Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling
Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling Propertize B.V., gevestigd te Utrecht, KvK 08024286 Versie geldend per 02 januari 2014, vastgesteld bij akte d.d. 02 januari 2014 verleden voor mr. J.D.M. Schoonbrood, notaris te Amsterdam.
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 2
INHOUD I Algemeen Artikel 1 Definities Artikel 2 De Akte Artikel 3 Inleidende bepalingen Artikel 4 Mededelingen en dergelijke Artikel 5 Geschillenregeling
4 5 6 7 8 9
II De schuld Artikel 6 Looptijd, verlenging en verplichte aflossing Artikel 7 Rente Artikel 8 Vervroegde aflossing Artikel 9 Betalingen Artikel 10 Verzuim Artikel 11 Onmiddellijke opeisbaarheid Artikel 12 Vaststelling omvang van de Schuld Artikel 13 Jaarrekening en financiële informatie Artikel 14 Contractsoverneming en overdracht Artikel 15 Kosten
10 11 11 12 13 14 14 20 20 21 21
III De zekerheden Artikel 16 Algemeen Artikel 17 Instandhouding Onderpand Artikel 18 Financiering voor (ver)bouw, wijziging of onderhoud Artikel 19 Verzekering Artikel 20 Lasten, belastingen Artikel 21 Herwaardering Artikel 22 Huurbeding Artikel 23 Parate executie Artikel 24 Inbeheerneming en ontruiming Artikel 25 Inpandgeving roerende zaken en rechten Artikel 26 Verzekeringen als onderpand Artikel 27 Derdenzekerheid Artikel 28 Borgtocht Artikel 29 Garantie Artikel 30 Hoofdelijkheid, ondeelbaarheid Artikel 31 Regres, subrogatie Artikel 32 Volmachten
23 24 24 25 26 27 28 28 29 30 31 33 35 35 36 36 37 37
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 3
ALGEMEEN
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 4
I. ALGEMEEN Artikel 1 - Definities 1.1 In deze Algemene Voorwaarden voor Geldlening en Zekerheidstelling wordt verstaan onder: a. Afloopdatum: de laatste datum van een Looptijd; b. Akte: iedere met de Maatschappij gesloten overeenkomst (met inbegrip van de Geldleningsovereenkomst, Hypotheekovereenkomst, Pandovereenkomst, Garantie en Borgtocht), iedere aanbieding daartoe, iedere opdracht aan de Maatschappij, iedere Hypotheekakte en iedere Pandakte ten behoeve van de Maatschappij, alsmede iedere aanvulling op en wijziging of vernieuwing van de bedoelde overeenkomsten en akten (met inbegrip van een uitbreiding van de rechten en/of verplichtingen (hoe ingrijpend dan ook) van een partij daarbij), alle voor zover op schrift gesteld; c. Algemene Voorwaarden: de onderhavige Algemene Voorwaarden voor Geldlening en Zekerheidstelling; d. Borg: iedere (rechts)persoon die zich ten behoeve van de Maatschappij heeft borg gesteld voor de gehele of gedeeltelijke nakoming van de verplichtingen van de Schuldenaar, alsmede zijn rechtsopvolger(s); e. Borgtocht: iedere tussen de Maatschappij en een Borg gesloten overeenkomst van borgtocht; f. Garantie: iedere (mede) ten behoeve van de Maatschappij gestelde garantie of hoofdelijkheidsverklaring, waaronder tevens begrepen een voor de Schuldenaar afgegeven verklaring in de zin van artikel 2:403 lid 1 sub f BW; g. Garantor: iedere (rechts)persoon die (mede) ten gunste van de Maatschappij een Garantie heeft gesteld, alsmede zijn rechtsopvolger(s); h. Geldleningsovereenkomst: een overeenkomst op grond waarvan de Maatschappij aan de Schuldenaar geld leent of krediet verschaft; i. Hypotheekakte: de notariële akte van vestiging van een hypotheekrecht op enig Onderpand; j. Hypotheekovereenkomst: een overeenkomst tot vestiging van een hypotheekrecht op enig Onderpand; k. Krediet: het (pro resto) bedrag van een uit hoofde van een Geldleningsovereenkomst verstrekte geldlening; l. Looptijd: de periode waarvoor een Geldleningsovereenkomst is aangegaan en welke periode eindigt op de laatste dag daarvan; m. Maatschappij: Propertize B.V. (voorheen genaamd SNS Property Finance B.V.), alsmede iedere tot dezelfde groep in de zin van artikel 2:24b van het Burgerlijk Wetboek als Propertize B.V. behorende rechtspersoon, iedere aan die groep gelieerde stichting of vereniging, alsmede hun respectieve rechtsopvolgers; n. Onderpand: alle ten behoeve van de Maatschappij tot zekerheid verbonden goederen, de aan die goederen aangebrachte veranderingen of toevoegingen en elk afzonderlijk gedeelte van die goederen, met inbegrip van (bij hypotheek op een erfpachtrecht of opstalrecht) de op en in de grond aanwezige gebouwen, werken en beplantingen en (bij hypotheek op een appartementsrecht of bij pandrecht op een lidmaatschap in een coöperatie of vereniging) het uitsluitende gebruiksrecht op de privé-ruimten dat het appartementsrecht of lidmaatschap geeft; o. Onderzetter: iedere (rechts)persoon die tot zekerheid van de gehele of gedeeltelijke nakoming van de verplichtingen van de Schuldenaar goederen aan de Maatschappij heeft verpand of verhypothekeerd, alsmede hun rechtsopvolger(s); p. Pandakte: de onderhandse of authentieke akte van vestiging van een pandrecht op enig Onderpand, in de betreffende leningdocumentatie ook wel pandlijst genoemd;
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 5
q. Pandovereenkomst: een overeenkomst tot vestiging van een pandrecht op enig Onderpand, in de betreffende leningdocumentatie ook wel stampandakte genoemd; r. Renteherzieningsdatum: de datum van afloop van de overeengekomen Rentevastperiode; s. Rentevastperiode: de periode waarvoor een over het Krediet te betalen renteen/of opslagpercentage is vastgelegd; t. Schuld: al hetgeen de Maatschappij uit hoofde van een Akte te vorderen heeft of te eniger tijd te vorderen zal hebben; u. Schuldenaar: iedere (rechts)persoon aan wie door de Maatschappij een geldlening of krediet is verstrekt, alsmede hun rechtsopvolger(s); v. Substantieel Nadelig Effect: (i) een substantieel nadelig effect op de financiële conditie of kredietwaardigheid van de Schuldenaar, Garantor en/of de Borg; (ii) een substantieel nadelig effect op het vermogen van de Schuldenaar, Garantor en/of Borg om zijn verplichtingen uit hoofde van de Akte na te komen; (iii) een substantieel nadelig effect op de geldigheid en afdwingbaarheid van de Akte; (iv) een materiële wijziging van de situatie op de financiële markt(en), zodanig dat van de Maatschappij niet kan worden verwacht dat zij het Krediet nog (langer) verstrekt, of althans onder gelijkblijvende condities, alles ter uitsluitende beoordeling van de Maatschappij. w. Vervreemding: een overeenkomst die tot geheel of gedeeltelijke overdracht van of tot vestiging van een beperkt zakelijk genotsrecht op een Onderpand in juridische of economische zin verplicht, een overeenkomst op grond waarvan het Onderpand geheel of gedeeltelijk voor rekening en risico van een derde komt (“economische overdracht”), alsmede de gehele of gedeeltelijke overdracht van of de vestiging van een beperkt zakelijk genotsrecht op een Onderpand in juridische zin; x. Verzekeringnemer: iedere (rechts)persoon die één of meer verzekeringsovereenkomsten heeft gesloten en die tot zekerheid van de gehele of gedeeltelijke nakoming van de verplichtingen van de Schuldenaar (a) de rechten uit die verzekeringsovereenkomst(en) heeft verpand aan de Maatschappij, (b) de Maatschappij heeft aangewezen als begunstigde van de betreffende verzekeringsovereenkomst(en), of ten aanzien waarvan de Maatschappij anderszins – direct of indirect – gerechtigd is tot de uitkering(en), alsmede hun rechtsopvolger(s), alsmede hun rechtsopvolger(s); y. Zekerheden: de rechten van de Maatschappij uit hoofde van Borgtocht, Garantie, hypotheek en pand alsmede alle andere ten behoeve van de Maatschappij gevestigde zekerheidsrechten en overige wijzen waarop de Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor of de Verzekeringnemer zich jegens de Maatschappij sterk maakt. 1.2 In deze Algemene Voorwaarden wordt mede verstaan onder: a. “erfpacht”,”een recht van erfpacht”, “erfpachtvoorwaarden”, “erfpachtovereenkomst”, “erfpachtrecht”, “canon”: alle overeenkomstige begrippen en/of aanduidingen bij het recht van (onder)erfpacht, het recht van vruchtgebruik, het recht van opstal en het recht van onderopstal; b. “huurovereenkomst”, “huurprijs”, “huurpenningen”, “huur”, “verhuur”, “huurder”, “verhuurder”: alle overeenkomstige begrippen en/of aanduidingen bij enig ander al dan niet op een overeenkomst gebaseerd gebruik van het Onderpand. Artikel 2 - De Akte 2.1 Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op en maken een onverbrekelijk onderdeel uit van de Akte. 2.2 Alle van de Akte deel uitmakende rechtsverhoudingen tussen de Maatschappij,
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 6
de Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor en de Verzekeringnemer, alsmede deze Algemene Voorwaarden, worden beheerst door Nederlands recht en de in Nederland rechtstreeks werkende bepalingen van Europees recht en van internationaal recht. 2.3 Op deze Algemene Voorwaarden en de Akte is de Algemene termijnenwet van toepassing. 2.4 Voor het geval in deze Algemene Voorwaarden wordt verwezen naar wetsartikelen die door wetswijziging zijn vervangen door andere met overeenkomstige strekking, geldt de verwijzing als een verwijzing naar de nieuwe wetsartikelen. 2.5 Het in deze Algemene Voorwaarden bepaalde geldt voor zover daarvan niet is afgeweken in de Akte. Iedere afwijking van deze Algemene Voorwaarden dient schriftelijk te worden overeengekomen. 2.6 Voor de toepassing van deze Algemene Voorwaarden kunnen de hoedanigheden van de Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor of de Verzekeringnemer in één of meer (rechts)personen verenigd zijn. 2.7 De Maatschappij is gerechtigd deze Algemene Voorwaarden eenzijdig te wijzigen. De Maatschappij maakt de wijziging kenbaar aan de haar bekende partijen bij de Akte. De Maatschappij deponeert voorts de gewijzigde Algemene Voorwaarden bij de door de Maatschappij bepaalde rechtbank(en). De gewijzigde Algemene Voorwaarden binden iedere partij bij de Akte, tenzij een partij tegen de wijziging schriftelijk bezwaar heeft gemaakt binnen zes weken nadat de wijziging aan haar kenbaar is gemaakt. Indien een partij bij de Akte niet binnen voornoemde termijn schriftelijk bezwaar heeft gemaakt, gelden de gewijzigde Algemene Voorwaarden jegens die partij met ingang van de datum van de hiervoor bedoelde bekendmaking door de Maatschappij. 2.8 Toepasselijkheid van door de Schuldenaar, de Borg, de Garantor, de Onderzetter en/of de Verzekeringnemer gehanteerde algemene voorwaarden en/of andere voorwaarden wordt door de Maatschappij uitdrukkelijk van de hand gewezen. 2.9 Indien, al dan niet in een (gerechtelijke) procedure, één of meer bepalingen van deze Algemene Voorwaarden respectievelijk de Akte wordt vernietigd, dan wel als nietig wordt aangemerkt, heeft zulks geen gevolgen voor de rechtsgeldigheid en de toepasselijkheid van de overige bepalingen van deze Algemene Voorwaarden respectievelijk de Akte. 2.10 Hetgeen is bepaald in de Akte of Algemene Voorwaarden blijft van kracht zolang de Schuldenaar niet aan al zijn huidige en/of toekomstige verplichtingen uit hoofde van de Akte jegens de Maatschappij heeft voldaan. Artikel 3 - Inleidende bepalingen 3.1 De Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor en de Verzekeringnemer kunnen slechts dan een beroep doen op een door de Maatschappij gegeven toestemming of goedkeuring indien deze uitdrukkelijk en schriftelijk is verleend en alle eventueel daartoe gestelde voorwaarden naar het oordeel van de Maatschappij zijn vervuld. 3.2 Indien twee of meer (rechts)personen Schuldenaar, Onderzetter, Borg, Garantor of Verzekeringnemer zijn en in deze Algemene Voorwaarden (rechts)gevolgen zijn verbonden aan een omstandigheid die de Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor of de Verzekeringnemer betreft, gelden, onverminderd het bepaalde in artikel 30 van deze Algemene Voorwaarden, die (rechts)gevolgen ook indien de bedoelde omstandigheid zich slechts ten aanzien van één van die (rechts)personen voordoet. 3.3 De door de Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor en de Verzekeringnemer aan de Maatschappij verstrekte en/of nog te verstrekken gegevens in verband met de Akte worden opgenomen in door de Maatschappij gevoerde registers. Voor zover de registratie gegevens betreffende een natuurlijke persoon omvat, is de Wet bescherming persoonsgegevens van toepassing. De Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor en de Verzekeringnemer geven onvoorwaardelijk toestemming voor deze registratie.
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 7
3.4 Alle bij de Akte betrokkenen zijn ermee bekend dat de Maatschappij inlichtingen kan inwinnen over de partijen bij de Akte, hun bestuursleden en de aan die (rechts)personen gelieerde (rechts)personen en lichamen. De wederpartijen van de Maatschappij staan ervoor in dat alle genoemde (rechts)personen en lichamen aan de Maatschappij hun medewerking zullen verlenen bij het inwinnen van inlichtingen. 3.5 Afstand van recht in verband met deze Algemene Voorwaarden of de Akte kan slechts geschieden door een daartoe strekkende schriftelijke kennisgeving. Indien de Maatschappij een of meerdere aan haar toekomende rechten op grond van de wet, de Algemene Voorwaarden en / of de Akte (tijdelijk) niet uitoefent, de Maatschappij (tijdelijk) geen nakoming verlangt van ingevolge de wet, de Algemene Voorwaarden en / of de Akte op de Schuldenaar, de Garantor, de Borg, de Onderzetter en / of de Verzekeringnemer rustende verplichtingen, of de Maatschappij (tijdelijk) afwijkingen toestaat van de Algemene Voorwaarden, mag dit niet worden opgevat als (stilzwijgende) instemming of rechtsverwerking. 3.6 Ten behoeve van de Maatschappij verstrekte Zekerheden, zijn in aanvulling op en worden, anders dan met uitdrukkelijke instemming van de Maatschappij, op geen enkele wijze aangetast door andere nu of in de toekomst aan de Maatschappij verleende of te verlenen zekerheidsrechten of persoonlijke zekerheden, het doen van afstand door de Schuldenaar van enig recht jegens de Borg, de Garantor, de Onderzetter of de Verzekeringnemer, het verlenen van kwijtschelding en/of uitstel van betaling door de Maatschappij aan de Schuldenaar, de Borg, de Garantor, de Onderzetter of de Verzekeringnemer, dan wel anderszins (tijdelijk) niet uitoefenen van rechten door de Maatschappij jegens de Schuldenaar, de Borg, de Garantor, de Onderzetter of de Verzekeringnemer, het verlengen van de Looptijd, het instemmen met enig akkoord in welke vorm dan ook, het inroepen van enig recht van verrekening en/of de wijziging van de Algemene Voorwaarden respectievelijk de Akte, ook indien dit leidt tot een verhoging van de Schuld en/of het verhaalsrecht dat de Maatschappij in verband met de Schuld op de Schuldenaar, de Borg, de Garantor, de Onderzetter of de Verzekeringnemer heeft. Artikel 4 - Mededelingen en dergelijke 4.1 De Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor en de Verzekeringnemer zijn verplicht binnen acht (8) dagen nadat zich enige omstandigheid als hieronder omschreven heeft voorgedaan, de Maatschappij in kennis te stellen van: a. elke wijziging, beschadiging, vernietiging, aantasting of beperking die het Onderpand, de gerechtigdheid tot het Onderpand en/of de verzekering daarvan ondergaat; b. elke wijziging in zijn adres en/of feitelijke verblijfplaats; en c. elke omstandigheid die leidt of kan leiden tot opeisbaarheid van de Schuld, zoals bepaald in artikel 11 van deze Algemene Voorwaarden. 4.2 De Maatschappij mag een aan haar opgegeven adres blijven gebruiken zolang haar geen ander adres is meegedeeld op de wijze zoals is bepaald in artikel 4.5. Bij een mededeling gedaan door de Maatschappij aan de Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor of de Verzekeringnemer geldt deze mededeling als gedaan aan iedere betrokken Schuldenaar, Onderzetter, Borg, Garantor en Verzekeringnemer. 4.3 De Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor en de Verzekeringnemer zijn elk verplicht, indien hij een rechtspersoon is en/of een onderneming voert, onmiddellijk de Maatschappij: a. alle informatie te verstrekken die de Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor en de Verzekeringnemer heeft verstrekt aan zijn crediteuren in het algemeen en, waar van toepassing, aan zijn aandeelhouders; en b. in kennis te stellen van wijzigingen of het kennelijke voornemen daartoe in zijn vennootschappelijke structuur en in die van zijn eventuele dochtervennootschappen en groepsmaatschappijen, daaronder begrepen wijzigingen in de persoon of de personen van de aandeelhouder(s) van de Schuldenaar, de Borg, de Garantor, de Onderzetter of de Verzekeringnemer en
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 8
zijn eventuele dochtervennootschappen en groepsmaatschappijen, van hun bestuurders en van degenen die deze vennootschappen en maatschappijen jegens de Maatschappij vertegenwoordigen. 4.4 De Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor en de Verzekeringnemer zijn verplicht de Maatschappij onverwijld – en in ieder geval binnen acht (8) dagen na een daartoe strekkend verzoek van de Maatschappij – alle inlichtingen te verschaffen die de Maatschappij naar haar oordeel nodig heeft ter uitoefening van de aan haar toekomende rechten en bevoegdheden uit hoofde van de Akte en deze Algemene Voorwaarden of ter voldoening aan geldende wet- of regelgeving of de Maatschappij bindende gedragscodes. 4.5 Alle mededelingen en verzoeken die op grond van de Akte en/of deze Algemene Voorwaarden worden gedaan, dienen schriftelijk te geschieden. Indien een mededeling of verzoek is gedaan per e-mail, telegram of telefax dient de inhoud daarvan volledig aan de Maatschappij te worden bevestigd per aangetekende brief binnen zeven (7) dagen na verzending van de desbetreffende mededeling of het verzoek per e-mail, telegram of telefax. Indien bevestiging niet tijdig plaatsvindt, wordt de mededeling of het verzoek geacht niet te zijn gedaan, tenzij de Maatschappij alsnog uitdrukkelijk laat weten de mededeling of het verzoek in behandeling te willen nemen. In het geval op de juiste wijze tijdige bevestiging plaatsvindt, wordt de mededeling of het verzoek geacht te zijn gedaan op het tijdstip van ontvangst van de mededeling of het verzoek per e-mail, telegram of telefax. Artikel 5 - Geschillenregeling Alle met de Akte verband houdende of daaruit voortvloeiende geschillen tussen enerzijds de Maatschappij en anderzijds de Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor en/ of de Verzekeringnemer, zullen door zowel de Maatschappij als elk van de Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor en de Verzekeringnemer worden voorgelegd aan (a) de rechtbank te Utrecht, dan wel aan (b) de volgens een dwingende wettelijke bepaling exclusief bevoegde rechter.
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 9
DE SCHULD
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 10
II. DE SCHULD Artikel 6 - Looptijd, verlenging en verplichte aflossing 6.1 De Schuld dient steeds te worden betaald aan de woonplaats van de Maatschappij of aan een zodanige andere plaats als door de Maatschappij aangewezen. 6.2 Het Krediet tezamen met de overige Schuld dient te worden terugbetaald op de Afloopdatum, tenzij verlenging van de Looptijd is overeengekomen. 6.3 De Schuldenaar heeft tot twee (2) maanden voor de Afloopdatum het recht om de Maatschappij te verzoeken een voorstel tot verlenging van de Looptijd te doen. De Maatschappij is bevoegd het verzoek zonder opgaaf van redenen te negeren of af te wijzen. De Maatschappij is ook zonder een daartoe strekkend verzoek van de Schuldenaar te allen tijde bevoegd een schriftelijk voorstel tot verlenging van de Looptijd te doen. 6.4 Indien: - de Maatschappij een schriftelijk verlengingsvoorstel heeft gedaan en de Schuldenaar niet binnen veertien (14) dagen na dagtekening van dit verlengingsvoorstel schriftelijk aan de Maatschappij heeft meegedeeld niet met het verlengingsvoorstel akkoord te gaan, en - het Krediet, tezamen met de overige Schuld, niet is terugbetaald op de Afloopdatum, dan geldt de Looptijd als verlengd conform de bepalingen van dat verlengingsvoorstel. 6.5 Indien de Maatschappij en de Schuldenaar na afwijzing van een verlengingsvoorstel niet alsnog vóór de Afloopdatum overeenstemming bereiken over een verlenging, dient het Krediet, tezamen met de overige Schuld, te worden terugbetaald op de Afloopdatum. 6.6 Verlenging van de Looptijd geldt als een voortzetting van de bestaande Geldleningsovereenkomst, welke, tenzij anders in het verlengingsvoorstel bepaald, op dezelfde voorwaarden en met handhaving van de Zekerheden, wordt voortgezet, zonder dat de nieuwe Looptijd, een eventuele wijziging van de Rentevastperiode en andere bepalingen van het verlengingsvoorstel een vernieuwing van het Krediet betekenen. 6.7 De Onderzetter, de Borg, de Garantor en de Verzekeringnemer stemmen bij voorbaat in met verlenging van de Looptijd. 6.8 De Maatschappij heeft het recht om bij een Geldleningsovereenkomst zonder een daarin vooraf bepaalde terugbetaaldatum het Krediet tezamen met de overige Schuld op te eisen met inachtneming van een termijn van twaalf (12) maanden. Artikel 7 - Rente 7.1 Gedurende de in de Geldleningsovereenkomst bepaalde Rentevastperiode is de Schuldenaar het in de Akte bepaalde rente- en/of opslagpercentage over het Krediet verschuldigd. 7.2 De Maatschappij zal tenminste één (1) maand voor de Renteherzieningsdatum aan de hand van de dan geldende marktsituatie nieuwe Rentevastperiodes met bijbehorende rente- en/of opslagpercentages vaststellen en aan de Schuldenaar meedelen. 7.3 Indien de Schuldenaar de Maatschappij niet uiterlijk veertien (14) dagen vóór de Renteherzieningsdatum schriftelijk heeft meegedeeld niet met een voorgesteld rente- en/of opslag percentage akkoord te gaan, geldt tijdens de resterende Looptijd het voorgestelde rentepercentage voor de Rentevastperiode(s) als daarbij door Maatschappij aangegeven (met dien verstande dat de (laatste) Rentevastperiode in ieder geval eindigt op het moment dat de Looptijd van het Krediet eindigt). Indien de Schuldenaar niet akkoord gaat met een voorgesteld rentepercentage, dan is de Schuld onmiddellijk opeisbaar overeenkomstig het bepaalde in artikel 10.2 en artikel 10.3.
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 11
7.4 De rente en/of de opslag is verschuldigd tot en met de dag waarop de Schuld geheel aan de Maatschappij is voldaan. 7.5 Voor de berekening van de verschuldigde rente en/of opslag wordt iedere maand op het werkelijke aantal dagen en ieder jaar op driehonderdenzestig (360) dagen gesteld. 7.6 Indien de kosten van de Maatschappij om gelden (funding) in de markt aan te trekken of die zij anderszins maakt in verband met het verstrekken van krediet door welke oorzaak dan ook toenemen, is de Maatschappij gerechtigd om de toename van deze kosten voor rekening van ieder van haar Schuldenaren te brengen, door middel van het aanpassen van het (vaste dan wel variabele) rentepercentage opgenomen in de Geldleningsovereenkomst en/of de grondslag waarop dat rentepercentage tot dan toe werd gebaseerd. Het voorgaande geldt onverminderd hetgeen daarover in een Geldleningsovereenkomst is opgenomen. 7.7 Indien de Geldleningsovereenkomst van de Schuldenaar wegens omstandigheden als bedoeld in artikel 10 en/of 11 door de afdeling Restructuring & Recovery (of een andere door de Maatschappij te bepalen afdeling) van de Maatschappij in behandeling wordt genomen, zulks ter uitsluitende bepaling van de Maatschappij, is de Maatschappij, onverminderd het elders in deze Algemene Voorwaarden of de Akte bepaalde omtrent rente, boetes en (buitengerechtelijke) kosten, gerechtigd om vanaf dat moment aan de Schuldenaar een (boete)rente door te berekenen van twee procent (2%) bovenop het alsdan geldende rentepercentage. 7.8 Indien de kosten van de Maatschappij toenemen ten gevolge van de invoering, wijziging of verandering in de uitleg of toepassing van wet- of regelgeving of het naleven van wet- of regelgeving, zal de Schuldenaar, op eerste verzoek van de Maatschappij en ten behoeve van de Maatschappij, een bedrag betalen dat gelijk is aan de stijging van de hiervoor genoemde kosten voor zover deze verband houdt met het Krediet. Artikel 8 - Vervroegde aflossing 8.1 Indien in een Geldleningsovereenkomst een Looptijd is overeengekomen, is de Schuldenaar te allen tijde bevoegd het Krediet tezamen met de overige Schuld geheel of gedeeltelijk vervroegd af te lossen, met inachtneming van het in dit artikel bepaalde. 8.2 Indien de Schuldenaar tot vervroegde aflossing wenst over te gaan, dient hij de Maatschappij daarvan ten minste veertien (14) dagen voor de beoogde datum van vervroegde aflossing schriftelijk in kennis te stellen. De kennisgeving vermeldt het kenmerk van de desbetreffende Geldleningsovereenkomst, het vervroegd af te lossen bedrag, de beoogde aflossingsdatum en het Onderpand dat in verband met de Geldleningsovereenkomst is verstrekt. 8.3 Bij vervroegde aflossing van het geheel of een deel van het Krediet is de Schuldenaar aan de Maatschappij een vergoeding verschuldigd. De verschuldigde vergoeding is gelijk aan de som van de contante waarden van de verschillen tussen enerzijds de bedongen rentebedragen die door de vervroegde aflossing niet meer opeisbaar zullen worden en anderzijds de rentebedragen die door de Maatschappij over het vervroegd afgeloste bedrag naar haar oordeel kunnen worden ontvangen bij uitzetting van dit bedrag door de Maatschappij tegen een op de datum van vervroegde aflossing voor de resterende Looptijd geldende marktrente. De verschuldigde vergoeding bedraagt minimaal één procent (1%) van het vervroegd afgeloste bedrag. 8.4 Ingeval van meerdere Geldleningsovereenkomsten is het in dit artikel 8 bepaalde van toepassing op iedere Geldleningsovereenkomst afzonderlijk. 8.5 De in lid 3 bedoelde vergoeding wegens vervroegde aflossing is niet verschuldigd: a. indien zowel bij het aangaan van de Geldleningsovereenkomst als bij vervroegde aflossing het Onderpand door de Schuldenaar in zijn hoedanigheid van Onderzetter zelf wordt bewoond en de Schuld geheel wordt betaald in verband met een overdracht van het Onderpand door deze Schuldenaar aan een derde en die derde geen rechtspersoon of samenwerkingsvorm is waarbij deze Schuldenaar is betrokken, of
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 12
b. indien de Schuld geheel of gedeeltelijk wordt afgelost in verband met een uitkering krachtens één of meer levensverzekeringsovereenkomst(en) aan de Maatschappij, van welke levensverzekeringsovereenkomst(en) (i) de rechten tot zekerheid voor de betaling van de Schuld aan de Maatschappij zijn verpand, respectievelijk (ii) waarin de Maatschappij als begunstigde is of zal worden aangewezen dan wel (iii) ten aanzien waarvan de Maatschappij anderszins – direct of indirect – gerechtigd is tot de uitkering(en), of c. indien de Schuld geheel wordt afgelost op een Renteherzieningsdatum.
Artikel 9 - Betalingen 9.1.
De Maatschappij zal geen (betalings)verplichtingen jegens de Schuldenaar (meer) hebben, indien: (i) een of meerdere door de Maatschappij gestelde opschortende voorwaarden (conditions precedent) niet of slechts gedeeltelijk zijn vervuld; (ii) de Maatschappij een beroep doet op een of meerdere door haar gestelde ontbindende voorwaarden; (iii) de Schuld op grond van artikel 11 opeisbaar is geworden; en / of (iv) er sprake is van een Substantieel Nadelig Effect (material adverse effect), alles ter uitsluitende beoordeling van de Maatschappij. 9.2 Alle betalingen uit hoofde van een Akte dienen binnen de gestelde termijn(en) te geschieden, zonder opschorting, korting of verrekening, op de wijze en de plaats die door de Maatschappij zijn aangegeven. 9.3 Alle betalingen te verrichten uit hoofde van de Akte zullen worden verricht zonder inhouding of aftrek voor of ter zake van belastingen, tenzij die inhouding of aftrek rechtens is vereist. In dat geval zal de Schuldenaar, de Borg of de Garantor aan de Maatschappij zodanige additionele bedragen betalen als nodig zijn om te bewerkstelligen dat het na inhouding of aftrek door de Maatschappij ontvangen bedrag, gelijk is aan het bedrag dat ontvangen zou zijn bij afwezigheid van die inhouding of aftrek, met dien verstande dat de Maatschappij een op basis van deze bepaling door de Schuldenaar, de Borg of de Garantor additioneel betaald bedrag zal terugbetalen indien, voor zover en zodra hij terzake van een inhouding of aftrek als hierin bedoeld een teruggave (daadwerkelijk of door middel van verrekening) ontvangt. 9.4 De Maatschappij is te allen tijde bevoegd vorderingen van de Schuldenaar op de Maatschappij, uit welken hoofde dan ook, te verrekenen met de Schuld ongeacht of die vorderingen of de Schuld geheel of gedeeltelijk opeisbaar zijn en ongeacht de plaats van betaling of valuta van de vorderingen en de Schuld. Als de Schuld en de vordering in verschillende valuta’s luiden is de Maatschappij bevoegd de Schuld of de vordering om te rekenen tegen de door de Maatschappij bepaalde op de markt geldende wisselkoers. 9.5 Betalingen van de Schuldenaar worden – ongeacht de door hem gegeven betalingsomschrijving – in mindering gebracht op achtereenvolgens: 1. kosten, waaronder door de Maatschappij voor rekening van de klant gedane betalingen; 2. boeten, waaronder boeterente; 3. vergoedingen en provisies, waaronder bereidstellings- of verlengingsprovisie; 4. rente en/of opslagen, waarbij de betalingen eerst op de oudste termijn in mindering worden gebracht; 5. aflossingen op de hoofdsom. Indien betalingen worden gedaan met middelen die beschikbaar zijn gekomen door de uitwinning van Zekerheden, dan heeft de Maatschappij het recht om deze betalingen in mindering te brengen op de hoofdsom. 9.6 De Schuldenaar is verplicht tot vergoeding van kosten, schaden en renten, wegens het niet of niet tijdig nakomen van zijn verplichtingen tot het doen van een betaling. Indien de Schuldenaar toerekenbaar tekort schiet in de nakoming van een verplichting tot het doen van een betaling, verbeurt de Schuldenaar ten behoeve van de Maatschappij onverminderd alle overige rechten van de Maatschappij,
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 13
waaronder haar rechten op vergoeding van schade een telkenmale direct opeisbare boete ter grootte van de hoogste van (i) de alsdan geldende wettelijke rente en (ii) de alsdan geldende contractuele rente, met een minimum van de hoogste waarde van (a) EUR 11,00 (elf Euro) en (b) één procent (1%), per maand te berekenen over het voor die maand te betalen bedrag, waarbij een gedeelte van een reeds ingegane maand als een volle maand wordt gerekend. 9.7 Indien de Maatschappij twee of meer Geldleningsovereenkomsten met de Schuldenaar heeft gesloten, of indien de Maatschappij uit anderen hoofde een vordering op de Schuldenaar heeft, is de Maatschappij bevoegd een door de Maatschappij ontvangen betaling geheel of gedeeltelijk in mindering te brengen op die vordering(en) op de Schuldenaar die door de Maatschappij worden aangewezen, mits die vorderingen opeisbaar zijn. 9.8 De Schuldenaar verklaart zich door aanvaarding van deze Algemene Voorwaarden bekend met het feit dat de Maatschappij verplicht is om een betalingsachterstand van de Schuldenaar van meer dan honderdtwintig (120) dagen te melden aan het Bureau Kredietregistratie (“BKR”) te Tiel, en met de gevolgen van een dergelijke melding voor eventuele volgende krediet- of hypotheekaanvragen. 9.9 Het ten aanzien van de Schuldenaar in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de Onderzetter, de Borg, de Garantor en de Verzekeringnemer. Artikel 10 - Verzuim 10.1 De Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor en/of de Verzekeringnemer is of zijn in verzuim door het enkele verstrijken van een overeengekomen termijn, doordat een opeisbare Schuld uit hoofde van de Akte niet onmiddellijk is voldaan, doordat een opeisbare verplichting uit hoofde van de Akte niet onmiddellijk is nagekomen, of door de enkele overtreding van of handeling in strijd met een verbod in de Akte, deze Algemene Voorwaarden of een ingevolge de Geldleningsovereenkomst verbonden verzekeringsovereenkomst zonder dat enige ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst vereist is. Het verzuim, zoals hiervoor bedoeld, treedt ook in, indien en vanaf het moment dat de Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor en/of de Verzekeringnemer jegens de Maatschappij heeft aangekondigd niet (binnen de geldende termijn) aan een (betalings)verplichting te zullen voldoen of in overtreding te zijn (anticipatory breach). 10.2 Ingeval van onmiddellijke opeisbaarheid van de Schuld op grond van het bepaalde in artikel 11, zal de Schuldenaar aan de Maatschappij betalen de door de Maatschappij vastgestelde contante waarde van de op de datum van vervroegde aflossing resterende rente- en aflossingsverplichtingen. 10.3 Ingeval van onmiddellijke opeisbaarheid van de Schuld op grond van het bepaalde in artikel 11, is de Schuldenaar - onverminderd alle overige rechten van de Maatschappij, waaronder eventuele rechten op vergoeding van schade - een onmiddellijk opeisbare boete verschuldigd van twaalf procent (12%), te berekenen over de Schuld. Artikel 11 - Onmiddellijke opeisbaarheid 11.1 Algemene gronden: De Schuld is terstond opeisbaar, zonder dat enige ingebrekestelling of opzegging is vereist, indien zich één of meer van de in dit artikel genoemde gebeurtenissen voordoet: a. verzuim als bedoeld in artikel 10.1; b. een Substantieel Nadelig Effect; c. nietigheid, vernietigbaarheid of ontbinding van de Akte of een daartoe strekkende procedure wordt door de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of de Verzekeringnemer aangevangen; d. de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of de
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 14
Verzekeringnemer voldoet niet aan zijn verplichting om enig bedrag dat ingevolge de Akte of de Algemene Voorwaarden verschuldigd is tijdig te betalen aan de Maatschappij en, enkel voor zover het gevolg van een technisch probleem of administratieve fout, betaling van dit bedrag wordt niet alsnog verricht binnen vijf werkdagen na de datum waarop betaald had moeten worden; e. de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of de Verzekeringnemer voldoet niet aan enige andere verplichting uit hoofde van de Akte of de Algemene Voorwaarden, en, indien herstel mogelijk is, zulks niet wordt hersteld binnen tien werkdagen nadat een verzoek daartoe door de Maatschappij wordt gedaan; f. één van de in de Akte of de Algemene Voorwaarden gegeven garanties of verklaringen is onjuist of onvolledig en, indien herstel mogelijk is, zulks niet wordt hersteld binnen tien werkdagen nadat een verzoek daartoe door de Maatschappij wordt gedaan; g. beslag (conservatoir of executoriaal of van welke andere aard ook) wordt gelegd op enig naar het oordeel van de Maatschappij belangrijk gedeelte van de vermogensbestanddelen van de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of de Verzekeringnemer, en, enkel indien het een conservatoir beslag betreft, dat beslag niet binnen 30 kalenderdagen na de dag van beslaglegging is opgeheven of vernietigd; h. de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of de Verzekeringnemer wordt in staat van faillissement verklaard, aan hem wordt surséance van betaling verleend, hij doet daartoe een verzoek of aanvraag, hij verzoekt toepassing van de schuldsaneringsregeling, hij verliest op andere wijze geheel of gedeeltelijk de vrije beschikking of het bestuur over zijn vermogen of hij doet mededeling als bedoeld in artikel 36 lid 2 van de Invorderingswet 1990; i. de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of de Verzekeringnemer heeft bij het aangaan van de Akte, of op enig ander moment, onjuiste gegevens aan de Maatschappij verstrekt of relevante gegevens voor de Maatschappij verzwegen; j. de, al dan niet aanvullende, Zekerheden worden niet tijdig verstrekt of onder andere voorwaarden of rangorde dan is verzocht of overeengekomen; k. de Maatschappij heeft, anders dan uit hoofde van de Geldleningsovereenkomst, jegens de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of de Verzekeringnemer opeisbare vorderingen en die persoon schiet in de voldoening daarvan tekort; l. een andere schuld waarvoor het Onderpand verbonden mocht zijn, wordt opeisbaar; m. een andere schuld van de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of Verzekeringnemer en/of een schuld van een andere rechtspersoon, behorende tot dezelfde groep van rechtspersonen als waartoe de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of Verzekeringnemer behoort, wordt vervroegd opeisbaar; n. lasten, belastingen, exploitatiekosten en bijdragen terzake van het Onderpand of premies van de door de Maatschappij bedongen verzekeringen worden niet tijdig voldaan; o. de Onderzetter handelt in strijd met of voldoet niet aan enig(e) wettelijke verplichting of voorschrift terzake van het Onderpand; p. ingeval: (i) van schorsing van de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of de Verzekeringnemer in de uitoefening van zijn beroep, ambt of functie of ontzetting of ontslag daaruit; (ii) een voor de uitoefening van het beroep of bedrijf van de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of Verzekeringnemer noodzakelijke goedkeuring, bevoegdheid, vergunning of inschrijving vervalt of wordt ontzegd of ontnomen;
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 15
(iii) de aard van het door de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg of de Verzekeringnemer uitgeoefende beroep of bedrijf naar het oordeel van de Maatschappij ingrijpend wordt gewijzigd; (iv) van een besluit van de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of de Verzekeringnemer tot verplaatsing van de uitoefening van zijn beroep of bedrijf naar een ander land; (v) van een handeling van de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of de Verzekeringnemer in strijd met enig op de uitoefening van zijn beroep of bedrijf betrekking hebbend wettelijk voorschrift. q. ingeval de Schuldenaar – in geval de gestelde Zekerheden naar het oordeel van de Maatschappij onvoldoende zijn – niet op eerste verzoek van de Maatschappij de Zekerheden aanvult of vervangt; r. ingeval naar het oordeel van de Maatschappij gegronde vrees voor onverhaalbaarheid van de Schuld dreigt of anderszins omstandigheden optreden waardoor redelijkerwijs niet van de Maatschappij kan worden verlangd dat de Geldleningsovereenkomst op de overeengekomen voorwaarden wordt gecontinueerd; s. ingeval: (i) de Maatschappij door haar relatie met of enig handelen of nalaten door de Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor of de Verzekeringnemer, op een voor de Maatschappij schadelijke wijze in het nieuws komt, anderszins publiciteit ontvangt of dit binnen afzienbare tijd valt te verwachten; (ii) de Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor of de Verzekeringnemer onderwerp is van, of betrokken is bij, een strafrechtelijk onderzoek of een onderzoek door een toezichthouder of een overheidsinstantie, waaronder begrepen een onderzoek naar belastingfraude, of dit onderzoek of de betrokkenheid daarbij binnen afzienbare tijd valt te verwachten; (iii) de goede naam en faam van de Maatschappij door haar relatie met of enig handelen of nalaten door de Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor of de Verzekeringnemer wordt aangetast of deze aantasting binnen afzienbare tijd valt te verwachten; (iv) het de Maatschappij op basis van enige wet of andere regelgeving is of wordt verboden om het Krediet aan de Schuldenaar te verstrekken of uit te hebben staan, een en ander ter uitsluitende beoordeling van de Maatschappij. 11.2 Het Onderpand De Schuld is terstond opeisbaar, zonder dat enige ingebrekestelling of opzegging is vereist, indien zich één of meer van de in dit artikel genoemde gebeurtenissen voordoet: a. de juridische of economische gerechtigdheid tot het Onderpand of een gedeelte daarvan ondergaat een wijziging, of met betrekking tot het Onderpand ontstaat ten gunste van een ander dan de Maatschappij, zonder haar toestemming, een beperkt recht, of het onderpand wordt bezwaard met een kwalitatieve verplichting als bedoeld in artikel 6:252 van het Burgerlijk Wetboek of met een kettingbeding, of het Onderpand wordt van een recht ontdaan of met een andere last bezwaard, of de bestemming van het Onderpand wordt gewijzigd; b. een executoriale verkoop van het Onderpand wordt aangekondigd of op het Onderpand wordt geheel of gedeeltelijk beslag (conservatoir of executoriaal of van welke andere aard ook) gelegd; c. er is sprake van brandschade, beschadiging, tenietgaan of enige andere waardevermindering of mogelijke waardevermindering van het Onderpand, al dan niet door toepasselijkheid van enige overheidsmaatregel, daaronder begrepen aanschrijvingen krachtens de Woningwet, besluiten tot onbewoonbaar verklaring, verbod van bouw of herbouw, aanwijzing tot onteigening, gebod tot bodemsanering of tot het nemen van andere maatregelen, ontstaan van een wettelijk voorkeursrecht tot koop of opneming
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 16
in een ruilverkaveling of publiekrechtelijke bestemmingswijziging, dan wel indien het Onderpand of een gedeelte daarvan leeg staat, in die zin dat daaraan ingevolge enig publiekrechtelijk voorschrift gevolgen zijn verbonden, of het Onderpand is gekraakt; d. de titel op grond waarvan de Onderzetter en/of zijn rechtsvoorganger het Onderpand hebben verkregen is nietig, wordt vernietigd of ontbonden of een vordering daartoe wordt ingesteld; e. het Onderpand blijkt zodanig te zijn vervuild dat deze vervuiling op grond van de geldende wet- en regelgeving ongedaan gemaakt moet worden dan wel dat andere maatregelen moeten worden genomen; f. ingeval het Onderpand bestaat uit een recht van erfpacht: (i) de verschuldigde canon of retributie niet tijdig wordt voldaan, dan wel de erfpachter overigens handelt in strijd met de erfpachtvoorwaarden; (ii) het erfpachtrecht wordt opgezegd; (iii) de erfpachtvoorwaarden worden vernietigd of gewijzigd, wijziging van de canon of retributie daaronder begrepen; (iv) het erfpachtrecht om welke reden ook teniet gaat of, naar het oordeel van de Maatschappij, dreigt teniet te gaan; (v) het erfpachtrecht wordt vernietigd, door de rechter wordt opgeheven of gewijzigd of een daartoe strekkende procedure wordt door de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of de Verzekeringnemer aangevangen; g. ingeval het Onderpand bestaat uit een appartementsrecht: (i) de akte van splitsing of het reglement wordt gewijzigd of aangevuld, de splitsing wordt opgeheven of vernietigd of het gesplitste gebouw gaat geheel of gedeeltelijk teniet of een daartoe strekkende procedure wordt door de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of de Verzekeringnemer aangevangen; (ii) de Onderzetter komt enige verplichting voor hem als appartementseigenaar voortvloeiende uit de wet, de akte van splitsing of het reglement niet na; h. ingeval het Onderpand is verhuurd: (i) de rechter of de grondkamer verleent machtiging tot verandering van de inrichting of de gedaante van het Onderpand; (ii) de rechter verleent aan de huurder machtiging om een ander in zijn plaats te stellen; (iii) de huurprijs wordt verlaagd; (iv) er beslag (conservatoir of executoriaal of van welke andere aard ook) wordt gelegd op huurpenningen betreffende het Onderpand of een gedeelte daarvan; (v) de huurovereenkomst wordt gewijzigd, opgezegd, vernietigd of ontbonden of een daartoe strekkende procedure wordt door de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of de Verzekeringnemer aangevangen; (vi) de huurder wordt in staat van faillissement verklaard, aan hem wordt surséance van betaling verleend of op hem wordt de regeling schuldsanering natuurlijke personen van toepassing verklaard of een daartoe strekkende procedure wordt door de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of de Verzekeringnemer aangevangen; i. ingeval de Geldleningsovereenkomst (mede) is gesloten voor de bouw of de verbouwing, renovatie, onderhoud of uitbreiding (de “Werkzaamheden”) van het Onderpand: (i) de uitvoering van de Werkzaamheden vindt niet plaats conform de door de Schuldenaar of Onderzetter aan de Maatschappij bekend gemaakte bouwplannen; (ii) de bouwplannen worden zonder toestemming van de Maatschappij gewijzigd; (iii) de Werkzaamheden worden geheel of gedeeltelijk gestaakt of lopen een
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 17
zodanige vertraging op dat de Maatschappij te harer beoordeling daardoor wordt benadeeld; (iv) de voor de Werkzaamheden vereiste vergunningen worden niet verleend, worden gewijzigd, vernietigd of ingetrokken; (v) een derde oefent ten aanzien van het Onderpand een retentierecht uit; (vi) de (onder)aannemer of een ander bij het ontwerp, de constructie, de bouw of de oplevering van het Onderpand betrokken partij wordt in staat van faillissement verklaard of aan hem wordt surseance van betaling verleend of op hem wordt de regeling schuldsanering natuurlijke personen van toepassing verklaard; j. ingeval het Onderpand een verzekering betreft (a) waarvan de rechten tot zekerheid voor de betaling van de Schuld aan de Maatschappij zijn verpand, of (b) waarin de Maatschappij als begunstigde is of zal worden aangewezen, en / of (c) ten aanzien waarvan de Maatschappij anderszins –direct of indirectgerechtigd is tot de uitkering(en), en een van de volgende situaties zich voordoet: (i) de verschuldigde premies zijn niet stipt op de vervaldagen voldaan; (ii) de verzekering vervalt, wordt vernietigd of eindigt om welke reden dan ook, anders dan door uitkering van het verzekerde bedrag aan de Maatschappij; (iii) de verzekering wordt gewijzigd, vernietigd of beëindigd zonder goedkeuring van de Maatschappij of een daartoe strekkende procedure wordt door de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of de Verzekeringnemer aangevangen. k. een of meer Zekerheden worden zonder toestemming van de Maatschappij opgezegd of daarvan wordt afstand gedaan, dan wel een of meer Zekerheden zijn geheel of gedeeltelijk nietig, vernietigd, vernietigbaar of vervallen of een daartoe strekkende procedure wordt aangevangen. In dit geval is, naar keuze van de Maatschappij, tevens het bepaalde in artikel 16.2 van toepassing; l. ingeval de Geldleningsovereenkomst (mede) is gesloten voor de financiering van de aankoop van grond en de Schuldenaar of een derde een aanvang maakt met bouwwerkzaamheden op die grond, zonder dat de Maatschappij daarvoor voorafgaande schriftelijke toestemming heeft verleend en/of indien (onder) aannemers of andere bij het ontwerp, de constructie, de bouw of de oplevering van het Onderpand betrokken partijen, op verzoek geen afstand wensen te doen van enig(e) retentierecht(en) ex artikel 3:290 (e.v.) BW. m. de Onderzetter en/of de Schuldenaar komt zijn verplichtingen, die direct of indirect voortvloeien uit het door de Maatschappij (geheel of gedeeltelijk) gefinancierde bouwproject, dan wel het totaalplan waarvan het hiervoor bedoelde bouwproject onderdeel is, tegenover koper(s)/huurder(s) dan wel betrokken overheden niet na. 11.3 Natuurlijke personen Indien de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of de Verzekeringnemer een natuurlijke persoon is, is de Schuld ook terstond opeisbaar, zonder dat enige ingebrekestelling of opzegging is vereist, ingeval van: a. overlijden; b. het Nederland metterwoon verlaten; c. ondercuratelestelling; d. onderbewindstelling van één of meer van zijn goederen; e. wijziging of ontbinding van het vermogensrechtelijke regime waaronder hij is gehuwd of een geregistreerd partnerschap is aangegaan. 11.4 Rechtspersonen Indien de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of de Verzekeringnemer een rechtspersoon is, is de Schuld ook terstond opeisbaar, zonder dat enige ingebrekestelling of opzegging is vereist, ingeval: a. die rechtspersoon zijn rechtspersoonlijkheid verliest of niet blijkt te bestaan; b. het bevoegde orgaan van die rechtspersoon een besluit tot ontbinding neemt of die rechtspersoon wordt ontbonden, nietig wordt verklaard of zijn bedrijf geheel of gedeeltelijk staakt;
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 18
c. het bevoegde orgaan van die rechtspersoon een besluit neemt tot omzetting in een andere rechtsvorm; d. één of meer aandelen in de rechtspersoon worden verpand aan een ander dan de Maatschappij, vruchtgebruik wordt gevestigd op één of meer aandelen in de rechtspersoon ten behoeve van een ander dan de Maatschappij, dan wel het stemrecht op één of meer aandelen in de rechtspersoon overgaat naar een ander dan de Maatschappij; e. er sprake is van (een besluit of kennelijk voornemen tot) inkoop van eigen aandelen of tot kapitaalvermindering; f. er sprake is van (een besluit of kennelijk voornemen tot) directe dan wel indirecte juridische of economische overdracht of overgang (daaronder eveneens begrepen juridische fusie) van het gehele of gedeeltelijke aandelenkapitaal of de gehele of gedeeltelijke activiteiten van de onderneming van de rechtspersoon of een, naar het oordeel van de Maatschappij, belangrijk deel van de activa; g. er sprake is van (een besluit of kennelijk voornemen tot) zuivere splitsing dan wel afsplitsing; h. er sprake is van (een besluit of kennelijk voornemen tot) uitgifte van aandelen aan anderen dan de bestaande aandeelhouder(s) van de rechtspersoon; i. er sprake is van (een besluit of kennelijk voornemen tot) wijziging van de statuten; j. er sprake is van (een besluit of kennelijk voornemen tot) verandering in de samenstelling van het bestuur of van één of meer andere organen van de rechtspersoon; k. er sprake is van (een besluit of kennelijk voornemen tot) ontheffing van een of meer aandeelhouders van hun verplichting tot storting op niet volgestorte aandelen; l. er sprake is van (een besluit of kennelijk voornemen tot) uitkering ten laste van de winst of reserves van de rechtspersoon. 11.5 Maatschap, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap, coöperatie Indien de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of de Verzekeringnemer een maatschap, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap of coöperatie is of maat, vennoot of lid daarvan is, is de Schuld ook terstond opeisbaar, zonder dat enige ingebrekestelling of opzegging is vereist, ingeval: a. de maatschap, de vennootschap onder firma, de commanditaire vennootschap of coöperatie wordt ontbonden of anderszins eindigt; b. de onderneming van de maatschap, de vennootschap onder firma, de commanditaire vennootschap of coöperatie geheel of gedeeltelijk wordt gestaakt of wordt vervreemd, dan wel indien (de onderneming van) de maatschap, de vennootschap onder firma, de commanditaire vennootschap of coöperatie wordt ingebracht of omgezet in een andere rechtsvorm, zodanig dat de zeggenschap over die onderneming of het gedeelte daarvan (mede) overgaat op één of meer derden; c. een derde als maat, vennoot of lid tot de maatschap, de vennootschap onder firma of de commanditaire vennootschap toetreedt of indien een maat, vennoot of lid uit de maatschap, de vennootschap onder firma of de commanditaire vennootschap treedt; d. een derde lid wordt van de coöperatie of een lid – waaronder de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of de Verzekeringnemer – zijn lidmaatschap opzegt dan wel uit het lidmaatschap wordt gezet; e. de overeenkomst van maatschap, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap dan wel de statuten van de coöperatie worden gewijzigd; f. een maat of vennoot van de maatschap, de vennootschap onder firma of de commanditaire vennootschap of lid van de coöperatie verzoekt in staat van faillissement te worden verklaard of surséance van betaling aanvraagt of verzoekt toepassing van de schuldsaneringsregeling uit te spreken, of indien
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 19
deze maat of vennoot of dit lid op verzoek van één of meer schuldeisers in staat van faillissement wordt verklaard, of op verzoek van één of meer schuldeisers surséance van betaling wordt verleend, dan wel indien deze maat of vennoot of dit lid op een andere wijze de vrije beschikking of het bestuur over zijn vermogen geheel of gedeeltelijk verliest. 11.6 De Schuld is eveneens terstond opeisbaar zonder dat enige ingebrekestelling of opzegging is vereist ingeval: a. Eén van de in lid 1 sub f, g, h, r en s, lid 4 en lid 5 genoemde gebeurtenissen doet zich voor ten aanzien van een onderneming of vennootschap die tot dezelfde groep als de Schuldenaar behoort; b. Een tot dezelfde groep als de Schuldenaar behorende onderneming of vennootschap blijft in gebreke met de nakoming van enige verplichting jegens de Maatschappij verband houdende met door de Maatschappij verstrekte krediet- en/of garantiefaciliteiten; c. De Schuldenaar een samenwerkingsverband van niet gelieerde partijen is dat niet is aan te merken als een personenvennootschap, wanneer dit samenwerkingsverband wordt beëindigd dan wel de samenwerking zodanig problematisch wordt dat daardoor de Maatschappij te harer beoordeling benadeeld wordt of kan worden. Artikel 12 - Vaststelling omvang van de Schuld Ten aanzien van het aan de Maatschappij verschuldigde dient de door de Maatschappij op basis van haar administratie verstrekte opgave tot volledig bewijs van de Schuld. Artikel 13 - Jaarrekening en financiële informatie 13.1 De Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en de Verzekeringnemer zal de laatst vastgestelde (en voor zover van toepassing, geconsolideerde) jaarrekening en de daarbij behorende accountantsverklaring voor zover afgegeven, gecontroleerd door een externe registeraccountant of een externe accountantadministratieconsulent, binnen veertien dagen na vaststelling daarvan aan de Maatschappij toezenden. De Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of de Verzekeringnemer zullen ervoor zorgdragen dat jaarlijks, binnen de wettelijk vastgestelde termijn of, indien zodanige termijn ontbreekt, binnen negen (9) maanden na afloop van een boekjaar, de jaarrekening is vastgesteld. De Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of de Verzekeringnemer zijn voorts te allen tijde verplicht met betrekking tot gemelde stukken en/of zijn financiële positie en bedrijfsvoering de Maatschappij desgevraagd, op eerste verzoek, alle inlichtingen te verstrekken welke de Maatschappij in redelijkheid kan verlangen. 13.2 De Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en de Verzekeringnemer zal er voor zorgdragen dat de aan de Maatschappij overgelegde en over te leggen jaarrekeningen (i) voldoen c.q. zullen voldoen aan de vereisten van alle toepasselijke wettelijke regelingen en voorschriften die golden c.q. gelden op het moment van het opstellen van de jaarrekeningen, (ii) in overeenstemming zijn met de algemeen in Nederland aanvaarde waarderingsgrondslagen en gebruiken, en (iii) een getrouw, duidelijk en stelselmatig beeld geven van de financiële positie van de betreffende (rechts)persoon. 13.3 De Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en de Verzekeringnemer zal de Maatschappij in kennis stellen van enige wijziging in de wijze van financiële verslaglegging (daaronder begrepen de daarbij toegepaste waarderingsgrondslagen), waarbij alle informatie wordt verschaft die nuttig is voor een vergelijking van de op basis van de nieuwe methode van financiële verslaglegging verstrekte informatie met de eerder toegezonden financiële informatie.
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 20
Artikel 14 - Contractsoverneming en overdracht 14.1 De Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of de Verzekeringnemer mogen hun rechten en/of verplichtingen uit hoofde van de Akte niet overdragen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Maatschappij. 14.2 De Maatschappij heeft te allen tijde het recht om haar rechtsverhouding, rechten en/of verplichtingen onder of in verband met de Akte (tezamen met de in verband daarmee ten behoeve van de Maatschappij verstrekte (goederenrechtelijke of persoonlijke) Zekerheden) door contractsoverneming of op andere wijze geheel of gedeeltelijk aan een ander over te dragen, op een ander over te doen gaan of zodanige rechten (tezamen met de in verband daarmee ten behoeve van de Maatschappij verstrekte (goederenrechtelijke of persoonlijke) Zekerheden) aan een ander te verpanden of anderszins aan een ander in zekerheid te geven. Voor zover nodig stemt iedere Schuldenaar, Borg, Garantor, Onderzetter en/ of Verzekeringnemer bij voorbaat in met en verleent bij voorbaat medewerking aan de hiervoor bedoelde overdracht, overgang, verpanding of enige andere zekerheidstelling en het in stand blijven van door hem verstrekte (zakelijke of persoonlijke) Zekerheden in geval van een dergelijke overdracht, overgang, verpanding of enige andere zekerheidstelling. 14.3 Onder een gedeeltelijke overdracht, overgang, verpanding of enige andere zekerheidstelling als bedoeld in artikel 14.2 wordt uitsluitend verstaan gedeeltelijke overdracht, overgang, verpanding of enige andere zekerheidstelling van of met betrekking tot: (a) (een deel van) de Schuld; en/of (b) (een deel van) de uit hoofde van het Krediet voortvloeiende mogelijkheid tot verhoging binnen het totaalbedrag van een reeds ten behoeve van de Maatschappij ingeschreven hypotheek; en/of (c) (een deel van) de uit hoofde van de uit het Krediet voortvloeiende mogelijkheid tot heropname van reeds afgeloste delen van het Krediet. 14.4 Iedere gehele of gedeeltelijke overdracht, overgang, verpanding of enige andere zekerheidstelling als bedoeld in artikel 14.2 omvat (voor wat betreft het overgedragen, overgegane of verpande deel) tevens alle door de Schuldenaar, Borg, Garantor, Onderzetter en/of Verzekeringnemer aan de Maatschappij verleende volmachten, rechten, bevoegdheden en toestemmingen. 14.5 Door gedeeltelijke overdracht of overgang als bedoeld in artikel 14.2 door de Maatschappij (daaronder mede begrepen een gedeeltelijke overdracht door de Maatschappij van een deel van haar rechten onder of in verband met het Krediet door cessie), gaan in verband daarmee ten behoeve van de Maatschappij verstrekte (goederenrechtelijke of persoonlijke) Zekerheden naar rato mee over, tenzij tussen partijen anders wordt overeengekomen. 14.6 De Maatschappij is bevoegd om aan een (potentiële) rechtsopvolger of pandhouder alle financiële of andere informatie met betrekking tot de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of de Verzekeringnemer en/of de Schuld ter beschikking te stellen, voor zover dit naar het oordeel van de Maatschappij redelijkerwijs nodig of nuttig is in het kader van de overdracht, overgang, verpanding, enige andere zekerheidstelling en / of het beheer van de betreffende rechten en/of verplichtingen. Artikel 15 - Kosten 15.1 Onverminderd hetgeen in deze Algemene Voorwaarden of de Akte is bepaald, komen voor rekening van de Schuldenaar: a. alle interne en externe kosten voortvloeiende uit of verband houdende met de Akte en alle nadere door de Maatschappij met de Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor en/of de Verzekeringnemer te sluiten overeenkomsten; b. alle interne en externe kosten voortvloeiende uit of verband houdende met de totstandkoming, inschrijving, instandhouding, gehele of gedeeltelijke doorhaling, rangwisseling als bedoeld in artikel 3:262 van het Burgerlijk
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 21
Wetboek, vernieuwing en vrijgave van Zekerheden ten behoeve van de Maatschappij; c. alle interne en externe kosten voortvloeiende uit of verband houdende met de inschrijving van feiten in de zin van artikel 3:17 van het Burgerlijk Wetboek in de Openbare Registers van het Kadaster; d. alle interne en externe kosten (i) van bodemonderzoek, (ii) van bodemsanering, waaronder begrepen de kosten voor het isoleren van het vervuilde Onderpand of de bodem van het Onderpand of (iii) verband houdend met de door de Maatschappij te nemen maatregelen in het kader van de Wet Bodembescherming of andere milieuwetten ter voorkoming van waardevermindering van het Onderpand; en e. alle overige interne en externe kosten door de Maatschappij gemaakt tot behoud en uitvoering van haar rechten jegens de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor en/of de Borg en/of de Verzekeringnemer uit hoofde van de Akte, onder welke kosten uitdrukkelijk zijn begrepen alle kosten ten gevolge van het zich voordoen van een omstandigheid die leidt of kan leiden tot opeisbaarheid van de Schuld, zoals ondermeer bepaald in artikel 11 van deze Algemene Voorwaarden, kosten gemaakt door en ter voorbereiding op een (eventuele) uitwinning van Zekerheden, beslagkosten, incassokosten en kosten van juridische bijstand door de Maatschappij gemaakt. 15.2 Op eerste verzoek van de Maatschappij zullen door de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/ of de Verzekeringnemer betalingsbewijzen worden overgelegd. 15.3 Bij gebreke van enige betaling als in dit artikel bedoeld, is de Maatschappij bevoegd het verschuldigde namens en voor rekening van de Schuldenaar te voldoen.
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 22
DE ZEKERHEDEN
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 23
III. DE ZEKERHEDEN Artikel 16 - Algemeen 16.1 De Zekerheden strekken zich mede uit tot door of voor de Maatschappij ten gunste van de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of de Verzekeringnemer verstrekte garanties, borgstellingen, hoofdelijkheidsverklaringen en alle overige (rechts)handelingen, waarbij de Maatschappij zich sterk maakt voor of vorderingen voldoet voor de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of de Verzekeringnemer. 16.2 De Schuldenaar verplicht zich op eerste verzoek van de Maatschappij, de Maatschappij conveniërende, aanvullende of vervangende zekerheid te (doen) stellen voor alle verplichtingen die direct of indirect uit de Akte voortvloeien of enige andere in artikel 16.1 bedoelde (rechts)handeling. 16.3 De Schuldenaar, de Borg, de Garantor, de Onderzetter en de Verzekeringnemer zijn verplicht aan de Maatschappij desgevraagd alle inlichtingen te verstrekken met betrekking tot het Onderpand en de Zekerheden die de Maatschappij redelijkerwijs van de Schuldenaar en/of Onderzetter kan verlangen. 16.4 De Maatschappij is te allen tijde bevoegd, maar nooit gehouden, de Zekerheden geheel of gedeeltelijk (al dan niet onder tijdsbepaling) op te zeggen. 16.5 De Onderzetter staat ervoor in dat de verkrijging door hem of zijn rechtsvoorgangers van het Onderpand en de vestiging van de Zekerheden nimmer kunnen worden aangetast of vernietigd. Mocht enige verkrijging van het Onderpand door de Onderzetter of een van zijn rechtsvoorgangers worden aangetast of vernietigd, ten gevolge waarvan de aan de Maatschappij verleende Zekerheden worden aangetast of vernietigd of mochten de aan de Maatschappij verleende Zekerheden om een andere reden worden aangetast of vernietigd, dan verbeurt de Schuldenaar aan de Maatschappij een direct opeisbare boete die gelijk is aan al hetgeen de Schuldenaar op grond van de Akte verschuldigd is, onverminderd het bepaalde in artikel 10 van deze Algemene Voorwaarden. Artikel 17 - Instandhouding Onderpand 17.1 De Onderzetter verplicht zich om het Onderpand niet door zijn handelen of nalaten in waarde te doen verminderen. 17.2 Het Onderpand moet ten genoegen van de Maatschappij door de Onderzetter in goede staat, behoorlijk en in overeenstemming met de overheidsvoorschriften worden gehouden en onderhouden en eventuele beschadigingen moeten met bekwame spoed worden hersteld. 17.3 De Maatschappij is te allen tijde bevoegd het Onderpand aan binnen- en buitenzijde te inspecteren of door deskundigen te doen inspecteren en een inspectierapport te doen opmaken. Indien uit het inspectierapport blijkt dat klein of groot onderhoud noodzakelijk of wenselijk is of dat andere herstellingen en/of verbeteringen noodzakelijk of wenselijk zijn, zal de Onderzetter zo spoedig mogelijk doch in ieder geval binnen drie (3) maanden één en ander (doen) uitvoeren. Alle kosten verbonden aan het opstellen van een inspectierapport zijn voor rekening van de Schuldenaar. 17.4 Bestaande of toekomstige vorderingen wegens schade of anderszins en concessies betreffende het Onderpand mogen zonder toestemming van de Maatschappij niet worden vastgesteld, afgekocht of overeengekomen. 17.5 Zonder toestemming van de Maatschappij zal de Onderzetter het Onderpand of een gedeelte daarvan: a. niet vervreemden, noch overeenkomsten sluiten die tot vervreemding kunnen leiden; b. niet met beperkte rechten bezwaren; c. wat betreft de aard van het gebruik of van de exploitatie, zijn inrichting of zijn gedaante niet (doen) veranderen; d. niet verbouwen, afgraven, ontgronden, (doen) afbreken, ontdoen van enige begroeiing;
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 24
e. niet met andere kadastrale percelen verenigen, splitsen in appartementsrechten of splitsen in meerdere kadastrale percelen en niet ontdoen van heersende erfdienstbaarheden of van andere rechten, noch bestemmen tot gemeenschappelijk nut mede van andere erven in de zin van artikel 5:60 van het Burgerlijk Wetboek; f. niet anderszins (doen) wijzigen of de waarde voor de Maatschappij (naar haar oordeel) (doen) verlagen. 17.6 Zonder toestemming van de Maatschappij zal de Onderzetter ten aanzien van het Onderpand geen kwalitatieve verplichtingen en/of kettingbedingen overeenkomen. 17.7 Alle veranderingen of toevoegingen aan het Onderpand, ook die welke zouden vallen onder het verbod als in lid 5 en lid 6 bedoeld, strekken mede tot zekerheid voor de betaling van de Schuld. De toevoegingen mogen zonder toestemming van de Maatschappij door de Onderzetter niet worden weggenomen. 17.8 De Maatschappij is te allen tijde bevoegd om in naam en voor rekening van de Onderzetter en/of de Schuldenaar al hetgeen in strijd met het bepaalde in dit artikel is nagelaten of geschied, te verrichten of ongedaan te maken. 17.9 De Maatschappij is te allen tijde bevoegd tot het doen betreden van het Onderpand door haar gemachtigde(n), onder meer teneinde na te kunnen gaan of enige handeling is verricht of enige toestand is ingetreden of iets is nagelaten waardoor de rechten van de Maatschappij zijn of kunnen worden benadeeld, of teneinde al hetgeen in strijd met het bepaalde in lid 2, lid 4, lid 5 en lid 6 is geschied of nagelaten, ongedaan te maken, te vernietigen of te herstellen of uit te voeren. Weigering van toegang tot het Onderpand door een ander dan de Onderzetter geldt als weigering door de Onderzetter zelf. 17.10 De Schuldenaar en de Onderzetter zijn verplicht alle terzake de Schuld en/of het Onderpand toepasselijke wettelijke bepalingen en overheidsvoorschriften na te leven teneinde de aan de Maatschappij verleende rechten en acties op geen enkele wijze te korten. 17.11 De Onderzetter garandeert de Maatschappij dat de bodem en het grondwater in en om het Onderpand niet in zodanige mate verontreinigd zijn met giftige, chemische en/of andere gevaarlijke stoffen, dat deze verontreiniging ingevolge de geldende milieuregelingen en –verordeningen ongedaan gemaakt moet worden of dat er andere maatregelen moeten worden genomen. Voorts garandeert de Onderzetter de Maatschappij dat er in, onder en om het Onderpand geen olietank(s), asbest of andere milieubelastende zaken aanwezig zijn. Indien zich in weerwil van het vorenstaande of tijdens de looptijd van de Geldleningsovereenkomst toch giftige, chemische en/of andere gevaarlijke of milieubelastende zaken dan wel stoffen in (de bodem en/of het grondwater van) het Onderpand (gaan) bevinden, is de Onderzetter verplicht deze stoffen of zaken, met in achtneming van het bepaalde in artikel 15.1 sub d, onmiddellijk en voor eigen rekening te (doen) verwijderen, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 11.2 sub e. 17.12 Indien een beheerder met betrekking tot het Onderpand is of wordt aangesteld zal dit geschieden tegen door de Maatschappij goedgekeurde voorwaarden. Een aldus aangestelde beheerder mag niet van zijn functie worden ontheven of worden vervangen zonder toestemming van de Maatschappij. Indien de beheerder in verzuim is met zijn verplichtingen onder de ter zake van het beheer gesloten overeenkomst, zal de Schuldenaar en/of de Onderzetter al datgene doen dat redelijkerwijs van hem kan worden verwacht teneinde de bestaande overeenkomst te beëindigen en een nieuwe beheerder aan te stellen tegen door de Maatschappij goedgekeurde voorwaarden. Artikel 18 - Financiering voor (ver)bouw, renovatie, onderhoud of uitbreiding van het Onderpand 18.1 Indien de Geldleningsovereenkomst (mede) is aangegaan ter financiering van de (ver)bouw, renovatie, onderhoud of de uitbreiding van het Onderpand, is de Onderzetter en/of de Schuldenaar verplicht aan de Maatschappij afschriften van alle op die (ver)bouw, renovatie, uitbreiding of dat onderhoud betrekking hebbende
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 25
of daartoe van belang zijnde bescheiden te verschaffen, zoals overeenkomsten met (onder)aannemers, constructeurs, architecten en leveranciers, de desbetreffende plannen, bestekken, tekeningen, berekeningen, vergunningen alsmede die documenten waaruit van de aanvraag of de toezegging van enige vorm van overheidssteun blijkt. 18.2 Na opeising van de Schuld is de Maatschappij bevoegd om voor rekening van de Schuldenaar de in lid 1 bedoelde werkzaamheden te (doen) verrichten en tot de aanschaf van al hetgeen daartoe benodigd is. 18.3 Het in lid 1 en lid 2 gestelde is van overeenkomstige toepassing indien de Geldleningsovereenkomst (mede) is aangegaan ter financiering van de aanschaf van zaken of rechten. Artikel 19 - Verzekering 19.1 De Onderzetter zal het Onderpand achtereenvolgens voor zover van toepassing met een uitgebreide C.A.R.- en opstalverzekering naar herbouwwaarde verzekeren en verzekerd houden tegen alle schaden tengevolge van brand, blikseminslag, ontploffing, storm en uitstromend water, tegen alle schaden veroorzaakt door luchtvaartuigen en tegen alle schaden als bedoeld in artikel 249 Wetboek van Koophandel, alsmede tegen al zodanig andere schades en risico’s als de Maatschappij nodig acht. De verzekering moet plaats hebben bij een door de Maatschappij goedgekeurde verzekeraar en tegen door de Maatschappij goedgekeurde voorwaarden. Eén van deze voorwaarden is dat de Onderzetter in de overeenkomst met de verzekeraar bedingt dat laatstgenoemde de Maatschappij van een voorgenomen royement van de verzekering van het Onderpand tijdig op de hoogte stelt op de wijze zoals bepaald in artikel 4.5. Indien de eerder goedgekeurde verzekeraar niet meer voldoet aan de door de Maatschappij aan een dergelijke verzekeraar gestelde eisen is de Onderzetter op eerste verzoek verplicht binnen een door de Maatschappij gestelde redelijke termijn nieuwe verzekeringen tegen door de Maatschappij goedgekeurde voorwaarden af te sluiten bij een verzekeraar die wel aan de door de Maatschappij gestelde eisen voldoet. 19.2 Indien een appartementsrecht of lidmaatschap van een vereniging of coöperatie tot Onderpand strekt en degene die krachtens het reglement of de statuten tot verzekering verplicht is niet, of niet volledig, voor verzekering overeenkomstig het bepaalde in lid 1 heeft zorg gedragen, moeten ten aanzien van het Onderpand door de Onderzetter zodanige (aanvullende) verzekeringen worden gesloten dat aan het bepaalde in lid 1 zal zijn voldaan. Indien een royement van de verzekering of een vermindering van de omvang van de verzekering, dan wel van het verzekerde bedrag, het gevolg is van een besluit van een vereniging van eigenaren van appartementsrechten of van een besluit van een coöperatie zal de Onderzetter de Maatschappij onmiddellijk van een dergelijk besluit in kennis stellen. 19.3 Een gewaarmerkte kopie van de polis van verzekering dan wel een gewaarmerkte kopie van het certificaat of van het bewijs van aandeel of inschrijving in een onderlinge waarborgmaatschappij moet binnen acht (8) dagen na de datum van het passeren van de Hypotheekakte dan wel de datum waarop het risico voor het Onderpand op de Onderzetter is overgegaan of indien de verzekering later wordt hernieuwd of in enig opzicht wordt gewijzigd, tijdig vóór de datum waarop de nieuwe of gewijzigde verzekering ingaat, aan de Maatschappij ter hand worden gesteld. Van opzegging van een verzekering dient onverwijld op de wijze zoals bepaald in artikel 4.5 aan de Maatschappij kennis te worden gegeven. 19.4 Ingeval van nalatigheid ten aanzien van het sluiten of instandhouden van een in dit artikel bedoelde verzekering of ten aanzien van de geregelde betaling van de premies of andere kosten van zodanige verzekering is de Maatschappij bevoegd tot het sluiten van een verzekering en tot de betaling van de premies of andere kosten hetzij voor rekening en op naam van de Onderzetter, hetzij desgewenst op eigen naam doch voor rekening van de Onderzetter. Vorenbedoelde verzekering kan zich beperken tot uitsluitend het hypothecair belang van de Maatschappij. 19.5 De Maatschappij dient onverwijld op de wijze zoals bepaald in artikel 4.5 in
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 26
kennis te worden gesteld van enige vorm van schade aan het Onderpand, dan wel aanspraak die wordt gemaakt onder een met betrekking tot het Onderpand afgesloten verzekering. De Maatschappij is bevoegd: a. regelingen met de verzekeraar te treffen, daaronder begrepen het voeren van procedures, het onderwerpen van geschillen aan arbitrage of bindend advies, het benoemen van deskundigen, het sluiten van dadingen en het verrichten van overige door de Maatschappij nuttig of noodzakelijk geachte veranderingen; b. de verzekeringspenningen te ontvangen en daarvoor kwijting te verlenen; c. de verzekeringspenningen te doen strekken: (i) ter gehele of gedeeltelijke aflossing van de Schuld; (ii) tot herbouw of herstel van het Onderpand op een door de Maatschappij goed te keuren wijze; (iii) indien de Schuldenaar en de Onderzetter dezelfde (rechts)personen zijn, ter delging van andere vorderingen overeenkomstig het in artikel 9.7 bepaalde; (iv) ter voldoening van hetgeen de Maatschappij dan van de Schuldenaar en/of de Onderzetter uit welke hoofde ook te vorderen heeft. Zodra het Onderpand naar het oordeel van de Maatschappij is herbouwd of hersteld, of indien naar het oordeel van de Maatschappij andere Zekerheden zijn gesteld voor de Schuld en het hiervoor sub c. (iii) en/of (iv) bepaalde geen toepassing vindt of heeft gevonden, zal de Maatschappij (het restant van) de verzekeringspenningen uitkeren aan de Onderzetter. 19.6 Indien de Maatschappij afstand doet van haar in lid 5 omschreven bevoegdheden moet voor de afwikkeling van de schade met de verzekeraar niettemin voorafgaande goedkeuring van de Maatschappij worden verkregen. De Maatschappij beslist in hoeverre de verzekeringsgelden zullen gelden tot betaling van de Schuld, tot herstel of herbouw van het Onderpand of tot verkrijging van vervangende goederen. 19.7 Bij schade aan het Onderpand zal de vordering ten aanzien van de verzekeringsgelden ingevolge het bepaalde in artikel 3:229 van het Burgerlijk Wetboek mede tot zekerheid voor de betaling van de Schuld strekken. De Maatschappij is te allen tijde bevoegd - onverminderd het in lid 8 bepaalde - de desbetreffende Verzekeraar van haar rechten met betrekking tot de door de Onderzetter gesloten verzekeringsovereenkomst, daaronder begrepen ingevolge artikel 3:229 van het Burgerlijk Wetboek ontstane pandrechten, mededeling te doen. 19.8 De Onderzetter zal de desbetreffende verzekeraar onverwijld in kennis stellen van hetgeen in de Akte en deze Algemene Voorwaarden omtrent de verzekering van het Onderpand en verzekeringsgelden is bepaald. 19.9 Onverminderd het bepaalde in dit artikel blijft de Onderzetter jegens de Maatschappij aansprakelijk voor de gevolgen van eventuele onderverzekering van het Onderpand. 19.10 De Schuldenaar zal er steeds voor zorgen op voldoende en verantwoorde wijze tegen de voor zijn branche en zijn bedrijf bestaande algemene en specifieke bedrijfsrisico’s verzekerd te zijn. Artikel 20 - Lasten, belastingen 20.1 Alle lasten, belastingen, exploitatiekosten en bijdragen betreffende het Onderpand en alle premies van door de Maatschappij bedongen verzekeringen moeten tijdig worden betaald. De desbetreffende betalingsbewijzen dienen desgevraagd onverwijld aan de Maatschappij ter inzage te worden gegeven. 20.2 Ingeval van nalatigheid van enige in lid 1 bedoelde betaling is de Maatschappij bevoegd deze voor rekening van de Schuldenaar, de Onderzetter en/of de Verzekeringnemer te verrichten. 20.3 Lasten, belastingen en kosten welke door de Maatschappij zijn betaald maar voor rekening van de Schuldenaar, de Onderzetter en/of de Verzekeringnemer komen,
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 27
worden door de Maatschappij bij de Schuldenaar in rekening gebracht vanaf de datum waarop het betrokken bedrag door de Maatschappij wordt overgemaakt. Deze datum wordt als vervaldag aangemerkt in de zin van artikel 6:83 van het Burgerlijk Wetboek. Het bepaalde in lid 2 en lid 3 laat onverlet het bepaalde in artikel 11. Artikel 21 - Herwaardering 21.1 De Maatschappij is te allen tijde gerechtigd het Onderpand te doen herwaarderen door één of meer door de Maatschappij aan te wijzen taxateurs. De inhoud van het taxatierapport is bindend. 21.2 De door de Maatschappij ten behoeve van de herwaardering aangewezen taxateur(s) is/zijn bevoegd het Onderpand te inspecteren. De Onderzetter is verplicht deze taxateur(s) vrije toegang tot het Onderpand en volledige medewerking te (doen) verlenen. 21.3 Indien op grond van deze herwaardering blijkt dat de Schuld hoger is dan de getaxeerde waarde bij gedwongen verkoop, ook wel aangeduid als de ‘executiewaarde’, dan heeft de Maatschappij onder meer het recht: a. om het voor de Geldleningsovereenkomst geldende rentepercentage aan te passen; en/of b. enige andere voorwaarde in een Akte te wijzigen; en/of c. enige nadere voorwaarde voor de voortzetting van het Krediet te stellen; en/of d. een vervroegde aflossing van (een gedeelte van) de Schuld te vorderen; en/of e. aanvullende zekerheid van de Schuldenaar te vorderen; en/of f. de mogelijkheid tot het doen van verdere trekkingen onder de Geldleningsovereenkomst te beperken. 21.4 De kosten van de herwaardering komen voor rekening van de Schuldenaar. Artikel 22 - Huurbeding 22.1 De Onderzetter zal zonder voorafgaande toestemming van de Maatschappij: a. geen huurovereenkomsten of andere overeenkomsten tot ingebruikgeving sluiten, onder welke titel ook, met betrekking tot het Onderpand of een gedeelte daarvan; b. bestaande overeenkomsten als hierboven genoemd sub a. niet vernieuwen, wijzigen of verlengen of optiejaren toestaan; c. geen rechten uit de sub a. en b. genoemde overeenkomsten, krachtens welke titel dan ook, vervreemden, verpanden of daarop anderszins een beperkt recht te vestigen of in zekerheid te geven of op welke andere wijze dan ook afstand doen van het recht op huurpenningen anders dan ten behoeve van de Maatschappij; d. geen vooruitbetalingen of andere vergoedingen uit hoofde van de hierboven sub a. en b. genoemde overeenkomsten bedingen of ontvangen voor een periode van langer dan één (1) maand en geen uitstel van betaling verlenen. 22.2 Indien in strijd met het bepaalde in lid 1 is gehandeld, kan de Maatschappij de betreffende rechtshandeling vernietigen met inachtneming van het bepaalde in artikel 3:264 van het Burgerlijk Wetboek, tenzij de Maatschappij alsnog toestemming heeft gegeven. 22.3 In geval van het ontbreken van de toestemming van de Maatschappij als in lid 1 vermeld, zal door de Maatschappij en door een koper bij verkoop van het Onderpand krachtens het bepaalde in artikel 3:268 juncto 3:248 van het Burgerlijk Wetboek juncto het in artikel 23 van deze Algemene Voorwaarden bepaalde en bij executie van het Onderpand het huurbeding (kunnen) worden ingeroepen, onverminderd het in de wet bepaalde. 22.4 Na de totstandkoming van de Hypotheekovereenkomst nieuw af te sluiten huurovereenkomsten dienen in concept ter goedkeuring aan de Maatschappij voorgelegd te worden. Indien de Maatschappij haar goedkeuring heeft verleend en de goedgekeurde huurovereenkomst wordt afgesloten, is de Onderzetter verplicht
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 28
een kopie van de door alle partijen ondertekende overeenkomst binnen veertien (14) dagen na ondertekening ervan aan de Maatschappij toe te zenden. 22.5 De Onderzetter zal terzake van de in dit artikel bedoelde huurovereenkomsten de Maatschappij terstond op de wijze zoals bepaald in artikel 4.5 in kennis stellen van: a. iedere (voorgenomen) wijziging in een bestaande huurovereenkomst daaronder tevens begrepen huuropzeggingen; b. ieder verzoek van een huurder tot huuropzegging; c. ieder beroep van een huurder op huurbescherming of op nietigheid van een huuropzegging, iedere vordering van een huurder tot opschorting van een vordering tot ontruiming of tot nietigverklaring van een huuropzegging; d. iedere opschorting van de betaling van huurpenningen; e. andere aspecten van de huurverhoudingen die voor de Maatschappij van belang kunnen zijn. 22.6 De Onderzetter zal, indien het Onderpand leeg staat en daaraan ingevolge enig publiekrechtelijk voorschrift gevolgen kunnen zijn verbonden dan wel daardoor het Onderpand geheel of gedeeltelijk zonder recht, titel of toestemming door derden in bezit kan worden genomen, terstond alle nodige en mogelijke maatregelen treffen teneinde die gevolgen of inbezitneming te voorkomen. De Onderzetter zal de Maatschappij bovendien terstond op de wijze zoals bepaald in artikel 4.5 informeren omtrent de hiervoor vermelde leegstand en de in verband daarmee getroffen maatregelen. Artikel 23 - Parate executie 23.1 Bij gebreke van voldoening van het aan de Maatschappij verschuldigde en zodra de Schuldenaar ingevolge artikel 10 in verzuim is geraakt, is de Maatschappij onverminderd overige wettelijke rechten - bevoegd om het Onderpand tezamen met de zaken of rechten waarop ingevolge artikel 25 een pandrecht is gevestigd, ex artikel 3:268 respectievelijk artikel 3:248 van het Burgerlijk Wetboek geheel of gedeeltelijk te verkopen. 23.2 Het Onderpand zal worden verkocht onder door de Maatschappij vast te stellen voorwaarden. De Maatschappij is bevoegd om het Onderpand bij of voor een verkoop: a. te bezwaren met rechten van erfpacht, van vruchtgebruik of van opstal; b. te belasten met erfdienstbaarheden, kwalitatieve verplichtingen of persoonlijke genotsrechten; c. te splitsen in appartementsrechten; d. mee te werken aan een verzoek om een met omzetbelasting belaste levering; e. het Onderpand vrijblijvend ten verkoop aan te bieden, de verkoop niet door te laten gaan, een aangevangen verkoop geheel of gedeeltelijk op te houden en eventueel later te hervatten of opnieuw over te gaan tot verkoop; f. zonder opgaaf van redenen bieders te weigeren en het Onderpand te gunnen aan een (rechts)persoon die een lager bod heeft gedaan; g. al datgene te verrichten dat zij ter zake van de verkoop van het Onderpand en de gevolgen daarvan nodig of wenselijk oordeelt. 23.3 Indien de Maatschappij gebruik maakt van het in lid 1 omschreven recht tot verkoop, is de Onderzetter gehouden het Onderpand, voor rekening van de Schuldenaar,: a. op een door de Maatschappij vast te stellen tijdstip te (doen) ontruimen en ter vrije beschikking van de koper te stellen, en/of b. gedurende de tijd dat het ten verkoop is aangeboden of aangeslagen ten genoegen van de Maatschappij en/of overeenkomstig de veilcondities ter bezichtiging van gegadigden te stellen. 23.4 Indien het Onderpand niet tijdig is ontruimd, dan zijn zowel de Maatschappij als de koper bevoegd het Onderpand voor rekening van de Schuldenaar te (doen) ontruimen en de Onderzetter verplicht zich hieraan zijn medewerking te geven. Deze ontruiming zal zonder rechterlijke tussenkomst kunnen plaatsvinden krachtens de grosse van de Hypotheekakte en/of de grosse van de akte van verkoop en/of de grosse van het procesverbaal van toewijzing.
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 29
23.5 Indien de Onderzetter het Onderpand geheel of gedeeltelijk heeft verhuurd, zal ontruiming niet worden gevorderd indien: a. die verhuring met inachtneming van het in artikel 22 bepaalde en met toestemming van de Maatschappij heeft plaatsgevonden; of b. die verhuring betreft één of meer huurovereenkomst(en) die voorafgaand aan de totstandkoming van de Hypotheekovereenkomst waren gesloten, mits die huurovereenkomst(en) in de Hypotheekovereenkomst zijn goedgekeurd; of c. die verhuring in de plaats is gekomen van één of meer huurovereenkomst(en) die voorafgaand aan de totstandkoming van de Hypotheekovereenkomst waren gesloten en de nieuwe verhuring niet op ongewone, voor de hypotheekhouder meer bezwarende voorwaarden heeft plaatsgevonden, zoals bedoeld in artikel 3:264 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek. 23.6 Indien de Onderzetter van mening is dat de Schuldenaar niet in verzuim is ten aanzien van de Schuld of dat door of vanwege de Maatschappij in verband met de verkoop van het Onderpand enige onregelmatigheid of enig verzuim is begaan, zal de Onderzetter uiterlijk veertien (14) dagen vóór de (openbare) verkoop (die dag zelf niet meegerekend) daartegen opkomen door inleiding van een gerechtelijke procedure. De Onderzetter doet afstand van zijn bevoegdheid om na dit moment nog een eis tot vernietiging of opschorting van een zodanige verkoop of executie of een vordering tot schadeloosstelling daaromtrent in te stellen. 23.7 De eventuele betwisting van de Schuld zal door de Maatschappij uit te oefenen rechten niet opschorten of tenietdoen, terwijl een nadere verantwoording van de som en terugbetaling van het eventueel door de Maatschappij teveel ontvangene eerst na afloop van de verkoop van het Onderpand en de betaling van de koopprijs zullen kunnen worden gevorderd. 23.8 De Onderzetter doet afstand van zijn rechten en bevoegdheden als bedoeld in de artikelen 3:251 lid 1 en 3:268 lid 2 tot en met lid 4 van het Burgerlijk Wetboek. 23.9 De Onderzetter is verplicht de met de openbare verkoop belaste notaris alle inlichtingen, documenten en gegevens betreffende het Onderpand te verstrekken. 23.10 Indien de Maatschappij verhaal neemt op een gedeelte van het Onderpand, laat dit de rechten van de Maatschappij ten aanzien van het resterende gedeelte van het Onderpand onaangetast. Artikel 24 - Inbeheerneming en ontruiming 24.1 Indien de Onderzetter in ernstige mate tekort schiet in zijn verplichtingen jegens de Maatschappij, is de Maatschappij bevoegd om, na hiertoe rechterlijke machtiging te hebben verkregen, het Onderpand voor rekening en risico van de Onderzetter in beheer te nemen in de zin van artikel 3:267 van het Burgerlijk Wetboek. 24.2 Na de toepassing van het in lid 1 bepaalde, is de Maatschappij bevoegd alle beheersdaden - in de meest ruime zin - met betrekking tot het Onderpand te verrichten, daaronder in ieder geval begrepen: a. het (doen) voeren van de exploitatie en de administratie; b. het onderhouden, het herstellen of het vernieuwen van het Onderpand; c. het innen van huurpenningen; d. het opzeggen en het ontbinden van bestaande huurovereenkomsten; e. het aangaan van nieuwe huurovereenkomsten; f. het voeren van procedures met betrekking tot het Onderpand; g. het voldoen van belastingen; h. het ontzeggen van de toegang aan de Onderzetter, zijn vertegenwoordigers en gemachtigden. 24.3 Ten aanzien van door de Maatschappij ingevolge lid 2 ontvangen bedragen, is het bepaalde in artikel 9 lid 4 en lid 7 van overeenkomstige toepassing. Indien de Onderzetter en de Schuldenaar niet één en dezelfde (rechts)persoon zijn en de Maatschappij eveneens één of meer vorderingen heeft op de Onderzetter, is de Maatschappij bevoegd een eventueel restant van de ingevolge lid 2 ontvangen bedragen te verrekenen met hetgeen de Maatschappij te vorderen heeft van de Onderzetter, ongeacht of die vorderingen opeisbaar zijn of niet.
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 30
24.4 De Maatschappij kan aan de Onderzetter een vergoeding in rekening brengen voor het door hem gevoerde beheer van het Onderpand. De Onderzetter is verplicht alle kosten die door de Maatschappij zijn gemaakt in verband met het beheer van het Onderpand aan de Maatschappij te vergoeden. 24.5 Indien het Onderpand in beheer wordt genomen, zal de Onderzetter alle met betrekking tot het Onderpand beschikbare bescheiden, documenten, computerbestanden en overige informatie aan de Maatschappij overleggen. 24.6 Indien zulks met het oog op de executie is vereist, is de Maatschappij bevoegd het Onderpand onder zich te nemen en te verlangen dat dan ontruiming plaats heeft, zonodig uit kracht van de grosse van de Hypotheekakte. 24.7 Indien zulks, naar het oordeel van de Maatschappij, bijdraagt aan de vergroting van de door executie van het Onderpand te verkrijgen opbrengst voor verhaal, is de Maatschappij, nadat zij het Onderpand onder zich heeft genomen, bevoegd de bestemming van het Onderpand te wijzigen en de daarop aanwezige gebouwen, werken en beplantingen geheel of gedeeltelijk te slopen en weg te nemen. Artikel 25 - Inpandgeving roerende zaken en rechten 25.1 Tot meerdere zekerheid voor de betaling van de Schuld verplichten de Onderzetter, de Schuldenaar, de Verzekeringnemer, de Borg respectievelijk de Garantor aan de Maatschappij zich, voor zover nodig bij voorbaat, te verpanden en verpandt hij bij de Hypotheekakte of enige andere Akte: a. de roerende zaken, werktuigen en machinerieën als bedoeld in artikel 3:254 van het Burgerlijk Wetboek, en alle toekomstige zaken die van het Onderpand worden afgesplitst en verzelfstandigd; b. de in artikel 17.7 bedoelde zaken, ook voor het geval deze zijn weggenomen; c. alle huidige en toekomstige rechten, voortvloeiende uit huurovereenkomsten die het Onderpand betreffen; d. alle huidige en toekomstige rechten die de Onderzetter kan laten gelden tegen degene(n) die het Onderpand zonder recht of titel in gebruik hebben; e. alle huidige en toekomstige rechten die de Onderzetter tegenover derden mocht hebben of verkrijgen in geval van ontbinding, nietigverklaring of vernietiging van de overeenkomst krachtens welke het Onderpand of een gedeelte daarvan door de Onderzetter of diens rechtsvoorganger werd verkregen; f. ingeval het Onderpand een recht van erfpacht is: de huidige en toekomstige rechten die de Onderzetter heeft jegens de moedergerechtigde g. ingeval de Onderzetter eigenaar is van het Onderpand en dit Onderpand is belast met een recht van erfpacht of een erfdienstbaarheid: de huidige en toekomstige rechten die de Onderzetter heeft jegens de beperkt gerechtigde(n); h. de huidige en toekomstige rechten die de Onderzetter mocht hebben jegens de overheid of andere (rechts)personen of lichamen terzake van het Onderpand op basis van de Mijnwet, de Landinrichtingswet, de Onteigeningswet, de Wet voorkeursrecht gemeenten, de Monumentenwet, de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing, de Belemmeringenwet Privaatrecht of enige andere wet- of regelgeving; i. voor zover de Akte mede is overeengekomen voor de (ver)bouw, renovatie, onderhoud of uitbreiding van het Onderpand de huidige en toekomstige rechten voortvloeiende uit overeenkomsten, bouwplannen, bestekken, vergunningen en alle andere zaken en rechten die het ontwerp, de constructie, de bouw en de oplevering van het Onderpand betreffen, alsmede alle rechten jegens de architecten, (onder)aannemers, constructeurs en andere bij de (ver)bouw, de constructie, de bouw en de oplevering van het Onderpand betrokkenen; j. de huidige en toekomstige rechten op subsidies, premies, garanties, overheidssteun en toezeggingen daartoe; k. alle huidige en toekomstige rechten die de Onderzetter jegens derden heeft in verband met het Onderpand of het tenietgaan daarvan, hoe ook genaamd,
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 31
waaronder alle (schadevergoedings-) rechten jegens derde(n) op grond van vervuiling van het Onderpand en alle rechten uit met betrekking tot het Onderpand gesloten verzekeringsovereenkomsten, met inbegrip van alle in artikel 19 genoemde verzekeringen maar niet daartoe beperkt, zulks onverminderd het hiervoor in artikel 19 bepaalde, en waaronder alle huidige en toekomstige rechten die de Onderzetter jegens derden heeft uit hoofde van hem verstrekte garanties, hoe ook genaamd; l. alle rechten die de Onderzetter heeft jegens rechtsvoorgangers in de eigendom van of in het recht op het Onderpand en/of jegens derden uit hoofde van de overeenkomst houdende de verkoop en/of levering van het Onderpand aan de Onderzetter; m. ingeval het Onderpand een appartementsrecht is: alle rechten die de Onderzetter heeft jegens verzekeraars van het gebouw of de zaak waarvan het appartement deel uitmaakt, jegens de betreffende vereniging van eigenaars, jegens het betreffende bestuur en/of jegens de overige gerechtigden tot de in dezelfde splitsing betrokken appartementsrechten; n. alle toekomstige natuurlijke vruchten van het Onderpand; o. alle huidige en toekomstige rechten die hij jegens derden heeft in verband met één of meer gesloten verzekeringsovereenkomsten ten aanzien waarvan de Akte bepaald dat (a) de rechten daaruit voortvloeiende tot zekerheid voor de betaling van de Schuld aan de Maatschappij worden verpand, of (b) de Maatschappij als begunstigde is of zal worden aangewezen, en / of (c) de Maatschappij anderszins –direct of indirect- gerechtigd is tot de uitkering(en); p. alle huidige en toekomstige rechten die hij op grond van subrogatie, regres of uit welke andere hoofde dan ook jegens een andere Schuldenaar, Onderzetter, Borg, Garant of Verzekeringnemer mocht hebben; en q. alle overige goederen die naar het oordeel van de Maatschappij voor het Onderpand van belang kunnen zijn. 25.2 Indien de in lid 1 genoemde goederen ten tijde van de Hypotheekovereenkomst en/of de Geldleningsovereenkomst nog niet voor verpanding bij voorbaat vatbaar zijn, zal de Onderzetter deze goederen tot zekerheid van de betaling van de Schuld verpanden zodra deze goederen wel voor verpanding bij voorbaat vatbaar zijn. Indien de in lid 1 genoemde rechten ten tijde van de Hypotheekovereenkomst en/ of de Geldleningsovereenkomst onoverdraagbaar zijn, zal de Onderzetter deze rechten tot zekerheid van de betaling van de Schuld verpanden zodra deze rechten wel voor verpanding vatbaar zijn. Van de vatbaarheid voor verpanding van de goederen zal de Onderzetter de Maatschappij onmiddellijk op de wijze als bepaald in artikel 4.5 informeren. 25.3 Voor zover de in dit artikel genoemde goederen reeds met één of meer pandrechten zijn bezwaard, komt het pandrecht in rang na de reeds gevestigde pandrechten, onverminderd de verplichtingen van de Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor of de Verzekeringnemer ingevolge de Akte. 25.4 De Maatschappij is bevoegd de ingevolge lid 1 sub a verpande zaken tezamen met het Onderpand te executeren volgens de voor hypotheek geldende regels zoals ingevuld door het in artikel 23 bepaalde. 25.5 De Maatschappij kan de door haar op de in de vorige leden van dit artikel in pand gegeven goederen ontvangen bedragen, na aftrek van alle gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten op de invordering vallende, in mindering brengen op de Schuld. 25.6 Voor zover het in lid 1 bepaalde inhoudt een pandrecht op een vordering, is de Maatschappij bevoegd: a. regelingen te treffen met betrekking tot die verpande vordering en die verpande vordering naar eigen inzicht vast te (laten) stellen; b. van het pandrecht van de Maatschappij te allen tijde mededeling te doen aan de debiteur van de verpande vordering; c. tegen de debiteur van de verpande vordering voor rekening van de Onderzetter te procederen en alle proceshandelingen die de Maatschappij nodig oordeelt te verrichten;
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 32
d. een andere dan de oorspronkelijke verschuldigde prestatie in ontvangst te nemen; e. de aan de verpande vordering verbonden zekerheidsrechten en andere wettelijke of contractuele (neven)rechten uit te oefenen. 25.7 De Maatschappij is bevoegd de goederen die door de Onderzetter in pand zijn gegeven te herverpanden. 25.8 Ingeval de Schuldenaar een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of een naamloze vennootschap is, verbindt de Schuldenaar zich jegens de Maatschappij er voor zorg te dragen, indien en op het tijdstip waarop de Maatschappij dit wenselijk acht, dat alle geplaatste aandelen in een dergelijke vennootschap aan de Maatschappij worden verpand, waarbij het stemrecht op die aandelen op de Maatschappij zal overgaan onder de opschortende voorwaarden van (i) tekortkoming in de nakoming van de Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor en/of de Verzekeringnemer van enige verplichting onder een Akte en (ii) mededeling aan de Schuldenaar en pandgever dat het stemrecht is overgegaan op de Maatschappij. De Schuldenaar zal er tevens voor zorgdragen dat de aandeelhouder(s) van de Schuldenaar de vestiging van het pandrecht en de voorwaardelijke overgang van het stemrecht uiterlijk bij de vestiging van het pandrecht goedkeurt. 25.9 Voor zover het in lid 1 bepaalde inhoudt een pandrecht op een vordering op een partij bij een tot de Akte behorende overeenkomst waarop deze Algemene Voorwaarden van toepassing zijn, doet de Maatschappij van deze verpanding door deze mededeling aan deze partij, zonodig bij voorbaat. 25.10 Voor zover het in lid 1 bepaalde inhoudt een pandrecht op een zaak die in de macht van de pandgever blijft, is de Maatschappij bevoegd te vorderen dat de verpande zaak in haar macht of in de macht van een derde wordt gebracht zodra naar haar oordeel één van de in artikel 11 beschreven gronden voor onmiddellijke opeisbaarheid zich voordoet. Artikel 26 - Verzekeringen als onderpand 26.1 Indien tot meerdere zekerheid voor de nakoming van de verplichtingen uit hoofde van de Geldleningsovereenkomst rechten uit één of meer levens- en/ of arbeidsongeschiktheids- en/of ongevallenverzekeringsovereenkomsten zijn verpand, geldt ten aanzien daarvan dat de Maatschappij door de Verzekeringnemer als eerste begunstigde wordt aangewezen tot ten hoogste het bedrag van de Schuld, met dien verstande dat voor de overlijdensuitkering(en) van de voormelde verzekering(en) begunstigd is/zijn de oorspronkelijk conform het voorblad van de voormelde polis(sen) voor deze uitkering als eerste begunstigde(n) aangewezene(n), echter uitsluitend indien en zolang voldaan is aan de volgende voorwaarden: a. door die oorspronkelijke begunstigde(n) is/zijn aan de desbetreffende verzekeraar onherroepelijk opdracht(en) gegeven om die uitkering(en) bij het opvorderbaar worden te voldoen aan de Maatschappij tot betaling in mindering op de Schuld op het tijdstip van betaling; b. die opdracht(en) blijft/blijven in stand en is/zijn volledig uitvoerbaar en leid(t) (en) tot rechtsgeldige betaling aan de Maatschappij; en c. er is geen beslag (conservatoir of executoriaal of van welke andere aard ook) gelegd onder de verzekeraar op de overlijdensuitkering(en) ten laste van de oorspronkelijke begunstigde(n). 26.2 Ten aanzien van deze verzekering(en) en verpanding(en) zijn de hierna volgende bepalingen a. tot en met j. voorts eveneens van toepassing: a. De verzekering(en) moet(en) ten minste gedurende de looptijd van de Geldleningsovereenkomst, ook als deze wordt verlengd, worden voortgezet. b. De Schuldenaar en/of de Verzekeringnemer heeft terzake van bovengenoemde verzekering(en) de (algemene) voorwaarden zoals gehanteerd door de desbetreffende verzekeraar ontvangen, kent de inhoud daarvan en gaat daarmee akkoord.
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 33
c. De Schuldenaar en/of de Verzekeringnemer zijn verplicht alle premies en overige betalingsverplichtingen stipt op de vervaldagen te voldoen aan de desbetreffende verzekeraar. Op eerste verzoek van de Maatschappij zal de Schuldenaar en/of de Verzekeringnemer betalingsbewijzen aan de Maatschappij overleggen. De Maatschappij is bevoegd achterstallige premies met eventuele rente voor rekening van de Schuldenaar en/of de Verzekeringnemer te betalen, onder gehoudenheid van de Schuldenaar de aldus betaalde bedragen op eerste verzoek aan de Maatschappij te voldoen. d. Indien enige terzake van de in lid 1 bedoelde verzekering(en) verschuldigde betaling, daaronder begrepen die van premie niet tijdig geschiedt, is de Maatschappij bevoegd tot opzegging en afkoop van die verzekering(en) en tot ontvangst van de afkoopwaarde ter betaling van de Schuld, tot en ten belope van het bedrag van de Schuld; de Maatschappij is in zodanig geval voorts bevoegd met de verzekeraar(s) - eventueel in afwijking van de polisvoorwaarden - overeen te komen dat die verzekering ongewijzigd van kracht blijft. De Schuldenaar en/of de Verzekeringnemer staan ervoor in dat die verzekering(en) die bevoegdheden aan de Maatschappij toekent. e. Op eerste verzoek van de Maatschappij zal de Schuldenaar en/of de Verzekeringnemer de originele polis(sen) aan de Maatschappij overleggen. De polis(sen) blijft/blijven alsdan onder berusting van de Maatschappij. f. Na verval van het pandrecht respectievelijk de begunstiging respectievelijk de opdracht tot uitkering is de Maatschappij verplicht (i) de originele polis(sen) wederom aan de Schuldenaar en/of de Verzekeringnemer ter hand te stellen, en (ii) haar medewerking te verlenen aan kennisgeving aan de desbetreffende verzekeraar dat het pandrecht respectievelijk de begunstiging respectievelijk de opdracht tot uitkering aan de Maatschappij is of zijn vervallen. g. De Maatschappij is bevoegd de verpanding van de levensverzekering(en) en de begunstiging mede uit naam van de Verzekeringnemer aan de desbetreffende verzekeraar mee te delen. h. Met inachtneming van het in deze Algemene Voorwaarden bepaalde is de Maatschappij met uitsluiting van ieder ander bevoegd na mededeling overeenkomstig het in lid 2 sub g bepaalde: (i) uitkeringen uit de verzekering(en) te ontvangen en daarvoor kwijting te verlenen; (ii) uitkeringen uit de verzekering(en) - ongeacht de al dan niet opeisbaarheid van de Schuld - te doen strekken ter gehele of gedeeltelijke aflossing van de Schuld; en (iii) regelingen met de desbetreffende verzekeraar te treffen, daaronder begrepen het voeren van (arbitrale) procedures en het verrichten van overige door de Maatschappij wenselijk of noodzakelijk geachte rechtshandelingen. i. In geval van opeisbaarheid van de Schuld zal de Maatschappij bevoegd zijn zonder enige aanmaning of mededeling en zonder dat daartoe enige rechterlijke tussenkomst vereist is, de desbetreffende verzekering(en), zo deze afkoopwaarde heeft/hebben, af te kopen. De Maatschappij is bevoegd de door hem ontvangen afkoopsom aan te wenden als onder h(ii) vermeld. j. De Verzekeringnemer staat er jegens de Maatschappij voor in dat hij voor het aangaan van de Geldleningsovereenkomst de rechten uit de verzekering niet heeft overgedragen aan een derde en dat die rechten niet zijn belast met een pandrecht of een ander beperkt recht ten behoeve van derden. 26.3 Bij wijziging(en) of beëindiging van voormelde verzekering(en) heeft de Maatschappij, indien hij geen gebruik maakt van zijn recht tot opeising, het recht de rente, de aflossing, de vereiste zekerheidstelling en verdere bepalingen van de Geldleningsovereenkomst te herzien.
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 34
Artikel 27 - Derdenzekerheid 27.1 Indien bij of krachtens de Akte door (een) (rechts)perso(o)n(en) zekerheid wordt verstrekt voor de Schuld van (een) andere (rechts)perso(o)n(en), dan verklaart/ verklaren die eerstgenoemde rechtsperso(o)n(en) daarmee die zekerheid in zijn/ hun (vennootschappelijk) belang te achten en: a. doet de betreffende Schuldenaar, Onderzetter, Borg, Garantor of Verzekeringnemer hierbij afstand van alle rechten en weren welke nu of in de toekomst op grond van de wet, overige regelgeving of rechtspraak met betrekking tot diens verplichtingen ingevolge de Akte aan hem zijn of zullen worden toegekend, waaronder begrepen, maar niet beperkt tot het aan hem in artikel 3:234 van het Burgerlijk Wetboek toegekende recht, alsmede van het recht op terugvordering van de gemaakte kosten krachtens artikel 3:233 van het Burgerlijk Wetboek; b. is de Maatschappij bevoegd andere beperkte rechten die zijn verstrekt tot zekerheid voor de betaling van de Schuld op te zeggen of daarvan afstand te doen, met ongewijzigde instandhouding van de Akte en zonder dat de Onderzetter jegens de Maatschappij van enige verplichting wordt ontslagen; c. geeft de betreffende Schuldenaar, Onderzetter, Borg, Garantor of Verzekeringnemer zijn medewerking aan: (i) een eventuele verlenging van de Looptijd ingevolge het in artikel 6 bepaalde; (ii) de tussen de Maatschappij met de Schuldenaar, de Onderzetter, de Garantor, de Borg en/of de Verzekeringnemer te treffen regelingen terzake van vernieuwing, vermindering of uitstel van betaling van de Schuld; d. zal de betreffende Schuldenaar, Onderzetter, Borg, Garantor of Verzekeringnemer geen rechten kunnen ontlenen aan een geheel of gedeeltelijk ontslag uit de door de Borg afgegeven Borgtocht of uit de door de Garantor afgegeven Garantie; e. doet de betreffende Schuldenaar, Onderzetter, Borg, Garantor of Verzekeringnemer, afstand van zijn recht op grond van artikel 6:139 van het Burgerlijk Wetboek bevrijding van zijn aansprakelijkheid in te roepen indien de Maatschappij een bevoegdheid tot verrekening met een schuld aan de Schuldenaar heeft doen verloren gaan; en f. zal de betreffende Schuldenaar, Onderzetter, Borg, Garantor of Verzekeringnemer niet van de Maatschappij kunnen verlangen dat de Maatschappij eerst een andere Schuldenaar, Onderzetter, Borg, Garantor of Verzekeringnemer, dan wel andere (rechts)personen zal aanspreken tot betaling van de Schuld alvorens over te gaan tot uitwinning van het betreffende Onderpand. 27.2 Bij onderzetting door meer dan één Schuldenaar, Onderzetter, Borg, Garantor of Verzekeringnemer als in dit artikel bedoeld, is ten aanzien van iedere dergelijke Schuldenaar, Onderzetter, Borg, Garantor of Verzekeringnemer het bepaalde in dit artikel van toepassing. Artikel 28 - Borgtocht 28.1 De Borg is gehouden op het eerste verzoek van de Maatschappij, zonder dat enige aanmaning of ingebrekestelling noodzakelijk is, het bedrag te voldoen dat de Maatschappij uit hoofde van een Borgtocht te vorderen heeft of zal krijgen. De Borg zal het verschuldigde binnen acht (8) dagen na ontvangst van dat verzoek voldoen. De Borg zal tot betaling verplicht zijn door het enkele feit dat de Schuldenaar tekort schiet in de nakoming van zijn verplichtingen jegens de Maatschappij. 28.2 De Borg doet afstand van alle verweermiddelen en rechten, inclusief opschortingsrechten en voorrechten en rechten op verrekening, aan de Schuldenaar en de Borg toekomend, voor zover deze afstand door de wet is toegelaten. 28.3 De Borgtocht wordt verleend onafhankelijk van andere borgtochten die door de Borg of door anderen ten behoeve van de Schuldenaar zijn gesteld of zullen worden
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 35
gesteld. De Borg zal zich zonder goedkeuring van de Maatschappij niet als borg voor de Schuldenaar of ten behoeve van anderen dan de Maatschappij verbinden. Artikel 29 - Garantie 29.1 Een Garantie is een onherroepelijke en onvoorwaardelijke zelfstandige verplichting jegens de Maatschappij. Indien de Maatschappij afstand doet van haar vorderingsrecht jegens de Schuldenaar, blijft de Garantor jegens de Maatschappij aansprakelijk voor de Schuld. 29.2 Uitstel van betaling, ontslag uit hoofdelijke verbondenheid en afstand om niet (kwijtschelding) of afstand om baat (schuldvernieuwing) die de Maatschappij aan een Schuldenaar verleent, betreft alleen die Schuldenaar, terwijl de Garantor hieraan, voor zover nodig, bij voorbaat toestemming geeft aan de Maatschappij. 29.3 Een Garantor blijft volledig gebonden, ook indien de looptijd van de Geldleningsovereenkomst wordt verlengd, de voorwaarden daarvan worden gewijzigd, aangevuld of vernieuwd (met inbegrip van een uitbreiding van de rechten en/of verplichtingen (hoe ingrijpend dan ook) van een partij daarbij), de Schuld met toestemming van de Maatschappij overgaat op een andere Schuldenaar, of met een akkoord in welke vorm ook wordt ingestemd. De Garantor geeft voor bovengenoemde handelingen hierbij, bij voorbaat, zijn medewerking en/ of toestemming. Artikel 30 - Hoofdelijkheid, ondeelbaarheid 30.1 Indien de Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg , de Garantor en/of de Verzekeringnemer uit twee of meer (rechts)personen bestaat: a. zijn zij hoofdelijk tot nakoming van al hun verplichtingen uit de Akte verbonden; b. doet iedere Schuldenaar, iedere Onderzetter, iedere Borg, iedere Garantor en iedere Verzekeringnemer afstand van alle wettelijke en contractuele rechten en verweren; en c. in het geval van afstand door de Maatschappij van haar vorderingsrecht jegens een Schuldenaar, een Onderzetter, een Borg, een Garantor of een Verzekeringnemer blijf(t)(ven) de overige Schuldena(a)r(en), de Borg(en), de Garantor(s) of Verzekeringnemer(s) aansprakelijk jegens de Maatschappij voor de Schuld. 30.2 Wanneer enige verplichting van de Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor en/of de Verzekeringnemer op twee of meer rechtsopvolgers overgaat, zullen deze rechtsopvolgers voor de nakoming daarvan hoofdelijk verbonden zijn. 30.3 Uitstel van betaling, ontslag uit hoofdelijke verbondenheid en afstand om niet (kwijtschelding) of afstand om baat (schuldvernieuwing) die de Maatschappij aan een van de Schuldenaren, Onderzetters, Borgen, Garantors of Verzekeringnemers verleent, betreft alleen die Schuldenaar, Onderzetter, Borg, Garantor of Verzekeringnemer, terwijl de overige Schuldenaren, Onderzetters, Borgen, Garantors of Verzekeringnemers hieraan, voor zover nodig, bij voorbaat toestemming geven aan de Maatschappij. 30.4 De Akte houdt mede in afstand door een hoofdelijk Schuldenaar, Onderzetter, Borg, Garantor of Verzekeringnemer van het in artikel 6:139 van het Burgerlijk Wetboek vermelde recht om de bevrijding van zijn aansprakelijkheid in te roepen indien de Maatschappij een bevoegdheid tot verrekening met een schuld aan een andere Schuldenaar, Onderzetter, Borg, Garantor of Verzekeringnemer verloren heeft laten gaan. 30.5 Een Schuldenaar, Onderzetter, Borg, Garantor of Verzekeringnemer blijft volledig gebonden, ook indien de looptijd van de Geldleningsovereenkomst wordt verlengd, de voorwaarden daarvan worden gewijzigd, aangevuld of vernieuwd (met inbegrip van een uitbreiding van de rechten en/of verplichtingen (hoe ingrijpend dan ook) van een partij daarbij), de Schuld met toestemming van de Maatschappij overgaat op een andere Schuldenaar, of met een akkoord in welke vorm ook wordt
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 36
ingestemd. De hoofdelijke Schuldenaar, de Onderzetter,de Borg, de Garantor of de Verzekeringnemer geeft voor bovengenoemde handelingen hierbij, bij voorbaat, zijn medewerking en/of toestemming. Artikel 31 - Regres, subrogatie 31.1 Voor zover de Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor of de Verzekeringnemer, hetzij vrijwillig ter voorkoming van uitwinning, hetzij bij uitwinning, de Schuld geheel of gedeeltelijk heeft voldaan en tengevolge daarvan in de rechten van de Maatschappij is gesubrogeerd, dan wel indien tengevolge daarvan een regresvordering is ontstaan, zal deze regresvordering zijn achtergesteld ten opzichte van de Schuld aan de Maatschappij. 31.2 Voorts geven de Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor en de Verzekeringnemer hierbij ieder de rechten uit hoofde van regres en/of subrogatie en/of andere hoofde, die ieder van die (rechts)personen jegens zijn medeschuldenaren of derden te eniger tijd geldend kan maken, voor zover nodig bij voorbaat tot zekerheid van de terugbetaling van de Schuld aan de Maatschappij in pand. De Maatschappij doet van deze verpanding door deze mededeling aan de Schuldenaar, de Borg, de Garantor, de Onderzetter en/of de Verzekeringnemer. 31.3 De Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor en/of de Verzekeringnemer die zich op grond van artikel 30 hoofdelijk hebben verbonden, achten het elk in hun vennootschappelijk of persoonlijk belang om jegens elkaar een recht van regres overeen te komen en deze regresvordering achter te stellen en aan de Maatschappij te verpanden. Elk van hen komt hierbij een dergelijk recht van regres overeen met inachtneming van het hierna bepaalde. Elke hoofdelijk schuldenaar alsmede de Maatschappij kenmerken dit recht van regres als een voorwaardelijk vordering in de zin van artikel 6:21 Burgerlijk Wetboek. Alle hoofdelijk schuldenaren verplichten zich hierbij jegens elkaar om bij te dragen in de Schuld voor zover die ten laste van een van diens medeschuldenaren voor meer dan het gedeelte dat die medeschuldenaar aangaat, wordt gedelgd. Deze bijdrageplicht geldt voor het bedrag van dat meerdere en telkens tot ten hoogste het gedeelte van de Schuld dat die medeschuldenaar aangaat. De Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor en de Verzekeringnemer stellen deze contractuele regresvordering hierbij achter ten opzichte van de Schuld aan de Maatschappij en geven hierbij de rechten uit voornoemd recht van regres, voor zover nodig bij voorbaat, tot zekerheid van de terugbetaling van de Schuld aan de Maatschappij in pand. De Maatschappij doet van deze verpanding hierbij mededeling aan de Schuldenaar, de Borg, de Garantor, de Onderzetter en/of de Verzekeringnemer. 31.4 Het is de Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor en de Verzekeringnemer niet toegestaan terzake van de Akte met een derde een overeenkomst te sluiten als bedoeld in artikel 6:150 sub d van het Burgerlijk Wetboek. Voor zover de Schuldenaar hiermee in strijd handelt, is de Schuldenaar schadeplichtig jegens de Maatschappij. Artikel 32 - Volmachten 32.1 De Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor en de Verzekeringnemer geven een onherroepelijke volmacht aan de Maatschappij: a. om zodra de Maatschappij zulks wenselijk acht, de in artikel 25 lid 1 en/ of 31 lid 1 bedoelde goederen aan de Maatschappij te verpanden onder die voorwaarden en bepalingen als de Maatschappij wenselijk oordeelt; b. om namens de Onderzetter overeenkomsten te sluiten tot uitvoering van klein en groot onderhoud aan het Onderpand of tot herstel en/of herbouw van het Onderpand; c. om het Onderpand voor rekening van de Onderzetter te verzekeren als in artikel 19 lid 1, lid 2 en lid 4 vermeld en alle in artikel 19 lid 5 bedoelde rechtshandelingen te verrichten; d. om alle in artikel 17 en artikel 24 vermelde rechtshandelingen te verrichten;
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 37
e. om de voor de in artikel 14 bedoelde cessie en/of contractsoverneming benodigde toestemming en/of medewerking te verlenen. 32.2 De Verzekeringnemer geeft een onherroepelijke volmacht aan de Maatschappij om alle in artikel 26 lid 2 sub g, sub h en sub i bedoelde rechtshandelingen te verrichten. 32.3 De Schuldenaar geeft een onherroepelijke volmacht aan de Maatschappij om alle in artikel 18 vermelde rechtshandelingen te verrichten. 32.4 De in lid 1, lid 2 en lid 3 bedoelde volmachten zijn gegeven in het belang van de Maatschappij en vormen een geïntegreerd deel van de Akte en de Algemene Voorwaarden. 32.5 De Maatschappij is bevoegd een derde in zijn plaats te stellen. 32.6 De Maatschappij is te allen tijde bevoegd: a. zonder medewerking van de Onderzetter aan derden mededeling te doen van de in artikel 25 bedoelde verpanding en van de in artikel 32 lid 1 vermelde onherroepelijke volmacht; b. zonder medewerking van de Verzekeringnemer aan derden mededeling te doen van de verpanding van rechten uit één of meer in artikel 25 of artikel 26 lid 1 bedoelde verzekeringsovereenkomsten respectievelijk de daarin bedoelde begunstiging en van de in artikel 32 lid 2 vermelde onherroepelijke volmacht; en c. zonder medewerking van de Schuldenaar aan derden mededeling te doen van de in lid 3 vermelde onherroepelijke volmacht. 32.7 Zodra de Maatschappij van de volmacht gebruik heeft gemaakt, stelt de Maatschappij met bekwame spoed de Onderzetter respectievelijk de Verzekeringnemer of de Schuldenaar daarvan in kennis. 32.8 Voor het gebruik van de volmacht is de Maatschappij op geen enkele wijze aansprakelijk jegens de Schuldenaar, de Onderzetter, de Borg, de Garantor en/of de Verzekeringnemer. 32.9 Alle Schuldenaren, Onderzetters, Borgen, Garantors en Verzekeringnemers, indien en voor zover betrokken in een en dezelfde financieringstransactie, geven elkaar over en weer een onherroepelijke en onvoorwaardelijke volmacht om alle (rechts-) handelingen betreffende de financieringstransactie met de Maatschappij te verrichten, verhogingen van het Krediet en verlenging en wijziging daar uitdrukkelijk onder begrepen. Deze volmacht geldt uitdrukkelijk ook in geval van een (mogelijk) tegenstrijdig belang. Artikel 3:68 BW is op deze volmacht niet van toepassing.
PROPERTIZE Algemene voorwaarden voor geldlening en zekerheidstelling - 38
PROPERTIZE GRAADT VAN ROGGENWEG 500 - 3531 AH UTREcHT - POsTbUs 71 - 3500 Ab UTREcHT t +31 (0)30 - 702 28 00 i PROPERTizE.NL