Deel 1:
“Onderwijsaanbod hbo – bouw & ruimte” Hogescholen verbinden het delen, creëren en verspreiden van kennis
Eindrapportage v2.4 September 2011
Inhoud 1
Aanleiding
3
2
Het onderzoek 2.1 Doelstelling 2.2 Vraagstelling 2.2.1 Inventarisatie opleidingsaanbod 2.2.2 Actualisatie lectoraten 2.2.3 Actualisatie en beheer van het overzicht van het onderwijsaanbod 2.2.4 Aansluiten bij andere informatiebronnen onderwijsaanbod 2.3 Aanpak onderzoek 2.3.1 Inventarisatie opleidingsaanbod 2.3.2 Actualisatie lectoratenoverzicht
5 5 5 5 6 6 6 6 7 7
3
Het domein Built Environment 3.1 De opleidingen 3.2 De lectoraten
9 9 10
4
Opleidingsaanbod 4.1 Geografische spreiding opleidingen 4.2 Belangrijkste gemeenschappelijkheden en differentiaties
11 11 12
5
Lectoratenoverzicht 5.1 Geografische spreiding lectoraten 5.2 Samenwerkingsverbanden vanuit de lectoraten
22 22 24
6
Geografische spreiding kennisthema’s 6.1 Gemeenschappelijke behoeften stakeholders 6.2 Maatschappelijk relevante kennisthema’s
26 26 26
7
Actualisatie onderwijsaanbod 7.1 Toegevoegde waarde 7.2 Overige randvoorwaarden 7.3 Beschikbare informatiebronnen 7.4 Aanbeveling
30 30 30 31 32
Bijlagen
34
1
Algemene informatie opleiding
35
2
Instroming en doorstroming
36
3
Opleidingsinhoud
37
4
Opleidingsorganisatie
39
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 2 van 44
1 Aanleiding De Raad van Advies van de Hoger Onderwijs Groep Bouw & Ruimte (HOG) heeft gevraagd om het onderwijsaanbod van de hogescholen in het domein bouw en ruimte (Built Environment) in kaart te laten brengen. Zowel de hogescholen zelf, als het bedrijfsleven hebben namelijk behoefte aan inzicht in en overzicht van het zeer gevarieerde aanbod aan opleidingen. Er is veel informatie beschikbaar over het onderwijsaanbod. Door versnippering is deze echter moeilijk toegankelijk, incompleet Vragen van Raad van Advies aan HOG en niet actueel. Het ontbreken van een samenhangend overzicht van het onderwijsaanbod vindt zijn oorzaak in de auto1. Flexibiliteit: Onderzoek op welke wijze het hbo-onderwijs een flexibeler aanpak kan nomie van hogescholen en de afstemkiezen om op maatwerkvragen van het veld ming van hun onderwijsaanbod op het in te spelen. Neem hierin de bevindingen regionale werkveld. Tot nu toe ontbreekt van de (bestaande) bedrijfsscholen mee; landelijke afstemming. Het landelijk openeem de vragen naar specifieke vaardighererende werkveld zoekt echter naar overden mee alsmede de duale trajecten. zicht en afstemming op nationaal niveau. De HOG wil in deze behoefte voorzien. De HOG heeft hiervoor samenwerking gezocht met SBR, hét kennisinstituut voor de bouw. De HOG en SBR hebben zich voorgenomen om gezamenlijk het onderwijsaanbod te laten inventariseren en om een beeld te vormen van de verwachtingen van het bedrijfsleven ten aanzien van het hoger onderwijs in het domein Built Environment.
2. Matching: Onderzoek de marktperceptie van schoolverlaters in het veld; betrek hierin de betekenis van traineeprogramma’s van grote spelers. Is de markt transparant in haar vraagstelling; is er een belangrijk onderscheid in vraag en benadering van grote en “kleine” spelers? Om op deze twee vragen antwoord te kunnen geven is het noodzakelijk om overzicht te hebben van het landelijke onderwijsaanbod.
Dit rapport gaat in op het onderwijsaanbod in het hbo-domein Built Environment. Tijdens het onderzoek is gebleken dat de verschillende stakeholders belang hebben bij een dergelijk overzicht. Dit bleek ook uit de interviews met de coördinatoren. Zij onderstrepen het belang en geven aan mee te willen werken aan een jaarlijkse actualisatieslag. In veel gevallen werd dit als randvoorwaarde genoemd voor de bruikbaarheid, aangezien in curricula elk schooljaar enkele zaken wijzigen.
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 3 van 44
Thema aanpak Deze rapportage geeft onder andere inzicht in de geografische spreiding van enkele maatschappelijk relevante kennisthema’s (hoofdstuk 6). In een visualisatie worden alle relevante opleidingen, lectoraten, minoren en masteropleidingen rondom bepaalde kennisthema’s weergegeven, waarmee de geografische spreiding en onderlinge verbanden inzichtelijk worden. In dit hoofdstuk komen veel resultaten samen.
Leeswijzer In deze rapportage worden de aanpak en de resultaten van het onderzoek beschreven. In hoofdstuk 2 vindt u alle achtergrondinformatie bij dit onderzoek en daarin wordt uitgelegd op welke wijze het onderzoek is uitgevoerd. Enige achtergrondinformatie over de opleidingen en lectoraten binnen het domein Built Environment vindt u in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4, 5 en 6 worden de resultaten weergegeven. In hoofdstuk 4 worden de belangrijkste gemeenschappelijkheden en differentiaties weergegeven ten aanzien van de hbo opleidingen. In hoofdstuk 5 zijn de verschillende vormen van samenwerking van de lectoraten beschreven en in hoofdstuk 6 komen uitwerkingen aan bod van de geografische spreiding van enkele kennisthema’s (op basis van de resultaten van dit onderzoek). Ten slotte komt in hoofdstuk 7 de wijze van het actualiseren van de informatie aan bod en de mogelijkheden om daarbij samen te werken met andere instellingen.
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 4 van 44
2 Het onderzoek 2.1
Doelstelling
De HOG zet zich landelijk in voor hoger beroepsonderwijs waarmee Nederland kan excelleren op het gebied van Built Environment. De HOG bouwt aan slim onderwijs, vernieuwend, toegepast onderzoek en goede aansluiting van opleiding en beroepspraktijk. Bundeling van krachten en deling van kennis zijn daarbij essentieel. Deze inventarisatie van het onderwijsaanbod levert een bijdrage aan het delen van kennis en het verbeteren van de aansluiting tussen opleidingen en beroepspraktijk. Hiermee vormt de HOG een landelijk aanspreekpunt voor het hbo-onderwijs binnen het domein Built Environment.
Doel Het doel van dit project is een centrale presentatie van het totale hbo-onderwijsaanbod in het domein Built Environment in al haar verscheidenheid. Deze centrale presentatie is op de eerst plaats bedoeld voor de stakeholders van het hboonderwijs (bedrijfsleven, overheden, instellingen, studenten).
De HOG hoopt met dit project te bereiken Op de tweede plaats is het bedoeld voor de dat de hogescholen het belang van een hbo-instellingen zelf. centrale presentatie van het totale onderwijsaanbod gaan appreciëren. Een centrale presentatie kan hen behulpzaam zijn bij het identificeren van best practices, het leggen van contacten met collega-hogescholen en het profileren van de eigen hogeschool naar de landelijke stakeholders. Voor de landelijke stakeholders, politiek, overheid en bedrijfsleven biedt de centrale presentatie van het onderwijsaanbod inzicht in het onderwijsaanbod op het gebied van Built Environment in al haar verscheidenheid en de ontwikkelingen die gaande zijn. Zij krijgen de gelegenheid om te leren van de best practices in de regio’s.
2.2 2.2.1
Vraagstelling Inventarisatie opleidingsaanbod
De hogescholen bieden een uitgebreid arsenaal aan opleidingsmogelijkheden. Alle gegevens zullen per hogeschool en per soort aanbod worden gepresenteerd. Indien van toepassing zullen we de (semi)private en (semi)publieke partners vermelden.
Vraag 1: Inventariseer voor het domein Bouw & Ruimte de opleidingsmogelijkheden per hogeschool. Maak daarbij onderscheid naar: • •
•
Niveau Inhoud Onderwijsorganisatie en participaties
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 5 van 44
2.2.2
Actualisatie lectoraten
In 2008 heeft de HOG de toenmalige 38 lectoraten in het domein Built EnvironVraag 2: ment geïnventariseerd.1 Er is behoefte Actualiseer de informatie over de lectoraten om deze inventarisatie te actualiseren. binnen het domein Bouw en Ruimte. Daarbij zijn niet alleen de kenmerken van elk lectoraat in beeld gebracht, maar ook de samenwerkingsverbanden tussen hbo-instellingen. 2.2.3
Actualisatie en beheer van het overzicht van het onderwijsaanbod
De HOG overweegt om het overzicht van het onderwijsaanbod periodiek of permaVraag 3: nent te actualiseren. Dat is alleen mogelijk als de hogescholen bereid zijn om Geef aan op welke wijze de gegevens actueel een actieve bijdrage te leveren aan deze gehouden kunnen worden, zonder de Hogescholen met extra administratieve taken te beactualisatie. De keuze tussen digitale lasten. ontsluiting of drukwerk hangt onder ander af van de bereidheid van hbo-instellingen om mee te werken aan de actualisatie en dit in te bedden in de eigen organisatie (borging, efficiëntie). 2.2.4
Aansluiten bij andere informatiebronnen onderwijsaanbod
Er zijn diverse instellingen buiten de Hoger Onderwijs Groep Bouw & Ruimte die informatie over onderwijsaanbod en lectoraten ontsluiten. Uit het oogpunt van efficiëntie en effectiviteit lijkt het aantrekkelijk om met deze instellingen samen te werken bij het invenVraag 4: tariseren, verzamelen, analyseren en ontIdentificeer de instellingen die informatie over sluiten van het onderwijsaanbod. Er is behet onderwijsaanbod en de lectoraten in het hoefte aan een verkenning van de mogedomein Bouw & Ruimte ontsluiten en beoordeel lijkheden tot samenwerking en synergie. de mogelijkheden om samen te werken:
2.3
Aanpak onderzoek
In grote lijnen is dit onderzoek op te delen in het in kaart brengen van het hboopleidingsaanbod Bouw & Ruimte (en de wijze van actualiseren en ontsluiten hiervan) en het actualiseren van het lectoratenoverzicht.
1
• Bruikbaarheid, actualiteit en volledigheid van de informatie; • Wijze waarop deze instellingen hun informatie vergaren en verwerken; • Mogelijkheden van de HOG om aan te sluiten op deze informatiebronnen.
“Overzicht lectoraten domein Built Environment, 2008 – 2009”, november 2008
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 6 van 44
Voor deze (deel)onderzoeken is een verschillende aanpak gehanteerd, omdat het voor het opleidingsaanbod een inventarisatie betreft en het voor de lectoraten een actualisatie. 2.3.1
Inventarisatie opleidingsaanbod
Om een inventarisatie uit te voeren die resulteert in een grote mate van juistheid en volledigheid, zijn alle 44 opleidingscoördinatoren geïnterviewd. Allereerst is tijdens het vooronderzoek zoveel mogelijk informatie vergaard door middel van bureauonderzoek en informatiebrochures van verschillende opleidingen. Na het verwerken van deze informatie in een vastgesteld format2 (zie bijlage 1) zijn de opleidingscoördinatoren geïnterviewd om de uitwerking te verifiëren (op juistheid en volledigheid). Met de input van de coördinatoren de uitwerkingen aangepast en opnieuw geverifieerd. Uiteindelijk is de definitieve versie door de coördinatoren geaccordeerd. De aanpak met een interview én twee verificatiemomenten heeft geresulteerd in een hoge betrouwbaarheid van de juistheid en volledigheid van informatie (zie ook bijlage 2 voor een schematische weergave). Tijdens de interviews zijn vragen met betrekking tot het actualiseren en ontsluiten van de informatie meegenomen (“open vragen”). Op basis van de verkregen informatie zijn aanbevelingen gedaan omtrent de optimale wijze het van actualiseren van de informatie over de opleidingen (zie hoofdstuk 7). 2.3.2
Actualisatie lectoratenoverzicht
Het gedeelte van dit onderzoek dat zich richt op de lectoraten betreft voornamelijk een actualisatie van het “Lectorenboek Bouw & Ruimte 2008 – 2009” dat in 2009 is gepubliceerd. Omdat dit een actualisatie betreft en een deel van de benodigde informatie al beschikbaar was, is voor het actualiseren een vereenvoudigde, minder arbeidsintensieve aanpak gekozen. Tijdens de interviews met de opleidingscoördinatoren is gevraagd met welke lectoraten de opleiding samenwerkt. Vervolgens is nagegaan welke van deze lectoraten voorkwamen in het “Lectorenboek Bouw & Ruimte 2008 – 2009”. Dit bleken er 38 van de 46 te zijn. Aangezien hiervan voorinformatie beschikbaar was, is hen per e-mail gevraagd om de informatie over hun lectoraat te actualiseren. Aan de overige 8 is gevraagd of ze het format wilden invullen. Vervolgens zijn hier twee verificatierondes uitgevoerd (zie bijlage 3 voor een schematische weergave van de aanpak). Tijdens de uitvoering van de actualisatie bleek dat het verwerven van de benodigde informatie minder eenvoudig was dan verwacht. Veel lectoraten vallen organisatorisch onder kenniscentra en lectoren hebben meestal een deeltijdaanstelling en beperkt de tijd om mee te werken aan dergelijke inventarisaties. In sommige gevallen beschikt een lector over ondersteunend personeel, zodat soms via die kanalen de informatie kon worden
2
Het format is tot stand gekomen in de verkenningsfase van dit onderzoek. Deze verkenningsfase wordt in deze rapportage verder buiten beschouwing gelaten.
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 7 van 44
verworven. Ook al is het niet gelukt om een volledig overzicht te geven van alle lectoraten, de ervaring leert dat gekozen aanpak wel heeft effectief is geweest. Het is een tijdintensief traject, maar aangezien het een actualisatie betreft kost het relatief weinig inspanning voor de lectoren en dat heeft erin geresulteerd dat het geactualiseerde lectoratenoverzicht een nagenoeg compleet beeld geeft van de actuele bouwgerelateerde lectoraten. Ten opzichte van het “Lectorenboek Bouw & Ruimte 2008 – 2009” zijn er rubrieken toegevoegd, zoals de verschillende vormen en thema’s van samenwerking, wat een duidelijke meerwaarde heeft. In paragraaf 7.4 worden aanbevelingen gedaan hoe het proces van actualiseren eventueel efficiënter kan. Ten opzichte van het “Lectorenboek Bouw & Ruimte 2008 – 2009” zijn 8 nieuwe lectoraren toegevoegd en zijn er ook 8 afgevallen die niet meer bestonden (of waarvan de relevantie met Bouw & Ruimte door de betreffende lector niet onderkend werd). Van een tweetal lectoraten zijn gelijknamige nieuwe lectoraten opgestart. Onderstaande tabel geeft de (naams)wijzigingen weer:
Tabel 1: Wijzigingen lectoren
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 8 van 44
3 Het domein Built Environment Binnen het domein Built Environment richten beroepsbeoefenaars zich in hun werkzaamheden op de ontwikkeling, de inrichting en het gebruik van de ruimte en van de bebouwde omgeving. Bij de ontwikkeling, het ontwerp, de bouw en het beheer en onderhoud van infrastructurele projecten en bouwobjecten is de inbreng van andere disciplines een voorwaarde. Dit hoofdstuk beschrijft wat we onder ‘het onderwijsaanbod hbo bouw & ruimte’ verstaan. Hierbij is onderscheid gemaakt naar opleidingen en lectoraten.
3.1
De opleidingen
Onder het domein Built Environment vallen de (traditionele) opleidingen Bouwkunde, Bouwtechnische Bedrijfskunde, Civiele Techniek, Ruimtelijke Ordening & Planologie, Verkeerskunde, Geodesie en Milieukunde. De laatste jaren is een aantal varianten ontwikkeld die ook onder het domein vallen, zoals Bouwmanagement & Vastgoed, Landscape & Environmental Management, Climate & Environment, Watermanagement en Built Environment. Onder ‘totaalaanbod’ verstaan we deze opleidingen in al haar varianten, aangevuld met het onderwijsaanbod van de hogescholen ten behoeve van de instroming (zie paarse blokken in figuur 1) en de doorstroming (zie blauwe blokken in figuur 1). Bijlage 4 geeft een overzicht van alle opleidingen, onderverdeeld naar instelling en variant.
Figuur 1: In- en doorstromingsmogelijkheden naar en vanuit hbo-onderwijs
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 9 van 44
3.2
De lectoraten
Om de inhoud van de opleidingen aan te laten sluiten bij de vraag uit het bedrijfsleven en voor het uitvoeren van onderzoek, beschikken veel opleidingen over lectoraten. Deze zijn vaak ondergebracht in kenniscentra. In dit onderzoek is de rol van deze lectoraten in kaart gebracht, en de samenwerking tussen de lectoraten onderling en tussen de instellingen (en opleidingen). In paragraaf 5.1 is een totaaloverzicht opgenomen van alle lectoraten die relevant zijn voor het domein Bouw & Ruimte. Aangezien de organisatiestructuur (en daarmee de domeinafbakening) per instelling verschillend is, zijn de lectoraten opgenomen die de opleidingscoördinatoren van de betreffende opleidingen hebben genoemd. Aan hen is tijdens de interviews expliciet de vraag gesteld met welke lectoraten er vanuit de opleiding wordt samengewerkt. Andere lectoraten zijn buiten beschouwing gelaten. Hierdoor is de lijst met lectoraten tot stand gekomen op basis van de verhouding / (actieve) relatie met het onderwijs.
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 10 van 44
4 Opleidingsaanbod In dit hoofdstuk wordt de geografische spreiding weergegeven van alle opleidingen en worden de belangrijkste gemeenschappelijkheden en differentiaties weergegeven (deelvraag 1). Per opleiding zijn de gemeenschappelijkheden en differentiaties van de meest relevante aspecten genoemd.
4.1
Geografische spreiding opleidingen
In figuur 2 is de geografische spreiding van de opleidingsinstellingen weergegeven. Uit tabel 1 kan worden opgemaakt welke 44 Bouw & Ruimte opleidingen in welke regio’s (plaatsen) worden aangeboden. In bijlage 4 is een gedetailleerder overzicht opgenomen, waarin ook alle varianten inzichtelijk zijn gemaakt.
12
4
2 5 8
14 7
9
3 6 13 1 10
11
Figuur 2: Geografische spreiding opleidingsinstellingen
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 11 van 44
Tabel 2: Overzicht hbo opleidingen Bouw & Ruimte naar hbo-instelling * De opleiding Built Environment van Hogeschool Zuyd kent 5 hoofdprofielen (te kiezen na het eerste jaar) en daaronder vallen Bouwkunde, Bouwmanagement, Civiele Techniek, Civiel Management en Bouwtechnische Bedrijfskunde.
4.2
Belangrijkste gemeenschappelijkheden en differentiaties
Voor een totaaloverzicht van de gemeenschappelijkheden en differentiaties wordt verwezen naar “Deel 2: hbo onderwijsaanbod Bouw & Ruimte 2010 – 2011”. Deze paragraaf gaat nader in op de gemeenschappelijkheden en differentiaties van de meest relevante aspecten: •
Totaaloverzicht hbo opleidingen Bouw & Ruimte inclusief alle varianten3;
•
Aandachtsgebieden en/of afstudeerrichtingen;
•
Arrangementen ter bevordering van de instroom;
•
Doorstroming;
•
Samenwerking met het beroepenveld.
De gemeenschappelijkheden en differentiaties in de volgende tabellen zijn tot stand gekomen op basis van een interpretatie van de verkregen informatie. In de informatie van de
3
In paragraaf 3.1 is het totaaloverzicht van alle hbo opleidingen Bouw & Ruimte inclusief alle varianten al weergegeven.
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 12 van 44
opleidingscoördinatoren is de terminologie namelijk niet consistent omdat elke instelling probeert om onderscheidend te zijn en de “eigen identiteit” te benadrukken.
Aandachtsgebieden en/of afstudeerrichtingen Voor de stakeholders is het van belang om van de opleidingen te weten waar gemeenschappelijkheden liggen en waar sprake is van differentiatie. Om hier een duidelijk beeld van te geven is tijdens de interviews gevraagd hoe zij de opleiding presenteren, op welke thema’s ligt de nadruk en waar ligt het onderscheidend vermogen ten opzichte van dezelfde opleidingen bij collega-hogescholen. De resultaten hiervan zijn weergegeven onder het aspect “aandachtsgebieden en/of afstudeerrichtingen”. In de volgende tabellen zijn de differentiaties en gemeenschappelijkheden tussen deze aandachtsgebieden en/of afstudeerrichtingen per opleiding4 genoemd.
Tabel 3: Aandachtsgebieden en afstudeerrichtingen per opleiding (1 van 3)
4
Aangezien het een vergelijking betreft zijn in deze tabellen alle opleidingen opgenomen waarvan er meer dan één zijn.
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 13 van 44
Vervolg tabel 3: Aandachtsgebieden en afstudeerrichtingen per opleiding (2 van 3)
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 14 van 44
Vervolg tabel 3: Aandachtsgebieden en afstudeerrichtingen per opleiding (3 van 3)
Uit tabel 3 blijkt dat er binnen de opleidingssoorten sprake is van duidelijke gemeenschappelijkheden van aandachtsgebieden en afstudeerrichtingen (zie omcirkelde gedeelte). Daarnaast blijkt dat vrijwel alle individuele opleidingen ook haar eigen specifieke aandachtsgebieden hebben, waarmee zij zich als opleiding onderscheiden van het gemeenschappelijke. Arrangementen ter bevordering instroom Het primaire doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van het totaaloverzicht van hbo-onderwijsaanbod. Naast de eerder genoemde opleidingsvarianten is daarom het aanbod voor zowel het bevorderen van de instroming als van de doorstroming relevant. In tabel 4 is weergegeven welke arrangementen elke instelling heeft ter bevordering van de instroming.
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 15 van 44
Tabel 4: Arrangementen ter bevordering van instroming per hbo-instelling
De arrangementen zijn meestal van toepassing op alle opleidingen omdat alle technische opleidingen zijn. Ten behoeve van de overzichtelijkheid is in deze rapportage de informatie per instelling en niet per opleiding weergegeven. Uit de tabel blijkt dat vrijwel alle instellingen cursussen wiskunde en natuurkunde aanbieden en dat het merendeel een schakelprogramma aanbiedt tijdens het mbo-traject. De exacte uitvoering hiervan varieert van onderwijs verzorgen op de mbo-instelling, tot het doceren van de studenten op de hbo-instelling. Tevens blijkt dat de ene instelling over meer arrangementen beschikt voor een goede aansluiting op het mbo dan de andere. Dit geldt ook voor het bewust maken van studenten van een opleiding in het speelveld Bouw & Ruimte.
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 16 van 44
Doorstroming In tabel 5 is per instelling en opleiding aangegeven naar welke opleidingen een afgestudeerde hbo-er kan doorstromen en welk onderwijsaanbod (of faciliteit5) de instelling aanbiedt om doorstroming te bevorderen. In verband met de overzichtelijkheid zijn de namen van de opleidingen afgekort, evenals de term ‘Master’ door ‘MA’. Er zijn drie mogelijkheden van doorstroming (en onderwijsaanbod) die belangrijk zijn om goed te onderscheiden. De verschillende instanties werken met verschillende terminologie, daarom hierbij een drietal definities die gehanteerd zijn in onderstaande tabel: 1. Pre-master op hbo-instelling: tijdens hbo-opleiding (vaak in de minorperiode) een speciaal programma volgen, waardoor na het afronden van de studie direct ingestroomd kan worden op een universitaire vervolgstudie in de masterfase; 2. Pre-master aan universiteit: tijdens de hbo-opleiding (vaak in de minorperiode) een schakelprogramma volgen aan de universiteit (feitelijk genomen dus onderwijsaanbod van de hbo-instelling), waardoor na het afronden van de studie direct ingestroomd kan worden op een universitaire vervolgstudie in de masterfase; 3. Schakelprogramma na hbo: na het afronden van de hbo-opleiding moet aan een universiteit een schakelprogramma gevolgd worden om toegelaten te kunnen worden tot een bepaalde opleiding (feitelijk genomen dus onderwijsaanbod van de hbo-instelling). Deze wordt in tabel 4 dan ook buiten beschouwing gelaten.
5
In sommige gevallen biedt de instelling niet concreet zelf onderwijsaanbod ten behoeve van doorstroming, maar faciliteert het de studenten in de mogelijkheid om een schakelminor aan een universiteit te volgen.
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 17 van 44
Tabel 5: Doorstroommogelijkheden per hbo-instelling en opleiding
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 18 van 44
Uit tabel 4 blijkt dat vrijwel alle opleidingen haar studenten die naar het wetenschappelijke onderwijs willen doorstromen faciliteren. Dit doen zij door de studenten in plaats van een thematische minor (of stage) een schakelminor te laten volgen, al dan niet op een van de technische universiteiten. De instellingen hebben hierover veelal afspraken gemaakt met de universiteiten in de regio. Tevens kan geconcludeerd worden dat enkele instellingen een post hbo-opleiding aanbieden. Dit kan zowel een pre-master zijn, als een op zichzelf staande vervolgstudie. Een enkele instelling biedt een vervolgstudie aan op universitair niveau. Samenwerking met het beroepenveld Bij alle instellingen wordt op enige wijze samengewerkt met het beroepenveld. In veel gevallen gaat het om een beroepenveld- of werkveldcommissie. Deze is meestal multidisciplinair samengesteld en afgestemd op de opleidingsvarianten die binnen de instelling worden aangeboden. In sommige gevallen is er per opleidingsvariant een eigen beroepenveldcommissie. In sommige gevallen is dit “Bouw & Ruimte centraal” georganiseerd. In tabel 5 is aangegeven welke samenwerkingsvormen met het beroepenveld er bij welke instellingen zijn, met welk doel en met welke rol6. In dit overzicht is de samenwerking met lectoraten buiten beschouwing gelaten; dat komt in hoofdstuk 5 aan bod.
6
In verband met de overzichtelijkheid van de weergave in deze rapportage is besloten om deze informatie per instelling weer te geven en niet per opleiding.
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 19 van 44
Tabel 6: Overzicht samenwerkingsvormen per hbo-instelling
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 20 van 44
Uit tabel 6 blijkt dat alle instellingen op een structurele wijze samenwerken met het beroepenveld en dat dit meestal is vormgegeven in een (multidisciplinaire) commissie. De meest terugkerende taken van deze commissie zijn het signaleren van trends en ontwikkelingen en te adviseren en controleren voor een goede afstemming van de opleidingsinhoud en competenties op de vraag uit de beroepspraktijk. Tevens wordt in een groot aantal gevallen het beroepenveld intensiever betrokken bij het (verzorgen) van onderwijs (in diverse vormen).
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 21 van 44
5 Lectoratenoverzicht Dit hoofdstuk geeft de geografische spreiding weer van alle voor Bouw & Ruimte relevante lectoraten7. Tevens wordt nader ingegaan op de samenwerkingsverbanden van de lectoraten met hbo-instellingen en universiteiten, met andere lectoraten en met de opleidingen.
5.1
Geografische spreiding lectoraten
In figuur 3 is de geografische spreiding van de lectoraten weergegeven. Uit tabel 8 kan worden opgemaakt welke lectoraten onder welke instellingen vallen.
12
4
2 5 8
14 7
9
3 6 13
1
10
11
Figuur 3: Geografische spreiding lectoraten
7
Onder “voor Bouw & Ruimte relevante lectoraten’ worden die lectoraten verstaan die door de opleidingscoördinatoren zijn genoemd in de interviews. Zie paragraaf 3.2 voor een uitgebreidere uitleg.
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 22 van 44
Tabel 7: Totaaloverzicht lectoraten domein Bouw & Ruimte
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 23 van 44
5.2
Samenwerkingsverbanden vanuit de lectoraten
Het aantal lectoraten en de diversiteit is groot. Voor een totaaloverzicht is weergegeven in “Deel 3: lectoratenoverzicht Bouw & Ruimte 2010 – 2011”. In dit overzicht zijn enkele algemene aspecten van de lectoraten benoemd, zoals de initiatiefnemers, de plek in de organisatie en het werkplan. In een apart gedeelte is informatie gebundeld over de samenwerkingsverbanden. Dit is onderverdeeld in samenwerking met hbo-instellingen en universiteiten, samenwerking met andere lectoraten en samenwerking met de opleidingen. De samenwerking van lectoraten met het beroepenveld is hier niet apart in benoemd, omdat het verbinden hiervan een primaire taak is van de lectoraten . De samenwerking van het beroepenveld met de lectoraten is daarmee vanzelfsprekend en komt ook terug in de vormen die wel expliciet opgenomen zijn. De conclusies ten aanzien van de samenwerking van lectoraten met hbo-instellingen en universiteiten zijn gecombineerd met de conclusies van de samenwerking met andere lectoraten. Uit de analyse is namelijk gebleken dat hier veel overlap in zit (met name op ten aanzien van het doel van de samenwerking) en daar zijn de nu volgende conclusies op gericht. Samenwerking van lectoraten met hbo-instellingen en universiteiten De onderzoeken die in lectoraten worden verricht zijn komen tot stand op basis van de vraag uit het beroepenveld. Hierbij moet continu gezocht worden naar de balans tussen de vra(a)g(en) uit het beroepenveld en de speerpunten / strategie van het lectoraat van de betreffende hbo-instelling. Uit de analyse kan dan ook geconcludeerd worden dat vrijwel alle lectoraten intensief samenwerken met andere (lectoraten van) hbo-instellingen en universiteiten. Een veel terugkerende opmerking is dat onderzoeksthema’s binnen lectoraten vaak dusdanig breed zijn, waardoor deze samenwerking wordt gezocht. Veel lectoraten binnen een hbo-instelling zijn vaak samengebracht in een kenniscentrum, waar gezamenlijke onderzoekslijnen worden uitgezet. Ook komt het voor dat om dezelfde reden lectoraten van verschillende hbo-instellingen samenwerken. Een voorbeeld is het gezamenlijk ontwikkelen van een minor die uiteindelijk door meerdere hbo-instellingen aangeboden kan worden. Daarnaast is de samenwerking met universiteiten intensief te noemen, omdat daar veelal aanpalend onderzoek plaatsvindt. In meerdere gevallen zijn lectoraten betrokken bij promotieonderzoek, onder andere door de promotievouchers van hogescholen. De volgende opsomming geeft aan welke vormen van samenwerking er zijn tussen de lectoraten en de hbo-instellingen en universiteiten: •
Samenwerking ten behoeve van specifiek onderzoek of door gezamenlijke onderzoekslijnen binnen een overkoepeld orgaan, zoals een kenniscentrum.
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 24 van 44
•
Samenwerking ten behoeve van promotieonderzoek.
•
Samenwerking ten behoeve van het dynamiseren van de curricula en het ontwikkelen van onderwijsaanbod (Masteropleiding, minoren, Honours Programma). Vooral hier heeft het lectoraat een duidelijke verbindingsfunctie tussen het beroepenveld en de marktvraag en het onderwijs.
•
Samenwerking ten behoeve van de financiering onderzoek zoals SIA-RAAK.
Samenwerking met opleidingen Uit de inventarisatie blijkt dat de samenwerking met opleidingen vooral is gericht op de volgende aspecten: •
Het signaleren van trends en ontwikkelingen in de beroepspraktijk ten behoeve van advies rondom het dynamiseren van de curricula.
•
Het aanleveren van praktijkgerichte onderzoeksopdrachten ten behoeve van projectonderwijs, stages en afstuderen.
•
Het verzorgen van gastcolleges (in specifieke minoren). In veel gevallen zijn de aandachtsgebieden (zoals beschreven in paragraaf 5.2) gekoppeld aan het domein van het lectoraat, waardoor de lector vaak gevraagd wordt ook op deze wijze een actieve bijdrage te leveren in colleges.
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 25 van 44
6 Geografische spreiding kennisthema’s De uitkomsten van de inventarisatie van de opleidingen en de actualisatie van het lectoratenoverzicht heeft voor de verschillende stakeholders informatie opgeleverd die overeenkomt meer de stakeholderanalyse (zie ook bijlage 5). De bruikbaarheid van de informatie is enerzijds afhankelijk is van de specifieke behoefte van de doelgroep. Hiervoor wordt verwezen naar de eerder genoemde totaaloverzichten. In deze totaaloverzichten is de informatie op basis van de vastgestelde aspecten tot in een zekere mate van detail objectief beschreven. Anderzijds kan op een hoger abstractieniveau gekeken worden wat voor de verschillende stakeholders interessante conclusies zijn naar aanleiding van beide onderzoeken. Een uitvoerige analyse hiervan valt buiten de scope van dit onderzoek. Om toch een indicatie te geven van hoe (op basis van een overzichtelijke weergave) conclusies kunnen worden getrokken zijn hiervan in paragraaf 6.3 enkele maatschappelijke relevante thema’s uitgewerkt.
6.1
Gemeenschappelijke behoeften stakeholders
Zoals ook uit de stakeholderanalyse blijkt is er een gemeenschappelijke behoefte om inzicht te krijgen in de geografische spreiding van relevante kennisthema’s (binnen het domein) en de aanwezige/potentiële samenwerkingsverbanden tussen de verschillende instellingen/organisaties. Inzicht in deze geografische spreiding geeft de verschillende stakeholders informatie over aanwezige kennisregio’s en de al dan niet aanwezige samenwerkingsverbanden. Aangezien binnen het domein verschillende onderwerpen of thema’s veel raakvlakken hebben, geeft het ook informatie over multidisciplinaire samenwerkingsmogelijkheden. De resultaten van dit onderzoek maken het mogelijk deze verbanden te leggen, doordat zowel van de lectoraten als van de opleidingen de informatie hierover vrij gedetailleerd in kaart is gebracht. De verbanden kunnen inzichtelijk gemaakt worden op basis van de volgende aspecten uit de uitwerkingen:
6.2
•
Aandachtsgebieden/afstudeerrichtingen opleidingen (speerpunten).
•
Opbouw en didactisch model opleidingen, inclusief minoren (curricula).
•
Samenwerkingsverbanden tussen opleidingen, lectoraten, beroepenveld, universiteiten en andere instellingen (zowel vanuit het opleidingsoverzicht als vanuit het lectoratenoverzicht).
Maatschappelijk relevante kennisthema’s
Op basis van veel voorkomende aandachtsgebieden en thema’s binnen de opleidingen, lectoraten (en minoren) kunnen een drietal (hoofd)thema’s onderscheiden worden: 1. Duurzaamheid (energievraagstukken, kwaliteit leefomgeving) 2. Stedelijke ontwikkeling (gebiedsontwikkeling, vastgoed, ruimtelijke inrichting) 3. Bouwtechniek- en bouwprocesinnovatie
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 26 van 44
Voor deze kennisthema’s in combinatie met de zojuist beschreven aspecten is een analyse uitgevoerd waarbij gekeken is naar de geografische spreiding van de kennisthema’s en de aanwezige samenwerkingsverbanden. Aangezien deze analyse wordt gedaan op basis van de resultaten van het onderzoek is dit in zekere mate subjectief. Het geeft echter wel een overzichtelijk en praktisch toepasbaar beeld van de spreiding en (potentiële) samenwerkingsverbanden van deze drie thema’s. Het verdiend aanbeveling om dit voor meerdere relevante thema’s uit te werken.
Kennisthema 1: Duurzaamheid
Duurzaamheid
Figuur 4: Geografische spreiding onderwijs rondom Kennisthema Duurzaamheid
Hogeschool
Tabel 8: Overzicht aanwezige samenwerkingsverbanden
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 27 van 44
Kennisthema 2: Stedelijke Ontwikkeling
Stedelijke Ontwikkeling
Figuur 5: Geografische spreiding onderwijs rondom Kennisthema Stedelijke Ontwikkeling
Hogeschool
Tabel 9: Overzicht aanwezige samenwerkingsverbanden
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 28 van 44
Kennisthema 3: Bouwtechniek- en bouwprocesinnovatie
Bouwtechniek en bouwprocesinnovatie
Figuur 6: Geografische spreiding onderwijs rondom Kennisthema Bouwtechniek- en bouwprocesinnovatie
TU Eindhoven Hogeschool
Tabel 10: Overzicht aanwezige samenwerkingsverbanden
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 29 van 44
7 Actualisatie onderwijsaanbod Om het overzicht van het onderwijsaanbod periodiek of permanent te actualiseren is het een randvoorwaarde dat de hogescholen bereid zijn om een actieve bijdrage te leveren aan deze actualisatie. Om deze bereidheid inzichtelijk te krijgen is tijdens de interviews nadrukkelijk gevraagd naar de toegevoegde waarde van het totaaloverzicht voor de hogescholen en op welke wijze de administratieve belasting voor het actualiseren geminimaliseerd kan worden. In deze paragraaf wordt het actualiseren van de lectoraten grotendeels buiten beschouwing gelaten. Dit is in paragraaf 2.3.2 uitvoerig aan de orde geweest. In dit hoofdstuk worden wel aanbevelingen gedaan een verbetering van dit actualisatieproces.
7.1
Toegevoegde waarde
De belangrijkste randvoorwaarde voor de bereidheid tot actualiseren is dat het totaaloverzicht van de opleidingen informatie bevat die voor de opleidingscoördinatoren duidelijk toegevoegde waarde biedt. Onder andere om deze reden is in de beginfase van het traject aan diverse opleidingscoördinatoren gevraagd of wat er ontbrak in de gekozen aspecten in het format. Dit heeft geleid tot enkele waardevolle toevoegingen, zodat de uitwerkingen alle aspecten bevatten die voor de hogescholen relevant zijn. Tevens is de vraag gesteld waaruit de toegevoegde waarde van dit totaaloverzicht voor de hogescholen bestaat (Wat gaan de coördinatoren er mee doen?). Dit is cruciaal voor de bereidheid tot een tijdsinvestering in het periodiek of permanent actualiseren. De volgende opsomming geeft hiervan een overzicht:
7.2
•
Het totaaloverzicht geeft een beeld van de aandachtsgebieden en (inhoudelijke) curriculumthema’s die de verschillende opleidingen en/of de verschillende opleidingssoorten hebben gekozen. Hierdoor kan voorkomen worden dat er doublures ontstaan in het (vernieuwen van het) opleidingsaanbod.
•
Het totaaloverzicht geeft een beeld van de instellingen en/of opleidingen die relevant kunnen zijn voor het zoeken van samenwerking, bijvoorbeeld ten aanzien van het aanbod van minoren of masters.
•
Het totaaloverzicht geeft inzicht in het onderscheidende vermogen van de eigen opleiding ten opzichte van het aanbod van “concullega-opleidingen”.
•
Het totaaloverzicht geeft inzicht in de samenwerkingsverbanden met het beroepenveld (en met lectoraten), waardoor het inzichtelijk maakt op welke kennis(thema’s) er wordt samengewerkt of mogelijk samengewerkt kan gaan worden.
Overige randvoorwaarden
Naast de toegevoegde waarde is een aantal andere randvoorwaarden genoemd tijdens de interviews:
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 30 van 44
7.3
•
Er zijn meerdere vormen van informatie-uitwisseling over diverse opleidingen en/of opleidingssoorten. Het merendeel van de opleidingscoördinatoren geeft aan dat de compactheid en de formulering die niet primair is gericht op de doelgroep studenten, dit totaaloverzicht een erg bruikbaar beeld oplevert. Compactheid en wijzen van formuleren zijn hiermee ook randvoorwaardelijk voor de bereidheid tot actualiseren.
•
De opleidingscoördinatoren stellen ook eisen aan het gemak waarmee het actualiseren kan worden uitgevoerd (bij voorkeur in een digitale omgeving) en de timing (bij voorkeur parallel aan de interne planning voor de ontwikkeling van het curriculum voor het nieuwe schooljaar). Praktische complicatie hierbij is dat de planningen en organisatorische inbedding per instelling verschillen. Grosso modo is men in de maanden februari tot en met april bezig met het nieuwe curriculum. Daarom verdient het aanbeveling om de actualisatie in april te laten plaatsvinden door de coördinator zelf. Deze persoon is binnen elke organisatie de verantwoordelijke (aanspreekpunt); hij kan beslissen of de actie al dan niet kan worden uitgezet bij bijvoorbeeld zijn communicatieafdeling. Wat hierbij erg helpt is dat er in deze inventarisatie persoonlijk contact is gelegd met de coördinatoren, doordat ze allemaal geïnterviewd zijn. Daarmee is er een dusdanige band ontstaan, waardoor de verwachting is dat een actualisatieproces zal resulteren in een goed resultaat. Het risico daarbij is het personeelsverloop binnen de hbo-instellingen, waardoor het niet zeker is of dezelfde persoon benaderd kan worden.
•
Het actualisatieproces zal centraal aangestuurd dienen te worden. Belangrijk is dat de coördinatoren geattendeerd worden op het actualiseren, omdat het (nog niet) opgenomen is in standaard procedures.
Beschikbare informatiebronnen
In de verkenningsfase is geïnventariseerd welke informatiebronnen centraal informatie ontsluiten over de hbo-opleidingen in het domein Bouw & Ruimte. Tevens is in de verkenningsfase een stakeholderanalyse opgesteld en is gedurende de eerste interviews met de coördinatoren ingeschat wat voor hen de specifieke informatiebehoefte is vanuit verschillende toepassingsdoelen. Op basis van het definitieve format is opnieuw gekeken naar de beschikbare informatiebronnen. Om te kunnen beoordelen in hoeverre deze informatiebronnen in de benodigde informatie kunnen voorzien zijn de volgende vier criteria opgesteld: 1. Geeft de informatiebron objectieve informatie (en geen subjectieve en kwaliteitsbeoordelende informatie)? 2. Geeft de informatiebron “slechts inleidende informatie” over de opleiding en verwijst deze daarna door naar de website/brochure van de opleiding (betreft het ‘slechts’ een portal of hangt er een werkelijke database onder)?
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 31 van 44
3. Geeft de informatiebron de informatie weer op het detailniveau dat door de HOG (en dus de stakeholders) gewenst wordt (en komt het merendeel van de aspecten overeen)? 4. Op welke wijze wordt deze informatie geactualiseerd? Uit deze inventarisatie kan worden geconcludeerd dat er geen informatiebron is die aan deze criteria voldoet. Van de “overgebleven” objectieve informatiebronnen is de informatie niet op het gewenste detailniveau beschikbaar en in de meeste gevallen betreft het “slechts inleidende informatie”, gevolgd door een verwijzing naar meer informatie op de websites van de onderwijsinstellingen. Van de online beschikbare informatiebronnen is het merendeel een zogenaamde “portal” die informatie vanuit verschillende informatiebronnen bundelt. Hiermee is de daadwerkelijke bron van de informatie dus vaak de website van instelling / opleiding zelf. De informatiebron die het meeste aansluiting had met dit onderzoek is de HBO-raad. In 2005 is een soortgelijke exercitie uitgevoerd als deze. Op de website van de HBO-raad zijn dan ook opleidingsprofielen beschikbaar die informatie in een enigszins vergelijkbaar detailniveau weergeven. De informatie is echter verouderd en niet geactualiseerd.
7.4
Aanbeveling
Tijdens de interviews is geconstateerd dat vrijwel alle opleidingscoördinatoren–binnen randvoorwaarden– bereid zijn om mee te werken aan een jaarlijkse actualisatie. Zij zien de toegevoegde waarde van het totaaloverzicht voor eigen gebruik. Tijdens het actualiseren van het lectoratenoverzicht is gebleken dat bij hen de toegevoegde waarde voor eigen gebruik minder wordt ervaren. De volgende aanbevelingen zijn tot stand gekomen op basis van de interviews met de opleidingscoördinatoren en op basis van de evaluatie van het actualiseren van het lectoratenoverzicht. 1. Het actualisatieproces dient centraal aangestuurd te worden in een periode waarop dit parallel kan lopen met soortgelijke actualisatieprocessen binnen de instelling. Voor de opleiding kan dit het beste gelijk (of direct na) het opstellen van het curriculum (periode april – mei) en voor de lectoraten gelijk (of direct na) het opstellen van de jaarverslagen. Een aansturend orgaan zal de coördinatoren en lectoren hiertoe in de juiste periode moeten attenderen op het actualiseren. 2. Door een eenvoudige, gebruiksvriendelijke (bij voorkeur online) omgeving beschikbaar te stellen waarin gestandaardiseerde uitwerkingen kunnen worden geactualiseerd blijft de tijdsinvestering beperkt. Een referentie ten behoeve van het gewenste detailniveau voorkomt een tijdsintensief proces van redigeren. 3. Een aansturend orgaan zal erop moeten toezien en moeten borgen dat de informatie compact, bondig en eenduidig geformuleerd wordt.
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 32 van 44
4. De mogelijkheden tot samenwerking met de HBO-raad ten aanzien van het actualiseren zullen nader onderzocht dienen te worden. Uit de evaluatie van het actualisatieproces van het lectoratenoverzicht kwam daarnaast nog naar voren dat de volgende zaken de effectiviteit vergroten: •
Lectoren zijn veelal drukke personen en maken een duidelijke prioritering aan in hun werkzaamheden. Ondanks dat de bereidheid er overal is, heeft dit in enkele gevallen er (toch) toe geleid dat een uitwerking niet volledig is ingevuld. Om dit zo veel mogelijk te voorkomen verdient het de aanbeveling om zeer tijdig te starten, omdat het dus vooral een tijdsintensief traject is.
•
Door intensief contact te onderhouden met de lector (geldt ook voor de opleidingscoördinatoren) zal het benodigde commitment verkregen worden. Ook dit verkrijgen van commitment is een tijdsintensief traject. Het zo veel mogelijk “voorinvullen” van de uitwerkingen draagt hier aan bij.
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 33 van 44
Bijlagen
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 34 van 44
Bijlage 1: Format inventarisatie opleidingen
1 Algemene informatie opleiding Naam instantie
<
>
Opleiding
<>
Aandachtsgebieden
<> -
…
-
…
-
…
-
Afstudeerrichtingen (specialisaties): - … - … - …
Beroepenveld en beroepsperspectief
Soort organisaties (tenminste mogelijk): - … - … - … Soorten functies (tenminste mogelijk): - … - … - … Beroepsperspectief: <> <> Een civieltechnisch ingenieur beschikt over de startkwalificaties om als professional tot de arbeidsmarkt toe te treden. Bij deze startkwalificaties is gezocht naar een balans tussen basiskennis en het vermogen mee te kunnen veranderen met ontwikkelingen binnen de sector. Hierdoor beschikt hij zowel op korte termijn als in de loop van zijn beroepsleven over de juiste competenties. Momenteel is de inschatting dat alle afgestudeerde studenten binnen 3 maanden een baan op basis van hun opleiding verwerven.
Varianten
<<een opsomming van de varianten>>
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 35 van 44
- … - … - …
2 Instroming en doorstroming Toelatingseisen
1a. Middelbare school (HAVO): - Voor 2009: - Na 2009: 1b. Middelbare school (VWO): - Voor 2009: - Na 2009: 2. Middelbaar Beroeps Onderwijs (MBO): 3. Hoger Beroeps Onderwijs (HBO): 4. Wetenschappelijk Onderwijs (WO): 5. Leeftijd 21+ Arrangementen voor bevordering instroom: <> - … - … - …
Doorstroming
<> Studenten kunnen na hun bachelor doorstromen naar aansluitende (master)studies aan universiteiten. De <> biedt daarnaast specifieke doorstroomprogramma’s aan: - … - … - …
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 36 van 44
3 Opleidingsinhoud Competenties
Algemene HBO-competenties: -
Planmatig en projectmatig werken;
-
(Multi)disciplinair samenwerken;
-
Communiceren;
-
Leiding geven en/of begeleiden;
-
Sturen professionele ontwikkeling.
Bachelor of Built Environment domeincompetenties: -
Definiëren;
-
Ontwerpen;
-
Specificeren;
-
Uitvoeren;
-
Beheren.
Beroepsspecifieke opleidingscompetenties: <> <<mocht het makkelijker zijn de BBE domeincompetenties en de beroepsspecifieke opleidingscompetenties samengevoegd weer te geven, gebruik hierbij de volgende kop: Beroepsspecifieke opleidingscompetenties icm. domeincompetenties:
Werkvormen en opbouw
Werkvormen: <> -
…
-
…
Didactisch model <> <> -
De vier beroepstaken (beschreven onder werkvormen) worden per kwartaal (in combinatie van twee) als volgt aangeboden in zogenaamde ‘courses’: - Jaar 1: vier ‘courses’: integrale kijk op de beroepstaken; - Jaar 2: twee oriënterende stages (zie stage), twee ‘courses’; - Jaar 3: verdieping in specialisatie gevolgd door verdiepende stage; - Jaar 4: minor; gevolgd door afstuderen.
Opbouw (waarbij elk kwartaal = 15 ECT): #KWARTAAL <> 1.1: Bouwtechnisch ontwerpen & organiseren, project + colleges
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 37 van 44
1.2: Bouwtechnisch ontwerpen & constructief ontwerpen, project + colleges 1.3: Bouwtechnisch ontwerpen & architect. ontwerpen, project + colleges 1.4: Constructief ontwerpen & organiseren, project + colleges 2.1: Inleidende stage: praktijkopdracht 2.2: Inleidende stage: praktijkopdracht (vervolg) 2.3: Constructief ontwerpen & bouwtechnisch ontwerpen, project + colleges 2.4: Organiseren & architecttonisch ontwerpen, project + colleges Moment van specialiseren 3.1: Specialisatie: afgestemd project (half jaar) en afgestemde colleges 3.2: Specialisatie: afgestemd project en afgestemde colleges (vervolg) 3.3: Verdiepende stage: onderzoek/opdracht (vervolg op kwartaal 3.1 & 3.2) 3.4: Verdiepende stage: onderzoek/opdracht (vervolg) 4.1: Keuzeminor: afgestemd op specialisatie, project + colleges 4.2: Keuzeminor: afgestemd op specialisatie, project + colleges (vervolg) 4.3: Afstudeeronderzoek: onderzoek/opdracht voor een bedrijf 4.4: Afstudeeronderzoek: onderzoek/opdracht voor een bedrijf (vervolg)
Praktijkgerichtheid
Stage
Minoren
<> -
…
-
…
<> - Jaar: -
Duur:
-
Richting:
-
Vorm:
-
Eindresultaat:
<> - Jaar: -
Duur:
-
Richting:
-
Vorm:
-
Eindresultaat:
-
Aanbod minoren binnen Built Environment: - <>: <>
-
Aanbod (meest gekozen) minoren buiten Built Environment: - <>: <>
Afstuderen
<> - Jaar: -
Duur:
-
Richting:
-
Vorm:
-
Eindresultaat:
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 38 van 44
4 Opleidingsorganisatie Studiebegeleiding
Studiefaciliteiten
Studiekosten
Samenwerking
<> -
…
-
…
-
…
<> -
…
-
…
-
…
<> -
…
-
…
-
…
Samenwerking met beroepenveld: <> - Rol: -
Samenstelling <>
-
<> Frequentie overleggen:
Samenwerking met lectora(ten): <> Overige vormen van samenwerking (met andere scholen, vakgroepen) <>
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 39 van 44
Bijlage 2: Aanpak en verificatiemomenten inventarisatie opleidingen
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 40 van 44
Bijlage 3: Aanpak en verificatiemomenten actualisatie lectoraten
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 41 van 44
Bijlage 4: Overzicht hbo-instellingen, opleidingen en opleidingsvarianten
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 42 van 44
Bijlage 5: Stakeholderanalyse
#
Hogeschool zelf
Adviesraad HOG
Bedrijfsleven
Student / gebruiker
1
Hoe ziet het onderwijsaanbod van mijn concullega’s eruit en hoe kan ik mij onderscheiden?
Inzicht in de inhoud van het totale onderwijsaanbod (inclusief alle aanpalende opleidingen) om te kunnen bepalen in hoeverre deze nog aansluiten/zijn afgestemd op de ontwikkelingen in de beroepspraktijk
Het grootste deel van het bedrijfsleven is vooral regionaal georiënteerd, dus zij hebben de behoefte om inzichtelijk te hebben in hoeverre de regionale onderwijsinstellingen met interessante ontwikkelingen bezig zijn gezien hun activiteiten
Welke opleidingen sluiten aan bij mijn interesses?
2
Hoe ziet het onderwijsaanbod er in mijn regio eruit en hoe kan ik mij onderscheiden, dan wel complementair opstellen, dan wel samenwerken met andere instanties?
Inzicht in de geografische spreiding van dit totale onderwijsaanbod
Daarnaast willen zij inzicht hebben in de inhoud van de (regionale) studies en het studieprogramma & praktijkgerichtheid in het bijzonder, om te kunnen bepalen op welke manier zij studenten kunnen betrekken bij hun activiteiten (uiteenlopend van onderzoek tot meewerkstage)
Wat zijn de toelatingseisen voor deze opleiding?
3
Welke aanpalende studiemogelijkheden zijn er voor mijn studenten?
Inzicht in de ontwikkelingen van de lectoraten / onderwijsinhoudelijke veranderingen (en op basis
High tech bedrijven zijn niet regionaal georiënteerd en zijn daarom ook geïnteresseerd in de ont-
Wat kan ik met welke opleiding worden? Beroepenveld
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 43 van 44
waarvan)
wikkelingen en onderzoeken (met name van Universiteiten). Zij willen zelfs het liefst een beeld van de internationale ontwikkelingen
4
Hoe zorg ik ervoor dat studenten kiezen voor een studie van “mijn Hogeschool” en niet voor dat van een andere (marktbenadering, propositie)?
Inzicht in de wijze waarop de beroepspraktijk aankijkt tegen het onderwijsaanbod (zowel tav informatievoorziening als inhoudelijk). Mogelijk raadplegen onderzoek Bouwend Nederland / SBR
Op welke verschillende manieren kan ik als bedrijf een bijdrage leveren aan het onderwijs EN om te kunnen bepalen wat voor mijzelf de meeste toegevoegde waarde biedt, wil ik ook inzichtelijk hebben op welke wijze verschillende instanties met elkaar samenwerken tbv kennisdeling
Welke opleidingen worden waar aangeboden?
5
Hoe zorg ik ervoor dat het bedrijfsleven geïnteresseerd raakt in mijn studies/studenten?
Inzicht in de lacunes
Inzicht in het aanbod Hoe kan ik meer ten behoeve van informatie krijscholing en ontwikgen? keling eigen personeel
“Onderwijsaanbod hbo bouw en ruimte” Deel 1 Rapportage Onderwijsaanbod Versie 2.4 (©(Balance & Result)
Pagina 44 van 44