Onderwijs- en examenregeling Mbo-Verpleegkundige

Onderwijs- en examenregeling Mbo-Verpleegkundige Crebonummer 95520; Niveau 4; Beroepsopleidend

Cohort 2013-2017 Versiedatum: 15 juli 2013

Inhoudsopgave Voorwoord Hoofdstuk 1: Wat moet ik weten als ik een mbo-studie doe? 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6

Hoe moet ik me inschrijven? Als ik vrijstellingen wil…? Wat als ik een handicap of beperking heb? Wat moet ik weten over studiefinanciering? Kan de school een financiële bijdrage leveren? Hoe gaat het met uitschrijven?

Hoofdstuk 2: Wat wordt op school en in mijn toekomstig beroep van mij verwacht? 2.1 Wanneer kan ik geplaatst worden bij de opleiding? 2.2 Wat betekent identiteit voor het Hoornbeeck College en voor mij? 2.3 Wat houdt mijn toekomstig beroep in? 2.4 Waar kan ik straks gaan werken? 2.5 Kan ik ook doorstuderen?

Hoofdstuk 3: Hoe ziet mijn opleiding eruit? 3.1 Welke onderdelen komen aan bod? 3.2 Hoe ziet het opleidingsmodel er uit? 3.3 Wanneer krijg ik wat? 3.4 Kan ik een individueel traject volgen? 3.5 Zijn er uitstroommogelijkheden? 3.6 Zijn er extra (keuze) mogelijkheden? 3.7 Hoe zit het met deelname aan onderwijsactiviteiten? 3.8 Hoe word ik begeleid? 3.9 Hoe ziet mijn beroepspraktijkvorming (bpv) er uit? 3.9.1 Wat is het doel van de bpv? 3.9.2 Wat is de inhoud van de bpv? 3.9.3 Hoe kom ik aan een bpv-plaats? 3.9.4 Hoe word ik begeleid tijdens de bpv? 3.9.5 Hoe wordt de bpv beoordeeld? 3.9.6 Hoeveel uur werk ik tijdens de bpv? 3.9.7 Wat houdt de praktijkovereenkomst in? 3.9.8 Welke regels gelden op het bpv-adres?

Niveau 4

95520 Mbo-Verpleegkundige

BOL

cohort 2013-2017

1

Hoofdstuk 4: Hoe loopt de weg naar mijn diploma? 4.1 Wat voor toetsen krijg ik? 4.2 Hoe wordt de kwaliteit van de toetsen (examinering) gewaarborgd? 4.3 Hoe vindt beoordeling van mijn toetsen plaats? 4.4 Krijg ik een resultatenoverzicht? 4.5 Kan ik een toets inhalen? 4.6 Mag ik een toets herkansen? 4.7 Wat als ik onvoldoende sta voor een kwalificerende toets na benutting van mijn toetsmogelijkheden? 4.8 Wat als ik na afloop van mijn onderwijsovereenkomst nog geen diploma heb behaald? 4.9 Wat moet ik weten over studieadvies en studiebesluit?

Hoofdstuk 5: Hoe ziet het toetsplan van mijn opleiding er uit? 5.1 Wat moet ik weten voor ik het toetsplan lees? 5.2 Het toetsplan van mijn opleiding 5.2.1 Toetsplan behorend bij het kwalificatiedossier 5.2.2 Toetsplan behorend bij Godsdienst, loopbaan en burgerschap 5.2.3 Toetsplan behorend bij Nederlands 5.2.4 Toetsplan behorend bij rekenen 5.2.5 Toetsplan behorend bij MVT (indien van toepassing) 5.3 Heb ik mijn diploma behaald? 5.4 Heb ik een certificeerbare eenheid behaald?

Bijlagen 1 2 3 4 5 6

Programmering onderwijstijd Urentabellen Samenvatting inhoud kwalificatiedossier Beheersingsniveau Nederlands, moderne vreemde talen en rekenen Certificeerbare eenheden BPV-handleiding

Digitale bijlagen Hoornbeeck College 1 2 3 4 5 6

Examenreglement Kwalificatieprofiel Vrijstellingenprocedure Verzuimprocedure Procedure time-out, schorsing en verwijdering Exitprocedure

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

2

Voorwoord Beste student, Dit document is de onderwijsen examenregeling van de opleiding die je volgt. Meestal kortweg ‘de OER’ genoemd. Hierin staat alle informatie die je tijdens je opleiding nodig hebt. Het is dus van belang dit document steeds bij je hebben. Wanneer er tijdens je opleiding informatie wijzigt, ontvang je deze als bijlage (erratum) bij deze onderwijsen examenregeling. Voor vragen over de onderwijsen examenregeling kun je terecht bij je studieloopbaanbegeleider of opleidingsmanager. We wensen je een prettige studietijd op het Hoornbeeck College toe!

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

3

Hoofdstuk 1: Wat moet ik weten als ik een mbo-studie doe? 1.1 Hoe moet ik me inschrijven? Inschrijven kan via het invullen en opsturen van het aanmeldingsformulier naar de Centrale Administratie van het Hoornbeeck College. Wanneer je aansluitend aan je huidige opleiding een tweede opleiding aan het Hoornbeeck College wilt gaan doen, heb je een doorstroomformulier nodig. Dit kun je ophalen bij de administratie.

1.2 Als ik vrijstellingen wil…? Als je in aanmerking denkt te komen voor (een) vrijstelling(en) kun je contact opnemen met de opleidingsmanager. Deze zal je informeren over de wijze waarop je (een)vrijstelling(en) kunt verkrijgen.

1.3 Wat als ik een handicap of beperking heb? Zowel op het aanmeldingsformulier als op het intakevragenformulier heb je kunnen aangeven of je een handicap of chronische ziekte hebt. Ook heb je hierop kunnen aangeven of je wilt dat het Hoornbeeck College hier mee rekening houdt. Als je dit met ‘ja’ beantwoord hebt, dan word je in contact gebracht met iemand van het Steunpunt Studie en Handicap (SSH). Het SSH kan jou adviseren en ondersteunen. Eén van de zaken die het SSH regelt is het uitvoeren van examenaanpassingen. Voor bijvoorbeeld een slechtziende student kan geregeld worden dat de schriftelijke toets op A3formaat afgedrukt wordt. Voor bijvoorbeeld een student met dyslexie kan extra tijd voor het maken van een toets een goede regeling zijn. Ook als een beperking of handicap tijdens je opleiding ontstaat zijn examenaanpassingen mogelijk. Vraag dan aan je opleidingsmanager wie dat voor jou kan regelen.

1.4 Wat moet ik weten over studiefinanciering? Nog geen 18 jaar? Zolang je nog geen achttien jaar bent, heb je geen recht op studiefinanciering. 18 jaar of ouder? Dat verandert als je achttien jaar wordt. Dan vervalt voor je ouder(s)/verzorger(s) het recht op kinderbijslag en krijg jij zelf recht op studiefinanciering als je een BOL-opleiding volgt op het Hoornbeeck College. Je krijgt dan een basisbeurs plus een studenten OV-chipkaart. Je moet wel zelf een aanvraag doen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Dit doe je door minimaal drie maanden voor je achttiende verjaardag je gegevens aan DUO door te geven. Maak hiervoor gebruik van het formulier Aanvraag Studiefinanciering beroepsonderwijs. Op de administratie van de school is

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

4

dit formulier verkrijgbaar. Hier kun je ook de bijbehorende brochure krijgen over studiefinanciering in het beroepsonderwijs. Alle informatie over studiefinanciering kun je vinden op de internetsite www.duo.nl.

1.5 Kan school een financiële bijdrage leveren? Het kan zijn dat jullie gezin moet rondkomen met een beperkt inkomen. Het is dan mogelijk om een tegemoetkoming te krijgen in de studiekosten. Wel moet aangetoond kunnen worden dat er echt sprake is van een laag inkomen. Als je hoge reiskosten hebt, kom je ook in aanmerking voor een tegemoetkoming. In de informatiegids staat wat je moet doen om een aanvraag voor een tegemoetkoming in te dienen. Het komt voor dat studenten en hun ouders hoge extra kosten moeten maken om de beroepspraktijkvorming die bij de opleiding hoort te realiseren. Hiervoor is een bpv-fonds ingesteld. Als je voor een bijdrage uit dit fonds in aanmerking denkt te komen, kun je contact opnemen met je bpv-coördinator.

1.6 Welke officiële documenten ontvang ik tijdens de opleiding? In de loop van de opleiding ontvang je de volgende officiële documenten:  Een onderwijsovereenkomst (OOK): In deze overeenkomst staat aangegeven wat wij van jou als student verwachten en wat jij van ons mag verwachten. Deze overeenkomst heb je getekend voor aanvang van je opleiding. Wanneer je nog geen achttien jaar bent, hebben ook je ouder(s)/verzorger(s) deze overeenkomst getekend. Bij deze onderwijsovereenkomst hoort ook het zogenaamde deelnemersstatuut. In dit document staan de schoolregels over gedrag en levensstijl.  Een onderwijsen examenregeling (OER): Dit document heb je nu in handen. Je hebt deze onderwijsen examenregeling bij de start van je opleiding ontvangen. In dit oer staat alle praktische informatie over je opleiding. Denk aan informatie over beroepspraktijkvorming en examinering.  Informatiegids: Ook deze gids heb je bij de start van je opleiding ontvangen. Hierin staat informatie over het Hoornbeeck College in het algemeen. Denk aan informatie over de organisatie, het beleid, de klachtenregeling en medezeggenschap. Ook informatie over de docenten die lessen verzorgen bij jouw opleiding is opgenomen in de informatiegids.  Locatie-informatiegids: Bij de start van je opleiding ontvang je ook een locatie-informatiegids. Hierin staan de spelregels van de locatie van het Hoornbeeck College waar jij je opleiding doet.  BPV-gids: Voordat je op beroepspraktijkvorming (stage) gaat, ontvang je als bijlage bij de onderwijsen examenregeling de zogenaamde BPV-gids. In deze gids staat alle informatie die je nodig hebt voor je beroepspraktijkvorming.  Praktijkovereenkomst (POK): Voordat je op beroepspraktijkvorming gaat, onderteken je een praktijkovereenkomst. In deze overeenkomst staat onder andere aangegeven waar en wanneer je beroepspraktijkvorming plaats vindt en hoeveel uren je op beroepspraktijkvorming gaat. Deze overeenkomst wordt ook door de instelling/het bedrijf waar je op

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

5

beroepspraktijkvorming gaat ondertekend. Wanneer je nog geen achttien bent, tekenen ook je ouder(s)/verzorger(s).

1.7 Hoe gaat het met uitschrijven? Als je je opleiding met goed gevolg hebt afgerond, word je na de uitreiking van je diploma automatisch uitgeschreven. Je moet zelf aan DUO doorgeven dat je opleiding is afgerond. Wanneer je hebt voldaan aan de leerplicht én de kwalificatieplicht kun je je uitschrijven zonder dat er sprake is van voortijdig schoolverlaten. Leerplicht betekent dat je tot en met het jaar waarin je 16 wordt voltijd onderwijs moet volgen. Kwalificatieplicht wil zeggen dat je in elk geval tot je 18e verjaardag een (mbo) opleiding moet volgen. Wanneer je 18 jaar bent of ouder en je wilt uitgeschreven worden zonder dat je een diploma hebt behaald, dan moet je je studiefinanciering en de kosten voor de studenten OV-chipkaart terugbetalen, Zie voor verdere informatie www.duo.nl. Wanneer voortijdig uitschrijven voor jou aan de orde is, neem dan contact op met je opleidingsmanager. Deze bespreekt met jou en alle betrokkenen de consequenties. Verdere informatie over terugbetaling van bepaalde bedragen, studiefinanciering en uitschrijving bij DUO kun je opvragen bij de Centrale Administratie (telefoonnummer 0334680808).

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

6

Hoofdstuk 2: Wat wordt op school en in mijn toekomstig beroep van mij verwacht? 2.1 Wanneer kan ik geplaatst worden bij de opleiding? Om geplaatst te worden tot de opleiding Mbo-Verpleegkundige moet je aan een aantal voorwaarden voldoen. In de eerste plaats moet je de juiste vooropleiding hebben: een diploma vmbo in de kaderberoepsgerichte, gemengde of theoretische leerweg. Ook worden er eisen gesteld aan je houding en motivatie ten opzichte van de opleiding: tijdens een intakegesprek laat je zien dat je een positieve motivatie hebt voor het werken in een verzorgend beroep. Verder gelden er eisen op het gebied van de identiteit. Daar wordt bij de aanmelding naar gekeken maar ook tijdens het volgen van de opleiding. In de volgende paragraaf kun je meer lezen over de identiteit. Ook wanneer je een diploma niveau 3 Verzorgende-IG hebt, kun je instromen in de opleiding Mbo-Verpleegkundige.

2.2 Wat betekent identiteit voor het Hoornbeeck College en voor mij? De grondslag van het Hoornbeeck College is de Bijbel en de daarop gebaseerde reformatorische belijdenisgeschriften. De Bijbel is dan ook in en buiten de school de enige norm voor ons doen en laten. In de klas wordt de dag begonnen met het lezen van een gedeelte uit de Bijbel, het zingen van een psalmvers en met gebed. Hierin wordt van jou een actieve houding verwacht. Alle studenten (met uitzondering van BBL-studenten) hebben in principe twee lesuren per week godsdienstonderwijs. Verder dient iedereen zich te houden aan de gedragsregels die door de school zijn opgesteld. Deze gedragsregels zijn deels verbonden met de identiteit van de school en deels algemeen geldende regels. Bij de door jou te ondertekenen onderwijsovereenkomst hoort een studentenstatuut en een identiteitsverklaring. In deze documenten staan jouw rechten en de plichten nauwkeurig omschreven, ook op het gebied van gedrag en leefwijze. Zorg dat je kennis hebt genomen van deze documenten zodat je weet wat wij van je verwachten.

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

7

2.3 Wat houdt mijn toekomstig beroep in? Als Mbo-Verpleegkundige verleen je verpleegkundige zorg aan zorgvragers van alle leeftijden. Met jouw algemene opleiding kun je aan de slag in allerlei beroepen en zorgsituaties. De specialisatie die je kiest, bepaalt in welk werkveld je terechtkomt. Dat kan bijvoorbeeld zijn in een verpleeg- of verzorgingshuis, een ziekenhuis, een instelling voor psychiatrie of verslavingszorg, woonvormen voor gehandicapten of bij de zorgvrager(s) thuis. Je werkt voor allerlei typen zorgvragers met verschillende achtergronden: oudere zorgvragers, chronisch zieken, revaliderende zorgvragers, zorgvragers met een handicap, klinische zorgvragers, zorgvragers met psychiatrische problematiek, zwangeren, kraamvrouwen en pasgeborenen en kinderen en jeugdigen met potentiële of feitelijke gezondheids- of bestaansproblemen. Ook werk je vaak samen met de mantelzorgers. Dat zijn de naasten van de zorgvrager, zoals een ouder, partner, kind of vriend. Je richt je met name op de verpleegkundige zorg voor de individuele zorgvrager in zijn directe omgeving. Daarnaast richt je je op groepen zorgvragers, bijvoorbeeld in een kleinschalige woonomgeving. Wat betekent dit voor jouw werk?  Je draagt bij aan het herstel van de zorgvrager en aan de verbetering van de kwaliteit van leven van de zorgvrager op het gebied van gezondheid, wonen en welzijn.  Je stelt een verpleegkundige diagnose, schrijft een verpleegplan, ondersteunt bij persoonlijke basiszorg, zoals het wassen van de zorgvragers  Je deelt medicijnen uit en je voert verpleegtechnische handelingen uit, zoals injecteren.  Je biedt ondersteuning als een zorgvrager bijvoorbeeld psychosociale problemen heeft.  Je begeleidt en ondersteunt de zorgvrager ook praktisch door bijvoorbeeld te leren hoe een zorgvrager met krukken moet lopen.  Je geeft voorlichting, advies en instructie, bijvoorbeeld over gebruik van hulpmiddelen.  Je coördineert alle zorgtaken voor de gehele zorgverlening voor een of meerdere zorgvragers.  Je leert mensen omgaan met ziektes en beperkingen.  Je werkt veelal zelfstandig en in een team.  Je treedt vooral op als de gezondheids- of leefsituatie van de zorgvrager ingewikkelder wordt. Bijvoorbeeld omdat hij of zij meerdere gezondheidsproblemen of beperkingen en levensvragen heeft.  Naast het verlenen van zorg en ondersteuning lever je een bijdrage aan de professionalisering van het beroep en aan de kwaliteitsverbetering van de

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

8

werkzaamheden. Dat kun je doen door bijvoorbeeld met collega’s en je leidinggevende over je werk te praten en door deel te nemen aan deskundigheidsbevordering.

2.4 Waar kan ik straks gaan werken? Als Mbo-Verpleegkundige werk je op het snijvlak van zorg, wonen en welzijn. Met jouw algemene opleiding kun je in tal van beroepspraktijken aan de slag. Bijvoorbeeld in ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingshuizen, instellingen voor psychiatrie of verslavingszorg, woonvormen voor gehandicapten en de thuiszorg.

2.5 Kan ik ook doorstuderen? Je kunt er ook voor kiezen om na het behalen van je diploma door te studeren. Je kunt hierbij denken aan de volgende mogelijkheden:  Aanvullende cursussen en opleidingen op hetzelfde beroepsniveau, zoals activiteitenbegeleider;  Specialiseren in je eigen beroepsgroep;  Doorstromen naar de opleiding niveau 5 Hbo-Verpleegkundige.  Doorstromen naar een welzijnsopleiding, zoals sociaal agogisch werk;

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

9

Hoofdstuk 3: Hoe ziet mijn opleiding eruit? 3.1 Welke onderdelen komen aan bod? Je opleiding bestaat uit de volgende onderdelen:  Kwalificatiedossier (het beroepsgerichte gedeelte van je opleiding)  Leren en loopbaan,  Burgerschap en godsdienst  Nederlands  Engels  Rekenen Het Hoornbeeck College wil je op basis van deze opleidingsonderdelen zo goed mogelijk vormen en toerusten voor je toekomstig functioneren in beroep, gezin, kerk en maatschappij. Hierbij wordt aandacht besteed aan kennis, vaardigheden en beroepshouding.

3.2 Hoe ziet het opleidingsmodel er uit? Een schooljaar is verdeeld in perioden van tien weken. In onderstaand model kun je zien wanneer je op school bent en wanneer op bpv. Periode 1

Periode 2

Periode 3

Periode 4

Leerjaar 1

10 weken bpv

Leerjaar 2

20 weken bpv

Leerjaar 3

20 weken bpv

Leerjaar 4

20 weken bpv

(onder voorbehoud)

3.3 Wanneer krijg ik wat? In bijlage 2 vind je de urentabellen. Deze geven aan welke onderdelen in welke periode aan de orde komen. Je rooster wordt voorafgaand aan een nieuwe periode bekendgemaakt.

3.4 Kan ik een individueel traject volgen? Wanneer je een andere route wilt of moet volgen, worden er samen met jou afspraken gemaakt over het volgen van de lessen op school en het op beroepspraktijkvorming gaan.

3.5 Zijn er uitstroommogelijkheden? Binnen de opleiding Mbo-Verpleegkundige heb je geen uitstroommogelijkheden. Je volgt namelijk een algemene opleiding en wordt breed opgeleid. Wel richt je jezelf in de loop van de opleiding op die richting waar je graag in wilt werken of doorstuderen. De opleiding kent vier zogenaamde brancheverbijzonderingen:

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

10

-

Ziekenhuizen (ZH) Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg (VVT); Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ); Gehandicaptenzorg (GHZ).

3.6 Zijn er extra (keuze) mogelijkheden? Wanneer je wilt doorstromen naar de niveau 5-opleiding Hbo-Verpleegkundige kun je aan het einde van de opleiding het doorstroomprogramma te volgen. Wanneer je dit doorstroomprogramma haalt, ontvang je over het algemeen studieduurverkorting .

3.7 Hoe zit het met deelname aan onderwijsactiviteiten? In artikel 11 ‘Inspanningsverplichting student’ uit het Reglement Onderwijsovereenkomst staat: “De student is gehouden zich naar beste vermogen in te spannen de opleiding binnen de gestelde termijn met succes af te ronden. In het bijzonder is de student gehouden daadwerkelijk aan de opleidingsactiviteiten deel te nemen, tenzij dit om zwaarwegende redenen niet van hem/haar gevergd kan worden.” Ook is volgens het Examenreglement deelname aan de toetsen verplicht. Als je dan ook bepaalde onderwijsactiviteiten niet kunt bijwonen, moet je verlof vragen. Als school houden we bij wanneer en waarom er onderwijsactiviteiten verzuimd zijn en zo nodig nemen we maatregelen.

3.8 Hoe word ik begeleid? Tijdens je schoolloopbaan op het Hoornbeeck College word je door diverse personen binnen de school begeleid. Allereerst is er het opleidingsteam dat zich richt op de opleiding. De docenten uit het opleidingsteam dragen zorg voor de onderwijsactiviteiten. Daarnaast heb je een studieloopbaanbegeleider. Hij/zij begeleidt je bij het leren. Bij hem/haar kun je terecht met vragen en problemen op het gebied van de studie in het algemeen of sociale vaardigheden. Hij/zij is het aanspreekpunt voor jou, onderhoudt de contacten met de ouders en verwijst eventueel door naar andere personen, zoals bijvoorbeeld iemand van het Studentenzorgteam (SZT). De decaan begeleidt je bij het kiezen van de juiste (vervolg)opleiding. Tot slot noemen we de opleidingsmanager. Hij/zij bewaakt de goede gang van zaken binnen de opleiding.

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

11

3.9 Hoe ziet mijn beroepspraktijkvorming (bpv) er uit? 3.9.1 Wat is het doel van de bpv? Omdat je een beroepsopleiding volgt, ben je een belangrijk deel van je opleiding in de beroepspraktijk bezig. Hiervoor ga je regelmatig op beroepspraktijkvorming (bpv). De kerntaken die bij het beroep horen kun je hier meemaken en oefenen. Ook kun je dan laten zien of je deze kerntaken beheerst. 3.9.2 Wat is de inhoud van de bpv? Tijdens de bpv neem je deel aan de dagelijkse werkzaamheden in de bpv-instelling en werk je aan bpv-opdrachten. Wat er precies van je wordt verwacht tijdens de bpv staat in de bpvhandleiding. Deze handleiding is als bijlage bij dit oer bijgevoegd. Op school wordt deze handleiding besproken, zodat je goed voorbereid je bpv in gaat. Tijdens de bpv wordt gebruikt gemaakt van de proeves van PROVE2MOVE. 3.9.3 Hoe kom ik aan een bpv-plaats? Het Hoornbeeck College onderhoudt contacten met bpv-instellingen. Elke bpv-instelling moet een erkend leerbedrijf zijn. De bpv-coördinator van jouw opleiding zorgt ervoor dat iedere student een bpv-plaats toegewezen wordt. Over het algemeen wordt voorafgaand aan de plaatsing jouw motivatie voor een bepaalde bpv-plaats gevraagd. Als student neem je nooit zelf contact op met een instelling om te vragen of zij een bpv-plaats voor je hebben. Wanneer je een idee hebt over een bpv-plaats en je weet niet of de bpvcoördinator dit adres ook kent, neem je hierover met hem/haar contact op. 3.9.4 Hoe word ik begeleid tijdens de bpv? Tijdens je bpv krijg je begeleiding van het Hoornbeeck College door een bpv-docent (= een docent) en vanuit de instelling van een werkbegeleider of praktijkbegeleider. Begeleiding vanuit het Hoornbeeck College Tijdens je bpv kom je diverse keren voor methodische werkbegeleiding een dag op school. Tijdens je bpv-periode komt je bpv-docent op bezoek in de instelling. Je hebt dan een gesprek met je begeleidster uit de instelling en je bpv-docent van school, waarbij wordt gekeken hoe het gaat met je bpv en hoe je werkt aan je leerdoelen uit je persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en aan je opdrachten. Ook worden er afspraken gemaakt over hoe je verder gaat met je bpv. Verder kun je zelf een afspraak met je bpv-docent maken of je vragen naar je bpv-docent mailen. Begeleiding vanuit de bpv-Instelling Elke instelling heeft de begeleiding anders geregeld. Ook zijn er verschillende benamingen voor de begeleiding. Dit kan zijn: werkbegeleider, praktijkbegeleider, praktijkcoördinator enzovoorts. Hieronder lees je de algemene regels die belangrijk zijn voor de begeleiding vanuit de instelling: Als stagiaire word je elke dag begeleid door een collega die gediplomeerd is. Je hebt wekelijks een gesprek met je begeleidster over hoe het gaat op de afdeling Je hebt een tussen- en eindevaluatie met je begeleider vanuit de instelling en de bpvdocent van uit het Hoornbeeck College

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

12

-

Je bespreekt je leerdoelen (POP) en opdrachten en je hebt tijd om hier aan te werken. Je bent boventallig, dat wil zeggen dat je niet ingepland staat op de afdeling

3.9.5 Hoe wordt de bpv beoordeeld? De school heeft de eindverantwoordelijkheid bij de beoordeling van de bpv. De wijze van beoordeling staat in de bpv-handleiding beschreven. Ook staat in de bpv-handleiding opgenomen hoe de school de kwaliteit van examinering in de bpv borgt. Verder lees je in paragraaf 4.9 welke proeves wanneer moeten zijn behaald, om een groen studie-advies te ontvangen. 3.9.6 Hoeveel uur werk ik tijdens de bpv? Tijdens de opleiding ga je diverse keren op bpv. De door jou te werken stage-uren en de begin- en einddatum van de beroepspraktijkvorming worden opgenomen in de praktijkovereenkomst (POK). Wanneer tijdens de beroepspraktijkvorming hierover andere informatie wordt verstrekt, geldt de informatie uit de praktijkovereenkomst. Je verantwoordt de door jou gewerkte uren in een urenaftekenlijst. Deze lijst is opgenomen in de bpv-handleiding. De bpv-handleiding vind je als bijlage bij deze onderwijsen examenregeling. Wanneer je onverhoopt minder uren werkt dan in de praktijkovereenkomst is afgesproken, moet je deze in hetzelfde cursusjaar inhalen. 3.9.7 Wat houdt de praktijkovereenkomst in? Voordat je op bpv gaat wordt er een praktijkovereenkomst (POK) gesloten tussen het Hoornbeeck College, de bpv-instelling en jou als student. De POK is een contract waarin verschillende afspraken vastgelegd zijn die gelden tijdens je bpv-periode. Onderdeel van de POK is het Reglement Praktijkovereenkomst. In dit reglement staan de rechten en plichten van zowel de school, de bpv-instelling als van de student. De POK wordt door school, de instelling en door jou ondertekend en ieder krijgt hiervan een exemplaar. Wanneer de afspraken die in de POK staan niet worden nagekomen, kan de bpv worden gestopt. 3.9.8 Welke regels gelden op het bpv-adres? Tijdens je bpv houd je rekening met het volgende: 1. Je bent student op een reformatorisch College voor MBO. Dat mag tot uitdrukking komen in je gehele presentatie. De Bijbel spreekt over vriendelijkheid, medeleven een eerlijkheid, maar ook over taalgebruik en kleding. We verwachten van jou als student dat je je ook op je stageplaats gepast kleedt, overeenkomstig de kledingregels van het Hoornbeeck College. Waar de aard van de BPV-plaats of de aldaar te verrichten werkzaamheden aanleiding geeft tot afwijken van de kledingregels, vindt altijd overleg plaats door de student met de begeleider van de BPV in de instelling en met de BPV-docent van het Hoornbeeck College. 2. De instelling kan jou vragen om een geldige TBC- of vaccinatieverklaring. 3. Als student houd je je aan het beroepsgeheim.

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

13

4. Als je tegen regels handelt, kan de instelling in overleg met de bpv-coördinator je bpvperiode afbreken. Ook om andere zwaarwegende redenen kan de bpv-periode na overleg worden afgebroken. 5. De instelling verstrekt geen gegevens over jou aan anderen. 6. Bij ziekte stel je de praktijkopleider vóór werktijd op de hoogte. Je stelt dezelfde dag ook de bpv-docent en de receptie van het Hoornbeeck College hiervan op de hoogte. 7. Wanneer je onwettig afwezig bent (dat is: zonder goedkeuring van de praktijkopleider), neemt de praktijkopleider op dezelfde dag contact op met de bpvdocent. 8. Als student heb je recht op schoolvakantie. In overleg met de instelling en bpv-docent kan deze periode worden verschoven. 9. Is tijdens de bpv-periode schade geleden of toegebracht door jouw toedoen, dan meld je dit zo snel mogelijk aan de bpv-coördinator. Vanuit het Hoornbeeck college is een WA-verzekering afgesloten. Deze verzekering dekt je (binnen de grenzen van de polisvoorwaarden) tegen de gevolgen van aansprakelijkheid voor anderen, wanneer je aansprakelijkheid niet ergens anders verzekerd is. Als stagiaire van het Hoornbeeck college ben je verzekerd tegen het risico van aanspraken die door derden tegen jou worden ingesteld ter zake van schade: a. door jou toegebracht bij het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van het bpv-adres; b. voor zover niet vallend onder a. door jou toegebracht vanaf het moment dat jij voor het verrichten van werkzaamheden aan het bpv-adres bent gearriveerd, tot op het ogenblik dat jij na het beëindigen van jouw dagtaak dit adres verlaat. 10. Ben je jonger dan 18 jaar dan mag je geen nachtdiensten doen. 11. Communicatie met het bpv-adres verloopt via de bpv-docent van school. 12. Tijdens de bpv gelden de arbo-protocollen van de bpv-instelling.

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

14

4 Hoe loopt de weg naar mijn diploma? 4.1 Wat voor toetsen krijg ik? Ontwikkelingsgerichte toetsen geven aan welke onderdelen je voldoende beheerst en aan welke onderdelen je meer aandacht moet besteden. De uitkomst hiervan komt niet op je diploma te staan. Kwalificerende toetsen zijn om aan te tonen dat je de onderdelen van de opleiding beheerst. De resultaten van deze toetsen komen op je diploma te staan. Voor alle kwalificerende toetsen is het Examenreglement van toepassing. Je kunt dit vinden op de website van het Hoornbeeck College. In het toetsplan kun je lezen welke toetsen er tijdens jouw opleiding afgenomen worden. Dit toetsplan is in deze OER opgenomen. Binnenschoolse toetsen worden meestal afgenomen in de toetsweek. Dit is de laatste week van een periode. Twee weken voor een toetsweek ontvang je een toetsrooster. Hierin staat wanneer welke toets afgenomen wordt, waar je moet zijn en hoeveel tijd je voor de toets krijgt. Bij iedere opleiding hoort een examencommissie. Deze commissie is eindverantwoordelijke voor de examinering. Wanneer je vragen over examens hebt kun je terecht bij de opleidingsmanager (voorzitter van de teamexamencommissie) of de secretaris van de teamexamencommissie.

4.2 Hoe wordt de kwaliteit van de toetsen (examinering) gewaarborgd? De kwaliteit van de opleiding wordt voor een belangrijk deel bepaald door de kwaliteit van de examinering. Het Hoornbeeck College streeft daarom naar een hoge kwaliteit van de examinering. Naast het feit dat het Hoornbeeck College zelf de kwaliteit van de examinering bewaakt, wordt er ook toezicht gehouden door de Inspectie van het Onderwijs. Zo wordt er van twee kanten gezorgd voor voldoende kwaliteit van de examinering.

4.3 Hoe vindt beoordeling van mijn toetsen plaats? Binnen vijftien schooldagen na het afnemen van de toets ontvang je de uitslag van de beoordeling. Dit gebeurt meestal door de docent die jouw toets heeft beoordeeld. Deze docent geeft je ook de gelegenheid om het beoordeelde werk in te zien. Het kan dan voorkomen dat je het niet eens bent met de beoordeling. Dit bespreek je eerst met de betreffende docent. Wanneer er dan een verschil van mening over de beoordeling blijft bestaan, kun je een aanvraag doen voor een tweede beoordeling. Een tweede beoordeling moet je schriftelijk aanvragen bij de teamexamencommissie (via de opleidingsmanager) met de redenen erbij vermeld. Je krijgt dan binnen twee weken van de teamexamencommissie hierover bericht.

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

15

Ben je het met de uitspraak van de teamexamencommissie niet eens, dan bestaat er nog een mogelijkheid om hiertegen bezwaar aan te tekenen. Hoe dit in zijn werk gaat, kun je lezen in het examenreglement dat je kunt vinden op de website van het Hoornbeeck College.

4.4 Krijg ik een resultatenoverzicht? Na iedere toetsperiode wordt er een resultatenvergadering gehouden. Na deze vergadering worden de resultatenoverzichten gemaakt en uitgedeeld aan de studenten. Indien nodig wordt het resultatenoverzicht opgestuurd. Als er aanleiding voor is, wordt het resultatenoverzicht door je studieloopbaanbegeleider met jou doorgesproken. Eventueel wordt er contact met thuis opgenomen.

4.5 Kan ik een toets inhalen? Er kunnen geldige redenen zijn waardoor je verhinderd bent een toets bij te wonen. Je krijgt de gelegenheid om deze toets in te halen. Je hebt drie toetsgelegenheden. Wanneer je onwettig* een toets niet maakt of een toets niet tijdig inlevert, is sprake van een niet-benutte toetsgelegenheid. Daarmee houd je minder mogelijkheden over om een bepaalde toets te maken. *Onwettig wil in dit verband zeggen: als je geen geldige reden hebt waardoor je verhinderd was een toets te maken of wanneer je je niet correct hebt afgemeld voor een toets.

4.6 Mag ik een toets herkansen? Om voor een diploma in aanmerking te komen dienen alle kwalificerende toetsen met een voldoende beoordeling te worden afgesloten. Daarnaast worden zowel de kwalificerende toetsen als de ontwikkelingsgerichte toetsen meegenomen bij het bepalen van een studieadvies of studiebesluit. Het is mogelijk om onvoldoende resultaten te herkansen. Dit kan echter niet onbeperkt. Bij herkansing telt het hoogst behaalde resultaat. De toetsingsregeling (inclusief herkansingsregeling) is als volgt:  Per (ontwikkelingsgerichte of kwalificerende) toets zijn er drie toetsgelegenheden.  Eerste toetsgelegenheid:  Bij binnenschoolse toetsing aan het einde van de periode waarin les is gegeven ter voorbereiding op deze toets  Bij buitenschoolse toetsing tijdens de bpv-periode  Tweede toetsgelegenheid:  Deze is van toepassing indien: o Een toets moet worden ingehaald of indien o Een toets met een onvoldoende is beoordeeld  Bij binnenschoolse toetsing wordt deze tweede toetsgelegenheid ingepland voordat het volgende studieadvies wordt gegeven

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

16







Bij buitenschoolse toetsing wordt deze tweede toetsgelegenheid ingepland in de eerstvolgende bpv-periode  Derde toetsgelegenheid:  Deze wordt aangeboden in het leerjaar volgend op het leerjaar waarin de eerste toetsgelegenheid van een toets is geweest  Deze derde toetsgelegenheid is van toepassing als een toets uit een vorig leerjaar met een onvoldoende is beoordeeld  Deze derde toetsgelegenheid wordt aangeboden op het moment dat een hoger cohort dezelfde toets aangeboden krijgt  Per periode mogen niet meer dan twee toetsen als derde toetsgelegenheid worden gemaakt  Een student schrijft zich zelf in voor een derde toetsgelegenheid Nadat het laatste studieadvies van de opleiding is verstrekt, geldt het volgende voor herkansing:  Er vindt alleen herkansing plaats van kwalificerende toetsen, omdat voor deze toetsen een voldoende nodig is om te kunnen diplomeren  Per student wordt een herkansingstraject opgesteld, wat kan inhouden dat er sprake is van uitgestelde diplomering. In geval van bijzondere omstandigheden kan de teamexamencommissie besluiten van deze toetsingsregeling af te wijken ten gunste van de student.

Voor herkansing van centrale examens (COE Nederlands en rekenen) geldt: 1. Wanneer je lager dan een 6 hebt behaald, moet je dit centrale examen 1x herkansen. 2. Wanneer je een 6 of hoger hebt behaald, mag je dit centrale examen 1x herkansen mits dit resultaat niet door herkansing is behaald. 3. Herkansing vindt plaats in het volgende tijdvak. 4. Bij herkansing geldt het hoogst behaalde cijfer. 5. Wanneer na herkansing niet voldaan is aan de geldende slaag-/zakregeling, vindt nogmaals herkansing plaats.

4.7 Wat als ik onvoldoende sta voor een kwalificerende toets na benutting van mijn toetsmogelijkheden? Wanneer je voor een of meerdere kwalificerende toetsen na het benutten van de herkansingsmogelijkheden nog onvoldoende staat, betekent dit dat je de opleiding niet binnen de gestelde tijd kan behalen. Om toch je diploma te kunnen behalen, moet je na afloop van de onderwijsovereenkomst je inschrijven als examendeelnemer. Als examendeelnemer kun je tegen betaling opnieuw je onvoldoende toetsen maken. In dat geval wordt door de secretaris van de teamexamencommissie een individueel traject voor je samengesteld. Als examendeelnemer heb je geen recht op studiefinanciering.

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

17

4.8 Wat als ik na afloop van mijn onderwijsovereenkomst nog geen diploma heb behaald? Wanneer je tijdens de duur van de onderwijsovereenkomst geen diploma hebt behaald, zijn er de volgende mogelijkheden voor het vervolgen van je (studie)loopbaan: 1. Komen tot diplomering op dezelfde opleiding door verlenging van de onderwijsovereenkomst. Dit is alleen van toepassing als aangetoond kan worden dat hiermee voldaan wordt aan de 850-urennorm. Concreet betekent dit dat verlenging van de onderwijsovereenkomst van toepassing is als je nog beroepspraktijkvorming moet doen of nog een bij de opleiding behorend lesprogramma moet volgen. 2. Uitschrijven als student voor betreffende opleiding. In dit geval zijn er drie mogelijkheden voor het vervolgen van je (studie)loopbaan: a. komen tot diplomering op dezelfde opleiding door inschrijving voor een traject als examendeelnemer, waarbij je tegen betaling in de gelegenheid wordt gesteld om bepaalde toetsen voor een opleiding te doen (als examendeelnemer heb je geen recht op studiefinanciering); b. komen tot diplomering op een lager niveau door overstap naar een opleiding van een lager niveau dan de huidige opleiding; c. niet vervolgen van de studieloopbaan (dit is alleen mogelijk indien voldaan is aan leer- en kwalificatieplicht). In situatie b en c zal worden bezien of je in aanmerking komt voor een of meerdere certificeerbare eenheden.

4.9 Wat moet ik weten over studieadvies en studiebesluit? Wat betreft studieadvies en studiebesluit geldt het volgende: Een studieadvies en –besluit heeft betrekking op de opleidingsonderdelen: Kwalificatiedossier; Godsdienst, loopbaan en burgerschap (onderdeel loopbaan en onderdeel burgerschap); Nederlands en rekenen. 1.

2.

Na afloop van periode 2, 4, 7, 10 en 12 bepaalt de docentenvergadering voor jou een studieadvies. Dit advies kan groen of oranje zijn. Groen wil zeggen: de door jou behaalde resultaten zijn tot tevredenheid. Dit is van toepassing indien 25% of minder van alle te behalen (kwalificerende en ontwikkelingsgerichte) toetsen met een onvoldoende is beoordeeld of onwettig niet is gemaakt/tijdig ingeleverd. Oranje wil zeggen: de door jou behaalde resultaten geven aanleiding tot bezorgdheid over het kunnen behalen van de opleiding. Dit is aan de orde indien meer dan 25% van alle te behalen (kwalificerende en ontwikkelinggerichte) toetsen met een onvoldoende is beoordeeld of onwettig niet is gemaakt/tijdig ingeleverd. Een niet gedane toets wordt bij het bepalen van het studieadvies meegeteld als zijnde een onvoldoende toets (tenzij er wettige redenen zijn voor het niet-gedaan-zijn van een toets).

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

18

3.

4.

5.

6.

Naast voornoemd algemeen studieadvies bepaalt de docentenvergadering na afloop van periode 4, 7 en 10 voor jou ook een studieadvies op basis van de bpv-resultaten. Dit advies wordt bepaald op basis van het volgende:  Na periode 4: Indien van deel A een of meer van de proeves ondersteunen bij persoonlijke basiszorg, begeleiden van zorgvragers en/of verlenen van spoedeisende hulp (met uitzondering van de opdrachten die behoren tot het simulantenexamen) onvoldoende zijn, ontvang je een oranje studie-advies  Na periode 7 (alleen van toepassing indien na periode 4 een oranje advies): Indien van deel A een of meer van de proeves ondersteunen bij persoonlijke basiszorg, begeleiden van zorgvragers en/of verlenen van spoedeisende hulp (met uitzondering van de opdrachten die behoren tot het simulantenexamen) onvoldoende, ontvang je een rood studie-besluit (conform het onder punt 6 vermelde)  Na periode 7: Indien van deel B van de branche-specifieke proeve ondersteunen bij persoonlijke verzorging (met uitzondering van de opdracht over palliatieve/terminale zorg) en/of de branche-specifieke proeve ondersteunen bij persoonlijke begeleiding onvoldoende is, ontvang je een oranje studieadvies  Na periode 10 (alleen van toepassing indien na periode 7 een oranje advies): Indien van deel B van de branche-specifieke proeve ondersteunen bij persoonlijke verzorging (met uitzondering van de opdracht over palliatieve/terminale zorg) en/of de branche-specifieke proeve ondersteunen bij persoonlijke begeleiding onvoldoende is, ontvang je een rood studiebesluit (conform het onder punt 6 vermelde)  Na periode 10: Indien van deel B slechts de proeves van één brancheverbijzondering voldoende zijn, ontvang je een oranje studie-advies Na afloop van periode 4, 7 en 10 wordt zowel een studieadvies op basis van percentage voldoende toetsen (zie punt 1) als een studieadvies op basis van bpv resultaten (zie punt 3) bepaald. In dit geval ontvang je slechts één studieadvies. Dit advies kan groen of oranje zijn: Groen: als de uitkomst van het voornoemde bij punt 1 en 3 beide groen is Oranje: als de uitkomst van het voornoemde bij punt 1 en 3 een van beide of beide oranje is. Een studieadvies wordt na mondelinge/telefonische toelichting door de studieloopbaanbegeleider middels een (standaard)brief door de voorzitter van de team examencommisie aan je ouder(s)/verzorger(s) gezonden. Een oranje studieadvies wordt slechts éénmaal verstrekt. Wanneer je na herkansing geen of onvoldoende verbetering van je studieresultaten laat zien, ontvang je bij het eerstvolgende adviesmoment een studiebesluit. Dit studiebesluit houdt in dat je het huidige opleidingstraject niet kan vervolgen. Het studiebesluit wordt voorbereid door de docentenvergadering en bekrachtigd door de teamexamencommissie. Een studiebesluit wordt na mondelinge/telefonische toelichting door de studieloopbaanbegeleider middels een (standaard)brief door de voorzitter van de teamexamencommissie aan je ouder(s)/verzorger(s) gezonden. Tevens word je met je ouder(s)/verzorger(s) op school uitgenodigd om te bezien welk vervolgtraject voor jou op zijn plaats is.*

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

19

7.

8. 9.

*

In bijzondere situaties kan de docentenvergadering besluiten tot twee keer verstrekken van een oranje studieadvies. Ook in deze situatie wordt dit advies voorbereid door de docentenvergadering en bekrachtigd door de teamexamencommissie. Een studieadvies en –besluit is gebaseerd op het traject dat met jou is afgesproken. Dit betreft een regulier traject of een maatwerktraject. Tegen het studiebesluit kun je bezwaar aantekenen bij de teamexamencommissie en bij afwijzing van zijn bezwaar in beroep gaan bij de Commissie van Beroep voor de examens volgens de werkwijze zoals beschreven in hoofdstuk 5 van het examenreglement. Wanneer kun je overstappen naar een andere opleiding binnen de sector Gezondheidszorg?  Overstap naar de opleiding Verzorgende IG is mogelijk op de volgende momenten: met ingang van periode 5: naar Verzorgende IG leerjaar 2 met ingang van periode 9: naar Verzorgende IG leerjaar 3 (brancheverbijzondering kraamzorg niet mogelijk) met ingang van periode 12 of 14: individueel traject Verzorgende IG; Je wordt dan ingeschreven als examendeelnemer. Als examendeelnemer heb je geen recht op studiefinanciering.

Wat als je overstapt naar een andere opleiding bij de sector Gezondheidszorg? Wanneer je overstapt van je huidige opleiding bij de sector Gezondheidszorg naar een andere opleiding van de sector Gezondheidszorg of Welzijn, wordt door de teamexamencommissie van de opleiding waar je naar toe gaat een omzettingstabel ingevuld. Uit deze omzettingstabel blijkt welke resultaten je van de oude opleiding kan meenemen naar de nieuwe opleiding. Ook blijkt uit deze omzettingstabel welke toetsen van de nieuwe opleiding je moet inhalen.

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

20

Hoofdstuk 5: Hoe ziet het toetsplan van mijn opleiding er uit? 5.1 Wat moet ik weten voor ik het toetsplan lees? In het toetsplan staan alle toetsen die je tijdens je opleiding maakt. In het schema van het toetsplan kom je een aantal termen tegen, die hieronder worden toegelicht. Gebruikte term Naam toets Toetsinhoud Toetscode Werkprocessen

Beoordelingsvorm

Schaal

Context

Periode Duur Kwalificerend of ontwikkelingsgericht

Toelichting De naam van de toets zoals deze wordt afgenomen. De inhoud van de toets zoals deze wordt afgenomen. Bijv. een aantal bladzijden uit een boek. De code van de toets, zoals deze in het leerlingvolgsysteem is opgenomen. De nummers van de vermelde werkprocessen komen overeen met de nummers van de werkprocessen in bijlage 3. In deze bijlage kun je zien wat de inhoud van deze werkprocessen is. De vorm van de toets, bijvoorbeeld:  proeve van bekwaamheid  portfolio-assessment De schaal van de toets, bijvoorbeeld:  cijfer  O(nvoldoende)-V(oldoende)-G(oed) De omgeving waarin de toets plaatsvindt, bijvoorbeeld:  school  bpv  simulatie De periode waarin de toets over het algemeen wordt afgenomen (indien van toepassing). De tijdsduur van de toets (indien van toepassing). Een kwalificerende toets (examen) telt mee voor je diploma. Een ontwikkelingsgerichte toets telt niet mee voor je diploma. K = kwalificerend O = ontwikkelingsgericht

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

21

5.2 Het toetsplan van mijn opleiding 5.2.1 Toetsplan behorend bij het kwalificatiedossier Naam kwalificatie Crebocode kwalificatie Opleidingsvariant

: : :

Mbo-Verpleegkundige 95520 Beroepsopleidende leerweg

Kwalificatiedossier ontwikkelingsgericht Naam toets Verpleegkundige vaardigheden 1 (VP)

Toetscode G40070

Werkprocessen 1.2

Anatomie 1 (VP)

G40003

1.1

Sociaal Agogische vaardigheden 1(VP)

G40004

1.1, 1.2, 1.4

Plannen van ADL

G40053

1.1, 1.2

Anatomie 2 (VP)

G40008

1.1

Verpleegkundige vaardigheden 2 (VP)

G40071

1.2, 1.3

Niveau 4

Toetsinhoud

Code: G41O1


BOL

cohort 2013-2017

Schaal: Beoordelingsvorm Schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen en open/gesloten vragen) Schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen en open/gesloten vragen) Schriftelijk tentamen (open/gesloten vragen en casuïstiek) Vaardigheden tentamen (stationstoets: in kaart brengen ADL en praktijk ADL; met simulanten) Schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen en open/gesloten vragen) Schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen en open/gesloten vragen)

22

Schaal Cijfer

Context School

Periode 1

Duur 50

K/O O

Cijfer

School

1

50

O

Cijfer

School

1

50

O

O-V-G

School

2

50

O

Cijfer

School

2

50

O

Cijfer

School

2

50

O

Revaliderende zorgvrager (VP)

G40054

1.1, 1.2, 1.4

Anatomie 3 (VP)

G40011

1.1, 1.2, 1.3

Verpleegkundige vaardigheden 3

G40089

1.2, 1.3

G40055

1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.7

(Psycho)geriatrische zorgvrager (VP)

Verpleegkunde en omgangskunde

Verpleegkunde en omgangskunde

Kwalificatiedossier kwalificerend Naam toets Ondersteunen bij persoonlijke zorg

Toetsinhoud Zie proevenboek Prove to move.

Code: G4K1 Toetscode G40056

Opdrachten kunnen afzonderlijk worden herkanst.

Deeltoetsen: Lichamelijke verzorging Bed opmaken Eten en drinken Uitscheiding Mobiliteit Slaap- en waakritme

Niveau 4


Schriftelijk tentamen (open vragen met casuïstiek) Schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen en open/gesloten vragen) Schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen en open/gesloten vragen) Schriftelijk tentamen (casuïstiek)

Werkprocessen 1.2

Cijfer

School

2

60

O

Cijfer

School

3

50

O

Cijfer

School

3

50

O

Cijfer

School

3

60

O

Duur n.v.t.

K/O K

Schaal: Beoordelingsvorm Proeve van bekwaamheid

Schaal O-V-G

Context BPV

Periode 4

Deeltoets 1 Deeltoets 2 Deeltoets 3 Deeltoets 4 Deeltoets 5 Deeltoets 6

O-V-G O-V-G O-V-G O-V-G O-V-G O-V-G

BPV BPV BPV BPV BPV BPV

4 4 4 4 4 4

Proeve is V, indien deeltoetsen voldoende of goed Proeve is G, indien deeltoetsen goed G40056.01 G40056.02 G40056.03 G40056.04 G40056.05 G40056.06

BOL

cohort 2013-2017

23

K K K K K K

Begeleiden van zorgvragers

Zie proevenboek Prove to move.

G40057

1.4

Proeve van bekwaamheid

O-V-G

BPV

4

G40057.01

Deeltoets 1

O-V-G

BPV

4

K

G40057.02

Deeltoets 2

O-V-G

BPV

4

K

G40057.03

Deeltoets 3

O-V-G

BPV

4

K

Proeve van bekwaamheid

O-V-G

BPV/ School

4/ Leerjaar 2/ Leerjaar 3

G40058.01 G40058.02

Deeltoets 1 Deeltoets 2

O-V-G O-V-G

BPV School

G40058.03

Deeltoets 3

O-V-G

School

4 Leerjaar 2 of 3 Leerjaar 2 of 3


Deeltoetsen: Begeleiden bij zelfredzaamheid Begeleiden op emotioneel gebied Begeleiden op maatschappelijk gebied Verlenen van spoedeisende zorg en bewaken van vitale functies

Zie proevenboek Prove to move.

G40058

1.7 Proeve is V, indien deeltoetsen voldoende of goed Proeve is G, indien deeltoetsen goed

Toetsplan kwalificatiedossier leerjaar 2, 3 en 4 volgt in de loop van de opleiding.

Niveau 4


K

Proeve is V, indien deeltoetsen voldoende of goed Proeve is G, indien deeltoetsen goed


Deeltoetsen: Meten van vitale functies Ademhalings- en circulatiestilstand Ongevallen en onvoorziene situaties

n.v.t.

BOL

cohort 2013-2017

24

n.v.t.

K

30

K K

30

K

5.2.2 Toetsplan behorend bij Godsdienst, loopbaan en burgerschap Naam kwalificatie Crebocode kwalificatie Opleidingsvariant

: : :


Godsdienst ontwikkelingsgericht

Code: G41G1

Naam toets

Toetscode

Domein

Het Woord

G3G1.01

Tien geboden Lijden

G3G1.02 G3G1.03

Toetsinhoud

Schaal: Beoordelingsvorm

Schaal

Context

Periode

Duur

K/O

Godsdienst

Cijfer

School

1

60

O

Godsdienst Godsdienst

Cijfer Cijfer

School School

2 3

60 60

O O

Schaal

Context

Periode

Duur

K/O

O-V-G

School

4

O

O-V-G

School

8

O-V-G

School

12

O-V-G

School

16

30 minuten 30 minuten 30 minuten n.v.t.

Toetsplan godsdienst leerjaar 2, 3 en 4 volgt in de loop van de opleiding. Loopbaan ontwikkelingsgericht Naam toets

Code: G4L2 Toetscode

Domein

Ontwikkelgesprek leerjaar 1

G4L011

n.v.t.


G4L012

n.v.t.


G4L013

n.v.t.

G4L010

n.v.t.

Loopbaan

Niveau 4

Toetsinhoud

Schaal: -

Deze toets is behaald indien toets Terugblikken en vooruitkijken is behaald.


BOL

cohort 2013-2017

Beoordelingsvorm Mondeling tentamen Mondeling tentamen Mondeling tentamen n.v.t.

25

O O O

Burgerschap ontwikkelingsgericht Naam toets Toetsinhoud

Code: H4BO Toetscode Domein

Opdracht sociaalmaatschappelijke dimensie

H4L002

Opdracht Arbeid & Werk Opdracht politiek-juridische dimensie Opdracht Media & Consumeren Opdracht Vitaal Burgerschap

Burgerschap kwalificerend Naam toets

Praktijkopdracht: Sociaalmaatschappelijk Praktijkopdracht: Arbeid & Werk Praktijkopdracht: Politiek-juridisch Praktijkopdracht: Media & Consumeren Praktijkopdracht: Vitaal Burgerschap

H4L006 H4L004 H4L008 H4L010

Sociaalmaatschappelijke dimensie Economische dimensie (deel 1) Politiek-juridische dimensie Economische dimensie (deel 2) Dimensie Vitaal Burgerschap

Code: H4B1 Toetscode Domein

Toetsinhoud

Beoordelingsvorm Opdracht

Niveau 4

ZOUT! – Hoofdstuk 5 (paragraaf 1 t/m 8)


BOL

H4B1.05

Dimensie Vitaal Burgerschap

cohort 2013-2017

Context

Periode

Duur

K/O

O-V-G

Binnen- of buitenschools

1

n.v.t.

O

Opdracht

O-V-G

2

n.v.t.

O

Opdracht

O-V-G

O

O-V-G

n.v.t.

O

Opdracht

O-V-G

Leerjaar 2, 3 of 4 Leerjaar 2, 3 of 4 Leerjaar 2, 3 of 4

n.v.t.

Opdracht

Binnen- of buitenschools Binnen- of buitenschools Binnen- of buitenschools Binnen- of buitenschools

n.v.t.

O

Periode

Duur

K/O

Beoordelingsvorm

Rekenregel 1: Elke toets heeft weging 1 Rekenregel 2: Burgerschap kwalificerend voldoende als het gemiddelde van de toetsen 5,5 of hoger is Sociaal-maatschappelijke ZOUT! – Hoofdstuk 1 H4B1.01 SociaalSchriftelijk dimensie (paragraaf 1 t/m 8) maatschappelijke tentamen dimensie Arbeid & werk ZOUT! –Hoofdstuk 2 H4B1.02 Economische Schriftelijk (paragraaf 1 t/m 8) dimensie (deel 1) tentamen Politiek-juridische dimensie ZOUT! – Hoofdstuk 3 H4B1.03 Politiek-juridische Schriftelijk (paragraaf 1 t/m 8) dimensie tentamen Media & Consumeren ZOUT! – Hoofdstuk 4 H4B1.04 Economische Schriftelijk (paragraaf 1 t/m 8) dimensie (deel 2) tentamen Vitaal Burgerschap

Schaal: Schaal

Schriftelijk tentamen

26

Schaal: Cijfer Schaal Context

Cijfer

School

1

60 min.

K

Cijfer

School

2

K

Cijfer

School

Cijfer

School

Leerjaar 2, 3 of 4 Leerjaar 2, 3 of 4

60 min. 60 min. 60 min.

Cijfer

School

Leerjaar 2, 3 of 4

60 min.

K

K K

5.2.3 Toetsplan behorend bij Nederlands

Naam kwalificatie Crebocode kwalificatie Opleidingsvariant

: : :

Nederlands ontwikkelingsgericht Naam toets Toetsinhoud Via Starttaal 1 Eindtoets 1F Via Starttaal 2 Eindtoets 2F Via Starttaal 3 Eindtoets 3F Luisteren 2F Lezen 2F Luisteren 3F Lezen 3F Nederlands kwalificerend Naam toets Lezen en luisteren

Toetsinhoud

Deeltoetsen: COE Lezen/luisteren

Mbo-Verpleegkundige 95520 Beroepsopleidende leerweg Code: G4NEO Toetscode H2N001 H2N002 H4N011 H2N011 H2N012 H4N005 H4N006 Code: H4N1 Toetscode COE

Le/Lu

Vereist niveau 1F 2F 3F 2F 2F 3F 3F

Beoordelingsvorm Digitaal tentamen Digitaal tentamen Digitaal tentamen Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen


BOL

Context School School School School School School School

Vereist niveau Elke deeltoets heeft weging 1

Beoordelingsvorm

Schaal: cijfer, bodem 5 Schaal Context Cijfer

3F

COE

Cijfer

Schrijfvaardigheid, IE Elke deeltoets heeft gesprekken voeren en weging 1 spreken Deeltoetsen: IE Schrijfvaardigheid Sc 3F IE Gesprekken voeren Ge 3F IE Spreken Sp 3F *betreft COE-periodisering die door het College van Examens (CvE) is opgesteld en niet de HC-periodisering

Niveau 4

Schaal: Schaal Cijfer Cijfer Cijfer Cijfer Cijfer Cijfer Cijfer

cohort 2013-2017

School

Periode 2 5 11 3 3 8 8

Duur

K/O O O O O O O O

Periode

Duur

K/O K

COEper.4* 20152016

Cijfer

Cijfer Cijfer Cijfer

27

K

K

School School School

12 11 12

K K K

Slaag-/zakbeslissing

Niveau 4

Van de eindcijfers voor Nederlands, rekenen en Engels mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), de twee andere eindcijfers moeten ten minste een 6 zijn.


BOL

cohort 2013-2017

28

5.2.4 Toetsplan behorend bij rekenen Naam kwalificatie Crebocode kwalificatie Opleidingsvariant

: : :


Rekenen ontwikkelingsgericht Naam toets Toetsinhoud Getallen 2F Eindtoets Deviant Getallen Verhoudingen 2F Eindtoets Deviant Verhoudingen Meten en Meetkunde 2F Eindtoets Deviant Meten en Meetkunde Verbanden 2F Eindtoets Deviant Verbanden Getallen 3F Eindtoets Deviant Getallen Verhoudingen 3F Eindtoets Deviant Verhoudingen Meten en Meetkunde 3F Eindtoets Deviant Meten en Meetkunde Verbanden 3F Eindtoets Deviant Verbanden Rekenen kwalificerend Naam toets COE rekenen 3F


Niveau 4

Toetsinhoud

Code: H4REO Toetscode H2R001

Vereist niveau 2F

Beoordelingsvorm Schriftelijke toets

Schaal: Schaal Context Cijfer School

Periode 1

H2R002

2F

Digitale toets

Cijfer

School

2

O

H2R003

2F

Digitale toets

Cijfer

School

3

O

H2R004

2F

Digitale toets

Cijfer

School

2

O

H4R006

3F

Schriftelijke toets

Cijfer

School

5

O

H4R007

3F

Schriftelijke toets

Cijfer

School

5

O

H4R008

3F

Schriftelijke toets

Cijfer

School

8

O

H4R009

3F

Schriftelijke toets

Cijfer

School

8

O

Code: H4R100 Toetscode Vereist niveau H4R100 3F

Beoordelingsvorm COE

Duur

Schaal: Cijfer, heel getal, bodem 5 Schaal Context Periode Duur Cijfer, School 11 (= COE 120 min. heel per. 4 getal 2015/2016)

Van de eindcijfers voor Nederlands, rekenen en Engels mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), de twee andere eindcijfers moeten ten minste een 6 zijn.


BOL

cohort 2013-2017

29

K/O O

K/O K

5.2.3 Toetsplan behorend bij Engels Naam kwalificatie Crebocode kwalificatie Opleidingsvariant

: : :


Engels ontwikkelingsgericht Naam toets Toetsinhoud Lezen A2

Bloktoets Lezen A2 Taalblokken – toets A Bloktoets Luisteren A2 Taalblokken – toets A

Luisteren A2

Code: G4ENO Toetscode Indicatief niveau H2E003 A2 H2E004

Engels generiek kwalificerend Naam toets Toetsinhoud Lezen en luisteren

Code: H4E1 Toetscode IE Le/Lu

Deeltoetsen: IE Lezen IE Luisteren

Bloktoets Lezen B1 Bloktoets Luisteren B1

Schrijfvaardigheid, gesprekken voeren en spreken Deeltoetsen: IE Schrijfvaardigheid IE Gesprekken voeren IE Spreken

Niveau 4

Bloktoets Schrijven A2 Bloktoets Gesprekken A2 Bloktoets Spreken A2


A2

Beoordelingsvorm

Schaal: Schaal Context

Vaardigheidstoets

O/V/G

School

1

O

Vaardigheidstoets

O/V/G

School

2

O

Periode

Duur

K/O

Vereist niveau Elke deeltoets heeft weging 1

Beoordelingsvorm

Schaal: Cijfer, bodem 5 Schaal Context Cijfer

Le Lu

B1 B1

Digitaal examen Digitaal examen

Cijfer Cijfer

School School

11 12

K K

IE Sc/Ge/Sp

Elke deeltoets heeft weging 1 + omrekening naar cijfer vermelden

Sc

A2

Vaardigheidstoets

O/V/G

School

3

K

Ge

A2

Vaardigheidstoets

O/V/G

School

5

K

Sp

A2

Vaardigheidstoets

O/V/G

School

8

K

BOL

cohort 2013-2017

30

Periode

Duur

K/O K


Niveau 4

Van de eindcijfers voor Nederlands, rekenen en Engels mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5). De twee andere eindcijfers moeten tenminste een 6 zijn.


BOL

cohort 2013-2017

31

5.3 Heb ik mijn diploma behaald? Je hebt je diploma behaald, wanneer je: a. een voldoende hebt voor alle kwalificerende toetsen van het kwalificatiedossier (zie schema op deze bladzijde); b. gemiddeld voldoende staat voor loopbaan en burgerschap; c. voldoet aan de zak-/slaagregeling van Nederlands, MVT en rekenen.

1

2

1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 2.1 2.2 2.3

Niveau 4

X X

X X

X

X X

X

X

X

X

X

X X X X

X

X

X

X

X X (niet: ZH)

X X

X X

X

X

X X X


BOL

cohort 2013-2017

32

X

Verpleegkundig rekenen 2


Terugblikken en vooruitkijken

Werken als beginnend beroepsbeoefenaar

Verpleegtechnische handelingen

Ondersteunen bij begeleiding (branche ljr. 3)

Ondersteunen bij persoonlijke verzorging (branche jr. 3)



Verlenen van spoedeisende zorg en bewaken van vitale functies


Ondersteunen bij persoonlijke zorg

Werkproces

Kerntaak

De branche waar je de proeve Werken als beginnend beroepsbeoefenaar hebt behaald, bepaalt: welke verpleegtechnische handelingen je bij de proeve Verpleegtechnische handelingen moet behalen (wordt in proeve aangegeven); welke brancheverbijzondering op je diploma wordt vermeld (VVT, GGZ, GHZ of ZH).

X

5.4

Heb ik een certificeerbare eenheid behaald?

Wanneer je niet in aanmerking komt voor een diploma, kan het zijn dat je wel in aanmerking komt voor een certificeerbare eenheid. Hieronder staat uitgewerkt welke certificeerbare eenheden je opleiding kent en welke toetsen je moet hebben gehaald om voor een certificeerbare eenheid in aanmerking te komen.

1

1.1 1.2 1.4 1.9

Niveau 4

X

: : :

Mbo-Verpleegkundige Ondersteunen bij persoonlijke verzorging (niveau 4) GPC01


Ondersteunen bij persoonlijke zorg

Werkproces

Kerntaak

Kwalificatie Naam certificeerbare eenheid Code

X X X X


BOL

cohort 2013-2017

33

Verpleegtechnische handelingen X X X X X X


1.1 1.2 1.3 1.4 1.6 1.9


1

Werkproces

Kerntaak


X

X

1

1.1 1.4 1.6 1.9

Niveau 4

X

Mbo-Verpleegkundige Ondersteunen bij verpleegtechnische handelingen (niveau 4) GPC02

: : :

Mbo-Verpleegkundige Ondersteunen bij de begeleiding (niveau 4) GPC03



Werkproces

Kerntaak


: : :

X X X X


BOL

cohort 2013-2017

34

Bijlage 1: Programmering onderwijstijd Crebo Naam opleiding

: 22191 : Mbo-Verpleegkundige

Begindatum opleiding

: 1 augustus 2013

Cohort Niveau Leerweg Einddatum opleiding

: 2013 :4 : BOL : 31 juli 2017

Leerjaar 1 Periode 1

Periode 2

Periode 3

Periode 4

Geprogrammeerde begeleide lestijd in lesuren per week (zie lessentabel)

27

30

30

0

Geprogrammeerde begeleide binnen- en buitenschoolse onderwijsactiviteiten (naast lessen) in klokuren

5

5

3

6

Geprogrammeerde beroepspraktijkvorming in klokuren

0

0

0

320

185

230

228

326

Subtotaal geprogrammeerde klokuren

Totaal aantal geprogrammeerde klokuren (excl. Voorziene uitval /extra’s)

Periodisering Periode 1 locatie A’foort, A’doorn, R’dam locatie Goes, Kampen Periode 2 Periode 3 Periode 4 locatie A’foort, A’doorn, R’dam locatie Goes, Kampen Beroepspraktijkvorming Periode 1 Periode 2 BPV 0 0

Niveau 4

969

Begindatum: 2 september 2013 Begindatum: 26 augustus 2013 Begindatum: 18 november 2013 Begindatum: 10 februari 2014

Einddatum: 15 november 2013 Einddatum: 15 november 2013 Einddatum: 7 februari 2014 Einddatum: 25 april 2014

Begindatum: 28 april 2014 Begindatum: 28 april 2014

Einddatum: 18 juli 2014 Einddatum: 11 juli 2014

Periode 3 0


Periode 4 320

BOL

Afwijkende startdatum -

cohort 2013-2017

Afwijkende einddatum -

1

Geprogrammeerde onderwijstijd leerjaar 2, 3 en 4 volgt in de loop van de opleiding

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

Bijlage 2: Urentabellen Periode 1: BEGELEIDE UREN (BU) Cluster van werkprocessen Bieden van zorg en begeleiding in het verpleegkundig proces

Leerlijn Kennis Vaardigheden / productief handelen

VP

2

VV

3

Anatomie 1

Kennis

AN

3

Zorgdossier

Kennis

ZD

2

Doelgroepen Soc. agogische vaardigheden 1 = Omgaan met zorgvragers

Kennis

DK

1

Kennis

OK

2

Vaardigheden Kennis/productief handelen

OV

2

GD

2

Kennis/vaard.

LL

2

Kennis/vaard./prod. Kennis / vaardigheden Kennis / vaardigheden

BU

2

NE

2

EN

2

RE

2

Godsdienst

Het Woord (basisreader 1)

Leren en loopbaan

SLB Sociaal maatschappelijke dimensie

Burgerschap Nederlands Engels Rekenen

Roostercode

Specialisme Verpleegkundige vaardigheden

Introductie en getallen

Totaal

uren

27

Periode 2: BEGELEIDE UREN (BU) Cluster van werkprocessen Bieden van zorg en begeleiding in het verpleegkundig proces

Specialisme

Leerlijn

Roostercode

Anatomie 2

Kennis

AN

3

Verpleegkundig proces Verpleegkundige vaardigheden

Kennis/vaard.

PR

2

Kennis

VP

2

Vaardigh./prod.h.

VV

2

Kennis

VK

2

Vaardigheden

VT

2

Kennis

OK

2

Verpleegkunde revaliderende zorgvragers Verplaatsingstechnieken Soc. agogische vaardigheden 2 = Zo hoort het!

uren

Vaardigh./prod.h.

OV

2

Kennis/vaard.

LL

2

Godsdienst

SLB De tien geboden (basisreader 2)

Kennis

GD

2

Burgerschap

Arbeid en werk

Kennis Kennis / vaardigheden

BU

2

NE

2

Kennis/vaard. Kennis / vaardigheden

RE

2

EN

2

Leren en loopbaan

Nederlands Rekenen

Verhoudingen en verbanden

Engels Totaal

Niveau 4

29


BOL

cohort 2013-2017

BEGELEIDE ZELFWERKZAAMHEID UREN (BZU) Roostercode Zorgen is denken en doen

Instructeur

BZUS

Totaal

uren 1 1

Periode 3: BEGELEIDE UREN (BU) Specialisme

Leerlijn

Roostercode

Anatomie 3 Verpleegkundige vaardigheden

Kennis

AN

3

Kennis

VP

2

Vaardigh./prod.h.

VV

4

Kennis

VK

3

Kennis

OK

2

Vaard./prod.h.

OV

2

Godsdienst

Wereldgodsdiensten en lijden

Kennis

GD

2

Leren en loopbaan

SLB

Kennis/vaard.

LL

2

BPV

1

NE

2

EN

2

RE

2

MCV

2

Cluster van werkprocessen Bieden van zorg en begeleiding in het verpleegkundig proces

Verpleegkunde (P)G zorgvragers Soc. agogische vaardigheden 3 = Ouderdom komt met gebreken

BPV voorbereiding Kennis / vaardigheden Kennis / vaardigheden

Nederlands Engels Rekenen

Meten en meetkunde

MCV Totaal

uren

29

BEGELEIDE ZELFWERKZAAMHEID UREN (BZU) Roostercode Zorgen is denken en doen

Instructeur

BZUS

totaal

1 1

Periode 4: BPV

Urentabellen van leerjaar 2, 3 en 4 volgen in de loop van de opleiding

Niveau 4

Uren


BOL

cohort 2013-2017

Bijlage 3: Samenvatting inhoud kwalificatiedossier Kwalficatiedossier 2012; crebo 22191 Kwalificatie (brancheverbijzonderingen) B1 B2 B3 Ziekenhuizen Verpleeg- en Geestelijke (ZH) VerzorgingsGezondheidszorg huizen en (GGZ) Thuiszorg (VVT) Kerntaak 1: Bieden van zorg en begeleiding in het verpleegkundig proces 1.1 X X X Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op 1.2 X X X Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden 1.3 X X X Voert verpleegtechnische handelingen uit 1.4 X X X Begeleidt een zorgvrager 1.5 X X Begeleidt een groep zorgvragers 1.6 X X X Geeft voorlichting, advies en instructie 1.7 X X X Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties 1.8 X X X Coördineert de zorgverlening 1.9 X X X Evalueert de zorgverlening Kerntaak 2: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken 2.1 X X X Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep 2.2 X X X Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg 2.3 X X X Geeft werkbegeleiding Werkproces

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

B4 Gehandicaptenzorg (GHZ)

X

X

X

X X

X

X

X X

X

X

X

Bijlage 4: Beheersingsniveau Nederlands, Moderne Vreemde Talen en rekenen Beheersingsniveau Nederlands: Mondelinge taalvaardigheid 4F 3F 2F 1F

Leesvaardigheid

X X X

Schrijfvaardigheid

X X X

X X X

Taalverzorging en taalbeschouwing X X X

Beheersingsniveau Moderne Vreemde Talen: Luisteren C2 C1 B2 B1 A2 A1

Lezen

X X X

Gesprekken voeren

X X X

Spreken

Schrijven

X X X

X X X

X X X

Beheersingsniveau Rekenen: Getallen 4F 3F 2F 1F

Niveau 4

X X X

Verhoudingen

Meten en meetkunde

X X X


X X X

BOL

cohort 2013-2017

Verbanden X X X

Bijlage 5: Certificeerbare eenheden Ondersteunen bij persoonlijke verzorging (niveau 4) Werkproces Naam 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden 1.4 Begeleidt een zorgvrager 1.9 Evalueert de zorgverlening

Ondersteunen bij verpleegtechnische handelingen (niveau 4) Werkproces Naam 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit 1.4 Begeleidt een zorgvrager 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie 1.9 Evalueert de zorgverlening

Ondersteunen bij de begeleiding (niveau 4) Werkproces Naam 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op 1.4 Begeleidt een zorgvrager 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie 1.9 Evalueert de zorgverlening

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

Bijlage 6: BPV-handleiding

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

Inhoudsopgave Voorwoord 1

Wat staat er in de algemene handleiding van het

2

Aan welke proeves werk ik door de leerjaren heen?

3

Heb ik ook binnenschoolse aftoetsing van vaardigheden?

4

Wat is mijn rol als student?

5

Hoe werk ik aan mijn opdrachten?

6

Hoe word ik in de BPV tijdens mijn examens beoordeeld?

7

Hoe wordt de kwaliteit van de beoordeling gecheckt?

8

Wat staat er in het protocol ongewenste bejegening tijdens praktijkleren?

9

Waar kan ik terecht met mijn vraag of klacht?

proevenboek?

10 Welke belangrijke begrippen kan ik tegenkomen in de BPV?

Bijlage 1 Urenaftekenlijst Bijlage 2 Go / no go lijst Bijlage 3 Complexiteit van zorgsituaties Bijlage 4 Deskundigheidsverklaring bpv-beoordelaar Bijlage 5 Evaluatieformulier student Bijlage 6 Evaluatieformulier leerbedrijf

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

Voorwoord Het Hoornbeeck College werkt in de Beroeps Praktijk Vorming met materiaal van de landelijk examenbank

.

Dit materiaal is ondergebracht in mappen. De opleiding tot Verzorgende IG bestaat uit 3 proevenboeken met beoordelingseenheden namelijk deel A, B en C. In deze ringmappen is een algemene handleiding te vinden van de examenbank. In par. 1.1 worden enkele zaken vanuit deze handleiding op een rij gezet. De proevenboeken met beoordelingseenheden zijn tegen vergoeding voor leerbedrijven te bestellen via de BPV-coördinator van de opleiding.

De informatie van zowel het materiaal als de handleiding van het Hoornbeeck College zijn vooral voor jou als student/stagiaire en je werkbegeleider/beoordelaar bedoeld.

Natuurlijk kunnen ook andere personen van je leerbedrijf er gebruik van maken. Je kunt dan denken aan de praktijkopleider, het hoofd opleidingen en de leidinggevende van de afdeling.

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

1 Wat staat er in de algemene handleiding van het

proevenboek?

In de Proevenboek van beoordelingseenheid A en B van zit een algemene handleiding. Hierin wordt de inhoud, opbouw en werkwijze van de proeven beschreven. Belangrijk is dat je hoofdstuk 4 Werkwijze bij het uitvoeren van de opdrachten goed doorleest. Daarin kun je lezen hoe een opdracht voor te bereiden en wat de rol van de werkbegeleider en de beoordelaar is. Hoofdstuk 6 geeft de algemene handleiding Aanwijzingen voor de beoordelaar.

2 Aan welke proeves werk ik door de leerjaren heen? Tijdens je opleiding werk je aan de volgende proeves zoals weergegeven in onderstaande tabel.

BPV leerjaar 1 Vanuit deel A:  Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg  Begeleiden van zorgvragers  Verlenen van spoedeisende hulp (alleen opdracht vitale functies)

Aan het einde van de BPV maak je de opdracht Terugblikken en vooruitkijken.

BPV leerjaar 2 en 3

BPV leerjaar 4

Vanuit deel B:  Ondersteunen bij persoonlijke verzorging  Ondersteunen bij persoonlijke begeleiding

Vanuit deel C de Proeven:  De beginnende beroepsbeoefenaar  Terugblikken en vooruitkijken

Voor leerjaar 2 en 3 kies je verschillende branches.

Met deel C mag je beginnen wanneer je de branchespecifieke proeves uit deel B met een voldoende hebt afgerond.

Aan het einde van de BPV maak je de opdracht Terugblikken en vooruitkijken.

De proeven uit deel C doe je in de branche waar je stage loopt.

In de leerjaren 2, 3 en 4 worden de opdrachten van de proeve Verpleegtechnische handelingen getoetst. LET OP: Er wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen verplichte en facultatieve handelingen Binnen school wordt gewerkt met een aftekenboekje. Alleen de handelingen die daarin afgetekend zijn, mogen geëxamineerd worden. Verder mogen de handelingen alleen geëxamineerd worden, indien de bijbehorende toets van Medisch rekenen is behaald. Ook dit is in het aftekenboekje aangegeven. Voor elke proeve geldt dat deze geëxamineerd kan worden na een GO van je begeleider. Je ontvangt een GO wanneer je hebt aangetoond dat je voor de proeve hebt geoefend. Ten behoeve hiervan wordt de GO / NO GO lijst ingevuld (zie bijlage 2).

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

In de deel B en C zijn de proeven opgezet vanuit de vier brancheverbijzonderingen:  Verpleeg- en verzorgingstehuizen en thuiszorg (VVT);  Gehandicaptenzorg (GHZ);  Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ);  Ziekenhuizen (ZH).

3 Heb ik ook binnenschoolse aftoetsing van vaardigheden? Soms kun je bepaalde opdrachten en/of verpleegtechnische handelingen niet tijdens de BPV doen. In dat geval worden deze handelingen binnenschools getoetst. Dat gebeurt door middel van simulatie.

4 Wat is mijn rol als student? In de eerste plaats ben je verantwoordelijk voor je eigen leerproces. Dat betekent dat jij voor de taak staat om goed te communiceren met alle betrokken personen bij jouw BPV. 



In de Proevenboek van beoordelingseenheid A en B van zit een algemene handleiding. Hierin wordt de inhoud, opbouw en werkwijze van de proeven beschreven. Jouw begeleiders mogen er van uitgaan dat jij begrijpt wat daar beschreven staat. In het bijzonder wat er staat in hoofdstuk 4 Werkwijze bij het uitvoeren van de opdrachten. Daarnaast ben jij ook verantwoordelijk voor het werken aan de verslagen zoals deze in paragraaf 5 beschreven staan. Het niet op orde hebben van deze documenten heeft nadelige gevolgen voor de beoordeling. Dit omdat je niet aan je beoordelaar kunt verwoorden hoe jij je hebt voorbereid en hoe jij je handelen denkt te kunnen verantwoorden.

5 Hoe werk ik aan mijn opdrachten? Bij verschillende proeven moet je verslagen maken. Daarbij is het regel dat documenten waarin namen van cliënten voorkomen geanonimiseerd zijn. Belangrijk is ook dat je onder ieder verslag dat je maakt een paraaf van jouw werkbegeleider en/of beoordelaar laat zetten. Met daarbij de vermelding van de datum en de naam van het leerbedrijf. In het schema dat je in deze paragraaf vindt, staat aangegeven welk document je bij welke proeve in je portfolio moet bewaren. Van ieder beoordelingsgesprek dat je naar aanleiding van elke opdracht krijgt, maak je een verslag. Daarin zet je de gemaakte afspraken en de tops en tips die je kreeg met daarbij een toelichting.

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

Proevenboek Beoordelingseenheid A Niveau 4 Proeven van bekwaamheid

Wat gedocumenteerd moet zijn

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

 Beschrijving gesignaleerde problemen  Plan van aanpak  Bijzonderheden die gerapporteerd zijn

Begeleiden van zorgvragers.

 Beschrijving van de begeleiding die gegeven is

Terugblikken en Vooruitkijken

 Ervaringsverslag

Proevenboek Beoordelingseenheid B Niveau 4 Proeven van bekwaamheid


Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

 Het anamnese-/intake- of kennismakingsgesprek  Zorgleef- of behandel- of ondersteuningsof verpleegplan(nen)  Rapportages t.b.v. zorgleef- of behandel- of ondersteuningsof verpleegplan(nen)  Evaluaties en bijstellingen –evt. vanuit MDO- van zorgleef- of behandel- of ondersteuningsof verpleegplan(nen)  Uitwerking van de verdiepingsopdracht die je vanuit school hebt meegekregen t.a.v. de deeltoetsen: - verlenen van verpleegkundige zorg - complicaties bij immobiliteit

   

ZH VVT GGZ GHZ

Ondersteunen bij de begeleiding    

ZH VVT GGZ GHZ


Niveau 4

   

Voor opdracht 1 en 2: Zorgleef- of behandel- of ondersteuningsof verpleegplan Voorlichtingsplan Rapportages Evaluaties en bijstellingen van zorgleef- of behandel- of ondersteuningsof verpleegplan



BOL

cohort 2013-2017

Proevenboek Beoordelingseenheid C Niveau 4 Proeven van bekwaamheid


De beginnende beroepsbeoefenaar

    

   

ZH VVT GGZ GHZ


Werkplanning Plan van aanpak Verslag deskundigheidsbevordering en professionalisering Evaluatieverslag t.b.v. ontslag en/of overplaatsing Uitwerking van de verdiepingsopdrachten die je vanuit school hebt meegekregen t.a.v. de deeltoetsen: - coördineren van verpleegkundige zorg - klinisch redeneren


Proeve Verpleegtechnische handelingen Niveau 4 Proeven van bekwaamheid


Ondersteunen bij verpleegtechnische handelingen

 Voor iedere verpleegtechnische handeling de uitwerking van de verdiepingsopdracht die je vanuit school hebt meegekregen

   

VVT GGZ GHZ ZH

Uitgangspunt voor de beoordeling van de proeven zijn de criteria zoals deze bij iedere opdracht in het proevenboek staan.

6 Hoe word ik in de BPV tijdens mijn examens beoordeeld? De beoordeling wordt gedaan op de werkvloer (tenzij er sprake is van een simulatie), nadat je een GO hebt ontvangen (voor de GO-NO GO-lijst zie bijlage 2). In de Algemene handleiding van de Proevenboeken van staan in hoofdstuk 6 Aanwijzingen voor de beoordelaar. Deze paragraaf geeft hier een aanvulling op. Je werkbegeleider beoordeelt je tijdens de uitvoering van je proeves. Belangrijk is dat naar jou toe wordt aangegeven vanaf welk moment je beoordeeld wordt. De beoordeling door de werkbegeleider vindt plaats op basis hetgeen in deze bpv-handleiding en je proeven staat aangegeven. Verder is het van belang dat je de verslagen (zoals deze in paragraaf 5 vermeld staan) in orde hebt. Jouw beoordelaar wil weten hoe jij je hebt voorbereid en hoe jij je handelen verantwoordt.

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

Naar aanleiding van de beoordelingen van de opdrachten heeft de beoordelaar een gesprek met je. Tijdens dit gesprek wordt het resultaat van de beoordeling met jou besproken. Dit gebeurt binnen 4 dagen na de uitvoering van de opdracht. Het Hoornbeeck College is eindverantwoordelijk voor de beoordeling van de proeves. Daarom stelt de examencommissie van het Hoornbeeck College na de BPV-periode officieel de BPVresultaten vast. Indien de examencommissie het door het leerbedrijf voorgestelde resultaat niet kan overnemen, wordt het leerbedrijf hiervan op de hoogte gesteld.

7 Hoe wordt de kwaliteit van de examinering geborgd? Praktijkleren is een belangrijk onderdeel van je opleiding. Daar kun jij in praktijk brengen wat geleerd en/of geoefend is op school. Binnen je leerbedrijf wordt samen met jou en de collega’s naar jouw functioneren in de praktijk gekeken. Daarbij wordt het niveau van jou als student in opleiding getoetst aan de hand van concrete praktijkopdrachten. Ten aanzien van deze examinering dragen het leerbedrijf en het Hoornbeeck College een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Hieronder staat aangegeven hoe dit is vormgegeven. Voorafgaand aan de examinering in de bpv  Je loopt stage in een erkend leerbedrijf. Dit wordt altijd gecheckt voordat je een praktijkovereenkomst ontvangt.  Je wordt tijdens de stage beoordeeld door een daartoe deskundig persoon. Ten behoeve hiervan wordt periodiek aan je leerbedrijf gevraagd om een deskundigheidsverklaring in te vullen voor de personen die dit betreft. Zie bijlage 4.  Je bpv-docent is geïnformeerd over de inhoud van je stage. Deze informatie blijkt uit: o Deze bpv-gids, waarin in paragraaf 2 staat vermeld welke praktijkopdrachten in welke stage aan de orde zijn. o Een overzicht met bpv-examenafspraken, dat de bpv-coördinator aan elke bpvdocent geeft. o Indien van toepassing een document met afwijkende bpv-examenafspraken. Dit is bijvoorbeeld aan de orde wanneer je niet de standaardstage doet, maar een inhaal- of herstage.  Je bpv-docent bespreekt de werkwijze van examinering in de bpv met jou en degene die je beoordeelt. Tijdens de examinering in de bpv  Je bpv-docent heeft regelmatig contact met je leerbedrijf en bewaakt het beoordelingsproces.  Je bpv-docent heeft regelmatig contact met jou.  In geval van bijzonderheden wordt dit door je bpv-docent met de bpv-coördinator en/of de opleidingsmanager kort gesloten.  Regelmatig vindt namens de examencommissie van je opleiding een steekproef van de beoordeling tijdens de stage plaats. Dit kan voor jou betekenen dat tijdens je beoordeling in de praktijk ook de docent van school aanwezig is. Van deze steekproef wordt een verslag gemaakt, wat besproken wordt tijdens een vergadering van de examencommissie van je opleiding.

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

Na afloop van de examinering in de bpv  Jij en je beoordelaar in de bpv ontvangen na afloop van de bpv een evaluatieformulier. Zie bijlage 5 en 6. In dit formulier wordt gevraagd naar de kwaliteit van jouw beoordeling in de bpv.  Indien de ingevulde evaluatieformulieren hiertoe aanleiding geven, vindt een gesprek met jou of je praktijkopleider hierover plaats.  Je bpv-docent checkt of je alle benodigde documenten op het daarvoor bepaalde moment hebt ingeleverd en legt dit vast in de ‘checklist deugdelijkheid bpv-examens’.  Je bpv-coördinator draagt zorg voor juiste verwerking van je bpv-resultaten in het leerlingvolgsysteem.  De examencommissie van jouw opleiding checkt de deugdelijkheid van je bpv-examen.  De examencommissie van jouw opleiding stelt vervolgens de beoordelingen van je bpv vast en maakt de uitslag hiervan aan jou bekend.  De beoordelingen van je bpv-examens worden tot 12 maanden na diplomering bewaard.

8 Wat staat er in het protocol ongewenste bejegening tijdens praktijkleren? 8.1 Wat moet ik weten over ongewenste bejegening? Het is het belangrijk om aandacht te hebben voor een goede omgang met iedereen die bij de BPV betrokken zijn. Naast het feit dat er vele goede ervaringen tijdens de BPV worden opgedaan, is het ook erg belangrijk bedacht te zijn op ongewenste bejegening op de BPVplaats. Gedacht wordt dan aan agressie en geweld, discriminerend gedrag en seksuele intimidatie. Om duidelijk te maken wat we met deze drie begrippen bedoelen volgt hieronder een citaat uit artikel 3 van de ARBO-wet. Agressie en geweld: Voorvallen waarbij een werknemer dan wel een student psychisch of fysiek wordt lastig gevallen, bedreigd of aangevallen, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van arbeid of het volgen van onderwijs. Discriminerend gedrag: Gedrag waarbij gelijke gevallen niet gelijk behandeld worden, op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, seksuele voorkeur, fysieke en psychische handicap op welke grond dan ook. Seksuele intimidatie: ongewenste seksuele toenadering, verzoeken om seksuele gunsten of ander verbaal, non-verbaal, schriftelijk of fysiek gedrag van seksuele aard, die door de klager als inbreuken op zijn/ haar intieme levenssfeer worden beschouwd, hetgeen de aangeklaagde wist of tenminste had moeten begrijpen. Ongewenste bejegening komt nog steeds regelmatig voor in allerlei organisaties. Nadrukkelijk wijzen we erop dat ongewenst gedrag, agressie, discriminatie, ongewenste intimiteiten of seksuele intimidatie in houding, taal of gebaar op geen enkele wijze geaccepteerd hoeft te worden. Met nadruk vragen we je om er direct werk van te maken als jij ongewenst wordt bejegend. Denk niet bij voorbaat dat je er zelf schuldig aan bent of dat je er misschien aanleiding toe zal hebben gegeven. Een gedachte waardoor je het misschien niet ter sprake brengt. Er zijn twee mogelijkheden om actie te ondernemen:  Je kunt contact opnemen met de vertrouwenspersoon in de organisatie of de BPVcoördinator van het Hoornbeeck College;

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017



Je belt de vertrouwenspersoon voor ongewenste bejegening van het Hoornbeeck College. Je kunt deze persoon ook om advies vragen. De vertrouwenspersoon van het Hoornbeeck College neemt contact op met de vertrouwenspersoon van het leerbedrijf waar je werkt.

In alle gevallen geldt dat vertrouwelijkheid volledig wordt gegarandeerd. 8.2 Wat gebeurt er nadat ik een melding heb gedaan over ongewenste bejegening op de BPV-plaats?  

    

Degene die de melding krijgt overlegt met de BPV-docent, de BPV-coördinator en de opleidingsmanager. De BPV-docent en de BPV-coördinator of de opleidingsmanager voeren een gesprek met jou en adviseren je over eventuele vervolgstappen (als het belemmerend lijkt te werken dat twee personen het gesprek voeren, kan in overleg besloten worden dat het een gesprek ‘onder vier ogen’ wordt). De BPV-docent (of de BPV- coördinator of de opleidingsmanager) neemt na bovengenoemde stappen contact op met de BPV- instelling en bespreekt eventuele vervolgstappen. De opleidingsmanager neemt een besluit over het al dan niet informeren van ouder(s) of verzorger(s), docententeam, Hoornbeeck-directie. De BPV-docent en de BPV- coördinator of de opleidingsmanager voeren een afrondend gesprek met de student met eventuele verwijzing voor verdere hulpverlening. De praktijkdocent en de BPV- coördinator en/ of de opleidingsmanager werken mee aan eventuele externe onderzoeken. Tijdens elke fase van het onderzoek doet het Hoornbeeck College geen enkele uitspraak ter bevestiging of ontkenning van eventuele misstappen.

8.3 Wat gebeurt er als de BPV-instelling een melding doet over ongewenste bejegening op de BPV-plaats door mij?     

Dezelfde procedure als onder 7.2 met onderstaande aanvullingen. De BPV-docent en BPV-coördinator of de opleidingsmanager bezoeken na een melding zo spoedig mogelijk de BPV-instelling en indien gewenst de ouder(s) of verzorger(s) voor een gesprek. Tijdens eventuele onderzoeken krijg jij een ‘voorlopige schorsing’. De ‘voorlopige schorsing’ wordt na juridische vaststelling van onjuistheid onmiddellijk opgeheven. Bij eventuele schuld geven we het advies van uitschrijving.

Het protocol ongewenste bejegening vind je op de website van het Hoornbeeck College: http://www.hoornbeeck.nl/het-onderwijs/beroepspraktijkvorming.aspx.

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

9 Waar kan ik terecht met mijn vraag of klacht? Wanneer je een vraag of klacht hebt over je beroepspraktijkvorming kun je hiervoor terecht bij je bpv-docent, bpv-coördinator of opleidingsmanager. Wanneer je onverhoopt een klacht hebt die niet naar tevredenheid is opgelost, verwijzen we je naar de klachtenregeling. Hiervan kan ook je leerbedrijf gebruik maken. De klachtenregeling vind je op de website van het Hoornbeeck College: http://www.hoornbeeck.nl/hoornbeeck/studentenvoorzieningen/vertrouwenspersonen.aspx.

10 Welke belangrijke begrippen kan ik tegenkomen in de BPV? Beroepspraktijkvorming (BPV) BPV-coördinator BPV-docent

Instelling Leerbedrijf Praktijkopleider

Praktijkovereenkomst (POK) Student Werkbegeleider

Niveau 4

Het onderwijs dat plaatsvindt in de praktijk van het beroep, in een bedrijf of organisatie, op grond van een praktijkovereenkomst. De persoon die door het Hoornbeeck College wordt aangewezen om de studenten te plaatsen binnen leerbedrijven De persoon die door het Hoornbeeck College wordt aangewezen om de student (met name pedagogisch en didactisch) te begeleiden in het kader van de beroepspraktijkvorming. Deze wordt ook wel praktijkconsulent of praktijkdocent genoemd. Het Hoornbeeck College Het bedrijf dat de organisatie van de beroepspraktijkvorming verzorgt. De persoon die door het leerbedrijf wordt aangewezen om de studenten en de werkbegeleiders te begeleiden tijdens de beroepspraktijkvorming. De overeenkomst die wordt gesloten tussen het Hoornbeeck College, de student en het leerbedrijf voor de realisering van de beroepspraktijkvorming. De student in de zin van artikel 8.1.1 Wet Educatie Beroepsonderwijs. De persoon die door het leerbedrijf wordt aangewezen om de studenten te begeleiden tijdens de beroepspraktijkvorming. Deze persoon draagt zorg voor: - Jouw leren van het beroepsmatig handelen - Een goede voorbereiding, beoordeling en afronding van je bpv - Het voeren van begeleidings-, voortgangs- en beoordelingsgesprekken met jou


BOL

cohort 2013-2017

Bijlage 1: Urenaftekenlijst

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

Controle momenten Totaal aantal BPV uren op 25 % van de BPV Voor 10 weken ligt deze op 2 ½ weken. Voor 20 weken op 5 weken Totaal aantal BPV uren op 50 % van de BPV Voor 10 weken ligt deze op 5 weken. Voor 20 weken op 10 weken Totaal aantal BPV uren op 25 % van de BPV Voor 10 weken ligt deze op 7½ weken. Voor 20 weken op 15 weken

Niveau 4

Tussentijdse controle BPV uren Bij 10 weken Bij 20 weken Wenselijk: 80 Wenselijk: 160 Werkelijk:

Werkelijk:

Wenselijk: 160

Wenselijk: 320

Werkelijk:

Werkelijk:

Wenselijk: 240

Wenselijk: 480

Werkelijk:

Werkelijk:


BOL

cohort 2013-2017

Bijlage 2 GO / NO GO lijst In het schema hierna volgend kunt u per opdracht kunt u aangeven wanneer u (en uw collega) de student hebt zien oefenen. Ook kunt u met een T (= Tevreden) of een NT (= Niet Tevreden) aangeven wat uw mening is over de geleverde prestatie.

Wanneer een student een aantal keren heeft geoefend, komt deze in aanmerking voor een GO. Een GO voor een opdracht houdt in dat voor deze opdracht de begeleiding stopt en de beoordeling start. De beoordelaar gaat nu de student aan de hand van de opdracht examineren. Ten behoeve hiervan wordt een toetsmoment afgesproken. Het resultaat van deze examinering kunt u in de map aangeven. Dit resultaat kan drieërlei zijn: onvoldoende, voldoende en goed. Het kan dus zijn, dat een student ondanks een GO na het oefenen toch een onvoldoende haalt tijdens het examineren.

Heeft de student onvoldoende geoefend, dan verleent u geen GO. In dat geval heeft de student een NO GO. Zij kan de opdracht dan niet laten beoordelen. LET OP: Een student ontvangt tevens een NO GO, indien: de relevante verdiepingsvragen niet naar behoren zijn uitgewerkt (zie paragraaf 5 van de bpv-handleiding) of er geen handtekening van school staat in het aftekenboekje van de verpleegtechnische handelingen (zie paragraaf 2 van de bpv-handleiding.

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

Proeve: _____________________

Organisatie: ___________________

_____________________

Afdeling: ______________________

_____________________

Werkbegeleider: ________________

Opdracht:

Niveau 4

Geoefend

Resultaat

Geoefend

Resultaat

Een GO verleend

op:

T of NT

op:

T of NT

op:


BOL

cohort 2013-2017

Bijlage 3 Complexiteit van zorgsituaties Verpleegsituatie Criteria

niet complex

complex

Hulpvraag

Eenvoudig, duidelijk en concreet

Meerdere hulpvragen, onduidelijk en vaag

Voorspelbaarheid van wisselingen

Hoge voorspelbaarheid

Kans op ‘verrassende’ situaties

Stabiliteit van de situatie

Geen gevaar op complicaties

Verpleegsituatie kan snel veranderen

Mate van levensbedreiging Laag

Hoog

Gevolgen van de behandeling

Niet belastend

Ingrijpend, verminkend, belastend

Ziektesoort

Beperkt tot een orgaan

Meerdere organen betrokken bij ziekteproces

Psychosociale begeleiding Criteria

niet complex

complex

Vermogen van de zorgvrager om zich te uiten

Hoog, verbaal en nonverbaal, begrijpelijk

Laag, onbegrijpelijk, niet verbaal (bijvoorbeeld andere taal of afasie)

Mate van kritisch bewustzijn van de situatie

Hoog

Laag, bijvoorbeeld door bewustzijnsstoornissen of geen ziekteinzicht

Mate van emotionele beleving van eigen situatie

Normaal, zorgvrager kan redelijk met de situatie omgaan, acceptatie

Proces verloopt heel moeizaam, sterk emotionele beleving, moeilijke acceptatie

Mate waarin de zorgvrager keuzes kan maken

Hoog, kan zelfstandig keuzes maken

Laag, andere personen nodig om keuzes te maken

GVO Criteria

niet complex

complex

Mate van informatie en voorlichting ten behoeve van de zorgvrager

Gericht op Specifieke informatie over ziekte, ziekenverpleging, gezond behandeling gedrag, eenvoudige problemen

Mate waarin de zorgvrager meewerkt

Hoog

Niveau 4


Geringe motivatie om ‘mee te werken’

BOL

cohort 2013-2017

Omgeving Criteria

niet complex

complex

Aanwezigheid van andere zorgverleners

Laag aantal zorgverleners dat gecoördineerd wordt

Veel zorgverleners

Mate van intensiteit van Laag, weinig overleg nodig samenwerking met andere disciplines

Hoog, veel overleg nodig

Mate waarin de omgeving voor de zorgvrager betrouwbaar, veilig en acceptabel is

Hoog, zorgvrager kan zijn weg makkelijk vinden, stabiele omgeving

Laag, bijvoorbeeld gedwongen opname in psychiatrie, ziekenhuis of verpleeghuis; geen optimaal therapeutisch klimaat

Mate van contact tussen zorgvrager en familie

Goed contact, mantelzorg biedt ook ondersteuning

Slecht contact, mantelzorg is niet aanwezig of moeilijk te motiveren

Mate van communicatie Goede communicatie; met familie zorgvrager en informatie en voorlichting mate waarin informatie en wordt snel opgenomen voorlichting ten behoeve van contactpersoon nodig is

Moeizame communicatie; weinig bereidheid om ‘mee te werken’

Mate van emotionele ondersteuning van de familie

Hoog

Niveau 4

Laag


BOL

cohort 2013-2017

Bijlage 4 Deskundigheidsverklaring bpv-beoordelaar

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

Bijlage 5 Evaluatieformulier student

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

Bijlage 6 Evaluatieformulier leerbedrijf

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

Niveau 4


BOL

cohort 2013-2017

Onderwijs- en examenregeling Mbo-Verpleegkundige

Recommend Documents