Onderwerpen voor werkcolleges taalverandering I. Algemeen: - uitgangspunt voor de opdrachten is het verkrijgen van inzicht in wat taalverandering is en hoe gevarieerd die is. M.a.w. het aspect taalverandering (of anders taalvariatie t.o.v. de standaardtaal als norm) moet in het mondelinge referaat (en het eventuele werkstuk) tot uitdrukking komen. Daarbij kan een vergelijking tussen het Duits/Nederlands/Vlaams/Engels eveneens deel uitmaken van een referaat. - gezien de verschillende belangen van de studenten is er niet één algemeen thema, maar kunnen jullie volgens jullie eigen interesse een onderwerp kiezen dat met taalverandering (en zonodig het onderwijs) te maken heeft. Dat onderwerp kan historisch of 20ste eeuws zijn. - basis voor een mondeling referaat: per persoon minimaal 1 substantieel basisartikel met verdieping of verbreding door verdere literatuur. Bij een keuze van een basisartikel uit Hüning e.a. (red.), “Nederlands tussen Duits en Engels” (Leiden, 2006) ook altijd de inleiding van M. Hüning erbij nemen. - verdiepende of verbredende literatuur vinden door - literatuur achter het basisartikel - literatuur in de bronnen die in het college en de presentaties vermeld is (van der Sijs, vd Horst & vd Horst, De Vries e.d.) - V.d. Toorn e.a. (red.), Geschiedenis van de Nederlandse taal (op website DBNL) - bibliotheek; zoeksystemen universiteitsbibliotheken - DBNL (on-line beschikbaar) - bepaald fenomeen als zoekterm in te vullen bij Google en/of op DBNL-site - kijk voor ‘de’ norm o.a. naar de ANS (via DBNL-site bijv.), Onze Taal, Adviesdienst van de Taalunie e.d. - indien haalbaar: vooraf het basisartikel aan de anderen bekend maken, zodat het vooraf gelezen kan worden. Neem bij twijfel vooraf even contact op per e-mail, op het spreekuur of rond de colleges. N.B. De suggesties hieronder hebben niet alle dezelfde omvang of diepgang. Voor uitsluitend een mondeling referaat gelden in dit opzicht natuurlijk andere eisen dan voor een mondeling referaat en werkstuk.
II. Mogelijke onderwerpen uit van der Horst & Van der Horst (1999): Achterin per hoofdstuk: literatuur per onderwerp uit zo’n hoofdstuk: zoek vooral ook zelf daar naar onderwerpen. Vaak worden historische aspecten en een vergelijking met het Vlaams behandeld. Vgl. ook hoofdstuk 8 van v.d. Toorn, Geschiedenis van de Nederlandse taal
- Functieverlies van het meewerkend voorwerp (hoofdstuk 3) - Gebruik van hulpwerkwoorden hebben en zijn (hoofdstuk 4). Zie ook Drayer & Van der Horst in Nederlands tussen Duits en Engels.
Of ruimer: over het ontstaan van hulpwerkwoorden (hoofdstuk 4) en bekijk dan ook artikel Landsbergen in Nederlands tussen Duits en Engels (volgende paragraaf) - Geschiedenis (om) + (te) + infinitief. Hoofdstuk 4. - Werkwoord gaan (hoofdstuk 4) - Over hen en hun. Hun als onderwerp. Hoofdstuk 5, diverse plaatsen.. - Betrekkelijk voornaamwoord dat -> wat (met in het Duits das/was). Hoofdstuk 5 -Verschillende gevallen van weglaten van het lidwoorden (verandert lidwoord of het ermee verbonden woord). Feit is dat vs. een feit is dat (G. Simons)(ook in het Duits). Onderzoekster Alina Rossner. Heb ik niet aan gedacht. Hoofdstuk 6, 7. - Comparatief + dan/als (Duits grosser wie/als). hoofdstuk 6. - Optioneel worden van ‘dan’ in Komt er niemand dan… (in het Duits al eerder). Hoofdstuk 6. - Rode en groene volgorde van hulpww en hoofdww in bijzinnen. In Duits alleen groene (gezien hebben). Vlaams groener dan Nederlands. Hypercorrecte rode volgorde. Hoofdstuk 7. - Doorbreking van de werkwoordelijke eindgroep (Vlaams versus Nederlands). Hoofdstuk 7. - Vroegere genitief –s nu ook in gevallen als tantes fiets, Elly’s vrienden. Onenigheid of dit echte 2de naamval is + lijkt zich uit te breiden (vgl. Engels: an hours’ delay). Hoofdstuk 8, maar geen duidelijke literatuur achterin. - Toename meervouds –s sinds middelnederlands. Hoofdstuk 8, maar geen duidelijke literatuur achterin.
III. Mogelijke onderwerpen uit Nederlands tussen Duits en Engels t.g.v. gelijknamige studie van Van Haeringen in 1956; op DBNL-site) ( bij alle artikelen de inleiding van Matthias Huening erbij nemen + uitbreiding met lit. uit de lijst achter het artikel
- Weerman,19-46: It’s the economy, stupid! Een vergelijkende blik op men en man.. Relatie met tweedetaalverwerving (taalcontact). Diachrone component. Verschil in declinatie tussen de talen. Gebruik van corpora. - Leuschner, 41-162: Nederlands tussen Duits en … Zweeds. Grafonemische afkortingen (Kurzwörter) in taalvergelijkend perspectief. Synchrone vergelijking van aso, bieb e.d. in verschillende talen. Nieuwe onderzoeksmethode. Typologie van ‘afkortingen’. Veel
Duitse termen. Hierbij v.d. Sijs, v.d. Horst & v.d. Horst of v.d. Toorn nemen voor taalveranderingsaspect. - Salverda, 163-181: over de sterke werkwoorden in het Nederlands, Engels en Duits. Synchroon en historisch vergelijkend. Gebruik van Van der Horst & Van der Horst (hoofdstuk 8). Hierbij: A. van Santen, Hoe sterk zijn de sterke werkwoorden, in Van Santen en Van der Wal (red.(1997), Taal in tijd en ruimte, pp. 45-56. Gebruik van de schijnbare-tijd methode van Labov: enquete 2 leeftijdsgroepen. Gereserveerd door U. Schrul & D. Kühlenberg - Van der Wouden, 183-206: Nederlanse voorzetsels tussen Duits en Engelse. Over (verschillende typen nieuwe) voorzetsels (richting etc.) en voorzetselverbindingen. Voor het merendeel synchroon, maar wel relatie met naamvallen, ook beetje historisch. Ook verdwenen en verdwijnende voorzetsels. Gebruik van van der Horst & Van der Horst (hoofdstuk 6) en van internetbronnen. Goed leesbaar, beetje oppervlakkig. - Draye en Van der Horst, 229-242: Hebben/haben versus zijn/sein in drieledige werkwoordsgroepen in het Duits en Nederlands. Ook vergelijking Noord- en ZuidNederlands. Ook diachrone component. Helder geschreven. Vgl. Van der Horst & Van der Horst: gebruik van hulpwerkwoorden hebben en zijn (hoofdstuk 4). Hierbij Van der Horst in Van Santen en van der Wal (1997) Taal in tijd en ruimte? - Landsbergen, 250-272: Krijgen, kriegen en get: een vergelijkend onderzoek naar betekenisverandering en grammaticalisatie. Verandering van betekenis en van hoofdwerkwoord tot hulpwerkwoord worden. Voorbeelden uit de historische wdb. Vgl. v.d. Horst en v.d. Horst over het ontstaan van hulpwerkwoorden (hoofdstuk 4) Niet diachroon: - Genusverlies en de betekenis van voornaamwoorden (Audring, 71-88) Synchrone vergelijking - Pronominaal genus bij ‘Zuid-Nederlandse’ taalverwervers: grammaticaal of semantisch systeem? (De Vogelaer, 89-102). Psycholinguïstisch experimenteel onderzoek bij ZuidNederlandse kinderen en vergelijking met ander onderzoek Noord-Nederlandse en Duitse kinderen. Niet echt taalverandering, meer taalverwerving.
IV. Verder: - Leenwoorden uit het Duits en Nederduits. N. v.d. Sijs (2001), Chronologisch woordenboek. Uitgeverij L.J. Veen, Amsterdam/Antwerpen. N. v.d. Sijs (1996), Leenwoordenboek: de invloed van andere talen op het Nederlands. SDU, Den Haag. Ook soort ontleningen, hoe het in zijn werk gaat, graad van ontlening etc. + De Vries e.a. (1993) Het verhaal van een taal, hoofdstuk 12: Leenwoorden in het Nederlands. Paragraaf over Duitse leenwoorden. Hoofdstuk 14, 15 over Nederlands in andere talen, maar niet over Duits. Met literatuur achterin. - Germanismen in het Nederlands, incl. Germanistische woordvormingsprocédé’s en Germanismen die niet in het Duits bestaan. N. v.d. Sijs (1996), Leenwoordenboek. Van den Toorn e.a. Geschiedenis van een taal. nl.wikipedia.org: o.a. dbnl-site met artikel van van Vloten in De Taalgids 1864 over germanismen bij Vondel - C. Hamans, Im Westen nichts neues: over de opkomst van een beschaafd systeem. In Van Santen en Van der Wal (red.)(1997), Taal in tijd en ruimte, pp. 237-245. Verkleinsuffix veranderend naar –ie i.p.v./naast –je. - Nederlands / Vlaams D, Geeraerts, Standaardisering en substandaardisering in Belgisch-Nederlands. In Van Santen en Van der Wal (red.)(1997), Taal in tijd en ruimte, pp.289-298. Quantitatief onderzoek naar integrationisten en particularisten. Taalpolitiek + M. van Scherpenzeel, Uit de praktijk van een taaladviseur: algemeen Nederlands in de regelgeving van de Vlaamse overheid. Van Santen en Van der Wal (red.)(1997), Taal in tijd en ruimte, pp. 319-326. ‘Taalfouten’ + De Vries e.a. (1993) Het verhaal van een taal, hoofdstuk 10: Gemengde gevoelens. Verschillen tussen Noord- en Zuidnederlands; Vlamingen en Nederlanders over hun eigen taal of die van hun buren. Literatuur achterin. + De Vries e.a. (1993) Het verhaal van een taal, hoofdstuk 6: Ik ook ik ben een Belg en mag tot de Belgen spreeken. De Vlaamse strijd. geschiedenis + Verkavelingsvlaams: lit. bij hoofdstuk 9 in v.d. Horst & v.d. Horst + website Wenen - Spelling. De Vries e.a. (1993) Het verhaal van een taal, hoofdstuk 8. DBNL-site. - Groepstalen. De Vries e.a. (1993) Het verhaal van een taal, hoofdstuk 11: Van Bargoens tot bekakt. Vgl. ook v.d. Sijs (2005). - Grenzen Nederlands taalgebied. De Vries e.a. (1993) Het verhaal van een taal, hoofdstuk 12: Frans-Vlaanderen, de Belgische taalgrens en Brussel; de Nederlands – Duitse taalgrens; het Fries taalgebied. Literatuur achterin.
Theoretische invalshoeken - Theoretische behandeling van allerlei aspecten van taalverandering, incl. hoe doe je onderzoek naar taalverandering. C. van Bree (2003), Historische taalkunde. www.dbnl.org. Niet in druk. - G.A.T. Koefoed (1978), Taalverandering in het licht van taalverwerving en taalgebruik. In: G.A.T. Koefoed et al. (red.), Aspecten van taalverandering, een verzameling inleidende artikelen, uitgegeven in Groningen in 1978, p. 11-70. Op www.dbnl.org. Veel fonetiek, ook algemene(re) taalkundige hoofdstukken. Veel aandacht voor de verschillende invalshoeken (ook theorieën daarbinnen) van waaruit je taalverandering kunt bezien: “De diachronische taalwetenschap zal het, kortom, moeten hebben van de vorderingen in de fonetiek, de psycholinguïstiek van taalgebruik en taalverwerving en de sociolinguïstiek.”. Pleit voor integratie. Veel dingen uit het college worden hier kort genoemd en in verband gebracht.
V. Suggesties V. Wenzel: aspecten voor studenten in de lerarenopleiding. Voorstellen vanuit de didactiek
- Samenhang terminologie „tussentaal“ in de variatielinguistiek (b.v.Vlaanderen, allochtonen...) en „interlanguage“ (tussentaal) in de taalververving. - Vergelijking van de rol van het taalbewustzijn in de taalverwerving en in de taalverandering (psycholingistische term term ‚noticing’, didactische term ‚input enhancement’) - Modellen voor taalcontact: toepasbaar op natuurlijke methodes in de taalverwerving (op school)? - Norm- en foutendiscussie: fout in de interlanguage-hypothese en in het taalveranderingsdebat (graag ook de openbare discussie) - Norm: Noordelijk Nederlands – Zuidelijk/Belgisch Nederlands in Nvt: de (marginale) rol van taalvariatie in de leergangen. Met een vergelijking van leergangen Nt2. Leergangen zoals . IJsbreker, Vanzelfsprekend, Niet Vanzelfsprekend... (vooral m.b.t. het audio-materiaal) (de boeken staan in de mediatheek, de studenten kunnen ook zelf uitzoeken) - Uitspraak en de normativiteit in de uitspraakleer. Uitspraakfouten, - Ook wel apart: Spellingsfouten, Spellingshervorming en spellingsproblemen in het onderwijs.
Verder misschien ??? (suggesties TK) - Een feit is dat vs. feit is dat (een geval van weglating van het lidwoord. Vglbaar met Ursache war, Tatsache ist in Duits. Zie Joop en Kees van der Horst 213 -> en 316-> (verband tussen aantal verschijnselen). Quantitatief experiment van G. Simons (1977). Hoe nu de percentages + Acceptabiliteit door jongeren. - Comparatief + dan/als (+ Duits grosser wie/als) (v.d. Horst & v.d. Horst: 246 ->) - Optioneel worden van ‘dan’ in Komt er niemand dan… In Duits al eerder en in Vlaanderen sterker dan in Nederland. Zie Joop en Kees van der Horst 256 (Cromazinnen) - Rode en groene volgorde van hulpww en hoofdww in bijzinnen. In Duits alleen groene (gezien hebben). Vlaams groener dan Nederlands. Hypercorrecte rode volgorde. Van der Horst: 288 -> - G.A.T. Koefoed, Taalverandering in het licht van taalverwerving en taalgebruik. Op DBNL-site (zie boven)
VI. Belgische Erasmusstudenten: contrastief Nederlands/Vlaams voegwoorden (van der Horst 236 ->) Optioneel worden van ‘dan’ in Komt er niemand dan… In Duits al eerder en in Vlaanderen sterker dan in Nederland. Zie Joop en Kees van der Horst 256 (Cromazinnen). Eventueel ook andere gevallen van weglaten lidwoord. Rode en groene volgorde van hulpww en hoofdww in bijzinnen. In Duits alleen groene (gezien hebben). Vlaams groener dan Nederlands. Hypercorrecte rode volgorde. Van der Horst: 288 -> Doorbreking werkwoordelijke eindgroep. Vroeger wel in Nederlands, nu niet meer. Niet algemeen in Belgie. M. vd. Velde op Meertenssite, maar alleen de verwijzing naar lit. + J.M. van der Horst, Over en naar aanleiding van Zuid-Nederlandse doorbrekingen. In Van Santen en Van der Wal (red.(1997), Taal in tijd en ruimte, pp.299- 307. Typen doorbrekingen. Ook diachroon, zij het met uiterst weinig concrete voorbeelden. Uit Nederlands tussen Duits en Engels: - Pronominaal genus bij ‘Zuid-Nederlandse’ taalverwervers: grammaticaal of semantisch systeem? (De Vogelaer, 89-102. Psycholinguitisch experimenteel onderzoek bij Zuid-Nederlandse kinderen en vergelijking met ander onderzoek Noord-Nederlandse en Duitse kinderen. Niet echt taalverandering, meer taalverwerving.
Hebben/haben versus zijn/sein in drieledige werkwoordsgroepen in het Duits en Nederlands (Draye en Van der Horst). Ook vergelijking Noord- en Zuid-Nederlands. Ook diachrone component. Helder geschreven. Zie ook Weense website: Nederlands in Vlaanderen + artikelen over Vlaams vs. Noordnederlands hierboven