Onderwijs- en examenregeling MBO binnen de beroepsgerichte kwalificatiestructuur
Deel 1 COHORT 2015 – 2016 Versie 3.0
Geldend voor de opleidingen: -
Veehouderij niveau 3 en 4 2-jarig traject Paraveterinair niveau 4 Zorgbedrijf dierenhouderij niveau 3 en 4 Bloem&Design BBL niveau 4 Voeding BBL niveau 2, 3 en 4 Groene Detailhandel niveau 2 Entree opleiding Schagen Monteur mobiele werktuigen niveau 2 en 3 Gepubliceerd op 15 september 2015
Onderwijs- en examenregeling BKS mbo Vestiging mbo Alkmaar Voorzitter van de vestigingsexamencommissie Dhr. W.J. van Reenen Drechterwaard 10a 1824 EX Alkmaar Tel.: (072) 561 09 34 Vestiging mbo Hoorn Voorzitter van de vestigingsexamencommissie Mw. E.H.M. Welbedacht - Portegies Blauwe Berg 3 1625 NT Hoorn Tel.: (0229) 25 94 94 Vestiging mbo Schagen Voorzitter van de vestigingsexamencommissie Mw. A. Lugtig-Ouweltjes De Boomgaard 9 1741 MD Schagen Tel.: (0224) 21 27 25 Examensecretaris mbo (alle vestigingen) Dhr. C. (Cor) Kooi Drechterwaard 10a 1824 EX Alkmaar Tel: 06 - 55171293
[email protected] In deze onderwijs- en examenregeling (OER) staat informatie over de opzet en uitvoering van onderwijs en examens van het middelbaar beroepsonderwijs aan het Clusius College. Onderdeel van deze onderwijs- en examenregeling is het examenreglement en de opleidingsplannen, opgesteld per opleiding. Deze OER geldt voor de opleidingen die zijn gestart in de Beroepsgerichte kwalificatiestructuur (97…-nummers) vanaf 1 augustus 2015. Deze opleidingen werken niet binnen de Herziene kwalificatiestructuur mbo structuur zoals deze vanaf augustus 2015 geldt voor de overige opleidingen.
Vaststelling CEC (examenonderdelen) Vaststelling DR (onderwijsonderdelen) Publicatie Gewijzigd Gewijzigd
: 14 september 2014 : 14 september 2014 : 15 september 2014 : november 2015 (versie 2.0) : februari 2016 (versie 3.0)
Het bevoegd gezag, Dhr. G.P. Oud Lid College van Bestuur Voorzitter van de CEC mbo
Onderwijs- en examenregeling deel 1 cohort 2015-2016 BKS
Pagina 2 van 49
VERSIE UPDATE 2.0– 01-11-2015 3.0– 04-02-2016
REDEN Wijziging wetgeving Rekentoets. H5, blz. 19 Toevoeging referentieniveaus 2A,2ER en 3ER rekenen en plaatsing ervan op cijferlijst. Toevoeging bijlage 3 over gebruik woordenboeken
Onderwijs- en examenregeling deel 1 cohort 2015-2016 BKS
Pagina 3 van 49
1. INLEIDING ......................................................................................................................... 5 1.1 KWALIFICATIESTRUCTUUR ........................................................................................... 6 1.2 INRICHTING ONDERWIJSDEEL EN EXAMENDEEL ............................................................. 6 2. VEEL VOORKOMENDE BEGRIPPEN .............................................................................. 7 3. ONDERWIJS ...................................................................................................................... 8 3.1 OVERZICHT BEROEPSGERICHTE DEEL .......................................................................... 8 3.2 OVERZICHT AVO DEEL ................................................................................................. 9 3.3 VRIJE RUIMTE............................................................................................................ 10 4. DIPLOMERING EN DIPLOMA-EISEN............................................................................. 11 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
SPECIFIEKE EISEN ..................................................................................................... 11 GENERIEKE EISEN ..................................................................................................... 11 OVERIGE ONDERDELEN ............................................................................................. 12 DIPLOMERING ENTREEOPLEIDING .............................................................................. 12 DIPLOMA EN RESULTATENLIJST ................................................................................. 12 CERTIFICAATSUPPLEMENT ........................................................................................ 13 CERTIFICATEN EN GETUIGSCHRIFTEN ......................................................................... 13
5. EXAMINERING ................................................................................................................ 14 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
BEROEPSGERICHTE EXAMINERING: DE PROEVE VAN BEKWAAMHEID ........................... 14 AVO-EXAMINERING .................................................................................................... 19 NIET BEHALEN VAN EEN EXAMEN ............................................................................... 25 AFWEZIGHEID BIJ EEN EXAMEN .................................................................................. 26 KLACHT OF HEROVERWEGING OMTRENT EXAMENS ..................................................... 26 EXAMINERING BIJ LEER- EN LICHAMELIJKE BEPERKINGEN .......................................... 27 EXAMENREGLEMENT ................................................................................................. 27
6. AANWEZIGHEID, STUDIEVOORTGANG, STUDIEDUURVERLENGING ..................... 29 6.1 6.2 6.3 6.4
AANWEZIGHEID ......................................................................................................... 29 VERPLICHTE STUDIEVOORTGANG ............................................................................... 29 BINDEND STUDIEADVIES STARTCENTRUM .................................................................. 29 STUDIEDUURVERLENGING NA HET LAATSTE LEERJAAR ............................................... 29
BIJLAGE 1
BEGRIPPENLIJST ......................................................................................... 31
BIJLAGE 2
VERKLARING TAAL- EN REKENNIVEAUS ................................................. 35
BIJLAGE 3
BEOORDELINGSPROCEDURE VAN EEN PVB (MODEL 5) ....................... 38
BIJLAGE 4
EXAMENREGLEMENT MBO
Onderwijs- en examenregeling deel 1 cohort 2015-2016 BKS
Pagina 4 van 49
1.
Inleiding
In deze Onderwijs- en Examenregeling (OER) wordt informatie gegeven over het onderwijs en de examinering van de opleidingen die gestart zijn in 2015-2016 in de beroepsgerichte kwalificatiestructuur (BKS). Voor studenten die in 2015-2016 met een opleiding in de herziene kwalificatiestructuur (HKS) zijn gestart geldt een andere OER. Deze is te vinden op www.clusius.nl. Hoe zie je het verschil? Wanneer het nummer (CREBO) van je opleiding start met de cijfers 97..., dan volg je een opleiding in de beroepsgerichte kwalificatiestructuur (BKS) en is deze OER van toepassing voor jou. Wanneer het nummer (CREBO) van je opleiding start met de cijfers 25…, dan volg je een opleiding in de Herziene kwalificatiestructuur (HKS) en is deze OER niet van toepassing voor jou. De OER bestaat uit twee delen: -
Deel 1: Onderwijs- en examenregeling. Hierin staat informatie die voor alle studenten in dit cohort geldt (cohort is het jaar waarin de opleiding is gestart). De opzet en uitvoering van onderwijs en examens wordt uitgelegd. Hierbij hoort ook het Examenreglement, waarin de rechten en plichten van studenten en van het Clusius College bij examinering zijn vastgelegd.
-
Deel 2: Opleidingsplan. Dit plan is speciaal voor jouw opleiding geschreven. Hierin staan de specifieke modules en examens beschreven die jij gaat volgen. Hierin staat ook de globale planning van de modules en examens. Het opleidingsplan vind je op mijn.clusius.nl onder ‘opleidingsplannen’.
-
Bijlage: Bijlage 3 is het examenreglement en geldt voor alle mbo opleidingen.
De OER is bestemd voor studenten, docenten, teamleiders, leden van de vestigings- en centrale examencommissie en is geldig voor het cohort dat op het voorblad is vermeld. De OER is geldig voor de duur van je hele opleiding. Als je zou overstappen naar een andere mbo opleiding binnen het Clusius College, dan worden alle resultaten getoetst op geldigheidsduur en op de mogelijkheid van overname. De OER is te downloaden van de website van het Clusius College. Als zich wijzigingen voordoen in deze OER, dan worden deze opgenomen in de online versie van de OER. De meest actuele versie is dus te vinden op de website.
Onderwijs- en examenregeling deel 1 cohort 2015-2016 BKS
Pagina 5 van 49
1.1 Kwalificatiestructuur Deze OER geldt binnen de Beroepsgerichte kwalificatiestructuur (BKS). Hieronder volgt een korte uitleg over de OER en de BKS: Onderwijs- en examenregeling (OER) Deze OER is een officieel document met daarin de regeling met informatie over het onderwijs dat je volgt en de examens die je moet afleggen om je diploma te kunnen behalen. De OER is in de eerste plaats bedoeld voor jou als student, maar is ook geschikt als informatiebron voor docenten/begeleiders, ouders/verzorgers en praktijkopleiders uit het bedrijfsleven. Kwalificatiestructuur (KS) Een kwalificatie is een certificaat of diploma dat aangeeft voor welke inhoud en niveau examen is gedaan voor een beroep. Alle mbo-kwalificaties zijn ondergebracht in één bouwwerk dat men kwalificatiestructuur noemt. In de kwalificatiestructuur is weergegeven welke opleidingen er kunnen worden verzorgd door mbo-scholen. Er staan richtlijnen in over hoe deze opleidingen moeten worden opgezet. De opleiding moet aan deze richtlijnen voldoen. Bij beroepsgericht opleiden speelt leren in de praktijk een grote rol en is samenwerking met het bedrijfsleven belangrijk. De beroepsgerichte kwalificatiestructuur biedt volop mogelijkheden om in te kunnen spelen op de snelle ontwikkelingen in het bedrijfsleven. De structuur biedt ook ruimte om opleidingen aan te aanpassen aan regionale omstandigheden of de behoeften van bepaalde branches, zodat onderwijs en arbeidsmarkt beter op elkaar aansluiten. Tijdens jouw opleiding leer je veel over je eventuele (toekomstige) beroep. Zowel op school als op het leerbedrijf leer je wat je moet kennen en kunnen over de werkzaamheden in jouw beroepenveld en over het ontwikkelen van de juiste beroepshouding met daarbij behorend beroepsgedrag. Naast de theorie en praktijk die gericht zijn op het beroep, moet je aan het eind van je opleiding ook voldoen aan de diploma-eisen op het gebied van bijvoorbeeld taal en rekenen. Daarom krijg je hier ook les in. Van jou wordt verwacht dat je actief betrokken bent bij je eigen leerproces om je voor te bereiden op je examens. Examineren is niet iets ‘wat je overkomt’, maar de mogelijkheid om jezelf te kwalificeren voor een diploma. 1.2 Inrichting onderwijsdeel en examendeel Een opleiding is verdeeld in een onderwijsdeel en een examendeel. Het onderwijsdeel kun je, kort gezegd, opnieuw opdelen in twee delen. Het beroepsgerichte deel en het deel van algemeen vormend onderwijs (avo). Onder avo vallen altijd de vakken Nederlands, rekenen en loopbaan en burgerschap. Voor niveau 3 en 4 komt daar ook Engels bij. In zowel het beroepsgerichte deel als in het avo deel wordt gewerkt met thema’s of modules. De uitleg van een thema/module lees je in hoofdstuk 2.
Onderwijs- en examenregeling deel 1 cohort 2015-2016 BKS
Pagina 6 van 49
2.
VEEL VOORKOMENDE BEGRIPPEN
Een aantal begrippen op een rij: Mentor Gedurende je opleiding word je begeleid door een mentor. De mentor is je studiebegeleider tijdens het onderwijsleerproces. Met je mentor bespreek je de onderwijsactiviteiten en wat er van jou als student wordt verwacht. Ook je vorderingen worden met de mentor besproken. Samen maak je hierover afspraken. De mentor geeft je feedback op je functioneren op school en helpt je met het opstellen van je persoonlijk ontwikkelingsplan. Leeractiviteiten Gedurende je opleiding ga je aan de slag met de leeractiviteiten die genoemd staan in het opleidingsplan. De leeractiviteiten zijn beroepsgericht, algemeen vormend of vallen in de vrije ruimte. De leeractiviteiten kunnen verschillende vormen hebben, bijvoorbeeld het volgen van lessen of workshops, het uitvoeren van projecten of het leren op een leerbedrijf. Sommige activiteiten zijn individueel, andere zijn in groepsverband. Vrijwel alle activiteiten worden begeleid door een docent en/of een technisch onderwijsassistent. Thema’s/modules De leeractiviteiten zijn ondergebracht in thema’s of modules. Hierin staan alle resultaten die je kunt behalen binnen je opleiding. Deze thema’s/modules zijn vastgelegd in je opleidingsplan. In je opleiding heb je meerdere thema’s/modules. In de beroepsgerichte thema’s/modules behaal je alle bewijsstukken die je nodig hebt om uiteindelijk voorgedragen te kunnen worden voor het afleggen van de proeve van bekwaamheid (zie voor informatie proeve van bekwaamheid hoofdstuk 4). In de taal- en rekenmodules (avo-modules) verzamel je bijvoorbeeld de bewijzen dat je Nederlands schrijven op een bepaald niveau beheerst. Als je voldoet aan de gestelde eisen kun je voorgedragen worden voor je examen. Rapportage Om op de hoogte te blijven van je vorderingen en om je ouders/verzorgers regelmatig te informeren, wordt er minimaal tweemaal per jaar een overzicht gemaakt van je resultaten. Dit overzicht wordt opgestuurd naar je huisadres, op school uitgereikt of opgestuurd per e-mail. Op dit rapport worden de behaalde resultaten uit je thema’s/modules weergegeven. Ook kan je je resultaten tussentijds inzien via de webapplicatie Check It. Check It is bereikbaar via mijn.clusius.nl.
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 7 van 49
3.
ONDERWIJS
Het onderwijsdeel bestaat - kort gezegd - uit een beroepsgericht deel en een avo deel. Daarnaast zijn er een aantal vakken die vallen in de vrije ruimte. Het beroepsgerichte deel bestaat uit thema’s gericht op de beroepspraktijk en op de te ontwikkelen competenties. Avo bestaat in ieder geval uit het onderwijs voor Nederlands, rekenen en loopbaan en burgerschap. 3.1 Overzicht beroepsgerichte deel Het beroepsgerichte deel is gebaseerd op ‘kerntaken’, ‘werkprocessen’ en ‘competenties’. In het onderstaande blok lees je wat deze begrippen betekenen. In je opleidingsplan vind je de kerntaken, werkprocessen en competenties die voor jouw opleiding van belang zijn. Wat zijn kerntaken? Kerntaken zijn werkzaamheden die je in je beroep zelfstandig moet kunnen uitvoeren. Deze kerntaken komen een aantal keer in verschillende situaties aan bod. Kerntaken van een beroep bestaan meestal uit een aantal ‘werkprocessen’. Op de resultatenlijst bij je diploma staan de kerntaken met naam en oordeel vermeld. Wat zijn werkprocessen? Werkprocessen zijn activiteiten binnen een kerntaak. Werkprocessen hebben een begin en eind en zijn herkenbaar in de beroepspraktijk. Wat zijn competenties? Competenties vormen het geheel van kennis en vaardigheden waarmee je de juiste beroepshouding en het daarbij behorend beroepsgedrag laat zien. Competenties heb je nodig om je beroep uit te oefenen en in de maatschappij goed te functioneren. Competenties moet je beheersen om werkprocessen succesvol uit te kunnen voeren. In de examenstandaarden zijn competenties ‘vertaald’ in prestatie-indicatoren (pi). Wat zijn prestatie-indicatoren? Prestatie-indicatoren zijn een concrete omschrijving van competenties in de context van een werkproces. Een voorbeeld: De opleiding Dierverzorging niveau 2 bevat 2 kerntaken. Kerntaak 1 is 'Voert en verzorgt dieren'. Deze kerntaak bestaat uit meerdere werkprocessen, namelijk: 1.1 Draagt zorg voor voer- en watervoorziening 1.2 Verzorgt dieren 1.3 Monitort dieren 1.4 Hanteert dieren 1.5 Registreert en rapporteert Om deze werkprocessen goed te kunnen uitvoeren zijn meerdere competenties vereist. Competenties waarover de student bijvoorbeeld moet beschikken om werkproces 1.1 goed te kunnen uitvoeren zijn: E Samenwerken en overleggen F Ethisch en integer handelen K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten S Kwaliteit leveren T Instructies en procedures opvolgen Competentie T (= Instructies en procedures opvolgen) wordt in de context van werkproces 1.1 (= Draagt zorg voor voer- en watervoorziening) in de bijbehorende prestatie-indicator als volgt omschreven: ‘Hij voorziet de dieren van voer en water volgens de voor het bedrijf geldende zorgsystemen en past wettelijke richtlijnen en veiligheidsvoorschriften toe die gelden voor het werk’. Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 8 van 49
Economie & Bedrijf Op niveau 3 en niveau 4 volg je ook onderwijs over Economie & Bedrijf. In je opleidingsplan lees je welke onderdelen van Economie & Bedrijf in jouw opleiding aan bod komen. Beroepspraktijkvorming In het beroepsgerichte deel hoort ook beroepspraktijkvorming (BPV). Stage en leren op een leerbedrijf noemen we beroepspraktijkvorming (BPV). Er is sprake van BPV als er een praktijkovereenkomst (POK) is afgesloten tussen de student, het leerbedrijf en de school. Deze volledig ingevulde praktijkovereenkomst dient voor aanvang van je BPV ingeleverd te zijn op school. In de BOL leer je op school en wissel je de lessen af met bpv (stages) op verschillende bedrijven. In de BBL ga je 3 à 4 dagen in de week werken (werkend leren) en 1 à 2 dagen naar school. 3.2 Overzicht avo deel Onder algemeen vormend onderwijs (avo) valt taal, rekenen en Studie- en Loopbaanbegeleiding. Taal en rekenen is erg belangrijk binnen het mbo. Je hebt er elke dag mee te maken. Elke student krijgt daarom onderwijs in Nederlands, rekenen en loopbaan en burgerschap. Niveau 3 en 4 en MMW niveau 2/3 krijgen daarbij ook Engels. Nederlands en Engels wordt opgesplitst in vijf vaardigheden: lezen, luisteren, gesprekken voeren, spreken en schrijven. Tijdens de opdrachten en lessen kan er overlap in vaardigheden zijn. Voor rekenen volg je onderwijs in vier domeinen: getallen, verhoudingen, meten en meetkunde en verbanden. Er wordt voor taal en rekenen met modules gewerkt. Per module staat een bepaalde vaardigheid centraal. Tijdens een module krijg je les en maak je opdrachten volgens de studiewijzer. Voor de modules Nederlands, Engels en rekenen maakt het Clusius College gebruik van de methode van uitgeverij Deviant. Naast lesboeken heeft deze methode ook een digitale leeromgeving ‘Studiemeter’. Studie- en loopbaanbegeleiding (SLB) helpt bij het maken van de juiste beroeps- en/of opleidingskeuze. Het gaat er om dat je tijdens en door middel van het leerproces meer inzicht krijgt op je eigen kwaliteiten en ambities. Zo kan een beroepskeuze vroegtijdig bevestigd, aangescherpt of bijgesteld worden en kun je je kwaliteiten en ambities optimaal ontplooien in een meer passende leeromgeving. Reflectie op ervaringen en gemaakte keuzes is hierbij een belangrijk middel.. Binnen het programma van Studie- en Loopbaanbegeleiding wordt er samen met jou gekeken naar het ontwikkelperspectief op korte, middellange en lange termijn. Kennis hebben van en inzicht hebben in de huidige maatschappij is hierbij van belang. Onderdeel van SLB is loopbaan en burgerschap. Loopbaan en burgerschap is het geheel van houding, gedrag, kennis en vaardigheid dat je in combinatie met elkaar nodig hebt om te leren, te werken en om als burger in de maatschappij te kunnen staan. Loopbaan en burgerschap is zo belangrijk dat wettelijk is vastgesteld dat dit in het onderwijs moet worden geleerd. Voor ‘loopbaan’ is het belangrijk dat je jouw leerdoelen benoemt voor je eigen ontwikkeling, geschikte manieren van leren inventariseert, je eigen leerproces plant en uitvoert en de gekozen (passende) manier van leren evalueert. Daarnaast is het van belang dat je reflecteert op je eigen kwaliteiten en motivatie, je onderzoekt welk werk er is en wat bij je past, je je eigen loopbaan stuurt en acties onderneemt die daarbij nodig zijn. Dit alles doe je natuurlijk niet alleen. Tijdens leeractiviteiten wordt hier aandacht aan besteed door docenten.
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 9 van 49
‘Burgerschap’ is gericht op hoe je in de maatschappij staat. Welke mening heb je over bepaalde onderwerpen, hoe stel je je collegiaal op en hoe neem je deel aan diverse sociale netwerken. Hoe taal, rekenen en SLB wordt aangeboden gedurende jouw opleiding wordt aangegeven in je opleidingsplan. In paragraaf 5.2 lees je meer over de examinering en de diploma-eisen. 3.3 Vrije ruimte Naast het beroepsgerichte deel en avo is er ook ruimte voor z.g. ‘vrije ruimte’. In de vrije ruimte zijn activiteiten opgenomen die niet direct verband hoeven te hebben met het beroep waarvoor je wordt opgeleid. Wanneer vrije ruimte-activiteiten staan beschreven in je opleidingsplan moet je deze uitvoeren om je diploma te behalen. Voorbeelden van vrije ruimte-activiteiten zijn: helpen bij open dagen een specifiek ingevulde projectopdracht deelname aan een mini-onderneming activiteiten uit een ander vakgebied culturele activiteiten Na het afronden van een mbo opleiding niveau 4 kun je in principe doorstromen naar een hogere beroepsopleiding (hbo). In verband met de keuze van de activiteiten in de vrije ruimte is het van belang dat je zo spoedig mogelijk in je opleiding aangeeft of je door wilt studeren. Met een aantal hogescholen zijn afspraken gemaakt om versneld een opleiding te doorlopen. Je mentor/decaan kan je hierbij adviseren en begeleiden.
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 10 van 49
4.
DIPLOMERING EN DIPLOMA-EISEN
Om het diploma van je opleiding te halen moet je voldoen aan de diploma-eisen die gelden voor jouw opleiding. De diploma-eisen bestaan uit ‘specifieke’ eisen en ‘generieke’ eisen. Deze worden vermeld op de resultatenlijst. Op pagina 11 staat een voorbeeld van de resultatenlijst. 4.1 Specifieke eisen Specifieke eisen gaan over het betreffende beroep. Het is dus beroepsspecifiek. Deze eisen zijn als volgt: -
Kerntaken De belangrijkste dingen die je voor een beroep moet doen, noemen we kerntaken. Elke opleiding kent één of meer kerntaken die in de proeve van bekwaamheid worden geëxamineerd. Je kunt voor iedere kerntaak een goed, voldoende of onvoldoende scoren. Diploma-eis: elke kerntaak moet voldoende zijn.
-
Beroepspraktijkvorming De bpv-modules in je opleiding moeten met voldoende resultaat zijn afgesloten. In deze modules zijn de volgende diploma-eisen opgenomen: minimaal de vereiste bpvurennorm, de beoordeling van de praktijkopleider en de bpv-opdrachten waarin de koppeling met het onderwijsleerproces wordt gelegd. Diploma-eis: de bpv moet behaald zijn.
-
Wettelijke beroepsvereiste(n) De opleiding Dierenartsassistent Paraveterinair kent een zogenaamde ‘wettelijke beroepsvereiste’. Dit is een extra eis die de wet stelt aan het uitoefenen van het beroep. De opleidingen die deze eisen kennen zijn benoemd in paragraaf 5.1.4. Diploma-eis: voldaan hebben aan de wettelijke beroepsvereisten.
4.2 Generieke eisen De generieke eisen zijn door de overheid vastgesteld en gelden voor alle studenten van hetzelfde opleidingsniveau, ongeacht het beroep. Deze eisen zijn als volgt: -
Nederlandse taal en rekenen Je moet voldoen aan de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen. Voor niveau1 2 en 3 geldt referentieniveau 2F en voor niveau 4 geldt referentieniveau 3F. Aanvullend bestaat er voor rekenen de referentieniveaus 2A, 2ER en 3ER voor studenten met ernstige rekenproblematiek. De uitleg van de referentieniveaus staat in bijlage 2. Diploma-eis: de diploma-eisen voor Nederlands en rekenen verschillen per diplomajaar. Voor de slaag- en zakregeling en diploma-eis zie paragraaf 5.2.
-
Loopbaan en Burgerschap Voor Loopbaan en Burgerschap ben je verplicht het aangeboden programma te volgen en ook de opdrachten te maken. Je maakt hiervoor geen examen. Diploma-eis: Voldaan hebben aan de inspanningseisen.
-
Engels (Niveau 4)
1
Voor het Startcentrum geldt ook niveau 2F, maar het behalen van dit niveau telt niet mee voor de slaag/zakregeling.
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 11 van 49
Engels is voor niveau 4 een diploma-eis. Het taalbeheersingsniveau is volgens het Europees referentiekader als volgt: lezen en luisteren B1 en gesprekken voeren, spreken en schrijven A2. De uitleg van het Europees referentiekader staat in bijlage 2. Diploma-eis: Voor de zak-/slaagregeling en diploma-eis zie paragraaf 5.2. 4.3 Overige onderdelen Naast de specifieke en generieke examenonderdelen zijn er ook overige onderdelen die van belang kunnen zijn in de opleiding. Deze onderdelen maken dan deel uit van je opleidingsplan. Het Clusius College vindt bijvoorbeeld Engels voor niveau 3 belangrijk en biedt Engels aan als vast onderdeel van het opleidingsprogramma. Het resultaat van Engels op niveau 3 wordt vermeld in de kolom ‘Overige onderdelen’ op de resultatenlijst bij het diploma (zie paragraaf 4.5 Diploma en resultatenlijst). Voor de opleiding MMW geldt dit niet. Het resultaat van Engels en Duits bij MMW wordt niet getoond op de resultatenlijst bij het diploma. Voor studenten van de Entreeopleiding tellen Nederlands en rekenen niet mee voor de slaagen zakbeslissing. Mocht je niveau 2F hebben behaald voor Nederlands en/of rekenen, dan wordt dit in de kolom ‘Overig onderdelen’ getoond op de resultatenlijst. 4.4 Diplomering Entreeopleiding Aan het einde van het jaar doe je examen. Je krijgt het diploma als je het beroepsgerichte examen hebt gehaald, je bpv met een voldoende hebt afgesloten en hebt voldaan aan de opdrachten voor loopbaan & burgerschap. Heb je de onderdelen Nederlands en rekenen ook behaald, dan kun je door naar een mbo-opleiding op niveau 2. • Diploma zonder doorstroomrecht: je heb het diploma behaald en gaat op zoek naar werk. • Diploma met doorstroomrecht: je heb het diploma behaald, en ook Nederlands en rekenen, en stroomt door naar een mbo-opleiding op niveau 2. 4.5 Diploma en resultatenlijst De vestigingsexamencommissie oordeelt of jij voldoet aan de gestelde diploma-eisen en beslist of je een diploma krijgt. Op het diploma staat o.a. de opleiding, het mbo niveau en de datum van behalen van het examen. Bij het diploma wordt de resultatenlijst uitgereikt. Beide documenten teken je. Op de resultatenlijst staan de resultaten van de diploma-eisen. Hieronder staat een voorbeeld van de tabel met resultaten van de resultatenlijst. Examenonderdelen behorend bij de kwalificatie
Resultaat
Specifieke examenonderdelen Kerntaak 1 Beheert receptie en apotheek Kerntaak 2 Assisteert bij onderzoek, behandelingen en operatie Kerntaak 3 Voert en verzorgt gezonde dieren en begeleidt geboorteproces Kerntaak 4 Draagt zorg voor opgenomen dieren en verleent eerste hulp Hiermee is/zijn de proeve(n) van bekwaamheid behaald.
Voldoende Goed Voldoende Voldoende
Beroepspraktijkvorming De kandidaat heeft voldaan aan de wettelijke beroepsvereisten vermeld……. Generieke examenonderdelen Centraal examen: Nederlandse taal: Referentieniveau: 3F Instellingsexamen: Rekenen: Referentieniveau: 3F Centraal examen Engels
Taalbeheersingsniveau volgens het Europees referentiekader: - Luisteren en lezen: B1 - Gesprekken voeren, spreken en schrijven: A2
Loopbaan en Burgerschap
De kandidaat heeft voldaan aan de inspanningseisen.
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Behaald
6,7 6,9
7 (zeven) 9 (negen) 7 (zeven)
Pagina 12 van 49
Voor studenten van de Entreeopleiding TPL wordt Nederlands en rekenen niet getoond op de resultatenlijst als in bovenstaand voorbeeld. Nederlands en rekenen tellen niet mee voor de slaag- en zakbeslissing. Mocht je niveau 2F hebben behaald voor Nederlands en/of rekenen, dan wordt dit in een aparte kolom, ‘Overig onderdelen’ getoond op de resultatenlijst. Studenten die de rekentoets 2A, 2ER of 3ER maken, krijgen in plaats van 2F of 3F het referentieniveau 2A, 2ER of 3ER op de cijferlijst. Wanneer zowel een 3ER toets als een 3F toets is gemaakt of een 2A/2ER of 2F toets is gemaakt, geldt het volgende: Bij een 6 of hoger op 3F wordt dit resultaat getoond. Anders het hoogste cijfer op 3ER. Bij een 6 of hoger op 2F wordt dit resultaat getoond. Anders het hoogste cijfer op 2A of 2ER. 4.6 Certificaatsupplement Wanneer je je diploma hebt behaald, en je emigreert of je gaat werken in het buitenland, is het certificaatsupplement (Europass) een handig hulpmiddel. In het Engels wordt op dit document uitgebreid uitleg gegeven over welke vaardigheden en competenties je hebt opgedaan tijdens de opleiding. Erg handig voor bijvoorbeeld een sollicitatie. Dit supplement in het Engels wordt op jouw verzoek bijgevoegd bij je diploma. Je moet hier zelf om vragen bij het Examenbureau. 4.7 Certificaten en getuigschriften Bij een aantal opleidingen wordt er onderwijs aangeboden waarvoor een certificaat of Clusius getuigschrift behaald kan worden. Indien het behalen van een certificaat als een wettelijke beroepsvereiste in het kwalificatiedossier van een opleiding is opgenomen, is het examen en de kosten die het verkrijgen van het certificaat met zich mee brengt, inbegrepen in de opleidingskosten (zie paragraaf 5.1.4) Het is bij sommige opleidingen ook mogelijk om (buiten je opleidingsplan) er voor te kiezen (voor eigen rekening) een aanvullende cursus te volgen. Wanneer je een extra onderdeel/vak hebt afgerond, wordt dit of vermeld op de resultatenlijst of op een getuigschrift. Dit geldt ook voor het afronden van een onderdeel op een hoger niveau.
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 13 van 49
5.
EXAMINERING
Net als het onderwijsdeel is dit hoofdstuk opgesplitst in een beroepsgericht- en een avo deel. In 5.1 wordt de beroepsgerichte examinering uitgelegd en in 5.2 de avo-examinering. In 5.3 staat algemene informatie rondom examinering. 5.1 Beroepsgerichte examinering: de proeve van bekwaamheid Tijdens de proeve(n) van bekwaamheid (PvB) worden de kerntaken, werkprocessen en competenties die je gedurende de opleiding hebt eigen gemaakt, geëxamineerd. De PvB vindt plaats na het afsluiten van het daarbij horende deel van het portfolio. Aan de hand van een go/no go gesprek wordt bepaald of je op mag voor je examen. In dit hoofdstuk lees je meer over wat een PvB is en hoe examinering werkt. Informatie over de inhoud, inrichting en uitvoering van de examens van jouw opleiding, vind je in je opleidingsplan (deel 2 van de OER). Wat is een proeve van bekwaamheid? Een PvB is een uitgebreide opdracht in de beroepspraktijk. In het praktijkdeel moeten veel voorkomende en kenmerkende beroepshandelingen worden uitgevoerd en zijn er situaties opgenomen waarin het erg belangrijk is dat jij de juiste keuzes maakt bij het uitoefenen van je eventuele toekomstige beroep. Dit wordt de ‘kritische beroepssituatie’ genoemd. De PvB wordt bij niveau 3 en 4 opleidingen altijd afgesloten met een criteriumgericht interview (CGI). Dit is een afsluitend gesprek. Tijdens dit gesprek word je door assessoren bevraagd over je gemaakte keuzes en je interpretatie/analyse tijdens de proeve. Het CGI is dus geen mondeling examen over theoretische kennis of praktische vaardigheden, maar een verklaring van jou waarom je tijdens de proeve voor een bepaalde werkwijze hebt gekozen. Een proeve van het Startcentrum kent geen CGI. Tijdens je opleiding moet je één of meer PvB’s afleggen. Elke PvB moet je succesvol afronden om het diploma te behalen. Gedurende je opleiding ontvang je informatie over de inhoud en de beoordeling van de PvB. Per opleiding verschilt het aantal PvB’s dat je moet afleggen. In je opleidingsplan staat het aantal af te nemen proeven met naam, kerntaken en werkprocessen genoemd. Een beschrijving van de kritische beroepssituatie, inrichting, uitvoering en beoordeling van de proeve(n) kun je ook vinden via de website van het Clusius College. Kies: op het intranet “Mijn Clusius” → mbo Alkmaar/Hoorn/Schagen → examinering → proeve van bekwaamheid. Je mentor kan je daarbij helpen. Hoe komt het Clusius College aan de proeven van bekwaamheid (PvB)? De PvB’s worden gemaakt op basis van het kwalificatiedossier dat de inhoud vormt van het mbo beroepsonderwijs. De inhoud van die PvB’s wordt ontleend aan de kwalificatiedossiers. Zo heeft het groen onderwijs de handen ineen geslagen en een examenbank ingericht. In die examenbank staan alle PvB’s waar de meeste AOC’s gebruik van maken. Die examenbank waar alle PvB’s in zitten wordt “De groene standaard” genoemd en is de standaard van- en voor het groene onderwijs. De groene standaard wordt gevuld met examens en onderhouden en is erkend door het bedrijfsleven (werkgevers- en werknemersorganisatie). Het bedrijfsleven is nauw betrokken bij het maken, goedkeuren en onderhouden van deze examenstandaarden. Voor elke PvB is er een examenstandaard waarin een kritische beroepssituatie is beschreven. Bij de PvB wordt een authentieke of nagebootste praktijksituatie gezocht die zo veel mogelijk lijkt op de kritische beroepssituatie uit de examenstandaard. Ook de criteria waarop je beoordeeld wordt en bij welk resultaat de PvB behaald is, staan beschreven in de examenstandaard van je proeve.
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 14 van 49
De beoordeling van de PvB, zoals beschreven in dit hoofdstuk, vindt plaats volgens de Algemene toetstechnische eisen De groene standaard (zie bijlage 3). Toelating proeve van bekwaamheid In het opleidingsplan staat beschreven wat de verplichte onderdelen zijn om een PvB te mogen afleggen. Ook staat in je opleidingsplan vermeld wat de afnamemomenten zijn. Minimaal vier weken voor een afnamemoment ga je met je mentor in gesprek. Je bekijkt samen de stukken uit het portfolio. Indien deze gevuld is en je de competenties, kennis en vaardigheden beheerst die noodzakelijk zijn voor de desbetreffende PvB, dan vraagt de mentor de PvB aan. De teamleider geeft, in overleg met je mentor en het opleidingsteam, de definitieve Go (toestemming) voor het afleggen van de PvB. Organisatie van een proeve van bekwaamheid Als regel vindt de PvB op je BPV-bedrijf plaats maar het kan nodig zijn dat voor (een) bepaalde PvB (‘s) een ander bedrijf gezocht moet worden of dat de beroepssituatie op de (praktijk)school wordt gesimuleerd. De teamleider benoemt de eerste assessor. Een assessor is een beoordelaar bij een PvB. De eerste assessor organiseert jouw PvB. Je ontvangt van hem/haar een uitnodiging met daarin onder andere de startdatum, de duur van je PvB, de PvB afnamelocatie en de mee te nemen spullen en bewijzen. Om de uitnodiging te bevestigen moet een door jou getekende kopie terug naar de eerste assessor. Er zijn opleidingen waar de PvB op de (praktijk)school wordt afgenomen. In dat geval zijn de assessoren afkomstig van de betreffende (praktijk)school. Indien dit voor jouw opleiding geldt word je hierover geïnformeerd door je mentor of de teamleider. Assessoren Degenen die de proeven van bekwaamheid beoordelen noemen we ‘assessoren’. De assessoren van school hebben hiervoor een training gevolgd. Het assessorenteam bestaat minimaal uit de volgende assessoren: 1. eerste assessor: iemand uit het onderwijs, maar niet je mentor of iemand die nauw bij je leerproces betrokken is (geweest); 2. tweede assessor: iemand uit het bedrijfsleven met verstand van het vak, maar bij voorkeur niet je praktijkopleider op het leerbedrijf. Geen assessor kan zijn: 1. je mentor; 2. ouder/verzorger, (half)broer/-zus, oom/tante, neef/nicht (bloedverwanten t/m de vierde graad); 3. iemand met wie je een zodanige relatie hebt dat, naar de mening van de examencommissie, een goede en onpartijdige beoordeling niet mogelijk is. Verloop van een PvB Voor een PvB word je middels een opdracht in een (gesimuleerde) praktijkomgeving gebracht die zo dicht mogelijk bij de kritische beroepssituatie ligt zoals beschreven in het opleidingsplan. De assessoren beoordelen niet alleen het resultaat van je werk, maar ook hoe je je werk uitvoert, hoe je je gedraagt en hoe je bijvoorbeeld in een team functioneert. De assessoren willen weten of je ‘competent’ bent. Dit houdt in dat je naast het goed uitvoeren van de werkprocessen en het tonen van voldoende kennis en inzicht ook de juiste (beroeps-)houding en passend gedrag vertoont. De minimale beoordelingsduur en het aantal beoordelingsmomenten per assessor is afhankelijk van de lengte van de proeve en staan vermeld op het inrichtingsplan van jouw proeve.
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 15 van 49
Logboek Als een PvB langer dan één dag duurt, kan het handig zijn een logboek bij te houden. De 1e assessor beslist of er wel of niet een logboek bijgehouden moet worden. Het format van het logboek vind je op de Clusius portal onder Examinering MBO. Wanneer je het logboek gebruikt, noteer je na afloop van iedere werkdag de door jou uitgevoerde werkzaamheden. De tweede assessor geeft een kort oordeel over de uitvoering en/of resultaten van je werkzaamheden en plaatst daarbij zijn handtekening. Aan het eind van het praktijkdeel van de proeve lever je je logboek in bij de eerste assessor. De assessoren kunnen dit logboek betrekken bij hun beoordeling van de proeve en voor niveau 3 en 4 studenten bij het CGI. Aanvullend bewijsmateriaal Soms wordt bij de voorbereiding van de proeve of tijdens de proeve door (weers)omstandigheden duidelijk dat bepaalde werkprocessen en/of prestatie-indicatoren niet in de proeve beoordeeld kunnen worden. Meestal komt dat omdat de examenlocatie voor die werkprocessen/ prestatie-indicatoren niet geschikt is of omdat ze op het moment van de proeve niet voorkomen op de examenlocatie. Bij een proeve breng je dus soms aanvullend bewijsmateriaal in. Dat lever je op de examendag voor aanvang van het examen in bij de assessoren. De assessoren zullen dan eerst vaststellen dat deze producten/resultaten inderdaad van jou zijn en niet door iemand anders gemaakt zijn. De groene standaard bevat meer dan 50 opdrachten voor aanvullend bewijsmateriaal. Met handige inzet van aanvullend bewijsmateriaal levert dit voordelen als; elimineren van seizoeninvloeden en het terugbrengen van de druk op de afnameperiode van PvB’s. In de tekst van De Groene standaard staat over het gebruik van aanvullend bewijsmateriaal: “Het is ook mogelijk dat het aoc een eigen opdracht gebruikt.” Een eigen gemaakte opdracht moet wel aan kwaliteitseisen voldoen. Daarom moet de opdracht in de VEC worden vastgesteld en worden opgenomen in het opleidingsplan. Vervolgens kunnen ze deze producten/resultaten gebruiken bij de beoordeling van de proeve. Het op deze wijze inbrengen van aanvullend bewijsmateriaal voor de proeve is aan bepaalde regels gebonden. De kernactiviteiten, zoals beschreven in de kritische beroepssituatie van de examenstandaard, zullen altijd in de proeve moeten plaatsvinden. En deze zullen dus ook in de proeve beoordeeld moeten worden. In het inrichtingsplan zal concreet moeten worden aangegeven welke producten als aanvullend bewijsmateriaal ingebracht worden in de proeve. Criteriumgericht interview (CGI) Voor niveau 3 en 4 studenten maakt het criteriumgericht interview onderdeel uit van de beoordeling van de PvB. Het interview vindt plaats na afloop van het praktijkdeel en wordt afgenomen volgens de STAR(T) methode. Deze methode is als volgt: STAR(T) ▼
Mogelijke vragen
Situatie
Benoem een concrete situatie uit het praktijkdeel van de proeve. De assessoren kunnen tijdens de uitvoering van het praktijkdeel zelf een concrete situatie gezien hebben. Ze kunnen jou ook vragen een situatie te benoemen, bijvoorbeeld door je te vragen: Wanneer vond je het spannend worden? Wanneer liep het anders dan je had verwacht? Maar ook: Wanneer liep het juist beter dan je had verwacht?
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 16 van 49
Taak
Wat was jouw taak in deze situatie?
Actie
Andere vragen die de assessoren hierbij kunnen stellen: Waarom was het belangrijk om deze taak uit te voeren? Was er (g)een reden om je taak te wijzigen? Wat was de taak van andere betrokkenen (collega’s)? Welke actie heb je in deze situatie ondernomen om je taak uit te voeren? Andere vragen die de assessoren hierbij kunnen stellen: Waarom heb je die acties uitgevoerd? En waarom in die volgorde? Hoe heb je onverwachte zaken aangepakt en waarom op die manier? Hoe reageerden anderen op jouw actie? En hoe ben je hiermee omgegaan?
Resultaat en Reflectie
Transfer
Wat was het resultaat van jouw acties in deze situatie? Andere vragen die de assessoren hierbij kunnen stellen: Waarom was dit het resultaat? Op welke wijze had het resultaat verbeterd kunnen worden? Hoe kijk je terug op wat er in deze situatie is voorgevallen? Op welke andere manier had je de situatie kunnen aanpakken? Wat vond je van de rol van je collega’s in deze situatie? Transfervragen zijn om te achterhalen of je met nieuwe, onverwachte situaties kunt omgaan. Bij die vragen wordt vaak de volgorde van STAR gevolgd (nieuwe situatie, jouw taak, welke acties, wat is dan het resultaat)
Stel je voor….(de alternatieve situatie)….Wat zou je dan doen? En waarom? Waarin verschilt … (de alternatieve situatie) …. van de situatie zoals die in je proeve voorkwam.
Bepaling resultaat van de proeve De assessoren komen na de proeve gezamenlijk tot één eindoordeel. De beoordeling van de proeve vindt plaats volgens onderstaande beoordelingsprocedure. a. De beoordeling vindt plaats door twee assessoren, bij voorkeur een schoolassessor en een bedrijfsassessor. Zij wonen de uitvoering van het praktijkdeel (gedeeltelijk) bij en voeren, indien van toepassing, samen een criteriumgericht interview met de student. b. Alle werkprocessen worden beoordeeld aan de hand van de prestatie-indicatoren zoals die in het beoordelingsformulier vermeld staan. c. Sommige prestatie-indicatoren zijn onderwerp van gesprek tijdens het criteriumgericht interview. Het beoordelingsformulier geeft aan om welke prestatie-indicatoren het hierbij gaat. d. In het beoordelingsformulier is aangegeven wanneer een werkproces voldoende is en wanneer de student voor de proeve is geslaagd (de cesuur). Assessoren zijn verplicht om een onvoldoende werkproces toe te lichten. e. Op het beoordelingsformulier geven de assessoren het resultaat voor elke kerntaak (goed, voldoende, onvoldoende) en het resultaat van de proeve aan (goed, voldoende , onvoldoende) de proeve. f. Soms worden er aanvullende producten uit het examendossier van de student ingebracht als bewijsmateriaal voor de proeve. In dat geval stellen de assessoren de echtheid (de authenticiteit) van het product vast en kunnen ze het gebruiken bij hun beoordeling. g. Bij proeven die langer dan één werkdag duren, geldt het volgende: Als de assessoren zelf niet alles hebben kunnen observeren, kunnen ze de begeleider bij de proeve om aanvullende informatie vragen over het verloop van de proeve. Hierbij wordt ook het logboek geraadpleegd. Deze informatie kunnen de assessoren gebruiken bij hun beoordeling. Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 17 van 49
h. De assessoren verklaren aan het eind van de proeve of de beoordeling van de proeve is uitgevoerd volgens het Inrichtingsplan. Als dit niet zo is, geven zij aan wat er niet volgens plan is beoordeeld. Zij stellen dan geen resultaat voor de proeve vast. De examencommissie zoekt zo mogelijk een aanvullende of vervangende examenopdracht en/of stelt het definitieve resultaat vast. Afronding van de beoordeling a. Het resultaat van de proeve van bekwaamheid wordt vastgelegd op het beoordelingsformulier, waarna de assessoren voor dit resultaat tekenen. b. De deelnemer ondertekent het beoordelingsformulier voor kennisname van het resultaat van de proeve van bekwaamheid. De deelnemer ontvangt hiervan een kopie. c. De eerste assessor levert het volledig ingevulde beoordelingsformulier binnen twee werkdagen in bij de teamleider. Definitieve uitslag De eerste assessor levert de beoordelingsformulieren in bij de teamleider van de opleiding. Zij bespreken het verloop van de beroepsproeve en de voorlopige uitslag. Indien de teamleider van oordeel is dat de proeve rechtmatig is verlopen, stelt hij de definitieve uitslag vast. Wordt de voorlopige uitslag binnen 15 werkdagen niet herzien door de teamleider, dan is de voorlopige uitslag definitief. Dus als je binnen 15 werkdagen na het ontvangen van je voorlopige uitslag geen ander bericht ontvangt, dan ben je geslaagd voor de beroepsproeve. Kerntaken in meerdere proeven Bij een aantal opleidingen komen (delen van) kerntaken in meerdere proeven voor. Om in die gevallen tot het eindoordeel ‘Goed’ voor de gehele kerntaak te komen moet men gebruikmaken van een tabel met daarin per proeve het oordeel per kerntaak. Deze tabel is op www.examenstandaard.nl te vinden bij de examenopbouw van de betreffende uitstroom. Wanneer niet voldaan wordt aan dit schema is geen eindoordeel ‘Goed’ mogelijk voor de gehele kerntaak. Zie voorbeeld 97490 Specialist natuur en vormgeving cohort 2012-2013 (Opleiding Bloem en In& Outdoor styling niveau 4). De nummers 490-1 en 490-2 verwijzen naar twee proeven van bekwaamheid. Alle kerntaken die in het schema genoemd zijn komen in beide proeven voor.
N.B. Wanneer een kerntaak of deel van een kerntaak in een PvB onvoldoende is, is het examen (de PvB) niet behaald. Zie ook hoofdstuk 5, pagina 17 in het blok “Wanneer ben je geslaagd voor een proeve”.
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 18 van 49
5.2 Avo-examinering Examinering van algemeen vormend onderwijs (avo) bestaat uit examinering voor Nederlands, rekenen, Engels en Duits. Elke student maakt examens voor Nederlands en rekenen. Volg je een opleiding op niveau 3 of 4? Dan krijg je daarbij ook Engels. In de opleiding MMW krijg je ook Duits en op niveau 2 ook Engels. Aanduiding avo-onderdelen Binnen het Clusius College gebruiken we bepaalde woorden voor de volgende onderdelen: Aanduiding Vaardigheden Subvaardigheden Domeinen
Te gebruiken voor Nederlands, Engels, Duits en rekenen de afzonderlijke delen van Nederlands/Engels de afzonderlijke delen van rekenen
Voorbeeld Op de resultatenlijst zijn de vaardigheden Nederlands, Engels, Duits en rekenen opgenomen. Nederlands en Engels kennen de subvaardigheden lezen, luisteren, gesprekken voeren, spreken en schrijven. De vaardigheid rekenen is opgebouwd uit de domeinen gehele getallen, gebroken getallen, verhoudingen, meten/meetkunde en verbanden.
Nederlands en rekenen Voor Nederlands maak je examens op vijf sub-vaardigheden: luisteren, lezen, gesprekken voeren, spreken en schrijven. Sommige sub-vaardigheden worden in één examen afgenomen; zoals luisteren en lezen, maar soms ook gesprekken voeren en spreken. Voor rekenen maak je één examen waarin de volgende domeinen worden getoetst: getallen, verhoudingen, meten en meetkunde en verbanden. Het niveau van Nederlands en rekenen wordt aangeduid in een cijfer en een letter. Dit is het beheersingsniveau volgens het Referentiekader taal en rekenen2. Het volgende beheersingsniveau is van toepassing voor taal: Entree-opleiding en niveau 2 en 3: 2F niveau 4: 3F Voor rekenen bestaan er meerdere beheersingsniveaus: Entree-opleiding en niveau 2: 2A, 2F en 2ER niveau 3: 2F en 2ER niveau 4: 3F en 3ER Engels Je maakt examens op vijf sub-vaardigheden: luisteren, lezen, gesprekken voeren, spreken en schrijven. Sommige sub-vaardigheden worden samen in één examen afgenomen; zoals luisteren en lezen. Het kan ook voorkomen dat gesprekken voeren en spreken samen worden geëxamineerd. Het niveau van Engels wordt aangeduid in een letter en een cijfer. Dit is het taalbeheersingsniveau volgens het Europees referentiekader3. Engels is op niveau 4 een diploma-eis. Het volgende beheersingsniveau is van toepassing: luisteren en lezen: B1 gesprekken voeren, spreken en schrijven: A2. Engels is op niveau 3 geen diploma-eis, maar een eis die het Clusius College stelt. Het volgende beheersingsniveau is van toepassing: 2 3
In bijlage 2 is een verklaring van de taal- en rekenniveaus opgenomen In bijlage 2 is een verklaring van de taal- en rekenniveaus opgenomen
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 19 van 49
luisteren, lezen, gesprekken voeren, spreken en schrijven: A2.
Engels, alleen de subvaardigheid lezen, is voor de opleiding Mobiele werktuigen niveau 2 en 3 een diploma-eis. Op niveau 2 maak je één examen voor lezen op taalbeheersingsniveau A1. Duits Duits is voor de volgende opleidingen een vast onderdeel van de opleiding: - Monteur Mobiele Werktuigen - niveau 2 en 3, alleen lezen. Je maakt hiervoor één examen voor de sub-vaardigheid lezen op het taalbeheersingsniveau A1. Loopbaan en burgerschap Voor loopbaan en burgerschap volg je de activiteiten in het Studie- en loopbaanprogramma (SLB). Het gaat erom of je voldaan hebt aan deze activiteiten. Er wordt voor loopbaan en burgerschap geen examen afgelegd. Overzicht examens, hoe het cijfer tot stand komt en slaag- en zakbeslissing In de overzichten op de volgende drie pagina’s staat per niveau en diplomeringsjaar (het jaar waarin je je diploma gaat halen) de examens, hoe je cijfer tot stand komt en de slaag-en zakbeslissing. Op pagina 22 worden de examens toegelicht. Wanneer staat aangegeven dat de VEC (Vestigingsexamencommissie) besluit, betekent dit dat de VEC gaat kijken of jij aan de voorwaarden hebt voldaan om toch te kunnen diplomeren bij het niet behalen van het gevraagde resultaat. Zo kijkt de VEC of je geëxamineerd bent en bij het niet behalen van het examen ook herexamen hebt gedaan.
Wijziging november 2015: Gewijzigde regelgeving rekenen In oktober 2015 is in de Tweede Kamer besloten dat het rekenexamen in het mbo de komende jaren nog niet zal meetellen voor diplomering. Maar: De studenten moeten het centraal examen rekenen wel afleggen. Het resultaat wordt vermeld op de resultatenlijst bij het diploma. Het resultaat heeft geen gevolgen voor doorstroom van het mbo naar het hbo. Zodra het resultaat gaat meetellen in het gehele vo, zal bepaald worden wanneer het resultaat in het mbo gaat meetellen. Het uitgangspunt daarbij is dat dit vier studiejaren later is dan het studiejaar waarin het meetelt in het gehele vo. Echter, indien de resultaten in het mbo dit toelaten, kan besloten worden dat dit al eerder gebeurt. Dit besluit zal dan ruim van tevoren worden genomen en gecommuniceerd. In onderstaande overzichten, de slaag- en zakregeling, is deze gewijzigde regelgeving opgenomen.
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 20 van 49
Vervolg paragraaf 5.2 Taal en reken slaag-/zakbeslissing
Niveau 4
Niveau 2 en niveau 3
Entree-opleiding
Nederlands en rekenen in de Entree, niveau 2, 3 en 4. Engels in niveau 4 Diplomeringsjaar:
2015 – 2016
2016 – 2017
2016 – 2017 2017 – 2018 2018 – 2019
Examens
Hoe komt het cijfer tot stand?
Slaag- en zakbeslissing
Nederlands 2F: pilot centraal examen voor luisteren en lezen. Instellingsexamen voor gesprekken voeren, spreken en schrijven.
Het cijfer van het pilot centraal examen wordt gemiddeld met het gemiddelde van de drie instellingsexamens tot één heel eindcijfer (van 1 – 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlands.
De vijf Nederlandse vaardigheden en rekenen moeten zijn geëxamineerd.
Rekenen 2A/2F/2ER: pilot centraal examen.
Het cijfer van het examen is het eindcijfer rekenen (heel cijfer van 1 – 10).
Nederlands 2F: centraal examen voor luisteren en lezen. Instellingsexamen voor gesprekken voeren, spreken en schrijven.
Het cijfer van het centraal examen wordt gemiddeld met het gemiddelde van de drie instellingsexamens tot één heel eindcijfer (van 1 – 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlands.
Rekenen 2A(alleen voor niveau 2) 2F/2ER: centraal examen
Het cijfer van het centraal examen is het eindcijfer rekenen (heel cijfer van 1 – 10).
Nederlands 3F: centraal examen voor luisteren en lezen. Instellingsexamen voor gesprekken voeren, spreken en schrijven.
Het cijfer van het centraal examen wordt gemiddeld met het gemiddelde van de drie instellingsexamens tot één heel eindcijfer (van 1 – 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlands.
Engels: (pilot) centrale examen* B1 voor luisteren en lezen. Instellingsexamen A2 voor gesprekken voeren, spreken en schrijven.
Het cijfer van het (pilot) centraal examen* wordt gemiddeld met het gemiddelde van de drie instellingsexamens tot één heel eindcijfer (van 1 – 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Engels.
Rekenen 3F/3ER: centraal examen
Het cijfer van het centraal examen is het eindcijfer rekenen (heel cijfer van 1 – 10).
(Bij minimaal een 6 voor Nederlands is doorstroom naar mbo niveau 2 mogelijk)
Het eindcijfer Nederlands mag niet lager zijn dan een 5.
Het eindcijfer rekenen mag niet lager zijn dan een 5. Indien niet behaald, wordt student besproken in de VEC. Van de eindcijfers voor Nederlands en Engels mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan afgerond een 5), het andere eindcijfer moet afgerond ten minste een 6 zijn.
Het eindcijfer rekenen mag niet lager zijn dan een 5. Indien niet behaald, wordt student besproken in de VEC.
* Voor Engels wordt vanaf schooljaar 2017-2018 centrale examinering ingevoerd. Dan wordt voor luisteren en lezen het centraal examen afgenomen. In de diplomajaren daarvoor wordt een pilot van het centraal examen afgenomen. Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 21 van 49
Engels niveau 2 en 3 – LET OP: alleen als Engels een vast onderdeel is van je opleiding. Zie paragraaf 5.2 Avo-examinering!
Niveau 2 MMW
Niveau 3
Diplomeringsjaar:
Alle jaren
Alle jaren
Examens
Hoe komt het cijfer tot stand?
Creta examens A2 voor luisteren en lezen Instellingsexamen A2 voor gesprekken voeren, spreken en schrijven.
Voor elk examen behaal je een cijfer met één decimaal. De cijfers van de examens worden met elkaar gemiddeld tot een cijfer met één decimaal. Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Engels.
Creta examen voor lezen op niveau A1
Voor het examen behaal je een cijfer met één decimaal.
Slaag- en zakbeslissing De vijf vaardigheden moeten zijn geëxamineerd. Het eindcijfer Engels mag niet lager zijn dan een 5,5. Indien niet behaald, besluit de VEC. Aanvullende eis voor de opleiding mobiele werktuigen niveau 3: het examen lezen moet met minimaal een 5,5 zijn behaald. Het examen lezen moet met minimaal een 5,5 zijn behaald.
Duits : Monteur Mobiele Werktuigen (MMW) niveau 2 en 3
MMW
Diplomeringsjaar: Alle jaren
Examens
Hoe komt het cijfer tot stand?
Slaag-/zakbeslissing
Instellingsexamen voor lezen op niveau A1.
Voor het examen behaal je een cijfer met één decimaal.
Het examen lezen moet met minimaal een 5,5 zijn behaald.
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 22 van 49
Toelichting examens In het overzicht op de vorige drie pagina’s staan verschillende examens vermeld. De examens verschillen van elkaar in duur en afnamevorm. In deze paragraaf wordt hierop een toelichting gegeven. Het resultaat voor een taal- of rekenexamen wordt uitgedrukt in een cijfer. Het cijfer genoemd in de kolom slaag- en zakbeslissing is het cijfer na afronding. Als dus een eindcijfer voor een vak moet worden bepaald dan worden de delen gemiddeld en daarna op een geheel getal afgerond. Is na de berekening de eerste decimaal een vijf of hoger, dan één omhoog. Is die een vier of lager, dan wordt het cijfer ‘afgekapt’. Voorbeeld: 5,3 en 5,6 samen is gemiddeld: 5,45. Dit wordt dus een 5. Voorbeeld: 6,1 en 7,0 samen is gemiddeld: 6,55. Dit wordt dus een 7. Voorbeeld: 4,4 en 5,1 samen is gemiddeld: 4,75. Dit wordt dus een 5. Centraal examen (CE) en pilot centraal examen (P-CE) Het centraal examen is een landelijk centraal examen. Het examen is ontwikkeld door het Cito en op alle mbo scholen worden deze examens afgenomen. Voor enkele opleidingen is het examen nog een ‘test’. Z’n test heet een ‘pilot’. Het gebruik van een pilot centraal examen is nog niet verplicht gesteld door de minister, maar het geeft scholen de mogelijkheid ervaring op te doen met deze manier van examineren. Een pilotexamen is wel een echt examen. Het voldoet aan de gestelde eisen en telt mee voor het behalen van je diploma. Waar in de voorgaande schema’s bij Nederlands en rekenen geen ‘pilot’ meer staat, maar ‘centraal examen’, is de pilotfase afgelopen. Dan mag het Clusius College alleen nog dit examen aanbieden. Met het centraal examen worden de Nederlandse sub-vaardigheden luisteren en lezen en alle domeinen van rekenen geëxamineerd. Deze examens maak je op de computer. Het centraal examens Nederlands en rekenen op niveau 2F duren beide 90 minuten. Het centraal examen Nederlands en rekenen op niveau 3F duren beide 120 minuten. Het centraal examen rekenen op niveau 2A duurt 90 minuten Het centraal examen rekenen op niveau 2ER duurt 120 minuten. Het centraal examen rekenen op niveau 3ER duurt 150 minuten Om in aanmerking te komen om de rekentoetsen 2ER, 3ER of 2A te mogen maken, moet er een dossier worden opgebouwd waaruit blijkt dat afwijking van de 2F of 3F toets noodzakelijk is. Voor Engels wordt vanaf schooljaar 2017-2018 centrale examinering ingevoerd. Dan wordt voor lezen en luisteren het centraal examen afgenomen. In het diplomajaar daarvoor is het mogelijk dat een pilot van het centraal examen of een Creta examen wordt afgenomen. De VEC besluit hierover. Een centraal examen mag pas worden afgenomen als ten minste de helft van de voor jou geldende studieduur is verstreken. Dit geldt niet bij een opleiding van 12 maanden of korter (Entreeopleiding). Instellingsexamen Een instellingsexamen is een examen dat door het Clusius College zelf is ontwikkeld of is ingekocht. De centrale examencommissie stelt deze examens vast. Voor de sub-vaardigheden gesprekken voeren, spreken en schrijven van Nederlands en Engels koopt het Clusius College de examens in bij Uitgeverij Deviant. Voor alle sub-vaardigheden van Duits koopt het Clusius College de examens in bij bureau ICE. Creta examen Creta staat voor Collectieve Reken- en Taaltoetsen AOC’s. Dit zijn examens die in samenwerking met meer AOC’s met ondersteuning van het Cito zijn gemaakt.
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 23 van 49
Het zijn digitale examens die je dus op de computer maakt. Voor rekenen 2F duurt het examen 90 minuten. De Engelse sub-vaardigheden luisteren en lezen kunnen zowel afzonderlijk als gezamenlijk worden geëxamineerd. De examencommissie besluit welk examen je maakt. Een examen Engels luisteren duurt 50 minuten en een examen Engels lezen duurt 75 minuten.
Moment van afname taal- en rekenexamens De examenperioden worden bepaald door de VEC. In oktober wordt de avo-examenplanning van dat schooljaar bekend gemaakt. Je ontvangt tien dagen voorafgaand aan het examen een uitnodiging per e-mail voor deelname aan een examen. De Creta-examens en de centrale examens vinden plaats in landelijk vastgestelde perioden. Geldigheidsduur taal- en rekenexamen De geldigheidsduur van een taal- en rekenexamen is twee jaar. Het pilot centraal examen (CE) is hierop een uitzondering. De volgende regels gelden: - Een voldoende resultaat op een pilot examen kan meegenomen worden naar het diplomajaar, mits examinering in het tweede deel van de opleiding heeft plaatsgevonden. - Bij eventuele studievertraging blijft het voldoende resultaat geldig (binnen dezelfde opleiding). - Bij een overstap naar een andere opleiding/niveau, vervalt de voldoende voor de pilot en moet de student deelnemen aan het CE (een cijfer op het pilotexamen kan alleen meegenomen worden binnen dezelfde opleiding). Gebruik woordenboeken bij taal- en rekenexamens Bij de afname van de centrale examens Nederlandse taal, Engels en rekenen (2F, 3F en bij 2A, 2ER en 3ER) is het gebruik van een eendelig verklarend Nederlands woordenboek toegestaan. Een digitaal woordenboek is niet toegestaan. Bij de ontwikkeling van de examens blijft het uitgangspunt dat de deelnemer geen woordenboek hoeft te gebruiken. De 'standaard' is een gewoon eendelig papieren verklarend woordenboek bij de centrale examens Nederlands, rekenen en de pilot examens Engels. Je mag dus bij het CE en de Pilot Engels een eendelig papieren woordenboek gebruiken. De examencommissie heeft bepaalt dat de deelnemer het woordenboek zelf meeneemt, echter zonder enige aantekening of toevoeging. Het woordenboek kan tijdens het examen worden gecontroleerd door de toetsleider/surveillant. Toegestaan is een gewoon eendelig verklarend woordenboek. Bij het vak Nederlands: een verklarend woordenboek Nederlands. Bij het vak Engels: een Engels-Nederlands en/of een Nederlands-Engels woordenboek. Bij het vak Duits: een Duits-Nederlands en/of een Nederlands-Duits woordenboek. Een digitaal woordenboek (Nederlands of Engels) is niet toegestaan. Ook een vertaalcomputer mag dus niet. Een redelijke woordenschat is een van de onderliggende exameneisen bij Nederlands, en met een digitaal woordenboek wordt die eis niet meer getoetst. Bij welk examen wel een woordenboek en welk examen niet? Centraal Examen Nederlands (Le/Lu), Engels (Le/Lu) en Rekenen: Gebruik van een woordenboek toegestaan. Instellingsexamen Duits lezen/luisteren en schrijven: Gebruik van een woordenboek toegestaan. Instellingsexamens Engels A2 en B1 lezen/luisteren voor de Niveau 2 en 3 opleidingen CRETA: Gebruik van een woordenboek NIET toegestaan.
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 24 van 49
Instellingsexamens Nederlands en Engels schrijven: Gebruik van een woordenboek NIET toegestaan. Kwaliteit examens De centrale examencommissie is voortdurend bezig de examens en de processen daaromheen te verbeteren. Zo worden alle examens ingekocht bij examenleveranciers die volgens de inspectie van het onderwijs goed zijn. Ook doet de CEC dit door o.a. examens te bezoeken. Dit kan een beroepsproeve of subvaardigheid van een avo-examen zijn. De bezoeken worden uit praktische overweging niet aangekondigd. 5.3 Niet behalen van een examen Als je een examen, bijvoorbeeld taal- of rekenexamen of proeve van bekwaamheid, niet hebt behaald, moet je de kennis en/of vaardigheden die onvoldoende zijn gebleken, verder ontwikkelen. Wanneer jij deze voldoende hebt ontwikkeld, toon je dit met bewijsstukken aan. Je krijgt dan de gelegenheid om het bepaalde examen opnieuw te maken. Je hebt hiervoor één herkansingsmogelijkheid. Per examen geldt dus één herkansingsmogelijkheid. Voor een taal- en rekenexamen geldt dat je bij een onvoldoende resultaat altijd een herkansing moet maken. Er kan niet worden volstaan met het invullen van een naam en datum op het examenprotocol, maar de inspanning moet daadwerkelijk worden aangetoond. Indien niet alle kansen benut zijn, zal de vestigingsexamencommissie (VEC) besluiten welke actie ondernomen moet worden en of je wel/niet gediplomeerd kan worden. De vakdocent adviseert de VEC hierover. Wanneer er redenen zijn dat een herkansing niet gebruikt kan worden, moet je dit gemotiveerd aangeven bij de VEC. Dit moet je minimaal vier maanden voor de verwachte einddatum van je opleiding gedaan hebben. De VEC neemt hierover een besluit en deelt dit schriftelijk aan je mee. In uitzonderlijke gevallen kan de VEC besluiten om een tweede herkansing te geven. Indien het examen door eigen toedoen niet is afgenomen, wordt het afnamemoment van het examen toch gezien als officieel afnamemoment. Voorbeelden hiervan zijn: je hebt je niet aan de afspraken gehouden door bijvoorbeeld te laat te komen, de gevraagde spullen niet meegenomen, je hebt je spullen niet op orde of je bent zonder geldige reden of af bericht niet verschenen. De kosten die hier mee gemoeid zijn, het organiseren en afnemen van de herkansing, kunnen in dit geval bij jou in rekening worden gebracht (zie voor richtlijn kosten paragraaf 5.4). Tweede herkansing De mogelijkheid om een tweede keer te herkansen voor een PvB is slechts één keer tijdens je opleiding mogelijk. Het voor een tweede keer herkansen van een taal- of rekenexamen kan alleen in bijzondere gevallen. Voor elke tweede herkansing besluit de VEC. Wanneer je verwacht voor een tweede herkansing in aanmerking te komen, moet je dit gemotiveerd aanvragen bij de examensecretaris, C. Kooi. Dit kan per e-mail:
[email protected]. Je noemt in je motivatie je reden(en). Mogelijk worden er kosten in rekening gebracht voor het tweede maal herkansen (zie voor richtlijn kosten paragraaf 5.4). Bij positief antwoord van de VEC, wordt het examenmoment door de VEC aangegeven. Profielverbetering Nederlands, rekenen, Engels en Duits Je kan de nog onbenutte herkansing van een examen gebruiken voor profielverbetering. Na overleg met - en advies van - je taal- of rekendocent kan de herkansing aangevraagd worden voor een hoger cijfer óf om examen te doen op een hoger taal- of rekenniveau (bijvoorbeeld voor Nederlands van niveau 2F naar 3F). Bij verbetering naar een hoger niveau is het wel een
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 25 van 49
voorwaarde dat je eerst een voldoende voor 2F hebt gehaald voor die subvaardigheid. De examensecretaris keurt de aanvraag goed of af. Je docent informeert je of de aanvraag is goedgekeurd of niet en of je dus het examen voor profielverbetering mag doen. Het examenbureau plant uiteindelijk het examen in. 5.4 Afwezigheid bij een examen Bij afwezigheid wegens ziekte, overlijden van een familielid of andere oorzaken waardoor je een afgesproken examen niet af kunt leggen, meld je dit zo snel mogelijk telefonisch. Voor een PvB meld je dit telefonisch bij de eerste assessor. Indien de eerste assessor niet bereikbaar is, richt je je tot de administratie van de vestiging. Voor een taal- of rekenexamen bel je met het examenbureau van de vestiging. Binnen een week na het geplande examen geef je bij de VEC schriftelijk aan wat de reden was voor je afwezigheid. Bij minderjarigheid moet het bewijs voorzien zijn van de handtekening van een ouder/verzorger. Gaat de VEC akkoord, dan wordt er een nieuwe afspraak gemaakt voor het afleggen van het examen. Je behoudt dan bij het eerste afnamemoment het recht op een herkansing. Als de VEC je brief te laat/niet ontvangt of de commissie verklaart de reden van je afwezigheid ongeldig, dan kun je het examen, wanneer het een eerste afnamemoment betreft, wel afleggen maar je recht op herkansing voor dit examen vervalt. Haal je een examen na twee keer niet en je wilt het examen voor een derde keer maken, dan kun je onder bepaalde omstandigheden tegen betaling een derde kans krijgen. Een verzoek hiertoe dien je in bij de VEC. De richtlijnen voor de kosten voor het afnemen van een PvB zijn als volgt: PvB ½ werkdag € 150,PvB 1 werkdag € 210,PvB 2-5 werkdagen € 330,PvB 6-10 werkdagen € 390,PvB 11-20 werkdagen € 510,Voor examens geheel afgenomen door een exameninstelling wordt het factuurbedrag in rekening gebracht. De kosten voor het afnemen van een kennis-, taal- of rekenexamen is € 150,-. De kosten moeten voorafgaand aan het examen zijn betaald. 5.5 Klacht of heroverweging omtrent examens Ben je het niet eens met een besluit omtrent een examen of heb je een klacht over examinering, richt je dan in eerste instantie tot de betreffende assessor of examinator. Kom je er samen niet uit dan kun je je wenden tot de voorzitter van de VEC. Voor informatie over het indienen van een klacht en de eventuele vervolgprocedure word je verwezen naar het examenreglement mbo. Het examenreglement mbo is als bijlage opgenomen in deze OER. Een format van een brief kun je vinden op www.clusius.nl onder ‘publicaties’. Heb je een klacht over het centrale examen Nederlands, rekenen of Engels? Richt je dan tot de MBO Examenlijn van de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs(JOB). JOB heeft speciaal voor de centrale examens een website ontwikkeld en een klachtenlijn ingesteld. Website examenlijn: http://www.mbo-examenlijn.nl/ JOB verzamelt alle opmerkingen van studenten en bespreekt deze waar nodig met het College voor Examens (CvE), verantwoordelijk voor de centraal ontwikkelde examens taal en rekenen in het mbo. Het is niet mogelijk om over de inhoud van het centrale examen bezwaar te maken bij
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 26 van 49
de examencommissie of om in beroep te gaan bij de Commissie van Beroep voor de examens van het Clusius College. 5.6 Examinering bij leer- en lichamelijke beperkingen Voor studenten met leer- en/of lichamelijke beperkingen is er de mogelijkheid dat één of meer examenonderdelen in afwijkende vorm en/of duur worden afgenomen. Als algemeen criterium geldt dat de afwijkende examenvorm moet voldoen aan toetstechnische eisen van validiteit en betrouwbaarheid. Het niveau en de doelstelling van de afwijkende examenvorm mag niet afwijken van de reguliere doelstellingen en het niveau van het reguliere examen. Voor deelname aan een beroepsexamen kunnen studenten met leer- en/of lichamelijke beperkingen beschikken over de hulpmiddelen en/of aanpassingen waarvan in de beroepspraktijk is gebleken dat ze praktisch en financieel gezien haalbaar zijn. Indien je hiervoor in aanmerking denkt te komen, kun je dit aangeven bij je mentor. Dyslexie en dyscalculie Heb je een dyslexie of dyscalculieverklaring? Lever een kopie van de verklaring in op de vestiging. De zorgcoördinator stemt met de VEC af welke aangepaste examenfaciliteiten worden toegestaan. 5.7 Examenreglement In de bijlage van deze OER is het examenreglement mbo opgenomen. Hierin staan alle regels over de voorbereiding, de uitvoering, het bepalen en het bekend maken van de uitslag van examens. Ook de klachtenprocedure met betrekking tot examinering staat hierin beschreven.
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 27 van 49
5.8 Schematische weergave onderwijs en examen
ONDERWIJSDEEL / FORMATIEF
Examendeel/Summatief Voorwaarden examen inventariseren
MENTOR
Toestemming voor afleggen examen
Afnemen examen
Voorwaarden diploma inventariseren
begeleidt
STUDENT
Examens
Formatieve resultaten Go / no Go
Behaalt formatieve resultaten en studiepunten in een module
Is voldaan aan de gestelde diploma eisen?
Volgt modules
DIPLOMA
Criteria opleiding Gesprek tussen student en mentor gevolgd door besluit van opleidingsteam go/no go
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Indien ‘Go’ vraagt de mentor het betreffende examen aan. Teamleider controleert en accordeert.
Pagina 28 van 49
- Student - Assessor(en) - Teamleider - Examenbureau - Examensecretaris
Vestigingsexamencommissie (VEC)
6.
Aanwezigheid, studievoortgang, studieduurverlenging
6.1 Aanwezigheid Je hebt je ingeschreven voor een specifieke opleiding. Dit betekent dat je aanwezig bent tijdens de geplande activiteiten van je opleiding. Er wordt bijgehouden hoeveel van de geplande uren er daadwerkelijk wordt gegeven en jouw aanwezigheid bij deze onderwijsactiviteiten wordt geregistreerd. Wanneer je ongeoorloofd afwezig bent, dan kan je studievertraging oplopen, ook al heb je je resultaten behaald. Meer informatie over aanwezigheid en de absentieregeling kun je vinden in de verzuimkaart mbo. Deze vind je op: http://www.clusius.nl/publicaties/onderwijsdocumenten. 6.2 Verplichte studievoortgang Zoals blijkt uit deze OER en uit de onderwijsovereenkomst (OOK), waarvoor je aan het begin van de opleiding getekend hebt, wordt er inspanning van jou als student verwacht. Zo ben je er mede verantwoordelijk voor dat je voldoende uren beroepspraktijkvorming volgt en hiervoor een voldoende behaalt. Ook moet je studievoortgang realiseren. De studievoortgang bespreek je samen met je mentor. In een registratiesysteem wordt vastgelegd welke resultaten je behaalt. Indien je niet aan 70% van je afgesproken portfolio-onderdelen binnen de vastgestelde periode hebt voldaan, wordt dit besproken in het opleidingsteam. Het opleidingsteam kan het advies geven om een inhaalprogramma te volgen of de studieduur te verlengen. Het kan ook betekenen dat je de opleiding op een lager niveau voortzet of dat je (afhankelijk van de situatie) de studie bij het Clusius College moet beëindigen. Het advies van het opleidingsteam bespreekt je mentor met jou. Dit gesprek vindt uiterlijk in de laatste periode van het schooljaar plaats, dan wel uiterlijk vier weken voor de zomervakantie. Als blijkt dat dit gevolgen heeft voor het vervolg van de studie wordt je daarvan schriftelijk op de hoogte gesteld. Afhankelijk van je leeftijd worden ook je ouder(s)/verzorger(s) hierover geïnformeerd. 6.3 Bindend studieadvies Startcentrum Wanneer je een opleiding bij het Startcentrum volgt, krijg je na vier maanden een studieadvies. Dit advies moet je voor 1 januari hebben gekregen en gaat over het vervolg van je opleiding. Dit advies kan zijn: Je kan na je opleiding gaan werken en doorstromen naar mbo niveau 2 is niet mogelijk; Je kan na je opleiding gaan werken of doorstromen naar mbo niveau 2; Je kan na je opleiding naar mbo niveau 2; Je moet wisselen van richting binnen je huidige niveau; Je moet wisselen van leerweg (BOL of BBL). Naast afspraken over studievoortgang kunnen dit ook individuele afspraken zijn. Wanneer je het advies krijgt om te stoppen met de opleiding, kan de school de onderwijsovereenkomst beëindigen. Dit wordt een ‘bindend studieadvies’ genoemd. Dit besluit kan nooit als een verrassing komen, omdat er regelmatig gesprekken zijn over de studievoortgang en over de afspraken die gemaakt zijn tijdens de intake. 6.4 Studieduurverlenging na het laatste leerjaar Zoals beschreven in paragraaf (6.2) kan het opleidingsteam adviseren om je studieduur te verlengen. Het kan ook voorkomen dat het geen advies is, maar dat je het niet gaat redden om voor het einde van het laatste studiejaar aan de diploma-eisen te voldoen. Aan het einde van de vierde periode dan wel vier weken voor de sluiting van de vestiging wordt gekeken, of het voor jou haalbaar is om vóór 18 september van het daarop volgende schooljaar
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 29 van 49
je examen te maken. Afhankelijk van jouw situatie geldt één van de drie onderstaande scenario’s: Drie scenario’s bij studieduurverlening 1. Diplomering vóór 1 oktober van het kalenderjaar Wat gebeurt er met de OOK?
Er wordt (voor 1 juli) een bijlage bij de onderwijsovereenkomst (OOK) gemaakt, waarin omschreven staat welke (examen)onderdelen je moet doen, op welke data/datum en wat je kan en gaat ondernemen om de (examen)onderdelen te behalen. Hierbij kan gedacht worden aan het volgen van lessen of (af)maken van opdrachten/projecten. Dit betekent: Je maakt het (in te halen) examen / de examens vóór 18 september. Wanneer je vóór die datum voldoet aan de gestelde diploma-eis(en), kan je gediplomeerd worden en word je uitgeschreven per 1 oktober en hoef je geen lesgeld voor het volgende schooljaar te betalen. Het Clusius College heeft de periode tussen 18 september en 1 oktober nodig om alles in orde te maken voor diplomering. Wanneer je de (examen)onderdelen niet hebt behaald en je niet vóór 1 oktober kunt diplomeren volgt scenario 2: 2. Verlenging van een half studiejaar Wat gebeurt er met de OOK?
Je wordt (voor 1 juli) opnieuw ingeschreven (in hetzelfde cohort, startjaar, als je vorige OOK) en je ondertekent een onderwijsovereenkomst (OOK) voor een half studiejaar met de verwachte einddatum van 31 december van het betreffende kalenderjaar en je moet lesgeld betalen. Daarbij wordt (voor 1 juli) een bijlage bij de onderwijsovereenkomst gemaakt, waarin omschreven staat welke (extra) (examen-) onderdelen je moet doen, op welke data/datum en wat je kan en gaat ondernemen om de (examen)onderdelen te behalen. Hierbij kan gedacht worden aan het volgen van lessen of (af)maken van opdrachten/projecten. Dit betekent: Je maakt het (in te halen) examen / de examens / toetsen / opdrachten vóór 5 december en volgt het onderwijsprogramma dat nodig is in de voorbereiding daarop of de uitvoering hiervan. Het Clusius College heeft de periode tussen 5 december en de kerstvakantie nodig om alles in orde te maken voor diplomering. Wanneer je de (examen)onderdelen niet hebt behaald en je niet vóór 31 december van het betreffende kalenderjaar kunt diplomeren volgt scenario 3: 3. Verlenging van een volledig studiejaar Wat gebeurt er met de OOK? Dit betekent:
Je wordt (voor 1 januari) opnieuw ingeschreven en je ondertekent een onderwijsovereenkomst (OOK) voor een heel studiejaar met de verwachte einddatum van 30 september van het volgende kalenderjaar en je moet lesgeld betalen. Je volgt vervolgens een regulier lesprogramma. De VEC bekijkt of jouw reeds behaalde cijfers meegenomen mogen worden in de nieuwe inschrijving en of je in hetzelfde cohort, startjaar, wordt ingeschreven als de vorige OOK. In de studietijd voor de modulen waarvoor je al een voldoende hebt behaald, en welke kan blijven staan, wordt een adequaat studieprogramma opgesteld en schriftelijk vastgelegd. Dit aan de hand van het door de VEC opgestelde cijferoverzicht. Het doorlopen van dit studieprogramma is voorwaarde voor het afleggen van de nog te maken (examen)onderdelen. Daarnaast is het volgen van het reguliere rooster van belang om te voldoen aan de aanwezigheidsnorm. Let op; wanneer je niet voldoet aan de aanwezigheidsnorm heeft dit ook invloed op je recht op studiefinanciering3.
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 30 van 49
BIJLAGE 1
BEGRIPPENLIJST
Begrip
Omschrijving
Aequor
Kenniscentrum voedsel en leefomgeving. Aequor stemt opleidingen in het beroepsonderwijs af op de arbeidsmarkt in de groene sectoren en de voedingsindustrie. Aequor erkent o.a. de bpv bedrijven. Vanaf 1 augustus 2015 is Aequor overgaan in stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB).
Algemene toetstechnische eisen
Eisen die door De groene standaard omschreven zijn voor de organisatie, uitvoering en beoordeling van een beroeps examen.
Assessor
Examinator die de proeve van bekwaamheid beoordeelt op basis van de algemene toetstechnische eisen van De groene standaard.
BBL
Beroepsbegeleidende leerweg: werken en leren met een arbeidscontract bij een bedrijf of organisatie.
Beheersingscriteria
Criteria behorende bij een competentie uit een kwalificatieprofiel; een beginnend beroepsbeoefenaar die de competentie beheerst, voldoet aan deze criteria.
Beroepsgericht examen
Een onderzoek naar de kerntaken en werkprocessen die de student zich bij het afronden van de opleiding moet hebben eigen gemaakt.
Beroepsopleiding
Een beroepsopleiding richt zich op de kwalificatie voor verschillende niveaus van beroepsuitoefening. Vanuit niveau 4 is doorstroming naar het hoger beroepsonderwijs mogelijk.
Beroepspraktijkvorming (bpv)
Dat deel van de opleiding dat in de praktijk, bij een erkend leerbedrijf, van het beroep wordt uitgevoerd. De bpv is een verplicht onderdeel binnen elke beroepsopleiding.
Bevoegd gezag
Het College van Bestuur dat onder verantwoordelijkheid van de Raad van Toezicht de leiding heeft over de Stichting Clusius College.
Bezwaar
Schriftelijk protest tegen het besluit op het verzoek tot heroverweging van de vestigingsexamencommissie.
BKS
Beroepsgerichte kwalificatiestructuur (zie ook kwalificatiestructuur)
BOL
Beroepsopleidende leerweg: leren op school en leren op een leerbedrijf via bpv (‘stage’).
Bpv-eisen
Bpv moet een minimaal aantal dagen omvatten en met een voldoende worden afgesloten.
CEC
Centrale examen commissie. Deze bestaat uit een lid van het College van bestuur, vestigingsdirecteuren mbo en de examensecretaris mbo.
Cesuur
Grens tussen de hoogste score waaraan een onvoldoende wordt toegekend en de laagste score waaraan een voldoende wordt toegekend.
Cohort
Een schooljaar waarin de student is gestart met zijn opleiding. Op dit schooljaar is de student ingeschreven en hier zijn de diploma-eisen mede van afhankelijk.
Competentie
Het geheel van houding en gedrag dat de student toont op grond van het geleerde en de kennis en vaardigheid welke in combinatie met elkaar nodig zijn binnen een bepaald beroep.
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 31 van 49
Begrip
Omschrijving
Crebocode
CREBO staat voor Centraal Register Beroepsopleidingen. Elke beroepsopleiding moet in dit register zijn opgenomen en krijgt van het Ministerie van OCW hiervoor een unieke code (deze code staat in het opleidingsplan).
Creta examen
Creta is de afkorting van Collectieve reken- en taaltoetsen AOC’s
Criteriumgericht interview (CGI)
Beoordelingsgesprek aan het einde van de proeve van bekwaamheid voor niveau 3 en 4 studenten.
De groene standaard
Samenwerkingsverband van AOC’s met als doel het ontwikkelen en beschikbaar stellen van kwalitatief goede examenproducten voor het groene mbo.
Diploma
Door de wet erkend document waarmee is aangetoond en vastgesteld dat de eigenaar een omschreven kwalificatie behaald heeft.
Diploma-eisen
Alles waaraan je moet voldoen om een diploma te krijgen.
Examenbureau
Centrale plaats op de mbo vestiging van waaruit examens worden georganiseerd en het examenproces wordt bewaakt.
Examendeelnemer
Wettelijke term voor een persoon die is ingeschreven bij een instelling, (uitsluitend) voor deelname aan examenactiviteiten.
Examendossier
Totaal van summatieve resultaten en onderliggende bewijsstukken op grond waarvan kan worden besloten over diplomering van een student/ examendeelnemer.
Examenreglement
Formele regels en afspraken die gelden bij examinering en diplomering (m.b.t. fraude, herkansing, bewaartermijn, bezwaar e.d.).
Examenresultaat
Officieel vastgestelde uitkomst van een examen(onderdeel/eenheid).
Examensecretaris
Functionaris die de mbo examenprocessen binnen het Clusius College afstemt en lid is van de CEC en VEC.
Examensituatie
Situatie op het bedrijf waarin het beroepsgericht examen wordt afgelegd en die zoveel mogelijk lijkt op de in de examenstandaard beschreven kritische beroepssituatie.
Examenstandaard
Een inhoudelijke en toetstechnische beschrijving van een beroepsgericht examen.
Examinator
De persoon die een mondeling of praktisch examen afneemt en beoordeelt (bijvoorbeeld de assessor bij de PvB).
Extraneus
Deelnemer die van de examenfaciliteit gebruik maakt.
Formatief resultaat
Het resultaat van een toets die betrekking heeft op de voortgang van het leerproces van een student in een module. Hieraan kan een studiepunt gekoppeld zijn.
Hbo opleiding
Opleiding in het hoger beroepsonderwijs.
Kerntaak
Een belangrijk onderdeel van een beroep. Een kerntaak bestaat uit meerdere werkprocessen (de kerntaken staan beschreven in het opleidingsplan).
Kritische beroepssituatie
Realistische beroepssituatie die kenmerkend is voor het beroep en waarin je keuzes moet maken op jouw niveau.
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 32 van 49
Begrip
Omschrijving
Kwalificatie
De inhoud van het diploma oftewel een opleiding die opleidt tot een diploma, bijv. kwalificatie ‘dierverzorger’.
Kwalificatiedossier
Dossier waarin de wettelijke eisen van een kwalificatie (veelal opleiding) beschreven staat dat is vastgesteld door de minister van OCW en mede namens het ministerie van EZ (dossiers AOC’s).
Kwalificatieniveau
Niveau waarvoor je leert en een diploma krijgt, uiteenlopend van Entreeopleiding tot manager/ondernemer (niveau 4).
Kwalificatieplicht
Als je nog geen 18 jaar bent, ben je verplicht een havo,- vwo,- of mbo-niveau 2- diploma te halen. De kwalificatieplicht is daarmee een verlenging van de leerplicht.
Kwalificatiestructuur
Alle kwalificatiedossiers samen vormen de kwalificatiestructuur.
Kwalificeren
Alles wat je moet doen (examens enz.) of aantonen om je diploma te behalen.
Kwalificerende toets
Een afsluitende toets die je behaald moet hebben om te kunnen diplomeren.
Leerbedrijf
Erkend bedrijf, waar de bpv wordt gevolgd.
Leerweg
Manier waarop de opleiding wordt gevolgd, BBL of BOL (zie ‘BBL’ en ‘BOL’).
Mentor
Begeleider bij de studievoortgang.
OER
Onderwijs- en Examenregeling, waarin wordt beschreven hoe onderwijs en examinering verlopen. Hierin is het examenreglement opgenomen. Deel 2 van de OER is het opleidingsplan (zie opleidingsplan).
OOK
Onderwijsovereenkomst.
Opleidingsplan
Deel 2 van de OER. Een opleidingsplan gaat over één specifieke opleiding. Daarin staat onder andere de planning van het onderwijs, de onderwijsinhoud en welke examens je moet afleggen.
POK
Praktijkovereenkomst.
POP
Persoonlijk ontwikkelingsplan.
Praktijkopleider
Degene die je op het bpv-bedrijf persoonlijk begeleidt.
Prestatie-indicator (Pi)
Een concrete omschrijving van een competentie in de context van een werkproces.
Proeve van bekwaamheid
Uitgebreide examenopdracht in de beroepspraktijk waarin veel voorkomende en kenmerkende beroepshandelingen moeten worden uitgevoerd.
PvB
Zie Proeve van bekwaamheid
Resultatenlijst
Door de wet erkend document dat hoort bij het diploma. Met deze lijst wordt aangetoond en vastgesteld welke resultaten de eigenaar bij een omschreven kwalificatie heeft behaald.
Schooljaar
Een schooljaar loopt van 1 augustus tot 30 juli
(Schriftelijk) beroep
Schriftelijk protest tegen de beslissing op een bezwaar.
Student
Ieder die onderwijs volgt op een mbo-vestiging van het Clusius College en/of wordt toegelaten tot het examen of een onderdeel hiervan.
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 33 van 49
Begrip
Omschrijving
Summatief resultaat
Een afsluitende toets of examen waarvan het resultaat meetelt voor het behalen van je diploma. Dit is onder andere de beroepsproeve en de Nederlandse examens.
Teamleider
Persoon die leiding geeft aan het team van docenten, instructeurs en onderwijsassistenten waar je opleiding onder valt. Voor avo is er een aparte teamleider die leiding geeft aan het team van avo-docenten.
VEC
Vestigingsexamencommissie. De VEC bestaat minimaal uit drie personen: de vestigingsdirecteur, de examensecretaris en een teamleider.
Verzoek tot heroverweging
Schriftelijk verzoek om een genomen beslissing te herzien.
Werkproces
Een beroepshandeling die herkenbaar is voor de beroepspraktijk. Het heeft een begin en een eind en leidt tot een resultaat. Binnen een kerntaak worden verschillende werkprocessen uitgevoerd (de werkprocessen staan beschreven in het opleidingsplan).
Wettelijke beroepsvereiste(n)
In wet- en/of regelgeving vastgelegde eisen waaraan de beginnend beroepsbeoefenaar uitvoering moet kunnen geven om het beroep te mogen uitvoeren.
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 34 van 49
BIJLAGE 2
VERKLARING TAAL- EN REKENNIVEAUS
Nederlands volgens het Referentiekader Nederlands en rekenen (F-niveau) 1. Mondelinge taalvaardigheid Algemene Niveau 2F De student: omschrijving
Gesprekken voeren
Luisteren
Spreken
1. Lezen Algemene omschrijving Zakelijke teksten
2. Schrijven Algemene omschrijving
Schrijven
kan in gesprekken over alledaagse en niet alledaagse onderwerpen uit leefwereld en (beroeps)opleiding uiting geven aan persoonlijke meningen, kan informatie uitwisselen en gevoelens onder woorden brengen. kan luisteren naar teksten over alledaagse onderwerpen, onderwerpen die aansluiten bij de eigen leefwereld of die verder af staan. kan redelijk vloeiend en helder ervaringen, gebeurtenissen, meningen, verwachtingen en gevoelens onder woorden brengen over onderwerpen uit de (beroeps) opleiding en van maatschappelijke aard.
Niveau 3F De student: Kan op effectieve wijze deelnemen aan gesprekken over onderwerpen uit de (beroeps) opleiding en van maatschappelijke aard. Kan luisteren naar een variatie aan teksten over onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en van maatschappelijke aard. Kan monologen en presentaties houden over onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en van maatschappelijke aard waarin ideeën worden uitgewerkt en voorzien van relevante voorbeelden.
Niveau 3F
Niveau 2F De student: kan teksten lezen over alledaagse onderwerpen, onderwerpen die aansluiten bij de eigen leefwereld en over onderwerpen die verder af staan.
De student: Kan een grote variatie aan teksten over onderwerpen uit de (beroeps) opleiding en van maatschappelijke aard zelfstandig lezen. Leest met begrip voor geheel en details.
Niveau 2F De student: kan samenhangende teksten schrijven met een eenvoudige, lineaire opbouw, over uiteenlopende vertrouwde onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en van maatschappelijke aard.
Niveau 3F De student: Kan gedetailleerde teksten schrijven over onderwerpen uit de (beroeps) opleiding en van maatschappelijke aard, waarin informatie en argumenten uit verschillende bronnen bijeengevoegd en beoordeeld worden.
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 35 van 49
3. Begrippenlijst en taalverzorging Taalverzorging is geïntegreerd in het domein Schrijven.
Rekenen volgens het Referentiekader Nederlands en rekenen (F-niveau) In het Referentiekader zijn voor rekenen per niveau, 2F en 3F, de volgende domeinen beschreven: 1. Getallen 2. Verhoudingen 3. Meten en Meetkunde 4. Verbanden Elk domein is bij rekenen opgebouwd uit de onderdelen: A. Notatie, taal en betekenis: uitspraak, schrijfwijze en betekenis van getallen, symbolen en relaties en gebruik van wiskundetaal; B. Met elkaar in verband brengen: verband tussen begrippen, notaties, getallen en dagelijks spraakgebruik; C. Gebruiken: het inzetten van rekenvaardigheden bij het oplossen van problemen. Elk van deze drie onderdelen is steeds opgebouwd uit drie typen kennis en vaardigheden. Die zijn als volgt kort te karakteriseren: • Paraat hebben: kennis van feiten en begrippen, reproduceren, routines, technieken; • Functioneel gebruiken: kennis van een goede probleemaanpak, het toepassen, het gebruiken binnen en buiten het schoolvak; • Weten waarom: begrijpen en verklaren van concepten en methoden, formaliseren, abstraheren en generaliseren, blijk geven van overzicht. Voor rekenen is een algemene beschrijving per domein en niveau niet beschikbaar. De specifiek uitgewerkte inhoud van de domeinen en niveaus is samen met meer informatie over het referentiekader rekenen te vinden op de website www.steunpunttaalenrekenen.nl. ER-examen mbo Het ER-examen is bedoeld voor deelnemers met ernstige rekenproblemen of dyscalculie. Deelnemers die vanwege deze beperking het reguliere 2F-examen niet kunnen halen, kunnen het 2ER-examen maken, deelnemers die het reguliere 3F-examen niet kunnen halen, maken het 3ER-examen. ER staat voor ernstige rekenproblemen. Het 2ER-examen is op het referentieniveau 2F, het 3ER-examen op het referentieniveau 3F. Het ER-examen is daardoor geen gemakkelijker examen, echter de set opgaven is deels aangepast zodat de deelnemer beter kan laten zien waartoe hij in staat is en niet bij elke opgave vastloopt vanwege zijn beperking. 2A-examen mbo Het rekenexamen 2A is een eenvoudigere variant van 2F; haalbaarder en maakbaarder voor de student in de mbo entree-opleiding en mbo-2. Het rekenexamen 2A is minder complex in vele opzichten; het aantal rekenkundige handelingen en/of de moeilijkheid van de handelingen is aangepast. Het aantal stappen, de aard en de moeilijkheid van de stappen in het oplossingsproces in de opgaven zijn minder en/of eenvoudiger dan in de opgaven in het rekenexamen 2F.
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 36 van 49
Engels volgens het Common European Framework (CEF)
Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete omgeving betreffen, wanneer de mensen langzaam en duidelijk spreken.
Ik kan vertrouwde namen, woorden en zeer eenvoudige zinnen begrijpen, bijvoorbeeld in mededelingen, op posters en in catalogi.
Niveau B1 Ik kan de hoofdpunten begrijpen wanneer in duidelijk uitgesproken standaarddialect wordt gesproken over vertrouwde zaken die ik regelmatig tegenkom op mijn werk, school, vrije tijd enz. Ik kan de hoofdpunten van veel radio- of tvprogramma’s over actuele zaken of over onderwerpen van persoonlijk of beroepsmatig belang begrijpen, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk gesproken wordt. Ik kan teksten begrijpen die hoofdzakelijk bestaan uit hoogfrequente, alledaagse of aan mijn werk gerelateerde taal. Ik kan de beschrijving van gebeurtenissen, gevoelens en wensen in persoonlijke brieven begrijpen. Ik kan de meeste situaties aan die zich kunnen voordoen tijdens een reis in een gebied waar de betreffende taal wordt gesproken. Ik kan onvoorbereid deelnemen aan een gesprek over onderwerpen die vertrouwd zijn, of mijn persoonlijke belangstelling hebben of die betrekking hebben op het dagelijks leven (bijvoorbeeld familie, hobby’s, werk, reizen en actuele gebeurtenissen).
Ik kan eenvoudige uitdrukkingen en zinnen gebruiken om mijn woonomgeving en de mensen die ik ken, te beschrijven.
Ik kan een reeks uitdrukkingen en zinnen gebruiken om in eenvoudige bewoordingen mijn familie en andere mensen, leefomstandigheden, mijn opleiding en mijn huidige of meest recente baan te beschrijven.
Ik kan uitingen op een simpele manier aan elkaar verbinden, zodat ik ervaringen en gebeurtenissen, mijn dromen, verwachtingen en ambities kan beschrijven. Ik kan in het kort redenen en verklaringen geven voor mijn meningen en plannen. Ik kan een verhaal vertellen, of de plot van een boek of film weergeven en mijn reacties beschrijven.
Ik kan een korte, eenvoudige ansichtkaart schrijven, bijvoorbeeld voor het zenden van vakantiegroeten. Ik kan op formulieren persoonlijke details invullen, bijvoorbeeld mijn naam, nationaliteit en adres noteren op een hotel-inschrijvingsformulier.
Ik kan korte, eenvoudige notities en boodschappen opschrijven. Ik kan een zeer eenvoudige persoonlijke brief schrijven, bijvoorbeeld om iemand voor iets te bedanken.
Ik kan eenvoudige samenhangende tekst schrijven over onderwerpen die vertrouwd of van persoonlijk belang zijn. Ik kan persoonlijke brieven schrijven waarin ik mijn ervaringen en indrukken beschrijf.
Gesprekken voeren
Ik kan communiceren over eenvoudige en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie over vertrouwde onderwerpen en activiteiten betreffen. Ik kan zeer korte sociale gesprekken aan, alhoewel ik gewoonlijk niet voldoende begrijp om het gesprek zelfstandig gaande te houden.
Spreken
Ik kan deelnemen aan een eenvoudig gesprek, wanneer de gespreks-partner bereid is om zaken in een langzamer spreektempo te herhalen of opnieuw te formuleren en mij helpt bij het formuleren van wat ik probeer te zeggen. Ik kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden die een directe behoefte of zeer vertrouwde onderwerpen betreffen.
Niveau A2 Ik kan zinnen en de meest frequente woorden begrijpen die betrekking hebben op gebieden die van direct persoonlijk belang zijn (bijvoorbeeld basisinformatie over mezelf en mijn familie, winkelen, plaatselijke omgeving, werk). Ik kan de belangrijkste punten in korte, duidelijke eenvoudige boodschappen en aankondigingen volgen. Ik kan zeer korte eenvoudige teksten lezen. Ik kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, folders, menu’s en dienstregelingen en ik kan korte, eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen.
Schrijven
Lezen
Luisteren
Niveau A1
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 37 van 49
BIJLAGE 3
BEOORDELINGSPROCEDURE VAN EEN PVB (model 5)
De beoordeling van een proeve verloopt volgens de algemene toetstechnische eisen De groene standaard model 5. 1. De beoordelingsprocedure a. De beoordeling vindt plaats door twee assessoren, bij voorkeur een schoolassessor en een bedrijfsassessor. Zij wonen de uitvoering van het praktijkdeel (gedeeltelijk) bij en voeren, indien van toepassing, samen een criteriumgericht interview met de student. b. Alle werkprocessen worden beoordeeld aan de hand van de prestatie-indicatoren zoals die in het beoordelingsformulier vermeld staan. c. Sommige prestatie-indicatoren zijn onderwerp van gesprek tijdens het criteriumgericht interview. Het beoordelingsformulier geeft aan om welke prestatie-indicatoren het hierbij gaat. d. In het beoordelingsformulier is aangegeven wanneer een werkproces voldoende is en wanneer de student voor de proeve is geslaagd (de cesuur). Assessoren zijn verplicht om een onvoldoende werkproces toe te lichten. e. Op het beoordelingsformulier geven de assessoren het resultaat voor elke kerntaak (goed, voldoende, onvoldoende) en het resultaat van de proeve aan (goed, voldoende , onvoldoende) de proeve. f. Soms worden er aanvullende producten uit het examendossier van de student ingebracht als bewijsmateriaal voor de proeve. In dat geval stellen de assessoren de echtheid (de authenticiteit) van het product vast en kunnen ze het gebruiken bij hun beoordeling. g. Bij proeven die langer dan één werkdag duren, geldt het volgende: Als de assessoren zelf niet alles hebben kunnen observeren, kunnen ze de opdrachtgever/begeleider bij de proeve om aanvullende informatie vragen over het verloop van de proeve. Deze informatie kunnen de assessoren gebruiken bij hun beoordeling. h. De assessoren verklaren aan het eind van de proeve of de beoordeling van de proeve is uitgevoerd volgens het Inrichtingsplan. Als dit niet zo is, geven zij aan wat er niet volgens plan is beoordeeld. Zij stellen dan geen resultaat voor de proeve vast. De examencommissie zoekt zo mogelijk een aanvullende of vervangende examenopdracht en/of stelt het definitieve resultaat vast. 2. Afronding van de beoordeling a. Het resultaat van de proeve van bekwaamheid wordt vastgelegd op het beoordelingsformulier, waarna de assessoren voor dit resultaat tekenen. b. De deelnemer ondertekent het beoordelingsformulier voor kennisname van het resultaat van de proeve van bekwaamheid. De deelnemer ontvangt hiervan een kopie. c. De eerste assessor levert het volledig ingevulde beoordelingsformulier binnen twee werkdagen in bij het examenbureau. De volledige algemene toetstechnische richtlijnen De groene standaard kun je vinden via de website van het Clusius College. Kies: Intranet → mbo Alkmaar/Hoorn/Schagen → examinering → proeve van bekwaamheid.
Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 BKS – Clusius College
Pagina 38 van 49
BIJLAGE 4
Examenreglement mbo
EXAMENREGLEMENT MBO Vastgesteld op 20 augustus 2015 door de CEC mbo
Dit examenreglement mbo van het Clusius College is van toepassing op de examinering van alle mbo-studenten. Voor een verklaring van de begrippen zie bijlage 1 van de onderwijs- en examenregeling (OER). Artikel 1 Algemeen 1.1 In dit reglement wordt onder het beroepsgericht examen het volgende verstaan: Het beroepsgericht examen omvat een onderzoek naar de essentie van het beroep door toetsing van kerntaken en werkprocessen die de student zich bij het afronden van de opleiding moet hebben eigen gemaakt. Dit kan geëxamineerd worden middels een beroepsproeve, proeve van bekwaamheid, kennis-, vaardigheids en/of vaardigheidsexamen, examen/toets met betrekking tot het behalen van een wettelijke beroepsvereisten en de beoordeling van de bpv. 1.2 In dit regelement wordt onder een taal- en rekenexamen het volgende verstaan: een onderzoek naar het taal- en rekenniveau voor een betreffende subvaardigheid of domein zoals uitgelegd in de Onderwijs- en Examenregeling. 1.3 Door deelname aan een examen geeft een student te kennen op de hoogte te zijn van de inhoud en strekking van dit reglement. Artikel 2 Examencommissie 2.1 Het bevoegd gezag stelt ten behoeve van de organisatie en het afnemen van de examens een centrale examencommissie (CEC) in. De CEC bestaat uit tenminste drie leden, die deskundig zijn op het gebied van examinering. 2.2 Iedere vestiging heeft een vestigingsexamencommissie (VEC) bestaande uit minimaal drie leden. De samenstelling van iedere VEC is opgenomen in het Handboek examinering mbo. 2.3 De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van deze commissies zijn beschreven en dit is opvraagbaar bij de VEC op school. Artikel 3 Examinatoren 3.1 De VEC wijst voor haar vestiging de toetsleider, examinatoren, surveillanten en/of assessoren aan. De samenstelling van de examencommissie is afhankelijk van het soort af te nemen examen. 3.2 De examinatoren/surveillanten zijn op de hoogte van en passen toe, de: “Regeling examenprotocol centrale examinering mbo” van het CvTE en wordt jaarlijks met hen doorgesproken door de examensecretaris mbo. Artikel 4 Toelating en inschrijving 4.1 Student (regulier) De student heeft, na correcte inschrijving, toegang tot alle onderdelen van het examen van de opleiding waarvoor hij een onderwijsovereenkomst met het Clusius College heeft gesloten. Aan toelating tot een examen zijn de volgende voorwaarden gesteld: • De student is in het bezit van een geldige onderwijsovereenkomst; • De student heeft voldaan aan voorwaarden voor deelname aan het beroepsgerichte examen en de voorwaarden voor deelname een taal- of rekenexamen zoals beschreven in de Onderwijs- en Examenregeling.
Examenreglement 2015-2016– Clusius College
1
4.2
Examendeelnemer (extraneus) Degene die uitsluitend tot de examenvoorzieningen wenst te worden toegelaten, kan zich als examendeelnemer laten inschrijven. Inschrijving van de examendeelnemer kan onder de volgende voorwaarden: • De examendeelnemer voldoet aan de voorwaarden voor deelname aan de examinering, zoals beschreven in de Onderwijs- en Examenregeling; • De examendeelnemer betaalt het door de instelling vastgestelde examengeld, zoals vermeld in de Onderwijs- en Examenregeling.
Artikel 5 Examenprogramma 5.1 Algemene informatie met betrekking tot de planning, inhoud en inrichting van de examens is beschreven in de Onderwijs- en Examenregeling. Dit betreft deel 1 en deel 2 (Opleidingsplan). 5.2 Gegevens met betrekking tot het programma en de uitvoering van de examinering voor het betreffende schooljaar worden door een examenplanning in oktober van het betreffende schooljaar aan de studenten bekend gemaakt. 5.3 De uitnodiging voor een examen ontvangt de student tien dagen voorafgaand aan het examen per e-mail. Het e-mailadres zoals deze door het Clusius College voor de student is aangemaakt wordt hiervoor gebruikt (@student.clusius.nl). Artikel 6 Deelname 6.1 Studenten nemen deel aan de examens voor de opleiding waarvoor zij zijn ingeschreven. Zij kunnen deelnemen indien de teamleider het verzoek daartoe heeft goedgekeurd. 6.2 Studenten die aangemeld zijn voor een examen zijn verplicht op de vastgestelde datum, tijdstip en plaats aanwezig te zijn en het examen te maken. Artikel 7 Afwijkende toetsing 7.1 Ten aanzien van specifieke doelgroepen en studenten met een beperking kan de VEC toestaan dat een beroepsgericht examen of een of meer vaardigheden van een examen(onderdeel) in afwijkende vorm wordt afgenomen. Als algemeen criterium voor de afwijkende vorm geldt, dat deze valide en betrouwbaar moet zijn en dat het niveau en de doelstelling van de afwijkende toetsvorm niet afwijken van de reguliere doelstelling en het niveau van het reguliere examen(onderdeel). 7.2 Het verzoek om een afwijkende vorm van examinering dient schriftelijk te worden gedaan via de zorgcoördinator van de vestiging aan de VEC onder bijvoeging van een verklaring van een arts of andere ter zake kundige, waaruit blijkt dat afwijkende examinering gewenst is met een advies waaruit deze dient te bestaan. 7.3 De afwijkende vorm van examinering is niet meer geldig wanneer de indicatie ophoudt te bestaan dan wel de verklaring afloopt. Artikel 8 Vrijstellingen Een student of teamleider van de student kan een gemotiveerd verzoek indienen bij de VEC voor vrijstelling van een beroepsgericht examen of taal- of rekenexamen. Dit kan op basis van een eerder behaald diploma of certificaat in het middelbaar- of hoger beroepsonderwijs. De voorwaarden voor vrijstelling zijn per opleiding en student verschillend. De VEC neemt een besluit over het verzoek tot vrijstelling. Dit verzoek moet voor het verstrijken van de helft van de opleidingsduur worden ingediend bij de VEC.
Examenreglement 2015-2016– Clusius College
2
Artikel 9 Gang van zaken tijdens het examen 9.1 Een student dient zich voorafgaand aan en tijdens een examen(onderdeel) te identificeren. Een geldig legitimatiebewijs moet de student meenemen naar de examenlocatie. 9.2 Tijdens het uitdelen, maken en verlaten van een examen heerst er volkomen rust in de examenruimte. 9.3 Tijdens het uitvoeren van een examen dient een student te allen tijde de instructies van de examinator en/of surveillant op te volgen. 9.4 Deelname aan een beroepsgericht examen of kwalificerende toets betekent dat het eenmaal gemaakte werk zijn geldigheid behoudt voor zover reglementen dit niet in de weg staan. In uitzonderlijke gevallen kan de VEC anders beslissen. 9.5 Een student die tijdens een examen ziek of onwel wordt, kan met toestemming van de examinator/surveillant de examenlocatie verlaten. De VEC bepaalt het vervolg van het betreffende examen (zie art 9.13 tot en met 9.17). 9.6 De student blijft op de examenlocatie tot het einde van het examen. Alleen met toestemming van de examinator/surveillant mag een student gedurende een examen de locatie verlaten. 9.7 Het is voor studenten verboden apparatuur waarmee foto’s/films e.d. van examenopgaven gemaakt kunnen worden (zoals smartphones en tablets), al of niet met de mogelijkheid om in verbinding te staan met het internet, mee te nemen naar de examenzitting. 9.8 Het is niet toegestaan dat examenopgaven en/of examenafnames worden gefotografeerd/gefilmd en/of registraties (zoals (digitale) schermafdrukken) e.d. daarvan worden gemaakt dan wel verspreid zonder schriftelijke toestemming van het College voor Toetsen en Examens 9.9 De student mag tijdens het examen uitsluitend gebruiksvoorwerpen, gereedschappen, apparatuur en hulpmiddelen bij zich hebben die voor dat examen zijn voorgeschreven of toegelaten. 9.10 De student is verplicht de gebruiksvoorwerpen, gereedschappen, apparatuur en hulpmiddelen mee te nemen die op het uitnodigingsformulier van het examen vermeld staan. 9.11 Een student die (verwacht) voor een beroepsgericht examen te laat komt, neemt contact op met de eerste assessor. De eerste assessor bepaalt of afname doorgang kan vinden. 9.12 Bij een mondeling examen bepaalt de examinator of de student nog deel kan nemen aan het examen. Indien de student geen deel meer kan nemen aan het examen, wordt dit gezien als afwezigheid (zie artikel 10.7). 9.13 Bij de overige kwalificerende examens mag de student tot uiterlijk 30 minuten na aanvang van het examen worden toegelaten. De student levert evenwel het gemaakte werk in op het daarvoor vastgestelde tijdstip. 9.14 Van elke afwijking wordt melding gemaakt in het proces-verbaal/afnameprotocol. Onwel worden bij het centrale examen 9.15 Als een student tijdens de zitting onwel wordt, overlegt een lid van de examencommissie in eerste instantie met de student over de vraag of deze het examen kan voortzetten. Als de student het examen niet kan afmaken, gaat de examencommissie na of de student het examen later op diezelfde dag kan voortzetten. De toetsleider/examinator/surveillant maakt hiervan melding in het proces-verbaal. 9.16 Als de student het examen op diezelfde dag kan voortzetten, dient de student tot die tijd in quarantaine te worden gehouden. 9.17 Indien de student het examen niet op dezelfde dag kan voortzetten, bepaalt de VEC om het tijdens de zitting gemaakte examenwerk ongeldig te verklaren. Op het procesverbaal wordt melding gemaakt de reden voor het afbreken van het examen. 9.18 De VEC informeert de student of, bij minderjarigheid diens ouders/verzorgers, schriftelijk over de wijze waarop het examen zal worden afgerond/over gedaan.
Examenreglement 2015-2016– Clusius College
3
Overige regels beroepsgericht examen 9.19 Overige regels met betrekking tot de gang van zaken tijdens een beroepsgericht examen zijn opgenomen in de Onderwijs- en Examenregeling. Artikel 10 Onregelmatigheden Student 10.1 Bepaalde gedragingen en handelingen van een student vóór of tijdens het examen kunnen door de examinator/surveillant als onregelmatigheid worden aangemerkt. Dit geldt in ieder geval voor: • het gebruik maken van en informatie verkregen uit en/of via niet toegestane bron(nen) of medium; • het plegen van plagiaat en/of gebruiken van vervalste documenten; • het niet (correct) opvolgen van aanwijzingen en instructies van de examinator of surveillant; • het niet verschijnen bij of niet deelnemen aan een op een bepaalde datum, tijd en plaats vastgesteld examen, zonder opgave van een geldige reden. Gedragingen, handelingen etc. kunnen op basis van een onderbouwing door de VEC worden aangemerkt als onregelmatig in de zin van dit artikel. Van elke afwijkende gedraging en of handeling wordt door de examinator, assessor of surveillant melding gemaakt in het proces-verbaal/afnameprotocol. De VEC bepaalt het vervolg en of de sanctie. 10.2 De toetsleider/examinator/surveillant heeft het recht om een student die een onregelmatigheid pleegt de toegang tot de examenlocatie te weigeren of hem daaruit te (laten) verwijderen. 10.3 Bij het centrale examen bestaat de mogelijkheid dat de student - als dat mogelijk is - in staat wordt gesteld om het werk af te maken. Dit om beroepsprocedures niet in de weg te staan. Dit besluit wordt genomen in overleg met een lid van de VEC. Het voorval wordt beschreven op het proces-verbaal/afnameprotocol. 10.4 Indien een examinator/assessor of surveillant bij toetsing een onregelmatigheid constateert, vermeldt hij dit op het proces-verbaal/afnameprotocol en geeft desgevraagd een mondelinge toelichting. De VEC stelt op grond hiervan vast of er daadwerkelijk sprake is van een onregelmatigheid in de zin van dit artikel. De VEC kan vervolgens een sanctie toepassen. 10.5 De sancties bedoeld in dit artikel kunnen zijn: • uitsluiting van de eerstvolgende (reguliere) examengelegenheid; • het ongeldig verklaren van de uitslag van het betreffende beroepsgericht examen of kwalificerende toets; • uitsluiting van (verdere) deelname aan het examen van het betreffende onderdeel; • algehele uitsluiting van verdere deelname aan examens. 10.6 Voordat de sanctie door de VEC wordt opgelegd, wordt de student gehoord. De student kan zich hierin laten bijstaan door een meerderjarige; bij een minderjarige student is dit zijn wettelijk vertegenwoordiger. 10.7 Bij afwezigheid tijdens een examen levert de student een schriftelijke verklaring, met daarin de reden van afwezigheid, binnen vijf schooldagen na het geplande examen in bij de medewerker van het examenbureau. Bij minderjarigheid moet de verklaring worden voorzien van de handtekening van zijn wettelijk vertegenwoordiger. 10.8 De VEC neemt na de student te hebben gehoord of de schriftelijke toelichting van afwezigheid te hebben ontvangen binnen tien schooldagen een besluit. De VEC kan besluiten dat de afwezigheid ‘rechtmatig’ of ‘onrechtmatig’ was. Het besluit en de mogelijke sanctie deelt de VEC schriftelijk aan de betrokken partijen mede.
Examenreglement 2015-2016– Clusius College
4
Externe oorzaken 10.9 Externe oorzaken kunnen ook tot onregelmatigheden leiden. Bij onregelmatigheden door onverwachte externe oorzaken handelt de toetsleider/examinator/assessor of surveillant naar bevinding van zaken en doet hiervan verslag in het afnameprotocol/proces-verbaal. 10.10 De toetsleider neemt terstond contact op met: a. de examensecretaris mbo die op zijn beurt overlegd met de voorzitter van de VEC over het vervolg; b. de studenten worden in quarantaine gehouden; c. de toetsleider deelt het besluit van de VEC mede; d. Het gehele voorval met het besluit van de VEC wordt door de toetsleider in het proces verbaal beschreven. 10.11 Indien de onregelmatigheid te wijten is aan het gedrag van personeel van de instelling of van hulpkrachten die door de instelling zijn aangetrokken, hetzij door handelen of nalaten, hetzij door het verstrekken van verkeerde informatie, worden sancties als bedoeld in lid 10.5 niet toegepast. 10.12 Een ieder die betrokken is bij het examen en vermoedt dat er sprake is van onregelmatigheden is verplicht dit direct te melden aan de VEC. Artikel 11 Bepalen uitslag 11.1 Examendossier In het examendossier van de student worden de bewijsstukken verzameld waarmee de student aan kan tonen dat het gehele examen met goed gevolg is afgelegd. Het gaat daarbij om: de resultaten van beroepsgerichte examens; de resultaten van taal- en rekenexamens; het behalen van, van toepassing zijnde wettelijke beroepsvereiste(n); de beoordeling van de beroepspraktijkvorming (bpv); de beoordeling van loopbaan en burgerschap. Uit de resultaten van het beroepsgericht examen dan wel beroepsgerichte examens komt een waardering per kerntaak. Deze waardering is uitgedrukt in ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘onvoldoende’. Elke kerntaak moet minimaal de waardering ‘voldoende’ hebben voor diplomering. 11.2
11.3
11.4
Beroepsgericht examen Een beroepsgericht examen bestaat minimaal uit één beroepsproeve, mogelijk aangevuld met een vaardigheids- of kennisexamen of examen voor een wettelijke beroepsvereisten. Een beroepsproeve wordt beoordeeld door meerdere assessoren. De overige beroepsgerichte examens worden beoordeeld door één assessor. Het resultaat van een beroepsgericht examen wordt uitgedrukt in een waardering van ‘goed’, ‘voldoende’ of ‘onvoldoende’. Wanneer een beroepsgericht examen niet is behaald ontvangt de student een overzicht van de beoordeling waarop in ieder geval de aspecten die onvoldoende waren staan vermeld. Voor de wettelijke beroepsvereiste dient de student te hebben voldaan aan de beschrijving van de betreffende wet. Taal- en rekenexamen Voor het bepalen van de uitslag van de taal- en rekenexamens wordt de slaag-en zakregeling gehanteerd zoals beschreven in paragraaf 5.2 van de Onderwijs- en Examenregeling. Beroepspraktijkvorming (bpv) Door de VEC wordt vastgesteld of de bpv de vereiste omvang heeft, uitgedrukt in klokuren. Ook dient de beoordeling van de bpv als geheel voldoende te zijn als deel voor vaststelling van diplomering.
Examenreglement 2015-2016– Clusius College
5
11.5
11.6
Loopbaan en burgerschap Voor loopbaan en burgerschap dient de student te hebben voldaan aan de inspanningseisen zoals deze zijn opgesteld door de opleiding in de modulen studie- en loopbaanbegeleiding. De modulewijzer staat in deel 2 van de OER (het opleidingsplan). Vaststelling uitslag De VEC stelt de uitslag van elk onderdeel/examen vast.
Artikel 12 Bekendmaken uitslag 12.1 Het voorlopige resultaat van een beroepsgericht examen wordt direct na afname bekend gemaakt door de eerste assessor. Indien de teamleider van oordeel is dat de proeve rechtmatig is verlopen, stelt hij de definitieve uitslag vast. Wordt de voorlopige uitslag binnen 15 werkdagen niet herzien door de teamleider, dan is de voorlopige uitslag definitief. Het definitieve resultaat van een beroepsgericht examen wordt binnen vijftien schooldagen na afname opgenomen in het cijferregistratiesysteem (EduArte) en via Check-it zichtbaar gemaakt voor de student. 12.2 Het resultaat van een taal- of rekenexamen wordt binnen vijftien schooldagen na afname opgenomen in het cijferregistratiesysteem (EduArte) en via Check-it zichtbaar gemaakt voor de student. Zodra de cijfers zichtbaar zijn in Check-it zal dit gecommuniceerd worden door het Examenbureau naar de student. Een uitzondering hierop zijn het Centrale Examen en het Creta examen. Voor deze examens geldt dat het resultaat binnen vijftien schooldagen nadat het Clusius College het resultaat heeft ontvangen, bekend wordt gemaakt aan de student door of namens de VEC. 12.3 Het resultaat van de bpv wordt binnen vijftien schooldagen na afronding van de bpv via Check-it voor de student zichtbaar gemaakt. 12.4 De uitslag van loopbaan en burgerschap wordt binnen vijftien schooldagen via Check-it aan de student bekend gemaakt. 12.5 In zeer uitzonderlijke gevallen kan van bovenstaande termijnen worden afgeweken, indien wordt afgeweken wordt er per e-mail een verklaring gestuurd. Artikel 13 Inzagerecht en bewaartermijn 13.1 Gedurende tien schooldagen na de uitslag van een examen hebben belanghebbenden recht op bespreking en indien mogelijk inzage van het examenwerk, met uitzondering van de Creta- en centrale examens. De centrale examens Nederlands en rekenen kunnen op verzoek van de deelnemer worden ingezien. De termijn voor deze inzage is tot 4 weken na de laatste afname van de rekentoets en in het geval van Nederlands na de publicatie van de omzettingstabel. 13.2 Een verzoek om bespreking en/of inzage van examenwerk kan worden gedaan bij de VEC, via de examensecretaris mbo. 13.3 Inzage in examenwerk m.b.t. kwalificerende toetsen is alleen mogelijk in het schoolgebouw met toezicht door of namens de VEC. 13.4 Bewijsstukken met betrekking tot examinering worden vanaf het afleggen van een beroepsgericht examen of kwalificerende toets tot en met twaalf maanden na diplomering bewaard. 13.5 Na afloop van de bewaartermijn mogen de stukken worden vernietigd. Artikel 14 Herkansing 14.1 De student heeft het recht - en wordt gestimuleerd - om voor een beroepsgericht examen of kwalificerende toets waarvoor onvoldoende resultaat is behaald bij de eerste gelegenheid eenmaal te herkansen. De VEC kan aan een herkansing voorwaarden verbinden, en deelt deze de student per e-mail mee. 14.2 De VEC bepaalt of voor een herkansing een extra gelegenheid gecreëerd wordt dan wel dat de herkansing vervuld kan worden door deelname aan (onderdelen van) de examinering tijdens de eerstkomende reguliere gelegenheid en deelt dit de student mee. Examenreglement 2015-2016– Clusius College
6
14.3
Het recht op herkansing van studenten staat omschreven in de Onderwijs- en Examenregeling. Het recht op herkansing voor het onderdeel bpv bestaat uit een eenmalige verlenging. De VEC bepaalt de omvang ervan.
Artikel 15 Verzoek tot heroverweging / klacht 15.1 Indien een student een klacht heeft over het examen meldt de student dit in eerste instantie na afloop van zijn examen bij de toetsleider/examinator/assessor. De inhoud van de klacht wordt opgenomen in het proces verbaal. 15.2 De student kan zich met een klacht ook richten tot de betreffende teamleider om in overleg tot een oplossing te komen. Wanneer dit voor de student niet tot een bevredigende oplossing leidt kan de student een schriftelijke klacht indienen bij de VEC. Een examenklacht kan zich richten op: • een verzoek tot heroverweging van een beoordeling van een (onderdeel van) examen; • overige examenklachten. 15.3 Wanneer het een verzoek tot heroverweging betreft dient de student het verzoek voorzien van redenen - hiertoe schriftelijk binnen vijf schooldagen na bekendmaking van de beoordeling te richten aan de voorzitter van de VEC. 15.4 Wanneer het een verzoek tot heroverweging of overige examenklacht betreft, dient de student de klacht binnen vijf schooldagen na het afleggen van een (onderdeel van het) examen schriftelijk in te dienen bij de voorzitter van de VEC. Een verzoek/klacht bevat tenminste: - naam en adres van de student; - datum van verzending van de klacht; - omschrijving van de klacht; - ondertekening door student (indien minderjarig ondertekening door wettelijk vertegenwoordiger) - afhankelijk van de aard van het verzoek / de klacht, zoals vermeld onder lid 1: • datum afleggen examen(onderdeel) waarop de klacht betrekking heeft; • datum waarop het resultaat bekend gemaakt is. 15.5 De VEC hoort de betrokkenen en neemt binnen tien schooldagen een beslissing over het geschil en deelt dit de student schriftelijk mede. In de schriftelijke mededeling wordt gewezen op de mogelijkheid tot het aantekenen van bezwaar. Een kopie van verzoek tot heroverweging of klacht met het antwoord hierop wordt tevens gestuurd aan de centrale examencommissie (CEC). Artikel 16 Bezwaar 16.1 De student kan binnen vijf schooldagen na dagtekening van het besluit van de VEC schriftelijk bezwaar aantekenen bij de CEC. Het bezwaarschrift bevat tenminste: - naam en adres van de student; - datum van verzending; - het besluit waartegen het bezwaar gericht is; - inhoudelijke toelichting op het bezwaar. 16.2 De CEC onderzoekt het bezwaar met het daarin opgenomen verzoek / klacht en neemt binnen tien schooldagen een beslissing en deelt dit de student schriftelijk mee. In de schriftelijke mededeling wordt gewezen op de mogelijkheid tot het indienen van beroep. 16.3 Een afschrift van de schriftelijke mededeling wordt tevens gestuurd aan de VEC. Artikel 17 Beroep 17.1 De student kan binnen tien schooldagen na dagtekening van het besluit van de CEC op het bezwaarschrift, schriftelijk beroep indienen bij de commissie van beroep voor examens. De commissie van beroep is een door het bevoegd gezag van het Clusius
Examenreglement 2015-2016– Clusius College
7
17.2 17.3 17.4 17.5
College ingestelde commissie met externe leden die niet werkzaam zijn bij het Clusius College. Het beroep bevat tenminste: - naam en adres van de student; - datum van verzending; - het besluit waartegen het beroep gericht is; - inhoudelijke toelichting op het beroep. De commissie van beroep stelt een onderzoek in en beslist binnen vier weken na ontvangst van het beroepschrift, tenzij zij deze termijn gemotiveerd heeft verlengd met ten hoogste twee weken. Indien de commissie van beroep het beroep gegrond acht, vernietigt zij de beslissing van de CEC geheel of gedeeltelijk en kan zij de CEC opdragen een nieuwe beslissing te nemen. De commissie van beroep kan hiervoor in haar uitspraak een termijn stellen. Daarnaast kan de commissie van beroep de CEC opdragen het examen of enig onderdeel daarvan opnieuw af te nemen. De commissie van beroep kan hieraan voorwaarden stellen. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mee aan de student en de CEC. De procedure voor de commissie van beroep is vastgelegd in het Reglement commissie van beroep voor examens. Deze staat op de website van het Clusius College: www.clusius.nl - Publicaties – Onderwijsdocumenten.
Artikel 18 Klachten en beroep bij het centraal examen 18.1 De student volgt bij klachten over de afname van het centrale examen de route van het Clusius College zoals deze is omschreven vanaf artikel 15 in dit reglement. 18.2 Over (de totstandkoming van) het cijfer voor een Creta en centraal examen is het niet mogelijk een klacht in te dienen c.q. een beroepsprocedure te starten. Artikel 19 Overzicht behaalde resultaten Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van hun examenresultaten. Het examenbureau houdt de resultaten bij in het examendossier. Artikel 20 Gekwalificeerd voor de opleiding 20.1 Een student is gekwalificeerd voor een opleiding indien hij/zij voldaan heeft aan de diploma-eisen, na vaststelling door de VEC. 20.2 Indien aan de diploma-eisen is voldaan en vaststelling door de VEC heeft plaatsgevonden, wordt dit binnen vijf schooldagen aan de student bekend gemaakt. Artikel 21 Bewijsstukken Studenten die geslaagd zijn voor (delen van) het examen, ontvangen bij het verlaten van de opleiding de desbetreffende bewijsstukken. • Bij een kwalificatie behoort een diploma met een resultatenlijst. • Bij een examenonderdeel behoort een bewijs van het behaalde resultaat. • Indien de student aanvullende modules of een of meer vaardigheden op een hoger niveau met goed gevolg heeft afgerond, ontvangt hij/zij hiervan een bewijs van deelname of verklaring. Artikel 22 Geheimhouding Iedereen die betrokken is bij de uitvoering van de examinering en daarbij de beschikking krijgt over gegevens moet hier vertrouwelijk mee om gaan en is verplicht tot geheimhouding. Hiervoor tekent hij een geheimhoudingsverklaring. Tenzij een wettelijk Examenreglement 2015-2016– Clusius College
8
voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van de examinering noodzaak tot bekendmaking voortvloeit. Artikel 23 Strijdigheid bepalingen Indien enige bepaling uit de Onderwijs- en Examenregeling strijdig is met de bepalingen uit dit examenreglement hebben de bepalingen uit dit reglement voorrang. Artikel 24 Onvoorziene omstandigheden In geval van omstandigheden waarin dit reglement of de Onderwijs- en Examenregeling (deel 1 en 2) niet voorziet, beslist het bevoegd gezag in samenspraak met de CEC.
Examenreglement 2015-2016– Clusius College
9
De Centrale Examencommissie mbo Voorzitter : G.P. Oud - voorzitter Lid : C. Kooi – Examensecretaris mbo Lid Alkmaar : W.R. van Reenen Lid Hoorn : Mw. E.H.M. Welbedacht-Potregies Lid Schagen : Mw. A. Lugtig-Ouweltjes Adviseur : Mw. Y Marcus-Peereboom Verslag : Mw. P. Heuberger-de Ridder
Bestuur & Ondersteunende afdelingen Clusius College Dhr. G.P.Oud - Lid College van Bestuur Drechterwaard 10A 1824 EX Alkmaar Tel.: (072) 514 76 66
Examensecretaris mbo Dhr.C. Kooi Clusius College mbo Drechterwaard 10 1824 EX Alkmaar Tel.: 06 55171293
[email protected]
Vestiging mbo Alkmaar Dhr. W.J. van Reenen - Directeur Drechterwaard 10 1824 EX Alkmaar Tel.: (072) 561 09 34
Vestiging mbo Hoorn Mw. E.H.M. Welbedacht-Portegies - Directeur Blauwe Berg 3 1625 NT Hoorn Tel.: (0229) 25 94 94
Vestiging mbo Schagen Mw. A. Lugtig-Ouweltjes - Directeur De Boomgaard 9 1741 MD Schagen Tel.: (0224) 21 27 25
Examenreglement 2015-2016– Clusius College
10