Onderwijs Ontwikkeling Maastricht
Plan van Aanpak 1.0 18 april 2013
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht
Wanneer je een schip wilt bouwen, breng dan geen mensen bij elkaar om hout aan te slepen, werktekeningen te maken en taken te verdelen, maar leer ze te verlangen naar de eindeloze zee Antoine de Saint-Exupéry
Quand tu veux construire un bateau, ne commence pas par rassembler du bois, couper des planches et distribuer du travail, mais reveille au sein des hommes le desir de la mer grande et large
Versie 1.0
Pagina 2
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht Inhoudsopgave
1. INLEIDING............................................................................................................................................ 5 2. VRAAGSTELLING EN ACHTERGROND .................................................................................................. 8 3. DOELSTELLING................................................................................................................................... 13 1.
Innovatie: .......................................................................................................................................... 13
2.
Toekomstbestendig antwoord op de krimp ..................................................................................... 13
3.
Financieel beheersbaar ..................................................................................................................... 14
4.
Verhoging én borging van kwaliteit .................................................................................................. 14
5.
Gebruik maken van de unieke mogelijkheden die de omgeving Maastricht biedt .......................... 14
6.
Doorlopende leerlijnen ..................................................................................................................... 14
7.
Voor de docent een helder beroepsperspectief met veel ontwikkelmogelijkheden ....................... 15
8.
Passend onderwijs op alle niveaus ................................................................................................... 15
4. VO ONDERWIJS IN MAASTRICHT: “van Krimp naar Kracht” ............................................................ 16 Preambule .............................................................................................................................................. 16 I. Het Domeinmodel ................................................................................................................................. 16 II De vier Domeinen .............................................................................................................................. 18 1.
Het Beroepscollege ........................................................................................................................... 18
2.
Het MAVO/HAVO Domein ............................................................................................................... 19
3.
Het VWO/VWO+ Domein ................................................................................................................. 19
4.
Het BLS Domein................................................................................................................................. 20
III Vereisten ............................................................................................................................................ 20 6. VISIEDOCUMENT OOM: de collectieve ambitie................................................................................ 22 7. OP TE LEVEREN RESULTATEN ............................................................................................................ 26 8. AFBAKENING ..................................................................................................................................... 28 9. FINANCIËLE ANALYSE ........................................................................................................................ 30 Personele inzet:......................................................................................................................................... 30 Personele kosten ....................................................................................................................................... 31 Huisvesting en investeringen .................................................................................................................... 32 Doorrekening van de OOM-plannen ......................................................................................................... 33 Begroting en bekostiging 2013 ................................................................................................................. 33 10.PROGRAMMA VAN EISEN ................................................................................................................. 35 11.RISICO-ANALYSE ................................................................................................................................ 36
Versie 1.0
Pagina 3
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht 12.RANDVOORWAARDEN VOOR DE UITVOERING VAN HET PROJECT .................................................. 38 13.FASERING EN PLANNING VAN DE TUSSENRESULTATEN ................................................................... 40 14.PROJECTBEHEERSING ........................................................................................................................ 44 BIJLAGE 1: Voedingsgebieden 2011-2012.............................................................................................. 46 BIJLAGE 2: Leerlingprognose bij 2 brede scholen .................................................................................. 47 BIJLAGE 3a: Leerlingprognose OOM ...................................................................................................... 48 BIJLAGE 3b: Leerlingprognose OOM ...................................................................................................... 49 BIJLAGE 4: Leerlingprognose 2x breed obv huidige verdeling/percentages ......................................... 50 BIJLAGE 5: 2 Brede scholen in aantallen m2........................................................................................... 51 BIJLAGE 6: Mogelijke bezuiniging OOM Totaal (september 2012) ........................................................ 52 BIJLAGE 7: Mogelijke bezuiniging OOM OOP (september 2012) ........................................................... 53 BIJLAGE 8: Mogelijke bezuiniging OOM OP (september 2012) ............................................................. 54 BIJLAGE 9: Resultaten LVO Maastricht (2008 tm 2012) ......................................................................... 55 BIJLAGE 10: Uitgangspunten begroting/bekostiging 2013 .................................................................... 56 BIJLAGE 11: Communicatielijnen ........................................................................................................... 57 BIJLAGE 12: COPAFITH projectindeling subprojecten ............................................................................ 58 BIJLAGE 13: Projectformulier ................................................................................................................. 62 BIJLAGE 14: FAQ’s (maart 2013) ............................................................................................................ 63 BIJLAGE 15: SWOT en OOM ................................................................................................................... 67 BIJLAGE 16: LVO Maastricht (fietsafstanden) ........................................................................................ 72 BIJLAGE 17: Fietsbewegingen OOST-WEST schooljaar 2012-2013 ........................................................ 73 BIJLAGE 18: (globale) Planning ............................................................................................................... 74
Versie 1.0
Pagina 4
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht 1. INLEIDING Het leerlingenaantal in Maastricht en omgeving neemt behoorlijk af de komende jaren en vormt een bedreiging voor de kwaliteit en diversiteit van het onderwijsaanbod en voor het voortbestaan van de Maastrichtse scholen. Maar in deze bedreiging schuilt ook een kans. Het managementteam van LVO Maastricht heeft deze kans opgepakt en een visie ontwikkeld op toekomstbestendig voortgezet onderwijs in Maastricht. Deze visie op hoofdlijnen werd ontwikkeld, afgestemd met diverse vertegenwoordigers van stakeholders binnen het onderwijsproces en in september 2012 gepresenteerd aan het College van Bestuur van de Stichting LVO. Deze visie kreeg de naam: Onderwijs Ontwikkeling Maastricht (kortweg OOM). Dit nieuwe model moet vooral een mogelijkheid bieden tot werkelijke innovatie in een toekomstbestendige setting. Daarnaast wordt op deze wijze een oplossing geboden voor de huidige financiële problemen van LVO Maastricht. Het akkoord van het College van Bestuur heeft medio oktober 2012 geleid tot het aanvaarden van de opdracht om de gepresenteerde hoofdlijnen verder uit te werken. Dit plan van aanpak vormt een leidraad waarin de volgende zaken worden beschreven: De onderwijskundige visie De conclusies naar aanleiding van een analyse van de huidige en gewenste situatie Een aanpak op basis van projecten en subprojecten Uitgangspunt van het model is de bundeling van het onderwijsaanbod in drie “domeinen”. Het bestaande onderwijsmodel met o.a. een aantal brede scholengemeenschappen ondergaat daarbij een ‘kanteling’ naar de volgende domeinen: Beroepscollege MAVO/HAVO VWO/VWO+ De ‘kanteling’ naar de drie domeinen, plus de inrichting van een “vierde onderdeel”, t.w. de Bernard Lievegoed School, vormen het uitgangspunt voor dit plan van aanpak1. De kanteling in drie domeinen zal vanuit een gefaseerde projectopdracht van “grof naar fijn” plaatsvinden. Voor de daadwerkelijke uitvoering en analyse van de projectonderdelen wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de expertise van Onderwijzend Personeel (OP) en Onderwijs Ondersteunend Personeel (OOP). Als projectfasering geldt de volgende indeling: Initiatiefase: hierin zijn de ideeën voor het nieuwe onderwijsmodel in een globale resultaatomschrijving uitgewerkt en is het project verder afgebakend. Deze fase is met
1
Daar waar in dit plan van aanpak wordt gesproken over de OOM-plannen, al dan niet met een specifieke verwijzing naar de drie domeinen, wordt de vrijeschool – i.c. de Bernard Lievegoed School - geacht hierin als volwaardig onderdeel te zijn opgenomen.
Versie 1.0
Pagina 5
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht het akkoord van het College van Bestuur op het nieuwe onderwijsmodel op hoofdlijnen, feitelijk al afgerond. Het plan is niet meer dan een “stip aan de horizon”. Definitiefase: hierin wordt vastgesteld aan welke eisen het project moet voldoen en volgens welke werkstructuur. Tijdens deze fase worden analyses gemaakt en verfijnd zodat bepaalde keuzen onderbouwd kunnen worden. In de praktijk is het onvermijdelijk dat aannames gemaakt worden. Dit vraagt derhalve om een regelmatige toetsing en herberekening van de plannen. Zolang bijvoorbeeld niet duidelijk is welke locaties in aanmerking kunnen komen om de nieuwe onderwijsdomeinen in te richten, zal op basis van aannames doorrekeningen gemaakt worden. Aan het einde van deze definitiefase zal bekend zijn welke werk- en projectstructuur wordt gehanteerd. Ook is dan bekend welke projecten en subprojecten worden opgepakt. Ontwerpfase: ontwikkelen en bespreken van (deel-)oplossingen en keuze voor de beste oplossing. In deze fase worden de (sub)projectopdrachten uitgewerkt en de resultaten op elkaar afgestemd. In de voorbereidingsfase komen de volgende zaken terug: werkwijze en/of procedures, capaciteit/hulpmiddelen en werkinstructies. Het transitieproces om van ‘brede scholen’ naar 3 domeinen te gaan, is dan bekend. Realisatiefase: In deze fase wordt het beoogde projectresultaat gerealiseerd. Nazorgfase: evaluatie van de resultaten en opvolging daarvan. De nadruk van het project zal liggen op de definitiefase en de ontwerpfase. Ten behoeve van het OOM-projectplan is gekozen voor een COPAFITH2-indeling om zo de organisatie te verdelen in verschillende aandachtsgebieden. Voordeel van deze indeling is dat hierdoor de impact van de reorganisatie teruggebracht kan worden in verschillende deelgebieden. Per COPAFITH-onderdeel worden analyses uitgevoerd, projectplannen beschreven en prioriteiten bepaald. Bijkomend voordeel is dat in de uitwerking van de projectonderdelen, per COPAFITH-onderdeel, over de bestaande locatiegrenzen heen door collega’s van verschillende locaties met elkaar samengewerkt gaat worden. Deze indeling, samen met de keuze om de verantwoordelijkheid in de aansturing van verschillende COPAFITHaandachtsgebieden door mandaathouders – hiervoor zijn minimaal 2 locatiedirecteuren per aandachtsgebied toegewezen - te laten plaatsvinden, zal ertoe leiden dat de definitiefase en
2
COPAFITH is een acroniem voor die onderdelen van de bedrijfsvoering waarin de organisatie “afgepeld” kan worden. Voor het OOM-project wordt de volgende aandachtsgebieden onderscheiden: Communicatie, Organisatie en Onderwijs, Personeel, Administratieve Organisatie, Financiën, ICT en Informatie, Techniek en Huisvesting
Versie 1.0
Pagina 6
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht ontwerpfase onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, en deels zelfs in elkaar verweven zijn. In de projectfasering zullen de definitie- en ontwerpfase daarom als één fase geschouwd worden. De planning voor de definitiefase: november 2012 tot en met april 2013. De planning voor de ontwerpfase: april 2013 tot juli 2013 en vanaf schooljaar 2013-2014. De Voorbereidings- en Realisatiefase zullen eveneens in elkaar verweven zijn en vormen in dit plan van aanpak dan ook één fase. Het eerste implementatietraject uit deze gecombineerde fase, zal vanaf het schooljaar 2013-2014 zijn beslag krijgen en de realisatie van het project zal, uitgaande van een gunstige en tijdige besluitvorming over het meest kritieke pad - het huisvestingsvraagstuk - in het schooljaar 2015-2016 afgerond moeten zijn. In het schooljaar 2013-2014 zullen de onderdelen van de combinatie definitie/ontwerpfase en de combinatie voorbereidings/realisatiefase gelijktijdig plaatsvinden. De reden hiervoor is dat enerzijds een aantal projecten naar voren gehaald zullen worden en anderzijds de fasering van de verschillende projecten over de verschillende COPAFITH-aandachtsgebieden heen, verschillend kan zijn. Zo kan een afgerond projectonderdeel ingevoerd worden wanneer er bijvoorbeeld geen raakvlak is met andere projecten. Vanaf het schooljaar 2013-2014 zullen daarom al aanpassingen plaatsvinden, wat betekent dat er geen “big bang” zal ontstaan waarbij (nagenoeg) alle aanpassingen in het schooljaar 2015-2016 worden doorgevoerd. Een aantal onderdelen zijn inmiddels, gelet op de mogelijke doorlooptijd of de noodzakelijke prioritering, als parallelle projectopdrachten opgepakt. Voorbeelden hiervan zijn o.a.: de onderhandelingen met de gemeente Maastricht over het huisvestingsvraagstuk; de aanpassingen met betrekking tot het verstrekken van (gratis) leermiddelen; de opzet van een nieuwe begrotingssystematiek; doorvoeren van bezuinigingsmaatregelen om in 2014 een sluitende en ‘groene’ begroting te hebben het project Passend Onderwijs dat in het kader van de nieuwe wetgeving vanaf het schooljaar 2014/2015 moet zijn geëffectueerd.
Versie 1.0
Pagina 7
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht 2. VRAAGSTELLING EN ACHTERGROND In de periode tussen 2001 (Bonnefanten Akkoord) en 2005 (doorontwikkeling Bonnefanten Akkoord) is de bestaande indeling van het Voortgezet Onderwijs in Maastricht tot stand gekomen: 3 brede scholengemeenschappen met aparte HAVO/VWO- en VMBO-locaties, en daarnaast een zelfstandige Praktijkschool en een bovenschoolse zorgvoorziening, het OPDC. De Bernard Lievegoed School werd als aparte sector in 2005 toegevoegd aan het Bonnefanten College. Het totaal aantal VO-locaties in Maastricht bedraagt daarmee negen. Vanaf 2005 zijn deze scholen gaan samenwerken onder de noemer Gemeenschap van Scholen Maastricht. In het najaar van 2010 is deze samenwerking geformaliseerd door de instelling van het cluster LVO Maastricht dat een eigen bovenschoolse directie en overkoepelende stafdiensten kreeg. De samenwerking is steeds gericht op het financieel gezond maken van het Voortgezet Onderwijs in Maastricht. Tot nu toe gebeurde dat vooral door te bezuinigen binnen de bestaande locaties, maar de mogelijkheden om te bezuinigen, zonder de kwaliteit van het onderwijs aan te tasten, zijn er niet of nauwelijks. De kwaliteit van het onderwijs is zwaar onder druk komen te staan. Omdat de kwaliteit van het onderwijs belangrijker is dan het in stand houden van de huidige locaties is nu gekozen voor een andere weg: “een grondige herziening van de inrichting van het Voortgezet Onderwijs in Maastricht waarbij gebruik wordt gemaakt van de uitgelezen kans om het onderwijs aan te passen aan de eisen van deze tijd”. Daar waar de huidige setting van 3 brede scholen in de toekomst niet rendabel kan worden, is uitgegaan van twee mogelijkheden als antwoord op het streven om op korte termijn opnieuw te kunnen investeren in het onderwijs en wel zodanig dat er voldoende rekening wordt gehouden met de toekomstige krimp van het aantal leerlingen3: Het aantal van 3 brede scholengemeenschappen terugbrengen naar 2. Bundeling van het onderwijsaanbod per domein.
3
Uitgaande van de leerlingenaantallen van het schooljaar 2010-2011 wordt in een studie van het Centraal Planbureau ism DUO, rekening gehouden met een krimp van 30,8% voor Maastricht Heuvelland tot het schooljaar 2025-2026. Voor de stad Maastricht wordt een krimp van ruim 25% gehanteerd voor deze periode. Voor het Heuvelland geldt zelfs een afslag tot 40%.
Versie 1.0
Pagina 8
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht Van 3 naar 2 brede scholengemeenschappen Om de analyse te maken waarbij de mogelijkheid van 2 brede scholen wordt onderzocht, zijn er 3 invalshoeken op basis waarvan deze analyse kan worden uitgevoerd: Het aantal leerlingen en de analyse van de voedingsgebieden (waar komen de leerlingen vandaan en wat is de impact van de herallocatie van het onderwijs?) Het aantal beschikbare en het gewenste aantal m2. Bij de bepaling hiervan wordt de norm van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) gehanteerd. De onderwijskundige visie. Aangezien de analyse van de voedingsgebieden en de analyse van de huisvestingsmogelijkheden in de stad bepalend zijn voor de te maken keuze, zijn deze analyses verder uitgewerkt. Alvorens de gegevens uit de analyse te kunnen interpreteren, is het van belang om de voorwaarden van de gemeente Maastricht aan te geven: Voorwaarde 1) Spreiding over de stad “bij twee brede scholen in Maastricht, zal er een brede school aan de Westkant en een brede school aan de Oostkant van de Maas in Maastricht moet komen”. “bij drie domeinen in Maastricht, zal er aan beide zijden van de Maas, minimaal een domein gesitueerd moeten worden”. Voorwaarde 2) Geen uitbreiding “er vindt geen investering in extra m2 plaats”.
Insteek voedingsgebieden: De haalbaarheidsanalyse naar de mogelijkheid om 2 brede scholen in Maastricht aan te houden is gebaseerd op een inventarisatie naar de herkomst van de huidige leerlingen c.q. de zogenaamde voedingsgebieden. In bijlage 1 is deze inventarisatie uitgewerkt. Hierbij zijn per plaats/wijk de leerlingen zoals deze in 2011-2012 binnen LVO Maastricht les volgden ingedeeld. Deze inventarisatie vormt het uitgangspunt voor de te maken keuze: 2 brede scholen of 3 domeinen. Bij de analyse naar de impact van het model met 2 brede scholen, is de aanname gemaakt dat leerlingen die nu woonachtig zijn in Oost Maastricht en die woonachtig zijn in het gebied rondom Maastricht (aangeduid als “Heuvelland”) de keuze maken voor een brede school in Oost Maastricht. Voor leerlingen die nu woonachtig zijn in West Maastricht is de aanname gemaakt dat deze de keuze zullen maken voor een brede school in West Maastricht. Op basis van deze aanname, blijkt uit bijlage 2 dat: De brede school - HAVO/VWO én VMBO - in West Maastricht op basis van het aantal leerlingen in 2011-2012 de kleinste brede school is. HAVO/VWO heeft dan ruim 1000 leerlingen en het VMBO bijna 700 leerlingen. Op grond van deze aantallen kunnen vragen
Versie 1.0
Pagina 9
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht gesteld worden bij de “levensvatbaarheid” terwijl de krimp in aantallen er nog overheen komt. Rekening houdende met een krimp van ‘slechts’ 25% tot 2025, blijkt dat de brede school in West Maastricht (op termijn) voor beide richtingen door de rentabiliteitsnormen en grenzen heen zal schieten. Bij deze aantallen leerlingen kan geen sprake zijn van een betaalbaar model waarbij geïnvesteerd kan worden in het onderwijs in het algemeen en innovatie in het bijzonder. De conclusie op basis van deze analyses luidt dan ook dat het vasthouden aan het model van de brede scholengemeenschappen, op termijn vastloopt op de minimale ‘kritische massa’4 in leerlingenaantallen. Hierdoor ontstaat op den duur opnieuw een situatie waarin er weinig te innoveren valt en, sterker nog, er geen garantie is op toekomstbestendig onderwijs. De onbalans in de stad en de onzekerheid die dat met zich meebrengt blijft dan bestaan. Bovendien ontstaat er dan geen ruimte om het aanbod echt te verbreden en te bestendigen zoals die in het huidige OOM-plan wel bestaat. De vertaalslag voor de OOM-domeinen is uitgewerkt in bijlage 3. Hierin is het aantal leerlingen in relatie tot de voedingsgebieden, en rekening houdende met de krimp in leerlingenaantallen, afgezet tegen een situatie waarbij 2 domeinen in Oost Maastricht zijn gealloceerd en een domein in West Maastricht. Hieruit blijkt dat de domeinen op termijn nagenoeg even groot kunnen blijven, en een gunstige “kritische massa” aanwezig blijft. Ook wanneer de hiervoor genoemde aanname wordt losgelaten en een verdeling wordt gehanteerd op basis van de huidige procentuele verdeling van leerlingen over Oost en West Maastricht, dan blijft bovenstaande conclusie van kracht (zie bijlage 4). Het verschil met de vorige aanname zit in het feit dat bijvoorbeeld sommige leerlingen uit West Maastricht, nu al de keuze hebben gemaakt voor een school in Oost Maastricht (en andersom). Het aantal van ca. 900 leerlingen voor HAVO/VWO in West Maastricht, betekent opnieuw een inefficiënte situatie waarbij sprake zal zijn ‘versnippering’ en onbalans in de stad.
Insteek m2: Van de panden zoals deze door LVO Maastricht in gebruik zijn, is het economische eigendom in handen van de gemeente Maastricht. LVO Maastricht heeft ‘slechts’ het juridische eigendom. LVO Maastricht is daarmee volledig afhankelijk van de medewerking van de gemeente Maastricht bij het kunnen maken van de keuze van onderwijslocaties voor het VO in Maastricht. Bij de analyse van het aantal beschikbare en het benodigde aantal m 2 is gebruik gemaakt van de vigerende VNG-normen ter bepaling van het gewenste aantal m2.
4
Een globale norm die binnen LVO Maastricht wordt gehanteerd, gaat uit van een minimale norm van ca. 1100 leerlingen voor HAVO/VWO om zo goed onderwijs te kunnen garanderen: VWO 6 *100 = 600 (bovenbouw: 4 profielen x 25 leerlingen per profiel) HAVO 5 *100 = 500 (bovenbouw: 4 profielen x 25 leerlingen per profiel) Totaal 1100 Voor VMBO wordt momenteel een norm van ca. 800 leerlingen aangehouden (4 leerjaren)
Versie 1.0
Pagina 10
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht De analyse is op 2 verschillende wijzen uitgevoerd: 1) één brede school in Oost en één brede school in West, waarbij rekening is gehouden met de randvoorwaarden van de gemeente wat betreft het niet investeren in meer m2 en de spreiding over de stad, 2) twee brede scholen in Oost Maastricht, waarbij géén rekening is gehouden met de gestelde voorwaarden van de gemeente. De reden om de 2e optie, die op voorhand al niet haalbaar is, wel in de analyse op te nemen, heeft te maken met het op een zo ruim mogelijke wijze in kaart willen brengen van de mogelijkheden die überhaupt in de stad Maastricht te realiseren zijn. Mocht de uitkomst van deze analyse namelijk uitwijzen dat deze variant een gewenste situatie oplevert, dan zou dit als te onderzoeken variant in de gesprekken met de gemeente Maastricht worden ingebracht. De conclusie van beide scenario’s is de volgende (zie bijlage 5): Twee brede scholen in Oost: Er vindt geen spreiding van brede scholen over de stad plaats (terwijl dit wel een voorwaarde van de gemeente Maastricht is) Er is een uitbreiding nodig van 4.459 m2, uitgaande van de situatie waarin het HAVO/VWO en het VMBO-onderwijs in Oost zijn gelegen. HAVO/VWO moet worden opgeknipt over 3 locaties. De versnippering en onbalans in de stad wordt op deze wijze niet aangepakt. Er zijn nog altijd 9 locaties benodigd in Maastricht. De inefficiency en het voordeel van een inverdieneffect naar minder locaties wordt niet gerealiseerd. Er zal teveel geld geïnvesteerd moeten worden in gebouwen, welke investering niet ten gunste aan het onderwijs komt. Een brede school in West Maastricht en een brede school in Oost Maastricht: In aantal beschikbare m2 ‘past’ dit plan. Er zal in West geïnvesteerd moeten worden in extra praktijkruimten. HAVO/VWO in Oost Maastricht blijft verdeeld over 3 locaties. Terra Nigra en het OPDC moeten bij elkaar geplaatst worden en dit leidt tot een gebrek aan praktijkruimen. Het aantal locaties gaat van 9 naar 8 en biedt ook in deze opzet geen oplossing voor het huisvestingsvraagstuk c.q. het aantal te exploiteren locaties. OOM-locaties: De onderhandelingen met de gemeente Maastricht zijn gaande. Er wordt gesproken over een huisvestingsmodel waarin maximaal 5 locaties worden aangehouden waarbij voldaan moet worden aan de onderwijskundige voorwaarden van LVO Maastricht en aan beide voorwaarden van de gemeente.
Versie 1.0
Pagina 11
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht Conclusie: Uit de analyse van de voedingsgebieden en het aantal m2 kan afgeleid worden dat het inrichten van een aangepast onderwijsmodel in een setting van twee brede scholen, voor nu en op termijn, geen oplossing biedt. Op grond van de uitgangspunten van het OOM-plan is het wel mogelijk om scenario’s5 aan te houden waarbij de domeinen over de stad worden verdeeld, zonder uit te breiden in aantal m2 en waarbij het aantal locaties terug kan van 9 naar maximaal 5 locaties (en tegen inlevering van circa 20.000m2).
5
Dit is onderwerp van gesprek met de gemeente Maastricht
Versie 1.0
Pagina 12
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht 3. DOELSTELLING Uitgangspunt van het OOM-project is een nieuw onderwijsmodel met een voorkeur voor de bundeling per domein, zodat er een belangrijke kwaliteitsimpuls aan het voortgezet onderwijs in Maastricht kan worden gegeven en waarbij tevens de financiële positie van LVO Maastricht zal verbeteren. De 8 punten die in het nieuwe onderwijsmodel als voorwaardelijk zijn benoemd, zijn:
1. Innovatie: Onderwijs dat blijft aansluiten bij de behoeftes van leerlingen en de maatschappij. Voor alle leerlingen een ambitieus en onderscheidend onderwijsaanbod op alle niveaus. Differentiatie: leerlingen krijgen meer individuele keuzemogelijkheden uit de vakken die worden aangeboden; er is een rijk palet aan (overige) activiteiten. Meer maatwerk: dat versterkt de motivatie van leerlingen en vergroot de kans op het succesvol afronden van de opleiding. Ook differentiatie in het tempo waarmee de opleiding wordt doorlopen behoort tot de mogelijkheden. Leerlingen krijgen een programma aangeboden dat ruimer is dan de huidige onderwijstijd6, en dat zich niet alleen binnen de schoolmuren afspeelt. Ook huiswerkbegeleiding, inzet voor maatschappelijke projecten, buurtaaltrainingen, ‘debating’ clubs, reanimatiecursussen, samenwerking met het bedrijfsleven etc. maken deel uit van dat programma, evenals de mogelijkheid om gebruik te maken van de sportfaciliteiten waar de scholen over beschikken. Lesuitval kan tot een minimum worden teruggebracht door een flexibele programmering.
2. Toekomstbestendig antwoord op de krimp Het model is voor een langere tijd bruikbaar en hoeft niet opnieuw aangepast te worden bij een verdere daling van het aantal leerlingen. In de plannen zijn de vigerende cijfers over de leerlingenkrimp in Maastricht tot en met 2026 7 doorgerekend.
6
“Dagtijd is onderwijstijd” in de pers werd dit breed uitgemeten met de afbakening onderwijs van “8 tot 5”
7
Op basis van onderzoek en extrapolatie van beschikbare cijfers uit het primaire onderwijs. Voorspellingen naar de verdere toekomst zijn daarom ook (nog) niet mogelijk.
Versie 1.0
Pagina 13
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht 3. Financieel beheersbaar De (beperkte) financiële middelen worden effectief en efficiënt ingezet. Minder versnippering en geen onbalans meer in de stad. Het Maastrichtse onderwijs is financieel gezond en kan flexibel inspelen op nieuwe ontwikkelingen.
4. Verhoging én borging van kwaliteit In vergelijking met de huidige ‘versnippering’ van onderwijs in de stad, wordt de nieuwe setting overzichtelijker en meer eenduidig. Dat maakt het gemakkelijker om de uitvoering en de resultaten te volgen (monitoring) en bij te sturen als dat nodig is. In- en externe scholing kan gemakkelijker worden georganiseerd zonder nadelige gevolgen voor het onderwijsproces (lesuitval). Doordat de teams hechter worden, verbeteren ook de mogelijkheden tot collegiale consultatie en visitatie.
5. Gebruik maken van de unieke mogelijkheden die de omgeving Maastricht biedt Een internationale omgeving met een compleet onderwijsaanbod van voorschoolse opvang tot wetenschappelijk onderwijs, inclusief het United World College. Dat biedt onder andere de kans om deskundigen uit die omgeving te betrekken bij het vormgeven van het (voortgezet) onderwijs (co-creatie op het vlak van: VMBO-MBO, HAVOHBO en VWO-WO). Op onderwijsgebied zijn er verder kansen op het vlak van: Technasium ontwikkeling opnieuw opzetten, onderzoek naar de mogelijkheden van modulair onderwijs met daarbij behorende aangepaste dagindelingen en roostering, mogelijkheden (op termijn) van virtueel onderwijs met digitale gastcolleges, de mogelijkheden om “de maatschappij de school in te halen”, het opstarten van projecten in samenwerking met het bedrijfsleven. 6. Doorlopende leerlijnen Er worden goede en duidelijke afspraken gemaakt met het basisonderwijs over toelatingscriteria en -procedures8 op basis van het leerling-profiel zodat iedere leerling toegeleid wordt naar een passend domein in het voortgezet onderwijs.
8
Dit is niet per se aan OOM gekoppeld, maar kan idealiter in het kader van de aanpassingen uit hoofde van OOM nu opgepakt worden.
Versie 1.0
Pagina 14
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht Door minder versnippering kunnen de verschillende domeinen het onderwijs goed op elkaar afstemmen9. Door de betere afstemming tussen de domeinen wordt het voor leerlingen in het kader van het volgen van de doorlopende leerlijnen eenvoudiger om naar een ander domein te gaan. Waar mogelijk vindt opstroom plaats. En als het nodig is kan ook worden voorzien in een verantwoorde afstroom. De toeleiding naar het vervolgonderwijs kan goed worden geregeld, met bijzondere aandacht voor de overgang van het VMBO naar het MBO. Er wordt naar gestreefd dat in Maastricht één longitudinale leerweg VMBO-MBO ontstaat. Op elk niveau kan een goede werkrelatie en samenwerking tot stand worden gebracht met het vervolgonderwijs (MBO, HBO en WO) en met name voor het VMBO met bedrijven en instellingen.
7. Voor de docent een helder beroepsperspectief met veel ontwikkelmogelijkheden Aan docenten kan meer zekerheid en ook meer uitdaging worden geboden ten opzichte van de bestendiging van de huidige situatie. De ontwikkelingsmogelijkheden om in te kunnen spelen op veranderende behoeftes van leerlingen en de samenleving zijn in de setting van de domeinstructuur groter. Dat zorgt voor goede en gemotiveerde docenten en daarmee voor goed onderwijs. De mogelijkheid voor docenten om zich te specialiseren op onderwerpen en doelgroepen waar ze meer affiniteit mee hebben zal ook leiden tot meer focus en mogelijk ook tot een vermindering van de werkdruk. Nu is er sprake van verplaatsing van docenten binnen de stad, wat nadelig is voor de teamvorming. De samenwerking tussen docenten van alle doelgroepen kan in het nieuwe model worden verbeterd.
8. Passend onderwijs op alle niveaus Ook voor leerlingen die extra zorg nodig hebben wordt een dekkend aanbod gegarandeerd: passend onderwijs op elk niveau en voor elke doelgroep. De voorgestane bundeling maakt eenduidige invoering van Passend Onderwijs gemakkelijker doordat er overzichtelijke eenheden ontstaan met duidelijke aanspreekpunten. 9
Hier staat als keerzijde tegenover dat er binnen de stad Maastricht geen keuzemogelijkheden meer zijn voor locaties of scholen. De mate van differentiatie is voor de leerlingen binnen de domeinstructuur dan weer groter, zodat de keuze op onderwijsvlak groter wordt (en in locaties kleiner).
Versie 1.0
Pagina 15
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht 4. VO ONDERWIJS IN MAASTRICHT: “van Krimp naar Kracht”
Preambule Het huidige onderwijsmodel in Maastricht wordt verspreid op meerdere plekken in de stad aangeboden: op vier plekken HAVO/VWO onderwijs (BFC/SMC/PMC en BLS); op vier plekken VMBO onderwijs ( BFC/SMC/PMC en BLS: VMBO TL); op één plek Praktijkonderwijs (Terra Nigra); op één plek zorgtrajecten (de bovenschoolse voorziening het OPDC). Er is behoefte aan kwaliteitsverbetering op iedere onderwijsstroom, dat laten de resultaten en het totaal van de opbrengstenkaarten zien10. Bovendien veranderen de eisen voor de examens de komende jaren aanzienlijk (verzwaring), is er een vernieuwing van het VMBO onderwijs aanstaande en gaat de wetgeving rond Passend Onderwijs in 2014 van start. Mede ingegeven door bovenstaande feiten en het gegeven dat LVO Maastricht ook een forse financiële uitdaging heeft, is de afgelopen maanden een onderwijsmodel ontwikkeld op basis van domeinen met als opbrengstverwachting: onderscheidend en kwalitatief goed onderwijs. In het OOM document dat in het najaar van 2012 is gepresenteerd staan de contouren daarvan beschreven. Het centrale uitgangspunt in dit document is de ontwikkeling van een nieuw model dat uitgaat van bundeling van krachten, waarbij groene financiële cijfers ruimte creëren om de kwaliteit van het onderwijs verder te verbeteren: meer middelen naar het primaire proces is daarvan een direct gevolg.
I. Het Domeinmodel Het nieuwe onderwijsmodel van LVO Maastricht kent de volgende Domeinen: a. b. c. d.
Eén Beroepscollege11 (alle VMBO’s met het Praktijk Onderwijs). Eén Domein VWO/VWO+ (Atheneum, Gymnasium en TTO (=Tweetalig Onderwijs)). Eén Domein MAVO/HAVO. De BLS (vrijeschool onderwijs).
10
bron: inspectiegegevens en Vensters voor Verantwoording Met daarbinnen een herkenbare plaats (eigen identiteit) voor het Praktijk Onderwijs dat recht doet aan deze speciale vorm van onderwijs. 11
Versie 1.0
Pagina 16
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht De bovenschoolse voorziening OPDC blijft - in een nog nader te bepalen vorm - onderdeel uitmaken van LVO Maastricht. De planvorming van het nieuwe Samenwerkingsverband Maastricht/Heuvelland is hierbij van groot belang. In het kader van de wetgeving rond “Passend Onderwijs” krijgt dit zijn beslag vanaf het schooljaar 2014/2015. In de paragraaf II wordt verder ingegaan op de kenmerken van ieder van de domeinen, waarbij aangetekend dient te worden dat de exacte invulling van curricula zal plaatsvinden door de professionals, de docenten die in het domein werken c.q. gaan werken.
Vooraf eerst een aantal belangrijke premissen die ten grondslag liggen aan het nieuwe model: a. alle domeinen gaan de unieke eigen en euregionale setting van Maastricht benutten. Maastricht heeft het hele spectrum van onderwijs in huis: van voorschoolse opvang tot en met Wetenschappelijk Onderwijs. Door co-creatie van onderwijsvormen en deskundigheid, in- en extern aanwezig, kan ieder domein innovatie realiseren. Bij de beschrijving van de domeinen wordt dit verder toegelicht; b. het domeinmodel is gebaseerd op specifieke leerling-profielen voor ieder domein. Deze profielen zijn het afgelopen schooljaar vanuit ons VO (lees: de locatiedirecties) en met landelijke input beschreven. De leerling-profielen worden getoetst aan en besproken met het Primair Onderwijs (PO), zodat er een verbetering in de determinatie van leerlingen vanuit het PO naar het VO mogelijk wordt. Dit laatste is ook de uitdrukkelijke wens van de inspecties van PO en VO; c. met de vastgestelde leerling-profielen als uitgangspunt, wordt gestreefd naar een enkelvoudige advisering vanuit het PO. De zgn. dubbeladviezen of “grijze gebieden” verdwijnen daarmee. Het uitgangspunt hier is wederom een verbetering van de leerlingendeterminatie waardoor afstroom van leerlingen vermindert. Op dit moment wordt bestudeerd of bijvoorbeeld een stadbrede tweejarige brugperiode een waardevolle toevoeging voor deze verbetering van determinatie is. Opstroom bevorderen, afstroom verminderen, iedere leerling op zijn/haar plek, is wat beoogd wordt en waar het VO Maastricht haar verantwoordelijkheid in moet nemen. Doorlopende (leerling)lijnen staan hierbij centraal: -
Beroepscollege MAVO MAVO HAVO VWO/VWO+
>> >> >> >> >>
MBO >> MBO >> HAVO >> HBO >> WO
HBO HBO HBO of VWO WO
d. naast leerling-profielen, gaan de domeinen ook werken met docentprofielen. Ieder domein kent specifieke elementen waarvoor vakdeskundigheid, interesse en betrokkenheid van docenten onontbeerlijk is. Specialisatie van docenten is hierbij het adagium; deze docentprofielen worden door de locatiedirecties ontwikkeld voor ieder domein;
Versie 1.0
Pagina 17
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht e. binnen ieder domein gaat persoonlijk onderwijs voor leerlingen ontstaan. Dat wil zeggen: er is variatie in vakkenaanbod, lestijden, leermiddelen, werkvormen en zorgstructuren. Differentiatie voor leerlingen, waarbij het beste uit iedere leerling wordt gehaald: talenten herkennen, erkennen en verder ontwikkelen door maximale differentiatie binnen ieder domein;
f. “Passend Onderwijs” wordt binnen ieder domein, in samenwerking met ketenpartners in de stad zoals Jeugdzorg en maatschappelijk werk, ingebed in ons onderwijs. Het nieuwe Samenwerkingsverband Maastricht/Heuvelland (SWV) heeft daar een belangrijke positie in. Door goed met de besturen VO en VSO naar toeleiding van middelen te kijken, kunnen zowel leerlingen als docenten ontzorgd worden. Hierdoor krijgt persoonlijk onderwijs nog een extra gelaagdheid: ook specifieke zorg en time-out trajecten sluiten dan naadloos aan op het reguliere onderwijs.
II De vier Domeinen 1. Het Beroepscollege12 Dit college heeft als centraal kenmerk opleiden in vakvaardigheid: In samenwerking met het MBO (een aantal ROC’s en een AOC) en het regionale bedrijfsleven worden leerlingen opgeleid. Arbeidsmarktrelevant onderwijs is wat het college beoogt: het toeleiden van goed geëquipeerde, vakvaardige leerlingen naar een plek op de arbeidsmarkt of een vervolgopleiding in het MBO. De samenwerking met het MBO behelst o.a. leerroutes VM2 en VM3: een gezamenlijke ( VMBO en MBO) invulling van het curriculum. Het VMBO in Maastricht kan bogen op eerdere ervaring met VM2 trajecten. Een intensieve(re) samenwerking met/betrokkenheid van/inzet door het bedrijfsleven. Leren in, door en met de praktijk. Ook versterking van buurtaalonderwijs (Duits en Frans) is een kenmerk. Dit wordt ingezet om leerlingen extra bagage mee te geven op de euregionale arbeidsmarkt. De drie huidige VMBO’s van Maastricht (BFC/PMC/SMC) gaan op in dit college. Van basisberoeps tot en met gemengd theoretisch vindt hier een plek. Op basis van de nieuw op te zetten vakmanschaproutes (en later technologieroutes) wordt invulling gegeven aan het curriculum. De TL stroom van de drie VMBO’s wordt ondergebracht in het domein MAVO/HAVO.
12
dit is slechts een werktitel, de uiteindelijke benaming van dit domein staat nog niet vast.
Versie 1.0
Pagina 18
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht Op dit moment verkiezen wij een samengaan van het praktijkonderwijs met het domein Beroepscollege. Onderzocht wordt of een combinatie met bijv. VSO, ISK en entreeopleiding MBO ook een mogelijkheid is. Wat voorop staat is dat we voor iedere leerling, op zijn of haar niveau, de beste setting willen creëren.
2. Het MAVO/HAVO Domein Binnen dit domein kan de leerling die theoretisch georiënteerd is, maar die ook gebaat is bij een praktische aanpak met een duidelijk gestructureerd kader, zich volledig ontplooien. Kenmerken van dit domein zijn: innovatief, ondernemend en euregionaal gericht onderwijs; gestructureerd onderwijs ( ook projectmatig); dakpanconstructies met het MBO ( vanuit MAVO) en met het HBO (vanuit de HAVO); het opzetten van een echt VHBO: een pilot van een zesjarige HAVO is hierbij een overweging. De HAVO leerling heeft een eigen didactiek nodig met een uitdagend curriculum. Door het leerling-profiel als uitgangspunt te nemen en daar de didactische aanpak en het curriculum op af te stemmen, doen we veel beter recht aan de vermogens van de Havisten en kunnen we een betere opstroom en doorstroom realiseren naar het vervolgonderwijs. Wat hierbij als overweging ook meespeelt, zijn de sterk toegenomen aantallen VSV-ers (= vroegtijdig schoolverlaters) binnen de huidige HAVO opleidingen. Hier blijken o.a. verkeerde determinaties aan ten grondslag te liggen, leerlingen die eenvoudigweg niet op de juiste plek zitten in het VO (PO adviseringen en opwaartse druk van ouders spelen o.a. een rol). Door gezamenlijk met het PO beter te determineren gaan die leerlingen naar de HAVO die daar ook werkelijk thuishoren en wordt gezorgd voor een vermindering van afstroom en tevens voor een reductie in het VAVO terrein (een steeds vaker (oneigenlijk) gebruikte vluchtweg voor sommige leerlingen die de HAVO op reguliere scholen niet aankunnen). het opzetten van, wat met een werknaam “MAVO 3.0”, genoemd wordt: ook hier onderwijs ontwerpen voor en met de leerling die bij het profiel MAVO hoort. Met een vernieuwend curriculum, variatie in werkvormen, variatie in leerroutes en vooral: uitdaging voor de leerling zelf om op te stromen naar het vervolgniveau dat bij hem of haar past.
3. Het VWO/VWO+ Domein Dit domein heeft als nadruk: pre-academisch, innovatief en internationaal gericht onderwijs. Hier is co-creatie ook aan de orde:
Versie 1.0
Pagina 19
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht een gezamenlijk opgezet euregionaal en vernieuwend gymnasium, waarbij de “best practices” uit de huidige klassiek opgezette gymnasiumstroom en het TTO een basis vormen. een uitdagend curriculum voor het VWO in samenwerking met het WO, waarbij nieuwe werkvormen, dagindelingen en lestijden een spil vormen (o.a. gastcolleges , modulair onderwijs, “peer learning”, research etc.). versterking van buurtaalonderwijs is ook een speerpunt, met de euregio als achterland kunnen leerlingen meertalig opgeleid worden en zijn uitwisselingen met scholen net over de grens een onderdeel. co-creatie met het PO is nu al een feit: de Young Master Class bijv. bereidt hoogbegaafde leerlingen voor op een uitdagende route in het VO. Met veel aandacht voor speciale didactiek en pedagogiek rondom hoogbegaafdheid wordt de brug tussen PO en VO geslecht. Persoonlijk Onderwijs staat centraal: het beste uit iedere leerling halen door een breder scala aan vakken en leerroutes aan te bieden.
4. De Bernard Lievegoed School De vrijeschool , de BLS, is onderdeel van een van onze huidige scholen (de BLS valt onder het BRIN-nummer van het Bonnefanten College). Echter, de gespecialiseerde leerroutes en het specifieke leerklimaat dat bij de BLS hoort, gebaseerd op de onderwijstheorie van Steiner, vereisen een eigenstandige aanpak. Binnen LVO Maastricht vormt de BLS daarom een eigen entiteit naast de drie domeinen, met dezelfde uitdaging als bij de domeinen: kwaliteitsverbetering en het beste uit de leerling halen. De BLS ontwikkelt zich wel binnen de kaders van LVO Maastricht: de instroom van leerlingen is gemaximeerd en het personeel en de schoolleiding werken mee aan de verdere uitrol van OOM door te participeren in werkgroepen en mandaatgebieden van de nieuwe planvorming. III Vereisten Het behoeft geen betoog dat we als VO instituut niet geheel zelfstandig de nieuwe plannen kunnen realiseren. Het afgelopen jaar is al een aantal keren met stakeholders en ketenpartners gesondeerd. Willen we OOM tot een succes maken hebben we afstemming nodig met: MR-en Ouders en leerlingen (via klankbordgroepen) Ketenpartners (o.a. PO/MBO/HBO/WO) De gemeente Maastricht De inspectie Het bedrijfsleven Versie 1.0
Pagina 20
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht Centraal staat de bereidwilligheid van ons personeel om de plannen uit te rollen. Daarin moet dan ook volop geïnvesteerd worden om het adagium “differentiatie voor leerlingen en specialisatie voor docenten” praktisch handen en voeten te geven. Een aantal onderdelen van onze plannen staat al in de steigers (zie verder onder projecten COPAFITH). Ook de afstemming met bovengenoemde geledingen hoort daarbij. Het communicatieplan en de tijdpaden van het plan van aanpak zullen daarbij richtinggevend worden (bijlage 18).
Versie 1.0
Pagina 21
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht 6. VISIEDOCUMENT OOM: de collectieve ambitie Samen werk maken van toekomstbestendig onderwijs, dat is waar de collectieve ambitie van de OOM-plannen op gericht moet zijn. In de praktijk betekent dit dat een hoge mate van betrokkenheid wordt gevraagd van de personeelsleden van LVO Maastricht. Het type collectieve ambitie dat met OOM wordt nagestreefd, kenmerkt zich namelijk door uitgebreide participatie van collega’s gedurende het wordingsproces. Die voorkeur is relevant omdat de kennis van de onderwijsprocessen en het moeten werken met de richtlijnen, processen en procedures veelal in de directe werksfeer van deze participanten ligt. De kans om de organisatie in deze OOM-setting mede vorm te geven is erg groot en zal op basis van de geboden en gevraagde actieve participatie, uiteindelijk de acceptatie voor de aanpassingen moeten vergroten. Aandachtspunten13 voor een effectieve collectieve ambitie zijn: De collectieve ambitie moet uiting geven aan wat de “professionals” (lees: OP en OOP) willen betekenen voor de leerlingen, voor de samenleving waarin zij als organisatie een functie vervullen en voor elkaar; welke toegevoegde waarde zij wensen te leveren. De collectieve ambitie moet in inspirerende en enthousiasmerende zin richtinggevend zijn voor het gewenste gedrag van de OP- en OOP-collega’s. De collectieve ambitie moet het mogelijk maken een antwoord te geven op vragen als: waarom kan ik er trots op zijn hier te werken? Hoe sluiten mijn persoonlijke doelen aan op de visie en doelen van de organisatie? De collectieve ambitie dient verankerd te zijn in de procedures voor werving, selectie, beoordeling en beloning. In de huidige situatie met 3 brede scholen in Maastricht is de collectieve stadsbrede ambitie gering en biedt de vorming van 3 domeinen meer mogelijkheid om deze collectieve ambitie waar te kunnen maken. Momenteel zijn er per BRIN-nummer en daarbinnen zelfs per locatie, teveel en verschillende deelbelangen, er ontstaat begrijpelijkerwijze, veel competentiestrijd en territoriumdrift, er zijn teveel koninkrijkjes die hun invloed willen vergroten, er is daardoor te veel politiek gedrag. De wijze waarop het streven naar een collectieve ambitie in relatie tot de huidige middelen binnen LVO Maastricht kan worden opgepakt komt tot uiting in volgend schema. Uit dit schema14 blijkt dat de combinatie gezocht moet worden in zowel het faciliteren van kennis, middelen en geld en daarnaast gelijktijdig in het streven naar een hogere collectieve ambitie. Dit laatste zal op basis van communicatie over de OOM-ontwikkelingen en vooral op basis van de participatie in bestaande en nog verder te definiëren en op te pakken projecten worden nagestreefd. In de praktijk zal dit voor LVO Maastricht moeten leiden tot een situatie waarbij de
13 14
Uit: “Leidinggeven aan professionals? Niet doen!” door Mathieu Weggeman Uit: Philips Operatie Centurion
Versie 1.0
Pagina 22
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht collectieve ambitie gericht op een toekomstbestendig en vernieuwend onderwijsmodel vooraf gegaan wordt door een situatie waarbij financieel naar een gezonde basis wordt gewerkt. LVO Maastricht bevindt zich in het kwadrant “Rust”: enerzijds op grond van de beperkte middelen c.q. de negatieve financiële positie van LVO Maastricht, waardoor er geen keuzen meer gemaakt kunnen worden om onderwijskundig te investeren, en anderzijds op basis van de huidige versnippering van de collectieve ambitie als gevolg van de hoge competentiestrijd en territoriumdrift binnen de organisatie. Door “trapsgewijs” (zie de slingerlijn) te werken aan een betere financiële positie en een hogere collectieve ambitie, zal de stap richting “Succes” gemaakt moeten worden.
Schema: Vermogen als functie van ambitie
Het visiedocument: De gedeelde waarden die met het OOM-plan worden nagestreefd, samengevat in het OOMvisiedocument, zijn in concept al opgesteld. Het visiedocument zal de komende tijd aan een informele en formele verdieping en verbreding onderhevig zijn. Het informele traject bestaat eruit dat de CD-leden gedurende een periode (maanden april en mei 2013) de laatste versie ad hoc bespreken met collega’s op basis van de dagelijkse ontmoetingen. Er worden vragen gesteld als: wat vind je hiervan? Geeft dit weer wat we nastreven? Ontbreekt er iets? De resultaten van deze informele toetsen worden verwerkt in de volgende versies van de collectieve ambities. Het formele traject van verbreding en verdieping zal bestaan uit een stadbrede debatbijeenkomst waarin de CD de dan vigerende versie van de collectieve ambitie oftewel het visiedocument toelicht met de bedoeling daarop feedback te ontvangen van de deelnemers van het debat. Versie 1.0
Pagina 23
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht Na afronding van het informele en het formele traject, volgt de finalisering van de collectieve ambitie en kan deze in gebruik worden genomen. Dit betekent in elk geval het voortdurend communiceren (in beleidsnota’s, tijdens interne opleidingsprogramma’s, presentaties) en het interpreteren van de collectieve ambitie om richting te geven aan bepaalde besluitvormingsprocessen, bijvoorbeeld over het aannemen van mensen, over het investeren in programma’s en vooral over het samenwerkingsgedrag van directieleden en medewerkers. Het gaat in dezen vooral om het proces waarbij met elkaar overeenstemming wordt verkregen over gedeelde waarden. Dit uiteindelijke document vormt niet meer dan een alibi om met dat proces aan de gang te gaan. Als er helderheid is ontstaan over de ‘raison d’être’ en de ‘shared values’, hoeft dit document, dat niet langer hoeft te zijn dan een A4’tje, geen verdere status te hebben. Onderstaande tekst vormt de tekst van het voorlopige visiedocument waarin de collectieve ambitie vooralsnog als volgt in verwoord is:
LVO-Maastricht draagt bij aan het realiseren van een kwalitatief hoogstaande en inspirerende leeromgeving voor de (Eu)regio Maastricht die tegemoet komt aan de verwachtingen van de leerlingen en hun ouders, de medewerkers en de omgeving (basisonderwijs, vervolgonderwijs, bedrijfsleven en de overheid). Nederland en ook onze regio kent een krimp in leerlingenaantallen. Daar de vergoeding per leerling ongeveer gelijk blijft, moeten de kosten omlaag. Daarnaast willen wij op onderwijsgebied vernieuwen. Besparing en vernieuwing samen bereiken we niet zonder fundamentele veranderingen door te voeren, waarbij we zo min mogelijk bezuinigen op onderwijs. Het scenario dat hier het meeste aan bijdraagt is het onderwijs in te richten langs drie domeinen gebaseerd op leerlingenprofielen. We wonen en werken in een unieke en dynamische omgeving. Maastricht is een historische en compacte stad met een universiteit, hogescholen, veel sportfaciliteiten en hoogwaardige bedrijven in een internationale omgeving. Tijd om met deze omgeving een intensieve wisselwerking aan te gaan waar alle partijen beter van worden. Om dat te bereiken willen we werken aan de volgende strategische doelstellingen: Financiële middelen worden effectief en efficiënt ingezet. Geen versnippering en onbalans meer in de stad. Het Maastrichtse onderwijs is financieel gezond en kan flexibel inspelen op nieuwe ontwikkelingen zoals krimp. Er gaat zoveel mogelijk geld naar echt onderwijs. We beseffen dat we een centrale rol spelen in de vormingsketen. Door juiste toelatingscriteria op basis van leerling-profielen zorgen wij dat iedere leerling toegeleid wordt naar een passend domein in het voortgezet onderwijs. Leerlingen krijgen meer individuele keuzemogelijkheden uit leerstijlen, vakken en activiteiten. Meer maatwerk versterkt de motivatie van leerlingen en vergroot de kans op het succesvol afronden van de Versie 1.0
Pagina 24
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht opleiding. Leerlingen krijgen een programma aangeboden tussen acht en vijf, dat zich niet alleen binnen de schoolmuren afspeelt. Huiswerkbegeleiding, sportfaciliteiten, maatschappelijke stages, buurtaalonderwijs en andere mogelijkheden die Maastricht ons biedt zullen worden ingezet om het onderwijs te versterken. Er zal speciale aandacht worden geschonken aan de mobiliteit tussen de domeinen. Docenten die goed functioneren en zich blijven ontwikkelen willen we baanzekerheid bieden. Door in te spelen op de veranderende behoeftes van leerlingen en samenleving blijven docenten inzetbaar en gemotiveerd en zorgen ze daarmee voor goed onderwijs. Docenten krijgen meer mogelijkheden om zich te specialiseren in onderwerpen en doelgroepen waar ze echt affiniteit mee hebben. Dit zal leiden tot een plezierigere werkbeleving. Om dit alles te bereiken zullen we ons bewust moeten zijn van onze rol en ons gedrag. De directie van LVO-Maastricht zal transparant en ondubbelzinnig communiceren en zorgen voor een organisatie die zich kan ontwikkelen op basis van een veilige dialoog. Zij zal haar verantwoordelijkheden zoveel mogelijk delegeren, toezien op efficiënt gebruik van middelen en gemaakte afspraken zorgvuldig bewaken. Van docenten wordt verwacht dat zij sterk verbonden zijn met hun omgeving, zich flexibel opstellen en een voorbeeld vormen voor hun leerlingen. Dat ze durven te vernieuwen, goed in teams kunnen werken en willen leren van anderen zonder bang te zijn om fouten te maken. Het ondersteunend personeel zorgt ervoor dat er efficiënter en met meer plezier kan worden gewerkt en ontzorgt de docenten. Iedere MR zorgt voor een sterke binding met haar achterban en verwoordt de breed gedragen inzichten en gevoelens op objectieve wijze en denkt constructief mee in het verbeteren van voorgestelde oplossingen. Voor alle betrokkenen bij LVO-Maastricht geldt dat we zo onze eigen rol en verantwoordelijkheid op een professionele manier invullen en daarop aanspreekbaar zijn.
Versie 1.0
Pagina 25
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht 7. OP TE LEVEREN RESULTATEN Het op te leveren onderwijsmodel moet tegemoetkomen aan de Missie en Visie zoals deze in het OOM-plan zijn gedefinieerd: MISSIE: Het realiseren van een kwalitatief hoogstaande en inspirerende leeromgeving voor de (EU)regio Maastricht die tegemoet komt aan de verwachtingen van de leerlingen (en hun ouders), de omgeving (basisonderwijs, vervolgonderwijs, bedrijfsleven en de overheid) en de medewerkers. Daarbij wordt zo optimaal mogelijk gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de omgeving biedt. VISIE: Herkenning en erkenning van het (individuele) leerlingenprofiel moet leiden tot maximale benutting van ambities en mogelijkheden van elke leerling. Optimale differentiatie is daarbij het uitgangspunt. Financiële OOM-uitgangspunten: Op basis van de voorgenoemde uitgangspunten uit de missie en visie, is de oplossing gezocht in de doelstelling zoals die in het OOM-plan zijn verwoord. De eerste financiële doorrekening van de plannen over deze domeinvorming zou een minimale besparing van € 3,9 15 mio ten opzichte van de begroting 2011-2012 opleveren. In de begroting van 2011-2012 werd rekening gehouden met een begroot verlies van € 1,8 mio. Op basis van deze voorzichtige eerste doorrekening zou bij implementatie van de domeinplannen een bedrag van ruim € 2,0 mio geïnvesteerd kunnen worden in het onderwijs in Maastricht (zie bijlage 6, bijlage 7 en bijlage 8). Uitgaande van een positieve besluitvorming over de deelplannen van het project OOM, zouden vanaf het schooljaar 2015-2016 de volgende zaken gerealiseerd16 moeten zijn: Onderwijsmodel met 3 domeinen, met daarnaast de BLS Helderde leerling-profielen en daaraan gekoppelde docentprofielen Een model waarbij het principe “dagtijd is onderwijstijd 17” van toepassing is, en de volgende onderdelen geïntegreerd zijn:
15
Dit is een momentopname geweest. Interne ontwikkelingen zoals LVO-brede aanpassing - KPMG-onderzoek en de daarvan af te leiden efficiencymaatregelen- en externe ontwikkelingen zoals de plannen uit het regeerakkoord Rutte II, maken het noodzakelijk dat een continue en periodieke doorrekening van de financiële consequenties voor LVO Maastricht zal plaatsvinden. Ook een tussentijdse interne maatregel, waarbij de begroting van het jaar 2014 sluitend en positief (c.q. niet negatief) moet zijn, maakt dat er continu nieuwe berekeningen worden opgesteld. De doelstelling dat er opnieuw geïnvesteerd kan worden in het onderwijs, blijft daarin de primaire voorwaarde waaraan voldaan moet worden. 16
Uitgaande van een gunstige ontwikkeling waarbij het overleg met de gemeente leidt tot een haalbare keuze om de locaties tijdig gereed te hebben voor toekomstbestendig en modern onderwijs in Maastricht. 17
Eerder getypeerd als onderwijs van “8 tot 5”
Versie 1.0
Pagina 26
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht o o o o o o o o o
Versie 1.0
Huiswerkinstituten Aanbod van verrijkingscursussen Reanimatiecursussen Sporttoernooien en debatwedstrijden Koppeling met kleine bedrijven (MKB) Projectonderwijs Kunst en Cultuur Stimulering duurzaam onderwijs (ecologie en welzijn) Geven/verkrijgen van baangaranties in kansrijke sectoren.
Pagina 27
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht 8. AFBAKENING Hoewel het project zich richt op de “kanteling” van de organisatie in drie domeinen, zullen de lopende afspraken betreffende het afbouwen van de tijdelijke locaties, de Theresiaschool en “de Hunnenweg”, ook opgepakt worden. De voorgenomen reorganisatie van het OPDC (Ortho Pedagogisch Didactisch Centrum) is aangehouden en de positie van het OPDC wordt in het voorliggende plan meegenomen. De afbouw van de bovenbouw in het OPDC wordt zo snel mogelijk opgepakt, maar voorwaardelijk gekoppeld aan het kunnen inpassen van deze leerlingen in het bestaande reguliere onderwijs in combinatie met de planvorming van het nieuwe Samenwerkingsverband Maastricht Heuvelland (SMW). Het OOM-project richt zich op de ontwikkeling van een nieuw onderwijsmodel voor de stad Maastricht. Aangezien het blikveld verder gaat dan de huidige indeling van o.a. brede scholen met daarnaast een Praktijkschool, een vrijeschool (BLS) en een OPDC, zal ten behoeve van de nieuwe indeling in domeinen, ook aandacht geschonken worden aan: Het opnieuw inzetten van de Technasium ontwikkelingen (samen met Science ontwikkeling) Het versterken van de band met het UWCM (CAS en talige docenten, door gedeelde projecten te initiëren) Kansen oppakken door Co-creatie te beschrijven (VMBO/MBO, HAVO/HBO, VWO/WO) Modulair onderwijsmogelijkheden onderzoeken (met andere dagindelingen en roostering) De bepaling van de positie van het beroepscollege, de rol van het Praktijkonderwijs daarin en de ontwikkelingen in en rondom het MBO vragen een hoge mate van inzet, verdieping en vertaalslag. Virtueel onderwijs met o.a. digitale gastcolleges Naast de OOM-ontwikkeling, met een focus op een nieuw onderwijsmodel, zullen ook een aantal parallelle projecten worden opgepakt, die eveneens van toepassing kunnen zijn op de bestaande organisatie van 3 brede scholen, een vrijeschool, een praktijkschool en het OPDC. De hier genoemde projecten zijn betiteld als het “wegwerken van achterstallig onderhoud” en vragen om aanpassing aangezien deze in de huidige situatie niet of onvoldoende zijn geëffectueerd of geïmplementeerd. Ook deze projecten zijn in de projectenstructuur opgenomen en hebben betrekking op: Het oppakken van en vormgeven aan een jaarlijkse beoordelingscyclus van het personeel, Een budgetteringsproces waarbij sprake is van een centrale budgetbewaking. In het huidige model wordt gewerkt met begrotingen per locatie en een geconsolideerde begroting. In dit proces is momenteel geen of onvoldoende afstemming met het bekostigingsmodel op basis waarvan het Ministerie de baten per leerling bepaalt, Opstellen en bijhouden van verzuimcijfers en een actieve aanpak van het ziekteverzuim, Analyse en aanpassing van de functiebeschrijvingen en gehanteerde functiecodes,
Versie 1.0
Pagina 28
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht Analyse van de decentrale overhead binnen LVO Maastricht, bestaande uit een sturende component (directie en teamleiders), een indirect ondersteunend deel (conciërges, administratie, etc.) en een gedeelte direct ondersteunend (onderwijsassistenten, mediathecaris, etc.). De mate van mogelijkheden van centralisatie, nu en op termijn, moet daarbij onderzocht worden. Centralisering van taken vraagt om het synchroniseren van werkzaamheden tussen het bovenschoolse stafbureau en de scholen. Zonder te stroomlijnen ontstaan er dubbelingen in werkzaamheden en worden de boogde voordelen van centralisatie niet behaald. Stroomlijnen van de financiële en leerlingenadministraties, Procedures en richtlijnen aanscherpen, opstellen en introduceren, Normaliseren van verhouding door middel van een cultuuronderzoek. Onderlinge concurrenten moeten elkaars collega’s worden, ICT-projecten (implementeren): Magister en IBIS.
Versie 1.0
Pagina 29
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht 9. FINANCIËLE ANALYSE De financiële situatie van LVO Maastricht levert al jaren een tekort op (zie bijlage 9). Jaarlijks werden deze tekorten door andere LVO clusters aangevuld. Gelet op de krimp in leerlingenaantallen en de onhoudbare situatie om de tekorten van LVO Maastricht jaarlijks aan te vullen, is de eis gesteld dat LVO Maastricht (net als alle andere clusters) vanaf 2014 een sluitende begroting oplevert en nakomt. Hieronder volgt een korte analyse van die factoren die van invloed zijn op de beheersing van en sturing op de financiële resultaten. De jaarlijkse begroting bestaat voor ca. 82% uit personeelslasten en voor het overige uit huisvestingslasten en investeringen. Van beide onderdelen wordt hieronder de problematiek beschreven, welke jaarlijks tot een behoorlijk begrotingstekort heeft geleid. Gelet op het feit dat de personele lasten een zodanig belangrijk onderdeel van de jaarlijkse begroting zijn, wordt hieronder op basis van de verantwoording over de personele inzet, aangegeven waar de knelpunten zitten in de huidige opzet van 9 LVO-locaties, 2 tijdelijke locaties en 3 brede scholen.
Personele inzet: 1. Door de grote versnippering binnen de stad hebben de meeste scholen vooral in de bovenbouw onrendabele groepen. Als gevolg van de verplichting om alle onderwijsprofielen aan te bieden ontstaan vaak kleine, dure groepen. De scholen proberen in de huidige situatie door middel van bundeling van onderwijsstromen de kosten zoveel mogelijk te beperken. Als gevolg van de beperkte financiële middelen en de verplichting om per 2014 tot een sluitende en ‘groene’ begroting te komen, moet daardoor helaas steeds meer en meer besloten worden tot het niet meer aanbieden van (bepaalde) keuzevakken. 2. Elke kwaliteitsverbetering door bijvoorbeeld het aanbieden van een nieuw vak bereikt slechts een zeer beperkte groep. Hierdoor wordt elke onderwijskundige vernieuwing snel onbetaalbaar (zie punt 1). 3. Door de versnippering van het onderwijs in de stad over 9 locaties is de kans op ongunstige groepssplitsing, zowel in de onder- als bovenbouw, vele malen groter dan bij een beperkter aantal locaties. In de huidige situatie kampt elke locatie met ongunstige groepssplitsingen. Een extra groep kost circa 1,3 fte OP (totaal ca. € 110.000). 4. Op elke locatie is voor diverse taken expertise een minimale inzet nodig. Denk hierbij bijvoorbeeld aan decanaat, maatschappelijke stage, zorgcoördinator, mediathecaris, ICT, administratie, receptie, maar ook TOA’s en onderwijsassistenten. Door de versnippering ontstaan naast extra inzet ook extra kosten voor scholing, werkplek en overige personeelsgerelateerde zaken. Deze kosten zijn vaak vast terwijl de bekostiging leerlinggerelateerd is en daarom variabel.
Versie 1.0
Pagina 30
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht 5. Elke locatie heeft een schoolleider nodig, ongeacht de omvang van de locatie. Veel locaties betekent relatief veel directie terwijl het leerlingenaantal bepalend is voor de bekostiging. 6. Het grote aanbod in combinatie met de keuzevrijheid van de leerling/ouder betekent ieder jaar fluctuerende leerlingaantallen. Hierdoor ontstaat jaarlijks de noodzaak van personele verschuivingen zowel binnen als buiten de stad. De noodzakelijke verschuivingen zorgen voor extra belasting bij zowel locatiedirecteuren als bij de afdeling P&O. Het aanwijzen van boventalligen, het matchen van interne vacatures en de bijbehorende vergaderingen en gesprekken kosten alle betrokkenen veel tijd. Minder locaties betekent minder verschuivingen van leerlingen en dus minder verschuivingen van personeel dat de beheersbaarheid ten goede komt.
Personele kosten 1. Hoge gemiddelde leeftijd: binnen LVO Maastricht is de gemiddelde leeftijd in 2012-2013, 51,6 jaar. De gewijzigde begrotingssystematiek waarbij in plaats van een begroting per locatie, nu een centrale begroting voor LVO Maastricht wordt opgesteld en waarbij per 2014 een sluitende en ‘groene’ begroting moet worden afgegeven, heeft consequenties voor de gemiddelde leeftijd. Als gevolg van de verplichte LIFO-systematiek (Last In, First Out), worden de tijdelijke contracten van jonge(re) docenten niet verlengd en worden de collega’s met kortste LVO dienstverband, en bij gelijk dienstverband, de jongste collega, als boventallig opgevoerd. De gemiddelde leeftijd stijgt daardoor in het kalenderjaar 2014 naar 55,5 jaar18. Meer dan de helft van het personeel heeft daarbij recht op BAPO19 en seniorenkorting. Het BAPO-gebruik ligt momenteel ongeveer op 46 fte en de seniorenkorting op 7 fte. Hierdoor zijn 53 fte (9,5%) niet inzetbaar, terwijl deze wel op de kosten drukken. 2. Door de leerlingenkrimp en het afgesproken LIFO-systeem voor aanwijzing van boventallige medewerkers loopt de gemiddelde leeftijd verder op en vormt ook de vervangingsproblematiek van oudere, zieke collega’s een steeds groter wordend probleem. Het verzuimcijfer in de leeftijdscategorie van 55+-ers levert een bijdrage van 5% aan het gemiddelde verzuimcijfer van LVO-Maastricht. Teruggerekend betekent dit een verzuimcijfer van meer dan 12,5% in deze categorie met bijbehorende extra vervangingskosten vandien. Een groot deel van deze 12,5% komt voor rekening van niet werkgerelateerd en lang verzuim. Het vervangingsprobleem en de kosten daarvan zijn daardoor hoog. Daarenboven moet rekening gehouden worden met het feit dat LVO Maastricht eigen risicodrager is.
18
Hierdoor ontstaat een nieuwe onbalans binnen de organisatie. Deze ontwikkeling vraagt een verdere analyse en aanpak. 19 BAPO = Bevorderen Arbeids Participatie Ouderen en onderdeel van de CAO (vanaf 52 jaar een korting van 10% en vanaf 56 jaar zelfs 20% arbeidstijd)
Versie 1.0
Pagina 31
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht 3. Door de LIFO-systematiek en de verhoging van de gemiddelde leeftijd, loopt de gemiddelde salarislast ook op. Het aantal collega’s dat in de maximale salarisschaal en de hoogste jaarperiodiek zit, neemt in verhouding toe. Daarnaast lopen de salarislasten ook verder op door de combinatie van functiemix en stijging van pensioen- en sociale lasten. 4. Diverse locaties hadden bij de invoering van de functiemix een personeelsbestand met relatief veel LD-functionarissen. Door de invoering van de functiemix loopt deze ongunstige verhouding verder op. De bekostiging dekt ook hier niet de werkelijke kosten en de gemiddelde personele lasten per persoon lopen daardoor verder op. Ook hier veroorzaakt het aanwijzen van boventallige medewerkers op LIFO-basis dat krimpende locaties met steeds hogere personele lasten worden geconfronteerd. 5. De gemiddelde salarislasten liggen binnen LVO Maastricht hoger dan de meeste vergelijkbare scholen binnen LVO en veel hoger dan het landelijk gemiddelde. De personele bekostiging ligt voor LVO Maastricht circa 1,7 mio lager dan de werkelijke kosten.
Huisvesting en investeringen 1. Bijna20 alle schoolgebouwen van LVO-Maastricht zijn 40 jaar en ouder (soms zelfs monumentaal). Hierdoor zijn diverse panden nauwelijks voorzien van isolatie en zijn de energielasten hoog. Door de ouderdom van de panden zijn ook de onderhoudslasten hoog en de bekostiging voor instandhouding van de panden ligt aanmerkelijk lager dan de noodzakelijke kosten (bekostiging van circa 900k en totale onderhoudslasten van circa 1,6 mio, exclusief de huurlasten voor gymzalen e.d. van ruim 200k). 2. Het grote aanbod in combinatie met de keuzevrijheid heeft naast personele consequenties ook consequenties voor de huisvesting en investeringen. Door de verschuiving ontstaat bij de ene locatie ruimte, terwijl een andere met ruimteproblemen kampt. Ruimteproblemen leiden vaak tot extra kosten of investeringen. Het afstoten van ruimte en de daarbij behorende huisvestingslasten is echter lastig. De kosten blijven gelijk terwijl het leerlingenaantal (wederom basis voor de bekostiging) daalt. Kortom, op beide locaties leidt de verschuiving tot relatief hogere lasten voor gebouwen en investeringen. 3. Veel contracten of abonnementen zijn afhankelijk van de locatie, ongeacht het leerlingenaantal. Denk hierbij aan contracten voor bijvoorbeeld bewaking, ICT (zoals glasvezel), telefonie of porti. Door het aantal locaties zijn veel contracten negen keer (inclusief tijdelijke huisvesting aan de Hunnenweg en de Theresiaschool tot zelfs elf keer) noodzakelijk, ongeacht de omvang. Bij geringere leerlingaantallen leidt dit tot hogere kosten per leerling.
20
Met uitzondering van: de gebouwelijke uitbreiding aan de Noormannensingel (2000); uitbreiding aan de Oude Molenweg (1989); de bouw van een gymzaal aan de Tongerseweg (2002); uitbreiding aan de Eenhoornsingel (2005) en de nieuwbouw van een locatie aan de Nijverheidsweg (2000)
Versie 1.0
Pagina 32
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht 4. Bovenstaand punt geldt ook voor investeringen in en de bezettingsgraad van praktijklokalen zoals scheikunde, biologie, natuurkunde, handvaardigheid, technologie, ICT-lokalen, tekenen en muziek evenals de mediatheek. 5. De onderwijskundige programma’s zijn op de locaties divers. De bijbehorende boeken en methodes verschillen hierdoor. De leerling-fluctuaties veroorzaken dat op de ene locatie boeken over zijn terwijl de andere locatie genoodzaakt is om boeken bij te kopen.
Doorrekening van de OOM-plannen De eerste doorrekening van de OOM-plannen in september 2012 heeft geleid tot de conclusie dat € 3,9 mio bespaard zou kunnen worden (zie bijlage 6, 7 en 8). Het feit dat hier sprake was van een minimale besparing, had te maken met de voorzichtige inschatting van mogelijk te behalen voordelen en het doorrekenen op basis van inzetbare c.q. netto formatie. Daarnaast blijkt de voorzichtigheid ook uit de besparing van het aantal m2. Een ideale verdeling over 5 locaties in de stad, leidt tot een besparing van ca. 20.000 m2 en daarmee een extra besparing van zo’n 7.000 m2 à € 62 (ruim € 400k). De doorrekening van de OOM-plannen moet opnieuw plaatsvinden. Op basis van een gewijzigde systematiek in de begroting van 2013 en verdere jaren, is er een extra jaarlijkse bezuiniging van 1,7 mio opgenomen welke gebaseerd is op het hanteren van strakkere normen voor het bepalen van het aantal in te zetten fte. Daarmee worden helaas ook concessies gedaan op onderwijskundig vlak. In de nieuwe doorrekening van OOM, zal daarom eerst opnieuw geld vrijgemaakt moeten worden als investering ten gunste van het onderwijs. Daarnaast zal jaarlijks een sluitende en ‘groene’ begroting moeten worden afgeleverd. Dit laatste vraagt in ieder geval om een concentratie van het aantal locaties. Alvorens een nieuwe sluitende begroting voor OOM op te stellen worden de onderhandelingen met de gemeente Maastricht verder opgepakt21. Hierdoor ontstaat er namelijk niet alleen duidelijkheid over het aantal locaties en in te zetten fte’s, maar ook over verhuiskosten, gebouwelijke aanpassingen en het uitvoeren van (achterstallig) onderhoud. Daarnaast zal de discussie over BRIN-structuur en bijbehorende vaste-voet-bekostiging ook gestart moeten worden. Begroting en bekostiging 2013 Uitgaande van de bekostigingssystematiek op basis van het aantal aangemelde leerlingen kan met behulp van normen een doorrekening gemaakt worden naar het maximaal aantal te bekostigen fte’s (zie bijlage 10). Op grond van deze analyse kunnen de volgende conclusies getrokken worden:
21
De planning en afspraak met de gesprekspartners van de gemeente Maastricht is dat uiterlijk aan het einde van het schooljaar 2012-2013 een besluit bekend is.
Versie 1.0
Pagina 33
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht LVO Maastricht heeft 77,6 fte teveel in dienst. Dit aantal valt onder te verdelen in - 49,5 fte OP en -31,8 fte OOP. Voor de 3e categorie, de directie, blijkt dat in het verleden al behoorlijk gekort werd. In deze doorrekening zou zelfs een uitbreiding van +3,7 fte mogelijk zijn (-49,5 fte - 31,8 fte + 3,7 fte = - 77,6 fte). Aanvullende gelden worden jaarlijks ingezet om overformatieve collega’s mee te bekostigen. De tekorten die uit aanvullende gelden worden gedekt, ontstaan mede als gevolg van de hogere GPL22 ten opzichte van norm-GPL waar het ministerie rekening mee houdt bij de bepaling van de lumpsum-bekostiging. De aanvullende gelden zijn ontoereikend om het tekort aan personele lasten op te vangen. Wanneer ook nog extra gelden uit de materiële begroting wordt gereserveerd, door onderhoud en verplichtingen niet aan te gaan, resteert alsnog een tekort van ruim 1,1 mio. Dit jaarlijks tekort kan in de huidige situatie voor Maastricht niet gefinancierd worden. Bezuiniging in aantal fte’s is daardoor noodzakelijk en zal leiden tot het (tijdelijk) aanscherping van de normen binnen het onderwijs en tot definitieve vermindering van de decentrale overhead. De begroting 2013, 2014 en volgende jaren, is verder geen onderdeel van dit plan van aanpak. De aanbieding van deze begrotingssystematiek en de gevraagde instemming hiervoor, wordt op de gebruikelijke wijze aan o.a. de MR-en aangeboden.
22
Gemiddelde Personele Lasten
Versie 1.0
Pagina 34
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht 10. PROGRAMMA VAN EISEN Het aantal leerlingen neemt de komende jaren af tot circa 30% ten opzichte van het schooljaar 20112012. Wanneer bij deze ‘ontgroening’ onze scholen de onderlinge concurrentiestrijd om de gunsten van de leerling onverkort blijven voortzetten, leidt dit uiteindelijk tot een zodanige versnippering van kansen en mogelijkheden dat dit geheel ten koste van de kwaliteit van het onderwijs gaat. De onderlinge concurrentie heeft in de praktijk nauwelijks geleid tot marktwerking. Het onderwijsaanbod is slechts uitgebreid met onrendabele groepen tot gevolg. Daarom moet worden ingezet op het ontwikkelen van een onderwijsmodel voor de stad Maastricht waarbinnen leerlingen opnieuw kunnen kiezen voor allerlei differentiaties. In plaats van aanbodgestuurd, zal een omslag naar een vraaggestuurd aanbod plaatsvinden waarbij het uiteindelijke aanbod aan de volgende “STER”-kwalificaties zal worden getoetst: Samenhangend Toekomstgericht Economisch rendabel Resultaatgericht Andere voorwaarden zijn: het plan van aanpak en de uitwerking van het OOM-project moet leiden tot een onderscheidend onderwijsmodel voor het voorgezet onderwijs in Maastricht op basis van een indeling in de drie domeinen en de BLS: o Beroepsonderwijs o MAVO/HAVO o VWO/VWO + Het adagium van OOM zoals dat leidend is, luidt: “ DIFFERENTIATIE VOOR LEERLINGEN, SPECIALISATIE VOOR DOCENTEN” De OOM-plannen moeten, uitgaande van de haalbaarheid van tijdige bouwkundige oplevering van locaties, in het schooljaar 2015-2016 geëffectueerd zijn. Volgens de richtlijnen van de stichting LVO zal LVO Maastricht in 2014 een sluitende en positieve begroting moeten afgeven. De OOM-plannen moeten leiden tot een situatie waarbij een structurele investering in het onderwijs en bijbehorende innovaties kan worden gedaan, zodanig dat de financiële realisatie en begroting een structureel positief resultaat laten zien.
Versie 1.0
Pagina 35
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht 11. RISICO-ANALYSE Er zijn een aantal kritische fasen die het project kunnen vertragen: Het kritieke pad in het project wordt gevormd door de huisvestingsbehoefte en de afhankelijkheid daarvan van de Gemeente Maastricht. De gesprekken met de Gemeente Maastricht, zijnde de economisch eigenaar van de LVO-huisvesting Maastricht, zullen uiteindelijk bepalend zijn voor de keuze van de locatie(s) van de domeinen. Deze gesprekken zijn inmiddels gestart en zullen moeten leiden tot inzicht in de haalbaarheid van de planning waarbij het aantal van 9 locaties terug gaat naar maximaal 5 locaties. De mate waarin de verschillende stakeholders gemotiveerd dan wel welwillend tegenover de plannen staan, bepaalt de snelheid waarmee het project gestart en uitgevoerd kan worden. In het communicatieplan, dat een onderdeel van dit plan van aanpak vormt, zal op grond van een onderliggende analyse, bepaald worden hoe, wanneer, met welke boodschap en met wat voor soort communicatiemiddelen de doelgroepen benaderd worden. In de tussentijd 23 is gekozen voor een ad hoc, maar proactieve, bottom-up benadering met een accent op groepsgewijze, mondelinge communicatiemiddelen (inspraak- of thema-avonden) en schriftelijke communicatiemiddelen (nieuwsbrieven, Q & A’s). Ten behoeve van de internetsites, Social Media en met name voor de open dagen is gewerkt met een ‘bedrijfs-/animatiefilm’ waarin de toekomstplannen, eenduidig en helder verwoord worden. In het COPAFITH-aandachtsgebied Communicatie zullen dit communicatieplan en de bijbehorende subprojecten verder worden uitgewerkt. Met behulp van het communicatieplan wordt op de volgende wijzen gecommuniceerd over de OOMontwikkelingen: Internet site (film, blogs, Q&A, planning), Digitale interne nieuwsbrieven, Klankbordgroepen (leerlingen, ouders, primair onderwijs), Bijeenkomsten (MR-en en medewerkers), Persberichten en persuitnodigingen. In bijlage 11 staat in een flowchart aangeduid hoe de verantwoordelijkheid en de communicatielijnen binnen LVO Maastricht zijn gedefinieerd. Momenteel kent LVO Maastricht een medezeggenschapsstructuur waarbij een afstemming plaatsvindt met 5 Medezeggenschapsraden (MR-en). Elke MR is voor onderdelen in de bedrijfsvoering van de toegewezen locatie of BRIN-nummer, instemmings- of adviesplichtig. Het OOM-plan is gericht op een indeling in domeinen, waarbij de huidige locatie indeling 24 23
Deze tussenfase is onvermijdelijk, daar waar er voor de constructie gekozen is om zo spoedig mogelijk na afronding van de initiatiefase te communiceren over de OOM-plannen en doelstelling. 24 De keuze voor de locaties van de verschillende domeinen zal pas gemaakt kunnen worden na overeenstemming met de Gemeente Maastricht hierover. Het feit dat de locatie-indeling wordt losgelaten, betekent NIET dat daarmee geen domeinen op de huidige huisvestingslocaties kan worden ingedeeld.
Versie 1.0
Pagina 36
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht wordt losgelaten, terwijl de focus van de MR’en gericht is op de locatievraagstukken voor de toegewezen locatie(s). Vooral daar waar er ten behoeve van het Maastrichtsbrede belang besluiten genomen moeten worden, kunnen deze afwijken van de afzonderlijke locatiebelangen. Het traject van medezeggenschap vraagt om een centrale(re) afstemming, bijvoorbeeld door het instellen van een regioraad, een afzonderlijke commissie (conform de oplossing bij LVO Weert) of vraagt om een andere houding waar het locatieoverschrijdende ontwikkelingen betreft. Met de MR-vertegenwoordigers wordt in overleg gegaan om te komen tot een procedure en manier van afstemming die recht doet aan de belangen van de betrokkenen en niet alleen juridisch correct, maar ook praktisch haalbaar is. Idealiter krijgen en nemen de MRleden/vertegenwoordiging in een vroeg stadium (proactief) een rol in de OOM-projecten en de projectevaluatie(s). Slechte pers als gevolg van het al dan niet gefundeerd uiten van ongenoegens of ontevredenheid vanuit de eigen gelederen. De problematiek van het loslaten van de BRIN-structuur en bijbehorende denominaties25. Naast de praktische bezwaren die hiermee gemoeid zijn zoals het ontvlechten van administraties en het doorbreken van de bestaande identificaties, zal dit met de nodige gevoeligheden gepaard gaan.
25
Regeerakkoord Rutte II: denominaties noch fusietoets mag de onderlinge samenwerking in de krimpgebieden in de weg staan.
Versie 1.0
Pagina 37
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht 12. RANDVOORWAARDEN VOOR DE UITVOERING VAN HET PROJECT Als projectopzet zal gewerkt worden volgens een structuur van: stuurgroep, werkgroepen en klankbordgroepen. De stuurgroep bestaat uit de leden van de Centrale Directie, de leden van het Management Team (Locatiedirecteuren) en de hoofden van de stafdelingen van het Servicepunt van LVO Maastricht. De projectstuurgroep heeft als belangrijkste taak het vervullen van een initiërende, signalerende en op doelstellingen bijsturende rol ten aanzien van een project. Deze taak kan nader worden omschreven als het regelmatig beoordelen van het projectresultaat, de projectdoelstellingen en de projectrisico's aan de hand van rapportages. De stuurgroep moet vooral bekijken of de projectresultaten voldoende zijn, de projectdoelstellingen nog gelden en de projectrisico's aanvaardbaar zijn en/of in voldoende mate worden afgedekt. Deze taak van de stuurgroep impliceert dat de leden van de stuurgroep goed op de hoogte dienen te zijn van de status en voortgang van de projecten. Vanuit de stuurgroep worden ook de opdrachten voor de werkgroepen geaccordeerd. De werkgroepen bestaan uit Teamleiders, OP- en OOP-personeel. Afhankelijk van de projectopdracht is het ook gewenst om ouders, leerlingen en vertegenwoordigers van andere stakeholders in de werkgroepen te betrekken. Omwille van het verkrijgen van een zo groot mogelijk draagvlak en gelet op de voorkeur om het project vanuit een “bottom up”-aanpak te structuren, wordt een zo breed mogelijke participatiegraad geëntameerd (schema 1). Met deze aanpak wordt de situatie nagestreefd waarbij LVO-collega’s, locatie overstijgend met elkaar gaan samenwerken bij het definiëren en uitwerken van de (sub-) projectonderdelen. Elk deelproject is in zekere zin te beschouwen als een veranderingsproces. Aangezien er sprake is van een voor het onderwijs uitzonderlijke situatie waarbij de bestaande bezetting de nieuwe organisatie mede vorm gaat geven, wordt hierbij uitgegaan van een aanmelding voor de projecten op basis van vrijwilligheid en betrokkenheid. Met name op onderwijskundig vlak is het de bedoeling dat in de werkgroepen verdere concretisering van de onderwijsdomeinen op inhoudelijk c.q. didactisch vlak vorm zal worden gegeven. De opdrachten voor de werkgroepen worden in eerste instantie door de stuurgroep opgesteld. Uitbreidingen of eventuele aanpassingen worden vanuit de werkgroepen ter accordering aan de stuurgroep voorgelegd. De klankbordgroepen bestaan uit vertegenwoordigers van de verschillende te onderkennen stakeholders. De plannen en besluiten worden in deze groepen en in te organiseren (thema-) sessies getoetst en besproken. Het organiseren van de klankbordsessies is onderdeel van een separaat communicatieplan. Het communicatieplan vormt een onderdeel van het plan van aanpak voor het OOM-project en zal als onderdeel van het COPAFITH-aandachtsgebied Communicatie een continue verfijning kennen. De stakeholders zullen daarin breed gedefinieerd worden. Partijen die daar, naast ouders, leerlingen en MR-en, ook deel van uit zullen maken zijn o.a.: Onderwijsinspectie, Stichting
Versie 1.0
Pagina 38
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht Maatschappelijke Projecten Maastricht (SMPM), MAS, MVV Maastricht, Gemeente Maastricht, Stichting Zelfstandig Gymnasium Zuid Limburg (SZGZL). Voor de dagelijkse aansturing en het bewaken van de beheersmatige onderdelen van de verschillende projecten, is de aanvraag ingediend om op termijn een projectleider te mogen aanstellen. Vooralsnog wordt deze rol intern opgepakt door een projectcoördinator. Op het moment dat de verschillende (deel-) projecten gaan starten, zal de functie van projectcoördinator geleidelijk verdwijnen en, na accordering van de ingediende aanvraag, overgenomen worden door de functie van projectleider. De projectleider maakt dan onderdeel uit van de stuurgroep en zal aangestuurd worden door de Voorzitter van de Centrale Directie.
schema 1: projectstructuur OOM-project
Versie 1.0
Pagina 39
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht 13. FASERING EN PLANNING VAN DE TUSSENRESULTATEN Initiatiefase: In deze fase heeft de opdrachtgever, i.c. het College van Bestuur van Stichting LVO, de business case bepaald. Kenmerkend voor deze fase is de globale resultaatomschrijving en de afbakening van het project. Deze fase is op 10 oktober 2012 door middel van een akkoord afgerond. Op deze datum heeft het College van bestuur zijn fiat gegeven voor het plan van LVO Maastricht om een nieuwe inrichting van het voortgezet onderwijs in Maastricht te ontwerpen. Het plan met de naam “Onderwijs Ontwikkeling Maastricht” (OOM), d.d. 27 september 2012, vormt de aanleiding voor het opstarten van het OOM-project en is tevens het uitgangspunt voor de verdere fasering. Definitiefase en ontwerpfase: Met het OOM-plan zijn de belangrijkste contouren van het toekomstig onderwijsmodel voor LVO Maastricht aangegeven: De bundeling van het onderwijsaanbod in drie ‘domeinen’: Beroepscollege (VMBO-basis, kader en gemengde leerweg, inclusief Praktijkonderwijs) MAVO/HAVO en VWO/VWO + Kernbegrippen bij dit model zijn: Innovatie, Toekomstbestendig antwoord op de krimp van het aantal leerlingen, Financiële beheersbaarheid, Kwaliteitszorg, Doorlopende leerlijnen, Helder beroepsperspectief met veel ontwikkelmogelijkheden, Passend onderwijs op alle niveaus, Gebruikmaking van de unieke mogelijkheden in Maastricht en omgeving. De definitiefase wordt gekenmerkt door de fase waarin van grof naar fijn wordt gewerkt en waarin uiteindelijk de eisen aan de eindresultaten verder bepaald worden. Gelet op de complexiteit van het project en de hoeveelheid van het aantal uit te werken projectonderdelen is gekozen voor een indeling waarbij het OOM-project wordt onderverdeeld in de volgende COPAFITH-aandachtsgebieden:
Versie 1.0
Pagina 40
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht C = Communicatie O = Organisatie en Onderwijs. Onderwijs wordt op basis van de huidige c.q. bestaande indeling ingedeeld in de aandachtsgebieden: Onderwijs HAVO/VWO en Onderwijs VMBO. In een latere fase zal een geleidelijke verschuiving plaatsvinden naar een indeling op basis van de drie domeinen. Deze verschuiving zal gekoppeld worden aan de mate waarin er zicht komt op de gebouwtechnische mogelijkheden of huisvestingsmogelijkheden. P = Personeel A = Administratieve Organisatie F = Financiële zaken I = ICT en Informatie T = Techniek H = Huisvesting Binnen het project ligt de verantwoordelijkheid voor de communicatie, de voorbereiding, de uitvoering en de coördinatie van de projecten bij de stuurgroepleden. Per (COPAFITH-)aandachtsgebied ligt de algemene projectverantwoordelijkheid bij het betreffende afdelingshoofd van het servicepunt of een van beide CD-leden. De operationele verantwoordelijkheid ligt bij de 1e mandaathouder. De mandaathouders zijn daarbij op basis van een belangstellingsregistratie gekozen uit de locatiedirecteuren van LVO Maastricht. Vooralsnog is voor deze structuur gekozen. De functies van mandaathouders worden op termijn overgenomen door de kartrekkers zoals die per domein benoemd gaan worden. De herverdeling van de algemene en operationele projectverantwoordelijkheid over de functies projectleider en kartrekkers zal dan eveneens plaatsvinden.
Per aandachtsgebied is de volgende indeling bepaald: Aandachtsgebied Communicatie
Hoofd of CD-lid mandaathouder 1 mandaathouder 2 mandaathouder 3 Piet Zeegers / Jacky Jane Kappers Cleo Rijgersberg Lamore Organisatie Patrick Limpens Guy de Munck Frans Laarmans Onderwijs HV Jacky Lamore Cleo Rijgersberg Jane Kappers Onderwijs VMBO Jacky Lamore Johan Moes Peter Paul Truijen Personeel Patrick Limpens (bij Janny de Vries Twan Wijnants José van Zoest afwezigheid van een Hoofd P&O) Adm. Org. Patrick Limpens José van Zoest Janny de Vries * (op termijn intern) Financieel Iris Beckers Frans Laarmans Guy de Munck ICT Thijs van Maris Peter Paul Truijen Johan Moes Techniek en Patrick Limpens Twan Wijnants * Huisvesting (op termijn intern) * De medeaansturing van dit aandachtsgebied zal mogelijk door een interne kandidaat worden opgepakt.
In bijlage 12 (COPAFITH projectindeling subprojecten) is als voorbeeld de opsomming gemaakt van de onderwerpen zoals die momenteel per aandachtsgebied tot projectopdrachten leiden.
Versie 1.0
Pagina 41
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht Elke bullet zoals die in de tabel van bijlage 12 is opgenomen, zal leiden tot een subproject waarvoor een projectformulier wordt opgesteld (zie bijlage 13). De opsomming van de verschillende projecten vormt de basis voor de projectmap, welke gevuld zal worden met de projectformulieren van de subprojecten. De bullets in het overzicht van bijlage 12 zullen per bullet leiden tot een ingevuld projectformulier en na invulling/opstelling van het projectformulier in de projectmap worden opgenomen. Dit vormt het uitgangspunt voor de uiteindelijke projectplanning en grafische presentatie van de tijdlijnen. In bijlage 18 is de planning opgenomen. Vooralsnog is dit een globale planning. Op basis van de ingevulde projectformulieren en de bijbehorende tijdlijnen, zal deze planning de komende tijd verder verfijnd worden. De milestones in deze planning, bestaat uit: Start gesprekken MR-en (mei 2013) Benoeming “kartrekkers” (mei 2013) Start werkgroepen en inbreng OP en OOP (vanaf mei-juni 2013) Communicatieplan gereed (eind mei 2013) Keuze locaties voor LVO Maastricht (einde schooljaar 2012-2013) Locatiekeuze domeinen (eind 2013) Start MAVO en Gymnasium/TTO (begin schooljaar 2013-2014) Helderheid mogelijkheid “herbrinning” (eind 2013) De opsomming van het aantal (sub-)projecten in bijlage 12 is een momentopname en kan gedurende de projectperiode aan verandering onderhevig zijn. Op initiatief van projectdeelnemers – vanuit de werkgroepen, stuurgroep of op indicatie vanuit de klankbordgroepen – kunnen (sub-)projecten worden toegevoegd, geparkeerd of verwijderd.
Werkgroepen De subprojecten worden onder verantwoordelijkheid van de mandaathouders ingericht . Het is de insteek om zoveel mogelijk teamleiders, OP-personeel, OOP-personeel en daar waar mogelijk ook leerlingen en ouders bij de werkgroepen te betrekken. Per subproject wordt het projectformulier ingevuld en ter accordering aan de stuurgroep (MT) voorgelegd (schema 2).
Versie 1.0
Pagina 42
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht Inspectie,
projectmap
planning per aandachtsgebied
projectformulieren
schema 2: voorbeeld van het opknippen van het OOM-project
Versie 1.0
Pagina 43
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht 14. PROJECTBEHEERSING Per subproject wordt een projectformulier ingevuld. Per projectformulier zal de projectbeheersing bestaan uit het invullen van de volgende items: A. Tijd: Hoe wordt de doorlooptijd bewaakt? Welke toetsing wordt er gehanteerd om de voortgang te volgen? B. Kwaliteit: Welke toetsing vindt er plaats? Op basis van welke criteria? C. Organisatie: Welke deskundigheid is gewenst (intern/extern)? Welke capaciteit is noodzakelijk? Door wie wordt dit uitgevoerd? Met welke frequentie/manuren? D. Geld: Welke begroting is noodzakelijk? Voor welke onderdelen? Hoe wordt verantwoording afgelegd? Hoe wordt dit bewaakt? E. Informatie en Communicatie: Wanneer vindt terugkoppeling plaats? Welke documenten worden opgeleverd? Aan wie (en wat) wordt er gecommuniceerd?. Voor het totale OOM-project, wordt de volgende accentuering aangebracht: Ad A) Tijd: bewaken van de bestede tijd en plannen Per subproject vindt elke maand een afstemming met subprojectleiders en de mandaathouders plaats. De afstemming met de subprojectleiders wordt geïnitieerd door de mandaathouders. De afstemming met de mandaathouders en CD vindt op initiatief van de CD plaats. Tijdens het 3-wekelijkse MT-overleg vindt eveneens een globale terugkoppeling plaats over de ontwikkelingen per mandaataandachtsgebied en ook over die subprojecten. Ad B) Kwaliteit: bewaken van de overeengekomen kwaliteit. Dit onderdeel wordt nader uitgewerkt na afronding van de opsomming van projecten per aandachtsgebied. Ad C) Organisatie: nadruk op de bewaking van de interne en externe samenwerking/relaties Per subproject zal aangegeven worden welke (externe) expertise benodigd is om het projectvraagstuk te kunnen uitwerken/beantwoorden. Ook de relaties of raakvlakken met de andere subprojecten zal aangegeven worden. De Stuurgroep is verantwoordelijk voor de tijdige communicatie binnen de organisatie, naar de opdrachtgever en de verschillende stakeholders. De stuurgroep geeft ook haar akkoord op de tussen- en eindresultaten per subprojectgroep. De mandaathouders zijn verantwoordelijk voor de tijdige oplevering van tussenresultaten van het toegewezen aandachtsgebied. Tevens zijn de mandaathouders verantwoordelijk voor de communicatie met die mandaathouders van de aandachtsgebieden waarvan deze tussenresultaten voor de voortgang van belang zijn. Versie 1.0
Pagina 44
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht De subprojectleiders van de subprojecten zijn verantwoordelijk voor de notulering van het projectoverleg (accent op: gemaakte afspraken, besluiten en actielijst). Het bewaken van de uitgangspunten uit het projectformulier en de hierin aangegeven tijdlijnen, is eveneens een verantwoordelijkheid van de subprojectleider van het subproject Ad D) Geld: bewaking van het beoogde rendement en de financiële verantwoording. Dit is een continu proces waarbij de plannen en daarmee aannames steeds concreter worden. Op basis van de projectformulieren kan een definitieve budgetcalculatie bepaald worden. Vooruitlopende op de cumulatie van bedragen en wensen uit de subprojectplannen, kan de volgende begroting al bepaald worden: -
-
Communicatie: opstellen eenduidige en duidelijke ‘bedrijfsfilm’ over de OOM-plannen Organisatie: ondersteuning in de vorm van een projectleider ca. 30 uren per week (vanaf schooljaar 2013-2014) Communicatie: flyers, marketing, uitingen Organisatie: onderzoek en verbetertraject organisatiecultuur Communicatie: opstellen, communicatieplan Organisatie: sparren en organisatieadvies Communicatie: redigeren en opstellen teksten (nieuwsbrieven, blogs) ICT/Communicatie: maken nieuwe site LVO Maastricht Diversen: subprojecten Huisvesting: nog onbekend (verhuizing) Faciliteren bijeenkomsten/klankbordgroepen Totaal: ca.
€ 20.000 (eenmalig) € 80.000 (per jaar)
€ 25.000 (project) € 40.000 (globale raming: project)) PM € 15.000 (project) € 7.500 (project) € 20.000 (eenmalig) € 7.500 (project) PM € 10.000 (project) €225.000
Ad E) Communicatie: bewaken, (ver-)delen van en documentatie van de meest actuele projectinformatie (bewaken projectformulieren, bewaken communicatiemomenten) De communicatie over de voortgang van de ontwikkelingen binnen het OOM-project en over de verschillende mandaataandachtsgebieden zal in het communicatieplan worden opgenomen (zie het mandaataandachtsgebied Communicatie).
Versie 1.0
Pagina 45
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht BIJLAGE 1: Voedingsgebieden 2011-2012 Verdeling Oost-West 2011-2012 per plaats/wijk Terra
OPDC
BC BLS
WEST BC BC HVWO VMBO
Porta HVWO
OOST SMC Porta HVWO VMBO
SMC VMBO
Centrum
0
1
11
17
9
33
45
0
29
Sint Pieter
2
6
28
44
8
56
119
2
3
Biesland/Campagne
1
2
25
84
17
30
75
0
7
Mariaberg
9
7
14
31
57
8
20
4
14
Daalhof/WoMder
10
19
9
164
149
22
24
10
22
Pottenberg
8
7
2
84
71
3
19
4
18
Caberg
23
11
10
92
96
12
73
5
30
Malberg
20
11
9
70
111
18
36
8
19
Boschpoort
1
5
7
8
10
4
15
4
6
145 268 241 164 429 216 352 302 60
Totaal Maastricht West
74
69
115
594
528
186
426
37
148
2.177
Wijck
6
4
15
8
10
31
66
21
57
Limmel/Nazareth
20
4
6
3
18
9
32
16
49
Itteren/Borgharen
2
4
0
0
4
4
35
4
39
WittevrouwenveMd
14
11
18
2
18
36
80
27
69
Amby
2
4
23
3
14
76
85
26
75
Scharn
5
7
20
3
10
129
113
27
35
Heer
6
6
19
1
7
133
34
46
73
De Heeg
6
13
11
3
9
139
58
50
75
Heugem
6
10
25
4
10
158
70
41
51
218 157 92 275 308 349 325 364 375
Totaal Maastricht Oost
67
63
137
27
100
715
573
258
523
2.463
Bemelen
0
0
6
0
0
19
12
5
4
Bunde
7
7
33
1
6
8
46
11
19
Cadier en Keer
2
1
8
0
0
92
55
16
22
Eckelrade
0
2
4
0
1
17
5
8
7
Eijsden
5
2
64
4
9
162
114
68
61
Elkenrade
0
0
2
0
0
0
0
0
0
Epen
0
0
0
0
0
1
0
0
0
Eys
0
0
4
0
0
0
0
0
0
Geulle
0
1
2
0
1
5
9
1
1
Gronsveld
2
2
9
0
2
72
44
49
18
0
0
1
0
0
4
0
0
0
Wijlre
0
3
1
0
0
0
0
1
0
46 138 196 44 489 2 1 4 20 198 8 2 38 2 90 52 26 7 7 3 91 78 26 11 113 5 5
Totaal Heuvelland
33
39
201
9
31
501
445
205
238
1.702
België
7
4
17
40
29
23
63
3
5
Overig
2
7
107
9
6
7
12
1
11
191 162
183
182
577
679
694
1432
1519
504
925
6.695
Gulpen
0
0
3
0
1
2
2
0
0
Heijenrath
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Ingber
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Lemiers
0
0
0
0
0
0
0
0
2
Margraten
2
1
7
1
1
8
10
5
3
Mechelen
0
0
0
0
0
1
0
0
1
Meerssen
4
5
9
0
5
9
27
2
29
Mheer
2
0
5
0
0
12
16
11
6
Noorbeek
0
1
7
0
0
9
2
5
2
Reijmerstok
0
0
4
0
0
1
0
2
0
Scheulder
0
0
2
0
0
2
2
1
0
Schin op Geul
1
0
0
0
0
1
0
1
0
Sibbe
2
2
20
1
1
19
33
4
9
Slenaken
0
0
0
0
0
0
0
0
0
St. Geertruid
0
1
3
0
3
20
18
10
23
Ulestraten
1
8
5
0
1
2
4
1
4
Vaals
2
0
0
0
0
2
2
0
5
Vilt
3
3
2
2
0
33
44
4
22
Wahlwitter (wittem)
Versie 1.0
Pagina 46
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht BIJLAGE 2: Leerlingprognose bij 2 brede scholen
Sec Brede scholen (1x Oost en 1x West. TBV OOST wordt de afweging gemaakt Noormannensingel of Oude Molenweg) excl. Terra Nigra, BLS, OPDC, ISK BC BC Porta SMC Porta HVWO VMBO HVWO HVWO VMBO Van West naar West Variabele: Sint Pieter (is West, gaat nu naar Oost) Van Oost naar West Totaal naar West Totaal WEST H/VWO
594 -175 612 1031
56 -186
119 -426
715
573 27 445 9 1173
1031
Van Oost naar Oost Van West naar Oost Van Heuvelland nr Oost Van West (H-land) naar Oost Totaal naar Oost
-27 501 -9 1272
Totaal OOST H/VWO
2445
West WEST VMBO
694
Oost OOST VMBO
504 1429
BREDE SCHOOL WEST OOST
Na krimpcorrectie:
SMC VMBO
925
1725 3874
25% in 2024-2025
WEST H/VWO WEST VMBO WEST BREDE SCHOOL OOST H/VWO OOSTVMBO OOST BREDE SCHOOL
WEST 773 521 1294
OOST
1834 1072 2906
Rekening houdende met de geprognotiseerde krimpcijfers resteert op termijn, opnieuw een scenario waarbij het model van 2 brede scholen niet levensvatbaar zal blijken.
Versie 1.0
Pagina 47
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht BIJLAGE 3a: Leerling-prognose OOM
Toelichting: In het onderstaande overzicht worden diverse varianten weergegeven voor de verdeling van de TL-GTL populatie. In variant 1 is het uitgangspunt dat 100% van de TL-GTL populatie naar het HAVO-TL domein gaat. In variant 2 gaat 80% naar het HAVO-TL domein en 20% naar het beroepscollege. Bij variant 3 is de verdeling gelijk over de domeinen. Variant 4 geeft het beeld dat ongeveer 80% naar het beroepscollege gaat en 20% naar het HAVO-TL domein (deze variant komt het meest overeen met de huidige HAVO-TL klassen). Bij variant 5 gaat de hele populatie naar het beroepscollege. De kolommen rechts geven een indicatie van de huisvestingsbehoefte in de diverse varianten.
Variant: bij HAVO-TL
1 100%
2 80%
3 50%
4 20%
5 0%
Leerlingprognose VWO domein
1 100% m2
2 80%
3 50%
4 20%
5 0%
Huisvestingsbehoefte vlgs VNG
1.566
1.566
1.566
1.566
1.566
7,1
11.100
11.100
11.100
11.100
11.100
1.631 1.001 2.632
1.631 801 2.432
1.631 501 2.132
1.631 200 1.831
1.631 1.631
8,0 8,0
13.000 8.000 21.000
13.000 6.400 19.400
13.000 4.000 17.000
13.000 1.600 14.600
13.000 13.000
899 151 1.050
200 899 151 1.250
501 899 151 1.550
801 899 151 1.851
1.001 899 151 2.051
8,0 10,0 16,0
9.000 2.400 11.400
1.600 9.000 2.400 13.000
4.000 9.000 2.400 15.400
6.400 9.000 2.400 17.800
8.000 9.000 2.400 19.400
BLS
767
767
767
767
767
7,2
5.500
5.500
5.500
5.500
5.500
OPDC
122
122
122
122
122
16,0
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
83
83
83
83
83
16,0
1.300
1.300
1.300
1.300
1.300
6.220
6.220
6.220
6.220
6.220
52.300
52.300
52.300
52.300
52.300
200 50
125 125
50 200
250
HAVO-TL domein - HAVO - TL (inschatting ...% v (G)TL)
Beroepscollege - GTL (inschatting ...% v (G)TL) - VMBO (BB/KB) - praktijkonderijs
ISK (geen lange termijn prognose mogelijk)
Totaal
Inschatting instroom (totaal gedeeld door 4): - TL 250 - GTL -
Versie 1.0
Pagina 48
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht BIJLAGE 3b: Leerling-prognose OOM
"BREED" HV
2012 OB
2012 BB totaal 2012
K A
OOM
2012
2015
2025
1.247
2.266
3.513
N
VWO(+)
1.807
1.566
1.278
VMBO
883
1.080
1.963
T
M/HAVO
1.892
1.831
1.470
BLS
494
139
633
E
BEROEPS
1.954
1.851
1.383
TN
58
119
177
L
BLS
633
767
606
OPDC
96
74
170
I
OPDC
170
122
122
83 6.539
N G
ISK
2.778
83 3.761
83 6.539
83 6.220
83 4.942
ISK Totaal
VWO/VWO(+): Binnen dit domein wordt ingezet op een groeikans voor het vernieuwend en vernieuwd gymnasium in combinatie met het TweeTalig Onderwijs (TTO). Dit onderdeel moet uitgroeien tot een regiofunctie en ook leerlingen van buiten de stad Maastricht aantrekken BLS: ook voor deze vrijeschool geldt dat er sprake is van een regiofunctie, waarbij de huidige aanname dat de krimp voor dit onderwijsmodel op dezelfde wijze uitpakt dan voor het ‘reguliere’ onderwijs, niet opportuun is. Dit laatste getuige de cijfers waarbij sprake is van toenemende aanmeldingen voor dit onderwijs in de afgelopen jaren.
Versie 1.0
Pagina 49
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht BIJLAGE 4: Leerling-prognose 2x breed obv huidige verdeling/percentages Leerlingen verdeeld over 1x West en 1x Oost (obv voedingsgebied) 1x Breed West
HAVO-VWO
2012-2013
2015-2016
2025-2026
OB BB-HAVO BB-VWO
1.247
1.135
921
1.028
936
760
1.238
1.127
915
HAVO-VWO
3.513
3.197
2.596
2012-2013
2015-2016
2025-2026
883
860
633
499
485
357
571
555
409
93
83
83
2.046
1.983
1.482
ZORGKOLOM
2012-2013
2015-2016
2025-2026
TN OPDC ZORGKOLOM
177
120
347
151 122 273
242
2012-2013
2015-2016
2025-2026
HAVO-VWO West 33% Oost 36% Heuvelland 26% België 3%
HAVO-VWO
Overig TOTAAL
HAVO-VWO
1% 100%
OB BB-HAVO BB-VWO
1x Breed Oost
2015-2016
2025-2026
2015-2016
2025-2026
393 324 390
319 263 317
742 611 736
602 497 598
1.107
899
2.090
1.697
2015-2016
2025-2026
2015-2016
2025-2026
296 167 191
218 123 141
563 318 364
415 234 268
655
482
1.245
917
2025-2026
2015-2016
1x Breed West
VMBO OB BB-(G)TL BB-KB ISK (+ VM2) VMBO
VMBO West Oost Heuvelland België Overig TOTAAL
34% 41% 22%
VMBO OB BB-(G)TL BB-KB
1x Breed Oost
2% 1% 100%
VMBO
1x Breed West
170
122
ZORGKOLOM West 39% Oost 36% Heuvelland 20% België 3% Overig 2% TOTAAL 100%
ZORGKOLOM 2015-2016
TN OPDC ZORGKOLOM
151 122 273
1x Breed Oost
120 122 242
1x Breed West
BLS
BLS
TOTAAL
Versie 1.0
633
767
602
6.539
6.220
4.922
BLS West Oost Heuvelland België Overig TOTAAL
2015-2016
20% 24% 35% 3% 19% 100%
BLS ISK
TOTAAL
2025-2026
-
-
1x Breed Oost
2025-2026
-
-
2.035
1.623
2015-2016
2025-2026
767 83
602 83
4.185
3.299
Pagina 50
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht BIJLAGE 5: 2 Brede scholen in aantallen m2 MODEL OBV HUISVESTINGSVRAAGSTUK
VOORWAARDE:
VOORWAARDE:
Benodigd obv VNG-normen
Geen extra m 2 Verdeling (DOMEINEN) over de stad
Geen extra m 2 Verdeling (DOMEINEN) over de stad
Huidige Situatie (begin 2013)
Alternatief 1
Alternatief 2
OOST-MAASTRICHT
2x "BREED" in OOST
Locatie Noormannensingel Bemelerweg Oude Molenweg Bemelergrubbe
SMC HV SMC VMBO PMC HV PMV VMBO
Nijverheidsweg * Hunnenweg Theresiaschool
BLS BLS SMC HV
m2 9.237 10.375 9.505 5.029
LVO 9.237 10.375 9.505 5.029
5.750 2.445 1.260 43.601
5.750
Benodigd HV VMBO BLS ISK OPDC Terra Nigra Servicepunt
2x "BREED": 1 in Oost en 1 in West (sec HV en VMBO) m2 24.134 20.221 4.587 747
Benodigd HV Oost HV West VMBO West VMBO Oost
1.530 1.859 450
m2 19.564 4.570 6.465 13.756 44.355
39.896 53.528
*
Totale ruimte 7000 m2 , waarvan 5750 effectief bruikbaar
Beschikbaar
39.896
Beschikbaar
Bijbouwen tov alles Bijbouwen sec HV+VMBO
13.632 4.459
Bijbouwen sec HV/VMBO
44.656
WEST-MAASTRICHT Locatie Tongerseweg Eenhoornsingel Tongerseweg Terra Nigrastraat Eenhoornsingel
BFC HV BFC VMBO OPDC TN Serv.Punt
TOTAAL "Verlies" Nijverheidsweg
Versie 1.0
m2 10.510 8.060 3.280 3.364 450 25.664
LVO 10.510 8.060 3.280 3.364 450 25.664
1.250 70.515
1.250 66.810
Nadeel: Geen verdelingen (DOMEINEN) over de stad Uitbreiding m2 (13632 of 4459m2) Te weinig praktijkruimte (991m2) Nog steeds 9 locaties
-301
Nadeel: West in Tongerseweg (Eenhoornsingel vraagt uitbreiding) te weinig praktijkruimte in West HV in Oost over 3 locaties Terra Nigra en OPDC bij elkaar (ongewenst) Totaal ca. 8 locaties (geen oplossing huisvestingsvraagstuk)
Pagina 51
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht BIJLAGE 6: Mogelijke bezuiniging OOM Totaal (september 2012) In deze bijlage wordt de eerste doorrekening van de OOM-inrichting weergegeven. Deze doorrekening is inmiddels achterhaald en dient sec ter illustratie dat met behulp van OOM een minimale besparing wordt gerealiseerd op grond waarvan er middelen kunnen worden vrijgemaakt om in onderwijs te investeren. Verder onderbouwing van volgt in bijlage 7 en 8. Mogelijke bezuiniging o.a. door invoering OOM
Personele bezuiniging (totaal) FTE Gem.loons. - OP 12,2 70.000 852.000 - DIR 10,1 92.000 934.000 - OOP 27,4 49.000 1.344.000 3.130.000 Huisvesting - m2
13.100
62
818.000 818.000
Materiële bezuinigingen - minder contracten door minder locaties
Totaal
PM
3.948.000
In deze doorrekening is het resultaat berekend op netto formatie. Door deze netto doorrekening te maken, waarbij de bruto fte’s hoger zullen zijn, wordt daarmee met een voorzichtige en minimale besparing gerekend. In de praktijk van LVO Maastricht blijkt, in de omgekeerde situatie, bij een vertaling van bruto naar netto inzetbaarheid een noodzakelijke afslag van 22% voor o.a.: 7,5% BAPO-regeling: 0,5% Betaald ouderschapsverlof 1,5% Senioren-/leeftijdskorting 0,5% Uitbetaald Trekkingsrecht 6,8% Deskundigheidsbevordering 0,4% MR-taakuren 4,8% Vervangingen ivm afwezigheid/ziekte 22,0%
Versie 1.0
Pagina 52
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht BIJLAGE 7: Mogelijke bezuiniging OOM OOP (september 2012) Te beïnvloeden variabelen (= mogelijke beleidskeuzes) LLN
Alg.
2015-2016
Administratie
Facilitair & huisvesting
Hfd bedr- Al g / s ecr. Leerl i ng bureau *) /
Hfd fa c /
geb
Financiën
Hfd ci v Conci ërges Recepti e
Fi n a dv +
dienst
control l er
P&O
Boekh
Hfd P&O /
ICT
PF/PSA
Hoofd
Roosteren
Appl
a dv
Mediatheek Media-
Beheer
theek
beheer
Direct onderwijsonderst.
Boeken-
TOA's/
Begeleiding
coörd. onderw ass Psych.
staf
VWO domein HAVO-TL domein - HAVO - TL
Beroepscollege - GTL - VMBO (BB/KB) - praktijkonderijs
OOP netto (OOM)
/orthop.
1.566
1,0
1,0
2,4
1,0
3,1
1,2
0,9
0,8
1,2
1,3
0,3
3,1
1,1
18,4
1.631 501 2.132
1,0
1,0
3,3
1,0
4,3
1,2
1,2
1,1
1,2
1,7
0,4
4,3
1,6
23,2
1,2
1,2
0,3
3,1
0,4 1,3 0,4 2,1
19,8
1,2
0,6
0,2
1,5
0,6
11,7 1,3
501 899 151 1.550
1,0
1,0
2,4
1,0
3,1
1,2
0,9
0,3 0,9 0,2 1,3
BLS
767
1,0
1,0
1,2
1,0
1,5
1,2
0,4
0,4
OPDC
122
0,2
0,2
0,1
0,1
0,1
-
0,2
0,4
88
0,1
0,2
0,1
0,1
0,1
-
0,2
0,3
ISK SWV
0,3
CD + Servicepunt Totaal
Overige
6.225
Controletelling
Ratio (aantal lln per fte) Aantallen per vlek
0,6
5,0
4,9
9,6
2,0
4,0
-
-
-
-
-
1.200
1.300
1
1
Aantallen per LVO Maastricht / SWV Ratio's:
2,0
650
1,8
1.600
1 2
12,4 -
500
2,4
3,3
1,0
1,0
2,0
1,8
3,6
2,4
3,3
1,0
1,0
5,7
4,8
5,0
1,2
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
3.500
1.750
2.600
1.900
6.200
6.200
2,4
3,3
1
1
1.100
1,2
1.300
1.250
5.000
12,4 -
Formatieplan 2015/2016
voor overformatie
na overformatie
1,3
500
6,0
1,0
91,9
-
-
-
1.000
6.200
70
1,2 1,8
1 lln
WegingsfactorWeging
- ratio theoretisch onderwijs (HVWO 1 per 8 lln)
8
1,0
- ratio praktijk onderwijs (VMBO 1 per 4 lln)
4
2,0
- ratio zorg, ISK & praktijkondewijs
Formatieplan 2012/2013
15,1
4,8
1.300
4,0
4.965 1.798 1.444 8.207
*) nieuwe functie ter ontlasting van LD en TL (+ aansturing OOP)
In bovenstaande calculatie werd nog uitgegaan van ‘fiftyfifty’ verdeling voor TL naar MAVO. Op basis van onderzoek, is dit aangepast naar 20% van de TL-leerlingen die richting MAVO gaan.
Versie 1.0
Mogelijke bezuiniging (totaal)
1,0 1,0
1,0
Huidige inzet netto
Pagina 53
119,4 GPL
27,4 49.000 1.344.000 totaal
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht BIJLAGE 8: Mogelijke bezuiniging OOM OP (september 2012)
LLN 2015-2016
VWO domein
Inschatting Onderwijs Ontwikkeling Maastricht Ratio lln/ Benodigde Gem. Ratio netto OP OP-formatie groepslessen/ formatie (netto) grootte lln
1.566
21,0
74,6
26,9
1,19
1.631 501 2.132
21,0 21,0 21,0
77,7 23,8 101,5
26,9 26,9 26,9
1,19 1,19 1,19
501 899 151 1.550
21,0 16,0 11,0 48,0
23,8 56,2 13,7 93,7
26,9 20,5 14,1 21,2
1,19 1,56 2,27 1,51
BLS
767
14,7
52,0
18,9
1,70
OPDC
122
11,0
11,1
14,1
2,27
88*
11,0
8,0
14,1
2,27
6.225*
126,7
340,9
23,4
HAVO-TL domein - HAVO - TL (inschatting 50% v (G)TL)
Beroepscollege - GTL (inschatting 50% v (G)TL) - VMBO (BB/KB) - praktijkonderijs
ISK Totaal
Huidige situatie Benodigde OP-formatie (netto)
1,37
353,1
(bij gem 32 lessen)
cf concept-
Mogelijke bezuiniging In netto GPL € OP-formatie
12,2
70.000
852.000
begroting (7/9/12)
*Hier werd uitgegaan van 88 ll ISK. In latere analyses is uitgegaan van 83 ll (in totaal 6220 ll)
In bovenstaande calculatie werd nog uitgegaan van een ‘fiftyfifty’ verdeling voor TL naar MAVO. Op basis van onderzoek, is dit later aangepast naar 20% van de TL-leerlingen die richting MAVO gaan.
Versie 1.0
Pagina 54
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht BIJLAGE 9: Resultaten LVO Maastricht (2008 tm 2012) Realisatie
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Realisatie
2012 *) €
2011 €
2010 €
2009 €
2008 €
Personeel Baten
43.248.098
43.141.050
43.067.963
44.609.802
42.364.506
Lasten
44.931.274
44.594.596
44.009.584
43.686.177
41.423.478
1.683.176-
1.453.545-
941.621-
923.625
941.028
Resultaat personeel Materieel Baten
8.363.927
8.009.250
7.750.565
6.968.178
6.037.141
Lasten
9.306.126
7.869.698
8.574.235
8.558.237
9.621.231
942.199-
139.552
823.670-
1.665.263 1.818.156
1.811.381 1.930.982
1.863.759 1.884.825
152.894-
119.602-
Resultaat materieel
1.590.059-
3.584.090-
Eigen activiteiten Baten Lasten
Resultaat eigen activiteiten
1.907.650 1.899.581
2.086.326 2.198.894
21.066-
8.069
112.567-
Financiële baten & lasten Baten extern Baten intern Lasten
Resultaat financieel
250 6.063 3.722
67 33.148 4.118
577 105.239 4.838
1.819 129.284 3.876
8.366 145.481 3.360
2.591
29.097
100.979
127.228
150.488
Buitengewone baten en lasten Baten Lasten
-
Resultaat buitengewoon
-
-
-
-
-
-
-
110.000 110.000
-
Exploitatieresultaat
2.775.678-
1.404.498-
1.685.378-
531.138-
2.605.142-
Gecumuleerd resultaat (2012-2008)
9.001.835-
6.226.156-
4.821.659-
3.136.280-
2.605.142-
*) conceptcijfers(definitieve cijfers na jaarrekeningcontrole accountants)
In de resultaten van 2012: is een eenmalige voorziening in de rubriek materiële lasten (huisvesting) opgenomen van € 1,3 mio.
Versie 1.0
Pagina 55
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht BIJLAGE 10: Uitgangspunten begroting/bekostiging 2013
GPL werkelijk
Prijsverschil
Totaal hoeveelheids en prijsverschil
-4.108
3.733.697-
-1.578
€
-60.918
31,8-
€ -1.353.834
51.547
42.566 €
-8.982
€ -561.900
1.915.734-
77,6-
€ -4.739.152
€ -626.926
5.366.078-
441,4
444,6
3,2-
481,1
431,6
DIR
34,8
34,4
0,4
34,9
38,6
3,7
OOP
127,8
127,4
0,4
94,4
62,6
604,0
606,4
2,4-
610,4
532,8
12,6
30,4
17,8-
616,6
636,8
20,2-
GPL bekostiging
Hoeveelheidsverschil
€
92.505 €
Bekostigde fte's
-10
94.083
Bruto fte na correctie voor BT
75.354 €
344.271
Verschil
75.363
€
Realisatie
€ -3.729.589
Begrote fte's
49,5-
OP
VERV
Meer loonkosten dan bekostigd
Begroting 2013 Meer inzet dan bekostigd
2012
283.353
Aanvullende baten of dekking vanuit materieel
€ 4.259.000
Resterend personeel resultaat
€ -1.107.078
Vanw ege presentatie technische redenen zijn de volgende verschuivingen t.o.v oorspronkelijke begroting aangebracht (geen financieel effect resultaat): - bekostiging voor OPDC-leerlingen aangepast aan w erkelijke bekostiging (i.p.v. volledig op LWOO) - plus bijbehorende correctie verw ijderd - bekostiging voor VAVO-leerlingen uit de bekostigde fte's - plus bijbehorende correctie verw ijderd - specialisten, begeleiders, TOA's en onderw ijsassistenten verschoven naar OP-bezetting (in fte's en in loonkosten) - vervanging terug naar betreffende functiecategorie (in fte's en in loonkosten)
Versie 1.0
Pagina 56
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht BIJLAGE 11: Communicatielijnen
Versie 1.0
Pagina 57
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht BIJLAGE 12: COPAFITH projectindeling subprojecten Aandachtsgebied Communicatie
Organisatie
Versie 1.0
Onderwerpen 1. Website(s): bloggen, FAQ’s 2. Beeldmerk, naamgeving 3. Digitale nieuwsbrief 4. Marketing en PR-beleid (nieuwe naam) 5. Communicatieplan 6. Intranet (koppelen aan LVO 2.0) 7. Social Media inzet 8. Open dagen, contacten PO (+ouders PO) 1. Organogram (domein) en functie-opbouw 2. Projectorganisatie 3. Medezeggenschap (her)inrichten 4. Budgethoudersstructuur, bevoegdheden en autorisaties 5. Kwaliteitszorg (muv onderwijs) 6. Klachtenregeling 7. Verantwoordelijkheden: Contacten/lijnen bedrijfsleven, stageplekken 8. Onderzoek nieuwe RPO 9. Meten concurrentiepositie (PO, België) 10. Normalisering verhoudingen (organisatiecultuur, aanspreekcultuur) 11. BRIN-nr’s en denominatie 12. Centraliseren OOP-processen en/of personen
Opmerkingen Prioriteiten: 5, 3, 1 (blogfunctie)
Prioriteiten: 2, 1, 12, 10, 11
Pagina 58
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht Aandachtsgebied Onderwijs HV en/of VMBO
Versie 1.0
Onderwerpen 1. Onderwijskundige visie per domein 2. Leerling profiel (domein) Docentprofiel (domein) 3. ICT en Onderwijs (leermiddelenbeleid) 4. Passend onderwijs (inclusief reguliere leerlingenzorg) 5. Leerroutes/doorlopende leerlijn (huidig en nieuw) 6. Brugperiode, instroompunt(en) 7. Inventarisatie en integratie (leer-) programma’s (huidig en nieuw) 8. Inpassen leermiddelen en boeken 9. Normering: groepsindeling, groepsgrootte 10. Ism MBO Vakmanschapsroutes en technologieroutes (12-18jr) 11. Aanbod BL/KL bovenbouw en ontwikkeling nieuwe programma’s 12. Entree opleidingen (oude niveau1) 13. PRO: welke samenwerking, identiteit, plaatsbepaling 14. LOB (Loopbaanoriëntaties) 15. Quick Wins: samenwerkings- mogelijkheden op korte termijn 16. Determinatie en doorstroom 17. Differentiatie en vakkenaanbod 18. Toetsing en examenprogramma 19. Jaarindeling en roostersystematiek 20. Contacttijd en Onderwijstijd 21. Veiligheid 22. Excursiebeleid 23. MAS 24. Co-creatie PO, HO, MBO, WO 25. Leerlingbegeleiding 26. Invulling: Dagtijd = onderwijstijd 27. Sport en Cultuur (door domeinen heen) 28. Levensbeschouwelijke identiteit, burgerschapsvorming en sociale redzaamheid 29. Taakbeleid 30. Kwaliteitszorg (incl.: “Vensters”, inzet verbetercultuur, opbrengstgericht werken) 31. RPO
Opmerkingen 10 tot en met 14: specifiek Beroepscollege/VMBO
Pagina 59
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht Aandachtsgebied Personeel
Administratieve Organisatie.
Financieel
ICT en Informatie
Versie 1.0
Onderwerpen 1. A) Benoemingsprocedure personeel OOM B) benoeming kwartiermakers: profiel domeinen 2. Taakbeleid 3. Werving en selectie 4. Deskundigheidsbevordering 5. Sociaal plan, flankerend beleid, OOMvoorziening (mits toepasbaar) 6. Ziekteverzuim en verzuimcoaching 7. Functiebeschrijvingen (aanpassen aan docentprofiel) 8. Vlootschouw (op OOM) en IDU-beleidsplan 9. Beoordelingen: gedragscompetenties en performanceopdrachten 10. Professionalisering en scholing 1. Magister inzet en standaardisatie (rapporten) ism SAS-groep 2. Inventarisatie bronnen en registraties 3. Harmonisatie procedures en richtlijnen 4. Leerling-administratie (stroomlijnen en integreren) 5. Administratief: vastleggen, onderhoud budgethoudersstructuur 6. Gebruik Foleta 7. Organisatie leermiddelen (logistiek en registratie) 8. Afstemmen databases (samenvoegen) 1. Begroting versus budgetbepaling 2. Stuurinstrument/ model managementinfo./ kengetallen 3. Fasering en doorrekening OOM-plan 4. Boeken en leermiddelen (financieel) 5. Ouderbijdrage (proces, bedrag, activiteiten, facturering) 6. Projecten: KPMG, Subsidiestromen 7. Financiële stuurinformatie 8. Consequenties BRIN-structuur doorrekenen 1. Bijscholing: inventariseren, organiseren (software en scholing) 2. Beleidsplan ICT: centraal versus decentraal, gebruik (hulp)middelen, applicaties, beheer, pakketten, devices 3. Bring Your Own Device 4. Infrastructuur en leermiddelen 5. Protocollen: Internet, Social Media
Opmerkingen
Pagina 60
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht Aandachtsgebied Techniek en Huisvesting
Algemeen
Versie 1.0
Onderwerpen 1. ARBO, BHV, Veiligheid 2. Mop’s, groot- en klein onderhoud 3. Vastlegging gegevens: Inventarisatie huidige locaties (basisgegevens) 4. Doorrekening m2 nieuwe locaties + analyse nieuwe domeinen 5. Verhuisschema’s + huisvestingstijdpad 6. Contractbeheer en contractmanagement 7. (Openbaar) Vervoersvraagstukken 8. Inrichting Fac. Management 9. Inkoopbeleid en voorraadbeheer 1. Stuurinformatie (organisatiebreed) 2. Inrichting Gymnasium (Gymnasium en of icm TTO) 3. Centralisering “niet-core-business” gerelateerd zaken 4. Contacten, relatie onderhouden PO
Opmerkingen
Pagina 61
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht BIJLAGE 13: Projectformulier
Versie 1.0
Pagina 62
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht BIJLAGE 14: FAQ’s (maart 2013) OOM – FAQ’s (d.d. 01 maart 2013) Wanneer wordt de onderwijshervorming effectief ingevoerd? Het uitgangspunt luidt dat de beleidswijziging in 2015-2016 geëffectueerd moet zijn. Of het model dan helemaal is uitgerold, is onder andere afhankelijk van (verbouw)activiteiten die mogelijk nodig zullen zijn. Ook is het mogelijk dat sommige aanpassingen naar voren worden gehaald als dat handiger is. In de periode van voorbereiding van de implementatie zal de exacte fasering duidelijk worden. Naar verwachting is dat in de 1e helft van 2013 het geval. Is al duidelijk welk domein op welke plaats in de stad zal worden aangeboden? Nee, dat heeft LVO Maastricht niet helemaal zelf in de hand. De gemeente Maastricht is verantwoordelijk voor de huisvesting van het Voortgezet Onderwijs. Daar wordt in de komende maanden veel over gesproken. Wij hopen in de 2e helft van het lopende schooljaar meer informatie daarover te kunnen geven. Onze voorkeur gaat op dit moment uit naar een MAVO/HAVO-locatie aan de Eenhoornsingel en een Beroepscollege aan de Bemelerweg/Bemelergrubbe. Voor de VWO/VWO+ locatie gaat de voorkeur uit naar een locatie in Oost Maastricht. Voor dit laatste domein is binnen LVO Maastricht geen geschikt pand beschikbaar. De gesprekken met de gemeente moeten daar uitsluitsel in geven. Wat betekenen de plannen voor de instroom van nieuwe leerlingen in het komende schooljaar? In het schooljaar 2013-2014 zullen er naar verwachting nog geen grote wijzigingen plaatsvinden. Leerlingen kunnen net als vorige jaren kiezen uit het Bonnefanten College, het Porta Mosana College, het Sint-Maartenscollege, De Bernard Lievegoed School en Praktijkschool Terra Nigra op de vertrouwde locaties. Heeft het nog wel zin om Open dagen te houden? Tijdens de Open Dagen begin presenteren de scholen van LVO Maastricht het aanbod voor het komende schooljaar. “De verkoop gaat tijdens de ‘verbouwing’ gewoon door”. Tegelijk is het een goede gelegenheid om te laten zien hoe wij denken dat het Voortgezet Onderwijs in Maastricht zich moet ontwikkelen. Kan er niet genoeg bezuinigd worden door één van de drie scholengemeenschappen te sluiten? Het is niet uitgesloten dat daarmee op de korte termijn genoeg bezuinigd kan worden, maar de krimp gaat verder en daarom is deze oplossing niet ‘toekomstbestendig’. De onbalans in de stad en de onzekerheid die dat met zich meebrengt blijft bestaan. Bovendien ontstaat er dan geen ruimte om het aanbod echt te verbreden en te bestendigen zoals die in het huidige plan wel bestaat. Bij het vasthouden aan het model van de brede scholengemeenschappen, lopen we op termijn vast op de minimale ‘kritische massa’ in leerlingenaantallen, zelfs als we nu van drie naar twee brede scholengemeenschappen teruggaan. Hierdoor ontstaat op den duur opnieuw een situatie waarin er weinig te innoveren valt en, sterker nog, er geen garantie is op toekomstbestendig onderwijs. In het Plan van Aanpak wordt deze analyse op basis van de huidige voedingsgebieden uitgewerkt.
Versie 1.0
Pagina 63
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht Wat betekent het plan voor de nieuwbouw aan de Eenhoornsingel? Het pand aan de Tongerseweg is niet geschikt voor toekomstig onderwijs en het heeft de voorkeur om dit pand zo spoedig mogelijk te verlaten. De bouwplannen aan de Eenhoornsingel waren gebaseerd op een uitbreidingsplan waarbij de brede scholengemeenschap op de locatie aan de Eenhoornsingel zou worden geconcentreerd. Met de OOM-plannen is het niet meer opportuun om uit te gaan van een brede school op deze locatie in West Maastricht. De plannen voor de nieuwbouw zijn daarom losgelaten. Waarom wordt de Theoretische Leerweg uit het VMBO gehaald? Het plan gaat vooralsnog uit van een onderscheid tussen leerlingen die meer theoretisch georiënteerd zijn en leerlingen die meer praktisch georiënteerd zijn. Daarom wordt ook gesproken over MAVO in plaats van TL . De pedagogisch didactische aanpak voor deze groep zal meer aansluiten op het profiel van de HAVO leerling. Waarom wordt de Gemengde Leerweg bij het Beroepscollege geplaatst? Het plan gaat vooralsnog uit van een onderscheid tussen leerlingen die meer theoretisch georiënteerd zijn en leerlingen die meer praktisch georiënteerd zijn. De gemengde leerweg heeft een praktische component en het uitgangspunt is dat de leerlingen in deze groep zich eerder richten op doorstroom naar het MBO Wat betekent het plan voor Stella Maris en het Sophianum? Stella Maris en het Sophianum zijn LVO scholen die hun eigen aanbod bepalen. In Maastricht ontwikkelen we een nieuw model dat volgens onze verwachting veel te bieden heeft voor leerlingen en hun ouders in Maastricht. We gaan uit van de eigen kracht en denken daarmee de vergelijking met andere scholen in de regio – ook met die in België – goed te kunnen doorstaan. Wat moeten we ons precies voorstellen bij ‘van 8 tot 5’? Wat betekent dat concreet voor leerlingen en docenten? Deze uitdrukking moet niet te letterlijk genomen worden. Het is zeker niet zo dat er iedere dag van 8 tot 5 les wordt gegeven. We willen juist een breder programma aanbieden waarbij we nadrukkelijk externe partners willen betrekken. Bijvoorbeeld sportverenigingen die sportactiviteiten aanbieden waar leerlingen gebruik van kunnen maken. Huiswerkbegeleiding kan worden aangeboden door bestaande organisaties. En zo zijn meer activiteiten te bedenken die door ‘derden’ kunnen worden verzorgd zonder dat van het eigen personeel een extra inspanning gevraagd hoeft te worden en zonder dat de leerlingen verplicht worden om overal aan deel te nemen. Wat vindt men in het basisonderwijs van de plannen? Tot nu toe zijn er alleen oriënterende gesprekken geweest met medewerkers, directieleden en bestuurders in het basisonderwijs. De respons daarop was positief kritisch en de Centrale Directie voelt zich daardoor voldoende gesteund op hoofdlijnen. In de vervolggesprekken die we willen opstarten hopen we tot een verdere verdieping te komen. We nodigen onze collega’s in het basisonderwijs nadrukkelijk uit om mee te (blijven) denken. Hoe reageren het MBO en andere onderwijsinstellingen? Met deze groepen is nog geen formeel overleg geweest. De samenwerking met het MBO is echter hoe dan ook van belang voor beide partijen. Denk aan de VM2-ontwikkelingen (doorlopende leerlijnen VMBOMBO) en de activiteiten rond het terugdringen van het voortijdig schoolverlaten. Het (voorbereidend) beroepsonderwijs is een gezamenlijke zorg.
Versie 1.0
Pagina 64
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht Wat zijn de gevolgen voor de werkgelegenheid? Door de krimp daalt de werkgelegenheid, met of zonder dit plan, en als dat nodig is komt het sociaal plan van LVO op tafel. Maar er is ook sprake van vergrijzing en over enkele jaren zal er een grote natuurlijke uitstroom zijn. De krimp zal zoveel mogelijk gecombineerd worden met het natuurlijk verloop. In welke mate deze effecten tegen elkaar wegvallen, zal verder onderzocht worden. Wat gebeurt er met de huidige BRIN nummers, namen en denominaties? Dat zijn allemaal kwesties die nog uitgezocht moeten worden. Er wordt begonnen met de inhoud van het onderwijs en de keuze van de locaties.
Is OOM vooral een bezuinigingsoperatie? Dat zien wij niet zo. Financiën en kwaliteit van het onderwijs zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Om te kunnen investeren in het primaire proces, moeten we financieel gezond zijn. Je kunt nu eenmaal niet meer (blijven) uitgeven dan er binnenkomt. Door de plannen ontstaat er vooral ruimte om de kwaliteit van het onderwijs aan de leerlingen te borgen en verder te verhogen. Wanneer is het Plan van aanpak klaar? Het is de bedoeling dit plan in het voorjaar van 2013 te presenteren en voor te leggen aan de MR’en van LVO-Maastricht. Daarbij zijn we wel afhankelijk van de medewerking van de gemeente Maastricht, die verantwoordelijk is voor de huisvesting van het VO. Zijn de plannen financieel goed onderbouwd? Door het bundelen van krachten binnen de domeinen maken we een einde aan versnippering van middelen. Minder locaties en verbreding van de educatieve teams leidt tot kostenbesparing. De onderbouwing van concrete besparingen op o.a. de grote materiële post als huisvesting zijn onderdeel van de voorbereidingsfase en komen in het Plan van Aanpak aan de orde. Wat zijn de onderwijskundige voordelen van de nieuwe structuur Binnen ieder domein wordt het adagium “differentiatie voor leerlingen, specialisatie voor docenten” toegepast. Binnen ieder domein worden de talenten van iedere leerling herkend en erkend. Er wordt meer persoonlijk onderwijs geboden, bijvoorbeeld door een verbreding in vakkenaanbod of een meer gericht zorgaanbod. Waar in de huidige situatie mondjesmaat projecten lopen, kunnen in de nieuwe domeinen echt slagen worden gemaakt, zodat bijv. versterkt talenonderwijs, een Science afdeling, een vernieuwend gymnasium, buurtaalonderwijs, modules in samenwerking met MBO, HBO, WO, structureel en met voldoende ‘bulk” kunnen worden opgezet. Dit alles leidt tot verbreding en verdieping en dus een kwalitatieve verbetering van ons onderwijs. Hoe komen die leerling-profielen en docent-profielen tot stand? De leerling-profielen zijn gebaseerd op landelijke modellen en op onze eigen beschrijvingen. Ze worden verder verfijnd in afstemming en samenwerking met het basisonderwijs. Het uitwerken van de leerlingen docentenprofielen is een van de vele projecten die worden opgepakt. Is er ook ruimte voor kinderen die een extra steuntje in de rug nodig hebben? De implementatie van Passend Onderwijs is een integraal onderdeel van de OOM plannen. Door krachten te bundelen kunnen we ook zorgtrajecten op maat realiseren binnen de domeinen. Stadbreed wordt er binnen het Samenwerkingsverband Maastricht/Heuvelland gewerkt aan de invoering van Passend Onderwijs, met als doelstelling “geen leerling buiten de boot”
Versie 1.0
Pagina 65
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht Wat wordt bedoeld met “een grotere uitdaging voor docenten”? Versnippering van vakken en clusters leidt nu binnen de scholen tot soms wel erg kleine vaksecties. Door te bundelen kunnen vaksecties en teams echte vernieuwingen en verbeteringen realiseren. Zo kan specialisatie in teams tot zijn recht komen en kunnen we vakoverstijgende projecten professioneler aanpakken. Hoe gaat het met afstroom en opstroom tussen de domeinen? De insteek is dat er door een goede determinatie in samenwerking met het Primair Onderwijs op basis van het leerling-profiel een betere instroom ontstaat, waardoor afstroom kan worden geminimaliseerd en leerlingen eerder op de goede plek zitten. Als een leerling wil en kan opstromen is dat mogelijk op een natuurlijk moment, bijv. na afronding van een onderbouw of na diplomering binnen het domein waarin hij of zij opgeleid is. Waarom wordt niet gekozen voor een variant met decentrale brede onderbouw locaties? De verdeling binnen de domeinen staat nog niet helemaal vast. Instroompunten kunnen meer ruimte bieden voor nadere determinatie (bepaling van het juiste niveau) binnen het voortgezet onderwijs. Daarom wordt die mogelijkheid serieus onderzocht. In de onderbouw is nog geen sprake is van profielkeuze en keuzevakken. Er is een hogere mate van standaardisatie waardoor de domeinindeling in de onderbouw minder voordelen lijkt te bieden dan in de bovenbouw. Toch zijn er in de nieuwe structuur wel degelijk voordelen voor leerlingen in de onderbouw. Door de bundeling is er ook in de onderbouw meer mogelijk in het aanbod van vakken en verrijkings- en verdiepingsmomenten. Tevens kunnen deze leerlingen verbreding van hun vormingstraject tegemoet zien, aangezien we de dagtijd ook voor deze groep beter willen gaan benutten ( door intensieve samenwerking met ketenpartners, instanties en clubs die Maastricht te bieden heeft en door versterking van onze eigen extra-curriculaire projecten zoals huiswerkbegeleiding, sport, theater, debatteren etc.). Daarnaast zijn de docenten meer dan in de bestaande situatie toegespitst op de leerlingen, hun bijbehorende specifieke behoeftes en vragen binnen een domein. Lopen jonge brugklasleerlingen nu niet het risico te ver te moeten reizen? Dat is helaas niet altijd te vermijden. Op veel andere plaatsen op het platteland moeten leerlingen soms ook wat verder fietsen. Daarbij heeft de verkeersveiligheid wel de aandacht bij het overleg met de gemeente. Mogelijk kunnen instroompunten hier een voordeel bieden. Als leerlingen pas op een later moment ‘definitief’ in hun domein terechtkomen zijn ze al wat ouder en wordt voorkomen dat de jongste leerlingen al meteen verder moeten reizen dan nu het geval is. Waarom doet de Bernard Lievegoed School niet mee in de herschikking? De Bernard Lievegoed School is als vrijeschool een volwaardig onderdeel van LVO Maastricht. De school werkt mee aan de ontwikkelplannen binnen de mandaatgebieden van onze OOM plannen. Het pedagogisch en didactisch concept van de vrijeschool heeft echter wel een eigen identiteit en kan niet zomaar in jaarlagen van bestaande reguliere onderwijsstromen worden ingebed. De vrijeschool blijft die eigenheid behouden. Dit valt te vergelijken met de ontwikkeling van een stedelijk gymnasium of een nieuw beroepscollege.
Versie 1.0
Pagina 66
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht BIJLAGE 15: SWOT en OOM ITEMS UIT DE SWOT-ANALYSE, IN RELATIE TOT DE OOM-PLANNEN HELPT OOM TERRA NIGRA (uit Strengths en Opportunities): Betrokken, pedagogisch (redelijk) sterke collegae Onderwijsconcept goed doordacht In opbouw bereid te kijken naar eigen functioneren > coaches in opleiding, afspraken over begeleiding, beoordeling en coaching Bereidheid te veranderen aanwezig (mate waarin verschilt) Gezien de turbulentie van de afgelopen 6 jaar kan het team redelijk goed omgaan met veranderingen Zeer goed werkend stagebureau en stagebegeleiding Ruim aanbod in stagebedrijven toegespitst op onze doelgroep Breed pakket aan praktijkvakken PABO-afgestudeerde docenten
HELPT OOM OPDC (uit Strengths en Opportunities): Onderscheidend onderwijsaanbod Kwaliteit van de zorg voor specifieke doelgroep binnen VO Maastricht gegarandeerd
LOST OP DOOR OOM TERRA NIGRA (uit Weaknesses en Threats): Noodzaak onderwijsconcept voor nieuw Beroepscollege Zelfevaluatie en verbetering Werken aan gezamenlijke oplossing voor moeilijk lerende PrO leerlingen (Rebound) Schaalvoordelen (Nog) niet alle collegae vakdidactisch even sterk Uitvoering geven aan extra zaken moeilijk / te belastend; leeftijdsopbouw gem. leeftijd 55 jaar Overtuigd van de goede werkzaamheden (naar binnen gekeerd), te weinig insteek op PR en naar buiten toe treden Door hoge werkdruk hoog ziekteverzuim (8,7%) Op (korte) termijn problemen door het wegvallen van veel kennis in 1x en daardoor te snelle verjonging Huidige teamsamenstelling te lang bij elkaar waardoor er een knelpunt zit in collegiale- en familiaire omgang Noodzaak voor aantrekken nieuwe bedrijven; aantrekken + binden “Concurrentie” op de markt door LVO stagebureau; betere invulling stages door andere scholen zorgt voor afname bedrijven voor PrO Nadelen kleine organisatie Financiële positie biedt geen ruimte voor onderwijsontwikkeling Huidig schoolgebouw vraagt nog interne aanpassingen die vanwege de financiële positie niet uitgevoerd kunnen/mogen worden
LOST OP DOOR OOM OPDC (uit Weaknesses en Threats): Materieel hoge kosten door huidig gebouw Zorgverbreding regulier VO is nog niet toereikend -> mogelijk onvoldoende begeleiding voor kwetsbare doelgroep
Veel expertise aanwezig op de diverse problematieken-> docenten allemaal geschoold (Master Sen) Grote betrokkenheid van het team bij leerlingen en ouders Versie 1.0
Pagina 67
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht HELPT OOM PMC VMBO (uit Strengths en Opportunities): Zorgstructuur Grote groep “MAVO-docenten” afkomstig uit voormalige MAVO’s Concurrentie is ver weg (Heerlen, Sittard, Roermond) Trekt een bepaald type leerlingen Stagebedrijven gemakkelijk te vinden Rendement bovenbouw en onderbouw Veel ketenpartners (AOC, ROC’s, bedrijven, instellingen) in de nabije omgeving Buitenschoolse activiteiten van kaliber (stedenreizen, wintersportreis, werkweek 3e jaars, maatschappelijke stage Sri Lanka, vakgerichte excursies) Praktijkgerichtheid bovenbouw (SDW, Groen)
Docenten met visie Relatie met Basisonderwijs Goede samenwerking tussen de verschillende scholentypes (VMBO met VMBO en H/V met H/V)
LOST OP DOOR OOM PMC VMBO (uit Weaknesses en Threats): Uitstraling gebouw Kwaliteit gebouw Sportaccommodatie Te weinig afdelingen, daardoor gedwongen keuze Interne gerichtheid resultaatgerichtheid kan hoger Hoge ambitie die ouders hebben m.b.t. het opleidingsniveau van hun kind (men stelt eisen en heeft er wat voor over) De nieuwe scholen ook echt een nieuw gezicht geven
Beroepscollege neerzetten als echt Beroepscollege (niet conform de oude LTS en LEAO!) Concentratie van onderwijsdomeinen en dus van competenties, financiën, enz. Maatwerktrajecten Aanbod domeinoverstijgend De benarde financiële positie van LVO in Maastricht Daling van de leerlingenaantallen Het Belgisch onderwijs in de nabijheid Negatief imago van het Beroepscollege Aansluiting basisonderwijs Techniek (i.r.t. financiën en MBO)
HELPT OOM PMC H/V (uit Strengths en Opportunities): Hoog ambitieniveau locatie Duidelijke onderwijsvisie/onderwijskundig profiel Goede onderwijskundige resultaten Breed onderwijsaanbod met veel mogelijkheden voor talentontwikkeling Gedegen vakkennis docenten Grote betrokkenheid docenten Grote betrokkenheid medewerkers Grote inzet medewerkers Gedegen vakkennis docenten Bevoegde docenten Structureel scholings- en coachingsbeleid
Versie 1.0
LOST OP DOOR OOM PMC H/V (uit Weaknesses en Threats) : Keuzes maken Doorvertalen van de onderwijsvisie naar het primaire proces Differentiatie zowel naar niveau als naar werkvormen Borgen doorlopende leerlijn Stabiliteit binnen een krimpende markt Kennis en vaardigheden in kader van begaafdheids-profielschool Passend onderwijs Professionalisering docenten Daling aantal leerlingen en bezuinigingen overheid Groot aantal HV-scholen in Maastricht Ontbreken van een meerjaren aanpak op niveau van LVO-Maastricht Pagina 68
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht Duidelijke visie Planning en control cyclus op bijna alle afdelingen
Structurele scholing OOP Monitoren Leerlingen (resultaten/ tevredenheid Vensters van verantwoording Schoolgids Structuur overleg ouderraad en klankbordgroepen Personeelsinfo (wekelijks en digitaal) Informatie voor ouders(wekelijks en digitaal)
Leerlingenraad Monitoren Leerlingen (resultaten/ tevredenheid)
Versie 1.0
Bezuinigingen op passend onderwijs Onderlinge concurrentie binnen cluster Maastricht Ontbreken van strategisch personeelsbeleid op niveau LVO en LVO-Maastricht Gebrekkige huisvesting en infrastructuur Gebrek aan financiële middelen Grote verschillen in werkdruk tussen scholen LVOMaastricht Onevenwichtige samenstelling docentenkorps (hoge gemiddelde leeftijd en hoge aantal parttimers) Gebrek aan professionaliteit op gebied digitalisering Gebruiksonvriendelijkheid TeleTOP Politiek/ambtelijke cultuur Complexe organisatiestructuur (matrixorganisatie) Staat van onderhoud en hoge bezettingsgraad gebouw Taakdifferentiatie in kader Functiemix Professionalisering medewerkers Toename efficiëntie en innovatie Meer evenwicht tussen personele en materiële begroting: investeringen Toename financiële kennis en bewustwordingen bij alle medewerkers Verdere ontwikkeling elektronische leeromgeving Verhoging kwaliteit onderwijs Onevenwichtige samenstelling docentenkorps (hoge gemiddelde leeftijd en hoge aantal parttimers Complexiteit taken en functies Begrotingssystematiek LVO-Maastricht (Cluster versus locaties) Huisvestingsbeleid LVO-Maastricht en gemeente Bezuinigingsaanpak LVO-Maastricht (kaasschaafmethode) en toenemende afstand CD en servicebureau versus locaties Bovenschools plaatsen van onderdelen OOP Begrotingssystematiek LVO (namelijk op jaarbasis): (nog) onvoldoende ruimte voor meerjaren investeringen Huisvestingsbeleid LVO-Maastricht en gemeente Afremmen onderwijskundige innovatie en efficiëntie Energetisch en Arbo-technisch bezien is gebouw volstrekt verouderd Gebrek aan financiële middelen Mogelijkheid professionalisering OOP Pagina 69
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht Vergroten leerling-participatie en motivatie leerlingen Ontwikkelen van een elektronische leeromgeving met een gedifferentieerd onderwijsaanbod Afstemming PO-VO in verband met determinatiebeleid
HELPT OOM SMC H/V (uit Strengths en Opportunities): Hoogopgeleid personeel Hardwerkend/betrokken 95% pedagogisch in orde Hoge cijfergemiddelden Steeds meer ICT-gebruik Veel activiteiten/excursies/keuzevakken Samenwerking met andere scholen; opnieuw naar curriculum kijken/manier van lesgeven
HELPT OOM BFC H/V (uit Strengths en Opportunities): Maatwerk Aanpak begeleiding LGF-ers Samenwerking met HBO Rekenbeleid en uitvoering Beleid en realisatie Kunst & Cultuur Motivatieklas Remedial Teaching dyslexie en dyscalculie Gunstig pedagogisch klimaat Verzuimbeleid leerlingen Betrokkenheid mentoren Goede vakdocenten Weinig afstand docent/leerling Prettige werksfeer Weinig arbeid gerelateerd verzuim Projecten zoals survivors, traffic informers, fietscontrole, reanimatie Leerlingen voelen zich veilig Contacten met politie, leerplicht Contacten met OR, MR en JOR Contacten met leerlingenraad en OKC (onderwijskwaliteitscie) Programma Kunst & Cultuur Wekelijks Bonnefantaria intern voor personeel Examenresultaten Studieplanners in Teletop Taalbeleid Training examenvrees Versie 1.0
LOST OP DOOR OOM SMC H/V (uit Weaknesses en Threats): Traditionele manier van lesgeven Geen aanspreekcultuur Ieder voor zich/weinig samenwerking Cultuur van omhoog delegeren Veel verkeerde functies Er wordt niet efficiënt gewerkt/weinig tot geen procedures Grote achterstand door eerdere uitval
LOST OP DOOR OOM BFC H/V (uit Weaknesses en Threats): Didactische aanpak te weinig gevarieerd en uiteenlopend ICT-gebruik van leermiddelen ICT-deskundigheid personeel Doorlopende leerlijn niet duidelijk Omgaan met verschillen Roosterzaken Bezetting en deskundigheid leerlingenadministratie Veel parttimers Gebrek aan samenwerking Onvoldoende consistent personeelsbeleid Functioneringsgesprekken Begeleiding nieuwe docenten door vaksecties Servicegerichtheid OOP Gebouw (onoverzichtelijke ingangen) OP en OOP die afwijken van afspraken en procedures Interne communicatie over onderwijsvernieuwing Beperking pakketkeuze door krimp Aantrekkelijkheid school (gebouw en onzekerheid) Klasgrootte Gebouw dat niet geschikt is (te maken) voor eigentijds onderwijs Krimp Onduidelijkheid over nieuwbouw Belasting OOP en directie bij ziekte/uitval Te weinig OOP om het terrein te overzien Gemiddelde leeftijd/uitstroom Pagina 70
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht Zelfstandigheid leerlingen vergroten ter voorbereiding op HBO en WO Verbredings- en verdiepingslessen breder ontwikkelen Aansluiting HAVO/tl naar 2 HAVO en 4 tl naar 4 HAVO Adaptief onderwijs en samenwerkend leren Scholingsprogramma Mogelijkheden fuwa in delegatietaken Social Media
HELPT OOM BFC VMBO (uit Strengths en Opportunities): Dynamisch, vernieuwend en veilige school Structurele samenwerking met bedrijven en instellingen via TechNetKring en Zorg en Welzijnkring Goede outillage binnen de school
Permanente aandacht voor de kwaliteit voor het primaire proces Monitoring en plan van aanpak opbrengst onderbouw en bovenbouw Grote betrokkenheid en bereidwilligheid bij een groot deel van het personeel Prettig, kleurrijk en licht pand Focus op behalen van verbeterende opbrengsten Strakke planning communicatie met ouders, leerlingen, personeel, bedrijven en instellingen
Uitstroom 1e graders Onbevoegden in de bovenbouw Overbelasting management bemoeilijkt prioritering Achterstallig onderhoud gebouw Imago VMBO in relatie tot nieuwbouw Geen formatie ruimte voor een PR-medewerker Negatieve communicatie over school door de pers Eigen personeel Uitstraling gebouw
LOST OP DOOR OOM BFC VMBO (uit Weaknesses en Threats): Projecten en vakoverstijgend werk niet altijd haalbaar Niet altijd sprake van juiste personeelslid op de juiste plek. Onvoldoende kwaliteit bij deel van het personeel – onvoldoende in staat om leerlingen te begeleiden Concurrentie België – leerlingenuitstroom België Vergrijzing/dalend aantal leerlingen Beperkt voedingsgebied BFC Passend Onderwijs – hoe zorgen we ervoor dat leerlingen de eindstreep op onze school halen? Er is in sociaaleconomisch opzicht sprake van een verandering in de leerlingenpopulatie Dalend aantal leerlingen Werkgelegenheidsgarantie personeel LVO-breed belemmert eigen personeelsbeleid. Vraag van de school matcht niet altijd met het aanbod van LVO Onderbezetting van het pand Bezuinigingen Ministerie OC & W Hoge Financiële afdracht van scholen aan LVO, VO-Maastricht en Zorgkolom Financiële positie VO Maastricht Inpassing HAVO/VWO in locatie VMBO bedreigt onderwijsconcept; leertuinen Broos imago van BFC VMBO in Maastricht Opnieuw invoeren van de MAVO naast VMBO in de regio
Versie 1.0
Pagina 71
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht BIJLAGE 16: LVO Maastricht (fietsafstanden)
Versie 1.0
Pagina 72
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht BIJLAGE 17: Fietsbewegingen OOST-WEST schooljaar 2012-2013 "CROSS-OVER" OOST NAAR WEST EN WEST NAAR OOST: 2011-2012 H/VWO
VMBO
OPDC+TN+BLS
TOTAAL
Van OOST naar WEST
36
131
202
Van WEST naar OOST
612
185
115
369 912
TOTAAL "MAASPASSANTEN"
648
316
317
1281
20% van het huidige totaal
Wanneer sec rekening gehouden wordt met de “brede scholen” is dit percentage 17% (648 + 316 = 964 (excl. TN+BLS+OPDC) tov 5750 (totaal 6695 – 183 TN – 182 OPDC – 577 BLS) = 16,8%)
Uit onderstaande tabel valt af te leiden dat 311 leerlingen uit het “Heuvelland” niet naar West Maastricht hoeven te fietsen wanneer er een instroompunt MAVO/HAVO in Oost Maastricht komt.
Leerlingen afkomstig van ‘buiten’ Maastricht naar domeinen (cijfers 2011-2012) (‘Heuvelland’) VWO/VWO+ MAVO/HAVO onderbouw bovenbouw totaal (1418)
Beroeps
289 248 537
311 232 543
122 216 338
38%
38%
24%
(excl. BLS, Terra Nigra en OPDC)
Versie 1.0
Pagina 73
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht BIJLAGE 18: (globale) Planning Deze globale planning is een eerste aanzet en zal de komende tijd, op basis van de ingevulde projectformulieren, verder verfijnd worden. Als er bij een mandaatgebied voor een planning een andere kleur staat dan betekent dit dat deze activiteit input nodig heeft van een ander mandaataandachtsgebied. 2014 april mei juni
september o kto ber no vember december januarifebruari maartapril mei juni
ONDERWIJS P LA NNINGEINDDA TUM
OOM
ONDERWIJSKUNDIGE VISIE
1-4-2013
15-6-2013
OOM
LEERLINGP ROFIEL
15-6-2013
15-9-2013
OOM
DOCENTP ROFIEL
15-6-2013
15-9-2013
LE S S E N T A B E L OOM
* Leerro utes/do o rlo pende leerlijn
16-9-2013
15-1-2014
OOM
* differentiatie en vakkenaanbo d
16-9-2013
15-1-2014
OOM
* jaarindeling & to etsing
16-9-2013
15-1-2014
OOM
* co ntacttijd en o nderwijstijd
16-9-2013
15-1-2014
N IE T LE S G E B O N D E N A C T IV . OOM
* Excursies
16-1-2014
16-3-2014
OOM
* M A S (burgerschapsvo rming)
16-1-2014
16-3-2014
OOM
* Spo rt en Cultuur
16-1-2014
16-3-2014
OOM
* Levensbescho uwelijk identiteit
16-1-2014
16-3-2014
OOM
* B urgerschapschapvo rming
16-1-2014
16-3-2014
OOM
* So ciale Redzaamheid
16-1-2014
16-3-2014
OOM
* Lo o pbaano rientatie
16-1-2014
16-3-2014
M ID D E LE N OOM
*leermiddelen adhv lessentabel
15-1-2014
15-4-2014
OOM
* beno digde ruimte
15-1-2014
15-4-2014
OOM
* scho o lspecifieke taken
17-3-2014
17-5-2014
Versie 1.0
Pagina 74
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht 2014 P ERSONEEL
april mei juni
september o kto ber no vember december januarifebruari maartapril mei juni
TA A KB ELEID OOM
* unifo rmering binnen M aastricht
1-9-2013
6-12-2013
*scho lingsplan (3% desk.bev.)
1-9-2013
6-12-2013
OOM
functiebeschrijvingen aanpassen
16-9-2013
17-11-2013
OOM
B elangstellingregistratie vo o r do meinen/pro ductgro ep
1-10-2013
1-12-2013
OOM
Verwerken belangstellingregistratie
1-12-2013
31-1-2014
OOM
Vlo o tscho uw ivm herallo catie
1-12-2013
31-1-2014
OOM
P ro cedure herallo catie van OP
1-10-2013
1-12-2013
OOM
P ro cedure herallo catie van OOP
1-9-2014
1-11-2014
Ziekteverzuim en verzuimco aching
1-5-2013
1-7-2013
Inventarisatie huidige gegevens
1-4-2013
1-6-2013
inventarisatie beho efte per o pleiding (huidig)
1-4-2013
1-6-2013
17-3-2014
1-6-2014
1-6-2014
1-7-2014
1-5-2013
1-7-2013
1-9-2013
15-10-2013
16-10-2013
15-1-2014
HUISVESTING
advies inrichting lo katies verhuisplan
FA CILITA IR M A NA GEM ENT * in kaart brengen huidige inzet OOP * analyse huidige inzet OOP * gewenste situatie 2014/2015
16-1-2014
1-5-2014
OOM
* herallo catie OOP * gewenste situatie 2015/2016
1-9-2014
1-11-2014
OOM
* herallo catie OOP
1-11-2014
1-3-2015
Versie 1.0
Pagina 75
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht 2014 A DM INISTRA TIEVE ORGA NISA TIE
OOM
april mei juni
Fo leta (vo o r scho o ljaar 2013-2014)
1-4-2013
1-8-2013
Optimalisatie FOLETA
1-9-2013
1-11-2013
Inrichting FOLETA tbv do meinscho len
1-9-2014
1-11-2014
1-5-2013
15-6-2013
september o kto ber no vember december januarifebruari maartapril mei juni
Harmo nisatie pro cedures en richtlijnen * inventarisatie pro cedures en richtlijnen * plan van aanpak beschrijving
OOM
15-6-2013
1-7-2013
* beschrijving pro cedures cf plan van aanpak
1-9-2013
15-1-2014
* aanpassing beschrijving agv do meinscho len
1-9-2014
15-1-2015
1-5-2013
1-6-2013
Organisatie leermiddelen * inventarisatie huidige situatie * uitvo ering 2013
23-6-2013
1-10-2013
* o ptimalisatie en harmo nisatie
1-10-2013
15-12-2013
* gevo lgen afschaffing gratis scho o lbo eken & OOM
1-10-2014
15-12-2014
Ouderbijdrage (pro ces,bedrag,activiteiten,facturering)
1-5-2013
15-12-2013
B o eken en leermiddelen (2013-2014)
1-5-2013
15-10-2013
FINA NCIEN
B o eken en leermiddelen (2014-2015) ivm afschaffing gratis scho o lbo eken
16-10-2013 23-12-2013
OOM
B o eken en leermiddelen (2015-2016) ivm OOM & afschaffing gratis scho o lbo eken
OOM
Co nsequenties Herbrinning OOM
OOM
* pro gno se leerlingaantal per o pleiding
OOM
* inventatiseren mo gelijkheden herbrinning
OOM
* berekening verschillende o pties
1-11-2013
28-2-2014
15-1-2014
15-5-2014
1-9-2013
1-10-2013
1-10-2013
1-11-2013
P ro jecten: KP M G, Subsidiestro men
ORGA NISA TIE
OOM
B rinnummers en deno minatie
1-3-2014
1-5-2014
OOM
M edezeggenschap inrichten
1-3-2014
1-5-2014
OOM
P ro jecto rganisatie
1-4-2013
1-6-2013
16-10-2013
15-1-2014
Optimaliseren OOP -pro cessen
Versie 1.0
Pagina 76
Onderwijs Ontwikkeling Maastricht 2014 ICT
april mei juni
Vo o rbereiding uitro l IB IS
1-4-2013
31-3-2014
Uitro l IB IS
1-4-2014
30-6-2014
1-5-2013
1-7-2013
september o kto ber no vember december januarifebruari maartapril mei juni
So ftware en scho ling * inventarisatie so ftware/gebruiker * inventarisatie kennisniveau * plan van aanpak scho ling
1-9-2013
1-11-2013
2-11-2013
15-12-2013
Infrastructuur en leerniddelen * inventarisatie van Infra na IB IS OOM
*advisering o bv van geko zen middelen
Versie 1.0
Pagina 77