak/heel vaak bij natuur-/wis-/scheikunde. Zelf een excursie voor natuur-/wis/-scheikunde kiezen, kun je nooit/soms/vaak/heel vaak. Excursies over techniek gericht op meisjes, gebeuren nooit/soms/vaak/heel vaak. Informatie over hoe natuur-/wis-/scheikunde in de bovenbouw eruit ziet, krijg je nooit/soms/vaak/heel vaak. Docenten natuur-/wis-/scheikunde vertellen nooit/soms/vaak/heel vaak over de verschillen tussen onderbouw en bovenbouw met betrekking tot hun vak. Wat je met N&T méér kan dan met N&G hoor je nooit/soms/vaak/heel vaak. Voorlichting over N&T krijg je nooit/soms/vaak/heel vaak. Bij de voorlichting over N&T krijg je nooit/soms/vaak/heel vaak informatie over de positieve kanten van technische vervolgopleidingen. Mensen die werken of studeren in de techniek komen … op school vertellen wat je met N&T kan. Op een beroepenmarkt op school wordt nooit/soms/vaak/heel vaak informatie gegeven over welke beroepen je o.a. met N&T kunt doen.
Figuur 1: Overzicht van item 1 tot en met 28 van de leerlingenenquête.
Na het verkrijgen van informatie over de meningen van leerlingen over wat er op een VO school gebeurt en wat er zou moeten gebeuren om meer meisjes te stimuleren N&T te kiezen, heb ik me gericht op welke maatregelen leerlingen hierbij wenselijk vinden. De bespreking hiervan staat in paragraaf 3.3. In paragraaf 3.3.2 bekijk ik de wenselijkheid van het scheiden van jongens en meisjes, in paragraaf 3.3.3 komt de wenselijkheid van een promotieteam voor N&T aan bod en in paragraaf 3.3.4 richt ik me op overige wenselijke maatregelen voor leerlingen van een VO school. Omdat de directie van een VO school ook de doorstroom van meisjes met N&T naar een technische vervolgopleiding wil bevorderen, heb ik aan het eind van de leerlingenenquête een vraag hierover opgenomen. Dit is vraag 47 van de leerlingenenquête. Vraag 47 is een open vraag en is alleen bedoeld voor meisjes mét N&T. De resultaten van deze vraag bespreek ik in paragraaf 3.4.
3.2
Significante verschillen tussen feit en ideaal
3.2.1 Inleiding De significante verschillen tussen feit en ideaal komen voort uit item 1 tot en met 28 van de leerlingenenquête. Als er significant verschil is tussen feit en ideaal, houdt dat in dat er volgens de leerlingen iets moet veranderen: het gevraagde had vaker of juist minder vaak moeten gebeuren om hem/haar te stimuleren N&T te kiezen.
26
In paragraaf 3.2.2 worden de significante verschillen tussen feit en ideaal van de resultaten van meisjes met N&T met die van meisjes zonder N&T vergeleken. In paragraaf 3.2.3 komt ook een vergelijking tussen jongens en meisjes aan bod. De resultaten heb ik overigens geanalyseerd m.b.v. de Wilcoxon Signed Ranks toets. Deze toets gaat na of de verschillen tussen feit en ideaal significant zijn door eerst de absolute waarden ervan te berekenen (Ňfeit – ideaal Ň), vervolgens deze absolute verschillen te rangschikken van klein naar groot en daarna de rangnummers een positief of negatief teken toe te kennen (al naar gelang de verschillen in eerste instantie positief of negatief waren): ‘signed ranks’. De som van de signed ranks (W) geeft aan of de verschillen significant zijn: als W dichtbij nul ligt, is er geen significant verschil tussen feit en ideaal; als W ‘groot’ is (ver van nul ligt), is er wel sprake van significant verschil tussen feit en ideaal. Veelal wordt gewerkt met gestandaardiseerde waarden van W en bijbehorende overschrijdingskansen, zo ook in de tabellen van paragraaf 3.2.2 en 3.2.3. Met de Wilcoxon Signed Ranks toets wordt ook zichtbaar wat voor soort verandering nodig is: als de som van de positieve (gerangschikte) verschillen (positive ranks) groter is dan de som van de negatieve (gerangschikte) verschillen (negative ranks), houdt dat in dat de situatie genoemd in bijbehorend item vaker zou moeten gebeuren; andersom, als de som van de positive ranks kleiner is dan de som van de negative ranks, houdt dat in dat de situatie genoemd in bijbehorend item minder vaak zou moeten gebeuren. Deze gegevens heb ik als bijlage toegevoegd (zie bijlage IV en V).
3.2.2 Meisjes met N&T versus meisjes zonder N&T Bij meisjes met N&T is er bij de volgende items significant verschil tussen feit en ideaal: item 4, 9, 11, 14, 16, 17, 18, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27 en 28. Bij meisjes zonder N&T is er bij de volgende items significant verschil tussen feit en ideaal: item 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27 en 28. Dus bij item 1 tot en met 28, behalve item 12. Zie de tabel in figuur 2 hieronder. Verschillen NT ÅÆ geen NT
1b dit moet ... gebeuren - 1a doc geeft advies NT NT_nee
Z Asymp. Sig. (2-tailed)
NT_ja
Z Asymp. Sig. (2-tailed)
-7,374(a)
2b dit moet ... gebeuren - 2a doc is enthou over vak -3,272(a)
3b dit moet ... gebeuren 3a doc geeft uitleg zodat ik het snap
4b dit moet ... gebeuren - 4a doc vertelt nut vak
-7,600(a)
-8,075(a)
5b dit moet ... gebeuren - 5a doc geeft veel uitleg -2,658(a)
,000
,001
,000
,000
,008
-,812(a)
-1,732(b)
-1,190(a)
-2,352(a)
-,707(b)
,417
,083
,234
,019
,480
27
6b dit moet ... gebeuren - 6a doc laat je zelf ontdkknd leren NT_nee
Z Asymp. Sig. (2-tailed)
NT_ja
Z Asymp. Sig. (2-tailed)
NT_nee
Z Asymp. Sig. (2-tailed)
NT_ja
Z Asymp. Sig. (2-tailed)
NT_nee
Z Asymp. Sig. (2-tailed)
NT_ja
Z Asymp. Sig. (2-tailed)
NT_nee
Z Asymp. Sig. (2-tailed)
NT_ja
Z Asymp. Sig. (2-tailed)
NT_nee
Z Asymp. Sig. (2-tailed)
NT_ja
Z Asymp. Sig. (2-tailed)
-2,490(b)
7b dit moet ... gebeuren - 7a werken in groepjes -2,668(b)
8b dit moet ... gebeuren 8a doc geeft vb bij theorie -5,239(a)
9b dit moet ... gebeuren - 9a vak interessante onderwerpen -8,684(a)
10b dit moet ... gebeuren - 10a in les proefjes -3,943(a)
,013
,008
,000
,000
,000
-,632(a)
-,750(b)
-1,613(a)
-2,310(a)
-1,265(a)
,527
,453
,107
,021
,206
11b dit moet ... gebeuren - 11a doc legt relatie theorie, dag.leven
12b dit moet ... gebeuren - 12a na/wi/sk van vr docent
13b dit moet ... gebeuren 13a relatie met stof bi
14b dit moet ... gebeuren - 14a doc tonen leuke kanten vak
-7,862(a)
-,984(b)
-3,376(a)
-8,515(a)
15b dit moet ... gebeuren - 15a doc zijn aardig -5,775(a)
,000
,325
,001
,000
,000
-2,961(a)
-,816(b)
-1,613(a)
-2,310(a)
-,816(a)
,003
,414
,107
,021
,414
16b dit moet ... gebeuren - 16a excursies techn becrijven -6,610(a)
17b dit moet ... gebeuren - 17a meelopen techn vervolgopl -8,850(a)
18b dit moet ... gebeuren 18a dagdl bezig met po techn -7,797(a)
19b dit moet ... gebeuren - 19a projecten/po's doen -2,358(a)
20b dit moet ... gebeuren - 20a zelf exc na/wi/sk kiezen -9,124(a)
,000
,000
,000
,018
,000
-2,233(a)
-3,358(a)
-3,317(a)
-1,890(a)
-3,314(a)
,026
,001
,001
,059
,001
21b dit moet ... gebeuren - 21a exc techn voor meisjes -8,677(a)
22b dit moet ... gebeuren - 22a voorl na/wi/sk in BB -7,906(a)
23b dit moet ... gebeuren 23a voorl vak verschil OBBB -7,032(a)
24b dit moet ... gebeuren - 24a voorl welke moglhdn NT meer dan NG -7,813(a)
25b dit moet ... gebeuren - 25a voorl over NT -7,560(a)
,000
,000
,000
,000
,000
-3,002(a)
-3,286(a)
-3,145(a)
-2,359(a)
-3,071(a)
,003
,001
,002
,018
,002
26b dit moet ... gebeuren - 26a voorl NT incl +kanten techn v.opl -7,116(a)
27b dit moet ... gebeuren - 27a voorl mensen in techn op school -8,849(a)
28b dit moet ... gebeuren 28a voorl beroepen NT op beroepnmrkt -7,367(a)
,000
,000
,000
-2,310(a)
-3,066(a)
-3,035(a)
,021
,002
,002
a Het moet vaker gebeuren. * b Het moet minder vaak gebeuren. *
* Of iets vaker of minder vaak moet gebeuren volgt uit de gegevens in bijlage IV.
Figuur 2: Tabel met significant verschillen tussen meisjes met N&T en meisjes zonder N&T bij item 1 tot en met 28 van de leerlingenenquête.
28
De significante cijfers geven aan dat meisjes zonder N&T vinden dat docenten natuur-/wis-/scheikunde minder vaak de werkvorm zelf ontdekkend leren moeten hanteren (item 6) en dat ze bij natuur-/wis-/scheikunde minder vaak in groepjes willen werken (item 7). Bij alle andere items, behalve bij item 12, vinden meisjes zonder N&T dat het vaker moet gebeuren. Bij Item 12 is er geen significant verschil, dus daaruit kan ik geen conclusie trekken. Samengevat: meisjes zonder N&T vinden over het algemeen verandering nodig om meer meisjes te stimuleren N&T te kiezen. Meisjes met N&T geven ook aan dat verandering nodig is, maar dit is bij minder items significant. Zij vinden net als meisjes zonder N&T dat docenten natuurkunde, scheikunde en/of wiskunde: vaker moeten vertellen over wat je later met het vak kunt doen (item 4), vaker onderwerpen moeten behandelen die meisjes aanspreken (item 9), vaker relaties moeten leggen tussen de theorie en het alledaagse leven (item 11) en vaker de leuke kanten van het vak moeten laten zien (item 14). Wat betreft de activiteiten vinden meisjes met N&T dat: excursies naar technische bedrijven vaker moeten gebeuren (item 16), dat het vaker mogelijk moet zijn om mee te lopen bij technische vervolgopleidingen (item 17), dat een (mid)dag bezig zijn met praktische opdrachten over techniek vaker moet gebeuren (item 18), dat ze vaker zelf een excursie voor natuur-/wis/-scheikunde moeten kunnen kiezen (item 20) en dat excursies over techniek gericht op meisjes vaker moeten gebeuren (item 21). Wat betreft de voorlichting zijn meisjes met N&T van mening dat er vaker informatie over hoe natuur-/wis-/scheikunde in de bovenbouw eruit ziet gegeven moet worden (item 22), dat docenten natuur-/wis-/scheikunde vaker moeten vertellen over de verschillen tussen onderbouw en bovenbouw met betrekking tot hun vak (item 23), dat er vaker uitgelegd moet worden wat je met N&T méér kan dan met N&G (item 24), dat er vaker voorlichting over N&T gegeven moet worden (item 25), dat er bij de voorlichting over N&T vaker informatie over de positieve kanten van technische vervolgopleidingen gegeven moet worden (item 26), dat er vaker mensen die werken of studeren in de techniek op school moeten komen vertellen wat je met N&T kan (item 27) en dat er op een beroepenmarkt op school vaker informatie gegeven moet worden over welke beroepen je o.a. met N&T kunt doen (item 28). Samengevat: meisjes met N&T vinden dat docenten natuurkunde, scheikunde en/of wiskunde in de les meer moeten doen om het vak aantrekkelijker voor meisjes te maken, dat activiteiten op het gebied van techniek vaker moeten gebeuren, inclusief excursies gericht op meisjes, en dat er meer voorlichting over N&T en aanverwante zaken nodig is. De items over voorlichting komen hier nadrukkelijk naar voren. Uit deze gegevens, gebaseerd op item1 tot en met 28, concludeer ik dat meisjes verandering over het algemeen noodzakelijk vinden ( op een paar items na) om meer meisjes te stimuleren N&T te kiezen. Verandering in de les bij natuur – , schei – en/of wiskunde, meer mogelijkheden bij activiteiten gericht op techniek, maar vooral meer voorlichting.
3.2.3 Jongens versus meisjes Bij jongens is er bij alle items, behalve bij item 5, 6, 12 en 13, significant verschil tussen feit en ideaal. Bij meisjes is er bij alle items, behalve bij item 12, significant 29
verschil tussen feit en ideaal (hierbij is géén onderscheid gemaakt tussen meisjes met en meisjes zonder N&T). Zie de tabel van figuur 3 hieronder. Verschillen j ÅÆ m
Geslacht jongen
Z Asymp. Sig. (2-tailed)
meisje
Z Asymp. Sig. (2-tailed)
Geslacht jongen
Z Z Asymp. Sig. (2-tailed)
Geslacht jongen
Z Asymp. Sig. (2-tailed)
meisje
Z Asymp. Sig. (2-tailed)
Geslacht jongen
Z Asymp. Sig. (2-tailed)
meisje
Z Asymp. Sig. (2-tailed)
Geslacht jongen
Z Asymp. Sig. (2-tailed)
meisje
Z Asymp. Sig. (2-tailed)
30
2b dit moet ... gebeuren 2a doc is enthou over vak
3b dit moet ... gebeuren 3a doc geeft uitleg zodat ik het snap
4b dit moet ... gebeuren - 4a doc vertelt nut vak
5b dit moet ... gebeuren 5a doc geeft veel uitleg
-5,787(a)
-2,046(b)
-2,478(a)
-6,613(a)
-1,700(b)
,000
,041
,013
,000
,089
-7,390(a)
-2,573(a)
-7,687(a)
-8,439(a)
-2,416(a)
,000
,010
,000
,000
,016
7b dit moet ... gebeuren 7a werken in groepjes
8b dit moet ... gebeuren 8a doc geeft vb bij theorie
-2,240(a)
-3,326(a
6b dit moet ... gebeuren - 6a doc laat je zelf ontdkknd leren Asymp. Sig. (2-tailed)
meisje
1b dit moet ... gebeuren - 1a doc geeft advies NT
-,406(b)
9b dit moet ... gebeuren - 9a vak interessante onderwerpen -7,200(a)
10b dit moet ... gebeuren 10a in les proefjes -6,516(a)
,685
,025
,001
,000
,000
-2,221(b)
-2,778(b)
-5,481(a)
-8,995(a)
-4,139(a)
,026
,005
,000
,000
,000
11b dit moet ... gebeuren - 11a doc legt relatie theorie, dag.leven
12b dit moet ... gebeuren 12a na/wi/sk van vr docent
13b dit moet ... gebeuren 13a relatie met stof bi
14b dit moet ... gebeuren - 14a doc tonen leuke kanten vak
15b dit moet ... gebeuren 15a doc zijn aardig
-5,714(a)
-,064(a)
-,871(a)
-6,180(a)
-4,388(a)
,000
,949
,384
,000
,000
-8,388(a)
-1,171(b)
-3,733(a)
-8,826(a)
-5,855(a)
,000
,242
,000
,000
,000
16b dit moet ... gebeuren - 16a excursies techn becrijven -7,062(a)
17b dit moet ... gebeuren 17a meelopen techn vervolgopl -8,574(a)
18b dit moet ... gebeuren 18a dagdl bezig met po techn -7,436(a)
19b dit moet ... gebeuren - 19a projecten/po's doen -6,063(a)
20b dit moet ... gebeuren 20a zelf exc na/wi/sk kiezen -8,733(a)
,000
,000
,000
,000
,000
-6,972(a)
-9,442(a)
-8,403(a)
-2,796(a)
-9,685(a)
,000
,000
,000
,005
,000
21b dit moet ... gebeuren - 21a exc techn voor meisjes -5,177(a)
22b dit moet ... gebeuren 22a voorl na/wi/sk in BB -6,996(a)
23b dit moet ... gebeuren 23a voorl vak verschil OBBB -4,723(a)
24b dit moet ... gebeuren - 24a voorl welke moglhdn NT meer dan NG -6,808(a)
25b dit moet ... gebeuren 25a voorl over NT -6,313(a)
,000
,000
,000
,000
,000
-9,156(a)
-8,539(a)
-7,694(a)
-8,177(a)
-8,133(a)
,000
,000
,000
,000
,000
Geslacht jongen
26b dit moet ... gebeuren - 26a voorl NT incl +kanten techn v.opl Z Asymp. Sig. (2-tailed)
meisje
Z Asymp. Sig. (2-tailed)
-4,367(a)
27b dit moet ... gebeuren 27a voorl mensen in techn op school -7,622(a)
28b dit moet ... gebeuren 28a voorl beroepen NT op beroepnmrkt -5,471(a)
,000
,000
,000
-7,475(a)
-9,334(a)
-7,954(a)
,000
,000
,000
a Het moet vaker gebeuren. ** b Het moet minder vaak gebeuren. ** ** Of iets vaker of minder vaak moet gebeuren volgt uit de gegevens in bijlage V.
Figuur 3: Tabel met significant verschillen tussen jongens en meisjes bij item 1 tot en met 28 van de leerlingenenquête.
Opvallend is dat jongens vinden dat docenten natuur-/wis-/scheikunde minder vaak enthousiast over hun vak moeten zijn, terwijl meisjes vinden dat docenten natuur/wis-/scheikunde juist vaker enthousiast over hun vak moeten zijn (zie item 2). Beide resultaten zijn significant, dus van betekenis. Als we kijken om hoeveel procent van de jongens en hoeveel van de meisjes het gaat, met betrekking tot de vraag of het enthousiasme over het vak bij docenten natuur-/wis-/scheikunde moet veranderen, lijkt het erop dat de meerderheid van beide groepen vindt dat er géén verandering nodig is. Zie figuur 4.
Figuur 4: Verschil tussen jongens en meisjes bij item 2 van de leerlingenenquête.
De eerst volgende grootste groep jongens is de groep die vindt dat docenten natuur/wis-/scheikunde minder vaak enthousiast over hun vak moeten zijn. De eerst 31
volgende grootste groep meisjes is daarentegen de groep die vindt dat de docenten natuur-/wis-/scheikunde vaker enthousiast over hun vak moeten zijn. Een opvallende uitslag. Bij item 5 geven de meisjes significant aan dat docenten natuur-/wis-/scheikunde vaker veel uitleg voor de klas moeten geven. Bij de jongens is het resultaat niet significant. Zo ook geen conclusie over de jongens bij item 6: Docenten natuur-/wis-/scheikunde laten je nooit/soms/vaak/heel vaak zelf ontdekkend leren. Echter de meisjes geven hier significant aan dat het minder vaak moet gebeuren. En last-but-not-least, item 7: Bij natuur-/wis-/scheikunde werken we nooit/soms/vaak/heel vaak in groepjes. De resultaten bij dit item zijn zowel bij de jongens als bij de meisjes significant, dus veelzeggend. Wat blijkt: de jongens willen dat er vaker in groepjes gewerkt wordt bij natuur-/wis-/scheikunde, terwijl meisjes graag zien dat er minder vaak in groepjes gewerkt wordt bij natuur-/wis-/scheikunde! Uit deze gegevens, gebaseerd op item1 tot en met 28, kan je concluderen dat de jongens het over het algemeen eens zijn met de meisjes. Slechts bij twee items zijn ze het significant oneens met de meisjes: de jongens willen in tegenstelling tot de meisjes minder enthousiasme over het vak en meer groepswerk bij de bètavakken. Meisjes willen meer uitleg, minder ontdekkend leren (veiliger begeleid worden) en ook individueel werken.
3.3
Maatregelen
3.3.1 Inleiding Op basis van de leerlingeninterviews (bijlage II) heb ik vragen over homogene klassen bij natuur-/schei-/wiskunde opgenomen in de leerlingenenquête (bijlage III). In paragraaf 3.3.2 bespreek ik de resultaten hiervan. Uit de gelezen publicaties (bijlage I) kwamen ook andere maatregelen naar voren. Op basis van de antwoorden tijdens leerlingeninterviews (bijlage II) heb ik ook hierover vragen opgenomen in de leerlingenenquête (bijlage III). In paragraaf 3.3.3 en paragraaf 3.3.4 bespreek ik de resultaten hiervan.
3.3.2 Jongens en meisjes apart Inleiding In eerste instantie heb ik de antwoorden bij de stellingen (item 30 tot en met item 39) onderzocht, toegespitst op het wel of niet volgen van een N&T-profiel. Vervolgens heb ik de open vraag (item 29) onder de loep genomen en de grote lijn ervan proberen weer te geven, weer toegespitst op het wel of niet volgen van een N&T32
profiel. Daarna heb ik nog eens de antwoorden bij de stellingen (item 30 tot en met item 39) respectievelijk de open vraag (item 29) onderzocht, maar nu toegespitst op geslacht.
Meisjes met N&T versus meisjes zonder N&T: Stellingen Met behulp van de Chi2-toets heb ik onderzocht of de antwoorden bij de stellingen (item 30 tot en met item 39) significante afhankelijkheid vertonen met het wel of niet volgen van een N&T-profiel bij de meisjes). De Chi2-toets wordt over het algemeen gebruikt om samenhang tussen twee variabelen van nominaal of ordinaal meetniveau te onderzoeken. Hierbij worden de gemeten waarden met verwachte waarden (gemiddelden) vergeleken. De antwoorden van de meisjes blijken niet significant afhankelijk te zijn van het wel of niet volgen van een N&T-profiel. Om een beeld te krijgen van wat alle meisjes vinden van homogene klassen – of zij denken dat homogene klassen ervoor zorgen dat meer meisjes N&T kiezen – bekijk ik de percentages van hun antwoorden bij de stellingen van item 30 tot en met 39 in figuur 5.
Figuur 5: Resultaten van alle meisjes bij item 30 tot en met 39 van de leerlingenenquête.
Uit figuur 5 blijkt dat de meerderheid van de meisjes vindt dat: 1. het belangrijk is hoeveel meisjes N&T kiezen, 2. docenten natuur- /schei-/wiskunde aan jongens anders uitleggen dan aan meisjes, 3. aparte jongens – en meisjesklassen bij natuur- /schei-/wiskunde niet ongezellig zijn, 33
4. in een meisjesklas er bij natuur- /schei-/wiskunde minder wordt gewerkt, 5. als je bij natuur- /schei-/wiskunde jongens en meisjes scheidt, de meisjes niet de uitleg van de jongens missen, 6. als je bij natuur- /schei-/wiskunde jongens en meisjes scheidt, meisjes niet zullen zien dat ze het ook zonder hulp van jongens kunnen, 7. als bij natuur- /schei-/wiskunde jongens en meisjes in één klas zitten, de jongen niet de meisjes kunnen stimuleren N&T te kiezen, 8. jongens en meisjes niet dingen anders ervaren, dus kan die andere kijk elkaar niet helpen bij natuur- /schei-/wiskunde en 9. als je bij natuur- /schei-/wiskunde jongens en meisjes scheidt, zullen meer meisjes N&T kiezen. Opvallend is dat er punten zijn die aangeven dat meisjes positief denken over gescheiden klassen op geslacht (punt 3, 5 en 9) en dat er tegelijkertijd ook punten zijn die dat positieve denken van meisjes juist weer te niet doen(punt 4 en 6)! Meisjes staan over het algemeen niet zo heel negatief tegenover meisjesklassen, want ze geven bij punt 3 en 5 min of meer aan dat ze het ook zonder de jongens prima vinden en bij punt 9 zelfs dat het meisjes kan stimuleren om N&T te kiezen. Ook zijn er punten die aangeven dat meisjes negatief denken over heterogene klassen, maar waaruit niet vanzelfsprekend mag worden afgeleid dat ze positief denken over homogene klassen (punt 7en 8). Vrij vertaald geven ze aan dat je klassen niet heterogeen moet houden met de reden dat meisjes zich dan kunnen optrekken aan de jongens. Bij punt 1 blijkt dat meisjes elkaar aansporen in het wel of niet kiezen van N&T. Bij punt 2 komt naar voren dat meisjes het beeld hebben dat docenten natuur- /schei/wiskunde aan jongens anders uitleggen dan aan meisjes. Over de stelling dat een vrouwelijke docent natuur- /schei-/wiskunde een stimulans voor meisjes is om N&T te kiezen zijn de meningen verdeeld (ongeveer fiftyfifty). Op basis van de stellingen bij item 30 tot en met 39 kan je concluderen dat de meisje tegenstrijdige meningen over homogene klassen hebben. Ze zien dus zowel voor – als nadelen van het scheiden van klassen op geslacht.
Meisjes met N&T versus meisjes zonder N&T: Open vraag In bijlage VI zijn de afzonderlijke antwoorden van de meisjes uitgesplitst op wel/geen N&T terug te vinden op de open vraag of homogene klassen ervoor zorgen dat meer meisjes voor techniek kiezen (item 29). Een beknopt overzicht van de antwoorden van de meisjes volgt hieronder, uitgesplitst op wel/geen N&T, waarbij ik onderscheid maak op voor – en tegenargumenten voor homogene klassen. Voor:
34
Tegen: Zo'n verdeling geeft sommige mensen te denken dat of de jongens of de meisjes meer aandacht nodig hebben en dat is helemaal niet waar. Ik vind gemengd juist leuk. Jongens hebben een andere kijk op dingen, dus dat kan juist handig zijn. Je kunt juist van elkaar leren.
Ik denk niet dat het uitmaakt. Meisjes en jongens sporen elkaar aan om beter hun best te doen. Figuur 6: Reacties van meisjes met N&T over homogene klassen bij de bètavakken.
Voor: Je hoort bijna nooit van meisjes die in deze vakken werk zoeken, door aparte klassen kan hier meer op worden ingespeeld. Dan kunnen meisjes misschien wel leukere onderwerpen krijgen die jongens niet interesseren en andersom. Dit zal meisjes motiveren om actiever deel te nemen aan proefjes bij deze vakken, omdat nu de jongens dat vaak op zich nemen omdat deze zichzelf technischer vinden.
Tegen: Jongens kunnen meisjes helpen c.q. stimuleren. Jongens en meisjes kunnen elkaar helpen c.q. stimuleren. Je kunt veel opsteken van elkaars werkwijze.
Gescheiden klassen zijn saai. Scheiden versterkt juist het beeld dat meisjes minder met techniek doen. Meisjes zijn net zo slim of zelfs slimmer dan jongens, dus dat is niet nodig. Figuur 7: Reacties van meisjes zonder N&T over homogene klassen bij de bètavakken.
Over het algemeen zijn de meisjes tegen homogene klassen bij bètavakken in de meerderheid. Op basis van de gegeven antwoorden kan ik concluderen dat meisjes het scheiden van klassen op geslacht bij natuur- /schei-/wiskunde niet zien zitten, onder andere omdat men in heterogene klassen elkaar juist kan helpen. Toch geven paar meisjes zonder N&T aan dat het scheiden van klassen op geslacht bij natuur/schei-/wiskunde misschien wel helpt om meer meisjes te stimuleren N&T te kiezen, omdat bijvoorbeeld meisjes dan meer of op een andere manier in aanraking komen met techniek.
Jongens versus meisjes: Stellingen Tevens heb ik met behulp van de Chi2-toets onderzocht of de antwoorden bij de stellingen (item 30 tot en met item 39) significant geslachtsafhankelijk zijn. De volgende items zijn significant afhankelijk van geslacht: item 32, 33 en 34 (de bijbehorende overschrijdingskansen zijn respectievelijk: 0.014 , 0.015 en 0.019). Dat houdt dus in dat bij die items de jongens anders reageren dan de meisjes. Over de andere items kan je concluderen dat de jongens het over het algemeen eens zijn met de meisjes. De items die significant afhankelijk zijn (item 32, 33 en 34) van geslacht ga ik nader bekijken. Zie onderstaande staafdiagrammen van figuur 8.
35
Figuur 8: Significante verschillen tussen jongens en meisjes bij item 32, 33, 34 van de leerlingenenquête.
In deze diagrammen is te zien dat jongens meer dan meisjes homogene klassen bij natuur-/schei-/wiskunde niet ongezellig vinden (volgens item 32) en dat jongens meer dan meisjes vinden dat er in een meisjesklas bij natuur-/schei-/wiskunde minder gewerkt wordt (volgens item 33), maar de meerderheid van de jongens en de meerderheid van de meisjes hebben wel dezelfde mening. M.a.w. de jongens zijn het eens met de meisjes, maar zijn stelliger in hun reacties. Bij item 34 is de geslachtsafhankelijkheid goed zichtbaar. Hier vindt de meerderheid van de jongens in tegenstelling tot de meerderheid van de meisjes dat bij homogene 36
klassen de meisjes uitleg van de jongens missen. Hierover zijn de jongens en de meisjes van Heerbeeck College het dus niet eens.
Jongens versus meisjes: Open vraag De afzonderlijke antwoorden van de jongens op de open vraag of homogene klassen ervoor zorgen dat meer meisjes voor techniek kiezen (item 29) heb ik toegevoegd als bijlage VII. Op basis van deze antwoorden kan ik concluderen dat jongens net als meisjes het scheiden van klassen op geslacht bij natuur- /schei-/wiskunde over het algemeen niet zien zitten. Opvallend is dat de jongens hierin veel stelliger zijn dan de meisjes: over het algemeen denken de jongens zeer negatief over homogene klassen bij natuur- /schei-/wiskunde.
3.3.3 Promotieteam voor N&T Inleiding Bij item 40 tot en met 44 richt ik me op een maatregel die, zo blijkt uit de gelezen literatuur –[bron: 12], op een aantal andere scholen in Nederland wordt gehanteerd om meer meisjes te stimuleren bètagericht te kiezen met positieve ervaringen: een promotieteam voor N&T bestaande uit leerlingen met N&T. Daarom heb ik hierover een aantal vragen opgenomen in de leerlingenenquête. Bij de analyse van de resultaten ervan heb ik in eerste instantie de antwoorden bij de stellingen (item 41 tot en met item 44) onderzocht, toegespitst op het wel of niet volgen van een N&Tprofiel. Vervolgens heb ik gekeken welke antwoorden zijn gegeven op de open vraag (item 40). Hiervan geef ik de grote lijn weer, toegespitst op het wel of niet volgen van een N&T-profiel. Daarna geef ik een analyse van de antwoorden bij de stellingen respectievelijk de open vraag nog een keer, maar nu toegespitst op geslacht.
Meisjes met N&T versus meisjes zonder N&T: Stellingen Met behulp van de Chi2-toets heb ik onderzocht of de antwoorden bij de stellingen (item 41 tot en met item 44) significante afhankelijkheid vertonen met het wel of niet volgen van een N&T-profiel bij de meisjes. Dit blijkt alleen bij item 42 te zijn (met een overschrijdingskans van 0.003). Dat betekent dat meisjes met N&T bij item 42 anders gereageerd hebben dan meisjes zonder N&T. Daarom bekijk ik de percentages van de antwoorden van de meisjes bij item 42, uitgesplitst op wel/geen N&T. Zie het staafdiagram in figuur 9.
37
Figuur 9: Verschil tussen meisjes met N&T (NT_ja) en meisjes zonder N&T (NT_nee) bij item 42 van de leerlingenenquête.
Als je de percentages bekijkt, zie je dat zowel meisjes met N&T als meisjes zonder N&T over het algemeen eens zijn met de stelling: Een promotieteam voor N&T schrikt meisjes af N&T te kiezen, maar de stelligheid hierin verschilt. De meisjes zonder N&T geven veel sterker aan dat ze het er niet mee eens zijn, dan de meisjes met N&T. Conclusie: meisjes vinden een promotieteam voor N&T een afschrikwekkende maatregel als het gaat om meisjes te stimuleren N&T te kiezen. Meisjes zonder N&T-profiel vinden dit zelfs in extreme mate. Om enigszins een beeld te kunnen vormen van wat alle meisjes geantwoord hebben bij de overige items (41, 43 en 44), bekijk ik ook de percentages van de gegeven antwoorden bij deze items, inclusief item 42, zie figuur 10 hieronder.
Figuur 10: Resultaten van alle meisjes bij item 41, 42, 43, 44 van de leerlingenenquête.
38
Bij item 41 zijn de meningen ietwat verdeeld: 55,0% van de meisjes vindt dat een promotieteam voor N&T meisjes niet stimuleert N&T te kiezen, terwijl 45,0% van de meisjes vindt dat het meisjes wel stimuleert N&T te kiezen. Een lichte meerderheid denkt dus dat een promotieteam niet werkt. Dit beeld is in samenspraak met de antwoorden bij item 42: de meerderheid van de meisjes (89,3%) vindt dat een promotieteam meisjes juist afschrikt N&T te kiezen. Items 43 en 44 zijn gericht op de samenstelling van een promotieteam voor N&T (als er een promotieteam voor N&T komt): moet het team uit alleen jongens (item 43) of uit alleen meisjes (item 44) bestaan om meisjes te stimuleren N&T te kiezen? De antwoorden bij deze items spreken elkaar tegen: zowel ‘alleen jongens’ als ‘alleen meisjes’ krijgt de meerderheid van de stemmen (resp. 99,3% en 87,9%)! Deze resultaten zijn dus nietszeggend. Algemene conclusie: alle meisjes vinden dat een promotieteam niet leidt tot meer meisjes met N&T.
Meisjes met N&T versus meisjes zonder N&T: Open vraag In bijlage VIII zijn de afzonderlijke antwoorden terug te vinden op de open vraag bij item 40 over wat meisjes vinden van een promotieteam voor N&T, uitgesplitst op wel/geen N&T. Hieruit blijkt dat de meerderheid van zowel de meisjes met N&T (11 van de 15, ofwel 73,3%) als van de meisjes zonder N&T (80 van de 125, ofwel 64,0%) denkt dat een promotieteam een goed idee is om meer meisjes te stimuleren N&T te kiezen. Wel worden er in beide groepen verschillende opmerkingen toegevoegd, waarvan ik er een aantal hieronder samengevat weergeef. Voor: Meer aandacht voor N&T is goed, maar je moet het niet ‘overdrijven’; de keuze moet vrij blijven. Goed idee, want in de onderbouw wordt er maar weinig informatie gegeven over de profielen. Goed, mits het bestaat uit leuke meiden.
Tegen: Veel meisjes zijn niet geïnteresseerd op dit vlak, daar kun je toch niks aan doen. Onzin, hoe meer nadruk, hoe minder mensen het willen kiezen.
Figuur 11: Opmerkingen van meisjes met N&T over een promotieteam voor N&T.
Voor: Het is goed om info hierover van andere leerlingen te horen die er ervaring mee hebben; dat is anders dan van docenten. Goed, meer voorlichting is nodig! /Onderbouw moet beter/meer worden geïnformeerd. Goed, maar dan wel voor elk profiel. Goed: leerling als voorbeeld/rolmodel. Handig als je twijfelt tussen N&G en N&T. Zo kun je beter een keuze maken in de
Tegen: Heeft geen nut: de meeste meisjes weten toch wel wat ze wel willen en wat niet. Ik heb me in klas 3 juist geërgerd aan te veel info over alleen N&T. Heb je niks aan.
39
onderbouw. Het is goed als meisjes in de onderbouw zien dat er ook meisjes N&T kiezen. Dan wel alleen de positieve kanten benadrukken. Misschien ook een PR-team met studenten die een technische vervolgopleiding zijn gaan doen. Goed, als ze het leuk brengen Laat dan ook zien hoe breed de wereld van vervolgstudies is na N&T. Figuur 12: Opmerkingen van meisjes zonder N&T over een promotieteam voor N&T.
Opvallend vind ik dat de antwoorden op de open vraag iets anders zeggen dan de antwoorden op de stellingen. Als ik kijk naar de antwoorden op de open vraag, wordt er veelal aangegeven dat het goed is als er meer voorlichting komt, dat een team met leerlingen een voorbeeld kan zijn. Deze positieve reacties verschillen met de negatieve reacties op de stellingen, waarschijnlijk doordat er door de leerlingen op de open vraag niet altijd gerelateerd wordt naar de vraag of het (meer) meisjes stimuleert N&T te kiezen. Leerlingen vinden voorlichting over N&T of over het algemeen belangrijk, of het nu wel of niet meer meisjes naar techniek trekt. Samengevat: de meisjes willen meer voorlichting over N&T, of over alle profielen en ze staan over het algemeen niet negatief tegenover een promotieteam bestaande uit leerlingen, want meer voorlichting, eventueel via een laagdrempelige weg, is volgens hen nodig, of het nu wel of niet leidt tot meer meisjes met N&T.
Jongens versus meisjes: Stellingen Naast afhankelijkheid van wel/geen N&T (onder de meisjes) wil ik ook weten of de antwoorden bij item 41 tot en met 44 significant geslachtsafhankelijk zijn. Uit de analyse (m.b.v. de Chi2-toets) volgt dat dit het geval is bij item 43. Daarom bekijk ik in figuur 13 de percentages van de antwoorden bij item 43, uitgesplitst op geslacht. Bij zowel de jongens als de meisjes is de meerderheid het eens met de stelling: Om meisjes te stimuleren N&T te kiezen moet een promotieteam voor N&T bestaan uit alleen jongens. Het verschil tussen de jongens en de meisjes zit hem in het feit dat over het algemeen álle meisjes het met de stelling eens zijn: 99,3%. Bij de jongens is dit ‘slechts’ 91,9%.
40
Figuur 13: Verschillen tussen jongens en meisjes bij item 43 van de leerlingenenquête.
Je kunt dus zeggen dat de jongens het bij de stellingen over een promotieteam voor N&T eens zijn met de meisjes , maar bij item 43 zijn hun reacties meer gematigd.
Jongens versus meisjes: Open vraag In bijlage IX zijn de afzonderlijke antwoorden terug te vinden op de open vraag bij item 40 over wat jongens vinden van een promotieteam voor N&T. Hieruit blijkt dat de jongens bij de open vraag ook wat minder enthousiast zijn over een promotieteam dan de meisjes: ongeveer de helft van de jongens (70 van de 135) staat hier positief tegenover. Als je dat vergelijkt met de meisjes: 51,9% van de jongens en 64,0% van de meisjes (91 van de 140) vullen bij de open vraag in dat een promotieteam voor N&T ervoor zorgt dat meer meisjes N&T kiezen. Conclusie: de jongens zijn er in vergelijking met de open vraag bij de meisjes minder zeker van dat een promotieteam voor N&T meer meiden naar het technische profiel zal trekken.
3.3.4 Overige maatregelen Inleiding Omdat in de gelezen literatuur ook andere maatregelen terugkomen die scholen hanteren om meer meisjes te stimuleren voor het technisch profiel, heb ik hierover een meerkeuzevraag in de leerlingenenquête opgenomen (item 45). Voor de leerlingen die nog andere tips over wenselijke maatregelen hebben, heb ik ook nog een open vraag in de leerlingenenquête toegevoegd (item 46). De resultaten bekijk ik in deze paragraaf, respectievelijk toegespitst op wel/geen N&T en op geslacht. 41
Meisjes met N&T versus meisjes zonder N&T: Meerkeuzevraag Bij item 45 konden leerlingen aangeven welke overige maatregelen volgens hen van betekenis kunnen zijn bij het stimuleren van meisjes naar N&T. Ze konden kiezen uit: optie 1) optie 2) optie 3) optie 4) optie 5)
Deel flyers uit met informatie over N&T, Maak een website met informatie over N&T, Laat in de onderbouw boeken van de bovenbouw zien, Laat vrouwelijke oud-leerlingen die een technische vervolgopleiding zijn gaan doen in de onderbouw vertellen over hun ervaringen en Ga in de onderbouw naar een technische hogere school of universiteit en laat vrouwelijke studenten een rondleiding op hun opleiding geven.
Na analyse ervan blijken de antwoorden van de meisjes geen significante afhankelijkheid te vertonen met het wel/niet volgen van N&T. Ook de staafdiagrammen van figuur 14 laten dat zien. Hierin gaan de ‘NT_nee’staven over de antwoorden van de meisjes zonder N&T en de ‘NT_ja’-staven over de antwoorden van de meisjes met N&T.
42
Figuur 14: Verschillen tussen meisjes met N&T (NT_ja) en meisjes zonder N&T (NT_nee) bij item 45 van de leerlingenenquête.
In de staafdiagrammen is zichtbaar dat meisjes over het algemeen van mening zijn dat het uitdelen van flyers of het maken van een website met informatie over N&T niet helpt, dat het in de onderbouw laten zien van bovenbouwboeken misschien wel, misschien niet helpt (bijna fiftyfifty) en dat vrouwelijke studenten en/of werknemers in de techniek naar school halen of op hun vervolgopleiding een rondleiding laten geven wel helpt om meer meisjes te stimuleren N&T te kiezen. Conclusie: zowel meisjes met N&T als meisjes zonder N&T vinden dat ervaringen van vrouwen in de techniek een goede stimulans is voor meisjes om N&T te kiezen.
43
Meisjes met N&T versus meisjes zonder N&T: Open vraag Een overzicht van de verschillende reacties van de meisjes op de vraag: Zijn er maatregelen die meisjes stimuleren N&T te kiezen, die nog niet genoemd zijn? (item 46) is terug te vinden in bijlage X. Hierin zijn reacties uitgesplitst op wel/geen N&T. Reacties die onder àlle meisjes voorkomen, zijn: - “zorg voor een vraagbaak waar leerlingen terecht kunnen over N&T”; - “geef duidelijker uitleg over N&T”; - “vertel over de vraag naar meiden in techniek”; - “geef informatie over wat je er mee kan”; - “begin al vóór de 3e klas met voorlichting geven over alle profielen”; - “geef meer informatie over N&T m.b.v. activiteiten”. De meisjes zonder N&T onderscheiden zich hier van de meisjes met N&T met een aantal tips die aangeven dat er meer rekening moet worden gehouden met hoe meisjes denken, wat meisjes aanspreekt: - “spits de lessen toe op onderwerpen die meisjes aanspreken”; - “geef meisjes het gevoel dat ook zij van betekenis zijn in de techniek”; - “laat bijv. beroepen zien, typisch voor meisjes, waarvoor je N&T nodig hebt”; - “leuke leraren voor de klas die uitleggen op een manier dat iedereen het begrijpt”; - “laat veel vrouwelijke studenten informatie geven in de onderbouw over vervolgstudies en beroepen, ook als vrouw”; - “vertel/laat zien wat je met N&T meer kan dan met N&G”. Samengevat: àlle meisjes pleiten voor meer informatie c.q. voorlichting over N&T en bijbehorende mogelijkheden. Tevens vinden alle meisjes dat er meer activiteiten moeten worden georganiseerd m.b.t. techniek. Daarnaast vinden meisjes zonder N&T dat er bij de bètavakken meer rekening moet worden gehouden met de manier van denken en het gevoel van meisjes met betrekking tot techniek. Te denken valt hierbij aan lesonderwerpen die meisjes aanspreken, een manier van uitleggen die voor iedereen te begrijpen is, voorlichting over mogelijkheden voor meisjes met N&T, ook in verhouding met N&G, en informatie van vrouwelijke rolmodellen.
Jongens versus meisjes: Meerkeuzevraag Natuurlijk vraag ik me weer af of de jongens het eens zijn met de meisjes over de overige maatregelen van de meerkeuzevraag bij item 45. Na analyse blijkt dat dit, behalve voor optie 1, voor alle opties het geval is. Als ik kijk naar de aantallen en percentages van de jongens en meisjes bij optie 1, het uitdelen van flyers, zie ik dat de jongens minder sterk dan de meisjes van mening zijn dat het niet helpt. Zie de staafdiagram in figuur 15 hieronder.
44
Figuur 15: Verschillen tussen jongens en meisjes bij item 45, optie 1, van de leerlingenenquête.
Maar over het algemeen kan je zeggen dat bij item 45 de jongens het eens zijn met de meisjes.
Jongens versus meisjes: Open vraag In bijlage XI staat een overzicht van de gegeven antwoorden van de jongens op de vraag: Zijn er maatregelen die meisjes stimuleren N&T te kiezen, die nog niet genoemd zijn? De antwoorden zijn divers, maar een aantal zaken komen terug. Zo vinden sommige jongens dat je N&T juist niet zo moet promoten, want dat stoot alleen maar af. Een aantal jongens geeft aan dat een docent (meer) uitleg moet geven over N&T en meerdere jongens vinden dat er meer of betere voorlichting moet komen in de les of bijvoorbeeld op een voorlichtingsavond. Tevens het meelopen op een technische vervolgopleiding wordt genoemd. Omdat de enquête meisjesgericht is, zijn er ook een aantal jongens die aangeven dat ze het maar gek vinden, al die aandacht voor de meisjes. Nog een aantal ideeën/opmerkingen van de jongens die ik nog wil aanstippen zijn: - “laat zien dat meisjes techniek ook kunnen, meisjes dénken dat het iets is voor jongens”; - “geef in de les voorbeelden met bijvoorbeeld cosmetica”; - “geef in de les voorbeelden uit het alledaagse leven”; - “laat zien dat je met N&T toch echt meer kan dan met bijv. C&M”. Conclusie: de ideeën die worden aangedragen door de jongens bij item 46 komen overeen met die van de meisjes.
45
3.4
Meisjes met N&T over doorstroom naar technische vervolgopleidingen
Wat is er op een VO school nodig om meer meisjes met een N&T-profiel ook enthousiast te maken voor een technische vervolgopleiding? Deze open vraag heb ik in de leerlingenenquête voorgelegd aan de meisjes met N&T, zie item 47. De resultaten van deze vraag heb ik opgenomen als bijlage XII. Een korte weergave volgt hieronder: -
-
“laat mensen van verschillende opleidingen colleges geven”; “vertel wat je met N&T kunt doen later”; “ga op excursie naar technische vervolgopleidingen, laat zien wat de mogelijkheden zijn en zorg dat er zowel mannelijke als vrouwelijke studenten rondleiden/vertellen”; “laat wat ‘vrouwelijkere’ opleidingen aan bod komen (ontwerpen, voedselwetenschappen, enz.), die meisjes interesseren”; “laat iemand (een vrouw) op school vertellen wat ze nu doet en wat je allemaal kan met N&T”; “organiseer een soort studiemarkt voor technische vervolgopleidingen”; “richt een promotieteam op”.
Samengevat: zorg voor meer voorlichting over technische vervolgopleidingen op en buiten school door mensen in de techniek, zorg daarbij dat dit zowel mannen als vrouwen zijn en geef uitleg over de toekomstmogelijkheden van N&T, eventueel d.m.v. een studiemarkt of een promotieteam.
46
47
48
4
Docenteninterviews
4.1
Inleiding
Na het analyseren van de leerlingenenquête heb ik de resultaten ervan voorgelegd aan een aantal bètadocenten van een VO school met behulp van een kort interview. Ik heb per bètavak twee docenten een paar vragen voorgelegd: één open vraag over homogene klassen bij bètavakken en de visie van leerlingen daarop, en een vraag waarbij de docent bij verschillende maatregelen kan aankruisen of hij/zij die maatregel wil ondersteunen/uitvoeren en of hij/zij die maatregel al doet/gebruikt. De reacties op de open vraag worden besproken in paragraaf 4.2, de antwoorden op de aankruisvraag worden besproken in paragraaf 4.3. De opzet van het docenteninterview heb ik opgenomen als bijlage XIII.
4.2
Resultaten docenteninterviews: Open vraag
Met behulp van de algemene mening van de leerlingen over homogene klassen bij de bètavakken, volgend uit de leerlingenenquête, heb ik zes bètacollega’s gevraagd hoe zij er over denken. Leerlingen geven aan dat het ook zonder jongens c.q. meisjes prima is en dat het meisjes kan stimuleren voor N&T. Aan de andere kant willen ze geen homogene klassen, omdat men in heterogene klassen elkaar juist kan helpen. Vrijwel alle ondervraagde docenten geven aan dat ze géén aparte jongens – en meisjesklassen willen. De twee wiskundedocenten zagen zowel voor –, als nadelen. De reacties op de open vraag heb ik toegevoegd als bijlage XIV. Als ik kijk naar de voordelen van homogene klassen die worden genoemd, ziet één van de twee docenten wiskunde het voordeel dat je bij homogene klassen meer kan inspelen op het feit dat meisjes eerder volwassen zijn dan jongens. Je kunt dan anders lesgeven, andere dingen benadrukken. In de leerlingenenquête geven meisjes zonder N&T aan dat er bij de bètavakken meer rekening moet worden gehouden met de manier van denken en het gevoel van meisjes met betrekking tot techniek. Dit zou dus volgens deze collega beter gaan in homogene klassen. De andere docent wiskunde ziet alleen voordeel als de school al in de brugklas start met homogene klassen bij de bètavakken, maar dan alleen voor de betere leerlingen. De interesse voor techniek bij meisjes zou volgens deze collega al moeten worden aangewakkerd op de basisschool. Argumenten tegen homogene klassen, die worden aangedragen zijn onder andere: 1. Het behouden van gemengde klassen is beter voor de sfeer in de les en voor de ontwikkeling van de leerlingen; jongens en meisjes kunnen erg goed samenwerken. 2. Jongens en meisjes kunnen elkaar helpen. 3. Hoe goed leerlingen in natuurkunde zijn is niet afhankelijk van geslacht, maar van de sfeer in de klas. Bij een groep waarin de meerderheid het vak/de docent 49
interessant vindt is de kans dat het vak gekozen wordt groter dan bij een groep waarin dat niet het geval is. 4. Houd jongens en meisjes bij elkaar. Geef eventueel in de les jongens of meisjes andere opdrachten. 5. Meisjes zijn qua capaciteiten minder sterk dan jongens. Het ontbreken van jongens in de klas kan een remmende (maar ook een stimulerende) factor zijn voor meisjes. Punt 1 en 2 zijn in overeenstemming met de mening van de leerlingen. Punt 3 geeft aan wat het betekent voor het aantal meisjes dat natuurkunde kiest, maar aangezien de keuze voor natuurkunde vaak ook inhoudt dat men N&T kiest, kun je hier over het algemeen dezelfde lijn doortrekken naar het aantal meisjes dat N&T kiest. Overigens kun je je nog afvragen wat van invloed is op de sfeer in de klas. Deze docent geeft aan dat het niet afhangt van geslacht. Punt 4 is ook weer in overeenstemming met wat leerlingen vinden: houd bij de bètavakken meer rekening met de manier van denken en het gevoel van meisjes met betrekking tot techniek. Deze docent geeft aan deze differentiatie toe te passen in heterogene klassen. Bij punt 5 is opvallend dat docenten (beide wiskunde) als nadeel noemen dat homogene klassen een negatieve invloed kunnen hebben op de prestaties van de meisjes en dus op het aantal meisjes dat N&T kiest. De ene docent wiskunde geeft aan dat meisjes qua capaciteiten minder sterk zijn dan de jongens, waardoor het ontbreken van jongens in de klas positief, of juist negatief kan uitpakken voor het aantal meisjes dat N&T kiest! De andere docent wiskunde is van mening dat homogene klassen alleen tot meer meisjes met N&T leiden als de meisjes gemotiveerd zijn voor je vak en daar zit volgens hem het probleem: meisjes zijn minder geïnteresseerd in bètavakken. In mijn onderzoek vraag ik me juist af hoe de school/docenten dit traditionele beeld van meisjes over techniek kan/kunnen doorbreken? Op basis van deze reacties vraag ik me ook af of bètadocenten een traditioneel beeld hebben van meisjes en techniek? Een opvallende tegenspraak bij twee collega’s wil ik tot slot nog even aanstippen: een docent natuurkunde geeft aan dat meisjes tegenwoordig de jongens niet meer sneller het initiatief laten nemen in de les bij exacte vakken. Een docent scheikunde vindt dat meisjes dat nog wél doen, maar dat dit niet van invloed is op het aantal meisjes dat vervolgens een N-profiel kiest. Overigens zijn beide docenten voorstander van heterogene klassen. Conclusie: over het algemeen zijn de ondervraagde bètadocenten tegenstander van homogene klassen. In heterogene klassen kunnen jongens en meisjes samenwerken, elkaar helpen, wat goed is voor de sfeer en ontwikkeling van de leerlingen. Of leerlingen kiezen voor N&T is afhankelijk van de sfeer in de groep. Volgens docenten wiskunde kan het ontbreken van jongens juist een negatieve invloed hebben op het aantal meisjes dat N&T kiest, vanwege de mindere capaciteiten van meisjes voor wiskunde. Opvallend is dat naast dit traditioneel ogend beeld van meisjes en bèta de docenten wiskunde ook voordelen van homogene klassen zien. Eén ervan is dat je in een meisjesklas anders kan lesgeven, andere dingen kan benadrukken, waardoor je meer rekening houdt met de manier van denken van meisjes.
50
4.3
Resultaten docenteninterviews: Aankruisvraag
Uit de leerlingenenquête volgt een aantal veranderingen die volgens leerlingen nodig zijn om meer meisjes te stimuleren N&T te kiezen. Een aantal maatregelen hiervan heb ik opgenomen in het docenteninterview met de vraag aan te kruisen welke maatregelen de docenten willen ondersteunen/uitvoeren en/of welke maatregelen ze al doen. Of er significant verschil is tussen mannelijke en vrouwelijke docenten bij deze vraag kan ik niet bekijken, aangezien ik daarvoor te weinig docenten heb geïnterviewd. Daarom bekijk ik alleen het totaalresultaat. In figuur 16 is een totaaloverzicht weergegeven van de aantal keren dat een maatregel is aangekruist.
1 2 3
Maatregel: Uitleg geven over hoe je vak in de bovenbouw eruit ziet. Een relatie leggen met zaken in het dagelijks leven.
Dit wil ik ondersteunen /uitvoeren 3
Dit doe ik al 4
3
5
2
4
3
3
3
2
4
1
2
1 1
7
Informatie geven of o.a. inhoud, werkvormen en nut van je vak. Informatie geven over o.a. inhoud en nut van vervolgopleidingen (bij jouw vak). Informatie/Meer informatie geven over het profiel N&T en bijbehorende (toekomst)mogelijkheden. In de les meer doen om het vak voor meisjes aantrekkelijker te maken. In de les minder vaak zelfontdekkend laten leren.
8
In de les minder vaak in groepjes laten werken.
2
9
Meer projecten gericht op techniek en meisjes.
3
10
Meer excursies gericht op techniek en meisjes.
1
1
11
Meisjes stimuleren N&T te kiezen.
3
2
12
Gastcolleges met vrouwelijke technici. Eventueel met vrouwelijke én mannelijke gastdocenten.
4
1
4 5 6
Figuur 16: Totaaloverzicht van de aangekruiste maatregelen bij vraag 2 van het docenteninterview.
Een aantal docenten heeft zowel aangekruist dat hij/zij een maatregel al doet, als dat hij/zij diezelfde maatregel wil ondersteunen/uitvoeren. Bij maatregel 1, 2 en 3 is veelal aangekruist dat men dat al doet. Uit de leerlingenenquête blijkt dat leerlingen vinden dat dit vaker moet gebeuren (om hen te stimuleren N&T te kiezen) dat dit nu het geval is. Blijkbaar vinden leerlingen wat docenten hier al aan doen niet genoeg. M.a.w. bètadocenten moeten nog meer dan 51
nu uitleg geven over hoe het vak in de bovenbouw eruit ziet, een relatie leggen met zaken in het dagelijks leven en informatie geven over o.a. inhoud, werkvormen en nut van het vak. Erg opvallend bij maatregel 6, 9 en 12 is dat docenten in mindere mate aangeven de maatregel al te doen in verhouding met de maatregel te willen ondersteunen/uitvoeren. De maatregelen worden zelfs op dit moment nog door niemand of slechts één persoon gedaan! Dus docenten zijn bereid om in de les meer te doen om het vak voor meisjes aantrekkelijker te maken, ze willen meer projecten gericht op techniek en meisjes en gastcolleges met vrouwelijke (en eventueel mannelijke) technici ondersteunen/uitvoeren. Dat betekent dat bètadocenten een bijdrage willen leveren aan de veranderingen waar de leerlingen om vragen. Wel moet ik bij maatregel 6 een kanttekening plaatsen: één docent geeft aan dit zeker niet te willen ondersteunen/uitvoeren. Bij maatregel 4, 5 en 11 zijn de verschillen tussen het al doen en het willen ondersteunen/uitvoeren kleiner (of zelfs nihil), maar ook hier is de bereidheid om de maatregelen te ondersteunen/uitvoeren aanwezig. M.a.w. er zijn bètadocenten die willen bijdragen aan het geven van informatie over allerlei zaken omtrent vervolgopleidingen (bij het vak) en het profiel N&T en die meisjes willen stimuleren N&T te kiezen. Tevens zijn er docenten die het al doen. Tot slot de maatregelen die uit de toom vallen: maatregel 7, 8 en 10. Deze maatregelen zijn weinig aangekruist, zowel bij het willen ondersteunen/uitvoeren als bij het al doen. Dat houdt in dat bètadocenten over het algemeen niet bereid zijn in de les minder vaak zelfontdekkend te laten leren, ook niet bereid zijn om minder vaak in groepjes te laten werken en ze zijn geen voorstander van meer excursies gericht op techniek en meisjes. Meisjes geven in de leerlingenenquête aan dat deze maatregelen ervoor kunnen zorgen dat meer meisjes N&T kiezen. Maar de jongens zijn het met maatregel 7 en 8 niet eens. Wat betreft maatregel 10 zijn de leerlingen, met of zonder N&T, jongen of meisje, het eens: ze geven allemaal zeer nadrukkelijk aan dat het organiseren van meer excursies naar technische vervolgopleidingen of instanties, bij voorkeur met vrouwelijke rolmodellen, van grote betekenis kan zijn bij het stimuleren van meer meisjes om N&T en/of een technische vervolgopleiding te kiezen. Maar wat betreft de bètadocenten blijkt hiervoor geen animo te zijn! Het kan zijn dat de formulering van deze maatregel in het docenteninterview niet goed gekozen is, waardoor de bètadocenten het anders geïnterpreteerd hebben dan dat hier de bedoeling was. Conclusie: bètadocenten staan niet open voor het minder zelfontdekkend laten leren of minder in groepjes laten werken. Er is onder hen ook geen animo voor meer excursies gericht op meisjes en techniek, een maatregel die leerlingen als zeer wenselijk c.q. noodzakelijk achten om meer meisjes te stimuleren voor techniek te kiezen. Misschien was de formulering van deze maatregel niet duidelijk genoeg. Daarentegen zijn bètadocenten wel bereid om in de les meer te doen om het vak voor meisjes aantrekkelijker te maken, ze willen meer projecten gericht op techniek en meisjes en gastcolleges met vrouwelijke (en eventueel mannelijke) technici ondersteunen/uitvoeren. Opvallend is dat bètadocenten deze maatregelen op dit moment niet of nauwelijks al doen. Ook is er draagvlak voor het geven van meer informatie over N&T en/of vervolgopleidingen en het stimuleren van meisjes om N&T te kiezen. Wat betreft vertellen over het vak in de bovenbouw, relateren naar 52
dagelijks dingen en informatie geven over o.a. inhoud en nut van het vak zeggen bètadocenten dat ze het al doen. Toch geven leerlingen aan dat deze zaken vaker moeten gebeuren dan dat nu het geval is.
53
54
5
Conclusies
5.1
Inleiding
De onderzoeksvragen die ik naar aanleiding van de probleemstelling in paragraaf 1.2 heb opgesteld, worden in dit hoofdstuk beantwoord. De antwoorden op vraag 1 tot en met 3 volgen uit de gelezen publicaties, de antwoorden op vraag 4 en 5 volgen uit de leerlingenenquête, respectievelijk de docenteninterviews, uitgevoerd onder leerlingen en docenten van een VO school. De beantwoording van de onderzoeksvragen wordt in paragraaf 5.2 besproken. De beantwoording van de hoofdvragen wordt in paragraaf 5.3 besproken. In paragraaf 5.4 worden factoren besproken die mogelijk van invloed zijn geweest op de uitslag van het onderzoek
5.2
Conclusies per onderzoekvraag
1. Wat beïnvloedt meisjes om wel of niet te kiezen voor bèta? Uit de gelezen literatuur blijkt dat het vooral via 'bekend zijn met' werkt, als je mensen wil stimuleren om bètatechniek te kiezen. Als je ouders of iemand in de directe omgeving iets technisch doen, doe je dat zelf sneller ook. Maar van vrienden nalopen is geen sprake. Daarnaast wordt duidelijk dat een vrouwelijk rolmodel, voor de klas of tijdens voorlichtingsdagen/excursies, een belangrijke factor kan zijn om meer meisjes te stimuleren N&T en/of een technische vervolgopleiding te kiezen.
2. Welke maatregelen hanteert men op andere scholen om te zorgen voor meer meisjes met N&T en/of meer meisjes die een technische vervolgopleiding kiezen? In de literatuur komt duidelijk naar voren dat er meer werk moet worden gemaakt van de voorlichting over N&T en/of een technische vervolgopleiding. Verschillende maatregelen worden aangedragen, zoals een promotieteam voor N&T, meer activiteiten m.b.t. techniek en meer voorlichting o.a. in de les over het vak in de bovenbouw. Maar een beter op meisjes afgestemde voorlichting zal niet veel helpen als niet ook de vaklessen zelf aantrekkelijker worden voor meisjes. Leg een link met zaken in het dagelijkse leven en geef informatie over de inhoud, werkvormen, projecten, moeilijkheidsgraad en het nut van de vakken c.q. vervolgopleidingen. Tevens wijzen scholen op het van belang een vrouwelijk rolmodel. Nodig vrouwelijke technici uit op school t.b.v. voorlichting over een technische opleiding of technisch beroep of organiseer excursies i.s.m. vrouwelijke technici.
55
3. Is het creëren van een meisjesklas een effectieve maatregel om te zorgen voor meer meisjes in de N&T-richting én de doorstroom ervan naar HBO/WO? Op basis van de gelezen publicaties kan ik concluderen dat meisjes op homogene scholen bij bètavakken niet significant beter presteren dan meisjes op heterogene scholen. Wel is het werken met homogene klassen bij bètavakken over het algemeen positief voor het zelfbeeld van meisjes m.b.t. bètavakken. Meisjes in homogene klassen die op basis van cijfers kiezen voor een profiel zullen dus niet sneller dan meisjes in heterogene klassen kiezen voor N&T. Meisjes in homogene klassen die op basis van hun zelfbeeld/zelfvertrouwen kiezen voor een profiel zullen dus misschien wel sneller dan meisjes in heterogene klassen kiezen voor N&T. Daarnaast heeft het werken met homogene klassen bij bètavakken volgens verschillende studies een positieve invloed op werkhouding van jongens.
4. Wat vinden meisjes uit havo-5, vwo-5 en vwo-6 van een VO school zinvolle maatregelen om te zorgen voor een stijging in het aantal meisjes dat N&T en/of een technische vervolgopleiding kiest? In paragraaf 3.2 is eerst gekeken naar de significante verschillen tussen hoe vaak volgens de leerling nu iets gebeurt, ofwel ‘feit’, en hoe vaak volgens de leerling iets zou moeten gebeuren om hem/haar te stimuleren N&T te kiezen, ofwel ‘ideaal’. Dit betreft item 1 tot en met 28 van de leerlingenenquête. Significant verschil tussen ‘feit’ en ‘ideaal’ geeft aan dat leerlingen verandering noodzakelijk vinden om meer meisjes te stimuleren N&T te kiezen. Significante verschillen tussen ‘feit’ en ‘ideaal’ Over het algemeen vinden meisjes verandering nodig. Verandering in de les bij natuur – , schei – en/of wiskunde, meer mogelijkheden bij activiteiten gericht op techniek, maar vooral meer voorlichting. Meisjes zonder N&T vinden dat docenten natuur-/wis-/scheikunde minder vaak de werkvorm zelf ontdekkend leren moeten hanteren en dat ze bij natuur-/wis/scheikunde minder vaak in groepjes willen werken. Bij alle andere items, behalve bij item 12, vinden meisjes zonder N&T dat het vaker moet gebeuren. Item 12 geeft geen significante uitslag, dus daaruit is geen conclusie te trekken. Meisjes met N&T vinden dat docenten natuurkunde, scheikunde en/of wiskunde in de les meer moeten doen om het vak aantrekkelijker voor meisjes te maken, dat activiteiten op het gebied van techniek vaker moeten gebeuren, inclusief excursies gericht op meisjes, en dat er meer voorlichting over N&T en aanverwante zaken nodig is. Het gaat hen dus voornamelijk om de voorlichting. De jongens zijn het over het algemeen eens met de meisjes. Slechts bij twee items zijn ze het significant oneens met de meisjes: de jongens willen in tegenstelling tot de meisjes minder enthousiasme over het vak en meer groepswerk bij de bètavakken. 56
Maatregelen In paragraaf 3.3 zijn verschillende maatregelen onder de loep genomen. Allereerst is gekeken naar de wenselijkheid onder leerlingen van homogene klassen bij de bètavakken. Vervolgens zijn de wenselijkheid onder leerlingen van een promotieteam voor N&T en overige maatregelen onderzocht. ‘Jongens en meisjes apart’ Wat betreft het scheiden van jongens en meisjes bij de bètavakken kan je op basis van de stellingen (item 30 tot en met 39) concluderen dat de meisje tegenstrijdige meningen hebben. Meisjes zien zowel voor – als nadelen van het scheiden van klassen op geslacht. Het maakt hierbij niet uit of een meisje wel/niet een N&T-profiel volgt. Over het algemeen is de conclusie dat meisjes niet zo heel negatief staan tegenover het scheiden van klassen op geslacht, aangezien meisjes aangeven dat ze de bètalessen ook zonder de jongens prima vinden en dat het meisjes kan stimuleren om N&T te kiezen. Tevens blijkt dat meisjes denken dat ze elkaar aansporen in het wel of niet kiezen van N&T en dat meisjes het beeld hebben dat docenten natuur- /schei-/wiskunde aan jongens anders uitleggen dan aan meisjes. Over de stelling dat een vrouwelijke docent natuur- /schei-/wiskunde een stimulans voor meisjes is om N&T te kiezen zijn de meningen verdeeld (ongeveer fiftyfifty). Jongens vinden meer dan meisjes homogene klassen bij natuur-/schei-/wiskunde niet ongezellig. Tevens vinden jongens meer dan meisjes dat er in een meisjesklas bij natuur-/schei-/wiskunde minder gewerkt wordt. M.a.w. de jongens zijn het eens met de meisjes, maar zijn stelliger in hun reacties. Afwijkend van de meisjes vindt de meerderheid van de jongens dat bij homogene klassen de meisjes uitleg van de jongens missen. Hierover zijn de jongens en de meisjes van Heerbeeck College het dus zeker niet eens. Als ik kijk naar de reacties op de open vraag over homogene klassen bij bètavakken (item 29) blijkt juist dat de meerderheid van de meisjes dit helemaal niet zien zitten! De reden die veelal wordt aangegeven om heterogene klassen te behouden is onder andere dat men in heterogene klassen elkaar juist kan helpen. Een paar meisjes zonder N&T denken dat het scheiden van klassen op geslacht bij natuur- /schei/wiskunde misschien wel helpt om meer meisjes te stimuleren N&T te kiezen, omdat bijvoorbeeld meisjes dan meer of op een andere manier in aanraking komen met techniek. Jongens vinden net als meisjes het scheiden van klassen op geslacht bij natuur/schei-/wiskunde over het algemeen niks. Opvallend is dat de jongens hierin veel stelliger zijn dan de meisjes: over het algemeen denken de jongens zeer negatief over homogene klassen bij natuur- /schei-/wiskunde. ‘Promotieteam voor N&T’ Zowel meisjes met N&T als meisjes zonder N&T zijn van mening dat een promotieteam voor N&T meisjes juist afschrikt N&T te kiezen. Meisjes zonder N&Tprofiel vinden dit zelfs in extreme mate (92,0%). Als je alle meisjes samen bekijkt, vindt iets meer dan de helft (55,0%) dat een promotieteam voor N&T meisjes niet stimuleert N&T te kiezen. De meerderheid van de meisjes (89,3%) vindt zelfs dat een promotieteam meisjes afschrikt N&T te kiezen. 57
Of een promoteam uit alleen jongens of uit alleen meisjes moet bestaan om meisjes te stimuleren N&T is niet duidelijk op te maken uit de antwoorden van de meisjes. De jongens zijn het over een promotieteam over het algemeen eens met de meisjes. Met de stelling ‘Om meisjes te stimuleren N&T te kiezen moet een promotieteam voor N&T bestaan uit alleen jongens’, zijn de jongens het minder stellig eens dan de meisjes: 91,9% van de jongens is het eens met de stelling tegenover 99,3% van de meisjes. Bij de open vraag wordt door de meisjes aangegeven dat het goed is als er meer voorlichting komt, dat een team met leerlingen een voorbeeld kan zijn. Opvallend is dit niet overeenkomt met de antwoorden op de stellingen. Het verschil met de stellingen wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat er door de leerlingen op de open vraag niet altijd gerelateerd wordt naar de vraag of het (meer) meisjes stimuleert N&T te kiezen. Meisjes met N&T zijn het over het algemeen eens met meisjes zonder N&T. Meisjes staan dus niet negatief tegenover een promotieteam bestaande uit leerlingen, omdat meer voorlichting, eventueel via een laagdrempelige weg en voor alle profielen, volgens hen nodig is, ongeacht of het nu wel of niet leidt tot meer meisjes met N&T. De jongens zijn er minder zeker van dat een promotieteam voor N&T meer meiden naar het technische profiel zal trekken in vergelijking met de meisjes: 51,9% van de jongens staat hier positief tegenover. Bij de meisjes is dat 64,0%. ‘Overige maatregelen’ Welke overige maatregelen kunnen volgens leerlingen van betekenis zijn bij het stimuleren van meisjes naar N&T? Zowel meisjes met N&T als meisjes zonder N&T geven bij de meerkeuzevraag (item 45) aan dat ervaringen van vrouwen in de techniek een goede stimulans is voor meisjes om N&T te kiezen. Ze zijn van mening zijn dat het uitdelen van flyers of het maken van een website met informatie over N&T niet helpt, dat het in de onderbouw laten zien van bovenbouwboeken misschien wel, misschien niet helpt (bijna fiftyfifty) en dat vrouwelijke studenten en/of werknemers in de techniek naar school halen of op hun vervolgopleiding een rondleiding laten geven wel helpt om meer meisjes te stimuleren N&T te kiezen. De jongens zijn het over de te kiezen overige maatregelen grotendeels eens met de meisjes. Alleen over het uitdelen van flyers met informatie over N&T hebben de jongens minder sterk het idee dat het niet zal helpen meisjes te stimuleren voor N&T. Op de vraag naar overige ideeën wordt door meisjes, met en zonder N&T, gereageerd dat er meer informatie c.q. voorlichting over N&T en bijbehorende mogelijkheden moet komen. Er wordt onder meer geantwoord: - “zorg voor een vraagbaak waar leerlingen terecht kunnen over N&T”; - “geef duidelijker uitleg over N&T”; - “vertel over de vraag naar meiden in techniek”; - “geef informatie over wat je er mee kan”; - “begin al vóór de 3e klas met voorlichting geven over alle profielen”; - “geef meer informatie over N&T m.b.v. activiteiten”. Meisjes zonder N&T vinden dat er bij de bètavakken meer rekening moet worden gehouden met de manier van denken en het gevoel van meisjes met betrekking tot 58
techniek. Te denken valt hierbij aan lesonderwerpen die meisjes aanspreken, een manier van uitleggen die voor iedereen te begrijpen is, voorlichting over mogelijkheden voor meisjes met N&T, ook in verhouding met N&G, en informatie van vrouwelijke rolmodellen. Soortgelijke ideeën worden door de jongens aangedragen. Specifieke ideeën/opmerkingen van de jongens zijn: - “laat zien dat meisjes techniek ook kunnen, meisjes dénken dat het iets is voor jongens”; - “geef in de les voorbeelden met bijvoorbeeld cosmetica”; - “geef in de les voorbeelden uit het alledaagse leven”; - “laat zien dat je met N&T toch echt meer kan dan met bijv. C&M”. Meisjes met N&T over doorstroom naar technische vervolgopleidingen In paragraaf 3.4 is bekeken wat meisjes met N&T voor ideeën hebben om op een VO school meer meisjes met een N&T-profiel eveneens enthousiast te maken voor een technische vervolgopleiding. Uit hun reacties is onder meer op te maken dat een VO school moet zorgen voor meer voorlichting op en buiten school over technische vervolgopleidingen door mensen in de techniek, zowel door mannen als vrouwen. Tevens willen ze uitleg over de toekomstmogelijkheden van N&T, eventueel d.m.v. een studiemarkt of een promotieteam. Een paar reacties van deze meisjes: - “laat mensen van verschillende opleidingen colleges geven”; - “ga op excursie naar technische vervolgopleidingen, laat zien wat de mogelijkheden zijn en zorg dat er zowel mannelijke als vrouwelijke studenten rondleiden/vertellen”; - “laat wat ‘vrouwelijkere’ opleidingen aan bod komen (ontwerpen, voedselwetenschappen, enz.), die meisjes interesseren”; - “laat iemand (een vrouw) op school vertellen wat ze nu doet en wat je allemaal kan met N&T”; - “organiseer een soort studiemarkt voor technische vervolgopleidingen”.
5. Wat vinden bètadocenten van een VO school van de maatregelen om te zorgen voor meer meisjes met N&T en/of een technische vervolgopleiding die zijn aangedragen door leerlingen? Bètadocenten staan niet open voor het minder zelfontdekkend laten leren of minder in groepjes laten werken. Meisjes geven in de leerlingenenquête aan dat deze maatregelen ervoor kunnen zorgen dat meer meisjes N&T kiezen. Maar de jongens zijn het hier niet mee eens. Bij homogene klassen zouden bètadocenten er goed aan doen hun standpunt nog eens te heroverwegen. Bij heterogene klassen lijkt het me verstandig om als bètadocent je eigen afweging te maken in hoeverre je rekening houdt met de meisjes, wat goed mogelijk is als je gedifferentieerd les geeft. Dat er bij bètadocenten geen animo is voor meer excursies gericht op meisjes en techniek is opvallend te noemen, aangezien dit een maatregel is die leerlingen als zeer wenselijk c.q. noodzakelijk achten om meer meisjes te stimuleren voor techniek 59
te kiezen. Misschien dekt de formulering van deze maatregel in het docenteninterview niet goed genoeg wat er bedoeld wordt. Bètadocenten zijn daarentegen wel bereid om in de les meer te doen om het vak voor meisjes aantrekkelijker te maken, ze willen meer projecten gericht op techniek en meisjes en gastcolleges met vrouwelijke (en eventueel mannelijke) technici ondersteunen/uitvoeren. Docenten geven aan dat ze deze maatregelen nog niet doen. Wel geven ze al informatie over N&T en/of vervolgonderwijs en stimuleren ze meisjes N&T te kiezen en er is draagvlak hiervoor onder de docenten die dat nog niet doen. Tevens zijn bètadocenten al bezig met informatieverstrekking over het vak in de bovenbouw, inclusief zaken zoals inhoud en nut van het vak, en het leggen van verbanden naar de werkelijke wereld, maar leerlingen zijn van mening dat deze maatregelen nog niet genoeg plaatsvinden.
5.3
Beantwoording van de hoofdvragen
De hoofdvragen uiteengezet in paragraaf 1.2 beantwoord ik in deze paragraaf op basis van de conclusies per onderzoeksvraag (zie paragraaf 5.2). De hoofdvragen lieten zich als volgt omschrijven: A. Hoe kan men op een VO school Best zorgen voor meer meisjes in de N&Trichting én de doorstroom ervan naar HBO/WO? B. Welke maatregelen, o.a. volgend uit vraag A, zijn wenselijk volgens leerlingen en docenten van een VO school? C. Is het creëren van meisjesklassen (aansluitend op vraag A) wenselijk volgens leerlingen en docenten op een VO school? A. Hoe kan men op een VO school Best zorgen voor meer meisjes in de N&Trichting én de doorstroom ervan naar HBO/WO? Uit de gelezen literatuur blijkt dat dit o.a. kan door: - te werken met aparte jongens – en meisjesklassen; - te werken met een promotieteam voor N&T bestaande uit leerlingen met N&T; - te werken met promotiemateriaal; bijvoorbeeld flyers of een website met informatie over N&T; - meer excursies te organiseren naar technische instanties; - te werken met vrouwelijke rolmodellen; bijvoorbeeld m.b.v. excursies of door vrouwelijke technici op school laten vertellen over hun ervaringen; - meer voorlichting te geven over de toekomstmogelijkheden met N&T; - docenten, decanen en schoolleiders te sensibiliseren voor genderinclusief onderwijs; - in de les rekening te houden met genderverschillen c.q. het vak voor meisjes aantrekkelijker maken.
60
B. Welke maatregelen, o.a. volgend uit vraag A, zijn wenselijk volgens leerlingen en docenten van een VO school? Zowel volgens leerlingen als volgens docenten van een VO school zijn wenselijke maatregelen: - werken met vrouwelijke rolmodellen door vrouwelijke technici op school te laten vertellen over hun ervaringen; - meer voorlichting geven over de toekomstmogelijkheden met N&T; - in de les rekening te houden met genderverschillen c.q. het vak voor meisjes aantrekkelijker maken. Volgens leerlingen, maar niet volgens docenten, van een VO school zijn wenselijke maatregelen: - meer excursies organiseren naar technische instanties; - werken met vrouwelijke rolmodellen m.b.v. excursies. C. Is het creëren van een meisjesklas (aansluitend op vraag A) wenselijk volgens leerlingen en docenten op een VO school? Op basis van de antwoorden bij vraag B blijkt het creëren van een meisjesklas niet een wenselijke maatregel te zijn onder leerlingen en ook niet onder docenten op een VO school.
5.4
Factoren die mogelijk de uitslag van het onderzoek hebben beïnvloed
Voor de te interviewen meisjes uit 5-havo en 6-vwo stond ten tijde van de interviews het CSE voor de deur. Voor sommigen was het zelfs al bezig. Om hen niet al te veel van hun tijd te vragen – zij wilden zich natuurlijk op de examens gaan voorbereiden – had ik met deze dames afgesproken dat het interview 15 à 20 minuten zou duren. Hiermee moest ik dus rekening houden bij het opstellen van de interviewvragen en was ik gebonden aan een strakke tijdsplanning. Daarom bestond het interview uit een schriftelijk en een mondeling deel. Het schriftelijk deel kostte niet veel tijd, waardoor ik in het mondelinge deel genoeg tijd had om mijn vragen voldoende beantwoord te krijgen. Tevens had ik vooraf een lijstje gemaakt met een aantal punten erop die ik zeker aan bod wilde laten komen. Nadeel is dan natuurlijk dat je kans hebt dat je soms te veel moet sturen, terwijl je juist de mening en/of ideeën van de betreffende meisjes wilt horen (zonder dat jij ze op het idee hebt gebracht). Dit speelde vooral bij vraag 5 van het interview (bijlage II.i). Voor de meisjes uit 5-vwo was er geen belemmering in tijd, waardoor weinig sturing mogelijk was. Tevens kan er sprake zijn geweest van onduidelijkheid bij een aantal vragen van de leerlingenenquête. Uit reacties van vele leerlingen bleek bijvoorbeeld dat men de vragen nogal veel op meisjes gericht vond, dat een vraag niet voor zowel natuur – als schei – en/of wiskunde te beantwoorden is en dat vragen over ervaringen in de onderbouw nu niet meer goed te beantwoorden zijn. De onduidelijkheid van bepaalde vragen kan de uitslag van de leerlingenenquête en dus van dit onderzoek 61
hebben beïnvloed. Een paar reacties die zijn ingevuld bij item 53 (op – of aanmerkingen aan het eind) van de leerlingenenquête volgen hieronder als voorbeeld. Een aantal reacties van de meisjes: •
•
•
• • •
Op een aantal vragen zijn geen goede antwoorden te geven, zoals de vraag meer vrouwelijke docenten inde bèta vakken: niet van toepassing. Ook bij het promotieteam ligt het eraan hoe die meisjes zijn. Bij de een werkt het stimulerend bij de ander juist averechts. De vragen waren vaak onduidelijk, omdat het net leek alsof natuurkunde/scheikunde en wiskunde allemaal dezelfde methodes gebruiken maar dat doen ze niet. Deze test doet net alsof meisjes heel dom zijn en geholpen moeten worden door de grote stoere jongens.... Een beetje clichéverhaal. Ik vond de vragen over de onderbouw moeilijk te beantwoorden omdat dat best lang geleden is. Ik vond ook dat je niet voor alle vragen goede antwoorden aan kon kruisen (sommige meningen ontbraken) Ik snap niet dat we deze lijst in moeten vullen want wij hebben geen N&T ,dus we kunnen ook echt niet weten wat er allemaal gebeurd bij deze vakken want deze heb ik helemaal niet! Ik vind het onzinnige vragen en alleen op meisjes gericht. Waarom moeten jongens deze lijst ook invullen? Ik snap niet zo goed waarom er voor N&T een promoteam etc. zou moeten komen, en voor andere profielen niet. Ik heb voor E&M even weinig informatie gekregen als voor bijvoorbeeld N&T. Doe dit dan voor alle vakken.
Een aantal reacties van de jongens: •
• • • •
Een groot aantal vragen gaat van het vooroordeel uit dat meisjes alfa zijn, en jongens bèta. Ook dat jongens per definitie beter zijn dan meisjes in technische vakken. Ook miste ik bij de eerste paar vragen de mogelijkheid tot het kiezen van 'geen invloed' Duidelijke vragenlijst, alleen het scheiden van jongens en meisjes begrijp ik niet echt. Ik denk niet dat ze hun keuze baseren op het feit dat ze bij veel jongens in de klas zitten. Sommige vragen waren retorisch, bijvoorbeeld: Natuurlijk KUNNEN jongens meisjes uitleg geven bij natuurkunde, net als dat meisjes jongens uitleg kunnen geven. Je moet eerst vragen of je een meisje bent of niet want ik denk dat wij deze vragen allemaal toch niet goed kunnen beantwoorden. Af en toe beetje wazige vragen en het nut erachter is me niet helemaal duidelijk.
Tot slot nog even de geringe animo voor meer excursies gericht op meisjes en techniek onder bètadocenten. Het kan zijn dat deze maatregel in het docenteninterview niet duidelijk genoeg is geformuleerd (wat ik ook eerder aangaf). In de leerlingenenquête worden er meer in detail aangegeven wat ermee wordt bedoeld. Het is mogelijk dat de resultaten van het docenteninterview anders zouden zijn als de formulering beter duidelijk maakt dat het gaat om excursies naar technische bedrijven en/of vervolgopleidingen waarbij meisjes kennismaken met vrouwen in de techniek.
62
63
64
6
Aanbevelingen
Naar aanleiding van de resultaten van de leerlingenenquête is aan te bevelen op een VO school niet te werken met homogene klassen bij de bètavakken. Het is aan te bevelen andere maatregelen toe te passen. Zo is aan te bevelen dat een VO school (meer) werkt maakt van de voorlichting over N&T en/of technische vervolgopleidingen in de onderbouw, aangezien uit zowel de gelezen literatuur als uit de leerlingenenquête blijkt dat dit meer meisjes zal aanzetten om N&T en/of een technische vervolgopleiding te kiezen. Hierbij worden vrouwelijke rolmodellen als belangrijke factor genoemd. Kortom: het is aan te bevelen dat een VO school in de onderbouw meedoet aan Jetnet-activiteiten, meer projecten m.b.t. meisjes en techniek organiseert, gastcolleges door vrouwelijke technici en excursies naar technische vervolgopleidingen organiseert en overige 'bekend maakt bemind' acties onderneemt. Naar aanleiding van de resultaten van het docenteninterview is aan te bevelen het draagvlak onder bètadocenten voor excursies met betrekking tot meisjes en techniek verder te onderzoeken, aangezien docenten er nu niet voor open staan terwijl leerlingen aangeven dat dit een belangrijke factor is bij het stimuleren van meisjes voor techniek. Het opstellen van een meer gedetailleerde vraag hierover kan leiden tot een beter beeld van het draagvlak onder bètadocenten. Tevens is aan te bevelen dit te onderzoeken onder een grote groep bètadocenten op een VO school, zodat de resultaten meer representatief zijn. Op basis van item 1 tot en met 28 van de leerlingenenquête, is aan te bevelen dat men in de onderbouw in de bètalessen o.a. vaker een link met zaken in het dagelijkse leven legt en informatie geeft over de inhoud, werkvormen, projecten, moeilijkheidsgraad en het nut van de vakken c.q. vervolgopleidingen. Uit het docenteninterview blijkt dat docenten dit al doen, maar volgens leerlingen moet het nog vaker gebeuren dan dat nu het geval is. Het is aan te bevelen een werkgroep met bètadocenten op te richten die samen bekijken hoe ze in de les meer kunnen doen om het vak voor meisjes aantrekkelijker te maken. Het is aan te bevelen dat bètadocenten meer rekening houden met de wens van meisjes minder in groepjes te werken en minder zelfstandig ontdekkend te leren, met behulp van een gedifferentieerde doceerstijl binnen lesverband. Zo komen ze de wensen van zowel de meisjes als de jongens tegemoet én kunnen ze dicht bij hun eigen doceerstijl blijven. Wel is hier voorzichtigheid geboden, aangezien het zelfontdekkend leren momenteel wordt gezien als de toekomst van het onderwijs.
65
66
Referenties [1]
Boltjes, E. (2004). Voorbeeldgestuurd onderwijs, een stap naar abstract denken, vooral voor meisjes, Docentraal.
[2]
Bradley, A. (December 2006). Saving Black Boys: the need for single-sex education led by black men, Ebony Magazine.
[3]
Costa, V.B. (1995). When science is another world: Relationships between worlds of family, friends, school and science, Science Education, 79(3) pp 313333.
[4]
Haag, P. (2003 – 2004). K-12 Single-Sex Education: What Does the Research Say?, geraadpleegd op 6 mei 2007, http://www.ericdigests.org/2001-2/sex.html.
[5]
Harker, R. (2000). Achievement, Gender and the Single-Sex/Coed Debate, British Journal of Sociology of Education, 21 (2) pp 203-218.
[6]
Joukes, G., in opdracht van VHTO, (2002). Meisjes/vrouwen en techniek.
[7]
Lyons, T.S. (2002). Decisions by ‘science proficient’ year 10 students about post-compulsory high school science enrolment: a sociocultural exploration, PhD-thesis.
[8]
Riet, van de R. (2004). Onderzoek naar de profielkeuze Heerbeeck College Best, afstudeerverslag.
[9]
Schemo, D.J. (October 25 2006). Federal rules back single-sex public education, the New York Times.
[10] Schoenmakers, M. (2004). Onderzoek naar de profielkeuze Heerbeeck College te Best, afstudeerverslag. [11] Spiegelbeeld, (z.d.). Vrouwelijke professionals begeleiden meisjes in hun keuzeproces voor een bèta/technische/ict-studie, geraadpleegd op 7 mei 2007, http://www.spiegelbeeld.net/html/index.php. [12] VHTO, Expertisebureau meisjes/vrouwen en bètatechniek (Amsterdam) en ROC van Twente (Hengelo), (2005). ‘ENTER: Women entering male professions’. Good Practice Handboek. Voor het verbeteren van de instroom – doorstroom – uitstroom van meisjes en vrouwen in/uit ‘jongens – en mannenopleidingen’, Nieuwegein: Aanraad. [13] VHTO i.s.m. Platform Bèta Techniek, (2006). Meisjes als potentieel voor bètatechniek, Venlo: Henk’s Offset.
67
[14] VHTO, (2007). Studium Generale: GAMING, Girls can play the game!, geraadpleegd op 8 mei 2007, /Nieuws/Persberichten/2007/24 mei 2007: Studium Generale over gaming. [15] Warrington, M. and Younger, M. (2001). Single-sex classes and equal opportunities for girls and boys; perspectives through time from a mixed comprehensive school in England, Oxford Review of Education, 27 (3) pp339356. [16] Wills, R., Kilpatrick, S., Hutton, B. (2006). Single-sex classes in co-educational schools, British Journal of Sociology of Education, 27 (3) pp 277-291.
68
69
70
Bijlagen
Bijlage I
Gelezen publicaties
[1] Voorbeeldig onderwijs: een stap naar abstract denken, vooral voor meisjes. E. Boltjes, artikel Docentraal, 2004. Inhoud: “Als men in het onderwijs rekening houdt met sekseverschillen, dan zullen meer meisjes voor abstracte studies kiezen”, aldus Elise Boltjes. Ze heeft daarom voorbeeldgestuurd onderwijs ontwikkeld, een onderwijsmethode die beter aansluit bij meisjes. Volgens Boltjes geven meisjes meer toe aan hun onzekerheid, zijn niet snel tevreden met een zeven en willen vat krijgen op een formule (waar dient het voor/wat is het nut ervan?). Meisjes willen het gevoel hebben dat ze het begrijpen, traditioneel onderwijs gaat daar te weinig op in. Voorbeeldgestuurd onderwijs gaat uit van concrete voorbeelden die grip op de stof geven. Uit onderzoek van Boltjes blijkt dat niet alleen meisjes maar ook jongens beter presteren bij voorbeeldgestuurd onderwijs. Het kan op de basisschool al worden toegepast en sluit aan het op het nieuwe leren, probleemgestuurd onderwijs. De basis voor het voorbeeldgestuurd onderwijs ontleende Boltjes aan het analyseren van kennis en het bestaat uit twee hoofdzaken: 1) Vind eerst de grote lijn, 2) Herken die lijn en pas die toe in een nieuwe situatie. Zo kom je verder op abstract niveau. Dus voor docenten: begin met voorbeelden en breng van daaruit de formule onder woorden. De inhoud van dit artikel geeft aan dat bij o.a. de bètavakken meisjes anders leren dan jongens. Wordt voorbeeldgestuurd onderwijs, vanuit een concreet voorbeeld te werk gaan en dit vervolgens abstract maken, als prettig ervaren door leerlingen van een VO school? En kan dit bij toepassing ervan tijdens de lessen natuur-/schei/wiskunde leiden tot meer meisjes met een N&T-profiel volgens leerlingen van een VO school? Dit ga ik na m.b.v. leerlingeninterviews en een leerlingenenquête.
[2] Saving Black Boys: the need for single-sex education led by black men. A. Bradley, Ebony Magazine, December 2006. Geen omschrijving.
[3] Het proefschrift van T.S. Lyons – [bron 7] leunt sterk op het werk van V.B. Costa: “When science is another world: Relationships between worlds of family, friends, school and science”, Science Education, 79(3) pp 313-333 (1995) Abstract:
71
“The purpose of this article is twofold: to describe a model for understanding how students' responses to science are related to the degree of congruency between their worlds of family, friends, school, and science; and to explore the implications of this model for practice and policy in science education. The study focuses on the meaning-perspectives of students to understand how they differentially experience school science. On the basis of classroom observations, teacher recommendation, and students' willingness, 43 high school science students were interviewed to gain information on their perceptions of school and science, the importance and influence of friends on these perceptions, and family conditions that were significant to their lives. Through the identification of five distinctive patterns regarding the relationship between personal experiences and success in school and science, this study draws attention to the necessity of curriculum and school practices that facilitate the integration of students' multiple worlds.” http://www3.interscience.wiley.com/cgibin/abstract/112767814/ABSTRACT
[4] K-12 Single-Sex Education: What Does the Research Say? P. Haag, http://www.ericdigests.org/2001-2/sex.html, ERIC Digest, 2003 – 2004. Inhoud: Dit overzicht bespreekt een aantal onderzoeken die speciale aandacht hebben voor de effecten op de houding/het gedrag en prestaties van meisjes met ‘single-sex’onderwijs vergeleken met meisjes met ‘mixed-sex’- onderwijs. Op het gebied van gedrag zijn een aantal consistente resultaten gevonden, inclusief verschillen in specifieke gebieden van het zelfbewustzijn (o.a. gevoel van eigenwaarde) tussen meisjes op ‘single’ – en ‘mixed-sex’- scholen, en resultaten die de opvatting ondersteunen dat een ‘single-sex’- context een minder stereotype blik bij de leerling bevordert. De studies zijn het ook over eens dat leerlingen ‘single-sex’schoolomgevingen als meer geordend zien. Studies die positieve prestatie-effecten vinden die toe te schrijven zijn aan schooltype, neigen ernaar om hun resultaten specifiek te verbinden aan bepaalde contexten en groepskenmerken (zoals sociaaleconomische status). Een aantal studies zien in dat sommige ‘single-sex’- scholen “iets anders doen” wat in ‘mixedsex’- onderwijs wel te reproduceren is. Deze studies zien beleids – en oefeningrepen als bijzonder waardevol. Andere studies zien geen positieve prestatie-effecten bij ‘single-sex’- programma’s. Ondanks dat uit onderzoek blijkt dat meisjes op ‘single-sex’- scholen een plek vinden waar ze beter kunnen leren, slaagt men er niet in om op die scholen bij meisjes een significante winst in prestatie te vinden voor wiskunde en science. Al met al maak ik hieruit op dat men het niet eens is of het goed is om jongens en meisjes te scheiden in de klas. Wel wordt gezegd dat meisjes in meisjesklassen zich ‘beter’ voelen dan in gemengde klassen; ‘beter’ betreffende het gevoel van eigenwaarde. [5] Achievement, Gender and the Single-Sex/Coed Debate. R. Harker, British Journal of Sociology of Education, vol 21 (2) 2000 203-218 Abstract:
72
This paper explores the gender differences in achievements at a variety of levels in secondary schools in New Zealand. Gender differences are shown in relation to English, mathematics and science, but the pattern is not consistent across year levels in the senior school. The relative achievements of girls in single-sex and coeducational schools are explored in detail, with careful controls for the student population differences at the two types of school. When such controls are exercised, the apparent differences between the two types of school reduce to non-significance. Data from a longitudinal study of 37 schools and from the Ministry of Education national database are used.
[6] Meisjes/vrouwen en techniek G. Joukes, VHTO, in opdracht van Axis, 2002. Inhoud: Jongens en meisjes presteren tegenwoordig zo goed als gelijkwaardig in het onderwijs, waarbij meisjes net wat hoger zijn opgeleid dan jongens. Meisjes kiezen nu wat minder traditioneel t.a.v. bètavakken dan voorheen, maar nog steeds is het verschil in aantal dat N&T kiest tussen jongens en meisjes groot. N&G trekt veel meer meisjes dan N&T. De instroom in de N-profielen kan worden vergroot als vóór de profielkeuze (eventueel al op de basisschool) de belangstelling van meer meisjes voor natuur en techniek wordt gewekt. Daarvoor is het nodig om voorlichting te geven dat een reëler beeld geeft van wat een technische vervolgopleiding/functie inhoudt. Als je kijkt naar de instroom van meisjes in het technisch HBO, dan is in de afgelopen tien jaar hierin een groei zichtbaar. Momenteel stagneert deze groei: de technisch HBO-meisjes prefereren opleidingen waarbij het dagelijks leven en welzijn van mensen meer direct zichtbaar is. De instroom van meisjes in het technisch WO neemt nog steeds toe, maar net als bij HBO hebben meisjes een voorkeur voor opleidingen meer gerelateerd aan het welzijn van mensen. De gezondheidszorg is dan ook de vervolgopleiding waarvoor de meeste vrouwelijke bètatalenten kiezen. Meisjes kiezen niet voor een vervolgopleiding in natuur en techniek, voornamelijk omdat ze de bijbehorende beroepsmogelijkheden niet zien zitten. De prestaties van meisjes op zowel een technisch HBO als een technisch WO zijn beter dan die van jongens. Bij nieuwe opleidingen die een snijvlak hebben met gezondheidszorg en techniek is de instroom van meisjes inmiddels groter dan bij traditionele technische opleidingen. Naar verwachting zullen ook meer meisjes instromen bij nieuwe opleidingen die een snijvlak hebben met techniek en andere domeinen die bij meisjes in trek zijn, waar leerlingen van alle profielen worden toegelaten. Qua arbeidsparticipatie is het aandeel technisch geschoolde mannen groter dan van technisch geschoolde vrouwen. Maar hoe hoger de opleiding, hoe kleiner de verschillen tussen mannen en vrouwen. Voorlichting over wat je met een technische opleiding kan is van belang. Tevens moet daarbij aandacht worden besteed aan factoren/opleidingen/beroepen die meisjes aantrekkelijk vinden.
73
[7] Decisions by ‘science proficient’ year 10 students about post-compulsory high school science enrolment: a sociocultural exploration. T.S. Lyons, PhD thesis, December 2002, University of New England (Australia) (www.enu.edu.au), thans daar lecturer in science and technology education. Inhoud: Het onderzoek ging na waarop 3e-klassers hun keuze voor bètavakken in de bovenbouw baseren, aangezien er steeds minder bèta gekozen wordt. Er is ook gekeken waar bètadocenten dachten dat het aan zou liggen. Uitkomsten geven aan dat de omgeving van de leerling (ouders, familie) en de houding van deze mensen ten opzichte van bèta, voor een groot deel bepalend is. Verder is de onduidelijke maatschappelijke toepassing van bètavakken een factor gebleken. De invloed van vrienden is geen factor bij de keuze. De invloed van het beeld van een wetenschapper dat in de media gebruikt wordt speelt niet aanwijsbaar mee. In het proefschrift bevinden zich vragenlijsten aan leerlingen en docenten die nuttig kunnen zijn voor gebruik in onderzoek.
[8] Onderzoek naar de profielkeuze Heerbeeck College Best. C. van de Riet, afstudeerverslag, 2004. Inhoud: Het betreft een onderzoek om meer inzicht te krijgen in het proces van het kiezen van een profiel op een VO school te Best. De profielkeuzes in de periode 1999 – 2003 op een VO school zijn te vergelijken met landelijke cijfers. Opvallend is wel: op HAVO wordt C&M door meisjes op een VO school relatief veel gekozen. Er is sprake van traditioneel keuzegedrag: een hoge deelname van meisjes aan de profielen C&M en N&G en een aanzienlijk lagere aan E&M en N&T. Op het VWO kiezen de meisjes juist aanzienlijk vaker voor een N-profiel dan landelijk. Het aandeel meisjes met N&T is op een VO school 3% in 4-havo en 10% in 5-vwo. Landelijk is dit 3% respectievelijk 5%. Een vergelijking met de onderbouw laat zien dat leerlingen van een VO school de natuurprofielen als beduidend moeilijker en minder interessant beoordelen dan de maatschappijprofielen. Ook worden leraren in N-profielen als minder leuk beoordeeld en N-profielen moeilijker en saaier dan vooraf geschat. Er komen een tweetal zaken aan het licht: 1) meisjes op een VO school ervaren alle profielen als moeilijker dan jongens op een VO school, en 2) meisjes op een VO school zijn negatiever dan jongens over leraren in de N-profielen, o.a. betreffende de items “makkelijk kunnen uitleggen” en “leraren zijn meer geïnteresseerd in het vak dan in de leerlingen”. Het lijkt een imagoprobleem te zijn. Van de Riet merkt daarnaast op dat meisjes voorzichtiger zijn met het inschatten van de eigen capaciteiten. Zijn advies: 1) een persoonlijke toelichting van de vakdocent en heldere argumenten zijn zeer belangrijk voor de leerling, 2) de vertrouwensbasis met en de kwaliteiten van deze docent spelen ook een grote rol, en 3) sommige vakken (o.a. natuurkunde) is aan te bevelen de voorlichting te verbeteren. Interessant is het deel over hoe meisjes de N-profielen zien en wat de mogelijke redenen daarvoor zijn.
74
[9] Federal rules back single-sex public education. D.J. Schemo, the New York Times, October 25 2006 Geen omschrijving.
[10] Onderzoek naar de profielkeuze Heerbeeck College te Best. M. Schoenmakers, afstudeerverslag, 2004. Inhoud: Schoenmakers heeft onderzocht waarom leerlingen op een VO school voor een bepaald profiel kiezen en welke factoren daarbij een rol spelen. Daarbij heeft ze gekeken of jongens op een VO school anders tegen profielen aankijken dan meisjes op een VO school. Allereerst heeft Schoenmakers het verloop van de profielkeuzes op HAVO en VWO op een VO school en de verdeling van de leerlingen over de verschillende profielen in 2000 – 2004 bekeken. Tevens heeft ze de landelijke cijfers vergeleken met die van een VO school voor 2001 – 2003, zowel voor HAVO als voor VWO. Vervolgens heeft ze deze vergelijking doorgetrokken naar een uitsplitsing op geslacht. Hieruit volgt dat met name N&T bij VWO (en in mindere mate bij HAVO) op een VO school vaker door meisjes wordt gekozen vergeleken met landelijke cijfers. Tevens heeft Schoenmakers gekeken naar de typering van de profielen door leerlingen op een VO school en of jongens en meisjes hierover verschillen van mening. Over het algemeen typeren leerlingen op een VO school N&T met ‘moeilijk vak’, ‘hard werken’, ‘ben ik slecht in’, ‘later veel geld verdienen’ en ‘vervelend’. Meisjes blijken vaker dan jongens N&T te typeren met ‘saai’, ‘vervelend’, ‘interesseert me niet’ en/of ‘ben ik slecht in’. Ook geven meisjes vaker dan jongens aan dat ze C&M interessanter en N&G moeilijker vinden. Hoe leerlingen zelf over hun gekozen profiel denken, hoe ze tegen verschillende informatiebronnen aankijken, over welke vakken leerlingen meer informatie zouden willen hebben en welke rol ouders, familie, vakdocenten, decaan, mentor, vrienden en medeleerlingen hebben komt ook aan bod. Hieruit volgt onder meer dat leerlingen meer informatie zouden willen hebben over nieuwe vakken. Wat betreft de rol van de omgeving, concludeert Schoenmakers dat in de eerste plaats de ouders van grote invloed zijn op de profielkeuze. Daarna volgen de mening van de vakdocent, de decaan en tot slot de mentor. Meisjes vinden de mening van de vakdocent vaker belangrijk dan jongens. Schoenmakers doet tot slot de volgende aanbevelingen: speel bij voorlichting van N&T in op typering, maak vakken die horen bij N&T boeiender en wijs op de toekomstmogelijkheden, vergroot de bekendheid van informatiebronnen, geef extra aandacht aan nieuwe vakken en geef duidelijker voorlichting aan ouders. Als afsluiting stelt Schoenmakers voor vervolgonderzoek te doen naar hoe goed het profieladvies is. De voorlichting en het imago van N&T op een VO school moet dus beter.
75
[11] Vrouwelijke professionals begeleiden meisjes in hun keuzeproces voor een bèta/technische/ict-studie. Spiegelbeeld, http://www.spiegelbeeld.net/html/index.php. Site-inhoud: Vrouwelijke professionals die werken in de techniek worden vanuit een database ingezet bij voorlichtingsactiviteiten van de VHTO, landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek. Doel is hierbij: 1) meisjes in het voortgezet onderwijs en hun ouders, docenten en decanen te laten zien dat er wel degelijk technische vakvrouwen zijn en dat zij plezier hebben in hun werk; 2) beroepsbeelden verduidelijken en het zichtbaar maken van een breed scala aan beroepsmogelijkheden in bèta en techniek voor meisjes in het voortgezet onderwijs en hun omgeving, door het aanbieden van vrouwelijke rolmodellen (online, filmpjes, live, flyer) in het onderwijs. Er loopt een pilotproject ‘De glazen muur: Oriëntatiebrug voor N-profielmeisjes’. Hierin brengt de VHTO HAVO/VWO-meisjes met een N-profiel van twee Eindhovense scholen in contact met vrouwelijke studenten en professionals in bèta en techniek. Dit is een manier om de doorstroom van meisjes met N&T naar een technische vervolgopleiding te stimuleren.
[12] ‘ENTER: women entering male professions’. Good Practice Handboek. Voor het verbeteren van de instroom – doorstroom – uitstroom van meisjes en vrouwen in/uit ‘jongens – en mannenopleidingen’. VHTO, Expertisebureau meisjes/vrouwen en bètatechniek (Amsterdam) en ROC van Twente (Hengelo), Equal Project ENTER, 2005. Inhoud: Een beter op meisjes en vrouwen afgestemde voorlichting zet weinig zoden aan de dijk als niet ook de opleidingen zelf aantrekkelijker worden voor meisjes en als niet eveneens aandacht wordt besteed aan de uitstroom uit de opleidingen en inde instroom in het beroepenveld. Er zijn zowel kwantitatieve als kwalitatieve resultaten geboekt met het ENTER project en medewerkers zijn enthousiast geworden over de methodieken en de achterliggende strategie en hebben gemerkt dat het werkt. Welke maatregelen zijn er allemaal getroffen? Hier volgt een overzicht: twee ROC’s (ROC van Twente en ROC de Leijgraaf) hebben elk een medewerker voor een aantal uren per week vrijgesteld om de activiteiten te coördineren. Hierbij zijn de ROC’s eerder gestart met voorlichten en men heeft deze voorlichting meer m.b.v. organisaties georganiseerd. Tevens is er een promotieteam van m.n. vrouwelijke studenten/leerlingen opgezet, dat o.a. inzetbaar is op open dagen. Qua leeftijd en lifestyle staat zo’n team dicht bij de leerlingen, waardoor ze goede rolmodellen zijn en de boodschap beter overkomt. De studenten vullen de voorlichting aan door te vertellen over eigen keuzes, ervaringen en toekomstperspectief. Gevolg: het verhaal wordt er levendiger door en de leerlingen tonen meer betrokkenheid. Ook worden korte trainingen gegeven aan de leden van het team waarin o.a. aandacht wordt besteed aan effectieve techniekvoorlichting aan meisjes. Ook zijn er allerlei extra promotiemaatregelen ingezet, zoals een website van school waarop het promotieteam wordt voorgesteld, waarop vrouwelijke oud-leerlingen vertellen 76
waarom ze techniek gekozen hebben en met links naar meidenpagina’s over techniek. Verder is er gedacht aan een outfit voor het promotieteam en aan flyers, ansichtkaarten en sleutelhangers met de URL van de website erop. Gevolg: het promotieteam slaat aan bij de leerlingen op beide ROC’s. Na deze maatregelen wordt uiteengezet wat het vervolgtraject moet zijn t.b.v. voorlichting. Termen zoals workshadowing, e-maildatabase van leerlingen met interesse bijhouden, studentenpanel (met meisjes) opzetten voor het evalueren van de effecten van de voorlichtingsmaatregelen, contacten onderhouden met alumni, een cultuurdebat met docenten, staf en management van technische opleidingen over de verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke studenten en de cultuur van de technische opleidingen. Tot slot volgen een aantal tips waaronder: begin vroeg met voorlichten, maak duidelijk dan techniek iets is dat je kunt leren, leg een link met zaken in het dagelijks leven, geef informatie over de vakken, werkvormen, projecten en het nut van de vakken, laat zien dat een technische opleiding leuk kan zijn, geef actuele informatie over de werkgelegenheid voor gediplomeerden in de regio en laat zien dat je ook in technische beroepen met mensen te maken hebt en maatschappelijk nuttig bezig bent. In dit boekje wordt uiteengezet welke maatregelen twee scholen hebben ingezet om meer meisjes te stimuleren voor techniek te kiezen en wat daar allemaal bij komt kijken. Duidelijk is dat alles draait om voorlichting, waarbij techniek voor meisjes positief benaderd wordt. Tevens blijkt dat medewerkers aangeven ook echt resultaat te zien! Dit neem ik mee in mijn onderzoek bij de wenselijkheid bij leerlingen van maatregelen anders dan het scheiden van klassen op geslacht.
[13] Meisjes als potentieel voor bètatechniek VHTO, brochure, Platform Bèta Techniek, 2006. Inhoud: Een groot aantal bruikbare tips voor schoolleiders, bètadocenten en keuzebegeleiders om bètatalent van meisjes naar boven te halen wordt in deze brochure aangereikt. Uit onderzoek blijkt dat meisjes onzeker zijn over hun prestaties bij de exacte vakken en dat zij hun capaciteiten onderschatten, in tegenstelling tot jongens. Bovendien hebben meisjes weinig vrouwelijke rolmodellen in hun omgeving. Onbekend maakt onbemind. Voor schoolleiders is een van de tips: meten is weten, dus houd elk jaar bij wat en hoeveel er gekozen wordt door meisjes en jongens m.b.t. profielen en vervolgopleidingen. En docenten exacte vakken zouden zich (meer) bewust moeten zijn van het geringe zelfvertrouwen van meisjes t.a.v. hun prestaties bij die vakken. Uit onderzoek is gebleken dat op scholen die werk maken van meisjes en de N-profielen, daadwerkelijk het percentage meisjes dat kiest voor N&G én N&T hoger is, dan op scholen die dat niet doen. Een aantal instrumenten is achter in de brochure toegevoegd, te weten: 1) Meten is weten, 2) Monitoren van keuzes, keuzemotieven en tevredenheid met de keuze, 3) Opstellen activiteitenplan, 4) Ouders betrekken bij de profielkeuze en 5) Rolmodellen inzetten in het keuzeproces. Werk maken van meisjes en het profiel N&T zal volgens deze brochure resultaat opleveren. De aangeleverde instrumenten kunnen hierbij van betekenis zijn. 77
[14] Studium Generale: GAMING, Girls can play the game! VHTO, /Nieuws/Persberichten/2007/24 mei 2007: Studium Generale over gaming, 2007. Inhoud: Studium Generale wil met Ict-STER de interesse van jongeren en met name meisjes vergroten voor ict & gaming. Tijdens de bijeenkomst ‘Gaming, Girl can play the game!’ wordt o.a. op de volgende vragen ingegaan: gamen meisjes ook? Trekt een opleiding Gaming meisjes aan? Hoe maak je gaming genderinclusief? Meer informatie is terug te vinden op www.ictster.nl. Gerichte samenwerking tussen onderwijs, bedrijfsleven, beroepsverenigingen en expertisecentra is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de participatie van vrouwen in de ict beduidend groter wordt. In het Equal-project Ict-STER werkt men aan het ontwikkelen van nieuw beleid en nieuwe methodieken om meer meisjes enthousiast te maken voor een toekomst in de ict. Te denken val hierbij aan: 1) gezamenlijke actie; een breed samengestelde groep van organisaties maakt gezamenlijk werk van de participatieverhoging; 2) integrale, langdurige aanpak; genderinclusieve onderwijsvernieuwing gaat gepaard met het gevoelig maken van docenten, decanen en ouders en met ondersteunings – en beeldbeïnvloedende acties gericht op meisjes; 3) ketenbenadering; start in de onderbouw van het voortgezet onderwijs en loopt door tot en met intrede van de afgestudeerden op de arbeidsmarkt; 4) combinatiestrategie; ook veel van de activiteiten zijn gericht op het genderinclusief maken van het onderwijs, zodat dit evenzeer meisjes als jongens zal aanspreken. De activiteiten van het project omvatten verschillende clusters: rolmodellen identificeren en mobiliseren (met daarin een databank van vrouwelijke rolmodellen opzetten), toeleverend onderwijs (verbetering van het voorlichtingstraject en gendersensibilisering van docenten en decanen t.a.v. niet-traditionele studiekeuzes kan helpen), aantrekkelijke ict-opleidingen en verbreiding kennis over gender en ict. Maar mij valt vooral op dat de methodiek combinatiestrategie wordt genoemd: het genderinclusief maken van het onderwijs, zodat zowel meisjes als jongens het aanspreekt. De vrouwelijke rolmodellen en de voorlichting worden aangemerkt als belangrijke factoren bij het gevoelig maken van meisjes voor ict. Tevens komt het gevoelig maken van docenten en decanen betreffende dit onderwerp aan bod.
[15] Single-sex classes and equal opportunities for girls and boys; perspectives through time from a mixed comprehensive school in England. M. Warrington, M. Younger, Oxford Review of Eductaion, vol 27 (3), 2001 Abstract: The recent concern with the apparent 'under-achievement' of boys in England's comprehensive schools has led schools to review the potential of single-sex classes as a means of improving performance. This paper reviews the arguments for such a strategy, in the context of one school where such an approach has underpinned the organisation of the school through the last three decades. We examine the rationale behind the original decision to implement single-sex teaching, consider the evolution of the curriculum through time, and discuss the strengths and weaknesses of this 78
mode of organisation from the varying perspectives of parents, students and teachers. We consider whether the strategy has contributed to an improvement in the achievement levels of girls, and discuss the extent to which single-sex teaching has the potential to have a positive impact in raising boys' performance. In reviewing the evidence, we conclude that the single-sex mode of teaching in the school is effective in contributing to high achievement levels, in many contexts providing a conducive and supportive environment for students' learning. We suggest that such groupings may offer more advantages for girls than for boys; we argue that the potential of the system will only be fully realised when it is explicitly recognized that girls and boys do respond differently, in certain contexts, to different teaching-learning styles. De schrijvers van deze publicatie hebben interviews afgenomen op een gemengde middelbare school in Engeland, waar de lessen gescheiden worden gegeven op een paar vakken in hogere leerjaren na. Alle buitenschoolse activiteit, pauzes, disco’s etc. zijn wel gemengd op deze school. De school werkt al ruim dertig jaar op deze manier en is erg tevreden. In Engeland is bezorgdheid ontstaan over het minder presteren van jongens. Uit dit onderzoek blijkt dat over het algemeen met denkt dat gescheiden klassen beter is voor de prestaties van jongens en meisjes. Echter de leraren hebben de indruk dat alleen de meisjes er ook hoger door gaan scoren en vaker een niet traditionele vervolgopleiding kiezen. Helaas zijn er geen interview transcripts of vragenlijsten beschikbaar die een beeld geven hoe het onderzoek precies is uitgevoerd.
[16] Single-sex classes in co-educational schools, R. Wills, S. Kilpatrick, B. Hutton, British Journal of Sociology of Education, vol 27 (3) July 2006 277-291 Abstract: This research investigated social and academic outcomes from singleǦsex classrooms in a Tasmanian coeducational government primary school. Interviews, observations and surveys formed the basis of the evidence. Teachers, parents and children reported positive benefits from the class organisation, but these differed according to gender. Staff identified increased confidence and higher self-esteem among girls, whereas boys developed increased motivation and more commitment to schoolwork. Teachers and parents noted that boys’ accountability and self-discipline improved. Teachers adopted different strategies from those used with mixed-gender classes and gained higher levels of satisfaction from teaching, attributable to increased children’s time ‘on task’. Paradoxically, standardized school testing indicated no increase in academic achievements. However, there may be an extended lag between establishing changed social relationships and measurable academic outcomes, suggesting that if the new class structure is to achieve its full potential, it should be established early in primary school and continue to adolescence.
79
Het artikel is geschreven na onderzoek op een basisschool waar nu voor het tweede jaar een jongensklas en een meisjesklas is ingesteld. Er zitten 44 leerlingen in deze gescheiden groep. Statistisch gezien mag je dus geen enkele conclusie verbinden aan dit onderzoek, maar dat even terzijde. Grappig is wel dat als 5 van de 32 ouders die meededen aan de vragenlijsten aangeven dat zij geen verschil merken met een gemengde klas dit in het artikel wordt gezien als ‘only’. De conclusies zijn sociaal interessant. In de basisschoolomgeving gaan de leerlingen er dus sociaal gezien op vooruit, maar prestatiegezien dus niets op vooruit. Interessant voor het Heerbeeck is dat de motivatie voor jongens om te leren en te presteren groter wordt in ‘single-sex’- klassen.
80
Bijlage II
II.i
Leerlingeninterviews
Opzet leerlingeninterviews
Vragen voor leerlingeninterview Dit interview bestaat uit een schriftelijk en een mondeling deel. Beantwoord eerst de vragen van het schriftelijk deel. Dit zijn 4 vragen, zie hieronder. Vervolgens start het mondelinge deel. Schriftelijk deel 1. In welke klas zit je?
2. Welk profiel heb je gekozen?
3. Wat voor advies kreeg je destijds voor N&T?
4. Schrijf op waarom je wel of niet N&T gekozen hebt.
81
Formulier bij mondeling gedeelte leerlingeninterview Interview met:
Hoofdvraag
5. Wat zou jou over de streep (hebben) kunnen trekken bij het kiezen voor N&T? (Leerling mét N&T: Wat heeft je over de streep getrokken?)
Open doorvraag Was N&T nuttig voor jou geweest? Hoe ben je tot die conclusie gekomen? Heb je het gevoel dat je N&T aankan? Wat heeft daaraan bijgedragen?
Gestuurde doorvraag Omgeving/docent/toekomst/ iets anders…
Doorvraag met suggestie
Vertrouwen in je eigen capaciteiten Omgeving/docent/toekomst/ iets anders…
Het profieladvies Gedrag docent Iets anders
Iets anders Was je gemotiveerd voor N&T? Wat heeft daaraan bijgedragen?
Omgeving/docent/toekomst/ iets anders…
Bepaalde docent Bepaald vak Bepaalde activiteiten? (projecten/voorlichting/…)
Iets anders Iets anders?
6. Wat merk je van wat de school al doet om de keuze bij meisjes voor N&T te stimuleren?
Zijn er docenten die de keuze bij meisjes voor N&T stimuleren? Hoe?
Is de manier van lesgeven belangrijk?
Maakt het uit hoe de docent de les indeelt? Wat wordt er in de lessen gedaan zodat het voor meisjes leuker of fijner is? Doet het ertoe hoe de docent zijn vaak ‘uitstraalt’? (houding tov vak/ enthousiasme)
Iets anders? Zijn er vakken die de keuze bij meisjes voor N&T stimuleren?
Maakt het uit wat voor vak het is?
Hoe laten vakken zien dat N&T leuk kan zijn voor meisjes?
Iets anders? Zijn er activiteiten op te noemen?
Wat voor activiteit kan ervoor zorgen dat meer meisjes voor N&T kiezen? Iets anders?
Iets anders?
82
Heb je wel eens iets gehoord van Jet-Net? Ken je doeopdrachten? Heb je daar iets van meegemaakt?
7. Wat zou Wat zouden docenten kunnen doen? de school kunnen doen om de keuze bij meisjes voor N&T te stimuleren?
Heeft de manier waarop de docent zich gedraagt invloed?
Wat kunnen docenten doen in de manier van uitleggen?
Doet het er toe als de docent aardig is? Doet het er volgens jou toe als de docent een persoonlijke band met de leerlingen heeft? Wordt er in de lessen iets gedaan zodat het voor meisjes leuker of fijner is? Heb je wel eens van ‘Voorbeeldgestuurd onderwijs’ gehoord? Wat vind je daarvan?
Iets anders? Welke rol zou de inrichting van de lessen kunnen spelen?
Maakt het uit wat de leerlingen doen? Maakt het uit hoe de stof wordt eigen gemaakt?
Doet de werkvorm ertoe? (klassikaal/ zelfstandig, in groepjes/individueel, volgend/ontdekkend) Theorie boek volgen? Projecten/ opdrachten?
Iets anders? Zijn er volgens jouw vakken die iets kunnen bijdragen?
Zijn er vakken die het voor meisjes aantrekkelijker kunnen maken? Wat kunnen vakken doen om te laten zien dat N&T leuk kan zijn voor meisjes?
Wat ‘missen’ die vakken nu? Kunnen meer doeopdrachten helpen? Vakoverstijgend werken?
Kunnen bepaalde activiteiten helpen?
Sommige mensen denken dat het scheiden van klassen (op geslacht) kan helpen. Hoe denk jij daarover? Hoe sta je tegenover bepaalde doe-dagen mbt techniek? +speciaal voor meisjes?
Iets anders? Welke rol kan voorlichting over N&T hierin spelen?
Op welke manier zou de verstrekte informatie over N&T meer meisjes aanspreken?
Promo-team? (Die ervaringen vertellen) Flyers? Website? Mensen van buiten de school? Vb. vr. alumni Æ gesprekken/ workshadowing
Iets anders? Iets anders?
83
Vraag 8 is alleen voor meisjes van 5-havo en 6vwo mét N&T
8. Wat kan de school doen voor het enthousias me voor technische vervolgopl eidingen bij meisjes?
-
84
Kunnen vakken iets doen? Wat kan de voorlichting een rol spelen? Kunnen activiteiten helpen? Iets anders?
II.ii
Resultaten leerlingeninterviews
Hieronder zijn de reacties van de leerlingen tijdens de leerlingeninterviews uiteengezet, per vraag, uitgesplitst op profiel. Schriftelijk gedeelte Vraag 4:
Schrijf op waarom je wel of niet N&T gekozen hebt.
Reacties 5-havo: C&M - Ik wil later niets in die richting gaan doen, dus ik heb het niet nodig. - De vakken die in dat profiel zitten, spraken me niet echt aan. - Ik vond natuur – en scheikunde best moeilijk. N&G - Ik wilde geen vervolgopleiding gaan doen waarvoor je N&T nodig hebt. N&T - Het leek me leuk om het te proberen. - Het profiel heeft vakken die ik leuk vind. - Eerst twijfelde ik of ik het wel zou kiezen, maar N&G kon ik altijd nog gaan doen, dus heb ik toch N&T gekozen. N&T met biologie - Het leek me wel handig om N&T te kiezen, omdat ik in mijn vervolgopleiding veel natuur – en wiskunde zal krijgen. - Daarin lagen mijn interesses, ik wilde die vakken volgen. - Omdat de decaan zei dat je met deze keuze meer uitdaging kreeg. - Omdat er weinig talen in zitten. Reacties 5-vwo: C&M - Wiskunde ging in de 3e klas niet zo goed. - Ik wou rechten gaan studeren en bij C&M krijg je vakken die daarop aansluiten. E&M - Ik had een hekel aan natuur – en scheikunde. N&G - Ik kreeg als profieladvies een twijfel voor N&T. - Het leek mij een te hoog niveau. - Ik wilde geen vervolgopleiding gaan doen waarvoor je N&T nodig hebt. - Ik schatte in dat de vakken natuurkunde2 en scheikunde2 toch wel erg veel werk zou worden en dat het tempo nog hoger lag. N&T - Met dit profiel kun je nog alle kanten op. - Ik vind exacte vakken leuk. N&T met biologie - Ik had geen idee wat ik wilde gaan doen en wilde mijn vakkenpakket zo breed mogelijk houden. De bètavakken spraken me wel aan en toen heb ik er biologie1,2 bij gekozen. 85
Reacties 6-vwo: E&M - De vakken die in dat profiel zitten, spraken me niet zo aan. - Het toekomstperspectief met N&T was niks voor mij. Mijn interesses kwamen meer overeen met E&M. - Het leek me erg moeilijk, daarom ben ik eerst N&G gaan doen, maar de vakken vond ik niet zo leuk, dus ben ik naar E&M overgestapt. N&G - Ik wilde iets gaan doen in de geneeskunde of de gezondheidszorg en daarvoor was N&G al genoeg. - Technische richtingen spraken me niet aan, dus geen N&T. - Ik heb zo breed mogelijk gekozen (N&G met aardrijkskunde en economie1,2), waardoor ik vrijwel alle kanten nog op kan. - Door N&T te kiezen beperk je jezelf tot maar 3 vakken (na, sk, wi) en dus beperk je daarmee je toekomstmogelijkheden. - Het is een zwaar profiel. N&T met biologie - Als het te moeilijk zou zijn (vooral natuurkunde) kon ik toch nog overstappen naar N&G. Mondeling gedeelte Vraag 5:
Wat zou jou over de streep (hebben) kunnen trekken bij het kiezen voor N&T? (Leerling mét N&T: Wat heeft je over de streep getrokken?)
Bij vraag 5: Was N&T nuttig voor jou geweest? Hoe ben je tot die conclusie gekomen? Reacties 5-havo: C&M - Ik wilde niet die kant op. N&G - Voor mijn vervolgopleiding maakt het niet uit welke vakken je kiest (Fysiotherapie), biologie is wel handig, maar N&T is niet nuttig voor mij. N&T - Ik wou sowieso biologie, wiskunde, natuurkunde en scheikunde. N&T met biologie - Het lijkt me wel handig voor mijn vervolgopleiding, waarin veel natuurkunde en wiskunde terugkomt. - Ik wil dierenarts worden, dus N&G werd het sowieso al; met N&t kun je meer. Reacties 5-vwo: C&M - Ik twijfelde of ik later wel of niet iets technisch wilde gaan doen. - Ik wou altijd al rechten of filosofie of iets cultureels gaan studeren. E&M - Ik had het niet echt nodig. 86
- Ik vond het niet leuk. N&G - Als ik een opleiding ging doen waarvoor het nodig was, zou ik N&T doen. - Als het tempo lager lag of als je meer uren kreeg, zou ik N&T doen. N&T met biologie - Geschiedenis vond ik verschrikkelijk en dat hoort meer bij E&M. - C&M is meer een pretpakket (en dat werd ook zo verteld). - N&G wilde ik sowieso, iets met gezondheid, maar N&T is breder en dat wilde ik ook. Reacties 6-vwo: E&M - Ik wil iets met economie gaan doen. N&G - Ik wil iets met gezondheid; N&G is dan al genoeg. - Het is handig de makkelijkere variant van de natuurprofielen te kiezen, want dan heb je meer kans op hogere cijfers en dat is gunstig bij studies met lotingen. - Het was zorg of economie. N&T met biologie - Ik ga scheikunde studeren, dus nu is N&T wel handig.
Bij vraag 5: Heb je het gevoel dat je N&T aankan? Wat heeft daaraan bijgedragen? Vertrouwen in je eigen capaciteiten? Reacties 5-havo: C&M - Ik ben wel goed in wiskunde; ik mis nu ook de uitdaging bij dat vak. - De verwachting was dat het na de 3e moeilijker zou worden. N&G - Vooraf wel, maar nu vind ik N&G al moeilijk; het struikelvak is natuurkunde. N&T - Ik kan het wel, maar eerst twijfelde ik. N&T met biologie - Wis – en natuurkunde gingen in de 3e goed, dus de keuze N&T was makkelijker voor mij. - Ja, ik kan het wel aan. Reacties 5-vwo: C&M - Ik stond er in de 3e niet zo goed voor. Als ik mijn best wel deed, denk ik dat ik het wel zou kunnen. E&M - Ja. N&T met biologie - Ik heb er wel over nagedacht, of ik het wel zou kunnen. Reacties 6-vwo: 87
E&M - Wiskunde kan ik wel, maar ik ben niet in alle bètavakken goed; scheikunde is mijn grootste drempel. - Ik dacht niet dat ik het zou kunnen, want ik was niet super goed in natuur – en wiskunde en ik dacht dat je daarvoor achten en negens moest halen om N&T te kunnen doen. N&G - Ik had het denk ik wel gekund, maar ik had er niet zo’n goed idee van wat nou precies het verschil is tussen bijvoorbeeld natuurkunde1 en natuurkunde2, qua moeilijkheidsgraad e.d. (zo ook bij scheikunde). - In de onderbouw was alles veel makkelijker, dus achteraf ben ik blij met N&G.
Bij vraag 5: Heb je het gevoel dat je N&T aankan? Wat heeft daaraan bijgedragen? Het profieladvies? Reacties 5-havo: C&M - Voor N&T was dat positief, maar voor C&M twijfel! Dat kwam door geschiedenis en de talen. Reacties 5-vwo: E&M - Ik stond voor scheikunde een 7,5. Toch kreeg ik daarvoor als advies twijfel, wat erg vervelend en demotiverend was. N&T - Ja. N&T met biologie - Ook omdat het profieladvies voor N&T positief was.
Bij vraag 5: Heb je het gevoel dat je N&T aankan? Wat heeft daaraan bijgedragen? Iets anders? Reacties 5-havo: N&T - Ook docenten zeggen dat ik het wel kan. Reacties 6-vwo: E&M - Dan ga je naar de TU en dat klinkt ook allemaal heel moeilijk. N&G - Ik wilde eerst E&M kiezen, maar mijn ouders zeiden dat ik beter N&G kon kiezen en dat ik altijd nog kon overstappen. - Ik wil niet de rest van mijn leven met natuur - /schei - /wiskunde doorbrengen
88
Bij vraag 5: Was je gemotiveerd voor N&T? Wat heeft daaraan bijgedragen? Bepaald vak? Reacties 5-havo: C&M - N&T sprak me niet echt aan, ik had moeite met natuurkunde. - Natuurkunde vind ik niet zo leuk. Wiskunde ligt me wel, dat was leuk. Reacties 6-vwo: E&M - Ik vind scheikunde maar raar, ik vind het niet logisch, niet boeiend. En waar heb je het voor nodig? - De vakken van N&T hebben het imago dat het erg moeilijk is. - Docenten zeggen dat natuurkunde1,2 beter is dan natuurkunde1, want dan weet je er meer van.
Bij vraag 5: Was je gemotiveerd voor N&T? Wat heeft daaraan bijgedragen? Iets anders? Reacties 5-havo: C&M - Ik wil later niks met techniek. - Ik heb het later toch niet nodig. - Als ik wel N&T kies, wordt het alleen maar moeilijker - Om N&T te kiezen moet je meer erin geïnteresseerd zijn. - Om N&T te kiezen moet je meer weten wat je ermee kan. N&T - Ik wilde het gewoon eens proberen, ik zie het wel. - Ik wilde iets in de zorg doen; ik ben niet zo goed in talen. - De halve klas kon geen wiskunde, dus ik sprong eruit: ik kon het wel. N&T met biologie - N&T leek me interessant, want de M-profielen leken me saai en ik heb er biologie bij gekozen, dus doe ik ook N&G. - Ik wilde iets in de zorg doen; ik ben niet zo goed in talen. - Er werd gezegd dat je N&T écht moest doen. - Ik vond eerst N&G al moeilijk zat, maar het valt toch wel mee en nu doe ik het ook om te bewijzen dat ik het ook kan. Reacties 5-vwo: N&T - Dan kun je er alles mee doen en het is altijd nog mogelijk om over te stappen naar N&G. N&T met biologie
89
-
Nu wil ik waarschijnlijk naar de universiteit van Wageningen, levensmiddelentechnologie of voeding & gezondheid gaan doen. Ik ben laatst naar een open dag geweest. Ouders stimuleren ook iets met techniek te kiezen.
-
Reacties 6-vwo: E&M - Ik vind de vakken van N&T niet zo leuk. - Mijn interesse ging meer uit naar wat je er in de toekomst mee kan en ik ben niet zo technisch, ik ben nogal klunzig. - Ik wist meteen al dat ik C&M en N&T niet zou kiezen, want ik ben beter ik vakken van E&M. - Als er meer gekeken werd naar een betere combinatie met economie of als dat meer aangeraden wordt, dan zou het me misschien meer trekken. Ik dacht in de 3e dat ik met N&T persé de technische kant op moest, dus dat ik erg vast zou zitten aan een richting en ik wist nog niet wat ik wilde. N&G - Ik denk dat er meer voorlichting moet zijn om de leuke kanten van vervolgopleidingen van N&T te laten zien. - Alles wat je met N&T kunt, kun je ook met N&G, tenzij je de technische kant kiest. En dat interesseert me niet zo, zeker niet voor de rest van mijn leven. N&T met biologie - Ik wilde N&T of N&G kiezen, daarom wilde ik N&T proberen. - Ik ben niet goed in talen en economie. - Ik ben goed in scheikunde, natuurkunde en biologie en die vakken zijn interessant. Vraag 6:
Wat merk je van wat de school al doet om de keuze bij meisjes voor N&T te stimuleren?
Bij vraag 6: Zijn er docenten die de keuze bij meisjes voor N&T stimuleren?Hoe? Is de manier van lesgeven belangrijk? Iets anders? Reacties 5-havo: C&M - Docenten vonden C&M wel iets voor mij, vanwege mijn toekomstperspectief. - Ik ben niet zo goed geholpen bij de profielkeuze (m.n. door mentor), ik heb niet genoeg informatie gekregen. - Er wordt niet echt gezegd dat ook meisjes N&T doen en/of dat jij het aankan. N&G - Niks gemerkt. N&T - Er wordt niks in de lessen gedaan waardoor het voor meisjes leuker of fijner wordt. - Door de decaan werd gezegd dat er al veel meisjes N&T deden, maar dat was achteraf niet zo. N&T met biologie 90
-
Niks gemerkt. Er wordt niks in de lessen gedaan waardoor het voor meisjes leuker of fijner wordt. Door de decaan werd gezegd dat er al veel meisjes N&T deden, maar dat was achteraf niet zo.
Reacties 5-vwo: C&M - Een docent natuurkunde is heel enthousiast en erg positief; hij/zij probeert leerlingen aan te sporen/over te halen N&T te kiezen. E&M - Ik heb niks gemerkt. N&G - Niks gemerkt. - Een docent natuurkunde heeft een keer een les besteed aan dat je al wel bezig moet zijn met je toekomst. N&T - Een docent scheikunde en een docent wiskunde leggen uit op een manier die fijn is, zó, dat alles duidelijk is. Maar dat is voor iedereen fijn. Ook doen ze niet moeilijk om het nog een keer uit te leggen. - Een docent natuurkunde zei dat het wel zou lukken toen ik zelf twijfelde. N&T met biologie - Het maakt uit hoe een docent het brengt! - Er werd gezegd (door ouders, docenten en decaan) dat er straks veel mensen in de techniek nodig zijn. Dat is belangrijk, want dan heb je een grotere kans op werk later. Reacties 6-vwo: E&M - Ik heb niet veel gemerkt. - Bij wiskunde gaf de docent aan wat voor mij het verstandigste was om te kiezen (A of B). Dit advies heb ik maar opgevolgd (A), waardoor ik E&M heb gekozen. Met betere voorlichting over de mogelijkheden van de profielen had ik misschien iets anders gekozen. - Je krijgt meer een soort reclame voor elk vak. Verder niks gemerkt. - De mentor (4e) en mijn ouders probeerden me op N&G te houden. N&G - Er wordt niet echt iets gedaan in de lessen, zodat het voor meisjes leuker of fijner is. - Mijn mentor zei dat N&G genoeg was. - Niks gemerkt. N&T met biologie - Een docent natuurkunde probeert heel erg op je belevingswereld aan te sluiten. Dat is goed!
Bij vraag 6: Zijn er vakken die de keuze bij meisjes voor N&T stimuleren? Hoe laten vakken zien dat N&T leuk kan zijn voor meisjes? 91
Reacties 5-havo: C&M - In de brugklas: techniek. Dat is een leuk vak ook omdat je dan in groepjes werkt. N&T met biologie - Niks gemerkt. - Vakken laten niet zien dat N&T voor meisjes leuk kan zijn. Reacties 5-vwo: C&M - Natuur – en scheikunde vond ik zelf heel leuk door de opdrachten en proefjes. - Bij natuurkunde werkt men in groepjes, waarin je zelf dingen moest uitvinden(/zoeken) en dat vind ik leuk. N&G - Ik heb niet gemerkt dat vakken laten zien dat N&T voor meisjes leuk kan zijn. N&T met biologie - Niks gemerkt. Reacties 6-vwo: E&M - We hebben nooit een excursie of lezing gehad. - In de 3e bij scheikunde: heel veel proefjes! N&G - Ik heb niet echt bewust ervaren dat vakken laten zien dat N&T voor meisjes leuk kan zijn. - Ik heb niet echt nagevraagd wat het verschil tussen bijv. natuurkunde 1 en 2 was, maar wel van wat is nou het beste en dan hoorde ik steeds het verhaal dat ik aan N&G genoeg had. N&T - Vakken laten niet zien dat N&T voor meisjes leuk kan zijn.
Bij vraag 6: Zijn er activiteiten op te noemen? Wat voor activiteit kan ervoor zorgen dat meer meisjes N&T kiezen? Iets anders? Reacties 5-havo: C&M - We zijn naar Alpha-Bier geweest met ANW, maar dat was pas ná de profielkeuze. - Dat zouden ze meer in de onderbouw moeten doen. - Bij scheikunde was de praktische opdracht leuk: je moest in groepjes van vier een brouwsel maken. - We hebben in de 3e of 4e klas een beroepenavond gehad, maar dat was voor álle leerlingen van dat leerjaar. N&G - Niks gemerkt. N&T - Ja, in de 3e klas, maar dat lag meer aan de docent natuurkunde die we toen hadden, denk ik. Hij/Zij regelde allerlei uitstapjes naar bedrijven. N&T met biologie 92
-
Excursie ANW (was verplicht voor iedereen). Het maken van een test om te kijken wat je wilt gaan doen, maar dat moest iedereen doen (ook de jongens). Meeloopdag vanuit Fontys. Nee, niks gemerkt. Ja, in de 3e klas, maar dat lag meer aan de docent natuurkunde die we toen hadden, denk ik. Hij/Zij regelde allerlei uitstapjes naar bedrijven.
Reacties 5-vwo: C&M - Op de TU robots bouwen; daardoor wordt techniek leuker (niet alleen voor meisjes). - Op banenmarkt: mensen met kraampjes spoorden leerlingen, vooral meisjes, aan om techniek te kiezen; met folders, mogelijkheid om stage te komen lopen. Het waren verschillende bedrijven. Het waren vooral leuke dingen, terwijl je dat niet verwacht. Daardoor gaan mensen anders over techniek denken. E&M - Ik ben naar NedCar geweest met ANW. We kregen een rondleiding door de fabriekshallen. Dat was leuk, maar het moet wel bij je interesse liggen. N&G - Pas toen het profiel gekozen was. - Een boekje in de 3e klas over je profielkeuze was een soort doeopdracht. Dat was niet echt nuttig. - Voorlichtingsavonden, op de TUe bijvoorbeeld; daarvan hoorden we via school of via mensen uit de klas; een paar meiden zijn erg actief met het uitzoeken ervan. N&T - Projecten in de bovenbouw, bijvoorbeeld één dag meelopen bij Philips, maar dat is niet speciaal voor meisjes. - Geen activiteiten in de onderbouw. N&T met biologie - Excursie naar Philips Lighting met ANW, maar dat sprak niet aan. Reacties 6-vwo: E&M - Niks. - Excursie naar de universiteit van Delft, Ruimtevaartexcursie, in groepjes, en excursie naar de TU. Daardoor zie je dat je meer kan dan natuurkundige worden ofzo. - In de 3e heb ik niet veel gemerkt, maar nu lees of hoor ik er wel steeds vaker over en hoor ik dat ze techniek proberen leuk te maken, door meer dingen te doen en minder kale theorie. N&G - Nee. We hebben wel ooit een excursie gedaan naar een fabriek, je kon kiezen, iets met auto’s of iets met dit of dat, maar dat sprak niet echt aan. Dit zou meer op het gebied moeten zijn dat meisjes aanspreekt. - Bij ANW hebben we een keer een project gedaan waarbij je iets moest ontwerpen. Wij hebben toen iets met een jas gedaan die iets kon. Hoe je die zou kunnen maken enzo, dat was wel leuk. Maar dat was dan weer niet echt sterk aan een richting/beroep gelinkt. - Bij natuurkunde: robotdag, was voor iedereen, niet speciaal voor meisjes. 93
-
Ook bij natuurkunde: naar Philips, research center Æ proefjes doen. Dat trok meer meisjes. - Bij natuurkunde/scheikunde: practica. Ook wel in de onderbouw, maar niet veel. Er waren geen onderwerpen bij waarvan ik kan zeggen dat ik ze echt leuk vond. N&T met biologie - Ja, ik heb er iets van gemerkt. We zijn naar de Hightech campus geweest, dat was echt leuk, want dat sloot aan op je eigen belevingswereld. Maar de excursie met ANW was niet echt nuttig. Vraag 7:
Wat zou de school kunnen doen om de keuze bij meisjes voor N&T te stimuleren?
Bij vraag 7: Wat zouden docenten kunnen doen? Heeft de manier waarop de docent zich gedraagt invloed? Reacties 5-havo: C&M - Natuurkunde vond ik niet leuk door de leraar: heel streng en bij vragen niet nog een keer willen uitleggen. Dus: meer geduld en goede uitleg geven is belangrijk. N&G - Het maakt wel uit als er niemand zin heeft om naar de les te gaan. Ook maakt het uit of een docent enthousiast is. Reacties 5-vwo: C&M - Aan de ene kant doet het er toe als de docent een persoonlijke band met de leerlingen heeft, maar het is niet totaal bepalend. E&M - Ja, ik vond scheikunde niet leuk, omdat ik de docent niet leuk vond. Hij/Zij had geen geduld, gaf me het gevoel dat ik dom was en dat hij/zij er geen moeite in wilde steken. N&T - Een persoonlijke band tussen docent en leerlingen heeft invloed op hoe je over je capaciteiten denkt (bij exacte vakken, als ze het leuk blijven houden en goed uitleggen). En het doet er toe als leraren zeggen dat het best lukt. N&T met biologie - Het doet er toe als de docent aardig is. - Het doet er toe als de docent een persoonlijke band met de leerlingen heeft. Reacties 6-vwo: E&M - Het maakt niet uit of een docent aardig is; dat zou alleen bij meisjes met hele grote twijfel over het profiel een rol kunnen spelen. - Als een docent enthousiast is van het eigen vak spreekt het aan, dat vind ik leuk. - Als leuke docent Æ leuk vak Æ meer inzet Æ betere prestaties Æ positief beeld van N&T. Dan kies je er eerder voor.
94
N&G - Meer persoonlijke gesprekken met leerlingen over profielkeuze. N&T met biologie - Een chagrijnige docent demotiveert.
Bij vraag 7: Wat zouden docenten kunnen doen? Wat kunnen docenten doen in de manier van uitleggen? Reacties 5-havo: C&M - Aantekeningen zijn fijn, dan kun je terugkijken. Eventueel op een apart blaadje; daarmee red ik het wel. - Rustig en goed uitleggen. - Alles behandelen, zodat je niet alles zelfstandig hoeft uit te pluizen - Eerst uitleg en dan een voorbeeld of samen een som maken vind ik fijn. N&G - Het is fijn om als je een toelichting krijgt m.b.v. voorbeelden; je snapt het dan beter. Kale theorie is niet genoeg, je hebt een voorbeeld nodig om te begrijpen dat het werkt. - Docenten kunnen vertellen wat je met een vak kunt doen (later). N&T - Les van een vrouw (bij bètavakken) vind ik beter: we krijgen meer begrijpelijke uitleg. En zo zie je dat zij (de docente) ook een technische studie heeft gedaan. Daarnaast waren er maar 5 meisjes in onze klas (dus we waren met een vr. docent wat minder in de minderheid). - Meer tekst en meer verschillende voorbeelden met eventueel wat uileg erbij, waarna je aan opgaven gaat werken, vind ik beter dat korte theorie in het boek en alleen maar opgaven. - Eigenlijk zou je advies moeten krijgen van docenten die in de bovenbouw lesgeven, of die werken in het N&T-profiel, want die weten beter hoe het profiel eruitziet. Het advies van bepaalde docenten in niet altijd even goed. Sommige meisjes krijgen een positief advies voor N&T, maar kiezen N&G en blijken het dáármee al erg moeilijk te hebben. N&T met biologie - Na proefwerken van bijvoorbeeld wiskunde of natuurkunde aangeven welke vragen bij N of M horen (wi: A of B). - N&T-keuze meer stimuleren… - Boeken laten zien uit de bovenbouw. - Je snapt het beter als je een toelichting krijgt m.b.v. voorbeelden. Kale theorie is niet genoeg, je hebt een voorbeeld nodig om te begrijpen dat het werkt. - Docenten kunnen vertellen wat je met een vak kun doen (later). - Een mannelijke bètadocent gebruikt allerlei termen die je nooit gehoord hebt… en jongens vaak al wel! Daar moeten docenten meer rekening mee houden. En pak een onderwerp dat ook meisjes interesseert.
95
Reacties 5-vwo: C&M - Rekening houden met technische termen. Een docent natuurkunde legde dat altijd goed uit. - Enthousiast uitleggen. - Laten zien met een voorbeeld wat er bedoeld wordt. - Meer dóen, niet alleen maar uitleg en laten zien wat er bedoeld wordt. E&M - In de les vertellen wanneer je de stof nodig hebt later. - Ik vind voorbeelden goed. Bij droge stof vraag ik me af wat ik eraan heb, als men met praktijkvoorbeelden komt, heb je er iets mee en wordt het interessanter. Ook rekenvoorbeelden zijn goed. - Als je iets niet snapt: leg het op een andere manier uit. N&G - Ook een voorbeeld geven van wat er in de praktijk voorkomt en wat je er meer (extra) me kunt dan bij N&G. - Uitleg met een voorbeeld is fijn. N&T - Duidelijke uitleg met voorbeelden en niet moeilijk doen als je het nog niet snapt. - In de les het verschil tussen jongens en meisjes in prestaties bijhouden, zodat je gestimuleerd wordt om het beter te doen of juist te zien dat meisjes er beter in zijn. Maar dat kan in de onderbouw niet, want niet iedereen kiest voor de technische richting. N&T met biologie - Eerst (goede) uitleg, daarna zelf uitwerken is fijn. Goede uitleg kan door voorbeelden te gebruiken uit het dagelijkse leven (bij natuurkunde!), door een situatie te schetsen die we allemaal kennen, of door een voorbeeldopgave te maken. Reacties 6-vwo: E&M - Ik vind het prettig als de uitleg beperkt is, dat je aan de hand van een voorbeeld de nieuwe stof leert en daarna moet toepassen. Alleen theorie vind ik niks. - Beter voorlichten. - Misschien maakt het uit of je een vrouwelijke docent hebt, maar ik denk dat het meer uitmaakt wat voor type het is. Een enthousiaste docent die niet suf is kan verschil maken. Misschien vinden andere meisjes dat het uitmaakt wie er uitlegt, maar ik niet. Als er maar duidelijk wordt uitgelegd, niet warrig. - Geld meer voor allemaal: na uitleg het voordoen of het laten zien. - Korte uitleg (+ niet te complex) + laat het zien. Een leraar (sk/na) moet na de uitleg laten zien hoe het in de praktijk werkt of bij wiskunde een voorbeeld laten zien. - In de laatste lessen voordat je een keuze maakt, laten zien hoe een bovenbouwles eruit ziet, zodat je meer een idee krijgt van wat het vak inhoudt, hoe het verder gaat (dan is er ook minder teleurstelling). Geen echt ingewikkelde, saaie dingen. - Of laten zien dat je er ook echt iets mee kunt. Bijvoorbeeld een opdracht voor de TU waarbij je dingen moet berekenen voor een vliegtuig, waar ze zelf aan mee kunnen doen. Dan eerder positief beeld van N&T.
96
N&G - Eerst legt de docent wat uit en misschien geeft de docent ook de verschillen aan tussen de soorten vakken bijv. natuurkunde1 t.o.v. natuurkunde2 in de 2e Fase, zodat je ook weet wat je wel of niet krijgt in de bovenbouw als je dat vak wel of niet kiest. - Bij moeilijke stof is het na uitleg fijn als er nog wat dieper op in wordt gegaan. Als het goed op te pikken is, is zelf ontdekken leuker. Een voorbeeld is wel handig, want dan heb je wel meteen iets tastbaars. Het ligt aan het onderwerp. - De mentor kan meer betekenen in het begeleiden van de profielkeuze. - Eerst uitleg en proefje of voorbeeld, daarna zelf toepassen is goed. Maar daarvoor is in de bovenbouw vaak te weinig tijd. - Men moet het eigen vak goed snappen en kunnen overbrengen, ook op een andere manier. - Als je in de 3e kiest, weet je eigenlij niet wat je kiest; dat geldt bijvoorbeeld voor scheikunde maar ook voor wiskunde (A of B). N&T met biologie - Korte uitleg en een voorbeeld en daarna zelf verder puzzelen is goed. - Een enthousiaste docent maakt uit, dan ben je veel meer geïnteresseerd. Probeer leerlingen te ‘triggeren’. - Structuur en herhaling.
Bij vraag 7: Welke rol zou de inrichting van de lessen kunnen spelen? Doet de werkvorm, de methode of doen opdrachten ertoe? Reacties 5-havo: C&M - Veel uitleg is fijn. - Niet te veel zelfstandig werken. Eerst uitleg en daarna opgaven maken. - Proefjes met meisjesgerichte onderwerpen maken het wel leuker, maar beïnvloeden mijn keuze niet. - Vaker herhalen. N&T - Ik vind dat er te korte stukken theorie in het boek staan. - Door projecten/opdrachten wordt het wel leuker en misschien leert het makkelijker. - In de 3e klas deden we alleen maar proefjes, in de 4e klas werkten we alleen maar met het boek en leerden we alleen maar termen. De overstap is daardoor groot. Ook omdat je in de 4e klas ineens het huiswerk in grotere blokken krijgt. De manier van lesgeven is ineens heel anders; je moet veel zelfstandiger worden. Men zou in de 3e klas op een andere manier moeten gaan werken om de overstap beter te maken. N&T met biologie: - Er is verschil tussen het boek van de 3e en 4e klas; o.a. daardoor is die overgang een grote stap. Bij scheikunde vind ik het boek van de 4e en 5e klas niet goed. Er staat weinig tekst in; je moet de stof echt uit de opgaven halen. - Er moeten meer projecten/opdrachten worden gedaan, want dan kan je het veel beter onthouden. 97
Reacties 5-vwo: C&M - Korte uitleg en een voorbeeld, daarna zelf aan de slag. - Met alleen theorie weet je niet precies hoe het in elkaar steekt. - Ik denk dat het met projecten wel meer stimuleert. E&M - Natuurkunde en scheikunde: hierbij met je het leren door het ‘doen’; dat vinden jongens leuk, maar meisjes willen eerst uitleg en dan pas doen. - Groepswerk met proefjes is leuk, maar soms te gezellig; dat is gevaarlijk. - Wel de experimenten behouden; dan is het leuker en is het makkelijker om de link te leggen Maar ook theorie doen. N&G - Dat is afhankelijk van het vak. - Projecten: vooral voor meisjes. Dan wordt het duidelijker dat het leuk is. N&T - Uitleg aan het begin, daarna zelfstandig werken. N&T met biologie - Uitleg en daarna zelfstandig werken. Geen groepjes. - Wel werken met boek, dan heb je houvast. - Het ligt aan het boek of de stof aantrekkelijk is. Als saai: dan moet de docent het ‘aankleden’ (gebeurt al bij natuurkunde met proefjes). Reacties 6-vwo: E&M - Ik werk graag zelfstandig; in groepjes werken kan, maar dan heb je altijd mensen die beter zijn, waardoor je minder doet omdat het je toch niet zo aanspreekt… - Misschien kunnen projecten of opdrachten helpen. N&G - Ik vind een combinatie van uitleg geven, zelfstandig werken en zelf dingen ontdekken het fijnst. Bij natuurkunde moest je eerst een proefje doen, dan kwam er iets uit en daarmee moest je weer verder. Dat was leuker dan dat je alleen uit een boek moet leren. - Soms in groepjes werken. Vaak is het fijn om veel uitleg te krijgen en daarna zelfstandig te werken; dat kan ook thuis. N&T met biologie - Ontdekkend is fijn.
Bij vraag 7: Zijn er volgens jou vakken die iets kunnen bijdragen? Wat kunnen vakken doen om te laten zien dat N&T leuk kan zijn voor meisjes? Reacties 5-havo: C&M - Wiskunde en natuurkunde zijn moeilijk voor veel meiden. Ik vind natuurkunde ook niet leuk om te doen. Waarvoor heb je het nodig? Men zou het nut meer duidelijk moeten maken, meer relateren met het dagelijkse leven. Verder moet je het zelf goed bijhouden. - Vanaf het begin beginnen, alsof niemand iets weet en meer toelichten. 98
- Met vakoverstijgend werken zie je de samenhang, maar het maakt mij niet uit. N&G - Vakken missen niks. - Vakoverstijgend werken maakt niks uit. N&T - In de 3e was er één hoofdstuk (bij scheikunde) dat me meer aansprak. Toen vond ik het ook ineens leuk. N&T met biologie - Een doemiddag organiseren over het vak. - Niks. - Vakoverstijgend werken maakt niks uit. - Bij natuurkunde is het nu wel erg technisch. Eerst heb ik les gehad van een vrouw, dus toen was het wel te begrijpen voor mij. - Wat me leuk lijkt is een kabinet waarin leerlingen zelf (onder toezicht) kunnen ontdekken/onderzoeken. Ook in tussenuren, of in blokuren. Reacties 5-vwo: C&M - Ik denk dat het met projecten wel meer stimuleert. E&M - Een makkelijkere methode. Bij natuurkunde en scheikunde hebben we veel proefjes gehad en weinig theorie; proefjes zijn wel leuk om te doen, maar het is een probleem als je veel gemist hebt, dan is het moeilijk om het te volgen, om de theorie erbij op te zoeken. N&G - Bijvoorbeeld bij natuurkunde/scheikunde: in de onderbouw een project laten doen met hele simpele dingen uit N&T om een beeld te scheppen. N&T - Natuurkunde vond ik wel lastig. - Verschil natuurkunde onderbouw ÅÆ bovenbouw duidelijker maken. N&T met biologie - Meer techniek promoten. - Vertellen waar je het onderwerp straks voor kunt gebruiken. Reacties 6-vwo: E&M - Vakoverstijgend werken met biologie kan slim zijn; dat zal meer meisjes aanspreken. - In de 4e klas bij scheikunde: veel meer theorie; dat hadden ze wel mogen zeggen. Natuurkunde was in de onderbouw ook meer praktisch dan in de bovenbouw. Je denkt te weten wat je kiest en dan is het eigenlijk toch anders. - Het kan helpen als leerlingen zelf iets kunnen doen, praktisch bezig zijn, of een film laten zien. N&G - Biologie doet het wél goed; onderwerpen spreken meisjes aan. - Natuurkunde en scheikunde doen veel minder met concrete dingen, werken meer met formules, waardoor ik het minder leuk vind. Het gaat minder over dingen waar je een beeld van kunt vormen. - Natuurkunde en scheikunde: docenten spreken niet aan.
99
Werkmethode natuurkunde in 3e is niet goed, je hebt eigenlijk geen theorie die je kunt leren. Beter is werken met een boek, dus meer uitleg, zodat de theorie duidelijker is! - En het groepswerk vind ik bij natuurkunde niet fijn (bij scheikunde wel). N&T met biologie - Men moet meer onderwerpen behandelen die meisjes ook aanspreken, voor zover dat kan. Bijvoorbeeld bij scheikunde: iets met cosmetica of shampoo maken. - Meer doeopdrachten kunnen helpen. In de onderbouw doet men veel practica, dat is in de bovenbouw minder, daar is dan geen tijd voor.
-
Bij vraag 7: Maakt de samenstelling van de klas uit? Sommige mensen denken dat het scheiden van klassen (op geslacht) kan helpen. Hoe denk jij daarover? Reacties 5-havo: C&M - Als er veel meiden C&M kiezen in je klas, kies je niet in je eentje N&T. Achteraf maakt het niet uit. - Een grote klas is drukker, dan ben je sneller afgeleid, gevolg: mindere prestaties, en als je het slecht doet kies je geen N&T. - In de 3e klas denk je misschien dat je bij veel jongens terecht komt, maar dat zou niet moeten meetellen. Wat zou helpen: kleinere klassen in de bovenbouw, zodat er meer individuele begeleiding mogelijk is. C&M, jongens en meisjes apart: - Dan kiezen alleen maar minder meiden N&T en dan wordt er meer gekletst. - Als je bij een ‘goede’ leerling zit, zit je beter als het een meisje is, want dan doe je meer en jongens nemen snel (de leiding) over en proberen snel uit i.p.v. geduld voor elkaar op te brengen. - Dat vind ik maar raar! N&G, jongens en meisjes apart: - Dat maakt niet veel uit. N&T, jongens en meisjes apart: - Dan zal er veel gekat worden! Ik werk liever samen met een jongen die je niet eens kent, dan met een meisje. Of misschien wordt het te gezellig! Het is wel fijn als er in ieder geval meer dan 5 meisjes in de klas zitten. N&T met biologie, jongens en meisjes apart: - Het scheiden van klassen is niet van belang; het maakt niet uit dat meisjes en jongens bij elkaar zitten. Je kunt ook hulp aan een jongen vragen. - Dat maakt niet veel uit. - De verhouding 18 jongens: 5 meisjes is niet erg tof. Maar je hebt ook jongens die het je goed kunnen uitleggen.
100
Reacties 5-vwo: C&M - Het maakt aan de ene kant wel uit, bij ons kozen weinig leerlingen N&T (vooral weinig meisjes), dus dan kies je het eerder niet. - Als meerdere mensen geïnteresseerd zijn en positief reageren op lessen van na/sk/wi, kies je eerder N&T - Een deel van de klas (meisjes) werd bang door het verhaal over dat wiskunde moeilijk was en over wiskunde B1,2 dat je dan erg goed moet zijn. C&M, jongens en meisjes apart: - Dan doen de meisjes juist minder, denk ik. Ik zat in een groepje met 3 jongens en dan deed ik meer. Aan de jongens kun je ook hulp vragen. Op de lange duur maakt het niet uit, misschien kiezen meisjes dan wel N&T, omdat ze het dan zelf kunnen (zonder hulp te vragen aan jongens). E&M - Het aantal jongens en meisjes in een klas maakt weinig uit. Het ligt meer aan de personen in die klas. E&M, jongens en meisjes apart: - Dat kan aan de ene kant uitmaken, aan de andere kant kun je juist aan elkaar optrekken, of laten zien dat meisjes het wél kunnen. - Een docent legt anders uit aan een jongen dan aan een meisje. Jongens hebben meer inzicht in droge stof/bètastof, dus uitleg recht door zee is genoeg. Meisjes hebben meer uitleg met voorbeelden nodig. Als je jongens en meisjes scheidt, dan lopen ze dat mis. Als een jongen het ook niet snapt, kan ‘meisjes’- uitleg ook voor een jongen helpen. Dus de manier van uitleggen wordt dan heel anders. N&G - In de 3e klas heb ik me niks aangetrokken van hoe de klas was samengesteld. En nu heb je ook kwt, dus je zit niet altijd in dezelfde groep. N&G, jongens en meisjes apart: - Nee, niet doen. Het maakt niks uit en het is juist goed om het door elkaar te houden. Jongens pakken de stof over het algemeen beter op, dus die kunnen het je dan uitleggen. N&T - Leerlingen van gelijke interesse en capaciteiten in technische vakken meer bij elkaar zetten. N&T, jongens en meisjes apart: - Voor mij maakt het niet uit of jongens en meisjes gescheiden worden, maar voor andere meisjes zou het wel kunnen helpen. Die worden een beetje door jongens geïntimideerd. N&T met biologie - Als drukke klas Æ minder goede uitleg en minder inzet. - Als je in een klas zit met goede inzet/wil, werkt het goed. N&T met biologie, jongens en meisjes apart: - Nee, lijkt me niet dat dat helpt. Je kunt ook van elkaar leren. - En het is ongezellig. - Het maakt denk ik niet veel uit of jongens en meisjes wel of niet apart zitten.
101
Reacties 6-vwo: E&M - Ik denk dat de samenstelling van de klas wel uitmaakt. Je wordt toch beïnvloed door de mening van de meerderheid. E&M, jongens en meisjes apart: - Het scheiden van klassen zal waarschijnlijk niet veel helpen. Het is niet erg aantrekkelijk. - Ik weet het niet. Als meisjes C&M kiezen kan dat je keuze ook beïnvloeden, zodat je C&M kiest. Als je met jongens in de klas zit, kunnen zij je stimuleren N&T te kiezen. N&G - Ja, dat maakt uit. Een grote klas met drukke leerlingen is lastig. - Per vak in andere groepjes werken (bij groepswerk) maakt uit. N&G, jongens en meisjes apart: - Klassen splitsen op dezelfde interesse zou kunnen helpen. Jongens en meisjes apart lijkt me niks. Jongens en meisjes ervaren dingen anders; die andere kijk kan elkaar juist helpen. - Het zou kunnen dat het werkt, ik weet het niet. N&T met biologie, jongens en meisjes apart: - Jongens : meisjes = 1:1 zou ik goed vinden. Alleen meisjes is ook niet goed. Een klas met jongens zorgt voor afwisseling, anders heb je alleen maar kibbelende meiden.
Bij vraag 7: Kunnen bepaalde activiteiten helpen? Hoe sta je tegenover bepaalde doedagen m.b.t. techniek? En speciaal voor meisjes? Reacties 5-havo: C&M - Een doemiddag met scheikunde (gel maken in de brugklas was erg leuk). - Of een activiteit met iets waaruit blijkt dat je natuurkunde nodig hebt en kan. - Meer uitstapjes in de onderbouw. - Doedagen m.b.t. techniek is een goed idee. N&G - Naar bedrijven of beroepen gaan kijken kan helpen. Ook meeloop – of doedagen lijken me goed. N&T - Goed! Ik denk dat doedagen speciaal voor meisjes wel werkt. Dan is er ook meer interesse, dan zien meisjes dat ze het ook kunnen én dan zullen ze meer zelfvertrouwen krijgen. Het maakt techniek ook meer aantrekkelijk. N&T met biologie - Naar bedrijven of beroepen gaan kijken kan helpen. Ook meeloop – of doedagen lijken me goed. - Goed! Ik denk dat doedagen speciaal voor meisjes wel werkt. Dan is er ook meer interesse, dan zien meisjes dat ze het ook kunnen én dan zullen ze meer zelfvertrouwen krijgen. Het maakt techniek ook meer aantrekkelijk. 102
-
Een profielwerkstuk over bijvoorbeeld ‘Echografie tijdens de zwangerschap’ motiveert.
Reacties 5-vwo: C&M - Een doedag zou leuk zijn. Dan raak je er zelf meer bij betrokken. En je doet ook leuke dingen, dus dan zie je ook de leuke kant. En dan met alle vakken samen (dus niet specifiek op één vak gericht, maar gemengd). E&M - Excursies techniek meer richten op meisjes. Bijvoorbeeld in de onderbouw naar een drukkerij van een meidenblad. En dan kun je daarna overstappen op andere excursies. N&G - Naar de TU in de 3e klas of onderbouw: 1. vrouwelijke studenten een rondleiding op hun opleiding laten geven, 2. en een opdracht /iets doen. N&T - Zoiets kan werken. Dan moet je wel meerder soorten activiteiten doen, niet alleen voor N&T, en het zo organiseren dat je zelf kunt kiezen, bijvoorbeeld door inschrijving. - Een doedag of techniekdag kan helpen, zodat iedereen kan kijken hoe het allemaal zit. Reacties 6-vwo: E&M - Ja! Bepaalde activiteiten zouden een bijdrage kunnen leveren. Bijvoorbeeld één grote proef doen, waarbij je zelf ook iets kunt voorstellen (bij scheikunde en natuurkunde); het moet meer aansluiten op je belevingswereld. - doedagen lijken me erg goed; bètavakken worden dan meer bekend en vertrouwd en ook leuker (vaak klinkt het zo suf). Net als met het maken van gel op de doedag voor brugklassers. Daarover is iedereen altijd enthousiast. - Net zoals een excursie naar de TU met natuurkunde, maar dan in de 3e klas. Wel iets meer op hun leeftijd gericht. Of iets soortgelijk, waarmee je laat zien wat je kunt met een technisch pakket. Het heeft een stoffig, saai en moeilijk imago: dus laat het tegendeel zien. N&G - Meer excursies naar bedrijven, maar dan wel waaraan je iets hebt. En dat je zelf kunt kiezen welke excursie je doet, eentje die je aanspreekt. Een verplichte excursie die je niet aanspreekt, daar doe je toch niks mee. - doedagen: leuk in de onderbouw. In de bovenbouw is het te druk. N&T met biologie - Dan zie je wat je ermee kan en het sluit aan op je belevingswereld en het is tóch bèta! - En écht iets doen helpt. Dat zou in de 2e en 3e klas kunnen.
Bij vraag 7: Welke rol kan de voorlichting over N&T hierin spelen? Wat vind je van vormen zoals: een promo-team / mensen van buiten school uitnodigen of een workshadowing doen / iets anders? 103
Reacties 5-havo: C&M - Een promo-team? Nee, dat maakt niks uit. - Een promo-team spreekt me wel aan. Dan zie je dat meisjes N&T gekozen hebben, dus dan denk je eerder dat je het ook kan. - Op inschrijving een avond regelen, voor álle leerlingen en met zowel mannen als vrouwen uit de techniek. - Beter begeleiden in het kiezen van een profiel op basis van wat je wilt gaan doen i.p.v. vakken die je leuk vindt. En laten zien welke beroepen je met N&T kunt doen en dat het niet alleen mannenberoepen zijn. - De mentor zou meer kunnen vertellen over de profielen, o.a. over wat je ermee kunt. Op een voorlichtingsavond kan men dit nog eens benadrukken. Ook kan men vertellen over wat N&T inhoudt, wat voor vakken je gaat krijgen. N&G - Een promoteam: dan kan je ook aan die leerlingen vragen stellen, de drempel is dan lager. - Mensen van buiten school uitnodigen: ja, die kunnen enthousiast vertellen over hun ervaringen. - Docenten of leerlingen laten vertellen over o.a. hoe diep een vak gaat. N&T - Een promoteam is laagdrempelig, dan hoeven leerlingen niet meteen naar de leraar. Goed! - Als je mensen (o.a. vrouwen) van buiten school uitnodigt, dan zie je iemand die ook in de techniek werkt en dat vrouwen het ook kunnen. - School moet duidelijker zijn in welke vakken je krijgt en hoe. N&T met biologie - Een promoteam zal zeker kunnen helpen om meisjes met twijfel te stimuleren. Maar niet alleen op voorlichtingsdagen, ook in de les komen. - Dan kan je ook aan die leerlingen vragen stellen; dan is de drempel lager. Dan hoeven ze niet meteen naar de leraar. (2x) - Flyers en/of een website met informatie zouden/zou goed zijn, het is belangrijk dat je weet wat het profiel inhoudt; als je geen idee hebt van N&T, is meer informatie écht wel nodig! - Gesprekken of meelopen met afgestudeerde vrouwen in de techniek is een slim idee. - Mensen van buiten school kunnen enthousiast vertellen over hun ervaringen. - Als je mensen (o.a. vrouwen) van buiten school uitnodigt, dan zie je iemand die ook in de techniek werkt en dat vrouwen het ook kunnen. - Meer meeloopdagen organiseren en meer/uitgebreidere voorlichting verstrekken. - Docenten of leerlingen laten vertellen over hoe diep een vak gaat. - De keuze ligt bij de leerlingen zelf en hangt o.a. af van wat ze willen worden. Als je niks met techniek wilt, dan kies je niet N&T. Meestal vinden meisjes techniek ook meer voor jongens. Je ziet ook alleen maar mannen in de techniek. Dat kan van invloed zijn. - Van elk profiel leerlingen in de aula laten vertellen over hun keuze en ervaringen. Dan word je er zelf ook meer enthousiast van. En vakdocenten erover laten vertellen.
104
Reacties 5-vwo: C&M - Een promo-team? Leuk! - Afgestudeerde studenten van de universiteit of mensen die wat dichter bij de leeftijd van de leerlingen liggen, die zelf de keuze pas gemaakt hebben, kunnen vertellen over wat je ermee kunt, wat ze eraan hebben en hoe ze het nu vinden. - Meer laten zien wat de technische kant precies inhoudt. - Meeloopdagen organiseren, zodat je het ook echt kunt zien. E&M - Leerlingen in een promo-team kunnen vertellen hoe het is in de bovenbouw en wat het verschil is met de onderbouw. Jongens én meisjes, bijvoorbeeld op een voorlichtingsavond of organiseer een ‘profielweek’. Dan denken leerlingen “Hee, zij doet het ook, dus kan ik het ook”. - Studenten kunnen laten zien dat ook vrouwen in de techniek werken en wat het inhoudt en dat het leuk kan zijn en dat het geen halve mannen hoeven te zijn. - Banenoriëntatie al in de onderbouw doen. - Laat meiden studies zien waar je iets mee kunt, dat ze te weten komen dat N&T niet altijd taai, ‘vies’ of iets met auto’s, computers of een robot hoeft te zijn. Dat je er iets heel anders mee kunt doen, bijvoorbeeld in de verkoop (salesmanager). - Verbeter de onderlinge communicatie (geldt voor alle docenten). Afstemming is nodig. Maak goed duidelijk wat een bepaalde profielkeuze betekent, wat voor gevolgen het heeft (bijvoorbeeld wat je niet kan), wat het betekent voor hoe moeilijk het dan voor je wordt. En wees consequent daarin. N&G - Leerlingen met N&T, ook die getwijfeld hebben, als promoteam. Dat is beter/leuker dan dat leraren vertellen. - Vrouwen in de techniek die je niet in die sector zou verwachten uitnodigen. - Bestand van oud-leerlingen maken en bijhouden, zodat je ze kunt uitnodigen voor de voorlichting. - Iemand laten spreken is beter dan een boekje geven; dat kan altijd nog. - Het mogelijk laten dat je 2 diploma’s krijgt als je biologie erbij kiest. N&T - Een promoteam staat dichterbij en kan bijv. als opdracht voor school. Handig is als bovenbouwleerlingen uitleggen in de onderbouw wat de verschillen tussen onder – en bovenbouw zijn en hoe het allemaal in elkaar zit. - Vrouwelijke alumni uitnodigen kan helpen. Het kan mensen overhalen, laten zien dat het toch wel leuk is. Ze kunnen een voorbeeld zijn. - Geen science-wing. - Duidelijk maken dat je nog heel veel kanten op kan dat N&T vrij breed is en dat je er niet alleen techniek mee hoeft te doen (gezondheidszorg kan ook). - Vertellen dat je bij problemen met de stof van een vak in de bovenbouw voor kwt kunt inschrijven en dan uitleg en persoonlijke aandacht kan krijgen. N&T met biologie - Ja, een promoteam met meiden! Dan kunnen ze over eigen ervaringen en toekomstplannen vertellen. - Als je mensen van buiten school uitnodigt, dan wel goed aanpakken en met vrouwen! Bijv. een beroepenmarkt, maar dan tonen welke beroepen bij een opleiding horen. - Workshadowing: ja, als een soort stage. - Beter voorlichten over wat je er later allemaal mee kan (met N&T). 105
-
Aandacht besteden aan welk profiel bij welke studie hoort.
Reacties 6-vwo: E&M - Een promo-team: ja! En met compensatie zeker. - Vrouwen die werken in de techniek laten komen voor gesprekken met meisjes: ja! Maar dan wel iemand die het boeiend kan brengen en niet een standaard suf type is (wat je vaak verwacht in de sector techniek). - Goed als meiden van de TU, niet van die suffe, in de 3e klas komen vertellen welke kanten je op kunt met N&T. De TU, het klinkt dan alsof je computers gaat bedenken ofzo, maar je kunt ook de medische kan op, ook met N&T. Je hoeft niet echt iets super technisch te gaan doen. Meiden die leuk kunnen vertellen, die er lol in hebben en die N&T hebben gedaan. Vrouwen spreken meer aan dan mannen. Dan zien leerlingen dat er ook vrouwen zitten op de TU. - Voor elk profiel een avond regelen met mensen van allerlei werkgebieden, zodat je kunt bespreken/horen wat je er precies mee kan en waar het allemaal goed voor is. - Je kunt er veel meer mee dan dat je denkt. Als je dat laat zien op een leuke manier en meer praktisch gericht, zou dat helpen. N&G - Ik denk dat een promoteam met leerlingen wel goed is, want dan is het meer leerlingen onder elkaar. Dan is de afstand kleiner. - Een promoteam bestaande uit jongens en meisjes die vertellen over de bovenbouw vind ik goed. - Mensen met een bepaald beroep laten vertellen, zodat je een goede kijk hebt op wat je met N&T kan en wat het is. - Het is denk ik voor meisjes meer motiverend als een vrouw vertelt. - Mensen van buiten school uitnodigen: ja, zodat je kunt zien wat je ermee kan. - De positieve kanten van N&T t.o.v. N&G duidelijker laten zien: op één of andere manier laten zien dat je beter N&T kan kiezen met biologie, wan dat heb je later meer mogelijkheden. - En goed uitleggen wat N&T precies inhoudt. - Veel voorlichting! - Docenten kunnen vervolgopleidingen die misschien voor meisjes leuker zijn dan voor jongens meer toelichten, zodat je bijv. weet dat die er ook zijn. Ik weet niet of die er wel echt zijn. - En van vervolgopleidingen die meisjes leuk vinden meer de technische kant laten zien. - Een speciaal soort van laboratorium of werkruimte ofzo, waar je dingen kunt doen, kan helpen, maar ik zou het niet helemaal afzonderen, want dan wordt het weer zo bestempeld als de aparte techniekhoek. - De algemene voorlichting kan beter. - Of in de les: vertellen wat voor onderwerpen je krijgt (per vak) of een ‘voorproefje’ doen. N&T met biologie - Een promoteam is goed, maar de leden moeten er wel lol in hebben. - Workshadowing: alleen op leuke en korte manier. En wel leuke vrouwen, geen nerds.
106
-
De meeste meisjes willen geneeskunde doen en kiezen N&G. ook vinden ze natuurkunde moeilijk. Ze vinden berekeningen moeilijk, maar het gaat bij natuurkunde2 meer om het beredeneren. Het beeld dat men heeft van N&T (nerds) veranderen, bijv. meeloopdagen organiseren, dan zie je dat het ook normale mensen zijn. Uitstapjes eerder doen! (niet pas in 6-vwo, periode 4).
Vraag 8:
Wat kan de school doen voor het enthousiasme voor technische vervolgopleidingen bij meisjes?
Bij vraag 8: Kunnen vakken iets doen? Wat voor rol kan de voorlichting spelen? Kunnen activiteiten helpen? Iets anders? (Vraag 8 is voor meisjes van alleen 5-havo en 6-vwo met N&T)
Reacties 5-havo: N&T - Vakken kunnen meer laten zien dat overal/ergens techniek in zit. - En laten zien dat je het best wel kunt begrijpen. N&T met biologie - Meer meeloopdagen op hoge scholen regelen. - Men moet meer laten zien/vertellen wat je ermee kunt, wat voor banen je dan kunt krijgen. En ook wat techniek precies inhoudt. Vooral bij twijfel is een voorlichtingsavond goed. - Meer open/doedagen onder de aandacht van leerlingen brengen. Bijv. door als regel te stellen dat je minimaal 3 doedagen moet bijwonen. Reacties 5-vwo: N&T - Duidelijk maken dat je er heel veel opleidingen mee kan doen. Reacties 6-vwo: N&T met biologie - Je moet er interesse in hebben; die is al in de onderbouw gewekt, door de vakken, dus zie vraag 7: zorg voor een enthousiaste docent, geef kort uitleg met voorbeeld en laat daarna zelf ontdekken/puzzelen, probeer leerlingen te ‘triggeren’, geef structuur en herhaal, behandel meer onderwerpen die meisjes ook aanspreken, geef doeopdrachten en/of organiseer een doedag in de 2e of 3e klas, zorg voor zowel jongens als meisjes in de klas, stel een promoteam samen, laat leerlingen meedoen aan workshadowing bij leuke vrouwen (geen nerds), verander het beeld dat men heeft van N&T (nerds) door bijv. meeloopdagen te organiseren, zodat je ziet dat het ook normale mensen zijn en organiseer de uitstapjes eerder (niet pas in 6-vwo, periode 4).
107
108
Bijlage III Leerlingenenquête
Vragenlijst ‘N&T’ voor leerlingen van 5-havo, 5-vwo, 6-vwo, Heerbeeck College, 2008
Vragenlijst over het kiezen van het profiel N&T Wat heeft in de onderbouw invloed gehad op jouw profielkeuze? Vul deze vragenlijst in op basis van je ervaringen in de onderbouw.
Aanwijzing voor het invullen van de vragenlijst. Lees dit eerst door, voordat je de vragenlijst invult. •
Het invullen van de vragenlijst gebeurt door het rondje voor het betreffende antwoord aan te klikken.
•
Kies steeds het antwoord dat voor/volgens jou het beste klopt.
•
Als een vraag gaat over natuur-/wis-/scheikunde, kan het zijn dat je antwoord voor bijvoorbeeld natuurkunde anders is dan voor wiskunde of scheikunde. Kies dan het antwoord dat volgens jou het meest past bij minstens één van de vakken.
•
Per vraag kun je maar één antwoord kiezen, tenzij er bij staat dat je meerdere antwoorden mag kiezen.
•
Beantwoord elke vraag, tenzij er bij staat dat de vraag niet voor jou bedoeld is.
109
Les in de onderbouw 1a 1b 2a 2b 3a 3b 4a 4b 5a 5b 6a 6b 7a 7b 8a 8b 9a 9b
110
Een docent natuur-/wis-/scheikunde geeft … advies of N&T iets is voor mij. Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren. Docenten natuur-/wis-/scheikunde zijn … enthousiast over hun vak. Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren. Docenten natuur-/wis-/scheikunde geven … uitleg op een manier zodat ik het snap. Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren. Een docent natuur-/wis-/scheikunde vertelt … wat je later met het vak kunt. Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren. Docenten natuur-/wis-/scheikunde geven … veel uitleg voor de klas. Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren. Docenten natuur-/wis-/scheikunde laten je … zelf ontdekkend leren. Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren. Bij natuur-/wis-/scheikunde werken we … in groepjes. Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren. Docenten natuur-/wis-/scheikunde geven … een voorbeeld bij de theorie. Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren. Het vak natuur-/wis-/scheikunde behandelt … onderwerpen die ik interessant vind. Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren.
ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak
10a In de les natuur-/wis-/scheikunde doen we … proefjes. 10b Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren. 11a Docenten natuur-/wis-/scheikunde laten … relaties tussen de theorie en het alledaagse leven zien. 11b Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren. 12a Bij ons op school heb je … natuur-/wis-/scheikunde van een vrouwelijke docent. 12b Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren. 13a Bij natuur-/wis-/scheikunde krijg je … stof die te maken heeft met biologie. 13b Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren. 14a Docenten natuur-/wis-/scheikunde laten … de leuke kanten van hun vak zien. 14b Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren. 15a Docenten natuur-/wis-/scheikunde zijn … aardig. 15b Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren.
ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak
Activiteiten in de onderbouw 16a Excursies naar technische bedrijven doen we … 16b Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren. 17a Meelopen bij technische vervolgopleidingen doen we ... 17b Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren. 18a Op school een (mid)dag bezig zijn met praktische opdrachten over techniek, gebeurt… 18b Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren. 19a Projecten of praktische opdrachten doen we … bij natuur-/wis-/scheikunde.
ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak
111
19b Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren. 20a Zelf een excursie voor natuur-/wis/scheikunde kiezen, kun je … 20b Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren. 21a Excursies over techniek gericht op meisjes, gebeuren… 21b Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren.
ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak
Voorlichting in de onderbouw 22a Informatie over hoe natuur-/wis-/scheikunde in de bovenbouw eruit ziet, krijg je … 22b Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren. 23a Docenten natuur-/wis-/scheikunde vertellen … over de verschillen tussen onderbouw en bovenbouw met betrekking tot hun vak. 23b Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren. 24a Wat je met N&T méér kan dan met N&G hoor je … 24b Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren. 25a Voorlichting over N&T krijg je …
ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak
25b Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren. 26a Bij de voorlichting over N&T krijg je … informatie over de positieve kanten van technische vervolgopleidingen. 26b Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren. 27a Mensen die werken of studeren in de techniek komen … op school vertellen wat je met N&T kan. 27b Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren. 28a Op een beroepenmarkt op school wordt … informatie gegeven over welke beroepen je o.a. met N&T kunt doen. 28b Om mij te motiveren N&T te kiezen zou dit … moeten gebeuren.
ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak
112
ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak
ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak
ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak ȅ nooit ȅ soms ȅ vaak ȅ heel vaak
Wat zou school volgens jou in de onderbouw moeten doen om meisjes te stimuleren N&T te kiezen? Maatregelen:
jongens en meisjes apart
Vraag 29: Sommige mensen denken dat het uitmaakt bij wiskunde, natuurkunde en scheikunde de jongens en de meisjes in aparte klassen te zetten. Geef hieronder aan hoe jij daarover denkt.
Geef hieronder aan of je het eens of oneens bent met onderstaande stellingen. Eens Oneens 30 Als er weinig meisjes N&T kiezen, kies ik niet snel N&T. 31 Docenten natuur-/wis-/scheikunde leggen anders uit aan jongens dan aan meisjes. 32 Aparte jongens – en meisjesklassen bij natuur-/wis/scheikunde vind ik ongezellig. 33 In een meisjesklas wordt er bij natuur-/wis-/scheikunde minder gewerkt. 34 35 36 37 38 39
Als je bij natuur-/wis-/scheikunde jongens en meisjes scheidt, missen de meisjes uitleg van de jongens. Als je bij natuur-/wis-/scheikunde jongens en meisjes scheidt, zullen meisjes zien dat ze het ook zonder hulp van jongens kunnen. Als bij natuur-/wis-/scheikunde jongens en meisjes in één klas zitten, kunnen de jongens de meisjes stimuleren N&T te kiezen. Jongens en meisjes ervaren dingen anders, dus die andere kijk kan elkaar juist helpen bij natuur-/wis-/scheikunde. Als je bij natuur-/wis-/scheikunde jongens en meisjes scheidt, zullen meer meisjes N&T kiezen. Een vrouwelijke docent natuur-/wis-/scheikunde is voor meisjes een stimulans om N&T te kiezen.
113
Wat zou school volgens jou in de onderbouw moeten doen om meisjes te stimuleren N&T te kiezen? Maatregelen:
een promotieteam bestaande uit leerlingen met N&T
Er zijn scholen met een promotieteam voor N&T. Zo’n ‘promo-team’ bestaat dan uit leerlingen uit de bovenbouw die het profiel N&T gekozen hebben. Een promotieteam geeft allerlei informatie over N&T aan onderbouwleerlingen. Vraag 40: Geef hieronder kort aan wat je van zo’n promotieteam vindt.
Geef aan of je het eens of oneens bent met onderstaande stellingen. Eens 41
Een promotieteam voor N&T stimuleert meisjes N&T te kiezen.
42
Een promotieteam voor N&T schrikt meisjes af N&T te kiezen.
43
Om meisjes te stimuleren N&T te kiezen moet een promotieteam voor N&T bestaan uit alleen jongens. Om meisjes te stimuleren N&T te kiezen moet een promotieteam voor N&T bestaan uit alleen meisjes.
44
Oneens
Wat zou school volgens jou in de onderbouw moeten doen om meisjes te stimuleren N&T te kiezen? Maatregelen:
overig
Welke andere maatregelen kunnen meisjes stimuleren N&T te kiezen? Vraag 45: Hieronder staan nog een aantal maatregelen. Vink de maatregel(en) aan waarvan jij denkt dat het meisjes stimuleert N&T te kiezen. Je mag meerdere maatregelen kiezen. ȅ ȅ ȅ ȅ ȅ 114
Deel flyers uit met informatie over N&T. Maak een website met informatie over N&T. Laat in de onderbouw boeken van de bovenbouw zien. Laat vrouwelijke oud-leerlingen die een technische vervolgopleiding zijn gaan doen in de onderbouw vertellen over hun ervaringen. Ga in de onderbouw naar een technische hogere school of universiteit en laat vrouwelijke studenten een rondleiding op hun opleiding geven.
Vraag 46: Zijn er maatregelen die meisjes stimuleren N&T te kiezen, die nog niet genoemd zijn? Vul eigen ideeën hieronder in.
Een technische vervolgopleiding De volgende vraag is alleen bedoeld voor meisjes die nu het profiel N&T volgen. Vraag 47: Geef hieronder kort aan wat de school kan doen om meisjes die N&T gekozen hebben ook enthousiast te maken voor een technische vervolgopleiding.
Achtergrondgegevens Vraag 48:
Ben je een jongen of een meisje?
ȅ jongen ȅ meisje
Vraag 49:
Welk profiel volg je nu?
ȅ ȅ ȅ ȅ ȅ
Vraag 50:
Welk profieladvies kreeg je voor N&T? ȅ Onvoldoende ȅ Twijfel ȅ Voldoende
C&M E&M N&G N&T N&T met biologie
115
Vraag 51:
Welke vervolgopleiding wil je gaan doen?
Vraag 52:
In welke klas zit je?
Vraag 53:
Als je nog op – of aanmerkingen hebt, kun je die hieronder kwijt:
116
ȅ 5-havo ȅ 5-vwo ȅ 6-vwo
Bijlage IV Tabellen Wilcoxon Signed Ranks toets bij verschillen N&T ÅÆ geen N&T, inclusief Negative en Positive Ranks Als Sum of Ranks Negative Ranks < Sum of Ranks Positve Ranks, dan betekent dit dat leerlingen aangeven: het moet vaker gebeuren. Als Sum of Ranks Negative Ranks > Sum of Ranks Positve Ranks, dan betekent dit dat leerlingen aangeven: het moet minder vaak gebeuren.
Belangrijk: Doorgestreepte waarden zijn niet significant.
Tabel bij vraag 1 t/m 5 NT_janee NT_nee
N 1b dit moet ... gebeuren 1a doc geeft advies NT
3b dit moet ... gebeuren 3a doc geeft uitleg zodat ik het snap
4b dit moet ... gebeuren 4a doc vertelt nut vak
26,50
265,00
Positive Ranks
80(b)
47,88
3830,00
Ties
35(c)
NT_ja
1b dit moet ... gebeuren 1a doc geeft advies NT
38,50
770,00
Positive Ranks
52(e)
35,73
1858,00
Ties
53(f)
Total
125
4b dit moet ... gebeuren 4a doc vertelt nut vak
=vaker
Negative Ranks
6(g)
33,33
200,00
Positive Ranks
83(h)
45,84
3805,00
Ties
36(i)
Total
125
Negative Ranks
=vaker
6(j)
39,67
238,00
Positive Ranks
94(k)
51,19
4812,00
Ties
25(l)
=vaker
125
Negative Ranks
25(m)
33,68
842,00
Positive Ranks
46(n)
37,26
1714,00
Ties
54(o)
=vaker
Total
125
Negative Ranks
4(a)
4,00
Positive Ranks
5(b)
5,80
Ties
6(c)
16,00 29,00 =vaker
15
Negative Ranks
7(d)
5,14
36,00
Positive Ranks
2(e)
4,50
Ties
6(f)
9,00 =minder vaak
Total 3b dit moet ... gebeuren 3a doc geeft uitleg zodat ik het snap
125 20(d)
Total 2b dit moet ... gebeuren 2a doc is enthou over vak
=vaker
Negative Ranks
Total 5b dit moet ... gebeuren 5a doc geeft veel uitleg
Sum of Ranks
10(a)
Total 2b dit moet ... gebeuren 2a doc is enthou over vak
Mean Rank
Negative Ranks
15
Negative Ranks
2(g)
2,50
5,00
Positive Ranks
4(h)
4,00
16,00
Ties
9(i)
Total
15
Negative Ranks Positive Ranks Ties
=vaker
2(j)
5,50
10(k)
6,70
3(l)
11,00 67,00 =vaker
117
Total 5b dit moet ... gebeuren 5a doc geeft veel uitleg
15
Negative Ranks
5(m)
4,50
22,50
Positive Ranks
3(n)
4,50
Ties
7(o)
13,50 =minder vaak
Total
15
a 1b dit moet ... gebeuren < 1a doc geeft advies NT b 1b dit moet ... gebeuren > 1a doc geeft advies NT c 1b dit moet ... gebeuren = 1a doc geeft advies NT d 2b dit moet ... gebeuren < 2a doc is enthou over vak e 2b dit moet ... gebeuren > 2a doc is enthou over vak f 2b dit moet ... gebeuren = 2a doc is enthou over vak g 3b dit moet ... gebeuren < 3a doc geeft uitleg zodat ik het snap h 3b dit moet ... gebeuren > 3a doc geeft uitleg zodat ik het snap i 3b dit moet ... gebeuren = 3a doc geeft uitleg zodat ik het snap j 4b dit moet ... gebeuren < 4a doc vertelt nut vak k 4b dit moet ... gebeuren > 4a doc vertelt nut vak l 4b dit moet ... gebeuren = 4a doc vertelt nut vak m 5b dit moet ... gebeuren < 5a doc geeft veel uitleg n 5b dit moet ... gebeuren > 5a doc geeft veel uitleg o 5b dit moet ... gebeuren = 5a doc geeft veel uitleg
Tabel bij vraag 6 t/m 10 NT_janee NT_nee
6b dit moet ... gebeuren 6a doc laat je zelf ontdkknd leren
Negative Ranks
N 43(a)
Mean Rank 32,43
Sum of Ranks 1394,50
Positive Ranks
21(b)
32,64
Ties
61(c)
685,50 =minder vaak
Total 7b dit moet ... gebeuren 7a werken in groepjes
47(d)
41,52
1951,50
Positive Ranks
29(e)
33,60
Ties
49(f)
974,50 =minder vaak
Total 8b dit moet ... gebeuren 8a doc geeft vb bij theorie
9b dit moet ... gebeuren 9a vak interessante onderwerpen
125
Negative Ranks
125
Negative Ranks
11(g)
35,91
395,00
Positive Ranks
59(h)
35,42
2090,00
Ties
55(i)
Total
125
Negative Ranks Positive Ranks Ties
=vaker
3(j)
42,17
126,50
102(k)
53,32
5438,50
20(l)
=vaker
Total 125 10b dit moet ... gebeuren 10a in les proefjes
NT_ja
6b dit moet ... gebeuren 6a doc laat je zelf ontdkknd leren
Negative Ranks
22(m)
38,50
847,00
Positive Ranks
58(n)
41,26
2393,00
Ties
45(o) 125
Negative Ranks
3(a)
3,50
10,50
Positive Ranks
4(b)
4,38
17,50
Ties
8(c)
Total 7b dit moet ... gebeuren 7a werken in groepjes
118
=vaker
Total
=vaker
15
Negative Ranks
4(d)
3,50
14,00
Positive Ranks
2(e)
3,50
Ties
9(f)
7,00 =minder vaak
Total
15
8b dit moet ... gebeuren 8a doc geeft vb bij theorie
9b dit moet ... gebeuren 9a vak interessante onderwerpen
Negative Ranks
2(g)
3,50
7,00
Positive Ranks
6(h)
4,83
29,00
Ties
7(i)
Total
15
=vaker
Negative Ranks
1(j)
4,00
Positive Ranks
8(k)
5,13
Ties
6(l)
4,00 41,00 =vaker
Total 15 10b dit moet ... gebeuren 10a in les proefjes
Negative Ranks
2(m)
3,50
7,00
Positive Ranks
5(n)
4,20
21,00
Ties
8(o)
Total
=vaker
15
a 6b dit moet ... gebeuren < 6a doc laat je zelf ontdkknd leren b 6b dit moet ... gebeuren > 6a doc laat je zelf ontdkknd leren c 6b dit moet ... gebeuren = 6a doc laat je zelf ontdkknd leren d 7b dit moet ... gebeuren < 7a werken in groepjes e 7b dit moet ... gebeuren > 7a werken in groepjes f 7b dit moet ... gebeuren = 7a werken in groepjes g 8b dit moet ... gebeuren < 8a doc geeft vb bij theorie h 8b dit moet ... gebeuren > 8a doc geeft vb bij theorie i 8b dit moet ... gebeuren = 8a doc geeft vb bij theorie j 9b dit moet ... gebeuren < 9a vak interessante onderwerpen k 9b dit moet ... gebeuren > 9a vak interessante onderwerpen l 9b dit moet ... gebeuren = 9a vak interessante onderwerpen m 10b dit moet ... gebeuren < 10a in les proefjes n 10b dit moet ... gebeuren > 10a in les proefjes o 10b dit moet ... gebeuren = 10a in les proefjes
Tabel bij vraag 11 t/m 15 NT_janee NT_nee
N 11b dit moet ... gebeuren 11a doc legt relatie theorie, dag.leven
Negative Ranks
5(a)
Mean Rank 38,10
Sum of Ranks 190,50
Positive Ranks
87(b)
46,98
4087,50
Ties
33(c)
Total 12b dit moet ... gebeuren 12a na/wi/sk van vr docent
13b dit moet ... gebeuren 13a relatie met stof bi
14b dit moet ... gebeuren 14a doc tonen leuke kanten vak
=vaker
125
Negative Ranks
30(d)
25,33
760,00
Positive Ranks
21(e)
26,95
Ties
74(f)
566,00 =minder vaak
Total
125
Negative Ranks
20(g)
31,15
623,00
Positive Ranks
46(h)
34,52
1588,00
Ties
59(i)
Total
125
Negative Ranks
=vaker
5(j)
30,50
152,50
Positive Ranks
97(k)
52,58
5100,50
Ties
23(l)
=vaker
Total 125 15b dit moet ... gebeuren 15a doc zijn aardig
Negative Ranks
11(m)
30,05
330,50
Positive Ranks
62(n)
38,23
2370,50
Ties
52(o)
Total
=vaker
125
119
NT_ja
11b dit moet ... gebeuren 11a doc legt relatie theorie, dag.leven
Negative Ranks
1(a)
4,50
4,50
Positive Ranks
12(b)
7,21
86,50
Ties Total
12b dit moet ... gebeuren 12a na/wi/sk van vr docent
14b dit moet ... gebeuren 14a doc tonen leuke kanten vak
=vaker
15
Negative Ranks
4(d)
3,50
14,00
Positive Ranks
2(e)
3,50
Ties
9(f)
7,00 =minder vaak
Total 13b dit moet ... gebeuren 13a relatie met stof bi
2(c)
15
Negative Ranks
2(g)
3,50
7,00
Positive Ranks
6(h)
4,83
29,00
Ties
7(i)
Total
15
=vaker
Negative Ranks
1(j)
4,00
4,00
Positive Ranks
8(k)
5,13
41,00
Ties
6(l)
=vaker
Total 15 15b dit moet ... gebeuren 15a doc zijn aardig
Negative Ranks
2(m)
3,50
Positive Ranks
4(n)
3,50
Ties
9(o)
Total
7,00 14,00 =vaker
15
a 11b dit moet ... gebeuren < 11a doc legt relatie theorie, dag.leven b 11b dit moet ... gebeuren > 11a doc legt relatie theorie, dag.leven c 11b dit moet ... gebeuren = 11a doc legt relatie theorie, dag.leven d 12b dit moet ... gebeuren < 12a na/wi/sk van vr docent e 12b dit moet ... gebeuren > 12a na/wi/sk van vr docent f 12b dit moet ... gebeuren = 12a na/wi/sk van vr docent g 13b dit moet ... gebeuren < 13a relatie met stof bi h 13b dit moet ... gebeuren > 13a relatie met stof bi i 13b dit moet ... gebeuren = 13a relatie met stof bi j 14b dit moet ... gebeuren < 14a doc tonen leuke kanten vak k 14b dit moet ... gebeuren > 14a doc tonen leuke kanten vak l 14b dit moet ... gebeuren = 14a doc tonen leuke kanten vak m 15b dit moet ... gebeuren < 15a doc zijn aardig n 15b dit moet ... gebeuren > 15a doc zijn aardig o 15b dit moet ... gebeuren = 15a doc zijn aardig
Tabel bij vraag 16 t/m 20 NT_janee NT_nee
16b dit moet ... gebeuren 16a excursies techn becrijven
17b dit moet ... gebeuren 17a meelopen techn vervolgopl
18b dit moet ... gebeuren 18a dagdl bezig met po techn
19b dit moet ... gebeuren -
120
Negative Ranks
N 14(a)
Mean Rank 38,14
Sum of Ranks 534,00
Positive Ranks
78(b)
48,00
3744,00
Ties
33(c)
=vaker
Total
125
Negative Ranks
4(d)
37,00
148,00
102(e)
54,15
5523,00
Positive Ranks Ties
19(f)
=vaker
Total
125
Negative Ranks
5(g)
34,00
170,00
Positive Ranks
81(h)
44,09
3571,00
Ties
39(i)
Total
125
Negative Ranks
21(j)
=vaker
30,86
648,00
19a projecten/po's doen
Positive Ranks
40(k)
Ties
64(l)
Total 20b dit moet ... gebeuren 20a zelf exc na/wi/sk kiezen
NT_ja
16b dit moet ... gebeuren 16a excursies techn becrijven
Ties
1(m)
30,50
30,50
54,22
5747,50
18(o)
19b dit moet ... gebeuren 19a projecten/po's doen
125
Negative Ranks
2(a)
4,50
9,00
Positive Ranks
9(b)
6,33
57,00
Ties
4(c)
=vaker
15
Negative Ranks
0(d)
,00
Positive Ranks
13(e)
7,00
Ties
2(f)
,00 91,00 =vaker
15
Negative Ranks
0(g)
,00
,00
Positive Ranks
11(h)
6,00
66,00
Ties
4(i)
Total
15
=vaker
Negative Ranks
1(j)
4,00
4,00
Positive Ranks
6(k)
4,00
Ties
8(l)
24,00 =vaker
Total 20b dit moet ... gebeuren 20a zelf exc na/wi/sk kiezen
=vaker
Total
Total 18b dit moet ... gebeuren 18a dagdl bezig met po techn
=vaker
106(n)
Total 17b dit moet ... gebeuren 17a meelopen techn vervolgopl
1243,00
125
Negative Ranks Positive Ranks
31,08
15
Negative Ranks
0(m)
,00
,00
Positive Ranks
13(n)
7,00
91,00 =vaker
Ties
2(o)
Total
15
a 16b dit moet ... gebeuren < 16a excursies techn becrijven b 16b dit moet ... gebeuren > 16a excursies techn becrijven c 16b dit moet ... gebeuren = 16a excursies techn becrijven d 17b dit moet ... gebeuren < 17a meelopen techn vervolgopl e 17b dit moet ... gebeuren > 17a meelopen techn vervolgopl f 17b dit moet ... gebeuren = 17a meelopen techn vervolgopl g 18b dit moet ... gebeuren < 18a dagdl bezig met po techn h 18b dit moet ... gebeuren > 18a dagdl bezig met po techn i 18b dit moet ... gebeuren = 18a dagdl bezig met po techn j 19b dit moet ... gebeuren < 19a projecten/po's doen k 19b dit moet ... gebeuren > 19a projecten/po's doen l 19b dit moet ... gebeuren = 19a projecten/po's doen m 20b dit moet ... gebeuren < 20a zelf exc na/wi/sk kiezen n 20b dit moet ... gebeuren > 20a zelf exc na/wi/sk kiezen o 20b dit moet ... gebeuren = 20a zelf exc na/wi/sk kiezen
Tabel bij vraag 21 t/m 25 NT_janee NT_nee
N 21b dit moet ... gebeuren 21a exc techn voor meisjes
22b dit moet ... gebeuren 22a voorl na/wi/sk in BB
Mean Rank
Sum of Ranks
Negative Ranks
1(a)
18,50
18,50
Positive Ranks
97(b)
49,82
4832,50
Ties
27(c)
=vaker
Total
125
Negative Ranks
6(d)
37,17
223,00
Positive Ranks
89(e)
48,73
4337,00
121
23b dit moet ... gebeuren 23a voorl vak verschil OBBB
24b dit moet ... gebeuren 24a voorl welke moglhdn NT meer dan NG
Ties
30(f)
Total
125
=vaker
Negative Ranks
9(g)
33,50
301,50
Positive Ranks
77(h)
44,67
3439,50
Ties
39(i)
Total
125
Negative Ranks
=vaker
6(j)
34,17
205,00
Positive Ranks
87(k)
47,89
4166,00
Ties
32(l)
=vaker
Total 125 25b dit moet ... gebeuren 25a voorl over NT
Negative Ranks
5(m)
38,60
193,00
Positive Ranks
81(n)
43,80
3548,00
Ties
39(o)
Total NT_ja
21b dit moet ... gebeuren 21a exc techn voor meisjes
Negative Ranks
0(a)
,00
,00
Positive Ranks
11(b)
6,00
66,00
Ties
4(c)
Total 22b dit moet ... gebeuren 22a voorl na/wi/sk in BB
0(d)
,00
Positive Ranks
13(e)
7,00
2(f)
Total
24b dit moet ... gebeuren 24a voorl welke moglhdn NT meer dan NG
=vaker
15
Negative Ranks Ties
23b dit moet ... gebeuren 23a voorl vak verschil OBBB
=vaker
125
,00 91,00 =vaker
15
Negative Ranks
0(g)
,00
,00
Positive Ranks
12(h)
6,50
78,00
Ties
3(i)
Total
15
Negative Ranks Positive Ranks Ties
=vaker
3(j)
5,50
11(k)
8,05
1(l)
16,50 88,50 =vaker
Total 15 25b dit moet ... gebeuren 25a voorl over NT
Negative Ranks
0(m)
,00
,00
Positive Ranks
11(n)
6,00
66,00
Ties
4(o)
Total a 21b dit moet ... gebeuren < 21a exc techn voor meisjes b 21b dit moet ... gebeuren > 21a exc techn voor meisjes c 21b dit moet ... gebeuren = 21a exc techn voor meisjes d 22b dit moet ... gebeuren < 22a voorl na/wi/sk in BB e 22b dit moet ... gebeuren > 22a voorl na/wi/sk in BB f 22b dit moet ... gebeuren = 22a voorl na/wi/sk in BB g 23b dit moet ... gebeuren < 23a voorl vak verschil OB-BB h 23b dit moet ... gebeuren > 23a voorl vak verschil OB-BB i 23b dit moet ... gebeuren = 23a voorl vak verschil OB-BB j 24b dit moet ... gebeuren < 24a voorl welke moglhdn NT meer dan NG k 24b dit moet ... gebeuren > 24a voorl welke moglhdn NT meer dan NG l 24b dit moet ... gebeuren = 24a voorl welke moglhdn NT meer dan NG m 25b dit moet ... gebeuren < 25a voorl over NT
122
15
=vaker
n 25b dit moet ... gebeuren > 25a voorl over NT o 25b dit moet ... gebeuren = 25a voorl over NT Tabel bij vraag 26 t/m 28 NT_janee NT_nee
N 26b dit moet ... gebeuren 26a voorl NT incl +kanten techn v.opl
28b dit moet ... gebeuren 28a voorl beroepen NT op beroepnmrkt
NT_ja
26b dit moet ... gebeuren 26a voorl NT incl +kanten techn v.opl
36,50
255,50
Positive Ranks
76(b)
42,51
3230,50
Ties
42(c)
Negative Ranks Positive Ranks
3(d)
30,00
90,00
102(e)
53,68
5475,00
Ties
20(f)
Total
125
=vaker
Negative Ranks
3(g)
28,00
84,00
Positive Ranks
70(h)
37,39
2617,00
Ties
52(i)
Total
125
Negative Ranks
1(a)
4,00
4,00
Positive Ranks
8(b)
5,13
41,00
Ties
6(c)
=vaker
=vaker
15
Negative Ranks
0(d)
,00
Positive Ranks
11(e)
6,00
Ties
4(f)
Total 28b dit moet ... gebeuren 28a voorl beroepen NT op beroepnmrkt
=vaker
125
Total 27b dit moet ... gebeuren 27a voorl mensen in techn op school
Sum of Ranks
7(a)
Total 27b dit moet ... gebeuren 27a voorl mensen in techn op school
Mean Rank
Negative Ranks
,00 66,00 =vaker
15
Negative Ranks
0(g)
,00
,00
Positive Ranks
11(h)
6,00
66,00
Ties
4(i)
Total
15
=vaker
a 26b dit moet ... gebeuren < 26a voorl NT incl +kanten techn v.opl b 26b dit moet ... gebeuren > 26a voorl NT incl +kanten techn v.opl c 26b dit moet ... gebeuren = 26a voorl NT incl +kanten techn v.opl d 27b dit moet ... gebeuren < 27a voorl mensen in techn op school e 27b dit moet ... gebeuren > 27a voorl mensen in techn op school f 27b dit moet ... gebeuren = 27a voorl mensen in techn op school g 28b dit moet ... gebeuren < 28a voorl beroepen NT op beroepnmrkt h 28b dit moet ... gebeuren > 28a voorl beroepen NT op beroepnmrkt i 28b dit moet ... gebeuren = 28a voorl beroepen NT op beroepnmrkt
123
124
Bijlage V
Tabellen Wilcoxon Signed Ranks toets bij verschillen j ÅÆ m, inclusief Negative en Positive Ranks
Als Sum of Ranks Negative Ranks < Sum of Ranks Positve Ranks, dan betekent dit dat leerlingen aangeven: het moet vaker gebeuren. Als Sum of Ranks Negative Ranks > Sum of Ranks Positve Ranks, dan betekent dit dat leerlingen aangeven: het moet minder vaak gebeuren.
Belangrijk: Doorgestreepte waarden zijn niet significant.
Tabel bij vraag 1 t/m 5 Geslacht jongen
N 1b dit moet ... gebeuren 1a doc geeft advies NT
3b dit moet ... gebeuren 3a doc geeft uitleg zodat ik het snap
4b dit moet ... gebeuren 4a doc vertelt nut vak
40,79
693,50
Positive Ranks
74(b)
47,20
3492,50
Ties
44(c)
1b dit moet ... gebeuren 1a doc geeft advies NT
39,71
1787,00
Positive Ranks
30(e)
35,43
Ties
60(f)
1063,00 =minder vaak
Total
135
Negative Ranks
30(g)
41,75
1252,50
Positive Ranks
54(h)
42,92
2317,50
Ties
51(i)
Total
135
3b dit moet ... gebeuren 3a doc geeft uitleg zodat ik het snap
4b dit moet ... gebeuren 4a doc vertelt nut vak
=vaker
Negative Ranks
17(j)
50,71
862,00
Positive Ranks
91(k)
55,21
5024,00
Ties
27(l)
=vaker
135
Negative Ranks
39(m)
31,78
1239,50
Positive Ranks
24(n)
32,35
Ties
72(o)
776,50 =minder vaak
135
Negative Ranks
14(a)
30,00
420,00
Positive Ranks
85(b)
53,29
4530,00
Ties
41(c)
Total 2b dit moet ... gebeuren 2a doc is enthou over vak
135 45(d)
Total meisje
=vaker
Negative Ranks
Total 5b dit moet ... gebeuren 5a doc geeft veel uitleg
Sum of Ranks
17(a)
Total 2b dit moet ... gebeuren 2a doc is enthou over vak
Mean Rank
Negative Ranks
=vaker
140
Negative Ranks
27(d)
42,67
1152,00
Positive Ranks
54(e)
40,17
2169,00
Ties
59(f)
Total
140
Negative Ranks
8(g)
34,00
272,00
Positive Ranks
87(h)
49,29
4288,00
Ties
45(i)
Total
140
Negative Ranks Positive Ranks Ties
=vaker
=vaker
8(j)
42,88
343,00
104(k)
57,55
5985,00
28(l)
=vaker
125
Total 5b dit moet ... gebeuren 5a doc geeft veel uitleg
140
Negative Ranks
30(m)
37,27
1118,00
Positive Ranks
49(n)
41,67
2042,00
Ties
61(o)
Total
=vaker
140
a 1b dit moet ... gebeuren < 1a doc geeft advies NT b 1b dit moet ... gebeuren > 1a doc geeft advies NT c 1b dit moet ... gebeuren = 1a doc geeft advies NT d 2b dit moet ... gebeuren < 2a doc is enthou over vak e 2b dit moet ... gebeuren > 2a doc is enthou over vak f 2b dit moet ... gebeuren = 2a doc is enthou over vak g 3b dit moet ... gebeuren < 3a doc geeft uitleg zodat ik het snap h 3b dit moet ... gebeuren > 3a doc geeft uitleg zodat ik het snap i 3b dit moet ... gebeuren = 3a doc geeft uitleg zodat ik het snap j 4b dit moet ... gebeuren < 4a doc vertelt nut vak k 4b dit moet ... gebeuren > 4a doc vertelt nut vak l 4b dit moet ... gebeuren = 4a doc vertelt nut vak m 5b dit moet ... gebeuren < 5a doc geeft veel uitleg n 5b dit moet ... gebeuren > 5a doc geeft veel uitleg o 5b dit moet ... gebeuren = 5a doc geeft veel uitleg
Tabel bij vraag 6 t/m 10 Geslacht jongen
6b dit moet ... gebeuren 6a doc laat je zelf ontdkknd leren
Negative Ranks
N 42(a)
Mean Rank 35,61
Sum of Ranks 1495,50
Positive Ranks
33(b)
41,05
Ties
60(c)
1354,50 =minder vaak
Total 7b dit moet ... gebeuren 7a werken in groepjes
30(d)
34,43
1033,00
Positive Ranks
45(e)
40,38
1817,00
Ties
60(f)
Total 8b dit moet ... gebeuren 8a doc geeft vb bij theorie
9b dit moet ... gebeuren 9a vak interessante onderwerpen
135
Negative Ranks
=vaker
135
Negative Ranks
25(g)
37,08
927,00
Positive Ranks
53(h)
40,64
2154,00
Ties
57(i)
Total
135
Negative Ranks
=vaker
9(j)
34,50
310,50
Positive Ranks
80(k)
46,18
3694,50
Ties
46(l)
=vaker
Total 135 10b dit moet ... gebeuren 10a in les proefjes
Negative Ranks
13(m)
39,85
518,00
Positive Ranks
76(n)
45,88
3487,00
Ties
46(o)
Total meisje
6b dit moet ... gebeuren 6a doc laat je zelf ontdkknd leren
Negative Ranks
46(a)
35,78
1646,00
Positive Ranks
25(b)
36,40
Ties
69(c)
910,00 =minder vaak
Total 7b dit moet ... gebeuren 7a werken in groepjes
126
=vaker
135
140
Negative Ranks
51(d)
44,57
2273,00
Positive Ranks
31(e)
36,45
Ties
58(f)
1130,00 =minder vaak
Total
140
8b dit moet ... gebeuren 8a doc geeft vb bij theorie
9b dit moet ... gebeuren 9a vak interessante onderwerpen
Negative Ranks
13(g)
38,38
499,00
Positive Ranks
65(h)
39,72
2582,00
Ties
62(i)
Total
140
Negative Ranks
4(j)
43,00
172,00
110(k)
58,03
6383,00
Positive Ranks Ties
=vaker
26(l)
=vaker
Total 140 10b dit moet ... gebeuren 10a in les proefjes
Negative Ranks
24(m)
41,50
996,00
Positive Ranks
63(n)
44,95
2832,00
Ties
53(o)
Total
=vaker
140
a 6b dit moet ... gebeuren < 6a doc laat je zelf ontdkknd leren b 6b dit moet ... gebeuren > 6a doc laat je zelf ontdkknd leren c 6b dit moet ... gebeuren = 6a doc laat je zelf ontdkknd leren d 7b dit moet ... gebeuren < 7a werken in groepjes e 7b dit moet ... gebeuren > 7a werken in groepjes f 7b dit moet ... gebeuren = 7a werken in groepjes g 8b dit moet ... gebeuren < 8a doc geeft vb bij theorie h 8b dit moet ... gebeuren > 8a doc geeft vb bij theorie i 8b dit moet ... gebeuren = 8a doc geeft vb bij theorie j 9b dit moet ... gebeuren < 9a vak interessante onderwerpen k 9b dit moet ... gebeuren > 9a vak interessante onderwerpen l 9b dit moet ... gebeuren = 9a vak interessante onderwerpen m 10b dit moet ... gebeuren < 10a in les proefjes n 10b dit moet ... gebeuren > 10a in les proefjes o 10b dit moet ... gebeuren = 10a in les proefjes
Tabel bij vraag 11 t/m 15 Geslacht jongen
11b dit moet ... gebeuren 11a doc legt relatie theorie, dag.leven
Negative Ranks
N 14(a)
Mean Rank 43,46
Sum of Ranks 608,50
Positive Ranks
71(b)
42,91
3046,50
Ties
50(c)
Total 12b dit moet ... gebeuren 12a na/wi/sk van vr docent
13b dit moet ... gebeuren 13a relatie met stof bi
14b dit moet ... gebeuren 14a doc tonen leuke kanten vak
=vaker
135
Negative Ranks
38(d)
32,42
1232,00
Positive Ranks
32(e)
39,16
1253,00
Ties
65(f)
Total
135
=vaker
Negative Ranks
29(g)
26,79
777,00
Positive Ranks
30(h)
33,10
993,00
Ties
76(i)
Total
135
=vaker
Negative Ranks
16(j)
41,56
665,00
Positive Ranks
77(k)
48,13
3706,00
Ties
42(l)
=vaker
Total 135 15b dit moet ... gebeuren 15a doc zijn aardig
Negative Ranks
17(m)
31,88
542,00
Positive Ranks
54(n)
37,30
2014,00
Ties
64(o)
Total
=vaker
135
127
meisje
11b dit moet ... gebeuren 11a doc legt relatie theorie, dag.leven
Negative Ranks
6(a)
41,75
250,50
Positive Ranks
99(b)
53,68
5314,50
Ties
35(c)
Total 12b dit moet ... gebeuren 12a na/wi/sk van vr docent
Negative Ranks
34(d)
28,29
962,00
Positive Ranks
23(e)
30,04
Ties
83(f)
691,00 =minder vaak
Total 13b dit moet ... gebeuren 13a relatie met stof bi
14b dit moet ... gebeuren 14a doc tonen leuke kanten vak
=vaker
140
140
Negative Ranks
22(g)
34,18
752,00
Positive Ranks
52(h)
38,90
2023,00
Ties
66(i)
Total
140
Negative Ranks Positive Ranks
=vaker
6(j)
34,00
204,00
105(k)
57,26
6012,00
Ties
29(l)
=vaker
Total 140 15b dit moet ... gebeuren 15a doc zijn aardig
Negative Ranks
13(m)
32,27
419,50
Positive Ranks
66(n)
41,52
2740,50
Ties
61(o)
Total
=vaker
140
a 11b dit moet ... gebeuren < 11a doc legt relatie theorie, dag.leven b 11b dit moet ... gebeuren > 11a doc legt relatie theorie, dag.leven c 11b dit moet ... gebeuren = 11a doc legt relatie theorie, dag.leven d 12b dit moet ... gebeuren < 12a na/wi/sk van vr docent e 12b dit moet ... gebeuren > 12a na/wi/sk van vr docent f 12b dit moet ... gebeuren = 12a na/wi/sk van vr docent g 13b dit moet ... gebeuren < 13a relatie met stof bi h 13b dit moet ... gebeuren > 13a relatie met stof bi i 13b dit moet ... gebeuren = 13a relatie met stof bi j 14b dit moet ... gebeuren < 14a doc tonen leuke kanten vak k 14b dit moet ... gebeuren > 14a doc tonen leuke kanten vak l 14b dit moet ... gebeuren = 14a doc tonen leuke kanten vak m 15b dit moet ... gebeuren < 15a doc zijn aardig n 15b dit moet ... gebeuren > 15a doc zijn aardig o 15b dit moet ... gebeuren = 15a doc zijn aardig
Tabel bij vraag 16 t/m 20 Geslacht jongen
N 16b dit moet ... gebeuren 16a excursies techn becrijven
17b dit moet ... gebeuren 17a meelopen techn vervolgopl
18b dit moet ... gebeuren 18a dagdl bezig met po techn
19b dit moet ... gebeuren -
128
9(a)
Mean Rank 53,06
Sum of Ranks 477,50
87(b)
48,03
4178,50
Negative Ranks Positive Ranks Ties
39(c)
=vaker
Total
135
Negative Ranks
1(d)
31,00
31,00
Positive Ranks
92(e)
47,17
4340,00
Ties
42(f)
=vaker
Total
135
Negative Ranks
8(g)
33,50
268,00
Positive Ranks
80(h)
45,60
3648,00
Ties
47(i)
Total
135
Negative Ranks
11(j)
=vaker
35,91
395,00
19a projecten/po's doen
Positive Ranks
66(k)
Ties
58(l)
Total 20b dit moet ... gebeuren 20a zelf exc na/wi/sk kiezen
16b dit moet ... gebeuren 16a excursies techn becrijven
17b dit moet ... gebeuren 17a meelopen techn vervolgopl
18b dit moet ... gebeuren 18a dagdl bezig met po techn
19b dit moet ... gebeuren 19a projecten/po's doen
=vaker
Negative Ranks
3(m)
35,00
105,00
Positive Ranks
98(n)
51,49
5046,00
Ties
34(o)
=vaker
135
Negative Ranks
16(a)
42,09
673,50
Positive Ranks
87(b)
53,82
4682,50
Ties
37(c)
=vaker
Total
140
Negative Ranks
4(d)
42,00
168,00
115(e)
60,63
6972,00
Positive Ranks Ties
21(f)
=vaker
Total
140
Negative Ranks
5(g)
39,50
197,50
Positive Ranks
92(h)
49,52
4555,50
Ties
43(i)
Total
140
=vaker
Negative Ranks
22(j)
34,55
760,00
Positive Ranks
46(k)
34,48
Ties
72(l)
1586,00 =vaker
Total 20b dit moet ... gebeuren 20a zelf exc na/wi/sk kiezen
2608,00
135
Total meisje
39,52
140
Negative Ranks Positive Ranks Ties
1(m)
35,00
35,00
119(n)
60,71
7225,00 =vaker
20(o)
Total
140
a 16b dit moet ... gebeuren < 16a excursies techn becrijven b 16b dit moet ... gebeuren > 16a excursies techn becrijven c 16b dit moet ... gebeuren = 16a excursies techn becrijven d 17b dit moet ... gebeuren < 17a meelopen techn vervolgopl e 17b dit moet ... gebeuren > 17a meelopen techn vervolgopl f 17b dit moet ... gebeuren = 17a meelopen techn vervolgopl g 18b dit moet ... gebeuren < 18a dagdl bezig met po techn h 18b dit moet ... gebeuren > 18a dagdl bezig met po techn i 18b dit moet ... gebeuren = 18a dagdl bezig met po techn j 19b dit moet ... gebeuren < 19a projecten/po's doen k 19b dit moet ... gebeuren > 19a projecten/po's doen l 19b dit moet ... gebeuren = 19a projecten/po's doen m 20b dit moet ... gebeuren < 20a zelf exc na/wi/sk kiezen n 20b dit moet ... gebeuren > 20a zelf exc na/wi/sk kiezen o 20b dit moet ... gebeuren = 20a zelf exc na/wi/sk kiezen
Tabel bij vraag 21 t/m 25 Geslacht jongen
N 21b dit moet ... gebeuren 21a exc techn voor meisjes
Sum of Ranks
9(a)
20,00
180,00
Positive Ranks
46(b)
29,57
1360,00
Ties
80(c)
Total 22b dit moet ... gebeuren 22a voorl na/wi/sk in BB
Mean Rank
Negative Ranks
=vaker
135
Negative Ranks
13(d)
35,00
455,00
Positive Ranks
80(e)
48,95
3916,00
129
23b dit moet ... gebeuren 23a voorl vak verschil OBBB
24b dit moet ... gebeuren 24a voorl welke moglhdn NT meer dan NG
Ties
42(f)
Total
135
=vaker
Negative Ranks
20(g)
41,25
825,00
Positive Ranks
66(h)
44,18
2916,00
Ties
49(i)
Total
135
=vaker
Negative Ranks
15(j)
33,60
504,00
Positive Ranks
80(k)
50,70
4056,00
Ties
40(l)
=vaker
Total 135 25b dit moet ... gebeuren 25a voorl over NT
Negative Ranks
15(m)
42,20
633,00
Positive Ranks
79(n)
48,51
3832,00
Ties
41(o)
Total meisje
21b dit moet ... gebeuren 21a exc techn voor meisjes
Negative Ranks Positive Ranks Ties
22b dit moet ... gebeuren 22a voorl na/wi/sk in BB
24b dit moet ... gebeuren 24a voorl welke moglhdn NT meer dan NG
1(a)
21,50
21,50
108(b)
55,31
5973,50
31(c)
=vaker
Total
140
Negative Ranks
6(d)
42,25
253,50
102(e)
55,22
5632,50
Positive Ranks Ties
23b dit moet ... gebeuren 23a voorl vak verschil OBBB
=vaker
135
32(f)
=vaker
Total
140
Negative Ranks
9(g)
37,17
334,50
Positive Ranks
89(h)
50,75
4516,50
Ties
42(i)
Total
140
Negative Ranks
=vaker
9(j)
37,44
337,00
Positive Ranks
98(k)
55,52
5441,00
Ties
33(l)
=vaker
Total 140 25b dit moet ... gebeuren 25a voorl over NT
Negative Ranks
5(m)
43,70
218,50
Positive Ranks
92(n)
49,29
4534,50
Ties
43(o)
Total
140
a 21b dit moet ... gebeuren < 21a exc techn voor meisjes b 21b dit moet ... gebeuren > 21a exc techn voor meisjes c 21b dit moet ... gebeuren = 21a exc techn voor meisjes d 22b dit moet ... gebeuren < 22a voorl na/wi/sk in BB e 22b dit moet ... gebeuren > 22a voorl na/wi/sk in BB f 22b dit moet ... gebeuren = 22a voorl na/wi/sk in BB g 23b dit moet ... gebeuren < 23a voorl vak verschil OB-BB h 23b dit moet ... gebeuren > 23a voorl vak verschil OB-BB i 23b dit moet ... gebeuren = 23a voorl vak verschil OB-BB j 24b dit moet ... gebeuren < 24a voorl welke moglhdn NT meer dan NG k 24b dit moet ... gebeuren > 24a voorl welke moglhdn NT meer dan NG l 24b dit moet ... gebeuren = 24a voorl welke moglhdn NT meer dan NG m 25b dit moet ... gebeuren < 25a voorl over NT
130
=vaker
n 25b dit moet ... gebeuren > 25a voorl over NT o 25b dit moet ... gebeuren = 25a voorl over NT Tabel bij vraag 26 t/m 28 Geslacht jongen
N 26b dit moet ... gebeuren 26a voorl NT incl +kanten techn v.opl
Mean Rank
21(a)
37,57
789,00
Positive Ranks
60(b)
42,20
2532,00
Ties
54(c)
Total 27b dit moet ... gebeuren 27a voorl mensen in techn op school
28b dit moet ... gebeuren 28a voorl beroepen NT op beroepnmrkt
meisje
26b dit moet ... gebeuren 26a voorl NT incl +kanten techn v.opl
27b dit moet ... gebeuren 27a voorl mensen in techn op school
28b dit moet ... gebeuren 28a voorl beroepen NT op beroepnmrkt
Sum of Ranks
Negative Ranks
=vaker
135
Negative Ranks
9(d)
34,50
310,50
Positive Ranks
85(e)
48,88
4154,50
Ties
41(f)
Total
135
=vaker
Negative Ranks
16(g)
35,41
566,50
Positive Ranks
66(h)
42,98
2836,50
Ties
53(i)
Total
135
=vaker
Negative Ranks
8(a)
39,88
319,00
Positive Ranks
84(b)
47,13
3959,00
Ties
48(c)
=vaker
Total
140
Negative Ranks
3(d)
34,00
102,00
113(e)
59,15
6684,00
Positive Ranks Ties
24(f)
=vaker
Total
140
Negative Ranks
3(g)
31,50
94,50
Positive Ranks
81(h)
42,91
3475,50
Ties
56(i)
Total
140
=vaker
a 26b dit moet ... gebeuren < 26a voorl NT incl +kanten techn v.opl b 26b dit moet ... gebeuren > 26a voorl NT incl +kanten techn v.opl c 26b dit moet ... gebeuren = 26a voorl NT incl +kanten techn v.opl d 27b dit moet ... gebeuren < 27a voorl mensen in techn op school e 27b dit moet ... gebeuren > 27a voorl mensen in techn op school f 27b dit moet ... gebeuren = 27a voorl mensen in techn op school g 28b dit moet ... gebeuren < 28a voorl beroepen NT op beroepnmrkt h 28b dit moet ... gebeuren > 28a voorl beroepen NT op beroepnmrkt i 28b dit moet ... gebeuren = 28a voorl beroepen NT op beroepnmrkt
131
132
Bijlage VI Antwoorden van de meisjes bij vraag 29, uitgesplitst op wel/geen N&T
Meisjes met N&T: • •
Het maakt mij niets uit of ik bij jongens in de klas zit. Laten zien dat er veel meisjes zijn die het heel leuk vinden. Uitjes naar bedrijven waar je ook meisjes ziet. Zeggen dat er meisjes nodig zijn in de techniek :P
•
Ik denk niet dat dat uitmaakt. Ikzelf (meisje) vind het juist wel prettig dat er veel meer jongens dan meisjes in een klas zitten omdat de omgangsnormen anders zijn en met alleen meisjes wordt het vaak een kippenhok. Voor de dingen die iemand leert zal het ook niet uitmaken of het nu jongens of meisjes zijn.
•
Dat maakt het volgens mij niet beter. Ik vind het gemengd juist leuk. Ik kan juist goed met jongens opschieten. Een meidenklas... Nee, jongens hebben soms een andere kijk op dingen dus kan het ook heel handig zijn. Nee dat vind ik onzin. Je kunt juist van elkaar leren. De meiden (uit onze klas) zijn vaak beter gemotiveerd en kunnen de jongens aansporen secuurder te werken. Ik denk niet dat dat uitmaakt. Het lijkt me juist beter als jongens en meisjes gemengd zitten omdat ze dan van elkaar kunnen leren.
• • •
•
Sorry, maar waar slaat dat op? Volgens mij maakt dat jongens en meisjes door elkaar zitten. Zo'n verdeling geeft sommige mensen te denken dat of de jongens of de meisjes meer aandacht nodig hebben en dat is helemaal niet waar. moet het gewoon gemengd houden. dat is bij andere profielen ook gewoon zo en bij bijvoorbeeld C&M zitten vooral meisjes en dat hoort gewoon bij het profiel.
•
Ik vindt dit onzin, omdat je bij N&T dan klassen met bijvoorbeeld maar 3 meisjes krijgt. De meeste meisjes die ik ken en N&T hebben hebben hogere punten dan de jongens, het is dus niet zo dat meisjes N&T niet aan kunnen.
•
Er moet in de onderbouw gewoon meer informatie gegeven worden, en verder ook meer technische dingen doen. Op deze manier krijg je meer meisjes op N&T, en is het dus ook niet nodig om aparte klassen te hebben.
•
Ik vind het (als meisje) grote onzin, meisjes kijken anders tegen natuurkundige of wiskundige problemen aan dan jongens, en dit zorgt voor verschillende benaderingen van een probleem wat vaak voordelen oplevert. Daarbij is het ook nog eens veel gezelliger en zou het half lege klassen opleveren.
•
dit is onzin, meisjes en jongens sporen elkaar aan om beter hun best te doen.
•
Ik denk dat dat niks uit maakt. Ik ben zelf een meisje en vind het fijn om naast een jongen te zitten met deze vakken omdat die het meestal toch beter begrijpen en uit kunnen leggen.
•
Ik denk dat dat geen goede oplossing zou zijn. Meisjes zijn vaak beter geconcentreerd en door deze apart te zetten worden de jongens niet rustiger.
•
Dat vind ik echt racistische onzin!
Meisjes zonder N&T: • Ik denk niet dat dit slim is. Want vaak is het nu zo dat (vooral de)jongens bepaalde vraagstukken kunnen oplossen of een verklaring erbij geven waardoor ik het ook snap. Soms is uitleg van mensen uit je klas makkelijker te begrijpen dan de uitleg van je docent. Nu is het vaak zo dat jongens beter zijn in zulke uitleg.
133
• Hier ben ik mee eens • Ik denk niet dat het slim is om jongens en meisjes apart te zetten, omdat het me juist verstandig lijkt dat jongens de meisjes kunnen motiveren. • Ik denk dat dat helemaal niet uitmaakt. Het is wat de persoon in kwestie er van maakt en hoe graag die iets wil leren. • Nee, dat maakt niet uit, het ligt nog steeds aan hoe iemand in zijn schoenen staat, hoe iemand er voor zichzelf over denkt. Het maakt niet uit of jongens of meiden dan gescheiden les krijgen. • Ik denk dat dat meer afhankelijk is van de manier van lesgeven van verschillende leraren. Het is maar net of het je als jongen of meisje aanspreekt. Dat jongens dan eerder meer geïnteresseerd raken dan meisjes, is nu eenmaal zo. Daar zou je ze niet voor uit elkaar moeten halen, dus geen onderscheid tussen hen moeten maken qua lesgeven. • naar mijn idee maakt dat niets uit, ik zit nu in een wiskunde klas met enkel meisjes en dat is maar al te gezellig, meer dan nodig is af en toe. Wellicht is het voor meisjes wel interessanter om onderwerpen in de natuur- en scheikunde toe te lichten welke voor hen interessant zijn, (chemische reacties wanneer mensen verliefd worden? make-up? dat soort dingen...) • Ik vind het geen slim idee om jongens en meisjes apart les te gaan geven, omdat het dan overkomt alsof meisjes op de één of andere manier slechter meekunnen. Ik kan me voorstellen dat een school denkt dat meisjes zich comfortabeler voelen als zij alleen hoeven te samenwerken dan wel wedijveren met jongens, maar voor mij persoonlijk komt het dan over alsof er verschil gemaakt wordt. Ik vind het een achterhaald idee om te denken dat meisjes geen N&T kiezen vanwege alle jongens, want degenen die éc • Ik denk niet dat dat helpt. Vaak is het zo dat jongens eerder N&T kiezen, maar dit omdat het voor meiden niet aantrekkelijk word gemaakt. Ik denk dat het saai word als je jongens en meiden apart in een klas zet. • vaker de link leggen met hedendaagse dingen die meisjes ook interesseren. • niet doen!! Je kunt veel opsteken van elkaar en elkaars werkwijze. • Ik denk dat dat wel scheelt. Dit omdat mannen vaak technischer zijn dan vrouwen. In de klas met alleen vrouwen wordt dan meer aandacht gegeven. • Ik zie niet in hoe het scheiden van jongens en meisjes bij wis-/nat-/scheikunde effect zou hebben op de keuze voor N&T. Dat minder meisjes N&T kiezen heeft andere oorzaken, maar in ieder geval niet deze. • Ik denk dat dit geen effect heeft. Als meisje zijnde zou ik niet eerder scheikunde kiezen als ik geen jongens in mijn klas zou hebben. • Ik denk niet dat het verschil maakt, maar je zou wel meer meisjes apart en persoonlijk kunnen motiveren. • Ik denk niet dat dat helpt, want dan krijg je alleen maar grotere verschillen qua denkrichtingen en niveau en aanpakken van problemen. • Ik denk dat dit niet heel veel uit zou maken. Misschien is het juist wel beter als ze gemengd zitten zodat ze elkaar kunnen helpen en er vanuit verschillende 'standpunten' naar iets gekeken kan worden. Wel vind ik het belangrijk dat er ook aandacht wordt besteed aan wat je met N&T kan, ook op gebied dat meer voor meisjes lijkt te zijn omdat veel mensen nu denken dat N&T alleen voor jongens is. • Dat vind ik onzin. Het maakt een vak zeker niet leuker als jongens en meisjes apart zitten. De inhoud of interessantheid van een vak heeft niks te maken met hoe je klas eruit ziet. Mij lijkt het juist alleen maar minder leuk als ik in een klas met alleen maar meisjes zou zitten. • Nee, naar mijn mening heeft dat geen effect op de meisjes. Ik zie in niet hoe dit hun zou kunnen stimuleren. • Ik denk niet dat dat een verstandige oplossing is. Jongens en meisjes denken vaak op een andere wijze en het is goed dat je een probleem met oplossing ook eens ziet vanuit de kant van de andere sekse. Daar kun je iets van leren. • Dit vind ik echt flauwe kul omdat ik niet inzie waarom dit zou moeten. Leerlingen kunnen van elkaar leren en of dat nou van een jongen of een meisje is maakt niets uit. Ik weet niet precies wat de rede is voor deze keuze maar ik denk dat het je eigen keuze is om een profiel te kiezen met deze vakken en dan maakt het niets uit of je nou met veel jongens of meisjes in de klas zit want je doet het omdat je het zelf wilt dus ik vind dat de klassen gemengd moeten blijven.
134
• dit vind ik onzin, als je als meisje geïnteresseerd bent in techniek doet het er niet toe dat veel jongens dit ook vinden. als het apart wordt gezet kunnen de leerlingen elkaar moeilijker aanvullen • Ik denk niet dat je ze in aparte klassen moet zetten want ik denk niet dat er veel verschil zit in jongens en meisje op N&T, als ze allebei interesse tonen dan denk ik dat het niveau gelijkwaardig is. • Jongens hebben vaak een beter inzicht dan meisjes. Als het een meisje niet lukt, maar een jongen wel is dit demotiverend. Je zou de leerlingen kunnen scheiden, maar je kunt ook de jongens het laten uitleggen aan de meisjes. Dus gemengde groepen maken. • Ik denk niet dat het uitmaakt. Als je een vak leuk vindt en verder wil leren in dit vak dan kies je daar zelf wel voor en dat er dan ook jongens in de klas zitten moet geen invloed hebben op je keuze. • Ik denk niet dat het veel uit zou maken. Je bent dan toch niet beter of slechter in het vak. Je hebt het inzicht of je hebt het niet. Misschien dat het wel motiverender is als je met mensen zit die er ongeveer hetzelfde tegenaan kijken, dus inderdaad een scheiding tussen jongens en meisjes, maar in principe zou het niets uit moeten maken. Inzicht krijg je niet zomaar, dat heb je. Als je het niet hebt, maakt een gescheiden klas daar geen verschil in, en anders net zo goed als in een gemengde klas. • Ik denk dat je jongens en meisjes niet apart moet zetten. Je leert van elkaar en ik denk dat het niet beter wordt als je alleen bij jongens of alleen bij meisjes in de klas zit. Het vak wordt er niet anders door. • Ik denk dat het stimuleert om gemengde klassen te hebben, bovendien hebben jongens een andere denkwijze dan meisjes en als we van elkaar kunnen leren, dan is dat mooi. Daarnaast moet je in de toekomst ook met het andere geslacht overweg kunnen. • ik denk dat dit niet heel vaak uitmaakt, we zijn inmiddels oud genoeg om ook gewoon gezellig met jongens om te gaan. het gaat meer over de inhoud van het vak, of meisjes het ook leuk vinden • ik vind van niet, er zijn genoeg meisjes en jongens die dezelfde interesses tonen wat met deze vakken te maken heeft zo kunnen ze ook op elkaar ingaan en elkaar helpen, of je een jongen of meisje bent maakt niks uit. • Ik denk dat dit meisjes wel zou motiveren om actiever deel te nemen aan de proeven die je moet doen bij deze vakken, omdat nu de jongens dat vaak op zich nemen omdat deze zichzelf technischer vinden. • Ik denk dat je meisjes niet apart moet bekijken. Als je een vak leuk vindt of goed kan, hangt dit niet af van je geslacht! Door een uitleg van een docent over een vak ga je het vak niet leuker vinden, ook niet als je een meisje bent. • Hier ben ik het absoluut niet mee eens. Als jongens en meisjes namelijk apart in een klas komen, zou dat voor mij juist een reden zijn om geen N&T te kiezen. • Ik denk niet dat dit zin heeft, en denk dat het vooral slim is om deze bij elkaar te houden! • Meer informatie erover geven. En ik denk beter aangeven welke beroepen meisjes er mee kunnen gaan volgen. • Ik denk het niet, daar gaat het niet om. Het gaat om het vak zelf. • Dit hoort niet nodig te zijn, want dan maak je het onderscheid tussen jongens en meiden alleen maar groter, en demotiveer je de meiden. • Ik denk dat dat niet nodig is. Of bij alle vakken apart of bij geen en ik denk als ze het in zouden voeren dat er nog minder meisjes voor N&T zullen kiezen. • Ik denk dat het beter is als je ze gewoon bij elkaar zet, dan kunnen ze ook van elkaar leren. • Nee, ik denk juist niet dat je ze apart moet zetten, omdat je dan zo wat van elkaar kunt leren. Maar ik denk ook dat er voorlopig meer jongens dan meisjes zijn die N&T doen. Maar bij verzorging vakken zitten weer meer meisjes dan jongens. Dus dan is het toch weer in evenwicht. • Ikzelf zou dat eigenlijk wel fijn vinden. • Nee ik denk niet dat dat veel uitmaakt. Maakt niet uit of een meisje of een jongen die vakken kiest. • ik denk dat het dermate effect heeft op meisjes das ze niet zo overheerst worden door jongens, meisjes kunnen de meeste dingen makkelijk zelf alleen ze laten het vaak aan jongens over omdat die dat graag willen of denken dat zij beter zijn in exacte vakken dan meisjes. dus wat dat betreft zou het beter zijn maar jongens en meisjes apart zou helemaal niet fijn zijn omdat je ook veel van de jongens kan leren. zij zijn vaker bezig met zulke dingen dan wij en hun zouden het doorlopen van de proefjes • Nee, ik denk niet dat dit uitmaakt, als iemand namelijk deze vakken kiest, wil hij deze zelf ook uitoefenen dus dit maakt geen verschil met wie je dan zit...
135
• Ik denk dat, dat niet veel uitmaakt. Meisjes zouden echt niet beter gaan opletten, of zich meer gaan interesseren in het vak als er geen jongens bij zijn. Ik denk dat als er jongens bij zijn, zij de meisjes ook kunnen motiveren. • Zou niet weten waarom. Gemengd gaat toch ook gewoon goed? • ja misschien dat het werkt maar het zal dan wel drukker zijn in de klas • niet handig, jongens kunnen je dan juist uitleggen hoe het zit. • Nee, het is leuker als je het gemengd houdt. • gemengd houden, maar ook rekening houden met de interesses van de meisjes • Ik denk niet dat het uitmaakt om ze apart te zetten. Het kan wel gezelliger zijn, maar meisjes onderling zijn veel drukker en kletsen meer. Je zit al sinds groep 1 gemengd, dus waarom zouden ze dat nu ineens anders gaan doen. • Ik denk dat het niet uitmaakt of je meisjes alleen zet of samen met jongens. Als je jongens en meisjes bij elkaar zet kunnen ze elkaar helpen omdat jongens weer andere dingen goed kunnen dan meisjes. • ik denk niet dat dat werkt want meisjes onderling zijn veel drukker en letten een stuk minder op ook is het wel gezelliger als je gemengd in een klas zit. • Ik vind dat je ze zeker niet uit elkaar moet halen maar je zou wel excursies kunnen doen die voor de meisjes erg interessant zijn en voor de jongens minder. Of verschillende excursies waar je zelf voor kan inschrijven, dus waar jouw interesse liggen. • meer op onderwerpen richten die ook voor meisjes van belang zijn, hoe zit make-up in elkaar ofzo • ik vind dat dat juist niet moet, de jongens snappen en meestal meer van. in groepjes kunnen ze elkaar dan helpen. • Zo zou je wel meer op de verschillende beroepen die je ermee kan doen kunnen richten. • ik vind dit niet nodig, want jongens kunnen vaak meisjes juist helpen met deze vakken en meisjes kunnen jongens bij sommige onderwerpen ook helpen. of eerder gezegd dit is ONZIN!!!! • Ik denk dat het niet uitmaakt. Natuurlijk zijn er meer jongens dan meisjes die voor N&T kiezen, maar het kan ook net zo goed ene meisje zijn. Moet iedereen in zijn waarde laten. • Ik denk dat dat niks uitmaakt. Iedereen zou iets met techniek kunnen doen. Door ze te scheiden versterk je het beeld dat meisjes minder met techniek doen. • maakt niet uit • Ik vind dat echt onzin. Meestal is het wel zo dat jongens deze vakken sneller en makkelijker begrijpen, maar daardoor kunnen ze de meisjes wel helpen en het misschien wel op een makkelijkere manier uitleggen. • Ik heb geen N&T • moeten ze zelf weten. dan kunnen meisjes misschien wel leukere onderwerpen krijgen die jongens niet interesseren en andersom. • niet leuk, want jongens en meisjes bij elkaar leer je juist veel van! • Ik denk dat dat helemaal niet nodig is, een gemengde klas is veel leuker en ik denk niet dat de resultaten omhoog gaan als jongens en meisjes apart les worden gegeven. • Ik vind dat dat in de onderbouw wel zou kunnen, ik denk dat meisjes vaak denken van ow N&T is voor jongens, maar als ze er zelf aan gaan werken dan krijgen ze ook een beeld van hoe N&T er uit ziet. omdat ze denken dat het voor jongens is zullen ze niet gauw N&T kiezen, als ze dan apart werken krijgen ze een kans om op een andere manier met die vakken te werken. maar van de andere kant, het maakt niet uit of het voor jongens of meisjes is, je moet daar geen verschil tussen leggen. N&T blijft • ik denk dat het beter is als het gemengd blijft, omdat jongens anders tegen technische vakken aan kijken dan meisjes en dan kunnen ze elkaar helpen in de ontwikkeling er in. • techniek is techniek dus het is een interesse, en dat kunnen jongens en meisjes allebei hebben dus het lijkt me onnodig om deze twee in aparte klassen te zetten. ze kunnen ook best wel van elkaar leren. • nee natuurlijk moet je die niet in verschillende klassen zetten. Ze moeten nou net samenwerken en je moet geen verschil maken tussen jongens en meisjes, dat is onzin! Meisjes kunnen net zo goed scheikunde, natuurkunde en wiskunde leuk vinden. • Onzin.
136
• Het zou wel slim zijn, omdat je bijna nooit hoort van meisjes die in deze vakken werk zoekt en door de aparte klassen kan hier meer op worden ingespeeld • onzin! • nee ik vind van niet, Jongens en meisjes bij elkaar is beter. zo kunnen jongens meisjes helpen en andersom want ik denk dat jongens en meisjes anders denken. • Oneens. Ik denk dat meisjes gewoon minder geïnteresseerd zijn in natuurkunde en scheikunde, en dat ze daarom liever een ander profiel kiezen. • Dit slaat nergens op, het is niet dat ze afgeleid of zo worden. Dit is bij ieder vak zo, het is gewoon dat meisjes minder aangesproken zijn tot deze soort vakken. Zal wel iets in de genen zijn. • Leuke leraren voor de klas die op een manier uitleggen dat iedereen (ook de meisjes!) het begrijpen. Het zou misschien een goede oplossing zijn om jongens en meisjes te scheiden, maar er zijn gevallen dat de jongens de meisjes kunnen helpen. • Aan de ene kant vindt ik dat wel een goed idee, omdat meisjes vaak net wat extra begeleiding nodig hebben dan jongens. Maar aan de andere kant vind ik het juist goed dat jongens en meisjes gemixt zijn, want dat is later ook en zo kunnen ze elkaar misschien dingen uitleggen, aangezien het vaak zo is dat jongens de link eerder leggen dan meisjes. (voor zover ik weet dan) • Onzin, het is juist leuk om in gemengde groepen samen te werken, en alleen meisjes bij elkaar zullen niet zo heel hard werken. • Het zou misschien zorgen voor minder afleiding, of juist meer. Ik denk dat je dat eerst moet testen voordat je er een oordeel over kunt geven. • Ik heb altijd het idee dat jongens meer geïnteresseerd zijn in het N&T profiel. Misschien helpt het inderdaad om de leerlingen te scheiden, zodat er voor allebei de groepen op een voor hun eigen interessante manier les kan worden gegeven. • Onzin, net als die vraag over of je vaker een vrouwelijke docent wil of niet. Dit moet niet veel uitmaken. Ik denk dan dat je bedoelt dat meisjes extra aandacht voor die vakken nodig hebben ofzo. Misschien omdat meisjes over het algemeen niet zo goed zijn in die exacte vakken. Maar om dan de klassen te spreiden jongens en meisjes bij elkaar lijkt me overbodig. De les die je krijgt zou hetzelfde moeten zijn en als iemand extra aandacht nodig heeft moet hij/zij daarom vragen. En andere optie is ge • Nee, ik vind van niet, want jongens zijn er meestal beter in en die kunnen de meisjes dan een beetje meenemen in de stof, zodat hun het ook snappen • Ik ben het daar niet mee eens. Jongens en meisjes kunnen soms heel goed samenwerken en elkaar helpen of stimuleren. Aparte klassen voor jongens en meisjes lijkt mij niet stimulerend. • Ik vind niet dat dit verplicht moet zijn. Jongens en meisjes denken wel anders, maar misschien is dat ook wel een uitdaging en uiteindelijk begrijpt iedereen elkaar meer. • Nee, ik denk juist van niet. Omdat als het zo is dat jongens vaak een beter technisch inzicht hebben ze elkaar juist beter kunnen helpen. • Dat denk ik niet, het maakt niet zoveel uit qua prestaties en jongens denken anders dan meisjes waardoor ze elkaar dingen uit kunnen leggen. Dat merk je ook als je in gemengde groepjes werkt. Ook qua werkprestatie maakt het niet zoveel uit want meestal wordt er in een klas met jongens evenveel gekletst als met meisjes. • Ik denk dat dit niet veel uitmaakt. Jongens en meisjes kunnen vaak erg veel van elkaar leren. Goed voor sociaal gedrag, anders krijg je echt zo'n meidenkliekklas. Samenwerking met het andere geslacht is ook erg belangrijk. Ik ben het hier dus niet mee eens. • Nee, dat maakt niks uit. De stof blijft namelijk hetzelfde en voor de jongens kan het geen kwaad om het nog een keer te horen. Bovendien kunnen ze elkaar dan helpen! • Niet, ik vind het beter als mensen samen les hebben. Er is geen reden om mensen apart in klassen te zetten. • Ik vind het nergens op slaan. Van elkaar kun je veel leren, ook van jongens. Je moet geen aparte klassen gaan maken. Op de vervolgopleiding kom je elkaar ook tegen en moet je ook met elkaar werken. • Nee, dit vind ik helemaal niet goed. Jongens hebben soms helemaal een andere kijk op een bepaald onderwerp waardoor je eerder gemotiveerd raakt(doordat zij gemotiveerd zijn) en waardoor je het van een andere kant gaat bekijken. Een andere aanpak van het probleem. Bovendien is het ook gezelliger,)
137
• Ik denk niet dat het meisjes meer zal stimuleren als gescheiden van de jongens zitten. Als meisjes beter zijn dan jongens merk je dat ook wel als ze bij elkaar in de klas zitten. • Nee, ik denk dat jongens en meisjes bij elkaar zetten de perfecte balans is. • Ik denk dat dit niks uitmaakt. De andere profielen zijn ook gemixt en daarbij levert het ook geen problemen op. Ik denk niet dat meisjes niet voor n&t zouden kiezen omdat ze dan alleen bij jongens te recht komen. Ik denk dat iedereen wijs genoeg is om te kiezen wat hij/zij leuk vindt, het gaat immers over de toekomst van een kind. • ik denk dat dit niets uitmaakt. ik denk dat meer jongens als meisjes N&T kiezen omdat deze richting hen meer trekt, meisjes kiezen eerder voor N&G. • niet apart, maar samen onderzoeken wat je zoal met techniek kunt doen, ook gericht op dingen die meisjes misschien meer aanspreken. • meisjes en jongens willen juist bij elkaar in de klas zitten. ook kunnen ze elkaar goed aanvullen, jongens zijn praktischer en meisjes kunnen beter leren, zijn serieuzer. • Onzin, wat maakt het geslacht uit? • Ik denk dat je meisjes en jongens niet in aparte klassen moet stoppen, want dat motiveert je minder. Ook worden er minder vragen gesteld die misschien minder diep op de stof ingaan, want jongens willen daarover vaak meer weten. • nee, jongens en meisjes kunnen elkaar goed aanvullen. • Ik denk dat het niet werkt als je alleen maar meisjes bij elkaar in de klas zet. Je moet gewoon gemengde klassen doen, dan werk je veel beter. • hoi, meer meisjesdingen doen • ja want meisjes denken anders over dingen bij natuur en scheikunde dan jongens • Het maakt geen verschil denk ik. • Ik denk niet dat het veel verandert. Ikzelf zou daardoor niet extra gestimuleerd worden. • onzin • Ik denk dat het niks uitmaakt • Ik denk niet dat je dit moet doen, ik denk dat je wel gemengde klassen moet hebben. Wat wel zou kunnen is dat je meisjes en jongens in groepjes zet, apart. • Dat vind ik onzin, het is helemaal niet handig om met alleen meisjes in de klas te zitten. Volgens mij krijgen die alleen maar ruzie. Sowieso is het handiger als er jongens en meisjes bij elkaar zitten, die bekijken dingen anders en kunnen elkaar daarom misschien helpen. • Ik denk dat het wel uitmaakt, aangezien jongens vaak eerder iets door hebben, en bepaalde technische dingen interessanter vinden als meisjes. De lessen zouden dus wel aangepast kunnen worden aan de interesses. • nou mijn zusje zit in een meisjesklas op deze school en de prestaties van die meisjes zijn alleen maar achteruit gegaan, bijna de helft van die klas blijft zitten of gaan van vwo 3 naar havo 4 of zelfs havo 3 dit helpt dus echt helemaal niks. ik denk niet dat je veel kunt doen om te zorgen dat meisjes gemotiveerd worden, dat moet al van nature in een meisje zitten dat ze daar interesse in hebben, je gaat toch een hond ook niet leren spelen met een bol met wol? • ONZIN!!!! • Nee, dat zorgt er waarschijnlijk niet voor dat je het vak leuker gaat vinden. • Jongens begrijpen het meestal sneller, dus lijkt het mij makkelijker om jongens bij meisjes te zetten zodat ze elkaar onderling kunnen helpen. 1 docent kan niet zorgen dat 25 leerlingen het in een keer begrijpen. Meisjes alleen wordt een hoop gepraat, en er wordt weinig gewerkt. • nee niet jongens en meisjes apart. • Ik denk dat het apart zetten van jongens en meisjes grote onzin is. Dit maakt geen verschil, meisjes zijn echt niet bang voor jongens en zitten echt niet heel de dag naar ze te zwijmelen. • Onzin, dat zou discriminatie zijn. Meisjes zijn net zo slim of zelfs slimmer dan jongens, dus dat is niet nodig. • Ik zie daar het nut niet van in, ik denk dat er dan alleen nog maar een groter verschil komt tussen hoe jongens en meisjes wiskunde, natuurkunde en scheikunde leren of beleven.
138
• Ik vind dit niet echt waar. Ik denk niet dat er erg veel onderscheid is tussen jongens en meisjes, er zijn altijd mensen in de klas die dingen eerder begrijpen dan de rest, of die ergens écht wat meer tijd voor nodig hebben, onafhankelijk van hun geslacht. • Niet mee eens, jongens kunnen meisjes ook helpen en andersom. • Absoluut niet mee eens! Zie geen bezwaar in gewoon gemengde klassen • Nee, het moet niks uitmaken, want zowel de jongens als de meisjes die N&T kiezen hebben ongeveer dezelfde interesses. Men moet geen onderscheid tussen jongens en meisjes maken. • Geen mening
139
140
Bijlage VII Antwoorden van de jongens bij vraag 29
• •
•
• • •
Ik denk dat dat geen verschil maakt. Er is, wat lessen betreft, ook nauwelijks verschil tussen jongens en meisjes die voor N&T kiezen. Ik denk dat dit nutteloos is, omdat de wiskunde en de natuurkunde en scheikunde uit de onderbouw volgens mij al een goed beeld geeft van het profiel, en daarom moet je ze geen onjuiste dingen laten zien. Nee, je moet geen meisjes en jongens apart zetten. Dit is voor beiden niet leuk. Jongens willen ook niet alleen met jongens in de klas zitten en jongens kunnen nog iets leren van meisjes zoals netjes werken en geduldig werken en alles afmaken en gemotiveerd zijn. Daarentegen kunnen meisjes ook iets van jongens leren omdat jongens vaker toch iets meer inzicht hebben kunnen ze de meisjes helpen. Ik denk niet dat dit uitmaakt. Waarom zou je dat bij deze lessen wel doen en bij andere lessen niet. dit is absoluut niet nodig, er is geen enkele reden om meisjes en jongens apart te zetten. meisjes kunnen de lessen even gemakkelijk, soms zelfs makkelijker volgen als jongens. ik denk dat dit niet gaat helpen. als je een scheiding maakt krijg je denk ik hele grote cultuurverschillen, en nu kun je elkaar juist aanvullen.
• •
Niet doen, zorgt niet voor een fijne leersfeer. Ik denk dat die mensen niet echt goed na kunnen denken. Gemixte klassen geven juist een extra stimulans, met alleen hetzelfde geslacht in de klas lijkt me heel saai.
•
Ik denk niet dat dit erg zal helpen. Er wordt genoeg informatie gegeven voor beiden om gemotiveerd te raken voor NT. Ik denk dat meisjes over het algemeen gewoon minder interesse hebben in NT. Als je vrouwen in aparte klassen zet komt daar toch niks van. Meer proefjes en excursies wekken wel veel interesse, bij mij in ieder geval. Ik zou dat complete onzin vinden, waarom zouden we terugzakken in het oude systeem van meisjes en jongens scholen, terwijl het een positieve invloed heeft op het leerproces. het is juist goed om jongens en meisjes in dezelfde klas te hebben, want de meisjes halen doorgaans hogere cijfers en dat kan de werkhouding in een groep stimuleren. het kan uitmaken maar ik vind het niet nodig, als er vragen zijn komen ze meestal van meisjes maar wat herhaling kan geen kwaad
• • • •
Lijkt me een slecht idee. Jongens en meisjes zouden niet verschillend behandeld moeten worden.
• •
Dit is natuurlijk compleet onzin. Net alsof meisjes per definitie meer of minder technisch zijn. Ik denk dat niet nodig is. Iedereen (jongens en meisjes) moeten dezelfde stof kennen en leren. Er kan misschien wel een verschil zijn in de manier waarop jongens of meisjes de stof begrijpen of bestuderen, maar dit verschil zit er evengoed tussen meisjes en jongens onderling. Oftewel: klassen scheiden op basis van geslacht, lijkt me geen goed idee. Bovendien lijkt me het niet bevorderlijk voor de sfeer.
•
Dat vind ik niet nodig. Zo is het gezelliger. En het scheiden van jongens en meisjes is niet nodig.
•
NIET DOEN
• •
Neen Meer praktijkopdrachten.. momenteel is het allemaal veel te oppervlakkig en té zakelijk. Kom inderdaad eens met uitstapjes naar technische bedrijven, laat iemand komen die echt iets heeft bereikt met zijn studie N&T of doe zelf meer onderzoek en laat de leerlingen meer met hun handen werken dan alles berekenen(dus uit het hoofd leren en deels begrijpen van de stof). Op het moment is het gewoon zo: ligt natuur en techniek je niet echt, dan wordt er ook helemaal niets aan gedaan om je interesse wa
•
Dit zou misschien werken omdat bij vakken als scheikunde vaak jongens zich superieur voelen aan meisjes. Hier ontstaan irritaties door en dit gaat ten koste van de toch al zo korte lessen. Daarom ben ik van mening dat bètavakken in groepen van verschillende sekse gegeven zou moeten worden.
•
onzin
141
•
Ik denk niet dat het iets uitmaakt of jongens en meisjes door elkaar zitten in klassen bij deze vakken of apart. Ik zie zo niet wat het verband is eerlijk gezegd. Als meisjes interesse hebben voor deze vakken doen ze echt wel mee, ik verwacht niet dat omdat er jongens in een klas zitten bij de meisjes dat ze minder gemotiveerd zijn om voor N&T te kiezen.
•
Ik denk dat het niet veel uit zou maken. Wanneer mensen apart gezet worden, zal dit niet bevorderlijk zijn voor de prestaties, omdat men alles twee keer moet herhalen, waarbij vragen van andere gemist zullen worden
•
Niet mee eens, meisjes verschillen qua wiskundige/ natuurkundige vaardigheden gemiddeld niet of nauwelijks met jongens, het niveauverschil is dus gelijk, meisjes en jongens zijn in dat opzicht dus gelijk, dus de klassen zouden ook gewoon normaal moeten zijn. nee, dat motiveert juist minder om n&t te kiezen want zo heb je niets om naar vooruit te kijken als je naar de les toe gaat.
• •
dat vind ik niet goed, stimuleert niet meer.
•
een heterogene groep is altijd bevorderlijk voor het leerproces
•
Onzin, meiden hebben soms pientere opmerkingen waar de rest van kan leren..
•
Onzin. Je werkt alleen, niet met alle jongens of meisjes die toevallig bij je in de klas zitten
•
Onzin
• •
onzin Nee, ik denk dat jongens en meiden veel van elkaar kunnen leren en dat ze zo de stof beter kunnen leren begrijpen. Meiden snappen de theorie vaak beter en jongens hebben meer verstand van de praktijk Helemaal nergens voor nodig. Vaak worden jongens meer richting bèta kant getrokken, al dan niet door persoonlijke voorkeur, maar dit staat los van gescheiden onderwijs (dat nergens voor nodig is)
• •
•
Ik denk dat dat niet zal helpen om de meisjes te stimuleren. Nu krijg je vaak te horen dat jongens beter zijn in de bètagerichte vakken. Meisjes kunnen zich hier aan optrekken. Als je de meisjes en jongens dus apart gaat zetten leren ze niet meer van elkaar, ze pakken dezelfde problemen vaak op een andere manier aan en daar kunnen beide iets van leren. Dit zou geen goede oplossing zijn denk ik. Een klas hoort gemengd te zijn en ik denk niet dat meisjes meer gemotiveerd zullen worden als ze zonder jongens in de klas komen te zitten.
•
Ik denk zelf dat veel mensen het prettig vinden dat jongens en meisjes gewoon in dezelfde klassen zitten. Als je bij exacte vakken ze zou scheiden zou dat denk ik niet positief werken op de hoeveelheid mensen die N&T kiest.
•
ik denk hier niet zo over, meisjes hebben vaak andere interesses
• •
Ik denk dat het onzin is Maakt niets uit, technische vakken zijn nu eenmaal meer voor jongens geschikt, meisjes zijn over het algemeen meer creatief dan jongens ik vind gemengd leuker. Vooral gezellig maar ik snap niet waarom het gesplitst zou moeten. ik heb altijd gemengd les gehad en dit is me goed bevallen.
• •
Onzin. Belachelijk!!!
•
meer informatie over de beroepen die vooral voor hun interessant zijn
• •
slaat nergens op meiden kunnen het net zo goed als jongens nee, dat maakt denk ik niks uit, want voor mij zou er dan denk ik geen verschil zijn. alsof je dan beter gaat werken... IK denk dat het niet zoveel uit zal maken je moet toch zelf zorgen dat je goede punten haalt en dan maakt het niet uit of je alleen met jongens of met meisjes in een klas zit. Ik denk niet dat dit iets uit zal maken ik denk dat jongens even goed zouden werken als er gewoon meiden bij in de klas zitten , of misschien zelfs beter
• • •
Onzin, wanneer een meisje N&T wil doen moet ze net zo goed met een gewone gemixte les mee kunnen doen. Zo kun je de stof ook uit meerdere kanten bekijken! Een studiekeuze moet ook niet afhangen van de klas maar van wat je doel is.
•
Wat meisjes later ermee kunnen doen.
•
ABSOLUTE ONZIN.
142
•
Ik denk dat dat niet nodig is, in het dagelijkse leven ben je ook in een gemengd gezelschap.
•
Nee ik vind niet nodig
•
Nee, want dat zou weinig uit maken!
• •
ik denk dat dat geen goede oplossing is omdat je dan geen extra meiden aantrekt tot N&T. maakt niet uit. Als meisjes voor N&T kiezen is dat hun eigen keus. Dat jongens over het algemeen wat beter zijn in technische vakken is nou eenmaal zo. Nee, dat maakt helemaal niets uit. Er zijn maar weinig meisjes die dit profiel kiezen, dus als je deze dan ook nog apart gaat zetten krijg je groepen met 3 personen. Nee, want zo stimuleer je alleen maar dat bepaalde vakken vooral voor jongens zijn en andere voor meisje. Ook heeft dit geen stimulerende werking op de leerlingen. Nee hier ben ik het niet mee eens, het is misschien wel minder interessant voor meisjes maar het is niet slim om ze dan in een andere klas te zetten.
• • • • • • • •
Gewoon mengen. Ben ik het niet mee eens. Het is goed om meisjes meer te stimuleren om N&T te kiezen dan jongens, maar het is niet goed om ze in aparte klassen te zetten. Ik denk niet dat het veel helpt want meisjes houden over het algemeen niet van techniek en dat heeft niks met een klas te maken waar je in zit Nee dit lijkt me niet goed. Dan zal men nooit zien welke kijk het andere geslacht krijgt op de verschillende technieken. Onzin, ik zou geen voordelen kunnen bedenken, en de capaciteiten zijn bij allebei de groepen even groot, en de kans om later hetzelfde werk te krijgen tegenwoordig ook.
•
is niet nodig.
• •
jongens en meisje hoeven niet apart. Apart in klassen is discriminatie, iedereen gelijk behandelen! maarja dat kennen ze op het Heerbeeck niet. Jongens en meisjes moeten gewoon bij elkaar in de klas zitten. Anders krijg je teveel onderscheid en later moeten ze toch het zelfde werk doen.
• •
Nee is dikke onzin.
• •
ik vind van niet onzin zoals het nu is het goed als je slecht bent kies je makkelijke wiskunde als je goed bent moeilijke.
•
Slecht, minder gezellig en de klassen worden te klein.
•
Nee want dan zou iedereen helemaal niet met de stof bezig zijn en zou er nooit ruzie zijn!
•
Ik denk dat jongens en meisjes goed met elkaar kunnen omgaan als ze in de zelfde klas zitten
• •
ONZIN!!! Ik vind dit maar onzin, mensen die echt geïnteresseerd zijn in natuur-,wis- of scheikunde kiezen het toch wel, als jongens en meisjes apart zitten krijg je alleen maar minder concentratie.
• •
de vraag is waarom maar dan zullen de klassen ongewoon klein zijn bij de meisjes. ik denk dat mensen het zelf moeten bepalen, je kunt moeilijk hen de richting induwen die jullie willen. wat je kunt doen is gewoon algemeen meer "reclame" maken van N&T en een paar vrouwenberoepen erbij geven als voorbeeld. hierdoor zouden er misschien wat meisjes deze studie gaan doen.
•
Ik vind dat het niks uitmaakt, wanneer jongens en meisjes worden gescheiden. Als er groepjes worden gemaakt gaan ze toch bij elkaar zitten en geeft dit hetzelfde effect. Verder denk ik dat het weinig uitmaakt qua keuze van het profiel N&T.
• •
Ik denk dat dit wel helpt omdat ze zich dan gelijk voelen, want het is toch meer een vak voor jongens. Is onzin, omdat ik denk dat het prima samen kan. Sterker nog, ik denk dat ze elkaar beter stimuleren dan jongens dat bij jongens doen en meisjes bij meisjes.
•
Ik denk dat dat heel weinig uit maakt.
•
Ik denk dat het niet veel uit zo maken. Het lijkt me ook niet leuk om apart te zitten.
143
•
Nee, ik denk dat dat geen zin heeft want als je een klas hebt die gemotiveerd is en het vak wil gaan leren. Dan is het vaak gezelliger met een gemengde klas, ook al kiezen niet veel meisjes het vak.
•
is niet nodig
• •
Ik vind dat pure onzin. Lijkt me niet echt een goed idee, ik denk tenminste dat het gezelliger is met zijn allen en zo het vak ook leuker word. Ik denk dat het geen verschil zal maken of je jongens en meisjes in aparte klassen zet. Ze willen het profiel gewoon niet. Ik denk dat het geen verschil zal maken, ik denk dat er meer verteld moet worden over wat ze uiteindelijk kunnen verdienen met een n&t opleiding en welke richtingen ze in kunnen.
• • •
Maakt geen verschil volgens mij.
•
dat maakt niks uit, en maakt de lessen bovendien minder leuk.
• •
Slecht plan. Saai! Ik ben er tegen, je bereikt er niks mee. ik denk dat het belangrijk is om gemengd les te blijven geven en het is beter om meer excursies en practica te doen om meisjes te motiveren voor N&T
•
niet echt handig.. Bij andere lessen is het ook niet, en bij N&T is dat ook niet nodig.
•
zal wel ongezellig zijn maar misschien om wat gerichter onderwijs te krijgen is het een mogelijkheid maar de geslachtskloof mag niet te groot zijn dus daar lijkt het me niet goed voor en het is ook niet haalbaar met kosten aangezien de meisjes in de minderheid zijn in de klassen
•
Volgens mij maakt het geen verschil uit. Hooguit kleinere klassen op zich zal kunnen helpen.
•
gewoon onzin, jongen kunnen van meiden leren en andersom.
• •
Nee, jongens en meisjes stimuleren elkaar om problemen anders aan te pakken. Niet doen, kiest niemand meer N&T. Ze zullen later ook met elkaar moeten werken en leven, dus moeten ze ook maar samen naar school gaan. Zou niet weten waarom het beter is om jongens en meisjes apart zetten een goede oplossing is. Daar leren ze niets meer van Ik vind het een beetje onzin om dat te doen. Waarom zouden deze twee niet samen kunnen, dat gaat bij andere vakken toch ook. juist niet. ik denk dat dat niet meer motiverend is als een gemengde klas. maar het geeft wel nóch meer roosterproblemen (die we immers al genoeg hebben), dus dan krijgen we nog slechtere roosters, en of dat nou motiverend is... ik denk dat je eerder het plaatje van N&T moet veranderen, niet de inhoud.
• • •
• • • • •
Onnodig, de meiden worden gewoon als een gelijke behandeld. Ben tegen. Later komen jongens en meisjes toch wel weer in 1 klas/bedrijf terecht dan kunnen ze beter op elkaar ingespeeld zijn Ik denk niet dat dit nodig is, gemiddeld scoren de meiden toch hoger dan de jongens, dus ze zullen niet minder gemotiveerd worden als ze samen studeren. Onzin. Dit geeft alleen roosterproblemen die we al genoeg hebben, wat blijkt uit de vreselijke ***klas genaamd A5a waarin ik teveel uren in moet doorbrengen! De rivaliteit van gemengde klassen gaat weg, sociale vaardigheden ontwikken zich zeer matig. N&Ters zijn meestal toch kei preuts, dus dat is wel nodig.
•
Technische vakken zijn niet anders dan alle andere vakken op school dus dat maakt niets uit.
•
Een beetje raar, want als je dit zegt zou het betekenen dat jongens & meisjes elkaar afleiden in de les. Maar ik denk eerder dat vrienden en vriendinnen elkaar afleiden in de les. Dus het heeft niet echt veel te maken of je een jongen of een meisje bent.
•
Onzin.
• •
Nee, hierdoor komen er grote verschillen en ik denk niet dat dat goed is. Dat vind ik onzin, ik denk niet dat het heel veel verschil maakt. Bovendien mag school ook wel een beetje gezellig blijven, we moeten niet terug naar oude tijden.
•
Ik denk niet dat dit helpt, meisjes voor het vak te laten kiezen.
•
Ik denk dat het beter is om klassen gemengd te houden.
144
•
Ik vind niet dat jongens en meisjes apart in een klas moeten zitten, want als je jongens of meisjes tegenwoordig apart in een klas zet komt er een veel drukkere klas uit dan als je ze bij elkaar zet.
•
NEVER!!!
•
Absoluut NIET!!!!!! Dan worden de lessen wel HEEL saai!!
•
Niet mee eens, dan ga je maar lekker naar de huishoudschool.
•
Dat is absolute onzin! Jongens en meisjes moeten gewoon gezellig bij elkaar blijven :)
•
Ik denk dat het voor de keuze niet veel uitmaakt. Wel voor de concentratie tijdens de lessen.
•
voorbeelden, trucjes. laten ondervinden hoe leuk het is/kan zijn
• •
Dit is echt een ouderwetse stelling, gemengde of niet gemengde klassen presteren niet anders. gemengde klassen zijn beter, het is belangrijker dat je met elkaar op kan schieten dan dat iemand een profiel kiest wat de school graag zou willen.
•
Onzin, wat heeft dit in godsnaam met de specifieke vakken wiskunde, natuurkunde en scheikunde te maken?? Is er op dit moment een probleem dan? Het heeft niets met jongens te maken dat meisjes niet N&T kiezen. Dit is onzin. Wat zou dat uitmaken. De jongens en meisjes zitten meestal toch niet gemengd bij elkaar.
• •
Ik vind het onzin, doordat meisjes met jongens leren worden de punten beter.
•
Niet nodig om apart te doen
•
dat slaat nergens op, lost niks op!
•
Ik vind van niet
•
onzin, net als deze vragenlijst.
• •
Ik vind dit onzin. Gescheiden klassen is iets van de vorige eeuw. Volgens mij heeft dat geen enkel nut. Ik denk dat je net zo goed met iemand van een ander geslacht samen kunt werken.
•
Ja andere inzet en manier van aanpak
•
Er is volgens mij geen verschil, althans dat hoeft er niet te zijn
•
Slaat nergens op.
•
Ik ben het daar niet mee eens, het is slecht voor de sfeer
•
dit heeft geen invloed, men moet dezelfde stof beheersen. Enthousiaste uitleg is essentiëler!
145
146
Bijlage VIII Antwoorden van de meisjes bij vraag 40, uitgesplitst op wel/geen N&T
Meisjes met N&T: • •
Ik denk dat zo'n promotieteam wel zou kunnen werken om mensen over te halen om N&T te kiezen. Laten zien dat er veel meisjes zijn die het leuk vinden. Uitjes naar bedrijven waar je ook meisjes ziet. vertellen dat er meisjes nodig zijn :P en natuurlijk hoor je gewoon bij de top als je N&T doet!
•
Ik weet nog niet zo zeker of dit werkt. Het kind in de onderbouw zal toch zelf zijn keuze moeten maken en daar zorgvuldig over nadenken. Ik denk dat het beter is om een team neer te zetten met iemand van elk profiel uit de bovenbouw zodat als een kind vragen heeft over een bepaald profiel of vak dat hij daar naartoe kan gaan. Zo kan hij zelf zijn keuze maken en er goed over nadenken zonder echt overgehaald te worden ofzo. Ja, op zich wel goed. Maar het gaat gewoon of je de vakken leuk vindt en dat beslis je zelf. Maar meer informatie is misschien wel een goed idee. Ik denk dat het goed is om derdejaars leerlingen eens te laten praten met zesdejaars leerlingen die bijna klaar zijn. Dat kan voor verheldering zorgen. Daarnaast kijken leerlingen anders naar een vak dan dat de docent het denkt te geven. Ik denk dat deze samenwerking voor iedereen (jongens en meisjes) goed doet. Lijkt me wel goed. Je hoort zo de ervaringen van andere mensen die dit profiel doen. Je weet dan wat je kunt verwachten, of het erg moeilijk wordt etc. Dat zou handig kunnen zijn, maar ik vraag me af of de mensen uit de bovenbouw daar wel zoveel zin in hebben. Bovendien kiezen er tegenwoordig best veel mensen voor N&T. Het zou alleen handig kunnen zijn zodat de onderbouwleerlingen weten wat ze kunnen verwachten, maar niet om het populairder te maken.
• •
• •
•
Kan goed zijn, maar het moet niet overdreven worden. het mag niet zo zijn dat mensen die graag N&G gaan doen echt overgehaald worden om N&T te doen terwijl ze dat niet willen. dus meer aandacht is goed maar de keuze moet vrijblijven.
•
Het zou kunnen helpen meer mensen voor N&T te krijgen.
•
Dit is niet nodig, hierdoor zou ik niet worden overgehaald. Ik zou door andere dingen worden overgehaald.
•
niet net doen of N&T niets voor meisjes is op dit moment en dat je dat moeten veranderen. veel meisjes zijn niet geïnteresseerd op dit vlak daar kun je toch niks aan doen. De meisjes die N&T doen zijn absoluut NIET en dan ook echt NIET afhankelijk van de jongens!!!!!!!
•
Onzin, hoe meer nadruk je op het kiezen van N&T legt hoe minder mensen dat willen kiezen (tenminste dat werkt bij mij zo)
•
Ik denk dat dat wel goed is, want in de onderbouw wordt maar heel weinig informatie gegeven over de profielen.
•
Ik denk dat het misschien wel verschil zal maken mits je leuke meiden in het promoteam zet en geen typische N&T schapen.
•
Misschien wel een goed idee, maar ik denk niet dat het nodig is. Bovendien zou het niet echt eerlijk zijn tegenover de andere profielen.
Meisjes zonder N&T: •
Het zou wel zeker een idee zijn om dat toe te passen. Omdat leerlingen elkaar toch beter enthousiast kunnen maken dan dat docenten dat kunnen... Alleen vraag ik me af wie zich daarvoor aanmeld om in dat promo-team te gaan staan.
147
•
Zal bij onze school misschien ook wel handig zijn
•
Ik denk dat het slim is om een promo-team in te zetten op middelbare scholen, aangezien ze leerlingen daardoor meer te weten krijgen over hoe het er in de bovenbouw aan toe gaat. Dit stimuleert ze om het te kiezen. Dit vind ik een heel goed idee, indien er ook écht informatie gegeven wordt. Ik heb vaak verhalen gehoord waar ik uiteindelijk niets wijzer van ben geworden, dat is dan jammer.
• • •
Leuk initiatief, maar denk niet dat het heel veel meer mensen zal werven voor N&T Als dit voor de andere profielen er ook niet is, zou dit er voor N&T ook niet hoeven te zijn. Het is een kwestie van eigen interesses, geen opgedrongen interesses of lokkertjes waardoor je deze studie zou kiezen.
•
Kan de leraar dit niet gewoon toelichten?
•
Het klinkt als een goed idee, maar zou het werkelijk iets toevoegen? Als de leraar zijn/haar werk goed doet, kan hij/zij de leerlingen ook motiveren om N&T te kiezen. Een goede leraar of lerares is in staat zich te verplaatsen in de leerling en dan is een promoteam helemaal niet nodig. Het zal vast heel erg leuk zijn, maar echt toegevoegde waarde heeft het niet, als het goed is. Bovendien heb je een promoteam niet zomaar gevormd, het is belangrijk te kijken naar de samenstelling en de presentatie
•
Ik denk dat dat een positieve invloed heeft, vooral als men al op zoek is gegaan naar een vervolg opleiding. Zij kunnen je dan allemaal vertellen wat je later kunt worden. Dit kan zeker een positief effect hebben op meiden.
• •
Meer dingen behandelingen zoeken die hedendaags wel nuttig op zich. Omdat het niet duidelijk is hoe de lessen verlopen in de bovenbouw zullen veel mensen niet kiezen voor N&T. Wanneer je weet hoe de lessen gaan verlopen is dat misschien een stimulans om N&T te kiezen. Ik vind het een leuk idee, maar ik denk dat het de taak is aan de leraar om leerlingen te motiveren. Zij moeten ervoor zorgen dat leerlingen N&T kiezen niet andere leerlingen.
• •
Ja dit vind ik een goed idee.
•
Goed idee. Zo kunnen ze de opleidingen en N%T 'aanprijzen'
•
Ik denk dat dat heel nuttig is.
•
Als ik in de onderbouw zou zitten en ik zag het promotieteam voorbijkomen, dan zou ik eerder denken dat ze je als een kind proberen te lokken. En daardoor alles een beetje opleuken. Daardoor krijg je nog meer de indruk dat N&T juist eigenlijk saai is.
•
Lijkt me wel een goed idee. Vooral als dat team dan dingen uit hun eigen ervaringen zou vertellen zodat de leerlingen uit de onderbouw weten hoe het er echt aan toe gaat, met voorbeelden enzo. Er moeten in dat team dan ook wel meisjes zitten die vertellen over hun ervaringen. Ik vind het sowieso onzin om alleen meisjes te stimuleren.. iedereen moet kiezen wat hij/zij leuk vind. het maakt toch niet uit of dat nou meisjes of jongens zijn..
• •
Dit zou goed kunnen zijn, wellicht stimuleert dit de meiden.
•
Zou kunnen werken, maar dan wel met een grote variatie aan leerlingen die dat team zullen bemannen. Bijvoorbeeld meisjes en jongens. Maar ook verschil in karakter en uiterlijk zou belangrijk kunnen zijn bij een dergelijk team.
•
Ik denk dat dit wel goed is omdat mensen dan beter weten wat het inhoudt wat je ermee kan en of het iets voor hem of haar is. Om dit speciaal voor meisjes te doen vindt ik onzin omdat voor zowel jongens als meisjes het belangrijk is te weten wat het profiel N&T inhoudt.
•
Dat zal misschien wel een beetje helpen.
•
Ik denk dat het een goed idee is omdat je dan ook van andere leerlingen hoort hoe ze het ervaren en wat je kunt verwachten. Ook kunnen meisjes techniek dan anders gaan bekijken en misschien meer interesse gaan tonen. is een goed idee.. Als het de bedoeling is dat er meer meisjes N&T kiezen kun je het beste meer meisjes dan jongens in deze groep laten..
• •
Ik denk dat het een promo team wel een goed idee is. De onderbouw leerlingen horen zo hoe het echt gaat in de bovenbouw van andere leerlingen, en dat is toch anders dan dat van een leraar te horen. Ze kunnen dan ook vragen stellen over hoe moeilijk de leerlingen het hebben, want die kunnen dan spreken vanuit hun eigen ervaringen.
148
•
•
Ik vind dit een goede zaak. Als ik er nu op terugkijk, heb ik weinig informatie gekregen over het profiel. Ik kon het weliswaar ook niet en het werd me afgeraden, maar dan nog vind ik dat er voor alle leerlingen informatie beschikbaar moet zijn. Zo'n promo-team zouden ze op iedere school voor ieder profiel moeten hebben. Maar dan moet dit niet oppervlakkig zijn, en moeten de leerlingen bereid zijn ook kennis op te doen over andere profielen, zodat ze kunnen vergelijken en kunnen uitleggen waarom Ik denk dat het wel zin heeft om N&T te promoten, maar ik vind dat je dat dan ook bij de andere profielen moet doen. Gewoon over elk profiel evenveel voorlichting geven.
•
Ik denk dat dat een goede stap voorwaarts is, je kunt je nooit teveel inlichten over een profiel.
• •
goed plan! Het zou best kunnen werken, maar dat zou je dan ook voor elk profiel kunnen doen. dat leerlingen van de onderbouw kunnen kiezen of ze die informatie willen hebben of niet en van welk profiel. Ik vind het een beetje onzin, zie niet zo erg het verschil waarom alleen n&t dit zou moeten hebben. Je bent goed in de N&T vakken, of niet. Je vind de N&T vakken leuk, of niet. Een eerlijke uitleg en advies geven over de richting die ze kiezen, wat kun je verwachten en wat kun je er mee bereiken. Ik denk dat er dan meer informatie gegeven moet worden over wat je kunt bereiken met N&T. Nu wordt er meer gedacht dat je dan alleen iets met computers kan doen. Dit zou een optie kunnen zijn omdat leerlingen dan sneller accepteren hoe het allemaal geregeld is in de bovenbouw met scheikunde en natuurkunde. Op zich wel goed,het is wel handig en je komt er meer over te weten. Maar ik vind niet dat het verplicht overal moet zijn.
• • • • • • •
Dit is goed, meer mensen zullen worden gestimuleerd. Dit zou niet nodig zijn, wanneer er door de leraren meer voorlichting gegeven werd over de bovenbouw en profielen in het algemeen.
•
Ik denk dat dat wel goed is, zo ontstaat er meer informatie en zekerheid voor kinderen in de onderbouw.
•
Dat zou wel een idee zijn. Als het helpt om zo meer meisjes te stimuleren om het profiel N&T te kiezen.
•
Gewoon sowieso meer stimulatie voor het vak op zich geven, dat gebeurt nu te weinig.
•
Ik denk dat dat wel goed is want ikzelf had eigenlijk bijna geen voorlichting gehad over de profielen waardoor ik het moeilijk vond om een profiel te kiezen en zo kunnen leerlingen die er ervaren mee hebben hun mening geven en uitleg geven. Ik denk wel dat het slim is dat dat er is. Want er zijn maar weinig mensen die echt zin hebben in dit profiel.
• •
lijkt me op zich wel verstandig maar ik denk ook dat ze misschien minder leuke info kunnen vertellen waardoor je juist weer minder gemotiveerd raakt, als er kinderen in dat team zitten die op bijvoorbeeld blijven zitten staan dan zullen ze ook sneller de zware kanten vertellen van het vak wat weer minder motiverend is. maar als je echt erg gemotiveerde kinderen hebt denk ik dat het best positief werkt, ze hebben een voorbeeldfunctie de jonge kinderen kijken tegen hen op.
•
Dit vind ik wel een goed idee!
•
Dit zou misschien iets meer meisjes aankunnen trekken. Maar dan moeten die promotie teams niet alleen uit jongens bestaan, maar voor namelijk uit meisjes. Zij kunnen de andere vrouwelijke leerlingen op school dan stimuleren om ook dit profiel te gaan kiezen.
•
Vind het een goed idee. Kan misschien helpen in de keuze.
•
ja dat kan misschien helpen maar het licht niet aan of je het leuk vindt maar meer over of je het wel kan.
• •
wel handig voor de mensen die twijfelen tussen bv n&t en n&g. Het zou misschien wel helpen, maar het is hun eigen keuze dat ze N&T willen kiezen, en daarvoor maakt het niet uit dat er allerlei informatie gegeven wordt. Ze weten ongeveer toch al wel wat je te wachten staat.
•
zou niet veel verschil maken denk ik, als er een 'team' hier op school zou komen.
•
ik denk dat dat wel goed is, zo stimuleer je mensen N&T te kiezen. en krijg je ervaringen te horen van leeftijdsgenoten, en die worden meestal ook serieuzer genomen, omdat leraren toch dat profiel proberen te 'verkopen'
149
• •
Ik denk dat het goed is dat je zo informatie kan krijgen over N&T. Hierdoor wordt duidelijker wat het profiel inhoudt en kun je een betere keuze maken. ik denk wel dat dat helpt want je kan het dan zien vanuit een leerling en die kijkt er ook weer anders tegen aan als een leraar.
•
Dat vind ik een goed idee.
•
ik denk dat je mensen niet moet overhalen, want die weten vaak zelf al wat ze willen en als ze worden overgehaald doen ze dadelijk dingen die ze niet leuk vinden maar alleen dat doen omdat iemand zei dat t leuk was..
• •
dat zou wel een makkelijker zijn om een overweging te maken om het profiel n&t te kiezen. Dat zou wel een beter beeld geven over hoe het er in de bovenbouw uit zal zien, en die zullen ook eerlijk zijn over hoe het is, en het vak niet mooier maak dan het eigenlijk is.
• •
het zou misschien helpen, maar ik denk niet dat het veel nut heeft. Ik denk dat een promoteam een goed idee is. Zo krijg je toch wel te zien wat het nou precies inhoud en krijgen een idee van N&T
•
Op zich wel goed. Hierdoor kunnen ze andere overtuigen om het profiel N&T te kiezen.
•
Goed
•
Ik vind het op zich wel een goed idee, maar ik denk niet dat je er iets aan hebt.
•
Ik heb geen N&T
•
het is wel goed. zo krijg je meer informatie zodat je beter je keuze kunt maken.
•
Da hedde welles
• •
Is wel slim, want je hoort vaak alleen leraren erover en geen leerlingen die het zelf ook doen. ik denk dat het goed is als er een promoteam is, dan laten ze zien hoe hier op school zulke lessen gegeven worden en wat het inhoud
•
ik denk dat dit wel stimulerend werkt, ook als de onderbouw ziet dat er ook meisjes zijn die N&T kiezen.
•
het lijkt me verstandig want dan kunnen zij aan de leerlingen uit de onderbouw, vertellen hoe N&T in zijn werk gaat in de bovenbouw. dan krijgen deze een beeld van hoe er les gegeven wordt en of het wat voor hen is. dat helpt hun bij het maken van hun keuze
•
ik vind het wel goed om een promo-team te hebben, maar of dat dit veel nut heeft. Meisjes die de techniek in willen gaan dat toch wel doen. De meeste meisjes weten toch wel wat ze wel willen en niet. Iedereen weet wel voor zichzelf wat ze leuk vinden en waar ze goed in zijn. Het is niet persé nodig om meisjes op n&t te laten zitten, als ze dat niet leuk vinden, hoeven ze dat ook niet te doen. Het is nou eenmaal een feit dat er minder meisjes n&t kiezen, maar dit is nog geen wereldramp!
•
Goed idee.
•
Heeft weinig nut, want N&T is gewoon een vervelend profiel
• •
Misschien ik denk dat dit wel meerdere meisjes stimuleert omdat er op school niet echt veel informatie over wordt gegeven.
•
Onzin.
•
Ik vind het heel goed en leuk bedacht, maar het zal niet zo heel veel effect hebben. Want wanneer meisjes N&T wel of niet willen doen, dan doen ze dat dus ook niet of wel. Het is niet dat ze naar de leuke en goede praatjes van dit rare promoteam willen luisteren. Waarom zouden meisjes sowieso meer N&T moeten kiezen? Laat ze toch doen wat ze willen kiezen. Dit is een goed idee, er moet vooral worden uitgelegd wat je er later mee kunt gaan doen. Dat is denk ik een struikelblok voor veel meisjes, ze weten niet wat ze er mee kunnen.
• •
Ik vind dit wel een goed idee. Ik heb zelf nooit zo heel veel uitleg gekregen over het profiel en dus was ik ook niet echt gestimuleerd. Als ze meerdere kanten en ook leuke opleidingen te horen krijgen over het profiel, worden de leerlingen waarschijnlijk meer gestimuleerd.
•
Goed idee.
•
dat is oké. andere leerlingen krijgen zo een beter idee hoe het er aan toe gaat, o.a. door het feit dat het leerlingen zijn die zelf het profiel N&T volgen.
150
•
Er wordt al veel 'reclame' gemaakt voor allerlei dingen op school, ik weet niet of zo'n promotieteam veel bijdraagt aan de keuze van n&t.
•
Ik zou het echt niet weten.. Misschien meer uitleg, een op een ofzo...
•
Informatie geven over dingen die meisjes interesseren wat je op de studie moet doen, en wat je er later mee kunt. Dat is namelijk heel veel, maar veel meisjes vinden het saai om iets met techniek te doen. Dus alleen de positieve aspecten benadrukken!
•
Misschien is dit wel handig, omdat de meisjes dan weten wat er te doen valt met het profiel N&T. Maar als een meisje sowieso geen interesse heeft in het profiel N&T of de vakken niet goed kan, heeft het denk ik geen nut.
•
Misschien meer avonden, maar dan wel allemaal van verschillende opleidingen. Zodat de kijk niet alleen bèta is maar ook alfa is.
•
Misschien helpt het wel beter omdat er zo meer wordt verteld over de moeilijkheidsgraad van N&T in de bovenbouw, nu wordt er echt amper informatie over gegeven.
•
Ik denk niet dat nodig is. Het is nu eenmaal een feit dat het profiel N&T pittig is. Dat mensen dat profiel niet kiezen heeft dan eerder te maken met waar ze wel/niet goed in zijn dan of ze het profiel leuk vinden. Met een promotieteam moet je oppassen dat je niet een té makkelijk beeld schetst van het profiel waardoor leerlingen een paar jaar verder ontdekken dat het profiel te moeilijk voor hen is.
•
Als ze duidelijk en op een leuke manier uit kunnen leggen wat je allemaal kunt doen met het profiel in bijvoorbeeld bepaalden beroepen of vervolgopleidingen zou dit wel kunnen werken. Maar ik denk toch dat de meisjes zelf goed weten waar hun interesses liggen zodat ze een goede keuze kunnen maken.
•
Ik vind het wel goed, want in de toekomst zullen er ook mensen moeten komen die de techniek verder helpen.
•
Ik denk niet dat een promotieteam invloed heeft op de keuzes van leerlingen. Deze kun je dan misschien wel leuk presenteren maar het is uiteindelijk ook je eigen keuze
•
promotieteam? en andere profielen dan!
•
Dit vind ik wel goed. Zo zie je hoe je de komende drie jaar les krijgt, zo zie je ook of het leuk is en duidelijk. Bovendien weten zij ook meer wat je er later mee kunt doen.
•
In de onderbouw zou het wel werken. Misschien zou je dan ook een "promo-team" kunnen maken uit studenten die verder zijn gaan studeren met het profiel N&T.
•
dat het wel goed is, als er enthousiaste mensen in zitten
•
Ik denk dat dit wel een optie is, de onderbouw zal meer geïnformeerd worden door leerlingen. De leerlingen ervaren de lessen in de bovenbouw en kunnen hierdoor beter informatie geven aan de onderbouw.
•
Ik denk dat dit wel heel goed is. leerlingen uit de onderbouw kunnen dan van andere leerlingen horen hoe N&T echt is.
•
Daarvoor moet er wel bekend zijn bij de bovenbouw wat je zoal kan doen met N&T. Dit is vaak niet duidelijk, zelfs in VWO 5. Voor het promotieteam moeten er wel meisjes inzitten, ongeveer gelijk met het aantal jongens.
•
als ze het leuk kunnen brengen, kan het helpen. maar als ze zelf ook niet weten waarom ze het hebben gekozen werkt dat niet.
•
Leerlingen kunnen zelf ook wel kiezen wat ze willen zonder dat er iemand reclame staat te maken voor een richting.
•
Het is goed dat mensen meer aandacht besteden aan wat N&T precies inhoudt, want dat kunnen mensen die het zelf ervaren hebben beter.
151
•
goede manier van promotie, kan misschien best onderbouwleerlingen beïnvloeden. Hun mening weegt vaak mee in de overweging van de keuze.
•
Ik denk dat het op zich wel goed is als je er vragen over hebt. Maar ik vind dat je dan voor elk profiel zo'n promotieteam moet hebben.
•
kl,vjadb
•
is een goed idee omdat men dan een soort rolmodel heeft.
•
Het is wel handiger voor de leerlingen.
•
Ik vind dat er op onze school al te veel aandacht is voor n&t. Er zou eens wat meer aandacht besteed kunnen worden aan de andere profielen.
•
is wel leuk of zo, maar een beetje overdreven misschien waarom zou iedereen N&T moeten kiezen dan kun je toch net zo goed voor andere profielen zo'n promoteam maken...
•
ja hoor dat klopt helemaal:)
•
Ik denk dat dit wel slim is, omdat er nu weinig meisjes zijn die dit kiezen. Als ze de verhalen van de medeleerlingen horen kunnen ze zelf uitmaken of dit ook wat voor hen kan zijn of niet.
•
Ik vind het raar dat er een promoteam is voor N&T. Het is goed als er uitleg gegeven wordt, maar doe dat dan over alle profielen. Op dit moment worden mensen met N&T als superslim gezien en is C&M een pretpakket waarop neergekeken wordt. Dat is toch ook niet goed.
•
Ik vind dat dit niet nodig is. De leerlingen weten zelf wel of ze iets technisch willen doen of niet, daar hebben ze geen andere mensen voor nodig.
•
ik denk niet dat dat veel helpt,,zie mijn vorige vraag
•
schitterend
•
Als je niet geïnteresseerd bent in het profiel N&T, dan zal een promotieteam daar ook niks aan veranderen. Het ligt je, of het ligt je niet.
•
Door meer te laten zien wat je écht kunt doen met N&T, maar ik denk dat het soms beetje beklemmend is omdat ze alleen denken dat ze er dokter mee kunnen worden. Laat zien hoe breed de wereld van vervolgstudies is na N&T. En als ze er nog onzeker over zijn, heel bewust de andere vakken kiezen zodat er altijd omgeschakeld kan worden naar een ander profiel.
•
heb je niks aan
•
Ik denk dat een promoteam niet zou helpen, mensen beslissen toch zelf wel wat ze willen doen. Zo'n promoteam zal toch alleen maar overkomen als een stel stuudjes die hun profiel geweldig vinden.
•
Ik denk niet dat zoiets zou helpen. Het is natuurlijk altijd het proberen waard maar ik denk niet dat het zal werken.
•
Als er een groot tekort is aan leerlingen die N&T kiezen is het wel een goed idee. Maar ik weet niet of dit zogenaamde team wel effectief is, anders niet natuurlijk.
•
Op zich een hele goede zaak! Maar dat zou voor elk profiel moeten gelden. Anders zou er een verschil lijken te ontstaan tussen de profielen.
•
Goed idee, zo kunnen ze de onderbouwleerlingen hun ervaringen vertellen.
•
Wel een idee. Zo informeer je leerlingen in de onderbouw en geef je ze een beter beeld,
•
Het is een goed maatregel, omdat je zo meer hoort over het profiel. Je krijgt zo niet één kant van het profiel te horen, namelijk die van de docent, maar ook ervaringen van de leerlingen ermee. Zij trekken misschien ook beter de aandacht omdat het leeftijdsgenoten zijn.
•
Ik denk dat het geen goed idee is omdat ik het stom vind dat er alleen maar superveel informatie over N&T gekozen wordt, en je zo bijna 'gedwongen' word om N&T te kiezen. Ik heb me daar in de 3e klas echt enorm aan geërgerd.
152
Bijlage IX Antwoorden van de jongens bij vraag 40
•
Leerlingen kiezen toch wat ze zelf willen. Zolang N&T evenveel gepromoot wordt als andere profielen is het toch echt de keuze van de leerling zelf.
•
Ik denk dat dit erg positief is, omdat je anders alleen maar dingen over het profiel komt te weten vanuit het oogpunt van de leraren, maar ik denk dat je ook moet weten hoe je het als leerling ervaart.
•
Ik vind een promotieteam een goed idee. Ik had zelf eerst geen idee hoe al die profielen in elkaar staken ik wilde wel een technisch profiel maar ik heb voor N&T gekozen omdat ik in al die vakken goed was en ik met biologie toch een dubbelprofiel had. Verder kan dit promoteam mensen stimuleren om N&T te kiezen want leerlingen haken vaak af omdat ze denken dat het te moeilijk is. Het is inderdaad ook wel moeilijk maar je kunt er ook wel iets voor doen als leerling zijnde. Verder ben ik zelf blij Ik vindt dat belachelijk. Ik vindt dat je iedereen over elk profiel moet voorlichten en niet over een profiel meer dat een ander. dat zou wel nuttig zijn, maar dat zou voor alle profielen het geval zijn. aangezien er maar weinig voorlichting is over de profielen in het algemeen.
• •
•
•
ik denk dat dit wel heel erg helpt. je leraar natuurkunde kan vertellen wat ie wil, natuurlijk vind hij zijn eigen vak leuk. als een leerling oprecht vertelt hoe n&t in elkaar zit, en wat hij ervan vind, daar heb je wat aan als onderbouw leerling. Slim, die kunnen vertellen hoe zij het gehad hebben, hierdoor zullen ze beter geïnformeerd en gestimuleerd worden.
•
Zou misschien wel kunnen werken.
•
JA! dat lijkt mij wel een goed idee.
•
Zou een redelijk goed idee zijn, omdat er dan meer nadruk wordt gelegd op het N&T.
•
dat vind ik een goede zaak, want juist mensen uit de zesde kunnen dienen als voorbeeld functie en als die n&t kiezen en zullen er ook meer kinderen n&t kiezen als profiel.
•
de leerlingen moeten goed worden ingelicht wat ze kunnen verwachten, maar ik zou dit niet door leerlingen laten doen, omdat het niet hun taak is om andere leerlingen te werven.
•
Het is in ieder geval leuker om informatie te krijgen van iemand met ongeveer dezelfde belevingswereld. Dit moet wel een vrijwillig team zijn, met veel inzet. Ook moeten ze zelf genoeg sturing krijgen
•
Er moet op middelbare scholen zo'n 'promo-team' zijn voor elk profiel, meer voorlichting is altijd goed. Als er persé meer N&T studenten moeten komen, GEEF DAN MEER VOORLICHTING, en als het dan nog niet aanslaat verander dan de studie.
•
De huidige voorlichting is al voldoende denk ik. Waarom zou er alleen voor N&T een promotieteam moeten komen? Als er vragen zijn over profielkeuze zijn er genoeg 'promotors' of mensen waaraan je kunt vragen: decaan, mentor, leerlingen, evt. leerlingen uit bovenbouw. Het kan misschien helpen wanneer je duidelijker weet wat het precies inhoud, maar een promo - team vind ik niet nodig.
• •
Vind ik goed
•
Ja goed
153
•
Meiden hun verhaal laten doen die N&T in het verleden hebben gekozen. Ze kunnen de ervaringen die ze opgedaan hebben uitwisselen en evt. vertellen over hun succes dankzij dit pakket.
•
Een desbetreffend promotie team voor de bèta vakken zou naar grote waarschijnlijkheid veel leerlingen stimuleren om het hier genoemde profiel te kiezen. Zo kunnen vaak oudere leerlingen als voorbeeld worden beschouwd voor jongere leerlingen en zullen de jongere leerlingen naar de oudere leerlingen luisteren om dat ze tegen hen opkijken.
• •
onzin Meer voorlichting over wat je er later mee kan doen en meer leuke kanten van het vak laten zien, ook tijdens de gewone lessen.
•
Ja, men zal warm gemaakt worden voor het programma door andere studenten.
•
Oneens, er is ook geen promo-team E&M, C&M of N&G nodig, waarom dan wel voor N&T? De rede dat weinig mensen N&T kiezen is dat het een lastig profiel is, niet iedereen kan dit aan.
•
alleen als de leerlingen echt heel enthousiast zijn kan het effect opleveren, dus niet verplicht stellen dat je kan zien dat het verplicht is zodat ze als zoutzakken erbij staan terwijl ze proberen te promoten.
•
dit zal goed werken
•
ik denk dat het zo goed geregeld is.
•
een goed idee. hoe meer kennis hoe beter!
•
Weet niet of het veel zin zal hebben. betwijfel het
•
Goed idee, kan nooit kwaad om info te geven over die bepaalde opleiding.
• •
goed idee Zo kun je leerlingen (meisjes) meer stimuleren om toch N&T te kiezen. Door ook vrouwen dit eens te laten zien.
•
Onverschillig. Je zou meer nadruk kunnen leggen op beroepen die meisjes aanspreken, maar boven alles is het een kwestie van smaak. Veel meisjes vinden werken met techniek misschien gewoon niet aantrekkelijk
•
Dit is een goede manier om de leerlingen in te lichten over N&T. Vooral meisjes zijn gevoelig voor de ervaringen van anderen. Als er dus veel meisjes met N&T promoten zijn er meer meisjes die ervoor kiezen.
•
Ik denk dat dit een goed idee is. Op deze manier krijgen onderbouwleerlingen een goed beeld over hoe het er aan toe gaat bij het profiel N&T in de bovenbouw. Hierdoor zullen ze uiteindelijk makkelijker hun keuze kunnen maken.
•
Ik zie zelf de noodzaak niet zo om meer mensen N&T te laten volgen, volgens mij had landelijk gezien ongeveer een kwart van de leerlingen N&T? Nou, er zijn 4 profielen, dus volgens mij is het niet echt nodig dat er gestimuleerd wordt. Bovendien twijfel ik of zo'n team wel helpt, ik denk dat exacte vakken je liggen of niet, en ik denk niet dat een team daar iets aan verandert.
•
als ze dan meer uitleg geven wat verschillen zijn onder boven bouw
•
Meer inlichten?
•
Het zou handig kunnen zijn als er leerlingen uit de onderbouw nog niet gericht gekozen hebben, dan kunnen zij aan het 'promo-team' uitleg vragen over wat er nu eigenlijk mee bereikt kan worden. Dit zou het aantal meisjes omhoog kunnen werken maar over het algemeen denk ik dat meisjes meer geïnteresseerd zijn in andere vakken.
154
•
dit zal ze goed informeren zo worden de juiste leerlingen gemotiveerd en kiezen dus de juiste mensen voor N&T. maar of het er ook meer worden? ik denk het niet.
• •
Ik denk niet echt dat er naar geluisterd word. Misschien een beetje. Je kunt het altijd proberen. Is goed, je komt altijd meer te weten over de opleidingen als je met studenten praat dan met leraren.
• •
het licht vooral aan de vervolg opleiding die je wilt gaan doen dus t maakt vast niks uit wel goed, door die informatie te horen van iemand kan je toch worden overgehaald om voor n&t te kiezen.
•
Ik denk dat er dan wel meer meisjes zullen aanmelden voor n&t als ze meer informatie krijgen maar je interesses moeten er ook liggen in dat profiel.
• •
Meer te laten zien wat meisjes later kunnen worden als ze N&T kiezen. Gewoon een duidelijk beeld geven van de studie. Maar niet meer pushen dan bij andere profielen.
•
nee lijkt me niets
• •
ZOU NIET ZO STOM ZIJN. ik denk dat het dmv leerlingen minder serieus over komt, deze mensen worden vaak toch niet gewaardeerd.
• •
Meer uitleg geven Het is goed dat er promotie wordt gemaakt want, zo krijgen de leerlingen meer informatie en worden zo gestimuleerd om het te kiezen. je kunt beter mensen van het vervolgonderwijs hbo laten komen. Die kunnen betere voorbeelden geven over wat ze kunnen worden.
•
•
een promotieteam laat alleen de goede kanten zien van N&T. de leerlingen horen dan van andere hoe het er werkelijk aan toe gaat. dus zullen ze het nog niet kiezen
•
Onzin
•
Niet goed, want ik zou er niks aan hebben, want ik kijk toch hoe ik er zelf over denk.
•
Misschien helpt het wel maar ik zou er zelf niet veel om geven
•
Vervolgopleidingen duidelijker maken.
•
Zo krijgen de leerlingen een betere kijk op wat je met N&T kan.
•
Dat is onzin als je techniek echt leuk vind kies je het sowieso
•
Dit is een heel goed idee.
•
Dit is een goed idee, ik zie alleen niet in waarom dit ervoor zou zorgen dat meer meisjes N&T zouden kiezen, deze moeten een profiel kiezen om de vakken die erin zitten, niet om de leerlingen die het nog meer volgen.
•
goed idee
•
is goed. -_-'
•
Onzin, je moet je eigen keuze kunnen maken zonder beïnvloed te worden.
•
ja dat is wel iets denk ik. Het kan meisjes zo stimuleren om toch dat profiel te kiezen.
•
Denk niet dat dat gaat werken.
•
heel goed
•
je moet zelf n&t kiezen heeft niemand anders iets mee te maken.
•
Goed, die kunnen het aanprijzen
•
ja zou werken
155
•
x
•
kan handig zijn, maar mensen die n&t kunnen, die kiezen het vaak ook, en mensen die het niet kunnen kiezen het niet. dus dan moeten ze hun niet overhalen om het toch te kiezen.
•
Ik vindt dit wel een goed idee als jongens en meisjes zien wat je in de bovenbouw doet bij NT dan zou je het veel sneller kiezen. Zelf heb ik ook N&t dus ik kan het weten.
• •
misschien is dat wel wat nee, hierdoor word het minder, als er een paar van die achterlijke mensen door de school lopen, word het een taboe N&T te kiezen.
•
Ik vind dit een goed idee. Omdat je maar weinig weet over de profielen als je leerlingen hebt die daar over vertellen is het veel duidelijker. Ook is het persoonlijker dan wanneer een leraar het zegt.
•
ik vind dat onnodig, als je interesse voor het vak hebt kies je het en anders niet.
•
Helpt denk ik weinig, omdat leerlingen toch de keuze vaak al gemaakt hebben. En op de mensen die ik tenminste ken zou een promotieteam weinig invloed hebben.
•
Ik denk dat dat weinig effect heeft. Je interesseert je in N&T of niet.
• •
Meer informatie geven over wat meisjes met een n&t opleiding kunnen gaan doen. Ze een keer een dag laten meelopen, dan kunnen ze er van proeven en zien ze of ze het leuk vinden of niet.
• •
er moet alleen meer toekomstgerichte informatie komen voor meisjes Ik denk dat dat niet echt nodig is. Als je N&T wil kiezen, heb je daar geen promo-team bij nodig.
•
Goed idee, zal helpen voor degenen die twijfelen.
•
Zou wel fijn zijn dan is voor de onderbouwers ook duidelijk wat je allemaal leert en krijgt.
•
ik denk dat dit wellicht kan helpen mensen anders te laten denken over n&t
•
Goede zaak. Die mensen weten waarover ze praten, want ze doen zelf N&T.
•
lijkt me verschrikkelijk
•
Goed plan, vooral om meer meisjes te werven.
•
Ik denk dat er een potentie is dat het werkt. Aangezien dat veel onderbouw leerlingen tegen bovenbouw leerlingen opkijken en als je hun als een voorbeeld stelt dan heb je kans dat er meer mensen N&T kiezen
•
Ik denk dat het wel nut heeft als je leerlingen meer verteld over het profiel.
•
geeft een goed beeld hoe zij erover denken maar reclame maken voor vakken lijkt me niet goed
•
Ik ben geen meisje, moet je mij niet vragen.
•
promotieteam kan alleen maar positief invloed hebben op de keuze denk ik
•
Ik vind dit bullshit.
•
Heel leuk bedacht, maar niemand heeft daar behoefte of zin in. Een goede voorlichting is beter dan een propagandacampagne.
156
•
Ik denk dat dat wel een goede oplossing is. Deze mensen kunnen iets vertellen over de ovenbouw NT
•
Ik denk dat het op zich wel iets is. Maar het is wel een beetje hopeloos om te doen. het is namelijk ook niet het geval bij andere profielen.
•
ONZIN.. ik denk dat je van alle profielen een duidelijk beeld moet geven. en dat leerlingen uit de derde klas aan de hand daarvan kiezen. het heeft geen zin om leerlingen geforceerd N&T te laten kiezen, laat ze gewoon wat kiezen wat bij hun past! en een leraar kan een prima beeld geven over wat N&T of C&M inhoudt.
•
Onnodig
•
Leef je uit maar laat mij erbuiten
•
Niet persé nodig, maar wel fijn om te weten hoe andere leerlingen het ervaren.
•
Goed, als je het bij de andere profielen ook doet.
•
Promoteam is niet nodig, voorlichting wel. Promoteams zouden mensen naar de verkeerde keuze kunnen lokken.
•
De naam promotieteam vind ik van het begin al slecht gekozen. Er moet een hoop informatie beschikbaar zijn om mensen te helpen een betere keuze te maken. Promo verwijst meer naar reclame maken, dus mensen overhalen N&T te laten doen. Hiermee neem je de leerlingen niet serieus in dat ze hun eigen keuze kunnen maken.
•
Ik vind het wel goed want dan weet de onderbouw wat het precies inhoud. Als er bij elk profiel een promotieteam zou zijn zou het zelfs nog beter zijn. want je krijgt maar weinig uitleg over de profielen in de onderbouw.
•
goed.
•
Ik denk niet dat dat nodig is, misschien een voorlichtingavond, maar geen promotieteam.
•
Ik denk dat je wel kunt meedelen wat je er allemaal mee kunt doen, maar je moet niet iemand gaan promoten omdat te kiezen, terwijl het hier toch alleen maar wordt gebruikt om de cijfers van de school te "boosten"
•
Hiermee ben ik het eens, omdat dit meer informatie geeft over N&T. Vaak is het nog niet zo duidelijk wat deze studierichting nu precies inhoudt.
•
Dat is wel een goed idee, zo kunnen leerlingen vertellen hoe de opleiding is.
•
Ik vind dit onzin, want dan krijg je het probleem dat mensen die N&T kiezen eigenlijk helemaal niet aankunnen en dan moetenmeer mensen stoppen of ze blijven zitten.
•
Goed idee
•
Lijkt me niet nodig
•
Als dit voor ieder profiel wordt gedaan kan je als onderbouw leerling een duidelijker beeld krijgen, die je vaak van docenten niet krijgt.
•
Dat is vrij onnodig.
157
•
Nee, duidelijkere uitleg en minder opdrachten. Dus meer tijd om dingen te begrijpen en te verwerken, dat is het enige wat helpt.
•
voorlichting, alle leuke dingen laten zien
•
dit zou voor elk profiel zo moeten zijn en niet specifiek voor N&T.
•
goed idee, het stimuleert en geeft een duidelijk beeld van wat N&T inhoud
•
Daar is niets aan te doen, je moet mensen niet stimuleren iets te kiezen, het is hun eigen beslissing.
•
Onzin, je moet toch zelf kiezen. Zon team helpt toch niet.
•
Meer nadruk leggen op vrouwelijke technische banen.
•
allemaal niet nodig
•
dat is goed, weet je tenminste wat je te wachten staat. Van de school krijg je veel te weinig informatie dus zo'n promotieteam heeft zeker veel zin.
•
Ik vind het maar dom, je mag toch zelf kiezen wat je wilt.. je moet niet gedwongen worden.
•
Goed
•
Leuk leven.
•
Ik denk dat je leerlingen dat zelf uit moet laten maken en niet één ding extra benadrukken
•
dat is goed
•
Niet nodig
•
Bij ons op school is er niks gestimuleerd en er zijn net zo veel meisjes die N&T kiezen.
•
Betere uitleg over wat je er mee kan
•
Er zou enthousiast en duidelijk moeten worden verteld welke beroepen in het verlengde van de studie en dus in het verlengde van n&t liggen.
158
Bijlage X
Antwoorden van de meisjes bij vraag 46, uitgesplitst op wel/geen N&T
Meisjes met N&T: • •
Zoals ik op de vorige vraag ook antwoordde, zorg dat er een panel komt waar mensen vragen kunnen stellen. Gewoon duidelijker zijn over de inhoud van het profiel. Vertellen dat je echt niet anders bent wanneer je N&T doet, er is veel vraag naar meiden in de techniek en dit moet duidelijk gemaakt worden
• •
Niet pas in de derde beginnen met uitleg te geven over de verschillende profielen Onderbouwers meer in contact laten komen met N&T, dus meer informatie. Ook moet er gewoon een keer langs de universiteit in Eindhoven worden gegaan, waar ook leuke proefjes worden gehouden. Op deze manier zijn mensen gemotiveerder om zo N&T te kiezen.
•
Meer informatie over álle profielen in de onderbouw en meer informatie over wat je later kan met het profiel dat je hebt gekozen.
Meisjes zonder N&T:
•
de lessen toespitsen op onderwerpen die meisjes interessant vinden, dan luisteren ze er in ieder geval al naar. Geef meisjes vooral het gevoel dat er voor hen net zoveel toekomst ligt in techniek als voor jongens, de manier doet er niet zoveel toe, maar het moet niet zo zijn dat meisjes zich achtergesteld voelen of minderwaardig.
•
De vakken op een leuke manier presenteren, niet alleen maar theorie in je kop stampen, maar ook lol tijdens de lessen. Het beeld van 'slimme jongens' moet weg. Laat meisjes info geven.
•
dingen laten zien (bijv. beroepen) die typisch voor meisjes zijn waarbij je N&T nodig hebt.
•
Ik denk dat de meeste maatregelen zijn genoemd, het beste lijkt mij het promoteam omdat ze het dan van andere leerlingen horen, zowel van meisjes als van jongens natuurlijk.
•
Leuk promo team lijkt me goed idee. Die kunnen alle leuke dingen vertellen, wat het ook aantrekkelijk voor meisjes maakt, om het te kiezen. en dat het niet allemaal nerdie is
•
Weet zo niet..
•
Het vak toegankelijker maken
•
Veel informatie geven over datgene wat ze ermee kunnen doen.
•
Ik heb geen idee ik ben als meisje heel erg tevreden met mijn profiel c&m..wat moeten wij meisjes nu met techniek?
•
zorgen dat meisjes in de onderbouw meer hulp krijgen zodat ze ook goed zijn in het vak want meisjes vinden het misschien moeilijker
•
Een gemengde groep met leerlingen van de bovenbouw informatie laten geven aan kinderen in de onderbouw.
•
159
•
Iedereen moet zelf beslissen wat ze willen, en je kunt niet iemand hiervan gaan overtuigen want het is een eigenbeslissing
•
ik denk dat je meisjes wel kan stimuleren om het profiel N&T te kiezen
•
meer leuke activiteiten doen met de vakken.
• •
Laat kinderen gewoon het profiel kiezen dat ze willen. Waarschijnlijk hebben meisjes gewoon minder interesse in N&T vakken dan jongens. Zoals ik eerder al zei, leuke leraren voor de klas die uitleggen op een manier dat iedereen het begrijpt. En uitleg geven over wat je er later mee zou kunnen doen lijkt me ook een goede maatregel!
•
Eigenlijk denk ik dat, ook al komt er veel promotie over, dat het toch de keuze van ieder op zich is.
•
Dat je met N en T heel veel kan. De punten benadrukken en uitleggen dat het vooral niet saai is, maar aan je toekomst moet denken
•
Ik denk eigenlijk dat er niet heel veel aan valt te doen omdat het misschien echt zo is dat meisjes natuurkunde etc. een stuk moeilijker vinden en niet zo interessant.
• •
Gewoon echt veel vrouwelijke studenten informatie laten geven aan de onderbouw over vervolgstudies en wat je ermee kan, ook als vrouw. Ik denk dat je gewoon goed moet laten merken wat je met n&t meer kan dan met n&g. Op deze manier is er duidelijker weergegeven wat het verschil is. en kunnen de meiden zelf kijken waar hun interesses liggen..
•
Ik denk dat het profiel te moeilijk is voor veel mensen en het daarom niet kiezen (het wordt vaak ontraden), ook hebben jongens meer technisch inzicht, dus die zullen dat eerder kiezen.
•
laat leerlingen uit de bovenbouw vertellen over hun profiel in de onderbouw.
•
ik vind het sowieso maar onzin dat er stimulatie technieken nodig zijn om meisjes N&T te laten kiezen, als ze dat niet willen kiezen laat ze dan lekker.
•
onzin allemaal. als een meisje dat echt wil doen dan weet ze dat zelf wel en zal het dan ook gewoon doen (als het aan mij ligt)
•
nee, meiden moeten dat zelf weten. je moet het leuk vinden of niet.
160
Bijlage XI Antwoorden van de jongens bij vraag 46
•
Het enige wat je zou kunnen doen is voorkomen dat meisjes denken dat techniek iets alleen voor jongens is, omdat dat nu misschien nog wel ooit gedacht wordt.
•
Ik denk dat de meisjes niet alleen naar meisjes moeten luisteren. Natuurlijk willen meisjes van meisjes weten hoe het is om N&T te doen maar ik denk dat een mix van meisjes en jongens veel beter is. Als een jongen en een meisje voor de klas komen te staan dan kunnen ze samen proberen meisjes over te halen om N&T te kiezen.
•
Je moet juist de meisjes stimuleren die wel interesse hebben, maar niet voor N&T kiezen omdat er alleen maar jongens zitten of om wat voor reden dan ook moeten benaderen...
•
minder angst zaaien onder de jeugd dat n&t een heel zwaar profiel zou zijn, dat schrikt af, je moet juist stimuleren dat je met n&t veel meer kanten op kan.
•
Laat zien dat meisjes het echt niet slechter doen op N&T als jongens.
•
Trek in het derde leerjaar een hele ochtend uit om de mogelijkheden die je allemaal wel niet hebt met een diploma N&T aan het daglicht te stellen.
•
Dingen laten zien waar de stof uit N&T op toe te passen is, dat uit het dagelijks leven komt en misschien wel echt iets uit deze tijd. Dan zien ze de relevantie meer misschien.
•
Voorbeelden die vrouwen aanspreken ( cosmetica, levensmiddelen e.d.)
•
Doe geen moeite met al dat jongens en meisjes scheiden. geef fatsoenlijke voorlichting als leerlingen moeten kiezen, dan ben je al stukken verder
•
Informatie geven over de sociale mogelijkheden met een technische studie.
•
Je kan meisjes duidelijk maken dat je met N&T later toch echt een betere baan kan krijgen dan met c&M Ik zou in de onderbouw meer lesgeven die aansluit op het dagelijks leven van de meisjes. De meeste praktische onderdelen die je in de onderbouw krijgt is toch vooral van die jongensdingen.
•
•
Beroepen en/of opleidingen selecteren die als toetreding een technisch profiel eisen. Dan kan eerder bewust gekozen worden voor een technisch profiel (door meisjes).
•
gewoon zelf late kiezen het is gewoon waar je interesses liggen
•
Deel flyers of iets dergelijks uit waar beroepen op staan die je later kan worden met dit profiel
•
Ik zie het probleem niet zo, meisjes hebben nou eenmaal andere interesses.
•
Laat vrouwelijke leerlingen uit de bovenbouw wat vertellen over n&t
•
betere leraren!
•
de vakken boeiender maken
•
Onderwerpen die in N&T behandeld worden integreren in hun dagelijkse leven zodat ze weten hoeveel techniek erachter schuilt misschien vinden ze het dan interessanter.
•
Een dag mee laten lopen. (of een aantal lessen)
161
•
Ik denk dat meisjes net zo veel over N&T weten als jongens. Ze zijn er gemiddeld ook even goed in. Ik denk dat er zo geen verschil in zit. Volgens mij vinden meisjes N&T gewoon minder leuk dan jongens... Jongens vinden C&M weer minder leuk.
•
meer excursies en voorlichtingsprojecten naar universiteiten en bedrijven en meer practica want dat zijn de leukere dingen van N&T. Laat ook zien wat ze er aan hebben, laat toepassingen zien.
•
Een goede voorlichting in de onderbouw is alles wat ze nodig hebben. Laat ze beslissen of ze N&T leuk vinden of niet, en laat ze daarna beslissen welk profiel ze kiezen.
•
Laat eigen keuze
•
Leuke dingen behandelen niet alleen saaie droge stof.
•
Een voorlichtingavond in de aula waar leerlingen uit de bovenbouw, studenten en mensen die een beroep uitoefenen wat met N&T te maken heeft uitleg geven over dit profiel.
•
Je moet ze kennis laten maken, maar niet d.m.v. reclame en promotie, anders krijgen ze meer een gedwongen gevoel
•
Zoals ik al zei, gewoon meer en duidelijkere uitleg, kleinere klassen, zodat er meer tijd is per leerling. Ook in groepjes werken en meer controle op het huiswerk/de planning zal helpen, omdat de mensen in groepjes het elkaar kunnen uitleggen.
•
een docent die uitleg geeft over het N&T profiel
•
veel info geven.
•
Er moet worden verteld welke beroepen in het verlengde van de studie liggen.
162
Bijlage XII Antwoorden van meisjes met N&T bij vraag 47
• •
Colleges laten geven door mensen van verschillende opleidingen goed onderwijs geven, zodat ze techniek snappen. vertellen wat je ermee kunt doen later. Vertellen wat zo'n studie inhoudt en of het te doen is of niet.
•
Laat ze zoveel mogelijk technische studies zien. Ga naar een Technische Universiteit of een Technische Hogeschool. Laat zien wat de mogelijkheden zijn en zorg dat er zowel mannelijke als vrouwelijke personen bij zijn die de studie al volgen. Daar kunnen dan vragen aan gesteld worden en zij kunnen de mogelijkheden nog eens verduidelijken of tippen. Goed laten zien wat je met de vervolg opleiding kan doen, en welke vakken je daarvoor leuk moet vinden. En wat voor vervolgopleidingen er zijn waar het vak in zit dat jij leuk vind.
• • • •
•
Laat wat 'vrouwelijkere' opleidingen aan bod komen (ontwerpen, voedselwetenschappen, enz.) Regelmatig iemand langs laten komen (vrouw) die vertelt over wat ze nu doet en wat de mogelijkheden allemaal zijn wanneer je N&T hebt gedaan. Misschien wat meer studenten uitnodigen die wat kunnen vertellen over hun studie, zodat we persoonlijke ervaringen horen. Daarnaast lijkt het me ook handig als er misschien een keer een soort studiemarkt voor technische vervolgopleidingen op school iets komt vertellen. Of mensen die komen vertellen over hun beroep. Laten zien hoe het op zo'n school aan toe gaat, maar het blijft vooral gaan over waar de interesses liggen. Maar laten zien dat er op zo'n school steeds meer meiden komen motiveert wel denk ik.
•
Meer uitleg geven
•
Meer informatie geven in de onderbouw, en vooral veel leuke proefjes doen. Op deze manier worden deze vakken veel leuker, en kiezen meer mensen N&T.
•
Fatsoenlijke natuur/scheikunde en wiskunde lessen geven in de onderbouw, degenen die hier aanleg voor hebben kiezen vanzelf de N richtingen. Dan gewoon het voordeel van N&T ten opzichte van N&G vertellen en verder niet te veel pushen.
•
Geen promotieteam en geen meisjesklassen in ieder geval, misschien proberen meer uitstapjes naar vervolgopleidingen te maken die wat minder met echte "jongensdingen" te maken hebben. Wij hebben vaak uitstapjes moeten maken waar we zagen hoe je auto's in elkaar zet enzo. Helemaal niet boeiend voor meisjes. Er zijn ook genoeg technische opleidingen die wel leuker zijn voor meisjes, maar daar gaan we nooit naartoe.
•
Op voorlichtingsdagen niet alleen over auto's enz. praten want dat is voor meisjes niet aantrekkelijk. En niet alleen studies zoals werktuigbouwkunde aanprijzen maar ook minder technische studies.
•
Een promoteam en vrouwen die een technische vervolgopleiding/baan hebben.
•
Voorbeelden geven die meisjes interesseren. Ik ben zelf bij een opleiding werktuigbouwkunde gaan kijken en vond de voorbeelden over motors, racen, auto's, voetbal etc. echt niet boeiend
163
164
Bijlage XIII Opzet docenteninterview
Goirle, 7 mei 2009 Beste collega, In opdracht van de directie van een VO school, en als afstudeeropdracht voor mijn studie ‘Master wiskunde’, ben ik al een tijdje bezig met een onderzoek over de profielkeuze N&T en bijbehorend vervolgonderwijs onder meisjes bij ons op school. De probleemstelling van mijn onderzoek laat zich als volgt omschrijven: A. Hoe kan men op een VO school Best zorgen voor meer meisjes in de N&Trichting én de doorstroom ervan naar HBO/WO? B. Welke maatregelen, o.a. volgend uit vraag A, zijn wenselijk volgens leerlingen en docenten van een VO school? C. Is het creëren van een meisjesklas (aansluitend op vraag A) wenselijk volgens leerlingen en docenten op een VO school? Ik heb o.a. literatuuronderzoek gedaan, leerlingen geïnterviewd en op basis daarvan een enquête opgesteld en afgenomen in 5-havo, 5-vwo en 6-vwo. Naar aanleiding van de resultaten van de leerlingenenquête wil ik tenslotte het draagvlak hiervoor onder bètadocenten van een VO school onderzoeken. Vandaar het verzoek aan jou om slechts twee vragen te beantwoorden (zie bijlage) en deze antwoorden naar mij terug te mailen. (In mijn postvak leggen mag natuurlijk ook.) Het neemt niet veel tijd in beslag. Bij onduidelijkheden kun je mij om een toelichting vragen. Als het kan graag vóór donderdag 14 mei a.s. je antwoorden naar mij terugsturen.
Mijn dank is groot! Vele groetjes, Jeske Coolen
165
Vraag 1 Op de vraag of meer meisjes kiezen voor N&T als je met aparte jongens – en meisjesklassen bij natuur-/schei-/wiskunde werkt, reageerden de leerlingen zowel positief als negatief. Leerlingen geven aan dat het ook zonder jongens c.q. meisjes prima is en dat het meisjes kan stimuleren voor N&T. Aan de andere kant willen ze geen homogene klassen, omdat men in heterogene klassen elkaar juist kan helpen. Wat vind jij hiervan? ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Vraag 2 Kruis hieronder aan welke maatregelen je wilt ondersteunen/uitvoeren en welke je al doet. Meerdere hokjes aankruisen is toegestaan.
1 2 3
Maatregel: Uitleg geven over hoe je vak in de bovenbouw eruit ziet. Een relatie leggen met zaken in het dagelijks leven.
7
Informatie geven of o.a. inhoud, werkvormen en nut van je vak. Informatie geven over o.a. inhoud en nut van vervolgopleidingen (bij jouw vak). Informatie/Meer informatie geven over het profiel N&T en bijbehorende (toekomst)mogelijkheden. In de les meer doen om het vak voor meisjes aantrekkelijker te maken. In de les minder vaak zelfontdekkend laten leren.
8
In de les minder vaak in groepjes laten werken.
9
Meer projecten gericht op techniek en meisjes.
10
Meer excursies gericht op techniek en meisjes.
11
Meisjes stimuleren N&T te kiezen.
12
Gastcolleges met vrouwelijke technici. Eventueel met vrouwelijke én mannelijke gastdocenten.
4 5 6
166
Dit wil ik ondersteunen /uitvoeren
Dit doe ik al
Bijlage XIV Resultaten open vraag, docenteninterview
•
•
•
• •
•
Als ik aan mijn eigen schooltijd terug denk dan vond ik het erg prettig dat er ook jongens in de klas waren. Nu zie ik dit ook weer terug in mijn klas. Voor de invloed/sfeer is het beter om gemengde klassen te creëren. Meisjes durven steeds meer te zeggen in de klas waardoor het niet zo is dat jongens sneller de overhand nemen omdat zij zo nodig beter moeten zijn in exacte vakken. Helemaal in de bovenbouw zie je dit verschijnsel niet meer. Jongens en meisjes kunnen erg goed met elkaar samen werken op een hele leuke manier. Ik zou het jammer vinden als er homogene groepen zouden worden gemaakt. Zeker als je kijkt naar de ontwikkeling van deze leerlingen. Of leerlingen goed zijn in natuurkunde is niet afhankelijk van geslacht. Ik denk niet dat leerlingen zich laten beïnvloeden door klasgenoten in het algemeen, maar meer tot leerlingen bij wie ze zich betrokken voelen, vriendjes/vriendinnetjes. Als je een groep hebt die zich interesseert in het vak is de kans groter dat het vak gekozen wordt, hetzelfde geldt voor de docent. Ik denk dat de leerlingen gelijk hebben dat ze elkaar kunnen helpen tijdens de lessen. Al denk ik dat meisjes zich er dan soms makkelijk van af maken, omdat de jongens dan meestal de proeven uitvoeren. Maar zowel in de groepjes waar alleen meisjes zitten als in gemengde groepjes blijkt dat ongeveer evenveel meisjes een N-profiel kiezen. Jongens en meisjes gewoon bij elkaar houden. Wellicht is het mogelijk jongens (meisjes) als het nodig is andere opdrachten te geven. Ik denk dat beide mogelijkheden voordelen heeft. Je hebt natuurlijk sociale en emotionele aspecten, maar waarschijnlijk wil je dat ik daar geen rekening mee houd. Wiskundig/onderwijskundig denk ik dat het voordeel van een homogene groep meisjes is dat ze als personen in het algemeen al meer volwassen zijn. Het “speelse” is in de bovenbouw bij meisjes al meer verdwenen. De manier van lesgeven is dan dus ook anders; je kunt andere dingen benadrukken. Capaciteittechnisch zijn meisjes in het algemeen is minder. Als de jongens ontbreken, kan dit een stimulerende, of juist een remmende factor zijn. (Als het de bedoeling is om het uit te proberen, dan ben ik wel bereid om mee te werken. Wie weet ontdekken we zo nog wel andere voor- en/of nadelen.) Toen ik vorig jaar een meisjesklas van 24 leerlingen had zonder een enkele jongen was dat geen succes. Leerlingen en ouders klaagden erover. Het werkt alleen bij heel gemotiveerde meisjes en daar zit nu net het punt. De meeste meisjes hebben gewoonweg minder interesse in de bètavakken. De adolescentieleeftijd maakt dit er niet gemakkelijker op. Je zou in een veel eerder stadium de interesse bij meisjes moeten gaan wekken, al op de basisschool. Aparte jongensklassen leidt mijn inziens tot nog grotere verschillen in resultaten in het voordeel van de jongens. Beter zou het zijn om zowel de betere jongens en meisjes in een vroeg stadium (brugklas) te selecteren en beiden in aparte klassen voor wi, na, en sk te plaatsen. Bedenk wel dat in 1980 er 30% teveel jongens op het atheneum zaten en daar iets aan gedaan moest worden en is gedaan. Nu, 30 jaar later is het andersom wat net zo verontrustend is voor onze economie en voor de sector techniek nog erger! Stop dus met deze marketing campagne en laten we onze energie richten op beide seksen zodat je de bètakanjers van het mannelijk geslacht niet vergeet. 167