RAADSINFORMATIEDOCUMENT GEMEENTE WATERLAND Nummer
:
109-27
Onderwerp
:
Verzoek geldlening Algemene Woningbouwvereniging Monnickendam
Portefeuillehouder
:
Tj. Hoekstra & P. Kools
Contactpersoon
:
F. Schreutelkamp
Datum
:
2 juli 2013
Inleiding Op 2 juli 2013 ontvingen wij een verzoek van het bestuur van de Algemene Woningbouwvereniging Monnickendam (AWM) voor een achtergestelde geldlening van circa € 20 miljoen. Aanleiding van dit verzoek is de moeilijke financiële situatie waarin de corporatie zich bevindt De brief treft u bijgaand aan (bijlage 2). De inhoud van de brief kent een lange voorgeschiedenis. Door ons college bent u ruim een jaar geleden voor het eerst geïnformeerd over de problemen bij de AWM. Door de directie is toen aangeven dat de negatieve beoordeling van deskundigen weliswaar grotendeels juist was, maar dat men het tij nog kon keren met een pakket aan maatregelen. Op de oorzaken van de financiële situatie gaan wij in dit informatiedocument niet in, maar afgelopen maanden is gebleken dat dit pakket alleen onvoldoende is om de problemen het hoofd te bieden. In uw raad is op verschillende momenten gesproken over de situatie waarin de AWM verkeert en de mogelijke consequenties daarvan. Uiteindelijk is op 14 maart 2013 een motie ingediend die in feite aanstuurde op overname van de AWM door de gemeente Waterland. Deze motie is vervolgens beperkt tot een onderzoeksopdracht naar de voor- en nadelen van overname en op 24 april 2013 in stemming gebracht. Uiteindelijk bleek dat er – mede op basis van nagekomen informatie – onvoldoende draagvlak bestond voor een dergelijke onderzoek, waarna de gemeente zich heeft teruggetrokken als betrokkene in het proces. Buiten het gemeentehuis is de discussie over de toekomst van de AWM uiteraard voortgezet. Op 10 juni 2013 is een algemene ledenvergadering van de AWM gehouden, waarbij gesproken werd over de door het bestuur van de AWM aangedragen oplossing voor de problemen: een fusie met de Wooncompagnie. Bij die gelegenheid bleek echter een groot deel van de aanwezige leden twijfels te hebben bij zowel de probleemstelling als de geboden oplossing (fusie). Vervolgens is toen een werkgroep ingesteld, bestaande uit leden van de AWM en een afvaardiging van het bestuur en de raad van toezicht. Door de werkgroep is opdracht verleend aan een onafhankelijke externe partij om de continuïteit van de AWM te onderzoeken. Het onderzoek spitste zich toe op de vraag of de AWM zelfstandig voort zou kunnen blijven bestaan en zo ja, onder welke voorwaarden. Ook zijn door deze partij alternatieven onderzocht voor een fusie. Op vrijdag 21 juni 2013 is ons college telefonisch benaderd door het onderzoeksbureau, om te praten over de rol van de gemeente. Hierbij is duidelijk gemaakt dat de gemeenteraad hierover reeds een uitspraak heeft gedaan door het verwerpen van de genoemde motie. En als de AWM dus (toch) iets wil van de gemeente, men zich met dit verzoek tot de gemeenteraad moet wenden. Hierbij is ook aangegeven dat de laatste vergadering vóór het reces plaatsvindt op 4 juli 2013, zodat eventuele verzoeken op korte termijn gedaan zouden moeten worden. Toen de onderzoeker liet doorschemeren dat het waarschijnlijk zou gaan om een verzoek voor garantstelling of lening, is vanuit het college aangegeven dat in dit geval een lening
meer voordelen heeft dan een garantstelling. Uiteraard los van de vraag of dit überhaupt wenselijk is. WSW, CFV en Ministerie van BZK De problemen bij de AWM kunnen niet los gezien worden van de financiële en boekhoudkundige spelregels voor woningbouwcorporaties in Nederland. Woningcorporaties kunnen ‘goedkoop’ geld lenen, door middel van garantstellingen van de landelijke en lokale overheden én het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Dit fonds beoordeelt de kredietwaardigheid van woningcorporaties, waarbij wordt gelet op de operationele kasstromen. De operationele kasstromen van de AWM zijn volgens de laatste opgave (de jaarlijkse prognose-informatie) in principe positief. Het WSW gaat bij de beoordeling echter óók uit van een normatieve aflossing: de corporatie moet in staat zijn om jaarlijks 2% van het geleende terug te betalen. De operationele kasstromen inclusief deze normatieve aflossing zijn tot en met 2019 niet structureel positief. Geconstateerd kan worden dat de leningportefeuille van de AWM de afgelopen jaren enorm is toegenomen. De grote omvang van de leningportefeuille resulteert niet alleen in een relatief grote renteverplichting, maar ook in aflossingsverplichtingen. Omdat de AWM uit de operationele kasstromen op korte termijn niet de volledige aflossingen kan voldoen, zullen aflopende lening geherfinancierd moeten worden. Jaarlijks geeft het WSW een leenruimte aan. Op basis van de door de AWM verstrekte informatie geeft het WSW aan de AWM inmiddels geen borging meer voor nieuwe leningen. Hoewel het ontbreken van de leenruimte geen consequenties heeft voor de borging van de bestaande leningen, is het gevolg wél dat leningen die afgelost moeten worden niet meer met borging van het WSW geherfinancierd kunnen worden. In onderstaande tabel is het aflossingsschema gegeven voor de komende zes jaar. Aflossing 20-07-2013 17-02-2014 20-06-2014 22-04-2015 21-07-2016 05-12-2017 25-05-2018 08-07-2019
Hoofdsom 01-01-2013 € € € € € € € €
1.815.121 2.000.000 1.500.000 1.750.000 2.000.000 1.500.000 1.500.000 1.000.000
Cumulatief € € € € € € € €
1.815.121 3.815.121 5.315.121 7.065.121 9.065.121 10.565.121 12.065.121 13.065.121
De totale leningportefeuille van de AWM bedraagt op dit moment € 66.357.368, waarvan – zoals blijkt uit bovenstaand overzicht – de komende zes jaar een bedrag van € 13.065.121 moet worden afgelost. Hoewel een deel daarvan kan worden gefinancierd uit de positieve operationele kasstroom, zal ook een deel hiervan moeten worden geherfinancierd. Zoals eerder aangegeven is herfinanciering door het vervallen van de borging door het WSW niet meer mogelijk. Een fusie van de AWM met de Wooncompagnie wordt gezien als een structurele oplossing voor dit probleem. Een andere speler is het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV), de toezichthouder van de woningcorporaties. Het CFV beoordeelt de solvabiliteit en de continuïteit. Voor de solvabiliteit zal naar verwachting een voldoende oordeel worden afgegeven, terwijl voor de continuïteit een B2-oordeel gegeven zal worden; dat is de minst gunstige beoordeling. Uit contact met de AWM is naar voren gekomen dat zowel het negatieve oordeel van het WSW als het negatieve oordeel van het CFV – hoewel natuurlijk beide ongewenst – eigenlijk geen problemen geven, zolang de AWM aan haar verplichtingen voldoet (rente en aflossing). Het is niet duidelijk hoe het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, als partij die gaat over het aanwijzen van toegelaten instellingen, met een dergelijke situatie om zal gaan. Structuur AWM De AWM is een vereniging. Het hoogste orgaan wordt gevormd door de ledenvergadering. Vanwege de financiële situatie heeft het bestuur, met ondersteuning van de raad van toezicht, zich gericht op een fusie met Wooncompagnie. De eerste stap in de fusie van de AWM met Wooncompagnie is het omzetten van de vereniging in een stichting. Hiermee wordt de invloed van de leden opgeheven en kan het stichtingsbestuur de situatie afhandelen. Het CFV en het WSW zien deze stap het liefst zo snel mogelijk genomen. Om tot deze stap over te gaan moet echter 90% van de leden van de AWM voorstemmen. Het Pagina 2 van 9
verkrijgen van deze meerderheid is niet eenvoudig. Inmiddels zijn zowel voor 3 juli als 10 juli 2013 nieuwe ledenvergaderingen uitgeschreven. Op 3 juli zal denkelijk geen besluit worden genomen over de structuur, wellicht wel over de vraag tot ondersteuning die aan de gemeente is voorgelegd. Op 10 juli moet vervolgens een besluit volgen, want het bestuur van de AWM heeft laten weten dat vóór 15 juli het WSW moet worden geïnformeerd. Zoals uit de voorgaande tabel blijkt, ontstaat op 20 juli 2013 namelijk een aflossingsverplichting van ruim € 1,8 miljoen. De AWM heeft aangegeven dat indien aan het WSW vóór 15 juli 2013 een structurele oplossing voor de continuïteit kan worden gepresenteerd (zoals een fusie met Wooncompagnie dan wel het financieel bijspringen door de gemeente Waterland), deze aflossingsverplichting uitgesteld kan worden tot januari 2014. Indien geen structurele oplossing wordt gevonden, zou dit in het uiterste geval kunnen leiden tot een transactie waarbij bezit en schulden worden overgedragen aan een fusiepartner en een lege vereniging achterblijft. Overdracht van personeel is hierbij een optie. Rapportage werkgroep Zoals eerder aangegeven is tijdens de ledenvergadering van de AWM d.d. 10 juni 2013 een werkgroep ingesteld, bestaande uit leden van de vereniging en een afvaardiging van het bestuur en de raad van toezicht. In opdracht van deze werkgroep is door Finance Ideas BV onderzoek verricht en op 26 juni 2013 is het onderzoeksrapport met mogelijke scenario’s vrijgegeven (zie bijlage 3). Als mogelijkheden voor het verbeteren van de financiële continuïteit worden genoemd: • het verhogen van de huren; • het verlagen van de exploitatielasten; • het verkopen van woningen; • het herstructureren van de leningportefeuille. Het draaien aan deze vier knoppen is volgens de onderzoekers echter ‘too little, too late’. Gezien de lange voorgeschiedenis is dit een pijnlijke constatering. Volgens het rapport biedt alleen steun van de gemeente Waterland nog mogelijkheden voor een zelfstandig voortbestaan van de AWM. Het rapport van Finance Ideas, dat door de onderzoekers op 27 juni 2013 aan de gemeente is gepresenteerd (zie bijlage 4), richt zich op de problematiek van de leenruimte zoals deze door het WSW wordt afgegeven. Om leenruimte van het WSW te krijgen moet het operationele jaarresultaat met circa € 600.000 worden verhoogd. De vier hierboven genoemde alternatieven hebben volgens de onderzoekers echter pas op langere termijn effect en werken niet snel genoeg. Het vijfde alternatief is zoals gezegd ondersteuning door de gemeente. Hierbij zijn in eerste instantie bedragen van € 10 miljoen en € 20 miljoen genoemd die door de gemeente als achtergestelde lening zouden moeten worden verstrekt tegen 3% per jaar. In dit geval zou in 2015 gestart worden met aflossen en zou de gemeente in de eerste zes jaar uitstel verlenen van rentebetaling. De achtergrond van dit bedrag is dat het in de eerste jaren niet betalen van rente leidt tot een operationele kasstroom die, inclusief de 2%-aflossingsfictie, voldoet aan de wensen van het WSW. Als het WSW met deze constructie instemt, zou de AWM weer leencapaciteit van het WSW krijgen toebedeeld. De vraag is echter waarom de AWM weer nieuwe leencapaciteit zou moeten krijgen. Omdat in dit scenario de gemeente € 20 miljoen zou lenen, heeft de AWM deze leencapaciteit immers in die jaren niet meer nodig. Men kan zich bovendien afvragen of het wenselijk zou zijn als de AWM zich wederom (extra) in de schulden gaat steken. Verzoek aan gemeente Op 29 juni 2013 heeft ons college overleg gevoerd met het bestuur van de AWM over het concrete verzoek dat de AWM aan de gemeente zou doen. Ook bij die gelegenheid is erop gewezen dat het de gemeenteraad is die moet aangeven of en in hoeverre de gemeente tegemoet zou moeten komen een een dergelijk verzoek en dat het college hierop geen voorschot wenst te nemen. Inmiddels heeft het bestuur van de AWM een concreet verzoek neergelegd, waarbij echter nog steeds niet alle variabelen exact zijn ingevuld (zie bijlage 2). Het betreft een lening van tussen € 17,5 miljoen en € 22,5 miljoen met een looptijd tussen 20 en 25 jaar. De AWM is bereid 3% rente te betalen, met dien verstande dat de eerste zes jaar geen rentebetaling plaatsvindt, maar dat deze rentedragend wordt bijgeschreven op de hoofdsom. Uitgegaan wordt van lineaire aflossing vanaf (mogelijk) 2015. Als voorwaarde stelt de AWM dat de lening achtergesteld moet zijn. Dat betekent dat de lening achtergesteld is ten opzichte van alle andere leningen en dat de gemeente als achtergestelde schuldeiser bij een eventueel faillissement achter de andere schuldeisers komt. Dit achtergestelde karakter van de lening zou volgens de AWM van belang zijn, omdat het CFV de lening in dat geval wellicht zou willen beschouwen als eigen vermogen. Op papier leidt dat tot
Pagina 3 van 9
een verbetering van de solvabiliteit, hetgeen voor het CFV een belangrijke graadmeter is.1 Er is een aantal redenen om in te stemmen met het verzoek: • de operationele kasstroom van de AWM is in feite meerjarig positief, het zijn de boekhoudkundige spelregels die voor problemen zorgen op korte termijn; • de huidige AWM staat, in tegenstelling tot veel andere corporaties, onder directe invloed van leden, veelal bewoners. Steeds meer wordt, ook vanuit de landelijke vereniging van woningcorporaties Aedes, het belang ingezien van het verbeteren van de legitimiteit van de woningcorporaties door invloed en macht terug te geven aan (toekomstige) huurders; • als zelfstandige lokale woningbouwcorporatie heeft de AWM veel voor de volkshuisvesting in Waterland betekend en kan dat blijven doen (aandacht voor Waterland en korte lijnen); • het landelijke beleid is erop gericht dat gemeenten meer invloed krijgen op corporaties. In het regeerakkoord van het huidige kabinet wordt zelfs gesteld dat corporaties onder directe aansturing van gemeenten zouden moeten komen te staan. Er is een aantal redenen om niet met het verzoek in te stemmen: • het gevraagde bedrag is groot en meer dan op korte termijn noodzakelijk; • de AWM biedt geen zekerheid, terwijl dat wel kan; • de gemeente heeft momenteel geen invloed op de bedrijfsvoering van de AWM. Bij ongewijzigde bedrijfsvoering is herstel onzeker, waardoor het onzeker is of het verstrekken van de lening zinvol is. Belangrijke onderdelen bij afweging Op de achtergronden van een aantal bovengenoemde redenen gaan we graag wat dieper in. •
Voor wat betref het bedrag van circa € 20 miljoen Via de pers en de presentatie van het onderzoeksrapport op 27 juni 2013 bereikte ons het verzoek om voor circa € 20 miljoen aan leningen te verstrekken. Inmiddels heeft het bestuur van de AWM in zijn brief van 2 juli 2013 een bedrag gevraagd van tussen € 17.500.000 en € 22.500.000. De hoogte van de gevraagde lening is afschrikwekkend groot. Uit de tabel op pagina 2 van dit informatiedocument blijkt immers dat in verband met een aflossingsverplichting van een aflopende lening op korte termijn ‘slechts’ een bedrag noodzakelijk is van € 1.815.121.
•
Voor wat betreft hypothecaire garanties Bij de opgave aan het WSW wordt aangegeven welke onroerende zaken als zekerheid worden gesteld voor de afgegeven garantie. Hoewel ten behoeve het WSW hierop geen hypotheekrecht is gevestigd, heeft het waarborgfonds wél het recht om hier een eerste hypotheek op te vestigen. Voor lopende projecten en grondposities is nog niet aan het WSW aangegeven dat deze als zekerheid gelden. Deze onroerende zaken zijn dus beschikbaar om als hypothecaire zekerheid te dienen voor het aangaan van leningen buiten het WSW-verband. De AWM heeft aangegeven dat het betreft: - Broek in Waterland, locatie de Trambaan (16 kavels in de vrije sector); - Purmerend, locatie Calisto; - Watergang, locatie Kanaaldijk 85; - Monnickendam, locatie De Hooiwagen; - Monnickendam, locatie Molenstraat 1 (voormalige drukkerij); - Marken, locatie de Bennewerf; - Broek in Waterland, Kebo; - Marken, locatie Minneweg; - Zuiderwoude, locatie Dijkeinde.
1 In de genoemde brief (zie bijlage 2) lijkt het bestuur van de AWM zichzelf overigens tegen te spreken, aangezien op pagina 3 van deze brief wordt gesproken over een mogelijk onderpand of zekerheidstelling voor de lening. Een aantal ontwikkellocaties zou hypothecair bezwaard kunnen worden tot zekerheid van (een deel van) de gemeentelijke lening. Hiermee zou (deels) het achtergestelde karakter aan de lening worden ontnomen.
Pagina 4 van 9
•
Voor wat betreft gemeentelijke invloed Op dit moment staan de statuten van de AWM niet toe dat leden van het gemeentebestuur deel uitmaken van het bestuur en de raad van toezicht van de AWM. Ook komt het gemeentebestuur geen recht toe om leden van het bestuur of de raad van toezicht te benoemen. Invloed op de woningcorporatie is uiteraard wel mogelijk door het sluiten van prestatiecontracten of andere overeenkomsten.
•
Vervroegd aflossen van leningen Het vervroegd aflossen van bestaande leningen wordt als aparte maatregel genoemd die op lange termijn zou bijdragen aan het voldoen aan de eisen van het WSW. Ook bij het alternatief financiering door de gemeente maakt het vervroegd aflossen van bestaande leningen deel uit van het geheel. Het vervroegd aflossen van leningen leidt echter tot extra kosten in verband met de boete die veelal gelijk is aan de nog verschuldigde rente. Vervroegd aflossen heeft dus bedrijfseconomisch alleen voordeel als een verdere rentedaling verwacht wordt. Toch wordt voorgesteld om de gevraagde lening van de gemeente te gebruiken om andere lening vervroegd af te lossen. Het bestuur van de AWM heeft aangegeven dat dit noodzakelijk is om het WSW tevreden te stellen. Door vervroegd af te lossen neemt boekhoudkundig de operationele kasstroom toe, zodat er voor de AWM nieuwe leencapaciteit ontstaat.
•
Kanttekeningen langetermijnplanning In de langetermijnprognose zoals deze door de AWM is afgegeven gaat men uit van aflossing van door de AWM aan ontwikkelaars verstrekte leningen. Het betreft € 1,7 miljoen voor Het Schouw en € 0,7 miljoen voor De Bennewerf. Voor Het Schouw is een hypothecaire inschrijving op de grond verworven, de dekking op de lening die de positie inneemt is onzeker. Voor de Bennewerf ontbreekt een zekerheidsstelling. Het niet terug ontvangen van de leningen heeft een nadelig effect op de afgegeven langetermijnplanning.
Consequenties voor de volkshuisvesting De gemeente heeft doelstellingen op het gebied van de volkshuisvesting. In het coalitieakkoord is opgenomen dat we voordelen zien in gedifferentieerd bouwen. De gemeente streeft op dit moment naar 30% sociale woningbouw. In dit verband zijn drie zaken van belang: verkoop van woningen, het verhogen van de huren binnen de wettelijke grenzen en het bouwen van nieuwe woningen. Voor wat betreft het verkopen van woningen geldt dat de gemeente wil dat woningbouwcorporaties stoppen met het verkopen van het huurwoningenbestand. Hierover heeft de gemeente echter geen zeggenschap. Zowel de AWM als de Wooncompagnie biedt op dit moment (sociale) huurwoningen te koop aan in Waterland. Voor wat betreft de hoogte van de huren geldt eveneens dat de gemeente geen invloed heeft, dit is in handen van de corporaties. Deze mogen tot een wettelijke maximum vragen wat zij willen en hun op basis van een complex puntensysteem wordt toegestaan. Het percentage van de maximaal toegestane huur die woningcorporaties vragen, verschilt per corporatie. Dit heeft vooral te maken met de doorloop van de woningen. Immers, alleen van vrijgekomen woningen kan de huur sterk worden verhoogd. Een van de vier langetermijnalternatieven die het onderzoeksrapport van Finance Ideas aandraagt is het verhogen van de huren. Hierdoor komen steeds meer woningen boven de liberalisatiegrens te liggen. Om uitvoering aan het alternatief te geven zou de AWM 33% van de woningen die jaarlijks leegkomen moeten verkopen. Dat is in de huidige markt niet realistisch, tenzij de woningen echt voor weinig geld worden verkocht. Zo zijn recent woningen verkocht door de AWM aan de Wooncompagnie voor circa 40% van de WOZ-waarde. Het is niet bekend wat Wooncompagnie na fusie op al deze terreinen besluit.
Pagina 5 van 9
Ten slotte Wij adviseren u niet in te stemmen met het verzoek van de AWM. Naar onze mening zou alleen een lening met hypothecaire zekerheden het overwegen waard zijn. En in eerste instantie ook niet direct met een omvang van € 20 miljoen. Bovendien zou dit op termijn samen moeten gaan met gemeentelijke invloed op het te voeren beleid. Niet alleen om het gemeenschapsgeld veilig te stellen, maar ook om de volkshuisvestelijke wensen van de gemeente te bewaken. Burgemeester en wethouders,
D. Broere algemeen directeur/gemeentesecretaris
Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4:
L.M.B.C. Wagenaar-Kroon burgemeester
beantwoording vragen brief AWM d.d. 2 juli 2012 inzake verzoek om geldlening. ‘Onderzoek Financiële Continuïteit Algemene Woningbouwvereniging Monnickendam’ van Finance Ideas B.V. d.d. 26 juni 2013. presentatie Finance Idead B.V. d.d. 27 juni 2013
Pagina 6 van 9
Bijlage 1: beantwoording vragen Verscheidene fracties hebben per mail laten weten welke informatie zij van het college verwachten met betrekking tot het aangekondigde verzoek van de AWM. In het informatiedocument heeft het college gepoogd aan deze informatiewensen tegemoet te komen. Enkele concrete vragen bleken echter te specifiek om de antwoorden daarop integraal te verwerken in de tekst van het informatiedocument. Hieronder treft u de beantwoording van de overgebleven vragen. 1. Hoe zijn de ervaringen van college/organisatie met Wooncompagnie in vergelijking met de AWM? Antwoord: De contacten met de AWM zijn op dit moment beduidend intensiever dan die met Wooncompagnie. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat AWM in Waterland veel meer woningen en woningbouwplannen heeft dan de Wooncompagnie. Bovendien is het hoofdkantoor van de AWM gevestigd in Monnickendam. Hoewel de contacten met Wooncompagnie zich vooral beperken tot het reguliere overleg, verlopen deze in goede harmonie. 2. Heeft de gemeente op dit moment achtergestelde leningen aan derden uitstaan en zo ja, aan wie, onder welke voorwaarden en hoe hoog zijn die? Antwoord: De gemeente heeft momenteel geen achtergestelde lening aan derden uitstaan. 3. Wat is het totaalbedrag op dit moment van door de gemeente afgesloten leningen? Antwoord: Lening
Rentepercentage
Aflossing
BNG BNG BNG
3,51 3,34 2,09
2014 2021 2023
Stand per 01-07-2013 € -
300.000 4.000.000 7.000.000
€
11.300.000
4. Wat is het gemiddelde rentepercentage hiervan? Antwoord: 2,57%. 5. Welk bedrag zal de gemeente zelf moeten lenen in geval van het verstrekken van een lening van € 20 miljoen aan de AWM? Antwoord: De gemeente zal de initiële hoofdsom van het aan de AWM uit te lenen bedrag zelf moeten lenen. Voor wat betreft de bij te lenen rentebetalingen – de eerste zes jaar wordt de rente immers bijgeschreven bij de hoofdsom – zal op basis van het liquiditeitsplan op dat moment moeten worden bekeken of bijlenen noodzakelijk is. 6. Welke invloed heeft dit op de leencapaciteit van de gemeente en voorwaarden waaronder de gemeente kan lenen? Antwoord: Uit contact met de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is niet gebleken dat het lenen van € 20 miljoen tot problemen zal leiden.
Pagina 7 van 9
7. Tegen welk rentepercentage verwacht het college te kunnen lenen? Antwoord: Op maandag 1 juli 2013 was het mogelijk om tegen de onderstaande rentepercentages een lening af te sluiten. Looptijd
Rentepercentage
25 jaar 15 jaar 10 jaar 5 jaar
3,33 2,70 2,16 1,38
8. Aan welke voorwaarden in zeggenschap/invloed/financieel/organisatorisch/personeel richting AWM denkt het college in geval van het verstrekken van een gemeentelijke lening? Antwoord: De voorwaarden moeten zodanig zijn dat er een gemeentelijk toezicht ontstaat met doorslaggevende invloed op rechtshandelingen die zien op het aan- en verkopen van onroerende zaken, het doen van investeringen en het aangaan van nieuwe leningen, maar niet betrekking hebben op de normale bedrijfsuitoefening van het verhuren van woningen. 9. Welke consequenties heeft een rentevrije periode van 6 jaar voor de gemeente? Antwoord: In het verzoek van de AWM wordt met de rentevrije periode bedoeld dat de rente jaarlijks bij de hoofdsom wordt opgeteld en pas na zes jaar met het aflossen wordt begonnen. Uitgaande van een te lenen bedrag van € 20 miljoen loopt de hoofdsom van de lening hierdoor op van € 20.000.000 tot € 23.881.046. 10. Onder welke concrete voorwaarden zal de lening verstrekt moeten worden om als weerstandsvermogen van de AWM aangemerkt te kunnen worden door het CFV en WSW? Het verstrekken van een achtergestelde lening kan aldus de rapportage mogelijkerwijs een verbetering opleveren richting de beoordelingskaders van WSW en CFV. Hoe groot acht het college die kans? In de rapportage wordt gesteld dat het bedrag van de achtergestelde lening in overleg met CFV kan worden opgenomen in het weerstandsvermogen van de AWM. Hoe groot acht het college de kans dat het CFV hiermee akkoord gaat? Antwoord: Het bestuur van de AWM heeft aangegeven deze vraag te zullen neerleggen bij de genoemde instanties. Tot op heden hebben wij hierover nog geen terugkoppeling ontvangen. 11. Welke risico’s loopt de gemeente Waterland als gekozen wordt voor het versterken van een achtergestelde lening van € 20 miljoen in vergelijking tot de huidige situatie waarbij de gemeente Waterland alleen middels de achtervang garant staat? Antwoord: Bij de discussie over het wel of niet continueren van de ongelimiteerde achtervangovereenkomst is een berekening gemaakt van de risico’s die de gemeente loopt. Hierbij is een berekening gemaakt voor het omvallen van een woningbouwcorporatie in onze gemeente waarvoor de achtervang geldt met een leningportefeuille van € 63 miljoen. Bij het omvallen van een dergelijke corporatie zou de gemeente als schade-gemeente een bedrag van circa € 4.500.000 aan renteloze lening moeten verstrekken wat zou leiden tot een jaarlast van € 202.500. Bij een door de gemeente rechtstreeks verstrekte achtergestelde lening is risicobedrag de hoogte van de verstrekte lening.
Pagina 8 van 9
12. Bestaat de kans dat het versterken van het vermogen van de AWM via een achtergestelde lening aangemerkt kan worden als ongeoorloofde overheidssteun? Antwoord: Reeds op dit moment wordt in Nederland door zowel de landelijke als de lokale overheid via garantstellingen ondersteuning geboden aan corporaties. Het direct lenen van geld aan een corporatie is een andere constructie met hetzelfde oogmerk. 13. Is het verstrekken van een achtergestelde lening in overeenstemming met de wet FIDO? Antwoord: De Wet financiering decentrale overheden bepaalt dat financieren mogelijk is, mits er sprake is van een gemeentelijke taak. Het is echter aan de gemeente zelf om te bepalen of sprake is van een gemeentelijke taak. Ons college ziet volkshuisvesting als een gemeentelijke taak. Uit het feit dat de gemeenteraad recent ons voorstel om de ongelimiteerde achtervangovereenkomst op te zeggen, heeft geblokkeerd, maakt het college op dat ook de gemeenteraad deze mening is toegedaan. 14. Tijdens de presentatie is gebleken dat het Wooninvesteringsfonds in Zeist middels een achtergestelde lening is gesteund. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen ten opzichte van de situatie hier: AWM - de gemeente Waterland? Onder welke voorwaarden en door welke partij is aan het Wooninvesteringsfonds in Zeist een lening verstrekt? Is door WSW en CFV de gekozen oplossing voor de verbetering van de financiële positie van het Wooninvesteringsfonds in Zeist als positief beoordeeld? Is duidelijk wat hun zienswijze op dit punt is? Antwoord: Wij hebben onvoldoende informatie over de situatie in Zeist om daar uitspraken over te doen. 15. Welke bouwprojecten gaan er nog door? Antwoord: Het is ons college niet bekend welke bouwprojecten er nog doorgaan. Indien overgegaan wordt tot het verstrekken van een gemeentelijke lening kan de gemeente eventuele invloed gebruiken om daarbij keuzes te maken. 16. Een overzicht van inkomsten en uitgaven per kalenderjaar voor (in ieder geval) de komende tien jaar. Antwoord: Omdat op dit moment het bestuur van de AWM in zijn verzoek nog niet heeft geconcretiseerd hoe hoog de lening dient te zijn (ergens tussen € 17,5 miljoen en € 22,5 miljoen), op welke moment begonnen dient te worden met aflossen (2015?) en welke looptijd gehanteerd zal worden (ergens tussen 20 en 25 jaar), is het niet mogelijk om een dergelijk overzicht te vervaardigen. Pas als er een concreet ingevuld verzoek ligt van de AWM kan een dergelijke rekenexercitie worden gedaan. 17. Een standpunt van het college over de financiële positie de komende jaren van de AWM als de gemeente een lening verstrekt. Antwoord: Het positieve solvabiliteitsoordeel van het CFV betekent dat sprake is van een corporatie die op lange termijn moet worden geacht aan haar verlichtingen te kunnen voldoen. Het continuïteitsprobleem wordt veroorzaakt door een liquiditeitstekort op korte termijn.
Pagina 9 van 9