Onderwijs- en examenregeling Sociaal Agogisch Werk leerjaar 1 Crebonummer (92620/92631/92632/92650/92661/92662) Jaar 1 niveau 3/4
Cohort 2014-2017 Versie 1 mei 2014
Inhoudsopgave Voorwoord ................................................................................................................................................... 3 Hoofdstuk 1: Wat moet ik weten als ik een mbo-studie doe?..................................................................... 4 1.1 Hoe moet ik me inschrijven? .............................................................................................................. 4 1.2 Wat als ik vrijstellingen wil? ............................................................................................................... 4 1.3 Wat als ik een handicap of beperking heb? ....................................................................................... 4 1.4 Wat moet ik weten over studiefinanciering? ..................................................................................... 4 1.5 Kan school een financiële bijdrage leveren? ...................................................................................... 4 1.6 Welke officiële documenten ontvang ik tijdens de opleiding? ........................................................... 5 1.7 Hoe gaat het met uitschrijven? .......................................................................................................... 5 Hoofdstuk 2: Wat wordt op school en in mijn toekomstig beroep van mij verwacht? ............................... 7 2.1 Wanneer kan ik geplaatst worden bij de opleiding? .......................................................................... 7 2.2 Wat betekent identiteit voor het Hoornbeeck College en voor mij? .................................................. 7 2.3 Wat houdt mijn toekomstig beroep in? ............................................................................................. 7 2.3.1 Beeld van het beroep ...................................................................................................................... 8 Pedagogisch Werk ................................................................................................................................... 8 Maatschappelijke Zorg ............................................................................................................................ 9 2.4 Waar kan ik straks gaan werken? ...................................................................................................... 9 2.5 Kan ik ook doorstuderen? ................................................................................................................ 10 Hoofdstuk 3: Hoe ziet mijn opleiding eruit? .............................................................................................. 11 3.1 Welke onderdelen komen aan bod?................................................................................................. 11 3.2 Hoe ziet het opleidingsmodel er uit? ................................................................................................ 11 3.3 Wanneer krijg ik wat? ...................................................................................................................... 11 3.4 Kan ik een individueel traject volgen? .............................................................................................. 11 3.5 Zijn er uitstroommogelijkheden? ..................................................................................................... 11 3.6 Zijn er extra (keuze) mogelijkheden? ............................................................................................... 11 3.7 Hoe zit het met deelname aan onderwijsactiviteiten? ..................................................................... 12 3.8 Hoe word ik begeleid? ...................................................................................................................... 12 3.9 Hoe ziet mijn beroepspraktijkvorming (bpv) er uit? ......................................................................... 12 3.9.1 Wat is het doel van de bpv? ...................................................................................................... 12 3.9.2 Wat is de inhoud van de bpv? ................................................................................................... 12 3.9.3 Hoe kom ik aan een bpv-plaats? ............................................................................................... 12 3.9.4 Hoe word ik begeleid tijdens de bpv? ....................................................................................... 13 3.9.5 Hoe wordt de bpv beoordeeld? ................................................................................................ 13 3.9.6 Hoeveel uur werk ik tijdens de bpv? ......................................................................................... 13 3.9.7 Wat houdt de praktijkovereenkomst in? .................................................................................. 13 3.9.8 Welke regels gelden op het bpv-adres?.................................................................................... 13
SAW leerjaar 1
1
cohort 2014-2017
Hoofdstuk 4: Hoe loopt de weg naar mijn diploma? ................................................................................. 15 4.1 Wat voor toetsen krijg ik? ................................................................................................................ 15 4.2 Hoe wordt de kwaliteit van de toetsen (examinering) gewaarborgd? ............................................ 15 4.3 Hoe vindt beoordeling van mijn toetsen plaats?.............................................................................. 15 4.4 Krijg ik een resultatenoverzicht? ...................................................................................................... 16 4.5 Kan ik een toets inhalen? ................................................................................................................. 16 4.6 Mag ik een toets herkansen? ........................................................................................................... 16 4.7 Wat als ik onvoldoende sta voor een kwalificerende toets na benutting van mijn toetsmogelijkheden? .............................................................................................................................. 17 4.8 Wat als ik na afloop van mijn onderwijsovereenkomst nog geen diploma heb behaald? ............... 17 4.9 Wat moet ik weten over studieadvies en studiebesluit? .................................................................. 17 4.9.1
Uitwerking studieadvies en studiebesluit............................................................................... 18
Hoofdstuk 5: Hoe ziet het toetsplan van mijn opleiding er uit? ................................................................ 20 5.1 Wat moet ik weten voor ik het toetsplan lees? ................................................................................ 20 5.2 Het toetsplan van mijn opleiding ..................................................................................................... 21 5.2.1 Toetsplan behorend bij het kwalificatiedossier ........................................................................ 21 5.2.2 Toetsplan behorend bij Godsdienst, loopbaan en burgerschap ............................................... 23 5.2.3 Toetsplan behorend bij Nederlands ......................................................................................... 25 5.2.4 Toetsplan behorend bij rekenen ............................................................................................... 26 5.2.5 Toetsplan behorend bij Engels .................................................................................................. 27 5.3 Heb ik mijn diploma behaald?.......................................................................................................... 29 Bijlage 1: Programmering onderwijstijd .................................................................................................... 30 Bijlage 2: Urentabellen .............................................................................................................................. 31 Digitale bijlagen op intranet (?) Hoornbeeck College 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Examenreglement Kwalificatieprofiel Vrijstellingenprocedure Verzuimprocedure Procedure time-out, schorsing en verwijdering Exitprocedure Klachtenregeling
SAW leerjaar 1
2
cohort 2014-2017
Voorwoord Beste student, Dit document is de onderwijs- en examenregeling van de opleiding die je volgt. Meestal kortweg ‘het OER’ genoemd. Hierin staat alle informatie die je tijdens je opleiding nodig hebt. Het is dus van belang dit document steeds bij je hebben. Wanneer er tijdens je opleiding informatie wijzigt, ontvang je deze als bijlage (erratum) bij deze onderwijs- en examenregeling. Voor vragen over de onderwijs- en examenregeling kun je terecht bij je slb’er of opleidingsmanager. We wensen je een prettige studietijd op het Hoornbeeck College toe!
SAW leerjaar 1
3
cohort 2014-2017
Hoofdstuk 1: Wat moet ik weten als ik een mbo-studie doe? 1.1 Hoe moet ik me inschrijven? Inschrijven kan via het invullen en opsturen van het aanmeldingsformulier naar de centrale administratie van het Hoornbeeck College. Wanneer je aansluitend aan je huidige opleiding een tweede opleiding aan het Hoornbeeck College wilt gaan doen, heb je een doorstroomformulier nodig. Dit kun je ophalen bij de administratie.
1.2 Wat als ik vrijstellingen wil? Als je in aanmerking denkt te komen voor (een) vrijstelling(en) kun je contact opnemen met de opleidingsmanager. Deze zal je informeren over de wijze waarop je (een) vrijstelling(en) kunt verkrijgen. Zie verder digitale bijlage 3.
1.3 Wat als ik een handicap of beperking heb? Zowel op het aanmeldingsformulier als op het intakevragenformulier heb je kunnen aangeven of je een handicap of chronische ziekte hebt. Ook heb je hierop kunnen aangeven of je wilt dat het Hoornbeeck College hier mee rekening houdt. Als je dit met ‘ja’ beantwoord hebt, dan word je in contact gebracht met iemand van het Steunpunt Studie en Handicap (SSH). Het SSH kan jou adviseren en ondersteunen. Eén van de zaken die het SSH regelt is het uitvoeren van examenaanpassingen. Voor bijvoorbeeld een slechtziende student kan geregeld worden dat de schriftelijke toets op A3-formaat afgedrukt wordt. Voor bijvoorbeeld een student met dyslexie kan extra tijd voor het maken van een toets, een goede regeling zijn. Ook als een beperking of handicap tijdens je opleiding ontstaat zijn examenaanpassingen mogelijk. Vraag dan aan je opleidingsmanager wie dat voor jou kan regelen.
1.4 Wat moet ik weten over studiefinanciering? Nog geen 18 jaar? Zolang je nog geen achttien jaar bent, heb je geen recht op studiefinanciering. 18 jaar of ouder? Dat verandert als je achttien jaar wordt. Dan vervalt voor je ouder(s)/verzorger(s) het recht op kinderbijslag en krijg jij zelf recht op studiefinanciering als je een opleiding volgt op het Hoornbeeck College. Je krijgt dan een basisbeurs plus een studenten-ov-chipkaart. Je moet wel zelf een aanvraag doen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Dit doe je door minimaal drie maanden voor je achttiende verjaardag je gegevens aan DUO door te geven. Maak hiervoor gebruik van het formulier Aanvraag Studiefinanciering beroepsonderwijs. Op de administratie van de school is dit formulier verkrijgbaar. Hier kun je ook de bijbehorende brochure krijgen over studiefinanciering in het beroepsonderwijs. Alle informatie over studiefinanciering kun je vinden op de internetsite www.duo.nl.
1.5 Kan school een financiële bijdrage leveren? Het kan zijn dat jullie gezin moet rondkomen met een beperkt inkomen. Het is dan mogelijk om een tegemoetkoming te krijgen in de studiekosten. Wel moet aangetoond kunnen worden dat er daadwerkelijk sprake is van een laag inkomen.
SAW leerjaar 1
4
cohort 2014-2017
Als je hoge reiskosten hebt, kun je ook in aanmerking komen voor een tegemoetkoming. In de informatiegids staat wat je moet doen om een aanvraag voor een tegemoetkoming in te dienen. Het komt voor dat studenten en hun ouders hoge extra kosten moeten maken om de beroepspraktijkvorming die bij de opleiding hoort te realiseren. Hiervoor is een bpv-fonds ingesteld. Als je voor een bijdrage uit dit fonds in aanmerking denkt te komen, kun je contact opnemen met je bpvcoördinator.
1.6 Welke officiële documenten ontvang ik tijdens de opleiding? In de loop van de opleiding ontvang je de volgende officiële documenten:
Een onderwijsovereenkomst (OOK): In deze overeenkomst staat aangegeven wat wij van jou als student verwachten en wat jij van ons mag verwachten. Deze overeenkomst heb je getekend voor aanvang van je opleiding. Wanneer je nog geen achttien jaar bent, hebben ook je ouder(s)/verzorger(s) deze overeenkomst getekend. Bij deze onderwijsovereenkomst hoort ook het zogenaamde deelnemersstatuut. In dit document staan de schoolregels over gedrag en levensstijl. Een onderwijs- en examenregeling (OER): Dit document heb je nu in handen. Je hebt deze onderwijs- en examenregeling bij de start van je opleiding ontvangen. In dit OER staat alle praktische informatie over je opleiding. Denk aan informatie over beroepspraktijkvorming en examinering. Informatiegids: Ook deze gids heb je bij de start van je opleiding ontvangen. Hierin staat informatie over het Hoornbeeck College in het algemeen. Denk aan informatie over de organisatie, het beleid, de klachtenregeling en medezeggenschap. Ook informatie over de docenten die lessen verzorgen bij jouw opleiding is opgenomen in de informatiegids. Locatie-informatiegids: Bij de start van je opleiding ontvang je ook een locatie-informatiegids. Hierin staan de spelregels van de locatie van het Hoornbeeck College waar jij je opleiding doet. Bpv-gids: Voordat je op beroepspraktijkvorming (stage) gaat, ontvang je als bijlage bij de onderwijs- en examenregeling de zogenaamde bpv-gids. In deze gids staat alle informatie die je nodig hebt voor je beroepspraktijkvorming. Praktijkovereenkomst (POK): Voordat je op beroepspraktijkvorming gaat, onderteken je een praktijkovereenkomst. In deze overeenkomst staat onder andere aangegeven waar en wanneer je beroepspraktijkvorming plaats vindt en hoeveel uren je op beroepspraktijkvorming gaat. Deze overeenkomst wordt ook door de instelling/het bedrijf waar je op beroepspraktijkvorming gaat ondertekend. Wanneer je nog geen achttien bent, tekenen ook je ouder(s)/verzorger(s).
1.7 Hoe gaat het met uitschrijven? Als je je opleiding met goed gevolg hebt afgerond, word je na de uitreiking van je diploma automatisch uitgeschreven. Je moet zelf aan DUO doorgeven dat je opleiding is afgerond. Wanneer je hebt voldaan aan de leerplicht én de kwalificatieplicht kun je je uitschrijven zonder dat er sprake is van voortijdig schoolverlaten. Leerplicht betekent dat je tot en met het jaar waarin je 16 jaar wordt voltijd onderwijs moet volgen. e Kwalificatieplicht wil zeggen dat je in elk geval tot je 18 verjaardag een (mbo-)opleiding moet volgen. Wanneer je 18 jaar bent of ouder en je wilt uitgeschreven worden zonder dat je diploma hebt behaald, dan moet je je studiefinanciering en de kosten voor de studenten-ov-chipkaart terugbetalen. Zie voor verdere informatie www.duo.nl.
SAW leerjaar 1
5
cohort 2014-2017
Wanneer voortijdig uitschrijven voor jou aan de orde is, neem dan contact op met je opleidingsmanager. Deze bespreekt met jou en alle betrokkenen de consequenties. Verdere informatie over terugbetaling van bepaalde bedragen, studiefinanciering en uitschrijving bij DUO kun je opvragen bij de centrale administratie (telefoonnummer 033-4680808).
SAW leerjaar 1
6
cohort 2014-2017
Hoofdstuk 2: Wat wordt op school en in mijn toekomstig beroep van mij verwacht? 2.1 Wanneer kan ik geplaatst worden bij de opleiding? Om geplaatst te worden tot de opleidingen van het Sociaal Agogisch Werk moet je aan een aantal voorwaarden voldoen. In de eerste plaats moet je de juiste vooropleiding hebben: een diploma vmbo in de kaderberoepsgerichte, gemengde of theoretische leerweg, of een overgangsbewijs van havo 4 naar 5 of van VWO 3 naar 4. Ook worden er eisen gesteld aan je houding en motivatie ten opzichte van de opleiding: tijdens een intakegesprek laat je zien dat je een positieve motivatie hebt voor het werken met mensen. Verder gelden er eisen op het gebied van de identiteit. Daar wordt bij de aanmelding naar gekeken maar ook tijdens het volgen van de opleiding. In de volgende paragraaf kun je meer lezen over de identiteit. Ook wanneer je een diploma niveau 2 Helpende zorg en welzijn hebt, kun je instromen in jaar 1 van de opleiding van het Sociaal Agogisch Werk.
2.2 Wat betekent identiteit voor het Hoornbeeck College en voor mij? De grondslag van het Hoornbeeck College is de Bijbel en de daarop gebaseerde reformatorische belijdenisgeschriften. De Bijbel is dan ook in en buiten de school de enige norm voor ons doen en laten. In de klas wordt de dag begonnen met het lezen van een gedeelte uit de Bijbel, het zingen van een psalmvers en met gebed. Hierin wordt van jou een actieve houding verwacht. Alle studenten (met uitzondering van BBLstudenten) hebben in principe twee lesuren per week godsdienstonderwijs. Verder dient iedereen zich te houden aan de gedragsregels die door de school zijn opgesteld. Deze gedragsregels zijn deels verbonden met de identiteit van de school en deels algemeen geldende regels. Bij de door jou te ondertekenen onderwijsovereenkomst hoort een studentenstatuut en een identiteitsverklaring. In deze documenten staan jouw rechten en de plichten nauwkeurig omschreven, ook op het gebied van gedrag en leefwijze. Zorg dat je kennis hebt genomen van deze documenten zodat je weet wat wij van je verwachten.
2.3 Wat houdt mijn toekomstig beroep in? Als welzijnswerker houd jij je bezig met hulp- en dienstverlening aan groepen mensen die (tijdelijk) niet voor zichzelf kunnen zorgen. Je levert een bijdrage aan de opvoeding, verzorging en begeleiding. Je werkt mee om het welzijn van mensen die ook aan jouw zorgen zijn toevertrouwd te bevorderen. Je werkt doelgericht en volgens een plan. Na een algemeen basisjaar, waarin je kennis maakt met de belangrijkste doelgroepen in het welzijnswerk, kun je kiezen voor Pedagogisch Werk, waarin je je bezighoudt met de opvoeding van kinderen en jongeren of voor Maatschappelijke Zorg, waarbij je vooral ondersteuning biedt aan volwassenen en mensen met een beperking. Beide opleidingen worden op niveau 3 en op niveau 4 aangeboden. Na het eerste basisjaar en een praktijkperiode kijken wij samen met jou wat het beste past bij jouw mogelijkheden en interesses. Bij de opleidingen op niveau 3 ligt het accent op het praktische, uitvoerende werk. Bij de opleidingen op
SAW leerjaar 1
7
cohort 2014-2017
niveau 4 werk je zelfstandiger, ben je mede verantwoordelijk voor het vormgeven van beleid en heb je een belangrijke rol bij het handhaven en verbeteren van de kwaliteit van de zorg.
2.3.1 Beeld van het beroep Pedagogisch Werk De Pedagogisch Werker is werkzaam in de sector sociaal-agogisch werk, in de branches kinderopvang of jeugdzorg. Je werkt bij een organisatie voor kinderopvang of een instelling voor jeugdzorg. Je werkt hier als pedagogisch medewerker, groepsleider of woonbegeleider jeugd. Een organisatie voor kinderopvang kan bijvoorbeeld zijn: een kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of een peuterspeelzaal. De kinderopvang biedt groepsgewijze opvang, ondersteuning en ontwikkelingsmogelijkheden aan kinderen van 0 tot en met 12 jaar. Meestal werk je met collega’s in een team. Je kunt ook werken in het onderwijs. In de jeugdzorg kun je bijvoorbeeld in kindertehuizen of begeleid wonen projecten werken. Je begeleidt kinderen of jongeren tot 23 jaar. De doelgroepen waar je mee werkt zijn bijvoorbeeld: o Kinderen van zowel werkende als niet-werkende ouders die buiten huis opgevangen worden o Kinderen of jongeren met gedrags- of opvoedingsproblemen o Kinderen of jongeren die met justitie in aanraking zijn gekomen.
Als Pedagogisch Werker Kinderopvang niveau 3 bied je dagelijkse opvang aan baby’s, peuters, kinderen en jongeren. Je levert een bijdrage aan hun opvoeding, verzorgt hen of ondersteunt hen daarbij. Je creëert een fysiek en emotioneel veilige, gezellige, stimulerende leefomgeving. Je stimuleert en begeleidt kinderen en jongeren om deel te nemen aan de groep. Je geeft sturing aan een plezierige interactie in de groep en zorgt voor sfeer, uitdaging en geborgenheid. Je stimuleert (spelenderwijs) de cognitieve, motorische, sociale, creatieve, emotionele en taalontwikkeling van elk kind en corrigeert hen wanneer dat nodig is. Je speelt in op de verscheidenheid van kinderen en je sluit aan bij de manier waarop (jonge) kinderen actief leren. Kinderopvang gebeurt volgens een dagindeling, die je doorgaans zelf opstelt. Je werkt altijd volgens het pedagogisch (beleids-)plan van de organisatie. Je biedt ontwikkelingsgerichte activiteiten aan kinderen met en zonder specifieke begeleidingsvraag. Als Pedagogisch Werker Kinderopvang niveau 4 heb je vooral te maken met kinderen met een specifieke begeleidingsvraag, bijvoorbeeld vanwege een handicap. Je volgt het welbevinden van het kind, je signaleert eventuele achterstanden in de ontwikkeling en bespreekt deze met je leidinggevende. Je hebt veel contact met een verscheidenheid aan ouders/vervangende opvoeders van de kinderen. Dat begint bij de kennismaking: je gaat na wat hun wensen zijn, en of ze speciale behoeften hebben ten aanzien van opvang en verzorging van hun kind. Ook bij het halen en brengen van het kind ontmoet je de ouders. Je stelt je klantgericht op en zorgt dat de ouders/vervangende opvoeders tevreden zijn over jouw werk. Je hebt daarnaast coördinerende taken binnen de organisatie en je bent aanspreekpunt voor ouders, collega’s en externe betrokkenen bij de begeleiding van kinderen met specifieke begeleidingsvragen. Je draagt als pedagogisch werker kinderopvang op niveau 4 vaak ook eindverantwoordelijkheid. Verder besteed je aandacht aan de uitvoering van het pedagogisch beleid op de werkvloer, bijvoorbeeld door het geven van pedagogische werkbegeleiding aan collega's. Als Pedagogisch Werker Jeugdzorg (niveau 4) ondersteun je kinderen en jongeren bij activiteiten of bij wonen en eventueel neem je taken van ze over. Het gaat doorgaans om kinderen/jongeren met gedrags- en opvoedingsproblemen. Je biedt activiteiten aan die aansluiten bij de wensen en mogelijkheden van de jongeren. Activiteiten moeten uitdagend zijn en de ontwikkeling van kinderen/jongeren stimuleren. Je houdt rekening met leeftijd, ontwikkelingsniveau en interesse. Ook houd je in de gaten wat er is afgesproken over de opvang en de begeleiding en wat vastligt in het ondersteuningsplan. Je begeleidt het kind/de jongere bij de inrichting van zijn dagelijks leven: vrijetijdsbesteding, onderwijs, werk, het contact met de ouders/vervangende opvoeders en relaties. Als pedagogisch werker in de jeugdzorg werk je samen met of onder begeleiding van een medewerker van een hoger niveau.
SAW leerjaar 1
8
cohort 2014-2017
Maatschappelijke Zorg De sector Zorg en Welzijn kent het domein Verpleging en Verzorging en het domein Sociaal Agogisch Werk. In de maatschappelijke zorg heb je met beide domeinen te maken. Je werkt bijvoorbeeld in de gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, ouderenzorg, maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, in ziekenhuizen en bij welzijnsinstellingen, in sociale werkplaatsen, penitentiaire inrichtingen of asielzoekerscentra. Je hebt de functie van begeleider, groepsleider, groepswerker, woonbegeleider of activiteitenbegeleider. Je helpt mensen / cliënten om zo zelfstandig mogelijk te functioneren in hun eigen omgeving en als lid van de samenleving. Het kan gaan om: o Mensen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking en/of zintuiglijke beperking o Mensen met een psychiatrische, psychosociale of gedragsproblematiek o Mensen met verslavingsproblemen of mensen die dak-/thuisloos zijn o Vrouwen (en hun eventuele kinderen) en mannen, die te maken hebben met huislijk geweld o Aanstaande tienermoeders o Mensen met ouderdomsklachten o Mensen in maatschappelijke opvang en mensen in justitiële inrichtingen
Als Medewerker Maatschappelijke Zorg (niveau 3) lever je een bijdrage aan het maken van een ondersteuningsplan door informatie aan te leveren. Je hebt contact met de cliënten voor wie je werkt. Op basis van de hulpvragen die in het ondersteuningsplan staan, bied je cliënten ondersteuning bij o.a. persoonlijke verzorging, wonen, vrije tijd, school of werk. Je leert de cliënt o.a. zo zelfstandig mogelijk koken of schoon te maken. Het is belangrijk dat je weet op welke manier je dit het beste kunt doen. Daarbij gaat het er vooral om dat je de cliënt respecteert zoveel mogelijk rekening houdt met zijn/haar wensen. Verder heb je verstand van allerlei ziektebeelden, beperkingen en aandoeningen en weet je welke gevolgen dit heeft voor het begeleiden. Als Medewerker Gehandicaptenzorg (niveau 4) verzamel je informatie over de cliënt en daarna schrijf je een ondersteuningsplan. In een ondersteuningsplan staat beschreven wat je wil bereiken met de ondersteuning op gebied van o.a. persoonlijke verzorging, wonen, vrije tijd, school of werk. Daarbij houd je rekening met de wensen en mogelijkheden van de cliënt. Daarnaast ondersteun je cliënten op deze gebieden, maar ook bij ontwikkeling en opvoeding. Naast uitvoerende taken krijg je ook te maken met coördinerende taken. Je coördineert bijvoorbeeld de zorg en ondersteuning aan één cliënt. Het is dan jouw taak om alle betrokken hulpverleners goed te informeren over deze cliënt en de ondersteuning die hij moet krijgen. Je schakelt zelfstandig collega's en hulpverleners in om (bepaalde) activiteiten met de cliënt uit te voeren. Je voert verpleegtechnische handelingen op deskundige en verantwoorde wijze uit. Als Medewerker Specifieke Doelgroepen (niveau 4) verzamel je informatie over de cliënt en schrijft daarna een ondersteuningsplan. In een ondersteuningsplan staan de doelstellingen ten aanzien van de ondersteuning beschreven. Dit zijn doelstellingen die je samen met de cliënt wil bereiken. De ondersteuning die je geeft, is gericht op ontwikkeling en op het voorkomen van achteruitgang. Naast uitvoerende taken op gebied van o.a. persoonlijke verzorging, wonen, vrije tijd, school of werk, krijg je ook te maken met coördinerende taken. Je coördineert bijvoorbeeld de zorg en ondersteuning aan één cliënt. Het is dan jouw taak om alle betrokken hulpverleners goed te informeren over deze cliënt en de ondersteuning die hij moet krijgen. Soms schakel je zelfstandig collega's en hulpverleners in om (bepaalde) activiteiten met de cliënt uit te voeren.
2.4 Waar kan ik straks gaan werken? Je kunt na je opleiding Maatschappelijke Zorg aan de slag gaan binnen de werkvelden in de gehandicaptenzorg en ouderenzorg. Met het diploma Medewerker Gehandicaptenzorg ben je specifiek opgeleid voor het werken binnen de gehandicaptenzorg. Met het diploma Medewerker Specifieke Doelgroepen kan je aan het werk binnen de ouderenzorg, psychiatrie en maatschappelijke opvang. Met het diploma Pedagogisch Werk kun je aan de slag op kinderdagverblijven en peuterspeelzalen. Met het diploma Medewerker Gespecialiseerd medewerker Kinderopvang ben je specifiek opgeleid voor het werken binnen de gespecialiseerde kinderopvang. Met het diploma Jeugdzorg kun je aan het werk binnen de jeugdzorg.
SAW leerjaar 1
9
cohort 2014-2017
2.5 Kan ik ook doorstuderen? Je kunt er ook voor kiezen om na het behalen van je diploma door te studeren. Je kunt hierbij denken aan de volgende mogelijkheden: Doorstomen van een niveau 3 naar een niveau 4-opleiding. Daarnaast mag je met een niveau 4-diploma instromen in een hbo-opleiding bijvoorbeeld de pabo, SPH of MWD. Soms kun je dan in het tweede jaar beginnen.
SAW leerjaar 1
10
cohort 2014-2017
Hoofdstuk 3: Hoe ziet mijn opleiding eruit?
3.1 Welke onderdelen komen aan bod? Je opleiding bestaat uit de volgende onderdelen: Het beroepsgerichte gedeelte van je opleiding Leren en loopbaan, Burgerschap en godsdienst Nederlands Rekenen Engels Het Hoornbeeck College wil je op basis van deze opleidingsonderdelen zo goed mogelijk vormen en toerusten voor je toekomstig functioneren in beroep, gezin, kerk en maatschappij. Hierbij wordt aandacht besteed aan kennis, vaardigheden en beroepshouding.
3.2 Hoe ziet het opleidingsmodel er uit? Een schooljaar is verdeeld in perioden van tien weken. In onderstaand model kun je zien wanneer je op school bent en wanneer op bpv. Periode 1
Periode 2
Periode 3
Leerjaar 1
School
School
School of 10 weken bpv
Leerjaar 2
20 weken bpv
Leerjaar 3
School
School School
Periode 4
School
20 weken bpv
3.3 Wanneer krijg ik wat? In bijlage 2 vind je de urentabellen. Deze geven aan welke onderdelen in welke periode aan de orde komen. Je rooster wordt voorafgaand aan een nieuwe periode bekendgemaakt.
3.4 Kan ik een individueel traject volgen? Wanneer je een andere route wilt of moet volgen, worden er samen met jou afspraken gemaakt over het volgen van de lessen op school en het op beroepspraktijkvorming gaan.
3.5 Zijn er uitstroommogelijkheden? Binnen de opleiding Sociaal Agogisch Werk zijn er verschillende uitstroommogelijkheden. Deze zijn benoemd in paragraaf 2.3 en 2.4.
3.6 Zijn er extra (keuze) mogelijkheden? Wanneer je niveau 3 hebt gedaan kan je instromen in de niveau 4-opleidingen. Daarnaast is het mogelijk om na het afronden van je niveau 4-diploma ook een ander niveau 4-diploma te behalen. Ook kun je met werken leren niveau 4 behalen; de BBL-variant.
SAW leerjaar 1
11
cohort 2014-2017
3.7 Hoe zit het met deelname aan onderwijsactiviteiten? In artikel 11 ‘Inspanningsverplichting student’ uit het Reglement Onderwijsovereenkomst staat: “De student is gehouden zich naar beste vermogen in te spannen de opleiding binnen de gestelde termijn met succes af te ronden. In het bijzonder is de student gehouden daadwerkelijk aan de opleidingsactiviteiten deel te nemen, tenzij dit om zwaarwegende redenen niet van hem/haar gevergd kan worden.” Ook is volgens het Examenreglement deelname aan de toetsen verplicht. Als je dan ook bepaalde onderwijsactiviteiten niet kunt bijwonen, moet je verlof vragen. Als school houden we bij wanneer en waarom er onderwijsactiviteiten verzuimd zijn en zo nodig nemen we maatregelen.
3.8 Hoe word ik begeleid? Tijdens je schoolloopbaan op het Hoornbeeck College word je door diverse personen binnen de school begeleid. Allereerst is er het opleidingsteam dat zich richt op de opleiding. De docenten uit het opleidingsteam dragen zorg voor de onderwijsactiviteiten. Daarnaast heb je een studieloopbaanbegeleider. Hij/zij begeleidt je bij het leren. Bij hem/haar kun je terecht met vragen en problemen op het gebied van de studie in het algemeen of sociale vaardigheden. Hij/zij is het aanspreekpunt voor jou, onderhoudt de contacten met de ouders en verwijst eventueel door naar andere personen, zoals bijvoorbeeld iemand van het Studentenzorgteam (SZT). De decaan begeleidt je bij het kiezen van de juiste (vervolg)opleiding. Tot slot noemen we de opleidingsmanager. Hij/zij bewaakt de goede gang van zaken binnen de opleiding.
3.9 Hoe ziet mijn beroepspraktijkvorming (bpv) er uit? 3.9.1 Wat is het doel van de bpv? Omdat je een beroepsopleiding volgt, ben je een belangrijk deel van je opleiding in de beroepspraktijk bezig. Hiervoor ga je regelmatig op beroepspraktijkvorming (bpv). De kerntaken die bij het beroep horen kun je hier meemaken en oefenen. Ook kun je dan laten zien of je deze kerntaken beheerst. 3.9.2 Wat is de inhoud van de bpv? Tijdens de bpv neem je deel aan de dagelijkse werkzaamheden in de bpv-instelling en werk je aan bpvopdrachten. Wat er precies van je wordt verwacht tijdens de bpv staat in de bpv-gids. Deze gids is een bijlage van het OER. Je ontvangt de bpv-gids voordat je op bpv gaat. Op school wordt deze gids uitgebreid besproken, zodat je goed voorbereid je bpv in gaat. Tijdens de bpv wordt er gebruik gemaakt van de examenmateriaal van PROVE2MOVE. 3.9.3 Hoe kom ik aan een bpv-plaats? Het Hoornbeeck College onderhoudt contacten met bpv-instellingen. Elke bpv-instelling moet een erkend leerbedrijf zijn. Dit kan je controleren op www.calibris.nl via het bedrijvenregister. Het is van belang om een erkende bpv-plaats te hebben omdat je examen anders niet geldig is. Het contact over bpv-plaatsen loopt via de bpv-coördinator.
SAW leerjaar 1
12
cohort 2014-2017
3.9.4 Hoe word ik begeleid tijdens de bpv? Tijdens je bpv krijg je begeleiding van het Hoornbeeck College door een bpv-docent en vanuit de instelling van een werkbegeleider of praktijkbegeleider. Begeleiding vanuit het Hoornbeeck College Tijdens je bpv kom je diverse keren voor methodische werkbegeleiding een dag op school. Tijdens een BPV van 20 weken komt je bpv-docent, na een telefonische afspraak, op twee keer op bezoek in de instelling. Je hebt dan een voortgangsgesprek met je begeleidster uit de instelling en je bpv-docent van school, waarbij wordt gekeken hoe het gaat met je bpv en hoe je werkt aan je leerdoelen uit je persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en aan je opdrachten. Ook worden er afspraken gemaakt over hoe je verder gaat met je bpv. In de tweede helft van je bpv komt de bpv-docent weer op bezoek. Als je naast deze momenten je bpvdocent nog wil spreken, kun je een afspraak met hem maken of je vragen naar de bpv-docent e-mailen. Begeleiding vanuit de bpv-Instelling Elke instelling heeft de begeleiding anders geregeld. Ook zijn er verschillende benamingen voor de begeleiding. Dit kan bijvoorbeeld werkbegeleider, praktijkbegeleider of praktijkcoördinator zijn. Hieronder lees je de algemene regels die belangrijk zijn voor de begeleiding vanuit de instelling: Als stagiaire word je elke dag begeleid door een collega die gediplomeerd is. Je hebt wekelijks een gesprek met je begeleidster over hoe het gaat op de afdeling Je hebt een voortgangsgesprek met je begeleider vanuit de instelling en de bpv-docent van uit het Hoornbeeck College Je bespreekt je leerdoelen (POP) en opdrachten en je hebt tijd om hier aan te werken. Je bent boventallig, dat wil zeggen dat je niet ingepland staat op de afdeling 3.9.5 Hoe wordt de bpv beoordeeld? De school heeft de eindverantwoordelijkheid bij de beoordeling van de bpv. De wijze van beoordeling staat in de bpv-gids beschreven. 3.9.6 Hoeveel uur werk ik tijdens de bpv? Tijdens de opleiding ga je diverse keren op bpv. De uren die je werkt worden opgenomen in de praktijkovereenkomst. Je verantwoordt de door jou gewerkte uren in een urenverantwoordingslijst. Wanneer je minder uren per week op bpv bent dan is afgesproken, wordt in overleg met de bpv-docent en bpv-coördinator van school gekeken of deze verzuimde uren consequenties hebben. Wanneer je pas later op stage kan meldt je dit op school zodat je in die tijd op school nog aan het werk kan aan opdrachten. 3.9.7 Wat houdt de praktijkovereenkomst in? Voordat je op bpv gaat wordt er een praktijkovereenkomst (POK) gesloten tussen het Hoornbeeck College, de bpv-instelling en jou als student. De POK is een contract waarin verschillende afspraken vastgelegd zijn die gelden tijdens je bpv-periode. Onderdeel van de POK is het Reglement Praktijkovereenkomst. In dit reglement staan de rechten en plichten van zowel de school, de bpvinstelling als van de student. De POK wordt door school, de instelling en door jou ondertekend en ieder krijgt hiervan een exemplaar. Wanneer de afspraken die in de POK staan niet worden nagekomen, kan de bpv worden gestopt. 3.9.8 Welke regels gelden op het bpv-adres? Tijdens je bpv houd je rekening met het volgende: 1. 2.
De instelling kan jou vragen om een geldige VOG, TBC- of vaccinatieverklaring. Als student houd je je aan het beroepsgeheim.
SAW leerjaar 1
13
cohort 2014-2017
3.
Als je tegen regels handelt, kan de instelling in overleg met de bpv-coördinator je bpv-periode afbreken. Ook om andere zwaarwegende redenen kan de bpv-periode na overleg worden afgebroken. 4. De instelling verstrekt geen gegevens over jou aan anderen zoals familie. 5. Bij ziekte stel je de instelling vóór werktijd op de hoogte. Je stelt ook school (via dezelfde weg als wanneer je gewoon les hebt) en de bpv-docent op de hoogte van de ziek- en betermelding. 6. Als student heb je recht op schoolvakantie. In overleg met de instelling en bpv-docent kan deze periode worden verschoven. 7. Is tijdens de bpv-periode schade geleden of toegebracht door jouw toedoen, dan meld je dit zo snel mogelijk aan de bpv-coördinator. Vanuit het Hoornbeeck college is een WA-verzekering afgesloten. Deze aansprakelijkheidsverzekering dekt je (binnen de grenzen van de polisvoorwaarden) tegen de gevolgen van aansprakelijkheid voor anderen, wanneer je aansprakelijkheid niet ergens anders verzekerd is. Als stagiaire van het Hoornbeeck college ben je verzekerd tegen het risico van aanspraken die door derden tegen jou worden ingesteld ter zake van schade: a. door jou toegebracht bij het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van het bpvadres; b. voor zover niet vallend onder a. door jou toegebracht vanaf het moment dat jij voor het verrichten van werkzaamheden aan het bpv-adres bent gearriveerd, tot op het ogenblik dat jij na het beëindigen van jouw dagtaak dit adres verlaat. 8. Ben je jonger dan 18 jaar dan mag je geen nachtdiensten doen. 9. Communicatie met het bpv-adres verloopt via de bpv-docent van school. 10. Tijdens de bpv gelden de arbo-protocollen van de bpv-instelling (zie bpv-gids).
SAW leerjaar 1
14
cohort 2014-2017
Hoofdstuk 4: Hoe loopt de weg naar mijn diploma? 4.1 Wat voor toetsen krijg ik? Ontwikkelingsgerichte toetsen geven aan welke onderdelen je voldoende beheerst en aan welke onderdelen je meer aandacht moet besteden. De uitkomst hiervan komt niet op je diploma te staan. Kwalificerende toetsen zijn om aan te tonen dat je onderdelen van de opleiding beheerst. De resultaten van deze toetsen komen op je diploma te staan. Voor alle kwalificerende toetsen is het Examenreglement van toepassing. Je kunt dit vinden op de website van het Hoornbeeck College. In het toetsplan kun je lezen welke toetsen er tijdens jouw opleiding afgenomen worden. Dit toetsplan is opgenomen in hoofdstuk 5. Binnenschoolse toetsen worden meestal afgenomen in de laatste week van een periode. Tien werkdagen voor een toetsweek ontvang je een toetsrooster en worden de toetsen in je digitale agenda of rooster geplaatst. Hierin staat wanneer welke toets afgenomen wordt, waar je moet zijn en hoeveel tijd je voor de toets krijgt. Bij iedere opleiding hoort een examencommissie. Deze commissie is eindverantwoordelijke voor de examinering. Wanneer je vragen over examens hebt kun je terecht bij de opleidingsmanager (voorzitter van de teamexamencommissie) of de secretaris van de teamexamencommissie.
4.2 Hoe wordt de kwaliteit van de toetsen (examinering) gewaarborgd? De kwaliteit van de opleiding wordt voor een belangrijk deel bepaald door de kwaliteit van de examinering. Het Hoornbeeck College streeft daarom naar een hoge kwaliteit van de examinering. Naast het feit dat het Hoornbeeck College zelf de kwaliteit van de examinering bewaakt, wordt er ook toezicht gehouden door de Inspectie van het Onderwijs. Zo wordt er van twee kanten gezorgd voor voldoende kwaliteit van de examinering.
4.3 Hoe vindt beoordeling van mijn toetsen plaats? Binnen vijftien schooldagen na het afnemen van een binnenschoolse toets ontvang je de uitslag van de beoordeling. Dit gebeurt meestal door de docent die jouw toets heeft beoordeeld. Deze docent geeft je ook de gelegenheid om het beoordeelde werk in te zien. Het kan dan voorkomen dat je het niet eens bent met de beoordeling. Dit bespreek je eerst met de betreffende docent. Wanneer er dan een verschil van mening over de beoordeling blijft bestaan, kun je een aanvraag doen voor een tweede beoordeling. Een tweede beoordeling moet je schriftelijk aanvragen bij de teamexamencommissie (via de opleidingsmanager) met de redenen erbij vermeld. Je krijgt dan binnen twee weken van de teamexamencommissie bericht over het resultaat van de tweede beoordeling. Ben je het met de uitspraak van de teamexamencommissie niet eens, dan bestaat er nog een mogelijkheid om hiertegen bezwaar aan te tekenen. Hoe dit in zijn werk gaat, kun je lezen in het examenreglement dat je kunt vinden op de website van het Hoornbeeck College. In hoofdstuk 5 kun je zien welke toetsen er binnenschools en welke toetsen er in de bpv afgenomen worden.
SAW leerjaar 1
15
cohort 2014-2017
4.4 Krijg ik een resultatenoverzicht? Na iedere periode wordt er een resultatenvergadering gehouden. Na deze vergadering worden de resultatenoverzichten beschikbaar gesteld aan de studenten. Als er aanleiding voor is, wordt het resultatenoverzicht door je studieloopbaanbegeleider met jou doorgesproken. Eventueel wordt er contact met thuis opgenomen. Via http://hoornbeeck.educus.nl/selfservice kan je altijd je resultaten bekijken.
4.5 Kan ik een toets inhalen? Er kunnen geldige redenen zijn waardoor je verhinderd bent een toets bij te wonen. Je krijgt de gelegenheid om deze toets in te halen. Je hebt twee toetsgelegenheden. Wanneer je onwettig* een toets niet maakt of een toets niet tijdig inlevert, is sprake van een nietbenutte toetsgelegenheid. Daarmee houd je minder mogelijkheden over om een bepaalde toets te maken. *Onwettig wil in dit verband zeggen: als je geen geldige reden hebt waardoor je verhinderd was een toets te maken of wanneer je je niet correct hebt afgemeld voor een toets.
4.6 Mag ik een toets herkansen? Om voor een diploma in aanmerking te komen dienen alle kwalificerende toetsen met een voldoende beoordeling te worden afgesloten. Daarnaast worden zowel de kwalificerende toetsen als de ontwikkelingsgerichte toetsen meegenomen bij het bepalen van een studieadvies of studiebesluit. Het is mogelijk om onvoldoende resultaten te herkansen. Dit kan echter niet onbeperkt. Bij herkansing telt het hoogst behaalde resultaat. De toetsingsregeling (inclusief herkansingsregeling) is als volgt: Per (ontwikkelingsgerichte of kwalificerende) toets zijn er drie toetsgelegenheden. Eerste toetsgelegenheid: Bij binnenschoolse toetsing aan het einde van de periode waarin les is gegeven ter voorbereiding op deze toets. Bij buitenschoolse toetsing tijdens de bpv-periode. Tweede toetsgelegenheid: Deze is van toepassing indien: o Een toets moet worden ingehaald of indien. o Een toets met een onvoldoende is beoordeeld en een voldoende nodig is als anders voortgang van de opleiding in gevaar komt. Bij binnenschoolse toetsing wordt deze tweede toetsgelegenheid bij voorkeur ingepland op de volgende inhaal- of herkansingstoetsdag. Bij buitenschoolse toetsing wordt deze tweede toetsgelegenheid ingepland in de eerstvolgende bpv-periode. Een student schrijft zich zelf in voor een tweede toetsgelegenheid. Nadat het laatste studieadvies van de opleiding is verstrekt, geldt het volgende voor herkansing: Er vindt alleen herkansing plaats van kwalificerende toetsen, omdat voor deze toetsen een voldoende nodig is om te kunnen diplomeren. Wanneer je twee keer een onvoldoende behaalt voor kwalificerende toetsing kan je niet verder met de opleiding.
SAW leerjaar 1
16
cohort 2014-2017
Per student wordt een herkansingstraject opgesteld, wat kan inhouden dat er sprake is van uitgestelde diplomering. In geval van bijzondere omstandigheden kan de teamexamencommissie besluiten van bovengenoemde toetsingsregeling af te wijken ten gunste van de student.
4.7 Wat als ik onvoldoende sta voor een kwalificerende toets na benutting van mijn toetsmogelijkheden? Wanneer je voor een of meerdere kwalificerende toetsen na het benutten van de herkansingsmogelijkheden nog onvoldoende staat, betekent dit dat je de opleiding niet binnen de gestelde tijd kan behalen. Wanneer je twee keer een onvoldoende behaalt voor kwalificerende toetsing kan je niet verder met de opleiding. Om toch je diploma te kunnen behalen, moet je na afloop van de onderwijsovereenkomst je inschrijven als examendeelnemer. Als examendeelnemer kun je tegen betaling opnieuw je onvoldoende toetsen maken. In dat geval wordt door de secretaris van de teamexamencommissie een individueel traject voor je samengesteld.
4.8 Wat als ik na afloop van mijn onderwijsovereenkomst nog geen diploma heb behaald? Wanneer je tijdens de duur van de onderwijsovereenkomst geen diploma hebt behaald, zijn er de volgende mogelijkheden voor het vervolgen van je (studie)loopbaan: 1. Komen tot diplomering op dezelfde opleiding door verlenging van de onderwijsovereenkomst. Dit is alleen van toepassing als aangetoond kan worden dat hiermee voldaan wordt aan de 850urennorm. Concreet betekent dit dat verlenging van de onderwijsovereenkomst van toepassing is als je nog beroepspraktijkvorming moet doen of nog een bij de opleiding behorend lesprogramma moet volgen. 2. Uitschrijven als student voor betreffende opleiding. In dit geval zijn er drie mogelijkheden voor het vervolgen van je (studie)loopbaan: a. Komen tot diplomering op dezelfde opleiding door inschrijving voor een traject als examendeelnemer, waarbij je tegen betaling in de gelegenheid wordt gesteld om bepaalde toetsen voor een opleiding te doen; b. Komen tot diplomering op een lager niveau door overstap naar een opleiding van een lager niveau dan de huidige opleiding; c. Niet vervolgen van de studieloopbaan (dit is alleen mogelijk indien voldaan is aan leer- en kwalificatieplicht). In situatie b en c zal worden bezien of je in aanmerking komt voor een of meerdere certificeerbare eenheden. In hoofdstuk 5.4 lees je hierover meer.
4.9 Wat moet ik weten over studieadvies en studiebesluit? Wat betreft studieadvies en studiebesluit geldt het volgende: 1.
Na afloop van periode 2, 3, 4, 6 en 8 bepaalt de docentenvergadering voor jou een studieadvies. Dit advies kan groen of oranje zijn. Groen wil zeggen: de door jou behaalde resultaten en je werkhouding zijn tot tevredenheid. Dit is van toepassing indien er voldoende toetsen met een voldoende zijn beoordeeld en je niet bent besproken in de resultaatvergadering. Oranje wil zeggen: de door jou behaalde resultaten en/of je werkhouding geven aanleiding tot bezorgdheid over het kunnen behalen van de opleiding. Dit is aan de orde indien teveel resultaten (zie onderstaande schema voor de percentages) met een onvoldoende is beoordeeld of onwettig niet is gemaakt/tijdig
SAW leerjaar 1
17
cohort 2014-2017
2.
ingeleverd. Wanneer je werkhouding onvoldoende is ben je hiervoor besproken in de resultaatvergadering en krijg je een terugkoppeling van je slb’er. Een niet gedane toets wordt bij het bepalen van het studieadvies meegeteld als zijnde een onvoldoende toets (tenzij er wettige redenen zijn voor het niet-gedaan-zijn van een toets).
3.
Een studieadvies wordt na mondelinge/telefonische toelichting door de studieloopbaanbegeleider middels een (standaard)brief door de voorzitter van de team examencommissie aan je ouder(s)/verzorger(s) gezonden.
4.
Een oranje studieadvies wordt slechts tweemaal in een jaar verstrekt. Wanneer je na herkansing geen of onvoldoende verbetering van je studieresultaten laat zien, ontvang je bij het eerstvolgende adviesmoment een studiebesluit. Dit studiebesluit houdt in dat je het huidige opleidingstraject niet kan vervolgen. Het studiebesluit wordt voorbereid door de docentenvergadering en bekrachtigd door de teamexamencommissie. Een studiebesluit wordt na mondelinge/telefonische toelichting door de studieloopbaanbegeleider middels een (standaard)brief door de voorzitter van de teamexamencommissie aan je ouder(s)/verzorger(s) gezonden. Tevens word je met je ouder(s)/verzorger(s) op school uitgenodigd om te bezien welk vervolgtraject voor jou op zijn plaats is.
5.
In bijzondere situaties kan de docentenvergadering besluiten tot meer keer verstrekken van een oranje studieadvies. Ook in deze situatie wordt dit advies voorbereid door de docentenvergadering en bekrachtigd door de teamexamencommissie.
6.
Tegen het studiebesluit kun je bezwaar aantekenen bij de teamexamencommissie en bij afwijzing van het bezwaar in beroep gaan bij de Commissie van Beroep voor de examens volgens de werkwijze zoals beschreven in hoofdstuk 5 van het examenreglement.
4.9.1
Uitwerking studieadvies en studiebesluit
Een advies wordt bepaald: Niveau 3 Niveau 4 Na periode 2 75% van de toetsen moet 85%* van de toetsen moet voldoende zijn voldoende zijn Na periode 3 75% van de toetsen moet 85%* van de toetsen moet voldoende zijn voldoende zijn Na periode 4 75% van de toetsen moet 85%* van de toetsen moet voldoende zijn voldoende zijn Alle resultaten moeten gevuld Alle resultaten moeten gevuld zijn.** zijn.** Na periode 6 Bij onvoldoende resultaten voor Bij onvoldoende resultaten voor BPV 2 wordt er door de BPV 2 wordt er door de docentenvergadering een advies docentenvergadering een advies uitgebracht over het vervolg van uitgebracht over het vervolg van de opleiding. de opleiding. Na periode 8 75% van de toetsen moet 75%* van de toetsen moet voldoende zijn. voldoende zijn * jaar 1 is een basisjaar waarbij niveau 3 en 4 bij elkaar zitten, daarom wordt er een onderscheid gemaakt tussen het aantal behaalde toetsen voor wat betreft het niveau. ** wanneer er een wettige reden is dat een toets niet gemaakt is worden hierover aanvullende afspraken gemaakt.
Wanneer kun je overstappen naar een andere opleiding? Overstap naar de opleiding Helpende Zorg en Welzijn is mogelijk op de volgende momenten: na periode 4: naar Helpende Zorg en Welzijn leerjaar 2; met ingang van periode 7 of 8: individueel traject Helpende Zorg en Welzijn.
SAW leerjaar 1
18
cohort 2014-2017
Wat als je overstapt naar een andere opleiding bij de sector Welzijn? Wanneer je overstapt van je huidige opleiding bij de sector Welzijn naar een andere opleiding van de sector Welzijn of Gezondheidszorg, wordt door de teamexamencommissie van de opleiding waar je naar toe gaat een omzettingstabel ingevuld. Uit deze omzettingstabel blijkt welke resultaten je van de oude opleiding kan meenemen naar de nieuwe opleiding. Ook blijkt uit deze omzettingstabel welke toetsen van de nieuwe opleiding je moet inhalen.
SAW leerjaar 1
19
cohort 2014-2017
Hoofdstuk 5: Hoe ziet het toetsplan van mijn opleiding er uit? 5.1 Wat moet ik weten voor ik het toetsplan lees? In het toetsplan staan alle toetsen die je tijdens je opleiding maakt. In het schema van het toetsplan kom je een aantal termen tegen, die hieronder worden toegelicht. Gebruikte term Naam toets Leerdoel(en)
Beoordelingsvorm
Context
Periode Duur Kwalificerend of ontwikkelingsgericht
Toelichting De naam van de toets zoals deze wordt afgenomen. Beschrijft (een) streefsituatie(s) voor het zich eigen willen maken van kennis, vaardigheden en/of houding; dit op het bijpassende reproductieve, productieve of zelfsturende niveau. De vorm van de toets, bijvoorbeeld: proeve van bekwaamheid portfolio-assessment De omgeving waarin de toets plaatsvindt, bijvoorbeeld: school bpv simulatie De periode waarin de toets over het algemeen wordt afgenomen (indien van toepassing). De tijdsduur van de toets (indien van toepassing). Een kwalificerende toets (examen) telt mee voor je diploma. Een ontwikkelingsgerichte toets telt niet mee voor je diploma. K = kwalificerend O = ontwikkelingsgericht
SAW leerjaar 1
20
cohort 2014-2017
5.2 Het toetsplan van mijn opleiding 5.2.1 Toetsplan behorend bij het kwalificatiedossier Naam kwalificatie
:
Crebocode kwalificatie
:
Opleidingsvariant
:
Maatschappelijke Zorg (niveau 3 en 4) en Pedagogisch Werk (niveau 3 en 4) PW: 92620, 92631 en 92632 / MZ : 92650, 92661 en 92662 Beroepsopleidende leerweg
Toetsplan
:
1 leerjaar (2014-2017)
Kwalificatiedossier jaar 1 ontwikkelingsgericht
Code: W3SKD1
Naam toets
Toetsinhoud
Toetscode Werkprocessen
Schaal:Beoordelingsvorm Schaal Context Periode Duur
K/O
KVD / GMD / OMD
W3S002
1.1, 2.1, 2.2, 2.3 en 3.6
Schriftelijk
Cijfer
School
1 50 min.
O
MCV / ZGK
W3S003
2.2, 2.3, 3.1 en 3.2
Schriftelijk
Cijfer
School
1 50 min.
O
KVD / GMD / OMD
W3S005
1.1,2.1, 2.2 en 3.3
Schriftelijk
Cijfer
School
2 50 min.
O
MCV / ZGK
W3S006
1.1,2.1en 2.2, 3.1,3.6
Schriftelijk
Cijfer
School
2 50 min.
O
KVD / GMD / OMD
W3S008
1.1, 2.1 en 2.3
Schriftelijk
Cijfer
School
2 50 min.
O
MCV / ZGK
W3S009
2.1 en 2.3, 3.1,3.2,3.6
Schriftelijk
Cijfer
School
2 50 min.
O
KVD / GMD / OMD
W3S011
1.1,2.1, 2.2,2.3, 2.4, 3,3, 3.6 (en 3.8 PW)
Schriftelijk
Cijfer
School
3 of 4 50 min.
O
MCV / ZGK
W3S012
1.1,2.1,2.2,2.3,2.4,3.6
Schriftelijk
Cijfer
School
3 of 4 50 min.
O
KVD / GMD / OMD
W3S014
1.1, 1.2, 1.3, 2.1,2.4, 3.1 (en 3.1 MZ) Schriftelijk en 3.8
Cijfer
School
3 of 4 50 min.
O
MCV / HHK / ZGK
W3S015
1.1, 1.2, 1.3, 2.1, 2.4 en 3.8
Cijfer
School
3 of 4 50 min.
O
Integrale toets Kinderopvang – deel A Integrale toets Kinderopvang – deel B Integrale toets Gehandicaptenzorg (A) Integrale toets Gehandicaptenzorg (B) Integrale toets Ouderenzorg – deel A Integrale toets Ouderenzorg – deel B Integrale toets MD/Psychiatrie – deel A Integrale toets MD/Psychiatrie – deel B Integrale toets Jeugdzorg – deel A Integrale toets Jeugdzorg – deel B
SAW leerjaar 1 cohort 2014-2017
e
Schriftelijk
21
Kwalificatiedossier jaar 1 ontwikkelingsgericht-vervolg-
Code: W3SKD1
Naam toets
Toetsinhoud
Toetscode Werkprocessen
Schaal:Beoordelingsvorm Schaal Context Periode Duur
K/O
Integrale opdracht
Praktijkopdracht
W3S001
1.1,2.1,2.2,2.3,3.1,3.2
Opdracht
O-V-G
School
1 5 weken
O
W3S004
1.1,2.1,2.2,2.3,3.1,3.2
Opdracht
O-V-G
School
1 5 weken
O
W3S007
1.1, 2.1.2.2,3.1,3.6
Opdracht
O-V-G
School
2 5 weken
O
W3S010
1.1,2.1,2.2,2.3,3.6
Opdracht
O-V-G
School
2 5 weken
O
W3S013
1.1,2.1,2.2,2.3,2.4,3.1,3.2,3.3,3.6
Opdracht
O-V-G
School
3 of 4 5 weken
O
W3S016
1.1, 1.2, 1.3, 2.1,2.4 en 3.8
Opdracht
O-V-G
School
3 of 4 5 weken
O
Opdracht
O-V-G
Buitenschools
3 of 4
Bij de hand Integrale opdracht
Praktijkopdracht
Kinderopvang Integrale opdracht Gehandicaptenzorg Integrale opdracht
Praktijkopdracht Praktijkopdracht
Ouderenzorg Integrale opdracht
Praktijkopdracht
MD/Psychiatrie Integrale opdracht
Praktijkopdracht
Jeugdzorg
10 weken
O
School
1,2,3 of 30 4 weken
O
O-V-G
School
1,2,3 of 30 4 weken
O
Opdracht
O-V-G
School
1,2,3 of 30 4 weken
O
Code: W3SLN1 W3L007 Domein 1 W3L009 Domein 2
Opdracht Opdracht
Schaal: O-V-G School O-V-G School
2 5 weken 3 of 4 5 weken
O O
Praktijkopdracht
W3L012
Domein 2
Opdracht
O-V-G
School
3 of 4 5 weken
O
Praktijkopdracht
W3L008
Domein 2
Opdracht
O-V-G
School
O
Praktijkopdracht
W3S072
Domein 2
Opdracht
O-V-G
School
3 of 4 5 weken 40 3 of 4 weken
2.1,2.2,2.3,3.1,3.2,3.6 (MZ)
BPV 1
Praktijkopdracht
W3S061
Basisvaardigheden Zorg
Praktijkopdracht
W3S069
2,1.2.2
Opdracht
O-V-G
Huishoudkunde
Praktijkopdracht
W3S139
2.1,2.2,
Opdracht
MCV
Praktijkopdracht MCV
W3S020
2.4 2.3
Leren en loopbaan Leren leren Het ontwikkelen van je beroepsbeeld
Praktijkopdracht Praktijkopdracht
Het sturen van mijn loopbaan Je professionele ontwikkeling Portfolio SLB
SAW leerjaar 1 cohort 2014-2017
2.1,2.3,2.4,3.1,3.2,3.8 (PW)
22
O
5.2.2 Toetsplan behorend bij Godsdienst, loopbaan en burgerschap Naam kwalificatie
:
Crebocode kwalificatie Opleidingsvariant Toetsplan
: : :
Maatschappelijke Zorg (niveau 3 en 4) en Pedagogisch Werk (niveau 3 en 4) PW: 92620, 92631 en 92632 / MZ : 92650, 92661 en 92662 Beroepsopleidende leerweg e 1 leerjaar (2014-2017)
Loopbaan en burgerschap kwalificerend niveau 3 H3B1 Naam toets
Toetsinhoud
Toetscode Domein
Rekenregel: Elke toets heeft weging 1 Loopbaan en burgerschap kwalificerend voldoende als gemiddelde van de toetsen is 5,5 of hoger Sociaal maatschappelijke ZOUT! – Hfst. 1 dimensie Sociaal maatschappelijke dimensie H3B101 (paragraaf 1 t/m 6) ( Arbeid en Werk Politiek juridische dimensie
ZOUT! –Hfst. 2 (paragraaf 1 t/m 6) ZOUT! – Hfst. 3 (paragraaf 1 t/m 6)
Beoordelingsvorm
Schaal
Context Periode
Schriftelijk tentamen
Cijfer
School
4 50 min.
K
Duur
K/O
H3B102
Economische dimensie (dee1)
Schriftelijk tentamen
Cijfer
School
7 50 min.
K
H3B103
Politiek juridische dimensie Schriftelijk tentamen
Cijfer
School
8 50 min.
K
Media en Consumeren
ZOUT! – Hfst. 4 (paragraaf 1 t/m 6)
H3B104
Economische dimensie deel 2
Schriftelijk tentamen
Cijfer
School
9 50 min.
K
Vitaal Burgerschap
Zout! – Hfst. 5 (paragraaf 1 t/m 6)
H3B105
Dimensie Vitaal Burgerschap
Schriftelijk tentamen
Cijfer
School
10 50 min.
K
Eindopdracht Burgerschap
Zout! Hfst. 1 t/m 5 (paragraaf 1 t/m 6)
H3B106
Examenonderdeel Burgerschap
Opdracht
Cijfer
School
10
K
n.v.t.
Indien in het 2e jaar een niveau 4-opleiding gevolgd wordt worden de toetsen van periode 7, 8, 9 en 10 vervangen door niveau 4-toetsen
SAW leerjaar 1 cohort 2014-2017
23
Godsdienst
code: W3SGDG1
Naam toets
Het Woord
Toetsinhoud
Kerken, sekten en wereldgodsdienst en
Tien geboden
Christelijke opvoeding (PW) Bijbelse thema’s
Zin van het lijden Apologetiek
SAW leerjaar 1 cohort 2014-2017
Domein
Beoordelingsvorm
Schaal
Schoolverklaring indien Godsdienst voldoende als gemiddelde van de deeltoetsen is 5,5 of hoger H3G001 Toets Cijfer
Kerken, sekten en wereldgodsdiensten
Ethiek (MZ) OF
Toetscode
Inleiding in de christelijke ethiek Christelijke opvoeding Bijbelse thema’s in een multiculturele samenleving Zin van het lijden
W4L038
Context
Periode
Duur
K/O
School
1
50 min.
O
Cijfer
School
2
n.v.t.
O
Cijfer
School
3/4
O
Cijfer
School
7
Cijfer
School
7
50 min. 50 min. 50 min. 50 min.
n.v.t. 50 min.
O O
Opdracht
H3G002
Toets
W3L026
Toets
W3L027
Toets
W4L046
Toets
Cijfer
School
8
W4L047 H3G003
Opdracht Toets
Cijfer Cijfer
School School
9 10
24
O O O
5.2.3 Toetsplan behorend bij Nederlands Naam kwalificatie Crebocode kwalificatie Opleidingsvariant Toetsplan
: : : :
Nederlands ontwikkelingsgericht niveau 3
Maatschappelijke Zorg (niveau 3 en 4) en Pedagogisch Werk (niveau 3 en 4) PW: 92620, 92631 en 92632 / MZ : 92650, 92661 en 92662 Beroepsopleidende leerweg e 1 leerjaar (2014-2017)
Code: W3NS1
Schaal: -
Naam toets
Toetsinhoud
Toetscode Vereist niveau
Beoordelingsvorm Schaal
Context Periode Duur
K/O
Via Starttaal 1
Eindtoets 1 F
H2N001
Cijfer
school
1 50 min
O
Sollicitatiebrief
Schrijven brief
W3N014
O-V-G
school
2 50 min
O
Kinder- en jeugdliteratuur
Opdracht
W3N015
Digitaal examen Schriftelijk tentamen Opdracht
Cijfer
school
3 of 4 n.v.t.
O
Via Starttaal 2
Eindtoets 2F
H2N002
2F
Cijfer
School
3 of 4 50 min
O
Luisteren 2F
Luistervaardigheid
H2N011
2F
Cijfer
School
3 of 4 50 min
O
Lezen 2F
Leesvaardigheid
H2N012
2F
Digitaal tentamen Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen
Cijfer
School
3 of 4 50 min
O
SAW leerjaar 1 cohort 2014-2017
25
5.2.4 Toetsplan behorend bij rekenen Naam kwalificatie
:
Maatschappelijke Zorg (niveau 3 en 4) en Pedagogisch Werk (niveau 3 en 4)
Crebocode kwalificatie
:
PW: 92620, 92631 en 92632 / MZ : 92650, 92661 en 92662
Opleidingsvariant
:
Beroepsopleidende leerweg
Toetsplan
:
1 leerjaar (2014-2017)
e
Rekenen ontwikkelingsgericht
Niveau 4
H4REO
Naam toets
Toetsinhoud
Toetscode
Getallen 2F Verhoudingen 2F
Eindtoets Deviant Getallen Eindtoets Deviant Verhoudingen Eindtoets Deviant Meten en meetkunde Eindtoets Deviant Verbanden
H4R006 H4R007
3F 3F
Digitale toets Cijfer Digitale toets Cijfer
H4R008
3F
Digitale toets Cijfer
H4R009
3F
Digitale toets Cijfer
Meten en Meetkunde 2F Verbanden 2F
SAW leerjaar 1 cohort 2014-2017
Vereist niveau
Beoordelingsvorm
Schaal
Context
Periode
Duur
K/O
School School School
1 2 3 of 4
O O O
School
7
O
26
5.2.5 Toetsplan behorend bij Engels Naam kwalificatie Crebocode kwalificatie Opleidingsvariant Toetsplan
: : : :
Maatschappelijke Zorg (niveau 3 en 4) en Pedagogisch Werk (niveau 3 en 4) PW: 92620, 92631 en 92632 / MZ : 92650, 92661 en 92662 Beroepsopleidende leerweg e 1 leerjaar (2014-2017)
Engels ontwikkelingsgericht (code: W3E1) Naam toets
Toetsinhoud
Toetscode
Vereist niveau
Beoordelingsvorm
Schaal
Context
Periode
Duur
K/O
Lezen A2
Bloktoets Lezen A2 – toets A
H2E003
A2
Vaardigheidstoets
Cijfer
School
1
O
Luisteren A2
Bloktoets Luisteren A2 – toets A
H2E004
A2
Vaardigheidstoets
Cijfer
School
2
O
IE Le/Lu
Elke deeltoets heeft weging 1
Engels ontwikkelingsgericht (code: W3E1) Lezen en luisteren
Cijfer
O
Deeltoetsen: IE Lezen
Bloktoets Lezen A2 – toets B
Le
A2
Digitaal examen
Cijfer
School
8
O
IE Luisteren
Bloktoets Luisteren A2 – toets B
Lu
A2
Digitaal examen
Cijfer
School
7
O
Elke deeltoets heeft weging 1
Schrijfvaardigheid, gesprekken voeren en spreken
IE Sc/Ge/Sp
+ omrekening naar cijfer vermelden
Deeltoetsen: IE Schrijfvaardigheid
Bloktoets Schrijven A2 Sc – toets B
A2
Vaardigheidstoets
O/V/G
School
3
O
IE Gesprekken voeren
Bloktoets Gesprekken A2 – toets B
Ge
A2
Vaardigheidstoets
O/V/G
School
9
O
IE Spreken
Bloktoets Spreken A2 – toets B
Sp
A2
Vaardigheidstoets
O/V/G
School
10
O
SAW leerjaar 1 cohort 2014-2017
27
Naam kwalificatie Crebocode kwalificatie Opleidingsvariant Toetsplan
: : : :
Maatschappelijke Zorg (niveau 3 en 4) en Pedagogisch Werk (niveau 3 en 4) PW: 92620, 92631 en 92632 / MZ : 92650, 92661 en 92662 Beroepsopleidende leerweg e 1 leerjaar (2014-2017)
Engels ontwikkelingsgericht (code: W4E1) Naam toets
Toetsinhoud
Toetscode
Vereist niveau
Beoordelingsvorm
Schaal
Context
Periode
Duur
K/O
Lezen A2
Bloktoets Lezen A2 – toets A
H2E003
A2
Vaardigheidstoets
Cijfer
School
1
O
Luisteren A2
Bloktoets Luisteren A2 – toets A
H2E004
A2
Vaardigheidstoets
Cijfer
School
2
O
IE Le/Lu
Elke deeltoets heeft weging 1
Engels ontwikkelingsgericht (code: H4E1) Lezen en luisteren
Cijfer
K
IE Lezen
Bloktoets Lezen B1 – toets B
Le
B1
Digitaal examen
Cijfer
School
8
K
IE Luisteren
Bloktoets Luisteren B1 Lu – toets B
B1
Digitaal examen
Cijfer
School
7
K
Elke deeltoets heeft weging 1
Schrijfvaardigheid, gesprekken voeren en spreken
IE Sc/Ge/Sp
+ omrekening naar cijfer vermelden
IE Schrijfvaardigheid
Bloktoets Schrijven A2 Sc – toets B
A2
Vaardigheidstoets
O/V/G
School
3
K
IE Gesprekken voeren
Bloktoets Gesprekken A2 – toets B
Ge
A2
Vaardigheidstoets
O/V/G
School
9
K
IE Spreken
Bloktoets Spreken A2 – toets B
Sp
A2
Vaardigheidstoets
O/V/G
School
10
K
Indien in het 2e jaar een niveau 3-opleiding gevolgd wordt, worden de toetsen van periode 7 en 8 vervangen door niveau-3 toetsen
SAW leerjaar 1 cohort 2014-2017
28
5.3 Heb ik mijn diploma behaald? Je hebt je diploma behaald, wanneer je: a. een voldoende hebt voor alle kwalificerende toetsen van het kwalificatiedossier (zie schema op deze bladzijde); b. gemiddeld voldoende staat voor loopbaan en burgerschap; c. voldoet aan de zak-/slaagregeling van Nederlands, MVT en rekenen:
Diplomering 2016-2017
Slaag-/zakbeslissing
driejarig traject: Van de eindcijfers voor Nederlands, Engels en rekenen mag er 1 onvoldoende zijn (niet lager dan 5), de overige cijfers minstens 6 Engels is op niveau 3 ontwikkelingsgericht
SAW leerjaar 1 cohort 2014-2017
29
Bijlage 1: Programmering onderwijstijd Programmering Onderwijstijd Cursusjaar 2014-2015
Naam opleiding: Pedagogisch Werk 3, Pedagogisch Werk 4, Maatschappelijke Zorg 3, Maatschappelijke Zorg 4 92620, 92631, 92632, 92650, 92661, Crebo: 92662 Cohort: 2014/2015 Niveau:
3/4
Leerweg:
BOL
Begindatum:
01-08-2014
Einddatum:
31-07-2017
Leerjaar 1
Periode
Uren in school
BPV
Totaal
1
280
0
280
2
280
0
280
3
40
250
290
4
251
0
251
851
250
1101
1
48
250
298
2
48
250
298
3
272
0
272
4
237
0
237
605
500
1105
1
264
0
264
2
264
0
264
3
48
225
273
4
43
225
268
Totaal
619
450
1069
Totale onderwijstijd
2074
1200
3274
Totaal
Leerjaar 2
Totaal
Leerjaar 3
Periodisering Periode 1 locatie A’foort, A’doorn, R’dam locatie Goes, Kampen Periode 2 Periode 3 Periode 4 locatie A’foort, A’doorn, R’dam locatie Kampen
SAW leerjaar 1
Begindatum: 8 september 2014
Einddatum: 21 november 2014
Begindatum: 01 september 2014 Begindatum: 24 november 2014 Begindatum: 16 februari 2015
Einddatum: 21 november 2014 Einddatum: 7 februari 2015 Einddatum: 1 mei 2015
Begindatum: 04 mei 2015
Einddatum: 10 juli 2015
Begindatum: 04 mei 2015
Einddatum: 03 juli 2015
30
cohort 2014-2017
Bijlage 2: Urentabellen
Lessentabel SAW Crebo 92620/92631/92632/92650/92661/92662 Leerjaar 1 2014-2015 Periode Periode Periode Periode Omschrijving Roostercode 1*** 2*** 3 4 Agressiehantering AHT 0 0 Burgerschap BUR 0 0 0 2 Beeldende Vorming* BVM 2 2 0 2 Engels ENG 2 2 0 2 Godsdienst GDT 2 2 2 2 Gesprek met de doelgroep GMD 2 2 0 2 Huishoudkunde HHK 3 3 Kennis van de doelgroep KVD 3 3 0 3 Muziek/Sport en Spel/Voordrachtskunst en MSV 4 4 0 5 audiovisuele vorming* Methodische MWB 0 0 3 0 Werkbegeleiding Nederlands NED 3 3 0 3 Omgaan met de doelgroep OMD 2 2 0 2 Rekenen REK 2 2 2 Studieloopbaanbegeleiding SLB 2 2 1 1 Tutor TUT 1 1 0 1 Werken aan projecten WAP 3 3 0 3 Gezond en wel ZGK 2 2 0 2 Basisvaardigheden zorg BSV 3 3 0 3 Totaal 35 35 5 35 BPV 250 * De opleidingsmanager bepaalt wat er aangeboden wordt ** Naast de geplande lesuren is er ook nog een slb-gespreksuur, dat niet is opgenomen in de lessentabel. *** in totaal vier keer per periode In blok 3 participeert Godsdienst en in blok 4 Nederlands in het project
SAW leerjaar 1
31
cohort 2014-2017
Bijlage 3: Beheersingsniveau Nederlands, Moderne Vreemde Talen en rekenen Beheersingsniveau Nederlands: Tussen haakjes de niveaus voor opleidingen op niveau 4, opleidingen op niveau 3 dienen 2F te behalen.
4F 3F 2F 1F
Lezen
Luisteren
Spreken
Schrijven
Gesprekken voeren
X (4) X X
X (4) X X
X (4) X X
X (4) X X
X (4) X X
Beheersingsniveau Moderne Vreemde Talen (alleen niveau 4):
B2 B1 A2 A1
Lezen
Luisteren
Spreken
Schrijven
Gesprekken voeren
X X X
X X X
X X
X X
X X
Beheersingsniveau Rekenen: Tussen haakjes de niveaus voor opleidingen op niveau 4, opleidingen op niveau 3 dienen 2F te behalen.
Getallen 4F 3F 2F
SAW leerjaar 1
X (4) X
Verhoudingen
Meten en meetkunde
X (4) X
X (4) X
32
Verbanden X (4) X
cohort 2014-2017