Onderwerpen scripties departement privaatrecht 2009 Alternatieve geschiloplossing ADR en materieel contractenrecht. Conflictoplossing bij rechtbanken: samenwerking rechter en mediator. Gedragscode letselschade. Integratie van mediaton(technieken) in de rechtsgang (evt. vanuit rechtsvergelijkend perspectief). Invloed ADR op het burgerlijk procesrecht. Prikkels in het procesrecht ter bevordering van schikkingen en ADR. (Ontwerpen van) alternatieve geschiloplossing. Vraagsturing. Bouwrecht Aansprakelijkheden binnen bouwteam. Aansprakelijkheidsbeperking binnen een besloten vennootschap. Aansprakelijkheid & verzekering architect. Alliantiecontracten binnen de bouw. Beroepsbescherming architecten gelet op gewijzigde Wet op de Architectentitel. De Nieuwe Regeling. Openbare aanbesteding en de totstandkoming van overheidscontracten. Risicospreiding in het aannemingsrecht. Risicospreiding in het architectenrecht. Samenwerking in de bouw in rechtsvergelijkend perspectief. Burgerlijk Procesrecht Behandeling deelgeschillen. Bewijsrecht. Bewijsbeslag versus fishing expedition. De comparitie na aanbrengen bij het gerechtshof. De effecten van de afschaffing van het procuraat. De eisen aan procesinleidende stukken. De elektronische akte als bewijsmiddel. De personenvennootschap in het procesrecht. De toerekening van fouten van de advocaat aan partijen. De verplichte procesvertegenwoordiging ter discussie. De rol van de Hoge Raad. Harmonisatie van procesrecht in Europa. Het vereiste van voldoende belang in de procedure. Incassovorderingen. Internationaal privaatrecht: o EEX
1
Nederlands procesrecht en excessief formalisme volgens het EVRM. Objectieve criteria: heldere verdelingsnormen in het privaatrecht Overdracht van vorderingen (en schulden) gedurende de procedure. Procesrecht en gemeenschap. Procesrecht in eerste aanleg. Proceskostenveroordeling. Partij-autonomie versus case-management. Uitbreiding van de cautio judicatum solvi (verplichte zekerheidstelling voor proceskosten)? Vergoeding van buitengerechtelijke kosten in letselschadezaken. Verloop comparitie van partijen (evt vanuit rechtsvergelijkend perspectief). Verscherping van de eisen voor het leggen van conservatoir beslag. Volkenrechtelijke en andere immuniteiten versus het recht op toegang tot de rechter. Wetsvoorstel griffierechten. Europees privaatrecht Algemeen contractenrecht v. consumentenrecht in Europees perspectief. Amerikaans uniform privaatrecht: een voorbeeld voor Europa? De ‘Draft Common Frame of Reference’ en de toekomst van het Europees privaatrecht. De Europeesrechtelijke onrechtmatige overheidsdaad. De implementatie van de Dienstenrichtlijn en de regeling van de opdracht. De richtlijn oneerlijke handelspraktijken. De rol van het Europees Gerechtshof in privaatrechtelijke geschillen. Europees privaatrecht en ‘social justice’. ‘Mixed legal systems’ als voorbeeld voor harmonisatie van Europees privaatrecht. Proportionaliteit in de PECL. Remedies in de PECL. Van minimumharmonisatie naar maximum/volledige harmonisatie in het Europees privaatrecht? Vergelijking tussen de Principles of European Contract Law (PECL), de Unidroit Principles en/of het Weens Koopverdrag. Gezondheidsrecht Aansprakelijkheid bij medische experimenten. Aansprakelijkheid binnen de ketenzorg. Aansprakelijkheidsrisico' s en het gebruik van digitale informatiesystemen. Aansprakelijkheid van dienstverleners in de zorg. Aansprakelijkheid voor gebrekkige risicovoorlichting bij medische behandelingen. De minderjarige als patiënt en de Wet GBO. De minderjarige en de Wet BOPZ. De minderjarige en de wet op de orgaandonatie. De patiënt; lijdend of leidend? De psychiatrische patiënt en diens rechten in rechtsvergelijkend perspectief.
2
Goederenrecht Afgescheiden vermogen krachtens partijbedoeling (eventueel vgl met Engeland). Appartementsrechten. Aspecten van securitisatie (securitisation). Bezit, macht en houderschap in rechtsvergelijkend perspectief. Een nieuw eigendomsbegrip? Financiering volgens de Islam. Grenzen aan de vermenging. Grenzen aan het zaaksbegrip. Hervorming van het executierecht: openbare vs onderhandse verkoop. Het gesloten stelsel (numerus clausus) in het goederenrecht. IE-recht. Internationale transacties. Is het mogelijk een vorderingsrecht te bezitten? Nederlands zekerheidsrecht vs Engels zekerheidsrecht . o Zekerheid op financial collateral. o Zekerheid op (on)roerende zaken. o Zekerheid op IE-rechten. Overmaat aan zekerheden en de belangen van de kredietnemer. Redelijkheid en billijkheid in het goederenrecht. Retentierecht op onroerende zaken. Schatvinding. Verjaring in het goederenrecht: van rechtszekerheid naar belangenafweging? Voldoet het huidige executierecht nog aan de eisen die de praktijk daaraan stelt? “Vormerkung” bij de koop van registergoederen. Wat is geld? Insolventierecht De invulling van het begrip ‘centrum van voornaamste belangen’ in de Europese Insolventieverordening. De fiscus als (boedel)schuldeiser binnen faillissement in rechtsvergelijkend perspectief. De kwaliteitsrekening binnen faillissement. De (persoonlijke) aansprakelijkheid van de curator. De storneringsbevoegdheid van de bank in faillissement. De taak en de rol van de rechter-commissaris. De zorgplicht van de curator bij onverschuldigde betaling. Een voorrecht voor milieuclaims tegen de gefailleerde? Faillissementsfraude. Het dwangakkoord. Insolventieverordening in Europees perspectief. Nietigheden en vernietigbaarheden in faillissement: terugdringen? Rechten van derden en de afkoelingsperiode. Voorontwerp Insolventiewet. Werknemersbelangen en misbruik van faillissement.
3
Jeugdstrafrecht Criminaliteit van allochtone jeugdigen en eventuele uitzetting. De bijzondere rol van de advocaat in het jeugdstrafrecht. De leeftijdsgrens in het strafrecht in rechtsvergelijkend perspectief. De positie van de gedragdeskundige in het jeugdstrafrecht. De rechtspositie van de jeugdige in de justitiële jeugdinrichting. De vraag naar de zin van de besloten zitting. De vraag of de gedragsbeïnvloedende maatregel meer beidt dan een voorwaardelijke straf/maatregel. De vraag of de PIJ-maatregel (nog) voldoet. DNA afname bij jeugdigen in relatie tot IVRK. Groepscriminaliteit van jeugdigen. Het Veiligheidshuis en de bescherming van de privacy het kind en de ouders. Horen van kinderen in het strafrecht. Juridische aansprakelijkheid van ouders voor hun delinquente kind. Opvoedingsondersteuning als preventie tegen jeugdcriminaliteit. Politie en haar relatie met justitiële jeugdinstellingen. Relatie straf en zorg in het jeugdrecht. Spijbelgedrag en jeugdreclassering. Terug naar de strafrechtelijke ots? Terugkeer van de jeugdrechter. Jeugdrecht (civiel) Formele en materiële handelingsbekwaamheid De positie van het kind in juridische procedures. Een eigen rechtsingang voor minderjarigen. Handelings(on)bekwaamheid in rechtsvergelijkend perspectief. De kinderombudsman. De bijzondere curator. Rechtspositie van minderjarigen Minderjarigen en: o de pleegzorg o euthanasie (levensbeëindiging pasgeborenen) o het IVRK o orgaandonatie o in het gezondheidsrecht o school o het recht op status- en afstammingsvoorlichting. o de rechtspositie van de jeugdige in gesloten jeugdzorg. Kinderbescherming De ontheffing en ontzetting uit het gezag.
4
De ondertoezichtstelling (met uithuisplaatsing). Bescherming van de ongeboren vrucht (tegen drugs-, medicijn- of alcoholmisbruik door de moeder). OTS (voor ouders in plaats van het kind). Dwangmiddelen om ouders te dwingen om de opvoeding beter ter hand te nemen. Taken en bevoegdheden van de jeugdbescherming. (Bureau jeugdzorg, Raad voor de kinderbescherming, AMK) (Financieel) prikkelen van ouders tot goede opvoeding. Het Bureau jeugdzorg en het Centrum voor jeugd en gezin. Kindermishandeling. Wet op de jeugdzorg. Minderjarigen en (echt)scheiding Het recht op omgang (ook i.v.m. art. 8 EVRM). Het recht op informatie en consultatie. Minderjarigen en Kinderontvoering. Kinderalimentatie. De (effectuering van) omgangs- consultatie- en informatierechten. De rechtspositie van ouders De pleegouder. De sociale ouder. De stiefouder. De biologische vader. Gezag en voogdij (Gezamenlijke)voogdij. Testamentaire voogdij. Ouderlijk gezag. Gezamenlijk gezag. Personen- en Familierecht Afstammingsrecht Kinderen geboren buiten huwelijk. De erkenning. De gerechtelijke vaststelling van het vaderschap. Adoptie. Draagmoederschap. Kunstmatige voortplantingstechnieken. Echtscheiding De echtscheidingsprocedure. Echtscheidingsplan. Ouderschapsplan. Voorlopige voorzieningen bij echtscheiding.
5
Alimentatie. De afwikkeling van de huwelijksgemeenschap. De afwikkeling van de huwelijksvoorwaarden. Echtscheiding en kinderen. Echtscheiding en mediation. Huishoudens met ouders van gelijk geslacht (rechtsvergelijkend): Adoptie. Gezag. Huwelijk. Onderhoudsverplichting. Het huwelijk en het geregistreerd partnerschap De huwelijkssluiting, huwelijksvereisten en ontbindingsgronden. Rechten en plichten van echtgenoten. Morele verplichtingen in het huwelijksrecht. De huwelijkssluiting. De huwelijksgemeenschap/huwelijkse voorwaarden. Naamrecht Naar een nieuw naam- en adeldomsrecht. Naamswijziging. Overig o Onderhoudsverplichtingen bij nauwe persoonlijke betrekkingen. o Rechterlijke competentie in het personen- en familierecht (de positie van de familierechter). o Rechtsbescherming van wilsonbekwame personen (curator, bewindvoerder). o Vermissing van personen. o Burgerlijke stand en privacy. o Erfrecht. Zelfregulering in het personen- en familierecht Verbintenissenrecht Aansprakelijkheid Aansprakelijkheid als afweging van mensenrechten. Aansprakelijkheid van instituties. Aansprakelijkheid van de overheid op grond van de onrechtmatige daad. Aansprakelijkheid van de overheid op grond van de rechtmatige daad. Aansprakelijkheid van politie en justitie. Aansprakelijkheid van ouders voor gedragingen van kinderen vanuit een preventief oogpunt . Aansprakelijkheid van financiële toezichthouders. Aansprakelijkheid voor keurmerken.
6
Aansprakelijkheid voor activiteiten in het algemeen belang. Aansprakelijkheid voor milieuschade. Afwikkeling van massaschade. Beperking van hoofdelijkheid bij aansprakelijkheid. Bewuste roekeloosheid als criterium. De betekenis van gebruikelijk gedrag voor aansprakelijkheid. De wijze van toepassing van proportionele aansprakelijkheid. Grondslag voor abstracte schadevergoeding. Punitive damages in Nederland? Reputatieschade. Schadevergoeding wegens gederfd genot. ‘Strict liability’ in rechtsvergelijkend perspectief. Strooischade. Toerekening en grondslag van aansprakelijkheid in rechtsvergelijkend perspectief. Toerekening en relativiteit versus scope of protection. WCAM. Zorgvuldigheidsplichten in Engels, Frans en Duits onrechtmatige daadsrecht. Algemeen Bescherming van niet-vermogensrechtelijke belangen. Betekenis van persoonlijkheidsrechten in het vermogensrecht. Empirisch onderzoek in het verbintenissenrecht. Internationaal privaatrecht: o Rome I-Verordening (was Wet Conflictenrecht OD) o Rome II-Verordening (was EVO) Machtsverhoudingen in multidisciplinair perspectief. Verval van recht als sanctie. Vervaltermijnen en verjaring. Zelfregulering. Zorgplichten in het verbintenissenrecht. Overeenkomstenrecht Betalingsverkeer op internet. Bruikleen en verbruikleen. Commodification of Contracts. De ‘battle of the forms’ in rechtsvergelijkend perspectief. De onderhandelingsplicht bij totstandkoming, wijziging en beëindiging van overeenkomsten. De overeenkomst van lening. Dwaling met betrekking tot toekomstige omstandigheden. Eigen schuld in het contractenrecht. Gevolgen en toelaatbaarheid van oneerlijke handelspraktijken. Goede trouw in de pre-contractuele fase in rechtsvergelijkend perspectief. Het nieuwe verzekeringsrecht. Het telefoonabonnement. Klachtrecht in rechtsvergelijkend perspectief.
7
Koop en verkoop op afbetaling. Opzegging van duurovereenkomsten. Rechten en plichten van partijen in de post-contractuele fase. Remedies voor wanprestatie: een vergelijking tussen het Duitse recht en een ander rechtssysteem in Europa. Richtlijn colportage (huis-aan-huis verkoop). Schuld- en contractsoverneming. Stilzwijgende verlenging van duurovereenkomsten (evt vanuit een rechtsvergelijkend perspectief). Verzuim en ingebrekstellingen: functie en alternatieven. Verrekening en contractsovergang in driepartijenverhoudingen. Wet oneerlijke handelspraktijken.
8
Speciale onderzoeksprojecten met participatie scriptiekandidaten Measuring Access to Justice Toelichting: Er is weinig bekend over de kosten die de gebruikers van het recht maken en wat ze daarvoor terug krijgen. Het project “Measuring Access to Justice” heeft als doel een instrument te ontwikkelen waarmee de kosten en de kwaliteit van procedures (toegang tot de rechter, de mediator, geschillencommissies, etc.) kunnen worden gemeten vanuit het perspectief van rechtzoekenden. Scriptiekandidaten kunnen op verschillende manieren participeren in het project. Enkele mogelijke scriptie-onderzoeken zijn: o Studenten kunnen zich aansluiten bij een team van onderzoekers dat pilotprojecten uitvoert. In het kader van het project worden concrete metingen uitgevoerd van uiteenlopende procedures (gang naar de rechter, mediation, geschillencommissies, bezwaar- en klachtprocedures, etc.). o Studenten kunnen zelfstandig quick scans van één of meerdere procedures naar keuze uitvoeren en tot aanbevelingen voor verbetering komen. o Studenten kunnen zelfstandig of in teamverband projecten evalueren die gericht zijn op verbetering van toegang tot het recht in ontwikkelde of ontwikkelingslanden. o Studenten kunnen zelfstandig procedures of kernelementen daarvan evalueren op basis van een reeds ontwikkelde best practices methodology. o Studenten kunnen onderzoek verrichten naar de verschillen in perceptie tussen de “kwaliteit” van juridische diensten en andere diensten. o Studenten kunnen onderzoeken wat de verschillen en de overeenkomsten zijn tussen de kwaliteit van procedures zoals ervaren door twee partijen in een conflict (eisergedaagde; slachtoffer-verdachte). Microjustice Research and Innovation Toelichting: Het Microjustice Research and Innovation Program is gericht op de ontwikkeling van microjustice. Microjustice is een innovatieve benadering van toegang tot het recht, die bouwt op de behoeften aan recht van mensen en de capaciteiten die mensen zelf hebben om hun conflicten met anderen op te lossen. Doel is om toegang tot het recht duurzaam en betaalbaar te organiseren voor de vier miljard mensen op de wereld die van minder dan $2 per dag leven, maar ook voor mensen in ontwikkelde landen. Het zwaartepunt van het onderzoek ligt bij vijf essentiële kerntaken van het rechtssysteem en andere geschilsystemen. Meer informatie hierover is te vinden via www.uvt.nl/microjustice. Scriptiekandidaten kunnen op verschillende manieren participeren in het project. Enkele mogelijke scriptie-onderzoeken zijn: o Studenten kunnen onderzoek verrichten naar lokale informele geschilsystemen die in ontwikkelingsgebieden bestaan. Welke best practices zijn er in de literatuur te vinden op het gebied van een van de vijf kerntaken van geschilsystemen?
9
o Studenten kunnen onderzoek verrichten naar heldere verdelingsnormen (denk aan bijvoorbeeld de kantonrechterformule) die mensen met een conflict kunnen gebruiken bij het verdelen van goederen, schade, taken, etc. o Studenten kunnen onderzoek verrichten naar de eigenschappen van een goede en betaalbare rechtshulpverlener in ontwikkelingsgebieden. o Studenten kunnen onderzoek doen naar de mogelijkheden die moderne informatietechnologie biedt voor het codificeren van recht. Hoe ziet een Civil Code 2.0 eruit? o Onder voorwaarden kunnen studenten ook veldonderzoek verrichten in ontwikkelingsgebieden. Studenten kunnen onderzoek verrichten naar best practices of een needs and capabilities assessment uitvoeren. Onderzoek naar effectieve sturingsmechanismen contracten(recht) en geschiloplossing
voor
samenwerking:
Studenten met interesse in dit onderwerp kunnen door een traditionele scriptie of op meer innovatieve manieren bijdragen aan het onderzoek binnen dit thema. In de praktijk werken overheden en private partijen vaak gedurende langere tijd samen. Dat kan zijn in een serie van transacties, in langdurige projecten of in een leverancierafnemer relatie. Tussen partijen die met elkaar contractuele betrekkingen aangaan blijkt de kwaliteit van de relatie een belangrijke factor voor het slagen van transacties of projecten. Vooral bij complexe transacties is dit het geval. Of de juiste producten tijdig worden geleverd en ze voldoen aan de verwachtingen van de koper, of een service adequaat wordt verleend hangt vaak samen met het feit of het lukt over en weer goed samen te werken (ruim gedefinieerd als: “the human interaction process between parties in the light of a joint activity”, Peter Kamminga 2008, 2). Of samenwerking goed verloopt, heeft weer te maken met zaken als de juiste en voldoende informatie uitwisselen, mogelijke problemen vroeg signaleren, elkaars visie kennen op de inhoud van het contract en op hoe men gedurende de uitvoering met elkaar denkt om te gaan. Als dit niet goed gebeurd is de kans op vertraging, meerkosten en conflicten groot. Samenwerking is iets waar het recht zich van nature maar heel beperkt mee bezig houdt. Het juridisch systeem en ook contracten geven weinig specifieke prikkels tot goed samenwerken, Juridisering is zelfs vaak een aanleiding tot of escalatie van conflicten. Gevolgen zijn vaak hoog oplopende transactiekosten en vertraging. Contractspartijen die de relatie van belang vinden aarzelen daarom vaak lang voordat ze een contract raadplegen of een ingebrekestelling sturen. Dit onderzoek naar sturingsmechanismen richt zich op de rol die het contractenrecht, contracten en ook het procesrecht bij samenwerking speelt. Op welke manieren het faciliteert of juist frustreert. Het doel is 1) een analyse van de huidige kaders voor (contractuele) samenwerking en 2) nieuwe manieren en mogelijkheden verkennen waarop deze kaders samenwerking beter zouden ondersteunen.
10
Het onderzoek bouwt voort op een verkennende studie naar samenwerking in complexe projecten. Daarin zijn sociaal psychologische, economische, en juridische factoren geïnventariseerd die samenwerking beïnvloeden en waar men bij het opstellen van juridische sturingsmechanismen (aanbestedingsregels, contracten, gedragscodes) rekening mee zou moeten/kunnen houden om samenwerking zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Het concrete voorbeeld in deze studie is dat van samenwerking tussen contractspartijen in complexe infrastructurele projecten. De bevindingen uit deze interdisciplinaire studie zijn echter in een veel breder kader relevant. (Scriptie)onderwerpen binnen dit onderzoeksveld Een aantal onderwerpen waarop je als scriptiekandidaat een bijdrage aan dit onderzoek kan leveren worden hierna kort omschreven. Het deelonderzoek mag empirisch, interdisciplinair of puur juridisch van karakter zijn. Voor nadere informatie over het precieze onderwerp en de vorm waarin je een bijdrage kan leveren, of als je aanvullende ideeën hebt voor een scriptieonderwerp dat je ook relevant lijkt binnen het thema; neem contact op met
[email protected]. De samenvatting van de studie waar binnen dit onderzoek op wordt voortgebouwd zal aan scriptiestudenten beschikbaar worden gesteld. Onderwerp 1: Sturingsmechanismen en samenwerking Wetten, regels en contracten geven zelden specifiek weer hoe partijen dienen samen te werken of hoe ze afgesproken hebben te gaan samenwerken. De sterkste prikkel die bijv. in contracten zit is die van de afdwingbaarheid van beloftes. Die betreffen veelal alleen de prestatie, niet de coördinatie, het samenwerkingsproces, tussen partijen. Binnen dit thema analyseer je één of meer problemen relevant voor samenwerking als hierboven gedefinieerd die spelen in één of meer van de huidige juridische kaders (gedragscodes, brancheregelingen, (standaard)contracten, aanbestedingsregels, geschiloplossingsregels). Voor de uitvoering van dit onderzoek zou je empirisch onderzoek kunnen doen naar een bepaalde contract soort of brancheregeling, of een metaanalyse van reeds gedane (internationale) empirische studies. Concreet zou je voor het kader dat je bestudeert een van de volgende vragen centraal kunnen stellen: • • • •
Wat voor soort bepalingen (in bijv. bouw en/of ICT contracten) leveren conflicten op of versterken conflicten vaak en waarom? Welke elementen frustreren samenwerking in de aanloop naar een contract toe (de precontractuele fase)? Wat zijn positieve dan wel negatieve effecten van conflictoplossingsbepalingen in standaardcontracten, welke aanpakken werken wel? Etc.
11
Partnering, allianties en andere moderne contractsvormen Partnering en allianties zijn moderne samenwerkingsvormen waarbij de relatie tussen partijen en de samenwerking centraal staan. Met deze vormen wordt momenteel in Nederland geëxperimenteerd maar de ervaringen zijn niet onverdeeld positief (net als overigens in de rest van de wereld). Er kleven duidelijk een aantal nadelen en voordelen aan deze vormen. De ideale vertaling van de samenwerkingsprincipes in een contractvorm die samenwerking ondersteunt maar tegelijkertijd ook voldoende prikkels geeft tot optimale prestaties lijkt nog niet gevonden. Denkbaar zou zijn dat je: •
• • • • •
Een vergelijking maakt van een traditionele contractvorm(en) met de nieuwe partnering en alliantie contracten. Welke factoren zijn anders geregeld, in hoeverre wordt de samenwerking en de relatie concreet in het contract geregeld? Zijn er evaluatie criteria voor samenwerking opgenomen? Wat betekent dit voor risicoverdeling? Welke verschillende ‘prikkels’ worden er gegeven? Een vergelijk maakt tussen een aantal soorten partnering contracten die er in de wereld bestaan. Vergelijk PPS contracten en DBFM met alliantiecontracten op de factor samenwerking. Een vergelijking trekt tussen partnering contracten in verschillende sectoren (de bouwwereld, R&D allianties, onderhoudsallianties, etc.). Welke rol speelt de jurist bij deze soort samenwerkingsvormen? Etc.
Geschiloplossing: preventie, identificatie, management Conflicten kunnen samenwerking eenvoudig frustreren. Belangrijk is daarom de keuzes inn omgang met conflicten. Partijen kunnen preventieve maatregelen treffen, conflicten identificeren, slimme geschiloplossingsbepalingen schrijven en nadenken over welke vorm van geschiloplossing door derden men wil (rechter, arbiter, mediator, etc). Helaas heeft dit onderwerp in allerlei sturingsmechanismen als codes, contracten en regelgeving nog steeds beperkte aandacht. Er wordt simpelweg weinig over na gedacht bij het aangaan van contractuele relaties. Kijk (bijv. vanuit het perspectief van recht, economie en/of sociale psychologie) naar de omgang met conflicten in contractuele relaties: • •
Inventariseer wat de omgang is met conflicten in sturingsmechansmen in verschillende branches (bouw, ICT) en analyseer met welke factoren rekening wordt gehouden en met welke niet. Niet elk conflict is gelijk, is er een differentiatie in aanpak, wanneer welke conflict aanpak?
12
• • •
Verken de mogelijkheden van combinaties van geschillenprocedures (bijv. medarb) of bijv. Dispute Boards, wanneer zijn deze vormen geschikt, wanneer niet? Waar komen ze vooral voor? Wat zijn de verschillende rollen die juristen gedurende contractuele relaties kunnen spelen. Welke fasen vragen om wat voor rollen? Etc.
13