Faculteit letteren en wijsbegeerte Academiejaar 2009-2010
Viktoria De Cubber
Onderzoek naar de psychische complexiteit van de persoon, het creatieproces en het oeuvre van Yayoi Kusama.
Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad: Master in de Kunstwetenschappen Promotor: Prof. Dr. Claire Van Damme
1
Dankwoord Graag wil ik van de gelegenheid gebruik maken om enkele mensen te bedanken. Vooreerst mijn promotor Prof. C. Van Damme. zonder wie ik niet tot dit resultaat zou gekomen zijn. Voor het opvolgen en begeleiden van mijn Masterproef, alsook voor het helpen vormen van mijn ideeën, haar aanstekelijke enthousiasme, kritische blik en geduld. Verder wil ik mijn ouders graag vermelden in dit dankwoord die mij de kans geven om te studeren en mij steeds gesteund hebben tijdens mijn studies Kunstwetenschappen. Mijn vriend David die steeds klaarstond voor mij en werkelijk mijn steun en toeverlaat was tijdens moeilijke momenten. Ook mijn vriendinnen, die enorm veel geduld en begrip hebben getoond en steeds klaarstonden met hulp waar nodig.
2
Inhoudsopgave 1. ALGEMENE INLEIDING
5
1.1 INLEIDING
5
1.2 SITUERING ONDERWERP
6
1.3 METHODOLOGIE
10
1.4 BRONNENONDERZOEK
11
2. HET EERSTE LUIK: DE PERSOON YAYOI KUSAMA
12
2.1 LEVENSGESCHIEDENIS
15
2.1.1 BIOGRAFIE
15
2.1.1.1 DE ONTSTAANSGESCHIEDENIS VAN YAYOI KUSAMA IN JAPAN
15
2.1.1.2 YAYOI KUSAMA IN NEW YORK
24
2.1.1.3 DE TERUGKEER NAAR JAPAN
60
2.1.2 ARTISTIEKE CONTEXT
75
2.2 AUTOBIOGRAFISCHE GEGEVENS
83
2.3 ZIEKTEGESCHIEDENIS
95
3. HET TWEEDE LUIK: HET CREATIEPROCES VAN YAYOI KUSAMA.
98
3.1 DE NOODZAAK VAN DE CREATIE.
98
3.2 DE EERSTE UITINGEN VAN DE NOODZAAK TOT CREATIE
99
3.2 EEN EXISTENTIËLE ROL?
102
3.3 DE OBSESSIE EN HET CREATIEPROCES
107
3.4 DE RELATIE MET DE ARTISTIEKE CONTEXT
109
4. HET DERDE LUIK: HET OEUVRE VAN YAYOI KUSAMA
110
4.1 MOTIVATIE VOOR DE KEUZE VAN DE SLEUTELWERKEN
110
4.2 DE SLEUTELWERKEN
110
4.3 BEKNOPT OVERZICHT VAN DE VERSCHILLENDE BETEKENISLAGEN
133
5. PSYCHISCHE COMPLEXITEIT
136
5.1. ANALYSE NAAR DE INCONSISTENTIES TUSSEN DE BIOGRAFISCHE EN AUTOBIOGRAFISCH GEGEVENS
136
3
5.2 KUNST EN DE PERSOONLIJKE MYTHOLOGIE, HET BELANG VAN DE ZELFREPRESENTATIE 142 5.3 BUNDELEN IN KAART BRENGEN VAN DE PSYCHISCHE COMPLEXITEIT: YAYOI KUSAMA ALS OUTSIDER
144
6. BESLUIT
151
7. BIBLIOGRAFIE
154
4
1. Algemene Inleiding 1.1 Inleiding Als Thesis onderwerp lijkt de persoon Yayoi Kusama wellicht niet de meest vanzelfsprekende figuur aangezien zij in onze contreien een haast onbekende en vooral ondergewaardeerde kunstenares is. Op eerder toevallig manier maakte ik, wellicht samen met een gehele groep geïnteresseerden kennis met het oeuvre van Yayoi Kusama, in het pas geopende WIELS kunstencentrum te Brussel. Deze ervaring kon haast niet ingrijpender zijn binnen mijn beleving van moderne en actuele kunst. Een ervaring die steeds opnieuw terug komt binnen het onderzoeken van het meer dan verreikende oeuvre van Kusama. Na deze ervaring, kwam al snel een gevoel van nieuwsgierigheid de kop op steken, wie was deze kunstenares? Na het verkennen van de basisliteratuur bleek al snel dat een grondigere studie zich opdrong. Bij het doornemen van de eerste bronnen zouden al snel meer vragen naar boven komen dan er antwoorden worden gegeven. Binnen deze Masterproef zal er een poging worden gedaan om een antwoord te geven op enkele van deze vragen.
5
1.2 Situering onderwerp Deze Masterproef getiteld: “Onderzoek naar de psychische complexiteit van de persoon, het creatieproces en het oeuvre van Yayoi Kusama”, zal trachten om enige duidelijkheid te creëren met betrekking tot de psychische complexiteit van Yayoi Kusama en de invloed die deze complexiteit uitoefent op haar creatieproces alsook bij de totstandkoming van haar oeuvre. In een nauwgezet onderzoek zal men hier op zoek trachten te gaan naar een mogelijke synergie tussen Yayoi Kusama als persoon, haar manier van creëren en de werken an sich. Dat de maker van een kunstwerk onlosmakelijk verbonden is met zijn oeuvre is ontegensprekelijk. De manier waarop Yayoi Kusama verbonden is met haar oeuvre door haar manier van creëren zal centraal staan binnen dit onderzoeksproject. Aangezien die drie delen, Yayoi Kusama als persoon, het creatieproces en haar oeuvre quasi even belangrijk zijn, zal deze Masterproef opgebouwd worden als een drieluik waarbij alle delen onlosmakelijk verbonden zijn met elkaar. Elk deel staat op zichzelf maar samengevoegd zorgen zij pas voor een verduidelijking van de kunst/figuur van Yayoi Kusama. Dit onderzoek werd onderverdeeld in drie luiken zoals ook blijkt uit de titel. Het eerste luik zal trachten een duidelijk beeld te schetsen van Yayoi Kusama als persoon. Haar leven zal bestudeerd worden aan de hand van verschillende feiten. Deze feiten zullen zowel gebaseerd zijn op historisch maatschappelijke gebeurtenissen alsook belangrijke gebeurtenissen binnen de kunstwereld. Extra input in dit onderzoek zal naar voor gebracht worden door connaisseurs van het oeuvre van Yayoi Kusama alsook door Yayoi Kusama zelf. Een belangrijke bijdrage in dit deel zullen geschriften van de hand van Yayoi Kusama zelf zijn. De geruchten die zij over zichzelf in het leven riep zullen zoveel mogelijk getoetst worden aan de realiteit. Een belangrijk onderdeel van dit eerste luik zal handelen over de psychische complexiteit van Yayoi Kusama en dit met als voornaamste doel het bundelen of in kaart brengen van de verschillende mogelijke benadering van deze complexe persoonlijkheid. Dit ten behoeve van de twee overige luiken. Men kan immers het oeuvre van Yayoi Kusama niet behandelen zonder even het licht te werpen op de persoonlijkheid van deze kunstenares. Binnen dit onderdeel zal er ook een item ziektegeschiedenis ingelast worden aangezien de problematiek van de psychische gezondheid van Yayoi Kusama vaak een belangrijk onderdeel vormt binnen de literatuur en de interpretatie van het oeuvre van Yayoi Kusama. Al deze benaderingen
en
onderzoeksgebieden
trachten
de
schijnbare
contradictie
tussen
6
mythevorming en realiteit die vaak naar voor geschoven wordt bij het oeuvre van Yayoi Kusama op te heven of op zijn minst te verduidelijken. Het aspect van de mythevorming zal bewust niet in dit onderdeel geplaatst worden, ook al word er verder gewerkt op de inzichten die in dit onderdeel verkregen worden. De mythevorming bij Yayoi Kusama zal behandeld worden in een later hoofdstuk nadat de drieluik werd afgerond. Dit wordt gedaan omdat binnen dit eerste deel zoveel mogelijk zal gezocht worden naar een wetenschappelijk kritische blik op de persoon van Yayoi Kusama maar waar er steeds vertrokken wordt vanuit de persoon en hoe biografische en autobiografische elementen tegenover elkaar staan. Binnen het onderdeel van de mythevorming zullen we met de nodige aandacht de verworven inzichten kunnen aftoetsen en ook in vraag kunnen stellen ook al botst dit met de vele autobiografische verhalen die Yayoi Kusama rond zichzelf in het leven heeft geroepen. Binnen het onderdeel van de artistieke context zal er naast de plaatsing van Yayoi Kusama binnen een kunsthistorisch kader ook een poging worden ondernomen om een antwoord te geven op de vraag waarom deze kunstenares zolang uit de aandacht verdween en waarom ze al dan niet het recht moet krijgen om opgenomen te worden binnen de kunstgeschiedenis. Het tweede luik van deze Masterproef zal zich meer toespitsen op de kunstschepping, de manier waarop Yayoi Kusama zichzelf als individu representeert binnen haar werken. Het creatieproces an sich zal hier verder besproken worden. Dit vanuit verscheidene oogpunten. Er zal voornamelijk gewerkt worden met de gewonnen informatie die Yayoi Kusama en haar connaisseurs ons verleenden uit het eerste luik. Het aspect van de noodzakelijkheid van de kunstschepping voor Yayoi Kusama als individu zal hier aangeboord worden. Is de kunstschepping al dan niet existentieel voor Yayoi Kusama, is een van de belangrijkste onderzoeksvragen binnen dit tweede luik. De problematiek van het existentialisme zal behandeld worden aan de hand van enkele prominent aanwezige elementen binnen de vormtaal van het oeuvre van Yayoi Kusama. Deze elementen zullen gekozen worden op basis van verschillende criteria. Het voornaamste criterium is de representatie van een werk binnen het oeuvre van Yayoi Kusama. Hoe representatief is een element voor grote delen of periodes binnen het oeuvre van de kunstenares. En op welke manier kunnen deze elementen geplaatst worden binnen de ontwikkelingen van de avant-garde bewegingen waarin Yayoi Kusama zich bevond? Vormen deze elementen, aanwezig in een werk, louter een spiegel van Yayoi Kusama als individu? Op welke manier is een werk een reflectie van een periode in het leven van Yayoi 7
Kusama? Eén van de meest opvallende kenmerken, de obsessie, zal geplaatst worden tegenover de gekozenen representatieve elementen en op welke manier de obsessie hierbij aansluiting vindt. Binnen de context van de kunstschepping zien we mogelijk hoe Yayoi Kusama zichzelf niet enkel tracht te representeren als kunstenares maar ook zichzelf tracht te positioneren en vorm te geven. De manier waarop Yayoi Kusama zichzelf tracht te positioneren als mens, vrouw en kunstenares vormt binnen dit onderdeel reeds een eerste aanzet naar het laatste deel van de drieluik die deze Masterproef vormt geeft. Het laatste onderdeel van dit drieluik zal handelen over de complexiteit in het oeuvre van Yayoi Kusama. Dit zal gebeuren aan de hand van de reeds gekozen significante elementen alsook aan de hand van enkele sleutelwerken. Deze sleutelwerken zullen gekozen worden op basis van representativiteit voor een bepaalde periode in het leven van de kunstenares of aan de hand van de belangrijkheid binnen de ontwikkeling van de kunst van Yayoi Kusama Binnen het oeuvre van Yayoi Kusama gaan we op zoek naar verschillende stratificatielagen. Het belang van de obsessie zal nogmaals uitermate belangrijk zijn. De obsessie zal behandeld worden vanuit de betekenis die Yayoi Kusama hieraan geeft alsook hoe deze obsessie vanuit andere standpunten kan benaderd worden. Een volgend belangrijk aandachtspunt zal vertrekken vanuit het feminisme, enerzijds zal er gewerkt worden vanuit het standpunt van Yayoi Kusama en hoe zij omgaat met het toen opkomende feminisme en anderzijds vanuit de feministische kunsttheorie zelf. Een duidelijk deel van deze Masterproef is het positioneren van wat schijn en wat werkelijkheid is in de mythische constructie die Yayoi Kusama rond zichzelf creëerde. Een evenwichtige dialectische relatie tussen feit en fictie zal een belangrijk onderdeel uitmaken van dit onderzoek. Het waarom van de mythevorming en de zelfrepresentatie van de kunstenares worden hier duidelijk gepositioneerd. Alsook zal getracht worden om een verklaring te geven waarom de persoon van Yayoi Kusama zoveel verscheidene invalshoeken krijgt toebedeeld. Waarom zullen zoveel auteurs het belang van de psychische complexiteit naar de voorgrond schuiven en waarom zullen anderen, zeker diegenen die het meest recente onderzoek leverden, deze in twijfel trekken? Het laatste afsluitende deel zal de interrelatie tussen deze drieluik concretiseren en een antwoord geven op de centrale vraagstelling en op de verscheidene deelvragen. Besluitend zal er geduid worden op het belang van elk onderdeel om tot een juiste perceptie van Yayoi 8
Kusama, haar creatieproces en haar oeuvre te komen. Aan de hand van deze drie luiken zal getracht worden aan te tonen dat een oppervlakkige lezing het oeuvre van Yayoi Kusama geen eer aandoet. Het oeuvre van Yayoi Kusama reikt veel dieper dan de schijnbaar frivole dot zou laten vermoeden. Na de afronding van dit laatste onderdeel zal er hopelijk een antwoord kunnen gegeven worden op de vraag wat is schijn, wat is werkelijkheid en wat is mythische constructie? En op welke manier kunnen we hier tot een symbiose komen van de drieluik?
9
1.3 Methodologie Methodologisch gezien zullen we binnen dit onderzoek werken vanuit verscheidene invalshoeken. Hier wordt doelbewust gekozen om te werken vanuit diverse invalshoeken omdat we te maken hebben met een enorm complex figuur waarbij enige diversiteit noodzakelijk is om zowel de persoon, het creatieproces en het oeuvre van Yayoi Kusama op een wetenschappelijk eerlijke manier te benaderen. In eerste instantie zal er gewerkt worden vanuit een literatuuronderzoek enerzijds en een studie van de werken door Yayoi Kusama anderzijds. Binnen het eerste onderdeel met betrekking tot Yayoi Kusama als persoon zal er een literatuuronderzoek gebeuren dat zich richt tot de feitelijke biografische elementen en de autobiografische elementen. Een onderdeel zal handelen over de ziektegeschiedenis en de gegevens die we met betrekking tot deze ziektegeschiedenis voor handen hebben. Het deel van dit literatuuronderzoek zal als doel hebben om Yayoi Kusama te situeren en analyseren als persoon. Het tweede deel van dit onderzoek dat als een triptiek wordt benadert zal handelen over het creatieproces. Binnen dit onderdeel zullen we voor het eerst de gegevens die we bekomen hebben door het literatuuronderzoek in het eerste deel plaatsen naast de werken an sich van Yayoi Kusama. De totstandkoming van de werken zal besproken worden, het creatieproces op zich is hier uitermate belangrijk. Het laatste onderdeel van deze triptiek zal handelen over het oeuvre van Yayoi Kusama op zich. Binnen dit onderdeel zullen er sleutelwerken gekozen worden, dit aangezien het onmogelijk is om alle werken binnen deze bespreking op te nemen. Verscheidene werken zullen gekozen worden en dit ondermeer op basis van hun representativiteit binnen het oeuvre. Er zal gezocht worden naar kernelementen binnen het oeuvre van Yayoi Kusama. De gekozen sleutelwerken zullen niet enkel beeldende werken zijn, een belangrijk onderdeel van het oeuvre van Yayoi Kusama bestaat immers ook uit literaire werken. Deze werken zullen niet enkel behandeld worden vanuit de betekenis die Yayoi Kusama aan ze verleent maar zullen ook geplaatst worden binnen een ruimer kunsthistorisch kader.
10
1.4 Bronnenonderzoek De voornaamste bronnen binnen deze Masterproef zullen enerzijds literaire werken zijn en anderzijds het beeldende werk van Yayoi Kusama. De voornaamste moeilijkheden binnen het literatuuronderzoek waren de geringe bronnen die voorhanden zijn met betrekking tot Yayoi Kusama in België. In Nederland geniet Yayoi Kusama gelukkig (iets) meer naambekendheid en dit ondermeer door haar samenwerking met de nulbeweging in de jaren zestig. Een tweede grote obstakel binnen dit onderzoek bleek de taalbarrière te zijn. De literaire werken aan de hand van Yayoi Kusama ontstonden steeds in de moedertaal van Yayoi Kusama, het Japans. Slechts enkele pamfletten die ze produceerde en uitdeelde gedurende haar verblijf in Amerika ontstonden in het Engels. Aangezien nog steeds niet alle literaire werken vertaald werden kon hier geen al te kritische selectie gemaakt worden. Er werd daarom doelbewust gekozen om slechts een boek van Yayoi Kusama op te nemen binnen de gekozen sleutelwerken. Dit boek Manhattan Suicide Addict is het eerste boek dat Yayoi Kusama schreef en wordt gezien als een pseudoautobiografie die handelt over haar verblijf in New York. Het beeldende werk werd geselecteerd op basis van representativiteit. Binnen het oeuvre van Yayoi Kusama kunnen we enkele steeds terugkerende elementen waarnemen, de gekozen sleutelwerken zullen steeds een belangrijk onderdeel, beginpunt of hoogtepunt van deze elementen met zich meedragen. Het beeldende oeuvre van Yayoi Kusama bestaat niet enkel uit schilderijen maar ook uit sculpturen, installaties en performances. De gekozen sleutelwerken zullen steeds eens of meerdere van deze kunstvormen omvatten. Om meer inzichten te krijgen in de freudiaanse psychoanalyse, waaraan Yayoi Kusama enorm veel belang hechte om haar eigen oeuvre te verklaren, werden enkele basiswerken met betrekking tot deze discipline doorgenomen. Yayoi Kusama zelf verklaarde een groot onderdeel van haar eigen oeuvre aan de hand van deze psychoanalyse, in het referentiesysteem zullen steeds verwijzingen worden gemaakt naar de eigen verklaringen van Yayoi Kusama, daar dit ons tot ruimere inzichten brengt dan de bestudeerde basiswerken in verband met de psychoanalyse.
11
2. Het eerste luik: De persoon Yayoi Kusama Binnen het eerste onderdeel van deze Masterproef zal de voornaamste aandacht uitgaan naar de persoon Yayoi Kusama. Er zal gewerkt worden vanuit drie facetten met betrekking tot de persoon Yayoi Kusama. Het eerste deel van deze triptiek zal handelen over de biografische elementen die we historisch kunnen verifiëren met betrekking tot Yayoi Kusama, dit in om de feitelijke gegevens te kunnen scheiden van de gegevens die door Yayoi Kusama zelf in het leven zijn geroepen. Belangrijk is het om hier op te merken dat met betrekking tot de levensloop van Yayoi Kusama en meer specifiek met betrekking tot haar jeugd slechts weinig bronnen voorhanden zijn. De meeste van de bronnen die handelen over Yayoi Kusama en haar levensloop lijken zich te concentreren op de autobiografische elementen zoals die werden aangereikt door de kunstenares zelf. De voorgenoemde bronnen handelen vaak over het ontstaan van de wanen en hallucinaties die Yayoi Kusama gedurende haar gehele leven ervoer. De meeste feiten met betrekking tot de jeugd en kindertijd zullen zodoende jammer genoeg vaak terug grijpen naar dezelfde essays. Binnen de opsomming van de biografische gegevens zal geen volledige biografie geschreven worden, dit zou ons te ver afleiden van de kern van de zaak. Er zal een bepaalde selectie gemaakt worden met betrekking tot de biografische gegevens, belangrijke historische en kunsthistorische gebeurtenissen zullen gefilterd worden in de hoop de niet relevante informatie achterwege te kunnen laten. Specifiek met betrekking tot de enorme hoeveelheid tentoonstellingen waaraan Yayoi Kusama deelnam zullen voornamelijk de solotentoonstellingen aangehaald worden en de groepstentoonstellingen die een mogelijke invloed kunnen uitgeoefend hebben op de artistieke ontwikkeling van de kunstenares. Binnen dit eerste onderdeel zal er een selectie gebeuren op basis van relevantie, het ontstaan van Yayoi Kusama al kunstenares, de periode in New York en de periode net na New York zullen extra belicht worden. Dit omdat we hier zowel de opkomt, de herkenning van de kunst van Yayoi Kusama daarna het quasi verdwijnen van Yayoi Kusama en haar kunst als de heropleving voor de interesse van haar kunst zullen zien. Eens na deze heropleving die kan gesitueerd worden vanaf de tweede helft van de jaren tachtig zullen de enorm talrijke tentoonstellingen niet meer opgenoemd worden. Dit zou ons te verbrengen en binnen deze Masterproef zullen zij ook niet belangrijk zijn om de vraagstelling te beantwoorden. Een ruim historisch kader zal al gezet zijn en bovendien zullen de trends die gezet werden in de eerdere delen zich op dezelfde manier verder zetten. Een
12
extra deel zal aan de biografische feiten toegevoegd worden met betrekking tot de artistieke context waarin de kunst van Yayoi Kusama ontstond. Een tweede onderdeel van dit luik zal met de nodige aandacht en een kritische blik de gegevens die Yayoi Kusama ons zelf aanreikt met betrekking tot haar levensgeschiedenis belichten. Er zal een uitermate kleine selectie gemaakt worden van de vele citaten en verhalen die Yayoi Kusama over zichzelf vertelt. En dit om verscheidene redenen, een van de redenen zal zijn dat er zal gezocht worden naar inconsistenties binnen de verhalen die Yayoi Kusama vertelt, dit met als voornaamste reden omdat Yayoi Kusama een groot deel van haar verhalen op een andere manier zal vertellen. Dit vormt meteen ook de tweede reden, teveel van de citaten van Yayoi Kusama zijn soms intern tegenstrijdig, dat er bewust werd gekozen om op zoek te gaan naar een citaat of verhaal dat vrij representatief moet zijn voor de andere verhalen. Enkel de significante verschillen tussen de citaten zullen aangehaald worden in de loop van deze Masterproef. Het derde en laatste onderdeel van dit luik zal handelen over de ziektegeschiedenis van Yayoi Kusama. Binnen dit laatste onderdeel zullen feitelijke gegevens en de ons door Yayoi Kusama zelf aangereikte elementen sterk in elkaar overlopen. Dit onderdeel zal zich voornamelijk toespitsen op de gegevens die beschikbaar zijn over Yayoi Kusama die specifiek handelen over haar psychische complexiteit. Dat de meningen hierover nogal verdeeld zijn zal een van de meest opvallende kenmerken zijn van dit onderdeel. Binnen dit onderdeel zal het gegeven van Yayoi Kusama als outsider verder belicht worden. Deze triptiek die het eerste onderdeel van de drieluik met betrekking tot Yayoi Kusama zal belichten heeft verscheidene doeleinden. Enerzijds zal het natuurlijk een overzicht geven van de levensomstandigheden waarin Yayoi Kusama opgroeide en hoe ze door het leven gaat, anderzijds zal het een aanzet geven naar een van de latere delen binnen deze Masterproef waar we de mythevorming bij Yayoi Kusama zullen bespreken. Een van de grote moeilijkheden binnen dit onderdeel is het scheiden van de historische feiten met de autobiografische elementen die Yayoi Kusama ons zelf aanreikte. Dit probleem stelde zich voornamelijk met betrekking tot het ontstaan en het verloop van haar psychische complexiteit. Binnen de feitelijke biografie kunnen we het ontstaan van deze mentale complexiteit moeilijk exact traceren ondermeer omdat Yayoi Kusama en haar connaisseurs soms verschillende momenten van het ontstaan van deze problemen aanhalen. Binnen het onderdeel met 13
betrekking tot de levensgeschiedenis dat zicht richt op deze feiten, de biografie wordt er bewust voor gekozen om deze elementen zo weinig mogelijk aan te halen. De psychische complexiteit zal binnen dit onderdeel slechts summier worden aangehaald en dit op momenten dat de feitelijke levensgeschiedenis zodanig geïncorporeerd wordt met de autobiografische kennis dat het onmogelijk wordt om deze elementen nog van elkaar te scheiden. Het belang van deze psychische complexiteit zal nadien uitgebreid worden besproken binnen het autobiografische onderdeel alsook binnen het onderdeel met betrekking tot de ziektegeschiedenis.
14
2.1 Levensgeschiedenis 2.1.1 Biografie 2.1.1.1 De ontstaansgeschiedenis van Yayoi Kusama In Japan
Yayoi Kusama werd geboren op 22 maart 1929 in Matsumoto City en dit als de jongste van vier kinderen.1 De samenstelling van het gezin bestond uit moeder Shigeru en vader Kamon en hun twee zonen en twee dochters.2 De gezinssituatie van Kusama was allerminst eenvoudig, haar ouders Kamon en Shigeru Kusama waren behoede mensen maar de economische crisis van de jaren 30 maakte dat ook zij veel van hun eigendommen moesten verkopen.3 Opvallend is dat Kusama de achternaam van de moeder was en niet van de vader zoals hier gebruikelijk is. Yayoi Kusama’s vader was Kamon Okamura, hij nam de naam van zijn vrouw over nadat hij trouwde met Shigeru en geadopteerd werd door zijn schoonfamilie.4 Deze adoptie was niet geheel ongebruikelijk in Japan maar zorgde voor vele mannen toch voor persoonlijke moeilijkheden. Of dit voor de vader voor Yayoi Kusama voor persoonlijke conflicten zorgde haalt Alexandra Munroe niet aan in haar essay over Yayoi Kusama, en de conclusie, interpretatie laat ze dan ook over aan de lezer.5 De vader van Yayoi Kusama was grotendeels afwezig tijdens de kindertijd en jeugd van Yayoi Kusama.6 De gehele kindertijd van Yayoi Kusama werd gedomineerd door haar moeder, de familie was opvallend matriarchaal samengesteld.7
1 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p, p. 12. 2 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p.12. 3 Munroe A.,’Introduction’, in: Munroe A. (ed.), Munroe A., Yayoi Kusama: The 1950’s and 1960’s paintings, sculpture, works on paper, Paula Cooper Gallery, New York, 1996, pp 12-13. 4 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 13. 5 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p, p. 13. 6 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 13. 7 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 13.
15
De Kusama familie had zijn rijkdom geput uit een plantenkwekerij, Yayoi Kusama groeide op in het rurale Japan omringt door enorme akkers bezaaid met planten en bloemen.8 Yayoi Kusama heeft geen grote verliezen geleden op persoonlijk vlak tijdens de oorlog, ze verloor geen van haar naaste familieleden, noch kwam ze in contact met de grote gewelddadigheid van deze oorlog. Kusama werd in 1941 tijdens haar middelbare schoolperiode opgeroepen om te gaan werken in een fabriek waar parachutes werden gemaakt9.10 Yayoi Kusama studeerde af in de nabijgelegen school voor meisjes in Matsumoto, deze school bevindt zich in het Nagano district.11 Gedurende haar opleiding aan deze middelbare school kwam Yayoi Kusama in contact met Nobuo Hibino. Een kunstleraar die haar initieerde in de Nihonga stijl. De lessen die ze van hem genoot waren geen onderdeel van haar formele opleiding en vonden zodoende ook plaats buiten de schooluren.12 Over het exacte afstudeerjaar lijkt er geen consensus te zijn, verschillende bronnen spreken elkaar tegen maar er kan aangenomen worden dat dit in 194513 of in 1946 was.
14
Tijdens haar kindertijd en jeugd bleek Yayoi
Kusama steeds bezig te zijn met tekenen, zo observeerde ze reeds van jongs af aan de groei en bloeiwijze van de bloemen en planten die haar omringden op de kwekerij van haar ouders.15
8 SHIBUTAMI A., ‘Respite for the Spirit’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 282. 9 Vermoedelijk leerde ze hier werken met naaimachines, deze ervaring zou ze later gebruiken bij het maken van haar vele gevulde fallussen. 10
MUNROE A., ‘Introduction’ in: N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s: Paintings, sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus], New York, Paula Cooper Gallery, 03.05.1996-21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996, s.p. 11 SHIBUTAMI A., ‘Respite for the Spirit’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 283. 12 SHIBUTAMI A., ‘Respite for the Spirit’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 283. 13 SHIBUTAMI A., ‘Respite for the Spirit’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 283. 14 TATEHATA A., ‘Kusama as Autonomous Surrealist’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 61. 15 SHIBUTAMI A., ‘Respite for the Spirit’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto,
16
Akira Shibutami had ooit het genoegen om een van de schetsboeken van de jonge Yayoi Kusama te mogen inkijken waarbij hem naar eigen zeggen vooral de enorme grafische stilering van de planten, hoge aandacht met betrekking tot het onderwerp en meer specifiek de manier van weergave enorm opviel.16 In dit schetsboek waarvan men vermoedt dat Yayoi Kusama de tekeningen realiseerde rondt haar zestiende levensjaar is het opvallend dat ze zich niet concentreerde op de bloemen op zich als één geheel maar eerder op de blaadjes en stengels als op zichzelf staande elementen.17 Yayoi Kusama wilde steeds meer het creatieve pad op gaan maar botste hierbij regelmatig met haar moeder die zich maar niet kon verzoenen met de levensstijl die haar dochter wilde volgen.18 Na het afstuderen nam Yayoi Kusama deel aan de eerste Zenshinshu tentoonstelling en dit met de werken Minori, waarbij een oogsttafereel werd afgebeeld. Het volgende jaar stuurde Yayoi Kusama opnieuw een werk van haar in voor deze tentoonstelling namelijk Kabocha dat als onderwerp een pompoen behandelde.19 Beide werken waren Japans vormgegeven werken in de toenmalig heel populaire Nihonga stijl.20 Nihonga is geen typisch traditionele Japanse kunstvorm maar eerder een reactie op de yōga kunst. Deze yōga is een Japanse kunstvorm die zich liet inspireren op de westerse kunst.21 De Nihonga stijl kan men zodoende niet beschouwen als de typerende
The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 282. 16 SHIBUTAMI A., ‘Respite for the Spirit’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 282. 17
SHIBUTAMI A., ‘Respite for the Spirit’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 282. 18 TATEHATA A., ‘Kusama as Autonomous Surrealist’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 61. 19 SHIBUTAMI A., ‘Respite for the Spirit’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 283. 20 SHIBUTAMI A., ‘Respite for the Spirit’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 283.
17
traditionele Japanse kunstvorm maar eerder als een idealistische geïnspireerde terugkeer naar de traditionele kunstvorm.22 Dat Yayoi Kusama, een zestienjarig meisje werd toegelaten op een van deze salons, tentoonstellingen is hoogst ongebruikelijk.23 Dat Yayoi Kusama werd geselecteerd om deel te nemen aan deze tentoonstellingen duidt op de erkenning voor haar talent en de appreciatie van de Japanse kunstwereld voor haar werken. Een van de namen die opdoken binnen de catalogus van deze tentoonstelling was Kakei Hinino wat een pseudoniem was voor Nobuo Hibino de man die Yayoi Kusama leerde kennis maken met de Nihonga stijl.24 Hoogstwaarschijnlijk was hij het ook die Yayoi Kusama met succes aanmaande om deel te nemen aan deze tentoonstellingen. In 1948 bezweek de moeder van Yayoi Kusama en liet ze haar dochter eindelijk haar pad volgen. Yayoi Kusama kon haar moeder Shigeru overtuigen om haar naar Kyoto te laten gaan waar ze een kunstopleiding ging volgen. Deze kunstopleiding was overigens de enige artistieke opleiding die Yayoi Kusama ooit zou volgen. Dat Yayoi Kusama deze opleiding kon genieten was enkel mogelijk door een compromis dat ze met haar moeder had gesloten, tijdens haar verblijf in Kyoto zou ze traditionele Japanse etiquette lessen volgen.25 Dat Yayoi Kusama zo graag het ouderlijke nest wou verlaten was niet alleen verklaarbaar vanuit haar enorme drang naar creativiteit maar ook naar de vrijheid op zich.26 Yayoi Kusama volgde 21 TATEHATA A., ‘Kusama as Autonomous Surrealist’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 61. 22 TATEHATA A., ‘Kusama as Autonomous Surrealist’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 61. 23 SHIBUTAMI A., ‘Respite for the Spirit’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 283. 24 SHIBUTAMI A., ‘Respite for the Spirit’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 283. 25 TATEHATA A., ‘Kusama as Autonomous Surrealist’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 61. 26 SHIBUTAMI A., ‘Respite for the Spirit’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 283.
18
verscheidene kunstlessen ondermeer met betrekking tot de Nihonga stijl en dit op de stedelijke kunstschool van Kyoto. Dat Yayoi Kusama zich niet kon vinden binnen deze traditionele manier van lesgeven zou al snel duidelijk worden, ook de kunsttechnieken die ze hier zou aangeleerd krijgen bleken al snel in te stromen tegen de ideeën met betrekking tot kunst die ze reeds had ontwikkeld. Yayoi Kusama zou zich hier voor het eerst een outsider voelen, een rol waar ze zich haar hele leven en carrière het meest in thuis zou voelen.27 Toch leerde Yayoi Kusama tijdens deze periode van anderhalf jaar enkele belangrijke technieken met betrekking tot het tekenen en schilderen die kenmerkend zullen worden in haar later oeuvre.28 Een grote aandacht binnen deze Nihonga training ging immers uit naar de lijnvoering binnen een werk, deze lijnvoering zal steeds uitermate belangrijk blijven binnen de creaties van Yayoi Kusama.29 Een belangrijk voorbeeld van een werk dat Yayoi Kusama produceerde is Tamanegi/Onions (1948, Afb. 1) een werk dat zoals de naam reeds laat vernoemen als thema uien behandelt. Voor dit werk zou Kusama mogelijk inspiratie hebben geput bij de twee Japanse Nihonga schilders Murayama Kagaku en Hayami Gyoshu die binnen de Nihonga stijl enorm vernieuwend waren en waar Kusama enorm veel respect voor toonde.30 Onions toont ons drie uien tegen een dambord aandoende achtergrond, dit dambord is echter niet vlak van vorm maar lijkt haast te bewegen alsof men het als een stuk stof over een oneven achtergrond had geplaatst, dit ging in tegen de eerder naturalistische houding van de Nihonga stijl zoals die toen werd gedoceerd aan haar school.31 Binnen dit werk is het vrij duidelijk dat Yayoi Kusama zich niet echt thuis voelde binnen de Nihonga stijl, dit is zeker duidelijk als men het vergelijkt met het werk Pommegranates in Nabeshima ware (1921, Afb. 27 TATEHATA A., ‘Kusama as Autonomous Surrealist’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 61. 28 SHIBUTAMI A., ‘Respite for the Spirit’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p.284. 29 TATEHATA A., ‘Kusama as Autonomous Surrealist’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 61. 30 TATEHATA A., ‘Kusama as Autonomous Surrealist’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 62. 31
TATEHATA A., ‘Kusama as Autonomous Surrealist’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 62.
19
2) aan de hand van Hayami Gyoshu. Het werk Lingering Dream (1948, Afb. 3) toont ons een volledig andere stijl, dit ondanks dat het net zoals Onions in 1948 werd geproduceerd. Lingering Dream kan men eerder plaatsen binnen het surrealistisch illusionisme.32 Voorts is het niet geheel onbelangrijk dat na de tweede wereldoorlog in Japan het surrealisme wel een vrij belangrijke kunststroming werd. Dit onder meer door Shūzō Takiguchi die de mentor was van de surrealistische beweging in Japan.33 Takiguchi was een belangrijke surrealistische poëet die regelmatig correspondeerde met André Breton, maar hij was ook een van de eerste Japanse kunstcriticasters die duidelijke interesse toonde voor het werk van Kusama.34 Of Kusama al dan niet had kennisgemaakt met de principes van het surrealisme valt nooit te verifiëren, men kan hiervoor enkel afgaan op het feit dat bepaalde surrealistische werken beschikbaar waren in Japan. Men moet toevoegen dat Kusama voor haar autonoom surreële werken enorme waardering kreeg door de surrealistische beweging maar dat zij zich niet met hen affilieerde.35 Na haar anderhalf jaar durend verblijf in Kyoto vertrok Yayoi Kusama opnieuw naar haar geboortestreek. Shigeru Kusama de moeder van Yayoi Kusama bleef zich afzetten tegen de artistieke intenties van haar dochter. Zo weigerde Yayoi Kusama’s moeder om materialen te kopen voor haar dochter waarna Yayoi Kusama begon te experimenteren met allerlei materialen die ze vond in de omgeving van haar ouderlijke woonst.36 In de periode tussen 1951 en 1957, haar vertrekdatum naar de Verenigde Staten begint er een verandering op te
32
TATEHATA A., ‘Kusama as Autonomous Surrealist’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, pp. 62-63. 33
MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 14. 34 TATEHATA A., ‘Kusama as Autonomous Surrealist’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 68. 35 TATEHATA A., ‘Kusama as Autonomous Surrealist’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 68. 36 SHIBUTAMI A., ‘Respite for the Spirit’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p.284.
20
treden in het oeuvre van Kusama.37 Haar werken worden steeds abstracter van vormgeving alsook worden de verschillende kleuren steeds contrastrijker. Kusama kende een enorm creatieve periode, ze werkte aan een uitermate hoog tempo. Aan het einde van de jaren veertig en in het begin van de jaren vijftig was Kusama zelf zo creatief bezig dat ze tot 50 werken per dag kon realiseren (1952, Afb. 4)38 Deze werken werden zowel uitgevoerd in olieverf als in aquarel, gouache of inkten.39 Slechts enkele van deze werken bleven bewaard, en maar één werk in olieverf werd tentoongesteld voor haar vertrek naar Amerika. Welk werk dit is, is jammer genoeg niet bekend maar dit werk werd wel tentoongesteld tussen de andere werken van Yayoi Kusama en dit tijdens haar allereerste solotentoonstelling. Deze tentoonstelling vond plaats in het gemeentehuis van Matsumoto op 18 en 19 Maart in 1952 (1952, Afb. 5). Het is tijdens deze of tijdens de tweede solotentoonstelling die hierna zal besproken worden dat Yayoi Kusama Dr. Nishimaru voor het eerst ontmoete. Deze ontmoeting zal een grote persoonlijke impact hebben op Yayoi Kusama. Het belang van deze ontmoeting zal verder besproken worden in het autobiografische onderdeel met betrekking tot Yayoi Kusama als persoon.40 Op deze tentoonstelling werden niet minder dan 146 werken van Yayoi Kusama tentoongesteld. Het is uitermate moeilijk om deze werken nu nog terug te vinden. En dit om twee redenen, enerzijds omdat een groot deel van deze werken door Yayoi Kusama werden vernietigd in 195641 en anderzijds omdat verscheidene werken later opnieuw werden gedateerd en gesigneerd.42 In 1952 tussen haar eerste en tweede solotentoonstelling nam Yayoi Kusama
deel aan een groepstentoonstelling in de Fuji winkel in Matsumoto.
Gedurende deze tentoonstelling zouden ook enkele belangrijke discussie fora plaatsgevonden hebben. Aan een van deze debatten nam ook de belangrijke Japanse Kunstcriticaster Shuzo 37 TATEHATA A., ‘Kusama as Autonomous Surrealist’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 67. 38 N.N., ‘The Second Self: Yayoi Kusama’ in: N.N., Yayoi Kusama, Early Drawings from the Collection of Richard Castellane [tentoonstellingscatalogus], Princeton, The Art Museum Princeton University, 05.05.2000-30.07.2000/ Birmingham, Birmingham Museum of Art, 03.12.2000-28.01.2001/ Toronto, Art Gallery of York University, 22.02.2001-08.04.2001/ Indianapolis, Indianapolis Museum of Art, 06.10.2001-06.01.2002/ etc., Birmingham, Alabama, Birmingham Museum of Art, 2000, p.9. 39 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 37. 40 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 16. 41
Dit gebeurde net voor haar vertrek naar Amerika.
42
YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, pp. 66-67.
21
Takiguchi deel.43 De tweede solotentoonstelling van Yayoi Kusama was eveneens in het gemeentehuis van Matsumoto en dit tussen 31 Oktober en 2 november eveneens in 1952. Hier zouden eveneens werken in olieverf aanwezig moeten zijn maar de foto’s van deze tentoonstelling tonen ons enkel aquarellen (1952, Afb. 6). De voorgestelde werken in deze brochure zouden afkomstig kunnen zijn van andere Japanse Kunstenaars waar Yayoi Kusama regelmatig contact mee onderhield zoals Nobuya Abe, Yutaka Matsuzawa en Kieko Yamazaki. Shuzo Takiguchi schreef het voorwoord voor deze tentoonstelling.44 Shuzo Takiguchi vormde samen met Takiguchi Uemura een belangrijk duo in de Japanse kunstwereld. Beiden waren immers belangrijke kunstcritici en vormden samen de basis voor een Japanse Avant-Garde club. Aban Gyarudo Bijutsuka Kurabu was de naam van deze avant-garde groepering die als belangrijkste doel had het promoten van de abstracte kunst. Nobuya Abe was eveneens deel van deze groepering en publiceerde zelf regelmatig essays in Bijutsu Techo/Art Notebook een Japans kunstmagazine dat regelmatig essays van de leden van deze groepering publiceerde. In dit magazine werd in 1948 het schema ‘from impressionism to Modern Art’ van Alfred H. Barr Jr. opgenomen en dit vergezelt door een tekst van Takachiyo Uemura.45 Yayoi Kusama zou gedurende haar gehele carrière nooit een formele aansluiting zoeken bij een kunstbeweging, dit was ook hier het geval. Wel zou ze regelmatig deelnemen aan groepstentoonstellingen die aansluiting zochten met haar en haar oeuvre. Gedurende deze periode is het vrij waarschijnlijk dat Yayoi Kusama de bijdrages van Takachiyo Uemura, Nobuya Abe, Alfred H. Barr Jr. ooit zag en hoogstwaarschijnlijk ook sterk door beïnvloed werd. Dat Yayoi Kusama zich beter voelde bij deze abstractere kunststroming dan bij de Nihonga stijl is vrij duidelijk en blijkt voornamelijk uit de gepresenteerde werken op de tweede solotentoonstelling.46
43 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 72. 44 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 72. 45 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, pp. 72-73. 46 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 73.
22
Takachiyo Uemura speelde nog een belangrijke rol in het leven en de kunstontwikkeling bij Yayoi Kusama, in 1953 ging ze hem immers gaan opzoeken in Tokyo waar ze hem voor het eerst in levende lijve zou ontmoeten. Gedurende deze ontmoeting zou Yayoi Kusama kennis maken met de decalcomanie techniek.47 Deze techniek zal Yayoi Kusama later in haar loopbaan steeds verder toepassen. Een voorbeeld van deze toepassing is het werk Gill (1956, Afb. 7) , dat Yayoi Kusama enorm veel respect had voor Takachiyo Uemura en hem dankbaar was voor de leerrijke ervaringen blijkt uit het feit dat ze het werk Gill aan hem cadeau deed.48 Yayoi Kusama begon in het begin van de jaren vijftig al plannen te maken om Japan te verlaten. In 1953 kreeg Yayoi Kusama te horen dat ze werd toegelaten op de Académie de la Grande Chaumière in Parijs maar uiteindelijk besluit ze om toch niet naar Frankrijk of naar Europa te vertrekken.49
Een volgende solotentoonstelling vond plaats in 1954 in het
Shirokiya warenhuis. Gedurende deze solotentoonstelling zou Yayoi Kusama grote belangstelling krijgen van enkele prominente Japanse kunstcritici. Eveneens in 1954 zou er nog een solotentoonstelling plaats vinden ditmaal in de Mimatsu boekenwinkel gallerie.50 De volgende solotentoonstelling in 1955 zou echter veel belangrijker worden voor Yayoi Kusama. Deze tentoonstelling werd door niemand minder dan Shuzo Takiguchi georganiseerd en vond plaats in Tokyo in de avant-garde Takemiya Gallerie. Maar Shuzo Takiguchi was eveneens lid van de jury die haar zou selecteren om deel te nemen aan de 18de internationale aquarel tentoonstelling die plaatsvond in het Brooklyn museum in New York.51 Door deze tentoonstelling en de selectie voor de aquarel tentoonstelling krijgt Yayoi Kusama steeds meer aandacht bij verscheidene kunstcritici.52 Hierna besluit Yayoi Kusama dat het tijd is om 47 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 73. 48
YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 73. 49
MUNROE A., ‘Introduction’ in: N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s: Paintings, sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus], New York, Paula Cooper Gallery, 03.05.1996-21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996, s.p. 50 MUNROE A., ‘Introduction’ in: N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s: Paintings, sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus], New York, Paula Cooper Gallery, 03.05.1996-21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996, s.p.
51 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 16. 52 Deze aandacht word in verscheidene bronnen aangehaald maar jammergenoeg worden geen namen van de kunstcritici die het oeuvre van Yayoi Kusama gedurdende deze periode besproken bij naam genoemd.
23
de grote stap te aan te durven en naar Amerika te gaan. Voor haar vertrek begint Yayoi Kusama aan een briefwisseling met Georgia O’Keeffe. In deze briefwisseling vraagt Yayoi Kusama advies aan Georgia O’Keeffe bij deze brief voegt ze eveneens verscheidene van haar aquarellen toe.53 In deze brieven was een van de opvallendste kenmerken het feit dat Yayoi Kusama niet zozeer hulp vroeg met betrekking tot de kunst op zich, maar eerder tot de kunstmarkt. Waar kon ze het beste terecht om haar werken tentoon te stellen en waar zou ze ze zodoende ook het best zou kunnen verkopen.54 Georgia O’Keeffe begreep de onverklaarbare drang om naar Amerika te vertrekken van Yayoi Kusama niet volledig maar wenst haar het allerbeste toe. De enige raad die Georgia O’Keeffe Yayoi Kusama zal geven is om haar werken aan iedereen te tonen van wie ze denkt dat die mogelijks interesse zou hebben.55 Een raad die Yayoi Kusama bovendien gretig zal opvolgen.
2.1.1.2 Yayoi Kusama in New York 1957 In 1957 vertrekt Yayoi Kusama naar Amerika, dat ze op dit moment al enige bekendheid in Japan genoot kan men opmaken uit het gegeven dat er een afscheidsfeest werd gehouden voor haar door de burgemeester van haar plaatselijke dorp in Matsumoto.56 Bovendien werd Yayoi Kusama zelf vermeld in de plaatselijke krant: “Up-and-coming Woman Artist from Matsumoto Travels Alone to The United states for a Solo Exhibition.”57 Dat de moeder van Yayoi Kusama, Shigeru Kusama niet echt opgezet was met de plannen van haar dochter om naar Amerika te vertrekken om haar dromen als kunstenares na te jagen is vrij vanzelfsprekend. Zeker als men wist hoe moeilijk Shigeru Kusama het had met de 53 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p.17. 54 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 34. 55 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p.17. 56 MUNROE A., ‘Introduction’ in: N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s: Paintings, sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus], New York, Paula Cooper Gallery, 03.05.1996-21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996, s.p. 57 MATSUMOTO T., ‘Reqiuem and Resurrection: The Art of Yayoi Kusama’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 285.
24
intenties van haar dochter om kunstenares te worden in de eerste plaats. Maar na onophoudelijke ruzies en spanningen in de familie bood ze haar dochter zelf geld aan als ze zou stoppen met ruziën over het idee om naar Amerika te vertrekken.58 Maar als er een ding reeds duidelijk is over Yayoi Kusama als persoon dan is het wel dat eens ze zich ergens op fixeert of toelegt niets of niemand haar nog zal kunnen tegen houden om haar doel te bereiken.
59
Na een van deze ruzies met haar moeder over haar vertrek naar Amerika,
verbrande Yayoi Kusama duizenden van haar werken.60 Shigeru Kusama’s bezorgdheid in verband met het vertrek van haar dochter was hoogstwaarschijnlijk niet geheel ongegrond. De echo’s van de strijden die Amerika tegen Japan voerde gedurende de tweede wereldoorlog lagen immers nog steeds vers in het geheugen. De familie Kusama mag dan al geen grote verliezen geleden hebben, de emotionele schade was enorm groot bij de gehele Japanse bevolking, bij de familie Kusama zal dit niet anders geweest zijn. Maar in het Japan van de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw was er een groot tekort aan contemporaine musea of galerieën. Ook de enorme toestroom van de Europese avant-garde en de economische groei waarin Amerika zich bevond zal Yayoi Kusama ongetwijfeld opgemerkt hebben, haar vertrek vormde voor haar een quasi noodzakelijkheid mocht ze ooit haar ambities in de kunstwereld willen verwezenlijken.61 Voor Yayoi Kusama naar New York vertrekt reist ze eerst af naar Seattle waar haar eerste solotentoonstelling op Amerikaanse grond zal plaatsvinden en dit is in de Zoe Dusanne Gallery. In Seatlle zal Yayoi Kusama gedurende een half jaar verblijven alvorens naar New
58 MATSUMOTO T., ‘Reqiuem and Resurrection: The Art of Yayoi Kusama’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 285. 59 MATSUMOTO T., ‘Reqiuem and Resurrection: The Art of Yayoi Kusama’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 285. 60 TATEHATA A., ‘Kusama as Autonomous Surrealist’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 68. 61 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p.17.
25
York te vertrekken.62 In de zomer van 1958 zal Yayoi Kusama aankomen in New York (1958, Afb. 8). Bij haar aankomst had ze amper geld bij zich, het enige wat ze wel veelvuldig bij zich had waren haar werken. Deze werken zou ze trachten te verkopen om geld te verdienen om op deze manier financieel onafhankelijk te zijn in New York.63 1959 In New York Zou Yayoi Kusama de Infinity Nets zoals wie die nu kennen, en de dots die typerend zijn voor haar oeuvre (verder) ontwikkelen.64 Het allereerste werk dat het patroon van de Infinity Nets, de dots zal bezitten is het werk Pacific Ocean (1959, Afb. 9). 65 De eerste solotentoonstelling die Yayoi Kusama zal presenteren vindt plaats in de Brata Gallery en dit in oktober 1959, hier zullen vijf witte Infinity Nets voorgesteld worden (1959, Afb 10). Deze werken hadden een enorm groot formaat. Deze witte Infinity Nets genoten enorm veel belangstelling in de New Yorkse kunstwereld, de tentoonstelling was een enorm succes. Onder meer Lucy Lippard schreef over de kamerbrede Infinity Nets, ze haalt in een artikel aan dat het op het eerste gezicht lijkt alsof er helemaal geen tentoonstelling plaatsvindt.66 Deze Infinity Nets zijn immers vrij subtiel en maken geen gebruik van heldere kleuren zoals we in het latere oeuvre van Yayoi Kusama terug vinden. De eerste Infinity Nets zijn vrij subtiel van kleur en vaak toon op toon, bijna monochroom eigenlijk met de typerende herhaling van het enorme netpatroon.67 Maar ook Sidney Tillim is enorm opgetogen over de tentoonstelling van Yayoi Kusama in de Brata Gallery in zijn artikel voor Arts Magazine vergelijkt hij een van de 62 MUNROE A., ‘Introduction’ in: N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s: Paintings, sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus], New York, Paula Cooper Gallery, 03.05.1996-21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996, s.p. 63 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 38. 64 Op de Infinity Nets hun ontstaan en de dots die zij afbeelden zal later dieper worden ingegaan. Hierover bestaat nogal wat discussie binnen de eerder kristische lezingen van het ouevre van Yayoi Kusama. Om deze discussie niet binnen het autobiografische segement te voeren zal hierop telkens kort worden gewezen zonder ze echt aan te kaarten. Dit zal in een appart hoofdstuk gebeuren. 65 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 38. 66
ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 12. 67 ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 12.
26
grote Infinity Nets zelf met Shimmering Substance (1946) van Jackson Pollock. In zijn artikel omschrijft hij op de volgende manier het werk van Yayoi Kusama: “This Stunning and quietly overwhelming exhibition is likely to prove and remain the sensation barely a month old”.68 Maar ook Dora Ashton noemde deze tentoonstelling van Yayoi Kusama indrukwekkend. Ook Donald Judd kan aan dit lijstje van Yayoi Kusama liefhebbers toegevoegd worden. Donals Judd toen bekender als kunstrecensent dan als de kunstenaar zoals men hem nu herinnert vergeleek de Infinity Nets van Yayoi Kusama met een groot maar fragiel kantwerk.69 Ook de positie van Yayoi Kusama en haar kunst als Japanse vrouw binnen de Amerikaanse kunstwereld haalt hij aan, en dit in de volgende bewoording: “Yayoi Kusama is an original painter. The five white, very large paintings in this show are strong, advanced in concept and realized […] The expression transcends the question of whether it is Oriental or American. Although it is something of both, certainly of such Americans as Rothko, Still and Newman, it is not at all a synthesis and is thoroughly independent.”70 Donald Judd was zodanig onder de indruk van de werken van Yayoi Kusama dat hij enkele van deze Infinity Nets aankocht, maar bovendien was de ontmoeting ook het begin van een vriendschap tussen beiden.71 De eerste Amerikaanse solotentoonstelling van Yayoi Kusama was een succes, zo zorgde deze tentoonstelling niet enkel voor diverse verschijningen in artikels en essays, ze bezorgde Yayoi Kusama ook een contract met Stephan Radich een belangrijke galeriehouder. Een vergelijkbare tentoonstelling werd eveneens in 1959 georganiseerd in Boston in de Nova Gallery hier worden tien van Yayoi Kusama’s Net Paintings voorgesteld.
68
ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 12. 69 ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 12. 70
MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 19. 71 MUNROE A., ‘Introduction’ in: N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s: Paintings, sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus], New York, Paula Cooper Gallery, 03.05.1996-21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996, s.p.
27
1960 In 1960 gaat Yayoi Kusama een verbinding aan met de eigenares van de Gres Gallery in Washington DC. Beatrice Perry. Maar ook met de Brata Galllery zal Yayoi Kusama nog samenwerken, zo neemt ze in dit jaar deel aan een groepstentoonstelling van de betreffende galerie, deze tentoonstelling zal ook nog naar Baltimore reizen waar ze opgesteld zal staan in de Gallery One. Eveneens in 1960 zal de eerste tentoonstelling van Yayoi Kusama in Europa plaatsvinden, samen met Mark Rothko is ze de enige ‘Amerikaanse’ kunstenares die aan de tentoonstelling Monochrome Malerei deelneemt. Deze tentoonstelling vond plaats in het Städtisches Museum in Duitsland, de toenmalige directeur was Udo Kultermann en andere geselecteerde deelnemers waren onder meer Lucio Fontana, Yves Klein en Pierre Manzoni.72 Udo Kulterman zou later Yayoi Kusama nog komen bezoeken in New York, zij zou hem onder andere voorstellen aan Mark Rothko en Barnett Newman.73 In Washigton DC. zal dit jaar nogmaals een solotentoonstelling van Yayoi Kusama plaatsvinden en dit in de Gres Gallery, de werken die tentoongesteld werden gedurende deze tentoonstelling zullen nagenoeg allemaal verkocht worden. Yayoi Kusama zal ook nog een verscheidene groepstentoonstellingen deelnemen dit jaar onder meer in New York, Boston en Washington DC. .74 1961 In 1961 krijgt Yayoi Kusama haar eerste solotentoonstelling in de Stephen Radich Gallery (1959, Afb. 11) in New York.75 Opvallend is het dat in nagenoeg alle werken die handelen over Yayoi Kusama het jaartal 1961 naar voor geschoven word wanneer er over de solotentoonstelling in de Stephen Radich Gallery gehandeld word. Maar bij een afbeelding
72 MUNROE A., ‘Introduction’ in: N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s: Paintings, sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus], New York, Paula Cooper Gallery, 03.05.1996-21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996, s.p. 73 ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 14. 74 MUNROE A., ‘Introduction’ in: N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s: Paintings, sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus], New York, Paula Cooper Gallery, 03.05.1996-21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996, s.p. 75 MUNROE A., ‘Introduction’ in: N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s: Paintings, sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus], New York, Paula Cooper Gallery, 03.05.1996-21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996, s.p.
28
waarin Yayoi Kusama getoond word naast haar reusachtige Infinity Nets in de Stephen Radich Galery wordt deze foto 1959 gedateerd. We zullen ervan uitgaan dat het jaartal 1961 klopt aangezien Yayoi Kusama in 1959 nog maar net begon te experimenteren maar haar Infinity Nets, alsook omdat er verscheidene foto’s terug gevonden werden die dateren uit 1961 waarop men Yayoi Kusama aan het werk ziet aan een dergelijke Infinity Net (1961, Afb. 12 & 13). In de catalogi waarin deze foto gepubliceerd werd ook het jaar 1961 aangehaald als het jaar waarin deze tentoonstelling plaatsvond. Op deze tentoonstelling zullen niet enkel de witte Infinity Nets voorgesteld worden maar ook varianten die in kleur werden uitgevoerd.76 Een van deze gekleurde varianten was Yellow Net (1960, Afb. 14) dit werk zou later in het bezit komen van Frank Stella.77 Hitoshi Dehara onderzocht ondermeer deze tentoonstelling en ging onder meer op zoek naar hoe de tentoonstelling werd opgesteld. In zijn essay The creative evolution of Yayoi Kusama in New York kwam hij na het bekijken van verscheidene foto’s van deze tentoonstelling tot de conclusie dat Yayoi Kusama toen reeds trachtte om elke muur te voorzien van een Infinity Net om op deze manier tot een allesoverheersende Environment te komen.78 Yayoi Kusama neemt eveneens deel aan de groepstentoonstelling Internationale Mallerei 1960-1961 in Gallerie 59 in Duitsland.79 In dit jaar zal ook Henk Peeters een van de oprichters van de Nederlandse Nul beweging voor het eerst contact krijgen met Yayoi Kusama.80 Dit contact zal het begin zijn van een lange vriendschap alsook van verscheidene deelnames van Yayoi Kusama aan de groepstentoonstellingen van de Nederlandse Nul beweging (1958-1964, Afb. 15). De andere oprichters van de Nul beweging in Nederland betroffen naast Henk 76 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 288. 77 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 288. 78 DEHARA H., ‘The Creative Evolution of Yayoi Kusama in New York’ in: DEHARA H. , MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 290. 79 MUNROE A., ‘Introduction’ in: N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s: Paintings, sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus], New York, Paula Cooper Gallery, 03.05.1996-21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996, s.p. 80
MUNROE A., ‘Introduction’ in: N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s: Paintings, sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus], New York, Paula Cooper Gallery, 03.05.1996-21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996, s.p.
29
Peeters ook Armando, Herman de Vries en Jan Schoonhoven. Maar ook aan de gelijkaardige tentoonstellingen van de Zero beweging zou Yayoi Kusama regelmatig deelnemen. Er zijn enkele redenen waarom het toenmalige werk van Yayoi Kusama zo goed past binnen deze Zero en Nul beweging. Onder meer door het monochrome karakter en de non-compositie kan men Yayoi Kusam’s Infinity Nets plaatsen binnen de Zero en nul beweging. Maar er zijn evenzeer redenen om deze Infinity Nets niet binnen de Europese Zero en Nul bewegingen te plaatsen Otto Piene benadrukte dit verschil in motivatie en het ontstaan van de werken en dit met de volgende bewoording: “Kusama’s motivation was different from ours . There is a phobia in her painting, like a compulsive stitching. It is more specifically women’s painting. Kusama’s all sensibility, perception, reception rather than a principal artist working in a deductive fashion.”81 Dat Yayoi Kusama betrokken raakte met Zero, nul en de nouvelle tendence kan verklaard worden door de zoektocht van hun beide met betrekking tot vorm, kleur en lichtinval. De experimenten met als doel een kunstwerk te verwezenlijken dat volledig abstract was, vrij van alle vormelijke verwijzingen en zuiver visueel zijn karakteristiek voor deze groeperingen. Al deze elementen kunnen terug gevonden worden binnen haar Infinity Nets, ware het niet dat zij natuurlijk een andere oorsprong kenden dan de werken van de eerder genoemde bewegingen.82 Hier ligt ook de basis van het onderscheid tussen het oeuvre van Kusama en deze Europese bewegingen, waar Nul en zero een zoektocht beginnen naar het minimaliseren van de persoon, de handtekening in de kunst, daar toont Kusama ons haar zo opvallende stijlidioom met de onder meer de nets en polka dots. Internationale Mallerei is niet de enige Europese tentoonstelling waar Yayoi Kusama aan deelneemt
in
Oktober
1961
zal
een
Infinity
Net
opgenomen
worden
in
de
groepstentoonstelling Avantgarde 61 en dit in het Städtisches Museum in Trier. In Amerika zal Yayoi Kusama dit jaar nog deelnemen aan verscheidene tentoonstellingen onder meer in Chicago en Washington DC. .83
81 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 20. 82 HOPTMAN L., ‘Down to Zero: Yayoi Kusama and the European New Tendency’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, pp. 43-45. 83
MUNROE A., ‘Introduction’ in: N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s: Paintings, sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus], New York, Paula Cooper Gallery, 03.05.1996-21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996, s.p.
30
Eveneens in 1961 zal Yayoi Kusama verhuizen, en dit naar het gebouw op East 19th street waar toen ook Donald Judd woonde, hij was haar bovenbuur. Eva Hesse woonde met haar toenmalige man Tom Doyle in het gebouw naast dat van Donald Judd en Yayoi Kusama.84 Yayoi Kusama bevond zich in het centrum van de New Yorkse kunstwereld. Ondanks alle tentoonstellingen in Amerika en Europa lukt het Yayoi Kusama maar niet om opnieuw deel te nemen aan een tentoonstelling in haar thuisland Japan. Ook financieel krijgt Yayoi Kusama het steeds moeilijker in Amerika.85 Maar op creatief vlak zal Yayoi Kusama steeds meer inventiever worden en zichzelf en haar kunst blijven heruitvinden. Na experimenten met aquarellen, olieverf en Japanse kunsttechnieken die steeds twee dimensioneel bleven moet men opmerken dat Yayoi Kusama een zoektocht zal starten naar drie dimensionaliteit in haar werk. Een van deze experimenten die plaats zullen nemen in de drie dimensionale ruimte zullen de soft sculptures zijn. Deze sculpturen zullen in eerste instantie alledaagse objecten zijn die bekleed werden met fallus aandoende toevoegingen, Yayoi Kusama noemde deze toevoegingen “peenies” zo meent Jo Baer zich nog te herinneren. 86 Opvallend binnen de overwerkte biografieën is dat er steeds verwijzingen zijn terug te vinden naar het ontstaan van de Infinity Nets, collages en driedimensionale sculpturen bekleed met fallussen. Deze sculpturen bekleedt met fallussen worden geplaatst binnen de zogenaamde Sex-obsession reeksen van Yayoi Kusama. Amper wordt er gewezen op het ontstaan van de werken die men onder de noemer van Yayoi Kusama’s Food-obsession zal plaatsen. Uit een onderzoek van de vele foto’s die terug te vinden zijn in catalogi en boeken met betrekking tot het oeuvre van Yayoi Kusama blijkt echter dat zij reeds in 1961 begon te experimenteren met het bekleden van etalagepoppen met macaroni en andere pastasoorten. Dit blijkt uit een foto waarop Yayoi Kusama afgebeeld staat samen met Macaroni Girl (1961, Afb. 16). Dit gegeven wijst niet onmiddellijk op een onnauwkeurigheid of incongruentie binnen het oeuvre of de lezing van Yayoi Kusama’s oeuvre. Maar kan er simpelweg op wijzen dat een werk van 84 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 81. 85 MUNROE A., ‘Introduction’ in: N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s: Paintings, sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus], New York, Paula Cooper Gallery, 03.05.1996-21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996, s.p. 86 MUNROE A., ‘Introduction’ in: N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s: Paintings, sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus], New York, Paula Cooper Gallery, 03.05.1996-21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996, s.p.
31
de aard van de Macaroni Girl gewoon nooit werd opgenomen binnen een van de vele tentoonstellingen waaraan Yayoi Kusama deelnam. 1962 In Januari 1962 wordt voor het eerst in Nederland een werk van Yayoi Kusama tentoongesteld. En dit op de Accrochage 1962 tentoonstelling in Amsterdam.87 De volgende tentoonstelling waar een werk, ondermeer een Infinity Net, zou worden voorgesteld van Yayoi Kusama was eveneens in Nederland en dit op de Tentoonstelling Nul in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Deze tentoonstelling werd georganiseerd door Henk Peeters. Onder meer Arman, Lucio Fontana, Hans Haacke en Piere Manzoni namen deel aan deze tentoonstelling.88 Op deze tentoonstelling werden meerdere werken van Yayoi Kusama voorgesteld ondermeer de eerder aangehaalde Infinity Nets en het werk No. B. 3 (1961, Afb. 17) dat werd opgebouwd uit eierdozen. De tentoonstelling liep slechts gedurende 16 dagen maar slaagde erin om niet minder dan 16 000 bezoekers te verwelkomen.89 Yayoi Kusama was op geen van de eerder voorgestelde tentoonstellingen in Nederland aanwezig maar correspondeerde wel met haar vriend Henk Peeters over de reacties op de Tentoonstelling Nul, hij stelde deze reacties dat ze varieerden van “amused to angry”.90 Accrochage en Tentoonstelling Nul waren niet de enige tentoonstellingen in Nederland waarop het beeldende werk van Yayoi Kusama werd tentoongesteld. Op 14 maart 1962 ging de tentoonstelling Nieuwe Tendenzen van start in Leiden en op 3 november van dit jaar Anno
87 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, pp.170-191.
88 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 288. 89
KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 172.
90 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, pp. 172-173.
32
62 in Rotterdam. Eveneens in 1962 werden enkele werken van Yayoi Kusama opgenomen in een groepstentoonstelling te Antwerpen en dit in de Guy Dorekens Galerie.91 Gedurende deze periode blijft Yayoi Kusama ook in New York uitermate actief, in September van dit jaar zal de in de Green Gallery haar eerste sculpturen voorstellen (1962, Afb. 18).
92
The Green Gallery in New York was gedurende deze periode een belangrijk galerie voor de ontluikende Pop Art beweging. Yayoi Kusama’s sculpturen werden hier voorgesteld samen met de werken van verscheidene andere Pop Art kunstenars onder meer Robert Morris, Claes Oldenburg, George Segal, Andy Warhol en ander opkomend talent.93 Op deze tentoonstelling toonde Yayoi Kusama voor het eerst haar fallisch beklede sculpturen namelijk Accumulation No. 1 (1962, Afb. 19) en Accumulation No. 2 (1962, Afb. 20). De fallische sculpturen waren niet de enige nieuwe elementen waar Yayoi Kusama in 1962 mee ging experimenteren. Het gebruik van repetitieve elementen zal er haar ook toe brengen om collages te beginnen maken, onder meer met luchtpost en andere stickers.94 Voorbeelden van deze experimenten zijn Airmail Stickers (1962, Afb. 21) en Accumulation of Stamps No. 63 (1962, Afb. 22). Kulterman zou tien jaar later schrijven dat Yayoi Kusama met het gebruik van deze luchtpost stickers in een repetitief patroon ze Andy Warhol voor was die met een vergelijkbare werken veel grotere successen boekte.95 Ook in het gebruik van de zogenaamde soft scupltures zou Yayoi Kusama haar tijdsgenoot Claes Oldenburg voor gegaan zijn die met dit type objecten zijn roem vergaarde.96
91 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 173. 92 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 173. 93 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 288. 94 N.N., ‘An Abbreviated Biography’ in: N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s: Paintings, sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus], New York, Paula Cooper Gallery, 03.05.1996-21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996, s.p.
95 De anomalie die mogelijk zou blijken door het zicht op de Green Gallery (Afb. 17) en de tentoonstelling zoals die werd gepresenteerd met betrekking tot wie eerst was met het toepassen van het repititieve patroon bij Andy Warhol en Yayoi Kusama wordt later in deze Masterproef nog verder uiteengezet. 96 N.N., ‘An Abbreviated Biography’ in: N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s: Paintings, sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus], New York, Paula Cooper Gallery, 03.05.1996-21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996, s.p.
33
Aan niet minder dan zes Europese tentoonstellingen had Yayoi Kusama deelgenomen voor het einde van 1962. Gedurende deze periode begon ze niet enkel aan een briefwisseling met Henk Peeters maar ook met verscheidene andere Europese kunstenaars en kunstcritici.97 Zo ontstond ook een correspondentie met enkele figuren van de Europese Nouveaux Réalistes beweging, specifieker bouwde ze via briefwisseling een vriendschap uit met Arman en de criticus Pierre Restany. Deze vriendschappen zouden maken dat Yayoi Kusama in contact kwam met verscheidene andere Europese kunstenaars. Alexendra Munroe stelt dat deze vriendschappen haar ertoe brachten om het werk van onder meer Niki de Saint-Phalle en César te ontdekken.98 De ontdekking van deze kunstenaars zou volgens Alendra Munroe het oeuvre van Yayoi Kusama kunnen beïnvloedt hebben, beide kunstenaars werkten immers met gevonden objecten die ze verwerkten tot fetisjistische constructies.99 Het verwerken van alledaagse elementen en die bekleden met fallussen zijn een sleutelelement binnen het werk van Yayoi Kusama. 1963 De weg die Yayoi Kusama opging in 1962 zal zij verder zitten in 1963, steeds vaker zal ze deelnemen aan verscheidene tentoonstellingen binnen de New Yorkse Pop Art scene. De eerste tentoonstelling van dit jaar zal plaatsvinden in de eerder aangehaalde Green Gallery en draagt de titel New Work Part I, aan deze tentoonstelling werden ook werken voorgesteld van Donald Judd, Lucas Samaras, Millet Andrejevic, Dan Flavin, Robbert Morris, Larry Poons en George Segal.100 Ook in Nederland bleef Yayoi Kusama actief, op 5 mei nam ze deel aan de groepstentoonstelling Panorama van de nieuwe tendenzen en dit in de Amstel Galerie in Amsterdam. De werken van Yayoi Kusama werden niet enkel opgenomen binnen de Pop Art in New York en binnen de Nul tentoonstellingen in Nederland, ook andere kunststromingen herkenden hun
97 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p.22.
98
MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p.22.
99 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p.22. 100
N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 288.
34
stijlidioom in haar oeuvre terug. Op 8 Oktober nam ze deel aan de No Show tentoonstelling in de Gertrude Stein Gallerij in New York. Welk werk Yayoi Kusama haar presenteerde is niet bekend, het desbetreffende werk werd wel beschreven door Jill Johnston in een artikel voor Artnews ze beschrijft het als “several… packed assemblages of whire stuffed-cloth verticals.”101 Vanuit deze beschrijving kunnen we afleiden dat het hier hoogstwaarschijnlijk om een van de met fallussen beklede sculpturen gaat. Deze No Show was een tentoonstelling van de No Art beweging, deze beweging kante zich tegen het establishment en was bovendien nihilistisch van aard. De belangrijkste figuur binnen deze tentoonstelling was kunstenaar en theoreticus Boris Lurie.102 Andere deelnemers aan deze tentoonstelling waren Rocco Armento, Stanley Fisher, Gloria Grave, Allan Kaprow en nog verscheidene andere kunstenaars.103 Niettegenstaande dat het driedimensionale werk van Yayoi Kusama steeds belangrijker zou worden voor Yayoi Kusama bleef ze ook op het vlakke doek actief. Op 10 November neemt ze deel aan een duo tentoonstelling Kusama/ Onosato en dit te Buffalo in Zuni Gallery. 104 De volgende tentoonstelling betreft een solotentoonstelling die belangrijk zal zijn voor de carrière en bovendien kenmerkend zal worden voor het oeuvre van Yayoi Kusama. Het betreft hier de tentoonstelling getiteld Aggregation: One Thousand Boats Show (1963, Afb. 23). Op Aggregation: One Thousand Boats Show die van start ging op 17 December 1963 in The Green Gallery bestond uit een kamervullende installatie (1963, Afb.24).
De installatie
bestond uit een met witte fallussen beklede boot, deze boot vormde ook de basis voor de prints waarmee Yayoi Kusama de muren zou bekleden. Exact duizend boten zullen
101 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 174. 102 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 174. 103 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 174. 104
KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 174.
35
voorgesteld worden, een reële boot en 999 kopieën van de gepresenteerde boot.105 De omliggende kamers werden donker gemaakt om de installatie en zijn effect zoveel mogelijk tot zijn recht te laten komen.106 Deze tentoonstelling zorgde voor de nodige aandacht en niet enkel binnen de kunstwereld zelf. De New York Times publiceerde op 29 December 1963 ook een stuk over deze tentoonstelling, Brain O’Doherty beschreef de tentoonstelling op een vergelijkbare manier zoals hierboven werd gedaan maar voegde er het volgende nog aan toe: “This genuine, obscurely poetic event should not be dismissed as a surrealist caper. Kusama has produced an object and an environment that are weirdly moving”107. Het was Gertrude Stein die Yayoi Kusama in dit jaar voorstelde aan Joseph Cornell. Joseph Cornell en Yayoi Kusama zullen een intieme band opbouwen, hier zal later nog dieper op ingegaan worden.108 1964 In 1964 kondigt Yayoi Kusama aan dat ze niet langer zal deelnemen aan groepstentoonstellingen.109 Dat ze zich aan deze belofte niet zal houden blijkt al snel want in maart zal ze reeds deelnemen aan een groepstentoonstelling. De eerste tentoonstelling waar Yayoi Kusama aan zal deelnemen in 1964 heeft plaats in Connecticut, en dit in The Davison Art Center getiteld The New Art.110 The New Art zal zich voornamelijk richten op de opkomende Pop Art kunstenaars, andere deelnemers zijn ondermeer Jim Dine, Robert Indiana, Claus Oldenburg, Roy Lichtenstein, Andy Warhol en
105 ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 24.
106 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 288. 107 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 288. 108
N.N., ‘An Abbreviated Biography’ in: N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s: Paintings, sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus], New York, Paula Cooper Gallery, 03.05.1996-21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996, s.p.
109
N.N., ‘An Abbreviated Biography’ in: N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s: Paintings, sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus], New York, Paula Cooper Gallery, 03.05.1996-21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996, s.p. 110 N.N., ‘Chronology’ in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 148.
36
nog vele anderen.111 Kusama stelt hier twee werken voor het eerste betreft Accumulation een werk dat gedateerd wordt 1963, Accretion (1963, Afb. 25) een collage en Ten-Guest Table (1963, Afb. 26).112 Ten-Guest Table, bestaat uit een gedekte tafel die volledig werd bekleed met de ondertussen typerende Yayoi Kusama fallussen, opvallend is dat deze fallussen bestonden uit verscheidene felgekleurde stoffen.113 Rondom de tafel stonden niet minder dan tien paar vrouwenschoenen opgesteld die eveneens met fallussen werden bekleed. Hoogstwaarschijnlijk maken deze schoenen geen deel uit van de Ten-Guest table, maar vormden zij de Accumulation (1963, Afb. 27) waar naar verwezen werd in de verscheiden bronnen. Op de bijgevoegde afbeelding van Ten-Guest Table zou men kunnen opmaken dat deze sculptuur net zoals de vorige met fallus bekleedde sculpturen volledig in het wit werden vervaardigd, maar uit verscheidene bronnen blijkt dat zij bestond uit diverse stoffen met felgekleurde prints. Het is voor het eerst dat een van de sculpturen van Yayoi Kusama niet in het wit werden vervaardigd maar er een overgang plaatsvond naar een helder en meerkleurig palet. Een transformatie die we reeds eerder zagen bij Yayoi Kusama’s Infinity Nets. Geen enkele beeldopname van de The New Art tentoonstelling werd teruggevonden. Een mogelijke verklaring voor het opvallende verschil met het voorgestelde werk op The New Art en het beeldmateriaal kan een eventuele later herwerking zijn van de sculptuur. Het werk op zich kan niet meer verder worden onderzocht aangezien het vernietigd werd. Het derde werk dat werd
tentoongesteld Accretion was
eveneens van een andere orde dan het eerder voorgestelde werk van Yayoi Kusama. Yayoi Kusama zal hier een collage maken van verscheidene detailopnames van haar met fallussen beklede sculpturen. Voor het eerst zal ze in haar collages niet werken met reeds bestaande objecten, zoals de stickers die ze hiervoor gebruikte maar met elementen die ze leende uit haar eigen beeldtaal.
111 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, pp. 288-289.
112 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, pp. 288-289. 113
KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 174.
37
De volgende tentoonstelling zal ditmaal volledig gewijd zijn aan het oeuvre van Yayoi Kusama. Deze solotentoonstelling ging van start op 21 April 1964 en dit in de Castellane Gallery in New York, onder de titel Driving Image show (1964, Afb. 28).114 Op deze tentoonstelling werden werken gepresenteerd die nagenoeg alle kernelementen bezatten die later typerend zouden worden voor Yayoi Kusama’s gehele oeuvre. De Driving Image Show was de tweede tentoonstelling waar Yayoi Kusama haar eigen grenzen zou verleggen. Na de kamerbrede Infinity Nets Zou Yayoi Kusama steeds meer op zoek gaan hoe ze haar werken steeds meer overheersend kon maken, ze schakelde over van tweedimensionaliteit naar driedimensionaliteit, het pad naar de environmentkunst was geëffend. De eerste tentoonstelling waarin Yayoi Kusama zou experimenteren met de environmentkunst was de succesvolle Aggregation: One Thousand Boats Show. In de Driving Image show (1964, Afb. 29) zou ze zich echter niet beperken tot de fallusbeklede sculpturen en hun herhaling, maar alle elementen binnen haar ruime spectrum van obsessionele elementen aan bod laten komen. Op deze tentoonstelling zal ze haar met fallussen beklede sculpturen voorstellen, deze werden eerder al onder de noemer van Sex-obsession geplaatst maar ook de Food-obsession sculpturen zullen hier voor het eerst aan het publiek voorgesteld worden. Uit de Sex-obsession reeks zullen onder meer de boot uit de One-Thousand Boats Show, Ten Guest Table, Accumulation No. 1, Accumulation No. 2 en nog andere met fallus beklede meubelstukken gepresenteerd worden.115 De Food-obsession reeks zal eveneens bestaan uit meubelstukken maar deze werden bekleed met gedroogde macaroni en andere pastasoorten alsook uit mannequinpoppen die met dit materiaal werden bekleed, ook de vloer werd met macaroni bedekt.116 Op het moment van de tentoonstelling zal Yayoi Kusama ook twee levende honden volkleven met pasta en deze de tentoonstelling los tussen de sculpturen en het publiek laten lopen.117 De tentoonstelling is een groot succes, ze lokte enorm veel bezoekers en zorgde voor
114 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 174. 115
KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 174. 116 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 289. 117 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of
38
grote publiciteit zo vermelde Yayoi Kusama zelf in een brief gericht aan Henk Peeters.118 Maar op commercieel gebied was de Driving Image Show totaal geen succes, geen enkel werk werd verkocht.119 In augustus van dit jaar zou de tentoonstelling nog reizen naar Gallery Ten in Woodstock, New York.120 Alsook zal Yayoi Kusama de tentoonstelling nog in iets andere vormen laten reizen allen met de titel Driving Image Show.121 Ook in de pers kreeg deze tentoonstelling enige aandacht in de Septembereditie van het Amerikaanse Arts Magazine werd een recensie terug gevonden over deze tentoonstelling. Van de auteur zijn enkel de initialen D.J. bekend, we kunnen er wel van uit gaan dat het hier hoogstwaarschijnlijk om Donald Judd ging die niet enkel een goede vriend maar eveneens een liefhebber van het oeuvre van Yayoi Kusama bleek te zijn. Bovendien is het bekend dat Donald Jud regelmatig recensies schreef over de tentoonstellingen van Yayoi Kusama. In dit artikel is Donald Jud terecht vrij kritisch, hij merkt terecht op dat het voornamelijk de grotere stukken zijn die een sterke indruk nalaten en dat de kleinere stukken zich eender lenen tot het versterken van de grote algehele indruk die deze tentoonstelling dient na te laten.122 Toch sluit Donald Jud dit artikel op een enorm positieve manier af, hij erkent de vernieuwende aspecten en de uniciteit van de Driving Image Show, bovendien zal hij het belang van het obsessieve binnen de kunst van Yayoi Kusama duiden in dit artikel.123 Graag wordt hierbij geciteerd uit dit artikel: “ The effort to embody an interest such as obsessive repitition is mainly new. In the most art the chief interests of the artist have been subordinat –those things he thinks about most, the
Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 289. 118 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 176. 119 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 289. 120 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 176. 121 HOPTMAN L., ‘Down to Zero: Yayoi Kusama and the European New Tendency’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p.47.
122
123
J.D. [JUD D.] , ‘Yayoi Kusama’, in: Arts Magazine, September 1964, s.p. J.D. [JUD D.] , ‘Yayoi Kusama’, in: Arts Magazine, September 1964, s.p.
39
strongest and cleatest attitudes, the psychological preoccupations. Kusama is dealing directly with her interests, developing them, making a clear and obvious form.”124 Op 30 April zal de tentoonstelling Around Travel in de PVI Gallery in New York van start gaan.125 Yayoi Kusama’s Travelling Life (1964, Afb.30) wordt hier gepresenteerd tussen werken van onder meer Arman en Marcel Duchamp.126 In Augustus zal Yayoi Kusama weer deelnemen aan een groepstentoonstelling in de Galerie Delta in Amsterdam.127 Mikro Zero / Nul / Mikro nieuw Realisme zal zich toespitsen op de scheiding van de Nouveaux Réalistes en de Nul en Zero aanhangers.128 Het werk dat Yayoi Kusama zal opsturen om deel te nemen aan de tentoonstelling is getiteld Accumulation (1962) en is vermoedelijk een collage met dit werk wordt zij bij de Nul en Zero aanhangers gerekend.129 Andere deelnemers waren ondermeer Arman, Lucio Fontana, Hans Haacke, Pierre Manzoni en Jean Tinguely.130 Op 30 Oktober zal de eerste Zero tentoonstelling naar Amerika afreizen. De Group Zero tentoonstelling werd georganiseerd door Otto Piene, Yayoi Kusama zal hier drie van haar olieverfschilderijen aan het publiek presenteren. De tentoonstelling vond voor het eerst plaats
124
J.D. [JUD D.] , ‘Yayoi Kusama’, in: Arts Magazine, September 1964, s.p.
125 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 176. 126 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 176. 127 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 289. 128 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 289. 129 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 289. 130
N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 289.
40
in the Institute of Contemporary Art in Philadelphia maar reisde later door naar ondermeer Washington DC..131 1965 De eerste tentoonstelling waaraan Yayoi Kusama zal deelnemen in 1965 vindt plaats in Bern. Aktuell 65, in de Gallerie Aktuell stelt werken van niet minder dan 120 kunstenaars voor hen. Deze 120 kunstenaars zijn afkomstig uit verscheidene actuele kunstgroeperingen gaande van Nul tot de New Tendency.132 In 1965 zal Yayoi Kusama voor het eerst afreizen naar Nederland.133 Dat zij nu pas naar Europa afreisde kent zijn oorsprong in de problemen die Yayoi Kusama kende in het verkrijgen van haar permanent residentie visum in Amerika. Pas na het verkrijgen van dit document kon zij opnieuw reizen naar het buitenland ondernemen.134 Yayoi Kusama reisde af naar Nederland om deel te nemen aan twee grote groepstentoonstellingen. De eerste tentoonstelling ging in première op 8 April en vond plaats in Galerie De Bezige Bij in Amsterdam en droeg de titel; De nieuwe stijl: Werk van de internationale avantgarde.135 Op deze tentoonstelling werden Accumulation No. 1 (1962, Afb. 19) en No. B. 3 (1961, Afb. 17 ) voorgesteld.136 De tweede tentoonstelling ging een dag later, op 9 April 1965 open.137 Deze tentoonstelling nul negentienhonderd vijf en zestig ging door in
131 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 176. 132 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 176. 133 VAN MAANEN N.,’Yayoi Kusama: Een Japans-Amerikaanse [Bachelorscriptie],Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, 2008,, pp. 15-16.
kunstenares
in
Nederland
1962-1971’
134 VAN MAANEN N.,’Yayoi Kusama: Een Japans-Amerikaanse [Bachelorscriptie],Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, 2008, pp. 15-16.
kunstenares
in
Nederland
1962-1971’
135
KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 177. 136 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 289. 137 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-
41
het stedelijk museum in Amsterdam.138 Deze tentoonstellingen werden eigenlijk aanvullend op elkaar gecreëerd.139 Beide tentoonstellingen richten zich tot de uiteenlopende avant-garde bewegingen van de jaren zestig waaronder de Nul en Zero beweging maar ook de Italiaanse Gruppo T. en de Japanse Gutai groep (1965, Afb. 31).140 Op tentoonstelling nul negentienhonderd vijf en zestig presenteerde Yayoi Kusama haar Aggregation: One Thousand Boats Show (1963, Afb. 24) onder de titel Aggregation-Rowboat.141 Deze tentoonstellingen gaan gepaard met de publicatie van de eerste uitgave van het magazine De Nieuwe Stijl: Werk van de internationale avant-garde (1965, Afb. 32).142 Yayoi Kusama stond afgebeeld op de cover van dit magazine dat onder de redactie stond van onder meer Armando en Henk Peeters.143 Op de opening van de tentoonstelling zal Yayoi Kusama een kimono dragen, de typische Japanse klederdracht (Afb. 33). Dat Yayoi Kusama niet toevallig bij belangrijke gelegenheden zich zal tooien in deze klederdracht staat voor Zelevansky als een paal boven water, door bewust te kiezen voor de kimono representeert de kunstenares zich op een unieke manier.144 Het belang van de zelfrepresentatie bij Yayoi Kusama zal later in dit essay nog uitgebreid behandeld worden.
08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 177. 138 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 289. 139 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 177. 140 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 289. 141 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 177. 142 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 289. 143
N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 289. 144
ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p.28.
42
De volgende tentoonstelling van Yayoi Kusama zou eveneens in Nederland doorgaan en dit in de Galerie Orez in Den Haag (Afb. 34). Op deze tentoonstelling zullen verschillende van Yayoi Kusama’s sculpturen voorgesteld worden. Gallerie Orez specialiseerde zich in het tentoonstellen van het oeuvre van Zero en Nul kunstenaars, waar Yayoi Kusama in Nederland zeker werd bijgerekend.145 De Europese tentoonstellingen van Yayoi Kusama blijven zich maar wijder verspreiden en na Nederland en Duitsland zou ook de eerste tentoonstelling in Italië al snel een feit zijn. In Zero Avantguardia in de Galleria del Cavallino te Venetië wordt het werk van Yayoi Kusama voorgesteld naast Lucio Fontana, Henk Peeters en Hans Haacke.146 Deze galerie viel onder de leiding van Renato Cardazzo die ook in Milaan nog een galerie bezat, deze galerie was bovendien de uitvalsbasis voor belangrijkste Europese avant-garde kunstenaars van het moment.147 Gedurende 1965 nam Yayoi Kusama nog deel aan enorm veel Amerikaanse en Europese groepstentoonstellingen. Enerzijds werd ze in Europa tot de Nul en Zero beweging gerekend en anderzijds tot de Amerikaanse Pop Art haar werken duiken gedurende regelmatige basis op de jaren zestig binnen de verschillende kunststromingen. De volgende solotentoonstelling vond opnieuw plaats in de Castellane Gallery in New York. Op 3 November werd Floor show geopend, Floor Show zou een ongekend brede selectie van werken van Yayoi Kusama tentoonstellen.148 Deze tentoonstelling zou niet enkel de meest recente werken van Yayoi Kusama tonen, maar ook de oudere werken die nog nergens anders werden tentoongesteld. Een van deze minder recente werken betreft My Flower Bed (1962,
145 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 289. 146 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 178. 147 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 178. 148
N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 290.
43
Afb. 35).149
Op deze tentoonstelling werden eveneens de ons nu reeds bekendere met
fallussen beklede schoenen voorgesteld (1963, Afb. 27), met fallussen beklede keukenbenodigdheden en een kinderwagen.150 Deze kinderwagen toepasselijk getiteld Baby Carriage (1964-1966, Afb. 36) werd oorspronkelijk uitgevoerd in een rood-witte uitvoering en werd hier ook zo tentoongesteld maar zou later in het zilver gespoten worden door Yayoi Kusama.151 Maar het meest spraakmakende object van de Floor Show tentoonstelling zou ongetwijfeld de door Yayoi Kusama voor het eerst gepresenteerde spiegelkamer Infinity Mirror Room-Phalli’s Field. Infinity Mirror Room-Phalli’s Field (1965, Afb. 37 & 38) bestond uit verschillende elementen, op de vloer werden verschillende witte fallussen met rode dots geplaatst die tot in het oneindige werden gereflecteerd door de met spiegels bedekte muren en plafond.152 Opvallend is dat de fallussen veel groter zijn dan de eerdere fallussen.153 Deze installatie oogstte enorm veel succes en werd uitvoerig behandeld door de verscheidene kunstcritici die de tentoonstelling hadden bezocht.154 Jay Jacobs omschreef Infinity Mirror Room-Phalli’s Field voor het magazine Arts in 1966 en duidde op de dualiteit die tot op vandaag nog steeds typerend is voor het oeuvre van Yayoi Kusama; “Stylistically, Miss Kusama may indeed be an original. Spiritually, however, she is one with the ingenious fanatics who construct an Eiffel Tower of toothpicks, engraves the Lord’s Prayer on a
149 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 178. 150 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 178. 151
KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 178. 152
N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 290. 153 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, pp. 93-96.
154 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 290.
44
pinhead or meticulously paints a full page of legible newsprint”.155 De zoektocht naar de oorsprong van het creatieproces wordt hier reeds summier aangehaald, de ongekende gedrevenheid van Yayoi Kusama en hoe dit zich uit in haar oeuvre was Jay Jacobs duidelijk opgevallen. 1966 Aan het einde van 1965 en in het begin van 1966 zou Yayoi Kusama opnieuw naar Europa afreizen, ze zou zich te Milaan in de studio van Lucio Fontanta voorbereiden op haar komende tentoonstelling in de Galleria d’Arte del Naviglio.156 Deze solotentoonstelling opnieuw getiteld Yayoi Kusama: Driving Image Show (1966, Afb. 39) , zou een herneming zijn van de eerdere Driving Image Show. De tentoonstelling bestond uit verscheidene stukken uit de eerdere Driving Image show die overgebracht werden uit New York.157 Gedurende haar verblijf in Milaan zou Yayoi Kusama nog enkele nieuwe stukken bijmaken voor de tentoonstelling maar toch moet er opgemerkt worden dat het grootste deel van de tentoonstelling 30 van de 39 stukken oudere werken waren.158 Yayoi Kusama: Driving Image Show werd opgebouwd rond de verschillende thema’s die al eerder aan bod kwamen in het oeuvre van Yayoi Kusama, het Infinity Net/dot patroon, de met fallussen beklede objecten uit de sex-obsession reeks en het gebruik van de pasta uit de Food-obsession serie. Alle objecten uit de Driving Image Show werden uitgevoerd in felle heldere kleuren.159 Het is Claudio
155 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 290. 156 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 290. 157 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 179. 158 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 290. 159 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p.26.
45
Cardazzo, Yayoi Kusama’s galerist in Milaan die haar in deze periode zou aanraden om deel te nemen aan de komende biënnale van Venetië.160 De tweede tentoonstelling van 1966 vond plaats in Maart en dit in de Castellane Gallery in New York.161 Endless Love show- Kusama’s Peep Show (1966, Afb. 40 & 41) was de dubbele titel van deze tentoonstelling, het betrof hier nogmaals een environment werk dat werd opgebouwd rond verschillende spiegels.162 Deze environment bestond uit een kleine hexagonale kamer waarvan alle wanden, planfond en vloer inclusief werden bekleed met spiegels, op het plafond werden verscheidene gekleurde lampen aangebracht die afwisselend aan en uit gingen.163 De bezoeker kon deze kamer niet betreden, via een kleine opening in de wand kon er naar binnen gekeken worden, door de opstelling kon enkel de weerspiegeling van het gezicht, tot in het oneindige waargenomen worden.164 Op de 33ste Biënnale van Venetië zal Yayoi Kusama een ongeautoriseerde buiteninstallatie voorstellen.165 Narcissus Garden (1966, Afb. 42, 43 & 44 ) bestond uit niet minder dan 1500 spiegelende plastic ballen die op het gras werden verspreid.166 Op de bijgevoegde afbeelding is duidelijk het bijschrift op het bord leesbaar met daarop “your narcisium for sale” met daarbij de kostprijs van 1200 lire of 2 dollar.167 Met dit statement werk zou Yayoi Kusama
160 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 179. 161 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 179. 162 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p.27. 163 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 290. 164 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.58.
165 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 290. 166 N.N., ‘An Abbreviated Biography’ in: N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s: Paintings, sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus], New York, Paula Cooper Gallery, 03.05.1996-21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996, SP. 167 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), pp.32-82.
46
zich op de overgang bevinden tussen installaties en performances, dit publieke optreden kan men beschouwen als haar eerste performance.168 Na deze Biënnale zien we dat Yayoi Kusama steeds meer de weg van de performance zal opgaan, deze liet ze meestal ruimschoots documenteren met beeldmateriaal. Een van deze gedocumenteerde performances betreft Walking Piece (1966, Afb. 45, 46, 47 & 48).169 De opnames van deze performance werden genomen door Eikoh Hosoe.170 Op 25 juni zal Yayoi Kusama enkele van haar werken tentoon stellen in het Museum of Modern Art in New York. De tentoonstelling The Object Transformed zal naast de werken van Robert Rauschenberg, Lucas Samaras en Man Ray twee werken van Yayoi Kusama voorstellen.171 Handbag en Dress zijn twee objecten een handtas en een kleed die met macaroni werden bekleed en zilver werden gekleurd, opvallend is dat beide werken dateren uit 1964, het ging hier dus nogmaals om iets oudere werken die Yayoi Kusama tentoonstelde.172
168
MATSUMOTO T., ‘Reqiuem and Resurrection: The Art of Yayoi Kusama’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 279.
169 DEHARA H., ‘The Creative Evolution of Yayoi Kusama in New York’ in: DEHARA H. , MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 294.
170 DEHARA H., ‘The Creative Evolution of Yayoi Kusama in New York’ in: DEHARA H. , MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 294.
171 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 180. 172
N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 290.
47
In 1966 zal Yayoi Kusama ook nog participeren in een tentoonstelling in Nederland Zero op Zee, die uiteindelijk niet kon doorgaan wegens weersomstandigheden.173 Alsook aan nog diverse andere kleinere tentoonstellingen in Nederland, Duitsland174 en Zweden.175 1967 Vanaf 1967 zien we dat hetzelfde patroon als in de eerder jaren zich herhaald. Yayoi Kusama neemt voornamelijk deel aan kleinere internationale groepstentoonstellingen, al deze tentoonstellingen vallen onder de noemer van Pop Art, Zero, Nul en andere avant-garde groeperingen waaronder Yayoi Kusama’s oeuvre geklasseerd kan worden. Opvallend is dat, zoals al reeds eerder werd aangehaald Yayoi Kusama steeds minder nieuwe objecten zal realiseren en dat de werken die voorgesteld worden aan het publiek vaak dateren uit de eerste helft van de jaren zestig. Bovendien kunnen we opmerken dat het innovatieve binnen de tentoongestelde werken en de eerder gerealiseerde werken met een snel tempo afnemen. Waar ze aan het begin van de jaren zestig zichzelf en haar kunst steeds vernieuwde of heruitvond blijft ze nu regelmatig verder werken met de thema’s waar ze reeds eerder mee was aangevat. Op de tentoonstelling Objecten: Made in the U.S.A. in Rotterdam zou ze bijvoorbeeld opnieuw een Silver Macaroni Dress voorstellen die gedateerd werd 1964.176 Het zuivere beeldende werk, hiermee doelend op haar twee dimensionale schilderen of haar sculpturen zal Yayoi Kusama gedurende deze periode langzaam achter zich beginnen laten. Ook de environments of de installaties zal ze stilaan achter zich beginnen laten, enkel de spiegelkamers zal ze nog af en toe herwerken om in te zenden voor de een of de andere groepstentoonstelling. De aandacht van Yayoi Kusama zal zich steeds meer gaan richten tot de performance kunst of happening. Yayoi Kusama zal beginnen werken aan een serie van 173 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 180. 174 N.N., ‘An Abbreviated Biography’ in: N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s: Paintings, sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus], New York, Paula Cooper Gallery, 03.05.1996-21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996, s.p. 175 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, pp.180-181. 176
KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 181.
48
happenings op performances, deze happening zullen voornamelijk maatschappij- en kunstkritisch zijn en specifiek gericht zijn tegen bepaalde organisaties of toenmalige gebeurtenissen.177 Yayoi Kusama zal voor het eerst niet enkel in de kunstwereld baanbrekend proberen te zijn maar ook op sociaal maatschappelijk niveau een signaal trachten te geven. Deze happenings en performances kunnen in twee grote groepen ingedeeld worden. Enerzijds zullen we de evenementen hebben die binnenskamers georganiseerd werden en anderzijds zullen we de acties hebben die in openlucht werden georganiseerd.178 Yayoi Kusama zal deze evenementen aan een heel hoog tempo organiseren, tussen 1967 en 1970 zullen minstens 75 evenementen georganiseerd worden.179 Al deze evenementen organiseerde Yayoi Kusama niet alleen, doorheen alle moeilijkheden die deze performances niet enkel op organisators gebied zouden kennen maar ook door de vele problemen met de politie zal ze gesteund worden door haar zakenpartner James Golata.180 De eerste activiteit die Yayoi Kusama zelf plant in 1967, die dus geen deel uitmaakt van een groepstentoonstelling vindt plaats op 16-18 Juni.181 Self-Obliteration by Kusama: An AudioVisual-Light Performance (1967, Afb. 49) was de titel van deze eerste performance die werd opgevoerd in The Black Gate Theatre in New York.182 Gedurende deze performances zou Yayoi Kusama haar publiek oproepen om zichzelf en de anderen te bekleden met dots.183 SelfObliteration by Kusama: An Audio-Visual-Light Performance zou de eerste van een hele 177 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 29. 178 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 29. 179 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 29. 180 ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 27
181 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 291. 182 N.N., ‘An Abbreviated Biography’ in: N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s: Paintings, sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus], New York, Paula Cooper Gallery, 03.05.1996-21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996, s.p. 183
KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 181.
49
reeks happenings/performances zijn die Yayoi Kusama zal organiseren in de komende twee jaar.184 De omgevingen, overmatig gedecoreerd met de typerende dots, die ze creëert voor deze happenings zal ze Love Rooms noemen.185 Gedurende de zomermaanden zal Yayoi Kusama een hele reeks Body-Festivals (1967, Afb. 50 & 51) organiseren in Tompkins Square Park en Washington Square Park, beiden in New York.186 Gedurende deze openluchthappenings, die Yayoi Kusama uitstekend adverteerde met flyers zal deze kunstenares samen met Minoru Akari eveneens een Japanse kunstenaar, de omgeving en bereidwillige toeschouwers inclusief onderdompelen in een bad van dots.187 Op 1 en 2 September zal Yayoi Kusama deze Body Festivals nog eens herhalen in The Chrysler Art Museum.188 Nagenoeg alle Body-Festivals en de varianten op deze happenings en performances zullen steeds vroegtijdig worden stopgezet door de autoriteiten.189 In november zal Yayoi Kusama voor het eerst een versie van haar Love Room voorstellen in het buitenland, dit gebeurde in Galerij Orez in Den Haag in Nederland.190 Na de officiële openingen op 3 november zal Yayoi Kusama trachten om het Nederlandse publiek te overtuigen om mee te werken aan haar performances.191 Een van de eersten die bereidwillig
184 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 291. 185 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 291. 186 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 181. 187 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 291. 188 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 181. 189
HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 67. 190 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 291. 191 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-
50
zullen meewerken aan deze performances zal de Nederlandse kunstenaar Jan Schoonhoven zijn (1967, Afb.52).192 Het eerste Body Festival dat zal plaatsvinden na de voorstelling van Love Room en dit eerst in de Galerij Orez tot de manifestatie overgebracht wordt naar de sociëteit Novum van een Delftse studentenvereniging.193 Nederland is in shock na deze gebeurtenissen en dit Body Festival wordt dan ook uitgebreid gerapporteerd in de Nederlands pers zo blijkt uit een artikel van A. Wagenaar in Vrij Nederland. De Delftse studentenvereniging zal ernstig op de vingers worden getikt en ook de plaatselijke politiecommissaris Bakker zal zijn mening geven over de happenings die plaatsvinden op Delfts grondgebied.194 Bakker verklaart in het aangehaalde artikel dat wat in Delft gebeurde, en hier wordt geciteerd “een pornografische manifestatie” en “geen kunst” was.195 Uit de bijgevoegde afbeelding blijkt dat een van deze Body Festivals zal plaatsvinden in het Schiedam Museum en dit op 18 November. Ook hier zijn de reacties navenant, Wagenaar zal een van de reacties van de schrijvende pers naast elkaar plaatsen. Een van deze reacties die Wagenaar opnam in zijn artikel, de een al heftiger dan de andere, komt uit Het Nieuwe Staatsblad enkele dagen na de happening: “De Schiedamse gemeenschap is geschokt. Diep geschokt zelfs. Door het ‘levend naakt’, dat in de persoon van de Delftse kunstenaar (en PTTambtenaar) Jan Schoonhoven de opening van de moderne kunstbeurs Balans in de aula van het Schiedams Stedelijk Museum opleverde – lees: ontluisterde. Een naakt aan de muur mag dan weinig opzien meer baren, een volwassen man in adamskostuum die zich door het penseel van een Japanse Eva stillekens laat beschilderen – en plein publique – is toch op z’n minst
08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 182. 192
N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 291. 193
VAN MAANEN N.,’Yayoi Kusama: Een Japans-Amerikaans [Bachelorscriptie],Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, 2008, p. 20.
kunstenares
in
Nederland
1962-1971’
194 VAN MAANEN N.,’Yayoi Kusama: Een Japans-Amerikaans [Bachelorscriptie],Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, 2008, p. 21.
kunstenares
in
Nederland
1962-1971’
195
WAGENAAR A., ‘Yayoi Kusama en de blote mannen’ in: Vrij Nederland, 02.12.1967, s.p.
51
schoking”.196 In totaal zullen in Nederland in 1967 vier Body Festivals plaatsvinden nagenoeg met allemaal dezelfde reacties tot gevolg.197 Yayoi Kusama zal ook enkele individuele performances opvoeren die dan gedocumenteerd werden met foto’s. Een van deze performances, Horse Play (1967, Afb.53) zal plaatsvinden in Woodstock en toont ons hoe Yayoi Kusama zichzelf en een paard bekleed met dots. Zo blijkt uit het onderzoek van het beeldmateriaal in de tentoonstellingscatalogus ‘Yayoi Kusama: Mirrored Years’.198 1968 In 1968 zal de algemene bekendheid van Yayoi Kusama, ook bij het grote publiek, zijn absolute hoogtepunt bereiken. In dit jaar zullen meer dan 150 artikels aan Yayoi Kusama gewijd worden.199 In januari en februari van dit jaar zal Yayoi Kusama haar eerste film voorstellen.200 Kusama’s Self-Obliteration (1968, Afb.54) werd gemaakt in samenwerking met de filmmaker Jud Yalkut. De film kan men gedeeltelijk zien als werk an sich maar eveneens als documentatie materiaal van de happenings die Yayoi Kusama organiseerde sinds de zomer van 1967. Jud Yalkut volgde immers deze New Yorkse happenings van dichtbij en nam hier een deel van het gebruikte beeldmateriaal op.201 In de loop van 1968 zou deze film op verscheidene 196
WAGENAAR A., ‘Yayoi Kusama en de blote mannen’ in: Vrij Nederland, 02.12.1967, SP.
197 Van Maanen N., Yayoi Kusama: Een Japans-Amerikaans 1971[Bachelorscriptie],Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, 2008, p. 22.
kunstenares
in
Nederland
1962-
198
GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009.
199 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 68.
200 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 182.
201 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 291.
52
internationale filmfestivals voorgesteld worden, de film zou ook op enkele van deze festivals in de prijzen vallen onder meer op Maryland Film Festival en op het experimentele film festival in Knokke.202 De volgende tentoonstellingen zullen bijna afwisselend in New York en Nederland plaatsvinden. Op 6 April werd opnieuw een werk van Yayoi Kusama voorgesteld in Nederland en dit op “Three Blind Mice”.203 De volgende tentoonstelling betrof eveneens een groepstentoonstelling ditmaal opnieuw in New York in het NYU Gould Student Center Gallery.204 Hier werd zelf opnieuw een van Yayoi Kusama’s Infinity Nets voorgesteld. Op 9 Juni ging in Galerie Mickery in Loenersloot in Nederland opnieuw een tentoonstelling van start waarop meerdere werken aan de hand van Yayoi Kusama werden voorgesteld.205 Deze tentoonstelling zou voornamelijk bestaan uit eerder gerealiseerde werken van Yayoi Kusama, specifieker uit de Driving Show zoals die werden voorgesteld in de eerder aangehaalde tentoonstelling in Milaan.206 Ook in Frankfurt in de Galerie Lichter zullen enkele werken van Yayoi Kusama voorgesteld worden.207 Op 6 oktober zal Yayoi Kusama nogmaals deelnemen aan een tentoonstelling in New York, deze keer onder de leiding van Lucy Lippard. De tentoonstelling Soft and Apparently Soft
202
KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 182. 203 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 182. 204 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 182. 205 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 291.
206 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 182. 207
KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 183.
53
Sculptures zal naast de werken van Yayoi Kusama ook werken van Eva Hesse, Bruce Nauman, Claes Oldenburg en Louise Bourgeois.208 In de periode juli tot november van 1968 zal Yayoi Kusama evenementen gaan organiseren onder de titel van Anatomic Explosions.209 Deze Anatomic Explosions zullen strenger gedirigeerd zijn de Body Festivals. Yayoi Kusama zal telkens opnieuw vier naakte met dots bedekte mannen en/of vrouwen plaatsen op openbare plaatsen.210 Enkele voorbeelden van deze Antomic Explosions zijn onder meer deze aan de New Yorkse beursgebouwen, Naked event outside the stock exchange (1968, Afb. 55 & 56), Naked demonstration at Wall street (1968, Afb. 57 & 58), Anatomic Explosions at the statue of Alice in Wonderland (1968, Afb. 59.)211 Ook de populaire media zal meer en meer interesse tonen in de evenementen van Yayoi Kusama, in het modemagazine Vogue van oktober 1968 zal een artikel aan haar Anatomic Explosions gewijd worden. Deze belangstelling uit de modewereld is niet geheel onverwacht, dit niet enkel door de kledij die Yayoi Kusama zal ontwerpen maar door de Yayoi Kusama trend die als het ware is losgebarsten is in de straten van New York. Op 25 November zal Yayoi Kusama nogmaals een baanbrekende performance organiseren, Homosexual wedding (1968, Afb. 60) dit zal plaatsvinden in de zogenaamde church of selfobliteration.212 De priester van dienst zal niemand minder dan Yayoi Kusama zelf zijn, zij zal zicht ontpoppen tot “High Priestess of the Polka dot”.213 Yayoi Kusama laat voor deze
208 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 183. 209 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 291. 210 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 182. 211
N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, pp. 291-292. 212 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 184. 213 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-
54
bruiloft niets aan het toeval over en alles zal tot in de puntjes gedirigeerd worden, zelf de kledij van het koppel dat zij in de echt zal verbinden zal ze ontwerpen.214 Met het ontwerpen van kledij zal Yayoi Kusama nogmaals een nieuwe weg inslaan, Kusama Enterprises Inc. wordt geboren en zal niet enkel bestaan uit een eigen modelabel maar zal werkelijk allesomvattend zijn, gaande van mode tot theatervoorstellingen, films tot happenings enzovoort.215 De kledij die Yayoi Kusama ontwerpt zal zich niet richten tot het bedekken van het lichaam maar eerder tot het onthullen van het lichaam, op deze manier tracht ze dit in te passen in haar ideeën van haar Naked Happenings of Love Orgy’s. Een van de manieren waarop ze deze kledij tracht in te passen binnen haar gedachtegoed is kleding maken voor meerdere mensen, de zogenaamde Orgy-dress (1968, Afb. 61). In haar studio zal ze ook op regelmatige basis verschillende Fashion Shows ( 1968, fb. 62 & 63) organiseren. Ook de solo performances zullen verder gezet worden door Yayoi Kusama. Self-Obliteration (1968, Afb. 64) werd gefotografeerd door Hal Reif en zal zorgen voor een van de bekendere beeldopnames van Yayoi Kusama. Zo blijkt uit het onderzoek van het beeldmateriaal in de tentoonstellingscatalogus ‘Yayoi Kusama’ uitgegeven door Les presses du réel naar aanleiding van een serie overzichtstentoonstellingen die onder meer in Frankrijk en Korea worden georganiseerd.216 Op 6-7 December zal Yayoi Kusama Naked Happenings organiseren op de The Fillmore East Rock Music Palace, andere namen op een van deze evenementen zullen onder meer zijn Fleetwood Mac en Country Joe and the Fish.217 Hiermee zal Yayoi Kusama zich duidelijk
08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 184. 214
N.N., ‘An Abbreviated Biography’ in: N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s: Paintings, sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus], New York, Paula Cooper Gallery, 03.05.1996-21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996, s.p.
215 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.67.
216 DOUROUX X., GAUTHEROT F., KIM S.D., PIQUE P. En TRONCY E. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonsetllingscatalogus], Dijon, Centre d’art contemprain, 10.2000- 01.2001/ Parijs, Maison de la culture du Japon à Paris, 02.2001- 05.2001/ Odense, Kunsthallen Brandts Klæedefabrik, 06.2001- 07.2001/ etc., Parijs, Les presses du réel/ Tokio, Studio Kusama, 2001.
217
N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 291.
55
positioneren in de jaren zestig, ze bevindt zich te midden van de hippiecultuur in de New Yorkse underground beweging. De vermeldingen van Yayoi Kusama in de populaire Amerikaanse pers zijn ontelbaar, ze zal het enorme succes van haar happenings zelfs kunnen verzilveren in een optreden in de bekende Amerikaanse tv-show van Allan Burke (1968, Afb. 65). 1969 In 1969 zou het sociale engagement een ongekende hoogte bereiken, ze zou zich naar al haar politieke uitspattingen nu ook voor het eerst echt politiek gaan engageren. Zo zou ze een politieke actie starten om haar vriend en kunstenaar Louis Abolafia tot burgemeester van New York te maken en dit onder de titel van Love and Nudity.218 Beiden zullen op regelmatige basis in de verschillende parken van New York verschijnen en dit gehuld in de typerende Yayoi Kusama dot.219 Op 25 april gaat de officiële Yayoi Kusama winkel open in New York, hier werden haar verschillende mode ontwerpen tentoongesteld.220 Ook deze gebeurtenissen zullen vergezeld worden van verscheidene reclame campagnes, deze flyers onder meer het pamflet Priestess of Nudity, Yayoi Kusama opens Fashion Bouitique (1969, Afb. 66) promoten de kledingstijl van Yayoi Kusama en geven de nodige informatie aan de mogelijke geïnteresseerden. Na Narcissus Garden zal op 24 Augustus het volgende kunstkritische evenement van Yayoi Kusama doorgaan.221 In het MoMa in New York zal Yayoi Kusama de Grand Orgy to Awaken the Dead at Moma – Featuring Their Usual Display of Nudes (1969, Afb. 67&68) 218 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 184. 219 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 294. 220 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 184. 221
KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 184.
56
organiseren.222 De gebruikelijke naakten bekleed met dots worden hier gepresenteerd. Op de bijgevoegde afbeelding van het pamflet zien we dat Yayoi Kusama het volgende stelt: “In the museum you can take off your clothes in good company: RENOIR, MAILLOL, GIACOMETTI, PICASSO.”223 Ook heeft ze enkele opmerkingen bij het Museum of Modern Art, ze benadrukt dat ze geen enkel modern kunstwerk ziet en dat alle kunstenaars van de werken die gepresenteerd zijn al lang dood zijn, bovendien merkt ze hierbij op dat de jonge kunstenaars nu sterven.224 Yayoi Kusama stelt zich de vraag wat modern is, ze drukt haar voorkeur uit voor soft sculptures en eist dat musea gratis te bezoeken zijn, ze benadrukt de noodzaak tot toegankelijkheid en vindt dat iedereen het recht heeft op kunst.225 Kunst zo stelt ze in dit pamflet zou zo toegankelijk moeten zijn dat men het als het ware in de supermarkt zou moeten kunnen kopen.226 Door al deze kritische performances, onder meer tegen het kunstestablishment zoals hier de net besproken performance het geval was zal Yayoi Kusama steeds meer en meer uit de gratie vallen bij kunstcritici, recensenten en galeriehouders kortom deze mensen die een belangrijke invloed hebben op de gehele kunstwereld.227 Aan de keerzijde van dit uitgespuwd worden door de kunstwereld kreeg Yayoi Kusama steeds meer belangstelling van de populaire pers. Yayoi Kusama’s kijk hierop was op zijn minst ambivalent te nemen, aan de ene zijde was ze enorm geïrriteerd door het verlies van de interesse van de kunstwereld aan de andere zijde besefte ze dat ze via de populaire pers veel
222 N.N., ‘An Abbreviated Biography’ in: N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s: Paintings, sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus], New York, Paula Cooper Gallery, 03.05.1996-21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996, s.p. 223 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 292. 224 KUSAMA Y., ‘Grand Orgy to Awaken the Dead’ (1969), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 117.
225 KUSAMA Y., ‘Grand Orgy to Awaken the Dead’ (1969), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 117.
226
KUSAMA Y., ‘Grand Orgy to Awaken the Dead’ (1969), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 117.
227 ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 27.
57
meer mensen bereikte, wat dan aansluit bij haar ideeën van kunst voor de grote massa, zo verklaarde haar zakenpartner James Golata.228 In 1969 zal Yayoi Kusama ook even terug gaan naar Japan waar ze ginds enkele happenings zal organiseren. In vele overzichtswerken wordt hier geen vermelding van gemaakt, de conclusies werden dan ook getrokken uit het bestuderen van het fotomateriaal dat terug gevonden
werd
in
diverse
bronnen,
onder
meer
uit
overzichtswerken
en
tentoonstellingscatalogi. Zo werd er opgemerkt dat in 1969 Yayoi Kusama opnieuw naar haar thuisland afreisde, in Tokio ging ze in de Studio Bungei-Shunjyu (1969, Afb.69) mensen gaan beschilderen met haar ondertussen vermaarde dots. 1970 Vanaf de jaren zeventig kunnen we opmerken dat de activiteiten die Yayoi Kusama organiseert en de evenementen waaraan ze zal deelnemen in snel tempo zullen afnemen. Opvallend is ook dat in de diverse bronnen amper een notie wordt weergeven van wat zich vanaf de jaren zeventig omgaat met het leven en werk van Yayoi Kusama. In 1970 zal Yayoi Kusama verscheidene keren naar Japan afreizen en dit om daar haar happenings en performances voor te stellen.229 Al de evenementen die ze hier organiseerde werden, net zoals in New York stopgezet door de autoriteiten.230 Op 24 april wordt in Nederland de tentoonstelling Zero-Unexecuted voorgesteld en dit op de afdeling kunstgeschiedenis aan de Amsterdamse universiteit.231 Deze tentoonstelling handelt over de afgelaste tentoonstelling Zero-op-Zee uit 1966, op deze tentoonstelling zullen voornamelijk maquettes en ontwerpen tentoongesteld worden van de projecten die hier
228 ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, pp.10-41.
229
HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 67. 230 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 67.
231
KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 184.
58
gepland waren. Van Yayoi Kusama wordt een brief waar een schets voor de plannen van een Love Room (1965, Afb. 70) op stonden afgebeeld voorgesteld.232 1971 In 1971 zal de bekendheid van Yayoi Kusama al volledig over zijn hoogtepunt heen zijn. Yayoi Kusama die steeds enorm veel belang hechte aan haar populariteit en in archieven elk artikel dat ooit over haar verscheen behield moet tot de conclusie komen dat in dit jaar geen enkele publicatie aan haar of aan haar werken zal worden gewijd.233 Deze stilte rond Yayoi Kusama zal nog heel lang blijven verder duren, het is pas vier jaar later in 1975 dat Yayoi Kusama voor het eerst opnieuw zou betrokken worden bij een groepstentoonstelling.234 De echte herontdekking van Yayoi Kusama zou echter nog veel langer op zich laten wachten.235 In november van dit jaar zal het de eerste editie van het erotische filmfestival in New York doorgaan, Yayoi Kusama zal deelnemen met haar Self-Obliteration film die ze maakte samen met Jud Yalkut .236 De enige onderneming die Yayoi Kusama dit jaar zal opstarten is het oprichten van een firma die handelt in kunst van de grote Europese kunstenaars zoals Picasso en Monet, dit gebeurde onder de naam Yayoi Kusama Art Support Co. .237 Dit initiatief draait jammer genoeg uit op
232 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 184. 233 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.68.
234 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 184. 235 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.68. 236 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 184. 237
N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 292.
59
een grote mislukking en dit door toedoen van het olie-embargo, in 1974 worden de boeken definitief toegedaan.238
2.1.1.3 De terugkeer naar Japan 1973 De datum van de exacte terugkeer van Yayoi Kusama naar Japan is onzeker, sommige bronnen vermelden 1973.239 Anderen verwijzen naar 1972 als datum van haar definitieve terugkeer.240 Ook moet er op gewezen worden dat enkele bronnen wel 1973 aangeven als retour datum maar eraan toevoegen dat ze tussen 1973 en 1975 nog enorm veel reisde tussen Japan, Europa en Amerika en dat ze pas definitief terug zal keren naar Japan in 1975.241 1975 Een ding staat vast in 1975 zou Yayoi Kusama Japan definitief als vaste residentie uitkiezen, dit is het jaar waarin ze zich vrijwillig liet interneren in de psychiatrische instelling Seiwa in Tokio.242 Op 24 januari zal de eerste tentoonstelling waar Yayoi Kusama aan zal deelnemen in een lange tijd open.243 Contemporary Art from the College Collection gaat door in de Jaffefriede
238 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 184. 239 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.68. 240
N.N., ‘An Abbreviated Biography’ in: N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s: Paintings, sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus], New York, Paula Cooper Gallery, 03.05.1996-21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996, s.p. 241 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 292. 242 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 292. 243
KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 184.
60
Gallerij in Hanover.244 In deze tentoonstelling zal Accumulation No. 2 (1962, Afb. 20) tentoongesteld worden.245 In Japan zal Yayoi Kusama een solotentoonstelling organiseren getiteld Message of Death from Hades.246 Yayoi Kusama zal niet als grote kunstenares terugkomen naar Japan, gedurende haar jaren in New York en alle happings die ze daar organiseerde bouwde ze in haar thuisland een slechte reputatie op.247 1976 Op 20 december zal een werk van haar opgenomen worden in een tentoonstelling die zich richt tot de vroegere artiesten van de Brata Gallery.248 De tentoonstelling zal de volgende titel hebben: Tenth Street Days: The Co-ops of the 50s.249 1977 Ook tijdens haar internering zal Yayoi Kusama actief kunst blijven creëren. Slechts enkele honderden meters verwijderd van de instelling zal Yayoi Kusama haar atelier inrichten.250 De psychiatrische instelling waarin ze verblijft zal haar vaste woonplaats worden.251
244 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 184. 245
KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 184. 246
N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 292. 247 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 33.
248 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 185. 249
KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 185.
61
Yayoi Kusama zal steeds wel aan enkele kleine tentoonstellingen blijven meewerken zoals aan de tentoonstelling Improbabla Furniture aan het instituut van contemporaine kunst in Pennsylvania, Philadelphia.252 Aan deze tentoonstelling neemt ze opnieuw deel met Accumulation No. 2 (1962, Afb. 20).253 Maar in dit jaar zal Yayoi Kusama opnieuw een eigen tentoonstelling inrichten Obsessional Art. A Requiem for Death and Life. en dit in de Osaka Formes Gallery.254 1978 In 1978 zal het eerste boek van Yayoi Kusama gepubliceerd worden en dit onder de titel Manhattan Suicide Addict.255 Dit boek dat fungeert als een soort van pseudoautobiografie, werd een groot succes en zal Yayoi Kusama als het ware herintroduceren in de kunstwereld.256 In Hanover zal opnieuw het werk Accumulation No. 2 (1962, Afb. 20) voorgesteld worden en dit op de Acquisitions 1974-1978 tentoonstelling.257
250 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 292. 251 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 33. 252 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 185. 253
KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 185. 254
N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 293. 255 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 293. 256 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.68
257
KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 185.
62
1979 De volgende tentoonstelling zal opnieuw plaatsvinden op het Europese vasteland ditmaal in Zurich. Gedurende Weich und Plastisch/ Soft Art zal opnieuw Accumulation No. 2 (1962, Afb. 20) voorgesteld worden en dit samen met een onderdeel van haar Driving Image Show.258 1980 Langzaam maar zeker zal Yayoi Kusama opnieuw iets meer aandacht krijgen in de kunstwereld en dit voornamelijk tijdens groepstentoonstellingen. Op 24 April zal haar TenGuest Table (1963, Afb. 26) voorgesteld worden op de International Moderns from the Permanent Collection en dit in het Chrysler Museum in Virginia.259 Hier moet opgemerkt worden
dat
er
nergens
geen
nieuwe
werken
tentoongesteld
worden
op
deze
groepstentoonstellingen. Op 14 augustus zal Yayoi Kusama nogmaals een eigen solotentoonstelling organiseren en dit in een warenhuis in Nango, Japan.260 Hier zullen oudere werken tentoongesteld worden die onafgewerkt werden meegebracht uit New York en die Yayoi Kusama zoveel jaar later vervolledigde na haar terugkeer naar haar thuisland, Japan.261 1981 In 1981 zullen enkele werken van Yayoi Kusama toegevoegd worden aan een overzichtstentoonstelling die handelt over twee decennia van Japanse hedendaagse kunst.262 258 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 185. 259
KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 185. 260
KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 185. 261 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 185. 262 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 185.
63
Deze tentoonstelling met de toepasselijke titel Two Decades of Contemorary Japanese Art, zal werken van Yayoi Kusama tentoonstellen tussen de werken van dertig andere Japanse contemporaine kunstenaars.263 1982 In maart 1982 zal Yayoi Kusama een solotentoonstelling inrichten die zich toespitst op haar oudere werken.264 Deze tentoonstelling zal plaatsvinden in de Fuji Television Gallery in Tokio.265 Op 9 december van dit jaar zal er in de Galleria d’Arte del Navigli te Milaan, de galerist van deze galerie kende ze reeds uit de jaren zestig, een fototentoonstelling plaatsvinden die handelt over Narcissus Garden (1966, Afb. 42, 43 & 44 ).266 Uit het verdere oeuvre dat Yayoi Kusama zal ontwikkelen zien we dat ze voornamelijk trouw blijft aan de vormtaal die ze ontwikkelde tijdens haar verblijf in New York, gedurende de rest van haar carrière kan men grofweg zeggen dat ze steeds trouw zal blijven aan haar typerende stijl en slecht af en toe nieuwe elementen zal toevoegen.267 Uit het werk Leftover Snow in the Dream (1982, Afb. 71) kunnen we opmaken dat Yayoi Kusama zal vasthouden aan haar fallusvormen maar deze tussen veel groter stuffed objects plaatst.
263
KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 185. 264
N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 293. 265 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 185. 266 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 185. 267 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.68
64
1983 In 1983 zal Yayoi Kusama haar tweede boek Christopher Gay Brothel voorstellen, dit boek zal enorm veel succes oogsten en uiteindelijk bekroond worden met een enorm prestigieuze literatuurprijs, het betreft hier de tiende literaire prijs voor opkomende schrijvers.268 Rond deze periode zullen de groepstentoonstellingen waarin enkele werken van Yayoi Kusama gepresenteerd worden opnieuw stijgen, in Japan maar voor het eerst ook opnieuw in Amerika.269 In Tokio zal nogmaals een tentoonstelling georganiseerd worden die handelt over het oudere werk dat Yayoi Kusama ontwikkelde gedurende haar verblijf in New York en dit in de Jardin de Luseine.270 Ook in Nederland zal Yayoi Kusama opnieuw in de belangstelling komen te staan, Galerie Orez presenteert Yayoi Kusama: 1950-1970, niet minder dan 42 werken zullen hier tentoongesteld worden.271 Zoals kan afgeleid worden uit de titel gaat het hier opnieuw om oudere werken van Yayoi Kusama, voor de nieuwe werken is nog steeds weinig belangstelling.272 In Japan zal Yayoi Kusama ondertussen performances blijven organiseren. Een van deze performances die in geen enkel biografisch werk of tekst terug te vinden werd, vond plaats in The Video Gallery Scan in Tokio. Tijdens deze performance Polka-Dots Obliteration (1983,
268 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 293. 269 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 185. 270 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 185. 271 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 185. 272
KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 185.
65
Afb. 72 & 73) zien we dat, ondanks de titel van de performance doet vermoeden dat Yayoi Kusama de ruimte niet met dots zal bewerken maar met een wirwar van organische lijnen. 1984 Collectie Becht zal voorgesteld worden in het Stedelijk Museum in Amsterdam, hier worden enkele accumulations komen.
zowel de twee- als driedimensionale varianten zullen aan bod
273
Op 24 September zal er voor het eerst in lange tijd opnieuw werk van Yayoi Kusama te bewonderen zijn in New York in het Whitney museum of American Art.274 En dit in de tentoonstelling Blam! The Explosion of Pop, Minimalism, and Performance, 1958-1964, op deze tentoonstelling zullen enkele werken van Yayoi Kusama getoond worden naast die van Jasper Johns, George Segal, Claus Oldenburg, Robert Rauschenberg en natuurlijk Andy Warhol.275 In 1984 zal Yayoi Kusama een nieuw element toevoegen aan haar beeldtaal, de kunstenares zal sculpturen blijven creëren door stoffen te gaan naaien en opvullen maar voor het eerst zullen we zien dat ze afstand neemt van de fallus vorm. Dit nieuwe werk zal Yayoi Kusama clouds (1984, Afb. 74) titelen. 1985 In 1985 zal opnieuw slechts één groepstentoonstelling een werk opnemen van Yayoi Kusama en dit in Oxford aan het Museum of Modern Art.276 Reconstructions: Avant-Garde Art in Japan, 1945-1965 zal ook nog naar Edinburgh reizen in 1986.277
273 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 186. 274
KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 186. 275 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 186. 276 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-
66
Ook in 1985 zal Yayoi Kusama performances blijven uitvoeren. De performance The Flowers of Basara (Extravagance) (1985, Afb. 75) zal ons een dansende Yayoi Kusama tonen tussen kersenbomen in volle bloesem, een belangrijke gebeurtenis in Japan rondom de kunstenares zal men zien dat zowel de kunstenares als de bomen gewikkeld werden in een structuur van linten. Deze performance vond plaats aan de Joshin-ji tempel in Tokio. 1986 In 1986 zal voor het eerst een tentoonstelling georganiseerd worden die de focus legt op de recentere werken van Yayoi Kusama.278 Yayoi Kusama, zal doorgaan in het Musée Muncipal in Dole Frankrijk, en zal nadien nog verder doorreizen naar het Musée des Beaux-Arts in Calais.279 Vanaf 1986 kunnen we opmerken dat Yayoi Kusama steeds meer en meer respect krijgt voor de enorme weg die ze aflegde als Japanse kunstenares binnen zowel de Japanse, Amerikaanse als Europese avant-garde. Een Infinity Net en één van haar sculpturen zullen opgenomen worden in de tentoonstelling Japon des Avant-Garde, 1910-1970 een tentoonstelling die doorgaat in het Musée National des Arts Moderne, Centre George Pompidou in Parijs.280 De werken van Yayoi Kusama worden hier tentoongesteld tussen voorname Japanse kunstenaars zoals On Kawara en Shuzo Takiguchi waar ze reeds vroeger op regelmatige basis contacten mee had.281
08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 186. 277 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 186. 278 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 293. 279
N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 293. 280 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 186. 281 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-
67
1987 In dit jaar zal in Japan een grote overzichtstentoonstelling, niet minder dan 45 jaar van kunstschepping zal men hier trachten toe te lichten, georganiseerd worden ter ere van het oeuvre van Yayoi Kusama en dit in het Stedelijke Kitakyushu Museum.282 In Europa zullen opnieuw enkele groepstentoonstellingen plaatsvinden die werken van Yayoi Kusama in hun catalogi opnemen, onder meer in Oostenrijk en Frankrijk.283 1988 Vanaf 1988 zien we de groepstentoonstellingen waarin werken voorgesteld worden van Yayoi Kusama exponentieel groeien. Vanaf hier zullen slechts de meest kunsthistorisch relevante werken voorgesteld worden. 1989 In september van dit jaar zal een van de tot dan toe grootste overzichtstentoonstellingen over Yayoi Kusama georganiseerd worden, Yayoi Kusama: A Retrospective zal doorgaan in het Center for International Contemporary Arts, het
CICA in New York.284 Tijdens deze
tentoonstelling zullen diverse werken van Yayoi Kusama voorgesteld worden, gaande van haar Pacific Ocean ( 1959, Afb. 9 ), Accumulation (1963, Afb. 27) tot haar Airmail Stickers (1962, Afb. 21).285 Onder meer door deze tentoonstelling zal Yayoi Kusama steeds meer aandacht genieten in haar vroegere woonplaats New York, ook de kunstrecensenten vinden
08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 186. 282 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 186. 283 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, pp. 186-187. 284 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 293. 285
N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 293.
68
Yayoi Kusama en haar oeuvre terug. Roberta Smith die een recensie schreef voor The New York Times over deze tentoonstelling duidt ons op een belangrijke problematiek binnen de geschiedenis van Yayoi Kusama, hoe kan het dat deze ooit zo populaire vrouw zo snel vergeten werd?286 Ze stelde dit als volgt : “The 1960s are not so long ago, yet the art history of the period already has its gaps”.287 Op 5 November zal In Context: Yayoi Kusama, Soul-Burning Flashes van start gaan en dit in het Museum of Modern Art in Oxford. Opnieuw zullen niet enkel de oudere werken van Yayoi Kusama voorgesteld worden, naast de selectie van Infinity Nets zal het merendeel van de expositie bestaan uit werken van de jaren 70 en 80, het moment waarop de kunstenares terugkeerde naar Japan.288 1992 In 1992 zal opnieuw een retrospectieve tentoonstelling georganiseerd worden in Japan, de aandacht van Japan, het thuisland zal opnieuw enorm groot worden. Yayoi Kusama: Bursting Galaxies (1992, Afb. 76) zal een overzicht geven van het begin van haar carrière tot op het heden.289 1993 In 1992 zal Yayoi Kusama de eer krijgen om Japan te gaan vertegenwoordigen op de 45ste Biënnale van Venetië, dit was totaal geen evidentie, ze was de eerste vrouwelijke kunstenares en bovendien de eerste individuele kunstenaar die dit ooit mocht doen.290 Akira Tatehata werd 286 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 293. 287 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 293. 288 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 187. 289 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 188. 290
N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 293.
69
aangesteld als hoofdcommissaris van het Japanse paviljoen waarin Yayoi Kusama de enige hoofdrol zou toebedeeld krijgen.291 In dit paviljoen zal een miniretrospectieve worden ingericht, met schilderijen, collages en sculpturen.292 Net zoals 27 jaar geleden bij haar eerste onofficiële deelname aan de Biënnale van Venetië met Narcissus Garden (1966, Afb. 42, 43 & 44 ) zal de versmelting tussen Yayoi Kusama en haar kunstwerken opnieuw een hoogtepunt bereiken, en dit via een performance die ze hield in haar Mirror Room (pumpkin) (1991, Afb. 77, 78 & 79).293 Volgens Laura Hoptman zou deze installatie Mirror Room (pumpkin) speciaal voor de Biënnale ontworpen zijn, maar na onderzoek uit fotomateriaal blijkt dat dit ontwerp reeds in 1991 werd uitgevoerd in het Hara Museum of Modern Art in Tokio. Met dit optreden op de Biënnale is de herwaardering van Yayoi Kusama een feit. 1994 Op 22 april gaat in het Shisana Art museum opnieuw een overzichttentoonstelling open over het oeuvre van Yayoi Kusama.294 In 1994 en de jaren die hier opvolgen zal er na de explosie van aanwezigheid van de werken van Yayoi Kusama in groepstentoonstellingen ook een enorme expansie plaatsvinden van solotentoonstellingen die zich richten tot het oeuvre van Yayoi Kusama. Al deze tentoonstellingen zullen niet meer aangehaald worden, op uitzonderingen van enkele enorm belangrijke tentoonstellingen na, om dit onderdeel niet nodeloos lang te maken. Deze tentoonstellingen zullen plaatsvinden in Japan, Amerika en Europa en dit vaak op plaatsen waar Yayoi Kusama in haar vroegere leven reeds aanwezig was. Maar ook buiten deze contreien zal de belangstelling langzaam maar zeker aangewakkerd worden. De band tussen deze galeries, musea of andere instellingen zou opnieuw aangehaald worden.
291 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.74. 292 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 188. 293 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.74. 294
N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 293.
70
1996 Op 30 januari zal de tentoonstelling Inside the Visible: An Elliptical Traverse of 20th-Century Art zijn deuren openen en dit in Boston.295 Deze tentoonstelling word hier expliciet vermeld omdat het een van de eerste grote tentoonstellingen is waaraan Yayoi Kusama meewerkt die zich specifiek richt op kunst die gerealiseerd werd door vrouwen.296 Bovendien werd deze tentoonstelling mede mogelijk gemaakt door de Belgische Kanaal Art Foundation. 297 De volgende tentoonstelling richtte zich specifiek tot de werken die Yayoi Kusama had gerealiseerd in de jaren 50 en 60. Yayoi Kusama: The 1950s and 1960s toonde zich ongekend in kwaliteit en omvang van het gepresenteerde werk.298 Deze tentoonstelling die doorging in de Paula Cooper Gallery in New York in mei van dit jaar werd meer dan enthousiast onthaald door critici en recensenten, een van deze recensenten is opnieuw Roberta Smith voor de New York times zij pent het volgende neer in haar recensie: “The Cooper Show is an amazing mix of references and sources, given the continuity of Ms. Kusama’s style. Her accumulating technique has enabled her to flit among media and cultures with the greatest of ease, mixing East and West, insider and outsider in the process.”299 Slechts enkele dagen na de opening van Yayoi Kusama: The 1950s and 1960s ging in het Centre Pompidou in Parijs een groepstentoonstelling open onder het curatorschap van
295 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 189. 296 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 189. 297 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 189. 298 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 293. 299
N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 293.
71
Rosalind Krauss en Yves-Alain Bois.300 Deze tentoonstelling L’informe: Mode D’emploi werd geïnspireerd door de geschriften van Georges Bataille en zijn concept van het vormeloze.301 1998 De volgende grote overzichtstentoonstelling die zou plaatsvinden was Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 en dit in het Los Angeles County Museum of Art (LACMA) zoals reeds blijkt op te maken uit de titel zal deze tentoonstelling zich richten tot de periode waarin Yayoi Kusama in New York verblijft.302 Deze tentoonstelling kwam tot stand door Laura Hoptman van het MoMa in New york en Lynn Zelevansky van het LACMA zelf.303 Op deze tentoonstelling was Yayoi Kusama zelf aanwezig uit de bijgevoegde afbeelding zien we dat ze meer dan dertig jaar na datum nogmaals plaatsneemt tussen haar Narcissus Garden (19661998, Afb. 80). Bovendien werd deze tentoonstelling vergezeld door een uitgebreide en heldere tentoonstellingscatalogus die de basis vormde voor belangrijke informatie binnen dit onderzoek. Hier moet aan toegevoegd worden dat deze catalogus een van de weinige bronnen bleek te zijn die op een kritische manier met de (auto)biografie van Yayoi Kusama omging. 1999 Voor het eerst zal er een tentoonstelling zijn die zicht niet voornamelijk zal toeleggen op de kunstontwikkeling van Yayoi Kusama tijdens haar verblijf in New York. De tentoonstelling In Full Bloom: Yayoi Kusama, Years in Japan georganiseerd in het museum voor hedendaagse kunst in Tokio zal al onderwerp kiezen, zoals blijkt uit de titel, de periode voor
300 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 190. 301 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 190. 302 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 294. 303
N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 294.
72
en na het verblijf van Yayoi Kusama in New york.304
Deze tentoonstelling zal samen
georganiseerd worden met Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 en zal op deze manier een enorme retrospectieve vormen van het oeuvre van Yayoi Kusama.305 Op deze unieke tentoonstelling zal men bovendien voor het eerst werken uit Yayoi Kusama’s kindertijd kunnen bewonderen.306 2000 November 2000 zal de startdatum zijn van de grote tentoonstelling Yayoi Kusama. Deze tentoonstelling zal op vier plaatsen halt houden, zowel in Frankrijk, Denemarken, Oostenrijk en Korea.307 De tentoonstelling kwam tot stand door een samenwerking van Kusama’s studio en Le Consortium in Djion.308 Ook bij deze tentoonstelling hoorde een meer dan lijvige tentoonstellingscatalogus, deze catalogus zal zich echter niet toespitsen op artikels of essays die handelen over het werk van Yayoi Kusama maar zal eerder een overzicht van haar leven tonen door middel van beelden. Op deze tentoonstelling wordt veel van Yayoi Kusama’s recentere werk voorgesteld zoals Infinity Mirror Room: Fireflies on the Water (2000, Afb. 81) en Dots obsession (2000, Afb. 82). 2004 Kusamatrix, georganiseerd in het Mori museum in Tokio zou de meest succesvolle solotentoonstelling worden die tot nu toe georganiseerd werd, er kwamen niet minder dan een half miljoen bezoekers op af. 309
304 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 294. 305 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 294. 306 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 294. 307
N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 294. 308 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 294. 309 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of
73
2007 In 2007 zal een van de verscheidene versies van Dots Obsession georganiseerd worden, deze tentoonstelling zal onder meer reizen langs München, Parijs en naar het toen pas geopende Wiels in Brussel.310 In het Wiels in Brussel zal ze halt houden in 2008. Op deze Dots Obsession (2007-2008, Afb. 83, 84 & 85) zal het vermenigvuldigen van de dots tot een hoogtepunt worden herleid, hele ruimtes zullen gevuld worden met roze dots die op hun beurt werden bekleed met zwarte dots, ook de spiegelkamers zullen getransformeerd worden en gevuld worden met de roze en zwarte dots. 2008 In juni 2008 zal de eerste film voorgesteld worden die handelt over Yayoi Kusama. Het betreft hier een documentaire met de titel Yayoi Kusama. I Adore Myself ( 2008, Afb.86).311 2009-2010 Yayoi Kusama Mirrored Years vormt nogmaals een solotentoonstelling, ze zal van start gaan in het museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam.312 Deze tentoonstelling zal zich richten tot een voorstelling van zowel het oudere als het meer recente werk van Yayoi Kusama. Onder meer Aggregation: One Thousand Boats Show (1963, Afb. 24), Narcissus Garden (1966, Afb. 42, 43 & 44 ), Clouds (1984, Afb. 74), Infinity Mirror Room: Fireflies on the Water (2000, Afb. 78), Infinity Mirror Room-Phalli’s Field (1965, Afb. 37 & 38) en The Moment of Regeneration (2004, Afb. 87). Ook deze tentoonstelling zal vergezeld worden van een tentoonstellingscatalogus, deze catalogus zal trachten om zowel een enorme rijkheid aan
Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 294. 310 N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 294. 311
N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 294. 312
N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 294.
74
beeldmateriaal tentoon te spreiden als een kritische lezing aan het licht brengen omtrent Yayoi Kusama.
2.1.2 Artistieke context Wat typerend is voor Yayoi Kusama is de manier waarop zij haar omgeving en de aankomende tendensen in zich opneemt en verwerkt in haar eigen stijlidioom. Dit maakt ook dat Kusama gerekend wordt tot nagenoeg alle kunststromingen van deze periode, van Pop Art tot Minimalisme van Nouvelle Tendence tot Nul van abstract expressionisme tot surrealisme. Binnen dit onderdeel zullen we ons zowel richten tot de artistieke context waarin Yayoi Kusama opgroeide in Japan als tot de context waarin ze zich begaf gedurende haar verblijf in New York. In Japan zou Yayoi Kusama in eerste instantie leren kennis maken met de Nihonga schilderkunst. De Nihonga schilderkunst is een typische Japanse kunstvorm die ontstaan is aan het einde van 1880. Tot 1945 zou de Nihonga de officiële Japanse kunstvorm zijn en bovendien de enige kunstvorm waar Yayoi Kusama in haar buurt in onderwezen kon worden.313 Na de experimenten met de Nihonga stijl zou Yayoi Kusama al snel overstappen naar de yōga stijl. Toch moet hieraan toegevoegd worden dat deze Nihonga opleiding duidelijk zijn sporen zal nalaten in de verder kunstontwikkeling van Yayoi Kusama, de enorm typerende lineariteit zal kenmerkend blijven voor haar oeuvre.314 Maar als snel zou ook de verwesterde yōga stijl Yayoi Kusama gaan vervelen.315 Yayoi Kusama zou op zoek gaan naar nieuwe kunstvormen om uitdrukking te geven aan zichzelf. Deze experimenten in haar zoektocht naar nieuwe uitdrukkingsvormen zouden haar al snel naar de avant-garde kunst leiden. De avant-garde kent twee verschillende namen in Japan, enerzijds hebben we het letterlijk vertaalde abangyarudo en anderzijds de term gendai bijutsu die eerder op de actuele
313 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 65.
314 TATEHATA A., ‘Kusama as Autonomous Surrealist’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 61.
315 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 14.
75
kunst in het algemeen duidt.316 In de loop van de twintigste eeuw zouden de ogen van de moderne Japanse kunstenaars steeds meer en meer gericht worden op de kunstontwikkelingen in Europa.317 Na de tweede wereldoorlog zouden er zich al snel twee dominante moderne kunstvormen ontwikkelen in Japan. Yayoi Kusama zou zich aan geen enkele van deze kunstvormen binden, doch moet er hier aan toegevoegd worden dat haar kunst stilistisch maar toenadering zoekt met de surrealistische groep onder leiding van Shuzo Takiguchi dan met de Gutai kunst groep, die eerder de richting van de action painting zou uitgaan onder leiding van Jiro Yoshihara.318 Yayoi Kusama beweert nog steeds dat zij geen enkele weet had van deze ontwikkelingen binnen de Japanse kunstwereld en al helemaal niet van de surrealistische ontwikkelingen op zich. Zoals reeds eerder werd aangehaald zal dit nooit bevestigd noch weerlegd kunnen worden. Op basis hiervan wordt zij nog steeds beschouwd als een autonoom surrealist.319 Maar de werken die Yayoi Kusama aan het einde van de jaren vijftig realiseerde meer specifiek haar tekeningen worden al gezien als “zero-uitingen avant-la-date.”320. Eens Yayoi Kusama in New York zou aankomen zouden de invloeden van buitenaf veel groter worden. De kunstscène in New York was enorm groot en de invloeden zouden dan ook onafwendbaar zijn. Toch moet hieraan worden toegevoegd dat Yayoi Kusama zichzelf steeds als een outsider beschouwde en continu verklaart dat ze zich enorm goed voelt binnen de classificatie van outsider.321 Gedurende de jaren zestig was Yayoi Kusama, ondanks het feit dat zij gevestigd was in New York, vaker betrokken bij Europese tentoonstellingen dan bij Amerikaanse.322 Zo onderhield ze in Europa nauwe contacten met Henk Peeters van de Nul
316 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 14. 317 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 14. 318 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 15. 319 TATEHATA A., ‘Kusama as Autonomous Surrealist’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 63. 320
VAN GARREL B., ‘De bandenloze liefde van Kusama’, in: Haagse Post, 11.11.1967, s.p.
321 TATEHATA A., ‘Akira Tatehata in conversation with Yayoi Kusama’ (1965), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 11.
322 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 43.
76
groep, alsook met Lucio Fontana, Yves Klein en Pierre Manzoni.323 Doch zouden de invloeden, die ze ongetwijfeld ondervond, voor een groot deel afkomstig zijn uit de Amerikaanse kunstwereld. In New York zou Yayoi Kusama enorm veel vrienden leren kennen die later representatief zouden worden voor de Amerikaanse kunst van die tijd, onder meer Donald Judd, Frank Stella, Eva Hesse en nog vele anderen.324 Een van de eerste personen die ze in New York zou leren was Donald Judd deze relatie zou snel groeien en al snel vormden beiden een koppel, op het moment van de ontmoeting was hij aan zijn studies bezig aan de Columbia Universiteit en was hij nog niet begonnen met het ontwikkelen van een eigen oeuvre.325 Vanaf 1 september 1961 tot 1964 woonde Yayoi Kusama op 53 East 19th Street.326 Haar bovenbuur in dit gebouw was de reeds eerder vermelde Donald Judd, in het gebouw naast haar woonde toen Eva Hesse samen met haar ex-man Tom Doyle. Op dit moment had Donald Judd net zijn Masterstudies afgerond en was zijn voornaamste bezigheid het schrijven van kunstrecensies, onder meer over de tentoonstellingen van Yayoi Kusama.327 Zowel in het oeuvre van Donald Judd als dat van Eva Hesse zullen er elementen aanwezig zijn die ook aanwezig waren binnen de werken van Yayoi Kusama. Zo moeten we opmerken dat een van de kenmerken van het oeuvre van Donald Judd na 1964, de herhaling reeds veel langer aanwezig was in het oeuvre van Yayoi Kusama.328
323 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 43.
324
HOPTMAN L., ‘An Introduction’, in: PEYTON-JONES J. (ed.), Yayoi Kusama., Londen, Serpentine Gallery i.s.m. Selfridges&Co, 26.01.2000-19.03.2000, s.p.
325 TATEHATA A., ‘Akira Tatehata in conversation with Yayoi Kusama’ (1965), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), pp. 1112. 326 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 81.
327 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 81. 328
YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 81.
77
Een tweede belangrijke relatie voor Yayoi Kusama zou de relatie zijn met de kunstenaar Joseph Cornell, deze band zou meer dan tien jaar geduurd hebben.329 Het belang van de aanwezigheid van Joseph Cornell in het leven van Yayoi Kusama richt zich niet tot het uitwisselen van artistieke invloeden maar eerder tot een gevoel van verbondenheid. Yayoi Kusama beschreef Joseph Cornell in haar interview met Akira Tatehata als een outsider, een rol waarin ze zichzelf ook steeds zou plaatsen.330 Met nagenoeg alle personen die Yayoi Kusama ontmoette in de Verenigde staten zou de relatie al snel vrij ambivalent worden. De problematiek van het ontstaan van een idee en het toekennen zal hier steeds mee te maken hebben. Ook in de relatie met Donald Judd zou dit al snel het geval blijken te zijn, in een interview met Akira Tatehata verklaarde Yayoi Kusama dat het gedurende de periode dat ze samen woonden soms moeilijk zou zijn om te onderscheiden aan wie de werken toebehoorden.331 Zij hielp hem met het bedenken van ideeën, hij zou haar helpen met het verwezenlijken van die ideeën.332 Vanaf 1 september 1961 tot 1964 woonde Yayoi Kusama op 53 East 19th Street.333 Haar bovenbuur in dit gebouw was de reeds eerder vermelde Donald Judd in het gebouw naast haar woonde toen Eva Hesse samen met haar ex-man Tom Doyle. Op dit moment hielp Donald Judd Yayoi Kusama nog regelmatig met het realiseren van haar kunstwerken zo zou hij een van de zetels hebben meegebracht die later de basis vormden voor een accumulation en zou hij haar geholpen hebben met het naaien van de verschillende lapjes stof die dan de fallussen zouden vormen.334 Yayoi Kusama zou, naar eigen zeggen, ook steeds een grote bron van inspiratie gevormd hebben voor Donald Judd.335 Donald Judd erkend zelf dat Yayoi Kusama vaak een bron van 329 TATEHATA A., ‘Akira Tatehata in conversation with Yayoi Kusama’ (1965), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 11. 330 TATEHATA A., ‘Akira Tatehata in conversation with Yayoi Kusama’ (1965), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 11. 331 TATEHATA A., ‘Akira Tatehata in conversation with Yayoi Kusama’ (1965), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 13. 332 TATEHATA A., ‘Akira Tatehata in conversation with Yayoi Kusama’ (1965), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 13. 333
YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 81.
334 TATEHATA A., ‘Akira Tatehata in conversation with Yayoi Kusama’ (1965), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 13. 335 TATEHATA A., ‘Akira Tatehata in conversation with Yayoi Kusama’ (1965), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 13.
78
inspiratie was voor hem.336 Yayoi Kusama zou ook verantwoordelijk zijn voor de eerste contacten tussen Donald Judd en de kunsthandelaar Richard Bellamy van de Green Gallery. De Green Gallery was een belangrijke verzamelplaats voor de ontluikende New Yorkse kunstenaars, niet enkel Yayoi Kusama en Donald Judd zouden hier regelmatig werken voorstellen maar ook Andy Warhol en Claus Oldenburg. De relatie met Andy Warhol verliep veel minder mooi dan met Donald Judd, ook al vertoeven ze regelmatig in dezelfde kringen, Yayoi Kusama zou steeds een gevoel van concurrentie met hem hebben gehad. Yayoi Kusama begon met het weergeven van alledaagse objecten in haar typerende repetitieve patroon in collages vanaf 1960-1961, een van deze werken betreft Airmail Stickers (1962, Afb. 21).337 Het eerste werk dat Andy Warhol creëerde dat gebruik maakt van de twee elementen, dagelijkse objecten en herhaling dateert uit december 1961 of Januari 1962, de meningen hierover zijn verdeeld. Sowieso wordt dit werk dus al later gedateerd, dan toen Kusama de twee elementen van herhaling en dagdagelijkse objecten introduceerde. Natuurlijk is het uitermate belangrijk om aan te vullen dat Kusama wel de feitelijke objecten verwerkte in haar werken en dat Warhol ze voorstelde in zijn zeefdrukken, en veel meer belang hechte aan het concept van de massaconsumptie.338 Toch lijkt er voor sommige auteurs en hoogstwaarschijnlijk voor Kusama zelf ook geen twijfel mogelijk dat Warhol de werken van Kusama zag voor hij zelf aan zijn zeefdrukken begon. Dit idee wordt ondersteund door Donald Judd, die zich herinnerde dat de collages van Kusama werden voorgesteld in een groepstentoonstelling waar ook Andy Warhol op dat moment exposeerde.339 Claus Oldenburg, in tegenstelling tot Donald Judd, zou de gelijkenissen tussen de werken van beide kunstenaars steeds zoveel mogelijk ontkrachten. Dit niettegenstaande dat Yayoi
336 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 81. 337 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 78. 338 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 20. 339
YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, pp. 78-79.
79
Kusama reeds in juni 1962 haar eerste soft sculptures zou voorstellen in de Green Gallery, op deze tentoonstelling was Claes Oldenburg met zekerheid aanwezig.340 Claes Oldenburg zou zijn eerste soft sculpters voorstellen in dezelfde Green Gallery en dit in september 1962.341 Ook Eva Hessa liet zich inspireren door de werken van Yayoi Kusama, de kunstenares zelf vertelt hier niets over, maar haar toenmalige man en zodoende ook buur van Yayoi Kusama Tom Doyle herinnerde zich nog goed hoe hij samen met zijn vrouw de studio van Yayoi Kusama bezocht in het najaar van 1962.342 Tom Doyle stelt het volgende met betrekking tot de overeenkomsten tussen het oeuvre van zijn ex-vrouw en Yayoi Kusama: “That kind of compulsiveness about the work later enabled Eva to do the very compulsive work that she did.”343 In de Verenigde Staten wordt Kusama vaak tot de minimalisten gerekend, het monochrome en non-compositorische van de witte Infinity Net zoals No. D (1959, Afb. 10 ) vertonen inderdaad gelijkenissen met de werken van de minimalistische beweging.344 Maar ook het werk No. B. 3 (1961, Afb. 17 ) vertoont enige gelijkenis met de minimalistische esthetiek.345 Natuurlijk mogen ook gelijkenissen met de Pop Art niet vergeten worden in deze scriptie, het gegeven dat bepaalde onderdelen van het oeuvre van Yayoi Kusama vergeleken wordt met het oeuvre van Andy Warhol spreekt hier eigenlijk al voor zich. De eerder voorgestelde collages die Yayoi Kusama realiseerde zoals Accumulation of Stamps No. 63 (1962, Afb. 22) vertonen
340
YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 84. 341 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 85. 342 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 81. 343 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 81. 344 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, pp. 18-20. 345 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 21.
80
duidelijke gelijkenissen met het gebruiken van populaire dagdagelijkse elementen zoals die terug te vinden zijn in de Pop Art. In Europa werd Yayoi Kusama vaak uitgenodigd om deel te nemen aan de tentoonstellingen van zowel de Nul, Zero en Nouvelle Tendence bewegingen, zoals blijkt uit het biografische onderzoek. Grote gelijkenissen zijn er overduidelijk met de artiesten van de voorgenoemde bewegingen, onder meer in het gebruik van materialen, kleur en vormtaal.346 Laura Hoptman maakt een duidelijke analyse met betrekking tot de gelijkenissen maar ook met betrekking tot de verschillen tussen Yayoi Kusama en de artiesten van de Europese avant-garde. De gelijkenissen zijn onmiddellijk duidelijk, belangrijker zijn de grote verschillen. Laura Hoptman stelt dat het verschil hem voornamelijk bevindt in het ontstaan van de werken an sich en de mode d’emploi waar de kunstenaars van de Nul, Zero en Nouvelle Tendence bewegingen onder meer vertrekken vanuit het ontdoen van elk relationeel element tussen kunst en kunstenaar, vertrekt Yayoi Kusama van een hoogst persoonlijke individuele belevenis.347 Hieruit valt al onmiddellijk op te maken dat de gelijkenissen voornamelijk stilistisch zijn en dat de ontstaanscontext en zodoende ook de aard van het werk totaal anders is. De band met de Nul beweging in Nederland was erg groot niet enkel door de vele deelnames aan de groepstentoonstellingen en de correspondentie met Henk Peeters.348 Ook de Nederlandse Nul kunstenaar Jan Schoonhoven voelde een verbondenheid met het oeuvre van Yayoi Kusama in Het Parool omschreef hij deze band als volgt: “Ik ken (Kusama) al lang. Zij heeft al vaak met de Nul-groep geëxposeerd. Met haar werk zit zij eigenlijk tussen Zero en nieuw-realisme in. Wij voelen wel verwantschap met haar, door het vernieuwen en het eindeloos herhalen wat zij ook doet.”349 De ideeën van de Europese bewegingen vertonen ook grote gelijkenissen met de Endless Love show- Kusama’s Peep Show (1966, Afb. 40 & 41) het gebruik van spiegels binnen de 346 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 43. 347 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 43. 348 VAN MAANEN N.,’Yayoi Kusama: Een Japans-Amerikaanse [Bachelorscriptie],Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, 2008, p. 6.
kunstenares
in
Nederland
1962-1971’
349 VAN MAANEN N.,’Yayoi Kusama: Een Japans-Amerikaanse [Bachelorscriptie],Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, 2008, p.21.
kunstenares
in
Nederland
1962-1971’
81
kunstcreatie werden al toegepast aan het begin van de jaren zestig.350 Het werk Lightbox (1964-1965) van Heinz Mack kent visuele gelijkenissen met de spiegelkamers van Yayoi Kusama.351 Maar zoals wel vaker het geval was bij het oeuvre van Yayoi Kusama en dat van de Europese bewegingen kenden deze een andere ontstaanscontext alsook bij het gevoel dat het wenst op te roepen bij het publiek.352 Bij Yayoi Kusama vertrekt het idee niet vanuit de optische illusie maar vanuit een noodzaak tot het weergeven van oneindigheid.353 Lucas Samaras zou uiteindelijk beroemd worden met de spiegelkamers en niet Yayoi Kusama. Mirrored Room (Room # 2) (1966) van Lucas Samaras mag dan op het eerste zicht uit hetzelfde jaar dateren, maar de eerste spiegelkamers van Lucas Samaras kwamen pas in de herfst van 1966 tot ontwikkeling en de eerste experimenten van Yayoi Kusama met de spiegelkamers dateren al van in 1965.354 De meest recente plaatsing van Yayoi Kusama binnen een ruim kunsthistorisch kader gebeurde door Laura Hoptman in haar uiteenzetting voor de overzichtscatalogus Yayoi Kusama uitgegeven door Phaidon. Zij gaat akkoord met de andere assumpties om Yayoi Kusama te plaatsten binnen de hier reeds eerder aangehaalde stijlstromingen maar voegt hier nog aan toe dat bij een overzicht van het gehele oeuvre van Yayoi Kusama zij het best kan geplaatst worden binnen het Modernisme of zoals zij het omschrijft een “wild Modernisme”.355
350 HOPTMAN L., ‘Down to Zero: Yayoi Kusama and the European New Tendency’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 47.
351 HOPTMAN L., ‘Down to Zero: Yayoi Kusama and the European New Tendency’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 47. 352 HOPTMAN L., ‘Down to Zero: Yayoi Kusama and the European New Tendency’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 47. 353 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 27. 354 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 27. 355 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 79.
82
Kortom de invloed die Yayoi Kusama uitoefende op de Amerikaanse kunstwereld word vaak onderschat, alsook de invloeden die ontstonden met de Europese bewegingen. De Japanse kunstopleiding die Yayoi Kusama genoot zal zonder twijfel zijn sporen hebben nagelaten maar deze wisselwerkingen lijken lang niet zo sterk voor de uiteindelijke uitvoering en totstandkoming van haar oeuvre. De ervaringen die ze opdeed gedurende haar verblijf in New York en de enorm vrije sfeer die daar heerste in de kunstscène zouden belangrijker zijn voor de ontwikkeling van het verder oeuvre van Yayoi Kusama. De werken die ze hier ontwikkelde zouden niet voor niets de basis vormen waarop vele werken die ze tot op de dag van vandaag realiseert. Ook de band met de Europese avant-garde bewegingen zijn niet te onderschatten, de correspondentie met Henk Peeters zou heel lang blijven bestaan waardoor ze vaak van de meest recente ontwikkelingen binnen de Europese kunstwereld op de hoogte bleef. Bovendien zou ze in Europa haar eerste kunstkritische performance uitvoeren : Narcissus Garden (1966, Afb. 42, 43 & 44 ).
2.2 Autobiografische gegevens “I started when I was a child. I used to tear clothing, papers, even the books I read, into thousands of pieces with scissors and razor blades. I also liked to shatter windows, mirrors and dishes with stones and hammer... Later, I painted intricate pictures of the tiny networks found in leaves, butterfly wings, etc., with Chinese ink... I cut thousands of little faces from magazines and collected them in a box. Many years afterward, when I was in America, I made collages of these too.”356 Enkele momenten haalt Yayoi Kusama zelf aan waarin de oorsprong ziet van haar psychische complexiteit. Het belang van deze zelfverklaarde eerste hallucinaties en wanen zijn uitermate belangrijk omdat nagenoeg alle latere typerende elementen binnen het oeuvre van Yayoi Kusama hierin hun oorsprong kenden. Welk moment historisch eerst plaats vond is moeilijk te bepalen aangezien Yayoi Kusama slecht enkele malen een feitelijke leeftijd geeft en op andere momenten zegt dat zij geen kind meer was. De eerste gebeurtenis die Yayoi Kusama aanhaalt en die voor haar het ontstaan betekenen van haar wanen en hallucinaties beschrijft Yayoi Kusama uitvoerig in verscheidene interviews. Deze getuigenis wordt door vele auteurs 356 MUNROE A., ‘Introduction’ in: N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s: Paintings, sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus], New York, Paula Cooper Gallery, 03.05.1996-21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996, s.p.
83
als correct gezien, desalniettemin wordt zij door bepaalde auteurs in twijfel getrokken ook hun mening zal gehoord en geanalyseerd worden. De verschillende meningen van de critici met betrekking tot de aard van de wanen en hallucinaties zullen later uitvoerig worden besproken. De eerste hallucinaties ervoer Yayoi Kusama reeds op tienjarige leeftijd. Deze ervaring omschrijft ze als volgt: “one day, looking at a red flower patterned table cloth on the table, I turned my eyes to the ceiling and saw the same red flower pattern everywhere, even on the window glass and posts. The room, my body, the entire universe was filled with it, my self was eliminated, and I had returned and been reduced to the infinity of eternal time and the absolute space. This was not an illusion but reality. I was astounded. If I did not get away from there, I would be wrapped up in the spell of the red flowers and lose my life. I ran for the stairs without thinking of anything else. Looking down, I saw the steps fall away one by one, pulling my leg and making me trip and fall from the top of the stairs. I sprained my leg. Dissolving and accumulating, proliferating and separating. A feeling of particles disintegrating and reverberations from an invisible universe... .”357 Yayoi Kusama’s ouders waren de eigenaars van een bloemen- en plantenkwekerij, zodoende groeide Kusama op tussen de bloemen en planten en stelde zij een sterke band te hebben met de natuur. Een band die zij ook regelmatig beschrijft in haar literaire werken. Maar deze florale omgeving vormden ook regelmatig een onderwerp van haar hallucinaties. “When I was still very young, I used to go off and play, taking my sketchbook into the seed-growing nursery. The nursery was full of beds of violets, and I used to sit there absorbed in contemplation. Then, all of a sudden, I’d sense that each violet was beginning to talk to me with its own individual expression just like a human being. This sense would gradually proliferate until my ears began to hurt.”358 De hierboven aangehaalde viooltjes zouden reeds op jong leeftijd een constante vormen in de wanen en hallucinaties, deze viooltjes zouden vaak vermenselijkt worden, en zouden tegen
357 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.37. 358 SHIBUTAMI A., ‘Respite for the Spirit’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p.282.
84
elkaar en tegen Yayoi Kusama beginnen praten.359 Naast de viooltjes zouden er nog enkele thema’s zijn die op regelmatige basis een onderdeel van haar wanen en hallucinaties zouden uitmaken. Deze wanen en hallucinaties zouden zowel auditief als visueel zijn, zo merkte ze als kind regelmatig op dat ze niet meer kon praten, enkel nog blaffen als een hond.360 Naast de bloemen zouden er ook abstractere elementen verweven zitten in wanen en hallucinaties, onder meer een patroon van netten en bollen (dots).361 “Mijn grootste probleem is, sinds mijn jeugd, mijn gebrek aan levensdrang.”362 De volgende ervaring die Yayoi Kusama aanhaalt met betrekking tot haar latere mentale instabiliteit, specifieker met betrekking tot haar regelmatige zelfmoordneigingen, gaat terug tot een gebeurtenis die zich over een langere periode uitstrekt en handelt over de relaties die zij heeft met haar ouders en hun relatie onderling. Deze gebeurtenis plaats ik na de eerder vernoemde gebeurtenis omdat het een handeling is die ongetwijfeld wel eerder begint maar uiteindelijk eindigt op een, wat zij zelf aanhaalt als, leeftijd waarop zij geen kind meer is. Kusama vertelt ons over haar jeugdjaren en hoe deze een erg moeilijke periode waren voor haar. Onder meer de moeilijke relatie tussen haar ouders wogen erg zwaar door op haar tijdens haar kindertijd en jeugdjaren. Het is geweten dat Yayoi Kusama’s vader Kamon Kusama trouwde met de dochter van een zeer behoede familie, waarbij hij op bedenkelijke wijze een deel van het familiefortuin spendeerde aan het opkopen van de vrijheid van een dame, een geisha. 363 Hij verlaat gedurende lange tijd het ouderlijke huis, tot hij ernstig ziek wordt en naar huis terugkeert om daar verzorgd te worden. Yayoi Kusama beweert dat ze zich dit beeld zoveel jaren later na datum nog steeds voor de geest kan halen, en vertelt ons over de winterse dag met veel sneeuwbuien hoe haar vader haar moeder smeekte om hem terug in huis te nemen en te verzorgen, hoe ze zag dat haar vader bloed begon op te hoesten en hoe dit bloed de witte sneeuwvlokken rood kleurde.364 Yayoi Kusama’s moeder bezwijkt aan deze
359 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 13. 360
MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 13. 361 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 14. 362
VAN GARREL B., ‘De bandenloze liefde van Kusama’, in: Haagse Post, 11.11.1967, s.p.
363
MATSUMOTO T. [reg.], I Adore Myself: Near Equal Kusama Yayoi [Documentaire], Japan, Itaki S. en Shimizu T., 2008.
364
MATSUMOTO T. [reg.], I Adore Myself: Near Equal Kusama Yayoi [Documentaire], Japan, Itaki S. en Shimizu T., 2008.
85
smeekbedes waarna ze hem tien jaar lang verzorgt tot hij helemaal genezen is, na zijn genezing hervalt de vader van Yayoi Kusama in zijn oude overspelige levensstijl en verlaat hij opnieuw regelmatig de ouderlijke woonst. De moeder van Yayoi Kusama verplicht haar om haar vader te volgen op zijn nachtelijke escapades. Gedurende deze nachtelijke tochten zegt zij regelmatig “the red light district” te moeten betreden wat zij duidelijk als een traumatische ervaring aanschouwd. Regelmatig raakt ze echter haar vader kwijt, waarna haar moeder steeds kwader en kwader wordt. Na één van deze avonden waarop ze haar vader uit het oog verloor, komt ze op haar terugweg voorbij een spoorweg, hier komt voor het eerst de gedachte van zelfmoord naar boven bij Yayoi Kusama. Ze ging op de sporen staan maar naar eigen zeggen reed de trein zo hard dat zij als jong meisje gewoon door de luchtdruk werd weggeblazen.365 Deze zelfmoordgedachten komen op regelmatige tijdenstippen in haar leven terug naar boven bij Yayoi Kusama. Het enige dat Yayoi Kusama als kind reeds kon reden was naar eigen zeggen haar artistieke drang. De moeder van Yayoi Kusama was zoals reeds eerder werd geduid enorm gekant tegen deze artistieke escapades van haar en zei haar continue dat er geen toekomst was voor vrouwelijke kunstenaars. Yayoi Kusama stelde zich haar eigen toekomst steeds enorm negatief voor en dacht dat de enige mogelijke bevrijding de zelfmoord was.366 De ruzies met haar moeder werden steeds intenser, schilderspaletten werden kapot geslagen en werken werden vernietigd. Door deze enorme afkeer van Yayoi Kusama’s moeder tegen het artistieke zijn van haar dochter had Yayoi Kusama het steeds enorm moeilijk om materialen te verzamelen. Maar ook de plaatselijk publieke opinie was niet mals voor Yayoi Kusama, van jongs af aan zou er een stempel van gekheid op haar worden gedrukt.367 De wanen en hallucinaties zouden Yayoi Kusama steeds blijven achtervolgen, ook gedurende haar pubertijd en haar jongvolwassenheid. Een van de eerste tekeningen waarop de dots aanwezig zouden zijn was een portret van de moeder van Yayoi Kusama (1939, Afb. 88), deze tekening kwam tot stand toen de kunstenares pas tien jaar waar.368
365
MATSUMOTO T. [reg.], I Adore Myself: Near Equal Kusama Yayoi [Documentaire], Japan, Itaki S. en Shimizu T., 2008.
366 KUSAMA Y., ‘The Struggle and Wanderings of My Soul (extracts)’ (1975), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), pp. 121. 367
KUSAMA Y., ‘The Struggle and Wanderings of My Soul (extracts)’ (1975), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), pp. 121. 368 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/
86
“ I was so desperate that I made my art during hallucinations. When I was studying Nihonga in Kyoto, I would go out in the rain to practice Zen, wearing only a T-shirt. I would mediate in the mud in a heavy downpour, go home when the sun came out, and pour icy water over my head. I could not work otherwise.”369 Dit citaat afkomstig uit interview van Akira Tatehata met Yayoi Kusama uit 1965 is een van de weinige momenten waarop Yayoi Kusama haar psychische problemen beschrijft na haar kindertijd en voor haar vertrek naar New York. Uit dit citaat kan de ernst van Yayoi Kusama’s problemen opgemaakt worden. De noodzaak tot de creatie om haar te bevrijden van haar wanen en hallucinaties. Yayoi Kusama’s moeder zou zoals reeds bleek uit de biografische studie uiteindelijk toelaten om haar artistieke dromen waar te maken, na haar opleiding in het kunstonderwijs, zou ze uiteindelijk naar New York verhuizen.370 Alvorens naar New York te vertrekken zou er een voor Yayoi Kusama belangrijke gebeurtenis plaatsvinden, in het begin van de jaren vijftig zou ze Dr. Nishimaru ontmoeten tijdens een tentoonstelling in de gemeentelijke tentoonstellingsruimte van Matsumoto.371 Dr. Nishimaru was een belangrijke psychiater die na deze tentoonstelling uitermate geïnteresseerd bleek te zijn in het oeuvre van Yayoi Kusama. Bovendien was het ook deze dokter die haar voor het eerst wees op haar psychische problemen. Dat was voor Yayoi Kusama een enorm ingrijpende gebeurtenis, het was voor het eerst in haar leven dat ze een gevoel van begrip kreeg voor haar psychische complexiteit en dat haar enorme drang om het creëren als uitlaatklep werd gerechtvaardigd.372 Na deze ontmoeting zou Yayoi Kusma in therapie gaan om haar te begeleiden bij het intomen van haar symptomen.373
Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 107. 369 TATEHATA A., ‘Akira Tatehata in conversation with Yayoi Kusama’ (1965), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.14.
370 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 17. 371
KUSAMA Y.,’Why Do I Create Art’, in: KUSAMA Y., Driving Image, Tokyo, PARCO CO.,1986,s.p.
372 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 16. 373 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 16.
87
In 1956 zou Yayoi Kusama haar eerste aanbod krijgen voor een tentoonstelling op Amerikaans grondgebied, alvorens naar Amerika te vertrekken zou Yayoi Kusama besluiten om een groot deel van het tot dan toe tot stand gekomen oeuvre verbranden en dit aan de Susuki rivier.374 In haar nog niet vertaalde autobiografie Mugen no ami375 deelt Yayoi Kusama ons mee dat ze dit deed om te voorkomen dat haar moeder Shigeru Kusama ze zou weggeven.376 De overgang van Japan naar New York zou niet eenvoudig zijn voor de toen 29-jarige kunstenares. Ze had zoals reeds eerder werd aangehaald enorm weinig geld bij, dit omwille van de enorm strenge Amerikaanse immigratiepolitiek en de enige bezittingen die ze had kunnen meenemen waren de nog meer dan een duizendtal overgebleven tekeningen.377 Bovendien was ze een van de eerste Japanse kunstenaars van haar generatie die deze stap durfde te maken.378 Eens in New York zou Yayoi Kusama aanvatten met het maken van haar kenmerkende Infinity Nets, ze zou zich laten inspireren hebben door de golven die ze zag op zee bij haar oversteek naar Amerika, dit zicht resulteerde tot het werk Pacific Ocean (1959, Afb. 9).379 Na het realiseren van het werk Pacific Ocean zou Yayoi Kusama als snel gaan verder werken op de ideeën die ze in dit werk aanvatte, eentonige patronen zouden zich blijven herhalen en
374
YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 68. 375
Deze autobiografie is jammergenoeg nog maar enkel in het Japans verkrijgbaar, doch bespreekt Midori Yamamuro die zelf Japans is enkele belangrijke passages in haar essay ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’ 376 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 68.. 377 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.38. 378 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 17. 379
TATEHATA A., ‘Kusama as Autonomous Surrealist’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 68.
88
uiteindelijk lijden tot de realisatie van haar eerste Infinity Nets zoals het witte Infinity Net No. D. In 1960 zou ze deze werken bespreken als volgt: “painted flat on undivided space”.380 Een jaar na het verwezenlijken van het werk Pacific Ocean (1959, Afb. 9) en de realisatie van haar Infinity Nets zouden de wanen en hallucinaties Yayoi Kusama teveel worden, dit resulteerde in haar eerste zenuwinzinking in New York.381 Voorts vestig ik hier graag de aandacht bij het gegeven dat dit een van de weinige citaten is van Yayoi Kusama waarin ze eerst en vooral de oorsprong van een van haar creaties niet terugvoert naar haar psychische complexiteit. Bovendien is dit ook een van de weinig citaten die werden terug gevonden waarin Yayoi Kusama niet enige tijd later terugkomt op de oorsprong van een werk, met andere woorden, ze verklaarde de oorsprong van deze Infinity Nets
kort na hun
totstandkoming. In december 1961 volgde een volgende belangrijke ontmoeting voor Yayoi Kusama, ook deze keer zou het om een psychiater gaan namelijk Dr. Taketomo.382 Het grote verschil in de aanpak tussen de twee psychiaters ligt hem voornamelijk in hun vorming. Dr. Nishimaru werd getraind in de Japanse psychotherapie, terwijl de in Amerika wonende en opgeleide Dr. Taketomo zijn opleiding genoot in de psychotherapie zoals die in het Westen werd toegepast.383 Midori Yamamura gaat hier dieper op in, in haar essay Re-Viewing Kusama. Ze stelde dat het verschil enorm groot is, waar de westerse psychotherapie zich baseerde op de Freudiaanse en Jungiaanse theorieën, baseerde de Japanse psychologie (zoals die werd
380 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 89. 381 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 89. 382 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 82. 383
YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 82.
89
gepraktiseerd door Dr. Nishimaru) zich eerder nog op de echte dissectie van het brein om op deze manier tot een verklaring te komen voor de artistieke vaardigheden van een persoon.384 Maar in de westerse psychotherapie van Dr. Taketomo zou er een totaal nieuw licht geworpen worden op haar psychische complexiteit alsook op de manier waarin dit haar oeuvre vormde.385 Hij zal een totaal andere dimensie geven, alsook een andere diagnose stellen aan de gevolgen van haar psychische complexiteit.386 Na haar eerste zenuwinzinking in 1960 zou al vrij snel een tweede zenuwinzinking volgen en dit in 1962. Deze gebeurtenis zou ze later uitgebreid beschrijven, jammer genoeg werd ook deze tekst niet vertaald naar een andere taal dan het Japans.387 Deze zenuwinzinking zou plaatsvinden kort na de opening van de tentoonstelling waarop Claes Oldenburg zijn soft sculptures voorstelde.388 Donald Judd herinnerde zich dat Yayoi Kusama vaak geïrriteerd was met betrekking tot het succes van Andy Warhol en zijn gebruik van het repetitieve patroon.389 Maar de emoties werden haar werkelijk te sterk toen ze de soft sculptures bij Claes Oldenburg terug zag. Na deze gebeurtenis ging het van kwaad naar erger met de gemoedstoestand van Yayoi Kusama, paranoïde gedachten begonnen zich steeds meer en meer op te dringen .390 Een van haar buren herinnerde zich dat ze zich meer een meer begon
384 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 82. 385 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 84. 386
Op dit gegeven zal verder worden ingegaan in het deel dat handeld over de ziektegeschiedenis van Yayoi Kusama.
387 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 89. 388 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 89. 389 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 88. 390
YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 88.
90
af te sluiten van de wereld, zo sloot ze alle ramen af in haar studio.391 Over de tweede zenuwinzinking pende Yayoi Kusama het volgende neer: “I was gravely afflicted by the feelings as if one minute were one hour long.”392 Gedurende deze periode zou Yayoi Kusama heel zorgvuldig haar dagboek bijhouden, Midori Yamamura kreeg het genoegen om deze dagboeken te bestuderen. In haar essay voor ze de Mirrored Years tentoonstelde vermeldt ze uitgebreid de conclusies van dit onderzoek, ze stelde vast dat elf dagen na de opening van de Claes Oldenburg tentoonstelling, op 29 september Yayoi Kusama voor het eerst het geneesmiddel Doriden innam.393 Doriden is een geneesmiddel dat volgens het onderzoek van Midori Yamamura voornamelijk werd voorgeschreven aan personen met slaapstoornissen.394 Dit middel, zo zou blijken uit later onderzoek, zou hallucinaties als mogelijke bijwerkingen kunnen teweegbrengen. Uit het dagboek van Yayoi Kusama valt af te leiden dat Yayoi Kusama dit geneesmiddel soms meerdere dagen na elkaar zou innemen. Deze zenuwinzinking kwam op een hoogtepunt op 24 november 1962, toen Yayoi Kusama naar een ziekenhuis zou worden afgevoerd na een zelfmoordpoging.395 Dit is de eerste maal dat een zelfmoordpoging in een essay over Yayoi Kusama vermeld word. Na deze zelfmoordpoging zou Yayoi Kusama voor het eerst opgenomen worden in een psychiatrische instelling, in deze instelling zou ze verblijven tot 1 december van hetzelfde jaar.396
391 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 88. 392 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 89. 393 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 89. 394 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 89. 395 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 90. 396
YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 90.
91
Na deze opname zou Yayoi Kusama nog gedurende lange periodes medicatie voorgeschreven kregen en, zo blijkt uit haar dagboek, ze zou deze ook innemen. Over deze periode zou Yayoi Kusama verschillende passages schrijven in haar dagboek. Zo beschreef ze dat ze na deze opname meer dan een maand te bed bleef, tijdens deze maand zou ze lijden aan enorme hallucinaties, voortdurende misselijkheid en hartkloppingen.397 In 1963 zou Yayoi Kusama de oorsprong van haar Infinity Nets op een totaal andere manier verklaren, ze stelt dat ze de netten die ze zag verder reiken dan haar schilderijen over het gehele universum en dat ze continue overweldigd werd door deze beelden.398 Gedurende deze eerste helft van de jaren zestig zou Yayoi Kusama, zoals reeds werd aangehaald in het biografische gedeelte ook nieuwe elementen introduceren in haar oeuvre, van de fallussen, tot het gebruik van pasta en uiteindelijk het hanteren van spiegelkamers om een effect van oneindigheid te bereiken. Het gebruik van de vele fallussen zou Yayoi Kusama reeds in de jaren zestig kort na hun totstandkoming gaan verklaren vanuit een psychoanalytisch perspectief, ze zou het publiek meedelen dat ze afkomstig zijn uit Freudiaanse seksuele componenten.399 In het volgende citaat dat in deze Masterproef werd opgenomen komt deze drang naar het verklaren van haar oeuvre vanuit een psychoanalytisch perspectief enorm sterk tot uiting. De enorme hoeveelheid van het gebruik van de fallus in haar oeuvre zal ze niet gaan verklaren door haar hallucinaties maar door haar wil, ze verklaarde dat haar angsten voor het mannelijke geslachtsorgaan zo groot zijn dat de enige manier om over deze angsten heen te komen het produceren ervan is in grote massa.400 “The reason that my first soft sculptures took the shape of a phallus, the male organ is that I had a great fear of sex as something dirty…. I made the phallus in order to heal this feeling of
397 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 90. 398 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 90. 399 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 96. 400 TATEHATA A., ‘Akira Tatehata in conversation with Yayoi Kusama’ (1965), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.16.
92
disgust and fear toward sex. By making phalluses over and over, I conquered the fear. That is, I made phalluses as a form of self-therapy. I called this ‘psychosomatic art’.”401 In 1965 zou de Green Gallery onder leiding van Richard Bellamy ophouden te bestaan. Een groot percentage van de kunstenaars uit de Green Gallery zouden echter overstappen naar de Castelli Galery. Deze galerie werd geleid door Leo Castelli, deze man was niet de grote kunstkenner zoals Richard Bellamy dat was, hij vertrouwde in eerste instantie op de smaak van de verzamelaars die hij kende.402 Een van de mensen die hij tot deze verzamelaars rekende was Alfred H. Barr jr. die voor het MoMa in New York werkte, via een slinkse manier zorgde hij ervoor, onder meer met de hulp van Alfred H. Barr Jr., dat de kunstenaars die hij vertegenwoordigde in de collectie van grote musea terechtkwamen.403 Yayoi Kusama was een van de weinige kunstenaars die niet gekozen werden door Leo Castelli om door zijn galerie vertegenwoordigd te worden.404 In haar dagboek beschrijft ze dit als een uitermate pijnlijk moment nagenoeg al haar vrienden die kunstenaar waren in New York werden wel uitgekozen, met drie personen specifiek had ze het enorm moeilijk, dit blijkt uit het volgende dagboekfragment: “Never call Donald (Judd), never give any work to (Frank) Stella, never go to Oldenburg’s studio”.405 Nagenoeg alle elementen die aanwezig zijn in het oeuvre van Yayoi Kusama werden door haar beschreven en tonen ons de drijfveren van hun ontstaan. Ook de Driving Image show
401 MATSUMOTO T., ‘Reqiuem and Resurrection: The Art of Yayoi Kusama’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, pp. 279. 402 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 102. 403 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 102. 404 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p.102. 405
YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p.102.
93
(1964, Afb. 29) werden uitgebreid verklaard. Het belangrijkste citaat zal in dit onderdeel opgenomen worden, maar zal later opnieuw vermeld worden in het onderdeel van het creatieproces. “I felt as if I were driving on the highways or carried on an [endless] conveyer belt... to my death. . This is like continuing to drink thousands of cups of coffee or eating thousands of feet of macaroni…. I am deeply terrified by the obsession crawling over my body, wheter they came from whitin me or from outside. I fluctuate between feelings of reality and unreality. ”406. Over het specifieke gebruik van pasta in haar werken, zoals in de Driving Image Show haalt ze aan dat het haar gaat om met het in massa geproduceerd voedsel iets eigenhandig te realiseren. Ze vindt het idee dat mensen in grote massa dingen tot zich nemen zoals de pasta die ze gebruikt en vooral het besef dat ze dit zullen blijven doen enorm beangstigend.407 Ook de motivatie om haar happenings te organiseren bespreekt Yayoi Kusama regelmatig, ze haalt hierbij aan dat het haar voornamelijk te doen ging om de mensen hun vooroordelen op te heffen, enerzijds op het politie vlak anderzijds wou ze ook ingaan tegen de bekrompenheid van haar publiek op het seksuele gebied.408 Na de terugkeer naar Japan zal Yayoi Kusama in 1975 opnieuw een zenuwinzinking te verwerken krijgen. Yayoi Kusama zal zich laten opnemen in een psychiatrische instelling409. Na deze opname zal Yayoi Kusama enorm veel beginnen schrijven. Ze zal zowel poëzie als pseudoautobiografische verhalen neerpennen, net zoals ze in haar beeldende werk een enorm uitgebreid gamma aan kunstvormen tentoonspreidt. Veel van deze werken werden zoals reeds eerder werd aangehaald niet teruggevonden. Enkele essays werden wel teruggevonden maar deze verwoorden meestal, met slechts enkele kleine aanpassingen de verwoordingen die hier reeds werden aangehaald. Een van deze essays waarvan wel een gedeeltelijke vertaling beschikbaar was werd getiteld The Struggle and Wandering of My Soul (1975). In dit essay verteld Yayoi Kusama ons het ontstaan van haar als persoon en de noodzaak die ze voelde
406 TATEHATA A., ‘Akira Tatehata in conversation with Yayoi Kusama’ (1965), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p18. 407 TATEHATA A., ‘Akira Tatehata in conversation with Yayoi Kusama’ (1965), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.16. 408
TATEHATA A., ‘Akira Tatehata in conversation with Yayoi Kusama’ (1965), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), pp. 2223. 409 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p.106.
94
met betrekking tot het creëren van kunst.410 Dit essay werd ondermeer gebruikt als ijkpunt voor de vele andere losse citaten die terug werden gevonden in boeken en tentoonstellingscatalogi. In deze tekst werd nog een belangrijke passage teruggevonden. In deze passage verteld Yayoi Kusama over de problemen die ze ondervond als avant-garde kunstenares en hoe slecht ze zich hierbij wel niet voelde. Ook haalt ze hier nog aan dat ze het steeds moeilijker kreeg om te gaan met anderen en de buitenwereld op zich.411 Ook over de verder motivatie en thematiek schrijft ze in dit essay, hiermee zal dit onderdeel beëindigd worden. “Now the theme of my creation is ‘death’. The arrogance of humankind stemming from the progress of science and the development of almighty machines had deprived life of its brightness and diminished peole’s ability to form mental images.”412
2.3 Ziektegeschiedenis De eerste analyse van de psyche van Yayoi Kusama gebeurde, zoals blijkt uit het autobiografische onderdeel, door Dr. Nishimura en dit in 1952. Hij diagnosticeerde haar met een atypische psychose, gecombineerd met ernstige schizofrenie met visuele, auditieve en andere
hallucinaties
als
symptomen.
Bovendien
leedt
ze
nog
aan
ernstige
stemmingswisselingen.413 Voor deze symptomen zou Yayoi Kusama begeleid worden door Dr. Nishimura.414 Het specifieke onderzoeksgebied van Dr. Nishimura, dit werd al kort even aangehaald, legde zich toe op de studie van hersenen waarbij hij de gebieden van het artistieke genie analyseerde en via het blootleggen van ziektebeelden van kunstenaars, hun werk bestudeerde.415 Zijn interesse voor Yayoi Kusama en haar oeuvre paste volgens hem
410 KUSAMA Y., ‘The Struggle and Wanderings of My Soul (extracts)’ (1975), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), pp.118121. 411
KUSAMA Y., ‘The Struggle and Wanderings of My Soul (extracts)’ (1975), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 122. 412 KUSAMA Y., ‘The Struggle and Wanderings of My Soul (extracts)’ (1975), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 122. 413 SHIBUTAMI A., ‘Respite for the Spirit’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 282. 414
MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 16. 415 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/
95
perfect binnen zijn onderzoeksgebied, hij meende in haar een artistiek genie terug te hebben gevonden.416 De volgende psychiater die Yayoi Kusama zou behandelen, dit werd ook reeds eerder vermeld zou plaatsvinden in New York was Dr. Taketomo. Ook hij diagnosticeerde haar, maar, in tegenstelling tot Dr. Nishimura, zou hij een totaal andere diagnose stellen. Hij zou haar diagnosticeren met een obsessief compulsieve stoornis.417 De symptomen van deze stoornis zijn het hebben van irrationele gedachten, deze irrationele gedachten zouden leiden tot haar obsessies. De irrationele gedachten zouden dan op hun beurt leiden tot haar kenmerkende repetitief gedrag.418 Verschillende auteurs reiken informatie aan met betrekking tot Yayoi Kusama’s psychische complexiteit. Zo haalt Laura Hoptman, die ook eerder voorzichtig omspringt met dit onderwerp, voornamelijk de hallucinaties en wanen aan maar ook nog de obsessie419 en de neurotische energie420. Het is dus heel duidelijk dat zij Yayoi Kusama eerder binnen de neurotische structuur plaatst en niet in de psychotische. Hoewel zij later in haar werk ook nog een theorie met betrekking tot het fetisjisme aanreikt421. Lynn Zelevasky haalt net zoals Laura Hoptman ook de link aan met het fetisjisme.422 Maar ook de hysterie wordt genoemd in verband met het ziektebeeld van Yayoi Kusama, een aandoening die ze met haar moeder zou Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 82. 416
SHIBUTAMI A., ‘Respite for the Spirit’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 284. 417 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 84. 418 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 84. 419 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 34. 420 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 37. 421 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 49. 422 ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, pp.17-19.
96
delen en dit door Alexandra Munroe in haar essay Obsession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama.423 Yayoi Kusama zelf haalt in verscheidene interviews de aard van haar psychische complexiteit aan, maar ook binnen deze interviews durft Yayoi Kusama wel eens verschillende ziektebeelden mee te delen. In een interview met Akira Tatehata voor De Nieuwe Stijl in 1965 deelt ze ons mee dat ze leidt aan een depersonalisatiesyndroom.424 In haar interview Across the water met Damien Hirst uit 1998 zegt ze te leiden aan een obsessionele neurose. In haar essay My Holy Land of Dream zegt ze dan weer door haar dokter gediagnosticeerd te zijn met shizophrenie.425 In Why Do I Create Art uit 1986 haalt ze aan om manisch depressief te zijn, geteisterd te worden door auditieve hallucinaties en nog vele ander symptomen.426
423 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 13. 424 HIRST D., ‘Across the Water: Interview (extract)’ (1998) in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.136. 425
KUSAMA Y., ‘My Holy Land of Dream… for the bright future’, in: KUSAMA Y.(ed.), Yayoi Kusama: Print Works, Tokio, Abe Corporation, 1992, p.141.
426
KUSAMA Y.,’Why Do I Create Art’, in: KUSAMA Y., Driving Image, Tokyo, PARCO CO.,1986,s.p.
97
3. Het tweede luik: Het creatieproces van Yayoi Kusama. “To see a show by Kusama, is to see a result of Kusama’s work, not a work itself”.427 Met het hierboven vermeldde
citaat van Donald Judd, wordt eigenlijk al een enorm
belangrijke factor aangegeven binnen het creatieproces van Yayoi Kusama. Met dit citaat wordt duidelijk verwoord dat een van de belangrijkste aspecten binnen het oeuvre, het werk van Yayoi Kusama, het werken of creëren van de werken op zich is, het gaat hem om het proces van het tot stand brengen van de werken op zich en niet enkel om de uitkomst van dit proces (1997, Afb. 88).
3.1 De noodzaak van de creatie. In dit onderdeel met betrekking tot het creatieproces, zal het ontstaan van de werken op zich belicht worden en de noodzaak hiervan voor Yayoi Kusama als persoon. Dat deze noodzaak zich al uitermate vroeg manifesteerde bij Yayoi Kusama blijkt uit het onderstaande citaat. “The gap between me and my parents and society was maddingly irritating and unreasonable. I probably already had the sense of despair all around me when I was in my mother’s womb. Painting pictures seemed to be the only way to let me survive in this world, and was rather like an outburst in my passion, in desperation. Thus my art started from something primitive and instinctive, far removed from art.”428 Yayoi Kusama voerde de noodzaak tot het creëren van kunst naar het vroegst mogelijke moment in een mensenleven, voor haar geboorte zou ze reeds de wanhoop voelen die haar zou leiden door haar verder bestaan. De wanhoop die haar zou drijven tot het creëren. Van jongs af aan zou zich dit manifesteren in het maken van schetsen en tekeningen. Zoals reeds bleek uit de autobiografie zal de manifestatie van deze drang of deze wil zoals Yayoi Kusama het zelf vaak noemt terug te traceren zijn naar de kinderjaren van Yayoi Kusama. De eerste hallucinaties zijn zichtbaar in het portret van Yayoi Kusama’s moeder Shigeru Kusama
427 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.46.
428 KUSAMA Y., ‘The Struggle and Wanderings of My Soul (extracts)’ (1975), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 118.
98
(1939, Afb. 89). Maar zoals eveneens reeds bleek uit het autobiografische onderdeel, zal het net de moeder zijn van Yayoi Kusama die haar enorm belemmerde in haar drang naar creativiteit en zodoende ook belet om rust te vinden in haar creatie proces. Shigeru Kusama zorgde ervoor dat haar dochter zo moeilijk mogelijk materialen zou bekomen.429 Dit zal zich uiten in een enorme zoektocht naar materialen met grote experimenten als gevolg.
3.2 De eerste uitingen van de noodzaak tot creatie “I was always troubled by the need to rush around to get hold of canvases, paper and paints. There were no holds barred to me as far as acquiring these materials was concerned. I’d even steal material I thought could be used as canvas, and it was the secret of what I’d done that fired my enthusiasm.”430 Zoals eerder werd aangetoond en ook blijkt uit het vorig citaat is de artistieke ambitie van Yayoi Kusama voor haar geen vrije keuze. Het is een onmiskenbare drang die levensnoodzakelijk is. Ten koste van alles en iedereen zal zij haar eigen weg zoeken en vinden. Aangezien de juiste materialen zoals canvas en olieverf, of potloden niet beschikbaar waren voor Yayoi Kusama ging zij al snel gaan experimenteren met andere materialen. Om het canvas te vervangen gebruikte ze de voor haar wel beschikbare jutten zakken, die voorhanden waren in het bedrijf van haar familie, die ze over een houten kader spande. Nadat Yayoi Kusama deze zakken over het houten frame had gespannen bewerkte ze het jutten oppervlak met zand en lijm om hierop een laag van plaaster en verf aan te brengen. Dat het schilderen op een zo grove jutte oppervlakte niet eenvoudig is en een speciale techniek vereist is evident, Akira Shibutami die dergelijke werken naderbij bestudeerde zegt dat het lijkt alsof de verf tussen de jutte werd gedraaid in de hoop dat deze op die manier toch zou hechten.431
429
SHIBUTAMI A., ‘Respite for the Spirit’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 284. 430 SHIBUTAMI A., ‘Respite for the Spirit’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 284. 431 SHIBUTAMI A., ‘Respite for the Spirit’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary
99
Een van de weinige voorbeelden van deze werken op een jutte zak is het werk On The Table (1950, Afb.90).432 Zoals reeds werd aangehaald werd Yayoi Kusama door haar ouders weinig of niet gesteund in haar artistieke ambities, ze vond noch emotionele noch financiële steun. Haar creativiteit werd daardoor echter absoluut niet aangetast, in tegendeel, Yayoi Kusama ging zoeken naar eigen manieren en technieken om haar creatieve drang te verwezenlijken, zoals de experimenten met jute als doek ons tonen. Deze experimenten zullen zich steeds verder ontwikkelen, Yayoi Kusama zou zelfs haar eigen individuele techniek ontwikkelen: zij noemde deze kōsai. Kō is een chinees karakter dat Nikawa betekent in het Japans en is de dierlijke lijm die gebruikt wordt in de Nihonga stijl, zo vertelt Midori Yamamura ons in haar uiteenzetting, ook voegt ze hieraan toe dat Nikawa het goedkoopste product is binnen de Nihonga stijl.433 Dat Yayoi Kusama geen ervaring had met olieverf blijkt uit de onderzoeken die Midori Yamamura voerde door oplettend de werken van dichtbij te onderzoeken.434 Dit zou ook gevolgen hebben die merkbaar zijn in de rest van het oeuvre van Yayoi Kusama. Zij merkte op dat eens zij olieverf begon te gebruiken ze deze vaak gebruikte zoals men een gouache of aquarel maakt met enorme verspillingen van de olieverf tot gevolg. Maar Yayoi Kusama bleef experimenteren met de techniek van de olieverfschilderkunst en uiteindelijk kreeg zij deze onder de knie. Toch wordt opgemerkt dat dit niet zo een voor de hand liggende keuze was voor Yayoi Kusama dit omdat haar snelle manier van werken en haar enorme spontaniteit makkelijker tot uiting komt binnen de aquareltechniek.435 Maar Kusama toonde opnieuw een enorm inzicht met betrekking tot de richting die zij uit wilde met haar schilderkunst. Zo bleef Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 284. 432 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p.69. 433 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, pp. 66-70.
434
YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p.70. 435
YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009,pp. 71-72.
100
ze steeds haar doel voor ogen houden en zorgde ervoor dat het gerealiseerd werd. Dit doel was voor Kusama het beheersen van de Matière, hiervoor ging ze ten rade bij andere olieverfschilders zoals Nobuya Abe en begon ze ook met het lezen van Matière of oil door Shikanosuke Oka, één van de standaardwerken voor kunststudenten in Japan.436 Kusama heeft gedurende een heel lange periode werken gemaakt in die olieverftechniek maar nooit werd één van deze werken tentoongesteld.
Eens Yayoi Kusama de olieverftechniek onder de knie zou hebben zou zij hiermee continu bezig zijn, ze zou dit zelf zover doordrijven dat ze het creëren tot een fysieke uitputtingsslag verhief. Binnen het verwerken van deze onderbewuste kwellingen en hallucinaties is zij ook in het geheel, als persoon an sich zowel lichamelijk als mentaal niet meer voor enige rede vatbaar. Regelmatig werd opgemerkt dat Kusama uren aan een stuk als een bezetene bleef doorwerken tot zij als het ware al haar hallucinaties en wanen op het doek had kunnen loslaten. Soms bleef zij zolang doorwerken dat zij compleet uitgeput en gedehydrateerd raakte, deze creatieve uitbarstingen duurden soms wel 40 tot 50 uur lang. Bij deze sessies had ze het gevoel dat ze gedreven werd door krachten compleet buiten haar eigen controle. “I felt as if I were driving on the highways or carried on an [endless] conveyer belt... to my death. . This is like continuing to drink thousands of cups of coffee or eating thousands of feet of macaroni…. I am deeply terrified by the obsession crawling over my body, wheter they came from whitin me or from outside. I fluctuate between feelings of reality and unreality. ”437 Yayoi Kusama geeft zelf aan regelmatig overweldigd te worden door diepgewortelde angstgevoelens. Ze kon steeds moeilijker en moeilijker een onderscheid maken tussen wat echt, realiteit, was en wat niet echt was, wat een onderdeel uitmaakte van haar hallucinaties. Deze hallucinaties bezorgden haar een gevoel van angst. Onder meer de dots kennen hun oorsprong in hallucinaties. Hier kunnen we dan de beschrijving van deze angsten zoals Yayoi Kusama deze ervoer in haar kindertijd en zoals deze werden beschreven in de eerder opgenomen citaten in gedachten houden. Yayoi Kusama als kind wist duidelijk niet om te
436 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009,pp. 73-76. 437 TATEHATA A., ‘Akira Tatehata in conversation with Yayoi Kusama’ (1965), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.18.
101
gaan met deze ervaringen en enorme angstgevoelens waardoor zelfs suïcidale gedachten haar niet vreemd waren. 438
3.2 Een existentiële rol? Yayoi Kusama’s oeuvre ontstond vanuit een zoektocht naar het uitdrukking geven aan haar wanen en hallucinaties, alsook uit het overkomen van haar angsten. Op het eerste gezicht lijkt het creëren van werken voor Yayoi Kusama misschien simpelweg therapeutisch, maar deze drift gaat veel verder. Voor Yayoi Kusama is de relatie tussen haar en haar creatieproces eerder een catharsis proces en zal ze zichzelf trachten te bevrijden en zuiveren door de kunst.439 Dit louteringsproces vormt een noodzaak om haar mentale gezondheid te bewaren. Door deze hallucinaties op zo een talrijke manier weer te geven tracht ze aan hen te ontsnappen, zo deelde ze Akira Tatehata mee in hun interview.440 “I have managed to grope and find a way to live by tracing a threat that is art. However, if it hadn’t been for art, I would have killed myself a long time ago, from an inability to withstand the environment.”441 De rol van de kunstschepping, het creatieproces is uitermate belangrijk, men kan zelfs zover gaan als het stellen dat de kunstschepping existentieel is voor Yayoi Kusama. Zelf geeft Yayoi Kusama aan, en dit kwam reeds eerder aan bod binnen het autobiografische gedeelte, dat zonder dit proces er voor haar geen kans bestaat om te overleven, zonder de kunstschepping is er voor Yayoi Kusama niets, enkel de dood zou haar nog resten.442 Haar kunstschepping kent niet als doel het verwezenlijken op zich, niet het eindresultaat maar het proces van de creatie is van tel. De kunstvoering bij Yayoi Kusama ontstaat vanuit een
438 KUSAMA Y., ‘The Struggle and Wanderings of My Soul (extracts)’ (1975), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), pp. 119121.
439 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p.12. 440 TATEHATA A., ‘Akira Tatehata in conversation with Yayoi Kusama’ (1965), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000),p.14. 441
KUSAMA Y.,’Why Do I Create Art’, in: KUSAMA Y., Driving Image, Tokyo, PARCO CO.,1986,s.p.
442
KUSAMA Y.,’Why Do I Create Art’, in: KUSAMA Y., Driving Image, Tokyo, PARCO CO.,1986,s.p.
102
onmiskenbare drang tot zelfbehoud.443 Yayoi Kusama noemt de noodzaak tot artistieke creatie “a calling”, ze kon niet onderuit aan deze noodzaak zelfs al zou ze dit gewild hebben.444 Zo geeft ze aan in haar essay The Struggle and Wanderings of My Soul dat ze zich gedurende een lange tijd een gevangene voelde van haar eigen artistieke creatie.445 Nu is dit creatieproces van Yayoi Kusama existentieel omdat het voor haar vertrekt vanuit twee uitermate belangrijke aspecten binnen haar leven, enerzijds vanuit de wil en de noodzaak om angsten te overwinnen en anderzijds vanuit een noodzakelijkheid, de drift om te overleven. De werken die ontstonden uit de wil, zijn op zich anders dan de werken die ze creëerde om een beeld te geven aan haar hallucinaties, dit duidt ze zelf in haar interview met Akira Tatehata.446 Deze hallucinaties tracht ze zo goed mogelijk over te brengen naar haar canvas, zo stelt ze zelf ook steeds perfect te weten hoe een werk er uiteindelijk zal uitzien eens het afgewerkt is, het beeld werd immers reeds gevormd in haar hallucinaties. 447 De dots De dots vormen een van de belangrijkste en meest prominent aanwezige elementen in het oeuvre van Yayoi Kusama. Bovendien zijn ze representatief aanwezig in een groot aantal van de gerealiseerde werken van Yayoi Kusama. We vinden deze dots reeds voor het eerst terug in de kindertekeningen (1939, Afb. 89) waarbij Yayoi Kusama’s moeder het onderwerp vormde. Maar ook in de latere werken van Yayoi Kusama zullen deze dots met de regelmaat van de klok opnieuw tevoorschijn komen. Dit ondermeer in haar Infinity Nets, maar ook in haar Mirrored Rooms, Infinity Mirror Room-Phalli’s field (1965, Afb. 37 & 38) alsook 443
SHIBUTAMI A., ‘Respite for the Spirit’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 282.
444
KUSAMA Y., ‘The Struggle and Wanderings of My Soul (extracts)’ (1975), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 119. 445 KUSAMA Y., ‘The Struggle and Wanderings of My Soul (extracts)’ (1975), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 119. 446 TATEHATA A., ‘Akira Tatehata in conversation with Yayoi Kusama’ (1965), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 16. 447 MOOS D., ‘The Second Self: Yayoi Kusama’ in: N.N., Yayoi Kusama, Early Drawings from the Collection of Richard Castellane [tentoonstellingscatalogus], Princeton, The Art Museum Princeton University, 05.05.2000-30.07.2000/ Birmingham, Birmingham Museum of Art, 03.12.2000-28.01.2001/ Toronto, Art Gallery of York University, 22.02.2001-08.04.2001/ Indianapolis, Indianapolis Museum of Art, 06.10.2001-06.01.2002/ etc., Birmingham, Alabama, Birmingham Museum of Art, 2000, p.10.
103
gemengd met dat andere opvallende kernelement binnen haar werken, de fallus (Afb. 34). En natuurlijk ook in haar vele happenings en performances (Afb. 52 & 54). Het voorbeeld dat hier zal aangehaald worden is het opvallende kernelement van de dot, in de Infinity Nets. Na haar aankomst in New York start Yayoi Kusama met het maken van deze reusachtige Infinity Nets schilderijen. Volgens Yayoi Kusama zelf werden deze Infinity Nets veroorzaakt daar haar ernstige depersonalisatie, Yayoi Kusama zelf beschreef dit op de volgende manier “Everything I looked at became utterly remote”.448 Dat gevoel van afstand is een belangrijk gegeven door het realiseren van deze werken zou de afstand tussen de reële werkelijkheid en de haar surreële wanen trachten te overbruggen. Deze afstand tussen deze werelden overbruggen vormt een onderdeel van de techniek waardoor ze tracht te overleven. Een voorbeeld van een van deze Infinity Nets werken betreft Yellow Net (1960, Afb. 14). De werken van deze aard ontstonden uit een poging om de hallucinaties visueel weer te geven om zo aan de hallucinaties te ontsnappen, om als het ware de hallucinaties af te werpen in een hoogst individueel louteringsproces. Het lijkt misschien een paradoxaal gegeven dat Yayoi Kusama enerzijds de hallucinaties weergeeft waaraan ze zo nodig tracht te ontsnappen door ze anderzijds in de reële werkelijkheid te integreren, maar voor de kunstenares vormt dit een evidentie. Maar in het geval van de Infinity Nets mogen we hun ontstaan ook niet enkel toeschrijven aan een noodzaak om uitdrukking te geven aan haar hallucinaties. Daarvoor zijn deze te geïncorporeerd binnen de toenmalige ontwikkelingen en evoluties van de kunstwereld van de jaren zestig. Zoals reeds werd aangehaald binnen het onderdeel van de artistieke context passen deze Infinity Nets daarvoor te perfect binnen de toenmalige artistieke stromingen gaande van de Nul, Zero en het minimalisme. De fallus Naast de dot mogen we in dit onderdeel ook de fallus niet over het hoofd zien. De verschijning van de fallus binnen de kunst van Yayoi Kusama vinden we voor het eerst terug in het begin van de jaren zestig gedurende haar verblijf in New York. Een groot deel van de sculpturen en environments die Yayoi Kusama gedurende haar gehele oeuvre zal verwezenlijken zullen de fallus als kernelement dragen. Een van de eerste werken waarop de 448 TATEHATA A., ‘Akira Tatehata in conversation with Yayoi Kusama’ (1965), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.13.
104
fallus aanwezig zal zijn is de sculptuur Accumulation No. 1 (1962, Afb. 19). In de eerste plaats zal Yayoi Kusama deze fallus voornamelijk aanbrengen op dagdagelijkse gebruiksvoorwerpen, gaande van zetels Accumulation No. 2 (1962, Afb. 20), ladders Travelling Life (1965, Afb. 30) en kinderwagens Baby Carriage, (1964-1966, Afb. 36). Maar ook in haar spiegelkamers zal het element van de fallus aangehaald worden, zoals in Infinity Mirror Room-Phalli’s field (1965, Afb. 37 & 38). In het latere werk van Yayoi Kusama vinden we ook nog verwijzingen terug naar de eerder gerealiseerde fallussen. De fallus lijkt hier wel veel meer uitgerokken maar is toch nog herkenbaar, bijv. in The Moment of Regeneration (2004, Afb. 87). De werken die voortkomen uit de wil zijn deze met fallussen beklede sculpturen die ze realiseerde zoals Ten-Guest Table (1963, Afb. 26). Dit komt voort uit haar angst voor het mannelijke geslachtsorgaan en door deze in veelvoud te realiseren tracht ze deze angst te overkomen. Ze maakte deze sculpturen, bedekt met honderden fallussen als een vorm van therapie, zelf noemt ze dit ‘psychosomatic art’.449 Maar ook de werken uit de Food-obsession reeks zullen hun ontstaan kennen vanuit een onoverkoombare angst. Maar ook deze fallussculpturen kunnen we niet enkel bekijken vanuit het gegeven van de angst. We mogen ook de positie van Yayoi Kusama binnen de avant-garde wereld niet over het hoofd zien. De kunstenares vormde immers een opvallende aanwezigheid in de voor de rest opvallende door manen gedomineerde kunstwereld.450 Door de fallussen zoveel mogelijk aan te brengen zal Yayoi Kusama niet enkel haar angst overwinnen maar deze objecten kan men ook bekijken als een poging om deze mannelijke overheersing te onderdrukken.451 Onder meer het werk Travelling Life (1964, Afb.30) kunnen we vanuit dit gegeven percipiëren. Alsook de invloed van haar goede vriend Joseph Cornell mogen we volgens Alexandra
449 MATSUMOTO T., ‘Reqiuem and Resurrection: The Art of Yayoi Kusama’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 279. 450 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 49. 451 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p.23.
105
Munroe niet over het hoofd zien.452 En natuurlijk kunnen we ook de opkomende vrouwenbewegingen niet over het hoofd zien. Literaire werken Binnen dit onderdeel zal ook nog heel summier het verschil aangehaald worden tussen de aard van het beeldende werk van Yayoi Kusama en het literaire werk. Dit omdat door Yayoi Kusama zelf de oorsprong van deze creatieve uitingen als anders wordt gepercipieerd. De eerste echte literaire werken van Yayoi Kusama, de vele pamfletten die ze schreef in de tweede helft van de jaren zestig terzijde gelaten, dateren van na haar terugkomst naar Japan op het moment van haar verblijf in de psychiatrische instelling. Waarom het oeuvre van Yayoi Kusama zo een ommekeer maakte, met het ontstaan van de literaire werken,
na haar
terugkomst naar Japan verklaart ze zelf, door te stellen dat er als het ware twee zijden zijn aan haar één persoon. Als bij een muntstuk vormen de twee zijden samen een geheel. In dit spreekwoordelijke muntstuk vormt de Yayoi Kusama uit New York één zijde en de Yayoi Kusama uit Japan de andere zijde.453 In Japan vond Yayoi Kusama de rust die nodig was om de literaire kant van zichzelf terug naar boven te brengen. In New York kende deze kunstenares geen rust, elke dag voelde als het ware aan als een strijd om te kunnen overleven.454 Doordat zij deze rust vond in Japan kon zij haar New Yorkse trauma’s als het ware van zich afschrijven en dit onder de vorm van verhalen en poëzie. Doch is het moeilijk om als buitenstaander dit verschil goed te begrijpen, bij haar beeldende oeuvre haalt ze het belang van de wil en de drift om te overleven aan als ontstaan van haar artistieke intenties. Bij het ontstaan van haar poëzie haalt Yayoi Kusama aan dat deze niet voorkomt uit een zoektocht om haar eigen leven te redden.455 Dit vormt opnieuw een eigenaardigheid binnen de vele interviews en essays van Yayoi Kusama. Op het moment dat ze poëzie verwezenlijkte, beweert ze enorm depressief te zijn, het lijkt haast alsof ze wil zeggen dat de drift tot
452 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p.22.
453 TATEHATA A., ‘Akira Tatehata in conversation with Yayoi Kusama’ (1965), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 25. 454
TATEHATA A., ‘Akira Tatehata in conversation with Yayoi Kusama’ (1965), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 26. 455 TATEHATA A., ‘Akira Tatehata in conversation with Yayoi Kusama’ (1965), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), pp. 2527.
106
overleven hier niet meer aanwezig was. Op het moment van het tot stand komen van deze literaire werken moet men wel opmerken dat het haast lijkt alsof Yayoi Kusama even verminderde in het realiseren van haar beeldende werken, amper werden er werken teruggevonden die dateren uit deze periode. Maar een eigenlijke directe verklaring in het verschil van de ontstaansreden voor haar beeldende werk en haar literaire werk biedt ze ons jammer genoeg niet.
3.3 De obsessie en het creatieproces Het belangrijkste element binnen het oeuvre van Yayoi Kusama, dit vormt alsook het enige element dat te allen tijde prominent naar voor wordt gebracht, vormt ongetwijfeld de obsessie. De obsessie die we duidelijk zien in haar werken wordt voortgestuwd door haar psychische complexiteit, de ziekte vormt als het ware de motor om deze angstbeelden en hallucinaties zo snel mogelijk te verwezenlijken.456 Deze obsessie komt zowel naar voor in haar Infinity Nets, Food-Obsession, Sex-obsession, Mirror Rooms, alsook in alle latere kunstvormen waarin Yayoi Kusama uitdrukking zal geven aan haar hallucinaties of angsten. Deze obsessie, het repetitief en veelvuldig weergeven van gelijkaardige elementen vormt volgens de kunstenaar zelf een belangrijk onderdeel van haar creatieproces. Niet enkel de wil en de drift zijn hier uitermate belangrijk, de wil onder meer in de vorm van de fallus die uitdrukking geeft aan haar angsten en de dots of nets die haar hallucinaties visualiseren. Het is een noodzaak om de hallucinaties als symptoom van haar ziekte van zich af te werpen, die haar drijft en ook mogelijk stelt om een patroon zo veelvuldig te herhalen. Het is de psychische complexiteit, de ziekte om het zo bruut te stellen, die als het ware vorm geeft aan haar werken.457 Een belangrijke onderdeel binnen het aspect van de obsessie, dit bindt dit onderdeel ook aan het tweede luik van deze Masterproef, is de uitvoering van de werken op zich. Yayoi Kusama geeft zelf aan dat iemand die niet lijdt onder de psychische complexiteit zoals zij dat doet, nooit het uithoudingsvermogen zou hebben om
456
HOPTMAN L., ‘An Introduction’, in: PEYTON-JONES J. (ed.), Yayoi Kusama., Londen, Serpentine Gallery i.s.m. Selfridges&Co, 26.01.2000-19.03.2000, s.p. 457 ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 15.
107
onder meer reusachtige Infinity Nets te verwezenlijken zoals zij dat doet.458 Een ander belangrijk aspect binnen het creëren van de Infinity Nets is de artistieke daad op zich, en hier vormt zich de eerste link met de opkomst van het feminisme, deze komt voort uit een typische vrouwelijke ervaring zo stelt Alexandra Munroe in een van haar essays namelijk het repetitieve en het monotone.459 Waarom Alexandra Munroe stelt dat de elementen van de herhaling en het monochrome voortkomen uit een typische vrouwelijke ervaring valt te verklaren vanuit een citaat dat ze ons meedeelt van Yayoi Kusama. In dit citaat duidt Yayoi Kusama op het belang van de verveling binnen de verwezenlijking van haar creatieve daad, ze noemt de verveling een belangrijker aspect binnen het leven, ze gaat hierbij zelf zo ver door te stellen dat dit aspect belangrijker is dan het licht binnen een kunstwerk of datgene wat de impressionisten in hun werken trachten voor te stellen.460 Alexandra Munroe legt dan op haar beurt de link tussen de verveling die Yayoi Kusama tracht weer te geven en het eindeloze herhalen van bepaalde dagdagelijkse activiteiten binnen het leven van de vrouw.461 Een belangrijk opvallend gegeven binnen het onderdeel van de obsessie vormt een eigenaardigheid binnen het leven en oeuvre van Yayoi Kusama. Op het moment dat Yayoi Kusama eigenlijke inzichten voorgesteld krijgt in haar eigen psyche en dit door toedoen van haar psychiater Dr. Taketomo in New York, zal haar obsessief creëren duidelijk gaan afnemen.462 Vanaf 1965 zo stelt Midori Yamamura zal het beeldend oeuvre van Yayoi Kusama stoppen met het naar voor brengen van de tot dan kenmerkende obsessie.463 Met
458 ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 15. 459 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 18. 460 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 18. 461 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 18. 462
YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 96.
463 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 96.
108
andere woorden, Yayoi Kusama zal steeds meer de aard van haar werken gaan verklaren vanuit het gegeven van de obsessie, haar wanen en hallucinaties maar op hetzelfde moment zal de dwangmatigheid binnen het realiseren afnemen. De werken van Yayoi Kusama zullen kleiner worden en opvallend minder tijdrovend zijn in de realisatie ervan.
3.4 De relatie met de artistieke context De dots en Infinity Nets kunnen we zoals reeds eerder werd benadrukt perfect inpassen binnen een groot deel van de toen heersende avant-garde bewegingen. Vooral het monochrome kleurgebruik en de non-compositorische spreiding van de Infinity Nets maakt dat ze betrokken werd, dit blijkt duidelijk uit het biografische gedeelte, bij een groot aantal van de tentoonstellingen van zowel Pop Art, Minimal Art, Zero en Nul.464 Het oeuvre van Yayoi Kusama kan men niet enkel bekijken als een zuivere weerspiegeling van haar inwendige angsten en kwellingen. Yayoi Kusama was duidelijk gevoelig voor tendensen in de kunstwereld alsook voor sociaal-culturele veranderingen en veranderingen van opinies, indien dit niet het geval zou zijn dan zou haar kunst nooit zo een andere wending aannemen bij haar aankomst in New York.465 En dit al zeker niet zoveel verschillende keren na elkaar. Yayoi Kusama kon op een enorm doordachte manier haar psychische complexiteit vertalen naar een oeuvre dat perfect past binnen een bepaalde kunst en sociaal-culturele setting. Het oeuvre van Yayoi Kusama enkel toeschrijven aan haar eigen wanen en hallucinaties, iets wat de kunstenares zoveel mogelijk tracht te doen, zou eigenlijk met zich meebrengen dat een belangrijk deel van haar talent namelijk het aanvoelen van nakende veranderingen niet erkend zou worden.466
464
ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 11.
465
ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 12.
466 ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center,
109
4. Het derde luik: Het oeuvre van Yayoi Kusama 4.1 Motivatie voor de keuze van de sleutelwerken In dit onderdeel zullen er enkele specifieke werken van Yayoi Kusama belicht worden, de voornaamste reden om een selectie te maken binnen het oeuvre van deze kunstenares vormt de enorme hoeveelheid van de gerealiseerde werken. Ook het gegeven dat een groot deel van de werken verder bouwen op eerder gerealiseerde werken vormt een belangrijke factor. De gekozen werken, de zogenoemde sleutelwerken, zullen aan enkele factoren moeten voldoen. De werken moeten representatief zijn voor een groot deel van het oeuvre of moeten aan andere belangrijke factoren voldoen zoals bijvoorbeeld het bezitten van belangrijke kunsthistorische waarde. Ook een belangrijke verandering binnen het oeuvre van Yayoi Kusama kan een element zijn dat maakt dat een bepaald werk werd gekozen. Sommige werken zullen niet specifiek gekozen zijn, zo zal er bijvoorbeeld geen happening individueel besproken worden maar zullen er diverse happenings als één geheel beschouwd worden. Ook het al dan niet voorradig zijn van bepaalde gegevens of informatie vormt een beslissende factor. Dit zal voornamelijk van belang zijn binnen het literaire oeuvre van Yayoi Kusama.
4.2 De sleutelwerken Lingering dream Eén van de eerste werken die in dit onderdeel zullen besproken worden is het werk Lingering Dream ( 1948, Afb. 3 ). Dit werk werd gekozen omdat het een van de weinige bekende werken is van Yayoi Kusama voor haar vertrek naar New York, zodoende vormt dit een van de weinige werken uit de periode waarin Yayoi Kusama kunsthistorisch binnen het autonoom surrealisme wordt geplaatst. Lingering Dream uit 1948, werd gecreëerd met de typisch Japanse Nihonga pigmenten en dit op papier. Het werk is opgebouwd uit verschillende roodtinten tegen een blauwe achtergrond met enkele kleine groene accenten. We zien de bruin - rode aarde die in schril contrast staat met de egale blauwe lucht. De horizon ligt centraal binnen het werk, over de aarde lijken
13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 12.
110
planten als het ware te kruipen. Deze planten zijn nog onmogelijk te identificeren, zij werden volledig gereduceerd tot biomorfe vormen,467 ze hebben lange klauwachtige stengels en de bloemvorm zelf lijkt op een onregelmatige en compleet willekeurige samenraapsel van blaadjes, het beeld van de typische bloem is volledig verdwenen. Sommige van deze bloemen lijken te schreeuwen, anderen lijken zich al neergelegd te hebben bij een verlies, ze hebben de strijd opgegeven, de bloemen rusten op de grond. Op deze bloemen zijn enkele frivole vrolijke groene vlinders geplaatst. De bloemen zijn omlijnd in een zwarte kleur en hebben enkele blauwe details meegekregen. Aan de linkerzijde van het schilderij zien we bloemen en planten die enigszins een gelijkenis vertonen met de liggende bloemen maar zij werden veel ranker en trotser weergegeven. Ze lijken haast te buigen over de liggende getormenteerde bloemen. De rode bloemen die boven de horizon uitreiken vormen een sterk contrast met de blauwe lucht. Het geheel geeft een duidelijk surreële wereld weer, maar de oorsprong van deze hallucinante afbeelding licht ongetwijfeld in de context van de bloemenkwekerij waar Yayoi Kusama opgroeide en zou refereren naar een herinnering van het oogsten van de zaden. 468
Accumulation of corpses Accumulation of corpses (prisoner surrounded by Curtain of depersonalization) (1950, Afb. 91) is het tweede werk dat in onderdeel zal opgenomen worden, het wordt nog steeds beschouwd als een surrealistisch werk, maar men moet hieraan toevoegen dat dit werk al abstracter is van vormgeving.469 Accumulation of corpses werd in een spiraalvorm opgebouwd, er is haast geen vergelijking meer te vinden met reële voorwerpen enkel in het midden van het schilderij refereren twee kleine details aan bomen. Het schilderij werd uitgevoerd met een eerder beperkt kleurenpalet, de kleuren bestaan uit geel en oranje tinten en zwart. In dit schilderij tracht ze de toeschouwer op te zuigen, alle aandacht wordt getrokken naar het centrum van het schilderij. Dit schilderij was een van de eerste verwezenlijkingen
467 TATEHATA A., ‘Kusama as Autonomous Surrealist’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 62.
468 TATEHATA A., ‘Kusama as Autonomous Surrealist’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 62. 469 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 15.
111
van Yayoi Kusama in olieverf, de techniek die ze hier gebruikt zou onmogelijk gerealiseerd kunnen worden met de pigmenten uit de Nihonga techniek.470 De spiraal is opgebouwd uit eerder abstract aandoende lijnen maar volgens Alexandra Munroe refereren zij naar de omgeploegde aarde.471 Dit is niet geheel onwaarschijnlijk en zal hoogst waarschijnlijk terug gaan naar de omgeploegde akkers in de buurt van haar ouderlijke woonst. Volgens Yayoi Kusama zelf toont het werk de immense gevoelens van depersonalisatie die ze ervoer gedurende deze fase van haar leven.472 Binnen dit werk ziet men de aanzet tot een van de elementen die in het latere oeuvre van Yayoi Kusama opnieuw naar boven zullen komen: het begin van de dot maar ook het beperkte(re) kleurengamma zal later typerend worden. Binnen dit werk moet men wel opmerken dat de lijnvoering op zich nog prominent aanwezig is. Deze lijnvoering kent onwaarschijnlijk zijn oorsprong in de Japanse kunst zoals die aan Yayoi Kusama werd gedoceerd in haar kunstschool. De combinatie zwart-geel en ook de horror vacui die hier kan opgemerkt worden zal een groot deel van het latere oeuvre van Yayoi Kusama gaan kenmerken.473
Infinity Nets De Infinity Nets vormen een reeks van vrij gelijkaardig opgebouwde schilderijen. De eerste werken zullen wit zijn, later zullen ze in veel meer kleuren tot stand komen. Deze Infinity Nets zullen de doorbraak betekenen voor Yayoi Kusama binnen de New Yorkse art scene. Het eerste werk dat Kusama verwezenlijkt binnen de stijl van deze Infinity Nets is het werk Pacific Ocean (1959, Afb. 9). Yayoi Kusama geeft aan, dit werd reeds eerder aangehaald, geïnspireerd te zijn door het zicht op de golvende bewegingen van de oceaan uit het raampje van het vliegtuig bij haar vertrek naar Amerika.474 Dit werk symboliseert voor Yayoi Kusama de overgang van de Japanse naar de Amerikaanse wereld. Volgens Akira Tatehata stond dit 470
TATEHATA A., ‘Kusama as Autonomous Surrealist’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 64 471 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 15. 472 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 15. 473 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 15. 474
TATEHATA A., ‘Kusama as Autonomous Surrealist’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p.68.
112
werk voor veel meer dan louter het eerste werk dat zij realiseerde eens aangekomen in New York. Volgens Akira Tatehata stond het symbool voor haar overgang van haar Japanse periode als autonoom surrealist naar de nieuwe tendensen die haar werken zullen gaan karakteriseren eens zij in New York was aangekomen.475 Pacific Ocean uit 1959 was nog niet zo groot als de meeste van haar Infinity Nets maar toont al heel duidelijk het typerende netpatroon dat het midden houdt tussen de weergave van een echt net en de later kenmerkende dots. Een van de grootste door Yayoi Kusama gerealiseerde Infinity Nets overspant een ruimte van tien meter dit Infinity Net werd voorgesteld in Stephen Radich Gallery (1959, Afb. 11). Op het kleinere eveneens witte Infinity Net No. D (1959, Afb. 10 ) zien we beter de details en de werkwijze van Yayoi Kusama. Yayoi Kusama zelf ziet deze nets als een negatief van elke polka dot die ze schildert. Dit is ook het werk waar ze haar tot dan toe gebruikte beeldtaal van dots en haar netwerk van lijnen samenvoegt, om ze zo tot een beeldtaal te vermengen.476 Het schilderij bestaat uit een volledig zwart gemaakte achtergrond dat werd beschilderd met een patroon waarvan de kleur het midden houdt tussen wit, grijze, lichtblauw en een nogal moeilijk te definiëren mengkleur. Eens men de Infinity Nets werken van dichterbij bestudeert is het enorm opvallend dat zij totaal niet monochroom zijn, er is een enorme dieptewerking in het kleurgebruik aanwezig. Binnen dit patroon werd duidelijk niet naar een egale verspreiding van de dots gestreefd, de dots
zelf zijn ook nogal onregelmatig van vorm en grootte,
zodoende is het vrij belastend om visueel een eenduidig beeld te maken van dit werk.477 Indien men het werk volledig bekijkt lijkt het alsof er binnen dit patroon nog een onderliggend patroon zichtbaar is, het geheel laat nogal een vibrerende indruk na.478 Het is veel eenvoudiger om kleine delen van Yayoi Kusama’s nets te bestuderen dan om het geheel
475 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 68. 476
NAKAHARA Y., ‘Crystallization of Nothingness’, in: KUSAMA Y.(ed.), Yayoi Kusama: Print Works, Tokio, Abe Corporation, 1992, p. 127. 477 HOPTMAN L., ‘Down to Zero: Yayoi Kusama and the European New Tendency’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, pp.44-47. 478 HOPTMAN L., ‘Down to Zero: Yayoi Kusama and the European New Tendency’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 49.
113
op zich te laten doordringen.479 In de Infinity Nets zijn twee elementen uitermate belangrijk: enerzijds het aspect van de representatie van de hallucinaties en anderzijds het aspect van de verveling, deze elementen werden beiden uitvoerig behandeld binnen het onderdeel van het creatieproces. Op het onderdeel van de verveling zal hier nog even dieper worden ingegaan, zoals reeds werd aangehaald vervult deze verveling een belangrijk aspect binnen het creatieproces van Yayoi Kusama. Tijdens het realiseren van deze Infinity Nets zou ze soms vijftig tot zestig uur aan deze schilderijen, en dit onophoudend, verder werken, gedurende deze arbeidsintensieve opdracht zou ze op een snelle maar enorm monotone manier in een vast ritme het net/dot patroon tot stand brengen.480 Maar binnen deze monotone arbeid schuilt een prominent afstand nemen van het toenmalig populaire Amerikaans abstract expressionisme, waar één enkele beweging, één actie van het penseel bepalend kon zijn voor de verder opbouw van een werk.481 Deze duidelijke afzetting tegen het abstract expressionisme komt volgens Yayoi Kusama zelf uit haar persoonlijke temperament om zichzelf als anders te affirmeren, en om zichzelf te positioneren.482 Hiermee toont ze ook haar enorme gevoeligheid voor artistieke tendensen en ontwikkelingen, meer specifiek voelt ze duidelijk aan dat de kunst zich steeds verder zal ontwikkelen van de traditionele compositie.483 Een belangrijk gegeven binnen het ontstaan van de Infinity Nets is de verandering in de door Yayoi Kusama zelf aangehaalde oorsprong van deze werken. Ook dit gegeven, de verandering in perceptie onder de invloed van haar New Yorkse psychiater, is belangrijk binnen de
479 HOPTMAN L., ‘Down to Zero: Yayoi Kusama and the European New Tendency’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 44-47. 480 N.N., ‘The Second Self: Yayoi Kusama’ in: N.N., Yayoi Kusama, Early Drawings from the Collection of Richard Castellane [tentoonstellingscatalogus], Princeton, The Art Museum Princeton University, 05.05.2000-30.07.2000/ Birmingham, Birmingham Museum of Art, 03.12.2000-28.01.2001/ Toronto, Art Gallery of York University, 22.02.2001-08.04.2001/ Indianapolis, Indianapolis Museum of Art, 06.10.2001-06.01.2002/ etc., Birmingham, Alabama, Birmingham Museum of Art, 2000, p.7.
481 N.N., ‘The Second Self: Yayoi Kusama’ in: N.N., Yayoi Kusama, Early Drawings from the Collection of Richard Castellane [tentoonstellingscatalogus], Princeton, The Art Museum Princeton University, 05.05.2000-30.07.2000/ Birmingham, Birmingham Museum of Art, 03.12.2000-28.01.2001/ Toronto, Art Gallery of York University, 22.02.2001-08.04.2001/ Indianapolis, Indianapolis Museum of Art, 06.10.2001-06.01.2002/ etc., Birmingham, Alabama, Birmingham Museum of Art, 2000, p.7. 482 TATEHATA A., ‘Magnificent Obsession’, in: TATEHATA A. (ed.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus ], Venetië, XLV Biennale di Venezia, Padaglione Giapponese, 13.06.1993-10.10.1993, Tokio, The Japan Foundation, 1993, p. 12. 483 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 18.
114
benadering van deze werken. In de meeste besprekingen van deze Infinity Nets wordt de oorsprong teruggeleid naar de hallucinaties, dit voornamelijk onder invloed van de vele statements van Yayoi Kusama zelf in interviews en essays. Maar er werden ook nog flarden van essays teruggevonden waarin de oorsprong van Infinity Nets niet terug werd gevoerd naar de psychische complexiteit van de kunstenares. Zo zou Yayoi Kusama aan het begin van de jaren zestig haar Infinity Nets eerder op een vrij nuchtere manier bespreken, het enige wat ze over de werken zegt, is dat het grote werken zijn, zonder compositie, begin, centrum of einde.484 Maar ook binnen de verscheidene essays over de Infinity Nets zal de oorsprong van deze schilderijen soms niet gezocht worden binnen de wanen en hallucinaties. Hitoshi Dehara haalt in essay The Creative Evolution of Yayoi Kusama in New York een andere oorsprong van de werken aan, ook al twijfelt hij geen seconde aan het belang van de hallucinaties binnen het oeuvre van Yayoi Kusama.485 De oorsprong van deze Infinity Nets zou te herleiden zijn tot experimenten die Yayoi Kusama uitvoerde net voor haar vertrek naar New York. In deze experimenten zou ze krantenknipsels aan elkaar hebben gelijmd die de ondergrond vormden voor tekeningen in inkt. Gedurende deze periode was Yayoi Kusama reeds aan het experimenteren met verschillende patronen in haar oeuvre. De combinatie van het krantenpapier, de lijm en de inkt zouden er dan voor gezorgd hebben dat er een eigenaardig patroon ontstond, dit patroon zou vergelijkbaar zijn met een onwillekeurig raster van druppels. Volgens Hitoshi Dehara zou dit raster van druppels een negatief gevormd hebben voor de Infinity Nets.486 Het gebruik van het raster was reeds eerder aanwezig in het oeuvre van Yayoi Kusama Tamanegi/Onions (1948, Afb. 1) toont ons hoe de kunstenares het thema van haar werk, de realistisch ui, weergeeft op een dambord achtergrond.
484 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, pp. 18. 485 DEHARA H., ‘The Creative Evolution of Yayoi Kusama in New York’ in: DEHARA H. , MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, pp. 288-289. 486 DEHARA H., ‘The Creative Evolution of Yayoi Kusama in New York’ in: DEHARA H. , MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 289.
115
De dot is uitermate belangrijk binnen het volledige oeuvre van Yayoi Kusama, doch moet hieraan toegevoegd worden dat de dot zoals die werd gebruikt binnen de Infinity Nets duidelijk verschilt van de later aangebrachte dots zoals in haar happenings, Studio BungeiShunjyu (1969, Afb.69), en installaties Mirror Room (pumpkin) (1993, Afb. 77, 78 & 79). Bij de realisatie van de Infinity Nets zal grote aandacht besteedt worden aan de structuur van de dots op het Infinity Net No. D (1959, Afb. 10 ). Eens de dot zich verder zal ontwikkelen zal de structuur een meer prominente rol aannemen en zal de aandacht uitgaan naar de dot op zich. Het is ook de structuur van de dot in de Infinity Nets die zal maken dat er grote verschillen zijn met het patroon van herhaling bij de werken van Andy Warhol, hier zal het gaan over het mechanische herhalen van elementen bij de Infinity Nets zal niet de mechanische herhaling maar de eigenheid van de dot, de uniciteit van elke dot centraal staan.487
Accumulations De eerste soft sculptures bij Yayoi Kusama zullen Accumulation No. 1 (1962, Afb. 19) en Accumulation No. 2 (1962, Afb. 20) zijn. In het onderdeel met betrekking tot het creatieproces is de aard van deze werken, het overwinnen van angsten, reeds grondig uit de doeken gedaan. Een belangrijk verschil met de Infinity Nets is dat het belang van het schone, esthetische steeds meer en meer zal verdwijnen.488 Lynn Zelevasnky stelt, in de bespreking van de met fallussen beklede objecten, dat deze sculpturen absurd zijn maar vooral veel agressiever en emotioneler dan de andere werken die Yayoi Kusama tot dan toe reeds had gerealiseerd.489 Een belangrijk aspect binnen deze sculpturen is de vorm, enerzijds hebben we de bekleding van de sculpturen met de fallus en anderzijds hebben we te maken met het bedekte object. Dit bedekte object, een zetel en armstoel zoals in de hier aangehaalde voorbeelden, zal steeds zijn
487 MATSUMOTO T., ‘Reqiuem and Resurrection: The Art of Yayoi Kusama’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 278. 488 ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p.17 489 ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p.17
116
originele vormtaal blijven gehouden indien men dit wenst kan men het object zelf nog gebruiken zoals het daarvoor werd gecreëerd.490 Zo zien we Yayoi Kusama vaak tussen haar sculpturen, gebruik makend van de sculpturen in hun originele functie (1966, Afb. 92). De met fallussen beklede objecten kan men vanuit verschillende standpunten benaderen en interpreteren. De eerste interpretatie komt voort uit de ontwikkeling van de fallus vanuit de angst voor het mannelijke geslachtsorgaan in de hoop om via een veelvuldige replicatie deze angst te overwinnen. De volgende mogelijkheid om de werken binnen deze sex-obsession reeks te benaderen is vanuit de sociale context waarin Yayoi Kusama zich bevond tijdens de ontwikkeling van deze soft sculptures. In een door mannen gedomineerde (kunst)wereld zal ze trachten om via de veelvuldige herhaling van het mannelijke geslachtsorgaan de man op hun beurt te domineren.491 Maar Laura Hoptman durft nog verder gaan in haar uiteenzetting met betrekking tot het gebruik van de fallus, ze stelt dat Yayoi Kusama met haar sculpturen tracht om de fallus tot een banaal object te herleiden. Deze banale fallus bij Yayoi Kusama ziet Laura Hoptman als datgene wat ‘sacred is in its profanity’492.493 Veel van de door Yayoi Kusama beklede opbjecten, de basistructuur, zullen typsiche vrouwelijke gebruiksvoorwerpen zijn, zoals kinderkoetsen, Baby Carriage (1964-1966, Afb. 36) en schoenen met hoge haken Untiteld Accumulation (1963, Afb. 27). Het gebruik van deze objecten versterkt de theorie zoals die wordt voorgesteld door Lynn Zelevansky. Binnen dit onderdeel met betrekking tot de complexiteit van het oeuvre van Yayoi Kusama zal het verschil tussen de soft sculptures van Yayoi Kusama en Claes Oldenburg kort worden belicht. In eerste instantie kennen deze sculpturen een andere bestaantscontext, Yayoi Kusama gaat haar angsten gaan visualiseren, bij Claes Oldenburg onstonden, zo duidt hij dit zelf in een interview, de sculpturen vanuit een zoektocht, experiment naar de vorm van objecten en een weergeven van de realiteit.494 Bij Claes Oldenburg werden sculpturen objecten vergroot en 490 DEHARA H., ‘The Creative Evolution of Yayoi Kusama in New York’ in: DEHARA H. , MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 292. 491 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p.24. 492 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.55. 493 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.55. 494 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p.24.
117
getransformeerd, harde objecten werden voorgesteld in een zachte vorm. De fallus die Yayoi Kusama gebruikt in haar soft sculptures zijn nooit hard geweest zo stelt Hitoshi Dehara in zijn essay, er is met andere woorden nooit sprake geweest van een transformatie van het object zoals dit bij Claes Oldenburg wel het geval was.495 Het gaat bij Yayoi Kusama voornamelijk om het verder uitbreiden van haar eigen vormtaal en de noodzakelijkheid om haar angsten te transformeren naar reële objecten.496
Travelling life Eén van de werken waarvan de basisstructuur geen vrouwelijke connotatie heeft is de ladder, een eerder mannelijk gebruiksvoorwerp, in het werk Travelling life (1964, Afb.30), dit werk toont ons het witgemaakt object dat langs de verscheidene zijden bekleed werd met honderden fallussen. Maar op deze installatie werden ook nog eens drie paar witte schoenen aangebracht, deze schoenen lijken zich een weg te banen doorheen de vele fallussen.497 Ze banen zich een weg naar boven doorheen de fallussen, wat veelvuldig geïnterpreteerd wordt als hoe de vrouw, Yayoi Kusama, zich langzaam maar zeker een weg naar boven baant doorheen de dominantie van de man.498 Binnen dit werk wordt nogmaals de nadruk gelegd op theorieën die vertrekken vanuit een feministische perspectief, zoals bij de hierboven besproken Accumulations. Hoewel deze theorie ook volledig toepasbaar is op Travelling Life zonder de nadruk te leggen op de hoge hakken, geven deze paar nog een extra dimensie aan deze theorie.
495 DEHARA H., ‘The Creative Evolution of Yayoi Kusama in New York’ in: DEHARA H. , MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p.291. 496 DEHARA H., ‘The Creative Evolution of Yayoi Kusama in New York’ in: DEHARA H. , MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p.291. 497 TATEHATA A., ‘ A Passage to Another World.’, in: N.N., Yayoi Kusuma. My Solitary Way to Death.,Tokyo, Fuji Television Gallery, 12.05.1994-30.06.1994, s.p.
498 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p.24.
118
De interpretatie van de schoenen bekleed met fallussen worden door Yayoi Kusama zelf in een duidelijke richting geduwd, ze haalt aan dat het gebruik van de schoenen en de fallussen in een object absoluut geen toeval was, ze was bewust opzoek naar wat ze zelf noemt “doubling of the fetish”.499 Met het verdubbelen van de fetisj wordt hier gedoeld op het voorkomen van twee vormen van fetisjisme. Enerzijds hebben we hier te maken met de schoen als een van de bekendste fetisjistische objecten, anderzijds met de fallus die Yayoi Kusama als fetisjistisch object naar voor schuift door het veelvuldig aanbrengen van het object.500
Aggregation: One thousand boats show Het volgende werk hier zal besproken worden is Aggregation: One Thousand Boats show (1963, Afb. 24), dit werk brengt ons opnieuw een stap verder dan het eerder voorgestelde Travelling Life en Accumultion No. 1 & 2 ,waar Yayoi Kusama het publiek toen trachtte te imponeren met haar sculpturen, plaatst ze nu haar sculptuur als magnum opus in een volledig bewerkte ruimte. Dit was de eerste installatie van Yayoi Kusama.501 De installatie, environment bestond uit één boot volledig bekleed met witte fallussen en 999 afbeeldingen van deze boot. Deze installatie werd zo opgesteld dat men eerst door een gang met deze afbeeldingen liep om ten slotte een ruimte te betreden waar de muren bekleed waren met nog meer van deze afbeeldingen om dan ten slotte de echte boot in het midden van de ruimte te kunnen waarnemen. De muren, het plafond en de vloer werden behangen met het continue herhalen van dezelfde afbeeldingen, een concept waar Andy Warhol in 1966 ook mee uitpakte in zijn Cow Wallpaper.502 Een belangrijk verschil tussen beide kunstenaars is echter dat deze installatie net vertrekt vanuit een ernstige kritiek op de Pop Art en de nadruk
499 ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p.18. 500 ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p.18. 501 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 56. 502 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 25.
119
wil leggen op het belang van het originele object in verhouding tot de vele reproducties.503 Binnen dit werk schuilt echter nog een dubbele dimensie, enerzijds hebben we te maken met de sublimaties van het reële object, anderzijds met de noodzaak van Yayoi Kusama om alles tot in het oneindige te herhalen. Binnen deze herhaling worden de afbeeldingen van het echte object niet enkel als een sublimatie gezien maar eveneens als een oneindige herhaling van het origineel.504 Dit gegeven versterkt op zijn beurt de sublimatie van het origineel. Dit werk, eigendom van het Stedelijk Museum in Amsterdam, stond opgesteld in de tentoonstelling Mirrored Years in het museum Boijmans van Beunigen, daarbij viel op dat in het midden van de boot een paar schoenen aanwezig was. Deze schoenen waren op hun beurt net zoals de schoenen van Travelling Life wit gemaakt en ook bekleed met fallussen. In geen enkele van de publicaties die handelen over dit werk werd dit gegeven echter opgenomen. Dat dit niet zou zijn opgevallen lijkt vrij onwaarschijnlijk aangezien dit type van schoenen wel regelmatig aan bod kwam in het oeuvre van Yayoi Kusama. Dit kan betekenen dat dit een latere toevoeging was van Yayoi Kusama alvorens het te schenken en naar Nederland te laten overbrengen. Binnen dit gegeven moet men zich afvragen waarom Kusama dit gegeven nog zou hebben toegevoegd. Hoogstwaarschijnlijk wilde Yayoi Kusama via de schoenen nog een extra dimensie aan het werk toevoegen, op deze manier worden de assumpties die gemaakt werden met betrekking tot het werk Travelling life ook hier toepasbaar.
Driving Image Binnen dit essay zal de Driving image show (1964, Afb. 29) worden voorgestelde zoals Yayoi Kusama deze exposeerde op 29 april 1966 in de M.E. Thelen Gallery in Essen Duitsland. De tentoonstelling stond onder het curatorschap van Udo Kultermann.505 In dit werk grijpt Yayoi Kusama terug naar de structuur zoals ze deze aanwendde in haar Infinity Net schilderijen. Deze structuur die het midden houdt tussen de polka dot en een net en werd in vrolijke kleuren in de gehele ruimte aangebracht. Binnen de bespreking van dit werk wordt er verder gebouwd op verscheidene andere elementen die belangrijk waren voor Yayoi Kusama binnen
503 ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p.25. 504 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 25. 505 KULTERMANN U., ‘Driving Image, Essen, 1966’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.86.
120
haar creatieproces. Haar oeuvre kan voor een groot deel gelezen worden op een continue verder bouwen op elementen uit haar voorgaande werken. Niet alle aspecten zullen steeds opnieuw aangehaald worden en dit om in deze besprekingen zo weinig mogelijk in herhaling te vallen. In de installatie Driving Image Show werden alles bekleed met haar Infinity Net schilderijen. In de ruimte werd onder meer een kaptafel, een tafel met vier stoelen, een theeset, een ladder, een tv-set, verschillende paren schoenen, drie volwassen vrouwelijke mannequin poppen alsook een kindermannequin en enkele accessoires zoals vazen, bloemen en handtassen en nog vele andere kleine gebruiksvoorwerpen tentoongesteld. Al deze elementen werden stuk voor stuk bekleed met Yayoi Kusama’s Infinity Net patroon.506 De grond was bedekt met gedroogde pasta. Door deze pasta op de grond te plaatsen werd er ook een interactie veroorzaakt met het publiek, die de pasta onder hun voeten hoorde kraken.507 Gedurende de tentoonstelling stond het tv-toestel voortdurend aan alsook werd er enorme luide Beatles muziek afgespeeld.508 Lynn Zelevansky vergelijkt Yayoi Kusama’s Driving Image Show met levengrote Barbie huizen. Lynn Zelevansky haalt aan dat kortstondige installaties mogelijk kunnen verwijzen naar de constructie van de vrouwelijke identiteit. Binnen deze Driving Image show zal Yayoi Kusama op een satirische manier de grenzen van de vrouwelijke identiteit aftasten.509 Specifiek naar de manier waarop kleine meisjes spelen met hun barbiepoppen en poppenhuizen. Bijna als training voor hun latere volwassen leven. Nagenoeg alle objecten die Kusama toont in deze installaties kunnen hiermee in verband gebracht worden. Bijvoorbeeld de kinderwagen, of hoe het meisje klaargestoomd wordt om moeder te worden. De kam en kaptafel - een vrouw moet toch steeds beeldig voor de dag komen - of het strijkijzer en de eettafel, de training om een beeldige huisvrouw te worden, de bloemen om het huis mooi te 506 KULTERMANN U., ‘Driving Image, Essen, 1966’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), pp. 86-91. 507
KULTERMANN U., ‘Driving Image, Essen, 1966’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.88. 508 KULTERMANN U., ‘Driving Image, Essen, 1966’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.88. 509 ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 19.
121
maken en ga zo maar verder. De perfect gevormde mannequinpop kan men dan interpreteren als een levensgrote Barbiepop. Door onder meer fallussen en macaroni op deze poppen aan te brengen stelt Kusama dit alles in twijfel.510 Het gebruik van de pasta zal bij deze voorstelling van de Driving Image Show reeds in minieme mate aanwezig zijn. In latere voorstellingen van deze installatie zal het gebruik van voedsel een steeds prominentere rol innemen. De objecten bekleed met pasta worden door Yayoi Kusama onder de noemer van Food-obsession geplaatst. Het belang en de oorsprong van het gebruik van voedsel werd reeds toegelicht in het onderdeel van het creatieproces. Ter uitbreiding geeft Lynn Zelevansky deze sculpturen een diepere betekenis die ook hier verder zal toegelicht worden. Deze betekenis werd pas recent aangewend bij het oeuvre van Yayoi Kusama. Lynn Zelevansky haalt aan dat Yayoi Kusama in haar Driving Image Show handelt over de drang naar perfectie bij de vrouw, een drang die reeds ontstaat uit het continue oefenen van het kleine meisje om later de perfecte volwassen vrouw te worden.511 Deze drang naar perfectie en het gebruik van het voedsel op de plastic lichamen van de mannequin interpreteert ze als een kritische reactie van Yayoi Kusama naar die drang tot vrouwelijke perfectie. Deze drang zal ze linken met de voornamelijk bij vrouwen aanwezige eetstoornissen, ontstaan uit de drang naar een perfect lichaam. Ze duidt erop dat deze eetstoornissen vaak mechanismen zijn om te kunnen leven met innerlijke conflicten. Innerlijke conflicten hebben een continue rol gespeeld in het leven van Kusama en komen voortdurend aan bod in haar oeuvre.512
Infinity mirror rooms Infinity Mirror Room-Phalli’s field (1965, Afb. 37 & 38) is de eerste echte spiegelkamer die Yayoi Kusama aan het publiek voorstelde. De vier wanden van deze kamer bestaan uit grote spiegels, de vloer werd bedekt met fallussen in een witte stof met een rode bolletjesprint. De
510 ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 19. 511
ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 19. 512 ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 19.
122
bezoeker wordt geacht de kamer te betreden. In dit werk combineert Yayoi Kusama enkele van haar belangrijkste stijlkenmerken, de dot, de fallus en het gegeven van oneindigheid. Door de spiegels worden alle elementen alsook de persoon die in deze installatie aanwezig is gereflecteerd tot in het oneindige, een volledige versmelting, een synergie van bezoeker en kunstwerk treedt op. De bezoeker wordt één met het kunstwerk aangezien hij zijn hoogsteigen reflectie zijn ‘zijn’ hierin herkent. Via deze installatie kan Yayoi Kusama haar hallucinaties overbrengen op de bezoeker. De tweede spiegelkamer die Yayoi Kusama zal ontwerpen was getiteld Endless Love showKusama’s Peep Show (1966, Afb. 40 & 41), deze installatie werd eveneens in de Castellane Gallery geëxposeerd. Deze hexagonaal opgebouwde spiegelkamer waar alle wanden alsook de vloer met spiegels werd bekleed had niet als doelstelling om betreden te worden door de bezoeker. Via een opening kon de bezoeker naar binnen kijken, tijdens de tentoonstelling werd luide muziek afgespeeld. Het plafond van deze installatie bestond eveneens uit hexagonaal geschikte felgekleurde kerstlichtjes.513 De openingen om in deze spiegelkamer te kijken bevonden zich recht tegenover elkaar, waardoor beide bezoekers de ander en zichzelf tot in het oneindige kon waarnemen. Yayoi Kusama brengt haar bezoekers hier in contact met een oneindige wereld waarin hij/zij wordt omgeven door de gloeiende lampjes die de veelheid van de dots in haar Infinity Nets lijkt te overstijgen. Gedurende deze tentoonstelling deelt Kusama buttons uit met daarop de slogan “Love Forever” dit is een van de eerste boodschappen die Kusama zal trachten over te brengen op haar publiek.514 Endless Love show- Kusama’s Peep Show (1966, Afb. 40 & 41) zal uitvoerig besproken worden door Yayoi Kusama ze geeft aan dat deze installatie gaat over het combineren van verschillende ideeën. Ze doelt hiermee op de idee van mechanisatie, herhaling, obsessie, dwang, duizeligheid en liefde.515 In deze ideeën zijn duidelijk vergelijkingen terug te vinden 513 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989,p. 27. 514
ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p.26. 515 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p.175.
123
met de psychische complexiteit van Yayoi Kusama, alsook en dit heeft dan te maken met het gevoel van duizeligheid, alsook met haar ervaringen na haar tweede zenuwinzinking. Yayoi Kusama verwijst in het tweede deel van de titel naar het concept van de peep show, hiermee wil ze het voyeurisme aankaarten, ze stelt dat het concept is opgebouwd zoals een echte peep show waar men wel naar de personen, vaak zijn dit vrouwelijke erotische danseressen, die zich in de andere ruimte begeven, wel kan bekijken maar nooit kan aanraken.516 In het originele concept wou Yayoi Kusama eigenlijk dat de lichten de woorden Love en Sex zouden vormen maar technisch was dit niet mogelijk.517 J.F. Rodenbeck stelt dat met de vorming van deze woorden in de lichten, Yayoi Kusama een verwijzing naar de lichten van Times Square wou maken, alsook naar de goedkope seksindustrie en dit niet enkel door het gebruik van de afgezonderde kamer maar ook door het gebruik van de gekleurde lichten en de muziek die bij deze installatie werd afgespeeld.518 Natuurlijk kan men ook op zoek gaan naar andere betekenislagen dan het gegeven van oneindigheid in Infinty Mirror Rooms. Deze spiegelkamers bevinden zich op de grens van verscheidene disciplines. Interdisciplinariteit is een heel belangrijk onderdeel binnen het oeuvre van Yayoi Kusama, ze wisselt voortdurend af tussen schilderijen en sculptuur en met deze spiegelkamers lijkt ze een binding met de architectuur te willen aangaan. Volgens Lynn Zelvansky waren deze Infinty Mirror Rooms ontegensprekelijk architecturale werken, die Kusama eerder gebruikte voor theatrale redenen. Zo zien we op verscheiden foto’s Kusama afgebeeld in deze kamers. Ondanks het feit dat Endless Love Show-Kusama’s Peep Show helemaal niet bedoeld was om betreden te worden. We zien dan dat iemand in deze kamers kijkt terwijl Yayoi Kusama zich erin bevindt. Hier kan men al de eerste aanleidingen zien naar hoezeer Kusama zichzelf als een deel van haar kunst voelt. Ook de link tussen Yayoi Kusama en het gevoel van voyeurisme dat ze tracht op te roepen, zoals hierboven werd aangehaald, moet gemaakt worden. Roland Barthes haalt in zijn boek Empire of Signs aan dat de spiegel in het westen een andere betekenis heeft dan in het oosten. In het westen is de spiegel het ultieme narcistisch object. Men gebruikt enkel de spiegel om naar zichzelf te 516 KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p.175. 517 RODENBECK J.F., ‘Yayoi Kusama: surface, stitch, skin.’,in: DE ZEGHER M.C., Inside the visible, an elliptical traverse of 20th century art., The Kanaal Art Foundation, Kortrijk, 1996, p. 152. 518 RODENBECK J.F., ‘Yayoi Kusama: surface, stitch, skin.’,in: DE ZEGHER M.C., Inside the visible, an elliptical traverse of 20th century art., The Kanaal Art Foundation, Kortrijk, 1996, p. 152.
124
kijken. Yayoi Kusama’s spiegelkamers zouden zodoende dienst doen als ultieme objecten van narcisme en ijdelheid. Yayoi Kusama’s spiegelkamers confronteren ons niet enkel met het narcisme maar ook met de reeds eerder aangehaalde notie van de oneindigheid. Maar Lynn Zelevansky voegt hier nog aan toe dat volgens Roland Barthez de spiegel een totaal andere functie heeft in het Oosten dan in het Westen.519 “(I)n the Orient, apparently, the mirror is empty; it is a symbol of the very emptiness of symbols…. (T)he mirror intercepts only other mirrors, and this infinite reflection is emptiness itself….”520 Dat Kusama weet had van deze oosterse betekenis van de spiegel is vrij voor de hand liggend, gezien haar afkomst. In deze werken kan men de betekenis en de dualiteit tussen oneindigheid, nietigheid en leegheid terugvinden. Mogelijk kan deze leegheid een link vormen tussen het narcisme enerzijds en de leegheid van een door massaconsumptie gedreven maatschappij waar zelfs de vrije markt bepaalt wat kunst is en wat niet. Een thema dat ook in het volgende werk zal worden voorgesteld, namelijk Narcissus Garden. Deze Infinity Mirror Rooms zijn de enige twee spiegelkamers die Kusama maakte gedurende haar verblijf in New York. Na haar terugkeer naar Japan zal Kusama opnieuw beginnen experimenteren met de spiegelkamers. Hoogstwaarschijnlijk omdat in deze kamers haar publiek zich het best kan inleven in haar gevoelens en de notie van oneindigheid het best kan waarnemen.
Narcissus Garden Narcissus Garden vond plaats op de biënnale van Venetië in 1966. Deze installatie bestond uit 1500 spiegelballen die vervaardigd waren uit kunststof, die geplaatst werden op het gras voor het Italiaanse paviljoen. Bij deze installatie stond een bord waarop te lezen stond “your
519 ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, pp.25-26. 520 ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p.26.
125
narcissm for sale, Lira 1200.”
521
Deze installatie annex performance werd veelvuldig
gedocumenteerd. Op deze foto’s is Yayoi Kusama te zien in een rood nauw aansluitende uit een stuk bestaand pak, in 1998 werd deze foto opnieuw gemaakt.522 Yayoi Kusama tooide zich nogmaals in een rood gewaad en nam plaats tussen de spiegelende ballen Narcissus Garden (1966-1998, Afb. 80). Tijdens de biënnale nam Yayoi Kusama plaats in het midden van haar kinetische ballen, getooid in een traditioneel Japanse kimono en begon deze naar het publiek en in de lucht te gooien (1966, Afb. 42, 43 & 44 ).523 Ook deze onderneming werd veelvuldig gedocumenteerd met foto’s. Visueel zorgde deze installatie voor een ware sensatie, de gehele omgeving werd gespiegeld in deze kunststof (sommige bronnen beweren ook dat het om metalen ballen gaat) ballen. Maar ook de performance op zich zorgde binnen dit visuele spektakel voor de nodige ophef tijdens de Biënnale.524 De organisatoren van de biënnale waren dermate gechoqueerd dat ze de politie opbelden om een einde te maken aan de performance van Kusama. Kusama stopte onmiddellijk met haar performance maar nam eerst uitgebreid de tijd om enkele interviews te verlenen aan de aanwezige internationale journalisten.525 Na het geven van verscheidene interviews zal Yayoi Kusama ook nog pamfletten uitdelen alvorens de Biënnale te verlaten. De belangrijkste reden hiervoor is ongetwijfeld het winnen aan publiciteit.526 Maar ook het gegeven van de spiegel, dat reeds in andere werken een belangrijke plaats zou innemen, is een belangrijk onderdeel van deze performance.527 Door het gebruik van de spiegelende ballen zal Yayoi Kusama het publiek
521 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.63. 522 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, pp. 28 523 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), pp.32-82. 524 HOPTMAN L., ‘Down to Zero: Yayoi Kusama and the European New Tendency’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 51. 525 HOPTMAN L., ‘Down to Zero: Yayoi Kusama and the European New Tendency’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 51. 526 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.63. 527 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 100.
126
van de Biënnale confronteren met zijn eigen portret, maar ook de Biënnale op zich zal Yayoi Kusama trachten te provoceren door middel van deze spiegels. Ze zal de organisatoren uitdagen door een confrontatie op te roepen met hun spiegelbeeld als kunstestablishment. In Narcissus Garden bekritiseert Yayoi Kusama het toenmalige kunstestablishment. Twee cruciale debatten binnen de jaren zestig werden in deze performance aangehaald, namelijk de oproep tot de versmelting van kunst en het dagelijkse leven en de commercialisering van de kunstmarkt.528 Yayoi Kusama geeft zelf aan in een van de vele interviews die ze verleent om een poging te doen om de ware aard van de avant-garde te tonen.529 Maar ze breidt haar stelling uit door hieraan toe te voegen dat de aard van de kunst in de loop van de eeuwen op zich enorm veel veranderd is, waar vroeger de voornaamste aandacht uitging naar het resultaat: het werk op zich, komt nu de aandacht te liggen op het gegeven van het idee.530 Yayoi Kusama zal zichzelf transformeren tot een onderdeel of zelfs het kunstwerk op zich, een levend kunstwerk.531 Dit kan men duidelijk opmaken uit de vele performances, de versmelting die regelmatig plaatsvond tussen haar en haar werken. Hiervoor zal ze onder meer de fotografie en filmkunst toepassen. Maar ook in de recent opgenomen documentaire I Adore myself, near equal Kusama Yayoi is het vaak heel duidelijk dat het dagdagelijkse leven van Yayoi Kusama soms haast een grote performance is. Vaak draagt ze tijdens het creëren haar zelfontworpen kledij en een hoed of pruik, natuurlijk kan dit ook geïnterpreteerd worden als een vorm van ijdelheid, narcisme maar toch lijkt dit meer de richting uit te gaan van een langdurende performance. Yayoi Kusama’s enorme zelfbewustzijn is ontegensprekelijk, ze laat zo weinig mogelijk aan het toeval over en ze weet perfect welke indruk ze bij het publiek wil nalaten. Toen Yayoi Kusama haar performance uitvoerde op de biënnale van Venetië, had
528 HOPTMAN L., ‘Down to Zero: Yayoi Kusama and the European New Tendency’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 54. 529 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.63. 530
HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), pp.63-64. 531 JONES A., Body Art: Performing the Subject., University of Minnesota Press, Minneapolis, 1998, pp. 5-9, in : ROBINSON H., Feminism Art History. An Anthology 1968-2000., Blackwell, Oxford, 2001.p.571.
127
zij wellicht enkele doelstellingen voor ogen, kritiek uiten op de kunstwereld en anderzijds aan publiciteit winnen.532
Happenings Volgens Hans Haakce was het reeds in het begin van Yayoi Kusama’s carrière duidelijk dat zij steeds meer de richting van de performance kunst zou uitgaan.533 Inderdaad reeds van in het begin van haar carrière was de kunstenares als persoon reeds prominent aanwezig in de gerealiseerde werken. Elk werk draagt een duidelijke fysieke stempel van Yayoi Kusama en dit door haar zeer eigen manier van werken.534 Yayoi Kusama’s aanwezigheid in haar eigen oeuvre zal gedurende de loop van de jaren zestig steeds markanter worden. De eerste ‘echte’ performance die in deze Masterproef zal besproken worden dateert van 1966 en werd getiteld Walking Piece.535 In Walking Piece (1966, Afb. 45, 46, 47 & 48) zien we Yayoi Kusama getooid in een roze kimono, haar haren verdeeld in twee vlechten, lopend onder een met plastic en echte bloemen versierde paraplu. De foto’s tonen ons een vrij eenzaam beeld van Yayoi Kusama, het lijkt haast of ze helemaal alleen aanwezig is in de straten van New York. De kimono maakt dat Yayoi Kusama er nog meer als een buitenstaander uitziet in deze fotoreeks. De weinige mensen die ook in beeld verschijnen zijn uitsluitend Westers gekleed, wat het contrast enkel nog groter maakt. Op het einde van de fotoreeks zien we hoe een huilende Yayoi Kusama zich bevindt op de hoek van een gebouw langs waar twee kleine straten zich naast haar bevinden. Deze performances werden niet echt opgemerkt, noch door het grote publiek, noch door de kunstwereld.
532 HOPTMAN L., ‘Down to Zero: Yayoi Kusama and the European New Tendency’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p.51-54. 533 HOPTMAN L., ‘Down to Zero: Yayoi Kusama and the European New Tendency’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998,p.48. 534 ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 28. 535 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 26.
128
De volgende performances zouden wel de nodige media-aandacht genieten. Deze performances werden happenings genoemd. Deze happenings vonden onder meer plaats in Yayoi Kusama’s studio alsook op straat. De performances die buiten plaatsvinden noemde Yayoi Kusama Self Obliteration of Body Festivals.536 In deze performances zal Yayoi Kusama haar antioorlog en anti-establishment ideeën aan de man proberen brengen en dit door de performances zelf alsook door de vele manifesten en pamfletten die ze ter promotie doorheen de stad verspreidde.537 Yayoi Kusama organiseerde minstens 75 happenings alvorens ze terug naar Japan vertrok.538 Door de enorme hoeveelheid aan happenings en aangezien het niet de bedoeling is om binnen dit betoog een overzicht te geven van het oeuvre van Yayoi Kusama werd er gekozen om slechts enkele van deze buitenperformances kort aan te halen. Naked demonstration at Wall Street (1968, Afb. 57 & 58), is de eerste van de evenementen door Yayoi Kusama die hier zullen besproken worden. In deze demonstratie uit Yayoi Kusama kritiek op de economische wereld in het economische hart van Amerika. Yayoi Kusama uit haar ongenoegen tegenover het (economische) systeem. Ze roept de effectenmakelaars op om boeren te worden, hun kleren af te nemen en zich te laten beschilderen met Polka dots. Ook in Naked Event outside the Stock Exchange (1968, Afb. 55 & 56) roept Yayoi Kusama op tot nudisme en om één te worden met het universum.539 Ook tegen de grote homofobie tracht Yayoi Kusama in te gaan door het eerste homoseksuele huwelijk te organiseren in de Verenigde staten. Homosexual wedding vond plaats op 25 november 1968 in de Church of Self-Obliteration in New York.540 Dat Yayoi Kusama ernaar streefde om grensverleggend te werken is al snel duidelijk, gezien de aard van deze werken, ze schrikte er in ieder geval niet van terug om de gevestigde waarden tegen de schenen te schoppen. Het verleggen van grenzen was echter niet het enige doel dat Yayoi Kusama voor 536 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 29 537 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 30. 538 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 29. 539 DOUROUX X., GAUTHEROT F., KIM S.D., PIQUE P. En TRONCY E. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonsetllingscatalogus], Dijon, Centre d’art contemprain, 10.2000- 01.2001/ Parijs, Maison de la culture du Japon à Paris, 02.2001- 05.2001/ Odense, Kunsthallen Brandts Klæedefabrik, 06.2001- 07.2001/ etc., Parijs, Les presses du réel/ Tokio, Studio Kusama, 2001,p.135. 540 DOUROUX X., GAUTHEROT F., KIM S.D., PIQUE P. En TRONCY E. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonsetllingscatalogus], Dijon, Centre d’art contemprain, 10.2000- 01.2001/ Parijs, Maison de la culture du Japon à Paris, 02.2001- 05.2001/ Odense, Kunsthallen Brandts Klæedefabrik, 06.2001- 07.2001/ etc., Parijs, Les presses du réel/ Tokio, Studio Kusama, 2001,p.151.
129
ogen had met deze performances, ze wou natuurlijk ook haar filosofie met betrekking tot de polka dot verder verspreiden.541 Binnen haar strooibiljetten deelt ze de lezers haar filosofie mee: “OBLITERATE YOURSELF WITH POLKA DOTS: Forget yourself and become one with Nature. Lose yourself in the ever advancing stream of eternity. Self-Obliteration is the only way out. Kusama will cover (…) your body with Polka dots.”542 Over haar performances schrijft Yayoi Kusama dat deze voornamelijk symbolisch zijn, ze vergelijkt de polka dot met de maan en de zon, de maan staat symbool voor de vrouw en de zon is dan op haar beurt de symbolisatie van de man, samen moeten ze zoveel mogelijk oneindigheid nastreven.543 Yayoi Kusama voegt hier nog aan toe dat door deel te nemen aan deze performances, het naakte lichaam te laten beschilderen met polka dots, het individu deel zal uitmaken van een groter, oneindig universum.544 In deze performances zal Yayoi Kusama zich niet enkel afzetten tegen de economische wereld ook het kunstestablishment zal onder vuur worden genomen en dit onder meer tijdens de performance Grand Orgy to Awaken the Dead at Moma – Featuring Their Usual Display of Nudes (1969, Afb. 67 & 68). De performances Love Happenings of Orgy’s werden binnenskamer georganiseerd. Op deze performances was de overgrote meerderheid van de aanwezigen naakt of halfnaakt en beschilderde Kusama hun ontblote lichamen met Polka dots. Door de naam Orgy lijkt het alsof er enorm veel seksuele praktijken plaatsvonden gedurende deze happenings maar ondanks het feit dat er regelmatig gezoend en gestreeld werd, gingen deze performances meer over de bevrijding van de mens dan over echte seksuele orgieën, die als voornaamste doeleinde seksuele opwinding zouden hebben. Of zoals haar manager James Golota aanhaalt, was het esthetische steeds uitermate belangrijk binnen deze performances.545 Een van deze
541 HOPTMAN L., ‘An Introduction’, in: PEYTON-JONES J. (ed.), Yayoi Kusama., Londen, Serpentine Gallery i.s.m. Selfridges&Co, 26.01.2000-19.03.2000, s.p. 542
DOUROUX X., GAUTHEROT F., KIM S.D., PIQUE P. En TRONCY E. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonsetllingscatalogus], Dijon, Centre d’art contemprain, 10.2000- 01.2001/ Parijs, Maison de la culture du Japon à Paris, 02.2001- 05.2001/ Odense, Kunsthallen Brandts Klæedefabrik, 06.2001- 07.2001/ etc., Parijs, Les presses du réel/ Tokio, Studio Kusama, 2001,p.135. 543 DOUROUX X., GAUTHEROT F., KIM S.D., PIQUE P. En TRONCY E. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonsetllingscatalogus], Dijon, Centre d’art contemprain, 10.2000- 01.2001/ Parijs, Maison de la culture du Japon à Paris, 02.2001- 05.2001/ Odense, Kunsthallen Brandts Klæedefabrik, 06.2001- 07.2001/ etc., Parijs, Les presses du réel/ Tokio, Studio Kusama, 2001, p. 135. 544 DOUROUX X., GAUTHEROT F., KIM S.D., PIQUE P. En TRONCY E. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonsetllingscatalogus], Dijon, Centre d’art contemprain, 10.2000- 01.2001/ Parijs, Maison de la culture du Japon à Paris, 02.2001- 05.2001/ Odense, Kunsthallen Brandts Klæedefabrik, 06.2001- 07.2001/ etc., Parijs, Les presses du réel/ Tokio, Studio Kusama, 2001, p. 135. 545 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p. 29.
130
performances vond plaats op 16 juni 1967 in The Gate Theater in New York en had als titel Self-Obliteration, An Audio-Visual-Light performance (1967, Afb. 49).546 Ook in Nederland (1967, Afb.52) werden deze performances opgevoerd en dit met de nodige commotie tot gevolg, dit bleek reeds uit het biografische gedeelte. Belangrijk binnen het gegeven van de performances is dat deze, ondanks het gebruik van totaal andere media na, deze op zich rudimentair niet veel verschillen van haar eerder gerealiseerde werken, de essentie van haar oeuvre bleef continue.547 Yayoi Kusama zou steeds blijven zoeken naar een manier om mensen te betrekken in haar hoogstpersoonlijke realiteit. Doorheen deze happenings zal Yayoi Kusama haar angsten voor de fallus, die ze tot nu toe steeds omzette in sculpturen, trachten te overwinnen door de confrontatie aan te gaan met de reële fallus.548
Manhattan Suicide Addict, een autobiografie Manhattan Suicide Addict is Yayoi Kusama’s eerste literaire werk en wordt gezien als een pseudoautobiografie over haar periode in New York. 549 Na het bestuderen van dit boek moet opgemerkt worden dat Manhattan Suicide Addict voornamelijk handelt, en dit op een uitermate visuele manier, over de laatste periode van haar verblijf in New York. De periode waarin Kusama zich voornamelijk toelegde op het organiseren van happenings. Dit boek werd geschreven op dezelfde manier als waarop Kusama haar beeldende werken creëert, in één ruk. Het boek werd verwezenlijkt op de korte termijn van drie weken. Kusama schreef het werk in
546 DOUROUX X., GAUTHEROT F., KIM S.D., PIQUE P. En TRONCY E. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonsetllingscatalogus], Dijon, Centre d’art contemprain, 10.2000- 01.2001/ Parijs, Maison de la culture du Japon à Paris, 02.2001- 05.2001/ Odense, Kunsthallen Brandts Klæedefabrik, 06.2001- 07.2001/ etc., Parijs, Les presses du réel/ Tokio, Studio Kusama, 2001, p. 128. 547 DEHARA H., ‘The Creative Evolution of Yayoi Kusama in New York’ in: DEHARA H. , MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 295. 548 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989,p. 29. 549 MUNROE A., ‘Between Heaven and Earth: The Literary Art of Yayoi Kusama’ in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 71.
131
de mentale instelling waar ze vrijwillig verblijft.550 Deze pseudoautobiografie wordt besproken binnen het onderdeel van het oeuvre omdat men deze het best kan zien als een beeldend schrijven. De autobiografie als kunstschepping. De manier waarop Kusama Manhattan Suicide Addict schreef kan natuurlijk ook vergeleken worden met de écriture automatique zoals deze werd toegepast door de surrealisten, een vergelijking die regelmatig wordt aangehaald in verband met haar creatieproces, voornamelijk met betrekking tot haar oeuvre voor haar vertrek naar New York.551 Alexandra Munroe haalt aan dat Yayoi Kusama dit boek schreef op dezelfde manier als ze haar beeldende oeuvre realiseert: snel en met dezelfde doorgedreven herhaling.552 In Manhattan Suicide Addict is dit vrij duidelijk, bepaalde woorden blijven steeds terugkomen en hebben soms de neiging om choquerend over te komen. Dit gebeurt voornamelijk in de beschrijvingen van haar orgy’s en happenings nogal expliciet. Waar Yayoi Kusama in haar Accumulation Furniture duizenden fallussen aanbrengt op verscheidene objecten, haalt Yayoi Kusama het woord fallus in alle mogelijke bewoordingen die de taal rijk is, ook aan in dit boek.553 Alexandra Munroe legt een verband tussen Yayoi Kusama’s literaire werken en de trauma theorie van Freud. Trauma is volgens Alexndra Munroe het ware onderwerp van Yayoi Kusama’s boeken en de nood om deze traumatische ervaring steeds opnieuw en opnieuw te beleven.554 Net zoals Yayoi Kusama in haar beeldende werk duidelijk de
550 MUNROE A., ‘Between Heaven and Earth: The Literary Art of Yayoi Kusama’ in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 71 551 MUNROE A., ‘Between Heaven and Earth: The Literary Art of Yayoi Kusama’ in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 78. 552 MUNROE A., ‘Between Heaven and Earth: The Literary Art of Yayoi Kusama’ in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p.78. 553 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 72. 554 MUNROE A., ‘Between Heaven and Earth: The Literary Art of Yayoi Kusama’ in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, pp. 80-81.
132
dwangmatige drift heeft om bepaalde thema’s steeds meer en meer te herhalen, brengt zij dit ook naar voor in haar beeldende werken. In Manhattan Suicide Addict beschrijft Yayoi Kusama uitvoerig de stemming van de New Yorkse jaren zestig. Yayoi Kusama beschrijft de figuren op de rand van de samenleving, zichzelf, de homoseksuele scene, het druggebruik en de invloed die dit op haar persoon heeft.555 Als men alles wat in Manhattan Suicide Addict voor waar mag aannemen beleefde Yayoi Kusama ook verscheidene van deze elementen. Ze fungeerde bijna als regelaarster voor verscheidene, al dan niet betaalde, homoseksuele ontmoetingen, wat dan natuurlijk haar happenings in een compleet nieuw daglicht brengt. Ook haar mentale problemen beschrijft ze vrij uitvoerig. De momenten waarop ze het uitermate moeilijk heeft en de manier waarop ze hiermee omgaat worden op een sterk visuele manier weergegeven. Indien het druggebruik zoals Yayoi Kusama het beschrijft in Manhattan Suicide Addict voor waar kan worden aangenomen, kan men begrijpen waarom haar wanen en hallucinaties steeds erger werden.
4.3 Beknopt overzicht van de verschillende betekenislagen Het oeuvre van Yayoi Kusama kent enorm veel verschillende dimensies, deze diverse invalshoeken kwamen tot uiting in de hierboven besproken werken. Deze invalshoeken of betekenislagen worden enkel nog versterkt door de enorme diversiteit binnen de gekozen media. Yayoi Kusama experimenteerde met een uitgebreid scala van materialen. Binnen het analyseren van deze werken zal men continue vertrekken vanuit de persoon Yayoi Kusama. Yayoi Kusama als persoon, dit bleek uit de literatuurstudie, moet men voornamelijk percipiëren vanuit drie elementen. Deze drie elementen representeren Yayoi Kusama als persoon en als artieste, meer bepaald als de persoon of als de artieste die anders is, ongewoon.556 Op drie manieren was zij anders binnen het toenmalige heersende kunstlandschap, ze was een vrouw, een Japanse en bovendien ‘gek’.557 Deze drie individuele 555 HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.71. 556 KIRSHNER J. R., ‘Yayoi Kusama: The Comeback Artist’, in: Yayoi Kusama: Obsessional Vision, The Arts Club of Chicago, 11.06.1997-31.07.1997, The Arts Club of Chicago, 1997, p.4. 557 KIRSHNER J. R., ‘Yayoi Kusama: The Comeback Artist’, in: Yayoi Kusama: Obsessional Vision, The Arts Club of Chicago, 11.06.1997-31.07.1997, The Arts Club of Chicago, 1997, p.4.
133
eigenschappen liet ze zelf op een uitermate sterke manier tot uiting komen, dit zowel binnen haar leven, creatieproces als in haar oeuvre. In de analyse van haar oeuvre zal Yayoi Kusama zelf voornamelijk de factor van haar psychische complexiteit naar voor schuiven. Het oeuvre wordt gekenmerkt door het visualiseren van de wanen en hallucinaties en het overkomen van haar angsten. De dot en fallus zijn hier de twee meest opvallende elementen. Deze elementen werden op verschillende objecten aangebracht onder meer op schoenen. Hier werd de connotatie met het fetisjisme kort belicht. Het gegeven van de herhaling, zeker in combinatie met de elementen van de fallus en de dot, binnen haar oeuvre is hier enorm opvallend. Binnen het gegeven van de herhaling is het aspect van de verveling belangrijk voor Yayoi Kusama, de manier waarop ze uren aan een stuk hetzelfde continue patroon zal blijven en blijven verspreiden over alle mogelijke objecten die zich in haar buurt bevonden.558 Eentonigheid en herhaling zijn volgens Yayoi Kusama immers archetypisch voor de vrouwelijke ervaring van het leven en deze zal ze verbinden met het concept van de verveling. Volgens Yayoi Kusama zijn de herhaling en de eentonigheid sleutelelementen tot het begrijpen van haar oeuvre. Ze verduidelijkt graag haar standpunt van verveling door te verwijzen naar de volgens haar typische vrouwelijke bezigheden zoals naaien, stikken en breien.559 Dat Yayoi Kusama deze verveling ziet als een archetypische vrouwelijke ervaring komt door de volgende overtuiging die Yayoi Kusama erop na houdt met betrekking tot de man-vrouw relatie in de wereld: “Except for childbearing, something men consider an act of nature, men monopolize all rights to a full life, granting women nothing but an unproductive place in society. Men believe women exist for sex only and are useful only as a sex tool. The way men look at women, collecting them like pets, forces the woman to wear make-up and skimpy clothes.”560 De connotatie met het feminisme is vanuit deze invalshoek snel gelegd. Hoewel ze zelf continu aangeeft geen feministische grondslag in haar oeuvre te hebben kan men deze invalshoek onmogelijk negeren.561 Het gebruik van de typische vrouwelijke objecten zoals de schoen of kledij die bedekt werden met pasta of met fallussen zijn hier veelzeggend.
558 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989,p. 18. 559 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989,p. 18. 560 ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 24. 561 TATEHATA A., ‘Akira Tatehata in conversation with Yayoi Kusama’ (1965), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 27.
134
Het anders zijn als Japanse in een westerse wereld zal Yayoi Kusama niet schuwen, dit bleek ondermeer uit het gegeven dat ze bij de opening van verscheidene van haar tentoonstellingen een kimono droeg.562 Maar ook binnen het oeuvre zelf is het belang van haar Japanse afkomst niet onbelangrijk, dit ondermeer in haar manier van lijnvoering en kleurgebruik.563 Maar ook de artistieke context waarin Yayoi Kusama zich gedurende haar verblijf in New York bevond is niet onbelangrijk, de gelijkenissen en verschillen met de toenmalige Europese en Amerikaanse avant-garde wereld werden belicht. Alsook de vele kritiek die ze uitte naar het kunstestablishment toe en dit in haar performances en happenings. In het latere werk van Yayoi Kusama zal ze de herhaling, het repetitieve tot een maximum benutten, het aspect van het oneindige zal hier zijn intrede doen. Hiervoor zal de spiegel benut worden in de Infinity Mirror Rooms. Ook de verschillende interpretaties met betrekking tot deze spiegels vormden een belangrijke invalshoek binnen de besproken werken.
562
ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p.28. 563 ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p.37.
135
5. Psychische complexiteit 5.1. Analyse naar de inconsistenties tussen de biografische en autobiografisch gegevens Slechts twee auteurs onderzoeken het feitelijke belang van de psychische complexiteit van Yayoi Kusama. Hiermee wordt bedoeld dat ze trachten te onderzoeken in welke mate Yayoi Kusama al dan niet haar psychische complexiteit uitspeelt binnen de benadering van haar als kunstenares. Dit gegeven is belangrijk omdat Yayoi Kusama zelf vaak laat uitschijnen dat zij, door haar psychische complexiteit, niet onder de invloed stond van invloeden uit haar omgeving. De theorieën van beide auteurs zullen kort uiteengezet en besproken worden. Midori Yamamura, baseerde haar essay Re-Viewing Kusama, 1970-1975: Biography of things op een inconsistentie die zij terug vond in één van de werken die Yayoi Kusama realiseerde alvorens naar Amerika te vertrekken. Dit werk Flower Spirit (ca. 1955, Afb. 93) is gedateerd en gesigneerd door Yayoi Kusama. Op Flower Spirit zijn de typerende elementen, de dots en het netpatroon, binnen het oeuvre zichtbaar. Flower Spirit werd op het werk gedateerd met als jaar van oorsprong 1948. Robert Christiansen was een jonge Amerikaanse student die reeds vroeg interesse toonde voor het oeuvre van Yayoi Kusama. Hij bezocht haar in 1955 in Japan alwaar hij enkele kleurdia’s maakt van haar meest recente werken. Tussen deze dia’s werd een afbeelding van Flower Spirit (ca. 1955, Afb. 94&95) terug gevonden. Op de rand van deze dia werd de titel alsook de datum terug gevonden en dit in Kusma’s handschrift, namelijk 1955.564 Het werk op de dia verschilt grondig met het werk zoals men het nu kan waarnemen. Op de versie zoals deze te zien is op de dia, zijn er geen nets of dots aanwezig. Op de versie zoals die nu bestaat zijn deze elementen duidelijk wel aanwezig. Wat is volgens Midori Yamamura de mogelijke verklaring voor deze eigenaardigheid in het werk Flower Spirit? Volgens Midori Yamamura liet Yayoi Kusama een deel van haar reeds gerealiseerde werken achter in de familiewoonst alvorens naar New York te vertrekken. Toen Yayoi Kusama terug aankwam in Japan en definitief haar intrek nam in een psychiatrische instelling, liet zij haar werken naar haar nieuwe woonst overbrengen. Op basis van deze redenering zou 564 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 63.
136
Yayoi Kusama dit werk gedateerd hebben tussen 1973 en 1975 maar Midori Yamamura is ervan overtuigd dat dit werk niet herwerkt en gedateerd werd tussen rond deze periode maar enige tijd later.565 Na haar aankomst in Japan werd Kusama ronduit verwaarloosd door de Japanse kunstwereld, vaak ging het hier om dezelfde personen die ze enkele jaren eerder had verwelkomd in New York.566 De openheid van Yayoi Kusama naar haar landgenoten toe bleek ook uit het werk Manhattan Suicide Addict. In 1975 schreef Kusama een essay getiteld Odyssey of My Struggling Soul, dit essay werd gepubliceerd een maand voor haar eerste solotentoonstelling. Na haar terugkeer uit Japan. In dit essay beschrijft Yayoi Kusama haar psychose en verklaart ze haar mentale instabiliteit door te verwijzen naar haar moeilijke kindertijd.567 Dit werk werd deels gebaseerd op een tekst die ze samen had voorbereid met twee kunstcritici namelijk Jay Jacobs en Gorden Brown en dit reeds in 1966 gedurende haar verblijf in New York.568 In deze tekst vertelt ze over het moment waarop ze voor het eerst overweldigd werd door wanen en hallucinaties. Yayoi Kusama zou door het raam hebben gekeken en plots was alles gehuld in een netpatroon.569 Na deze tentoonstelling in 1975 zou Yayoi Kusama opnieuw enige naambekendheid
genieten in Japan.570 Sindsdien zal haar oeuvre steeds meer en meer
verklaard worden vanuit haar mentale instabiliteit. In 1987 zal er in Japan een grote overzichtstentoonstelling georganiseerd worden rond de persoon Yayoi Kusama. Volgens Midori Yamamura heeft Yayoi Kusama een groot deel van haar werken gedateerd naar 565 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p.104. 566 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p.105. 567 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p.106. 568 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 63. 569 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 63. 570
YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p.106.
137
aanleiding van deze grote overzichtstentoonstelling over haar oeuvre. In deze tentoonstelling zou het oeuvre verklaard worden vanuit de optiek van de wanen en hallucinaties. Een groot deel van haar vroege werken werden nooit eerder gedateerd. Hoogstwaarschijnlijk, zo stelt Midori Yamamuri, heeft Yayoi Kusama al deze werken in één keer gedateerd naar aanleiding van deze tentoonstelling. Midori Yamamura stelt dat dit niet ongebruikelijk was voor Yayoi Kusama571. Bovendien zijn nagenoeg alle signaturen alsook het lettertype van de datering op deze werken vrij gelijkaardig, wat het idee dat ze allemaal ineens werden gesigneerd alleen maar ondersteund. Dit werk werd echter niet opgenomen in deze tentoonstelling en toont een grote gelijkheid met nog recentere handtekeningen van Yayoi Kusama. Dus kan Flowers Spirit wellicht nog later worden gedateerd.572 Nu rest ons nog de vraag waarom Yayoi Kusama zoveel jaar later een werk van zichzelf zou herwerken en dateren. Zeker aangezien ze niet de gewoonte had, om een werk dat zij als af beschouwde te herzien of bewerken. Aangezien de interesse in het oeuvre van Yayoi Kusama haast evenredig toenam met de interesse voor haar psychische complexiteit en het feit dat beiden steeds samen werden besproken, concludeert Midori Yamamura dat Yayoi Kusama deze belangstelling hoogstwaarschijnlijk zo veel mogelijk wou uitbuiten en dit werk wou plaatsen binnen de geschiedenis van het ontstaan van haar mentale instabiliteit en haar werk. Zodoende zou Yayoi Kusama volgens Midori Yamamura dit werk hebben voorzien van een vrij vroege datum en de dots en nets op dit werk hebben aangebracht om aan te tonen dat deze elementen niet zijn ontstaan vanuit enige invloed die zij ondervond uit haar omgeving maar hun ontstaan volledig kennen in haar hallucinaties.573 Midori Yamamura staaft dit idee door haar onderzoek verder uit te breiden naar de kindertekening die Yayoi Kusama maakte van haar moeder (1939, Afb. 89). Midori Yamamura bestudeerde dit werk dat cruciaal is voor de biografie van Kusama omdat zij hier zelf de oorsprong legt van het ontstaan van haar wanen en hallucinaties en zodoende ook van haar kunst als vorm van zelftherapie. Bij dit onderzoek merkt Yamamura enkele verschillen op in stijl en kleur van de dots op deze tekening, er is een 571 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, pp.106-107. 572 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p.107. 573
YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p.107.
138
duidelijk verschil op te merken tussen de dots die zich bevinden op de kledij van de moeder en deze die de rest van de tekening bedekken. Dat de dots op de kledij hoogstwaarschijnlijk origineel werden aangebracht is niet abnormaal aangezien stippen wel vaker worden gebruikt als print voor kledingstoffen. Vanuit vorige observaties waarbij Midori Yamamura steeds met enige voorzichtigheid te werk gaat, tracht ze de nodige aandacht te vestigen op de mythe die Yayoi Kusama rond zichzelf creëerde en trekt ze de waarheid met betrekking tot de ontstaansgeschiedenis van de wanen en hallucinaties in twijfel.574 Ook Gunhild Borggreen ijvert voor een grondige studie rond de werken van Yayoi Kusama en specifiek rond de mythe van de ‘gekke’ kunstenares die ze rond zichzelf opbouwde. Gunhild Borggreen uit duidelijk kritiek op de manier waarop Yayoi Kusama wordt behandeld in de eigentijdse kunstgeschiedenis, onder meer door Alexandra Munroe, Lynn Zelevansky en Laura Hoptman wiens essays omtrent Yayoi Kusama ook in dit onderzoek regelmatig werden geraadpleegd, hun werken vormen de basis voor een groot deel van de studie omtrent Yayoi Kusama .575 Gunhild Borggreen bouwde haar argumentering op aan de hand van een evaluatie van enkele literaire werken van Kusama. Borggreen koos drie teksten van Yayoi Kusama uit verscheidene periodes in haar leven en ging de inhoud van deze teksten onderling vergelijken. Het eerste artikel dat Borggreen onderzocht dateert uit 1955, dit artikel draagt de naam “Iwan no baka” (Ivan de gekke) en handelt over de internationale kunstscène en haar eigen oeuvre. In dit artikel schrijft Yayoi Kusama over symbolisme en de donkere zijde van het menselijk bestaan. Nergens wordt enige verwijzing gemaakt naar een mentale instabiliteit met betrekking tot haar eigen oeuvre.576 Het tweede artikel werd door Yayoi Kusama geschreven in 1962 tijdens haar verblijf in New York. In dit artikel zal Kusama duidelijk maken dat ze tracht een zekere afstand te bewaren tegenover de Amerikaanse Kunstwereld. De innerlijke visies die Kusama drijven om haar kunst te verwezenlijken herleidt ze tot de vele ervaringen die ze als kind opdeed in de natuur. Dat haar stijl en de inhoud van haar werk zoveel veranderd is in de voorbije periode wijt ze aan de invloed van het leven in een grote stad zoals New York. Met andere woorden, in deze tekst erkent Kusama dat ze invloeden ondervond
574 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p.107.
576 BORGGREEN G., ‘The Myth of the Mad Artist: Works and Writings by Kusama Yayoi’, in: Copenhagen Journal of Asian Studies, vol. 15, 2001, pp.16-25.
139
van haar omgeving. Kusama verwijst op geen enkele manier naar een mentale instabiliteit, op een ironische opmerking na omdat haar buren zich afvragen of alles wel in orde is aangezien ze steeds opnieuw hetzelfde blijft schilderen.577 Twintig jaar later wijzigt de toon grondig in Yayoi Kusama’s geschriften, de kunstenares zoals we die nu kennen komt naar boven. Dit moment valt terug te herleiden naar het moment van de grote overzichtstentoonstelling ter ere van het oeuvre van Yayoi Kusama in Japan. Na deze tentoonstelling zullen nagenoeg al haar geschriften handelen over haar mentale problemen, hallucinaties, wanen en haar problematische kindertijd.578 Graag wordt hieraan ook nog toegevoegd dat de meeste van deze geschriften, waarin Yayoi Kusama handelt over het ontstaan van haar wanen en hallucinaties dateren van na haar opname in de psychiatrische instelling. Gezien de invloeden die de vorige ontmoetingen met psychiaters reeds hadden op de persoon Yayoi Kusama en het gegeven dat Yayoi Kusama tot op de dag van vandaag nog steeds in de psychiatrische instelling verblijft, zal dit onwaarschijnlijk een groot effect op haar hebben gehad. Vanaf deze periode van de definitieve opname moeten we opmerken dat Yayoi Kusama de bron van haar creatieve drang, namelijk haar psychische complexiteit, zal gevonden hebben.579 Ook belangrijk volgens Gunhild Borggreen is de enorme aandacht die vanaf de jaren tachtig wordt verleend aan de outsiderkunst in Japan alsook de aandacht die Yayoi Kusama hierdoor opeens terugwon. Volgens Gunhild Borggreen is het vrij duidelijk dat de toon in de teksten van Yayoi Kusama veranderde in de loop der jaren en dat de verbanden die ze legt tussen haar oeuvre en psychische complexiteit steeg naarmate beiden meer in de belangstelling stonden. Dat Yayoi Kusama de verbanden tussen haar kunst en creatieproces legt ziet Gunhild Borggreen niet direct als verkeerd. Wel betreurt ze dat Yayoi Kusama haar psychische complexiteit steeds meer zal verbinden aan haar creatieproces zonder toe te geven dat ze invloeden ondervond van buitenaf, en er continue blijft voor ijveren dat haar oeuvre als dat van een outsider moet benaderd worden.580
577 BORGGREEN G., ‘The Myth of the Mad Artist: Works and Writings by Kusama Yayoi’, in: Copenhagen Journal of Asian Studies, vol. 15, 2001, pp.25-32. 578 BORGGREEN G., ‘The Myth of the Mad Artist: Works and Writings by Kusama Yayoi’, in: Copenhagen Journal of Asian Studies, vol. 15, 2001, pp.33-35. 579 BORGGREEN G., ‘The Myth of the Mad Artist: Works and Writings by Kusama Yayoi’, in: Copenhagen Journal of Asian Studies, vol. 15, 2001, pp. 33-45. 580 BORGGREEN G., ‘The Myth of the Mad Artist: Works and Writings by Kusama Yayoi’, in: Copenhagen Journal of Asian Studies, vol. 15, 2001, pp. 10-45.
140
Tijdens de literatuurstudie kwamen ook diverse andere incongruenties binnen de verklaringen die Yayoi Kusama ons meedeelt over haar oeuvre aan het licht. Ondermeer doorheen de studie van de vele teksten en interviews van en met Yayoi Kusama zou al snel blijken dat bepaalde citaten die ze aanhaalt met betrekking tot haar psychische complexiteit naargelang de situatie veranderen. Onder meer in de beschrijving van de oorsprong van haar werk Driving Image Show moet er opgemerkt worden dat Yayoi Kusama begint met het beschrijven van een gevoel alsof ze zich op een eindeloze snelweg bevindt.581 Het citaat begint met dezelfde verwoording maar de rest van de citaten verschillen grondig, in het ene citaat haalt ze het belang van de wanen en hallucinaties aan en de noodzaak om deze te blijven visualiseren binnen haar kunst, in het andere citaat traceert ze de oorsprong terug naar een beangstigend gevoel van standaardisatie binnen de maatschappij.582 Maar ook binnen het ontstaan van haar wanen en hallucinaties, het beklemmende gevoel dat haar als kind overheerste werden diverse verhalen teruggevonden. Maar ook de visie van Yayoi Kusama op de kunst zelf zal grondig veranderen. Waar ze momenteel zichzelf het liefst voorstelt als de artiest die geen enkele invloed ondervond van de kunstontwikkelingen rondom zich, omdat haar oeuvre tot stand komt door de wanen en hallucinaties. Werd een citaat teruggevonden van Yayoi Kusama uit een brief van Amerika gericht naar een persoon in Japan, wie deze persoon was werd niet terug gevonden. In deze brief zal Yayoi Kusama uitvoerig beschrijven hoe ze in New York musea ging bezoeken. Gedurende deze bezoeken zal ze de eigenschappen van de kunstwerken die kunsthistorisch belangrijk worden geacht bestuderen en trachten te analyseren, alsook de sociaal maatschappelijk context waarin ze ontstonden. Na deze bezoeken zal ze zichzelf afvragen hoe te beginnen aan haar eigen werken en beseffen dat ze nog geen manier heeft gevonden om haar eigen werken van een dergelijke betekenis te voorzien.583 Dat Yayoi Kusama duidelijk op zoek was naar een diepere betekenis die ze aan
581 KULTERMANN U., ‘Driving Image, Essen, 1966’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 89.
582 MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, p.25.
583 MATSUMOTO T., ‘Reqiuem and Resurrection: The Art of Yayoi Kusama’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, p. 276.
141
haar werk kon meegeven komt ook tot uiting in het essay van Midori Yamamura en verband met haar ontmoetingen met Dr. Yasuhiko Taketomo.584 Kortom zowel in de studie van het oeuvre, als in de studie naar essays en andere verklaringen die door Yayoi Kusama werden afgelegd, zijn belangrijke incongruenties terug te vinden.
5.2
Kunst
en
de
persoonlijke
mythologie,
het
belang
van
de
zelfrepresentatie Het gegeven van de persoonlijke mythologie is een uitermate belangrijk aspect voor de persoon Yayoi Kusama, ze houdt ervan om zichzelf als outsider voor te stellen. Enige hang naar uniciteit van zichzelf en van haar kunst is typerend voor deze kunstenares zo bleek uit de studie van de documentaire die handelt over Yayoi Kusama. Yayoi Kusama poneert op verscheidene momenten zo blijkt uit de reeds eerder aangehaalde documentaire, en uit de studie van essays en interviews door en met Yayoi Kusama dat ze op geen enkel moment in haar leven beïnvloed werd door de verschillende kunstkringen waarin ze circuleerde. De drang om tot de cirkel van de outsider kunstenaar te behoren kan verklaard worden vanuit de noodzaak om zich te profileren als een uitermate unieke persoonlijkheid. De eerste vormen van zelfmythologiseren vinden we vrij vroeg terug bij de persoon Yayoi Kusama. De eerste vormen van deze mythologisering bij deze kunstenares gaan echter niet terug op de representatie van zichzelf als een persoon met psychische complexiteit. In eerste instantie zal Yayoi Kusama, zeker in het New York van de jaren zestig, zichzelf niet voorstellen als de ‘gekke’ kunstenares. Ze zal zichzelf zoveel mogelijk voorstellen als de Japanse. Dit komt onder meer tot uiting bij de voorstelling van de nieuwe werken van Yayoi Kusama, op nagenoeg alle belangrijke tentoonstellingen zal ze een kimono dragen (o.m. 1965 Afb.33).585 Door het dragen van een kimono, de typerende Japanse klederdracht bij vrouwen, 584
YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 802. 585 ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p.28.
142
zal ze zichzelf mystificeren en dit door de nadrukkelijke connotatie van de kimono en het Oosten. Maar ook de gerealiseerde werken zullen al snel een onderdeel gaan uitmaken van de zelfrepresentatie van Yayoi Kusama. Zo werd een foto teruggevonden van Yayoi Kusama waarbij ze als het ware een wordt met haar Infinity Nets, Kusama and her painting (ca. 1962, Afb. 96). Deze foto kwam tot stand door het negatief tweemaal te belichten eenmaal met Yayoi Kusama als onderwerp en eenmaal met een Infinity Net als onderwerp.586 Maar ook haar typerende vormtaal met betrekking tot de herhaling zou ze trachten toe te passen op zichzelf door middel van de fotografie. Er werd een foto teruggevonden, gerealiseerd door Eikō Hosoe, waar het portret van Yayoi Kusama tot driemaal toe belicht werd (1966, Afb. 97). Hierdoor zal het gezicht van Yayoi Kusama het herhalende element zijn, op de achtergrond zien we bovendien fallusobjecten bedekt met dots. In de vele performances komt de versmelting tussen kunst en kunstenares tot een ultiem hoogtepunt, op dit moment bestaat er geen kunst, performance meer zonder de aanwezigheid van Yayoi Kusama. Yayoi Kusama zal een integraal onderdeel vormen van haar kunst. Laura Hoptman haalt in een van haar essays aan dat Yayoi Kusama zichzelf als een levend kunstwerk beschouwd en er bovendien alles aan doet om dit zoveel mogelijk tot uiting te laten komen.587 Tijdens haar happenings zal Yayoi Kusama zichzelf voorstellen als ‘High Priestess of the Polka dot’.588 Ook dit gegeven biedt een extra dimensie en de zelfmythologisering en zelfrepresentatie van Yayoi Kusama? Tijdens haar happening zal ze zichzelf op deze manier trachten te onderscheiden van de deelnemers. Haar oproep tijdens deze happening om een te worden met het universum en met de polka dot versterken dit nog. Ook de vele essays die ze schreef ter verklaring van haar kunst zullen dit idee ondersteunen, dit begon reeds bij de publicatie van een eerste soort van autobiografie in de jaren zestig met
586 HOPTMAN L., ‘Down to Zero: Yayoi Kusama and the European New Tendency’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, pp. 54-55.
587 HOPTMAN L., ‘Down to Zero: Yayoi Kusama and the European New Tendency’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 54. 588
KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, p. 184.
143
behulp van twee kunstcritici, dit gegeven werd reeds eerder aangehaald.589 Het gegeven dat Yayoi Kusama zich ten volle van bewust was, dat het belangrijk was om bij het schrijven van dit essay zich te laten ondersteunen duidt er op dat ze enorm veel belang hechtte aan de manier waarop ze als kunstenares een belangrijk onderdeel uitmaakte van de manier waarop ze later zou gepercipieerd worden. Vanaf het midden van de jaren tachtig zal Yayoi Kusama zichzelf steeds meer en meer gaan voorstellen als outsider, de mogelijke verklaringen werden in het onderdeel hierboven reeds aangehaald. De mythe die ze rond zichzelf optrok als outsider is uitermate belangrijk voor Yayoi Kusama. Dat het gegeven van Yayoi Kusama als outsider een mythe is zal duidelijk worden in het volgende onderdeel van deze Masterproef. Dat het belang van de zelf mythologisering dus groot is bij Yayoi Kusama kan nu al besloten worden. Tot op de dag van vandaag zal Yayoi Kusama bij de opening van een tentoonstelling ervoor zorgen dat ze zoveel mogelijk deel uitmaakt van haar oeuvre. Dit doet ze door haar kledij, pruiken of hoofddeksel aan te passen aan de tentoonstelling. Dit blijkt onder meer uit de foto’s van Mirror Room (Pumpkin) (1991, Afb. 77).
5.3 Bundelen in kaart brengen van de psychische complexiteit: Yayoi Kusama als outsider Binnen dit onderdeel zullen de verscheidene visies met betrekking tot de psychische complexiteit bij de persoon Yayoi Kusama naast elkaar geplaatst worden. Hiervoor zullen de ziektegeschiedenis, biografische en autobiografische gegevens die onderzocht werden in het eerste luik van deze Masterproef nog verder onderling vergeleken worden. De opinies van verscheidene auteurs zullen getoetst worden met de gegevens die uit dit onderzoek reeds aan het licht kwamen. Via deze gegevens zal er een poging gedaan worden om via de studie van het oeuvre van Yayoi Kusama dichter bij de essentie van de psychische complexiteit van deze kunstenares te komen. Het gegeven van Yayoi Kusama als outsider zal hier aan bod komen.
589 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p. 64.
144
Over de persoon Yayoi Kusama als een psychisch complexe figuur werd reeds veel geschreven in deze Masterproef. Sommige auteurs zullen deze complexiteit trachten te nuanceren en het belang van deze psychologische complexiteit afzwakken, zoals Midori Yamamura en Gunhild Borggreen. De voorgenoemde auteurs zullen wijzen op het belang van de (kunst)historische context bij de vorming van de persoon en het oeuvre van Yayoi Kusama. Vele andere auteurs, voornamelijk de eerste onderzoekers naar het oeuvre, zullen Yayoi Kusama volgen in haar vele verklaringen met betrekking tot haar psychische complexiteit. Ook al moet hieraan toegevoegd worden dat ze deze verklaringen soms wel trachten te nuanceren. Belangrijk binnen de ontwikkeling van de gevormde mening bij beide auteursgroepen is de sociale context. Doorheen deze Masterproef kwam het belang van de zelfrepresentatie van Yayoi Kusama duidelijk aan het licht. Dat zowel de aandacht voor Yayoi Kusama steeg samen met de aandacht voor de outsiderkunst in Japen mag misschien een toeval zijn.590 Maar dit gegeven vormt zeker geen toevalligheid binnen de benadering van het oeuvre van Yayoi Kusama en al zeker niet bij de voorstelling van haar kunst bij Yayoi Kusama zelf. Yayoi Kusama is steeds een figuur geweest die enorm veel belang hechte aan haar imago en de manier waarop zij samen met haar kunst gepercipieerd werd. Over de exacte psychische complexiteit werd reeds enorm veel geschreven. Elke auteur die handelt over het leven en werk van Yayoi Kusama, beiden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, ontwikkelt hierop zijn eigen visie. Zelf Yayoi Kusama kan maar met zichzelf niet tot een consensus komen met betrekking tot de exacte aard van haar psychologische complexiteit. De ziektebeelden zijn enorm uiteenlopend, de meest voorkomende kwamen aan bod in het onderdeel ziektegeschiedenis. Veel van deze ziektebeelden vormen op zichzelf reeds een contradictie of zijn weinig zeggend. Onder meer de diagnose van Dr. Nishimura als atypische psychose is hier veelzeggend of net weinig zeggend. Een psychose kan vele vormen aannemen maar het feit dat ze atypisch is vormt een ernstige belemmering binnen de perceptie van de psychische complexiteit van Yayoi Kusama. De benadering van Yayoi Kusama als zijnde een persoon met een psychotische of een neurotische structuur is belangrijk binnen de benadering van haar als outsider. Zou zij psychotisch zijn dan kan zij als outsider benaderd worden, vormt de mentale structuur deze van de neuroticus dan is het gegeven van de outsiderkunst niet op haar toepasbaar. Paul Verhaeghe gaat in zijn boek over normaliteit
590 BORGGREEN G., ‘The Myth of the Mad Artist: Works and Writings by Kusama Yayoi’, in: Copenhagen Journal of Asian Studies, vol. 15, 2001, pp.33-35.
145
dieper in op de problematiek voor het herkennen van een psychose. Hij stelt hierin dat om de psychose bij een persoon bepaalde elementen aanwezig moeten zijn. Enkele van deze elementen zo stelt Paul Verhaeghe zijn onder meer het aanwezig zijn van wanen, hallucinaties, onsamenhangende spraak, ernstig chaotisch of catatoon gedrag en negatieve symptomen.591 Een volgend belangrijk punt is dat niet aan een van deze voorwaarden moet voldaan worden maar aan een mengeling van enkele of alle symptomen.592 Specifiek bij Yayoi Kusama kunnen we stellen dat aan een groot deel van deze voorwaarden voldaan zijn. De wanen en hallucinaties zijn ontegensprekelijk aanwezig. Uit een vrij gesprek met Henk Peeters tijdens de opening van Mirrored Years bleek dat gedurende het verblijf van Yayoi Kusama in Nederland, zij het op een gegeven moment zodanig moeilijk kreeg dat een bezoek aan een bevriende psychiater van Henk Peeters zich opdrong. Deze dokter stelde vast dat Yayoi Kusama leed aan catatoon gedrag. Ook het interview tussen Henk Peeters en Niels Van Manen bevestigd dit, hierdoor zou zij capabel zijn om dergelijke arbeidsintensieve werken te realiseren.593 Een volgend element is dus bij deze ook aanwezig. Het gegeven de stemmingswisselingen is ook aanwezig dus ook dit element werd vervuld. Met betrekking de andere elementen kon geen uitsluitsel gegeven worden. Een tweede belangrijk gegeven binnen de psychopathologie is het declencherende moment. Indien er een duidelijke aanwezigheid is van dit moment is de diagnose van een psychose veel minder moeilijk. Is dit moment niet aanwezig dan is de diagnose veel moeilijker vast te stellen. Paul Verhaeghe stelt in zijn boek dat Sigmund Freud reeds in 1986 waarschuwde voor de moeilijkheid van het herkennen van een psychotisch proces : “Niets gelijkt meer op een beginnende psychose dan een beginnende neurose.594”595 Het psychotisch subject en zijn verhouding tot de Ander is essentieel binnen de analyse van de persoon, in dit geval Yayoi Kusama.596 De benaderingswijze van de psychose kent een ingewikkelde problematiek zo bleek uit het boek
591
Dit zijn de voorwaarden die de DSM stelt om de pathologie van een psychose te herkennen.
592 VERHAEGHE P.,Over normaliteit en andere afwijkingen, handboek klinische pscychodiagnostiek, Leuven, ACCO, 2002, p. 357. 593 VAN MAANEN N.,’Yayoi Kusama: Een Japans-Amerikaanse [Bachelorscriptie],Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, 2008, p. 54-56.
kunstenares
in
Nederland
1962-1971’
594 VERHAEGHE P.,Over normaliteit en andere afwijkingen, handboek klinische pscychodiagnostiek, Leuven, ACCO, 2002, p. 357. 595 VERHAEGHE P.,Over normaliteit en andere afwijkingen, handboek klinische pscychodiagnostiek, Leuven, ACCO, 2002, p. 357. 596 VERHAEGHE P.,Over normaliteit en andere afwijkingen, handboek klinische pscychodiagnostiek, Leuven, ACCO, 2002, p. 356.
146
van Paul Verhaeghe, enerzijds hebben we een klinisch-psychologische invalshoek en anderzijds hebben we een psychoanalytische invalshoek. Binnen de klinisch-psychologische invalshoek zo stelt Paul Verhaeghe wordt er vooral gezocht naar de aanwezigheid van bepaalde
factoren,
deze
factoren
kunnen
onder
meer
zijn,
een
disfunctioneel
opvoedingsklimaat, de afwezigheid van de vaderfiguur in de kindertijd, een stressvol leven alsook het wonen in stedelijke gebieden en nog vele andere. Binnen het psychoanalytische onderzoek naar de psychose, zo haalt Paul Verhaeghe aan, is een van de belangrijkste factoren een disfunctionele opvoeding en dit in combinatie met de afwezigheid van de vader.597 Zowel vanuit beide invalshoeken kan en moet de link gelegd worden met de problematische thuissituatie waarin Yayoi Kusama opgroeide. De band met de moeder, die voor veel problemen zorgde, alsook de band met de vader, die zich uitdrukt in een grote afwezigheid zijn hierin belangrijk. Met andere woorden vanuit beide definities zijn er aanwijzingen genoeg om de ontwikkeling van de persoon Yayoi Kusama als kind mogelijk binnen de psychotische structuur te plaatsen. Binnen het eerste onderdeel werd er geopteerd om een strikt onderscheid tussen de biografische en autobiografische elementen te maken. Vanuit deze studie zou er mogelijk naar een declencherend moment gezocht kunnen worden. Ook de studie van het oeuvre op zich en de mogelijke wisselwerkingen tussen de kunst van Yayoi Kusama en de (kunst)historische achtergrond pogen om mogelijke veranderingen die van dit moment zouden kunnen getuigen te onderzoeken. Een belangrijk gegeven voor het declencherend moment word door Jacques Lacan benaderd vanuit de optiek van de betekenis van het belang van ‘de naam-van-de-vader’.598 Bij een confrontatie van wat Lacan een ‘un-père’599 noemt kan een mogelijk declencherend moment plaatsvinden.600 De ‘un-père’601 wordt dan gesymboliseerd door een belangrijke autoriteit of wat het psychotische subject aanvoelt als een belangrijke
597 VERHAEGHE P.,Over normaliteit en andere afwijkingen, handboek klinische pscychodiagnostiek, Leuven, ACCO, 2002, pp. 358-359.
598 VERHAEGHE P.,Over normaliteit en andere afwijkingen, handboek klinische pscychodiagnostiek, Leuven, ACCO, 2002, p. 359. 599 VERHAEGHE P.,Over normaliteit en andere afwijkingen, handboek klinische pscychodiagnostiek, Leuven, ACCO, 2002, p. 362. 600 VERHAEGHE P.,Over normaliteit en andere afwijkingen, handboek klinische pscychodiagnostiek, Leuven, ACCO, 2002, p. 362. 601 VERHAEGHE P.,Over normaliteit en andere afwijkingen, handboek klinische pscychodiagnostiek, Leuven, ACCO, 2002, p. 362.
147
autoriteit.602
Binnen het onderzoek naar een mogelijke moment of een gegeven dat enige
verduidelijking zou kunnen geven kwam de hypothese van Griselda Pollock aan het licht, volgens haar zou Yayoi Kusama een trauma hebben opgelopen in New York, dit trauma zou de ontkenning van haar talent zijn binnen de kunstwereld, ze gaat zelf zover door te stellen dat dit trauma een herhaling zou zijn van een eerder trauma, datgene dat haar dreef naar de kunst als redding.603 Uit het bestuderen van de autobiografische en biografische gegevens bleek dat na de opening van een tentoonstelling van Claes Oldenburg, Yayoi Kusama een tweede zenuwinzinking kreeg, waarna ze een eerste zelfmoordpoging ondernam.604 Een volgende belangrijke zenuwinzinking zou plaatsvinden in Japan in 1975.605 Beide gebeurtenissen hadden met elkaar gemeen dat ze ontstonden vanuit een ontkenning van het artistieke talent van Yayoi Kusama. Mogelijks vormde deze ontkenning van de kunstwereld, de autoriteit en zodoende ook de mogelijke vervuller van de rol van un-père’, een te grote confrontatie met een declencherende moment tot gevolg. Deze feiten vormen een mogelijke interpretatie en ondersteunen de theorie van Yayoi Kusama als psychotische kunstenares. Binnen dit onderdeel mogen we natuurlijk de gegevens die aangereikt werden door het onderzoek van Midori Yamamura en Gunhild Borggreen niet over het hoofd kijken. Waarom de oorzakelijkheid van de kunst bij Yayoi Kusama door de kunstenares zelf op een opvallende wijze veranderde doorheen de tijd. Ook voor dit onderdeel zal het boek van Paul Verhaeghe voor mogelijke oplossingen zorgen. Hij stelt dat een psychische identiteit niet statisch is.606 met andere woorden de identiteit is voor verandering vatbaar alsook de eigen perceptie van de identiteit. Een mogelijke verklaring voor deze veranderingen, zowel de veranderingen binnen de verklaringen van Yayoi Kusama als de herwerkingen van enkele van de werken binnen het oeuvre, kan opnieuw gegeven worden vanuit een studie naar de psychische complexiteit van 602
VERHAEGHE P.,Over normaliteit en andere afwijkingen, handboek klinische pscychodiagnostiek, Leuven, ACCO, 2002, p. 362. 603
POLLOCK G., ‘Three Thoughts on Femininity, Creativity and Elapsed Time’, in: Parkett, 59, november 2000, pp. 110.
604 YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, pp. 88-90.
605
YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p.106. 606
VERHAEGHE P.,Over normaliteit en andere afwijkingen, handboek klinische pscychodiagnostiek, Leuven, ACCO, 2002, p. 122.
148
Yayoi Kusama. De term ‘Nachträglichkeit’607 zal hiervoor toegepast worden. Om deze term vanuit de juiste optiek te benaderen moet men vertrekken van de relatie van het subject met de Ander en de verhoudingen binnen deze relatie. Of meer specifiek zoals Paul Verhaeghe deze relatie benadert als het tekort van de Ander.608 Deze verhouding tot de Ander zal grotendeels gesteund worden door taal, deze taal vormt volgens Paul Verhaeghe de basis van de psychische identiteit.609 Binnen de verschillende psychische structuren zal het belang van de taal grondig verschillen, zeker binnen de psychotische structuur is de verhouding tussen de taal en de Ander groot.610 Binnen de psychotische structuur is er, zo stelt Paul Verhaeghe, geen gedeelde taal er is geen reële werkelijkheid, de reële werkelijkheid voor de psychoticus zijn de wanen.611 Meer specifiek toegepast op het leven en werk van Yayoi Kusama als psychotica zijn de wanen haar reële werkelijkheid. Om nu terug te gaan op de term ‘Nachträglichkeit’, deze term wil erop wijzen dat het verleden niet rechtlijnig gedetermineerd is maar herwerkt wordt vanuit de positie waarin het individu zich op dat specifieke moment bevind.612 Paul Verhaeghe voegt het volgende aan de verklaring van deze term toe: “De geschiedenis moet derhalve steeds in twee richtingen gelezen worden, waarbij de richting vanuit het nu naar het verleden minstens even belangrijk is als de omgekeerde beweging”.613 Bij Yayoi Kusama kunnen we het belang van de ‘Nachträglichkeit’ op een pertinente manier toepassen, meer specifiek de verklaringen die deze term biedt kunnen duidelijk toegepast worden op de mogelijke oorzaak waarom Yayoi Kusama haar eigen geschiedenis herschreef en haar werken aanpaste. Dat Yayoi Kusama psychisch complex is, is ontegensprekelijk, maar of de wanen en hallucinaties te traceren zijn naar de kindertijd blijft een complex gegeven. In ieder geval kan men uit de biografische studie geen mogelijke oorzaken of tekenen 607
VERHAEGHE P.,Over normaliteit en andere afwijkingen, handboek klinische pscychodiagnostiek, Leuven, ACCO, 2002, p. 129. 608
VERHAEGHE P.,Over normaliteit en andere afwijkingen, handboek klinische pscychodiagnostiek, Leuven, ACCO, 2002, p. 129. 609
VERHAEGHE P.,Over normaliteit en andere afwijkingen, handboek klinische pscychodiagnostiek, Leuven, ACCO, 2002, p. 126. 610
VERHAEGHE P.,Over normaliteit en andere afwijkingen, handboek klinische pscychodiagnostiek, Leuven, ACCO, 2002, p. 356. 611
VERHAEGHE P.,Over normaliteit en andere afwijkingen, handboek klinische pscychodiagnostiek, Leuven, ACCO, 2002, p. 356. 612
VERHAEGHE P.,Over normaliteit en andere afwijkingen, handboek klinische pscychodiagnostiek, Leuven, ACCO, 2002, p.129. 613
VERHAEGHE P.,Over normaliteit en andere afwijkingen, handboek klinische pscychodiagnostiek, Leuven, ACCO, 2002, p.129.
149
terugvinden van deze wanen en hallucinaties. De kindertekeningen die het ultieme bewijs zouden moeten vormen van deze wanen en hallucinaties werden door Midrori Yamamura onderzocht, hieruit bleek dat de echtheid van de aanwezige dots twijfelachtig zijn. Yayoi Kusama herwerkte mogelijk haar eigen verleden vanuit haar huidige psychische complexiteit, met andere woorden het verleden werd herwerkt en dit om een betekenis te geven aan haar zijn als individu. De wanen en hallucinaties die ze nu ervaart past ze toe op haar verleden, vanuit de ‘Nachträglichkeit’ concluderen we dat dit ons meer vertelt over de huidige Yayoi Kusama dan over de jonge Yayoi Kusama. Waarom Yayoi Kusama dan zoveel belang hecht aan haar eigen psychische complexiteit binnen haar oeuvre en persoon kan verklaard worden door de aanvaarding van haar als persoon die ze kreeg binnen de psychoanalyse en aanvaarding van haar persoonlijkheid die ze nooit kende binnen haar opvoeding of thuissituatie. Maar ook de loochening van de kunstwereld voor haar talent zou een belangrijke factor spelen deze autoriteit kan mogelijk geleid hebben naar het declencherende moment. Het laatste onderdeel met betrekking tot de psychische complexiteit staat in verband met de perceptie van Yayoi Kusama als outsider. Een belangrijke problematiek is de interpretatie van de term outsiderkunst, om de complexiteit van dit onderdeel niet te versterken zal voor de meest strikte interpretatie van de term outsider geopteerd worden. Met andere woorden aan de voorwaarden van culturele immuniteit zal voldaan moeten worden.614 Binnen de ontwikkeling van het oeuvre van Yayoi Kusama hebben we gedurende deze Masterproef steeds de aandacht proberen richten naar zowel de maatschappelijke als kunsthistorische ontwikkelingen. Doorheen de analyse van de werken alsook doorheen de verklaringen die Yayoi Kusama meedeelt met betrekking tot de totstandkoming van deze werken, kan men onmogelijk besluiten dat Yayoi Kusama een outsider is. Het feit dat zij zoveel belang hecht aan de classificatie van haar persoon als outsider kan mogelijks een onderdeel vormen van haar psychische complexiteit.
614 VAN DAMME C., ‘Het Statuut van outsiderkunst sporen van een kritisch denkproces’, in: GEERARDYN F., Psychoanalyse en kunst, Gent, Idesça, 2005, p. 150.
150
6. Besluit De basis voor deze Masterproef werd gevormd door een drieluik. In deze drieluik werden één voor één de drie luiken onderzocht en uiteengezet. Elk luik handelde over één aspect en het belang van dit aspect bij de psychische complexiteit van Yayoi Kusama. De drie luiken werden gevormd door de persoon, het creatieproces en het oeuvre van Yayoi Kusama. Binnen het eerste luik werden de autobiografische gegevens geplaatst naast de biografische. In het onderdeel van de biografische gegevens werd ook de artistieke context onderzocht, dit zowel gedurende haar jeugd als gedurende haar verblijf in New York. Uit de analyse van de autobiografische en biografische gegevens kwam er aan het licht dat er verscheidene incongruenties aanwezig waren. De studie van de biografische gegevens vormde een aanzet tot de artistieke context waarin Yayoi Kusama haar kunst verder zou ontwikkelen. Uit deze studie bleek dat er al enige invloed te bemerken was vanuit de Japanse kunstwereld, ondermeer met betrekking tot haar kleurgebruik en lijnvoering maar dat de invloed van de Amerikaanse en Europese kunstwereld veel sterker was, maar deze wisselwerking ging in beide richtingen. Yayoi Kusama zou beïnvloed worden door de Amerikaanse en Europese kunstwereld maar zij zou ook een pertinente rol spelen binnen de ontwikkeling van het oeuvre van verscheidene jonge kunstenaars waarmee ze in contact kwam. Door de biografie werd al snel duidelijk dat de kunst van Yayoi Kusama een belangrijke rol speelde binnen zowel de Europese als Amerikaanse avant-garde wereld. De vele werken die Yayoi Kusama gedurende deze periode ontwikkelde zouden belangrijke plaatsen innemen binnen het kunstlandschap, haar werken werden dan ook op verschillende internationale tentoonstellingen voorgesteld. Het kunsthistorische belang van Yayoi Kusama kwam hierdoor al vrij snel aan het licht en dringt aan op een snelle herontdekking van het oeuvre van deze kunstenares. De ziektegeschiedenis van Yayoi Kusama kwam eveneens aan bod tijdens dit onderdeel, de conclusie zou al snel zijn dat deze nog veel complexer was dan men ooit had kunnen voorzien, dit ondermeer door Yayoi Kusama zelf. Het tweede deel richtte zicht op het creatieproces en het belang van de creatie voor Yayoi Kusama als persoon. Het individu, de persoonlijkheid van Yayoi Kusama speelt een belangrijke rol. De noodzakelijkheid van het creatieproces bij Yayoi Kusama kwam hierin duidelijk naar boven. De eerste uitingen van het creatieproces alsook de experimenten, onder 151
meer in Japen, die Yayoi Kusama ondernam kwamen tot uiting. Het feit dat de creatie een existentiële rol vervult was een van de belangrijkste onthullingen binnen dit onderzoek. Alsook de twee verschillende oorzaken werden in de verf gezet. Enerzijds hadden we te maken met de dot die een uiting bleek te zijn van haar wanen en hallucinaties en anderzijds hadden we de fallus die voortkwam uit haar angst voor het mannelijke geslachtsorgaan. Het verschil tussen de literaire werken werd ook aangehaald. Uit dit onderdeel onthouden we dat Yayoi Kusama de aard en het ontstaan van deze werken als anders ervaart, ook al kan ze dit gevoel niet duidelijk verklaren. Het voortdurende herhalen , het obsessieve patroon van het element van de fallus en de dot vormen een basis voor het oeuvre alsook een noodzaak voor de persoon van Yayoi Kusama. De psychische complexiteit, de aard van haar ziekte vormt de drijfveer binnen het creatieproces van Yayoi Kusama. Via de creatie tracht Yayoi Kusama zichzelf vorm te geven als individu. Het derde deel dat handelde over het oeuvre, zal de verscheidende betekenislagen die terug kunnen gevonden worden aankaarten. Het oeuvre zal niet enkel bestudeerd worden vanuit de persoon Yayoi Kusama maar ook vanuit de maatschappelijke en kunsthistorische achtergrond. De artistieke context die aan bod kwam in het eerste deel zal hiervoor toegepast worden. Er werd via sleutelwerken een poging gedaan om een representatief overzicht gegeven van het oeuvre van Yayoi Kusama. Binnen het beeldende werk werden de schilderijen en de sculpturen besproken, maar ook de environments, de performances, happenings en één deel van het literaire werk
Binnen dit onderdeel kwamen ondermeer de feministische en
fetisjistische interpretaties van haar oeuvre aan het licht. Alsook de duidelijke maatschappijkritische inslag, dit ondermeer gericht naar de kunstwereld, die Yayoi Kusama trachtte te geven aan haar oeuvre. Uit dit onderdeel zou al snel de complexiteit van het oeuvre naar boven komen. De noodzaak van een duidelijke achtergrondkennis met betrekking tot de persoon alsook de kunst en sociale achtergrond zou zich opdringen, het oeuvre wordt op deze manier duidelijk verrijkt. Dit houdt echter niet tegen dat een lezing van het oeuvre van Yayoi Kusama niet als esthetisch aangenaam kan aanvaard worden indien men geen enkele achtergrondkennis heeft van de persoon of van de maatschappelijke gebeurtenissen. In het afsluitende onderdeel gaat men specifiek het hierboven besproken drieluik positioneren tegenover het gegeven van de psychische complexiteit. Verschillende invalshoeken met betrekking tot deze psychische complexiteit werden naast elkaar geplaatst, de meningen van de verschillende geraadpleegde auteurs zou nogal verdeeld zijn. De meesten volgen Yayoi 152
Kusama in de tracering van haar psychische complexiteit naar haar kindertijd, andere onderzoekers zullen dit gegeven in vraag stellen. De autobiografische gegevens werden naast de biografische gegevens geplaatst en onderling vergeleken, inconsistenties tussen beide gegevens werden onderzocht en geplaatst tegenover de andere onderzoeksresultaten, dit onder meer met betrekking tot de artistieke context. Het belang van de zelfrepresentatie en zelfmythologisering werd naderbij onderzocht. Als besluit hiervan kan gesteld worden dat het belang van de zelfmythologisering bij Yayoi Kusama erg groot is. Ze schenkt enorm veel aandacht naar hoe de publieke opinie haar als vrouw, kunstenares en artieste bekijkt. Ook het gegeven van Yayoi Kusama als outsider werd aangehaald. Voor Yayoi Kusama is het zijn van een outsider een belangrijk deel van de mythe die ze rond zichzelf opbouwde. Om tot een consensus te komen of Yayoi Kusama al dan niet als outsider kan benaderd worden werd er nagegaan of Yayoi Kusama al dan niet psychotisch is, en wat dan de mogelijke verklaringen zouden kunnen zijn voor de inconsistenties binnen haar autobiografie. Ook de wisselwerkingen tussen Yayoi Kusama en de artistieke context werden hierin besproken. Als algemeen antwoord op de vraag of Yayoi Kusama als een outsider kan beschouwd worden moet men met een volmondig neen antwoorden. De redenen hiervoor werden in het laatste deel opgesomd. Op het einde van deze Masterproef moet men concluderen dat de synergie tussen Yayoi Kusama, haar creatieproces en haar oeuvre enorm groot is. Een duidelijke plaatsing en begrip van het werk van Yayoi Kusama is nodig om deze drie luiken op een correcte manier te begrijpen. Wordt dit niet gedaan dan wordt er hopeloos vervallen in dogma’s en in de mythe die Yayoi Kusama rond zichzelf opbouwde. De artistieke context waarin Yayoi Kusama zich bevond en wisselwerking tussen haar en haar omgeving zowel in Amerika als in Europa bleek van groot belang. Binnen deze context moet nog toegevoegd worden dat een duidelijke herwaardering van Yayoi Kusama en een grotere aanwezigheid van haar oeuvre in het kunsthistorische landschap zich opdringt.
153
7. Bibliografie AZUMAYA T., KONDO K., KOJIMA Y., UCHIDA M. en KURATA A. (eds.),
Kusamatrix:
Kusama
Yayoi
[tentoonstellingscatalogus],
Mori,
Art
Museum,
07.02.2009-09.05.2009, Tokio, Kadokawa Shoten Publishing, 2004.
ASADA A., ‘Multiplication and Reversal’, in: KUSAMA Y.(ed.), Yayoi Kusama: Print
Works, Tokio, Abe Corporation, 1992, p.27. ACCOLLA D., ‘Mental imbalance accents stable talent.’, in: Asahi Evening News, 12.05.1994, s.p.
BORGGREEN G., ‘The Myth of the Mad Artist: Works and Writings by Kusama Yayoi’, in: Copenhagen Journal of Asian Studies, vol. 15, 2001, pp.10-46.
BROWN G., ‘Yayoi Kusama, interview (extract), 1964’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), pp.100-104.
BUCI-GLUCKSMANN C., ‘Images of absence.’, in: N.N., Bracha Lichtenberg
Ettinger. Matrixial Borderline, 23.01.1993-20.02.1993, Centre d’Art d’Herblay, Frankrijk,1993.
BURCKHARDT R., ‘Yayoi Kusama.’, in: The New York Times, 3.05.1964, s.p.
CASTELLANA R. (esq.), ‘On Kusama’, in: N.N., Yayoi Kusama, Early Drawings from
the Collection of Richard Castellane [tentoonstellingscatalogus], Princeton, The Art Museum Princeton University, 05.05.2000-30.07.2000/ Birmingham, Birmingham Museum of Art, 03.12.2000-28.01.2001/ Toronto, Art Gallery of York University, 22.02.2001-08.04.2001/ Indianapolis, Indianapolis Museum of Art, 06.10.200106.01.2002/ etc., Birmingham, Alabama, Birmingham Museum of Art, 2000, pp. 4445. 154
DANIEL R.H. en TRENCHSEL G.A., ‘Foreword’ in: N.N., Yayoi Kusama, Early
Drawings from the Collection of Richard Castellane [tentoonstellingscatalogus], Princeton,
The
Art
Museum
Princeton
University,
05.05.2000-30.07.2000/
Birmingham, Birmingham Museum of Art, 03.12.2000-28.01.2001/ Toronto, Art Gallery of York University, 22.02.2001-08.04.2001/ Indianapolis, Indianapolis Museum of Art, 06.10.2001-06.01.2002/ etc., Birmingham, Alabama, Birmingham Museum of Art, 2000, p.5.
DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.200419.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006
(“Eternity-Modernity”)/
Hiroshima,
City
Museum
of
Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004.
DEHARA H., ‘The Creative Evolution of Yayoi Kusama in New York’ in: DEHARA H. , MINAMISHIMA
H.
en
SHIBUTAMI
A.
(eds.),
Yayoi
Kusama
[tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.200419.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006
(“Eternity-Modernity”)/
Hiroshima,
City
Museum
of
Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, pp. 288-295.
DE ZEGHER M.C., Inside the visible, an elliptical traverse of 20th century art., The Kanaal Art Foundation, Kortrijk, 1996
DIEDERICHSEN D., ‘Obession as Revolution: Yayoi Kusama Follows Up a Hallucination with the Social Reality’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM
155
S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, pp. 111-121.
DOUROUX X., GAUTHEROT F., KIM S.D., PIQUE P. En TRONCY E. (eds.), Yayoi
Kusama [tentoonsetllingscatalogus], Dijon, Centre d’art contemprain, 10.200001.2001/ Parijs, Maison de la culture du Japon à Paris, 02.2001- 05.2001/ Odense, Kunsthallen Brandts Klæedefabrik, 06.2001- 07.2001/ etc., Parijs, Les presses du réel/ Tokio, Studio Kusama, 2001.
ELLIOTT D., ‘Kusama: The Modern Alice in Wonderland’, in: AZUMAYA T., KONDO K., KOJIMA Y., UCHIDA M. en KURATA A. (eds.), Kusamatrix: Kusama Yayoi [tentoonstellingscatalogus], Mori, Art Museum, 07.02.2009-09.05.2009, Tokio, Kadokawa Shoten Publishing, 2004, pp.90-92.
FREUD S., Inleiding tot de psychoanalyse, Amsterdam, wereldbibliotheek, 2005.
GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus],
Rotterdam,
Museum
Boijmans
Van
Beuningen,
23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009.
GAUTHEROT F. en KIM S., ‘The ‘00s: A Ten Year Journey through Kusama’s World’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama
Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.200908.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, pp.247256.
156
GAUTHEROT F., ‘Some Questions to Lily van der Stokker’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND
J.
en
KIM
[tentoonstellingscatalogus],
S.
(eds.),
Rotterdam,
Yayoi
Museum
Kusama Boijmans
Mirrored Van
Years
Beuningen,
23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p.282.
GEERARDYN F., Psychoanalyse en kunst, Gent, Idesça, 2005.
GRUEN J., ‘The Underground; Anatomic Explosions, polka dots for love’ in: Vogue, Oktober 1968, s.p.
GUATTARI F., ‘ Les Riches Affects de Madame Yayoi Kusama.’ In: LE NOUËNE P. (ed.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Calais, Musée des Beaux-Arts de Calais, 06.12.1986-31.01.1987/ Dole, Musée Muncipale de Dole, 21.03.198731.05.1985, 1985, p. 11
HIRST D., ‘Across the Water: Interview (extract)’ (1998) in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), pp. 136-141.
HOLLANDER
R.,
‘Bescheiden
rehabilitatie
van
Yayoi
Kusama.’,
in:
NRC
Handelsblad, 8.09.1998, s.p. HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000).
HOPTMAN L., ‘Yayoi Kusama: A Reckoning’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), pp.32-82.
157
HOPTMAN L., ‘Down to Zero: Yayoi Kusama and the European New Tendency’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love
Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, pp. 42-59.
HOPTMAN L., ‘An Introduction’, in: PEYTON-JONES J. (ed.), Yayoi Kusama., Londen, Serpentine Gallery i.s.m. Selfridges&Co, 26.01.2000-19.03.2000, s.p. ISHIKAWA T., ‘Poems from A Handful of sand’ (1910), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), pp. 94-96.
J.D. [JUD D.] , ‘Yayoi Kusama’, in: Arts Magazine, September 1964, s.p.
JONES A., Body Art: Performing the Subject., University of Minnesota Press, Minneapolis, 1998, pp. 5-9, in : ROBINSON H., Feminism Art History. An Anthology
1968-2000., Blackwell, Oxford, 2001. JULIEN F., ‘ Le Syndrome Kusama’, in: LE NOUËNE P. (ed.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Calais, Musée des Beaux-Arts de Calais, 06.12.198631.01.1987/ Dole, Musée Muncipale de Dole, 21.03.1987-31.05.1985, 1985, pp. 3134.
KIRSHNER J. R., ‘Yayoi Kusama: The Comeback Artist’, in: Yayoi Kusama:
Obsessional Vision, The Arts Club of Chicago, 11.06.1997-31.07.1997, The Arts Club of Chicago, 1997, pp. 3-9
KULTERMANN U., ‘Driving Image, Essen, 1966’, in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), pp. 84-93.
158
KURAMITSU K.C., ‘Selected Exhibition History’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.199808.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, pp.170191.
KUSAMA Y., ‘Alice in Wonderland’ (1968), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 116
KUSAMA Y., ‘Anatomic Explosion, Wall Street’ (1968), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 107.
KUSAMA Y., ‘An Open Letter to My Hero, Richard M. Nixon’(1968), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 106.
KUSAMA Y., ‘Homosexual Wedding’ (1968), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 108.
KUSAMA Y., ‘Take a Subway Ride from Jail to Paradise’ (1968), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.114.
KUSAMA Y., ‘Why Look Like Other People?’ (1968), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 115.
159
KUSAMA Y., ‘Grand Orgy to Awaken the Dead’ (1969), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 117.
KUSAMA Y., ‘The Struggle and Wanderings of My Soul (extracts)’ (1975), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), pp. 118-122.
KUSAMA Y., ‘Manhattan Suicide Addict (extract)’ (1978), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 124.
KUSAMA Y., ‘Violet Obsession’ (1978), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p.128.
KUSAMA Y., ‘Lost’ (1983), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), p. 131.
KUSAMA Y., ‘ Parcours et luttes de mon âme’ in: LE NOUËNE P. (ed.), Yayoi
Kusama [tentoonstellingscatalogus], Calais, Musée des Beaux-Arts de Calais, 06.12.1986-31.01.1987/ Dole, Musée Muncipale de Dole, 21.03.1987-31.05.1985, 1985, pp. 17-29
KUSAMA Y., Driving Image, Tokyo, PARCO CO.,1986
KUSAMA Y.,’Why Do I Create Art’, in: KUSAMA Y., Driving Image, Tokyo, PARCO CO.,1986,s.p.
KUSAMA Y.(ed.), Yayoi Kusama: Print Works, Tokio, Abe Corporation, 1992.
160
KUSAMA Y., ‘My Holy Land of Dream… for the bright future’, in: KUSAMA Y.(ed.),
Yayoi Kusama: Print Works, Tokio, Abe Corporation, 1992, pp. 139-141.
KUSAMA Y., ‘The Hustlers’ Grotto of Christopher Street (extracts)’ (1984), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), pp. 132-135.
KUSAMA Y., ‘On Presenting Kusamatrix, A message from Kusama Yayoi’, in: AZUMAYA T., KONDO K., KOJIMA Y., UCHIDA M. en KURATA A. (eds.),
Kusamatrix:
Kusama
Yayoi
[tentoonstellingscatalogus],
Mori,
Art
Museum,
07.02.2009-09.05.2009, Tokio, Kadokawa Shoten Publishing, 2004, pp. 67-68
LE NOUËNE P. (ed.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Calais, Musée des Beaux-Arts de Calais, 06.12.1986-31.01.1987/ Dole, Musée Muncipale de Dole, 21.03.1987-31.05.1985, 1985.
LE NOUËNE P., ‘Avant-Propos’ in: LE NOUËNE P. (ed.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Calais, Musée des Beaux-Arts de Calais, 06.12.198631.01.1987/ Dole, Musée Muncipale de Dole, 21.03.1987-31.05.1985, 1985, pp. 7-8.
LEVIN K., ‘Odd Woman Out.’, in: The Village Voice, 31.10.1989, p. 44
MATSUI M., ‘Beyond Oedipus: Desiring Production of Yayoi Kusama’, in: Parkett, 59, november 2000, pp. 92-96.
MATSUMOTO T., ‘Reqiuem and Resurrection: The Art of Yayoi Kusama’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.200419.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006
(“Eternity-Modernity”)/
Hiroshima,
City
Museum
of
Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc.,
161
Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, pp. 276-281.
MATSUMOTO T. [reg.], I Adore Myself: Near Equal Kusama Yayoi [Documentaire], Japan, Itaki S. en Shimizu T., 2008. MILLER P. R., MILLER WITTENBORN B., CHEIM J.(ed.), Yayoi Kusama. Recent Works., New York, Robert Miller Gallery,17.09.1996-19.10.1996, Inc. New York, 1996 MINAMISHIMA H., ‘The Sea of Dyslexic Memory – A Confession of Personal Yearnings’, in: DEHARA H, MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi
Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, pp. 296-299.
MOOS D., ‘The Second Self: Yayoi Kusama’ in: N.N., Yayoi Kusama, Early Drawings
from the Collection of Richard Castellane [tentoonstellingscatalogus], Princeton, The Art Museum Princeton University, 05.05.2000-30.07.2000/ Birmingham, Birmingham Museum of Art, 03.12.2000-28.01.2001/ Toronto, Art Gallery of York University, 22.02.2001-08.04.2001/ Indianapolis, Indianapolis Museum of Art, 06.10.200106.01.2002/ etc., Birmingham, Alabama, Birmingham Museum of Art, 2000, pp.7-14. MUNROE A., ‘Obession, Fantasy and Outrage: The Art of Yayoi Kusama’ in: BHUPENDRA K. (ed.), Yayoi Kusama: a Retrospective’ [tentoonstellingscatalogus], New York, Center for International Contemporary Arts, 1989, pp. 11-34.
MUNROE A., ‘Introduction’ in: N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s: Paintings,
sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus], New York, Paula Cooper Gallery, 03.05.1996-21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996, s.p.
162
MUNROE A., ‘Between Heaven and Earth: The Literary Art of Yayoi Kusama’ in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love
Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, pp. 70-85.
NAKAHARA Y., ‘Crystallization of Nothingness’, in: KUSAMA Y.(ed.), Yayoi Kusama:
Print Works, Tokio, Abe Corporation, 1992, pp. 126-128. NAKAHARA Y., ‘Disruption of the surface.’, in: N.N., Exhibition of Yayoi Kusama., Tokyo, Fuji Television Gallery, 20.04.1984-16.05.1984, s.p.
N.N., ‘An Abbreviated Biography’ in: N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s:
Paintings, sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus], New York, Paula Cooper Gallery, 03.05.1996-21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996, s.p. N.N., Yayoi Kusama, The 1950s and 1960s: Paintings, sculpture, works on paper [tentoonstellingscatalogus],
New
York,
Paula
Cooper
Gallery,
03.05.1996-
21.06.1996, New York, Paula Cooper Gallery, 1996.
N.N., ‘The Second Self: Yayoi Kusama’ in: N.N., Yayoi Kusama, Early Drawings from
the Collection of Richard Castellane [tentoonstellingscatalogus], Princeton, The Art Museum Princeton University, 05.05.2000-30.07.2000/ Birmingham, Birmingham Museum of Art, 03.12.2000-28.01.2001/ Toronto, Art Gallery of York University, 22.02.2001-08.04.2001/ Indianapolis, Indianapolis Museum of Art, 06.10.200106.01.2002/ etc., Birmingham, Alabama, Birmingham Museum of Art, 2000, pp.7-14.
N.N., Yayoi Kusama, Early Drawings from the Collection of Richard Castellane [tentoonstellingscatalogus], Princeton, The Art Museum Princeton University, 05.05.2000-30.07.2000/ Birmingham, Birmingham Museum of Art, 03.12.200028.01.2001/ Toronto, Art Gallery of York University, 22.02.2001-08.04.2001/
163
Indianapolis, Indianapolis Museum of Art, 06.10.2001-06.01.2002/ etc., Birmingham, Alabama, Birmingham Museum of Art, 2000.
N.N., ‘Selected Biography and Exhibition History’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus], Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, 23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.200907.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, pp. 287-294.
N.N., ‘Chronology’ in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), pp.146-157.
N.N., ‘Yayoi Kusama’, in: Art Voices, juni 1964, Volume 3, nr. 5, s.p.
N.N., ‘ Wo wilde Avantgarde gefördert wird.’, in: Die Welt, s.d., nr. 184, v. 9.
O’DOHERTY B., ‘ Art: Kusama Explores a New Area.’, in: The New York Times, 25.04.1964, s.p.
PANHANS-BÜHLER U., ‘Between Heaven and Earth: This Languid Weight of Life’, in: Parkett, 59, november 2000, pp.86-91.
POLLOCK G., ‘Three Thoughts on Femininity, Creativity and Elapsed Time’, in:
Parkett, 59, november 2000, pp. 107-113.
RESTANY
P.,
‘
Obsession’
in:
LE
NOUËNE
P.
(ed.),
Yayoi
Kusama
[tentoonstellingscatalogus], Calais, Musée des Beaux-Arts de Calais, 06.12.198631.01.1987/ Dole, Musée Muncipale de Dole, 21.03.1987-31.05.1985, 1985, pp. 1314
164
RODENBECK J.F., ‘Yayoi Kusama: surface, stitch, skin.’,in: DE ZEGHER M.C.,
Inside the visible, an elliptical traverse of 20th century art., The Kanaal Art Foundation, Kortrijk, 1996, pp. 149-155
SHIBUTAMI A., ‘Respite for the Spirit’, in: DEHARA H., MINAMISHIMA H. en SHIBUTAMI A. (eds.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus], Tokio, The National Museum of Modern Art, 26.10.2004-19.12.2004 (“Eternity-Modernity”)/ Kyoto, The National Museum of Modern Art, 06.01.2005-13.02.2006 (“Eternity-Modernity”)/ Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, 22.02.2005-17.04.2005 (“Eight Places for Burning Soul”)/ etc., Tokio, The National Museum of Modern Art, Hiroshima, City Museum of Contemporary Art, Kumamoto, Contemporary Art Museum, Matsumoto, City Museum of Art, 2004, pp. 282-287.
TANZ, ‘Enthüllung vor der Börse”, in: Stern, Agustus 1968, s.p.
TATEHATA A., ‘Akira Tatehata in conversation with Yayoi Kusama’ (1965), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), pp. 7-28.
TATEHATA A., ‘Kusama as Autonomous Surrealist’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama,
1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.199822.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, pp. 60-69.
TATEHATA A. (ed.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus ], Venetië, XLV Biennale di Venezia, Padaglione Giapponese, 13.06.1993-10.10.1993, Tokio, The Japan Foundation, 1993.
165
TATEHATA A., ‘Magnificent Obsession’, in: TATEHATA A. (ed.), Yayoi Kusama [tentoonstellingscatalogus ], Venetië, XLV Biennale di Venezia, Padaglione Giapponese, 13.06.1993-10.10.1993, Tokio, The Japan Foundation, 1993, pp.12-14.
TATEHATA A., ‘ A Passage to Another World.’, in: N.N., Yayoi Kusuma. My Solitary
Way to Death.,Tokyo, Fuji Television Gallery, 12.05.1994-30.06.1994, s.p.
TER BORG L., ‘ Werk van Yayoi Kusama is totaalervaring.’, in: NRC Handelsblad, 30.08.2008, s.p.
VAN DAMME C., ‘Het Statuut van outsiderkunst sporen van een kritisch denkproces’, in: GEERARDYN F., Psychoanalyse en kunst, Gent, Idesça, 2005, pp. 149-161.
VAN DER STOKKER L., ‘My Answers to your Questions’ in: GAUTHEROT F., GULDEMOND
J.
en
[tentoonstellingscatalogus],
KIM
S.
(eds.),
Rotterdam,
Yayoi
Museum
Kusama Boijmans
Mirrored Van
Years
Beuningen,
23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, p.283
VAN GARREL B., ‘De bandenloze liefde van Kusama’, in: Haagse Post, 11.11.1967, s.p.
VAN MAANEN N.,’Yayoi Kusama: Een Japans-Amerikaanse kunstenares in Nederland 1962-1971’ [Bachelorscriptie],Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, 2008.
VERHAEGHE P.,Over normaliteit en andere afwijkingen, handboek klinische
pscychodiagnostiek, Leuven, ACCO, 2002. WAGENAAR A., ‘Yayoi Kusama en de blote mannen’ in: Vrij Nederland, 02.12.1967, s.p.
166
WEAVER N., ‘The Polka-dot girl strikes again or Kusama’s infamous spectacular’, in: After dark, Mei 1968, pp. 43-46.
YALKUT J., ‘Naked Self-Obliteration: Interview’ (1968), in: HOPTMAN L., TATEHATA A. en KULTERMANN U. (eds.),Yayoi Kusama, Londen, Phaidon Press Limited/ New York, Phaidon Press Inc., 2003 (2000), pp. 110-112.
YAMAMURA M., ‘Re-Viewing Kusama, 1950-1975: Biography of Things’, in: GAUTHEROT F., GULDEMOND J. en KIM S. (eds.), Yayoi Kusama Mirrored Years [tentoonstellingscatalogus],
Rotterdam,
Museum
Boijmans
Van
Beuningen,
23.08.2008/ Sydney, Museum of Contemporary Art, 24.02.2009-08.06.2009/ Wellington, City Gallery, 26.09.2009-07.02.2010, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Dijon, Le Consortium, Les presses du réel, 2009, pp. 63-109.
ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love
Forever: Yayoi Kusama, 1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.1998-22.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.199807.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998.
ZELEVANSKY L., ‘Driving Image: Yayoi Kusama in New York’, in: ZELEVANSKY L., HOPTMAN L., TATEHATA A. en MUNROE A. (eds.), Love Forever: Yayoi Kusama,
1958-1968 [tentoonstellingscatalogus], Los Angeles, Country Museum of Art, 08.03.1998-08.06.1998/ New York, The Museum of Modern Art, 09.07.199822.09.1998/ Minneapolis, The Walker Art Center, 13.12.1998-07.03.1999/ Tokio, The Museum of Contemporary Art, 29.04.1999, Los Angeles, Country Museum of Art, 1998, pp.10-41.
167